Profetie - StudieBijbel€¦ · Geest van God ‘verborgenheden aan het licht brengt’. Er was...

15
JAARGANG 10 | maart 2017 3 Voor wie meer uit de Bijbel wil halen! verder: • Profetenkringen in het OT • Zeven brieven in Openb.2-3 • Mozes, een verhaal van adoptie Profetie en profeten in de kerk StudieBijbel MAGAZINE

Transcript of Profetie - StudieBijbel€¦ · Geest van God ‘verborgenheden aan het licht brengt’. Er was...

Page 1: Profetie - StudieBijbel€¦ · Geest van God ‘verborgenheden aan het licht brengt’. Er was onenigheid en ongehoorzaam-heid in de gemeente van Filadelfia. Sommigen in de gemeente

PB 1

JAARGANG 10 | maart 20173Voor wie meer uit de Bijbel wil halen!

verder:• Profetenkringen in het OT

• Zeven brieven in Openb.2-3

• Mozes, een verhaal van adoptie

Profetie en profeten in de kerk

StudieBijbelMAGAZINE

Page 2: Profetie - StudieBijbel€¦ · Geest van God ‘verborgenheden aan het licht brengt’. Er was onenigheid en ongehoorzaam-heid in de gemeente van Filadelfia. Sommigen in de gemeente

2 3Redactioneel Inhoud2 3

De verkiezingen in Amerika hebben in een ongekend tempo de sfeer in de westerse

wereld veranderd. Met het machtigste land ter wereld voorop stevenen we af op chaos.

Wat in Europa langzaam opkwam heeft in korte tijd een enorme boost gekregen.

In een razend tempo roepen meer mensen dat ze het eigen belang en het eigen land als eerste

en voornaamste doel zien. Niet het ‘samen’, maar het ‘eerst wij’ is hier leidend. Feiten en zelfs

wetten lijken voor hen geen gezag meer te hebben. Hiermee ondergraaft men de democratie

en dat betekent niet veel goeds voor minderheden. En zeker niet voor religieuze minderheden.

Wij horen bij een minderheid, een christelijke minderheid. Ik laat mijn gedachten soms gaan.

Hoe zal Nederland en Europa er over 25 jaar uitzien? Zullen islamitische, christelijke en

andere minderheden dan nog gehoord worden? Nog beschermd worden?

Graag ontmoet ik gelovigen die verdrukking hebben meegemaakt. Ik heb het gevoel dat zij

mij kunnen voorbereiden op wat komen gaat. Een paar weken geleden sprak een Iraanse voor-

ganger bij ons in de kerk. Hij heeft een jaar lang om zijn geloof in de beruchte Evin gevangenis

in Teheran gezeten. Hij vertelde over zijn angsten en depressie en hoe God tot twee keer toe

hem daaruit redde, zodat hij het geloof behield. Hij vertelde hoe hij vrij kwam en hoe hij nu

met nog meer liefde en toewijding Jezus Christus wil dienen. Het bemoedigde mij enorm.

Als je dan bevrijd en verlost bent door de Heer, hoe sta je dan in het leven en in de

samenleving? Mag ik u vertellen wat voor mij belangrijk is? Ik probeer Jezus te dienen.

Hij zei: ‘Behandel de mensen in alles zoals je wilt dat ze jullie behandelen’ (Mat.7:12).

Dit is wel de ‘gouden regel’ genoemd. Het Jodendom en het Nederlandse spreekwoord

formuleren de regel negatief (‘wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet’)

en nemen genoegen met je naaste geen schade te berokkenen. Maar Jezus gaat veel verder

en vraagt ons onze naaste lief te hebben en zo te behandelen zoals wij zelf graag behandeld

willen worden. Dat is een kenmerk waaraan je een christen herkent.

Dit gaat niet automatisch, het vergt inspanning, er wordt een inzet van ons verwacht.

Waar gaat het om, wat is belangrijk in uw en mijn dagelijks leven? De heilige Geest zal ons

de weg wijzen, als we ons hiervoor openstellen. Ik hoop dat de studies in deze uitgave van

StudieBijbel magazine u inspireren en wens u veel leesplezier.

Drs. Gijs van den Brink

Gijs van den Brink

Colofon

Redactie:

Drs. Gijs van den Brink (hoofdredacteur) • Drs. Peter G.I. van den Berg • Ds. Hans Bette • Jonathan Pater, MA • Dr. Mart-Jan Paul

Studiebijbel-magazine Kwartaalblad voor de geïnteresseerde bijbellezer • Jaargang 10 | nr 03 | maart 2017 • ISSN 1876-4096

Centrum voor Bijbelonderzoek is een kenniscentrum en heeft als doel het bevorderen van wetenschappelijk verantwoorde bijbelse

theologie. • Het theologisch uitgangspunt is dat de Bijbel het geïnspireerde Woord van God is. Studiebijbel-magazine is een stu-

die-uitgave van Centrum voor Bijbelonderzoek met als doel het bieden van verdieping in de achtergronden, uitleg en boodschap

van de Bijbel. Adres redactie en abonnementenadministratie: Centrum voor Bijbelonderzoek, Postbus 139, 3940 AC Doorn,

tel. 0343-745080 • e-mail: [email protected] Abonnementsprijs: Een jaarabonnement op Studiebijbel-magazine kost €

22,50; losse nummers € 6,50; proefabonnement (2 nrs) € 12,00 Basisontwerp: IDD • concept|communicatie|creatie •

Opmaak: deHoop&Koning • Grafisch meer • Druk: Wilco B.V., Amersfoort Advertenties: Opgave bij [email protected]

Adverteerders zijn verantwoordelijk voor de vorm en inhoud van de advertenties. www.studiebijbel.nl

09 • Boekbespreking: Achteruit lezen

18 • Actiecode bestelling boek Hayes

19 • Woordstudie: prophēteia en prophēteuō

24 • Vragen van lezers: Vraag over trouwen binnen

de familie

26 • Actualiteiten

verder:

Mozes. Een verhaal van adoptie

Zoals alle adoptiekinderen werd Mozes zich er op een dag van bewust dat hij anders was dan de andere kinderen waarmee hij speelde. Welke conse-quenties heeft dit gehad voor hem als persoon en voor het verloop van zijn verdere leven. Johan Velema.

Gave van profetie in de vroegchristelijke kerk

Gijs van den Brink bespreekt de rol die profeten spelen in de tijd van de eerste kerkvaders tussen 70 en 150 n.Chr. Wat verstaan die vroege kerkleiders onder profetie? En hoe ontvangt een profeet zijn boodschap?

Profetenkringen in het Oude Testament

Profetenkringen of -scholen. Wat moeten we ons bij deze groepen voorstellen? Waar waren deze scholen gevestigd en wat weten we over hen? In dit artikel gaat Raymond Hausoul in op deze vragen.

10

Kern en structuur van de zeven brieven in Openbaring 2 - 3

Het laatste Bijbelboek houdt de gemoederen flink bezig. In dit artikel richt Marco Wittenberg zich op de brieven aan de zeven gemeenten (Op.2-3). Vooral op basis van vorm en structuur probeert hij te komen tot de kern van de boodschap.

14 20

04

Page 3: Profetie - StudieBijbel€¦ · Geest van God ‘verborgenheden aan het licht brengt’. Er was onenigheid en ongehoorzaam-heid in de gemeente van Filadelfia. Sommigen in de gemeente

4 5

Gijs van den Brink

Thema artikel

soldaten naar Rome gebracht. Onderweg schrijft hij o.a. een brief aan de gemeente van Filadelfia in Klein Azië en zegt daarin het volgende (7:1-2):“Ook al hebben sommigen mij als een zwak mens willen verleiden, de Geest die van God komt laat zich niet verleiden. Want Hij weet vanwaar hij komt en waar Hij heen gaat. Hij brengt het verborgene aan het licht. Ik heb te midden van hen uitgeroepen, ik heb gesproken met een luide stem, de stem van God: ‘Houdt vast aan de opziener [episkopos ], de oudstenraad [presbuterion] en diakenen’. Sommigen spraken het vermoeden uit dat ik dit zei omdat het mij bekend was dat sommigen zich hadden afgescheiden. Maar Hij om wie ik gevangen ben is mijn getuige dat ik het niet van een mens vernomen had. De Geest verkon-digde: ‘Doet niets zonder de opziener, bewaart uw lichaam als een tempel van God, hebt de eendracht lief, ontvlucht de scheuringen, weest navolgers van Jezus Christus, zoals Hij het weer is van de Vader.”Ignatius beschouwt de woorden die hij heeft uitgesproken heel duidelijk als direct door

God of de Geest ingegeven woorden. Hij zegt ‘de Geest verkondigde’, met andere woorden: zo spreekt de Geest! Verder zegt hij dat hij de woorden sprak ‘met een luide stem, de stem van God’. Vaak gebeurt het door de Geest gedreven spreken met emotie en met stemverheffing. Dit is een teken van een door de Geest geraakt hart. Dit gebeurt meestal, zoals ook hier, ‘te midden van de verzamelde gelovigen’, dat wil zeggen tijdens de samenkomst, meestal gedurende het gezamenlijk gebed. Daar komen we bij Hermas op terug. Wat betreft de inhoud van de profetie is voor ons van belang dat Ignatius zegt dat de Geest van God ‘verborgenheden aan het licht brengt’. Er was onenigheid en ongehoorzaam-heid in de gemeente van Filadelfia. Sommigen in de gemeente spreken het vermoeden uit dat Ignatius wel voorkennis gehad zal hebben en dat hij daarna zijn boodschap in de vorm van een profetie heeft uitgesproken. Ignatius reageert furieus: ‘Hij om wie ik gevangen ben, is mijn getuige dat ik het niet van een mens vernomen heb’. Profeteren is hier dus het direct vanuit het hart door de Geest gedreven spreken. En de Geest openbaart geen nieuwe leerstellingen, maar openbaart verborgenheden. Zo spreekt ook Paulus daarover in 1Kor.14:25 ‘Maar als allen profeteren en er komt een ongelovige of bui-tenstaander binnen, dan wordt hij door … allen beoordeeld en worden zijn verborgen gedachten blootgelegd… .’ Op zich bevat de openbaring aan Ignatius dus geen opzienbarende dingen; wat hij zegt was in zijn algemeenheid wel bekend. Maar God bepaalt deze gemeente op dit moment bij deze boodschap.

PolycarpusEen tweede voorbeeld komt uit het leven van Polycarpus uit Smyrna. Ook hij stierf in het midden van de tweede eeuw de marteldood. Het is allemaal opgeschreven in het geschrift De marteldood van Polycarpus. Als hij te horen heeft gekregen dat hij voor de wilde dieren zal worden geworpen, gaat hij op aanraden van vrienden naar een klein buitenverblijf niet ver van de stad. Daar doet hij niets anders dan met nog een

paar anderen ‘dag en nacht bidden voor allen en voor de gemeenten over de gehele wereld’. En daarna lezen we: ‘Drie dagen voor hij gevan-gen werd genomen, toen hij weer bezig was te bidden, kreeg hij een gezicht, een visioen, waar-in hij zag dat zijn hoofdkussen verbrand was. Hij keerde zich tot zijn vrienden en zei: ik moet levend verbrand worden’ (Mart.Pol.v,1 2). Als de dag van zijn rechtszaak aangebroken is en hij veroordeeld wordt, blijken de dierenfeesten afgelopen te zijn en wordt besloten dat Polycar-pus levend verbrand moet worden. De gelovigen van Smyrna zijn hierover niet verbaasd en bren-gen dit als volgt onder woorden: ‘Het gezicht moest immers uitkomen dat hem verschenen was betreffende het hoofdkussen dat hij zag branden toen hij in gebed was en zich tot zijn vrienden richtte met de profetische woorden: ik moet levend verbrand worden’ (Mart.Pol.xii,3).

