Samenvatting bedrijfsbeheer

Auteur: Cindy Devijver

Middenjury kantoor 6&7 Bedrijfsbeheer

IK OVERWEEG EEN EIGEN ZAAK TE STARTEN! WAAR HOU IK REKENING MEE?1 Facetten van de vaardigheden en attitudes bij het ondernemerschap.Vakkennis en ervaring vormen de basis voor succes. Ook een goede (vak)opleiding relevante diplomas en goede referenties zijn belangrijk. Soms moet je speciale diplomas op zak hebben, dat hangt af van het vakgebied of de vestigingseisen. Je moet een doel hebben en je moet weten hoe je dat doel kunt bereiken: Stel een doel: vb. Waar wil je staan in een half jaar? Maak een plan om je doel te realiseren. Doe onderzoek naar concurerende zaken waar jij een onderscheid van wilt maken. Voer uit maar bekend wat je te bieden hebt. Het commercieel inzicht dat je als ondernemer zeker tentoon moet spreiden, verwef je meestal niet op school, dat heb je van nature. Behalve kansen zien n grijpen, eist commercieel inzicht ook realiteitsbesef. Geen overmoedige beslissingen nemen maar je, behalve op je intutie, ook opp feiten en cijfers baseren. Je moet geen topboekhouder zijn, maar enige kennis van ondernemingsfinancin heb je als ondernemer wel nodig. Het volstaat niet dat het allemaal in je hoofd zit of dat je alles keurig bewaart in een grote doos. Je administratie moet voldoen aan de eisen van de belastingdienst. Als ondernemer is het een groot voordeel als je gemakkelijk contacten legt, op anderen af durft stappen en openheid uitstraalt. Wie communicatief is, schopt het verder als ondernemer. Je moet bovendien niet alleen weten wanneer je kunt spreken maar ook op welk moment je beter even je mond houdt. Het is handig als je ondernemer altijd de rode draad weet vast te houden en duidelijk hoofdzaken van bijzaken kunt onderscheiden. Je hebt ook een groot voordeel als je gemakkkelijk kunt omschakelen tussen verschillende taken. Wie eigen zaak heeft, moet een duizendpoot zijn. Een organisatievermogen is dus ook belangrijk! J bent je bedrijf, dat betekent dat je zelfstandig moet kunnen werken, knopen moet kunnen doorhakken en discipline moet weten op te brengen. Op eigen benen staan, is natuurlijk betrekkelijk: je moet niet alles zelf doen. Zelfstandig functioneren, houdt ook in dat je weet wanneer je de hulp van anderen moet inroepen en dat je in zon geval de gewenste dekundigheid weer aan te boren. Een verantwoordelijke ondernemer doet wat hij belooft. Laat hij steken vallen, dan zullen klanten hem erop afrekenen. Je hebt als zelfstandige ondernemer niet de zekerheid van een vast salaris. Je hebt geen doorbetaalde vakantie of dertiende maand. Je hebt niet de zekerheid van een goed pensioen of een uitkering als je wegens ziekte je job niet langer kunt uitoefenen. Voor al die zaken ben je zelf verantwoodelijk. Ondernemen beteknt voor eigen risico en met je eigen geld jouw capaciteiten en vaardigheden verkopen tegen een bepaalde prijs, afhankelijk van de vraag of de markt. Ondernemers hebben een neus voor kansen, zij zien wat er nog niet is! Innoveren betekend verniewen, iets nieuws toevoegen. Innovatief ondernemen houdt dus in: vernieuwing van producten, diensten en bedrijfsprocessen.

2

Risicos, opportuniteiten, voor- en nadelen bij het ondernemerschap.

Een van de belangrijkste verschillen tussen de bezoldigde werknemer en de zelfstandige is het dan niet aanwezig zjn van een gezagverhouding. De loontrekkende krijgt instructies over hoe hij zijn werk moet organiseren en wordt ook gecontroleerd. De zelfstandige daarentegen bepaalt zelf hoe hij zijn werk uitvoert. Hij ontvangt alleen richtlijnen over de omvang van het werk of het gewenste resultaat. De loontrekkende loopt wel minder financile risicos omdat hij iedere maand een loon ontvangst, onafhankelijk zijn resultaten. Ook bij arbeidsongeschiktheid en tijdens vakanties is zijn loon gewaarborgd. De zelfstandige krijgt geen gewaarborgd minimum en heeft geen loon gewaarborgd. Ook in het geval van ziekte krijgt hij geen gewaarborgd inkomen. De zelfstandige kan zich daarom best extra verzekeren, om het sociale vangnet te versterken.

~1~



33.1

Informatie en ondersteuning voor startende ondernemers.Verschil tussen handelaar en ambachtsman/vrouw

Handelaar Een handelaar is een persoon. Dat kan zowel een natuurlijk persoon (een gewoon mens) zijn als een rechtspersoon ( een groepering van mensen die aan bepaalde juridische voowaarden voldoen, bv. de tsad Gent, ) Een handelaar moet meerderjarig zijn. De leeftijd van 21 jaar is vereist om als bestuurder van een vennootschap op te treden, om voor eigen rekening en in eigen naam een ambulante activiteit uit te oefenen en om als zelfstandige tussen persoon te fungeren: Volgende personen zijn onbekwaam: Krankzinnigen en zwakzinnigen; Verkwisters ( door een uitstpraak van de rechtbank); Crominelen, met een gevangenisstraf van minimaal 5 jaar, tijdens het uitzitten van hun straf; Minderjarigen, ook als ze ontvoogd zijn. Sommige personen hebben wel de bekwaamheid om daden van koophandel te stellen, maar hun beroep laat dat niet toe: men zegt dan dat hun beroep onvereningbaar is met het beroep van hadelaar het gaat om: Advocaten, rechters, notarisen; Geestelijken (priesters, dominees, ); In principe alle ambtenaren (bv. politieagenten. De daden van koophandel zijn bv. Aan- en verkoop van voedingswaren en goederen; nijverheidsondernemingen; vervoersondernemingen,. Deze handelsdaden worden altijd gesteld met de bedoeling winst te maken! Ambachtsman (of vrouw)1

Het handelsrecht zegt over een de ambactman/vrouw (bv. smid, schoenmakern, ) dat het een natuurlijk persoon moet zijn, die voor eiegn rekening arbeidsprestaties levert waarbij geen of slechts toevalilige levering van waren gepaard gaat. Wat de bekwaamheid van de ambachtsman/vrouw betreft, geldt niet de leeftijd als criterium, maa rwel het einde van het leercontract (normaal 30 juni van het jaar waarin hij/zij 18 wordt).

3.2

Vestigingsvoorwaarden2

In principe kan iedereen een zelfstandige activiteit opstarten. Toch zijn er enkele voorwaarden en beperkingen. Handelingsbekwaamheid Om een onderneming te starten dien je handelingsbekwaam te zijn. Dit ben je in principe vanaf jouw 18de verjaardag (tenzij bij verlengd minderjarigverklaarden). Nationaliteit Om in Belgi een zelfstandige activiteit uit te oefenen dien je onderdaan te zijn van de EER (Europese Economische Ruimte). Als je geen onderdaan van de EER bent, zal je moeten beschikken over een beroepskaart, tenzij je je kunt beroepen op n van de talrijke uitzonderingen. Bedrijfsbeheer Voor nagenoeg alle zelfstandige activiteiten dien je een bewijs te leveren voor de kennis van bedrijfsbeheer. Dit kan geleverd worden door jezelf of een aangestelde via een diploma of ervaring. In bepaalde gevallen moet er geen bedrijfsbeheer bewezen worden. Zo ben je als zelfstandige bij overname gedurende n jaar vrijgesteld en moet je als vrije beroeper ook geen bedrijfsbeheer bewijzen.

1 2

Zie ook: www.ambachtindekijker.com Zie site: http://www.zenito.be/nl/starter ~2~



Beroepskennis Voor bepaalde beroepen dien je ook beroepskennis te bewijzen. Dit is zo voor alle gereglementeerde beroepen. Via de extra info over de diverse beroepen op deze website of via het stappenplan kun je nagaan of er voor jouw beroep een bewijs van beroepskennis noodzakelijk is. Deze beroepsbekwaamheid kan bewezen worden door jezelf of door een aangestelde. Ook hier kan het bewijs geleverd worden door een diploma of via ervaring. In bepaalde gevallen kun je vrijgesteld worden van het bewijs van kennis beroepskennis. Dit is bijvoorbeeld het geval bij overname (gedurende 12 maanden). Vrije beroepen Voor de meeste vrije beroepen gelden er nog bijkomende voorwaarden naar diploma's, eedaflegging, ... Kijk onder de diverse beroepen en ontdek welke specifieke voorwaarden voor jouw activiteiten gelden.

3.3

Instanties die informatie en hulp aanbieden bij het opstarten van een eigen zaak.

Financile instelling Voor heel wat inlichtingen kun je gratis terecht bij de financile instelling (bv. KBC, ING,). Zij geven niet allen interessante brochures, maar zullen je zeker ook met raad en daad bijstaan. Bepaalde financile instellingen stellen fondsen ter beschikking voor het verwezenlijken van innovatieve projecten. Ze zijn bereid een participatie te nemen in het oprichtingskapitaal. Dat jonge ondernemers nodig hebben om een nieuwe zaak uit te bouwen of door te dringen tot een nieuwe markt. De jonge ondernemer profiteert gedurende drie tot zes jaar van de ervaring, het advies en de controle van de financile instelling, die zich na de afgesproken termijn terugtrekt. 3 Bedrijfscentrum Een bedrijvencentrum heeft als belangrijkste taak om creatieve mensen te begeleiden en hun zo de kans te geven een zaak op te staren. Bedrijvcentras verhuren kantoor- en werkruimten aan startende ondernemers. Die kunnen bovendien gebruik maken van gemeenschappelijke voorzieningen, zoals vergaderruimten, secretariaat, telefoon, kantoormachines, parking, enzo. Aan het hoofd van het centrum staat een ervaren ondernemer die de starter eventueel raad en advies kan geven. De huur van een ruimte in een bedrijfscentra is altijd tijdelijk. Zodra de opstarface acter de rug is, moet de startende ondernemer een iegen vestigingsplaats zoeken en een eigen infrastructuur uitbouwen. Sociaal secretariaat Als hij persooneel in dienst neemt, sluit de ondernemer zich best aan bij een sociaal secretariaat. Dat doet de loonberekening en houdt de ondernemer op de hoogte van de nieuwe sociale wetten. Natuurlijk moet de ondernemer hiervoor een vergoeding betalen. Boekhoudkantoren Voor de boekhouding kan je beroep doen op een boekhoud- accountantskantoor. Meestal kunnen via die kantoren ook de fiscale verplichtingen geregeld owrden. Hiervoor moet uiteraard betaald worden. Beroepsvereniging Voor elk beroep bestaat er een een vereniging, die de belangen verdigt van de personen die dat beroep uitoefenen. Interprofessione organisaties Die organisaties stellen hun diensten ter beschikking voor beginnende zelfstanidgen. Ze verdedigen niet noodzakelijk de belangen van n beroepscategorie in het bijzonder, maar van alle ondernemers. 4 Vlaamse netwerk van ondernemingen VODKA Het Vodka orgainseert allerlei activiteiten op lokaal vlak, waarbij jonge zelfstandigen de kans krijgen kennis te maken met zowel toekomstige klanten als leverancier, die contacten kunnen uitrgoeien tot sterke zakenrelaties.

