Schakel in Succes nr. 3 - mei 2013
description
Transcript of Schakel in Succes nr. 3 - mei 2013
mei 2013
03
schakelin succesvoor ondernemers in de tuinbouw,
akkerbouw en veehouderij
Efficiënt, schoon, veilig en verantwoord pagina 10-13
Henk Hendriks:
“ Het is belangrijk contact te houden met je omgeving”
‘ Koeien in de wei is het mooiste wat er is’
pagina 16 - 17
‘ Rendabel en duurzaam gaan prima samen’
pagina 27
schakel in succes mei 20132
Groeien: een must?
Ondernemers willen groeien, groei wordt vaak als
een must gezien. Ik ben het daar wel mee eens, maar
alleen als groeien in een breed verband wordt gezien.
Agrifirm groeide de laatste jaren rond de honderd
miljoen euro per jaar aan omzet, de winst en ook
de ledennabetalingen groeiden. De focus blijft
liggen op groei, maar dan niet alleen in omzet.
Bovenal is de focus binnen Agrifirm gericht op groei
in kwaliteit, service, en efficiency en effectiviteit.
Alles met als doel om de toegevoegde waarde voor
onze klanten verder te verhogen en de kosten per
eenheid product verder te verlagen. De laatste jaren
zijn al forse stappen gezet, maar verdere verbetering
is mogelijk en we zijn hard op weg dit te realiseren.
De hoogste toegevoegde waarde voor onze klanten
en een lage kostprijs zijn in de eerste plaats in uw
belang. We zien in een aantal sectoren op dit moment
enorme druk op de rendementen van onze leden/
klanten. Winstgevendheid en liquiditeit staan bij
veel ondernemers onder zware druk. De prijzen van
producten die u produceert zijn vaak niet voldoende
om uw kostprijs goed te maken.
Op uw bedrijf speelt dan hetzelfde als bij Agrifirm.
Niet alleen uw schaalgrootte, maar met name de
mate waarin u uw kostprijs kunt verlagen en uw
opbrengsten per eenheid verhogen bepalen uw
winstgevendheid, succes en continuïteit.
Agrifirm zet zich maximaal in om u te onder
steunen in deze groei. Dat is een must, dat zien
wij als onze taak en dat is onze passie!
Ton Loman voorzitter hoofddirectie Agrifirm Group
In dit nummer
nieuwe gezichten in agrifirm-besturen 3
agrifirm Exlan bewaakt papierwerk tijdens bouw 6
agrifirm over op iBan 7
Efficiënt, schoon, veilig en verantwoord 10
investeringen fabriek Drachten 14
geslaagde Vakweidedag 18
Fosfaatverlaging in varkenshouderij 19
Varkenshouder bouwt innovatieve zeugenstal 20
Zomermaatregelen vleespluimvee 22
‘We voelen ons nog meer boer’ 23
productkwaliteit telt voor pootgoedteler 24
‘gedegen onderzoek is basis van toelating’ 26
Maatschappelijk jaarverslag agrifirm plant 27
graanprijzen 2012 29
nieuwe middelen en etikettering 30
Van bollenafval naar energie 31
Samenspel 32
NutriControl: specialist in analyses
8
‘ Koeien in de wei is het mooiste wat er is’
16
Noud van Vught neemt afscheid
4
Bouw graanopslag Kampen vordert
28
schakel in succes mei 2013 3
Nieuwe gezichten in Agrifirm-besturen
De Ledenraad telt nu 90 leden, het
afgesproken streefaantal voor dit
belangrijkste bestuursorgaan van
agrifirm. De leden vertegenwoordigen
alle sectoren en regio’s van de land- en
tuinbouw in nederland.
Op www.agrifirm.com/coöperatie
staat de volledige namenlijst van de
Ledenraad, inclusief het district en de
sector die ze vertegenwoordigen. Van
Tijdens de Ledendagen in februari zijn
twaalf nieuwe leden in de Ledenraad
gekozen. Zij nemen de plaats in van de
elf vertrekkende ondernemers en
vullen één bestaande vacature in.
elk Ledenraadslid zijn ook de contact-
gegevens opgenomen.
Raad van CommissaRissEn
De samenstelling van de Raad van
Commissarissen staat op dezelfde
webpagina. Dit bestuurscollege is dit
voorjaar verder ingekrompen naar het
afgesproken aantal van acht personen.
De heren noud van Vught en Tim
Kapiteijn hebben conform het rooster
van aftreden afscheid genomen.
Van Vught heeft sinds de fusie de functie
van vicevoorzitter van de RvC vervuld.
Voorheen was hij voorzitter van de
fusiepartner Cehave Landbouwbelang.
Twee andere leden, de heren Ton görtz
en Ton Lammers, zijn na een positief
advies van de Voordrachtscommissie
herkozen door de Ledenraad. görtz is
varkenshouder met bedrijven in
nederland en Duitsland. Lammers
is vanuit zijn financiële kennis en
achtergrond een zogenaamde externe
commissaris.
<
Presentatrice Marit van Bohemen interviewt tijdens de Ledendagen de nieuwe Ledenraadsleden.
abemec presenteert als eerste
mechanisatiebedrijf in nederland
een eigen occasionapp.
De Occasionapp geeft een overzicht
van alle beschikbare gebruikte abemec
tractoren. Ook alle verreikers en werk-
tuigen zijn eenvoudig te bekijken.
De speciale mailfunctie zorgt ervoor
dat gebruikers interessante occasions
snel kunnen delen met anderen.
Met deze app is abemec uniek in
de markt. Hans Quint directeur van
abemec: “Met de app willen we aan
alle klanten en potentiële klanten laten
zien dat we bij abemec voorop lopen,
ook op het digitale vlak”.
De Occasionapp is te downloaden
via google play en iTunes.
agrifirm en het Zweedse Lantmännen Lantbruk breiden hun onderzoekssamen-
werking uit met Felleskjøpet Forutvikling, een dochterbedrijf van de drie noorse
Felleskjøpet coöperaties. daarmee versterken de bedrijven hun leidende posities
op het gebied van onderzoek naar nieuwe producten en voerconcepten.
agrifirm werkte al samen met het Zweedse Lantmännen Lantbruk op het gebied
van onderzoek naar nieuwe producten en voerconcepten. Die samenwerking wordt
nu uitgebreid met Felleskjøpet Forutvikling. Op 7 mei 2013 hebben de partijen
op nötcenter Viken, de proefboerderij van Lantmännen, een samenwerkings-
overeenkomst ondertekend. Door de krachten te bundelen en samen te werken
met experts en universiteiten hopen agrifirm, Lantmännen en Felleskjøpet sneller
en efficiënter te kunnen innoveren en daarmee een bijdrage te leveren aan de
duurzame productie van veilig en gezond voedsel. Onderzoek voor melkvee wordt
uitgevoerd op proefboerderij Viken van Lantmännen. Laverdonk, de proefboerderij
van agrifirm, wordt ingezet voor onderzoek naar varkens, pluimvee en kalveren.
De onderzoeksfaciliteiten van Felleskjøpet Forutvikling worden gebruikt voor
algemeen onderzoek. alle drie de bedrijven blijven, naast gezamenlijke onderzoeks-
projecten, ook doorgaan met een eigen onderzoeksprogramma.
Samenwerking met innovatieve Scandinavische bedrijven
abemec Occasionapp
schakel in succes mei 20134
als iemand kan beoordelen hoe de
maatschappelijke positie van boeren en
hun organisaties de afgelopen veertig
jaar is veranderd, is het Van Vught. als
jonge boer stichtte hij samen met zijn
broer Kees een melkveebedrijf met 150
melkkoeien en akkerbouw in Rijkevoort.
Destijds een groot bedrijf; het leidde niet
tot enige discussie met de omgeving.
Sterker, de boeren maakten in die tijd
feitelijk de dienst uit, ook in de politiek.
De jonge noud van Vught belandde
al snel in de gemeenteraad van de
Deze hartenkreet doet noud van Vught
(65) als we hem, bij zijn afscheid als lid
van de Raad van Commissarissen (RvC),
vragen om een advies aan agrifirm. De
man die jarenlang bestuurlijk actief was
in boerenorganisaties maakt zich zorgen.
Hij ziet het draagvlak voor de veehouderij
in hoog tempo afnemen. “Vooral in het
zuiden, maar ook in de rest van het land
gaan veehouders merken dat ze moeten
investeren in maatschappelijke waar-
dering. anders hou je het op termijn
niet vol als ondernemer.”
“ook agrifirm heeft een rol in de transitie naar een meer maatschappelijk gewaardeerde agrarische
sector. Wij kunnen voer maken dat de weerstand en gezondheid van dieren bevordert, boeren
begeleiden in het transitieproces en samen met andere partijen concepten ontwikkelen die inspelen
op de wensen en eisen van burgers. Het is een keiharde noodzaak om daar meer aan te doen.”
‘ Investeer meer in maatschappelijke waardering’
noud van Vught neemt afscheid
gemeente Wanroij. Hij stond op de dorps-
lijst, op verzoek van de nCB (boeren-
bond). Het was de tijd waarin de groei
van de veehouderij welvaart en aanzien
bracht voor de gemeente. Van Vught
herinnert zich hoe de burgemeester
tijdens de nieuwjaarsreceptie vol trots
het aantal meters staluitbreiding in het
afgelopen jaar meldde…
in de jaren die volgden bleef Van Vught
volop actief in het agrarische bestuurs-
werk. Hij werd kringvoorzitter bij de
schakel in succes mei 2013 5
nCB, later de Zuidelijke Land- en tuin-
bouw Organisatie (ZLTO). Daar was hij
in de jaren negentig vice-voorzitter. in
die tijd waren er problemen in de vlees-
sector – Van Vught glimlacht slechts als
we hem voorleggen dat sommige zaken
niet snel veranderen. De Brabantse voer-
coöperatie Cehave werd samengevoegd
met de vee- en vleescentrale Encebe.
Van Vught werd vanuit de nCB adviseur
van de RvC van Cehave-Encebe. “Een
van de slechtste periodes in mijn
bestuurlijke loopbaan. De constructie
leidde tot veel onvrede”, blikt Van Vught
terug. na de ontvlechting van voer en
vlees, werd Van Vught voorzitter van
de RvC van Cehave. “Daar lag mijn hart,
een echt coöperatieve club.”
Ook bij Cehave kreeg van Vught de
nodige perikelen voor zijn kiezen. De fusie
met het Limburgse Landbouwbelang
werd snel in elkaar gestoken. “Dat was
niet verstandig. Toen we later tot
agrifirm fuseerden hebben we meer
tijd genomen; dat beviel veel beter.” Er
moest schoon schip worden gemaakt
in de brede activiteitenportefeuille van
Cehave Landbouwbelang. Vooral in de
pluimveesector werden verliezen gele-
den. “We besloten terug te gaan naar
onze kernactiviteiten in diervoeding en
plantaardig, een wijs besluit.”
Vooral de voeractiviteiten van Cehave
Landbouwbelang werden daarna uitge-
breid, met name door overnames in
het buitenland. “Dat blijkt een juiste
strategie. natuurlijk zit er soms een
overname bij die niet meteen voldoende
rendement oplevert. Maar als ik kijk wat
we nu in het buitenland hebben staan,
is dat een goede investering voor onze
nederlandse leden.” Van Vught gaat
ervan uit dat agrifirm deze groei de
komende jaren voort zal zetten.
Hij is trots op de geelgroene kleuren
van de onderneming agrifirm. “Dat vind
ik nog steeds een mooie oplossing. Wij
hadden met Cehave Landbouwbelang
natuurlijk een onmogelijke naam. ik vond
agrifirm al langer een heel sterke naam.
Door van beide fusiepartners een sterk
element te nemen, hebben we nu het
krachtige geelgroene agrifirm.” aan zijn
glimmende ogen zie je dat Van Vught
weer geniet, als hij vertelt hoe hij dit
idee voor het eerst lanceerde op een
ledenbijeenkomst ten tijde van de
fusiegesprekken.
Met plezier denkt hij terug aan de
discussies met leden, zijn collega-
veehouders. Hij was ruim veertig jaar
bestuurlijk actief en nam dit voorjaar
afscheid als vice-voorzitter van de
RvC van agrifirm, het eind van een
veelbewogen periode. De Brabantse
veehouder en bestuurder is nu druk
met de bouw van een nieuw woonhuis
bij de boerderij in Rijkevoort. De koeien
deed hij twee jaar geleden al weg.
noud van Vught vertelt het niet zonder
emotie, afscheid van je veestapel na
zoveel jaren is niet zomaar wat.
