Schakel in Succes nr. 1 - januari 2012
description
Transcript of Schakel in Succes nr. 1 - januari 2012
januari 2012
Opfok lammeren basis van geitenbedrijf PAGINA 18
Unieke samenwerking met bierbrouwerij Koningshoeven PAGINA 28
schakelin succesvoor ondernemers in de tuinbouw,
akkerbouw en veehouderij
Cor van Schaik en Johan Hogenesch:
“ Als ledenraad denken we mee over het beleid”
01
Opmars van de coöperatie PAGINA 12-15
Groeien in een krimpende markt 5
Ledendagen met een plus 6
Enkelvoudige grondstoffen 8
Exlan: nieuwe naam en huisstijl 9
Agrifirm Winkel BV: eigen identiteit 10
Reportage: optimale melkproductie 16
De beste maïsrassen voor 2012 17
Samenwerken aan succes varkenshouder 19
Zeugenhouder zet de puntjes op de i 20Behandelingsoverzichten legpluimvee 22
Reportage: vroeg bestellen 24
ThermoSeed zorgt voor sterkere plant 26
Geschiktheid bladbemesting varieert 27
Bemestingsplan vollegrondsgroenten 29Reportage: de beste bollen van het duinzand 30
Samenspel 32
Kwaliteit voorop voor geitenhouders
18
Goede start voor vleeskuikens
23
Samenwerking Agrifirm Plant en bierbrouwerij 28
Gezamenlijk meer bereiken met coöperatie
12
2 schakel in succes januari 2012
In dit nummer Agrifirm houdt koers
Sinds 1 januari heeft Agrifirm een nieuwe hoofd
directie. CFO Jaap Vessies is verantwoordelijk
voor financiën en ICT, COO Joost Helsen voor de
bedrijven binnen Agrifirm Group en ondergetekende
is voorzitter van de hoofddirectie/CEO.
Een nieuwe directie, maar dezelfde strategie. De
huidige hoofddirectie was intensief betrokken bij
de strategiebepaling en staat daar vierkant achter.
Agrifirm heeft een duidelijke coöperatieve missie:
waarde creëren voor haar leden. Onze bedrijven in
binnen en buitenland hebben de opdracht om met
producten en diensten toegevoegde waarde te
creëren op de bedrijven van klanten. Daarnaast
vloeit door het Ledenvoordeel vijftig procent van
het resultaat van nietledenactiviteiten terug naar
de leden.
Agrifirm heeft een stevige basis. Zelfs in het eerste
jaar bleven de omzetten in de belangrijkste markten
op peil of groeiden. Dat is geen reden om achterover
te leunen. We zetten in 2012 stevig in op innovatieve
producten, een perfecte uitvoering van alles wat we
voor klanten doen en een scherpe prijsstelling.
Daarnaast blijven we werken aan de strategische
pijlers groei, innovatie, samenwerken en het versterken
van de organisatie. Dat doen we met de ambitie om
voor u als klant de beste oplossing te leveren. Met
enthousiaste, gepassioneerde medewerkers die uw
bedrijf kennen en met u samenwerken.
Onze opdracht is voor u toegevoegde waarde te
leveren op korte en langere termijn. Daar staan we
voor en daar gaan we voor.
Ton Loman,
voorzitter hoofddirectie
Agrifirm Group
TOeKOmST
Rabobank-directievoorzitter Piet
Moerland zag toekomstmogelijkheden
voor Nederland, omdat Nederland toon-
aangevend is op veel actuele wereld-
wijde thema’s. De uitdaging voor de
agrarische sector is volgens Moerland
het produceren van voldoende en veilig
voedsel voor de groeiende wereld-
bevolking. In dat verband is volgens de
Rabo-topman het coöperatieve onderne-
mingsmodel het model van de toekomst.
“Je hebt de boeren hard nodig.”
DUURZAAmHeID
Jan Peter Balkenende, voormalig minister
president en tegenwoordig partner bij
accountantskantoor Ernst & Young,
benadrukte dat duurzaamheid niet “iets
erbij” is. Het is de basis van een winst-
gevende aanpak. Hij noemde Agrifirm
als voorbeeld van een onderneming die
innovatie en internationale groei combi-
neert en daarmee duurzaam onder-
nemen gestalte geeft. “Dat doen jullie
met je beide benen op de grond en dat
is belangrijk”. De positieve woorden van
de inleiders ontlokten Kees Sijssens de
vraag hoe het toch komt dat de agrari-
sche sector vaak zo negatief in de
belangstelling staat. De drie inleiders
waren het roerend met hem eens dat er
alle aanleiding is om daar meer positieve
aandacht aan te besteden.
Duurzaam innovatief ondernemerschap
Ter gelegenheid van het afscheid van
CeO Kees Sijssens is een symposium
georganiseerd. enkele honderden
aanwezigen luisterden naar drie
beschouwingen over het thema:
Duurzaam innovatief ondernemer-
schap, sleutel voor succesvolle
agrosector.
De sprekers roemden de economische
prestaties van de Nederlandse land- en
tuinbouw en de hoge efficiency en
productiviteit. De eerste inleider was
Aalt Dijkhuizen, bestuursvoorzitter van
Wageningen Universiteit en Research-
centrum (WUR). “Met eenzelfde
productiviteitsgroei, is het mogelijk om
over veertig jaar de voorspelde negen
miljard mensen op de aarde te voeden”,
aldus Dijkhuizen. De belangrijkste
factor in het succes is volgens hem de
ondernemende boer of tuinder.
In 2015 alleen nog duurzame soja
De Nederlandse voedselketen wil in
2015 alleen nog duurzame soja ver-
werken, geteeld volgens de principes
van de Round Table on Responsible
Soy. Op 15 december ondertekende
een groot aantal partijen uit de keten
daar een intentieverklaring voor. De
Nederlandse Vereniging Dier voeder-
industrie Nevedi, en via Nevedi ook
Agrifirm, speelde hierin een
grote rol. Andere ondertekenaars
waren bijvoorbeeld partijen uit de
zuivel- en vleesindustrie, de retail en
het Initiatief Duurzame Handel
(IDH). De omschakeling gaat naar
schatting 7 miljoen euro kosten.
De helft daarvan wordt gefinancierd
door het IDH, het bedrijfsleven
brengt de andere helft op. In de
komende vier jaar willen de bedrijven
steeds grotere partijen gecertificeerde
soja opkopen, om in 2015 volledig te
zijn omgeschakeld. Het IDH spreekt
van een mijlpaal op het gebied van
duurzame handel.
ReCTIFICATIe
In de Schakel in Succes van november
2011 stonden de verkeerde
overlijdensdata in de rubriek In
Memoriam. De heer Herman Scheffer
overleed op 20 september 2011,
mevrouw Gerrie Huirne overleed op
23 september 2011 en de heer
Egbert-Jan Blaauw overleed op
29 september 2011. We bieden
bij deze onze excuses aan voor het
vermelden van de verkeerde data.
< Piet Moerland (l), Aalt Dijkhuizen (m) en Jan Peter Balkenende roemden de economische prestaties van de Nederlandse land en tuinbouw.
< Kees Sijssens en zijn vrouw Carri tijdens de receptie.
3schakel in succes januari 2012
De focus bij vernieuwende voer- en
logistieke concepten van Agrifirm ligt
dan ook op het optimaal voeren van
dieren en een reductie van de kostprijs.
Onlangs bleek dat door die focus ook
de carbon footprint wordt verlaagd.
Goed nieuws dus.
CO2-emISSIe IN VOeRKeTeN
Onlangs heeft Agrifirm voor een aantal
cases een onafhankelijk bureau de CO2-
emissie in de voerketen laten berekenen.
Met voerketen wordt in dit geval het
traject bedoeld van grondstof tot aan
het boerenerf. Van boerenerf tot de
consument is niet meegenomen in
deze berekeningen. Tot nu toe was de
berekening van CO2-emissie alleen
gedaan voor het vleesvarkensvoer Air
Line [2.0]. Hiervan was al bekend dat
het ten opzichte van conventioneel
vleesvarkensvoer, naast een betere
fosfaat- en stikstofbenutting bij
varkens, ook zorgt voor 11 procent
reductie van de CO2-footprint in de
keten. Uit de berekeningen blijkt nu dat
ook met Kernvoer voor vleeskuikens,
Vigor voor legpluimvee, Proficorn voor
melkvee en de logistiek van MervoBest®
voor rundvee een sterke CO2-reductie
wordt behaald.
KeRNVOeRCONCePT
Bij het kernvoerconcept voor vlees-
kuikens maakt de pluimveehouder
gebruik van de goede eigenschappen
van lokaal geteelde tarwe. Door het
gebruik van lokale tarwe, hoeft er geen
tarwe geïmporteerd te worden en dat
scheelt weer in de transport- en produc-
tiekosten. Ook worden productiekosten
en -emissies vermeden omdat de tarwe
niet verwerkt hoeft te worden in de
mengvoerfabriek. Met het kernvoer-
concept kan de carbon footprint met
wel 2,4 procent worden verlaagd. De
Investeren in duurzaamheid is een belangrijke voorwaarde voor
continuïteit. Zowel voor Agrifirm als voor boeren en tuinders.
Gezien de sterk competitieve markt is het echter van groot
belang dat duurzame oplossingen ook financieel rendabel zijn.
vleeskuikenhouders van Agrifirm die nu
gebruik maken van dit concept zorgen
er gezamenlijk voor dat er omgerekend
ieder jaar zo’n 180 rondjes om de aarde
met een Volvo V40 worden vermeden.
VIGOR
Vigor is een nieuw voerconcept dat de
darmgezondheid van leghennen verbe-
tert en de vertering en voerbenutting
stimuleert. Door toepassing van een
vernieuwd grondstoffenpakket ver-
betert de gezondheid van de hen en
wordt de CO2-uitstoot met 3,1% gere-
duceerd. Als het Vigor-concept toe-
gepast zou worden op al het leghen-
nenvoer van Agrifirm, dan scheelt
dat 261 rondjes om de aarde qua
CO2 uitstoot met een Volvo V40.
PROFICORN
Proficorn kan worden ingezet als nutri-
tioneel hoogwaardige vervanger voor
krachtvoer. Het bestaat uit maïscel-
wanden, eiwitten en zetmeel. Tot voor
kort werd de maïsvezelstroom gedroogd
bij Cargill in Sas van Gent en vervolgens
ingezet als droog veevoeder. Door de
maïsvezelstroom niet te drogen en als
nat product direct vanuit dochter-
< De CO2uitstoot wordt onder andere door efficiënte logistiek verminderd.
schakel in succes januari 20124
Sterke CO2-reductie met vernieuwende concepten
Efficiënt werken draagt aantoonbaar bij aan duurzaamheid
bedrijf Bonda bij de boer te leveren,
worden echter dezelfde groeiresultaten
geboekt en worden emissies door
productie en logistiek vermeden. Voor
de boeren die hier gebruik van kunnen
maken, levert dit uiteindelijk een
reductie op van 1,7 procent CO2 per kg
melk. Voor alle beschikbare Proficorn
uit Sas van Gent komt dit overeen met
2.788 rondjes om de aarde met een
Volvo V40. Aangezien de emissie van
methaan een fors deel van de
CO2-footprint van melk bepaalt, is het
bereiken van zo’n reductie via het voer
een enorme stap voorwaarts.
meRVOBeST®
Agrifirm-bedrijf Pre-Mervo produceert
premixen voor veevoeders. MervoBest®
is een voedermiddel voor rundvee met
een hoog aandeel darmverteerbaar ei-
wit. Door MervoBest® niet langer per
truck maar per boot te vervoeren,
wordt 278 ton CO2-emissie per jaar
vermeden. Dit komt overeen met 36
rondjes om de aarde met een Volvo
V40. Doordat de hoeveelheid
MervoBest® in mengvoeders per
toepassing verschilt, kan er geen
berekening plaatsvinden op het eind-
product. De uitgevoerde carbon
footprintberekeningen zijn onderdeel
van het duurzaamheidsbeleid van
Agrifirm. Het optimaal laten presteren
van planten en dieren staat in dit beleid
centraal. Wilt u hier meer over weten?
Kijk dan op onze website. Meer infor-
matie over bovenstaande producten en
concepten kunt u ook vinden op
www.agrifirm.com of neem contact
op met uw buitendienstspecialist.
< De CO2uitstoot wordt onder andere door efficiënte logistiek verminderd.
“ Focus op optimaal voeren en lagere kostprijs.”
schakel in succes januari 2012 5
Groeien in krimpende markt
Agrifirm wist in 2011 de voerafzet nagenoeg op peil te houden. In een krimpende
markt betekent dat een verhoging van het marktaandeel. Ook in de afzet van
meststoffen en gewasbescherming waren de ontwikkelingen positief.
Volgens de Nederlandse Vereniging van Diervoerders daalde in 2011 de meng-
voerafzet in Nederland fors. Bij Agrifirm blijft de afname van de mengvoerafzet
beperkt ten opzichte van 2010.
GROeI mARKTAANDeel
Per saldo is daarmee sprake van een groei in marktaandeel. Tegelijk steeg de afzet
in natte en droge producten. Ook de afzet in gewasbeschermingsmiddelen en
meststoffen verliep beter dan verwacht. Zeker in de kunstmeststoffen is landelijk
al jarenlang een forse krimp gaande door een efficiëntere bemesting en het
gebruik van dierlijke mest. Agrifirm bevordert deze ontwikkeling. Ook in de
gewasbescherming staat efficiënt gebruik van middelen op de eerste plaats.
