Schakel in succes nr. 1 - januari 2011

24
Sector pakt fosfaatoverschot aan PAGINA 6-9 januari 2011 0 1 Akkerbouwtak voorziet vleeskuikens van voer PAGINA 13 Bewaren van aardappelen: een vak apart PAGINA 18 Theo Hendriks: “Air Line® [2.0] maakt een groot verschil” schakel in succes voor ondernemers in de tuinbouw, akkerbouw en veehouderij

description

Schakel in succes nr. 1 - januari 2011 Klantenmagazine van Agrifirm voor ondernemende boeren en tuinders.

Transcript of Schakel in succes nr. 1 - januari 2011

Page 1: Schakel in succes nr. 1 - januari 2011

Sector pakt fosfaatoverschot aan pagina 6-9

januari 2011

0 1

Akkerbouwtak voorziet vleeskuikens van voer pagina 13

Bewaren van aardappelen: een vak apart pagina 18

Theo Hendriks:

“ air Line® [2.0]maakt een groot verschil”

schakelin succesvoor ondernemers in de tuinbouw,

akkerbouw en veehouderij

Page 2: Schakel in succes nr. 1 - januari 2011

De strategie voor de komende jaren is

gericht op vier pijlers: one firm Agrifirm,

innovatie, samenwerking (met klanten,

toeleveranciers) en groei. One firm

agrifirm draait om synergie: de agrifirm

bedrijven staan samen sterker. innova-

tie en duurzaamheid zijn belangrijke

thema’s in alle bedrijven binnen de

agrifirm group. Onderzoek en ontwik-

keling (R&D) zijn daarom voor de hele

group ondergebracht in het agrifirm

innovation Center.

Voor onderzoek is jaarlijks een budget van

7 miljoen euro beschikbaar. Belangrijke

onderzoeksgebieden in veehouderij zijn

voedingsstrategieën en technologieën

voor betere prestaties van de dieren.

Hier zijn al verschillende aantrekkelijke

concepten uit voortgekomen, zoals het

air Line® concept in de varkenshouderij

en het kernvoederconcept in de pluim-

veehouderij. Daarnaast ligt de focus op

het zoeken naar nieuwe grondstoffen

en naar nieuwe nutritionele waarden

In de laatste maanden van 2010 is binnen Agrifirm Group een

lange termijn visie ontwikkeld. Deze is eind december besproken

en goedgekeurd door de Ledenraad. De visie is één van de

onderwerpen die tijdens de districtsbijeenkomsten van

28 februari tot en met 17 maart op de agenda staan.

van bestaande grondstoffen. Ook in

de plantaardige sector lopen diverse

onder zoeken, waarbij teeltoptimalisatie

centraal staat.

Duurzaamheid krijgt in alle agrifirm-

bedrijven aandacht. De focus ligt daarbij

op efficiëntie. Doelmatig inzetten van

grondstoffen, meststoffen, logistiek,

mensen enz. blijkt de beste manier

om snel winst te boeken in duurzaam

produceren. agrifirm ontwikkelt daarom

duurzaamheidsindicatoren als bijvoor-

beeld landgebruik, feed miles en het

gebruik van co-producten. Daarnaast

is aandacht voor en opleiding van

medewerkers op dit vlak erg belangrijk,

evenals aandacht voor lokale en regio-

nale sociale activiteiten. Duurzaamheid

is voor agrifirm geen apart ontwikke-

lingsgebied, het speelt in alle trajecten

een rol.

groei kan voortkomen uit autonome

marktgroei maar tevens uit nieuwe

acquisities. Met de Ledenraad zijn,

naast nederland, de landen benoemd

waar agrifirm toekomstperspectieven

ziet voor mogelijke acquisities. Daarbij is

het uitgangspunt dat leden profiteren

van de investeringen uit het vermogen

van hun coöperatie.

BLIk op AGrIfIrm

agrifirm group opereert als een holding

met zelfstandige internationaal opere-

rende bedrijven in land- en tuinbouw.

in de markt profileren we ons als een

innovatief, betrokken, resultaatgericht

en duurzaam bedrijf. Onze ambitie is

het verwezenlijken van een sterkere

marktpositie binnen en buiten nederland

door rendabele groei. alleen door groei

is het mogelijk om ook op de langere

termijn uw belang als beste te blijven

invullen.

De missie van agrifirm is waarde creëren

voor klanten en leden door middel van

het aanbieden van duurzame rendabele

concepten waarmee de klanten het

beste resultaat kunnen behalen. De

onderneming is daarbij 100% boeren-

eigendom, waarbij de bedrijven wel

winstdoelstellingen hebben voor de

continuïteit van het bedrijf. Eventuele

hogere winsten worden terugbetaald

aan klanten en/of leden.

Strategisch plan 2011-2013 agrifirm group goedgekeurd

Agrifirm gaat voor groei en innovatie

2 schakel in succes januari 2011

Page 3: Schakel in succes nr. 1 - januari 2011

schakel in succes januari 20113

Het beste bereiken

Alstublieft. Dit is de eerste uitgave van het

klanten blad van Agrifirm. Hiermee brengen

we u als klant nieuws en achtergronden die

aansluiten op uw bedrijfsvoering. Want dat is

wat Agrifirm wil, dat is waar we voor staan:

een schakel in uw succes.

Door veevoer te leveren aan veehouders, maar

ook advies en deskundige dienstverlening bij

uw bedrijfsontwikkeling. Door onder andere

kunstmest en gewasbeschermings middelen te

leveren aan akkerbouwers en tuinders. Maar

vooral: door u bij te staan met kennis en

kunde over de teelt van diverse gewassen.

“Kort bij de boer blijven” antwoordde onlangs

een van onze klanten op mijn vraag wat volgens

hem het belangrijkste is voor onze onderneming.

Dat is precies wat we voor ogen hebben met

dit nieuwe klantenblad. Door aandacht te

besteden aan brede ontwikkelingen die voor u

als klant belangrijk zijn, zoals in dit nummer het

artikel over fosfaat op pagina 6. Daar koppelen

we dan meteen concrete oplossingen aan,

zodat u niet alleen kunt lezen wat er speelt,

maar ook direct actie kunt ondernemen.

Verder laten we in Schakel in Succes zien hoe

onze klanten op hun bedrijf kennis toepassen

waarmee ze hun bedrijfsresultaat verbeteren.

Zodat collega’s daar mee verder kunnen. En u

zult het ons niet kwalijk nemen dat daarin ook

de oplossingen van Agrifirm voor het voetlicht

worden gebracht.

Want uiteindelijk is dat onze opdracht: voor onze

klanten het beste bereiken en een bloeiende

onderneming Agrifirm tot stand brengen.

Zodat u als klant en als lid van de coöperatie

de vruchten kunt blijven plukken van ons

gezamenlijke succes.

Ik wens u veel leesplezier.

Kees Sijssens,

CEO Agrifirm Group

BreDere ToepASSInG InnovATIeS

Vaak hebben ondernemers bijzondere

verbeteringen op hun bedrijf ontwikkeld,

zonder dat zij de mogelijkheden hebben

deze verder uit te dragen en/of te

professionaliseren. Daarnaast hebben

sommige innovaties mogelijkheden voor

bredere toepassing in de sector. Het WLiF

wil dergelijke initiatieven stimuleren.

in 2010 zijn drie innovaties beloond

met een financiële ondersteuning.

nIeuw proDucTIeSySTeem mInIknoLLen

Op het erf van het akkerbouwbedrijf van

familie Bos is een folietunnel geplaatst

om daarin zelf miniknollen te produceren.

Het meest bijzondere aan dit proces is

dat de aardappelplanten niet in een

substraat geteeld worden, maar als het

ware in de lucht hangen waarbij de

plantenwortels gevoed worden via

een nevel die voorzien is van de juiste

nutriënten. Een zeer innovatief project.

Jaarlijks is in het WLiF 50.000 euro beschikbaar. Enkele ondernemers hebben

al een financiële ondersteuning ontvangen voor hun innovatie. U kunt met

uw innovatie daar ook voor in aanmerking komen. Meld u daarvoor aan via

www.wlif.nl. Het geld is toegezegd door meerdere bedrijven die actief zijn in

akker- en tuinbouwsector. agrifirm plant

coördineert de activiteiten rond het

fonds en levert de ondersteuning voor

het bestuur.

De deelnemende bedrijven aan het WLiF

zijn: agrico, agrifirm plant, BaSF, Bayer,

Certis, CZaV, DSM agro, HZpC, Kali,

Limagrain, nedato, Syngenta, ppO,

Wageningen UR en Yara.

Innovatie is de drijvende kracht in de nederlandse landbouw. Daarmee is er al

jarenlang een voorsprong op de concurrentie. Het wim Luijkx Innovatiefonds (wLIf)

heeft als doelstelling ondernemers te stimuleren in innovaties op hun bedrijf.

GAnzen weren meT BeweGenD DrAAD

ganzenschade is aanzienlijk voor boeren

nabij waterrijke gebieden en neemt

hand over hand toe. Om de ganzen op

een effectieve wijze te kunnen weren,

heeft Diederik van Liere een prototype

van een bewegend anti-ganzendraad

ontwikkeld. Om dit product verder te

kunnen ontwikkelen heeft hij een

financiële ondersteuning van het WLiF

gekregen.

STImuLAnS voor pooTGoeDBeDrIjf

Op de grond van het pootgoedbedrijf

van Frank de Schutter in Vierhuizen

is het aaltjesprobleem groot. Om dit te

bestrijden gaat De Schutter inunderen.

Doel is hiermee meerdere ziekten

tegelijk aan te pakken en de teelt van

hoog salderende pootgoedrassen

weer enkele teeltrondes mogelijk

te maken.

