Christen en politiek - StudieBijbel · studie-uitgave van Centrum voor Bijbelonderzoek met als doel...

28
JAARGANG 11 | juni 2018 4 Voor wie meer uit de Bijbel wil halen! verder: • Waarom ik geen pacifist ben • Jezus en het levende water • Schepping in het NT StudieBijbel MAGAZINE Christen en politiek

Transcript of Christen en politiek - StudieBijbel · studie-uitgave van Centrum voor Bijbelonderzoek met als doel...

Page 1: Christen en politiek - StudieBijbel · studie-uitgave van Centrum voor Bijbelonderzoek met als doel het bieden van verdieping in de achtergronden, uitleg en boodschap van de Bijbel.

PB 1

JAARGANG 11 | juni 20184Voor wie meer uit de Bijbel wil halen!

verder:• Waarom ik geen pacifist ben

• Jezus en het levende water

• Schepping in het NT

StudieBijbelMAGAZINE

Christen en

politiek

Page 2: Christen en politiek - StudieBijbel · studie-uitgave van Centrum voor Bijbelonderzoek met als doel het bieden van verdieping in de achtergronden, uitleg en boodschap van de Bijbel.

2 3Redactioneel

U heeft weer een nieuw nummer van

StudieBijbel magazine in handen

met interessante artikelen. Het gaat

over de schepping, de samenleving, de kerk

en over de heilige Geest.

Wanneer ik deze thema’s overdenk zie ik

een rode draad. Er is een voortdurende

spanning, of beter gezegd forse tegenstel-

ling tussen de goede schepping van God en

de wereld zoals we die nu kennen. En ook

tussen het nieuwe leven dat Jezus Christus

geeft en de realiteit in ons leven en onze

samenleving. Hoe staan wij hierin? Wij leven

in beide werkelijkheden, maar welke heeft

het meeste impact, het meeste invloed op

ons? Door welke realiteit laten we ons

inspireren en wat geeft ons hoop?

Mijn zoektocht in het leven draait om deze

vraag: hoe kan ik vanuit mijn relatie met

Jezus Christus iets betekenen in onze wereld

van geweld, pijn, eenzaamheid en angst.

Mijn geloof en hoop is op Jezus Christus,

Verlosser en Voltooier van alles wat God

geschapen heeft. In de Bijbel lees ik dat

Christus scheppingsmiddelaar is, maar ook

dat Hij door zijn opstanding de eersteling

van de nieuwe schepping is geworden en dat

Hij bij Zijn komst in heerlijkheid een nieuwe

hemel en een nieuwe aarde zal brengen.

Over ontwikkeling en voortgang in de

schepping gesproken!!

Dat lijkt oppervlakkig gezien op de evolu-

tietheorie, die ook spreekt over een voort-

gaande ontwikkeling. Maar als we Jezus als

scheppingsmiddelaar hiermee vergelijken,

dan zien we dat de evolutie de niet aan-

gepaste, zwakke en zieke organismen via

selectie elimineert, maar dat Christus de

armen en zwakken zalig spreekt. Daarom

kan ik Christus niet zien als degene die het

evolutieproces aanstuurt. Hij is geen lijstdu-

wer in dit proces, Hij is slachtoffer!

Hij is de grote ‘Onaangepaste’ die sneuvelt

aan het kruis van Golgotha! Maar Goddank,

Hij werd opgewekt uit de dood, een nieuwe

schepping! Dat geeft mij hoop. Eens zal elke

knie zich buigen, in de hemel en op de aarde

en onder de aarde. En zijn eeuwige

heerschappij betreft niet alleen mensen,

maar ook de dieren en de natuur.

Een nieuwe hemel en een nieuwe aarde.

Een nieuwe schepping.

Soli Deo Gloria!

Ik wens u veel leesplezier en vooral

verdieping bij het lezen van de artikelen.

Gijs van den Brink

Gijs van den Brink

Colofon

Redactie:

Drs. Gijs van den Brink (hoofdredacteur) • Drs. Peter G.I. van den Berg • Ds. Hans Bette • Jonathan Pater, MA • Dr. Mart-Jan Paul

Studiebijbel-magazine Kwartaalblad voor de geïnteresseerde bijbellezer • Jaargang 11 | nr 04 | juni 2018 • ISSN 1876-4096

Centrum voor Bijbelonderzoek is een kenniscentrum en heeft als doel het bevorderen van wetenschappelijk verantwoorde bijbelse

theologie. • Het theologisch uitgangspunt is dat de Bijbel het geïnspireerde Woord van God is. Studiebijbel-magazine is een

studie-uitgave van Centrum voor Bijbelonderzoek met als doel het bieden van verdieping in de achtergronden, uitleg en boodschap

van de Bijbel. Adres redactie en abonnementenadministratie: Centrum voor Bijbelonderzoek, Postbus 139, 3940 AC Doorn,

tel. 0343-745080 • e-mail: [email protected] Abonnementsprijs: Een jaarabonnement op Studiebijbel-magazine kost

€ 22,50; losse nummers € 6,89 Basisontwerp: IDD • concept|communicatie|creatie • Opmaak: deHoop&Koning | Grafisch meer •

Druk: Wilco B.V., Amersfoort • Advertenties: Opgave bij [email protected] • Adverteerders zijn verantwoordelijk voor de vorm

en inhoud van de advertenties. www.studiebijbel.nl

Page 3: Christen en politiek - StudieBijbel · studie-uitgave van Centrum voor Bijbelonderzoek met als doel het bieden van verdieping in de achtergronden, uitleg en boodschap van de Bijbel.

2 3Inhoud

verder:

Christen en politiek. Waren christenen in de eerste eeuw politiek actief?

Wat bedoelen wij als we over ‘politiek’ spreken.

En komt het woord of een afgeleide ervan voor in

het NT? En wat is de betekenis dan? Gijs van den

Brink bespreekt vervolgens twee bekende

Schriftplaatsen en sluit af met een praktische

handreiking.

Waarom ik geen pacifist ben. C.S. Lewis (1940) Een uittreksel

Hans Bette geeft een samenvatting van een

essay van C.S. Lewis waarbij hij de tekst van

Lewis niet heeft veranderd, maar alleen ingekort.

Over vragen als ‘mag een christen in een oorlog

meevechten? Hoe moeten we uitspraken van

Jezus begrijpen?

10

Jezus en het levende water

Joh.7:37-39 waar Jezus spreekt over stromen van

‘levend water’ (= stromend water) is een bekende

en geliefde tekst. Maar wat is de achtergrond van

deze woorden en waarnaar verwijst Jezus precies?

Raymond Hausoul legt uit.

22

04

17 • Woordstudie: Politeia, politeuō, politēs

24 • Boekbespreking: Oorspronkelijk

25 • Actualiteiten

18

De schepping in het Nieuwe Testament

Wij zijn gewend aan de uitspraak dat God de

Vader de wereld geschapen heeft.

Het NT verklaart nadrukkelijk dat de Zoon hierbij

betrokken was. Wat betekent dat? En hoe vat het

NT Genesis 1-3 op? MartJan Paul gaat hier op in.

Page 4: Christen en politiek - StudieBijbel · studie-uitgave van Centrum voor Bijbelonderzoek met als doel het bieden van verdieping in de achtergronden, uitleg en boodschap van de Bijbel.

4 5Thema artikel

Christen en politiek

Definities van ‘politiek’Er worden globaal drie definities van politiek gegeven.

1. Politiek is het streven naar een goede samen-leving. Deze definitie gaat terug op de Griekse oudheid (Plato, Aristoteles).

2. Politiek als de strijd om de macht. In Europa is het vooral de Italiaanse geschiedschrijver Machiavelli (1469-1527) geweest die het politiek bezig zijn in deze richting uitwerkte.

3. Politiek als de totstandkoming en doorwerking van het openbaar beleid. Overheid en bestuurs- apparaat spelen hier een sleutelrol omdat zij wensen, eisen, belangen etc. vanuit de maat-schappij via een proces van selectie, bundeling en keuze omzetten in bindende beslissingen.

politeuō in het NTDe tweede definitie is de veelal populaire gedachte. De derde is gangbaar onder politici en bestuurders. Maar de eerste heeft de oudste pa-pieren, sluit het beste aan bij het woordgebruik politeuo in het NT (zich als burger gedragen) en komt overeen met de wijze waarop de apostelen hierover spreken. Politiek is in de kern de wijze waarop mensen met elkaar omgaan en hoe be-

We willen in deze bijdrage nagaan in hoeverre gelovigen in de tijd van Jezus en de apostelen politieke activiteiten ontplooiden. Voordat we hier iets over kunnen zeggen, moeten we eerst duidelijk hebben wat we onder ‘politiek’ verstaan.

Als we over politiek spreken, wat bedoelen we daar dan mee? En komt het woord of een afgeleide ervan voor in het NT? En wat is de betekenis dan? Daarna willen we ingaan op twee bekende Schriftplaatsen, die vaak aangehaald worden en we sluiten af met een praktische handreiking.

Gijs van den Brink

sluiten in een gemeenschap worden genomen. Afgeleid van politēs ‘burger; medeburger’ komt het werkwoord politeuō in het NT alleen voor in de ruimere betekenis ‘zich (als burger) ge-dragen’, waarbij het element van zich gedragen in relatie tot anderen, als onderdeel van een ge-meenschap, nog wel herkenbaar is. In Hand.23:1 zegt Paulus in zijn verhoor door het Sanhedrin het volgende: ‘Broeders, mijn hele leven tot op de dag van vandaag heb ik me als burger gedragen (pepoliteumai) met een volkomen zuiver geweten voor God.’ In dit verband is sprake van een goed ‘gedrag in het openbaar’. En in Fil.1:27 zegt Paulus ‘Maar u moet wel een leven leiden dat het evangelie van Christus waardig is.’ Letterlijk: ‘Gedraagt u (politeuesthe) als burger, waardig het Evangelie van Christus’. Men zou kunnen zeggen dat het gaat om een zich waardig gedragen zoals het iemand met een hemels burgerschap betaamt. Op dat hemels burgerschap kom ik straks terug.

Rom.13 ‘Overheid in dienst van God’Wanneer het over politiek gaat, is Romeinen 13 ongetwijfeld de meest aangehaalde Schrift-plaats. Het is zowel voor protestanten als katholieken een standaardtekst. Men spreekt dan vanuit deze tekst over de christelijke plicht

Page 5: Christen en politiek - StudieBijbel · studie-uitgave van Centrum voor Bijbelonderzoek met als doel het bieden van verdieping in de achtergronden, uitleg en boodschap van de Bijbel.

4 5

om de overheid te gehoorzamen en een verant-woordelijke bijdrage te leveren aan deze ‘diena-res van God’. Maar is dat eigenlijk wel de kern van de boodschap die Paulus aan de gemeente in Rome doorgaf?