3 4

www.bedrijvencentra.be www.vodka.be ~3~



Lokale initiatieven De beginnende ondernemer zla een specifieke plaats innemen in de lokale gemeenschap. Zijn activiteiten zullen de lokale economie en de tewerkstelling immers te goede komen. Op vele plaatsen in ons land stimuleert de lokale gemeenschap daarom in hoge mate nieuwe ondernemingen. Ook de privsector draagt bij tot de talrijke lokale initatieven om jong ondernemerschap te bevorderen. Peterschap Een veelvoorkomende klacht van KMO-bedrijfsleiders is dat zij zich gesoleerd voelen. Het kunnen toetsen van hun ideen aan een klankbord geeft zowel henzelf als hun bedrijf meer zuurstof, tussen de dagelijkse taken en sleur door. Het principe van peterschap probeert daar in Vlaanderen iets ana te doen. Het houdt in dat grote ondernemingen peter worden van kleinere ondernemingen en op die manier hun ervairng proberen over te dragen. Ondernemers worden ondersteudn in hun bedrijfsvoering, gestimuleerd in hun contacten en in het uitwisselen van ervairngen met andere KMObedrijfsleiders. Agentschap voor ondernemersvorming Syntra Sytra heeft verschillende vormingscentra in Vlaanderen en Brussel die opleidingen organiseren op boejhoudkundig, administratief en vaktechnisch gebied. Starters die via Syntra beroep doen op een erkend adviseur krijgen 35% van hun adviesfactuur terugbetaald (tot een bepaald maximum). Provenciale Ontwikkelingsmaatschappijen De kerntaak van een POM bestaat in het promoten van de provicnie als aantrekkelijke regio voor lokale en buitenlandse investeerders. Het crern van ruimte voor economie is een andere belangrijke taak. In elke provincie is er immers een acuut tekort aan bedrijventerreinen en ruimten. In opdracht en op kosten van de Vlaamse regering, de provincie of de gemeenten kan de POM alle onteigeningen alle werken en alle andere openbare opdrachten van techhische aard uitvoeren en laten uitvoeren. Op eigen initatief en met eigen middelen kan een erkende POM ook elk onroerend goed onteigenen, uitrusten, overdragen of rechten van gebruik en genot toestaan. Balanscentrale Die kan voor startende ondernemers een bron van informatie zijn. Het is voor de onernermer zeer interessant om de sector waarin hij van plan is een economische activiteit op te starten vanuit een financim standpunt beter te leren kennen. Nationaal instituut voor de statistiek (NIS) Het NIS is een officile statisch overheidsorgaan van Belgi. Drie woorden vatten de basisopdracy samen: verzamelen, verwerken en verspreiden van cijfergegevens over de Belgische samenleving. Ze verzamelt kwalitatieve informatie die het controleert, ordent, op haar waarschijnlijkheid test en samenbrengt in globale anonieme tabellen.

44.1

FaillissementBegrip en gevolgen

Het faillissement of bankroet is een vorm van beslag op het gehele vermogen van de failliet ten behoeve van de gezamenlijke schuldeisers. Indien een rechtspersoon of een natuurlijk persoon niet langer aan zijn/haar betalingsverplichtingen kan voldoen ('insolvent' is), kan de rechtbank het faillissement uitspreken. Daarbij wordt door de rechtbank een curator benoemd. De taak van de curator is in beginsel het te gelde maken van het vermogen van de schuldenaar, om de opbrengst daarna te verdelen onder de schuldeisers. Faillissement is, met andere woorden, een collectieve verhaalsprocedure. Het faillissement wordt uitgesproken door de Rechtbank van Koophandel van de plaats waar de werkgever gevestigd was. Het vonnis van faillietverklaring wordt gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. In dit vonnis wordt in eerste instantie een curator aangesteld die de centrale figuur is in de ganse procedure. Hij zal de goederen van de gefailleerde beheren, de schuldeisers aanschrijven, schuldvorderingen innen, de failliete boedel vereffenen en, indien mogelijk, de schuldeisers geheel of gedeeltelijk betalen. Naast deze curator wordt tevens een rechtercommissaris aangesteld die een toezichthoudende rol heeft.

~4~



Indien u nog in dienst bent op het ogenblik dat uw werkgever wordt failliet verklaard, zal de curator in alle gevallen een beslissing moeten nemen aangaande het beindigen of verder zetten van uw arbeidsovereenkomst. De mogelijkheid bestaat ook dat de curator u ontslaat en u terug in dienst neemt met een nieuwe overeenkomst. Het is immers mogelijk dat een gedeelte van het personeel nog een periode voor rekening van de curator zal moeten werken. In de meeste gevallen echter stuurt de curator een aangetekend schrijven waarin hij de beindiging van de arbeidsovereenkomst meedeelt. De curator is ook gehouden de nodige sociale documenten af te leveren indien u naar aanleiding van het faillissement werd ontslagen.

4.2

De nieuwe faillissementwet

2008 was een recordjaar voor het aantal faillissementen. Op het moment dat de recessie volop toeslaat heeft de wetgever net op tijd de wet betreffende de continuteit van de ondernemingen uitgevaardigd. Deze wet van 9 februari 2009 biedt aan ondernemingen in moeilijkheden een nieuw wettelijk kader om hun problemen het hoofd te bieden en terug aan te knopen met winstgevend activiteiten. Bedrijven die zich in moeilijkheden bevinden, maar die ene goede kans maken om door middel van een financile en zonodig bedrijfeconomische sanering opnieuw rendabel te worden, kunnen beroep doen op de wet. Het hoofddoel is duidelijk: een faillissement trachten te vermijden. Voor deze nieuwe wet hadden bedrijven in moeilijkheden de keuze tussen een faillissement aanvragen ofwel opteren voor het gerechtelijk akkoord als laatste kans hun zaak te redden. Vanaf nu kan het ook anders: De schuldenaar kan een minnelijk akkoord sluiten met n, meer of alle schuldeisers. De schuldenaar doet dit op eigen initiatief eventueel met de ondersteuning van een ondernemingsbemiddelaar. De gerechtelijke reorganisatie onder toezicht van het gerecht. De overdracht van de onderneming onder gerechtelijk gezag.

~5~



IK HEB BESLIST TE STARTEN! WELKE VOORBEREIDINGEN TREF IK?1 Wettelijke verplichtingen bij het starten van een eigen zaak.Zichtrekening Bij een financile instelling moet je een rekening openen, waarban het tegoed op zicht opeisbaar is. Om op Europees niveau de betalingen vlot te laten verlopen, krijgt een zichtrekening vanaf 1 januari 2011 een heel andere structuur. Sommige banken gaan al vlugger tot die aanpassing over. Het nummer van je zichtrekening wordt een IBAN, met een BIC ter controle. Dit rekeningnummer moet op alle handelsdocumenten vermeld worden. Het oprichten van een vennootschap vergt een minimum aan kapitaal. Om te bewijzen dat de oprichters wel degelijk de zichtrekening van hun bedrijf gestort hebben, vraagt de notaris bij het opstellen van de oprichtingsakte een bankattest als bewijs. KBO Het KBOnummer is hetzelfde als het ondernemingsnummer. Dit nummer wordt aan elke onderneming toegekend en bestaat uit 10 cijfers. Het uniek ondernemingsnummer werd door de Federale Overheid ingevoerd om te voorzien in een unieke identificatiesleutel voor ondernemingen. Teneinde de administratieve last voor de bestaande ondernemingen tot een minimum te beperken werd er voor gekozen geen volledig nieuw nummer te implementeren, maar het BTW-identificatienummer om te vormen tot ondernemingsnummer. In een eerste fase vervangt dit nummer reeds: Het handelsregisternummer; Het rechtspersonennummer; Het BTW-nummer. Ondernemingsloket ondernemingsloket kunt u diverse administratieve formaliteiten, o.a. in het kader van de opstart van een onderneming, via n centraal punt laten vervullen. Het ondernemingsloket adviseert en ondersteunt zelfstandigen en ondernemers op administratief vlak bij de opstart of bij de uitbreiding van hun zaak. Een team van gespecialiseerde medewerkers regelt alle noodzakelijke formaliteiten, zoals inschrijving, wijziging of schrapping bij de Kruispuntbank voor Ondernemingen alsook diverse zaken in het kader van de vestigingsreglementering. Daarnaast kunt u bij het ondernemingsloket terecht voor diverse aanvullende diensten waaronder BTW- inschrijving, aansluiting bij een erkend sociaal secretariaat en/of een sociaal verzekeringsfonds. Overzicht Diensten: Vervullen van alle startersformaliteiten Wijzigingen in uw bedrijf Tewerkstelling van personeel Regelen van uw sociaal statuut Tarieven Ondernemingsnummer en RPR Dat is een nummer van 10 cijfers dat begint met 0 of 1. Dit nummer is een identificatienummer dat de ondernemingen kunnen gebruiken in hun communicatie met de overheid en tussen ondernemingen onderling. Het gebruik van het ondernemingsnummer is verplicht vanaf 1 januari 2005. voor bestaande ondernemingen met een BTW-nummer: het ondernemingsnummer is het BTWnummer met een 0 ervoor. voor bestaande ondernemingen die geen BTW-nummer hebben maar wel een nummer in het Rijksregister van Rechtspersonen: het ondernemingsnummer is het rechtspersoonnummer met een 0 ervoor. voor bestaande ondernemingen zonder BTW-nummer en zonder nummer in het Rijksregister voor Rechtspersonen: de KBO kent automatisch een ondernemingsnummer toe, beginnend met een 0. voor nieuwe ondernemingen: zij krijgen bij inschrijving een ondernemingsnummer. Tijdelijk zal dit nummer nog beginnen met een 0, op termijn zal het nummer beginnen met een 1. Het woord 'Rechtspersonenregister' of de afkorting RPR en het ondernemingsnummer moet u vermelden op de gebruikte gebouwen, stalletjes en vervoersmiddelen.