Wim Luijkx innovatiefonds stimuleert innovatie

3

rubriek

schakel in succes januari 2011

Page 4: Schakel in succes nr. 1 - januari 2011

* Ten opzichte van de vorige planning is een aantal bijeenkomsten gewijzigd.** Leden uit district 15 hebben de keuze uit een bijeenkomst in Wijchen of Markelo.

Zoals u weet was 2010 het jaar waarin

de coöperaties Cehave Landbouwbelang

en agrifirm besloten om te fuseren. na

de instemming van de nederlandse

Mededingingsautoriteit en de goed-

keuring door de Ledenraden van de beide

coöperaties was de fusie op 1 juni een

feit. Daarna is de integratie met grote

voortvarendheid opgepakt. Het uitgangs-

punt was dat de overgangsperiode voor

u als klant zo kort mogelijk moest zijn

en gepaard moest gaan met zo weinig

mogelijk overlast. Vanaf 1 januari 2011

zijn alle activiteiten in de nieuwe

‘holding’ structuur georganiseerd,

waarbij agrifirm group BV het over-

koepelende bedrijf is waarin binnen-

en buitenlandse dochterbedrijven

zelfstandig opereren. Directies en

raad van commissarissen zijn benieuwd

naar uw ervaringen.

vanaf maandag 28 februari tot en met donderdag 17 maart* organiseert coöperatie

Agrifirm haar ledenbijeenkomsten. Deze worden gehouden op 29 plaatsen in het

land. Tijdens de bijeenkomsten wordt u bijgepraat over de resultaten in 2010 en de

ontwikkelingen in 2011. Bestuur en hoofddirectie nodigen u van harte uit om

kennis te komen nemen van de ontwikkelingen binnen uw coöperatie.

Tevens zal de hoofddirectie uitvoerig

ingaan op de nieuwe bedrijfsstructuur,

de dochterondernemingen, de deel-

nemingen en de strategie die bij deze

bedrijven gevolgd wordt. Daarvoor is

het Lange Termijn plan 2011-2013 een

leidraad. Deze strategie is in december

door de Ledenraad besproken en goed-

gekeurd. Het maakt onder andere duide-

lijk waar en op welke manier agrifirm

de komende jaren, in uw belang, zal

investeren. Op pag. 2 is de strategie

verder toegelicht.

Op de kaart vindt u de districtsindeling.

per district zal veelal één bijeenkomst

worden georganiseerd, u bent echter

van harte welkom op de bijeenkomst in

een ander district. De gegevens staan

in de tabel. Data en de locaties zijn vast-

gelegd, maar zouden door onvoorziene

omstandigheden kunnen veranderen.

U ontvangt in februari een persoonlijke

uitnodiging met de definitieve gegevens.

Bij die uitnodiging ontvangt u ook die

gegevens die specifiek voor uw district

gelden, zoals de mogelijke verkiezing

van ledenraadsleden.

Bestuur en hoofddirectie hopen u

persoonlijk te kunnen begroeten

tijdens één van de bijeenkomsten.

Kom terugblikken en vooruitkijken met Agrifirm

DATum TIjD DISTrIcT LocATIe (onder voorbehoud van wijzigingen)

maandag 20.00 uur 15 (z)** Zaal Verploegen, Woeziksestraat 100, Wijchen28 februari 20.00 uur 19 Café Rest. de Hooikar, alphenseweg 14a, gilze

20.00 uur 25 Hotel nobis asten, nobisweg 1, asten20.00 uur 27 Baexheimerhof, Kerkstraat 1a, Baexem

Dinsdag 20.00 uur 18 ’t Turfschip, L. Brugstraat 63, Etten Leur1 maart 20.00 uur 20 Kerkzicht, Molenhoeven 43, Loosbroek

20.00 uur 24 D’n Tref, alexanderhof 7, Hapertwoensdag 20.00 uur 17 De afspanning, Herelsestraat 97, Heerle2 maart 20.00 uur 21 De Stapperij, Spoordonkseweg 80, Oirschot

20.00 uur 23 ’t Wapen van Wanroy, Kwikstraat 6, Wanroij20.00 uur 26 Hotel asteria, Maasheseweg 80a, Venray

Donderdag 20.00 uur 10 aZ-Stadion, Stadionweg 1, alkmaar3 maart 20.00 uur 16 Mauritshof, Mauritsweg 5, iJzendijke

20.00 uur 22 nia Domo, St. agathaplein 2, Boekel20.00 uur 28 Van der Valk Hotel, Mauritslaan 65, Urmond

maandag 20.00 uur 1 Ons Huis, Beuckelaarstraat 2, Sint annaparochie7 maart 10.00 uur 7 Het Wapen van Ens, Baan 1a, Ens

20.00 uur 9 Eden Hotel, Van Schaikweg 55, EmmenDinsdag 20.00 uur 3 Rest. Van der Valk, Burg. Omtaweg 4, Zuidbroek8 maart 20.00 uur 12 Het Roode Hert, Hessenweg 41, DalfsenDonderdag 20.00 uur 4 Restaurant ’t Haske, Vegelinsweg 20, Joure10 maart 20.00 uur 6 Van der Valk Hotel, Balkenweg 1, assen

20.00 uur 8 De Toekomst, Steenwijkerstraatweg 10, Meppel20.00 uur 14 Hotel amersfoort a1, Ruimtevaart 22, Leusden

maandag 20.00 uur 2 Restaurant Balk, De gast 39, Zuidhorn14 maart 20.00 uur 5 Van der Valk Hotel, Zonnedauw 1, Drachten

20.00 uur 11 De Meeuwenhoeve, Meeuwenweg 18, Lelystad20.00 uur 13 aC Restaurant, Meerndijk 59, De Meern

Donderdag 20.00 uur 15 (n)** Zalencentrum de poppe, Holterweg 23, Markelo17 maart

schakel in succes januari 20114

Page 5: Schakel in succes nr. 1 - januari 2011

In overleg met de Ledenraad van

Agrifirm is het Ledenvoordeel

2010 op één procent vastgesteld.

Het gaat daarbij om omzet die

leden van coöperatie Agrifirm

in 2011 doen bij Agrifirm feed,

Agrifirm plant en/of Bonda

(producten voor de varkens­

houderij).

Varkenshouders die bijproducten

bestellen via Bonda en lid zijn

van agrifirm krijgen daarover dus

ook Ledenvoordeel uitgekeerd,

rundveehouders bestellen hun

mengvoer en bijproducten via

agrifirm Feed.

De Ledenraad van agrifirm toonde

haar tevredenheid met de regeling,

die naast klantentrouw ook nieuwe

leden oplevert. De agrifirm-leden

zullen het geld in januari 2012 op

hun rekening uitgekeerd krijgen.

Daarbij geldt een ondergrens van

minimaal 2.500 euro omzet.

Op basis van de te verwachten

omzet en prijsniveau, zal via het

Ledenvoordeel ruim elf miljoen

euro aan de leden worden uit-

gekeerd. agrifirm wil met het

Ledenvoordeel trouwe afnemers

van producten en diensten

belonen en hen mee laten delen

in het resultaat van

agrifirm group.

Tijdens de Agrar unternehmertage

in münster presenteert Agrifirm

Deutschland zich voor het eerst.

In 2011 zal deze onderneming zich

nadrukkelijk manifesteren op de

Duitse markt.

na de fusie had agrifirm twee dochter-

ondernemingen, namelijk KOFU in

neuss en Strahmann in Drenthwede,

die actief waren op de Duitse markt.

Hoewel de beide werkgebieden vrij

goed op elkaar aansluiten en er dus

nauwelijks sprake is van overlap, is

het voor de synergie en een duidelijke

marktpositionering beter om één bedrijf

te vormen. Vanaf de tweede helft van

2011 is agrifirm Deutschland daarom

de bedrijfsnaam van de activiteiten bij

onze oosterburen.

Tijdens de agrar Unternehmertage in

Münster (8,9 en 10 februari) wordt deze

nieuwe positionering voor het eerst

duidelijk zichtbaar gemaakt. KOFU en

Strahmann zijn verbonden tot agrifirm

Deutschland.

Wilt u de beurs bezoeken, kijk dan op

www.agrarunternehmertage.de.

in 2011 één procent Ledenvoordeel op omzet

agrifirm presenteert zich in Duitsland

Agrifirm presenteert zich in Duitsland

Hoofddirectielid Ad Hectors heeft per 1 januari 2011 afscheid genomen in verband

met zijn pensionering. er is veel waardering voor zijn manier van werken tijdens de

32 dienstjaren bij cehave Landbouwbelang/Agrifirm, zo bleek tijdens het afscheid in

het bedrijf, in de Ledenraad en van de branchegenoten.

agrifirm voorzitter Theo Koekkoek roemde namens de Ledenraad het behoud van de

praktische inslag tijdens de hele carrière van ad Hectors. als man die vanuit de bui-

tendienst zijn carrière opbouwde, zocht Hectors niet de confrontatie. Hij probeerde

altijd een oplossing te vinden waarmee alle partijen verder konden.

ad Hectors, die voorlopig zijn rol als voorzitter van de nevedi blijft vervullen, dankt

iedereen voor de vele inspirerende en waardevolle contacten.

afscheid van directeur ad Hectors

Kom terugblikken en vooruitkijken met Agrifirm

Een impressie van de beursstand van Agrifirm Deutschland

schakel in succes januari 2011 5

Page 6: Schakel in succes nr. 1 - januari 2011

De nederlandse veehouderij produceert te veel fosfaat. Dat is

de kern van het fosfaatprobleem. De hoeveelheid fosfaat in

dierlijke mest is groter dan de plaatsingsruimte, waardoor een

overschot ontstaat. Dat overschot neemt de komende jaren toe.

niet omdat de productie stijgt, maar omdat de normen worden

aangescherpt. veranderingen in de mestwetgeving zorgen voor

een verwacht overschot in 2015 van 50 miljoen kilo.

uITDAGInG

Dit betekent een uitdaging voor de

nederlandse veehouderij. De overheid

verwacht namelijk actie van de sector.

