SchoolPraet No. 8 2012|13

18
april 2013 08 Introductiemiddag voor vmbo-tl-leerlingen p6 Nieuws van het gymnasium: Nijmeegse Pinguïns p14 Pasen: feest van de hoop! p8 SchoolPraet is een magazine van het Insula College, locatie Halmaheiraplein. Verschijnt 4 keer per schooljaar. Nr. 3 schooljaar 2012|13 Nieuwe docenten stellen zich voor: p10 | p12 | p16

description

Magazine van het Insula College, locatie Halmaheiraplein, voor ouders/verzorgers.

Transcript of SchoolPraet No. 8 2012|13

1

april 2013

08

Introductiemiddag voor vmbo-tl-leerlingen p6

Nieuws van het gymnasium:

Nijmeegse Pinguïns p14

Pasen: feest van de hoop! p8

SchoolPraet is een magazine van het

Insula College, locatie Halmaheiraplein.

Verschijnt 4 keer per schooljaar.

Nr. 3 schooljaar 2012|13

Nieuwe docenten stellen zich voor: p10 | p12 | p16

2

Verwondering Menigeen weet zich misschien nog te

herinneren hoe we een paar jaar geleden we-reldwijd getuige waren van een wonderlijk schouwspel dat zich afspeelde in het grens-gebied tussen Frankrijk en Zwitserland. Daar bevindt zich diep onder de grond een 27 kilo-meter lange tunnel van de deeltjesversneller van het CERN, een Europese organisatie die onderzoek doet naar elementaire deeltjes. Het doel van deze enorme machine is om proto-nen met bijna de snelheid van het licht tegen elkaar te laten vliegen, waardoor we hopelijk zicht krijgen op twee nog onbeantwoorde vragen van de Natuurkunde: Wat is het nog ontbrekende deeltje in het theoretisch model over materie en kracht? Hoe zag het univer-sum er vlak na de oerknal ongeveer uit?

Hoewel we hier te maken hebben met twee nogal verschillende vragen, namelijk een natuurkundige en een geschiedkundige, was op de televisiebeelden, bij het moment van de botsing van de deeltjes in de tunnel, aan de gezichten en de emotie van de weten-schappers af te lezen dat deze beide aspecten evenveel verrukking teweeg kunnen brengen en van eenzelfde waarde zijn. En terecht, want inmiddels weten we dat deze experimenten inderdaad geleid hebben tot de ontdekking, in juli vorig jaar, van het zogenaamde Higgs-deeltje.

Pessimisten riepen indertijd uit dat het experimenteren met deze oerkrachten in de deeltjesversneller zou kunnen leiden tot het ontstaan van zwarte gaten op aarde, of toch

minstens tot een al-lesverwoestend op-rijzen van de Alpen tot hemelse hoogte. Maar nee hoor, niets van dat alles. Niet de geringste seismische trilling was bij de deel-tjesbotsing waarneembaar. Dat zich echter toch een wonder voltrokken had, was voor de kenners zichtbaar dankzij een enorme, mi-croscoop-achtige machine die wat getallen en grafieken op computerschermen tevoorschijn toverde; maar voor ons, gewone mensen, aan de gezichten, de emotie, de vreugde en het applaudisseren van al die verzamelde weten-schappers. Iedereen kon zien dat zich hier iets groots had voltrokken.

Morgen is het Goede Vrijdag. Pessimis-ten dachten dat Jezus’ sterven, het zwarte gat van het gesloten graf, het einde aan toe-komst betekende. Maar het werd een goede vrijdag, met op Paasmorgen emotie, vreugde en applaus bij allen die het wonder hadden gezien. Zo ook bij ons, die met allen die het gezien hebben, delen in deze vreugde omdat we weten dat zich een wonder van kosmische omvang heeft voltrokken. Een nieuw licht, dat elke duisternis doet verdwijnen. Een nieuwe toekomst.

Ik wens iedereen goede Paasdagen.

Drs. B.M. Smitsdirecteur

3

Inhoud:

krt. pag. 4

Vanuit de decanenkamer pag. 6

Pasen: feest van de hoop! pag. 8

Even voorstellen: J. Berkhout pag. 10

De kwaliteiten van een leraar pag. 11

Even voorstellen: V. de la Fosse pag. 12

Nieuws van het Gymnasium pag. 14

Even voorstellen: J. Dijkmans pag. 16

krt.Nieuwe

docenten:

Voor vervanging:

dhr. J. Dijkmans

aardrijkskunde

dhr. G. Bolks

lichamelijke opvoeding

mw. M. de Ruiter

lichamelijke opvoeding

Met

zwangerschapsverlof:

