Schakel in Succes nr. 3 - mei 2013

32
mei 2013 03 schakel in succes voor ondernemers in de tuinbouw, akkerbouw en veehouderij Efficiënt, schoon, veilig en verantwoord PAGINA 10-13 Henk Hendriks: “Het is belangrijk contact te houden met je omgeving” ‘Koeien in de wei is het mooiste wat er is’ PAGINA 16 - 17 ‘Rendabel en duurzaam gaan prima samen’ PAGINA 27

description

Schakel in Succes nr. 3 - mei 2013

Transcript of Schakel in Succes nr. 3 - mei 2013

Page 1: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2013

mei 2013

03

schakelin succesvoor ondernemers in de tuinbouw,

akkerbouw en veehouderij

Efficiënt, schoon, veilig en verantwoord pagina 10-13

Henk Hendriks:

“ Het is belangrijk contact te houden met je omgeving”

‘ Koeien in de wei is het mooiste wat er is’

pagina 16 - 17

‘ Rendabel en duurzaam gaan prima samen’

pagina 27

Page 2: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2013

schakel in succes mei 20132

Groeien: een must?

Ondernemers willen groeien, groei wordt vaak als

een must gezien. Ik ben het daar wel mee eens, maar

alleen als groeien in een breed verband wordt gezien.

Agrifirm groeide de laatste jaren rond de honderd

miljoen euro per jaar aan omzet, de winst en ook

de ledennabetalingen groeiden. De focus blijft

liggen op groei, maar dan niet alleen in omzet.

Bovenal is de focus binnen Agrifirm gericht op groei

in kwaliteit, service, en efficiency en effectiviteit.

Alles met als doel om de toegevoegde waarde voor

onze klanten verder te verhogen en de kosten per

eenheid product verder te verlagen. De laatste jaren

zijn al forse stappen gezet, maar verdere verbetering

is mogelijk en we zijn hard op weg dit te realiseren.

De hoogste toegevoegde waarde voor onze klanten

en een lage kostprijs zijn in de eerste plaats in uw

belang. We zien in een aantal sectoren op dit moment

enorme druk op de rendementen van onze leden/

klanten. Winstgevendheid en liquiditeit staan bij

veel ondernemers onder zware druk. De prijzen van

producten die u produceert zijn vaak niet voldoende

om uw kostprijs goed te maken.

Op uw bedrijf speelt dan hetzelfde als bij Agrifirm.

Niet alleen uw schaalgrootte, maar met name de

mate waarin u uw kostprijs kunt verlagen en uw

opbrengsten per eenheid verhogen bepalen uw

winstgevendheid, succes en continuïteit.

Agrifirm zet zich maximaal in om u te onder­

steunen in deze groei. Dat is een must, dat zien

wij als onze taak en dat is onze passie!

Ton Loman voorzitter hoofddirectie Agrifirm Group

In dit nummer

nieuwe gezichten in agrifirm-besturen 3

agrifirm Exlan bewaakt papierwerk tijdens bouw 6

agrifirm over op iBan 7

Efficiënt, schoon, veilig en verantwoord 10

investeringen fabriek Drachten 14

geslaagde Vakweidedag 18

Fosfaatverlaging in varkenshouderij 19

Varkenshouder bouwt innovatieve zeugenstal 20

Zomermaatregelen vleespluimvee 22

‘We voelen ons nog meer boer’ 23

productkwaliteit telt voor pootgoedteler 24

‘gedegen onderzoek is basis van toelating’ 26

Maatschappelijk jaarverslag agrifirm plant 27

graanprijzen 2012 29

nieuwe middelen en etikettering 30

Van bollenafval naar energie 31

Samenspel 32

NutriControl: specialist in analyses

8

‘ Koeien in de wei is het mooiste wat er is’

16

Noud van Vught neemt afscheid

4

Bouw graanopslag Kampen vordert

28

Page 3: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2013

schakel in succes mei 2013 3

Nieuwe gezichten in Agrifirm-besturen

De Ledenraad telt nu 90 leden, het

afgesproken streefaantal voor dit

belangrijkste bestuursorgaan van

agrifirm. De leden vertegenwoordigen

alle sectoren en regio’s van de land- en

tuinbouw in nederland.

Op www.agrifirm.com/coöperatie

staat de volledige namenlijst van de

Ledenraad, inclusief het district en de

sector die ze vertegenwoordigen. Van

Tijdens de Ledendagen in februari zijn

twaalf nieuwe leden in de Ledenraad

gekozen. Zij nemen de plaats in van de

elf vertrekkende ondernemers en

vullen één bestaande vacature in.

elk Ledenraadslid zijn ook de contact-

gegevens opgenomen.

Raad van CommissaRissEn

De samenstelling van de Raad van

Commissarissen staat op dezelfde

webpagina. Dit bestuurscollege is dit

voorjaar verder ingekrompen naar het

afgesproken aantal van acht personen.

De heren noud van Vught en Tim

Kapiteijn hebben conform het rooster

van aftreden afscheid genomen.

Van Vught heeft sinds de fusie de functie

van vicevoorzitter van de RvC vervuld.

Voorheen was hij voorzitter van de

fusiepartner Cehave Landbouwbelang.

Twee andere leden, de heren Ton görtz

en Ton Lammers, zijn na een positief

advies van de Voordrachtscommissie

herkozen door de Ledenraad. görtz is

varkenshouder met bedrijven in

nederland en Duitsland. Lammers

is vanuit zijn financiële kennis en

achtergrond een zogenaamde externe

commissaris.

<

Presentatrice Marit van Bohemen interviewt tijdens de Ledendagen de nieuwe Ledenraadsleden.

abemec presenteert als eerste

mechanisatiebedrijf in nederland

een eigen occasionapp.

De Occasionapp geeft een overzicht

van alle beschikbare gebruikte abemec

tractoren. Ook alle verreikers en werk-

tuigen zijn eenvoudig te bekijken.

De speciale mailfunctie zorgt ervoor

dat gebruikers interessante occasions

snel kunnen delen met anderen.

Met deze app is abemec uniek in

de markt. Hans Quint directeur van

abemec: “Met de app willen we aan

alle klanten en potentiële klanten laten

zien dat we bij abemec voorop lopen,

ook op het digitale vlak”.

De Occasionapp is te downloaden

via google play en iTunes.

agrifirm en het Zweedse Lantmännen Lantbruk breiden hun onderzoekssamen-

werking uit met Felleskjøpet Forutvikling, een dochterbedrijf van de drie noorse

Felleskjøpet coöperaties. daarmee versterken de bedrijven hun leidende posities

op het gebied van onderzoek naar nieuwe producten en voerconcepten.

agrifirm werkte al samen met het Zweedse Lantmännen Lantbruk op het gebied

van onderzoek naar nieuwe producten en voerconcepten. Die samenwerking wordt

nu uitgebreid met Felleskjøpet Forutvikling. Op 7 mei 2013 hebben de partijen

op nötcenter Viken, de proefboerderij van Lantmännen, een samenwerkings-

overeenkomst ondertekend. Door de krachten te bundelen en samen te werken

met experts en universiteiten hopen agrifirm, Lantmännen en Felleskjøpet sneller

en efficiënter te kunnen innoveren en daarmee een bijdrage te leveren aan de

duurzame productie van veilig en gezond voedsel. Onderzoek voor melkvee wordt

uitgevoerd op proefboerderij Viken van Lantmännen. Laverdonk, de proefboerderij

van agrifirm, wordt ingezet voor onderzoek naar varkens, pluimvee en kalveren.

De onderzoeksfaciliteiten van Felleskjøpet Forutvikling worden gebruikt voor

algemeen onderzoek. alle drie de bedrijven blijven, naast gezamenlijke onderzoeks-

projecten, ook doorgaan met een eigen onderzoeksprogramma.

Samenwerking met innovatieve Scandinavische bedrijven

abemec Occasionapp

Page 4: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2013

schakel in succes mei 20134

als iemand kan beoordelen hoe de

maatschappelijke positie van boeren en

hun organisaties de afgelopen veertig

jaar is veranderd, is het Van Vught. als

jonge boer stichtte hij samen met zijn

broer Kees een melkveebedrijf met 150

melkkoeien en akkerbouw in Rijkevoort.

Destijds een groot bedrijf; het leidde niet

tot enige discussie met de omgeving.

Sterker, de boeren maakten in die tijd

feitelijk de dienst uit, ook in de politiek.

De jonge noud van Vught belandde

al snel in de gemeenteraad van de

Deze hartenkreet doet noud van Vught

(65) als we hem, bij zijn afscheid als lid

van de Raad van Commissarissen (RvC),

vragen om een advies aan agrifirm. De

man die jarenlang bestuurlijk actief was

in boerenorganisaties maakt zich zorgen.

Hij ziet het draagvlak voor de veehouderij

in hoog tempo afnemen. “Vooral in het

zuiden, maar ook in de rest van het land

gaan veehouders merken dat ze moeten

investeren in maatschappelijke waar-

dering. anders hou je het op termijn

niet vol als ondernemer.”

“ook agrifirm heeft een rol in de transitie naar een meer maatschappelijk gewaardeerde agrarische

sector. Wij kunnen voer maken dat de weerstand en gezondheid van dieren bevordert, boeren

begeleiden in het transitieproces en samen met andere partijen concepten ontwikkelen die inspelen

op de wensen en eisen van burgers. Het is een keiharde noodzaak om daar meer aan te doen.”

‘ Investeer meer in maatschappelijke waardering’

noud van Vught neemt afscheid

gemeente Wanroij. Hij stond op de dorps-

lijst, op verzoek van de nCB (boeren-

bond). Het was de tijd waarin de groei

van de veehouderij welvaart en aanzien

bracht voor de gemeente. Van Vught

herinnert zich hoe de burgemeester

tijdens de nieuwjaarsreceptie vol trots

het aantal meters staluitbreiding in het

afgelopen jaar meldde…

in de jaren die volgden bleef Van Vught

volop actief in het agrarische bestuurs-

werk. Hij werd kringvoorzitter bij de

Page 5: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2013

schakel in succes mei 2013 5

nCB, later de Zuidelijke Land- en tuin-

bouw Organisatie (ZLTO). Daar was hij

in de jaren negentig vice-voorzitter. in

die tijd waren er problemen in de vlees-

sector – Van Vught glimlacht slechts als

we hem voorleggen dat sommige zaken

niet snel veranderen. De Brabantse voer-

coöperatie Cehave werd samengevoegd

met de vee- en vleescentrale Encebe.

Van Vught werd vanuit de nCB adviseur

van de RvC van Cehave-Encebe. “Een

van de slechtste periodes in mijn

bestuurlijke loopbaan. De constructie

leidde tot veel onvrede”, blikt Van Vught

terug. na de ontvlechting van voer en

vlees, werd Van Vught voorzitter van

de RvC van Cehave. “Daar lag mijn hart,

een echt coöperatieve club.”

Ook bij Cehave kreeg van Vught de

nodige perikelen voor zijn kiezen. De fusie

met het Limburgse Landbouwbelang

werd snel in elkaar gestoken. “Dat was

niet verstandig. Toen we later tot

agrifirm fuseerden hebben we meer

tijd genomen; dat beviel veel beter.” Er

moest schoon schip worden gemaakt

in de brede activiteitenportefeuille van

Cehave Landbouwbelang. Vooral in de

pluimveesector werden verliezen gele-

den. “We besloten terug te gaan naar

onze kernactiviteiten in diervoeding en

plantaardig, een wijs besluit.”

Vooral de voeractiviteiten van Cehave

Landbouwbelang werden daarna uitge-

breid, met name door overnames in

het buitenland. “Dat blijkt een juiste

strategie. natuurlijk zit er soms een

overname bij die niet meteen voldoende

rendement oplevert. Maar als ik kijk wat

we nu in het buitenland hebben staan,

is dat een goede investering voor onze

nederlandse leden.” Van Vught gaat

ervan uit dat agrifirm deze groei de

komende jaren voort zal zetten.

Hij is trots op de geelgroene kleuren

van de onderneming agrifirm. “Dat vind

ik nog steeds een mooie oplossing. Wij

hadden met Cehave Landbouwbelang

natuurlijk een onmogelijke naam. ik vond

agrifirm al langer een heel sterke naam.

Door van beide fusiepartners een sterk

element te nemen, hebben we nu het

krachtige geelgroene agrifirm.” aan zijn

glimmende ogen zie je dat Van Vught

weer geniet, als hij vertelt hoe hij dit

idee voor het eerst lanceerde op een

ledenbijeenkomst ten tijde van de

fusiegesprekken.

