Oriëntatie op Communicatiekunde Hoorcollege 4

12
Oriëntatie op Communicatiekunde Hoorcollege 4

description

Oriëntatie op Communicatiekunde Hoorcollege 4. Aanvullende Newsgroup-instructies. Er staan enkele studenten ingeschreven in Progress die nog steeds niet aan de newsgroups deelnemen. Deelname is verplicht voor iedereen die studiepunten en een cijfer wil. - PowerPoint PPT Presentation

Transcript of Oriëntatie op Communicatiekunde Hoorcollege 4

Page 1: Oriëntatie op Communicatiekunde Hoorcollege 4

Oriëntatie opCommunicatiekunde

Hoorcollege 4

Page 2: Oriëntatie op Communicatiekunde Hoorcollege 4

AanvullendeNewsgroup-instructies

• Er staan enkele studenten ingeschreven in Progress die nog steeds niet aan de newsgroups deelnemen. Deelname is verplicht voor iedereen die studiepunten en een cijfer wil.

• Vergeet niet om naast een eigen bijdrage (als ‘reply’ bij Geertje Scholtens mail met de opdracht) ook een reactie te sturen op een bijdrage van een andere deelnemer!

• Als je niet van begin af aan deelgenomen hebt, stuur dan z.s.m. alsnog een bericht en een reactie voor elke opdracht tot nu toe.

• Mede omdat er nog steeds problemen optreden met de “identity” zou het handig zijn als je je mail steeds met je volledige naam (dus ook je achternaam) ondertekent.

Page 3: Oriëntatie op Communicatiekunde Hoorcollege 4

Guttman-scale‘geografische afstand’

Woon je in• de stad groningen?• de provincie groningen?• Nederland?• Noordeuropa?• Europa?• het noordelijk halfrond van de aarde?

Page 4: Oriëntatie op Communicatiekunde Hoorcollege 4

Dell Hymes (1974): SPEAKING-model

S etting, scene fysieke + sociale context

P articipants deelnemers

E nd doel(en)

A ct sequence (taal-)handelingen

K ey toon

I nstrumentalities taal, kanaal / medium

N orms normen, regels

G enre genre (tekst-/gesprekssoort)

Page 5: Oriëntatie op Communicatiekunde Hoorcollege 4

Taal en ContextTaal en Context

A: Ik heb een 14-jarige zoon,

B: Da’s prima.

A: en ik heb ook een hond.

B: O, ‘t spijt me.Harvey

Sacks

Page 6: Oriëntatie op Communicatiekunde Hoorcollege 4

Rollen in communicatie-situaties (H.H. Clark)

S

Addressee(s)

Overhearers

Side-participants

Eavesdroppers

Speaker (S), Addressee(s) & Side-participants = ‘ratified participants’

Overhearers = meeluisteraars, publiek

Eavesdroppers = afluisteraars

Page 7: Oriëntatie op Communicatiekunde Hoorcollege 4

Lateral Speech Act

A aan C Hoe laat begint de film vanavond?

C aan A Geen idee; B heeft het programma.

B aan A,C …..

C’s antwoord aan A is een laterale taalhandeling, hier een verzoek aan B.

B is eerst side-participant, dan Spreker.

Page 8: Oriëntatie op Communicatiekunde Hoorcollege 4

Aangrenzende oftewel bijeenbehorende paren

1 A Een pils graag.

2 B Amsterdammertje?

2 A Ja, da’s goed.

1 B Komt eraan.

Page 9: Oriëntatie op Communicatiekunde Hoorcollege 4

Bron: Bonnie Nardi, AT&T

Labs West, Californië

“netWORK”

Lezing op 5 april 2000 aan de RU Groningen

Page 10: Oriëntatie op Communicatiekunde Hoorcollege 4

Uitleg bij Rosengren pag. 87Rosengren geeft een formule om uit te rekenen hoeveel paars-gewijze communicatiewegen er zijn bij een bepaalde groeps-grootte. De formule luidt: R = n(n-1) / 2. Hoe komt die formule tot stand? Als iederen met iedereen kan communiceren, dan kun je dat in een matrix zetten zoals die bv. voor afstanden tussen steden gebruikt wordt (alleen dat er in deze matrix geen afstanden maar verbindingen staan). 1 2 3 4 .. .. nDe hele matrix heeft n x n cellen. De

1 - diagonaal (1:1, 2:2 enz.) valt weg, dus 2 x - (n x n - n) = n (n-1). De bovenste helft is3 x x - hetzelfde als de onderste (bv. het

paar 4 x x x - 1:2 hebben we al in cell 2:1), dus we.. x x x x - delen door twee: n (n-1) / 2... x x x x x - Als je in plaats van ‘x’ in de matrix zetn x x x x x x - hoe vaak twee personen met elkaar communiceren, kun je een sociogram maken (zie p.89).

Page 11: Oriëntatie op Communicatiekunde Hoorcollege 4

Toevoeging bij Rosengren p.96

Het “Small World Phenomenon” dat Rosengren hier bespreekt is bijzonder frappant bij het Internet. In een artikel in Nature (9 sept. 1999; in UB tijdschriftenzaal TC 669) wordt een berekening van wiskundigen weergegeven. Bekend was al dat in de totale wereldbevolking vrijwel iedereen met elkaar verbonden is via een keten van gemiddeld ongeveer zes kennissen. Op het WWW, dat eind 1999 zo’n 800 miljoen pagina’s bevatte, blijkt de afstand tussen willekeurige pagina’s gemiddeld 20 links te zijn. (Dat betekent in de praktijk niet dat je er per se met 20 stappen komt, want je moet maar net de juiste links volgen; maar je KUNT er wel komen.)

Page 12: Oriëntatie op Communicatiekunde Hoorcollege 4

Opdracht 4Op blz. 126-128 in het boek van Rosengren worden de vijf dimensies van

Hofstede genoemd waarmee nationale culturen getypeerd kunnen worden. Een van deze dimensies is de "individualism index". De mate van individualisme kan zich in een land uiten in de organisatiecultuur, zoals Rosengren bespreekt, maar ook in bijvoorbeeld de gezinscultuur.

Vraag: Denk je dat Nederland als een individualistische of juist meer als een collectivistische cultuur kan worden getypeerd? Geef bij je antwoord een passend voorbeeld uit (i) een bedrijf of overheidsinstelling en (ii) uit het gezinsleven waaruit blijkt dat Nederland individualistisch/collectivistisch is.

Voor extra informatie over de vijf dimensies van Hofstede kun je het glossarium raadplegen.

Stuur uiterlijk dinsdagochtend 25 april maximaal 10 regels naar je newsgroup (als reply op de mail die Geertje Scholten er op 19 april zal posten) en reageer dan uiterlijk woensdag 26 april op een van de meningen (weer met reply).