~6~



Btw-registratie Iedereen die in uitoefening van een economische activiteit gereld en zelfstadig, met of zonder winstoogmerk, hoofdzakelijk of aanvullend, leveringen van goederen of diensten verricht die onder toepassing van de BTW-wetgeving vallen, is verplicht een btw-nummer aan te vragen. Sinds het invoeren van de KBO wordt het btw-nummer toegekend via het ondernemingsloket. Dat regelt allen de formaliteiten bij de aanvraag. Voor de verdere verrichtingen blijft het plaatselijke btw-controlekantoor bevoegd. Huwelijkscontract Als de handelaar een ander huwelijks vermogensstelsel heeft dan het wettelijke, moet hij bij inschrijving in het ondernemingsloket een uitreksel van het huwelijkscontract af te geven. Vestigingswet Iedere persoon die een activiteit wenst uit te oefenen waarvoor een inschrijving in het handels- of ambachtsgetuigschrift gevraagd wordt, moet een vestigingsgetuigschrift bezitten. Via dat getuigschrift zal hij/zij moeten bewijzen over voldoende kennis van het bedrijfsbeheer te beschikken. Dit geldt voor iedere startende onderneming. Aansluiten bij een verzekeringsfonds en ziekenfonds Als zelfstandige ben je verplicht om je aan te sluiten bij een sociaal verzekeringsfonds. Die verplichting geldt ook als het om een bijberoep gaat. Het fonds int de sociale bijdragen die je moet betalen en zorgt ook voor de uitkeringen. Vergunningen en andere reglementering Voor sommige zelfstandige activiteiten is eerst een vergunning, andere machtiging of erkenning vereist. Die eis van de wetgever is bedoeld om de burger te beschermen op het vlak van volksgezondheid, verkeer en veiligheid. Enkele voorbeelden: Reisbureau: exploitatievergunning van Toerisme Vlaanderen; Kruidenier: eetwarenvergunning afgeleverd door het federaal agentschap voor de Veilgheid van de voedselketen; Meststoffen: erkenning vereist door het Ministerie van Landbouw Vlees: vergunning afgeleverd door het instituut voor Veterinaire Keuring Sommige bedrijven moeten een bijzondere vergunning krijgev van het gemeentebestuur of van de bestendige deputatie van de provincie. Boekhouding Elke handelaar is verplicht zijn bedrijfsactiviteiten te registreren in een boekhouding. Hier wordt later uitvoerig op teruggekomen. Maten en gewichten In de binnenlandse handel mag bij maten en gewichten alleen het decimaal stelsel gebruikt worden. Meetwerktuigen die gebruikt worden bij handelsverrichtingen moeten gelijkt zijn. Bij weegschalen, taximeters moet dat om de vier jaar, bij benzinepompen jaarlijks.

~7~



~8~



2

Het sociaal statuut van de ondernemer

De Belgische sociale zekerheid staat over de hele wereld bekend. Ze vervullt drie belanrgijke functies: Bij verlies van je arbeidsinkomen zorgt ze voor een vervaningsinkomen Voor bepaalde sociale lasten: zoals de kosten van het opvoeden van kinderen of ziekteonkosten, zorgt ze voor een aanvullend inkomen Als je onvrijwillig niet over een beroepinkomen beschikt, dan zorgt ze voor een bijstanduitkering, bv. een integratieloon. De wetgever maakt een belanrgijke onderscheid tussen zelfstandige, werkneler en ambtenaar. Zelfstandige Als zelfstandige mag je in Belgi een beroepbezeigheid uitoefenen zonder dat je gebonden bent aan een arbeidsovereenkomst of een overheidsstatuut. Tot deze groep behoren: De uitbaters van eenmanszaak De vrije beroepen De zaakvoerders van een bvba, de bestuurders van een nv De werkende vennoten Je bent een zelfstandige in bijberoep als je loon- of wedergekeerde bent in het hoofd beroep, of een uitkering geniet, of gepensioneerd bent EN je bijkomend een zelfstandige activiteit uitoefent. Je moet in je andere activiteit minstens halftijdse prestaties leveren. Je kunt ook een zelfstandige bijstaan of af en toe vervangen. Je bent dan helper/helpster van een zelfstandige en valt ook onder dit statuut. Als zelfstandige moet je zelf voor je sociale bijdragen zorgen. De bijdrageplicht begint vanaf de eerste dag het kwartaal waarin je je zelfstandige activiteit start. Dit bedrag wordt berekend als een percent van de nettobedrijfsinkomsten, d.w.z. Brutobedrijfsinkomsten - bedrijfslasten - Eventuele bedrijfsverliezen ba, de vorige jaren Nettobedrijfsinkomsten De berekening verloopt geherwaardeerde nettobedrijfsinkomen van 3 jaar geleden, volgens bepaalde degressieve schuiven. Als je als beginnend zelfstandige een bedrijfje opstart, moet je de eerste drie jaar voorlopige bijdragen betalen. Werknemer Als werknemer ben je gebonden aan een arbeidsovereenkomst. Het sociaal statuur van een zelfstandige onderscheidt zich van het sociaal statuut van een werknemer. Een werknemer geeft een gedeelte van zijn loon of wedde af aan de RSZ en is daarmee in orde met wetgeving. De patroon is verplicht een bijdrage te betalen om de kas van de RSZ te spijzen. Die worden gedeeltelijk door de werknemer en gedeeltelijk door de werkgever gedragen. In beide gevallen wordt de bijdrage berekend op basis van de brutovergoeding. Sociale vergoedingen: Gezinsbijdragen : kinderbijslag, geboortepremie, adoptiepremie, Rustpensioen: bij volledige loopbaan Gezondheidszorgen: zowel de grote als de kleine risicos worden geheel of gedeeltelijk terugbetaald door het ziekenfonds. ste Arbeidsongeval: eerste 30 dagen: werkgever betaalt 100%; vanaf de 31 dag : 90% van het gemiddelde maandelijkse inkomen betaald door de verzekeringsmaatschappij Beroepsziekte: als de werknemer een wettelijk erkende ziekte de vergoeding voor arbeidsongevallen. Werloosheidsvergoeding: men maakt een onderscheid tussen de vergoedingen voor samenwonenden, alleenstaanden of gezinshoofden Vakantie geld: een vergoeding afhankelijk van het aantal gepresteerde dagen gedurende het refertejaar en de grootte van het inkomen.

~9~



33.1

Verschillende rechtsvormen van een ondernemingEenmanszaak

Voordelen Je beslist zelf; Je hebt bij oprichting weinig kosten en formaliteiten te vervullen; Alle winst komt jou toe; Een vereenvoudigde boekhouding volstaat; Je hebt geen minimumkapitaal nodig. Nadelen Je draagt eventueel verlies volledig zelf; Het ergste wat je kan overkomen, is een faillissement. Dat kan bij een eenmanszak nog erger zijn dan bij een vennootschap. Niet alleen je bedrijfskapitaal, maar ook je persoonlijk vermogen kan in dat geval aangesproken worden. Als je bovendien gehuwd bent zonder huwelijkscontract met scheiding van goederen, kunnen de schuldeisers beslag laten leggen op het persoonlijk vermogen van je echtgeno(o)t(e). Je valt onder de personenbelasting. Ziekte of ongeval van de handelaar kunnen voor het bedrijf nefast zijn.

3.2

Vennootschap

n of meerdere personen brengen iets in gemeenschap om hiermee een handel op te zetten. Voordelen De werkmiddelen van verschillende personen worden samengebracht. De vennoten zijn alleen aansprakelijk voor hun inbreng in de onderneming. Het vertrek of het overlijden van n van de vennoten brengt het voorbestaan van de onderneming niet in gevaar. Je valt onder vennootschapsbelasting Werkverdeling kan worden toegepast Nadelen Bij de meeste vennootschappen wordt een minimum aan kapitaal vereist De werking is ingewikkeld, waardoor het nemen van vlugge beslissingen moeilijker wordt. De winst moet verdeeld worden Je hebt veel formaliteiten en kosten bij oprichting Een meer ingewikkelde boekhouding.

~ 10 ~



~ 11 ~



44.1

HuwelijksstelselsHet wettelijk stelsel

In het wettelijk stelsel zijn er drie vermogens: Eigen vermogen van partner A Eigen vermogen van partner B Gemeenschappelijk vermogen Elk vermogen kan een bezitting en een schuld bevatten. Het eigen vermogen mag door de eigenaar bestuurd worden. Het gemeenschappelijk vermogen moet door beide bestuurd worden. Eigen vermogen Alle bezittingen en schulden van VOOR het huwelijk bezittingen die tijdens het huwelijk verworven worden door testament, erfenis, schenking materiala nodig voor de uitoefening van het beroep goederen die verworven zijn met geldne uit het eigen vermogen Gemeenschappelijk vermogen Inkomsten die iedere echtgenoot ontvangt door zijn beroepswerkzaamheden De vruchten, intresten, inkomsten die verkregen worden uit het eigen vermogen Schenkingen aan beide echtgenoten Alles waarvan niet kan aangetoond worden dat het eigen goederen zijn: men gaat ervan uit dat dit tot de gemeenschap behoort. Eigen schulden Alle schulden van voor het huwelijk Gefde schulden tijdens het huwelijk Schulden die door n van de echtgenoten worden aangedaan om het eigen vermogen in stand te houden Schulden die het gevolg zijn van een veroordeling voor de strafrechter of schulden die ontstaan door het begaan van een onrechtmatige daad. Gemeenschappelijke schulden Schulden die aangegaan worden door beide partners die samen handelen Schulden die n echtgenoot aangaat in het kader van het huidhouden en de opvoeding van de kinderen. Schulden die n echtgenoot aangaat in het kader van het gemeenschappelijk vermogen Schulden die door beide echtgenoten gefrd worden of die het gevolg zijn van giften in het geval het gerfde gemeenschappelijk wordt. Onderhoudsschulden aan bloedverwante kinderen van n van de echtgenoten

4.2

Scheiding van goederen

Indien men voor dit stelsel kiest, moet men dit laten vastleggen in een huwelijkscontract. In dit stelsel bestaan er slechts twee vermogens: Eigen vermogen van partner A Eigen vermogen van partner B Er is dus geen gemeenschappelijk vermogen. Het kan echter wel dat beide echtgenoeten medeeigenaars zijn, van bijvoorbeeld een huis. In dat geval behoort het huis voor een deel toe aan het eigen vermogen van partner A en voor een deel aan het eigen vermogen van parnter B. Ook alle schulden zijn eigen.

4.3

Algehele gemeenschap van goederen

Indien men voor dit stelsel kiest, moet men dit laten vastleggen in een huwelijkscontract. In dit stelsel is er slechts n vermogen: alle beziitingen en schulden zijn gemeenschappelijk. Er is dus geen afgescheiden vermogen dat aan slechts n van de echtgenoten toebehoort. Ook alle schullden zijn gemeenschappelijk.