Deze profetische werking van de heilige Geest is door Jezus zelf ook genoemd in Joh.16:13‘Wanneer de Geest der waarheid komt, zal Hij jullie leidsman naar de volle waarheid zijn – niet dat Hij eigenmachtig zal spreken, Hij zal slechts zeggen wat Hij te horen krijgt – en wat komen gaat, zal Hij jullie meedelen.’ Veel uitleggers denken bij ‘de komende dingen’ aan ‘de laat-ste dingen’, aan openbaringen zoals Johannes die krijgt op Patmos en beschrijft in het boek Openbaring. Maar Jezus doet hier een belofte aan alle discipelen. Daarom moeten we bij deze woorden eerder denken aan de dingen die op het punt staan te gebeuren. De woorden ‘de komen-de dingen’ komen nog één keer (!) in het NT voor en wel in Joh.18:4, als Jezus de soldaten in de hof van Gethsemane ontmoet. Johannes zegt dan letterlijk het volgende: ‘Jezus dan, wetende al de komende dingen over Hem, kwam naar voren en zei tot hen: Wie zoekt u?’ Het gaat dan niet over een verre en grote toekomst, maar over de dingen die op het punt staan te gebeuren. Tot vier keer toe lezen we in het evangelie naar Johannes dat Jezus wist wat met Hem zou gaan gebeuren.2 En op deze wijze bleef de Geest ook in de vroege kerk werken.

Gave van profetie in de vroegchristelijke kerk

Het thema profetie houdt de gemoe-deren in de christelijke gemeente bij tijd en wijle behoorlijk bezig. Dat is

begrijpelijk, want volgens Paulus is het een van de belangrijkere gaven. Er zijn echter veel vragen over de wijze waarop deze gave in de tijd van het NT functioneerde.

In dit artikel willen we nagaan hoe de eerste kerkvaders na de apostelen met profetie om-gingen om te zien of we zo hierop meer zicht krijgen. Zij hebben de apostelen nog gekend en we mogen daarom verwachten dat zij ons iets kunnen leren hoe we een en ander in het NT moeten verstaan.

We beperken ons tot de allervroegste tijd, de tijd van de apostolische vaders. Van deze kerkvaders zijn 17 brieven bewaard gebleven, die geschre-ven werden tussen 70 en 150 na Christus.1 We willen in dit eerste artikel inventariseren en antwoorden zoeken op vragen als: Wie zijn profeten? Wat verstaat men onder profetie? En hoe ontvangt een profeet zijn boodschap? De volgende keer gaan we dan in op vragen als: Hoe maakt men onderscheid tussen ware en valse profetie? Wat is het verschil met de bediening van de leraar? Hoe verhoudt zich een profetische boodschap met het geschreven Woord? En hoe is de relatie tussen de profeet en de kerk als instituut?

IgnatiusIgnatius is sinds 70 na Chr. opziener/bisschop van Antiochië. Hij is in 110 n.Chr. in Rome als martelaar gestorven, door de wilde dieren ver-scheurd. Hij wordt gevangen genomen en door

(deel 1)

Page 4: Profetie - StudieBijbel€¦ · Geest van God ‘verborgenheden aan het licht brengt’. Er was onenigheid en ongehoorzaam-heid in de gemeente van Filadelfia. Sommigen in de gemeente

6 76 7Thema artikel

DidachèOok de Didachè of de ‘leer van de twaalf apos-telen’, geschreven in Syrië, tussen 100 en 120 na Chr. geeft ons inzicht in de vroegchristelijke profetie, of beter gezegd de vroegchristelijke profeten. Dit geschrift wil laten zien hoe de twaalf apostelen de grote opdracht van Jezus ‘gaat dan heen, maakt al de volken tot mijn discipelen’ (Mat.28:19) in praktijk brengen. Er worden in dit geschrift wel drie (van 16) hoofd-stukken besteed aan de bediening en het gedrag van de profeten (Did.xi-xiii). Het betreft hier rondreizende profeten. Dat blijkt uit opmer-kingen als ‘ieder die komt in de naam van de Heer moet ontvangen worden’ (xii,1) en ‘indien hij die bij u komt op doorreis is, helpt hem dan zoveel u kunt’ (xii,2).

Het is opmerkelijk dat profeten in Syrië in deze vroege tijd een hoog aanzien genieten, hoger dan oudsten en diakenen. We lezen hier name-lijk: ‘minacht hen [de oudsten en diakenen] niet, want ze zijn geëerd bij u evenals de profeten en leraren’. Daaruit blijkt duidelijk dat de bedienin-gen van profeet en leraar in Syrië meer aanzien genoten dan die van oudsten en diakenen. De gelovigen moeten een profeet onderhouden als hij zich in de gemeente wil vestigen (xiii,1-2). Dan krijgt hij de tienden van de gemeente (xiii,3). Pas als er geen profeet aanwezig is mo-gen de tienden naar de armen gaan! (xiii,4). Ook aan de wijze waarop een profeet spreekt geeft de Didachè aandacht. Een profeet is iemand ‘die in/door de Geest spreekt’ (en pneumati; xi,7.8.9.12). Dat is kenmerkend voor een pro-feet. Hij spreekt direct vanuit het hart door de Geest geïnspireerd. Het geschrift geeft niet aan hoe dit profetisch spreken voor de hoorders te herkennen is. Dat was blijkbaar overbodig.Op andere plaatsen lezen we dat iemand met stemverheffing spreekt, zoals bij Ignatius, of zijn boodschap inleidt met ‘zo spreekt de Geest’, zoals bij Agabus in Hand.21 (vs.11).Inhoudelijk worden er in de Didachè slechts twee profetische uitspraken genoemd. In xi,9 lezen we dat een profeet een liefdemaal laat aanrich-

ten. En in xi,12 gaat het om het geven van geld aan behoeftigen (xi,12). Ook hier dus geen leer-stellige openbaringen, maar openbaringen die aangeven wat op dat moment van belang is voor een goed verloop van het gemeenteleven.

HermasHet vierde geschrift waarin het functioneren van de gave van profetie in deze vroege tijd bespro-ken wordt, is de ‘Herder van Hermas’3. Het boek is tussen 100 en 150 na Chr door Hermas in Rome geschreven. Evenals Ignatius noemt Hermas zichzelf geen profeet, maar hij ontvangt wel verschillende profetische boodschappen d.m.v. visioenen en openbaringen (Vis.ii-iv). Dat hij zich geen profeet noemt, komt omdat we hier geen profeten ontmoeten die met naam en toe-naam worden genoemd. Wat we in de Herder van Hermas lezen, noemen we gemeenteprofetie. Dat houdt in dat gewone gelovigen in de samen-komst met de Heilige Geest vervuld worden en vervolgens een profetie uitspreken. We lezen hierover in het boekdeel Mandata (Geboden) hoofdstuk 11. Van de profeet wordt gezegd dat hij ‘alles spontaan spreekt’ (Man.xi,3). En even verder lezen we: ‘Ook spreekt de Heilige Geest niet wanneer hij [de profeet] hem wil laten spreken, maar [alleen] dan spreekt hij wanneer God zelf wil dat hij spreekt’ (Man.xi,8).En dan volgt volgens mijn leermeester prof. dr. Jannes Reiling de mooiste beschrijving van gemeenteprofetie in de tweede eeuw. In dit hoofdstuk zegt Hermas dit:‘Wanneer nu iemand die Gods Geest heeft naar een samenkomst gaat van rechtvaardige men-sen, die geloof hebben in de Geest van God en uit de samenkomst van die mensen stijgt een gebed op tot God, dan vervult ... de Geest die in hem is die persoon, en wanneer hij vervuld is met de Heilige Geest, spreekt hij tot de menigte, zoals de Heer wil’. (Man.xi,9)Hermas begint met ‘wanneer nu iemand die Gods Geest heeft naar een samenkomst gaat’.En daarna zegt hij ‘wanneer die mens vervuld is met de Heilige Geest, spreekt hij ...’. Het vervuld worden met de Geest betekent dus

Maar Hij om wie ik gevangen ben is mijn

getuige dat ik het niet van een mens vernomen had.

Lees verder op de volgende pagina

Page 5: Profetie - StudieBijbel€¦ · Geest van God ‘verborgenheden aan het licht brengt’. Er was onenigheid en ongehoorzaam-heid in de gemeente van Filadelfia. Sommigen in de gemeente

8 9Thema artikel8 9

Lees verder >>

niet dat die persoon daarvoor de Geest niet had. De Geest is altijd aanwezig in het leven van een gelovige. Die rustige aanwezigheid van de Geest maakt hem of haar juist geschikt om te spre-ken zoals de Heer wil op het moment dat hij/zij vervuld wordt met de Geest van profetie.

Er is nog een tweede belangrijk element in het gedeelte dat we citeerden, namelijk als Hermas zegt: ‘wanneer een mens gaat naar een samen-komst van rechtvaardige mensen’. Hermas wijst het profeteren in het geheim (Man.xi,8) of in een hoekje van de samenkomst (Man.xi,13) tot een privé groepje gelovigen pertinent af. Profetie heeft de hele gemeente nodig om goed te functi-oneren. De aanwezigheid van de Geest maakt de één geschikt om te spreken als profeet en geeft een ander woorden om te bidden. Deze twee gaan volgens Hermas samen op. Het spreken van de profeet gebeurt als de voltallige gemeen-te in gebed is. Het gebed van de gemeente opent de weg voor het spreken van de Geest. De Geest vervult één van hen, die dan woorden spreekt zoals de Heer wil. De gemeente en de profeet hebben dezelfde gave van de Geest. En daarom kan elk lid van de gemeente gekozen worden om met de Geest vervuld te worden en te spreken zoals de Heer wil.

De inhoud van de profetieënWat betreft de inhoud van de profetieën in de Herder van Hermas vinden we weer hetzelfde als hiervoor. David Aune4 die behoorlijk strikte criteria aanlegt om profetische teksten te selec-teren, vindt 12 profetieën in het geschrift. Een paar voorbeelden, ten eerste: ‘Volhardt dan jullie die gerechtigheid doen en twijfelt niet’ (Vis. ii.2.7). Of ‘Luistert nu naar mij en hebt vrede onder elkaar, bezoekt en helpt elkaar en neemt het geschapene van God niet alleen aan, maar deelt van de overvloed ook uit aan de behoef-tigen’ (Vis. iii.9.2.). Ook over de leiders van de kerk wordt geprofeteerd: “Nu spreek ik tot jullie die aan het hoofd van de kerk staan en die vooraan zitten: Weest niet als de gifmengers. De gifmengers dragen hun eigen

gif in dozen bij zich maar jullie dragen je gif en het venijn in je hart. Jullie zijn verstokt en willen je hart niet reinigen door met een zuiver hart op hetzelfde bedacht te zijn ten einde barmhartig-heid te ontvangen van de grote Koning. Let er dan op, kinderen, dat jullie onenigheden je nooit beroven van het eeuwige leven. Hoe willen jullie uitverkorenen van de Heer opvoeden als je zelf geen tucht kent?” (Vis. iii.9.7-10). Aune concludeert dat alle 12 profetieën in dit geschrift op het vlak van de paraenese liggen,5 dat wil zeggen ze beogen op te roepen tot een goede christelijke geloofswandel. Dus ook hier geen leerstellige openbaringen.

Aune bespreekt in zijn studie de inhoud van 107 vroegchristelijke profetieën. Buiten het NT zijn er hooguit twee of drie profetieën die leerstellige openbaringen bevatten, mogelijk een in de Oden van Salomo (7:16b-20, maar is discutabel), en twee bij de Montanisten. Dat zijn uitzonderin-gen die de regel bevestigen. Het is typerend voor de Latijnse kerkvaders en de westerse theologen daarna, dat alleen de twee uitschieters bij de Montanisten steeds genoemd worden. Hiermee bepalen zij tot op de dag van vandaag het foutieve beeld dat de meeste wes-terse kerken hebben bij profeten en profetie.

