Po-e-zine 4. Een zomer zonder doping
-
Upload
vincent-jongman -
Category
Documents
-
view
220 -
download
0
description
Transcript of Po-e-zine 4. Een zomer zonder doping
Jaargang 2, numm
er 4: 1 september 2013
Themanum
mer: “Een zom
er zonder doping” B
iografie: Walt W
hitman
2
(Logo ontwerp: Helle van Aardeberg)
… een elektronisch magazine
over alles wat met poëzie te ma-
ken heeft... waar diversiteit
in het spelen met woorden en
taal voorop staat...
Verschijnt 6 maal per jaar, met
bijdragen in het Nederlands,
Afrikaans en Engels
Een uitgave van: Pastuiven Verkwil
© 2013 NIETS uit deze uitgave
mag worden verveelvoudigd en-
of openbaar gemaakt worden op
welke wijze dan ook, zonder
voorafgaande schriftelijke toe-
stemming van de auteurs!
Gratis abonnee worden?
Stuur dan een e-mail naar:
(ook voor alle andere correspondentie)
Aanleveren kopij: Tekst alleen themagebonden en als DOC bijlage !
Beeldmateriaal alleen als JPEG/JPG bijlage !
Internet: Internet Steunpunt (Facebook-page en groep):
Nancy Meelens E-mail: [email protected]
http://hetnieuwepoezine.wordpress.com/
https://www.facebook.com/Poezine
https://www.facebook.com/groups/549931835042689/
3
Nadia Lampens
4
Po-e-zine,
een elekt
ronisch ma
gazine ove
r al-
les wat me
t poëzie te ma
ken heeft.
.. waar di
-
versiteit
in het spe
len met wo
orden en t
aal
voorop sta
at...
Jull
ie weten
het hé? Ti
ps? Truc
s? Thema
's?
Bio's? Ad
vertenties
? MAIL me!
:)
Genie
t van de z
omer!
Het t
hema van P
o-e-zine n
ummer 5:
“Wind”
Pastu
iven Verkw
il
5
Froukje Vos
6
Meewerkenden aan dit nummer:
Helle van Aardeberg, Wouter van Heinin-
gen, Charles Binoir, Astrid van Rijn,
Gianna Pesce, Annet Lemaire, Carl Olen
Nel, Jan van Well, Barend van der Merwe,
Frans Terken, Pim Leefsma, Guido Uter-
mark, Hennie van Ee, Stef Kruger, Anneke
Haasnoot, Matthijs Wateler, Bart Pinnoo,
Marjon Zomer, Nancy Meelens, Ingrid van
den Bergh, Karin van der Veur, Klaas Me-
dendorp, Manja Herstel, Petra Fenijn,
Marleen Ooms, Dorine Lintelo, André Sch-
mucki, Lenjef, Pieter Drift, Rudolf
Dierckx, Johann P. Boshoff, Sijke van 't
Ven, Rob Fink, Vincent Jongman, Lien
Janken, Derrel Niemeijer, Peter Hen-
driks, Ann Dierckx, Bert Deben, switi
lobi, Laurens Windig, Bert Waber,
Ephraim de Rooij, Marianne Wulms-Hovens,
René Maagdenberg, Pastuiven Verkwil, An-
ke Cant, Gezienus Omvlee, Bart Ensing,
Froukje Vos, Harald Calle, Igor Sturm-
heit, Michael Karstanje, Nadia Lampens,
Jac Naber, Magda Thomas, Dr. Ralph Bar-
nard Corrector: Bert Waber
Consultant: Vincent Jongman
7
Bart Ensing
8
Een zomer zonder doping De nieuwe Poëzine heeft als thema ‘Een zomer zonder doping’. Niet direct een thema waar ik allerlei beelden en ideeën bij heb. De allereerste ingeving is toch wielrennen. In de laatste week van de Tour de France waar doping een hot issue is, is dat ook niet zo’n vreemde gedach-te. Maar waar ligt voor mij dan de link met poëzie? Zijn er voorbeelden van sportevenementen waar poë-zie een rol speelt? Of van poëzie-evenementen waar sport een rol speelt? Tijdens de Olympische spe-len van 2012 kwamen vele dichters (50 talen) uit allerlei landen bij elkaar in Londen op een festival met de naam Poetry Parnas-sus. Daar droegen zij hun poëzie voor en van deze v o o r d r a c h t e n w e r d e n 100.000 kopieën van hun verzamelde werk uitgestort door helikopters boven het olympisch terrein aan de Thames. Een ander poëzie project ‘The Written Wor-ld’ bestond uit het dage-lijks voorlezen van een gedicht uit één van de 204 deelnemende landen, door de BBC. Tot slot waren er op stenen, houten en meta-len gedenkplaten gedichten aangebracht die her en der op het Olympisch terrein stonden.
Toch gaat de relatie tus-sen sport en poëzie verder terug dan je zou denken. In het oude Griekenland waren literaire activitei-ten een onlosmakelijk on-derdeel van atletiek eve-nementen. Dichters waren toen minstens zo populair als de atleten. Beroemde atleten uit die tijd lie-ten dichters odes schrij-ven over hun belangrijkste zeges. Bij een Grieks at-letiek festival bij Delp-hi, de god van muziek en poëzie, was het voordragen van poëzie een even compe-titief onderdeel als de atletiekwedstrijden.
Voor een groot deel van de Olympische spelen in de 20ste eeuw was poëzie een officieel wedstrijdonder-deel waarbij medailles wa-ren te winnen. Baron Pier-re de Coubertin stond erop dat dit soort Griekse kun-sten werden toegestaan naast de sportieve onder-delen. In 1912 werd zijn droom gerealiseerd toen literatuur, muziek, schil-derkunst, beeldhouwkunst en zelf s ar chitectuur olympische onderdelen wer-den tijdens de zogenaamde Pentathlon der Muzen waar-bij alle inzendingen di-rect geïnspireerd moesten zijn door sporten.
9
En misschien is dat maar beter ook. Je kunt je af-vragen of poëzie zich leent als Olympisch onderdeel.
Dat tijdens de Olympische spelen van 2012 weer een vernieuwde interesse was voor poëzie kan je alleen maar toejuichen. In plaats van een zomer zonder do-ping zou je hier kunnen spreken van een sportzomer zonder doping, maar met poëzie. En dat is alle do-ping die je nodig hebt lijkt me. Tot slot twee coupletten uit het winnende gedicht van Pierre de Coubertin (onder het pseudoniem M. Eschbach geschreven van 1912. Het complete gedicht telt 9 coupletten. Voor de volledige tekst kun je te-recht op:
http://library.la84.org/ I. O Sport, pleasure of the Gods, essence of life, you appe-ared suddenly in the midst of the grey clearing which writhes with the drudgery of modern existence, like the radiant messenger of a past age, when mankind still smiled. And the glimmer of dawn lit up the moun-tain tops and flecks of light dotted the ground in the gloomy forests.
Tijdens 7 opeenvolgende Olympische spelen werden gouden, zilveren en bron-zen medailles uitgereikt a a n z o w e l s c h r i j v e r s (meestal dichters) als at-leten, sprinters, worste-laars en gewichtheffers. De Coubertin, slim als hij was, deed de eerste keer onder pseudoniem mee en ‘won’ een medaille voor zijn ode aan de sport. Toch was er al snel kri-tiek op dit onderdeel. Be-roemde dichters (T.S. El-liot, Jean Cocteau) werden genegeerd en mindere goden wonnen de medailles voor vaak kritiekloze en ophe-melende poëzie. Daarnaast was de regel dat alleen amateurs mochten meedingen terwijl kwaliteit juist meestal niet van amateurs kwam. Toen tijdens de Olympische spelen in en rond de crisistijd en de oorlog, deze vorm van com-petitie ook nog eens werd ingezet als propaganda, was dit het eind van de kunsten als competitief onderdeel van de spelen. In 1952 tijdens de Olympi-sche spelen van Helsinki werd poëzie stilletjes van het programma geschrapt. Vandaag de dag zijn alle niet sportuitslagen uit de boeken van de Olympische spelen geschrapt.
10
II. O Sport, you are Beauty! You are the architect of that edifice which is the human body and which can become abject or sublime accor-ding to whether it is defiled by vile pas-sions or improved through healthy exertion. There can be no beauty without balance and proportion, and you are the peerless master of both, for you create harmony, you give movements rhythm, you make strength graceful and you endow suppleness with power.
Wouter van Heiningen
`n Somer sonder drugs
Winterverslawing:
nostalgie droefheid
alleenheid smart
lang eensame nagte
en `n gebroke hart.
Die hanekraai so skril
vingernaels op sink
moregloed sonder fatsoen
die maan veragtend nes
kougom aan my skoen.
Uitgerekte dae
in ewige winterkou
altyd beangs onderweg
sonder vrede sonder jou. Ieder nag my smeekroep
my bede na dae saam met jou
bitter bitter trane
trane van berou.
Ontsluit vir een seisoen
die poorte van onthou
laat my dan berus
gee my een somer nou
`n somer sonder drugs.
Charles Binoir
11
Astrid van Rijn
12
Walter "Walt" Whiman (West Hills (New York), 31 mei 1819 –Camden (New Jer-sey), 26 maart 1892). Dichter,journalist en essayist wiens dichtbun-del Leaves of Grass een mijlpaal betekende in de geschiedenis van de Amerikaanse literatuur.