~ 12 ~



5

Handelshuurcontract

Als je een vestigingsplaats zoekt, moet je kiezen tussen huren, kopen of leasen. Voor je beslist, is het nuttig eerst een budget op te stellen. Buiten de maandelijkse afbetaling of huur zijn er nog andere vaste kosten o.a.: Verwarming, verlichting, verzekering, telefoon, elektriciteit, ; Gemeentetaksen (drijfkracht, milieu, personeel, ) Onderhoud en herstellingen

5.1

Handelshuurcontract

Dat is een contract dat alleen wordt afgesloten voor het uitoefenen van een klein handel en/of voor het bedrijf van een ambachtsman die in contact staat met de klant. Volgende wettelijke voorschriften zijn van kracht: Duur Minimaal 9 jaar. Opzeg De huurder kan a 3 of 6 jaar opzeggen, mits een opzegtermijn van minimum 6 maanden. De verhuurder kan na elke periode van 3 jaar opzeggen op voorwaarde dat: De opzeg voorzien is in het contract Hijzelf een handel wil opzetten in het gebouw Hj een opzegtermijn van 1 jaar respecteert. Huurverlening De huurder kan een verlenging aanvragen per aangetekende brief tussen de 18 en de 15 maand voor het einde van de handelshuurovereenkomst. Je kunt maximaal drie verlengingen van negen jaar aanvragen. De verhuurder moet binnen de drie maanden antwoorden, anders gaat hij stilzwijgend akkoord. Hij kan wel andere voorwaarden stellen en zelfs weigeren als hij bv. zware tekortkomingen van de huurder heeft vastgesteld. Verbouwing Een verbouwing mag, als ze in functie staat van het bedrijf met een maximum van drie jaar huur. De eigenaar moet vooraf wel verwittigd worden.de de

5.2

Koopcontract voor een onroerend goed

De aankoop van een gebouw of grond betekent een grote uitgave. Als de koper wat bedenktijd wil, kan hij aan de verkoper een optie vragen voor een bepaalde termijn. De verkoper mag dan tijdens de afgesproeken periode, het gebouw of de grond niet verkopen aan een andere gegadigde. Voor elke aankoop van een onroerend goed is een notarile akte nodig. Omdat er enige tijd verloopt tussen de overeenkomst tussen koper en verkoper en het opstellen van de akte, kan er best deen onderlinge verloopige akte opgesteld worden. De inhoud daarvan is bindend voor beide partijen. Meestal wordt op dat moment ook een voorschot betaald. Als de verkoper het contract niet naleeft, moet hij schadevergoeding betalen aan de koper. In het omgekeerde geval mag de verkoper het voorschot van de koper houden. In principe gebeurt de eigendomsoverdracht bij de ondertekening van de onderhandse akte. De notarile akte moet opgemaakt worden door een notaris binnen 4 maanden na het voorlopige akkoord. Dan moet de koper ook met geld over de brug komen.

5.3

Leasingcontract

Het bouwen van een bedrijfsgebouw vraagt meestal een grote financile inspanning. In bepaalde gevallen, als de investering uitermate groot is, kan de ondernemer zich wenden tot een leasemaatschappij. Zij zal het gebouw op haar kosten optrekken en bij de uitvoering rekening houden met de wensen van de toekomstige uitbater. Nadien verhuurt de leasemaatschappij het gebouw, waarvan zij eigenaar blijft, aan de ondernemer, die alleen het gebruiksrecht krijgt.

~ 13 ~



6

Verplichte verzekeringen

Door de betaling van sociale bijdragen opent de zelfstandige in hoofdberoep rechten in de sociale zekerheid op het vlak van: gezondheidszorgen; een uitkering bij arbeidsongeschiktheid (vanaf de 2de maand ongeschiktheid); pensioen; kinderbijslag. Deze rechten zijn echter aan de lage kant. In veel gevallen is het aangewezen een bijkomende verzekering af te sluiten.

6.1

Gezondheidszorgen - Grote en kleine risicos

Via de sociale bijdragen zijn de zelfstandigen in hoofdberoep verzekerd voor zowel de grote risicos (bijv. de kosten bij ziekenhuisopname, zorgen bij bevalling, ernstige medische behandelingen, ...) als voor de kleine risicos (gedeeltelijke terugbetaling van consultatie geneesheer en specialist, geneesmiddelen, kinesitherapie, ...).

6.2

Uitkering bij arbeidsongeschiktheid en invaliditeit

De zelfstandige die arbeidsongeschikt wordt ingevolge ziekte of ongeval krijgt vanwege zijn ziekenfonds een dagvergoeding ter compensatie van het inkomensverlies. Men moet volledig arbeidsongeschikt erkend worden door de adviserende geneesheer van het ziekenfonds en alle persoonlijke beroepsactiviteiten stopzetten. Deze uitkering wordt slechts toegekend vanaf de 2de maand van de ongeschiktheid. De zelfstandige die hetzij: een hogere daguitkering verlangt; de dagvergoeding vroeger wenst te ontvangen; zich enkel voor ongevallen en invaliditeit wenst te verzekeren; kan een bijkomende verzekering afsluiten bij een private verzekeringsmaatschappij. De kostprijs is uiteraard afhankelijk van het gewenste bedrag en het verzekeringsrisico. Reken op een gemiddelde jaarlijkse premie van ongeveer 1.250 EUR. De kostprijs is een fiscaal aftrekbare beroepskost.

6.3

Moederschapsuitkering

De vrouwelijke zelfstandige in hoofdberoep en de meewerkende echtgenote heeft bij een geboorte recht op een moederschapuitkering. Zij neemt verplicht moederschapsverlof gedurende 3 weken (n week voor en twee weken na de bevalling) en ontvangt hiervoor een vergoeding van 1 127,16 EUR. De verplichte periode kan aangevuld worden met een facultatieve voor- en/of nabevallingsrust. Per extra week rust ontvangt de zelfstandige 375,72 EUR. De totale periode van moederschaprust bedraagt maximum 8 weken (9 weken voor een meerling). Als de baby meer dan 7 dagen in het ziekenhuis moet blijven, kan de moederschaprust verlengd worden.

6.4

Adoptieuitkering

Vanaf 1 februari 2007 hebben zelfstandigen die bijdragen voor een hoofdberoep betalen en meewerkende echtgenotes in het maxistatuut, recht op een uitkering bij adoptie. De wachttijd van 6 maanden moet vervuld zijn. De uitkering bedraagt 375,72 EUR per week. De aanvraag gebeurt via het ziekenfonds.

6.5

Kind met ernstige aandoening

In dat geval slaat de vrijstelling van bijdrage op het kwartaal na het begin van de stopzetting. De zelfstandige moet zijn aanvraag doen vr het einde van dat kwartaal.

~ 14 ~



6.6

Loopbaanonderbreking

Als de zelfstandige zijn activiteit stopzet om te zorgen voor een kind met een ernstige aandoening, kan hij gedurende n kwartaal vrijstelling van sociale bijdragen aanvragen. Het kwartaal blijft meetellen in de pensioenloopbaan. Het moet gaan over een kind van de zelfstandige of van zijn echtgenote of van zijn wettelijk samenwonende partner. Het kind moet recht geven op kinderbijslag en in het gezin verblijven. Het volstaat dat de stopzetting noodzakelijk is gedurende 4 opeenvolgende weken om een kwartaal loopbaanonderbreking te genieten. Als het kind of de partner zelf palliatieve zorgen nodig heeft, kan de zelfstandige bovendien een uitkering aanvragen. De zelfstandige moet deze rechten aanvragen bij zijn sociaal verzekeringsfonds met een aangetekende brief of met een verzoekschrift dat hij indient aan de balie van zijn Acertakantoor. Er gelden specifieke regels naargelang het gaat om de verzorging van een kind met een ernstige aandoening of om palliatieve verzorging van een kind of partner.

6.7

Dienstencheques moederschapshulp

De moederschapshulp beoogt een betere verzoening tussen het priv-leven en het professionele leven van de vrouwelijke zelfstandige die moeder wordt. In het stelsel van de loontrekkende kan in bepaalde omstandigheden de moederschapsrust verlengd worden. Omdat die mogelijkheid niet bestaat voor de zelfstandige moeder werd gezocht naar een gepast alternatief. De zelfstandige moeder kan genieten van gratis dienstencheques zodat zij makkelijker haar zelfstandige activiteit kan hernemen. De cheques geven recht op huishoudelijke hulp. De aanvraag moet worden ingediend bij het SVF waar de zelfstandige moeder is aangesloten. Dit kan per post, fax, per e-mail of ter plaatse aan de balie. Als de aanvraag door een andere persoon bezorgd wordt aan het SVF, moet de aanvraag ondertekend zijn door de vrouw zelf. De aanvraag kan ten vroegste ingediend worden vanaf de zesde maand van de zwangerschap en ten laatste op het einde van de vijftiende week die volgt op de geboorte. Na die datum is de aanvraag niet meer ontvankelijk.

6.8

Pensioen

Het pensioen van de zelfstandige is laag. Het minimumpensioen op de normale leeftijd met een volledige loopbaan bedraagt 1 213,44 EUR per maand voor een gezinshoofd of 920,62 EUR voor een alleenstaande). Het pensioen wordt berekend in functie van het inkomen, de jaren activiteit als zelfstandige en de gezinssituatie. Via het sociaal verzekeringsfonds kan een interessante aanvullende pensioenverzekering worden afgesloten. Voor de gehuwden is hierbij ook een overlijdensverzekering mogelijk. De betaalde premie voor het Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen (VAPZ) is volledig fiscaal aftrekbaar en dus ook vrij van sociale bijdragen. De premie die men wenst te betalen is vrij te kiezen tussen 100 euro per jaar en 8,17 % van het netto-beroepsinkomen. Meer informatie hierover vindt u in de brochure Accent over het VAP.

6.9

Kinderbijslagen

De zelfstandige in hoofdberoep zal voor de kinderen ten laste rechten openen op kinderbijslag voor zover de partner zelf geen ander (minstens halftijds) beroep uitoefent waardoor er recht op kinderbijslag zou bestaan in het stelsel van de loontrekkende of de ambtenaren. De kinderbijslag voor het eerste kind is voor een zelfstandige minder dan voor een loontrekkende (78,00 EUR tegenover 83,40 EUR). Ingeval van geboorte wordt een kraamgeld uitbetaald van 1 129,95 EUR voor het eerste kind en 850,15 EUR voor een volgend kind.

~ 15 ~



6.10

Verplichte verzekering meewerkende echtgenote

De meewerkende echtgenote van een zelfstandige die geen eigen gelijkwaardig statuut heeft, moet zich aansluiten bij een sociaal verzekeringsfonds. Wie geboren is vr 1956 kan kiezen voor het ministatuut of voor het maxistatuut. Het maxistatuut is sedert 1 juli 2005 verplicht voor meewerkende echtgenotes die geboren zijn na 1955. In het ministatuut betaalt men alleen een bijdrage voor de verzekering arbeidsongeschiktheid. De bijdrage in het ministatuut ligt tussen de 24,06 en 135,70 euro per kwartaal. In het maxistatuut betaalt men een volwaardige sociale bijdrage (minimum 294,41 euro) die ook rechten geeft in de sectoren geneeskundige verzorging, kinderbijslagen en pensioen.

77.1

Andere verzekeringenBeroepsaansprakelijkheid

De zelfstandige die door zijn fout, onvoorzichtigheid of nalatigheid schade berokkent aan een derde kan hiervoor aansprakelijk gesteld worden. Tegen de gevolgen van een dergelijke schade kan men zich indekken door het afsluiten van een beroepsaansprakelijkheidsverzekering.

