Schakel in Succes nr. 3 - mei 2011

28
mei 2011 Minder fosfaatuitstoot met nP-voeders PAGINA 4 Meststoffenmarkt is een wereldmarkt PAGINA 20 schakel in succes voor ondernemers in de tuinbouw, akkerbouw en veehouderij Jos Tolboom: “Het is een kans om uit te leggen wat je doet” 0 3 Agrarische sector werkt aan imago PAGINA 8-11

description

Schakel in Succes nr. 3 - mei 2011 Klantenmagazine van Agrifirm voor ondernemende boeren en tuinders.

Transcript of Schakel in Succes nr. 3 - mei 2011

Page 1: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2011

mei 2011

Minder fosfaatuitstoot met nP-voeders pAgiNA 4

Meststoffenmarkt is een wereldmarkt pAgiNA 20

schakelin succesvoor ondernemers in de tuinbouw,

akkerbouw en veehouderij

Jos Tolboom:

“Het is een kans om uit te leggen wat je doet”

0 3

Agrarische sector werkt aan imago pAgiNA 8-11

Page 2: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2011

Een goed verhaal

In dit derde nummer van Schakel in Succes hebben

we het over imago. Eén van de belangrijkste

voorwaarden voor een succesvolle sector. Als

agrifoodbusiness hebben we een goed verhaal.

De Nederlandse sector is koploper op het gebied

van kwaliteit en duurzaamheid en de landbouw is

een belangrijke sector voor de economie. Dat verhaal

moeten we ook aan de Nederlandse consument

vertellen en er acceptatie voor zien te vinden. Ik ben

ervan overtuigd dat een goed imago kansen biedt

en mogelijk zelfs tot hogere afzetprijzen kan leiden.

Duurzaamheid wordt daarbij steeds belangrijker.

Als Agrifirm Group spelen we daar actief op in.

Maatschappelijk verantwoord ondernemen is een

essentieel onderdeel van onze onderneming. Dat

begint bij het beperken van onze eigen voetafdruk,

bijvoorbeeld door het gebruik van hernieuwbare

energie. Daarnaast werken we continu aan duur-

zame productieprocessen. Een mooi voorbeeld is

de divisie Agrifirm Coproducts BV, waarbinnen

Bonda, Profarm en Bongardt verenigd zijn. De

verwerking van reststromen is per definitie

duurzaam en onze sterke positie hierin is iets

waar we erg trots op zijn.

Ook samen met de sector werken we aan verant-

woorde productie. Het is onze taak om producten

en diensten te leveren die de agrarisch ondernemer

helpen duurzaam te produceren. Denk bijvoorbeeld

aan de laag-fosforvoeders, waar we in dit nummer

ook aandacht aan besteden, onze positie in de

biologische akkerbouw of de afzet van organische

mest in de akkerbouw. Zo werken we samen met

ondernemers aan een beter imago en daarmee

aan de toekomst.

Kees Sijssens,

CEO Agrifirm Group

Vitamex: veiligheid en innovatie in voeding

6

Eerste rassendemo’s biologische uien

22

Voorbereiden op warme zomerperiode

16

interview Noud van Vught en Theo Koekkoek 3

Sectorraden Agrifirm 4

Jongerenraad en Ledenraad 4

Mestverwerking 5

imago van de agrarische sector 8

Reportage: laag-fosforvoeders 12

Vitaminen en mineralen 14

Optimale fosfaatbenutting 15

Cursus minder antibiotica 17

Reportage: nieuwe pluimveestal 18

Meststoffenmarkt 20

proefvelden Agrifirm plant 21

Compost 21

Afzet peen 22

Uienmarkt 23

Mijn Agrifirm plant 23

Relatiedagen akkerbouw 26

Vollegrondsgroenteteam 27

Samenspel 28

Graanprijs bepaalt strategie24

2 schakel in succes mei 2011

In dit nummer

Page 3: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2011

Het fusiejaar 2010 is goed afgesloten.

Het resultaat biedt ruimte om bijna

twintig miljoen euro aan klantenkorting

en Ledenvoordeel uit te keren. Dat zijn

klinkende cijfers. Toch is de fusie daar-

mee nog niet automatisch geslaagd,

begint voorzitter Theo Koekkoek van het

bestuur van coöperatie en de raad van

commissarissen van de onderneming.

“Wij zijn hartstikke tevreden, hoor”,

voegt hij meteen toe. “Er is veel werk

verzet en we zijn heel trots op wat er

bereikt is.”

Koekkoek en vice-voorzitter Noud van

Vught vinden het nu nog te vroeg om

tevreden achterover te leunen. “Meer

dan 95 procent verloopt super. Maar als

je als klant te maken hebt met die paar

procent die niet goed gaat, kan dat heel

vervelend zijn.”

ReSulTATen oP HeT boeReneRF

De echte voordelen worden vanaf 2011

zichtbaar, zegt Van Vught: “Agrifirm Feed

en Agrifirm plant hebben het beste van

twee werelden gecombineerd in een

beter assortiment, met meer keuze en

betere begeleiding. Dat komt ten goede

aan de resultaten op het boerenerf.”

Bovendien zijn de kosten van de fusie

grotendeels betaald in 2010. “De fusie-

voordelen, ruim twintig miljoen per jaar,

kunnen we vanaf 2011 dus vertalen in

scherpere prijzen.”

InnoVATIe

Voordelen komen ook van de innovatie-

kracht binnen de hele Agrifirm group,

stellen de bestuurders. Koekkoek: “We

staan voor immense uitdagingen. We

moeten als boeren en tuinders op zoek

naar een efficiëntere inzet van middelen

en tegelijkertijd steeds meer rekening

houden met maatschappelijke waarden.

Dat vraagt ondernemerschap, aanpas-

singsvermogen en innovatie.”

InTeRnATIonAle onTwIKKelInG

internationale ontwikkeling versterkt

de innovatiekracht. Zo kunnen de inves-

teringen in kennis en R&D-inspanningen

over zoveel mogelijk tonnen omzet

worden gespreid. Verder levert interna-

tionalisering kennis en nieuwe ervaringen

op. Bovendien kan Agrifirm er geld mee

verdienen, zegt Van Vught. “De revenuen

van de investeringen komen via het

Ledenvoordeel ten goede van onze

leden in Nederland.”

Uiteindelijk bepaalt maar één factor het

succes van de fusie, aldus Koekkoek.

“Het succes van Agrifirm is het succes

van onze leden.”

een klein jaar na de officiële fusie staat de Agrifirm Group er

goed voor. Vanaf nu zullen de voordelen ook steeds duidelijker

worden, zeggen Theo Koekkoek en noud van Vught.

‘ Fusie is een succes als leden succes hebben’

3schakel in succes mei 2011

Vice-voorzitter Noud van Vught (l) en voorzitter Theo Koekkoek.

Page 4: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2011

Acht nieuwe gezichten in Ledenraad

Tijdens de maartvergadering van

de Ledenraad zijn acht nieuwe

leden van de raad benoemd.

Zij komen in de plaats van 21

vertrekkende ledenraadsleden,

die bij de vergadering in het

zonnetje zijn gezet. De eerste stap

naar de inkrimping tot 90 leden,

zoals bij de fusie afgesproken, is

daarmee gezet. De Ledenraad telt

nu nog 97 leden, in het voorjaar

van 2012 wordt dat teruggebracht

naar 90. Ook voor de Raad van

Commissarissen (RvC) is een krimp

van twaalf naar acht personen

afgesproken. Hiervoor wordt in

2012 de eerste stap gezet. Tijdens

de ledenraadsvergadering zijn

Rieneke Koopmans-Van Dalen uit

Oosterwolde en Arian Kamp uit

Raamsdonk herverkozen als afge-

vaardigden in de RvC.

ieder jaar bespreekt de Ledenraad

van Agrifirm in haar maart-

vergadering de jaarrekening.

Na een intensieve, constructieve

discussie keurde de raad het ver-

slag goed. Zoals eerder vermeld,

behaalde Agrifirm in 2010 een

goed resultaat, waarvan meer dan

de helft teruggaat naar de leden

en klanten. Dat kon op goedkeuring

van de Ledenraad rekenen. in 2011

wil de Ledenraad nadrukkelijk een

vinger aan de pols houden gezien de

nationale en internationale markt-

ontwikkelingen die maken dat de

resultaten snel kunnen variëren.

week van januari is. De definitieve datum

wordt zo snel mogelijk bekend gemaakt.

bezeTTInG VAn De JonGeRenRAAD

Jonge ondernemers (tot 32 jaar) kunnen

maximaal 4 jaar deelnemen. Jaarlijks

stromen circa 10 nieuwe deelnemers

in. Als u interesse heeft, kunt u dit

aangeven bij uw Agrifirm-specialist.

De Jongerenraad is een prima basis

voor toekomstige bestuurlijke functies,

maar ook met minder bestuurlijke

ambitie is het in ieder geval een leuke

en inspirerende activiteit.

Agrifirm heeft onlangs vijf sectorraden ingesteld. Voor de sectoren akker- en tuin-

bouw, rundvee, varkens, legpluimvee en vleespluimvee is een raad met ondernemers

uit de sector samengesteld. in iedere raad zitten maximaal 12 ondernemers uit de

betreffende sector. Op de Agrifirm website (www.agrifirm.com) kunt u vinden welke

ondernemers uw sector vertegenwoordigen.

Zij adviseren het management van Agrifirm plant of Agrifirm Feed over sectorspeci-

fieke aangelegenheden en/of (markt)aangelegenheden. De bedrijven blijven daar-

door op de hoogte van ontwikkelingen in de praktijk en zijn zo in staat om tijdig en

op de juiste manier hierop in te spelen. De raden hebben dus een klankbordfunctie.

iedere sectorraad vergadert minimaal twee keer per jaar. in april en mei is voor alle

sectoren een eerste bijeenkomst georganiseerd. Samen met vertegenwoordigers van

Agrifirm is daar gesproken over actuele thema’s in de sector, bijvoorbeeld toekomstige

ontwikkelingen of de aanpak van een specifiek thema en de rol van Agrifirm daarin.

Sectorraden als klankbord

< De jongerendag was een hoogtepunt.

Jongerenraad Agrifirm: een inspirerende groep

in de reguliere bijeenkomsten stond

het kennismaken met de nieuwe

organisatie centraal. Daarom was er

altijd een commissaris aanwezig en is

verschillende keren met de leden van

de hoofddirectie gediscussieerd.