ReSUlTATeN 2011
De definitieve financiële resultaten over 2011 worden eind maart met de
ledenraad besproken. Tijdens de Agrifirm Ledendagen in februari worden ze in
concept gepresenteerd.
Ook in 2012 proeven regionale sojateelt
Agrifirm blijft ook in 2012 proeven
doen met sojateelt in Noord West
europa. In 2011 zijn belangrijke nieuwe
inzichten opgedaan en stappen gezet
bij proeven met sojateelt in Nederland
en Polen. De gemiddelde opbrengst
van de Nederlandse proeven was
ongeveer drie ton per hectare, in Polen
twee ton per hectare.
Regionale teelt is dus mogelijk, zelfs bij
natte weersomstandigheden. De op-
brengst was echter te laag om te concur-
reren met graan. Daardoor is soja nu nog
niet commercieel aantrekkelijk voor
akkerbouwers. Regionale teelt kan echter
een duurzaam alternatief voor soja uit
Zuid-Amerika zijn. Daarom besloot
Agrifirm onlangs om de samenwerking
met een kweker van eiwithoudende
gewassen voort te zetten.
In 2012 is het belangrijk aansluiting te
vinden met andere marktpartijen om
de soja commercieel aantrekkelijk te
maken. Agrifirm ervaart een groeiende
interesse van boeren in de sojateelt.
Daarom zijn twee rassen, namelijk
Hector en Sunrise, aangeboden voor
plaatsing op de rassenlijst en is een
teelthand leiding gemaakt. Ook zijn de
eerste ontheffingen voor het gebruik
van gewasbeschermingsmiddelen
verleend. Naar verwachting zijn enkele
middelen al in 2012 beschikbaar.
6 schakel in succes januari 2012
Uitnodiging
Agrifirm Ledendagen
schakel in succes
Agrifirm. Daarbij groeit Agrifirm in
omzet, in aantal klanten en in efficiëntie.
Terwijl dat toch een jaar was waarin
de bankwereld op zijn kop stond, de
eurocrisis doorzette en de prijzen sterk
fluctueerden.
Dit jaar organiseert Agrifirm tien Leden-
dagen. Daarbij worden de leden uit
verschillende districten tegelijk uit-
genodigd. In het overzicht vindt u de
data en de locaties en op de kaart de
districten. U heeft als lid al een aparte
uitnodiging ontvangen, met daarin een
gedetailleerd programma. Op de daarbij
meegestuurde brief stond ook uw
districtnummer vermeld.
ReIleN eN ZeIleN
U krijgt tijdens de Ledendagen natuurlijk
inzicht in het reilen en zeilen van uw
coöperatie. Na het eerste intensieve jaar,
met hier en daar aanlooppro ble men,
kan aan het begin van 2012 gesteld
worden dat de nieuwe organisatie er
staat. De dagvoorzitster, Marit van
Bohemen (bekend van de reclame van
Beemsterkaas) zal over dit onderwerp
het bestuur en de hoofddirectie inter-
viewen en ook u de kans geven vragen
te stellen. Geen moeilijke opsomming
van jaarcijfers, maar een interactieve
presentatie over het wel en wee van
Welkom op de Agrifirm ledendagen. Dit jaar in een vernieuwde
opzet, die recht doet aan het contact tussen lid en coöperatie en
tegelijk meer biedt voor u als ondernemer. een opzet waarin
ruimte is voor contact met collega’s, Agrifirm-medewerkers en
met directieleden en commissarissen. We spreken u graag
tijdens één van de dagen.
Nieuwe opzet Agrifirm Ledendagen
U & agrifirm: Ledendagen met een plus
11
7
4
12
3
65
98
12
10
14
13
10
14
2
3
6
15
1617
26
27
28
2118 19
20
22 23
24 25
Regio 1: district 26, 27, 28
Regio 2: district 21, 24, 25
Regio 3: district 16, 17, 18, 19
Regio 4: district 15, 20, 22, 23
Regio 5: district 10, 13, 14
Regio 6: district 7, 8, 11, 12
Regio 7: district 2, 3, 6, 9
Regio 8: district 1, 4, 5
VAN GeDACHTeN WISSeleN
Tijdens de lunch kunt u worden
bij gepraat door de bedrijven die deel
uitmaken van de Agrifirm Group. Een
scala van activiteiten, gericht op het
versterken van de ondernemer in de
land- en tuinbouw en die samen een
stevig fundament vormen onder de
coöperatie. Ook leden van de raad van
commissarissen en de hoofddirectie zijn
aanwezig. Zij horen graag uw mening en
willen altijd de ontwikkelingen in en
standpunten van uw coöperatie
toe lichten en met u daarover van
gedachten wisselen.
7schakel in succes januari 2012
WORKHOPS eN SPReKeRS
Tijdens twee workshoprondes is er tijd
voor meer vaktechnische inleidingen.
U kunt zelf kiezen welke workshop u
wilt volgen. Dit kan een onderwerp in
uw eigen belevingswereld zijn, maar
wellicht leert u ook veel bij een inleiding
die niet helemaal gesneden koek voor u
is. Als uitsmijter aan het eind van de dag
heeft Agrifirm gerenommeerde sprekers
gevraagd hun visie op ondernemerschap,
presteren, teamspirit en het bereiken
van resultaat neer te zetten. Hans van
Breukelen, Annemarie van Gaal en Marc
Lammers weten waarover ze spreken en
zullen hun visie met passie met u delen.
WelKOm
Wij heten u van harte welkom op de
Agrifirm Ledendagen, waar u kunt
genieten van een uniek en gevarieerd
programma. Alle leden hebben rond
20 januari een uitgebreide uitnodiging
ontvangen. Heeft u deze onverhoopt niet
ontvangen of bent u nog geen lid, maar
wel geïnteresseerd in Agrifirm als partner
voor uw bedrijf, ook dan bent u van harte
welkom op één van deze dagen.
Datum District Spreker Locatie Tijden
(onder voorbehoud)
Dinsdag 16/17/ Marc Lammers NAC Breda Ontvangst: 10.45
07022012 18/19 Einde: ± 16.30
Woensdag 2/3/ Annemarie Euroborg Groningen Ontvangst: 09.45
08022012 6/9 van Gaal Einde: ± 16.00
Donderdag 1/4/5 Annemarie WTC Leeuwarden Ontvangst: 09.45
09022012 van Gaal Einde: ± 16.00
Dinsdag 21/24/ Hans van PSV Stadion Ontvangst: 10.45
14022012 25 Breukelen Eindhoven Einde: ± 16.30
Woensdag 26/27 Marc Lammers Dok6 Panningen Ontvangst: 10.45
15022012 Einde: ± 16.30
Donderdag 28 Marc Lammers Van der Valk Ontvangst: 09.45
16022012 SteinUrmond Einde: ± 16.00
Maandag 10 Annemarie AZ Stadion, Alkmaar Ontvangst: 09.45
20022012 van Gaal Einde: ± 16.00
Donderdag 13/14 Annemarie Kasteel Woerden Ontvangst: 09.45
23022012 van Gaal Einde: ± 16.00
Vrijdag 7/8/11/ Annemarie Coelenhage Wezep Ontvangst: 09.45
24022012 12 van Gaal Einde: ± 16.00
Dinsdag 15/20/ Marc Lammers Verploegen Wijchen Ontvangst: 10.45
28022012 22/23 Einde: ± 16.30
Uitnodiging
Agrifirm Ledendagen
schakel in succes
Tijdens uw bezoek aan een Agrifirm Ledendag kunt u twee keer
een workshop naar eigen keuze bezoeken. Daarvoor heeft
Agrifirm zeven verschillende workshops voorbereid. U kunt
daarvan dus één tijdens de ochtendsessie bezoeken en één
tijdens het middagprogramma.
Naast bedrijfsmatig georiënteerde workshops, kunt u ook kiezen
voor meer algemene workshops. U kunt op de dag zelf, tijdens
uw bezoek aan de Agrifirm Ledendag, nog uw keuze maken
voor een bepaalde workshop.
Hieronder alle onderwerpen:
1. Ik, de boerin, als merk op het bedrijf. Deze workshop is sterk
gericht op de vrouwelijke partner op het bedrijf
2. Imago en landbouw. Een veel besproken thema, dat dieper
ingrijpt dan ‘boer zoekt vrouw’ veelal uitstraalt
3. Duurzaamheid, stand van zaken en de rol van Agrifirm.
In 2050 negen miljard mensen voeden vraagt om een
toekomstgerichte productie
4. Grondstoffen, de schommelingen van de voerprijs.
Grondstoffen wereldwijd inkopen kopen is een bijzonder vak
5. Innovatieve akker- en tuinbouw. Toekomst gerichte productie
vraagt vernieuwende inzichten en methoden
6. Innovatieve veehouderij. Moderne veehouderij kan niet
zonder vernieuwende concepten en technieken
7. Beweeglijke graanmarkten; een kans voor de telers
Bezoek aan workshops zeker de moeite waard
8 schakel in succes januari 2012
De verkoop van enkelvoudige grond-
stoffen omvat bijna 10 procent van de
totale voeromzet van Agrifirm Feed.
Deze handel is vooral gericht op vee-
houders die grotere volumes per keer
bestellen. Daarnaast worden er grond-
stoffen meegeleverd met mengvoer
vanaf de productielocaties. Gerrit
Schilstra is verantwoordelijk voor de
afdeling Dier, waar veehouders enkel-
voudige grondstoffen in kunnen kopen.
“Het grote volume grondstoffen dat
Agrifirm Feed inkoopt voor mengvoer
draagt bij aan een scherpe inkoopprijs
en lage logistieke kosten voor grond-
stoffen, net als de ervaring en kennis
van de inkopers.
PRIJSVORmING
De prijzen van grondstoffen kunnen
sterk fluctueren en zijn afhankelijk van
de prijsnoteringen op de wereldmarkt.
Agrifirm Feed kent drie verschillende
prijssystemen voor grondstoffen waarbij
de risico’s in meer of mindere mate
afgedekt kunnen worden.
> de dagprijs is gebaseerd op de actuele
dagprijzen van grondstoffen;
> de Feedcliqprijs is gebaseerd op de
termijnnoteringen van grondstoffen.
Hierbij is het mogelijk om de prijs van
een product vast te zetten voor
leveringen in de toekomst;
> Feedfix gaat ervan uit dat, over een
langere periode, de inkopers van
Agrifirm Feed gemiddeld goedkoper
inkopen dan op dagprijs het geval zou
zijn geweest. Met Feedfix maakt de
klant gebruik van de inkoopposities
van de grondstoffen van Agrifirm
Feed en geeft hierbij het vertrouwen
aan de inkopers. U maakt een afspraak
voor levering voor een langere periode
waarbij de prijs maandelijks bepaald
wordt.
Agrifirm Feed noteert de prijzen bij alle
systemen franco geleverd. Dit zorgt voor
transparantie in de handel in grond-
stoffen en voorkomt verrassingen voor
extra logistieke kosten. De medewerkers
van afdeling Dier adviseren veehouders,
bijvoorbeeld over de prijs- en markt-
ontwikkeling en het meest passende
prijssysteem. De afdeling Dier is te
bereiken via T (088) 488 10 12.
Meer enkelvoudige droge grondstoffen in rantsoen
Het enkelvoudig voeren van grondstoffen in de veehouderij neemt toe. Het gaat
daarbij bijvoorbeeld om tarwe, soja, maïsmeel en andere droge grondstoffen.
< Egbert Schreurs, Wim Marien en Janet Breembroek (v.l.n.r.) verzorgen bij Agrifirm Feed de handel in grondstoffen.
Efficiënt rantsoen met bierbostel
Bierbostel is in veel moderne rant-
soenen een onmisbare eiwitbron
geworden. Het is een eiwitrijke
krachtvoervervanger met een hoge
benutting van eiwit. De specifieke
werking op de pens en op de gezond-
heid van het vee wordt door de
praktijk onomstotelijk onderschreven.
Bierbostel kan hierdoor de benutting
van eigen ruwvoer stimuleren. Het
levert daardoor een belangrijke
bijdrage aan de optimalisatie van
het rantsoen.
Agrifirm-dochteronderneming Bonda
levert het hele jaar rond bierbostel.
Neem voor meer informatie contact
op met uw specialist van Agrifirm
Feed of bel met afdeling Dier via
(088) 488 10 11.
...
schakel in succes januari 2012 9
staat, zijn we klaar om met onze nieuwe
naam naar buiten te treden”, aldus Van
Reijmersdal. Hier zijn nog wel uit-
zonderingen op. De Groot: “Agrifirm
Quotumbank is bijvoorbeeld onderdeel
van Exlan, maar treedt onder de eigen
naam naar buiten. Het is gewoon een
sterke naam, met een grote herkenbaar-
heid, dus daar houden we aan vast.”
ACTIeVe COmmUNICATIe
Dat zijn echter uitzonderingen. Verreweg
de meeste uitingen zullen voortaan in
de Agrifirm-stijl zijn. Dat zal de klanten
niet ontgaan want Agrifirm Exlan gaat
actiever communiceren. “Dat is eigen-
lijk een extra service voor de klant”,
legt de Groot uit. “Met nieuwsflitsen
via de email houden we ondernemers
bijvoorbeeld op de hoogte van ontwik-
kelingen in de sector en in de markt.