Hij noch broer Kees heeft een opvolger.
Wat rest is een akkerbouwbedrijf, waar
beide broers ‘zich niet hoeven te verve-
len’. En noud is nog altijd politiek actief
als lid van provinciale Staten van
noord-Brabant. Daar merkt hij dat de
veehouderij een zware opgave heeft
om zich maatschappelijk te blijven be-
wijzen. “Boeren moeten in nederland
voldoen aan veel eisen. Dat kunnen we,
omdat we op het punt van kennis een
voorsprong hebben ten opzichte van
het buitenland. agrifirm kan helpen om
die voorsprong te behouden.”
We vragen noud van Vught enkele we-
ken na zijn afscheid hoe hij het beëindi-
gen van zijn boerenbestuurswerk er-
vaart. “Het is wennen. Je mist al die
mensen met wie je jarenlang hebt sa-
mengewerkt”. Hij staat op om de
bouwvakkers die zijn nieuwe huis bou-
wen koffie te brengen.
“ Door van beide fusiepartners een sterk element te nemen, hebben we nu het krachtige Agrifirm.”
schakel in succes mei 20136
Tot drie jaar geleden waren er op het
bedrijf van ad en Jet Hesselmans alleen
vleesvarkens. Op de thuislocatie hadden
de varkenshouders 1.200 varkens en
twintig kilometer verderop nog eens
2.000. Vijftien jaar eerder hadden ze
besloten om te stoppen met zeugen.
Tien jaar later kwamen ze hier weer op
terug. “als je goed draait, kun je met
zeugen meer verdienen. Je hebt meer
invloed op de technische resultaten”,
stelt Hesselmans. “Daarnaast konden we
op de thuislocatie niet verder uitbreiden
in vleesvarkens omdat we hier te dicht
bij het dorp zitten. Zeugen kon wel.”
GRoTE sTap
Van nul naar 600 zeugen is een grote
stap. “Het voordeel is dat je met een
schone lei begint en het bedrijf dus
optimaal in kunt richten.” De varkens-
houders gingen daarbij niet over één
nacht ijs. in 2004 werd begonnen met
de plannen, vijf jaar later ging de bouw
echt van start. “Je komt steeds op nieuwe
inzichten, waardoor de plannen zich
blijven ontwikkelen. De eerste tekeningen
waren gebaseerd op een drieweken-
systeem, waarbij werkzaamheden als
werpen en spenen iedere drie weken
terug komen, maar later bleek dat een
vijfwekensysteem meer voordelen had.
Daardoor veranderde de indeling ook
weer.” naarmate de plannen vorderden
werden de geplande kraamstal en big-
genstal vervangen door twee grote
afdelingen met kraamopfokhokken,
het groen label systeem door een
luchtwasser en ontstond een innovatief
ventilatiesysteem waarbij de lucht vanaf
de centrale gang de afdelingen in komt.
niEuWE inZiCHTEn
“plannen ontwikkelen zich en dat is alleen
maar goed. gaandeweg ontstaan nieuwe
inzichten en de techniek staat ook niet
stil”, vindt adviseur anton van Zeeland
van agrifirm Exlan. Hij verzorgde het
vergunningstraject voor de uitbreidings-
plannen. “Juist daardoor hebben ad en
Jet een heel innovatieve en slimme
stal neergezet. Het is dan onze taak
om mee te denken en te zorgen dat
het papierwerk actueel blijft.” Veel
wijzigingen vroegen om een verande-
ring in de papieren. Van Zeeland:
“We hebben de plannen samen
steeds doorgelopen en uiteindelijk
is het vergunningstraject heel vlot
gegaan.” Hesselmans is dan ook tevre-
den. “Een belangrijk uitgangspunt was
om de stal zo in te richten dat Jet en
ik het werk zonder vast personeel
konden doen en dat is gelukt.” De
varkens houders besteden het schoon-
spuiten uit en schakelen bij arbeids-
pieken een ZZp-er in. “Dat bevalt prima”,
vindt Jet, die veel van het werk bij de
zeugen voor haar rekening neemt.
“Het is druk, maar het loopt goed
en daar gaat het om.”
Uw ambities realiseren?
Exlan T (0413) 38 26 67 of
T (0522) 26 86 00 of www.exlan.nl
agrifirm Exlan bewaakt papierwerk tijdens bouw
Doordacht bouwen is dynamisch proces
varkenshouders ad en Jet Hesselmans bouwden een stal voor 600 zeugen in een
vijfwekensysteem. agrifirm Exlan begeleidde het vergunningstraject en zorgde dat
de papieren actueel bleven naarmate de plannen vorderden.
< Ad en Jet Hesselmans samen met Agrifirm Exlan adviseur Anton van Zeeland (l).
schakel in succes mei 2013 7
op 23 april is in Emmeloord het
nieuwe ‘innovatiefonds voor telers’
gepresenteerd. dit fonds stimuleert
agrarische ondernemers in akker- en
tuinbouw met een financiële beloning
voor vernieuwende ideeën.
Het ‘innovatiefonds voor telers’ is een initiatief van acht partijen als doorstart van
het ‘Wim Luijkx innovatiefonds’. Het nieuwe innovatiefonds gaat verder met enkele
partijen van het eerste uur, aangevuld met nieuwe partners. alle partijen - abemec,
agrico, agrifirm plant, BaSF, Bayer CropScience, KWOOT, OCi agro en Syngenta - zijn
nauw betrokken bij de sector.
Op de site van het innovatiefonds kunnen telers hun innovatieve dienst, product
of toepassing indienen om voor financiële onder steuning in aanmerking te komen.
Een onafhankelijke vakjury – onder voorzitterschap van prof.dr.ir. Rudy Rabbinge,
verbonden aan de WUR – beoordeelt de aanvragen op het innovatieve karakter.
inzenders kunnen beloond worden met een financiële ondersteuning van maximaal
10.000 euro. Daarnaast wordt ieder jaar het publiek gevraagd haar voorkeur te geven
voor de beste inzending. Deze inzender wint dan tevens de ‘innovatie van het
jaar’-award.
Uw innovatie is geld waard. Meld u aan op www.innovatiefondsvoortelers.nl.
Een van de meest zichtbare veran de-
ringen is het gebruik van iBan
(international Bank account number).
Het is een langer rekening nummer, dat
voor een deel bestaat uit het huidige
nummer. Het iBan staat onderaan de
factuur. Ook overschrijvingen en incasso’s
vanaf 1 februari 2014 dient ook agrifirm te voldoen aan de nieuwe sEpa (single
Euro payments area) regelgeving. deze regelgeving ondersteunt de standaardisatie
van het betalingsverkeer in euro’s binnen Europa. dit heeft consequenties voor
administraties, systemen en software van veel bedrijven.
agrifirm over op iBan (SEpa)
sinds enige tijd kent de agrifirm-
website de duurzaamheid Wiki,
een overzicht van alle documenten,
berekeningen en inzichten waar
het duurzaamheidsbeleid van
agrifirm op gebaseerd is.
De Duurzaamheid Wiki geeft ook
uitleg over de aanleiding, de impact
en bijdragen die agrifirm levert op
het gebied van duurzaamheid en
maatschappelijk verantwoord
ondernemen.
Op de Duurzaamheid Wiki,
www.agrifirm.com/duurzaamheidwiki,
staan de volgende thema’s uitgewerkt:
KLimaaTvERandERinG
> agrifirm en klimaatverandering
> Carbon Footprint
> Energie Efficiency
> Hernieuwbare energie
> Onze stakeholders
duuRZamE GRondsToFFEn
vooR vEEvoER
> agrifirm en duurzame
grondstoffen voor veevoer
> Verduurzaming van soja uit
Zuid-amerika
> Eiwit van Eigen Erf-programma
(incl. noordwest-Europese soja-
initiatief)
> Onze stakeholders
TRanspaRanTiE
> Corporate guidelines
> Maatschappelijke jaarverslagen
> CSR & Mineralen nieuws
Onderwerpen duurzaamheid gebundeld
nieuw innovatiefonds beloont telers
worden per agrifirm-bedrijf aangepast
aan de nieuwe betaalstandaard. Binnenkort
ontvangt u meer informatie over wat SEpa
en iBan voor u betekent. Tot die tijd kunt
u uw huidige betaalwijze hanteren.
Meer informatie over SEPA kunt u
vinden op www.overopiban.nl of
informeer hiernaar bij uw bank.
schakel in succes mei 20138
nutricontrol ontstond in 2012 uit de
samenvoeging van de laboratoria van
CCL–nutriControl en pre-Mervo tot één
laboratorium in Veghel. Een full-service
lab met een focus op chemische ana-
lyses. Het bedrijf analyseert onder
meer voedingswaarden in food en feed,
maar controleert ook op aanwezigheid
van ongewenste stoffen in diervoeder
en in voedingsmiddelen, in opdracht
van de verschillende schakels in de
‘ Goed, snel en betrouwbaar’
nutriControl: specialist in analyses
keten. “De recente crises rond paarden-
vlees in rundvleesproducten, aflatoxine
in melk en, wat minder recent, dioxine
in eieren, tonen aan hoe actueel ons
werk is”, vertelt directeur Jörgen van
den Ende.
FLExibiLiTEiT
Die actualiteit vraagt soms om flexibili-
teit. “Sinds dit voorjaar kunnen we bij-
voorbeeld aantonen of er paardenvlees
in producten zit. Dit type onderzoek
konden we al uitvoeren voor varken,
rund en kip. Toen begin dit jaar ophef
ontstond over paardenvlees in rund-
vleesproducten, hebben we binnen
anderhalve maand dit ‘Species’-onder-
zoek ook voor paard ontwikkeld en ge-
valideerd. Ook hebben we bijvoorbeeld
door de aflatoxine-crisis onze analyse-
planning om moeten gooien om goed
op de extra vraag naar mycotoxine-
onderzoek in te kunnen spelen.”
GoEd, snEL En bETRouWbaaR
Het geeft aan dat nutriControl actief
is in een dynamische en soms onvoor-
spelbare markt. aan de andere kant
voert het laboratorium ook een groot
aantal vaste analyses uit op een meer
agrifirm-dochter nutriControl is specialist in analyses van
voedingsmiddelen en diervoeder (grondstoffen). Het laborato-
rium werkt zowel voor grote ondernemingen in de agribusiness
en verwerkende industrie als voor individuele boeren. ‘Wij willen
onze klanten ontzorgen. Het moet goed, snel en betrouwbaar.’
schakel in succes mei 2013 9
< Jörgen van den Ende, directeur van NutriControl.
structurele basis. “We werken veel in
opdracht van zusterbedrijven, zoals
de agrifirm Feed bedrijven, Bonda en
nuscience. Zij laten grondstoffen en
producten analyseren om de kwaliteit
en de voedingswaarde te kunnen
garanderen.” nutriControl heeft ook
externe opdrachtgevers. “We zijn
onderdeel van de agrifirm group,
maar opereren als een zelfstandig
en onafhankelijk bedrijf.” Ongeveer
50 procent van de opdrachtgevers zijn
bedrijven uit de agrarische sector. Bij
de andere helft gaat het bijvoorbeeld
om producenten van levensmiddelen,
producenten van halffabricaten op
voedselgebied, maar ook andere labo-
ratoria die een beroep doen op de ex-
pertise van nutriControl. Van den Ende:
“We onderscheiden ons met name
door onze kennis en kunde van ana-
lyses in combinatie met productkennis
van de te onderzoeken monsters.
We bieden een heel breed pakket van
analyses aan, die we goed, snel en
betrouwbaar uitvoeren.”
vEEHoudERs
nutriControl werkt ook rechtstreeks in
opdracht van veehouders. Daarbij kan
het gaan om verplichte analyses op het
gebied van voedselveiligheid, hygiëne
en waterkwaliteit of om vrijwillige nu-
tritionele analyses om de kwaliteit van
het product te bepalen en daarmee de
kwalitatieve resultaten te verbeteren.
