ryanne-t.weebly.comryanne-t.weebly.com/.../29778957/eindverslag_top.docx  · Web viewDe...

37
Motivatie: De sleutel naar succes? Vak: Toegepast onderzoek prestatiepsychologie. Docent: Mijke Hartendorp Gemaakt door: Laurie Nuchelmans; Ryanne Tooren; Floor Wikkerink; Mariska Fröger en Ilse Vlaming. Datum: 25-01-‘17 Aanleiding: Er wordt onderzoek gedaan naar de sportmotivatie (hardlopen) bij een bevolkingsgroep van 18+ en hoe een app verandering kan brengen in de intrinsieke motivatie om te blijven hardlopen. Vaak ziet men dat mensen vol enthousiasme beginnen met hardlopen in het nieuwe jaar. Dit om bijvoorbeeld af te vallen of een betere conditie te verkrijgen. Toch ziet men vaak om zich heen dat de meesten na een paar weken er weer mee stoppen en in het oude ritme vallen. Doel: Het doel van het onderzoek in om in beeld te brengen of de app ‘Hardlopen met Evy’ zorgt voor het verhogen van de intrinsieke motivatie om te blijven hardlopen. Dit in vergelijking met de app ‘Runkeeper’. Methode: Om de intrinsieke motivatie te meten is er gebruik gemaakt van de vragenlijst SMS-6, die drie keer werd ingevuld. Daarnaast is er gebruik gemaakt van een logboek als hulpmiddel. Discussie: Uit de vragenlijst blijkt dat de interventiegroep bij de 0-, en 1- meting meer a-gemotiveerd was dan de controlegroep en dat de controlegroep juist meer intrinsiek gemotiveerd was. Bij de 2-meting komt naar voren dat de interventiegroep juist meer intrinsiek gemotiveerd was en de controlegroep meer a-gemotiveerd. Wel moet vermeld worden dat er veel afname Abstract ‘Helpt de App ‘Hardlopen met Evy’ bij het intrinsiek motiveren en gemotiveerd blijven van hardlopers met een leeftijd van 18+?’

Transcript of ryanne-t.weebly.comryanne-t.weebly.com/.../29778957/eindverslag_top.docx  · Web viewDe...

Page 1: ryanne-t.weebly.comryanne-t.weebly.com/.../29778957/eindverslag_top.docx  · Web viewDe controlegroep bestaat uit 14 deelnemers en de interventiegroep bestaat uit 9 deelnemers. De

Motivatie: De sleutel naar succes?

Vak: Toegepast onderzoek prestatiepsychologie.Docent: Mijke Hartendorp

Gemaakt door: Laurie Nuchelmans;Ryanne Tooren; Floor Wikkerink;Mariska Fröger en Ilse Vlaming.

Datum: 25-01-‘17

Aanleiding: Er wordt onderzoek gedaan naar de sportmotivatie (hardlopen) bij een bevolkingsgroep van 18+ en hoe een app verandering kan brengen in de intrinsieke motivatie om te blijven hardlopen. Vaak ziet men dat mensen vol enthousiasme beginnen met hardlopen in het nieuwe jaar. Dit om bijvoorbeeld af te vallen of een betere conditie te verkrijgen. Toch ziet men vaak om zich heen dat de meesten na een paar weken er weer mee stoppen en in het oude ritme vallen. Doel: Het doel van het onderzoek in om in beeld te brengen of de app ‘Hardlopen met Evy’ zorgt voor het verhogen van de intrinsieke motivatie om te blijven hardlopen. Dit in vergelijking met de app ‘Runkeeper’. Methode: Om de intrinsieke motivatie te meten is er gebruik gemaakt van de vragenlijst SMS-6, die drie keer werd ingevuld. Daarnaast is er gebruik gemaakt van een logboek als hulpmiddel. Discussie: Uit de vragenlijst blijkt dat de interventiegroep bij de 0-, en 1- meting meer a-gemotiveerd was dan de controlegroep en dat de controlegroep juist meer intrinsiek gemotiveerd was. Bij de 2-meting komt naar voren dat de interventiegroep juist meer intrinsiek gemotiveerd was en de controlegroep meer a-gemotiveerd. Wel moet vermeld worden dat er veel afname van hardlopers was bij de 3-meting bij de interventiegroep door blessureleed. Conclusie: Als conclusie kan gesteld worden dat de app ‘Hardlopen met Evy’ kan zorgen voor een hogere intrinsieke motivatie bij mannen en/of vrouwen van 18+. De verwachtingen voorafgaand aan het onderzoek zijn uitgekomen. Het onderzoek vergelijken met andere vergelijkbare onderzoeken, een grotere onderzoekspopulatie, het vergroten van de tijdsperiode, een extra controlegroep, meer begeleiding en het meenemen van fase 1 (probleemidentificatie) en 2 (commitment maken om te veranderen) van het Kirschenbaum model zijn aanbevelingen voor vervolgonderzoek.

Abstract

‘Helpt de App ‘Hardlopen met Evy’ bij het intrinsiek motiveren en gemotiveerd blijven van hardlopers met een leeftijd van 18+?’

Ilse Vlaming, 24-01-17,
Floor wil dit een andere kleur, dit lukt mij niet. Het kan wel, maar dan blijft het motief niet meer hetzelfde…
Page 2: ryanne-t.weebly.comryanne-t.weebly.com/.../29778957/eindverslag_top.docx  · Web viewDe controlegroep bestaat uit 14 deelnemers en de interventiegroep bestaat uit 9 deelnemers. De

‘Op welke manier draagt de app ‘Hardlopen met Evy’ bij, bij het intrinsiek motiveren en gemotiveerd blijven van hardlopers met een leeftijd van 18+?’

Laurie Nuchelmans (439420);

Ryanne Tooren (439423);

Floor Wikkerink (442025);

Mariska Fröger (441778);

Ilse Vlaming (439416).

Minor sportpsychologie;Saxion te Deventer.

In samenwerking met: Saxion te Deventer; Mijke Hartendorp.

Inhoudsopgav

2 | P a g i n a

Page 3: ryanne-t.weebly.comryanne-t.weebly.com/.../29778957/eindverslag_top.docx  · Web viewDe controlegroep bestaat uit 14 deelnemers en de interventiegroep bestaat uit 9 deelnemers. De

E1. Introductie................................................................................................................02. Aanleiding................................................................................................................1

2.1 Omschrijving probleem.......................................................................................13. Theoretisch kader....................................................................................................2

3.2 Motivatie.............................................................................................................34. Onderzoeksmethode................................................................................................5

4.1 Participanten.......................................................................................................54.2 Meetinstrumenten...............................................................................................54.3 Betrouwbaarheid en validiteit.............................................................................64.4 Procedure............................................................................................................64.5 Analyse...............................................................................................................74.6 Planning..............................................................................................................7

5. Resultaten................................................................................................................85.1 Algemeen............................................................................................................85.2 Highlights..........................................................................................................105.3 Conclusie..........................................................................................................105.4 Discussie...........................................................................................................115.5 Aanbevelingen....................................................................................................1

Bijlage 1 - Vragenlijst...................................................................................................0Bijlage 2 – Logboek......................................................................................................2Bijlage 3 - Planning......................................................................................................3Bibliografie...................................................................................................................7

1. INTRODUCTIE Motivatie is een breed begrip. Motivatie heeft de volgende definitie: ‘’Begrip dat verwijst naar een geheel van factoren die maken dat de mens een bepaalde handeling stelt of nalaat ze te stellen (Motivatie, 2015).’’ Motivatie heeft dus te maken met verschillende factoren. Om deze factoren in kaart te kunnen brengen moet er naar veel verschillende aspecten gekeken worden in het onderzoek. Ook zal er gekeken moeten worden naar welke onderzoeken er al zijn

gedaan en welke meetinstrumenten er gebruikt moeten worden om de motivatie in kaart te kunnen brengen. Het onderzoek gaat voornamelijk in op het achterhalen van de intrinsieke sportmotivatie tijdens het hardlopen met het oog op de bevolking van 18+.

Om het onderzoek goed uit te kunnen voeren is het noodzakelijk om de aanleiding van het probleem te beschrijven. Waarom is dit onderzoek gedaan en wat is de maatschappelijke relevantie van dit onderzoek?

Vaak ziet men dat mensen vol enthousiasme beginnen met hardlopen in het nieuwe jaar.

