Regiovisie 2015 - Toptechniek in bedrijf · Laboratorium Onderwijs, het MLO, de LiS en de...

13
Regiovisie 2015 Techniek en onderwijs in Holland Rijnland Dit document presenteert de geactualiseerde Regiovisie “Techniek en onderwijs in Holland Rijnland” in het kader van de regeling “Toptechniek in Bedrijf”. Regiovisie Holland Rijnla nd

Transcript of Regiovisie 2015 - Toptechniek in bedrijf · Laboratorium Onderwijs, het MLO, de LiS en de...

Regiovisie 2015 Techniek en onderwijs in Holland Rijnland

Dit document presenteert de geactualiseerde Regiovisie “Techniek en onderwijs in Holland Rijnland”

in het kader van de regeling “Toptechniek in Bedrijf”.

Regiovisie Holland

Rijnland

1. Holland Rijnland, de Life Sciences & Health regio van Nederland Dit document is het vervolg op de Regiovisie “Techniek en onderwijs in Holland Rijnland”. De regiovisie van 2012 vormde de basis voor de aanmelding van twee initiatieven m.b.t. de regeling “Toptechniek in Bedrijf”: “Versterken techniek bij VMBO- en MBO-scholen in Holland Rijnland” en het Centrum voor Innovatief Vakmanschap LS&H. De initiatieven waren en zijn gericht op de topsector Life Sciences & Health (LS&H).

De partners in de regio Holland Rijnland hadden, hebben en houden de volgende ambities (horizon is 2 tot maximaal 7 jaar):

1. Doorgroei faciliteren van het nu al grootste Life Sciences & Health Cluster van Nederland op het Leiden Bio Sience Park en omgeving door het opleiden van voldoende bètatechnisch personeel op MBO-niveau. Het gaat niet meer om een versnelde doorgroei, zoals beschreven in 2012, doordat:

1) het opleidingsniveau verhoogd is voor de beroepen op het Bio Science Park

2) de afgelopen paar jaar het aantal studenten voor de opleidingen Middelbaar Laboratorium Opleiding (MLO van ROC Leiden) en de Leidse Instrumentmakers School LiS (vakschool voor research instrumentatie met nationale erkenning bij industrie én wetenschap) dusdanig groeien dat beide scholen de opleidingscapaciteit beperken. De LiS is momenteel bezig met uitbreiding van de capaciteit door nieuwbouw.

2. Vorming in stappen van een Life Sciences & Health College waarin de voor de sector LS&H relevante beroepsopleidingen van VMBO, MBO en HBO duurzaam zijn ondergebracht. In dit LS&H College wordt goed samengewerkt, er zijn doorlopende leerlijnen, wordt LS&H personeel bijgeschoold en omgeschoold (Leven Lang Leren) en is er een grote betrokkenheid van de bedrijven uit de LS&H. Bouwstenen waren in 2012: MLO, LiS, nascholingscentrum Bioscience en Diagnostiek, de flexpool Bioscience@Work en het Hoger Laboratoriumonderwijs van Hogeschool Leiden.

De afgelopen 3 jaar zijn daar verschillende bouwstenen aan toegevoegd: LiS Academy1, Generade2, de nu in aanbouw zijnde Biotech Training Facility3 en Regionaal Steunpunt Leiden4,

3. Life Science & Health College levert beroepsbeoefenaren voor de hele Randstad en is door de kwaliteit van de opleiders en de opleidingsinfrastructuur zeer aantrekkelijk voor studenten van binnen en buiten de regio Holland Rijnland.

4. Toestroom van leerlingen naar het LS&H College en andere technische opleidingen wordt vergroot door op de basisscholen kinderen al in aanraking te brengen met deze clusters en dit versterkt voort te zetten in de theoretische routes van het voortgezet onderwijs. Daartoe

1 LiS Academy biedt na- en bijscholingscursussen voor technici, instrumentmakers, ingenieurs, onderzoekers en

docenten over het bedenken, ontwerpen én met name maken van precisietechnologische systemen. Bijzondere

aandacht wordt gegeven aan het ontwerpen en maken van precisiesystemen voor de Life Sciences & Health

sector.

2 Generade ontwikkelt nieuwe kennis en technologie op het gebied van genomics. Generade is een

samenwerkingsinitiatief van Biotechnologiebedrijf BaseClear, Hogeschool Leiden, het Leids Universitair

Medisch Centrum (LUMC), Naturalis Biodiversity Center en de Universiteit Leiden.

Deze partners stellen hun unieke expertise beschikbaar en stimuleren daarmee innovatie in de Life Sciences.

3 In de Biotech Training Facility worden werknemers en studenten getraind in het werken met state-of-the-art

apparatuur onder GMP-condities. GMP (Good Manufacturing Practice) is het strenge regime, waaronder

productie van geneesmiddelen plaatsvindt om te voldoen aan alle veiligheids- en kwaliteitseisen.