Mw. S. van Eijsden

4

37e prestatieloop HerculesOp zaterdag 23 maart hebben vijf docenten van het

Insula College meegedaan aan een prestatieloop die georgani-

seerd was door onze buurman DK & AV Hercules. Onder het

toeziend oog van ons eigen sprintkanon Jasper Beljaars sneu-

velden maar liefst drie persoonlijke records. Docent Klassieke

Talen Cécile Barnard liep bij een snijdende wind de Halve van

Hercules onder de twee uur! De andere collega’s, waaronder

directeur Marien Smits, gingen de strijd aan op de vijf kilome-

ter. De lopers liepen in nieuwe Insula College outfits, die op

7 april a.s. nog een keer in Dordt te zien zijn. Dan lopen een

aantal docenten de 10 kilometer in Dwars Door Dordt.

Aard Brouwer (docent M&O)

5

Afscheid mevrouw Van VlietOp 31 januari 2013 is er op feestelijke wijze afscheid ge-

nomen van mw. Van Vliet, unitdirecteur vwo bovenbouw. Zij

gaat genieten van haar pensioen. Ruim 43 jaar is zij werkzaam

geweest in het onderwijs waarvan bijna 40 jaar aan onze

school. Zij was docent geschiedenis en unitdirecteur vwo bo-

venbouw van het Insula College en zijn rechtsvoorgangers. De

heer Zebel is vanaf 1 februari 2013 verantwoordelijk voor zowel

de unit vwo onderbouw als vwo bovenbouw.

Gebedsgroep Insula:We wensen u/jullie een fijne Pasen toe!

Zoals u/jij wellicht weet, bidden we één

keer in de twee weken, op donderdagmiddag van

13.30u – 14.30u, voor de school.

Graag willen we aan u, de ouders/verzorgers,

vragen of u ook zou willen komen bidden voor

uw kind(eren) en voor de school. U kunt dan mai-

len naar: [email protected].

Een hartelijke groet van de gebedsgroep

ouders Insula:

Yvonne Roggekamp, Anneke Gebuijs en

Mirjam van der Schoor.

6

Introductiemiddag voor

mavo/vmbo-tl-leerlingen

Woensdagmiddag 6 maart was het in de aula een drukte

van belang. Een grote groep leerlingen van diverse mavo/

vmbo-scholen en ouders hadden gehoor gegeven aan de

uitnodiging voor de introductiemiddag “Van mavo/vmbo-tl

naar havo-4”. Zij werden ontvangen met cola, sinas, koffie

of thee door “ervaringsdeskundigen”, havo-4 leerlingen die

vorig jaar na het vmbo of mavo de stap naar de havo hadden

gezet. De decaan van de havo, mw. Hoogland, opende de

middag.

Decanaat

7

Aan de hand van een PowerPointpresentatie

werd de belangstellenden verteld wat een overstap

naar de havo in de praktijk betekent. Behalve over

de benodigde capaciteiten moet de leerling van

leren houden en een doorzetter zijn. Grote ver-

schillen volgens de “ervaringsdeskundigen” zijn de

moeilijkheidsgraad van de lesstof, het hogere tem-

po en de grotere hoeveelheid stof die voor toetsen

beheerst moet worden. Waren zij op het vmbo/

de mavo de beste van de klas, nu was dit voor de

meesten niet meer het geval. Zij deden de ont-

dekking dat zij nog niet beschikten over de juiste

studiehouding voor de havo. Was het hun als leer-

lingen op het vmbo/de mavo zonder veel moeite

gelukt om goede cijfers te halen, nu deden zij de

ervaring op dat dit hun met dezelfde inspanning

niet meer lukte en dat een meer gestructureerde

aanpak van het schoolwerk nodig is om succesvol

te zijn. De ervaringsdeskundigen vertelden ook

dat zij er op onze school zeker niet alleen voor

staan. Zij spraken lovend over de begeleiding die zij

van hun mentoren ontvangen. Na de algemene

informatie over de overstap van mavo/vmbo-tl

naar de havo volgde de uitleg over de profielen

en de keuzevakken. In de pauze was er tijd voor

vragen en kregen de mavo/vmbo-leerlingen onder

begeleiding van de havo-4 leerlingen een rondlei-

ding door onze school. De middag werd afgesloten

in de aula nadat de vmbo-leerlingen het advies

hadden meegekregen goed over hun keus voor de

havo na te denken.

Mede dankzij de ervaringsdeskundigen van

havo-4 was het een geslaagde bijeenkomst. We

kijken met een goed gevoel op deze middag

terug. We verwachten dat velen de stap naar de

havo zullen gaan zetten.

