PDF bestand Page 1. 1 Jaardocument 2007 Page 2. 2
Transcript of PDF bestand Page 1. 1 Jaardocument 2007 Page 2. 2
1
Jaardocument 2007
vu-probe 1-p56.indd 1vu-probe 1-p56.indd 1 29-05-2008 14:19:4929-05-2008 14:19:49
2
vu-probe 1-p56.indd 2vu-probe 1-p56.indd 2 29-05-2008 14:19:4929-05-2008 14:19:49
3
Inhoud
Inhoud
I Verslag raad van toezicht 4
II Verslag raad van bestuur 9
1. Uitgangspunten van de verslaglegging 9
2. Profi el van de organisatie 10
2.1 Algemene Identifi catiegegevens 10
2.2 Structuur van het concern 10
2.3 Kerngegevens VUmc 11
3. Bestuur, toezicht en bedrijfsvoering 22
3.1 Bestuur en toezicht 22
3.2 Bedrijfsvoering 26
4. Beleid, inspanningen en prestaties 28
4.1 Strategie en beleid 28
4.2 Leiderschap 32
4.3 Management van medewerkers 33
4.4 Management van middelen 36
4.5 Management van processen patiëntenzorg 39
4.6 Management van processen onderwijs en opleiden 40
4.7 Management van processen onderzoek 41
4.8 Waardering klanten en leveranciers 44
4.9 Waardering medewerkers 46
4.10 Waardering door de maatschappij 48
4.11 Resultaten fi nancieel beleid 49
• Bijlage 1
HRM kengetallen 2007 VU medisch centrum 51
• Bijlage 2
Eindresultaten Onderwijs en opleidingen 56
• Bijlage 3
Inhoudspagina VUmc-Basisset Prestatie-indicatoren 2007 57
I. Indicatoren
II. NVZ-indicatoren
• Bijlage 4
Organisatieschema 79
III Jaarrekening 83
Inhoudsopgave jaarrekening 84
5.1 Jaarrekening 85
5.2 Overige gegevens 159
5.2.1 Vaststelling en goedkeuring jaarrekening 159
5.2.2 Statutaire regeling resultaatbestemming 159
5.2.3 Resultaatbestemming 159
5.2.4 Gebeurtenissen na balansdatum 159
5.2.5 Ondertekening door bestuurders en toezichthouders 159
5.2.6 Accountantsverklaring 160
5.3 Bijlagen 162
WOPT 162
vu-probe 1-p56.indd 3vu-probe 1-p56.indd 3 29-05-2008 14:19:4929-05-2008 14:19:49
4
Versla
g ra
ad va
n to
ezich
t
I Verslag raad van toezicht
Inleiding
De raad van toezicht oefent toezicht uit op het College van Bestuur van de Vrije Universiteit (hierna VU) en de Christelijke
Hogeschool Windesheim (hierna Windesheim) en op de raad van bestuur van VU medisch centrum. Met dit verslag legt de
Raad, zowel intern als naar externe partijen, verantwoording af over het door haar uitgeoefende toezicht. De Raad is in
2007 zesmaal bijeengekomen.
Het jaar 2007 was een bijzonder jaar omdat waarin verregaande wijzigingen zijn opgetreden in de governance van de
Vereniging VU-Windesheim. In juni heeft de Ledenraad ingestemd met een wijziging van de statuten waardoor het
Algemeen Bestuur van de Vereniging nu wordt gevormd door het College van Bestuur VU Windesheim en de raad van
bestuur VU medisch centrum. De voorzitters van beide organen vormen samen het Dagelijks Bestuur. Achterliggende
gedachte hierbij was de Vereniging en de instellingen meer met elkaar te verbinden. Daarmee worden bevoegdheden,
verantwoordelijkheden en verantwoording beter op één lijn gebracht en moderne governance-inzichten vertaald naar een
duurzame organisatiestructuur.
Hierdoor vindt tevens meer samenwerking plaats tussen de instellingen zelf, een ontwikkeling die de raad van toezicht
stimuleert.
De raad van toezicht stelt vast dat het overleg tussen de besturen in open dialoog en goede verstandhouding plaatsvindt.
In 2007 hebben VU medisch centrum en Stichting Buitenamstel Geestgronden het voornemen bekend gemaakt te willen
fuseren. Per 1 januari 2008 heeft de bestuurlijke fusie plaatsgevonden; na 2010 te volgen door de juridische fusie. Als
gevolg hiervan houdt de raad van toezicht vanaf 1 januari 2008 ook toezicht op Stichting Buitenamstel Geestgronden.
Governance
In de samenstelling van de raad van toezicht zijn in het verslagjaar de volgende wijzigingen opgetreden. Met ingang van
1 april 2007 is in de raad van toezicht benoemd prof. dr. F. Leijnse, voormalig voorzitter van de HBO-raad. Daarmee
bestaat de Raad van Toezicht uit negen leden.
Per 1 januari 2008 zijn als gevolg van de fusie tussen het VU medisch centrum en Stichting Buitenamstel Geestgronden
tot de raad van toezicht toegetreden de leden A.H. Berg en A.Weijsenfeld. De Raad bestaat hierdoor tijdelijk uit elf leden.
Doordat in 2008 drie leden aftreden en in een vacature zal worden voorzien, zal dit aantal in 2008 weer worden
teruggebracht tot negen. Tot vice-voorzitter van de raad van toezicht is in het verslagjaar ir. R. Willems benoemd.
De voorzitter en vice-voorzitters van de raad van toezicht vormen de Remuneratiecommissie. De Remuneratiecommissie
heeft twee keer vergaderd in 2007. Onderwerpen van gesprek waren het functioneren van de leden van het College van
Bestuur, de raad van bestuur en de beloningsstructuur. In de vergadering van de raad van toezicht van december 2007
is gerapporteerd over de gevoerde evaluatiegesprekken met de leden van het College van Bestuur en raad van bestuur.
Tevens is daar gerapporteerd over het onderzoek naar het beloningsbeleid voor de leden van de raad van bestuur van het
VU medisch centrum en het College van Bestuur van de Vereniging VU-Windesheim en zijn aanpassingen gedaan aan de
beloningsstructuur.
De Financiële Commissie van de raad van toezicht bestaat uit de leden Brinkman, De Widt, Willems en Bleichrodt. De
Commissie is gedurende het verslagjaar tweemaal bijeengekomen. In de vergadering van mei 2007 is de jaarrekening
2006 besproken en kennisgenomen van het accountantsverslag en de managementrapportage van de accountant. In de
vergadering van november 2007 heeft de Commissie zich gebogen over de begroting 2008. De bijeenkomst inzake de
jaarrekening is tevens bijgewoond door de extern accountant.
vu-probe 1-p56.indd 4vu-probe 1-p56.indd 4 29-05-2008 14:19:4929-05-2008 14:19:49
5
Versla
g ra
ad va
n to
ezich
t
In het kader van de nieuwe Statuten van de Vereniging VU Windesheim heeft de raad van toezicht een eigen reglement
vastgesteld. Hierin is onder andere opgenomen dat het aantal zittingstermijnen van de leden van de raad van toezicht
aan een maximum van drie wordt gebonden.
Met de nieuwe inrichting van de governance van de Vereniging is ook het proces tot revitalisering van de ledenorganisatie
ingezet. Hiertoe is het bureau van de Vereniging ondergebracht binnen de VU. De nieuwe initiatieven zullen in 2008 tot
concrete activiteiten leiden.
Vereniging
Met de nieuwe inrichting van de governance van de Vereniging VU-Windesheim is ook het proces tot revitalisering van de
ledenorganisatie ingezet. Hiertoe is het bureau van de Vereniging ondergebracht binnen de VU. De nieuwe initiatieven
zullen in 2008 tot concrete activiteiten leiden.
Raad van bestuur
Per 1 maart 2007 is prof. dr. E.A. van der Veen, decaan en lid raad van bestuur, uit de raad van bestuur getreden vanwege
het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. De raad van toezicht heeft grote waardering en respect voor de inzet
en betrokkenheid van prof. Van der Veen ten behoeve van VU en VUmc. Belangrijke mijlpalen in zijn bestuurlijke loopbaan
waren de oprichting en het verder verstevigen van de onderzoekinstituten, de fusie van academisch ziekenhuis en faculteit
der Geneeskunde en de vernieuwing van het onderwijscurriculum geneeskunde. Tot zijn opvolger is benoemd prof. dr.
W.A.B. Stalman, voorzitter van het bestuur van divisie VI en hoofd van de afdeling huisartsgeneeskunde VUmc.
VUmc-SBG
Belangrijk onderwerp van overleg is in 2007 de voorgenomen (bestuurlijke) fusie tussen VUmc en Stichting Buitenamstel
Geestgronden (SBG) geweest. De verschillende tussenstappen in het proces naar ondertekening van de samenwerkings-
overeenkomst in december 2007 zijn in de raad van toezicht besproken. De raad van toezicht heeft vóór het onder-
tekenen van de intentieverklaring in mei 2007 zijn steun voor een intensieve samenwerking tussen beide instellingen
uitgesproken. De inhoudelijke meerwaarde van een verdere integratie van somatiek en psychiatrie werd onderschreven.
De uitwerking van de bestuurlijke structuur voor de samenwerking heeft onder leiding van de raad van toezicht plaats-
gevonden. Op basis van een concept plan van aanpak en concept samenwerkingsovereenkomst heeft de Raad in oktober
2007 groen licht gegeven voor de intensieve samenwerking. Dat besluit is getoetst aan de vooraf door de Raad geformu-
leerde uitgangspunten en randvoorwaarden. Op 21 december 2007 is de samenwerkingsovereenkomst feestelijk getekend
door de voorzitters van de raden van toezicht en raden van bestuur van beide instellingen.
Naar aanleiding van de bestuurlijke fusie van VUmc en SBG heeft de raad van toezicht de heer W.M. van Ewijk benoemd tot
lid van de raad van bestuur VUmc en lid van het Algemeen Bestuur van de Vereniging VU Windesheim met ingang van 1
januari 2008.
Strategisch meerjarenbeleid VUmc 2008-2012
Het strategisch meerjarenbeleid VUmc wordt periodiek herijkt. Het beleidsplan voor de jaren 2008-2012 is ten opzichte
van eerdere versies verder aangescherpt in concrete resultaten en focus op essentiële doelen. In de bespreking heeft de
raad van toezicht nadrukkelijk aandacht gehad voor o.a. het onderwerp leiderschap en management development. Het
streven van VUmc en VU gezamenlijk op te trekken bij het formuleren van indicatoren voor onderwijs en onderzoek werd
toegejuicht. De raad van toezicht heeft met waardering kennis genomen van het meerjarenbeleid en het goedgekeurd.
vu-probe 1-p56.indd 5vu-probe 1-p56.indd 5 29-05-2008 14:19:4929-05-2008 14:19:49
6
Versla
g ra
ad va
n to
ezich
t
Brand OK’s
De brand in het OK complex op de 2e verdieping van VUmc Pinksteren 2007 en de gevolgen daarvan hebben de voort-
durende aandacht van de raad van toezicht gehad, zowel tijdens het regulier overleg met de raad van bestuur als
daarbuiten. De raad van bestuur heeft regelmatig gerapporteerd over de genomen maatregelen om immateriële, materiële
en bedrijfsschade te beperken en de gevolgen daarvan voor de bedrijfsvoering positief te beïnvloeden. Het beleid van de
raad van bestuur om zo veel mogelijk op eigen kracht de geplande productie voor 2007 binnen VUmc te realiseren heeft
de volledige steun van de raad van toezicht. Over de bijzondere en buitengewone inspanningen van medewerkers om
deze te realiseren heeft de raad van toezicht herhaaldelijk zijn waardering, bewondering en dank uitgesproken.
Kwaliteit wetenschappelijk onderzoek
De raad van toezicht heeft stilgestaan bij de prestaties op het gebied van wetenschappelijk onderzoek. De kwaliteit van
het onderzoek van de UMC’s van Nederland wordt jaarlijks gemeten via de CWTS- analyse (een bibliometrische analyse
over de wetenschappelijke output). In 2007 is de output over de periode 1998-2006 geanalyseerd.
Na jaren op de 3e plaats in Nederland te hebben gestaan, is VUmc bij de laatste CWTS-analyse gestegen naar de 2e plaats
in de analyse over de jaren 2003-2006. De kwaliteit van de VUmc-output ligt daarmee ruim 50% boven het wereld-
gemiddelde.
Financieel beleid
De begroting 2008 alsmede het jaarplan 2008-2009 is door de raad van toezicht goedgekeurd. De daarin genomen
maatregelen voor kostenbeheersing hebben de steun van de Raad. Dat geldt ook voor de plannen van de raad van bestuur
VUmc voor te bereiden op de verdere marktwerking in de zorg. De onzekerheid over de fi nanciële gevolgen van de
introductie van het DBC fi nancieringssysteem zijn nog groot. In de loop van 2008 verwacht men meer duidelijkheid hier-
over. Alsdan zullen waar nodig aanvullende maatregelen genomen worden, met name met het oog op de begroting 2009.
De raad van toezicht heeft kennis genomen van de rapportages van de raad van bestuur inzake de administratieve
inrichting van VUmc met betrekking tot het DBC fi nancieringssyteem en de daarop afgestemde interne controlefunctie.
Bedrijfsvoering
Gedurende het verslagjaar heeft de raad van toezicht indringend met de raad van bestuur van gedachte gewisseld over
onderwerpen met groot effect op de bedrijfsvoering. Naast de al eerder genoemde onderwerpen betrof dat de voortgang
in de implementatie van het DBC fi nancieringssyteem, voortgang in de implementatie van omvangrijke ICT projecten,
realisatie van het omvangrijke bouwprogramma van VUmc en de strategische samenwerking met netwerkpartners.
Bijzondere aandacht hebben de algemene aspecten van het kwaliteits- en veiligheidsbeleid binnen VUmc.
Governance Code UMC
De raad van toezicht heeft kennis genomen van de governance code voor de universitair medische centra (UMC) en zal
toezien op de naleving ervan.
De raad van toezicht spreekt zijn waardering uit voor de prestaties van medewerkers en raad van bestuur van VUmc die
onder bijzondere omstandigheden in 2007 zijn geleverd. Het uitzonderlijke karakter daarvan doet niets af aan de waarde-
ring voor de inzet, betrokkenheid en loyaliteit van zo velen die VUmc een warm hart toedragen. Het is een bemoediging
om de uitdagingen waarvoor VUmc zich voortdurend gesteld ziet met vertrouwen aan te pakken.
vu-probe 1-p56.indd 6vu-probe 1-p56.indd 6 29-05-2008 14:19:5029-05-2008 14:19:50
7
Versla
g ra
ad va
n to
ezich
t
drs. P. Bouw, voorzitter mr. drs. L.C. Brinkman, vice-voorzitter
mw. drs. A. de Widt-Nieuwenhuizen, vice-voorzitter ir. R. Willems, vice-voorzitter
A.H. Berg L. Bikker
drs. J.M. Bleichrodt mw. I.E.E. van der Dussen
prof. dr. F. Leijnse mr. drs. F.J. Paas
A. Weijsenfeld
vu-probe 1-p56.indd 7vu-probe 1-p56.indd 7 29-05-2008 14:19:5029-05-2008 14:19:50
8
vu-probe 1-p56.indd 8vu-probe 1-p56.indd 8 29-05-2008 14:19:5029-05-2008 14:19:50
9
Versla
g ra
ad va
n b
estu
ur
II Verslag raad van bestuur
1. UITGANGSPUNTEN VAN DE VERSLAGLEGGING
Aan dit jaarverslag VU medisch centrum 2007 ligt het document “Jaarverantwoording zorginstellingen 2007” van het
ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) ten grondslag. Het bevat de vereiste elementen: jaarverslag,
jaarrekening en bijlagen in DigiMv.
VU medisch centrum is meer dan alleen een zorginstelling. Tot zijn kerntaken rekent het tevens:
- onderwijs (opleiding geneeskunde; verpleegkundige vervolgopleidingen),
- opleiding (opleiding tot medisch specialist) en
- wetenschappelijk onderzoek.
In het jaarverslag zijn enkele hoofdstukken toegevoegd ten behoeve van de verantwoording van deze publieke
academische taken.
De verslaglegging heeft betrekking op het boekjaar (en verslagjaar), te weten het kalenderjaar 2007.
In 2007 is bij twee divisies gewerkt aan de voorbereiding om de activiteiten van onderzoeksstichtingen over te dragen aan
het VUmc en naar bij de divisies verbonden beheer BV’s.
Deze beheer BV’s zijn 100 % dochters van de Boelevaar Holding BV. De verwachting is dat in 2008 bij alle divisie beheer
BV’s de vermogensoverdracht en de overdracht van onderzoeksactiviteiten zal plaatsvinden.
In 2007 heeft consolidatie plaats gevonden met Boelevaar Hoding BV en de Stichting Centrum Radio Isotopen Research.
Naast dit jaarverslag zijn de prestaties op milieugebied separaat in een milieujaarverslag vastgelegd, conform de
afspraken die daarover zijn gemaakt met de overheid.
vu-probe 1-p56.indd 9vu-probe 1-p56.indd 9 29-05-2008 14:19:5029-05-2008 14:19:50
10
Versla
g ra
ad va
n b
estu
ur
2. PROFIEL VAN DE ORGANISATIE
2.1 Algemene Identifi catiegegevens
Naam VU medisch centrum (uitgaande van de Vereniging voor christelijk hoger onderwijs,
wetenschappelijk onderzoek en patiëntenzorg)
Adres De Boelelaan 1117
Postcode 1081 HV
Plaats Amsterdam
Telefoonnummer (020) 4444444
Nummer Kamer van Koophandel 40530948 (Vereniging voor christelijk hoger onderwijs, wetenschappelijk onderzoek
en patiëntenzorg
E-mailadres [email protected]
Internetpagina www.vumc.nl
2.2 Structuur van het concern
Juridische structuur
Het VU medisch centrum (VUmc) is naast de Vrije Universiteit (VU) en de hogeschool Windesheim één van de entiteiten
die uitgaan van de Vereniging voor christelijk hoger onderwijs. Het VUmc is een universitair medisch centrum waarin de
taakstellingen op het gebied van patiëntenzorg, opleiding, onderwijs en wetenschappelijk onderzoek zijn gebundeld en
integraal worden aangestuurd. VUmc is een toegelaten instelling op grond van de Wet toelating zorginstellingen (Wtzi).
Organisatiestructuur
De organisatie is ingedeeld in zes divisies, stafdiensten en vijf onderzoekinstituten. Divisies zijn bundelingen van
afdelingen met de verantwoordelijkheid voor de sturing van de kernprocessen (zorg, onderwijs, opleiding, onderzoek)
van het VUmc. Volgens het principe “decentraal, tenzij …” zijn taken en verantwoordelijkheden en daaraan gekoppelde
budgettaire bevoegdheden gedelegeerd aan de divisies.
De besturen van de divisies staan onder leiding van een hoofd van één van de afdelingen die tot de divisie behoort.
Verschil met voorgaande jaren is voornamelijk gelegen in voor het topkader gewijzigde rollen en verantwoordelijkheden
inzake de besluitvorming en aansturing. De spelregels voor besluitvorming zijn op een heldere wijze vastgelegd in divisie-
reglementen. Per divisie adviseert een divisieraad (de afdelingshoofden van de divisie) het divisiebestuur. Voor de sturing
van een divisie geldt een collegiaal model, waarbij de mening van afdelingshoofden telt, gestreefd wordt naar consensus,
men primair tracht er met elkaar uit te komen, maar waarbij uiteindelijk de divisievoorzitter beslissingsbevoegd is.
De overlegstructuur tussen raad van bestuur en divisie is aangepast qua frequentie en deelnemers. In de nieuw ingestelde
beleidsraad (raad van bestuur plus divisievoorzitters) worden zaken besproken t.a.v. visie, strategie, leiderschap en
professionele thematiek. In 2007 is veel aandacht besteed aan de onderlinge samenwerking, teamvorming, zowel in de
raad van bestuur (nieuwe decaan per 1 maart 2007), als de beleidsraad.
De stafdiensten opereren ter ondersteuning van de raad van bestuur en de uitvoering van de kerntaken van VUmc.
De onderzoekinstituten coördineren de inspanningen van VUmc op het gebied van wetenschappelijk onderzoek.
Daartoe maken zij afspraken met de divisies en afdelingen.
De koers van VUmc is beschreven in het strategisch meerjarenbeleid dat tweejaarlijks op zijn actualiteit en inhoud wordt
beoordeeld en zo nodig aangepast. Over de te leveren prestaties van divisies en diensten worden tweejaarlijks binnen de
kaders van het jaarplan afspraken gemaakt met de raad van bestuur en vastgelegd in managementcontracten.
vu-probe 1-p56.indd 10vu-probe 1-p56.indd 10 29-05-2008 14:19:5029-05-2008 14:19:50
11
Versla
g ra
ad va
n b
estu
ur
Het organisatieschema is als bijlage aan het verslag toegevoegd.
Concernvorming
In 2007 hebben VUmc en de GGZ-instelling Stichting Buitenamstel Geestgronden (SBG) de intentie uitgesproken een inten-
sieve bestuurlijke samenwerking aan te gaan met als doel uiteindelijk tot één organisatie te fuseren. Deze samenwerking
is ingegaan op 1 januari 2008.
2.3 Kerngegevens VUmc
2.3.1 Kernactiviteiten
VUmc is een universitair medisch centrum met de kerntaken patiëntenzorg, wetenschappelijk onderzoek, onderwijs en
opleiding. VUmc heeft als kenniscentrum een motto: Kennis maakt ons beter. VUmc wil meer inzicht verkrijgen in gezond-
heid en ziekte, in hoe ziektes voorkomen, opgespoord, behandeld en verzorgd kunnen worden. Daartoe ontwikkelen wij
kennis in wetenschappelijk onderzoek. Onze ambitie is steeds betere zorg te leveren door toepassing van ontwikkelde
kennis. Het opleiden van professionals is essentieel om de kennis over te dragen.
De patiëntenzorg omvat zowel basiszorg als ook topklinische en topreferente zorg. Juist in het aanbieden van basale tot
de meest complexe zorg onderscheidt een UMC zich van andere ziekenhuizen. De basiszorg wordt geleverd voor het
verzorgingsgebied in de rechtstreekse omgeving van VUmc en is daarnaast van groot belang voor de onderwijs- en
opleidingsfunctie. VUmc biedt een compleet palet aan medisch specialismen.
In het wetenschappelijk onderzoek streeft VUmc naar een toonaangevende nationale en internationale rol. Het weten-
schappelijk onderzoek concentreert zich op vijf zwaartepunten: Kanker en Afweer, Hersenen, Vitale functies, Bewegen,
Extra- en Transmuraal.
In het onderwijs staat de opleiding van studenten geneeskunde centraal. Daarnaast wordt in samenwerking met andere
onderwijsinstellingen onderwijs aan verpleegkundigen in opleiding verzorgd.
Naast onderwijs rekent VUmc de opleiding van arts-assistenten tot medisch specialist en de verpleegkundige vervolg-
opleidingen tot haar kerntaken.
De transfer van wetenschappelijke kennis naar de samenleving, onder andere door het stimuleren van nieuwe bedrijven,
is een wezenlijk onderdeel van de private activiteiten van VUmc. Boelevaar Holding BV, 100% dochter van VUmc, houdt
daartoe verschillende participaties in nieuwe bedrijven, waarin de toepassing van kennis centraal staat.
vu-probe 1-p56.indd 11vu-probe 1-p56.indd 11 29-05-2008 14:19:5029-05-2008 14:19:50
12
Versla
g ra
ad va
n b
estu
ur
2.3.2 Cliënten, capaciteit, productie, personeel en opbrengsten
Capaciteit Aantal
Aantal beschikbare bedden/plaatsen voor klinische en dag/deeltijdbehandeling
per einde verslagjaar 733 bedden/plaatsen
Productie
Aantal in verslagjaar geopende DBC’s (ontleend aan ziekenhuisinformatiesysteem;
niet in DIS) 188.705 DBC’s
Waarvan medisch specialistische zorg in A-segment (tarieven NZa),
niet voor epilepsie – en astmacentra 185.344 DBC’s
Waarvan medisch specialistische zorg in B-segment (vrije prijzen),
niet voor epilepsie en astmacentra 3.361 DBC’s
Aantal in verslagjaar gesloten DBC’s (ontleend aan ziekenhuisinformatiesysteem;
niet uit DIS) 189.989 DBC’s
Waarvan medisch specialistische zorg in A- segment (tarieven NZa),
niet voor epilepsie- en astmacentra 186.095 DBC’s
Waarvan medisch specialistische zorg in B- segment (vrije prijzen)
niet voor epilepsie- en astmacentra 3.894 DBC’s
Aantal aan verzekeraars in rekening gebrachte overige en ondersteunende producten
– O(V)P’s-, waaronder verrichtingen op verzoek van de eerste lijn 139.992 O(V)P’s
Aantal aan verzekeraar in rekening gebrachte overige trajecten en verrichtingen 25.552 trajecten en verrichtingen
Aantal in verslagjaar uitgevoerde operatieve verrichtingen in curatieve zorg
(excl. GGZ-DBC’s in PAAZ en PUK) ( = som van zorgactiviteiten in DBC
zorgactiviteitentabel behorend tot zorgprofi el-klasse operatieve verrichtingen;
ontleend aan ziekenhuisinformatiesysteem, niet uit DIS) 30.950 operatieve verrichtingen
Aantal klinische opnamen (exclusief interne overnamen in verslagjaar 26.166 opnamen
Aantal ontslagen patiënten in verslagjaar 26.172 patiënten
Aantal eerste polikliniekbezoeken in verslagjaar 92.395 bezoeken
Aantal overige polikliniekbezoeken in verslagjaar 216.292 bezoeken
Aantal dagverplegingsdagen (normaal en zwaar) en/of deeltijdbehandelingen
in verslagjaar 18.741 dagen / behandelingen
Aantal klinische verpleegdagen in verslagjaar 164.200 dagen
Waarvan verkeerde-bed-dagen 1.787 dagen
Personeel Aantal personen Aantal fte
Aantal personeelsleden in loondienst exclusief medisch
specialisten per einde verslagjaar 5.522 personen 4.606 fte
Aantal medische specialisten (loondienst + inhuur + vrij beroep)
per einde verslagjaar 385 344
Bedrijfsopbrengsten Bedrag in euro’s
Totaal bedrijfsopbrengsten verslagjaar 565.476.000 euro
Waarvan wettelijk budget voor aanvaardbare kosten 301.395.000 euro
Waarvan overige bedrijfsopbrengsten 264.081.000 euro
2.3.3 Verantwoording academische component
Onderstaand wordt per onderdeel van de academische component de defi nitie en indicatoren (outputparameters)
aangegeven. Hierbij is een onderscheid gemaakt naar kwantitatieve (cijfers 2007) en kwalitatieve parameters.
vu-probe 1-p56.indd 12vu-probe 1-p56.indd 12 29-05-2008 14:19:5029-05-2008 14:19:50
13
Versla
g ra
ad va
n b
estu
ur
Ontwikkeling en Innovatie (O&I)
Omvang
Landelijk € 123.8 miljoen; VUmc € 11.7 miljoen.
Defi nitie
O&I betreft de zogenaamde R&D-functie van de zorg. Dit betekent dat ontwikkelingen worden bedacht, uitgeprobeerd
en uitgetest. Deze ontwikkelingen hebben betrekking op de direct patiëntgebonden zorg, maar ook bijvoorbeeld op de
organisatie van de zorg. Ook de exportfunctie van kennis behoort hiertoe.
Outputparameters
In de nota “Publieke functies van de UMC’s in een marktomgeving” van december 2006 staan de ijkpunten opgenomen
waarmee de UMC’s het onderdeel O&I van de academische component inzichtelijk maken.
Kwantitatief:
Jaarlijks voert het Centrum voor Wetenschap- en Technologie Studies (CWTS) een bibliometrische analyse van het onder-
zoek van alle UMC’s uit. In het najaar van jaar t wordt gerapporteerd over de periode t-1 en eerdere jaren. Voor publicaties
is in onderstaande tabel het aantal en de citatiescore opgenomen over het tijdvak 1998-2006. De citatiescore CPP/FCSm
betreft de impact van alle publicaties van een instelling vergeleken met het wereld-citatiegemiddelde in (sub)velden waarin
de instelling actief is.
Aantal Aantal citaties Citatiescore
publicaties per artikel CPP/FCSm
(1998– 2006) (1998-2006) (1998-2006)
Alle UMC’s 69.573 12.16 1.40
VUmc 8.910 13.01 1.53
In de volgende tabel zijn voor de publicaties in top 1% segment en de tijdschriftimpact (hoe past een tijdschrift in het veld)
de gegevens van alle UMC’s en van het VUmc (tijdvak 1998-2003/4 respectievelijk 1998-2006) opgenomen.
Aantal publicaties in top 1% Tijdschriftimpact
segment (1998-2003/4) (JCSm/FCSm) (1998-2006)
Alle UMC’s 829 1.23
VUmc 86 1.24
In de volgende tabel zijn de METC projecten, promoties en lopende octrooien en patenten opgenomen.
Goedgekeurde Promoties Totaal lopende Nieuw verworven
METC-projecten (aantal 2007) octrooien/patenten octrooien/patenten
(aantal 2007) (aantal 2007) (aantal 2007)
Totaal VUmc 212 (waarvan 132 95 28 14
WMO-oordeel,
80 WMO-advies)
vu-probe 1-p56.indd 13vu-probe 1-p56.indd 13 29-05-2008 14:19:5029-05-2008 14:19:50
14
Versla
g ra
ad va
n b
estu
ur
Voor de onderzoeksprojecten gefi nancierd door derden is in onderstaande tabel een indeling gemaakt naar 2e, 3e en
4e geldstroom.
Projecten Omzet 2007 (in €)
NWO 4.697.810
KNAW 10.041
Overheid (ministerie en overig Nederlandse overheid gelieerd) 2.290.426
Europese Unie 3.323.980
Collectebusfondsen 20.499.251
Bedrijven (binnen- en buitenland) 9.110.845
Kwalitatief:
De UMC’s doen onderzoek op alle op dit moment belangrijke thema’s van life sciences research. Zij zijn daarin succesvol,
zoals blijkt uit de analyse van het aantal en de kwaliteit van wetenschappelijke publicaties. Zij kunnen de concurrentie
met de top van de medische wetenschap volledig aan. Daarbij is niet iedere UMC actief op alle wetenschapsgebieden; er
is sprake van keuzes zodat een dynamisch systeem van concurrentie en complementariteit ontstaat. Waar elk UMC zich
vooral op toelegt, kan het beste worden afgeleid uit de publicaties. Zwaartepunten van onderzoek komen tot uiting in de
vorm van succesvol publiceren. Het signalement van elk UMC wordt aangegeven als de vijf gebieden van medische weten-
schap met de hoogste en beste output.
VUmc heeft de volgende onderzoeksspeerpunten:
a. Kanker en Afweer
b. Hersenen
c. Vitale functies
d. Extra- en transmuraal
e. Bewegen
Onderstaand enkele voorbeelden van projecten binnen het VUmc die betrekking hebben op genoemde onderzoeksspeer-
punten:
Kanker en Afweer
Binnen onderzoekinstituut CCA/V-ICI wordt wetenschappelijk onderzoek uitgevoerd op het gebied van oncologie en im-
munologie. Binnen de 4 thema’s oncogenese, immunopathogenese, ziekte profi ling en therapie zijn er ook in 2007 weer
veel publicaties verschenen in toonaangevende tijdschriften. Van de groep van Theo Geijtenbeek (moleculaire celbiologie)
is een zeer interessant onderzoek naar de rol van Langerhans cellen bij HIV-1 infecties gepubliceerd in Nature Medicine.
Seksuele transmissie van HIV-1 is de belangrijkste route van infectie. Vooruitgang in de strijd tegen HIV-1 transmissie
wordt gehinderd door de onduidelijkheid van de eerste gebeurtenissen die plaatsvinden bij HIV-1 infectie van de genitale
slijmvliezen. In deze weefsels bevinden zich geen CD4+ T cellen, de ultieme gastheer voor HIV-1. In deze weefsels
bevinden zich dendritische cellen (DC) die als eerste in aanraking komen met HIV-1. Er zijn twee soorten, de subepithele
DC en de epithele Langerhans cel. De subepithele DCs zijn verantwoordelijk voor de transmissie van HIV-1; deze DC
binden HIV-1 en dragen het virus effi ciënt over aan de CD4+ T cellen, waardoor ze geïnfecteerd worden. Dit leidt tot
infectie van de gastheer.
Echter in intacte weefsels zijn Langerhans cellen de eerste cellen die in aanraking komen met HIV-1. Lange tijd werd
aangenomen dat Langerhans cellen ook misbruikt worden door HIV-1. Echter recentelijk is door de groep van
Theo Geijtenbeek aangetoond dat Langerhans cellen juist beschermen tegen HIV-1. Langerhans cellen binden effi ciënt
HIV-1 door het C-type lectine Langerin, waarna het virus wordt geïnternaliseerd in speciale intracellulaire compartimenten.
In deze compartimenten wordt het virus effi ciënt afgebroken waardoor het niet verder verspreid kan worden. Dit afbraak
mechanisme is zo effi ciënt dat Langerhans cellen heel goed HIV-1 ‘wegvangt’ en vernietigt, al vóórdat het de kans krijgt
andere T cellen te infecteren. Ze vormen dus als een eerste barrière tegen HIV-1.
vu-probe 1-p56.indd 14vu-probe 1-p56.indd 14 29-05-2008 14:19:5029-05-2008 14:19:50
15
Versla
g ra
ad va
n b
estu
ur
Het is echter bekend dat mensen geïnfecteerd worden met HIV-1, waarbij sommige personen gevoeliger zijn voor HIV dan
anderen. Hoe dat precies komt is niet bekend. In dit onderzoek is aangetoond dat de functie van Langerhans cellen kan
veranderen. Als de functie van Langerin geremd wordt, verdwijnt zijn beschermende rol en verandert zelfs in een
infectieverspréidende rol. De Langerhans-cellen worden dan zelf geïnfecteerd door het HIV-virus, en verspreiden het virus
snel en effi ciënt door het lichaam. Voor een goede bescherming tegen HIV is het dus cruciaal dat het eiwit Langerin
optimaal werkt. Momenteel wordt onderzocht of de functie van Langerhans cellen en Langerin veranderen in de aanwezig-
heid van co-infecties of ontstekingen. Het ontwikkelen van nieuwe therapieën die de functie van dit eiwit versterken, zou
een belangrijke stap in de strijd tegen HIV zijn.
Hersenen
Onderzoek naar slaapstoornissen
Binnen de afdeling Neurologie behoren de mensen met primaire slaapstoornissen tot de top drie van de jaarlijks
instromende nieuwe patiënten met een specifi eke stoornis. Voor andere patiëntengroepen, onder meer bij de ziekte van
Parkinson en ADHD, behoren – secundaire - slaapproblemen vaak tot de top drie van klachten die de kwaliteit van leven
het meest in de weg staan. Chronisch verstoorde slaap is een van de belangrijkste voorspellers voor het risico op een
depressie en draagt bij aan de ontwikkeling van obesitas. Bij de ziekte van Alzheimer voorspelt een verstoorde slaap een
versnelde cognitieve achteruitgang. De behandeling met hypnotica is niet afdoende en leidt vaak tot verslaving. Genoeg
redenen om aandacht te besteden aan slecht slapen.
Uit bevolkingsonderzoek blijkt dat tien procent van de mensen chronisch slecht slaapt – in toenemende mate met het
ouder worden. De een kan niet in slaap komen, een ander wordt vroeg wakker. Weer een ander kan zijn gedachten niet
stoppen, of heeft last van koude voeten. Bestaat ‘insomnie’ eigenlijk wel als enkele, afgebakende diagnose? Is het niet
veel waarschijnlijker dat er verschillende subtypen slechte slapers zijn? Hoe verschilt hun hersenactiviteit onderling, en
van die van notoir goede slapers? Is hierbij sprake van erfelijke aanleg? Dit zijn de vragen die het VICI project van Eus Van
Someren beoogt te beantwoorden. De onderzoekslijn naar slaapstoornissen is vijf jaar geleden door het VUmc in huis
gehaald met de komst van Van Someren en een VIDI subsidie. Hij hoopt met de huidige VICI subsidie het onderzoek naar
slaapstoornissen de plek te kunnen geven die ze medisch en maatschappelijk gezien verdient. De VU-VUmc campus zou
hiermee het eerste en enige academische centrum zijn waar insomnie als primair aandachtsgebied op de kaart staat.
De aanpak van het VICI project is alsvolgt. Er zal ten eerste een ‘Slaap Register’ worden opgezet. Bij voorkeur families
worden uitgenodigd om bij herhaling deel te nemen aan web-based surveys en web-based psychometrie. Een vergelijkbare
aanpak heeft laten zien dat aantallen van tienduizenden deelnemers haalbaar zijn. Hun gegevens vullen een database
waaruit met clusteranalytische technieken latente klassen van subtypen slechte – maar ook goede – slapers zullen worden
geselecteerd. Deze groepen met multidimensioneel homogene eigenschappen zullen worden uitgenodigd voor ambulante
slaap-registraties. Deze fysiologische- en gedrags gegevens worden toegevoegd aan de survey- en psychometrische data,
voor een verfi jning van de homogeniteit en selectie van subgroepen. Hieruit worden vervolgens mensen uitgenodigd voor
een uitgebreid neuro-imaging onderzoek, inclusief hoge-dichtheid slaap-EEG, fMRI en TMS. Hiermee ontstaat een beeld
van verschillende subtypen van slechte en goede slapers en de betrokken hersenmechanismen. Mogelijkerwijs levert het
onderzoek ook een aantal endofenotypen op die een vervolg richting genotypering en individuele behandelingsstrategieën
kunnen faciliteren.
Vitale functies
Onderzoek naar vaatlekkage en oedeem.
Het onderzoek binnen het Instituut voor Cardiovasculair Onderzoek (ICaR-VU) richt zich op begrip, diagnostiek, preventie
en behandeling van ziekten die gerelateerd zijn aan het functioneren van hart en bloedvaten. Belangrijke thema’s zijn
hartfalen, diabetes en het niet goed functioneren van bloedvaten. Een integrale benadering vanuit de kliniek en basis-
wetenschappen is de basis voor translationeel onderzoek.
vu-probe 1-p56.indd 15vu-probe 1-p56.indd 15 29-05-2008 14:19:5029-05-2008 14:19:50
16
Versla
g ra
ad va
n b
estu
ur
In een samenwerkingsproject van de afdelingen intensive care en fysiologie worden vorderingen gemaakt bij het begrijpen
van de oorzaken van het optreden van vaatlekkage en oedeem. Hierbij speelt de binnenbekleding van bloedvaten, het
endotheel, een belangrijke rol. Dit endotheel heeft het vermogen om enerzijds het bloed binnen het bloedvat te houden
en anderzijds om bestanddelen uit het bloed, zoals voedingsstoffen, hormonen en eiwitten, selectief vanuit het bloed met
de weefsels uit te laten wisselen. Dit laatste is een actief proces, waarbij de endotheelcellen voortdurend inspringen op de
behoeften en de stress waaraan het achterliggend weefsel wordt blootgesteld. Wanneer er een ontsteking of weefsel-
beschadiging is, wordt de endotheellaag tijdelijk een beetje lek, om er zo voor te zorgen dat er extra afweer- en
voedingsstoffen naar het aangedane weefsel gaan. Bij ernstig zieke patiënten kan echter de endotheellaag over een groot
oppervlak te doorlaatbaar zijn geworden, zodat er ernstig eiwit- en vochtverlies optreedt. Hierdoor zwellen niet alleen de
weefsels op (oedeem), maar de vermindering van het bloedvolume, die daar door ontstaat, kan ook leiden tot hartpomp
problemen en shock. Daarnaast kan vaatlekkage in de longen bij longschade en sepsis levensbedreigend worden.
In het laboratorium wordt de functie van de endotheellaag nagebootst en worden specifi eke cellulaire signalen en struc-
turele eigenschappen die bijdragen aan de barrière functie van het endotheel ontrafelt. Het onderzoek heeft daarbij laten
zien dat specifi eke regeleiwitten, de zogenaamde Rho eiwitten, een belangrijke rol spelen bij het doen openen en dichten
van de endotheellaag. Zulk inzicht helpt om tot een betere behandeling te komen. Bovendien werd vanuit klinisch onder-
zoek aangetoond dat bepaalde hormoonachtige stoffen in de bloedbaan een weerspiegeling geven van longschade en
daarmee gepaard gaande vaatlekkage. Thans wordt onderzocht of en hoe deze stoffen, die tevens een effect hebben op
de regulering van bloedvatvorming, oorzakelijk betrokken zijn bij het optreden van vaatlekkage. Een loopbaan-
stimulerende talentbeurs voor dr. Geerten van Nieuw Amerongen bij dit onderzoek werd onlangs door de Nedelandse
Hartstichting uitgebreid. Drs. Melanie van der Heijden kreeg in 2007 voor haar werk een prestigieuze Europese onder-
zoeksprijs. Het onderzoek combineert nieuwe inzichten op cellulair niveau met klinische data en een perspectief op
verbetering van patiëntenzorg.
Extra- en transmuraal
Onderzoek naar bevordering van gezonde leefstijl
De afdeling Sociale Geneeskunde is zich bewust van de groter wordende epidemie van overgewicht en obesitas onder de
Nederlands bevolking. We weten dat grofweg de helft van de Nederlander te dik is en dat dit percentage snel toeneemt.
Overgewicht en obesitas zijn gerelateerd aan het ontstaan van een fl ink aantal (chronische) gezondheidsproblemen, en
aan een afname van arbeidsproductiviteit. Al met al is preventie dus van groot belang, zowel voor individuen als voor de
maatschappij. Daarom vindt veel onderzoek plaats naar de (kosten-) effectiviteit van het stimuleren van een gezonde
leefstijl. Een groot aantal van deze studies zijn onderdeel van Body@Work, Onderzoekscentrum Bewegen, Arbeid en
Gezondheid, TNO-VUmc/VU, dat in 2002 van start is gegaan als een formele en intensieve samenwerking tussen het
EMGO Instituut en TNO Kwaliteit van Leven. Bijvoorbeeld het grootschalige Alife@Work project liet zien dat individuele
counseling van werknemers met overgewicht, via de telefoon ofwel het internet, succesvol kan zijn ten aanzien van
gewichtsreductie. Deze leefstijl-interventie is bovendien kosten-effectief, en de effecten blijken ook nog te beklijven na
24 maanden. Dit type onderzoek zal in de toekomst verder uitgebouwd worden, mede door de acquisitie van een project
dat met M€ 5 is gefi nancierd via de Delta Lloyd Groep (onder meer Delta Lloyd en OHRA zorgverzekeringen).
De aanpak in dit project is als volgt. Bij bedrijven die een collectieve zorgverzekering hebben afgesloten bij de Delta
Lloyd Groep zal een op maat gesneden interventie worden geïmplementeerd en geëvalueerd. Allereerst vragen we wat de
behoefte van het bedrijf is op het terrein van preventie van ongezonde leefstijl van hun werknemers. Daarna wordt via
een uitgebreide ‘interventie mapping’ een op maat gesneden interventie ontwikkeld, die aansluit bij die specifi eke groep
werknemers. Vervolgens zal zo’n interventie worden ingevoerd en middels een gerandomiseerde, gecontroleerde studie
worden geëvalueerd. Ook hierbij zullen kosten-effectiviteit en kosten-baten structureel onderzocht worden. Deze en verge-
lijkbare projecten, die worden uitgevoerd in de onderzoeksgroep van Willem van Mechelen en Allard van der Beek, maken
dat het VUmc wetenschappelijk voorop loopt op het terrein van de bevordering van gezonde leefstijl.
vu-probe 1-p56.indd 16vu-probe 1-p56.indd 16 29-05-2008 14:19:5029-05-2008 14:19:50
17
Versla
g ra
ad va
n b
estu
ur
In het algemeen is de samenwerking tussen TNO en VUmc/VU is erg succesvol geweest. Gedurende de 1e vijf jaar zijn er
ruim 110 artikelen in peer-reviewed internationale tijdschriften gepubliceerd, en zijn 8 dissertaties succesvol verdedigd.
Op dit moment is het ‘oogsttijd’ van de eind 2002 gestarte Body@Work projecten en als gevolg daarvan worden in het
komende jaar onder meer 6 dissertaties verwacht. Het wordt beoogd om ingaande 2008 een 2e termijn van vijf jaar te
starten en om daarbij een bredere en meer multidisciplinaire samenwerking na te streven op de thema’s: 1) werk en
gezondheid, en 2) leefstijl, sport en gezondheid.
Bewegen
Op 30 november 2007 vond in de Amstelzaal van het VUmc de feestelijke start van het interfacultaire onderzoeksinstituut
MOVE plaats. Tijdens het openingssymposium gaven programmaleiders en postdocs en promovendi uit de verschillende
MOVE programma’s een presentatie over hun onderzoek. De dag werd geopend door de rector magnifi cus van de VU,
prof. dr. Lex Bouter en door de directeur onderzoek van de KNAW, prof. dr. Theo Mulder.
Het doel van MOVE is toonaangevend wetenschappelijk onderzoek naar het bewegen van gezonde en zieke mensen te ver-
richten, met als doel het bewegend functioneren te verbeteren. MOVE ziet de integratie van fundamentele en toegepaste
kennis als voorwaarde om (op korte en langere termijn) tot relevante kennis te komen. Daarnaast is ook interdisciplinaire
integratie noodzakelijk. Via horizontale integratie worden problemen vanuit verschillende disciplines benaderd, waarbij
het bewegen en bewegingsapparaat centraal staan, terwijl vanuit verticale integratie vraagstellingen op verschillende
niveaus (cellen, weefsels, organen, functionele deelsystemen, mens-omgeving) worden bestudeerd.
Een mooi voorbeeld van translationeel onderzoek dat binnen MOVE plaatsvindt, is het afstudeerwerk van MOVE-
promovendus Marjolein Blaauboer. Nadat zij is afgestudeerd in de Bewegingswetenschappen, is zij ook afgestudeerd in de
Biomolecular Sciences. Tijdens deze laatste studie heeft zij onderzoek gedaan naar de mechanorespons van botcellen, en
naar de mechanische eigenschappen van titine in spieren. Vooral deze combinatie van onderzoeksgebieden die het voor
Marjolein mogelijk heeft maakt om bewegingswetenschappelijke problemen op moleculair en celniveau te onderzoeken,
hebben ertoe geleid dat zij voor haar afstudeerwerk de “Hollandse Maatschappij Prijs voor Jong Talent 2007 (Organon)”
heeft gewonnen.
Het VUmc kent een aantal samenwerkingsverbanden die met name gericht zijn op kennisoverdracht.
Voorbeeld:
De afdeling orthopedie van VUmc levert universitaire zorg voor patiënten met congenitale, verworven en neuromusculaire
deformiteiten van de wervelkolom en primaire en secundaire tumoren en traumatische letsels van de wervelkolom.
Hiervoor bestaat een zeer goede infrastructuur waarbinnen vele disciplines op het hoogste deskundigheidsniveau samen-
werken ten behoeve van de patiëntenzorg (o.a kinderintensive care).
Er vindt basaal wetenschappelijk onderzoek plaats naar de pathologie en regeneratie van discusdegeneratie. Daarnaast
worden vernieuwende technologieën zoals biomaterialen en stamcellen ingezet die een bijdrage kunnen leveren aan het
herstel of fusie van de tussenwervelschijf. De afgelopen jaren is de afdeling orthopedie op het onderzoeksgebied van
de wervelkolom in grote nationale en internationale kennisnetwerken geïntroduceerd (DPTE, BMM, DutchFoRM en het
EU-REGENERATE). Tevens vindt multicenter klinisch onderzoek plaats naar de resultaten van een resorbeerbare cage voor
fusie van de cervicale en lumbale wervelkolom. Drie tot vier keer per jaar vinden internationale seminars plaats gericht op
buitenlandse spinaalchirurgen met ‘live surgery’ en voordrachten op het gebied van chirurgische behandeling van wervel-
kolomdeformiteiten.
Om meer inzicht te krijgen in de wijze waarop innovaties aan de periferie worden overgedragen en naar welke instellingen
overdracht plaatsvindt, is in juni 2007 een werkconferentie georganiseerd.
Tijdens deze conferentie is nadrukkelijk ingezoomd op de belemmeringen in het proces van doorvertalen van uitontwik-
kelde zorg naar te bekostigen prestaties en het verzekerde pakket. Hierbij zijn, d.m.v. een technische discussie op basis
van vijf casussen, voor de betrokken instanties de procedurele problemen geïdentifi ceerd en verhelderd welke oplossin-
gen daarvoor kunnen worden geboden.
vu-probe 1-p56.indd 17vu-probe 1-p56.indd 17 29-05-2008 14:19:5029-05-2008 14:19:50
18
Versla
g ra
ad va
n b
estu
ur
Topreferente zorg (TRF)
Omvang
Landelijk € 429.2 miljoen; VUmc € 40 miljoen.
Defi nitie
TRF betreft zeer specialistische patiëntenzorg die gepaard gaat met bijzondere diagnostiek en behandeling, waarvoor
geen doorverwijzing meer mogelijk is (“last resort”). Patiënten worden hiervoor specifi ek naar een academisch ziekenhuis
verwezen. Verder geldt voor TRF dat sprake kan zijn van een gecompliceerde zorgvraag, die vaak zeldzaam is, zich
presenteert in de vorm van meerdere problemen tegelijk en waarvan de behandeling een onvoorspelbaar verloop kent.
De complexiteit die bij TRF een grote rol speelt vertaalt zich in een grotere zorgzwaarte of in het feit dat bijzondere
expertise noodzakelijk is. TRF is meestal vernieuwend en ontstaat daarom door een sterke interactie tussen patiëntenzorg
en klinisch wetenschappelijk onderzoek en de infrastructuur die de medische faculteit en het academisch ziekenhuis
daartoe onderhouden. Een voorbeeld hiervan is expertisecentrum kinderrevalidatie. Dit centrum is een samenwer-
kingsverband van alle medische specialismen ( kinderneurologie, kinderneurochirurgie, kinderrevalidatiegeneeskunde,
kinderanesthesiologie, kinderorthopedie en plastische chirurgie), paramedici en gedragswetenschappers binnen de
kinderrevalidatie. Een van de topreferente functies is de behandeling van beperkingen van vaardigheden en verzorging
door onbehandelbare spasticiteit (samen met het Academisch Ziekenhuis Maastricht) en distonie (een bewegingsstoornis
die vooral bij een deel van de kinderen met Cerebrale Parese voorkomt) Voor deze laatste bewegingsstoornis is VUmc het
enige behandelcentrum in Nederland. Behandeling van beide vindt plaats door Baclofentherapie (intra-thecale toediening
van het medicament baclofen via een geïmplanteerde programmeerbare pomp met een intra-spinale catheter). Het is de
bedoeling mobiele behandelteams te ontwikkelen voor bijstellen/vullen van de geïmplanteerde pompen in de regio met
behulp van de kennis uit het expertisecentrum kinderrevalidatie.
Outputparameters
Kwantitatief:
Het is van groot maatschappelijk belang vast te stellen of de topreferente zorg in Nederland enerzijds voldoende is
geconcentreerd en anderzijds wel voldoende geografi sch is gespreid. De concentratie is van belang voor de instand-
houding van de kennisinfrastructuur die nodig is voor deze vormen van zorg. De spreiding is van belang om deze vormen
van zorg ook bereikbaar te laten zijn voor iedere Nederlander.
De legitimering van de TRF is mede gebaseerd op het TRF case review committee.
Door de NFU is een audit-commissie ingesteld, die in elk UMC een beeld moet vormen van de herkomst van de patiënten
en die een deskundig oordeel moet geven op de vraag of het een topreferente patiënt betreft. Daarmee geeft de audit-
commissie dus zicht op de omvang van het aantal topreferente patiënten per UMC. In het najaar van 2007 zijn door de
Case Review Committee (CRC) bezoeken afgelegd aan de afdelingen neurologie van het AMC en het UMC Utrecht. Middels
een medical audit van de CRC is het topreferente aandeel van de patiëntenzorg in beeld gebracht. Ter voorbereiding op
deze audits is een instrument ontwikkeld dat is toegepast op een steekproef van 2x100 statussen van (gerandomiseerde)
patiënten vanuit een organisatorische eenheid (dagbehandeling versus kliniek) en met een nader omschreven diagnose
(subarachnoidale bloeding en herseninfarct). De CRC heeft de resultaten van de scores gebruikt ter voorbereiding op het
bezoek aan de afdelingen. De CRC heeft:
• een inhoudelijk oordeel gegeven over de mate van TRF;
• een oordeel gegeven over de toepasbaarheid van het instrument en de betrouwbaarheid van de verzamelde gegevens;
• een oordeel gegeven over relevantie en proportionaliteit van de methode.
Tijdens de jaarlijkse conferentie is een terugkoppeling gegeven van de bevindingen. Daaruit bleek dat zeker nog nadere
uitwerking nodig is en dat kan worden aangesloten bij de ontwikkeling van de portal door daarop aantallen, infrastructuur
en wetenschappelijke publicaties te koppelen aan de beschrijvingen.
vu-probe 1-p56.indd 18vu-probe 1-p56.indd 18 29-05-2008 14:19:5029-05-2008 14:19:50
19
Versla
g ra
ad va
n b
estu
ur
Kwalitatief
Na een eerdere werkconferentie van de NFU met het ministerie van VWS, ZN en het ministerie van OCW op 27 oktober
2006 is besloten “De Lijst van TRF’s” te verbeteren. Dit door beschrijvingen aan de lijst toe te voegen en te beginnen met
een Portal. Ter voorbereiding op die werkconferentie hadden de UMC’s in 2006 ongeveer 80 beschrijvingen gemaakt.
De betiteling per TRF was vrijgelaten. Tevens was afgesproken het aantal TRF’s per huis voorlopig tot 100 te beperken.
De enige indeling was een groepering in 20 hoofddiagnosegroepen (vrijwel conform ICD-10). De meeste beschrijvingen
volgen min of meer de indeling die was gevraagd, maar kunnen ook afwijkend zijn. Het resultaat is een groot aantal TRF’s
waarvan circa 10% met een beschrijving.
Om zicht te hebben en te houden op de concentratie en spreiding van topreferente zorg in Nederland, is door de NFU
gekozen voor een Portal voor patiënten en verwijzers. Via dit Portal kunnen topreferente patiënten worden verwezen naar
het UMC, dat in de gewenste topreferente functie uitblinkt. Er is gewerkt naar een Portal dat voor geïnteresseerde
patiënten bruikbare informatie bevat (inclusief verwijzingen naar elders te vinden gegevens). Dit betekent dat de
beschrijvingen “zorginhoudelijk” georiënteerd en gemakkelijk leesbaar zijn en dus niet bijvoorbeeld kwantitatief of
fi nancieel. De verdere “formattering” is behaald door te kijken naar de betiteling van de TRF en de beschrijvingen.
E.e.a. biedt tegelijkertijd (aan de overheid, zorgverzekeraars en verwijzers) een overzicht van de topreferentiefuncties.
Deze portal is momenteel nog “onderhanden werk” en wordt verder vervolmaakt.
Hieronder volgen een aantal voorbeelden binnen het VUmc van specifi eke technologie en specifi eke expertise op het
terrein van topreferente zorg.
De Down-poli van VUmc kenmerkt zich door multidisciplinaire zorg onder leiding van case management met als doel
zorg op maat inclusief behandelplan en zorgtraject, dit op basis van evidence based protocollen. Tevens speelt de
Down-poli (de enige Down-poli in universitair verband) de rol van expertisecentrum, zowel landelijk als internationaal en
heeft deze een trekkersrol in Nederland voor de ontwikkeling van evidence based richtlijnen, zowel innovatief, medisch
inhoudelijk beleid, als ook met betrekking tot de kwaliteit.
Daarnaast vindt wetenschappelijk onderzoek plaats met publicaties in toonaangevende buitenlandse tijdschriften.
In Nederland speelt de Down-poli van VUmc een actieve rol in de implementatie van medisch beleid rondom het
Down-syndroom en de organisatie van de Down-zorg.
Het Kenniscentrum voor patiënten met de ziekte van Bechterew in VUmc bestaat sinds januari 2006. Het doel is
verbetering van diagnostiek, behandeling van patiënten met deze ziekte naar de nieuwste inzichten en het verrichten van
onderzoek naar nieuwe opsporingsmogelijkheden en behandelingen. In het Kenniscentrum wordt de nieuwste medicatie
gegeven waar veel patiënten sterk op zijn verbeterd en dit heeft geleid tot veel verwijzingen vanuit de hele wereld. Er
wordt deelgenomen aan alle internationale trials op medicatiegebied en nieuwe onderzoeken worden ook vanuit VUmc
geinitieerd. Er zijn speciale spreekuren voor Bechterewpatiënten en er vindt wekelijks overleg plaats met de orthopedisch
chirurg en er is intensief overleg met andere specialismen over de co-morbiditeit (zoals colitis, uveitis anterior, cardio-
vasculaire problematiek). Momenteel worden in VUmc meer dan 200 patiënten behandeld en vervolgd in diverse cohort-
onderzoeken. Naast de topreferente klinische zorg wordt veel wetenschappelijk onderzoek verricht door 7 promovendi
hetgeen heeft geresulteerd in 1 proefschrift over de genetische aanleg van de ziekte van Bechterew en vele wetenschap-
pelijke publicaties. Internationale samenwerking vindt intensief plaats binnen de ASAS working group, een werkgroep van
internationale topclinici op het gebied van de ziekte van Bechterew.
Het streven van dit Kenniscentrum is mogelijkheden te ontwikkelen om alle stadia van de ziekte van Bechterew goed te
behandelen, van mild tot zeer ernstig, en zelfs te trachten de ziekte te voorkomen door patiënten in een pre-klinisch
stadium op te sporen en te behandelen.
De behandeling van patiënten met hematologische maligniteiten wordt de laatste jaren steeds meer geïntensiveerd. De
ultieme vorm van intensivering is het verrichten van stamceltransplantaties (SCT) die zowel autoloog als allogeen kunnen
zijn. Het aantal indicaties breidt zich snel uit, maar algemeen geaccepteerd zijn die voor alle vormen van acute leukemie,
vu-probe 1-p56.indd 19vu-probe 1-p56.indd 19 29-05-2008 14:19:5129-05-2008 14:19:51
20
Versla
g ra
ad va
n b
estu
ur
multipel myeloom en voor tweedelijnsbehandeling van non Hodgkinlymfoom. Daarnaast wordt bij een scala aan
zeldzame diagnoses ook een SCT verricht.
Voor allogene en autologe stamceltransplantaties bestaat een vergunningssysteem vanuit VWS. Ziekenhuizen in bezit
van vergunning voor allogene én autologe stamceltransplantaties zijn uitsluitend de acht Universitaire Medische Centra .
Daarnaast spelen deze acht Centra ook de coördinerende en consultatieverlenende rol in de acht hematologische regio’s
van Nederland. Zij zijn daarmee de Centra voor topreferente zorg voor deze groep maligniteiten .
Stamceltransplantatiecentra dienen te voldoen aan een door de European Bone Marrow Transplantation (EBMT) vastgesteld
kwaliteitssysteem: JACIE. In 2007 heeft VUmc als een van de eerste en tot nu toe ook een van de weinige transplantatie-
centra in Nederland de JACIE-accreditatie verworven. Het afgelopen jaar werden in VUmc 83 autologe SCTs en 52 allogene
SCTs verricht daarmee zich kwalifi cerend als een van de grootste hematologische transplantatiecentra in Nederland.
Werkgebieden
In de patiëntenzorg omvat het werkgebied van VUmc zowel het eigen verzorgingsgebied (basiszorg), de regio
(topklinische zorg) als ook Nederland als geheel (topreferente zorg). Op het terrein van wetenschappelijk onderzoek is
sprake van een sterke nationale en internationale oriëntatie. Voor het onderwijs geldt dat de studenten afkomstig zijn
uit alle delen van het land. De opleidingstaakstelling voor medisch-specialistische vervolgopleidingen realiseert VUmc in
intensieve samenwerking met ziekenhuizen in de eigen regio (Noord-Holland).
2.4 Belanghebbenden
VUmc onderhoudt in het licht van zijn kerntaken en omvang een grote hoeveelheid contacten met verschillende belang-
hebbenden. Hieronder volgt een kort overzicht.
Patiënten en verwijzers
VUmc hecht veel waarde aan de regelmatige contacten met (vertegenwoordigers van) patiënten en verwijzers. Het VUmc
onderhoudt actief contact met de huisartsen in het eigen basisverzorgingsgebied en de medisch specialisten in de eigen
verzorgingsregio (Noord Holland Noord, Kennemerland en Amstel- en Meerlanden). Daarnaast is sprake van een
regelmatig overleg met de Cliëntenraad Academische Ziekenhuizen (CRAZ).
Studenten
De studenten vormen een belangrijke gemeenschap binnen het VUmc. Met hun gekozen vertegenwoordigers in de
studentenraad is regelmatig overleg over onderwijs- en studentenaangelegenheden.
Zorgverzekeraars
Regelmatig overleg met de zorgverzekeraars vindt plaats in het kader van het zogenoemde lokaal overleg. Belangrijk
aandachtspunt is het voorbereiden van de jaarlijkse productieafspraken (A-segment) en het volgen van de realisatie
daarvan. Ten aanzien van het B-segment bestaat contracteervrijheid. VUmc sluit hierover met verschillende verzekeraars
separate contracten.
Toezichthouder
De Raad van Toezicht houdt toezicht op het functioneren van de instelling en de Raad van Bestuur op basis van de
statuten van de Vereniging en alle daaruit voortvloeiende relevante interne regelingen en reglementen. In het kader van de
NFU werken de UMC’s op basis van de zorgbrede governanceceode aan een eigen governancecode. Bij de modernisering
van de governancestructuur van de Vereniging is zoveel mogelijk rekening gehouden met de bepalingen van deze code.
VU-Windesheim
VU-Windesheim en VUmc stemmen hun strategie regelmatig onderling af. De onderlinge afstemming is verbeterd met de
in 2007 besloten wijzigingen in de governancestructuur van de Vereniging.
vu-probe 1-p56.indd 20vu-probe 1-p56.indd 20 29-05-2008 14:19:5129-05-2008 14:19:51
21
Versla
g ra
ad va
n b
estu
ur
Universitair Medische Centra
Het VUmc is lid van de Nederlandse Federatie van UMC’s (NFU). Binnen de NFU vindt afstemming en coördinatie plaats
tussen de acht UMC’s over UMC overstijgende onderwerpen van gezamenlijk belang. De NFU treedt tevens op als verte-
genwoordiger van de UMC’s in de CAO onderhandelingen met de vakbonden.
Overige samenwerkingspartners
Met vele zorginstellingen onderhoudt het VUmc intensieve contacten ten behoeve van de patiëntenzorg. In veel gevallen
wordt deze relatie nader geregeld in (samenwerkings)-overeenkomsten.
Daarnaast is met de ziekenhuizen in de regio een netwerk voor onderwijs en opleiding opgezet (OZON). Doel is de
academische onderwijs- en opleidingsdoelstellingen gezamenlijk met de partners in de regio te realiseren.