Met plezier denkt hij terug aan de

discussies met leden, zijn collega-

veehouders. Hij was ruim veertig jaar

bestuurlijk actief en nam dit voorjaar

afscheid als vice-voorzitter van de

RvC van agrifirm, het eind van een

veelbewogen periode. De Brabantse

veehouder en bestuurder is nu druk

met de bouw van een nieuw woonhuis

bij de boerderij in Rijkevoort. De koeien

deed hij twee jaar geleden al weg.

noud van Vught vertelt het niet zonder

emotie, afscheid van je veestapel na

zoveel jaren is niet zomaar wat.

Hij noch broer Kees heeft een opvolger.

Wat rest is een akkerbouwbedrijf, waar

beide broers ‘zich niet hoeven te verve-

len’. En noud is nog altijd politiek actief

als lid van provinciale Staten van

noord-Brabant. Daar merkt hij dat de

veehouderij een zware opgave heeft

om zich maatschappelijk te blijven be-

wijzen. “Boeren moeten in nederland

voldoen aan veel eisen. Dat kunnen we,

omdat we op het punt van kennis een

voorsprong hebben ten opzichte van

het buitenland. agrifirm kan helpen om

die voorsprong te behouden.”

We vragen noud van Vught enkele we-

ken na zijn afscheid hoe hij het beëindi-

gen van zijn boerenbestuurswerk er-

vaart. “Het is wennen. Je mist al die

mensen met wie je jarenlang hebt sa-

mengewerkt”. Hij staat op om de

bouwvakkers die zijn nieuwe huis bou-

wen koffie te brengen.

“ Door van beide fusiepartners een sterk element te nemen, hebben we nu het krachtige Agrifirm.”

Page 6: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2013

schakel in succes mei 20136

Tot drie jaar geleden waren er op het

bedrijf van ad en Jet Hesselmans alleen

vleesvarkens. Op de thuislocatie hadden

de varkenshouders 1.200 varkens en

twintig kilometer verderop nog eens

2.000. Vijftien jaar eerder hadden ze

besloten om te stoppen met zeugen.

Tien jaar later kwamen ze hier weer op

terug. “als je goed draait, kun je met

zeugen meer verdienen. Je hebt meer

invloed op de technische resultaten”,

stelt Hesselmans. “Daarnaast konden we

op de thuislocatie niet verder uitbreiden

in vleesvarkens omdat we hier te dicht

bij het dorp zitten. Zeugen kon wel.”

GRoTE sTap

Van nul naar 600 zeugen is een grote

stap. “Het voordeel is dat je met een

schone lei begint en het bedrijf dus

optimaal in kunt richten.” De varkens-

houders gingen daarbij niet over één

nacht ijs. in 2004 werd begonnen met

de plannen, vijf jaar later ging de bouw

echt van start. “Je komt steeds op nieuwe

inzichten, waardoor de plannen zich

blijven ontwikkelen. De eerste tekeningen

waren gebaseerd op een drieweken-

systeem, waarbij werkzaamheden als

werpen en spenen iedere drie weken

terug komen, maar later bleek dat een

vijfwekensysteem meer voordelen had.

Daardoor veranderde de indeling ook

weer.” naarmate de plannen vorderden

werden de geplande kraamstal en big-

genstal vervangen door twee grote

afdelingen met kraamopfokhokken,

het groen label systeem door een

luchtwasser en ontstond een innovatief

ventilatiesysteem waarbij de lucht vanaf

de centrale gang de afdelingen in komt.

niEuWE inZiCHTEn

“plannen ontwikkelen zich en dat is alleen

maar goed. gaandeweg ontstaan nieuwe

inzichten en de techniek staat ook niet

stil”, vindt adviseur anton van Zeeland

van agrifirm Exlan. Hij verzorgde het

vergunningstraject voor de uitbreidings-

plannen. “Juist daardoor hebben ad en

Jet een heel innovatieve en slimme

stal neergezet. Het is dan onze taak

om mee te denken en te zorgen dat

het papierwerk actueel blijft.” Veel

wijzigingen vroegen om een verande-

ring in de papieren. Van Zeeland:

“We hebben de plannen samen

steeds doorgelopen en uiteindelijk

is het vergunningstraject heel vlot

gegaan.” Hesselmans is dan ook tevre-

den. “Een belangrijk uitgangspunt was

om de stal zo in te richten dat Jet en

ik het werk zonder vast personeel

konden doen en dat is gelukt.” De

varkens houders besteden het schoon-

spuiten uit en schakelen bij arbeids-

pieken een ZZp-er in. “Dat bevalt prima”,

vindt Jet, die veel van het werk bij de

zeugen voor haar rekening neemt.

“Het is druk, maar het loopt goed

en daar gaat het om.”

Uw ambities realiseren?

Exlan T (0413) 38 26 67 of

T (0522) 26 86 00 of www.exlan.nl

agrifirm Exlan bewaakt papierwerk tijdens bouw

Doordacht bouwen is dynamisch proces

varkenshouders ad en Jet Hesselmans bouwden een stal voor 600 zeugen in een

vijfwekensysteem. agrifirm Exlan begeleidde het vergunningstraject en zorgde dat

de papieren actueel bleven naarmate de plannen vorderden.

< Ad en Jet Hesselmans samen met Agrifirm Exlan adviseur Anton van Zeeland (l).

Page 7: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2013

schakel in succes mei 2013 7

op 23 april is in Emmeloord het

nieuwe ‘innovatiefonds voor telers’

gepresenteerd. dit fonds stimuleert

agrarische ondernemers in akker- en

tuinbouw met een financiële beloning

voor vernieuwende ideeën.

Het ‘innovatiefonds voor telers’ is een initiatief van acht partijen als doorstart van

het ‘Wim Luijkx innovatiefonds’. Het nieuwe innovatiefonds gaat verder met enkele

partijen van het eerste uur, aangevuld met nieuwe partners. alle partijen - abemec,

agrico, agrifirm plant, BaSF, Bayer CropScience, KWOOT, OCi agro en Syngenta - zijn

nauw betrokken bij de sector.

Op de site van het innovatiefonds kunnen telers hun innovatieve dienst, product

of toepassing indienen om voor financiële onder steuning in aanmerking te komen.

Een onafhankelijke vakjury – onder voorzitterschap van prof.dr.ir. Rudy Rabbinge,

verbonden aan de WUR – beoordeelt de aanvragen op het innovatieve karakter.

inzenders kunnen beloond worden met een financiële ondersteuning van maximaal

10.000 euro. Daarnaast wordt ieder jaar het publiek gevraagd haar voorkeur te geven

voor de beste inzending. Deze inzender wint dan tevens de ‘innovatie van het

jaar’-award.

Uw innovatie is geld waard. Meld u aan op www.innovatiefondsvoortelers.nl.

Een van de meest zichtbare veran de-

ringen is het gebruik van iBan

(international Bank account number).

Het is een langer rekening nummer, dat

voor een deel bestaat uit het huidige

nummer. Het iBan staat onderaan de

factuur. Ook overschrijvingen en incasso’s

vanaf 1 februari 2014 dient ook agrifirm te voldoen aan de nieuwe sEpa (single

Euro payments area) regelgeving. deze regelgeving ondersteunt de standaardisatie

van het betalingsverkeer in euro’s binnen Europa. dit heeft consequenties voor

administraties, systemen en software van veel bedrijven.

agrifirm over op iBan (SEpa)

sinds enige tijd kent de agrifirm-

website de duurzaamheid Wiki,

een overzicht van alle documenten,

berekeningen en inzichten waar

het duurzaamheidsbeleid van

agrifirm op gebaseerd is.

De Duurzaamheid Wiki geeft ook

uitleg over de aanleiding, de impact

en bijdragen die agrifirm levert op

het gebied van duurzaamheid en

maatschappelijk verantwoord

ondernemen.

Op de Duurzaamheid Wiki,

www.agrifirm.com/duurzaamheidwiki,

staan de volgende thema’s uitgewerkt:

KLimaaTvERandERinG

> agrifirm en klimaatverandering

> Carbon Footprint

> Energie Efficiency

> Hernieuwbare energie

> Onze stakeholders

duuRZamE GRondsToFFEn

vooR vEEvoER

> agrifirm en duurzame

grondstoffen voor veevoer

> Verduurzaming van soja uit

Zuid-amerika

> Eiwit van Eigen Erf-programma

(incl. noordwest-Europese soja-

initiatief)

> Onze stakeholders

TRanspaRanTiE

> Corporate guidelines

> Maatschappelijke jaarverslagen

> CSR & Mineralen nieuws

Onderwerpen duurzaamheid gebundeld

nieuw innovatiefonds beloont telers

worden per agrifirm-bedrijf aangepast

aan de nieuwe betaalstandaard. Binnenkort

ontvangt u meer informatie over wat SEpa

en iBan voor u betekent. Tot die tijd kunt

u uw huidige betaalwijze hanteren.

Meer informatie over SEPA kunt u

vinden op www.overopiban.nl of

informeer hiernaar bij uw bank.

Page 8: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2013

schakel in succes mei 20138

nutricontrol ontstond in 2012 uit de

samenvoeging van de laboratoria van

CCL–nutriControl en pre-Mervo tot één

laboratorium in Veghel. Een full-service

lab met een focus op chemische ana-

lyses. Het bedrijf analyseert onder

meer voedingswaarden in food en feed,

maar controleert ook op aanwezigheid

van ongewenste stoffen in diervoeder

en in voedingsmiddelen, in opdracht

van de verschillende schakels in de

‘ Goed, snel en betrouwbaar’

nutriControl: specialist in analyses

keten. “De recente crises rond paarden-

vlees in rundvleesproducten, aflatoxine

in melk en, wat minder recent, dioxine

in eieren, tonen aan hoe actueel ons

werk is”, vertelt directeur Jörgen van

den Ende.

FLExibiLiTEiT

Die actualiteit vraagt soms om flexibili-

teit. “Sinds dit voorjaar kunnen we bij-

voorbeeld aantonen of er paardenvlees

in producten zit. Dit type onderzoek

konden we al uitvoeren voor varken,

rund en kip. Toen begin dit jaar ophef

ontstond over paardenvlees in rund-

vleesproducten, hebben we binnen

anderhalve maand dit ‘Species’-onder-

zoek ook voor paard ontwikkeld en ge-

valideerd. Ook hebben we bijvoorbeeld

door de aflatoxine-crisis onze analyse-

planning om moeten gooien om goed

op de extra vraag naar mycotoxine-

onderzoek in te kunnen spelen.”

GoEd, snEL En bETRouWbaaR

Het geeft aan dat nutriControl actief

is in een dynamische en soms onvoor-

spelbare markt. aan de andere kant

voert het laboratorium ook een groot

aantal vaste analyses uit op een meer

agrifirm-dochter nutriControl is specialist in analyses van

voedingsmiddelen en diervoeder (grondstoffen). Het laborato-

rium werkt zowel voor grote ondernemingen in de agribusiness

en verwerkende industrie als voor individuele boeren. ‘Wij willen

onze klanten ontzorgen. Het moet goed, snel en betrouwbaar.’

Page 9: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2013

schakel in succes mei 2013 9

< Jörgen van den Ende, directeur van NutriControl.

structurele basis. “We werken veel in

opdracht van zusterbedrijven, zoals

de agrifirm Feed bedrijven, Bonda en

nuscience. Zij laten grondstoffen en

producten analyseren om de kwaliteit

en de voedingswaarde te kunnen

garanderen.” nutriControl heeft ook

externe opdrachtgevers. “We zijn

onderdeel van de agrifirm group,

maar opereren als een zelfstandig

en onafhankelijk bedrijf.” Ongeveer

50 procent van de opdrachtgevers zijn

bedrijven uit de agrarische sector. Bij

de andere helft gaat het bijvoorbeeld

om producenten van levensmiddelen,

producenten van halffabricaten op

voedselgebied, maar ook andere labo-

ratoria die een beroep doen op de ex-

pertise van nutriControl. Van den Ende:

“We onderscheiden ons met name

door onze kennis en kunde van ana-

lyses in combinatie met productkennis

van de te onderzoeken monsters.

We bieden een heel breed pakket van

analyses aan, die we goed, snel en

betrouwbaar uitvoeren.”

vEEHoudERs

nutriControl werkt ook rechtstreeks in

opdracht van veehouders. Daarbij kan

het gaan om verplichte analyses op het

gebied van voedselveiligheid, hygiëne

en waterkwaliteit of om vrijwillige nu-

tritionele analyses om de kwaliteit van

het product te bepalen en daarmee de

kwalitatieve resultaten te verbeteren.