3 | P a g i n a

Ilse Vlaming, 24-01-17,
Deze tekst verspringt…. Krijg ik niet zoals de rest. Daarom als dit jou wel lukt, misschien als pdf ook inleveren, zodat de tekst niet meer verspringt haha.
Ilse Vlaming, 24-01-17,
De paginanummers onderaan kloppen niet, hierdoor de inhoudsopgave ook niet. Zou je dit nog willen checken. Mij lukt het namelijk niet.
Page 4: ryanne-t.weebly.comryanne-t.weebly.com/.../29778957/eindverslag_top.docx  · Web viewDe controlegroep bestaat uit 14 deelnemers en de interventiegroep bestaat uit 9 deelnemers. De

Dit om bijvoorbeeld af te vallen of een betere conditie te verkrijgen. Toch ziet men vaak om zich heen dat de meesten na een paar weken er weer mee stoppen en in het oude ritme vallen. Heeft dit probleem te maken met een gebrek aan intrinsieke motivatie of spelen er andere factoren een rol? Door te onderzoeken of het gebruik van een app tijdens het hardlopen de intrinsieke motivatie verhoogd, is het misschien mogelijk om de bevolking van 18+ een stok achter de deur te geven. Daarnaast is het interessant om te zien of externe hulpbronnen helpen bij het verhogen van de intrinsieke motivatie. Zoals het Sociaal en Cultureel Planbureau aangeeft zijn er veel motieven en belemmeringen bij de bevolking die aan sport doet. De volgende motieven worden genoemd om deel te nemen aan sport:

Prestatie/competitie; Gezondheid/fitheid; Ontspanning; Sociale druk.

De volgende belemmeringen worden genoemd om deel te nemen aan sport:

Geen sportvoorkeur/a-motivatie; Gezondheid; Omstandigheden; Tijdgebrek; Voldoende beweging; Sociale factoren; Omgevingsfactoren (Visser & Van den

Dool, 2016).

Het onderzoek is vooral gericht op de eerste belemmering, namelijk geen sportvoorkeur/a-motivatie.

4 | P a g i n a

Page 5: ryanne-t.weebly.comryanne-t.weebly.com/.../29778957/eindverslag_top.docx  · Web viewDe controlegroep bestaat uit 14 deelnemers en de interventiegroep bestaat uit 9 deelnemers. De

2. AANLEIDING2.1 OMSCHRIJVING PROBLEEM Tegenwoordig zijn er steeds meer nieuwe ontwikkelingen in de media. Steeds meer mensen maken gebruik van verschillende apps, om op deze manier de gezondheid te optimaliseren. Om te onderzoeken wat verschillende apps kunnen doen met de intrinsieke motivatie van mensen om te sporten, wordt er in het onderzoek gebruik gemaakt van twee verschillende apps. De apps die gebruikt zullen worden zijn: ‘Hardlopen met Evy’ en de app ‘Runkeeper’. De interventie richt zich op het stellen van persoonlijke doelen, succes en erkenning, resultaten en het vergroten van de sociale-emotionele toestand en de intrinsieke motivatie. Het doel van het onderzoek is om te kijken of de intrinsieke motivatie van de participanten door middel van het gebruik van de app ‘Hardlopen met Evy’ verslechterd, hetzelfde blijft of juist verbeterd in vier weken. Dit ten opzichte van de controlegroep die de app ‘Runkeeper’ gebruikt. Op basis van de analyse is het tweede doel van het onderzoeksteam om de participanten te adviseren over hoe ze intrinsiek gemotiveerd blijven om te blijven sporten en hier dus na het onderzoek mee door gaan. Helaas is het zo dat meer dan de helft van diegenen die beginnen met sporten, hier binnen drie tot zes maanden mee stoppen (Middelkamp & Wolfhagen, 2004; Stiggelbout, Hopman-Rock, Tak, Lechner, & van Mechelen, 2005; Wilson & Brookfield, 2009).

Motivatie om te gaan en te blijven sporten is een kracht dat men beweegt zich te gedragen, zodanig dat bepaalde uitkomsten verwezenlijkt kunnen worden (gaan en blijven hardlopen) (Brittamar, 2012-2017). Er wordt dus aangenomen dat de bevolking van 18+ meer intrinsiek- dan extrinsiek gemotiveerd moet zijn, omdat ze het anders niet zullen

blijven volhouden. Daarnaast moeten de participanten de wil hebben om te veranderen om het gewenste doel te bereiken (zelfregulatie) en moeten ze zichzelf vertrouwen op het feit dat ze de taak kunnen volbrengen (zelfeffectiviteit). Het doel en de taak van de participanten is om twee keer per week te gaan en te blijven hardlopen.

De programma’s die gebruikt worden gedurende het onderzoek zijn toegespitst op de sport: ‘hardlopen’. Hardlopen kan op alle mogelijke manieren gedaan worden en daarbij is het niet noodzakelijk om aangesloten te zijn bij een vereniging om te kunnen hardlopen, men kan ook voor zichzelf gaan hardlopen of bij een hardloopgroepje aansluiten. Hardlopen is zeer laagdrempelig, omdat men kan hardlopen wanneer men maar wilt. Daarnaast zijn er niet veel kosten aan verbonden.

De onderzoeksvraag luidt als volgt: ‘Op welke manier draagt de app ‘Hardlopen met Evy’ bij, bij het motiveren en gemotiveerd blijven van hardlopers met een leeftijd van 18+?’

HypotheseHet onderzoeksteam verwacht dat de app ‘Hardlopen met Evy’, hardlopers met een leeftijd van 18+, intrinsiek motiveert om te gaan en blijven hardlopen.

5 | P a g i n a

Page 6: ryanne-t.weebly.comryanne-t.weebly.com/.../29778957/eindverslag_top.docx  · Web viewDe controlegroep bestaat uit 14 deelnemers en de interventiegroep bestaat uit 9 deelnemers. De

3. THEORETISCH KADER

3.1 BEWEGING Veel mensen beginnen met sporten, door een goed voornemen aan het begin van het nieuwe jaar, een killerbody voor de zomer of gewoon om fysiek en mentaal fitter te kunnen worden. Vaak is het zo dat men hier al gauw weer mee stopt. De onderzoeksgroep van dit onderzoek kan de motivatie niet opbrengen om te blijven sporten, met als gevolg dat het gestelde doel niet meer gehaald wordt. Een van de beste motivatoren (en die men nu eenmaal nodig hebt om van een voornemen ook een succes te maken) is het vaststellen van een doel. Doelen zijn erg belangrijk, omdat dit een houvast biedt en dit men brengt waar men uiteindelijk wilt komen. Een hulpmiddel om een doel te bereiken is om het hoofddoel (lange termijn) op te delen in kleinere haalbare doelen (korte termijn), zo kom je via een ‘trap’ steeds dichter bij je uiteindelijke doel (Weinberg & Gould, 2015). Wanneer men zich op het lichaam concentreert moet er gesteld worden dat het één niet zonder het ander gaat. Het is immers mogelijk om in de sportschool fanatiek te beginnen, maar wanneer de ongezonde gewoontes niet veranderd worden, zal dit ook meespelen in de doelen die zijn opgesteld voorafgaand of gedurende het trainingsprogramma. Motivatie lijkt hierbij een grote rol te spelen (Vermeer, 2014). Want hoe komt het dat iemand niet gemotiveerd blijft gedurende een trainingsprogramma om zijn of haar doel te behalen?

In Nederland worden de mensen steeds meer zwaarlijvig of zelfs obese, wat geen positieve gevolgen heeft voor de gezondheid. De generatie van tegenwoordig bewegen minder en eten meer en ongezonder. Dit wordt ook wel de obesogene samenleving genoemd (Hoeymans, Melse & Schoemaker, 2010). Volgens het onderzoek van CBS en RIVM heeft in 2015 de helft (50,3%) van de Nederlanders van 20 jaar of ouder overgewicht (CBS, 2015).

Wat één van de manieren is om overgewicht tegen te gaan is om meer te gaan bewegen, ofwel sporten. Volgens beweegprofeet Erik Scherder is bewegen niet alleen goed voor je conditie, maar ook voor je cognitie (Brandt,2011). Het zou je ook slimmer maken, omdat de doorbloeding van het brein verbetert. Daarnaast is bewegen bij jongeren erg belangrijk, omdat je door bewegen een cognitieve reserve kunt aanleggen. Tot je 25ste

levensjaar ontwikkelt je prefrontale cortex in de hersenen. Wanneer je gaat bewegen, versterk je de verbindingen in dit gebied, wat een buffer zou geven tegen aftakeling op latere leeftijd. Ook John Ratey verteld in het artikel dat bewegen helpt om spieren te kweken, calorieën verbranden, hart en longen versterken en het brein te beïnvloeden (Brandt, 2011). Het leervermogen en het geheugen verbeterd door te gaan bewegen. Daarnaast helpt bewegen bij het tegen gaan van hart- en vaatziekten en overgewicht, verhoogt het de arousal en de opwinding en gaat het hart beter werken (Scherder, 2014).