W. H. Hoogland, decaan

8

Pasen: feest van de hoop!De weg loopt niet dood, maar de weg loopt door

Met Pasen vieren christenen de opstanding van Jezus uit de dood.

Da’s een sterk verhaal: het sterkste verhaal uit de Bijbel.

Bijna te mooi om waar te zijn!

Is het Paasverhaal feit of fictie? Da’s een belangrijke vraag, want als dat verhaal niet waar is, dan hebben we te maken met de grootste fraudezaak aller tijden. Maar als het wel waar is, dan is er geen mooiere, grotere en hoopvollere gebeurtenis dan Pasen!

Als het Paasverhaal niet waar is…Dan zijn de discipelen van Jezus leuge-

naars en bedriegers , die er (ondanks de shock-toestand waarin ze na de dood van hun Mees-ter verkeerden) op de een of andere manier in geslaagd zijn om zijn lichaam uit het (zwaar bewaakte!) graf te roven en te verstoppen. In dat geval hebben de discipelen dus bewust de leugen over de levende Jezus de wereld in geholpen, terwijl ze zelf de dode Jezus uit zijn graf hadden gehaald… En die leugen zijn ze vervolgens met verve gaan verkondigen als waarheid, nog versterkt door (verzonnen) verhalen van diverse verschijningen van Jezus: aan enkelingen en aan kleine en grote groepen mensen. In dat geval is het (ontstaan van het) christendom gebaseerd op leugen en bedrog.

Op zich is dat mogelijk, maar dan blijft het onverklaarbaar waarom de discipelen van Jezus bereid zijn geweest om voor die zelfverzonnen leugen(s) te lijden en te sterven. Immers, bijna alle apostelen zijn de marte-

laarsdood gestorven. Waarom heeft niemand van hen toegegeven dat het hele opstan-dingverhaal een leugen was, zelfs niet toen ze vreselijke vervolgingen moesten ondergaan? Waarom is niemand doorgeslagen onder de enorme druk van de martelingen? Waarom waren ze zelfs bereid hun leven te geven voor een leugen? Omdat het blijkbaar geen leugen was! Martelaarschap is het beste bewijs van oprechtheid. Niemand zal willen lijden en ster-ven voor iets waarvan je zelf wéét dat het een zelfverzonnen leugen is.

Als het Paasverhaal wel waar is…Dan zijn de discipelen van Jezus oor- en

ooggetuigen van het lege graf en van de verschijningen van hun Meester. Dan hebben zij Hem (tot hun eigen stomme verbazing) diverse keren gezien en ontmoet als de Le-vende, nadat Hij was gestorven en begraven. Dan hebben ze zich (tastbaar) door Hem laten overtuigen dat Hij het écht was: Jezus, hun Meester, niet zozeer teruggekomen uit de dood, maar aan de andere kant van de dood opgestaan met een nieuw, bijzonder lichaam dat blijkbaar ‘eternity-proof’ is. Zelfs de sceptische ‘ongelovige’ Thomas en de meest fanatieke christenvervolger Paulus konden er niet onderuit: ze stonden oog in oog met de

9

opgestane Jezus. En ze waren niet de laatsten: tot op de dag van vandaag zijn er vele mensen die een ontmoe-ting met deze Jezus hebben ervaren.

In dat geval is Jezus dus niet dood, maar levend tot in eeuwigheid! De enige die door de dood is heenge-gaan. Of moeten we zeggen: de éérste die door de dood is heengegaan? Want de Bijbel zegt:

evenals in Adam allen sterven , zo zullen in Christus allen levend gemaakt worden (1 Kor 15:22).

Pasen opent de deur naar die toekomst en geeft ons hoop: de dingen zullen niet blijven zoals ze zijn in onze gebroken wereld. Gods toekomst zal aanbreken: met de vrede, de harmonie, de heelheid en de gerech-tigheid die daarbij horen. Eigenlijk is met Pasen die toekomst in essentie al aangebroken. De basis is ervoor gelegd. Misschien moeten we zeggen: in onze ‘oude’ wereld die eens voorbij zal gaan, is de ‘nieuwe’ wereld al begonnen. In onze werkelijkheid is er door Pasen funda-menteel iets veranderd: de oude en de nieuwe wereld beginnen als het ware over elkaar heen te schuiven.

Sinds Pasen en Pinksteren kunnen er telkens weer van die momenten zijn dat de nieuwe wereld van Gods Koninkrijk opeens doorbreekt in onze oude wereld van gebrokenheid. ‘Opstandingsmomenten’ zou je kunnen zeggen, waarin diezelfde kracht van Jezus’ opstanding doorwerkt, ook in ons en onder ons . Want die kracht waarmee Jezus werd opgewekt, wil ook werkzaam zijn

in óns leven (Efez. 1:19-20). Door die kracht kunnen we ‘opstaan’ tot een leven dat een verschil maakt, een leven dat een positieve impact heeft op anderen, een leven dat hoop en uitzicht heeft én geeft.