Zo behoren onder meer voedingswaar-
de bepalende analyses tot het experti-
se gebied van nutriControl. “We zijn
naast deze nutritionele analyses bij-
voorbeeld ook gespecialiseerd in het
onderzoeken van eieren op de aanwe-
zigheid van dioxine, een verplicht on-
derdeel van iKB Ei. Wij hebben hiervoor
een techniek in huis die niet alleen heel
nauwkeurig is, maar ook voordelig.” On-
langs heeft iKB Ei bovendien besloten
om de eisen aan de monitoring uit te
breiden met niet-dioxine-achtige pCB’s.
Veel laboratoria zijn niet in staat om
deze analyse onder accreditatie uit te
voeren, maar wij wel. Ook doet nutri-
Control veel analyses op (drink)water
voor varkens, pluimvee en rundvee en
bijvoorbeeld het was- en spuiwater van
luchtwassers. “Zo kan op basis van de
gehaltes aan ammonium, sulfaat en pH
bepaald worden of het waswater nog
effectief is of dat het vervangen moet
worden. Ook als het afgevoerd moet
worden als spuiwater, dus als meststof,
moeten de gehaltes vastgesteld worden.”
myCoToxinEn
Een ander voorbeeld van onderzoek
voor de veehouder is de controle van
(ruw)voer op de aanwezigheid van
mycotoxinen, zoals vomitoxine (DOn),
zearalenon (ZEa) en aflatoxine. “Het
ruwvoer is een groot deel van het rant-
soen van melkvee en juist daarin kan
schimmelvorming optreden, waardoor
mycotoxinen kunnen ontstaan”, legt
Van den Ende uit. “Dat levert risico’s op
voor de veiligheid van het eindproduct
en kan gevolgen hebben voor de pro-
ductie en de gezondheid van dieren.
Veehouders doen er dan ook verstandig
aan om hun kuil te laten analyseren
zodat ze weten wat ze voeren.”
sERviCE
Om het de ondernemer daarbij zo ge-
makkelijk mogelijk te maken kunnen ze
de opdracht online doorgeven en het
monster met een koerier bij nutriCon-
trol laten bezorgen. De uitslagen van de
analyses worden door middel van een
digitaal rapport via de e-mail naar de
opdrachtgever verzonden. “We willen
onze klanten ontzorgen. in de komende
jaren staat de verdere professionalisering
van de organisatie centraal, om zo ver-
der te kunnen groeien in binnen- en
buitenland. “We willen onze activiteiten
uitbouwen. internationaal zal dat met
name via de zusterbedrijven zijn, maar
niet alleen. We willen in binnen- en bui-
tenland op de kaart staan met een breed
pakket analyses van hoge kwaliteit.”
“ Veehouders doen er verstandig aan om hun kuil te laten analyseren zodat ze weten wat ze voeren.”
schakel in succes mei 201310
1 2
3
54
Henk Hendriks
pluimveehouder en akkerbouwer in Heijen (Limburg)
pe Lakeman
bloembollenteler in Wervershoof (Noord-Holland)
Cor Kamphuis akkerbouwer in Kiel-Windeweer (Groningen)
Henk-Jan ten Kate melkveehouder/varkenshouder in Veeningen (Drenthe)
René vriend
fruitteler in Hauwert (Noord-Holland)
1
2
3
4
5
schakel in succes mei 2013 11
Efficiënt, schoon, veilig en verantwoord
Vleespluimveehouder en akkerbouwer
Henk Hendriks in Heijen (Limburg) vindt
het heel belangrijk dat agrarische onder-
nemers contact houden met hun
omgeving en zich laten zien. Hij doet dat
zelf door regelmatig excursiegroepen
en schoolklassen te ontvangen in zijn
vleeskuikenstallen. “Mensen hebben een
vertekend beeld van onze sector,” is zijn
ervaring. “als ze ons verhaal horen en
ze zien de kuikens in onze stal, dan kijken
ze er totaal anders tegenaan!”
Samen met zijn vrouw Marion heeft hij
een gemengd bedrijf met 160.000
vleeskuikens en ruim honderd hectare
akkerbouw. in termen van duurzaam-
heid scoort de pluimveevleesproductie
heel hoog, vindt de ondernemer. “als het
gaat om efficiënt voedsel produceren,
is er geen beter systeem dan onze
vleeskuikenhouderij. Efficiënter kan
niet; veiliger ook niet.”
Desondanks ondervindt deze sector
kritiek, gevoed door actiegroepen. De
ondernemer neemt de maatschappelijke
aandacht voor de intensieve veehouderij
serieus. gezondheid ziet hij als belangrijk
aandachtspunt. “We moeten ervoor
zorgen dat we het gebruik van antibiotica
zoveel mogelijk beperken. We hebben
op dit gebied al veel bereikt. Met een
optimaal stalklimaat, maximale hygiëne
en de juiste voeding voorkomen we al
veel gezondheidsproblemen.”
REsTsTRomEn En RECyCLinG
Behalve aan een gezonde productie hecht
Hendriks ook aan een structurele oplos-
sing voor de mest van zijn pluimvee-
bedrijf. Hij heeft zich aangesloten bij de
coöperatie DEp (Duurzame Energie-
pluimveehouderij pluimveehouderij),
die in biomassacentrale in Moerdijk
pluimveemest omzet in groene stroom.
“Er is discussie over de kosten, maar ik
sta er nog steeds achter. We hebben op
dit gebied geen zorgen meer en onze
mest wordt gegarandeerd afgezet op
een goede manier.”
Voor bloembollenteler pe Lakeman in
Wervershoof (noord-Holland) is duur-
zaamheid een vanzelfsprekend onder-
deel van ondernemerschap. “We moeten
onze omgeving te vriend houden, luis-
teren naar wat de maatschappij van ons
verwacht. Maatschappelijk draagvlak is
voor elke sector op termijn een voor-
waarde, ook voor ons. als de mensen
onze tulpen niet meer willen kopen,
houdt het vanzelf op.”
Lakeman heeft samen met zijn broer Jac
een bloembollenbedrijf, Fa. ng Lakeman
& Zn. in Wervershoof. Ze telen ongeveer
25 hectare tulpen, met name de soorten
die goed lopen in de broeierij.
“Duurzaam produceren houdt voor mij
in dat je kritisch kijkt naar de manier
in het maatschappelijk jaarverslag laat agrifirm laat zien dat
duurzaamheid is verweven in alle onderdelen van de onderneming.
boeren en tuinders zien ook het belang van duurzaamheid
en handelen daarnaar. vijf van hen vertellen hun verhaal.
duurzaamheid is in hun ogen: efficiënt, schoon, veilig en
verantwoord produceren.
Henk Hendriks:
“ De vleeskuikenhouderij is een zeer efficiëntie en duurzame manier van voedselproductie.”
>
schakel in succes mei 20131212
waarop je producten - zoals meststoffen
en gewasbescherming - inzet en ook naar
de verwerking van restanten en afval.”
Lakeman heeft voor verschillende afval-
stromen een duurzame oplossing door-
gevoerd. Een van die maatregelen is het
afvoeren van verpakking van gewas-
beschermingsmiddelen. Die kunnen
alleen onder voorwaarden met het
gewone bedrijfsafval worden afge-
voerd. “We spoelen de lege verpakkin-
gen netjes schoon en verzamelen die in
een big bag. Die wordt opgehaald door
een gespecialiseerde afvalverwerker,
die ze recyclet tot nieuwe producten. ik
vind het een prachtige oplossing, tegen
een kleine vergoeding wordt het netjes
en verantwoord opgelost.” Ook de big-
bags waarin de meststoffen worden
geleverd gaan niet meer naar de stort.
“We bewaren ze tot agrifirm plant weer
een inzamelingsactie heeft, en dan
brengen we ze naar het inzamelpunt
in Zwaagdijk.”
De gebruikte bollennetten worden
zelfs een keer hergebruikt voordat ze
worden gerecycled. Lakeman laat de
netten na het rooien schoonmaken
door een gespecialiseerd bedrijf. na de
tweede keer gebruiken, worden ze defi-
nitief afgevoerd en gerecycled. Deze
oplossing halveert de afvalstroom en
bespaart ook nog eens kosten, omdat
reinigen van gebruikte netten goedkoper
is dan nieuwe kopen.
miLiEuvRiEndELiJKE TEELT
als teler kijkt Lakeman kritisch naar
gewasbescherming. “We gaan er zeker
niet gemakkelijk mee om. niet alleen
om de belasting voor het milieu te
beperken, we doen het ook voor onze
eigen gezondheid.”
Dat geldt ook voor fruitteler René Vriend
uit Hauwert (noord-Holland). Hij heeft
een fruitteeltbedrijf met 17 hectare peren
en een kleine hectare pruimen. “We zijn
in de fruitteelt gewend te voldoen aan
een uitgebreid programma voor milieu-
vriendelijke teelt, zoals globalgap. Mijn
bedrijf voldoet ook aan Tesco nurture,
omdat veel van onze peren, via the
greenery, naar de Britse markt gaan.”
De teler kiest waar mogelijk voor milieu-
vriendelijke oplossingen in de gewas-
bescherming. Een voorbeeld is het
product isomate CLR, dat feromonen
(natuurlijke lokstoffen) verspreidt, zodat
de paring van de fruitmot en enkele
andere plaaginsecten wordt verstoord.
“Daarmee hebben we het probleem met
fruitmot praktisch opgelost, zodat we
hiervoor geen gewasbeschermings-
middelen meer hoeven gebruiken.”
Ook in meststoffen kiest de fruitteler
voor producten die effectief zijn en
zo min mogelijk belastend voor de om-
geving. Een voorbeeld hiervan is de ijzer-
meststof HBED 9%, een nieuw soort.
in dit product is het ijzer op een stabiele
vorm gebonden, zodat het langdurig
werking behoud en niet bindt aan koper
in de grond.
REGionaLE KRinGLoop
“Duurzaamheid is belangrijk, maar
het moet wel samengaan met econo-
mie”, vindt melkveehouder en varkens-
houder Henkjan ten Kate in Veeningen
(Drenthe). Hij heeft samen met zijn
partner Brenda Benak, oom en schoon-
ouders een gemengd bedrijf met varkens
(400 zeugen) en melkvee (ruim 110 melk-
koeien) en akkerbouw. Duurzaamheid
en economie gaan samen bij energie-
besparing. Ten Kate verwarmt zijn
biggenstal met een houtpelletkachel.
Voor het klimaat in de kraamstallen
werkt hij met een koeldeksysteem,
dat de warmte uit de mest benut.
“We gebruiken geen gas, maar nog
wel veel stroom. Het liefst zou ik de
elektriciteit zelf opwekken met een
windmolen. Helaas lukt het nog niet
daarvoor de benodigde vergunningen
te krijgen.” De ondernemer is betrokken
bij een regionaal initiatief voor groene
energie uit koolzaad. Hij teelt dit jaar
pe Lakeman:
“ Duurzaam produceren is ook het verantwoord verwerken van restanten en afval.”
Henk-Jan ten Kate:
“ Ons bedrijf voldoet aan de eisen voor een ster in het Beter Leven kenmerk.”
>
schakel in succes mei 2013 13
24 hectare van dit gewas. Het zaad
is bestemd voor de olieproductie. Het
bijproduct daarvan, koolzaadschroot,
gebruikt hij als voeding voor zijn koeien.
Zijn specialist Rundveehouderij bij
agrifirm Feed, ‘rekent’ dit in het rant-
soen. Het energie- en eiwitrijke product
vervangt soja. Ten Kate: “ik vind het
een mooi, regionaal initiatief. Zeker
’s zomers heeft het een prachtige
uitstraling, met die gele velden om
rondom de boerderij.”
ZiCHTsTaL
net als vleeskuikenhouder Hendriks,
vind ook varkenshouder Ten Kate
de relatie met zijn omgeving heel
belangrijk. Hij heeft daarom twee
van zijn varkensstallen aangepast tot
zichtstal. Tussen deze twee stallen is
een ruimte gecreëerd waarin iedere
belangstellende door speciaal hiervoor
aangebrachte ramen naar de varkens
in de stallen kan kijken. in juni gaat
deze ruimte open. “Veel mensen,
ook in mijn omgeving, hebben een
negatief beeld van de varkenssector.
ik merk dat ik me ga verdedigen.
Dat zou toch niet nodig moeten zijn?
ik heb niets te verbergen. We doen met
ons bedrijf mee aan good Farming Star,
dat voldoet aan de eisen voor een ster
in het Beter Leven kenmerk van de
Dierenbescherming. Dat mag toch
best gezien worden?”
