8/10/2019 Samenvatting Org.B

1/1

art 1: The world of OB 1. The foundations of OB 875- 1930 Classical theory Karl Marx (socialism en communism), Emile Durkheim, Max Weber920-1970 Rational system-view Federick Taylor (routine en standardisatie, t-ford, geen initatief medewerker skilss niet langer nodig en betalen naar prod. En geen unity ofommand), Henri Fayol (planning, organizing, leading, coordinating, controlling wel initatief medewerker), Chester Barnard(samenwerking: willingness to co-orporate, a commonurpose, communication about action door specialization, incentives, authority, decision making), Herbert Simson (motiveren medewerker: loyaliteit, training, dwang) Human relationsiew Elton Mayo(Hawtorne), Mary Parker Follett(relatie tussen manager en medwerker: dynamica, empowerment, participation, leadership, conflict, experience), Douglas Mcgregor (X-n Y+ creatief)950-2000 Symbolic interactionism Karl Weick (Subjective and situational view, creeren fenomenen als een organisatie, symbolic interactionism, postmodernism, conflict theory,ritical theory)970-2010 Conflict critical view (critics to rational functionalistic and capitalistic view)

Morgans organizational methapors (hoe) Organisations as: machines, organism, brains, cultures, political systems, physical prison, flux and transformation, instruments ofomination

art 2: Individual Processes 2. Personality dynamics Attributie: waarom doe je iets? Externe (buiten de betrokkene) en interne (binnen de betrokkene) fundamental error en self-serving bias Ga naar: navigatie, zoeken. Met deundamentele attributiefout wordt de neiging bedoeld om gedragingen van anderen toe te schrijven aan de persoonlijkheid of het karakter van die anderelf-concept: hoe zie je jezelf Self-esteem het geloof in iemands eigenwaarde op zelf evaluatie (live consciously, be self-accepting, take responsibility, be self-assertive, liveerposefully, personal intergrity) Self-efficacy: geloof in iemands mogelijkheden om een taak succesvol uit te voeren self monitoring: mate waarin de persoon zijn gedrag aanpast aane situatie locus of control: mate waarin iemand verantwoordelijkheid neemt voor zijn gedrag en de consq. Ook door attributie intern en extern.

ersonality: karakteristieken verantwoordelijk voor iemands identiteit Big five: persn selectie1. Extraversie spontaan (tegenover introversie still ).

Engels: Extraversion or Introversion .2. Goedaardig en warm tegenover kwaadaardig en kil

Engels: Agreeableness .3. Zorgvuldigheid (tegenover laksheid en gebrek aan motivatie).

Engels: Conscientiousness 4. Emotionele stabiliteit zelverzekerd relaxend (tegenover

Neuroticisme angstig depressief boos ) Engels: Emotional Stability t.o Neuroticism .

5. Openheid voor Ervaringen/Intellect/Creativiteit Engels Openness to Experience en Intelligence

arl jung: Sensing vs intuity, thinking vs feeling, extravert introvertearning styles kolbs cycle : Concrete experience(diverencer feeling watching) reflective observation(assimilatior watching thinking) abstract conceptualization(converger thinkingoing) active experimentation(accommodator feeling doing)

. Values, attitudes, emotions standaarden of criteria voor het kiezen van doelen en het gidsen van acties die relatief duurzaam en stabile zijn door de tijd.Value system: persoons waarde op intensiteit en belangrijkheid Instrumental values: gewenste manieren om iemands doelen te behalen teminal valeus: de doelen die een pesonnwil bereiken gedurende het leven.

hwartz 10 persoonlijkheden: intrisic (openheid om te veranderen), extrinsic (concervatieve waarden), social/interpersonal (self-transcendence values), prestige/power(gerelateerdan self-enhancement)

. Perception & communication mensen krijgen allerlei signalen en gaan dit opnemen om beslissingen nemen (attributie)otrast effect: verschil zien primacy effect; eerste indruk receny effect; laatste indruk Halo: algemene indruk leniency: consistente evalutie andere mensen in positieve zin

ones Davis: beschrijft hoe een alerte ontvanger ander mans intenties en persoonlijke acties van gedrag interpreteerd (non-common effect, social desirability, degree of choice.ovaration model Kelley: locus of control (distintiveness ook in andere sitaties, consistency, herhaaldelijk, concensus zichtbaar bij andere.

. Content motivation theories wat motiveert mensen op basis van interne dualiteit, richting, intensiteit en het navolgen van doelgericht gedragNeeds, Reinforcement, conitions, job characteriscs, feeling/emotionsMaslows need hierarchy theory: fysiologisch, veiligheid, liefde, zelfrespect, zelf verwezenlijkAlderfers ERG theory: Existence, relatedness, growth McClellands need theory: motivatie van een individu om verschillende behoefte te bevredigen (need for achievement, affiliation sociale relaties, power)Herzberg Malow Aderfer McClellandMotivators zelverwezelijking/respect growth achievement powerHygiene factors liefde/veiligheid/fysiologisch relatedness existence affillation

andura: wat men denkt te kunnen met de capaciteiten die men denkt te hebbenDe moor: motivatie als waardengedrevenheid: psychologisch, wat mensen belangrijk vinden, waardeoordelenGoalsetting (locke en Latham); waardeafstemming door vertrouwen. Mensen zijn tevredeneer als ze doelen bereiken en hoe hoger het doel des te beter