Het overschot moet omlaag; als dat niet

lukt grijpt de overheid in. Voor staats-

secretaris Henk Bleker is het afromen van

dierrechten dan een optie. Werk aan de

winkel dus.

Er zijn drie sporen om het fosfaatover-

schot te verminderen, stelt directeur

Toon van der putten van agrifirm advies-

dochter Exlan. “Met betere plaatsing

van mest kan 10 miljoen kilo worden

gewonnen. Verwerking en export

van mest moet voor een reductie van

20 miljoen kunnen zorgen en voor de

overige 20 miljoen kilo wordt ingezet

op het voerspoor: dat is het verlagen

van de aanvoer van fosfor in dier-

voeders.” Wat er niet in gaat, komt

er ook niet uit.

voerSpoor

Het voerspoor zorgt voor het snelste

resultaat. Het lijkt simpel: als voer-

producenten minder fosfor in het voer

stoppen, komt er minder fosfaat in de

mest. “Toch ligt het iets ingewikkelder”,

Voerspoor draagt bij aan reductie fosfaatoverschot

Wat er niet in gaat, komt er ook niet uit

schakel in succes januari 20116

feed

Page 7: Schakel in succes nr. 1 - januari 2011

legt Van der putten uit. “Fosfaat is niet

alleen een probleem, het is ook een

waardevol mineraal dat onmisbaar is

voor gezonde en productieve dieren.

Verlaging van de fosforgehaltes in het

voer mag er niet toe leiden dat dieren

minder fosfaat opnemen.” Het voer-

spoor gaat dan ook niet om het simpel-

weg verlagen van de fosforgehaltes,

maar ook om het verbeteren van de

efficiëntie.

Een betere benutting van fosfaat uit

voer moet de beschikbare hoeveelheid

voor het dier op peil houden bij een

lager totaal fosfaatgehalte. Dat bete-

kent dat fabrikanten scherpere eisen

aan de grondstoffen voor veevoeders

moeten stellen. Technisch is dat moge-

lijk, het kan er wel toe leiden dat het

voer iets duurder wordt.

AkkoorD

Eind vorig jaar sloten LTO nederland en

de nederlandse Vereniging Diervoeder-

industrie (nevedi) een akkoord om dit

in de praktijk te brengen. Het doel is om

de fosfaatproductie via het voerspoor in

2011 met 10 miljoen kilo te verminderen.

Volgend jaar willen de partijen nog eens

10 miljoen kilo reductie realiseren,

waardoor het overschot met 20 miljoen

kilo afneemt. ambitieus, maar wel

realistisch, aldus LTO-bestuurder peter

Brouwers. “We zijn ervan overtuigd dat

het mogelijk is. aan die 20 miljoen zijn

gedegen berekeningen en onderzoek

vooraf gegaan.”

Een groot voordeel van het voerspoor

is dat het op korte termijn resultaat op

kan leveren, denkt nevedi-directeur

Henk Flipsen. “Dit is de kortste klap.

als je via het voer minder fosfaat aan-

voert, hoef je ook minder af te voeren.

We moeten er met zijn allen voor zorgen

dat er in 2015 evenwicht op de mest-

markt is. Dat is onze maatschappelijke

plicht, bovendien is het in het belang

van zowel de veehouderij als de voer-

industrie om overheidsingrijpen te

voorkomen.”

Het akkoord is vooral belangrijk voor de

rundvee- en de varkenssector. Beide

sectoren moeten in 2011 vijf miljoen

kilo fosfaat voor hun rekening nemen.

De pluimvee- en overige sectoren blijven

voorlopig buiten schot. Van deze sectoren

wordt verwacht dat ze op vrijwillige

basis een fosfaatreductie kunnen

realiseren, waarbij de verbrandings-

centrale voor pluimveemest in Moerdijk

een grote rol speelt.

foSfAATeffIcIënTIe

Centraal in het akkoord staat de benut-

ting van fosfaat, de fosfaatefficiëntie.

LTO en nevedi werken daarom aan een

kengetal dat inzicht geeft in de mate

van fosfaatbenutting. aan de hand van

het kengetal kan bekeken worden of

een bedrijf voldoet aan een nog te

bepalen norm.

“Het kengetal kan bepaald worden met

de gegevens die elke veehouder nu al

bijhoudt en registreert voor zijn mest-

boekhouding. Er is dus geen extra

administratie voor nodig. Wel kan het

kengetal in de toekomst consequenties

voor een veehouder hebben”, legt

Van der putten uit. Het doel is namelijk

om in de loop van 2011 een verordening

in te stellen, waarbij veehouders

beloond worden als ze een gunstige

fosfaat efficiëntie hebben. “Op dit

moment ontbreekt het aan een eco-

nomische of juridische prikkel om echt

te sturen op fosfaat. De verordening

zorgt voor zo’n prikkel, waarbij onder-

nemers zelf kunnen bepalen of ze de

norm willen halen met het voerspoor

of met andere maatregelen”, licht

LTO-er Brouwers toe.

AAnGepASTe voeDerS

Wat in ieder geval geen belemmering is

voor het slagen van het akkoord is de

beschikbaarheid van voeders met een

laag fosforgehalte. “Elke leverancier heeft

zo’n voer”, stelt Van der putten. “Dat is

echter iets duurder, omdat je strengere

eisen aan de grondstoffen moet stellen.

De meeste van die voeders worden

daardoor nog relatief weinig verkocht.”

Toch zit hier duidelijk beweging in. >

“ Als je via het voer minder fosfaat aanvoert, hoef je ook minder af te voeren.” Henk flipsen, nevedi-directeur

schakel in succes januari 2011 7

feed

Page 8: Schakel in succes nr. 1 - januari 2011

schakel in succes januari 20118

Behalve door de hernieuwde aandacht

van overheid en sector voor fosfaat

komt dat ook door de ontwikkeling van

nieuwe voersoorten. Het varkensvoer

air Line® [2.0] is hier een goed voorbeeld

van. “Het grote voordeel van dit voer, in

tegenstelling tot de andere voeders

met een goede fosfaatefficiëntie, is dat

het geen effect op de voerkosten heeft”,

aldus Bert Fierkens, sectormanager

Varkens bij agrifirm Feed. Hij verwacht

dat de populariteit van air Line® [2.0]

verder zal groeien door het voerspoor.

Toch ziet Fierkens dit voer niet als de

enige oplossing voor alle varkens-

houders. “Het is per bedrijf een reken-

som wat het gunstigst is. Soms is dat

om gedurende het hele groeitraject van

vleesvarkens air Line® [2.0] te voeren, in

andere gevallen is het voordeliger om

voor een combinatie met regulier geperst

voer te kiezen. Juist de combinatie van

air Line® [2.0] en regulier geperst voer

foSfAATeffIcIënTIe

De parameter fosfaatefficiëntie speelt een belangrijke rol in het

voerspoor. in de rundveehouderij wordt via de BEX-systematiek

al met dit getal gewerkt, voor de varkenssector is het nieuw.

De fosfaatefficiëntie wordt als volgt berekend:

afgevoerde hoeveelheid bruto fosfaat

aangevoerde hoeveelheid bruto fosfaat

-/- het voorraad verschil

De norm voor fosfaatefficiëntie is nog niet bekend, maar stel

dat die 45 procent wordt. Dan is er daarboven niets aan de hand,

daaronder zijn maatregelen nodig. Dat kan een aanpassing

van de voersamenstelling zijn. De volgende rekenvoorbeelden

laten verschillende mogelijkheden zien.

reguliervoer

laag fosfaatvoer

Air Line® [2.0]

aanvoer (kg voer) 259 226 180

gram fosfaat 2811 2086 1589

reductie (%) 26 44

groei varken (kg) 90 90 90

gram fosfaat 1107 1107 1107

mest (gram fosfaat) 1704 979 482

reductie (%) 43 72

fosfaatefficiëntie % 39 53 70

met laag fosfor zien we in de praktijk

steeds meer ingezet worden.”

als alleen naar de fosfaatreductie wordt

gekeken is air Line® [2.0] wel het meest

effectief. Varkenshouders die alleen

air Line® [2.0] voeren kunnen een reductie

van 60 procent realiseren, bij een laag-

fosfaat geperst voer is dat ongeveer

10 procent en met een combinatie is een

reductie van 30 tot 40 procent haalbaar.

runDvee

Ook voor de rundveesector bestaan

speciale laag-fosfor voeders. Bij agrifirm

is dit de np-lijn, waarbij np staat voor

netto fosfor. Van diverse producten

bestaat een np-variant, die een fosfaat-

reductie van ongeveer 25 tot 30 procent

realiseert. “We hebben deze voeders al

eerder ontwikkeld. Destijds in verband

met het MinaS-systeem en we merken

dat de populariteit nu weer toeneemt”,

zegt Toine Heijmans, hoofd product-

management Rundvee bij agrifirm Feed.

Speciaal aandachtspunt in de rundvee-

sector is het totale rantsoen.

in tegenstelling tot de intensieve sectoren

is krachtvoer immers maar een deel van

het rantsoen. Heijmans: “De np-producten

zitten ongeveer 30 procent lager in

fosfor, maar dat wil niet zeggen dat het

fosforgehalte in het totale rantsoen zo

sterk daalt. Er blijken grote verschillen te

zijn in de benutting van fosfor uit gras-

kuilen. Bij wat ouder, langer gras is de

benutbaarheid vaak lager. Daar houden

we rekening mee, het gaat om het

totaalplaatje.” afhankelijk van de inzet

van np-voeders wordt in de praktijk een

gemiddelde reductie van 10 tot 15 procent

gerealiseerd. Ook voor de rundveevoeders

geldt dat de laag-fosfaat voeders iets

duurder zijn dan de reguliere voeders.

