Agrifirm Schakel in Succes 02, maart 2013
-
Upload
jeen-bureau-voor-communicatie -
Category
Documents
-
view
246 -
download
1
description
Transcript of Agrifirm Schakel in Succes 02, maart 2013
Nieuwe bladmeststoffen voor fruitteeltPAgINA 17 - 18
Veehouders combineren weidegang en melkrobotPAgINA 20 - 21
maart 2013
02
schakelin succesvoor ondernemers in de tuinbouw,
akkerbouw en veehouderij
Agrifirm Ledendagen PAgINA 6 - 9
Marco Klaver:
“ Hét moment dat je je als lid kunt laten horen”
schakel in succes maart 20132
2012: groei in een lastige markt
2012 was voor veel van onze leden een moeizaam jaar.
De prijsstijging van grondstoffen, werd maar beperkt
goed gemaakt door prijsstijgingen aan de afzetkant.
Veel veehouderijen kregen daardoor te maken met druk
op resultaten en liquiditeit. In de plantaardige sectoren
zijn over het algemeen goede resultaten geboekt, juist
door hogere opbrengstprijzen van graan en andere
akkerbouwproducten. Door deze ontwikkelingen zag
Agrifirm haar werkkapitaalgebruik sterk toenemen.
De resultaten van de bedrijven binnen de Agrifirm Group
zijn per saldo gestegen. De ledenbedrijven Agrifirm Plant
en Agrifirm Feed lieten naast marktaandeelgroei een
kleine groei van het bedrijfsresultaat zien. De overige
bedrijven in de Group lieten een wisselend maar per
saldo positief beeld zien.
De netto winst van de totale Agrifirm Group kwam,
met 21,1 miljoen euro, op begroting uit. Aan klanten-
korting en Ledenvoordeel wordt 13, 3 miljoen euro aan
de leden/klanten uitbetaald. Deze uitkeringen zijn
mogelijk door de goede resultaten van in de niet-
leden bedrijven in Nederland en vooral het buitenland.
De doelstellingen voor 2013 zijn ambitieus. Agrifirm
wil verder groeien in marktaandeel, kwaliteit van pro-
ducten en diensten. Daarnaast willen we de financiële
resultaten van niet-leden bedrijven verbeteren.
Tegelijk en bovenal hopen we dat het u op uw bedrijven
goed zal gaan. Dat de technische en economische
resultaten het komende jaar daar waar mogelijk zullen
verbeteren. Het is onze ambitie om daar een belangrijke
bijdrage aan te leveren.
Ton Loman voorzitter hoofddirectie Agrifirm Group
In dit nummer
Winst Agrifirm groeit in 2012 3
Abemec: “groot in organisatie, klein in contact” 4
Succesvol aardappelproject in Burundi 10
‘gehalte organische stof is rode draad’ 11
Ecologische oplossing onkruidbestrijding 14
Producten franco aan huis leveren 15
Uniek onderzoek gebreksziekten in prei 18
Nieuw: Agrifirm Feed WeideKompas 19
‘Weidegang is gewoon goed voor de koe’ 20
‘Optimaal voldoen aan behoefte van de hen’ 25
Optimum Vita, concept voor vleeskuikens 26
Samenspel 28
Kritische vragen, een knipoog en inspirerende verhalen
6
Gestructureerde aanpak levert resultaat op
22
Akkerbouwers bezoeken elk jaar proeven van Agrifirm
12
‘ De nieuwe bladmeststoffen lijken ons wel wat’
16
schakel in succes maart 2013 3
Winst Agrifirm groeit in 2012 naar 21,1 miljoen euro
Dit verbeterde resultaat komt groten-
deels tot uiting in betere condities voor
de leden/klanten, conform de afspraken
binnen de coöperatie.
Ook groeiden de resultaten van onder
andere dochterondernemingen
Nuscience en Agrifirm Belgium en
verbeterden de resultaten van de
minderheidsdeelnemingen. Dochter-
ondernemingen in de divisies
Co-Producten en Services noteerden
in 2012 lagere resultaten dan in
Agrifirm heeft in 2012 de winst naar 21,1 miljoen euro zien groeien.
In 2011 bedroeg de winst 10 miljoen euro. De verbetering van het resultaat
is het gevolg van een aantal ontwikkelingen, onder andere de betere resultaten
van de ledenbedrijven Agrifirm Feed en Agrifirm Plant.
het voorgaande jaar. De veevoeder-
ondernemingen van Agrifirm hebben
extra aandacht moeten besteden
aan het voorkomen van oplopende
debiteurenstanden als gevolg van de
slechte financiële positie van veel
veehouderijbedrijven.
De hogere winst van Agrifirm leidt tot
een Ledenvoordeel van 0,75 procent van
de ledenomzet in 2013. In totaal gaat het
om een bedrag van ongeveer 10 miljoen
euro, dat begin 2014 wordt uitgekeerd.
Voor het terugdringen van het fosfaat-
productie zijn sectorale doelstellingen
beschreven in het convenant voerspoor
van Nevedi en LTO. Agrifirm Feed reali-
seerde vorig jaar een verlaging van bijna
1 miljoen kilo fosfaat.
Hieraan ligt een mix van maatregelen
ten grondslag. Allereerst stimuleert
Agrifirm veehouders om deel te nemen
aan BEX (bedrijfsspecifieke excretie).
Dat leidt tot een bewuste inzet van
mineralen. Daarnaast heeft Agrifirm
in haar assortiment speciale laag netto
fosforvoeders en -mineralen. Ook is in
een aantal andere gangbare voersoorten
het fosforgehalte terug geschroefd.
Uitgangspunt is een optimaal technisch
resultaat voor de veehouder. Dat wil
zeggen dat het terugbrengen van fosfor-
gehaltes in voer altijd op een verant-
woorde manier gebeurt: efficiënt (lage
kosten), met behoud van een goede dier-
gezondheid en productie.
Dit sluit aan bij het convenant voerspoor,
waarin Nevedi en LTO doelstellingen
hebben omschreven om het fosfaato-
Een gezond resultaat met minder fosfaat
Agrarisch ondernemers hebben te maken met steeds strengere regelgeving op het
gebied van fosfaat. Agrifirm Feed en Agrifirm Plant zetten zich in om ondernemers
hierbij te ondersteunen en het fosfaatoverschot terug te dringen.
verschot terug te dringen. Dit naar aan-
leiding van de te hoge fosfaatproductie
en de opdracht van de overheid om de
productie te verlagen.
Ook in de plantaardige sectoren is fosfaat
een actueel thema. Telers hebben te
maken met strenger wordende gebruiks-
normen voor fosfaat. Daarbinnen willen
ze de planten toch optimaal voeden en de
bodemvruchtbaarheid op peil houden.
Onderzoek van Agrifirm Plant is daar
op gericht. Agrifirm Plant zoekt naar
slimme oplossingen om binnen de
krapper wordende ruimte toch een
optimale opbrengst en bodemvrucht-
baarheid te bereiken en behouden.
schakel in succes maart 20134
Hans Quint, directeur van Abemec, legt
uit: “De afgelopen jaren hebben we de
omslag gemaakt van verkoop gerichte
organisatie naar service gerichte organi-
satie. We willen voor de klant meer zijn
dan alleen maar een dozenschuiver die
een product van een fabriek koopt en
het aflevert bij de klant. Wij willen van
Abemec, dochteronderneming van Agrifirm, is al lang niet meer
een landbouwmechanisatiebedrijf alleen. Al een aantal jaren
werken ze op het hoofdkantoor in Veghel, en 18 werkplaatsen
door heel Nederland, aan één belangrijk doel: het ontzorgen van
de klant.
‘ Wij zijn groot in organisatie, klein in contact’
Hans Quint, directeur van Abemec:
duidelijke meerwaarde zijn voor onze
klant. Centraal staat daarbij dat we de
klant willen ontzorgen.”
SeRVICe ToTAAL PLAN
Quint noemt een aantal voorbeelden
wat Abemec precies bedoelt met
ontzorgen. Het eerste is het Abemec
Service Totaal Plan. Naast de verkoop
van landbouwmachines biedt Abemec
klanten de mogelijkheid een 4-sterren
servicepakket aan te schaffen. Ster 1 is
financieren, ster 2 is een verzekering,
ster 3 is een onderhoudscontract. De
laatste ster is de combinatie van de
onderdelen. Klanten kunnen voor één
schakel in succes maart 2013 5
van de sterren kiezen, een combinatie
van de sterren of voor allemaal. Deze
pakketten blijken enorm in trek te zijn.
Quint: “Het blijkt dat niet alleen kleine
klanten dit interessant vinden, ook
steeds meer grote loonwerkers haken
aan. Het geeft hen zekerheid. De afzet
van de pakketten is de afgelopen jaren
zo’n 50 tot 60 procent gegroeid.”
WeRKPLAATS oP HeT eRF
Een tweede voorbeeld van ontzorgen is
volgens Quint het verschuiven van de
onderhoudsservice van de werkplaats
naar het erf. Quint: “Elk uur dat een
machine weg is van het erf van de boer
of loonwerker, kost hem geld. Wij gaan
daarom steeds vaker de machines
repareren op locatie. Dat scheelt klanten
tijd en geld en de klant kan precies zien
wat we aan de machine sleutelen.”
Intern vraagt deze verschuiving van
werkplek best veel van de monteurs.
Quint: “We beseffen dat we op de
vestigingen enorm veel flexibiliteit
vragen van de medewerkers. Wij kunnen
alleen maar flexibel naar de klant zijn als
onze medewerkers dat ook zijn. Eerder
was het zo dat de monteur een vaste
werkplek had, dat is nu steeds minder
vaak het geval. Het is niet zo dat ze elke
dag op een andere vestiging werken,
maar ze worden wel gestimuleerd om
hun kennis daar in te zetten waar het
nodig is. Dat gaat steeds beter, mede-
werkers zien de positieve kant ervan en
het maakt het werk veel afwisselender.”
INNoVATIeVe MACHINeS
Om naast het ontzorgen ook op andere
vlakken van meerwaarde te zijn voor
haar klanten, werkt Abemec hard aan
innovaties. Quint legt uit: “Abemec
wil graag de schakel zijn tussen klant
en producent. Hoe kunnen we wensen
van de klant beter vertalen in het
ontwik kelen van machines? Hoe kan
de producent met zijn nieuwe machines
nog beter aansluiten bij de wensen van
de klant? Wij willen met onze kennis
van product en markt, samen met
producenten een machine ontwikkelen
waarmee de klant een lagere kostprijs
kan realiseren. Zo hebben we samen
met KWH een machine ontwikkeld
voor de fruitteelt. Deze 3-rijige spuit is
uniek omdat een systeem heeft om
gewasbeschermingsmiddelen te be-
sparen. Het nieuw ontwikkelde lucht-
circulatiesysteem bespaart zo’n 50 tot
75 procent aan gewasbeschermings-
middelen. Op dit moment werken we
ook aan de ontwikkeling van een zelf-
rijdende trekker met een landbouwspuit.