De self-determination theoryAls er naar de self-determination theory wordt gekeken, kan men er uit opmaken dat de intrinsieke motivatie voor sport gebaseerd is op een drietal pijlers, namelijk: autonomie, competentie en verbondenheid (Ryan & Deci, 2000). Om intrinsiek gemotiveerd te zijn voor een sport is het van groot belang dat men het gevoel heeft zelf invloed op een sport te kunnen uitoefenen en zich ook thuis voelt binnen die sport. Ook is competentie van groot belang. Als men meer succeservaringen heeft dan faalervaringen in de sport, vind men die sport ook automatisch leuker en is de kans groter dat men blijft sporten. Vaak voorkomende motieven van volwassenen om te starten met sporten zijn gezondheidsfactoren, gewichtsverlies, fitness, uitdaging en zich beter te gaan voelen. Motieven van volwassenen om door te gaan met sporten zijn vaak, omdat sporten leuk is, het is vermakelijk, de instructeur/organisatie is fijn, type activiteit is leuk/uitdagend en sociale factoren (Wankel, 1980).

6 | P a g i n a

Page 7: ryanne-t.weebly.comryanne-t.weebly.com/.../29778957/eindverslag_top.docx  · Web viewDe controlegroep bestaat uit 14 deelnemers en de interventiegroep bestaat uit 9 deelnemers. De

3.2 MOTIVATIE Intrinsieke motivatieIntrinsieke motivatie houdt in dat men vanuit de eigen overtuiging wil veranderen en niet omdat de omgeving dat van hun verwacht of verlangd (Ryan & Deci, 2000). De drie aspecten die intrinsieke motivatie kunnen vergroten zijn: competentie, autonomie en de sociale verbondenheid. Autonomie wordt ook wel zelfbeschikking genoemd. Bij autonomie gaat het erom dat iedereen vrij moet zijn in de keuzes die men maakt. Aspecten die controlerend of beperkend zijn zullen de intrinsieke motivatie doen verlagen. Met competentie wordt bedoeld: Wanneer men van zichzelf het kunnen weet, zal dit de intrinsieke motivatie om iets te doen van die persoon verhogen. Sociale steun en veiligheid (verbondenheid) zijn belangrijke aspecten als het gaat om het verhogen van de intrinsieke motivatie. Door middel van aanmoedigen en complimenteren wordt de intrinsieke motivatie verhoogt.Voor een optimale ontwikkeling moeten alle drie de aspecten positief zijn. Men moet van zichzelf het kunnen weten, daarnaast moet men vrij zijn in de keuzes en er moet sociale steun en veiligheid zijn. Wanneer er een optimale ontwikkeling is, is er intrinsieke motivatie om iets te veranderen en zal er een positief veranderresultaat optreden (Deci, 2002).

Extrinsieke motivatieVolgens de Self-determination theorie van Deci (2002) is extrinsieke motivatie de motivatie die ontstaat vanuit een externe bron. Bij extrinsieke motivatie, wordt gedrag vertoond omwille van een uitkomst die buiten de activiteit gelegen is. Niet de inhoud van het doel, maar wel de uitkomsten van het doel vormen hierbij de belangrijkste bron van motivatie (Broeck, Vansteenkiste, Witte, Lens & Andriessen, 2009).

ZelfeffectiviteitVolgens de Online Encyclopedie (2016) is zelfeffectiviteit het vertrouwen van een persoon in de eigen bekwaamheid om met succes invloed uit te oefenen op zijn of haar omgeving, bijvoorbeeld door een taak te

volbrengen of een probleem op te lossen. Zelfeffectiviteit wordt als een belangrijk element gezien van theorieën over motivatie.Zelfeffectiviteit kan worden beïnvloed door (Bandura, 1997):

Het ontstaan van verwachtingen op basis van eerdere persoonlijke successen. Bijvoorbeeld het bereiken van een bepaald doel, zoals gewichtsafname bij iemand die wil afvallen.

Het observeren van anderen die op succesvolle wijze een gelijkaardige taak volbrengen en dat gedrag vervolgens imiteren. Bijvoorbeeld het kennen van een familielid of vriendin die met succes enkele kilo’s is afgevallen.

Het succesvol verbaal overtuigen van mensen door middel van suggestie en aansporing. Doordat een ander zegt dat het mogelijk is om af te vallen, is men in staat dit sneller te geloven.

Imaginal experience. Vragen stellen als: ‘stel je jezelf eens voor zo slank als je wenst. Hoe ziet dat er precies uit?’ Door iets levendig proberen voor te stellen, krijgt men er een reëel beeld bij en is het makkelijker er zelf in te geloven.

ZelfregulatieBij zelfregulatie worden factoren in gezet om een gewenst doel te bereiken. De factoren die worden ingezet zijn cognitieve, emotionele en gedragsmatige factoren (de ridder & de wit, 2006). Bij zelfregulatie wil men ongewenst gedrag onderdrukken en gewoonten doorbreken door middel van het eigen veranderingsproces aan te sturen (Hagger, Wood, Stiff en Chatzisarantis, 2009).

5-Fasen model van zelfregulatie (Kirschenbaum, 1984)

1. Probleem identificatie, het probleem identificeren (geen motivatie om te gaan en te blijven hardlopen);

2. Commitment maken om te veranderen (dealen met obstakels);

3. Uitvoeren (logboek bij houden en ‘Hardlopen met Evy’ of ‘Runkeeper’)

7 | P a g i n a

Page 8: ryanne-t.weebly.comryanne-t.weebly.com/.../29778957/eindverslag_top.docx  · Web viewDe controlegroep bestaat uit 14 deelnemers en de interventiegroep bestaat uit 9 deelnemers. De

4. Plannen en ontwikkelen van strategieën om de omgeving te reguleren die de atleet beïnvloedt (hardlopen in een groepje);

5. Generalisatie (dingen die je hier leert, ook toepassen).

Toelichting theorieënIn dit onderzoek wordt de self-determination theorie als uitgangspunt genomen. Dit omdat het team met dit onderzoek wil aantonen of de app ‘’Hardlopen met Evy’’ de intrinsieke motivatie zal vergroten. De self-determination theorie zal dan ook meegenomen worden in de analyse. De begrippen zelf-effectiviteit en zelfregulatie zullen nodig zijn om de intrinsieke motivatie te vergroten en ook die zullen dan worden meegenomen in de analyse van het onderzoek. Zelf-effectiviteit is nodig voor een grotere intrinsieke motivatie, omdat wanneer de participant denkt de taak (twee keer per week hardlopen) niet te kunnen uitvoeren, het waarschijnlijk ook niet gaat lukken en dat dus de intrinsieke motivatie niet zal worden vergroot. Zelfregulatie is nodig voor een grotere intrinsieke motivatie, omdat wanneer de participant de gewoonten en ongewenst gedrag niet wilt veranderen (van nul keer per week hardlopen naar twee keer per week hardlopen), het gedrag ook niet zal veranderen en dus de intrinsieke motivatie niet zal worden vergroot.

4. ONDERZOEKSMETHODE4.1 PARTICIPANTENTijdens de interventie werd er gebruik gemaakt van twee groepen, de interventiegroep die de app ‘Hardlopen met Evy’ gebruikte en een controlegroep die de app ‘Runkeeper’ gebruikte. Bij de 0-meting waren er in totaal 31 deelnemers, waarvan 7 mannen en 24 vrouwen. De gemiddelde leeftijd was 28,5 jaar. Bij de 1-meting waren dit er 27 (6 mannen en 21 vrouwen, gemiddelde leeftijd 27 jaar) en bij de 2-meting 23 (4 mannen en 19 vrouwen, gemiddelde leeftijd 28 jaar). Beide groepen bestonden uit mannen en vrouwen die moeite hadden met het onderwerp ‘motivatie om te gaan en te blijven hardlopen’. De leeftijdscategorie was 18+. Bij beide groepen werd een 0-meting voor de eerste training, een 1-meting na de vierde training en een 2-meting na de achtste training uitgevoerd door middel van een vragenlijst (zie bijlage één) en werd er per training een logboek (zie bijlage twee) en eventueel beeldmateriaal bijgehouden. De deelnemers zijn voor de start van de interventie ‘random’ ingedeeld in de interventiegroep en de controlegroep. Op deze manier was de kans het grootst om ‘’gelijke’’ groepen te creëren.

4.2 MEETINSTRUMENTENHet meetinstrument van de interventiegroep en de controlegroep was de Sport Motivation Scale-6 vragenlijst (SMS-6), die voor de eerste training, na de vierde training en na de achtste training online via Survio werd afgenomen. De tijdstip en dag van invullen was niet van belang, als het maar voor de eerste, na de vierde en na de achtste keer hardlopen werd ingevuld. De vragenlijst bestond uit 24 vragen die antwoord zouden geven op één vraag, namelijk: ‘waarom doet u aan sport?’ Uit de vragenlijst zou dus naar voren komen waarom de participanten aan hardlopen deden en doen. Op deze manier werd de motivatie in

8 | P a g i n a

Page 9: ryanne-t.weebly.comryanne-t.weebly.com/.../29778957/eindverslag_top.docx  · Web viewDe controlegroep bestaat uit 14 deelnemers en de interventiegroep bestaat uit 9 deelnemers. De

kaart gebracht. De uitslag liet zien in welke categorie de participanten vielen. De categorieën zijn: a-motivatie (men heeft geen motivatie), externe regulatie (men voelt zich gedwongen), introjectieve regulatie (men voelt zich van binnen gedwongen), identificatie regulatie (men is overtuigd van het persoonlijk belang), integratie regulatie (sturing ligt als het ware nog dieper binnen de persoon. Conditie en fitheid zijn kenmerken die nu bij de persoon horen) en intrinsieke motivatie (men voelt zich gemotiveerd en wil het zelf. Men is de activiteit op zich gaan waarderen en niet alleen de uitkomsten) (van Burken, sd). Het onderzoeksteam heeft voor deze meetinstrument gekozen omdat hij ten eerste de motivatie in kaart brengt en ten tweede omdat hij betrouwbaar en valide is. Naast het in kaart brengen van de motivatie om te gaan en te blijven hardlopen, werden ook individuele gegevens, als geslacht, leeftijd, lengte en gewicht in kaart gebracht. Dit zodat het onderzoeksteam een bredere analyse kon doen.

