Schakel in Succes nr. 4 - augustus 2012
description
Transcript of Schakel in Succes nr. 4 - augustus 2012
Bloeiende akkerranden in Flevoland PAgINA 14
Open dag Agrifirm Feed PAgINA 23
Johan Vermeulen:
“Met maatmeststoffen werk je efficiënt en bespaar je energie”
Meer met minder PAgINA 8 - 11
schakelin succesvoor ondernemers in de tuinbouw,
akkerbouw en veehouderij
augustus 2012
04
schakel in succes augustus 20122
De cijfers over het eerste halfjaar van 2012 zijn bekend.
Dat geeft de mogelijkheid om kort in te gaan op de
ontwikkelingen.
De ontwikkeling in de afzet van Agrifirm Feed laat een
wisselend beeld zien. Tegenover de licht dalende afzet
van varkensvoer door de vele stoppende varkens
houders, staat de positieve ontwikkeling in de afzet in
de rundvee en pluimveesector. De plantaardige sector
kende een goede start, de natte juli baart met vooral
in de graanteelt zorgen. Agrifirm Plant draait op alle
fronten beter dan in het eerste fusiejaar. Hierdoor
groeit de marktpositie. De buitenlandse Feed bedrijven
draaien goed. Wel zijn er verschillen per land, ook in
Oost Europa hebben primaire ondernemers last van
de hoge voerprijzen.
De Coproducten divisie heeft zich versterkt door twee
acquisities: Wefelnberg in Duitsland en James and Son
in Engeland. De divisie Specialiteiten, onder de naam
Nuscience actief in de markt, ontwikkelt zich goed.
De productiecapaciteit in China wordt verdubbeld om
aan de grote vraag te voldoen.
Winkel BV had door een koud en nat voorjaar in
combinatie met de economische recessie moeite om
de omzet op peil te houden, maar maakte wel winst.
Mechanisatiebedrijf Abemec kon opnieuw een werk
plaats toevoegen aan de organisatie door de overname
van HBM in Schoondijke (Zeeland).
De minderheidsdeelnemingen, waarvan Agrifirm voor
minder dan de helft eigenaar is, laten in tegenstelling
tot 2011 goede resultaten zien.
Alles bij elkaar ligt Agrifirm op koers. Onze zorg blijft
natuurlijk de ontwikkeling van de bedrijfsresultaten
bij onze klanten. Met goede producten, deskundige
begeleiding en een scherpe prijsstelling spannen we
ons elke dag in om onze bijdrage aan het verbeteren
van deze resultaten te leveren.
Wisselend beeld eerste helft 2012
Ton Loman
voorzitter hoofddirectie
Agrifirm Group
Resultaten klanttevredenheidsonderzoek 3
Agrifirm Exlan begeleidt bouwproces 4
Bedrijfsontwikkeling in Duitsland 5
Partner in duurzaamheid 6
Vloeibare kalimeststoffen populair 12
Bloeiende akkerranden houden luizen in toom 14
Vragen van klanten beantwoord 15
Uw innovatie is geld waard 18
Proeven gewasbescherming prei 19
Open dag productielocatie Oss 23
Duurzaam produceren tegen lage kostprijs 24
De nieuwe weg naar pluimveehouden 26
Samenspel 28
In dit nummer
Meer met minder 8
Duurzame verwerking fusten 16
Opfokken is millimeterwerk 27
‘Meer rendement uit jongvee’ 20
schakel in succes augustus 2012 3
Agrifirm Jongerendag op 16 januari 2013
In 2013 wordt de Jongerendag van
Agrifirm gehouden op 16 januari
(10.00-16.00 uur). Voor de tweede
keer zal deze plaatsvinden in theater
Orpheus in Apeldoorn.
Reserveer deze datum in de agenda,
het belooft een inspirerende dag
met vele gezichten te worden.
U wordt van harte uitgenodigd
deze dag samen met de leden van
de Jongerenraad tot een succes te
maken. De dag staat in het teken
van het gegeven dat in 2050 circa
9 miljard mensen gevoed moeten
worden. De land- en tuinbouw heeft
daarin een sleutelrol. Kan het voedsel
wel geproduceerd worden? En, ten
koste van wat mag die productie
plaatsvinden? Waar moet die pro-
ductie dan vandaan komen? Vragen
waar jonge ondernemers antwoorden
op moeten vinden. Antwoorden
waarvoor de Agrifirm Jongerendag
een aanzet geeft.
Het online onderzoek werd eerder dit
jaar uitgevoerd door het onafhankelijke
onderzoeksbureau Blauw Research uit
Rotterdam. Een hoge klanttevredenheid
op basis van goede voerkwaliteit en
goed advies van de specialist is een
belangrijke uitkomst uit het klant-
tevredenheids onderzoek. Een duidelijk
punt voor verbetering is de klachten-
afhandeling. Daarnaast hebben onze
klanten ons nog veel goede tips en
adviezen gegeven die we ter harte
nemen. We bespreken de uitkomsten
van het klanttevredenheidsonderzoek
met al onze collega’s van de verschillende
afdelingen. Het is van belang dat iedere
medewerker goed op de hoogte is van
de antwoorden die veehouders hebben
gegeven. We delen elkaars inzichten en
gaan gezamenlijk aan de slag om de
klant nog beter van dienst te zijn.
Alle klanten die meededen aan het
onderzoek willen we daarvoor van
harte bedanken.
In Nederland is de coöperatieve ondernemingsvorm in de land- en tuinbouw en in de
financiële dienstverlening altijd al populair en succesvol geweest. De laatste tijd groeit
het aantal coöperaties ook buiten deze sectoren snel, zoals in de duurzame energie en
de zorgsector. Op 1 januari 2012 blijken er 7.489 coöperaties ingeschreven bij de Kamer
van Koophandel. Agrifirm is er daar één van. Volgens de NCR Coöperatie Top 100, die
in mei 2012 verscheen, staat Agrifirm qua omzet op de tiende plaats, voorafgegaan
door grote financiële -(Rabobank) en zorginstellingen (Achmea, VgZ en de CZ groep).
Binnen de landbouw staan FrieslandCampina, ForFarmers en FloraHolland hoger op
de omzetlijst.
Belangrijker dan de top 100 lijst qua omzet is natuurlijk de manier waarop leden een
beter resultaat behalen met hun coöperatie en de manier waarop deze de belangen
van de leden vertaalt in ontwikkelingen, innovaties en maatschappelijke projecten. En
de manier waarop deze daarover communiceert met haar leden. Agrifirm organiseert
daarvoor onder ander de Ledendagen. In februari 2013 worden opnieuw tien Ledendagen
georganiseerd, waarbij het bestuur en de directie naast het verantwoording afleggen,
ook volop de mogelijkheid geven om met hen in discussie te gaan over belangrijke
onderwerpen in de land- en tuinbouw en de maatschappij.
Coöperaties belangrijk in huidige economische crisis
Onderneem groot, blijf klein, is het belangrijkste advies dat klanten geven aan Agrifirm
Feed. Dit blijkt uit het klanttevredenheidsonderzoek waaraan ruim een vijfde van alle
klanten van Agrifirm Feed deelnam. Een mooie score voor een online onderzoek.
Coöperatieve ondernemingen zijn van groot economisch en maatschappelijk belang.
Met het aanwijzen door de Verenigde Naties van 2012 als internationaal jaar van de
coöperatie wordt dat nogmaals onderstreept.
Agrifirm Feed onderzoekt tevredenheid van klanten
Onderneem groot, blijf klein
schakel in succes augustus 201244
Jurgen Veron houdt van doorpakken. In
december 2010 kreeg Veron geen vergun-
ning voor een nieuwe jongveestal bij het
melkveebedrijf in Bladel dat hij met zijn
ouders Jan en Irene runt. Minder dan een
jaar later kochten ze een bedrijf met 55
hectare grond in Overschild. Daar wordt
nu gebouwd aan een nieuwe ligboxen-
stal, waar Jurgen en zijn vriendin Agaath
Timmerman 150 koeien gaan melken.
AMBITIEuS
“We waren er snel uit dat we wilden
verhuizen”, vertelt Veron. “De manier
van boeren hier past bij ons. Veel meer
grondgebonden dan in Brabant.” In het
najaar moet het bedrijf helemaal
verhuisd zijn. Veron klopte daarom met
een uitdagende opdracht bij Agrifirm
Exlan aan. “Ik kwam op 7 februari met
het verzoek om vóór maart de aanvraag
voor de omgevingsvergunning in te
dienen”, lacht Veron. Ambitieus, beaamt
Evert Wind, senior adviseur bedrijfsontwik-
keling bij Agrifirm Exlan. “Maar het is gelukt.
Dat is ook aan Jurgen en Agaath zelf te
danken, ze weten goed wat ze willen.”
BEgELEIDINg
Exlan begeleidde de ondernemers vooral
in de aanloop naar het bouwproces.
“We zijn meteen om tafel gaan zitten
om de plannen te bespreken. Jurgen
had veel voorwerk gedaan, dus het was
vooral een kwestie van details invullen”,
vertelt Wind. Daarna verzorgde Exlan
de bouwtekening, de vergunningaan-
vraag en de benodigde onderzoeken.
Wind: “De plannen pasten in het
gemeentelijk beleid, dus de procedures
liepen vlot. Rond Pasen konden we al
met de aanbesteding beginnen.” Exlan
schreef het bestek en deed de aanbeste-
ding, Veron had zelf de contacten met
aannemers. “Bewust, zo kon ik er ook
gevoel bij krijgen.”
gOEDE AFSPRAkEN
Na de aanbesteding maakte Veron zelf
de afspraken met de gekozen aannemer.
“Aan de hand daarvan hebben wij de
overeenkomst gemaakt”, vertelt Wind.
“goede afspraken zijn heel belangrijk,
zodat je nergens discussie over krijgt.”
Veron vult aan: “De ervaring van Exlan is
daarbij een voordeel. Juist kleine dingen
waar je zelf niet snel aan denkt zijn
belangrijk om goed vast te leggen.”
Nu de bouw in volle gang is, is de rol van
Wind minder groot. “Vaak leiden we ook
de bouwvergadering en hebben we con-
tact met de aannemer, maar in dit geval
doen ze veel zelf.” Veron is tevreden. “De
rol van Evert is om het proces te bege-
leiden en dat heeft hij goed gedaan.
Evert heeft veel kennis in huis. Het is
ook allemaal vlot gegaan. Dat moest ook
wel, gezien de planning.”
Heeft u uitbreidingsplannen?
Neem dan contact op met Exlan via
T (0522) 26 86 00 of T (0413) 38 26 67
en informeer naar de mogelijkheden en
de interessante Agrifirm Advieskorting.