7.2

Verplichte verzekering burgerlijke aansprakelijkheid inzake brand en ontploffing

De zelfstandige die over bedrijfslokalen beschikt die voor het publiek of clinteel toegankelijk zijn, kunnen aansprakelijk gesteld worden voor de schade die deze oplopen wanneer ze betrokken worden in een brand of ontploffing. Om zich tegen de gevolgen te dekken bestaat er een verplichte verzekering die voorziet in minimumwaarborgen voor lichamelijk en stoffelijk letsel.

7.3

Andere verzekeringenbrand- en stormschade bedrijfsvoertuigen productaansprakelijkheid machinebreuk rechtsbijstand hospitalisatie levensverzekering.

Voor een doelmatig beheer van de ondernemingsrisicos bestaan er nog allerhande verzekeringen:

88.1

Wettelijke verplichtingen inzake milieuBodemattestDoel: de koper van een grond beschermen tegenbodemverontreiniging Aanvragen bij OVAM (Openbare Vlaamse Afvalmaatschappij) Bij verkoop van risicogronden (o.a. drukkerij) is ook een bodemonderzoek nodig Zonder bodemattest gaat verkoop niet door .

8.2

Bouwvergunning

Er is een bouwvergunning vereist als: het bouwen, verbouwen, afbreken of herbouwen van een gebouw of vaste inrichting bepaalde gebruikswijzigingen aan gebouwen, die de hoofdfunctie van een gebouw wijzigen bijv een gebouw in agrarisch gebied is omgevormd van hoeve tot woonhuis. Er is geen vergunning vereist voor onderhoud-of instandhoudingwerken en bepaalde erg kleine bouwwerken. Volgende instanties kunnen de nodige inlichtingen verschaffen over de reglementering inzake bouwen en verbouwen: gemeente en nationaal sociaal-economisch comit voor distributie

~ 16 ~



8.3

milieuvergunning

Alle hinderlijke inrichtingen zijn onderworpen aan VLAREM (Vlaams Reglement voor de Milieuvergunning) VLAREM I beschrijft de procedures om vergunning te verkrijgen Klasse 3 (minst vervuilend) Beperkte impact op het milieu Aangetekend melden aan College Burgemeester en Schepenen Klasse 2 Aangetekend aanvragen bij College Burgemeester en Schepenen Klasse 1 (zwaarst vervuilend) Aangetekend aanvragen bij Bestendige Deputatie (provincie) VLAREM II beschrijft de voorwaarden waaraan moet worden voldaan

8.4 8.5

Veiligheidsrapport Milieueffectenrapport

Voor ondernemingen die gevaarlijke stoffen opslaan Hierin wordt gerapporteerd over de milieugevolgen voor mensen, planten, dieren, goederen, water, bodem, lucht, monumenten, de natuur en het landschap

8.6

HandelsvergunningVoor handelsvestigingen Nettoverkoopoppervlakte > 400m via gemeentebestuur Nettoverkoopoppervlakte > 1000m via gemeentebestuur na advies van Socio-Economisch Comit voor de Distributie

8.7

AfvalbeheerDoel: zo veel mogelijk afval vermijden en sorteren en recycleren (VLAREA) Ondernemer moet betalen voor selectief ophalen en verwerken van afval (afvalstoffenregister bijhouden) Om dit aan te moedigen zijn er financile tegemoetkomingen

8.8

Fost PlusOndernemingen betalen aan Fost Plus bijdrage voor het verwerken van hun verpakking Verbruiker sensibiliseren voor sorteren en recycleren Kleinhandelaars betalen verpakkingsheffing aan hun leveranciers (Groene Punt-bijdrage)

8.9

Voedselveiligheid

HACCP: bewakingssysteem om veiligheidsnormen van voedsel te doen respecteren (hygine en veilig voor gebruik)

8.10

Federaal Agentschap voor Veiligheid van Voedselketen (FAVV)Waken over voedselveiligheid, dierenziekten, plantenziekten en dierenwelzijn Inspectie en controle van plaatsen waar voedingsmiddelen aanwezig zijn

8.11

AuteursrechtenIedereen heeft bij verwerking van persoonsgegevens recht op bescherming van zijn fundamentele rechten en vrijheden en op bescherming van de persoonlijke levenssfeer (Wet op de Privacy) Voor bescherming moet een werk origineel zijn en ontstaan zijn door een natuurlijke persoon De wet geldt voor alle vormen van kunst (dichters, schrijvers, beeldende kunstenaars, componisten, architecten, ), reclame, krantenartikels, advertenties, computerprogrammas, uitroepen, Auteur krijgt recht op reproductie (CD, DVD, ), verspreiding (media), bewerking, vertaling Het morele recht slaat op het vaderschap van het werk (opletten bij arbeidsovereenkomsten)

~ 17 ~



9

Seveso-inrichtingen

Inrichtingen die onder het toepassingsgebied van de Europese Seveso II-richtlijn vallen (of van het Samenwerkingsakkoord (SWA), aangezien het SWA het resultaat is van de omzetting van de Seveso II-richtlijn in Belgi), noemen we Seveso-inrichtingen. Het gaat om inrichtingen die een bepaalde hoeveelheid aan gevaarlijke stoffen op hun terrein aanwezig hebben. Met aanwezigheid wordt bedoeld zowel de feitelijke of voorziene aanwezigheid in opslaginstallaties en procesinstallaties (als grondstof, tussenproduct, katalysator, solvent, eindproduct, ...), als de aanwezigheid die kan ontstaan wanneer een industrieel chemisch proces buiten controle geraakt. Voor de voorziene aanwezigheid moet rekening gehouden worden met de maximaal vergunde hoeveelheid.

10

HACCP

HACCP, de afkorting voor Hazard Analysis and Critical Control Points, is een risico-inventarisatie voor voedingsmiddelen. De Nederlandse vertaling is: Gevarenanalyse en kritische controlepunten. Bedrijven die zich bezighouden met de bereiding, verwerking, behandeling, verpakking, vervoer en distributie van levensmiddelen dienen hierdoor alle aspecten van het voortbrengingsproces te identificeren en op gevaren te analyseren. Dit controleproces, uitgaande van de Europese Unie, wil ervoor zorgen dat het productieproces van alle voedingsmiddelen gepaard gaat met zo weinig mogelijk risico op besmetting. Hieruit voortvloeiend is bijvoorbeeld het voortdurend bewaken en registreren van koel- en vriescellen een verplichting geworden. HACCP heeft zijn oorsprong in de Amerikaanse ruimtevaart omdat het daar niet mogelijk is om bedorven voedselpartijen terug te sturen naar de fabriek en te vervangen door betere producten, zodat het mislukken van een kostbare missie door voedselvergiftiging als een onacceptabel risico werd gezien. HACCP is geen tastbare handleiding met voorschriften, maar een systeem dat op 7 principes gebaseerd is. Bedrijven moeten dit systeem toespitsen op hun eigen situatie. Ze geven daarbij zelf aan waar en in welke fase van de productie-en/of distributieprocessen er gevaren voor de gezondheid van de consumenten zouden kunnen ontstaan. Ook leggen zij vast welke maatregelen er genomen worden om bedreiging van de gezondheid van de consument te voorkomen, welke controles uitgevoerd worden en wat de resultaten zijn. Kortom: HACCP is een preventief systeem dat door bedrijven zelf moet worden uitgevoerd. Door de gezondheidsrisico's in bereidings- en behandelingsprocessen op te sporen en deze vervolgens beheersbaar te maken, wordt de veiligheid van het product verhoogd. De 7 kernpunten van een HACCP-systeem: Inventariseer alle potentile gevaren. Stel de kritische beheerspunten (CCP's) vast, de punten in het proces waar het risico kan worden voorkomen of beperkt Geef per CCP de kritische grenzen aan. Stel vast hoe de CCP's bewaakt ofwel "gemonitord" worden. Leg per CCP de correctieve acties vast die moeten leiden tot herstel van de veiligheid Pas verificatie toe een periodieke check om na te gaan of de HACCP aanpak goed werkt. Houd documentatie en registraties bij vastleggen wat je hebt aangepast en hoe.

11

Vergunningen voor een handelsvestiging

Bij de vestiging van een kleinhandelsbedrijf of een handelsgeheel vanaf 400 m netto handelsoppervlakte dien je een sociaal-economische vergunning aan te vragen in geval van nieuwbouw, uitbreiding, uitbating in een bestaand gebouw dat niet bestemd was voor een handelsactiviteit en in geval van een belangrijke wijziging van de aard van de handelsactiviteit in een gebouw reeds aangewend voor handelsdoeleinden. Kosten Gratis Wat moet je meebrengen? Het socio-economisch dossier moet in viervoud ingediend worden en is samengesteld op basis van volgende criteria: de ruimtelijke ligging van de handelsvestiging; (de inpassing van de vestiging binnen plaatselijke ontwikkelingsprojecten of binnen het kader

~ 18 ~



van het stedenpatroon, het effect van de vestiging inzake duurzame mobiliteit, meer bepaald het gebruik van de ruimte en de verkeersveiligheid) de belangen van de consumenten; (de demografische dynamiek, de beschrijving van de inbreng van de nieuwe vestiging op het vlak van assortiment en prijsniveau, het verzorgingsgebied dat de handelsvestiging wil beslaan in verhouding tot de verzorgingsgebieden van de bestaande nabije handelskernen, de bereikbaarheid via het bestaande openbaar vervoer en via individuele vervoermiddelen, de duurzamen invloed op de prijzen, de verruiming van de keuzemogelijkheid van de consument) de invloed van het ontwerp op de werkgelegenheid; (de verwachtingen inzake de creatie van bruto werkgelegenheid, per categorie en op korte, middellange en lange termijn, de verhouding tussen de creatie van bruto werkgelegenheid en het netto saldo van de werkgelegenheid op korte termijn, de voorstelling van het beleid van de nieuwe vestiging op het vlak van kwaliteit van de werkgelegenheid, het of de betrokken paritaire comits) de gevolgen van het ontwerp op de bestaande handelszaken. (de marktpositie op het vlak van de verzorgingsgebieden, het verlies of de versterking van de aantrekkelijkheid van de stadskern, de mogelijke positieve of negatieve gevolgen op structureel vlak voor de bestaande nabijgelegen handelskernen, het evenwicht en de complementariteit tussen de kleine en de grote distributie)

12

De wet op handelspraktijken en op de voorlichting en de bescherming van de consument

De wet op de handelspraktijken (WHPC) is een Belgische wet waarin de rechten en plichten van consumenten en handelaars met betrekking tot de koop en verkoop van producten en diensten zijn vastgelegd. De Wet dateert van 14 juli 1991 en heet volledig Wet betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument. Uit de benaming blijkt dat zij voornamelijk tot doel heeft de consument te beschermen tegen oneerlijke handelspraktijken en te zorgen voor een stel wettelijke bepalingen die garant staan voor een degelijke voorlichting van de consument. De wet legt onder meer de modaliteiten vast inzake reclame, de prijsaanduiding van producten, de etikettering en de benaming van oorsprong. De WHPC werd ondertussen vervangen door de WMPC, de Wet Marktpraktijken, welke in werking trad op 12 mei 2010.