‘’Hardlopen met Evy’’Het onderzoeksteam heeft de app ‘Hardlopen met Evy’ uitgekozen om tijdens de interventie te gebruiken. Dit omdat de app ‘Hardlopen met Evy’ de participanten begeleidt tijdens het hardlopen. Evy moedigt aan, motiveert door middel van motiverende woorden, coacht de participanten door de training heen, houdt afstand en tijd bij en heeft passende muziek tijdens de training. Het hardloopprogramma ‘Hardlopen met Evy’ is ontworpen door Evy Gruyaert. Evy begeleidt en motiveert om binnen tien weken (27 lessen), vijf kilometer onafgebroken te kunnen hardlopen (Vreede, 2016). ‘Hardlopen met Evy’ is een app die men op de mp3-speler of smartphone zet en waarin men gecoacht wordt met haar stem en een passende muziek. Evy neemt de participanten aan de hand en vertelt de participant wanneer hij/zij moet rennen en wanneer hij/zij moet wandelen. Op deze manier wordt er langzaam vijf kilometer opgebouwd (Vreede, 2016). Het hardloopprogramma ‘Hardlopen met Evy’

biedt zo hand-in-hand begeleiding gedurende het trainingsprogramma. (Orriëns, sd).

‘’Runkeeper’’De app ‘Runkeeper’ is ontworpen door Jason Jacobs. Deze app begeleidt men niet zoals bij ‘Hardlopen met Evy’, er wordt niet aangemoedigd, niet gecoacht, er zijn geen motiverende woorden tijdens de training en er is geen passende muziek, hij begeleidt de participanten niet. De app laat wel weten hoe hard er gelopen wordt en op welke afstand men zich bevindt. Daarnaast is het mogelijk om de hartslag bij te houden en een route uit te stippelen (Jacobs, sd). Om deze reden is de app ‘Runkeeper’ gekozen voor het gebruik van de controlegroep.

Logboek en beeldmateriaalDe participanten werden gevraagd om na elke training een logboek bij te houden. In dit logboek werd bijgehouden wanneer ze hadden hardgelopen, hoe ver en hoe lang ze hadden hardgelopen en of er complicaties waren. Hoe was de motivatie? Ging het makkelijk of moesten ze zich er echt toe zetten? Hadden ze last van pijntjes of liepen ze juist hartstikke lekker? Dit zijn onderwerpen die konden worden beschreven in het logboek. Het logboek was eigenlijk een soort hulpmiddel voor de participanten om te gaan hardlopen en alles bij te houden. Het is dus een soort stok achter de deur. Daarnaast is er gevraagd aan de participanten om beeldmateriaal bij te houden als ze dit wilden, zodat het onderzoeksteam dit zou kunnen gebruiken tijdens de presentatie.

4.3 BETROUWBAARHEID EN VALIDITEIT‘Hardlopen met Evy’ en ‘Runkeeper’Er zijn geen onderzoeken gedaan naar de validiteit en betrouwbaarheid van de twee apps. Wel is het zo dat de apps meten wat ze moeten meten, namelijk de hardloopafstand en tijd, de beide apps zullen daarom volgens het onderzoeksteam valide zijn. Daarnaast zijn de apps volgens het onderzoeksteam betrouwbaar, omdat er geen omstandigheden

9 | P a g i n a

Page 10: ryanne-t.weebly.comryanne-t.weebly.com/.../29778957/eindverslag_top.docx  · Web viewDe controlegroep bestaat uit 14 deelnemers en de interventiegroep bestaat uit 9 deelnemers. De

zullen zijn waardoor de apps de afstand en tijd anders zouden meten. De apps meten altijd op dezelfde manier.

Sport Motivation Scale-6 vragenlijstDe vragenlijst is betrouwbaar, omdat het anoniem ingevuld wordt. De vragenlijst is valide, omdat er wordt gemeten wat de bedoeling is dat er wordt gemeten, namelijk de sportmotivatie bij verschillende doelgroepen. Pelletier et al. (1995) concludeerden uit hun onderzoek dat de structuur, de validiteit, de interne consistentie en de test-hertest betrouwbaarheid van de Sport Motivation Scale allen in orde waren. De SMS-6 is dus een goede schaal om de motivatie van de doelgroep na te gaan” (Van Bever & Vanthournout, 2008-2009).

4.4 PROCEDUREVoordat de interventie begon, werden de participanten ingedeeld in twee groepen, namelijk in de interventiegroep die de app ‘Hardlopen met Evy’ gebruikte en de controlegroep die de app ‘Runkeeper’ gebruikte. Vervolgens werden alle participanten op de hoogte gesteld van de interventie door middel van een mail. In de mail stond de link van de vragenlijst SMS-6, het logboek en de informatie over hoe de interventie in zijn werking ging. De participanten gingen twee keer in de week hardlopen. Bij de interventiegroep werd gebruik gemaakt van de app ‘Hardlopen met Evy’. Deelnemers kregen vanuit deze app een hardloopschema en gepersonaliseerde aanmoediging tijdens het hardlopen. De controlegroep maakte gebruik van de app ‘Runkeeper’. Deze app liet alleen maar de afstand en tijd weten. De interventie heeft vier weken bedragen, waarbij voor de eerste training, na de vierde training en na de achtste training de vragenlijst online werd afgenomen. Gedurende elke training werd er een logboek bijgehouden en eventueel beeldmateriaal door de participanten. De stappen die werden ondernomen door de participanten om data te verzamelen waren: 0-meting (vragenlijst

invullen), interventie via de app (hardlopen en logboek invullen), 1-meting (vragenlijst invullen), vervolg interventie (hardlopen en logboek invullen) en 2-meting (vragenlijst invullen).

4.5 ANALYSEVoor het analyseren van de data werd er gebruik gemaakt van het programma Statistical Package for the Social Sciences (SPSS). De data die uit de vragenlijst kwamen, werd gelijk verwerkt in SPSS en werd daarna geanalyseerd. Wanneer de vragenlijst was ingevuld werd de interventiegroep met de controlegroep vergeleken, maar ook de 0-, 1- en 2-meting werden nog met elkaar vergeleken op het gebied van motivatie. Er werd een analyse gemaakt aan de hand van de variabelen intrinsieke motivatie en tijd in weken, intrinsieke motivatie bij mannen en vrouwen, intrinsieke motivatie en leeftijd en gewicht. De logboeken werden niet in SPSS gezet, maar werden geanalyseerd door het onderzoeksteam. Ook hier werd gekeken of er per persoon een stijgende lijn in zat qua intrinsieke motivatie, naarmate de interventie vorderde. Omdat het onderzoek naderhand ook gepresenteerd werd, was het van groot belang om het visueel te maken, dit werd gedaan met behulp van grafieken en eventuele beeldmateriaal. Met behulp van SPSS konden de studenten en docenten op eenvoudige wijze zien wat de exacte resultaten van het onderzoek waren.

4.6 PLANNINGZie bijlage drie voor de planning.

10 | P a g i n a

Page 11: ryanne-t.weebly.comryanne-t.weebly.com/.../29778957/eindverslag_top.docx  · Web viewDe controlegroep bestaat uit 14 deelnemers en de interventiegroep bestaat uit 9 deelnemers. De

5. RESULTATEN Voor de resultaten hebben de onderzoekers de interventiegroep ‘Hardlopen met Evy’ en de controlegroep ‘Runkeeper’ met elkaar vergeleken. Alle metingen zijn volledig, er zijn geen missende waardes. Voor de eerste subvraag is er gekeken naar het verschil in motivatie tijdens de drie metingen en er is gekeken of er een verschil in motivatie is tussen de twee gebruikte apps. Bij subvraag twee is er gekeken of de apps ‘Hardlopen met Evy’ en ‘Runkeeper’ invloed hebben gehad op de intrinsieke motivatie van de deelnemers. Bij subvraag drie is er gekeken of het gewicht van de deelnemers en/of de leeftijd van de deelnemers in correlatie staat met de intrinsieke motivatie.

5.1 ALGEMEENDeelvraag 1: Is er een significant verschil in motivatie tussen meting 0 en 1, meting 1 en 2 en meting 0 en 2?