Nieuwe ligboxenstal in een paar maanden klaar
Agrifirm Exlan begeleidt bouwproces
Vlak voor de zomer begon de bouw van de nieuwe stal
van maatschap Veron. Begin dit najaar al verhuizen de
koeien vanuit Bladel (N-B) naar het groningse Overschild.
< Jurgen Veron (l) en Agaath Timmerman bespreken de voortgang van de bouw met Agrifirm Exlanadviseur Evert Wind
schakel in succes augustus 2012 5
Agrifirm Deutschland
Een bedrijf ontwikkelen vraagt veel
van een ondernemer. Het lijstje invloed-
factoren dat Marcus Hukelmann van
de afdeling bedrijfsontwikkeling op-
stelt is indrukwekkend. “Daarin verschilt
Duitsland niet van Nederland”, is zijn
overtuiging. Er zijn wel verschillen in de
mate waarin ze op een ondernemer
inwerken. Zo is de invloed van de levens-
middelenindustrie (en de consument)
groter en wordt meer gebruik gemaakt
van groene energie. Dichter bij de boer
staan de bouwregels, waar deze in geval
van uitbreiding mee te maken krijgt.
“In Duitsland hebben we ook te maken
met regels vanuit een maatschappelijke,
landschappelijke of milieuachtergrond.
Het is altijd spannend of je die verenigd
krijgt met de plannen van de onder-
nemers”, schetst Hukelmann een bekende
uitdaging.
VOORuITgANg
Belangrijk is ook het realiseren van
technische vooruitgang. Naast de
Agrifirm-buitendienst speelt ook de
begeleiding vanuit bedrijfsontwikkeling
daar een rol. “Een ondernemer moet de
Ondernemers laten groeien in omvang en resultaat
groei op zijn bedrijf verdienen”, stelt
Hukelmann. “Vaak gaat het om hoge
investeringen om het bedrijf te laten
groeien en daarbij zijn top technische
resultaten essentieel.” Daarom kijkt
Agrifirm Deutschland ook naar de
kwaliteit van het ondernemerschap en
het vermogen van de ondernemer mee
te groeien met zijn bedrijfsvoering.
SECTOREN
Veel plannen hebben betrekking op de
intensieve veehouderij. In de regio’s
waarin Agrifirm Deutschland al langer
actief is, met name in Emsland, liggen
in de akkerbouw niet zoveel mogelijk-
heden. “Vaak is de grondkwaliteit matig”,
weet Hukelmann. Ondertussen is
Agrifirm Deutschland in veel meer
regio’s actief, waarbij de akkerbouw
op de bedrijven juist ondersteunend
werkt in de bedrijfsontwikkeling van
de intensieve veehouderijtak.
ERFOLg VERBINDET
Met veel plannen is een investering
gemoeid die al snel oploopt tot boven
de miljoen euro. “Deze bedragen zijn
de banken hier niet altijd gewend.
Bovendien vraagt bij zulke investeringen
de privésituatie ook veel aandacht”,
schetst Hukelmann belangrijke aspecten
van zijn werk. Elke drie tot zes maanden
worden de resultaten en sterke en
zwakke punten met de ondernemer
besproken. “Naast de inbreng van de
ondernemer is natuurlijk ook de kennis
van de buitendienst van belang. Zo
zijn we allemaal een ‘Schakel in succes’
of, zoals we in Duitsland hanteren,
‘Erfolg verbindet’.”
Agrifirm Deutschland Agrifirm Deutschland ontstond op
1 juli 2011 uit de Agrifirm dochter-
ondernemingen KOFU en Strahmann
en levert (meng)voer, gewas-
beschermingsmiddelen en mest-
stoffen aan circa 9.000 veehouders
en akkerbouwers onder het motto
‘Erfolg verbindet’.
Agrifirm Deutschland is actief in de
deelstaten Nedersaksen, Noordrijn-
Westfalen, Hessen, Rijnland-Palts,
Mecklenburg-Vorpommern en Bran-
denburg. Agrifirm Deutschland be-
hoort tot de middelgrote spelers in
de markt voor veevoer, in de
bedrijfsontwikkeling zijn vier
personen werkzaam.
Duitse ondernemers in de land- en tuinbouw zijn net als hun
Nederlandse collega’s ‘managers complexe problemen’. De afdeling
bedrijfsontwikkeling van Agrifirm Deutschland ondersteunt hen
in de ontwikkeling van hun bedrijf in omvang en/of resultaten.
kostprijsoptimalisering staat daarbij op de eerste plaats.
< Een bouwproject dat Agrifirm Deutschland begeleidt.
schakel in succes augustus 20126
Een voorbeeld is het mestdossier.
Agrifirm zet zich daarin ook in voor
thema’s die niet direct met de kern-
activiteiten te maken hebben, zoals
mestverwerking. Andere voorbeeld-
thema’s zijn regionale sojateelt en
activiteiten om de broeikasgasemissie
goed in beeld krijgen.
VERANTwOORDELIJkhEID
Ruud Tijssens, directeur Corporate Affairs
en CSR (Corporate Social Responsibility)
bij Agrifirm group, legt uit waarom
Agrifirm dit doet. “We zijn een grote
speler in de sector en dat schept ver-
wachtingen. Zeker ook richting onze
leden voelen we die verantwoordelijk-
heid. Een onderwerp als de mest -
problematiek raakt rechtstreeks aan de
bedrijfsvoering van de leden. Wij willen
een partner voor hen zijn en ze dus
ook ondersteunen in het omgaan met
duurzaamheidsthema’s.” Tijssens ziet
dat de leden daar ook behoefte aan
hebben. “Ondernemers vragen ons om
ze te helpen bij het zichtbaar maken
van duurzaamheid op hun bedrijf.”
BuSINESSkANSEN
Daar ligt ook eigen belang: wie voorop
loopt in duurzaamheid kan ook als eerste
reageren als de markt er naar vraagt.
Maar Tijssens benadrukt: “Als we ergens
onze nek voor uitsteken, moet het op
termijn wel toegevoegde waarde kunnen
opleveren.” Uiteindelijk blijft het doel van
plant
‘Uiteindelijk moet het beter zijn voor de boer en het bedrijf’
Agrifirm als partner in duurzaamheid
Duurzaamheid is een belangrijke pijler onder de strategie van
Agrifirm. Dat gaat verder dan de activiteiten van de eigen
onderneming: Agrifirm zet zich ook actief in voor onderwerpen
die niet tot de kernactiviteiten behoren, of die in eerste
instantie niet direct rendement op lijken te leveren.
schakel in succes augustus 2012 7
de coöperatie om waarde te creëren voor
de leden. “Daarom vragen we ons ook
altijd af of een project de investering
waard is. Betaalt die investering zichzelf
uiteindelijk terug? Dat is een absolute
voorwaarde”, stelt Tijssens. “Onderaan
de streep moet het iets opleveren.”
Het voorbeeld mestverwerking illustreert
dit. Agrifirm is actief in onderzoek en
ondersteunt initiatieven, maar investeert
niet zelf in installaties. “We hebben nog
“ Als we ergens onze nek voor uitsteken, moet het wel toegevoegde waarde kunnen opleveren.”
geen financieel interessant project
gezien, dus gaan we er niet in investeren.
Er moet zeker wat gebeuren, maar dat
zal vanuit het collectief moeten komen.”
ThEMA’S
Bovendien voelt Agrifirm niet op alle
duurzaamheidsthema’s die de sector
raken een verantwoordelijkheid. “We
blijven wel dicht bij onze kerntaken.
Thema’s als wind- of zonne-energie,
of de sanering van asbestdaken, staan
te ver van ons af. Daar hebben we ook
geen verstand van en daar zien we voor
Agrifirm geen primaire verantwoordelijk-
heid. Daar waar we wel verantwoorde-
lijkheid voelen en kansen zien, zetten
we ons graag in voor verdere verduur-
zaming, het liefst in samenwerking
met andere partijen.”
Medio februari is Agrifirm begonnen
met het project ‘Soja in Noordwest
Europa’, om de teelt van regionale
grondstoffen voor de Nederlandse
veevoerindustrie mogelijk te maken.
Dit nadat in 2010 en 2011 al
bemoedigende resultaten waren
geboekt in de samenwerking tussen
Agrifirm en een kweker. De inspan-
ningen hebben resultaat. Zo is dit
jaar de eerste Nederlandse soja
verwerkt in Agrifirm veevoer, een
tweede kweker sloot zich aan om
nieuwe sojarassen te ontwikkelen
en het ras Adsoy komt in 2013
beperkt beschikbaar als zaaizaad.
Daarnaast zijn er bijvoorbeeld
voortdurend initiatieven om de
opbrengst/hectare te verhogen.
Terwijl de ontwikkelingen door-
gaan, oriënteert Agrifirm zich op
haar rol en positie in dit onderwerp.
Uitgangspunt is dat zij zich ook na
2012 wil blijven inspannen binnen
het project.
Agrifirm & duurzame soja
Duurzaamheids -jaarverslag 2011
Op www.agrifirm.com vindt u
het Agrifirm duurzaamheids-
jaarverslag 2011.
Samen werkenaan duurzaamheidMaatschappelijk jaarverslag 2011
schakel in succes
< Mestverwerking is een thema wat de bedrijfsvoering van Agrifirm klanten direct raakt.
schakel in succes augustus 20128
gezonde planten, een gezonde bodem en gezonde dieren: de
basis van elk agrarisch bedrijf. hoe kun je als ondernemer zo
efficiënt mogelijk produceren en daarbij oog voor het milieu-
aspect houden?
Meer met minder
Efficiency en duurzaamheid: een prima combinatie
zowel voor de wet als voor de maat-
schap pelijke acceptatie. Het is belangrijk
te blijven innoveren en te werken aan
nog betere efficiëntie. In de veehouderij
speelt voederconversie daarbij een
centrale rol, een belangrijk aandachts-
punt binnen de nieuwe voeders en
concepten van Agrifirm Feed. Binnen
akker- en tuinbouw zijn belangrijke
thema’s bijvoorbeeld de bodemvrucht-
baarheid en een efficiënt gebruik van
gewasbeschermings middelen.
VIgOR
De uitdaging is om dieren gezond te
houden en optimaal te laten presteren.
Duurzame oplossingen moeten finan-
cieel rendabel zijn. Dat is één van de
uitgangs punten van Agrifirm. Daarom
wordt er hard gewerkt aan concepten
die het ondernemers mogelijk maken
efficiënter te produceren, financieel
rendement te behalen én oog te houden
voor de toekomst en het milieu. Een
efficiëntere productie betekent immers
dat minder grondstoffen nodig zijn om
minstens hetzelfde resultaat te behalen.
Meer met minder dus.
INNOVEREN
Het zichtbaar en meetbaar maken van
verduurzaming wordt steeds belangrijker,
Dit resulteert in een lage voederconversie
en zo wordt er met zo min mogelijk voer
een zo hoog mogelijk resultaat behaald.