Voor het nieuwe seizoen, dat in sep-

tember begint, zal de Jongerenraad een

thema vaststellen als leidraad voor de

vergaderingen. Doel is om over dit

thema een advies aan het coöperatie-

bestuur te geven. Al eerder beginnen

de voorbereidingen voor de Jongeren-

dag 2012, die waarschijnlijk in de laatste

De Jongerenraad, een groep van 35 jonge ondernemers

tot 32 jaar, heeft het eerste seizoen in haar nieuwe

samenstelling afgesloten. Hoogtepunt was de Jongerendag

op 26 januari.

schakel in succes mei 20114

Page 5: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2011

installatie gekoppeld aan bijvoorbeeld

groene energieopwekking kan vaak op

meer bijval rekenen, zeker als dit leidt

tot een duurzame energie oplossing

voor de betrokken gemeente, haar

inwoners en bedrijven.

exlAn

Agrifirm-dochteronderneming Exlan

biedt technische ondersteuning op het

gebied van mestverwerking en de

productie van duurzame energie.

Exlan-specialisten helpen ondernemers

te bepalen of mestverwerking per indi-

viduele situatie een geschikte oplossing

is en helpen bij het beoordelen van de

haalbaarheid, aanvragen van vergun-

ningen, wijzigen bestemmingsplan,

technische beoordelingen en realisatie

van de installatie.

Door veranderingen in de wetgeving

kent Nederland in 2015 naar schatting

een fosfaatoverschot van 50 miljoen

kilo. Om dat op te lossen wordt ingezet

op drie mogelijke oplossingsrichtingen:

het voerspoor, het optimaliseren van

de afzet in eigen land en export. Bij de

laatste twee opties speelt mestverwer-

king een belangrijke rol.

TeCHnIeK en eConoMIe

Het is echter niet eenvoudig om met

name varkens- en rundveemest te

be- en verwerken. Veel inspanningen

strandden de afgelopen jaren omdat de

techniek haperde of de kosten te hoog

waren in vergelijking tot reguliere afzet.

Slechts enkele projecten bleken succes-

vol en ook bestendig tegen de grillen

van de markt en het overheidsbeleid.

Meer succes is voor de nabije toekomst

zeker niet ondenkbaar en zeer wenselijk.

Technisch is heel veel mogelijk .

MAATSCHAPPelIJKe ACCePTATIe

Naast een goede technische oplossing

is de maatschappelijke acceptatie een

belangrijk onderdeel van de probleem-

oplossing. grootschalige mestver-

werking stuit bijvoorbeeld op maat-

schappelijke weerstand, omdat de

burger vaak vooral de nadelen ziet.

Kleinschalige oplossingen worden

gemakkelijker geaccepteerd, maar zijn

financieel meestal niet interessant.

Realisatie van een mestverwerkings-

Mestverwerking kan een belangrijke rol spelen in de oplossing van het fosfaat-

probleem van de nederlandse veehouderij. Het is geen eenvoudige taak om dat

waar te maken. Veel initiatieven strandden de afgelopen jaren door technische of

economische oorzaken.

Mestverwerking: uitdaging voor de veehouderij

in het kader van duurzaam onder-

nemen wil Agrifirm het energiever-

bruik verlagen en meer hernieuwbare

energie gebruiken. in België is onlangs

de eerste stap gezet. Met een energy-

scan zijn het verbruik en de reductie-

mogelijkheden van de fabriek van

Agrifirm Belgium in grobbendonk in

beeld gebracht.

De fabriek scoorde erg hoog; na de

geplande installatie van een stoom-

generator blijft er voor Agrifirm

Belgium nog maar een paar procent

besparingspotentieel over. De locatie

in grobbendonk draait dan ook op

100 procent groene stroom. Komend

jaar wordt ook op de andere locaties

van Agrifirm Feed een energyscan

uitgevoerd. Omdat met standaard

formules wordt gewerkt is het

mogelijk om te vergelijken tussen

fabrieken en tussen jaren, waardoor

meer inzicht in het energieverbruik

ontstaat.

Agrifirm Belgium scoort hoog in energyscan

schakel in succes mei 2011 5

Page 6: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2011

6 schakel in succes mei 2011

CEO patrick Keereman in het hoofdkan-

toor in Drongen, bij gent. “Wij doen heel

veel onderzoek, waarbij we samenwerken

met gespecialiseerde kennisleveranciers.

De resultaten passen wij toe in vermarkt-

bare producten, gericht op het verbeteren

van technische resultaten in de vee-

houderij.” De klanten van Nuscience zijn

veevoerbedrijven. Agrifirm Feed is een

belangrijke klant. Daarnaast levert de

groep ook aan andere fabrikanten, zowel

binnen als buiten de Agrifirm group.

Elke veehouder gebruikt ze; mineralen-

mengsels, babyvoeders, vitaminen en

sporenelementen in het mengvoer,

enzovoort. Stuk voor stuk producten

die zeer bepalend zijn voor de technische

resultaten. De ontwikkeling daarvan

vergt enorme inspanningen op gebied

van onderzoek en ontwikkeling. Veel van

deze componenten komen van Nuscience,

een 100 procent dochter van Agrifirm

group. Onder andere Vitamex maakt

deel uit van Nuscience en sinds het

voorjaar 2011 is ook pre-Mervo onder-

deel van de groep.

RoDe DRAAD: VeRnIeuwInG

Nuscience groep is een van oorsprong

Belgische holding, waarvoor de basis werd

gelegd toen Vitamex al in 1886 begon met

het opwaarderen van bijproducten uit

de maïszetmeelindustrie. “De rode draad

door onze geschiedenis is vernieuwend

omgaan met kennis en productontwikke-

ling ten behoeve van diervoeding”, vertelt

Kennis en innovatie in veevoer

Agrifirm-dochter nuscience Groep, waar zowel Vitamex als

Pre-Mervo onder vallen, maakt veevoeringrediënten en

specialiteiten die veel kostbaar onderzoek vergen. Haar klanten

zijn veevoerbedrijven binnen en buiten Agrifirm Group. Maar

Agrifirm-klanten zitten op de eerste rij.

Power voor specialistisch onderzoek en productontwikkeling

De producten van Nuscience vergen veel onderzoek.

Page 7: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2011

oMzeTonTwIKKelInG

Omzet Nuscience Groep in euro’s.

2003 40 mln

2006* 76 mln

2010 138 mln

2011** 251 mln

*) In 2005 werd Nuscience Groep

onderdeel van de Cehave Group.

**) Prognose, inclusief Pre-Mervo.

7

AMbITIe

Sinds 2005 is Nuscience onderdeel van

Cehave en tegenwoordig de Agrifirm

group. “We stonden toen voor een keuze.

We hadden de ambitie verder te groeien

en hadden daarvoor een sterke partner

nodig, met een langetermijnvisie. Die

voor een goede match kon zorgen.” Voor

Nuscience is Agrifirm meer dan een

sterke moeder. Er is ook synergie op

gebied van onderzoek. Keereman: “We

hebben goede afspraken over wie wat

doet, zodat we elkaar versterken en niet

het wiel opnieuw hoeven uitvinden.”

wAARDe AGRIFIRM-KlAnTen

Het onderzoek concentreert zich op twee

specialistische aandachtsgebieden. Het

eerste is de voeding van zeer jonge dieren,

kalveren in de eerste weken, biggen tot

tien dagen en eendagskuikens. Daarnaast

focust de research zich op gezondheid

van dieren, met een focus op het mini-

maliseren van het antibioticagebruik in

de sector. Kennis en innovatie zijn belang-

rijke thema’s. Daar ligt de toegevoegde

waarde van de Nuscience groep. Als

wereldspeler op dit terrein heeft ze de

power voor dit specialistische onder-

schakel in succes mei 2011

zoek. Keereman: “Onderzoek op deze

gebieden is zeer kostbaar per euro meng-

voeromzet. Dat zou voor een meng-

voerfabrikant te duur zijn. Maar omdat

wij aan een groot aantal mengvoer-

ondernemingen leveren, ook buiten de

Agrifirm group, bestrijken wij in tonnen

mengvoer een veel groter volume.”

Een ander voorbeeld van synergie is de

open communicatie met zusterbedrijven

als Agrifirm Feed. Er zijn korte lijnen naar

de eindverbruiker, de veehouder. Een mooi

voorbeeld is een nieuwe pre-prestarter

voor de opstart van eendagskuikens.

Die wordt momenteel in de praktijk ge-

test op bedrijven van Agrifirm-klanten.

Keereman: “Agrifirmklanten zitten bij

ons op de eerste rij.”

De nuscience Groep is een wereldspeler op de markt voor

premixen, concentraten en specialiteiten voor de dier-

voederindustrie. De thuismarkt benelux wordt beleverd

vanuit productiebedrijven in belgië (Drongen, baasrode en

willebroek) en nederland (utrecht). buiten de benelux staan

fabrieken in Spanje, oekraïne en China.

Nuscience groep omvat drie gespecialiseerde business units,

Functional Feed ingredients (FFi), Nutritionele Concepten (NC)

en premixen (px). De business unit FFi legt zich als Vitamex FFi

toe op de wereldwijde marketing en verkoop van specialiteiten.

Functional feed ingredients zijn actieve componenten met

een gezondheidsbevorderende werking, afgeleid van natuur-

lijke grondstoffen. Een van de topproducten is Aromabiotic®.

De business unit NC, waarbinnen Vitamex opereert, profi-

leert zich wereldwijd met een focus op het aanbieden van

hoog kwalitatieve producten. De business unit premixen

omvat de activiteiten van pre-Mervo waar de doelstelling

is om hoge kwaliteit en service te leveren aan lokale vee-

voerproducenten.

pre-Mervo is in 1968 opgericht als gezamenlijke activiteit

van een aantal coöperatieve veevoerproducenten. Agrifirm

heeft sinds 2009 een meerderheidsbelang. pre-Mervo levert

hoogwaardige premixen, mineraalmengsels en verschillende

specialty products. De belangrijkste merknamen zijn Mervit®

en MervoBest®.

Nuscience groep klaar voor verdere groei

Power voor specialistisch onderzoek en productontwikkeling

“Vernieuwend omgaan met kennis en product-

ontwikkeling ten behoeve van diervoeding, dat is

de rode draad door onze geschiedenis.”

CEO Patrick Keereman van Nuscience Groep. >

Page 8: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2011

schakel in succes mei 20118

“Een agrarisch bedrijf is een commercieel

bedrijf en dus is het belangrijk dat

mensen een positief beeld hebben van

je product en je productiewijze. Ook

boeren kunnen klanten kwijtraken.”

Dat blijkt in tijden van crisis, zoals de

recente dioxinecrisis in de varkenshou-

derij. Een andere reden waarom het

imago volgens Aarts belangrijk is: “Het

knaagt aan je als je hard werkt, maar de

maatschappij vindt dat je verkeerd bezig

bent. Dat gaat ten koste van je beroeps-

trots en arbeidsvreugde en die zijn heel

belangrijk.” Tenslotte werkt het imago

ook door in de politiek, waar besluiten

worden genomen die voor ondernemers

rechtstreeks van belang zijn. Een goed

imago is daardoor letterlijk van belang

voor de “license to produce”.