Ook dat hoort bij het ontzorgen van
klanten. Wij hebben de kennis in huis
en willen daarmee zowel een expert als
een gesprekspartner en coach voor
ondernemers zijn.”
< v.l.nr. Hans van Reijmersdal, Toon van der Putten en Harry de Groot .
Nieuwe naam en huisstijl
Agrifirm Exlan biedt een compleet servicepakket
een nieuw jaar betekent voor Agrifirm-
dochter exlan ook een nieuwe naam
en huisstijl. Sinds 1 januari is de naam
van deze onderneming veranderd van
exlan Consultants in Agrifirm exlan.
maar ook andere stappen in de ont-
wikkeling van het bedrijf”, vertelt
manager Harry de Groot. “Van de
coaching van ondernemers en het
maken van bouwtekeningen, tot het
begeleiden bij vergunningaanvragen of
juridische procedures, maar ook de
mineralenadministratie. Het hele
pakket.” Exlan heeft ongeveer veertig
mensen in dienst, waaronder een groot
aantal adviseurs die alles weten van
hun eigen vakgebied. Van der Putten:
“Ondernemers hebben steeds meer
behoefte om specifieke expertise in te
kopen en wij willen die expert zijn. We
willen de klant ontzorgen.”
INTeRNe AFSTemmING
Om die ambitie waar te maken richtte
Exlan zich in 2011 op het uitbouwen
van de organisatie. “Door de fusie van
Agrifirm en Cehave Landbouwbelang
hebben we nu een landelijke dekking
en afgelopen jaar hebben we besteed
aan het optimaal afstemmen van de
nieuwe organisatie. Nu dat helemaal
Ook de huisstijl is aangepast in lijn met
de Agrifirm-stijl en -kleuren. De advies-
organisatie wil daarmee duidelijk uit-
dragen onderdeel van Agrifirm te zijn.
“Dat maakt het makkelijker om aan-
sluiting te vinden bij Agrifirm-klanten
en te profiteren van de slagkracht van
onze moederonderneming”, legt
directeur Toon van der Putten uit.
Manager Hans van Reijmersdal voegt
toe dat andersom ook Agrifirm van
deze nauwere banden kan profiteren.
“Het is voor de klant meteen duidelijk
dat Agrifirm een heel compleet service-
pakket in huis heeft.”
ONTZORGeN
De klanten van Agrifirm Exlan zijn voor-
al ondernemers met toekomstplannen.
“Dat kunnen uitbreidingsplannen zijn,
schakel in succes januari 201210
ties die meerdere winkels hebben.
Winkel BV is verantwoordelijk voor de
exploitatie van de 60 eigen winkels.
ONDeRNemeRSCHAP
Iedere vestiging heeft een eigen
bedrijfsleider. “Dit zijn eigenlijk onder-
nemers in loondienst”, legt De Jong uit.
“Ze krijgen een budget en zijn binnen
dat budget zelf verantwoordelijk voor
hun winkel. Door de bedrijfsleiders
eigen verantwoordelijkheid te geven,
komt het ondernemerschap echt naar
voren en dat maakt het juist leuk, ook
voor henzelf.” Omdat Agri Retail de
formule bewaakt, kan de bedrijfsleider
zich puur op de eigen winkel focussen.
“Hij kan zich bijvoorbeeld richten op de
voorraad, het personeel en vooral om
Welkoop is een franchiseformule en alle
winkels hebben dezelfde uitstraling.
Het gaat om het merk BoerenBond of
het merk Welkoop. Voor een sterk merk
is een uniforme uitstraling belangrijk.”
De franchiseformule is in handen van
Agri Retail. Deze organisatie bepaalt
voor alle BoerenBond/Welkoop winkels
het assortiment, de folders en andere
landelijke uitingen. Agrifirm Winkel BV
is één van de franchisenemers bij Agri
Retail, naast onder andere particuliere
ondernemers en twee andere organisa-
Teije de Jong is verkoopmanager van
Agrifirm Winkel BV. “Onze winkels
zitten eigenlijk door het hele land heen.
Sinds de fusie van Agrifirm-oud en Ce-
have Landbouwbelang hebben we ook
acht BoerenBond winkels. BoerenBond
zit onder de grote rivieren, alle winkels
boven de rivieren heten Welkoop.”
FRANCHISeFORmUle
De winkels van Agrifirm zijn niet
herkenbaar als onderdeel van Agrifirm.
Dat is een bewuste keuze. “BoerenBond/
‘We hebben een duidelijke eigen identiteit’
Nederland telt 232 Welkoop/BoerenBond winkels. Van deze
winkels zijn er 60 in eigendom van Agrifirm, via dochter-
onderneming Agrifirm Winkel BV.
Agrifirm Winkel BV exploiteert 60 winkels
< Verkoopmanager Teije de Jong van Agrifirm Winkel BV.
“Agri Retail heeft een zogenaamde witte
vlekken strategie; er zijn een aantal
gebieden in Nederland waar nog geen
winkels zitten. Daar wil Agri Retail zich
in de komende jaren wel vestigen en als
dat locaties in ons werkgebied zijn
heeft Winkel BV de eerste keuze om
een winkel te beginnen.”
GelD VeRDIeNeN
Bij bestaande winkels wordt kritisch
naar de locatie en het pand gekeken en
zo nodig verhuist de winkel naar een
nieuwe locatie. Per jaar zijn er in totaal
twaalf winkels nieuw of vernieuwd.
“We zien direct dat de omzet bij die
winkels stijgt en dat is belangrijk. Wij
zijn namelijk geen core-business voor
Agrifirm. Onze opdracht, en daarmee
onze doelstelling, is geld verdienen.”
personeel. Voorheen was er vaak
onduidelijkheid: het merk is onderdeel
van Agri Retail, de winkel valt onder
Agrifirm Winkel BV, wat weer onder-
deel is van Agrifirm. Daardoor wisten
mensen nauwelijks bij wie ze in dienst
waren. Nu hebben we een duidelijke
eigen identiteit als Winkel BV.” Het
personeel van de winkels, in totaal 650
medewerkers in 60 winkels, is in dienst
van Winkel BV. Er is 13 man onder-
steunend personeel op kantoor en
daarnaast zijn er vier retailmanagers,
die de contacten met de bedrijfsleiders
onderhouden en samen met hen
bijvoorbeeld assortimentskeuzes ma-
ken en de budgetten bewaken.
UITBReIDING
Alle winkels worden eens in de vijf jaar
helemaal opnieuw ingericht. “Er staat
dan eigenlijk weer een compleet nieuwe
winkel. Dat werpt zijn vruchten af:
mede daardoor groeit de omzet bij
onze winkels harder dan bij de winkels
waar minder in geïnvesteerd wordt.”
Daarnaast komen er per jaar ongeveer
drie à vier nieuwe winkels bij. Dit past
in de strategie van Winkel BV om het
aantal winkels verder uit te breiden.
het de klant zo goed mogelijk naar de
zin te maken. Uiteindelijk draait het
allemaal om de klant.”
PARTICUlIeRe DOelGROeP
Van oudsher waren agrarische onder-
nemers de belangrijkste klanten van
BoerenBond/Welkoop winkels, maar
tegenwoordig zijn dat particulieren. “Er
zijn een aantal winkels waar nog 20 tot
30 procent van de omzet uit de agrari-
sche sector komt, maar dit zijn maar
een paar winkels. Dat kan niet anders,
de boerenbedrijven zijn te groot om
bijvoorbeeld veevoer nog af te komen
halen. We zijn de boer niet vergeten, in
alle winkels is bijvoorbeeld twee keer
per jaar een boerenkoopavond, maar
particulieren zijn de belangrijkste doel-
groep.”
eIGeN IDeNTITeIT
Hoewel Winkel BV 100 procent dochter
van Agrifirm is, profileert de onderne-
ming zich nadrukkelijk met een eigen
identiteit. “Onze strategie is zelfs om
wat meer afstand tot Agrifirm te
houden dan in het verleden”, vertelt
De Jong. “Dat is om verwarring te voor-
komen, vooral ten opzichte van het
schakel in succes januari 2012 11
“ Voor een sterk merk is een uniforme uitstraling belangrijk.”
schakel in succes januari 201212
van haar leden, door overeenkomsten
met hen af te sluiten. Het is een vorm
van zelforganisatie van producenten
of verbruikers, gericht op een grotere
economische macht en schaalvoordeel.
De leden zijn tevens eigenaar van de
onderneming en nauw betrokken bij de
strategie. Het uitgangspunt is vaak,
zoals Koekkoek ook zegt, dat de leden
gezamenlijk meer kunnen bereiken dan
ieder voor zich. Kenmerkend is boven-
dien dat de winst van een coöperatie
terugkomt bij de leden. Ongeveer de
helft van de 7.500 coöperaties in
Nederland heeft agrarische wortels.
Bekende niet-agrarische coöperaties
zijn Rabobank, Dela en Coop. Agrifirm
staat op plaats vijf in de door de Natio-
nale Coöperatieve Raad voor land- en
tuinbouw (NCR) gepubliceerde top 40
van agrarische coöperaties. De grootste
agrarische coöperatie is Friesland-
Campina. De Verenigde Naties hebben
2012 uitgeroepen tot Jaar van de
van commissarissen Noud van Vught
vult hem aan: “Het doel van een coöpe-
ratie is niet alleen geld verdienen. Het
gaat ook om het leveren van een goed,
betrouwbaar product, tegen zo laag
mogelijke kosten. Maar laten we wel
wezen: zonder winst kan ook een
coöperatie niet blijven draaien. Je hebt
nu eenmaal winst nodig om te kunnen
investeren. Als je toonaangevend wilt
blijven, moet je investeren. Het gaat
om een scherpe prijs en een goede
begeleiding.”
De COöPeRATIe
Een coöperatie is een vereniging die
opkomt voor de materiële belangen
De coöperatie is bezig aan een opmars. In mei 2011 stonden
7.500 coöperaties ingeschreven bij de Kamer van Koophandel,
ruim 2.100 meer dan eind 2009. In economische slechte tijden
blijkt de coöperatie een betrouwbare partner voor haar leden.
Samen meer bereiken
De opmars van de coöperatie
“De essentie van een coöperatie? De
kreet ‘Welbegrepen eigenbelang’ zegt
voor mij eigenlijk alles.” Aan het woord
is Theo Koekkoek, voorzitter van de
raad van commissarissen van Agrifirm.
“Welbegrepen eigenbelang is de naam
van de allereerste coöperatie in Neder-
land die in 1877 werd opgericht. Het
idee was: als we dingen samen doen,
kunnen we het verder brengen dan
alleen. Dat is nog steeds het uitgangs-
punt. Samen bereiken we meer dan
alleen. Het gaat hierbij niet alleen om
het collectief belang, maar om het
belang van elk individueel lid. Dat lijkt
wat soft, maar het gaat om keiharde
business.” Vice-voorzitter van de raad
< De Ledenraad is het hoogste orgaan van de coöperatie Agrifirm.
13schakel in succes januari 2012
plant
>
BeDRIJFSVOeRING
Voorwaarde voor een succesvolle
coöperatie is volgens Van Vught een
goede bedrijfsvoering. “Een coöperatie
moet efficiënt en zakelijk aangestuurd
worden. Het kan niet zo zijn dat het
servicegehalte zo hoog wordt dat het
bedrijf niet meer financieel gezond is.
Boeren en tuinders hebben het nu al
niet makkelijk. Wij zijn het verplicht aan
onze achterban om het zo goed mogelijk
te doen. Agrifirm dient een betrouw-
baar product te leveren zonder poespas,
gecombineerd met een eerlijke en
goede service. Daar rekenen onze
leden op.”
DUURZAAmHeID eN INNOVATIe
Innovatie en duurzaamheid zijn actuele
thema’s in de sector. Volgens Koekkoek
en Van Vught passen deze thema’s
goed bij de coöperatieve insteek,
Samenstelling coöperatie Agrifirm
De coöperatie Agrifirm is als volgt ingericht:
Bestuur
Het bestuur bestaat uit praktiserende boeren en tuinders en externe leden.
Het bestuur is tevens de raad van commissarissen van de onderneming Agrifirm.
Ledenraad
De gekozen districtsbestuurders van de 28 districten vormen samen de ledenraad, het
hoogste orgaan van de coöperatie. Deze raad heeft belangrijke bevoegdheden op het
vlak van investeringen, onroerend goed, samenwerkingsverbanden en goedkeuring van
de jaarrekening.
Sectorraden
Er zijn sectorraden in de rundveehouderij, varkenshouderij, pluiveehouderijtakken en
de akker- en tuinbouw. Ze dienen als klankbord voor de directies van Agrifirm Feed en
Agrifirm Plant.
Jongerenraad
De Jongerenraad bestaat uit jonge, agrarische ondernemers tussen de 18 en 35 jaar
oud uit alle districten van de coöperatie. De Jongerenraad heeft een belangrijke
klankbordfunctie voor bestuur en directie.
Coöperatie, mede vanwege de belang-
rijke rol voor de economische ontwik-
keling. Het is tekenend voor de opmars
van de ondernemingsvorm.
ImAGO
Die opmars draagt weer bij aan verbete-
ring van het imago, denkt Koekkoek.