4 Het Regionaal Steunpunt Leiden bestaat uit partners voor technisch en technologisch hoger onderwijs. Het is

hun missie om de kwaliteit van het bèta-onderwijs te verbeteren, door docenten te ondersteunen en te inspireren.

worden de in Holland Rijnland al ontwikkelde succesformules in 2012 (o.a. drie TechnoMavo-varianten en TechnoLab) en de afgelopen 3 jaar ontwikkelde succesformules (M-Tech Scholen, de rode loper, matrix aansluiting vmbo-mbo en leerlijn ‘de Jonge Onderzoeker’)

verder uitgerold en verduurzaamd tot een doorlopende leerlijn.

De topsector LS&H en de daaraan verbonden beroepsopleidingen zijn in Holland Rijnland stevig geworteld in onder meer het in Europa toonaangevende Leiden Bio Science Park (LBSP). Een onderzoek in opdracht van het Ministerie van EZ noemt LBSP als een van de zes campussen van nationaal belang. LS&H is al jaren een van de drie economische speerpunten (naast Greenports en Space) van Holland Rijnland en haar centrumgemeente Leiden en zal dat ook zeker blijven. De groei van de sector LS&H werd en wordt ondersteund door de regionale aanwezigheid van opleidingen op alle niveaus (WO, HBO en MBO) relevant voor LS&H. De branche heeft veel voordeel gehad van de nabijheid van deze opleidingen. De science faculteit van de Universiteit Leiden, het Hoger Laboratorium Onderwijs, het MLO, de LiS en de (bio)informatica-opleidingen zijn in aantal studenten ook nog steeds groeiende. De opleidingen hebben door interactie met bedrijfsleven en onderlinge samenwerking de afgelopen 3 jaar opnieuw een grote kwaliteitsslag gemaakt. De forse arbeidsmarkt-knelpunten op vooral MBO-niveau van 2012 zijn door de arbeidsmarktontwikkelingen verminderd en hebben plaatsgemaakt voor kwaliteitsvraagstukken in de aansluiting en verbreding naar andere sectoren waar technici in regio Holland Rijnland nodig zijn te weten Space en de Greenports. Het MBO in Holland Rijnland heeft zich in de praktijk ontwikkeld tot dé leverancier van technische MBO’ers voor de sector LS&H en High Tech Systems & Materials in de regio, het gebied van de Medical Delta samenwerking (van Leiden tot en met Rotterdam). Daarvoor blijft wel groei nodig van het aantal leerlingen dat voor technische richtingen kiest en is ook besloten tot uitbreiding van de LiS.

Met het centraal stellen van LS&H en vanaf heden High Tech Systems & Materials in de regio komt er meer aandacht voor en een aanzuigende werking in de richting van techniekonderwijs en krijgt dit – ook in de breedte – meer regionale uitstraling door deze focus. Dit is ook de reden van het project gekoppeld aan Programmalijn 1 om zowel LS&H-onderwijs als techniekbreed te blijven versterken.

2. Versterken techniek bij VMBO- en MBO-scholen in Holland Rijnland Het project “Versterken techniek bij VMBO- en MBO-scholen in Holland Rijnland” had in 2012 en behoudt tot 2017 als doel in de regio de snelgroeiende sector Life Science & Health (LS&H) en sectoren zoals ICT, de metaal-, elektro- en installatiesector en de bouw te voorzien van voldoende technisch personeel door samen met bedrijven gericht te investeren in: 1) opschaling van attractief VMBO-onderwijs in en over LS&H en techniek, 2) optimale afstemming van de onderwijsinhouden VMBO- en MBO-techniek, 3) docent-professionalisering op vakinhoud en begeleiding door de vorming van docententeams VMBO-MBO, 4) het monitoren van VMBO studenten in MBO-techniek. Het project heeft in Holland Rijnland de naam Toptechniek voor Rijnland gekregen en is in de afgelopen 3 jaren succesvol geweest met de ontwikkeling van de matrix voor aansluiting met onderwijsinhouden vmbo-mbo, de doorlopende leerlijn ‘de Jonge Onderzoeker’ en de deelname van 8 vmbo-TL scholen aan het M-Tech programma. Ons Platform gaat dit project gedurende de komende 2 jaar voortzetten en verder uitbouwen en ook het masterplan MEI voor het mbo sluit hier naadloos op aan.

3. De successen van de afgelopen 3 jaar

3.1. De doorstroom van de TL leerlingen Drie jaar geleden stroomde 7% van de TL leerlingen door naar een technische opleiding in het mbo. De toegenomen focus op science en techniek in het onderwijs en de meer op ervaringen gestoelde loopbaanoriëntatie werpen vruchten af. Nu kiest 14% van de TL leerlingen voor een technische opleiding in het mbo. Daarnaast stroomt nog eens 3% door naar zeevaart- en vliegtuigtechniek. De beoogde 20% is volgend jaar zeker haalbaar. mbo e

