Tekst Bea Rosgesavdbroek.net/static/Didactief_interview sep 2015.pdf · 2017-08-10 · ° Jonge...
Transcript of Tekst Bea Rosgesavdbroek.net/static/Didactief_interview sep 2015.pdf · 2017-08-10 · ° Jonge...
Tekst Bea Ros
Hebben rekentalenten dere hersenen dan slechte rekenaars R^+->--hetpuberbrein Didac 'feitenfictieoverbreinkenniso nj.
16 (^IDACTIEF septembei 2015 ©DOCTIEf se 17
PO/VO
Opkun](
ennen we ons brein inmiddels? Dat valt nogaltegen. En dat terwijl leraren zitten te springenom breinkennis. Uit een peiling van de PO-
Raad begin dit jaar blijkt dat 90% van de leerkrachtenneurowetenschappelijke kennis belangrijk vindt voorhim lespraktijk. Maar her blijkt voor leken nog nietzo eenvoudig om betrouwbare breinkennis op tedoen. Neuro-onderzoek spreekt tot de verbeelding,maar is vaak ook technisch, specialistisch en op devierkame millimeter. Eenmaal verraald in oneliners lig-gen misvatringen ofklinkklare onzin op de loer. Zoalsonderzoeker Gesa van den Brock van het Instituut
Leren en Onrwikkeling(Radboud Universiteit)stelt: De hersenen zijn zocomplex, elke keer als jeiets simpel uitlegt, klopthet al niet meer.
Ook Sandra van Aalderen-
Smeets, neurowetenscha. p-per aan de TU Twente,is scepusch. 'Eigenlijkzijn de resultaten uit
hersenonderzoek bijna nooit direct toepasbaar in deonderwijspraktijk. ' Met twee oud-collega's schreefzehet populair-wetenschappelijke boek Kijken in hetbrein, over de zin en onzin van hersenonderzoek.
een hersenscan
kun je niet zien of eenkind adhd heeft
Breinonderzoek
Het is verleidelijk om te denken dat je maar eenhersenscan van een leerling hoeft te maken en je dan
'Onderwijswetenschappers, cognitive technicians enremedial teachers moeten samen uitzoeken hoe we
beter gebruik kunnen maken van de potentie van onsbrein/ Dat zei toenmalig KNAW-directeur Pim Levelt
op de conferentie Leer het brein kennen in 2004. Tweejaar eerder had de Organisatie voor Economische Sa-
menwerking en Ontwikkeling gepleit voor een wereld-
wijd 'decennium van hersenen en leren'. Hoogleraar
neuropsychologiejellejolles vertaalde dit naar Neder-land in opdracht van OCW en NWO. Dat leidde tot decommissie Hersenen & Leren. Inzet: een brain-based
learning science en, in hetverlengde daarvan, slimlesgeven volgens de nieuwste inzichten uit de neuro-wetenschap. Zoalsjolles in een interview in Didactief
(december 2006) stelde: 'Onderwijs is bepalend voorde efficiency waarmee informatie het brein binnenkomten uiteindelijk wel of niet wordt vastgelegd.'
kunt zien ofhij dyslexie, adhd of dyscalculie heeft.Maar kennis daarover betreft altijd groepen en zegtdus niets over individuele kinderen. Van Aalderen-
Smeets vergelijkt het met het feit dat de meestemannen langer zijn dan vrouwen. Maar daaruit kunje niet concluderen dat die ene lange persoon dus eenman is.
En die vrolijk gekleurde hersenplaa. tjes dan, waarin jespecifieke gebieden ziet oplichten bij zeg een reken- ofwoordenschattaakje? Anke Marit Albers, onderzoekerbij het Nijmeegse Donders Institute for Brain, Cogniti-on and Behaviour helpt iedereen uit de droom. 'Er isaltijd hersenactiviteit en altijd in meerdere gebieden,wat je ook aan het doen bent. De plaatjes suggererenvoor de leek ten onrechte dat er een specifiek gebiedis voor taal, rekenen, waarnemen enzovoort. Niet dus.
'Het enige wat fMRI-scans laten zien, is het verschilin acdviteit tussen twee taken. Dat verschil licht je erals onderzoeker uit, maar het betekent echt niet dat
dit gebiedje dan exclusiefin actie is.'Albers werkt binnen een docentontwikkelteam aan
een module over hersenen en leren voor het vak na-
18 ^IDACTIEF September 2015
HersenfeitenOns brein telt gemiddeld 86 miljard neuronen(hersencellen).Leren = het maken en behouden van
zenuwverbindingen.Bij de geboorte heeft elke hersencel gemiddeld2. 500 synapsen ofzenuwverbindingen; dat zijn ertegen het derde levensjaar zo'n 1 5. 000 per cel. Bijvolwassenen gaat het naar schatting om gemiddeld60x1012.