Agrifirm Feed heeft meerdere concepten
ontwikkeld die helpen bij het verlagen
van de voederconversie. Een goed
voorbeeld is VIgOR. Het grondstoffen-
pakket van dit voer heeft niet alleen een
lage CO2 voetafdruk, maar bevordert
ook de gezondheid van de kippen. Ria
Wiltenburg, nutritionist bij Agrifirm Feed:
“Omdat VIgOR beter verteerbaar is dan
standaardvoeders, is de benutting van
voedingsstoffen beter. Daarnaast zijn
hennen minder gevoelig voor verterings-
problemen, wat onder andere leidt tot
minder uitval. Hierdoor gaat de totale
efficiëntie van het koppel omhoog.”
kERNVOER
Een ander voorbeeld in de pluimvee-
houderij is Kernvoer, een geconcentreerd
schakel in succes augustus 2012 9
>
mengvoer. Vleeskuikenhouders vullen het
zelf aan met lokaal verbouwde tarwe
tot de gewenste verhouding. Deze tarwe
wordt over minder grote afstanden ver-
voerd en hoeft niet verwerkt te worden
in de fabriek. Het grote voordeel voor
de vleeskuikenhouders is een flinke
besparing op transportkosten en
energieverbruik. Daarnaast kan de
vleeskuikenhouder per dag variëren in
de samenstelling van zijn voer. Hij kan
de verhouding eiwit-zetmeel aanpassen
en daardoor sturen op de behoefte van
zijn kuikens.
AIR LINE® [2.0]
Voor de varkenshouderij is Air Line®
[2.0] een voorbeeld van een product
dat bijdraagt aan meer duurzaamheid
en efficiëntie. Het zorgt voor hogere
stikstofefficiëntie en een verlaagde
voederconversie. Bertus Oving,
nutritionist Varkens bij Agrifirm Feed
legt uit: “Met Air Line® [2.0] kan het
fosfaatgehalte in de mest 60 procent
worden verlaagd. Het zorgt daarnaast
voor een hogere groei en scherpe voer-
kosten.” Recent onafhankelijk onder-
zoek toont aan dat Air Line® [2.0] ook
zorgt voor een lagere CO2 voetafdruk.
Martijn Buijsse, Coördinator CSR
(Corporate Social Responsibility) van
Agrifirm legt uit: “De Carbon Footprint
van varkens die gevoerd zijn met Air
Line® [2.0] ligt 4,5 procent lager dan bij
reguliere voeders. Daarnaast is er bij
gebruik van Air Line® [2.0] per afgeleverd
varken ruim 6 procent minder landop-
pervlakte nodig voor de teelt van de
grondstoffen voor het voer.”
ORgANISChE STOF
Binnen de akker- en tuinbouw zijn
bodemvruchtbaarheid en een efficiënt
gebruik van gewasbeschermingsmidde-
len en meststoffen belangrijke thema’s.
Door de scherpere bemestingsnormen
staat de bodemvruchtbaarheid onder
druk, er mag minder dierlijke mest en
kunstmest gestrooid worden.
Een belangrijke parameter voor bodem-
vruchtbaarheid is het organische stof-
gehalte van de grond. Een door Agrifirm
ontwikkelde sneltest geeft de teler in
vier stappen inzicht in de organische
stofvoorziening op het bedrijf. Onder
andere precisielandbouw en maat-
meststoffen zorgen voor een gerichter
gebruik van gewasbeschermingsmid-
delen en meststoffen, minder verliezen
en een lagere milieubelasting. En, ook
belangrijk: voor een hogere financiële
opbrengst.
Nederlandse landbouw: zeer efficiënt De Nederlandse landbouw staat bekend als de meest efficiënte ter wereld. Dat
resulteert in hoge opbrengsten, zowel in de dierlijke als de plantaardige sectoren,
tegen een relatief lage kostprijs. De milieubelasting per kilo product is laag. Deze
efficiënte Nederlandse high tech-landbouw is volgens Aalt Dijkhuizen, voorzitter
van de Raad van Bestuur van Wageningen UR hard nodig om de wereld te voeden.
Voor iedere boer die uit Nederland verdwijnt, zijn elders in de wereld drie of vier
nodig om hetzelfde te kunnen produceren, stelt hij. “Er komt meer vraag naar
dierlijke eiwitten en dat moeten we met minder middelen en ruimte zien te
realiseren. Dat lukt niet door steeds extensiever te gaan produceren. We
moeten onze efficiënte manier van produceren beter benutten.”
schakel in succes augustus 201210
> MAATMESTSTOFFEN
Een gezonde bodem begint bij gedegen
bodemonderzoek. Met behulp van de
Spurway-analyse brengen Agrifirm
Plant-specialisten de behoefte van een
perceel in kaart. Met maatmeststoffen
kan de bemesting vervolgens geheel
toegespitst worden op het gewas.
Johan Brooijmans, Teeltspecialist
Agrifirm Plant: “De maatmeststoffen
zorgen ervoor dat er niet onnodig
zwaar bemest wordt. Je dient alleen die
meststoffen toe die het gewas nodig
heeft en krijgt daardoor met minder
meststoffen hetzelfde resultaat.”
Met een Wolftrax coating kunnen
ook sporenelementen zoals borium,
mangaan en zink aan de meststoffen
worden toegevoegd. Ook hierbij zit de
winst in het feit dat de akkerbouwer
precies kan geven wat het gewas nodig
heeft.
PRECISIELANDBOuw
Precisielandbouw is een effectief middel
om op nóg efficiëntere wijze gewasbe-
schermingsmiddelen en meststoffen
toe te dienen. Een handige tool is de
Yara N-sensor, vertelt Johan Brooijmans.
“Door verschillen in bodemvruchtbaar-
heid binnen een perceel is de stikstof-
behoefte in een gewas niet overal het-
zelfde. Tijdens het bemesten analyseert
en berekent de Yara N-sensor de stikstof-
behoefte en stuurt de kunstmesstrooier
naar behoefte aan. Pleksgewijs kan
daardoor meer of minder gestrooid
worden. De variatie loopt soms wel
van plus 20 procent tot min 30 procent
in vergelijking met een standaardgift.”
Deze vorm van precisielandbouw kan
ook ingezet worden voor een verant-
woord gebruik van gewasbeschermings-
middelen, bijvoorbeeld bij de loofdoding
in aardappelen. Brooijmans: “Akkerbou-
wers werken ook met een gps-bestuurde
veldspuit. Op plekken waar geen gewas
staat wordt ook niet gespoten en op
moeilijk bereikbare plekken voorkom je
dubbel spuiten. Al met al kan dit al snel
een besparing van 10 tot 15 procent
aan middel opleveren.”
ADVIESPROgRAMMA’S
Uiteindelijk bepalen niet de producten
de efficiëntie, maar de wijze waarop er
met de gewassen, dieren en grondstoffen
wordt omgegaan: het management.
Zowel Agrifirm Feed als Agrifirm Plant
Sinds juli 2010 gebruikt varkenshouder Lambert de groot uit het Noord-Brabantse
Lithoijen Air Line® [2.0] van Agrifirm. Een voersoort met meer lucht in de korrels
dan traditioneel voer. Daardoor leidt het tot een betere voederconversie en
gezondere dieren.
“groeistijging is ons grootste voordeel”, antwoordt De groot op de vraag welke voordelen
hij ziet nu hij Air Line® [2.0] aan zijn 1.000 vleesvarkens voert. Behalve de vleesvarkens
houdt hij 140 zeugen en heeft hij een akkerbouwtak van rond de 40 ha en een
paardentak met 30 boxen. “Daarmee is een ander groot voordeel voor ons dat we nu
efficiënter kunnen omgaan met de mest op onze eigen grond. De fosfaatbenutting
steeg van 44 procent in 2010 naar 52 procent in 2011. Positief is ook dat we nu een
halve ronde meer draaien dan voorheen.”
De cijfers liegen er niet om. “De EW-conversie lag in 2010 net op de 2,9. Dit daalde tot
aan de eerste maanden van 2012 naar onder de 2,7. Daarnaast is de groei juist gestegen
van 800 gram in 2010 naar 950 gram in de eerste helft van 2012”, vertelt De groot
enthousiast. “Ik wil graag meer uit de varkens blijven halen met minder grondstoffen-
gebruik. Zeker vanuit economisch oogpunt, maar ik vind dit juist ook richting de
consument een goede zaak.”
‘Efficiënter omgaan met mest op eigen grond’
“ Economisch rendement kan prima samen gaan met duurzaamheid.”
< Lambert de Groot
10
schakel in succes augustus 2012 11
bieden computerprogramma’s die de
ondernemer bijstaan in management -
beslissingen, bijvoorbeeld door het
optimale rantsoen te berekenen, of
het ideale tijdstip om een bespuiting
uit te voeren. Agrifirm Feed onder-
steunt de varkenshouder met het
advies programma Voerwinst.nl. Samen
met de specialist vult de vleesvarkens-
houder verschillende variabelen over
zijn bedrijf in. Het programma berekent
vervolgens welk voerschema de beste
resultaten oplevert. Melkveehouders
kunnen gebruik maken van de beoorde-
ling- en adviestool MelkNavigator. De
veehouder bepaalt van tevoren wat hij
wil bereiken, bijvoorbeeld meer melk of
meer grammen vet of eiwit in de melk.
Het programma berekent dan precies
van welke voedingsstoffen zijn koeien
meer nodig hebben voor het gewenste
resultaat.
MASTERLINk
Voorbeelden van adviesprogramma’s
waarmee Agrifirm Plant klanten
ondersteunt zijn ziektemodules voor 13
gewassen op Mijn Agrifirm Plant en
Masterlink. Met Masterlink biedt
Agrifirm Plant via internet teeltonder-
steuning door technische gegevens om
te zetten naar praktisch advies. Brooij-
mans: “gegevens van het bedrijf, de
percelen en de teelt worden gekoppeld
aan actuele informatie over bijvoorbeeld
de weersomstandigheden. Telers kunnen
via het programma het bemestings-
plan aanpassen of een waarschuwing
krijgen wanneer het tijd is om te spuiten”
Agrifirm Plant werkt ook met Nema-
Decide. Op basis van dit aaltjesadvies-
systeem krijgt de akkerbouwer een
objectief advies voor de beheersing van
aardappelmoeheid, wortelknobbelaaltje
en het wortellesieaaltje. De specialisten
van Agrifirm kunnen op basis van een
bemonsteringsuitslag een perceel-
specifiek advies geven.
ADVIES
Tot slot is goed advies belangrijk om
efficiënt en rendabel te produceren
met oog voor het milieu. Brooijmans:
“Onze specialisten houden in hun
advisering altijd rekening met eventuele
milieu effecten. Het belangrijkste is
dat wij er zijn voor de klant, en het
economische rendement van de klant.