OZON partners
Gemini Ziekenhuis
Kennemer Gasthuis
Medisch Centrum Alkmaar
Rode Kruis Ziekenhuis Beverwijk
Sint Lucas Andreas Ziekenhuis
Spaarne Ziekenhuis
Waterland Ziekenhuis
Westfries Gasthuis
Zaans Medisch Centrum
Daarnaast kent het VUmc met een aantal categorale instellingen intensief contact, waaronder het Revalidatiecentrum
Amsterdam (RCA) en het Jan van Breemen Instituut (JBI).
vu-probe 1-p56.indd 21vu-probe 1-p56.indd 21 29-05-2008 14:19:5129-05-2008 14:19:51
22
Versla
g ra
ad va
n b
estu
ur
3. Bestuur, toezicht en bedrijfsvoering
3.1 Bestuur en toezicht
Zorgbrede Governance Code
VUmc onderschrijft de Zorgbrede Governance Code, zoals die door de Branche-organisaties zorg (BoZ) in 2005 is
vastgesteld. Afwijkingen zijn het gevolg van de specifi eke status van universitair medisch centrum en de wettelijke
verplichtingen uit hoofde van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW). Inmiddels hebben
de universitair medische centra (UMC’s) een eigen governance code opgesteld. Deze is per 1 januari 2008 geldig en heeft
daarmee pas betrekking op het verslagjaar 2008.
Raad van bestuur
De Raad functioneert als collegiaal bestuur met een onderlinge portefeuilleverdeling. De raad van bestuur bestaat sedert 1
januari 2008 uit vier personen. De leden van de raad van bestuur worden voor onbepaalde tijd benoemd door de raad van
toezicht, die tevens als toezichthouder fungeert voor VU en Windesheim.
In het kader van de intensieve bestuurlijke samenwerking tussen VUmc en Stichting Buitenamstel Geestgronden (SBG) is
de heer W.M. van Ewijk, psychiater MBA toegetreden tot de raad van bestuur. De heer Van Ewijk is tevens voorzitter van de
raad van bestuur SBG.
De besturing van VUmc is formeel nader geregeld in het Bestuursreglement VUmc. In 2008 zal dit reglement herzien
worden in het licht van de Governance Code UMC’s en de wijziging van de statuten van de Vereniging VU, de rechts-
persoon waarvan VUmc onderdeel uitmaakt.
Samenstelling
Naam Bestuursfunctie Nevenfuncties
E.B. Mulder Voorzitter raad van bestuur Voorzitter RvT Nederlands Huisartsen Genootschap
Vice-voorzitter Vereniging Nationaal Reumafonds
Lid RvC LTP Holding BV
T.J.F. Savelkoul Vice-voorzitter raad van bestuur Hoogleraar stralingshygiëne aan het LUMC
Lid van de Gezondheidsraad
Lid van de Beraadsgroep Stralingshygiëne van de Gezondheidsraad
Lid Programmacommissie Kwaliteitsverbeterprogramma
Rampenopvang Ziekenhuizen ZON MW
Lid bestuur Stichting Palliatieve Zorg Kuria
Voorzitter bestuur Nederlandse Stichting voor het Dove
en Slechthorende Kind (NSDSK)
W.A.B. Stalman Lid raad van bestuur en decaan Lid Raad van Commissarissen Amstelland Zorg BV
W.M. van Ewijk Lid raad van bestuur Voorzitter bestuur oudervereniging Stedelijk Gymnasium Haarlem
Voorzitter bestuur Nederlands Epilepsiefonds (NEF)
Voorzitter Adviesraad Academie voor Psychiatrie (ROC ASA)
Voorzitter bestuur “Het Dolhuys”
Lid ledenraad Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie
Lid Bestuur Orkest van het Oosten
In 2007 is in opdracht van de raad van toezicht onderzoek gedaan naar het bezoldigingsbeleid voor de raad van bestuur.
De resultaten van dit onderzoek hebben geleid tot een aanpassing van de beloningsstructuur van de raad van bestuur.
vu-probe 1-p56.indd 22vu-probe 1-p56.indd 22 29-05-2008 14:19:5129-05-2008 14:19:51
23
Versla
g ra
ad va
n b
estu
ur
Raad van toezicht
Samenstelling
Naam Aandachtsgebied Nevenfuncties Aantreden Termijn
P. Bouw voorzitter, voorzitter RvC CSM N.V. 2001 2
lid remuneratiecommissie lid RvC NUON N.V.
voorzitter Bankraad Nederlandse Bank
L.C. Brinkman* vice-voorzitter, Vice-voorzitter Dagelijks en Algemeen Bestuur VNO/NCW 1995 4
lid remuneratiecommissie, voorzitter Bestuur Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds
lid fi nanciële commissie voorzitter Vereniging het Nederlandse Rode Kruis
voorzitter RvT Stichting Philadelphia Zorg
lid RvT Staatsbosbeheer
lid RvC bij DUPont Nederland N.V.
lid RvC bij Philips Morris Holland N.V
lid RvC bij Fries-Groningse Hypotheekbank N.V.
lid RvC bij Nederlands Omroepproductie Bedrijf N.V.
lid RvC BMC
lid RvC Rabo Vastgoed
voorzitter Bestuur NICTIZ (Nationaal Instituut ICT in de Zorg)
president-commissaris Zuidasonderneming Amsterdam
A de Widt- Vice-voorzitter, RvT ziekenhuis Bethesda Hoogeveen 1993 4
Nieuwenhuizen** lid remuneratiecommissie, lid Raad van Toezicht Stichting Zorgpalet Hoogeveen
lid fi nanciële commissie lid Bestuur Cooperatieve Servicevereniging Olympusfl at
U.A. Rotterdam
Rijksbestuurslid Regionaal Historisch Centrum Drents Archief
lid landelijke Auditcommissie van de VVD en trainer
Haya van Somerenstichting
R. Willems Vice-voorzitter, lid RvC Gasterra 2006 1
lid fi nanciële commissie voorzitter van VNCI
lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
lid van het dagelijks bestuur van VNO/NCW
lid van het Innovatieplatform
voorzitter van de Taskforce Energietransitie
lid RvC Koninklijke Joh. Enschedé
lid RvC FMO.
J.M. Bleichrodt* Lid n.v.t. 1992 5
Lid fi nanciële commissie
F. Leijnse Lid hoogleraar aan de Open Universiteit 2007 1
Lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Lid van de Raad van Commissarissen van Cordares NV
Lid van de Raad van Commissarissen van Loyalis NV
Voorzitter van de Raad van Advies van Van Spaendonck Groep
*treden af per 22 mei 2008
**herbenoemd tot 2010 i.v.m. fusie VU-Windesheim
vu-probe 1-p56.indd 23vu-probe 1-p56.indd 23 29-05-2008 14:19:5129-05-2008 14:19:51
24
Versla
g ra
ad va
n b
estu
ur
Naam Aandachtsgebied Nevenfuncties Aantreden Termijn
L. Bikker Lid voorzitter Adviescommissie Beoordelingen Medefi nanciering 2006 1
van het Ministerie van Buitenlandse Zaken
lid Taskforce Handicap en Samenleving van het Ministerie
van Welzijn, Volksgezondheid en Sport
voorzitter RvC VDM Dataview Groep bv
voorzitter Landelijke vereniging tot behoud van de Waddenzee
voorzitter RvT Nederland Kennisland
voorzitter RvC Blauw Research Groep bv;
voorzitter bestuur Stichting Zin in Werk
I.E.E. van der Dussen* Lid voorzitter Expertisecentrum Federatie Christelijk BVE 2004 2
voorzitter Stichting Vrienden ziekenhuis De Gelderse Vallei
lid Unesco werkgroep Onderwijs
F.J. Paas Lid lid dagelijks bestuur van de Sociaal Economische Raad 2006 1
lid van het dagelijks bestuur van de Stichting van de Arbeid
lid van de Bankraad van De Nederlandsche Bank
voorzitter van de RvC en lid van het Stichtingsbestuur van
het Slotemaker de Bruïne Instituut (SBI)
voorzitter van de Stichting Draagt Elkanders Lasten
voorzitter van de Stichting Vakbondsfunctionarissen in nood
voorzitter van de Stichting CNV Rechtshulp
lid van het bestuur van de Stichting Christelijke Pers
lid van het bestuur van de Stichting Christelijk- Sociaal Congres
lid van het bestuur van het Verbond van Katholieke
Maatschappelijke Organisaties (VKMO)
lid van de raad van advies Stichting GAK
lid van de raad van advies Nationaal Initiatief Lang Leve Leren
lid van de raad van toezicht van ROC Friese Poort
lid van de raad van advies van de Nederlandse Vereniging
voor Personeelsmanagement en organisatieontwikkeling (NVP)
lid van de raad van advies van de War Trauma Foundation.
A.H. Berg Lid Nvt. 2003 2
A. Weijsenfeld Lid Nvt. 2004 2
*treden af per 22 mei 2008
De leden van de raad van toezicht worden op voordracht van de raad van toezicht benoemd door de ledenraad van de
Vereniging VU Windesheim. Een zittingsperiode duurt vier jaar; elk lid is ten hoogste tweemaal herbenoembaar.
De onafhankelijke positie van de raad van toezicht is geborgd in de statuten van de Vereniging en het reglement van de
raad van toezicht. De bezoldiging van de raad van toezicht wordt op voorstel van het bestuur van de Vereniging door de
ledenraad vastgesteld.
De jaarstukken van VUmc worden besproken door de fi nanciële commissie van de raad van toezicht in bijzijn van de
interne en externe accountant. De fi nanciële commissie bestaat uit vier leden van de raad van toezicht.
vu-probe 1-p56.indd 24vu-probe 1-p56.indd 24 29-05-2008 14:19:5129-05-2008 14:19:51
25
Versla
g ra
ad va
n b
estu
ur
De remuneratiecommissie van de raad van toezicht bestaat uit de voorzitter en vice-voorzitters. Deze commissie voert
de functioneringsgesprekken met de Raad van Bestuur. De uitkomsten daarvan zijn gedeeld met de overige leden van de
raad van toezicht.
Zie ook het verslag van de raad van toezicht.
Cliëntenraad
De belangen van de patiënten van alle universitair medisch centra (UMC’s) worden behartigd door een landelijk
georganiseerde cliëntenraad, de CRAZ (Cliëntenraad Academische Ziekenhuizen). De CRAZ bestaat sinds 1998 en is
ingesteld in het kader van de Wet Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen (WMCZ). Volgens deze wet is iedere
zorginstelling verplicht een onafhankelijke cliëntenraad op te richten, om de betrokkenheid van patiënten bij de zorg te
waarborgen. De kracht van de CRAZ is dat zij zich richt op onderwerpen die overstijgend zijn en kenmerkend voor de
universitair medisch centra. Daarnaast kan de CRAZ ook oog hebben voor concrete zaken die binnen elk afzonderlijk UMC
aan de orde zijn. De CRAZ is gevestigd in Utrecht en telde eind 2007 55 leden, afkomstig uit verschillende patiënten-
verenigingen. De CRAZ wordt steeds ingesteld voor een periode van een drie jaar, welke wordt afgesloten met een
evaluatie. De voltallige CRAZ houdt vier keer per jaar vergadering. Hierbij is van ieder UMC een lid van de raad van bestuur
aanwezig. Ook in 2007 was VUmc bij iedere vergadering vertegenwoordigd.
De CRAZ heeft twee personen afgevaardigd die zich richten op ontwikkelingen binnen VU medisch centrum. Zij maken
zich als aandachtspersonen bekend op de VUmc website. De aandachtspersonen hebben één contactpersoon als aan-
spreekpunt, werkzaam in VU medisch centrum.
In 2007 heeft VU medisch centrum advies gevraagd aan de CRAZ over de volgende onderwerpen:
• De VUmc klachtenregeling en reglement klachtbehandeling
• Het project VUmc agressievrij (gedragscode veilige zorg)
• Verblijf & bezoek van gedetineerden in VUmc
• Samenwerking SBG-VUmc
In 2007 hebben regelmatig bijeenkomsten plaatsgevonden tussen de aandachtspersonen, contactpersonen en het lid
patiëntenzorg van de raad van bestuur. Eind 2007 vond een jaargesprek plaats, waarbij ook de voorzitter en de secretaris
van de CRAZ aanwezig waren. In dit gesprek hebben betrokkenen de samenwerking in 2007 tussen VU medisch centrum
en de CRAZ positief gewaardeerd.
vu-probe 1-p56.indd 25vu-probe 1-p56.indd 25 29-05-2008 14:19:5129-05-2008 14:19:51
26
Versla
g ra
ad va
n b
estu
ur
3.2 Bedrijfsvoering
Planning&control cyclus
In onderstaand overzicht is de Planning & Control-cyclus (= P&C-cyclus) opgenomen waarbij de te onderscheiden fasen in
de cyclus zijn gekoppeld aan de diverse besturingsniveaus.
Door de vorming van divisies heeft er een verschuiving plaatsgevonden tussen de spelers op de diverse niveaus en in de
bijbehorende taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden.
Raad van bestuur
De raad van bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen en uitvoeren van het strategisch beleid. Het strategisch beleid
wordt vastgelegd in het meerjarenbeleidplan. In de kaderbrief worden de uitgangspunten voor de komende periode
weergegeven. Middels het tweejarenplan en de managementcontracten wordt het tactische beleid vastgelegd.
Het tweejarenplan geeft met name de raad van toezicht de mogelijkheid om invloed uit te oefenen op de invulling van het
strategische beleid van de raad van bestuur. De managementcontracten geven de raad van bestuur de mogelijkheid om
het tactische beleid van de divisies en diensten te sturen.
De raad van bestuur legt verantwoording af over het gevoerde beleid middels het jaarverslag, de jaarrekening en de
bestuursverklaring.
Divisies en diensten
De divisiebesturen en directeuren / hoofden van diensten zijn verantwoordelijk voor de invulling van het tactisch niveau
op basis van het meerjarenbeleidplan en de kaderbrief. Middels de managementcontracten wordt het tactische beleid
vastgelegd. De managementcontracten dienen met name de divisiebesturen en directeuren de mogelijkheid om het
operationele beleid / de operationele processen te sturen.
De divisiebesturen en directeuren / hoofden van diensten leggen verantwoording af over het gevoerde beleid middels de
4, 6, 8 en 12 maandsrapportages.
Rapportage
Uitgangspunt is het managementcontract. Het rapporteren in deze vorm maakt het ook noodzakelijk, naast het opnemen
in welke mate de doelstellingen zijn gerealiseerd, wat de aandachtspunten en te verwachten risico’s zijn en als gevolg
daarvan de te nemen acties.
Toetsing aan meerjaren-
beleidplan en kaderbrief
Verantwoording over
gevoerde beleid aan rvb.
Toetsing aan tweejarenplan
en managementcontracten
Toetsing aan meerjaren-
beleidplan en kaderbrief
Verantwoording over
gevoerde beleid aan rvb.
Toetsing aan tweejarenplan
en managementcontracten
vu-probe 1-p56.indd 26vu-probe 1-p56.indd 26 29-05-2008 14:19:5129-05-2008 14:19:51
27
Versla
g ra
ad va
n b
estu
ur
Het gesprek tussen de raad van bestuur en het divisiebestuur is hét moment waarop verantwoording aan de raad van
bestuur wordt afgelegd over het gevoerde beleid en waarop de raad van bestuur op hoofdlijnen kan bijsturen en
adviseren, indien noodzakelijk.
Om een goed beeld te hebben waar we als VUmc staan, is het van belang dat de centrale rapportage niet een samen-
vatting wordt van alle decentrale rapportages, maar dat het een geïntegreerd overall beeld geeft. Dit is ook het document
waarin VUmc de raad van toezicht en andere stakeholders informeert over de voortgang van het gevoerde beleid.
Rapporteren op detailniveau heeft dan geen toegevoegde waarde.
Control
Het divisiebestuur is verantwoordelijk voor de decentrale controle. Dit betekent dat de centrale control zich op een meer
strategisch/tactisch niveau zal afspelen. Dat laatste ook om te voldoen aan de gewijzigde informatiebehoeften, als gevolg
van het meer sturen op afstand, van de raad van bestuur.
Randvoorwaarden waarbinnen dit gerealiseerd kan worden is het toepassen van auditprocessen, onder verantwoordelijk-
heid van de raad van bestuur in het kader van de bestuursverklaring.
Bij het opstellen van de controlrapporten door planning&control worden de doelstellingen zoals geformuleerd in het
tweejarenplan als uitgangspunt worden genomen en wordt beoordeeld in hoeverre de divisies hieraan reeds invulling
geven of hebben gegeven.
De uitvoering van VUmc brede projecten wordt door de stafdiensten dan wel de programma- of stuurgroepen
gecoördineerd worden. Hierbij wordt ook periodiek aan de raad van bestuur gerapporteerd middels tussentijdse
rapportages.
vu-probe 1-p56.indd 27vu-probe 1-p56.indd 27 29-05-2008 14:19:5229-05-2008 14:19:52
28
Versla
g ra
ad va
n b
estu
ur
4. Beleid, inspanningen en prestaties
4.1 Strategie en beleid
4.1.1 Meerjarenbeleid
VU medisch centrum bevindt zich in een complexe en dynamische omgeving. Om een paar belangrijke ontwikkelingen te
noemen: de vraag naar zorg verandert, de marktwerking neemt toe, klanten worden mondiger en wensen meer kwaliteit,
de arbeidsmarkt wordt krapper. In 2007 heeft VUmc het beleidsplan 2008 – 2012 opgesteld. Hierin beschrijven we hoe we
inspelen op deze ontwikkelingen en op de wensen en verwachtingen van patiënten, verwijzers, studenten, fi nanciers en de
samenleving.
Kenniscentrum
Kennis maakt ons beter. Onder dit motto voert VUmc als universitair medisch centrum de publieke functies onderzoek,
patiëntenzorg en onderwijs/opleiding uit. Deze functies zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. VUmc wil door weten-
schappelijk onderzoek meer inzicht te krijgen in het voorkomen en behandelen van ziekten. Dat inzicht stelt ons in staat
steeds betere zorg te leveren door de ontwikkelde kennis meteen toe te passen en over te dragen.
Onderscheidend
VUmc komt voort uit een christelijke traditie en staat bekend om de aandacht voor ethische vraagstukken.
VUmc onderscheidt zich verder door onderzoekslijnen te kiezen met een maatschappelijke relevantie en door een integere
en respectvolle behandeling van mensen. In al ons handelen staan de kernwaarden zorgvuldigheid, betrokkenheid en
ambitie voorop.
Toppositie
VUmc heeft een toonaangevende positie in het wetenschappelijk onderzoek. Wij willen deze positie verder verstevigen
door scherpere keuzes te maken binnen de zwaartepunten Kanker en afweer, Hersenen, Vitale functies, Extra- en
transmuraal en Bewegen. Het onderzoek gaat meer richting geven aan de verdere ontwikkeling van de patiëntenzorg,
het onderwijs en de opleidingen. Binnen de patiëntenzorg geeft VUmc voorrang aan het verbeteren van de service en de
kwaliteit. Ook in het onderwijs en de opleidingen willen we een toppositie bereiken. Om alle publieke functies in de volle
omvang te kunnen continueren gaat VUmc uit van een structurele groei van de organisatie.
Hoofdlijnen
In het beleid 2008 – 2012 van VUmc is deze strategie uitgewerkt in drie hoofdlijnen, die in elkaar grijpen en elkaar verster-
ken:
- meer focus en keuzes maken;
- kwaliteit leveren en ervaren;
- investeren in medewerkers.
Dit beleid is mede tot stand gekomen via een internetdiscussie en een beleidsconferentie, waaraan honderden VUmc-
medewerkers en tientallen externe relaties hebben meegedaan. Het beleid heeft dan ook een breed draagvlak, zowel
binnen als buiten de organisatie.
4.1.2 Algemeen beleid
In 2007 heeft VUmc het meerjarenbeleid herzien, maar ook het staande beleid voor de korte termijn uitgevoerd.
Hieronder geven wij een beknopte weergave van de belangrijkste inspanningen en gerealiseerde prestaties.
Brand in VUmc
Op zaterdagochtend 26 mei 2007 brak er brand uit in het OK-complex op de tweede etage van VUmc. Door adequaat
optreden van de bedrijfshulpverlening en de brandweer was de brand ruim twee uur later onder controle.
vu-probe 1-p56.indd 28vu-probe 1-p56.indd 28 29-05-2008 14:19:5229-05-2008 14:19:52
29
Versla
g ra
ad va
n b
estu
ur
Gelukkig hebben noch patiënten noch medewerkers letsel opgelopen. De materiële schade was echter groot en bedraagt
ca. 60 miljoen euro. Deze schade had grote gevolgen voor de bedrijfsvoering. Door de enorme inzet van velen, wat onder
andere bedrijfstijdverlenging mogelijk heeft gemaakt, is de dreigende ernstige verstoring van de zorg voorkomen en heeft
VUmc toch 97% van de aanvankelijk geplande OK-tijd kunnen realiseren. Inmiddels is in de tuin van VUmc een nood-OK
gebouwd, die op in maart 2008 in bedrijf ingesteld.
Netwerkontwikkeling: mijlpalen
In 2007 heeft VUmc twee belangrijke mijlpalen in de netwerkontwikkeling bereikt. Ten eerste hebben Stichting
Buitenamstel Geestgronden en VUmc de samenwerking geformaliseerd. Deze samenwerking, die zal leiden tot een fusie in
2012, is van historische betekenis. De psychiatrie wordt hiermee in de kern van onze academische taakstelling opgenomen
en maakt van het samenwerkingsverband een factor van betekenis in de GGZ.
In de tweede plaats hebben het Revalidatiecentrum Amsterdam en VUmc belangrijke stappen gezet op weg naar de
gezamenlijke nieuwbouw op de VU-campus in 2013. De professionals van beide instellingen hebben overeenstemming
over de uitvoering van de kerntaken en de eisen die dit stelt aan de nieuwbouw. Inmiddels wordt een model voor verdere
bestuurlijke samenwerking uitgewerkt.
Acute zorg binnen VUmc en de regio
VUmc heeft in 2007 op een aantal terreinen stappen gezet in de verbetering van de organisatie van acute zorg, zowel
binnen VUmc als in de regio. Het regionaal overleg acute zorgketen is van start gegaan met twee bijeenkomsten van
ambulancediensten, regionaal geneeskundig functionarissen en ziekenhuizen uit de regio. Bestaande ketenafspraken in de
acute zorg zijn voor vijf patiëntengroepen geïnventariseerd. Daarnaast is in regionaal verband, samen met het AMC, een
acute meetweek georganiseerd die inzicht gaat geven in vraag en aanbod van acute zorg in de regio. VUmc start in 2008
met de opleiding tot spoedeisendehulp-arts. Deze nieuwe functionaris gaat een belangrijke rol spelen in de multi-
disciplinaire arena van de afdeling spoedeisende hulp.
Sponsor Bingo Loterij voor nieuwe polikliniek voor mensen met kanker
De zorg voor, behandeling van en het wetenschappelijk onderzoek op het gebied van kanker vormen samen een belang-
rijk speerpunt van VU medisch centrum. Naast hoogstaand onderzoek wil het VUmc Cancer Center Amsterdam in de
toekomst ook vernieuwende zorg gaan bieden in een nieuwe polikliniek voor mensen met kanker, waarin het welbevinden
van de patiënt centraal staat. Om dit kostbare initiatief mogelijk te maken vond in 2007 een succesvolle landelijke actie
plaats in samenwerking met de Sponsor Bingo Loterij. In februari 2008 heeft VUmc meer dan drie miljoen euro ontvangen:
de opbrengst van het eerste half jaar dat de Sponsor Bingo Loterij dit initiatief ondersteunt.
VUmc sterk in de markt
In de komende jaren zal de marktwerking in de zorg een steeds grotere rol gaan spelen. VUmc kiest voor een actieve
houding om zijn marktpositie vast te houden en waar nodig uit te bouwen. De raad van bestuur heeft daarom in 2007 het
startschot gegeven voor het programma VUmc sterk in de markt. Binnen dit programma zal VUmc in 2008, onder meer als
vervolg op het uitgevoerde reputatie-onderzoek, de gewenste positionering en marketingstrategie ontwikkelen.
Informaticabeleid
VUmc realiseert zich dat de ambitieuze plannen voor de komende jaren ten dele afhangen van goed en effectief inzetten
van medische en informatietechnologie. De afdeling ICT heeft in 2007 de opdracht en ruimte gekregen om, samen met de
gebruikers, veel meer sturend en proactief te gaan optreden en gaat hierbij in twee dimensies te werk.
De eerste dimensie betreft het professionaliseren van de ICT-infrastructuur en -werkwijze om ons op de toekomst voor te
bereiden. De tweede dimensie heeft met functionele ontwikkelingen te maken. Deze functionele ontwikkelingen moeten
nauw gecoördineerd worden met de ontwikkelingen van instrumenten en technologie buiten ICT (het werkterrein van
medische apparatuur). De introductie van een volwaardig elektronische patiëntendossier (EPD) is hierbij een bindende
factor.
In 2007 heeft VUmc met betrekking tot de ICT een aantal samenhangende ontwikkelingen gedefi nieerd, die als richting-
vu-probe 1-p56.indd 29vu-probe 1-p56.indd 29 29-05-2008 14:19:5229-05-2008 14:19:52
30
Versla
g ra
ad va
n b
estu
ur
gevende visie helpen om prioriteiten te stellen en goede keuzes te kunnen maken. Om dit te ondersteunen heeft de
afdeling ICT een platform in het leven geroepen met een vertegenwoordiging van alle gebruikersgroepen om die
prioriteiten en keuzes te kunnen maken.
Onderwijs en opleiding
Het aantal eerste voorkeuren voor de opleiding Geneeskunde aan het VUmc is in 2007 wederom gestegen. Het wervend
vermogen van het curriculum geneeskunde is duidelijk toegenomen en VUmc is voor wat betreft de eerste voorkeur in de
top 3 van Nederland terechtgekomen.
In het kader van de innovatie van de medisch specialistische vervolgopleidingen worden de nieuwe opleidingsplannen
voor kindergeneeskunde en gynaecologie geïmplementeerd en worden via bijdragen van de BBOV wetenschappelijke
verenigingen ondersteund bij het opzetten van nieuwe opleidingsplannen.
In 2007 is de professionalisering van (leden van) opleidingsteams verder uitgebouwd in samenwerking met de regio.
Voor de docenten van de opleiding Geneeskunde houdt de docentprofessionalisering gelijke tred met de invoering van het
nieuwe onderwijsprogramma.
Een ambitie van het VUmc is het zich ontwikkelen tot een expertisecentrum voor academisch medisch, verpleegkundig en
paramedisch onderwijs met een regionale functie. Dit heeft in 2007 geresulteerd tot het oprichten van het instituut voor
onderwijs en opleiden.
Onderzoek
De kwaliteit van het onderzoek uit de UMC’s van Nederland wordt jaarlijks gemeten via de CWTS- analyse (een biblio-
metrische analyse over de wetenschappelijke output). In 2007 is de output over de periode 1998-2006 geanalyseerd.
Na jaren op de 3e plaats in Nederland te hebben gestaan, is VUmc bij de laatste CWTS-analyse gestegen naar de 2e plaats
in de analyse over de jaren 2003-2006. De kwaliteit van de VUmc-output ligt daarmee ruim 50% boven het wereld-
gemiddelde. Deze positie brengt natuurlijk verplichtingen met zich mee. In VUmc wordt bijvoorbeeld gestreefd naar
samenhang tussen preklinisch en klinisch onderzoek met de bedoeling dat het onderzoek nadrukkelijk en min of meer
direct positieve effecten op de zorg zal kunnen hebben.
VUmc zoekt samenwerking met wetenschappelijke partners in translationeel onderzoek en richt zich momenteel onder
andere op partners op de VU campus middels vorming van interfacultaire onderzoeksinstituten. Verder gaat VUmc zich
sterk bezighouden met de societal impact en valorisatie van onderzoek.
Andere belangrijke conclusies uit de CWTS-analyse zijn:
- Het op hoog niveau uitvoeren van fundamenteel, translationeel en klinisch onderzoek is essentieel voor een
universitair medisch centrum;
- De organisatie waarbij onderzoek is ingebed in instituten heeft zijn meerwaarde bewezen, deze structuur dient
gehandhaafd te blijven;
- Er dient meer beleidsruimte te komen om effectief in te kunnen spelen op zowel interne als externe ontwikkelingen
(matching topreferente investeringen, interfacultair en Europees onderzoek etc.);
- Het aantal publicaties buiten de onderzoekinstituten is afgenomen. In 2005 behoorde 4 % van de internationale
wetenschappelijk publicaties tot het overig onderzoek en in 2006 is dit percentage afgenomen tot 3%. Dit is een trend
die door de sterke VUmc focus voortgezet zal worden.
Hoofdstuk 4.7 (management van processen, wetenschappelijk onderzoek) bevat uitgebreidere informatie over de
ontwikkeling op het gebied van onderzoek in 2007.
vu-probe 1-p56.indd 30vu-probe 1-p56.indd 30 29-05-2008 14:19:5229-05-2008 14:19:52
31
Versla
g ra
ad va
n b
estu
ur
4.1.3 Algemeen kwaliteitsbeleid
Het kwaliteitsbeleid van VUmc spreekt uit de visie: VU medisch centrum is er voor patiënten, hun naaste(n), verwijzers,
studenten, op te leiden professionals en opdrachtgevers van onderzoek. VU medisch centrum wil gezien en erkend
worden als een innovatieve kwaliteitsorganisatie met een uitstekende reputatie, een krachtig netwerk en plezier in wat we
doen. Een excellent centrum voor onderwijs en onderzoek, met onderscheidende patiëntencentra en koploper in
patiëntenlogistiek.
Kwaliteitsverbetering vergt enerzijds projectmatig werken aan verbetering (zie hiervoor hoofdstuk 4.5, management van
processen) en anderzijds borging. Hiervoor werkt VUmc met extern toetsbare kwaliteitssystemen. Een belangrijk deel van
de organisatie beschikt nu al over een kwaliteitsaccreditatie of –certifi cering.
NIAZ Afdeling radiotherapie (in 2007 als eerste afdeling van Nederland geaccrediteerd)
CCKL Nagenoeg alle laboratoria
HKZ Dialyse-afdeling
JACIE Afdeling hematologie (in 2007 als tweede hematologiecentrum in Nederland voor het complete
stamceltransplantatieprogramma geaccrediteerd)
VVVP Keurmerk van de Vereniging van Vaatpatiënten in 2007 uitgereikt aan VUmc
NVAO Studie geneeskunde van VUmc (in 2007 voor vijf jaar geaccrediteerd)
CEDEO Amstel Academie
Daarnaast heeft VUmc in 2007 fl inke stappen gezet naar een organisatiebreed kwaliteitssysteem. We noemen enkele
mijlpalen: alle afdelingen hebben een zelfevaluatie uitgevoerd en hebben daarna hard gewerkt aan hun invulling van het
kwaliteitssysteem, de helft van de risicovolle afdelingen zijn intern geaudit en het vullen van KwaliteitsNet is gestart (het
nieuwe systeem voor het beheer van kwaliteitsdocumentatie). VUmc verwacht in 2009 instellingsbrede accreditatie door
het NIAZ aan te kunnen vragen.
4.1.4 Kwaliteitsbeleid ten aanzien van patiënten
VUmc geeft het kwaliteitsbeleid ten aanzien van patiënten vorm in het programma Continue kwaliteit. Dit programma is
specifi ek voor de kerntaak zorg enige jaren geleden in het leven geroepen en fungeert als koepel voor een groot aantal
projecten. Een breed samengestelde programmagroep kwaliteit adviseert de raad van bestuur over dit programma.
Kwaliteit van zorg
Hoofdstuk 4.5 (management van processen) geeft een beeld van de resultaten binnen het programma Continue kwaliteit
in 2007.
Toegankelijkheid
VUmc is goed bereikbaar voor patiënten en bezoekers, zowel met de auto als met het openbaar vervoer. Door bouw-
activiteiten zijn de parkeerfaciliteiten echter tijdelijk verslechterd. Met extra maatregelen (aanvullende informatie, gratis
pendelbus naar tijdelijk parkeerterrein, inzet parkeerstewards) probeert VUmc de nadelen voor de patiënten en bezoekers
te verzachten.
De telefonische bereikbaarheid van de afsprakenlijnen op de poliklinieken is in 2007 tot speerpunt gemaakt door de raad
van bestuur. De voorzitter heeft alle poliklinieken bezocht. Op basis van het gewenste servicelevel is uitgerekend welke
aanvullende bezetting nodig is. Naar verwachting zal in de loop van 2008 een doorbraak in de bereikbaarheid optreden.
VUmc geeft op zijn internetsite steeds actuele informatie over wacht- en toegangstijden. Eind 2007 konden de meeste
patiënten bij de meeste poliklinieken binnen drie weken terecht. Acute patiënten kunnen vanzelfsprekend altijd meteen
terecht bij de spoedeisende hulp. Voor sommige poliklinieken en voor (dag)opnames kan de wachttijd langer zijn. Dit
heeft onder andere te maken met het academische karakter van VUmc. Patiënten die topreferente zorg nodig hebben, die
alleen in VUmc te verkrijgen is, krijgen voorrang op basiszorgpatiënten die eventueel ook ergens anders terecht kunnen.
Omdat de diagnostiek vaak een kwestie van zoeken is, en de behandeling vaak een kwestie van proberen, leggen zij een
veel groter beslag op de voorzieningen van het ziekenhuis dan andere patiënten.
vu-probe 1-p56.indd 31vu-probe 1-p56.indd 31 29-05-2008 14:19:5229-05-2008 14:19:52
32
Versla
g ra
ad va
n b
estu
ur
Veiligheid
Patiëntveiligheid
In 2009 moet het Veiligheid Management Systeem (VMS) ingevoerd zijn in alle Nederlandse ziekenhuizen, dus ook in
VUmc. De voorbereidingen hiervoor zijn ook in 2007 bepalend geweest voor de activiteiten op het gebied van patiënt-
veiligheid. Het beleidsplan met de stappen voor het VMS tot 2012 is gereed. Ook een plan van aanpak voor het verplichte
veiligheidsprogramma “Voorkom schade, werk veilig” is vastgesteld. Naast veel activiteiten op het gebied van veilig
incident melden, heeft VUmc gewerkt aan de implementatie van een methode om zowel retro- als prospectief risico’s
te analyseren. De Amstel Academie biedt sinds 2007 een scholing aan voor oorzakenanalyse met PRISMA. Daarnaast is
begonnen met een methode om prospectief risico’s te analyseren (FMEA), die VUmc onder andere in zorgpadontwikkeling
toepast. Naast deze VMS-activiteiten is een werkgroep gestart met het zoeken naar een uniforme methode voor
complicatieregistratie. Tot slot heeft de werkgroep patiëntidentifi catie haar eindrapport gepresenteerd. Dit rapport
beschrijft gewenste stappen om verwisseling van patiënten of materialen te voorkomen.
Informatiebeveiliging
In 2007 heeft VUmc voorbereidende stappen genomen om de informatiebeveiliging op een hoger plan te brengen.
De uitvoering hiervan komt in handen van de op te richten werkgroep Informatiebeveiliging & Privacy. Op het meer
uitvoerende vlak is een nieuw wachtwoordbeleid ingevoerd in lijn met de NEN 7510-norm met betrekking tot informatie-
beveiliging in de zorg.
4.2 Leiderschap
Divisionering
Medio 2006 heeft VUmc gekozen voor het inrichten van de organisatie in een divisiestructuur, dit enerzijds om de
besturing van onze organisatie te verbeteren - dat wil zeggen fi nancieel en personeel - anderzijds om door onder andere
de benoeming van professionals aan het hoofd van een divisie te zorgen voor meer aandacht voor inhoud en
professionele thematiek. Sinds februari 2007 wordt volgens deze structuur gewerkt.
Leiderschap
Het ontwikkelen van leiderschap in een professionele omgeving verdient speciale aandacht. In een organisatie met
professionals zijn veel leidinggevenden gericht op een zo groot mogelijke autonomie in hun vakuitoefening en is het
leiden van een afdeling vaak niet een primaire taak. Leiderschap moet zich in deze context daarom vooral richten op een
helder kader met voldoende bewegingsvrijheid, een omgeving die uitdagingen biedt en voldoende faciliteiten om talenten
en competenties van medewerkers tot bloei te laten komen.
Als het misgaat in een organisatie is één van de belangrijkste faalfactoren, zo niet de belangrijkste, een gebrek aan goed
leiderschap. Zo makkelijk als het achteraf kan zijn om aan te wijzen waar het aan geschort heeft, zo moeilijk kan het soms
zijn om naar de toekomst kijkend te bepalen wat nodig is. VUmc heeft gekozen voor dienend leiderschap als leiderschaps-
model voor de organisatie.
Tijdens een dienend-leiderschapssymposium in 2007 heeft de wijze waarop we met tijd en prioriteiten omgaan, centraal
gestaan.
Wat dienend leiderschap inhoudt en wat het betekent om een dienend leider te zijn staat centraal in een module die
speciaal ontwikkeld en uitgevoerd is met en voor afdelingshoofden, managers, directeuren en diensthoofden. Inmiddels
heeft het grootste deel van hen deze module gevolgd. Op basis van individuele behoeftes vindt een vervolg plaats met
coachingsgesprekken.
Daarnaast heeft de raad van bestuur zowel zelf als samen met de divisievoorzitters een aantal bijeenkomsten gehad
waarin hun eigen leiderschapsvragen centraal hebben gestaan. De uitkomsten daarvan krijgen een nader vervolg in 2008,
ondermeer door voortbordurend op de kernwaarden VUmc een aantal leefregels af te spreken en in de organisatie gevolg
aan te geven.
vu-probe 1-p56.indd 32vu-probe 1-p56.indd 32 29-05-2008 14:19:5229-05-2008 14:19:52
33
Versla
g ra
ad va
n b
estu
ur
Management development (MD) programma
Management development moet binnen VUmc bijdragen aan het verwezenlijken van de ambities van de organisatie.
Hoewel het belang van informeel leren op de werkvloer niet moet worden onderschat, is een meer trainingsgerichte
aanpak vaak een goede manier om in een korte tijdsspanne verrijking en verdieping van kennis en vaardigheden aan te
bieden. Het ontwikkelde MD-programma voorziet daarin.
Het MD-programma voor de afdelingshoofden, managers, directeuren en diensthoofden heeft in 2007 een volwaardige
invulling gekregen. De modules dienend leiderschap en fi nancieel management zijn en worden intensief gevolgd. Dienend
leiderschap heeft inmiddels bijna alle betrokkenen bereikt. Financieel management heeft een aantal keren plaatsgevon-
den, de belangstelling ervoor bij degenen die deze nog niet gevolgd hebben is groot. De module integraal management
en leiderschapsontwikkeling is in ontwerp gereed en is bij de betrokkenen geïntroduceerd tijdens de jaargesprekken.
Deze module richt zich meer op het ontwikkelen van managementvaardigheden daar waar dienend leiderschap meer
gericht is op het ontwikkelen van persoonlijk leiderschap. De volgende stap is om de groepen van start te laten gaan voor
deze module. Hierover vindt nadere afstemming plaats.
Voor het derde besturingsniveau heeft de module fi nancieel management een aantal keren plaatsgevonden. Een zelfde
vervolg moet plaatsvinden voor dienend leiderschap en integraal management en leiderschapsontwikkeling. Een opzet
voor deze laatste module is gereed.
4.3 Management van medewerkers
Human Resource Management (HRM) is gericht op het in balans brengen van organisatie- en medewerkerbehoeften, een
doelstelling die aansluit bij de ambitie om een aansprekende werkgever te zijn. Naarmate beide beter op elkaar zijn
afgestemd presteren medewerkers beter en dragen op die manier bij aan het verwezenlijken van de ambities. Belangrijk
doel van het HRM meerjarenbeleid 2007–2012 is het bijdragen aan goed leiderschap voor leidinggevenden en goed mede-
werkerschap voor medewerkers. HRM-beleid ondersteunt leidinggevenden en medewerkers hierbij met voorzieningen
zoals loopbaanadvies, management development, opleiding en coaching.
HRM-beleid is gericht op een optimale inzet en inzetbaarheid van medewerkers. Om dit te bereiken is in 2007 verder
gewerkt aan de verbetering van de betrokkenheid, motivatie, competenties en gezondheid van medewerkers. Ook de
verbetering van de monitoring van het personeel als geheel (social control).
Betrokkenheid
VUmc wil een aansprekende werkgever zijn waar medewerkers zich mee kunnen en willen identifi ceren. Een open en
eerlijke communicatie tussen leidinggevenden en medewerkers en medewerkers onderling wordt onder meer
bewerkstelligd door werkoverleg, jaar- en beoordelingsgesprekken en met behulp van input uit medewerkerstevreden-
heidsonderzoeken. Een instrument voor exitonderzoek bij medewerkers die VUmc verlaten, is ontwikkeld. Dit instrument
geeft ook informatie over de betrokkenheid en waardering van medewerkers voor de organisatie.
Jaargesprekken
Wederom hebben in 2007 jaargesprekken plaatsgevonden met de afdelingshoofden, managers, directeuren en dienst
hoofden. Onderzoek (MTO) wijst uit dat met meer dan driekwart van de medewerkers jaargesprekken worden gevoerd.
Dit instrument blijkt inmiddels goed ingebed.
In 2007 is hiertoe een extra impuls gegeven doordat bijna in alle divisies extra aandacht is gegeven voor de kwaliteit van
de gesprekken en het realiseren van jaargesprekken met alle medewerkers.
Werkoverleg
Werkoverleg is een goed instrument om de betrokkenheid met van medewerkers te vergroten. Het biedt de gelegenheid
om medewerkers te informeren over de ontwikkelingen in de organisatie en van de afdeling zelf en het draagt bij aan
een sfeer van samenwerken en collegialiteit. Over het werkoverleg zijn veel medewerkers tevreden zo is gebleken uit het
laatste medewerkerstevredenheidsonderzoek.
vu-probe 1-p56.indd 33vu-probe 1-p56.indd 33 29-05-2008 14:19:5229-05-2008 14:19:52
34
Versla
g ra
ad va
n b
estu
ur
Motivatie
Zelfstandige en gemotiveerde medewerkers dragen de organisatie. Begeleiding, opleiding, een veilige, aangename en
professionele werkomgeving en feedback op functioneren zijn elementen om die zelfstandigheid en gemotiveerdheid bij
medewerkers te bevorderen.
Arbeidsmarktcommunicatie
Met haar nieuwe arbeidsmarktcampagne heeft VUmc het afgelopen jaar verder geïnvesteerd in een sterk werkgeversmerk
waarmee zij ook in de huidige krappe arbeidsmarkt voldoende geschikte mensen hoopt te trekken. Om de nieuwe arbeids-
marktcampagne meer bekendheid te geven is VUmc het afgelopen jaar extra zichtbaar geweest in landelijke en regionale
media. Doel van de campagne is zoveel mogelijk bezoekers naar de nieuwe site ‘Werken in VUmc’ te trekken. Op de site
staat overzichtelijke informatie over VUmc als werkgever, de openstaande vacatures, nieuws en andere wetenswaardig-
heden. Ook kan de bezoeker zich abonneren op een vacaturemail waarmee men regelmatig op de hoogte gehouden wordt
van de nieuwste vacatures. De nieuwe arbeidsmarktcampagne is ook doorgetrokken naar werving op de jobsites, zodat
VUmc zich zowel in print als digitaal eenduidig en aantrekkelijk profi leert. In 2008 wordt de campagne verder uitgebreid
en toegespitst op specifi eke doelgroepen die het moeilijkst te werven zijn.
Arbeidsvoorwaarden
Twee ontwikkelingen in 2007 op het gebied van arbeidsvoorwaarden zijn noemenswaardig omdat zij in zekere zin een
cultuuromslag met zich zullen meebrengen. In de eerste plaats is in NFU-verband gewerkt aan modernisering van de CAO.
Uitgangspunt daarbij is dat niet alles meer tot in detail in de CAO geregeld hoeft te worden. In een volwassen arbeids-
verhouding, in een dialoog tussen medewerker en leidinggevende kunnen die details binnen de kaders van de CAO
worden ingevuld.
In de tweede plaats kunnen met een gericht ontzie- en ontwikkelbeleid oudere medewerkers langer en vitaler in dienst
blijven. Beide ontwikkelingen zullen bij overeenstemming tussen NFU en vakcentrales in 2008 in een nieuwe CAO tot
uiting komen.
Loopbaanontwikkeling
Loopbaanontwikkeling is belangrijk omdat het bijdraagt aan ‘de juiste medewerker op de juiste plek’ en voorkomt dat
medewerkers onvoldoende gemotiveerd zijn op hun werk met alle gevolgen van dien.
Aandacht voor loopbaanontwikkeling wordt gegeven door leidinggevenden en andere deskundigen. Het Loopbaan-
centrum (LBC) VUmc vervult een belangrijke rol bij loopbaanontwikkeling. In 2007 heeft het LBC een nieuwe missie en
visie geformuleerd:
‘Het Loopbaancentrum VUmc biedt resultaatgericht advies op maat voor professionele groei en persoonlijke ontwikkeling
van de medewerker en de mens in de organisatie, gericht op duurzame inzetbaarheid. Hierbij staat openheid, zorgvuldig-
heid en betrokkenheid naar alle actoren voorop.’
In juli 2007 is de Re-integratieservice van start gegaan voor medewerkers die niet meer in hun oorspronkelijke functie
kunnen re-integreren.
Gedragscompetenties
Met de juiste kennis, vaardigheden en gedrag kunnen de medewerkers tot de beste prestaties en resultaten komen.
De raad van bestuur heeft besloten om kwaliteitsgerichtheid toe te voegen aan de reeds gekozen VUmc gedragscom-
petenties klantgerichtheid en resultaatgerichtheid. Zij heeft hiervoor gekozen ter ondersteuning van de VUmc strategie
‘kwaliteit leveren en ervaren’ en, als onderdeel hiervan, het behalen van de NIAZ accreditatie.
De NIAZ accreditatie kan alleen een succes zijn als er ook iets verandert in het gedrag van medewerkers. De competentie
kwaliteitsgerichtheid kan daarbij behulpzaam zijn door de aandacht te richten op de gewenste gedragsverandering. In alle
divisies en enkele stafdiensten zijn initiatieven ontplooid voor de invoering van gedragscompetenties op divisie of afde-
lingsniveau. Verder is een start gemaakt met de vaststelling van functiegebonden gedragscompetenties voor de verpleeg-
kundige functies en staffuncties. De vaststelling van de overige 100 meest voorkomende functies staat gepland in 2008.
vu-probe 1-p56.indd 34vu-probe 1-p56.indd 34 29-05-2008 14:19:5229-05-2008 14:19:52
35
Versla
g ra
ad va
n b
estu
ur
Om het gebruik van gedragscompetenties concreet te maken en te borgen in de reguliere HR processen is onderzocht hoe
gestuurd kan worden op gedragscompetenties bij werving & selectie en bij jaargesprek, beoordeling en beloning. De bor-
ging van de kernwaarden betrokkenheid, zorgvuldigheid en ambities zijn in dit onderzoek meegenomen. In 2008 wordt
dit onderzoek vervolgd met andere HR processen. Tenslotte zijn trainingen ontwikkeld voor leidinggevenden, medewer-
kers en P&O adviseurs om hen te ondersteunen bij de invoering en het gebruik van gedragscompetenties.
Opleiden
De afgelopen jaren is er een groeiende behoefte aan goed opgeleide en gespecialiseerde verpleegkundigen. VUmc blijft
daarom investeren in het opleiden van verpleegkundigen op niveau 4 en 5 en gespecialiseerd verpleegkundigen.
Verpleegkundige opleidingen werden de afgelopen jaren mede gefi nancierd met subsidiegelden van de ministeries van
VWS en OCW. In 2005 werd een bedrag van € 1,08 miljoen per UMC aan subsidie ter beschikking gesteld maar in 2006 en
2007 was dat gedaald tot een bedrag van. € 250.000.
Gezondheid
De aandacht voor verzuimpreventie en een spoedige re-integratie in een passende functie heeft geresulteerd in verdere
daling van ziekteverzuim. Zowel het verzuim korter dan 1 jaar als het verzuim langer of gelijk dan 1 jaar daalde verder
met ruim 4% naar respectievelijk 3,71% en 0,68%. Per divisie en dienst zijn voor de managementcontracten opnieuw
realistisch haalbare verzuimcijfers berekend en opgenomen. Tal van instrumenten zijn ontwikkeld om leidinggevenden en
medewerkers verder te ondersteunen in adequate verzuimbeheersing. Zo is een beslisschema ‘De-escallatie bij dreigend
arbeidsverzuim’ gerealiseerd aan de hand waarvan verzuim door verstoorde arbeidsrelaties zoveel mogelijk voorkomen
kan worden. Voorts is fors ingezet op het ontwikkelen van een re-integratieservice bij het loopbaancentrum. Leiding-
gevenden en medewerkers kunnen zich hierdoor laten ondersteunen op het moment dat terugkeer in eigen werk niet
mogelijk is door opgetreden medische beperkingen. Doelstelling van re-integratieservice is zo spoedig mogelijk
re-integratie in structurele arbeid binnen dan wel buiten VUmc mogelijk te maken. Voor externe re-integratie is de
samenwerking met ‘Heliomare re-integratie’ verder aangehaald, werkprocessen zijn onderling op elkaar afgestemd en er
zijn duidelijke afspraken gemaakt over te behalen resultaten.
Bedrijfsmaatschappelijk werk / psychische belasting
Met preventie van psychische belasting kan veel verzuim worden voorkomen. Het is dan ook een belangrijk aandachts-
gebied van het bedrijfsmaatschappelijk werk (BMW) in VUmc.
BMW heeft in 2007 de bestaande preventieprogramma’s bestendigd en nieuwe trajecten gestart. Met de beleidsnotitie
‘Confl icten en mediation’ is een aanzet gegeven tot meer mogelijkheden om bij problemen tussen medewerkers,
medewerkers en leidinggevenden tot een oplossing te komen. Ook is er een nieuwe klachtencommissie aangesteld ter
uitvoering van het beleid ‘ongewenste omgangsvormen’ . De leden van deze commissie hebben voor deze taak een
speciaal opleiding/training gevolgd. De vertrouwenspersonen zijn in 2007 diverse keren ingeschakeld.
Op verzoek van een afdeling heeft bedrijfsmaatschappelijk werk de workshop ‘Zo doen wij dat’ verzorgd. In deze
workshop wordt (on)gewenst gedrag op afdelingsniveau bespreekbaar gemaakt.
Op basis van de gedragscode ‘VUmc Agressievrij/Veilige zorg’ is een implementatietraject ontwikkeld en zijn verschillende
producten gemaakt.
In 2008 zal het betreffende beleid VUmc-breed verder worden uitgezet. Naast de curatieve individuele hulpverlening van
bedrijfsmaatschappelijk werk werden de stressmanagementtrainingen, Ret-jezelf en Vermoeide talenten, gecontinueerd.
Ook werden er weer diverse afdeling- en teamtrajecten gestart rondom stress en communicatie. De workshops ‘Vroege
herkenning van werkstress’ zijn in 2007 afgerond en voor 2008 wordt een vervolgaanbod ontwikkeld.
Na de brand in mei organiseerde het bedrijfsmaatschappelijk werk ziekenhuisbrede opvangbijeenkomsten voor alle
medewerkers van VUmc. Ook werd er afdelingenspecifi eke en individuele ondersteuning/opvang geboden.
vu-probe 1-p56.indd 35vu-probe 1-p56.indd 35 29-05-2008 14:19:5229-05-2008 14:19:52
36
Versla
g ra
ad va
n b
estu
ur
Het programma ‘Collegiale opvang’ werd daarbij ingezet. Ook bij andere individuele- of afdelingsbrede ingrijpende
gebeurtenissen heeft dit programma haar dienst bewezen.
Monitoring medewerkers
Meer resultaatgericht werken vereist ook dat resultaten worden gemeten aan de hand van bruikbare HRM-ken- en
stuurgetallen. Met behulp van het HRM-dashboard kunnen leidinggevenden, beleidsadviseurs en P&O-adviseurs
eenvoudig toegang kunnen krijgen tot de kengetallen op het gebied van personeel. Zij kunnen hiermee specifi ek op hun
eigen organisatieonderdeel rapporteren over de ontwikkelingen op personeelsgebied. In 2007 is het HRM-dashboard
uitgebreid om gemakkelijker gegevens te verzamelen voor de zogenoemde HRM-scan. Hiermee kunnen P&O-adviseurs een
afdeling kwalitatief en kwantitatief ‘scannen’ zodat zij goed onderbouwd, dus ook met de juiste kengetallen, met
managers en leidinggevenden personele zaken kunnen bespreken.
De dienst personeel en organisatie heeft in de kwartaalrapportages (die worden uitgegeven door de dienst bedrijfs-
economie inkoop zorgadministratie) ook in 2007 weer uitgebreid op organisatieniveau gerapporteerd over
personeelsontwikkelingen zodat door het management hierop kan worden gestuurd.
4.4 Management van middelen
Financieel meerjarenbeleid
In haar notitie “Ruimte voor betere zorg” heeft het ministerie van VWS aangegeven ruimte te zien voor verdere liberalise-
ring van het zorgsysteem. Door het invoeren van meer prikkels voor marktwerking wordt beoogd invulling te geven aan
vraagsturing. Een vergroting van dat deel van de DBC’s waarover zorgaanbieder en zorgverzekeraars vrij over prijzen
mogen onderhandelen (B-segment) heeft in 2007 evenwel niet plaatsgevonden. De overheid streeft een gefaseerde over-
gang via maatstafconcurrentie na naar een systeem van productfi anciering in een vrije markt. De inspanningen zijn er op
gericht om in 2012 volledige marktwerking in werking te laten zijn.
Als voorbereiding op deze liberalisering heeft het VUmc als ondernemingsdoel geformuleerd het geleidelijk verhogen van
het eigen vermogen. Verder neemt het VUmc actief deel aan werkgroepen voor verbetering van het DBC-systeem in
NFU-verband.
Het landelijke Budget Kader Zorg is in 2005 en 2006 overschreden. Hierdoor is in 2006 een structurele tegenvaller
ontstaan, die als bezuiniging aan de ziekenhuizen is doorgegeven. Als gevolg van een uitspraak van de kantonrechter zijn
nadere afspraken gemaakt over de verdeling van de totale overschrijding. De uitkomst is geweest dat VWS en de zieken-
huizen ieder de helft voor hun rekening nemen. Voor het VUmc betekent dit met ingang van 1 januari 2007 een
structurele verlaging van het budget patiëntenzorg met € 2,9 mln. Aansluitend is door het nieuwe kabinet over jaren 2008
– 2011 de ziekenhuizen een taakstelling opgelegd, oplopend van € 160 mln. in 2008 tot € 400 mln. in 2011. Voor het
VUmc betekent dit een korting oplopend van € 3,2 mln. in 2008 tot € 8 mln. in 2011.
Gezien de bezuinigingsmaatregelen van het ministerie van VWS is de vorming van een beleidsreserve in de vorm van een
revolving fund doorgeschoven naar de toekomst.
Om meer regie te voeren over de zorgopleidingen en om marktfalen en marktverstoringen te voorkomen, heeft het
ministerie van VWS de prestatiebekostiging van de opleidingen van medisch specialisten ingevoerd. Vanaf 2007 is een
eerste tranche (voor het VUmc € 31,9 mln.) overgeheveld van de instellingsbudgetten naar een landelijk opleidingsfonds.
In 2009 wordt gestreefd naar de overheveling van de tweede tranche; dit betreffen de verpleegkundige vervolgopleidin-
gen en de medisch ondersteunende beroepen.
Financieel beleid en uitkomsten 2007
Wat betreft het fi nancieel beleid staat de ambitie “Financieel gezond” centraal en dat betekent een sluitende begroting,
ruimte voor reservevorming en de totstandkoming van een revolving fund. Als gevolg van de doorgeschoven bezuini-
gingstaakstelling uit 2006 en de budgetkorting van VWS als gevolg van volumeoverschrijdingen is een besparing door
vu-probe 1-p56.indd 36vu-probe 1-p56.indd 36 29-05-2008 14:19:5229-05-2008 14:19:52
37
Versla
g ra
ad va
n b
estu
ur
effi ciëntere bedrijfsvoering van € 3,1 mln. doorgevoerd. In verband hiermee is besloten om de jaarlijkse reservevorming
van € 2,5 mln. een jaar op te schorten en de vorming van een revolving fund door te schuiven naar de toekomst.
De belangrijkste gebeurtenis, ook in economisch opzicht, was in 2007 de brand in het OK-complex 2N op 26 mei 2007.
Van de 18 OK’s zijn er 8 totaal verloren gegaan, inclusief alle apparatuur en voorraden. Daarnaast waren de afdeling
medium care en kantoorruimten bij en onder het OK-complex onbruikbaar geworden en had de apotheek enorme schade
opgelopen. Met name de patiëntenzorg van de afdelingen Oogheelkunde, KNO en Neurochirurgie is hierdoor zwaar
getroffen. Uiteindelijk zijn de gevolgen voor de productie beperkt gebleven door in de periode vanaf juni 2007 tot maart
2008 de bedrijfstijden van de OK te verlengen. In de tuin van het VUmc is in die tijd een noodvoorziening geplaatst,
bestaande uit 8 OK’s met uitslaapkamer en hulpruimten. Naar verwachting zal de herbouw van het OK-complex in juni
2009 gereed zijn.
De totale schade als gevolg van de brand is vastgesteld op k€ 60.750 voor de opstallen, inventaris / goederen en de
exploitatiegevolgen. De vergoedingen en de kosten betrekking hebbend op 2007 zijn als buitengewone bate en last in
de resultatenrekening verantwoord. Een bedrag van ad. € 8,9 mln. is als bestemmingsreserve opgenomen in het eigen
vermogen. Deze bestemmingsreserve dient ter dekking van de afschrijvingslasten van de nieuw aangeschafte en nog aan
te schaffen apparatuur. De investeringskosten van de bouw en installaties zullen direct worden afgeboekt, omdat daarmee
het vergunningsbedrag wordt overschreden. De bouw van dit OK-complex is in 1987 geactiveerd en toen a fonds perdu
gefi nancierd door OC&W. De uitgaven voor de noodvoorziening en de directe exploitatiegevolgen worden als kosten
verantwoord.
Tevens is als gevolg van waterschade de vrijwel nieuwe PET/CT volledig gedeactiveerd en is een bedrag ad. € 2,5 mln.
onder de bijzondere lasten opgenomen. Dit bedrag is in mindering gebracht op de bestemmingsreserve, waardoor de
totale bestemmingsreserve voor brand en waterschade totaal € 6,4mln. bedraagt.
In 2007 is de nacalculatie van het budget patiëntenzorg voor de jaren 2002 tot en met 2006 vastgesteld. Het wettelijk
budget aanvaardbare kosten is daardoor in 2007 eenmalig verhoogd met € 17,3 mln. Deze bate is vooral verkregen door
een uiteindelijk hogere vergoeding voor de opleidingen van medisch specialisten (AIOS) en voor specialistenplaatsen.
Afspraken met verzekeraars
Het beleid van de afgelopen jaren, gericht op stabiele productiegroei onder gelijktijdige kostenbeperking, heeft zich in
2007 succesvol voortgezet.
Door verzekeraars is voor 2007 een groei van ruim 11 % (in geld) geaccordeerd ten opzichte van de productieafspraak
2006.
Het betrof:
• Afspraak reguliere productie: groei was geaccordeerd bij de specialismen cardiologie, neurologie en reumatologie
• Afspraak bijzondere productie: groei met name bij de volgende activiteiten niertransplantaties, ICD’s en de klinische
genetica.
• Projectfi nanciering via lokale toeslag voor onder andere de volgende activiteiten bijdrage in dure prothesen en
implantaten, epilepsiechirurgie en hoogtechnologisch draagmoederschap, logistieke trajecten om doorlooptijden te
reduceren en verhoging van de medicatieveiligheid.
Integratie stichtingen
In 2007 is bij twee divisies gewerkt aan de voorbereiding om de activiteiten van onderzoeksstichtingen over te dragen aan
het VUmc en naar bij de divisies verbonden beheer BV’s. Dit heeft geleid tot een vermogensoverdracht per 31 december
2007 van circa € 1,4 mln. De verwachting is dat in 2008 bij alle divisie beheer BV’s de vermogensoverdracht en de over-
dracht van onderzoeksactiviteiten zal plaatsvinden.
Doel van het integreren van de stichtingen is het vergroten van het totale volume aan projectinkomsten, goed toezicht op
het beheer daarvan, transparantie in verwerving en besteding en een heldere verantwoording van de resultaten.
vu-probe 1-p56.indd 37vu-probe 1-p56.indd 37 29-05-2008 14:19:5229-05-2008 14:19:52
38
Versla
g ra
ad va
n b
estu
ur
Automatisering / ICT
Heel 2007 is nog gewerkt aan verbetering van de ondersteuning van de bedrijfsprocessen met behulp van het nieuwe
ERP-systeem van Oracle voor de inkooplogistiek en fi nanciën. De resultaten van de verbetertrajecten zijn begin 2008
geëvalueerd. Noodzakelijke verbetering van procedures is doorgevoerd, vele problemen zijn opgelost en de kwaliteit
van de administratie is toegenomen. De problemen doen zich nog met name voor bij de factuurafhandeling. De door-
ontwikkeling in 2008 zal gericht zijn op het verder optimaliseren van het gebruikersgemak voor decentrale bestellers,
het ontwikkelen en verbeteren van tools voor decentrale management- en sturingsinformatie en het optimaliseren van de
systeeminrichting.
Het aantal ICT-gerelateerde projecten binnen het VUmc is groot en om deze op een goede manier te beheren en te
beheersen is op basis van vier prioriteiten (zijnde: beleid & regelgeving, klantgerichtheid, primaire processen en
performance) een top 10 van ICT-projecten opgesteld. Projectsturing en –rapportage is daarvoor gestandaardiseerd.
Bovenaan de lijst staat de implementatie van een vernieuwde versie van Mirador, welke als elektronisch patiëntendossier
zal gaan fungeren. Ook verdere ontwikkeling van Oracle (inkoop logistiek en fi nancieel systeem) staat in de top 10.
Full Cost
Om ingaande 2009 in staat te zijn onderzoeksprojecten te gaan begroten, verantwoorden en declareren op basis van Full
Cost (integrale kosten) is een werkgroep belast met de voorbereiding hiertoe. De werkgroep heeft methodiek ontworpen
voor het vaststellen van de indirecte kosten (op basis van tijdverantwoording van het betrokken personeel) en de wijze
van inrichting van de op de directe kosten te leggen opslagen voor de indirecte kosten binnen het VUmc. In 2008 zal het
calculatieschema verder worden uitgewerkt en zal een systeem voor tijdverantwoording worden geïmplementeerd.
De nieuwe declaratiemethodiek gaat in voor o.a. het 7e kaderprogramma (KP 7) van de EU en vervangt de overgangs-
regeling (zijnde: de Flat rate van 60 % opslag op de directe personele kosten; dit percentage zal vanaf 2010 dalen naar
40%).
Maatstafconcurrentie en vrije markt
Het beleid van het ministerie van VWS is er nog steeds op gericht om volledige marktwerking in 2012. Als overgangs-
instrument zal maatstafconcurrentie worden ingevoerd vanaf 2009 (of 2010). Hoe dit instrument eruit zal komen te zien is
nog niet duidelijk en onderwerp van discussie met de verschillende koepels (NZa, ZN, Orde van Medisch Specialisten, NVZ
en NFU). Eind april 2008 zal de minister hierover een besluit nemen.