3.2. Leerlijn de jonge onderzoeker De leerlijn de jonge onderzoeker richt zich op de aansluiting en doorstroom van vmbo-tl naar mbo- techniek en LS&H niveau 4. Gemeenschappelijke uitgangspunten bepalen het programma. 23 TL lokaties hebben de afgelopen jaren gewerkt aan de ontwikkeling van de leerlijn de Jonge Onderzoeker. In eerste instantie door te inventariseren wat al gedaan werd en paste in de leerlijn. Deze projecten en lessen zijn gelabeld. Ook is er nieuw materiaal ontwikkeld door scholen, maar er zijn ook onderdelen uitgeprobeerd en geëvalueerd. Ter ondersteuning van dit proces is een catalogus met voorbeeld lessen en interessant lesmateriaal op internet samengesteld. Ook komt er regelmatig een specifieke nieuwsbrief uit met verwijzingen naar goed bruikbaar lesmateriaal.

Voor de TL scholen betreft het een drietal gebieden: de leerlijn de Jonge Onderzoeker (Interesse opwekken en enthousiasmeren voor techniek), het school specifieke deel (alles wat niet valt onder de leerlijn de Jonge Onderzoeker, maar wel bijdraagt aan de doorstroom naar opleidingen in de sector Life, sciences & health) en activiteiten op het gebied van loopbaanoriëntatie en -begeleiding. De leerlijn bestaat uit 150 lesuren waarvan er 120 in klas 1 t/m 3 geven worden (40 lesuren per leerjaar). In klas 4 sluit het maken van het sectorwerkstuk (30 lesuren) aan op de werkwijze van het mbo (volgens het didactisch model: oriënteren, voorbereiden, uitvoeren en controleren en reflecteren).

3.3 . MBO

Het project “De jonge onderzoeker, los het op” is de doorlopende leerlijn van vmbo-tl naar mbo niveau 4 waarin mbo-studenten basisvaardigheden en basiskennis opdoen. “De jonge onderzoeker: Los het op!” is het gedeelte in de eerste 10 weken van het eerste leerjaar op het mbo volgens het al eerder genoemde didactisch model. Tien weken lang werken 250 eerstejaars mbo-studenten aan een gezamenlijk project rondom water in ontwikkelingslanden. De studenten zijn afkomstig van de Middenkader Engineering MEI (Metaal-, Elektro- en Installatietechniek), het MLO (Middelbaar Laboratorium Onderwijs) of de LiS (Leidse Instrumentmakers School). De opdrachtgever is de stichting Driwavi die voor meer mensen schoon drinkwater wil. Op de slotmanifestatie van Toptechniek voor Rijnland presenteerden de mbo-studenten hun product en gaven een presentatie aan elkaar en aan de jury. De studenten van de MEI maakten een drinkwaterinstallatie draaiend op zonne-energie waarmee water opgepompt kon worden. Studenten van het MLO deden experimenten om de kwaliteit van het water te beoordelen.

Voor de instrumenten van het MLO is een labtafel nodig. Deze werd ontworpen door studenten van de LiS. Het is belangrijk dat de labtafel buiten in het veld gebruikt kan worden en stabiel is. De studenten hadden in groepen aan het project gewerkt. De jury beoordeelde alle ontwerpen van de groepen waarbij het name ging om de presentatie van de groep.

Op de slotmanifestatie waren de volgende bedrijven met presentaties aanwezig: het Bio Science Park, Hoogheemraadschap van Rijnland, Meester Techniek, Code P West,

Boers & Co, Van Der Lede Advies & Installatiewerk. Alle bedrijven hebben een link met de sector Life, Sciences & Health. Tijdens de presentaties kregen de studenten een kijkje in de keuken van het bedrijf en een beeld van de vele mogelijkheden die hun studie biedt.

3.4.Professional meets Talent Professional meets Talent is ontstaan na uitvoerig overleg tussen de onderwijsinstellingen en het bedrijfsleven in Alphen aan de Rijn over de diverse stage trajecten en het LOB voor de verschillende leerwegen. Kijkend door de bril van het bedrijfsleven werd duidelijk, dat veel bedrijven maatschappelijk betrokken zijn, maar ‘ ontzorgd’ wilden worden. In de oude situatie werden de bedrijven benaderd door een grote hoeveelheid leerlingen en mentoren/stagebegeleiders van verschillende scholen of dezelfde school, met een prangende vraag naar stageplekken. In deze situatie verliep de communicatie tussen de bedrijven met leerlingen en hun begeleiders niet altijd even vlekkeloos.

Nu beschikken de scholen van Ons Platform over één stage systeem. Alle deelnemers communiceren binnen het systeem op dezelfde wijze. Op het systeem is 24 uur per dag in te loggen. De aangesloten bedrijven maken een profiel aan waarin zij o.a. aangeven hoeveel plekken zij voor de verschillende opleidingsdomeinen, in een bepaalde periode beschikbaar hebben. Onder begeleiding van hun mentor/stagebegeleider/coach kunnen leerlingen via het gemeenschappelijke systeem op deze stageplaatsen intekenen. Daartoe maken ook alle leerlingen in het systeem een profiel aan. In dit profiel geeft de leerling aan binnen welk domein hij/zij een stage wil lopen, en om wat voor soort stage het gaat. Zodra de coach of stagebegeleider het profiel goedkeurt kan er een match gemaakt worden. Zowel de leerling als het bedrijf kan actief zoeken – zo nodig met tussenkomst van de coach – en aangeven dat de match wordt geaccepteerd. Dan volgt de sollicitatie, kennismaking, invullen stage overeenkomst etc. Alle benodigde documenten zoals de beoordelingsformulieren, het stageboek en wet – en regelgeving zijn digitaal op de site voor de verschillende partijen aanwezig.