1313.1

Steunmaatregelen bij opstarten zaak en aanwerving personeelIndividuele beroepsopleiding in een onderneming (IBO)Voor elke werkzoekende Via VDAB opleidingsprogramma (1 tot 6 maanden) Werkgever zorgt voor verzekering arbeidsongevallen Na succesvol verloop moet bedrijf waar men IBO volgde de persoon verplicht in dienst nemen voor onbepaalde duur

13.2

StartbanenBedrijven met +50 werknemers moeten personeelsbestand met 3% vergroten Om laaggeschoolden aan werk te helpen

13.3

Plan Eerste AanwervingBevordering van aanwerven van eerste, tweede of derde werknemer Werkgever ontvangt tussenkomst RSZ (per kwartaal)

~ 19 ~



1414.1

Kredietverlening door handelaars: verkoop op afbetaling en verkoop op termijn.Verkoop op afbetalingVoorschot minimum 15% Resterend bedrag in schijven Wet op het consumentenkrediet Intrest (jkp) vermelden Recht om contract te beindigen (aangetekend) Verplichte elementen reclame

14.2

Verkoop op termijn

Kaskrediet Handelaar mag onder 0 op de zichtrekening Tot aan bepaalde grens (kredietlijn) Vrij hoge intrest Men betaalt intrest op bedrag onder 0 Kasvoorschot Rekeningvoorschot van vast bedrag Vaste intrest Starter moet aan voorwaarden voldoen (leeftijd, bedrag, termijn) Lening op afbetaling Geld wordt ter beschikking gesteld voor minstens 3 maanden Terugbetaling verhoogd met intrest Categorien: Autolening Woonlening Kooplening Privlening Geen voorschot Afbetalingsduur afhankelijk van bedrag Kredietopening Door winkelketens Met kredietlimiet

~ 20 ~



WELK PRODUCT GA IK VERKOPEN?11.1

Assortimentsstudie met inbegrip van voorraadProductkeuze

Alles wat in een behoefte kan voorzien. Niet alleen materile objecten maar ook diensten, plaatsen en organisaties kunnen als product beschouwd worden. Indeling van de producten Product Voorbeelden Concenience Aardappelen, brood, wc-papier, Hoog Geen Product met een lage waarde die de consument regelmatig en met weinig inspanning koopt, zonder enige planning of als de behoefte dringend is. Assortiment Bij de productkeuze spelen de aspecten assortiment en merk een rol. Het assortiment is het volledig gamma van producten dat een onderneming aanbiedt. Men spreekt van de breedte, de diepte en de lengte van een assortiment. Met de breedte van een assortiment wordt het aantal aangeboden producten bedoeld. Hoe meer soorter er verkocht worden, hoe breder het assortiment supermarkten hebben een breed assortiment. De klant vindt er voeding, huishoud- en onderhoudsproducten, tijdschriften, . Een winkel met een smal assortiment heeft zich gespecialiseerd in n of enkele productgroepen, bv. een schoenwinkel, een bakker, een slager, . De diepte van een assortiment vertelt iets over de volledigheid van de prouctgroep. In sommige winkels wordt je overdonderd door de keuze die je hebt in merk, prijs, model, kleur en smaak. Sommige hypermarkten, zoals Carrefour, verkopen wel 20 soorten van n product . De lengte van het assortiment wordt bepaald door de voorraad per productvariteit. Shopping Kleding, huishoudapparaten, auto Lager Beetje De consument is bereid verschillende producten en verkooppunten te vergelijken op basis van prijs, kwaliteit, sevice, vormgeving, Speciality Jacht, trouwring, reis, huis, Laag Veel Producten die een koper absoluut wil aanschaffen en waarvoor hij bereid is een speciale aankoopinspanning te doen.

Aankoop-frequentie Tijd om over de aankoop te beslissen

1.2

Voorraadbeheer

Het is nuttig om de evolutie van de omvang van de voorraad op te volgen. Geen enkele handelaar kan op het juiste ogenblik het juiste aantal producten aankopen, als hij geen goed gestructureerd voorraadbeheer heeft. Enerzijds houdt dat in dat je op de hoogte moet blijven van wat er zich op de markt afspeelt, dat je m.a.w. je documentatiesysteem up-to-date houdt. Anderzijds moet je ervoor zorgen dat je voldoende voorraad hebt van alle diensten en goederen die nodig zijn voor de bedrijfsactiviteit. De voorraad moet dus groot genoeg zijn om zo veel mogelijk aan de vraag te kunnen voldoen, om aanzienlijke bestellingen tegen een voordelige prijs te kunnen plaatsen. De voorraad moet echter ook enigszins beperkt blijven zodat er geen overdreven investeringen nodig zijn, er geen grote hoeveelheden onverkoopbare producten kunnen ontstaan, .

~ 21 ~



2

Concurrentiestudie

Aanbod van het eigen bedrijf vergelijken met dat van de concurrentie Duidelijk beeld geven van de sterke en zwakke punten van het eigen aanbod Beginnen met het bepalen van de criteria (vergelijkingspunten)_ vergelijkingspunten): Kwaliteit Assortiment Levertijd Reputatie Prijsniveau Inschatten van de concurrentie Om concurrenten in te schatten moet ook de eigen marktpositie worden vastgelegd (eigen zwakheden ontdekken) Stappen in de concurrentiestudie Overzicht van producten/diensten die je aanbiedt Overzicht van de afnemers (klanten) Overzicht belangrijkste concurrenten per productgroep Overzicht onderwerpen waarover je informatie wenst Overzicht van de product-marktcombinaties Gegevens combineren in schema Swot ten opzichte van de concurrentie Sterke punten en kansen die uit onderzoek blijken

33.1

LeveranciersstudiePrijsaanvraagPrijs (catalogus, prijslijst, ) Verkoopsvoorwaarden (kwaliteit, staaltje, korting, levering, )

Informeren naar:

3.2

OfferteAntwoord op de prijsaanvraag Met zorg opmaken om de potentile klant tot kopen aan te zetten Belangrijk voor imago van de zaak Kan er uitzien als gedetailleerde beschrijving, folder, catalogus, staaltje, Bevat de verkoopsvoorwaarden

3.3Prijs

Verkoopsvoorwaarden

Prijzen van leveranciers vergelijken kan verhelderend zijn Inclusief of exclusief BTW Kwaliteit Staaltje (monster) Beschrijving (gedetailleerd) Herkomst (vb. Champagne) Merk (vb. Apple) Code (vb. AA melk) Kwaliteitslabel (vb. auto van het jaar)

3.4

LeveringstermijnBelangrijk onderdeel van overeenkomst tussen klant en leverancier Indien bestelbon aanwezig staat de leveringsdatum vermeld

~ 22 ~



3.5

BetalingsvoorwaardenContant: onmiddellijk na ontvangst van factuur of kort daarna (5 tot 8 dagen) Op termijn: op een later tijdstip (vb. 30 dagen na factuurdatum) Onder rembours/ betalen bij aflevering aan de vervoerder (postbode, chauffeur, ) Op afbetaling (in maandelijkse schijven)

3.6

LeveringsvoorwaardenFranco thuis: leverancier draagt de leveringskosten en risicos Af magazijn: klant draagt de leveringskosten en risicos

4

De verkoopplaats

De leefbaarheid van een handelszaak is voor een groot deel afhankelijk van de plaats waar men ze vestigt Een aantal factoren zijn belangrijk bij de keuze van een vestigingsplaats: De ligging De geschiktheid van het pand om handel in te drijven Het imago van het pand Bereikbaarheid Aanwezigheid van potentile klanten Aanwezigheid van de concurrentie De wetgeving (milieuwetgeving)

55.1

DistrubitiekanalenHandel

Zorgt ervoor dat de goederen en diensten in de gewenste hoeveelheid en toestand, op het gepaste ogenblik en op de geschikte plaats te koop zijn Alle activiteiten die ervoor zorgen dat goederen en diensten van de verkoper naar de koper worden gebracht maken deel uit van de handel Handel kan op verschillende manieren worden ingedeeld: Volgens taak Verzamelende of collecterende handel: verzamelt goederen van verschillende producenten Verdelende of distribuerende handel: verdeelt goederen over verschillende verkooppunten Volgens grootte Groothandel: tussen fabrikant en kleinhandel; meestal gespecialiseerd Kleinhandel: verkoopt in kleine hoeveelheden aan de consument Volgens plaats Binnenlandse handel: koper en verkoper wonen in zelfde land Buitenlandse handel: koper en verkoper wonen niet in zelfde land Intracommunautaire verwerving: aankopen vanuit landen van de EU Intracommunautaire levering: verkopen aan EU-landen Uitvoer: verkopen aan niet-EU-landen Invoer: aankopen buiten de EU Veredelingsverkeer: goederen komen vanuit het buitenland, worden be- of verwerkt een gaan nadien terug naar het buitenland Doorvoer (transitoverkeer): goederen worden vanuit een land, via Belgi, zonder be- of verwerking, doorgevoerd naar een ander land

~ 23 ~



5.2

Distributiekanalen

Distributie brengt producten naar de afnemers (kopers) Directe levering Van producent direct naar consument Kort kanaal Van producent via groothandelaar naar consument Traditioneel kanaal Van producent via groothandel en kleinhandel naar consument Lang kanaal Van producent via importeur, groothandel en kleinhandel naar consument

6

Publiciteit en promotie

Alle inspanningen om via communicatie het koopgedrag van het publiek te benvloeden en je zaak bekendheid te geven (promotie) Promotie bestaat uit het samenspel van verschillende factoren: Publiciteit Gratis Verspreid door derden Kan zowel positief als negatief zijn Vb. Test-Aankoop

Reclame Kost geld Via massamedia (folders, flyers, advertenties, radio, TV, bioscoop, sponsoring, ) Bedoeling is naambekendheid en positief imago creren Sales (verkoops-)promotie Korte actie om je bedrijf of een product te promoten Vb. wedstrijd, waardebonnen, voordeelpaketten, tombola, Persoonlijk contact Gesprek van verkoper tot klant (beurzen, presentatie, demonstraties) Direct marketing Rechtstreeks contact met zorgvuldig uitgekozen toekomstige klanten om een langdurige samenwerking op te bouwen

~ 24 ~



HOE ZET IK MIJN DROOM IN CIJFERS OM?1

Kosten

Kosten zijn uitgaven die nodig zijn om een product of een dienst te verlenen. In een kleine onderneming zijn de volgende vragen belangrijk: Wat is de aankoopprijs van het product? Welke en hoeveel materialen worden gebruikt? Hoeveel arbeid is er nodig? Hoeveel andere kosten worden er gemaakt?

1.1

Vaste en variabele kosten

Grote ondernemingen maken meestal een andere indeling van hun kosten dan kleine ondernemingen. Grote ondernemingen ver- (of be-) werken een grondstof tot een nieuw eindproduct, terwijl kleine ondernemingen de producten zonder veel ver (of be-)werking voortverkopen. Grote ondernemingen onderscheiden: Vaste kosten: zijn in bepaalde periode onafhankelijk van de grootte van de productie; Variabele kosten: zijn in een bepaalde periode aghankelijk van het productieniveau. We spreken van vaste en variabele kosten bij de korstprijsberekening per stuk. Zolang er in een onderneming niet al te veel producten zijn, is deze methode gemakkelijk toe te passen.

