Planten H6 Toets Klas1ab
-
Upload
niels-kuil -
Category
Documents
-
view
213 -
download
2
Transcript of Planten H6 Toets Klas1ab
(Rijk) PLANTENAllen:
• Bestaan uit plantencellen– Dus celwand, grote
vacuole, cytoplasma, celkern, celmembraan, bladgroenkorrelbladgroenkorrel.
– Hebben dus groenegroene delen
• Maken zelf hun voedsel
Ui ^ Waterpest v
Standaard plantencel
Cytoplasma
Centrale vacuole
Bladgroenkorrel
Celkern
Celmembraan
Celwand
Bedektzadige plant[blad, bloem, vrucht zitten aan een steel (geen stengel)]
Bladsteel
Bloemsteel
Vruchtsteel
Dun plantweefsel in doorsnede: bladallemaal cellen!
1 waslaagje
2 opperhuid
3/4 bladmoes
5 opperhuid
6 huidmondje
7 sluitcel
8 houtvat
9 bastvat
10 vaatbundel
Doorsnede blad
Doorsnede blad
Stevigheid
1. Alle cellen staan bol van de waterdruk. Ze duwen tegen elkaar aan Ze blijven op hun plaats met doorlopende celwanden Allemaal samen maakt dat een stevige “opblaasplant”
2. Houtige planten hebben bovendien versterkte vezels en vaatbundels
1. De hele cel staat onder druk vanuit de centrale vacuole
2. Houtige versteviging
Sommige delen in de plant verhouten, zoals de vaatbundels, of in de vorm van extra vezels.
Nu jullie
• Maak 6.1 opdr. 1-12
Groei
Planten groeien alleen plaatselijk verder
• Eindknop nieuwe loot (= stengeldeel)• Heeft opnieuw bladeren, eindknop,
okselknoppen, bloemen• Okselknoppen kunnen wachten en pas de
taak van een eindknop overnemen bij schade aan de loot.
• Snoeien = okselknoppen dwingen tot uitlopen(want je knipt de eindknoppen weg).
Meerjarige planten
• Groeien uit met jaarlijks nieuwe loten
Snoeien
• Meerjarige planten vormen struiken als vooral de okselknoppen uitlopen
• Met snoeien kun je dat bevorderen
Stengel (doorsnede) bevat buisjes
vaatbundel
Vaatbundel met a bastvaten en b houtvaten.Vaatbundel met a bastvaten en b houtvaten.
Meerjarige planten hebben ook diktegroei
De vaatbundels worden uitgebreid met nieuwe houtlagen vanuit het met nieuwe houtlagen vanuit het cambium (de groene laag met delende cellen)cambium (de groene laag met delende cellen)
Na vele jaren een dikke stam
Lengte en diktegroei samen
6.3 Planten eten
• Duhhh• Want ze maken eigen voedsel uit water en
CO2• MAAR hebben ook extra mineralen uit
bodem nodig• Hoe komt water + mineralen helemaal
bovenin een plant?• Transport van wortelharen tot huidmondjes!
Gebaseerd op verdamping.
Watertransport
Vaatbundels, voor al uw transport
• HoutvatenHoutvaten voor water van wortel naar alle delen
• Vaatbundels = bundels houtvaten, ontstaan uit houtcellen.
• Door verdamping uit het blad blijft het transport stromen
• Regelbaar met huidmondjes
Water transport
1. Water in bodem
2. Opname in wortelhaartjes
3. Houtvaten in wortel
4. Houtvaten in stam (= verhoute stengel)
5. Idem
6. Houtvaten in hoofdnerf van blad
7. Verdamping via huidmondjes onderaan blad
Voortplanting
• Eerst groei en ontwikkeling uit zaad
• Zaad = kiem + reservevoedsel
• Zaad zit bij bloeiende planten in een vrucht (bedektzadigen)
• Sommige vruchten zijn hard of droog, of herken je niet snel als vrucht
Een zaadplant produceert vele zaadplanten
Zaden
Vruchten
Sappig, maar ook droog, zoals peulen, anijsvrucht, papaver: als er maar een zaad in zit.
Kokosvrucht• Grote vrucht met enorm groot zaad
Vrucht, zaad, kiem en reservevoedsel
Zaadkieming
• Alleen mogelijk wanneer 3 voorwaarden in orde zijn:1. Water, om zaad op te zwellen, uit de zaadhuid
te laten barsten en her voedsel in de zaadlobben op te lossen voor gebruik
2. Lucht, eigenlijk zuurstof in de lucht, zaadkiem verbruikt zuurstof voor energie en groei
3. Juiste temperatuur, alleen bij een geschikte temperatuurkan de kieming beginnen.
Voedselopslag• Plant maakt zelf voedsel: in eerste instantie glucose• Ook voor “later”, opgeslagen in ondergrondse
winteropslag of in zaden.• Opslag als reservestoffen, meestal zetmeel.• Bollen = ondergrondse bladeren, zoals in een ui• Knollen = ondergrondse wortel of stengel, gezwollen met
zetmeel. Aardappel = gezwollen stengeleinde dat weer de bodem in is gegroeid.
stengelstengel
Opslag in zaden
• Zaadlobben bevatten zetmeel of olie als reservestof.
• Het kiempje moet er van kunnen overleven en uitgroeien tot een plant die boven de grond uitsteekt en zijn groene bladeren uitvouwt om zelf voor ‘t eerst voedsel te maken.
6.4 Plantjes maken
• Bloem = verzameling van geslachtsorganen
• Doel: stuifmeel (♂) bij zaadbeginsels (♀) brengen zodat die kunnen uitgroeien tot zaden.
• Hoe? Door stuifmeeloverdracht via wind of via insecten.
• En dat bepaalt de bloembouw
Bloembouw
• Insectenbloemen
• Kleurig• Geurig• Nectar• Groot
• Windbloemen
• Niet kleurig• Niet geurig• Geen nectar• Klein
Insectenbloem
Windbloem (x20)
Gras bloem
1 Ver uithangende stempel
2 helmdraad
3 Onopvallende kroonblaadjes
4 Hoog uitstaande helmknop
Soms andersom: uithangende Soms andersom: uithangende
helmknoppen en hoogopstaande helmknoppen en hoogopstaande
stempelsstempels
Bestuiving =
• Overdracht van stuifmeel van een helmknop naar de stempel van een bloem van dezelfde soort
• Overdracht naar een andere soort is niet succesvol.
• Na bestuiving begint de bevruchting
Wonderlijk!
• Bloem Doorloop deze link helemaal!• Bekijk nog eens heel goed hoe wonderlijk
de bevruchting verloopt. De mannelijke stuifmeelkorrel groeit een pollenbuis door de weefsels van stempel, stijl en vruchtbeginsel om daar een zaadbeginsel te bereiken!
• Doe nu opdrachten 14 – 28• 48 - 57
Bevruchting
• = versmelting van de mannelijke voortplantingscel (feitelijk de pollenkern) met de vrouwelijke eicel in het zaadbeginsel.
• Bij succes begint de bevruchte eicel te delen tot een klompje nieuwe cellen, dat wordt de kiem (in het zaadje).
1.Poortje = kiemopening
2.Navel
3.Vaatbundeleinde
4.zaadhuid
Ongeslachtelijke voortplanting (bestaat ook!)
• Planten kunnen ook nieuwe plantjes aanmaken zonder bevruchting en zaadvorming
• Door ergens aan de plant een nieuw plantje te maken en los te laten