1. Voor een Nederlandse vertaling, zie A.F.J. Klijn, Aposto-lische Vaders 1 en 2, Kampen, 1983.

2. Joh.13:1,3; 18:4; 19:28. Hij was in de Geest op de hoogte van de dingen die met Hem zouden gebeuren. Deze werking van de Heilige Geest vinden we ook in de christelijke gemeente na Pinksteren (vgl. Hand 11:27-28 en 21:8-11). Zie verder: G. van den Brink, “Het ‘Woord van de Heer’ en de Geest van profetie in Joh.16:13” [http://www.elim.nl/nl/theologie-woord-van-de-heer.html]

3. Voor een uitgebreide bespreking bij Hermas, zie J. Reiling, Hermas and Christian Prophecy, Leiden, 1973

4. D.E. Aune, Prophecy in Early Christianity and the Ancient Mediterranean World (Grand Rapids, 1983) 299-310

5. Aune, a.w. 310. Grieks: παραίνεσις (parainesis) is een aansporing tot deugd. Het is een exegetisch begrip om teksten aan te duiden die vermanend, bemoedigend, troostend of aansporend tot bepaalde God welgevallige handelingen zijn.

Boekbespreking

In dit bijzonder boeiende en leerzame boek legt

Richard Hayes uit hoe de vier evangelisten hun Bijbel

(TeNaCH) lezen en uitleggen. Hayes is hoogleraar

Nieuwe Testament aan Duke Divinity School in

North Carolina en heeft vele boeken op zijn naam

staan.

Het boek gaat over een hermeneutisch onderwerp,

namelijk de wijze waarop de tekst van de evangeliën

teruggrijpt op de TeNaCH (zgn. intertekstualiteit).

Opgemerkt zij dat Hayes eraan hecht te stellen dat de

uitleg van de evangelisten niet één op één samenvalt

met die van de historische Jezus. Dit is voor onze

lezers misschien wat merkwaardig, maar met dit

onderscheid geeft Hayes aan dat hij beslist binnen de

kaders van de historisch kritische exegese wil blijven

en dat hem geen verwijt van biblicisme gemaakt mag

worden. Persoonlijk ben ik overigens van mening

dat heel veel van wat Hayes over de evangelisten

zegt, ook geldt voor Christus zelf. Waar gaat het om?

Dit boek maakt op indrukwekkende wijze duidelijk

hoe diep de evangeliën zijn gevormd door termen

en beelden uit het het OT. Met andere woorden,

zonder het kennen van het OT kan de boodschap van

de evangelisten niet begrepen worden. Dat wordt

duidelijk op elke bladzijde van dit boek. Het gaat dan

met name om de typologische lezing van het OT in

het licht van de verschijning van de Messias, Jezus

van Nazareth. En Hayes stelt dat zij dit verantwoord

doen en niet op de klank af, ad random, zoals vaak

gezegd is. Auteurs als C.H. Dodd, B. Lindars, L. Gop-

pelt en H. Frei gingen hem hierin voor. De typolo-

gische lezing van het OT is het meest nadrukkelijk

aanwezig bij Matteüs. Kern is hier de typologische

vervulling van de Thora in Jezus. Marcus vertelt

het geheimenis van Jezus in beelden. Volgens veel

hedendaagse uitleggers hebben Marcus en Luk-

as een ‘lage’ christologie en wordt nergens Jezus’

godheid genoemd. Hays bestrijdt dat en stelt dat dit

Achteruit lezen

standpunt alleen

kan worden bereikt

door de hermeneu-

tische relevantie

van de krachtige

oudtestamentische

‘interteksten’ in

deze evangeliën

te negeren of te

onderdrukken. De uitspraak van de Emmaüsgangers,

dat zij hoopten dat ‘Hij Israël zou verlossen’ is een

duidelijke verwijzing naar Jezus’ identiteit. De Ver-

losser van Israël is niemand anders dan Israëls God.

In Johannes zien we de typologische transformatie

van Israëls tempel en eredienst.

Hayes eindigt in hoofdstuk 6 met het geven van 10

lessen die de evangelisten ons leren om de Schrift

te lezen en te verstaan. Ik wil één les hier noemen:

ze roepen ons op ons inlevings- en verbeeldings-

vermogen meer te gebruiken. ‘Om de Schrift goed te

verstaan moeten we afscheid nemen van het ratio-

nalisme en het al te letterlijk nemen en een poëtische

gevoeligheid omhelzen’ (pg.159). Voor wie graag iets

wil leren, is dit boek een enorme aanrader!

R. B. Hayes, Achteruit lezen. Jezus ontdekken in

het Oude Testament.

Uitg. Boekencentrum: Zoetermeer, 2016.

183 pgs. ISBN 978-90-239-7067-5.

Prijs € 21,50.

Drs. Gijs van den Brink

Page 6: Profetie - StudieBijbel€¦ · Geest van God ‘verborgenheden aan het licht brengt’. Er was onenigheid en ongehoorzaam-heid in de gemeente van Filadelfia. Sommigen in de gemeente

10 11

Verschillende scholenUit de Bijbel is af te leiden dat er verschillende scholen in Israël waren. We vernemen voor het eerst van een profetenhuis in Rama. Rama was de woonplaats van Samuel (1Sam.7:17). David zoekt in dit huis, dat de naam ‘Najoth’ (bet. ‘verblijf’) draagt, zijn toevlucht voor koning Saul (19:18-19). Als Saul en zijn boodschappers Najo-th bezoeken om David gevangen te nemen, komt Gods Geest over hen en profeteren zij (vs.20,23). Samuel wordt verder aangeduid als de ‘rector’ van Najoth (vs.20). Hij draagt de eretitel ‘vader’ (10:10), wat naast een algemene respectvolle aanduiding ook kan wijzen op zijn functie als ‘onderwijzer’ of ‘toeruster’. De leerlingen van deze school krijgen geen zelfstandige naam.In de tijd van Elia en Elisa vernemen we van profetenscholen en profetenzonen. Het is moge-lijk dat deze scholen gevestigd zijn in:

1. Bethel: In de dagen van Jerobeam kiest een profeet er voor om zich in het afvallige Bethel te vestigen (1Kon.13:11). Later horen we dat er een profetenschool in Bethel gevestigd is, die door Elia en Elisa wordt bezocht (2Kon.2:3,23). Hun bezoek dient hoogstwaarschijnlijk om er onderwijs te geven.

2. Gilgal: Als Samuël Saul naar Gilgal zendt, ont-moet deze er verschillende profetenzonen en begint hijzelf mee te profeteren (1Sam.10:8). Ook Elia en Elisa bezoeken Gilgal en geven er onderwijs en worden door de profetenzonen ‘meester’ genoemd (2Kon.2-5,16). In hun dagen zijn er een honderd profetenzonen aanwezig in Gilgal (4:43).

3. Jericho: In deze plaats houdt Elia zijn af-scheidsrede voor vijftig profetenzonen (2Kon.2:4-7). Deze leerlingen erkennen Elisa als leraar en noemen hem ‘meester’ (6:5,15). Als Elisa enige tijd nadien de plaats bezoekt, vernemen we dat het gebouw van de profe-tenleerlingen te klein is (6:1-2). Dit wijst op een groei in aantal.

4. Karmel: Er bestaan aanwijzingen dat er ook op de Karmelberg een profetenschool bestond: (1) Elisa trekt van Jericho naar Bethel, waar al

Thema artikel

profetenscholen zijn, en gaat vervolgens naar de berg Karmel (2Kon.2:25); (2) de Sunamiti-sche vrouw zoekt, buiten de gevestigde uren van de samenkomst (nieuwe maan en sabbat), hulp bij Elisa op de Karmel (2Kon.4:25).

5. Samaria: Nadat Elisa van Bethel naar de Karmel is gegaan, trekt hij vervolgens verder naar de stad Samaria (2Kon.2:25). Het is mogelijk dat de profeet ook in deze hoofd-plaats een profetenschool bezocht en daar onderwijs gaf.

In hoeverre deze verschillende scholen met elkaar verbonden waren, is onduidelijk. Doordat Elia en Elisa met vijf er van betrokken zijn, lijkt er een relatie te bestaan. Het is wat dat betreft ook mogelijk om te spreken van verschillende profetische kringen. Deze kringen ontvingen giften van de Israëlitische bevolking rondom hen (vgl. 1Sam.9:7-8; 1Kon.14:3; 2Kon.5:20-27; vgl. Mi.3:5-6). De geschenken van Naäman, de Syriër, werden daarentegen door Elisa geweigerd (2Kon.8:7-8).

Mogelijk functioneren van de profetenkring Onderwijs en geschiedschrijvingUit de Bijbel laat zich niet rechtstreeks aflei-den hoe de profetenscholen functioneerden. We moeten waken niet onze huidige onderwijs-structuur op de tijd van toen te projecteren. De term ‘profetenleerling’ doet vermoeden dat het om mensen ging die de stem van God meer wil-den laten klinken in hun leven. Het zoeken naar Gods leiding hierin was een vereiste. Men moest het verschil erkennen tussen Gods woorden en de eigen gedachten (vgl. Jes.50:4). Ook wilden de leerlingen hun land dienen door het blijvend te wijzen op Jahweh, de enig ware God. Bij de pro-feten die ons Bijbelboeken nalieten, zien we die diepe kennis van God terug. Zo maakt Jesaja in een groot deel van zijn werk toespelingen naar Exodus, doet Jeremia dat met betrekking tot Deuteronomium en zien we dat Ezechiël vooral aanleunt tegen het getuigenis van Leviticus.Samuël, Elia en Elisa waren als bekende profe-

al niet alleen optraden. Zij maakten deel uit van een gemeenschap waarin zij zich mogelijk konden ontwikkelen. Zo horen we dat ‘profe-tenzonen’ in een leergebouw bijeenkomen en samen maaltijd vieren met Elisa (2Kon.4:38). De Hebreeuwse term, die daar wordt gebruikt, is letterlijk te vertalen met ‘profetenzonen’. De HSV geeft deze uitdrukking doorgaans weer met ‘leerling-profeten’. Vele andere verta-lingen maken dit onderscheid niet en spreken eenvoudig over ‘profeten’. Het niveau verschil tussen profeten als Samuel, Elia en Elisa en hun leerlingen dreigt in dat laatste geval verloren te gaan. We gebruiken daarom consequent de let-terlijke term ‘profetenzoon’ in dit artikel, waar de Bijbel dit eveneens doet.

Een licht in donkere dagenIn het OT komen de profetenscholen niet regel-matig voor. Toch betekent dit niet noodzakelijk dat we hun bestaan tot deze periode moeten beperken. Zo vernemen we dat Jesaja eveneens leerlingen had (Jes.8:16). In hoeverre dit te vergelijken was met bovengenoemde scholen is onbekend. Wel laat de donkere tijd waarin de profetenscholen in de Bijbel worden genoemd, zien dat de keuze om deel te nemen aan zo’n school consequenties met zich meebracht. De profeet was in die donkere dagen niet graag gezien aan het koninklijk hof en moest vaak tegen een groot aantal dwaalprofeten optreden (1Sam.15; 1Kon.18). Centraal stond dan de vraag naar de bron van het ware leiderschap: liet men zich leiden door Jahweh of liet men zich leiden door de eigenwillige godsdienstige inzichten? De voortdurende nadruk op deze vraag zorgde voor de nodige verachting en vervolging van de echte profeet.

In de tijd van Samuel, Elia en Elisa verne-men we van profetenkringen of -scholen. Wat moeten we ons bij deze groepen voor-

stellen? Waar waren deze scholen gevestigd en wat weten we over hen? In dit artikel willen we nader ingaan op deze vragen.