“Tot een paar jaar geleden werd de
coöperatie gezien als een stoffige
onderneming uit het verleden. Ik zie
daar een kentering in sinds de financiële
crisis.” Zowel Koekkoek als Kees Barlagen,
voorzitter van de Jongerenraad van
Agrifirm, zien daarin een aandeel van de
Rabobank. Barlagen: “Deze coöperatieve
bank is eigenlijk de enige bank die heel
door de crisis is gekomen. “ Van Vught
denkt dat het betere imago vooral te
maken heeft met het lange termijn
denken van de coöperatie. “Voor de
crisis wilden mensen zo snel mogelijk,
zoveel mogelijk geld verdienen. Ze zijn er
achter gekomen dat het zo niet werkt.”
Koekkoek voegt daar aan toe dat coöpe-
raties, in tegenstelling tot beurs-
genoteerde ondernemingen, niet te
maken hebben met het ongeduld van
een aandeelhouder. “Agrifirm hoeft niet
elke drie maanden te laten zien wat we
verdiend hebben. Coöperaties denken
aan rendement en perspectief, maar wel
op de lange termijn. Het mag dan wel
zijn dat een coöperatie de laatste jaren
minder sexy geweest is en misschien
wat stoffig, maar het zijn wel betrouw-
bare, stabiele organisaties geweest.
En succesvolle, zakelijke bedrijven!”
UNIeKe RelATIe
Een lid van een coöperatie heeft op
meerdere manieren een relatie met een
bedrijf. Ze hebben een eigendoms-
relatie, een zeggenschapsrelatie, een
financiële relatie en een transactie-
relatie. “Dat is uniek”, aldus Koekkoek.
”Wat ik een mooi idee vind, is dat het
belang van het bedrijf Agrifirm niet
voorop staat. Het gaat om de leden van
de coöperatie.” Koekkoek denkt dat
ondernemers lid worden van een coöpe-
ratie omdat een coöperatie betrouw-
baar is, transparant is naar de leden toe
en werkt aan een goede kostprijs.
“Leden hebben een directe lijn met
directie en commissarissen. Ze hebben
invloed op het beleid. Ze praten mee.
De financiële relatie kenmerkt zich ook
door het Ledenvoordeel. We willen
zoveel mogelijk winst bij de boer laten.”
“ Een coöperatie moet efficiënt en zakelijk worden aangestuurd.”
>
Bewust gekozen voor coöperatie
Bijna zo lang als hij zich kan herinneren is Johan Hogenesch lid van Agrifirm. Naar
eigen zeggen is de akkerbouwer, met ongeveer 85 hectare grond in het veenkoloniale
Gieten, sowieso erg coöperatief ingesteld. “We hebben bijvoorbeeld de bietenafzet
coöperatief geregeld.” De keuze voor coöperatieve partners is een bewuste, vertelt
Hogenesch. “Het bedrijf profiteert ervan. Je ontvangt gemiddeld altijd een goede
prijs, je hebt meer zekerheid bij inkoop en afzet en het bedrijf deelt mee in de winst
van de coöperatie. Bovendien hebben de leden zelf ook invloed op de onderneming.”
Sinds drie jaar is Hogenesch lid van de ledenraad. “Ik werd er voor gevraagd en het
leek me leuk en leerzaam. Je steekt er toch altijd wat van op.” Die rol brengt voor
Hogenesch ook een verantwoordelijkheid met zich mee. “Ik vind het belangrijk om
mijn regio goed te vertegenwoordigen binnen de coöperatie en gezamenlijk toezicht
te houden op de directie. Dat is belangrijk, dat de leden de directie zo nodig terug
kunnen fluiten en een vinger aan de pols houden. Uiteindelijk moet zowel het bedrijf
als de leden er baat bij hebben.”
< Johan Hogenesch
>
“ Uiteindelijk moet zowel Agrifirm als de leden er baat bij hebben.”
schakel in succes januari 201214
omdat het onderdelen van de lange
termijn strategie zijn. Ook Barlagen
roemt de lange termijn visie van de
coöperatie. Barlagen: “Een coöperatie
is juist een organisatie met lange-
termijndoelstellingen. Dat past goed
bij de doelstelling die leden hebben bij
hun eigen bedrijf. Leden zijn niet
geïnteresseerd in snelle winst, maar
willen het eigen bedrijf duurzaam en
stabiel naar de volgende generatie
brengen.” Koekkoek: “Duurzaamheid
en innovatie zijn niet voor niets onze
merkwaarden. Wij nemen de tijd om
te investeren in duurzaamheid en in
research & development. Op deze
gebieden kan een coöperatie echt
onderscheidend zijn.” Bovendien is
innovatie ook belangrijk voor de
toekomst van de coöperatie, denkt
Barlagen. “We moeten blijven
innoveren om steeds een stapje verder
te komen. Het gaat bij Agrifirm niet
alleen om de verkoop van producten
maar ook om de ontwikkeling van het
hele proces.” Die procesontwikkeling
draagt op zijn beurt weer bij aan een
duurzame bedrijfsvoering. ”Duurzaam-
heid is meer dan alleen milieu- en
natuurdoelstellingen. Je wilt tot in de
lengte van dagen je productiemethodes
kunnen volhouden. Ik zeg altijd: het
gaat om het evenwicht tussen econo-
mie, ecologie en de menselijke maat.
Wij hebben als Agrifirm een voor-
trekkersrol en helpen boeren om deze
duurzaamheid te bereiken”, vertelt
Van Vught.
TOeKOmST
De Agrifirm-bestuurders verwachten
dat het aantal coöperaties in de agrari-
sche sector zal afnemen. Dat heeft
echter vooral te maken met fusies en
schaalvergroting. Van Vught: “In andere
sectoren zie je juist weer een toename
van het aantal coöperaties. Daar komen
steeds meer coöperaties bij. Bijvoor-
beeld in de woningbouw, gezondheid-
zorg en energiesector. De totale omzet
van coöperaties is groeiend in Nederland.
Dus dat is een goed teken.” Barlagen
vult aan: “De coöperatie is een onder-
nemingsvorm van alle tijden. De
oprichting heeft in het verleden vaak
plaatsgevonden om de marktmacht
beter aan te kunnen. Dat heb je nog
steeds nodig, nu en in de toekomst.”
Coöperatie is open en betrokken
Cor van Schaik heeft een bedrijf met melkvee, een kaasmakerij, vleesvarkens en
akkerbouw in het Zeeuwse Kruiningen. Sinds de fusie tussen Cehave Landbouw-
belang en Agrifirm is hij lid van de coöperatie Agrifirm en maakt hij deel uit van de
ledenraad. “Ik vind het interessant om in de keuken van de coöperatie te kijken en
mee te denken over het beleid. Je bent op die manier toch extra betrokken bij je
coöperatie. Als ledenraadslid heb je ook een verantwoordelijke taak met de goed-
keuring van de jaarcijfers en investeringen binnen het bedrijf.” Bovendien vindt
Van Schaik het ook leuk om deel uit te maken van de ledenraad. “Het zijn prettige
bijeenkomsten en een mooie gelegenheid om te netwerken met collega’s. Ik kom
altijd met een goed gevoel thuis.”
Openheid is voor Van Schaik een groot voordeel van de coöperatieve ondernemings-
vorm. “Daarnaast is de betrokkenheid van een coöperatie bij de ondernemers groter
en mede daardoor is de dienstverlening beter. De service en deskundigheid vind ik
een groot pluspunt van Agrifirm. In mijn ogen kunnen ze dit beter realiseren omdat
het een grote coöperatie is. Natuurlijk moeten coöperaties zich ook steeds zakelijker
opstellen, maar het belang van de leden staat toch voorop. Ook met het oog op de
toekomst van de sector en dat vind ik belangrijk voor de volgende generaties, zoals
mijn eigen zoons.”
“Ik vind het interessant om in de keuken van de coöperatie te kijken.”
Cor van Schaik <
schakel in succes januari 2012 15
Uitkering Ledenvoordeel 2010 en vaststelling Ledenvoordeel 2011
Agrifirm keert uit de resultaten op
geïnvesteerd vermogen in niet-leden-
activiteiten extra voordeel aan leden uit.
De ledenraad van Agrifirm stelde daar-
voor in december 2010 het Ledenvoor-
deel 2010 vast op 1,0 procent. Rond 20
januari is het Ledenvoordeel uitgekeerd
(en/of verrekend).
Het saldo van het Ledenvoordeel 2010
staat vanaf april 2011 op uw factuur.
Het Ledenvoordeel heeft u opgebouwd
over de omzet vanaf 1 januari tot en
met 31 december 2011. Dit Ledenvoor-
deel wordt opgebouwd over de omzet
bij Agrifirm Plant, Agrifirm Feed en/of
Bonda (producten voor de varkens-
houderij). Belangrijk is dat u weet dat
wanneer u zaken doet bij Agrifirm Feed
en Agrifirm Plant, deze bedrijven u apart
het opgebouwde Ledenvoordeel zullen
uitbetalen (en/of verrekenen). Daarbij
kent het Ledenvoordeel geen staffeling,
afhankelijk van omzet.
Het Ledenvoordeel bij Agrifirm Plant
over de afzetproducten oogst 2011
bedraagt voor granen € 2.00/ton, voor
uien € 1,50/ton en voor peen € 1,00/ton.
Uitkering hiervan vindt medio 2012
plaats.
Voor 2011 is de hoogte van het Leden-
voordeel vastgesteld op 0,3 procent. Dit
is vastgesteld in overleg met de leden-
raad op 20 december jongstleden.
U krijgt dit als lid uitgekeerd over de
omzet die u realiseert bij Agrifirm Plant,
Agrifirm Feed en/of Bonda (producten
voor de varkenshouderij) en wordt aan u
uitbetaald (en/of verrekend) in januari
2013. Het lagere percentage wordt
veroorzaakt door enkele in 2011 minder
renderende (minderheids-)deel ne-
mingen, mede onder invloed van de
slechtere economische situatie. Ook
spelen de hogere rentelasten een rol.
Door het hogere prijsniveau, van onder
andere de grondstoffen, is er meer
kapitaal nodig binnen alle bedrijven.
schakel in succes januari 201216
feed
“Die uitdaging heb ik ook nodig. Juist
het steeds verder verbeteren maakt het
zo mooi.” Pronk, die met zijn vrouw
Bouwina en hun vier kinderen in het
Groningse De Wilp woont, is ambitieus.
“Het is voor mij een uitdaging om het
steeds beter te doen. Dat vind ik
belangrijker dan steeds maar verder
groeien, daar zitten grenzen aan.”
GeleIDelIJKe GROeI
In 2008 bouwde Pronk een nieuwe stal,
met 160 ligplaatsen. “We bouwden
toen de melkprijzen op een historisch
dieptepunt lagen, dat was niet makke-
lijk. We hebben nu 120 melkkoeien, dus
nog wel ruimte om te groeien. Dat wil
ik geleidelijk doen en niet onbeperkt. Bij
een groter bedrijf heb je minder grip op
dingen en het brengt meer verant-
woordelijkheid en werk met zich mee.
Ik heb ook nog een gezin.”
GeZONDe KOeIeN
De geleidelijke groei wil niet zeggen dat
Pronk op safe speelt. “Ik ga voor een
maximale productie en een zo hoog
mogelijk saldo en dan zit je soms op de
grens van wat de koeien aankunnen.
Het is dan heel erg belangrijk dat de
koeien goed in hun vel zitten.” Gezond-
heid en welzijn komen op de eerste
plaats. Pronk kiest bijvoorbeeld bewust
voor zand in de ligboxen en een vrij
lange tussenkalftijd. Een heel belangrijk
aandachtspunt is het voer. “Ik vraag
veel van mijn koeien en dan moet je
super voeren. Ik probeer het rantsoen
altijd zo te sturen dat het aansluit bij
de behoefte van de koeien.”
melKNAVIGATOR
Pronk kijkt daarvoor onder andere naar
zijn vee en het ureumcijfer van de melk.
Daarnaast rekent Agrifirm Feed specia-
list Jildert Herder de rantsoenaanpas-
singen door in MelkNavigator. “Daar-
mee kan ik het zwakste punt in het
rantsoen opzoeken, of bijvoorbeeld het
effect van een aanpassing doorrekenen”,
vertelt Herder. Pronk ziet MelkNavigator
als een extra houvast. “Ik probeer het
zoveel mogelijk zelf op te lossen, maar
het is prettig om beslissingen onder-
bouwd te zien. Bovendien maak je
soms ook andere keuzes. Een duurdere
brok is niet erg, als die zich maar
terugbetaalt. Het gaat uiteindelijk
om het saldo.”
NOG BeTeR
Onlangs stapte Pronk over op twee
aparte rantsoenen voor de oudmelkte
en de nieuwmelkte koeien. “Dat
adviseerde Jildert altijd al, maar ik wilde
er nooit aan. Laatst liet Jildert zien dat
het toch veel voordelen heeft. Je kunt
de nieuwmelkte koeien harder voeren,
wat je direct in de productie terugziet.
De oudmelkte koeien daarentegen voer
je niet meer dan ze nodig hebben.” Het
is een voorbeeld van hoe Pronk steeds
zoekt naar manieren om het nog beter
te doen. “Het draait goed, maar het kan
altijd beter. Ik zit nu op een gemiddelde
productie van 10.143 (305 dagen
productie) met 20 kilo krachtvoer per
100 kilo melk en ik ben er van overtuigd
dat er nog meer in zit.”