3.5.Matrix aansluiting VMBO –MBO beroepsgerichte opleidingen De doorlopende leerlijn wordt inzichtelijk gemaakt door de ontwikkelde matrix. Voor de PIE opleidingen in het vmbo is dit gebeurd en ook is de inventarisatie van de keuze delen uitgevoerd. Nu is ook het mbo aanzet. Het inzicht in de witte vlekken en de overlap is uitgangspunt geweest voor de gesprekken tussen vmbo en mbo. De matrix is openbaar en te vinden op www.Onsplatform.nl onder de button “toptechniek”.

3.6.VMBO-tl scholen met M-Tech programma Het M-Tech programma stimuleert aantrekkelijk exact onderwijs dat aansluit bij de behoefte en belevingswereld van jongeren, onderwijs dat een doorlopende leerlijn ondersteunt. Met aandacht voor het versterken van de loopbaanoriëntatie en –begeleiding (LOB) richting de technische sectoren. In het M-Tech programma formuleren scholen eigen ambities die bijdragen aan de doelen van M-Tech. Een school mag zelf aangeven hoe deze doelen behaald worden. Binnen zes koerspunten kan de verdere uitwerking vormkrijgen, passend bij de uitgangssituatie van de school. Om de scholen te helpen bij het opstellen van de ontwikkelagenda is het M-Tech kompas ontwikkeld. Het kompas geeft een overzicht van de belangrijkste onderwerpen per koerspunt. De zes koerspunten sluiten naadloos aan bij Toptechniek voor Rijnland: 1 Onderwijsvernieuwing; 2 Professionalisering; 3 Meer aandacht voor technologie in LOB; 4 Samenwerking in de keten; 5 Samenwerking met bedrijfsleven en branches; 6 Kwantitatieve gegevens Acht TL scholen doen mee met het M-Tech programma en hebben met elkaar het kompas ingevuld. In het gezamenlijk overleg in Ons Platform met de TL-scholen is geconcludeerd dat dit kompas een prima instrument is om de ontwikkelingen en prioriteiten vast te leggen. De komende twee jaar bij het verder uitrollen van de verworvenheden van Toptechniek, zal het instrument worden geborgd in de regio. Ook zijn er twee gezamenlijke prioriteiten bepaald (LOB en relatie met bedrijfsleven).

3.7.Bedrijfsleven Zoals in de eerste regio visie al omschreven zijn bij drie mavo’s waar techniek een structureel onderdeel is van het lesprogramma, een toenemend aantal bedrijven betrokken. Of in de vorm van gastlessen of als aanbieder van een werkplek waar de leerlingen daadwerkelijk aan de slag gaan. Via “Beroep in bedrijf” gaan de TL leerlingen nu op de werkplek kennismaken met beroepsbeoefenaars. 29 van de 60 deelnemende bedrijven zijn Technische bedrijven. Variërend van ontwerp en

ontwikkeling tot uitvoering en onderhoud. Ook bij de slotmanifestatie van “de jonge onderzoeker; los het op” hebben weer 6 (andere) bedrijven zich gepresenteerd.

Ook bij de conferentie “ ZITO13” waren diverse bedrijven/instelling betrokken bij de invulling van het programma: Ambassadeurs van de Techniek BabyBloom Healthcare met een couveuse BioSparQ met een bacteriedetectie apparaat Leiden Bio Science Park MediShield met chirurgische innovaties Moog met de Simodont Dental Trainer Naturalis Biodiversity Center

Royal Van Lent Shipyard Settels Savenije van Amelsvoort met speciale rollator TechnoLab Leiden TNO Van Raam met unieke aangepaste fietsen

3.8.De rode loper Op het Bio Science Park werken ruim 13.000 mensen en het bestaat al 25 jaar. Het is een internationaal cluster van bedrijven, onderzoekers en opleidingen gericht op LS&H. Zowel het MLO als de LiS zijn op het park te vinden maar ook bedrijven zoals TNO, Top Instituut Pharma, Janssen Biologics. Er is veel topkennis aanwezig maar er is ook ruimte voor starters. De bedrijven en organisaties zijn gericht op onderzoek, ontdekking,

ontwikkeling en productie van nieuwe geneesmiddelen, therapieën en producten voor diagnostiek. Centraal staat de rode technologie, biotechnologie met behulp van levende organismen. Voorbeelden van Leidse ontdekkingen en onderzoek zijn: Factor-V Leiden is ontdekt in het LUMC. Deze ontdekking maakt de diagnose van een aangeboren en erfelijke bloedstollingziekte mogelijk.