Tijdens het leven van Samuel ontstaat er een ‘profetenkring’ (1Sam.10:5) en in 1 Samuel 19:20 is er vervolgens sprake van een ‘profetenschool’

Het woord ‘school’ duidt in dat geval dan op een groepsgemeenschap. Omdat in de tijd daarvoor niet over deze scholen wordt gesproken, veronderstellen velen dat Samuel hun oprichter is. De eerste school wordt immers met Rama verbonden, wat de woonplaats van de profeet was (1Sam.19:18-24; vgl. 7:17).Deze profetenscholen vormen het begin van een profetische traditie en worden in de Bijbel vermeldt in een periode waarin het volk van Is-raël zich weinig van God aantrekt. In de tijd van Samuel was het woord van God schaars onder het volk (1Sam.3:3). Het is in die tijd dat een profetenschool voor het eerst wordt genoemd (19:20). In de latere tijd van de profeten Elia en Elisa is er opnieuw sprake van de profetenscho-len (1Kon.20; 2Kon.2-6). Ook dan is het woord van God schaars. We horen van valse profeten die Baäl en Asjera dienen en aan de koninklijke tafel mee-eten (1Kon.18:19-19:1; vgl. 22:6). Dit zijn geen gemakkelijke tijden voor de diena-ren van Jahweh. Als Izebel ertoe oproept om de profeten van Jahweh te doden, verbergt Obadja honderd profeten in de grotten, waar hij hen van voedsel voorziet (1Kon.18:4). Ook de landbouwer die Elisa wil ondersteunen, mag zijn bijdrage aan honderd profeten verdelen (2Kon.4:43). Deze gegevens laten zien dat profeten veel-

Raymond Hausoul

Profetenkringen in het Oude Testament

Page 7: Profetie - StudieBijbel€¦ · Geest van God ‘verborgenheden aan het licht brengt’. Er was onenigheid en ongehoorzaam-heid in de gemeente van Filadelfia. Sommigen in de gemeente

12 13Thema artikel12 13

ten betrokken bij verschillende profetenkringen en gaven mogelijk onderwijs aan de leerlingen vanuit hun eigen inzichten en ervaringen. Een voorbeeld daarvan zien we als Elisa voor zijn knecht bidt: ‘“Jahweh, open zijn ogen en laat het hem zien.” Jahweh opende Elisa’s knecht de ogen, en toen zag hij dat de heuvels vol ston-den met paarden en wagens van vuur, die Elisa omringden’ (2Kon.6:17). De profeten moesten leren om de werkelijkheid te bekijken vanuit Gods ogen. Welvaart en tegenslag mochten niet eigenhandig worden geduid vanuit Gods Woord. In Kronieken vernemen we meermaals dat profeten ook boeken schreven over hun tijd: ‘de geschiedenis van koning David van begin tot eind is opgetekend in de geschriften van de ziener Samuel, de profeet Natan en de schouwer Gad’ (1Kr.29:29), over koning Salomo is nog meer geschreven ‘in de geschriften van de pro-feet Natan, in de profetie van Achia uit Silo en in de visioenen van de ziener Jedo over Jerobeam’ (2Kr.9:29), ‘de geschiedenis van Rechabeam van begin tot eind is opgetekend in de geschriften van de profeet Semaja en de ziener Iddo’ (12:15), ‘Verdere bijzonderheden over wat Abia heeft gezegd en gedaan zijn opgetekend in het werk van de profeet Iddo’ (13:22), ‘Verdere bijzonder-heden over Uzzia zijn van begin tot eind opgete-kend door de profeet Jesaja, de zoon van Amos’ (26:22), ‘Verdere bijzonderheden over Jechizkia en de bewijzen van zijn trouw zijn vastgelegd in de visioenen van de profeet Jesaja, de zoon van Amos, zoals opgetekend in het boek over de koningen van Juda en Israël’ (32:32). Het is mo-gelijk dat deze geschiedschrijving gecombineerd werd met het maken van de nodige aantekenin-gen die Gods Geest aan het volk wilde doorge-ven, zoals dat het geval is bij de profeet Jesaja en zijn geschiedschrijving over Hizkia.Naast de verbondenheid met Gods Woord, was er ook een verbondenheid met Gods Geest. Dit zien we als Saul de profeten nabij Gilgal ontmoet en daar eveneens profeteert (1Sam.10:5-10) of als hij met zijn boodschappers David in Rama wil vastgrijpen en zij daar profeteren (19:18-24). Dat er zulke profetische uitspraken worden ge-

daan, vinden de omstaanders niet vreemd. Wat hen wel verbaast is dat dit ook met Saul gebeurt. Dat zorgt voor de uitspraak: ‘Is Saul ook onder de profeten’ (1Sam.10:12). Het volk weet echter nog niet op dat moment dat Saul gezalfd is door Samuel en dat daarmee zijn persoon verbonden is met Gods Geest.

Aanbidding en profetieUit de bovengenoemde gebeurtenis blijkt ook dat de aanwezigen Jahweh erkennen en aanbidden. De profeten die Saul de eerste keer ontmoet, worden ‘voorafgegaan door muzikanten met harpen, tamboerijnen, fluiten en lieren’ (vs.5). Deze profeten sloten zich niet op tussen de vier muren van een gebouw. Ze gingen de straat op en gaven eer aan God in woord en lied. Bij Elisa zien we die combinatie tussen profetie en het aanbidden van Jahweh eveneens. Als koning Josafat een profetisch woord verwacht, vraagt Elisa naar een muzikant: ‘En terwijl de mu-zikant op de lier speelde, werd Elisa gegrepen door de hand van Jahweh’ (2Kon.3:15). Van Ezechiël zegt Jahweh dat het ongehoorzame volk niet naar hem luistert: ‘Jij bent voor hen niet meer dan een zanger van liefdesliedjes, iemand met een mooie stem, iemand die goed kan spe-len: ze horen wel wat je zegt, maar ze handelen er niet naar’ (Eze.33:32).David kiest er in zijn tijd al voor om in de ere-dienst profetie te verbinden met muziek: ‘David zonderde met de legerbevelhebbers mensen af voor het dienstwerk uit de nakomelingen van Asaf, Heman en Jeduthun. Zij profeteerden onder het spel van harpen, luiten en cimbalen’ (1Kr.25:1). Het is mogelijk dat deze liederen wer-den bewaard en gebruikt in de eredienst.

Lichtbakens in donkere periodesHet is bijzonder dat er in de donkere periodes van Israël mensen waren die zich volledig aan Jahweh ter beschikking wilden stellen. Wie geen Leviet was, kon immers denken dat hij of zij voor Jahweh van minder betekenis was. Tradi-tioneel gezien wees Samuël de Leviet (1Kr.9:22) deze gedachte af door de eerste profetenkring

te stichten waar iedereen welkom was. Nergens blijkt namelijk dat deze kringen beperkt werden tot één specifieke stam. Die keuze kwam overeen met Mozes’ verlangen: ‘Legde Jahweh zijn Geest maar op heel het volk! Profeteerde iedereen maar!’ (Num.11:29).Zij die de profetenkringen bezochten, wilden zich volledig aan Jahweh toewijden en afzonde-ren van het kwaad in hun land. Menig toege-wijde leerling zal wellicht uit deze kringen zijn voortkomen. Tegelijk was Jahweh niet afhan-kelijk van de profetenleerlingen. Zo getuigt Amos: ‘Ik ben helemaal geen profeet, en ook geen profetenleerling. Ik ben veeboer en vijgen-teler’ (Am.7:14). Ondanks Amos’ achtergrond riep Jahweh ook hem tot profeet en leerde hij de kneepjes van deze dienst.Tegelijk getuigen de profetenkringen en –scho-len dat profeten van Jahweh ook een eigen verantwoordelijkheid hadden. Petrus zegt dat de profeten Gods boodschap onderzochten met vragen als wanneer en hoe het geprofeteerde zou worden vervuld (1Pet.1:10-11). Zij kozen ervoor om zich met Gods Woord en Geest bezig te houden. We zouden daaruit kunnen afleiden dat onder normale omstandigheden hun het profeteren evenmin vanzelf toeviel als dat de priesters de tempelinstructies toevielen of dat de leraren het onderwijzen van Gods Woord zonder

eigen inzet toeviel. In alle drie gevallen was een tijd van inzet en eigen onderzoek normaal. Profeten, priesters en leraren moesten zich voor God verantwoorden en lieten zich door Gods Geest voorbereiden. Daarbij gold ook de oproep om in hun eigen dienst met God te investeren door middel van alle mogelijke hulpmiddelen. Waar dit niet gebeurde, ging het volk verloren door gebrek aan inzicht. Menig valse profeet, valse priester of valse leraar kreeg dan de kans om het volk te misleiden. Dat mocht geenszins gebeuren. Juist vanwege dat verval besloot Sa-muël immers om een profetenschool te stich-ten. en om diezelfde reden kiezen christenen er tegenwoordig voor om Gods Woord te bestude-ren, zodat ze het spreken van Gods Geest beter leren verstaan en een lichtbaken mogen zijn in hun omgeving. Door het werk van Jezus Christus is de Geest beschikbaar voor alle gelovigen en verlangt God er nog steeds naar door mensen te werken. Het land waarin we wonen bevindt zich namelijk in een donkere tijd waarin het woord van God eveneens schaars is. Christenen mogen zich daarom door de profetenscholen laten uitdagen om er voor te kiezen Gods verlangens zichtbaar te maken in dit land. Dat jij dit tijd-schrift leest, laat zien dat je bij die grote groep lichtdragers wilt behoren. Tot meerdere eer en glorie van Gods naam!

Page 8: Profetie - StudieBijbel€¦ · Geest van God ‘verborgenheden aan het licht brengt’. Er was onenigheid en ongehoorzaam-heid in de gemeente van Filadelfia. Sommigen in de gemeente

14 1514 15

Openbaring is een intrigerend Bijbelboek. Het laatste Bijbelboek houdt de gemoederen flink bezig, in het verleden, maar ook nu nog. Van uitgekristalliseerde eindtijdscenario’s tot een soort van sprookjesboek; van tot in detail vastgelegde gebeurtenissen tot een

globaal overzicht van wat er toen (lees: in de 1e eeuw van onze jaartelling) gebeurde. Meningen en diverse interpretaties struikelen over elkaar. Het is niet voor niets dat Openbaring over het algemeen als een moeilijk te lezen en te begrijpen boek wordt gezien. In dit artikel richt ik me op het relatief makkelijke gedeelte uit Openbaring: de brieven aan de zeven gemeenten in Klein-Azië. We vinden ze in de hoofdstukken 2 en 3. Niet alleen op basis van de inhoud, maar ook op basis van de vorm en de structuur waarin deze brieven geschreven zijn, wil ik komen tot de kern van de boodschap ervan. Een boodschap die ook voor ons vandaag van belang is.

de groet in 22:18-21 wijzen op een eenheid (zie ook 1:3) en vormen een natuurlijke afsluiting van de briefvorm.

ProfetieHet boek Openbaring spreekt er zelf over dat het een profetie is (1:3, 22:7, 10, 18-19). Profetie is beslist geen christelijk variant van waarzeg-gerij. Alsof profeten en profetessen de toekomst kunnen voorspellen. Profetie ‘duidt het heden en schouwt de toekomst’. Daarmee bedoel ik dat God door middel van de profeet huidige praktijken aan de kaak stelt èn tegelijkertijd een beeld van de toekomst schetst. Dat betekent dat de profeet cultuur, maatschappij en individuen ‘weegt’ door de ogen van God. Vaak mondt dit uit in een oproep tot bekering: een terugkeren tot God. Tegelijkertijd laat God bij monde van de profeet weten dat het niet voor altijd zo zal blijven. God is een God van hoop en herstel. Dit komt terug in het ‘schouwen van de toekomst’: in grote lijnen schetst de profeet een beeld van de (vaak verre) toekomst zoals God deze zal gaan uitwerken.