In principe kan de klant de trekker
programmeren en de trekker spuit zo’n
10 hectare. De trekker meldt zich ver-
volgens als hij klaar is. Dat is één van de
innovaties die voor dit jaar op de rol
staan. Dit laatste project is een samen-
werking met Fendt en KWH.”
LANDeLIJK NeTWeRK
Abemec heeft haar werkgebied voor-
namelijk onder de grote rivieren, met als
uitzondering de vestiging in groningen.
Maar als het aan Quint ligt, zal Abemec
in de toekomst meer vestigingen buiten
Zeeland, Brabant en Limburg openen.
“De vestiging in groningen heeft ons
laten zien dat we ook buiten ons werk-
gebied rendabele vestigingen kunnen
openen. We willen in de toekomst graag
toe naar een landelijk dekkend netwerk.
De focus blijft echter liggen op service.
Want we groeien dan wel in omvang,
maar we blijven klein met onze service-
poot. We willen met onze servicebedrij-
ven dicht bij de klant blijven, zo regionaal
mogelijk de werkzaamheden uitvoeren.
Zo blijven we zoeken naar de juiste mix
tussen groot en klein. Met andere woor-
den: groot in organisatie, klein in contact.
Dat is waar het om draait bij Abemec.”
< Hans Quint, directeur van Abemec.
“ Elk uur dat een machine weg is van het erf van de boer of loonwerker, kost hem geld.”
schakel in succes maart 20136
Akkerbouwer Marco Klaver uit
Kraggenburg (Flevoland) gaat in
principe elk jaar naar de Ledendag.
Zo ook dit jaar - op 26 februari in Zwolle
- en hij heeft collega Hans Rommens
overgehaald om mee te komen.
“De meeste activiteiten van Agrifirm
hebben een zakelijk karakter. De
ledenvergadering is eigenlijk het enige
moment dat je je als lid kunt laten
horen.”
Melkveehoudster Harriëtte van
Summeren uit Knegsel is erbij in
Eindhoven, op 8 februari. Ze is er samen
met haar man Martien. “Het komt niet
veel voor dat we samen een hele dag
weggaan, daar zijn we vaak te druk voor
met het bedrijf, gezin en bestuurlijk werk.
Voor de Ledendag maken we graag een
uitzondering.” Deze ledenvergadering
is dit jaar extra bijzonder, omdat ze
kandidaat is voor de Ledenraad van
Agrifirm.
VeRANTWooRDeN
De resultaten in het afgelopen jaar en
het verloop van het lopende jaar vor-
men een belangrijk onderdeel van de
Ledendagen. Hoofddirectie en bestuur
lichten de ontwikkelingen en plannen
toe. Ze doen dat in de vorm van een
vraag gesprek met de dagvoorzitter,
presentatrice en actrice Marit van
Bohemen. Met een knipoog en met
kritische vragen zorgt zij ervoor dat
het verhaal helder voor het voetlicht
wordt gebracht.
Agrarische ondernemers kijken verschil-
lend terug op 2012, aldus voorzitter
van de raad van commissarissen Theo
Koekkoek. “De plantaardige sectoren
hebben over het algemeen een goed
jaar gehad, met hogere prijzen. In de
veehouderij was het taaier. Dat kwam
met name door de hoge grondstof-
prijzen, die voor veehouders niet door
te berekenen zijn in hun opbrengst-
prijzen.” Die grondstofprijzen hadden
ook hun weerslag op Agrifirm, vult
voorzitter van de hoofddirectie Ton
Loman aan. “De waarde van de voor-
raden stijgt, waardoor we meer werk-
kapitaal nodig hebben. Ook de vorde-
ringen op de klanten liepen als gevolg
van hogere voerprijzen op, daarnaast
was er bij een aantal klanten
liquiditeits spanning .”
Kritische vragen, een knipoog en inspirerende verhalen
Agrifirm Ledendagen
op tien locaties in het land hield Agrifirm in februari de jaarlijkse
Ledendagen. een reportage aan de hand van de ervaringen van
twee deelnemers in eindhoven en Zwolle.
schakel in succes maart 2013 7
FINANCIeeL
Loman is tevreden over de ontwikke-
lingen binnen de onderneming. Hij
noemt een groeiend marktaandeel in
een krimpende markt, de organisatie
van de logistiek en de productie en het
hoge kennisniveau van de mensen. ”We
zijn een mooi stuk verder dan in 2011.
Maar: het kan altijd beter. We geven
onszelf een voldoende, we streven
tenminste naar een 9.”
Waar 2011 nog sterk werd bepaald door
fusieperikelen, was 2012 het eerste jaar
waarin het nieuwe Agrifirm tot zijn
recht kwam, zegt Koekkoek. “De fusie
ligt nu definitief achter ons”, vindt hij.
“We zijn helemaal klaar voor de toe-
komst, om 1+1=3 waar te maken.”
Daarbij gaat het niet alleen om kosten-
besparingen, maar ook om investeringen
in nieuwe technologie, overnames en
innovatie.”
ReSuLTAAT
De financiële details komen van
operationeel directeur Joost Helsen
(in Eindhoven) of financieel directeur
Jaap Vessies (Zwolle). Onder aan de
streep blijft een netto resultaat van
ruim 21 miljoen over. Een verdubbeling
ten opzichte van 2011. De helft daarvan
wordt toegevoegd aan het eigen ver-
mogen, de andere helft gaat terug naar
de klanten in de vorm van Ledenvoordeel
en klantenkorting.
Dagvoorzitter Marit van Bohemen daagt
de directeuren uit. “Waarom keert u
niet een groter deel uit aan de leden?”
“Dat is een begrijpelijke reactie”, vindt
Loman. “We moeten echter ook ons
vermogen versterken. Zoals boeren en
tuinders zich richten op continuïteit, zo
moet ook Agrifirm investeren in de
ontwikkeling en de rentabiliteit van de
onderneming”, aldus Loman. “We
hebben een solvabiliteit van boven de
40 procent. Daarmee wordt het een
stuk gemakkelijker om bij banken kapi-
taal aan te trekken tegen aantrekkelijke
voorwaarden”, legt Vessies uit in
Zwolle. “Van te veel geven, gaat zelfs
de beste koe dood”, vat Helsen samen
in Eindhoven.
Melkveehoudster Van Summeren vindt
dit wel logisch. “Ik vind eigenlijk dat er
veel wordt teruggegeven aan de leden.
Het is heel goed om alles zo op een
rijtje te zien en de toelichting te horen.
Dan heb je zicht op wat er precies
binnen je coöperatie gebeurt. Die
openheid is belangrijk.”
GeHooRD WoRDeN
Na afloop van de presentaties is het de
beurt aan de leden om vragen te stel-
len. Akkerbouwer Marco Klaver grijpt
die gelegenheid aan. Directe aanleiding
is voor hem de verkoop van het minder-
heidsbelang in onderzoeks laboratorium
Altic in het afgelopen boekjaar. >
< Marco Klaver (met microfoon) stelt in Zwolle
zijn vraag aan de hoofddirectie.
<
Harriëtte van Summeren wordt bij haar benoeming tot Ledenraadslid geïnterviewd
door dagvoorzitter Marit van Bohemen.
schakel in succes maart 20138
> “Veel van de investeringen worden
gedaan in voer”, zegt hij in de zaal in
Zwolle. “Is plantenteelt in Nederland
nog wel een kernactiviteit?” Ton Loman
reageert heel stellig: “Onze plantaardige
activiteiten zijn en blijven 100 procent
kernactiviteit.” Na het plenaire gedeelte
praten Klaver en Loman nog even door.
Voor Klaver is dit wat de Ledendagen
waardevol maakt: de mogelijkheid
krijgen persoonlijk je mening te geven
en ervaren dat je gehoord wordt.
LeDeNRAAD
Als afsluiting van het zakelijke, coöpera-
tieve programmaonderdeel, komt de
samenstelling van de Ledenraad aan de
orde. Voor districten waar een vacature
is, worden de nieuwe Ledenraadsleden
gekozen. Van Summeren wordt gekozen
om haar district te vertegenwoordigen
in de Ledenraad. “Ik doe graag bestuurs-
werk. Ik zit bijvoorbeeld in de gemeente-
raad. Het lijkt me mooi om ook binnen
de sector actief te zijn, samen met
collega’s en in mijn eigen vakgebied.
Ik kijk er echt naar uit.”
WoRKSHoPS
Na de verkiezing is het tijd voor de
workshops. Het aanbod varieert van
technische onderwerpen, zoals mest-
verwerking of teeltfactoren tot bredere,
maatschappelijk georiënteerde thema’s.
zijn enthousiaste verhaal met bekende
en minder bekende voorbeelden uit zijn
eigen sportcarrière. Klaver - zelf ook
sportliefhebber - houdt van dit soort
verhalen. “Heel waardevol. Ik probeer
hiervan altijd iets mee naar huis te
nemen. Wij hebben op ons bedrijf zes
vaste medewerkers, samenwerken en
teamwork zijn heel belangrijk.”
Van Summeren en Klaver kijken terug
op een geslaagde dag. “Je bent weer aan
het denken gezet, op allerlei vlakken”,
verwoordt Van Summeren. “Ik ben er
door geïnspireerd en gemotiveerd, voor
ons bedrijf en voor de Ledenraad.”
Van Summeren volgt de workshops
Trots & Ondernemerschap en Social
Media en kiest daarmee voor de tweede
categorie. “Het is eens wat anders.
Vaktechnische informatie kun je ook
op andere plekken wel krijgen.”
Klaver kiest juist voor een technisch
onderwerp: Teeltfactoren. De inter-
actieve vorm van de workshop spreekt
hem aan. “Vaak krijg je alleen een lezing
over je uitgestort. In deze workshop was
veel meer ruimte voor eigen inbreng van
de deelnemers, waardoor je ook veel
meer met je collega’s in gesprek komt.”
ToPSPoRT
Een bekende ex-topsporter verzorgt de
uitsmijter van elke Ledendag. Die trekt
de parallel tussen topsport en onder-
nemen. In Eindhoven vertelt oud-wereld-
kampioen judo Dennis van der geest
hoe hij zich, ondanks tegenslagen, naar
de top heeft geknokt.