< Steef Pronk (r) met Agrifirm Feed specialist Jildert Herder.
melkveehouder Steef Pronk wil met zo min mogelijk kosten, zo
veel mogelijk liters melk bereiken. Hij ziet er een uitdaging in
om het maximale uit zijn bedrijf en zijn koeien te halen.
‘ Het draait goed, maar het kan altijd beter’
Maximale productie met MelkNavigator
17schakel in succes januari 2012
feed
< Steef Pronk (r) met Agrifirm Feed specialist Jildert Herder.
De beste maïsrassen voor 2012
Kansen voor biologisch melken
koeien. Juist in een sector waar zowel
de opbrengsten per eenheid als de
gemaakte kosten hoger zijn, zijn de
risico’s groter. Goede technische resul-
taten maken het verschil tussen meer-
waarde voor producten of meer kosten.
Daarom investeert Agrifirm in innovatie
en goede specialisten.
Momenteel wordt er biologische melk
geïmporteerd om aan de vraag te
analyses van klanten, berekenen.
Agrifirm heeft gespecialiseerde mensen
die al jaren de ontwikkeling van alle
maïsrassen volgen. Zij kennen de kweek-
lijnen en weten precies wat de beste
rassen zijn. Een aantal toprassen van nu
zijn Adenzo, Coryphee, LG 30.225, LG
30.218, Torres, NK Famous, LG. 32.47 en
Amadeo. Agrifirm levert een aantal top-
maïsrassen met de iSeed-coating, waar-
bij de startgift fosfaat op het zaad zit en
daardoor direct na ontkieming beschik-
baar is. Dit bevordert de beginontwikke-
ling van de plant en de P-gift kan fors
omlaag, met behoud van opbrengst.
Bij de keuze voor de maïsrassen van
2012 spelen verschillende factoren een
rol. De officiële CSAR Aanbevelende
Rassenlijst 2012 heeft een hoge
betrouwbaarheid en is daardoor een
goede houvast.
Belangrijke eigenschappen als u de maïs
gebruikt als rundveevoer zijn VEM per
kilo drogestof, het zetmeelgehalte en
celwandverteerbaarheid. Deze laatste
eigenschap verdwijnt uit commercieel
oogpunt van de rassenlijst. Agrifirm
hecht echter waarde aan de betekenis
van de celwandverteerbaarheid en blijft
dat, onder andere op basis van de kuil-
kunnen voldoen. Mocht u overwegen
om biologische zuivel te gaan produ-
ceren, dan geldt een omschakeltermijn.
Als u dit voorjaar geen kunstmest
strooit, kunt u met een goede begelei-
ding en planning in het najaar van 2013
biologische melk leveren.
Voor informatie kunt u contact
opnemen met T (088) 488 10 13.
De biologische markt groeit. In 2011
groeiden de consumentenuitgaven aan
biologische producten boven verwach-
ting. De afzet van biologische zuivel
nam sterk toe. Ook in omringende lan-
den groeit de vraag, wat van belang is
voor de Nederlandse biologische sector
die voor 50 procent exporteert. De
grootste biologische melkveebedrijven
houden tegenwoordig ongeveer 200
Laurens Raats heeft op zijn kinder-
feestje mooie knutselwerkjes van
DairyFit® mineralenzakken gemaakt.
Een leuk idee!
Knutselen met mineralenzakken
Nieuwe bulkbonnen
Agrifirm Feed
Met ingang van 4 februari zal
Agrifirm Feed overgaan op nieuwe
bulkbonnen. De nieuwe bulkbonnen
zijn overzichtelijker, compacter en
bevatten meer gerichte informatie.
Een ander zeer belangrijk aspect is
dat de nieuwe bulkbonnen papier
reduceren.
schakel in succes januari 2012
rubriek
18
feed
Raymakers heeft 430 melkgeiten met
een gemiddelde productie van 1.430
liter per jaar. In 1999 begon hij met het
bedrijf, na een carrière als adviseur bij
Cehave Landbouwbelang. “De focus ligt
op kwaliteit. Van de productie, de
producten en de geiten. Ik haal een deel
van mijn inkomen uit de verkoop van
fokmateriaal, dus is het extra belangrijk
dat de geiten een goede genetische
aanleg hebben en een hoge gezond-
heidsstatus.”
DUURZAme BeDRIJFSVOeRING
Raymakers vindt een duurzame bedrijfs-
voering belangrijk. “Voor de omgeving,
bijvoorbeeld met het oog op het
medicijngebruik, maar zeker ook voor
mijn eigen bedrijf. Ik vind het belangrijk
dat mijn geiten op en top gezond zijn en
een lange levensduur hebben.” Goede,
stabiele voeding is daarbij onmisbaar. “Ik
voer een rantsoen van stro, brok en
keuzes in de bedrijfsvoering. De beslis-
singen neem ik zelf, maar Dirk-Jan is een
sparringpartner om bijvoorbeeld van
gedachten te wisselen over hoe de
resultaten nog beter kunnen.” Daarbij
introduceerde Vonk onlangs het
PowerPlan Lammeren. “Dit is een
adviesmodel waarin we alle kennis over
de opfok van geiten hebben gebundeld,
van huisvesting en klimaat tot gezond-
heid en voeding”, vertelt Vonk. “Het
computerprogramma berekent wat de
sterke punten zijn en waar nog verbeter-
punten liggen en vertaalt dat ook direct
door in het verbeterpotentieel in euro’s.”
VeRBeTeRPUNTeN
Raymakers is enthousiast over het
PowerPlan. “Je ziet gewoon direct waar
nog verbeterpunten liggen en wat het
oplevert om die punten aan te pakken.
Opfok is belangrijk, het is de toekomst
van het bedrijf. Hiermee heb je heel
duidelijk in beeld hoe je dat nog verder
aan kunt scherpen.” Daarmee sluit
PowerPlan Lammeren aan bij de
filosofie van Raymakers: het kan
altijd nòg beter.
hooi. Dat bevalt het beste en zorgt voor
een stabiel resultaat. Ik probeer daar ook
echt aan vast te houden en zo min
mogelijk te schuiven in het rantsoen.”
GOeDe BASIS
De geiten zijn onderverdeeld in produc-
tiegroepen en worden per groep naar
behoefte gevoerd. “Rinie combineert
een laag energetisch krachtvoer en een
hoog energetisch krachtvoer, aangevuld
met een extra hoogwaardig voer rond
het aflammeren”, vertelt Agrifirm Feed
specialist Dirk-Jan Vonk. “Bij het ruwvoer
is de kwaliteit erg belangrijk”, voegt
Raymakers toe. “Het ruwvoer is de basis.
Ik betaal liever wat meer voor een goede
en constante kwaliteit.”
POWeRPlAN lAmmeReN
Vonk komt iedere zes weken langs op
het bedrijf. Raymakers: “Ik bespreek het
rantsoen met hem, maar ook andere
‘ Gezonde en goede geiten belangrijk’
< Rinie Raymakers (l) met specialist DirkJan Vonk.
Gezonde geiten die goed presteren. Dat is het belangrijkste voor
geitenhouder Rinie Raymakers uit Asten-Heusden. “De focus ligt
niet op de aantallen, maar op de kwaliteit.”
Geitenhouder gaat voor kwaliteit
schakel in succes januari 2012 19
< Rinie Raymakers (l) met specialist DirkJan Vonk.
Ontwikkelingen in de sector en daar
buiten vragen om een scherpere focus
op gezondheid. De keuze voor een
verbredende tak kan bijvoorbeeld
leiden tot grotere gezondheidsrisico’s
doordat er meer mensen op het erf
komen. Daarnaast keert antibioticum-
gebruik op agrarische bedrijven steeds
terug in de media. Van agrariërs wordt
gevraagd - of beter gezegd: verwacht -
hier iets mee te doen. Centrale vraag
die altijd terugkeert: hoe zorg je als
varkenshouder er nu op een verant-
woorde manier voor dat je dieren
gezond zijn en blijven en goed presteren?
Intensieve samenwerking tussen
varkenshouder en zijn adviseurs kan
bijdragen aan goede resultaten. Een
voorbeeld uit de praktijk.
CONTACTeN INTeNSIVeReN
Hans Zwolschen, dierenarts bij Agrifirm,
vertelt over zijn ervaringen bij een
varkenshouder in Noord-Brabant. “Hij
wilde de contacten met- en tussen zijn
adviseurs intensiveren, hoewel hij goed
te spreken was over de contacten die er
al waren.” Aanleiding voor intensivering
waren onder andere problemen bij de
gespeende biggen. Streptokokken en
luchtwegproblemen staken de kop op.
Slechte uniformiteit was het gevolg.
Daardoor stonden ook de resultaten
van de vleesvarkens onder druk.
VINGeR AAN De POlS
Zwolschen: “Het beeld PDNS en bleke
varkens deed aan Circo denken. Een
Respig-analyse (bloedonderzoek) moest
uitwijzen of dit inderdaad het geval
was. Om goed de vinger aan de pols te
houden, besloten we voortaan vier keer
per jaar als varkenshouder, voervoor-
lichter en dierenarts bij elkaar te komen.
Waar nodig vroegen we derden, zoals
drinkwater- klimaat- en fokkerijadviseurs,
aan de gesprekken deel te nemen. Bij
de eerste bijeenkomst werden onder-
meer de uitslagen van de Respig-analyse
besproken: er bleek inderdaad sprake
van Circo. Tijdens het gesprek is besloten
het entschema, biggenvoer en drink-
watersysteem aan te passen.” Na een
half jaar bleek de circulatie van Circo
verdwenen. Gezondere biggen en de
overstap naar een luxer Air Line® [2.0]
voer verbeterden eveneens de groei en
gezondheid van de vleesvarkens.
Daarmee daalde het antibioticum-
gebruik met maar liefst 45 procent.
SleUTelWOORD: COmmUNICATIe
Gezamenlijke inspanning en intensieve
samenwerking kunnen grote stappen
voorwaarts maken. Uitdaging is goede
samenwerking voor elkaar te krijgen.
“Communicatie is het sleutelwoord”, zo
stelt Zwolschen. “Als de varkenshouder
of één van de adviseurs iets opvalt in
de stal wordt dit zo snel mogelijk
gecommuniceerd naar de (andere)
adviseurs. Zij brengen vervolgens een
extra bezoek aan het bedrijf, om
daarna in teamverband een plan van
aanpak op te stellen. Gezondheid en
prestaties staan voor iedereen voorop.
Dit houdt de adviseurs scherp. Te lang
afwachten is er niet meer bij. We
werken juist met elkaar aan het succes
van het bedrijf.”
De bedrijfsresultaten op het gebied van prestatie en gezondheid
blijven verbeteren. Dat is belangrijk voor het succes van een
bedrijf en het is wat elke varkenshouder voor ogen houdt.
Gezamenlijke inspanning van varkenshouder en adviseurs
Samenwerken aan succes
Intensieve samenwerking tussen de varkenshouder en zijn adviseurs kan een positieve bijdrage leveren aan de resultaten. >
feed
“ Te lang afwachten is er niet meer bij.”
schakel in succes januari 201220
Van Dijk heeft in het Brabantse
Vlierden 650 zeugen. Zijn vrouw
Melanie doet een gedeelte van de
administratie van het bedrijf en Van
Dijk doet het werk in de stal groten-
deels alleen, zo nodig bijgestaan door
zijn vader. Dat betekent dat het
belangrijk is om efficiënt te werken.
“Ik moet in een korte tijd relatief veel
doen, dus het is me wel wat waard als
het makkelijk draait”, vindt Van Dijk.
“Als de basis maar goed is, kan dat.”
Komend jaar wil hij uitbreiden naar
950 zeugen. “Dan ontkom ik er niet
aan om vreemde arbeid in te huren en
dat is ook wel goed. Het geeft toch
wat meer ruimte en flexibiliteit. Nu is
het veel werk om alleen te doen, maar
daardoor werk je wel efficiënt. Dat wil
ik ook zeker vasthouden.”
STRUCTUUR
Daarbij is het voor de varkenshouder
belangrijk om gestructureerd te
werken. “Ik heb een vast ritme van de
werkzaamheden. Ik speen op een vaste
dag en een vast tijdstip en insemineer
daardoor altijd op hetzelfde moment,
daar wil ik ook niet van afwijken. Ik hou
niet van kunst- en vliegwerk om alles
rond te krijgen, dat past niet bij mij.”
Mede door die structurele aanpak
realiseert Van Dijk constante resultaten,
denkt Agrifirm Feed specialist Varkens
Jan van Acht. “De kracht van dit bedrijf
is de basis. Die is in orde en daardoor
kan Jeroen constant draaien, zonder
grote pieken en dalen.”
GeleIDelIJKe VeRBeTeRING
Vanuit die basis probeert Van Dijk,
samen met zijn adviseurs, zijn resultaten
geleidelijk verder te verbeteren “Een
goede begeleiding is heel belangrijk.
Jan komt hier nu een jaar en heeft een
frisse blik, waardoor je dingen die
vanzelfsprekend lijken toch verder kunt
verbeteren. Daarnaast speelt ook de
veearts een grote rol, en de samen-
werking tussen veearts, Agrifirm en
andere adviseurs.” In de afgelopen
jaren lag de focus daarbij op het ver-
hogen van het aantal levend geboren
biggen. “Maar niet koste wat het kost.