Om te kijken naar de mogelijke verschillen tussen de 0-, 1- en 2-meting is er gebruik gemaakt van de Kruskal-Wallistest. De variabelen die gebruikt zijn in SPSS zijn de 0-, 1- en 2-meting en de zes groepen van motivatie, genaamd: a-motivatie, external regulation, introjected regulation, identified regulation, integrated regulation en intrinsieke motivatie. Het onderzoeksresultaat laat zien dat er tussen de 0-meting (N=31) en 1-meting (N=27) geen significant verschil zit tussen de 0- en 1-meting en de 6 groepen van motivatie (Kruskal-Wallis test df=1; p>0.005). Daarnaast laat het resultaat zien dat er binnen de 1-meting (N=27) en de 2-meting (N=23) een significant verschil is in 3 van de 6 groepen motivatie, deze drie groepen zijn a-motivatie, external regulation en introjected regulation (Kruskal-Wallistest; Chi2: AM=15,760; ER=12,253; IntroR=12,100; df=1; p<0.005). Als laatste laat het resultaat zien dat er tussen de 0-meting en 2-meting een significant (p<0.005) verschil zit in 3 van de 6 groepen motivatie. Deze 3 groepen zijn a-motivatie, external regulation, introjected regulation

(Kruskal-Wallistest; Chi2: AM21,948; ER=16,169; IntroR=18,121; df=1; p<0.005). Hieruit kunnen we concluderen dat de deelnemers bij de 0-meting meer intern gemotiveerd waren en bij de 2-meting meer

extern gemotiveerd. Zie figuur 1.

Meting 0De totale groep bestaat uit 31 deelnemers waarvan 7 mannen en 24 vrouwen. De controlegroep bestaat uit 16 deelnemers en de interventiegroep bestaat uit 15 deelnemers (SD=,508). De gemiddelde lichaamslengte (SD=,0921) van de twee groepen is 1,71m en het gemiddelde gewicht is 71kg (M=70,97; SD=13,982). De gemiddelde leeftijd ligt rond de 28,5 jaar (SD=13,023).

Uit de resultaten is naar boven gekomen dat de interventiegroep (N=15) bij de 0-meting hoger scoorden op ‘a-motivatie’ dan de controlegroep (N=16) (Mann-Whitney test; Mean rank ‘Hardlopen met Evy’ 17,17; Mean rank ‘Runkeeper’ 14,91). De controlegroep scoorde hoger op ‘external regulation’ dan de interventiegroep (Mean rank ‘Hardlopen met Evy’ 12,53; Mean rank ‘Runkeeper’ 19,25). Op ‘introjected regulation’, scoorde de interventiegroep hoger dan de controlegroep (Mean rank ‘Hardlopen met Evy’ 16,80; Mean rank ‘Runkeeper’ 15,25). Op ‘identified

11 | P a g i n a

Page 12: ryanne-t.weebly.comryanne-t.weebly.com/.../29778957/eindverslag_top.docx  · Web viewDe controlegroep bestaat uit 14 deelnemers en de interventiegroep bestaat uit 9 deelnemers. De

regulation’ scoorde de controlegroep hoger dan de interventiegroep (Mean rank ‘Hardlopen met Evy’ 13,80; Mean rank ‘Runkeeper’ 18,06). De controlegroep scoorde op zowel ‘integrated regulation’ als ‘intrinsieke motivatie’ hoger dan de interventiegroep (Mean rank ‘Hardlopen met Evy’ 12,17 en15,17; Mean rank ‘Runkeeper’ 19,59 en 16,78).

Meting 127 Deelnemers hebben deelgenomen aan de 1-meting, waarvan 6 mannen en 21 vrouwen. De controlegroep bestaat uit 14 deelnemers en de interventiegroep bestaat uit 13 deelnemers. De gemiddelde leeftijd van de twee groepen ligt rond de 27 jaar (M=27,19; SD=12,219), de gemiddelde lichaamslengte ligt rond de 1,70m (M=1,7063; SD=,09005) en het gewicht ligt rond de 68kg (M=68,59; SD=12,463).

Uit het onderzoeksresultaat is gebleken dat tijdens de 1-meting de interventiegroep (N=13) hoger scoorde op ‘a-motivatie’ dan de controlegroep (N=14) (Mann-Whitney test; Mean rank ‘Hardlopen met Evy’ 16,73; Mean rank ‘Runkeeper’ 11,46). De controlegroep scoorde hoger op ‘external regulation’ dan de app interventiegroep (Mean rank ‘Hardlopen met Evy’ 13,46; Mean rank ‘Runkeeper’ 14,50). Beide apps scoorden gelijk op ‘introjected regulation’ (Mean rank 14,00). De controlegroep scoorde op ‘identified regulation’, ‘integrated regulation’ en op ‘intrinsieke motivatie’ hoger dan de interventiegroep (Mean rank ‘Hardlopen met Evy’ 11,73; 11,54; 11,27; Mean rank ‘Runkeeper’ 16,11; 16,29; 16,54).

Meting 223 Deelnemers hebben de 2-meting ingevuld waarvan 4 mannen en 19 vrouwen. De controlegroep bestaat uit 14 deelnemers en de interventiegroep bestaat uit 9 deelnemers. De gemiddelde leeftijd van de twee groepen ligt rond de 28 jaar (M=28,43; SD=12,947), de gemiddelde lichaamslengte ligt rond de 1,72m (M=1,7209; SD=,097391) en het gewicht ligt rond de 70kg (M=70,22; SD=11,406).

Uit het onderzoeksresultaat is gebleken dat tijdens de 2-meting de controlegroep (N=14) hoger heeft gescoord op ‘a-motivatie’ dan de interventiegroep (N=9) (Mann-Whitney test; Mean rank ‘Hardlopen met Evy’ 10,94; Mean rank ‘Runkeeper’ 12,68). Daarnaast is uit het resultaat naar voren gekomen dat de interventiegroep hoger heeft gescoord op ‘external regulation’, ‘introjected regulation’, ‘identified regulation’, ‘integrated regulation’ en ‘intrinsieke motivatie’ (Mann-Whitney test; Mean rank ‘Hardlopen met Evy’ 14,06; 13,56; 15,94; 14,83; 15,33; Mean rank ‘Runkeeper’ 10,68; 11,00; 9,46; 10,18; 9,86).

Deelvraag 2: Is er een verschil in motivatie bij de deelnemers tussen de apps ‘Hardlopen met Evy’ en ‘Runkeeper’?

Gekoppelde steekproef Door middel van een gekoppelde steekproef (t-test) is gekeken of de twee apps ‘Hardlopen met Evy’ en ‘Runkeeper’ invloed hebben gehad op de motivatie van de deelnemers. De motivatie is verdeeld in zes groepen; a-motivatie, external regulation, introjected regulation, identified regulation, integrated regulation en intrinsieke motivatie. Het onderzoeksresultaat laat zien dat de apps ‘Hardlopen met Evy’ (N=15) en ‘Runkeeper’(N=16) geen significante invloed hebben gehad op de motivatie van de deelnemers voor de 0-meting (Independent samples t-test; p>0.005; df=29). Daarnaast laat het resultaat zien dat de apps ‘Hardlopen met Evy’ (N=13) en ‘Runkeeper’(N=14) geen significante invloed hebben gehad op de motivatie van de deelnemers in de 1-meting (Independent samples t-test; p>0.005; df=25). Hieruit kunnen we concluderen dat de apps ‘Hardlopen met Evy’ en ‘Runkeeper’, beide geen effect hebben gehad op de motivatie van de deelnemers. Als laatste laat het resultaat zien dat de apps ‘Hardlopen met Evy’ (N=9) en ‘Runkeeper’ (N=14) geen significante invloed hebben gehad op de motivatie van de deelnemers in de 2-meting (Independent samples t-test; p>0.005; df=21).

12 | P a g i n a

Page 13: ryanne-t.weebly.comryanne-t.weebly.com/.../29778957/eindverslag_top.docx  · Web viewDe controlegroep bestaat uit 14 deelnemers en de interventiegroep bestaat uit 9 deelnemers. De

Deelvraag 3: Is er een samenhang (correlatie) tussen leeftijd en motivatie/ gewicht en motivatie?