“Het is inspirerend om te horen hoe
een bekende sporter daarmee omgaat”,
zegt Van Summeren. “Ook als onder-
nemer moet je gewoon doorgaan, ook
als het even tegen zit. En het is hard
werken als je iets wilt bereiken.”
In Zwolle houdt oud-doelman Hans
van Breukelen zijn verhaal over ‘Samen
winnen’. Welke factoren bepalen succes
en hoe zorg je ervoor dat je in team-
verband succesvol bent? Hij verlevendigt
< Dennis van der Geest
schakel in succes maart 2013 9
Direct contact tussen leden, bestuur en commissarissen; via
discussies in het plenaire deel, maar ook tijdens lunch en borrel.
Dat is wat de coöperatie wil bereiken met de Ledendagen.
“We bereiken dit jaar meer dan 2000 leden. Dat is een groot
aantal. Het is ook vijftien procent van het totaal, dus van mij
mag het aantal bezoekers volgend jaar nog wel iets hoger.” Zo
blikt voorzitter Theo Koekkoek van de raad van commissarissen
terug op de Ledendagen. “Ik zag dit jaar relatief veel jonge
ondernemers en ook veel partners. Dat is heel positief.”
Hij heeft lovende reacties gekregen op de workshops. “Heel
interessant om te zien dat de algemene onderwerpen sterk in
trek waren. De workshops over trots en ondernemerschap en
social media waren op de meeste Ledendagen het eerst vol.
Je ziet dat ondernemers een brede behoefte hebben.”
‘ Contact tussen coöperatie en leden’
ex-topvoetballer Hans van Breukelen kijkt met plezier terug op
de Ledendagen waar hij zijn verhaal mocht doen voor een zaal
met agrarische ondernemers.
“Ik woon aan de rand van het Brabantse dorp Leende en zie
hoe boeren in de buurt zich staande houden ondanks allerlei
moeilijkheden. Ze hebben te maken met ongelooflijk veel
regelgeving, het continue gevecht voor je imago, de bezwaren
die je tegenkomt als je wilt uitbreiden en enorme investeringen.
En als je dan ziet wat consumenten in de winkel betalen en
dat vergelijkt met wat je zelf als boer krijgt, dan kan ik me
voorstellen dat je gefrustreerd raakt.”
‘ Steek energie alleen in zaken die je kunt beïnvloeden’
<
Hans van Breukelen
< Theo Koekkoek
“Je bent dan misschien geneigd om overal tegenaan te schop-
pen. Dat moet je niet doen. Dat kost alleen maar energie en
belemmert je in je succes. De kunst is: stop je energie in zaken
die je wel kunt beïnvloeden. Dat geldt niet alleen voor top-
sport, meer evengoed voor de agrarische sector.”
schakel in succes maart 201310
Dick Douma werkt nu zes jaar bij Agrifirm
Plant als specialist Akkerbouw in de
Noordoostpolder. In de zomer van 2012
werd hij geattendeerd op het pootgoed-
project in Burundi. Douma meldde zich
meteen aan. Nu, tien maanden later, is
hij vier keer in Burundi geweest. Douma:
“Het doel van het project is om lokaal de
pootgoedteelt en de afzet te verbeteren.
Met proefvelden willen we de boeren
laten zien wat resultaten kunnen zijn, als
ze zaken anders aanpakken.”
MoeIZAMe START
De start van het project verliep wat
moeizaam. “Over de grootte van de
proefvelden hebben we veel discussies
gehad. Elke keer kregen we van de lokale
landbouwkundige te horen: ‘het is te
groot!’ Na veel inkrimpingen, zijn we in
oktober 2012 gestart met 16 veldjes,
later hebben we dat uitgebreid naar 29.
Veel boeren zagen het project eerst niet
zitten. Ze vroegen ze zich af waarom ze
iets anders moesten doen. Ze deden het
tenslotte al jaren op deze manier.”
PLANTAFSTANDeN
In de proefvelden heeft Douma, samen
met lokale boeren, twee verschillende
rassen gelegd en twee bemestings-
strategieën toegepast. De plant-
afstanden in de rij varieerden van 10, 15,
20 tot 30 cm. “Dat was behoorlijk revolu-
tionair”, aldus Douma. “In Burundi waren
ze afstanden van 30 tot 40 cm gewend.”
Na de eerste resultaten, werd de bemes-
ting van de velden aangepast. Douma
vertelt: “In Burundi is het heel normaal
om alle gewassen gelijk te bemesten. We
hebben de bemestingsmix aangepast en
geven nu 20 procent meer stikstof. En
wat blijkt? Deze mix is ook nog eens 10
procent goedkoper. We hadden dit de
boeren wel kunnen vertellen, maar dan
hadden ze ons niet geloofd. Nu hebben
we ze het laten zien. Het was echt: ‘eerst
zien, dan geloven’.”
VeRRIJKING
In februari was Douma voor de laatste
keer in Burundi om de meest recente
cijfers van de aardappelproeven te verza-
melen en nieuwe proeven aan te leggen.
Dit keer geen aardappelen, maar tarwe,
soja en bonen. Hij heeft enorm genoten
van zijn tijd in Burundi. “Ik heb er veel
van geleerd, het was een verrijking. Ik
heb mijn kennis ingezet om mensen
nieuwe dingen te laten ontdekken.”
Agrifirm Plant levert bijdrage aan aardappelproject Burundi
‘ Eerst zien, dan geloven’
Voor een project van de ontwikkelingsorganisatie ZoA, Agrifirm
Plant en Bonda, reisde Dick Douma naar Burundi. Daar helpt hij
lokale boeren met het opzetten van aardappelproefvelden.
< Dick Douma (l) in Burundi.
Het ZOA pootgoedproject
Het ZOA project in Burundi werd
ondersteund door Agrifirm Plant en
Bonda. Agrifirm Plant leverde de
kennis, Bonda een financiële bijdrage
van 25.000 euro.. Dit is besteed aan
gewasbeschermingsmiddelen, poot-
goed en bemesting. Daarnaast zijn er
twee bewaarschuren neer gezet om
de opslag beter te regelen.
Burundi (Afrika)Inwoners: 10.557.259
Oppervlakte: 27.834 km²
schakel in succes maart 2013 11
< Dick Douma (l) in Burundi.
Stichting VeldleeuwerikBinnen de Stichting Veldleeuwerik
werken akkerbouwers en verwerkende
bedrijven samen met als doel een
duurzamere productie. De kern is dat
iedere akkerbouwer, ondersteund door
enkele collega’s, een op zijn eigen
bedrijf toegespitst duurzaamheidsplan
schrijft en uitvoert. Enkele indicatoren
uit het plan zijn: productwaarde,
bodem vruchtbaarheid, voedings-
stoffen en gewasbescherming.
geaccrediteerde Veldleeuwerik-
adviseurs van AgrifirmPlant begeleiden
akkerbouwers bij het opstellen van
dit duurzaamheidsplan.
drijfmest op mijn akkers aan te voeren.
Echter met het oog op het organisch
stofgehalte kies ik voor stalmest,
waarvoor ik moet betalen”, geeft Kremer
als voorbeeld.
ZoNNePANeLeN
De installatie van zonnepanelen op
het dak van de stal is één van de eerste
zaken die hij in het kader van het
Veldleeuwerikproject op zijn bedrijf
heeft doorgevoerd. De zonnepanelen
voorzien nu in 1/3 van de stroom-
behoefte. “Door deelname aan het
project focus je steeds meer op aspecten
die je wilt verbeteren. Het is goed om
jaarlijks één indicator aan te pakken”,
adviseert Franssen.
GoeDe WeG
Het Veldleeuwerikproject bevestigt
Kremer in zijn opvatting dat hij op de
goede weg zit. “Een direct financieel
gewin van mijn deelname zie ik nog niet,
uitgezonderd de suikerbieten waarvoor
ik 300 euro als bedrijf plus 50 euro per
hectare ga ontvangen. Mogelijk vormt
de deelname een meerwaarde voor onze
rechtstreekse verkoop van aardappelen
aan de consument”, aldus Kremer.
Het is nog niet helemaal zeker of hij aan
het project gaat deelnemen. Dit is
mede afhankelijk van de interesse van
löss-collega’s. “Voor mij voegt het weinig
toe om te participeren in een groep
zand grond-akkerbouwers. De verschillen
tussen de teelten zijn te groot.”
Veldleeuwerik breidt uit naar Zuid-Nederland
‘ Gehalte organische stof is rode draad’’
Armand Kremer (l) met Sherman Franssen. <
Dit jaar slaat het Veldleeuwerikproject
haar vleugels uit over Zuid-Nederland.
Armand Kremer uit Vaals is een poten-
tiële deelnemer. In maatschap met zijn
ouders en met echtgenote Helene
bestiert Kremer een akkerbouw- en
zoogkoeienbedrijf van 60 ha. Naast tien
hectare grasland omvat het bouwplan
wintertarwe, wintergerst, graszaad,
suikerbieten en aardappels. Sherman
Franssen, specialist akkerbouw bij
Agrifirm Plant en geaccrediteerd
Veldleeuwerikadviseur, begeleidt
Veldleeuwerik deelnemers in zijn werk-
gebied. Bij zijn oriëntatie naar potentiële
bedrijven dacht hij al snel aan Armand
Kremer. Franssen: “Zijn bedrijfsvisie is
bij mij bekend. Bovendien is hij al met
meerdere indicatoren uit het Veld-
leeuwerikproject (onbewust) actief.”
Eén van die indicatoren is de bodem-
vruchtbaarheid. Het organisch stof-
gehalte van de bodem loopt als een rode
draad door zijn bedrijfsvoering. “Op
korte termijn zou ik een hoger saldo
kunnen behalen door tegen betaling
Deelname aan Stichting Veldleeuwerik project is voor Armand Kremer een logische
vervolgstap op zijn bedrijfs visie. een gezonde bodem vormt in deze visie de basis
voor goede bedrijfsresultaten op zowel de korte als de lange termijn.
plant
schakel in succes maart 201312
“We gaan weer helemaal voor brouw-
gerst”, zegt akkerbouwer Wim Beuling.