Pasen is inderdaad een sterk verhaal. Het geeft hoop. Het geeft perspectief. En het geeft kracht, onder-weg naar Gods toekomst.

J. Kranendonk, docent godsdienst

Het

Laa

tste

Avo

ndm

aal

Lore

nzet

ti Pi

etro

, fre

sco.

Ass

isi, ±

1320

10

Interview met L. Berkhout,docent

Heb je altijd al les willen geven?

Nee, maar ik wist wel altijd dat ik iets met exacte

vakken wilde en mensen.

Wat zou je doen als je niet in het onderwijs

zou zitten?

Het zelfde als nu. Ik zou dan in de paardenhoude-

rij zitten.

Welke klassen geef je les?

2 VWO , 2 gymnasium , 3 VWO en 3 HAVO

Wat is er zo leuk aan je vak?

Het contact met de leerlingen. Ik vind het leuk

om te zien wat hen bezig houdt en hoe ze zich ontwik-

kelen.

Wat is de leukste ervaring tot nu toe in het

onderwijs?

Als leerlingen toch een voldoende voor het vak

halen ondanks dat ze er eerst zelf niet in geloofden.

Wat heb je gedaan voor je bij Insula College

kwam werken?

Ik heb op heel veel scholen les gegeven en heb

ook wiskunde, scheikunde en biologie gegeven. Ik ben

een tijdlang beleidsmedewerker op een school geweest

en zit sinds een jaar of 8 in de paardenhouderij.

Wat is de eerste indruk van onze school?

Ik vind het een heel leuke school. Er hangt een

vriendelijke, gemoedelijke sfeer.

Een voordeel van werken op een school is

het hebben van een lange zomervakantie,

hoe besteed je die het liefst?

Door de paarden heb ik eigenlijk nooit vakantie

dat werk gaat altijd door.

Woon je ook in Dordrecht en zo ja, wat vind

je er van om de leerlingen ook buiten de

school tegen te komen?

Ik woon in Dordrecht en vind het leuk als ik bui-

ten school eens een leerling tegenkom. Het grappige is

dan wel dat of ik of zij mij soms niet herkennen. Je bent

wel erg gewend iemand in een bepaalde omgeving te

zien.

Wat zijn je hobby’s buiten je werk?

Ik speel klarinet en hobo. Daarmee zit ik ook in

een orkest. Ik rij paard, schilder, tuinier en ga graag naar

een museum.

even voorstellennieuwe docenten stellen zich voor:

11

De kwaliteiten van een leraar

Het jongerenpanel van Een Vandaag

concludeerde een paar maanden geleden dat het

grootste deel van de scholieren wil dat er meer

digitale middelen in de klas worden gebruikt. Aan

dat onderzoek deden 1.122 leerlingen mee. Veel

leerlingen vonden ook dat de kennis van ICT bij

veel docenten te kort schoot. Er zijn veel docenten

die niet weten hoe een iPad gebruikt moet worden

en hoe het digibord werkt.

Ook de mogelijkheden van social media als

twitter en/of facebook worden te weinig in de

les ingeschakeld. Ik herken me zelf wel enigszins

hierin. Hoewel ik het digibord veelvuldig gebruik

en ook in staat ben om youtube, powerpoint en

dergelijke in mijn lessen te verwerken vormen de

social media voor mij ook nog een onontgonnen

gebied. Het gebruik van telefoons wordt op school

steeds meer buiten de lessen geaccepteerd, hoewel

bellen en fotograferen niet is toegestaan. Maar

sms-en, twitteren, e-mail lezen en dergelijke gebeurt

zeer frequent. Voor zover ik weet zijn er gelukkig

nog geen ongelukken in het trappenhuis gebeurd,

als gevolg van slecht oplettende leerlingen die met

hun gedachten te veel in hun mobiel zijn verdiept.

Ik heb dit jaar voor het eerst al een paar

keer de vraag gehad tijdens het bespreken van

een toets of een stukje theorie of leerlingen mijn

aantekeningen of het gepresenteerde schema

mochten fotograferen. Vroeger zeiden ze: “kunt u

het voor ons kopiëren?”, wat later werd het “wilt u

dit op de website plaatsen?”, weer later “kan het

ook op it’s learning worden geplaatst?” en nu dus

“mogen we het even fotograferen?”. De tijd gaat

door.