LeeftijdHet onderzoeksresultaat laat zien dat er in de 0-meting (N=31) geen correlatie (p>0.005) is tussen de leeftijd van de deelnemers en de 6 groepen van motivatie (Spearman’s rho; p>0.005;). Tussen de leeftijd en de motivatiegroepen a-motivatie, external regulation en introjected regulation is een negatieve correlatie coëfficiënt waargenomen (Spearman’s rho; AM=-,448; ER=-,365; IntroR -,066). Dit betekent dat hoe jonger de deelnemers zijn hoe lager de motivatie is. Daarnaast laat het onderzoek zien dat er in de 1-meting (N=27) geen correlatie (p>0.005) is tussen de leeftijd van de deelnemers en de 6 groepen van motivatie (Spearman’s rho; p>0.005). Tussen de leeftijd en de motivatiegroepen a-motivatie en external regulation is een negatieve correlatie coefficient waargenomen (Spearman’s rho; Am=-,455; ER=-,273). Ook dit betekent dat hoe lager de leeftijd van de deelnemer is hoe lager de motivatie is. Als laatste laat het resultaat zien dat er in de 2-meting (N=23) geen correlatie (p>0.005) is tussen de leeftijd van de deelnemers en de 6 groepen van motivatie (Spearman’s rho; p>0.005). Tussen de leeftijd en de motivatiegroepen introjected regulation, identified regulation, integrated regulation en intrinsieke motivatie is een negatieve correlatie waargenomen (Spearman’s rho; IntroR=-,317; IdenR=-,250; IntegR=-,238; IM=-,244).

Gewicht Het onderzoeksresultaat laat zien dat er in de 0-meting (N=31) geen correlatie (p>0.005) is tussen het gewicht van de interventiegroep en de controlegroep en de 6 groepen van motivatie (Spearman’s rho; p>0.005). Tussen het gewicht en 5 van de 6 motivatiegroepen is een negatieve correlatie coëfficiënt waargenomen (Spearman’s rho; ER= -,263; IntroR=-,298; IdenR=-,153; IntegR=-,364; IM=-,039). Dit betekent dat hoe hoger het gewicht van de deelnemer is hoe lager de motivatie is. A-motivatie en het gewicht van de deelnemers laten een positieve correlatie

coëfficiënt zien (Spearman’s rho; AM=,105). Het onderzoek laat zien dat er in de 1-meting een significante correlatie is tussen het gewicht van de interventiegroep en de controlegroep en de motivatiegroep Integrated Regulation (Spearman’s rho; p=0.002). Tussen het gewicht van de deelnemers en 5 van de 6 motivatiegroepen is een negatieve correlatie coëfficiënt waargenomen (Spearman’s rho; ER= -,260; IntroR=-,397; IdenR=-,414; IntegR=-,572; IM=-,350). Als laatste laat het resultaat zien dat er in de 2-meting (N=23) geen significant correlatie (p>0.005) is tussen het gewicht van de interventiegroep en de controlegroep en de 6 motivatiegroepen (Spearman’s rho; p>0.005). Tussen het gewicht en de motivatiegroep a-motivatie is een negatieve correlatie coëfficiënt waargenomen (Spearman’s rho; AM=-,338). Dit betekent dat hoe hoger het gewicht van de deelnemers is hoe groter de a-motivatie is.

5.2 HIGHLIGHTS In de 1- en 2-meting is een significant

verschil (p=<0.005) in a-motivatie, external regulation en introjected regulation.

Het onderzoek laat zien dat de app ‘Hardlopen met Evy’ de deelnemers intrinsiek heeft gemotiveerd. Bij de app ‘Runkeeper’ was de a-motivatie juist verhoogd.

Overall blijkt dat de deelnemers meer a-gemotiveerd zijn dan intrinsiek gemotiveerd aan het einde van het onderzoek t.o.v. aan het begin van het onderzoek.

Er is geen correlatie gevonden tussen de leeftijd van de interventie- en controlegroep en de zes motivatiegroepen.

In de 1-meting is een correlatie waargenomen tussen het gewicht van de interventie- en controlegroep en de zes groepen van motivatie.

5.3 CONCLUSIE In dit hoofdstuk zal de hoofdvraag en de deelvragen worden beantwoord, zal het onderzoek vergeleken worden met een eerder

13 | P a g i n a

Page 14: ryanne-t.weebly.comryanne-t.weebly.com/.../29778957/eindverslag_top.docx  · Web viewDe controlegroep bestaat uit 14 deelnemers en de interventiegroep bestaat uit 9 deelnemers. De

onderzoek, wordt er kritisch gekeken naar het onderzoek en wordt er tot slot een aanbeveling gedaan voor vervolgonderzoek.

Hoofdvraag en deelvragenOm een antwoord te geven op de hoofdvraag, zijn er een aantal subvragen die eerst beantwoord moeten worden. De subvragen zullen hieronder toegelicht worden.

1) Is er een significant verschil in motivatie tussen meting 0 en 1, meting 1 en 2 en meting 0 en 2? Uit de resultaten hierboven blijkt dat bij meting-0 de interventiegroep hoger scoorde op ‘’a-motivatie’’ en ‘’introjected regulation’’ dan de controlegroep. De controle groep scoorde hoger op ‘’intrinsieke motivatie’’, ‘’external regulation’’, ‘’identified regulation’’ en ‘’integrated regulation’’ dan de interventiegroep. Bij meting-1 kwam naar voren dat de interventiegroep hoger scoorde op ‘’a-motivatie’’ dan de controlegroep.De controlegroep scoorde hoger op ‘’external regulation’’, ‘’identified regulation’’, ‘’ integrated regulation’’ en op ‘’intrinsieke motivatie’’ dan de interventiegroep. Bij de 2-meting kwam naar voren dat De interventiegroep hoger scoorde op ‘’external regulation’’, ‘’introjected regulation’’, ‘’identified regulation’’, ‘’integrated regulation’’ en ‘’intrinsieke motivatie’’ dan de controlegroep. De controlegroep scoorde hoger op ‘’a-motivatie’’ dan de interventiegroep.

Tussen meting 0 en 1 is geen significant verschil gevonden in motivatie.Tussen de 1- en 2-meting en de 0- en 2-meting kan worden geconcludeerd en gezien in figuur 1, dat de intrinsieke motivatie is gestegen bij de interventiegroep. Bij de controlegroep daalde de intrinsieke motivatie.

2) Is er een verschil in motivatie bij de deelnemers tussen de apps ‘Hardlopen met Evy’ en ‘Runkeeper’? Er is tussen de twee gebruikte apps een verschil gevonden in motivatie. De interventiegroep was bij de 2-meting juist meer intrinsiek gemotiveerd dan bij de 0- en 1-meting en de controlegroep was juist meer

a-gemotiveerd bij de 2-meting dan bij de 0- en 1-meting. Er kan geconcludeerd worden dat de app ‘Hardlopen met Evy’ de deelnemers meer intrinsiek motiveert dan de app ‘Runkeeper’. De hypothese van de onderzoekers was dus juist, omdat de onderzoekers dachten dat de app ‘Hardlopen met Evy’ de deelnemers meer intrinsiek zou motiveren dan de app ‘Runkeeper’.

3) Is er een samenhang (correlatie) tussen leeftijd en motivatie/ gewicht en motivatie?Tussen de leeftijd en de motivatie van de interventiegroep en de controlegroep is geen samenhang gevonden. Dit betekent dat er geen bepaalde leeftijd aan een bepaalde motivatiegroep vast zit. In de 1-meting is er tussen het gewicht van de interventiegroep en de controlegroep en de motivatie van de interventiegroep en controlegroep een samenhang gevonden. Bij de 0- en 2-meting is de spreiding veel meer dan bij de 1-meting. Zie figuur 2. Uit de resultaten blijkt dat hoe zwaarder men is, hoe minder intrinsiek gemotiveerd men is om hard te lopen.

Hoofdvraag: ‘Helpt Evy bij het motiveren en gemotiveerd blijven van hardlopers met een leeftijd van 18+?’. Uit dit onderzoek is gebleken dat de app ‘Hardlopen met Evy’ meegeholpen heeft aan het motiveren en gemotiveerd blijven van hardlopers met een leeftijd van 18+.

14 | P a g i n a

Figuur 2: Gewicht in relatie tot motivatie.

Page 15: ryanne-t.weebly.comryanne-t.weebly.com/.../29778957/eindverslag_top.docx  · Web viewDe controlegroep bestaat uit 14 deelnemers en de interventiegroep bestaat uit 9 deelnemers. De

5.4 DISCUSSIE Verwachtingen van het onderzoek uitgekomen?De verwachtingen van het onderzoek waren dat de app ‘Hardlopen met Evy’ de deelnemers meer intrinsiek zou motiveren dan de app ‘Runkeeper’. Deze verwachtingen zijn uitgekomen. Uit de resultaten blijkt namelijk dat er verschil tussen de beide apps zit. Wel moet er hierbij vermeld worden dat er

in de laatste meting bij de interventiegroep een lager aantal deelnemers was t.o.v. de controlegroep, maar ook t.o.v. de vorige metingen. Dit door blessureleed.

Resultaten vergelijkend met een ander onderzoekEr is nog geen erkend onderzoek gedaan naar de intrinsieke motivatie bij de app ‘Hardlopen met Evy’ en ‘Runkeeper’.

Sterkte- en zwaktepunten onderzoek

Sterke punten Zwakke punten

Het is een nieuw onderzoek, waar nog geen onderzoek naar is gedaan.

Er is nog geen erkend onderzoek naar dit onderwerp gedaan (intrinsieke motivatie bij de apps ‘Hardlopen met Evy’ en ‘Runkeeper’) waardoor het erg moeilijk is om het met andere onderzoeken te vergelijken.