Maar het kan prima samen gaan:
duurzaamheid en efficiëntie.” Oving:
“Ieder bedrijf is anders, en bij elk
bedrijf zijn er andere factoren die
bepalen of een bedrijf succesvol is. De
Agrifirm-specialist werkt samen met
de klant om het beste uit zijn bedrijf
halen. Op economisch én duurzaam
vlak.”
Johan Vermeulen heeft samen met zijn broer Arjan in Ossendrecht een vollegronds-
groentebedrijf. Zij telen ijsbergsla, broccoli, peen en prei. Sinds ongeveer negen jaar
werkt hij met maatmeststoffen van Agrifirm.
Elk jaar laat Vermeulen voor aanvang van het seizoen een bodemonderzoek uitvoeren.
Op basis van deze analyse en in overleg met zijn specialist, bestelt hij voor de teelt van
broccoli en ijsbergsla de benodigde basiselementen (stikstof, fosfaat, kali en magnesium)
van de maatmeststof. In de preiteelt gebruikt Vermeulen een mix op basis van stikstof
in Entec-vorm en chloorarme kali. Vooral het gebruiksgemak van de maatmeststoffen
spreekt Vermeulen erg aan. “De meststoffen zijn goed verstrooibaar en uniform van
korrelgrootte. In één werkgang heb ik mijn gewas bemest. Dat is erg efficiënt en dat
bespaart mij veel tijd en energie. De gewassen krijgen precies wat ze nodig hebben.
Naast de arbeidsbesparing levert dit ook een kwaliteitsverbetering op van het gewas.”
De mineralenwetgeving heeft het gebruik van maatmeststoffen alleen maar verder
gestimuleerd. Het bemesten binnen de huidige regels wordt volgens Vermeulen steeds
strakker en moeilijker. Dit vraagt om maatwerk. Vermeulen: “Met maatmeststoffen
werken we voordeliger dan vroeger, oogsten we kwalitatief betere producten en
houden we oog voor een duurzame bodem en het milieu.”
‘Maatmeststoffen efficiënt en energiebesparend’
< Johan Vermeulen
schakel in succes augustus 201212
Wim Harders heeft een bedrijf van 125
hectare dalgrond. Zestig hectare wordt
gebruikt voor de teelt van zetmeelaard-
appelen, waarvan vijf hectare voor eigen
TBM-pootgoed. De rest van het areaal
bestaat uit 15 hectare suikerbieten,
12 hectare wintertarwe, 14 hectare
zomertarwe en 24 hectare gerst. Het
graan is bestemd voor zaaizaad voor
Agrifirm. De strengere aanvoernormen,
vooral voor fosfaat, zorgen ervoor dat
het bemestingsplan steeds uitgekiender
moet zijn. Harders wil de bemesting in
het voorjaar zoveel mogelijk rondzetten
met varkensdrijfmest, maar het
fosfaatplafond komt steeds sneller
in zicht. De pootaardappelen krijgen
daarom in het voorjaar een extra kaligift
in de vorm van protamylasse. Dit is een
reststof van Avebe/Emsland Stärke dat
in het voorjaar erg geschikt is als kali-
meststof voor veel gewassen.
gROENBEMESTER
Als de granen zijn geoogst, zaait Harders
een groenbemester in. Naar volle tevre-
denheid. “De laatste zes, zeven jaar
doen we dit al en het bevalt prima.
groenbemester is voer voor het bodem-
leven en dat merk je. De gewassen
kunnen beter droge en natte perioden
overbruggen en de bewerkbaarheid
van de bodem is ook beter. In het voor-
jaar zaaien we zonder kerende grond-
Voldoende kali is belangrijk voor de aardappelteelt, vooral voor
pootaardappelen. het kaligehalte in de bodem via drijfmest op
peil houden valt echter niet mee, omdat daarmee ook fosfaat
wordt toegediend en dan is al snel het plafond voor fosfaat in
zicht. Akkerbouwer wim harders uit het Drentse Smilde vond
een goed alternatief: de vloeibare kalimeststof Natu C.
Vloeibare kalimeststoffen populair
‘ Gemakkelijk en efficiënt bemesten’
schakel in succes augustus 2012 13
bewerking. Dat is goed te doen en veel
gemakkelijker”, vertelt Harders. De
groenbemester zelf heeft echter wel
bemesting nodig om goed te kunnen
groeien. Vorig najaar zorgde dat voor
hoofdbrekens, omdat Harders vrijwel
aan de top zat wat betreft het fosfaat.
Drijfmest was daarom uitgesloten. De
oplossing werd gevonden in Natu C.
NATu C
Natu C is een vloeibare meststof, die
kalium, stikstof, sporenelementen en
maar weinig fosfaat bevat. Door de
stikstof kan de groenbemester zich snel
ontwikkelen. Voordeel van Natu C is
dat de kali vooral in het volgende voor-
jaar beschikbaar komt voor de vervolg-
teelt zetmeelaardappelen. Hier is dan
geen aparte kalibemesting meer nodig.
“Het resultaat was zeer bevredigend”,
blikt Harders terug. “De groenbemester
gele mosterd groeide er goed op en de
kali kon ik dit jaar benutten.”
gEMAk
Een ander voordeel van de vloeibare
kalimeststof is het gemak: de meststof
wordt in een tankwagen aangevoerd
en door de loonwerker uitgereden. De
akkerbouwer zelf heeft er geen omkijken
naar. Ook is de vloeibare meststof
goedkoper dan een stikstofmeststof
in korrelvorm zoals KAS. De vloeibare
meststoffen vallen bovendien in een
andere categorie in de mestwetgeving.
Het gaat om reststoffen uit industriële
productie en de stikstof hierin telt
slechts voor de helft mee in de wettelijke
norm.
BEwuST MINERALENMANAgEMENT
Het gebruik van Natu C over de graan-
stoppel begint steeds populairder te
worden, merkt akkerbouwspecialist
Roel Bron van Agrifirm Plant. “Akker-
bouwers lopen sneller tegen het fos-
faatplafond aan en kunnen daardoor
minder drijfmest uitrijden. Daarmee
wordt echter ook de kaligift via de
drijfmest lager. Dit is goed op te vangen
met bijvoorbeeld Natu C, waarmee
zowel kali als stikstof wordt toegediend”,
legt Bron uit. “Het is belangrijk om de
kali goed in de gaten te houden”, waar-
schuwt hij. “Met hoge aardappel- en
bietenopbrengsten haal je ook veel kali
van je land. Wil je hoge opbrengsten
blijven houden, dan moet je dat wel
weer aanvullen. Bovendien is kali
belangrijk voor kwalitatief goed poot-
goed. Als de kaligift niet meer via drijf-
mest lukt, moet je een andere
oplossing zoeken.” Harders vult aan:
“Alles hangt met elkaar samen en heeft
zijn functie. Daarom kun je niet zomaar
minder kali gaan bemesten, want dat
heeft ook weer gevolgen voor de
opname van andere mineralen. Bewust
mineralenmanagement vind je terug in
je portemonnee, maar zeker ook in de
kwaliteit van je producten.”
PPL PLuS/kALIMIx
Natu C kan zowel in het voorjaar onder
het gewas als in het najaar onder de
groenbemester worden toegepast. Een
andere veelgebruikte vloeibare kali-
meststof met dezelfde voordelen is PPL
plus/kalimix. Dit is de meest geschikte
vloeibare kali voor de herfsttoepassing
onder wintergranen. PPL plus/kalimix is
een prima meststof om voor de graan-
teelt de kalibalans in de bodem in even-
wicht te brengen en het gewenste
kaligehalte te bereiken. Met PPL plus/
kalimix wordt in verhouding tot de kali
het minste fosfaat meegegeven. Een
gift van 150 tot 200 kilo is vaak vol-
doende voor wintertarwe, maar in de
praktijk worden vaak hogere doseringen
gegeven om de afvoer door voorgewas-
sen te compenseren. Voor Harders is
het duidelijk. “Ik ga dit jaar weer Natu C
gebruiken onder mijn groenbemester”,
zegt hij stellig. “Het is economisch
gezien voordelig en een goede mest-
stof voor zowel de groenbemester als
de teelt daarna.”
Wilt u meer weten over de
beschikbare reststromen in uw regio?
Neem dan contact op met uw
specialist.
< Akkerbouwer Wim Harders (r) en akkerbouwspecialist Roel Bron inspecteren een perceel wintertarwe dat is bedoeld voor zaaizaadteelt voor Agrifirm.
plant
schakel in succes augustus 201214
Al een paar jaar loopt in de IJsselmeer-
polders het project Akkerranden Flevo-
land. Het is bedoeld om het gebruik van
gewasbeschermingsmiddelen in de
landbouw te verminderen en de kwaliteit
van het oppervlaktewater te verbeteren.
Daarnaast zijn akkerranden waardevol
voor natuur en landschap.
200 kILOMETER
“Naar keuze kan een boer een strook
van drie of zes meter langs de slootkant
inzaaien met één- of meerjarige bloe-
men- en kruidenmengsels”, vertelt
Erik Nagelhoud, specialist Akkerbouw
bij Agrifirm Plant. Inmiddels doen zo’n
100 boeren in Flevoland mee aan het
project en vorig jaar heeft ook grubben
zich aangesloten. Het streven is om in
2013, het jaar waarin het project afloopt,
ongeveer 200 kilometer akkerrand tot
stand te hebben gebracht. Dat moet
voldoende zijn om iets zinnigs te kunnen
zeggen over het nut van ‘functionele
agrobiodiversiteit’.
FINANCIEEL VOORDEEL
De bloemen en kruiden in de akkerran-
den zijn geselecteerd op de mate waarin
ze nuttige insecten aantrekken, zoals
sluipwespen, zweefvliegen en lieve-
heersbeestjes. Deze helpen als natuur-
lijke bestrijders om plagen in het gewas
te bestrijden, waaronder luizen en trips.
“Ik kan niet anders zeggen dan dat het
me bevalt”, zegt Koos grubben. “Die
rand ziet er leuk uit en ik kan toch
gewoon de slootkant klepelen.”
Maar het belangrijkste is natuurlijk dat
de bloemenrand het gewenste resultaat
heeft. “Ik heb inderdaad niet hoeven
spuiten. De schadedrempel voor luizen
is nog niet overschreden. Blijkbaar zit-
ten er zoveel natuurlijke vijanden in de
bloemen, dat het aantal luizen binnen
de perken blijft. In andere jaren had ik
om deze tijd toch al wel een keer met
de spuit over het land gereden. Maar
dit jaar nog niet, evenals vorig jaar. Dat
scheelt me toch al gauw vijftien euro
per hectare aan middel, nog afgezien
van arbeidsuren en diesel.”
wEL OF NIET SPuITEN
Nagelhoud komt regelmatig, afhankelijk
van de ziekte- en plaagdruk, tellen hoe
het met de hoeveelheid plaaginsecten
is gesteld. Nagelhoud: “Op basis daar-
van adviseer ik de boer om al dan niet
te spuiten. Tot nu toe is het inderdaad
niet nodig geweest. Dus zowel de boer
als de natuur heeft er baat bij.”
het graan en de aardappelen op het land van koos grubben in Dronten (Flevoland)
staan er mooi bij. Toch steelt de fleurige bloemenrand rond zijn percelen nu de
show. Om het fraaie aanzien is het grubben niet in de eerste plaats te doen. hij is
vooral blij dat hij dankzij de bloemenpracht en het project Akkerranden Flevoland
nog niet heeft hoeven te spuiten.