“Het is een rekensom die elke vee-

houder, samen met onze specialist

Rundveehouderij, zelf moet maken.”

100 %

>

feed

Page 9: Schakel in succes nr. 1 - januari 2011

Minder fosfaat en een hoger saldo

Het verlagen van de fosfaatproductie is niet alleen noodzakelijk, het kan ook flinke

financiële voordelen hebben. Varkenshouder Theo Hendriks uit het Brabantse Schaijk

weet daar alles van. Begin 2009 schakelde hij over naar air Line® [2.0]. “ik wilde de

fosfaatproductie met 60 procent verlagen, waardoor ik geen mest meer zou

hoeven afvoeren”, vertelt Hendriks.

Die doelstelling is behaald. De fosfaat- en stikstofproductie is zelfs zo ver teruggelopen

dat Hendriks nu ruimte heeft om mest aan te voeren op zijn grond. per saldo scheelt

dit 12,00 euro per varkensplaats. Bovendien zijn de technische resultaten goed.

“De uitval was in 2010 met 1,1 procent lager dan ooit en ook de groei is prima.

Met air Line® [2.0] daalt niet alleen de fosfaatproductie, het helpt me ook om een

goed saldo te halen. En daar gaat het om.”

Minder mestafvoer dankzij nP-voeders

Melkveehouder Corné Mangelaars uit Roosendaal heeft vorig jaar meegedaan aan

een pilotproject van ZLTO en agrifirm Feed om de fosfaataanvoer op melkveebedrijven

te verminderen. Het project was voor hem aanleiding om de np-voeders van agrifirm

in te zetten. “Het doel was om het fosforgehalte in het krachtvoer met 25 procent te

verlagen en met 10 procent in het totale rantsoen. Met de np-voeders lukte dat op

mijn bedrijf goed.”

Mangelaars vindt het belangrijk om scherp op het fosfaatgehalte te letten. “Wij zitten

altijd op het randje van 85 procent mest op eigen grond, en dus op het randje om de

mest zelf te mogen afvoeren. Het np-voer maakt het verschil waardoor we de mest

niet hoeven te laten wegen en monsteren. Het voer is natuurlijk wel iets duurder,

maar het scheelt weer geld dat je minder mest hoeft af te voeren. ik denk dat het een

rekensom per bedrijf is. Vorig jaar waren de mestafzetprijzen vrij laag, dan kan het

minder snel uit, maar zeker bij hogere mestprijzen kunnen np-voeders een interessante

optie zijn.”

“ Door de fosfaatproductie met 60 procent te verlagen, hoef ik geen mest meer af te voeren.”

“ Zeker bij hogere mestprijzen kunnen nP-voeders een interessante optie zijn.”

schakel in succes januari 2011 9

feed

Page 10: Schakel in succes nr. 1 - januari 2011

Voorkom onnodige stress bij spenen biggen

verplaatsen en per toom op te fokken.

Kraamopfokhokken zijn daarom ideaal.

als verplaatsen niet te vermijden is, voor-

komt opfok per toom dat de biggen via

nieuwe hokgenoten met vreemde ziekte-

kiemen in aanraking komen. is opfok per

toom niet mogelijk, dan is het beter om

hele tomen samen te voegen dan om

biggen uit verschillende tomen te men-

gen. Bij uniforme herkomst en gezond-

heid verloopt de overgang voor biggen

gemakkelijker dan in mengtomen. Houd

weekgroepen zoveel mogelijk bij elkaar en

voorkom dat ‘slechte’ biggen overgelegd

worden naar jongere weekgroepen.

Spenen is een ingrijpende gebeurtenis voor een drie of vier weken oude big. zeker

omdat de eigen weerstand nog niet op peil is. Goed management is de sleutel tot

een geruisloze overgang.

Daarnaast is het belangrijk om het risico

van versleping te beperken. Werk in de

biggenopfok met materialen en bedrijfs-

kleding die duidelijk zijn te onderscheiden

van wat in de kraamstal wordt gebruikt.

Met vier kleuren kunt u aan kraam-,

dek-, drachtstal en biggenopfok elk één

vaste kleur toekennen.

wArmTe, verSe LucHT en LIcHT

Zorg ervoor dat de biggen zich prettig

voelen in de opfokstal. Dat begint bij

binnenkomst. De eerste week is het

in de stal 28-30˚C. De trek is minimaal

maar er komt wel ruim voldoende verse

lucht binnen. Met een rookproef en een

CO2-meting kan uw specialist de lucht-

verversing eenvoudig checken. als de

biggen gelijkmatig verspreid over de

dichte (verwarmde) plaat liggen, kunt

u ervan uitgaan dat het stalklimaat

in orde is.

na een week mag de omgevingstempe-

ratuur terug naar 23˚C. in de zomer

mag de temperatuur wat hoger zijn en

ligt de minimumventilatie lager dan in

de andere seizoenen.

Door de eerste dagen het licht aan te

laten maakt u het de biggen gemakke-

lijker om zich te oriënteren in hun nieuwe

verblijf en zullen ze sneller het voer en

water weten te vinden.

voorAf GevuLDe voerBAkken

De voerbakken vult u voordat u de biggen

oplegt. Zo kunnen ze bij hun eerste

ronde door het nieuwe hok gelijk hun

voer vinden en komt de opname snel op

gang. Tegelijkertijd leidt het de biggen

af, wat helpt om vechten te voorkomen.

Spenen betekent op zijn minst een

verandering van voer en vaak ook nog

een nieuw hok, nieuwe hokgenoten en

daarmee nieuwe ziektekiemen. En dat

op het moment dat de afweerstoffen die

de big uit de biest mee kreeg vrijwel geen

bescherming meer bieden en de eigen

immuniteit nog volop in ont wikkeling is.

geen wonder dat de overgang niet altijd

vlekkeloos verloopt. Met gericht mana ge-

ment is gelukkig wel veel te sturen.

zo mIn moGeLIjk menGen

Vanuit gezondheidsoogpunt verdient

het de voorkeur om biggen niet te

schakel in succes januari 201110

feed

Page 11: Schakel in succes nr. 1 - januari 2011

prAkTIjkonDerzoek

Sinds de introductie is in de praktijk veel

ervaring opgedaan met Solide index.

Bovendien heeft een stagiaire van HaS

Den Bosch gedurende drie maanden

onderzoek gedaan naar de verschillende

factoren die van invloed kunnen zijn op

de optimale Solide index. Op diverse

bedrijven is een uitgebreide inventari-

satie gemaakt van onder andere de

brijvoerinstallatie, de rantsoenen en

de gehanteerde Solide index.

Uit deze inventarisatie bleek dat bedrij-

ven met een korter brijvoercircuit een

hogere Solide index kunnen hanteren

dan bedrijven met een lang circuit of een

circuit waar veel bochten in zitten. Op

bedrijven met een lang en/of bochtig

circuit was vaak het drogestof per-

centage van de brij lager ingesteld om

storingen te voorkomen.

opTImAAL voeren

naar aanleiding van het onderzoek is op

verschillende bedrijven geadviseerd om

het drogestof percentage te verhogen.

Deze bedrijven werkten nog niet met

een maximale Solide index en door deze

maatregel konden ze minder mestafzet

realiseren. Daarnaast kwamen er uit het

onderzoek verschillende aanpassingen

een half jaar geleden introduceerde Agrifirm feed Solide Index, een methode

om te bepalen in welke mate bijproducten, enkelvoudige grondstoffen en

aanvullende voeders bijdragen aan de stabiliteit en de verpompbaarheid van

brijvoer. Dat is belangrijk voor een uniforme kwaliteit van het brijmengsel en

voor het voorkomen van storing in de installatie.

aan de installatie naar voren waardoor

de brij makkelijker te verpompen is en de

maximale Solide index dus verhoogd kan

worden. Voorbeelden zijn het opsplitsen

van een lang circuit, het positioneren van

de brij met stuurwater in plaats van eind-

brij, het vervangen van oude ventielen

of het aanpassen van de inweektijd. Zo

kan financieel, nutritioneel én technisch

het optimale rantsoen gevoerd worden

en de mestafzet worden verlaagd.

Bij een kort brijvoercircuit is de optimale Solide Index vaak hoger dan bij een lang circuit.

Mochten de biggen onverhoopt toch aan

het vechten slaan, gebruik dan jodium-

spray. Zo krijgen de biggen allemaal

dezelfde geur, eventuele wondjes

worden ontsmet en het herstel van de

beschadigde biggen gaat sneller.

De voeropname net na het spenen zal

variëren. Van invloed zijn het ras, de

gezondheidstoestand, de speenleeftijd

en de opname van vast voer in de kraam-

stal. Het streven is een hoge voeropname,

zonder overbelasting van de dikke darm.

Onze specialisten adviseren tot dag tien

dagelijks de voeropname te meten.

Weeg een emmer met voer aan het

begin en eind van de dag en bereken

hoeveel voer is opgegaan. Zo weet u wat

de biggen werkelijk eten. afwijkende

voeropnames wijzen op problemen met

gezondheid, huisvesting of klimaat. Later

in de opfok volstaat het om eens per

twee weken de voeropname te meten.

U heeft bij agrifirm keus uit verschil-

lende biggenvoerlijnen en daarbinnen

meestal uit meerdere formuleringen.

wAAr STAAT u?

Wilt u de opfok van biggen op uw bedrijf

eens tegen het licht houden? Vraag dan

uw specialist om samen met u de stand

van zaken op te nemen, zonodig gevolgd

door een actieplan. Want gericht

management werkt, beslist!