Hij teelt komend seizoen 5 hectare
Propino, een nieuw ras, en 11 hectare
Quench. Het zaaizaad is al enkele weken
geleden besteld. Harm Steenge, specialist
akkerbouw, heeft toen samen met
Beuling het bemestingsplan voor het
bedrijf opgesteld. Beuling: “Ik probeer
op tijd zaaizaad te bestellen. Als er een
veelbelovend nieuw ras is, dan is vaak
een beperkte hoeveelheid zaaizaad
beschikbaar. Door vroeg te bestellen, kan
ik toch die nieuwe rassen proberen.”
GeVoeL éN CIJFeRS
Het is Beuling gelukt om voor dit jaar
zaaizaad van het ras Propino te bestellen.
Hij verwacht veel van het nieuwe ras
Propino. “Het heeft een hogere
opbrengst dan de andere brouwgerst-
rassen. Het komt qua tonnen in de
buurt van Quench, maar heeft
betere brouweigenschappen.” Beuling
gaat een perceel van 5 hectare inzaai-
en. Dat klinkt gewaagd, om van een
nieuw ras meteen een aardig areaal in
te zaaien. Hij is echter vol vertrouwen
en kent het nieuwe ras eigenlijk al een
beetje. “Afgelopen jaren zag ik het al
op de toetsingsvelden van Agrifirm
Plant op proefboerderij ’t Kompas
in Valthermond”, zegt hij. Op deze
toetsingsvelden staan gangbare rassen
naast de meest veelbelovende, nieuwe
rassen. Alle rassen groeien onder praktijk-
omstandigheden.
“Voor mij is het belangrijk dat het eerste
gevoel bij zo’n nieuw ras goed is. Bij
Propino was dat zo. Het ras stond er mooi
op, vergeleken met de overige rassen”,
zegt Beuling. Daarnaast zijn in de loop
van het najaar ook onderzoekscijfers
beschikbaar gekomen. “Als die eerste
cijfers dan ook nog goed zijn, heb ik er
geen enkele moeite mee om een nieuw
ras te bestellen. Ik houd ervan om iets
nieuws uit te proberen en daarmee
praktijkervaring op te doen.”
12
plant
‘ Gevoel moet goed zijn bij nieuw ras’
Jaarlijks bezoek proefvelden
Met brouwgerst is het altijd spannend. Is de geoogste kwaliteit
goed genoeg voor een brouwpremie? en als dat niet zo is, brengt
het gewas dan wel voldoende kilo’s op? De teler heeft niet alles in
de hand, maar een gerichte rassenkeuze is een goed begin.
schakel in succes maart 2013 13
plant
INTeReSSANTe PRoeVeN
Wim en Janny bezoeken de proefvelden
elk jaar, meestal tijdens de relatiedagen
van Agrifirm Plant. “De grondsoort is
daar vergelijkbaar met hier. En de
proeven zijn altijd actueel. Waar wij in
de praktijk tegenaan lopen, dat heeft
Agrifirm Plant al snel op het proefveld
liggen. De aanpak van fusarium in gerst
bijvoorbeeld. Dat is een nieuw probleem,
Resultaten van proeven
om inzicht te geven in wat voor
onderzoek Agrifirm Plant in de breedte
van al haar sectoren uitvoert en wat
voor resultaten daar uitkomen, heeft
Agrifirm Plant een bulletin uit-
gebracht: Resultaat in beeld; onder-
zoek, feiten en cijfers.
‘Resultaat in beeld’ laat een selectie
van onderzoek zien dat Agrifirm Plant
in 2012 heeft opgezet en uitgevoerd.
Het staat vol met feiten, cijfers en resul-
taten van onderzoek in de akkerbouw,
bloembollen, vollegrondsgroenten en
fruitteelt. Agrifirm Plant voert al jaren
lang onderzoek uit in heel Nederland.
Door de resultaten uit al dit onderzoek
hebben onze specialisten in het veld
continu ‘up-to-date’ kennis in huis. Zo
kunnen zij u als teler goed van gefun-
deerd advies voorzien. De afdeling R&D
en de teeltspecialisten verkrijgen deze
kennis door het landelijk en regionaal
uit zetten van eigen proeven. Met deze
proeven zoeken ze oplossingen voor
actuele problemen in teelten waar de
teler voordeel mee kan doen om zijn
resultaat te verbeteren.
Nog geen exemplaar ontvangen van
het bulletin? Vraag ernaar bij uw spe-
cialist. Ook gaat hij of zij graag met u
in gesprek over de vertaling van de
nieuwste ontwikkelingen naar uw
bedrijf.
Onderzoek,
feiten en cijfers
in 2012!
www.agrifirm.com/
resultaatinbeeld
Bedrijfsgegevens
Wim en Janny Beuling hebben een akkerbouwbedrij in Drouwenermond
(Drenthe). Het heeft een veen koloniaal bouwplan; de helft zetmeelaardappelen
met bijbehorend pootgoed, bijna een kwart suiker bieten en de rest zomergraan;
zomertarwe en zomergerst. Het streven is om brouwgerst af te leveren
dat overviel ons in 2011. We weten niet
wat we daaraan moeten doen, want er
zijn geen middelen voor toegelaten.”
Op de proefvelden van Agrifirm Plant is
in 2012 de werkzaamheid van bestaande
gewasbeschermingsmiddelen op fusari-
um in gerst vergeleken. “Helaas kwam
daar het afgelopen jaar nog weinig uit”,
zegt Steenge. Het onderzoek wordt in
2013 voortgezet.
Nieuw ras brouwgerst: ‘Propino’
> Propino is een lange stro ras, maar
toch stevig
> gemiddelde tot goede ziekte-
resistenties
> bovengemiddelde opbrengsten
> brouwervaringen uit het buiten-
land zijn uitstekend, eerste
ervaringen
in Nederland zijn positief
> in 2011 en 2012 is er in de praktijk
al op beperkte schaal ervaring
opgedaan met dit ras. Scoort
teelttechnisch uitstekend
> kortom een veelbelovend
nieuwkomer, met name op zand-
en dalgronden
< Half februari stond bij Wim en Janny Beuling het zaaizaad en kunstmest al in de schuur. Links Harm Steenge, specialist akkerbouw.
schakel in succes maart 201314
plant
gegarandeerde looplengte perstouw
Ultima heeft als toepassingsgebieden:
(half) open verhardingen, onverharde
terreinen, tijdelijk onbeteeld land en in
de (onbedekte) teelt van bloemisterij -
gewassen, boomkwekerijgewassen en
vaste planten.
BIoLoGISCH AFBReeKBAAR
Ultima is een contactherbicide met
een systemische werking, maar voor-
komt ook nieuwe uitloop van de plant.
Juist de aanpak van de uitloop is
essentieel om hergroei te voorkomen.
Omdat Ultima biologisch afbreekbaar
is, gelden geen beperkingen voor
gebruik rondom rioolputten of langs
open water.
HANDMATIG
Het middel is vooralsnog alleen bruik-
baar voor handmatige toepassing via
drukspuittechnieken. Het is bij uitstek
geschikt voor machinaal lastig bereik-
bare plaatsen zoals bij sportparken,
rotondes, bushokjes en boomspiegels.
Bij het gebruik van Ultima is geen
DOB certificering nodig maar wel een
licentie.
Hebt u vragen over de toepassing
van dit ecologische product? Vraag er
naar bij uw specialist. Voor bestellingen
kunt u contact opnemen met de
afdeling Verkoop ondersteuning:
T (088) 488 12 60.
Voor onkruidbestrijding en bestrijding van mos en algen is er nu een ecolo gische
oplossing beschikbaar. Deze ecologische oplossing heet ‘ultima’ en is beschikbaar
voor professionele toepassers met een licentie.
Ecologisch verantwoorde onkruidbestrijding
Door een hoge breek en treksterkte van
het perstouw kunnen doorgaans dun-
nere varianten gebruikt worden, wat
per baal een besparing oplevert.
Voor elke machine leveren we het juiste
materiaal, zowel in afbreekbaar Sisal
(een natuurproduct) als in kunst stof vezel
(speciaal voor grote balen). Deze laatste
variant wordt de laatste jaren steeds
meer gebruikt, vooral voor de zwaarde-
re machines.
Vanuit ervaring en in samenspraak met
diverse machineleveranciers kan Agrifirm
het juiste touw adviseren voor uw
machine. Agrifirm Plant wordt bij de
levering van het perstouw ondersteund
door een deskundige fabrikant met
jaren lange ervaring. Samen vinden we
voor elke machine de juiste oplossing
bij eventuele problemen.
Vragen over het juiste perstouw voor uw
machine? Vraag ernaar bij uw specialist.
Agrifirm Plant levert een volledig pakket aan baal- en
pers touw. De verschillende soorten touw onder scheiden
zich door het aantal meters per kilogram gewicht van
de balen. Deze gegarandeerde looplengte wordt volgens
ISo 4167-norm op de verpakking afgedrukt. Met deze
controleerbare aanduiding onder scheid Agrifirm zich in de markt.
schakel in succes maart 2013 15
gegarandeerde looplengte perstouw
VRoeG BeSTeLLeN
De winterperiode is bij uitstek geschikt
voor het maken van de planning voor
het nieuwe seizoen, om zo te bepalen
welke middelen passen bij het teeltplan
en de gewasbeschermingsstrategie.
Agrifirm Plant biedt vervolgens gemak
en zekerheid door alle nodige producten
franco aan huis te leveren. Dankzij de
efficiënte organisatie blijven de kosten
zo laag mogelijk. Bovendien realiseren
telers extra voordeel door orders
zoveel mogelijk te clusteren en tijdig
te bestellen.
IN HeT SeIZoeN
Blijkt tijdens het seizoen dat u andere
of aanvullende middelen nodig hebt,
dan kunt u die bestellen volgens het
standaard bestelconcept. De levertijd
verschilt per product van één tot drie
werkdagen. In spoedgevallen is er een
nieuwe service. Uw specialist kan u hier
meer over vertellen.
AFLeVeReN IN PLAATS VAN AFHALeN
De logistiek van Agrifirm Plant is inge-
richt op het bieden van voordeel en
gemak. Dit betekent dat op termijn
het afhalen van producten bij lokale
afhaal punten niet meer mogelijk is.
Door centralisatie en franco leveren
kunnen we efficiënt werken, waardoor
we u een optimale service en passende
condities kunnen bieden voor een beter
resultaat op het boerenerf.
Hebt u vragen over vroeg bestellen of
franco leveren? Neem dan contact op
met uw specialist.
Ervaringen van telers
‘ Ik zou niet meer anders willen’ Willem Keesom heeft in het Noord Hollandse ’t Veld een bloembollenbedrijf.
