Samenvatting blz. 151 en 152

Opmerking: in het werkboek staat bij hoofdstuk 4 voor de eerste drie regels abusievelijk een verticale streep. Dit is wel degelijk KG-stof.

Hoofdstuk 1Werk doe je omdat andere mensen daar behoefte aan hebben. Om uit te vinden of een baan voor jou de juiste is, vraag je jezelf af: wat voor werk is het, is het veilig en gezond, ben je je eigen baas of werk je in loondienst en hoeveel verdien je ermee?In de Arbowet staat hoe werkgevers voor gezonde en veilige werkplekken moeten zorgen.Voor jongeren gelden speciale regels. In Nederland is ook vastgesteld wat iemand minimaal moet verdienen: het minimumloon.

* Hoofdstuk 2Werk is niet alleen een plicht, maar ook een recht: de regering moet haar best doen om ervoor te zorgen dat er genoeg werk is voor iedereen. Er zijn allerlei redenen om te werken, waarvan geld vaak de belangrijkste is. Werk speelt ook een rol bij het vervullen van de vijf basisbehoeften: inkomen, behoefte aan veiligheid en zekerheid, erbij horen, waardering en je doel bereiken.

Hoofdstuk 3Je kunt op verschillende manieren op zoek naar werk: via vacatures in de krant of op internet, een open sollicitatie, het uitzendbureau, het UWV WERKbedrijf en via je vrienden en kennissen.Als je solliciteert, stuur je vaak een brief en een curriculum vitae met je persoonlijke gegevens, je opleiding en je werkervaring. Als je bent aangenomen, teken je een arbeidsovereenkomst waarin de arbeidsvoorwaarden staan: je functie, de werktijden, het loon, de vrije dagen en de proeftijd.Als je zwartwerkt, betaal je geen belastingen en premies, maar heb je ook geen rechten.

* Je werk goed doen, betekent: op tijd komen, je taken goed uitvoeren, goed samenwerken met anderen en initiatief nemen. In een functioneringsgesprek bespreek je met je baas hoe het gaat op het werk en wat beter kan.

Hoofdstuk 4Werk draagt bij aan je maatschappelijke positie: de plaats die je in de samenleving inneemt. Andere dingen die daarmee te maken hebben, zijn: hoeveel geld je hebt, hoeveel macht je hebt, welke kennis je hebt, je talent en je afkomst.Als je doorleert en promotie maakt of je specialiseert, kun je klimmen op de maatschappelijke ladder.Daarbij spelen je persoonlijke eigenschappen natuurlijk een rol: je doorzettingsvermogen en hoe goed je kunt omgaan met andere mensen.

* Rijkdom, macht en kennis zijn niet gelijk over alle mensen verdeeld: er is sociale ongelijkheid. In Nederland bestaat gelukkig wel sociale mobiliteit: je kunt klimmen op de maatschappelijke ladder.

Begrippenlijst blz. 153

Opmerking: voor het begrip netwerken staat in het werkboek abusievelijk een verticale streep. Het begrip is wel degelijk KG-stof.

Werk is dat je iets doet omdat andere mensen daar behoefte aan hebben.

In de Arbowet staat hoe werkgevers moeten zorgen voor gezonde en veilige werkplekken.

Het minimumloon is het loon dat je minimaal moet ontvangen als je werkt.

* Met de status van je werk bedoelen we je maatschappelijke positie.

Een cv is een kort lijstje met je persoonlijke gegevens, je opleiding(en) en je werkervaring.

Netwerken is kennissen en vrienden vertellen dat je werkt zoekt.

Een arbeidsovereenkomst is een contract waarin de afspraken tussen jou en je werkgever staan.

Arbeidsvoorwaarden zijn alle zaken die in je arbeidscontract staan.

* In een functioneringsgesprek bespreek je met je baas hoe het werken gaat en of er verbeteringen mogelijk zijn.

Met maatschappelijke positie bedoelen we de plaats die je in de samenleving inneemt.

De maatschappelijke ladder houdt in dat er maatschappelijke posities van laag naar hoog zijn.

* Sociale ongelijkheid houdt in dat rijkdom, macht en kennis niet gelijk over alle mensen zijn verdeeld.

* Sociale mobiliteit is het klimmen op de maatschappelijke ladder.

Op staande voet ontslagen worden betekent dat je meteen het bedrijf moet verlaten en geen recht op een werkloosheidsuitkering hebt.

Een vakbond komt op voor de belangen van werknemers.

* Cao staat voor collectieve arbeidsovereenkomst.

Verzorgingsstaat wil zeggen dat de overheid de burgers helpt als het nodig is.

Werknemersverzekeringen zijn verzekeringen voor mensen in loondienst.

Volksverzekeringen zijn verzekeringen die ook bedoeld zijn voor mensen die niet werken.