Het VUmc neemt in NFU-verband actief deel aan deze discussies. Inzet van de NFU is hierbij het geven van prioriteit aan
het ontwikkeling van een stabiele DBC-structuur (DOT) en het onder gecontroleerde omstandigheden afschaffen van de
FB-bekostiging.
Ter voorbereiding op de maatstafconcurrentie en de vrije markt wordt binnen het VUmc verder gewerkt aan:
• De verbetering van de kostprijssystematiek
• Het opstellen van zorgprofi elen en zomogelijk onderbrengen van zorg in zgn. zorgpaden
• Opstellen van kwaliteitscriteria.
Het beleid van het VUmc is erop gericht om zich steeds duidelijk te onderscheiden op kwaliteit en inzicht in de wijze
waarop zorg wordt verleend te verhogen. Dit beleid blijft ongeacht het besluit van de minister over de maatstaf-
concurrentie van kracht.
Nieuwbouw
Als gevolg van de brand in het OK-complex heeft in 2007 het accent van de werkzaamheden gelegen op projecten om de
vertrekken en afdelingen te reinigen, tijdelijke voorzieningen te treffen en te ver(her)bouwen. Zodra de herbouw van het
OK-complex in juni 2009 gereed zal zijn, wordt de noodvoorziening in de tuin weer afgebroken.
vu-probe 1-p56.indd 38vu-probe 1-p56.indd 38 29-05-2008 14:19:5229-05-2008 14:19:52
39
Versla
g ra
ad va
n b
estu
ur
De huidige bouwinitiatieven vinden plaats binnen de door de overheid beschikbaar gestelde budgetten. Het DHAZ-kader
voor 2007 bedraagt € 21,7 mln. Het ministerie van OC&W betaald 25% van de kapitaalslasten en 75% wordt nagecalculeerd
in het budget patiëntenzorg.
In 2007 zijn diverse kleine verbouwingen voor een totaalbedrag van € 7,9 mln. gereed gekomen en geactiveerd.
De investeringen in lopende bouwprojecten (met name renovaties) zijn ondanks de brand door gegaan en in 2007 is
€ 33 mln. geïnvesteerd.
Eind 2007 is de nieuwbouw van Kinderstad gereed gekomen. De bouw is geheel mogelijk geworden met subsidie van het
Ronald McDonald Kinderfonds en een aantal sponsoren.
De feestelijke opening door Prins Maurits en Prinses Marilene was op 2 februari 2008.
De realisatie nieuwbouw 2007 is als gevolg van enkele verschuivingen ten opzichte van het jaarplan 2007 naar beneden
toe bijgesteld. De bijstelling wordt veroorzaakt doordat het project woningen westfl ank is komen te vervallen, het
nieuwbouw initiatief betreffende het onderwijsgebouw tot nader order is aangehouden in verband met de defi nitieve
locatiekeuze en de projecten “Sloop meander en kinderdagverblijf” en “Kinderdagverblijf het Olifantje tijdelijke bouw”
verschuiven naar 2008 in verband met vertraging van het project Westfl ank. Wel is met een aantal projecten die niet in het
jaarplan stonden gestart met de voorbereidingen tot uitvoering zoals dakopbouw D en het Klinisch trainingscentrum.
De realisatie renovaties is ten opzichte van het jaarplan naar beneden toe bijgesteld. Voorgaande wordt veroorzaakt door
een ingezet sponsortraject met betrekking tot de renovatie poli inwendige geneeskunde en de vertraging van de
herinrichting ok complex en de 6e etage van het behandelhuis alsmede de vertraging van de renovatie van de 4e etage
van het behandelhuis. De prognose is verhoogd in verband met de complexiteit van het project logistieke vloer onderhuis
oostvleugel. Het spreekt voor zich dat de brand van 26 mei jl. grotendeels verantwoordelijk is voor het feit dat enkele
geplande projecten vertraagd zijn in de uitvoering.
4.5 Management van processen – patiëntenzorg
Het eerder genoemde programma Continue kwaliteit kent een aantal onderdelen. Per onderdeel volgen hieronder de
belangrijkste resultaten in het verslagjaar.
Patiëntenlogistiek
In april 2007 heeft het observatorium zijn deuren geopend. Patiënten die op de spoedeisende hulp (SEH) zijn binnengeko-
men en waarbij de diagnose al is gesteld, moesten regelmatig nog lang wachten op een bed. Deze patiënten kunnen nu
terecht in het observatorium totdat er een bed binnen of buiten VUmc beschikbaar is.
Patiëntveiligheid
Naast de ontwikkelingen genoemd in 4.1.6 maakt VUmc veel werk van het veiliger maken van de zorg op basis van
gemelde incidenten. Zo heeft de MIP-commissie (Melding Incidenten Patiëntenzorg) in afstemming met het kernteam
decentraal melden verder gewerkt aan het opzetten van het decentrale incidentmeldingssysteem. Vijf afdelingen die al
decentraal melden zijn door de MIP-commissie bezocht, waarna een rapportage is gemaakt over het functioneren van het
systeem op deze werkplekken.
Het kernteam decentraal incidenten melden heeft in 2007 twee startbijeenkomsten en een aantal terugkombijeenkomsten
georganiseerd om de gestarte teams te monitoren. 13 zorgeenheden hebben in 2007 hun eigen veiligheidscommissie
opgericht en worden begeleid door een themabegeleider. Er is een intervisiebijeenkomst geweest voor de teams die
eerdere rondes zijn gestart om ervaringen te delen. Het kernteam zorgpaden heeft de verbeterpunten opgepakt.
De 14 zorgeenheden die nog niet decentraal melden starten hiermee in 2008.
Waardering patiënt en verwijzer
Zie 4.8
vu-probe 1-p56.indd 39vu-probe 1-p56.indd 39 29-05-2008 14:19:5229-05-2008 14:19:52
40
Versla
g ra
ad va
n b
estu
ur
Professionele kwaliteit
De ontwikkeling van een uniform VUmc-complicatieregistratiesysteem heeft binnen dit onderdeel prioriteit. Landelijk zijn
in deze richting initiatieven ontplooid, maar die hebben niet geleid tot eensluidende adviezen voor alle medische
specialismen of een advies voor bijvoorbeeld één registratiesysteem. Na een uitgebreide inventarisatie van onder andere
de bestaande systemen in VUmc, is nu een plan van aanpak in voorbereiding. Daarnaast wordt in het kader van het
individueel functioneren van de medisch specialist gezocht naar een methode om structureel aandacht te schenken aan
patiëntveiligheid, met de bedoeling deze uit te breiden naar verpleegkundigen en overige medewerkers die direct
betrokken zijn bij de patiëntenzorg.
Zorgpaden
In 2007 heeft VUmc de ontwikkeling van zorgpaden sterk doorgevoerd: tien nieuwe teams zijn gestart die vooral
oncologische zorgpaden gaan ontwikkelen. Afgeronde paden in 2007 zijn:
longembolie, chronische veneuze insuffi ciëntie, systemische sclerose, pulmonale hypertensie, colontumoren, rectum-
tumoren, subarachnoïdale bloeding, MS, ablatio, cornea en perinatale zorg voor zwangeren met een prematuur.
Sneller Beter
VUmc heeft zich binnen Sneller Beter geconcentreerd op de thema’s postoperatieve pijn, voorkomen van ondervoeding en
decentraal incidenten melden.
Begin 2007 is het project postoperatieve pijn afgerond met als resultaat een duidelijke afname van pijn bij patiënten na de
operatie op de zorgeenheid kort verblijf. Uit dit project is het pijnprotocol VUmc voortgekomen. Bovendien is een acute
pijnservice gestart die medewerkers in kunnen schakelen voor advies. Het project is verspreid bij alle chirurgische afde-
lingen: zij hebben scholing over postoperatieve pijn ontvangen, zij meten de postoperatieve pijn bij patiënten en zorgen
ervoor dat de patiënten zo min mogelijk pijn ervaren. Op vrijwel alle chirurgische afdelingen is een duidelijke afname in
pijn te zien.
In het project Preventie van ondervoeding zijn medewerkers op vijf zorgeenheden gestart met screenen van patiënten op
ondervoeding en, indien nodig, zorgen voor de behandeling. Metingen laten zien dat steeds meer patiënten een screening
en behandeling krijgen.
Voor het verbeteren van patiëntveiligheid zijn 13 werkplekken begonnen met de implementatie van decentraal incidenten
melden. Elke werkplek heeft een veiligheidscommissie ingesteld. De meldingen doen medewerkers digitaal. Vervolgens
zorgen de leden van de veiligheidscommissie voor de analyse van meldingen en het initiëren van verbeteracties.
Kwaliteitssysteem VUmc
Zie 4.1.3
4.6 Management van processen onderwijs en opleiden
Organisatie van onderwijs
Naar aanleiding van het streven om alle activiteiten gericht op ondersteunen, uitvoeren en innoveren van onderwijs en
opleidingen binnen het VUmc, in één organisatie onder te brengen zijn in maart 2007 het onderwijsinstituut en de Amstel
Academie ondergebracht in het instituut voor onderwijs en opleiden (IOO).
Voor de uitvoering van de masteropleiding VUmc-compas is een klinisch trainingscentrum (skills lab) noodzakelijk.
De plannen voor het realiseren van een klinisch trainingscentrum zijn eind 2006 goedgekeurd. Het wordt gehuisvest in
een – nog te bouwen - 3e dakopbouw op de polikliniek en zal naar verwachting begin 2009 in gebruik genomen worden.
2007 stond in het teken van de voorbereidingen van de bouw en het zoeken naar alternatieven voor de periode september
2008 – begin 2009.
De regionale ondersteuning vanuit het IOO heeft een impuls gekregen door de organisatie van een conferentie voor de in
het onderwijsnetwerk (OZON) samenwerkende regionale ziekenhuizen in 2007. VUmc en OZON partners verstevigen hun
samenwerking o.a. op de gebied “kwaliteit en innovatie van opleidingen”.
vu-probe 1-p56.indd 40vu-probe 1-p56.indd 40 29-05-2008 14:19:5329-05-2008 14:19:53
41
Versla
g ra
ad va
n b
estu
ur
Onderwijsinnovatie
Van het nieuwe curriculum voor de opleiding geneeskunde (“VUmc-compas”) is nu ook het derde studiejaar van de
bacheloropleiding ingevoerd en is de ontwikkeling van de masteropleiding VUmc-compas in volle gang.
In het kader van de innovatie van de medisch specialistische vervolgopleidingen worden de opleidingsplannen voor
kindergeneeskunde en gynaecologie geïmplementeerd. Hiernaast loopt ook bij de verpleegkundige vervolgopleidingen en
paramedische opleidingen een onderwijsvernieuwingsproject.
Onderzoek van onderwijs
Parallel aan de onderwijsinnovaties is een onderzoekgroep actief op het gebied van onderzoek van onderwijs. In samen-
werking met de afdeling Onderwijsresearch en Onderwijsontwikkeling van de Universiteit van Maastricht wordt onderzoek
verricht naar het leerklimaat, patiëntveiligheid, klachtenonderzoek van patiënten, toetsing van AIOS en hoe leren AIOS.
Binnen het kader van het in VIVO project wordt evaluatieonderzoek uitgevoerd dat zich richt op de relevante factoren bij
een succesvolle implementatie en eveneens op de kosten van de vervolgopleiding. Dit onderzoek wordt uitgevoerd in
samenwerking met het Instituut Beleid en Management Gezondheidszorg van de Erasmus Universiteit Rotterdam.
Professionalisering van docenten
Een werkelijke onderwijsinnovatie is alleen haalbaar, indien parallel hieraan de professionalisering van docenten en
opleiders wordt aangepakt. In 2007 is de professionalisering van (leden van) opleidingsteams verder uitgebouwd in
samenwerking met de regio. Voor de docenten van de opleiding Geneeskunde houdt de docentprofessionalisering gelijke
tred met de invoering van het nieuwe programma. Voor de inbedding van de professionalisering in het personeelsbeleid
wordt samengewerkt met de dienst P&O.
4.7 Management van processen onderzoek
Scherpe focus bevordert de kwaliteit
Binnen de kerntaken is wetenschappelijk onderzoek richtinggevend en onderscheidend en vormt het een belangrijke
stimulans voor de ontwikkeling van de overige kerntaken patiëntenzorg en onderwijs & opleiding. Onderzoek vindt plaats
binnen de vijf zwaartepunten van VUmc: Kanker en afweer, Hersenen, Vitale functies, Extra- en transmuraal, en Bewegen.
Het wetenschappelijk onderzoek binnen de vijf zwaartepunten is ondergebracht in vijf onderzoekinstituten:
1. Kanker en afweer: CCA/V-ICI
2. hersenen: ICEN
3. Vitale functies: ICaR-VU
4. Extra- en transmuraal: EMGO
5. Bewegen: MOVE en EMGO
Binnen een zwaartepunt gaan een beperkt aantal samenhangende onderzoeksthema’s hand in hand met de daarbij
behorende patiëntengroepen, waarbij sommige patiëntengroepen zijn ondergebracht in toonaangevende patiëntencentra
(Cancer center, Alzheimercentrum, MS-centrum, diabetescentrum, traumacentrum, etc.).
In een zwaartepunt staat de interactie tussen onderzoek en patiëntenzorg centraal. Hiervan zijn ICEN en MOVE interfa-
cultaire samenwerkingsverbanden tussen VUmc en faculteiten van de VU. Binnen de eerste vier zwaartepunten speelt
VUmc een trekkende en onderscheidende rol. Daarnaast is Bewegen een zwaartepunt waarop VUmc zich in toenemende
mate van andere UMC’s en omliggende ziekenhuizen wil onderscheiden. VUmc onderzoekt in de komende periode hoe
het zwaartepunt Bewegen via de onderzoeksinstituten MOVE (nadruk op fundamenteel onderzoek) en EMGO (nadruk op
extramuraal en epidemiologisch onderzoek) versterkt kan worden en hoe de positie van VUmc daarbinnen zich moet
ontwikkelen.
vu-probe 1-p56.indd 41vu-probe 1-p56.indd 41 29-05-2008 14:19:5329-05-2008 14:19:53
42
Versla
g ra
ad va
n b
estu
ur
Binnen deze vijf zwaartepunten vindt verdere focussering plaats. VUmc defi nieert preferente patiëntengroepen vanuit deze
onderzoekszwaartepunten. De noodzakelijke interactie tussen patiëntenzorg en onderzoek leidt tot topreferente zorg en
geeft richting aan keuzes voor topklinische zorg.
Binnen de zwaartepunten streeft VUmc zowel naar een toppositie op het gebied van veilige en vernieuwende patiënten-
zorg als naar een toppositie op het samenhangend geheel van fundamenteel, translationeel, klinisch en gezondheids-
wetenschappelijk onderzoek.
Organisatie en ondersteuning
VUmc wil het management van onderzoek versterken en onderzoekers beter faciliteren. Hierbij ligt de nadruk op onder-
steuning bij subsidie- en fondsenwerving, commercialisatie, patentenbeleid, juridische kwesties en verbetering van de
projectadministratie. Tevens zet VUmc in op samenwerking met wetenschappelijke partners in translationeel onderzoek
en richt zich momenteel onder andere op partners op de VU campus middels vorming van interfacultaire onderzoeks-
instituten. Verder gaat VUmc zich sterk bezighouden met de societal impact en valorisatie van onderzoek en ontwikkelt
een tenure track programma.
Voor het verwerven en beheren van middelen uit projectfi nanciering, van de tweede tot en met vijfde geldstroom streeft
VUmc naar:
- het vergroten van de transparantie van de verwerving, besteding en verantwoording van onderzoeksgelden;
- het verhelderen van organisatorische en juridische vormgeving;
- het creëren van een eenduidig stimulerend beleid met betrekking tot kennisexploitatie.
In 2007 zijn de mogelijkheden voor integrale kostenverantwoording per onderzoeksproject onderzocht en zijn voorwaar-
den voor realisatie en implementatie geformuleerd. Doelstelling is om per 2009 hiermee te starten. Dit heeft effect op o.a.
de wijze van administratievoering van de onderzoeksprojecten binnen VUmc (betere subsidiegrondslag en meer transpa-
rantie).
VUmc onderzoeksinput en output
VUmc heeft in 2007 weer een indrukwekkend aantal wetenschappelijke publicaties voortgebracht waaronder:
- Dissertaties
- wetenschappe¬lijke publicaties (WPu): het totaal van de subcategorie
- wetenschappelijke publicaties internationaal/ nationaal (WI/WN), letter to the editor (LE) en wetenschappelijke
boekbijdragen (WB/WBC)
- vakpublicaties (Vakp)
- rapporten (Rap)
vu-probe 1-p56.indd 42vu-probe 1-p56.indd 42 29-05-2008 14:19:5329-05-2008 14:19:53
43
Versla
g ra
ad va
n b
estu
ur
2007 Wetenschappelijk personeel en publicaties per onderzoekinstituut
Wetenschappelijk personeel in fte Resultaten
per geldstroom Dissertaties WPu Vakp. Rap. Wpu/
1e 2e 3e 4e Totaal A B C/D Totaal WP1
CCA/V-ICI
(32) 74,68 28,17 55,24 19,49 177,58 23 2 4 29 561 16 1 3,2
EMGO
57,61 34,98 65,12 5,43 163,14 22 1 4 22 5751 52 13 3,5
ICaR-VU
(38) 39,65 3,9 17,79 14,05 75,39 21 - 1 22 294 6 - 3,9
ICEN
(31) 39,96 16,75 31,34 10,45 98,5 15 - - 15 415 37 1 4,2
MOVE
(31) 21,1 11,95 1,6 2,95 37,6 8 - - 8 152 13 4 4,0
Overig - - - - - 4 - - 4 51 8 - -
VUmc
Totaal* 233 96 171 52 552 84 2 9 95 2043 140 19 8,9
( ) Aantal publicaties dat ook door andere onderzoekinstituten is opgegeven.
8 promoties zijn samenwerkingsverbanden tussen 2 of meerdere onderzoekinstituten.1Inclusief Cochrane reviews.
* Gecorrigeerd voor dubbeltellingen.
Trendanalyse
Onderstaande tabellen laten de trend van VUmc zien op basis van geldstromen en aantal publicaties
Overzicht van de onderzoeksinzet in fte in de periode 2001-2007
2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007
WP1 192 217 246 234 240 242 233
WP2 69 72 79 68 87 98 96
WP3 119 124 148 146 150 174 171
WP4 66 72 62 46 46 44 52
Totaal 446 485 534 493 521 558 552
vu-probe 1-p56.indd 43vu-probe 1-p56.indd 43 29-05-2008 14:19:5329-05-2008 14:19:53
44
Versla
g ra
ad va
n b
estu
ur
Overzicht van de output in de periode 2000-2007
Jaar Dissertaties WPu. Vakp.+ Rap.
A B C/D Totaal
2000 60 2 6 68 17041 134
2001 56 16 13 85 16261 171
2002 66 3 13 84 18401 164
2003 69 7 13 89 16641 182
2004 70 29 7 106 17801 146
2005 72 10 23 105 19101 153
2006 88 7 18 113 19551 125
2007 84 2 9 95 20431 159
Toelichting: 1 Inclusief Cochrane reviews.
Verhouding WPu/WP1
Jaar WPu/WP1
2000 9,0
2001 8,5
2002 8,5
2003 6,8
2004 7,8
2005 7,9
2006 8,1
2007 8,8
4.8 Waardering klanten en leveranciers
4.8.1 Waardering door patiënten
De VUmc-brede coördinatiegroep patiënttevredenheid heeft als doel klantgerichtheid te bevorderen en tevredenheid van
patiënten in VUmc te vergroten. De samenstelling is multidisciplinair, met zowel zorgverleners als stafmedewerkers.
In 2007 heeft de coördinatiegroep drie hoofdlijnen van beleid uitgezet, rond klantgerichtheid, verbetering van patiënten-
communicatie en het verkrijgen van patiëntenfeedback. Er is een projectgroep gestart met het project “Goede patiënten-
communicatie scoort beter”, dat moet leiden tot een advies in 2008 voor een patiëntenvoorlichtingsbeleid. Daarnaast
heeft de coördinatiegroep de zorgmanagers geadviseerd op alle afdelingen een elektronisch patiëntenfeedbacksysteem
in te voeren en daarbij teams te trainen in het gebruik en beheer van dit systeem. De invoering hiervan begint in januari
2008. Het thema klantgerichtheid is gezamenlijk met de projectgroep reputatiemanagement opgepakt.
Eind 2007 is de derde patiënttevredenheidsmeting in opdracht van de NFU uitgevoerd. De resultaten hiervan worden
verwacht in het eerste trimester van 2008. Er heeft een inventarisatie plaatsgevonden van alle verbeteracties die sinds
2006 binnen de divisies zijn ondernomen ter bevordering van patiënttevredenheid. Tot slot is op de internetsite van VUmc
een gastenboek geopend, waarin veel patiënten inmiddels hun positieve ervaringen hebben achtergelaten.
Onder andere vanwege de introductie van de marktwerking wordt het voor VUmc steeds belangrijker om te werken aan
een goede reputatie. Als nulmeting heeft VUmc in 2007 een reputatieonderzoek laten uitvoeren door TNS NIPO onder
patiënten en bewoners in het adherentiegebied (Amsterdam en o.a. Aalsmeer, Landsmeer, Purmerend, Uithoorn en
Zaanstad). VUmc kwam erg goed uit het onderzoek, ook in vergelijking met een aantal concurrerende ziekenhuizen in de
regio. De belangrijkste sterke punten waren het positieve oordeel over de kwaliteit van de medische zorg, het positieve
beeld over de reputatie van het ziekenhuis en het positieve beeld over de vriendelijkheid en behulpzaamheid van het
personeel. VUmc gebruikt de uitkomsten van het onderzoek als basis voor de positionering in 2008.
vu-probe 1-p56.indd 44vu-probe 1-p56.indd 44 29-05-2008 14:19:5329-05-2008 14:19:53
45
Versla
g ra
ad va
n b
estu
ur
Klachten
Conform de Wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector (WKCZ) beschikt VUmc over een Klachtenregeling en een Reglement
klachtenbehandeling. Het doel van de Klachtenregeling is drieledig:
- Het zo goed mogelijk recht doen aan de individuele klager en de beklaagde;
- Het waar mogelijk gevoelens van ongenoegen wegnemen en te streven naar herstel van de verstoorde relatie tussen
de klager en de beklaagde en/of tussen de klager en de organisatie;
- Het bewaken en bevorderen van de kwaliteit van de zorg- en/of dienstverlening en/of onderzoek van VUmc en diens
medewerkers.
De VUmc-klachtencommissie heeft 10 leden, waarvan twee extern en een externe voorzitter en plaatsvervangend
voorzitter. De klachtencommissie waarborgt haar onafhankelijkheid doordat de voorzitters niet gebonden zijn aan VUmc.
Het Reglement klachtenbehandeling beschrijft de werkwijze van de klachtencommissie. Zowel de klachtenregeling als het
reglement zijn te vinden op intranet en op internet. Klagers worden geïnformeerd over de klachtenprocedure met de
brochure “Wat kunt u doen met een klacht?” Deze brochure ligt bij de balie patiëntenvoorlichting in de hal van de poli-
kliniek. Ook staat de brochure op de VUmc website en wordt aan klagers meegestuurd met de ontvangstbevestiging. De
klachtencommissie brengt jaarlijks een eigen jaarverslag uit, dat onder andere aan de Inspectie voor de Gezondheidszorg
wordt gestuurd.
In 2007 heeft VUmc 313 schriftelijke klachten van of namens patiënten ontvangen. Van deze klachten zijn er 292 in de
bemiddelingsprocedure opgenomen. In totaal zijn 30 klachten ter behandeling aan de klachtencommissie voorgelegd,
ingediend door 18 verschillende klagers. De klachtencommissie heeft over 35 klachten in 2007 uitspraak gedaan, waarvan
14 klachten uit 2006. Van de 21 afgehandelde en in 2007 ingediende klachten is ruim eenderde gegrond verklaard (8) en
bijna tweederde ongegrond (13). Bijna de helft van alle bemiddelde en behandelde klachten ging over professioneel
(medisch) handelen. Dit is vergelijkbaar met het voorgaande jaar. Onder deze klachten vallen ook klachten over
diagnostiek (9%) en medicatie (3%). Net als in 2006 ging vijftien procent van alle klachten over organisatorische aspecten.
Een vijfde van de klachten betrof de communicatie (15%). Er zijn een aantal maatregelen getroffen naar aanleiding van
de klachten met als doel de communicatie en voorlichting aan de patiënt te verbeteren. Ook hebben klachten aanleiding
gegeven tot bespoediging van de berichtgeving aan de huisarts en tot protocollaire aanpassing.
4.8.2 Waardering door verwijzers
In 2006 is in een aantal focusgesprekken met huisartsen uit de basisregio en specialisten gevraagd hoe zij de
samenwerking ervaren en of er punten zijn die verbeterd kunnen worden. De huisartsen hebben in deze gesprekken
aangegeven dat een aantal randvoorwaarden voor een goede samenwerking niet in orde zijn. Bij deze randvoorwaarden
gaat het om:
• Beschikbaarheid van opnamemogelijkheden
• Bereikbaarheid specialisten (bijvoorbeeld voor verwijzing of overleg)
• De schriftelijke berichtgeving
• Het kunnen melden van klachten
• De continuïteit in de relatie arts-patient
• De communicatie tussen arts (in opleiding) en huisarts
Deze punten zijn tot verbeterpunten uitgewerkt in het actieplan ‘De rode loper’. Dit actieplan wordt uitgevoerd door de
coördinatiegroep verwijzers waarin alle specialismen vertegenwoordigd zijn.
De al eerder afgesproken presentatiegarantie voor huisartsen in de basisregio is nogmaals intern en onder de huisartsen
onder de aandacht gebracht. Deze regeling houdt in dat als een huisarts een patiënt wil presenteren dit altijd mogelijk is.
Als er sprake blijkt te zijn van een opname-indicatie en de betreffende afdeling in VUmc heeft geen plaats, dan zorgt deze
ervoor dat de patiënt elders wordt opgenomen.
vu-probe 1-p56.indd 45vu-probe 1-p56.indd 45 29-05-2008 14:19:5329-05-2008 14:19:53
46
Versla
g ra
ad va
n b
estu
ur
De bereikbaarheid van de specialisten is onder de loup genomen: de werkwijze is geëvalueerd en bijgesteld en de
bereikbaarheid wordt regelmatig gecontroleerd. Ook de bereikbaarheid van de huisartsen was een punt van aandacht.
Daarom staan de speciale telefoonnummers van huisartsen uit de basisregio nu in de interne telefoongids.
De schriftelijk berichtgeving wordt steeds verbeterd naar aanleiding van de maandrapportages over klinische en
poliklinische ontslagbrieven.
Ook bij de berichtgeving bij overlijden wordt maandelijks nagegaan of de aangescherpte afspraken gevolgd worden en
krijgen de afdeling feedback als zij de huisarts niet volgens afspraak hebben geïnformeerd.
De al langer bestaande mogelijkheid voor huisartsen om een MIP-melding te doen is uitgebreid naar de mogelijkheid een
reactie of klacht te melden. De medisch directeur bepaalt waar deze reactie afgehandeld wordt. De huisartsen krijgen
binnen zes weken antwoord.
De vraag om patiënten niet vaker dan twee maal van arts te laten wisselen zal op aanvraag van de huisarts of de patiënt
gehonoreerd worden.
Naast de actiepunten genoemd in de Rode Loper zorgt de coördinatiegroep ervoor dat nieuwe huisartsen een bezoek
krijgen aangeboden van een stafl id van een van de poortspecialismen met schriftelijke informatie van VUmc.
De overige actiepunten worden in 2008 uitgewerkt.
4.8.3 Waardering door studenten
De studenten- en docentenevaluaties zijn ingebed in de kwaliteitscyclus en leveren veel aanknopingspunten op voor
verbetering van het onderwijs. Voor alle onderdelen zijn consequent verbeterplannen opgesteld en geïmplementeerd.
Met het afronden van deze cyclus is tegemoet gekomen aan een belangrijk kritiekpunt bij de vorige onderwijsvisitatie.
Er is over de hele linie veel waardering voor het nieuwe onderwijsprogramma van de opleiding Geneeskunde.
Het aantal eerste voorkeuren is fl ink gestegen (700 aanmeldingen in 2006 tegenover 950 in 2007). Hiermee is het
marktaandeel gestegen van 10,8 % in 2006 naar 13,6% in 2007.
4.9 Waardering medewerkers
4.9.1 Medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO)
In november 2006 is de tevredenheid van VUmc medewerkers gemeten op hoofdlijnen middels een aselecte steekproef
onder een selecte groep. Het MTO had tot doel het management inzicht geven in de tevredenheid van de medewerkers op
hoofdlijnen en werd gebruikt om intern de uitkomst te kunnen benchmarken met het MTO 2001. Ook wordt het manage-
ment hiermee een handreiking gedaan voor het doorvoeren van verdere verbeteringen. De resultaten van het MTO op
hoofdlijnen zijn begin 2007 in verschillende presentaties aan divisievoorzitters, managers bedrijfsvoering, P&O medewer-
kers en overige medewerkers bekend gemaakt. Ook de Tracer besteedde hier aandacht aan.
Ten opzichte van 2001 zijn op vrijwel alle bevraagde hoofdonderwerpen een signifi cante stijging van de waardering te
constateren. Op die punten die voor verbetering in aanmerking kwamen zijn centraal en binnen de divisies acties uitgezet.
De raad van bestuur vroeg in mei 2007 in de kaderbrief aan de managers bedrijfsvoering concrete verbeterdoelen per
divisie/dienst te formuleren op basis van de uitkomsten van het MTO 2006. Verbeterdoelen werden vervolgens per divisie
opgenomen in de managementcontracten. Onderwerpen als werkoverleg, betrokkenheid medewerkers bij en communi-
catie over afdelings/-divisieplannen, loopbaanmogelijkheden en begeleiding bij de persoonlijke ontwikkeling en aandacht
voor gezondheid en persoonlijke belangen van medewerkers kwamen daarbij aan de orde. De resultaten worden middels
de planning & controlcyclus gevolgd. In 2009 zal het MTO worden herhaald.
vu-probe 1-p56.indd 46vu-probe 1-p56.indd 46 29-05-2008 14:19:5329-05-2008 14:19:53
47
Versla
g ra
ad va
n b
estu
ur
4.9.2 Verzuim en verloop in VUmc
Betrokkenheid van medewerkers weerspiegelt zich onder meer in verzuimcijfers en verloop. Ten opzichte van 2001 is het
verzuim exclusief gravida (verzuim als gevolg van zwangerschap en bevalling) in 2007 met ruim 37% gedaald. In 2007
was het verzuim korter dan 1 jaar 3,71% en het verzuim van een jaar of langer 0,68%. Een actief gezondheidsbeleid is
in 2007 gericht geweest op de doelstelling om het verzuim nog meer te reduceren en extra aandacht te schenken aan
preventie. Strakke procedures na verzuimmelding medewerker, continuering van de in het kader van het Arboconvenant
opgezette preventieprogramma’s voor fysieke belasting, RSI en psychische belasting alsmede de cultuur en de situatie op
de arbeidsmarkt hebben allemaal bijgedragen aan de verzuimreductie.
Verzuimontwikkeling 2004 tot en met 2007
*) Onder gravida wordt verstaan: verlof in verband met zwangerschap en bevalling.
De verzuimfrequentie, het aantal keren dat een medewerker zich in VUmc gemiddeld ziekmeldt, laat het volgende beeld
zien over de afgelopen vier jaren.
De relatief sterkere daling van de verzuimfrequentie ten opzichte van een wat geringe daling van het verzuimpercentage
exclusief gravida wijst erop dat medewerkers weliswaar minder vaak verzuimen maar áls ze dat doen dat gemiddeld wel
iets langer doen.
0,00%
1,00%
2,00%
3,00%
4,00%
5,00%
6,00%
7,00%
Gravida *) 0,84% 1,01% 0,99% 1,04%
Langziek (>= 1 jaar ziek) 1,17% 1,03% 0,71% 0,68%
Ziekteverzuim (< 1 jaar ziek) 4,47% 4,08% 3,87% 3,71%
2004 2005 2006 2007
1,45
1,50
1,55
1,60
1,65
1,70
Verzuimfrequentie 1,55 1,68 1,61 1,53
2004 2005 2006 2007
vu-probe 1-p56.indd 47vu-probe 1-p56.indd 47 29-05-2008 14:19:5329-05-2008 14:19:53
48
Versla
g ra
ad va
n b
estu
ur
Ontwikkeling verloop in fte 2004 tot en met 2007
De laatste jaren zijn zowel de instroom als de uitstroom laag geweest, met andere woorden: de mobiliteit was laag.
Medewerkers bleven langer in het VUmc en hun gemiddelde leeftijd werd hoger. Sinds 2005 stijgt de mobiliteit in VUmc
als geheel weer. Omdat de instroom in 2007 hoger bleef dan de uitstroom nam het aantal fte toe. Over de hele linie is het
aantal medewerkers toegenomen, hierdoor steeg het aandeel indirect personeel met 0,3% tot 29,1%. Om vertrekredenen
beter in beeld te krijgen is een speciaal instrument aangekocht dat binnen de divisies is geïmplementeerd. Hiermee kun-
nen tijdens exit-interviews de vertrekredenen eenvoudig worden geregistreerd zodat de gegevens later ook gemakkelijk
kunnen worden geanalyseerd.
4.10 Waardering door maatschappij
Arbo en Milieu
Om een effi ciënte en effectieve vertaling van VUmc ambities en verplichtingen uit onder meer wet- en regelgeving
mogelijk te maken is gestart met een themawerkgroep ‘Arbo en Milieu’. Een belangrijk basisdocument voor deze werk-
groep is de fl exibele milieuvergunning die VUmc in 2007 van de gemeente Amsterdam heeft gekregen. In 2007 zijn
aandachtpunten benoemd op het gebied van organisatie, systematiek van de risico inventarisatie en evaluatie (RI&E), en
het realiseren van actuele milieu aspecten registers (MAR’s).
Een nieuwe integrale opzet is gekozen om risicobeheersing zowel op het gebied van arbo als op milieu te koppelen. In
2008 wordt deze opzet verder uitgewerkt in een meerjaren programma en vervat in een planning&control-cyclus. De RI&E
en MAR worden hiermee telkens afgestemd op de actuele stand van zaken en ingebed in de primaire processen.
Conform de doelstellingen in het Jaarplan zijn alle geplande RI&E’s in 2007 uitgevoerd en de MAR’s waar nodig bijgesteld.
Ook is binnen VUmc veel aandacht uitgegaan naar het zo veel mogelijk beperken van de nadelige arbo- en milieugevolgen
van de brand in mei 2007 bij de operatiekamers.
0,0%
5,0%
10,0%
15,0%
20,0%
4.7004.750
4.8004.850
4.9004.950
5.0005.050
5.1005.150
Uitst roomrat io 10,1% 11,6% 11,0% 13,8%
Inst roomrat io 12,1% 10,5% 12,6% 15,5%
Fte 4.935 4.854 4.896 5.090
2004 2005 2006 2007
vu-probe 1-p56.indd 48vu-probe 1-p56.indd 48 29-05-2008 14:19:5329-05-2008 14:19:53
49
Versla
g ra
ad va
n b
estu
ur
4.11 Resultaten fi nancieel beleid
Ontwikkeling eigen vermogen
Het resultaat uit de totale bedrijfsuitoefening in 2007 bedraagt € 41,3 mln. positief en is als volgt opgebouwd:
resultaat in € 1 mln
VUmc reguliere bedrijfsvoering 5,9
VUmc bijz. opbrengsten brand t.b.v. bestemmingsreserve 8,9
VUmc bijz. opbrengsten nacalculaties 2002 - 2006 17,3
VUmc 2e en 3e geldstroom onderzoeksprojecten 6,1
SCRR 3,4
Boelevaar Holding - 0,3
Totaal 41,3
In 2007 is bij twee divisies gewerkt aan de voorbereiding om de activiteiten van onderzoeksstichtingen over te dragen aan
het VUmc en naar aan de divisies verbonden beheer BV’s. Dit heeft geleid tot een vermogensoverdracht van € 1,4 mln. op
31 december 2007 van deze Stichtingen naar de Divisie VI Beheer BV (dochter van de Boelevaar Holding BV).
Door de toevoeging van het resultaat ad. € 41,3 mln. en de vermogensoverdracht ad. € 1,4 mln. is het eigen vermogen
gestegen tot € 70,5 mln. (€ 39,0 mln. collectief gefi nancierd gebonden vermogen en € 31,5 mln. vrij vermogen).
Binnen het gebonden vermogen is een bestemmingsreserve gevormd van € 6,4 mln. ter afwikkeling van extra kosten
voortkomend uit de brand- en waterschade (€ 8,9 mln. -/- € 2,5 mln.).
De belangrijkste kengetallen ten aanzien van de fi nanciële positie zijn hieronder weergegeven.
2007 2006
Vermogensniveau (EV / TO) 12,5% 6,0%
Voorzieningenniveau (V / TO) 3,2% 3,5%
Weerstandsniveau ((EV + V) / TO) 15,6% 9,4%
Solvabiliteit (EV / TV) 13,1% 6,6%
De meerjaren doelstelling om het vermogensniveau naar een percentage van 12% te brengen is reeds in 2007
gerealiseerd. Hiermee is een solide basis gelegd om fi nanciële tegenvallers in de toekomst te kunnen opvangen.
Bedrijfsvoering
De totale baten zijn ten opzichte van 2006 met € 99,8 miljoen gestegen, daartegenover zijn de bedrijfslasten met € 67,4
miljoen gestegen. Deze stijgingen worden voornamelijk veroorzaakt door de bijzondere baten (van € 60,75 mln.) en
lasten (van € 51,8 mln.) ten gevolge van de brand in het OK complex. Tevens is door waterschade - later dit jaar ontstaan
door lekkage - de vrijwel nieuwe PET/CT scan gedeactiveerd en onder bijzondere lasten opgenomen voor € 2,5 mln.
De schadevergoeding moet nog worden vastgesteld.
Een verdere verklaring voor de toename van de baten is de nacalculatie over de jaren 2002 – 2006. Deze incidentele post
van € 17,3 mln. is in het budget patiëntenzorg verwerkt.
Ten opzichte van 2006 is (inclusief de verschuiving van het opleidingsfonds) voor de totale patiëntenzorg een stijging te
zien van 6%; dit komt overeen met € 18 mln. Exclusief de bijzondere baten stegen de overige bedrijfsopbrengsten met
€ 32 mln. Dit vindt zijn oorzaak in de overheveling van het Opleidingsfonds van budget patiëntenzorg naar overige
subsidies (€ 31,9 mln.)
vu-probe 1-p56.indd 49vu-probe 1-p56.indd 49 29-05-2008 14:19:5429-05-2008 14:19:54
50
Versla
g ra
ad va
n b
estu
ur
De kosten van het personeel in loondienst zijn ten opzichte van 2006 gestegen met € 12,7 mln.
Deze stijging wordt veroorzaakt door de CAO verhoging van april en augustus 2007 en een toename van het aantal fte’s.
De overige bedrijfskosten zijn gestegen en deze stijging is het grootst bij de patiëntgebonden kosten en bij de algemene
kosten.
De mutatie Onderhanden Werk onderzoeksprojecten is negatief, waardoor de post overige bedrijfskosten is gedaald ten
opzichte van 2006.
Het resultaat van de afgesloten onderzoeksprojecten en overige activiteiten binnen de 2de en 3de geldstroom over 2006
en 2007 beloopt € 6,1 mln. Dit resultaat is binnen het vermogen geoormerkt voor onderzoeksprojecten.
Op het resultaat zijn met name de volgende onderwerpen van invloed geweest:
• De nacalculatie 2002 – 2006 van het wettelijk budget;
• De bijzondere baten als gevolg van de brand;
• Een stijging van de productieafspraken met ruim 11%;
• De beheersing van kosten ook in 2007.
Balans
Kortlopende vorderingen
Deze zijn toegenomen door een nog uit te betalen bedrag voor brandschade door de verzekeraars per balansdatum.
Voorzieningen
Het voorzieningenniveau is gestegen van € 16,2 mln. naar € 17,9 mln. Deze stijging is met name het gevolg van een
dotatie aan de voorziening achterstallig onderhoud bij het VUmc. Alle andere voorzieningen in het kader van de richtlijn
jaarverslaggeving 271 en de voorziening sociale- en reorganisatiekosten zijn op het vereiste niveau gebracht.
Kortlopende schulden
Er is een toename van het fi nancieringstekort van € 47 mln. De terugbetaling aan zorgverzekeraars zal in 2008
plaatsvinden. Tevens zijn onder de kortlopende schulden zijn de verplichtingen opgenomen voor de herbouw en inrichting
van de uitgebrande OK’s.
vu-probe 1-p56.indd 50vu-probe 1-p56.indd 50 29-05-2008 14:19:5429-05-2008 14:19:54
51
Bijla
ge
Bijlage 1 HRM kengetallen 2007 VU medisch centrum
Onderwerp Kengetal 2004 2005 2006 2007 Verschil Relatief
2007 verschil
t.o.v. 2006 in %
Functiebestand Vumc, personeel: alle geldstromen 4.935 4.854 4.896 5.090 194 4,0%
(in fte) - patientgebonden personeel (a) 3.339 3.331 3.372 3.488 116 3,4%
- personeel algemeen- en administratieve functies (b) 1.077 1.073 1.085 1.153 68 6,3%
- personeel hotelfuncties (c) 315 305 293 299 6 2,0%
- personeel terrein- en gebouwgebonden functies (d) 41 40 32 29 -3 -9,4%
- verpleegkundigen in opleiding (e) 88 72 72 80 8 11,1%
- personeel niet in loondienst 68 32 3 2 -1 -33,3%
- overig 7 1 39 39 0 0,0%
Vumc, personeel: 1e GELDSTROOM 4.375 4.375 4.282 4.448 166 3,9%
- patientgebonden personeel (a) 2.860 2.860 2.854 2.943 89 3,1%
- personeel algemeen- en administratieve functies (b) 1.003 1.003 1.003 1.071 68 6,8%
- personeel hotelfuncties (c) 311 311 288 294 6 2,1%
- personeel terrein- en gebouwgebonden functies (d) 41 41 32 29 -3 -9,4%
- verpleegkundigen in opleiding (e) 88 88 72 80 8 11,1%
- personeel niet in loondienst 66 66 3 2 -1 -33,3%
- overig 6 6 31 28 -3 -9,7%
Vumc, personeel: 3e GELDSTROOM 555 574 613 641 28 4,6%
- patientgebonden personeel (a) 473 487 517 545 28 5,4%
- personeel algemeen- en administratieve functies (b) 73 79 83 82 -1 -1,2%
- personeel hotelfuncties (c) 4 4 5 5 0 0,0%
- personeel niet in loondienst 3 0 0 0 0 0,0%
- overig 1 3 9 10 1 11,1%
(in fte) VUmc totaal aantal medewerkers in fte 4.935 4.854 4.896 5.090 194 4,0%
-NWP 3.584 3.475 3.483 3.625 142 4,1%
-WP doorstroom 168 145 144 131 -13 -9,0%
-WP promovendi 141 138 142 150 8 5,6%
-WP staf 766 786 804 847 43 5,3%
- AIO’s CBOG toewijzing 276 310 324 338 14 4,3%
(in fte) Aantal leidinggevend verplegend & verzorgend personeel in fte 76 70 59 58 -1 -1,7%
Aantal niet leidinggevend verplegend & verzorgend personeel 971 948 958 987 29 3,0%
Indirect personeel in fte (b + c + d) 1.433 1.418 1.410 1.481 71 5,0%
Indirect personeel % 29,0% 29,2% 28,8% 29,1% 0,3% 1,0%
(in fte) Top 5 functies met meeste fte 985 1.042 1.181 1.218 37 3,1%
- arts-assistenten src 269 300 314 327 13 4,1%
- verpleegkundige 329 305 309 326 17 5,5%
- gespecialiseerd verpleegk. 215 214 235 211 -24 -10,2%
- wetenschappelijk onderzoeker a 0 49 140 178 38 27,1%
- gespec.verpleegk.int.zorg 172 173 184 176 -8 -4,3%
(in fte) Aantal fte medici in schaalklasse: 674 688 709 724 15 2,1%
11A (arts-assistenten) 343 367 380 377 -3 -0,8%
MS (medisch specialist) 26 22 24 26 2 8,3%
UMS (universitair medisch specialist) 250 246 248 263 15 6,0%
HM4 (hoogleraren / medisch specialisten) 21 22 27 30 3 11,1%
HH5 (hoogleraren / afdelingshoofden) 34 31 30 28 -2 -6,7%
vu-probe 1-p56.indd 51vu-probe 1-p56.indd 51 29-05-2008 14:19:5429-05-2008 14:19:54
52
Bijla
ge
Onderwerp Kengetal 2004 2005 2006 2007 Verschil Relatief
2007 verschil
t.o.v. 2006 in %
(hoofdelijk) VUmc totaal, incl. uurloners & personeel niet in loondienst) 6.736 7.016 7.291 7.813 522 7,2%
- patientgebonden personeel (a) 4.036 4.020 4.116 4.257 141 3,4%
- personeel algemeen- en administratieve functies (b) 1.597 1.656 1.605 1.708 103 6,4%
- personeel hotelfuncties (c) 451 441 408 408 0 0,0%
- uurloners en personeel niet in loondienst (d) 174 186 178 165 -13 -7,3%
- personeel terrein- en gebouwgebonden functies (e) 43 42 34 31 -3 -8,8%
- stagiares (f) 333 590 872 1.157 285 32,7%
- verpleegkundigen in opleiding (g) 102 80 77 88 11 14,3%
(hoofdelijk) VUmc totaal aantal medewerkers in loondienst hoofdelijk 5.932 5.980 5.933 5.911 -22 -0,4%
- aantal leidinggevenden 419 408 374 353 -21 -5,6%
- aantal niet-leidinggevenden 5.513 5.572 5.559 5.558 -1 0,0%
- % leidinggevend 7,1% 6,8% 6,3% 6,0% -0,3% -4,8%
- % niet leidingevend 92,9% 93,2% 93,7% 94,0% 0,3% 0,3%
(hoofdelijk) Leeftijdsopbouw van alle medewerkers in loondienst 100,0% 100,0% 100,0% 100,0%
tot 30 jaar 22,4% 21,9% 21,0% 19,6% -1,4% -6,7%
30 tot 55 jaar 68,2% 68,0% 68,1% 68,3% 0,2% 0,3%
>=55 jaar 9,4% 10,1% 10,8% 12,1% 1,3% 12,0%
Gemiddelde leeftijd van medewerkers die in dienst zijn gekomen 32,0 29,7 30,8 31,5 1,2 3,9%
Gemiddelde leeftijd van medewerkers die uit dienst zijn getreden 33,8 35,1 33,7 35,3 1,3 3,8%
Gemiddelde leeftijd van een medewerker bij het VUMC 39,5 39,9 40,3 40,9 0,6 1,5%
Gemiddelde leeftijd van een vaste medewerker 42,8 43,3 43,9 44,5 0,6 1,4%
Gemiddelde leeftijd van een medewerker met tijdelijk dienstverband 31,0 31,3 31,6 31,8 0,2 0,6%
(hoofdelijk) diensttijdverdeling van alle medewerkers in loondienst 100,0% 100,0% 100,0% 100,0%
<= 2 jaar 37,8% 33,9% 31,6% 30,9% -0,7% -2,2%
3 - 4 24,7% 26,1% 15,7% 13,2% -2,5% -15,9%
5 - 6 6,8% 8,6% 19,8% 20,4% 0,6% 3,0%
7 - 8 4,0% 4,5% 5,5% 7,1% 1,6% 29,1%
9 - 10 2,4% 2,9% 3,4% 3,8% 0,4% 11,8%
> 10 jaar 24,4% 24,0% 24,0% 24,6% 0,6% 2,5%
Percentage mannen 34,8% 35,0% 34,5% 33,7% -0,8% -2,3%
Percentage vrouwen 65,2% 65,0% 65,5% 66,3% 0,8% 1,2%
Percentage tijdelijke contracten 28,2% 29,3% 29,8% 29,7% -0,1% -0,3%
Percentage vaste contracten 71,8% 70,7% 70,2% 70,3% 0,1% 0,1%
Deeltijdfactor 83,2% 81,2% 82,5% 86,1% 3,6% 4,4%
Percentage deeltijdcontracten 55,2% 56,2% 55,7% 54,6% -1,1% -2,0%
Percentage voltijdcontracten 44,8% 43,8% 44,3% 45,4% 1,1% 2,5%
vu-probe 1-p56.indd 52vu-probe 1-p56.indd 52 29-05-2008 14:19:5429-05-2008 14:19:54
53
Bijla
ge
Onderwerp Kengetal 2004 2005 2006 2007 Verschil Relatief
2007 verschil
t.o.v. 2006 in %
In- en uitstroom Instroom in fte VUMC naar geldstroom 719 630 749 915 166 22,2%
Instroom op basis van 1e geldstroom 594 493 590 695 105 17,8%
Instroom op basis van 3e geldstroom 126 137 159 219 60 37,7%
Instroom in fte VUMC naar vast tijdelijk dienstverband 720 630 749 915 166 22,2%
Instroom van vaste medewerkers 114 35 51 60 9 17,6%
Instroom van tijdelijke medewerkers 606 596 698 855 157 22,5%
Instroomratio 12,1% 10,5% 12,6% 15,5% 2,9% 23,0%
Uitstroom in fte VUMC 601 695 655 816 161 24,6%
Uitstroom op basis van 1e geldstroom 474 578 523 639 116 22,2%
Uitstroom op basis van 3e geldstroom 127 118 132 177 45 34,1%
Uitstroom in fte VUMC naar vast/tijdelijk dienstverband 601 696 655 816 161 24,6%
Uitstroom van vaste medewerkers 192 264 206 299 93 45,1%
Uitstroom van tijdelijke medewerkers 409 432 450 518 68 15,1%
Uitstroomratio 10,1% 11,6% 11,0% 13,8% 2,8% 25,5%
Loonkosten- Totale loonkosten (incl. soc. lasten en plusplaatsen) € 274.957 € 282.646 € 289.692 € 306.879 € 17.187 5,9%
ontwikkeling - Niet Wetenschappelijk Personeel (NWP) € 163.620 € 165.117 € 169.435 € 179.569 € 10.134 6,0%
(in € 1.000) - Wetenschappelijk Personeel Staf (WP staf) € 81.861 € 86.241 € 89.397 € 95.132 € 5.735 6,4%
- Wetenschappelijk Personeel Doorstroom (WP doorstroom) € 10.238 € 9.605 € 9.593 € 9.385 -€ 208 -2,2%
- Promovendi € 4.572 € 4.704 € 5.184 € 5.660 € 476 9,2%
- Gratifi caties € 0 € 0 € 0 € 0 € 0 0,0%
- AIOS CBOG toewijzing € 14.666 € 16.979 € 17.793 € 19.066 € 1.273 7,2%
- Sociale lasten € 0 € 0 -€ 1.710 -€ 1.934 -€ 224 13,1%
(in € 1.000) Totaal looncomponenten (incl. soc. lasten en pluspltsn) € 274.957 € 282.646 € 289.692 € 306.879 € 17.187 5,9%
- Salaris € 242.713 € 239.436 € 228.784 € 241.018 € 12.234 5,3%
- Toelage onregelmatige dienst € 8.257 € 8.032 € 7.626 € 8.058 € 432 5,7%
- Overwerk € 802 € 641 € 675 € 815 € 140 20,7%
- Gratifi catie € 1.335 € 0 € 0 € 0 € 0 0,0%
- Toelage € 12.468 € 26.090 € 45.518 € 47.720 € 2.202 4,8%
- Uitzendkrachten € 0 € 0 -€ 1.710 -€ 1.934 -€ 224 13,1%
- Compensatie ziekte & bevallingsverlof € 4.775 € 2.854 € 3.820 € 2.354 -€ 1.466 -38,4%
- Overig personeel niet in loondienst € 4.608 € 5.593 € 4.979 € 8.846 € 3.867 77,7%
Loonsomverdeling 100% 100% 100% 100%
- Salaris 88,3% 84,7% 79,0% 78,5% -0,5% -0,6%
- Toelage onregelmatige dienst 3,0% 2,8% 2,6% 2,6% 0,0% 0,0%
- Overwerk 0,3% 0,2% 0,2% 0,3% 0,1% 50,0%
- Gratifi catie 0,5% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0%
- Toelage 4,5% 9,2% 15,7% 15,6% -0,1% -0,6%
- Uitzendkrachten 0,0% 0,0% -0,6% -0,6% 0,0% 0,0%
- Compensatie ziekte & bevallingsverlof 1,7% 1,0% 1,3% 0,8% -0,5% -38,5%
- Overig personeel niet in loondienst 1,7% 2,0% 1,7% 2,9% 1,2% 70,6%
gemiddelde loonkosten in referteperiode per (ingezette) fte € 55.713 € 58.229 € 59.165 € 60.289 € 1.124 1,9%
gemiddeld bruto salaris in referteperiode per fte € 49.180 € 49.327 € 46.726 € 47.350 € 624 1,3%
vu-probe 1-p56.indd 53vu-probe 1-p56.indd 53 29-05-2008 14:19:5429-05-2008 14:19:54
54
Bijla
ge
Onderwerp Kengetal 2004 2005 2006 2007 Verschil Relatief
2007 verschil
t.o.v. 2006 in %
Ziekteverzuim Meldingsfrequentie (aantal keer ziek gemeld per periode) 1,55 1,68 1,61 1,53 -0,08 -5,0%
Verzuimduur aantal (100%) 100% 100% 100% 100%
1-2 dagen 3,7% 4,0% 4,8% 4,7% -0,1% -2,1%
3-7 dagen 12,4% 14,5% 14,4% 14,2% -0,2% -1,4%
2 weken 7,4% 8,5% 8,6% 7,9% -0,7% -8,1%
3-4 weken 8,4% 8,5% 8,9% 8,0% -0,9% -10,1%
5-6 weken 6,4% 6,0% 7,2% 6,9% -0,3% -4,1%
7-26 weken 32,7% 31,3% 34,4% 34,9% 0,5% 1,5%
27-53 weken 11,1% 10,5% 9,0% 11,0% 2,0% 22,3%
> 1 jaar 17,9% 16,6% 12,7% 12,2% -0,5% -3,9%
Aantal ziekmeldingen in referteperiode totaal (incl. gravida) 9.352 9.786 9.516 9.410 -106 -1,1%
Ziektepercentage (totaal) 6,48% 6,13% 5,57% 5,43% -0,14% -2,16%
Ziekteverzuim(< 1 jr ziek) 4,47% 4,08% 3,87% 3,71% -0,16% -3,58%
Langziek(>= 1 jr ziek) 1,17% 1,03% 0,71% 0,68% -0,03% -2,56%
Gravida 0,84% 1,01% 0,99% 1,04% 0,05% 5,95%
Kort verzuim (< 1 jr) VUMC 4,47% 4,08% 3,87% 3,71% -0,16% -4,13%
Divisie 1 3,60% 3,67% 3,60% 3,18% -0,42% -11,67%
Divisie 2 3,23% 3,19% 3,04% 2,73% -0,31% -10,20%
Divisie 3 4,56% 4,18% 3,80% 4,45% 0,65% 17,11%
Divisie 4 5,51% 4,75% 4,37% 3,61% -0,76% -17,39%
Divisie 5 3,35% 3,74% 3,73% 4,04% 0,31% 8,31%
Divisie 6 2,63% 2,25% 3,77% 2,62% -1,15% -30,50%
Fac.bedrijf 8,84% 5,63% 5,38% 5,54% 0,16% 2,97%
Instituut voor onderwijs & opleiding 5,73% 5,59% 3,07% 3,92% 0,85% 27,69%
Stafdiensten 4,35% 4,84% 4,02% 3,64% -0,38% -9,45%
1 Voor de vergelijkbaarheid is ervoor gekozen om voor de jaren 2004 tot en met 2007 de gegevens uit de laatste – verbeterde en gevalideerde –
versies van het managementinformatiesysteem (COGNOS) te gebruiken. Door systeemwijzigingen kunnen ten opzichte van de vorige jaarverslagen
(lichte) afwijkingen ontstaan.
2 De stijging van de totale loonkosten met 5,9% in de referteperiode is voornamelijk het gevolg van de toename van het aantal fte’s met 4%, de extra
kosten voor de bij CAO afgesproken salarisverhoging van 0,7% per 1 januari 2007, het anciënniteitseffect (door een nog relatief lage mobiliteit
schuiven zittende medewerkers langzaam verder op naar het einde van de schaal).
3 Als gevolg van de brand op de operatiekamers in mei 2007 is meer overgewerkt en meer gewerkt in onregelmatige diensten.
vu-probe 1-p56.indd 54vu-probe 1-p56.indd 54 29-05-2008 14:19:5429-05-2008 14:19:54
55
Bijla
ge
Ontwikkeling personeelsbestand alle geldstromen VU medisch centrum in fte vanaf januari 2004 t/m december 2007fte
Eind 2005 was het personeelsbestand als gevolg van Gerichte Groei gedaald tot het laagste punt in vier jaar, daarna steeg
het personeelsbestand. Het laatste half jaar bleef het personeelsbestand stabiel met circa 5.100 fte.
4600
4700
4800
4900
5000
5100
5200
2004
/Jan
2004
/Apr
2004
/Jul
2004
/Oct
2005
/Jan
2005
/Apr
2005
/Jul
2005
/Oct
2006
/Jan
2006
/Apr
2006
/Jul
2006
/Oct
2007
/Jan
2007
/Apr
2007
/Jul
2007
/Oct
vu-probe 1-p56.indd 55vu-probe 1-p56.indd 55 29-05-2008 14:19:5429-05-2008 14:19:54
56
Bijla
ge
Bijlage 2 Eindresultaten Onderwijs en opleidingen
Kengetallen onderwijs en opleiding Jaar Jaar Jaar Jaar Jaar
Opleiding Geneeskunde 07 - 08 06 - 07 05 - 06 04 –05 03 - 04
- reguliere instroom propedeuse 350 350 350 350 350
- instroom Noorse studenten in propedeuse - - - - 8
- instroom hogere studiejaren (vnl. buitenlandse artsen) 1 5/6 8 10 10
- instroom tandartsen voor verkort doctoraalprogramma - - 2 4 5
- instroom Honoursprogramma 34 29 15 19 20
- totaal aantal studenten 2377 2267 2199 2031 1853
- % vrouwelijke studenten 64% 64% 63% 63% 62%
- propedeusediploma’s - - 47 339 343
- doctoraal diploma’s - 250 242 210 177
- basisartsen - 209 207 173 199
Klinisch specialistenopleidingen 2007 2006 2005 2004 2003
- aantal opleidingen (erkend) 27 25 25 24 24
- aantal opleidingen (niet medisch) p.m. 14 14 14 9
- instroom (OOR VUmc) 116 108 100 90 82
- totaal aantal AIOS (OOR VUmc) p.m. 541 528 456 406
- instroom AIOS (VUmc) 54 69 72 77 71
- totaal aantal AIOS (VUmc) 316 325 337 304 285
- aantal afgestudeerden p.m. 51 60 p.m. 51
Huisartsopleiding 2007 2006 2005 2004 2003
- instroom 57 58 59 56 59
- totaal aantal AIOS 177 178 175 176 177
- aantal afgestudeerden 56 55 52 56
Verpleeghuisartsopleiding 2007 2006 2005 2004 2003
- instroom 37 43 50 48 44
- totaal aantal AIOS 78 94 93 89 83
- aantal afgestudeerden 38 46 38 36 39
PAOG cursus- en congresorganisatie 2007 2006 2005 2004 2003
- aantal nationale bijeenkomsten (deelnemers) 53(3120) 47(4054) 57 (2977) 33 (2666) 41 (3169)
- aantal internationale bijeenkomsten (deelnemers) 3(1315) 4(1186) 7 (2241) 1 (1109) 4 (828)
Masteropleiding Oncology 07 - 08 06 - 07 05 - 06 04 –05 03 - 04
- instroom 30 22 25 16 28
- totaal aantal studenten - 62 54 49 46
- aantal afgestudeerden - 17 23 23 13
Postinitieel masteronderwijs Epidemiologie 2007 2006 2005 2004 2003
Bij- en nascholingscursussen.: aantal bijeenk./ (deeln.) 17 (592) 17 (573) 16 (535) 21 (590) 16 (513)
Masteropleiding Epidemiologie: aantal afgestudeerden 41 30 35 37 26
Praktijkopleiding Verpleegkunde 07 - 08 06 - 07 05 - 06 04 –05 03 - 04
- instroom HBO (duaal)/MBO (beroepsbegeleidende leerweg) 21 25 29 19 33
- instroom stagiaires verpleegkunde 63 48 45 ±60 64
- aantal afgestudeerden HBO (VU variant en verkort duaal) 7 4 6 7
- aantal afgestudeerden MBO (verkort bbl) 9 5 11 14
Opleidingen Amstel Academie 2007 2006 2005 2004 2003
- aantal cursisten paramedisch 240 285 308 325 320
- aantal cursisten acute zorg (IC e.d.) 121 170 168 186 160
- overige cursisten spec.opl. 140 140 185 175 200
- Rendement 75% 75%
- bij- en nascholing, deelnemers 1660 1386 900 630 500
vu-probe 1-p56.indd 56vu-probe 1-p56.indd 56 29-05-2008 14:19:5429-05-2008 14:19:54
57
Bijla
ge
Bijlage 3 VUmc-Basisset Prestatie-indicatoren 2007
Inhoudsopgave
I. Indicatoren 58
I.1 Decubitus (doorliggen) 58
I.2 Ondervoeding 59
I.3 Medicatieveiligheid 60
I.4 Zorg-ICT 60
I.5 Ziekenhuisinfecties 62
I.6 Complicatieregistratie 62
l.7 Pijn na een operatie 63
l.8 Volume van risicovolle interventies 64
l.9 Cholecystectomie 64
l.10 Ongeplande heroperaties 64
l.11 Afgezegde operaties 65
l.12 Intensive care (IC) 65
l.13 Zwangerschap 67
l.14 Diabetes mellitus (suikerziekte) 67
l.15 Cardiologie 68
l.16 Cerebrovasculair accident CVA (hersenbloeding) 70
l.17 Heupfractuur 71
l.18 Mammacarcinoom (borstkanker) 72
l.19 Cataract (staar) 72
l.20 Kinderchirurgie 73
ll. NVZ-indicatoren
Kwaliteitsborging en kwaliteitssystemen
Il.1 Accreditatie 73
Incidenten patiëntenzorg (MIP, FONA)
ll.2 Incidenten patiëntenzorg (MIP, FONA) 75
Financiele positie
ll.3 Financiële positie 75
Parameters ten behoeve van verantwoording, sturing en benchmarking
ll.4.1.1 Patiënttevredenheid 75
ll.4.1.2 Klachten 76
Organisatie & kwaliteit
ll.4.2.1 Wachttijden 76
ll.4.2.2 Risico-inventarisatie 77
Organisatie en randvoorwaarden
ll.4.3.1 Welbevinden medewerkers 77
ll.4.3.2 Milieubelasting 77
Onderwijs, opleiden en onderzoek
ll.4.4.1 Onderwijs en opleidingen 78
ll.4.4.2 Onderzoek 78
vu-probe-vanaf-p57-82.indd 57vu-probe-vanaf-p57-82.indd 57 28-05-2008 15:20:2928-05-2008 15:20:29
58
Bijla
ge
Algemene inleiding PI’s
De hieronder behandelde indicatoren zijn verplichte indicatoren die jaarlijks door IGZ aan alle ziekenhuizen worden
bevraagd en die gezamenlijk de Basisset prestatie-indicatoren vormen. Per prestatie-indicator wordt een korte
omschrijving van de gevraagde indicator gegeven. Vervolgens staan de gegevens van VUmc vermeld. De toelichting op
de prestatie-indicatoren is in eerste aanzet geschreven als toelichting voor de Inspectie en bevat daardoor veel medisch
terminologie.