De deelnemers worden vrijgelaten in het uitvoeren van het onderzoek. Ze mogen zelf weten wanneer en hoe lang ze hardlopen. Ze krijgen wel hulpmiddelen aangeboden (app, logboek) om het onderzoek uit te voeren en hun doel (2x in de week hardlopen) te behalen.

Het onderzoek is gedaan bij een kleine populatie. Bij de 0-meting hadden we 31 deelnemers. Bij de 1-meting waren dit er nog maar 27 en bij de 2-meting hadden we nog maar 23 deelnemers. Dit helaas door veel blessures. Voor een hogere betrouwbaarheid is het zaak om dit onderzoek uit te voeren bij een grotere groep.

Een aantal deelnemers blijven na dit onderzoek nog steeds twee keer in de week hardlopen. Het onderzoek heeft hier dus aan bij gedragen.

De interventiegroep is behoorlijk uitgedund in tijdens het onderzoek. Uiteindelijk zijn er maar 9 deelnemers in de interventiegroep overgebleven. Uit het onderzoek is gekomen dat de app ‘Hardlopen met Evy’ heeft bijgedragen aan de intrinsieke motivatie, maar dit kan dus eigenlijk niet met zekerheid vastgesteld worden, door de enorme uitval. Net zoals het puntje hierboven is het zaak voor vervolgonderzoek om meer deelnemers te hebben, voor een betrouwbaarder onderzoek.

de deelnemers zijn afkomstig uit verschillende regio’s in Nederland. Zij hebben geen invloed op elkaar gehad gedurende het onderzoek. Dit is belangrijk voor de betrouwbaarheid van het onderzoek.

Fase 1 en 2 zijn bij het 5-fasen model van Kirschenbaum (1984) overgeslagen. We zijn gelijk begonnen met fase 3. Om het gedrag te veranderen van extrinsiek gemotiveerd naar intrinsiek gemotiveerd, en om het gedrag en behoeftes in kaart te brengen moeten fase 1 en 2 bij een volgend onderzoek niet worden overgeslagen.

15 | P a g i n a

Ilse Vlaming, 24-01-17,
Ik heb dit zwakke punten gelaten, omdat dit zo altijd bij onze opleiding ook was…. Moet je niet negatief interpreteren, maar dit zijn gewoon wat zwakkere punten van het onderzoek die in het vervolgonderzoek anders kunnen worden gedaan.
Page 16: ryanne-t.weebly.comryanne-t.weebly.com/.../29778957/eindverslag_top.docx  · Web viewDe controlegroep bestaat uit 14 deelnemers en de interventiegroep bestaat uit 9 deelnemers. De

Er zijn 3 verschillende metingen uitgevoerd op 3 verschillende momenten. Hierdoor hebben we veel resultaten gekregen. Dit is belangrijk voor de uiteindelijke conclusie.

Het begrip sociale verbondenheid bij het model van Ryan en Deci (2002) mist in het onderzoek. Bij een volgend onderzoek is het handig om dit begrip te beschrijven, omdat dit begrip invloed kan hebben op de intrinsieke motivatie.

Het logboek werd als erg fijn ervaren door de participanten. Dit omdat dit een soort ‘’stok achter de deur’’ was om te gaan hardlopen.

Er was weinig begeleiding bij de deelnemers vanuit de onderzoekers. De app Evy helpt de deelnemers tijdens het hardlopen, maar wie helpt de hardlopers om echt te gaan hardlopen? Tijdens dit onderzoek is er bewust gekozen voor geen begeleiding. Toch kwam wel naar voren dat de deelnemers dit mistte.

Het logboek hielp de deelnemers er wel aan herinneren dat ze moesten hardlopen, maar voor ons heeft het niet een toegevoegde waarde gehad voor het onderzoek. We konden uit de gegevens van het logboek niet veel halen. Alleen wat beter kon of wat goed ging. Bij een volgend onderzoek moet je kijken wat je met het logboek wilt en of je er ook resultaten uit wilt halen. Anders alleen als hulpmiddel voor de deelnemers gebruiken.

Er was geen derde groep (controlegroep) die helemaal geen app gebruikte. Wat zouden hier de uitkomsten van zijn? Bij een volgend onderzoek drie groepen gebruiken. Zo kun je beter vergelijken.

Het onderzoek bedroeg maar 4 weken. Bij een volgend onderzoek zou een langere tijdsperiode betrouwbaarder zijn.

Bij de één zorgde de app ‘Hardlopen met Evy’ of ‘Runkeeper’ wel voor een hogere intrinsieke motivatie, maar bij de ander niet. In het vervolgonderzoek moet er gekeken worden, wat bij welke persoon past om meer intrinsiek gemotiveerd worden. Dit verschilt van persoon tot persoon. Nu is alles over één kam geschoren.

16 | P a g i n a

Page 17: ryanne-t.weebly.comryanne-t.weebly.com/.../29778957/eindverslag_top.docx  · Web viewDe controlegroep bestaat uit 14 deelnemers en de interventiegroep bestaat uit 9 deelnemers. De

5.5 AANBEVELINGEN Aanbevelingen voor vervolgonderzoek zijn:

Bij een grotere populatie het onderzoek afnemen, voor een hogere betrouwbaarheid;

Een extra groep onderzoeken die geen apps gebruikt, zodat je beter kunt vergelijken;

Fase 1 en 2 van het Kirschenbaum model meenemen in het onderzoek;

Het begrip sociale verbondenheid meenemen in het onderzoek;

Meer begeleiding bij de deelnemers en ze motiveren om te gaan hardlopen; Uit het onderzoek bleek dat de participanten meer behoefte hadden aan persoonlijke begeleiding (denk aan motiveren, aanmoedigen, steunen etc.) om de intrinsieke motivatie te doen vergroten;

Met een buddy of in een groepje hardlopen in plaats van alleen;

Het logboek als hulpmiddel inzetten i.p.v. als middel om resultaten uit te halen;

Een langere tijdsperiode om te onderzoeken;

Per individu kijken of een app bij hem/haar past.

17 | P a g i n a

Page 21: ryanne-t.weebly.comryanne-t.weebly.com/.../29778957/eindverslag_top.docx  · Web viewDe controlegroep bestaat uit 14 deelnemers en de interventiegroep bestaat uit 9 deelnemers. De

BIJLAGE 2 – LOGBOEKLogboek Hardlopen

Schema hardlopen

Maandag

Hard- gelopen van (tijd) tot (tijd)

Dinsdag

Hard- gelopen van (tijd) tot (tijd)

Woensdag

Hard- gelopen van (tijd) tot (tijd)

Donderdag

Hard- gelopen

van (tijd) tot (tijd)

Vrijdag

Hard- gelopen van (tijd) tot (tijd)

Zaterdag

Hard- gelopen van (tijd) tot (tijd)

Zondag

Hard- gelopen van (tijd) tot (tijd)

Hoe ging het?Waren er omstandigheden? (weer, blessure, werk etc.)

Week 1 Van:

Tot:

Van:

Tot:

Van:

Tot:

Van:

Tot:

Van:

Tot:

Van:

Tot:

Van:

Tot:

Week 2 Van:

Tot:

Van:

Tot:

Van:

Tot:

Van:

Tot:

Van:

Tot:

Van:

Tot:

Van:

Tot:

Week 3 Van:

Tot:

Van:

Tot:

Van:

Tot:

Van:

Tot:

Van:

Tot:

Van:

Tot:

Van:

Tot:

Week 4 Van:

Tot:

Van:

Tot:

Van:

Tot:

Van:

Tot:

Van:

Tot:

Van:

Tot:

Van:

Tot:

Week 5 Van:Tot:

Van:Tot:

Van:Tot:

Van:Tot:

Van:Tot:

Van:Tot:

Van:Tot:

Naam: Leeftijd:

NB Deze gegevens worden niet verstrekt aan derden

21 | P a g i n a

Page 22: ryanne-t.weebly.comryanne-t.weebly.com/.../29778957/eindverslag_top.docx  · Web viewDe controlegroep bestaat uit 14 deelnemers en de interventiegroep bestaat uit 9 deelnemers. De

BIJLAGE 3 - PLANNING

Week Taken Wie?

Week 41 – 1.7 - Conceptplan maken;

- Script maken;

- Storyboard maken;

- Filmpje maken.

- Iedereen;

- Iedereen;

- Laurie, Mariska en Floor;

- Ryanne en Ilse.

Week 42 - Script, storyboard en filmpje afmaken.

- Zie vorige week.

Week 43 – 1.8 - Consult over conceptplan;

- Bezig met vragenlijst en SPSS;

- Bezig met conceptplan.

- Iedereen;

- Laurie, Mariska en Floor;

- Ryanne en Ilse.