Thema artikel 11

Kern en structuur van de zeven brieven in Openbaring 2 - 3

ApocalyptiekDeze laatste term komt uit het Grieks en be-tekent ‘onthullen’. Deze manier van schrijven was zeer gewoon onder Joden en christenen voor en na het begin van onze jaartelling. Denk bijvoorbeeld aan de Bijbelboeken Ezechiël en Daniël. Apocalyptische literatuur beschrijft een kosmisch dualisme: twee strijdende krachten in ons universum. De ene kracht slecht (satan, de-monen), de andere kracht goed (God, engelen). Beide krachten worden op aarde belichaamd in de strijd tussen goed en kwaad en mensen worden ‘gedwongen’ een kant te kiezen. Deze strijd wordt levendig beschreven met tal van beelden die een groot appèl doen op het gevoel en de verbeeldingskracht van de toehoorder/lezer. Het boek Openbaring is niet geschreven om te verhullen, maar om te onthullen. Het doel is niet om te speculeren over de toekomst, maar om theologisch inzicht te verwerven. Je kunt zeggen dat Openbaring ons een kijkje achter de schermen van het wereldtoneel geeft.

Leestradities van de zeven brievenJuist omdat het boek Openbaring lastig te lezen is en uit diverse genres bestaat, zijn er in de loop van de geschiedenis verschillende tradities van lezen ontstaan. Wanneer het in het bijzonder gaat om de leestraditie van de zeven brieven, zijn er lezers die de zeven brieven interprete-ren als zeven opeenvolgende tijdperken in de kerkgeschiedenis. Volgens die lezing zijn we nu aangekomen in de periode van Laodicea: de kerk is lauw geworden. Twee grote bezwaren tegen een dergelijke lezing zijn:

(a.) Er wordt geen recht gedaan aan de oorspronke-

lijk geadresseerden van de zeven brieven;

(b.) De kerk in het Westen mag dan nu wel lauw zijn,

maar wat te denken van de kerk op het zuidelijke

halfrond…?

Een andere leestraditie is dat de zeven brieven aan de gemeenten naast de oorspronkelijkehistorische betekenis ook een symbolische betekenis hebben en in die zin staan voor het

beeld van de kerk van alle tijden. Elk van de zeven situaties die in de brieven beschreven worden kunnen zich op elk moment in elke kerk in elke tijd voordoen. Daarmee worden naast de concrete historische aanwijzingen ook princi-piële aanwijzingen voor de kerk van vandaag de dag gegeven. Voor deze laatste lezing is veel te zeggen, vooral omdat het zeer waarschijnlijk geweest is dat alle zeven brieven zogenaamde ‘rondzendbrieven’ waren: alle brieven werden in elk van de zeven gemeenten voorgelezen zodat elke gemeente er lering uit kon trekken.

De literaire structuur helpt begrijpenOm een tekst goed te begrijpen kijken we na-tuurlijk naar de inhoud van de tekst. Wat wordt er nu werkelijk geschreven, gezegd, bedoeld? Dat is het proces van interpretatie van een tekst. Maar naast de tekst zelf, helpt het ook om te kijken naar de manier waarop deze tekst is weergegeven. Zijn er bepaalde literaire struc-turen te ontdekken in de tekst? En zo ja, wel-ke? En wat dragen deze structuren bij aan ons begrip van een tekst? Het boek Openbaring staat bekend om de verschillende structuren die een rol spelen.2 Denk aan herhalingen van zinnen en symbolen; denk aan numerieke structuren zoals zeven brieven, zeven zegels, zeven bazuinen, zeven schalen; denk aan terugkerende getal-len als 24, 12, 144. Voor een juist begrip van de tekst is het van groot belang om te kijken naar de structuur van de tekst. Juist in een dergelijke structuur kan de schrijver aangeven waar de na-druk op ligt: wat wordt bijvoorbeeld herhaald en hoe vaak? Wat is een beeld dat steeds terugkeert en wat juist niet? Als we ontdekken waar de nadruk op ligt, helpt ons dat om hoofdzaken van bijzaken te onderscheiden en ons in de interpre-tatie niet te verliezen in de talloze details van de tekst. Let op: daarmee zeg ik niet dat die details niet belangrijk zijn, maar ik waarschuw ervoor dat we door alle details misschien de rode draad over het hoofd zien.

De structuur van de zeven brievenNu naar de brieven uit Openbaring 2 en 3. Als we

Leesregels Voordat we beginnen is het noodzakelijk om een aantal ‘leesregels’ vast te stellen. Een bijzonder boek vraagt om een bijzon-dere manier van lezen. Net zoals je een kookboek anders leest dan een roman. En het instructieboekje van je auto lees je weer anders dan een stripboek. Het anders lezen van een bepaald boek heeft alles te maken met het verschil in genre van een boek. Over het algemeen worden drie soor-ten van genre gevonden in Openbaring: de briefvorm, profetie en apocalyptiek.1

BriefvormDe briefvorm spreekt voor zich. Er is spra-ke van een aanhef en van geadresseerden, al in het eerste hoofdstuk (1:4-5) en uiter-aard bij alle zeven brieven (2:1, 8, 12 en 18; 3:1, 7 en 14). Of tussen 3:22 en 4:1 een knip gezet moet worden waardoor hoofdstuk 4 tot 22 niet tot de briefvorm behoren is nog maar de vraag. Het terugkeren van profe-tie, de nadruk op het horen van dit boek en

Marco Wittenberg

Page 9: Profetie - StudieBijbel€¦ · Geest van God ‘verborgenheden aan het licht brengt’. Er was onenigheid en ongehoorzaam-heid in de gemeente van Filadelfia. Sommigen in de gemeente

16 1716 17

gende brieven die corresponderen zijn de brieven aan de gemeente te Smyrna en te Filadelfia. Beide gemeenten worden gekenmerkt door een goede geestelijke toestand: hun trouw aan Christus wordt geprezen en de beide gemeenten worden aangemoedigd om vooral vol te houden, stand-vastig te blijven in hun geloof.De drie brieven in het midden adresseren de drie gemeenten die een ‘gemengde’ geestelijke toe-stand hebben: sommigen binnen deze gemeenten zijn trouw gebleven, liefdevol, gelovig, standvas-tig en hebben hun kleren schoon gehouden. Maar anderen houden vast aan dwaalleren, ontucht, valse profetie, zijn op sterven na dood en hun ge-drag schiet tekort in Gods ogen. Pergamum lijkt het iets beter te doen dan Sardes, Thyatira staat in het midden.Door gebruik te maken van deze literaire vorm van een chiasme wordt iets duidelijk over de toe-stand van de kerk in zijn geheel. De buitengren-zen én de kern bestaat uit gemeentewaar het niet best mee is gesteld. Slechts twee gemeenten zijn geestelijk gezond. Dit geeft te denken…Als we kijken naar het vers wat de kern van het geheel vormt, en dus qua structuur precies in het

waarin de zeven gemeenten verkeren, kunnen we ook een chiasme ontdekken:4

A Efeze / geestelijke toestand is slecht, ze verlie-zen bijna hun christelijke identiteit

B Smyrna / geestelijke toestand is goed, ze zijn trouw en worden aangemoedigd vol te houden

C Pergamum / gemengde geestelijke toestand: slecht en goed

C Thyatira / gemengde geestelijke toestand: slecht en goed

C Sardes / gemengde geestelijke toestand: slecht en goed

B’ Filadelfia / geestelijke toestand is goed, ze zijn trouw en worden aangemoedigd vol te houden

A’ Laodicea / geestelijke toestand is slecht, ze verliezen bijna hun christelijke identiteit

De brieven aan Efeze en Laodicea corresponde-ren met elkaar vanwege de slechte geestelijke toestand waarin deze beide gemeenten zich bevinden. Ze staan op het punt om hun identiteit als christelijke gemeenschap te verliezen. De vol-

Thema artikel

inzoomen op deze brieven aan de zeven ge-meenten, en dan in het bijzonder op de struc-tuur van deze brieven, dan zijn er verschillende zaken die opvallen: Allereerst de herhalingen: elke brief begint met dezelfde aanhef, namelijk ‘Schrijf aan de engel van de gemeente in …’. Elke brief eindigt met de frase ‘Wie oren heeft, moet horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt’. Aan het einde van elke brief volgt ook een belofte, ingeluid met de woorden: ‘Wie overwint…’. Voor de volledigheid noem ik dat het einde van de brieven niet overal exact gelijk is. De brieven aan de gemeenten in Efeze (2:1-7), Smyrna (2:8-11) en Pergamum (2:12-17) eindigen met ‘Wie oren heeft…’ en daarna ‘Wie overwint…’. En de brieven aan de gemeenten in Thyatira (2:18-29), Sardes (3:1-6), Filadelfia (3:7-13) en Laodicea (3:14-22) hebben eerst ‘Wie overwint…’ en pas daarna ‘Wie oren heeft…”. Dit kleine verschil is echter niet van belang voor de interpretatie.Wat verder opvalt is dat elke brief begint met de woorden ‘Dit zegt Hij die…’ (op twee uitzonde-ringen na: ‘Dit zegt de Zoon van God’ in 2:18 en ‘Dit zegt Amen’ in 3:14 maar dit zijn varianten op dezelfde zaak). Na deze introductie van Jezus die spreekt, worden er telkens specifieke ken-merken van Christus genoemd:

a. Die de zeven sterren in zijn rechterhand houdt

en tussen de zeven gouden lampenstandaards

verblijft (2:1);

b. Die de eerste en de laatste is, die dood was en nu

leeft (2:8);

c. Die het scherpe, tweesnijdende zwaard heeft

(2:12);

d. Die ogen heeft als vlammend vuur en voeten als

brons (2:18);

e. Die die zeven geesten van God en de zeven sterren

heeft (3:1);

f. Die heilig en betrouwbaar is, die de sleutel van

David heeft (3:7);

g. De trouwe en betrouwbare getuige, het begin van

Gods schepping (3:14);

Aan het begin van elke brief maakt Jezus zich-

zelf bekend aan de desbetreffende gemeente met een specifiek kenmerk van zijn karakter, wat tegelijkertijd aanhaakt bij de situatie van die desbetreffende gemeente. Als we bijvoor-beeld kijken naar de tweede gemeente, Smyrna, waar Jezus zich bekend maakt als degene ‘die dood was, maar nu leeft’, dan zien we dat deze waarheid als een inleidende bemoediging dient. De gemeente wordt geteisterd door ellende, armoede en laster. En dat is nog niet alles: er zal vervolging en gevangenschap volgen. Maar de aanmoediging die Jezus aan deze gemeen-te geeft is om trouw te blijven tot in de dood. Jezus kan deze aanmoediging geven omdat Hij zelf dood was, maar nu leeft. Zo wordt elke gemeente passend aangesproken door de Heer van de gemeente. Deze nauwe betrokkenheid van Christus op elke gemeente wordt nog eens onderstreept doordat in elke brief doorklinkt dat Hij op de hoogte is van wat er speelt in de gemeente. In elke brief klinkt het refrein door als Jezus spreekt: ‘Ik weet…’ (2:2, 9, 13, 19; 3:1, 8, 15). De Heer van de gemeente is op de hoogte van de situatie in de gemeente.

De kern van de zeven brievenAls we nu weer iets verder uitzoomen en afstand nemen door de zeven brieven in hun geheel te bekijken, dan is het mogelijk om hier een chiasme in te ontdekken. Een chiasme is een stijlfiguur afgeleid van de Griekse letter chi (onze X) waarbij dit kruis staat voor woorden, zinnen of ideeën die herhaald worden in omgekeerde vorm.3 Een voorbeeld vinden we in Marcus 2:27, als Jezus onderwijst over de sabbat: ‘De sabbatis er voor de mens, en niet de mens voor de sabbat’. Als we dit in een kruisvorm weergeven zien we: A De sabbat B is er voor de mens B’ en niet de mensA’ voor de sabbat.

Als we inhoudelijk kijken naar de zeven brieven uit Openbaring 2-3 en de geestelijke toestand

Ook als niemand ons ziet of serieus neemt. Christus is

werkelijk HEER van de gemeente.

Lees verder op de volgende pagina

Page 10: Profetie - StudieBijbel€¦ · Geest van God ‘verborgenheden aan het licht brengt’. Er was onenigheid en ongehoorzaam-heid in de gemeente van Filadelfia. Sommigen in de gemeente

18 19

wat we nodig hebben en hoe we ervoor staan en ons gedragen ten opzichte van Hem. Ook als niemand ons ziet of serieus neemt. Christus is werkelijk HEER van de gemeente.