Uit het hetzelfde onderzoek bleek ook

wat de top 5 van de grootste ergernissen van

leerlingen is. Op 1 staat te veel huiswerk. Op 2 te

lange schooldagen (te veel tussenuren). Op 3 staan

de te streng straffende docenten. Plaats 4 wordt

gevormd door belachelijke schoolregels en de vieze

wc’s staan op plaats 5.

De eerste vier begrijp ik wel van de leerlingen,

want daardoor worden ze te veel beperkt in hun

buitenschoolse activiteiten, maar bij de vijfde plaats

denk ik dan: wie veroorzaakt nou zoiets?

Een Vandaag vroeg de scholieren ook naar

hun mening over goede en slechte docenten. Wat

maakt iemand bijvoorbeeld een goede docent?

Volgens de leerlingen is een docent vooral een

goede leraar als hij de stof kan uitleggen (72%),

humor heeft (49%) en enthousiasme uitstraalt

(48%). Ook orde houden en het snel nakijken van

huiswerk vinden leerlingen belangrijk. Rechtvaardig

zijn was belangrijker dan aardig zijn. En vooral

enthousiasme is een belangrijke factor voor de

motivatie van de leerlingen. Het enthousiasme van

de docent bepaalt voor een groot deel of ze het

vak echt leuk vinden. Toch heeft driekwart van

de scholieren wel les van één of meer leraren die

volgens hen daarin te kort schieten.

Volgens Minister van Onderwijs Jet

Bussemaker is kennis van het vak de belangrijkste

eigenschap van een goede docent. ‘’Als je dat niet

hebt, dan kan je allerlei andere dingen doen, maar

dan kom je er niet mee,’’ zegt ze in de uitzending

van Een Vandaag. Enthousiasme is volgens

Bussemaker ook belangrijk, maar ‘aardig zijn’ vindt

ze minder relevant. Ze benadrukt in de uitzending

dat leraren meer gewaardeerd moeten worden,

omdat kwalitatief goede leraren heel belangrijk zijn.

Ik verwacht dat er binnen een paar jaar een

speciaal register komt, waarin gekwalificeerde

docenten uit onze beroepsgroep een plek krijgen.

Het is goed dat zo veel mensen zich druk

maken om het werk dat wij doen. Het houdt ons

betrokken.

H. Vermeulen

overdenkingen van een docent door H. Vermeulen, docent Economie

even voorstellennieuwe docenten stellen zich voor:

12

Interview met V. de la Fosse,docent Frans

Heb je altijd al les willen geven?

Neen. Dat kwam pas later. Ik heb het altijd wel leuk gevonden om ken-

nis over te dragen, maar niet eerder in onderwijsverband.

Wat zou je doen als je niet in het onderwijs zou zitten?

Ik heb sinds 1991 een assurantiekantoor. Dat is mijn hoofdactiviteit en

dat houd ik ernaast. Omdat ik 29 jaar in de financiële dienstverlening zit,

wilde ik wel eens een andere uitdaging aangaan. Ik ben toen gaan studeren

voor docent Frans.

Welke klassen geef je les?

Tot de kerstvakantie had ik Havo 2 en 3 en Atheneum 2. Nu geef ik 2

brugklassen les en Atheneum 2.

Wat is er zo leuk aan je vak?

De interactie met leerlingen. Die houden je scherp en bij de tijd. Het

zijn moderne tijden en de jeugd helpt je enorm om bij te blijven in alle

ontwikkelingen. Spontane reacties van de leerlingen zijn altijd eerlijk en vaak

ronduit grappig. Mensen in de leeftijdsgroep van 12 tot 18 kunnen me ook

heel goed een spiegel voorhouden. Het is ook fijn dat ik een bijdrage mag

leveren aan de ontwikkeling van hun toekomst. Misschien zit er onder mijn

leerlingen wel een toekomstige bekende Nederlander. Dat is toch leuk als je

later kan zeggen dat die en die bij jou les heeft gehad?

En of dat nou een tv-presentator wordt, sporter of staatssecretaris

maakt niet uit. Dordrecht heeft wel meer bekende Nederlanders voortge-

bracht. Denk maar aan René van der Gijp of, uit de geschiedenis, Johan de

Witt.

even voorstellennieuwe docenten stellen zich voor:

13

Wat is de leukste ervaring tot nu toe in het

onderwijs?

Havo 3 zong spontaan in het Frans op mijn verjaar-

dag al binnenkomend in de klas. Daar sprak veel waarde-

ring uit van de klas.

4) Wat heb je gedaan voor je bij Insula Col-

lege kwam werken?

Ik heb ook nog een klein jaar op het Johan de Witt

Gymnasium lesgegeven. En ik heb natuurlijk mijn assu-

rantiekantoor nog.

Wat is de eerste indruk van onze school?

