OpRecht jaargang 4, nr. 2 (voorjaar 2009)

28
Op Recht Magazine van Studievereniging Sirius Voorjaar 2009, jaargang 4 nr. 2: •Verkiezingen Europees Parlement • Studiereizen Dubai en Londen Sirius goes Dubai

description

OpRecht is het magazine van studievereniging Sirius en het Utrecht Law College

Transcript of OpRecht jaargang 4, nr. 2 (voorjaar 2009)

Page 1: OpRecht jaargang 4, nr. 2 (voorjaar 2009)

OpRecht Magazine van Studievereniging Sirius

Voorjaar 2009, jaargang 4 nr. 2: •Verkiezingen Europees Parlement • Studiereizen Dubai en Londen

Sirius goes Dubai

Page 2: OpRecht jaargang 4, nr. 2 (voorjaar 2009)

mr. , de masterclass van Pels RijckenZ

Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn advocaten en notarissen

Hittebestendig?Vlammen op 1, 2 en 3 juli 2009

Meld je nu aan op www.pelsrijcken.nl

Mr Z 2009 Adv A4:Mr Z 20089 adv A4 26-3-09 8:23 Pagina 1

Page 3: OpRecht jaargang 4, nr. 2 (voorjaar 2009)

Artikel 1F van het Vluchtelingenverdrag onthoudt personen die verdacht worden van be-paalde misdrijven van vluchtelingenbescherming. Dit artikel wordt in Nederland op basis van een beleidsnota systematisch toegepast op Afghaanse vluchtelingen.

3

Deze maand

Nieuws

Van het bestuur

Column

Wat een maand…

In beeld

■ Rubrieken

Pagina 4

Pagina 26

Pagina 25

Pagina 25

Pagina 5

Lex

Pagina 27

■ Toepassing artikel 1F bedreigt rechtsstaat

■ Studiereis Londen

In verschillende wijken in grote steden, waaronder Utrecht, worden zogenoemde Mosqui-to’s ingezet om hangjongeren te verjagen van bepaalde plaatsen. Hebben deze apparaten de gewenste werking? En hoe zit het met de mensenrechten die in het geding zijn?

Net als elk jaar vertrokken de eerstejaars ULC’ers ook dit jaar op studiereis naar Londen. Een verslag van deze bruisende reis.

Gezien het groeiende belang van het Europees parlement, ook voor onze nationale regel-geving, kan niemand, eurofiel of euro-scepticus, om deze verkiezingen heen.

Pagina 7

Pagina 13

Juni

16 Slotbijeenkomst Duitse Module

16 Module Europees Recht

24 Jurisprudentie bijeekomst

Juli

3 ULC-café: Barbecue met aansluitend Sirius

Summertime

Augustus

1 (t/m 6 sept.) Introductieweek

■ Studiereis DubaiSirius goes Middle East! Nadat vorig jaar New York werd aangedaan, werd dit jaar Dubai bezocht in het kader van de studiereis voor tweede- en derdejaars ULC’ers (foto voorpa-gina: Carrie van der Kroon).

■ Europese verkiezingen: te belangrijk om te negeren

Pagina 17

Pagina 18

Pagina 21

■ Straks een vijfde hiv-arrest?Naar aanleiding van de geruchtmakende zaak van de Groninger seksfeesten, lijkt een vijfde hiv-arrest in de maak.

Pagina 22

■ The peep goes on

Agenda

Page 4: OpRecht jaargang 4, nr. 2 (voorjaar 2009)

4 OpRecht - voorjaar 2009

Redactioneel

LEX

Beste lezer,

Terwijl buiten de zon ervoor zorgt dat mensen in het park hun fles rosé in een koeler koud moeten houden en een plek moeten vinden in de schaduw, proberen wij als redactie ons daar niets van aan te trekken en ons te richten op hetgeen er voor ons toe doet: ervoor zorgen dat jullie in het park iets te lezen hebben. Weer 28 pagina’s vullen met dingen die er gebeuren in en rond het ULC en de juridische wereld. En er gebeurt nogal wat.

Zo is er ‘onze eigen’ Daniëlle van Ieperen die, ook nu ze in Groningen studeert, het ULC op de kaart zet door de eerste Nationale Requireerwedstrijd op haar naam te schrijven. Een prestatie om trots op te zijn!