Daarbij is het belangrijk dat ondernemers

bijgestaan worden door hun partners,

zoals Agrifirm. Als leverancier heeft de

onderneming daar ook een taak in,

vindt CEO Kees Sijssens. “Zelf weten we

dat de Nederlandse sector een duurzaam

Ondernemers staan er daarbij niet alleen

voor. Collectieve acties als ‘Kom in de Kas’

en de ‘Campina Open Boerderijdagen’

laten burgers op een positieve manier

kennis maken met de agrarische sector.

Als partner van agrarisch ondernemers

ziet ook Agrifirm een rol voor zichzelf weg-

gelegd in het verbeteren van het imago.

Met het aanbieden van duurzame produc-

ten en diensten en door de buitenwereld

te laten zien wat er in de sector gebeurt.

ARbeIDSVReuGDe

Dat draagt bij aan een goed imago,

maar waarom is dat eigenlijk belangrijk?

Noëlle Aarts, hoofddocent Communicatie

Strategieën aan Wageningen Universiteit:

Steeds meer agrarisch ondernemers zijn actief met het imago

van de sector. Sommigen stellen hun bedrijf open voor bezoek-

ers, anderen kiezen bewust voor duurzaamheid en dragen dat

uit. zo willen ze boer en burger dichter bij elkaar brengen en het

imago verbeteren.

Het imago van de agrarische sector

Bruggen bouwen tussen sector en maatschappij

Page 9: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2011

dat wat je doet gewoon niet zo leuk

vinden.” Voor de individuele ondernemer

is dat niet eenvoudig, maar in keten-

verband ontstaan steeds meer projecten

die dit nastreven. Een goed voorbeeld is

de biologische sector. initiatieven voor

tussensegment vlees en eieren zoeken

naar een middenweg tussen biologisch

en gangbaar. Een voorbeeld is het

good Farming Star concept van ViON,

waarbinnen vlees met één ster van de

Dierenbescherming wordt geproduceerd

voor Albert Heijn. Varkenshouder John

Rooijakkers uit Beek en Donk doet hier-

aan mee. “ik denk dat dit een goede

manier is om de sector te verduurzamen,

zo kunnen we regelgeving voor zijn.

en kwalitatief goed product levert, maar

weet de consument dat ook? ik denk

het niet en ik vind dat de agribusiness

er een rol in heeft om dat uit te dragen.”

Als partner van agrarisch ondernemers

voelt Agrifirm zich mede verantwoor-

delijk voor de maatschappelijke positie

van de sector. De recente pagina in de

Telegraaf, waarin Agrifirm liet zien hoe

agrarisch ondernemers duurzaam bezig

zijn, illustreert dat.

TRAnSPARAnTIe

Ook steeds meer ondernemers komen

in actie voor een beter imago. in grote

lijnen zijn daar twee manieren voor,

legt Aarts uit. “Als je een imago-

probleem hebt, kan dat komen omdat

mensen geen beeld van de sector heb-

ben, of een verkeerd beeld. Het kan ook

komen doordat mensen dat wat je doet

gewoon niet zo leuk vinden en ook dat

speelt een rol bij de agrarische sector.”

in het eerste geval is transparantie

belangrijk. Van open dag of excursie tot

zichtstal of website; allemaal initiatie-

ven die er op gericht zijn de burger een

inkijkje te geven in het boerenbedrijf en

daarmee een (beter) beeld van de sector

te creëren. Behalve transparantie kunnen

ook keuzes in de bedrijfsvoering bijdragen

aan de beeldvorming, soms zelfs relatief

kleine aanpassingen. Denk aan bloeiende

akkerranden, of koeien of kippen die

buiten lopen. Soms leveren imagover-

beterende activiteiten ook geld op,

denk aan verbredingsactiviteiten als

huisverkoop of een boeren camping.

DuuRzAMe PRoDuCTIe

Een andere optie is om de productie te

verduurzamen. Dat sluit aan op wat

Aarts zegt: “Het kan zijn dat mensen

“ Zelf weten we dat de Nederlandse sector een duurzaam en kwalitatief goed product levert, maar weet de consument dat ook?”

>

schakel in succes mei 2011 9

Page 10: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2011

Wij hebben een zichtstal en merken

dat bezoekers de extra inzet waarderen.

Je moet toch een manier vinden om je

positief te onderscheiden in de markt

en met dit soort concepten kan dat op

een rendabele manier.” Een ander voor-

beeld is het project Veldleeuwerik voor

duurzame akkerbouw. Dit initiatief van

Heineken en destijds Agrarische Unie is

een samenwerking tussen verschillende

ketenpartners, zoals Unilever, Suiker Unie

en Agrifirm plant, en akkerbouwers.

Samen zoeken zij naar een duurzame

bedrijfsvoering op het akkerbouwbedrijf.

groot voordeel van een ketenaanpak is

dat de projecten gemakkelijker onder de

aandacht van burgers en consumenten

komen. Maatschappelijk verantwoord

ondernemen is één ding, maar om het

imago te verbeteren moet het publiek

wel weten dat de sector goed bezig is.

Communicatie is dus belangrijk, en een

oude wet in de communicatie luidt: be

good and tell it. Oftewel: zorg eerst dat

je je zaakjes goed voor elkaar hebt

(lees: produceer op een verantwoorde

manier) en schreeuw het vervolgens

van de daken.

DuuRzAMe PARTneRS

Agrifirm ziet duurzaam ondernemen als

een voorwaarde voor een goed imago.

Niet voor niets heeft duurzaamheid

een belangrijke positie in de strategie

van Agrifirm group. Onder andere het

Agrifirm innovation Center werkt con-

stant aan duurzame innovatie binnen

de agrarische sector. Dat gaat verder

Bewust duurzaam produceren

Akkerbouwer Krijn Verhage heeft samen met vrouw Derkje en zoon Marien een bedrijf

in Emmeloord. Op 90 hectare grond telen ze met name pootaardappelen. De onder-

nemers zijn aangesloten bij de stichting Veldleeuwerik, een samenwerking tussen

akkerbouwers, afnemers en de verwerkende industrie voor duurzame akkerbouw.

“Akkerbouw is meer dan alleen economie. Veldleeuwerik is voor ons een

manier om daarbij stil te staan. Je werkt niet alleen voor jezelf; ook voor je familie,

personeel, omgeving en de maatschappij. Je hebt bovendien een verantwoordelijk-

heid voor voedselproductie op de lange termijn. Binnen ons bedrijf hebben we een

aantal aanpassingen gedaan, zoals bouwplanverruiming en stimulering van het

bodemleven. Voor het imago van het bedrijf en de sector is het ook belangrijk om

daar bewust mee bezig te zijn en dat uit te dragen. Als individuele ondernemer

is dat lastig en dat is ook een voordeel van een samenwerkingsverband als Veld-

leeuwerik. Ook leveranciers en andere partners doen mee aan het project en

samen kun je veel beter laten zien waar je mee bezig bent. ik zie in mijn omgeving

wel een toenemende positieve belangstelling. De waardering is er, maar het blijft

belangrijk om te laten zien wat je doet en het verhaal te vertellen. Waardering is ook

goed voor het plezier in je werk en dat is uiteindelijk toch heel belangrijk.”

“ Waardering is goed voor het plezier in je werk en dat is heel belangrijk.”< Krijn Verhage

> dan de eigen onderneming; Agrifirm

vindt het belangrijk om de agrarisch

ondernemer te helpen duurzaam te

produceren. Agrifirm ontwikkelt zelf

geen ketenconcepten, maar werkt wel

nauw samen met ketenpartners. Vlees-

pluimveehouders die vlees met één ster

voor Albert Heijn produceren kunnen bij-

voorbeeld speciaal scharrelvoer afnemen

bij Agrifirm Feed en Agrifirm plant wil in

2011 de eerste ‘groene geaccrediteerde’

adviseurs inzetten voor het eerder ge-

noemde Veldleeuwerik. Ook biologische

productie krijgt veel aandacht binnen

Agrifirm. De biologische akkerbouw is,

sinds de beginjaren van de biologische

productie, een belangrijke en groeiende

klantgroep binnen Agrifirm plant.

Ook Agrifirm Feed is – met een breed

schakel in succes mei 201110

Page 11: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2011

Geitenbedrijf met vergaderzaal

Jos Tolboom is geitenhouder in het Utrechtse Hoogland. Sinds twee jaar heeft hij

op zijn bedrijf naast 700 geiten een vergaderzaal die hij verhuurt aan voornamelijk

bedrijven. De zaal zit boven de melkstal en heeft daardoor direct uitzicht op de geiten.

“Alleen maar geiten gaat ook vervelen, we wilden het voor ons zelf leuk houden.

Daarnaast merkten we dat veel mensen nieuwsgierig waren naar het geitenbedrijf

en wel eens binnen wilden kijken. Daar wilden we iets mee doen, maar we hadden

geen zin om overal mensen op het bedrijf te hebben. Bovendien moest het ook wel

wat opleveren.”

De vergaderzaal blijkt in alle opzichten een succes. “Vorig jaar hebben we ongeveer

50 vergaderingen gehad, ondanks de Q-koorts in de sector. Verschillende gasten

komen vaker terug. Mensen zijn verrast en enthousiast, het valt ze vaak op dat de

geiten rustig en schoon zijn. Zelf vind ik het een mooie kans om te laten zien wat je

doet en waarom. We zorgen altijd dat we de gasten even spreken en dan kun je

bijvoorbeeld uitleggen waarom de geiten niet buiten komen. Je kunt misverstanden

uit de weg ruimen, hoewel ik me er van bewust ben dat de echte criticasters

natuurlijk niet hier komen.”

Jos Tolboom <

“ We merkten dat veel mensen nieuwsgierig waren en wel eens binnen wilden kijken.”

assortiment biologische voeders en

bedrijfsbenodigdheden – een belangrijke

speler in de biologische sector.

ConCReTe ACTIeS en PRoDuCTen

Naast het ondersteunen van keten-

concepten, draagt Agrifirm ook met

concrete acties en producten bij aan

duurzaamheid. Agrifirm Feed heeft ver-

schillende voeders die zorgen voor een

lagere fosfaatuitstoot, een belangrijk en

actueel thema. np-rundveevoeders bij-

voorbeeld hebben een 25 procent lager

bruto fosforgehalte, terwijl diergezond-

heid en melkproductie op peil blijven.

Voor varkenshouders zijn er de p-min

vleesvarkensvoeders en Air Line® [2.0].

Met p-min voeders kan tot 30 procent

minder fosfaat in de mest gerealiseerd

worden, Air Line ® [2.0 ] zorgt zelfs voor

60% minder fosfaat. Daarbij wordt een

betere voerconversie en groei gerealiseerd.

Daarnaast wordt ook duurzaam advies

steeds belangrijker. De specialisten

Varkenshouderij volgen, samen met an-

dere erfbetreders in de sector, een cursus

voor vermindering van het anti biotica-

gebruik. Op pagina 17 van deze Schakel in

Succes vindt u hierover meer informatie.