ZuiniG op dE GRond
Voor akkerbouwer Cor Kamphuis uit
Kiel-Windeweer (groningen) is duurzaam
produceren een kwestie van “zuinig op
de grond” zijn. Met zijn familie heeft hij
een akkerbouwbedrijf met onder andere
brouwgerst, zomertarwe, zetmeel-
aardappelen en suikerbieten.
Kamphuis focust zich op een gezonde,
stabiele bodem, waarin het niveau van
organische stof op peil blijft. Hij doet mee
aan het project Veldleeuwerik. Binnen
de Stichting Veldleeuwerik werken ak-
kerbouwers en verwerkende bedrijven
samen om de duurzame productie van
de akkerbouw te stimuleren. agrifirm
plant is één van de ketenpartners.
Deelnemen aan Veldleeuwerik houdt
onder meer in dat de akkerbouwer een
eigen duurzaamheidsplan opstelt en
uitvoert. “Hierin benoemen we zaken die
op zowel korte als lange termijn meer
aandacht verdienen op mijn bedrijf, zaken
waar ik alert op wil zijn.” aandachts-
punten in het plan van Kamphuis zijn
onder meer bemesting en bodemvrucht-
baarheid. Kamphuis wil meer grip krijgen
op de samenstelling van de (organische)
Duurzaamheids-jaarverslag
agrifirm group en agrifirm plant
hebben beiden een duurzaam-
heidsjaarverslag 2012 opgesteld.
De verslagen zijn te lezen op
www.agrifirm.com.
Lees ook pagina 27: interview met
Drees Beekman.
Cor Kamphuis:
“ Voor het project Veldleeuwerik stel ik een duurzaamheidsplan op.”
mest. Verder gaat hij rekenen aan de
waarde van stro. Wellicht is het gebruik
van stro als bodemverbeteraar interes-
santer dan de verkoop. Ook energie is een
thema. Kamphuis heeft zonnepanelen
is op zoek naar de meest interessante
afnemer van groene stroom. “Wij willen
graag zoveel mogelijk rendement halen
uit zonne-energie.”
Bij het opstellen van het duurzaam-
heidsplan wordt hij ondersteund door
een geaccrediteerde adviseur van het
project, in dit geval teeltspecialist Fokko
prins van agrifirm plant. Ook waardevol
zijn bijeenkomsten met collega’s. “We
komen acht à tien keer per seizoen bij
elkaar. Dat maakt deelname aan
Veldleeuwerik voor mij extra interessant.
Met elkaar brainstormen en ervaringen
uitwisselen is leuk en ontzettend leer-
zaam. Sparren met collega’s zet je aan
het denken. als het goed is, levert het
uiteindelijk rendement voor het bedrijf
op. Dat is het mooie ervan.”
René vriend:
“ Voor de afzet van fruit in de retail is milieu vriendelijke teelt een vereiste.”
schakel in succes mei 201314
de productielocatie drachten van agrifirm Feed is klaar voor de
toekomst. investeringen in vernieuwing en uitbreiding van de
productiecapaciteit maken dat de fabriek de uitdagingen in de
rundveesector aan kan. niet alleen wat betreft klantwensen en
hoeveelheden, maar ook wat betreft efficiency en lage kosten.
< Medewerker Gerrit Vedder bij de vernieuwde mineralenopslag in Drachten.
Productielocatie Drachten klaar voor de toekomst
De productie in Drachten is de afgelo-
pen tijd sterk gegroeid, vertelt locatie-
manager Jan Holterman. “We draaiden
het afgelopen jaar ongeveer 400.000
ton rundveevoer. Ten opzichte van
2006 is dat een stijging met zo’n 75%.”
in de komende jaren zal de productie
verder groeien naar 500.000 ton. Mede
door het afschaffen van de quotering is
de verwachting dat de vraag naar rund-
veevoer, zeker in noord-nederland, zal
toenemen. Bovendien is de doelstelling
om het marktaandeel verder te vergro-
ten. Halverwege 2013 ligt de afzet ruim
boven die van vorig jaar. Ton Haarman,
verkoopleider noord Midden van agrifirm
Feed: “Dat heeft onder andere te maken
met het late voorjaar en dat er meer
schakel in succes mei 2013 15
< Twee van de vernieuwde persen die zorgen voor meer productiecapaciteit.
gevoerd is aan het eind van het vorige
quotumjaar. De gemoderniseerde en
grotere fabriek in Drachten is een
goed uitgangspunt om de extra vraag
in te vullen.”
GRoTERE CapaCiTEiT
in 2012 zijn vier van de persen in
Drachten vervangen door moderne
machines die meer aan kunnen. “Be-
langrijk is vooral dat we nu betere zo-
genoemde voorverdichters hebben.
Daardoor kunnen we sneller en beter
brokjes maken”, legt Holterman uit.
naast de grotere capaciteit maakt deze
investering het mogelijk om een breder
pakket grondstoffen toe te kunnen pas-
sen. Een voorbeeld is de verwerking van
de vloeistof vinasse, een bijproduct uit
de ethanolindustrie. Ook is enkele jaren
geleden geïnvesteerd in de opslag en
dosering van mineralen en premixen.
Holterman: “Bij deze investering hebben
we de opslag en logistiek sterk verbeterd.
We kunnen meer en nauwkeuriger mine-
ralen en premixen doseren. Bijkomend
voordeel is dat we minder hoeven te
tillen, dus het is ook leuker voor onze
mensen op de fabriek. Bij de investering
wordt ook gekeken naar verbetering van
de arbeidsomstandigheden.”
TREnds
De investering in de opslag en dosering
van mineralen en premixen is een
antwoord op ontwikkelingen in de markt.
De samenstelling van het voer luistert
steeds nauwer. Een andere trend is om
meer te voeren op basis van enkelvoudige
grondstoffen. De locatie Drachten heeft
al in 2006 ingespeeld op deze trend,
vertelt Holterman. “Met de maalinstal-
latie die we toen hebben gebouwd,
kunnen we gemalen grondstoffen in de
door de veehouder gewenste kwaliteit
en samenstelling produceren, de zoge-
noemde simpli mixen. Daarnaast maken
we onze balansmelen, mengsels van
premixen, mineralen en gemalen
grondstoffen op basis van nutriënten-
behoefte. Balansmeel is eigenlijk rund-
veebrok in de vorm van meel, het kan
zo in de voermengwagen.”
maRKT
“De markt verandert in rap tempo”, aldus
Haarman. “Melkveehouders bepalen hun
eigen strategie, wij gaan daarin mee.
Het rendement van de veehouder staat
immers voorop. De concurrentie wordt
heviger, wij onderscheiden ons door te
zorgen voor het beste resultaat. nu het
quotum er nog is, gaat het om het saldo
per 100 kilogram melk, straks telt meer
het rendement per koeplaats.” Met
concepten speelt agrifirm Feed hierop in.
“in de markt hebben we vooral succes
met onze ‘100 dagenaanpak’. Dat sluit
perfect aan op de praktijk van veel
melkveehouders. Ook OpFOK24 slaat
goed aan. Uiteindelijk telt de prijs-
kwaliteit verhouding. Het is geen
probleem als het voer een dubbeltje
duurder is, als je er een kwartje meer
mee kan verdienen.”
KLaaR vooR dE ToEKomsT
“We zitten kort op de klant. En we
kunnen melkveehouders die nog geen
klant zijn laten zien hoe onze klanten
resultaat boeken met ons voer. Dat
geeft een enorme drive en dat merken
we ook hier op de fabriek”, stelt Haarman
“Het verhaal van Drachten past perfect
in ons gesprek met de veehouder.”
Holterman: “Later dit jaar zetten we
nog een belangrijke stap. Dan vervangen
we de laatste twee persen door één
nieuwe. in totaal hebben we dan onze
perscapaciteit met bijna de helft
vergroot. Er werken hier net zo veel
mensen als tien jaar geleden, maar we
maken bijna twee keer zoveel voer. Je
kunt wel nagaan wat dat doet met
onze kostprijs. Hetzelfde geldt voor
duurzaamheid: per ton voer gebruiken
we veel minder energie en stoten we
minder CO2 uit. We zijn klaar voor de
toekomst.”
< Verkoopleider Ton Haarman (l) en locatiemanager Jan Holterman voor de productielocatie in Drachten.
schakel in succes mei 201316
WeideKompas
Weidekompas
CompLEET WEidEn
feed
De maatschap De Boer-Compas, in het
Friese Weidum, heeft 78 hectare grond
vrijwel aaneengesloten. De ideale situatie
voor de beweiding van de 110 melk-
koeien en het jongvee. Weidegang is
voor piet de Boer een vanzelfsprekend-
heid. “De koeien in de wei vind ik het
mooiste wat er is. Twee keer per dag op
de mountainbike de koeien halen,
prachtig toch? ik ben ervan overtuigd
dat weidegang goed is voor mijn koeien,
het is mooi voor de burger en ik geloof
ook dat het economische voordelen
heeft. als je het goed in de vingers
Zodra het weer het toelaat, lopen de koeien van melkveehouders
piet de boer en sandra Compas dag en nacht buiten. Het blijkt
prima samen te gaan met topresultaten.
‘ Koeien in de wei is het mooiste wat er is’
Topresultaten met dag en nacht beweiden
hebt, kun je met weidegang een lage
kostprijs realiseren.”
mooiE REsuLTaTEn
De koeien van De Boer lopen dag en
nacht buiten. “Veel melkveehouders
denken dat het dan lastig is om een
hoge productie te behalen en hoge ge-
haltes te behouden”, vertelt Sible van
der Werf, specialist Rundveehouderij bij
agrifirm Feed. “Dit bedrijf bewijst het
tegendeel met tien 100.000 liter koeien
en drie koeien die 10.000 kilo vet en eiwit
haalden.” De gemiddelde productie ligt
op 9.500 liter, met 4,21 procent vet,
3,84 procent eiwit en een ureumgetal
van 18. Van der Werf: “Dat is een kwestie
van vakmanschap en goed kijken naar
de koeien. piet boert op gevoel, maar
wel met hele mooie resultaten.”
WeideKompas 13 koeien per ha beweidbaar oppervlak
> hoog economisch voordeel uit weiden
> dag en nacht weidegang
> lage krachtvoerkosten per koe
schakel in succes mei 2013 17
feed
“De koeien moeten er goed uit zien,
mooi vol, en gezond zijn. Dan kun je
ook goed draaien”, stelt De Boer zelf.
onbEpERKT WEidEn
Onbeperkt beweiden is voor de melk-
veehouders de manier om het gras
maximaal te benutten. Dat vraagt om
een zorgvuldig graslandmanagement,
wat begint met het vroeg genoeg in-
scharen van de koeien. “Ze lopen hier
eigenlijk constant op kort gras. Dat is
lekker vers en smakelijk, dus dan is de
opname maximaal. ik wil het liefste dat
ze zich de hele dag volvreten.” De Boer
begint met een blok van 22 hectare
voor het beweiden, met drie hectare
achter de hand voor tegenvallende
weersomstandigheden. De koeien lopen
steeds op een perceel van drie of zes
hectare en worden bijna dagelijks om-
geweid. “Soms lopen ze er een dag, soms
twee. ik houd mijn ogen open als ik de
koeien ophaal, zodat ik er altijd op tijd
bij ben. als je te lang wacht, is het gras
alweer te lang en dan vreten ze het niet
goed meer.”
smaKELiJK GRas
na de eerste snede gebruikt De Boer
een groter stuk van ongeveer 45 hecta-
re voor het weiden, om ook daar steeds
vers, kort gras aan te kunnen bieden.
“als we richting de herfst gaan, ben ik
constant aan het maaien, zodat het
gras smakelijk blijft. Het maaien staat
echt in dienst van het beweiden.”
Vooruit plannen doet De Boer niet.
“Het weer kun je niet plannen. als het
regent, gaan ze in een nieuw perceel
zodat ze rustig blijven. in een goed
groeiseizoen kan ik een perceel extra
maaien, in een minder seizoen is er
meer grond nodig voor het beweiden.”
De draagkracht van de grond bepaalt
wanneer de koeien naar buiten gaan en
wanneer naar binnen. Sommige jaren
lopen ze tot december buiten, andere
jaren is het land in oktober al te nat.
EvEnWiCHT
Hoewel De Boer maait in dienst van het
beweiden, wil dat niet zeggen dat de
kwaliteit van de kuil niet belangrijk is.