Op een geheel ander niveau gebeuren er ook minder positieve dingen. Asielzoekers worden zonder pardon het land uit gezet door middel van een standaardprocedure, op grond van een enkel, gebrekkig ambtsbericht. Jongeren

worden in Kanaleneiland van de straat ‘gepiept’ door middel van kastjes die hoge tonen uitstoten. Dat het daarmee voor elk persoon met de leeftijd tot 25 jaar onmogelijk wordt gemaakt om op die plekken te verblijven, wordt maar voor lief genomen. Door de uitvoerende gemeenten wordt onvoldoende duidelijk gemaakt wat de rechtvaardiging is voor deze inbreuk op de mensenrechten van alle jonge buurtbewoners. De apparaten verdrijven de overlast en daarmee is de kous af.

Het lijkt mij eens temeer een bewijs dat wij in Nederland niet zo ‘soft’ zijn als wij soms lijken te denken. Een

kritische houding tegenover dergelijke ingrijpende praktijken is onmisbaar voor een humane uitvoering van hetgeen wij in de studieboeken leren.

Food for thought in het park. Geniet van het weer, van de naderende vakantie en hopelijk ook van een nieuwe OpRecht.

Wouter de Zanger (hoofdredacteur)

Page 5: OpRecht jaargang 4, nr. 2 (voorjaar 2009)

5

Nieuws

Is het gebrek aan loyaliteit jegens de baas of omdat we zelf ook niet verraden willen worden? 13% van de werknemers kent een collega die fraudeert. En de helft van alle werknemers jat weleens iets mee van werk, blijkt uit een onderzoek van beveiligingsbedrijf Securi-tas. Bijna allemaal hebben we wel iets op onze kerfstok, maar bijna niemand licht de baas in over de dubieuze praktijken. Volgens het onderzoek ontstaat de meeste fraude door gebrek aan loyaliteit dan wel door schulden van de baas. De fraude bestaat voor 31% uit het meenemen van adressenlijsten van klanten, en 27% uit het meene-men van concurrentiegevoelige informatie. Dus niet alleen stelen we van de baas, we maken het hem na ons vertrek ook nog eens moeilijk door klanten af te pikken. Leer hier een les uit; het loont om te stelen, het loont om werknemers niet te vertrouwen en het loont in eerste instantie om een frauduleus persoon aan te nemen, als je maar wel je eigen informatie goed bij diegene weghoudt! (YN) ■

De advocaat van de heer G. Wilders, mr. Moszkowicz, heeft de Procureur-Ge-neraal verzocht een vordering tot cassatie in het belang der wet in te stellen bij de Hoge Raad tegen de beschikking van het het Hof om Wilders te dagvaarden ter zake van het aanzetten tot haat en discriminatie (art. 137d Sr.) en ter zake van groepsbelediging (art. 137c Sr.). Het Hof gaf dit bevel naar aanleiding van klaagschriften die waren ingediend nadat het openbaar ministerie had besloten dat het Wilders niet zou vervolgen. Tegen de door het Hof gegeven beschik-king staat geen gewoon rechtsmiddel open, hierdoor was enkel cassatie in het belang der wet mogelijk. Moszkowicz betoogde onder andere dat feiten die Wilders worden verweten als ambtsdelicten zouden moeten worden aan-gemerkt. Ook vroeg hij of de uitlatingen überhaupt strafbaar zouden kunnen zijn, en verweet hij het Hof dat er partijdige rechters aanwezig zouden zijn. De Procureur-Generaal is op 20 mei tot de slotsom gekomen dat er geen grond is de beschikking van het Hof voor te dragen voor cassatie in het belang der wet. (LA) ■

Cassatie in het belang der wet in zaak Wilders afgewezen

Houd de dief

Oud-ULC’er Daniëlle van Ieperen, die op het het moment haar master volgt in Groningen, heeft de Nationale Requi-reerwedstrijd voor Studenten (NRWS) gewonnen. Op de landelijke finale op 17 april in het Gerechtshof in Amster-dam hielden de zes winaars van de plaatselijke voorrondes ieder een re-quisitoir naar aanleiding van hetzelfde strafdossier. De jury bestond uit Marc van Nimwegen (procureur-generaal), Desiree Paridaens (raadsheer Gerechts-hof Amsterdam), Charles van der Voort (landelijke hoofdadvocaat-generaal), Koos Plooij (officier van justitie) en Kees Korvinus (advocaat), waarvan de laatste fungeerde als advocaat in de zes fictieve strafzaken.

Daniëlle van Ieperen wint NRWS

Daniëlle van Ieperen met de schaal behorende bij het winnen van de NRWS (foto: OM).

Wilders in de Tweede Kamer (foto: ANP).