Ook bij Agrifirm plant is duurzaamheid

een integraal onderdeel van de advisering.

Bodemvruchtbaarheid en spaarzaam

omgaan met meststoffen en gewas-

bescherming worden steeds belangrijker.

Zo draagt Agrifirm plant bij aan het ver-

kleinen van de milieu-impact van teel-

ten. Een ander voorbeeld is het recyclen

van verpakkingsmateriaal. “Al een aantal

jaren zamelen we bigbags in en in de

tuinbouwsector ook bollennetten”, legt

sectormanager Tuinbouw Henry van

Haaster uit. “Na gebruik zijn deze pro-

ducten voor de klant een afvalproduct,

terwijl ze nog als grondstof voor allerlei

andere producten kunnen dienen. Wij

zamelen ze daarom in, waarna ze bij een

gespecialiseerd bedrijf worden verwerkt

tot grondstof voor bijvoorbeeld drainage-

pijpen.” Sinds dit voorjaar loopt ook een

pilot voor het inzamelen en recyclen van

gBM-fusten. “We krijgen positieve reac-

ties en verreweg de meeste klanten doen

al aan de inzameling van bigbags en bol-

lennetten mee. Het is toch een vorm van

duurzaam ondernemen, waarmee je de

sector in een positief daglicht zet.”

schakel in succes mei 2011 11

Page 12: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2011

plant

ReSulTAAT

Begin 2010 is hij daarom overgestapt

op een voersoort met een laag fosfor-

gehalte. Op het moment voert hij Maïs-

brok-Rendement np van Agrifirm Feed,

aangevuld met de Balans ruwmix,

eveneens een voer met een laag fosfor-

gehalte. “De aanvoer van fosfaat uit

krachtvoer daalde daardoor van 5,3

gram per kilo naar 3,6 gram en dat is

natuurlijk een flink verschil.” Dat ver-

schil blijkt ook uit de gehaltes van de

mest. Waar Van Meijl in 2009 op 400

Meer ruimte voor mest dankzij laag-fosforvoeders

feed

Melkveehouder Jan van Meijl stapte begin 2010 over op de nP-voeders, een lijn met een laag

fosforgehalte. Daardoor kan hij nu weer alle mest op eigen grond kwijt en is hij bovendien klaar

voor toekomstige regelgeving.

Jan van Meijl heeft in het Brabantse

Leende een bedrijf met 83 stuks melk-

vee en 38 hectare grond. Hij is de derde

generatie op het bedrijf en streeft er

naar geleidelijk te blijven groeien. De

capaciteit van de huidige stal is bijna

bereikt en Van Meijl overweegt een

zandstal voor de afkalvende koeien om

ruimte te maken voor verdere groei.

FoSFAAT bePeRKenDe FACToR

Van Meijl vindt het daarbij belangrijk

om het bedrijf zoveel mogelijk geslo-

ten te houden. Ruwvoer van eigen

land en geen mestafvoer. Dat laatste

werd de afgelopen jaren steeds moei-

lijker. Het bedrijf werd te groot om

alle mest op eigen land kwijt te

kunnen. “Met de bedrijfsspecifieke

excretie hadden we in 2009 een

negatief voordeel op het gebied van

fosfaat en dat was dan ook de beper-

kende factor.

Als ik meer ruimte voor de mest wilde

creëren, moest ik daar dus iets aan

doen”, kijkt Van Meijl terug.

schakel in succes mei 201112

Page 13: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2011

plant

Lammert Westerhuis.

Betere fosfor-benutting met np-voeders

Voeders met een laag fosforgehalte

staan volop in de belangstelling.

Dat heeft alles te maken met het

convenant tussen veehouderij en de

voersector om via het voerspoor het

fosfaatoverschot met 20 miljoen kilo

te verminderen.

Dat kan niet door simpelweg minder

fosfor in het voer te doen. Fosfor is

een belangrijk mineraal voor de

gezondheid en productiviteit van

koeien. Waar het om gaat is de

fosforbenutting: de verhouding

tussen het bruto fosforgehalte in

het voer en de hoeveelheid die de

koe netto opneemt. Het doel is een

voer dat voldoet aan de netto

fosforbehoefte, met een zo laag

mogelijk brutogehalte. Agrifirm

Feed heeft daarvoor de np-lijn, met

25 procent minder bruto fosfor.

Uit resultaten van de praktijkpilot

Netto Fosfor van ZLTO en Agrifirm

Feed blijkt dat de np-krachtvoeders

geen negatieve gevolgen op dierge-

zondheid en melkproductie hebben.

De np-lijn verzekert melkveehouders

daardoor van voldoende fosforaan-

bod voor hun melkkoeien, terwijl de

aanvoer van bruto fosfor via kracht-

voer met 25% daalt.

Jan van Meijl met Agrifirm Feed-specialist Bram Quist.

kilo te veel fosfaat uitkwam, hield hij in

2010 bijna 800 kilo over. Het BEX-nadeel

werd daardoor een voordeel en de fos-

faatefficiëntie steeg van 25 procent

naar 32 procent. “ik kan nu gewoon alle

mest op eigen grond kwijt en daar is

het allemaal om begonnen. Bovendien

heeft het np-voer zeker geen negatief

effect op de productie. Die is zelfs iets

gestegen. Het eiwitpercentage ligt met

3,72 ook hoger dan in 2009, het vetper-

centage is met 4,81 iets lager.”

eFFICIënTeR

De np-voeders zijn wel iets duurder dan

het reguliere voer, merkt Van Meijl op.

Toch is hij uiteindelijk voordeliger uit.

“Reken maar na. ik was vorig jaar iets

Jan van Meijl

feed

meer kwijt aan het krachtvoer, maar het

scheelde me 1.200 kilo fosfaat, wat ik

anders af had moeten voeren. Dat kan

dus met gemak uit. Je werkt gewoon

efficiënter en dat zie je altijd terug op

je eindafrekening.” Een bijkomend voor-

deel van het nieuwe rantsoen vindt

Van Meijl dat hij hiermee alvast klaar is

voor de naderende wetgeving op het ge-

bied van fosfaat. “Voordat het wettelijk

verplicht werd, liep ik zelf al tegen een

grens aan. Achteraf ben ik daar blij om,

want daardoor ben ik mooi op tijd klaar

voor de wettelijke eisen.”

“Je werkt efficiënter en dat zie je altijd terug.”

schakel in succes mei 2011 13

Page 14: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2011

gemakkelijk en voordelig online voer bestellen

GezonDHeID en VITAlITeIT

Vitaminen zijn belangrijk voor de

gezondheid en vitaliteit van de koeien.

Leeftijd, productie en gezondheid

bepalen de vitaminebehoefte. Bij

gezondheidsproblemen daalt bijvoor-

beeld de voeropname. Daarmee neemt

ook de opname van vitaminen af, die

dan juist zo belangrijk zijn.

MIneRAlen VooR een GoeDe oPbouw

Mineralen zijn belangrijk voor de stof-

wisseling en als bouwstof in botten,

melk en vlees. Het lactatiestadium

waarin de koe zich bevindt, bepaalt de

behoefte aan een bepaald mineraal.

Een verkeerde voorziening van minera-

len kan in de droogstand bijvoorbeeld

kalfziekte veroorzaken.

DAIRyFIT®

Om melkvee van de juiste hoeveelheid

vitaminen en mineralen te voorzien

heeft Agrifirm vanaf half juni een

nieuw assortiment: DairyFit® Assorti-

ment. Het DairyFit® Assortiment bevat

de juiste samenstelling vitaminen en

mineralen voor jongvee, droogstaande

en lacterende koeien.

Het assortiment is optimaal afgestemd

op de specifieke behoefte van de dieren,

zoals vastgesteld door Agrifirm innova-

tion Center. Het uitgangspunt zijn ‘all in

one’-producten, zodat u met één

product alle behoeften dekt. De inno-

vatieve producten hebben een hoge

stabiliteit van vitaminen, maximale

benutbaarheid van sporenelementen

en zijn stofvrij en zeer smakelijk.

Het belang van vitaminen en mineralen in voeding

een gezonde en vitale veestapel. Dat is waar het om gaat. Daarom is het belangrijk

om de koeien voldoende vitaminen en mineralen te verstrekken in de juiste

dosering en samenstelling, want ook overdaad schaadt.

DairyFit® Assortiment:

DAIRyFIT® JonGVee

De juiste vitaminen en mineralen voor

een optimale groei en ontwikkeling van

jongvee. Met de np- variant (netto fosfor)

kunt u een BEX-voordeel behalen.

DAIRyFIT® lACTATIe

Het is van belang om het juiste lactatie-

mineraal in te zetten. Met de np-

varianten (netto fosfor) kunt u een

BEX-voordeel behalen.

DAIRyFIT® VITAAl

Deze reeks dekt de mineralenbehoefte

en stimuleert ook de gezondheid en

vitaliteit. De Vitaalproducten bevatten

onder andere organisch gebonden

sporenelementen.

DAIRyFIT® DRooGSTAnD

Droogstaande dieren hebben een andere

mineralenbehoefte dan lacterende

dieren. DairyFit® Droogstand producten

zorgen voor een makkelijk afkalvende

koe met een goede productie en

vruchtbaarheid.

DAIRyFIT® SPeCIAAl

Als aanvulling op de andere DairyFit®

reeksen is er DairyFit® Speciaal. De uit-

komst als een rantsoen heel gericht

gecorrigeerd moet worden of als

antwoord op een specifieke behoefte,

bijvoorbeeld als stimulering van uier-

gezondheid en klauwgezondheid.

Voor meer informatie over het

DairyFit® Assortiment kunt u contact

opnemen met uw specialist Rundvee-

houderij of bel (088) 488 10 12 .

Via www.agrifirm.com/feed kunt u gemakkelijk en voordelig online voer bestellen.

De voordelen zijn:

> uw eigen gegevens actueel bijgewerkt

> duidelijke overzichten: orders en facturen

> 24 uur per dag, veilig en betrouwbaar bereikbaar

> 2,50 euro korting per internetorder/factuur

Bestel in mei, juni en juli via internet en ontvang een

leuke attentie. Ook maakt u kans op een ipad 2.

Uw ordernummer is uw lotnummer.

schakel in succes mei 201114

feed

Page 15: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2011

Het doel is veehouders bewust te

maken van het belang van sturen op

fosforbenutting en streefwaarden voor

2011 en 2013 op te laten nemen in hun

operationele bedrijfsdoelstellingen.

noRMen

Nevedi, LTO en de Werkgroep Uniforme-

ring Mestcijfers (WUM) hebben onlangs

minimum normen voor p-benutting

vastgesteld. in onderstaande tabel

staan varkenshouderijnormen voor de

periode 2011 tot 2013. Bij het vaststellen

hiervan is gekeken naar de gemiddelde

p-benutting over 2007-2009.

onDeRSTeunInG en ADVIeS

Het voerspoor is een samenwerking

tussen voer- en veesector. Agrifirm zal

haar klanten hierin dan ook ondersteu-

nen en adviseren. Het belangrijkste is

een basisvoerpakket waarmee gemid-

deld aan de eisen wordt voldaan.