“Sinds mensenheugenis, maar in werkelijkheid sinds 1980”, werkt hij samen met
(de voorlopers van) Agrifirm Plant. Keesom is overgestapt van ‘afhalen’ naar ‘af-
leveren’. Hij is zeer tevreden over hoe het traject verloopt. “De grote bestellingen
liet ik eigenlijk altijd al bezorgen, maar voor kleine bestellingen reed ik vaak naar
een afhaalpunt van Agrifirm Plant in Noord-Scharwoude. Nu wordt alles bij mij
op het erf afgeleverd. Dat werkt voor mij efficiënter en veel praktischer. Ik zou nu
eigenlijk niet meer anders willen!”
‘ De communicatie is erg belangrijk’Albert van Strien koopt al zo’n 9 jaar zijn gewasbeschermingsmiddelen in via
Agrifirm Plant. Hij bestelt veel van zijn middelen voor de start van het seizoen.
“Het lukt me om 80 tot 90 % van de gewasbeschermingsmiddelen vooraf te
bestellen. Dit wordt dan verspreid over het seizoen geleverd. Natuurlijk verandert
er wel eens wat, of heb je een spoedbestelling, maar dat is dan snel genoeg met
een telefoontje naar de specialist geregeld. Een goede communicatie is hierbij wel
ontzettend belangrijk. Ik moet namelijk wel op tijd weten welke middelen, wan-
neer geleverd worden.”
Bestellen en bezorgen
Op het erf geleverd
Gewasbeschermingsmiddelen, (tuinbouw)meststoffen en zaaizaden kunt u bij
Agrifirm Plant op verschillende manieren bestellen en inkopen: vroeg, standaard en
met spoed. Vroeg bestellen biedt het meeste voordeel, gemak en zekerheid.
plant
schakel in succes maart 201316
plant
Twintig jaar geleden kochten Jan en Wilmien Hilhorst een
fruitteeltbedrijf in Kraggenburg (Noordoostpolder). In de loop
van de jaren kristalliseerde de bedrijfsvoering uit en zagen ze
veel veranderen. Zo wordt de bemesting steeds meer maatwerk
en neemt het gebruiksgemak toe. Dat verwachten ze ook van
Top Trace alimento, de nieuwe bladmeststoffen en HBeD 9%
ijzermeststof van Agrifirm Plant.
De ijzerbemesting gebeurt zo snel
mogelijk na de verwijdering van het
blad onder de zwarte strook en bij
voorkeur bij regen, zodat het element
snel beschikbaar komt. Hilhorst maakt
hierbij gebruik van de vernieuwde ijzer-
meststof HBED 9%. Agrifirm Plant
specialist Kees de Jongh legt uit wat de
verbeteringen zijn. “Door de nieuwe
drager bevat de meststof nu een hoger
percentage ijzer, geen 6 maar 9 pro-
cent, en blijft het langer stabiel. Het
werkt beter en het ijzer is langer op-
neembaar. IJzer is belangrijk voor de
vorming van bladgroen, een gebrek uit
zich vooral in peren. Nu is deze grond
niet zo gevoelig voor ijzergebrek, maar
toch werkt het ook hier beter.”
NIeuWe BLADMeSTSToFFeN
De Jongh is bij de familie Hilhorst om
vooral over de bladbemesting te over-
< Jan Hilhorst (l) en Kees de Jongh.
‘ Nieuwe bladmest- stoffen geven gemak en zekerheid’
Top Trace alimento
schakel in succes maart 2013 17
Nieuwe bladmeststoffen voor appels en peren
> Top Trace alimento V (voorbloei)
> Top Trace alimento Mg
> Top Trace alimento K
> Top Tracealimento Ca
Met deze vier producten kunt u in de
diverse groeistadia van uw teelt steeds
de juiste mix van elementen bieden.
Doordat de complete bladvoeding in
één verpakking zit, is de bemesting
eenvoudig en gemakkelijk uit te voeren.
Agrifirm Plant heeft samen met Cebeco
meststoffen en Fruitconsult deze unieke
lijn ontwikkeld.
Nieuwe ijzerbemesting voor fruitteelt
> IJzerchelaat HBeD 9%
Het ijzer in HBED 9% is volledig beschik-
baar voor het gewas en gaat geen
binding aan met koper in de grond.
Het ijzer is volledig gechelateerd met
het HBED-chelaat. HBED ijzer is speciaal
ontwikkeld voor kalkhoudende gronden
en gronden met een hoge pH. Uit
proeven blijkt dat het zelfs in lagere
doseringen betere resultaten geeft dan
rode ijzerchelaten.Agrifirm Plant heeft
samen met Fruitconsult HBED 9% voor
de fruitteelt ontwikkeld.
leggen. Binnenkort breekt de periode
daarvoor aan en hij heeft nieuwe ont-
wikkelingen te melden. “Agrifirm Plant
heeft samen met Cebeco meststoffen
en Fruitconsult nieuwe bladmeststof-
fen ontwikkeld, die veel gebruiks gemak
bieden. Deze nieuwe bladmeststoffen
komen onder de naam Top Trace ali-
mento op de markt. We hebben één va-
riant voor toediening voor de bloei en
drie voor na de bloei: een Mg-variant
voor appels, een K-variant voor peren
en een Ca-variant voor de Ca-voor-
ziening, vooral voor appels.
eeNVouDIG
Hilhorst heeft er wel oren naar. Hij zal
ze allemaal gaan gebruiken. “Nu heb je
een zakje van dit nodig en een vat van
dat: bitterzout (magnesium), mangaan-
nitraat, ureum en MAP (monoammoni-
umfosfaat). Met de nieuwe bladmest-
stoffen hoef ik in het hele seizoen nog
maar drie verschillende zakjes voor de
appels en voor de peren te pakken en
daar zit alles in. Het klinkt heel eenvou-
dig, want nu moet je een heel schema
volgen van wat je per ontwikkelings-
stadium moet doen’, zegt Hilhorst.
VeRGISSINGeN VooRKoMeN
Voor de bloei begint het met borium
(voor de eiwitvorming van de bloemen)
en zink (voor het bladgroen). Daarna
volgen mangaan en magnesium vanaf
de bloei, stikstof in de zomer voor een
extra buffer om het blad in een goede
conditie te houden en magnesium en
calcium na de bloei. “Je moet goed
oppassen dat je geen fout maakt.” Zelf
is bij Hilhorst nooit iets dramatisch
misgegaan, maar je moet er niet aan
denken dat je bijvoorbeeld calcium en
fosfaat (MKP) mengt. “Dat wordt gips”,
zegt De Jongh. Hilhorst: “Dan moet je
de tank in om alles eruit te krijgen.”
Kleinere vergissingen zoals een veel te
hoge of veel te lage dosering worden ook
met de nieuwe bladmeststoffen voor-
komen en het vermindert het aantal
handelingen. “MAP gebruik je om de
spuitvloeistof aan te zuren’, zegt Hilhorst,
maar bij een hogere pH werken sommige
middelen niet en worden mineralen
slechter opgenomen.” Top Trace alimento
producten zijn zo uitgetest dat al dit
soort problemen te voorkomen zijn.
Hilhorst gaat het dit seizoen uitproberen
en is benieuwd naar de resultaten.
Relatiedag fruitteelt dit jaar in Zeewolde
De relatiedag van Agrifirm voor fruittelers vindt dit jaar op 20 juni plaats in Zeewolde bij
de bedrijven M. Roelofs en S. Dekker. Noteer de datum vast in uw agenda.
Naast een bezichtiging van de fruitteelt bedrijven kunt u een aantal demo’s bekijken,
waaronder VBC-toepassing ten opzichte van minerale olie, een proef met de nieuwe
herbicide Pledge en een proef met groei regulatie. Daarnaast is er aandacht voor een
nieuw aangelegd hagelnetsysteem voor drierijïg spuiten.
Bedrijfsgegevens
Het bedrijf van de familie Hilhorst, op zavelgrond, omvat 18 hectare, waarvan
3 hectare gepacht land. 12 hectare is ingeplant met appel - Elstar ‘Elshof’ en
Jonagold ‘Decosta’ - en 6 hectare met Conference. Een klein stukje spillenteelt
peren herinnert aan de uitgifte in 1960 van de grond voor de fruitteelt.
plant
schakel in succes maart 201318
plant
Compleet weiden
Picto
Combi weiden
Compact weiden
Agrifirm Plant onderzoekt komend jaar voor welke gebreksverschijnselen prei
gevoelig is en wat dit voor effect heeft op de opbrengst, kwaliteit en minerale
samenstelling van het geoogste product. Dit is een uniek onderzoek want niet
eerder zijn bij prei gebreksverschijnselen onderzocht.
In Rolde, bij proefboerderij Kooijenburg,
ligt een proefveld waar al sinds 1953
bepaalde voedings elementen niet of
juist in overmaat zijn toegediend. Op
het proefveld liggen 10 verschillende
stroken. Op één strook is bijvoorbeeld
sinds 1953 geen stikstofbemesting
meer uitgevoerd. Op een andere strook
geen bemesting met kalium. Door
dwars over deze stroken een gewas te
verbouwen kan het effect van verschil-
lende voedingselementen bij het des-
betreffende gewas worden vastge-
steld. In het verleden hebben hier
bijvoorbeeld bloemkool, peen, broccoli,
witte en rode kool gestaan. “Het gewas
prei heeft er echter nooit in gelegen,
maar daar komt in 2013 verandering in.
Uniek, want niet eerder is in Nederland
onderzoek gedaan naar voor welke ge-
breksverschijnselen prei gevoelig is”, al-
dus de preispecialisten Ronald Hendrik-
sen en Johan Brooijmans van Agrifirm
Plant. Met de resultaten van de proeven
kunnen de Agrifirm Plant specialisten
preitelers beter en gerichter adviseren
voor een optimaal teeltresultaat.
WeRKWIJZe
Voorafgaand aan de teelt wordt van elk
object een grondmonster gestoken voor
bepaling van de uitgangssituatie. Daar-
naast vinden tijdens het groeiseizoen op
diverse momenten visuele beoordelin-
gen plaats op zichtbare gebreksver-
schijnselen en groeistoornissen (gewas-
ontwikkeling en gewasstand). Deze
worden nauwkeurig beschreven en op
beeld vastgelegd. Daarnaast volgen de
onderzoekers per voedingselement de
actuele beschikbaarheid. Ze vergelijken
de analyses van de minerale samenstel-
ling van de droge stof van het blad en
schacht op diverse momenten met el-
kaar. De metingen worden gebruikt om
ijklijnen te ontwikkelen. Met behulp van
deze ijklijnen kunnen boven- en onder-
grenzen van de diverse elementen in prei
beter worden bepaald. Ook meten de
onderzoekers de effecten op opbrengst
en kwaliteit van het geoogste product.