Dr. Marco Wittenberg is voorganger van de CAMA Ge-meente in Amstelveen en gastdocent Bijbelse Theologie van het NT en Theologie & Geschiedenis van de CAMA aan het baptistenseminarie in Amsterdam.

1. Michael J. Gorman, Reading Revelation Responsibly. Uncivil Worship and Witness: Following the Lamb into the New Creation, (Eugene, OR: Cascade, 2011), 10-30.

2. James L. Bailey, Lyle D. Vander Broek, Literary Forms in the New Testament. A Handbook (Louisville, KY: Westminster/John Knox, 1992), 201-210.

3. James L. Resseguie, Narrative Criticism of the New Testament. An Introduction (Grand Rapids, MI: Baker Academic, 2005), 58-60; Bailey, Vander Broek, Li-terary Forms, 49-54.

4. G.K. Beale, The Book of Revelation (NIGTC; Grand Rapids, MI: Eerdmans / Carlisle: Paternoster, 1999), 224-228.

Thema artikel

midden staat, dan zien we dat het gaat om 2:23b. Het enige vers dat gericht is aan alle gemeenten: ‘Laat elke gemeente beseffen dat Ik het ben die hart en ziel van de mens doorgrondt en dat Ik ieder van u zal belonen naar zijn daden.’

Conclusie: de betekenis van deze kern voor nuAls we zo in het korte bestek van dit artikel deze zeven brieven globaal hebben doorgenomen en hebben gezien dat vanuit de literaire structuur bekeken 2:23b de kern van het chiasme vormt, dan is deze uitspraak van Jezus tegelijkertijd een waarschuwing én een bemoediging voor de kerk van toen en van nu. Een waarschuwing omdat deze uitspraak duidelijk maakt dat het Christus zelf is die ons mensen en onze gemeenten door-grondt. Hij kent werkelijk het diepste van ons wezen en ons gedrag. Tegelijkertijd is dit een bemoediging, een pastorale handreiking, omdat het aangeeft dat het ook Christus zelf is die weet

Actiecode aanbieding boek HayesSpeciaal aanbod voor abonneesLezers van Studiebijbel Magazine kunnen het boek Achteruit lezen van Richard Hays met korting kopen: voor € 16,25 in plaats van € 21,50! Actiecode 904-10059Actieperiode 10-03-2017 tot 10-06-2017

 Ik bestel …..... ex. van Achteruit lezen van Richard Hays en betaal € 16,25 in plaats van € 21,50 

Naam: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Adres: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Postcode + woonplaats: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 

Actiecode 904-10059 Actieperiode 10-03-2017 tot 10-06-2017 U kunt de bon inleveren bij de boekhandel of het boek bestellen via www.boekencentrum.nl. Vul dan de actiecode in bij het bestelmandje, u betaalt dan wel verzendkosten.

Woordstudie

Het werkwoord prophēteuō betekent (1) ‘profeet zijn’ en (2) ‘als profeet spreken, profeteren’.Afgeleid van prophētēs ‘profeet’ betekent het ten eerste ‘profeet zijn’. In deze betekenis ko-men we het tegen in Hand.21:9, waar Lucas van Filippus zegt dat hij (lett.) ‘vier profeet zijnde dochters’ had, dat wil zeggen ‘vier dochters die profetessen waren’ (zie comm. ter plaatse). Ten tweede betekent het ‘als profeet spreken, profeteren’, dat wil zeggen het spreken namens God en het bekend maken van geheimenissen. Het kan soms betrekking hebben op de toekomst (bv. Mat.15:7; 1Pet.1:10), maar in tegenstelling tot manteuomai ‘waarzeggen, voorspellen’ gaat het niet primair om het voorspellen van toekomstige gebeurtenissen. De kern van het profeteren is het verkondigen van Gods wil en het onthullen van zaken die voor de natuurlijke zintuigen niet direct waarneembaar zijn.

Zo zegt Paulus in 1Kor.14:24-25 bijvoorbeeld dat iemand die profeteert het verborgene in iemands hart doorgrondt en aan het licht brengt. Het kan ook spottend (bv. Mar.14:65) of in schijn gezegd worden (bv. Mat.7:22), maar het echte profete-ren gebeurt onder de directe invloed van de Hei-lige Geest (bv. Luc.1:67; Hand.2:18), hoewel het nog onvolkomen is (1Kor.13:9). Paulus rekent het profeteren tot de gaven van de Geest (1Kor.14:1), die ten doel hebben de mensen te stichten en te vermanen, d.w.z. de gemeente op te bouwen in het geloof (1Kor.14:3-4).

Het zelfstandig naamwoord (vrl.) prophēteia betekent (1) ‘(het) profeteren’, (2) ‘profetie, profetenwoord’ en (3) ‘gave van profetie’.Afgeleid van prophēteuō ‘profeet zijn; als pro-feet spreken, profeteren’, betekent het in eerste instantie ‘het profeteren’ in de zin van de werk-zaamheid van een profeet. In deze betekenis komen we het tegen in Op.11:6, waar gesproken wordt over ‘de dagen van het profeteren’ van de twee getuigen.Vervolgens vinden we het in de betekenis van ‘profetie, profetenwoord’, dat wil zeggen een woord dat God door de mond van profeten gesproken heeft. Dit kan een profetie uit het OT betreffen (bv. Mat.13:14 ‘de profetie van Jesaja’ 2Pet.1:20-21 ‘profetie van de Schrift’), maar ook een uitspraak van iemand die onder het nieuwe verbond de gave van profetie ontvangen heeft. Zo wordt bijvoorbeeld in de eerste brief aan

Timoteüs melding gemaakt van ‘profeten-woorden’ die over Timoteüs zijn uitgesproken (1Tim.1:18, 4:14). Ook in de woordverbindingen ‘de woorden van de profetie’ (Op. 1:3), ‘de woor-den van de profetie van dit boek’ (Op. 22:7,10,18) en ‘de woorden van het boek van deze profetie’ (Op.22:19) hebben we te maken met deze bete-kenis.Ten derde wordt het gebruikt in de zin van ‘gave van profetie’. In Rom.12:6 en 1Kor.12:10 staat het in opsommingen van gaven van de Geest. Als Paulus spreekt over de ‘profetie’ waar-door men alle geheimenissen kent (1Kor.13:2) en over ‘profetieën’ die teniet gedaan zullen worden (1Kor.13:8) gaat het niet over profetenwoorden, maar over gaven van profetie. In 1Tes.5:20, waar de zinsnede ‘veracht de profetieën niet’ volgt op ‘dooft de Geest niet uit’, zullen we ook eerder aan de betekenis ‘gave van profetie’ moeten denken dan aan ‘profetenwoord’.

prophēteia

prophēteuō

18 19

Page 11: Profetie - StudieBijbel€¦ · Geest van God ‘verborgenheden aan het licht brengt’. Er was onenigheid en ongehoorzaam-heid in de gemeente van Filadelfia. Sommigen in de gemeente

20 21Thema artikel 5

Mozes was een adoptiekind, een gegeven dat zijn hele verdere levensloop zou bepalen. Zoals alle

adoptiekinderen werd Mozes zich er op een dag van bewust dat hij niet leek op zijn vader of moeder, dat zijn ouders niet voor hem hadden kunnen zorgen, dat hij anders was dan de andere kinderen waarmee hij speelde.

Gelukkig lezen we in Exodus dat Mozes’ ouders zielsveel van hem hadden gehouden, dat hij aan de borst van zijn eigen moeder kon drinken tot dat niet meer nodig was, dat hij in een welva-rende familie werd opgenomen. Mozes had dus in elk opzicht geluk gehad en had geen reden zich te beklagen. Maar onvermijdelijk kwam er, zoals bij alle adoptiekinderen, een tijd dat hij vragen begon te stellen over zijn oorsprong en zijn biologische ouders. Vragen over zijn identiteit: Wie ben ik nu eigenlijk echt? Het is een vraag die iedere jongere bezighoudt. Vertel me toch wie ik ben!1 Want onze identiteit wordt voor een belangrijk deel bepaald door de mensen waar we bij horen – onze familie, onze etniciteit, onze vrienden, onze jeugdgroep. Mozes merkte wel dat hij anders was dan de andere kinderen om hem heen. Waarschijnlijk was hij besneden en hij leek niet op zijn moe-der. En wie was trouwens zijn vader? Hoewel Mozes het feitelijke verhaal van zijn adoptie wel kende, moest hij dat toch subjectief een plaats geven in zijn persoonlijke verhaal over wie hij was2,3. Daarvoor vond hij niet alle ant-woorden die hij nodig had in zijn eigen sociale omgeving. En hij was sterk genoeg om zelf op

dr. Johan Velema

Mozes. Een verhaal van adoptie (deel 1)

zoek te gaan en de Hebreeën op te zoeken. Die bevolkingsgroep die zo’n andere cultuur had dan de Egyptische, gekenmerkt door veehou-derij, met een andere godsdienst. Mensen die werden onderdrukt en uitgebuit.

Mozes de EgyptenaarWe kennen geen details over het leven van Mozes als Egyptische prins. Maar we kunnen uit zijn optreden als leider van het volk wel afleiden dat hij een goede opleiding kreeg en werd voorbereid voor leiderschap. Mozes kon lezen en schrijven (Ex 24:4), organiseerde het Israëlische kamp op Egyptische manier (Num 2), gebruikte voor de ‘opvouwbare’ tabernakel technieken die hij vroeger thuis had gezien, en wist uit Egyptische ervaring dat ossenwagens een goede oplossing boden voor het vervoer van alle materialen (Num 7). Net als in Egypte gebruikte hij zilveren trompetten om het volk bijeen te roepen (Num 10)4. Mozes had juridisch inzicht en wist dat er regels nodig waren om een volk te laten samenleven. Hij wist ook dat

je draagvlak moest creëren om wetten geaccep-teerd te krijgen (Ex 24:3-4) en dat je, als dat eenmaal was gebeurd, heel strikt moest zijn in de handhaving (Num 15). Dat laatste kon alleen maar omdat God zelf deze wetten had gege-ven en zijn heiligheid daarin werd uitgedrukt. Tegelijk was die openbaring niet buiten Mozes’ hart en verstand om gegaan. God had zijn die-naar zorgvuldig voorbereid om deze sleutelrol te vervullen in het vormen van de levensstijl van dit volk dat God zelf had uitgekozen om hem geheiligd te zijn. Juist Mozes’ bescheiden-heid en afhankelijkheid van God onderscheid-den hem van een Egyptische Farao.

We zien Mozes’ leiderschap ook in de manier waarop hij het volk geruststellend toespreekt als er paniek uitbreekt vanwege het naderen van het Egyptische leger (Ex 14:10-14). En dat terwijl hij zelf ook niet wist hoe het verder moest! (Ex 14:15) Als we later zien hoe hij de orde herstelt na de anarchie rond het gouden kalf (Ex 32:25-29) beseffen we hoe Mozes in Egypte moet heb-ben geleerd om krachtdadig op te treden waar dat nodig was. Hij moet bekend zijn geweest met de manier van denken van de heersers en de gezagsdragers in Egypte. Juist dat stelde hem ook in staat om de Farao tegemoet te treden op voet van gelijkheid en met hem te onderhande-len over het vertrek van de Hebreeën (Ex 5-12). Zo zien we dat God alles wat we door onze opvoeding en opleiding geleerd hebben kan inzetten voor het realiseren van zijn konink-rijk, als we bereid zijn ons denken aan hem te onderwerpen. Dit gegeven zien we keer op keer bevestigd in de kerkgeschiedenis, bijvoorbeeld in

de levens van Paulus, Tertullianus, Augustinus, Luther en Calvijn. In onze tijd kennen we vaak ook een voorbeeld van zo iemand.