Zo behoren onder meer voedingswaar-

de bepalende analyses tot het experti-

se gebied van nutriControl. “We zijn

naast deze nutritionele analyses bij-

voorbeeld ook gespecialiseerd in het

onderzoeken van eieren op de aanwe-

zigheid van dioxine, een verplicht on-

derdeel van iKB Ei. Wij hebben hiervoor

een techniek in huis die niet alleen heel

nauwkeurig is, maar ook voordelig.” On-

langs heeft iKB Ei bovendien besloten

om de eisen aan de monitoring uit te

breiden met niet-dioxine-achtige pCB’s.

Veel laboratoria zijn niet in staat om

deze analyse onder accreditatie uit te

voeren, maar wij wel. Ook doet nutri-

Control veel analyses op (drink)water

voor varkens, pluimvee en rundvee en

bijvoorbeeld het was- en spuiwater van

luchtwassers. “Zo kan op basis van de

gehaltes aan ammonium, sulfaat en pH

bepaald worden of het waswater nog

effectief is of dat het vervangen moet

worden. Ook als het afgevoerd moet

worden als spuiwater, dus als meststof,

moeten de gehaltes vastgesteld worden.”

myCoToxinEn

Een ander voorbeeld van onderzoek

voor de veehouder is de controle van

(ruw)voer op de aanwezigheid van

mycotoxinen, zoals vomitoxine (DOn),

zearalenon (ZEa) en aflatoxine. “Het

ruwvoer is een groot deel van het rant-

soen van melkvee en juist daarin kan

schimmelvorming optreden, waardoor

mycotoxinen kunnen ontstaan”, legt

Van den Ende uit. “Dat levert risico’s op

voor de veiligheid van het eindproduct

en kan gevolgen hebben voor de pro-

ductie en de gezondheid van dieren.

Veehouders doen er dan ook verstandig

aan om hun kuil te laten analyseren

zodat ze weten wat ze voeren.”

sERviCE

Om het de ondernemer daarbij zo ge-

makkelijk mogelijk te maken kunnen ze

de opdracht online doorgeven en het

monster met een koerier bij nutriCon-

trol laten bezorgen. De uitslagen van de

analyses worden door middel van een

digitaal rapport via de e-mail naar de

opdrachtgever verzonden. “We willen

onze klanten ontzorgen. in de komende

jaren staat de verdere professionalisering

van de organisatie centraal, om zo ver-

der te kunnen groeien in binnen- en

buitenland. “We willen onze activiteiten

uitbouwen. internationaal zal dat met

name via de zusterbedrijven zijn, maar

niet alleen. We willen in binnen- en bui-

tenland op de kaart staan met een breed

pakket analyses van hoge kwaliteit.”

“ Veehouders doen er verstandig aan om hun kuil te laten analyseren zodat ze weten wat ze voeren.”

Page 10: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2013

schakel in succes mei 201310

1 2

3

54

Henk Hendriks

pluimveehouder en akkerbouwer in Heijen (Limburg)

pe Lakeman

bloembollenteler in Wervershoof (Noord-Holland)

Cor Kamphuis akkerbouwer in Kiel-Windeweer (Groningen)

Henk-Jan ten Kate melkveehouder/varkenshouder in Veeningen (Drenthe)

René vriend

fruitteler in Hauwert (Noord-Holland)

1

2

3

4

5

Page 11: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2013

schakel in succes mei 2013 11

Efficiënt, schoon, veilig en verantwoord

Vleespluimveehouder en akkerbouwer

Henk Hendriks in Heijen (Limburg) vindt

het heel belangrijk dat agrarische onder-

nemers contact houden met hun

omgeving en zich laten zien. Hij doet dat

zelf door regelmatig excursiegroepen

en schoolklassen te ontvangen in zijn

vleeskuikenstallen. “Mensen hebben een

vertekend beeld van onze sector,” is zijn

ervaring. “als ze ons verhaal horen en

ze zien de kuikens in onze stal, dan kijken

ze er totaal anders tegenaan!”

Samen met zijn vrouw Marion heeft hij

een gemengd bedrijf met 160.000

vleeskuikens en ruim honderd hectare

akkerbouw. in termen van duurzaam-

heid scoort de pluimveevleesproductie

heel hoog, vindt de ondernemer. “als het

gaat om efficiënt voedsel produceren,

is er geen beter systeem dan onze

vleeskuikenhouderij. Efficiënter kan

niet; veiliger ook niet.”

Desondanks ondervindt deze sector

kritiek, gevoed door actiegroepen. De

ondernemer neemt de maatschappelijke

aandacht voor de intensieve veehouderij

serieus. gezondheid ziet hij als belangrijk

aandachtspunt. “We moeten ervoor

zorgen dat we het gebruik van antibiotica

zoveel mogelijk beperken. We hebben

op dit gebied al veel bereikt. Met een

optimaal stalklimaat, maximale hygiëne

en de juiste voeding voorkomen we al

veel gezondheidsproblemen.”

REsTsTRomEn En RECyCLinG

Behalve aan een gezonde productie hecht

Hendriks ook aan een structurele oplos-

sing voor de mest van zijn pluimvee-

bedrijf. Hij heeft zich aangesloten bij de

coöperatie DEp (Duurzame Energie-

pluimveehouderij pluimveehouderij),

die in biomassacentrale in Moerdijk

pluimveemest omzet in groene stroom.

“Er is discussie over de kosten, maar ik

sta er nog steeds achter. We hebben op

dit gebied geen zorgen meer en onze

mest wordt gegarandeerd afgezet op

een goede manier.”

Voor bloembollenteler pe Lakeman in

Wervershoof (noord-Holland) is duur-

zaamheid een vanzelfsprekend onder-

deel van ondernemerschap. “We moeten

onze omgeving te vriend houden, luis-

teren naar wat de maatschappij van ons

verwacht. Maatschappelijk draagvlak is

voor elke sector op termijn een voor-

waarde, ook voor ons. als de mensen

onze tulpen niet meer willen kopen,

houdt het vanzelf op.”

Lakeman heeft samen met zijn broer Jac

een bloembollenbedrijf, Fa. ng Lakeman

& Zn. in Wervershoof. Ze telen ongeveer

25 hectare tulpen, met name de soorten

die goed lopen in de broeierij.

“Duurzaam produceren houdt voor mij

in dat je kritisch kijkt naar de manier

in het maatschappelijk jaarverslag laat agrifirm laat zien dat

duurzaamheid is verweven in alle onderdelen van de onderneming.

boeren en tuinders zien ook het belang van duurzaamheid

en handelen daarnaar. vijf van hen vertellen hun verhaal.

duurzaamheid is in hun ogen: efficiënt, schoon, veilig en

verantwoord produceren.

Henk Hendriks:

“ De vleeskuikenhouderij is een zeer efficiëntie en duurzame manier van voedselproductie.”

>

Page 12: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2013

schakel in succes mei 20131212

waarop je producten - zoals meststoffen

en gewasbescherming - inzet en ook naar

de verwerking van restanten en afval.”

Lakeman heeft voor verschillende afval-

stromen een duurzame oplossing door-

gevoerd. Een van die maatregelen is het

afvoeren van verpakking van gewas-

beschermingsmiddelen. Die kunnen

alleen onder voorwaarden met het

gewone bedrijfsafval worden afge-

voerd. “We spoelen de lege verpakkin-

gen netjes schoon en verzamelen die in

een big bag. Die wordt opgehaald door

een gespecialiseerde afvalverwerker,

die ze recyclet tot nieuwe producten. ik

vind het een prachtige oplossing, tegen

een kleine vergoeding wordt het netjes

en verantwoord opgelost.” Ook de big-

bags waarin de meststoffen worden

geleverd gaan niet meer naar de stort.

“We bewaren ze tot agrifirm plant weer

een inzamelingsactie heeft, en dan

brengen we ze naar het inzamelpunt

in Zwaagdijk.”

De gebruikte bollennetten worden

zelfs een keer hergebruikt voordat ze

worden gerecycled. Lakeman laat de

netten na het rooien schoonmaken

door een gespecialiseerd bedrijf. na de

tweede keer gebruiken, worden ze defi-

nitief afgevoerd en gerecycled. Deze

oplossing halveert de afvalstroom en

bespaart ook nog eens kosten, omdat

reinigen van gebruikte netten goedkoper

is dan nieuwe kopen.

miLiEuvRiEndELiJKE TEELT

als teler kijkt Lakeman kritisch naar

gewasbescherming. “We gaan er zeker

niet gemakkelijk mee om. niet alleen

om de belasting voor het milieu te

beperken, we doen het ook voor onze

eigen gezondheid.”

Dat geldt ook voor fruitteler René Vriend

uit Hauwert (noord-Holland). Hij heeft

een fruitteeltbedrijf met 17 hectare peren

en een kleine hectare pruimen. “We zijn

in de fruitteelt gewend te voldoen aan

een uitgebreid programma voor milieu-

vriendelijke teelt, zoals globalgap. Mijn

bedrijf voldoet ook aan Tesco nurture,

omdat veel van onze peren, via the

greenery, naar de Britse markt gaan.”

De teler kiest waar mogelijk voor milieu-

vriendelijke oplossingen in de gewas-

bescherming. Een voorbeeld is het

product isomate CLR, dat feromonen

(natuurlijke lokstoffen) verspreidt, zodat

de paring van de fruitmot en enkele

andere plaaginsecten wordt verstoord.

“Daarmee hebben we het probleem met

fruitmot praktisch opgelost, zodat we

hiervoor geen gewasbeschermings-

middelen meer hoeven gebruiken.”

Ook in meststoffen kiest de fruitteler

voor producten die effectief zijn en

zo min mogelijk belastend voor de om-

geving. Een voorbeeld hiervan is de ijzer-

meststof HBED 9%, een nieuw soort.

in dit product is het ijzer op een stabiele

vorm gebonden, zodat het langdurig

werking behoud en niet bindt aan koper

in de grond.

REGionaLE KRinGLoop

“Duurzaamheid is belangrijk, maar

het moet wel samengaan met econo-

mie”, vindt melkveehouder en varkens-

houder Henkjan ten Kate in Veeningen

(Drenthe). Hij heeft samen met zijn

partner Brenda Benak, oom en schoon-

ouders een gemengd bedrijf met varkens

(400 zeugen) en melkvee (ruim 110 melk-

koeien) en akkerbouw. Duurzaamheid

en economie gaan samen bij energie-

besparing. Ten Kate verwarmt zijn

biggenstal met een houtpelletkachel.

Voor het klimaat in de kraamstallen

werkt hij met een koeldeksysteem,

dat de warmte uit de mest benut.

“We gebruiken geen gas, maar nog

wel veel stroom. Het liefst zou ik de

elektriciteit zelf opwekken met een

windmolen. Helaas lukt het nog niet

daarvoor de benodigde vergunningen

te krijgen.” De ondernemer is betrokken

bij een regionaal initiatief voor groene

energie uit koolzaad. Hij teelt dit jaar

pe Lakeman:

“ Duurzaam produceren is ook het verantwoord verwerken van restanten en afval.”

Henk-Jan ten Kate:

“ Ons bedrijf voldoet aan de eisen voor een ster in het Beter Leven kenmerk.”

>

Page 13: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2013

schakel in succes mei 2013 13

24 hectare van dit gewas. Het zaad

is bestemd voor de olieproductie. Het

bijproduct daarvan, koolzaadschroot,

gebruikt hij als voeding voor zijn koeien.

Zijn specialist Rundveehouderij bij

agrifirm Feed, ‘rekent’ dit in het rant-

soen. Het energie- en eiwitrijke product

vervangt soja. Ten Kate: “ik vind het

een mooi, regionaal initiatief. Zeker

’s zomers heeft het een prachtige

uitstraling, met die gele velden om

rondom de boerderij.”

ZiCHTsTaL

net als vleeskuikenhouder Hendriks,

vind ook varkenshouder Ten Kate

de relatie met zijn omgeving heel

belangrijk. Hij heeft daarom twee

van zijn varkensstallen aangepast tot

zichtstal. Tussen deze twee stallen is

een ruimte gecreëerd waarin iedere

belangstellende door speciaal hiervoor

aangebrachte ramen naar de varkens

in de stallen kan kijken. in juni gaat

deze ruimte open. “Veel mensen,

ook in mijn omgeving, hebben een

negatief beeld van de varkenssector.

ik merk dat ik me ga verdedigen.

