mei 2011
Minder fosfaatuitstoot met nP-voeders pAgiNA 4
Meststoffenmarkt is een wereldmarkt pAgiNA 20
schakelin succesvoor ondernemers in de tuinbouw,
akkerbouw en veehouderij
Jos Tolboom:
“Het is een kans om uit te leggen wat je doet”
0 3
Agrarische sector werkt aan imago pAgiNA 8-11
Een goed verhaal
In dit derde nummer van Schakel in Succes hebben
we het over imago. Eén van de belangrijkste
voorwaarden voor een succesvolle sector. Als
agrifoodbusiness hebben we een goed verhaal.
De Nederlandse sector is koploper op het gebied
van kwaliteit en duurzaamheid en de landbouw is
een belangrijke sector voor de economie. Dat verhaal
moeten we ook aan de Nederlandse consument
vertellen en er acceptatie voor zien te vinden. Ik ben
ervan overtuigd dat een goed imago kansen biedt
en mogelijk zelfs tot hogere afzetprijzen kan leiden.
Duurzaamheid wordt daarbij steeds belangrijker.
Als Agrifirm Group spelen we daar actief op in.
Maatschappelijk verantwoord ondernemen is een
essentieel onderdeel van onze onderneming. Dat
begint bij het beperken van onze eigen voetafdruk,
bijvoorbeeld door het gebruik van hernieuwbare
energie. Daarnaast werken we continu aan duur-
zame productieprocessen. Een mooi voorbeeld is
de divisie Agrifirm Coproducts BV, waarbinnen
Bonda, Profarm en Bongardt verenigd zijn. De
verwerking van reststromen is per definitie
duurzaam en onze sterke positie hierin is iets
waar we erg trots op zijn.
Ook samen met de sector werken we aan verant-
woorde productie. Het is onze taak om producten
en diensten te leveren die de agrarisch ondernemer
helpen duurzaam te produceren. Denk bijvoorbeeld
aan de laag-fosforvoeders, waar we in dit nummer
ook aandacht aan besteden, onze positie in de
biologische akkerbouw of de afzet van organische
mest in de akkerbouw. Zo werken we samen met
ondernemers aan een beter imago en daarmee
aan de toekomst.
Kees Sijssens,
CEO Agrifirm Group
Vitamex: veiligheid en innovatie in voeding
6
Eerste rassendemo’s biologische uien
22
Voorbereiden op warme zomerperiode
16
interview Noud van Vught en Theo Koekkoek 3
Sectorraden Agrifirm 4
Jongerenraad en Ledenraad 4
Mestverwerking 5
imago van de agrarische sector 8
Reportage: laag-fosforvoeders 12
Vitaminen en mineralen 14
Optimale fosfaatbenutting 15
Cursus minder antibiotica 17
Reportage: nieuwe pluimveestal 18
Meststoffenmarkt 20
proefvelden Agrifirm plant 21
Compost 21
Afzet peen 22
Uienmarkt 23
Mijn Agrifirm plant 23
Relatiedagen akkerbouw 26
Vollegrondsgroenteteam 27
Samenspel 28
Graanprijs bepaalt strategie24
2 schakel in succes mei 2011
In dit nummer
Het fusiejaar 2010 is goed afgesloten.
Het resultaat biedt ruimte om bijna
twintig miljoen euro aan klantenkorting
en Ledenvoordeel uit te keren. Dat zijn
klinkende cijfers. Toch is de fusie daar-
mee nog niet automatisch geslaagd,
begint voorzitter Theo Koekkoek van het
bestuur van coöperatie en de raad van
commissarissen van de onderneming.
“Wij zijn hartstikke tevreden, hoor”,
voegt hij meteen toe. “Er is veel werk
verzet en we zijn heel trots op wat er
bereikt is.”
Koekkoek en vice-voorzitter Noud van
Vught vinden het nu nog te vroeg om
tevreden achterover te leunen. “Meer
dan 95 procent verloopt super. Maar als
je als klant te maken hebt met die paar
procent die niet goed gaat, kan dat heel
vervelend zijn.”
ReSulTATen oP HeT boeReneRF
De echte voordelen worden vanaf 2011
zichtbaar, zegt Van Vught: “Agrifirm Feed
en Agrifirm plant hebben het beste van
twee werelden gecombineerd in een
beter assortiment, met meer keuze en
betere begeleiding. Dat komt ten goede
aan de resultaten op het boerenerf.”
Bovendien zijn de kosten van de fusie
grotendeels betaald in 2010. “De fusie-
voordelen, ruim twintig miljoen per jaar,
kunnen we vanaf 2011 dus vertalen in
scherpere prijzen.”
InnoVATIe
Voordelen komen ook van de innovatie-
kracht binnen de hele Agrifirm group,
stellen de bestuurders. Koekkoek: “We
staan voor immense uitdagingen. We
moeten als boeren en tuinders op zoek
naar een efficiëntere inzet van middelen
en tegelijkertijd steeds meer rekening
houden met maatschappelijke waarden.
Dat vraagt ondernemerschap, aanpas-
singsvermogen en innovatie.”
InTeRnATIonAle onTwIKKelInG
internationale ontwikkeling versterkt
de innovatiekracht. Zo kunnen de inves-
teringen in kennis en R&D-inspanningen
over zoveel mogelijk tonnen omzet
worden gespreid. Verder levert interna-
tionalisering kennis en nieuwe ervaringen
op. Bovendien kan Agrifirm er geld mee
verdienen, zegt Van Vught. “De revenuen
van de investeringen komen via het
Ledenvoordeel ten goede van onze
leden in Nederland.”
Uiteindelijk bepaalt maar één factor het
succes van de fusie, aldus Koekkoek.
“Het succes van Agrifirm is het succes
van onze leden.”
een klein jaar na de officiële fusie staat de Agrifirm Group er
goed voor. Vanaf nu zullen de voordelen ook steeds duidelijker
worden, zeggen Theo Koekkoek en noud van Vught.
‘ Fusie is een succes als leden succes hebben’
3schakel in succes mei 2011
Vice-voorzitter Noud van Vught (l) en voorzitter Theo Koekkoek.
Acht nieuwe gezichten in Ledenraad
Tijdens de maartvergadering van
de Ledenraad zijn acht nieuwe
leden van de raad benoemd.
Zij komen in de plaats van 21
vertrekkende ledenraadsleden,
die bij de vergadering in het
zonnetje zijn gezet. De eerste stap
naar de inkrimping tot 90 leden,
zoals bij de fusie afgesproken, is
daarmee gezet. De Ledenraad telt
nu nog 97 leden, in het voorjaar
van 2012 wordt dat teruggebracht
naar 90. Ook voor de Raad van
Commissarissen (RvC) is een krimp
van twaalf naar acht personen
afgesproken. Hiervoor wordt in
2012 de eerste stap gezet. Tijdens
de ledenraadsvergadering zijn
Rieneke Koopmans-Van Dalen uit
Oosterwolde en Arian Kamp uit
Raamsdonk herverkozen als afge-
vaardigden in de RvC.
ieder jaar bespreekt de Ledenraad
van Agrifirm in haar maart-
vergadering de jaarrekening.
Na een intensieve, constructieve
discussie keurde de raad het ver-
slag goed. Zoals eerder vermeld,
behaalde Agrifirm in 2010 een
goed resultaat, waarvan meer dan
de helft teruggaat naar de leden
en klanten. Dat kon op goedkeuring
van de Ledenraad rekenen. in 2011
wil de Ledenraad nadrukkelijk een
vinger aan de pols houden gezien de
nationale en internationale markt-
ontwikkelingen die maken dat de
resultaten snel kunnen variëren.
week van januari is. De definitieve datum
wordt zo snel mogelijk bekend gemaakt.
bezeTTInG VAn De JonGeRenRAAD
Jonge ondernemers (tot 32 jaar) kunnen
maximaal 4 jaar deelnemen. Jaarlijks
stromen circa 10 nieuwe deelnemers
in. Als u interesse heeft, kunt u dit
aangeven bij uw Agrifirm-specialist.
De Jongerenraad is een prima basis
voor toekomstige bestuurlijke functies,
maar ook met minder bestuurlijke
ambitie is het in ieder geval een leuke
en inspirerende activiteit.
Agrifirm heeft onlangs vijf sectorraden ingesteld. Voor de sectoren akker- en tuin-
bouw, rundvee, varkens, legpluimvee en vleespluimvee is een raad met ondernemers
uit de sector samengesteld. in iedere raad zitten maximaal 12 ondernemers uit de
betreffende sector. Op de Agrifirm website (www.agrifirm.com) kunt u vinden welke
ondernemers uw sector vertegenwoordigen.
Zij adviseren het management van Agrifirm plant of Agrifirm Feed over sectorspeci-
fieke aangelegenheden en/of (markt)aangelegenheden. De bedrijven blijven daar-
door op de hoogte van ontwikkelingen in de praktijk en zijn zo in staat om tijdig en
op de juiste manier hierop in te spelen. De raden hebben dus een klankbordfunctie.
iedere sectorraad vergadert minimaal twee keer per jaar. in april en mei is voor alle
sectoren een eerste bijeenkomst georganiseerd. Samen met vertegenwoordigers van
Agrifirm is daar gesproken over actuele thema’s in de sector, bijvoorbeeld toekomstige
ontwikkelingen of de aanpak van een specifiek thema en de rol van Agrifirm daarin.
Sectorraden als klankbord
< De jongerendag was een hoogtepunt.
Jongerenraad Agrifirm: een inspirerende groep
in de reguliere bijeenkomsten stond
het kennismaken met de nieuwe
organisatie centraal. Daarom was er
altijd een commissaris aanwezig en is
verschillende keren met de leden van
de hoofddirectie gediscussieerd.
Voor het nieuwe seizoen, dat in sep-
tember begint, zal de Jongerenraad een
thema vaststellen als leidraad voor de
vergaderingen. Doel is om over dit
thema een advies aan het coöperatie-
bestuur te geven. Al eerder beginnen
de voorbereidingen voor de Jongeren-
dag 2012, die waarschijnlijk in de laatste
De Jongerenraad, een groep van 35 jonge ondernemers
tot 32 jaar, heeft het eerste seizoen in haar nieuwe
samenstelling afgesloten. Hoogtepunt was de Jongerendag
op 26 januari.
schakel in succes mei 20114
installatie gekoppeld aan bijvoorbeeld
groene energieopwekking kan vaak op
meer bijval rekenen, zeker als dit leidt
tot een duurzame energie oplossing
voor de betrokken gemeente, haar
inwoners en bedrijven.
exlAn
Agrifirm-dochteronderneming Exlan
biedt technische ondersteuning op het
gebied van mestverwerking en de
productie van duurzame energie.