Remicade® , een medicijn van Janssen Biologics (voorheen Centocor) tegen reumatische artritis en diverse andere auto-immuun ziekten, is ontwikkeld en geproduceerd in Leiden. Quinvaxem® , het eerste volledig vloeibare vaccin ter wereld tegen 5 belangrijke kinderziekten (difterie, tetanus, kinkhoest, hepatitis B en HiB),is ontwikkeld door Crucell. Via Unicef zijn al meer dan 500 miljoen doses van dit vaccin in ontwikkelingslanden verspreid. In het kader van de Rode Loper in Leiden zijn er 10 korte filmpjes gemaakt over het Bio Science Park. Deze geven een goed beeld van de activiteiten op het park, zijn te vinden op youtube en worden in het kader van Toptechniek voor Rijnland op de scholen gebruikt.

https://www.youtube.com/watch?v=ZWjMuPf_aE4&list=PL

4. Facts & figures over de arbeidsmarkt voor LS&H en technici

anno 2015 Bureau Louter heeft in 2014 onderzoek uitgevoerd naar de arbeidsmarkt van de Leidse regio. Dat diende twee doelen, namelijk het leveren van onderbouwende analyses voor een op te stellen Actieplan Arbeidsmarkt voor de gemeente Leiden en het leveren van een bijdrage aan de Economische Agenda Leidse regio. In het onderzoek is onder andere bepaald voor welke opleidingstypen op middellange termijn (4 à 5 jaar) tekorten of overschotten lijken te gaan ontstaan in de Leidse regio. In onderstaande figuur is dat geïllustreerd voor een aantal brede opleidingstypen (de BI-balans: Baanopeningen versus de Instroom op de arbeidsmarkt).

In Zuid-Holland worden een aantal economische clusters onderscheiden die een belangrijke stuwende rol hebben voor de regionale economie. Daarbinnen zorgen techniek, greenports, life and health science en ICT voor de grootste werkgelegenheid in de regio rijn Gouwe. Deze clusters zorgen voor 14.7% van de banen in de regio (zie figuur 1). In de tweede tabel worden vraag en aanbod voor Life and health science weergegeven voor de periode 2014-2018. Beide figuren zijn afkomstig uit de Arbeidsmarkt monitor van het RPA 2014. In de geactualiseerde notitie voor het bestuur van maart 2015 wordt geconstateerd:

“ Goede kansen op werk in krapteberoepen Voor de geïnventariseerde krapteberoepen is er naar verhouding veel vraag in relatie tot het beschikbare aanbod. Dit maakt het lastig voor werkgevers om vacatures te vervullen, mogelijk is er zelfs sprake van tekorten (nu of over een paar jaar). Tegelijkertijd liggen er in

deze beroepen kansen op werk. De overzichten vormen daarmee een bruikbaar uitgangspunt voor bijvoorbeeld omscholingsprojecten in het kader van van-werk-naar-werk of van-werkloosheid-naar-werk. De sectorplannen die in het kader van de Regeling Cofinanciering Sectorplannen worden opgesteld kunnen hier goed op inspelen. Het gaat wel om beroepen waarvoor vaak een specifieke opleiding is vereist. Niet iedereen is zomaar geschikt of geschikt te maken voor deze beroepen. De krapte op de arbeidsmarkt concentreert zich in techniek, ICT en een aantal specifieke niches. Het gaat hoofdzakelijk om beroepen op middelbaar, hoger en wetenschappelijk niveau:

monteurs, cnc-verspaners, lassers) en technisch ‘kader’ (tekenaars, constructeurs, calculators, technisch verkopers). Inmiddels zijn er ook signalen van krapte voor hoveniers en enkele medisch-technische beroepen (bijvoorbeeld opticien en audicien). Op hoger en wetenschappelijk niveau zijn er, naast veel technische beroepen, ook signalen van krapte in andere richtingen, bijvoorbeeld bepaalde ICT-beroepen (programmeurs), het onderwijs (exacte vakken en talen) en specifieke financiële beroepen (bijvoorbeeld registeraccountants). In de zorg zien we op dit moment alleen signalen van krapte in hele specifieke beroepen op hoger en wetenschappelijk niveau (bijvoorbeeld in de wijkverpleging, praktijkondersteuners huisartsen of specialisten ouderengeneeskunde).

-2019) komen voor een belangrijk deel dezelfde beroepsgroepen terug. Daarbij wordt vanuit sommige segmenten als de ICT en de technische sectoren wel opgemerkt dat de tekorten de komende tijd alleen maar groter zullen worden. Daarnaast zijn er prognoses van krapte in andere beroepsgroepen,bijvoorbeeld de meer proces-technische beroepen of productieplanners”.