Zo stellen ze per element de mate van
belangrijkheid vast.
“De conclusies van het onderzoek, vor-
men de basis voor het bemestingsadvies
bij de teler. Maar ook gebreksziekten
kunnen daardoor eerder worden herkend
en vertaald worden naar een gericht ad-
vies”. Voor preitelers komt er de moge-
lijkheid om in 2013 een bezoek te bren-
gen aan het veld. Klanten ontvangen
hiervoor een uitnodiging.
object Behandeling
A geen borium
B geen koper
C geen magnesium
D geen fosfaat
E geen kalium
F geen stikstof
g Volledige bemesting
H geen kalk
I Overmaat kalk
J Overmaat chloor
Proefopzet met preiras ‘Krypton’
Uniek onderzoek gebreksziekten in prei
< Ronald Hendriksen (r) en Johan Brooijmans.
schakel in succes maart 2013 19
Nieuw: WeideKompas
Meer rendement en gemak uit beweiding
feed
object Behandeling
A geen borium
B geen koper
C geen magnesium
D geen fosfaat
E geen kalium
F geen stikstof
g Volledige bemesting
H geen kalk
I Overmaat kalk
J Overmaat chloor
Beweiding staat volop in de belangstel-
ling. Wilt u starten met beweiden of
meer rendement uit weidegang halen?
Met WeideKompas denkt Agrifirm Feed
met u mee; samen maken we van uw
keuze een succes.WeideKompas van
Agrifirm Feed geeft antwoord op alle
vragen met behulp van 3 unieke keuzes:
KeuZe 1
Compleet weiden
KeuZe 2
Combi weiden
KeuZe 3
Compact weiden
Compleet weiden
Picto
Combi weiden
Compact weiden
Compleet weiden
Picto
Combi weiden
Compact weiden
Compleet weiden
Picto
Combi weiden
Compact weiden
Meer melk uit graskuil met Ecosyl
Een goede benutting van gras wordt steeds belangrijker, zowel vanwege de
mestwetgeving als de voerkosten. Smakelijk ruwvoer van goede kwaliteit is
daarbij belangrijk. De basis voor smakelijk ruwvoer is een goed geconserveerde kuil.
Ecosyl zorgt voor snelle conservering, waarbij zo min mogelijk voederwaarde
verloren gaat. Dit blijkt ook uit onafhankelijk onderzoek. Zo is de werking aan-
getoond in 15 melkproductieproeven waarbij gemiddeld 1,2 kg melk per koe per
dag extra werd gerealiseerd.
Profiteer nu van de voordelen van Ecosyl: tot 20 april 2013 ontvangt u bij tien
eenheden Ecosyl de elfde gratis. Neem voor meer informatie contact op met uw
specialist of bel Agrifirm Feed (088) 488 10 12.
Medio maart heeft Agrifirm Feed een nieuw concept gelanceerd voor veehouders die
beweiden of starten met beweiding: WeideKompas. een concept dat met 3 unieke
keuzes, ondersteunende tools én praktisch advies, antwoord geeft op alle vragen
rondom weidegang. Het resultaat: meer rendement en gemak uit beweiding.
Op basis van het aantal koeien per ha
beweidbaar oppervlak maakt de vee-
houder een keuze. Iedere keuze kent
essentiële succesfactoren zoals:
uren weidegang, aantal percelen
en inschaarhoogte.
Op www.weidekompas.nl
kunt u zien wat voor uw
bedrijfssituatie de meest
geschikte keuze is. Daarnaast adviseert
de specialist Rundveehouderij u graag.
Tijdens het weideseizoen stemt
Agrifirm Feed de Compleet Rende-
ment en de Compleet Excellent af op
de samenstelling van weidegras.
De Compleet Rendement bevat
bovendien vanaf 6 april een hogere
dosering mineralen en vitaminen.
Zo wordt de mineralen- en
vitaminen behoefte bij weidende
koeien bij minder krachtvoer
toch goed gedekt.
Krachtvoer afgestemd op weidegang
Compleet weiden
Picto
Combi weiden
Compact weiden
schakel in succes maart 201320
Bree heeft samen met zijn vrouw Coby,
dochter Anna en schoonzoon Henk van
Rijswijk een bedrijf met 125 koeien en
56 hectare grond in het Zuid-Hollandse
Dirksland. Twaalf jaar geleden verplaats-
ten ze het bedrijf vanuit Berkel en
Rodenrijs naar de huidige locatie, des-
tijds een akkerbouwbedrijf. Dat Bree in
een akkerbouwgebied terecht kwam is
niet geheel toevallig. “Ik heb vooral gelet
op de kwaliteit van de grond. Dan kom
je al gauw in het zuidwesten terecht, de
lichte kleigrond hier is perfect voor de
ruwvoerteelt en voor beweiding.”
FLexIBeL
Weidegang is bijna vanzelfsprekend
voor de ondernemers. “Het is gewoon
goed voor de koe; voor het beenwerk
en de gezondheid. Bovendien besparen
we op krachtvoer”, vat Anna samen.
Het bedrijf heeft een huiskavel van 48
hectare, waardoor de weidegang goed
te combineren is met het gebruik van
melkrobots. Izak: “De combinatie be-
valt erg goed. Je moet wel flexibel zijn.
De koeien hebben vrije in- en uitloop,
dus bij slecht weer of als het juist heel
warm is staan ze veel binnen.” Vooral
Melkveehouder Izak Bree is een groot voorstander van weide-
gang en combineert dat met het gebruik van melkrobots.
Dankzij een flexibele bedrijfsvoering en vakmanschap behaalt
hij daar goede resultaten mee.
‘ Weidegang is gewoon goed voor de koe’
Veehouders combineren weidegang en melkrobot
wat betreft het bijvoeren vraagt dat
flexibiliteit. “Het rantsoen is sterk
afhankelijk van de weersomstandig-
heden”, legt Agrifirm Feed specialist
Wilco de Bruin uit. “Als de koeien meer
buiten zijn, hoeft er minder eiwit bij-
gevoerd te worden en andersom. In de
zomer is het belangrijk te letten op het
ureumgetal. Zeker afgelopen zomer
waren de weersomstandigheden erg
wisselend en dan ben je continu aan
het bijsturen.” De melkveehouders
gebruiken de technische cijfers om
direct bij te kunnen sturen waar nodig.
eVeNWICHT
Compact weiden zorgt voor een goed
evenwicht tussen het robotmelken,
weidegang en ruwvoerwinning. Na de
eerste snede gaan de koeien omstreeks
half mei naar buiten. De melkveehou-
feed
schakel in succes maart 2013 21
ders maaien om de vijf weken en wisse-
len een week na het maaien van weide-
perceel. “Maaien, schudden en harken
doe ik zelf, het oprapen en vastrijden
samen met een collega veehouder.
Hierdoor zijn we vrij flexibel. Vorig jaar
waren er iedere vijf weken steeds pre-
cies twee mooie dagen om te maaien
en in te kuilen, daar konden we mooi
op inspelen.” Door niets uit te besteden,
houdt Bree de kwaliteit van het ruw-
voer in eigen hand. “Weidegang is
goed, maar je moet zo weinig mogelijk
opbrengst verliezen. Dat is soms best
een uitdaging, maar dat heeft in mijn
ogen meer te maken met de mestwet-
geving in dit land. De bemestingsnor-
men zijn niet realistisch voor een droge
stofopbrengst van 12 ton, waardoor we
meer krachtvoer moeten aankopen dan
nodig zou zijn.”
ReSuLTAAT
“Het is zoeken naar een optimum”, vat
De Bruin samen. “Dit geldt met name
voor percelen die niet beweid worden.
Optimaal bemesten is daar van belang.
Het maximaal benutten van de grond
is een uitdaging en een enorm sterk
punt van dit bedrijf. Dat is te danken
aan het vakmanschap van Izak. Henk
vult dat goed aan met zijn kennis van
koeien.” De combinatie resulteerde het
afgelopen kwartaal in een opbrengst
van 30,7 liter per koe per dag met 4,14
procent vet en 3,47 procent eiwit. Het
kengetal bedrijfsstandaardkoe (BSK) lag
laatst zelfs boven de 50, wat voor De
Bruin reden was om de familie op een
taart te trakteren. De Bruin: “Het gaat
natuurlijk niet om de cijfers op zich,
maar je werkt samen ergens naar toe
en het is mooi als dat dan duidelijk
resultaat oplevert. Daarbij blijf ik wel
kritisch. Technische resultaten zijn één
feed
ding, maar je moet ook naar het kosten-
plaatje kijken. Ik zie het als mijn rol om
melkveehouders daarop te wijzen.”
AANVuLLeN
Eén van de speerpunten van Henk, die
sinds kort in het bedrijf zit, is het cel-
getal. Die focus zorgde ervoor dat dit
getal in anderhalf jaar tijd werd
gehalveerd tot 150. “Je bent met zijn
tweeën, dus heb je ook een paar ogen
meer”, relativeert Henk. “Als Izak aan
het maaien is, kan ik me op de koeien
concentreren en zo vullen we elkaar
aan.” Anna vult aan: “Mijn vader heeft
natuurlijk veel kennis en jarenlange
ervaring, wij moeten nog veel leren.
Wilco speelt daar ook een rol in. Hij
komt iedere maand langs en bij vragen
kunnen we altijd bij hem terecht. Het is
belangrijk om de goede mensen om je
heen te hebben. Het loopt nu goed en
dat willen we samen zo houden.”
< Izak Bree (r) en Agrifirm Feed specialist Wilco de Bruin.
“ Weidegang is goed, maar je moet zo weinig mogelijk opbrengst verliezen.”
< V.l.n.r. Henk van Rijswijk, Anna Bree en Izak Bree.
BedrijfsgegevensMaatschap Bree
oMVANG
> 125 melkkoeien, 85 stuks jongvee
en 56 hectare grond
GeMIDDeLDe PRoDuCTIe
(op 305 dagen of rollend jaargemiddelde)
> 9.499 kilogram, 4,16% vet,
3,5% eiwit en 4,5% lactose
schakel in succes maart 201322
Deetman heeft in Putten een gesloten
bedrijf met 400 zeugen en 3.300 vlees-
varkens. Hij brengt een deel van het
vlees van zijn varkens zelf op de markt
en levert aan slagers en particulieren.