I. Ziekenhuisbrede indicatoren
I.1 Decubitus (doorliggen)
I.1.1 Decubitusregistratie
Vraagstelling:
a) beschikt u over een systematische decubitusregistratie?
b) registreert u volgens het LPZ-systeem (Landelijke Prevalentiemeting Zorgproblemen)?
c) worden de resultaten van de registratie aantoonbaar gebruikt in beslissingen van het management?
VUmc houdt jaarlijks een prevalentie-onderzoek naar decubitus. VUmc beschikt over een decubitusregistratie, waarbij het
LPZ-protocol wordt gevolgd. Alleen de patiënten die bij de wond- en decubitus-verpleegkundigen zijn aangemeld, worden
in de registratie opgenomen. In het kader van het landelijke kwaliteitsprogramma ‘Sneller Beter’, waaraan VUmc sinds
2004 deelneemt, zijn zorgeenheden bezig met decubitus-verbeterprojecten. Op de intensive care (IC) wordt continu de
decubitusscore in Metavision (een elektronisch patiëntendossier) geregistreerd. Op sommige verpleegafdelingen
registreert men via een eigen systeem op papier. VUmc heeft twee decubitusconsulenten in dienst en op alle verpleeg-
eenheden is een decubituscontactpersoon aangesteld. De gegevens uit het registratiesysteem zijn gekoppeld aan Focus
(een onderdeel van het ziekenhuisinformatiesysteem) en stimuleren het management en andere belanghebbenden om
te reageren met verbeterprojecten. Hierdoor zijn op bepaalde afdelingen onder andere nieuwe anti-decubitusmaterialen
aangeschaft. Voor patiënten is er een informatiefolder over het voorkomen (preventie) van decubitus beschikbaar.
Kenmerken van de systematische
VUmc-decubitusregistratie: Aanwezig Afwezig
Aanwezigheid van één of meer decubitusconsulenten Ja
Het houden van regelmatige puntprevalentiemetingen bij alle opgenomen patiënten Ja
in het gehele ziekenhuis (die voor meting in aanmerking komen)
Het bijhouden van een incidentieregistratie bij één of meer specifi eke patiëntengroepen Ja, bij intensive
care en
heupoperatie-
patiënten
De aanwezigheid van een commissie of werkgroep die het decubitusbeleid op basis Ja
van deze registraties waar nodig bijstelt
Overige, namelijk: Deelname aan
Sneller Beter,
2e ronde
vu-probe-vanaf-p57-82.indd 58vu-probe-vanaf-p57-82.indd 58 28-05-2008 15:20:2928-05-2008 15:20:29
59
Bijla
ge
I.1.2 Puntprevalentie decubitus ziekenhuisbreed
Vraagstelling:
wat is de puntprevalentie van decubitus (graad 2 t/m 4) bij alle in het ziekenhuis opgenomen (klinische) patiënten
gemeten op een vast tijdstip in 2007 (puntprevalentie)?
In 2007 werd de prevalentie van decubitus op 3 april gemeten. Van de 295 volgens Landelijke Prevalentiemeting
Zorgproblemen (LPZ)-protocol (en -gegevens) in aanmerking komende patiënten, werden bij 16 patiënten nieuwe graad
2 t/m 4 wonden vastgesteld. Dus de wond-puntprevalentie bedraagt 5,4%. Het totaal opgenomen aantal patiënten op
3 april 2007 en die volgens LPZ voor meting in aanmerking kwam bedroeg 347. Patiënten werden onderzocht door de
decubitusconsulent of afdelingsverpleegkundige van de zorgeenheid.
I.1.3 Decubitusincidentie bij een homogene patiëntenpopulatie (totale heupvervanging)
Vraagstelling:
wat is de incidentie van decubitus (graad 1 t/m 4) in het ziekenhuis ontstaan bij patiënten in 2007 opgenomen voor een
totale heupvervanging?
In 2007 werd bij 1 van de 125 patiënten met een totale heupvervanging decubitus vastgesteld. De incidentie bedraagt
derhalve 0,8%. Het betrof een graad 2 decubitus.
I.2 Ondervoeding
I.2.1 Screening van volwassen patiënten op ondervoeding in de kliniek
Vraagstelling:
a) Screent u systematisch de voedingstoestand van alle volwassen patiënten bij opname?
b) Maakt u voor uw screening gebruik van SNAQ (short nutritional assesssment questionnaire) of MUST (malnutrition
universal screening tool)?
In VUmc wordt systematisch bij opname de voedingstoestand vastgelegd. Daarbij wordt gebruik gemaakt van SNAQ.
Op de intensive care wordt gebruik gemaakt van andere methoden (bepaling van onder andere de body mass index)
omdat deze patiënten niet kunnen spreken.
I.2.2. Percentage volwassen patiënten dat bij opname op ondervoeding wordt gescreend
Vraagstelling:
Is het percentage volwassen patiënten dat bij opname wordt gescreend op ondervoeding bekend?
Dit percentage is gedeeltelijk bekend. Op 2 zorgeenheden (IC heelkunde, IC inwendige geneeskunde) zijn gedurende het
hele jaar 2007 alle 331 patiënten gescreend. Op 2 zorgeenheden (heelkunde/oncologie en neurologie) zijn gedurende de
laatste 6 maanden van 2007 589 patiënten van de 914 gescreend. Het percentage gescreende patiënten bedraagt derhalve
voor deze 4 afdelingen gezamenlijk 74%.
Op de intensive cares wordt niet met behulp van SNAQ of MUST gescreend (patiënten kunnen veelal immers niet spreken)
maar met behulp van de body mass index (patiënten met een BMI < 18,5 werden als ernstig ondervoed beschouwd).
I.2.3 Percentage volwassen patiënten waarbij sprake is van matige ondervoeding (2 punten op de SNAQ score)
Vraagstelling:
Is het percentage volwassen patiënten waarbij in 2007 sprake is van matige ondervoeding bekend?
Dit percentage is voor een deel van het ziekenhuis bekend. Van de 589 gescreende patiënten (dus exclusief de
IC-patiënten) werden er 26 geclassifi ceerd als matig ondervoed. Het percentage bedraagt derhalve 4,4%. Dit betreft dus
niet patiënten die eventueel tijdens de opname ten gevolge van de intensieve behandeling of operatie ondervoed raakten.
vu-probe-vanaf-p57-82.indd 59vu-probe-vanaf-p57-82.indd 59 28-05-2008 15:20:2928-05-2008 15:20:29
60
Bijla
ge
I.2.4 Percentage volwassen patiënten waarbij sprake is van ernstige ondervoeding (3 of meer punten op de SNAQ
score of BMI < 18,5 voor de IC-populatie)
Vraagstelling:
Is het percentage volwassen patiënten waarbij in 2007 sprake is van ernstige ondervoeding bekend?
Dit percentage is voor een deel van het ziekenhuis bekend. Van de 589 gescreende patiënten (dus exclusief de
IC-patiënten) werden er 82 geclassifi ceerd als ernstig ondervoed. Het percentage bedraagt derhalve 13,9%. Dit betreft dus
niet patiënten die eventueel tijdens de opname ten gevolge van de intensieve behandeling of operatie ondervoed raakten.
Op de intensive care bleek bij opname 1,5% (5 van de 331 patiënten) ondervoed (op basis van BMI < 18,5).
I.3 Medicatieveiligheid
I.3.1 Beschikbaarheid van gegevens over voorgeschreven en verstrekte medicatie tijdens het patiëntencontact
Vraagstelling:
a) zijn gegevens over in het ziekenhuis (klinisch en poliklinisch) voorgeschreven medicatie elektronisch beschikbaar op
de polikliniek en verpleegafdelingen, in de ziekenhuisapotheek en buiten het ziekenhuis? En in welke fase van het
medicatieproces is de informatie vastgelegd?
b) zijn gegevens over extramuraal voorgeschreven medicatie elektronisch beschikbaar op de polikliniek en verpleeg-
afdelingen en in de ziekenhuisapotheek? En in welke fase van het medicatieproces is de informatie vastgelegd?
VUmc:
a.1 klinisch voorgeschreven medicatie is elektronisch beschikbaar op alle polispreekkamers (100%), op alle verpleeg-
afdelingen (100%) en in de ziekenhuisapotheek, maar niet buiten het ziekenhuis. Deze informatie is bij het voorschrij-
ven vastgelegd.
a.2 poliklinisch voorgeschreven medicatie is niet elektronisch beschikbaar op de polispreekkamers, op de verpleeg-
afdelingen, in de ziekenhuisapotheek of buiten het ziekenhuis. In 2004 is wel een start gemaakt met het elektronisch
beschikbaar maken van de cytostaticakuren voor hematologiepatiënten die zijn opgenomen voor een dagbehandeling.
Verder is elektronisch voorschrijven op de polikliniek in voorbereiding.
b. extramuraal voorgeschreven medicatie is niet elektronisch beschikbaar op de polispreekkamers of verpleegafdelingen.
Wel zijn de extramurale medicatiegegevens in de ziekenhuisapotheek bekend. Deze komen via een fax of elektro-
nisch via OZIS binnen bij het apotheekservicepunt. Hiervan wordt een uitdraai voor de opnamestatus gemaakt. Deze
informatie is dus bekend bij de medicatie-anamnese en het voorschrijven in de kliniek. Voor de regio Amsterdam is dit
geautomatiseerd. De informatie wordt dus tijdens uitgifte vastgelegd.
VUmc werkt met een (in ontwikkeling zijnd) elektronisch patiëntendossier, waarin Medicator als elektronisch voorschrijf-
systeem wordt gebruikt. Dit wordt toegepast op de verpleegafdelingen en de dagbehandeling. Het betreft een
elektronisch overzicht van de voorgeschreven medicatie, de toediening wordt handmatig geregistreerd. Op de intensive
care wordt de toediening wel elektronisch vastgelegd.
I.4 Zorg-ICT
I.4.1 Beschikbaarheid van elektronische gegevens en procesondersteunende ICT
Vraagstelling:
a) hoe is de beschikbaarheid van elektronische gegevens op de polikliniek en op de afdeling (bij voorkeur op de
patiëntenkamers) voor administratieve basisgegevens, laboratoriumgegevens, correspondentie vanuit het ziekenhuis,
radiologieverslagen, bacteriologieverslagen, medicatiegegevens, pathologieverslagen, operatieverslagen en beelden?
Het betreft hier het inzien (opvragen) van gegevens.
b) hoe is de beschikbaarheid van procesondersteunende ICT op de polikliniek en op de afdeling (bij voorkeur op de
patiëntenkamers) voor elektronische registratie van medische en/of verpleegkundige intake, medische en/of verpleeg-
vu-probe-vanaf-p57-82.indd 60vu-probe-vanaf-p57-82.indd 60 28-05-2008 15:20:2928-05-2008 15:20:29
61
Bijla
ge
kundige decursus, elektronische verslaglegging voor overige zorgverleners, ordercommunicatie (het invoeren van
orders en teruggerapporteerd krijgen van uitslagen/resultaten), orderlijsten, elektronische planningsystemen,
enzovoort? Het gaat hier om het actief elektronisch registreren van informatie of orders, ondersteuning bij het
berekenen van medicatie- en voedingsschema’s en het elektronisch plannen van afspraken.
4.a) beschikbaarheid van elektronische gegevens op de polikliniek en op de afdeling/zorgeenheid.
Beschikbaarheid van: Op polikliniek Op afdeling
Administratieve basisgegevens Ja Ja
Laboratoriumgegevens Ja Ja
Correspondentie vanuit VUmc Ja Ja
Radiologieverslagen Ja Ja
Bacteriologieverslagen Ja Ja
PA-verslagen Ja Ja
Medicatiegegevens * Ja
Operatieverslagen Ja Ja
Beelden (X-foto’s, CT, MRI, etc.) Ja Ja
Diagnosegegevens Ja Ja
Landelijke medische registratiegegevens Ja Ja
EEG-uitslagen, ECHO, EMG, EP, DOP, MEG Ja Ja
Temperatuurlijst + vochtbalans Ja Ja
Longdossier chemotherapie Gedeeltelijk Gedeeltelijk (Inw. Gen.)
Elektronisch diëtetiekdossier Ja Ja
* Gedeeltelijk (voor zover het klinische gegevens betreft van een opname binnen VUmc)
4b) beschikbaarheid van procesondersteunende ICT op de polikliniek en op de afdeling.
Beschikbaarheid van: Op de polikliniek Op de afdeling
Elektronische medische intake Nee Gedeeltelijk:
long-, diabetes- en diëtetiekdossier
Elektronische verpleegkundige intake Nee Ja
(indien sprake is van een verpleegkundig spreekuur)
Elektronische verpleegkundige decursus Nee Ja
Elektronische medische decursus Nee Gedeeltelijk (IC-afdeling)
Multidisciplinair patiënttraject-planning-systeem Nee Nee
Ordercommunicatie voor lab Nee Nee
Ordercommunicatie voor medicatie Nee Ja
Ondersteuning bij het voorschrijven Nee Ja
Ordercommunicatie voor klinische medicatie Ja Ja
Ordercommunicatie voor poliklinische medicatie Nee Nee
Ordercommunicatie voor radiologie Nee Nee
Ordercommunicatie m.b.v. geprotocolleerde ordersets Nee Nee
Ordercommunicatie voor overige zorgdiensten Nee Nee
Elektronische bewaking van het behandeltraject Nee Gedeeltelijk (IC)
Ja = voor iedereen beschikbaar
Nee = deze functie is niet geautomatiseerd beschikbaar
Gedeeltelijk = aangegeven is op welke afdeling deze functie beschikbaar is.
vu-probe-vanaf-p57-82.indd 61vu-probe-vanaf-p57-82.indd 61 28-05-2008 15:20:2928-05-2008 15:20:29
62
Bijla
ge
I.5 Surveillance van ziekenhuisinfecties
I.5.1 Surveillance van ziekenhuisinfecties
Vraagstelling:
a. surveilleert het ziekenhuis ziekenhuisinfecties? Ja
b. gebruikt het ziekenhuis voor de defi niëring van ziekenhuisinfecties de criteria
van de CDC/WIP (Centre of disease Control/Werkgroep InfectiePreventie)? Ja
Specialisme Via PREZIES Eigen Op welke risicogroep Zijn n.a.v. surveillance Hadden de
surveill. heeft eigen surveillance interventies gepleegd? interventies het
betrekking? gewenste resultaat?
Postoperatieve Wondinfecties Orthopedie 2006, Ja Overige chirurgische Nee n.v.t.
post-discharge in afdelingen
2007 (TKP en THP).
Wondinfecties na hartchirurgie nee Ja In multicenter trial In 2008 In studieverband wel
Erasmus MC
Centrale lijn gerelateerde nee Ja Intensive care In 2006 E.e.a. was reeds in orde
sepsis (lijnsepsis) volwassenen
Beademing- gerelateerde nee Ja*,** Intensive Care volwassenen Ja Ja
pneumonieën en IC-neonaten
Blaaskatheter gerelateerde nee Ja# Interne geneeskunde, Ja Nog niet bekend
infecties Cardiochirurgie en
heelkunde
Prevalentiestudie Nee Ja* Neonatologie Ja Nog niet bekend
* in kader van landelijke prevalentiestudie Neonatologie Intensive Care (in 8 Nederlandse ziekenhuizen met NICU, gecoördineerd
door VUmc)
**op Intensive Care volwassenen ongoing surveillance (incidentiestudie) naar nosocomiale pneumonieën, ~ sinusitis én ~bacteriëmieën.
# Multicenter trial LUMC naar blaaskatheter-gerelateerde infecties
I.6 Complicatieregistratie
I.6.1 Complicatieregistratie
Vraagstelling:
welke specialismen in uw ziekenhuis werkten het afgelopen jaar met een eigen en/of landelijke complicatieregistratie?
Van de 36 door IGZ genoemde specialismen hanteren er 27 (75%) een eigen (11) en/of landelijk (16) complicatieregistra-
tiesysteem. Deze specialismen zijn: algemene chirurgie, anesthesiologie, cardiochirurgie, dermatologie, gynaecologie/
verloskunde, hematologie, intensive care, interventie cardiologie, kaakchirurgie/mondheelkunde, keel-, neus- en oorheel-
kunde, kindergeneeskunde, klinische chemie, klinische pathologie, longziekten, maag-, darm- en leverziekten, medische
microbiologie, neonatologie, neurochirurgie, oogheelkunde, orthopedie, plastische chirurgie, psychiatrie, radiologie,
radiotherapie, revalidatiegeneeskunde, urologie en vaatchirurgie. De genoemde afdelingen klinische chemie, klinische
pathologie en medische microbiologie kennen niet de term complicatieregistratie doch wel een uitgebreide vorm van
incidentenregistratie, daar nauw aan verwant. Verder registreren in VUmc ook de afdelingen kinderchirurgie, universitaire
huisartsenpraktijk en ziekenhuisapotheek complicaties en/of incidenten.
Alle 12 in VUmc aanwezige snijdende specialismen hebben een complicatieregistratiesysteem (100%). Voor de niet-
snijdende specialismen is registratie moeilijker, omdat niet altijd duidelijk is wat als een complicatie kan worden
vu-probe-vanaf-p57-82.indd 62vu-probe-vanaf-p57-82.indd 62 28-05-2008 15:20:2928-05-2008 15:20:29
63
Bijla
ge
bestempeld. Ook zijn veel beroepsverenigingen nog bezig om complicaties te defi niëren en registratiesystemen te bouwen,
waardoor het lastiger is om volgens een landelijk format complicaties te registreren. Vrijwel elke afdeling houdt teambe-
sprekingen waarbij complicaties en complexe situaties aan de orde komen.
I.7 Pijn na een operatie
I.7.1 Pijnmeting bij postoperatieve patiënten
Vraagstelling:
a) heeft u de beschikking over een ziekenhuisbreed pijnprotocol?
b) heeft u de beschikking over een acute pijnservice?
De postoperatieve pijnbestrijding wordt gerealiseerd door de acute pijnservice en tijdens diensturen door de dienstdoend
anesthesioloog en dienstdoend arts-assistent anesthesiologie. In het kader van Sneller Beter werd de acute pijnservice
verder ontwikkeld.
Op de kort-verblijfafdeling heeft een doorbraakproject plaats gevonden, die nu op alle verpleegafdelingen wordt
doorgevoerd. Hierbij is ondersteuning aanwezig van physician assistents in opleiding. De verpleegkundigen op alle
chirurgische afdelingen worden geschoold in het doen van pijnmetingen waarbij ervaringen van verpleegkundigen
“chronische pijnbestrijding” worden gebruikt. Verder beschikt het ziekenhuis over diverse uitgebreide pijnprotocollen voor
verschillende patiëntengroepen (o.a. na een operatie bij kinderen, tijdens de bevalling, bij de oudere patiënt). Verder is er
een ziekenhuisbreed pijnprotocol voor de postoperatieve patiënt.
Kenmerken Acute Pijnservice in VUmc Ja Nee In ontwikkeling
Multidisciplinair samenwerken van verpleegkundigen, specialistisch X
verpleegkundige, snijdend specialist en anesthesioloog
Gebruik systematische pijnscore 1e 24 uur postoperatief X
Gebruik systematische pijnscore na 1e 24 uur postoperatief X
Gebruikte pijnscore VAS
Sedatiescore (Ramsey) X
Aanwezigheid gestandaardiseerde pijnbestrijdingsmethode X
Aanwezigheid pijnverpleegkundige X
Continue scholing alle betrokken disciplines op gebied van X
postoperatieve pijnbehandeling
Patiëntenvoorlichting over pijn X
24-uurs beschikbaarheiddiensten voor pijnbestrijding X
Beschikbaar van pijnbestrijding voor alle postoperatieve patiënten X
in het ziekenhuis
VAS = Visual Analoge Score
I.7.2 Doet uw ziekenhuis gestandaardiseerde pijnmetingen bij postoperatieve patiënten? Hierbij wordt onderscheid
gemaakt tussen de direct postoperatieve fase (verkoeverperiode) en de fase na overplaatsing naar een
verpleegafdeling.
Het percentage gestandaardiseerde pijnmetingen bij post¬operatieve patiënten is bekend. Op de verkoeverruimte is vanaf
14 september 2007 bij 756 van de 2.563 patiënten de pijn geregistreerd (= 29,5%). Bij iedereen werd in 2007 echter wel de
pijn gemeten (= 100%). Bij 4.103 van de 5.322 klinische operatiepatiënten is op de verpleegafdeling een
gestandaardiseerde pijnmeting uitgevoerd (= 77%). Sommige afdelingen hebben geheel 2007 geregistreerd, bijv de
afdeling mondziekten en kaakchirurgie. Alle 375 patiënten van die afdeling waren zowel in de verkoeverruimte als op de
zorgeenheid gemeten.
vu-probe-vanaf-p57-82.indd 63vu-probe-vanaf-p57-82.indd 63 28-05-2008 15:20:2928-05-2008 15:20:29
64
Bijla
ge
I.7.3 Percentage patiënten met op enig moment een pijnscore van meer dan 7 in de eerste 72 uur na een operatie
Vraagstelling:
wat is het percentage patiënten dat in de eerste 72 uur na een operatie op enig moment een pijnscore boven de 7
aangeeft?
Van de 4.103 patiënten bij wie systematisch een pijnscore in de eerste 72 uur is gemeten, gaven er 249 (= 6,1%) op enig
moment een pijnscore van boven de 7 aan.
I.8 Volume van risicovolle interventies
I.8.1 Volume van aneurysma van de abdominale aorta operaties (verwijding van de buikaorta)
Vraagstelling:
wat is het aantal patiënten in uw ziekenhuis waarbij het afgelopen jaar een aneurysma van de buikaorta (AAA) is geope-
reerd?
In 2007 zijn in VUmc 34 patiënten aan een acute AAA geopereerd en 47 aan een electieve (geplande) AAA. In totaal zijn
dus 81 patiënten aan een AAA geopereerd.
I.8.2 Volume oesophaguscardiaresecties (slokdarm-maag-verwijdering)
Vraagstelling:
wat is in uw ziekenhuis het aantal patiënten waarbij het afgelopen jaar een oesophaguscardiaresectie is uitgevoerd?
In 2007 zijn in VUmc 19 oesophaguscardiaresecties uitgevoerd.
I.9 Galwegletsel na cholecystectomie (galblaasverwijdering)
Vraagstelling:
wat is het percentage galwegletsel na een cholecystectomie?
Bij de 131 patiënten die in 2007 een galblaasverwijdering ondergingen, werd tweemaal een galwegletsel gezien (dit is
1,5%).
I.10 Ongeplande heroperaties
I.10.1 Ongeplande heroperaties bij colorectale (dikkedarm) operaties
Vraagstelling:
Wat is bij patiënten van 18 jaar en ouder het percentage ongeplande heroperaties bij colorectale operaties met uitzonde-
ring van de appendix (blindedarm)?
In 2007 vond in VUmc 349 maal een colorectale operatie plaats. Bij 43 patiënten moest binnen 30 dagen opnieuw worden
geopereerd. Het percentage heroperaties bedraagt daarmee 12,3%. Bij dit percentage zijn ook die patiënten meegeteld,
die elders een dikkedarmoperatie ondergingen en vanwege complicaties naar VUmc werden verwezen.
I.10.2.S Operaties van een recidief hernia inguinalis (liesbreuk) en heroperaties na een complicatie na een liesbreuk
(S = optionele indicator)
Vraagstelling:
a. wat is in 2007 het percentage heroperaties na een hernia inguinalis?
b. Wat is het aantal heroperaties wegens complicaties binnen 48 uur na een liesbreukoperatie?
vu-probe-vanaf-p57-82.indd 64vu-probe-vanaf-p57-82.indd 64 28-05-2008 15:20:2928-05-2008 15:20:29
65In 2007 zijn 87 patiënten aan een hernia inguinalis geopereerd. Hiervan werden er 8 wegens een recidief geopereerd
(= 9,2%). Het merendeel van deze patiënten werd in het verleden vanwege een liesbreuk elders geopereerd. Bij een
recidief liesbreuk, waarbij bij de vorige liesbreukoperatie geen zg “mat“ werd gebruikt, vond nu operatie plaats, waarbij
wel een zg “mat” werd gebruikt. Indien in het verleden wel een mat was gebruikt, werd patient voor een zg scopische
preperitoneale operatie geopereerd in VUmc of elders. Niet eenmaal werd wegens complicaties binnen 48 uur opnieuw
geopereerd (= 0,0%).
I.11 Afgezegde operaties
I.11.1 Percentage afgezegde operaties binnen 24 uur voor een geplande electieve (niet-acute) operatie
Vraagstelling:
wat is het percentage afgezegde operaties binnen 24 uur voor geplande operatie, verdeeld naar afgezegd ‘door het
ziekenhuis’ en afgezegd ‘door de patiënt’?
Het totaal aantal electieve (geplande, niet-acute) operaties bedroeg 11.375. Hiervan bedraagt het aantal ‘door het
ziekenhuis’ afgezegde operaties 568 (5,0%) en ‘door de patiënt’ 92 (0,8%).
I.12 Intensive care volwassenen en kinderen
I.12.1, 2 en 3 Level-indeling van de IC en aantal intensivisten
Vraagstelling:
a. aan welk niveau voldoet uw IC-afdeling en is dit niveau bij kwaliteitsvisitatie bevestigd?
b. wat is het totaal aantal formatieplaatsen (fte’s) intensivisten beschikbaar voor de IC-afdeling?
Ad a. De IC-volwassenen (ICV) is een gemengde IC (IC-level III) waar alle categorieën patiënten zijn opgenomen: patiënten
met interne aandoeningen en chirurgische patiënten, inclusief neurochirurgie en cardiopulmonale chirurgie. Op de ICV is
24 uur per dag en 7 dagen per week een intensivist beschikbaar. Overdag is de intensivist 7 dagen per week aanwezig. De
afdeling ICV is in 2004 gevisiteerd in het kader van de opleiding tot intensivist waarbij gebleken is dat de afdeling aan alle
kwaliteitseisen voldoet (waaronder niveau 3), hetgeen resulteerde in een verlenging van de opleidingsbevoegdheid voor
de periode van 5 jaar.
De IC-kinderen is eveneens een level-III-IC, wat bij visitatie is bevestigd.
Ad.b. Voor volwassenen bedraagt het aantal fte’s intensivist 11,6, volledig voor de afdeling ICV beschikbaar.
Voor de kinderen bedraagt het aantal fte’s 4,3.
I.12.4 Totaal aantal beademingsdagen per patiënt op een IC-afdeling
Vraagstelling:
wat is het aantal beademingsdagen per patiënt verdeeld naar niet-postoperatief, cardiochirurgische en niet-cardio-
chirurgische postoperatieve volwassenen en kinderen?
Bijla
ge
vu-probe-vanaf-p57-82.indd 65vu-probe-vanaf-p57-82.indd 65 28-05-2008 15:20:2928-05-2008 15:20:29
66
Bijla
ge
Ad Intensive care volwassenen:
BEADEMINGSDAGEN VOLWASSENEN IC
1-3 kalenderdagen 4-5 kalenderdagen 6 of meer kalenderdagen
(<72 uur) (72-120 uur) (> 120 uur)
Aantal Totaal aantal Aantal Totaal aantal Aantal Totaal aantal
Patiënten beademingsdagen Patiënten beademingsdagen Patiënten beademingsdagen
Niet postoperatief 104 207 51 217 150 2851
Postoperatief 241 399 39 171 122 2230
(excl. Cardiochirurgisch)
Postoperatief 517 742 9 39 44 769
Cardiochirurgisch
Kinderen(< 16 jaar) 0 0 0 0 1 22
862 1348 99 427 317 5872
AANTAL PATIENTEN
Niet postoperatief (niet CCH) 364 ( 59 geen beademing)
Postoperatief (niet CCH) 449 (47 geen beademing)
CCH 570 (11 geen beademing)
Kinderen (<16 jaar) 1
Over 2007: Aantal beademingsdagen/Aantal bedden = 7647/28 = 273 => 273/aantal dagen = 273/365 * 100% = 75%.
Bezettingspercentage beademde patiënten: 75% op 28 bedden.
De mortaliteit op een IC is afhankelijk van de ernst en van de aard van de ziekte van de patiënten. Hoe zieker een patiënt
is, hoe groter de kans dat hij overlijdt. Om mortaliteit af te zetten tegen de ernst van de ziekte is de internationaal
geaccepteerde standardized mortality rate (SMR) beschikbaar. Daarbij worden de patiënten onderverdeeld in ernst van de
ziekte, weergegeven als APACHE II score (hoe hoger de score, hoe zieker) en diagnosecategorie. Een SMR van 1,0 duidt op
een mortaliteit zoals verwacht mag worden op een IC. Een SMR groter dan 1,0 duidt op een hogere sterfte dan verwacht
mag worden op grond van de literatuur, terwijl een SMR kleiner dan 1,0 duidt op een hogere overleving op de betreffende
IC.
Op de IC van VU medisch centrum is voor alle categorieën van ernst van ziekte de SMR lager dan 1,0 (zie tabel op
volgende bladzijde). Er zitten beperkingen aan het gebruik van de scores en SMR. Hierover heeft de afdeling ICV van
VUmc ook uitgebreid gepubliceerd in internationale wetenschappelijke tijdschriften als The Lancet en Intensive Care
Medicine. Maar aangezien al vele jaren de SMR kleiner is dan 1,0 kan wel worden aangenomen dat de opnieuw uitstekende
getallen van dit jaar niet berusten op een toevalsbevinding. Voor mortaliteitsgegevens naar EURO-score en CABG versus
klepchirurgie wordt verwezen naar de gegevens van de afdeling Cardiochirurgie.
SMR ICV 2007
APACHE II SMR IC SMR SMR IC
Niet-cardiochirurgie cardiochirurgie Totaal
0 - 10 0,80 0 0,50
11 - 24 0,67 0,09 0,44
25 - 32 0,76 0,22 0,70
> 32 0,82 0,66 0,81
vu-probe-vanaf-p57-82.indd 66vu-probe-vanaf-p57-82.indd 66 28-05-2008 15:20:2928-05-2008 15:20:29
67
Bijla
ge
Ad Intensive care kinderen:
BEADEMINGSDAGEN KINDER IC
1-3 kalenderdagen 4-5 kalenderdagen 6 of meer kalenderdagen
(<72 uur) (72-120 uur) (> 120 uur)
Aantal Totaal aantal Aantal Totaal aantal Aantal Totaal aantal
Patiënten beademingsdagen Patiënten beademingsdagen Patiënten beademingsdagen
Niet postoperatief 52 100 26 115 68 1083
Postoperatief 31 57 3 14 7 97
(excl. Cardiochir)
Postoperatief
Cardiochirurgisch
Waarvan kinderen(<16 jaar) 76 144 25 111 64 1012
Op de kinder-IC waren dus voornamelijk kinderen jonger dan 16 jaar opgenomen, doch ook enkele oudere kinderen.
De afdeling intensive care kinderen levert het complete pakket patiëntenzorg, onderwijs en onderzoek. Alleen voor de
cardiopulmonale chirurgie bestaat een samenwerkingsovereenkomst met het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC),
alwaar de kinderen dan ook worden geopereerd. Op de VUmc intensive care kinderen is een erkende capaciteit van
9 bedden. De afdeling steunt vakinhoudelijk op de afdelingen kindergeneeskunde en anesthesiologie maar is organisato-
risch ondergebracht bij de zorgeenheid kindergeneeskunde.
I.13 Zwangerschap
I.13.1 Het percentage uitgevoerde bevallingen met een keizersnede in verhouding tot het verwachte percentage
(VOKS-percentiel)
Vraagstelling:
a) is er sprake van een perinatologisch centrum in VUmc?
b) wat is het totaal aantal bevallingen onder leiding van een gynaecoloog
c) wat is het VOKS-percentiel (Verloskundige Onderlinge KwaliteitsSpiegeling) voor primaire en secundaire keizersneden
bij een voldragen zwangerschap (37 tot 42 weken)?
In VUmc is sprake van een perinatologisch centrum en derdelijns perinatale zorg. Het totaal aantal bevallingen in VUmc
onder leiding van een gynaecoloog bedroeg 1.446. Het VOKS-percentiel in 2007 voor primaire keizersneden bedroeg 70%
en voor secundaire keizersneden 79%.
I.14 Diabetes mellitus (suikerziekte)
I.14.1 Geïntegreerde diabeteszorg
Vraagstelling:
is er in VUmc sprake van geïntegreerde diabeteszorg?
Ja, in VUmc is sprake van geïntegreerde diabeteszorg, maar er vindt geen regionale registratie plaats. Van de met diabetes
mellitus bekende patiënten die in VUmc poliklinisch of klinisch worden behandeld, worden standaard de (controle) bloed-
bepalingen in het laboratorium van VUmc bepaald. Deze en andere uitslagen van onderzoeken verricht in VUmc, zijn voor
alle betrokken specialisten in VUmc via het ziekenhuisregistratiesysteem zichtbaar.
Het regionale huisartsenlaboratorium is buiten VUmc gesitueerd, dit betreft het ATAL in Amstelveen. Aldaar werkt part-
time een internist-endocrinoloog van de afdeling endocrinologie van VUmc. Er zijn tevens duidelijke verwijsafspraken met
huisartsen gemaakt, met een minimale wachttijd. Ook is er een goede wederzijdse communicatie d.m.v. telefoon, fax en
elektronische patiëntenbrieven. VUmc beschikt over een diabetescentrum (www.diabetescentrum.nl).
vu-probe-vanaf-p57-82.indd 67vu-probe-vanaf-p57-82.indd 67 28-05-2008 15:20:2928-05-2008 15:20:29
68
Bijla
ge
Er is een wekelijks multidisciplinair diabetesteam-overleg, er zijn zwangerenspreekuren (multidisciplinair spreekuur met
diabetoloog, diabetesverpleegkundige, medisch psycholoog en diëtist) en er zijn multidisciplinaire (internist/endocrino-
loog, diabetesverpleegkundige, diëtist en doktersassistente) jaarconsulten, met specifi eke aandacht voor educatie,
complicatiescreening (voet- en oogonderzoek) en kwaliteit van leven. Er worden voor patiënten cursussen gegeven die
specifi ek aandacht schenken aan voeding en psychische aspecten. Bovendien vindt elk kwartaal een multidisciplinair
overleg plaats met de oogartsen. De diabetesverpleegkundigen zijn de case-managers op de polikliniek. De eerstelijns-
diabeteszorg wordt gecoördineerd vanuit de afdeling huisartsgeneeskunde met als doel de transmurale samenwerking
met VUmc te versterken.
I.14.2 Gemiddelde HbA1C-waarde bij diabetes
Vraagstelling:
wat is de gemiddelde HbA1c-waarde bij patiënten met diabetes voor 2007?
Voor de HbA1c-waarden (een maat voor het effect van de behandeling) is VUmc uitgegaan van patiënten met DM type
1 en DM type 2, die patiënt zijn op de poli inwendige geneeskunde en poli endocrinologie. De zwangere patiënten zijn
geëxcludeerd.
Het aantal type 1 patiënten bedroeg 720 en type 2 1.600. De som voor alle HbA1c-waarden bij type 1 patiënten (1.426
bepalingen) bedroeg 11.403,40, bij type 2 patiënten (3.332 bepalingen) 25.281,70. Het gemiddelde HbA1c per bepaling
bij type 1 patiënten is derhalve 8,0%, 7,6% bij type 2 en 7,7% voor de gehele populatie. Het gemiddelde aantal bepalingen
per patiënt bedroeg 2,0 voor type 1, 2,1 voor type 2 en 2,1 voor de gehele populatie. De HbA1c-normaalwaarde voor
mensen zonder DM is 4,3 – 6,1%.
I.14.3 Tweejaarlijkse oogheelkundige controle bij diabetes
Vraagstelling: is bekend hoeveel bij de internist bekende patiënten met diabetes onder oogheelkundige controle staan?
Van de 1.936 patiënten die bekend zijn bij de afdelingen inwendige geneeskunde en endocrinologie zijn er in 2007
816 voor controle op de poli oogheelkunde geweest. Daarnaast zijn er nog bij 273 andere patiënten op genoemde
afdelingen fundusfoto’s gemaakt. Dit betekent dat 56,3% van de DM-patiënten oogheelkundig is gecontroleerd. Dit komt
overeen met de landelijke richtlijn, waarbij stabiele DM patiënten eenmaal per 2 jaar dienen te worden gecontroleerd
indien geen retinopathie aanwezig is (dit in tegenstelling tot het uitgangspunt van IGZ die een jaarlijkse controle de norm
vindt). Bovendien worden vele patiënten ook nog gezien door een oogarts elders.
I.15 Cardiologie
I.15.1 Sterfte in het jaar na eerste administratief consult (EAC) op de polikliniek cardiologie
Vraagstelling:
Zijn van alle patiënten van 70 jaar en ouder die electief (reguliere zorg) door een cardioloog op de polikliniek zijn gezien
voor een EAC, de NAW-gegevens (naam, adres en woonplaats) en datum bezoek geregistreerd?
Het aantal patiënten van 70 jaar en ouder die electief (reguliere zorg) in 2007 door een cardioloog op de polikliniek zijn
gezien voor een EAC, bedraagt 1.746 en van hen zijn de NAW-gegevens geregistreerd.
I.15.2 30 daagse mortaliteit of ziekenhuissterfte na opname voor een acuut myocard infarct (AMI)
Vraagstelling:
Wat bedraagt de 30-daagse mortaliteit of ziekenhuissterfte na opname voor een AMI?
De zogenaamde ziekenhuissterfte bedroeg in 2007 voor patiënten jonger dan 65 jaar 4,1% (8 van de 195 patiënten) en
voor 65 jarigen en ouder 5,2% (8 van de 153 patiënten). Patiënten die zijn gedotterd en daarna zijn overgeplaatst naar een
ander ziekenhuis zijn niet meegeteld. De dertigdaagse mortaliteit bedroeg voor patiënten jonger dan 65 jaar 5,6% (11 van
de 195 patiënten) en voor 65 jarigen en ouder 9,2% (14 van de 153 patiënten).
vu-probe-vanaf-p57-82.indd 68vu-probe-vanaf-p57-82.indd 68 28-05-2008 15:20:2928-05-2008 15:20:29
69
Bijla
ge
VUmc fungeert in de zorgketen voor de acute hartinfarctpatiënt als dottercentrum voor belangrijke delen van de regio
Amsterdam, Kennemerland en Zaanstreek. VUmc maakt daarbij onderdeel uit van het zogeheten Amsterdamproject,
waarin ook het AMC en het OLVG als dotterkliniek participeren. Dit project is operationeel sinds begin 2004 en dient ter
bekorting van de wachttijd van een acute hartinfarctpatiënt voor de dotterprocedure. De ambulancedienst faxt direct
na aankomst bij een patiënt een ECG via GSM-techniek naar de hartbewaking van VUmc en vrijwel direct kan worden
vernomen of een patiënt naar de dotterkamer kan worden vervoerd. Hiermee wordt een aanzienlijke tijdswinst geboekt en
kunnen infarctpatiënten zeer snel worden gedotterd. Dit heeft een directe en gunstige invloed op de overleving.
I.15.3 Hartfalenpoli
Vraagstelling:
beschikt uw ziekenhuis over een hartfalenpoli?
Het VUmc beschikt over een goed georganiseerde en functionerende hartfalenpoli. Alle onder gespecifi ceerde facilitei-
ten behoudens huisbezoek zijn aanwezig. Hartfalenverpleegkundigen (alle drie ANP = Advanced Nurse Practioner) doen
dagelijks zelfstandig spreekuur en bespreken iedere dag de patiënten met een superviserend cardioloog/fellow. Er is een
dagelijks telefonisch spreekuur en patiënten kunnen zonodig binnen 24 uur door de hartfalenverpleegkundige worden
gezien.
Er bestaat een goede multidisciplinaire samenwerking met de afdelingen fysiotherapie, diëtetiek en medische psycholo-
gie, alsmede met de afdelingen nefrologie en longziekten. Er is een lopend, maandelijks voorlichtingsprogramma voor
patiënten en verwanten.
De kenmerken van onze poli zijn:
A Nazorg Status
Medische controle binnen 1 maand na ontslag Ja
Bezoek bij hartfalenverpleegkundige binnen 2 weken na ontslag Ja
Vaste momenten van her-evaluatie met de patiënt Ja
Laagdrempelige mogelijkheid voor patiënt tot telefonisch contact met contactpersoon Ja
(=hartfalenverpleegkundige)
Verpleegkundig spreekuur Ja
B Snelle signalering van verslechtering
Waarschuwen door de patiënt zelf als toestand achteruit gaat (patiënt weet wanneer Ja
dit het geval is)
Patiënt krijgt ontslagbrief mee met medische en verpleegkundige informatie Ja
Goede afspraak wie voor patiënt bereikbaar is (naam en telefoonnummer) Ja
C Welk programma gebruikt u om life style changes te registreren/monitoren?
Voorlichtingsmateriaal van de Hartstichting Ja
Eigen voorlichtingsmateriaal Ja
D Coördinatie van zorg: wie is hiervoor verantwoordelijk
Cardioloog Ja
Hartfalenverpleegkundige Ja
Inclusiecriteria patiënten: Alle patiënten die (voor een eerste keer) klinisch zijn opgenomen onder de diagnose hartfalen,
ongeacht etiologie en/of ernst worden verwezen naar de polikliniek hartfalen. Daarnaast worden op indicatie poliklinische
patiënten door VUmc-cardiologen verwezen naar de hartfalenpoli. Verder sturen verwijzers uit andere centra patiënten
door voor een second opinion en/of screening ten behoeve van b.v. cardiale resynchronisatietherapie. Huisartsen kunnen
vu-probe-vanaf-p57-82.indd 69vu-probe-vanaf-p57-82.indd 69 28-05-2008 15:20:2928-05-2008 15:20:29
70
Bijla
ge
op dit moment patiënten niet rechtstreeks verwijzen voor diagnostiek en behandeling. Een van de oorzaken hiervoor is
de exponentiele groei van het aantal patiënten die vanuit de 2e lijn bij de hartfalenpoli terecht komen. Een tweede reden
is dat de huidige populatie hartfalenpatiënten zich in toenemende mate presenteert met meer uitgebreide en complexe
problematiek waardoor de vraag naar zorg en begeleiding en daarmee de werkdruk, sterk is toegenomen.
Zelfstandigheid hartfalenverpleegkundige: Hartfalenverpleegkundigen doen zelfstandig spreekuur onder supervisie van
een cardioloog. In reguliere -dagelijkse- overlegmomenten is voorzien. Alle verpleegkundigen werkzaam op de polikliniek-
hartfalen van VUmc hebben de ANP-opleiding gevolgd.
Transmurale samenwerking: Transmurale samenwerking beperkt zich tot voorlichting en nascholing. Voor individuele
begeleiding van een patiënt in de thuissituatie wordt intensief overleg met de huisarts gevoerd.
I.15.4 Heropname voor hartfalen
Vraagstelling:
wat is in 2007 het percentage heropnames voor hartfalen binnen 12 weken na ontslag, gescheiden voor patiënten jonger
dan 75 jaar en patiënten van 75 jaar en ouder?
Het totaal aantal opgenomen patiënten met hoofddiagnose hartfalen bedroeg 115 (59 mannen en 56 vrouwen). Het totaal
aantal binnen 12 weken heropgenomen personen bedroeg in 2007 18 (15,5%). Het aantal heropnames is in absolute zin
dus gestegen van 7 in 2006 naar 18 in 2007. Hierbij moet worden opgemerkt dat 4 patiënten meer dan 1x werden
heropgenomen binnen 12 weken.
leeftijd Heropname < 12 weken
< 75 jaar (n=47) 7 pt. (19,1 %) 2 pt 2x opname *
≥ 75 jaar (n=68) 7 pt. (13,2 %) 2 pt 2x opname **
** Van deze 7 patiënten die meer dan 1x zijn opgenomen <12 weken zijn er 3 overleden en is er 1 voor LVAD/HTX naar
een centrum elders verwezen.
** Al deze patiënten bevinden zich in NYHA-klasse IV en er zijn geen reële behandelopties meer voor hen voorhanden.
Geconcludeerd kan worden dat het totaal aantal opnames voor hartfalen scherp is gedaald maar dat tevens de zorg voor
patiënten die worden opgenomen meer intensief is geworden.
I.16 Cerebrovasculair Accident (CVA, onder andere hersenbloeding)
I.16.1Stroke service / stroke unit
Vraagstelling: beschikt uw ziekenhuis over een strokeservice en/of stroke-unit?
Ja, VUmc beschikt over beide. De strokeservice bestaat uit:
- Een poliklinisch traject (TIA-service en -protocol, duplex-onderzoek). Dit traject is in het kader van het proces
Herinrichting binnen “Sneller Beter” opnieuw georganiseerd. Doel is dat patiënten binnen 24 uur na een TIA worden
gezien, dat de aanvullende diagnostiek binnen 72 uur is afgerond en dat patiënten die in aanmerking komen voor
carotisendarterectomie binnen 2 weken worden geopereerd. Inmiddels is dit grotendeels gerealiseerd.
Het poliklinische traject dient nog te worden geïntensiveerd.
- Een ziekenhuis-stroke-unit (ZSU): 4 CVA-bedden. De afdeling neurologie beschikt over een observatiezaal van
8 bedden, waarvan er 4 ter beschikking zijn als stroke-unit. De formatie is hierop berekend. Ook aan andere
voorwaarden zoals monitorbewaking is voldaan. Trombolyse wordt volgens protocol uitgevoerd en de capaciteit wordt 7
x 24 uur per week gegarandeerd.
- Een verpleeghuis-stroke-unit (VSU): 6 bedden voor klinische revalidatie in verpleeghuis St. Jacob.
- Een revalidatie-stroke-unit in het Revalidatiecentrum Amsterdam (RCA) en Thuiszorg Amsterdam.
vu-probe-vanaf-p57-82.indd 70vu-probe-vanaf-p57-82.indd 70 28-05-2008 15:20:3028-05-2008 15:20:30
71
Bijla
ge
Elementen van VUmc-Stroke Service
Schriftelijk vastgelegde afspraken over samenwerking binnen de keten met:
- Huisartsen nee
- Ambulance ja
- Verpleeghuizen ja
- Revalidatiecentra ja
-Thuiszorginstellingen ja
- Patiëntenverenigingen nee
- Verzekeraars ja
Schriftelijk vastgelegde afspraken over:
- Criteria voor opname in vervolginstellingen ja
- Maximale ligduur in het ziekenhuis ja
- Beschikbaarheid bedden ja
- Opnamegaranties ja
- Aanwezigheid van Stroke unit ja
Elementen van VUmc-Stroke Unit
- Opnamegarantie ja
- Multidisciplinaire behandeling volgens protocol ja
- Behandeldoelen opgesteld voor stoornis, beperking, handicap,
cognitie en communicatie ja
- Specifi ek geschoolde medewerkers ja
Aantallen
Aantal gelabelde bedden 6
Aantal bedden met bewakingsmogelijkheden 6
Aantal bedden voor trombolyse 1
I.17 Heupfractuur
I.17.1 Percentage patiënten met een heupfractuur dat binnen één kalenderdag is geopereerd
Vraagstelling:
wat is het percentage patiënten van 65 jaar en ouder met een heupfractuur dat in het afgelopen jaar binnen één kalender-
dag na presentatie is geopereerd, verdeeld naar ASA-klasse (een maat voor de ernst van bijkomende aandoeningen)?
Het totaal aantal ASA 1 – 2 patiënten van 65 jaar en ouder met een heupfractuur bedroeg 88. Daarvan werden er 56
binnen één kalenderdag na presentatie geopereerd (63,6%). Vier patiënten werden conservatief behandeld (4,5%).
Het totaal aantal ASA 3 - 5 patiënten van 65 jaar en ouder met een heupfractuur bedroeg 77. Daarvan werden er 51 binnen
één kalenderdag na presentatie geopereerd (66,2%). Ook hier werden vier patiënten conservatief behandeld (5,2%).
Het totaal aantal patiënten van 65 jaar en ouder met een heupfractuur, ongeacht ASA-classifi catie, en inclusief
conservatief behandelde patiënten, bedroeg 165. Daarvan werden er 107 binnen één kalenderdag na presentatie
geopereerd (64,8%).
Het streefpercentage van 80% voor ASA 1-2 kon in 2007 niet worden gehaald door een gebrek aan beschikbaarheid van
acute operatieruimte. In 2007 was er gemiddeld maar 1 acute OK beschikbaar. Het streefpercentage van 65% voor
ASA 3-5 werd in 2007 gehaald.
vu-probe-vanaf-p57-82.indd 71vu-probe-vanaf-p57-82.indd 71 28-05-2008 15:20:3028-05-2008 15:20:30
72
Bijla
ge
I.18 Mammatumor (borstkanker)
I.18.1 Differentiatiebeleid
Vraagstelling:
beschikt de afdeling heelkunde over een differentiatiebeleid voor mammacarcinoom?
En waaruit blijkt e.e.a.?
Ja, de afdeling Heelkunde beschikt over een differentiatiebeleid voor mammacarcinoom. Drie van de 20 chirurgen
verrichtten in 2007 de chirurgische behandelingen bij 157 mammacarcinoompatiënten. De afdeling heeft een erkende
opleiding heelkunde en het opleidingsbeleid bij de heelkundige behandeling van patiënten met een mammacarcinoom
bestaat er onder andere uit dat assistenten in opleiding tot chirurg en fellows opereren onder supervisie van de
oncologisch chirurg.
I.18.2 Percentage patiënten bij wie kankerweefsel is achtergebleven na een eerste borstsparende operatie
Vraagstelling:
Wat is het percentage patiënten waarbij kankerweefsel is achtergebleven na een eerste locale excisie bij patiënten met
een eerste borstsparende therapie voor een kwaadaardige mammatumor?
Bij 102 patiënten is een borstsparende ingreep verricht. Bij 7 patiënten bleek de operatie niet radicaal (= 6,9%). Bij geen
enkele patiënt was onbekend of de operatie radicaal of irradicaal werd verricht (= 0,0%). Bij 6 van de genoemde
7 patiënten was sprake van residu DCIS en eenmaal van een residu infi ltrerend carcinoom.
I.19 Cataract (staar)
I.19.1 Registratie operatieve data
Vraagstelling:
houdt u bij cataractoperaties een complicatieregistratie bij conform afspraken met het Nederlands Oogheelkundig Gezel-
schap (NOG)? En houdt u een dataregistratie bij voor pre-, per- en postoperatieve data?
Ja, de afdeling oogheelkunde hanteert twee systemen voor de registratie van complicaties:
1. het “Breebaart”-systeem. Dit is een in Nederland ontworpen systeem voor de complicatieregistratie dat uitgebreid
landelijk wordt gehanteerd en toegankelijk is via de website van het Nederlands Oogheelkundig gezelschap.
Alle cataractoperaties die worden verricht in VUmc worden hierin ingevoerd, inclusief de complicaties.
2. de afdeling oogheelkunde van VUmc participeert in een internationaal registratiesysteem, dat is ingevoerd in de
Europese Unie. Dit systeem omvat de cataractoperaties in meerdere klinieken in meerdere Europese landen. Steek-
proefgewijs wordt een registratie gedurende één of twee maanden per jaar gehouden. Complicatieregistratie is daar
één aspect van. ‘Benchmarking’ is het doel van dit Europees-systeem.
Zowel de pre-, per- als postoperatieve data worden geregistreerd. Dit is een essentieel onderdeel van het Breebaart-
programma, dat volgens de richtlijnen van het NOG wordt bijgehouden voor iedere patiënt.
I.19.2 Percentage patiënten met voldoende wachttijd tussen de operatie van het eerste en tweede oog
Vraagstelling:
Wat is het percentage patiënten met een cataractoperatie aan beide ogen bij wie de wachttijd tussen de operatie aan het
1e en het 2e oog groter of gelijk is aan 28 dagen?
Het totaal aantal patiënten van ouder dan 50 jaar in 2007 met een cataractoperatie aan het 2e oog bedroeg 110. Bij 104
patiënten vond deze 2e operatie 28 of meer dagen na de 1e operatie plaats (= 94,5%).
vu-probe-vanaf-p57-82.indd 72vu-probe-vanaf-p57-82.indd 72 28-05-2008 15:20:3028-05-2008 15:20:30
73
Bijla
ge
I.20 Kinderchirurgie
I.20 Postoperatieve opnameduur na een blindedarmoperatie bij kinderen tot 15 jaar
Vraagstelling:
Wat is de gemiddelde, minimale, maximale en mediane opnameduur na een blindedarmoperatie bij kinderen tot 15 jaar?
In 2007 werden in VUmc 22 patiënten jonger dan 15 jaar wegens een acute ontsteking van de blindedarm geopereerd.
De gemiddelde ligduur bedroeg 4,7 dagen (minimum 1,0 en maximum 12 dagen). De mediane opnameduur bedroeg 3,5
dagen. Vanwege de topreferentiefunctie van VUmc worden vaak kinderen doorverwezen met een perforatie hetgeen de
opnameduur nadelig beïnvloedt.
II NVZ-indicatoren
II.1 Kwaliteitsborging en kwaliteitssystemen
II.1.1 Accreditatie
Vraagstelling:
aan welke vormen van accreditatie en certifi cering neemt uw ziekenhuis deel?
Het VUmc-kwaliteitsbeleid is in toenemende mate geïntegreerd in de planning- en controlcyclus en betreft alle kerntaken
van het academisch centrum: onderzoek, opleiding en patiëntenzorg. De, ook binnen NIAZ bekende, verbetercyclus wordt
als motor gebruikt voor verbetering en vernieuwing. Met name voor de patiëntenzorg kan de NIAZ Kwaliteitsnorm
Zorginstelling een goede aanvulling zijn op ons kwaliteitsbeleid. In 2004 is een tijdspad uitgezet om op verschillende
niveaus integrale kwaliteitssystemen in te voeren en uit te bouwen. De accreditatiesystematiek van het NIAZ maakt daar
onderdeel van uit. Begin 2009 hoopt VUmc de NIAZ-accreditatie aan te vragen.
In het verleden heeft ons ziekenhuis actief geparticipeerd in de ontwikkeling van PACE (de voorloper van NIAZ), en vele
afdelingen plukken daar nog steeds de vruchten van. De meeste afdelingen maken nu gebruik van kwaliteitsdocumenten
op basis van de NIAZ-systematiek. In de laatste 5 jaar zijn ten aanzien van de patiëntenzorg en medische ondersteuning
de volgende afdelingen geaccrediteerd of hebben een kwaliteitsvisitatie van de beroepsvereniging ondergaan:
Accreditaties/externe toetsing van VUmc-afdelingen (niet opleidingsvisitaties)
Kwaliteitstoetsing Afdeling in VUmc Jaar waarin behaald
NIAZ Radiotherapie 2007
CCKL Klinische Chemie 1999/2004
CCKL Hematologisch laboratorium 1999/2004
CCKL Stamceltransplantatielaboratorium 2007
CCKL Medische microbiologie en infectiepreventie 2004
CCKL Klinische pathologie en medische immunologie 2004
CCKL klinische genetica en antropogenetica (sectie chromosoomdiagnostiek en cytogenetica) 2007
CCKL Ziekenhuisapotheek 2005
CCKL IVF Audit 02-2008
HKZ Dialyseafdeling 2006
HKZ Psychiatrie Buiten-Amstel 2008
JACIE Hematologie 2007
GMP-productlicentie Nucleaire geneeskunde en PET-research (loc RNC) 2006
vu-probe-vanaf-p57-82.indd 73vu-probe-vanaf-p57-82.indd 73 28-05-2008 15:20:3028-05-2008 15:20:30
74
Bijla
ge
Kwaliteitstoetsing Afdeling in VUmc Jaar waarin behaald
Kwaliteitsvisitatie
van beroepsvereniging/
-werkgroep Anesthesiologie 2007
idem Dialyseafdeling 2006
idem Hoofd-halsoncologie 2007
idem Klinische pathologie 2004
idem Longziekten 2005
idem Maag-, darm- en leverziekten 2005
idem Medische immunologie 2004
idem Medische microbiologie en infectiepreventie 2007
idem Nucleaire geneeskunde en PET-research 2006
idem Oogheelkunde 2004
idem Radiotherapie 2006
idem Reumatologie 2006
Federatie van Nederlandse
Audiologische Centra
(FENAC) Audiologie 2007
European Board of
Ophthalmology Oogheelkunde 2004
European Board of
Pediatric Surgery Kinderchirurgie 2002
European Board of
Physical and Rehabilitation
Medicine Revalidatiegeneeskunde 2004
Nederlandse
Longfunctiekring (NVALT) Longfunctieafdeling 2005
Nederlandse vereniging
van Medisch Ethische
Toetsingscommissies Medisch Ethische Toetsingscommissie 2006
CEDEO-erkenning (Centrum Amstel Academie:
voor documentatie en afdeling/centrum voor leiderschapsontwikkeling en effectiviteitsverbetering 1997
informatie over bedrijfs- afdeling bij- en nascholing 2005
externe opleidingen)
Verpleegkundigen &
Verzorgenden (V&V) afdeling bij- en nascholing 2007
Nederlands Vlaamse
Accreditatie Organisatie Bachelor- en masteropleiding van de geneeskunde opleiding 2007
Standard Evaluation
Protocol for Public
Research Organisations
(NWO, KNAW en VSNU) Onderzoekinstituten 6 jaarlijks, nl
EMGO 2004
ICaR-VU 2005
ICEN 2004
MOVE pm in 2013
V-ICI 2004
Ernst & Young accountants Accountantsdienst Jaarlijks
Certifi catie-Arbodiensten ARBO-dienst 2007
Vereniging
van Vaatpatiënten Keurmerk voor afd. Vaatchirurgie 2007
vu-probe-vanaf-p57-82.indd 74vu-probe-vanaf-p57-82.indd 74 28-05-2008 15:20:3028-05-2008 15:20:30
75
Bijla
ge
Naast deze initiatieven worden vanzelfsprekend alle medisch afdelingen gevisiteerd in het kader van de opleidingsbe-
voegdheid.
II. 2 Incidenten patiëntenzorg (MIP, FONA)
II.2.1 Incidenten patiëntenzorg (MIP, FONA)
Vraagstelling:
wat is het totaal van het aantal incidenten dat centraal is gemeld en hoeveel procent hiervan heeft geleid tot maatregelen?
In 2007 zijn in VUmc in de patiëntenzorg 260 (bijna)incidenten gemeld bij de centrale meldingscommissie (MIP). In 2005
is de meldingscommissie gestart met de implementatie van een nieuwe werkwijze namelijk het decentraal behandelen van
(bijna)incidenten in de patiëntenzorg. Hiervoor is aansluiting gevonden bij het VIM-project (= Veilig Incidenten Melden) van
Sneller Beter (zie elders in dit jaarverslag). Eind 2007 is dit systeem op 21 klinische en 9 poliklinische zorgeenheden
ingevoerd. In 2007 werden aan deze decentrale commissies 2.178 (bijna)incidenten gemeld. In totaal zijn dus 2.438
(bijna)incidenten gemeld.
Met de implementatie van een systeem voor decentrale incidentverwerking en -analyse, ligt de verantwoordelijkheid voor
het initiëren van verbeteracties bij de zorgeenheden. Indien de gepresenteerde problematiek een afdelingsoverstijgend
karakter heeft, adviseert de MIP met betrekking tot wenselijke vervolgstappen zoals b.v. de analyse van het probleem door
een aangewezen commissie.
Het grootste deel van de maatregelen wordt dus getroffen op decentraal niveau onder de verantwoordelijkheid van het
Werkplekmanagement. De MIP heeft inzage in deze verbeteracties via de decentrale databases. Zij houdt hiervan nog geen
systematische registratie bij. Dit is een belangrijk aandachtspunt voor 2008 als onderdeel van het vorm te geven Veilig-
heidsManagementSysteem (VMS). Met de geplande overstap in 2008 naar een nieuwe applicatie voor incidentregistratie en
-analyse en het monitoren van verbeteracties (de Taskmanager) moet dit probleem worden opgelost.
Daar waar de gepresenteerde problematiek afdelingsoverstijgend en/of van zeer ernstige aard is, worden maatregelen op
cluster- of centrumniveau getroffen.
II.3 Financiële positie:
II.3.1 Budgetgrootte
Vraagstelling:
wat is in het verslagjaar het productiegebonden gedeelte van het externe budget, inclusief het totale B-segment maar
exclusief de loonkosten voor medisch specialisten?
Zie elders in VUmc-jaarverslag
II.4 Parameters ten behoeve van verantwoording, sturing en bench-marking
II.4.1 Patiënttevredenheid
II.4.1.1 Patiënttevredenheidsmetingen
Vraagstelling:
onderzoekt u systematisch de tevredenheid van patiënten betreffende de zorgverlening:
a. continu bij alle patiënten van het ziekenhuis
b. jaarlijks bij een cohort of steekproef van alle patiënten
c. systematisch, maar alleen bij specifi eke afdelingen
vu-probe-vanaf-p57-82.indd 75vu-probe-vanaf-p57-82.indd 75 28-05-2008 15:20:3028-05-2008 15:20:30
76
Bijla
ge
Patiënttevredenheid is in VUmc één van de vier kwaliteitsthema’s, naast patiëntenlogistiek, patiëntveiligheid en professio-
nele kwaliteit. De centrumbrede coördinatiegroep patiënttevredenheid benadrukt het belang van het patiëntenperspectief
en stimuleert afdelingen hiervoor activiteiten te ondernemen.
VUmc participeert iedere twee jaar in het landelijk patiënttevredenheidsonderzoek van de NFU (Nederlandse Federatie van
Universitair Medische centra). De eerste meting heeft plaatsgevonden in het najaar van 2003. Eind 2005 is de tweede
meting verricht. Hiervoor zijn ruim 10.000 VUmc-patiënten aangeschreven. Medio 2006 zijn de resultaten bekend
gemaakt. VUmc scoorde in totaal 19 best practices. In 2003 had VUmc nog slechts 3 best practices. De resultaten van
de laatste meting in 2007 zijn nog niet bekend. Veel afdelingen houden ook zelf patiënttevredenheidsenquêtes bij hun
patiënten, waarbij afdelingsspecifi eke factoren worden onderzocht.
In aansluiting op Sneller Beter pijler 3 is VUmc aan het onderzoeken of zij overgaat tot invoering van een ziekenhuisbreed
elektronisch continu meetsysteem voor patiëntenfeedback. Afdelingen kunnen hier gebruik van maken en hun eigen
vragenlijst samenstellen.
Ook is met name binnen de Sneller Beter projecten patiëntenparticipatie geïntroduceerd, waarbij uitdrukkelijk aandacht
wordt gegeven aan het patiëntenperspectief. Een aantal afdelingen is enthousiast geraakt door het instrument van spiegel-
gesprekken met patiënten en is voornemens deze jaarlijks te herhalen.
Tot slot heeft in 2006 een evaluatie onder VUmc klagers plaatsgevonden over de klachtenprocedure, die tot een aantal
verbeteringen heeft geleid. Zie ook elders in dit jaarverslag.
II.4.1.2 Klachten
Vraagstelling:
a. absoluut aantal klachten, ingediend bij de Klachtencommissie
b. relatieve aantal: absoluut aantal per gewogen patiënteenheid
c. percentage van a. dat is gegrond verklaard
d. percentage van c. dat heeft geleid tot maatregelen
e. aantal klachten dat niet via de Klachtencommissie is binnengekomen
In 2007 heeft VUmc 313 schriftelijke klachten van of namens patiënten ontvangen. Het percentage klachten per gewogen
patiënteneenheid (zie hiervoor de toelichting bij ‘milieubelasting’) is 0,056%. Van de 313 schriftelijk ingediende klachten
zijn er 292 in de bemiddelingsprocedure opgenomen. De Klachtencommissie heeft op verzoek van 18 klagers 30 klachten
(antwoord op a.: 10 klachten na bemiddeling en 20 klachten zonder voorafgaande bemiddeling) in behandeling genomen
(dit is 0,006% per gewogen patiënteneenheid, het antwoord op vraag b.). Van de in 2007 ingediende en afgehandelde
klachten door de klachtencommissie is 38% gegrond verklaard en in 40% van deze gegrond verklaarde klachten zijn acties
ter verbetering genomen. Zie ook elders in dit jaarverslag.
II.4.2 Organisatie & Kwaliteit
II.4.2.1 Wachttijden
Vraagstelling met de situatie die voor VUmc geldt:
a. publiceert u minstens eens per maand gemakkelijk toegankelijke
publieksgegevens (bijvoorbeeld op Internet) over wachttijden? Ja
b. zo ja, welk percentage van de aandoeningen waarvoor Treeknormen
bestaan, betreft dit? 100%*
c. in welke mate participeert U in het nationale wachttijdenoverzicht dat
de NVZ onderhoudt? ** i. Poliklinisch: n.v.t. **
ii. Dagbehandeling: n.v.t. **
iii.Klinisch: n.v.t. **
* betreft in ieder geval 100% van de specialismen waarvoor Treeknormen bestaan.
** de NVZ is per januari 2005 gestopt met het nationale wachttijdenoverzicht.
vu-probe-vanaf-p57-82.indd 76vu-probe-vanaf-p57-82.indd 76 28-05-2008 15:20:3028-05-2008 15:20:30
77
Bijla
ge
II.4.2.2 Risico-inventarisatie
Vraagstelling:
a. voert u tenminste elke 2 jaar een risico-inventarisatie uit (of wordt dit door een externe instantie uitgevoerd)?
b. wordt deze analyse, al dan niet door een externe instantie (bijvoorbeeld uw schade-verzekeraar), in vergelijkende zin
beoordeeld en leidt dit tot concrete conclusies c.q. aanbevelingen?
c. rapporteert u over dit onderwerp in uw jaarverslag of elders?
VUmc is één van de 5 pilot-ziekenhuizen die in 2006 in afstemming met haar schadeverzekeraar, is gestart met het
ontwerpen van een risico-inventarisatie. Daartoe zijn ook VUmc-gegevens aangeleverd.
Verder heeft VUmc in 2005 en 2006 deelgenomen aan het programma Patiëntveiligheid in Nederland (in samenwerking
met het EMGO-instituut van VUmc en NIVEL). Hierbij werd het optreden van (vermijdbare) incidenten systematisch en
vrijwel ziekenhuisbreed onderzocht. Bovendien is er in het kader van medicatieveiligheid een risico-analyse verricht om
de meest risicovolle momenten te inventariseren. Daarnaast zijn en worden in het Sneller Beter project op afdelingen
veiligheidscommissies geïnstalleerd in het kader van Veilig Incident Melden. Deze veiligheidscommissies brengen direct
advies uit aan het management van de afdeling. In het kader van Sneller Beter worden verder rond bepaalde thema’s
(bijvoorbeeld postoperatieve wondinfecties en decubitus) systematische metingen uitgevoerd, die de risico’s op bepaalde
incidenten in kaart brengen. Deze gegevens worden extern vergeleken met de andere ziekenhuizen die in Sneller Beter
participeren. Bovendien kent VUmc een nauwgezette archivering van schriftelijk gemelde klachten en MIP-meldingen.
Hierover en met name ook over patiëntveiligheid, vindt u elders in dit jaarverslag uitgebreidere informatie.
II.4.3 Organisatie & randvoorwaarden
II.4.3.1Welbevinden medewerkers
Vraagstelling:
a. verzuimpercentage
b. verlooppercentage
c. WAO-instroom
VUmc:
a. het verzuimpercentage < 1 jaar bedraagt 3,7%,het verzuim ≥ 1 jaar bedraagt 0,7% en het verzuim wegens zwanger-
schap en bevalling 1,0%;
b. het verlooppercentage bedraagt 13,8% (uitstroom exclusief Flexpool);
c. de WAO-instroom bedraagt 0,0% (geen nieuwe instroom wegens WIA); de WIA-instroom bedraagt 0,37%.
II.4.3.2 Milieubelasting
Vraagstelling:
a. totaal energieverbruik: in euro/gewogen patiënteenheden
b. totaal afvalproductie in kg/gewogen patiënteenheden
waarvan Specifi ek Ziekenhuisafval in kg/gewogen patiënteenheden
In 2007 gaf VUmc voor het energieverbruik 10,18 euro per gewogen patiënteneenheid uit. Het energieverbruik per vloer-
oppervlakte bedroeg voor aardgas 19,82 m3 per m2 en voor elektriciteit 106,63 kWh per m2. De totale afvalproductie
bedroeg 2,69 kg per gewogen patiënteneenheid, waarvan 0,16 kg specifi ek ziekenhuisafval per gewogen patiënten-
eenheid.
De term ‘gewogen patiënteneenheid’ is een productie-eenheid die wordt gebruikt in algemene ziekenhuizen. Een uni-
versitair medisch centrum als VUmc kent naast de patiëntenzorg ook onderwijs en onderzoek, meer dan een algemeen
ziekenhuis. Hoeveel van de gemeten afvalproductie en energiekosten het gevolg is van deze twee laatste werkzaamheden
is onbekend. De cijfers van VUmc kunnen daarom afwijken van die van algemene ziekenhuizen. Ook kunnen de cijfers
vu-probe-vanaf-p57-82.indd 77vu-probe-vanaf-p57-82.indd 77 28-05-2008 15:20:3028-05-2008 15:20:30
78
Bijla
ge
afwijken van die van andere academische ziekenhuizen, wanneer de energiekosten en de afvalproductie daar wel kunnen
worden toegewezen aan patiëntenzorg, onderwijs en onderzoek. Verder wordt de interpretatie van de cijfers gecompli-
ceerd door het feit dat VUmc bestaat uit het ziekenhuis en de medische faculteit. De afvalproductie en de energiekosten
van deze laatste instelling (denk aan vakgroepen als anatomie en fysiologie), is niet meegenomen in bovenstaande cijfers.
Aanvullend is dit jaar opnieuw het energieverbruik per vloeroppervlakte als prestatie-indicator opgenomen. Dit geeft een
beter inzicht in de werkelijke energie- of milieuprestatie van VUmc dan het energieverbruik in euro’s.
II.4.4 Onderwijs, opleidingen en onderzoek
II.4.4.1 Onderwijs & opleidingen
Vraagstelling Situatie VUmc
a. participeert u in het klinisch onderwijs aan studenten geneeskunde
(co-schappen)? Ja
Zo ja, hoeveel co-assistenten, gemiddeld over 52 weken/jaar, betreft dit? 300
b. participeert u in het klinisch onderwijs aan hogeschoolstudenten
verpleegkunde (HBO-V)? Ja
Zo ja, hoeveel studenten i. duaal 11, gemiddeld over 52 weken/jaar
ii. anderszins 25 (13 extern en 12 overigen),
gemiddeld over 52 weken/jaar
c. participeert u in het klinisch onderwijs aan leerlingen van het middelbaar
beroepsonderwijs verpleegk. (MBO-V)?
i. duaal 12, gemiddeld over 52 weken/jaar
ii. anderszins 12, gemiddeld over 52 weken/jaar
d. hoeveel plaatsen voor assistenten geneeskundigen in opleiding (aios) Per 31 december 2007 telt de
heeft u? Onderwijs- en Opleidingsregio (OOR)
van VUmc 325 fte AIOs.
e. hoeveel studenten in het kader van de verpleegkundige vervolgopleidingen
(LRVV) hebt u? 53
f. hoeveel OK-assistenten hebt u in opleiding? 10
g. hoeveel anesthesieassistenten hebt u in opleiding? 7
II.4.4.2 Onderzoek
Vraagstelling VUmc
a. Neemt u deel aan klinisch vergelijkend wetenschappelijk onderzoek? Ja
b. Zo ja, Hoeveel clinical trials betreft dit (aantal lopende trials op 31 december jl.)
Fase III: 45
Fase IV: 1
Het aantal lopende trials betreft
vermoedelijk een onderschatting
daar volledige registratie van
gegevens als beoogde en
defi nitieve start- en einddatum
sedert januari 2003 plaatsvindt.
c. Functioneert (exclusief voor) uw ziekenhuis een METC? Ja
d. Zijn aan uw ziekenhuis (part time) hoogleraren betrokken bij geneeskundig
wetenschappelijk onderzoek? Ja
e. Publiceert u over de wetenschappelijke productie in uw jaarverslag? Ja
vu-probe-vanaf-p57-82.indd 78vu-probe-vanaf-p57-82.indd 78 28-05-2008 15:20:3028-05-2008 15:20:30
79
Bijla
ge
Bijlage 4 Organisatieschema VUmc
vu-probe-vanaf-p57-82.indd 79vu-probe-vanaf-p57-82.indd 79 28-05-2008 15:20:3028-05-2008 15:20:30
80
Bija
lge
raad
van
bestu
ur
klinis
che e
n p
oliklinis
che
zorg
eenheden
die
nst
dië
teti
ek e
n
voedin
gsw
ete
nsc
happen
•derm
ato
logie
•geneesk
undig
e o
nco
logie
•hem
ato
logie
•in
tern
e g
eneesk
unde
•lo
ngzie
kte
n
•m
aag-,
darm
-
en l
eve
rzie
kte
n
•nefr
olo
gie
•nucl
eair
e g
eneesk
unde
en P
ET r
ese
arc
h
•re
um
ato
logie
klinis
che e
n p
oliklinis
che
zorg
eenheden
•anato
mie
en
neuro
wete
nsc
happen
•keel-,
neus-
en o
or-
heelk
unde
•m
ondzie
kte
n e
n
kaakch
irurg
ie
•neuro
chir
urg
ie
•neuro
logie
•oogheelk
unde
•pla
stis
che c
hir
urg
ie
•psy
chia
trie
•re
validati
egeneesk
unde
klinis
che e
n p
oliklinis
che
zorg
eenheden
die
nst
medis
ch
maats
chappelijk
werk
•kin
derc
hir
urg
ie
•kin
derg
eneesk
unde
•klinis
che g
eneti
ca
•m
edis
che p
sych
olo
gie
•ve
rlosk
unde &
gynaeco
logie
klinis
che e
n p
oliklinis
che
zorg
eenheden
spoedeis
ende h
ulp
•anest
hesi
olo
gie
•ca
rdio
-thora
cale
chir
urg
ie
•ca
rdio
logie
•fy
siolo
gie
•heelk
unde
•in
tensi
ve c
are
volw
ass
enen
•ort
hopedie
•uro
logie
poliklinis
che
zorg
eenheden
•klinis
che f
arm
aco
logie
en a
poth
eek
•fy
sica
en m
edis
che
tech
nolo
gie
•hem
ato
logie
labora
tori
a
•klinis
che c
hem
ie
•m
edis
che m
icro
bio
logie
en i
nfe
ctie
pre
venti
e
•m
ole
cula
ire c
elb
iolo
gie
•path
olo
gie
•ra
dio
logie
•ra
dio
thera
pie
audio
visu
eel
centr
um
•EM
GO
(afd
eling)
•huis
art
sgeneesk
unde
•kl
inis
ch d
iere
xper
imen
teel
labora
tori
um
•klinis
che e
pid
em
iolo
gie
en b
iost
ati
stie
k
•m
eta
medic
a
•so
ciale
geneesk
unde
•ve
rple
eghuis
geneesk
unde
div
isie
Id
ivis
ie I
Id
ivis
ie I
IId
ivis
ie I
Vd
ivis
ie V
div
isie
VI
faci
lita
ir
bedri
jf
acc
ounta
nts
die
nst
inst
ituut
onders
teunin
g p
ati
ënte
nzorg
die
nst
bedri
jfse
conom
ie,
info
rmati
em
anagem
ent
en z
org
adm
inis
trati
e
die
nst
com
munic
ati
e
die
nst
past
ora
at
en g
eest
elijk
e v
erz
org
ing
die
nst
pers
oneel
en o
rganis
ati
e
onderw
ijs
en o
ple
iden
pro
ject
bure
au h
uis
vest
ing
Tech
nolo
gy T
ransf
er
Off
ice
onderz
oekin
stit
uut
EM
GO
onderz
oekin
stit
uut
MO
VE
onderz
oekin
stit
uut
V-IC
I
onderz
oekin
stit
uut
ICaRV
U
ondern
em
ingsr
aad
raad v
an t
oezic
ht
stafc
onve
nt
studente
nra
ad
org
an
isati
esch
em
a V
U m
ed
isch
cen
tru
m p
er
01.0
5.2
00
8
drs
. E.B
. M
uld
er
voorz
itte
r
pro
f.dr.
T.J.F
. Save
lkoul
vice
-voorz
itte
r
pro
f.dr.
W.A
.B.
Stalm
an
lid e
n d
eca
an
drs
. W
.M.
van E
wijk,
MBA
lid r
aad v
an b
est
uur
(teve
ns
voorz
itte
r ra
ad v
an
best
uur
Stic
hti
ng B
uit
enam
stel
Geest
gro
nden)
mr.
O.G
.A.
van d
er
Beek
secr
eta
ris
raad
van
bestu
ur
mw
. drs
. E.
Baars
dir
ect
eur
pers
oneel
en
org
anis
ati
e
C.J.H
. Bure
n M
BA
, RC
dir
ect
eur
financi
ën
mw
. M
.C.
van d
er
Meijde
dir
ect
eur
onderw
ijs
en o
ple
iden (
a.i.)
drs
. F.
R.
Rakers
dir
ect
eur
pro
ject
bure
au h
uis
vest
ing
drs
. K
.W.
Stegenga
dir
ect
eur
faci
lita
ir b
edri
jf
dr.
H.J.
Jass
im,
MBA
dir
ect
eur
ICT
dr.
B.P
. G
eerd
es
dir
ect
eur
medis
che z
aken
sta
fdir
ecte
ure
n
pro
f.dr.
ir.
J. B
rug
onderz
oekin
stit
uut
voor
extr
am
ura
al
geneesk
undig
onderz
oek (
EM
GO
)
pro
f.dr.
V.W
.M.
van H
insb
erg
h
onderz
oekin
stit
uut
voor
card
iova
scula
ire r
ese
arc
h
(IC
aRV
U)
pro
f.dr.
P.C
. H
uijgens
VU
medis
ch c
entr
um
onderz
oekin
stit
uut
voor
kanker
en i
mm
unolo
gie
(V
-IC
I)
pro
f.dr.
A.
de H
aan
onderz
oekin
stit
uut
(MO
VE)
pro
f.dr.
P.
Heuti
nk
onderz
oekin
stit
uut
voor
klinis
che e
n e
xperi
mente
le
neuro
wete
nsc
happen (
ICEN
)
dir
ecte
ure
n o
nd
erz
oekin
sti
tute
nd
ivis
ieb
estu
ur
onderz
oekin
stit
uut
ICEN
best
uurs
bure
au
die
nst
str
ate
gie
en b
ele
id
div
isie
I
div
isie
bestu
ur:
vo
orz
itte
r
pro
f.dr.
S.A
. D
anner
vic
e-v
oo
rzit
ter
pro
f.dr.
P.M
. te
r W
ee
man
ag
er
bed
rijf
svo
eri
ng
drs
. G
.C.P
.M. H
osk
ens
(15-5
-2008)
zo
rgm
an
ag
er
mw
. G
.M.J.
Berk
hout,
MA
div
isie
IV
div
isie
bestu
ur:
vo
orz
itte
r
pro
f.dr.
A.R
.J.
Gir
bes
vic
e-v
oo
rzit
ter
pro
f. d
r. B
.L.H
. Bem
elm
ans
man
ag
er
bed
rijf
svo
eri
ng
M.F
. C
aljouw
zo
rgm
an
ag
er
B.C
. N
ijm
an
div
isie
II
div
isie
bestu
ur:
vo
orz
itte
r
pro
f.dr.
J.J.
Heim
ans
vic
e-v
oo
rzit
ter
pro
f.dr.
I.
van d
er
Waal
man
ag
er
bed
rijf
svo
eri
ng
mw
. drs
. D
. Bonin
k
zo
rgm
an
ag
er
mw
. E.M
. Bijva
nk,
MM
div
isie
V
div
isie
bestu
ur:
vo
orz
itte
r
pro
f.dr.
B.J.
Slo
tman
vic
e-v
oo
rzit
ter
pro
f.dr.
C.J.L
.M.
Meijer
man
ag
er
bed
rijf
svo
eri
ng
drs
. C
. va
n d
er
Meule
n
div
isie
III
div
isie
bestu
ur:
vo
orz
itte
r
pro
f.dr.
J.J.
Roord
vic
e-v
oo
rzit
ter
pro
f.dr.
H.P
. va
n G
eijn
man
ag
er
bed
rijf
svo
eri
ng
J.C
. K
lare
nbeek,
RB
zo
rgm
an
ag
er
L.
de H
aan
div
isie
VI
div
isie
bestu
ur:
vo
orz
itte
r
pro
f.dr.
ir.
J. B
rug
vic
e-v
oo
rzit
ter
pro
f.dr.
W.
van M
ech
ele
n
man
ag
er
bed
rijf
svo
eri
ng
drs
. F.
J.M
. Tols
ma
ICT
verp
leegkundig
advi
esr
aad
vu-probe-vanaf-p57-82.indd 80vu-probe-vanaf-p57-82.indd 80 28-05-2008 15:20:3028-05-2008 15:20:30
81
Bijla
ge
acco
un
tan
tsd
ien
st
drs
. F.
J. M
eurs
ing,
RA
bestu
urs
bu
reau
mr.
O.G
.A.
van d
er
Beek
die
nst
co
mm
un
icati
em
w.
M.
Bolluijt
die
nst
pasto
raat
en
geeste
lijk
e v
erz
org
ing
mw
. ds.
J.A
. D
elv
er
die
nst
str
ate
gie
en
bele
iddrs
. J.M
.H.
van d
er
Veld
en
Tech
no
log
y T
ran
sfe
r O
ffic
edr.
ir.
E.W
.J.
Mosm
uller,
MBA
die
nsth
oo
fden
derm
ato
log
ie
pro
f.dr.
Th.M
. St
ari
nk
gen
eesku
nd
ige o
nco
log
ie
pro
f.dr.
H.M
.W.
Verh
eul
hem
ato
log
ie
pro
f.dr.
P.C
. H
uijgens
inte
rne g
en
eesku
nd
e
pro
f.dr.
M.H
.H.
Kra
mer
lon
gzie
kte
n
pro
f.dr.
P.E
. Post
mus
maag
-, d
arm
- en
leverz
iekte
n
pro
f.dr.
C.J.J.
Muld
er
nefr
olo
gie
pro
f.dr.
P.M
. te
r W
ee
nu
cle
air
e g
en
eesku
nd
e
en
PET
researc
h
pro
f.dr.
O.S
. H
oekst
ra
pro
f.dr.
A.A
. Lam
mert
sma
reu
mato
log
ie
pro
f.dr.
B.A
.C.
Dijkm
ans
die
nst
dië
teti
ek e
n
vo
ed
ing
sw
ete
nsch
ap
pen
mw
. d
r. M
. van B
okhors
t-
de v
an d
er
Sch
uere
n
an
ato
mie
en
neu
row
ete
nsch
ap
pen
pro
f.dr.
H.J.
Gro
enew
egen
keel-, n
eu
s-
en
oo
rheelk
un
de
pro
f.dr.
C.R
. Leem
ans
mo
nd
zie
kte
n e
n k
aakch
iru
rgie
pro
f.dr.
I.
van d
er
Waal
neu
roch
iru
rgie
pro
f.dr.
W.P
. Vandert
op
neu
rolo
gie
pro
f.dr.
J.J.
Heim
ans
oo
gh
eelk
un
de
pro
f.dr.
P.J.
Rin
gens
pla
sti
sch
e c
hir
urg
ie
pro
f.dr.
M.J.P
.F.
Rit
t
psych
iatr
ie
pro
f.dr.
A.T
.F.
Beekm
an
( te
vens
lid r
aad v
an b
est
uur
Stic
hti
ng B
uit
enam
stel
Geest
gro
nden)
revali
dati
eg
en
eesku
nd
e
pro
f.dr.
G.J.
Lankhors
t
kin
derc
hir
urg
ie
pro
f.dr.
H.A
. H
eij
kin
derg
en
eesku
nd
e
pro
f.dr.
J.J.
Roord
kli
nis
ch
e g
en
eti
ca
mw
. pro
f.dr.
E.J.
Meijers
-Heijboer
med
isch
e p
sych
olo
gie
mw
. pro
f.dr.
P.T
. C
ohen-K
ett
enis
verl
osku
nd
e e
n g
yn
aeco
log
ie
pro
f.dr.
H.P
. va
n G
eijn
die
nst
med
isch
maats
ch
ap
pelijk
werk
drs
. H
.J.
Kaufm
an
an
esth
esio
log
ie
pro
f. d
r. S
.A.
Loer
card
io-t
ho
racale
ch
iru
rgie
drs
. A
.B.A
. Vonk (
a.i.)
card
iolo
gie
pro
f.dr.
A.C
. va
n R
oss
um
(w
nd.)
fysio
log
ie
pro
f.dr.
G.J.
Tangeld
er
heelk
un
de
pro
f.dr.
J.A
. Rauw
erd
a
inte
nsiv
e c
are
vo
lwassen
en
pro
f.dr.
A.R
.J.
Gir
bes
ort
ho
ped
ie
dr.
B.J.
van R
oye
n (
a.i.)
uro
log
ie
pro
f.dr.
B.L
.H.
Bem
elm
ans
kli
nis
ch
e f
arm
aco
log
ie e
n
ap
oth
eek
mw
. dr.
E.L
. Sw
art
fysic
a e
n m
ed
isch
e t
ech
no
log
ie
pro
f.dr.
R.M
. H
eeth
aar
hem
ato
log
ie l
ab
ora
tori
a
mw
. dr.
A.
Drä
ger
pro
f.dr.
P.C
. H
uijgens
kli
nis
ch
e c
hem
ie
pro
f.dr.
M.A
. Bla
nkenst
ein
med
isch
e m
icro
bio
log
ie
en
in
fecti
ep
reven
tie
mw
. pro
f.dr.
C.M
.J.E
. Vandenbro
uck
e-
Gra
uls
mo
lecu
lair
e c
elb
iolo
gie
mw
. pro
f.dr.
C.D
. D
ijkst
ra
path
olo
gie
pro
f.dr.
C.J.L
.M.
Meijer
rad
iolo
gie
pro
f.dr.
C.
van K
uijk
rad
ioth
era
pie
pro
f.dr.
B.J.
Slo
tman
EM
GO
pro
f.dr.
ir.
J. B
rug
hu
isart
sg
en
eesku
nd
e
mw
. pro
f.dr.
H.E
. va
n d
er
Hors
t
kli
nis
ch
e e
pid
em
iolo
gie
en
bio
sta
tisti
ek
dr.
B.
Uit
dehaag (
wnd.)
meta
med
ica
pro
f.dr.
ir.
J.
Bru
g (
a.i.)
so
cia
le g
en
eesku
nd
e
pro
f.dr.
W.
van M
ech
ele
n
verp
leeg
hu
isg
en
eesku
nd
e
pro
f.dr.
M.W
. Rib
be
au
dio
vis
ueel
cen
tru
m
dr.
J.T
. G
old
schm
edin
g
div
isie
Id
ivis
ie I
Id
ivis
ie I
IId
ivis
ie I
Vd
ivis
ie V
div
isie
VI
vu-probe-vanaf-p57-82.indd 81vu-probe-vanaf-p57-82.indd 81 28-05-2008 15:20:3028-05-2008 15:20:30
82
vu-probe-vanaf-p57-82.indd 82vu-probe-vanaf-p57-82.indd 82 28-05-2008 15:20:3128-05-2008 15:20:31
Jaarre
kenin
g
83Jaarrekening 2007
vu-probe-p83-164.indd 83vu-probe-p83-164.indd 83 29-05-2008 14:03:4329-05-2008 14:03:43
84
Jaarre
kenin
g
INHOUDSOPGAVE
5.1 Jaarrekening 2007 85
5.1.1 Geconsolideerde balans per 31 december 2007 86
5.1.2 Geconsolideerde resultatenrekening over 2007 87
5.1.3 Geconsolideerd kasstroomoverzicht over 2007 88
5.1.4 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling 89
5.1.5 Toelichting op de geconsolideerde balans per 31 december 2007 93
5.1.6 Geconsolideerd mutatieoverzicht immateriële vaste activa 103
5.1.7 Geconsolideerd mutatieoverzicht materiële vaste activa 104
5.1.8 Specifi catie ultimo boekjaar onderhanden projecten (geconsolideerd) en
gereed gekomen projecten 108
5.1.9 Geconsolideerd overzicht langlopende schulden ultimo 2007 113
5.1.10 Toelichting op de geconsolideerde resultatenrekening over 2007 114
5.1.11 Balans per 31 december 2007 126
5.1.12 Resultatenrekening over 2007 127
5.1.13 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling 128
5.1.14 Toelichting op de balans per 31 december 2007 129
5.1.15 Mutatieoverzicht immateriële vaste activa 139
5.1.16 Mutatieoverzicht materiële vaste activa 140
5.1.17 Specifi catie ultimo boekjaar onderhanden projecten en gereed gekomen projecten 144
5.1.18 Overzicht langlopende schulden ultimo 2007 149
5.1.19 Toelichting op de resultatenrekening over 2007 150
5.2 Overige gegevens 159
5.2.1 Vaststelling en goedkeuring jaarrekening 159
5.2.2 Statutaire regeling resultaatbestemming 159
5.2.3 Resultaatbestemming 159
5.2.4 Gebeurtenissen na balansdatum 159
5.2.5 Ondertekening door bestuurders en toezichthouders 159
5.2.6 Accountantsverklaring 160
5.3 Bijlagen 162
WOPT 162
vu-probe-p83-164.indd 84vu-probe-p83-164.indd 84 29-05-2008 14:03:4329-05-2008 14:03:43
85
Jaarre
kenin
g
5.1 JAARREKENING
vu-probe-p83-164.indd 85vu-probe-p83-164.indd 85 29-05-2008 14:03:4329-05-2008 14:03:43
86
Jaarre
kenin
g
5.1 GECONSOLIDEERDE JAARREKENING (in € 1.000)
5.1.1 GECONSOLIDEERDE BALANS PER 31 DECEMBER 2007
(na resultaatsbestemming)
Ref. 31-dec-07 31-dec-06€ €
ACTIVA
Vaste activa
Immateriële vaste activa 1 0 0Materiële vaste activa 2 313.413 293.985Financiële vaste activa 3 2.583 3.466Totaal vaste activa 315.996 297.451
Vlottende activa
Voorraden 4 4.550 3.991Onderhanden werk uit hoofde van DBC's 5 66.935 43.969Vorderingen en overlopende activa 6 93.186 61.801Vorderingen uit hoofde van financieringstekort 7 0 0Effecten 8 0 0Liquide middelen 9 56.517 14.497Totaal vlottende activa 221.188 124.258
Totaal activa 537.184 421.709
Ref. 31-dec-07 31-dec-06PASSIVA € €
Eigen vermogen 10Kapitaal 0 0Collectief gefinancierd gebonden vermogen 39.011 6.868Niet collectief gefinancierd vrij vermogen 31.498 20.924Totaal eigen vermogen 70.509 27.792
Egalisatierekening afschrijvingen 11 82.666 82.948
Voorzieningen 12 17.953 16.177
Langlopende schulden 13 134.767 145.719
Kortlopende schuldenSchulden uit hoofde van financieringsoverschot 7 95.009 48.630Kortlopende schulden en overlopende passiva 14 136.280 100.443
Totaal Passiva 537.184 421.709
vu-probe-p83-164.indd 86vu-probe-p83-164.indd 86 29-05-2008 14:03:4329-05-2008 14:03:43
87
Jaarre
kenin
g
5.1.2 GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING OVER 2007 (in € 1.000)
Ref. 2007 2006€ €
BEDRIJFSOPBRENGSTEN:
Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten en/of subsidie 16 301.395 295.442
DBC opbrengsten B-segment 17 5.064 3.462
Niet gebudgetteerde zorgprestaties 18 2.708 2.679
Overige bedrijfsopbrengsten 19 256.309 164.140
Som der bedrijfsopbrengsten 565.476 465.723
BEDRIJFSLASTEN:
Personeelskosten 20 321.137 302.710
Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa 21 19.229 19.322
Overige bedrijfskosten 22 179.943 130.841
Som der bedrijfslasten 520.309 452.873
BEDRIJFSRESULTAAT 45.167 12.850
Financiële baten en lasten 23 -2.740 -6.532
RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSVOERING 42.427 6.318
Buitengewone baten en lasten 24 0 0
RESULTAAT BOEKJAAR VOOR BELASTING 42.427 6.318
VENNOOTSCHAPSBELASTING 27 -1.133 -996
RESULTAAT BOEKJAAR NA BELASTING 41.294 5.322
RESULTAATBESTEMMING
Het resultaat is als volgt verdeeld: 2007 2006€ €
Toevoeging/(onttrekking):Reserve aanvaardbare kosten 25.716 2.855Algemene Reserve 3.047 2.467Specifieke reserve onderwijs en onderzoek 6.105 0Bestemmingsreserve brand- bedrijfsschade 6.426 0
41.294 5.322
vu-probe-p83-164.indd 87vu-probe-p83-164.indd 87 29-05-2008 14:03:4329-05-2008 14:03:43
88
Jaarre
kenin
g
5.1.3 GECONSOLIDEERD KASSTROOMOVERZICHT (in € 1.000)
Ref. 2007 2006€ € € €
Kasstroom uit operationele activiteiten
Bedrijfsresultaat vóór interest en belasting 45.168 12.840
Aanpassingen voor :- afschrijvingen 19.997 17.021- mutaties voorzieningen 1.776 6.272- mutatie egalisatierekeningen -282 1.664
21.491 24.957
Veranderingen in vlottende middelen:- voorraden -559 -1.083- onderhanden werk DBC's -22.966 -40.398- vorderingen -31.385 -654- vorderingen/schulden uit hoofde van financieringstekort respectievelijk -overschot 46.379 100.195- kortlopende schulden (excl.schulden aan kredietinstellingen) 26.001 16.206
17.470 74.266
Kasstroom uit bedrijfsoperaties 84.129 112.063
Ontvangen interest 5.660 1.379Betaalde interest -8.400 -7.911Vennootschapsbelasting -1.133 -996Buitengewoon resultaat 0 0
-3.873 -7.528
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten 80.256 104.535
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
Investeringen materiële vaste activa -53.181 -52.124Desinvesteringen materiële vaste activa 13.756 11.975Investeringen immateriële vaste activa 0 0Desinvesteringen immateriële vaste activa 0 0Investeringen deelnemingen en/of samenwerkingsverbanden 1.410 324Mutatie leningen u/g -5 0Overige (des-)investeringen in financiële vaste activa 900 449
Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten -37.120 -39.376
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
Nieuw opgenomen leningen 0 40.000Aflossing langlopende schulden -10.952 -13.995
Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten -10.952 26.005
Mutatie geldmiddelen 32.184 91.164
vu-probe-p83-164.indd 88vu-probe-p83-164.indd 88 29-05-2008 14:03:4329-05-2008 14:03:43
89
Jaarre
kenin
g
5.1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING
5.1.4.1 Algemeen
Alle bedragen zijn in duizenden euro’s vermeld, tenzij anders is aangegeven. De activa en passiva zijn, tenzij anders
vermeld, tegen nominale waarde opgenomen.
Groepsverhoudingen
VU medisch centrum, hoewel onderdeel van de Vereniging voor christelijk hoger onderwijs, wetenschappelijk onderzoek
en patiëntenzorg (Vereniging VU-Windesheim), brengt een eigen verslag uit. Dit uitgangspunt geldt eveneens voor de
andere entiteiten binnen de Vereniging, te weten de Vrije Universiteit en de Christelijke Hogeschool Windesheim. Voor
deze verslagwijze is gekozen, omdat een geconsolideerde jaarrekening met de andere entiteiten, de Vereniging en de VU,
niet bijdraagt aan het door de wet vereiste inzicht.
In de geconsolideerde jaarrekening over 2006 en 2007 zijn naast VU medisch centrum, de Stichting Centrum voor
Radio-isotopen Research en de daarin opgenomen BV Cyclotron, opgenomen. VU medisch centrum heeft een zeggen-
schapsbelang in het bestuur van deze stichting.
In verband met het toegenomen materiële belang van Boelevaar Holding BV en de daarin begrepen BV’s is Boelevaar
Holding over 2006 en 2007 geconsolideerd opgenomen.
Grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening
De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de Regeling verslaggeving WTZi en de stellige uitspraken van de
Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, uitgegeven door de Raad voor de Jaarverslaggeving.
Vergelijking met voorgaand jaar
De grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van voorgaand jaar, en gelden
voor de enkelvoudige en geconsolideerde jaarrekening.
Door aanpassing aan de wettelijke voorschriften zijn in de vergelijkende cijfers over 2006 enkele (kleine) afwijkingen
opgetreden ten opzichte van de jaarrekening 2006.
Consolidatie
In de geconsolideerde jaarrekening zijn tevens opgenomen de stichtingen en vennootschappen die tot de groep behoren.
Dit betreft de volgende stichtingen en vennootschappen:
• Stichting Centrum voor Radio-isotopen Research
• Boelevaar Holding BV
5.1.4.2 Grondslagen van waardering van activa en passiva
Activa en passiva
Activa en passiva worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs of de actuele waarde.
Indien geen specifi eke waarderingsgrondslag is vermeld, vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs.
Toelichtingen op posten in de balans, resultatenrekening en kasstroomoverzicht zijn in de jaarrekening genummerd.
Materiële vaste activa
Voor WTZi-vergunnings- en meldingsplichtige vaste activa en WMG-gefi nancierde vaste activa waarvoor in de bekostigings-
systematiek geen substitutievrijheid bestaat binnen het verkregen budget, is de afschrijvingsperiode gelijk aan de in de
bekostigingssystematiek voorgeschreven afschrijvingstermijnen.
Voor die vaste activa waarvoor binnen de bekostigingssystematiek of de verkregen subsidie substitutievrijheid bestaat,
zijn de afschrijvingstermijnen gebaseerd op de economische levensduur.
De materiële vaste activa (inventarissen indien groter dan € 1.000 per eenheid) worden gewaardeerd tegen aanschaffi ngs-
waarde, verminderd met afschrijvingen op basis van de door het College Tarieven Gezondheidszorg/Nederlandse
vu-probe-p83-164.indd 89vu-probe-p83-164.indd 89 29-05-2008 14:03:4429-05-2008 14:03:44
90
Jaarre
kenin
g
ZorgAutoriteit (CTG/NZa) gehanteerde afschrijvingspercentages. Tot en met 1987 is afgeschreven vanaf het jaar na
ingebruikneming. Vanaf 1988 worden de investeringen in bouw en eerste inrichting afgeschreven vanaf de maand van
ingebruikneming. Tot en met 2005 wordt op de investeringen in inventarissen in het jaar van aanschaf een vol jaar
afgeschreven. Vanaf 2006 wordt de inventaris eveneens afgeschreven vanaf de maand van aanschaf.
De à fonds perdu investeringen, alsmede gedane investeringen uit met eigen middelen getroffen voorzieningen en ap-
paratuur welke worden gefi nancierd door bijdragen derden, worden zowel onder de materiële vaste activa als onder de
egalisatierekening afschrijvingen verantwoord. De afschrijvingen ervan worden in mindering gebracht op zowel de actief-
post als op de passiefpost.
Financiële vaste activa
Deelnemingen in groepsmaatschappijen en overige deelnemingen waarin invloed van betekenis kan worden uitgeoefend
worden volgens de nettovermogenswaardemethode of verkrijgingsprijs gewaardeerd. Invloed van betekenis wordt in ieder
geval verondersteld aanwezig te zijn bij het kunnen uitbrengen van 20% of meer van de stemrechten. De nettovermogens-
waarde wordt berekend volgens de grondslagen die gelden voor deze jaarrekening; voor deelnemingen waarvan
onvoldoende gegevens beschikbaar zijn voor aanpassing aan deze grondslagen, wordt uitgegaan van de waarderings-
grondslagen van de desbetreffende deelneming. Indien de waardering van een deelneming volgens de nettovermogens-
waarde negatief is, wordt deze op nihil gewaardeerd. Deelnemingen waarop geen invloed van betekenis kan worden
uitgeoefend worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs. Indien sprake is van een duurzame waardevermindering vindt
waardering plaats tegen deze lagere waarde; afwaardering vindt plaats ten laste van de resultatenrekening.
Voorraden
Voorraden zijn gewaardeerd tegen kostprijs onder aftrek van een voorziening voor incourantheid.
Zelf geproduceerde medicijnen zijn gewaardeerd tegen materiaal- en loonkosten.
Onderhanden werk DBC’s
Het onderhanden werk uit hoofde van DBC’s wordt gewaardeerd tegen de vervaardigingsprijs, zijnde de kostprijs van de
reeds bestede verrichtingen of tegen de opbrengstwaarde van de DBC indien deze lager is. De productie van het onder-
handen werk is bepaald door de openstaande verrichtingen te koppelen aan de DBC’s die ultimo boekjaar openstonden.
Op het onderhanden werk worden de voorschotten die ontvangen zijn van verzekeraars in mindering gebracht.
De waardering van de openstaande DBC’s van het A-segment is gebaseerd op de declaratiewaarde per type DBC, d.w.z. de
kosten- en honorariumdelen van het CTG/NZa-tarief plus de opslag sluittarief. De typen (en aantallen) DBC’s zijn bepaald
naar de stand per ultimo 2007, d.w.z. de DBC’s zijn afgeleid vanuit de basisgegevens zoals die ultimo 2007 bekend
waren.
De waardering van de openstaande DBC’s van het B-segment is gebaseerd op de kostprijs van de reeds uitgevoerde ver-
richtingen, dan wel de lagere declaratiewaarde.
Vorderingen
Vorderingen worden opgenomen voor de nominale waarde. Een voorziening wordt getroffen op de vorderingen op grond
van verwachte oninbaarheid.
De voorziening wordt procentueel berekend over de totalen van debiteuren, gerubriceerd naar ouderdom. Indien nodig
worden grote posten, in afwijking van de regel, individueel beoordeeld.
Liquide middelen
Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en deposito’s met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekening-
courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden.
Egalisatierekening afschrijvingen
De toevoegingen en onttrekkingen aan de egalisatierekening afschrijvingen zijn gebaseerd op de geldende richtlijnen van
vu-probe-p83-164.indd 90vu-probe-p83-164.indd 90 29-05-2008 14:03:4429-05-2008 14:03:44
91
Jaarre
kenin
g
de NZa.
Egalisatierekening apparatuurbijdragen derden
Bijdragen van derden in apparatuur worden toegevoegd aan een egalisatierekening. De jaarlijkse onttrekkingen aan deze
rekening, gelijk aan de afschrijvingslasten, vallen vrij ten gunste van de resultatenrekening en neutraliseren daarmee de
afschrijvingslasten.
Egalisatierekening kleine bouwkundige projecten
Op verzoek van het ministerie van VWS wordt de vergoeding voor afschrijving in het budget en de rijksbijdrage
werkplaatsfunctie ten gunste van deze voorziening geboekt. De afschrijvingskosten worden hieraan ten laste gebracht.
Egalisatierekening rente en afschrijving grote bouw
In de rijksbijdrage werkplaatsfunctie is een (genormeerde) vergoeding opgenomen voor rente en afschrijving grote bouw.
Dit deel wordt toegevoegd aan de egalisatierekening rente en afschrijving grote bouw. Tegenover deze vergoeding staan
de werkelijke kosten, welke ten laste van de egalisatierekening worden geboekt.
Egalisatierekening à fonds perdu bijdragen in materiële vaste activa
Dit betreft beschikbaar gestelde à fonds perdu bijdragen van het ministerie van OCW en de Vereniging in terreinen,
gebouwen en inventarissen, alsmede investeringen uit met eigen middelen getroffen voorzieningen.
Egalisatierekening deregulering huisvesting academische ziekenhuizen (DHAZ)
Tussen de ministeries OCW, VWS en de NFU is het Convenant DHAZ gesloten inzake de decentralisatie van de planning
en uitvoering van de verschillende instandhoudingsinvesteringen. Het Convenant DHAZ is op 1 januari 2004 in werking
getreden. De oude systematiek wordt afgebouwd en de egalisatierekening DHAZ komt (op termijn) in de plaats van de
egalisatierekening kleine bouwkundige projecten en de egalisatierekening rente en afschrijving grote bouw. Op grond van
dit besluit wordt de vergoeding voor afschrijving, die vast in het budget patiëntenzorg en de rijksbijdrage werkplaats-
functie wordt gegeven, onder aftrek van de werkelijke afschrijvingen, aan de egalisatierekening gedoteerd.
Voorzieningen (algemeen)
Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan
waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze
is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om
de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de contante waarde van
de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen af te wikkelen.
Wanneer verplichtingen naar verwachting door een derde zullen worden vergoed, wordt deze vergoeding als een actief
in de balans opgenomen indien het waarschijnlijk is dat deze vergoeding zal worden ontvangen bij de afwikkeling van de
verplichting.
Voorziening groot onderhoud
Ingevolge de invoering van de DHAZ is de noodzaak tot het houden van een voorziening anders dan voor achterstallig
onderhoud komen te vervallen.
Voorzieningen RJ 271
Volgens de richtlijnen in het kader van de RJ 271 zijn met ingang van 2006 een tweetal voorzieningen getroffen.
Het betreft voorzieningen voor de wachtgelden en de toekomstige jubileumverplichtingen.
Voor medewerkers in de CAO Academische Ziekenhuizen is een seniorenregeling opgenomen. De voorziening voor
toekomstige verplichtingen uit hoofde van de seniorenregeling is opgesteld met toepassing van actuariële methoden.
Saldi projecten
Gedurende de looptijd van meerjarige projecten worden de reeds gerealiseerde opbrengsten inclusief ontvangen voor-
vu-probe-p83-164.indd 91vu-probe-p83-164.indd 91 29-05-2008 14:03:4429-05-2008 14:03:44
92
Jaarre
kenin
g
schotten onder aftrek van gerealiseerde kosten gepassiveerd onder de overige schulden.
5.1.4.3 Grondslagen van resultaatbepaling
Algemeen
Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de baten en de lasten over het verslagjaar, met inachtneming van de
hiervoor reeds vermelde waarderingsgrondslagen.
De baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop deze betrekking hebben, uitgaande van historische kos-
ten. Verliezen worden verantwoord als deze voorzienbaar zijn; baten worden verantwoord als deze gerealiseerd zijn.
Baten (waaronder nagekomen budgetaanpassingen) en lasten uit voorgaande jaren die in dit boekjaar zijn geconstateerd,
worden aan dit boekjaar toegerekend.
Pensioenen
VU medisch centrum heeft voor haar werknemers een toegezegd-pensioenregeling. Hiervoor in aanmerking komende
werknemers hebben op de pensioengerechtigde leeftijd recht op een pensioen welke afhankelijk is van leeftijd, salaris en
dienstjaren. De regeling is ondergebracht bij het bedrijfstakpensioenfonds ABP. Het VU mc heeft geen verplichting tot
het voldoen van aanvullende bijdragen in geval van een tekort bij ABP, anders dan het effect van hogere toekomstige
premies. Het VU mc heeft daarom de pensioenregeling verwerkt als een toegezegde-bijdrage-regeling en heeft alleen de
verschuldigde premies tot en met het einde van het boekjaar in de jaarrekening verantwoord.
5.1.4.4 Grondslagen van segmentering
In de jaarrekening wordt overeenkomstig de Richtlijn Zorginstellingen een segmentatie van de resultatenrekening gemaakt
in de volgende segmenten: patiëntenzorg, onderwijs en onderzoek (1e t/m 3e geldstroom) en resultaat deelnemingen.
Bij de verdeling van de resultatenrekening per bedrijfssegment is aangesloten op de activiteiten van het bedrijfsproces:
Het segment Patientenzorg alsmede het segment Onderwijs en Onderzoek collectief gefi nancierd bevatten de door middel
van de rijksbijdrage en het CTG budget gefi nancierde activiteiten in het kader van de patiëntenzorg en de werkplaats-
functie.
Het segment Onderwijs en Onderzoek tweede en derde geldstroom bevat de direct toerekenbare kosten en opbrengsten
verbonden aan onderzoeksprojecten.
Het segment Overige activiteiten bevat de fi nanciële gegevens van de entiteiten zoals genoemd in de grondslagen.
vu-probe-p83-164.indd 92vu-probe-p83-164.indd 92 29-05-2008 14:03:4429-05-2008 14:03:44
93
Jaarre
kenin
g
5.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS (in € 1.000)
Toelichting:
VU medisch centrum heeft in 2007 en 2006 geen immateriële vaste activa.
Toelichting:
Voor een nadere specifi catie van het verloop van de materiële vaste activa per activagroep wordt verwezen naar het mutatieoverzicht onder
5.1.7. In toelichting 5.1.8 zijn overzichten opgenomen voor de onderhanden en gereedgekomen projecten. In de beginbalans is een
correctie opgenomen van € 896 duizend met betrekking tot correcties over 2006, verwerkt in 2007. Deze is te splitsen in € 758 duizend
(WMG gefi nancierde materiële vaste activa) en € 139 duizend (Niet WTZi/WMG gefi nancierde materiële vaste activa).
WTZi - vergunningsplichtige materiële vaste activa is in 2006 vermeld als WZV vergunningsplichtige vaste activa.
WTZi - instandhoudings materiele vaste activa is in 2006 vermeld als WZV meldingsplichtige vaste activa. WMG gefi nancierde materiele
vaste activa is in 2006 vermeld als inventaris en apparatuur. Niet WTZi/WMG gefi nancierde materiële vaste activa is in 2006 vermeld als Niet
WZV/WTG gefi nancierde vaste activa en DHAZ gefi nancierde vaste activa.
ACTIVA
1. Immateriële vaste activa
De specificatie is als volgt : 31-dec-07 31-dec-06€ €
Aanloopkosten 0 0Aanloopverliezen 0 0Boeterente 0 0Goodwill 0 0Licenties 0 0Overige 0 0
Totaal immateriële vaste activa 0 0
Het verloop van de immateriële activa in het verslagjaar is als volgt weer te geven : 2007 2006€ €
Boekwaarde per 1 januari 0 0Bij: investeringen 0 0Af: afschrijvingen 0 0Af: terugname geheel afgeschreven activa 0 0Af: desinvesteringen 0 0
Boekwaarde per 31 december 0 0
2. Materiële vaste activa
De specificatie is als volgt : 31-dec-07 31-dec-06€ €
Grond 1.388 1.388Terreinvoorzieningen 0 0Gebouwen 143.990 151.325Semi permanente gebouwen 0 0Verbouwingen 26.648 23.114Installaties 2.398 2.420Onderhanden projecten 52.480 25.087Trekkingsrechten 0 0Instandhouding kleine bouw 21.083 22.656Inventaris 56.030 57.982Vervoermiddelen 6 8Automatisering 9.390 10.005
Totaal materiële vaste activa 313.413 293.985
Het verloop van de materiële activa in het verslagjaar is als volgt weer te geven : 2007 2006€ €
Boekwaarde per 1 januari 293.985 270.857Correctie beginstand in verband met conversie -896 0Bij: investeringen 54.077 52.124Af: afschrijvingen 27.065 29.348Af: terugname geheel afgeschreven activa 0 0Af: desinvesteringen 6.688 -352
Boekwaarde per 31 december 313.413 293.985
vu-probe-p83-164.indd 93vu-probe-p83-164.indd 93 29-05-2008 14:03:4429-05-2008 14:03:44
94
Jaarre
kenin
g
5.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS (in € 1.000)
Toelichting:
Waarborgsommen: De waarborgsom betreft het depotbedrag bij TPG Post gebaseerd op de gemiddelde faktuurwaarde. In 2007 heeft TPG
Post het depotbedrag verhoogd.
Herfi nanciering langlopende leningen: In 2004 is kans gezien om een groot deel van de bestaande leningenportefeuille te herfi nancieren.
De kosten van de herfi nanciering, groot € 2,2 miljoen, is over meerdere kalenderjaren verdeeld.
Leningen u/g: Het saldo eind 2007 betreft de lening aan de Stichting Arateus van Cappadocië (SAC) ter gedeeltelijke fi nanciering van het
diabetes onderzoekscentrum te Hoorn. De afl ossing geschiedt uiterlijk bij de toekomstige verkoop van het pand. Daarnaast is in 2007 een
lening verstrekt aan de Universitaire Poliklinische Apotheek ter grootte van € 0,4 miljoen.
Toelichting:
De deelnemingen zijn in handen van Boelevaar Holding BV.
ACTIVA
3. Financiële vaste activa
De specificatie is als volgt : 31-dec-07 31-dec-06€ €
Deelnemingen 63 59Vorderingen op deelnemingen 72 54Overige effecten 0 0Overige vorderingen 0 0Waarborgsommen 48 40Herfinanciering langlopende leningen 0 900Leningen u/g 2.400 2.413
Totaal financiële vaste activa 2.583 3.466
Het verloop van de financiële vaste activa is als volgt :€
Boekwaarde per 1 januari 2007 3.466
Bij: kapitaalstorting 4Bij: verstrekte lening 18Bij: waardeverhoging 8Af: ontvangen aflossing leningen -13Af: waardeverminderingen -900
Boekwaarde per 31 december 2007 2.583
Toelichting op belangen in andere rechtspersonen of vennootschappen:
Naam en rechtsvorm en woonplaats rechtspersoon
Verschaft kapitaal
Kapitaalbe-lang (in %)
Eigen vermogen 31-
12-2007Resultaat
2007€ €
Immunaffect BV 2 10% 2 0DC Prime BV 6 25% 6 0A-Skin Holding BV 51 16% 51 0Micrion Holding BV 4 20% 4 0
Zeggenschapsbelangen:
Volledig aansprakelijk vennoot van VoF of CV:
Belangen samen met dochtermaatschappijen:
Kernactiviteit
Rechtstreekse kapitaalbelangen
vu-probe-p83-164.indd 94vu-probe-p83-164.indd 94 29-05-2008 14:03:4429-05-2008 14:03:44
95
Jaarre
kenin
g
5.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS (in € 1.000)
Toelichting:
De voorziening die in aftrek op de voorraden is gebracht bedraagt € 5 duizend. Onder de voorraden zijn die voorraden opgenomen die
centraal worden beheerd en geregistreerd. Een uitzondering betreft de voorraad pacemakers en PTCA-materialen, die als kunst- en
hulpmiddelen staat vermeld.
Toelichting:
De waardering van de openstaande DBC’s van het B-segment is gebaseerd op de kostprijs van de reeds uitgevoerde verrichtingen, dan
wel de lagere declaratiewaarde. De waardering van de openstaande DBC’s van het A-segment is gebaseerd op de declaratie-waarde per
type DBC, dat wil zeggen de kosten- en honorariumdelen van het NZa-tarief plus het opslag (sluit)tarief. De typen (en aantallen) DBC’s zijn
afgeleid vanuit de basisgegevens zoals die ultimo 2007 bekend waren. Het onderhanden werk komt voor het B-segment uit op € 3,2 mln
en voor het A-segment op € 109,1 mln. Circa 40% van dit bedrag was ultimo 2007 gedekt door voorschotten van verzekeraars. Ultimo 2006
was dit circa 54%. De stijging is veroorzaakt door de stijging van het opslag (sluit)tarief.
Toelichting:
De voorziening die in aftrek op de vorderingen is gebracht bedraagt € 2.8 miljoen.De algemene rekenregel voor het bepalen van de
voorziening is als volgt: de vorderingen per 31 december 2007 met een looptijd langer dan één jaar worden voor 100% als dubieus
aangemerkt en de vorderingen van de kostendelen met een looptijd van een halfjaar tot één jaar voor 50%. Indien nodig worden grote
posten, in afwijking van de regel, individueel beoordeeld. De stijging van de vorderingen wordt veroorzaakt door het restantbedrag nog te
ontvangen verzekeringsuitkering in verband met de brandschade in de OK´s.
ACTIVA
4. Voorraden
De specificatie is als volgt : 31-dec-07 31-dec-06€ €
Medische middelen 2.204 1.881Voedingsmiddelen Hulpmiddelen 1.360 788Overige voorraden:Centraal magazijn 808 1.149Centraal sterilisatie magazijn 178 151Emballagemateriaal 0 22
Totaal voorraden 4.550 3.991
5. Onderhanden werk uit hoofde van DBC's
De specificatie is als volgt : 31-dec-07 31-dec-06€ €
Onderhanden werk DBC's A-segment 109.077 92.811Onderhanden werk DBC's B-segment 3.157 2.682Af: ontvangen voorschotten 45.299 51.524Af: voorziening onderhanden werk 0 0
Totaal onderhanden werk 66.935 43.969
6. Vorderingen en overlopende activa
De specificatie is als volgt : 31-dec-07 31-dec-06€ €
Vorderingen op debiteuren 43.258 51.724Vorderingen op groepsmaatschappijen 0 0Vorderingen op participanten en maatschappijen waarin wordt deelgenomen 8 0Nog te factureren omzet DBC's 5.365 5.737Overige vorderingen:Rijksbijdrage werkplaatsfunctie -229 -9Overige kortlopende vorderingen 46.625 421Korte termijn financiële vaste activa 244 24Transitoria debiteuren -2.085 3.126Vooruitbetaalde bedragen:Vooruitbetaalde bestellingen 0 778Nog te ontvangen bedragen: Overige overlopende activa:
Totaal vorderingen en overlopende activa 93.186 61.801
vu-probe-p83-164.indd 95vu-probe-p83-164.indd 95 29-05-2008 14:03:4529-05-2008 14:03:45
96
Jaarre
kenin
g
5.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS (in € 1.000)
Toelichting:
In januari 2008 is als overdekking afgerekend met de zorgverzekeraars € 68,5 miljoen.
7. Vorderingen uit hoofde van financieringstekort en/of schulden uit hoofde van financieringsoverschot
t/m 2004 2005 2006 2007 totaal€ € € € €
Saldo per 1 januari 0 0 0 -48.630 -48.630
Financieringsverschil boekjaar -86.847 -86.847Correcties voorgaande jaren 0 0 0 17.268 17.268Betalingen/ontvangsten 0 0 0 23.200 23.200Sub-totaal mutatie boekjaar 0 0 0 -46.379 -46.379
Saldo per 31 december 0 0 0 -95.009 -95.009
Stadium van vaststelling (per erkenning):13 mei 2008 c c b a
a= interne berekeningb= overeenstemming met zorgverzekeraarsc= definitieve vaststelling NZa
Specificatie financieringsverschil in het boekjaar 2007 2006€ €
Wettelijk budget aanvaardbare kosten 284.127 295.443
Vergoedingen ter dekking van het wettelijk budget:
Opbrengsten DBC A-segment inclusief toeslagen nog uitsplitsen 261.456 194.062Honoraria-opbrengsten voor specialisten in loondienst 23.300 21.718Mutatie onderhanden werk honoraria voor specialisten in loondienst 1.605 3.722Kapitaalslasten DBC B-segment 456 346Overige opbrengsten 79.590 82.947Nog te factureren DBC A-segment 0 0Mutatie onderhanden werk DBC A-segment 14.661 33.778Afrekening overfinanciering -10.000 0Afrekening lumpsum 0 0Overige mutaties -94 -73
Totaal financieringsverschil -86.847 -41.057
vu-probe-p83-164.indd 96vu-probe-p83-164.indd 96 29-05-2008 14:03:4529-05-2008 14:03:45
97
Jaarre
kenin
g
5.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS (in € 1.000)
Toelichting:
Het VU medisch centrum heeft in 2007 en 2006 geen effecten.
Toelichting:
In de jaarrekening over 2006 zijn de liquide middelen gesaldeerd opgenomen onder de kortlopende schulden onder schulden aan
kredietinstellingen.
ACTIVA
8. Effecten
De specificatie is als volgt : 31-dec-07 31-dec-06€ €
Totaal effecten 0 0
9. Liquide middelen
De specificatie is als volgt : 31-dec-07 31-dec-06€ €
Bankrekeningen: ABN-AMRO Bank N.V., rekening courant 26.243 7.747C en E Bankiers, rekening courant 1.633 1.117ING BANK N.V., rekening courant 8.451 5.538Postbank, rekening courant 149 95ABN-AMRO Bank N.V., deposito vervallend binnen één jaar 10.000 0C en E Bankiers, deposito vervallend binnen één jaar 10.000 0Kassen 41 0
Totaal liquide middelen 56.517 14.497
vu-probe-p83-164.indd 97vu-probe-p83-164.indd 97 29-05-2008 14:03:4529-05-2008 14:03:45
98
Jaarre
kenin
g
5.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS (in € 1.000)
Toelichting:
Door enkele niet-verbonden Stichtingen zijn kapitaal-bijdragen toegezegd in Divisie VI BV (als dochter van de deelneming Boelevaar Holding
BV) ten bedrage van € 1.422 welke als agio-reserve zijn gepresenteerd. Bij het vaststellen van de bestemmingsreserve brand- en bedrijfs-
schade is rekening gehouden met de door waterschade tenietgegane PET-scan. Deze is hierop in mindering gebracht.
PASSIVA
10. Eigen vermogen
Het eigen vermogen bestaat uit de volgende componenten: 31-dec-07 31-dec-06€ €
Kapitaal 0 0Collectief gefinancierd gebonden vermogen 39.011 6.868Niet collectief gefinancierd vrij vermogen 31.498 20.924
Totaal eigen vermogen 70.509 27.792
KapitaalSaldo per Resultaat- Overige Saldo per
Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-2007 bestemming mutaties 31-dec-2007€ € € €
Kapitaal 0 0 0 0
0 0 0 0
Collectief gefinancierd gebonden vermogenSaldo per Resultaat- Overige Saldo per
Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-2007 bestemming mutaties 31-dec-2007€ € € €
Reserve aanvaardbare kosten 6.868 25.716 0 32.584
Bestemmingsreserves:Brand- bedrijfsschade 0 6.427 0 6.427
Bestemmingsfondsen 0 0 0 0
Totaal collectief gefinancierd gebonden vermogen 6.868 32.143 0 39.011
Niet collectief gefinancierd vrij vermogenSaldo per Resultaat- Overige Saldo per
Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-2007 bestemming mutaties 31-dec-2007€ € € €
Algemene reserves:Algemene reserve 10.556 3.047 0 13.603Agioreserve 0 0 -1.422 1.422
Bestemmingsreserves:Specifieke reserves onderwijs en onderzoek 10.368 6.105 0 16.473
Bestemmingsfondsen 0 0 0 0
Totaal niet-collectief gefinancierd vrij vermogen 20.924 9.152 -1.422 31.498
vu-probe-p83-164.indd 98vu-probe-p83-164.indd 98 29-05-2008 14:03:4629-05-2008 14:03:46
99
Jaarre
kenin
g
5.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS (in € 1.000)
Toelichting:
Egalisatierekening apparatuurbijdragen derden
Vanaf 1988 worden de bijdragen van derden voor investeringen in apparatuur ten gunste van deze egalisatierekening gebracht. De jaar-
lijkse vrijval ten gunste van de resultatenrekening is gelijk aan de afschrijvingslast van het met geld van derden gefi nancierde deel van de
apparatuur. In de onttrekking over 2007 is een correctie over 2006 opgenomen van € 1 miljoen.
Egalisatierekening kleine bouwkundige projecten
Ingaande 1991 is in overleg tussen de ministeries van VWS en OCW overeengekomen om bouwprojecten (tussen € 0,1 miljoen en
€ 2,3 miljoen) per project te verantwoorden in een egalisatierekening kleine bouwkundige projecten. Op grond van dit besluit wordt de
vergoeding voor afschrijving, die vast in het budget patiëntenzorg en de rijksbijdrage werkplaatsfunctie wordt gegeven, ten gunste van
deze egalisatierekening geboekt. Voor 2007 bedroeg deze € 1,9 miljoen. Dit bedrag is gebaseerd op een taakstellend investeringsbudget
van € 1,4 miljoen voor 1991, € 1,6 miljoen voor 1992 en € 2,3 miljoen voor de jaren 1993 tot en met 2003. Vanaf 2004 is dit budget
opgenomen in de regeling DHAZ. De totale dotatie heeft plaatsgevonden via terrein- en gebouwgebonden kosten.
PASSIVA
Specificatie aansluiting geconsolideerd - enkelvoudig vermogen 31 december 2007en resultaat over 2007
De specificatie is als volgt :Eigen
vermogen Resultaat€ €
Enkelvoudig eigen vermogen en resultaat: 57.000 37.937
Stichting Centrum voor Radio-isotopen Research 13.509 3.357
Totaal geconsolideerd eigen vermogen en resultaat 70.509 41.294
11. Egalisatierekening afschrijvingenSaldo per Dotatie Onttrekking Saldo per
Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-2007 31-dec-2007€ € € €
DHAZ / instandhoudingsinvesteringen 1.654 1.725 1.385 1.994Kleine bouwkundige projecten 7.137 1.887 1.690 7.334Rente en afschrijving grote bouw 7.511 2.494 2.101 7.904
55.950 0 2.069 53.881
Apparatuurbijdragen derden 10.696 4.249 3.392 11.553
Totaal egalisatierekening afschrijvingen 82.948 10.355 10.637 82.666
Verloopoverzicht investeringsruimte instandhoudingsinvesteringen
Het verloop is als volgt weer te geven : 2007 2006€ €
Nog niet bestede investeringsruimte per 1 januari 26.901 27.198Bij : indexering niet-bestede investeringsruimte 613 1.053Bij : investeringsruimte verslagjaar 22.400 21.700Af: investeringen verslagjaar 32.339 23.050
Beschikbare investeringsruimte 31 december 17.575 26.901
Gemelde lopende investeringsprojecten leggen het volgende beslag op de beschikbare investeringsruimte 21.700
Verloopoverzicht investeringsruimte trekkingsrechten
Het verloop is als volgt weer te geven: 2007 2006€ €
Nog niet bestede investeringsruimte per 1 januari 0 0Bij : indexering niet-bestede investeringsruimte 0 0Bij : investeringsruimte verslagjaar 0 0Af: investeringen verslagjaar 0 0
Beschikbare investeringsruimte 31 december 0 0
Gemelde lopende investeringsprojecten leggen het volgende beslag op de beschikbare investeringsruimte 0
À fonds perdu bijdragen in bouw, eerste inrichting en inventaris
vu-probe-p83-164.indd 99vu-probe-p83-164.indd 99 29-05-2008 14:03:4629-05-2008 14:03:46
100
Jaarre
kenin
g
5.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS (in € 1.000)
PASSIVA
Daarnaast werden middelen toegevoegd voor bouwprojecten kleiner dan € 2,3 miljoen die niet uit de daarvoor bestaande regelingen
kunnen worden gefi nancierd (Investeringsplan Academische Ziekenhuizen). De afschrijvingslasten van de voltooide projecten zijn ten laste
van de egalisatierekening gebracht. In 2007 is over het beginsaldo rente aan deze egalisatierekening toegevoegd (€ 0,3 miljoen).
Egalisatierekening rente en afschrijving grote bouw
Vanaf 1991 geldt het stelsel van genormeerde toewijzing voor rente en afschrijvingslasten.
In 2007 is over het beginsaldo rente aan deze egalisatierekening toegevoegd (€ 0,3 miljoen).
Tegenover deze vergoeding staan de werkelijke lasten welke voor een deel in latere jaren worden geboekt.
Egalisatierekening à fonds perdu bijdragen in bouw, eerste inrichting en inventaris
De tot 1988 door het ministerie van OCW beschikbaar gestelde middelen voor à fonds perdu fi nanciering van de vaste activa zijn enerzijds
onder materiële vaste activa en anderzijds als egalisatierekening afschrijvingen verantwoord op de balans. Hetzelfde gebeurde met het
aandeel in de fi nanciering van de vaste activa van de Vereniging voor christelijk wetenschappelijk onderwijs en de investeringen in
apparatuur uit eigen voorzieningen.
Door de Vereniging voor christelijk wetenschappelijk onderwijs werd tijdens de bouw van het ziekenhuis en het opleidingscentrum een
bedrag van € 1,3 miljoen geïnvesteerd.
De jaarlijkse afschrijvingen worden voor gelijke bedragen zowel op de vaste activa als op de egalisatierekening afschrijving afgeboekt en
beïnvloeden daardoor het resultaat niet.
Egalisatierekening deregulering huisvesting academische ziekenhuizen (DHAZ)
Tussen de ministeries van OCW, VWS en de NFU is het Convenant DHAZ gesloten inzake de decentralisatie van de planning en uitvoering
van de verschillende instandhoudingsinvesteringen. Het Convenant DHAZ is op 1 januari 2004 in werking getreden. De oude systematiek
wordt afgebouwd en de egalisatierekening DHAZ komt (op termijn) in de plaats van de egalisatierekening kleine bouwkundige projecten en
de egalisatierekening rente en afschrijving grote bouw. Op grond van dit besluit wordt de vergoeding voor afschrijving, die vast in het
budget patiëntenzorg en de rijksbijdrage werkplaatsfunctie wordt gegeven, ten gunste van deze egalisatierekening geboekt. Daarnaast
wordt de rentevergoeding door het ministerie van OCW ten gunste van deze rekening geboekt. De werkelijke afschrijvings en rentelasten
komen ten laste van de egalisatierekening.
In 2007 is over het beginsaldo rente aan deze egalisatierekening toegevoegd (€ 0,1 miljoen).
In de onttrekking over 2007 is een correctie over 2006 opgenomen van € 0,4 miljoen.
vu-probe-p83-164.indd 100vu-probe-p83-164.indd 100 29-05-2008 14:03:4629-05-2008 14:03:46
101
Jaarre
kenin
g
5.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS (in € 1.000)
Toelichting per categorie voorziening:
Achterstallig onderhoud: betreft een voorziening voor achterstallig onderhoud inzake terreinen, gebouwen en installaties volgens de nomi-
nale waarderingsmethode. Hierin is onder andere begrepen € 5,1 miljoen voor een up-grade van de brandmeldinstallatie.
Amovering cyclotron betreft de voorziene buitengebruikstellingskosten van twee cyclotrons. In 2007 is een bedrag van € 295 vrijgevallen
en verantwoord als negatieve dotatie.
Reorganisatiekosten: betreft een voorziening voor reorganisatie en afvloeiingskosten volgens de nominale waarderingsmethode.
Ziekterisico: betreft een voorziening voor het ziekteverzuim van personeel op derde geldstroomprojecten volgens de nominale waarde-
ringsmethode.
Compensatie IZA: betrof een voorziening inzake de collectief, in het kader van de CAO, afgesloten ziektekostenverzekering bij IZA-AZ. In
2007 heeft de laatste onttrekking plaatsgevonden.
Sociale regelingen personeel: betreft een voorziening in het kader van ‘voorziening voor sociaal beleid’ (RJ271) volgens de contante waarde-
methode. Hierin zijn begrepen: seniorenregeling € 2,2 miljoen, Jubileum € 1,9 miljoen en wachtgelden € 2,4 miljoen.
Toelichting:
Voor een nadere toelichting op de langlopende schulden wordt verwezen naar bijlage overzicht langlopende leningen.
De afl ossingsverplichtingen zijn verantwoord onder de kortlopende schulden.
PASSIVA
12. VoorzieningenSaldo per Dotatie Onttrekking Saldo per
Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-2007 31-dec-2007€ € € €
Achterstallig onderhoud 2.472 5.399 435 7.436Amovering cyclotron, claims afnemers etc. 638 -258 3 377Reorganisatiekosten 2.727 227 63 2.891Ziekterisico 913 807 947 773Compensatie IZA 296 0 296 0Sociale regelingen personeel 9.131 -2.655 0 6.476
Totaal voorzieningen 16.177 3.520 1.744 17.953
Toelichting in welke mate (het totaal van) de voorzieningen als langlopend moet worden beschouwd:31-dec-2007
Kortlopend deel van de voorzieningen (< 1 jr.) 6.678Langlopend deel van de voorzieningen (> 1 jr.) 11.275Hiervan langlopend (> 5 jaar) 0
13. Langlopende schulden
De specificatie is als volgt : 31-dec-07 31-dec-06€ €
Schulden aan kredietinstellingen 134.767 145.719Overige langlopende schulden 0 0
Totaal langlopende schulden 134.767 145.719
Het verloop is als volgt weer te geven: 2007 2006€ €
Stand per 1 januari 158.146 131.705Bij: nieuwe leningen 0 40.000Af: aflossingen 12.427 13.559
Stand per 31 december 145.719 158.146
Af: aflossingsverplichting komend boekjaar 10.952 12.427
Stand langlopende schulden per 31 december 134.767 145.719
Toelichting in welke mate (het totaal van) de voorzieningen als langlopend moet worden beschouwd:
Kortlopend deel van de langlopende schulden (< 1 jr.), aflossingsverplichtingen 10.952 12.427Langlopend deel van de langlopende schulden (> 1 jr.) (balanspost) 134.767 145.719Hiervan langlopend (> 5 jaar) 95.809 95.803
vu-probe-p83-164.indd 101vu-probe-p83-164.indd 101 29-05-2008 14:03:4629-05-2008 14:03:46
102
Jaarre
kenin
g
5.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS (in € 1.000)
Toelichting:
Saldi projecten: het saldi projecten bestaat uit transitorische opbrengsten en kosten van niet afgesloten projecten per jaareinde.
Verplichtingen met betrekking tot brand- en bedrijfsschade worden in de komende jaren geamortiseerd,
PASSIVA
14. Kortlopende schulden en overlopende passiva
De specificatie is als volgt : 31-dec-07 31-dec-06€ €
Schulden aan kredietinstellingen 16.017 6.181Crediteuren 34.718 21.203Aflossingsverplichtingen langlopende leningen 10.952 12.427Belastingen en sociale premies 14.066 14.686Schulden terzake pensioenen 0 0Nog te betalen salarissen 2.101 3.881Vakantiegeld 9.372 9.205Vakantiedagen 6.937 5.079Overige schulden:Saldi projecten -5.391 13.014Verplichtingen voor inrichtingskosten kliniek 1.475 1.474Verplichtingen m.b.t. brand-bedrijfsschade 27.096 0Overig 5.681 2.753Nog te betalen kosten:Tranisitoria crediteuren 13.256 10.540Vooruitontvangen opbrengsten 0 0Overige passiva 0 0
Totaal kortlopende schulden en overlopende passiva 136.280 100.443
15. Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen
N.V.T.
vu-probe-p83-164.indd 102vu-probe-p83-164.indd 102 29-05-2008 14:03:4729-05-2008 14:03:47
103
Jaarre
kenin
g
5.1
.6 G
EC
ON
SO
LID
EER
D M
UT
AT
IEO
VER
ZIC
HT
IM
MA
TER
IELE V
AST
E A
CT
IVA
(in
€ 1
.00
0)
WT
Zi/
WM
G-v
erg
un
nin
gsp
lich
tig
e v
ast
e a
ctiv
aN
iet-
WT
Zi/
WM
G-g
efi
nan
cierd
e v
ast
e a
ctiv
a
Aan
loo
p-
Aan
loo
p-
Bo
ete
-Su
b-
Go
od
wil
lLic
en
tie-
Overi
ge
Su
b-
To
taal
ko
sten
verl
iezen
ren
teto
taal
ko
sten
tota
al
€€
€€
€€
€€
€
Sta
nd
per
1 j
an
uari
20
07
- aa
nsc
haf
waa
rde
00
00
00
00
0-
cum
ula
tiev
e af
schri
jvin
gen
00
00
00
00
0
Boek
waa
rde
per
1 jan
uar
i 2007
00
00
00
00
0
Mu
tati
es
in h
et
bo
ekja
ar
- in
vest
erin
gen
00
00
00
00
0-
afsc
hri
jvin
gen
00
00
00
00
0
- te
rugnam
e geh
eel afg
esch
reve
n a
ctiv
a aa
nsc
haf
waa
rde
00
00
00
00
0 cu
mula
tiev
e af
schri
jvin
gen
00
00
00
00
0
- des
inve
ster
ingen
aa
nsc
haf
waa
rde
00
00
00
00
0 cu
mula
tiev
e af
schri
jvin
gen
00
00
00
00
0 per
sal
do
00
00
00
00
0
Muta
ties
in b
oek
waa
rde
(per
sal
do)
00
00
00
00
0
Sta
nd
per
31
dece
mb
er
20
07
- aa
nsc
haf
waa
rde
00
00
00
00
0-
cum
ula
tiev
e af
schri
jvin
gen
00
00
00
00
0
Boek
waa
rde
per
31 d
ecem
ber
2007
00
00
00
00
0
Afs
chri
jvin
gsp
erce
nta
ge
vu-probe-p83-164.indd 103vu-probe-p83-164.indd 103 29-05-2008 14:03:4729-05-2008 14:03:47
104
Jaarre
kenin
g
5.1
.7 G
EC
ON
SO
LID
EER
D M
UT
AT
IEO
VER
ZIC
HT
MA
TER
IELE V
AST
E A
CT
IVA
(in
€ 1
.00
0)
5.1
.7.1
WT
Zi
- verg
un
nin
gsp
lich
tig
e m
ate
riële
vast
e a
ctiv
a
Gro
nd
Terr
ein
en
Geb
ou
wen
Sem
i p
erm
.V
er-
Inst
all
ati
es
On
derh
an
den
Su
b-t
ota
al
To
taal
vo
orz
ien
ing
en
geb
ou
wen
bo
uw
ing
en
Pro
ject
en
verg
un
nin
g
€€
€€
€€
€€
€
Sta
nd
per
1 j
an
uari
20
07
- aa
nsc
haf
waa
rde
1.3
88
0269.6
80
034.7
25
0214
306.0
07
536.8
32
- cu
mula
tiev
e af
schri
jvin
gen
00
125.3
77
027.0
00
00
152.3
77
243.7
43
Bo
ekw
aard
e per
1 jan
uar
i 2007
1.3
88
0144.3
03
07.7
25
0214
153.6
30
293.0
89
Mu
tati
es
in h
et
bo
ekja
ar
- in
vest
erin
gen
00
00
00
51
51
54.0
77
- af
schri
jvin
gen
00
5.6
61
01.3
76
00
7.0
37
27.0
65
- te
rugnam
e geh
eel afg
esch
reve
n a
ctiv
a aa
nsc
haf
waa
rde
00
00
00
00
0 cu
mula
tiev
e af
schri
jvin
gen
00
00
00
00
0
- des
inve
ster
ingen
aa
nsc
haf
waa
rde
00
5.6
40
00
00
5.6
40
13.7
56
cu
mula
tiev
e af
schri
jvin
gen
00
3.7
99
00
00
3.7
99
7.0
68
per
sal
do
00
1.8
41
00
00
1.8
41
6.6
88
Muta
ties
in b
oek
waa
rde
(per
sal
do)
00
-7.5
02
0-1
.376
051
-8.8
27
20.3
24
Sta
nd
per
31
dece
mb
er
20
07
- aa
nsc
haf
waa
rde
1.3
88
0264.0
40
034.7
25
0265
300.4
18
577.1
53
- cu
mula
tiev
e af
schri
jvin
gen
00
127.2
39
028.3
76
00
155.6
15
263.7
40
Boek
waa
rde
per
31 d
ecem
ber
2007
1.3
88
0136.8
01
06.3
49
0265
144.8
03
313.4
13
Afs
chri
jvin
gsp
erce
nta
ge
0,0
%0,0
%2%
- 1
0%
0,0
%5,0
%0,0
%0,0
%
vu-probe-p83-164.indd 104vu-probe-p83-164.indd 104 29-05-2008 14:03:4729-05-2008 14:03:47
105
Jaarre
kenin
g
5.1
.7 G
EC
ON
SO
LID
EER
D M
UT
AT
IEO
VER
ZIC
HT
MA
TER
IELE V
AST
E A
CT
IVA
(in
€ 1
.00
0)
5.1
.7.2
WT
Zi
- in
stan
dh
ou
din
gs
mate
riële
vast
e a
ctiv
a
Su
b-t
ota
al
Tre
kkin
gs
On
derh
an
den
Su
b-t
ota
al
Inst
an
d-
On
derh
an
den
Su
b-t
ota
al
inst
an
dh
ou
-re
chte
nPro
ject
en
ho
ud
ing
en
Pro
ject
en
din
gs
act
iva
€€
€€
€€
€
Sta
nd
per
1 j
an
uari
20
07
- aa
nsc
haf
waa
rde
00
034.1
06
034.1
06
34.1
06
- cu
mula
tiev
e af
schri
jvin
gen
00
011.4
50
011.4
50
11.4
50
Boek
waa
rde
per
1 jan
uar
i 2007
00
022.6
56
022.6
56
22.6
56
Mu
tati
es
in h
et
bo
ekja
ar
- in
vest
erin
gen
00
0117
7124
124
- af
schri
jvin
gen
00
01.6
90
01.6
90
1.6
90
- te
rugnam
e geh
eel afg
esch
reve
n a
ctiv
a aa
nsc
haf
waa
rde
00
00
00
0 cu
mula
tiev
e af
schri
jvin
gen
00
00
00
0
- des
inve
ster
ingen
aa
nsc
haf
waa
rde
00
00
00
0 cu
mula
tiev
e af
schri
jvin
gen
00
00
00
0 per
sal
do
00
00
00
0
Muta
ties
in b
oek
waa
rde
(per
sal
do)
00
0-1
.573
7-1
.566
-1.5
66
Sta
nd
per
31
dece
mb
er
20
07
- aa
nsc
haf
waa
rde
00
034.2
23
734.2
30
34.2
30
- cu
mula
tiev
e af
schri
jvin
gen
00
013.1
40
013.1
40
13.1
40
Boek
waa
rde
per
31 d
ecem
ber
2007
00
021.0
83
721.0
90
21.0
90
Afs
chri
jvin
gsp
erce
nta
ge
0,0
%0,0
%5%
- 1
0%
0,0
%
vu-probe-p83-164.indd 105vu-probe-p83-164.indd 105 29-05-2008 14:03:4729-05-2008 14:03:47
106
Jaarre
kenin
g
5.1
.7 G
EC
ON
SO
LID
EER
D M
UT
AT
IEO
VER
ZIC
HT
MA
TER
IELE V
AST
E A
CT
IVA
(in
€ 1
.00
0)
5.1
.7.3
WM
G g
efi
nan
cierd
e m
ate
riële
vast
e a
ctiv
a
Gro
nd
Terr
ein
en
Geb
ou
wen
Sem
i p
erm
.V
er-
Inst
all
ati
es
Inven
tari
sV
erv
oer
Au
tom
ati
-O
nd
erh
an
den
Su
b-t
ota
al
vo
orz
ien
ing
en
geb
ou
wen
bo
uw
ing
en
mid
dele
nse
rin
gPro
ject
en
WM
G
€€
€€
€€
€€
€€
€
Sta
nd
per
1 j
an
uari
20
07
- aa
nsc
haf
waa
rde
00
00
00
112.4
52
024.5
32
0136.9
84
- cu
mula
tiev
e af
schri
jvin
gen
00
00
00
55.2
28
014.5
27
069.7
55
- co
rrec
tie
beg
inst
and ivm
conve
rsie
00
00
00
758
00
0758
Boek
waa
rde
per
1 jan
uar
i 2007
00
00
00
57.9
82
010.0
05
067.9
87
Mu
tati
es
in h
et
bo
ekja
ar
- in
vest
erin
gen
00
00
00
13.7
43
03.4
21
1.3
81
18.5
45
- af
schri
jvin
gen
00
00
00
10.2
99
03.9
52
014.2
51
- te
rugnam
e geh
eel afg
esch
reve
n a
ctiv
a aa
nsc
haf
waa
rde
00
00
00
00
00
0 cu
mula
tiev
e af
schri
jvin
gen
00
00
00
00
00
0
- co
rrec
tie
beg
inst
and ivm
conve
rsie
-/-
00
00
00
758
00
0758
- des
inve
ster
ingen
aa
nsc
haf
waa
rde
00
00
00
7.7
75
0341
08.1
16
cu
mula
tiev
e af
schri
jvin
gen
00
00
00
3.1
05
0164
03.2
69
per
sal
do
00
00
00
4.6
70
0177
04.8
47
Muta
ties
in b
oek
waa
rde
(per
sal
do)
00
00
00
-1.9
84
0-7
08
1.3
81
-1.3
11
Sta
nd
per
31
dece
mb
er
20
07
- aa
nsc
haf
waa
rde
00
00
00
118.4
20
027.6
12
1.3
81
147.4
13
- cu
mula
tiev
e af
schri
jvin
gen
00
00
00
62.4
22
018.3
15
080.7
37
Boek
waa
rde
per
31 d
ecem
ber
2007
00
00
00
55.9
98
09.2
97
1.3
81
66.6
76
Afs
chri
jvin
gsp
erce
nta
ge
0,0
%0,0
%0,0
%0,0
%0,0
%0,0
%10,0
%0,0
%20,0
%0,0
%
vu-probe-p83-164.indd 106vu-probe-p83-164.indd 106 29-05-2008 14:03:4729-05-2008 14:03:47
107
Jaarre
kenin
g
5.1
.7 G
EC
ON
SO
LID
EER
D M
UT
AT
IEO
VER
ZIC
HT
MA
TER
IELE V
AST
E A
CT
IVA
(in
€ 1
.00
0)
5.1
.7.4
Nie
t W
TZ
i/W
MG
gefi
nan
cierd
e m
ate
riële
vast
e a
ctiv
a
Su
b-t
ota
al
Gro
nd
Terr
ein
en
Geb
ou
wen
Sem
i p
erm
.V
er-
Inst
all
ati
es
Inven
tari
sV
erv
oer
Au
tom
ati
-On
derh
an
den
nie
t W
TZ
i/vo
orz
ien
ing
en
geb
ou
wen
bo
uw
ing
en
mid
dele
nse
rin
gPro
ject
en
WM
G€
€€
€€
€€
€€
€€
Sta
nd
per
1 j
an
uari
20
07
- aa
nsc
haf
waa
rde
00
8.3
94
020.9
21
5.5
29
018
024.8
73
59.7
35
- cu
mula
tiev
e af
schri
jvin
gen
00
1.3
71
05.6
71
3.1
09
010
00
10.1
61
- co
rrec
tie
beg
inst
and ivm
conve
rsie
00
00
139
00
00
0139
Boek
waa
rde
per
1 jan
uar
i 2007
00
7.0
23
015.3
89
2.4
20
08
024.8
73
49.7
13
Mu
tati
es
in h
et
bo
ekja
ar
- in
vest
erin
gen
00
552
08.1
66
544
35
0106
25.9
54
35.3
57
- af
schri
jvin
gen
00
386
03.1
17
566
32
13
04.0
87
- te
rugnam
e geh
eel afg
esch
reve
n a
ctiv
a aa
nsc
haf
waa
rde
00
00
00
00
00
0 cu
mula
tiev
e af
schri
jvin
gen
00
00
00
00
00
0
- co
rrec
tie
beg
inst
and ivm
conve
rsie
-0
00
0139
00
00
0139
- des
inve
ster
ingen
aa
nsc
haf
waa
rde
00
00
00
00
00
0 cu
mula
tiev
e af
schri
jvin
gen
00
00
00
00
00
0 per
sal
do
00
00
00
00
00
0
Muta
ties
in b
oek
waa
rde
(per
sal
do)
00
166
04.9
10
-22
32
-293
25.9
54
31.1
31
Sta
nd
per
31
dece
mb
er
20
07
- aa
nsc
haf
waa
rde
00
8.9
46
029.0
87
6.0
73
35
18
106
50.8
27
95.0
92
- cu
mula
tiev
e af
schri
jvin
gen
00
1.7
57
08.7
88
3.6
75
312
13
014.2
48
Boek
waa
rde
per
31 d
ecem
ber
2007
00
7.1
89
020.2
99
2.3
98
32
693
50.8
27
80.8
44
Afs
chri
jvin
gsp
erce
nta
ge
0,0
%0,0
%2%
- 1
0%
0,0
%5%
- 1
0%
20%
- 3
3%
0,0
%20,0
%0,0
%0,0
%
vu-probe-p83-164.indd 107vu-probe-p83-164.indd 107 29-05-2008 14:03:4729-05-2008 14:03:47
108
Jaarre
kenin
g
5.1
.8.1
SPEC
IFIC
AT
IE U
LT
IMO
BO
EK
JAA
R O
ND
ER
HA
ND
EN
PR
OJE
CT
EN
(G
EC
ON
SO
LID
EER
D)
(in
€ 1
.00
0)
Nu
mm
er
Bri
ef-
nu
mm
er
Datu
mO
msc
hri
jvin
gW
TZ
i-ty
pe
t/m
20
06
20
07
gere
ed
on
der-
han
den
No
min
aal
bed
rag
Ind
ex
Aan
gep
ast
e
go
ed
keu
rin
g€
€ €
€ €
€ €
div
erse
nD
iver
sen
div
erse
n0
111
0111
0FB
-BT 0
27
Bran
dve
ilighei
dsv
oorz
.N
iet
WTZi/
WM
G
04
04
0FB
-BT 0
52
Bluss
tati
ons
Nie
t W
TZi/
WM
G
09
09
0FB
-BT 9
74
Poli
pla
stis
che
Nie
t W
TZi/
WM
G
0609
0609
0FB
-BT 9
78
Lab.o
oghee
lkunde
Nie
t W
TZi/
WM
G
020
020
0FB
-BT 9
81
Oost
vleu
gel
Nie
t W
TZi/
WM
G
01.3
64
01.3
64
0FB
-BT 9
86
Labora
tori
a onder
houd
Nie
t W
TZi/
WM
G
0389
0389
0FB
-BT 9
91
Buck
ykam
erN
iet
WTZi/
WM
G
0178
0178
0FB
-BT-0
28
Entr
eegeb
ied p
olik
linie
kN
iet
WTZi/
WM
G
00
00
0FB
-BT-0
29
Koudw
ater
Nie
t W
TZi/
WM
G
00
00
0FB
-BT-0
38
Koudw
ater
AV
BN
iet
WTZi/
WM
G
00
00
0FB
-BT-0
54
Ver
bouw
SEH
Nie
t W
TZi/
WM
G
013
013
0FB
-BT-3
00
Ok'
S 2e
en 1
e ve
rdie
pin
gdota
tie
der
den
0986
0986
0FB
-BT-3
01
Labora
tori
a bru
g 2
e en
1e
etag
eW
TZi -
verg
unnin
gs
01
01
0FB
-BT-3
02
Apoth
eek
/ SE
Hdota
tie
der
den
/ren
ova
tie
0464
0464
0FB
-BT-3
03
Med
ium
car
e /
Pcd /
Sta
f 2e
etag
edota
tie
der
den
/ren
ova
tie
078
078
0FB
-BT-3
04
Ooghee
lkunde
WTZi -
verg
unnin
gs
051
051
0FB
-BT-3
05
Tec
hnis
che
ruim
ten
dota
tie
der
den
/ren
ova
tie
0144
0144
0FB
-BT-3
06
Filt
ers
verv
angen
6e
etag
e A
VB
dota
tie
der
den
/ren
ova
tie
05
05
0FB
-BT-3
08
Ver
huiz
ing e
n h
uis
vest
ing
dota
tie
der
den
/ren
ova
tie
025
025
0FB
-BT-3
09
Ver
vangin
g t
elel
ift
3e
etag
e A
VB
dota
tie
der
den
/ren
ova
tie
010
010
0FB
-BT-3
10
Ver
vangen
buiz
enpost
3e
etag
edota
tie
der
den
/ren
ova
tie
0350
0350
0FB
-BT-3
12
Nef
rolo
gie
dota
tie
der
den
/ren
ova
tie
016
016
0FB
-BT-3
13
Buck
ykam
ers
11+12 k
linie
kdota
tie
der
den
/ver
bouw
04
04
0FB
-BT-3
14
Mort
uar
ium
/ s
ecti
ekam
erdota
tie
der
den
/ver
bouw
042
042
0FB
-BT-3
15
Rec
ondit
ioner
ing K
NO
dota
tie
der
den
/ren
ova
tie
027
027
0FB
-BT-3
16
Gan
gpla
fonds
algem
een
dota
tie
der
den
/ren
ova
tie
07
07
0FB
-BT-3
21
Ver
pl poli
card
iolo
gie
4e
geb
dN
iet
WTZi/
WM
G
02
02
0FB
-BT-3
22
Rea
lisat
ie s
laap
kam
ers
Nie
t W
TZi/
WM
G
0117
0117
0FB
-BT-3
23
Ver
bin
din
g r
adio
ther
apie
dota
tie
der
den
/kle
ine
wer
ken
00
00
0FB
-BT-3
24
Plaa
tsin
g 6
e ve
rsnel
ler
poli
dota
tie
der
den
/nie
uw
bouw
01
01
0FB
-BT-3
26
Huis
vest
ingsa
anvr
agen
Nie
t W
TZi/
WM
G
084
084
0FB
-BT-7
04
Face
lift
eetz
aal, u
itgif
teN
iet
WTZi/
WM
G
1.8
42
2.0
53
03.8
95
0FB
-BT-7
69
Upgra
den
gla
zenw
asin
stal
lati
eN
iet
WTZi/
WM
G
1.4
16
212
01.6
28
0FB
-BT-7
81
(Her
)inri
chti
ng h
oofd
hal
Nie
t W
TZi/
WM
G
1.6
39
152
01.7
91
0FB
-BT-7
83
4e
MRI
Nie
t W
TZi/
WM
G
109
1.6
48
01.7
57
0FB
-BT-8
02
Blusi
nst
alla
tie
MER
2 e
n M
ER 3
Nie
t W
TZi/
WM
G
915
024
0FB
-BT-8
04
Ener
gie
bes
par
ende
maa
treg
elen
Nie
t W
TZi/
WM
G
19
010
0FB
-BT-8
06
Advi
esko
sten
Ener
gy
Exper
tsN
iet
WTZi/
WM
G
02
02
0FB
-BT-8
07/8
14
Her
inri
chti
ng O
K c
om
ple
xN
iet
WTZi/
WM
G
2.5
53
7.0
85
09.6
38
0
Pro
ject
geg
even
sIn
vest
eri
ng
en
Go
ed
keu
rin
gen
t/m
20
07
Jaar
van
o
ple
-veri
ng
vu-probe-p83-164.indd 108vu-probe-p83-164.indd 108 29-05-2008 14:03:4829-05-2008 14:03:48
109
Jaarre
kenin
g
Nu
mm
er
Bri
ef-
nu
mm
er
Datu
mO
msc
hri
jvin
gW
TZ
i-ty
pe
t/m
20
06
20
07
gere
ed
on
der-
han
den
No
min
aal
bed
rag
Ind
ex
Aan
gep
ast
e
go
ed
keu
rin
g€
€ €
€ €
€ €
FB
-BT-8
11
Ren
ova
tie
Vhoost
Nie
t W
TZi/
WM
G
4.5
51
3.9
35
08.4
86
0FB
-BT-8
36
Plaa
tsen
kobal
tbro
n r
adio
ther
apie
Nie
t W
TZi/
WM
G
24
00
24
0FB
-BT-8
48
Fase
2 r
enova
tie
inw
. gen
.N
iet
WTZi/
WM
G
0112
0112
0FB
-BT-8
54
Plan
ontw
ikke
ling O
lifan
tje
Nie
t W
TZi/
WM
G
70
07
0FB
-BT-8
55
Logis
tiek
e vl
oer
onder
huis
Nie
t W
TZi/
WM
G
48
15
064
0FB
-BT-8
57
Uit
bre
idin
g S
er-R
uim
tes
Nie
t W
TZi/
WM
G
287
124
0411
0FB
-BT-8
61
Oef
enke
uke
n e
rg.
Nie
t W
TZi/
WM
G
00
00
0FB
-BT-8
65
Alle
rgie
ruim
teN
iet
WTZi/
WM
G
10
01
0FB
-BT-8
66
Upgra
den
IV
FN
iet
WTZi/
WM
G
40
04
0FB
-BT-8
76
Nova
lisN
iet
WTZi/
WM
G
30
03
0FB
-BT-8
78
Ver
b d
oka
2 s
pre
ekk
oghk
Nie
t W
TZi/
WM
G
10
01
0FB
-BT-8
79
Ontw
ikke
lmodel
VU
-VU
MC
Nie
t W
TZi/
WM
G
12
00
12
0FB
-BT-8
80
Ver
pla
atse
n H
ot-
Lab
Nie
t W
TZi/
WM
G
40
692
0732
0FB
-BT-8
82
Mig
rati
e EY
3600-2
400 (
GBS
)N
iet
WTZi/
WM
G
98
478
0576
0FB
-BT-8
86
Ver
h.f
b/p
n n
aar
D&
W g
ebouw
Nie
t W
TZi/
WM
G
30
03
0FB
-BT-8
93
Balie
KN
ON
iet
WTZi/
WM
G
0148
0148
0FB
-BT-8
95
Star
tkost
en r
enova
tie
oost
vleu
gel
Nie
t W
TZi/
WM
G
10
01
0FB
-BT-8
97
Ren
ova
tie
voorp
lein
klin
iek
Nie
t W
TZi/
WM
G
87
34
0121
0FB
-BT-9
01
Dig
ital
iser
en -
tek
enin
gen
Nie
t W
TZi/
WM
G
22
10
23
0FB
-BT-9
02
Ver
pla
atse
n s
ervi
cepunt
Nie
t W
TZi/
WM
G
0389
0389
0FB
-BT-9
03
Uit
bre
idin
g D
ata
en W
CD
'SN
iet
WTZi/
WM
G
02
02
0FB
-BT-9
05
Aan
pas
sing 1
A a
rchie
f Rad
.N
iet
WTZi/
WM
G
10
00
10
0FB
-BT-9
08
Cen
tral
e bal
ie, ra
dio
ther
apie
Nie
t W
TZi/
WM
G
129
68
0196
0FB
-BT-9
09
Asb
est
saner
ing k
ruip
ruim
teN
iet
WTZi/
WM
G
451
115
0566
0FB
-BT-9
11
Uit
bre
idin
g s
tam
net
tel
efoon
Nie
t W
TZi/
WM
G
203
115
0318
0FB
-BT-9
17
Opsc
honen
lei
din
gen
nie
uw
bouw
Nie
t W
TZi/
WM
G
57
012
0FB
-BT-9
19
Upgra
den
inri
t pat
h. in
stit
uut
Nie
t W
TZi/
WM
G
10
01
0FB
-BT-9
21
SIS
700 B
randm
eldin
stal
lati
eN
iet
WTZi/
WM
G
056
056
0FB
-BT-9
24
Ver
vangen
dem
i in
stal
lati
eN
iet
WTZi/
WM
G
132
50
137
0FB
-BT-9
25
Aan
pas
singen
MER
I t
.b.v
.. U
PSN
iet
WTZi/
WM
G
397
83
0480
0FB
-BT-9
26
Uit
bre
idin
g m
edis
che
bib
lioth
eek
Nie
t W
TZi/
WM
G
36
145
0182
0FB
-BT-9
28
2E
Cen
tral
e vr
ieze
rruim
teN
iet
WTZi/
WM
G
055
055
0FB
-BT-9
30
Ver
huiz
ing A
VC
Poli
Nie
t W
TZi/
WM
G
011
012
0FB
-BT-9
31
Ver
huiz
ing m
aag, dar
m, le
ver
Nie
t W
TZi/
WM
G
2.6
44
257
02.9
00
0FB
-BT-9
36
Onbek
end
Nie
t W
TZi/
WM
G
37
00
37
0FB
-BT-9
41
Ver
pla
atse
n s
copie
longzi
ekte
nN
iet
WTZi/
WM
G
208
172
0381
0FB
-BT-9
42
Her
huis
vest
ing s
taf
onco
logie
Nie
t W
TZi/
WM
G
01.0
62
01.0
62
0FB
-BT-9
44
Infr
astr
uct
uur
elec
tris
che
voorz
ienin
gN
iet
WTZi/
WM
G
10
00
10
0FB
-BT-9
45
Aan
pas
sing b
rug 2
16
Nie
t W
TZi/
WM
G
597
0102
0FB
-BT-9
48
Rea
lisat
ie U
PSN
iet
WTZi/
WM
G
01
01
0FB
-BT-9
49
Rea
lisat
ie IC
'SN
iet
WTZi/
WM
G
745
053
0FB
-BT-9
53
Ople
idin
gsc
ent.
zorg
& w
elz.
Nie
t W
TZi/
WM
G
725
479
01.2
05
0FB
-BT-9
54
Maa
treg
elen
EBP
Nie
t W
TZi/
WM
G
17
30
21
0FB
-BT-9
57
Ver
vangen
afs
luit
ers
Nie
t W
TZi/
WM
G
09
09
0FB
-BT-9
59
Aan
pas
singen
TSA
Nie
t W
TZi/
WM
G
0224
0224
0FB
-BT-9
60
Aan
pas
singen
sto
om
aansl
.N
iet
WTZi/
WM
G
02
02
0FB
-BT-9
61
Ver
vangin
g k
emit
erm
apoth
eek
Nie
t W
TZi/
WM
G
03
03
0FB
-BT-9
63
Fase
2 v
erbouw
. af
d. lo
ngzi
ekt.
Nie
t W
TZi/
WM
G
0179
0179
0
Go
ed
keu
rin
gen
t/m
20
07
Jaar
van
o
ple
-veri
ng
Invest
eri
ng
en
Pro
ject
geg
even
s
vu-probe-p83-164.indd 109vu-probe-p83-164.indd 109 29-05-2008 14:03:4829-05-2008 14:03:48
110
Jaarre
kenin
g
Nu
mm
er
Bri
ef-
nu
mm
er
Datu
mO
msc
hri
jvin
gW
TZ
i-ty
pe
t/m
20
06
20
07
gere
ed
on
der-
han
den
No
min
aal
bed
rag
Ind
ex
Aan
gep
ast
e
go
ed
keu
rin
g€
€ €
€ €
€ €
FB
-BT975
Ren
. fa
se 1
BH
Nie
t W
TZi/
WM
G
00
00
0FB
-BT-9
77
Info
bal
ie o
nco
logie
poli
Nie
t W
TZi/
WM
G
03
03
0FB
-BT-9
79
Aan
pas
singen
polik
linie
kN
iet
WTZi/
WM
G
01
01
0FB
-BT-9
80
Entr
eegeb
ied
Nie
t W
TZi/
WM
G
00
00
0FB
-BT-9
82
Res
earc
h e
ndo
Nie
t W
TZi/
WM
G
0664
0664
0FB
-BT-9
83
Ver
huiz
ing F
MT
Nie
t W
TZi/
WM
G
038
038
0FB
-BT-9
84
Ver
huiz
en F
MTR-g
ebouw
Nie
t W
TZi/
WM
G
00
00
0FB
-BT-9
85
Serv
icep
unt
Nie
t W
TZi/
WM
G
00
00
0FB
-BT-9
87
Ver
vangen
2 M
RI's
dak
poli
Nie
t W
TZi/
WM
G
0846
0846
0FB
-BT-9
88
Gen
der
poli
Nie
t W
TZi/
WM
G
01
01
0FB
-BT-9
89
Cone
Beam
CT
Nie
t W
TZi/
WM
G
051
051
0FB
-BT-9
96
Aan
pas
sing c
ardio
logie
op 5
DN
iet
WTZi/
WM
G
04
04
0FB
-BT-9
97
Ct-
Scan
2E
etag
e beh
andel
huis
Nie
t W
TZi/
WM
G
03
03
0FB
-GIB
-E044-0
7V
erva
ngen
VRS/
PZI 07
Nie
t W
TZi/
WM
G
021
021
0PN
524
Dak
opbouw
DN
iet
WTZi/
WM
G
081
081
0PN
528
Aan
sl. tu
nnel
O e
n D
/ k
linie
kN
iet
WTZi/
WM
G
010
010
0PN
VIT
AE
PN V
ITEA
Nie
t W
TZi/
WM
G
41
36
077
0PN
501
Nie
uw
bouw
SBG
Nie
t W
TZi/
WM
G
331
144
0475
0PN
505
Onts
luit
ing w
estf
lank
Nie
t W
TZi/
WM
G
1.9
55
20
01.9
75
0PN
506
Nie
uw
bouw
SEI
NN
iet
WTZi/
WM
G
315
108
0423
0PN
507
Kin
der
stad
Nie
t W
TZi/
WM
G
16
37
053
0PN
509
Nie
uw
bouw
SEH
Nie
t W
TZi/
WM
G
211
89
0301
0PN
512
KD
V 'T
Olif
antj
eN
iet
WTZi/
WM
G
21
15
035
0PN
513
Nie
uw
bouw
O&
D-g
ebouw
Nie
t W
TZi/
WM
G
712
1.4
12
02.1
24
0PN
517
Nie
uw
bouw
RC
AN
iet
WTZi/
WM
G
18
18
036
0PN
519
Nie
uw
bouw
gas
s. en
chem
. dep
ot
Nie
t W
TZi/
WM
G
12
164
0176
0PN
521
Proje
ctburo
nie
uw
bouw
HIK
Nie
t W
TZi/
WM
G
533
037
0PN
522
KTC
/CC
AN
iet
WTZi/
WM
G
0475
0475
0PN
525
Inri
t par
keer
gar
age
poli
Nie
t W
TZi/
WM
G
02
02
0
To
taal
21.4
14
29.6
86
051.1
00
00
0
t/m
20
07
Jaar
van
o
ple
-veri
ng
Pro
ject
geg
even
sIn
vest
eri
ng
en
Go
ed
keu
rin
gen
vu-probe-p83-164.indd 110vu-probe-p83-164.indd 110 29-05-2008 14:03:4829-05-2008 14:03:48
111
Jaarre
kenin
g
5.1
.8.2
SPEC
IFIC
AT
IE I
N H
ET
BO
EK
JAA
R G
ER
EED
GEK
OM
EN
PR
OJE
CT
EN
(G
EC
ON
SO
LID
EER
D)
(in
€ 1
.00
0)
Nu
mm
er
Bri
ef-
nu
mm
er
Datu
mO
msc
hri
jvin
gW
TZ
i-ty
pe
Act
iva-
po
stW
TZ
iW
MG
Overi
ge
To
taal
Afs
chri
j-vin
g W
TZ
iR
en
teko
sten
€ €
€ €
€ €
FB-B
T 0
40
01-0
7-0
7V
erva
ngen
afs
luit
ers
CV
ver
dee
lbal
kN
iet
WTZi/
WM
G
00
66
00
FB-B
T 0
47
01-0
7-0
7O
pkn
appen
ver
lichti
ng g
angve
rlic
hti
ng t
rappen
huiz
en P
oli
Nie
t W
TZi/
WM
G0
052
52
00
FB-B
T 9
70
01-0
7-0
7A
anpas
sing A
wes
t co
rrid
or
tbv
fase
1/2
stu
die
sN
iet
WTZi/
WM
G0
0144
144
00
FB-B
T-0
03
01-0
7-0
7V
erva
ngen
afs
luit
ers:
sto
om
vorm
ers
ivm
lek
kage
Nie
t W
TZi/
WM
G0
017
17
00
FB-B
T-0
05
01-0
7-0
7V
erva
ngen
reg
elka
st t
.b.v
. lu
chtb
ehan
del
ing
Nie
t W
TZi/
WM
G0
0200
200
00
FB-B
T-0
08
01-0
7-0
7A
sfal
t ve
rnie
uw
ing u
itri
tN
iet
WTZi/
WM
G0
011
11
00
FB-B
T-0
09
01-0
7-0
7V
erva
ngin
g k
unst
stof
beg
lazi
ng
Nie
t W
TZi/
WM
G0
018
18
00
FB-B
T-0
10
01-0
7-0
7M
HB
deu
ren e
n G
erko
aan
pas
singen
bra
ndve
ilighei
dN
iet
WTZi/
WM
G0
0662
662
00
FB-B
T-0
11
01-0
7-0
7A
anpas
sing i.v
.m. in
stab
ilite
it t
oile
tten
A e
n B
tore
nN
iet
WTZi/
WM
G0
041
41
00
FB-B
T-0
23
01-0
7-0
7A
anbev
elin
gen
beh
eers
pla
n leg
ionel
laN
iet
WTZi/
WM
G0
0268
268
00
FB-B
T-0
25
01-0
7-0
7V
erva
ngen
van
zuurs
tofv
erdee
lbak
Nie
t W
TZi/
WM
G0
030
30
00
FB-B
T-0
30
01-0
7-0
7V
erva
ngen
koudw
ater
afs
luit
ers
opvo
erse
tsN
iet
WTZi/
WM
G0
013
13
00
FB-B
T-0
46
01-0
7-0
7V
erva
ngen
tel
efoonin
stal
lati
e vo
or
een inte
rcom
Nie
t W
TZi/
WM
G0
06
60
0FB
-BT055
01-0
7-0
7V
erbouw
uro
logie
Nie
t W
TZi/
WM
G0
020
20
00
FB-B
T-0
56
01-0
7-0
7M
arsh
geb
ouw
06
Nie
t W
TZi/
WM
G0
049
49
00
FB-B
T-0
57
01-0
7-0
7V
aatw
asse
r + lif
tN
iet
WTZi/
WM
G0
011
11
00
FB-B
T-0
58
01-0
7-0
7M
arsh
geb
ouw
03
Nie
t W
TZi/
WM
G0
036
36
00
FB-B
T-3
99
01-0
7-0
7N
og o
p t
e dra
gen
opdra
chte
nN
iet
WTZi/
WM
G0
0156
156
00
FB-B
T-6
61
01-0
7-0
7Be
tonre
inig
ing b
rug
WTZi -
inst
andhoudin
gs
00
00
00
FB-B
T-7
40
01-0
7-0
7Sl
open
asb
est
kruip
ruim
ten (
sam
en m
et 9
09)
Nie
t W
TZi/
WM
G0
096
96
00
FB-B
T-7
75
01-0
7-0
7D
igit
alis
eren
W-t
eken
ingen
Nie
t W
TZi/
WM
G0
0308
308
00
FB-B
T-8
33
01-0
7-0
7V
erva
ngen
CT-s
can B
220
WTZi -
inst
andhoudin
gs
89
00
89
00
FB-B
T-8
53
01-0
7-0
7U
itbre
idin
g P
ET/C
T-s
can
Nie
t W
TZi/
WM
G0
0557
557
00
FB-B
T-8
75
01-0
7-0
7A
anvr
aag m
edis
ch p
sych
iatr
ish u
nit
4C
Nie
t W
TZi/
WM
G0
0291
291
00
FB-B
T-8
89
01-0
7-0
7U
itbre
idin
g e
choka
mer
8 B
Nie
t W
TZi/
WM
G0
056
56
00
FB-B
T-8
90
01-0
7-0
7V
erbouw
bal
ie n
euro
logie
/neu
roch
irurg
ieN
iet
WTZi/
WM
G0
0202
202
00
FB-B
T-8
91
01-0
7-0
7V
erbouw
hal
mond-
en k
aakc
hir
urg
ieN
iet
WTZi/
WM
G0
0110
110
00
FB-B
T-8
94
01-0
7-0
7Ba
lie IPO
/FM
TN
iet
WTZi/
WM
G0
0109
109
00
FB-B
T-9
06
01-0
7-0
7A
irco
/ k
limaa
tbeh
eers
ing k
lin. ch
emie
Nie
t W
TZi/
WM
G0
00
00
0FB
-BT-9
12
01-0
7-0
7A
anpas
singen
deu
ren p
oli/
bru
g c
onfo
rm v
eilig
hei
dse
isen
Nie
t W
TZi/
WM
G0
0414
414
00
FB-B
T-9
15
01-0
7-0
7V
erva
ngen
dak
bed
ekki
ng b
rug
Nie
t W
TZi/
WM
G0
0236
236
00
FB-B
T-9
22
01-0
7-0
7V
erva
ngen
dak
bed
ekki
ng
Nie
t W
TZi/
WM
G0
01.2
74
1.2
74
00
FB-B
T-9
34
01-0
7-0
7V
erhuiz
ing c
ardio
logie
Nie
t W
TZi/
WM
G0
0940
940
00
FB-B
T-9
38
01-0
7-0
7O
pst
elle
n m
odula
ire
appar
atuur
klin
isch
e ch
emie
Nie
t W
TZi/
WM
G0
020
20
00
FB-B
T-9
46
01-0
7-0
7A
anpas
sing k
limaa
treg
elin
g m
etab
oolla
b.
Nie
t W
TZi/
WM
G0
08
80
0FB
-BT-9
47
01-0
7-0
7O
oghee
lkunde
opst
elle
n las
erN
iet
WTZi/
WM
G0
011
11
00
FB-B
T-9
51
01-0
7-0
7Se
dat
ie k
inder
en M
RI
Nie
t W
TZi/
WM
G0
012
12
00
FB-B
T-9
52
01-0
7-0
7A
anpas
sing a
rchie
f ra
dio
logie
Nie
t W
TZi/
WM
G0
0201
201
00
FB-B
T-9
58
01-0
7-0
7V
erva
ngen
afs
luit
ers
hee
twat
erve
rzam
elbak
Nie
t W
TZi/
WM
G0
0123
123
00
FB-B
T-9
64
01-0
7-0
7U
itbre
idin
g t
race
r vo
orz
ienin
gN
iet
WTZi/
WM
G0
098
98
00
FB-B
T-9
68
01-0
7-0
7In
huiz
ing in g
ebouw
zuid
Nie
t W
TZi/
WM
G0
0250
250
00
00
Pro
ject
geg
even
sIn
vest
eri
ng
en
To
eko
mst
ige l
ast
en
vu-probe-p83-164.indd 111vu-probe-p83-164.indd 111 29-05-2008 14:03:4829-05-2008 14:03:48
112
Jaarre
kenin
g
Nu
m-m
er
Bri
ef-
nu
mm
er
Datu
mO
msc
hri
jvin
gW
TZ
i-ty
pe
Act
iva-
po
stW
TZ
iW
MG
Overi
ge
To
taal
Afs
chri
j-vin
g W
TZ
iR
en
teko
sten
00
00
00
FB-B
T-9
69
01-0
7-0
7K
eten
par
kN
iet
WTZi/
WM
G0
0242
242
00
FB-B
T-9
71
01-0
7-0
7O
pvo
er k
oudw
ater
Nie
t W
TZi/
WM
G0
012
12
00
FB-B
T-9
78
01-0
7-0
7La
b. ooghee
lkunde
Nie
t W
TZi/
WM
G0
020
20
00
FB-B
T-9
92
01-0
7-0
7K
ost
en v
erhuiz
ing V
U p
odiu
m t
bv
uit
huiz
ing A
VB
Nie
t W
TZi/
WM
G0
010
10
00
FB-B
T-9
99
01-0
7-0
7O
nvo
orz
iene
verb
ouw
en g
root
onder
houd
Nie
t W
TZi/
WM
G0
0110
110
00
FB-B
T-9
95
01-0
7-0
6Sa
ldo a
fgel
open
mel
din
gsw
erke
nW
TZi -
inst
andhoudin
gs
28
00
28
00
FB-B
T-9
98
01-0
7-0
6O
nvo
orz
ien inve
st. pro
j.N
iet
WTZi/
WM
G0
032
32
00
FB-B
T-9
90
01-0
7-0
6Res
erve
2006
Nie
t W
TZi/
WM
G0
019
19
00
FB-B
T-7
77
01-0
7-0
6A
anpak
poli
v&g 2
e fa
seN
iet
WTZi/
WM
G0
08
80
0FB
-BT-7
93
01-0
7-0
6Tra
um
acen
trum
vei
ligh. hel
iN
iet
WTZi/
WM
G0
09
90
0FB
-BT-9
29
01-0
7-0
6Pa
llita
tiev
e zo
rgsu
ite
Nie
t W
TZi/
WM
G0
02
20
0FB
-BT-9
33
01-0
7-0
6Ba
lie e
rgoth
erap
ieN
iet
WTZi/
WM
G0
018
18
00
FB-B
T-9
37
01-0
7-0
6M
amm
ogra
fie
radio
logie
Nie
t W
TZi/
WM
G0
042
42
00
FB-B
T-9
43
01-0
7-0
6A
anpas
sing P
AN
iet
WTZi/
WM
G0
037
37
00
FB-B
T-9
56
01-0
7-0
6V
erhuis
bew
egin
gen
Nie
t W
TZi/
WM
G0
043
43
00
FB-B
T-9
62
01-0
7-0
6A
anp. dep
oth
eek
ICV
Nie
t W
TZi/
WM
G0
028
28
00
FB-B
T-9
65
01-0
7-0
6A
ansl
uit
en v
aatw
asse
r ce
ntr
ale
keuke
nN
iet
WTZi/
WM
G0
07
70
0FB
-BT-9
66
01-0
7-0
6Im
age
Anal
yse
Cen
tre
Nie
t W
TZi/
WM
G0
037
37
00
FB-B
T973
01-0
7-0
6M
MI
Nie
t W
TZi/
WM
G0
046
46
00
FB-B
T-9
55
01-0
7-0
6Ren
ova
tie
arm
ature
n in g
angen
en t
rappen
WTZi -
inst
andhoudin
gs
40
04
00
FB-B
T-9
72
01-0
7-0
6A
RBO
voorz
ienin
g lif
ten
Nie
t W
TZi/
WM
G0
04
40
0
To
taal
121
07.7
81
7.9
02
00
Pro
ject
geg
even
sIn
vest
eri
ng
en
To
eko
mst
ige l
ast
en
vu-probe-p83-164.indd 112vu-probe-p83-164.indd 112 29-05-2008 14:03:4829-05-2008 14:03:48
113
Jaarre
kenin
g
BIJ
LA
GEN
5.1
.9 G
eco
nso
lid
eerd
overz
ich
t la
ng
lop
en
de s
chu
lden
ult
imo
20
07
(in
€1
.00
0)
Len
ing
gever
Datu
mH
oo
fdso
mT
ota
le
loo
p-
tijd
So
ort
len
ing
Werk
e-
lijk
e
ren
te
Rest
sch
uld
3
1
dece
mb
er
20
06
Nie
uw
e
len
ing
en
in
20
07
Afl
oss
ing
in
20
07
Rest
sch
uld
3
1
dece
mb
er
20
07
Rest
-sc
hu
ld
over
5 j
aar
Rest
ere
n-
de l
oo
pti
jd
in j
are
n
ein
d 2
00
7
Afl
os-
sin
gs-
wij
ze
Afl
os-
sin
g
20
08
Gest
eld
e
zekerh
ed
en
€%
€€
€€
€€
Post
ban
k N
.V.
1-jan
-90
2.0
42
20 jaa
rBo
uw
lenin
g5,4
0%
408
0102
306
03
linai
r102
A
BN-A
MRO
1-jan
-92
9.0
76
20 jaa
rBo
uw
lenin
g5,5
5%
2.7
23
0454
2.2
69
05
linai
r454
C
enE
1-jan
-93
22.0
08
20 jaa
rBo
uw
lenin
g4,2
6%
10.2
45
01.4
64
8.7
81
1.4
61
6lin
air
1.4
64
C
enE
1-jan
-95
5.4
46
40 jaa
rBo
uw
lenin
g3,1
9%
3.9
48
0136
3.8
12
3.1
32
28
linai
r136
A
BN-A
MRO
1-jan
-95
5.4
46
40 jaa
rBo
uw
lenin
g3,1
9%
3.9
48
0136
3.8
12
3.1
32
28
linai
r136
C
enE
26-s
ep-9
62.2
69
40 jaa
rBo
uw
lenin
g4,0
5%
1.6
87
056
1.6
31
1.3
51
29
linai
r56
A
BN-A
MRO
26-s
ep-9
62.2
69
40 jaa
rBo
uw
lenin
g4,0
5%
1.7
02
056
1.6
46
1.3
66
29
linai
r56
C
enE
16-jun-9
71.3
61
40 jaa
rBo
uw
lenin
g2,8
6%
1.0
38
034
1.0
04
834
30
linai
r34
A
BN-A
MRO
16-jun-9
71.3
61
40 jaa
rBo
uw
lenin
g2,8
6%
1.0
47
034
1.0
13
843
30
linai
r34
C
enE
16-jun-9
76.8
07
10 jaa
r2,5
8%
340
0340
00
30
linai
r0
16-jun-9
7
00
00
A
BN-A
MRO
16-jun-9
76.8
07
10 jaa
r2,5
8%
511
0511
00
30
linai
r0
16-jun-9
7
00
00
C
enE
1-jan
-98
2.2
69
40 jaa
rBo
uw
lenin
g3,1
0%
1.7
73
057
1.7
16
1.4
31
31
linai
r57
A
BN-A
MRO
1-jan
-98
2.2
69
40 jaa
rBo
uw
lenin
g3,1
0%
1.7
87
057
1.7
30
1.4
45
31
linai
r57
C
enE
1-jan
-98
1.8
15
20 jaa
rBo
uw
lenin
g3,0
5%
1.0
21
091
930
475
11
linai
r91
A
BN-A
MRO
1-jan
-98
1.8
15
20 jaa
rBo
uw
lenin
g3,0
5%
1.0
43
091
952
497
11
linai
r91
C
enE
1-jan
-98
4.9
92
10 jaa
r2,7
1%
624
0499
125
01
linai
r125
1-jan
-98
0
00
0
ABN
-AM
RO
1-jan
-98
4.9
92
10 jaa
r2,7
1%
748
0499
249
01
linai
r249
1-jan
-98
0
00
0
BNG
1-jan
-01
4.1
97
10 jaa
rBo
uw
lenin
g5,0
4%
2.0
99
0420
1.6
79
04
linai
r420
C
enE
1-jan
-01
9.0
76
10 jaa
rBo
uw
lenin
g5,4
5%
4.0
84
0908
3.1
76
04
linai
r908
A
BN-A
MRO
1-jan
-01
9.0
76
10 jaa
rBo
uw
lenin
g5,4
5%
4.0
84
0908
3.1
76
04
linai
r908
C
enE
1-o
kt-0
410.0
00
10 jaa
r3,5
3%
7.2
50
01.0
00
6.2
50
1.2
50
7lin
air
1.0
00
1-o
kt-0
4
00
00
A
BN-A
MRO
6-n
ov-
04
10.0
00
10 jaa
r3,5
3%
7.5
00
01.0
00
6.5
00
1.5
00
7lin
air
1.0
00
6-n
ov-
04
0
00
0
Cen
E1-o
kt-0
411.5
00
20 jaa
rBo
uw
lenin
g3,5
4%
9.9
19
0575
9.3
44
6.4
69
17
linai
r575
A
BN-A
MRO
6-n
ov-
04
11.5
00
20 jaa
rBo
uw
lenin
g3,5
4%
10.0
63
0575
9.4
88
6.6
13
17
linai
r575
C
enE
1-o
kt-0
421.0
00
40 jaa
rBo
uw
lenin
g3,3
8%
19.5
55
0525
19.0
30
16.4
05
37
linai
r525
A
BN-A
MRO
6-n
ov-
04
21.0
00
40 jaa
rBo
uw
lenin
g3,3
8%
19.6
87
0525
19.1
62
16.5
37
37
linai
r525
C
enE
1-jan
-06
2.5
00
10 jaa
r4,0
6%
2.3
75
0250
2.1
25
875
9lin
air
250
1-jan
-06
0
00
0
ABN
-AM
RO
1-jan
-06
2.5
00
10 jaa
r4,0
6%
2.3
75
0250
2.1
25
875
9lin
air
250
1-jan
-06
0
00
0
Cen
E1-jan
-06
17.5
00
40 jaa
rBo
uw
lenin
g4,2
2%
17.2
81
0437
16.8
44
14.6
59
39
linai
r437
A
BN-A
MRO
1-jan
-06
17.5
00
40 jaa
rBo
uw
lenin
g4,2
2%
17.2
81
0437
16.8
44
14.6
59
39
linai
r437
31-d
ec-0
7
0
00
0
To
taal
15
8.1
46
01
2.4
27
14
5.7
19
95
.80
91
0.9
52
Inve
nt.
/ A
pp.
lenin
gIn
vent.
/ A
pp.
lenin
g
Inve
nt.
/ A
pp.
lenin
gIn
vent.
/ A
pp.
lenin
g
Inve
nt.
/ A
pp.
lenin
gIn
vent.
/ A
pp.
lenin
g
Inve
nt.
/ A
pp.
lenin
gIn
vent.
/ A
pp.
lenin
g
vu-probe-p83-164.indd 113vu-probe-p83-164.indd 113 29-05-2008 14:03:4929-05-2008 14:03:49
114
Jaarre
kenin
g
5.1.10 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING (in € 1.000)
5.1.10.1 GESEGMENTEERDE RESULTATENREKENING OVER 2007 (in € 1.000)
SEGMENT 1 Patiëntenzorg (inclusief werkplaatsfunctie)Ref. 2007 2006
€ €
BEDRIJFSOPBRENGSTEN:
Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten en/of subsidie 301.395 295.442
DBC opbrengsten B-segment 5.064 3.462
Niet gebudgetteerde zorgprestaties 2.708 2.679
Overige bedrijfsopbrengsten 163.701 68.676
Som der bedrijfsopbrengsten 472.868 370.259
BEDRIJFSLASTEN:
Personeelskosten 253.849 234.679
Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa 15.298 14.904
Overige bedrijfskosten 168.768 110.681
Som der bedrijfslasten 437.915 360.264
BEDRIJFSRESULTAAT 34.953 9.995
Financiële baten en lasten -2.952 -6.648
RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSVOERING 32.001 3.347
Buitengewone baten en lasten 0 0
RESULTAAT BOEKJAAR VOOR BELASTING 32.001 3.347
VENNOOTSCHAPSBELASTING 0 0
RESULTAAT BOEKJAAR NA BELASTING 32.001 3.347
RESULTAATSBESTEMMING
Het resultaat is als volgt verdeeld: 2007 2006€ €
Reserve aanvaardbare kosten 25.574 3.347Bestemmingsreserve brand - bedrijfsschade 6.427 0
32.001 3.347
vu-probe-p83-164.indd 114vu-probe-p83-164.indd 114 29-05-2008 14:03:4929-05-2008 14:03:49
115
Jaarre
kenin
g
5.1.10.1 GESEGMENTEERDE RESULTATENREKENING OVER 2007 (in € 1.000)
SEGMENT 2 Onderwijs en onderzoek 1e geldstroomRef. 2007 2006
€ €
BEDRIJFSOPBRENGSTEN:
Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten en/of subsidie 0 0
DBC opbrengsten B-segment 0 0
Niet gebudgetteerde zorgprestaties 0 0
Overige bedrijfsopbrengsten 38.971 38.228
Som der bedrijfsopbrengsten 38.971 38.228
BEDRIJFSLASTEN:
Personeelskosten 30.157 29.789
Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa 3.082 3.589
Overige bedrijfskosten 5.590 5.345
Som der bedrijfslasten 38.829 38.723
BEDRIJFSRESULTAAT 142 -495
Financiële baten en lasten 0 0
RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSVOERING 142 -495
Buitengewone baten en lasten 0 0
RESULTAAT BOEKJAAR VOOR BELASTING 142 -495
VENNOOTSCHAPSBELASTING 0 0
RESULTAAT BOEKJAAR NA BELASTING 142 -495
RESULTAATSBESTEMMING
Het resultaat is als volgt verdeeld: 2007 2006€ €
Reserve aanvaardbare kosten 142 -495
142 -495
vu-probe-p83-164.indd 115vu-probe-p83-164.indd 115 29-05-2008 14:03:4929-05-2008 14:03:49
116
Jaarre
kenin
g
5.1.10.1 GESEGMENTEERDE RESULTATENREKENING OVER 2007 (in € 1.000)
SEGMENT 3 Onderzoek 2e en 3e geldstroomRef. 2007 2006
€ €
BEDRIJFSOPBRENGSTEN:
Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten en/of subsidie 0 0
DBC opbrengsten B-segment 0 0
Niet gebudgetteerde zorgprestaties 0 0
Overige bedrijfsopbrengsten 44.744 49.400
Som der bedrijfsopbrengsten 44.744 49.400
BEDRIJFSLASTEN:
Personeelskosten 34.930 36.576
Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa 0 0
Overige bedrijfskosten 3.709 12.824
Som der bedrijfslasten 38.639 49.400
BEDRIJFSRESULTAAT 6.105 0
Financiële baten en lasten 0 0
RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSVOERING 6.105 0
Buitengewone baten en lasten 0 0
RESULTAAT BOEKJAAR VOOR BELASTING 6.105 0
VENNOOTSCHAPSBELASTING 0 0
RESULTAAT BOEKJAAR NA BELASTING 6.105 0
RESULTAATSBESTEMMING
Het resultaat is als volgt verdeeld: 2007 2006€ €
Specifieke reserve onderwijs en onderzoek 6.105 0
6.105 0
vu-probe-p83-164.indd 116vu-probe-p83-164.indd 116 29-05-2008 14:03:4929-05-2008 14:03:49
117
Jaarre
kenin
g
5.1.10.1 GESEGMENTEERDE RESULTATENREKENING OVER 2007 (in € 1.000)
SEGMENT 4 SCRR en Boelevaar Holding BVRef. 2007 2006
€ €
BEDRIJFSOPBRENGSTEN:
Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten en/of subsidie 0 0
DBC opbrengsten B-segment 0 0
Niet gebudgetteerde zorgprestaties 0 0
Overige bedrijfsopbrengsten 8.893 7.836
Som der bedrijfsopbrengsten 8.893 7.836
BEDRIJFSLASTEN:
Personeelskosten 2.201 1.666
Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa 849 829
Overige bedrijfskosten 1.876 1.991
Som der bedrijfslasten 4.926 4.486
BEDRIJFSRESULTAAT 3.967 3.350
Financiële baten en lasten 212 116
RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSVOERING 4.179 3.466
Buitengewone baten en lasten 0 0
RESULTAAT BOEKJAAR VOOR BELASTING 4.179 3.466
VENNOOTSCHAPSBELASTING -1.133 -996
RESULTAAT BOEKJAAR NA BELASTING 3.046 2.470
RESULTAATSBESTEMMING
Het resultaat is als volgt verdeeld: 2007 2006€ €
Algemene reserve 3.046 2.470
3.046 2.470
vu-probe-p83-164.indd 117vu-probe-p83-164.indd 117 29-05-2008 14:03:4929-05-2008 14:03:49
118
Jaarre
kenin
g
5.1.10.1 GESEGMENTEERDE RESULTATENREKENING OVER 2007 (in € 1.000)
5.1.10.4 AANSLUITING TOTAAL RESULTAAT MET RESULTAAT SEGMENTEN
2007 2006€ €
Resultaat volgens gesegmenteerde resultatenrekeningen:
SEGMENT 1 Patiëntenzorg (inclusief werkplaatsfunctie) 32.001 3.347SEGMENT 2 Onderwijs en onderzoek 1e geldstroom 142 -495SEGMENT 3 Onderzoek 2e en 3e geldstroom 6.105 0SEGMENT 4 SCRR en Boelevaar Holding BV 3.046 2.470
41.294 5.322
Resultaat volgens geconsolideerde resultatenrekening 41.294 5.322
vu-probe-p83-164.indd 118vu-probe-p83-164.indd 118 29-05-2008 14:03:4929-05-2008 14:03:49
119
Jaarre
kenin
g
5.1.10 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING (in € 1.000)
Toelichting
Vanaf 2007 is het budget voor de opleiding AIOS’en opgenomen in het academisch budget en niet meer in het wettelijk budget. Dit heeft
geleid tot een korting van € 31,9 miljoen. Daarnaast is er een prestatie-/convenantskorting van € 3,3 miljoen. Hier tegenover staan
verhogingen van het wettelijke budget voorgaande jaren (€ 17,3 miljoen) en de productieafspraken verslagjaar (€ 5,2 miljoen).
16. Wettelijk budget aanvaardbare kosten 2007 2006€ € € €
Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten voorgaand jaar 295.442 278.074
Productieafspraken verslagjaar 15.799 10.632
Overheidsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling 3.713 3.466Prijsindexatie materiële kosten 1.234 1.800Groei normatieve kapitaalslasten 476 0
5.423 5.266Uitbreiding erkenning en toelating:- loonkosten 2.007 1.055- materiële kosten 18 0- normatieve kapitaalslasten 9 0
2.034 1.055Beleidsmaatregelen overheid:Artsen in opleiding tot specialist (AIOS) -26.361 1.613Artsen in opleiding tot specialist (AIOS) Bijdrage VWS 700 0Artsen in opleiding tot specialist (AIOS) restcorrectie -4.336 0Herallocatie 0 320Arbeidsmarktbeleid 0 -61Demogroei 387 523Prestatiecontract/convenantskorting -2.873 378Schoning DBC-B segment 0 21
-32.483 2.794Nacalculeerbare kapitaalslasten:- rente -1.100 -1.221- afschrijvingen 400 -110- overige -1.120 0
-1.820 -1.331Overige mutaties:Diverse overige mutaties: -186 -1.011Adherentie -82 -37
-268 -1.048
Sub-totaal wettelijk budget boekjaar 284.127 295.442
Correcties voorgaande jaren 17.268 0
Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten jaar 301.395 295.442
vu-probe-p83-164.indd 119vu-probe-p83-164.indd 119 29-05-2008 14:03:5029-05-2008 14:03:50
120
Jaarre
kenin
g
5.1.10 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING (in € 1.000)
Toelichting
De opbrengsten zijn in 2007 gestegen met € 1,6 miljoen t.o.v. 2006. De grootste stijgingen waren bij poli orthopedie (€ 0,5 miljoen), poli
oogheelkunde (€ 0,3 miljoen), poli urologie (€ 0,2 miljoen) en poli inwendige geneeskunde (€ 0,1 miljoen).
Toelichting
Met ingang van 1-1-2007 is het opleidingsfonds van start gegaan. Vanuit dit opleidingsfonds worden de AIOS’en gefi nancierd. Dit heeft
geleid tot een verschuiving van circa € 31,9 miljoen van het budget patiëntenzorg naar de Rijksbijdrage opleiding tot specialist.
De baten en lasten voorgaande boekjaren is opgebouwd uit afboekingen met betrekking tot kosten voorgaande jaren en vrijgevallen al
eerder genomen kosten met name m.b.t. personeel.
De bijzondere baten zijn alle toe te schrijven aan de verzekeringsuitkering inzake de brand in het OK complex.
BATEN
17. DBC opbrengsten B-segment
De specificatie is als volgt : 2007 2006€ €
Kosten segment B 4.107 2.755Honorarium segment B 957 707
Totaal 5.064 3.462
18. Toelichting niet-gebudgetteerde zorgprestaties
De specificatie is als volgt : 2007 2006€ €
Zorgprestaties tussen instellingen 2.708 2.679Zorgprestaties cliënten Zorgprestaties derde compartiment Persoonsgebonden- en volgende budgetten Overige zorgprestaties Eigen bijdragen cliënten
Totaal 2.708 2.679
19. Toelichting overige bedrijfsopbrengsten
De specificatie is als volgt : 2007 2006€ €
Overige dienstverlening:Algemene en administratieve diensten 383 952Doorberekende huren 1.365 1.748Exploitatie projecten laboratoria 1.039 2.628Maaltijdvergoedingen 1.250 1.053Personele activiteiten ten behoeve van derden 3.981 2.277Vergoedingen projecten 47.290 49.414Netto omzet Stichting Centrum voor Radio-isotopen Research 8.326 7.836Netto omzet Universitaire Poliklinische Apotheek 567 0Vergoeding materieel onderwijs en onderzoek 109 57Vergoeding opleiding ten behoeve van derden 2.785 2.639Universitaire huisartsenpraktijk 433 358Overig 352 708Overige subsidies: Rijksbijdrage werkplaatsfunctie 57.162 55.938Rijksbijdrage faculteit der geneeskunde 37.264 35.541Rijksbijdrage specialistenopleiding 0 719Onderwijs dienstverlening 1.021 1.186Opleidingsfonds 31.871 0Overige personele subsidies 1.683 1.329Overige opbrengsten:Andere baten en lasten 559 -3Baten en lasten voorgaande boekjaren -1.856 -240Bijzondere baten inzake brand 60.725 0
Totaal 256.309 164.140
vu-probe-p83-164.indd 120vu-probe-p83-164.indd 120 29-05-2008 14:03:5029-05-2008 14:03:50
121
Jaarre
kenin
g
5.1.10 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING (in € 1.000)
Toelichting
De lonen en salarissen van personeel in loondienst zijn in 2007 gestegen met € 12,7 miljoen ten opzichte van 2006. De stijging is onder te
verdelen in € 8,0 miljoen als gevolg van een stijging van het aantal FTE’s, en € 4,7 miljoen als gevolg van een stijging van de salariskosten
per medewerker. De stijging van deze salariskosten is het gevolg van de verhoging van de salarisschalen per 01-01-2007 met 0,7% en per
01-08-2007 met 1,5% en de werking van het jaarlijkse anciënniteitseffect. De stijging van de sociale lasten en pensioenpremie wordt groten-
deels verklaard door de stijging van de lonen en salarissen.
21. Afschrijvingen immateriële en materiële vaste activa
De specificatie is als volgt : 2007 2006€ €
Nacalculeerbare afschrijvingen:- immateriële vaste activa 0 0- materiële vaste activa 0 0
Overige afschrijvingen:- immateriële vaste activa 0 0- materiële vaste activa 21.298 24.415
Sub-totaal afschrijvingen 21.298 24.415
Dotatie/vrijval egalisatierekening afschrijvingen instandhouding -2.069 -5.093
Totaal afschrijvingen 19.229 19.322
Aansluiting afschrijvingen resultatenrekening - verloopoverzichten materiële vaste activa 2007€
Afschrijving immateriële vaste activa 0Afschrijving WTZi - vergunningsplichtige vaste activa 7.037Afschrijving WTZi - meldingsplichtige vaste activa 1.690Afschrijving WMG gefinancierde vaste activa 14.251Afschrijving niet WTZi/WMG gefinancierde vaste activa 4.087
Totaal afschrijvingen volgens verloopoverzichten 27.065
Totaal afschrijvingen resultatenrekening (exclusief dotatie/vrijval egalisatierekening afschrijving) 21.298
LASTEN
20. Personeelskosten
De specificatie is als volgt : 2007 2006€ €
Lonen en salarissen 247.336 234.576Sociale lasten 16.510 15.827Pensioenpremie 32.322 30.341Andere personeelskosten:Overige Personeelskosten 12.570 11.238Sub-totaal 308.738 291.982Personeel niet in loondienst 12.399 10.728
Totaal personeelskosten 321.137 302.710
Specificatie gemiddeld aantal personeelsleden (in FTE's) per segment:Patiëntenzorg 3.950 3.799Onderzoek & Onderwijs 1e Geldstroom 469 483Onderzoek & Onderwijs 3e Geldstroom 638 614Deelnemingen 35 26
Gemiddeld aantal personeelsleden op basis van full-time eenheden 5.092 4.922
vu-probe-p83-164.indd 121vu-probe-p83-164.indd 121 29-05-2008 14:03:5029-05-2008 14:03:50
122
Jaarre
kenin
g
5.1.10 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING (in € 1.000)
Toelichting
De stijging van de overige bedrijfskosten wordt voornamelijk veroorzaakt door de lasten met betrekking tot de brand- en bedrijfsschade in
het OK-complex. Tevens heeft een stijging plaatsgevonden in de algemene kosten (€ 8,7 miljoen), patiënt- en bewonersgebonden kosten
(€ 4,5 miljoen) en onderhoud- en energiekosten (€ 6,2 miljoen). Hierin is begrepen een dotatie voor groot onderhoud (€ 5,4 miljoen) en
hogere energiekosten (€ 1,0 miljoen). De stijging van de algemene kosten wordt grotendeels veroorzaakt door de overige kosten algemeen
(€ 5,7 miljoen), overige dienstverlening (€ 0,9 miljoen) en drukwerk (€ 0,7 miljoen). Bij patiënt- en bewonersgebonden kosten komt, net als
in 2006, de stijging vooral door de kosten voor medicijnen voor maligne aandoeningen (€ 1,6 miljoen) en voor pacemakers (€ 1,6 miljoen).
Het bedrag mutatie saldi projecten betreft de transitorische opbrengsten en kosten van niet afgesloten projecten.
De dotaties aan de voorzieningen zijn per saldo € 10,4 miljoen lager dan 2006, voornamelijk door lagere dotaties aan voorzieningen voor
de seniorenregelingen (€ 6,8 miljoen) en reorganisatiekosten (€ 2,0 miljoen).
LASTEN
22. Overige bedrijfskosten
De specificatie is als volgt : 2007 2006€ €
Voedingsmiddelen en hotelmatige kosten 12.717 12.654Algemene kosten 31.248 22.519Patiënt- en bewonersgebonden kosten 65.381 60.910Onderhoud en energiekosten 18.378 12.140Huur en leasing 1.084 978Kosten voor onderwijs en onderzoek 5.227 4.981Mutatie saldi projecten - opbrengsten -11.824 11.222Mutatie saldi projecten - kosten -2.093 -10.451Dotaties en vrijval voorzieningen 5.527 15.888Bijzondere lasten inzake brand (OK complex ) 51.831 0Bijzondere lasten inzake waterschade (PET CT scan ) 2.467 0
Totaal bedrijfskosten 179.943 130.841
24. Buitengewone baten en lasten
De specificatie is als volgt : 2007 2006€ €
Buitengewone baten 0Buitengewone lasten 0
Totaal buitengewone baten en lasten 0 0
23. Financiële baten en lasten
De specificatie is als volgt : 2007 2006€ €
Rentebaten 5.660 1.379Resultaat deelnemingen 0 0Waardeverandering financiële vaste activa en effecten 0 0Overige opbrengsten financiële vaste activa en effecten 0 0Sub-totaal financiële baten 5.660 1.379
Rentelasten -8.400 -7.911Resultaat deelnemingen 0 0Waardeverandering financiële vaste activa en effecten 0 0Overige financiële lasten 0 0Subtotaal financiële lasten -8.400 -7.911
Totaal financiële baten en lasten -2.740 -6.532
vu-probe-p83-164.indd 122vu-probe-p83-164.indd 122 29-05-2008 14:03:5129-05-2008 14:03:51
123
Jaarre
kenin
g
5.1.10 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING (in € 1.000)
25. Bezoldiging bestuurders en toezichthouders
De bezoldiging van de bestuurders en gewezen bestuurders van de zorginstelling over het jaar 2007 is als volgt:
2007 2006 2007 2006
1drs. E.B. Mulder
drs. E.B. Mulder
proj.dr. T.J.F. Savelkoul
proj.dr. T.J.F. Savelkoul
2 S S S S3 1-jan-07 1-jan-06 1-jan-07 1-jan-064 31-dec-07 31-dec-06 31-dec-07 31-dec-065 J J N N6 1-jan-07 1-jan-067 31-dec-07 31-dec-068 Beëindiging dienstverband ultimo verslagjaar N N N N9 N N N N
10 100% 100% 100% 100%11 209.733 181.694 172.113 167.21212 3.300 3.300 3.000 3.00013 2.441 2.293 2.441 2.29314 42.912 43.683 38.802 39.39715 0 0 0 016 0 0 0 017 258.386 230.970 216.355 211.90218 54.355 54.355 57.071 57.07119 0 0 0 020 203.681 172.824 169.172 162.797
2007 2006 2007 2006
1
prof.dr. E.A. van der Veen
prof.dr. E.A. van der Veen
prof.dr. W.A.B. Stalman
2 G G S3 1-jan-07 1-jan-06 1-mrt-074 28-feb-07 31-dec-06 31-dec-075 N N N678 Beëindiging dienstverband ultimo verslagjaar J N N9 N N N
10 100% 100% 100%11 52.502 164.454 132.86512 500 3.000 7.62513 407 2.293 2.03414 6.467 39.397 27.01815 0 0 016 0 0 017 59.875 209.144 169.54318 47.200 47.200 54.00019 0 0 020 51.650 158.615 132.027
* S = Statutair bestuurderI = Interim bestuurderN = Niet statutair bestuurderG = Gewezen bestuurder
Eigen bijdrage auto van de zaakBelastbaar loon
OntslagvergoedingBonussenTotaal bruto inkomenCataloguswaarde auto van de zaak
BrutosalarisBruto-onkostenvergoedingWerkgeversbijdrage sociale lastenWerkgeversbijdrage pensioen, vut
Als voorzitter in dienst vanaf (datum)Als voorzitter in dienst tot (datum)
Afspraken werktijdenDeeltijdfactor (percentage)
Werkgeversbijdrage sociale lasten
Als voorzitter in dienst tot (datum)
NaamAard bestuurder*In dienst vanaf (datum)In dienst tot (datum)VoorzitterAls voorzitter in dienst vanaf (datum)
Voorzitter
OntslagvergoedingBonussen
Eigen bijdrage auto van de zaak
Totaal bruto inkomenCataloguswaarde auto van de zaak
Belastbaar loon
Aard bestuurder*Naam
In dienst vanaf (datum)In dienst tot (datum)
Afspraken werktijden
BrutosalarisDeeltijdfactor (percentage)
Werkgeversbijdrage pensioen, vut
Bruto-onkostenvergoeding
vu-probe-p83-164.indd 123vu-probe-p83-164.indd 123 29-05-2008 14:03:5129-05-2008 14:03:51
124
Jaarre
kenin
g
5.1.10 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING (in € 1.000)
De bezoldiging van de leden van de raad van toezicht van de zorginstelling over het jaar 2007 is als volgt:
naam functie 2007 2006bezoldiging belastbaar loon bezoldiging belastbaar loon
€ € € €
prof.drs. P.Bouw voorzitter 6.429 6.429 6.429 6.429mr.drs. L.C. Brinkman vice-voorzitter 5.672 5.672 5.672 5.672drs. J.M. Bleichrodt lid 4.916 4.916 4.916 4.916I.E.E. van der Dussen lid 4.916 4.916 4.916 4.916drs. A. de Widt-Nieuwenhuizen lid 5.672 5.672 5.672 5.672Ir. R Willems lid 5.616 4.916 2.048 2.048L. Bikker lid 4.916 4.916 2.048 2.048mr.drs. F.J. Paas lid 4.916 4.916 1.638 1.638prof.dr. F. Leijnse lid 3.687 3.687 0 0
Totaal 46.740 46.040 33.339 33.339
vu-probe-p83-164.indd 124vu-probe-p83-164.indd 124 29-05-2008 14:03:5129-05-2008 14:03:51
125
Jaarre
kenin
g
5.1.10 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING (in € 1.000)
Toelichting:
In verband met het grote aantal personen vallend onder de Wopt is hiervoor een aparte bijlage opgenomen. In deze tabel zijn slechts de
totalen in € 1.000 opgenomen
27. Vennootschapsbelasting (in € 1.000)
Dit betreft de verschuldigde vennootschapsbelasting naar de winst van de onder de Stichting Centrum voor Radio-isotopen Research vallende B.V. Cyclotron.
26. Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (Wopt) (in€ 1.000)
De bezoldiging van de functionarissen die in het kader van de Wopt verantwoording plaatsvinden zijn als volgt: :
2007 2006 2007 2006
1 zie toelichting 2 1-jan-07 1-jan-063 31-dec-07 31-dec-064 Belastbaar loon (in €) 15.890.797 14.455.991 5
3.935.805 3.684.721 6
139.000 0
Totaal beloning in kader van de Wopt (4,5 en 6) 19.965.602 18.140.712 0 0
Motivatie overschrijdingen van het gemiddeld belastbaar loon van de Ministers:
Functionaris (functienaam)In dienst vanaf (datum) In dienst tot (datum)
Voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn (in €)Uitkeringen in verband met beëindiging van het dienstverband (in €)
vu-probe-p83-164.indd 125vu-probe-p83-164.indd 125 29-05-2008 14:03:5129-05-2008 14:03:51
126
Jaarre
kenin
g
5.1.11 ENKELVOUDIGE BALANS PER 31 DECEMBER 2007 (in € 1.000)
(na resultaatsbestemming)
Ref. 31-dec-07 31-dec-06€ €
ACTIVA
Vaste activa
Immateriële vaste activa 1 0 0Materiële vaste activa 2 308.609 289.728Financiële vaste activa 3 4.449 3.831Totaal vaste activa 313.058 293.559
Vlottende activa
Voorraden 4 4.166 3.830Onderhanden werk uit hoofde van DBC's 5 66.935 43.969Vorderingen en overlopende activa 6 90.115 60.464Vorderingen uit hoofde van financieringstekort 7 0 0Effecten 8 0 0Liquide middelen 9 46.607 8.545Totaal vlottende activa 207.823 116.808
Totaal activa 520.881 410.367
Ref. 31-dec-07 31-dec-06PASSIVA € €
Eigen vermogen 10Kapitaal 0 0Collectief gefinancierd gebonden vermogen 39.011 6.868Niet collectief gefinancierd vrij vermogen 17.989 10.774Totaal eigen vermogen 57.000 17.642
Egalisatierekening afschrijvingen 11 82.666 82.948
Voorzieningen 12 17.455 15.417
Langlopende schulden 13 134.767 145.719
Kortlopende schuldenSchulden uit hoofde van financieringsoverschot 7 95.009 48.630Kortlopende schulden en overlopende passiva 14 133.984 100.011
Totaal Passiva 520.881 410.367
vu-probe-p83-164.indd 126vu-probe-p83-164.indd 126 29-05-2008 14:03:5229-05-2008 14:03:52
127
Jaarre
kenin
g
5.1.12 ENKELVOUDIGE RESULTATENREKENING OVER 2007 (in € 1.000)
Ref. 2007 2006€ €
BEDRIJFSOPBRENGSTEN:
Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten en/of subsidie 16 301.395 295.442
DBC opbrengsten B-segment 17 5.064 3.462
Niet gebudgetteerde zorgprestaties 18 2.708 2.679
Overige bedrijfsopbrengsten 19 247.416 156.304
Som der bedrijfsopbrengsten 556.583 457.887
BEDRIJFSLASTEN:
Personeelskosten 20 318.935 301.044
Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa 21 18.380 18.493
Overige bedrijfskosten 22 178.067 128.860
Som der bedrijfslasten 515.382 448.397
BEDRIJFSRESULTAAT 41.201 9.490
Financiële baten en lasten 23 -3.264 -6.648
RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSVOERING 37.937 2.842
Buitengewone baten en lasten 24 0 0
RESULTAAT BOEKJAAR VOOR BELASTING 37.937 2.842
VENNOOTSCHAPSBELASTING 0 0
RESULTAAT BOEKJAAR NA BELASTING 37.937 2.842
RESULTAATBESTEMMING
Het resultaat is als volgt verdeeld: 2007 2006€ €
Toevoeging/(onttrekking):Reserve aanvaardbare kosten 25.896 2.855Algemene reserve -311 -13Specifieke reserves onderwwijs en onderzoek 6.105 0Bestemmingsreserve brand- bedrijfsschade 6.247 0
37.937 2.842
vu-probe-p83-164.indd 127vu-probe-p83-164.indd 127 29-05-2008 14:03:5229-05-2008 14:03:52
128
Jaarre
kenin
g
5.1.13 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING ENKELVOUDIGE JAARREKENING
5.1.13.1 Algemeen
De waarderingsgrondslagen zoals vermeld bij de geconsolideerde jaarrekening zijn integraal van toepassing op de enkelvoudige jaarrekening.
vu-probe-p83-164.indd 128vu-probe-p83-164.indd 128 29-05-2008 14:03:5229-05-2008 14:03:52
129
Jaarre
kenin
g
5.1.14 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE BALANS (in € 1.000)
Toelichting:
VU medisch centrum heeft in 2007 en 2006 geen immateriële vaste activa.
Toelichting:
In de beginbalans is een correctie opgenomen van € 896 duizend met betrekking tot correcties over 2006, verwerkt in 2007. Deze is te
splitsen in € 758 duizend (WMG gefi nancierde materiële vaste activa) en € 139 duizend (Niet WTZi/WMG gefi nancierde materiële vaste
activa).
WTZi - vergunningsplichtige materiële vaste activa is in 2006 vermeld als WZV vergunningsplichtige vaste activa. WTZi - instandhoudings
materiële vaste activa is in 2006 vermeld als WZV meldingsplichtige vaste activa. WMG gefi nancierde materiële vaste activa is in 2006
vermeld als inventaris en apparatuur. Niet WTZi/WMG gefi nancierde materiële vaste activa is in 2006 vermeld als Niet WZV/WTG
gefi nancierde vaste activa en DHAZ gefi nancierde vaste activa.
ACTIVA
1. Immateriële vaste activa
De specificatie is als volgt : 31-dec-07 31-dec-06€ €
Aanloopkosten 0 0Aanloopverliezen 0 0Boeterente 0 0Goodwill 0 0Licenties 0 0Overige 0 0
Totaal immateriële vaste activa 0 0
Het verloop van de immateriële activa in het verslagjaar is als volgt weer te geven : 2007 2006€ €
Boekwaarde per 1 januari 0 0Bij: investeringen 0 0Af: afschrijvingen 0 0Af: terugname geheel afgeschreven activa 0 0Af: desinvesteringen 0 0
Boekwaarde per 31 december 0 0
2. Materiële vaste activa
De specificatie is als volgt : 31-dec-07 31-dec-06€ €
Grond 1.388 1.388Terreinvoorzieningen 0 0Gebouwen 141.861 149.496Semi permanente gebouwen 0 0Verbouwingen 26.502 23.114Installaties 0 0Onderhanden projecten 52.480 25.087Trekkingsrechten 0 0Instandhouding 21.083 22.656Inventaris 55.998 57.982Vervoermiddelen 0 0Automatisering 9.297 10.005
Totaal materiële vaste activa 308.609 289.728
Het verloop van de materiële activa in het verslagjaar is als volgt weer te geven : 2007 2006€ €
Boekwaarde per 1 januari 289.728 266.568Correctie beginstand in verband met conversie -896 0Bij: investeringen 52.684 51.327Af: afschrijvingen 26.219 28.519Af: terugname geheel afgeschreven activa 0 0Af: desinvesteringen 6.688 -352
Boekwaarde per 31 december 308.609 289.728
vu-probe-p83-164.indd 129vu-probe-p83-164.indd 129 29-05-2008 14:03:5229-05-2008 14:03:52
130
Jaarre
kenin
g
5.1.14 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE BALANS (in € 1.000)
Toelichting:
Waarborgsommen: De waarborgsom betreft het depotbedrag bij TPG Post gebaseerd op de gemiddelde faktuurwaarde. In 2007 heeft TPG
Post het depotbedrag verhoogd.
Herfi nanciering langlopende leningen: In 2004 is kans gezien om een groot deel van de bestaande leningenportefeuille te herfi nancieren.
De kosten van de herfi nanciering, groot € 2,2 miljoen, is over meerdere kalenderjaren verdeeld.
Leningen u/g: Het saldo eind 2007 betreft de lening aan de Stichting Arateus van Cappadocië (SAC) ter gedeeltelijke fi nanciering van het
diabetes onderzoekscentrum te Hoorn. De afl ossing geschiedt uiterlijk bij de toekomstige verkoop van het pand. Daarnaast is in 2007 een
lening verstrekt aan de Universitaire Poliklinische Apotheek ter grootte van € 0,4 miljoen.
Toelichting:
VU medisch centrum heeft een zeggenschapsbelang in de Stichting Centrum voor Radio-isotopen Research van 60%.
ACTIVA
3. Financiële vaste activa
De specificatie is als volgt : 31-dec-07 31-dec-06€ €
Deelnemingen 1.579 424Vorderingen op deelnemingen 72 54Overige effecten 0 0Overige vorderingen 0 0Waarborgsommen 48 40Herfinanciering langlopende leningen 0 900Leningen u/g 2.750 2.413
Totaal financiële vaste activa 4.449 3.831
Het verloop van de financiële vaste activa is als volgt :€
Boekwaarde per 1 januari 2007 3.831
Bij: kapitaalstorting 1.466Bij: verstrekte lening 368Bij: waardeverhoging 8Af: ontvangen aflossing leningen -13Af: waardeverminderingen -1.211
Boekwaarde per 31 december 2007 4.449
Toelichting op belangen in andere rechtspersonen of vennootschappen:
Naam en rechtsvorm en woonplaats rechtspersoon
Verschaft kapitaal
Kapitaalbe-lang (in %)
Eigen vermogen Resultaat
€ €
1.890 100% 1.579 -312
Zeggenschapsbelangen:0 0% 13.508 3.112
Volledig aansprakelijk vennoot van VoF of CV:
Rechtstreekse kapitaalbelangen >= 20%:
Kernactiviteit
Beheer van vennootschappen in het belang van VU medisch centrum
Boelevaar Holding BV
Belangen samen met dochtermaatschappijen:
Stichting Centrum voor Radio-isotopen Research
Productie van radionucliden
vu-probe-p83-164.indd 130vu-probe-p83-164.indd 130 29-05-2008 14:03:5229-05-2008 14:03:52
131
Jaarre
kenin
g
5.1.14 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE BALANS (in € 1.000)
Toelichting:
De voorziening die in aftrek op de voorraden is gebracht bedraagt € 5 duizend. Onder de voorraden zijn die voorraden opgenomen die
centraal worden beheerd en geregistreerd. Een uitzondering betreft de voorraad pacemakers en PTCA-materialen, die als kunst- en
hulpmiddelen staat vermeld.
Toelichting:
De waardering van de openstaande DBC’s van het B-segment is gebaseerd op de kostprijs van de reeds uitgevoerde verrichtingen, dan
wel de lagere declaratiewaarde. De waardering van de openstaande DBC’s van het A-segment is gebaseerd op de declaratie-waarde per
type DBC, dat wil zeggen de kosten- en honorariumdelen van het NZa-tarief plus het opslag (sluit)tarief. De typen (en aantallen) DBC’s zijn
afgeleid vanuit de basisgegevens zoals die ultimo 2007 bekend waren. Het onderhanden werk komt voor het B-segment uit op € 3,2 mln
en voor het A-segment op € 109,1 mln. Circa 40% van dit bedrag was ultimo 2007 gedekt door voorschotten van verzekeraars. Ultimo 2006
was dit circa 54%. De stijging is veroorzaakt door de stijging van het opslag (sluit)tarief.
Toelichting:
De voorziening die in aftrek op de vorderingen is gebracht bedraagt € 2.8 miljoen. De algemene rekenregel voor het bepalen van de
voorziening is als volgt: de vorderingen per 31 december 2007 met een looptijd langer dan één jaar worden voor 100% als dubieus
aangemerkt en de vorderingen van de kostendelen met een looptijd van een halfjaar tot één jaar voor 50%. Indien nodig worden grote
posten, in afwijking van de regel, individueel beoordeeld. De stijging van de vorderingen wordt veroorzaakt door het restantbedrag nog te
ontvangen verzekeringsuitkering in verband met de brandschade in de OK´s.
ACTIVA
4. Voorraden
De specificatie is als volgt : 31-dec-07 31-dec-06€ €
Medische middelen 1.992 1.881Voedingsmiddelen Hulpmiddelen 1.360 788Overige voorraden:Centraal magazijn 636 988Centraal sterilisatie magazijn 178 151Emballagemateriaal 0 22
Totaal voorraden 4.166 3.830
5. Onderhanden werk uit hoofde van DBC's
De specificatie is als volgt : 31-dec-07 31-dec-06€ €
Onderhanden werk DBC's A-segment 109.077 92.811Onderhanden werk DBC's B-segment 3.157 2.682Af: ontvangen voorschotten 45.299 51.524Af: voorziening onderhanden werk 0 0
Totaal onderhanden werk 66.935 43.969
6. Vorderingen en overlopende activa
De specificatie is als volgt : 31-dec-07 31-dec-06€ €
Vorderingen op debiteuren 41.769 50.430Vorderingen op groepsmaatschappijen 0 0Vorderingen op participanten en maatschappijen waarin wordt deelgenomen 8 0Nog te factureren omzet DBC's 5.365 5.737Overige vorderingen:Rijksbijdrage werkplaatsfunctie -229 -9Overige kortlopende vorderingen 46.625 421Korte termijn financiële vaste activa 188 3Transitoria debiteuren -3.611 3.104Vooruitbetaalde bedragen:Vooruitbetaalde bestellingen 0 778Nog te ontvangen bedragen: Overige overlopende activa:
Totaal vorderingen en overlopende activa 90.115 60.464
vu-probe-p83-164.indd 131vu-probe-p83-164.indd 131 29-05-2008 14:03:5329-05-2008 14:03:53
132
Jaarre
kenin
g
5.1.14 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE BALANS (in € 1.000)
Toelichting:
In januari 2008 is als overdekking afgerekend met de zorgverzekeraars € 68,5 miljoen.
7. Vorderingen uit hoofde van financieringstekort en/of schulden uit hoofde van financieringsoverschot
t/m 2004 2005 2006 2007 totaal€ € € € €
Saldo per 1 januari 0 0 0 -48.630 -48.630
Financieringsverschil boekjaar -86.847 -86.847Correcties voorgaande jaren 0 0 0 17.268 17.268Betalingen/ontvangsten 0 0 0 23.200 23.200Sub-totaal mutatie boekjaar 0 0 0 -46.379 -46.379
Saldo per 31 december 0 0 0 -95.009 -95.009
Stadium van vaststelling (per erkenning):13 mei 2008 c c b a
a= interne berekeningb= overeenstemming met zorgverzekeraarsc= definitieve vaststelling NZa
Specificatie financieringsverschil in het boekjaar 2007 2006€ €
Wettelijk budget aanvaardbare kosten 284.127 295.443 0 0
Vergoedingen ter dekking van het wettelijk budget:
Opbrengsten DBC A-segment inclusief toeslagen 261.456 194.062Honoraria-opbrengsten voor specialisten in loondienst 23.300 21.718Mutatie onderhanden werk honoraria voor specialisten in loondienst 1.605 3.722Kapitaalslasten DBC B-segment 456 346Overige opbrengsten 79.590 82.947Nog te factureren DBC A-segment 0 0Mutatie onderhanden werk DBC A-segment 14.661 33.778Afrekening overfinanciering -10.000 0Afrekening lumpsum 0 0Overige mutaties -94 -73
Totaal financieringsverschil -86.847 -41.057
vu-probe-p83-164.indd 132vu-probe-p83-164.indd 132 29-05-2008 14:03:5329-05-2008 14:03:53
133
Jaarre
kenin
g
5.1.14 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE BALANS (in € 1.000)
Toelichting:
VU medisch centrum heeft in 2007 en 2006 geen effecten.
Toelichting:
In de jaarrekening over 2006 zijn de liquide middelen gesaldeerd opgenomen onder de kortlopende schulden onder schulden aan
kredietinstellingen.
ACTIVA
8. Effecten
De specificatie is als volgt : 31-dec-07 31-dec-06€ €
Totaal effecten 0 0
9. Liquide middelen
De specificatie is als volgt : 31-dec-07 31-dec-06€ €
Bankrekeningen ABN-AMRO Bank N.V., rekening courant 24.825 7.332C en E Bankiers N.V., rekening courant 1.633 1.117Postbank, rekening courant 149 96ABN-AMRO Bank N.V., deposito vervallend binnen één jaar 10.000 0C en E Bankiers, deposito vervallend binnen één jaar 10.000 0Kassen 0 0
Totaal liquide middelen 46.607 8.545
vu-probe-p83-164.indd 133vu-probe-p83-164.indd 133 29-05-2008 14:03:5329-05-2008 14:03:53
134
Jaarre
kenin
g
5.1.14 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE BALANS (in € 1.000)
Toelichting:
Door enkele niet-verbonden Stichtingen zijn kapitaal-bijdragen toegezegd in Divisie VI BV (als dochter van de deelneming Boelevaar Holding
BV) ten bedrage van € 1.422 welke als agio-reserve zijn gepresenteerd. Bij het vaststellen van de bestemmingsreserve brand- en bedrijfs-
schade is rekening gehouden met de door waterschade tenietgegane PET-scan. Deze is hierop in mindering gebracht.
PASSIVA
10. Eigen vermogen
De specificatie is als volgt : 31-dec-07 31-dec-06€ €
Kapitaal 0 0Collectief gefinancierd gebonden vermogen 39.011 6.868Niet collectief gefinancierd vrij vermogen 17.989 10.774Totaal eigen vermogen 57.000 17.642
KapitaalSaldo per Resultaat- Overige Saldo per
Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-2007 bestemming mutaties 31-dec-2007€ € € €
Kapitaal 0 0 0 0
0 0 0 0
Collectief gefinancierd gebonden vermogenSaldo per Resultaat- Overige Saldo per
Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-2007 bestemming mutaties 31-dec-2007€ € € €
Reserve aanvaardbare kosten 6.868 25.716 0 32.584
Bestemmingsreserves:Brand- bedrijfsschade 0 6.427 0 6.427
Bestemmingsfondsen 0 0 0 0
Totaal collectief gefinancierd gebonden vermogen 6.868 32.143 0 39.011
Niet collectief gefinancierd vrij vermogenSaldo per Resultaat- Overige Saldo per
Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-2007 bestemming mutaties 31-dec-2007€ € € €
Algemene reserves:Algemene reserve 406 -312 0 94Agioreserve 0 0 -1.422 1.422
Bestemmingsreserves:Specifieke reserves onderwijs en onderzoek 10.368 6.105 0 16.473
Bestemmingsfondsen 0 0 0 0
Totaal niet-collectief gefinancierd vrij vermogen 10.774 5.793 -1.422 17.989
vu-probe-p83-164.indd 134vu-probe-p83-164.indd 134 29-05-2008 14:03:5429-05-2008 14:03:54
135
Jaarre
kenin
g
5.1.14 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE BALANS (in € 1.000)
Toelichting:
Egalisatierekening apparatuurbijdragen derden
Vanaf 1988 worden de bijdragen van derden voor investeringen in apparatuur ten gunste van deze egalisatierekening gebracht. De jaar-
lijkse vrijval ten gunste van de resultatenrekening is gelijk aan de afschrijvingslast van het met geld van derden gefi nancierde deel van de
apparatuur. In de onttrekking over 2007 is een correctie over 2006 opgenomen van € 1 miljoen.
Egalisatierekening kleine bouwkundige projecten
Ingaande 1991 is in overleg tussen de ministeries van VWS en OCW overeengekomen om bouwprojecten (tussen € 0,1 miljoen en € 2,3 mil-
joen) per project te verantwoorden in een egalisatierekening kleine bouwkundige projecten. Op grond van dit besluit wordt de vergoeding
voor afschrijving, die vast in het budget patiëntenzorg en de rijksbijdrage werkplaatsfunctie wordt gegeven, ten gunste van deze egali-
satierekening geboekt. Voor 2007 bedroeg deze € 1,9 miljoen. Dit bedrag is gebaseerd op een taakstellend investeringsbudget van € 1,4
miljoen voor 1991, € 1,6 miljoen voor 1992 en € 2,3 miljoen voor de jaren 1993 tot en met 2003. Vanaf 2004 is dit budget opgenomen in
de regeling DHAZ. De totale dotatie heeft plaatsgevonden via terrein- en gebouwgebonden kosten. Daarnaast werden middelen toegevoegd
voor bouwprojecten kleiner dan € 2,3 miljoen die niet uit de daarvoor bestaande regelingen kunnen worden gefi nancierd (Investeringsplan
Academische Ziekenhuizen). De afschrijvingslasten van de voltooide projecten zijn ten laste van de egalisatierekening gebracht. In 2007 is
over het beginsaldo rente aan deze egalisatierekening toegevoegd (€ 0,3 miljoen).
Egalisatierekening rente en afschrijving grote bouw
Vanaf 1991 geldt het stelsel van genormeerde toewijzing voor rente en afschrijvingslasten. In 2007 is over het beginsaldo rente aan deze
egalisatierekening toegevoegd (€ 0,3 miljoen). Tegenover deze vergoeding staan de werkelijke lasten welke voor een deel in latere jaren
worden geboekt.
Egalisatierekening à fonds perdu bijdragen in bouw, eerste inrichting en inventaris
De tot 1988 door het ministerie van OCW beschikbaar gestelde middelen voor à fonds perdu fi nanciering van de vaste activa zijn enerzijds
onder materiële vaste activa en anderzijds als egalisatierekening afschrijvingen verantwoord op de balans. Hetzelfde gebeurde met het aan-
deel in de fi nanciering van de vaste activa van de Vereniging voor christelijk wetenschappelijk onderwijs en de investeringen in apparatuur
uit eigen voorzieningen. Door de Vereniging voor christelijk wetenschappelijk onderwijs werd tijdens de bouw van het ziekenhuis en het
opleidingscentrum een bedrag van € 1,3 miljoen geïnvesteerd. De jaarlijkse afschrijvingen worden voor gelijke bedragen zowel op de vaste
activa als op de egalisatierekening afschrijving afgeboekt en beïnvloeden daardoor het resultaat niet.
PASSIVA
11. Egalisatierekening afschrijvingenSaldo per Dotatie Onttrekking Saldo per
Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-2007 31-dec-2007€ € € €
DHAZ / instandhoudingsinvesteringen 1.654 1.725 1.385 1.994Apparatuurbijdragen derden 10.696 4.249 3.392 11.553Kleine bouwkundige projecten 7.137 1.887 1.690 7.334Rente en afschrijving grote bouw 7.511 2.494 2.101 7.904
Totaal egalisatierekening afschrijvingen 82.948 10.355 10.637 82.666
Verloopoverzicht investeringsruimte instandhoudingsinvesteringen
Het verloop is als volgt weer te geven : 2007 2006€ €
Nog niet bestede investeringsruimte per 1 januari 26.901 27.198Bij : indexering niet-bestede investeringsruimte 613 1.053Bij : investeringsruimte verslagjaar 22.400 21.700Af: investeringen verslagjaar 32.339 23.050
Beschikbare investeringsruimte 31 december 17.575 26.901
Gemelde lopende investeringsprojecten leggen het volgende beslag op de beschikbare investeringsruimt 21.700
Verloopoverzicht investeringsruimte trekkingsrechten
Het verloop is als volgt weer te geven: 2007 2006€ €
Nog niet bestede investeringsruimte per 1 januari 0 0Bij : indexering niet-bestede investeringsruimte 0 0Bij : investeringsruimte verslagjaar 0 0Af: investeringen verslagjaar 0 0
Beschikbare investeringsruimte 31 december 0 0
Gemelde lopende investeringsprojecten leggen het volgende beslag op de beschikbare investeringsruimt 0
À fonds perdu bijdragen in bouw, eerste inrichting en inventaris 55.950 53.8810 2.069
vu-probe-p83-164.indd 135vu-probe-p83-164.indd 135 29-05-2008 14:03:5429-05-2008 14:03:54
136
Jaarre
kenin
g
5.1.14 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE BALANS (in € 1.000)
Egalisatierekening deregulering huisvesting academische ziekenhuizen (DHAZ)
Tussen de ministeries van OCW, VWS en de NFU is het Convenant DHAZ gesloten inzake de decentralisatie van de planning en uitvoering
van de verschillende instandhoudingsinvesteringen. Het Convenant DHAZ is op 1 januari 2004 in werking getreden. De oude systematiek
wordt afgebouwd en de egalisatierekening DHAZ komt (op termijn) in de plaats van de egalisatierekening kleine bouwkundige projecten en
de egalisatierekening rente en afschrijving grote bouw. Op grond van dit besluit wordt de vergoeding voor afschrijving, die vast in het bud-
get patiëntenzorg en de rijksbijdrage werkplaatsfunctie wordt gegeven, ten gunste van deze egalisatierekening geboekt. Daarnaast wordt
de rentevergoeding door het ministerie van OCW ten gunste van deze rekening geboekt. De werkelijke afschrijvings en rentelasten komen
ten laste van de egalisatierekening.
In 2007 is over het beginsaldo rente aan deze egalisatierekening toegevoegd (€ 0,1 miljoen).
In de onttrekking over 2007 is een correctie over 2006 opgenomen van € 0,4 miljoen.
vu-probe-p83-164.indd 136vu-probe-p83-164.indd 136 29-05-2008 14:03:5429-05-2008 14:03:54
137
Jaarre
kenin
g
5.1.14 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE BALANS (in € 1.000)
Toelichting per categorie voorziening:
Achterstallig onderhoud: betreft een voorziening voor achterstallig onderhoud inzake terreinen, gebouwen en installaties volgens de
nominale waarderingsmethode. Hierin is onder andere begrepen € 5,1 miljoen voor een up-grade van de brandmeldinstallatie.
Reorganisatiekosten: betreft een voorziening voor reorganisatie en afvloeiingskosten volgens de nominale waarderingsmethode.
Ziekterisico: betreft een voorziening voor het ziekteverzuim van personeel op derde geldstroomprojecten volgens de nominale
waarderingsmethode.
Compensatie IZA: betrof een voorziening inzake de collectief, in het kader van de CAO, afgesloten ziektekostenverzekering bij IZA-AZ. In
2007 heeft de laatste onttrekking plaatsgevonden.
Sociale regelingen personeel: betreft een voorziening in het kader van ‘voorziening voor sociaal beleid’ (RJ271) volgens de contante
waardemethode. Hierin zijn begrepen: seniorenregeling € 2,2 miljoen, Jubileum € 1,9 miljoen en wachtgelden € 2,4 miljoen.
Toelichting:
Voor een nadere toelichting op de langlopende schulden wordt verwezen naar bijlage overzicht langlopende leningen.
De afl ossingsverplichtingen zijn verantwoord onder de kortlopende schulden.
13. Langlopende schulden
De specificatie is als volgt : 31-dec-07 31-dec-06€ €
Schulden aan kredietinstellingen 134.767 145.719Overige langlopende schulden 0 0
Totaal langlopende schulden 134.767 145.719
Het verloop van de schulden aan kredietinstellingen is als volgt weer te geven: 2007 2006€ €
Stand per 1 januari 158.146 131.705Bij: nieuwe leningen 0 40.000Af: aflossingen 12.427 13.559
Stand per 31 december 145.719 158.146
Af: aflossingsverplichting komend boekjaar 10.952 12.427
Stand langlopende schulden per 31 december 134.767 145.719
Toelichting in welke mate (het totaal van) de voorzieningen als langlopend moet worden beschouwd:
Kortlopend deel van de langlopende schulden (< 1 jr.), aflossingsverplichtingen 10.952 12.427Langlopend deel van de langlopende schulden (> 1 jr.) (balanspost) 134.767 145.719Hiervan langlopend (> 5 jaar) 95.809 95.803
PASSIVA
12. VoorzieningenSaldo per Dotatie Onttrekking Saldo per
Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-2007 31-dec-2007€ € € €
Achterstallig onderhoud 2.350 5.400 435 7.315Reorganisatiekosten 2.727 227 63 2.891Ziekterisico 913 807 947 773Compensatie IZA 296 0 296 0Sociale regelingen personeel 9.131 -2.655 0 6.476
Totaal voorzieningen 15.417 3.779 1.741 17.455
Toelichting in welke mate (het totaal van) de voorzieningen als langlopend moet worden beschouwd:31-dec-2007
Kortlopend deel van de voorzieningen (< 1 jr.) 6.678Langlopend deel van de voorzieningen (> 1 jr.) 10.777Hiervan langlopend (> 5 jaar) 0
vu-probe-p83-164.indd 137vu-probe-p83-164.indd 137 29-05-2008 14:03:5429-05-2008 14:03:54
138
Jaarre
kenin
g
5.1.14 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE BALANS (in € 1.000)
Toelichting:
Saldi projecten: het saldi projecten bestaat uit transitorische opbrengsten en kosten van niet afgesloten projecten per jaareinde.
Verplichtingen met betrekking tot brand- en bedrijfsschade worden in de komende jaren geamortiseerd,
15. Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen
N.V.T.
PASSIVA
14. Kortlopende schulden en overlopende passiva
De specificatie is als volgt : 31-dec-07 31-dec-06€ €
Schulden aan kredietinstellingen 16.017 6.181Crediteuren 34.437 20.907Aflossingsverplichtingen langlopende leningen 10.952 12.427Belastingen en sociale premies 14.161 14.773Schulden terzake pensioenen 0 0Nog te betalen salarissen 2.101 3.881Vakantiegeld 9.372 9.205Vakantiedagen 6.754 4.911Overige schulden:Saldi projecten -5.391 13.014Verplichtingen voor inrichtingskosten kliniek 1.475 1.474Verplichtingen m.b.t. brand- en bedrijfsschade 27.096 0Overig 5.681 2.753Nog te betalen kosten:Transitoria crediteuren 11.329 10.485Vooruitontvangen opbrengsten 0 0Overige passiva 0 0
Totaal kortlopende schulden en overlopende passiva 133.984 100.011
vu-probe-p83-164.indd 138vu-probe-p83-164.indd 138 29-05-2008 14:03:5429-05-2008 14:03:54
139
Jaarre
kenin
g
5.1
.15
EN
KELV
OU
DIG
MU
TA
TIE
OV
ER
ZIC
HT
IM
MA
TER
IELE V
AST
E A
CT
IVA
(in
€ 1
.00
0)
WT
Zi/
WM
G-v
erg
un
nin
gsp
lich
tig
e v
ast
e a
ctiv
aN
iet-
WT
Zi/
WM
G-g
efi
nan
cierd
e v
ast
e a
ctiv
a
Aan
loo
p-
Aan
loo
p-
Bo
ete
-Su
b-
Go
od
wil
lLic
en
tie-
Overi
ge
Su
b-
To
taal
ko
sten
verl
iezen
ren
teto
taal
ko
sten
tota
al
€€
€€
€€
€€
€
Sta
nd
per
1 j
an
uari
20
07
- aa
nsc
haf
waa
rde
00
00
00
00
0-
cum
ula
tiev
e af
schri
jvin
gen
00
00
00
00
0
Boek
waa
rde
per
1 jan
uar
i 2007
00
00
00
00
0
Mu
tati
es
in h
et
bo
ekja
ar
- in
vest
erin
gen
00
00
00
00
0-
afsc
hri
jvin
gen
00
00
00
00
0
- te
rugnam
e geh
eel afg
esch
reve
n a
ctiv
a aa
nsc
haf
waa
rde
00
00
00
00
0 cu
mula
tiev
e af
schri
jvin
gen
00
00
00
00
0
- des
inve
ster
inge n
aa
nsc
haf
waa
rde
00
00
00
00
0 cu
mula
tiev
e af
schri
jvin
gen
00
00
00
00
0 per
sal
do
00
00
00
00
0
Muta
ties
in b
oek
waa
rde
(per
sal
do)
00
00
00
00
0
Sta
nd
per
31
dece
mb
er
20
07
- aa
nsc
haf
waa
rde
00
00
00
00
0-
cum
ula
tiev
e af
schri
jvin
gen
00
00
00
00
0
Boek
waa
rde
per
31 d
ecem
ber
2007
00
00
00
00
0
Afs
chri
jvin
gsp
erce
nta
ge
vu-probe-p83-164.indd 139vu-probe-p83-164.indd 139 29-05-2008 14:03:5529-05-2008 14:03:55
140
Jaarre
kenin
g
5.1
.16
EN
KELV
OU
DIG
MU
TA
TIE
OV
ER
ZIC
HT
MA
TER
IELE V
AST
E A
CT
IVA
(in
€ 1
.00
0)
5.1
.16
.1 W
TZ
i - verg
un
nin
gsp
lich
tig
e m
ate
riële
vast
e a
ctiv
a
Gro
nd
Terr
ein
en
Geb
ou
wen
Sem
i p
erm
.V
er-
Inst
all
ati
es
On
derh
an
den
Su
b-t
ota
al
To
taal
vo
orz
ien
ing
en
geb
ou
wen
bo
uw
ing
en
Pro
ject
en
verg
un
nin
g€
€€
€€
€€
€€
Sta
nd
per
1 j
an
uari
20
07
- aa
nsc
haf
waa
rde
1.3
88
0269.6
80
034.7
25
0214
306.0
07
528.6
19
- cu
mula
tiev
e af
schri
jvin
gen
00
125.3
77
027.0
00
00
152.3
77
239.7
87
Bo
ekw
aard
e per
1 jan
uar
i 2007
1.3
88
0144.3
03
07.7
25
0214
153.6
30
288.8
32
Mu
tati
es
in h
et
bo
ekja
ar
- in
vest
erin
gen
00
00
00
51
51
52.6
83
- af
schri
jvin
gen
00
5.6
61
01.3
76
00
7.0
37
26.2
19
- te
rugnam
e geh
eel afg
esch
reve
n a
ctiv
a aa
nsc
haf
waa
rde
00
00
00
00
0 cu
mula
tiev
e af
schri
jvin
gen
00
00
00
00
0
- des
inve
ster
inge n
aa
nsc
haf
waa
rde
00
5.6
40
00
00
5.6
40
13.7
56
cu
mula
tiev
e af
schri
jvin
gen
00
3.7
99
00
00
3.7
99
7.0
68
per
sal
do
00
1.8
41
00
00
1.8
41
6.6
88
Muta
ties
in b
oek
waa
rde
(per
sal
do)
00
-7.5
02
0-1
.376
051
-8.8
27
19.7
76
Sta
nd
per
31
dece
mb
er
20
07
- aa
nsc
haf
waa
rde
1.3
88
0264.0
40
034.7
25
0265
300.4
18
567.5
46
- cu
mula
tiev
e af
schri
jvin
gen
00
127.2
39
028.3
76
00
155.6
15
258.9
38
Boek
waa
rde
per
31 d
ecem
ber
2007
1.3
88
0136.8
01
06.3
49
0265
144.8
03
308.6
08
Afs
chri
jvin
gsp
erce
nta
ge
0,0
%0,0
%2%
- 1
0%
0,0
%5,0
%0,0
%0,0
%
vu-probe-p83-164.indd 140vu-probe-p83-164.indd 140 29-05-2008 14:03:5529-05-2008 14:03:55
141
Jaarre
kenin
g
5.1
.16
EN
KELV
OU
DIG
MU
TA
TIE
OV
ER
ZIC
HT
MA
TER
IELE V
AST
E A
CT
IVA
(in
€ 1
.00
0)
5.1
.16
.2 W
TZ
i - in
stan
dh
ou
din
gs
mate
riële
vast
e a
ctiv
a
Su
b-t
ota
al
Tre
kkin
gs
On
derh
an
den
Su
b-t
ota
al
Inst
an
d-
On
derh
an
den
Su
b-t
ota
al
inst
an
dh
ou
-re
chte
nPro
ject
en
ho
ud
ing
en
Pro
ject
en
din
gs
act
iva
€€
€€
€€
€
Sta
nd
per
1 j
an
uari
20
07
- aa
nsc
haf
waa
rde
00
034.1
06
034.1
06
34.1
06
- cu
mula
tiev
e af
schri
jvin
gen
00
011.4
50
011.4
50
11.4
50
Boek
waa
rde
per
1 jan
uar
i 2007
00
022.6
56
022.6
56
22.6
56
Mu
tati
es
in h
et
bo
ekja
ar
- in
vest
erin
gen
00
0117
7124
124
- af
schri
jvin
gen
00
01.6
90
01.6
90
1.6
90
- te
rugnam
e geh
eel afg
esch
reve
n a
ctiv
a aa
nsc
haf
waa
rde
00
00
00
0 cu
mula
tiev
e af
schri
jvin
gen
00
00
00
0
- des
inve
ster
inge n
aa
nsc
haf
waa
rde
00
00
00
0 cu
mula
tiev
e af
schri
jvin
gen
00
00
00
0 per
sal
do
00
00
00
0
Muta
ties
in b
oek
waa
rde
(per
sal
do)
00
0-1
.573
7-1
.566
-1.5
66
Sta
nd
per
31
dece
mb
er
20
07
- aa
nsc
haf
waa
rde
00
034.2
23
734.2
30
34.2
30
- cu
mula
tiev
e af
schri
jvin
gen
00
013.1
40
013.1
40
13.1
40
Boek
waa
rde
per
31 d
ecem
ber
2007
00
021.0
83
721.0
90
21.0
90
Afs
chri
jvin
gsp
erce
nta
ge
0,0
%0,0
%5%
- 1
0%
0,0
%
vu-probe-p83-164.indd 141vu-probe-p83-164.indd 141 29-05-2008 14:03:5529-05-2008 14:03:55
142
Jaarre
kenin
g
5.1
.16
EN
KELV
OU
DIG
MU
TA
TIE
OV
ER
ZIC
HT
MA
TER
IELE V
AST
E A
CT
IVA
(in
€ 1
.00
0)
5.1
.16
.3 W
MG
gefi
nan
cierd
e m
ate
riële
vast
e a
ctiv
a
Gro
nd
Terr
ein
en
Geb
ou
wen
Sem
i p
erm
.V
er-
Inst
all
ati
es
Inven
tari
sV
erv
oer
Au
tom
ati
-O
nd
erh
an
den
Su
b-t
ota
al
vo
orz
ien
ing
en
geb
ou
wen
bo
uw
ing
en
mid
dele
nse
rin
gPro
ject
en
WM
G
€€
€€
€€
€€
€€
€
Sta
nd
per
1 j
an
uari
20
07
- aa
nsc
haf
waa
rde
00
00
00
112.4
52
024.5
32
0136.9
84
- cu
mula
tiev
e af
schri
jvin
gen
00
00
00
55.2
28
014.5
27
069.7
55
- co
rrec
tie
beg
inst
and ivm
conve
rsie
00
00
00
758
00
0758
Boek
waa
rde
per
1 jan
uar
i 2007
00
00
00
57.9
82
010.0
05
067.9
87
Mu
tati
es
in h
et
bo
ekja
ar
- in
vest
erin
gen
00
00
00
13.7
43
03.4
21
1.3
81
18.5
45
- af
schri
jvin
gen
00
00
00
10.2
99
03.9
52
014.2
51
- te
rugnam
e geh
eel afg
esch
reve
n a
ctiv
a aa
nsc
haf
waa
rde
00
00
00
00
00
0 cu
mula
tiev
e af
schri
jvin
gen
00
00
00
00
00
0
- co
rrec
tie
beg
inst
and ivm
conve
rsie
00
00
00
758
00
0758
- des
inve
ster
inge n
aa
nsc
haf
waa
rde
00
00
00
7.7
75
0341
08.1
16
cu
mula
tiev
e af
schri
jvin
gen
00
00
00
3.1
05
0164
03.2
69
per
sal
do
00
00
00
4.6
70
0177
04.8
47
Muta
ties
in b
oek
waa
rde
(per
sal
do)
00
00
00
-1.9
84
0-7
08
1.3
81
-1.3
11
Sta
nd
per
31
dece
mb
er
20
07
- aa
nsc
haf
waa
rde
00
00
00
118.4
20
027.6
12
1.3
81
147.4
13
- cu
mula
tiev
e af
schri
jvin
gen
00
00
00
62.4
22
018.3
15
080.7
37
Boek
waa
rde
per
31 d
ecem
ber
2007
00
00
00
55.9
98
09.2
97
1.3
81
66.6
76
Afs
chri
jvin
gsp
erce
nta
ge
0,0
%0,0
%0,0
%0,0
%0,0
%0,0
%10,0
%0,0
%20,0
%0,0
%
vu-probe-p83-164.indd 142vu-probe-p83-164.indd 142 29-05-2008 14:03:5529-05-2008 14:03:55
143
Jaarre
kenin
g
5.1
.16
EN
KELV
OU
DIG
MU
TA
TIE
OV
ER
ZIC
HT
MA
TER
IELE V
AST
E A
CT
IVA
(in
€ 1
.00
0)
5.1
.16
.4 N
iet
WT
Zi/
WM
G g
efi
nan
cierd
e m
ate
riële
vast
e a
ctiv
a
Su
b-t
ota
al
Gro
nd
Terr
ein
en
Geb
ou
wen
Sem
i p
erm
.V
er-
Inst
all
ati
es
Inven
tari
sV
erv
oer
Au
tom
ati
-O
nd
erh
an
den
nie
t W
TZ
i/vo
orz
ien
ing
en
geb
ou
wen
bo
uw
ing
en
mid
dele
nse
rin
gPro
ject
en
WM
G
€€
€€
€€
€€
€€
€
Sta
nd
per
1 j
an
uari
20
07
- aa
nsc
haf
waa
rde
00
5.7
28
020.9
21
00
00
24.8
73
51.5
22
- cu
mula
tiev
e af
schri
jvin
gen
00
534
05.6
71
00
00
06.2
05
- co
rrec
tie
beg
inst
and ivm
conve
rsie
00
00
139
00
00
0139
Boek
waa
rde
per
1 jan
uar
i 2007
00
5.1
94
015.3
89
00
00
24.8
73
45.4
56
Mu
tati
es
in h
et
bo
ekja
ar
- in
vest
erin
gen
00
00
8.0
09
00
00
25.9
54
33.9
63
- af
schri
jvin
gen
00
135
03.1
06
00
00
03.2
41
- te
rugnam
e geh
eel afg
esch
reve
n a
ctiv
a aa
nsc
haf
waa
rde
00
00
00
00
00
0 cu
mula
tiev
e af
schri
jvin
gen
00
00
00
00
00
0
- co
rrec
tie
beg
inst
and ivm
conve
rsie
00
00
139
00
00
0139
- des
inve
ster
inge n
aa
nsc
haf
waa
rde
00
00
00
00
00
0 cu
mula
tiev
e af
schri
jvin
gen
00
00
00
00
00
0 per
sal
do
00
00
00
00
00
0
Muta
ties
in b
oek
waa
rde
(per
sal
do)
00
-135
04.7
64
00
00
25.9
54
30.5
83
Sta
nd
per
31
dece
mb
er
20
07
- aa
nsc
haf
waa
rde
00
5.7
28
028.9
30
00
00
50.8
27
85.4
85
- cu
mula
tiev
e af
schri
jvin
gen
00
669
08.7
77
00
00
09.4
46
Boek
waa
rde
per
31 d
ecem
ber
2007
00
5.0
59
020.1
53
00
00
50.8
27
76.0
39
Afs
chri
jvin
gsp
erce
nta
ge
0,0
%0,0
%2,0
%0,0
%5%
- 1
0%
0,0
%0,0
%0,0
%0,0
%0,0
%
vu-probe-p83-164.indd 143vu-probe-p83-164.indd 143 29-05-2008 14:03:5529-05-2008 14:03:55
144
Jaarre
kenin
g
5.1
.17
.1 S
PEC
IFIC
AT
IE U
LT
IMO
BO
EK
JAA
R O
ND
ER
HA
ND
EN
PR
OJE
CT
EN
(EN
KELV
OU
DIG
) (i
n €
1.0
00
)
Nu
mm
er
Bri
ef-
nu
mm
er
Datu
mO
msc
hri
jvin
gW
TZ
i-ty
pe
t/m
20
06
20
07
gere
ed
on
der-
han
den
No
min
aal
bed
rag
Ind
ex
Aan
gep
ast
e
go
ed
keu
rin
g€
€ €
€ €
€ €
div
erse
nD
iver
sen
div
erse
n0
111
0111
0FB
-BT 0
27
Bran
dve
ilighei
dsv
oorz
.N
iet
WTZi/
WM
G
04
04
0FB
-BT 0
52
Bluss
tati
ons
Nie
t W
TZi/
WM
G
09
09
0FB
-BT 9
74
Poli
pla
stis
che
Nie
t W
TZi/
WM
G
0609
0609
0FB
-BT 9
78
Lab.o
oghee
lkunde
Nie
t W
TZi/
WM
G
020
020
0FB
-BT 9
81
Oost
vleu
gel
Nie
t W
TZi/
WM
G
01.3
64
01.3
64
0FB
-BT 9
86
Labora
tori
a onder
houd
Nie
t W
TZi/
WM
G
0389
0389
0FB
-BT 9
91
Buck
ykam
erN
iet
WTZi/
WM
G
0178
0178
0FB
-BT-0
28
Entr
eegeb
ied p
olik
linie
kN
iet
WTZi/
WM
G
00
00
0FB
-BT-0
29
Koudw
ater
Nie
t W
TZi/
WM
G
00
00
0FB
-BT-0
38
Koudw
ater
AV
BN
iet
WTZi/
WM
G
00
00
0FB
-BT-0
54
Ver
bouw
SEH
Nie
t W
TZi/
WM
G
013
013
0FB
-BT-3
00
Ok'
S 2e
en 1
e ve
rdie
pin
gdota
tie
der
den
0986
0986
0FB
-BT-3
01
Labora
tori
a bru
g 2
e en
1e
etag
eW
TZi -
verg
unnin
gs
01
01
0FB
-BT-3
02
Apoth
eek
/ SE
Hdota
tie
der
den
/ren
ova
tie
0464
0464
0FB
-BT-3
03
Med
ium
car
e /
Pcd /
Sta
f 2e
etag
edota
tie
der
den
/ren
ova
tie
078
078
0FB
-BT-3
04
Ooghee
lkunde
WTZi -
verg
unnin
gs
051
051
0FB
-BT-3
05
Tec
hnis
che
ruim
ten
dota
tie
der
den
/ren
ova
tie
0144
0144
0FB
-BT
-30
6Fi
lter
s ve
rvan
gen
6e
etag
e A
VB
dota
tie
der
den
/ren
ova
tie
05
05
0FB
-BT
-30
8V
erhuiz
ing e
n h
uis
vest
ing
dota
tie
der
den
/ren
ova
tie
025
025
0FB
-BT
-30
9V
erva
ngin
g t
elel
ift
3e
etag
e A
VB
dota
tie
der
den
/ren
ova
tie
010
010
0FB
-BT-3
10
Ver
vangen
buiz
enpost
3e
etag
edota
tie
der
den
/ren
ova
tie
0350
0350
0FB
-BT-3
12
Nef
rolo
gie
dota
tie
der
den
/ren
ova
tie
016
016
0FB
-BT-3
13
Buck
ykam
ers
11+12 k
linie
kdota
tie
der
den
/ver
bouw
04
04
0FB
-BT-3
14
Mort
uar
ium
/ s
ecti
ekam
erdota
tie
der
den
/ver
bouw
042
042
0FB
-BT-3
15
Rec
ondit
ioner
ing K
NO
dota
tie
der
den
/ren
ova
tie
027
027
0FB
-BT-3
16
Gan
gpla
fonds
algem
een
dota
tie
der
den
/ren
ova
tie
07
07
0FB
-BT-3
21
Ver
pl poli
card
iolo
gie
4e
geb
dN
iet
WTZi/
WM
G
02
02
0FB
-BT-3
22
Rea
lisat
ie s
laap
kam
ers
Nie
t W
TZi/
WM
G
0117
0117
0FB
-BT-3
23
Ver
bin
din
g r
adio
ther
apie
dota
tie
der
den
/kle
ine
wer
ken
00
00
0FB
-BT-3
24
Plaa
tsin
g 6
e ve
rsnel
ler
poli
dota
tie
der
den
/nie
uw
bouw
01
01
0FB
-BT
-32
6H
uis
vest
ingsa
anvr
agen
Nie
t W
TZi/
WM
G
084
084
0FB
-BT-7
04
Face
lift
eetz
aal, u
itgif
teN
iet
WTZi/
WM
G
1.8
42
2.0
53
03.8
95
0FB
-BT-7
69
Upgra
den
gla
zenw
asin
stal
lati
eN
iet
WTZi/
WM
G
1.4
16
212
01.6
28
0FB
-BT-7
81
(Her
)inri
chti
ng h
oofd
hal
Nie
t W
TZi/
WM
G
1.6
39
152
01.7
91
0FB
-BT-7
83
4e
MRI
Nie
t W
TZi/
WM
G
109
1.6
48
01.7
57
0FB
-BT-8
02
Blusi
nst
alla
tie
MER
2 e
n M
ER 3
Nie
t W
TZi/
WM
G
915
024
0FB
-BT-8
04
Ener
gie
bes
par
ende
maa
treg
elen
Nie
t W
TZi/
WM
G
19
010
0FB
-BT-8
06
Advi
esko
sten
Ener
gy
Exper
tsN
iet
WTZi/
WM
G
02
02
0
Pro
ject
geg
even
sIn
vest
eri
ng
en
Go
ed
keu
rin
gen
t/m
20
07
Jaar
van
o
ple
-veri
ng
vu-probe-p83-164.indd 144vu-probe-p83-164.indd 144 29-05-2008 14:03:5529-05-2008 14:03:55
145
Jaarre
kenin
g
Nu
mm
er
Bri
ef-
nu
mm
er
Datu
mO
msc
hri
jvin
gW
TZ
i-ty
pe
t/m
20
06
20
07
gere
ed
on
der-
han
den
No
min
aal
bed
rag
Ind
ex
Aan
gep
ast
e
go
ed
keu
rin
g€
€ €
€ €
€ €
FB-B
T-8
07/8
14
Her
inri
chti
ng O
K c
om
ple
xN
iet
WTZi/
WM
G
2.5
53
7.0
85
09.6
38
0FB
-BT-8
11
Ren
ova
tie
Vhoost
Nie
t W
TZi/
WM
G
4.5
51
3.9
35
08.4
86
0FB
-BT-8
36
Plaa
tsen
kobal
bro
n r
adio
ther
apie
Nie
t W
TZi/
WM
G
24
00
24
0FB
-BT-8
48
Fase
2 r
enova
tie
inw
. gen
.N
iet
WTZi/
WM
G
0112
0112
0FB
-BT
-85
4Pl
an o
ntw
ikke
ling O
lifan
tje
Nie
t W
TZi/
WM
G
70
07
0FB
-BT-8
55
Logis
tiek
e V
loer
Onder
huis
Nie
t W
TZi/
WM
G
48
15
064
0FB
-BT-8
57
Uit
bre
idin
g S
er-R
uim
tes
Nie
t W
TZi/
WM
G
287
124
0411
0FB
-BT
-86
1oef
enke
uke
n e
rg.