Dat zou toch niet nodig moeten zijn?

ik heb niets te verbergen. We doen met

ons bedrijf mee aan good Farming Star,

dat voldoet aan de eisen voor een ster

in het Beter Leven kenmerk van de

Dierenbescherming. Dat mag toch

best gezien worden?”

ZuiniG op dE GRond

Voor akkerbouwer Cor Kamphuis uit

Kiel-Windeweer (groningen) is duurzaam

produceren een kwestie van “zuinig op

de grond” zijn. Met zijn familie heeft hij

een akkerbouwbedrijf met onder andere

brouwgerst, zomertarwe, zetmeel-

aardappelen en suikerbieten.

Kamphuis focust zich op een gezonde,

stabiele bodem, waarin het niveau van

organische stof op peil blijft. Hij doet mee

aan het project Veldleeuwerik. Binnen

de Stichting Veldleeuwerik werken ak-

kerbouwers en verwerkende bedrijven

samen om de duurzame productie van

de akkerbouw te stimuleren. agrifirm

plant is één van de ketenpartners.

Deelnemen aan Veldleeuwerik houdt

onder meer in dat de akkerbouwer een

eigen duurzaamheidsplan opstelt en

uitvoert. “Hierin benoemen we zaken die

op zowel korte als lange termijn meer

aandacht verdienen op mijn bedrijf, zaken

waar ik alert op wil zijn.” aandachts-

punten in het plan van Kamphuis zijn

onder meer bemesting en bodemvrucht-

baarheid. Kamphuis wil meer grip krijgen

op de samenstelling van de (organische)

Duurzaamheids-jaarverslag

agrifirm group en agrifirm plant

hebben beiden een duurzaam-

heidsjaarverslag 2012 opgesteld.

De verslagen zijn te lezen op

www.agrifirm.com.

Lees ook pagina 27: interview met

Drees Beekman.

Cor Kamphuis:

“ Voor het project Veldleeuwerik stel ik een duurzaamheidsplan op.”

mest. Verder gaat hij rekenen aan de

waarde van stro. Wellicht is het gebruik

van stro als bodemverbeteraar interes-

santer dan de verkoop. Ook energie is een

thema. Kamphuis heeft zonnepanelen

is op zoek naar de meest interessante

afnemer van groene stroom. “Wij willen

graag zoveel mogelijk rendement halen

uit zonne-energie.”

Bij het opstellen van het duurzaam-

heidsplan wordt hij ondersteund door

een geaccrediteerde adviseur van het

project, in dit geval teeltspecialist Fokko

prins van agrifirm plant. Ook waardevol

zijn bijeenkomsten met collega’s. “We

komen acht à tien keer per seizoen bij

elkaar. Dat maakt deelname aan

Veldleeuwerik voor mij extra interessant.

Met elkaar brainstormen en ervaringen

uitwisselen is leuk en ontzettend leer-

zaam. Sparren met collega’s zet je aan

het denken. als het goed is, levert het

uiteindelijk rendement voor het bedrijf

op. Dat is het mooie ervan.”

René vriend:

“ Voor de afzet van fruit in de retail is milieu vriendelijke teelt een vereiste.”

Page 14: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2013

schakel in succes mei 201314

de productielocatie drachten van agrifirm Feed is klaar voor de

toekomst. investeringen in vernieuwing en uitbreiding van de

productiecapaciteit maken dat de fabriek de uitdagingen in de

rundveesector aan kan. niet alleen wat betreft klantwensen en

hoeveelheden, maar ook wat betreft efficiency en lage kosten.

< Medewerker Gerrit Vedder bij de vernieuwde mineralenopslag in Drachten.

Productielocatie Drachten klaar voor de toekomst

De productie in Drachten is de afgelo-

pen tijd sterk gegroeid, vertelt locatie-

manager Jan Holterman. “We draaiden

het afgelopen jaar ongeveer 400.000

ton rundveevoer. Ten opzichte van

2006 is dat een stijging met zo’n 75%.”

in de komende jaren zal de productie

verder groeien naar 500.000 ton. Mede

door het afschaffen van de quotering is

de verwachting dat de vraag naar rund-

veevoer, zeker in noord-nederland, zal

toenemen. Bovendien is de doelstelling

om het marktaandeel verder te vergro-

ten. Halverwege 2013 ligt de afzet ruim

boven die van vorig jaar. Ton Haarman,

verkoopleider noord Midden van agrifirm

Feed: “Dat heeft onder andere te maken

met het late voorjaar en dat er meer

Page 15: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2013

schakel in succes mei 2013 15

< Twee van de vernieuwde persen die zorgen voor meer productiecapaciteit.

gevoerd is aan het eind van het vorige

quotumjaar. De gemoderniseerde en

grotere fabriek in Drachten is een

goed uitgangspunt om de extra vraag

in te vullen.”

GRoTERE CapaCiTEiT

in 2012 zijn vier van de persen in

Drachten vervangen door moderne

machines die meer aan kunnen. “Be-

langrijk is vooral dat we nu betere zo-

genoemde voorverdichters hebben.

Daardoor kunnen we sneller en beter

brokjes maken”, legt Holterman uit.

naast de grotere capaciteit maakt deze

investering het mogelijk om een breder

pakket grondstoffen toe te kunnen pas-

sen. Een voorbeeld is de verwerking van

de vloeistof vinasse, een bijproduct uit

de ethanolindustrie. Ook is enkele jaren

geleden geïnvesteerd in de opslag en

dosering van mineralen en premixen.

Holterman: “Bij deze investering hebben

we de opslag en logistiek sterk verbeterd.

We kunnen meer en nauwkeuriger mine-

ralen en premixen doseren. Bijkomend

voordeel is dat we minder hoeven te

tillen, dus het is ook leuker voor onze

mensen op de fabriek. Bij de investering

wordt ook gekeken naar verbetering van

de arbeidsomstandigheden.”

TREnds

De investering in de opslag en dosering

van mineralen en premixen is een

antwoord op ontwikkelingen in de markt.

De samenstelling van het voer luistert

steeds nauwer. Een andere trend is om

meer te voeren op basis van enkelvoudige

grondstoffen. De locatie Drachten heeft

al in 2006 ingespeeld op deze trend,

vertelt Holterman. “Met de maalinstal-

latie die we toen hebben gebouwd,

kunnen we gemalen grondstoffen in de

door de veehouder gewenste kwaliteit

en samenstelling produceren, de zoge-

noemde simpli mixen. Daarnaast maken

we onze balansmelen, mengsels van

premixen, mineralen en gemalen

grondstoffen op basis van nutriënten-

behoefte. Balansmeel is eigenlijk rund-

veebrok in de vorm van meel, het kan

zo in de voermengwagen.”

maRKT

“De markt verandert in rap tempo”, aldus

Haarman. “Melkveehouders bepalen hun

eigen strategie, wij gaan daarin mee.

Het rendement van de veehouder staat

immers voorop. De concurrentie wordt

heviger, wij onderscheiden ons door te

zorgen voor het beste resultaat. nu het

quotum er nog is, gaat het om het saldo

per 100 kilogram melk, straks telt meer

het rendement per koeplaats.” Met

concepten speelt agrifirm Feed hierop in.

“in de markt hebben we vooral succes

met onze ‘100 dagenaanpak’. Dat sluit

perfect aan op de praktijk van veel

melkveehouders. Ook OpFOK24 slaat

goed aan. Uiteindelijk telt de prijs-

kwaliteit verhouding. Het is geen

probleem als het voer een dubbeltje

duurder is, als je er een kwartje meer

mee kan verdienen.”

KLaaR vooR dE ToEKomsT

“We zitten kort op de klant. En we

kunnen melkveehouders die nog geen

klant zijn laten zien hoe onze klanten

resultaat boeken met ons voer. Dat

geeft een enorme drive en dat merken

we ook hier op de fabriek”, stelt Haarman

“Het verhaal van Drachten past perfect

in ons gesprek met de veehouder.”

Holterman: “Later dit jaar zetten we

nog een belangrijke stap. Dan vervangen

we de laatste twee persen door één

nieuwe. in totaal hebben we dan onze

perscapaciteit met bijna de helft

vergroot. Er werken hier net zo veel

mensen als tien jaar geleden, maar we

maken bijna twee keer zoveel voer. Je

kunt wel nagaan wat dat doet met

onze kostprijs. Hetzelfde geldt voor

duurzaamheid: per ton voer gebruiken

we veel minder energie en stoten we

minder CO2 uit. We zijn klaar voor de

toekomst.”

< Verkoopleider Ton Haarman (l) en locatiemanager Jan Holterman voor de productielocatie in Drachten.

Page 16: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2013

schakel in succes mei 201316

WeideKompas

Weidekompas

CompLEET WEidEn

feed

De maatschap De Boer-Compas, in het

Friese Weidum, heeft 78 hectare grond

vrijwel aaneengesloten. De ideale situatie

voor de beweiding van de 110 melk-

koeien en het jongvee. Weidegang is

voor piet de Boer een vanzelfsprekend-

heid. “De koeien in de wei vind ik het

mooiste wat er is. Twee keer per dag op

de mountainbike de koeien halen,

prachtig toch? ik ben ervan overtuigd

dat weidegang goed is voor mijn koeien,

het is mooi voor de burger en ik geloof

ook dat het economische voordelen

heeft. als je het goed in de vingers

Zodra het weer het toelaat, lopen de koeien van melkveehouders

piet de boer en sandra Compas dag en nacht buiten. Het blijkt

prima samen te gaan met topresultaten.

‘ Koeien in de wei is het mooiste wat er is’

Topresultaten met dag en nacht beweiden

hebt, kun je met weidegang een lage

kostprijs realiseren.”

mooiE REsuLTaTEn

De koeien van De Boer lopen dag en

nacht buiten. “Veel melkveehouders

denken dat het dan lastig is om een

hoge productie te behalen en hoge ge-

haltes te behouden”, vertelt Sible van

der Werf, specialist Rundveehouderij bij

agrifirm Feed. “Dit bedrijf bewijst het

tegendeel met tien 100.000 liter koeien

en drie koeien die 10.000 kilo vet en eiwit

haalden.” De gemiddelde productie ligt

op 9.500 liter, met 4,21 procent vet,

3,84 procent eiwit en een ureumgetal

van 18. Van der Werf: “Dat is een kwestie

van vakmanschap en goed kijken naar

de koeien. piet boert op gevoel, maar

wel met hele mooie resultaten.”

WeideKompas 1­3 koeien per ha beweidbaar oppervlak

> hoog economisch voordeel uit weiden

> dag en nacht weidegang

> lage krachtvoerkosten per koe

Page 17: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2013

schakel in succes mei 2013 17

feed

“De koeien moeten er goed uit zien,

mooi vol, en gezond zijn. Dan kun je

ook goed draaien”, stelt De Boer zelf.

onbEpERKT WEidEn

Onbeperkt beweiden is voor de melk-

veehouders de manier om het gras

maximaal te benutten. Dat vraagt om

een zorgvuldig graslandmanagement,

wat begint met het vroeg genoeg in-

scharen van de koeien. “Ze lopen hier

eigenlijk constant op kort gras. Dat is

lekker vers en smakelijk, dus dan is de

opname maximaal. ik wil het liefste dat

ze zich de hele dag volvreten.” De Boer

begint met een blok van 22 hectare

voor het beweiden, met drie hectare

achter de hand voor tegenvallende

weersomstandigheden. De koeien lopen

steeds op een perceel van drie of zes

hectare en worden bijna dagelijks om-

geweid. “Soms lopen ze er een dag, soms

twee. ik houd mijn ogen open als ik de

koeien ophaal, zodat ik er altijd op tijd

bij ben. als je te lang wacht, is het gras

alweer te lang en dan vreten ze het niet

goed meer.”

smaKELiJK GRas

na de eerste snede gebruikt De Boer

een groter stuk van ongeveer 45 hecta-

re voor het weiden, om ook daar steeds

vers, kort gras aan te kunnen bieden.

“als we richting de herfst gaan, ben ik

constant aan het maaien, zodat het

gras smakelijk blijft. Het maaien staat

echt in dienst van het beweiden.”

Vooruit plannen doet De Boer niet.

“Het weer kun je niet plannen. als het

regent, gaan ze in een nieuw perceel

zodat ze rustig blijven. in een goed

groeiseizoen kan ik een perceel extra

maaien, in een minder seizoen is er

meer grond nodig voor het beweiden.”