Exlan-specialisten helpen ondernemers
te bepalen of mestverwerking per indi-
viduele situatie een geschikte oplossing
is en helpen bij het beoordelen van de
haalbaarheid, aanvragen van vergun-
ningen, wijzigen bestemmingsplan,
technische beoordelingen en realisatie
van de installatie.
Door veranderingen in de wetgeving
kent Nederland in 2015 naar schatting
een fosfaatoverschot van 50 miljoen
kilo. Om dat op te lossen wordt ingezet
op drie mogelijke oplossingsrichtingen:
het voerspoor, het optimaliseren van
de afzet in eigen land en export. Bij de
laatste twee opties speelt mestverwer-
king een belangrijke rol.
TeCHnIeK en eConoMIe
Het is echter niet eenvoudig om met
name varkens- en rundveemest te
be- en verwerken. Veel inspanningen
strandden de afgelopen jaren omdat de
techniek haperde of de kosten te hoog
waren in vergelijking tot reguliere afzet.
Slechts enkele projecten bleken succes-
vol en ook bestendig tegen de grillen
van de markt en het overheidsbeleid.
Meer succes is voor de nabije toekomst
zeker niet ondenkbaar en zeer wenselijk.
Technisch is heel veel mogelijk .
MAATSCHAPPelIJKe ACCePTATIe
Naast een goede technische oplossing
is de maatschappelijke acceptatie een
belangrijk onderdeel van de probleem-
oplossing. grootschalige mestver-
werking stuit bijvoorbeeld op maat-
schappelijke weerstand, omdat de
burger vaak vooral de nadelen ziet.
Kleinschalige oplossingen worden
gemakkelijker geaccepteerd, maar zijn
financieel meestal niet interessant.
Realisatie van een mestverwerkings-
Mestverwerking kan een belangrijke rol spelen in de oplossing van het fosfaat-
probleem van de nederlandse veehouderij. Het is geen eenvoudige taak om dat
waar te maken. Veel initiatieven strandden de afgelopen jaren door technische of
economische oorzaken.
Mestverwerking: uitdaging voor de veehouderij
in het kader van duurzaam onder-
nemen wil Agrifirm het energiever-
bruik verlagen en meer hernieuwbare
energie gebruiken. in België is onlangs
de eerste stap gezet. Met een energy-
scan zijn het verbruik en de reductie-
mogelijkheden van de fabriek van
Agrifirm Belgium in grobbendonk in
beeld gebracht.
De fabriek scoorde erg hoog; na de
geplande installatie van een stoom-
generator blijft er voor Agrifirm
Belgium nog maar een paar procent
besparingspotentieel over. De locatie
in grobbendonk draait dan ook op
100 procent groene stroom. Komend
jaar wordt ook op de andere locaties
van Agrifirm Feed een energyscan
uitgevoerd. Omdat met standaard
formules wordt gewerkt is het
mogelijk om te vergelijken tussen
fabrieken en tussen jaren, waardoor
meer inzicht in het energieverbruik
ontstaat.
Agrifirm Belgium scoort hoog in energyscan
schakel in succes mei 2011 5
6 schakel in succes mei 2011
CEO patrick Keereman in het hoofdkan-
toor in Drongen, bij gent. “Wij doen heel
veel onderzoek, waarbij we samenwerken
met gespecialiseerde kennisleveranciers.
De resultaten passen wij toe in vermarkt-
bare producten, gericht op het verbeteren
van technische resultaten in de vee-
houderij.” De klanten van Nuscience zijn
veevoerbedrijven. Agrifirm Feed is een
belangrijke klant. Daarnaast levert de
groep ook aan andere fabrikanten, zowel
binnen als buiten de Agrifirm group.
Elke veehouder gebruikt ze; mineralen-
mengsels, babyvoeders, vitaminen en
sporenelementen in het mengvoer,
enzovoort. Stuk voor stuk producten
die zeer bepalend zijn voor de technische
resultaten. De ontwikkeling daarvan
vergt enorme inspanningen op gebied
van onderzoek en ontwikkeling. Veel van
deze componenten komen van Nuscience,
een 100 procent dochter van Agrifirm
group. Onder andere Vitamex maakt
deel uit van Nuscience en sinds het
voorjaar 2011 is ook pre-Mervo onder-
deel van de groep.
RoDe DRAAD: VeRnIeuwInG
Nuscience groep is een van oorsprong
Belgische holding, waarvoor de basis werd
gelegd toen Vitamex al in 1886 begon met
het opwaarderen van bijproducten uit
de maïszetmeelindustrie. “De rode draad
door onze geschiedenis is vernieuwend
omgaan met kennis en productontwikke-
ling ten behoeve van diervoeding”, vertelt
Kennis en innovatie in veevoer
Agrifirm-dochter nuscience Groep, waar zowel Vitamex als
Pre-Mervo onder vallen, maakt veevoeringrediënten en
specialiteiten die veel kostbaar onderzoek vergen. Haar klanten
zijn veevoerbedrijven binnen en buiten Agrifirm Group. Maar
Agrifirm-klanten zitten op de eerste rij.
Power voor specialistisch onderzoek en productontwikkeling
De producten van Nuscience vergen veel onderzoek.
oMzeTonTwIKKelInG
Omzet Nuscience Groep in euro’s.
2003 40 mln
2006* 76 mln
2010 138 mln
2011** 251 mln
*) In 2005 werd Nuscience Groep
onderdeel van de Cehave Group.
**) Prognose, inclusief Pre-Mervo.
7
AMbITIe
Sinds 2005 is Nuscience onderdeel van
Cehave en tegenwoordig de Agrifirm
group. “We stonden toen voor een keuze.
We hadden de ambitie verder te groeien
en hadden daarvoor een sterke partner
nodig, met een langetermijnvisie. Die
voor een goede match kon zorgen.” Voor
Nuscience is Agrifirm meer dan een
sterke moeder. Er is ook synergie op
gebied van onderzoek. Keereman: “We
hebben goede afspraken over wie wat
doet, zodat we elkaar versterken en niet
het wiel opnieuw hoeven uitvinden.”
wAARDe AGRIFIRM-KlAnTen
Het onderzoek concentreert zich op twee
specialistische aandachtsgebieden. Het
eerste is de voeding van zeer jonge dieren,
kalveren in de eerste weken, biggen tot
tien dagen en eendagskuikens. Daarnaast
focust de research zich op gezondheid
van dieren, met een focus op het mini-
maliseren van het antibioticagebruik in
de sector. Kennis en innovatie zijn belang-
rijke thema’s. Daar ligt de toegevoegde
waarde van de Nuscience groep. Als
wereldspeler op dit terrein heeft ze de
power voor dit specialistische onder-
schakel in succes mei 2011
zoek. Keereman: “Onderzoek op deze
gebieden is zeer kostbaar per euro meng-
voeromzet. Dat zou voor een meng-
voerfabrikant te duur zijn. Maar omdat
wij aan een groot aantal mengvoer-
ondernemingen leveren, ook buiten de
Agrifirm group, bestrijken wij in tonnen
mengvoer een veel groter volume.”
Een ander voorbeeld van synergie is de
open communicatie met zusterbedrijven
als Agrifirm Feed. Er zijn korte lijnen naar
de eindverbruiker, de veehouder. Een mooi
voorbeeld is een nieuwe pre-prestarter
voor de opstart van eendagskuikens.
Die wordt momenteel in de praktijk ge-
test op bedrijven van Agrifirm-klanten.
Keereman: “Agrifirmklanten zitten bij
ons op de eerste rij.”
De nuscience Groep is een wereldspeler op de markt voor
premixen, concentraten en specialiteiten voor de dier-
voederindustrie. De thuismarkt benelux wordt beleverd
vanuit productiebedrijven in belgië (Drongen, baasrode en
willebroek) en nederland (utrecht). buiten de benelux staan
fabrieken in Spanje, oekraïne en China.
Nuscience groep omvat drie gespecialiseerde business units,
Functional Feed ingredients (FFi), Nutritionele Concepten (NC)
en premixen (px). De business unit FFi legt zich als Vitamex FFi
toe op de wereldwijde marketing en verkoop van specialiteiten.
Functional feed ingredients zijn actieve componenten met
een gezondheidsbevorderende werking, afgeleid van natuur-
lijke grondstoffen. Een van de topproducten is Aromabiotic®.
De business unit NC, waarbinnen Vitamex opereert, profi-
leert zich wereldwijd met een focus op het aanbieden van
hoog kwalitatieve producten. De business unit premixen
omvat de activiteiten van pre-Mervo waar de doelstelling
is om hoge kwaliteit en service te leveren aan lokale vee-
voerproducenten.
pre-Mervo is in 1968 opgericht als gezamenlijke activiteit
van een aantal coöperatieve veevoerproducenten. Agrifirm
heeft sinds 2009 een meerderheidsbelang. pre-Mervo levert
hoogwaardige premixen, mineraalmengsels en verschillende
specialty products. De belangrijkste merknamen zijn Mervit®
en MervoBest®.
Nuscience groep klaar voor verdere groei
Power voor specialistisch onderzoek en productontwikkeling
“Vernieuwend omgaan met kennis en product-
ontwikkeling ten behoeve van diervoeding, dat is
de rode draad door onze geschiedenis.”
CEO Patrick Keereman van Nuscience Groep. >
schakel in succes mei 20118
“Een agrarisch bedrijf is een commercieel
bedrijf en dus is het belangrijk dat
mensen een positief beeld hebben van
je product en je productiewijze. Ook
boeren kunnen klanten kwijtraken.”
Dat blijkt in tijden van crisis, zoals de
recente dioxinecrisis in de varkenshou-
derij. Een andere reden waarom het
imago volgens Aarts belangrijk is: “Het
knaagt aan je als je hard werkt, maar de
maatschappij vindt dat je verkeerd bezig
bent. Dat gaat ten koste van je beroeps-
trots en arbeidsvreugde en die zijn heel
belangrijk.” Tenslotte werkt het imago
ook door in de politiek, waar besluiten
worden genomen die voor ondernemers
rechtstreeks van belang zijn. Een goed
imago is daardoor letterlijk van belang
voor de “license to produce”.
Daarbij is het belangrijk dat ondernemers
bijgestaan worden door hun partners,
zoals Agrifirm. Als leverancier heeft de
onderneming daar ook een taak in,
vindt CEO Kees Sijssens. “Zelf weten we
dat de Nederlandse sector een duurzaam
Ondernemers staan er daarbij niet alleen
voor. Collectieve acties als ‘Kom in de Kas’
en de ‘Campina Open Boerderijdagen’
laten burgers op een positieve manier
kennis maken met de agrarische sector.