Als we op zoek gaan naar de betekenis van de bijbeltekst voor de eerste hoorders, in dit geval de joodse christenen in Rome in het midden van de eerste eeuw, dan krijgt de boodschap toch een andere spits. We hebben het over de alleenheer-schappij van de Romeinse keizer, die zich ook nog eens als god liet vereren. Dat Paulus zou oproepen tot het leveren van een bijdrage aan deze overheid kan dus geen sprake zijn. Maar ook bij de veel gehoorde oproep vanuit deze tekst om de overheid te gehoorzamen moeten belangrijke kanttekeningen gemaakt worden. Wanneer we de historische context in acht nemen, krijgen we een beter beeld van wat Paulus wil zeggen. Hij schrijft zijn brief ten tijde van de regering van keizer Nero. Deze beruchte keizer begon zijn ambtstermijn eigenlijk heel goed. Hij kwam aan de macht in 54 n.Chr. en de eerste jaren van zijn bewind werden gekenmerkt door rust, vrede en welvaart. Dit in vergelijking met het bewind van zijn voorganger Claudius. Claudius had joden en joodse christenen uit

Rome verbannen. Nero had dit edict direct bij zijn aantreden ongedaan gemaakt. Het begin van zijn regeringsperiode was dus een soort mini gouden eeuw (van 54-59 n.Chr., ook wel quinquennium Neronis genoemd), de mooiste en rustigste tijd sinds keizer Augustus. Pas daarna ontpopte Nero zich als een machtswellusteling en wreed vervolger van christenen1. In deze eerste periode van relatieve rust schreef Paulus de brief aan de Romeinen (tussen 56-58 n.Chr.). De christenen bezaten een behoorlijke mate van vrijheid, maar je moest natuurlijk wel op je tellen passen. Opstand zou de stabiliteit in gevaar brengen! En dit is precies de boodschap van Paulus: doe niet mee aan rebellie en opstand. Hij kiest zijn woorden heel nauwkeurig2. Hij gebruikt het woord hupotassō, dat onderwerpen betekent in de zin van zich schikken naar, zich voegen. Het Grieks heeft een eigen woord voor het gehoorzamen van overheden (peith-archeō ‘aan de overheid gehoor geven of gehoorzamen’, bv. Tit.3:1), maar dat gebruikt Paulus hier niet. Het evenwicht van de nieuwe tijd is fragiel en daarom roept hij de gelovigen op zich te on-derwerpen, zich te voegen, zich te schikken. De kernbetekenis van dit woord is ‘orde’, ordening. Dit is niet hetzelfde als een oproep tot gehoor-

Waren christenen in de eerste eeuw politiek actief?

Page 6: Christen en politiek - StudieBijbel · studie-uitgave van Centrum voor Bijbelonderzoek met als doel het bieden van verdieping in de achtergronden, uitleg en boodschap van de Bijbel.

6

zaamheid. Een christen die weigert de keizer te aanbidden, maar accepteert dat hij de dood-straf krijgt, onderwerpt zich wel, maar is niet gehoorzaam3. De sfeer in het Romeinse Rijk verandert com-pleet in 64 n.Chr. wanneer Nero de christenen de schuld geeft van de enorme brand die Rome trof. Het is de tijd dat Nero zich ontpopt als een heerser die handelt als een niets en nie-mand ontziend beest. In het boek Openbaring, waarschijnlijk geschreven tijdens de tirannieke periode van Nero’s bewind4, is de situatie zoda-nig verslechterd dat er van een oproep om zich te schikken geen sprake meer is en de overheid als een werktuig van satan wordt getypeerd (Openb.13). We kunnen dus in de woorden van Paulus in Rom.13 geen directe boodschap horen dat chris-tenen moeten participeren in de overheid als dienares van God. Wel kunnen we daarentegen in de woorden van Paulus een kritische noot horen, als hij zegt dat de overheid door God is ingesteld. Arie Zwiep heeft dit mooi verwoord. “De keizer van Rome die zichzelf als de godde-lijke alleenheerser zag, is ondergeschikt aan de stamgod van een van de overwonnen volken in een van de uithoeken van het Rijk”, aan de God van Abraham, Isaak en Jakob5. Dus moeten we verder zoeken naar de wijze waarop van gelovigen wordt verwacht zich ver-dienstelijk te maken in politieke zin (politeuō).

Fil.3:20 Hemelse kolonie op aardeEen tekst die de laatste 25 jaar veel aandacht heeft gekregen is Fil.3:206. “Want wíj zijn burgers van een rijk in de heme-len, waaruit wij ook de Here Jezus Christus als verlosser verwachten” (NBG) of zoals de NBV zegt ‘Maar wij hebben ons burgerrecht in de hemel, en van daar verwachten wij onze redder, de Heer Jezus Christus.’ Paulus heeft het in Fil.3:18-20 over dwaalleraars die leven als god in Frankrijk en helemaal en uitsluitend aards gericht zijn (vs.19). De gelovi-gen daarentegen gedragen zich helemaal anders. Zij behoren immers niet tot het aardse, zegt hij,

maar hebben een ‘burgerschap’ in de hemel. Het woord politeuma ‘burgerschap, (politiek onafhankelijke) gemeenschap, kolonie’ was voor de Filippenzen een bekend begrip. De stad Fi-lippi was een Romeinse kolonie (Hand.16:12) en zelfs een zeer bevoorrechte. De stad mocht zich beroemen in de ius italicum, de ‘Italiaanse wet’, het hoogste voorrecht dat een Romeinse kolonie buiten Italië toegekend kon krijgen. Deze status hield onder meer in dat de burgers van Filippi het Romeinse burgerrecht bezaten en daar waren zij trots op. Zoals de inwoners van Filippi het burgerschap van Rome bezitten, zo hebben de gelovigen het burgerschap van de hemel, waar Christus is (vgl. Gal.4:26; Ef.1:11; 2:6,19: medeburgers, zie ook Kol.3:1-4). Dit betekent niet, dat zij zich uit de wereld moeten terugtrekken. Nee, zij vormen op aarde een kolonie van hemelburgers en vertegen- woordigen het Koninkrijk van Jezus Christus. Dit wordt ook mooi verwoord door Paulus in 2Kor.5:20 ‘Wij zijn gezanten van Christus, God doet door ons zijn oproep. Namens Christus vragen wij: laat u met God verzoenen.’ Paulus gebruikt het woord presbeuō, ‘gezant, ambas-sadeur zijn’. Het woord wordt gebruikt voor het optreden als vertegenwoordiger of ambassadeur van een hogere instantie, vaak de overheid. In het NT zijn het de gelovigen die ‘als vertegen- woordigers of ambassadeurs optreden’ in het belang van Christus en zo zegt Paulus elders dat hij ‘een ambassadeur is’ in het belang van het Evangelie (Ef.6:19-20).

Kerk in drie verschijningsvormenDe kerk als hemelse kolonie op aarde biedt ook aanknopingspunten om iets te zeggen over de politieke betrokkenheid van christenen. We heb-ben boven al een definitie van ‘politiek’ gegeven. Als we over de kerk spreken, moeten we ook eerst duidelijk maken waarover we het hebben. Paulus (en het Nieuwe Testament) gebruikt het Griekse woord ekklesia met betrekking tot de christelijke gemeente op drie manieren. Hij gebruikt het voor de universele Gemeente, het Lichaam van Jezus Christus wereldwijd,

Thema artikel

Page 7: Christen en politiek - StudieBijbel · studie-uitgave van Centrum voor Bijbelonderzoek met als doel het bieden van verdieping in de achtergronden, uitleg en boodschap van de Bijbel.

7

dus het totaal van alle christenen. Bijvoorbeeld in Kol. 1:18 `En Hij (Christus) is het hoofd van het lichaam, de gemeente’. Ten tweede gebruikt hij het woord voor de plaatselijke gemeente, dat wil zeggen alle christenen in een bepaalde woonplaats of een bepaalde streek. Bijvoorbeeld in de brief aan de Kolossenzen in hoofdstuk 4:16 waar hij zegt: `Zorgt dan dat hij (deze brief) ook in de gemeente te Laodicea voorgelezen wordt.’ En in de derde plaats gebruikt hij ekklesia in de betekenis van de gemeente die op één plaats samenkomt. En dat is in het Nieuwe Testament en pakweg de eerste twee eeuwen na Christus de huisgemeente. Deze betekenis vinden we bij-voorbeeld in Kol.4:15 “Nymfa met de gemeente bij haar aan huis”. Het onderscheid tussen deze drie vormen is van belang wanneer we ons een voorstelling proberen te maken hoe een tekst als Fil.3:20 in de praktijk functioneert. Het is duidelijk dat we hier aan de derde en eventueel tweede betekenis moeten denken. De tweede vorm in het geval de gelovigen in Filippi op een of andere wijze ook gezamenlijk naar buiten tra-den. Het gaat om de gelovigen in de stad Filippi.

Kerk en politiekIn het Grieks buiten de sfeer van het NT is ekklesia het gewone woord voor de bijeengeroe-pen vergadering van alle burgers in een stad, voor politieke doeleinden. In deze zin komen we het tegen in Handelingen 19, waar Lucas spreekt over de ‘volksvergadering’ van Efeze (vs. 32,39,40). Als dit woord in het NT ook gebruikt wordt voor de ‘vergadering’ van gelovigen, de kerk, moeten we dus bedenken dat dit woordgebruik geen religieuze, maar een politieke klank had en primair de feitelijke vergadering, het concrete samenkomen aangeeft.De eerste christenen kwamen samen in gewone huizen, daar waar men leefde en werkte en men noemde het samenzijn niet de christelijke tempel of de christelijke synagoge, maar men duidde het met de term ekklesia, een politieke term.Stanley Hauerwas en Will Willimon7 en sedert-dien velen na hen sluiten aan bij Fil.3:20 en

Dan hoor ik iemand denken en zeggen: moeten christenen

dan niet proberen de maatschappij te

veranderen?

stellen dat de christelijke gemeenschap geen politieke of sociale strategie hééft, maar ís. Zij zien de politieke hoofdtaak van de kerk niet in de persoonlijke verandering van de individu-ele mens of het verbeteren van de maatschappij, maar in het vormen van een model-samenle-ving, een christelijke gemeenschap als het radicale alternatief. Plaatsen waar mensen trouw zijn in hun relaties, hun vijanden liefheb-ben, de waarheid vertellen, de armen ondersteu-nen en zo getuigen van de verbazingwekkende levens-veranderende kracht van God en het nieuwe leven door Jezus Christus. Dit is volgens hen de belangrijkste politieke bijdrage van de kerk aan de wereld. Ik vind dit een prachtige verwoording en toepassing van Fil.3:20.Dan hoor ik iemand denken en zeggen: moeten christenen dan niet proberen de maatschappij te veranderen? Moeten zij dan niet proberen via politieke bestuursfuncties hun verantwoor-delijkheid te nemen? Zeker, en die vrijheid is er gelukkig ook in een democratisch land als Nederland. Die vrijheid hebben wij als Neder-lands staatsburger, maar die vrijheid was er niet in het Romeinse rijk in de tijd van de apostelen. En die vrijheid is er ook niet in veel landen in onze tijd, zoals China of Iran.

lees verder>

Page 8: Christen en politiek - StudieBijbel · studie-uitgave van Centrum voor Bijbelonderzoek met als doel het bieden van verdieping in de achtergronden, uitleg en boodschap van de Bijbel.

vervolg van pagina 7

De praktijkHet behoort niet bij de doelstelling van ons magazine om hier diep op in te gaan, maar ik wil met een paar grote lijnen schetsen hoe een Paulinische Fil.3:20 benadering er in de praktijk uit kan zien.