. Process motivation theories ergens voor gaan, inhoudstheorie (wat) en procestheorie (hoe)Wat)Maslow : theorie van behoeftenhierarchie (commentaar cultuur bias geen imper. Onderbouwing, motivatieopwekken is -)iramide van onder naar boven needs fors elf-actualisation: physiological, safety, social, esteem needs Mcgreagor: vooroordelen managers over houding en gedrag Mclelland: wat

motiveerd managers (achievement, power en affilation) Hertzberg: hygienefactor (genoeg=genoeg) vs motivatiefactor (behoefte zonder grenzen) Deci: theorie van zelfmotiverendeaken (intrinsieke motivatie) job characteristics model: autonomie, afwisseling, feedback, identiteit, betekenisvolheid (hoe) Festinger: theorie van cognitieve dissinantie (werk hardindt betaling slecht) Adams disripantie in verhouding tussen inspanning en obrengsten, equity theory Vroomss verwachtings theorie somEIV=motivatie efoort individual en valuesart 3: Group & Social Processes

. Group dynamics 2 of meer, gezamelijk doel, gezamelijke normen, gezamelijke indentiteit; bedreigingen asch effect, groupthink, social loafingOrganisational Accomplish complex, interdependent tasks that are beyond the capacities of individuals Generate new or creative ideas and solutions Coordinate interdepartmentalfforts Provide a problem -solving mechanism for complexroblems requiring varied information and assessments Implement complex decisions Socialise and train newcomers ndividual Satisfy the individuals need for affiliation Develop, enhance and confirm the individuals self -esteem and sense of identity Give individuals an opportunity to test andhare their perceptions of social reality Reduce the individuals anxieties and feelings of insecurityand powerlessness Provide a problem -solving mechanism for personal andnterpersonal problemsociogram: star, isolatet, neglectee kiest andere, rejectee kiest niemand, mutual pairurkman: forming(kat uit de boom), storming(positive bepalen groepsleden), norming(regels) and performing (uitvoer)

Groupthink symtoms: invulnerability, inherrent morality, rationalisation, stereotyped, self-censorship, illusion of unanimity, peer pressure, mindguards

. Teams and teamwork paar maanden en jaren, grotere druk op presteren soorten: advice, production, project, action teamsVoordelen Speed and cost effectiveness, while retaining high quality Learning Innovation Processing more information Productivity

uild trust : communication, f airness, support, respect, predictability, competenceeams fail: zwakke strategie, vijandelijke omgeving, verkeerde inzet, niet leren uit ervaring, vaag teamverband, slechte teamleiding, te weinig training en vertrouwen

. Organisational climate: conflict, diversity and stress ; desired conflicts outcomes are, agreement, stronger relationship and learning. Methods devils advocate of dialected method eom.ive conflict handling syles: intergrating (problem soving), obiliging (smooting), domination(forcing), avoiding an compromising.ive steps added value negotiation: clarify interests, identify options, design alternative deal packages, select a deal, perfect the dealtereotype is een overdreven beeld van een groep mensen dat vaak niet (volledig) overeenkomt met de werkelijkheid. Het is vaak een vooroordeel of negatief denkbeeld en wordt vaakebruik als rechtvaardiging van bepaalde discriminerende acties. Het is een voorbeeld van een ecologische fout.

Diversaty: geen simpele issue van leeftijd of ras. Kanzorgen voor lager kosten, verbeteren recruting, vebeteren sales, innovatie en groep problementress is een vorm van spanning die in het lichaam van mensen, dieren of planten optreedt als reactie op externe prikkels en die gevolgd wordt door een bepaald patroon vanysiologische reacties.oping is een begrip uit de psychologie, waarmee de manier waarop iemand met problemen en stress omgaat wordt bedoeld

2. Organisational and international culture leiders in organisaties creren en onderhouden cultuur en voorspellen van gedrag, cultuur is hier een belangrijk onderdeel van. Waarden enoelen van mensen zijn hierin bepalend.

Hostede: waardenonderzoekUienmodel/schein: impiciet/basic assumtions norms and valueas expliciet/artefacts and productsGeen cultuur verandering zonder structuur veranderingQuin: 4 krachten model: flexibiliteit (open systeemm cultuur tumultueze anarchie), extern (rationele doel cultuur onderdrukkende sweatshop), beheersing (interne proces cultuurevroren burocratie) intern (human relations cultuur onverantw. Country club)ultuur meetbaar maken: machtafstand onzekerheidvermijden individualisme/collectivisme masculiniteit/femininiteit korte/lange termijn

5. LeadershipDualiteit : een simultane werking van ogenschijnlijk aan elkaar tegengestelde behoeften/krachten maar die complementair zijn (elkaar veronderstellen)Manager s:planninginvestigatingorganisingcontrolling

eaders: inspiring othersproviding emotional supportgetting employees to rally around a common goal Management Skills planning, controlling, communicating, evaluation, monitoring, teamworking, directing

eadership skills Inspiring ,Motivating, Envisioning, behaviour modeling, Involving, promoting learning, team-building

http://nl.wikipedia.org/wiki/Extraverthttp://nl.wikipedia.org/wiki/Introverthttp://nl.wikipedia.org/wiki/Introverthttp://nl.wikipedia.org/wiki/Neurosehttp://nl.wikipedia.org/wiki/Neurosehttp://nl.wikipedia.org/wiki/Neurosehttp://nl.wikipedia.org/wiki/Introverthttp://nl.wikipedia.org/wiki/Extravert