Practicum Wet Van Ohm
Transcript of Practicum Wet Van Ohm
Wet van Ohm
practicum 7
Davy Wypychowski
Proef 1 : vergelijkende studie van 2 ‘weerstanden’. Onderzoeksvraag: Welk verband bestaat er tussen de spanning overheen een
weerstandsdraad en de stroomsterkte die er door gaat?
Zie bijlage voor werkwijze en meetresultaten
Opdrachten:
1)
Besluit:De spanning is rechtevenredig met de stroomsterkte want het zijn twee
grafieken door de oorsprong. De verhouding van de spanning over de
stroomsterkte is dus constant, dit is de weerstand.
2) Zie bijlage voor resultaten
Vergelijking:
weerstand 1: De weerstand die we meten is wat groter als de weerstand
die vermeld wordt.
weerstand 2: De weerstand die we meten is wat kleiner als de weerstand
die vermeld wordt.
3)
U (V) I (A)
Weerstand 1 (12 ) 2 0,13
Weerstand 2 ( 5 ) 2 0,47
Bij eenzelfde spanning gaat er bij de tweede weerstand (5 ) een grotere
stroomsterkte zijn. De tweede weerstand is dus een betere geleider (meer
stroom wordt doorgegeven) .
De verhouding van I op U geeft dus de geleiding weer ( in symbolen : G) want
bij eenzelfde spanning en een grotere stroomsterkte zal de verhouding van I op
U ook groter zijn en hebben we een betere geleider.
00.10.20.30.40.50.60.70.80.9
1
0 1 2 3 4 5
I (
A)
U (V)
Wet van Ohm
proef 1
proef 2
Proef 2: Stroomsterkte als maat voor de weerstand Onderzoeksvraag:Kan je een ampèremeter gebruiken en aanpassen zodat hij
gebruikt kan worden om weerstanden te meten?
Opdrachten:
1) Er bestaat een omgekeerdevenredig verband tussen R en I. Als je R gaat
vermenigvuldigen met I dan bekom je een constante (U).
2)