Praktijk Inge Oud Hart voor Hersenen

29
Praktijk Inge Oud Hart voor Hersenen

Transcript of Praktijk Inge Oud Hart voor Hersenen

Page 1: Praktijk Inge Oud Hart voor Hersenen

Praktijk Inge Oud Hart voor Hersenen

Page 2: Praktijk Inge Oud Hart voor Hersenen

-Hersenletsel krijg je niet alleen

-De impact van hersenletsel op gezinnen

-Aanbevelingen

Page 3: Praktijk Inge Oud Hart voor Hersenen

Even wat cijfers

- 226.000 mensen met een gediagnosticeerde beroerte

- 60% daarvan heeft op lange termijn matige hinder - 33% ervaart ernstige hinder

- Schatting 85.000 mensen met traumatisch hersenletsel

- De belangrijkste oorzaak van invaliditeit

- 16.000 mensen hebben MS

Page 4: Praktijk Inge Oud Hart voor Hersenen

Steeds meer mensen leven langer met de

gevolgen van hersenletsel

• Door voorlichting herkennen mensen de symptomen

eerder. (tv-spotjes scheve mond)

• Ziekenhuizen moeten 85% v/d patiënten binnen een uur

aan de trombolyse hebben

• Revalidatie moet binnen 24 uur starten

• Bij een TIA worden de halsslagaders meer onderzocht

Page 5: Praktijk Inge Oud Hart voor Hersenen

Breuk in levenslijn

• Vaak tijdelijk of langdurig aangewezen zijn op hulpverlening door professionals of naastbetrokkenen

• De gevolgen zijn voor iedereen verschillend en kunnen merkbaar zijn op lichamelijk gebied, in iemands gedrag, emotie of cognitie. Een combinatie van gevolgen is ook mogelijk.

• Daarom heeft deze vorm van hersenletsel zoveel invloed op naasten zoals de partner, kinderen of ouders

Page 6: Praktijk Inge Oud Hart voor Hersenen

Langetermijngevolgen (1)

• Cognitief,emotioneel en gedragsmatig gebied

• Geen of onvoldoende ziektebesef en/of ziekte-inzicht

• Persoonlijkheidsveranderingen

• Niet of onvoldoende bijstellen van verwachtingen

Page 7: Praktijk Inge Oud Hart voor Hersenen

Mogelijke cognitieve stoornissen

• Problemen met de oriëntatie in tijd, ruimte of persoon

• Onvoldoende of geen besef van tijd

• Initiatiefverlies

• Geen grip op de werkelijkheid

• Geheugenproblemen

Page 8: Praktijk Inge Oud Hart voor Hersenen

Langetermijngevolgen (2)

• Zichzelf voortdurend overbelasten

• Relationele problemen

• Minder sociale contacten

• Verwerkingsproblemen

• Moeheid (vooral na een CVA)

Page 9: Praktijk Inge Oud Hart voor Hersenen

Moeheid (vooral na CVA) (1)

Ingrid Port (2006):

223 patiënten: - 69% na een jaar nog vermoeidheid

- 58% na drie jaar nog vermoeidheid

- 19% na drie jaar depressieve klacht-

ten die mede in verband staan

met vermoeidheid

Page 10: Praktijk Inge Oud Hart voor Hersenen

Moeheid (vooral na CVA) (2)

Impact is groter bij patiënten met:

• Depressieve klachten

• Hogere leeftijd

• Vrouwelijk geslacht

• Externe locus of control gericht op artsen

Page 11: Praktijk Inge Oud Hart voor Hersenen

Mogelijke stoornissen op andere gebieden

• Angst om alleen te zijn

• Voortdurende behoefte aan bevestiging

• Onvoldoende impulscontrole

• Egocentriciteit

• Kan zich niet verplaatsen in de ander

• Verveling

• Ongewenst gedrag is bekrachtigd

Page 12: Praktijk Inge Oud Hart voor Hersenen

Problemen van de gezinsleden (3)

Anne Visser-Meily:

Promotieonderzoek “Mantelzorgers, partners bij CVA revalidatie” (2005)

“Twee maanden na ontslag v/d ouder uit het revalidatiecentrum bleken 54% van de kinderen gedrags- en stemmingsproblemen te hebben die samenhang hadden met de door de gezonde ouder hoeveelheid ervaren zorglast en NIET met kenmerken van de ouder met de beroerte of met de gegeven steun vanuit het revalidatiecentrum.”