Een gemoedelijke school met echte warme aan-

dacht voor de leerlingen. Collega’s die betrokken zijn en

passie hebben voor hun vak. Dat sprak me enorm aan.

Ik zie dat niet alleen bij de docenten, maar ook bij alle

andere medewerkers die het Insula maken tot de school

die het is.

Een voordeel van werken op een school is

het hebben van een lange zomervakantie,

hoe besteed je die het liefst?

Met mijn gezin. Mijn kinderen krijgen niet altijd

de aandacht die ze verdienen, dus dat probeer ik in de

vakanties helemaal goed te maken. Bij voorkeur in de

zon. Beetje lezen, beetje luieren, BBQ hier en daar en de

versnelling helemaal in zijn 1. Bij voorkeur gaan we naar

familie in de VS of in Indonesië.

Woon je ook in Dordrecht en zo ja, wat vind

je er van om de leerlingen ook buiten de

school tegen te komen?

Ik woon sinds 1970 in Dordrecht met een inter-

mezzo van 5 jaar in 1979 tot 1984. Ja ik kom ze wel eens

tegen, mijn leerlingen. Dat is leuk. Ze zien me dan in een

andere hoedanigheid en dat leidt wel eens tot grappige

situaties. Bijvoorbeeld op de hockey ; daar is de sfeer in-

formeler en dan noemen ze me bij mijn voornaam. Maar

dat is voor beide partijen ook wel eens verwarrend.

Wat zijn je hobby’s buiten je werk?

Ik lees graag een boek; een goede roman maar

ook educatieve boeken. Vooral wanneer het met talen

te maken heeft. Ik spreek ook een beetje Indonesisch

en ben niet alleen met die taal bezig maar ook met de

geschiedenis van dat land. Voorts zit ik op fitness en ik

ben bij iedere thuiswedstrijd bij Feyenoord. Ja, dat zit in

mijn bloed. Dat doe ik al vanaf mijn middelbare school-

tijd. Het was een enorme ervaring toen Feyenoord in

1970 de Europa Cup 1 won. Ik was erbij toen Feyenoord

de eerste Europa Cup 3 binnenhaalde tegen Tottenham

Hotspur.

Verder speel ik (te weinig) piano en ik mag graag

een restaurantje pakken met mijn gezin.

even voorstellennieuwe docenten stellen zich voor:

14

Nieuws van het gymnasium:

Nijmeegse Pinguïns

De agenda van een gymnasiumleerling staat vol, en gelukkig

niet alleen met huiswerk. Met de leerlingen van G2 en G3

zijn we in december naar Nijmegen geweest. Daar hebben

we een ijskoude stadswandeling gemaakt. De wandeling was

leuk, maar iets te lang, de laatste opdrachten (ja, het was

voor school, dus dan krijg je opdrachten mee) waren voor

bijna iedereen te ver. Maar er was toch een groepje dat bijna

alles goed had; zij werden beloond met echte Nijmeegse

pinguïns.

SAP

ER

E A

UD

E G Y MN

AS

I UM

I

NS

UL

A COLLEGE

In museum het Valkhof hebben we

vervolgens een schervenworkshop en een

rondleiding gehad. Bij de workshop moch-

ten we zelf aan de slag met ‘artefacten met

een historische context’, oftewel spullen die

ze rond het museum in de grond hadden

gevonden. Op allerlei manieren kon je uit-

maken hoe oud de betreffende scherf was;

voelen, ruiken en zelfs proeven hoorden

daar ook bij.

De leerlingen van gymnasium 4 en 5

hebben het ook druk: zij hebben (bijna) al-

lemaal hun dummy van de Griekenlandreis

ingeleverd en ze zijn al begonnen aan het

gymnasiumfestival: 10 april, komt dat zien!

Het leven van Achilles zal centraal staan dit

keer, een leven met genoeg drama om een

avond te vullen. Ook de brugklasleerlingen

zijn al bezig met Achilles, zij maken houts-

kooltekeningen van scenes uit het leven van

deze Griekse held. Daarnaast zijn ze ook

nog bezig met het Griekse alfabet.

Voor de eindexamenkandidaten was

er ook gelegenheid tot extra verdieping.

De leerlingen Latijn hebben een lezing

bijgewoond van Anton van Hooff, gepensi-

oneerd universitair docent Oude Geschie-

denis van de Radboud Universiteit. Hij zette

 

 

15

keurig alle informatie over het leven van Seneca op

een rijtje, met enkele smeuïge details als bonus.