2

Kostprijsberekening

De berekening van de kostprijs heeft tot doel: De verkoopprijs zo nauwkeurig mogelijk te bepalen, Te Het verkoopresultaat te berekenen, Verspilling in het productieproces op te sporen Als zelfstandige moet je voor je klanten vaak een prijsbestek opmaken. Daarbij is een goede kennis van de kostprijsstructuur essentieel.

3

Verkoopprijs

De verkoopprijs is de prijs die gevraagd wordt aan de verbruiker. Hij bestaat uit de kostprijs verhoofd met een winspercentage.

3.1

Winstpercentage op de kostprijs

Dit is de meest gebruikte methode bij ondernemers die producten be- of berwerle,. De winstpercentage zijn afhankelijk van de bedrijfssector. Daarom is het van belang dat een ondernemer goed op de hoogte is van de prijzen die de concurrenten voor een zelfde product hanteren. Een beginnende ondernemer moet dus eerst de markt analyseren.

3.2

Winspercentage op de aankoopkostprijs

Dit is een veelgebruikte methode bij handelaars die producten doorverkopen zich der ze te be- of verwerken. De winstmarge is hier een bruitowinstmarge.

4

OmzetberekeningOmzet = verkoopprijs/stuk x aantal verkochte stuks

De omzet is de waarde van de totale verkoop van een onderneming gedurende een bepaalde periode.

Hou bij je schatting ook rekening met: Het aantal dagen per week dat je zaak open is; Het gemiddelde bedrag dat door de klant gespendeerd wordt; Informatie van leveranciers; Bijzondere momenten op de kalender

~ 25 ~



5

Break- evenpunt

De rentabiliteitsdrempel (Engels: break-even point), ook wel 'dood punt' of 'kritisch punt ' genoemd, is het punt waarbij, voor een berekende afzet (hoeveelheid verkocht product) of voor een berekende omzet (verkoopprijs x hoeveelheid verkocht product), de totale opbrengsten gelijk zijn aan de totale kosten. Omdat dit het punt is waarop alle vaste en variabele kosten zijn gedekt en er dus tenminste quitte wordt gespeeld , biedt dit getal een antwoord aan de onderneming die zich afvraagt welke afzet of omzet ze minimaal moet realiseren om noch winst te maken noch verlies te lijden. Een afzet of omzet lager dan het break-even punt, leidt immers tot verlies. Een afzet of omzet boven het break-even punt, levert winst op. Andere benamingen zijn kritische omzet of doodpuntomzet. Je kan de rentabiliteitsdrempel op twee manieren berekenen. Je kan de constante kosten delen door de dekkingsbijdrage of de opbrengst verminderen met de kosten.

6

Vaste Activa

Onder vaste activa (non-current assets of fixed assets) wordt verstaan de bezittingen van een bedrijf waarvan het daarvoor benodigde vermogen voor een periode langer dan een jaar is vastgelegd. Voorbeelden hiervan zijn de gebouwen, inventaris, de machines en installaties, en de transportmiddelen. Het zijn de bezittingen die een bedrijf gebruikt voor de bedrijfsvoering, niet om te verkopen. In het jaarrekeningrecht onderscheidt men drie soorten vaste activa: Immaterile vaste activa Materile vaste activa Financile vaste activa De waardering van de vaste activa op de balans is: waardering = aanschafprijs - afschrijvingen + of - herwaardering (IFRS of actuele waarde).

~ 26 ~



7

Cashflow

Cashflow is een term in de bedrijfseconomie waarmee het geld dat een organisatie in en uit gaat bedoeld wordt. De Nederlandse vertaling is kasstroom, maar in de literatuur en in de praktijk wordt deze term niet vaak gebruikt. Meestal worden cashflows weergegeven per periode of per project. Als er geld binnenkomt heet dit een positieve cashflow en als er geld de organisatie verlaat is dit een negatieve cashflow. Als een onderneming een jaarrekening publiceert wordt naast de balans en resultatenrekening ook een cashflowoverzicht (in Nederland dus ook wel kasstroomoverzicht) van dat jaar gepubliceerd. Voor het bepalen van cashflows is het belangrijk een onderscheid te maken tussen aan de ene kant kosten en opbrengsten en aan de andere kant uitgaven en ontvangsten. Aan de hand van het eerste paar wordt namelijk de winst berekend, en aan de hand van het tweede paar de netto cashflow. Om dit onderscheid te verduidelijken even een voorbeeld. Een handelsonderneming kan op een bepaald moment een product op rekening verkopen. Op dat moment wordt een opbrengst gerealiseerd, maar aangezien het geld nog niet betaald is door de klant zijn er nog geen ontvangsten en is er ook nog geen cashflow gerealiseerd. Hetzelfde geldt voor de inkoop. Op het moment dat een onderneming iets inkoopt worden kosten gemaakt, maar pas op het moment dat deze betaald worden wordt de uitgave gedaan. Eigenlijk is er op het moment van inkoop nog geen sprake van kosten: pas op het moment dat de activa opgeofferd worden (door gebruik of verkoop) spreekt men over kosten (kostprijs verkopen, afschrijvingen) Daarnaast bestaan er ook kosten die geen uitgaven zijn, bijvoorbeeld afschrijvingen. Of uitgaven die geen kosten zijn, bijvoorbeeld investeringen (in vaste activa) of aflossingen op leningen. En bij het aangaan van een lening geldt het omgekeerde, er komt wel cash geld de onderneming binnen, en dus een positieve cashflow, maar omdat er voor hetzelfde bedrag een lening tegenover komt te staan die ooit afgelost zal moeten worden is het geen opbrengst. Een onderneming kan dus winst maken en toch een negatieve netto cashflow hebben of andersom. Voor kredietleveranciers is de cashflow van een bedrijf het beginpunt om te bepalen hoeveel een bedrijf kan lenen. Ook voor de waardebepaling van een onderneming is dit een uitgangswaarde waarbij de toekomstige kasstromen worden teruggerekend naar de waarde van vandaag.

~ 27 ~



HOE WORD IK EEN ADMINISTRATIEVE DUIZENDPOOT?1 Boekhouding als beleidsinstrumentBoekhouding is het systematisch vastleggen van financile feiten van een persoon, een bedrijf of een instelling met als doelen: het verschaffen van inzicht in de financin en het afleggen van verantwoording over het gevoerde financile beleid. Het bijhouden van de boekhouding is belangrijk. Er zijn zeer belangrijke zaken die we zeker niet mogen vergeten: Wie moet nog betalen Hoeveel moet hij nog betalen en wanneer Is er voldoende geld ter beschikking Wie moet wat leveren en tegen wanneer Wat moet ik ophalen Is er voldoende voorraad De boekhouding moet een beeld geven over de gans van zaken. Waar zijn de grootste kosten Waar win je het meeste aan Hoe evolueert de verkoop Zijn de uitgaven zinvol

22.1

Rubrieken van de eenvoudige balans en resultatenrekeningBalans:

Om een overzicht van het vermogen en de bezittingen van de onderneming te krijgen, moet je je bezittingen en schulden volgens een welbepaald systeem opschrijven. Een vermogen van een onderneming kan je vanuit twee gezichtspunten bekijken. Deze twee standpunten worden naast elkaar geplaatst: links de werkmiddelen zoals gebouwen, machines, voorraad, geld, rechts de financieringsbronnen zoals eigen kapitaal, leningen, Door het feit dat het op beide zijden over hetzelfde bedrijf gaat, moet de linkerzijde steeds gelijk zijn aan de rechterzijde. Linkerzijde is de actiefzijde en de rechterzijde is de passiefzijde. Aan de actiefzijde hebben we twee grote groepen: vastliggend actief (autos, machines, ) vlottend actief ( voorraden, liquide middelen,) Aan de passiefzijde hebben we twee grote groepen: eigen vermogen vreemd vermogen = leningen op lange termijn en leningen op korte termijn.

2.2

Resultaatrekening:

Het hoofddoel van een onderneming is winst maken, maar die winst bepalen is moeilijk. Men gaat als volgt te werk: Winst = verkoopprijs aankoopprijs, maar dit is niet juist want om dit te kunnen realiseren zijn er heel wat extra inspanningen nodig geweest zoals: huur winkel, etalage, reclame, personeelkosten, Het verschil tussen de kostrekeningen en de opbrengsten zal de winst of het verlies zijn.

~ 28 ~



33.1Wie

Wettelijke bepalingen van de boekhoudreglementering voor de zeer kleine en kleine ondernemingenZeer kleine onderneming

Natuurlijke personen die koopman zijn, vennootschap onder firma, gewone commanditaire vennootschap. Voorwaarde Jaaromzet, exclusief btw, kleinder 500 000 EUR of kleiner dan 620 000 EUR voor de benzinestations. Boekhouding verplichting: vereenvoudigd boekhouden Aankoopdagboek alle AF, alle bedragen van AF uitsplitsen Verkoopdagboek alle VF bedragen per VF uitsplitsen Financiel dagboek 1 voor kas, 1 voor bank Inventaris minsten 1x/jaar voorraad tellen en opschrijven

3.2Wie

Kleine onderneming

Ondernemingen die niet onder de kleine ondernemingen vallen met om het even welke juridische vorm, die niet meer dan n van de volgende voorwaarden overschrijden, tenzij het gemiddelde jaarlijkse personeelsbestand meer is dan 100. Voorwaarde Jaarlijks gemiddeld 50 werknemers in dienst Jaaromzet van 7 300 000 EUR, exl btw Balanstotaal van 3 650 000 EUR Opmerking Een NV, BVBA, CVBA en EBVBA kunnen nooit tot een zeer kleine onderneming behoren, wat betreft hun boekhoudkundige verplichtingen ook al is hun jaaromzet kleiner dan 500 000 EUR, voo benzinestation 620 000EUR. Boekhouding Verplichting : dubbel boekhouden Onderworpen aan de MAR Verkort schema van de jaarrekening Jaarlijkse inventaris

44.1

BetalingsdocumentenKwijting:

Dit is een formulering op een bestaand document waarin de schuldeiser verklaard dat de schuldenaar betaald heeft. Bv op leveringsnota: voldaan, datum en handtekening.

4.2 4.3 4.4 4.5

Kwitantie: Rekeninguittreksels Stortingsformulier Overschrijving

Dit is een document opgesteld en ondertekend door de schuldeiser bij het beindigen van de schuld. Afschrift van de boekingen die in een bepaalde periode op een rekening hebben plaats gevonden. Laat een niet-rekeninghouder toe een bedrag te storten op de rekening van een schuldeiser. Met een overschrijving zet je geld over van je eigen zichtrekening naar de rekening van iemand anders. Je hoeft hiervoor niet eerst het geld cash in handen te hebben. Je kan dit elektronisch van de ene rekening naar de andere overbrengen. Jonger dan 16 kan je wekelijks tot 100 euro van je zichtrekening gebruiken, inclusief de overschrijvingen die je doet. Je kan natuurlijk niet onder nul gaan. En je licht best ook steeds je ouders in voor je een overschrijving doet.