1. Wees als kerk een voorbeeld en wees zichtbaar in de buurt. We zijn ongehoorzaam aan de Schep-per als we de andere mensen links laten lig-gen. Getuige zijn van Jezus Christus op veilige afstand kan niet. Breng een offer. Er wordt van ons als christelijke gemeente verwacht dat wij evenals Jezus Christus ‘vlees worden’, mens worden met en onder de mensen.

2. Betoon medeleven. De grote opdracht om het Evangelie te verkondigen (Mat.28:18-20) moet gepaard gaan met de grote opdracht om medeleven te betonen (Mat.25:35-36). Laten we als kerk ook verantwoordelijkheid nemen in maatschappelijke zin. Een mens is geest, ziel en lichaam. Evangelieverkondiging zonder praktische hulp is oneigenlijk. Als je weet goed te doen, maar het niet doet, is dit zonde (Jak.4:17). Jezus is onze Redder en ons Voorbeeld.

3. Geef als christelijke gemeente blijk van geloof-waardigheid. Hoe men hoort is afhankelijk van wat men ziet. Er is grote behoefte aan geloof-waardige boodschappers die geloofwaardige gemeenschappen vertegenwoordigen. Alleen dan is er sprake van een geloofwaardige boodschap.

1. A.W. Zwiep, ‘Jezus, geweld en politiek?’ Theologisch debat 4.1, 2007, pg 33-36.

2. John H. Yoder, The Politics of Jesus. Eerdmans: Grand Rapids, 1972, pg 204.

3. Dit voegen naar een bepaalde orde komt vaker voor in NT, wordt ook gevraagd van slaven (1Petr.2:13vv, 19vv), van vrouwen en kinderen (Ef.5:2vv, Kol.3:18vv). De motivatie is dat Jezus zelf ook onderschikking en vernedering accep-teerde (Fil.2:5vv). Yoder, a.w., 205.

4. G. van den Brink, ‘Auteurschap en datering van Openbaring’, in SBNT 10, 493-499.

5. A. Zwiep, a.w., noot 9.6. Sinds de publicatie van het spraakmaken-

de boek van S. Hauerwas en W.H. Willimon, Resident Aliens, A provocative Christian assessment of culture and ministry for people who know that something is wrong, (Abingdon Press, Nashville) 1989.

7. Hauerwas en Willimon, a.w.

Thema artikel8

Page 9: Christen en politiek - StudieBijbel · studie-uitgave van Centrum voor Bijbelonderzoek met als doel het bieden van verdieping in de achtergronden, uitleg en boodschap van de Bijbel.

Het boek ‘Oorspronkelijk’ is een lijvig werk van 525 pagina’s over het thema schepping en evolutie.

De ondertitel ‘overwegingen’ lijkt me dan ook een understatement. Ik zou het boek liever typeren als een dogmengeschiedenis van zowel de leer van de schepping als ook van de theorie van de evolutie.

De auteur kiest voor een descriptieve toelichting

van de thema’s vanaf de oudheid tot in het heden

van de 21e eeuw. De evolutietheorieën van de

Grieken, de Indiërs en Islamitische opvattingen in de

middeleeuwen komen aan de orde (hfst.2), als ook

wat de kerkvaders door de eeuwen heen over schep-

ping en zondvloed leerden (hfs.3). Dan volgen twee

hoofdstukken met opvattingen over het wereldbeeld

in verleden en heden (hfst.4-5). Wereldbeelden van

Babyloniërs, Egyptenaren, Grieken als ook joodse

en christelijke opvattingen. Maar ook Copernicus en

Galilei worden uitvoerig besproken. Dan volgt in 80

pagina’s een uitvoerige bespreking van de schepping

in Genesis en de rest van het OT, zoals men van een

goede oudtestamenticus mag verwachten (hfst.6-7).

Voordat er een kort overzicht van de scheppingsleer

in het NT wordt gegeven (hfst.10), bespreekt Paul

twee interpretaties van Genesis 1-3 die in onze tijd

veel aandacht krijgen. De opvatting van John Walton

dat we de schepping moeten zien als een kosmische

tempel, waarin Adam een functie krijgt toebedeeld

(hfst.8) en de visie van Denis Alexander dat Adam

een boer is uit de neolitische tijd (hfst.9). Beide zien

Adam als een representant van een grotere groep

mensen en zien geen contradictie met een evolu-

tieleer. Ze krijgen van de auteur een zeer kritische

bespreking. Dan volgt een beschrijving van het

ontstaan en de uitwerking van de evolutietheorie van

Darwin (hfst.11) en een hoofdstuk over de opkomst

van de geologie als wetenschap in de 18e eeuw en de

vele theorieën die dit oplevert (hfst.12). In de laatste

drie hoofdstukken krijgen we dan diverse visies

Oorspronkelijk

Boekbespreking

van christelijke theologen

die de laatste 200 jaar op

Darwin hebben gereageerd

(hfst.13), een overzicht

van wetenschappers en

wetenschappelijke instan-

ties die zich met het onderwerp schepping-evolutie

bezighouden (hfst.14) en een kritische bespreking

van het theïstisch evolutionisme (idee van een door

God geleide evolutie), een leer die schepping en evo-

lutie probeert te combineren en die ook in orthodoxe

kringen een groeiend aantal aanhangers krijgt.

Na lezing van het boek buitelen de meer dan tiental-

len visies over schepping en evolutie in mijn hoofd

over elkaar heen. En op elke visie is exegetisch, her-

meneutisch of theologisch het nodige aan te merken.

De hoofdvraag waarmee ik aan het boek begon,

namelijk hoe is een bepaalde vorm van evolutie (een

geleidelijke ontwikkeling) te verenigen met het

scheppingsgeloof, is niet beantwoord. Ofwel beter

gezegd, niet beantwoord in de lijn van de traditio-

nele visie die Paul keer op keer verdedigt en die mij

ook zeer lief is. Dat was blijkbaar niet de opzet bij

het schrijven van deze publicatie. Verder vind ik het

jammer dat in dit boek het thema ‘ecologie en mi-

lieu’ ontbreekt. In dat veld zouden christenen die in

een schepping door God geloven in de 21e eeuw toch

voorop moeten lopen.

Wat is nu de winst dat ik dit boek gelezen heb?

Die is tweeledig, ik heb prikkelende visies gelezen

die ik nog niet kende (waar ik me ook verder in wil

verdiepen) en ik ben door de kritische bespreking

van Paul meer dan ooit overtuigd geraakt van het

belang van een historische Adam en Eva (en wel als

eerste mensen) en een historische zondeval.

Daarom beveel ik dit boek van harte aan.

M.J. Paul, Oorspronkelijk. Overwegingen bij schepping en evolutie. Apeldoorn: Labarum Academic, 2017. 525 pgs. ISBN 9789402904956. Prijs € 24,95

Gijs van den Brink

9

Page 10: Christen en politiek - StudieBijbel · studie-uitgave van Centrum voor Bijbelonderzoek met als doel het bieden van verdieping in de achtergronden, uitleg en boodschap van de Bijbel.

10 Thema artikel

Waarom ik geen pacifist ben

Hans Bette

In StudieBijbel Magazine jaargang 11 maart 2018 was het hoofdthema ‘Joods-christelijke wortels van geweld-

loosheid’. In zijn Redactioneel oppert Gijs van den Brink al dat dit nummer de indruk zou kunnen wekken van een principi-eel pacifistisch ingestelde redactie van SBM. Daarbij merkt hij op dat dit niet het geval is en kondigt aan dat we voor een ander geluid aandacht zullen schenken aan een essay van C.S. Lewis, verschenen in de bundel De tijdloze kern en andere essays (1940-1963), een uitgave Van Wijnen Franeker.

Uit dat uitgebreide artikel heb ik na het geheel meerdere malen gelezen te hebben een excerpt gemaakt van bijna een derde van Lewis’ eigen woorden. Wie het gehele essay leest, zal na een uitgebreide filosofisch aandoende inleiding uit-komen op de bijbels georiënteerde slotverhan-deling, zoals deze hier geboden wordt. De schrijfstijl is die van een hele goede schrijver, bij wie het opvalt dat zijn geleerdheid en chris-telijk geloof vorm vinden in een heldere betoogtrant. Wat overigens ook kan betekenen dat je een zin twee of drie maal moet lezen… Echt Lewis. De snijpunten van het geheel naar dit uittreksel en de tussengeplaatste ‘kopjes’ zijn uiteraard voor mijn verantwoordelijkheid. Hans Bette

Moeten we in een oorlog meevechten?‘De vraag luidt: als men in een oorlog meevecht op bevel van de samenleving waartoe men be-hoort, doet men daar dan verkeerd aan, of is het

moreel onverschillig, of is het een morele plicht? Probeer je tegenover die vraag je houding te bepalen, dan komt er een veel algemenere vraag naar boven. Hoe bepalen we wat goed en wat kwaad is? Het gangbare antwoord, is dan: dat bepalen we met ons geweten. Maar bij het ge-weten stelt waarschijnlijk niemand zich nu een afzonderlijk vermogen voor, zoals een zintuig. Zo laat het zich dan ook niet voorstellen. Er valt met een autonoom vermogen zoals een zintuig immers niet te discussiëren. Je kunt iemand die de kleur blauw ziet niet met argumenten tot de overtuiging brengen dat het groen is. Aan het geweten valt met argumenten wel iets te ver-anderen. Als u hier anders over dacht, zou u mij niet hebben uitgenodigd voor een discussie over de morele status van gehoorzaamheid aan de landswetten wanneer die zeggen dat we in een oorlog moeten meevechten Het geweten staat voor de gehele mens die met een bepaalde zaak bezig is.

Maar ‘geweten’ kan op deze manier nog steeds twee dingen betekenen. Het kan betekenen: (1) de door een mens ervaren pressie op zijn wil om datgene te doen wat hij denkt dat goed is; (2) zijn oordeel over de inhoud van goed en kwaad. In de eerste betekenis moet het geweten altijd gehoorzaamd worden. Het is de soeverein van het heelal, die ‘als hij de macht had zoals hij het recht heeft, absoluut zou heersen over de wereld.’ Het is er niet om discussies mee te voeren maar om gehoorzaamd te worden, en men maakt zich al schuldig door er vraagtekens bij te plaatsen. Maar in de tweede betekenis ligt de zaak geheel anders. Een mens kan zich ver-

Page 11: Christen en politiek - StudieBijbel · studie-uitgave van Centrum voor Bijbelonderzoek met als doel het bieden van verdieping in de achtergronden, uitleg en boodschap van de Bijbel.

11

gissen over goed en kwaad. De meeste mensen vergissen zich inderdaad tot op zekere hoogte.

Ik zal het alleen hebben over goddelijk gezag in christelijke zin. Van de andere beschaafde reli-gies denk ik dat er maar één, het boeddhisme, werkelijk pacifistisch is; en ik ben hoe dan ook te weinig bekend met die religies om ze er op een vruchtbare manier bij te kunnen betrekken. Gaan we dus bij het christendom te rade, dan blijkt dat pacifisme hier bijna uitsluitend wordt gebaseerd op een bepaald aantal uitspraken van Christus zelf. Als die uitspraken het pacifisti-sche standpunt niet kunnen schragen, dan is het zinloos om een basis te zoeken in het algeme-ne securus judicat (het stellige oordeel) van het christendom als geheel.

Pacifisme en uitspraken van ChristusEen christelijk pleidooi voor pacifisme rust daarom geheel en al op bepaalde uitspraken van Christus, zoals: ‘Ik zeg u, de boze niet te weer-staan, doch wie u een slag geeft op de rechter-wang, keer hem ook de andere toe.’ Ik moet nu antwoord geven aan de christen die zegt dat we dit onverkort moeten laten gelden. Ik hoef er niet op te wijzen - want u bent er ongetwijfeld al eerder op gewezen - dat zo’n christen alle andere moeilijke uitspraken van de Heer dan evenzeer moet laten gelden. Wie dat bij iedere gelegenheid doet, wie altijd geeft aan wie vraagt en zodoende uiteindelijk alles aan de armen heeft gegeven, die dwingt alom respect af. Zo iemand moet ik me als gesprekspartner voor-stellen. Want wie zou de moeite nemen om te

C.S. Lewis (1940) Een uittreksel

“ Je kunt iemand die de kleur blauw ziet niet met argumenten tot de

overtuiging brengen dat

het groen is”.

Page 12: Christen en politiek - StudieBijbel · studie-uitgave van Centrum voor Bijbelonderzoek met als doel het bieden van verdieping in de achtergronden, uitleg en boodschap van de Bijbel.

12

reageren op inconsequente mensen die de woor-den van de Heer heel streng uitleggen wanneer ze daarmee van een verplichting ontslagen zijn, en heel ruim zien wanneer ze anders tot armoe zouden vervallen?Het gebod om de andere wang toe te keren kan op drie manieren worden opgevat. Eén manier is de pacifistische uitleg: er staat wat er staat, hier wordt een geweldloze houding verplicht gesteld voor alle mensen in alle omstandigheden. Ten tweede is er de minimalistische uitleg: er staat niet wat er staat, het is alleen maar een oosterse, hyperbolische manier van spreken en het bete-kent dat je veel dingen moet slikken en verzoe-ningsgezind moet zijn. U en ik verwerpen deze kijk op de zaak. Het conflict gaat daarom tussen de pacifistische uitleg en de derde mogelijkheid, die ik nu zal presenteren. Ik denk dat de tekst precies bedoelt te zeggen wat er staat, maar met een stilzwijgend voorbehoud voor de evidente uitzonderingsgevallen die zonder tegenbericht voor iedere toehoorder vanzelfsprekend waren.

Of om hetzelfde in meer logische bewoordingen te zeggen: ik denk dat de plicht van een geweld-loze houding hier wordt geformuleerd met het oog op benadeling simpliciter (dat wil zeggen een benadeling op zichzelf of in het algemeen) maar dat dit niets afdoet aan wat een volgende keer wellicht toelaatbaar is bij benadeling secundum quid (bij een benadeling waarbij we de context betrekken). Dat wil zeggen: in zoverre een mij door mijn naaste berokkend nadeel en mijn ver-langen naar wraak de enige relevante factoren zijn, ben ik van mening dat het christendom hier absoluut gebiedt dit verlangen te doden. Er is geen genade voor de innerlijke stem die te-gen ons zegt: ‘Hij heeft mij dat aangedaan, dus ik doe hetzelfde terug.’ Maar zodra er andere factoren meespelen ligt het probleem natuurlijk anders. Zouden de toehoorders van Jezus uit zijn woorden begrepen hebben dat als ik opzij word geduwd door een moordlustige maniak die het op iemand anders gemunt heeft, ik inderdaad even opzij moet gaan om hem ruim baan te ge-

Een mens kan zich vergissen over goed

en kwaad. De meeste mensen vergissen

zich inderdaad tot op zekere hoogte.

Page 13: Christen en politiek - StudieBijbel · studie-uitgave van Centrum voor Bijbelonderzoek met als doel het bieden van verdieping in de achtergronden, uitleg en boodschap van de Bijbel.

13

ven? Het lijkt mij onmogelijk dat ze die woorden zo hebben opgevat net zo onmogelijk als dat ze eruit begrepen zouden hebben dat je een kind het beste opvoedt door het zijn ouders te laten slaan als het boos is, of als het naar de jampot graait ook de honing toe te schuiven. Ik denk dat de bedoeling volkomen duidelijk was: ‘Wanneer je boos bent alleen omdat iemand jou gekwetst heeft, dan moet je die boosheid de kop indrukken en niet terugslaan.’ Men zal zelfs hebben aangenomen dat er een heel andere plicht kan gelden wanneer je als magistraat door een privépersoon, als ouder door je kind, als leraar door een leerling, als normaal mens door een krankzinnige, of als soldaat door de publieke vijand wordt geslagen -een andere plicht omdat er ook andere motieven dan egoïstische wraak-zucht kunnen zijn om terug te slaan. Boven-dien bestond dit publiek uit inwoners van een ontwapend land. Het is ook daarom al onwaar-schijnlijk dat ze ooit dachten dat de uitspraken van Jezus over oorlog gingen. Aan oorlog zullen ze niet gedacht hebben. Ze waren waarschijnlijk meer bezig met de dagelijkse wrijvingen tussen dorpsbewoners.

Een uitspraak moet begrepen worden in een betekenis die voor de hand ligtDat is mijn voornaamste reden om aan deze uitleg de voorkeur te geven boven die van u. Een uitspraak moet begrepen worden in de betekenis die voor de hand lag toen en waar ze gedaan werd. Maar ik denk dat deze opvatting ook beter accordeert met wat Johannes de Doper tegen de soldaten zei, en met het feit dat een van de weinige personen die door Jezus zonder voorbehoud geprezen werden een Romeinse centurio was. Ik kan op deze manier ook veron-derstellen dat het Nieuwe Testament inwendige samenhang vertoont. Paulus hecht zijn goed-keuring aan het gebruik van de zwaardmacht door de overheid (Romeinen 13:4), en zo ook Petrus (1Petrus 2:14). Als we de woorden van Christus uitleggen in de regelrechte betekenis die pacifisten verlangen, dan moeten we concluderen dat de ware bedoeling van die

woorden verborgen bleef voor mensen die in die tijd leefden en die taal spraken, en die Hijzelf aanstelde als zijn boodschappers voor de wereld, verborgen ook voor al hun opvolgers, om uitein-delijk pas in onze tijd te worden ontdekt. Ik weet dat er mensen bestaan voor wie dit soort dingen niet moeilijk te geloven is; zo zijn er ook mensen die volhouden dat Plato of Shakespeare eigen-lijk iets wilde zeggen dat, vreemd genoeg, voor hun tijdgenoten en directe nageslacht verhuld bleef, en dat maagdelijk onaangeroerd gebleven is om zich nu pas te geven aan een handjevol vermetele moderne academici. Maar ik kan niet in sacrale zaken een methode volgen waarvan ik op het profane vlak allang niets meer moet hebben. Iedere theorie die uitgaat van een ver-meende ‘historische Jezus’ die aan de evangeliën ontfutseld moet worden en dan tegenover de christelijke leer gesteld, is verdacht. Er zijn al te veel historische Jezussen geweest - een liberale Jezus, een pneumatische Jezus, een barthiaanse Jezus, een marxistische Jezus. Voor uitgevers is het een makkelijke manier om hun fondscata-logus te vullen, zoals met de zoveelste nieuwe biografie van Napoleon of koningin Victoria. Van zulke spookgestalten moet ik het niet hebben voor mijn geloof en zaligheid.

Hartstocht waardoor zaken vertekend rakenChristelijk gezag laat het dus afweten bij mijn pacifistische zoektocht. Rest mij, als ik toch pacifist blijf, de vraag of we hier aan verborgen invloeden van een of andere hartstocht moeten denken. Ik hoop dat u mij niet verkeerd begrijpt. Ik wil beslist niet meedoen aan het gespot in de populaire pers tegen de dragers van uw overtui-ging. Laat me vooropstellen dat ik het onwaar-schijnlijk acht dat zich onder de aanwezigen hier een minder dapper persoon bevindt dan ik. Maar laat me ook zeggen dat er geen mens op aarde zo blakend vol van deugd is dat hij zich beledigd moet voelen bij de vraag om de mogelijkheid te overwegen van een hartstocht waardoor de zaken vertekend raken wanneer de keuze gaat tussen zoveel geluk en zoveel ellende. Want laten we ons niet vergissen. Alles wat we

Page 14: Christen en politiek - StudieBijbel · studie-uitgave van Centrum voor Bijbelonderzoek met als doel het bieden van verdieping in de achtergronden, uitleg en boodschap van de Bijbel.

van ieder type tegenspoed te vrezen hebben balt zich samen in het leven van een soldaat in actieve dienst. Je hebt pijn en dood in het vooruitzicht zoals bij ziekte; schamel onderdak, kou en hitte, honger en dorst zoals bij armoede; zware arbeid, vernedering, onrecht en willekeur zoals in slavernij; scheiding van al je dierbaren zoals in ballingschap; benarde opsluiting met onaangenaam gezelschap zoals een galeislaaf. Ieder soort tijdelijk onheil dreigt, ieder kwaad behalve eerverlies en finale verdoemenis; en zij die het ondergaan vinden het niet leuker dan u het zou vinden. Daartegenover staat, al kunt u het wellicht niet helpen, het feit dat pacifis-me voor u vrijwel geen enkel gevaar inhoudt. Enige publieke minachting, dat wel, door mensen met opvattingen die voor u niet tellen en met wie u weinig omgaat, snel vergoed door de warme wederzijdse goedkeuring zoals een minderheidsgroep die onvermijdelijk kent. Wat pacifisme u voor het overige te bieden heeft is voortzetting van een leven dat u kent en waar-deert onder mensen en in een omgeving die u kent en waardeert. Het biedt u tijd om een begin te maken met een carrière, want of u het wilt of niet, het kan bijna niet anders of u vindt een baan waar vroeg of laat een gedemobiliseerde soldaat vergeefs naar zoeken zal. U hoeft zelfs niet te vrezen, wat pacifisten in de vorige oorlog misschien nog wel moesten, dat u na de oorlog de publieke opinie over u heen krijgt. Want we weten inmiddels dat de wereld weliswaar lang-zaam vergeeft, maar snel vergeet.

Ziehier de redenen waarom ik geen pacifist ben. Als ik het wilde worden, dan zou ik te maken krijgen met zeer dubieuze feiten, met een on-duidelijke redenering, met een vracht menselijk en goddelijk gezag die zich tegen me keert, en met sterke gronden voor de verdenking dat mijn besluit gestuurd werd door mijn verlangens. Het zou kunnen dat pacifisme uiteindelijk toch het juiste standpunt is. Maar die waarschijnlijkheid lijkt me zeer klein.’

Er is geen genade voor de innerlijke stem die

tegen ons zegt:

‘Hij heeft mij dat aangedaan, dus ik doe

hetzelfde terug.’

C.S. Lewis

Page 15: Christen en politiek - StudieBijbel · studie-uitgave van Centrum voor Bijbelonderzoek met als doel het bieden van verdieping in de achtergronden, uitleg en boodschap van de Bijbel.