Hij is wat de Amerikanen een 'self-made' man noe-men: hij begon als loop-jongen in een advocaten-kantoor, werkte dan in een drukkerij, werd vervolgens dorpsonderwijzer, richtte verschillende tijdschrif-ten op, bouwde huizen en plande en schreef onder-wijl verder aan zijn mag-num opus, Leaves of Grass. Whitman trouwde nooit, verliet nooit Amerika, streefde nooit bezit en rijkdom na, behoorde tot geen enkele vereniging en ging liever om met gewone mensen dan met rijken, en hij was altijd optimis-tisch en vrolijk. Hij was een aparte, imposante ver-schijning, groot van ge-stalte, traag bewegend, tolerant, democratisch, ontvankelijk, en tegenover iedereen vrijgevig en van goede wil.
Walt Whitman werd geboren als tweede kind van Walter Whitman, een boer en tim-merman, en Louisa Van Vel-sor die van Neder-landse afkomst was, de dochter van een zeekapi-tein. Het gezin, dat be-stond uit negen kinderen woonde in Brooklyn en Long Island in de jaren 1820 en 1830. Op de leeftijd van twaalf verliet Whitman de public school in rooklyn en begon het drukkersvak te leren, en werd zo verliefd op het geschreven woord. Groten-deels autodidact, was hij een gretig lezer, en zo kwam hij in aanraking met de werken van Homerus, Dante, Shakespeare, en met de Bijbel. Whitman werkte als drukker in New York City tot een verwoestende brand de wijk waar de drukkerij zich bevond sloopte. In 1836, toen hij 17 was, begon hij zijn carrière als leraar in een één-kamer schoolhuis van Long Island. Hij bleef dit doen tot 1841, toen wendde hij zich tot de journa-listiek als fulltime car-rière. Hij richtte een wekelijks verschijnende krant op, de Long-Islander, en gaf later een aantal kranten uit in Brooklyn en New York. In 1848 verliet Whitman de Brooklyn Daily Eagle (toen een vrij be-langrijke krant in de re-gio) om uitgever te worden van de New Orleans Cres-cent.
13
Het was in New Orleans dat hij getuige was van de wreedheid van de slavernij op de slaven-markten van die stad. Bij zijn terugkeer naar Brook-lyn in de herfst van 1848, richtte hij een "Free soil" krant op, de Brooklyn Freeman, en bleef zijn unieke stijl van poëzie ontwikkelen, die later Ralph Waldo Emerson zo zou verbazen. In de periode na het tijd-schrift Crescent, vooral tussen 1851 en 1854, bouw-de en verkocht Walt Whit-man kleine huizen in Brooklyn. Intussen werkte hij verder aan verschil-lende romans en, getuige de vele notities die ervan zijn overgebleven, ging er aan de publicatie van Leaves of Grass veel reflectie en studie voor-af. Deze notities gaf hij de titel "Notes and Frag-ments". In 1899 zou zijn literair executeur, Dr. Richard Maurice Bucke, ze in eigen beheer laten drukken. Uiteindelijk verscheen in de zomer van 1855 de eer-ste editie van Leaves of Grass, een klein in kwarto gedrukt boekje van 94 pa-gina's, dat eerst door de critici vrijwel genegeerd werd, tot een lovende brief van de dichter Ralph Waldo Emerson het in de New York Tribune 'the most extraordinary piece of wit and wisdom that America has yet produced' noemde.
De belangstelling was ge-wekt en het kleine boekje begon aan een onverwachte carrière. Als dichter liet Whitman vele notities na die een licht laten schijnen op zijn visie. "Citeer geen anderen", legde hij zich-zelf op, "stop je gedicht niet vol met rommel - laat je schrijfsels licht zijn als vogels in de lucht, of als vissen die in zee zwemmen", "gebruik geen vergelijkingen", "vermijd ornamenten", "maak vol-bloedige, rijke, natuur-lijke werken." Als basis-idee (mother-idea) van zijn gedichten noemt hij democratie. Leaves of Grass brengt de lezer in intiem en uitvergroot con-tact met fundamentele men-selijke kwaliteiten: met seks, liefde, vrijgevig-heid, naastenliefde, ge-loof, eigenwaarde, op-rechtheid, zuiverheid van lichaam en geest. Hij waarschuwt de dichter (en zichzelf dus) om niet slechts afbeeldingen van de natuur te maken, maar gedichten die ontstaan door spiritueel contact met de dingen zelf:
"Poet! beware lest your poems are made in the spi-rit that comes from the study of pictures of things - and not from the spirit that comes from the contact with the real things themselves."
14
De ontwikkeling van de Leaves: 1855 Leaves of Grass — 95 pp.; 10 pp. voorwoord, 12 gedichten 1856 Leaves of Grass — 32 gedichten, met prozabij-dragen 1860 Leaves of Grass — 456 pp.; 178 gedichten 1865 Drum-Taps 1865–1866 Sequel to Drum-Taps 1867 Leaves of Grass — nieuwe editie; toege-voegd Drum-Taps, Sequel to Drum-Taps, en Songs Before Parting; 6 nieuwe gedich-ten 1871–72 Leaves of Grass — toegevoegd 120 pagina's met 74 gedichten, waarvan 24 nieuwe teksten 1875 Memoranda During the War 1881–82 Leaves of Grass — 17 toegevoegde nieuwe ge-dichten, 39 weggelaten of anders gerangschikt; 293 gedichten in totaal, Song of Myself krijgt voor 't eerst deze titel 1891–92 Leaves of Grass — geen betekenisvol nieuw werk (Deathbed Edition)
Enkele sites:
http://www.whitmanarchive.org/
Leaves of Grass (Deathbed Edi-tion):
http://whitmanarchive.org/
published/LG/1891/whole.html
Aan een vreemdeling
Passerende vreemdeling! Jij
weet niet hoe verlangend ik
naar je kijk, Jij moet de man zijn die ik
zocht, of de vrouw die ik
zocht, (het komt tot me als in
een droom,) Ik heb vast ergens een vreug-
devol leven met jou geleid,
Alles weet ik weer als we
langs elkaar heen glijden,
open, teder, kuis, gerijpt,
Jij groeide op met mij, was
jongen met mij of meisje met
mij, Ik at met jou en sliep bij
jou, jouw lichaam is niet al-
leen het jouwe geworden en
mijn lichaam niet alleen het
mijne gebleven, Jij geeft me het genot van je
ogen, gezicht, vlees, in het
voorbijgaan, en in ruil neem
jij dat van mijn baard, borst,
handen, Ik zal niet met je spreken, ik
zal aan je denken als ik al-
leen zit of 's nachts alleen
wakker lig, Ik zal wachten, ik twijfel
niet of ik je weer zal ontmoe-
ten, Ik zal ervoor zorgen dat ik je
niet verlies.
15
Ik ben doorg
edrongen ste
rk in mijn e
igen recht.
Ik heb lijf
en ziel, vre
de en oorlog
bezongen,
en de zangen
van leven e
n dood doen
horen,
en de zangen
van geboort
e,
en laten zie
n dat daar v
ele geboorte
n zijn.
Ik heb mijn
leer opengel
egd voor ied
er.
Met vaste tr
ed ben ik do
or het leven
gegaan.
Terwijl mijn
levensvreug
de nu volmaa
kt is, fluis
ter ik:
Tot weerzien
s!
Ik verkondig
de opkomst
van natuurli
jke mensen.
Ik verkondig
de triomfan
telijke rech
tvaardigheid
.
Ik verkondig
ongedeerde
vrijheid en
gelijkheid.
Ik verkondig
de rechtvaa
rdiging van
oprechtheid
en de rechtv
aardiging va
n zelfbewust
heid.
Ik verkondig
zoveel heer
lijkheid en
zoveel Majes
teit,
dat al wat d
aar voorheen
schoon was
op aarde daa
rbij verblee
kt.
Ik verkondig
verknochthe
id, ik zeg:
zij zal eind
eloos en ono
plosbaar zij
n.
Ik zeg: gij
zult de vrie
nd vinden na
ar wie gij h
ebt gezocht.
Ik verkondig
de komst va
n een man of
een vrouw,
misschien zi
jt gij dat (
Tot ziens da
n!).
Ik verkondig
de grote Me
ns, soepel a
ls de Natuur
,
kuis, liefde
vol, deelnem
end en goed
toegerust.
16
Gianna Pesce
17
Carousse
l
Ik z
it allee
n maar
te zitte
n en bij
te
komen va
n een la
nge
reis die
nacht h
eet
m’n lich
aam tril
t nog
van het
paardrij
den
en van h
en die o
p de
paarden
zaten
Wie
zijn zij
wat
dragen z
e met zi
ch
mee?
Een carr
ousel va
n
dravende
gaten?
Anne
t Lemair
e
Wooden guardians part reluctantly, their caution feeble
against my entry. The gloom adjusts itself in the warm light from outside.
Cold steam now billows where once incense rose and inspired.
Dead men’s fingers depress the keys of the old upright.
Wooden benches, unoccupied, apprehend the emptiness.
Old blessings echo off the walls and fall onto worn tiles.
All around the cracked altar swirl spirits invoked in need.
The long empty table,
Uncelebrated, Unblessed, Unused, Is “relegated to profane use”.