Je hebt er niets aan als het aantal levend
geboren stijgt, maar de uitval net zo
hard mee stijgt. Het gaat uiteindelijk
om het aantal biggen dat je groot
brengt en wat je daar aan overhoudt.”
KRAAmSTAlmANAGemeNT
Een goed kraamstalmanagement is
belangrijk om de resultaten structureel
te verbeteren, vertelt Van Acht.
“Afgelopen zomer zagen we dat de
zeugen wat schraal waren bij het
‘ Als de basis maar goed is’
Zeugenhouder Jeroen van Dijk zoekt gericht naar manieren om
het resultaat te verbeteren, zonder dat dat voor meer werk zorgt.
Consequent en gestructureerd werken is de basis van zijn bedrijf.
feed
Zeugenhouder zet in kraamstal puntjes op de i
Technische resultaten 2011Levend geboren: 13,9
Uitval voor spenen: 8,6
Gespeend per jaar: 30,3
schakel in succes januari 2012 21
het daar goed loopt kun je met weinig
werk veel biggen groot brengen. Het
gaat ook om het evenwicht. De zeugen
moeten het wel aan kunnen om meer
biggen groot te brengen.” Juist daarom
streeft Van Dijk ernaar om de resultaten
geleidelijk te verbeteren.
“Je merkt dat de lat steeds hoger ligt
en dat je daar in mee groeit. Vroeger
was een koppel van 14 biggen een hele
uitdaging, tegenwoordig kun je daar
veel beter mee om gaan. In 2011 steeg
het aantal levend geboren van 13,6
naar 13,9, terwijl de uitval tot het spe-
nen juist daalde van 9,8 procent naar
8,6 procent. Dat is precies waar het
mij om gaat.”
< Jeroen van DIjk (l) met Agrifirm Feed specialist Jan van Acht.
feed
spenen. De grotere tomen vragen toch
meer van de zeugen. Daarom zijn we in
de kraamstal gericht gaan sturen op de
voergift, aan de hand van het aantal
biggen bij de zeug. Een ander voorbeeld
is de overgang van drachtvoer naar
lactovoer. Vooral bij gelten moet het
energiegehalte geleidelijk verhoogd
worden, om te veel stuwing op het uier
te voorkomen.” Naarmate de prestaties
stijgen, worden het steeds meer de
kleine dingen die het verschil maken,
denkt Van Dijk. “De zeug moet een
topprestatie leveren, dus dan gaat het
echt om de puntjes op de i.” Onbeperkt
drinkwater voor de zeug, een optimaal
klimaat en gericht voeren zijn voor-
beelden. Naarmate het aantal levend
geboren stijgt loont het volgens Van
Dijk vaker om de biggen de eerste
dagen melkpoeder bij te voeren. “Je
zoekt naar een optimaal evenwicht
tussen vertering en voer kosten en
manieren om ook kleinere biggen wat
extra energie te geven.” Van Acht voegt
toe: “Als het aantal levend geboren
stijgt wordt ook het biestmanagement
nog belangrijker. Zorg daarom voor een
vlot afbigproces, goede omgevings- en
nestwarmte, goede mestconsistentie
en een vol, soepel uier zodat de biest-
productie optimaal is.”
GOeD DRAAIeN
Behalve het kraamstalmanagement,
is ook de dekstal erg belangrijk voor
Van Dijk. “Daar begint het allemaal, als
“ Het gaat uiteindelijk om het aantal biggen dat je groot brengt.”
Sinds de zomer van 2011 werkt Agrifirm
Feed met Behandelingsoverzichten,
speciaal voor de legpluimveehouderij.
Hierin staan veel voorkomende behan-
delingen, zowel verplicht als optioneel,
overzichtelijk op een rijtje. Van het
onderzoek naar Salmonella of NCD tot
ontwormen of bloed onderzoek. Daarbij
is ook aangegeven wanneer de behan-
deling het beste uitgevoerd kan of
moet worden. De verschillende behan-
delingen kunnen allemaal worden inge-
vuld in de twee jaaroverzichten die ook
in het Behandelingsoverzicht staan.
overzichten en krijgen positieve
reacties van klanten. Bovendien is het
Behandelingsoverzicht ook een uit-
komst voor Rooijakkers en zijn collega’s.
“We hebben er in de advisering voordeel
van om alle regelgeving duidelijk in
beeld te hebben. Het scheelt tijd, omdat
we niet steeds dingen op hoeven te
zoeken, en het zorgt voor een uniforme
advisering omdat we allemaal met
hetzelfde schema werken.”
Wilt u ook gebruik maken van een
Behandelingsoverzicht, neem dan
contact op met uw specialist.
Agrifirm Feed biedt meer oplossingen waarmee wij u kunnen ontzorgen. LEG360 is een bedrijfsbrede advisering
met structurele oplossingen voor maximaal resultaat. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met uw
specialist of bellen naar T (088) 488 10 15.
LEG
360
‘ We ontzorgen de legpluimvee-houder’
legpluimveehouders hebben iedere
ronde te maken met een groot aantal
behandelingen. Deels wettelijk
verplicht, deels vrijwillig. Vaak zijn het
behandelingen die slechts één of
enkele malen per ronde voorkomen en
daarom is het soms lastig het overzicht
te bewaren. Bovendien is er het risico
dat behandelingen vergeten worden.
ONTZORGPAKKeT
“De pluimveehouder kan deze schema’s
samen met zijn specialist invullen”,
legt specialist Legpluimvee Gertjan
Rooijakkers uit. “Daarbij bepalen
ze samen op welke momenten de
verplichte behandelingen het beste
uitgevoerd kunnen worden en welke
vrijwillige behandelingen verstandig
zijn om bij dit koppel te doen. De
behandelingen kunnen per week
ingevuld worden, zodat in één oog opslag
te zien is wanneer er weer iets moet
gebeuren. Bovendien staan op de
achterzijde ook de belangrijkste telefoon-
nummers en adressen die de pluimvee-
houder tijdens een ronde nodig heeft.
Het is eigenlijk een ontzorgpakket.”
POSITIeVe ReACTIeS
Er blijkt behoefte aan een dergelijk
pakket te bestaan. De Agrifirm
Legpluimvee specialisten werken nu een
aantal maanden met de Behandelings-
Pluimveehouder
Stalnummmer Ras hen Kip nummer
Geboortedatum Opzetdatum UBN nummer
RA 0
9-11
schakel in succes
Behandelings-overzicht
Aanvullende informatie m.b.t. ontwormen voer gemaakt in attest opsturen naar medicijn sturen naar
Wanssum Wanssum FabriekWanssum F(0478)532393 Burg.deWeichshavenstraat13 5861AXWanssumMaasbracht Maasbracht FabriekMaasbracht F09005828282 Brouwersstraat19 6051AAMaasbrachtOss Wanssum FabriekWanssum F(0478)532393 Burg.deWeichshavenstraat13 5861AXWanssumEmmen Zwolle FabriekEmmen F0522568353 Rondweg31 7821AWEmmenMeppel Meppel FabriekMeppel F 0522268927 Noordeinde31 7941ASMeppel
Belangrijke telefoonnummers
naam telefoon
Biologische Pluimveehouders Vereniging (BPV) (0113)613208
CBD (030)6941800
Controlebureau voor Pluimvee, Eieren en Eiproducten (CPE) (0342)425542
GD, De Gezondheidsdienst voor Dieren 09001770
GD, Ophaaldienst voor sectie- en monstermateriaal 09002020012
ISACert. Nederland 0884722378
Kadaver meldsysteem 09009221
Nederlandse Organisatie van Pluimveehouders (NOP) (079)3687522
Nederlandse Vakbond Pluimveehouders (NVP) (0342)465008
OVO Cert GmbH (0049)22868847730
Productschap voor Pluimvee en Eieren (PPE) (079)3687100
Skal (voor biologische productiemethoden) (038)4268181
Agrifirm Specialist Legpluimveehouderij
Dierenarts
Ongediertebestrijding
Verkoopadviseur opfokorganisatie
Agrifirm heeft dit behandelingsoverzicht met de grootste zorg opgesteld. Er kunnen echter geen rechten aan worden ontleend.
schakel in succes januari 201222
feed
feed
In 1997 is Karin Renders in het bedrijf
van haar ouders gekomen. Zij hielden
toen varkens, pluimvee en vleesstieren.
“Maar alles wat met drijfmest te ma-
ken heeft, is mijn hobby niet”, vertelt
Karin lachend. In 2000 werd dan ook de
overstap gemaakt naar vleeskuikens,
die gehuisvest werden in twee nieuwe
stallen. Renders runt het bedrijf met
115.000 vleeskuikens nu samen met
haar vader Frans.
ReCHTSTReeKSe VeRKOOP
De Renders verkopen hun kuikens sinds
enige tijd rechtstreeks aan de slachterij.
Een grote stap. “We zijn nu zelf verant-
woordelijk voor een goede prijs en goe-
de afspraken”, zo vertelt Karin. “Maar
door deze korte lijn zijn wij wel vrij te
kiezen welk voer wij onze vleeskuikens
voorschotelen. We draaien nu voor de
tiende ronde Agrifirm voer.”
WellCOme
Hoewel de resultaten op het bedrijf al
goed waren, kozen de Renders ervoor
om de kuikens prestartvoer te geven
naast het standaard startvoer. Karin:
“We staan open voor nieuwe ideeën om
nog betere resultaten te halen. André
Denekamp, verkoopleider Vleespluim-
veehouderij bij Agrifirm Feed, begeleidt
ons en raadde aan WellCome in te zetten.
We zijn ervoor gegaan en inmiddels
draaien we alweer de vierde ronde met
WellCome.”
BeHAAGlIJK
Voor aankomst van de nieuwe koppels
kuikens legt Renders papier op de vloer en
strooit er vervolgens eenmalig WellCome
overheen. “Het papier ritselt en houdt
deels de kou van de vloer tegen. Een be-
haaglijke plek,” vertelt Karin. “Zo begin-
nen de kuikens aan het prestartvoer
voordat zij kijken wat er in de voerpannen
ligt. Met anderhalf à twee dagen is het
prestartvoer op. Een welkom extraatje.”
ReSUlTAAT
Gezondheid en dierenwelzijn staan
voor de familie Renders voorop.
Frans Renders: “Doordat we de kuikens
een goede start geven, is ons medicijn-
gebruik nihil. Het antibioticumgebruik
is zeer laag en entingen zijn nauwelijks
nodig. Het uitvalspercentage van de
vleeskuikens is en blijft daardoor laag.”
De familie Renders behandelde het
afgelopen jaar de kuikens van drie
rondes alleen in de eerste week met
antibiotica. Daarmee sloot zij 2011
af met een antibioticumgebruik van
17,5 dagdoseringen per dier op jaar-
basis. Vergeleken met de landelijke
streefwaarde van 30 is dat zeer laag.
Karin: “We doen veel dingen op gevoel
en ons bedrijf loopt lekker. Hoewel wij
niet hard kunnen maken dat de
WellCome hier direct mee te maken
heeft, weten we één ding zeker. Het ge-
bruik ervan komt onze resultaten
alleen maar ten goede.”
WellCome is vanaf nu te bestellen.
Neem voor meer informatie contact op
met uw specialist.
een gezond en uniform koppel kuikens is voor vleeskuiken-
houdster Karin Renders het allerbelangrijkst. “Dit is de basis,
hier pas ik mijn management op aan.”
schakel in succes januari 2012 23
‘ Gezondheid en welzijn van de kuikens staan voorop’
Karin Renders in overleg metAndré Denekamp, verkoopleiderVleespluimveehouderij van Agrifirm Feed. >
Goede start door WellCome
plant
“Denk je dat je Safari nodig hebt
komend jaar? Weet je wat, gezien je
onkruiddruk op de percelen zetten we
voor de zekerheid een potje op de lijst.”
Aan het woord is Jan Verbeek, akker-
bouw-/vollegrondsgroenten–specialist
van Agrifirm Plant. Samen met John
Smets, bedrijfsleider van Heldens
Klinkers landbouwonderneming, neemt
hij de lijst met gewasbeschermings-
producten door. Het is tijd voor het
jaarlijkse adviesgesprek en Verbeek
heeft het gesprek gedetailleerd voor-
bereid. Verbeek: “Vorig jaar ben ik
gestart met een nieuw systeem. Ik
gebruik de gegevens van vorig jaar als
basis voor het adviesgesprek. Ik heb
opgezocht wat John vorig jaar gebruikt
heeft en aan de hand van het teeltplan
berekend wat hij komend jaar ongeveer
nodig heeft. Dit bespreken we nu en
daar waar nodig passen we nog wat
dingetjes aan. En dan zet ik de bestelling
voor het hele jaar in het systeem. De
bedoeling van dit systeem is dat de
klanten de hoofdmoot van de producten
die ze gebruiken, op tijd in huis hebben.”
GeeN STReSS
Het systeem werkt prima, aldus John
Smets. Hij heeft vorig jaar kunnen
ervaren welke voordelen het vroeg
bestellen heeft. “Jan bestelt dan wel
alles in februari, maar de producten
worden verspreid over het seizoen
geleverd. Ik vind het wel prettig. Ik heb
geen stress over wat ik nog moet
bestellen en moet regelen. Ik kan zelf
bepalen wanneer ik wil spuiten. Ik hoef
niet te wachten tot het product
geleverd is.” Verbeek vult hem aan:
“In het verleden kwam je hier als
specialist minstens één keer in de week
Hoe zetten we gewasbeschermingsproducten komend seizoen zo
effectief mogelijk in? Agrifirm Plant specialist Jan Verbeek gaat
langs bij John Smets in Reuver om zijn gewasbeschermingsplan
voor 2012 te bespreken.