Woordstudie

politeiaHet zelfstandig naamwoord (vrl.) politeia betekent (1) ‘(het) burger zijn, burgerschap, burgerrecht’ en (2)

‘(gezamenlijke) burgers, burgerij’.

Afgeleid van politeuō ‘burger zijn, als (vrij) burger leven; (de staat) besturen; zich (als burger) gedragen’

betekent het eigenlijk ‘het burger zijn van een stad of staat’ en vandaar ‘het burgerrecht’, d.w.z. een uit het

burgerschap voortvloeiend recht (Hand.22:28). Sommigen nemen deze betekenis ook aan in Ef.2:12

(zie bv. NBG), hoewel men dan de toevlucht moet nemen tot overdrachtelijk woordgebruik.

Vervolgens betekent het ‘burgerij’, d.w.z. de gezamenlijke burgers als groep, bijvoorbeeld de inwoners van

een stad of een land. Deze betekenis geeft in Ef.2:12 een betere zin en wordt dan ook terecht door de meeste

moderne vertalingen gevolgd (zie bv. WV, GNB).

politeuōHet werkwoord politeuō betekent (1) ‘burger zijn, als (vrij) burger leven’, (2) ‘(de staat) besturen’ en (med.) (3)

‘zich (als burger) gedragen’.

Afgeleid van politēs ‘burger; medeburger’ komt het in het NT alleen voor in de ruimere derde betekenis ‘zich

gedragen’, waarbij het element van zich als burger gedragen, d.w.z. het zich gedragen in relatie tot anderen,

als onderdeel van een gemeenschap, nog wel herkenbaar is. In het verband is namelijk sprake van een ‘gedrag

in het openbaar’ (Hand.23:1) en ‘waardig het Evangelie van Christus’ (Fil.1:27). Men zou kunnen zeggen dat

het gaat om een zich waardig gedragen zoals het iemand met een hemels burgerschap betaamt.

politēsHet zelfstandig naamwoord (mnl.) politēs betekent (1) ‘burger’, en (2) ‘medeburger’.

Het is afgeleid van 3639 polis ‘stad, stadstaat’. Het kan zowel betrekking hebben op de bewoner van een stad

(bv. Hand.21:39) als op de bewoner van een land (bv. Luc.15:15). Het gaat om iemand die deel uitmaakt van een

stad of land als politiek instituut en daarmee het burgerrecht bezit (zie 3641 politeia ‘(het) burger zijn,

burgerschap, burgerrecht; (gezamenlijke) burgers, burgerij’).

Strikt genomen vormen de ‘burgers’ van een stad of land dus maar een deel van de bevolking. Daarnaast

waren er bijvoorbeeld ook nog de slaven en de zgn. ‘bijwoners’ (parepidēmos ‘bijwoner’). In meer algemene zin

werd het woord gebruikt ter aanduiding van de onderdanen van een vorst (bv. Luc.19:14 ‘zijn burgers’).

Of de tweede betekenis, ‘medeburger’, in een bepaalde tekst meer op zijn plaats is, moet uit het verband

worden opgemaakt. Dit is bijvoorbeeld het geval in (een deel van de handschriften van) Heb.8:11, waar het

staat naast ‘zijn broeder’ (andere handschriften hebben daar ‘naaste’ in plaats van ‘medeburger’).

Page 16: Christen en politiek - StudieBijbel · studie-uitgave van Centrum voor Bijbelonderzoek met als doel het bieden van verdieping in de achtergronden, uitleg en boodschap van de Bijbel.

NieuwsDe splinternieuwe StudieBijbel Mobile app is nu beschikbaar!

StudieBijbel nu altijd bij de hand!

Nieuw platformMet de nieuwe StudieBijbel Mobile app komt het Centrum voor Bijbelonderzoek met een nieuw platform voor bijbelstudie materiaal.

Veel nieuwe functies toegevoegdEen StudieBijbel account kun je zowel online in je browser als op de mobile app gebruiken, waarbij je makkelijk notities, bladwijzers en tekstmarkeringen kunt maken. Verder kun je de leesgeschiedenis bekijken, zodat je eenvoudig voorgaande studiemomenten terug kunt zien.

Ook helpen we in het bestuderen van de bijbel met handige tips en een handleiding. Ook kun je zelf een lettertype kiezen, de leestekst groter of kleiner maken en een eigen kleurtje instellen. De StudieBijbel kun je met de mobile app overal -en nu ook zonder internetverbinding- gebrui-ken! Meer uit de bijbel halen is met deze nieuwe StudieBijbel versie nu dus nóg leuker en makkelijker!

Studiemateriaal aankopen via de StudieBijbel StoreAl het digitale bijbelstudiemateriaal is verkrijg-baar via de StudieBijbel Store, de online winkel die zowel in StudieBijbel Online als StudieBijbel mobile apps aanwezig is. Kijk voor meer (aankoop) informatie bij studiebijbel.nl/veel-gestelde-vragen.

Missie“Het Centrum voor Bijbelonderzoek (CvB) ondersteunt wereldwijd gelovigen om zich in de Bijbel te verdiepen.”

StudieBijbel Nieuws16

Page 17: Christen en politiek - StudieBijbel · studie-uitgave van Centrum voor Bijbelonderzoek met als doel het bieden van verdieping in de achtergronden, uitleg en boodschap van de Bijbel.

BibliaDeEstudio projectLatijns-Amerika is een continent met veel jonge kerken en er is een grote honger naar bijbels onderwijs. Maar er is veel armoede en weinig mensen kunnen gebruik maken van een goede internetverbinding.

Om deze grote groep gelovigen te ondersteunen biedt het CvB voor Latijns-Amerikaanse landen de BibliaDeEstudio app inclusief studiemateriaal volledig gratis aan.

Doordat de BibliaDeEstudio app zonderinternetverbinding te gebruiken is, neemt het aantal gebruikers dagelijks toe. Hierdoor krijgt een groeiend aantal Latino’s toegang tot goed studiemateriaal en leren hierdoor God beter kennen.

Indien u één van onze StudieBijbel pakketten aankoopt, draagt u bij aan dit Latijns-Amerikaanse project. Alvast hartelijk dank!

GiftenMet uw donatie helpt u mee StudieBijbel beschikbaar te stellen in Latijns Amerika. Het beschikbaar stellen van het StudieBijbel platform in Nederland en Latijns Amerika kost veel geld. Zo staan we voor de grote opgave om ook de Oude Testament publicaties in het Spaans te vertalen en beschikbaar te stellen.Wij willen u daarom vragen of u wilt overwegen ons te steunen met een -belastingaftrekbare- gift of schenking aan:

Stichting tot Bevordering van Bijbelonderwijs (SBBO) Bankrekening: NL82 RABO 0377 0937 42Graag vermelden: “Gift t.b.v. StudieBijbel platform”.

Alvast hartelijk dank!

17

Ook StudieBijbel altijd bij de hand hebben?Maak gratis je StudieBijbel account aan via https://online.studiebijbel.nl en duik overal dieper in de Bijbel!

Page 18: Christen en politiek - StudieBijbel · studie-uitgave van Centrum voor Bijbelonderzoek met als doel het bieden van verdieping in de achtergronden, uitleg en boodschap van de Bijbel.

Thema artikel

De schepping in het Nieuwe Testament

Wij zijn gewend aan de uitspraak dat God de Vader de wereld geschapen heeft. Het Nieuwe Testament

verklaart echter dat de Zoon hierbij nadruk-kelijk betrokken was. Wat betekent dat? De discussies over de schepping gaan meestal over Genesis 1-3, maar hoe vat het Nieuwe Testament deze hoofdstukken op?

In het evangelie van Lukas staat het geslachts-register van Jezus Christus. Dit geslachts-register voert terug tot Adam. Jezus was ‘de zoon van Enos, de zoon van Seth, de zoon van Adam, de zoon van God’ (Luk.3:23-38). Adam is daarmee het directe resultaat van Gods schep-pingswerk, niet de afstammeling van een ander mens of een dier.Jezus beschouwde Adam en Eva als het eerste mensenpaar. Dit komt naar voren in een gesprek over echtscheiding: ‘Maar vanaf het begin van de schepping heeft God hen mannelijk en vrou-welijk gemaakt.’ Deze uitspraak is gebaseerd op Genesis 1:27 en daarna volgt een verwijzing naar het huwelijk in Genesis 2:24 (Mar.10:6-8). Ook al ontbreken hier de namen van Adam en Eva, uit de verwijzingen blijkt wel dat zij bedoeld zijn.

Later houdt Paulus een rede op de Areopagus in Athene. Hij verkondigt de God die de hemel en de aarde gemaakt heeft. Hij maakte uit één bloed heel het menselijke geslacht om op heel de aardbodem te wonen (Hand.17:26). In sommige handschriften ontbreekt het woord ‘bloed’, maar de nauwe aansluiting bij de eerste hoofdstukken

van Genesis pleit voor de klassieke uitleg dat Paulus één persoon bedoelde.

Zien van Gods werkenPaulus schrijft in de brief aan de Romeinen over de kennis van God op aarde: ‘Want de dingen van Hem die onzichtbaar zijn, worden sinds de schepping van de wereld uit zijn werken gekend en doorzien, namelijk én zijn eeuwige kracht én zijn goddelijkheid’, met als gevolg dat de heide-nen niet te verontschuldigen zijn (Rom.1:18-20).In de huidige discussies komt vaak de vraag naar voren of Gods werk te zien is in de schepping. Velen willen ‘het boek van de natuur’ nadrukke-lijk erkennen als bron om Gods werken te leren kennen, en leggen deze bron naast de Bijbel (‘het boek van de Schriftuur’). Maar wat leren wij uit ‘het boek van de natuur’? Verkrijgen we hieruit alleen wetenschappelijke inzichten die iets duidelijk maken over de natuur en de natuurwetten? Of leren wij er ook iets van over God Zelf?De aanhangers van Intelligent Design menen het laatste. Zij komen met veel voorbeelden van za-ken die niet uit zichzelf ontstaan kunnen zijn en die volgens hen op een Ontwerper wijzen. Heel wat theïstisch evolutionisten zijn het echter niet eens met het ontwerpargument. Zij zijn van mening dat het niet mogelijk is uit de huidige wereld Gods activiteiten af te leiden. Voor alle duidelijkheid: zij belijden wel degelijk Gods scheppende hand en zij zien de wetenschap als een middel om Gods wonderen in de natuur te ontdekken. Het gaat echter om het punt of er vanuit een ontwerp gedacht moet worden aan een Ontwerper. Wanneer men dat ontkent, wijkt

18

Mart-Jan Paul

Page 19: Christen en politiek - StudieBijbel · studie-uitgave van Centrum voor Bijbelonderzoek met als doel het bieden van verdieping in de achtergronden, uitleg en boodschap van de Bijbel.

men af van het besef in het Oude Testament dat Gods werken in de natuur zichtbaar zijn en een reden vormen voor lofprijzing (Ps.8 en 19). Ook is dan de benadering van Paulus in Romeinen 1-2 niet meer van kracht, want God is dan niet te kennen door onze waarnemingen.