Week 44 – 1.9 - Aan de hand van consult conceptplan verbeteren;

- Feedback op conceptplan geven;

- Opzet onderzoeksverslag in elkaar zetten inclusief hoofdstuk 1 en 2;

- Bezig met vragenlijst en SPSS;

- Mensen werven (6 mensen per persoon hebben);

- Inleveren conceptplan.

- Deelnemers mailen over interventie.

- Afnemen 0-meting voor eerste training

- Ilse en Ryanne;

- Laurie, Mariska en Floor;

- Ilse en Ryanne;

- Laurie, Mariska en Floor;

- Iedereen;

- Mariska.

- Iedereen

- Iedereen

Week 45 – 1.10 - Eerste week interventie (ontvangen logboeken en evt. beeldmateriaal)

- Resultaten vragenlijst in SPSS;

- Analyse 0-meting.

- Iedereen

- Laurie, Mariska en Floor;

- Ryanne en Ilse.

22 | P a g i n a

Page 23: ryanne-t.weebly.comryanne-t.weebly.com/.../29778957/eindverslag_top.docx  · Web viewDe controlegroep bestaat uit 14 deelnemers en de interventiegroep bestaat uit 9 deelnemers. De

Week 46 – 2.1 - Afnemen 1-meting (na 4de training);

- Tweede week interventie (ontvangen logboeken en evt. beeldmateriaal).

- Resultaten in SPSS zetten;

- Analyse meting;

- Lay-out maken poster en presentatie;

- Nadenken over artikel, eerste start?

- Iedereen;

- Iedereen;

- Laurie, Mariska en Floor;

- Ryanne en Ilse;

- Ryanne en Ilse;

- Laurie, Mariska en Floor.

Week 47 – 2.2 - Derde week interventie (Ontvangen logboeken en evt. beeldmateriaal);

- Resultaten in SPSS zetten

- Analyse meting;

- Poster en Presentatie verder uitwerken + artikel helpen waar nodig;

- Artikel verder uitwerken.

- Iedereen;

- Laurie, Mariska en Floor;

- Ryanne en Ilse;

- Ryanne en Ilse;

- Laurie, Mariska en Floor.

Week 48 – 2.3 - Vierde week interventie (ontvangen logboeken en evt. beeldmateriaal);

- 2-meting uitvoeren (na 8ste

training);

- Resultaten in SPSS zetten;

- Analyse derde meting;

- Poster en presentatie + artikel helpen waar nodig;

- Artikel uitwerken;

- Feedback artikel geven.

- Iedereen;

- Iedereen;

- Laurie, Mariska en Floor;

- Ryanne en Ilse;

- Ryanne en Ilse;

- Laurie, Mariska en Floor;

- Ryanne en Ilse.

Week 49 – 2.4 - Resultaten in SPSS zetten;

- Analyse 2-meting;

- Heel hoofdstuk 3 aanvullen;

- Poster en presentatie + artikel helpen waar nodig;

- Iedereen;

- Laurie, Mariska en Floor;

- Ryanne en Ilse;

- Ryanne en Ilse;

- Ryanne en Ilse;

- Laurie, Mariska en Floor.

23 | P a g i n a

Page 24: ryanne-t.weebly.comryanne-t.weebly.com/.../29778957/eindverslag_top.docx  · Web viewDe controlegroep bestaat uit 14 deelnemers en de interventiegroep bestaat uit 9 deelnemers. De

- Artikel uitwerken;

Week 50 – 2.5 - Hoofdstuk 3 feedback geven;

- Hoofdstuk 3 verbeteren;

- Hoofdstuk 4 maken;

- Poster en presentatie + artikel helpen waar nodig;

- Artikel uitwerken;

- Laurie, Mariska en Floor;

- Ryanne en Ilse;

- Laurie, Mariska en Floor;

- Ryanne en Ilse;

- Laurie, Mariska en Floor.

Week 51 – 2.6 - Hoofdstuk 4 maken;

- Feedback geven hoofdstuk 4;

- Presentatie + poster afmaken + artikel helpen waar nodig;

- Artikel afmaken.

- Laurie, Mariska en Floor;

- Ryanne en Ilse;

- Ryanne en Ilse;

- Laurie, Mariska en Floor.

Week 52 – kerstvakantie

Week 1 - kerstvakantie

- Verslag afmaken;

- Feedback verslag geven;

- Feedbackpunten verbeteren;

- Presentatie in elkaar zetten;

- Artikel afmaken;

- Feedback artikel geven;

- Feedback artikel verbeteren.

- Ilse, Ryanne en Mariska;

- Laurie en Floor;

- Ryanne en Ilse;

- Ryanne en Ilse;

- Laurie, Mariska en Floor.

- Ryanne en Ilse.

Week 2 – 2.7 - Taken verdelen presentatie;

- Artikel laatste dingen afmaken;

- Verslag laatste dingen afmaken;

- Presentatie/poster laatste dingen afmaken.

- Iedereen;

- Laurie, Mariska en Floor;

- Ryanne en Ilse;

- Ryanne en Ilse.

Week 2 – 2.8 - Presenteren op symposium

- Alles inleveren

- Wie o wie?

- Mariska.

Week 3 – 2.9 - X - X

24 | P a g i n a

Page 26: ryanne-t.weebly.comryanne-t.weebly.com/.../29778957/eindverslag_top.docx  · Web viewDe controlegroep bestaat uit 14 deelnemers en de interventiegroep bestaat uit 9 deelnemers. De

BIBLIOGRAFIEDe Ridder, D. T. (2006). Self-regulation in health behavior: concepts, theories and central issues. West Sussex, Engeland: John Wiley & Sons Ltd.

Deci, E. &. (2002). Handbook of self-determination research. Rochester: University of Rochester Press.

Hagger, M. W. (2009). The strength model of self-regulation failure and health-related behaviour. Health Psychology Review, 208-238.

Jacobs, J. (sd). Runkeeper - GPS tracking rennen lopen. Opgehaald van itunes.apple: https://itunes.apple.com/nl/app/runkeeper-gps-tracking-rennen/id300235330?mt=8

Kirschenbaum, D. (1984). Self-regulation and sport psychology: Nurturing and emerging symbiosis. Journal of sport psychology, 159-183.

Manders, M. (2014, februari 10). Wat is SPSS en waarom gebruik je SPSS? Opgehaald van scribbr: https://www.scribbr.nl/statistiek/wat-spss-en-waarom-gebruik-je-spss/

Middelkamp, J. &. (2004). Klantenbehoud in fitnesscentra: praktische retentietools voor managers. . Weert: EFAA.

Pelletier, L. G. (1995). The Sport Motivation Scale (SMS). Journal of Sport & Exercise Psychology.

Stiggelbout, M. H.-R. (2005). Dropout form exercise programs for seniors: a prospective cohort study. Journal of aging and physical acitvity, 409-421.

van Burken, P. (sd). De Sport Motivation Scale-6 (SMS-6): een verbeterde versie van de SMS. Opgeroepen op Oktober 20, 2016, van Psych Fysio: https://www.psychfysio.nl/1_17_2/

Wilson, K. &. (2009). Effect of goal setting on motivation and adherence in a six-week exercise program. International journal of sport and exercise psychology, 89-100.

Broeck, A. van den., Vansteenkiste, M., Witte, H. de., Lens, W., & Andriessen, M. (2009). De zelf-determinatie theorie: kwalitatief goed motiveren op de werkvloer. Gedrag & Organisatie, 22(4), 316-335.

Deci, E. (2002). Handbook of self-determination research. Rochester: University of Rochester Press.

McClelland, D.C. (1961). The achieving society. Princeton: van Nostrand.

Online encyclopedie (2016). ‘Zelfeffectiviteit’. Ingevoerd op online encyclopedie. Geraadpleegd op 13 oktober 2016, van http://www.encyclo.nl/begrip/zelfeffectiviteit

Ryan, R. M., & Deci, E. L. (2000). Intrinsic and extrinsic motivations: Classic definitions and new directions. Contemporary educational psychology, 25(1), 54-67.

Vreede, A. de. Hardlopen met Evy. Geraadpleegd op 23 september 2016, van http://www.hardloop.net/hardlopen-met-evy-5-km-hardlopen/

Visser, K., & Van den Dool, R. (2016, Juni 7). Motieven en Belemmeringen. Opgeroepen op Januari 8, 2017, van Sportdeelname:

26 | P a g i n a

Ilse Vlaming, 12-01-17,
Moet nog aangepast worden. Nog controleren of alle bronnen er in staan… door verschillende word en computers kun je hem niet updaten namelijk .
Page 27: ryanne-t.weebly.comryanne-t.weebly.com/.../29778957/eindverslag_top.docx  · Web viewDe controlegroep bestaat uit 14 deelnemers en de interventiegroep bestaat uit 9 deelnemers. De

http://www.sportdeelname.nl/wp-content/uploads/sites/2/2015/03/Motieven-en-Belemmeringen.pdf

Weinberg, R. S., & Gould, D. (2015). Foundations of Sport and Exercise Psychology, 6E. Human Kinetics.

27 | P a g i n a