“Dat is heel belangrijk. De hele kuil moet
smakelijk zijn, net als het gras. alleen
dan is de opname optimaal.” Op tien
hectare teelt De Boer maïs voor de
pensvulling. “ik geloof wel dat het, juist
voor de optimale benutting van de
VEM van het gras, heel belangrijk is om
voldoende bij te voeren. Evenwicht in
het rantsoen is belangrijk. Zeker in het
voorjaar houd ik ze daarom een uur of
drie binnen na het melken. als ze net
binnenkomen, hebben ze nog geen
honger en ik wil wel dat ze het voer
goed opvreten.”
FLExibEL
“piet heeft een duidelijk systeem, maar
is heel flexibel”, vindt Van der Werf.
“Dat is heel belangrijk om het maximale
uit de weidegang te halen. Je moet snel
kunnen schakelen en goed naar de koeien
en naar het land kijken. Dan kun je ook
met onbeperkt weiden een topsaldo
halen.”
“ Het is een kwestie van vakmanschap en goed kijken naar de koeien.”
< Piet de Boer (m), Sandra Compas en Agrifirm Feed specialist Sible van der Werf.
schakel in succes mei 201318
feed
Compleet weiden
Picto
Combi weiden
Compact weiden
aandacht voor verse koeien loont ook bij beweiding
grasmix® Kali
De oplossing bij drijfmesttekort
Heeft u te weinig drijfmest
beschikbaar voor uw grasland? met
Grasmix® Kali voorziet u grasland
zonder (of met weinig) drijfmest
in één werkgang van voldoende
stikstof, kalium, zwavel, magnesium
en selenium.
KaLium van GRooT bELanG
Kalium is belangrijk voor de vocht-
huishouding in gras. Voldoende kalium
zorgt voor een vitaal gewas met
een hoge drogestofopbrengst.
Extra kalium vertraagt de veroude-
ring (verhouting) van het gras,
waardoor het langer smakelijk blijft.
Ook vermindert kalium kroonroest,
wat de smaak ten goede komt.
geslaagde Vakweidedag
met ruim 100 aanmeldingen, inspirerende inleidingen en een heuse FarmWalk was
de vakweidedag op de dairy Campus een groot succes.
Op 11 april gingen ruim honderd veehouders samen met agrifirm en DairyCampus de
wei in. Tijdens de FarmWalk kon iedereen zelf ervaren wat je moet doen voor een
goed weidebestand.
WEKELiJKsE FaRmWaLK
Een wekelijkse FarmWalk geeft een goed beeld van de te beweiden en te maaien
percelen. U ziet direct of u in actie moet komen om de zode smakelijk te houden.
Een wekelijkse FarmWalk is één van de succesfactoren binnen WeideKompas.
ga ook FarmWalken met een collega-veehouder of uw specialist Rundveehouderij
van agrifirm Feed.
Wilt u ook de wei in? Agrifirm organiseert meerdere studiedagen. U kunt zich op
www.agrifirm.com/rundveestudiedag alvast aanmelden.
maïs biJvoEREn vooR HoGERE pRoduCTiE
aandacht voor de verse koeien is bepalend voor een hoge
melkproductie bij beweiding. Bij de 25 procent beste
bedrijven sluit het rantsoen beter aan op de behoefte
(hogere VEM, betere DVp-dekking). Ook voeren deze
bedrijven meer snijmaïs bij.
HoGERE KRaCHTvoERGiFT: HoGER saLdo van € 360
Bedrijven met de 25 procent hoogste melkproductie
realiseren een hoger saldo van € 360,- per koe. De groep
met de hoogste melkproductie voert meer krachtvoer,
maar verdient deze investering terug door een hogere
melkproductie en meer kilogrammen vet en eiwit.
Een passend rantsoen voor verse koeien is een belangrijke
voorwaarde voor een hoge melkproductie bij beweiden. dit
blijkt uit de resultaten van agrifirm Focus melkvee.
KLassE indELinG op basis van KG mELK pER KoE pER daG
Weideseizoen 2012
25% laagste 25% hoogste
BSK 35 42,8
Nettoopbrengst 2064 2498
Kg melk/koe 20,6 27,6
Vet % 4,36 4,28
Eiwit % 3,52 3,55
Rantsoen
% graskuil (van totale ruwvoer) 21 15
% maïskuil (van totale ruwvoer) 8 12
% vers gras (van ruwvoer) 71 73
VEM/kds (060 dgn.) 966 1005
zetmeel g/kg ds (060 dgn.) 112 133
Per kg (meet)melk
Kg krachtvoer totaal/100 kg melk* 23,76 24,57
Melkgeld/100 kg melk 36,22 35,87
Totale voerkosten/100 kg melk 6,99 6,95
schakel in succes mei 2013 19
Fosfaatverlaging in varkenshouderij
feed
Binnen het aanvullend mestbeleid zijn
verschillende trajecten afgesproken om
te komen tot een evenwichtige bemes-
ting in nederland. Simpel gezegd kun je
spreken van 3 sporen:
1. Evenwicht mestproductie en -afzet
(inclusief een verplichting tot
mestverwerking)
2. producten uit dierlijke mest ver-
werken tot kunstmestvervangers
3. voermaatregelen, oftewel het
‘voerspoor’.
Over de eerste twee maatregelen is de
afgelopen periode al veel geschreven in de
verschillende media. immers, dat raakt u di-
rect. De maatregelen binnen het voerspoor
worden door de verschillende mengvoer-
leveranciers in nederland ingevuld.
ConvEnanT
De rundveesector heeft in een convenant
dat is gesloten tussen nevedi en LTO
afgesproken, dat de aangesloten partijen
er samen voor zorgen de aanvoer via het
Fosfaatefficiency, een belangrijk thema voor varkenshouders. agrifirm Feed zet zich
in om ondernemers hierbij te ondersteunen, onder andere door de productie van het
air Line® voer. in 2012 heeft agrifirm Feed via haar varkensvoeders ongeveer 700.000
kg minder fosfaat in de markt gezet.
voer fors te reduceren. Onlangs heeft
agrifirm Feed bekend gemaakt dat de
rundveesector in 2012 bijna 1 miljoen kg
fosfaat uit de markt heeft gehouden ten
opzichte van het referentiejaar bij een
groeiende afzet.
vaRKEnssECToR
Binnen de varkenssector is het anders
geregeld. Elke varkenshouder moet zelf
aantonen dat zijn fosfaatefficiency op
het bedrijf voldoet aan een minimum
waarde. De varkenshouder kan zelf al
zijn creativiteit en ondernemerschap in-
zetten om aan deze efficiencynormen te
voldoen. De belangrijkste maatregelen
daarbij zijn:
> zorgen voor een goede diergezond-
heid. immers, dit zorgt voor scherpe
voerconversies
> zorgen voor de juiste inzet van het
juiste voer op het juiste moment
> en natuurlijk: zo min mogelijk fosfor
via het voer aanvoeren.
FosFaaTEFFiCiEnCy
Ten aanzien van dat laatste heeft agrifirm
in 2012 ook voor de varkenssector een
groot resultaat laten zien. Het blijkt dat
er ongeveer 700.000 kg minder fosfaat
in de markt is gezet via onze varkens-
voeders. Op deze manier is het behalen
van de fosfaatefficiency gemakkelijker
realiseerbaar. Deze verlaging is gerea-
liseerd met in acht name van de
nutritionele normen voor optimale
prestaties en gezondheid van de dieren.
Het behalen van de fosfaatefficiency is
voor varkenshouders met air Line® sowie-
so makkelijker realiseerbaar. immers,
door het voeren van hoog geconcen-
treerde voeders zijn er minder kilo’s
voer nodig. Minder kilo’s voer betekent
ook minder aanvoer van fosfor.
Voor meer informatie over
fosfaat efficiency en de te nemen
(voer )maatregelen kunt u contact
opnemen met uw specialist.
schakel in succes mei 201320
gerbert Oosterlaken verplaatste zijn
zeugenbedrijf van Velp naar de thuis-
locatie in Beers, waar hij voorheen alleen
vleesvarkens hield. Hier bouwde hij
een nieuwe stal voor 600 zeugen.
Het uitgangspunt was om gezondheid,
werkplezier, dierenwelzijn, oog voor de
omgeving en een goed verdienmodel
in één concept te integreren. Om dat
te bereiken investeerde hij veel tijd en
energie in de ontwikkeling van het
concept, onder andere in netwerken
met collega-varkenshouders.
Los in HET KRaamHoK
Eén van die netwerken leidde tot de
ontwikkeling van het pro Dromi kraam-
hok. Oosterlaken paste dit principe aan
tot een kraamopfokhok waarin de zeug
vanaf de eerste dag los ligt. “Dat is een
grote stap, maar als de zeug eenmaal los
ligt willen we denk ik niet meer anders.
Het is beter voor de gezondheid en het
welzijn van de zeug en dat zie je terug
in de resultaten.” De kraamhokken zijn
allemaal voorzien van een opklapbare
kraambox. “Zo kun je een zeug toch vast
zetten als het nodig is, bijvoorbeeld bij
een agressieve zeug waar je niet bij kunt
komen of tijdens het behandelen van
de biggen”, legt agrifirm Feed specialist
William Bokkers uit. Zoals velen is hij
benieuwd naar de resultaten met de
loslopende zeugen. “Het is natuurlijk
spannend en het is afwachten hoe het
gaat lopen, maar ik heb er wel vertrou-
wen in. gerbert heeft het concept goed
doordacht en ik vind het mooi dat hij
deze stap durft te maken.” Om mogelijke
problemen met agressieve en onrustige
zeugen zoveel mogelijk te voorkomen
is Oosterlaken aan het overschakelen
op Topigs 50 zeugen, die rustiger zijn
dan de Topigs 20 lijn waar hij voorheen
mee werkte.
KRaamopFoK
Oosterlaken combineert het pro Dromi
principe met een kraamopfoksysteem.
De biggen hoeven na het spenen dus
niet verplaatst te worden, waardoor
de biggen minder stress ervaren en
in het brabantse beers bouwde varkenshouder Gerbert
oosterlaken zijn droomstal. Het innovatieve zeugenconcept
toont aan dat gezondheid en welzijn hand in hand kunnen gaan.
de varkenshouder arbeid bespaart.
“Vroeger waren kraamopfokhokken de
standaard, maar tegenwoordig vindt
men de bouwkosten vaak te hoog”, legt
Oosterlaken uit. “Toch denk ik dat de
extra investering zich terug betaalt.
Met de huidige welzijnseisen valt het
extra aantal vierkante meters mee en
het kraamopfokhok heeft veel voordelen
voor arbeid, gezondheid en de technische
resultaten.” Oosterlaken draait in een
vierwekensysteem. “ik werk al jaren met
een meerwekensysteem, waarvan de
laatste paar jaar een vierwekensysteem.
Het heeft veel voordelen voor de afzet
en zeker ook voor gezondheid, wat ik
heel belangrijk vind.” in het netwerk
4xbeter werkte Oosterlaken samen met
feed
Varkenshouder bouwt innovatieve zeugenstal
Investeren in welzijn en gezondheid
schakel in succes mei 2013 21
collega’s aan de optimalisatie van het
systeem. Die kennis gebruikte hij in de
nieuwe stal, waardoor hij nu bijvoorbeeld
op vier weken leeftijd kan spenen en zo
een extra slag in de gezondheid maakt.
vLoERvoEdERinG
alle zeugen op het bedrijf worden ge-
voerd met vloervoedering, ook de zeugen
in de kraamstal. Oosterlaken: “Zo kunnen
de biggen mee vreten met de zeug en
leren ze snel vast voer op te nemen.” in de
kraamopfokafdeling werkt Oosterlaken
met een computergestuurde droogvoer-
installatie, waarbij de valbuis als een
soort dosator dient. Daardoor kan hij met
hetzelfde systeem het pre Lac transitie-
voer en air Line Lacto Rendement aan
de zeugen voeren en na het spenen de
speenkorrel en biggenkorrel voor de ge-
speende biggen. Vanaf ongeveer 20 kilo
schakelen de biggen over op startvoer.
TRanspaRanTiE
Om de gezondheid tot een hoger niveau
te tillen koos Oosterlaken onder andere
voor mestpannen zodat de mest snel
afgevoerd wordt uit de stal, een hoog
percentage dichte vloer en besteedde
hij veel aandacht aan ventilatie. “De
ventilatie moet gewoon 100 procent
voor elkaar zijn. Het is belangrijk om daar
in de bouw al rekening mee te houden.