Adam en ChristusIn Romeinen 5 staat de apostel uitvoerig stil bij de relatie tussen Adam en Christus. Door één mens, namelijk Adam, is de zonde in de wereld gekomen en als gevolg daarvan de dood. Deze dood heeft geregeerd van Adam tot Mozes toe, ook over hen die niet dezelfde overtreding als Adam begaan hebben (vs.12-14). Uit het verband blijkt dat hier de lichamelijke en geestelijke dood bedoeld worden. Door Jezus Christus is er echter een overvloediger gave, namelijk genade en vergeving, waardoor mensen weer in de rechte verhouding tot God kunnen komen (vs.15-19). Volgens Paulus verwacht de schepping met reik-halzend verlangen het openbaar worden van de kinderen van God (Rom.8:19). ‘Want de schep-ping is aan de zinloosheid (of: vergankelijkheid) onderworpen, niet vrijwillig, maar door Hem die haar daaraan onderworpen heeft’ (vs.20). De schepping verlangt in de hoop dat zij bevrijd zal worden van ‘de slavernij van het verderf’, om te komen tot de vrijheid van de heerlijkheid van de kinderen van God (vs.21). De schepping zucht en is in barensnood tot nu toe (vs.22). De klassieke uitleg is dat Paulus hier de gevolgen

van Genesis 3 aanduidt. God heeft de schepping onderworpen – tegen haar wil – als gevolg van de daden van de mensen.

Volgorde in de scheppingIn 1 Korinthe 6:16 ontleent Paulus een argument tegen hoererij aan Genesis 2:24: ‘Daarom zal een man … zich aan zijn vrouw hechten; en zij zullen tot één vlees zijn.’ In hoofdstuk 11 komt de plaats van de vrouw in de christelijke gemeente aan de orde, en ook daarvoor beroept de apostel zich op Genesis 2: ‘De man is immers niet uit de vrouw, maar de vrouw uit de man’ (11:8,12). Dit is een verwijzing naar de schepping van de eerste man, die niet uit een vrouw werd geboren, maar uit de aarde werd genomen en een verwijzing naar de schepping van de vrouw uit de rib/zijde van Adam. Tevens zegt de apostel dat de man niet was geschapen voor de vrouw, maar de vrouw voor de man, een verwijzing naar de helper die door God aan de man gegeven werd. Paulus vat de weergave in Genesis 2-3 chronologisch op (11:12). Dit gebeurt ook in de eerste brief aan Timotheüs: ‘Want Adam is eerst gemaakt, daarna Eva.’ Hij verwijst ook nog naar het feit dat niet Adam, maar Eva misleid is (1Tim.2:13-14). Deze uitleg is niet goed te verenigen met de opvatting dat er een hele groep mensen op aarde was, waaruit Adam en Eva gekozen werden.In 1 Korinthe 15 bespreekt Paulus de opstanding uit de dood. De dood wordt hier gepersonifi-eerd als een boze macht die de mensheid in zijn greep heeft. Die dood is geen natuurlijk gegeven dat daarom aanvaard moet worden, maar een vijand die overwonnen moet worden. De tweede brief aan Korinthe noemt de verleiding van Eva door de slang (2Kor.11:3).

Dorens en distelsHebreeën 6 bevat een waarschuwing tegen afval van het geloof en zegt: ‘Maar de aarde die dorens en distels voortbrengt, is verwerpelijk en de vervloeking nabij, waarvan het einde tot verbranding leidt’ (6:8). De woorden ‘dorens en distels’ en ‘vervloeking’ verwijzen naar

19

‘Maar vanaf het begin van de schepping heeft God hen mannelijk en vrouwelijk gemaakt.’

Page 20: Christen en politiek - StudieBijbel · studie-uitgave van Centrum voor Bijbelonderzoek met als doel het bieden van verdieping in de achtergronden, uitleg en boodschap van de Bijbel.

20 21Thema artikel

Genesis 3:17-18, waar de vervloeking van de aarde beschreven staat, zodat deze dorens en distels voortbrengt. Sindsdien zijn deze planten een symbool van de wildernis en van veroorde-ling.De gevolgen van de val in Genesis 3 staan ook in de hoofdstukken daarna: over Kaïn en over de zonde in de tijd van de vloed. In zijn eerste brief wijst de apostel Petrus op de ongehoorzaam-heid van de mensheid in de tijd dat de ark door Noach gebouwd werd. In die ark werden acht mensen behouden (1Petr.3:20). In zijn tweede brief staat ook een verwijzing naar het vergaan van ‘de oude wereld’ door de zondvloed, terwijl het achttal van Noach bewaard bleef (2Petr.2:5). Evenals in die tijd zullen er ook in de toekomst spotters zijn die zich afvragen wat er van Gods beloften terechtkomt. ‘Want vanaf de dag dat de vaderen ontslapen zijn, blijven alle dingen zoals vanaf het begin van de schepping’ (3:3-4). Die spotters houden er geen rekening mee dat door Gods Woord de hemelen er reeds lang geweest zijn, evenals de aarde die uit het water oprijst (3:5). Die wereld is overspoeld door water, maar wordt nu voor het vuur bewaard tot de dag van het oordeel (vs.6-7). Hier wordt het ‘uniformi-tarisme’ afgewezen, alsof alle verschijnselen op

aarde steeds hetzelfde blijven, en dat dus ook zo het verleden en de toekomst van de aarde bere-kend kunnen worden.

Het begin en slot van de BijbelHet boek Openbaring kondigt een afrekening aan met alle machtige tegenstanders, zoals het beest en de valse profeet (Op.19). In Openbaring 20 wordt ‘de draak, de oude slang, dat is de dui-vel en de satan’, voor duizend jaar gebonden (hij is al eerder zo genoemd in 12:9). Deze benaming verwijst naar de verleiding in Genesis 3. Na eni-ge tijd vrijgelaten te zijn, wordt de satan uitein-delijk in de poel van vuur en zwavel geworpen, waar ook het beest en de valse profeet reeds zijn (20:3,7,10).Het volgende hoofdstuk noemt een nieuwe he-mel en een nieuwe aarde, ‘want de eerste hemel en de eerste aarde waren voorbijgegaan’ (21:1). Bij de eerste aarde horen tranen, dood, rouw, jammerklacht en moeite (vs.4). Dat zijn de gevolgen van de vervloeking in Genesis 3 en die zullen ongedaan gemaakt worden. Het boek Openbaring schildert verder het nieuwe Jeruzalem dat uit de hemel neerdaalt (21:2,10). Deze stad heeft de zon en de maan niet nodig, want de heerlijkheid van God verlicht

Page 21: Christen en politiek - StudieBijbel · studie-uitgave van Centrum voor Bijbelonderzoek met als doel het bieden van verdieping in de achtergronden, uitleg en boodschap van de Bijbel.

20 21

haar (vs.23). In deze hoofdstukken volgen de ge-beurtenissen elkaar snel op. De doden staan op uit hun graf (20:4-5, 12-15), de nieuwe hemel en aarde zijn plotseling realiteit en het nieuwe Jeruzalem daalt neer (21:1-2). Er is geen sprake van een geleidelijk verloop van de geschiedenis in een proces van miljoenen of miljarden jaren. Dat roept de vraag op: als God in de toekomst zo plotseling zal handelen, heeft Hij dat in de begintijd dan ook niet gedaan?In het laatste hoofdstuk beschrijft Johannes een zuivere rivier, met aan de ene en de andere kant het ‘geboomte des levens’, dat twaalf vruchten voortbrengt, van maand tot maand. De bladeren van het geboomte zijn tot genezing van de volken (22:1-2). Geen enkele vervloeking zal er meer zijn (vs.3), zodat de paradijselijke situatie wordt hersteld. Die houdt niet alleen de vernieu-wing van mensen in, maar ook de vernieuwing van de aarde.

Verderop klinkt de verzekering: ‘Zalig zijn zij die zijn geboden doen, zodat zij recht mogen hebben op het geboomte des levens’ (vs.14). De toekomst wordt beschreven als een herstel van het verleden, en als een situatie die nog groter in heerlijkheid is.

Schepping door ChristusHet Nieuwe Testament leert dat God de we-reld heeft geschapen door Christus (Kol.1:16; Heb.1:2). Hij was het Woord en alle dingen zijn door het Woord gemaakt (Joh.1:1-3). Paulus zegt dat uit de Vader alle dingen zijn, en hij noemt ‘één Heere Jezus Christus, door wie alle dingen zijn en wij door Hem’ (1Kor.8:6; vgl. Ef.3:9). Behalve de oorsprong is ook de voortgang van deze wereld van Hem afhankelijk: Hij draagt alle dingen door zijn krachtig woord (Heb.1:3).Deze Christus spreekt de armen en zwakken za-lig (Mat.5). Hij vervult Psalm 72, waarin het gaat over een koning die omziet naar de ellendigen en armen, en hen ook redt (72:2-4,12-14). Jezus identificeert Zich meermalen op een bepaalde wijze met de arme, de vreemdeling, de naakte en de zieke (Mat.25:35-36). De Heiland heeft

ons ook de Vader geopenbaard: ‘Wie Mij ge-zien heeft, heeft de Vader gezien’ (Joh.14:9vv.). Vanwege de eenheid van de Vader en de Zoon valt te verwachten dat de Zoon het karakter en de werkwijze van de Vader weerspiegelt. De God van het Oude en Nieuwe Testament handelt ‘goed’ en is barmhartig; als Hij straft, doet Hij dit op rechtvaardige wijze.Dit is echter niet in overeenstemming te bren-gen met het evolutiemechanisme dat uitgaat van het recht van de sterkste en de ‘survival of the fittest’, waardoor de niet-aangepaste, zwakke en zieke organismen verwijderd worden. Zou God dit mechanisme geschapen hebben en dat ook nog ‘goed’ genoemd hebben? Past ‘goed’ bij een proces waarin dieren een langzame en wrede dood kunnen sterven? De evolutietheorie gaat uit van opeten en opgegeten worden in een ecologische samenhang. Dit vormt een grote tegenstelling met het onderwijs van het Nieuwe Testament.

Het is aannemelijker dat de huidige selectie-processen, waardoor de minder aangepaste organismen het moeten afleggen tegen de beter geoutilleerde organismen, begonnen zijn nadat de vloek zijn intrede deed, dan dat die al bij de schepping aanwezig waren.

ConclusieJezus en de apostelen hebben het onderwijs van de eerste hoofdstukken van Genesis historisch en normatief opgevat. Wat daar beschreven staat, is gezaghebbend en van belang voor de levenswandel van de gemeenteleden.In de huidige discussies over schepping en evo-lutie worden veel suggesties gedaan om de ‘oer-geschiedenis’ anders op te vatten, maar de wijze waarop het Nieuwe Testament deze uitlegt, blijft van het grootste belang.

LiteratuurM.J. Paul, Oorspronkelijk. Overwegingen bij schepping en evolutie. Apeldoorn, 2017, hoofdstuk 10.M.J. Paul, Waar komen wij vandaan? Op zoek naar antwoorden in het evolutiedebat. Apeldoorn, 2018, hoofdstuk 4.

Page 22: Christen en politiek - StudieBijbel · studie-uitgave van Centrum voor Bijbelonderzoek met als doel het bieden van verdieping in de achtergronden, uitleg en boodschap van de Bijbel.