Page 13: Praktijk Inge Oud Hart voor Hersenen

Gezonde Ouder

• Belangrijk om de “gezonde” ouder te ondersteunen

• Zorglast is te meten: b.v Caregivers Strainindex

• Gezonde ouder loopt meer risico overbelast te raken door:

1. Depressieve kenmerken

2. Als ouder v/h vrouwelijke geslacht is

3. Passieve copingstijl

4. Wanneer de getroffen partner ernstige cognitieve en/of gedragsmatige problemen heeft

Page 14: Praktijk Inge Oud Hart voor Hersenen

Blijvend lijden (onderzoek 2009 in revalidatiecenrum Utrecht en Limburg onder een

groep hersenletselpatienten)

• 8 jaar na hersenletsel: 70% v/d partners gaven een onveranderd hoog stress-niveau aan. (scoorden hoog op de Caregivers Strainindex)

• Angst en depressieve gevoelens bij patiënt (43%) en partners (34%) kort na hersenletsel, maar ook nog na 3 jaar

• Met andere woorden: “Het went niet”

• Hersenletsel heeft op langere termijn ingrijpende gevolgen voor het welzijn

Page 15: Praktijk Inge Oud Hart voor Hersenen

Begeleiding aan partner

• Psycho-educatie (gericht op verbeteren van

kennis)

• Counseling (gericht op aanleren van actieve

copingstrategieën)

• Lotgenotencontact

Page 16: Praktijk Inge Oud Hart voor Hersenen

Vervolg onderzoek Anne Visser-Meily

• Het gaat om kinderen tussen 4 en 18 jaar

• Gedrags- en stemmingsproblemen namen af in

tijd: 54% bij opname, 29% na 1 jaar na beroerte

• Door kind ervaren trauma bij start revalidatie:

voorspelling dat trauma nog langere tijd van

invloed is

Page 17: Praktijk Inge Oud Hart voor Hersenen

Vervolg onderzoek Anne Visser-Meily

Meer gedrags- en stemmingsproblemen bij het

kind na 1 jaar na de beroerte indien:

• de partner meer sombere gevoelens had

• de partner de relatie/huwelijk als matig

beoordeelde (voorbeeld jongetje dat echtgenoottaken ging overnemen met buikpijn)

• het kind jonger was en het een meisje betrof

• als de patiënt door de beroerte ernstig was

beperkt

Page 18: Praktijk Inge Oud Hart voor Hersenen

FuPro-mantelzorgonderzoek 2000

• FuPro staat voor Functionele Prognose

• Wetenschappelijk onderzoek waarbij de gevolgen van

een beroerte en de mogelijk voorspellende factoren

worden onderzocht

• 70 kinderen werden longitudinaal gevolgd

• 50% was meisje

• In 50% v/d gevallen was de moeder CVA-getroffene

• Na een jaar bleken kinderen niet somberder of

ongezonder dan totale groep Ned. kinderen

Page 19: Praktijk Inge Oud Hart voor Hersenen

Vervolg FuPro-mantelzorgonderzoek

• Er waren wel meer gedragsproblemen

• Er waren ook meer sociale veranderingen

• 1 op 4 kinderen hadden slechtere schoolprestaties

(blijven zitten, bijles, lagere rapporten)

• 1 op de 4 kinderen namen minder deel aan sportclubs

• 63% helpt de zieke ouder dagelijks

• 36% v/d ouders vond dat hun kind goed was begeleid

• 24% wist het niet

• 40% vond dat hun kind niet goed was begeleid

Page 20: Praktijk Inge Oud Hart voor Hersenen

Aanbevelingen FuPro-mantelzorgonderzoek

• De aanbevelingen v/h onderzoek werden omgezet in

nieuwe richtlijnen voor CVA-revalidatie Ned.Hartstichting

• Een nieuwe richtlijn: ondersteuning aan kinderen van

CVA-getroffenen dient een vast onderdeel te zijn v/d

behandeling in het revalidatiecentrum

• Andere nieuwe richtlijn: CVA-getroffene en gezonde

partner moeten ondersteund worden in de veranderde

ouderrol.

Page 21: Praktijk Inge Oud Hart voor Hersenen

Acties in het Revalidatiecenrum

• Kindermeeloopdag (met getroffene meegaan naar

therapieën, zelf ervaren hoe het is met een handicap te

leven, deels groepsgewijs)

• Bij maatschappelijk werk gezinsgesprekken

• Nazorgconsulente neemt in evaluatiegesprek anderhalve

maand na ontslag uit revalidatiecentrum ook het welzijn

van de kinderen mee

Page 22: Praktijk Inge Oud Hart voor Hersenen

Welke kinderen lopen meer kans in hun

ontwikkeling gestoord te raken (Tielen 2003)

• Kinderen tussen 12 en 16 jaar oud

• Kinderen die opgroeien in een eenoudergezin

• Dochters van een zieke moeder

• Kinderen uit gezinnen met een dalend gezinsinkomen

• Kinderen van migranten met een taalprobleem (uitleg)

• Kinderen van ouders die religieuze of culturele bezwaren hebben tegen gebruik van voorzieningen

Page 23: Praktijk Inge Oud Hart voor Hersenen

Beschermende/gunstige factoren tegen dreigende

overbelasting kind (Tielen 2003)

• Een goede ouder-kindrelatie

• Of een goede band met ten minste een van de

ouders

• Sociale steun binnen en buiten het gezin

• Aanwezigheid van professionele steun

• Een heldere kijk van kinderen op zichzelf en op

de gezinssituatie

Page 24: Praktijk Inge Oud Hart voor Hersenen

Waar op te letten bij kinderen die onder de

thuissituatie (dreigen te) lijden

• Vermoeidheid

• Concentratieproblemen (slechtere schoolprestaties)

• Psychosociale klachten

• Eet- en slaapstoornissen

• Vluchtgedrag (b.v uit huis vluchten, gebruik verdovende

middelen)

• Zich terugtrekken

• Zich isoleren van leeftijdgenoten

• Of juist agressief gedrag vertonen

Page 25: Praktijk Inge Oud Hart voor Hersenen

Aan welke steun hebben kinderen dan behoefte

(Lutzen 2002, Te Lintel Hekkert 2003)

• Erkenning en herkenning (willen gezien en gehoord worden)

• Informatie over de ziekte en de omgang met de zieke (voorbeeld)

• Betrokken worden in de zorg (overleg taken, verantwoordelijkheden

en organisatie rondom zieke)

• Praktische steun: overname van taken en verantwoordelijkheden als

ze als te belasten worden ervaren

• Regelmatig gesprekken met beroepskrachten/professionals

• Faciliteiten op school: huiswerkhulp, afspraken over verlof en

proefwerken/examens

• Lotgenotencontact: contact met jongeren in vergelijkbare situaties,

b.v. via e-mail, chatten en groepsbijeenkomsten

Page 26: Praktijk Inge Oud Hart voor Hersenen

Chronische fase

• Minder “te doen”

• Maar er valt meer “te begeleiden”

• Na een jaar is er weinig functionele vooruitgang

• Aanbod in zorgketen is vaak niet langer dan een

jaar

• Vaak onderschatting van medische,

neuropsychologische en psychiatrische

problematiek

Page 27: Praktijk Inge Oud Hart voor Hersenen

Pleiten voor:

• Blijvende complexe zorgproblematiek bij chronische

hersenletselpatiënten en partners erkennen (voorbeeld

v.Lie…)

• Activiteitencentrum om patiënt te ondersteunen en

structuur te geven en om thuissituatie te ontlasten

• Goede samenwerking tussen de chronische care-sector

en de curatieve sector

Page 28: Praktijk Inge Oud Hart voor Hersenen

Dit betekent:

• Dat in het begin van revalidatie het gezinssysteem in

kaart moet worden gebracht

middels: anamnese, vragenlijsten en meetinstrumenten

• Dat geboden ondersteuning gericht moet zijn op het hele

systeem i.p.v. op de individuele CVA-getroffene

• Dat bij evaluatie v/d behandeling ook het functioneren

van het gezinssysteem moet worden geëvalueerd

Page 29: Praktijk Inge Oud Hart voor Hersenen

Vragen en/of opmerkingen