De eindexamenkandidaten Grieks woonden

eerder dit jaar, samen met de leerlingen Grieks uit de

vijfde, al een gastles van Herman Altena, een profes-

sionele vertaler voor theater, bij. Nu hebben ze het

hele stuk ‘Medea unplugged’ gezien op school, uitge-

voerd door theatergroep Aluin. Een indrukwekkende

ervaring.

Naast Medea en Achilles stond ook Orpheus

centraal de afgelopen periode. Hij was een mythische

koning/zanger die op tragische wijze zijn vrouw Eu-

rydice verloor. Hij probeerde haar nog terug te halen

uit de onderwereld, maar mislukte daar op het laatste

moment in toen hij alsnog omkeek. Waarom? De

leerlingen van G4 hebben zich tijdens de lessen KCV

over die vraag gebogen. Sofie Revet heeft de gevoe-

lens van Eurydice verwoord in het volgende gedicht:

(…)

ik volg

zijn geluid.

Het is weer weg!

‘Hij kon het niet’

hoor ik

‘Hij keek achterom.

Hij heeft je verlaten.’

ik vertrouwde hem

nu is hij weg

alweer

voorgoed

mijn liefde

mijn leven

 

Age

nda:

4

april

bez

oek

Med

ea (Th

eate

r Hof

plei

n) G

4, G

5

10 a

pril:

Gym

nasiu

mfe

stiv

al

16

Interview met J. Dijkmans,docent aardrijkskunde

Heb je altijd al les willen geven?

Uit het feit dat ik tijdens mijn opleiding indertijd tevens de onderwijs-

bevoegdheid behaald heb blijkt wel dat dit inderdaad het geval is. Het heeft

waarschijnlijk te maken met mijn achtergrond. Ik kom uit een onderwijsnest.

Toch is het in mijn loopbaan lange tijd een andere kant op gegaan, hoewel

ik ook in het bedrijfsleven verantwoordelijk was voor opleiding en coaching

van medewerkers.

Wat zou je doen als je niet in het onderwijs zou zitten?

Dan zou ik een management functie hebben in het bedrijfsleven. Maar

ja, dat heb ik al lange tijd gedaan. Het is juist mijn passie om nu met de jon-

gere generatie aan de slag te gaan.

Welke klassen geef je les?

Ik geef les in de bovenbouw aan 4 HAVO en 4 VWO.

Wat is er zo leuk aan je vak?

O, ik ben bang dat ik met het beantwoorden van deze vraag wel een

heel nummer van de SchoolPraet kan vullen, maar ik zal me proberen te

beperken. Ik geef aardrijkskunde en ben geograaf in hart en nieren. Al vroeg

in mijn jeugd werd ik gegrepen door de fysische geografie en geologie. Het

is fascinerend om het ontstaan en de werking van de aarde te doorgronden.

Door de kennis van dit vak ben je altijd bewust van de processen die een

landschap vormen en blijf je nieuwsgierig hiernaar als je in een onbekend

landschap komt. Ik vind het dan ook leuk om tijdens reizen te wijzen op

aspecten van het landschap waar een geoefend geograaf oog voor heeft.

Een fraai aspect van het vak is dus het veldwerk, zoals wij dat noemen: het

even voorstellennieuwe docenten stellen zich voor:

17

uitvoeren van een onderzoeksopdracht in een land-

schap.

Aardrijkskunde is een vak dat nogal eens onder

gewaardeerd wordt, maar het is een heel breed vak waar

eigenlijk alles in samenkomt. Het omvat aspecten van

natuurkunde, wiskunde, biologie, maatschappijleer en ga

zo maar door. Onze hele welvaart hebben we te danken

aan de kennis van de aarde. Zonder dat hadden we niet

de materialen om onze huizen te bouwen en te verwar-

men, industrieën te laten draaien, auto’s te laten rijden

en ja zelfs onze tanden te poetsen.

Wat is de leukste ervaring tot nu toe in het

onderwijs?

Na afloop van een les kwam een meisje naar me

toe en gaf me zo’n klein brugklashandje en zei: ‘dank u

wel meneer ik vind dat u heel goed les geeft’. Dat was

overigens niet op het Insula College, dus ik kan dat hier

wel anoniem zeggen.

Wat heb je gedaan voor je bij Insula College

kwam werken?

Ik heb eerst wetenschappelijk onderzoek gedaan

en colleges gegeven bij de vakgroep fysische geografie

van de Universiteit van Amsterdam en de Universiteit

Utrecht. Mijn onderzoek hield onder meer in veel veld-

werk in fascinerende arctische gebieden zoals Groenland

en Alaska. Het onderwijs was voor een belangrijk deel

het begeleiden van studenten in hun veldonderzoek

in het rivierengebied van Midden-Nederland. De on-

dergrond van de regio Dordt ken ik dus beter dan de

bovengrond.