Als partner van agrarisch ondernemers
ziet ook Agrifirm een rol voor zichzelf weg-
gelegd in het verbeteren van het imago.
Met het aanbieden van duurzame produc-
ten en diensten en door de buitenwereld
te laten zien wat er in de sector gebeurt.
ARbeIDSVReuGDe
Dat draagt bij aan een goed imago,
maar waarom is dat eigenlijk belangrijk?
Noëlle Aarts, hoofddocent Communicatie
Strategieën aan Wageningen Universiteit:
Steeds meer agrarisch ondernemers zijn actief met het imago
van de sector. Sommigen stellen hun bedrijf open voor bezoek-
ers, anderen kiezen bewust voor duurzaamheid en dragen dat
uit. zo willen ze boer en burger dichter bij elkaar brengen en het
imago verbeteren.
Het imago van de agrarische sector
Bruggen bouwen tussen sector en maatschappij
dat wat je doet gewoon niet zo leuk
vinden.” Voor de individuele ondernemer
is dat niet eenvoudig, maar in keten-
verband ontstaan steeds meer projecten
die dit nastreven. Een goed voorbeeld is
de biologische sector. initiatieven voor
tussensegment vlees en eieren zoeken
naar een middenweg tussen biologisch
en gangbaar. Een voorbeeld is het
good Farming Star concept van ViON,
waarbinnen vlees met één ster van de
Dierenbescherming wordt geproduceerd
voor Albert Heijn. Varkenshouder John
Rooijakkers uit Beek en Donk doet hier-
aan mee. “ik denk dat dit een goede
manier is om de sector te verduurzamen,
zo kunnen we regelgeving voor zijn.
en kwalitatief goed product levert, maar
weet de consument dat ook? ik denk
het niet en ik vind dat de agribusiness
er een rol in heeft om dat uit te dragen.”
Als partner van agrarisch ondernemers
voelt Agrifirm zich mede verantwoor-
delijk voor de maatschappelijke positie
van de sector. De recente pagina in de
Telegraaf, waarin Agrifirm liet zien hoe
agrarisch ondernemers duurzaam bezig
zijn, illustreert dat.
TRAnSPARAnTIe
Ook steeds meer ondernemers komen
in actie voor een beter imago. in grote
lijnen zijn daar twee manieren voor,
legt Aarts uit. “Als je een imago-
probleem hebt, kan dat komen omdat
mensen geen beeld van de sector heb-
ben, of een verkeerd beeld. Het kan ook
komen doordat mensen dat wat je doet
gewoon niet zo leuk vinden en ook dat
speelt een rol bij de agrarische sector.”
in het eerste geval is transparantie
belangrijk. Van open dag of excursie tot
zichtstal of website; allemaal initiatie-
ven die er op gericht zijn de burger een
inkijkje te geven in het boerenbedrijf en
daarmee een (beter) beeld van de sector
te creëren. Behalve transparantie kunnen
ook keuzes in de bedrijfsvoering bijdragen
aan de beeldvorming, soms zelfs relatief
kleine aanpassingen. Denk aan bloeiende
akkerranden, of koeien of kippen die
buiten lopen. Soms leveren imagover-
beterende activiteiten ook geld op,
denk aan verbredingsactiviteiten als
huisverkoop of een boeren camping.
DuuRzAMe PRoDuCTIe
Een andere optie is om de productie te
verduurzamen. Dat sluit aan op wat
Aarts zegt: “Het kan zijn dat mensen
“ Zelf weten we dat de Nederlandse sector een duurzaam en kwalitatief goed product levert, maar weet de consument dat ook?”
>
schakel in succes mei 2011 9
Wij hebben een zichtstal en merken
dat bezoekers de extra inzet waarderen.
Je moet toch een manier vinden om je
positief te onderscheiden in de markt
en met dit soort concepten kan dat op
een rendabele manier.” Een ander voor-
beeld is het project Veldleeuwerik voor
duurzame akkerbouw. Dit initiatief van
Heineken en destijds Agrarische Unie is
een samenwerking tussen verschillende
ketenpartners, zoals Unilever, Suiker Unie
en Agrifirm plant, en akkerbouwers.
Samen zoeken zij naar een duurzame
bedrijfsvoering op het akkerbouwbedrijf.
groot voordeel van een ketenaanpak is
dat de projecten gemakkelijker onder de
aandacht van burgers en consumenten
komen. Maatschappelijk verantwoord
ondernemen is één ding, maar om het
imago te verbeteren moet het publiek
wel weten dat de sector goed bezig is.
Communicatie is dus belangrijk, en een
oude wet in de communicatie luidt: be
good and tell it. Oftewel: zorg eerst dat
je je zaakjes goed voor elkaar hebt
(lees: produceer op een verantwoorde
manier) en schreeuw het vervolgens
van de daken.
DuuRzAMe PARTneRS
Agrifirm ziet duurzaam ondernemen als
een voorwaarde voor een goed imago.
Niet voor niets heeft duurzaamheid
een belangrijke positie in de strategie
van Agrifirm group. Onder andere het
Agrifirm innovation Center werkt con-
stant aan duurzame innovatie binnen
de agrarische sector. Dat gaat verder
Bewust duurzaam produceren
Akkerbouwer Krijn Verhage heeft samen met vrouw Derkje en zoon Marien een bedrijf
in Emmeloord. Op 90 hectare grond telen ze met name pootaardappelen. De onder-
nemers zijn aangesloten bij de stichting Veldleeuwerik, een samenwerking tussen
akkerbouwers, afnemers en de verwerkende industrie voor duurzame akkerbouw.
“Akkerbouw is meer dan alleen economie. Veldleeuwerik is voor ons een
manier om daarbij stil te staan. Je werkt niet alleen voor jezelf; ook voor je familie,
personeel, omgeving en de maatschappij. Je hebt bovendien een verantwoordelijk-
heid voor voedselproductie op de lange termijn. Binnen ons bedrijf hebben we een
aantal aanpassingen gedaan, zoals bouwplanverruiming en stimulering van het
bodemleven. Voor het imago van het bedrijf en de sector is het ook belangrijk om
daar bewust mee bezig te zijn en dat uit te dragen. Als individuele ondernemer
is dat lastig en dat is ook een voordeel van een samenwerkingsverband als Veld-
leeuwerik. Ook leveranciers en andere partners doen mee aan het project en
samen kun je veel beter laten zien waar je mee bezig bent. ik zie in mijn omgeving
wel een toenemende positieve belangstelling. De waardering is er, maar het blijft
belangrijk om te laten zien wat je doet en het verhaal te vertellen. Waardering is ook
goed voor het plezier in je werk en dat is uiteindelijk toch heel belangrijk.”
“ Waardering is goed voor het plezier in je werk en dat is heel belangrijk.”< Krijn Verhage
> dan de eigen onderneming; Agrifirm
vindt het belangrijk om de agrarisch
ondernemer te helpen duurzaam te
produceren. Agrifirm ontwikkelt zelf
geen ketenconcepten, maar werkt wel
nauw samen met ketenpartners. Vlees-
pluimveehouders die vlees met één ster
voor Albert Heijn produceren kunnen bij-
voorbeeld speciaal scharrelvoer afnemen
bij Agrifirm Feed en Agrifirm plant wil in
2011 de eerste ‘groene geaccrediteerde’
adviseurs inzetten voor het eerder ge-
noemde Veldleeuwerik. Ook biologische
productie krijgt veel aandacht binnen
Agrifirm. De biologische akkerbouw is,
sinds de beginjaren van de biologische
productie, een belangrijke en groeiende
klantgroep binnen Agrifirm plant.
Ook Agrifirm Feed is – met een breed
schakel in succes mei 201110
Geitenbedrijf met vergaderzaal
Jos Tolboom is geitenhouder in het Utrechtse Hoogland. Sinds twee jaar heeft hij
op zijn bedrijf naast 700 geiten een vergaderzaal die hij verhuurt aan voornamelijk
bedrijven. De zaal zit boven de melkstal en heeft daardoor direct uitzicht op de geiten.
“Alleen maar geiten gaat ook vervelen, we wilden het voor ons zelf leuk houden.
Daarnaast merkten we dat veel mensen nieuwsgierig waren naar het geitenbedrijf
en wel eens binnen wilden kijken. Daar wilden we iets mee doen, maar we hadden
geen zin om overal mensen op het bedrijf te hebben. Bovendien moest het ook wel
wat opleveren.”
De vergaderzaal blijkt in alle opzichten een succes. “Vorig jaar hebben we ongeveer
50 vergaderingen gehad, ondanks de Q-koorts in de sector. Verschillende gasten
komen vaker terug. Mensen zijn verrast en enthousiast, het valt ze vaak op dat de
geiten rustig en schoon zijn. Zelf vind ik het een mooie kans om te laten zien wat je
doet en waarom. We zorgen altijd dat we de gasten even spreken en dan kun je
bijvoorbeeld uitleggen waarom de geiten niet buiten komen. Je kunt misverstanden
uit de weg ruimen, hoewel ik me er van bewust ben dat de echte criticasters
natuurlijk niet hier komen.”
Jos Tolboom <
“ We merkten dat veel mensen nieuwsgierig waren en wel eens binnen wilden kijken.”
assortiment biologische voeders en
bedrijfsbenodigdheden – een belangrijke
speler in de biologische sector.
ConCReTe ACTIeS en PRoDuCTen
Naast het ondersteunen van keten-
concepten, draagt Agrifirm ook met
concrete acties en producten bij aan
duurzaamheid. Agrifirm Feed heeft ver-
schillende voeders die zorgen voor een
lagere fosfaatuitstoot, een belangrijk en
actueel thema. np-rundveevoeders bij-
voorbeeld hebben een 25 procent lager
bruto fosforgehalte, terwijl diergezond-
heid en melkproductie op peil blijven.
Voor varkenshouders zijn er de p-min
vleesvarkensvoeders en Air Line® [2.0].
Met p-min voeders kan tot 30 procent
minder fosfaat in de mest gerealiseerd
worden, Air Line ® [2.0 ] zorgt zelfs voor
60% minder fosfaat. Daarbij wordt een
betere voerconversie en groei gerealiseerd.
Daarnaast wordt ook duurzaam advies
steeds belangrijker. De specialisten
Varkenshouderij volgen, samen met an-
dere erfbetreders in de sector, een cursus
voor vermindering van het anti biotica-
gebruik. Op pagina 17 van deze Schakel in
Succes vindt u hierover meer informatie.
Ook bij Agrifirm plant is duurzaamheid
een integraal onderdeel van de advisering.
Bodemvruchtbaarheid en spaarzaam
omgaan met meststoffen en gewas-
bescherming worden steeds belangrijker.
Zo draagt Agrifirm plant bij aan het ver-
kleinen van de milieu-impact van teel-
ten. Een ander voorbeeld is het recyclen
van verpakkingsmateriaal. “Al een aantal
jaren zamelen we bigbags in en in de
tuinbouwsector ook bollennetten”, legt
sectormanager Tuinbouw Henry van
Haaster uit. “Na gebruik zijn deze pro-
ducten voor de klant een afvalproduct,
terwijl ze nog als grondstof voor allerlei
andere producten kunnen dienen. Wij
zamelen ze daarom in, waarna ze bij een
gespecialiseerd bedrijf worden verwerkt
tot grondstof voor bijvoorbeeld drainage-
pijpen.” Sinds dit voorjaar loopt ook een
pilot voor het inzamelen en recyclen van
gBM-fusten. “We krijgen positieve reac-
ties en verreweg de meeste klanten doen
al aan de inzameling van bigbags en bol-
lennetten mee. Het is toch een vorm van
duurzaam ondernemen, waarmee je de
sector in een positief daglicht zet.”
schakel in succes mei 2011 11
plant
ReSulTAAT
Begin 2010 is hij daarom overgestapt
op een voersoort met een laag fosfor-
gehalte. Op het moment voert hij Maïs-
brok-Rendement np van Agrifirm Feed,
aangevuld met de Balans ruwmix,
eveneens een voer met een laag fosfor-
gehalte. “De aanvoer van fosfaat uit
krachtvoer daalde daardoor van 5,3
gram per kilo naar 3,6 gram en dat is
natuurlijk een flink verschil.” Dat ver-
schil blijkt ook uit de gehaltes van de
mest. Waar Van Meijl in 2009 op 400
Meer ruimte voor mest dankzij laag-fosforvoeders
feed
Melkveehouder Jan van Meijl stapte begin 2010 over op de nP-voeders, een lijn met een laag
fosforgehalte. Daardoor kan hij nu weer alle mest op eigen grond kwijt en is hij bovendien klaar
voor toekomstige regelgeving.
Jan van Meijl heeft in het Brabantse
Leende een bedrijf met 83 stuks melk-
vee en 38 hectare grond. Hij is de derde
generatie op het bedrijf en streeft er
naar geleidelijk te blijven groeien. De
capaciteit van de huidige stal is bijna
bereikt en Van Meijl overweegt een
zandstal voor de afkalvende koeien om
ruimte te maken voor verdere groei.
FoSFAAT bePeRKenDe FACToR
Van Meijl vindt het daarbij belangrijk
om het bedrijf zoveel mogelijk geslo-
ten te houden. Ruwvoer van eigen
land en geen mestafvoer. Dat laatste
werd de afgelopen jaren steeds moei-
lijker. Het bedrijf werd te groot om
alle mest op eigen land kwijt te
kunnen. “Met de bedrijfsspecifieke
excretie hadden we in 2009 een
negatief voordeel op het gebied van
fosfaat en dat was dan ook de beper-
kende factor.
Als ik meer ruimte voor de mest wilde
creëren, moest ik daar dus iets aan
doen”, kijkt Van Meijl terug.
schakel in succes mei 201112
plant
Lammert Westerhuis.
Betere fosfor-benutting met np-voeders
Voeders met een laag fosforgehalte
staan volop in de belangstelling.
Dat heeft alles te maken met het
convenant tussen veehouderij en de
voersector om via het voerspoor het
fosfaatoverschot met 20 miljoen kilo
te verminderen.
Dat kan niet door simpelweg minder
fosfor in het voer te doen. Fosfor is
een belangrijk mineraal voor de
gezondheid en productiviteit van
koeien. Waar het om gaat is de
fosforbenutting: de verhouding
tussen het bruto fosforgehalte in
het voer en de hoeveelheid die de
koe netto opneemt. Het doel is een
voer dat voldoet aan de netto
fosforbehoefte, met een zo laag
mogelijk brutogehalte. Agrifirm
Feed heeft daarvoor de np-lijn, met
25 procent minder bruto fosfor.
Uit resultaten van de praktijkpilot
Netto Fosfor van ZLTO en Agrifirm
Feed blijkt dat de np-krachtvoeders
geen negatieve gevolgen op dierge-
zondheid en melkproductie hebben.
De np-lijn verzekert melkveehouders
daardoor van voldoende fosforaan-
bod voor hun melkkoeien, terwijl de
aanvoer van bruto fosfor via kracht-
voer met 25% daalt.
Jan van Meijl met Agrifirm Feed-specialist Bram Quist.
kilo te veel fosfaat uitkwam, hield hij in
2010 bijna 800 kilo over. Het BEX-nadeel
werd daardoor een voordeel en de fos-
faatefficiëntie steeg van 25 procent
naar 32 procent. “ik kan nu gewoon alle
mest op eigen grond kwijt en daar is
het allemaal om begonnen. Bovendien
heeft het np-voer zeker geen negatief
effect op de productie. Die is zelfs iets
gestegen. Het eiwitpercentage ligt met
3,72 ook hoger dan in 2009, het vetper-
centage is met 4,81 iets lager.”
eFFICIënTeR
De np-voeders zijn wel iets duurder dan
het reguliere voer, merkt Van Meijl op.
Toch is hij uiteindelijk voordeliger uit.
“Reken maar na. ik was vorig jaar iets
Jan van Meijl
feed
meer kwijt aan het krachtvoer, maar het
scheelde me 1.200 kilo fosfaat, wat ik
anders af had moeten voeren. Dat kan
dus met gemak uit. Je werkt gewoon
efficiënter en dat zie je altijd terug op
je eindafrekening.” Een bijkomend voor-
deel van het nieuwe rantsoen vindt
Van Meijl dat hij hiermee alvast klaar is
voor de naderende wetgeving op het ge-
bied van fosfaat. “Voordat het wettelijk
verplicht werd, liep ik zelf al tegen een
grens aan. Achteraf ben ik daar blij om,
want daardoor ben ik mooi op tijd klaar
voor de wettelijke eisen.”
“Je werkt efficiënter en dat zie je altijd terug.”
schakel in succes mei 2011 13
gemakkelijk en voordelig online voer bestellen
GezonDHeID en VITAlITeIT
Vitaminen zijn belangrijk voor de
gezondheid en vitaliteit van de koeien.
Leeftijd, productie en gezondheid
bepalen de vitaminebehoefte. Bij
gezondheidsproblemen daalt bijvoor-
beeld de voeropname. Daarmee neemt
ook de opname van vitaminen af, die
dan juist zo belangrijk zijn.
MIneRAlen VooR een GoeDe oPbouw
Mineralen zijn belangrijk voor de stof-
wisseling en als bouwstof in botten,
melk en vlees. Het lactatiestadium
waarin de koe zich bevindt, bepaalt de
behoefte aan een bepaald mineraal.
Een verkeerde voorziening van minera-
len kan in de droogstand bijvoorbeeld
kalfziekte veroorzaken.
DAIRyFIT®
Om melkvee van de juiste hoeveelheid
vitaminen en mineralen te voorzien
heeft Agrifirm vanaf half juni een
nieuw assortiment: DairyFit® Assorti-
ment. Het DairyFit® Assortiment bevat
de juiste samenstelling vitaminen en
mineralen voor jongvee, droogstaande
en lacterende koeien.
Het assortiment is optimaal afgestemd
op de specifieke behoefte van de dieren,
zoals vastgesteld door Agrifirm innova-
tion Center. Het uitgangspunt zijn ‘all in
one’-producten, zodat u met één
product alle behoeften dekt. De inno-
vatieve producten hebben een hoge
stabiliteit van vitaminen, maximale
benutbaarheid van sporenelementen
en zijn stofvrij en zeer smakelijk.
Het belang van vitaminen en mineralen in voeding
een gezonde en vitale veestapel. Dat is waar het om gaat. Daarom is het belangrijk
om de koeien voldoende vitaminen en mineralen te verstrekken in de juiste
dosering en samenstelling, want ook overdaad schaadt.
DairyFit® Assortiment:
DAIRyFIT® JonGVee
De juiste vitaminen en mineralen voor
een optimale groei en ontwikkeling van
jongvee. Met de np- variant (netto fosfor)
kunt u een BEX-voordeel behalen.
DAIRyFIT® lACTATIe
Het is van belang om het juiste lactatie-
mineraal in te zetten. Met de np-
varianten (netto fosfor) kunt u een
BEX-voordeel behalen.
DAIRyFIT® VITAAl
Deze reeks dekt de mineralenbehoefte
en stimuleert ook de gezondheid en
vitaliteit. De Vitaalproducten bevatten
onder andere organisch gebonden
sporenelementen.
DAIRyFIT® DRooGSTAnD
Droogstaande dieren hebben een andere
mineralenbehoefte dan lacterende
dieren. DairyFit® Droogstand producten
zorgen voor een makkelijk afkalvende
koe met een goede productie en
vruchtbaarheid.
DAIRyFIT® SPeCIAAl
Als aanvulling op de andere DairyFit®
reeksen is er DairyFit® Speciaal. De uit-
komst als een rantsoen heel gericht
gecorrigeerd moet worden of als
antwoord op een specifieke behoefte,
bijvoorbeeld als stimulering van uier-
gezondheid en klauwgezondheid.
Voor meer informatie over het
DairyFit® Assortiment kunt u contact
opnemen met uw specialist Rundvee-
houderij of bel (088) 488 10 12 .
Via www.agrifirm.com/feed kunt u gemakkelijk en voordelig online voer bestellen.
De voordelen zijn:
> uw eigen gegevens actueel bijgewerkt
> duidelijke overzichten: orders en facturen
> 24 uur per dag, veilig en betrouwbaar bereikbaar
> 2,50 euro korting per internetorder/factuur
Bestel in mei, juni en juli via internet en ontvang een
leuke attentie. Ook maakt u kans op een ipad 2.
Uw ordernummer is uw lotnummer.
schakel in succes mei 201114
feed
Het doel is veehouders bewust te
maken van het belang van sturen op
fosforbenutting en streefwaarden voor
2011 en 2013 op te laten nemen in hun
operationele bedrijfsdoelstellingen.
noRMen
Nevedi, LTO en de Werkgroep Uniforme-
ring Mestcijfers (WUM) hebben onlangs
minimum normen voor p-benutting
vastgesteld. in onderstaande tabel
staan varkenshouderijnormen voor de
periode 2011 tot 2013. Bij het vaststellen
hiervan is gekeken naar de gemiddelde
p-benutting over 2007-2009.
onDeRSTeunInG en ADVIeS
Het voerspoor is een samenwerking
tussen voer- en veesector. Agrifirm zal
haar klanten hierin dan ook ondersteu-
nen en adviseren. Het belangrijkste is
een basisvoerpakket waarmee gemid-
deld aan de eisen wordt voldaan.
Daarnaast zijn er voeders met extra
verlaagde fosforgehalten. Met Air Line®
[2.0] voeders en p-min vleesvarken-
voeders kan de varkenshouder gemak-
kelijk aan de eisen voldoen. Ook de
technische resultaten dragen bij aan de
fosforbenutting. Bij zeugenbedrijven is
een hoge biggenproductie gunstig,
Sturen op optimale benutting van fosfor
feed
terwijl een hoog voerverbruik bij zeu-
gen en biggen de voerefficiëntie juist
onder druk zet. Bij vleesvarkens is een
goede voerconversie gunstig.
GezonDHeID
in de praktijk bestaan zorgen over de
effecten van een lager fosforgehalte in
het voer op de gezondheid en het
welzijn van dieren. Het uitgangspunt
van laag-fosforvoeders is dan ook dat
altijd voldaan moet worden aan de
wetenschappelijk onderbouwde netto
fosforbehoefte van de dieren. Het
fosforgehalte wordt dus niet zomaar
verlaagd. De ruimte voor het verbete-
ren van de fosfaatefficiëntie zit in de
keuze van grondstoffen met een
gunstige verhouding bruto-/netto
fosforgehalte en in het vervangen van
anorganisch fosfor door het enzym
fytase. Agrifirm test al haar voeders
uitvoerig om zeker te zijn dat er geen
negatieve effecten bestaan op de
gezondheid van de dieren. Uit ervaring
blijkt dat Air Line® [2.0], met erg lage
fosforgehalten, en ook de p-min
voeders, varkens leveren met hoge
groei, scherpe voerconversie en een
goede slachtkwaliteit.
STReeFwAARDen P-benuTTInG In VARKenSHouDeRIJ
P-benutting 2007-2009 en streefwaarden 2011 en 2013
Gemiddeld in
Diercatogorie 2007-2009 2011 2013
Opfokzeugen 0,34 0,36 0,38
Zeugen (incl. biggen) 0,37 0,40 0,43
Vleesvarkens 0,41 0,44 0,47
Dekberen 0,12 0,12 0,12
(Voerspoor en WUM-methodiek, C. van Bruggen)
De veehouderij en veevoersector hebben zich
samen tot doel gesteld om via het zogeheten
voerspoor 20 miljoen kilo fosfaatreductie te realiseren.
In april 2011 zijn lTo en nevedi daarom een vrijwillig traject
gestart voor het verbeteren van de fosfaatefficiëntie op bedrijfsniveau.
schakel in succes mei 2011 15
Een te grote dip in de resultaten kan
daarmee worden voorkomen. Als een
varken zijn warmte niet kwijt kan, daalt
de voeropname. Bij vleesvarkens daalt
de opname per graad temperatuur-
stijging boven de 28 graden Celsius
met 30 tot 70 gram per dag, bij lacte-
rende zeugen zelfs 1 tot 2 ons per dag.
KlIMAAT
Een goed stalklimaat is daarom heel
belangrijk. Dat begint al in het voorjaar.
De luchtinlaten, ventilatoren en kokers
kunnen nu al gereinigd worden voor een
maximale doorstroming. Als de tempe-
ratuur stijgt kunnen de zomerkleppen
open, de winterluchtinlaat dicht en de
ventilatie-instellingen aangepast. De
begintemperatuur kan 1 tot 2 graden
Celsius hoger, de bandbreedte kan naar
6 graden Celsius worden aangepast.
Zo nodig kunnen extra ventilatoren
geplaatst worden of bij plafondventilatie
“frisse neuzen pijpen” gemaakt worden
zodat zoveel mogelijk lucht bij de kop
van de zeug terecht komt. Ook drink-
water is een goed koelmiddel. Daarom
is het belangrijk dat de wateropbrengst
van de nippels goed is en in geval van
brijvoer kan de drogestof met 1 à 2
procent verlaagd worden. Zeker bij zeugen
verdient het de aan beveling om rond
de middag extra water te verstrekken.
VoeRoPnAMe
Om te zorgen dat er zoveel mogelijk
voer opgenomen wordt is het aan te
bevelen de voertijden te verplaatsen
naar de koelere perioden van de dag;
vroeg in de morgen en later in de avond.
Het driemaal daags voeren van zeugen
kan beter achterwege gelaten worden.
Als de voeropname toch achterblijft
kunnen geconcentreerdere voeders,
zoals Air Line® of p-voeders bij vlees-
varkens, er voor zorgen dat de nutriënt-
opname op peil blijft. Deze voeders
hebben bovendien een lagere interne
warmteproductie, waardoor varkens
minder warmte kwijt hoeven te raken
en de voeropname op peil blijft.
schakel in succes mei 201116
De eerste zomerse dagen kondigden zich dit jaar vroeg aan.
Voor varkenshouders is dit het teken om zich voor te bereiden
op de zomer. wie op tijd alles in orde heeft zal de warme zomer-
maanden het beste doorkomen.
Voorbereiding opwarme zomer
feed
Een goed stalklimaat is belangrijk.
Hier komt een bijschrift.
Het antibioticagebruik heeft bovendien
te maken met alle aspecten van het
bedrijf: van voeding en gezondheid tot
genetica. Het ligt daarom ook voor de
hand dat de verschillende adviseurs van
het varkensbedrijf hierin samenwerken.
CuRSuS
Om dat te stimuleren volgen de specia-
listen Varkenshouderij van Agrifirm Feed
dit voorjaar een cursus over een lager
medicijngebruik op varkenshouderijbe-
drijven. De cursus is een samenwerking
van Agrifirm Feed, Topigs, Varkens K.i.
Nederland, ViON en ZLTO. Adviseurs van
deze organisaties gaan tijdens de cursus
‘Samen aanpakken’ samen aan het
werk om tot de juiste aanpak te komen.
De cursus wordt georganiseerd door
het Varkens innovatie Centrum Sterksel
en porQ.
SAMenweRKen
Tijdens het eerste gedeelte van de cursus
staat het gebruik van diergeneesmiddelen
in relatie tot de volks- en diergezondheid
centraal. in het tweede gedeelte wordt
aan de hand van praktijkvoorbeelden het
medicijngebruik op het varkens bedrijf
inzichtelijk gemaakt. De dier dag dose-
ring geldt als indicator voor een verant-
woord medicijngebruik. Op deze manier
kan het medicijngebruik op de varkens-
houderijbedrijven worden vastgesteld
en samen met de varkenshouder worden
gekeken hoe het medicijn gebruik op
het bedrijf aan de hand van hygiëne-
protocollen kan worden gereduceerd.
De adviseurs leren meer over het medi-
cijngebruik in de varkenshouderij en
vooral hoe ze samen kunnen bijdragen
aan een lager medicijngebruik om het
beste resultaat voor de varkenshouder
te bereiken.
zeuGen
Ondanks deze maatregelen kan het
conditieverlies in de kraamstal te hoog
worden. Om de schade te beperken
kunnen zeugen die te veel conditie
verliezen eerder gespeend worden en
kunnen pleegzeugen ingezet worden
om de belasting per zeug te verminde-
ren. Zeugen die veel conditie verliezen
in de kraamstal hebben minder en min-
dere kwaliteit eicellen. Dit leidt tot
slechter berig worden, meer verwerpers,
kleinere tomen en een verminderde
uniformiteit van de biggen. Tijdens een
hitteperiode is de berigheidscontrole
extra belangrijk, zeugen laten de stare-
flex namelijk minder goed zien en zijn
minder actief, waardoor het insemina-
tiemoment moeilijker te bepalen is. Om
maximaal de berigheid te stimuleren
kan een spray met berengeur gebruikt
worden, maar is het ook belangrijk dat
de beer goed actief is. ’s Ochtends
vroeg en ’s avonds laat zijn daarvoor de
beste momenten. Check ook de tempe-
ratuur van het sperma regelmatig, de
kwaliteit loopt snel terug als de tempe-
ratuur boven de 17 graden komt.
RITMe
Ook na de warme zomermaanden blijft
het opletten. De daglengte begint af te
nemen en dat heeft effect op de
vruchtbaarheid, vooral bij 1e worps
zeugen. Het varken is van oorsprong
een seizoensvoortplanter en dat kunnen
we nog steeds merken. De beste
manier om deze seizoensinvloed te
omzeilen is door jaarrond voor een vast
dag-nacht-ritme te zorgen. Vraag uw
specialist om samen met u nog eens de
volledige checklists door te nemen om
deze mooie periode van het jaar goed
te doorstaan.
Erfbetreders van verschillende bedrijven samen aan het werk. >
schakel in succes mei 2011 17
feed
een lager medicijngebruik in de varkenshouderij is belangrijk. Dat kan de varkens-
houder niet alleen voor elkaar krijgen, hij heeft daarbij zijn partners, zoals leveran ciers
en afnemers, nodig. De hele keten is immers gebaat bij gezonde dieren, een goed
resultaat en een kwalitatief goed product.
Adviseurs werken samen aan minder antibiotica
Langen heeft een gemengd bedrijf met
100 hectare akkerbouw en 1.600 vlees-
varkens in het Duitse Neubörger (niet
ver van het Nederlandse Boertange) en
oriënteerde zich op een nieuwe activiteit.
“pluimvee had onze voorkeur, maar we
twijfelden tussen leghennen, vlees-
kuikens en de opfok van vleeskuiken-
ouderdieren.” in maart 2008 spreekt
hij Joost Westerbeek voor het eerst.
Westerbeek is specialist bij pluvita, opfok-
organisatie voor vleeskuikenouderdieren
en dochteronderneming van Agrifirm.
enTHouSIASMe
De Duitse onderneming Strahmann
(Duitse dochter van Agrifirm) zet
Langen op het spoor van de opfok van
vleeskuikenouderdieren. “Vervolgens
heb ik met Joost Westerbeek een
aantal bedrijven bezocht in Nederland.”
Het enthousiasme bij Langen groeit
snel. “Leghennen zijn zeer arbeids-
intensief, vleeskuikens kennen een
hoge omloopsnelheid.
De opfok van vlees kuikenouderdieren
duurt 20 weken, dat ritme past ons
Nieuwbouw vanpluimveestal isteamprestatie
Legmanager geeft inzicht in resultaat
Managementsystemen worden
steeds vaker gebruikt om inzicht in
de resultaten van een bedrijf te
krijgen. legmanager is zo’n systeem
waarin legpluimveehouders de
technische en economische
resultaten kunnen bijhouden en
analyseren.
De legpluimveehouder en zijn
specialist hebben direct inzicht in
de cijfers van het betreffende
koppel. Op basis daarvan kan de
legpluimveehouder samen met zijn
specialist de juiste keuzes maken.
Bovendien heeft hij de mogelijkheid
zijn resultaten te vergelijken met
collega’s. Daarbij kan hij zelf bepalen
met welk soort bedrijven hij wil
vergelijken. Eikleur, handelsnorm,
koppelgrootte en huisvestings-
systemen worden als referentie
gebruikt. Het resultaat wordt weer-
gegeven ten opzichte van het
gemiddelde van deze referentie-
bedrijven, zowel in cijfers als in
tabellen en grafieken en zowel
tijdens de ronde als na afloop.
Het is daarmee een manier om
tijdens de ronde alert te blijven op
de financiële en technische ontwikke-
lingen van het bedrijf en het koppel en
om na afloop de ronde te evalueren.
Legmanager is mede op initiatief van
Agrifirm Feed ontwikkeld en klanten
van Agrifirm Feed kunnen het
systeem kosteloos gebruiken.
Legpluimveehouders kunnen voor
meer informatie over Legmanager
terecht bij hun specialist of bellen
naar (088) 488 10 15.
Rudolf langen, akkerbouwer en varkenshouder in neubörger
(D), ging niet over één nacht ijs, toen hij startte met een nieuwe
activiteit. “Pluimvee had van meet af aan onze voorkeur.”
Inmiddels heeft hij de eerste ronde met de opfok van
vleeskuikenouderdieren achter de rug.
schakel in succes mei 201118
feed
mooi. ik wil mijn bedrijf samen met
mijn vrouw Hillegard kunnen runnen.
En vleeskuikenouderdieren vergen
vakmanschap, dat spreekt ons aan.”
Ook op de locatie passen vleeskuiken-
ouderdieren goed. “Deze regio telt
verder geen pluimveebedrijven. Uit
veterinair oogpunt is dat een groot
pluspunt.”
De regionale overheid staat zeer
positief tegenover de komst van
vleeskuikenouderdieren. “Deelstaat
Nieder sachsen wil voor de vlees-
productie minder afhankelijk worden
van andere deelstaten en het buiten-
land. Nu moeten vleeskuikenouder-
samenwerking tussen alle betrokken
partijen.” Binnen tien maanden waren
alle vergunningen op orde. “Ongekend
snel”, oordeelt Langen.
ADVISeRInG
pluvita adviseert Langen bij de inrich-
ting van de stal. “Over de manier van
water- en voerverstrekking bijvoor-
beeld, hebben we onze voorkeuren”,
vertelt Westerbeek. “Ook over hygiëne-
maatregelen, ventilatie en verwarming
adviseren we. Maar verder gaan we
niet. Met welke stalinrichter de onder-
nemer in zee gaat, mag hij zelf weten.”
De omvang van het bedrijf, 50.000
dieren, is niet willekeurig gekozen.
“Dat sluit goed aan bij de schakels
verder op in de kolom, de vleeskuiken-
ouderdieren en de vleeskuikenhouderij.”
Het dak van de stal is voorzien van
4.500 vierkante meter zonnepanelen.
Over de opbrengsten is Langen heel
content. “Duitsland kent bijzondere
aantrekkelijke regelingen op het gebied
van opwekking van duurzame energie.
En de zon heeft de af gelopen maanden
uitbundig geschenen. Nee, van deze
investering heb ik geen spijt.”
TeVReDen AFneMeR
in mei 2010 startte de bouw. in december
2010 ontving Langen de eerste eendags-
kuikens, die 20 weken later het
bedrijf weer verlaten. De eerste ronde is
vrijwel probleemloos verlopen. “Er zijn
altijd kinderziektes. Je moet de dieren
goed in de gaten houden. Maar grote
problemen hebben zich niet voorgedaan.
En de afnemer was zeer tevreden. Dat
telt.” inmiddels is de stal ontsmet en
legt de stalinrichter de hand aan enkele
kleine aanpassingen. Langen maakt zich
op voor de tweede ronde.
dieren vaak over grote afstand aan-
gevoerd worden. Daarom steunt de
deelstaat de bouw van dit soort
bedrijven met 25 procent subsidie.”
TeAMweRK
in de loop van de tijd verzamelde
Agrifirm experts om Langen heen. Een
team, dat onder meer bestaat uit een
bankier, een belastingadviseur, een
accountant, enkele subsidiespecialisten
en een architect, “Mooi”, vindt Wester-
beek die samenwerking. “We hebben
zeer regelmatig overleg, met maar één
doel: de bouw van de nieuwe stal. in
Nederland zie je zelden zo’n hechte
< Rudolf Langen
“ Vleeskuikenouderdieren vergen vakmanschap, dat spreekt ons aan.”
schakel in succes mei 2011 19
feed
schakel in succes mei 201120
markt, waardoor we beter op markt-
ontwikkelingen kunnen anticiperen.”
RISICoSPReIDInG
Ook risiscospreiding wordt steeds
belangrijker. Roelofs: “We adviseren
ondernemers om gespreid in te kopen
en proberen daar ook op te sturen. Je
ziet dat ondernemers zich hier steeds
meer bewust van worden; de verkoop
van meststoffen in bigbags, die beter te
bewaren zijn, stijgt bijvoorbeeld.”
Het streven bij bemestingsplannen is
altijd om zo efficiënt mogelijk in de
mineralenbehoefte te voorzien.
“precisiebemesting wordt daardoor ook
steeds belangrijker”, ziet Roelofs. Agri-
firm plant legt ieder jaar bemesting-
proeven aan met als doel klanten het
beste advies te kunnen geven. “in de
bemestingplannen wordt de basis-
behoefte aan mineralen door organische
mest ingevuld en wordt kunstmest inge-
zet om de bemesting op maat te maken.”
Ook vloeibare meststoffen is een toe-
komstig aandachtspunt. “Daar is zeker
ruimte voor, maar ze zullen gekorrelde
minerale meststoffen nooit volledig ver-
vangen. We moeten dus om leren gaan
met de onvoorspelbare wereldmarkt.”
plant
Meststoffen in bigbags zijn beter te bewaren.
De markt voor meststoffen is in de
afgelopen jaren ingrijpend veranderd.
Prijzen zijn steeds meer afhankelijk van
ontwikkelingen op de wereldmarkt,
waardoor ze redelijk onvoorspelbaar zijn.
met name fosfaat, kleiner worden, wat
de prijzen opdrijft. Het gevolg is dat de
meststoffenprijzen de afgelopen jaren
sterk fluctueren en veel minder voor-
spelbaar zijn dan voorheen. De groeiende
wereldbevolking en vraag naar voedsel
zullen ook in de toekomst leiden tot
hogere kunstmestprijzen en grotere
prijsschommelingen.
MeeR onzeKeRHeID
“Voor de Nederlandse boeren en tuin-
ders zorgt dat voor een veel grotere
onzekerheid over de prijzen van een
belangrijke grondstof. Het inkoopmo-
ment is daardoor veel belangrijker”, legt
Roelofs uit. De prijzen op de wereld-
markt wisselen dagelijks, kunstmest-
prijzen worden per week vastgesteld.
Het vraagt de nodige marktkennis om
op het juiste moment in te kopen. “Dat
geldt voor ondernemers, maar ook voor
ons. We kunnen niet meer zomaar in
januari alles inkopen, het risico bestaat
dat de kunstmest dan veel te duur is, of
niet leverbaar. We moeten dus gespreid
inkopen en dat is ook wat we onze
klanten adviseren. Daarnaast wordt
samenwerking nog belangrijker. Door
onze samenwerking met Cebeco Mest-
stoffen hebben we goed inzicht in de
in het verleden waren de prijzen van
met name stikstofmeststoffen sterk
gerelateerd aan de energieprijzen. Een
hoge gasprijs betekende dure kunst-
mest. Tegenwoordig is de prijs van
kunstmest moeilijker te voorspellen.
De markt is steeds meer afhankelijk
van de internationale markt, legt
Vincent Roelofs, manager inkoop en
Afzet van Agrifirm plant, uit.
PRIJSSCHoMMelInGen
“De meststoffenmarkt is tegenwoordig
echt een wereldmarkt”, aldus Roelofs.
“De prijzen zijn daardoor veel meer
onderhevig aan prijsschommelingen
van wereldwijde commodities, zoals
graan. Hoge graanprijzen leiden direct
tot een grotere vraag naar meststoffen
en die vraag en aanbod krijgen steeds
meer invloed op de prijzen.” Dit wordt
versterkt door een consolidatie bij
producenten, waardoor het aantal aan-
bieders daalt. Daar komt nog bij dat
voorraden van gedolven meststoffen,
prijzen minder voorspelbaar
Meststoffenmarkt is een wereldmarkt
schakel in succes mei 2011 21
in grote lijnen hebben die proeven en
demo’s betrekking op drie onderwerpen:
rassentoetsing, gewasbeschermings-
middelen en bemesting. Daarnaast
worden ook nieuwe ontwikkelingen en
innovaties, zoals systemen voor precisie -
l andbouw, onder de loep genomen.
RASSenToeTSInGen
De rassentoetsingen hebben met name
betrekking op granen, uien en peen. Voor
deze gewassen is Agrifirm plant zowel
leverancier als afnemer, waardoor het
extra belangrijk is om goed te weten
hoe de rassen in de praktijk presteren.
Daarnaast worden ook met bijvoorbeeld
groenbemesters proeven gedaan. De
proeven vormen een aanvulling op de
officiële rassenproeven omdat ze laten
zien hoe verschillende rassen het in
praktijksituaties doen. Daarbij worden
bijvoorbeeld veel gebruikte rassen verge-
leken met nieuwe of buitenlandse rassen.
organische stof is van groot belang
voor de bodem. Het is onmisbaar
voor de bodemvruchtbaarheid,
bodemstructuur, lucht- en water-
huishouding en de bewerkbaarheid
van de bodem.
Om de vruchtbaarheid van de grond
op peil te houden, moet in elk geval
de jaarlijkse afbraak van organische
Compost draagt bij aan vruchtbare bodem
door de bemestende waarde van de
hoofd- en sporenelementen die com-
post bevat. Agrifirm plant kan diverse
soorten kwaliteitscompost leveren,
zowel voor gangbare als voor bio-
logische bedrijven, uiteraard met bij-
behorende certificaten. Uw Agrifirm-
specialist adviseert u graag over de
inpasbaarheid van compost in uw
bouwplan.
stof gecompenseerd worden. Door de
strengere gebruiksnormen voor de
hoeveelheid meststoffen die per jaar
gebruikt mag worden is het op peil
houden van de organische stof voorzie-
ning moeilijker geworden. Compost is in
deze puzzel de bodemverbeteraar die
per eenheid stikstof en fosfaat de meeste
effectieve organische stof bevat. Ook
prijstechnisch is compost interessant
GewASbeSCHeRMInG
De resultaten kunnen gebruikt worden
als onderbouwing van de advisering in
het veld. Dat geldt ook voor de proeven
met gewasbeschermingsmiddelen. in de
proefvelden kan Agrifirm plant diverse
middelen of combinaties hiervan gedu-
rende verschillende jaren testen op het
meerjarige effect op onkruid, schimmel
of insecten. Voor bepaalde gewassen
worden ook groeiregulatoren getest.
De proeven met gewasbeschermings-
middelen hebben betrekking op zowel
akkerbouw als tuinbouw.
beMeSTInG
Bemesting is een aandachtsgebied wat
de laatste jaren steeds meer in de belang-
stelling staat, ook bij Agrifirm plant.
Vanwege het huidige mestbeleid is het
belangrijk om zo efficiënt mogelijk om
te gaan met nutriënten. Op de proef-
velden worden daarom verschillende
Onderzoek in praktijk situaties met proefveldenAgrifirm Plant gaat voor het beste resultaat. Praktijkonderzoek is daarbij onmisbaar.
ook dit jaar zijn en worden er dan ook weer volop proef- en demovelden aangelegd
voor akker- en tuinbouwgewassen.
Agrifirm Plant heeft meer dan honderd proef- en demovelden. >
meststoffen getest en vergeleken.
Daarbij wordt bijvoorbeeld gekeken bij
welke gewassen een bepaalde meststof
goed past en naar het effect op zowel
opbrengst als bodemvruchtbaarheid.
VAn THeoRIe nAAR PRAKTIJK
Een groot voordeel van proefvelden is de
mogelijkheid voor statistische analyse.
proefvelden maken theorieën aantoon-
baar en vertaalbaar naar de praktijk en
andersom kunnen praktijkproblemen
onderzocht worden op de proefvelden.
in totaal zijn er meer dan honderd proef-
en demovelden, die bovendien verspreid
over heel Nederland liggen om ook de
grondsoorten en regionale verschillen in
de beoordeling mee te nemen. Daarbij
wordt veel samengewerkt met andere
organisaties en onderzoeksinstellingen.
Agrifirm plant verkoopt dit jaar voor het
eerst polybale-wikkelfolie. Agrifirm is
exclusief distributeur van polybale in
Nederland. Deze wikkelfolie staat
bekend om de hoge kwaliteit. Dat komt
onder andere doordat het een vijflaags-
folie is. Dit is steviger en zorgt voor een
hogere zuurstofbarrière, wat weer leidt
tot een stabiel product van een hogere
kwaliteit, wat bovendien langer houd-
baar is. Bovendien, niet onbelangrijk voor
loonwerkers, is het goed te wikkelen en
scheurt de folie niet snel, ook niet bij
hoge temperaturen. Agrifirm plant biedt
hiermee de best beschikbare wikkelfolie.
Loonwerkers kunnen voor meer informa-
tie terecht bij hun specialist of de afde-
ling Verkoopondersteuning.
schakel in succes mei 201122
Eerste rassendemo’s biologische uien
Doel van de demo’s is om meer inzicht
te krijgen in de groei, ontwikkeling en
afrijping van de biologische uienrassen.
Daarnaast worden monsters van de
rassen in de bewaring gevolgd, voor
beter inzicht in de bewaarbaarheid van
de verschillende rassen. in maart zijn
daarvoor bij telers Erwin en Evert Rienks
in Dronten en bij poppe Landbouw in
Nagele de belangrijkste biologische
uienrassen ingezaaid. Onder andere
Hylander, Santero, Dormo, Kamal en
Red Baron zijn vertegenwoordigd.
De demo in Nagele is gezaaid met een
Voor gangbare uien legt Agrifirm Plant al enkele jaren rassenproeven aan. ook bij
biologische telers is echter steeds meer behoefte aan informatie en kennis, niet in de
laatste plaats vanwege het groeiende aanbod biologische rassen. Dit jaar heeft
Agrifirm Plant daarom ook twee biologische demo’s aangelegd.
betrekkelijk nieuw systeem. Om zo nauw-
keurig mogelijk te kunnen werken, is
gezaaid met een zaai machine met een
schijfvolgsysteem. De geulen die de
rotorkopeg op de buitenste twee bedden
heeft gemaakt bij het klaar maken van
het land, pakken de schijven op de zaai-
machine weer op. Ook de schoffel-
machine werkt met dit systeem. De
zaai- en schoffelmachine blijven daar-
door op precies dezelfde slag als de
rotorkopeg, waardoor heel precies
geschoffeld kan worden.
Door de jaren heen is het areaal
peen waarvoor Agrifirm Plant de
vermarkting verzorgt gegroeid.
een toenemend aantal telers heeft
vertrouwen in de unieke samen-
werking in de keten middels de
Dutch Carrot Group.
Alle peen van de Agrifirm plant telers
wordt vermarkt door de Dutch Carrot
group, waarin Agrifirm plant samen
werkt met twee verwerkers van peen.
Het concept, waarin de belangen in
de keten van teler tot eind verbruiker
gebundeld zijn, werpt zijn vruchten
af. in jaren met mooie peenprijzen
heeft de samenwerking binnen de
Dutch Carrot group geresulteerd in
aansprekende poolprijzen. En in jaren
dat de markt moeizaam loopt, zien
we dat een vaste positie in de afzet-
markt van cruciaal belang is.
Telers kunnen op meerdere manieren
via Agrifirm plant de peen vermark-
ten. Traditioneel is de pool de meest
gekozen methode, maar ook dag-
prijshandel en vaste prijsteelt zijn
mogelijk.
< De demo bij Poppe Landbouw wordt gezaaid.
plant
Vermarkting peen door Agrifirm plant groeit gestaag
polybale wikkelfolie nieuw in assortiment
schakel in succes mei 2011 23
Dat blijkt ook nu weer. Vlak na de oogst
leek het niet stuk te kunnen met de
prijs. Nu zien we de prijzen weer de
andere kant op gaan en blijkt dat mark-
ten toch redelijk onvoorspelbaar blijven.
De ene teler vindt het omgaan met die
markt uitdagend terwijl de ander een
beter gevoel heeft bij de zekerheid van
een pool.
Agrifirm plant biedt beide
mogelijk heden. Zowel afland als
voor bewaar uien zijn er mogelijkheden
in pool verband. Meerdere verwerkers
participeren in deze pools. Hierdoor
ontstaat risicospreiding en afname-
zekerheid. Voor de daghandel werkt
Agrifirm plant samen met een groot
aantal verwerkers. De stemming in de
Uien verkopen op het juiste moment een ui is rond en kan alle kanten op rollen, is een gezegde in de
uienwereld. Het wil zeggen dat de prijsvorming van uien
onvoorspelbaar en lastig te beredeneren is.
Mijn Agrifirm plant
Online zaken regelenondernemers kunnen steeds meer
zaken via internet regelen. Mijn
Agrifirm Plant is de verzamelnaam
voor alle online toepassingen van
Agrifirm Plant. Klanten die zich via de
website aanmelden voor dit portaal
krijgen daarmee toegang tot onder
andere administratieve toepassingen,
teeltinformatie en de bestelmodule.
Dat draagt bij aan gemak en efficiëntie
voor zowel boeren en tuinders als voor
Agrifirm Plant.
Mijn Agrifirm plant bestaat uit vier
onderdelen: administratie, granen, teelt
en bestellen. Onder die kopjes kunnen
geregistreerde klanten bijvoorbeeld hun
facturen of het gBM overzicht over de
afgelopen maanden terugzien, granen
aanmelden voor de afzetpools van Agri-
firm plant en online fruitteelttechni-
sche informatie krijgen. Registratie is
gratis, net als alle toepassingen, met
uitzondering van het Fruitteelt advies,
dat in samen werking met Fruitconsult
wordt gemaakt.
Een belangrijk onderdeel van Mijn
Agrifirm plant is de bestelmodule.
Dit systeem is in maart live gegaan
en wordt steeds populairder. Klanten
kunnen hier online producten bestellen;
van meststoffen, zaaizaden en
gewasbeschermings middelen tot aller-
lei bedrijfsbenodigdheden. Het grote
voordeel van online bestellen is dat
bestellingen op ieder moment van de
dag direct kunnen worden doorgegeven,
ook buiten kantoortijden. Ook Agrifirm
plant kan op die manier zo efficiënt
mogelijk werken.
Voor toegang tot Mijn Agrifirm Plant gaat
u naar www.agrifirm.com/aanmelden
plant
markt is uiteraard bepalend voor de
mogelijkheden in de prijs en afzet.
Op de knieën in de wintertarwe contro-
leren Ton Evers en Henko Klement half
april hoe de onkruidbespuiting heeft
uitgepakt. Evers spoot Atlantis tegen
duist en voegde Biathlon toe tegen
ereprijs. “De voorjaarsbespuiting
werkt”, zegt Klement, akkerbouw-
specialist van Agrifirm plant. “Het
duurt alleen iets langer voordat het
gewas schoon is.” Hij bekijkt met Evers
een ereprijs. “Je ziet dat de plant is
aangepakt.” Meestal spuit Evers in het
najaar tegen duist en ereprijs. “Met 3
liter Stomp, een bodemherbicide.
Dan ben ik in het algemeen tot de
tweede CeCeCe-bespuiting klaar.”
ReSulTAAT IS leIDenD
Het afgelopen najaar was het te nat
om Stomp te spuiten. Er zat niets anders
op dan een voorjaarsbespuiting uit te
voeren. Evers: “Het moet goed werken.
Te veel onkruid kost opbrengst.” Afgelo-
pen jaar was de gemiddelde opbrengst
10 ton per hectare in een bouwplan
van grotendeels tarwe op tarwe. “Het
jaar ervoor was dat 10,75 ton.” Ook bij
de ziektebestrijding kijkt Evers naar het
uiteindelijke resultaat. Hij twijfelt nog
hoe hij het dit jaar gaat aanpakken.
“Wij adviseren een tweetraps- of drie-
trapsbestrijding”, zegt Klement. Een
tweetrapsbestrijding is twee keer een
volle dosering, een drietrapsbestrijding
drie keer driekwart. Evers wikt en
weegt: “Twee keer een volle dosering is
goedkoper dan drie keer driekwart. De
middelen kosten wel wat. Maar je weet
“ Te veel onkruid kost opbrengst.”
‘ Graanprijs bepaalt de strategie’
Ton evers in Finsterwolde gaat voor een maximaal resultaat van de tarweteelt. Tarwe is verreweg
het belangrijkste gewas op het oldambtster bedrijf. De graanprijs speelt een grote rol in de keuzes
op het gebied van onkruid- en ziektebestrijding. “bij 110 euro per ton is de strategie anders dan bij
210 euro per ton.”
schakel in succes mei 201124
plant
nog niet wat de tarwe gaat opbrengen.
Bij een prijs van 110 euro per ton is de
strategie anders dan bij 210 euro per
ton”, zegt hij.
DoSeRInG VeRlAGen
De eerste bespuiting gaat hij zeker uit-
voeren, met proline. Dat middel is sterk
tegen septoria. “Dat is hier het grootste
probleem. Het nadeel van proline is dat
het niets doet op bruine roest, maar we
hebben een goede winter gehad. Bruine
roest speelt dit jaar niet”, zegt Evers. De
twijfel van Evers zit in de dosering en in
de timing van de tweede en eventueel
derde bespuiting. Bij twee keer spuiten
met een volle dosering is het gewas tot
over de bloei beschermd, weet hij.
“Maar als ik drie keer ga spuiten, kan ik
de tweede keer de dosering verlagen.
Dat beschermt minder lang, maar ik
loop geen risico omdat de derde keer
de bescherming verlengt. Het tijdstip
van de derde bespuiting hangt dan af
van het weer en dus de ziektedruk. Bij
lage druk kan de dosering ook omlaag.”
De derde bespuiting wordt steeds
belangrijker, zegt Evers, omdat de voer-
industrie eist dat tarwe een laag gehalte
aan DON of mycotoxinen heeft.
Een risico op het bedrijf van Evers is het
aantal werkbare dagen. Het kost ruim
drie dagen om de tarwe te spuiten. “in
het spuitboekje houd ik nauwkeurig bij
wanneer welk perceel is gespoten en
met welke dosering. Daardoor weet ik
precies wanneer de bescherming ein-
digt. ik weet ook welke rassen gevoeliger
zijn voor meeldauw of gele roest.
Die houd ik dus extra in de gaten.”
Ton Evers (rechts) en Henko Klement, specialist akkerbouw van Agrifirm Plant, zien dat de onkruidbestrijding effect heeft.
Ton Evers heeft in maatschap met
zijn vrouw Anneke, zoon Detmer,
broer Harm Evert en neef Niels een
akkerbouwbedrijf van 228 hectare
in Finsterwolde. Op de zware
Oldambtster kleigrond, 65 tot 75
procent afslibbaar, teelt het bedrijf
200 hectare wintertarwe, 18 hectare
suikerbieten en 10 hectare luzerne.
De oppervlakte graan telt 50 hectare
Lion, 40 hectare Tataros, 40 hectare
Tabasco, 20 hectare Claire, 20 hectare
Altigo en 30 hectare JB Asano.
Bedrijfsgegevens
De ereprijs reageert op de onkruidbestrijding.
schakel in succes mei 2011 25
plant
schakel in succes mei 201126
Naast een rondleiding langs proef- en
demovelden is er een beursplein waar
externe partijen hun innovaties toe-
lichten. Kennisoverdracht en innovaties
staan centraal deze dagen. Het thema
van de relatiedagen is ‘de structuur
onder uw bedrijf’. Dit thema wordt
belicht vanuit verschillende invals-
hoeken. Er is bijvoorbeeld aandacht
voor bodemstructuur en de invloed van
grondbewerking of groen bemesters
hierop. Maar ook de invulling van het
bouwplan met onder andere rassen
keuze en nieuwe teelten komt aan bod.
Klanten van Agrifirm plant ontvangen
een uitnodiging.
In juni en juli organiseert Agrifirm Plant zes relatiedagen akkerbouw op diverse locaties.
Tijdens deze dagen wordt u op de hoogte gebracht van de laatste ontwikkelingen op
het gebied van bijvoorbeeld gewasbescherming, meststoffen en rassenkeuze.
dat je hier een heel groot bassin voor
nodig hebt en dat het lang duurt”, legt
Ton Witte, team leider Bollenteelt, uit.
Agrifirm plant heeft daarom een dosee-
runit ontwikkeld waarmee spoelwater
snel en effectief gereinigd wordt. Het
systeem maakt gebruik van flocculatie,
een proces bekend uit de waterzuivering.
Deeltjes hechten zich aan elkaar na toe-
voeging van een zogeheten polymeer,
waardoor de deeltjes zwaarder worden
en sneller bezinken. “Deze stof wordt in
de leiding naar het bassin geïnjecteerd en
in de waterstroom meegenomen. Binnen
20 seconden zijn de gronddeeltjes be-
zonken en is het spoelwater glashelder.
Bijkomend voordeel is dat de grove en de
fijne fractie tegelijk naar beneden zakken
en er is een sterk vermoeden dat ook de
ziektekiemen worden meegenomen
tijdens het bezinkproces”, aldus Witte.
“We verkopen de doseerunit, een vat van
1.000 liter, nu enkele jaren en hebben er
erg goede ervaringen mee. Zowel bij de
telers als bij de exporteurs, die bij de
exportspoeling ook de laatste zanddeel-
tjes moeten wegspoelen.”
om topkwaliteit bloembollen te leveren is het belangrijk dat de bollen goed
gespoeld worden. Dat geldt in het bijzonder voor bollen die geëxporteerd worden
naar landen zoals de Verenigde Staten, die strenge eisen stellen.
Snel schoon spoelwater met doseerunit
< De aanvoer van calcium zorgt voor een hogere pH.
Kennisoverdracht en innovaties staan centraal
plant
AgENDA relatiedagen akkerbouwdatum regio locatie
22 juni Midden PPO-AGV, Edelhertweg 1 in Lelystad
23 en 24 juni Oost PPO ’t Kompas, Noorderdiep 211 in Valthermond
28 juni Noord Maatschap Van der Molen, Dwarsweg 34 in Uithuizermeeden
1 juli Zuid Proefboerderij Wijnandsrade, Bongard 1 in Wijnandsrade
5 juli Noord Maatschap Jensma-de Vries, Vijfhuisterdijk 19 in Hallum
Agrifirm plant organiseert relatiedagen voor akkerbouwers
Spoelen betekent spoelwater en dat
moet gereinigd worden. in een bassin
bezinken grond en plantenresten, zodat
schoon water overblijft. “Het nadeel is
AgENDA open dagen tuinbouw
datum sector locatie
25 mei Bloembollen Noordwijkerhout
27 mei Bloembollen Creil
1 juni Bloembollen Julianadorp
8 juni Bloembollen Zwaagdijk
16 juli Fruit Benschop
schakel in succes mei 2011 27
Het vollegrondsgroenteteam van Agrifirm Plant.
Maandelijks bespreekt het team bijvoor-
beeld nieuwe toelatingen van gewas-
beschermingsmiddelen en knelpunten
in de diverse gewassen met Cebeco
Agrochemie. Zo kan Agrifirm plant de
belangen en knelpunten van teelten
aangeven bij de fabrikanten. Ook de
hoogte van een MRL (Maximale Residu
Limiet) speelt een steeds belangrijkere
rol bij de advisering. Het team bespreekt
ook deze gegevens met fabrikanten om
te komen tot een juiste keuze en advies
voor de teler. Samen met de afdeling
R&D van Agrifirm plant worden daarnaast
proeven gedaan op bemestingsgebied
om de effectiviteit te kunnen beoor-
delen. De resultaten van de bemestings-
proeven en spuitschema’s worden op
gewasbijeenkomsten toegelicht en op
de winterbijeenkomsten besproken.
Sinds 1 januari 2011 heeft Agrifirm Plant één team dat zich specifiek richt op de
vollegrondsgroentesector. Door de bundeling van kennis en ervaring van de fusie-
partners heeft dit team veel kennis in huis van een breed scala aan gewassen. om die
kennis actueel te houden wordt veel samengewerkt met fabrikanten en andere partners.
Op drie locaties worden bloembollen-
proeven uitgevoerd: Zwaagdijk,
Julianadorp en Creil. in tulpen, lelies,
hyacinten en zantedeschia wordt
onderzoek gedaan naar ziekten,
onkruiden, selectiemethoden en
bemesting. De proeven voor de
fruitsector worden uitgevoerd in
Benschop en richten zich met name
Agrifirm Plant doet jaarlijks, in samenwerking met GbM fabrikanten, op verschillende
locaties proeven voor de tuinbouwsector. De resultaten van deze proeven zijn de
basis voor het advies in het komende seizoen. Daarnaast organiseert Agrifirm Plant
op iedere proeflocatie een open dag.
op bloedluis en perenbladvlo. Tevens
wordt aandacht besteed aan blad-
voeding, het klimaat onder hagelnetten
en onkruidbestrijding. Voor de groente-
sector neemt Agrifirm plant deel aan
de groenteplatformen in Etten-Leur en
Zwaagdijk. Op beide locaties worden
effectiviteitsproeven uitgevoerd, in
Zwaagdijk ligt de focus daarnaast op
MRL in het oogstproduct. Agrifirm
plant heeft hier een calcium proef voor
de bewaarbaarheid van sluitkool.
Jaarlijkse open dagen tuinbouw
Snel schoon spoelwater met doseerunit
Samen werkenaan advies voorvollegrondsteelt
plant
schakel in succes is het klantenblad van Agrifirm en verschijnt 6 keer per jaar. Redactie Afdeling Communicatie Agrifirm Fotografie Albert Brunsting, Marcel Bekken, Harma Drenth en Agrifirm Concept en realisatie JEEN bureau voor communicatie Drukwerk Ten Brink, Meppel
colofon
Samenspel Jan Kruise (l) is akkerbouwer in het Groningse Sellingen. Hij teelt zetmeelaardappelen, suikerbieten en granen, waarvan 24 hectare
zomergerst en 12 hectare zomertarwe. Voor de afzet van zijn granen werkt Kruise samen met Agrifirm Plant. Hij kiest al jaren
voor afzet via de graanpool van Agrifirm, dat biedt zekerheid op de grillige graanmarkt. Als drukbezette ondernemer heeft
Kruise nou eenmaal niet altijd tijd om de marktontwikkelingen in de gaten te houden. Voor de afzet van zijn tarwe twijfelt hij dit
jaar nog tussen de pool of de voorverkoop. Die twijfels bespreekt hij met akkerbouwspecialist Hartger Haan van Agrifirm Plant.
Samen bekijken ze hoe Kruise het beste evenwicht tussen zekerheid en rendement kan behalen.
“Jan is een zorgvuldige ondernemer, die voor zeker gaat en het beste resultaat wil. Afzet in de graanpool
past daarom goed bij hem.”
Hartger Haan specialist Akkerbouw
Agrifirm Plant
“ Hartger is goed op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen en spelregels. Voor vragen over de graanafzet kan ik altijd bij hem terecht.” Jan Kruise,
akkerbouwer in Sellingen