De draagkracht van de grond bepaalt

wanneer de koeien naar buiten gaan en

wanneer naar binnen. Sommige jaren

lopen ze tot december buiten, andere

jaren is het land in oktober al te nat.

EvEnWiCHT

Hoewel De Boer maait in dienst van het

beweiden, wil dat niet zeggen dat de

kwaliteit van de kuil niet belangrijk is.

“Dat is heel belangrijk. De hele kuil moet

smakelijk zijn, net als het gras. alleen

dan is de opname optimaal.” Op tien

hectare teelt De Boer maïs voor de

pensvulling. “ik geloof wel dat het, juist

voor de optimale benutting van de

VEM van het gras, heel belangrijk is om

voldoende bij te voeren. Evenwicht in

het rantsoen is belangrijk. Zeker in het

voorjaar houd ik ze daarom een uur of

drie binnen na het melken. als ze net

binnenkomen, hebben ze nog geen

honger en ik wil wel dat ze het voer

goed opvreten.”

FLExibEL

“piet heeft een duidelijk systeem, maar

is heel flexibel”, vindt Van der Werf.

“Dat is heel belangrijk om het maximale

uit de weidegang te halen. Je moet snel

kunnen schakelen en goed naar de koeien

en naar het land kijken. Dan kun je ook

met onbeperkt weiden een topsaldo

halen.”

“ Het is een kwestie van vakmanschap en goed kijken naar de koeien.”

< Piet de Boer (m), Sandra Compas en Agrifirm Feed specialist Sible van der Werf.

Page 18: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2013

schakel in succes mei 201318

feed

Compleet weiden

Picto

Combi weiden

Compact weiden

aandacht voor verse koeien loont ook bij beweiding

grasmix® Kali

De oplossing bij drijfmesttekort

Heeft u te weinig drijfmest

beschikbaar voor uw grasland? met

Grasmix® Kali voorziet u grasland

zonder (of met weinig) drijfmest

in één werkgang van voldoende

stikstof, kalium, zwavel, magnesium

en selenium.

KaLium van GRooT bELanG

Kalium is belangrijk voor de vocht-

huishouding in gras. Voldoende kalium

zorgt voor een vitaal gewas met

een hoge drogestofopbrengst.

Extra kalium vertraagt de veroude-

ring (verhouting) van het gras,

waardoor het langer smakelijk blijft.

Ook vermindert kalium kroonroest,

wat de smaak ten goede komt.

geslaagde Vakweidedag

met ruim 100 aanmeldingen, inspirerende inleidingen en een heuse FarmWalk was

de vakweidedag op de dairy Campus een groot succes.

Op 11 april gingen ruim honderd veehouders samen met agrifirm en DairyCampus de

wei in. Tijdens de FarmWalk kon iedereen zelf ervaren wat je moet doen voor een

goed weidebestand.

WEKELiJKsE FaRmWaLK

Een wekelijkse FarmWalk geeft een goed beeld van de te beweiden en te maaien

percelen. U ziet direct of u in actie moet komen om de zode smakelijk te houden.

Een wekelijkse FarmWalk is één van de succesfactoren binnen WeideKompas.

ga ook FarmWalken met een collega-veehouder of uw specialist Rundveehouderij

van agrifirm Feed.

Wilt u ook de wei in? Agrifirm organiseert meerdere studiedagen. U kunt zich op

www.agrifirm.com/rundveestudiedag alvast aanmelden.

maïs biJvoEREn vooR HoGERE pRoduCTiE

aandacht voor de verse koeien is bepalend voor een hoge

melkproductie bij beweiding. Bij de 25 procent beste

bedrijven sluit het rantsoen beter aan op de behoefte

(hogere VEM, betere DVp-dekking). Ook voeren deze

bedrijven meer snijmaïs bij.

HoGERE KRaCHTvoERGiFT: HoGER saLdo van € 360

Bedrijven met de 25 procent hoogste melkproductie

realiseren een hoger saldo van € 360,- per koe. De groep

met de hoogste melkproductie voert meer krachtvoer,

maar verdient deze investering terug door een hogere

melkproductie en meer kilogrammen vet en eiwit.

Een passend rantsoen voor verse koeien is een belangrijke

voorwaarde voor een hoge melkproductie bij beweiden. dit

blijkt uit de resultaten van agrifirm Focus melkvee.

KLassE indELinG op basis van KG mELK pER KoE pER daG

Weideseizoen 2012

25% laagste 25% hoogste

BSK 35 42,8

Netto­opbrengst 2064 2498

Kg melk/koe 20,6 27,6

Vet % 4,36 4,28

Eiwit % 3,52 3,55

Rantsoen

% graskuil (van totale ruwvoer) 21 15

% maïskuil (van totale ruwvoer) 8 12

% vers gras (van ruwvoer) 71 73

VEM/kds (0­60 dgn.) 966 1005

zetmeel g/kg ds (0­60 dgn.) 112 133

Per kg (meet)melk

Kg krachtvoer totaal/100 kg melk* 23,76 24,57

Melkgeld/100 kg melk 36,22 35,87

Totale voerkosten/100 kg melk 6,99 6,95

Page 19: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2013

schakel in succes mei 2013 19

Fosfaatverlaging in varkenshouderij

feed

Binnen het aanvullend mestbeleid zijn

verschillende trajecten afgesproken om

te komen tot een evenwichtige bemes-

ting in nederland. Simpel gezegd kun je

spreken van 3 sporen:

1. Evenwicht mestproductie en -afzet

(inclusief een verplichting tot

mestverwerking)

2. producten uit dierlijke mest ver-

werken tot kunstmestvervangers

3. voermaatregelen, oftewel het

‘voerspoor’.

Over de eerste twee maatregelen is de

afgelopen periode al veel geschreven in de

verschillende media. immers, dat raakt u di-

rect. De maatregelen binnen het voerspoor

worden door de verschillende mengvoer-

leveranciers in nederland ingevuld.

ConvEnanT

De rundveesector heeft in een convenant

dat is gesloten tussen nevedi en LTO

afgesproken, dat de aangesloten partijen

er samen voor zorgen de aanvoer via het

Fosfaatefficiency, een belangrijk thema voor varkenshouders. agrifirm Feed zet zich

in om ondernemers hierbij te ondersteunen, onder andere door de productie van het

air Line® voer. in 2012 heeft agrifirm Feed via haar varkensvoeders ongeveer 700.000

kg minder fosfaat in de markt gezet.

voer fors te reduceren. Onlangs heeft

agrifirm Feed bekend gemaakt dat de

rundveesector in 2012 bijna 1 miljoen kg

fosfaat uit de markt heeft gehouden ten

opzichte van het referentiejaar bij een

groeiende afzet.

vaRKEnssECToR

Binnen de varkenssector is het anders

geregeld. Elke varkenshouder moet zelf

aantonen dat zijn fosfaatefficiency op

het bedrijf voldoet aan een minimum

waarde. De varkenshouder kan zelf al

zijn creativiteit en ondernemerschap in-

zetten om aan deze efficiencynormen te

voldoen. De belangrijkste maatregelen

daarbij zijn:

> zorgen voor een goede diergezond-

heid. immers, dit zorgt voor scherpe

voerconversies

> zorgen voor de juiste inzet van het

juiste voer op het juiste moment

> en natuurlijk: zo min mogelijk fosfor

via het voer aanvoeren.

FosFaaTEFFiCiEnCy

Ten aanzien van dat laatste heeft agrifirm

in 2012 ook voor de varkenssector een

groot resultaat laten zien. Het blijkt dat

er ongeveer 700.000 kg minder fosfaat

in de markt is gezet via onze varkens-

voeders. Op deze manier is het behalen

van de fosfaatefficiency gemakkelijker

realiseerbaar. Deze verlaging is gerea-

liseerd met in acht name van de

nutritionele normen voor optimale

prestaties en gezondheid van de dieren.

Het behalen van de fosfaatefficiency is

voor varkenshouders met air Line® sowie-

so makkelijker realiseerbaar. immers,

door het voeren van hoog geconcen-

treerde voeders zijn er minder kilo’s

voer nodig. Minder kilo’s voer betekent

ook minder aanvoer van fosfor.

Voor meer informatie over

fosfaat efficiency en de te nemen

(voer )maatregelen kunt u contact

opnemen met uw specialist.

Page 20: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2013

schakel in succes mei 201320

gerbert Oosterlaken verplaatste zijn

zeugenbedrijf van Velp naar de thuis-

locatie in Beers, waar hij voorheen alleen

vleesvarkens hield. Hier bouwde hij

een nieuwe stal voor 600 zeugen.

Het uitgangspunt was om gezondheid,

werkplezier, dierenwelzijn, oog voor de

omgeving en een goed verdienmodel

in één concept te integreren. Om dat

te bereiken investeerde hij veel tijd en

energie in de ontwikkeling van het

concept, onder andere in netwerken

met collega-varkenshouders.

Los in HET KRaamHoK

Eén van die netwerken leidde tot de

ontwikkeling van het pro Dromi kraam-

hok. Oosterlaken paste dit principe aan

tot een kraamopfokhok waarin de zeug

vanaf de eerste dag los ligt. “Dat is een

grote stap, maar als de zeug eenmaal los

ligt willen we denk ik niet meer anders.

Het is beter voor de gezondheid en het

welzijn van de zeug en dat zie je terug

in de resultaten.” De kraamhokken zijn

allemaal voorzien van een opklapbare

kraambox. “Zo kun je een zeug toch vast

zetten als het nodig is, bijvoorbeeld bij

een agressieve zeug waar je niet bij kunt

komen of tijdens het behandelen van

de biggen”, legt agrifirm Feed specialist

William Bokkers uit. Zoals velen is hij

benieuwd naar de resultaten met de

loslopende zeugen. “Het is natuurlijk

spannend en het is afwachten hoe het

gaat lopen, maar ik heb er wel vertrou-

wen in. gerbert heeft het concept goed

doordacht en ik vind het mooi dat hij

deze stap durft te maken.” Om mogelijke

problemen met agressieve en onrustige

zeugen zoveel mogelijk te voorkomen

is Oosterlaken aan het overschakelen

op Topigs 50 zeugen, die rustiger zijn

dan de Topigs 20 lijn waar hij voorheen

mee werkte.

KRaamopFoK

Oosterlaken combineert het pro Dromi

principe met een kraamopfoksysteem.

De biggen hoeven na het spenen dus

niet verplaatst te worden, waardoor

de biggen minder stress ervaren en

in het brabantse beers bouwde varkenshouder Gerbert

oosterlaken zijn droomstal. Het innovatieve zeugenconcept

toont aan dat gezondheid en welzijn hand in hand kunnen gaan.

de varkenshouder arbeid bespaart.

“Vroeger waren kraamopfokhokken de

standaard, maar tegenwoordig vindt

men de bouwkosten vaak te hoog”, legt

Oosterlaken uit. “Toch denk ik dat de

extra investering zich terug betaalt.

Met de huidige welzijnseisen valt het

extra aantal vierkante meters mee en

het kraamopfokhok heeft veel voordelen

voor arbeid, gezondheid en de technische

resultaten.” Oosterlaken draait in een

vierwekensysteem. “ik werk al jaren met

een meerwekensysteem, waarvan de

laatste paar jaar een vierwekensysteem.

Het heeft veel voordelen voor de afzet

en zeker ook voor gezondheid, wat ik

heel belangrijk vind.” in het netwerk

4xbeter werkte Oosterlaken samen met

feed

Varkenshouder bouwt innovatieve zeugenstal

Investeren in welzijn en gezondheid

Page 21: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2013

schakel in succes mei 2013 21

collega’s aan de optimalisatie van het

systeem. Die kennis gebruikte hij in de

nieuwe stal, waardoor hij nu bijvoorbeeld

op vier weken leeftijd kan spenen en zo

een extra slag in de gezondheid maakt.

vLoERvoEdERinG

alle zeugen op het bedrijf worden ge-

voerd met vloervoedering, ook de zeugen

in de kraamstal. Oosterlaken: “Zo kunnen

de biggen mee vreten met de zeug en

leren ze snel vast voer op te nemen.” in de

kraamopfokafdeling werkt Oosterlaken

met een computergestuurde droogvoer-

installatie, waarbij de valbuis als een

soort dosator dient. Daardoor kan hij met

hetzelfde systeem het pre Lac transitie-

voer en air Line Lacto Rendement aan

de zeugen voeren en na het spenen de

speenkorrel en biggenkorrel voor de ge-

speende biggen. Vanaf ongeveer 20 kilo

schakelen de biggen over op startvoer.