We hebben bijvoorbeeld goed gekeken
naar de windrichting en langs de stal een
dijkje aangelegd om de wind in goede
feed
banen te leiden.” Het dijkje draagt
meteen bij aan de landschappelijke in-
passing van de stal, want ook dat is een
belangrijk punt voor Oosterlaken. “We
zijn in overleg gegaan met de omgeving
en bijvoorbeeld de plaatselijke natuur-
vereniging om samen te bekijken hoe
we de stal het beste in konden passen.”
Met onder andere houtwallen, een
boomgaard, picknickplaats en een kikker-
poel wil Oosterlaken het bedrijf ook voor
voorbijgangers aantrekkelijk maken.
“We hebben ook een zichtruimte waar
mensen altijd terecht kunnen. Transpa-
rantie is belangrijk, we willen laten zien
wat we doen en dat we als sector niks
te verbergen hebben. Wij zijn trots op
deze stal en dat laten we graag zien.”
< Gerbert Oosterlaken (l) en Agrifirm Feed specialist William Bokkers.
Open dag en symposium
De familie Oosterlaken opende de nieuwe stal met een drukbezochte open dag,
voorafgegaan door een symposium. Varkenshouder gerbert Oosterlaken lichtte zelf
het concept toe, waarna verschillende sprekers hun visie gaven op thema’s die een rol
speelden bij de ontwikkeling ervan. Leo van Leengoed van porQ sprak over gezondheid
en welzijn en de maatschappelijke acceptatie van de sector, projectleider Onno van Eijk
van natuur&Milieu over een integraal duurzame veehouderij, waar Oosterlaken in zijn
ogen duidelijke stappen in zet. Tijdens de discussieronde kon de zaal in discussie gaan
met de sprekers en een panel bestaande uit vertegenwoordigers van de provincie, ZLTO,
de supermarktbranche en de burgers. als afsluiting van het symposium werd de stal
geopend door de familie Oosterlaken en maakte gerbert Oosterlaken de naam bekend
van zijn concept dat gezondheid en welzijn combineert: het Sanitas Hotel.
< Gerbert Oosterlaken spreekt tijdens het symposium.
schakel in succes mei 201322
Bij jonge kuikens zijn de darmen en
darmflora nog volop in ontwikkeling
en daarom erg kwetsbaar. Toch krijgt
drinkwaterhygiëne niet altijd de aan-
dacht die het verdient. Regelmatig
kunnen gezondheidsproblemen bij
koppels verklaard worden door slecht
drinkwatermanagement.
ConTinuE bEsmETTinGsbRon vooR-
KomEn
afzettingen en aanslag van calcium, ijzer
of mangaan kunnen leiden tot een lagere
wateropbrengst of lekken van de nippels.
Daarnaast kan aan de binnenzijde van
waterleidingen gemakkelijk biofilm, een
slijmachtige laag, ontstaan door aan-
hechting en groei van micro-organismen.
Bacteriën zoals Eschericia coli, Entero-
coccus sp. en Salmonella sp. kunnen
zich in de biofilm vestigen en zo een
continue besmettingsbron blijven
vormen. Bovendien heeft biofilm tot
gevolg dat behandelingen via het water,
zoals entingen, vitamines en mineralen,
moeilijker hun doorgang tot de dieren
vinden.
REGELmaTiG REiniGEn
Op resten van oude vervuiling zal
de biofilm binnen twee à drie dagen
opnieuw aangroeien. Voor een goed
water management is het advies de
drink waterleidingen, ook tijdens de
droogstand, regelmatig en grondig
te reinigen.
met het stijgen van de buitentemperatuur is het belangrijk extra aandacht te
schenken aan ventilatie en drinkwaterhygiëne. Een juiste temperatuur, lucht-
vochtigheid en aanbod van zuurstof verkleint de kans op hittestress; schoon
drinkwater is daarnaast een must voor een optimale darmgezondheid.
Hittestress
net als schoon drinkwater is een goed
klimaat belangrijk om bij een stijgende
temperatuur de kuikens gezond te houden.
Hittestress ontstaat wanneer een kuiken
zijn lichaamswarmte niet goed kwijt kan.
De combinatie van een hoge omgevings-
temperatuur en een hoge luchtvochtigheid
speelt hierin een belangrijke rol.
EEn aanTaL Tips om HiTTEsTREss
ZovEEL moGELiJK TE vERmiJdEn:
> Start op tijd met de ventilatie om te
voorkomen dat het CO2-gehalte te hoog
wordt. Bij te hoge gehaltes worden de
kuikens sloom en krijgen ze luchtweg-
en coliproblemen.
> Begin op tijd met koelen met behulp van
de vernevel- of tunnelinstallatie. Een
eenmaal opgewarmde stal is moeilijk
‘terug te koelen’.
> Zorg voor veel luchtstroming tussen de
kuikens. Stem de onderdruk hier op af.
> geef tijdig extra vitaminen/mineralen.
Om de wateropname bij de dieren te
stimuleren en de tekorten weer aan te
vullen, is het belangrijk extra elektroly-
ten en vitamine C aan het drink water
toe te voegen.
Zomermaatregelen vleespluimvee
Extra aandacht voor drinkwater en ventilatie
schakel in succes mei 2013 23
Familie Hassing schakelt over naar biologisch
‘ We voelen ons nog meer boer’
vorig jaar schakelden Henk en Janet Hassing over van 50.000 hennen
in kooihuisvesting naar 9.000 biologische hennen. “Hoewel we altijd met veel
plezier kippen hebben gehouden, voel ik mij nu nog meer boer”, aldus Henk.
De pluimveehouders uit Wildervank
(gr.) bezochten vooraf verschillende
biologische bedrijven. “Eerlijk gezegd
wilde ik eerst niets weten van biolo-
gisch werken”, bekent Henk. “Tegen de
verwachtingen in sprak het eerste be-
drijf dat we bezochten erg aan, met
name het directe contact met de die-
ren. De hennen kwamen meteen op
ons afgelopen”, vult Janet aan.
GoEdE pREsTaTiEs
Biologisch boeren verandert veel. “nu doe
ik bijvoorbeeld ’s morgens en ’s avonds
een controlerondje extra.” Het is even
wennen, maar beiden vinden dat er een
goede keus is gemaakt. “Onze eerste
ronde biologische hennen presteert goed.
Op de huidige leeftijd van 44 weken is
het legpercentage 96,8. Met gemiddeld
twee hennen in de week is ook de uitval
erg laag”, aldus Henk.
KEuZEs
Door de omschakeling moesten veel
keuzes worden gemaakt. “We kregen
goede adviezen van onder meer Wilco
Wijlhuizen, onze toenmalige specialist bij
agrifirm”, blikt Janet terug. “We kozen
in eerste instantie voor een beun, maar
dat paste qua afmetingen niet. Daarom
hebben we nu voor een volière gekozen,
waarbij we eerst naar kwaliteit en
vervolgens naar de prijs keken”, vertelt
Henk. “Voor de biologische uitloop is
het vrij zijn van gewasbeschermings-
middelen en kunstmest een voorwaarde.
Ook hebben we biologisch gras gezaaid
en bomen gepoot”, vult Janet aan.
KWaLiTEiT En GEZondHEid
“Eigewicht, eischaalkwaliteit, productie
en karakter van de hen zijn bij raskeuze
de belangrijkste punten”, aldus Henk-Jan
Schuurman, specialist Legpluimvee-
houderij bij agrifirm Feed. Met die
uitgangspunten is gekozen voor het ras
Dekalb amerlink. Henk: “Verder is voor
zowel de kwaliteit als de gezondheid
van de hen voerkeuze belangrijk. De
hennen kunnen bij ons luzerne pikken
uit ruifjes. Dat houdt ze bezig en zorgt
voor een goede vertering en darm-
gezondheid.” Dat laatste is ook de reden
waarom Hassing nu VigOR voert. “Met
de huidige productie gaan sommige
hennen meer op hun tenen lopen.
Darmgezondheid is dan een extra
aandachtspunt. VigOR stimuleert de
vertering en verbetert de consistentie
en structuur van de mest”, aldus
Schuurman.
opFoK
Tot slot ziet Hassing een goede opfok
als voorwaarde voor de prestaties van
de hennen. “We kiezen het liefst voor
een opfokker met een vergelijkbare stal
als de onze. Bovendien willen we goede
afspraken kunnen maken over bijvoor-
beeld luzerne voeren en het plaatsen
van gasbetonblokken. Op de blokken
pikken geeft de hennen afleiding. Daar-
naast voorkomt de slijtage aan de snavels
zo veel mogelijk verwondingen bij
eventueel pikgedrag. We vinden het
belangrijk elke keuze weloverwogen te
maken. We hebben nu een leuke start
gemaakt en dat geeft vertrouwen.”
Henk Hassing (r) en Agrifirm Feed specialist HenkJan Schuurman.
feed
BedrijfsgegevensHenk en Janet Hassing, Wildervank
aantal dieren 9.000 biologische hennen
Ras Dekalb amerlink
Legpercentage 96,8 % op 44 weken
Huisvesting Volière met wintertuin en uitloop
>
schakel in succes mei 201324
plant
Wie de hoogste financiële opbrengst wil halen, moet
investeren in zijn teelt. Een hoge kilo-opbrengst met de
gewenste kwaliteit, betekent ook een lagere kostprijs per kilo.
Het loont dus de moeite om de puntjes op de i te zetten.
“natuurlijk zit er een bovengrens aan
wat je in de teelt moet investeren”,
zegt Jacob Swart, teeltspecialist van
agrifirm plant. “Een te hoge bemesting
of te veel spuiten levert op een gegeven
moment geen extra opbrengst meer
op. Het is de kunst om het optimum te
vinden. Uit proeven blijkt telkens weer
dat geld uitgeven aan je gewas zich
terugbetaalt in een hogere opbrengst.”
investeren in de teelt leidt tot een beter
financieel resultaat. “Uit doorbereke-
ningen van onder meer accountants
wordt dat beeld bevestigd. Onder aan
de streep betekent dit dus meer winst
voor de teler.”
GRoTE vaRiaTiE
Tijdens de Ledendagen van agrifirm
werd in de workshop Teeltfactoren de
opbrengstvariatie met cijfers onder-
bouwd. Maurice van den Boom, teelt-
specialist akkerbouw: “Elk gewas kent
grote opbrengstverschillen. Vijf jaar ge-
leden bijvoorbeeld haalden de meeste
bietentelers een opbrengst van 10 tot 12
ton suiker per hectare. Maar er waren ook
uitschieters naar meer dan 16 ton per
hectare en telers met minder dan 7 ton
per hectare. De grondsoort is niet de
enige verklaring, want binnen een regio
en zelfs binnen een perceel zijn ook
grote opbrengstverschillen. Dat biedt
kansen om de teelt te optimaliseren.”
aanpaKKEn
De uitdaging is nu om de oorzaken van
die opbrengstverschillen te achterhalen.
Van den Boom: “Op welk perceel of welk
deel van het perceel blijft de opbrengst
van het gewas achter en hoe komt dat?
is daar de pH lager, het organische stof-
gehalte afwijkend, zijn er storende lagen,
kunnen aaltjes een rol spelen of heeft
de kunstmeststrooier daar gehaperd?
En ook omgekeerd. Wat zijn de groei-
condities waar het gewas wel goed
groeit? We willen met onze telers deze
groeifactoren analyseren en aanpak-
ken.” Voor tarwe is al veel bekend, zegt
Swart. “Kijk naar wintertarwe. Vroeg
zaaien levert 750 kilo extra op, een
goede ziekte bestrijding tot 2 ton, tarwe
op tarwe telen kost juist een ton per
hectare. als je de goede keuzes maakt,
heb je zomaar een paar ton extra
opbrengst. ”Tijdens de Ledendagen
spraken de telers in werkgroepen
met elkaar over de invloed van teelt-
factoren. Swart: “We gaan hiermee
door. Ook op de relatiedagen staat
dit thema centraal, onder meer door
gerichte proeven die de telers dan
kunnen bekijken.”