> Watje gebruikt en oefent, groeit; watje niet ge-bruikt, verzwakt. Ofwel: use it or lose it.
" Ons brein is plastisch: het leert tot onze dood elkedag bij.
° Jonge hersenen leren sneller en onthouden beter,
oudere hersenen zijn beter in aandacht en focus.
Variatie in instructie en oefenstof zorgt voor ver-werking in meer hersengebieden en daardoor stevi-
gere verbindingen. De informatie beklijft dus beter.
Slaap is onontbeerlijk voor het onthouden van infor-matie.
Er zijn aanwijzingen dat leefstijl (voeding, bewe-ging) van invloed is op cognitief functioneren.
weet Renate de Groot, universkair hoofddocent bijhet Welten Instituut van de faculteit Psychologie enOnderwijswetenschappen (Open Universiteit). 'Danheet het dat jongeren helemaal niet kunnen plannenof kiezen. Maar het gaat om de omvang van diekeuze of planning. Je huiswerk per dag plannen is ietsanders dan plannen hoe je van alle onvoldoendes bijje kerstrapport voldoendes bij het overgangsrapportmaakt.
tuur, leven en technologie. Ze trapt daar telkens weerop de rem. Ik merk dat leraren hersenonderzoek heelinteressant vinden, maar we moeten echt oppassenvoor te snelle conclusies.'
Dietsje Jolles, onderzoeker bij het Brain and EducationLab in Leiden, voegt eraan toe dat hersenplaatjes bijleken ten onrechte vertrouwen kunnen wekken: 'Er is
onderzoek gedaan naar het lezen van een populair-we-tenschappelijk artikel met ofzonder hersenplaatjes.Daaruit bleek dat alleen al het toevoegen van plaatjesertoe leidde dat lezers een onderzoek betrouwbaarder
achtten dan hetzelfde onderzoek zonder plaatjes.'
NeurohypesNieuwe herseninzichtea leiden makkelijk tot hypes.Zo was het puberbrein lang erg hot. Inmiddels weetiedereen wel dat de hersenen van jongeren nog nietuitgerijpt zijn en dat vooral hun executieve functies(zoals plannen en vooruit kijken) nog niet tot vollewasdom zijn gekomen. Zie je wel dat het studiehuisniet deugt, luidde meteen een conclusie in het onder-wijsveld. Zo'n inzicht kan verstarren tot een dogma,
Een nieuwe neurohype lijkt het werkgeheugen tezijn. Als een leerling achterblijft, klinkt al snel hetadvies om het werkgeheugen te ttainen. Nu is datwerkgeheugen inderdaad essentieel voor leren, maarhet nut van dat trainen is twijfelachtig.Over de precieze definitie discussieren neurowe-tenschappers heel wat af, maar laten we het tochmaar even simpel houden: het werkgeheugen is hetwerkpaard in ons hoofd. Ons langetermijngeheugenbewaart informatie, ons werkgeheugen verstouwt,bewerkt en manipuleertinformatie. 'Wat je doetin her werkgeheugen,bepaalt mede ofje je laterlets herinnert, dus ofjehet geleerd hebt, ' verteltGesa van den Broek die
onder meer onderzoek
deed naar overhoringenen het brein (zie Didac-ri^april2015). 'Hoevaker je informatie oproept uit het langetermijnge-heugen en hoe actiever je ermee bezig bent in hetwerkgeheugen, hoe groter de kans daarop.'Het werkgeheugen is een harde werker, maar weleen ding tegelijk graag. Multitasken is een fabeltje:we denken misschien dat we twee dingen tegelijkkunnen, maar eigenlijk doen we er dan een op deautomatische piloot. Ook kan het werkgeheugenzich maar op een beperkt aantal eenheden rich-
Pubers kunnen
best hun huiswerk
per dag plannen
CIDACTIEF September 2015 19
PO/VO
ten, zo'n vijftot acht. Reden waarom mobieletelefoonnummers of IBAN-rekeningnummersniet echt fijn zijn. De true is om er brokjes vante maken: je klontert djfers samen tot grotereeenheden. Anke Marit Albers: 'Mensen die
veel eenheden lijken te onthouden, zijn vaakheel erg goed in het samenvoegen tot brokken.'Ervaring en oefening helpen ook, zoals je bijelke beginnende lezer kunt zien. Eerst verstouwje letters, dan woorden en dan zinnen. Zodra je
brein geen moeite meerhoeft te doen om een
a te herkennen, is die
kennis geautomadseerd(geleerd) en houdt jewerkgeheugen meercapaciteit over voor deverwerking van woor-den en zinnen.