Solide index

Een half jaar na de introductie

feed

Goed management is de sleutel tot een geruisloze overgang.

schakel in succes januari 2011 11

Page 12: Schakel in succes nr. 1 - januari 2011

agrifirm Feed Wanssum

agrifirm Feed produceert in Wanssum

200.000 ton pluimvee- en varkens-

voer. Met de aanleg van de

productielijn stijgt de capaciteit

naar ruim 300.000 ton. De fabriek

is pas in 1995 in gebruik genomen

en is daarmee één van de nieuwste

fabrieken van agrifirm. Mede daar-

om, en vanwege de gunstige locatie

in een belangrijke regio voor de

intensieve veehouderij, ziet agrifirm

de fabriek in Wanssum als een

strategisch belangrijke vestiging.

“De fabriek in Wanssum ligt vanuit dat

oogpunt ook zeer gunstig, midden in een

belangrijk concentratiegebied van de

intensieve veehouderij en ook binnen

bereik van Belgische pluimveehouders.”

agrifirm-oud behaalde met het vlees-

kuikenassortiment in de afgelopen jaren

al steeds meer successen in Zuid-

nederland. “nu we de locatie in Wanssum

erbij krijgen verwacht ik zeker een verdere

groei. De locatie heeft natuurlijk logis-

tieke voordelen voor Zuid-nederland,

bovendien is de regionale binding ook

belangrijk voor veel klanten.”

Patrick van Helden bij de nieuwe productielijn.

wAnSSum

in deze fabriek is begin januari een

nieuwe productielijn in gebruik geno-

men, speciaal voor de productie van

vleespluimveevoeders. in 2010 is veel

tijd en geld geïnvesteerd om ook in

Wanssum vleeskuikenvoeders te kunnen

produceren volgens de oud-agrifirm

systematiek. Behalve in de nieuwe

voerlijn is ook in de automatisering van

de fabriek geïnvesteerd. “De productie

verloopt daardoor nog efficiënter en in

combinatie met de nieuwe voerlijn

neemt de capaciteit van onze fabriek

flink toe”, stelt locatiemanager patrick

van Helden. “We zijn nu aan het op-

schalen en verwachten dat de capaci-

teit zal groeien van 200.000 ton tot

ruim 300.000 ton.”

Het nieuwe vleeskuikenvoer speelt daar

een belangrijke rol in. De eerste tonnen

zijn geleverd aan klanten in noord-

nederland, waar het voer eerst in de

praktijk wordt getest en vergeleken met

de bewezen voeders die in Meppel ge-

produceerd worden. “Het streven is dat

ze minstens zo goed zijn als de be-

staande voeders. We testen de voeders

nu bij een achttal grote klanten, zodat

we snel inzicht in de resultaten hebben.

als die goed zijn gaan we de productie

opschalen en ook pluimveehouders in

Zuid-nederland beleveren”, legt manager

Vleespluimvee Erlend Beltman uit.

Bewezen concepT

Voor die vleespluimveehouders is de

nieuwe productielijn goed nieuws. Het

bewezen voerconcept van agrifirm-oud

wordt daarmee ook in het zuiden van

nederland geproduceerd. De voeders

staan bekend om de goede technische

resultaten die vleeskuikenhouders ermee

behalen. Beltman: “Een zeer goede

voederconversie en mooie droge stal-

len. Het voer heeft een erg goede prijs/

kwaliteitverhouding en het is bewezen

dat het zorgt voor de beste technische

resultaten in nederland.” Beltman heeft

dan ook hoge verwachtingen van de

productie-uitbreiding, zowel voor

bestaande klanten als bij nieuwe klanten.

een mooi voorbeeld van de synergievoordelen van de fusie tussen Agrifirm en

cehave Landbouwbelang is het vleespluimvee­assortiment. De succesvolle voeders

die vleespluimveehouders in noord­nederland al kenden worden nu ook in

zuid­nederland geïntroduceerd. De productielocatie in wanssum, noord­Limburg,

speelt hierin een sleutelrol.

Wanssum speelt sleutelrol in voeders vleespluimvee

feed

schakel in succes januari 201112

Page 13: Schakel in succes nr. 1 - januari 2011

“in 1991 begon ik met de vleeskuikens.

De verdiensten in de akkerbouw waren

slecht, dus wilde ik een tweede tak”,

kijkt Westerhuis terug. Een sprong in

het diepe. “na een cursus moest ik het

zelf doen. Met begeleiding van mijn

specialist natuurlijk; ook van de studie-

club heb ik veel geleerd.”

in Usquert staat nu een bedrijf om trots

op te zijn. Westerhuis: “Het moet groot

genoeg zijn voor een eventuele opvolger.

En als mijn zoon geen interesse heeft,

moet het bedrijf goed te verkopen zijn.”

alle stallen zijn emissie-arm en sinds

vorig jaar is er een houtkachel. Dat is wel

wat meer werk, maar het bevalt goed.

kernvoer meT TArwe

De akkerbouw is zeker niet uit beeld.

Westerhuis heeft 15 hectare pootgoed

en 25 hectare tarwe. Het akkerbouw-

bedrijf kan daardoor de vleeskuikens

deels van voer voorzien. “ik werk al jaren

met het kernvoerconcept van agrifirm.

ik vind het belangrijk om grond-

stoffen van dichtbij te hebben,

en dichterbij dan je eigen grond

kan niet.” in de beginjaren hoefde

Westerhuis geen tarwe aan te

kopen, inmiddels is het bedrijf

daar te groot voor. “ik voer in ver-

houding vrij veel tarwe omdat dat

gunstig is voor de voerkosten. De

voederconversie is soms wat hoger,

maar het scheelt in de kosten en in

transport.”

zo weInIG moGeLIjk TrAnSporT

Dat laatste past helemaal in het straat-

je van Westerhuis. “als het even kan wil

ik de transportkilometers beperken. ik

koop daarom ook tarwe aan uit de regio

en breng de mest naar onze eigen grond

of grond in de buurt.”

Akkerbouwtak voorziet vleeskuikens van voer

onlangs leverde vleeskuikenhouder Lammert westerhuis in het Groningse

usquert de eerste vleeskuikens uit zijn nieuwe stal. waar twintig jaar geleden

de eerste stal voor 32.000 vleeskuikens werd gebouwd, staat nu een bedrijf

met 110.000 dieren. westerhuis, van huis uit akkerbouwer, heeft zijn draai

gevonden in de vleespluimveehouderij.

feed

Lammert Westerhuis.

“ Transportkilometers beperken door eigen tarwe te voeren.”

De kuikens van Westerhuis doen het

goed. De groei per dag over de afgelopen

6 rondes was 56,5 gram, de voedercon-

versie bij 1.500 gram lag op 1,36 (aflever-

gewicht 2.040 gram). “De mest is goed, de

stallen blijven mooi droog. En de kuikens

zijn heel vitaal. ik ben er content mee.”

Een goede voorziening van sporen-

elementen is voor hoogproductieve leg-

hennen essentieel. Om er zeker van te

zijn dat de voeding voldoende sporen-

elementen bevat, voegen we deze aan

het voer toe. Hiervoor worden anorgani-

sche verbindingen als koper- en zinksul-

faat gebruikt. inmiddels kunnen ook

sporenelementen als organische ver-

binding worden toegevoegd. Sporen-

elementen in anorganische verbinding

hebben een lagere kostprijs, maar een

minder goede benutting. Sporen-

elementen in organische vorm zijn

gebonden aan aminozuren en hoeven

niet in het maagdarmkanaal op te lossen.

Hierdoor wordt het voer beter benut en

de weerstand van het maagdarmkanaal

verhoogd. Dit verbetert de prestaties

van uw leghennen.

Ook in de opfok wordt met goede tech-

nische resultaten voer met OgS ingezet.

informeer bij uw specialist naar legvoer

met OgS op uw bedrijf.

Organisch gebonden Sporenelementen in legvoeders

schakel in succes januari 2011 13

Page 14: Schakel in succes nr. 1 - januari 2011

weIDeGAnG

Van der Wal houdt ruim 50 koeien op

36 hectare grond bij Urk. Hij verbouwt

6 hectare maïs en 30 hectare gras,

voldoende om de koeien zomers dag

en nacht buiten te houden. “Zolang de

mestwetgeving dat niet onmogelijk

maakt blijf ik dat ook doen. Het scheelt

in de kosten en in de arbeid, en het is

goed voor de koeien.” 36 hectare grond

is echter maar net voldoende voor

weidegang, voerwinning en mestafzet.

Mede daarom is Van der Wal erg scherp

op de ruwvoerkwaliteit.

LAGe koSTprIjS

“ik wil maximaal rendement uit mijn

grond halen. De kwaliteit van het ruw-

voer is daarbij erg belangrijk. Wij stellen

hoge eisen aan de maïs, maar zeker aan

de graskuil. Daardoor hoeven we minder

krachtvoer aan te kopen en hebben we

een lage kostprijs”, stelt Van der Wal.

’s Winters bestaat het rantsoen vrijwel

helemaal uit maïs en kuilgras, aangevuld

met een klein beetje luzerne en soja-

raapmengsel. ’s Zomers krijgen de koeien

naast het weidegras alleen maïs.

mAxImALe kwALITeIT

Juist omdat hij zo weinig krachtvoer

voert, doet Van der Wal er alles aan om

een zo hoog mogelijke ruwvoerkwaliteit

te behalen. Dat begint al bij de rassen-

keuze. “ik kijk elk jaar welk maïsras het

beste geschikt is, waarbij vooral het

zetmeelgehalte en de verteerbaarheid

belangrijk zijn. Vorig jaar hadden we met

de rassen Lg 30.218 en Lg 30.225 een heel

goede opbrengst.” Voor het grasland kiest

Van der Wal voor de beste mengsels, zoals

DairyGrass Smakelijk.

“Vorig jaar hebben we daarnaast voor

het eerst klaver ingezet, omdat onze

grond een vrij laag stikstof leverend

vermogen heeft. Dat ging erg goed, dus

daar gaan we mee door.” Om dezelfde

reden is bemesting ook een punt wat

veel aandacht krijgt van Van der Wal.