< Erik Nagelhoud, specialist Akkerbouw (l) en Koos Grubben.
plant
Bloeiende akkerranden houden luizen in toom
Project Akkerranden Flevoland
schakel in succes augustus 2012 15
groenbemesters hebben verschillende voordelen. Ze ver beteren
de structuur van grond en kunnen ook sommige schadelijke
aaltjes bestrijden. Daarentegen vermeerderen ze soms juist
andere aaltjes. Dat maakt de keuze voor de goede groen-
bemester voor uw situatie niet eenvoudig.
MELOIDOgyNE ChITwOODI EN PRATyLENChuS PENETRANS
Met een resistente bladrammenas als groenbemester kunt u
M. chitwoodi actief bestrijden. Daarmee blijft minder dan één
procent over van het aantal aaltjes dat aanwezig was na de
teelt van het hoofdgewas (zie figuur). In de praktijk blijkt dat
het ene ras zich sneller ontwikkelt dan het andere. Als de begin-
ontwikkeling traag is dan krijgt onkruid veel meer kans. Dit is
een groot nadeel, want ook onkruid vermeerdert M. chitwoodi.
Daardoor zijn deze groenbemesters dan minder effectief. Ook
de resistentie van de verschillende rassen tegen het bieten-
cysteaaltje weegt mee bij de keuze van het ras bladrammenas.
Bladrammenas is helaas geen goede groen bemester als er P.
penetrans (wortellesieaaltje) in het perceel voorkomt en er
volgend jaar op dit perceel aardappelen geteeld gaan worden.
Blad rammenas vermeerdert namelijk P. penetrans en aardappelen
zijn schadegevoelig voor dit aaltje. In deze situatie is het beter
te kiezen voor Japanse haver.
Hoe kan ik het beste aaltjes bestrijden met een groen bemester?
Om de bodemvruchtbaarheid te kunnen verbeteren moet je als
teler eerst weten hoe het met de bodemvruchtbaarheid gesteld
is. Chemisch, fysisch en biologisch moet de bodem in balans zijn
om gewassen goed te laten groeien. Diverse partijen ontwikkelen
op dit moment bodemlevenanalyses om het bodemleven een
waardering te kunnen geven. Toch is deze waardering van resul-
taten moeilijk. Deze zijn namelijk veelal gebaseerd op gemiddelden
van een streek. De uitslag van een analyse geeft in de meeste
gevallen alleen aan hoe de score, bijvoorbeeld qua bacteriën, is
ten opzichte van de boeren in de regio. Zodra het bodemleven per
perceel nog beter kaart gebracht kan worden, kan er ingezet wor-
den op optimalisering van het bodemleven. Tot die tijd is het
voor het bodemleven het beste te zorgen voor een optimale ge-
wasgroei en een gevarieerde aanvoer van organische stof, dierlijke
mest, groenbemester, gewasresten en compost. Want een goed
groeiend gewas is de beste motor voor een goed bodemleven.
Hoe kan ik de bodemvruchtbaarheid op mijn bedrijf verder optimaliseren?
0
500
1000
1500
2000
2500
3000
3500
Rogge Zwarte braak Radical Anaconda Contra Defender Doublet Terranova
M. c
hitw
oodi
/100
ml
Beginpopulatie
Eindpopulatie
0
500
1000
1500
2000
2500
3000
3500
Rogge Zwarte braak Radical Anaconda Contra Defender Doublet Terranova
M. c
hitw
oodi
/100
ml
Beginpopulatie
Eindpopulatie
Begin en eindbesmetting M. chitwoodi na de teelt van rogge en zes verschillende rassen bladrammenas.
plant
Neem voor meer advies over groenbemesters en/of bodemvruchtbaarheid contact op met uw specialist.
Hoe kan ik...Tijdens de Agrifirm Ledendagen vroegen we u: welke vragen
heeft u voor Agrifirm Plant? Een groot aantal vragen vereisen nog
verder onderzoek. In dit artikel geven we alvast antwoorden op twee
vragen van onze leden.
Terugkoppeling vragen Ledendagen Agrifirm
schakel in succes augustus 20121616
plant
Het bloembollenexportbedrijf uit
Venhuizen (Noord Holland) streeft naar
een milieubewuste manier van afval
scheiden. Dat is de sector verplicht aan
de samenleving, vindt Aker. “We zamelen
plastic, papier, glas en restafval toch ook
gescheiden in? Waarom een leeg
gbm-fust dan niet?”
OPLOSSINg
Het project ‘Duurzame verwerking van
gewasbeschermingsmiddelenfust’ is een
initiatief van Agrifirm Plant. Het idee
ontstond toen bloembollentelers in
het noorden van Noord-Holland tegen
Bloembollenexporteur P. Aker BV laat sinds een jaar lege gewasbe-
schermingsmiddelenfusten (gbm-fusten) op een duurzame manier
verwerken. “want de tijd dat al het afval samen werd weggegooid
is voorbij”, zegt Jan Aker. “we hebben diverse afvalstromen op ons
bedrijf. Die willen we op een verantwoorde manier afvoeren.”
‘We willen op een verantwoorde manier afvoeren’
Duurzame verwerking gewasbeschermingsmiddelenfust
problemen aanliepen bij het opruimen
van lege gbm-fusten. Voorheen brachten
zij deze naar een depot in Wieringermeer,
waar het volgens de richtlijnen van de
STORL-regeling (Stichting Opruiming
Restanten Landbouwbestrijdings-
middelen) werd afgevoerd. Het depot
verplicht sinds enige tijd de vaten door-
gesneden aan te leveren. “Een zeer
omslachtige klus”, vindt bloembollen-
specialist Arno Vlaming van Agrifirm
Plant. “Wij kregen vragen van onze
klanten hoe ze dit probleem moesten
aanpakken. Dus zijn we op zoek gegaan
naar een werkbare oplossing.”
CONTAINER
Agrifirm Plant startte een proef met
een container bij de Welkoopwinkel in
Zwaagdijk, waar bollenkwekers lege
gbm-fusten konden inleveren. Probleem
was echter dat er ook ander afval in de
container belandde. “Dat is moeilijk te
controleren”, zegt Vlaming. “Dat kan
alleen als je er een mannetje bij zet,
maar dan wordt het project te duur.”
DuuRZAAM
Vlaming zocht vervolgens contact met
HSR Verpakkingen uit Ede, een bedrijf
dat is gespecialiseerd in het recyclen van
lege verpakkingen tot grondstoffen.
Inmiddels is een samenwerking aan-
gegaan. “HSR reinigt en verkleint nu het
fust, waarna het wordt omgesmolten
tot een regranulaat”, legt Vlaming uit.
“Dit is uitgangsmateriaal dat wordt
gebruikt voor kunststoffen voorwerpen,
zoals de piketpaaltjes langs de kant van
schakel in succes augustus 2012 17
Jos Borst uit Obdam is in mei dit jaar
gekozen tot Agrarisch Ondernemer
2012. De jury heeft de tulpenbroeier
en vermeerderaar gekozen uit vijf
genomineerden. uit handen van
staatssecretaris henk Bleker ontving
Borst 12.500 euro.
Aangezien Jos Borst klant is van
Agrifirm Plant bezocht algemeen di-
recteur Drees Beekman hem op 29
juni op zijn bedrijf in Obdam (Noord-
Holland), samen met specialist Ton
Buter. Ton adviseert Jos al jaren, zo-
wel op zijn bedrijf in Obdam als in
Nieuw Zeeland en Chili. Tijdens een
open gesprek bleek hoe gepassio-
neerd Jos bezig is met zijn vak door
continue te zoeken naar vernieuwin-
gen en verbeteringen. Daarbij wordt
elk detail meegenomen en wordt er
marktgericht gewerkt. Anderzijds
houdt Jos oog voor de teelt in het
veld: kwaliteit staat centraal.
Namens Agrifirm Plant heeft Drees
Beekman Jos Borst gefeliciteerd en
een hotelbon aangeboden.
Bollenteler Jos Borst wint titel Agrarisch Ondernemer 2012
de weg. Omdat de vaten niet worden
verbrand maar worden gerecycled, is het
bovendien een hele duurzame oplossing.”
De bollentelers bieden de fusten in
zakken van 400 liter aan. Deze worden
opgehaald door de afvalinzamelaar Van
gansewinkel groep, die het lege fust
aflevert bij HSR Verpakkingen. Volgens
Jan Aker werkt dit systeem prima. “In ons
bedrijf hebben we 200 tot 300 zakken
met lege fusten per jaar. In het begin
hadden we wat aanloopmoeilijkheden
met het ophalen, maar na twee tele-
foontjes aan Van gansewinkel was dat
vrij snel geregeld.”
gROTERE ZAkkEN
Als de zakken vol zijn, worden ze in
principe binnen vijf werkdagen opge-
haald. Deze werkwijze bevalt Aker goed,
al zouden de zakken wel wat groter
mogen zijn. “Misschien dat we in de
toekomst met twee maten gaan werken”,
zegt Vlaming. “We gaan het project over
een half jaar evalueren, om te kijken wat
goed gaat en wat mogelijk beter kan.”
BREDER uITROLLEN
Inmiddels doen er tussen de zeventig
en tachtig bloembollenkwekers uit
Noord-Holland mee aan het duurzaam
verwerken van lege gbm-fusten.
Vlaming: “We zijn met veertig telers
begonnen en er haken steeds meer
belangstellenden aan. Agrifirm Plant
gaat het project nu over het hele land
uitrollen. In andere delen van Nederland
is het echter niet verplicht een leeg fust
voor aanlevering door te snijden. Het is
daarom de vraag of alle bloembollente-
lers geïnteresseerd zijn. Maar je werkt
als teler wel mee aan een stukje ver-
duurzaming van de sector.”
P. Aker BV uit Venhuizen is een
exportbedrijf in bloembollen.
Het bedrijf is gespecialiseerd in
het prepareren en exporteren van
tulpen, lelies, gladiolen, narcissen,
irissen en hyacinten.
P. Aker BV
Meedoen?Wilt u net als Aker uw bedrijfs-
activiteiten verduurzamen? Neem
dan contact op met Van gansewinkel
Nederland, telefoon 0800-0130,
zodat zij ook aan u de kunststof
zakken kunnen verstrekken.