Figuur 1, percentage vestigingen en werkzame personen naar cluster (2013)

Figuur 2: aansluiting arbeidsmarkt en onderwijs voor life and health science in de regio rijn Gouwe, 2014-2018

4.1 Kennisintensieve economie en ondersteunende

bedrijvigheid Holland Rijnland omvat de Duin- en Bollenstreek, de Leidse regio en de Rijnstreek en is bestuurlijk goed georganiseerd. De regio heeft ruim 60.000 bedrijfsvestigingen, 200.000+ arbeidsplaatsen en 500.000+ inwoners. Leiden heeft volgens Deloitte in Nederland het aantrekkelijkste vestigingsklimaat voor ondernemers. De regio is uniek door de hoge dichtheid van kennisintensieve en technologiegedreven activiteiten en verbindingen met topsectoren zoals LS&H, hightech systemen & materialen (HTSM) en tuinbouw & uitgangsmaterialen en biobased economy. 37% van de beroepsbevolking heeft een HBO/WO-opleiding (landelijk 31%). Er is aanzienlijke bedrijvigheid in o.a. ICT, metaal-, elektro- en installatiesector, bouw en tuinbouw. Deze sectoren zijn een belangrijk deel van het economisch fundament met veel werkgelegenheid op VMBO- en MBO-niveau.

4.2 Techniekpact landsdeel Zuidwest Nederland Landsdeel Zuidwest is onderverdeeld in de subregio’s: Rotterdam-Rijnmond, Drechtsteden, West-Brabant, Haaglanden, Holland Rijnland, Midden-Holland en Zeeland. De verschillende deelregio’s zijn allen actief in zeer uiteenlopende sectoren en hebben ieder te maken met verschillende uitdagingen. Het Techniekpact 2013-2020 is een doe-pact met 22 concrete acties die ervoor moeten zorgen dat meer leerlingen kiezen voor een techniekopleiding; jongeren enthousiast leren in technische opleidingen, hun diploma halen en een baan in de techniek vinden; mensen die werken en willen werken in de techniek behouden blijven voor technische banen en mensen met een technische achtergrond die met ontslag bedreigd worden of langs de kant staan (elders) in de techniek worden ingezet. Het Team Techniekpact Zuidwest met vertegenwoordigers uit het landsdeel bespreekt vier keer per jaar de voortgang, deelt kennis en ervaringen uit de deelregio’s, adresseert knelpunten en entameert acties. Er wordt in uiteenlopende samenstellingen samengewerkt aan de uitvoering van de Techniekpact doelstellingen. Dit gebeurt op sectoren en op thema’s. Belangrijkste thema’s zijn:

- Het versterken en stroomlijnen van de loopbaanoriëntatie- en techniekpromotieactiviteiten;

- W&T in de basisscholen en pabo structureel inbedden en aandacht voor technologie in de hele onderwijskolom verankeren

- Een duurzame infrastructuur van technisch onderwijs en bedrijfsleven realiseren

- Bevorderen van instroom van meisjes en zij-instromers in de techniek

- Opleiden voor de arbeidsmarkt van de toekomst en stimuleren van innovatie, cross-overs en valorisatie

Prioriteiten Zuidwest in 2015

- Verduurzamen en uitbreiden van de opgebouwde infrastructuren onderwijs & bedrijfsleven & overheden (CIV’s, CoE’s, Toptechniek in Bedrijf, Technetkringen) en versterken van de combinatie met Leven lang leren voor werkenden en werkzoekenden

- Aandacht voor praktijkonderwijs, Entree-opleidingen en niveau MBO 2 in relatie tot arbeidsmarktkansen

- Kwaliteit en kwantiteit technische docenten

- Stageproblematiek in een aantal technische sectoren

- Doorstroming naar MBO-4, AD en HBO en 21th Century Skills

- Meiden/vrouwen, allochtonen en Techniek en Technologie

- Wetenschap &Technologie in PO en VO en PABO Naast de samenwerking in het Techniekpact landsdeel ZWN is Holland Rijnland goed verbonden met beleid en initiatieven in de aanliggende regio’s en daarbuiten. Kennisinstellingen en gemeenten uit Holland Rijnland werken intensief samen met collega-partijen uit Delft, Den Haag en Rotterdam deels onder noemers Medical Delta, Metropoolregio Rotterdam-Den Haag en Zuidvleugel. Daarnaast zijn er goede verbindingen met topregio’s in Nederland (o.a. Brainport, Metropoolregio Amsterdam en Twente) en in Europa onder de noemer Health Ties (Catalonia Bio, Life Sciences Zurich en Oxford & Thames Valley).

4.3 Beleid van de regionale overheden anno 2015 Provincie Zuid Holland ziet onderwijs en arbeidsmarkt primair als taak van regio’s als Holland Rijnland, gemeenten, bedrijven en onderwijsinstellingen. De provincie onderkent de tekorten van technisch personeel op de arbeidsmarkt zoals in de sector LS&H: “De economische structuur van Zuid-Holland vraagt om veel mensen met een goede technische vakopleiding. Zuid-Holland kampt echter met een relatief groter tekort aan vakmensen dan andere delen van Nederland.” In het Economisch Programma trekt de provincie extra geld uit voor LS&H.