AnALySe

Behalve de teelt, is ook de oogst belang-

rijk voor de melkveehouder. “Daar kan

veel verloren gaan. Elk uur dat het gras op

het land ligt is extra verlies, dus streven

we er altijd naar om de kuil binnen 30 uur

na het maaien dicht te hebben.” Tijdens

het inkuilen zet Van der Wal kuilver-

beteraar Ecosyl in om het conserverings-

proces te optimaliseren. Uit de analyses

die hij uit laat voeren blijkt dat deze

werkwijze zijn vruchten afwerpt. Het

gras is goed geconserveerd en bevat

een hoog melkzuurgehalte. “We laten

altijd analyses uitvoeren. ik vind het

belangrijk om te weten wat er in het

voer zit om zo het rantsoen zo goed

mogelijk te kunnen samenstellen.”

“ Wat je zelf teelt, hoef je niet te kopen”

melkveehouder Hein van der wal wil het

maximale uit zijn grond halen. De ruwvoerteelt

krijgt op zijn bedrijf dan ook veel aandacht. met

de beste rassen, de juiste bemesting en nauw keurig

inkuilen wil van der wal een zo hoog mogelijke kwaliteit

van het ruwvoer bereiken. “Dat is belangrijk. wat je zelf teelt

hoef je niet aan te kopen.”

Hein van der Wal.

schakel in succes januari 201114

feed

Page 15: Schakel in succes nr. 1 - januari 2011

Deze energie- en eiwitrijke grondstof-

mengsels zijn geoptimaliseerd op

nutriënteisen. Dit verzekert u van

voederwaarde tegen een scherpe prijs.

alle Balans® Mengsels kunt u bestellen

met toevoeging van mineralen.

eIwIT BeTer BenuTTen

Een rantsoen met relatief veel eiwitrijke,

suikerarme graskuil bevat vaak te weinig

pensenergie. De koeien benutten het

eiwit in het gras daardoor onvoldoende

en zetten het om in ureum in plaats

van in melkeiwit.

Balans® Speed stimuleert de benutting

van eiwit in gras. Het bevat extra pens-

energie waardoor uw koeien het eiwit

goed kunnen benutten. Het resultaat:

meer melkeiwit, minder ureum in de

melk én een hogere melkopbrengst.

meer penSenerGIe en eIwIT

Rantsoenen met een groot aandeel

zetmeelarme snijmaïs kunnen naast te

weinig eiwit, ook te weinig pensenergie

bevatten. Vul in dat geval het rantsoen

aan met pensenergie én eiwit. Balans®

Energie is hiervoor zeer geschikt.

Evenwichtige rantsoenen en goede benutting

Als melkveehouder streeft u naar een goede benutting van ruwvoer door uw

melkkoeien, wat tot uiting komt in een goede melkproductie, gezonde koeien en een

goed rendement. Door wisselende ruwvoer kwaliteit kan het nodig zijn het rantsoen

in evenwicht te brengen. Balans® mengsels zijn hiervoor zeer geschikt.

SnIjmAïS

> adenzo

> Chavoxx

> Baleric

> Lg 30.225

> nK Famous

> Lg 30.218

> Lg 32.27

> Lg 32.34

> Torres

ccm

> Lg 32.47

> amadeo

korreLmAïS

> Ravello

verGISTermAïS

> nK Sigmund

Voor 2011 bevelen we de

volgende rassen aan:

Om meer rendement uit uw maïsteelt

te halen is het belangrijk om het juiste

ras te kiezen, maar ook de keuze van de

meststoffen, eventuele behandeling van

het zaad en de gekozen groenbemester

spelen een rol. agrifirm biedt de moge-

lijkheid om maïszaad te behandelen met

Mesurol of een middel tegen ritnaalden.

Voor de bemesting is een ruim assorti-

ment maïsmeststoffen beschikbaar,

met onder andere MaïsMap- en Entec-

maïsmeststoffen. U kunt echter ook

kiezen voor een coating met iSeed, een

innovatieve bemestingsmethode die

zorgt voor een aanzienlijk lager fosfaat-

gebruik met hetzelfde resultaat.

Daarnaast heeft agrifirm natuurlijk een

assortiment maïszaad van de beste ras-

sen voor snijmaïs, CCM, korrelmaïs, en

vergistermaïs.

Maximaal rendement uit de maïsteelt

Het nieuwe teeltseizoen voor maïs staat

weer voor de deur. Dat betekent dat er

belangrijke keuzes gemaakt moeten

worden om het hoogste rendement

uit de maïsteelt te halen. De ruwvoer­

kwaliteit heeft immers veel invloed op

de productiviteit van rundvee en dus

op het bedrijfsresultaat.

nieuw pakket agrifirm kuilfolie

agrifirm biedt een nieuw, compleet

pakket kuilfolie aan van hoogwaardige

kwaliteit. Het pakket bestaat uit kuil-

folies geschikt voor alle uiteen lopende

bedrijfssituaties. Ze bieden de beste

bescherming van uw kostbare ruw-

voer. Voor meer informatie: neem

contact op met uw specialist.

“ Wat je zelf teelt, hoef je niet te kopen”

schakel in succes januari 2011 15

feed

Page 16: Schakel in succes nr. 1 - januari 2011

naast het officiële rassenonderzoek

zaaiuien waar Agrifirm plant samen

met ppo en het uIkc aan deelneemt,

voert de coöperatie ook eigen onder­

zoek uit. op een aantal locaties in de

belangrijkste teeltgebieden van

Agrifirm plant liggen vergelijkingen

met een groot aantal nieuwe en

bestaande rassen.

Doel van deze velden is niet om tot

achter de komma de exacte opbrengst

en kwaliteit vast te stellen, maar om

ervaring op te doen op verschillende

grondsoorten dicht bij de praktijk. Het

officiële rassen onderzoek vindt plaats in

Lelystad en Colijnsplaat. De resultaten

op deze goede uiengronden zijn niet één

op één te vergelijken met bijvoorbeeld

een lichte zavelgrond in de noordoost-

polder of met de groeiomstandigheden

in het uiterste noorden van ons land.

De agrifirm rasvergelijkingen vonden in

2010 voor het tweede jaar op rij plaats.

Dankzij deze onderzoeken kunnen rassen

beter beoordeeld worden op geschikt-

heid voor de praktijk. in 2009 heeft dat

geresulteerd in twee nieuwe rassen in

het kernassortiment van agrifirm plant,

die toen nog niet op de officiële rassen-

lijst stonden. in 2010 hebben de demo-

velden, door de uitzonderlijke weers-

omstandigheden van dat seizoen, veel

kennis opgeleverd over strijken en dik-

halzen. Op dit gebied blijken grote ver-

schillen tussen rassen te bestaan en

dat heeft zeker invloed op de rassen-

keuze voor komend seizoen.

Uienrassen vergeleken onder lokale omstandigheden

nutriSphere-n is een nieuw product,

speciaal ontwikkeld om de kwaliteit van

Ureum sterk te verbeteren. De werking

van nutriSphere-n is drieledig. Ten

eerste werkt het product als een urease-

remmer. Daardoor worden stikstof-

verliezen door vervluchtiging gedurende

7 tot 14 dagen sterk beperkt. Daarnaast

werkt het als een nitrificatie -remmer en

tot slot heeft nutriSphere-n een denitri-

ficerende werking. Dit voorkomt dat

nitraat wordt omgezet in lachgas en

vervluchtigt. Deze remmende werking

werkt tot 12 maanden na toepassing,

zodat het gewas goed in staat is om de

stikstof op te nemen en te benutten.

Door ureum te behandelen met

nutrisphere-n ontstaat de nieuwe

meststof nutriSphere-n 46. Door

deze behandeling worden de stikstof-

verliezen fors verminderd en de opslag-

en strooikwaliteiten sterk verbeterd.

in de afgelopen 2 jaar heeft agrifirm

plant uitvoerige proeven gedaan om de

waarde van nutrisphere-n 46 uit te

testen. Hieruit bleek dat de opbrengst

nauwelijks onder deed voor de opbrengst

bij toepassing van KaS. De nieuwe mest-

stof nutriSphere-n 46 is beschikbaar in

bigbags van 600 kg.

Een nieuwe meststof met een bekende basis

Agrifirm plant zoekt, in samenwerking met cebeco meststoffen, voortdurend naar

nieuwe alternatieve meststoffen die onder de nederlandse omstandigheden een beter

resultaat kunnen geven. Daarbij zijn ook de mogelijkheden van ureum, wereldwijd

de grootste bron van stikstof voor plantenvoeding, bekeken. ureum heeft echter

enkele nadelen ten opzichte van kAS, zoals risico op vervluchtiging en kwaliteits­

verlies tijdens opslag.

< Luuk Kok, specialist Afzet bij Agrifirm Plant, tarreert monsters van de demovelden.

schakel in succes januari 201116

plant

Page 17: Schakel in succes nr. 1 - januari 2011

Uienrassen vergeleken onder lokale omstandigheden

Sinds 1 januari 2011 werken Agrifirm plant en fruitconsult officieel samen.

fruitconsult is een onafhankelijk adviesbureau voor de fruitteelt met jarenlange

ervaring en expertise in de sector. De partijen ontwikkelen gezamenlijk kennis en

geven teeltadviezen aan klanten op het gebied van bemesting, gewasbescherming

en teelttechnieken.

Voor de klanten van agrifirm plant

betekent de samenwerking met Fruit-

consult meer informatie en meer

gemak, omdat uitgebreide informatie

en adviezen online beschikbaar zijn.

De samenwerking concentreert zich

uitsluitend op het gebied van teelt-

adviezen. Overige activiteiten en bege-

leiding van klanten worden door de

bedrijven uitgevoerd zoals tot nu toe

gebruikelijk was.