Daarnaast zijn er voeders met extra

verlaagde fosforgehalten. Met Air Line®

[2.0] voeders en p-min vleesvarken-

voeders kan de varkenshouder gemak-

kelijk aan de eisen voldoen. Ook de

technische resultaten dragen bij aan de

fosforbenutting. Bij zeugenbedrijven is

een hoge biggenproductie gunstig,

Sturen op optimale benutting van fosfor

feed

terwijl een hoog voerverbruik bij zeu-

gen en biggen de voerefficiëntie juist

onder druk zet. Bij vleesvarkens is een

goede voerconversie gunstig.

GezonDHeID

in de praktijk bestaan zorgen over de

effecten van een lager fosforgehalte in

het voer op de gezondheid en het

welzijn van dieren. Het uitgangspunt

van laag-fosforvoeders is dan ook dat

altijd voldaan moet worden aan de

wetenschappelijk onderbouwde netto

fosforbehoefte van de dieren. Het

fosforgehalte wordt dus niet zomaar

verlaagd. De ruimte voor het verbete-

ren van de fosfaatefficiëntie zit in de

keuze van grondstoffen met een

gunstige verhouding bruto-/netto

fosforgehalte en in het vervangen van

anorganisch fosfor door het enzym

fytase. Agrifirm test al haar voeders

uitvoerig om zeker te zijn dat er geen

negatieve effecten bestaan op de

gezondheid van de dieren. Uit ervaring

blijkt dat Air Line® [2.0], met erg lage

fosforgehalten, en ook de p-min

voeders, varkens leveren met hoge

groei, scherpe voerconversie en een

goede slachtkwaliteit.

STReeFwAARDen P-benuTTInG In VARKenSHouDeRIJ

P-benutting 2007-2009 en streefwaarden 2011 en 2013

Gemiddeld in

Diercatogorie 2007-2009 2011 2013

Opfokzeugen 0,34 0,36 0,38

Zeugen (incl. biggen) 0,37 0,40 0,43

Vleesvarkens 0,41 0,44 0,47

Dekberen 0,12 0,12 0,12

(Voerspoor en WUM-methodiek, C. van Bruggen)

De veehouderij en veevoersector hebben zich

samen tot doel gesteld om via het zogeheten

voerspoor 20 miljoen kilo fosfaatreductie te realiseren.

In april 2011 zijn lTo en nevedi daarom een vrijwillig traject

gestart voor het verbeteren van de fosfaatefficiëntie op bedrijfsniveau.

schakel in succes mei 2011 15

Page 16: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2011

Een te grote dip in de resultaten kan

daarmee worden voorkomen. Als een

varken zijn warmte niet kwijt kan, daalt

de voeropname. Bij vleesvarkens daalt

de opname per graad temperatuur-

stijging boven de 28 graden Celsius

met 30 tot 70 gram per dag, bij lacte-

rende zeugen zelfs 1 tot 2 ons per dag.

KlIMAAT

Een goed stalklimaat is daarom heel

belangrijk. Dat begint al in het voorjaar.

De luchtinlaten, ventilatoren en kokers

kunnen nu al gereinigd worden voor een

maximale doorstroming. Als de tempe-

ratuur stijgt kunnen de zomerkleppen

open, de winterluchtinlaat dicht en de

ventilatie-instellingen aangepast. De

begintemperatuur kan 1 tot 2 graden

Celsius hoger, de bandbreedte kan naar

6 graden Celsius worden aangepast.

Zo nodig kunnen extra ventilatoren

geplaatst worden of bij plafondventilatie

“frisse neuzen pijpen” gemaakt worden

zodat zoveel mogelijk lucht bij de kop

van de zeug terecht komt. Ook drink-

water is een goed koelmiddel. Daarom

is het belangrijk dat de wateropbrengst

van de nippels goed is en in geval van

brijvoer kan de drogestof met 1 à 2

procent verlaagd worden. Zeker bij zeugen

verdient het de aan beveling om rond

de middag extra water te verstrekken.

VoeRoPnAMe

Om te zorgen dat er zoveel mogelijk

voer opgenomen wordt is het aan te

bevelen de voertijden te verplaatsen

naar de koelere perioden van de dag;

vroeg in de morgen en later in de avond.

Het driemaal daags voeren van zeugen

kan beter achterwege gelaten worden.

Als de voeropname toch achterblijft

kunnen geconcentreerdere voeders,

zoals Air Line® of p-voeders bij vlees-

varkens, er voor zorgen dat de nutriënt-

opname op peil blijft. Deze voeders

hebben bovendien een lagere interne

warmteproductie, waardoor varkens

minder warmte kwijt hoeven te raken

en de voeropname op peil blijft.

schakel in succes mei 201116

De eerste zomerse dagen kondigden zich dit jaar vroeg aan.

Voor varkenshouders is dit het teken om zich voor te bereiden

op de zomer. wie op tijd alles in orde heeft zal de warme zomer-

maanden het beste doorkomen.

Voorbereiding opwarme zomer

feed

Een goed stalklimaat is belangrijk.

Page 17: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2011

Hier komt een bijschrift.

Het antibioticagebruik heeft bovendien

te maken met alle aspecten van het

bedrijf: van voeding en gezondheid tot

genetica. Het ligt daarom ook voor de

hand dat de verschillende adviseurs van

het varkensbedrijf hierin samenwerken.

CuRSuS

Om dat te stimuleren volgen de specia-

listen Varkenshouderij van Agrifirm Feed

dit voorjaar een cursus over een lager

medicijngebruik op varkenshouderijbe-

drijven. De cursus is een samenwerking

van Agrifirm Feed, Topigs, Varkens K.i.

Nederland, ViON en ZLTO. Adviseurs van

deze organisaties gaan tijdens de cursus

‘Samen aanpakken’ samen aan het

werk om tot de juiste aanpak te komen.

De cursus wordt georganiseerd door

het Varkens innovatie Centrum Sterksel

en porQ.

SAMenweRKen

Tijdens het eerste gedeelte van de cursus

staat het gebruik van diergeneesmiddelen

in relatie tot de volks- en diergezondheid

centraal. in het tweede gedeelte wordt

aan de hand van praktijkvoorbeelden het

medicijngebruik op het varkens bedrijf

inzichtelijk gemaakt. De dier dag dose-

ring geldt als indicator voor een verant-

woord medicijngebruik. Op deze manier

kan het medicijngebruik op de varkens-

houderijbedrijven worden vastgesteld

en samen met de varkenshouder worden

gekeken hoe het medicijn gebruik op

het bedrijf aan de hand van hygiëne-

protocollen kan worden gereduceerd.

De adviseurs leren meer over het medi-

cijngebruik in de varkenshouderij en

vooral hoe ze samen kunnen bijdragen

aan een lager medicijngebruik om het

beste resultaat voor de varkenshouder

te bereiken.

zeuGen

Ondanks deze maatregelen kan het

conditieverlies in de kraamstal te hoog

worden. Om de schade te beperken

kunnen zeugen die te veel conditie

verliezen eerder gespeend worden en

kunnen pleegzeugen ingezet worden

om de belasting per zeug te verminde-

ren. Zeugen die veel conditie verliezen

in de kraamstal hebben minder en min-

dere kwaliteit eicellen. Dit leidt tot

slechter berig worden, meer verwerpers,

kleinere tomen en een verminderde

uniformiteit van de biggen. Tijdens een

hitteperiode is de berigheidscontrole

extra belangrijk, zeugen laten de stare-

flex namelijk minder goed zien en zijn

minder actief, waardoor het insemina-

tiemoment moeilijker te bepalen is. Om

maximaal de berigheid te stimuleren

kan een spray met berengeur gebruikt

worden, maar is het ook belangrijk dat

de beer goed actief is. ’s Ochtends

vroeg en ’s avonds laat zijn daarvoor de

beste momenten. Check ook de tempe-

ratuur van het sperma regelmatig, de

kwaliteit loopt snel terug als de tempe-

ratuur boven de 17 graden komt.

RITMe

Ook na de warme zomermaanden blijft

het opletten. De daglengte begint af te

nemen en dat heeft effect op de

vruchtbaarheid, vooral bij 1e worps

zeugen. Het varken is van oorsprong

een seizoensvoortplanter en dat kunnen

we nog steeds merken. De beste

manier om deze seizoensinvloed te

omzeilen is door jaarrond voor een vast

dag-nacht-ritme te zorgen. Vraag uw

specialist om samen met u nog eens de

volledige checklists door te nemen om

deze mooie periode van het jaar goed

te doorstaan.

Erfbetreders van verschillende bedrijven samen aan het werk. >

schakel in succes mei 2011 17

feed

een lager medicijngebruik in de varkenshouderij is belangrijk. Dat kan de varkens-

houder niet alleen voor elkaar krijgen, hij heeft daarbij zijn partners, zoals leveran ciers

en afnemers, nodig. De hele keten is immers gebaat bij gezonde dieren, een goed

resultaat en een kwalitatief goed product.

Adviseurs werken samen aan minder antibiotica

Page 18: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2011

Langen heeft een gemengd bedrijf met

100 hectare akkerbouw en 1.600 vlees-

varkens in het Duitse Neubörger (niet

ver van het Nederlandse Boertange) en

oriënteerde zich op een nieuwe activiteit.

“pluimvee had onze voorkeur, maar we

twijfelden tussen leghennen, vlees-

kuikens en de opfok van vleeskuiken-

ouderdieren.” in maart 2008 spreekt

hij Joost Westerbeek voor het eerst.

Westerbeek is specialist bij pluvita, opfok-

organisatie voor vleeskuikenouderdieren

en dochteronderneming van Agrifirm.

enTHouSIASMe

De Duitse onderneming Strahmann

(Duitse dochter van Agrifirm) zet

Langen op het spoor van de opfok van

vleeskuikenouderdieren. “Vervolgens

heb ik met Joost Westerbeek een

aantal bedrijven bezocht in Nederland.”

Het enthousiasme bij Langen groeit

snel. “Leghennen zijn zeer arbeids-

intensief, vleeskuikens kennen een

hoge omloopsnelheid.

De opfok van vlees kuikenouderdieren

duurt 20 weken, dat ritme past ons

Nieuwbouw vanpluimveestal isteamprestatie

Legmanager geeft inzicht in resultaat

Managementsystemen worden

steeds vaker gebruikt om inzicht in

de resultaten van een bedrijf te

krijgen. legmanager is zo’n systeem

waarin legpluimveehouders de

technische en economische

resultaten kunnen bijhouden en

analyseren.