De gemeenten in Holland Rijnland hebben al meerdere jaren extra inzet op drie sterke sectoren namelijk LS&H, Greenports, Space en één kansrijke, nieuwe sector, de biobased economy. Op het terrein van onderwijs en arbeidsmarkt is de thematiek de structurele krapte op de arbeidsmarkt en het belang van een goede aansluiting van de onderwijsuitstroom op de arbeidsmarktvraag. Zij stimuleren daartoe projecten die leerlingen in het basis- en voortgezet onderwijs op een vernieuwende manier in aanraking brengen met techniek, technologie en science in de verwachting dat zo meer leerlingen voor technische/bèta beroepsopleidingen kiezen.

Regio agenda voor 2015 – 2017 Ambities:

1. De Technische VMBO- en MBO-opleidingen zijn qua inhoud en leerlijnen excellent op elkaar afgestemd. Opleidingen en onderwijsinitiatieven hebben in samenwerking met werkgevers een duurzame focus op en een specialisatie in LS&H(-innovaties), maar zeker niet exclusief. LS&H leidt tot inhoudelijke vernieuwingen in een scala aan regionale technische sectoren en daarmee in vele technische VMBO- en MBO-opleidingen (zie project m.b.t. Programmalijn 1).

2. In docententeams VMBO/MBO wordt gewerkt aan verdere optimalisering en borging van de op elkaar afgestemde leerlijnen. Er wordt gewerkt aan docentprofessionalisering op vakinhoud (nieuwste technologieën; samen met het Centrum voor Innovatief Vakmanschap LS&H, kennisinstellingen en bedrijven) en begeleiding van scholieren studenten.

3. Er is een doorgaande begeleiding van studenten bij de overgang van VMBO naar MBO- techniek, waarmee een hogere doorstroom van VMBO naar MBO en een lagere uitval van deze doorstromers beoogd wordt.

4. De onderwijsinfrastructuur in het techniekonderwijs is doelmatig en duurzaam, maar met een kwalitatieve “plus” bij de opleidingsinfrastructuur voor de sector LS&H..

5. Onderdeel van het LS&H College is een Centrum voor Innovatief Vakmanschap LS&H (Programmalijn 2) dat ontwikkelingen in instrumentatie, medische precisietechnologie en zorgtechnologie actief betrekt bij de onderwijsinhouden van VMBO- en MBO- techniek..

6. Het LS&H College is een regionaal coördinatiepunt waarin “Ons Platform” tripartiet samenwerkt met de Leiden Bio Science Park Foundation, Ondernemersvereniging Leiden Bio Science Park en organisaties (o.a. werkgevers- , ondernemers- en brancheverenigingen).

7. Er is een doorlopende leerlijn Kennismaken met Techniek voor basis- en voortgezet onderwijs. Jongeren komen in aanraking met techniek, technische bedrijven en techniekopleidingen:

Kennismaking met techniek in het basisonderwijs door het regionaal opschalen en verduurzamen van initiatieven gericht op kinderen om hen actief te enthousiasmeren voor natuur & techniek. Het gaat hierbij met name om het inzetten van TechnoLab (thans zeer succesvol in Leiden) in Alpen aan den Rijn en in de Duin- en Bollenstreek.

Kennismaking met Techniek in het VMBO op basis van samenwerking onderling en met het afnemend veld. Hierbij spelen de TechnoMavo-varianten, TechnoLab en de Willie Wortel Wedstrijd een belangrijke rol. Resultaten: meer scholieren kiezen voor VMBO- techniek en een hogere doorstroom naar en een lagere uitval in MBO- techniek.

8. VNO-NCW Rijnland brengt (technische) bedrijven en voortgezet onderwijsinstellingen (te beginnen met vmbo-tl en in een later stadium havo en vwo) bijeen, om arrangementen te bedenken en uit te voeren met als doel om jongeren bewuster te laten kiezen voor een technische vervolgopleiding.

Prestatieafspraken voor het project Toptechniek voor Rijnland Prestatieafspraken voor het project Toptechniek voor Rijnland 2012-2017

Voor de actielijnen gelden de volgende prestatie-afspraken:

Daar waar vmbo of mbo staat worden, tenzij anders vermeld, de technische opleidingen bedoeld.

- de instroom in 3e jaar vmbo is gecontinueerd op 30%

- het percentage van de TL leerlingen dat doorstroomt naar het mbo stijgt in 5 jaar van 7% naar 20%

- het percentage van de TL leerlingen dat doorstroomt van vmbo-tl naar de Life Sciences & Health opleidingen, zoals MLO en LIS stijgt in 5 jaar van 3% naar 10%

- 12 bedrijven werken actief samen met deelnemende scholen in actielijn 1 en/of 2 aan projectactiviteiten en van deze 12 bedrijven zijn 5 bedrijven specifiek verbonden aan Life Sciences & Health onderwijsproject-activiteiten.