Thema artikel

uitgoten. Dit was een grote gebeurtenis vol vreugde: ‘Hij die de vreugde van het watergie-ten niet zag, zag nog nooit iets vreugdevols in zijn leven’ (m. Sukkah 5.1). Aan het begin van de dag daal-de een lange rij priesters met gouden kannen in de handen af en vulden zij deze in de vijver van Siloam. Een grote menigte juichte hen daarbij toe. Onder de daarmee gepaard gaande muziek droegen ze dit water dan naar het altaar op het tempeldomein. Bij de waterpoort bliezen ze drie keer de sjofar als vreugdeteken en riep het volk: ‘vol vreugde zullen jullie water putten uit de bron van de redding’ (Jes.12:3, vgl. b. Sukkah 48b).

Na het blazen van de sjofar op de grote dag zong het volk het Hallel (Ps113-118), terwijl de priesters rondom het koperen altaar liepen. Naast het altaar stonden twee schalen. Een voor het water uit Siloam en een voor wijn. Het water herinnerde aan de tijd in de woestijn en de wijn zag uit naar de toekomende eeuw. Terwijl het volk zong, golden er nog een paar specifieke regels. Bij de woorden ‘Loof Jahweh, want Hij is goed, eeuwig duurt zijn trouw’, uit Psalm 118:1 begonnen alle mannen drie keer met hun rechterhand te schudden, waarin ze een klein boeket van wilgentakken, mirten en palmtakken vasthielden (lulah). Hun linkerhand, met daarin verschillende citrusvruchten, hielden ze tegelijk in de lucht. Datzelfde ritueel herhaalde zich bij Psalm 118:25: ‘Jahweh, geef ons de overwinning, Jahweh, geef ons voorspoed’. Hierop goten de priesters het water over het altaar uit en brach-ten ze het dagelijkse plengoffer.

In het evangelie van Johannes staat de dienst van Jezus in Jeruzalem centraal. Bekend is het gebeuren in hoofdstuk 7

waar Jezus deelneemt aan het loofhutten-feest. Over zijn uitspraak van de stromen van ‘levend water’ (= stromend water) wordt vaak in kerken gepreekt. Maar wat is de achtergrond van deze woorden en waarnaar verwijst Jezus precies? In dit artikel gaan we daar nader op in.

In Johannes 7 gaat Jezus voor de derde keer naar Jeruzalem. Deze keer gebeurt dat om er het Loofhuttenfeest te vieren. Dit was het grote feest waarmee het volk God dankte voor de oogst in de herfst en vooruitkeek naar de komende zege-ningen. Het volk kampeerde tijdens het Loof-huttenfeest in zelfgemaakte tenten die ze op de daken van hun huizen in Jeruzalem, in de tuinen of gewoon op de straten van de stad plaatsten. Het wonen in tenten herinnerde hen aan de vroegere reis door de woestijn van Egypte naar Kanaän. Het legde nadruk op de afhankelijkheid van God en liet hen beseffen dat ze nog steeds als pelgrims onderweg waren naar het toeko-mende vaderland. Gebeurtenissen rondom dit feest waren daarom verbonden met de zegenin-gen die God hen in de toekomst zou schenken.

Jezus roeptOp de laatste dag roept Jezus de menigte toe dat wie dorst heeft tot Hem mag komen om te drinken (vs.37). Het drinken van water was een toespeling op het water dat de priesters elke dag van het Loofhuttenfeest bij het altaar

Jezus en het levende waterRaymond

Hausoul

22

Page 23: Christen en politiek - StudieBijbel · studie-uitgave van Centrum voor Bijbelonderzoek met als doel het bieden van verdieping in de achtergronden, uitleg en boodschap van de Bijbel.

Jezus en het levende water

Gebed om vruchtbaarheidTraditioneel stonden deze rituelen in relatie met de dank voor het binnenhalen van de late oogst (Ex.23:16) en het gebed voor regen en vrucht-baarheid. Na het jaarlijkse droge seizoen, dat ongeveer zes maanden duurde, was er dringend behoefte aan vroege herfstregens om de grond voor te bereiden op de gewassen van het ko-mende jaar en de drinkwater-reservoirs bij te vullen. Regen in die periode was een teken dat God Israël ook het komende seizoen zou zege-nen. Een onderbouwing vormden de profetische verwijzingen naar het water dat zegen voor het land bracht en de rijke zegen van Jahweh in het messiaanse rijk (Jes.12:3; Zach.14:16; vgl. Jes.44:3; 49:10; 58:11; Ez.36:25-27; 47:1-12; Joel 3:18; Am.9:11-15; Zach.13:1; 14:8; vgl. Spr.18:4). Teksten die hiermee verbonden waren, las het volk tijdens het feest op als gebed. Tijdens dit gebeuren riep Jezus het volk op om tot Hem te komen als iemand dorst had. Hij besefte namelijk dat Hij degene was die het volk dat kon geven waarnaar het van harte verlangde.

Hij kon de zegen die God het volk, volgens de oudtestamentische beloftes, wilde schenken verwerkelijken. Enkel in verbondenheid met Jezus was het mogelijk de zegen van het koninkrijk te ontvangen.De Messias kijkt daarom niet terug naar de woestijn in het verleden, maar vooruit naar de vervulling van de beloftes in de toekomst. Het citaat waarnaar Jezus bij deze uitspraak verwijst, is niet letterlijk in het OT te vinden. Vermoede-lijk gaat het in de context van het Loofhutten-feest om Jesaja 12:3: ‘Vol vreugde zullen jullie water putten uit de bron van de redding’ (vgl. Ps.77:15-16,20; Zach.14:8). De term ‘redding’ ( ) staat dan in relatie met de naam ‘Jezus’ ( ) en de term ‘bron’ ( ) is nauw verbonden met het woord voor ‘binnenste, buik of organen’ ( ). Deze rivieren van levend water zijn voor velen een aantrekkelijk beeld. Het roept iets op van dynamiek en groei, van compleetheid en overstromende goedheid, van zachte koelheid en verfrissing. Jezus biedt deze

23

‘Vol vreugde zullen jullie water putten uit de bron

van de redding’

Page 24: Christen en politiek - StudieBijbel · studie-uitgave van Centrum voor Bijbelonderzoek met als doel het bieden van verdieping in de achtergronden, uitleg en boodschap van de Bijbel.

24

verfrissing alleen aan in contact met Hem. Enkel wie zich aan Jezus Christus toevertrouwt en op Hem focust mag dit wonder meemaken. Niet het water of de Geest, maar de Messias staat centraal als de dorstlesser.

Wie in Mij gelooftAl vroeg ontstond het voorstel om de uitspraak ‘wie in Mij gelooft’ bij vers 37 te plaatsen: ‘Als iemand dorst heeft, laat hij bij Mij komen en laat hij drinken, die in Mij gelooft’(vgl. Joh.6:35)2. De rest van vers 38 is dan een verduidelijking van Jezus (vgl. WV). Geloven in Jezus is dan gelijk aan stromen van levend water, die de evangelist in vers 39 met de Geest verbindt. Die verklaring sluit aan bij het ‘water putten uit de bron van redding’ (Jes.12:3). Vooral in de westerse Latijnse traditie kreeg deze uitleg met nadruk op de oorsprong van het water de voorkeur. Jezus was dan de bron van waaruit de wateren stromen. Hij is het waarover de Schriften spreken als de bron van het levende water (vgl. Jer.2:13; Ex.17:1-6; Eze.47:1-11; Joel 4:18; Zach.14:8). Deze gedachten passen bij het evangelie van Johannes dat de Messias beschrijft in tempeltermen: Hij ‘tabernakelt’ bij mensen (1:14), is het nieuwe Bethel (1:51), is de ware tempel (2:21) van waaruit de levende wateren stromen als een rivier ‘helder als kristal [die] ontsprong ... van het Lam’ (Op.22:1; vgl. vs.17). Deze relatie tussen het water en de heilige plaats is ook in andere joodse werken te vinden. Anderen kiezen mede op basis van papyrus 66 en in overeenstemming met voornamelijk de oosterse traditie er voor om in vers 38 een nieu-we zin te beginnen en de nadruk te leggen op de effectieve gevolgen van Jezus’ werk (NBV, [H]SV, NBG, GNB, TE). De levende wateren stromen dan vanuit de volgelingen van Jezus. Wie dorstig is en het levende water drinkt, wordt een spran-kelende bron van levend water voor anderen (Joh.4:14; vgl. Jes.44:3).

Levend water uit je buikHet levende water stroomt volgens Jezus uit het binnenste of buikgebied. Die plaats wordt vaak

in de prediking gezien als de plek waar we het meest intens onze emoties ervaren. Maar tijdens het waterfeest is het beter om te denken aan het binnenste van de waterkannen die de priesters naar het altaar dragen. Uit de buikholten van die kannen komt er slechts beperkt water. De kruik heeft een beperkte inhoud. Een paar liter en het is op. Jezus belooft zijn volgelingen dat dit bij hen niet het geval zal zijn. De Geest door-drenkt ons tot in het diepst van ons bestaan en brengt uit onze buik stromen van levend water voort. Volgens onderzoekers hadden sommige van deze waterkannen een aantal kraantjes. Die werden opengedraaid bij het altaar, waardoor het water in verschillende stralen uit de kruik stroomde. Deze stromen waren echter beperkt. Door in Jezus te geloven zouden er echter stro-men van levend water uit de buikholten van de gelovigen komen. Steeds meer kruiken lopen vol en gieten het weer uit. Een steeds bredere stroom van levend water.De Messias verlangt er naar dat zijn volgelingen distributeurs worden. Zij dienen te veranderen van een waterbak in een fontein. Het moeilijk-ste is het daarom niet om de dorst van dorstige mensen te lessen maar om hen zich dorstig te laten voelen. Velen proberen hun dorst op ande-re manieren te lessen. We gaan dan van uitda-ging naar uitdaging, van feestje naar feestje, van werkdag naar werkdag, van nieuw project naar nieuw project, van gadget naar gadget. We zoeken er geluk in, maar we blijven toch onverzadigd achter, want onze diepste dorst wordt niet gelest. Het is daarom van belang te verlangen naar een hernieuwde aandacht voor de Geest van het Woord en ons steeds meer over te geven aan de krachtige en liefdevolle werking van Jezus Christus die door zijn Geest en Woord tot ons spreekt.

De GeestJohannes verduidelijkt in 7:39 dat Jezus met zijn woorden naar de Geest verwees. Niet alleen de Messias maar ook de gelovige zou een bron van levend water zijn. Dat zou gebeuren door de Geest. De Duitse Reformator Maarten Luther

Thema artikel

Page 25: Christen en politiek - StudieBijbel · studie-uitgave van Centrum voor Bijbelonderzoek met als doel het bieden van verdieping in de achtergronden, uitleg en boodschap van de Bijbel.