Heeft u andere vragen, dan kunt u
contact opnemen met uw specialist
of bel naar Agrifirm Plant,
T (088) 488 12 10.
“ Er haken steeds meer belangstellenden aan.”
Jan Aker (l) en Arno Vlaming inspecteren de lege fusten.
schakel in succes augustus 201218
Om een goed advies te kunnen geven
in het vitaal en gezond houden van
wortelloof, heeft de biologische afdeling
van Agrifirm Plant dit jaar een demoveld
aangelegd bij PPO in Lelystad. Deze
demo bestaat uit verschillende
De afgelopen jaren is de loofkwaliteit van biologisch geteelde wortelen, specifiek de
laatste periode van de teelt, erg wisselend geweest. Juist in deze teelt is het belangrijk
om het loof tijdens de hele teelt gezond te houden. wanneer het loof het laat
afweten, is het vatbaarder voor een zwakteschimmel als Alternaria sp. en kan rooien
met de klembandrooier moeilijk worden.
Proef vitaliteit en kwaliteit van loof wortelen
bemestingsstrategieën, specifiek
gericht op de vitaliteit en kwaliteit
van het loof. Naast een nul-object
vergelijken we in deze proef snelwer-
kende meststoffen als vinasse kali,
verenmeel en ecofeed vergeleken
meproducten als digestaat, lucerne, en
kippenmestkorrels aan de basis, maar
ook plantversterkers als bitterzout en
Trianum. In het najaar wordt van alle
objecten de opbrengst bepaald. De
beoordeling op de vitaliteit en kwaliteit
van het loof staat hierin centraal. Met
deze gegevens kunnen de specialisten
in de toekomst een gerichter bemes-
tingsadvies geven, daarbij rekening
houdend met de kwaliteit van het
wortelloof.
plant
Jaarlijks stelt het WLIF 50.000 euro
beschikbaar. Diverse ondernemers
hebben al een financiële ondersteuning
ontvangen voor hun innovatie, zoals de
familie Bos voor een productiesysteem
van miniknollen en Diederik van Liere
voor zijn idee om ganzen te weren
met bewegend draad. U kunt met
uw innovatie ook voor een financiële
ondersteuning in aanmerking komen.
Het WLIF stimuleert innovaties op het
boerenerf. Vaak hebben ondernemers
bijzondere verbeteringen op hun bedrijf
ontwikkeld, zonder dat zij de mogelijk-
heden hebben deze verder uit te dragen
en/of te professionaliseren. Daarnaast
hebben sommige innovaties mogelijk-
heden voor bredere toepassing in de
sector. Het WLIF wil dergelijke initiatie-
ven stimuleren.
Meld u daarvoor aan voor 15 september
2012 via www.wlif.nl.
Deelnemende bedrijven aan het WLIF zijn:
Agrico, Agrifirm Plant, BASF, Bayer, Certis,
CZAV, OCI Agro, HZPC, Kali,
Limagrain, Nedato, Syngenta, PPO,
Wageningen UR en Yara.
Innovatie is de drijvende kracht in de Nederlandse akker- en tuinbouw.
Daarmee heeft Nederland al jaren een voorsprong op de buitenlandse
concurrentie. het wim Luijkx Innovatiefonds (wLIF) beloont jaarlijks
vernieuwende ideeën van boeren en telers. u kunt met uw innovatie daar
ook voor in aanmerking komen.
Uw innovatie is geld waard
schakel in succes augustus 2012 19
Gewasbeschermings middelen prei verder onderzocht
Vanaf dit jaar zijn verschillende gewasbeschermingsmiddelen
niet langer toegestaan in de onkruidbestrijding van prei.
Agrifirm Plant onderzoekt welke middelen komende seizoenen
als alternatief gebruikt kunnen worden.
Agrifirm Plant legt proefveld aan
In Zeeland (Noord-Brabant) legt Agrifirm
Plant een prei-onkruidbestrijdingsproef
aan. De resultaten van deze proef zijn
te bekijken tijdens de Bladgewassen en
Prei demodag op 31 augustus. Harry
Roerink, senior kenniscoördinator afde-
ling R&D van Agrifirm Plant en Paul
goorden van Cebeco Agrochemie zijn
betrokken bij de totstandkoming van
de proef. Paul goorden: “De proef is
ontwikkeld omdat twee veelvoorko-
mende gewasbeschermingsmiddelen
niet meer toegelaten zijn. Wij willen
telers effectieve alternatieven bieden.
De proef bestaat voornamelijk uit de
toepassing van bestaande middelen
in verschillende schema’s.” Naast
bestaande middelen wordt ook een
aantal nieuwe middelen getest die nog
niet toegelaten zijn. Mogelijk komen die
vanaf volgend jaar op de markt.
LASTIg TE BESTRIJDEN
goorden coördineert de proef: hij stelt
samen met de preispecialisten van
Agrifirm Plant de objecten vast en
benadert producenten voor deelname.
Harry Roerink, vooral betrokken bij de
inrichting van de proef, beschrijft de
opzet: “De proef heeft drie thema-
behandelingen. Een eerste deel van de
objecten wordt behandeld met alleen
bodemherbiciden, een tweede deel
met alleen contactherbiciden en het
Het is de eerste keer dat Agrifirm Plant
deelneemt aan de Bladgewassen en
Preidemodag op 31 augustus in Zeeland
(Noord-Brabant). Tijdens deze dag,
georganiseerd door LTO vollegronds-
derde deel met contactherbiciden én
bodemherbiciden. Door deze opzet
hopen we een goede manier te vinden
voor de bestrijding van veel voorkomende
onkruiden als muur, melganzevoet,
nachtschade, straatgras en perzikkruid.
Deze onkruidsoorten blijken in de praktijk
erg lastig te bestrijden.”
kENNIS EN ADVIES
De uitkomsten van de proef, uitgevoerd
door Proeftuin Zwaagdijk, kunnen volgend
jaar door de specialisten van Agrifirm Plant
gebruikt worden in hun advies aan de
klanten. goorden: “Uiteindelijk gaat het
erom dat wij kennis vergaren en klanten
van goed advies voorzien.”
groente.net en ZLTO, zijn er ook nog
andere gewasbeschermingsproeven,
rassenproeven en meststoffenproeven
te bekijken. Daarnaast is er ook een grote
mechanisatieshow en een informatie-
Bladgewassen en Prei demodag 31 augustus
markt. Locatie: terrein Compliment BV,
Zeeland.
Kijk voor meer informatie op:
www.agrifirm.com/plant.
plant
schakel in succes augustus 201220
Dijkshoorn heeft op zijn bedrijf in
Scharwoude (NH) al langer de focus
op het jongvee liggen. “In het verleden
was onze veestapel klein in hoogte-
maat. Nu hebben ze het juiste formaat,
wat we door zowel fokkerij als juiste
voeding voor elkaar hebben gekregen.
Zo voeren we ons jongvee nu DairyStart®
Vitaal. Dit bevat meer eiwit en is beter
verteerbaar dan de A-brok die wij voor-
heen voerden.”
AgRIFIRM FOCuS JONgVEE
Vanaf een leeftijd van vier maanden
berekent Wouter Hartendorf, specialist
Rundveehouderij bij Agrifirm Feed, het
juiste rantsoen voor de dieren. “Bij de
juiste VEM-DVP verhouding kan het
jongvee tot vier maanden net zo veel
eten als ze willen; er kan dan weinig
fout gaan. Daarna wordt corrigeren
echt van belang. Door vanaf die leeftijd
om de drie maanden de hoogtemaat
te bepalen en de Body Condition Score
(BCS) van elk dier te checken, kan Henk
gericht corrigeren”, vertelt Hartendorf.
Dijkshoorn is daarom aan de slag gegaan
met Agrifirm Focus Jongvee, het online
programma waarin de melkveehouder
gegevens kan invoeren en in één oog-
opslag de groei en ontwikkeling van
zijn jongvee beoordeelt.
MAkkELIJk EN gOED
Makkelijk en goed uitvoerbaar. Dat
stond voor Dijkshoorn voorop bij de
stap naar Agrifirm Focus Jongvee. “In
het verleden hebben we de borstom-
vang van het jongvee gemeten, maar
dat vond ik te veel werk. Inmiddels
kunnen we het jongvee vastzetten aan
het voerhek en het meten van de hoog-
temaat is dan zo gedaan.” Dijkshoorn
is blij dat het programma praktisch
werkt. “Ik loop de stal in met de maatlat
en een uitgeprinte lijst van het jongvee.
Voor elk dier schrijf ik de resultaten op,
die ik vervolgens invoer in Agrifirm
Focus Jongvee. De rest doet het
De belangrijkste uitdaging voor melkveehouder henk Dijkshoorn
is het vervangingspercentage op zijn bedrijf te verlagen. “Dat
betekent dat het jongvee dát ik heb, het goed moet doen.” Om
dit te bereiken werkt Dijkshoorn met Agrifirm Focus Jongvee.
‘ Meer rendement uit mijn jongvee’
Agrifirm Focus Jongvee
< Henk Dijkshoorn: “Het meten van de hoogte is zo gedaan.”
schakel in succes augustus 2012 21
programma voor mij.” Terwijl Dijks-
hoorn dit vertelt, laat hij de grafiek zien
met de gemiddelde conditiescore van
het jongvee op zijn bedrijf. “Zo kan ik
uit deze grafiek onder andere per dier
opmaken of het wel of niet afwijkt van
het gemiddelde, om daar zo nodig op
te sturen”, legt Dijkshoorn tevreden uit.
Hartendorf: “Daarmee beschermt het
programma tegen bedrijfsblindheid.”
CIJFERS
“Henk is echt een man van de cijfers”,
vertelt Hartendorf. “Hij wil weten wat
hij met mijn adviezen kan verdienen en
dat is ook terecht.” Dijkshoorn vult hem
aan: “Ik bouw inderdaad graag op cijfers.
Zo houden we voor het melkvee ook
alles zo goed mogelijk in de gaten via
Agrifirm Focus Melkvee en de melk-
controle. Daar komen betrouwbare
gegevens uit en ik ben blij dat we nu
ook met het jongvee gerichter aan de
slag kunnen, we hoeven niet meer te
gissen.”
BedrijfsgegevensHenk Dijkshoorn,
Scharwoude (NoordHolland)
Omvang
105 melkkoeien, 55 stuks jongvee
en 68 ha land
Gemiddelde 305dagen productie
9.414 kilogram, 4,31% vet
en 4,57% eiwit
feed
AFkALFLEEFTIJD
Zo ziet Dijkshoorn nu met het online
programma Agrifirm Focus Jongvee
precies wat hij in euro’s bespaart als hij
de gemiddelde afkalfleeftijd terubrengt
naar 24 maanden en niet onnodig veel
jongvee aanhoudt. Dijkshoorn: “Sinds
een jaar ben ik hier bewust mee bezig.