De meting is gebaseerd op de Monitor van Ons Platform, Duo gegevens van oktober 2011 en de

benchmark mbo van 2010.

De prestatie-afspraken per actielijn.

Actielijn 1: versterken & uitrollen elementen schoolspecifieke varianten & Technolab.

We onderscheiden de 3 huidige varianten (Techno-mavo varianten) en de TL-opleidingen die tijdens

de looptijd van het project een van de 3 varianten implementeren c.q. elementen van LS&H en

technologie implementeren (werktitel: schoolspecifiek)

1) Het versterken, borgen en verbreden van techno-mavo varianten

- Kritische succesfactoren van de drie techno-mavo varianten zijn vastgesteld

- Onderzoeksresultaten zijn beschikbaar naar het aantal noodzakelijke schoolspecifieke varianten gebaseerd op:

o Vakmanschapsroute (scholen met technische outillage) o Technologieroute (scholen zonder technische outillage) o Rol en inbreng bedrijfsleven bij de opleidingen, waarbij:

Vooral aandacht voor LS&H inhouden Vooral aandacht voor vernieuwende technieken

o LOB als instrument bij het implementatie proces o Rol en inbreng buddy’s vanuit de ROC’s

- Twee tot drie techno-mavo varianten zijn ontwikkeld op basis van de kritische succesfactoren en resultaten van onderzoek.

- Mijlpalendocument is beschikbaar voor de leden van Ons Platform

- Bij vier pilotscholen worden elementen van een schoolspecifieke variant geïmplementeerd

- Monitor gegevens van de vier pilotscholen zijn beschikbaar voor alle leden van Ons Platform

2) Het versterken en borgen van Technolab

- Maximaal twee Techno-TL’s zijn ontwikkeld op basis van de resultaten van onderzoek naar het stimuleren van de techniekkeuze in het vmbo met ondersteuning van Technolab.

- Implementatiedocument is beschikbaar voor alle leden van Ons Platform

- Evaluatieresultaten van de implementatie van twee Techno-TL’s zijn beschikbaar voor de leden van Ons Platform.

3) Het uitrollen van verworvenheden van 1 en 2 onder elf vmbo-opleidingen

- Monitorgegevens zijn beschikbaar voor alle leden van Ons Platform van de implementatie van een techno-mavo variant bij elf vmbo- opleidingen (in samenwerking met Technolab).

Actielijn 2: optimale afstemming onderwijsinhouden VMBO en MBO LS&H / techniek

1) Een eenduidig, samenhangend geheel van didactische en programmatische afspraken is ontwikkeld voor de aansluiting vmbo-mbo opleidingen en beschikbaar voor de leden van Ons Platform

2) Een aansluitingsmatrix en overzichtskaart zijn ontwikkeld voor het inventariseren van ontbrekende en overlappende onderwijsinhouden van VMBO en MBO LS&H / techniek en beschikbaar voor alle leden van Ons Platform

3) Van acht vmbo- en vijf mbo-opleidingen zijn de curricula geïnventariseerd met behulp van de menukaart of de overzichtskaart.

4) De menukaart en aansluitingsmatrix zijn bijgesteld op basis van evaluatieonderzoek naar het resultaat van ad. 1, 2 en 3 en de resultaten van het onderzoek uit actielijn 3 en beschikbaar voor de leden van Ons Platform

5) Twintig vmbo- en vijf mbo-opleidingen zijn gestart met de inventarisatie van curricula op basis van de bijgestelde overzichtskaart en de aansluitingsmatrix.

6) De resultaten van onderzoek onder mbo-studenten naar de overlap van onderwijsinhouden in de vmbo- en mbo-opleidingen is beschikbaar voor alle leden van Ons Platform

Actielijn 3: Wederzijds inzetten van docenten in VMBO en MBO LS&H/techniek

1) 40 (v)mbo docenten werken in docententeams aan de vormgeving en uitvoering van curricula op basis van de resultaten uit actielijn 2.

2) De menukaart en aansluitingsmatrix zijn bijgesteld op basis van evaluatieonderzoek naar het resultaten van actielijn 2 en de ervaringen onder de 40 docenten werkzaam in docententeams

3) Tien docenten mbo, ook uit LiS Academy, verzorgen gastlessen in het vmbo of aan vmbo leerlingen in het mbo. Meest kritische succesfactor hierbij is ervaring opdoen!

Actielijn 4: Communicatie en kennisdeling

1) Een regionaal informatie- en communicatieplan is opgesteld en uitgevoerd 2) Jaarlijks is minimaal 1 regionale voorlichtingsevenement of –activiteit georganiseerd 3) Heeft op basis van behoefte van scholen uit andere regio’s afstemming plaatsgevonden door

leden van Ons Platform 4) Een webbased communicatie- en planningsprogramma voor bedrijven, docenten en

leerlingen is: a. Getest bij een pilot vmbo-school van Ons Platform b. Bijgesteld op basis van resultaten evaluatie-onderzoek c. Beschikbaar voor alle leden van Ons Platform