Nie
t W
TZi/
WM
G
00
00
0FB
-BT-8
65
alle
rgie
ruim
teN
iet
WTZi/
WM
G
10
01
0FB
-BT-8
66
upgra
den
IV
FN
iet
WTZi/
WM
G
40
04
0FB
-BT-8
76
Nova
lisN
iet
WTZi/
WM
G
30
03
0FB
-BT-8
78
verb
doka
2 s
pre
ekk
oghk
Nie
t W
TZi/
WM
G
10
01
0FB
-BT-8
79
ontw
ikke
lmodel
VU
-VU
MC
Nie
t W
TZi/
WM
G
12
00
12
0FB
-BT-8
80
Ver
pla
atse
n H
ot-
Lab
Nie
t W
TZi/
WM
G
40
692
0732
0FB
-BT-8
82
Mig
rati
e EY
3600-2
400 (
GBS
)N
iet
WTZi/
WM
G
98
478
0576
0FB
-BT-8
86
verh
.fb/p
n n
aar
D&
W g
ebouw
Nie
t W
TZi/
WM
G
30
03
0FB
-BT-8
93
Balie
KN
ON
iet
WTZi/
WM
G
0148
0148
0FB
-BT-8
95
star
tkost
en r
enova
tie
oost
vleu
gel
Nie
t W
TZi/
WM
G
10
01
0FB
-BT-8
97
Ren
ova
tie
Voorp
lein
Klin
iek
Nie
t W
TZi/
WM
G
87
34
0121
0FB
-BT-9
01
Dig
ital
iser
ene-
Tek
enin
gen
Nie
t W
TZi/
WM
G
22
10
23
0FB
-BT
-90
2V
erpla
atse
n S
ervi
cepunt
Nie
t W
TZi/
WM
G
0389
0389
0FB
-BT-9
03
Uit
bre
idin
g D
ata
en W
CD
'SN
iet
WTZi/
WM
G
02
02
0FB
-BT-9
05
aanpas
sing 1
A a
rchie
f Rad
.N
iet
WTZi/
WM
G
10
00
10
0FB
-BT-9
08
Cen
tral
e Ba
lie, Rad
ioth
erap
ieN
iet
WTZi/
WM
G
129
68
0196
0FB
-BT
-90
9A
sbes
t Sa
ner
ing K
ruip
ruim
teN
iet
WTZi/
WM
G
451
115
0566
0FB
-BT-9
11
Uit
bre
idin
g S
tam
net
Tel
efoon
Nie
t W
TZi/
WM
G
203
115
0318
0FB
-BT
-91
7O
psc
honen
Lei
din
gen
Nie
uw
bouw
Nie
t W
TZi/
WM
G
57
012
0FB
-BT
-91
9upgra
den
inri
t pat
h. In
stit
uut
Nie
t W
TZi/
WM
G
10
01
0FB
-BT-9
21
SIS
700 B
randm
eldin
stal
lati
eN
iet
WTZi/
WM
G
056
056
0FB
-BT
-92
4V
erva
ngen
Dem
i In
stal
lati
eN
iet
WTZi/
WM
G
132
50
137
0FB
-BT-9
25
Aan
pas
singen
MER
I T
.B.V
. U
PSN
iet
WTZi/
WM
G
397
83
0480
0FB
-BT-9
26
Uit
bre
idin
g M
edis
che
Bibl.
Nie
t W
TZi/
WM
G
36
145
0182
0FB
-BT-9
28
2E
Cen
tral
e V
riez
erru
imte
Nie
t W
TZi/
WM
G
055
055
0FB
-BT
-93
0V
erhuiz
ing A
VC
Poli
Nie
t W
TZi/
WM
G
011
012
0FB
-BT-9
31
Ver
huiz
ing M
aag, D
arm
,Le
ver
Nie
t W
TZi/
WM
G
2.6
44
257
02.9
00
0FB
-BT-9
36
onbek
end
Nie
t W
TZi/
WM
G
37
00
37
0FB
-BT-9
41
Ver
pla
atse
n S
copie
Longzi
ekte
nN
iet
WTZi/
WM
G
208
172
0381
0FB
-BT
-94
2H
erhuis
vest
ing S
taf
Onco
logie
Nie
t W
TZi/
WM
G
01.0
62
01.0
62
0FB
-BT-9
44
infr
astr
uct
uur
elec
tris
che
voorz
ienin
gN
iet
WTZi/
WM
G
10
00
10
0FB
-BT-9
45
Aan
pas
sing B
rug 2
16
Nie
t W
TZi/
WM
G
597
0102
0FB
-BT-9
48
Rea
lisat
ie U
PSN
iet
WTZi/
WM
G
01
01
0FB
-BT-9
49
Rea
lisat
ie IC
'SN
iet
WTZi/
WM
G
745
053
0FB
-BT-9
53
Ople
idin
gsc
ent.
Zorg
& W
elz.
Nie
t W
TZi/
WM
G
725
479
01.2
05
0FB
-BT-9
54
Maa
treg
elen
EBP
Nie
t W
TZi/
WM
G
17
30
21
0FB
-BT
-95
7V
erva
ngen
Afs
luit
ers
Nie
t W
TZi/
WM
G
09
09
0FB
-BT-9
59
Aan
pas
singen
TSA
Nie
t W
TZi/
WM
G
0224
0224
0FB
-BT
-96
0A
anpas
singen
stoom
aansl
.N
iet
WTZi/
WM
G
02
02
0FB
-BT
-96
1V
erva
ngin
g K
emit
erm
Apoth
eek
Nie
t W
TZi/
WM
G
03
03
0FB
-BT-9
63
Fase
2 V
erbouw
.Afd
.Longzi
ekt.
Nie
t W
TZi/
WM
G
0179
0179
0
Go
ed
keu
rin
gen
t/m
20
07
Jaar
van
o
ple
-veri
ng
Pro
ject
geg
even
sIn
vest
eri
ng
en
vu-probe-p83-164.indd 145vu-probe-p83-164.indd 145 29-05-2008 14:03:5629-05-2008 14:03:56
146
Jaarre
kenin
g
Nu
mm
er
Bri
ef-
nu
mm
er
Datu
mO
msc
hri
jvin
gW
TZ
i-ty
pe
t/m
20
06
20
07
gere
ed
on
der-
han
den
No
min
aal
bed
rag
Ind
ex
Aan
gep
ast
e
go
ed
keu
rin
g€
€ €
€ €
€ €
FB-B
T975
Ren
.Fas
e1 B
HN
iet
WTZi/
WM
G
00
00
0FB
-BT-9
77
Info
bal
ie O
nco
logie
Poli
Nie
t W
TZi/
WM
G
03
03
0FB
-BT-9
79
Aan
pas
singen
polik
linie
kN
iet
WTZi/
WM
G
01
01
0FB
-BT-9
80
Entr
eegeb
ied
Nie
t W
TZi/
WM
G
00
00
0FB
-BT-9
82
Res
earc
h E
ndo
Nie
t W
TZi/
WM
G
0664
0664
0FB
-BT-9
83
Ver
huiz
ing F
MT
Nie
t W
TZi/
WM
G
038
038
0FB
-BT-9
84
Ver
huiz
en F
MTR-G
ebouw
Nie
t W
TZi/
WM
G
00
00
0FB
-BT-9
85
Serv
icep
unt
Nie
t W
TZi/
WM
G
00
00
0FB
-BT-9
87
Ver
vangen
2 M
RI's
Dak
Poli
Nie
t W
TZi/
WM
G
0846
0846
0FB
-BT-9
88
Gen
der
poli
Nie
t W
TZi/
WM
G
01
01
0FB
-BT-9
89
Cone
Beam
CT
Nie
t W
TZi/
WM
G
051
051
0FB
-BT-9
96
Aan
pas
sing C
ardio
logie
Op 5
DN
iet
WTZi/
WM
G
04
04
0FB
-BT-9
97
Ct-
Scan
2E
Etag
e Be
han
del
huis
Nie
t W
TZi/
WM
G
03
03
0FB
-GIB
-E0
44
-07
Ver
vangen
VR
S/PZ
I 0
7N
iet
WTZi/
WM
G
021
021
0PN
524
Dak
opbouw
DN
iet
WTZi/
WM
G
081
081
0PN
52
8A
ansl
. T
unnel
O e
n D
/ K
linie
kN
iet
WTZi/
WM
G
010
010
0PN
VIT
AE
PN V
ITEA
Nie
t W
TZi/
WM
G
41
36
077
0PN
50
1N
ieuw
bouw
SBG
Nie
t W
TZi/
WM
G
331
144
0475
0PN
50
5O
nts
luit
ing W
estf
lank
Nie
t W
TZi/
WM
G
1.9
55
20
01.9
75
0PN
50
6N
ieuw
bouw
SEI
NN
iet
WTZi/
WM
G
315
108
0423
0PN
507
Kin
der
stad
Nie
t W
TZi/
WM
G
16
37
053
0PN
50
9N
ieuw
bouw
SEH
Nie
t W
TZi/
WM
G
211
89
0301
0PN
51
2K
DV
'T O
lifan
tje
Nie
t W
TZi/
WM
G
21
15
035
0PN
51
3N
wbouw
O&
D-G
ebouw
Nie
t W
TZi/
WM
G
712
1.4
12
02.1
24
0PN
51
7N
ieuw
bouw
RC
AN
iet
WTZi/
WM
G
18
18
036
0PN
51
9N
ieuw
bouw
Gas
s. E
n C
hem
.Dep
ot
Nie
t W
TZi/
WM
G
12
164
0176
0PN
52
1Pr
oje
ctburo
Nie
uw
bouw
HIK
Nie
t W
TZi/
WM
G
533
037
0PN
52
2K
TC
/CC
AN
iet
WTZi/
WM
G
0475
0475
0PN
525
Inri
t Pa
rkee
rgar
age
Poli
Nie
t W
TZi/
WM
G
02
02
0
To
taal
21.4
14
29.6
86
051.1
00
00
0
t/m
20
07
Jaar
van
o
ple
-veri
ng
Pro
ject
geg
even
sIn
vest
eri
ng
en
Go
ed
keu
rin
gen
vu-probe-p83-164.indd 146vu-probe-p83-164.indd 146 29-05-2008 14:03:5629-05-2008 14:03:56
147
Jaarre
kenin
g
5.1
.17
.2 S
PEC
IFIC
AT
IE I
N H
ET
BO
EK
JAA
R G
ER
EED
GEK
OM
EN
PR
OJE
CT
EN
(EN
KELV
OU
DIG
) (i
n €
1.0
00
)
Nu
mm
er
Bri
ef-
nu
mm
er
Datu
mO
msc
hri
jvin
gW
TZ
i-ty
pe
Act
iva-
po
stW
TZ
iW
MG
Overi
ge
To
taal
Afs
chri
j -vin
g W
TZ
iR
en
teko
sten
€ €
€ €
€ €
FB-B
T 0
40
01-0
7-0
7V
erva
ngen
afs
luit
ers
CV
ver
dee
lbal
kN
iet
WTZi/
WM
G0
06
60
0FB
-BT 0
47
01-0
7-0
7O
pkn
appen
ver
lichti
ng g
angve
rlic
hti
ng t
rappen
huiz
en P
oli
Nie
t W
TZi/
WM
G0
052
52
00
FB-B
T 9
70
01-0
7-0
7A
anpas
sing A
wes
t co
rrid
or
tbv
fase
1/2
stu
die
sN
iet
WTZi/
WM
G0
0144
144
00
FB-B
T-0
03
01-0
7-0
7V
erva
ngen
afs
luit
ers:
sto
om
vorm
ers
ivm
lek
kage
Nie
t W
TZi/
WM
G0
017
17
00
FB-B
T-0
05
01-0
7-0
7V
erva
ngen
reg
elka
st t
.b.v
. lu
chtb
ehan
del
ing
Nie
t W
TZi/
WM
G0
0200
200
00
FB-B
T-0
08
01-0
7-0
7A
sfal
t ve
rnie
uw
ing u
itri
tN
iet
WTZi/
WM
G0
011
11
00
FB-B
T-0
09
01-0
7-0
7V
erva
ngin
g k
unst
stof
beg
lazi
ng
Nie
t W
TZi/
WM
G0
018
18
00
FB-B
T-0
10
01-0
7-0
7M
HB
deu
ren e
n G
erko
aan
pas
singen
bra
ndve
ilighei
dN
iet
WTZi/
WM
G0
0662
662
00
FB-B
T-0
11
01-0
7-0
7A
anpas
sing i.v
.m. in
stab
ilite
it t
oile
tten
A e
n B
tore
nN
iet
WTZi/
WM
G0
041
41
00
FB-B
T-0
23
01-0
7-0
7A
anbev
elin
gen
beh
eers
pla
n leg
ionel
laN
iet
WTZi/
WM
G0
0268
268
00
FB-B
T-0
25
01-0
7-0
7V
erva
ngen
van
zuurs
tofv
erdee
lbak
Nie
t W
TZi/
WM
G0
030
30
00
FB-B
T-0
30
01-0
7-0
7V
erva
ngen
koudw
ater
afs
luit
ers
opvo
erse
tsN
iet
WTZi/
WM
G0
013
13
00
FB-B
T-0
46
01-0
7-0
7V
erva
ngen
tel
efoonin
stal
lati
e vo
or
een inte
rcom
Nie
t W
TZi/
WM
G0
06
60
0FB
-BT055
01-0
7-0
7V
erbouw
uro
logie
Nie
t W
TZi/
WM
G0
020
20
00
FB-B
T-0
56
01-0
7-0
7M
arsh
geb
ouw
06
Nie
t W
TZi/
WM
G0
049
49
00
FB-B
T-0
57
01-0
7-0
7V
aatw
asse
r + lif
tN
iet
WTZi/
WM
G0
011
11
00
FB-B
T-0
58
01-0
7-0
7M
arsh
geb
ouw
03
Nie
t W
TZi/
WM
G0
036
36
00
FB-B
T-3
99
01-0
7-0
7N
og o
p t
e dra
gen
opdra
chte
nN
iet
WTZi/
WM
G0
0156
156
00
FB-B
T-6
61
01-0
7-0
7Be
tonre
inig
ing b
rug
WTZi -
inst
andhoudin
gs
00
00
00
FB-B
T-7
40
01-0
7-0
7Sl
open
asb
est
kruip
ruim
ten (
sam
en m
et 9
09)
Nie
t W
TZi/
WM
G0
096
96
00
FB-B
T-7
75
01-0
7-0
7D
igit
alis
eren
W-t
eken
ingen
Nie
t W
TZi/
WM
G0
0308
308
00
FB-B
T-8
33
01-0
7-0
7V
erva
ngen
CT-s
can B
220
WTZi -
inst
andhoudin
gs
89
00
89
00
FB-B
T-8
53
01-0
7-0
7U
itbre
idin
g P
ET/C
T-s
can
Nie
t W
TZi/
WM
G0
0557
557
00
FB-B
T-8
75
01-0
7-0
7A
anvr
aag m
edis
ch p
sych
iatr
ish u
nit
4C
Nie
t W
TZi/
WM
G0
0291
291
00
FB-B
T-8
89
01-0
7-0
7U
itbre
idin
g e
choka
mer
8 B
Nie
t W
TZi/
WM
G0
056
56
00
FB-B
T-8
90
01-0
7-0
7V
erbouw
bal
ie n
euro
logie
/neu
roch
irurg
ieN
iet
WTZi/
WM
G0
0202
202
00
FB-B
T-8
91
01-0
7-0
7V
erbouw
hal
mond-
en k
aakc
hir
urg
ieN
iet
WTZi/
WM
G0
0110
110
00
FB-B
T-8
94
01-0
7-0
7Ba
lie IPO
/FM
TN
iet
WTZi/
WM
G0
0109
109
00
FB-B
T-9
06
01-0
7-0
7A
irco
/ k
limaa
tbeh
eers
ing k
lin. ch
emie
Nie
t W
TZi/
WM
G0
00
00
0FB
-BT-9
12
01-0
7-0
7A
anpas
singen
deu
ren p
oli/
bru
g c
onfo
rm v
eilig
hei
dse
isen
Nie
t W
TZi/
WM
G0
0414
414
00
FB-B
T-9
15
01-0
7-0
7V
erva
ngen
dak
bed
ekki
ng b
rug
Nie
t W
TZi/
WM
G0
0236
236
00
FB-B
T-9
22
01-0
7-0
7V
erva
ngen
dak
bed
ekki
ng
Nie
t W
TZi/
WM
G0
01.2
74
1.2
74
00
FB-B
T-9
34
01-0
7-0
7V
erhuiz
ing c
ardio
logie
Nie
t W
TZi/
WM
G0
0940
940
00
FB-B
T-9
38
01-0
7-0
7O
pst
elle
n m
odula
ire
appar
atuur
klin
isch
e ch
emie
Nie
t W
TZi/
WM
G0
020
20
00
FB-B
T-9
46
01-0
7-0
7A
anpas
sing k
limaa
treg
elin
g m
etab
oolla
b.
Nie
t W
TZi/
WM
G0
08
80
0FB
-BT-9
47
01-0
7-0
7O
oghee
lkunde
opst
elle
n las
erN
iet
WTZi/
WM
G0
011
11
00
FB-B
T-9
51
01-0
7-0
7Se
dat
ie k
inder
en M
RI
Nie
t W
TZi/
WM
G0
012
12
00
FB-B
T-9
52
01-0
7-0
7A
anpas
sing a
rchie
f ra
dio
logie
Nie
t W
TZi/
WM
G0
0201
201
00
FB-B
T-9
58
01-0
7-0
7V
erva
ngen
afs
luit
ers
hee
twat
erve
rzam
elbak
Nie
t W
TZi/
WM
G0
0123
123
00
FB-B
T-9
64
01-0
7-0
7U
itbre
idin
g t
race
r vo
orz
ienin
gN
iet
WTZi/
WM
G0
098
98
00
FB-B
T-9
68
01-0
7-0
7In
huiz
ing in g
ebouw
zuid
Nie
t W
TZi/
WM
G0
0250
250
00
Pro
ject
geg
even
sIn
vest
eri
ng
en
To
eko
mst
ige l
ast
en
vu-probe-p83-164.indd 147vu-probe-p83-164.indd 147 29-05-2008 14:03:5629-05-2008 14:03:56
148
Jaarre
kenin
g
Nu
mm
er
Bri
ef-
nu
mm
er
Datu
mO
msc
hri
jvin
gW
TZ
i-ty
pe
Act
iva-
po
stW
TZ
iW
MG
Overi
ge
To
taal
Afs
chri
j-vin
g W
TZ
iR
en
teko
sten
€ €
€ €
€ €
FB-B
T-9
69
01-0
7-0
7K
eten
par
kN
iet
WTZi/
WM
G0
0242
242
00
FB-B
T-9
71
01-0
7-0
7O
pvo
er k
oudw
ater
Nie
t W
TZi/
WM
G0
012
12
00
FB-B
T-9
78
01-0
7-0
7La
b. ooghee
lkunde
Nie
t W
TZi/
WM
G0
020
20
00
FB-B
T-9
92
01-0
7-0
7K
ost
en v
erhuiz
ing V
U p
odiu
m t
bv
uit
huiz
ing A
VB
Nie
t W
TZi/
WM
G0
010
10
00
FB-B
T-9
99
01-0
7-0
7O
nvo
orz
iene
verb
ouw
en g
root
onder
houd
Nie
t W
TZi/
WM
G0
0110
110
00
FB-B
T-9
95
01-0
7-0
6Sa
ldo a
fgel
open
mel
din
gsw
erke
nW
TZi -
inst
andhoudin
gs
28
00
28
00
FB-B
T-9
98
01-0
7-0
6O
nvo
orz
ien inve
st. pro
j.N
iet
WTZi/
WM
G0
032
32
00
FB-B
T-9
90
01-0
7-0
6Res
erve
2006
Nie
t W
TZi/
WM
G0
019
19
00
FB-B
T-7
77
01-0
7-0
6A
anpak
poli
v&g 2
e fa
seN
iet
WTZi/
WM
G0
08
80
0FB
-BT-7
93
01-0
7-0
6Tra
um
acen
trum
vei
ligh. hel
iN
iet
WTZi/
WM
G0
09
90
0FB
-BT-9
29
01-0
7-0
6Pa
llita
tiev
e zo
rgsu
ite
Nie
t W
TZi/
WM
G0
02
20
0FB
-BT-9
33
01-0
7-0
6Ba
lie e
rgoth
erap
ieN
iet
WTZi/
WM
G0
018
18
00
FB-B
T-9
37
01-0
7-0
6M
amm
ogra
fie
radio
logie
Nie
t W
TZi/
WM
G0
042
42
00
FB-B
T-9
43
01-0
7-0
6A
anpas
sing P
AN
iet
WTZi/
WM
G0
037
37
00
FB-B
T-9
56
01-0
7-0
6V
erhuis
bew
egin
gen
Nie
t W
TZi/
WM
G0
043
43
00
FB-B
T-9
62
01-0
7-0
6A
anp. dep
oth
eek
ICV
Nie
t W
TZi/
WM
G0
028
28
00
FB-B
T-9
65
01-0
7-0
6A
ansl
uit
en v
aatw
asse
r ce
ntr
ale
keuke
nN
iet
WTZi/
WM
G0
07
70
0FB
-BT-9
66
01-0
7-0
6Im
age
Anal
yse
Cen
tre
Nie
t W
TZi/
WM
G0
037
37
00
FB-B
T973
01-0
7-0
6M
MI
Nie
t W
TZi/
WM
G0
046
46
00
FB-B
T-9
55
01-0
7-0
6Ren
ova
tie
arm
ature
n in g
angen
en t
rappen
WTZi -
inst
andhoudin
gs
40
04
00
FB-B
T-9
72
01-0
7-0
6A
RBO
voorz
ienin
g lif
ten
Nie
t W
TZi/
WM
G0
04
40
0
To
taal
121
07.7
81
7.9
02
00
Pro
ject
geg
even
sIn
vest
eri
ng
en
To
eko
mst
ige l
ast
en
vu-probe-p83-164.indd 148vu-probe-p83-164.indd 148 29-05-2008 14:03:5629-05-2008 14:03:56
149
Jaarre
kenin
g
5.1
.18
Overz
ich
t la
ng
lop
en
de s
chu
lden
ult
imo
20
07
(en
kelv
ou
dig
) (i
n €
1.0
00
)
Len
ing
gever
Datu
mH
oo
fdso
mT
ota
le
loo
p-
tijd
So
ort
len
ing
Werk
e-
lijk
e
ren
te
Rest
sch
uld
3
1
dece
mb
er
20
06
Nie
uw
e
len
ing
en
in
20
07
Afl
oss
ing
in
20
07
Rest
sch
uld
3
1
dece
mb
er
20
07
Rest
-sc
hu
ld
over
5 j
aar
Rest
ere
n-
de l
oo
pti
jd
in j
are
n
ein
d 2
00
7
Afl
os-
sin
gs-
wij
ze
Afl
os-
sin
g
20
08
Gest
eld
e
zekerh
ed
en
€%
€€
€€
€€
Post
ban
k N
.V.
1-jan
-90
2.0
42
20 jaa
rBo
uw
lenin
g5,4
0%
408
0102
306
03
linea
ir102
A
BN-A
MRO
1-jan
-92
9.0
76
20 jaa
rBo
uw
lenin
g5,5
5%
2.7
23
0454
2.2
69
05
linea
ir454
C
enE
1-jan
-93
22.0
08
20 jaa
rBo
uw
lenin
g4,2
6%
10.2
45
01.4
64
8.7
81
1.4
61
6lin
eair
1.4
64
C
enE
1-jan
-95
5.4
46
40 jaa
rBo
uw
lenin
g3,1
9%
3.9
48
0136
3.8
12
3.1
32
28
linea
ir136
A
BN-A
MRO
1-jan
-95
5.4
46
40 jaa
rBo
uw
lenin
g3,1
9%
3.9
48
0136
3.8
12
3.1
32
28
linea
ir136
C
enE
26-s
ep-9
62.2
69
40 jaa
rBo
uw
lenin
g4,0
5%
1.6
87
056
1.6
31
1.3
51
29
linea
ir56
A
BN-A
MRO
26-s
ep-9
62.2
69
40 jaa
rBo
uw
lenin
g4,0
5%
1.7
02
056
1.6
46
1.3
66
29
linea
ir56
C
enE
16-jun-9
71.3
61
40 jaa
rBo
uw
lenin
g2,8
6%
1.0
38
034
1.0
04
834
30
linea
ir34
A
BN-A
MRO
16-jun-9
71.3
61
40 jaa
rBo
uw
lenin
g2,8
6%
1.0
47
034
1.0
13
843
30
linea
ir34
C
enE
16-jun-9
76.8
07
10 jaa
r2,5
8%
340
0340
00
30
linea
ir0
16-jun-9
7
00
00
A
BN-A
MRO
16-jun-9
76.8
07
10 jaa
r2,5
8%
511
0511
00
30
linea
ir0
1-jan
-98
0
00
0
Cen
E1-jan
-98
2.2
69
40 jaa
rBo
uw
lenin
g3,1
0%
1.7
73
057
1.7
16
1.4
31
31
linea
ir57
A
BN-A
MRO
1-jan
-98
2.2
69
40 jaa
rBo
uw
lenin
g3,1
0%
1.7
87
057
1.7
30
1.4
45
31
linea
ir57
C
enE
1-jan
-98
1.8
15
20 jaa
rBo
uw
lenin
g3,0
5%
1.0
21
091
930
475
11
linea
ir91
A
BN-A
MRO
1-jan
-98
1.8
15
20 jaa
rBo
uw
lenin
g3,0
5%
1.0
43
091
952
497
11
linea
ir91
C
enE
1-jan
-98
4.9
92
10 jaa
r2,7
1%
624
0499
125
01
linea
ir125
1-jan
-01
0
00
0
ABN
-AM
RO
1-jan
-98
4.9
92
10 jaa
r2,7
1%
748
0499
249
01
linea
ir249
1-o
kt-0
4
00
00
BN
G1-jan
-01
4.1
97
10 jaa
rBo
uw
lenin
g5,0
4%
2.0
99
0420
1.6
79
04
linea
ir420
C
enE
1-jan
-01
9.0
76
10 jaa
rBo
uw
lenin
g5,4
5%
4.0
84
0908
3.1
76
04
linea
ir908
A
BN-A
MRO
1-jan
-01
9.0
76
10 jaa
rBo
uw
lenin
g5,4
5%
4.0
84
0908
3.1
76
04
linea
ir908
C
enE
1-o
kt-0
410.0
00
10 jaa
r3,5
3%
7.2
50
01.0
00
6.2
50
1.2
50
7lin
eair
1.0
00
6-n
ov-
04
0
00
0
ABN
-AM
RO
6-n
ov-
04
10.0
00
10 jaa
r3,5
3%
7.5
00
01.0
00
6.5
00
1.5
00
7lin
eair
1.0
00
1-jan
-06
0
00
0
Cen
E1-o
kt-0
411.5
00
20 jaa
rBo
uw
lenin
g3,5
4%
9.9
19
0575
9.3
44
6.4
69
17
linea
ir575
A
BN-A
MRO
6-n
ov-
04
11.5
00
20 jaa
rBo
uw
lenin
g3,5
4%
10.0
63
0575
9.4
88
6.6
13
17
linea
ir575
C
enE
1-o
kt-0
421.0
00
40 jaa
rBo
uw
lenin
g3,3
8%
19.5
55
0525
19.0
30
16.4
05
37
linea
ir525
A
BN-A
MRO
6-n
ov-
04
21.0
00
40 jaa
rBo
uw
lenin
g3,3
8%
19.6
87
0525
19.1
62
16.5
37
37
linea
ir525
C
enE
1-jan
-06
2.5
00
10 jaa
r4,0
6%
2.3
75
0250
2.1
25
875
9lin
eair
250
0-jan
-00
0
00
0
ABN
-AM
RO
1-jan
-06
2.5
00
10 jaa
r4,0
6%
2.3
75
0250
2.1
25
875
9lin
eair
250
0-jan
-00
0
00
0
Cen
E1-jan
-06
17.5
00
40 jaa
rBo
uw
lenin
g4,2
2%
17.2
81
0437
16.8
44
14.6
59
39
linea
ir437
A
BN-A
MRO
1-jan
-06
17.5
00
40 jaa
rBo
uw
lenin
g4,2
2%
17.2
81
0437
16.8
44
14.6
59
39
linea
ir437
31-d
ec-0
7
0
00
0
To
taal
15
8.1
46
01
2.4
27
14
5.7
19
95
.80
91
0.9
52
Inve
nt.
/App.
lenin
gIn
vent.
/App.
lenin
g
Inve
nt.
/App.
lenin
gIn
vent.
/App.
lenin
g
Inve
nt.
/App.
lenin
gIn
vent.
/App.
lenin
g
Inve
nt.
/App.
lenin
gIn
vent.
/App.
lenin
g
vu-probe-p83-164.indd 149vu-probe-p83-164.indd 149 29-05-2008 14:03:5629-05-2008 14:03:56
150
Jaarre
kenin
g
5.1.19 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE RESULTATENREKENING (in € 1.000)
5.1.19.1 GESEGMENTEERDE ENKELVOUDIGE RESULTATENREKENING OVER 2007
SEGMENT 1 Patientenzorg ( inclusief werkplaatsfunctie )Ref. 2007 2006
€ €
BEDRIJFSOPBRENGSTEN:
Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten en/of subsidie 301.395 295.442
DBC opbrengsten B-segment 5.064 3.462
Niet gebudgetteerde zorgprestaties 2.708 2.679
Overige bedrijfsopbrengsten 163.701 68.676
Som der bedrijfsopbrengsten 472.868 370.259
BEDRIJFSLASTEN:
Personeelskosten 253.849 234.679
Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa 15.298 14.904
Overige bedrijfskosten 168.768 110.681
Som der bedrijfslasten 437.915 360.264
BEDRIJFSRESULTAAT 34.953 9.995
Financiële baten en lasten -2.952 -6.648
RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSVOERING 32.001 3.347
Buitengewone baten en lasten 0 0
RESULTAAT BOEKJAAR VOOR BELASTING 32.001 3.347
VENNOOTSCHAPSBELASTING 0 0
RESULTAAT BOEKJAAR NA BELASTING 32.001 3.347
RESULTAATSBESTEMMING
Het resultaat is als volgt verdeeld: 2007 2006€ €
Reserve aanvaardbare kosten 25.574 3.347Bestemmingsreserve brand - bedrijfsschade 6.427 0
32.001 3.347
vu-probe-p83-164.indd 150vu-probe-p83-164.indd 150 29-05-2008 14:03:5629-05-2008 14:03:56
151
Jaarre
kenin
g
5.1.19 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE RESULTATENREKENING (in € 1.000)
5.1.19.1 GESEGMENTEERDE ENKELVOUDIGE RESULTATENREKENING OVER 2007
SEGMENT 2 Onderwijs en onderzoek 1e geldstroomRef. 2007 2006
€ €
BEDRIJFSOPBRENGSTEN:
Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten en/of subsidie 0 0
DBC opbrengsten B-segment 0 0
Niet gebudgetteerde zorgprestaties 0 0
Overige bedrijfsopbrengsten 38.971 38.228
Som der bedrijfsopbrengsten 38.971 38.228
BEDRIJFSLASTEN:
Personeelskosten 30.157 29.789
Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa 3.082 3.589
Overige bedrijfskosten 5.590 5.345
Som der bedrijfslasten 38.829 38.723
BEDRIJFSRESULTAAT 142 -495
Financiële baten en lasten 0 0
RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSVOERING 142 -495
Buitengewone baten en lasten 0 0
RESULTAAT BOEKJAAR VOOR BELASTING 142 -495
VENNOOTSCHAPSBELASTING 0 0
RESULTAAT BOEKJAAR NA BELASTING 142 -495
RESULTAATSBESTEMMING
Het resultaat is als volgt verdeeld: 2007 2006€ €
Reserve aanvaardbare kosten 142 -495
142 -495
vu-probe-p83-164.indd 151vu-probe-p83-164.indd 151 29-05-2008 14:03:5729-05-2008 14:03:57
152
Jaarre
kenin
g
5.1.19 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE RESULTATENREKENING (in € 1.000)
5.1.19.1 GESEGMENTEERDE ENKELVOUDIGE RESULTATENREKENING OVER 2007
SEGMENT 3 Onderzoek 2e en 3e geldstroomRef. 2007 2006
€ €
BEDRIJFSOPBRENGSTEN:
Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten en/of subsidie 0 0
DBC opbrengsten B-segment 0 0
Niet gebudgetteerde zorgprestaties 0 0
Overige bedrijfsopbrengsten 44.744 49.400
Som der bedrijfsopbrengsten 44.744 49.400
BEDRIJFSLASTEN:
Personeelskosten 34.930 36.576
Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa 0 0
Overige bedrijfskosten 3.709 12.824
Som der bedrijfslasten 38.639 49.400
BEDRIJFSRESULTAAT 6.105 0
Financiële baten en lasten 0 0
RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSVOERING 6.105 0
Buitengewone baten en lasten 0 0
RESULTAAT BOEKJAAR VOOR BELASTING 6.105 0
VENNOOTSCHAPSBELASTING 0 0
RESULTAAT BOEKJAAR NA BELASTING 6.105 0
RESULTAATSBESTEMMING
Het resultaat is als volgt verdeeld: 2007 2006€ €
Specifieke reserve onderwijs en onderzoek 6.105 0
6.105 0
vu-probe-p83-164.indd 152vu-probe-p83-164.indd 152 29-05-2008 14:03:5729-05-2008 14:03:57
153
Jaarre
kenin
g
5.1.19 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE RESULTATENREKENING (in € 1.000)
5.1.19.1 GESEGMENTEERDE ENKELVOUDIGE RESULTATENREKENING OVER 2007
SEGMENT 4 Boelevaar Holding BVRef. 2007 2006
€ €
BEDRIJFSOPBRENGSTEN:
Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten en/of subsidie 0 0
DBC opbrengsten B-segment 0 0
Niet gebudgetteerde zorgprestaties 0 0
Overige bedrijfsopbrengsten 0 0
Som der bedrijfsopbrengsten 0 0
BEDRIJFSLASTEN:
Personeelskosten 0 0
Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa 0 0
Overige bedrijfskosten 0 0
Som der bedrijfslasten 0 0
BEDRIJFSRESULTAAT 0 0
Financiële baten en lasten -311 -10
RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSVOERING -311 -10
Buitengewone baten en lasten 0 0
RESULTAAT BOEKJAAR VOOR BELASTING -311 -10
VENNOOTSCHAPSBELASTING 0 0
RESULTAAT BOEKJAAR NA BELASTING -311 -10
RESULTAATSBESTEMMING
Het resultaat is als volgt verdeeld: 2007 2006€ €
Algemene reserve -311 -10
-311 -10
vu-probe-p83-164.indd 153vu-probe-p83-164.indd 153 29-05-2008 14:03:5729-05-2008 14:03:57
154
Jaarre
kenin
g
5.1.19 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE RESULTATENREKENING
5.1.19.2 AANSLUITING TOTAAL RESULTAAT MET RESULTAAT SEGMENTEN
2007 2006€ €
Resultaat volgens gesegmenteerde resultatenrekeningen (enkelvoudig):
SEGMENT 1 Patientenzorg ( inclusief werkplaatsfunctie ) 32.001 3.347SEGMENT 2 Onderwijs en onderzoek 1e geldstroom 142 -495SEGMENT 3 Onderzoek 2e en 3e geldstroom 6.105 0SEGMENT 4 Boelevaar Holding BV -311 -10
37.937 2.842
Resultaat volgens resultatenrekening (enkelvoudig) 37.937 2.842
vu-probe-p83-164.indd 154vu-probe-p83-164.indd 154 29-05-2008 14:03:5729-05-2008 14:03:57
155
Jaarre
kenin
g
5.1.19 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE RESULTATENREKENING (in € 1.000)
16. Wettelijk budget aanvaardbare kosten 2007 2006€ € € €
Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten voorgaand jaar 295.442 278.074
Productieafspraken verslagjaar 15.799 10.632
Overheidsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling 3.713 3.466Prijsindexatie materiële kosten 1.234 1.800Groei normatieve kapitaalslasten 476 0
5.423 5.266Uitbreiding erkenning en toelating:- loonkosten 2.007 1.055- materiële kosten 18 0- normatieve kapitaalslasten 9 0
2.034 1.055Beleidsmaatregelen overheid:Artsen in opleiding tot specialist (AIOS) -26.361 1.613Artsen in opleiding tot specialist (AIOS) bijdrage VWS 700 0Artsen in opleiding tot specialist (AIOS) restcorrectie -4.336 0Herallocatie 0 320Arbeidsmarktbeleid 0 -61Demogroei 387 523Prestatiecontract/convenantskorting -2.873 378Schoning DBC-B segment 0 21
-32.483 2.794Nacalculeerbare kapitaalslasten:- rente -1.100 -1.221- afschrijvingen 400 -110- overige -1.120 0
-1.820 -1.331Overige mutatiesDiverse overige mutaties -186 -1.011Adherentie -82 -37
-268 -1.048
Sub-totaal wettelijk budget boekjaar 284.127 295.442
Correcties voorgaande jaren 17.268 0
Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten 301.395 295.442
vu-probe-p83-164.indd 155vu-probe-p83-164.indd 155 29-05-2008 14:03:5729-05-2008 14:03:57
156
Jaarre
kenin
g
5.1.19 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE RESULTATENREKENING (in € 1.000)
Toelichting
De opbrengsten zijn in 2007 gestegen met € 1,6 miljoen t.o.v. 2006. De grootste stijgingen waren bij poli orthopedie (€ 0,5 miljoen), poli
oogheelkunde (€ 0,3 miljoen), poli urologie (€ 0,2 miljoen) en poli inwendige geneeskunde (€ 0,1 miljoen).
Toelichting
Met ingang van 1-1-2007 is het opleidingsfonds van start gegaan. Vanuit dit opleidingsfonds worden de AIOSsen gefi nancierd. Dit heeft
geleid tot een verschuiving van circa € 31,9 miljoen van het budget patiëntenzorg naar de Rijksbijdrage opleiding tot specialist.
De baten en lasten voorgaande boekjaren is opgebouwd uit afboekingen met betrekking tot kosten voorgaande jaren en vrijgevallen al
eerder genomen kosten met name m.b.t. personeel.
De bijzondere baten zijn alle toe te schrijven aan de verzekeringsuitkering inzake de brand in het OK complex.
BATEN
17. DBC opbrengsten B-segment
De specificatie is als volgt : 2007 2006€ €
Kosten segment B 4.107 2.755Honorarium segment B 957 707
Totaal 5.064 3.462
18. Toelichting niet-gebudgetteerde zorgprestaties
De specificatie is als volgt : 2007 2006€ €
Zorgprestaties tussen instellingen 2.708 2.679Zorgprestaties cliënten 0 0Zorgprestaties derde compartiment 0 0Persoonsgebonden- en volgende budgetten 0 0Overige zorgprestaties 0 0Eigen bijdragen cliënten 0 0
Totaal 2.708 2.679
19. Toelichting overige bedrijfsopbrengsten
De specificatie is als volgt : 2007 2006€ €
Overige dienstverlening:Algemene en administratieve diensten 383 952Doorberekende huren 1.365 1.748Exploitatie projecten laboratoria 1.039 2.628Maaltijdvergoedingen 1.250 1.053Personele activiteiten ten behoeve van derden 3.981 2.277Vergoedingen projecten 47.290 49.414Vergoeding materieel onderwijs en onderzoek 109 57Vergoeding opleiding ten behoeve van derden 2.785 2.639Universitaire huisartsenpraktijk 433 358Overig 352 708Overige subsidies:Rijksbijdrage werkplaats 57.162 55.938Rijksbijdrage faculteit der geneeskunde 37.264 35.541Rijksbijdrage specialisten opleiding 0 719Onderwijs dienstverlening 1.021 1.186Opleidingsfonds 31.871 0Overige personele subsidies 1.683 1.329Overige opbrengsten:Andere baten en lasten 559 -3Baten en lasten voorgaande boekjaren -1.856 -240Bijzondere baten inzake brand 60.725 0
Totaal 247.416 156.304
vu-probe-p83-164.indd 156vu-probe-p83-164.indd 156 29-05-2008 14:03:5729-05-2008 14:03:57
157
Jaarre
kenin
g
5.1.19 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE RESULTATENREKENING (in € 1.000)
Toelichting
De lonen en salarissen van personeel in loondienst zijn in 2007 gestegen met € 12,4 miljoen ten opzichte van 2006. De stijging is onder te
verdelen in € 7,7 miljoen als gevolg van een stijging van het aantal FTE’s en € 4,7 miljoen als gevolg van een stijging van de salariskosten
per medewerker. De stijging van deze salariskosten is het gevolg van de verhoging van de salarisschalen per 01-01-2007 met 0,7% en per
01-08-2007 met 1,5% en de werking van het jaarlijkse anciënniteitseffect. De stijging van de sociale lasten en pensioenpremie wordt
grotendeels verklaard door de stijging van de lonen en salarissen.
LASTEN
20. Personeelskosten
De specificatie is als volgt : 2007 2006€ €
Lonen en salarissen 245.708 233.356Sociale lasten 16.368 15.746Pensioenpremie 32.118 30.163Andere personeelskosten:Overige Personeelskosten 12.438 11.131Sub-totaal 306.632 290.396Personeel niet in loondienst 12.303 10.648
Totaal personeelskosten 318.935 301.044
Specificatie gemiddeld aantal personeelsleden (in FTE's) per segment:Patientenzorg 3.950 3.799Onderzoek & Onderwijs 1e Geldstroom 469 483Onderzoek & Onderwijs 3e Geldstroom 638 614
Gemiddeld aantal personeelsleden op basis van full-time eenheden 5.057 4.896
21. Afschrijvingen immateriële en materiële vaste activa
De specificatie is als volgt : 2007 2006€ €
Nacalculeerbare afschrijvingen:- immateriële vaste activa 0 0- materiële vaste activa 0 0
Overige afschrijvingen:- immateriële vaste activa 0 0- materiële vaste activa 20.449 23.586
Sub-totaal afschrijvingen 20.449 23.586
Dotatie/vrijval egalisatierekening afschrijvingen instandhouding -2.069 -5.093
Totaal afschrijvingen 18.380 18.493
vu-probe-p83-164.indd 157vu-probe-p83-164.indd 157 29-05-2008 14:03:5829-05-2008 14:03:58
158
Jaarre
kenin
g
5.1.19 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE RESULTATENREKENING (in € 1.000)
Toelichting
De stijging van de overige bedrijfskosten wordt voornamelijk veroorzaakt door de lasten met betrekking tot de brand- en bedrijfsschade in
het OK-complex. Tevens heeft een stijging plaatsgevonden in de algemene kosten (€ 8,2 miljoen), patiënt- en bewonersgebonden kosten
(€ 4,4 miljoen) en onderhoud- en energiekosten (€ 6,2 miljoen). Hierin is begrepen een dotatie voor groot onderhoud (€ 5,4 miljoen) en
hogere energiekosten (€ 1,0 miljoen). De stijging van de algemene kosten wordt grotendeels veroorzaakt door de overige kosten algemeen
(€ 5,7 miljoen), overige dienstverlening (€ 0,9 miljoen) en drukwerk (€ 0,7 miljoen). Bij patiënt- en bewonersgebonden kosten komt, net als
in 2006, de stijging vooral door de kosten voor medicijnen voor maligne aandoeningen (€ 1,6 miljoen) en voor pacemakers (€ 1,6 miljoen).
Het bedrag mutatie saldi projecten betreft de transitorische opbrengsten en kosten van niet afgesloten projecten.
De dotaties aan de voorzieningen zijn per saldo € 9,7 miljoen lager dan 2006, voornamelijk door lagere dotaties aan voorzieningen voor de
seniorenregelingen (€ 6,8 miljoen) en reorganisatiekosten (€ 2,0 miljoen).
LASTEN
22. Overige bedrijfskosten
De specificatie is als volgt : 2007 2006
€ €
Voedingsmiddelen en hotelmatige kosten 12.717 12.654Algemene kosten 30.524 22.277Patiënt- en bewonersgebonden kosten 64.760 60.330Onderhoud en energiekosten 18.065 11.869Huur en leasing 707 628Kosten voor onderwijs en onderzoek 5.127 4.828Mutatie saldi projecten - opbrengsten -11.824 11.222Mutatie saldi projecten - kosten -2.093 -10.441Dotaties en vrijval voorzieningen 5.786 15.493Bijzondere lasten inzake brand (OK complex) 51.831 0Bijzondere lasten waterschade (PET CT scan) 2.467 0
Totaal bedrijfskosten 178.067 128.860
23. Financiële baten en lasten
De specificatie is als volgt : 2007 2006€ €
Rentebaten 5.444 1.260Resultaat deelnemingen 0 0Waardeverandering financiële vaste activa en effecten 0 0Overige opbrengsten financiële vaste activa en effecten 0 0Sub-totaal financiële baten 5.444 1.260
Rentelasten -8.396 -7.896Resultaat deelnemingen -312 -12Waardeverandering financiële vaste activa en effecten 0 0Overige financiële lasten 0 0Subtotaal financiële lasten -8.708 -7.908
Totaal financiële baten en lasten -3.264 -6.648
24. Buitengewone baten en lasten
De specificatie is als volgt : 2007 2006€ €
Buitengewone baten 0 0Buitengewone lasten 0 0
Totaal buitengewone baten en lasten 0 0
vu-probe-p83-164.indd 158vu-probe-p83-164.indd 158 29-05-2008 14:03:5829-05-2008 14:03:58
159
Jaarre
kenin
g
5.2 OVERIGE GEGEVENS5.2.1 Vaststelling en goedkeuring jaarrekening
De raad van bestuur van VU medisch centrum heeft de jaarrekening 2007 vastgesteld in de vergadering van 13 mei 2008.
De raad van toezicht van VU medisch centrum heeft de jaarrekening 2007 goedgekeurd in de vergadering van 22 mei 2008.
5.2.2 Statutaire regeling resultaatbestemming
De resultaat bestemming heeft plaats gevonden conform het besluit van de raad van bestuur rekening houdend met wetttelijke voorschrif-
ten volgens de ministeries van OCW en VWS.
5.2.3 Resultaatbestemming
Het resultaat wordt verdeeld volgens de resultaatverdeling in de resultatenrekening.
5.2.4 Gebeurtenissen na balansdatum
5.2.5 Ondertekening door bestuurders en toezichthouders
drs. E.B. Mulder prof.dr. T.J.F. Savelkoul
voorzitter raad van bestuur lid raad van bestuur
prof.dr. W.B.A. Stalman prof.dr. P. Bouw
lid raad van bestuur, decaan voorzitter raad van toezicht
mr.drs. L.C. Brinkman drs. J.M. Bleichrodt
vice-voorzitter raad van toezicht lid raad van toezicht
I.E.E. van der Dussen mw. drs. A. de Widt-Nieuwenhuizen
lid raad van toezicht lid raad van toezicht
ir. R. Willems L. Bikker
lid raad van toezicht lid raad van toezicht
mr.drs. F.J. Paas prof.dr. F. Leijnse
lid raad van toezicht lid raad van toezicht
vu-probe-p83-164.indd 159vu-probe-p83-164.indd 159 29-05-2008 14:03:5829-05-2008 14:03:58
160
5.2.6 ACCOUNTANTSVERKLARING
Verklaring betreffende de jaarrekening
Wij hebben de jaarrekening 2007 van VU medisch centrum te Amsterdam, bestaande uit de balans per 31 december 2007
en de winst-en-verliesrekening over 2007 met de toelichting gecontroleerd.
Verantwoordelijkheid van het bestuur
Het bestuur van VU medisch centrum is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en
het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming
met de Regeling Verslaggeving WTZi. Deze verantwoordelijkheid omvat onder meer: het ontwerpen, invoeren en in stand
houden van een intern beheersingssysteem relevant voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van
vermogen en resultaat, zodanig dat deze geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevat, het
kiezen en toepassen van aanvaardbare grondslagen voor fi nanciële verslaggeving en het maken van schattingen die onder
de gegeven omstandigheden redelijk zijn.
Verantwoordelijkheid van de accountant
Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze
controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht. Dienovereenkomstig zijn wij verplicht te voldoen aan de voor
ons geldende gedragsnormen en zijn wij gehouden onze controle zodanig te plannen en uit te voeren dat een redelijke
mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat.
Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toe-
lichtingen in de jaarrekening. De keuze van de uit te voeren werkzaamheden is afhankelijk van de professionele oordeels-
vorming van de accountant, waaronder begrepen zijn beoordeling van de risico’s van afwijkingen van materieel belang als
gevolg van fraude of fouten. In die beoordeling neemt de accountant in aanmerking het voor het opmaken van en getrouw
weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat relevante interne beheersingssysteem, teneinde een verantwoor-
de keuze te kunnen maken van de controlewerkzaamheden die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn maar die
niet tot doel hebben een oordeel te geven over de effectiviteit van het interne beheersingssysteem van VU medisch cen-
trum. Tevens omvat een controle onder meer een evaluatie van de aanvaardbaarheid van de toegepaste grondslagen voor
fi nanciële verslaggeving en van de redelijkheid van schattingen die het bestuur van VU medisch centrum heeft gemaakt,
alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening.
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.
vu-probe-p83-164.indd 160vu-probe-p83-164.indd 160 29-05-2008 14:03:5829-05-2008 14:03:58
161
Acco
unta
ntsve
rkla
ring
Oordeel
Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van VU
medisch centrum per 31 december 2007 en van het resultaat over 2007 in overeenstemming met Regeling Verslaggeving
WTZi.
Verklaring betreffende andere wettelijke voorschriften en/of voorschriften van regelgevende instanties
Tevens zijn wij nagegaan dat het jaarverslag, voorzover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening.
Amsterdam, 13 mei 2008
Ernst & Young Accountants
namens deze
w.g. drs. J. Verhagen RA
vu-probe-p83-164.indd 161vu-probe-p83-164.indd 161 29-05-2008 14:03:5929-05-2008 14:03:59
162
Jaarre
kenin
g
5.3 BIJLAGE
26. Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (Wopt)
De bezoldiging van de functionarissen die in het kader van de Wopt verantwoording plaatsvinden zijn als volgt: :
Functienaam
In dienst vanaf
In dienst tot en met
In dienst vanaf
In dienst tot en met
2007 2006 2007 2006 2007 2006 Totaal 2007Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 107.353 95.864 30.223 30.143 139.000 0 276.576Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 213.560 206.328 54.506 54.346 0 0 268.067Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 197.340 190.522 50.818 50.902 0 0 248.159Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 196.408 196.724 50.260 40.983 0 0 246.668Raad van bestuur 01-01 31-12 01-01 31-12 203.681 172.824 42.912 43.683 0 0 246.593Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 196.493 189.936 49.625 49.480 0 0 246.118Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 186.880 182.424 47.069 47.242 0 0 233.949Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 185.754 179.339 46.457 46.613 0 0 232.211Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 197.916 129.106 32.976 32.886 0 0 230.892Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 183.513 176.712 46.832 46.579 0 0 230.345Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-06 31-12 183.363 94.667 45.808 26.365 0 0 229.171Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 182.626 175.566 45.892 45.737 0 0 228.519Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 180.460 173.515 45.262 45.042 0 0 225.723Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 179.098 172.897 44.808 44.578 0 0 223.905Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 175.464 172.406 44.614 44.267 0 0 220.077Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 175.335 182.330 43.983 38.581 0 0 219.319Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 175.330 169.664 43.975 43.992 0 0 219.305Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 173.736 176.969 44.321 47.537 0 0 218.056Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 174.638 159.922 42.618 40.213 0 0 217.256Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 172.213 156.507 40.853 41.994 0 0 213.065Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 167.938 161.870 41.918 41.785 0 0 209.856Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 166.885 153.980 41.991 37.569 0 0 208.876Raad van bestuur 01-01 31-12 01-01 31-12 169.172 162.797 38.802 39.397 0 0 207.974Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 169.446 149.111 38.474 38.472 0 0 207.920Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 167.602 150.738 40.135 37.657 0 0 207.737Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 165.560 161.798 41.513 41.375 0 0 207.073Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 165.192 160.197 41.513 41.107 0 0 206.705Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 165.402 160.506 41.178 41.191 0 0 206.580Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 164.819 157.838 41.396 42.762 0 0 206.215Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 169.185 140.433 36.196 36.099 0 0 205.381Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 161.993 157.043 41.513 41.375 0 0 203.506Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 161.740 156.133 41.089 40.971 0 0 202.829Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 159.607 153.662 39.854 39.741 0 0 199.460Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 158.369 152.661 39.288 39.400 0 0 197.657Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 158.445 159.347 39.190 40.853 0 0 197.634Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 159.933 157.437 37.674 37.657 0 0 197.607Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 157.289 148.889 39.939 38.299 0 0 197.229Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 157.702 148.527 39.154 38.981 0 0 196.856Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 156.328 148.076 40.016 37.237 0 0 196.344Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-10 31-12 156.409 35.411 39.378 9.958 0 0 195.787Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 157.303 145.881 37.573 37.470 0 0 194.875Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 155.758 150.940 38.609 38.501 0 0 194.368Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-09 31-12 154.357 47.431 39.607 13.337 0 0 193.964Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 155.005 149.271 38.902 34.407 0 0 193.907Raad van bestuur 01-01 31-12 01-01 31-12 160.640 118.017 32.422 29.146 0 0 193.062Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 152.991 151.856 39.238 39.113 0 0 192.229Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 161.513 117.585 30.122 28.877 0 0 191.634Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 151.614 148.444 37.885 35.297 0 0 189.499Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 151.163 138.257 37.777 35.303 0 0 188.940Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 151.273 146.574 37.428 37.313 0 0 188.701Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 150.206 144.618 37.573 37.470 0 0 187.779Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 150.188 145.449 37.475 37.372 0 0 187.663Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 149.210 142.890 37.573 37.470 0 0 186.783
Totaal beloning in
kader van de Wopt
Voorzieningen ten behoeve van
beloningen betaalbaar op termijn, inclusief
pensioenbijdragen (in €)
Uitkeringen in verband met het beëindigen van
het dienstverband (in €)
Duur dienstverband in verslagjaar
Belastbaar loon (in €)Duur dienstvervand in 2006
Uitkeringen in verband met het beëindigen van
het dienstverband (in €)
vu-probe-p83-164.indd 162vu-probe-p83-164.indd 162 29-05-2008 14:03:5929-05-2008 14:03:59
163
Jaarre
kenin
g
Functienaam
In dienst vanaf
In dienst tot en met
In dienst vanaf
In dienst tot en met
2007 2006 2007 2006 2007 2006 Totaal 2007
Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 149.691 144.531 36.981 36.878 0 0 186.672Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 148.411 143.788 37.886 35.201 0 0 186.297Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 149.126 144.657 36.772 32.886 0 0 185.898Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 148.630 143.249 37.067 37.053 0 0 185.697Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 148.692 140.333 36.890 35.499 0 0 185.582Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 150.015 137.958 35.298 35.201 0 0 185.313Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 149.457 149.523 35.735 38.223 0 0 185.192Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 147.591 134.880 36.977 34.589 0 0 184.568Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 146.553 140.955 37.074 36.922 0 0 183.627Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-09 31-12 146.561 44.301 36.798 12.402 0 0 183.359Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 146.679 141.052 36.469 38.235 0 0 183.148Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 147.822 138.308 35.235 35.248 0 0 183.057Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 148.839 130.172 33.879 40.620 0 0 182.718Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 139.510 136.232 42.075 38.424 0 0 181.585Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 143.387 146.689 38.116 38.119 0 0 181.504Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 145.332 132.580 36.157 33.409 0 0 181.490Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 145.057 137.564 36.157 33.409 0 0 181.214Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 145.207 137.439 35.785 32.886 0 0 180.992Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 144.686 138.686 36.196 36.099 0 0 180.882Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 144.841 137.193 35.841 32.886 0 0 180.682Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 143.560 144.874 37.118 37.080 0 0 180.679Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 143.232 145.391 37.341 37.317 0 0 180.573Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 144.450 136.135 35.728 34.369 0 0 180.178Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 143.472 135.018 35.728 32.886 0 0 179.200Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-04 31-12 144.345 88.413 34.640 21.888 0 0 178.985Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 143.647 138.861 35.298 35.201 0 0 178.945Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 143.020 137.958 35.298 35.201 0 0 178.318Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 142.767 137.369 35.298 35.201 0 0 178.065Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 142.302 137.212 34.820 34.727 0 0 177.122Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 140.790 141.040 36.289 34.626 0 0 177.079Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 147.048 117.601 29.793 29.715 0 0 176.841Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 133.439 128.287 43.056 42.800 0 0 176.496Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 140.424 127.481 34.640 30.513 0 0 175.065Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 139.642 135.034 35.270 32.886 0 0 174.912Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 141.769 123.424 33.075 30.143 0 0 174.843Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 139.419 132.429 35.354 33.609 0 0 174.773Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 139.920 131.814 34.710 32.886 0 0 174.630Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 140.065 131.548 34.504 31.859 0 0 174.569Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 139.304 134.238 34.416 34.354 0 0 173.721Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 140.376 110.990 33.277 9.585 0 0 173.653Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 140.110 127.443 32.545 32.458 0 0 172.655Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 136.270 128.422 36.068 33.269 0 0 172.338Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-05 31-12 127.087 75.553 44.878 30.257 0 0 171.965Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 135.825 125.942 35.444 31.045 0 0 171.268Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 138.181 130.388 32.976 32.886 0 0 171.156Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 135.209 141.387 35.946 33.425 0 0 171.155Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-06 31-12 137.529 65.096 33.243 17.558 0 0 170.772Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 135.584 132.172 34.373 34.310 0 0 169.957Academisch medisch specialist 01-01 31-12 01-01 31-12 134.525 136.489 35.081 34.354 0 0 169.607
Totaal 15.890.877 14.455.991 3.935.805 3.684.721 139.000 0 19.965.602
Motivatie:Voor een groot aantal medisch specialisten geldt de garantieregeling 1999 in verband met de beëindiging van de eigen praktijk.Voor een kleiner aantal is de concurrentiepositie van vrij gevestigde medisch specialisten van doorslaggevende invloed.Voor leden van de raad van bestuur is de concurrentiepositie ten opzichte van overige zorginstellingen en marktsector bepalend.
Uitkeringen in verband met het beëindigen van
het dienstverband (in €)
Uitkeringen in verband met het beëindigen van
het dienstverband (in €)
Totaal beloning in
kader van de Wopt
Duur dienstverband in verslagjaar
Duur dienstvervand in 2006
Belastbaar loon (in €) Voorzieningen ten behoeve van
beloningen betaalbaar op termijn, inclusief
pensioenbijdragen (in €)
vu-probe-p83-164.indd 163vu-probe-p83-164.indd 163 29-05-2008 14:03:5929-05-2008 14:03:59
164
Colo
fon
Jaarverslag 2007
Colofon
uitgave
VU medisch centrum ©
Postbus 7057
1001 MB Amsterdam
bezoekadres
De Boelelaan 1117
Amsterdam
Telefoon (0)20 444 4444
Fax (0)20 444 4645
redactie
Projectgroep Jaarverslag
vormgeving en druk
Jonroo-Costra bv
fotografi e
DigiDaan
mei 2008
vu-probe-p83-164.indd 164vu-probe-p83-164.indd 164 29-05-2008 14:03:5929-05-2008 14:03:59