TRanspaRanTiE

Om de gezondheid tot een hoger niveau

te tillen koos Oosterlaken onder andere

voor mestpannen zodat de mest snel

afgevoerd wordt uit de stal, een hoog

percentage dichte vloer en besteedde

hij veel aandacht aan ventilatie. “De

ventilatie moet gewoon 100 procent

voor elkaar zijn. Het is belangrijk om daar

in de bouw al rekening mee te houden.

We hebben bijvoorbeeld goed gekeken

naar de windrichting en langs de stal een

dijkje aangelegd om de wind in goede

feed

banen te leiden.” Het dijkje draagt

meteen bij aan de landschappelijke in-

passing van de stal, want ook dat is een

belangrijk punt voor Oosterlaken. “We

zijn in overleg gegaan met de omgeving

en bijvoorbeeld de plaatselijke natuur-

vereniging om samen te bekijken hoe

we de stal het beste in konden passen.”

Met onder andere houtwallen, een

boomgaard, picknickplaats en een kikker-

poel wil Oosterlaken het bedrijf ook voor

voorbijgangers aantrekkelijk maken.

“We hebben ook een zichtruimte waar

mensen altijd terecht kunnen. Transpa-

rantie is belangrijk, we willen laten zien

wat we doen en dat we als sector niks

te verbergen hebben. Wij zijn trots op

deze stal en dat laten we graag zien.”

< Gerbert Oosterlaken (l) en Agrifirm Feed specialist William Bokkers.

Open dag en symposium

De familie Oosterlaken opende de nieuwe stal met een drukbezochte open dag,

voorafgegaan door een symposium. Varkenshouder gerbert Oosterlaken lichtte zelf

het concept toe, waarna verschillende sprekers hun visie gaven op thema’s die een rol

speelden bij de ontwikkeling ervan. Leo van Leengoed van porQ sprak over gezondheid

en welzijn en de maatschappelijke acceptatie van de sector, projectleider Onno van Eijk

van natuur&Milieu over een integraal duurzame veehouderij, waar Oosterlaken in zijn

ogen duidelijke stappen in zet. Tijdens de discussieronde kon de zaal in discussie gaan

met de sprekers en een panel bestaande uit vertegenwoordigers van de provincie, ZLTO,

de supermarktbranche en de burgers. als afsluiting van het symposium werd de stal

geopend door de familie Oosterlaken en maakte gerbert Oosterlaken de naam bekend

van zijn concept dat gezondheid en welzijn combineert: het Sanitas Hotel.

< Gerbert Oosterlaken spreekt tijdens het symposium.

Page 22: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2013

schakel in succes mei 201322

Bij jonge kuikens zijn de darmen en

darmflora nog volop in ontwikkeling

en daarom erg kwetsbaar. Toch krijgt

drinkwaterhygiëne niet altijd de aan-

dacht die het verdient. Regelmatig

kunnen gezondheidsproblemen bij

koppels verklaard worden door slecht

drinkwatermanagement.

ConTinuE bEsmETTinGsbRon vooR-

KomEn

afzettingen en aanslag van calcium, ijzer

of mangaan kunnen leiden tot een lagere

wateropbrengst of lekken van de nippels.

Daarnaast kan aan de binnenzijde van

waterleidingen gemakkelijk biofilm, een

slijmachtige laag, ontstaan door aan-

hechting en groei van micro-organismen.

Bacteriën zoals Eschericia coli, Entero-

coccus sp. en Salmonella sp. kunnen

zich in de biofilm vestigen en zo een

continue besmettingsbron blijven

vormen. Bovendien heeft biofilm tot

gevolg dat behandelingen via het water,

zoals entingen, vitamines en mineralen,

moeilijker hun doorgang tot de dieren

vinden.

REGELmaTiG REiniGEn

Op resten van oude vervuiling zal

de biofilm binnen twee à drie dagen

opnieuw aangroeien. Voor een goed

water management is het advies de

drink waterleidingen, ook tijdens de

droogstand, regelmatig en grondig

te reinigen.

met het stijgen van de buitentemperatuur is het belangrijk extra aandacht te

schenken aan ventilatie en drinkwaterhygiëne. Een juiste temperatuur, lucht-

vochtigheid en aanbod van zuurstof verkleint de kans op hittestress; schoon

drinkwater is daarnaast een must voor een optimale darmgezondheid.

Hittestress

net als schoon drinkwater is een goed

klimaat belangrijk om bij een stijgende

temperatuur de kuikens gezond te houden.

Hittestress ontstaat wanneer een kuiken

zijn lichaamswarmte niet goed kwijt kan.

De combinatie van een hoge omgevings-

temperatuur en een hoge luchtvochtigheid

speelt hierin een belangrijke rol.

EEn aanTaL Tips om HiTTEsTREss

ZovEEL moGELiJK TE vERmiJdEn:

> Start op tijd met de ventilatie om te

voorkomen dat het CO2-gehalte te hoog

wordt. Bij te hoge gehaltes worden de

kuikens sloom en krijgen ze luchtweg-

en coliproblemen.

> Begin op tijd met koelen met behulp van

de vernevel- of tunnelinstallatie. Een

eenmaal opgewarmde stal is moeilijk

‘terug te koelen’.

> Zorg voor veel luchtstroming tussen de

kuikens. Stem de onderdruk hier op af.

> geef tijdig extra vitaminen/mineralen.

Om de wateropname bij de dieren te

stimuleren en de tekorten weer aan te

vullen, is het belangrijk extra elektroly-

ten en vitamine C aan het drink water

toe te voegen.

Zomermaatregelen vleespluimvee

Extra aandacht voor drinkwater en ventilatie

Page 23: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2013

schakel in succes mei 2013 23

Familie Hassing schakelt over naar biologisch

‘ We voelen ons nog meer boer’

vorig jaar schakelden Henk en Janet Hassing over van 50.000 hennen

in kooihuisvesting naar 9.000 biologische hennen. “Hoewel we altijd met veel

plezier kippen hebben gehouden, voel ik mij nu nog meer boer”, aldus Henk.

De pluimveehouders uit Wildervank

(gr.) bezochten vooraf verschillende

biologische bedrijven. “Eerlijk gezegd

wilde ik eerst niets weten van biolo-

gisch werken”, bekent Henk. “Tegen de

verwachtingen in sprak het eerste be-

drijf dat we bezochten erg aan, met

name het directe contact met de die-

ren. De hennen kwamen meteen op

ons afgelopen”, vult Janet aan.

GoEdE pREsTaTiEs

Biologisch boeren verandert veel. “nu doe

ik bijvoorbeeld ’s morgens en ’s avonds

een controlerondje extra.” Het is even

wennen, maar beiden vinden dat er een

goede keus is gemaakt. “Onze eerste

ronde biologische hennen presteert goed.

Op de huidige leeftijd van 44 weken is

het legpercentage 96,8. Met gemiddeld

twee hennen in de week is ook de uitval

erg laag”, aldus Henk.

KEuZEs

Door de omschakeling moesten veel

keuzes worden gemaakt. “We kregen

goede adviezen van onder meer Wilco

Wijlhuizen, onze toenmalige specialist bij

agrifirm”, blikt Janet terug. “We kozen

in eerste instantie voor een beun, maar

dat paste qua afmetingen niet. Daarom

hebben we nu voor een volière gekozen,

waarbij we eerst naar kwaliteit en

vervolgens naar de prijs keken”, vertelt

Henk. “Voor de biologische uitloop is

het vrij zijn van gewasbeschermings-

middelen en kunstmest een voorwaarde.

Ook hebben we biologisch gras gezaaid

en bomen gepoot”, vult Janet aan.

KWaLiTEiT En GEZondHEid

“Eigewicht, eischaalkwaliteit, productie

en karakter van de hen zijn bij raskeuze

de belangrijkste punten”, aldus Henk-Jan

Schuurman, specialist Legpluimvee-

houderij bij agrifirm Feed. Met die

uitgangspunten is gekozen voor het ras

Dekalb amerlink. Henk: “Verder is voor

zowel de kwaliteit als de gezondheid

van de hen voerkeuze belangrijk. De

hennen kunnen bij ons luzerne pikken

uit ruifjes. Dat houdt ze bezig en zorgt

voor een goede vertering en darm-

gezondheid.” Dat laatste is ook de reden

waarom Hassing nu VigOR voert. “Met

de huidige productie gaan sommige

hennen meer op hun tenen lopen.

Darmgezondheid is dan een extra

aandachtspunt. VigOR stimuleert de

vertering en verbetert de consistentie

en structuur van de mest”, aldus

Schuurman.

opFoK

Tot slot ziet Hassing een goede opfok

als voorwaarde voor de prestaties van

de hennen. “We kiezen het liefst voor

een opfokker met een vergelijkbare stal

als de onze. Bovendien willen we goede

afspraken kunnen maken over bijvoor-

beeld luzerne voeren en het plaatsen

van gasbetonblokken. Op de blokken

pikken geeft de hennen afleiding. Daar-

naast voorkomt de slijtage aan de snavels

zo veel mogelijk verwondingen bij

eventueel pikgedrag. We vinden het

belangrijk elke keuze weloverwogen te

maken. We hebben nu een leuke start

gemaakt en dat geeft vertrouwen.”

Henk Hassing (r) en Agrifirm Feed specialist Henk­Jan Schuurman.

feed

BedrijfsgegevensHenk en Janet Hassing, Wildervank

aantal dieren 9.000 biologische hennen

Ras Dekalb amerlink

Legpercentage 96,8 % op 44 weken

Huisvesting Volière met wintertuin en uitloop

>

Page 24: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2013

schakel in succes mei 201324

plant

Wie de hoogste financiële opbrengst wil halen, moet

investeren in zijn teelt. Een hoge kilo-opbrengst met de

gewenste kwaliteit, betekent ook een lagere kostprijs per kilo.

Het loont dus de moeite om de puntjes op de i te zetten.

“natuurlijk zit er een bovengrens aan

wat je in de teelt moet investeren”,

zegt Jacob Swart, teeltspecialist van

agrifirm plant. “Een te hoge bemesting

of te veel spuiten levert op een gegeven

moment geen extra opbrengst meer

op. Het is de kunst om het optimum te

vinden. Uit proeven blijkt telkens weer

dat geld uitgeven aan je gewas zich

terugbetaalt in een hogere opbrengst.”

investeren in de teelt leidt tot een beter

financieel resultaat. “Uit doorbereke-

ningen van onder meer accountants

wordt dat beeld bevestigd. Onder aan

de streep betekent dit dus meer winst

voor de teler.”

GRoTE vaRiaTiE

Tijdens de Ledendagen van agrifirm

werd in de workshop Teeltfactoren de

opbrengstvariatie met cijfers onder-

bouwd. Maurice van den Boom, teelt-

specialist akkerbouw: “Elk gewas kent

grote opbrengstverschillen. Vijf jaar ge-

leden bijvoorbeeld haalden de meeste

bietentelers een opbrengst van 10 tot 12

ton suiker per hectare. Maar er waren ook

uitschieters naar meer dan 16 ton per

hectare en telers met minder dan 7 ton

per hectare. De grondsoort is niet de

enige verklaring, want binnen een regio

en zelfs binnen een perceel zijn ook

grote opbrengstverschillen. Dat biedt

kansen om de teelt te optimaliseren.”

aanpaKKEn

De uitdaging is nu om de oorzaken van

die opbrengstverschillen te achterhalen.

Van den Boom: “Op welk perceel of welk

deel van het perceel blijft de opbrengst

van het gewas achter en hoe komt dat?

is daar de pH lager, het organische stof-

gehalte afwijkend, zijn er storende lagen,

kunnen aaltjes een rol spelen of heeft

de kunstmeststrooier daar gehaperd?

En ook omgekeerd. Wat zijn de groei-

condities waar het gewas wel goed

groeit? We willen met onze telers deze

groeifactoren analyseren en aanpak-

ken.” Voor tarwe is al veel bekend, zegt

Swart. “Kijk naar wintertarwe. Vroeg

zaaien levert 750 kilo extra op, een

goede ziekte bestrijding tot 2 ton, tarwe

op tarwe telen kost juist een ton per

hectare. als je de goede keuzes maakt,

heb je zomaar een paar ton extra

opbrengst. ”Tijdens de Ledendagen

spraken de telers in werkgroepen

met elkaar over de invloed van teelt-

factoren. Swart: “We gaan hiermee

door. Ook op de relatiedagen staat

dit thema centraal, onder meer door

gerichte proeven die de telers dan

kunnen bekijken.”