~ 29 ~



55.1

Btw-mechanismehet begrip toegevoegde waarde:

Goederen of diensten die je aankoopt en verkoopt zijn onderworpen aan de BTW- regeling. Als je een goed of een dienst hebt aangekocht, zal je het logisch gezien proberen verkopen tegen een hogere prijs. Het verschil tussen de aankoopwaarde en verkoopwaarde noemt men de toegevoegde waarde.

5.2

De btw-tarieven:0% voor medische diensten, onderwijs, vrije beroepen, geldverrichtingen, kranten 6% voor goederen van eerste levensbehoefte: - vis, schaal- , schelp- en weekdieren - groenten, planten voor voedingsdoeleinden - melk en zuivelproducten, eieren en honing - alcoholvrije dranken - personenvervoer - hotels, campings - herstelling schoenen 12% voor: - sproeistoffen - margarine - betaaltelevisie - diensten van sociale huisvesting 21% voor alle andere goederen en diensten: - huishoudtoestellen - GSM - elektriciteit - computer - dagbladen en

5.3 5.4

De berekening: De btw-plichtige:

De BTW wordt berekend op de maatstaf van heffing, ook bedrag exclusief BTW genoemd. Als in het kader van een handelszaak geregeld handelingen worden verricht die in het BTW-wetboek worden opgesomd, is men automatisch btw-plichtig.

5.5

De aftrekregeling:

Het btw bedrag dat aan een btw-plichtige werd aangerekend door de leverancier, mag afgetrokken worden van het btw-bedrag dat de btw-plichtige zelf heeft aangerekend aan de klant. De verrekening gebeurt principieel als volgt: btw betaald aan de leveranciers is terug te vorderen van de btw-administratie btw ontvangen van de klanten is te betalen aan de btw-administratie als de aftrekbare btw verschuldigde btw wordt verschil door de btw-administratie teruggestort aan de handelaar.

~ 30 ~



5.6

De administratieve verplichtingen:op vaste tijdstippen moet de handelaar een btw-aangifte invullen op de facturen voor intracommunautaire leveringen moet de verkoper prijs excl vermelden, btw tarief aanduiden, eventuele vrijstelling aanduiden de btw-plichtige moet een boekhouding voeren bestaande uit: aankoopdagboek, verkoopdagboek, financieel dagboek, inventaristabel gebruik maken van voorgeschreven aangifteformulier en het verschuldigde bedrag overmaken de btw-plichtige moet per kwartaal een listing indienen met een opgaven van intracommunautaire leveringen eenmaal per jaar een klantenlijst opmaken van alle klanten die in de loop van het jaar minstens 250 op factuur kochten.

5.7

De verschillende aangifte mogelijkheden:

Elke BTW-plichtige moet gebruik maken van de voorgeschreven aangifteformulieren en het verschuldigde bedrag overmaken aan de diensten van de indirecte belastingen. Het is ook mogelijk om de aangifte via het internet doorsturen naar de overheid. De bedrijven maken een vergelijking tussen aftrekbare BTW en te betalen BTW. Als de aftrekbare BTW groter is dan te betalen BTW, dan moet de overheid het verschil terugbetalen. In het omgekeerde geval zal de zelfstandige het verschil aan de overheid moeten betalen. Jaarlijks moeten belastingplichtigen ook een lijst opmaken waarin ze aangeven hoeveel goederen en diensten ze hebben geleverd. Deze aangifte moet ten laatste op 31 maart worden ingediend. Er moet geen melding gemaakt worden van de belastingplichtigen aan wie in de loop van het jaar goederen werden geleverd voor een bedrag kleiner dan 250 EUR excl. BTW.

6

Vennootschapsbelasting en voorafbetaling

Vennootschappen, verenigingen, organen en instellingen zijn onderworpen aan de vennootschapsbelasting als zij: rechtspersoonlijkheid bezitten hun maatschappelijke zetel, hun voornaamste vestiging, de zetel van bestuur of beheer in Belgi hebben zich toeleggen op een winstgevende uitbating of winstgevende handelingen De vennootschappen die onderworpen zijn aan de vennootschapsbelasting moeten n keer per jaar een aangifte indienen. Het stelsel van de vennootschapsbelasting vertrekt van het principe dat alle inkomsten van de onderneming in aanmerking worden genomen. Het basistarief in de vennootschapsbelasting bedraagt 33,99 %. In bepaalde gevallen is er een verlaagd opklimmend tarief.

7

Bedrijfsvoorheffing

De bedrijfsvoorheffing is in Belgi een voorschot op de inkomstenbelastingen, dat geheven wordt op beroepsinkomsten, vroeger bedrijfsinkomsten genoemd. Deze bestaat bijna uitsluitend uit inhoudingen op het loon die door de werkgevers aan de belastingdienst doorgestort worden, vergelijkbaar met de loonbelasting in Nederland. Een andere vorm van bedrijfsvoorheffing is deze die door inrichters van concerten of sportmanifestaties ingehouden moet worden op de gages van buitenlandse artiesten of sportmensen. Deze zogenaamde voorheffing bedraagt 18% en is meteen ook de eindbelasting. Voor deze buitenlanders is er geen aangifte of eindafrekening meer voorzien.

~ 31 ~



88.1

Fiscaal statuutZelfstandig in hoofdberoep:

Als zelfstandige betaal je gedurende de eerste drie jaar een voorlopige bijdrage, berekend op een minimuminkomen. Na drie jaar vergelijk je dit minimuminkomen met je werkelijke inkomen. Het verschil tussen deze twee bijdragen moet je dan bijbetalen.

8.2

Zelfstandig in bijberoep:

Een bijberoep als zelfstandige betekent dat je naast je zelfstandige activiteit nog een andere activiteit uitoefent. De maatstaf om na te gaan of je een hoofd- of een bijberoep hebt als zelfstandige, zal voornamelijk liggen in het feit of je andere activiteiten uitoefent als werknemer of ambtenaar, waardoor je een volwaardig pensioen zal ontvangen. Voor zelfstandige in bijberoep gelden dezelfde percentages als voor zelfstandigen in hoofdberoep, maar dan vanaf een inkomen van 1216,97. Op een lager inkomen hoef je geen bijdragen te betalen. Beginnende zelfstandigen in bijberoep betalen als voorlopige bijdrage 61,87 per kwartaal gedurende de eerste drie kalenderjaren.

8.3

Helper:

Een zelfstandige helper, helpt of vervangt een zelfstandige in de uitoefening van zijn beroep. Hiervoor mag natuurlijk geen arbeidsovereenkomst opgemaakt zijn, want anders zijn de partijen werkgever en werknemer.

8.4

Echtgenoot:

De persoon die zijn echtgenoot helpt bij het uitoefenen van zijn zelfstandige activiteit, is eveneens aan het sociaal statuut voor zelfstandigen. Ofwel kiest de echtgenoot voor een volwaardig statuut als zelfstandige en betaalt 19,65% RSZ; ofwel wordt gekozen voor een tussenstatuut, waarbij minder wordt betaald, maar dan ook met minder sociale voordelen.

8.5

Het verschil tussen bediende, arbeider en zelfstandige:

Voor een bediende worden minder sociale lasten betaald omdat o.a. het vakantiegeld en de eerst maand arbeidsongeschiktheid wegens ziekte niet door de RSZ worden betaald. Het is de werkgever zelf die hiervoor instaat.

~ 32 ~



BEN IK VOOR VERKOPER IN DE WIEG GELEGD?1

Een verkoopgesprek

Een vast recept om een verkoopgesprek te voeren, bestaat niet. Talrijke factoren spelen een rol, zoals: De winkelinrichting: in een toonbankwinkel zal een gesprek totaal anders verlopen dan in een zelfbedieningszaak; De aangeboden artikels: een auto verkopen is iets heel anders dan een meergranenbrood verkopen; Het type klant: iedere mens is anders en moet dus op een andere manier benaderd worden; Jouw persoonlijkheid en je stemming Toch vind je in een goed verkoopgesprek, zoals je in het stripverhaaltje ook kunt merken, een aantal fasen terug: Trek de aandacht van de klant door hem/haar op een correcte manier te begroeten. Probeer ook oogcontact te maken. Toon belangstelling voor het klant door open vragen te stellen. Probeer de koopmotieven van de klant te doorgronden en zijn/haar wensen te achterhalen door gerichte vragen te stellen. Neem de tijd om naar de klant te luisteren Som koopargumenten op die beantwoorden van de verwachtingen van de klant. Koppel technische kenmerken aan zijn/haar koopmotieven en ga in op zijn/haar argumenten. Voel aan of de klant koopsignalen uitzendt. Zet je koopargumenten kracht bij door het artikel te tonen en eventueel te demonstreren. Bevestig dat de klant juiste beslissing neemt door het artikel te kopen. Bedank de klant voor zijn/haar bezoek en het vertrouwen in je zaak.

2

Verkoopovereenkomst

Een Belgische verkoopsovereenkomst, ook compromis genoemd, wordt door een notaris opgemaakt en legt prijs en verkoopvoorwaarden definitief vast, zowel voor koper als verkoper. De notaris gaat onder andere na of: de verkopers wel kunnen en mogen verkopen de beschrijving van het te verkopen onroerend goed wel overeenkomt met het kadaster er bijzonderheden bekend zijn, zoals: klassering als monument, bouwovertredingen, erfdienstbaarheden, bodemvervuiling

3

Klanten- en leveranciersbeheer

Niet alle klanten (debiteuren) zijn stipt in het betalen van verkoopfacturen. Ook jij moet ervoor zorgen dat je als ondernemer alle aankoopfacturen op de afgesproken vervaldag aan je leveranciers (crediteurs) betaalt. Het efficint beheren van deze inningen en betalingen is de debiteuren en crediteuren administratie. Een goed debiteurenbeheer steunt in de eerste plaats op een efficinte opvolging van de klanten. Hiervoor is het belangrijk een goed registratiesysteem uit te denken. Het ligt voor de hand dat de computerwereld voor dit probleem softwarepakketten ontwikkeld heeft, die meestal in het facturatieen boekhoudpakket gentegreerd zijn. Als uit de administratie blijkt dat een klant niet betaald heeft op de vervaldag, worden meestal volgende stappen ondernomen: Het sturen van een herinneringsbrief Het verzenden van een aanmaningsbrief Een telefonisch contact Een aangetekende dreigbrief Het inschakelen van een deurwaarder en/of advocaat Beroep op een incassokantoor De voorgaande stappen kunnen variren afhankelijk van: De relatie met de klant De geplogenheden in de bedrijfssector De grootte van het verschuldigde bedrag

~ 33 ~

Samenvatting bedrijfsbeheer

Documents

Transcript of Samenvatting bedrijfsbeheer