Nu de kostenbesparing mij duidelijk is,
ben ik nog gemotiveerder om de afkalf-
leeftijd, die nu gemiddeld nog op 26
maanden ligt, naar beneden te brengen.
Wil ik de afkalfleeftijd van 24 maanden
voor elkaar krijgen, dan moet de conditie
van de dieren echt goed zijn. Eerder
deed ik dat op gevoel. Nu heb ik de
resultaten zwart op wit staan en kan ik
gericht aan de slag en zo veel mogelijk
rendement uit mijn jongvee halen.”
VOLgENDE STAP
Met Agrifirm Focus Jongvee kunnen
melkveehouders ook vergelijken hoe
de afgekalfde vaarzen ten opzichte
van hun koeien scoren. Dijkshoorn
besluit: “Als ik het jongvee echt goed
op orde heb, wil ik die volgende stap,
een goede ontwikkeling van de
vaarzen, gaan maken. Zo bereik ik
een goede veestapel. Daarbij is het
mijn streven de gemiddelde hoogte-
maat van de vaarzen hetzelfde te
houden, want daar ben ik nu tevreden
over.”
Agrifirm Focus Jongvee overzicht van de jongveekengetallen van Henk Dijkshoorn. De oranje kleur geeft mogelijke verbeterpunten aan.
< Henk Dijkshoorn (r) en Agrifirm Feed specialist Wouter Hartendorf.
“ Ik ben blij dat we nu ook met het jongvee gerichter aan de slag kunnen.”
schakel in succes augustus 201222
Donderdag 6 september 2012 organise-
ren PPO Vredepeel, Agrifirm Feed en
Agrifirm Plant de zevende editie van de
gras & Maïsmanifestatie. Het centrale
thema is ‘20 ton droge stof in 2020’.
Ook dit jaar is er weer volop aandacht
voor innovaties rondom de teelt van
gras & Maïsmanifestatie op 6 september 2012
gras en maïs. U bent van harte welkom
van 9.00 uur tot 17.00 uur bij PPO
Vredepeel, Vredeweg 1c in Vredepeel.
Deze dag telt mee voor verlenging
van de spuitlicentie thema veiligheid
en techniek
Na de teelt van maïs op zand- en
lössgrond is het verplicht een
vanggewas te zaaien. Een goed
vanggewas bindt zoveel mogelijk
stikstof en bouwt extra organische
stof op. Dit verhoogt de bodem-
gezondheid en daarmee de droge
stofopbrengst van de grond.
Maïsmonitor
feed
ENkELE TIPS:
> Voer de koeien bij minder gunstige
omstandigheden extra voer met
veel LACTO-energie. Dit kan aan het
voerhek, bijvoorbeeld met Corngold,
maar ook in de melkstal of
voercomputer.
> Stal nieuwmelkte koeien tijdig op.
> Stuur op tijd de eiwitkwaliteit in het
rantsoen bij. Voer niet alleen op het
ureumgehalte van de melk.
> Voer een op dat moment passend
bijproduct.
> Als u in deze periode al start met
ruwvoerbijvoeding, maak dan
gebruik van een aantal gewikkelde
pakken of een lage graskuil. Zo kunt
u met veel voersnelheid de kuil
opvoeren in deze broeigevoelige
periode en blijft het voer smakelijk.
Voeding melkkoeien in de nazomer
Verhoog nu de ruwvoeropbrengst van 2013
hET BESTE RESuLTAAT
gras en granen hebben een verschil-
lende beworteling. De combinatie
van gras en rogge is daarom het
beste vanggewas, omdat het de
meeste stikstof bindt. Zaai voor het
beste resultaat 60 tot 75 kilogram
Agrifirm grasRogge per hectare.
Jaarlijks laat Agrifirm Feed op een aantal maïsproefvelden meten wat de droge
stofopbrengst is, zodat melkveehouders het optimale oogsttijdstip van hun maïs
kunnen bepalen.
Bekijk de actuele gegevens op www.maismonitor.com
In de nazomer loopt de kwaliteit, smakelijkheid en voederwaarde van gras terug en
is er meer kans op broei in de kuil. hierdoor daalt de voeropname. Om smakelijk
gras te houden, is het aan te bevelen veel te maaien en te bloten. Op tijd bijvoeren
levert melk én geld op.
Dat bevordert een goede opname,
waardoor de melkproductie op peil
blijft.
schakel in succes augustus 2012 23
heeft u altijd al een kijkje willen nemen in de keuken van Agrifirm Feed?
Op 8 september 2012 zet de productielocatie in Oss haar fabrieksdeuren open
van 10.30 uur tot 17.00 uur.
Alle klanten, relaties en medewerkers
van Agrifirm Feed zijn van harte uit-
genodigd voor de open dag. Een dag
met een informatief en ontspannend
karakter.
NIEuwE PRODuCTEN, DIENSTEN EN
PRODuCTIEMEThODEN
Innovatie staat op deze dag centraal.
Agrifirm Feed werkt voortdurend aan
nieuwe producten, diensten en produc-
tiemethoden. Tijdens de open dag zijn
daarvan aansprekende voorbeelden te
zien. Zo zijn de flexlijnen te bekijken
waarmee het productieproces nog
efficiënter is ingericht. Daarnaast
komen bezoekers meer te weten over
innovatieve voerconcepten voor de
melkvee-, varkens- en pluimveehouderij
en laten we zien hoe Agrifirm Feed
efficiënt om gaat met transport, zoekt
naar nieuwe grondstoffen en deze ook
ontwikkelt. Ook zijn diverse andere
bedrijfsonderdelen van Agrifirm
vertegenwoordigd op deze open dag.
VOOR JONg EN OuD
Tevens zijn er op de open dag tal van
leuke activiteiten voor de kinderen en
natuurlijk zorgen we voor een hapje en
een drankje. Het belooft een interes-
sante en gezellige dag te worden, waar
we u graag ontmoeten.
Meld u aan via bijgevoegde
antwoordkaart voor de open dag
van 8 september. Een postzegel is niet
nodig. U kunt zich ook aanmelden
via www.agrifirm.com/opendagoss
Open dag Oss8 september 2012
Ja, ik kom naar de open dag in Oss op zaterdag 8 september 2012
Klant Medewerker Overig, namelijk
Antwoordkaart
Relatie met Agrifirm Feed
Naam
Adres
Postcode/Plaats Ik ben/wij zijn aanwezig met volwassene(n) kind(eren)
Open dag productielocatie Oss op zaterdag 8 september
Hoe wordt voor u het beste voer gemaakt?
Open dag Agrifirm Feed
Zaterdag 8 september10.30 - 17.00 uur
Waalkade 33,
Oss
feed
schakel in succes augustus 201224
gekozen beide takken te houden. Twee
takken is een vorm van risicospreiding
en ik vind de afwisseling juist leuk.
Daarnaast ben ik met deze omvang
flexibeler, wat ook een voordeel is,
zeker omdat ik ook bestuurswerk doe.”
EFFICIëNT
Schrijver besteedt de pieken in de arbeid,
zoals het schoonspuiten en veel land-
werk, uit aan een ZZP-er of loonwerker.
Daarnaast heeft hij voor één dag in de
week een medewerker in dienst en
gino en Petra Schrijver hebben in het
Overijsselse Wijhe een bedrijf met 70
melkkoeien en 2.750 vleesvarkens op
twee locaties. Om aan de eisen van
2013 te kunnen voldoen werd er in de
afgelopen maanden geïnvesteerd in
een nieuwe stal voor 1.344 vleesvarkens.
“Daarmee heb ik ook de keuze gemaakt
om definitief verder te gaan met de
varkens”, vertelt Schrijver. “Ik moest een
keuze maken en dan reken je toch ver-
schillende scenario’s door, ook stoppen
met de varkens. Toch hebben we ervoor
Varkens- en melkveehouder gino Schrijver wil duurzaam
produceren tegen een lage kostprijs. het was het uitgangspunt
bij de bouw van zijn nieuwe vleesvarkensstal, die eind juli in
gebruik werd genomen.
helpt oudste zoon Dennis na school
graag en vaak mee. De controle en de
dagelijkse werkzaamheden doet Schrijver
zelf. Het bedrijf is zo ingericht dat dat,
met goed plannen en gestructureerd
werken, ook kan. “Ik werk bij de koeien
met een melkrobot en een kalverdrink-
automaat en ook de nieuwe varkensstal
is gebouwd om efficiënt te kunnen
werken. Er zit bijvoorbeeld een inweek-
installatie in de afdelingen en ik heb
bewust voor droogvoer gekozen.”
Evenwicht tussen duurzaamheid en lage kostprijs
Nieuwbouw vleesvarkensstal
“ Een goed imago is belangrijk, zowel in de directe omgeving als voor de sector als geheel.”
schakel in succes augustus 2012 25
< xxxxx xxxxx xxxxxxx
feed
ringen hield Schrijver rekening met de
wensen van de consument en maat-
schappij. “Een goed imago is belangrijk,
zowel in de directe omgeving als voor de
sector als geheel. Duurzaam produceren
draagt daar aan bij. Op de nieuwe stal
liggen bijvoorbeeld zonnepanelen, een
nivelleringssysteem zorgt ervoor dat de
zware varkens de jonge dieren verwar-
men en we hebben er tijdens de bouw al
rekening mee gehouden om in de toe-
komst eventueel met een ster van het
Beter Leven kenmerk te kunnen produ-
ceren. Dat zijn duurzame oplossingen
die ook een financieel voordeel hebben
en dat is denk ik wel een voorwaarde.”
VERhAAL VERTELLEN
Voor een goed imago is het volgens
Schrijver vooral belangrijk om het verhaal
te vertellen en te laten zien wat je doet.
“Voorafgaand aan en tijdens de bouw
heb ik steeds contact gehad met de
buurt en uitgelegd wat we deden en
waarom. Niemand heeft bezwaar
gemaakt, terwijl in de omgeving actie
wordt gevoerd tegen ‘varkensflats’.” De
open dag op 20 juli was dan ook vooral
voor omwonenden en geïnteresseerden
uit de omgeving bedoeld. “Voor hen
wilde ik absoluut een open dag organi-
seren. Voor collega’s zijn de meeste
dingen niet nieuw, die weten wel hoe
een luchtwasser werkt en hoe efficiënt
er in Nederland geproduceerd wordt.
Voor de buitenwereld is dat vaak wel
nieuw en dat is juist zo belangrijk om
te vertellen en te laten zien.”
systeem. “Het komt er op neer dat ik
ventileer via de ramen. De stal heeft
een verbrede spouwmuur, met zowel in
de binnen- als de buitenmuur een raam.