< Teeltspecialisten Jacob Swart (l) en Maurice van den Boom.
investeren in teelt loont
‘ De kilo- opbrengst bepaalt de kostprijs’
“ Goede keuzes maken levert een paar ton extra op.”
schakel in succes mei 2013 25
< Gerard Hegge
‘de basis moet goed zijn’, kreeg Gerard
Hegge mee van zijn vader. Hij be-
zuinigt daarom niet op grond, bemest-
ing of gewasbescherming. Zijn kosten
zijn niet laag, maar zijn opbrengsten
zijn bovengemiddeld.
Een bovengemiddelde opbrengst begint
bij de bodem, zegt Hegge. “Op lichte
zavelgrond heb je in een gemiddeld jaar
bijna altijd goede opbrengsten, mits je
er voldoende aan doet.” Hegge zorgt
voor voldoende aanvoer van organische
stof. “Dat zorgt voor genoeg weerstand
in de bodem en voorkomt slemp.” Hegge
laat het stro verhakselen, teelt zoveel
mogelijk groenbemesters en rijdt
compost uit op de helft van de poot-
aardappelen die hij teelt. Waar hij
compost strooit, hangt af van voorvrucht
en het telen van een pootgoedras.
KWaLiTEiT
Bij de eerste jaren van de stammen-
teelt dient hij gips toe na het poten en
voor het frezen. “Dat verbetert de
structuur van de rug”, zegt Hegge.
“Het heeft geen effect op de groei,
maar wel op de grond en dus op de
kwaliteit van de aardappel.”
Hegge ploegt de grond vlak voor het
poten. “als ik al in februari of maart
ploeg, is het risico dat de grond in april
te mooi is. in de zomer heeft de grond
dan geen weerstand meer en slaat ge-
makkelijk dicht na een flinke regenbui.
En dat is slecht voor de kwaliteit van de
pootaardappelen.”
mEERopbREnGsT
Bij het poten geeft Hegge een rijenbe-
mesting met app, een fosfaatmeststof.
Voorop de freestrekker spuit hij een stik-
stofmeststof (nTS) en soms nog aan-
vullend app op de rug, zodat het door
de frees in de rug wordt ingewerkt. “Het
is niet de goedkoopste bemesting, maar
het geeft een meeropbrengst.” Eenzelfde
keuze maakt hij ook bij gewasbescher-
ming. “ik kijk kritisch naar de verhouding
tussen prijs en prestatie, maar ik zal er
nooit op bezuinigen. Kwaliteit staat altijd
voorop. als er vergelijkbare middelen
zijn, dan kijk ik naar de prijs.”
REndEmEnT
Hegge herkent dit bij agrifirm plant. “Mijn
specialist akkerbouw peter Werkman is
kritisch op het rendement voor de teler.
ik zal nooit bezuinigen op grondverbete-
ring, gewasbescherming of bemesting,
maar er moet wel een verwachte pres-
tatie tegenover staan.”
Bij losse huurgrond heeft Hegge niet alle
teeltfactoren in eigen hand. gelukkig
huurt hij al jaren grond bij dezelfde be-
drijven. “We groeien steeds meer naar
een goede kostenverdeling. Bij een goede
relatie weet je wat je aan elkaar hebt en
durf je voor elkaar te investeren.”
Bedrijfsgegevens
gerard Hegge heeft een akker bouw -
bedrijf van 80 hectare in Kloosterburen.
Door grondruil en (ver-)huur teelt hij
40 hectare pootaardappelen, 5 hectare
tafelaardappelen, 5 hectare uien, 7 hectare
suikerbieten, 5 hectare zomergerst en
10 hectare wintertarwe.
productkwaliteit telt voor pootgoedteler
‘ Prijs is ondergeschikt aan prestatie’
plant
schakel in succes mei 201326
Spelregels staan op etiket
‘ Gedegen onderzoek is basis van toelating’
plant
verantwoord werken met gewasbeschermingsmiddelen betekent zorgvuldig zijn en
toepassen volgens het etiket vindt agrifirm plant. de risico’s voor de gezondheid en
de omgeving zijn dan aanvaardbaar, want anders was het middel niet toegelaten.
De discussie rond neonicotinoïden,
een groep insecticiden, en de mogelijke
invloed op bijen roept bij telers veel
vragen op. “Sommige telers vragen ons
of het verantwoord is dat ze bepaalde
middelen gebruiken”, zegt aaldrik
Venhuizen, R&D-manager van agrifirm
plant. Die kritische houding vindt
Venhuizen terecht. “Wij zijn ook kritisch
in onze adviezen. Ten eerste alleen
gewasbeschermingsmiddelen inzetten
als het nodig is. En wanneer voor een
toepassing meerdere middelen be-
schikbaar zijn, adviseren we het middel
dat het meest selectief werkt. als een
gewasbeschermingsmiddel minder vei-
lig is voor bijvoorbeeld bijen of nuttige
insecten, dan zijn we terughoudend
met het adviseren van dat middel.”
naTuuRLiJKE viJandEn
Rekening houden met natuurlijke
vijanden is vaak al standaard. “Kijk naar
de luizenbestrijding in consumptie- en
zetmeelaardappelen. Bij een te hoge
luizendruk adviseren we een wat duur-
der product dat de natuurlijke vijanden
spaart. Die natuurlijke vijanden zorgen
ervoor dat in de rest van het seizoen
de luizenpopulatie onder de schade-
drempel blijft.”
spELREGELs
Uitgangspunt van agrifirm plant is dat
de teler verantwoord werkt en zich aan
de voorschriften op het etiket houdt.
“Er is veel en diepgravend onderzoek
gedaan naar de risico’s van middelen,
zegt Venhuizen. “Dit in het kader van
een uitgebreid registratieproces dat
veelal jaren duurt .” is het risico te
hoog, dan wordt een middel niet
toegelaten. Telers kunnen ook een
aantal aanvullende maatregelen
nemen om de risico’s van gewas-
bescherming voor bijen te verkleinen.
Uit voorzorg
Uit voorzorg mag zaaizaad van maïs,
erwten en koolzaad de komende twee
jaar niet be handeld worden met
neonicoti noïden tegen (bodem)insecten
(besluit Europese Commissie). Het is nog
afwachten wat hiervan de gevolgen zijn
voor de teelt verloop. intussen zoekt
agrifirm plant met andere betrokkenen
naar passen de alternatieven binnen
de wettelijke kaders.
Het gewas vrijhouden van onkruid
bijvoorbeeld. “Hoe minder bloeiende
onkruiden, hoe minder aantrekkelijk
het perceel is voor bijen en andere
insecten.akkerranden werken ook
goed. Bloeiende planten maken de
rand juist aantrekkelijk voor bijvoor-
beeld de natuur lijke vijanden.”
agrifirm plant is al een aantal jaren
betrokken bij het akkerranden
Flevoland project. Rol hierin is het
monitoren van de ontwikkeling van
natuurlijke vijanden en luizenpopula-
ties en de effecten van deze populatie
op de aanpalende gewassen.
“ Effectieve gewasbescherming en gezonde bijenstand gaan hand in hand.”
schakel in succes mei 2013 27
Maatschappelijk jaarverslag 2012
‘ Rendabel en duurzaam gaan prima samen’
“duurzaamheid is een kans. Het kan geld opleveren en er is markt voor”,
zegt drees beekman, algemeen directeur van agrifirm plant. “Continuïteit
is belangrijk voor de coöperatie en onze telers. dat gaat hand in hand met
duurzaamheid, alleen benoemen we dat vaak onvoldoende.”
Ook in 2012 heeft agrifirm plant gewerkt
aan een duurzame productie van voedsel.
De resultaten daarvan zijn te lezen in
het maatschappelijk jaarverslag met de
titel ‘Verduurzamen door innovatie’.
Volgens Beekman zijn duurzaamheid en
innovatie voorwaarden voor continuïteit.
“Het streven naar continuïteit is diep-
geworteld, bij ons en onze telers. Telers
willen hun bedrijf overdragen aan de
volgende generatie. Duurzaamheid zit in
hun en onze genen, maar we benoemen
het vaak onvoldoende.”
agrifirm plant werkt op veel terreinen
aan het verduurzamen van de keten. Dat
blijkt uit een analyse van de activiteiten
op basis van de indicatoren voor maat-
schappelijk verantwoord ondernemen
(MVO). Er zijn vier thema’s benoemd:
grondstoffen, biodiversiteit, transport
en gezondheid & veiligheid. Binnen die
vier thema’s wordt onder meer gekeken
naar inkoop van duurzame producten,
recycling, bodemgezondheid, functio-
nele akkerranden en veilig werken met
gewasbeschermingsmiddelen.
REndabEL En maRKTGERiCHT
“Het mooie is dat duurzaam en renda-
bel prima samengaan”, zegt Beekman.
Dat geldt voor de coöperatie én voor de
telers. “Duurzaam werken kan geld op-
leveren, bijvoorbeeld doordat het de
kosten omlaag brengt. Of doordat je als
duurzaam bedrijf nieuwe partners aan-
trekt.” Duurzaam werken is ook markt-
gericht werken. “De markt wil duurza-
me producten. Belangrijke afnemers
zoals mouterijen en meelfabrieken,
maar ook consumenten van groenten,
bloemen en fruit vragen steeds vaker
om producten die op een verantwoor-
de manier zijn geproduceerd. Duur-
zaamheid biedt telers dus kansen.”
duuRZamE TEELT
Ook telers werken al volop duurzaam,
benadrukt Beekman. “Denk bijvoor-
beeld aan verantwoord omgaan met
gewasbescherming door niet meer te
spuiten dan nodig is. Of aan precisie-
bemesting zodat het gewas de mineralen
efficiënt kan opnemen.”
Dit proces gaat ook de komende jaren
door. “precisielandbouw heeft de toe-
komst. De taak van agrifirm plant is
om onze telers hierin te ondersteunen
met kennis en innovatie. Daarom doen
we veel onderzoek. Zo kunnen we
de telers blijven adviseren bij een
duurzame productie. De teler profiteert
daarvan; hij heeft lage kosten, een
hoger rendement en werkt op een
verantwoorde wijze.”
Het Maatschappelijk jaarverslag van agrifirm plant en de duurzaamheidsscan
vindt u op www.agrifirm.com/plantenduurzaamheid
“ Duurzaamheid zit in onze genen.”
plant Drees Beekman <
schakel in succes mei 201328
plant
agrifirm plant gaat een groot gedeelte van haar graan opslaan in Kampen. daar-
voor realiseert Graansloot in Kampen een van de grootste graansilocomplexen in
noord-West-Europa van 130.000 ton. de bouw vordert gestaag. op 15 januari
werden de eerste palen in de nog bijna bevroren grond geslagen. op 22 juni moet
fase één gereed zijn.
Met de realisatie van de graanopslag aan
de haven in Kampen slaat agrifirm plant
twee vliegen in één klap. Ten eerste
draagt het bij aan een slagvaardige en
efficiëntere graanlogistiek, waardoor
kosten lager zijn. Ten tweede kan
agrifirm plant zo beter inspelen op de
tendens dat steeds meer afnemers de
graanleveringen per schip willen ont-
vangen. als het complex af is, heeft het
een opslagcapaciteit van 130.000 ton.
Dit jaar wordt fase één gerealiseerd met
een capaciteit voor 85.000 ton graan.
Deze hoeveelheid is verdeeld over een
vlakloods van 55.000 ton, acht silo’s van
elk 2.500 ton en 10 silo’s van elk 1.000
ton. Daarnaast komen er twee weeg-
bruggen en twee stortputten. De drie
droogtorens op het graanopslagcomplex
hebben een gezamenlijke droogcapaciteit
van 240 ton per uur. De totale in- en
uitslagcapaciteit is 500 ton per uur.
De scheepsverlading wordt ook dit jaar
gerealiseerd. Volgend jaar volgt fase
twee. Dan komt er bij het complex nog
een vlakloods van 30.000 ton. Een be-
staande loods tegen de nieuwbouw
aan heeft een capaciteit van nog eens
25.000 ton. Er komt volgend jaar ook
nog een derde stortmogelijkheid en de
stortputten krijgen een overkapping.
Bouw graanopslag Kampen vordert
Op de website
www.bouwwebcam.nl/kampen
zijn de vorderingen live te volgen.
schakel in succes mei 2013 29
plant
Hectisch graanjaar afgesloten
de graanmarkt van oogst 2012 was hectisch. bij tarwe dreigde
een tekort. Het leidde tot schommelende prijzen maar de
graanpool bereikte toch een goed resultaat. bij biologisch graan
lagen de prijzen ook op een goed niveau. bij brouwgerst was er een
ruim aanbod en daardoor een beperkte premie.