De legpluimveehouder en zijn

specialist hebben direct inzicht in

de cijfers van het betreffende

koppel. Op basis daarvan kan de

legpluimveehouder samen met zijn

specialist de juiste keuzes maken.

Bovendien heeft hij de mogelijkheid

zijn resultaten te vergelijken met

collega’s. Daarbij kan hij zelf bepalen

met welk soort bedrijven hij wil

vergelijken. Eikleur, handelsnorm,

koppelgrootte en huisvestings-

systemen worden als referentie

gebruikt. Het resultaat wordt weer-

gegeven ten opzichte van het

gemiddelde van deze referentie-

bedrijven, zowel in cijfers als in

tabellen en grafieken en zowel

tijdens de ronde als na afloop.

Het is daarmee een manier om

tijdens de ronde alert te blijven op

de financiële en technische ontwikke-

lingen van het bedrijf en het koppel en

om na afloop de ronde te evalueren.

Legmanager is mede op initiatief van

Agrifirm Feed ontwikkeld en klanten

van Agrifirm Feed kunnen het

systeem kosteloos gebruiken.

Legpluimveehouders kunnen voor

meer informatie over Legmanager

terecht bij hun specialist of bellen

naar (088) 488 10 15.

Rudolf langen, akkerbouwer en varkenshouder in neubörger

(D), ging niet over één nacht ijs, toen hij startte met een nieuwe

activiteit. “Pluimvee had van meet af aan onze voorkeur.”

Inmiddels heeft hij de eerste ronde met de opfok van

vleeskuikenouderdieren achter de rug.

schakel in succes mei 201118

feed

Page 19: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2011

mooi. ik wil mijn bedrijf samen met

mijn vrouw Hillegard kunnen runnen.

En vleeskuikenouderdieren vergen

vakmanschap, dat spreekt ons aan.”

Ook op de locatie passen vleeskuiken-

ouderdieren goed. “Deze regio telt

verder geen pluimveebedrijven. Uit

veterinair oogpunt is dat een groot

pluspunt.”

De regionale overheid staat zeer

positief tegenover de komst van

vleeskuikenouderdieren. “Deelstaat

Nieder sachsen wil voor de vlees-

productie minder afhankelijk worden

van andere deelstaten en het buiten-

land. Nu moeten vleeskuikenouder-

samenwerking tussen alle betrokken

partijen.” Binnen tien maanden waren

alle vergunningen op orde. “Ongekend

snel”, oordeelt Langen.

ADVISeRInG

pluvita adviseert Langen bij de inrich-

ting van de stal. “Over de manier van

water- en voerverstrekking bijvoor-

beeld, hebben we onze voorkeuren”,

vertelt Westerbeek. “Ook over hygiëne-

maatregelen, ventilatie en verwarming

adviseren we. Maar verder gaan we

niet. Met welke stalinrichter de onder-

nemer in zee gaat, mag hij zelf weten.”

De omvang van het bedrijf, 50.000

dieren, is niet willekeurig gekozen.

“Dat sluit goed aan bij de schakels

verder op in de kolom, de vleeskuiken-

ouderdieren en de vleeskuikenhouderij.”

Het dak van de stal is voorzien van

4.500 vierkante meter zonnepanelen.

Over de opbrengsten is Langen heel

content. “Duitsland kent bijzondere

aantrekkelijke regelingen op het gebied

van opwekking van duurzame energie.

En de zon heeft de af gelopen maanden

uitbundig geschenen. Nee, van deze

investering heb ik geen spijt.”

TeVReDen AFneMeR

in mei 2010 startte de bouw. in december

2010 ontving Langen de eerste eendags-

kuikens, die 20 weken later het

bedrijf weer verlaten. De eerste ronde is

vrijwel probleemloos verlopen. “Er zijn

altijd kinderziektes. Je moet de dieren

goed in de gaten houden. Maar grote

problemen hebben zich niet voorgedaan.

En de afnemer was zeer tevreden. Dat

telt.” inmiddels is de stal ontsmet en

legt de stalinrichter de hand aan enkele

kleine aanpassingen. Langen maakt zich

op voor de tweede ronde.

dieren vaak over grote afstand aan-

gevoerd worden. Daarom steunt de

deelstaat de bouw van dit soort

bedrijven met 25 procent subsidie.”

TeAMweRK

in de loop van de tijd verzamelde

Agrifirm experts om Langen heen. Een

team, dat onder meer bestaat uit een

bankier, een belastingadviseur, een

accountant, enkele subsidiespecialisten

en een architect, “Mooi”, vindt Wester-

beek die samenwerking. “We hebben

zeer regelmatig overleg, met maar één

doel: de bouw van de nieuwe stal. in

Nederland zie je zelden zo’n hechte

< Rudolf Langen

“ Vleeskuikenouderdieren vergen vakmanschap, dat spreekt ons aan.”

schakel in succes mei 2011 19

feed

Page 20: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2011

schakel in succes mei 201120

markt, waardoor we beter op markt-

ontwikkelingen kunnen anticiperen.”

RISICoSPReIDInG

Ook risiscospreiding wordt steeds

belangrijker. Roelofs: “We adviseren

ondernemers om gespreid in te kopen

en proberen daar ook op te sturen. Je

ziet dat ondernemers zich hier steeds

meer bewust van worden; de verkoop

van meststoffen in bigbags, die beter te

bewaren zijn, stijgt bijvoorbeeld.”

Het streven bij bemestingsplannen is

altijd om zo efficiënt mogelijk in de

mineralenbehoefte te voorzien.

“precisiebemesting wordt daardoor ook

steeds belangrijker”, ziet Roelofs. Agri-

firm plant legt ieder jaar bemesting-

proeven aan met als doel klanten het

beste advies te kunnen geven. “in de

bemestingplannen wordt de basis-

behoefte aan mineralen door organische

mest ingevuld en wordt kunstmest inge-

zet om de bemesting op maat te maken.”

Ook vloeibare meststoffen is een toe-

komstig aandachtspunt. “Daar is zeker

ruimte voor, maar ze zullen gekorrelde

minerale meststoffen nooit volledig ver-

vangen. We moeten dus om leren gaan

met de onvoorspelbare wereldmarkt.”

plant

Meststoffen in bigbags zijn beter te bewaren.

De markt voor meststoffen is in de

afgelopen jaren ingrijpend veranderd.

Prijzen zijn steeds meer afhankelijk van

ontwikkelingen op de wereldmarkt,

waardoor ze redelijk onvoorspelbaar zijn.

met name fosfaat, kleiner worden, wat

de prijzen opdrijft. Het gevolg is dat de

meststoffenprijzen de afgelopen jaren

sterk fluctueren en veel minder voor-

spelbaar zijn dan voorheen. De groeiende

wereldbevolking en vraag naar voedsel

zullen ook in de toekomst leiden tot

hogere kunstmestprijzen en grotere

prijsschommelingen.

MeeR onzeKeRHeID

“Voor de Nederlandse boeren en tuin-

ders zorgt dat voor een veel grotere

onzekerheid over de prijzen van een

belangrijke grondstof. Het inkoopmo-

ment is daardoor veel belangrijker”, legt

Roelofs uit. De prijzen op de wereld-

markt wisselen dagelijks, kunstmest-

prijzen worden per week vastgesteld.

Het vraagt de nodige marktkennis om

op het juiste moment in te kopen. “Dat

geldt voor ondernemers, maar ook voor

ons. We kunnen niet meer zomaar in

januari alles inkopen, het risico bestaat

dat de kunstmest dan veel te duur is, of

niet leverbaar. We moeten dus gespreid

inkopen en dat is ook wat we onze

klanten adviseren. Daarnaast wordt

samenwerking nog belangrijker. Door

onze samenwerking met Cebeco Mest-

stoffen hebben we goed inzicht in de

in het verleden waren de prijzen van

met name stikstofmeststoffen sterk

gerelateerd aan de energieprijzen. Een

hoge gasprijs betekende dure kunst-

mest. Tegenwoordig is de prijs van

kunstmest moeilijker te voorspellen.

De markt is steeds meer afhankelijk

van de internationale markt, legt

Vincent Roelofs, manager inkoop en

Afzet van Agrifirm plant, uit.

PRIJSSCHoMMelInGen

“De meststoffenmarkt is tegenwoordig

echt een wereldmarkt”, aldus Roelofs.

“De prijzen zijn daardoor veel meer

onderhevig aan prijsschommelingen

van wereldwijde commodities, zoals

graan. Hoge graanprijzen leiden direct

tot een grotere vraag naar meststoffen

en die vraag en aanbod krijgen steeds

meer invloed op de prijzen.” Dit wordt

versterkt door een consolidatie bij

producenten, waardoor het aantal aan-

bieders daalt. Daar komt nog bij dat

voorraden van gedolven meststoffen,

prijzen minder voorspelbaar

Meststoffenmarkt is een wereldmarkt

Page 21: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2011

schakel in succes mei 2011 21

in grote lijnen hebben die proeven en

demo’s betrekking op drie onderwerpen:

rassentoetsing, gewasbeschermings-

middelen en bemesting. Daarnaast

worden ook nieuwe ontwikkelingen en

innovaties, zoals systemen voor precisie -

l andbouw, onder de loep genomen.

RASSenToeTSInGen

De rassentoetsingen hebben met name

betrekking op granen, uien en peen. Voor

deze gewassen is Agrifirm plant zowel

leverancier als afnemer, waardoor het

extra belangrijk is om goed te weten

hoe de rassen in de praktijk presteren.

Daarnaast worden ook met bijvoorbeeld

groenbemesters proeven gedaan. De

proeven vormen een aanvulling op de

officiële rassenproeven omdat ze laten

zien hoe verschillende rassen het in

praktijksituaties doen. Daarbij worden

bijvoorbeeld veel gebruikte rassen verge-

leken met nieuwe of buitenlandse rassen.

organische stof is van groot belang

voor de bodem. Het is onmisbaar

voor de bodemvruchtbaarheid,

bodemstructuur, lucht- en water-

huishouding en de bewerkbaarheid

van de bodem.

Om de vruchtbaarheid van de grond

op peil te houden, moet in elk geval

de jaarlijkse afbraak van organische

Compost draagt bij aan vruchtbare bodem

door de bemestende waarde van de

hoofd- en sporenelementen die com-

post bevat. Agrifirm plant kan diverse

soorten kwaliteitscompost leveren,

zowel voor gangbare als voor bio-

logische bedrijven, uiteraard met bij-

behorende certificaten. Uw Agrifirm-

specialist adviseert u graag over de

inpasbaarheid van compost in uw

bouwplan.

stof gecompenseerd worden. Door de

strengere gebruiksnormen voor de

hoeveelheid meststoffen die per jaar

gebruikt mag worden is het op peil

houden van de organische stof voorzie-

ning moeilijker geworden. Compost is in

deze puzzel de bodemverbeteraar die

per eenheid stikstof en fosfaat de meeste

effectieve organische stof bevat. Ook

prijstechnisch is compost interessant

GewASbeSCHeRMInG

De resultaten kunnen gebruikt worden

als onderbouwing van de advisering in

het veld. Dat geldt ook voor de proeven

met gewasbeschermingsmiddelen. in de

proefvelden kan Agrifirm plant diverse

middelen of combinaties hiervan gedu-

rende verschillende jaren testen op het

meerjarige effect op onkruid, schimmel

of insecten. Voor bepaalde gewassen

worden ook groeiregulatoren getest.