‘ Vroege bestelling scheelt een hoop stress’
Middelen altijd op tijd in huis
schakel in succes januari 201224
plant
John Smets is bedrijfsleider en enige
werknemer van Heldens Klinkers
Landbouwonderneming in Reuver.
Het bedrijf teelt aardappelen, bieten,
granen en mosterd- en graszaad.
Daarnaast heeft de onderneming
ook een fruittak met zure kersen en
appels.
en dan rolde daar een bestelling uit.
Zeker vier keer in de maand, vaak vijf
keer, kwam hier een vrachtwagen op
het erf om producten te brengen. Dat
is teruggebracht naar één tot twee keer
in de maand. Dat scheelt een hoop
stress en tijd, bij de klant en bij mij.
Het product staat gewoon bij hem in
de kast, dat geeft rust. Als ik naar de
bieten van John ga kijken en ik geef
hem het advies te spuiten, dan kan hij
meteen handelen. Het middel is er al.
Als het toevallig die dag mooi weer is
om te spuiten, kan hij meteen aan de
slag. Niets is zo vervelend, als mooi
weer en je kunt niet spuiten omdat je
de middelen niet in huis hebt. En dan
heb je de pech: morgen regent het.”
plant
FlexIBel
Als de bestelling geplaatst is, geeft
Verbeek zijn klanten een overzicht van
de levermomenten van de producten.
“De bestelling die we in het begin van
het jaar plaatsen, is ook nog niet
helemaal compleet. Daar komt altijd
nog wat bij. In Johns geval hebben we
zo’n 80 procent besproken. We hebben
bijvoorbeeld de onkruidbestrijding van
de granen nog niet meegenomen en
ook het graszaad hebben we nog niet
besproken. Daarnaast zijn we uitgegaan
van drie onkruidbestrijdingen in de
bieten. John zei net al: ‘Dat worden er
toch vier’.” “Wáárschijnlijk worden dat er
vier”, corrigeert Smets. “Oké, oké, waar-
schijnlijk worden dat er vier”, lacht
Verbeek. “Het zou maar eens net
gebeuren dat het wél lukt in drie keer!
Zou toch mooi zijn.”
ADVIeS
Smets is blij met de ondersteuning van
Verbeek. Nu, tijdens het opstellen van
het plan voor 2012, maar zeker ook
tijdens het seizoen. “Ik heb te weinig tijd
om alle percelen zelf te controleren. Het
is prettig om iemand te hebben die op
tijd voor mij problemen signaleert. Het
is fijn dat iemand me hierbij onder-
steunt.” Verbeek komt tijdens het
seizoen elke tien dagen op de percelen
van Smets. “Ik weet waar de percelen
liggen, rij die af en bel mijn advies door
aan John. We hoeven elkaar niet altijd
persoonlijk te zien. Hij kan doorgaan
met zijn werk en ik ook.” Deze manier
van werken werkt voor beiden uit-
stekend. Smets: “We werken nu sinds
2007 met elkaar en ik vertrouw op Jans
oordeel. Hij houdt met zijn advies altijd
rekening met mijn omstandigheden.
Verbeek: “Voor John gaat het om het
beste product met het beste resultaat.
Zo spuit John met Betanal Expert. Dat
is niet het goedkoopste middel, maar
wel erg effectief. Hij heeft geen tijd
voor meerdere spuitgangen, het moet
in één keer goed zijn. Elke klant maakt
weer zijn eigen afwegingen. Als specia-
list kijk ik per klant wat hij nodig heeft
en waar het voordeel te behalen valt.
Daar ligt mijn meerwaarde.”
“ Ik heb geen stress over wat ik nog moet bestellen en moet regelen.”
< Specialist Jan Verbeek (l) controleert de spuitdoppen op het bedrijf waar John Smets als bedrijfsleider werkzaam is.
Heldens Klinkers Landbouwonderneming
schakel in succes januari 2012 25
schakel in succes januari 201226
plant
Topfolie voor een topkuil
Voor een goede kuil, is een goede
kuilfolie belangrijk. Ondernemers
doen er goed aan om de folie voor
het komende seizoen op tijd te
bestellen. De gunstige voorkoopprij-
zen gelden voor bestellingen die
geplaatst worden vóór 31 januari
2012. Door nu te bestellen beschikt
u bovendien gegarandeerd over de
juiste kwaliteit kuilfolie in het seizoen
en is er geen risico op eventuele
prijsstijgingen. De bestellingen
leveren we vanaf februari 2012 uit.
Agrifirm kuilfolie voldoet aan strenge
kwaliteitseisen en aan een constant
en hoog kwaliteitsniveau. Dit hoge
kwaliteitsniveau bereiken we door
hedendaagse technologie en de juiste
grondstoffen te gebruiken. Alle folie
is gekeurd en getest, van grondstof
tot eindproduct. Pas dan voorzien
we het van ons logo: de kwaliteits-
garantie.
Agrifirm biedt een compleet assor-
timent, afhankelijk van de eisen die
aan de folie worden gesteld. De
topkwaliteit is Agrifirm Excellent
kuilfolie, met een dikte van 170 Mu.
Door toevoeging van de nieuwste
generatie grondstoffen is dit een
folie met ‘body’ en extra soepel en
sterk. Deze folie is aan te bevelen bij
het afdekken van de kuil met zand.
Agrifirm Rendement is een kwaliteits-
folie van 150 Mu dikte met een hoge
scheurweerstand en breukverlenging.
Als de prijs voorop staat is er de
Agrifirm Exact folie, eveneens
met dikte 150 Mu en volgens alle
standaardeisen. Ook heeft Agrifirm
een breed assortiment onderfolie en
wandfolie. Voor meer informatie
kunt u contact opnemen met uw
specialist.
In de biologische graanteelt is een sterke
plant extra belangrijk. Zonder chemische
middelen om op terug te vallen, is voor-
komen beter dan genezen. Proefbedrijf
de Broekema Hoeve, onderdeel van PPO
Lelystad, zet daarom voor de biologische
teelt zoveel mogelijk ThermoSeed
zaaigranen in van Agrifirm Plant.
Thermoseed zaaigranen hebben een
hittebehandeling met vochtige lucht
gehad. Hierdoor zijn ze ontdaan van
schimmels, waardoor de plant een
betere en gezondere start heeft.
“Er zitten altijd kiemschimmels op de
zaden en die wil je geen kans geven om
de plant te beschadigen, of de groei te
vertragen”, legt bedrijfsleider Henk
Oosterhuis van de Broekema Hoeve uit.
“Wij gebruiken zo mogelijk dan ook
behandeld zaad, juist bij de biologische
teelt. Het doel is een sterkere plant.”
Oosterhuis ziet in de praktijk dat de
ThermoSeed zaaigranen een hogere
opkomst hebben en ook sneller op
komen. “Als de plant sneller opkomt,
kun je ook eerder beginnen met de
onkruidbestrijding. Daarnaast leidt een
goede kiemplant tot een gezonder
eindproduct. Wij willen baktarwe
leveren, dus het zaad moet van een
hoge kwaliteit zijn.”
Op de Broekema Hoeve ligt dit jaar ook
een demo met biologische winter-
granen. Juist daarbij ziet Oosterhuis
mogelijkheden voor ThermoSeed. “De
opkomst van wintergranen duurt
normaal langer, door de lage tempera-
turen. Door dat te versnellen kunnen
de mogelijkheden voor de biologische
teelt van wintergranen toenemen.”
Sterke plant juist bij biologische teelt belangrijk
< Henk Oosterhuis (r) overlegt met Henri Hendrikse van Agrifirm Plant.
plant
schakel in succes januari 2012 27
Voor mangaan is bladbemesting vaak
de enige oplossing. Bij magnesium kan
het een goede aanvulling zijn en bij
stikstof lijkt bladbemesting bij aard-
appelen alleen geschikt voor incidentele
toepassingen.
mANGAAN
Een gebrek aan mangaan komt op veel
gronden en in veel gewassen voor.
Vooral in voorjaarsgewassen op gronden
met een hogere pH en onder droge
omstandigheden is mangaan slecht
opneembaar uit de bodem. Een gebrek
toont zich direct in de top van de plant,
met groeiremming tot gevolg. Een blad-
bemesting met bijvoorbeeld TopTrace
Mangaannitraat, zo nodig herhaald, is
de enige oplossing.
mAGNeSIUm
Magnesiumgebrek komt de laatste
jaren vaker voor doordat de stikstof-
giften steeds lager zijn door aan-
gescherpte gebruiksnormen. Stikstof
stimuleert namelijk de opname van
magnesium. Een gebrek aan magnesium
toont zich in de onderste bladeren van
de plant. Ook magnesium is aanvullend
goed toe te dienen via het blad. Al is de
beste route om vooraf de juiste bodem-
bemesting uit te voeren. Daarmee kan
gebrek tijdens de groei worden voor-
komen.
STIKSTOF
De laatste jaren adviseren veel partijen
om bij aardappelen kleine hoeveel-
heden stikstof via het blad toe te
dienen als aanvulling op de basis-
bemesting. Ervaring is vaak dat het
gewas hierdoor wat groener blijft dan
zonder stikstofbladvoeding, mits op
tijd aangevuld en mits bladverbranding
wordt voorkomen. Agrifirm Plant voert
samen met Cebeco Meststoffen al zes
jaar proeven uit met stikstofbladmest-
stoffen in aardappelen. Hierbij hebben
we als vervanging van een eenmalige
bijbemesting met KAS wekelijks een
klein beetje stikstof bladbemesting
toegediend, variërend van 5 of 10 kg
per hectare per week.
Het nitraatgehalte in de bladsteeltjes
stijgt inderdaad na toediening, dus de
stikstof wordt opgenomen. Het gewas
op de velden lijkt visueel groener en bij
de oogst meten we een verhoogde
hoeveelheid stikstof in de knollen.
Tegen de verwachting in, meten we
gemiddeld over deze zeven proeven
echter geen meeropbrengst in kilo-
grammen. Tijdig eenmaal dezelfde
hoeveelheid bijbemesten met KAS gaf
altijd een beter resultaat, dan dezelfde
hoeveelheid stikstof met een blad-
meststof. Stikstofbladbemesting als
systeem geeft bij aardappelen niet het
beoogde resultaat. Beperk het gebruik
van stikstofhoudende bladmeststoffen
daarom tot incidentele toepassingen
om bijvoorbeeld in drogere perioden
tijdelijk de plant iets vitaler te houden.
Voor meer informatie over bladbemes-
ting kunt u contact opnemen met
uw specialist.
Bladbemesting in aardappelen is populair. Genoemde voordelen zijn de mogelijk-
heid van lage giften, ook bij grote werkbreedtes egaal te verdelen en de efficiëntie.
Opnameproeven van Agrifirm Plant tonen echter aan dat de voordelen sterk
afhankelijk zijn van de toe te dienen elementen.
Geschiktheid bladbemesting varieert
plant
schakel in succes januari 201228
Adrie Strikkeling, Verkoopleider regio
Zuid van Agrifirm Plant, is enthousiast
over het project. Hij vertelt hoe de
samenwerking tot stand kwam: “De
Koningshoeven wil regionaal geteelde
brouwgerst gebruiken. Aan deze gerst
stellen ze natuurlijk hoge kwaliteits-
eisen. Ze benaderden de ZLTO met hun
wens en de ZLTO heeft ons erbij
betrokken onder andere vanwege de
goede contacten met Holland Malt en
omdat we een belangrijke brouwgerst-
collecteur zijn in Zuid-Nederland.”
mVO
Thijs Thijssen, directeur van de Konings-
hoeven, legt uit waarom de brouwerij
overstapt op regionaal geteelde gerst.
“Maatschappelijk verantwoord onderne-
men is altijd belangrijk geweest binnen
ons bedrijf. Dat is zo gegroeid. We willen
hierin steeds een stapje verder gaan.
Ook wat betreft aankoop van grond-
stoffen. Wij kopen onze hop fair trade
in, rechtstreeks bij de boeren. We geven
de boeren een goede prijs voor hun
producten, wij krijgen van hen de beste
kwaliteit hop. Helaas niet uit Nederland.
In Nederland is het namelijk moeilijk
goede hop te verbouwen. Gerst daaren-
tegen is prima te telen in Nederland.
Door het in de buurt te verbouwen,
verkorten we de keten, hebben we zicht
op de kwaliteit en hebben we recht-
streeks contact met de boeren.”
KWAlITeIT
Agrifirm Plant gaat voor de brouwerij op
zoek naar zo’n vijftien telers in de buurt
van Werkendam die samen 100 hectare
brouwgerst kunnen telen. “Strikkeling:
“We zoeken telers die veel kennis hebben
van brouwgerstteelt. Boeren die de teelt
extra aandacht willen geven zodat we
komen tot een kwalitatief hoogwaardig
product. Dat staat namelijk voorop;
kwaliteit. We willen ook graag dat de
telers betrokken zijn bij het project.