25

verklaarde dit vers als volgt: ‘Wie tot Mij komt, ontvangt niet alleen zelf de heilige Geest, maar hij wordt ook een vat waaruit de heilige Geest naar anderen stroomt, die net zo verkwikt, getroost en gesterkt worden als hijzelf.’Al in het OT stond de Geest in relatie met het water: ‘Ik zal water uitgieten op dorsti-ge grond, waterstromen over het droge land. Ik zal mijn Geest uitgieten over je nazaten en mijn zegen over je telgen’ (Jes.44:3; vgl. Jes.32:15; 59:19-21; Eze.36:25-27; 39:29; Joel 2:23,28; Zach.12:10). Die gedachte was ook al bekend bij het vieren van het Loofhutten-feest. We vinden deze meerdere keren in de joodse traditie terug2: ‘Rabbi Jozua ben Levi vroeg: Waarom heet het daar “de plaats van het water-uitgieten”? Omdat daar de heilige Geest wordt uitgoten, zoals er geschreven is: “Met genot zullen jullie water scheppen uit de bronnen van het heil” [Jes.12:3]’Johannes beseft dat dit ogenblik waarop de gelovigen de heilige Geest ontvingen nog in de toekomst lag. Gods Geest zou straks vanuit de hemel neerdalen om op aarde te getuigen van de verheerlijkte Christus in de hemel. Voordat dat kon gebeuren moest Christus verheerlijkt worden.

Wie van het levende water drinkt, wordt door zijn verbondenheid met de Messias zelf een waterbron voor anderen. In hun dagelijks leven is er een voortdurend stromen van Gods Geest. Triest is het daarbij te zien hoe sommige chris-tenen dit voorrecht negeren en Gods zegen voor deze schepping laten weglekken doordat ze de zonde toelaten om gaten in hun aarden kruik te slaan. In plaats van voortdurend stromende rivieren zijn sommige gelovigen wat dat betreft net kranen, die zo af en toe eens wat druppelen. Kinderen van God moeten echter geen stilstaan-de waterpoelen of pierenbadjes zijn. Zij mogen geen waterbakken zijn die alleen ontvangen en niets doorgeven. Hun roeping is het om een rivier te zijn die altijd water geeft, doordat ze verbonden zijn met dé bron van levend water, waarover de profeet Jesaja al schreef, en waar-aan de jood dacht tijdens het loofhuttenfeest: ‘Vol vreugde zullen jullie water putten uit de bron van de redding’ (Jes.12:3).

1. Zie voor bronvermeldingen: Raymond R. Hausoul, ‘Jo-hannes: Het Evangelie van God de Zoon’, Indekerk.Be.

2. Zie o.a.: Jacob Neusner, J. Sukkah, Jeruzalem Talmud (Nashville: Hendrickson, 2008), 55a; Harry Freedman and Simon Maurice, eds., Midrash Rabbah: Genesis, Midrash Rabbah 1–2 (London: Soncino, 1983), 70.8; ‘Midrash Rabbah: Ruth’, in Midrash Rabbah: Ruth and Ecclesiastes, Midrash Rabbah 8 (London: Soncino, 1983), 4.

Page 26: Christen en politiek - StudieBijbel · studie-uitgave van Centrum voor Bijbelonderzoek met als doel het bieden van verdieping in de achtergronden, uitleg en boodschap van de Bijbel.

26 27Actualiteiten Bijbel en Archeologie

Helaas is het niet zeker dat daadwerkelijk het woord ‘profeet’ op het zegel staat, daarvoor ontbreekt namelijk een letter. Volgens Mazar zou die letter op het beschadigde deel van het zegel hebben gestaan. Hoewel dat niet onmoge-lijk is, zou bij het woord ‘profeet’ echter tevens een lidwoord te verwachten zijn. Verder zijn er voorbeelden van teksten uit dezelfde tijd waarin het woord profeet op een andere manier werd geschreven, namelijk zonder een van de letters die wel op het zegel staan. Inmiddels hebben verschillende deskundigen daarom een heel andere interpretatie van het zegel voorgesteld. Vaak staat op de plaats waar het woord profeet op het zegel zou staan namelijk niet de functie van een persoon, maar de naam van diens vader. Het woord voor ‘zoon van’ werd daarbij vaak weggelaten. Interessant is dat er al een onbe-schadigde zegel bekend is waar dezelfde letters nbj op te lezen zijn. De tekst op deze zegel, die waarschijnlijk eveneens uit Jeruzalem en de-zelfde periode afkomstig is, wordt vertaald met

‘van Oreb (zoon van) Nobai’. Op dit zegel staat bovendien een afbeelding van een duif. Het zegel met de naam Jesaja is helaas op dat punt bescha-digd, maar het is niet onmogelijk dat nog een deel van de staart van een vergelijkbare duif te zien is. In dat geval is het waarschijnlijk dat het om twee verbonden zegels gaat, mogelijk van broers. In plaats van ‘van Jesaja profeet’ moet dan ‘van Jesaja (zoon van) Nobai’ gelezen worden. Hoewel de vondst met deze uitleg nog steeds bijzonder is, is het natuurlijk minder spectaculair. Het al dan niet vinden van een dergelijk zegel is echter geen bewijs voor of tegen het bestaan van de profeet Jesaja.

Bronnen: Biblical Archaeology Review (www.biblicalarchaeology.org); weblog Christopher Rollston (www.rollstonepigraphy.com) en weblog Deane Galbraith (www.remnantsofgiants.wordpress.com).

Zegelafdruk Jesaja?In februari werd het nieuws naar buiten ge-bracht van een interessante vondst bij opgra-vingen op de Ofel aan de voet van de zuidelijke muur van de tempelberg in Jeruzalem. De ar-cheologen onder leiding van Eilat Mazar vonden in restanten uit de achtste tot zevende eeuw voor Christus een zegelafdruk in klei (bulla). Het stukje klei van bijna anderhalve centimeter doorsnee is gedeeltelijk bewaard gebleven. Een groot deel van de bovenkant ontbreekt en de linkerkant is beschadigd. Desondanks zijn negen lettertekens in Oudhebreeuws schrift te zien en een stuk van een afbeelding die waarschijnlijk een dier moet voorstellen. Volgens archeologe Mazar moet de tekst ljs‘jh nbj vertaald worden met ‘van Jesaja profeet’. Het zegel zou daarom rechtstreeks verbonden kunnen worden met de oudtestamentische profeet die in de genoemde periode in Jeruzalem optrad. De letters op het zegel kunnen inderdaad op die manier gelezen worden, maar er zijn een aantal belangrijke kanttekeningen bij te plaatsen.

Afbeelding: Zegelafdruk met de naam Jesaja

Page 27: Christen en politiek - StudieBijbel · studie-uitgave van Centrum voor Bijbelonderzoek met als doel het bieden van verdieping in de achtergronden, uitleg en boodschap van de Bijbel.

26 27

Tel ‘EtonReeds eerder werd op deze bladzijden aan-dacht besteed aan de vondsten bij Tel ‘Eton (zie Studiebijbel Magazine 8.4 2015). Destijds werd bericht over de vondst van een monumentaal gebouw uit de achtste eeuw voor Christus met de kenmerken van een karakteristiek Israëliti-sche vierkamerwoning. Tel ‘Eton was in die tijd een strategisch belangrijke vestingplaats in het koninkrijk Juda en het opgegraven gebouw had waarschijnlijk een bestuurlijke functie. Het werd aan het einde van de achtste eeuw verwoest door de Assyriërs. In een recent artikel in het weten-schappelijke tijdschrift Radiocarbon, beschrijven de archeologen Avraham Faust en Yair Shapir de resultaten van nieuw onderzoek naar het gebouw. Met een oppervlak van 230 vierkante meter behoort het gebouw tot de één procent grootste gebouwen die uit dezelfde periode zijn opgegraven. Voor het bouwen van structuren met een dergelijke omvang en bouwstijl is een goede organisatie nodig, die volgens de archeo-logen alleen mogelijk is wanneer een sterke centrale regering bestaat. In de achtste eeuw is die duidelijk aanwezig in het koninkrijk Juda, maar volgens verschillende geleerden is dat in de periode daarvoor niet het geval. Het bijbelse beeld van het sterke koninkrijk van David en Salomo zou volgens die geleerden niet historisch correct zijn.

Faust en Shapir beschrijven in hun artikel dat in de funderingslaag van het gebouw een beker is gevonden en verder wat houtskool en olijfpitten. Radiokoolstofdatering van die resten laat zien dat het gebouw al in de elfde tot tiende eeuw voor Christus gebouwd werd. Deze resultaten wijzen erop dat in de tijd van David en Salomo wel degelijk een voldoende georganiseerd rijk bestond om dergelijke grote bouwprojecten uit te voeren. De archeologen wijzen er verder op dat bewijs hiervoor op andere plaatsen vaak over het hoofd wordt gezien. Gebouwen lijken namelijk vaak te dateren uit de periode waarin ze verwoest zijn, omdat de bewoners uit die tijd de meeste voorwerpen hebben achtergelaten en restanten uit een eerdere tijd hebben verwijderd.

Bronnen: A. Faust en Y. Shapir, ‘The “Govenor’s Residency” at Tel ‘Eton’, Radiocarbon (2018) 1-20.

BokshandschoenenEnkele maanden geleden werd bij de Engelse plaats Hexham (Northumberland) een leuke vondst gedaan. Vanaf de eerste eeuw na Christus was hier een Romeinse legernederzetting met de naam Vindolanda. De nederzetting lag net ten zuiden van de enkele decennia later gebouwde Muur van Hadrianus en bleef ruim driehonderd jaar in gebruik door de Romeinen. De afgelopen jaren zijn opgravingen verricht

Afbeelding: Luchtfoto van het gebouw bij Tel ‘Eton

Page 28: Christen en politiek - StudieBijbel · studie-uitgave van Centrum voor Bijbelonderzoek met als doel het bieden van verdieping in de achtergronden, uitleg en boodschap van de Bijbel.

naar de eerste houten nederzetting onder de resten van de latere stenen fortificaties. Bij deze opgravingen werden een grote hoeveel-heid voorwerpen gevonden die inzicht geven in het leven in een dergelijke buitenpost van het Romeinse leger, bijvoorbeeld kleding, siera-den, kammen, dobbelstenen, schrijfmaterialen, munten, een houten toiletbril, en natuurlijk zwaarden en andere wapens. Verder barakken voor soldaten, woningen voor officieren, een badhuis en een tempel.

De recente vondst bestaat uit twee Romeinse bokshandschoenen (caestus) in de vorm van een opgevul-de leren band die de knokkels van de hand beschermd. De handschoenen die niet bij elkaar horen werden soms met leren banden aan de pols vast-gemaakt. Hoewel afbeeldingen van dergelijke bokshandschoenen bekend zijn uit onder andere beeldhouwkunst en schilderingen, werd nog niet eerder een exemplaar opgegraven.

Boksen was een populaire sport in de antieke wereld en werd binnen het Romeinse leger beoefend om gevechtsvaardigheden te trainen en als vermaak voor soldaten. Vanwe-ge de fysieke intensiteit wordt het door Paulus gebruikt als beeldspraak voor zijn inspanningen voor het evangelie (zie 1Kor.9:26).

Bronnen: Archaeology (www.archaeology.org) en National Geographic (www.nationalgeographic.co.uk).

Verzameld en samengevat door Jonathan Pater, MA

Afbeelding: Detail van de zogenaamde ‘rustende bokser’met caestus, bronzen beelduit 4e tot 1e eeuw v.Chr.

Afbeelding: Romeinse bokshandschoen uit Vindolanda