TaRWE
De wereldgraanbalans van oogst 2012
was krap door droogte in met name
de VS, Rusland en het Zwarte Zee-
gebied. Deze droogte leidde tot fors
lagere opbrengsten. De opbrengst
in nederland was redelijk en lag on-
geveer op het niveau van het vijfjarig
gemiddelde. De kwaliteit was ge-
middeld goed. in het voorjaar van
2012 lagen de telersprijzen van tarwe
voor nieuwe oogst veelal dik onder
de € 200 per ton. De markt reageerde
gaandeweg de zomer heftig op be-
richten over lage opbrengsten. in de
periode na de oogst tot eind november
stegen de tarweprijzen flink, met piek-
noteringen van ruim € 260 per ton.
na deze piekperiode daalde de markt-
prijs. Uiteindelijk lag de prijs op on-
geveer het zelfde niveau als rond
de oogstperiode.
bRouWGERsT
Er was een ruim aanbod van brouw-
gerst in het afgelopen jaar. in het voor-
jaar van 2012 is in Europa veel gerst
gezaaid om de uitgewinterde tarwe te
vervangen. Dit resulteerde in een ruim
aanbod van brouwwaardige gerst. De
kwaliteit van de nederlandse brouwgerst
was niet optimaal. De combinatie van
veel aanbod en matige kwaliteit drukte
de prijs van nederlandse brouwgerst.
bioLoGisCHE GRanEn
Bij biologische granen waren de opbreng-
sten vrij laag. Bij tarwe hebben aantastin-
gen van gele roest de opbrengsten ge-
drukt. De kwaliteit was voor grotendeels
goed en veruit het belangrijkste deel kon
als baktarwe worden verkocht. De voor-
raadpositie van biologische granen heeft
minder onder druk gestaan dan bij gang-
bare granen. Toch heeft de prijs van bio-
logisch graan zich positief ontwikkeld.
uiTbETaLinGspRiJZEn GRanEn ooGsT 2012
Prijzen per 1.000 Kg€ / Tonex. BTW
Basispool Tarwe bakkwaliteit (vanaf 75 kg hectolitergewicht)
241,50
Tarwe voerkwaliteit 239,50Brouwgerst 240,10 (Prestige, Tipple, Propino, Jenefer, Concerto; incl. maximale premie)
Brouwgerst 234,60 (Calico, Quench, Wintmalt; incl. maximale premie)
Voergerst 222,60Triticale 235,40Haver 208,50Rogge 209,60Korrelmais 221,40 Koolzaad 497,60
Bewaarpool Tarwe bakkwaliteit (vanaf 75 kg hectolitergewicht)
250,60
Tarwe voerkwaliteit 248,60Brouwgerst 240,30(Prestige, Tipple, Propino, Jenefer, Concerto; incl. maximale premie)
uiTbETaLinGspRiJZEn EKo GRanEn ooGsT 2012
Prijzen per 1.000 Kg€ / Tonex. BTW
Basispool EKO EKO Baktarwe (gemiddelde uitbetaling)
360,44
EKO Voertarwe 332,10EKO Haver (basis 50 kg hectolitergewicht)
295,50
Tarwe in omschakeling 313,70 EKO Gerst 324,40
graanaanmelding oogst 2013
in mei zijn de formulieren voor de aanmelding verstuurd. Digitaal aanmelden
van uw graan kan via www.agrifirm.com/graanaanmelden. Daar vindt u ook
alle informatie over de vernieuwde graancondities.
Graanprijzen 2012
*alle prijzen zijn exclusief Ledenvoordeel
*alle prijzen zijn exclusief Ledenvoordeel
schakel in succes mei 201330
nieuwe middelen en etikettering
Onderzoek naar gewasbescherming bij bollen
Keurcompost geeft zekerheid
plant
Jaarlijks laat agrifirm plant een breed scala aan gewas-
beschermingsmiddelen testen in de verschillende bloembol-
gewassen. dit jaar richten de proeven zich onder meer op de
toekomstige etiketwijziging en nieuw toegelaten middelen.
“ieder jaar doet agrifirm plant on-
geveer dertig verschillende proeven
met gewasbeschermingsmiddelen
voor bollen.”, zegt Jan Koopman van
Cebeco agrochemie. als spin in het
web coör dineert hij alle proeven.
Hij stemt objecten en deelnemers
op elkaar af en spreekt de proeven
door met b etrokkenen bij zes proef-
tuinlocaties.
pRoEvEn
“We vergelijken de werking van be-
staande en nieuwe middelen en
proberen combinaties van middelen
uit”, aldus Koopman. “We kijken ook
naar doseringen, fytotoxiteit en het
beste tijdstip van toedienen waarop
een middel het beste werkt. nieuwe
middelen testen we in bestaande teel-
ten waarin ze zijn toegelaten, maar ook
in nieuwe teelten. De resultaten tellen
soms mee voor de toelatingsprocedure.
Het onderzoek levert ook verrassende
resultaten op. Bij de test van het
nieuwe insecten bestrijdingsmiddel
Movento tegen luis in tulp bijvoorbeeld,
bleek er een nevenwerking te zijn tegen
insecten in de bewaring. Dat is dan mooi
meegenomen. Sinds 25 april 2013 is het
middel ook in bloembollen toegelaten.”
ETiKETTERinG
agrifirm plant speelt met haar proeven
in op toekomstige etiketwijzigingen.
“Het is een hele puzzel om de bestrijding
van bijvoorbeeld TBV in tulp of luis-
bestrijding in lelie rond te krijgen,
wanneer elk middel slechts twee-
of driemaal gebruikt mag worden.
Ook vervalt het lage doseringensys-
teem (LDS) van veel middelen.
Voorbeelden hiervan zijn de middelen
asulam en pyramin. in de lelie kon
asulam tot vorig jaar in LDS gespoten
worden. Circa twaalf maal per seizoen
werd 0,4 l/ha asulam toegevoegd
aan de wekelijkse vuur bestrijding.
Het huidige etiket staat maar twee
bespuitingen van 4 tot 6 l/ha toe.
Met het LDS systeem is tot wel 60%
reductie mogelijk in het middelen-
verbruik, bij een vergelijkbare werking.
Voor onder andere goltix en pyramin
zijn vergelijkbare berekeningen te maken.
Ons bedrijf adviseert het Ministerie
over dit soort knelpunten.”
qua herkomst en samenstelling en
staat onder controle van een onaf-
hankelijke certificerende instantie. De
hogere kostprijs kunnen worden gezien
als verzekeringspremie. agrifirm plant
levert verschillende soorten compost.
Laco-compost en Recro-compost zijn
beiden ge baseerd op groente- fruit- en
tuin afval. Laco-compost is iets grover
Telers kunnen kiezen uit wel- en niet-
gecertificeerde compost. ge certificeerde
Keurcompost voldoet aan strenge eisen
dan Recro-compost en daardoor iets
goedkoper. groencompost bestaat uit
groenafval, zoals grassen en houtsnip-
pers. Het is iets duurder, maar heeft de
minste kans op verontreinigingen.
Compost is een belangrijk puzzel-
stukje in het op peil houden van het
organisch stofgehalte in de bodem.
agrifirm plant levert verschillende
soorten kwaliteitscompost.
Meer informatie over de verschillende
soorten kwaliteitscompost? Vraag er
naar bij uw specialist.
schakel in succes mei 2013 31
nieuwe middelen en etikettering
‘ Rendabel en duurzaam gaan prima samen’
GRoEnE sTRoom
Het biogas dient als brandstof voor een
warmtekrachtkoppeling (WKK) met
700 kWe SDE beschikking, die zowel
groene stroom als warmte levert. De
groene stroom wordt via de apX-markt
verkocht en is voldoende voor 1500
huishoudens. De geproduceerde warm-
te is voor het eigen proces, voor het
woonhuis en om het restproduct te
drogen. Het gedroogde restproduct
gebruikt de melkveehouder deels als
strooisel voor onder de koeien. “Het
strooisel heeft een positieve uitwer-
king op de gezondheid. Doordat de
koeien minder last hebben van uier-
ontsteking, halveert ons antibiotica-
gebruik.” De rest gaat naar een
korrelmestfabriek.
boLLEnaFvaL
Behalve zijn eigen drijfmest heeft
Den Brok ook ander biomateriaal nodig
om het proces op gang te houden.
De eerste contacten met tulpenteler
Dirk Jan Visser liepen vanzelf. Hij huurt
land van Den Brok en zo kwamen ze in
gesprek over het bloembollenafval.
Vlaming zag dat ook andere tulpen-
telers in de regio West-Friesland
met een afvalprobleem zaten en
bemiddelde tussen deze telers
en Erk Energy. Er ontstaat een
win-win situatie. Voor de tulpen-
telers is het een stukje verduur-
zaming. Ze hoeven het afval niet
zelf te composteren of duur af
te voeren. Vlaming haalde er
transportbedrijf gp groot bij om
de cirkel rond te maken. Zij plaatsen
de containers bij de teler en verzorgen
het transport naar Den Brok, die er
zijn biomassa input op deze manier
mee aanvult. “Het loopt naar ieders
tevredenheid”, zegt Joep den Brok.
“ Het loopt naar ieders tevredenheid.”
plant
<
Joep den Brok
Van bollenafval naar energie
Tulpenkwekers hebben veel groenafval. melkveehouder Joep den brok uit Zeewolde
heeft groenafval nodig voor zijn twee vergisters. arno vlaming, bloembollen-
specialist bij agrifirm plant bracht de melkveehouder in contact met tulpentelers,
waardoor er een win-win situatie ontstaat.
Joep den Brok heeft een melkveebedrijf
met circa 120 koeien. Hij zocht verduur-
zaming en verbreding van het bedrijf.
Die heeft hij gevonden in een eigen
energiebedrijf: Erk Energy BV. Sinds 2011
heeft hij een biogasinstallatie van Bio-
gasplus, een WKK die groene stroom en
warmte levert en een drooginstallatie
die het restproduct droogt met eigen
warmte.
vERduuRZaminG
Onder de hoofdvergistingstank van de
biovergister zit een hydrolysesysteem.
iedere ochtend gaat daar 100 ton bio-
massa in. Bij Erk Energy zijn dat drijfmest,
plantaardig vet en verschillende soorten
organisch materiaal. Dagelijks gaat er
een zelfde hoeveelheid gehydrolyseerd
materiaal naar de hoofdvergistingstank
en navergister. Eindproduct is biogas:
een mengsel van methaan (CH4) en
koolstofdioxide (CO2).
schakel in succes is het relatiemagazine van agrifirm en verschijnt 6 keer per jaar. Redactie afdeling Communicatie agrifirm ([email protected]) Fotografie Marten aukes, Marcel Bekken, albert Brunsting en agrifirm Concept en realisatie JEEn bureau voor communicatie drukwerk Ten Brink, Meppel
issn 2211-5811
colofon
Samenspel Johan verschoor (l) runt samen met zijn vrouw anita en zwagers adriaan en Elbert Zeestraten het bloembollenbedrijf Fa. Zeestraten
in Hillegom. op ruim 50 hectare grond bloeien in het voorjaar de hyacinten, narcissen en tulpen weelderig. naast de bloembollentak
hebben ze een snijhyacintenbroeierij en een boerderijwinkel. in deze winkel verkopen ze ook blaarkopvlees van hun eigen
vleesvee. specialist Klaas Troost komt al vele jaren op dit dynamische bedrijf. Hij adviseert Johan op het gebied van gewas-
beschermingsmiddelen, kunstmest en het voorkomen van ziekten. de afgelopen jaren heeft het bedrijf meegedraaid met een
door Troost opgezette proef, waar waterbroei bij hyacinten getest werd. deze proef was zeer succesvol.
“Johan is een ondernemer die altijd gaat voor kwaliteit, ook is hij zeer toekomstgericht. Hij staat altijd open voor goede adviezen.”
Klaas Troost, specialist Bloembollen Agrifirm Plant
“ Klaas is nuchter, recht voor zijn raap. Hij heeft een goede kijk op de gewassen. Klaas denkt echt met ons mee over hoe we de beste gewassen kunnen krijgen.”
Johan verschoor, bloembollenteler in Hillegom