Daarom richten we ook de ‘Studieclub
Koningshoeven’ op. Gedurende het
seizoen volgen we samen met mensen
van de Koningshoeven de teelt en
bezoeken we de percelen. We nodigen
de telers ook uit op de brouwerij. Zo
kunnen ze zien waar het om gaat en wat
voor resultaat we voor ogen hebben.
We willen een betrokken club van telers.
Vanaf januari gaan we telers benaderen
met de vraag of ze willen samenwerken.
Normaal gesproken kan de gerst name-
lijk al in februari gezaaid worden.
We moeten er op tijd bij zijn!”
Wilt u meer weten over dit project,
dan kunt u contact opnemen met uw
specialist.
Unieke samenwerking met Bierbrouwerij de Koningshoeven
Agrifirm Plant gaat in 2012 op zoek naar 15 telers in de regio Werkendam die samen
100 hectare brouwgerst willen telen voor Bierbrouwerij de Koningshoeven uit
Berkel-enschot. er start een uniek samenwerkingsproject tussen boer, brouwerij en
Agrifirm Plant.
plant
Bierbrouwerij de Koningshoeven,
opgericht in 1884 in Berkel-enschot,
is de enige Trappistenbrouwerij van
Nederland. Het bier van de Konings-
hoeven draagt het label ‘Authentic
Trappist Product’. Dit label mag een
brouwerij alleen voeren als het bier
binnen de abdijmuren en onder
toezicht van monniken wordt gebrou-
wen. Daarnaast is het een vereiste dat
een gedeelte van de opbrengst naar
goede doelen gaat. Bij de bierbrouwerij
werken momenteel zo’n 38 medewer-
kers. De totale productie van la Trappe
in 2011 was tussen de 47.000 en
48.000 hectoliter bier.
Bierbrouwerij de Koningshoeven
< Adrie Strikkeling (l) en Thijs Thijssen.
schakel in succes januari 2012 29
COmPlICATIeS
Johan Brooijmans, teeltspecialist in
regio Zuid, legt uit: “Het telen van
vollegrondsgroenten op zandgrond kan
complicaties met zich meebrengen. Er
is kans op een hogere percentage uit-
spoeling. Dit gaat gepaard met grotere
verliezen en daardoor grotere kans op
onevenwichtige groei van de gewassen.
Een goed bemestingsplan met dierlijke
mest, kunstmeststoffen en bodemver-
beteraars is daarom belangrijk. We
maken hierbij onder andere gebruik van
het programma Masterlink. Met dit
programma stellen we een bemes-
tingsplan op en tegelijkertijd berekent
Bemestingsplan voor optimale teelt vollegrondsgroenten
het programma of de teler de gebruiks-
normen niet overschrijdt.”
PROeVeN
Agrifirm Plant heeft in de praktijk veel
bemestingsproeven gedaan. Die vertalen
we door naar de praktijk. Brooijmans:
“De wetgeving dwingt telers te zoeken
naar efficiëntere en duurzamere oplos-
singen. Wij willen vooral laten zien wat
er mogelijk is op het gebied van efficiënt
gebruik van fosfaat en stikstof en kiezen
uiteindelijk die oplossing die voor de
teler het hoogste rendement oplevert.
Bijvoorbeeld het gebruik van vaste-
of vloeibare meststoffen via rijen-
toepassing. Je voegt de mest stoffen
meteen toe bij het planten, onder- of
naast het plantje. Naast het feit dat
dan het benutten van nutriënten beter
is, bespaar je ook tijd en arbeid.”
eNTeC
Een andere belangrijke ontwikkeling
zijn meststoffen die gecontroleerd
vrij komen. Brooijmans: “Een voorbeeld
is het product Entec, een stikstofmest-
stof met een nitrificatieremmer. Deze
zorgt dat de stikstof vertraagd
vrijkomt. Hierdoor zijn minder strooi-
beurten nodig en groeit het gewas
regelmatiger.” Agrifirm Plant heeft
inmiddels een breed assortiment Entec
houdende producten voor diverse
gewassen. “Telers passen inmiddels
op brede schaal Entec toe in de volle-
grondsgroenteteelt.”
Veelal staat de teelt van vollegrondsgroenten op zandgrond. Om de gewassen
van voldoende voedingsstoffen te voorzien en te voldoen aan de wettelijke
gebruiks normen is het nodig een bemestingsplan op te stellen. De Agrifirm
Plant-specialisten helpen hun klanten hierbij.
plant
Bierbrouwerij de Koningshoeven
< Adrie Strikkeling (l) en Thijs Thijssen.
Fruittelers gebruiken voornamelijk betonpalen voor de ondersteuning van bomen.
De laatste tijd zijn er echter meer problemen met het afbreken van betonpalen.
Productiestijgingen stellen de ondersteuning zwaar op de proef en ook de extremere
neerslag zorgt voor problemen. Fruittelers zoeken daarom een alternatief.
Sinds Agrifirm Plant dealer van Frustar hagelnetten is, zijn Kiefer houten palen in ons
land beschikbaar. Al meer dan 30 jaar gebruiken telers voor hagelnetsystemen deze
palen en regelmatig hergebruiken ze deze na 25-30 jaar. Kiefer houten palen, van een
langzaam groeiende houtsoort met vaak meer dan 40 jaarringen, zijn sterk en
behouden toch de flexibiliteit van hout. Na behandeling met een zout zijn ze
aanzienlijk duur zamer dan standaard hout. Een levensduur van minimaal 20 jaar is geen
enkel probleem. De palen hebben daarnaast nauwelijks verloop in dikte. Vraag bij uw
specialist Fruitteelt naar de mogelijkheden van Kiefer houten palen.
Kiefer houten palen: minimale levensduur van 20 jaar
schakel in succes januari 201230
Een gezonde bodem met voldoende
voedingselementen. Dat is de voor-
waarde voor een succesvolle teelt van
bloembollen, zegt kweker Arnold van
der Wereld. Als aan die voorwaarden
wordt voldaan, dan is er geen verschil
tussen bollen van de rijkere zand-
gebieden in het oosten of van de
schralere kuststreek. Hij kan het
weten, want hij levert ze allebei.
WORlD FlOWeR
Samen met zijn broer Kees is Arnold
eigenaar van het familiebedrijf World
Flower BV, in Breezand (Noord-Holland).
Kees is de man van de verkoop en de
handel, Arnold is het aanspreekpunt
voor de kwekerij. Samen met hun
medewerkers staan ze voor een assorti-
ment dat bestaat uit tulp, iris, krokus,
narcis, anemoon, frittilaria (kievits-
bloem) en lelie. Na de oogst verwerkt
het bedrijf zelf alle gewassen en maakt
ze exportklaar.
Voor de teelt hebben ze ongeveer 75
hectare in gebruik, waarvan 30 hectare
voor lelies. Het grootste deel van de
grond ligt rond Breezand. Alleen voor
de lelies vindt ook teelt elders plaats.
De Noord-Hollander vindt extra teelt-
ruimte vooral in Limburg. Voor lelies
zijn ook Overijssel en Drenthe in trek.
ZONNe-UReN
“Wanneer je in Noord-Holland lelies goed
bemest met onder andere Orgaplus, dan
kunnen we lelies produceren met de
zelfde kwaliteit als in ‘het buitengebied’”,
stelt Arnold. Natuurlijk, er zijn verschillen
in teeltomstandigheden. Van der Wereld:
“In het groeiseizoen is de temperatuur
in het oosten net iets hoger. Maar daar
staat tegenover dat wij in het kust-
gebied meer zonne-uren hebben.”
BemeSTINGSSTRATeGIe
Een ander onderscheid is het organische-
stofgehalte van de bodem. De oostelijke
dekzandgrond bijvoorbeeld bevat meer
dan de duinzandgrond in de Kop van
Noord-Holland. Dat zou de kwaliteit
gunstig beïnvloeden. Van der Wereld
compenseert het met een uitgekiende
bemestingsstrategie. Sinds afgelopen
Bloembollenbedrijf verrijkt bodem met Orgaplus
De beste bollen van het duinzand
Orgaplus is een welkome aanvulling in de bemestingsstrategie
van World Flower BV. Goed voor de plaatsings ruimte van stikstof
en fosfaat, de kwaliteit en de opbrengst van de bollen.
plant
schakel in succes januari 2012 31
jaar heeft meststof Orgaplus daarin
een centrale plaats.
De voorbereidingen voor de bemes-
tingsstrategie beginnen al ver voor het
planten. In februari bespreekt de kweker
het plan voor het komende jaar met
zijn bloembollenspecialist van Agrifirm
Plant, Marco Jonkman. Van der Wereld
heeft op dat moment de toestand van
de bodem scherp in beeld. Hij laat elk
perceel bemonsteren. Ook gedurende
het teeltseizoen houdt hij de vinger aan
de pols. Waar nodig past hij zijn strategie
aan; met een extra bemesting of door
een andere meststof te kiezen. “Een
goede bemestingsstrategie is meer dan
volgens een boekje meststoffen uit-
rijden. Je werkt met de natuur, dat
vraagt om Fingerspitzengefühl”, zegt
de kweker.
ORGAPlUS
In tegenstelling tot voorgaande jaren,
hoefde Van der Wereld in het groei-
seizoen van 2011 de ingezette strategie
niet bij te stellen. Het verschil is
Orgaplus. Dat is een samengestelde
meststof op basis van dierlijke mest en
compost, waaraan sporenelementen
zijn toegevoegd. In Orgaplus zijn de
nutriënten organisch gebonden. De
meststof kan daarom voor het planten
worden ingewerkt zonder risico op
uitspoeling. De voedingsstoffen zijn dan
beschikbaar als de bol gaat groeien. Dat
was afgelopen voorjaar goed te zien.
Van der Wereld: “De lelies stonden in
één keer goed. In het verleden kwam
het gewas altijd wat schraal en bleek op.
Je moet dan bijsturen om een goede
stand te krijgen. Eigenlijk loop je dan
steeds achter de feiten aan.” World
Flower gebruikt Orgaplus in combinatie
met de gecontroleerd vrijkomende
kunstmeststof Agroblen (18-0-18).
Gedurende het groeiseizoen vullen ze
naar behoefte aan met Multi K en
kalksalpeter of KAS.
Veel VOORDeleN
“Met Orgaplus komt de beworteling
heel snel op gang”, legt Agrifirm-
specialist Marco Jonkman uit.
“Daardoor worden alle elementen
meteen goed opgenomen. Dat geeft
het gewas een goede start.”
De organische meststof draagt ook bij
aan een gezond bodemleven. Zeker in
de bollenteelt is dat een voordeel,
omdat de grond regelmatig wordt
ontsmet. Arnold: “Je hebt organische
stof nodig om het natuurlijke even-
wicht weer snel te herstellen. In een
gezonde bodem zit veel leven. Daar
moet je zuinig op zijn.” Bijkomend
voordeel is dat het gewas beter
bestand is tegen droogte.
Orgaplus is als organische meststof ook
een perfect product om de stikstof- en
fosfaatruimte optimaal te benutten,
vult bloembollenspecialist Jonkman
aan. Door de mestwetgeving is die
ruimte daarvoor namelijk steeds verder
ingeperkt. “Orgaplus werkt ideaal in
combinatie met compost.”
Wat voor kweker Van der Wereld voor-
opstaat is dat de opbrengst en kwaliteit
optimaal zijn. “Ons vak wordt steeds
meer topsport. De marges zijn smal en
de concurrentie in de markt is groot.
Je kunt je geen missers meer veroor-
loven”, aldus Arnold.
plant
< Arnold van der Wereld (r) en Marco Jonkman bekijken de leliebollen van het geslaagde oogstjaar.
“ Je hebt organische stof nodig om het natuur lijke evenwicht weer snel te herstellen.”
< Leliebollen van het NoordHollandse duinzand.
schakel in succes is het klantenblad van Agrifirm en verschijnt 6 keer per jaar. Redactie Afdeling Communicatie Agrifirm Fotografie AxiPress, Marten Aukes, Marcel Bekken, Marnix Klooster, Geert Marissen, Wim Roefs, Koos van der Spek en Agrifirm Concept en realisatie JEEN bureau voor communicatie Drukwerk Ten Brink, Meppel
ISSN 2211-5811
colofon
Samenspel Jan van Oort heeft een boomkwekerij in Hilvarenbeek. Op 10 hectare land kweekt hij lichte laanbomen. Van Oort nam in 1997
een opmerkelijk besluit: hij stopte met zijn varkensbedrijf en stapte over naar de boomteelt. Kees Overheul, specialist van het
nieuwe team Boomteelt en Openbaar Groen van Agrifirm Plant, benaderde Van Oort in augustus 2011. Ze bespraken kort de
mogelijkheden voor het komende seizoen. In februari 2012 staat de volgende afspraak gepland. Dan bespreken ze de komende
teelt en bekijken ze onkruidbestrijding, bemesting en ziektebestrijding in de teelt. Beiden zijn benieuwd wat de komende
samenwerking hen gaat brengen.
“Bij het team Boomteelt en Openbaar Groen heeft Jan een duidelijk aanspreekpunt
binnen Agrifirm Plant. Hij kan nu met al zijn vragen bij ons terecht.”
Kees Overheul
specialist Boomteelt en Openbaar Groen Agrifirm Plant
“ Ik ben erg benieuwd naar de samenwerking en de begeleiding van Kees. Ik heb er, na twee gesprekken, in ieder geval vertrouwen in.”
Jan van Oort boomkweker in Hilvarenbeek