< Teeltspecialisten Jacob Swart (l) en Maurice van den Boom.

investeren in teelt loont

‘ De kilo- opbrengst bepaalt de kostprijs’

“ Goede keuzes maken levert een paar ton extra op.”

Page 25: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2013

schakel in succes mei 2013 25

< Gerard Hegge

‘de basis moet goed zijn’, kreeg Gerard

Hegge mee van zijn vader. Hij be-

zuinigt daarom niet op grond, bemest-

ing of gewasbescherming. Zijn kosten

zijn niet laag, maar zijn opbrengsten

zijn bovengemiddeld.

Een bovengemiddelde opbrengst begint

bij de bodem, zegt Hegge. “Op lichte

zavelgrond heb je in een gemiddeld jaar

bijna altijd goede opbrengsten, mits je

er voldoende aan doet.” Hegge zorgt

voor voldoende aanvoer van organische

stof. “Dat zorgt voor genoeg weerstand

in de bodem en voorkomt slemp.” Hegge

laat het stro verhakselen, teelt zoveel

mogelijk groenbemesters en rijdt

compost uit op de helft van de poot-

aardappelen die hij teelt. Waar hij

compost strooit, hangt af van voorvrucht

en het telen van een pootgoedras.

KWaLiTEiT

Bij de eerste jaren van de stammen-

teelt dient hij gips toe na het poten en

voor het frezen. “Dat verbetert de

structuur van de rug”, zegt Hegge.

“Het heeft geen effect op de groei,

maar wel op de grond en dus op de

kwaliteit van de aardappel.”

Hegge ploegt de grond vlak voor het

poten. “als ik al in februari of maart

ploeg, is het risico dat de grond in april

te mooi is. in de zomer heeft de grond

dan geen weerstand meer en slaat ge-

makkelijk dicht na een flinke regenbui.

En dat is slecht voor de kwaliteit van de

pootaardappelen.”

mEERopbREnGsT

Bij het poten geeft Hegge een rijenbe-

mesting met app, een fosfaatmeststof.

Voorop de freestrekker spuit hij een stik-

stofmeststof (nTS) en soms nog aan-

vullend app op de rug, zodat het door

de frees in de rug wordt ingewerkt. “Het

is niet de goedkoopste bemesting, maar

het geeft een meeropbrengst.” Eenzelfde

keuze maakt hij ook bij gewasbescher-

ming. “ik kijk kritisch naar de verhouding

tussen prijs en prestatie, maar ik zal er

nooit op bezuinigen. Kwaliteit staat altijd

voorop. als er vergelijkbare middelen

zijn, dan kijk ik naar de prijs.”

REndEmEnT

Hegge herkent dit bij agrifirm plant. “Mijn

specialist akkerbouw peter Werkman is

kritisch op het rendement voor de teler.

ik zal nooit bezuinigen op grondverbete-

ring, gewasbescherming of bemesting,

maar er moet wel een verwachte pres-

tatie tegenover staan.”

Bij losse huurgrond heeft Hegge niet alle

teeltfactoren in eigen hand. gelukkig

huurt hij al jaren grond bij dezelfde be-

drijven. “We groeien steeds meer naar

een goede kostenverdeling. Bij een goede

relatie weet je wat je aan elkaar hebt en

durf je voor elkaar te investeren.”

Bedrijfsgegevens

gerard Hegge heeft een akker bouw -

bedrijf van 80 hectare in Kloosterburen.

Door grondruil en (ver-)huur teelt hij

40 hectare pootaardappelen, 5 hectare

tafelaardappelen, 5 hectare uien, 7 hectare

suikerbieten, 5 hectare zomergerst en

10 hectare wintertarwe.

productkwaliteit telt voor pootgoedteler

‘ Prijs is ondergeschikt aan prestatie’

plant

Page 26: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2013

schakel in succes mei 201326

Spelregels staan op etiket

‘ Gedegen onderzoek is basis van toelating’

plant

verantwoord werken met gewasbeschermingsmiddelen betekent zorgvuldig zijn en

toepassen volgens het etiket vindt agrifirm plant. de risico’s voor de gezondheid en

de omgeving zijn dan aanvaardbaar, want anders was het middel niet toegelaten.

De discussie rond neonicotinoïden,

een groep insecticiden, en de mogelijke

invloed op bijen roept bij telers veel

vragen op. “Sommige telers vragen ons

of het verantwoord is dat ze bepaalde

middelen gebruiken”, zegt aaldrik

Venhuizen, R&D-manager van agrifirm

plant. Die kritische houding vindt

Venhuizen terecht. “Wij zijn ook kritisch

in onze adviezen. Ten eerste alleen

gewasbeschermingsmiddelen inzetten

als het nodig is. En wanneer voor een

toepassing meerdere middelen be-

schikbaar zijn, adviseren we het middel

dat het meest selectief werkt. als een

gewasbeschermingsmiddel minder vei-

lig is voor bijvoorbeeld bijen of nuttige

insecten, dan zijn we terughoudend

met het adviseren van dat middel.”

naTuuRLiJKE viJandEn

Rekening houden met natuurlijke

vijanden is vaak al standaard. “Kijk naar

de luizenbestrijding in consumptie- en

zetmeelaardappelen. Bij een te hoge

luizendruk adviseren we een wat duur-

der product dat de natuurlijke vijanden

spaart. Die natuurlijke vijanden zorgen

ervoor dat in de rest van het seizoen

de luizenpopulatie onder de schade-

drempel blijft.”

spELREGELs

Uitgangspunt van agrifirm plant is dat

de teler verantwoord werkt en zich aan

de voorschriften op het etiket houdt.

“Er is veel en diepgravend onderzoek

gedaan naar de risico’s van middelen,

zegt Venhuizen. “Dit in het kader van

een uitgebreid registratieproces dat

veelal jaren duurt .” is het risico te

hoog, dan wordt een middel niet

toegelaten. Telers kunnen ook een

aantal aanvullende maatregelen

nemen om de risico’s van gewas-

bescherming voor bijen te verkleinen.

Uit voorzorg

Uit voorzorg mag zaaizaad van maïs,

erwten en koolzaad de komende twee

jaar niet be handeld worden met

neonicoti noïden tegen (bodem)insecten

(besluit Europese Commissie). Het is nog

afwachten wat hiervan de gevolgen zijn

voor de teelt verloop. intussen zoekt

agrifirm plant met andere betrokkenen

naar passen de alternatieven binnen

de wettelijke kaders.

Het gewas vrijhouden van onkruid

bijvoorbeeld. “Hoe minder bloeiende

onkruiden, hoe minder aantrekkelijk

het perceel is voor bijen en andere

insecten.akkerranden werken ook

goed. Bloeiende planten maken de

rand juist aantrekkelijk voor bijvoor-

beeld de natuur lijke vijanden.”

agrifirm plant is al een aantal jaren

betrokken bij het akkerranden

Flevoland project. Rol hierin is het

monitoren van de ontwikkeling van

natuurlijke vijanden en luizenpopula-

ties en de effecten van deze populatie

op de aanpalende gewassen.

“ Effectieve gewas­bescherming en gezonde bijenstand gaan hand in hand.”

Page 27: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2013

schakel in succes mei 2013 27

Maatschappelijk jaarverslag 2012

‘ Rendabel en duurzaam gaan prima samen’

“duurzaamheid is een kans. Het kan geld opleveren en er is markt voor”,

zegt drees beekman, algemeen directeur van agrifirm plant. “Continuïteit

is belangrijk voor de coöperatie en onze telers. dat gaat hand in hand met

duurzaamheid, alleen benoemen we dat vaak onvoldoende.”

Ook in 2012 heeft agrifirm plant gewerkt

aan een duurzame productie van voedsel.

De resultaten daarvan zijn te lezen in

het maatschappelijk jaarverslag met de

titel ‘Verduurzamen door innovatie’.

Volgens Beekman zijn duurzaamheid en

innovatie voorwaarden voor continuïteit.

“Het streven naar continuïteit is diep-

geworteld, bij ons en onze telers. Telers

willen hun bedrijf overdragen aan de

volgende generatie. Duurzaamheid zit in

hun en onze genen, maar we benoemen

het vaak onvoldoende.”

agrifirm plant werkt op veel terreinen

aan het verduurzamen van de keten. Dat

blijkt uit een analyse van de activiteiten

op basis van de indicatoren voor maat-

schappelijk verantwoord ondernemen

(MVO). Er zijn vier thema’s benoemd:

grondstoffen, biodiversiteit, transport

en gezondheid & veiligheid. Binnen die

vier thema’s wordt onder meer gekeken

naar inkoop van duurzame producten,

recycling, bodemgezondheid, functio-

nele akkerranden en veilig werken met

gewasbeschermingsmiddelen.

REndabEL En maRKTGERiCHT

“Het mooie is dat duurzaam en renda-

bel prima samengaan”, zegt Beekman.

Dat geldt voor de coöperatie én voor de

telers. “Duurzaam werken kan geld op-

leveren, bijvoorbeeld doordat het de

kosten omlaag brengt. Of doordat je als

duurzaam bedrijf nieuwe partners aan-

trekt.” Duurzaam werken is ook markt-

gericht werken. “De markt wil duurza-

me producten. Belangrijke afnemers

zoals mouterijen en meelfabrieken,

maar ook consumenten van groenten,

bloemen en fruit vragen steeds vaker

om producten die op een verantwoor-

de manier zijn geproduceerd. Duur-

zaamheid biedt telers dus kansen.”

duuRZamE TEELT

Ook telers werken al volop duurzaam,

benadrukt Beekman. “Denk bijvoor-

beeld aan verantwoord omgaan met

gewasbescherming door niet meer te

spuiten dan nodig is. Of aan precisie-

bemesting zodat het gewas de mineralen

efficiënt kan opnemen.”

Dit proces gaat ook de komende jaren

door. “precisielandbouw heeft de toe-

komst. De taak van agrifirm plant is

om onze telers hierin te ondersteunen

met kennis en innovatie. Daarom doen

we veel onderzoek. Zo kunnen we

de telers blijven adviseren bij een

duurzame productie. De teler profiteert

daarvan; hij heeft lage kosten, een

hoger rendement en werkt op een

verantwoorde wijze.”

Het Maatschappelijk jaarverslag van agrifirm plant en de duurzaamheidsscan

vindt u op www.agrifirm.com/plantenduurzaamheid

“ Duurzaamheid zit in onze genen.”

plant Drees Beekman <

Page 28: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2013

schakel in succes mei 201328

plant

agrifirm plant gaat een groot gedeelte van haar graan opslaan in Kampen. daar-

voor realiseert Graansloot in Kampen een van de grootste graansilocomplexen in

noord-West-Europa van 130.000 ton. de bouw vordert gestaag. op 15 januari

werden de eerste palen in de nog bijna bevroren grond geslagen. op 22 juni moet

fase één gereed zijn.

Met de realisatie van de graanopslag aan

de haven in Kampen slaat agrifirm plant

twee vliegen in één klap. Ten eerste

draagt het bij aan een slagvaardige en

efficiëntere graanlogistiek, waardoor

kosten lager zijn. Ten tweede kan

agrifirm plant zo beter inspelen op de

tendens dat steeds meer afnemers de

graanleveringen per schip willen ont-

vangen. als het complex af is, heeft het

een opslagcapaciteit van 130.000 ton.

Dit jaar wordt fase één gerealiseerd met

een capaciteit voor 85.000 ton graan.

Deze hoeveelheid is verdeeld over een

vlakloods van 55.000 ton, acht silo’s van

elk 2.500 ton en 10 silo’s van elk 1.000

ton. Daarnaast komen er twee weeg-

bruggen en twee stortputten. De drie

droogtorens op het graanopslagcomplex

hebben een gezamenlijke droogcapaciteit

van 240 ton per uur. De totale in- en

uitslagcapaciteit is 500 ton per uur.

De scheepsverlading wordt ook dit jaar

gerealiseerd. Volgend jaar volgt fase

twee. Dan komt er bij het complex nog

een vlakloods van 30.000 ton. Een be-

staande loods tegen de nieuwbouw

aan heeft een capaciteit van nog eens

25.000 ton. Er komt volgend jaar ook

nog een derde stortmogelijkheid en de

stortputten krijgen een overkapping.

Bouw graanopslag Kampen vordert

Op de website

www.bouwwebcam.nl/kampen

zijn de vorderingen live te volgen.