Mozes de HebreeërWe lezen niet dat Mozes zijn biologische ouders ooit nog terugzag. We lezen later dat Mozes wist wie zijn oudere broer was (Ex 4:14) en dat zijn broer ook wist wie hij was (Ex 4:27). Er moet dus contact geweest zijn in die eerste, Egypti-sche fase van Mozes’ leven5. Er moet herken-ning zijn geweest voor Mozes en een verklaring voor wat er gebeurd was rond zijn geboorte en adoptie. Een liefdevol welkom in die Hebreeuwse familie, die hem nooit vergeten was; die trots was op zijn succes, ook al stond dat nog zover van hen af. Heeft Mozes hen financieel onder-steund, hen onttrokken aan de scherpste kantjes van de slavernij? We weten het niet. Wel weten we dat Mozes zich het lot van zijn volksgeno-ten aantrok. Hoewel hij was grootgebracht als Egyptenaar en er voor de buitenwereld als een Egyptenaar uitzag (Ex 2:19), wist hij dat daar-mee zijn identiteit niet compleet was. En hij vond wat hem nog ontbrak bij de Hebreeën. Juist daarom is het incident dat heel zijn leven op zijn kop zal zetten zo schrijnend. Mozes bemoeit zich met een geval van zinloos geweld. Hij komt tussenbeide en kiest de kant van de Hebreeër tegen de Egyptenaar. Mozes dacht waarschijnlijk dat de Hebreeën zijn hulp wel op prijs zouden stellen en het geval stil zouden houden in hun eigen belang. Maar de volgen-de dag merkt hij dat iedereen op de hoogte is van wat er is gebeurd. En wat nog erger is, de Hebreeën keren zich tegen hem en behandelen

20 21

Page 12: Profetie - StudieBijbel€¦ · Geest van God ‘verborgenheden aan het licht brengt’. Er was onenigheid en ongehoorzaam-heid in de gemeente van Filadelfia. Sommigen in de gemeente

22 23Thema artikel

hem als een buitenstaander die zich niet met hun zaken moet bemoeien. Het is een bittere pil voor Mozes. Hij draagt zowel een Egyptische als een Hebreeuwse identiteit in zich, maar plotse-ling is hij bij allebei niet meer welkom en niet meer veilig. Hij moet weg en wordt een vluchte-ling, iemand die voortdurend over zijn schouder moet kijken en niet meer gerust kan slapen. Zo komt hij in Midjan, in de Arabische woestijn.

Mozes de VluchtelingWe kennen Mozes’ vluchtverhaal niet. Niet de route die hij volgde, niet hoe hij langs de grens-wachten kwam of hoe hij ontsnapte aan de spi-onnen en soldaten van Farao, niet welk trans-portmiddel hij gebruikte, niet of hij hulp kreeg van vertrouwde mensen of hoeveel hij betaalde aan een mensensmokkelaar. Opeens is hij in de Arabische woestijn, rustend bij een waterput (Ex 2:15). Hij is jong, sterk en man genoeg om op te komen voor een stel vrolijke vrouwen die maar wat onder de indruk zijn van die Egyptenaar (2:19). Het is duidelijk dat Mozes overwicht had en zich kon laten gelden. Zo komt hij thuis bij de priester Reüel en daar-mee komt hij in een heel andere wereld terecht. Het soort wereld waar de Hebreeën van vertel-den in hun verhalen over hun voorouders. Het leven van rondtrekkende herders met schapen en runderen. Leven in tenten. De sterke contras-ten van de woestijn en het je klein voelen in al die leegte, bitter koud ’s nachts en heet als een oven overdag. Reüel, de man van vrede, obser-veerde zijn gast en schonk hem zijn vertrouwen. Mozes was nederig genoeg om zich in die wereld te laten opnemen. In zekere zin ging hij terug naar zijn roots, de oorsprong van zijn Hebreeuw-se volksgenoten. Door het huwelijk met Sippora wordt Mozes opgenomen in het familieverband, zodat hij niet langer gast is maar meedeelt in de vreugden en moeiten van hun bestaan en mee-werkt voor het belang van de familie. Zo leert Mozes ervaren wat het betekent om te delen in de hechte familieband van een semitische clan. Een clan waarbinnen je elkaar bijstaat met raad en daad en waarin je elkaar altijd vast blijft hou-

den (Ex 18, Num 10:29-32). Soms gebeuren er dingen in je leven die maken dat al je dromenaan diggelen gaan. Je wordt ontslagen, je verliest iemand, je wordt geconfronteerd met discrimi-natie of uitsluiting, je krijgt een ziekte… Mozes’ leven laat zien dat God ook na zulke onvrijwilli-ge koerswijzigingen gewoon bij ons blijft en zijn eigen plannen in ons leven gestalte wil geven.

Mozes de MidjanietMozes heeft een thuis gevonden en veiligheid. Hij hoort er in al zijn anders zijn helemaal bij. Maar natuurlijk is het wennen. Veel van zijn Egyptische manieren en gewoonten moet hij afleren en hij moet een nieuwe taal leren en van ander voedsel leren houden. In Egypte waren er graan, groenten en fruit in overvloed en was de plaats van vlees en melk in het dagelijks voedsel van de Hebreeën geleidelijk kleiner geworden(Num 11:5, 20:5). Gelukkig kan hij door de ge-sprekken met zijn schoonvader en de mensen die hij ontving, zijn intellectuele ontwikkeling op peil houden. Zijn vrouw, haar zusjes (Ex 2:16) en haar broer (Num 10:29) moeten hem opvoeden in de Midjanitische gebruiken. Bij de geboorte van zijn eerste zoon, merken we dat het toch een worsteling voor Mozes is. Hij noemt hem Gersom, vreemdeling, omdat hij zich ondanks alle liefde die hem wordt betoond toch een vreemdeling, anders voelt.

Mozes heeft een thuis gevonden en veiligheid.

Hij hoort er in al zijn anders zijn helemaal bij.

Maar natuurlijk is het wennen.

Mozes moet frustratie hebben gevoeld omdat hij in Midjan niets meer kan doen tegen de onderdrukking van de Hebreeën. Hij houdt steeds zijn oren open voor nieuwtjes uit Egypte, meegebracht door reizigers en handelskara-vanen. Zo hoort hij op een dag dat de Farao is overleden (Ex 2:23). Het is mogelijk dat hij de nieuwe Farao kende en wist hoe zijn positie was in de Egyptische machtsverhoudingen. Hij hoort ook dat het beleid ten opzichte van de Hebreeën niet veranderde. Wat hemzelf betreft, het was duidelijk dat hij vergeten was en niemand hem meer zocht. Waarschijnlijk slaagde hij erin zijn biologische familie te laten weten dat hij leefde en bij benadering waar hij was.

Zo duurt het uiteindelijk een aantal jaren voor Mozes bij de geboorte van zijn tweede zoon kan zeggen: de God van mijn vader heeft mij aan het zwaard van Farao laten ontkomen (Ex 18:4). Pas dan voelt hij zich veilig, geen vluchteling meer. Mozes accepteert zijn situatie en leert de mooie kanten ervan waarderen. Hij lijkt zijn verlangen om iets voor zijn volk te kunnen betekenen te hebben los gelaten. Als herder zwerft hij door de woestijn met zijn stamgenoten. Mozes leert er zijn weg te vinden en zich altijd bewust te zijn van de noodzaak water te vinden. In het harde leven in de woestijn verliest hij zijn afhankelijk-heid van materiele welvaart en comfort, worden

zoveel dingen overbodig en onnodig gecompli-ceerd. Alle dingen die mensen maken en ver-zinnen in de cultuur van de grote stad verliezen voor hem veel van hun aantrekkingskracht. In die oneindige leegte van zon, wind, rotsen en zand vindt hij innerlijke vrijheid en komt hij als vanzelf dichter bij God.6 Opvallend is dat Mozes spreekt over ‘de God van mijn vader’ (Ex 18:4). Reüel, de priester, heeft hem geholpen zijn leven in het perspectief te zien van de God die door zijn biologische vader werd vereerd. Mozes leer-de de wijsheid van zijn schoonvader te waarde-ren en leerde van hem een begrip van God dat hij in Egypte zo nooit had meegekregen.

Mozes geeft de rijkdom van Egypte op en wordt een zwervende schaapherder (Hb 11:26). Hij lijkt daarmee op Jezus, die de heerlijkheid opgeeft die hij bij de Vader had en het leven aanvaardt van de zoon van een timmerman (Joh 17:5, Fil 2:6-7). In beide gevallen gebruikte God die bereidheid om af te dalen in de werkelijkheid van gewone mensen om velen te redden.

(Dit is deel 1 van een tweeluik. Deel 2 zal verschijnen in Studie Bijbel Magazine 10.4)

1. vgl. het door Supertramp gezongen lied Logical song geschreven door Roger Hodgson, 1979.

2. M. Reinoso, F. Juffer, & W. Tieman (2013). Children’s and parents’ thoughts and feelings about adoption, birth culture identity and discrimination in families with internationally adopted children. Child & Family Social Work, 18(3), 264-274.

3. L. Von Korff & H.D. Grotevant (2011). Contact in adop-tion and adoptive identity formation: the mediating role of family conversation. Journal of Family Psycho-logy, 25(3), 393.

4. T.D. Alexander, D.W. Baker (Editors). Dictionary of the Old Testament: Pentateuch. IVP 2003. ISBN 978-0830817818

5. We kunnen wel uitrekenen dat zijn ouders al overleden waren toen hij uit Midian terugkeerde en dat ze de Exodus niet hebben meegemaakt.

6. T.E. Lawrence. Seven pillars of wisdom. chapter III. Penguin Books. ISBN 9780141182766.

22 23

Page 13: Profetie - StudieBijbel€¦ · Geest van God ‘verborgenheden aan het licht brengt’. Er was onenigheid en ongehoorzaam-heid in de gemeente van Filadelfia. Sommigen in de gemeente

24 25Vragen van lezers24 25

Beste Rebekka,In het Oude Testament wordt in Lev.18:6-18 en 20:11-21 bloedschande verboden. Het is daar ook verboden dat een man trouwt met zijn zuster of halfzuster. Toch lezen we van Abraham dat hij met zijn halfzuster gehuwd was. Het is mogelijk dat te veroordelen omdat het tegen de wet van Mozes inging. Mij lijkt het echter aannemelijk dat die bepaling nog niet van toepassing was. Een wet voor Israël mogen we niet ongewijzigd honderden jaren terugplaatsen in de tijd.

In Gen.5:4 staat van Adam ‘En hij verwekte zonen en dochters’. Kaïn zal met een zuster of nicht (dochter van broer en zus) getrouwd zijn, omdat het niet past in de bijbelse weer-gave aan andere mensen op aarde te denken (Gen.5; Rom.5:12-21). Eva is de moeder van alle levenden (Gen.3:20; vgl. Hand.17:26). Ook Seth zal met een zus of een nicht getrouwd zijn (Gen.4:26). In onze tijd is het riskant als een broer en zus met elkaar trouwen, vanwege de verhoogde kans op genetische afwijkingen. De waarschuwing om niet te trouwen binnen beperkte kring wordt ook wel uitgebreid tot neef en nicht. Het is bekend dat genetische

Volgens Leviticus 18 is een huwelijk met een gezinslid verboden. Sara was echter de (half)zuster van Abraham (Gen.20:12). Waar-om is het in Leviticus een schanddaad? Dat geldt ook voor gemeenschap hebben met de broer van je man (vs.16). Toch wordt dat wel

gedaan. Zie Tamar (Gen. 38) en het leviraat-shuwelijk (Deut.25:2-10).

En hoe zit het met Leviticus 18:22? Geldt datverbod voor mannen in het algemeen of alleen bij machtsmisbruik?