Daarna heb ik gewerkt bij TNO-Geologische

Dienst van Nederland als programmamanager en afde-

lingshoofd. Deze dienst is o.a. verantwoordelijk voor de

alle gegevens van de ondergrond van Nederland, zoals

de grondsoorten, grondwaterstanden en -zoutgehalte,

de voorraden en productie van delfstoffen zoals olie en

gas etc. Verder worden met deze gegevens en de geo-

logische kennis interpretaties gemaakt in onderzoeks-

rapporten en worden kaarten van de ondergrond van

Nederland gemaakt.

Wat is de eerste indruk van onze school?

Ik loop hier nu zo’n drie maanden rond dus het

is al iets meer dan alleen een eerste indruk. Vooral de

goede structuur is me direct opgevallen. Zowel voor

docenten als voor de leerlingen zijn de zaken goed gere-

geld en dat geeft duidelijkheid en rust. Alles loopt goed

geordend en dat valt echt niet mee om dat zo te organi-

seren. Verder heerst er een goede sfeer op school.

Een voordeel van werken op een school is

het hebben van een lange zomervakantie,

hoe besteed je die het liefst?

Een bekend item, maar toch een beetje een

misverstand. Ten eerste moet ik zeggen dat docenten

nog heel wat te doen hebben aan bijvoorbeeld voor-

bereiding. Verder kan er in het bedrijfsleven (afhankelijk

van de verschillende CAO’s) ook vaak langere vakanties

even voorstellennieuwe docenten stellen zich voor:

18

Colofon:SchoolPraet is een magazine van het Insula College, locatie Halma-heiraplein.

Redactie:Mw. S. Huisman-de Keizer

Dhr. M. Cozijnsen

Mw. L. Klootwijk

Aan deze uitgave werkten mee:Dhr. B. M. Smits

Mw. I. Hoogland

Dhr. V. de la Fosse

Mw. E. van Well

Mw. L. Berkhout

Dhr. J. Dijkmans

Dhr. H. Vermeulen

Dhr. J. Kranendonk

Mw. C. Barnard

Mw. E. Alblas

Vormgeving/lay-out:P. Franken

Illustraties:P. Franken

Redactieadres:[email protected]

DisclaimerDe inhoud van de Schoolpraet is door de redactie met de groot-ste zorg samengesteld, doch, het Insula College aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid ten aanzien van mogelijke onjuistheden van het getoonde.

Het Insula College is niet verantwoordelijk voor getoonde content op aan de deze website gekoppelde bestanden.

Ongeautoriseerd of oneigenlijk gebruik van de content of delen daarvan maken inbreuk op intellectuele rechten

Toestemmming tot het gebruik van de inhoud van deze uitgave of delen daarvan op andere publiekelijk toegankelijke plaatsen dient schriftelijk te worden verzocht. Zonder deze schriftelijke toestemming kunt u geen content of delen van deze pagina gebruiken.Dit kan via: [email protected]

© Insula College 2012

worden opgenomen en extra vakantiedagen worden inge-

kocht.

Toch is een lange zomervakantie aan mij wel goed

besteed. Wij gaan dan (en niet alleen in de ZOMERvakan-

tie) naar ons huis in Zweden. Genieten van de prachtige

en eindeloze rust en natuur, beetje klussen aan het huis

en vrienden bezoeken. Vooral de Scandinavian summer is

vanwege het landklimaat in de luwte van de Noorse ber-

gen (betrekkelijke warm, droog en weinig wind) verrassend

lekker.

Woon je ook in Dordrecht en zo ja, wat vind je

er van om de leerlingen ook buiten de school

tegen te komen?

Ik zou het wel prettig vinden om leerlingen buiten

tegen te komen, omdat je dan op een andere wat meer

ontspannen manier dan op school met ze in contact

kan komen. Maar de kans daarop is voor mij nogal klein.

Ik woon in Soesterberg op de Utrechtse heuvelrug. Een

prachtig gebied waar de gletsjers van de voorlaatste ijstijd

een fraai landschap hebben achtergelaten. Eerder zal ik dus

leerlingen daar dus tegenkomen als ze op vakantie zijn.

10) Wat zijn je hobby’s buiten je werk?

Je kunt denk ik wel raden welke kant dit opgaat. Zwe-

den en alles wat met Scandinavië te maken heeft is mijn

voornaamste hobby. Omdat ik daar niet altijd kan zijn heb

ik hier in Nederland natuurlijk ook nog andere bezigheden,

ik ben graag aan het sporten, bv. fietsen in de natuur, fit-

ness en ik ben KNVB-scheidsrechter.

even voorstellennieuwe docenten stellen zich voor: