RAPPORT ONDERZOEK GEVOLGEN KAARTVERSCHIL … · 2015. 11. 6. · de vergunningverlening van Frisia...

10
RAPPORT ONDERZOEK GEVOLGEN KAARTVERSCHIL INRICHTINGSPLAN FRANEKERADEEL-HARLINGEN EN VERGUNNING FRISIA Bestuurscommissie Franekeradeel-Harlingen 9 april 2015

Transcript of RAPPORT ONDERZOEK GEVOLGEN KAARTVERSCHIL … · 2015. 11. 6. · de vergunningverlening van Frisia...

Page 1: RAPPORT ONDERZOEK GEVOLGEN KAARTVERSCHIL … · 2015. 11. 6. · de vergunningverlening van Frisia (2011) heeft dit vraagstuk geen aandacht meer gekregen. Ook niet na de doorstart

RAPPORT ONDERZOEK GEVOLGEN KAARTVERSCHIL INRICHTINGSPLAN FRANEKERADEEL-HARLINGEN EN VERGUNNING FRISIA

Bestuurscommissie Franekeradeel-Harlingen 9 april 2015

Page 2: RAPPORT ONDERZOEK GEVOLGEN KAARTVERSCHIL … · 2015. 11. 6. · de vergunningverlening van Frisia (2011) heeft dit vraagstuk geen aandacht meer gekregen. Ook niet na de doorstart

2

1. Inleiding In het najaar van 2014 heeft de bestuurscommissie Franekeradeel-Harlingen ontdekt dat de dalingen in de prognosekaart voor de bodemdaling in 2021 bij de overeenkomst over het Inrichtingsplan van 4 november 2013 verschilt met de kaart die bij de vergunning van Frisia zit. De kwestie is besproken in bestuurlijk overleg op11 december 2014 en 5 januari 2015. De partijen hebben besloten om de oorzaak en de gevolgen te onderzoeken en hebben dat 7 januari 2015 bekend gemaakt. De onderzoeksopdracht was: ga samen na hoe dit heeft kunnen ontstaan (factfinding); ga samen na, wat de gevolgen zijn voor het inrichtingsplan; resultaten bekend in maart en openbaarmaking in april 2015. Het onderzoek was nodig, omdat de planmaatregelen gebaseerd zijn op de kaart bij het Inrichtingsplan en de kans groot was dat die niet meer volstaan. Het onderzoek is gezamenlijk door de betrokken overheidspartijen uitgevoerd. Het gaat om de provincie Fryslân, Frisia Zout B.V., Wetterskip Fryslân en de gemeenten Franekeradeel en Harlingen. Het resultaat is in de bestuurscommissie van 31 maart 2015 akkoord bevonden. Het onderzoek heeft zich gericht op de oorzaak en gevolgen van het kaartverschil. Maar tijdens dat onderzoek bleek dat er – los van het kaartverschil – enige bijstelling van planmaatregelen nodig was. Ook dat komt in dit rapport aan de orde. 2. Vraagstellingen In het onderzoek zijn de volgende vragen bestudeerd: Wat is het verschil tussen de verwachte bodemdaling volgens de vergunning

van Frisia (winningsplan Actualisering Winningsplan 2013-2021) en die volgens het Inrichtingsplan Franekeradeel-Harlingen? En hoe is deze ontstaan? (zie 4.1)

Welke aanvullende planmaatregelen zijn nodig om de effecten van het verschil in bodemdaling te compenseren? (zie 4.2)

Wat zijn de kosten van deze compenserende maatregelen? (zie 4.3) In hoofdstuk 5 staat dat er – los van bodemdaling- nog andere maatregelen nodig zijn. In hoofdstuk 6 staat dat er een planwijziging gemaakt moet worden. 3. Aanpak In de afgelopen maanden is er ambtelijk overleg gehouden de provincie Fryslân, Dienst Landelijk Gebied (DLG), Wetterskip Frysân, Antea Group, Frisia, Arcadis en de gemeente Franekeradeel.

Page 3: RAPPORT ONDERZOEK GEVOLGEN KAARTVERSCHIL … · 2015. 11. 6. · de vergunningverlening van Frisia (2011) heeft dit vraagstuk geen aandacht meer gekregen. Ook niet na de doorstart

3

4. Onderzoek 4.1. Omvang en oorzaak kaartverschil Op 15 januari en 4 februari 2015 hebben de betrokken partijen overlegd over de vraag hoe het verschil in de kaarten tot stand heeft kunnen komen. Maar ook over de vraag welke verbeteringen nodig zijn in de toekomstige werkzaamheden voor de kaartproductie. Elke partij heeft voorafgaand eigen huiswerk en speurwerk gedaan naar de kaartvervaardiging in de afgelopen jaren (vanaf 2007). In het overleg zijn alle vervaardigde (concept) kaarten langsgelopen. Op basis van de bespreking, het doorlopen van alle vervaardigde kaarten en de zelf op de rij gezette bevindingen zijn gezamenlijk conclusies getrokken. Het kaartverschil in cijfers De afwijkingen zijn in onderstaande tabel weergegeven. BAS3O is de winningsput Bas 3 original en BAS 4 de tweede winningsput.

Kaart Daling BAS3O Daling BAS4

Inrichtingsplan 27 cm 28,4 cm

Winningsplan Frisia 30 cm 30 cm

Tabel 1: Verschillen in cm’s van de maximale bodemdaling

Page 4: RAPPORT ONDERZOEK GEVOLGEN KAARTVERSCHIL … · 2015. 11. 6. · de vergunningverlening van Frisia (2011) heeft dit vraagstuk geen aandacht meer gekregen. Ook niet na de doorstart

4

Ruimtelijke weergave verschil in bodemdaling In onderstaande afbeelding is het verschil ruimtelijk weergegeven. In het blauwe gebied is het verschil 4 tot 5 cm; in het gele gebied 3 tot 4 cm; in het donkergroene gebied 2 tot 3 cm en in het lichtgroene gebied 1 tot 2 cm en in het lichtgele gebied 0 tot 1 cm.

Afbeelding 1: Ruimtelijke weergave verschil in bodemdaling

Werkwijze Bij de ‘reconstructie’ van kaartproductie is gekeken naar: 1. de context waarbinnen de partijen in de Stuurgroep (nu bestuurscommissie)

hebben gewerkt; 2. de gehanteerde (eind)prognose voor de bodemdaling; 3. het kaartgebruik voor de berekeningen van de waterberging (SOBEK-model); 4. de aanpassing van de bodemdaling als gevolg van de wijziging van de

winningslocatie Bas 3 naar Bas 3 Original. Ad 1. Context De Stuurgroep is gevraagd om een herstelplan te maken, uitgaande van ‘de’ bodemdaling. Het bepalen van de bodemdaling en de controle van de becijfering maakt(e) niet onderdeel uit van de opdracht van de Stuurgroep. De partijen hebben vooraf niet duidelijk afgesproken wie verantwoordelijk was voor

Page 5: RAPPORT ONDERZOEK GEVOLGEN KAARTVERSCHIL … · 2015. 11. 6. · de vergunningverlening van Frisia (2011) heeft dit vraagstuk geen aandacht meer gekregen. Ook niet na de doorstart

5

de kaartproductie, voor de bewerking van dalingsgegevens in bijv. waterbergingsberekeningen en de controle van kaarten en berekeningen. In het werkproces is steeds verondersteld dat er met goede informatie gewerkt werd. Hoewel het een gezamenlijk gebiedsproces was/is, was de sfeer tussen overheden en de delfstofwinners niet altijd goed. Dat heeft een makkelijke uitwisseling van informatie niet bevorderd. Tot slot is in een lange periode aan de kaarten gewerkt. In de periode 2007-2013 zijn er meerdere conceptkaarten gemaakt, zijn die conceptkaarten voor diverse doelen/ bewerkingen door meerdere partijen gebruikt en is door diverse partijen opdracht gegeven voor kaartproductie. Ad 2. (Eind)prognoses daling Er is lange tijd gemeend/verondersteld dat de winningen in 2016 tot de einddalingen zouden komen. Die datum van 2016 is te koppelen aan de oorspronkelijk beoogde einddatum voor Vermilion. In 2007-2008 was nog in beeld dat Vermilion verder zou kunnen winnen. Door onverwachte extra dalingen is Vermilion evenwel in juli 2008 gestopt. Er is in het gebiedsproces gewerkt met een kaart met daling voor Frisia tot 2016. Hoewel Frisia nadrukkelijk gemeld heeft dat het geen einddaling betrof, is er (voorlopig) wel met deze kaart gewerkt. De reden is niet duidelijk. Mogelijk wilde het Wetterskip al wel inzicht hebben in de dan al opgetreden dalingen, of was de informatie nodig voor de SOBEK-berekeningen en is gemeend dat later nog wel de einddaling verwerkt zou worden. Feit is dat er nadien niet met einddalingen is gewerkt. Ad 3. Kaartaanpassing t.b.v. waterbergingberekeningen (SOBEK-model) In 2009-2010 zijn SOBEK-berekeningen gedaan. De einddalingen waren niet beschikbaar, zijn niet proactief door de delfstofwinners geleverd en zijn ook niet actief aan de delfstofwinners gevraagd. Voor die SOBEK zijn de dalingen handmatig gecorrigeerd. Dat leek toen geen probleem, omdat er later nog een SOBEK uitgevoerd moest worden. Door de impasse tijdens de herziening van de vergunningverlening van Frisia (2011) heeft dit vraagstuk geen aandacht meer gekregen. Ook niet na de doorstart eind 2011, toen Frisia opnieuw vergunning had gekregen. Ad 4. Kaartproductie vergunning Om die nieuwe vergunning te maken, moest nog een correctie worden doorgevoerd voor verplaatsing van Bas 3 naar Bas 3 Original. Die mutatie is ook verwerkt in de dalingsprognose van het Inrichtingsplan, maar in foutief kaartmateriaal. Ook in deze fase is de fout niet ontdekt. Conclusies en eindbeschouwing Het terugvinden van de oorzaken van het kaartverschil bleek ronduit weerbarstig te zijn. De redenen hiervoor zijn: de kaartproductie is technisch ingewikkeld en dalingscontourenkaarten sec

laten onderliggende informatie niet goed zien (daarvoor moet de gebruikte metingsdata beschouwd worden);

de kaartproductie vond plaats in een relatief lange periode (2007 tot 2013);

Page 6: RAPPORT ONDERZOEK GEVOLGEN KAARTVERSCHIL … · 2015. 11. 6. · de vergunningverlening van Frisia (2011) heeft dit vraagstuk geen aandacht meer gekregen. Ook niet na de doorstart

6

de kaartproductie vond niet plaats binnen vooraf helder afgesproken kaders (bijv. protocol voor kaartproductie, controles en/of bewerking van dalingsgegevens).

Er is met een onjuiste prognose voor vermeende einddalingen gewerkt vanaf 2008. Daarna is om onduidelijke redenen verzuimd om de juiste eindprognose te leveren, op te vragen of te verwerken. Daarna zijn er correcties en bewerkingen in onjuist kaartmateriaal doorgevoerd. Het feit dat er in een langere periode door meerdere partijen acties zijn uitgevoerd, de kaartproductie technisch ingewikkeld is en er een onduidelijke taakverdeling was, heeft geleid tot een fout in de kaarten. Afgesproken aanbevelingen De partijen in de bestuurscommissie zorgen er voor dat er een protocol voor de toekomstige kaartproductie gemaakt wordt (taakverdeling, borging, controlestappen, etc.). Dit sluit aan op de afspraken in de overeenkomsten van de overheden met Frisia en Vermilion (november 2013). Daarin is bepaald dat de verantwoordelijkheid van bodemdalingsdata en bijbehorende kaartproductie bij de delfstofwinners ligt. De partijen in de bestuurscommissie zullen alle besluiten m.b.t. bodemdalingsdata, contourenlijnen, evt. bijstelling van vergunning altijd ambtelijk voorbereiden en in de bestuurscommissie besluiten over instemming. 4.2. Aanvullende planmaatregelen n.a.v. kaartverschil bodemdaling Er is voor de volgende aspecten en maatregelen nagegaan wat de gevolgen/ effecten zijn:

− waterberging (overloopgebieden) − drainage en drooglegging − kaden − bruggen − riooloverstorten − gemaal De Mieden − damwanden

4.2.1 Waterberging (overloopgebieden) Er is binnen het plangebied in verschillende deelgebieden gekeken naar het effect. Het gaat om Ropta, de Mieden en Schalsum. Er is onderscheid gemaakt naar wijzigingen binnen het huidige zoekgebied voor overloop (zie de kaart bij de planwijziging) en ontwikkelingen buiten dat begrensde zoekgebied. De wijzigingen zijn als volgt: Toename in deelgebied Ropta

• Buiten overloop gebied: 1,7 ha waarbij werkzaamheden gecombineerd worden (deels afwaardering van percelen en deels zogenaamd werk-

Page 7: RAPPORT ONDERZOEK GEVOLGEN KAARTVERSCHIL … · 2015. 11. 6. · de vergunningverlening van Frisia (2011) heeft dit vraagstuk geen aandacht meer gekregen. Ook niet na de doorstart

7

met-werk,herstel en ophoogwerkzaamheden op daartoe geschikte percelen);

• Binnen overloop gebied: circa 1 ha werk-met-werk NB. Er is één peilvak waar de benodigde overloop met 5 ha zou moeten toenemen, maar dit zal daar door een beperkte peilverlaging van 10 cm ‘voorkomen’ worden. Er is daar nog wel voor 1 ha werk-met-werk in de randpercelen nodig. Toename gebied Mieden

• Buiten overloop gebied: 3,2 ha werk-met-werk; • Binnen overloop gebied: 3,1 ha deels afwaarderen en werk-met-werk

In totaal gaat het om ongeveer 10 hectare binnen en buiten zoekgebied voor overloop waar maatregelen (afwaardering en/of werk- met- werk) nodig zijn. Onderbouwing Er is een nieuwe SOBEK-berekening uitgevoerd. Hiermee zijn de nieuwe waterstanden inzichtelijk gemaakt voor zowel de bodemdaling zoals aangehouden in het Inrichtingsplan als in het winningsplan. Op basis van deze nieuwe berekening is er een goed vergelijk gemaakt. Daarnaast is een aanpassing ten opzichte van de berekeningen voor het Inrichtingsplan doorgevoerd. De mogelijkheid is ingebouwd dat onderbemalingen bij peiloverschrijdingen tot boven maaiveld kunnen inunderen. 4.2.2. Inundatie/ verschuiving in T10, T25 en T50 Samenvatting Een toename in te inunderen oppervlak treedt niet op (valt binnen T50). De T10, 25 en 50 zijn verwachte overstromingskansen, namelijk 1 x per 10 jaar, 1 x per 25 jaar en 1 x per 50 jaar. Bij T50 geldt dat daar zeer goed akkerbouw mogelijk is. Bij lagere T’s kan dat vaak ook, maar is de kans op wateroverlast groter. Ook wordt er geen verschuiving in T’s verwacht, waardoor bepaalde percelen meer of minder vaak kans lopen te inunderen. Onderbouwing Zie paragraaf 4.1. 4.2.3 Drainage Samenvatting Prognose bodemdaling Inrichtingsplan: 1139 + 22,4 ha Prognose bodemdaling winningsplan: 1474 + 22,5 ha Verschil: 337,1 ha (afgerond 340 ha)

Page 8: RAPPORT ONDERZOEK GEVOLGEN KAARTVERSCHIL … · 2015. 11. 6. · de vergunningverlening van Frisia (2011) heeft dit vraagstuk geen aandacht meer gekregen. Ook niet na de doorstart

8

Onderbouwing Er is een exacte berekening gemaakt naar de hoeveelheid drainage die binnen het oorspronkelijke Inrichtingsplan zou moeten worden aangebracht, om een juist beeld te krijgen van de gevolgen van toepassen actualisatie winningsplan. De juiste kaart behorende bij de raming conform het Inrichtingsplan is derhalve eerst compleet gemaakt. Daarnaast is over die exacte berekening het patroon van de verwachte dalingen van de vergunning van Frisia (actualisatie winningsplan Barradeel II) geprojecteerd, en zijn daardoor de gevolgen voor aanvullende drainage inzichtelijk gemaakt. 4.2.4 Kaden, bruggen, riool-overstorten en damwanden Samenvatting Uit de analyse blijkt dat er geen aanvullende maatregelen nodig zijn. Onderbouwing Kades Uit een analyse volgt dat er op de kades geen effecten optreden anders dan al opgenomen in het gebiedsproces. Redenen hiervoor: Boezems binnen het huidige maatregelenplan, waar geen kadeverhoging is

aangeven, worden begrensd door zogenaamde hoge gronden. Kades zijn daar dus niet aan de orde, hoogstens een lichte ophoging van het

maaiveld. Mogelijk dat er na terreinmetingen zal blijken dat op een aantal plaatsen een

lichte verhoging moet plaatsvinden met vrijkomende grond. Nadere uitwerking is derhalve niet aan de orde. Bruggen Uit een analyse volgt dat er op de bruggen geen effecten optreden anders dan al opgenomen in het gebiedsproces. Redenen hiervoor: Al eerder in het proces is een overzicht gemaakt van de bruggen waar de

gevolgen van BAS3 Original inzichtelijk zijn gemaakt. Daarbij is reeds gebruik gemaakt van de geldende winningsprognoses

behorende bij BAS3 Original. Er zijn voor de bruggen geen extra maatregelen nodig. Nadere uitwerking is derhalve niet aan de orde. Riool-overstorten Uit een analyse volgt dat er op de riool-overstorten geen effecten optreden anders dan al opgenomen in het gebiedsproces. Redenen hiervoor: Op basis van inventarisatie is gebleken dat de bodemdalingen volgens de

meest recente prognoses geen (extra) gevolgen hebben voor de rioolstelsels/-overstorten (op polderwater en op boezemwater) in de dorpskernen Tzummarum, Oosterbierum, Ried en Dongjum.

Page 9: RAPPORT ONDERZOEK GEVOLGEN KAARTVERSCHIL … · 2015. 11. 6. · de vergunningverlening van Frisia (2011) heeft dit vraagstuk geen aandacht meer gekregen. Ook niet na de doorstart

9

de eerste inventarisatie die gedaan is naar de gevolgen voor de riolering is al gebaseerd op de oorspronkelijk geplande positie voor Bas3, met de maximaal vergunde winningsdiepte.

Nadere uitwerking is derhalve niet aan de orde. Damwanden Uit een analyse volgt dat er op de damwanden geen effecten optreden anders dan al opgenomen in het gebiedsproces. Redenen hiervoor: Antea Group (destijds Oranjewoud) heeft in 2005 een vooronderzoek

opgeleverd naar de gevolgen van zoutwinning in het gebied. In dat rapport is ook een analyse gemaakt naar de eventueel te treffen

maatregelen op oeverconstructies langs boezemwater. Bij die analyse is uitgegaan van een positie voor Bas3, op de nu geplande

plaats voor Bas3 Original, met de maximale diepte van 30 cm. Daardoor zijn er nu geen afwijkingen t.o.v. de informatie zoals die in de ramingen voor het gebiedsproces zijn opgenomen. Nadere uitwerking is derhalve niet aan de orde. 4.2.5. Gemaal de Mieden Het Wetterskip heeft een technische analyse uitgevoerd naar mogelijk te nemen maatregelen. Er zijn maatregelen nodig voor renovatie, maar die staan los van de bodemdaling. Er zijn kosten bepaald voor renovatie van het gemaal, losstaand van de bodemdaling. Daarnaast zullen er kosten moeten worden gemaakt voor het verlengen van de vijzel die nodig is voor de peilaanpassing. Voor deze totale kosten is een verdeelsleutel gemaakt die reeds is opgenomen in de raming van het gebiedsproces. Daarmee zijn er voor dit gemaal geen extra maatregelen en kosten nodig vanwege de prognose bij het winningsplan. 4.3. Kosten n.a.v. kaartverschil bodemdaling De kosten voor de extra maatregelen bedragen ongeveer 5,5 ton, inclusief proceskosten. Frisia Zout BV betaalt deze kosten. Er zijn ook extra proceskosten die de partijen in de bestuurscommissie samen betalen. Die kosten zijn naar verwachting uit de ruimte binnen de huidige planbegroting te betalen. De bestuurscommissie gaat nog na of die kosten in een herziening van de planbegroting opgenomen moeten worden. 5.Overige maatregelen Naast de maatregelen die nodig zijn vanwege het verschil tussen de prognosekaarten van het Inrichtingsplan en de vergunning, zijn er door de uitgevoerde werkzaamheden vernieuwde inzichten ontstaan, of zijn omissies naar voren gekomen vanuit de eerdere analyses.

Page 10: RAPPORT ONDERZOEK GEVOLGEN KAARTVERSCHIL … · 2015. 11. 6. · de vergunningverlening van Frisia (2011) heeft dit vraagstuk geen aandacht meer gekregen. Ook niet na de doorstart

10

Het gaat om de volgende maatregelen: Toename van de oppervlakte af te waarderen percelen binnen het

zoekgebied voor overloop van 110 naar 148 ha. De oorzaak hiervan is een vernieuwd inzicht dat is ontstaan op basis van de SOBEK-modelleringen.

Gedurende het onderzoek en het gebiedsproces is meer inzicht verkregen in de werkelijke kosten. Daarbij is gebleken dat de kosten voor het zogenaamde ‘werk met werk’ voor het herstel van laaggelegen delen van bepaalde landbouwpercelen te hoog zijn ingeschat. De kosten verbonden aan de afwaardering van meer overlooppercelen vallen vrijwel weg tegen de verminderde kosten voor’ werk met werk’.

Een areaal van 20 hectare (inclusief ongeveer 10 hectare in Schalsum) dient toegevoegd te worden aan de zoekgebieden waterberging buiten overloopgebied (dit hangt onder andere samen met hoe bestaande perceelgrenzen zich verhouden tot de begrenzing van de overloopgebieden).

Afwijking drainagekaart door detailleringsslag t.o.v. plankaart gebiedsproces. Dit gaat om 46,4 ha, veroorzaakt doordat er voor het uitgevoerde onderzoek een nadere uitwerking van drainage heeft plaatsgevonden naar een hoger detailniveau. Dit was nodig om de gevolgen van het verschil in bodemdaling beter te kunnen kwantificeren.

5.1. Kosten n.a.v. overige maatregelen Voor een beperkt gebied in Schalsum (ongeveer 10 hectare) is extra werk- met – werk nodig. De kosten hiervan liggen tussen 1,5 en 2 ton. Frisia betaalt deze kosten. De overige kosten zijn naar verwachting te betalen uit de ruimte binnen huidige planbegroting. De bestuurscommissie zal nog nagaan of die in een herziening van de planbegroting opgenomen moeten worden. 6.Planwijziging De resultaten van het onderzoek en daaruit voortkomende extra maatregelen maken een planwijziging noodzakelijk. In de planwijziging komen de volgende onderwerpen aan de orde: een correcte prognosekaart voor de einddalingen in 2021, een aangepaste planbegroting, de peilverlaging van 10 cm in een klein deel van het plangebied, de extra drainage en de vergroting van het areaal zoekgebieden voor overloop. De planwijziging zal op korte termijn gemaakt worden en er zal met direct betrokkenen in het gebied overleg plaatsvinden. Naar verwachting kan de planwijziging medio 2015 ter inzage worden gelegd en in het najaar door Gedeputeerde Staten van de provincie Fryslân worden vastgesteld. De planwijziging heeft een beperkt effect op de voortgang van de lopende planuitvoering.