Carl Olen Nel
18
Jan van Well
19
Op die pad na Nieweetmeer ek slaap vanaand weer by die narkotiseer in sy arms is ek veilig is ek nog in beheer ek sal weer kan sluimer in Nieweetmeer se katels danksy jou danksy niks meer onthou Barend van der Merwe
Langs de afgrond
Er zijn dagen dat het minder gaat
dat ik niet scherper te krijgen ben
zand in de ogen gestrooid
door een oude geliefde
met wie ik leerde hoe te fietsen en
waar de valangst uit de benen geschud
de zon die bergop bergaf zijn werk doet
een roes legt in mijn vooruitziende blik
dat troeblerende van tegen ‘t helse licht in kijken
bang een bocht te missen in dit waan-
zinnig landschap van elkaar verkennen
dat ik rond de middag het bloed al verdun
met witte wijn en net genoeg water erbij
om het ravijn op afstand te houden
Frans Terken
20
Pim Leefsma
21
Ik dacht niet dat ik wat vroeg
De analyse van data blijft mensenwerk
zei de voorzitter van de psychose commissie
blijf uit mijn zone
ik ben me aan het oriënteren
overal omleidingen via mijn smartphone
ik heb twee salarissen
en woon dichtbij het centrum
maar daar wil ik het niet over hebben
ik ben er in opgegroeid
betaal elke maand mijn zorgpremie
geef me drugs Guido Utermark
Een zome
r die la
ngzaam g
aat
hij
leeft me
t schaar
se woord
en
die zijn
vriende
n niet m
eer zijn
ze k
omen nog
maar ze
lden
en blijv
en dan n
ooit lan
g
rame
n willen
niet me
er open
de buite
nlucht h
oort bui
ten
er v
alt niet
veel te
zien
alleen w
at kale
bergen
uitg
estorven
leeft h
ij
een zome
r die ma
ar langz
aam gaat
Henn
ie van E
e
22
Stef Kruger
23
Van spraakwater en slaap-bol Hoe ver moet je teruggaan in de tijd om een beeld te krijgen van het gebruik van bedwelmende, pijnstil-lende, verdovende of hal-lucinaties opwekkende, dan wel geneeskrachtige krui-den? Waarom gebruikte de mens deze door de eeuwen heen? Wie zijn er ooit mee begonnen en waarom? Moeten we helemaal terug naar de oermens die op jacht naar voedsel bij toeval bessen en kruiden vond die hem een fijn gevoel gaven? Be-gin ik bij de Griekse ora-kels met het opsnuiven van dampen uit rotsspleten, om dan via het bier van de Kelten bij de Germanen uit te komen? Om te zien dat daarna in De Gouden Eeuw door de zeereizen Portuge-se wijnen bij ons terecht-k w a m e n , e v e n a l s h e t ‘chinezen’, oftewel opium snuiven? De Keltische Druïden konden er ook wat van stel ik me zo voor. Kijk maar naar Panoramix uit de stripboe-kenserie Asterix en Obelix en naar een illustratie als Queen Maeve and the Druid uit 1904 van Stephen Reid bij The Boys' Cuchu-lainn - Heroic Legends of Ireland van Eleanor Hull. Matrozen kregen in de 16e eeuw dagelijks een oorlam;
verdunde jenever of, nadat ook het Caribische gebied was bereikt rum en dat al-les om het harde leven aan boord vol te houden. Al was het tevens een soort vooruitbetaling op het loon. Dit alles inspireer-de ooit tot: KROON VAN TABAK EN TROON VAN KAAS De gouddemon zit op een troon van kaas Zijn kroon is van tabak, in rook gehuld Zorgen zijn onderdanen voor tumult Ze horen niet het staakt uw wild geraas Harpertszoon Tromp wordt, want zo zat is hij ‘De schrik der zee en ramp voor vele kroegen’ Per kruiwagen- bepaald geen groot genoegen- Naar huis gebracht, met flink wat averij De meeste vrouwen hebben zwarte tanden De reizigers vinden het niet normaal Dit land kent ook gelagka-mers die tollen Moed drink je in, dat legt je angst aan banden In ‘t land van de musket en ‘t scheepsjournaal Met Trijn en Bleecke An het duin afrollen En foetsie vrees en zee-slag, admiraal!
24
En tot: VOORSPOED EN STRAF Geef me nog een vaderlant-je In herberg Beëlzebub Van de regen in de drup Ik betaal handje contantje Ik viel in de kercke neder Gister, ik kon niet meer staen ’t Avondmaal heeft afge-daen En mijn tong is één lap le-der Gun mij nog een artisjokje En een blik onder een rok-je Laat ons roken, laat ons klinken Bacchus Wonder-Wercken drinken Droge dronkenschap uit pijpen Lurken, tot ze ons komen grijpen: Water, gramschap, wat dan ook Laat ons de jenever-stook Varend naar Noord-Amerika, kwamen we ook de Indiaanse sjamanen tegen, voor wie tabak en bepaalde padden-stoelen onmisbaar waren bij het uitoefenen van hun taak.
In trance raken is ook voor Afrikaanse medicijn-mannen, hoeveel aanzien zij ook hebben, nodig om te kunnen schouwen in het bovennatuurlijke.
Wat deed een middel als LSD niet allemaal met Si-mon Vinkenoog en de drank absint, ook wel De Groene Fee genoemd, met Modiglia-ni, Vincent van Gogh, Bou-delaire, Verlaine en Rim-baud? Had de laatste zijn Le Bateau Ivre oftewel De Dronken Boot, nu te zien op een m uu r in de Rue Ferou te Parijs, ooit op zijn zeventiende hebben kunnen schrijven zonder in een roes te verkeren? Een fragment: J'ai vu fermenter les ma-rais énormes, nasses Où pourrit dans les joncs tout un Léviathan ! Des écroulements d'eaux au milieu des bonaces, Et les lointains vers les gouffres cataractant ! In het Engels luidt een vertaling: (van Olliver Bernard) I have seen the enormous swamps seething, traps Where a whole leviathan rots in the reeds! Downfalls of waters in the midst of the calm And distances cataracting down into abysses! Heeft de Muze het op haar beurt nodig nu en dan iets tot zich te nemen? Zouden er op de Parnassus dan toch stimulerende middelen in het water van de bron van Castalia zitten?
25
Zou het zweet van Pegasus, die zich er ook laaft en die dichters toch met re-gelmaat vervoert, middels huid op huidcontact poëten zo euforisch maken? Doet het ertoe hoe een gedicht ontstond en waardoor en wanneer precies? Soms ver-duidelijkt wat achtergrond informatie het Analyseren wel, maar mij is geleerd dat een vers eigenlij k o p zichzelf dient te staan. Eén ding is zeker: zonder inspiratie geen kunst. Naast inademing (!) bete-kent inspiratie ook inbla-zing zegt de online ency-clopedie, oftewel een be-w u s t z i j n s t o e s t a n d (‘bezieling’) waarin de kunstenaar over het maxi-mum van zijn scheppend v e r m o g e n b e s c h i k t e n schijnbaar moeiteloos de vormgeving vindt die voor het beoogde kunstwerk het meest geschikt is. Een herkenbare situatie voor velen. Geestdrift, begeestering, bevlogenheid. Als die in het spel zijn, maakt elke kunstdiscipline een kans. Maar is er sprake van het gebruik van dope, in welke vorm dan ook, dan kan dat verstrekkende gevolgen hebben. Zoals bijvoorbeeld
bij de Vlaamse schrijver /
dichter Jotie T’Hooft. Zijn doodsdrift werd hem teveel en op 21 jarige leeftijd injecteerde hij
zich met een overdoses cocaïne. Hij liet o.a. deze regels na: SCHULDBEKENTENIS Het lijkt niet erg duide-lijk misschien mijn keel snoert dicht en mijn tong heb ik gebroken toen ik spreken leerde. Ik heb niemand ontzien. Ik ben de wereld, in mij is onstuitbaar de doods-bloem ontloken. Sommige mensen drinken zich dood, wat te denken van een uitspraak van een tijdgenoot van Charles Cros; schrijver-alcoholist (1842-1888): ‘Van een on-voorzichtig in zijn buurt afgestoken lucifer zou hij zijn ontploft.’ Het vele kuren dat kunste-naars met een zwakke ge-zondheid in voorbije eeu-wen deden, denk aan Alice Nahon en John Keats, was uiteindelijk ook geen op-lossing voor hen en andere gekwelde geesten in een zwak lichaam. Ook muzikant en schilder Herman Brood delfde het onderspit door een teveel aan amfetamine en alcohol en beëindigde zijn leven door van het dak van Het Hilton Hotel in Amsterdam te springen. Hedwig, uit De Koele Meren des Doods raakte verslaafd aan mor-fine, Eline Vere van Louis Couperus nam iets teveel van haar slaapmiddel
26
en wat te zeggen over Lau-
danum 90% wijn en 10% opium met zijn pijnstil-lende en kalmerende wer-king? Samuel Taylor Cole-ridge (1772-1834) was er van afhankelijk. Dit frag-ment stamt uit Khuba Khan dat in verv oering tot stand kwam: The shadow of the dome of pleasure Floated midway on the waves; Where I heard the mingled measure From the fountain and the caves It was a miracle of rare device, A sunny pleasure-dome with caves of ice! Een zomer zonder doping. Het thema van de vierde Po-e-zine, deed me in eerste instantie denken aan de Tour de France met zijn vele dopingschandalen, maar dat betreft middelen die leiden tot betere, vooral fysieke prestaties. Het zijn niet de middelen die naar de geestverrui-ming leiden die schrij-vers, dichters, kunste-naars en ander aan het le-ven lijdend of er juist van genietend volk blijk-baar zoekt en zocht. Wat drijft de mens nu wer-kelijk naar bedwelmende of stimulerende middelen? Dat kan natuurlijk het willen ervaren van welbehagen zijn, maar ook de behoefte aan verdoving, het willen ontsnappen aan de harde werkelijkheid.