Het vlees onderscheidt zich met een
hoge kwaliteit en een verantwoord
productieproces. “Ik wil kwaliteit leveren
die beloond wordt.” Om die belofte waar
te maken stelt hij hoge eisen aan zichzelf
en aan de werkwijze op het bedrijf.
GeSTRuCTuReeRD
Met name de gezondheid is een belang-
rijk speerpunt. “Dat is er met de paplepel
ingegoten, mijn vader werkte altijd al
met een hoge gezondheids status. De
laatste jaren heb ik die focus nog verder
versterkt zodat ik vlees kan verkopen
van dieren die nooit antibiotica hebben
gehad.” Deetman voerde daarvoor een
Varkenshouder Gerald Deetman streeft naar een hoge dier-
gezondheid en goede vleeskwaliteit. Afgelopen jaar bouwde
hij een nieuwe vleesvarkensstal, helemaal afgestemd op zijn
zorgvuldige werkwijze.
feed
Focus op gezondheid
‘ Gestructureerde aanpak levert resultaat op’
< Gerald Deetman
schakel in succes maart 2013 23
>
feed
opvallend gestructureerde werkwijze
in. Zowel de varkenshouder zelf als zijn
medewerker, Reico Doppenberg, werken
met een protocol waarin voor de hele
dag precies is vastgelegd wanneer ze
welke werkzaamheden uitvoeren. “Dat
heeft ook te maken met het kleurenbe-
leid dat we hanteren bij de zeugen. We
werken met verschillende kleuren kle-
ding en materialen per diergroep. De
opfok, de gespeende biggen en de
kraamstal en dragende zeugen hebben
elk een eigen kleur overall, laarzen,
schep en alle andere materialen. Dan
moet je wel gestructureerd werken, wil
je je niet steeds om hoeven te kleden.”
uNIeK
De mate van structuur waar Deetman
mee werkt is uniek, volgens Agrifirm
Feed specialist Rob van de Veerdonk.
“Weinig varkenshouders voeren dit
zover door. Het regime vereist heel veel
discipline, maar het levert ook duidelijk
resultaat op.” In 2007 testten alle biggen
PRRS-positief, in 2008 was dat nul pro-
cent. De dierdagdosering (DDD) bij de
zeugen ligt op 0,5. Bij de vleesvarkens
lag de DDD in de verschillende huur-
stallen tussen de 0 en de 1,5. Daarnaast
resulteert het beleid in lagere gezond-
heidskosten en een hogere groei: de
groei bij de vleesvarkens steeg in de
afgelopen jaren van 730 naar 857 gram
per dag. Tot voor kort werden de vlees-
varkens op huurlocaties gehouden.
Afgelopen jaar bouwde de varkens-
houder een nieuwe stal voor 2.200
vleesvarkens, met de mogelijkheid tot
uitbreiding naar 3.400 varkens, zodat
alle varkens op de thuislocatie gehouden
kunnen worden. Deetman ontwierp de
nieuwe stal zelf, om zoveel mogelijk
aan te sluiten bij zijn eigen werkwijze
en visie. Hij werd daarin onder andere
begeleid door Agrifirm Exlan.
oPTIMALe HoKINRICHTING
Een belangrijk uitgangspunt was het
gescheiden houden van tomen. “Daar
ben ik een groot voorstander van. Niet
alleen in de kraamstal, maar ook na het
spenen en in de vleesvarkensstal. Het
oorspronkelijke plan was dan ook om
met twaalf varkens per hok te werken.”
Deetman wilde de nieuwe stal echter
volgens de regels van het Beter Leven
kenmerk bouwen en die vereisen een
minimale groepsgrootte van twintig
dieren. Bovendien vereist het kenmerk
gescheiden lig-, eet- en mestruimtes.
Samen met Reico Doppenberg en
Agrifirm Feed specialist Rob van de
Veerdonk testte Deetman verschillende
proefopstellingen in de huurstallen, om
te komen tot een optimale hokinrich-
ting voor twee tomen, dus 24 dieren.
Een wandje op de dichte vloer scheidt
nu de voerbak van de ligruimte. Het
hok is bovendien uitgerust met een
speciale ruwvoerbak naast de brijvoer-
bak, waar de varkens snijmaïs krijgen.
“We voeren altijd al ruwvoer bij.
Vroeger gehakseld stro, nu maïs”, legt
Deetman uit. “Ik vind het belangrijk
voor het welzijn en denk ook dat het
beter is voor de darmgezondheid.
Bovendien voldoen de bakken als aflei-
dingsmateriaal voor het Beter Leven
kenmerk.” Van de Veerdonk voegt toe:
“Nutritioneel heeft het ruwvoer weinig
waarde, maar het zorgt wel voor
afleiding en vulling.”
AIR LINe®
Inmiddels is de nieuwe stal in gebruik
genomen. “Dat is natuurlijk altijd weer
even zoeken en afstellen”, vertelt Van de
Veerdonk. “We gaan nu aan de slag met
BedrijfsgegevensVoF Deetman
gerald en Ingrid Deetman
oMVANG
> 400 zeugen met 160 zeugen
eigen aanfok
> 3.300 vleesvarkens
Eigen afzet vlees via www.inflesh.nl
“ De aandacht voor gezondheid is mij met de paplepel ingegoten.”
>
schakel in succes maart 201324
feed
Air Line®. gerald voert nu P-min voe-
ders op verzoek van de akker bouwer
die de mest afneemt, voor een lager
fosfaatgehalte in de mest. We hopen
met Air Line® hetzelfde effect te
bereiken, met nog betere resultaten.”
Omdat Deetman brij voert, vraagt
dat wel een speciale aanpak. Deetman
wil het bedrijf en het resultaat nog
verder optimaliseren met de toepassing
van Air Line® voeders in brij. “Het loopt
goed en de dierdagdosering is laag,
maar ik vind dat het altijd beter kan.
gelukkig denken Rob en de dierenarts,
gerard van Eijden, er ook zo over.”
CoNCePT CeNTRAAL
De filosofie en het concept van Deetman
staan daarbij altijd centraal. “Het is knap
hoe gerald vasthoudt aan het concept.
Aan ons de taak om daarbinnen de
optimale werkwijze te vinden”, aldus
Van de Veerdonk. “Dat is soms een uit-
daging. gerald wil tomen niet mengen,
dus heeft hij beren en gelten in één
hok. Voor de voerstrategie is dat niet
ideaal, maar het is de overtuiging van
gerald en daar moeten we samen de
beste weg in vinden.” Deetman heeft
een duidelijke visie voor zijn bedrijf en
dat blijft niet onopgemerkt. Vanwege
zijn bijzondere bedrijfs voering werd hij
afgelopen jaar gekozen tot Ondernemer
van het jaar in de gemeente Putten.
“Dat kun je niet alleen”, haast Deetman
zich te zeggen. “Je hebt een goed team
om je heen nodig, wat voor mij bestaat
uit medewerker Reico, Agrifirm Feed
specialist Rob van de Veerdonk en
dierenarts gerard van Eijden.”
Bouwen in eigen beheer
Deetman bouwde de nieuwe vleesvarkensstal in eigen beheer. Dat was in eerste
instantie deels uit nood geboren. “De financiering was een lastig verhaal. We hebben
het bedrijf pas zeven jaar geleden overgenomen, waarna we flink in de zeugen
hebben geïnvesteerd en daarna een paar slechte jaren hebben gehad. Er was dus
niet veel financiële ruimte. Samen met Harry de groot van Agrifirm Exlan kwamen
we in contact met een club ZZP-ers en ontstond het idee om te bouwen in eigen
beheer.” De groot begeleidde samen met collega Lambert Polinder het traject,
vanaf de eerste gesprekken over mogelijke uitbreiding. “Het traject begon eigenlijk
al in 2005, met de bestemmingsplan wijziging en de uitbreiding van de zeugenstal”,
vertelt De groot. “gerald heeft zijn doel altijd duidelijk voor ogen gehad en het
bouwen in eigen beheer bleek de enige manier om dat doel ook haalbaar te maken.
Er wordt wel meer op deze manier gebouwd. Het scheelt in de kosten, maar het
moet wel bij de ondernemer passen. Bouwen is een vak. Daar moet je feeling mee
hebben en het is belangrijk om je te laten omringen door de juiste specialisten
met kennis van zaken.”
uITDAGING
Bij het bouwen in eigen beheer wordt het project niet aangenomen, maar wordt
op basis van uurloon gewerkt. “gerald werkte daarbij samen met een ervaren team
van ZZP-ers, die samen veel meer van dit soort projecten doen en jaren ervaring in
stallenbouw hebben”, vertelt De groot. “Zij zorgen voor de mensen en voor de
technische begeleiding. De ondernemer koopt zelf alle materialen in en is ook erg
betrokken bij de planning en de bouw. Als je daar tijd in wilt steken en gedreven
bent, kun je zo veel besparen.” Deetman is enthousiast over de werkwijze. “Van het
dak tot de voerbakken en van de kunststof wanden tot het beton; ik heb alles zelf
ingekocht. Er werd keihard gewerkt en aan mij de uitdaging om te zorgen dat alles
er op tijd was. Daar ging veel tijd in zitten en ik heb flink moeten onderhandelen, maar
je bent zo wel heel bewust bezig met de nieuwe stal. Het is heel goed bevallen.”
>
“ Bouwen is een vak. Je moet je omringen door de juiste specialisten met kennis van zaken.”
“ Ik vind dat het altijd beter kan.”
schakel in succes maart 2013 25
feed
Nieuw voerprogramma SCALA
‘Meer eerste soort eieren per hen’
Hoger rendement was het uitgangspunt bij de ontwikkeling van
SCALA. “Dit nieuwe voerprogramma verbetert het rendement door
24 uur per dag rekening te houden met de behoeften van de hen.
De efficiëntere benutting van het voer heeft een langere levensduur,
meer eerste soort eieren en lagere voerkosten tot resultaat”, aldus
Adrie van Santvoort, sectormanager Legpluimvee bij Agrifirm Feed.
SCALA, onderdeel van de totaalaanpak
LEg360, komt voort uit de combinatie
van de marktvraag naar toepassing van
calcium en onderzoek dat Agrifirm Feed
al deed om nog beter te kunnen voeren
naar nutriëntenbehoefte van de hen.
“Met SCALA voegen we niet simpelweg
calcium toe aan het standaardvoer-
pakket, maar hebben we juist een com-
pleet voerpakket dat op het juiste mo-
ment van de dag aansluit bij de behoefte
van de hen”, legt Van Santvoort uit.