De proeven met gewasbeschermings-

middelen hebben betrekking op zowel

akkerbouw als tuinbouw.

beMeSTInG

Bemesting is een aandachtsgebied wat

de laatste jaren steeds meer in de belang-

stelling staat, ook bij Agrifirm plant.

Vanwege het huidige mestbeleid is het

belangrijk om zo efficiënt mogelijk om

te gaan met nutriënten. Op de proef-

velden worden daarom verschillende

Onderzoek in praktijk situaties met proefveldenAgrifirm Plant gaat voor het beste resultaat. Praktijkonderzoek is daarbij onmisbaar.

ook dit jaar zijn en worden er dan ook weer volop proef- en demovelden aangelegd

voor akker- en tuinbouwgewassen.

Agrifirm Plant heeft meer dan honderd proef- en demovelden. >

meststoffen getest en vergeleken.

Daarbij wordt bijvoorbeeld gekeken bij

welke gewassen een bepaalde meststof

goed past en naar het effect op zowel

opbrengst als bodemvruchtbaarheid.

VAn THeoRIe nAAR PRAKTIJK

Een groot voordeel van proefvelden is de

mogelijkheid voor statistische analyse.

proefvelden maken theorieën aantoon-

baar en vertaalbaar naar de praktijk en

andersom kunnen praktijkproblemen

onderzocht worden op de proefvelden.

in totaal zijn er meer dan honderd proef-

en demovelden, die bovendien verspreid

over heel Nederland liggen om ook de

grondsoorten en regionale verschillen in

de beoordeling mee te nemen. Daarbij

wordt veel samengewerkt met andere

organisaties en onderzoeksinstellingen.

Page 22: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2011

Agrifirm plant verkoopt dit jaar voor het

eerst polybale-wikkelfolie. Agrifirm is

exclusief distributeur van polybale in

Nederland. Deze wikkelfolie staat

bekend om de hoge kwaliteit. Dat komt

onder andere doordat het een vijflaags-

folie is. Dit is steviger en zorgt voor een

hogere zuurstofbarrière, wat weer leidt

tot een stabiel product van een hogere

kwaliteit, wat bovendien langer houd-

baar is. Bovendien, niet onbelangrijk voor

loonwerkers, is het goed te wikkelen en

scheurt de folie niet snel, ook niet bij

hoge temperaturen. Agrifirm plant biedt

hiermee de best beschikbare wikkelfolie.

Loonwerkers kunnen voor meer informa-

tie terecht bij hun specialist of de afde-

ling Verkoopondersteuning.

schakel in succes mei 201122

Eerste rassendemo’s biologische uien

Doel van de demo’s is om meer inzicht

te krijgen in de groei, ontwikkeling en

afrijping van de biologische uienrassen.

Daarnaast worden monsters van de

rassen in de bewaring gevolgd, voor

beter inzicht in de bewaarbaarheid van

de verschillende rassen. in maart zijn

daarvoor bij telers Erwin en Evert Rienks

in Dronten en bij poppe Landbouw in

Nagele de belangrijkste biologische

uienrassen ingezaaid. Onder andere

Hylander, Santero, Dormo, Kamal en

Red Baron zijn vertegenwoordigd.

De demo in Nagele is gezaaid met een

Voor gangbare uien legt Agrifirm Plant al enkele jaren rassenproeven aan. ook bij

biologische telers is echter steeds meer behoefte aan informatie en kennis, niet in de

laatste plaats vanwege het groeiende aanbod biologische rassen. Dit jaar heeft

Agrifirm Plant daarom ook twee biologische demo’s aangelegd.

betrekkelijk nieuw systeem. Om zo nauw-

keurig mogelijk te kunnen werken, is

gezaaid met een zaai machine met een

schijfvolgsysteem. De geulen die de

rotorkopeg op de buitenste twee bedden

heeft gemaakt bij het klaar maken van

het land, pakken de schijven op de zaai-

machine weer op. Ook de schoffel-

machine werkt met dit systeem. De

zaai- en schoffelmachine blijven daar-

door op precies dezelfde slag als de

rotorkopeg, waardoor heel precies

geschoffeld kan worden.

Door de jaren heen is het areaal

peen waarvoor Agrifirm Plant de

vermarkting verzorgt gegroeid.

een toenemend aantal telers heeft

vertrouwen in de unieke samen-

werking in de keten middels de

Dutch Carrot Group.

Alle peen van de Agrifirm plant telers

wordt vermarkt door de Dutch Carrot

group, waarin Agrifirm plant samen

werkt met twee verwerkers van peen.

Het concept, waarin de belangen in

de keten van teler tot eind verbruiker

gebundeld zijn, werpt zijn vruchten

af. in jaren met mooie peenprijzen

heeft de samenwerking binnen de

Dutch Carrot group geresulteerd in

aansprekende poolprijzen. En in jaren

dat de markt moeizaam loopt, zien

we dat een vaste positie in de afzet-

markt van cruciaal belang is.

Telers kunnen op meerdere manieren

via Agrifirm plant de peen vermark-

ten. Traditioneel is de pool de meest

gekozen methode, maar ook dag-

prijshandel en vaste prijsteelt zijn

mogelijk.

< De demo bij Poppe Landbouw wordt gezaaid.

plant

Vermarkting peen door Agrifirm plant groeit gestaag

polybale wikkelfolie nieuw in assortiment

Page 23: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2011

schakel in succes mei 2011 23

Dat blijkt ook nu weer. Vlak na de oogst

leek het niet stuk te kunnen met de

prijs. Nu zien we de prijzen weer de

andere kant op gaan en blijkt dat mark-

ten toch redelijk onvoorspelbaar blijven.

De ene teler vindt het omgaan met die

markt uitdagend terwijl de ander een

beter gevoel heeft bij de zekerheid van

een pool.

Agrifirm plant biedt beide

mogelijk heden. Zowel afland als

voor bewaar uien zijn er mogelijkheden

in pool verband. Meerdere verwerkers

participeren in deze pools. Hierdoor

ontstaat risicospreiding en afname-

zekerheid. Voor de daghandel werkt

Agrifirm plant samen met een groot

aantal verwerkers. De stemming in de

Uien verkopen op het juiste moment een ui is rond en kan alle kanten op rollen, is een gezegde in de

uienwereld. Het wil zeggen dat de prijsvorming van uien

onvoorspelbaar en lastig te beredeneren is.

Mijn Agrifirm plant

Online zaken regelenondernemers kunnen steeds meer

zaken via internet regelen. Mijn

Agrifirm Plant is de verzamelnaam

voor alle online toepassingen van

Agrifirm Plant. Klanten die zich via de

website aanmelden voor dit portaal

krijgen daarmee toegang tot onder

andere administratieve toepassingen,

teeltinformatie en de bestelmodule.

Dat draagt bij aan gemak en efficiëntie

voor zowel boeren en tuinders als voor

Agrifirm Plant.

Mijn Agrifirm plant bestaat uit vier

onderdelen: administratie, granen, teelt

en bestellen. Onder die kopjes kunnen

geregistreerde klanten bijvoorbeeld hun

facturen of het gBM overzicht over de

afgelopen maanden terugzien, granen

aanmelden voor de afzetpools van Agri-

firm plant en online fruitteelttechni-

sche informatie krijgen. Registratie is

gratis, net als alle toepassingen, met

uitzondering van het Fruitteelt advies,

dat in samen werking met Fruitconsult

wordt gemaakt.

Een belangrijk onderdeel van Mijn

Agrifirm plant is de bestelmodule.

Dit systeem is in maart live gegaan

en wordt steeds populairder. Klanten

kunnen hier online producten bestellen;

van meststoffen, zaaizaden en

gewasbeschermings middelen tot aller-

lei bedrijfsbenodigdheden. Het grote

voordeel van online bestellen is dat

bestellingen op ieder moment van de

dag direct kunnen worden doorgegeven,

ook buiten kantoortijden. Ook Agrifirm

plant kan op die manier zo efficiënt

mogelijk werken.

Voor toegang tot Mijn Agrifirm Plant gaat

u naar www.agrifirm.com/aanmelden

plant

markt is uiteraard bepalend voor de

mogelijkheden in de prijs en afzet.

Page 24: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2011

Op de knieën in de wintertarwe contro-

leren Ton Evers en Henko Klement half

april hoe de onkruidbespuiting heeft

uitgepakt. Evers spoot Atlantis tegen

duist en voegde Biathlon toe tegen

ereprijs. “De voorjaarsbespuiting

werkt”, zegt Klement, akkerbouw-

specialist van Agrifirm plant. “Het

duurt alleen iets langer voordat het

gewas schoon is.” Hij bekijkt met Evers

een ereprijs. “Je ziet dat de plant is

aangepakt.” Meestal spuit Evers in het

najaar tegen duist en ereprijs. “Met 3

liter Stomp, een bodemherbicide.

Dan ben ik in het algemeen tot de

tweede CeCeCe-bespuiting klaar.”

ReSulTAAT IS leIDenD

Het afgelopen najaar was het te nat

om Stomp te spuiten. Er zat niets anders

op dan een voorjaarsbespuiting uit te

voeren. Evers: “Het moet goed werken.

Te veel onkruid kost opbrengst.” Afgelo-

pen jaar was de gemiddelde opbrengst

10 ton per hectare in een bouwplan

van grotendeels tarwe op tarwe. “Het

jaar ervoor was dat 10,75 ton.” Ook bij

de ziektebestrijding kijkt Evers naar het

uiteindelijke resultaat. Hij twijfelt nog

hoe hij het dit jaar gaat aanpakken.

“Wij adviseren een tweetraps- of drie-

trapsbestrijding”, zegt Klement. Een

tweetrapsbestrijding is twee keer een

volle dosering, een drietrapsbestrijding

drie keer driekwart. Evers wikt en

weegt: “Twee keer een volle dosering is

goedkoper dan drie keer driekwart. De

middelen kosten wel wat. Maar je weet

“ Te veel onkruid kost opbrengst.”

‘ Graanprijs bepaalt de strategie’

Ton evers in Finsterwolde gaat voor een maximaal resultaat van de tarweteelt. Tarwe is verreweg

het belangrijkste gewas op het oldambtster bedrijf. De graanprijs speelt een grote rol in de keuzes

op het gebied van onkruid- en ziektebestrijding. “bij 110 euro per ton is de strategie anders dan bij

210 euro per ton.”

schakel in succes mei 201124

plant

Page 25: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2011

nog niet wat de tarwe gaat opbrengen.