Denk aan het euforisch ma-kende qat in Somalie, Ke-nia en Jemen. Denk aan de jeneverplaag onder de mijnwerkers ooit, in bij voorbeeld Wallonië. De misère tijdens de Indu-striële Revolutie, denk aan het coma zuipen van jonge-ren anno nu, denk, kort samengevat, aan het willen ontsnappen aan ellende en denk bovenal aan het wil-len vluchten voor de dood, aan het wegdrinken van verlies, dat Connie Palmen en A.F.TH. van der Heijden en velen met hen doen. Daarom is de titel van Rob Schoutens stuk in Trouw van 9 juli dit jaar, naar aanleiding van het uitge-komen Roes: een bloemle-zing door Hafid Bouazza, fervent absint liefhebber, en Yves van Kem pen zo veelzeggend. Hij koos als titel voor een uitspraak van auteur Allard Schrö-der: ‘Nog eentje, tegen de maden!’ Komt de zin die ik heel wat keren door mijn op haringvissende grootvaders hoorde gebrui-ken daar niet bij in de buurt? ‘Nou, vooruit, nog één afzakkertje dan!’ Tot diep in de 19 e eeuw werd het nuttigen drank en verdovende middelen niet gezien als verslaving. Zo werd absint pas in 1909 verboden en is het sinds 2005 weer legaal verkrijg-baar, wordt de harddrug cocaïne niet getolereerd
27
en leidt het in bezit heb-ben ervan tot levenslang of zelfs de doodstraf in bijvoorbeeld Indonesië en op Bali.
Regelmatig worden er in De Lage Landen wietplantages opgerold, ondanks het be-staan van wel toegestane, in cannabis handelende koffieshops. Inmiddels zijn de borden met daarop Blowverbod alweer uit Am-sterdam en Albrandswaard verwijderd omdat in de Opiumwet al duidelijke regels hierover zouden staan. In De Volkskrant van 11 juli jl. verhaalt Robert Vuijsje over zijn verwach-tingsvolle bezoek aan een bar die hij vroeger als vrijgezel veelvuldig be-zocht. Zijn gezin is zon-der hem op vakantie en sinds tijden heeft hij het rijk weer eens alleen. Het valt hem tegen. Hij moet terugdenken aan de re-search theorie die hij ooit voorlegde aan Martin Bril; (veld-) onderzoek doen voor een roman. Deze zei hierop dat je dit kon gebruiken, mits je voor jezelf wist dat het onzin is. Dat uiteindelijk alles om de Unit, oftewel het gezin draaide.
In Thailand werd onlangs aan tweeëndertig monniken, waaronder twee abten, het habijt ontnomen, omdat bij een drugstest bleek dat zij verdovende middelen hadden gebruikt en zich hadden verrijkt met privé-jets, zwart geld en dure zonnebrillen. ‘Than wan nie hai die tie soed.’ ( Thais voor: pluk de dag). ‘A na kod pen sing tie mai nhe non.’ (Thais voor: laten we eten en drinken, want morgen zijn we dood). Daar hebben zij, die toch asce-tisch door het leven zou-den moeten gaan en daarbij een voorbeeld zijn, hun oren toch behoorlijk naar laten hangen. Mijn oma zei altijd: Alles waar TE voor staat, is niet goed.’ Liever niet teveel ‘drank, drugs en rock-and-roll’ dus. Doop je pen of penseel nu niet in gal en alsem, maar doop je ganzenveer of kwast in zomerzon, in blauwe zee, in een tropische cocktail of in een glas glühwein bij de open haard, in sneeuw, in gierende wind of in de tranen van een geliefde. In een schaterlach of in diepe rouw. Leven. Dat is nog eens ‘dope’. Anneke Haasnoot
Bronnen: Rob Schouten in TROUW over ROES Wikipedia, Nicoline van der Sijs Etymologiebank.nl Boekendingen 2 juni 2012 Robert Vuijsje’s column Alleen in De Volkskrant van 11 juli 2013 Metro 11 juli 2013 Botlek Dichtbij 24 juli 2013
28
Matthijs Wateler
29
Geen drugs voor de paria’s
De vaal geklede bedelaars met hol klinkende valiezen spelen in de warme wachtzaal van het station kleurenwiezen. Met een overgebleven sandwich tussen hun kiezen neemt de van het perron komende nachtploeg de biezen.
De zwarte schapen zonder wensen en de verdomden, gedegenereerden, afgekeurden, ontkleurden en misvormden, de verarmde rijken en onbenullen die niemand meer kunnen worden zijn ontspoorde sukkels met een ouwe sofa en tweedehandse borden.
Het kleinkunstliedje in de bedelaar zijn hoofd hapert steeds want van wie iemand verloren heeft schreit het hart meest. Een paal in de mist - een uitgerangeerde die overal is geweest - toont je met een glimlach de weg naar het communiefeest.
De voddenrapers, de afvaleters, de tandelozen, de grijzen weten niet wat het is om naar een ander land te reizen. De sukkelaars in het centrum naar wie voorbijgangers wijzen wachten tot het oudste stoofvlees in de Carrefour af gaat prijzen
De sloffen, de verloren lopenden en de grijze mussen voor wie de wereld schonekes hun kloten kan kussen zitten een eind van de glimmende auto’s en graffitibussen met een halfliterblik pils en een boterham met niets ertussen.
De ex-veroordeelden waar we steeds op neerkijken, de eenzamen die toch nergens uitgenodigd blijken, de rusteloze nachtzwalpers en bestofte lijken vervloeken de profiteurs uit de nieuwe-rijken-wijken.
De niemendallen die zitten te kankeren en te boren, de ontpitte hippies die zich in lang niet meer schoren, de wereldverbeteraars die nergens thuis willen horen zijn uit de boot gevallen en kan de lotto niet bekoren.
Psychiatrische gevallen en geitewollen sokken die de wereld verzaken, verschoppelingen die van de onderste tree enkel de grond in geraken en gefrustreerde kunstenaars die kleren dragen uit tweedehandszaken vragen naar blikken over datum en zullen het later niet meer maken.
Bart Pinnoo
30
Day Marjon Zomer
31
Binnenko
mer
Een
wielrenn
er dacht
deze zo
mer
‘ooit fi
etste ik
toch he
el wat s
lomer’
toch dee
d hij al
s Joop
die nam
ook geen
dope
maar wer
d er een
rap bin
nenkomer
Ingr
id van d
en Bergh
My friend Once there was a little boy with lovely curly hair
All he wanted was to enjoy about all the rest he didn’t care
He grew older and tall and he learned a new game
Sometimes he’s so small, he knows it’s not the same
At times he laughs with tears in his dull eyes
Sometimes he only wants to scream and shout
And then he feels like he flies
He has to let it all out Throughout all this time he has known fun and pain
He says it’s not a crime as long as you stay sane
I hope one day he will learn that life is more than this
That is my big concern, leave it for what it is!
Nancy Meelens
32
Vuist ik lees de woorden van ver weg buiten bereik van mijn aanraking
zijn zij in nieuwe sferen vol liefde was het ooit dat we konden delen randen van verdriet verglijden
in alle warrigheden en
restjes gedachten blijven overeind en als het vlamt hoop ik dat die woorden zich
door somberheden vechten
Karin van der Veur
33
Zondagochtend in alle vroegte heel alleen ben ik in het bos er zijn geen mensen er zijn geen honden hooguit herten in deze rust ga ik tekeer takel ik de aarde toe laat mijn sporen op hem achter ik ren hier onbeperkt ik ben hier onbegrensd tik hier de hemel aan Klaas Medendorp
L’été Ind
ien, Sai
nt Cyr -
juli 1
975
Loom
languit
van de z
omer pro
even
met het
zand
tussen j
e tanden
Cock
tail met
kers
binnen h
andberei
k
roodgela
kte nage
ls
brengen
aan
zon, zee
en stra
nd
een offe
rande
Bove
n de Dam
e Blanch
e
klinkt h
et zoeme
n
van een
mug
In c
oncert
met het
geluid v
an het
reclamev
liegtuig
je,
waarvan
de schad
uw
weerkaat
st op je
netvlie
s
En i
n L’été Indien
klinkt d
e stem v
an Joe D
assin.
Manj
a Herste
l
34
Petra Fenijn
35
De Gorgellandse dierentuin
toont achter hagen van ajuin
op alle dagen van het jaar haar gorgels, single of als paar
waar roldolfijn bemint spontaan
het ijskonijn met sokken aan
de rode hond met Spaanse griep
besmet een paard in het geniep
een vleugelmoerbij in zijn boom
likt zuidpoolijscobeer met room
en poezeloes, haar lippen nat
danst tango met gelaarsde kat…
waar lellibel flooit met de mot
en holtor worgelt in zijn grot
een druiloorwormpje, carnivoor
ontsteekt in een ziek middenoor
startkabeljauw voert levertraan
aan zwaanse leguaankleefaan
naast oetel en een paradijn
die bijna uitgegorgeld zijn…
daar ligt, slechts ééns in de vier
jaar
- de laatste dag van februaar -
te gluipen in het vette slijk
het Gorgellandse Schrikkel-lijk
Ingrid van den Bergh
pfffffffffff wapper wapper wapper wapper drup drup drup dep dep dep dep
*Spetter, pieter, pater pets pets pets pets klets klets klets en klater bommetjeeeeeeeeeeeeeeee!!! uche uche uche wapper wapper wapper drup drup drup dep dep dep dep slurp slurp slurp burp
*Herman van Veen Ingrid van den Bergh
36
37
Night Marjon Zomer
38
Ze verlangt naar hem…., naar zijn slanke, verzorg-de handen met de donkere haartjes erop. Heeft zin in de aanraking van zijn vingers wanneer hij haar bovenbeen vastpakt als ze langzaam achterover gaat liggen. Bekend, fladderend vlindergevoel in haar on-derbuik doet bijna pijn. Via via was ze achter zijn prive telefoonnummer geko-men en had hem gebeld. haar opnameapperaatje startklaar. Met trillende vingers had ze de knopjes van haar mobiel ingedrukt en had opgewonden naar het overgaan van de ringtoon geluisterd. ‘Ja?…Met Justin v. Aarts-en?’…. Ze kon nog nauwelijks ademhalen bij het horen van zijn zware stem en had met tussenpoze weer en steeds weer gebeld. In bed zette ze de opname op herhaling en legde het apparaatje dichtbij haar oor op het hoofdkussen naast haar in bed. Ze kon zijn pasgeschoren huid kon ruiken. Dure af-tershave. Ze zet haar fiets in het rek, en loopt tussen de geparkeerde auto’s door. Zijn auto staat er niet. Ze heeft hem zo vaak voor-bij zien rijden als ze stond te posten.
Witte jassen Ze fietst snel door de Utrechtsedwarsstraat, staand op de trappers van haar fiets. Het zadel voelt te zwete-rig en klef aan om erop te blijven zitten . Geen doen eigenlijk om met dit benauwde zomerweer te fietsen. Ze heeft geen auto. Hij wel. Twee: een glimmende Cabriolet en een Picasso. Ze zou wat graag een ritje met hem willen maken in die Cabrio met open dak. Misschien vanavond.... Haar rok kleeft aan haar vochtige dijen onder de gladde, zwarte kousen die als dikke lijm aan haar benen plakken. Zweetstraalt jes lopen als riviertjes langs haar nek. Ze gaat weer op het zadel zitten en hijst haar rok op tot aan de rand van haar slipje. Een beetje frisse lucht onder haar rok kan geen kwaad. Een oude man fiets flui-tend voorbij, stopt en kijkt om, loerend naar haar zachte vel boven de kanten boorden. Vlug trekt ze haar rok naar beneden en fietst sneller door. Even kijkt ze om of hij achter haar aan komt, maar hij fietst te langzaam om haar in te halen. Ze gooit haar hoofd ach-terover en lacht met haar mond wijd open.
39
Hij stopt het pasje in de gleuf van het apparaat en even later komt het formu-lier eruit gerold. Eigenlijk heeft ze die niet eens nodig, ze kan best zo bij hem naar bin-nen gaan. Ze loopt snel op haar hoge hakken door de grote tus-sendeur naar de wachtka-mer. Er zijn maar een paar wachtenden voor haar die haar niet opmerken. Een ouder echtpaar kijkt zwij-gend voor zich uit, een jonge vrouwt zit te lezen. Ze gaat zitten op een van de plastic stoelen, trekt haar rok wat hoger op en aait langzaam over de gladzijden huid van haar kousen. Het oudere echtpaar is aan de beurt en staat op. Ze verzet ongeduldig het tasje op haar schoot en kijkt op haar horloge. Kwart over elf. Hij is vast uitgelopen op zijn schema, besteedt veel te veel aandacht aan andere patienten. Om kwart voor twaalf komt het oudere echtpaar uit zijn kamer. Langzaam schuifelt de oude man ach-ter zijn vrouw de gang uit. Ze staart naar zijn naam-plaatje: Dr. v. Aartsen. Hartspecialist.
Onder de bomen en tussen de auto’s liggen al be-hoorlijk wat droge blade-ren, die flink knisperen als ze er overheen loopt. Waar is die auto? Hij is er altijd als ze staat te posten om hem in zijn auto te zien stappen. Haar hoofdhuid kriebelt en haar benen voelen slap aan. Ze moet zijn auto zien te vinden, alleen maar om te kijken wat er inligt. De auto aanraken, bij hem naar binnen kij-ken.Verdwaalde zakdoekjes, zijn ballpoint, zijn c.d’s, tijdschriften. Na een half uur geeft ze het op en loopt door de draaideur het ziekenhuis in. In de grote hal blijft ze staan voor het informatie-bord. Met haar vinger gaat ze het rijtje namen langs.Trillend blijft die staan bij zijn naam: Dr. J. v.Aartsen, (2de verdie-ping), aait met haar vin-ger vier keer over zijn naam. Ritueel. Ze neemt de roltrap naar boven. Boven aangekomen loopt ze meteen door naar de re-ceptie. ‘Ik heb een afspraak met dr. v. Aartsen om 11.00 uur.’
Ze geeft met trillende hand haar pasje. De recep-tionist kijkt haar niet aan.
40
‘Kleed u zich maar uit….alleen de bovenkant.’ Ze kleedt zich uit achter het gordijn in het kleed-hokje. Ze voelt de opwinding in haar benen omhoog tinte-len. Haar borsten bungelen bij-na op de band van haar rok als ze haar b.h. uitdoet. In de spiegel doet ze haar haar goed. Ze zucht, recht haar rug, en doet het gordijn van het kleedhokje open. ‘Gaat u hier maar zitten.’ Ze neemt plaats op de be-handeltafel en schuift haar rok omhoog zodat hij haar jarretelles ziet en haar kanten slipje. Het rondje van de stetho-scoop op haar borst iskoud en onpersoonlijk, maar op die plek waar Justin ze legt wordt het bloedheet. Dr.v. Aartsen verlegt de rondjes steeds na een mi-nuut en luistert geconcen-treerd naar haar hart en longen. ‘U bent toch pas nog ge-weest mevr. v. Dummelen of vergis ik mij?’ ‘U bent toch mevr. v. Dum-melen? ’, verstrooid kijkt hij even op het papier op het bureau. Waarom zegt hij dat nou? Hij herkent haar toch aan haar mooie borsten en noem haar altijd met haar voor-naam! Justin kucht. ‘Ik heb last van onregel-matige hartslag doker, dat weet u toch?’ ‘Ik kan niets bijzonders bij u opmerken.’
Ze glimlacht. Jus-tin......Hij heeft niet alleen een aantrekkelijke naam! De jonge vrouwt gaat naar binnen. Jaloers kijkt ze naar het frele lichaampje met de slanke taille. Niets voor Justin. Veel te mager en schriel. Justin is van haar. Het muisje komt weer naar buiten, eindelijk is ze zelf aan de beurt. Ongeduldig staat ze op en loopt de kamer binnen. Daar is hij dan eindelijk in zijn witte jas. Achter zijn bureau. Zijn hoofd gebogen over een dikke bundel papieren. Hij schrijft iets over. De computer gonst. Ze gaat zittten in de stoel voor het bureau en legt de papieren voor zijn neus. ‘Ja?’ zegt hij zonder op te kijken. Ze zwijgt.Wat moet ze zeg-gen? Waarom kijkt hij haar niet aan? Ze heeft zin om hem hem bij de revers van zijn doktersjas te grijpen en hem over zijn zachte borsthaar te aaien, dat uit zijn overhemd piept. ‘Ja?’ ‘Dr.v. Aartsen. Ik hou het niet meer uit!’ Hij kijkt op en staart in haar opengesperde ogen. ‘Goed, wat is er aan de hand?’ ‘Ik voel me niet goed…Helemaal niet. Ik heb overal pijn, vooral in mijn hart. Het lijkt wel…’
41
‘Ik zat in de auto bij mijn neef op de grote weg en we halen een vrachtwa-gen in. Ik kijk in de ca-bine , en er zit niemand achter het stuur. Niemand! Dat is toch vreemd Justin. Ik ben ook bang op straat en heb angst in het don-ker. Mijn hart is echt niet in orde, ik wil een volgende afspraak. Dan kun je kijken of het beter met me gaat! Ik heb recht op je controle!’ Verstoord kijkt dr. v. Aartsen nu op. ‘Mevr. v. Dummelen, wilt u zich nu aankleden? Ik schrijf u wel wat kalme-rends voor.’ ‘Kalmerends? Ik hoef niets kalmerends. Ik wil een volgende afspraak! De vorige keren dat ik bij je kwam was je zo char-mant tegen mij. Je zei dat er iets haperde bij mijn hart. Ik ben gek op je. Dag en nacht denk ik aan je. Ik heb wel gezien hoe je naar mijn borsten keek. Je bent verliefd op mij. Zeg het dan Justin. Dat je van me houd!’ ‘Mevr. v. Dummelen…..’ ‘Hou nu eens op met je me-vr. v. Dummelen. Ik heet Jeanet! Jeanet! ‘Mevr. v. Dummelen ik ben getrouwd en heb twee kin-deren.’ Dr. v. Aarsten draait de foto die op zijn bureau staat om, en wijst er met zijn vinger naar.‘Ziet u?’
Met grote ogen kijkt ze hem aan en glijdt bijna van het randje van het on-derzoekbed op het trapje. Vlug houdt hij haar te-gen.‘Mevrouw, pas op.’ ‘Maar dokter’, hijgt ze. ‘U kent me beter dan ieder ander…. Als ik u zie, krijg ik al heftige hart-loppingen, voelt u maar.’ Ze grijpt zijn handen en drukt die tegen haar bor-sten. ‘Voel toch dokter. U kent toch mijn voor-naam.Alstublieft!’ Geschrokken deinst dr. v. Aartsen terug en gaat snel achter zijn bureau zitten. ‘Kleed u zich maar weer aan.’ Dr.v. Aartsen buigt zich over zijn papieren en begint weer belangrijke dingen over te schrijven. ‘Maar Justin, dit kan echt niet!’ Dr. v. Aartsen kijkt ver-schrikt op. ‘Hoe weet u mijn voorrnaam?’ ‘Ik heb echt een hart-kwaal, luister je niet meer naar me? Je doet in-eens zo afstandelijk. Waarom doe je dat?’ Wanhopig omknelt ze haar borsten. Snel kijkt dr. v. Aartsen weer op zijn papieren. ‘Mevrouw kleed u zich nu aan en gaat u daarna rus-tig zitten.’ ‘Gisteren nog, ik ben he-lemaal in de war ….’ . Ze loopt naar hem toe, haar borsten nog steeds omkneld.
42
Hij kijkt haar boos aan met zijn mooie ogen. Zijn zachte doorschijnende wimpers. Zijn lachrimpel-tjes. Iedere avond valt ze met zijn ‘hallo’s’ en ‘met Justin v. Aartsen’ in slaap. Het kuiltje in zijn wang is verdwenen. Dat kuiltje als hij naar haar lachte. Ze kan dit niet verdragen. ‘Ik mankeer niets, zeg je, je zegt dat…’ Ze blijft naar hem kijken terwijl ze opstaat. ‘Dag mevr. v. Dummelen.’ Dr.v. Aartsen kijkt alweer in zijn papieren. ‘Het beste met u. En kleed u nu eindelijk eens aan.’ Langzaam staat ze op en loopt met gebogen hoofd naar het kleedhokje. Hij vindt haar borsten niet meer mooi…..niet meer als patient.. verwijzing naar de psychiater……. Ze kijkt niet in de spie-gel, trekt haar b.h. aan en daarover haar roze twinset en loopt naar zijn bureau. Dr. van Aartsen schrijft… Natuurlijk!, de brief voor de psychiater… Hij kijkt op en schrikt. Met haar bolle ogen kijkt ze hem aan. ‘Je zegt dat je niet van me houd he Justin, nu, ik weet wel beter…. Hoe durf je dat te doen…. Ik klaag je aan voor verkrachting bij een onschuldig contro-lebezoek.
Jeanet staart naar de foto van een glimlachende vrouw, twee kinderen en een Golden Retriever, op de achtergond bergen of zoiets. ‘Justin, ik weet dat je van me houd.’ Ze loopt snel om het bu-reau heen tot achter zijn stoel, pakt hem achter-waarts bij zijn schouders. Haar borsten zwieren langs zijn oren, over zijn re-vers en ze begint zijn haar te strelen. ‘U gaat te ver mevr. v. Dummelen!’ Dr. v. Aartsen stuift op en pakt haar stevig bij haar polsen. ‘O, dokter Justin. Kus me! Streel mij!’ Hij trekt haar om het bu-reau heen , drukt haar in de stoel, rukt een recep-tenpapiertje van het blok-je op zijn bureau, schrijft er snel iets op en legt het voor haar neer. ‘Altublieft, hier is uw recept. U mankeert niets. En ik ben niet verliefd op u. En ik vind u helemaal niet aantrekkelijk.Laat dat duidelijk zijn. Nog beter, ik wil u niet meer als mijn patient. Ik ver-wijs u door naar een psy-chiater!’ Ze staart hem sprakeloos aan. Dit is krankzinnig. Hij kan toch niet zomaar zeg-gen dat ze niets mankeert? Hij houdt niet van haar. Justin, wekenlang ver-langt ze naar een volgende afspraak…..
43
Ze moet nodig haar haren weer in een andere keer kleur verven…. Bij de scheiding groeit het al weer flink grijs uit. Ze steekt haar haren op in een grote Grace-Kelly rol, strijkt met haar handen over haar blouse. Niet aantrekkelijk. Hoe komt hij erbij.’ Ze loopt naar de woonka-mer, gaat zuchtend achter haar bureau zitten en klikt de computer aan. Be-stand ‘Favoriete specia-listen.’ Ze kijkt lang naar de fot-o’s en de info-tekst er-naast en voelt aan haar hals, haar lippen en bor-sten. Rode vlekken ver-spreiden zich als ragfijne spinnenwebben op haar wan-gen en hals. Ze toetst na elkaar de te-lefoonnummers van de spe-cialisten in, luistert en speelt met het opnameappa-raatje. Haar mondhoeken zakken langzaam naar beneden en met een boog gooit ze haar mobiel naast de computer. Allemaal afwezig vanwege vakantie...... Dorine Lintelo
Je gedrag was wel anders al die andere keren…..…toen je me kuste en zei dat je me wilde….’ ‘ Welke gedragingen me-vrouw van Dum….’ ‘Jeanet!’, haar mond ver-trekt tot een verbeten streep. Je bent wel hard-nekkig he met je mevrouw van Dummelen! Je ontkent alles. Ik weet zeker dat je me aantrekkelijk vind. Het windt je op, leugenaar!’ Ze loopt naar deur, opent die en glipt snel de gang in. In de wachtkamer is het drukker geworden. Ze loopt haastig de rol trap af, en maakt zich in de grote hal snel uit de voeten,. Op het parkeerterrein pakt ze haar fiets en peddelt tussen de auto’s naar de uitgang. Daar staat zijn auto…… Ze fietst er snel langs. In een flits ziet ze twee kinderzitjes, wat speel-goed. Ze fietst hard door het centrum. Er is wat meer wind. Haar dunne, geblon-deerde haar fladdert langs haar oren en de zachte bries koelt haar hoofdhuid af.. Thuisgekomen kleedt ze zich om in de badkamer en kijkt in de spiegel.
44
André Schmucki
45
Panem et circenses zuiver op kracht worden reeds lang geen hoofdprijzen meer gewonnen spierversterkers zijn in dit ontkennen heeft geen zin de handelaars in verboden producten hebben hun web goed gesponnen zelfs paarden kunnen er niet aan ontsnappen al zijn het de jockeys die op het podium stappen met één verlangen dat er goud rond hun nek zal hangen waar roem en ’t grote geld lonken wordt vaak diep gezonken ontelbaar zijn zij die rouwen met gouden bekers op hun schouwen zonder het in ere stellen van de schandpaal komt er allicht geen einde aan het dopingverhaal blijft het een stinkende wonde door niets te helen op naar de volgende tweeduizend jaar brood en spelen Lenjef
Mijn eer
ste dopi
ng
Mijn
eerste
doping
was in d
e kerk
Men
zegt dat
het wer
kt
van wieg
tot zer
k
Late
r bij de
Here
begint h
et incas
seren
Piet
er Drift
46
Rudolf Dierckx
47
Somer Los dwelmgedagtes fladder rond en kom
sit in die koel sproei van jou stem ‑
'n swerm sysies wat lafenis soek.
Johann P Boshoff
Feest en vecht, een hart, een vuist
The party is over
wrijf de slaap maar uit je ogen
wuif de laatste resten weg
blow it open je ogen
al is de ochtend schril,
klinkt de stoet van kraaien
weinig veelbelovend
gooi je nieuwe I-pad
door je dure flatscreen,
ren de straat op om
te wenen en te schreeuwen!
God ja dat feestje heb je o zo nodig
maar hoor je de boze wolven
nog niet grommen in het lieflijk bosje
rond de leuke volgezongen vuurplek
onder de vallende sterren
waar wij elkander eeuwigheid zoenen?
Iemand wil dat alles stukslaan
alsof je een steen was of glas
of een beestje vol bloed
Sijke Van 't Ven
48
49
Aurum In de verte lonkt de renbaan. kilometers aan pure strijd. binnen een afzienbare tijd sprint hij de winst binnen. En zijn strijd zal straks beginnen. Maar in de zetels langs de kant weifelt een onzeker hart of hij de start en eindstreep haalt, en of hij, zonder geluksrecept, de winst behaalt, of dat hij faalt. Zijn benen moeten de sprint gaan maken, maar de kracht schuilt in dat simpel kleine ‘’speciale’’ ingrediënt dat niemand kent, of het gebruik ervan erkent. Het goud is daarmee snel behaald, maar de schaamte achteraf toont dat onder die verguldde medaille enkel lood en ijzer zit. Het Aurum smelt eraf in de hitte van zijn strijd. En wanneer het startsein klinkt laat hij zijn receptenboek ongebruikt op de zetel achter. en ziet de vergeelde bladen in snippers worden meegenomen door de wind die door zijn sprint het stof door het ruim verspreid. En als een dolblij gelukkig kind rent hij de winst, het pure goud, in hoge snelheid tegemoet.
Zonder het geluksrecept en al die rotzooi in zijn bloed.
Vincent Jongman
50
Lien Janken
51
**Doopin
g**
Neem
deze dru
gs
tot je,
Opium
voor
het volk
.
Acce
pteer
de naam
van een
heilige
als
een vloe
k
die
hangt ov
er
je besta
an.
Red
je ziel
met
kraanwat
er,
laat je
kopje on
dergaan
door
kinderen
betaste
nde hand
en
van
een man
in jurk
die
niet dur
ft
te zegge
n
dat
hij
een drag
queen
is.
Laat
je voor
lezen
maar
lees nie
t zelf
want
lees nie
t wat er
staat,
laat je
dat wijs
maken.
Drin
k niet
uit de b
ron
- de bij
bel-
door
te lezen
maar
laat je
voorlieg
en.
Geloof i
n
de leuge
ns
die
zeggen w
at
jou rede
voor bes
taan
is.
Moet
je
dat
niet zel
f uitzoe
ken
want
misschie
n
hebben z
e het
mis.
Je m
ag
sterven
want
je komt
in de he
mel.