VeRSCHILLeNDe VoeDeRS
SCALA bestaat uit twee verschillende
voeders en een losse calciumbron. Zo
bevat SCALA-1 voer extra opneembaar
fosfor voor een goed herstel van het
medullair bot. Later op de dag, als er
extra behoefte is aan calcium, krijgen
de hennen het SCALA-2 voer, waarin
het fosforgehalte beperkt is. Tegelij-
kertijd wordt er een calciumbron
bijgevoegd. Zo komt calcium gedurende
de nacht beschikbaar voor de schaal-
vorming van het ei. Ook in de behoefte
van een aantal specifieke nutriënten
zien we gedurende een etmaal aan-
zienlijke verschillen. Met de SCALA
voeraanpak kunnen we hier nog beter
invulling aan geven.
MAATWeRK
Het nieuwe voerprogramma wordt ge-
heel bedrijfsspecifiek samengesteld. “De
exacte samenstelling is afhankelijk van
het voersysteem, de voerstrategie, leef-
tijd van de hennen en ei-kwaliteit”, aldus
Van Santvoort. “Voor de optimale wer-
king van het voer is een belangrijke rol
weggelegd voor de pluimveehouder. Zijn
vakmanschap en goed management zijn
nodig, zodat er nauwkeurig inzicht ont-
staat in productiecijfers, voergift en
voeropname. SCALA-2 voer inzetten op
het moment dat er nog een bepaalde
voorraad SCALA-1 voer in de ketting ligt,
zou het rendement aanzienlijk verklei-
nen.” Zijn de managementcijfers geheel
inzichtelijk, dan overlegt de specialist
met zijn toepassingskennis van SCALA
met de nutritionist voor de juiste voer-
samenstelling op het individuele bedrijf.
MeeR eeRSTe SooRT eIeReN
De leeftijd van 23 à 24 weken is het
ideale moment om over te stappen op
het nieuwe voerprogramma. “Maar dit
moet niet op de gok gebeuren. Juist van-
wege het maatwerk zetten we het liever
iets later in met duidelijke management-
cijfers, dan te vroeg waardoor de
werking, en dus het rendement, niet
zeker zal zijn”, aldus Van Santvoort. Voor
de extra inzet die geleverd wordt om
SCALA te kunnen voeren, krijgen pluim-
veehouders veel terug. Vergeleken met
een gelijke aanhoudingsduur leggen de
hennen gemiddeld vijf eerste soort
eieren meer en houden de hennen
langer aan: bruine hennen vier weken
en witte hennen zes weken. Bovendien
verlaagt SCALA de voerkosten met circa
€0,25 per 100 kilogram en zijn de dieren
door een goede vertering gezonder, met
een persistente legcurve en tot 30
procent minder uitval tot resultaat.
< Tijdens de LIV Venray konden bezoekers kennis maken met SCALA.
schakel in succes maart 201326
dieren zijn bovendien sterker en gezonder,
waardoor niet alleen het antibiotica-
gebruik daalt, maar ook de uitval.
ReNDeMeNT
Door de gezondere kuikens, in combinatie
met een efficiënte bedrijfsvoering,
verwacht Knol een rendement dat per
kilo ongeveer 4 cent hoger ligt dan in
gangbare bedrijven. “De kostprijs is lager,
onder andere omdat je met minder
schakels en minder transport werkt. Ook
werken we met een bijzonder efficiënte
planning. Er lopen altijd meerdere rondes
tegelijk, die elkaar overlappen. Daardoor
kunnen we 21 rondes per jaar realiseren.”
Knol levert bijna iedere week kuikens
af. Normaal gesproken wordt het werk
gedaan door twee fulltime medewerkers,
bij de arbeidspieken worden extra
krachten ingeschakeld.
DuuRZAAM HouDeRIJSySTeeM
Het Optimum Vita-concept is op meer-
dere duurzaamheidsaspecten door-
berekend door Blonk Consultants. Door
een efficiënt management en voer-
systeem realiseert Optimum Vita een
fosfaat- en stikstofreductie van drie
procent per kuiken. Ook het grond-
feed
‘ Rendement, welzijn en gezondheid’
Optimum Vita houderijconcept voor vleeskuikens
op één locatie van ei tot vleeskuiken. Dat is de kern van
optimum Vita, een nieuw houderijconcept voor vleespluimvee.
onlangs werd in het Duitse emlichheim het eerste bedrijf
geopend dat het concept toepast.
kuikens hier uit het ei. Op de verwarmde
strooiselvoer kunnen ze meteen eten en
drinken. Dankzij de lage, open voerpan-
nen en drinknippels zonder lekbakjes
kunnen de kuikens gemakkelijk bij het
startvoer en water. Na 10 dagen gaan
de kuikens naar de Living. De kuikens
blijven hier tot het einde van de ronde.
MINDeR ANTIBIoTICA
Een groot deel van het voordeel komt
voort uit het feit dat de kuikens tijdens
het hele traject op één locatie blijven.
“De dieren hoeven tussendoor niet op
transport en kunnen meteen als ze uit
het ei komen voer en water opnemen.
Dat is efficiënt, want het scheelt tijd en
kosten, maar het is ook goed voor de
kuikens”, legt Knol uit. “Ik verwacht dat
het antibioticagebruik nihil zal zijn.”
Doordat ze meteen na het uitkomen van
het ei kunnen eten en drinken, ontwik-
kelen de kuikens zich meer uniform. De
Optimum Vita is het initiatief van Klaas
Knol, zelf pluimveehouder en verkoop-
leider bij Agrifirm Deutschland. Hij ont-
wikkelde het concept, waarbij het hele
proces, van broeden tot afmesten,
gebeurt op één locatie. Er komt geen
broederij aan te pas. “Het is een heel
efficiënte manier van produceren,
waarbij zowel het rendement als het
welzijn en de gezondheid van de kuikens
er op vooruit gaan.”
DRIe FASeN
Van broedei tot vleeskuiken is bij
Optimum Vita opgedeeld in drie fasen:
Pre Care, High Care en Living. De broed-
eieren worden in twee voorbroed kasten
in de Pre Care voorgebroed. Na het
schouwen op 18 dagen gaan de be-
vruchte eieren op de broedladen naar
de High Care. De High Care is speciaal
ingericht voor een optimale ontwikkeling
van jonge kuikens. Na 3 dagen komen de
schakel in succes maart 2013 27
gebruik is hierdoor drie procent lager
dan bij een gangbaar systeem voor
het houden van vleeskuikens. De CO2-
Voetafdruk of ‘Carbon Footprint’ is een
maat voor de uitstoot van CO2. Deze is
bij Optimum Vita 14 procent lager dan
in een standaardsysteem. Dat komt
met name door een lagere voeder-
conversie, toepassing van restwarmte
uit biogas, hergebruik van warmte en
geen transport van eendagskuikens.
AGRIFIRM & oPTIMuM VITA
Voor de communicatie rondom
Optimum Vita werkt Knol samen met
Agrifirm. “Het concept sluit perfect aan
bij wat we als Agrifirm belangrijk vin-
den: het is innovatief, duurzaam en
resultaat gericht”, vindt Erlend Beltman,
sectormanager Vleespluimveehouderij
bij Agrifirm Feed. “We ondersteunen
dit vernieuwende concept graag.
Agrifirm levert het voer voor Optimum
Vita. ”Het bedrijf in Emlichheim is
bovendien zo ingericht dat Agrifirm
hier optimaal proeven kan doen naar
bijvoorbeeld voederefficiëntie en dier-
gezondheid. Bovendien heeft Knol
in de ontwikkeling van het concept
geprofiteerd van de kennis en kunde
Open dagen Optimum VitaOp 14 en 15 maart is in Emlichheim het eerste bedrijf op basis van het Optimum Vita
concept feestelijk geopend met drukbezochte open dagen en seminars. Op 14 maart
konden Duitse bezoekers kennis maken met het concept, op 15 maart was de open dag
voor Nederlandse bezoekers. Sprekers waren onder andere Agrifirm directeur R&D
en CSR Ruud Tijssens en Klaas Knol.
> Fosfaatreductie
3% verbetering per kuiken
> Stikstofreductie
3% verbetering per kuiken
> Biodiversiteit
3% minder grondgebruik
> Klimaatverandering
14% lagere Carbon Footprint
per kuiken
> Antibioticareductie
Het duurzaamheidslabel van Optimum Vita
is op basis van verwachte prestaties bepaald.
Duurzaamheidslabel Optimum Vita
bij Agrifirm. Knol: “Agrifirm was voor
mij een belangrijke sparringpartner, om
samen na te denken over de ontwikkeling
van het concept.” “Als Agrifirm voelen
we ons erg betrokken bij het project
en hebben we er vertrouwen in. Ik zie
zeker toekomst in dit systeem”, voegt
Beltman toe.
feed
< Klaas Knol
< Ruud Tijssens
schakel in succes is het relatiemagazine van Agrifirm en verschijnt 6 keer per jaar. Redactie Afdeling Communicatie Agrifirm ([email protected]) Fotografie Marcel Bekken, Albert Brunsting, Theo Tangelder en Agrifirm Concept en realisatie JEEN bureau voor communicatie Drukwerk Ten Brink, Meppel
ISSN 2211-5811
colofon
Samenspel Peter Arts (r) heeft een bedrijf met zevenhonderd vleeskalveren in Blitterswijck. Hij stapte ruim twee jaar geleden over van
witvlees- naar (jong)rosékalveren. Beter beheersbare voerkosten en minder fluctuaties in de opbrengst prijzen waren hiervoor de
redenen. Vooral op het terrein van voeding is de overgang groot; van voornamelijk melkpoeder naar een rantsoen met maïs,
krachtvoer en enkelvoudige voeders. Specialist Vleesveehouderij Jacco Camps van Agrifirm Feed heeft de ondernemer daarin
wegwijs gemaakt en begeleidt hem met de rantsoensamenstelling. In de eerste drie ronden waren de resultaten heel goed:
leeftijd tot 8 maanden, geslacht gewicht 170 kg, groei 1.450 tot 1.460 gram per dag.
“De voeding van rosékalveren is totaal anders dan ik gewend was met witvleeskalveren. Ik doe alles in overleg met Jacco. De resultaten in de
eerste ronden zijn goed, ik ben er heel tevreden over.”
Peter Arts, kalverhouder in Blitterswijck
“ Peter heeft een jarenlange ervaring in de vleeskalverhouderij. Dat zie je bijvoorbeeld terug in de gezondheid van zijn kalveren. De uitwisseling van ervaringen brengt het geheel op een hoger plan.”
Jacco Camps, specialist Vleesveehouderij Agrifirm Feed