Beide organisaties zijn verheugd over de

samenwerking, omdat ze elkaar kunnen

versterken in het ontwikkelen van fruit-

teeltactiviteiten en kunnen profiteren

van de kennis en expertise die beide

bedrijven in huis hebben. Bovendien zijn

agrifirm plant en Fruitconsult samen

goede gesprekspartners voor de toe-

leverende industrie van meststoffen

en gewasbeschermingsmiddelen.

Hierbij ligt de focus op advies over

graszaden, specifieke bemesting en een

deskundig gewasbeschermingsmiddelen-

advies. agrifirm plant onderscheidt zich

met een eigen topmixlijn met name in

bemesting. Deze mix is uitgebalanceerd en

getest op de sportvelden van papendal.

Hiermee heeft agrifirm plant bemestings-

schema’s ontwikkeld die de velden in

een goede conditie houden.

openbaar groen is, behalve in het zuidelijk deel van nederland, een relatief jonge

sector voor Agrifirm plant. openbaar groen richt zich onder meer op (sport)velden

en graszodenkwekerijen.

Agrifirm bemestingslijn voor graszoden

Samenwerking agrifirm plant en Fruitconsult

Belang van bodemgezondheid staat voorop.

Uitgangspunt in de adviezen is duur-

zaamheid. Met name het belang van

een goede bodemgezondheid staat in

de adviezen voorop.

schakel in succes januari 2011 17

plant

Page 18: Schakel in succes nr. 1 - januari 2011

TIjDenS BewArInG

Een aantal rassen is gevoelig voor schil-

brand of poederschurft. Behandelen bij

het inschuren is dan niet of beperkt

mogelijk. Zeker in een jaar als afgelopen

jaar (aardappelen nat en behangen

binnen, doorwasinductie, niet afgehard)

is behandeling bij inschuren moeilijk.

Het is ook mogelijk om tijdens de bewaar-

periode te behandelen. nadelen zijn wel

dat het minder bedrijfszeker is en dat

de optimale apparatuur niet beschik-

baar is.

HeeT­ of kouDverneveLInG

Bij het behandelen in de bewaring kan

gekozen worden voor heetverneveling

met Swingfog apparatuur of koudver-

neveling. Het voordeel van heetverneve-

ling is dat er snel veel chloorprofam in de

bewaring verspreid wordt, het nadeel is

de bijkomende CO2-productie en de

storingsgevoeligheid van de apparatuur.

Bij koudverneveling komt geen CO2 vrij,

bovendien is deze methode zeer gebruiks-

vriendelijk. nadelen zijn de lage capaciteit

en de minder fijne druppelafgifte, waar-

door de verdeling minder kan zijn.

nIeuwe AppArATuur

Op het moment is nieuwe apparatuur

voor de verneveling in de bewaring in

ontwikkeling. Het gaat om de Resonator,

heetverneveling zonder CO2 productie

De laatste jaren is er relatief veel veranderd in de methoden van aardappelbewaring en

­behandeling. Het meest bedrijfszeker is het behandelen bij het inschuren. Hiervoor zijn

verschillende formuleringen van chloorprofam op de markt, die alle goed voldoen. Het is

echter niet altijd mogelijk om bij het inschuren te behandelen.

Bewaren van aardappelen, een vak apart

met een hogere capaciteit en fijnere

druppel dan de huidige koudverneveling

apparatuur, en de Electrofog, met een

fijne druppel en zonder CO2 productie.

agrifirm plant is betrokken bij de ont-

wikkeling van de Electrofog apparatuur

en is dealer van de Resonator. Daarnaast

hebben de specialisten van agrifirm

plant veel kennis opgedaan door het

gebruik van Talent, een kiemregulerings-

middel in pootgoedteelt. Deze kennis

wordt dit bewaarseizoen ingezet en

uitgebreid naar de bewaring van

consumptie aardappelen. agrifirm plant

beschikt over meetapparatuur om

luchtsnelheid en verdeling binnen een

bewaring inzichtelijk te maken.

schakel in succes januari 201118

plant

Page 19: Schakel in succes nr. 1 - januari 2011

Door te kiezen voor een goed kernassortiment is de kans op een beter resultaat

groter en zijn de werkzaamheden gemakkelijker. agrifirm plant heeft daarom in

overeenstemming met agrifirm Feed een assortiment samengesteld van maïs-

rassen. Daarnaast zijn hier ook de toprassen opgenomen voor korrelmaïs, CCM en

Biomaïs. agrifirm kan u diverse maïszaadontsmettingen aanbieden: mesurol,

anti-ritnaald en iSeed. iSeed is een fosfaatcoating om de zaadkorrel die zorgt

voor een goede start van de maïsplant. Het is verstandig om bij de rassenkeuze

ook al rekening te houden met het plan voor onkruidbestrijding.

Bepaalde rassen zijn namelijk gevoelig voor een aantal middelen.

Ook voor rijenbemesting biedt agrifirm alle mogelijkheden voor een goed begin

van het groeiseizoen. Op basis van een compleet bemestingsadvies kunnen

de juiste keuzes worden gemaakt. Vraag uw specialist om advies.

Rechts behandeld met Thermoseed, links onbehandeld.

Wees selectief in keuze maïsras

om de juiste keuze in maïszaad te maken voor het seizoen

2011 kunnen telers en loonwerkers advies inwinnen bij

Agrifirm. Alle rassen zijn leverbaar, maar het is belangrijk

de juiste keuzes te maken.

Thermoseed klaar voor de praktijk

Thermoseed is een nieuwe, innovatieve

methode voor het verkrijgen van

goed en gezond uitgangsmateriaal

van biologische zaaigranen.

Door middel van een hittebehandeling

met stoom wordt zaaigraan ontdaan van

een breed spectrum aan zaadgebonden

schimmels. De Thermoseed methode is

schoon, efficiënt en toegestaan in de

biologische landbouw.

Het concept wordt beproefd sinds 2003

en sinds 2006 op grote schaal ingezet

in Zweden. agrifirm plant heeft het

in 2009 en 2010 getest in nederland

op diverse proef- en praktijkpercelen

biologische tarwe.

De voordelen van Thermoseed

in het kort:

> hogere opkomstgarantie bij

zaaien onder ongunstige kiem-

omstandigheden

> snellere en egalere opkomst van

uw gewas

> 15-20% minder zaaizaad per

hectare nodig

> vermindert de DOn-ontwikkeling

Met name het resultaat voor wat betreft

de DOn-ontwikkeling is een bijzonder

positief gegeven omdat er steeds hogere

eisen worden gesteld aan de consumptie-

kwaliteit van de bak- en voertarwe.

Onkruidbestrijding in maïs.

schakel in succes januari 2011 19

plant

Page 20: Schakel in succes nr. 1 - januari 2011

BouwpLAn

Zodra Bos het bouwplan van het

60 hectare grote bedrijf rond heeft,

berekent hij met zijn specialist akker-

bouw, Jacco Langebeeke, wat hij aan

kunstmest nodig heeft en kan hij

bestellen. Ook gewasbeschermings-

middelen bestelt Bos vroeg. “Zodra de

informatieavond over gewasbescherming

is geweest, maak ik een afspraak met

Jacco.” Bos weet dan op hoofdlijnen

welke middelen hij wil gebruiken.

Hij bespreekt dat met Langebeeke

en samen maken ze een gewas-

beschermingsplan. Dan gaat meteen

ook de eerste bestelling van gewas-

beschermings middelen de deur uit.

zekerHeID en GemAk

Bos is niet de enige die voor deze aanpak

kiest, vertelt specialist Jacco Langebeeke.

“Veel telers bezoeken onze informatie-

bijeenkomsten om te horen of er nieuwe

middelen zijn en wat de ervaringen zijn.

Samen met de teler kijk ik dan hoe we het

op zijn of haar bedrijf het beste kunnen

invullen. En ter plekke kan ik de eerste

bestelling plaatsen”, zegt Langebeeke.

“90 procent van mijn klanten plaatst op

dat moment een vroege bestelling. Het

geeft zekerheid en gemak. En doordat de

teler orders clustert, levert het hem ook

nog financieel voordeel op.”

pLAnnen

in de eerste maanden van het jaar zijn

Langebeeke en zijn collega’s vooral druk

met bemestings- en gewasbeschermings-

plannen maken. “De bouwplannen zijn

rond, dus kan de bemesting worden

doorgerekend en de gewasbescherming

gepland”, zegt Langebeeke. Hij maakt

de plannen samen met de telers. aan de

hand daarvan kan dan, indien gewenst,

de eerste bestelling meteen worden

geplaatst. Bij Bos wordt die in maart

afgeleverd. De tweede bestelling volgt

meestal in het late voorjaar. “Met die

twee bestellingen kan ik in een normaal

jaar goed uit de voeten”, zegt Bos. “En

anders kan ik altijd bijbestellen.”

maatschap Andringa­Bos in Dronten had begin januari al elf ton kAS in de schuur

staan. Akkerbouwer jan willem Bos bestelde vroeg. ook bij gewasbeschermings­

middelen kiest hij voor vroeg bestellen. “Dat is kiezen voor gemak”, zegt Bos.

“De vroege bestellingen komen op je bedrijf als je het nog relatief rustig hebt.

Het staat klaar als je wilt beginnen, je grijpt nooit mis.”

“ Nooit misgrijpen met vroeg bestellen.”

Jan Willem Bos bestelt kunstmest en gBM vroeg

“ Wij kiezen voor gemak met vroeg bestellen”

Jan Willem Bos (links) samen met Jacco Langebeeke, specialist akkerbouw.

schakel in succes januari 201120

plant

Page 21: Schakel in succes nr. 1 - januari 2011

Met drie manieren van bestellen altijd op tijd beleverd

Agrifirm plant heeft drie manieren

om te bestellen: vroeg, standaard

en spoed. efficiënt waar het kan,

spoed als het moet.

vroeG BeSTeLLen

Vroeg bestellen is bestellen voor-

dat het seizoen aanbreekt. Ruim

voor u de producten nodig heeft,

leveren wij ze franco op uw bedrijf.