Bij een prijs van 110 euro per ton is de

strategie anders dan bij 210 euro per

ton”, zegt hij.

DoSeRInG VeRlAGen

De eerste bespuiting gaat hij zeker uit-

voeren, met proline. Dat middel is sterk

tegen septoria. “Dat is hier het grootste

probleem. Het nadeel van proline is dat

het niets doet op bruine roest, maar we

hebben een goede winter gehad. Bruine

roest speelt dit jaar niet”, zegt Evers. De

twijfel van Evers zit in de dosering en in

de timing van de tweede en eventueel

derde bespuiting. Bij twee keer spuiten

met een volle dosering is het gewas tot

over de bloei beschermd, weet hij.

“Maar als ik drie keer ga spuiten, kan ik

de tweede keer de dosering verlagen.

Dat beschermt minder lang, maar ik

loop geen risico omdat de derde keer

de bescherming verlengt. Het tijdstip

van de derde bespuiting hangt dan af

van het weer en dus de ziektedruk. Bij

lage druk kan de dosering ook omlaag.”

De derde bespuiting wordt steeds

belangrijker, zegt Evers, omdat de voer-

industrie eist dat tarwe een laag gehalte

aan DON of mycotoxinen heeft.

Een risico op het bedrijf van Evers is het

aantal werkbare dagen. Het kost ruim

drie dagen om de tarwe te spuiten. “in

het spuitboekje houd ik nauwkeurig bij

wanneer welk perceel is gespoten en

met welke dosering. Daardoor weet ik

precies wanneer de bescherming ein-

digt. ik weet ook welke rassen gevoeliger

zijn voor meeldauw of gele roest.

Die houd ik dus extra in de gaten.”

Ton Evers (rechts) en Henko Klement, specialist akkerbouw van Agrifirm Plant, zien dat de onkruidbestrijding effect heeft.

Ton Evers heeft in maatschap met

zijn vrouw Anneke, zoon Detmer,

broer Harm Evert en neef Niels een

akkerbouwbedrijf van 228 hectare

in Finsterwolde. Op de zware

Oldambtster kleigrond, 65 tot 75

procent afslibbaar, teelt het bedrijf

200 hectare wintertarwe, 18 hectare

suikerbieten en 10 hectare luzerne.

De oppervlakte graan telt 50 hectare

Lion, 40 hectare Tataros, 40 hectare

Tabasco, 20 hectare Claire, 20 hectare

Altigo en 30 hectare JB Asano.

Bedrijfsgegevens

De ereprijs reageert op de onkruidbestrijding.

schakel in succes mei 2011 25

plant

Page 26: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2011

schakel in succes mei 201126

Naast een rondleiding langs proef- en

demovelden is er een beursplein waar

externe partijen hun innovaties toe-

lichten. Kennisoverdracht en innovaties

staan centraal deze dagen. Het thema

van de relatiedagen is ‘de structuur

onder uw bedrijf’. Dit thema wordt

belicht vanuit verschillende invals-

hoeken. Er is bijvoorbeeld aandacht

voor bodemstructuur en de invloed van

grondbewerking of groen bemesters

hierop. Maar ook de invulling van het

bouwplan met onder andere rassen

keuze en nieuwe teelten komt aan bod.

Klanten van Agrifirm plant ontvangen

een uitnodiging.

In juni en juli organiseert Agrifirm Plant zes relatiedagen akkerbouw op diverse locaties.

Tijdens deze dagen wordt u op de hoogte gebracht van de laatste ontwikkelingen op

het gebied van bijvoorbeeld gewasbescherming, meststoffen en rassenkeuze.

dat je hier een heel groot bassin voor

nodig hebt en dat het lang duurt”, legt

Ton Witte, team leider Bollenteelt, uit.

Agrifirm plant heeft daarom een dosee-

runit ontwikkeld waarmee spoelwater

snel en effectief gereinigd wordt. Het

systeem maakt gebruik van flocculatie,

een proces bekend uit de waterzuivering.

Deeltjes hechten zich aan elkaar na toe-

voeging van een zogeheten polymeer,

waardoor de deeltjes zwaarder worden

en sneller bezinken. “Deze stof wordt in

de leiding naar het bassin geïnjecteerd en

in de waterstroom meegenomen. Binnen

20 seconden zijn de gronddeeltjes be-

zonken en is het spoelwater glashelder.

Bijkomend voordeel is dat de grove en de

fijne fractie tegelijk naar beneden zakken

en er is een sterk vermoeden dat ook de

ziektekiemen worden meegenomen

tijdens het bezinkproces”, aldus Witte.

“We verkopen de doseerunit, een vat van

1.000 liter, nu enkele jaren en hebben er

erg goede ervaringen mee. Zowel bij de

telers als bij de exporteurs, die bij de

exportspoeling ook de laatste zanddeel-

tjes moeten wegspoelen.”

om topkwaliteit bloembollen te leveren is het belangrijk dat de bollen goed

gespoeld worden. Dat geldt in het bijzonder voor bollen die geëxporteerd worden

naar landen zoals de Verenigde Staten, die strenge eisen stellen.

Snel schoon spoelwater met doseerunit

< De aanvoer van calcium zorgt voor een hogere pH.

Kennisoverdracht en innovaties staan centraal

plant

AgENDA relatiedagen akkerbouwdatum regio locatie

22 juni Midden PPO-AGV, Edelhertweg 1 in Lelystad

23 en 24 juni Oost PPO ’t Kompas, Noorderdiep 211 in Valthermond

28 juni Noord Maatschap Van der Molen, Dwarsweg 34 in Uithuizermeeden

1 juli Zuid Proefboerderij Wijnandsrade, Bongard 1 in Wijnandsrade

5 juli Noord Maatschap Jensma-de Vries, Vijfhuisterdijk 19 in Hallum

Agrifirm plant organiseert relatiedagen voor akkerbouwers

Spoelen betekent spoelwater en dat

moet gereinigd worden. in een bassin

bezinken grond en plantenresten, zodat

schoon water overblijft. “Het nadeel is

Page 27: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2011

AgENDA open dagen tuinbouw

datum sector locatie

25 mei Bloembollen Noordwijkerhout

27 mei Bloembollen Creil

1 juni Bloembollen Julianadorp

8 juni Bloembollen Zwaagdijk

16 juli Fruit Benschop

schakel in succes mei 2011 27

Het vollegrondsgroenteteam van Agrifirm Plant.

Maandelijks bespreekt het team bijvoor-

beeld nieuwe toelatingen van gewas-

beschermingsmiddelen en knelpunten

in de diverse gewassen met Cebeco

Agrochemie. Zo kan Agrifirm plant de

belangen en knelpunten van teelten

aangeven bij de fabrikanten. Ook de

hoogte van een MRL (Maximale Residu

Limiet) speelt een steeds belangrijkere

rol bij de advisering. Het team bespreekt

ook deze gegevens met fabrikanten om

te komen tot een juiste keuze en advies

voor de teler. Samen met de afdeling

R&D van Agrifirm plant worden daarnaast

proeven gedaan op bemestingsgebied

om de effectiviteit te kunnen beoor-

delen. De resultaten van de bemestings-

proeven en spuitschema’s worden op

gewasbijeenkomsten toegelicht en op

de winterbijeenkomsten besproken.

Sinds 1 januari 2011 heeft Agrifirm Plant één team dat zich specifiek richt op de

vollegrondsgroentesector. Door de bundeling van kennis en ervaring van de fusie-

partners heeft dit team veel kennis in huis van een breed scala aan gewassen. om die

kennis actueel te houden wordt veel samengewerkt met fabrikanten en andere partners.

Op drie locaties worden bloembollen-

proeven uitgevoerd: Zwaagdijk,

Julianadorp en Creil. in tulpen, lelies,

hyacinten en zantedeschia wordt

onderzoek gedaan naar ziekten,

onkruiden, selectiemethoden en

bemesting. De proeven voor de

fruitsector worden uitgevoerd in

Benschop en richten zich met name

Agrifirm Plant doet jaarlijks, in samenwerking met GbM fabrikanten, op verschillende

locaties proeven voor de tuinbouwsector. De resultaten van deze proeven zijn de

basis voor het advies in het komende seizoen. Daarnaast organiseert Agrifirm Plant

op iedere proeflocatie een open dag.

op bloedluis en perenbladvlo. Tevens

wordt aandacht besteed aan blad-

voeding, het klimaat onder hagelnetten

en onkruidbestrijding. Voor de groente-

sector neemt Agrifirm plant deel aan

de groenteplatformen in Etten-Leur en

Zwaagdijk. Op beide locaties worden

effectiviteitsproeven uitgevoerd, in

Zwaagdijk ligt de focus daarnaast op

MRL in het oogstproduct. Agrifirm

plant heeft hier een calcium proef voor

de bewaarbaarheid van sluitkool.

Jaarlijkse open dagen tuinbouw

Snel schoon spoelwater met doseerunit

Samen werkenaan advies voorvollegrondsteelt

plant

Page 28: Schakel in Succes nr. 3 - mei 2011

schakel in succes is het klantenblad van Agrifirm en verschijnt 6 keer per jaar. Redactie Afdeling Communicatie Agrifirm Fotografie Albert Brunsting, Marcel Bekken, Harma Drenth en Agrifirm Concept en realisatie JEEN bureau voor communicatie Drukwerk Ten Brink, Meppel

colofon

Samenspel Jan Kruise (l) is akkerbouwer in het Groningse Sellingen. Hij teelt zetmeelaardappelen, suikerbieten en granen, waarvan 24 hectare

zomergerst en 12 hectare zomertarwe. Voor de afzet van zijn granen werkt Kruise samen met Agrifirm Plant. Hij kiest al jaren

voor afzet via de graanpool van Agrifirm, dat biedt zekerheid op de grillige graanmarkt. Als drukbezette ondernemer heeft

Kruise nou eenmaal niet altijd tijd om de marktontwikkelingen in de gaten te houden. Voor de afzet van zijn tarwe twijfelt hij dit

jaar nog tussen de pool of de voorverkoop. Die twijfels bespreekt hij met akkerbouwspecialist Hartger Haan van Agrifirm Plant.

Samen bekijken ze hoe Kruise het beste evenwicht tussen zekerheid en rendement kan behalen.

“Jan is een zorgvuldige ondernemer, die voor zeker gaat en het beste resultaat wil. Afzet in de graanpool

past daarom goed bij hem.”

Hartger Haan specialist Akkerbouw

Agrifirm Plant

“ Hartger is goed op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen en spelregels. Voor vragen over de graanafzet kan ik altijd bij hem terecht.” Jan Kruise,

akkerbouwer in Sellingen