Als je veel sudoku's
doet, wordjevoomlbeter in sudoku's
Kijken inhetbrein
BreintrainingenWat zou het mooi zijn als je je werkgeheugen koatrainen om meer eenheden te verwerken. Maar he-
laas is het geen spier die je kunt laten opzwellen. Jekunt alleen specifieke taken trainen en daarmee hetautomauseren bevorderen. Maar anders dan vaak
gedacht en geclaimd vindt daarbij geen transfernaar andere taken plaats. Dat blijkt onder meer uitde Amerikaanse reviewstudie van Melby-Lervag enHulme (2013). Als je optelsommen oefent, gebruikje daardoor niet het werkgeheugen beter bij taal,' legtVan den Broek uit.
Van Aalderen-Smeets roept de Japanse hoogleraar inherinnering die ouderen aanspoorde veel sudoku's temaken om mentaal fit te blijven: 'Maar als je veel su-doku's maakt, word je beter in sudoku's. Het wil nietzeggen dat je je boodschappenlijstje beter onthoudt.'Toch zijn er diverse werkgeheugemra.iningen op demarkt zoals Cogmed of Jungle Memory - veelal gecom-puteriseerde oefeningen zoals zes weken lang oefenenmet het onthouden van plaatjes - die claimen de con-centratie te verbeteren. Ze prijzen zichzelfaan als hetei van Columbus voor kinderen met adhd, dyslexie en
Didactiefmag drie exemplaren weggeven van Kijken in het
brein (201 5). Mail je naam, adres en abonneenummer [email protected] om kans te maken. Een recensievan dit populair-wetenschappelijke boek over de zin en on-zin van breinonderzoek vind je op www. didactiefonline. nl.
andere leerproblemen. Ook hiervoor geldt: kinderenwarden hooguit beter in de getrainde taak (plaatjesherkennen), maar niet in andere taken.
Dietsje Jolles beaamt dat veel van deze productenmeer claimen dan ze kunnen waarmaken. In haar ei-
gen onderzoek heeft ze ervaren hoe moeilijk het is omeen goede training te onrwikkelen. 'In een pilotstudiekeken we naar het effect van werkgeheugentrainingop schoolse vaardigheden zoals rekenen. De resultatenzien er tot nu toe nog niet veelbelovend uit. ' Dat wilvolgens Jolles echter niet zeggen dat het niet mogelijkis om het werkgeheugen te trainen. De discussiedaarover is nog niet gesloten. Als je ervan uit gaat datde ontwikkeling van hersenen en cognine een combi-natie is van nature en nurture, dan zou er een manier
moeten zijn om het werkgeheugen te beinvloeden,vooral bij kinderen die in een omgeving opgroeienwaarin ze niet maximaal gestimuleerd warden.' Haarboodschap aan het onderwijs: nog even geduld alstu-blieft, we werken eraan.
OpbrengstenBetekent dit dat hersenonderzoekers de onderwij-spraktijk voorlopig niets te bieden hebben? Nec,zo somber is het zeker niet. Meer inzicht in het
werkgeheugen leidt bijvoorbeeld tot bruikbare
NeurononsensOnder leraren leven nogal wat misvattingen over hersenen, blijkt uit onderzoek van de hoogleraren PaulHoward-Jones enjellejolles. Enkele favorieten:
i. Meervoudige leerstijtenMensen leren het beste als ze volgens hun eigen leerstijlles krijgen. Logisch toch? Howard Gardner, de goeroevan de meervoudige intelligenties (hij onderscheidt ermaar liefst zeven) heeft een forse schare fans. Ook dezogehetenVAK-leerstijlen-visueel, auditief, kinetisch-
zijn populair. Maar liefst 96% van alle Nederland-
se leraren gelooft in die leerstijlen. Maar: er is geenenkel bewijs voor. Sterker nog: het kan juist averechtswerken om leerlingen te etiketteren met leerstijlen. Metis voor elke leerling goed om stof in meer modaliteitenaangeboden te krijgen, omdat informatie dan in meerhersengebieden wordtverwerkt.t. Links- en rechtsdraaienc
Rechts zit de taal, links de wiskundeknobbel, rechts de
creativiteit, links de logica. En bij de ene leerling zou derechterhersenhelft dominant zijn en bij de andere de lin-kerhersenhelft. Mensen denken graag zwart-wit, maarons brein vormt toch echt een geheel. Natuurlijk, er zijnspecifieke hersengebieden voor specifieke functies,maar die communiceren er lustig op los via miljardenzenuwverbindingen.
3. Paars kabinet in ons hoofd
Links en rechts, als we daar nu eens een brug tussen we-ten te slaan, dan gaat ons leren met sprongen vooruit. Erbestaat zelfs Brain Gym om die interactie tussen rechtsen links in ons hoofd te bevorderen: masseer met de ene
hand de 'breinknopen' (te vinden in het zachte weefselonderje sleutelbeen) links en rechts van je borstbeen enlegjeandere hand opje navel. Onzin? Zeker, maarwel
onzin waar ruim 80% van de leraren in gelooft. En datterwijl ons brein wel beter weet: links en rechts commu-niceren van nature al met elkaar.
Restcapaciteit
Hetis natuurlijk een heerlijk positief idee: we zoudenmaar 10% van ons brein benutten, de rest ligt nogongebruikt op ons te wachten. Zodra we die restcapaci-teit aanspreken, zal er een wereld voor ons opengaan.Helaas, die aanname klopt niet. Integendeel, alle onder-zoeken wijzen erop dat we wel degelijk 100% van onzehersenen gebruiken.5. IViultitaskenNiemand, zelfs vrouwen niet, kunnen multitasken. Het
werkgeheugen kan de aandacht maar op een taaktege-lijk richten. Doe je toch meerdere dingen tegelijk, danbetekent het datje een deel op de automatische pilootdoet. Dat gaat soms best goed, totdatje al bellend op defiets het rode stoplicht mist.
Paul Howard-Jones, Neuroscience and Education: Myths and Messages. Nature Reviews Neuroscience,AOP, ̂ 5oktobe^20^4.
SanneDekker, Nikki Lee, Paul Howard-Jones enjellejolles, Neuromyths in Education: Prevalence and Predictorsof Misconceptions among Teachers. Frontiers in Psychology, 2012.
suggesdes voor instructie en leren. De clou is dat jedat werkgeheugen moet prikkelen: hoe vaker je metbepaalde informade bezig bent in het werkgeheugen,hoe beter die beklijft. Daarom: zorg voor veel bete-kenisvolle herhaling en oefen liever vaker een beetjedan in een keer heel veel (denk aan het stampen vanwoordjes). Leer leerlingen om feitjes te bundelentot een eenheid (daarom werken ezelsbruggetjeszo goed). Acdveer voorkennis en sluit aan bij watleerlingen al weten, dan nestelt nieuwe informatiezich beter.
Van Aalderen-Smeets adviseert om nieuwsgierigheidvan kinderen meer te benutten: 'Op het moment datiemand nieuwsgierig is en zelfdingen mag uitzoeken,herinnert hij zich informatie langer.'Nog een leuke: posideve feedback leidt bij allemensen tot meer hersenactiviteit, maar pubers zijn erextra gevoelig voor. Geefze dus vaak een strategischschouderklopje.Een heel algemene vuisttegel is dit: wat je erin stopt,komt er ook uit. Denk dus goed na wat je leerlingenprecies wilt leren, welke oefeningen je ze geeft en waarje ze op wilt toetsen.Daarmee bevestigen inzichten uit hersenonderzoekwat veel leraren al weten. Jolles: 'Onze bevindingenkunnen een context bieden voor het begrijpen van
gedrag. Ze dragen bij aan theorievorming over lerenen vormgeving van het onderwijs.'Van Aalderen-Smeets vult aan: 'Als docenten meer
kennis krijgen over hoe onze hersenen werken, helptdat om kritischer naar hun eigen onderwijs te kijkenen dit telkens weer iets te verbeteren. Kennis van de
hersenen kan hen ook ondersteunen bij het kiezeavoor methodes, hun manier van instructie en hoe
ze leerlingen benaderen. ' Waarbij het belangrijksteinzicht uit hersenonderzoek toch wel de plasdciteitvan ons brein is. Ten tijde van de conferende Leerhet brein kennen in 2004 was dat hot news. En goednieuws bovendien, want her betekent dat ieder mens
altijd, tot aan zijn dood, iets kan leren. 'Ook als je ietsecht moeilijk vindt ofergens geen aanleg voor hebt,kun je voomitgaan door ermee bezig te zijn en teoefenen, ' aldus Van Aalderen-Smeets.
Niet iedereen wordt een genie ofvirtuoos artiest,er blijft nog steeds zoiets als aanleg. Maar iedereenkan wel zichzelfverbeteren. Blijfdus als leraar ver-wachtingen koesteren, ook bij slechte leerders. Wantonderwijsonderzoekers wezen ons al jaren geleden ophet Pygmalion-efFect: behandel een leerling - bewustofonbewust - als slechte rekenaar en hij zal niet beterwarden, behandel hem als potendeel talent en hijbloeit op.
Onderzoekers als
de hoogleraj 'en JelleJolles en Jan vandc Craats schreven
voor Didactiefoveibreinonderzoek.Lees him artikelen
in het dossier Brein
en onderwijs opwww. didacdef-
online.nl. Extra
boekendps vind jeop pagina 52.
20 (^IDACTW September 2015 (^IDACTIEF September 2015 21