Vraag van Rebekka van den Brink uit Rotterdam

afwijkingen in de loop van de tijd toenemen door overerving, zeker in kleine kring (‘in-teelt’). Het is goed denkbaar dat Adam en Eva nog geen genetische afwijkingen hadden, waardoor huwelijken van hun kinderen binnen de eigen familie in genetisch opzicht pro-bleemloos waren. Wanneer er genetische degeneratie optreedt in de loop der eeuwen, is het op grond daar-van te begrijpen dat huwelijken binnen een gezin in de tijd van Mozes verboden worden, maar dat betekent niet dat dezelfde normen al veel eerder golden. In dat geval was het huwelijk van Abraham en Sara geheel wet-tig. Ook de huwelijken tussen de zonen en dochters van Adam en Eva kunnen officieel voltrokken zijn (vgl. Gen.2:24). Het probleem van bloedschande en incest was toen nog niet aan de orde (voor zover wij lezen). Het woord bloedschande is van toepassing op Lot en zijn beide dochters; uit hun onzedelijke han-delingen werden Moab en Ammon geboren (Gen.19:30-38).Bij het leviraatshuwelijk ging het niet om een gewoon huwelijk tussen een man en zijn schoonzuster, of om een tweede huwelijk, maar om het verwekken van een nakome-

Antwoord:

Vragen van lezers?ling die de naam van de overleden man zou voortzetten. Dat is een andere situatie dan in Lev.18 aan de orde is. Lev.18 gebruikt herhaaldelijk de uitdrukking ‘zich ontbloten’ of ‘naaktheid onthullen’, waar-mee seksuele gemeenschap aangeduid wordt. Volgens het Oude Testament mag dit alleen binnen het huwelijk gebeuren, zodat door de genoemde verboden ook bepaalde huwelijken in de familiekring verboden worden. Volgens sommige uitleggers zou alleen machtsmisbruik in dit hoofdstuk verbo-den worden, maar niet de gemeenschap of het huwelijk als zodanig. Het probleem met die uitleg is dat er nergens in het hoofd-stuk geduid wordt op machtsmisbruik. Bijna overal worden de mannen aangesproken (in vs.23 ook vrouwen), maar het gaat niet over

machtsposities. Die uitleg past ook niet in vers 22, over een seksuele relatie tussen mannen. Dit is een algemeen verbod, en niet een bepa-ling die alleen bij machtsmisbruik geldt, zoals in Sodom (Gen.19:5). We moeten namelijk het verband in het oog houden: in Lev.18 worden allerlei seksuele praktijken van de Kanaänieten verboden. Vandaar de uitgebreide opsom-ming van verboden relaties, waardoor het land onrein is geworden (vs.27). Nergens staat iets te lezen dat bij wederzijdse toestemming de genoemde relaties toegestaan zijn.

Voor meer toelichting voor het eerste deel van het antwoord, zie http://www.christianans-wers.net/dutch/q-aig/aig-c004-nl.html

Mart-Jan Paul

Page 14: Profetie - StudieBijbel€¦ · Geest van God ‘verborgenheden aan het licht brengt’. Er was onenigheid en ongehoorzaam-heid in de gemeente van Filadelfia. Sommigen in de gemeente

26 27

enkele pijlpunten. Volgens de

archeologen gaat het waar-

schijnlijk om voorwerpen

die met een vooraanstaande

persoon werden begraven.

De archeologen ontdekten

verder nog een groot aantal

potscherven, stenen voor-

werpen, dierenbotten en een

stuk vaatwerk om boter te

karnen dat gangbaar was in

de Kopersteentijd (Chalcoli-

thicum). De vondsten werpen

meer licht op het leven in een Kanaänitische

nederzetting in de Midden Bronstijd.

Actualiteiten Bijbel en Archeologie

‘Denker’ uit de BronstijdOpgravingen in de stad Yehud leverden in november

vorig jaar een bijzondere vondst op. Archeologen van

de Israëlische oudheidkundige dienst vonden een

prachtig bewaard gebleven aardewerken kruik met

bovenop een aardewerken beeldje van een mense-

lijke figuur. Vanwege de zittende houding waarbij

een van de armen het hoofd ondersteunt, hebben

de archeologen de figuur naar het werk van Rodin

de bijnaam ‘de Kanaänitische denker’ gegeven. Het

is echter moeilijk te bepalen hoe de houding van

de figuur oorspronkelijk bedoeld is. De kruik van

ongeveer 18 cm hoog is van een type dat gangbaar

was aan het begin van de Midden Bronstijd (ca. 200

v. Chr.). De menselijke figuur is echter uniek en werd

waarschijnlijk na het vervaardigen van de kruik aan-

gebracht tegen de hals daarvan.

De kruik werd gevonden samen met enkele andere

aardewerken kruiken, dierenbotten en verschillende

metalen voorwerpen waaronder dolken, een bijl en

van een stadspoort met

zes kamers die bij eer-

dere opgravingen reeds

gedeeltelijk was bloot-

gelegd. Het poortgebouw

heeft een afmeting van

24,5 bij 24,5 meter en

is bewaard gebleven tot

een hoogte van 4 meter.

Een dergelijke poort was

een belangrijke publieke

plaats, waar onder

andere vooraanstaande

burgers bijeenkwamen

en recht werd gespro-

ken. In de koningentijd

dienden dergelijke kamers waarschijnlijk ook als

heiligdommen voor andere goden (zie 2Kon.23:8). In

een van de kamers van de poort van Lachis wer-

den restanten gevonden van een gehoornd altaar.

Volgens de opgravers was het niet alleen opzettelijk

vernield, maar was de kamer ontheiligd door het

plaatsen van een steen die diende als een antieke

latrine (een publiek toilet, vgl. 2Kon.10:27).

De vernieling en ontheiliging zouden het gevolg

kunnen zijn van de hervormingen die door koning

Hizkia werden doorgevoerd. In het Oude Testa-

ment wordt deze koning zeer positief gewaardeerd

vanwege zijn vertrouwen op de HERE ondanks de

dreiging van het machtige Assyrische rijk. Bovendien

probeerde hij een einde te maken aan de aanbidding

van andere goden in allerhande lokale cultusplaatsen

(zogenaamde ‘hoogten’, zie 2Kon.18:4).

Verder lezen? Zie SBOT 4, Excurs 8 ‘Archeologische gegevens over koning Hizkia’.Bronnen: Israel Antiquities Authority (www.antiquities.org.il) en Biblical Archaeology Review (www.biblicalarchaeology.org)

Nieuwe grot bij Qumran?Begin februari maakte de Hebrew University (Jeruza-

lem) een nieuwe vondst met betrekking tot de Dode

Zeerollen wereldkundig. Archeologen verbonden aan

de universiteit deden onderzoek in een grot in de na-

bijheid van Qumran. De opgravingen zijn onderdeel

van een driejarig intensief onderzoek van de grotten

in de Judese woestijn, waarmee de Israëlische oud-

heidkundige dienst vorig jaar is begonnen. De grot

in een rotswand bij de nederzetting van Qumran ten

noordwesten van de Dode Zee werd in 1993 reeds

kort onderzocht tijdens een zogenaamde survey

als onderdeel van de toenmalige ‘Operation Scroll’.

Systematische opgravingen werden hier echter niet

eerder uitgevoerd.

De onderzoekers van de Hebrew University vonden

hier een aantal kenmerkende opslagkruiken (zoge-

naamde ‘scroll jars’) en bijbehorende deksels. De

kruiken werden gevonden in uitsparingen langs de

wanden en in een lange tunnel achter in de grot.

Behalve een stuk perkament in preparatie, werden

helaas geen

restanten van

rollen gevonden.

De aanwezigheid

van doeken en

leren bandjes die

om rollen waren

gewikkeld, laat

zien dat deze zich

mogelijk wel in de grot hebben bevonden. De vondst

van twee oude houwelen wijst erop dat de grot waar-

schijnlijk in de jaren ’50 van de vorige eeuw werd

geplunderd.

Na de vondst van de eerste zogenaamde Dode

Zeerollen werden in het midden van de vorige eeuw

enkele honderden grotten onderzocht in de ruime

omgeving. In elf van deze grotten werden daadwer-

kelijk geschriften aangetroffen. Geleerden vermoe-

den dat deze boekrollen tijdens de Joodse opstand

in deze grotten zijn verborgen voor de Romeinen.

Veelal wordt aangenomen dat er een relatie is met

de nabijgelegen nederzetting bij Qumran die met de

beweging van de Essenen in verband wordt gebracht.

De Dode Zeerollen zijn van belang voor de bestude-

ring van de tekst van het Oude Testament en begrip

van het Jodendom rond het begin van de jaartelling.

Volgens de onderzoekers van de Hebrew Universi-

ty moet de recent opgegraven grot als de twaalfde

grot met rollen worden aangewezen. De bekende

onderzoeker James VanderKam (University of Notre

Dame) is echter voorzichtig. Hij stelt dat er reeds

zesentwintig andere grotten bekend zijn waar de

kenmerkende opslagkruiken zijn gevonden. De nieu-

we opgravingen zijn van belang voor de vraag hoe

de rollen in de grotten terecht zijn gekomen, maar

geven weinig nieuwe informatie over de rollen zelf.

De afgelopen jaren zijn verschillende fragmenten

van Dode Zeerollen opgedoken bij de handel in oud-

heden. De herkomst van deze fragmenten kan echter

niet met zekerheid achterhaald worden. Recente

publicaties van voorheen onbekende fragmenten uit

de Green en Schøyen collecties doen zelfs de vraag

rijzen of hier geen vervalsingen tussen zitten. Het

valt daarom te hopen dat de zoektocht de komende

jaren nog grotten met rollen zal opleveren.

Bronnen: Hebrew University (new.huji.ac.il); Logos Academic Blog (academic.logos.com); University of Notre Dame (new.nd.edu) en LiveScience (www.livescience.com).

Verzameld en samengevat door Jonathan Pater, MA

Bronnen: Israel Antiquities Authority (www.antiquities.org.il).

Reformatie van HizkiaArcheologen van de Israëlische oudheidkundige

dienst verrichtten begin vorig jaar opgravingen bij

Tel Lachis. Deze belangrijke vestingstad van het

koninkrijk Juda werd in 701 v. Chr. door de Assy-

rische legers van Sanherib verwoest. De militaire

verovering heeft niet alleen sporen nagelaten in de

bodem, maar is ook te vinden in het Oude Testament

(2Kon.18-19) en op een reliëf in het paleis van San-

herib in Ninevé. Deze gebeurtenis vond plaats tijdens

de regering van koning Hizkia. De archeologen

denken nu aanvullende gegevens over zijn regering

te hebben gevonden.

De opgravingen richtten zich onder andere op delen

Altaar waar de hoorns van de hoeken zijn gebroken.

Afbeelding: Poortgebouw van Lachis met computerreconstructie van drie kamers.

Latrine gevonden in het poortgebouw bij de vernielde altaren.

Bijzondere kruik met men-selijke figuur uit de Midden Bronstijd.

Afbeelding: Resten van zogenaamde ‘scroll jars’ in de grot.

Leeg stuk perkament gevonden in de grot.

Page 15: Profetie - StudieBijbel€¦ · Geest van God ‘verborgenheden aan het licht brengt’. Er was onenigheid en ongehoorzaam-heid in de gemeente van Filadelfia. Sommigen in de gemeente

Paulien Vervoorn

WWW.GELOOFWAARDIGSPREKEN.NL

IK KOM GRAAG EEN TRAINING GEVEN!

Wil je betere preken in jouw

gemeente?

Bekijk op de website de data van alle trainingen. Er zijn trainingen voor o.a. sprekers, predikanten, oudsten en aanbiddingsleiders. Tijdens diverse trainingen maken we gebruik van de StudieBijbel. Neem gerust contact op voor een training in jouw gemeente!

StudieBijbel BoekenBundel Actie!

Via studiebijbel.nl/webshop/sale kunt u tot 1 mei 2017 de bijbelcommentaren Jeremia - Klaagliederen, Hosea - Maleachi en Woordstudies deel 15 in één bundel aankopen met 65% korting voor maar €69,-!

Voor iedereen die dieper in de bijbel wil duiken

van €195,-voor

€69,-