Page 29: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2013

schakel in succes mei 2013 29

plant

Hectisch graanjaar afgesloten

de graanmarkt van oogst 2012 was hectisch. bij tarwe dreigde

een tekort. Het leidde tot schommelende prijzen maar de

graanpool bereikte toch een goed resultaat. bij biologisch graan

lagen de prijzen ook op een goed niveau. bij brouwgerst was er een

ruim aanbod en daardoor een beperkte premie.

TaRWE

De wereldgraanbalans van oogst 2012

was krap door droogte in met name

de VS, Rusland en het Zwarte Zee-

gebied. Deze droogte leidde tot fors

lagere opbrengsten. De opbrengst

in nederland was redelijk en lag on-

geveer op het niveau van het vijfjarig

gemiddelde. De kwaliteit was ge-

middeld goed. in het voorjaar van

2012 lagen de telersprijzen van tarwe

voor nieuwe oogst veelal dik onder

de € 200 per ton. De markt reageerde

gaandeweg de zomer heftig op be-

richten over lage opbrengsten. in de

periode na de oogst tot eind november

stegen de tarweprijzen flink, met piek-

noteringen van ruim € 260 per ton.

na deze piekperiode daalde de markt-

prijs. Uiteindelijk lag de prijs op on-

geveer het zelfde niveau als rond

de oogstperiode.

bRouWGERsT

Er was een ruim aanbod van brouw-

gerst in het afgelopen jaar. in het voor-

jaar van 2012 is in Europa veel gerst

gezaaid om de uitgewinterde tarwe te

vervangen. Dit resulteerde in een ruim

aanbod van brouwwaardige gerst. De

kwaliteit van de nederlandse brouwgerst

was niet optimaal. De combinatie van

veel aanbod en matige kwaliteit drukte

de prijs van nederlandse brouwgerst.

bioLoGisCHE GRanEn

Bij biologische granen waren de opbreng-

sten vrij laag. Bij tarwe hebben aantastin-

gen van gele roest de opbrengsten ge-

drukt. De kwaliteit was voor grotendeels

goed en veruit het belangrijkste deel kon

als baktarwe worden verkocht. De voor-

raadpositie van biologische granen heeft

minder onder druk gestaan dan bij gang-

bare granen. Toch heeft de prijs van bio-

logisch graan zich positief ontwikkeld.

uiTbETaLinGspRiJZEn GRanEn ooGsT 2012

Prijzen per 1.000 Kg€ / Tonex. BTW

Basispool Tarwe bakkwaliteit (vanaf 75 kg hectolitergewicht)

241,50

Tarwe voerkwaliteit 239,50Brouwgerst 240,10 (Prestige, Tipple, Propino, Jenefer, Concerto; incl. maximale premie)

Brouwgerst 234,60 (Calico, Quench, Wintmalt; incl. maximale premie)

Voergerst 222,60Triticale 235,40Haver 208,50Rogge 209,60Korrelmais 221,40 Koolzaad 497,60

Bewaarpool Tarwe bakkwaliteit (vanaf 75 kg hectolitergewicht)

250,60

Tarwe voerkwaliteit 248,60Brouwgerst 240,30(Prestige, Tipple, Propino, Jenefer, Concerto; incl. maximale premie)

uiTbETaLinGspRiJZEn EKo GRanEn ooGsT 2012

Prijzen per 1.000 Kg€ / Tonex. BTW

Basispool EKO EKO Baktarwe (gemiddelde uitbetaling)

360,44

EKO Voertarwe 332,10EKO Haver (basis 50 kg hectolitergewicht)

295,50

Tarwe in omschakeling 313,70 EKO Gerst 324,40

graanaanmelding oogst 2013

in mei zijn de formulieren voor de aanmelding verstuurd. Digitaal aanmelden

van uw graan kan via www.agrifirm.com/graanaanmelden. Daar vindt u ook

alle informatie over de vernieuwde graancondities.

Graanprijzen 2012

*alle prijzen zijn exclusief Ledenvoordeel

*alle prijzen zijn exclusief Ledenvoordeel

Page 30: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2013

schakel in succes mei 201330

nieuwe middelen en etikettering

Onderzoek naar gewasbescherming bij bollen

Keurcompost geeft zekerheid

plant

Jaarlijks laat agrifirm plant een breed scala aan gewas-

beschermingsmiddelen testen in de verschillende bloembol-

gewassen. dit jaar richten de proeven zich onder meer op de

toekomstige etiketwijziging en nieuw toegelaten middelen.

“ieder jaar doet agrifirm plant on-

geveer dertig verschillende proeven

met gewasbeschermingsmiddelen

voor bollen.”, zegt Jan Koopman van

Cebeco agrochemie. als spin in het

web coör dineert hij alle proeven.

Hij stemt objecten en deelnemers

op elkaar af en spreekt de proeven

door met b etrokkenen bij zes proef-

tuinlocaties.

pRoEvEn

“We vergelijken de werking van be-

staande en nieuwe middelen en

proberen combinaties van middelen

uit”, aldus Koopman. “We kijken ook

naar doseringen, fytotoxiteit en het

beste tijdstip van toedienen waarop

een middel het beste werkt. nieuwe

middelen testen we in bestaande teel-

ten waarin ze zijn toegelaten, maar ook

in nieuwe teelten. De resultaten tellen

soms mee voor de toelatingsprocedure.

Het onderzoek levert ook verrassende

resultaten op. Bij de test van het

nieuwe insecten bestrijdingsmiddel

Movento tegen luis in tulp bijvoorbeeld,

bleek er een nevenwerking te zijn tegen

insecten in de bewaring. Dat is dan mooi

meegenomen. Sinds 25 april 2013 is het

middel ook in bloembollen toegelaten.”

ETiKETTERinG

agrifirm plant speelt met haar proeven

in op toekomstige etiketwijzigingen.

“Het is een hele puzzel om de bestrijding

van bijvoorbeeld TBV in tulp of luis-

bestrijding in lelie rond te krijgen,

wanneer elk middel slechts twee-

of driemaal gebruikt mag worden.

Ook vervalt het lage doseringensys-

teem (LDS) van veel middelen.

Voorbeelden hiervan zijn de middelen

asulam en pyramin. in de lelie kon

asulam tot vorig jaar in LDS gespoten

worden. Circa twaalf maal per seizoen

werd 0,4 l/ha asulam toegevoegd

aan de wekelijkse vuur bestrijding.

Het huidige etiket staat maar twee

bespuitingen van 4 tot 6 l/ha toe.

Met het LDS systeem is tot wel 60%

reductie mogelijk in het middelen-

verbruik, bij een vergelijkbare werking.

Voor onder andere goltix en pyramin

zijn vergelijkbare berekeningen te maken.

Ons bedrijf adviseert het Ministerie

over dit soort knelpunten.”

qua herkomst en samenstelling en

staat onder controle van een onaf-

hankelijke certificerende instantie. De

hogere kostprijs kunnen worden gezien

als verzekeringspremie. agrifirm plant

levert verschillende soorten compost.

Laco-compost en Recro-compost zijn

beiden ge baseerd op groente- fruit- en

tuin afval. Laco-compost is iets grover

Telers kunnen kiezen uit wel- en niet-

gecertificeerde compost. ge certificeerde

Keurcompost voldoet aan strenge eisen

dan Recro-compost en daardoor iets

goedkoper. groencompost bestaat uit

groenafval, zoals grassen en houtsnip-

pers. Het is iets duurder, maar heeft de

minste kans op verontreinigingen.

Compost is een belangrijk puzzel-

stukje in het op peil houden van het

organisch stofgehalte in de bodem.

agrifirm plant levert verschillende

soorten kwaliteitscompost.

Meer informatie over de verschillende

soorten kwaliteitscompost? Vraag er

naar bij uw specialist.

Page 31: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2013

schakel in succes mei 2013 31

nieuwe middelen en etikettering

‘ Rendabel en duurzaam gaan prima samen’

GRoEnE sTRoom

Het biogas dient als brandstof voor een

warmtekrachtkoppeling (WKK) met

700 kWe SDE beschikking, die zowel

groene stroom als warmte levert. De

groene stroom wordt via de apX-markt

verkocht en is voldoende voor 1500

huishoudens. De geproduceerde warm-

te is voor het eigen proces, voor het

woonhuis en om het restproduct te

drogen. Het gedroogde restproduct

gebruikt de melkveehouder deels als

strooisel voor onder de koeien. “Het

strooisel heeft een positieve uitwer-

king op de gezondheid. Doordat de

koeien minder last hebben van uier-

ontsteking, halveert ons antibiotica-

gebruik.” De rest gaat naar een

korrelmestfabriek.

boLLEnaFvaL

Behalve zijn eigen drijfmest heeft

Den Brok ook ander biomateriaal nodig

om het proces op gang te houden.

De eerste contacten met tulpenteler

Dirk Jan Visser liepen vanzelf. Hij huurt

land van Den Brok en zo kwamen ze in

gesprek over het bloembollenafval.

Vlaming zag dat ook andere tulpen-

telers in de regio West-Friesland

met een afvalprobleem zaten en

bemiddelde tussen deze telers

en Erk Energy. Er ontstaat een

win-win situatie. Voor de tulpen-

telers is het een stukje verduur-

zaming. Ze hoeven het afval niet

zelf te composteren of duur af

te voeren. Vlaming haalde er

transportbedrijf gp groot bij om

de cirkel rond te maken. Zij plaatsen

de containers bij de teler en verzorgen

het transport naar Den Brok, die er

zijn biomassa input op deze manier

mee aanvult. “Het loopt naar ieders

tevredenheid”, zegt Joep den Brok.

“ Het loopt naar ieders tevredenheid.”

plant

<

Joep den Brok

Van bollenafval naar energie

Tulpenkwekers hebben veel groenafval. melkveehouder Joep den brok uit Zeewolde

heeft groenafval nodig voor zijn twee vergisters. arno vlaming, bloembollen-

specialist bij agrifirm plant bracht de melkveehouder in contact met tulpentelers,

waardoor er een win-win situatie ontstaat.

Joep den Brok heeft een melkveebedrijf

met circa 120 koeien. Hij zocht verduur-

zaming en verbreding van het bedrijf.

Die heeft hij gevonden in een eigen

energiebedrijf: Erk Energy BV. Sinds 2011

heeft hij een biogasinstallatie van Bio-

gasplus, een WKK die groene stroom en

warmte levert en een drooginstallatie

die het restproduct droogt met eigen

warmte.

vERduuRZaminG

Onder de hoofdvergistingstank van de

biovergister zit een hydrolysesysteem.

iedere ochtend gaat daar 100 ton bio-

massa in. Bij Erk Energy zijn dat drijfmest,

plantaardig vet en verschillende soorten

organisch materiaal. Dagelijks gaat er

een zelfde hoeveelheid gehydrolyseerd

materiaal naar de hoofdvergistingstank

en navergister. Eindproduct is biogas:

een mengsel van methaan (CH4) en

koolstofdioxide (CO2).

Page 32: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2013

schakel in succes is het relatiemagazine van agrifirm en verschijnt 6 keer per jaar. Redactie afdeling Communicatie agrifirm ([email protected]) Fotografie Marten aukes, Marcel Bekken, albert Brunsting en agrifirm Concept en realisatie JEEn bureau voor communicatie drukwerk Ten Brink, Meppel

issn 2211-5811

colofon

Samenspel Johan verschoor (l) runt samen met zijn vrouw anita en zwagers adriaan en Elbert Zeestraten het bloembollenbedrijf Fa. Zeestraten

in Hillegom. op ruim 50 hectare grond bloeien in het voorjaar de hyacinten, narcissen en tulpen weelderig. naast de bloembollentak

hebben ze een snijhyacintenbroeierij en een boerderijwinkel. in deze winkel verkopen ze ook blaarkopvlees van hun eigen

vleesvee. specialist Klaas Troost komt al vele jaren op dit dynamische bedrijf. Hij adviseert Johan op het gebied van gewas-

beschermingsmiddelen, kunstmest en het voorkomen van ziekten. de afgelopen jaren heeft het bedrijf meegedraaid met een

door Troost opgezette proef, waar waterbroei bij hyacinten getest werd. deze proef was zeer succesvol.

“Johan is een ondernemer die altijd gaat voor kwaliteit, ook is hij zeer toekomstgericht. Hij staat altijd open voor goede adviezen.”

Klaas Troost, specialist Bloembollen Agrifirm Plant

“ Klaas is nuchter, recht voor zijn raap. Hij heeft een goede kijk op de gewassen. Klaas denkt echt met ons mee over hoe we de beste gewassen kunnen krijgen.”

Johan verschoor, bloembollenteler in Hillegom