Vroege bestellingen worden zo

efficiënt mogelijk ingepland, twee

dagen voor aflevering krijgt u een

telefoontje of sms’je.

Vroeg bestelde kunstmest ont-

vangt u met strooigarantie, mits u

het niet buiten opslaat.

STAnDAArD BeSTeLLen

in het seizoen kunt u standaard

bestellen. gewasbeschermings-

middelen en tuinbouwmeststof-

fen ontvangt u de werkdag na

bestelling. Kunstmest uiterlijk twee

werkdagen na bestelling, met uit-

zondering van maatmeststoffen.

Die leveren we drie werkdagen na

bestelling, net als zaaizaden, -granen

en bedrijfsbenodigdheden.

SpoeD BeSTeLLen

Voor gewasbeschermingsmiddelen,

tuinbouwmeststoffen, zaaizaden

en -granen geldt: voor 9.00 uur

besteld, dezelfde werkdag in huis.

U kunt de producten ook afhalen

op een servicepunt waar een

kern assortiment beschikbaar is.

Het ras prestige is, net als Tipple, wel

gewild bij afnemers. Het ras weet op

vrijwel alle fronten succes te boeken.

prestige heeft naast de goede mout-

en brouweigenschappen goede land-

bouwkundige eigenschappen. Voor de

goed vochtleverende zandgronden is

het ras Tipple een goed alternatief.

De rassen prestige en Tipple hebben

de afgelopen jaren bewezen kwaliteits-

rassen te zijn. Door aan de basis te

kiezen voor de juiste rassen worden

de kansen in de afzetmarkt vergroot.

Voor de gangbare teelt zijn de rassen

van de (brouw)gerstrassen is Tipple het meest gezaaide ras op de

klei. op de zand­ en dalgronden, waar het grootste areaal brouw­

gerst wordt geteeld, worden meerdere rassen gebruikt. De relatieve

nieuwkomer Quench is een gezond ras met een hoge opbrengst en

scoort goed op eiwit en volgerst. De mouters en brouwers zijn

echter terughoudend. De verwachte kwaliteit blijft achter en dat

maakt Quench minder geschikt als brouwgerstras.

Tybalt, granny en Trappe beschikbaar.

Deze rassen geven alle drie een hoge

opbrengst en zijn redelijk vroeg. Tybalt

en Trappe zijn daarnaast ook stevig.

Wat de gevoeligheid voor ziekten be-

treft, hebben alle rassen goede cijfers.

alleen de gevoeligheid voor aarfusarium

baart, met name bij het ras Tybalt, nog

steeds zorgen. Bij natte omstandigheden

tijdens de bloei is dan ook het advies

om een extra bespuiting uit te voeren.

Neem voor meer informatie contact

op met uw specialist.

Tipple meest gezaaid op klei

“ Nooit misgrijpen met vroeg bestellen.”

schakel in succes januari 2011 21

plant

Page 22: Schakel in succes nr. 1 - januari 2011

Kalk zorgt voor een gezond biologisch

leven in de bouwvoor en daarvan profi-

teren alle elementen. De zuurgraad

heeft immers een belangrijke invloed

op het rendement van de gebruikte

meststoffen. neem nu grondmonsters

en beoordeel of bekalking dit voorjaar

bij kan dragen aan een beter resultaat

van uw teelt.

Kijk op de pH-uitslagen van het grond-

onderzoek van uw percelen. De specia-

list van agrifirm plant kan u een goed

advies geven voor de optimale bekalking.

Er zijn verschillende droge en vochtige

kalksoorten beschikbaar die los of op

het land ‘franco wortel’ geleverd kunnen

worden. indien de behoefte bestaat, kan

tegelijkertijd de magnesiumtoestand

van de grond worden verhoogd.

Opbrengstverlies door te lage pH

Afgelopen najaar is door de natte weersomstandigheden in diverse regio’s weinig

bekalkt. uit grondmonsters van afgelopen jaren blijkt dan ook dat op veel percelen

de kalktoestand laag is. op maïspercelen is het percentage dat niet voldoet aan de

gewenste pH boven de 60 procent. Het bekalken van deze percelen levert dan vaak

200 euro extra saldo op per hectare.

Bekalken van de grond.

Het is weer de tijd om de rassen en

teeltschema’s voor het nieuwe groei-

seizoen van vollegrondsgroenten vast

te stellen. agrifirm plant bezoekt in

deze relatief rustige tijd klanten om

hen bij te staan in de plannen. Daarbij

informeren de specialisten naar de

Klaar voor het nieuwe groeiseizoen

gewassen, soorten, hoeveelheden en

andere zaken die nodig zijn om tot een

goed eindresultaat te komen, waar-

onder bemesting en gewasbescherming.

Telers die niet mis willen grijpen, kunnen

nu al kunstmest en gewasbeschermings-

middelen bestellen.

schakel in succes januari 201122

plant

Page 23: Schakel in succes nr. 1 - januari 2011

BioMass Sugar is een nevenproduct

van het Zuid-afrikaanse bedrijf illovo

Sugar LTd, een van de grootste suiker-

producenten in de wereld. als derivaat

van de (riet)suikerproductie, bestaat

het uit zuivere suikers en hoofd- en

sporenelementen. aanwezige hoofd-

elementen in BioMass Sugar zijn onder

andere n (2%), K2O (3%), CaO (0,2%),

Sporenelementen zijn in de bloembol­

lenteelt belangrijke voedingsstoffen

voor een vitaal gewas en een hoge

opbrengst. Bij een tekort ontstaan

gebreksverschijnselen, die voorkomen

kunnen worden door het gebruik van

een sporenelementmeststof. een

innovatieve sporenelementmeststof is

Agrostep, voorheen op de markt als

StepHi mag.

Agrostep bevat de volgende

sporenelementen:

> 8% iJzer (Fe)

> 0,5% Koper (Cu)

> 20% Magnesium (MgO)

> 3% Mangaan (Mn)

> 22,5% Zwavel (SO3)

> 1% Zink (Zn)

MgO (0,2%), p2O5 (0,15 %). Wat betreft

de sporenelementen gaat het om

Fe, B, Zn en Mn. BioMass Sugar omvat

50 tot 60 procent organische stof. Het

totale suikergehalte (sucrose, glucose,

fructose) bedraagt 15 tot 17 procent.

agrifirm heeft in 2010 met proeven

ervaring opgedaan op de proeftuin in

Julianadorp en door het toepassen op

Deze meststof is uitermate geschikt voor

gronden met een pH die hoger is dan 6,5.

Bij deze pH-waarden worden de sporen-

elementen doorgaans vast gelegd, waar-

door ze niet vrij opneembaar zijn voor

de plant. Bovendien blijkt uit grond-

analyse dat de gehalten van deze

elementen dalen tot een te laag niveau,

hoofd zakelijk omdat ze nauwelijks nog

worden aangevoerd.

Het is essentieel dat de sporenelementen

zich in de juiste verhouding in de grond

bevinden. Door het strooien van agrostep

vertonen bloembollen tijdens de teelt

geen gebreks verschijnselen meer. Dit

betekent niet alleen dat het spuiten

van bladvoeders niet meer nodig is,

maar levert ook een vitaler gewas op,

wat weer effect heeft op de opbrengst.

agrostep is goed te verstrooien met elke

kunstmeststrooier. De geadviseerde

dosering is 150-200 kg/ha.

kleine schaal bij gerenommeerde bloem-

bollentelers in het noordelijk zandgebied.

in 2011 wordt het onderzoek voortgezet

en gaan we door met het testen van

het suikerderivaat in de praktijk, maar

dan op iets grotere schaal dan in 2010.

We zijn op zoek naar de optimale

toepassing waarbij het hoogste resul-

taat voor de bloembollenteler wordt

gehaald.

Neem voor meer informatie contact op

met uw specialist.

Onderzoek naar werking BioMass Sugar voortgezet

Het suikerderivaat Biomass Sugar stimuleert de wortelgroei van het gewas.

een neveneffect van deze plantenverbeteraar is dat het een positieve invloed op

het bodemleven kan hebben, waardoor er een onderdrukkende werking op aaltjes

van uit kan gaan. Deze eigenschappen maken het product ook interessant voor

de bollensector.

Opbrengstverlies door te lage pH

Bekalken van de grond.

Klaar voor het nieuwe groeiseizoen

Vitaal gewas door voldoende sporenelementen

schakel in succes januari 2011 23

plant

Page 24: Schakel in succes nr. 1 - januari 2011

schakel in succes is het klantenblad van agrifirm en verschijnt 6 keer per jaar. redactie afdeling Communicatie agrifirm group fotografie albert Brunsting, Marcel Bekken concept en realisatie JEEn bureau voor communicatie Drukwerk Ten Brink, Meppel

colofon

Samenspel Thomas (r) en Lucas (l) pepping en bloembollenspecialist Stendert Schilder beoordelen de purple flag tulpen. De kwaliteit van

de tulpen die vanuit de broeierij naar de veiling in Aalsmeer gaan is goed, stelt Schilder vast. Daar gaat het Lucas om; een mooie

exporttulp met een zo hoog mogelijke klassering. naast de broeierij telen de broers narcis, krokus en muscari op het 35 hectare

grote familiebedrijf. ze zetten de bloemen af op de veiling, voor een deel van de bollen doen ze zelf zaken met exporteurs.

De bollen worden sinds 1920 geteeld in de binnen duinrand.

“Het mooie van dit bedrijf is dat de broers naast bollen telen, ook broeien en een deel

van de afzet in eigen hand houden.”

Stendert Schilder specialist Bloembollen Agrifirm Plant

“ Stendert kun je altijd bellen. Hij staat altijd voor ons klaar en is echt een toegevoegde waarde als we met vragen of problemen zitten.” Thomas en Lucas pepping bollentelers in Egmond aan den Hoef