Het buitenste raam staat open, waar-
door de lucht in de spouw komt en
onder de bolle vloer door weer in de
afdeling. Op die manier probeer ik het
simpel te houden, zonder dat dat ten
koste gaat van het resultaat.”
gEZONDE VARkENS
Een voorwaarde daarbij is om met gezon-
de en goede biggen te werken. De biggen
zijn Topigs 30 x Piétrain, voor de Duitse
markt. “Daardoor kon ik ook kiezen voor
een eenvoudig voersysteem, dat onbe-
perkt voert. Deze varkens kunnen daar
goed mee om gaan.” Schrijver werkt al
jaren met dezelfde genetica en haalt er
goede resultaten mee. De groei ligt
structureel boven de 820 gram per dag
en het productiegetal boven de 4,5. De
combinatie van gezonde biggen en een
gestructureerde aanpak zorgt boven-
dien voor een laag antibiotica gebruik.
Na een wat moeizamer jaar in 2011
hoefde Schrijver dit jaar nog maar
nauwelijks antibiotica te gebruiken.
Het past in zijn streven om duurzaam te
produceren en rekening te houden met
de veranderende wensen van markt en
samenleving.
DuuRZAAM PRODuCEREN
“Enkele jaren geleden vroeg ik me wel
eens af waar de sector tien jaar later
zou staan. Nu vraag ik me eerder af waar
we over drie jaar staan. De ontwikkelin-
gen in de markt en de maatschappij
gaan zo snel. Duurzaamheid wordt
steeds belangrijker en de eisen van de
retail en consument veranderen snel.
Als je erg veel investeert is het ook
moeilijk om op zulke ontwikkelingen in
te spelen.” Ook bij de huidige investe-
Behalve de efficiëntie, speelden ook de
bouwkosten daarbij een rol. Een droog-
voerinstallatie vraagt een lagere inves-
tering dan brijvoer en Schrijver wilde de
bouwkosten zo laag mogelijk houden.
LAgE BOuwkOSTEN
“Ook dat is weer keuzes maken. Ik vind
het belangrijk om duurzaam te produ-
ceren en dat speelt ook steeds meer in
de maatschappij, maar uiteindelijk wil
de consument toch goedkoop vlees. Je
zal dus toch moeten zorgen voor een
lage kostprijs.” Schrijver keek daarom
kritisch naar bijvoorbeeld de materiaal-
keuze. Onder andere de voermachine
en silo’s werden tweedehands gekocht,
bij de inrichting werd alleen kunststof
gebruikt en Schrijver ontwikkelde zelf
een eenvoudig aan te leggen ventilatie-
< Gino Schrijver tijdens de bouw van zijn nieuwe stal
schakel in succes augustus 201226
feed
Klaas Knol is een bevlogen man en
vertelt graag over Der Neue Weg , in
het Duitse Emlichheim. Op één locatie
vindt zowel het hele broedproces als
het afmesten plaats. De broedeieren
komen direct van de vermeerderaar.
Totdat de dieren naar de slacht gaan, is
er dus geen tussenkomst van externe
leveranciers.
DIERVRIENDELIJk EN EFFICIëNT
Het pluimveebedrijf is daarom duur-
zaam, diervriendelijk en efficiënt. Knol
legt uit: “Ik verwacht dat het gebruik
van antibiotica nihil is doordat de dieren
bijvoorbeeld niet tussendoor op trans-
port hoeven. En dat is ook efficiënt,
want we verliezen geen dag; de kuikens
kunnen meteen als ze uit het ei komen
voer en water opnemen. ”De kuikens
Broeden en afmesten van vleeskuikens op één locatie: dat is het concept Der Neue
weg gmbh. Initiatiefnemer is klaas knol, verkoopleider bij Agrifirm Deutschland.
Samen met zijn Duitse compagnon, rundveehouder gerard Reinink, bouwt hij in
Duitsland aan de toekomst.
komen uit het ei in een aparte High Care
stal, die een verwarmde strooiselvloer
en speciale stalinrichting bevat. Onder
ideale omstandigheden blijven de kui-
kens tien dagen in de High Care stal.
Daarna gaan ze naar de meststallen.”
Per jaar verwacht Knol zo bijna 21 ronden
te kunnen draaien. Omdat per ronde
110.000 dieren worden afgemest,
betekent dat een totale afleverproductie
van 2,3 miljoen kuikens per jaar. Daarbij
wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt
van duurzame energie. Biogas zorgt
voor de warmte voor onder andere de
verwarmde strooiselvloer en het bedrijf
is uitgerust met zonnepanelen.
RESuLTAAT
Knol heeft al een vleespluimveebedrijf
in Duitsland. In combinatie met zijn
23-jarige loopbaan bij Agrifirm zorgt
ervoor dat Knol kennis van zaken
heeft. “Ik zie beide kanten van het
speelveld. Die ervaring kan ik gebrui-
ken in mijn ondernemingen, maar ook
bij Agrifirm.” Agrifirm speelt sowieso
een rol in Der Neue Weg. “Agrifirm
levert natuurlijk het voer en de per-
soonlijke begeleiding. Maar we wisse-
len ook informatie uit om het voer te
optimaliseren. Het bedrijf biedt goede
mogelijkheden om proeven te doen. Ik
vind dat je constant moet streven naar
een optimaal resultaat.”
TOEkOMST
Der Neue Weg is nog in aanbouw. De
investeringskosten liggen rond de 4,5
miljoen euro. Maar met de speciale ap-
paratuur en een optimale bezetting per
vierkante meter, zet Knol in op een
hoog rendement. Voorlopig is het
afwachten; Der Neue Weg hoopt haar
eerste kuikens rond de jaarwisseling
uit te broeden.
< Klaas Knol hoopt dat de eerste kuikens van Der Neue Weg rond de jaarwisseling uit het ei komen.
De nieuwe weg naar pluimveehouden
schakel in succes augustus 2012 27
feed
Samen met zijn vrouw Lia houdt Jacobs
sinds juni 80.000 vleeskuikenouder-
dieren in opfok in vier nieuwe stallen in
het landbouwontwikkelingsgebied. Op
korte termijn komen er twee stallen bij
en met een capaciteit van 120.000 die-
ren is het bedrijf dan helemaal klaar
voor de toekomst. “Onze oudste zoon
Bas is negentien en werkt sinds kort
fulltime mee”, vertelt Peter Jacobs. “Ik
ga hem de komende jaren het vak leren
zodat hij het straks kan overnemen.”
PERFECT IN ORDE
Bas zal een naam hoog te houden
hebben. Specialist Ton van Kessel van
opfokorganisatie Pluvita, een dochter-
onderneming van Agrifirm, roemt
Jacobs om de goede kwaliteit die hij
aflevert. “We werken al veertig jaar
samen met de familie Jacobs en de
koppels doen het altijd volgens verwach-
ting. Zeker in de nieuwe stallen is alles
perfect in orde om met een maximale
Een mooi uniform koppel, waar de vermeerderaar een topronde mee kan draaien.
Dat is waar het pluimvee opfokker Peter Jacobs uit Duizel (N-B) om gaat.
Basis voor succesvolle vermeerdering
Opfokken is millimeterwerk
bezetting optimaal te kunnen draaien.”
Die kwaliteit is belangrijk, want alleen
met een goed koppel kan de vermeer-
deraar een goede ronde draaien.
VERgOEDINg
Jacobs werkt, zoals de meeste opfokkers,
op vergoedingsbasis. De kippen zijn
eigendom van Pluvita en de opfokker
krijgt een vergoeding per afgeleverd en
goedgekeurd ouderdier. “Met deze aan-
tallen is het risico te groot om ze zelf te
hebben”, legt Jacobs uit. “Ik ga er wel
mee om alsof ze van mezelf zijn. Dat
zou ik niet anders kunnen, en anders
houd je het als ondernemer ook niet
vol.” De vergoeding die de opfokker
ontvangt is namelijk mede afhankelijk
van de kwaliteit van het koppel.
uNIFORMITEIT
Uniformiteit is daarbij een sleutelwoord.
Van Kessel: “De vermeerderaar kan alleen
op koppelniveau sturen, dus uniformiteit
in gewicht, ontwikkeling en gezondheid
is belangrijk.” Zeker in de eerste weken
van een ronde steekt Jacobs daar dan
ook veel tijd en aandacht in. “Dan ben
ik bijna dag en nacht in de stal. Later
wordt dat minder, maar je blijft bijsturen.
Dat vind ik ook mooi. De kippen moeten
in één rechte lijn groeien en dat is
millimeterwerk: wegen, selecteren,
bijvoeren van lichtere kippen.”
BEgELEIDINg
Pluvita zorgt voor zaken als een ent-
schema, transport en voer. Daarnaast
komt Van Kessel regelmatig op het
bedrijf langs. “goede begeleiding is
belangrijk”, vindt Jacobs. “Het gaat er
om dat je na twintig weken zo’n goed
koppel aflevert dat de vermeerderaar
de volgende keer weer om jouw kippen
vraagt.” Van Kessel: “Een goede opfok is
gewoon de basis voor een succesvolle
vermeerdering, en daarmee voor de
hele keten.”
< Peter Jacobs (l) en specialist Ton van Kessel ontvangen de eerste kuikens in de nieuwe stal.
schakel in succes is het klantenblad van Agrifirm en verschijnt 6 keer per jaar. Redactie Afdeling Communicatie Agrifirm ([email protected]) Fotografie Sytze Bakker, Marcel Bekken, Albert Brunsting, Ida Hylkema, Lex Salverda en Agrifirm Concept en realisatie JEEN bureau voor communicatie Drukwerk Ten Brink, Meppel
ISSN 2211-5811
colofon
Samenspel Met 95 melkkoeien, 70 stuks jongvee en 63 hectare land heeft Cees van Asch (r) zijn handen aardig vol. Tot voor kort iets te vol.
De jongveeopfok kostte veel tijd en bovendien liep het niet helemaal lekker. Tijdens het maandelijkse bezoek van Agrifirm Feed
specialist Peter Jan Liebrecht aan het bedrijf van Cees en zijn vrouw Anja werd naar een oplossing gezocht. Ze kwamen al snel uit
op de DairyStart® All in One Mix. Door het grote arbeidsgemak bespaart Cees tijd, terwijl de kalveren een betere start krijgen
door de stabiele samenstelling. De jongveeopfok loopt nu weer soepel, waardoor Cees meer tijd voor het melkvee overhoudt en
de kalveren gezonder zijn en beter presteren.
“ Arbeid is een knelpunt op het bedrijf van Cees en Anja. Ik zoek samen met hen naar manieren om dat op te lossen en zo het bedrijf vooruit te helpen.”
Peter Jan Liebrecht
specialist Rundveehouderij bij Agrifirm Feed
“Peter Jan is een belangrijke sparring partner. We hebben samen het jongveerantsoen aangepast,
waardoor het beter loopt en ik minder tijd kwijt ben.”
Cees van Aschmelkveehouder in Rumpt (Gld)