Je naam
- nu-
in
het boek
van
Petrus.
Reli
gie Red.
Reli
gie red
je
en
ik,
ik tel
de slach
toffers
van/voor/doo
r
religie.
Derr
el Nieme
ijer
52
Peter Hendriks
53
Dit tree veral sterk
na vore in stukke 16 en 22. Die vraag of God alles beheer, was ʼn saak van groot debat tydens die onlangse eeuwenteling. Die psalmis self voel ʼn “maar” aan in die optrede van die “goddelose” (vv. 19-24). Desondanks vind die psalmis en Boshoff troos in die gedagte van God se beheer.
Waar mense in dreigende omstandighede verkeer en ook met hulleself worstel, kan die “maar” inderdaad maar voorlopig opsy geskuif word. Iewers soek die aangevegde gelowige tog geborgenheid. Boshoff vind, in navolging van die psalmdigter, sy geborgenheid in die verwondering oor God. Aangrypend stel hy dat die suiwerste vorm van aanbidding daarin geleë is “om God sprakeloos te bewonder”. En om die interaktiewe samesyn met God te geniet. Soos die psalmis oorweldig is met God se nabye betrokkenheid, is Boshoff ook.
Verwysend na die teenwoordigheid van God in die doderyk – ʼn baie laat ontwikkeling in die Ou Testament – merk die skrywer op dat ons verskeie vorme van dood ervaar.
Oral is my God deur Johann P. Boshoff (2013, selfpublikasie, R100) Oral is my God is ʼn kragtoer van die multigenreskrywer Johann P. Boshoff binne die spesifieke genre van die dagstukboek.
As jong student was ek skepties oor dié spesifieke genre om dieselfde redes wat Christina Landman later sou noop om dit “pienk boekies” te noem. Boshoff spreek self aan die einde van hierdie boek sy kritiek uit oor die vlaag van goedkoop godsdienstige geskriffies wat binne hierdie genre die boekmark getref het. Goedkoop troosstories, altyd met ʼn teks as springplank, maar sonder dat die Bybelteks self werklik ter sprake kom.
In Oral is my God wys Boshoff dat ook nie-teoloë die Bybel, al is dit by wyse van vertalings, sinvol kan hanteer. Anders as by die geval van die “pienk boekies”, worstel die skrywer eerlik met die teks van Psalm 139. Hy laat ook die teks stoei met homself en, belangrikste van alles, met die leser. Soos die digter van Psalm 139 lê Boshoff sterk klem op die beheer van God – byna Calvinisties sterk.
54
▪ Dr. Ralph Barnard, teoloog en skrywer, 2013-08-02
Hy rek daarmee dalk die bedoeling van die teks, maar nie ten koste van diep meditatiewe wysheid nie: “En waar God is, is daar léwe; nie dood nie.”
Oral is my God is egter nie net vertroostend nie, maar plek-plek ook profeties uitdagend. Na aanleiding van die slotverse (139:23-24) merk die skrywer byvoorbeeld op: “Verkondig en bevorder ek en jy ʼn vals, want selektief gekonstrueerde, beeld van God, ʼn beeld wat dikwels deur geslagte heen veral onbevraag in die kerk as sogenaamde waarheid oorgedra is en word? Ondersoek ek en jy wie God vir my en jou is, biddend-noukeurig en eerlik onder leiding van die Heilige Gees, ook met die gesonde verstand wat die Here ons gegee het?”
Veral in ons tyd
waarin die vraag na wie/hoe
God is, is dit ʼn belangrike aksent dat ons God nie mag vasvang in presiese omskrywings sodat ons uiteindelik buig voor ʼn selfgemaakte “god” nie.
Hierdie boek is waarskynlik Boshoff se mees passievolle werk in die dagstuk-genre. Die teks lees meesleurend en is van hoogstaande literêre waarde. Die geteikende lesersmark behoort Oral is my God op te raap, te lees en wéér te lees!
55
Ann Dierckx
Doorsnede 61 cm hoogte 11 cm
56
Ik ging ten onder in water.
MIJN lichaam moest kuis zijn.
Elke goesting met druppels
en woorden van me afgewassen.
O ja afwassen
moet ik ook nog.
Laat de katten
de borden proper likken .
Plaats ze in de kast,
de borden, niet de katten
Wil ook niet opgesloten zitten
tenslotte want
ik ben een madammeke met pit
die soms een kater heeft
en niet om mezelf te behagen,
fel en niet voor de liefde,
slecht en voor de roes.
De wereld veranderd
om me heen. Neen, die is nog steeds kattig
tegen me. Maar ik vlieg over de onnozelaars
heen en kijk neer op hun onvermogen
om te zien wie ik ben.
Kijk, acherme toch,
omdat ze niet zien
wie ik ben. Bied hun de fles aan
die de borst niet hebben gehad
laat ze hier maar aan slurpen.
Aan mij geen polonaise,
het spel is uit.
Laat me niet meer met de voeten spelen
want jullie spel is voorbij
als het gaat om mij.
Hij rolde zijn woorden als
dobbelstenen voor mij.
Hij heeft dit rondje Yathzee
gewonnen. Ja hij is........????
Ik laat hem het gewoon horen,
"jij bent mijn nieuwe doping".
Nancy Meelens
57
58
Trillende lucht laat de zomer lang willen zijn smekende berusting laat het nu even realistisch zijn geen betere daad van verlangens laat zuchten wat het is
trap excitatie uit het raam
van de omlijsting laat lust rusten extases van affectie in welke vorm dan ook
heeft ook wel wat woelend de zomer door
daarna pas weten wat proeven is opfok explosie leidt de herfst in naar rauzende climax Laurens Windig
Laurens Wi
ndig
59
Bert Waber
60
Tour de France 2013 Door: Gezienus Omvlee Sonnet-tour-ette 1 Porto-Vecchio > Bastia Buschauffeur Er zijn soms dagen dat het tegenzit want toen de jongens richting finish karden reed hij daar met zijn bus de meet aan flarden en leek het ook voor hem de eerste rit De chaos werd besloten met een sprint in Bastia waar Marcel Kittel wint. Sonnet-tour-ette 2 Bastia > Ajaccio Bakelants "Ik trapte mij het laatste stuk ongans en was ook nooit van plan het op te geven al werd ik ietwat in het nauw gedreven" vertelde ritwinnaar Jan Bakelants. Een renner staat soms onder grote druk zo’n jongen trapt zich dan een ongeluk. Sonnet-tour-ette 3 Ajaccio > Calvi Corsica De zee. Het strand. Een eiland in de zon Ik zou op Corsica wel willen wezen Op een terras ontbijten en wat lezen in Calvi waar nu Simon Garrans won Ik lees het nieuws van Mollema's sergeant: R.Gesink, acht minuten achterstand.
61
Sonnet-tour-ette 4 Ploegentijdrit Nice Men streed vandaag tegen de klok in Nice een ploegentijdrit als secondenspel Orica/ Greenedge won met net een tel zo meet men de verschillen dus precies. Nice. Waar Helière dood was door die kwal dat giftig oorlogschip uit Portugal. Sonnet-tour-ette 5 Cagnes-sur-Mer > Marseille Mark Geen sterker sprinter dan Mark Cavendish zijn vierentwintigste (!), geen krui d gewassen wie dacht hem in Marseille te verrassen die weet nog niet wat massasprinten is. Sprak een teleurgestelde sprinterziel: we haalden nog niet eens Mark’s achterwiel. Sonnet-tour-ette 6 Aix en Provence > Montpellier Greipel Er zijn soms van die hele saaie ritten je ziet dan op tv veel Franse dreven pas bij de finish komt de boel tot leven die je dan mist omdat je zit te pitten. De Duitser Greipel won in Montpellier zo'n 83 jaar na Pélissier.
62
Sonnet-tour-ette 7 Etappe 7 Montpellier > Albi Sagan Peter de kat die met drie muisjes speelt die denken aan het noodlot te ontkomen maar maakt zijn klauw een einde aan drie dromen wanneer het wrede spel de kat verveelt. Wie hier niet luistert brengt zich in gevaar. Dat is Albi. Al zevenhonderd jaar. Sonnet-tour-ette 8 Castres > Ax 3 Domaines Froome Bergop reed Froome het peloton naar huis Les Pyrenees dat was vandaag genieten behalve voor een aantal favorieten die kwamen van een koude kermis thuis. Maar ik met grote blijdschap kennis nam van Mollema op vier en vijf Ten Dam. Sonnet-tour-ette 9 Saint-Girons > Bagnères-de-Bigorre Froome Ik zoek in spuit en pillen geen soelaas, wat mij betreft zijn dit echt andere tijden waarin het mogelijk is een Tour te rijden op maar een boterham met pindakaas. Excuus dat ik verdenkingen benoem, sprak geletruidrager Christopher Froome.
63
Sonnet-tour-ette 10 Etappe 10 Saint-Gildas-des-Bois > Saint-Malo Kittel Het was vandaag dus nul op het rekest, voor Westra, die zijn moeite moest bekopen, want toen hij vlak voor tijd werd ingelopen won Kittel in dat Franse kapersnest. In het geweld ging het voor Veelers mis. Hij kreeg een elleboog van Cavendish. Sonnet-tour-ette 11 Tijdrit Avranches > Mont-Saint-Michel Onze jongens. Er werd tegen de klok goed werk verricht toen Bauke daar zijn ritme had gevonden pakte hij op Valverde zelfs seconden en hield het erepodium in zicht. Ten Dam reed ook op vol vermogen iets minder hard maar met het snot voor ogen. Sonnet-tour-ette 12 Fougeres > Tours Kittel Ze fietsten oostelijk en richtingTours met onderweg veel tuinen en kastelen en vijf ontvluchters tegen het vervelen het was dus eigenlijk een saaie koers. En de geschiedenis van zo'n chateau wordt dan verteld door Dijkstra en Ducrot.
64
Sonnet-tour-ette 13 Tours > Saint-Amant-Montrond Cavendish Terwijl Valverde stond met bandenpech besloot men om de Spanjaard maar te lozen en toen ze eensgezind de aanval kozen reden ze tien minuten van hem weg. Daar had us Bouke erg veel voordeel mee want hij staat in het klassement nu twee. Sonnet-tour-ette 14 Saint-Pourcain-sur-Sioule > Lyon Johnnie en Matteo Zijn oortje klonk, "je heb de slag gemist, verdomme nog an toe, alarm, te wapen! Hij had terwijl hij wacht had zitten slapen, maar toen was de etappe al beslist. Die Matteo Trentin verrassend won en op de meet pas wist dat hij dát kon. Sonnet-tour-ette 15 Givors > Mont-Ventoux Jonathan Hivert (kwam als laatste binnen op 50.21 van winnaar Froome) Langs hellingen van pijn naar stervensmoe van marteling naar waar Aeolus huist. Zo klom hij op die schaduwloze puist en overwon een berg: de Mont Ventoux. Maar toen hij op dit monster was beland had hij dik drie kwartieren achterstand.
65
Sonnet-tour-ette 16 en 16 Vaison-la-Romaine > Gap Commentaar op Froome "Neem nou bergop, het is toch geen gezicht, hoe of zo'n man toch fietsen heeft geleerd die ellebogen helemaal verkeerd Souplesse, man hou op, hij rijdt met jicht. Ik vind het dus als renner geen juweel dan rijdt zo'n vent ook nog eens in het geel. Commentaar Ten Dam in Gap Mijn benen deden zeer bij elke trap Ik zag die kopgroep langzaamaan verdwijnen zo ging ik hijgend naar de filistijnen daardoor verlies ik een minuut in Gap. Misschien heb ik vandaag toch onderschat Het was in elk geval nu niet je dat. Sonnet-tour-ette 17 Tijdrit Embrun > Chorges onderuit De tijdrit bleek vandaag de bottle-neck. Ten Dam is ergens onderweg gevallen en Bauke dacht dat ie zijn fiets kon stallen net na een bocht tegen zo'n afzethek. Zodat als enige conclusie luidt: zij gingen in de tijdrit onderuit. Sonnet-tour-ette 18 18e Etappe Gap > Alpe d'Huez Gronings verlies Om Mollema zijn herkomst wordt getwist, hij zou, zegt men, in Friesland zijn geboren maar zelf bij Groningen te willen horen. Dit splijt de rechtgeaarde chauvinist. De afspraak wordt: bij tijdwinst is hij Fries en hij wordt Groninger bij tijdverlies.
66
Sonnet-tour-ette 19 Bourg d'Oisans > Le Grand Bornand Neerlands hoop In bed had hij nog lang geprakkeseerd, (was hij gewogen en te licht bevonden) en voor vertrek nogal kortaangebonden op vragen van de pers gereageerd. Niet terminaal, want dat is overdreven, wist Bauke de etappe toch te overleven. Sonnet-tour-ette 20
Annecy > Semnoz Fysiek Nu naar Parijs, de uitslag is bekend: Froome pakt het geel en als ze niet meer vallen Quintana wit en trui met rode ballen en wint Sagan het puntenklassement. Met een fysiek die zwaar was aangetast hield Mollema zijn zesde plek goed vast. Sonnet-tour-ette 21
Versailles > Parijs Lieuwe Vandaag had deze Tour zijn laatste dag men startte als gewoonlijk groepsgewijs en na de laatste rondjes in Parijs sloeg Kittel voor de vierde keer zijn slag. Zo finishte het hele peloton op Westra na want die ging abandon.
67
68
69
70
71
72
73
74
75
76
77
78
79
80
81
82
83
BAH DAAN
Dada
dadadada
da
Uh uh uh
uh
Ben je,
ben je,
ben je?
Jaaaaaaa
aaaaaaaa
aaaaaa
Choeghoe
k choegh
oek
Is se we
er, is s
e weer
Is de pa
bba weer
Aguuuuuu
, aguuuu
uuu
Pabba pa
bba paaa
bbaaaaa
Kokje ko
kje, waa
rs kokje
Doeded k
okje dan
?
Waars op
a, waars
opa
Piedepie
depiedep
iedepiet
je
Eendje,
kom eens
dichdeb
ij
Mamma ma
mma mamm
a
Komde de
tieduig
hoor, k
omde de
tieduig
Brrrrrrr
rrrrrrrr
rrrrrrrr
rrrrrrrr
rrrrrrrr
Aaaaaaaa
aal oppe
rdepoppp
erdepop
Gode mei
s
Nog kaka
, kaka,
ninne?
Lapie do
en!
Ah bah a
h bah ah
bah
Stinkies
tankie s
tinkiest
ankie
Stinkies
tankie,
ajakkieb
ah
Oewèèèèèèèèèèèèh
Anne
ke Haasn
oot
84
Harald Calle
85
De lichtenkooi In den struinen boog werelds leister laag en levendig schoon ligt een hoornen toog
zijners rijk bedeeld tot meerdere glorie den duisternis, schimpel nat, besteeld maer lichtenkooi vol van zeden en geklaard voor den helse taak lichtend van oog en hooi
viel van hemels uit tot beneer en verder draf de bastaard kind'ren rakelden sluiks de schavuit Och, deernes weernis schatert de lichtenkooi in mergel zang en struint ins klauternis
waren meerdere glories zijners rijk niet bedeeld schimpel nat, maar eern besteeld trok hem dees mokkend tronies maar laag achter struinen boog le'ert levendig schoon hun bastaard kind'ren zoals ook echtnis nimmer loog.
Ephraim de Rooij
ԺɿՇɧԵԺɿעԹ
ʅȝԵԵȝՐՏʅȝԵ, ԺɿՇɧԵԺɿעԹ, ՏՇɧՐɿʝԲʍՄԵՏ
ՏԾʍՏ ɿՏ ɧȝԵ ԺԾȝʅʅԾԾՏ ԳȝρՐՄԵՏ
ʍԹԹՐ ՀԾ ɧȝȝʅ ȝעȝՌ ՏԾʍՏ ԳȝՐԹԹƙԵ
ȝՌ ȝՐ աȝȝՐ ȝȝՌ ԺɿՇɧԵՏȝʅ ԾעȝՐ ԳȝʍԹԹƙԵ
ƙԹՌ ՌɿȝʍԹՌԺ ʍɿʝ Ժȝ ʍԾՌԺ ՌԾԳ ՏՌԾȝՐȝՌ
ȝՌ աȝȝԵ ɿƙ ՌԾԳ աԹԵ ɧԹՐԵȝՌ Եȝ ՅȝՐԾȝՐȝՌ
ՏՇɧՐɿʝԲʍՄԵՏ, ԺɿՇɧԵԺɿעԹ , ʅȝԵԵȝՐՏʅȝԵ
ՏՇɧՐɿʝעȝՌ ՀԹʅ ɿƙ ȝՌ ՀԾ ɿՏԵ ʍԹԹՐ ՌȝԵ
Magda Thomas
86
Igor Sturmheit
87
René Maagd
enberg
La rap tinaliali
oi er la omme pak la rap rap na rop
pri viti la
onde oeia schwieschies
on ploepa ble okki la
schwies ai berdi on berdi
oi er la rap kriti mi la
demna krot krtas
Pastuiven Verkwil
88
Michael Karstanje
89
90
Laurens Windig
91
De versc
hijnings
data van
Po-e-zi
ne in 20
13:
Nr. 5: 1
novembe
r 2013
Thema: “
Wind”
Uiterste
inlever
datum ko
pij: maa
ndag 21
oktober
2013
Nr. 6: 1
januari
2014
Uiterste
inlever
datum ko
pij: maa
ndag 23
december
2013
Wil je “
vaste” b
ijdrager
worden
(1 bijdr
age per
nr.)?
Stuur ee
n mailtj
e naar:
hetnieuw
epoezine
@gmail.co
m
Wil je l
osse (Th
emagebon
den) kop
ij aanle
veren? I
dem!
Thematip
? Advert
entie? B
iografie
tip? Ide
m!
Aanlever
en kopij
:
Tekst al
leen the
magebond
en en al
s DOC bi
jlage !
Beeldmat
eriaal a
lleen al
s JPEG/JPG
bijlage
!
Internet
:
Internet
Steunpu
nt (Face
book-pag
e en gro
ep):
Nancy Me
elens
E-mail:
nancy72@live
.be
http://het
nieuwepo
ezine.wo
rdpress.
com/
https://www
.faceboo
k.com/Poez
ine
https://www
.faceboo
k.com/grou
ps/54993183
5042689/
92
Jac Naber
93
© 2013 Pastuiven Verkwil
Site: http://hetnieuwepoezine.wordpress.com/
E-mail: [email protected]
Facebook: https://www.facebook.com/Poezine
Po-e-zine groep: https://www.facebook.com/
groups/549931835042689/
Pastuiven Blog: http://pastuiven.wordpress.com/
Pastuiven op Facebook: https://www.facebook.com/home.php
Pastuiven YouTube kanaal: https://www.youtube.com/channel/
UCYGz_b8WVUFxNgJn3NysCGA
E-mail:[email protected]