Daniëlle krijgt, naast Tekst & Com-mentaar Strafrecht en Strafvordering, een stage bij het Openbaar Ministerie in Amsterdam aangeboden. ‘Dit had ik totaal niet verwacht’, aldus een zichtbaar ontroerde Van Ieperen di-rect na de bekendmaking door Marc van Nimwegen. De wedstrijd is door het OM in het leven geroepen om rechtenstudenten meer bekend te ma-ken met het vak van officier van jus-titie. Dit jaar werd de wedstrijd voor het eerst gehouden. De organisatie was in handen van studieverenigin-gen Dr. Nico Muller (Nijmegen) en Sirius. (WZ) ■

Page 6: OpRecht jaargang 4, nr. 2 (voorjaar 2009)

All A4.indd 1 19-01-2007 15:42:21

Page 7: OpRecht jaargang 4, nr. 2 (voorjaar 2009)

7

Special

The peep goes on

spuit, de sigaret tussen de lippen en, natuurlijk, zijn anarchistische blik. De hangjongere vindt zijn heil eerder op straat dan bij moeder en vader op de bank, dus verlaat hij ’s middags al snel het ouderlijk huis. Eenmaal buiten treft hij zielsverwanten waarmee hij zich naar de hangplek begeeft. Dit wordt niet op prijs gesteld door omwonenden en passanten; zij en lokale professionals, zoals buurtwerkers en wijkagenten melden de overlast bij de gemeente.

Op basis van deze meldingen treft de gemeente maatregelen om de hinder tegen te gaan. Deze kunnen per locatie verschillen; men probeert een zo adequaat mogelijke oplossing voor ‘het probleem’ te bieden. Voorbeelden van de maatregelen zijn de verscherping van politietoezicht, de inzet van handhavingsteams en de opzet van hulptrajecten voor de jongeren. Ook kan er cameratoezicht worden ingezet en pas als laatste redmiddel de mosquito, ►

“Uit een evaluatie van de Mosquito blijkt dat de overlast van de hangjongeren aan de Vermeerstraat tot nul is gereduceerd”, aldus een tevreden burgemeester op de website www.hangjongerenweg.nl. De Mosquito is een apparaat dat hangjongeren moet verjagen door middel van het uitstoten van hoge tonen. Het gebruik ervan is veelomstreden, maar er zijn ook duidelijk voorstanders; de Mosquito wordt momenteel in meer dan 125 gemeenten gebruikt. Nu rest de vraag: heeft de Mosquito het beoogde effect, of worden de problemen alleen maar verschoven? Bovendien is er de vraag naar grondrechten in verband met de Mosquito. En wat vinden de ‘vervelende hangjongeren’ eigenlijk zelf van het apparaat?

Door Marieke Palstra en Wouter de Zanger

Het prototype hangjongere is te herkennen aan zijn wijde broek, de muziek die uit zijn mobieltje

Hangjongeren weggepiept in achterstandswijken

Afbeelding: Lex

Page 8: OpRecht jaargang 4, nr. 2 (voorjaar 2009)

8 OpRecht - voorjaar 2009

verwacht. Over één van de naburige balkons is een muggennet gespannen: een stil protest?

Twee jongens van allebei ongeveer twaalf jaar oud vertellen dat er hier vroeger altijd jongens te vinden waren. “Ze zaten dan hier op de bankjes en zo. Nu hangen ze hier niet meer rond.” Ook de bankjes staan er niet meer. Zelf horen ze de Mosquito ook. “Ja, het is een erg irritant geluid. Maar ik vind het niet vervelend dat hij er hangt, wij hangen niet rond.”

Het apparaat klinkt niet altijd even fel. Op het ene moment is het piepgeluid haast niet hoorbaar, op het andere moment is het juist erg indringend. De jongens hebben er een verklaring voor. “Het lijkt alsof hij harder gaat piepen wanneer er meer mensen onder staan.”

Een oudere man vindt het apparaat niet zo effectief. “Ik merk geen verschil, nu met die Mosquito. Ze moeten gewoon camera’s ophangen. Dan kunnen ze zien wie de autoruiten inslaat.” De eigenaar van de snackbar is er meer over te spreken: “Dat ding? Perfect als je het mij vraagt.” Een van de Mosquito’s hangt vlak voor zijn zaak. “Vroeger hingen er altijd jongens. En als ze voor je deur staan, durven er geen gasten naar binnen. Ook kwamen ze vaak zelf hier naar

zo verzekert Judith Pijnacker van de afdeling Openbare Orde en Veiligheid van de gemeente Utrecht.

De problemen lijken duidelijk: bepaalde wijken in Nederland, vooral in de grote steden, worden geteisterd door rondhangende, onrust stokende jongeren. De voorstanders van de Mosquito zijn ervan overtuigd zijn dat wanneer jongeren op een bepaalde plek niet rond kunnen hangen, dit hen zal weerhouden van criminaliteit. De Mosquito is dan ook speciaal ontworpen om de aanlokkelijkheid van een hangplek weg te nemen. Het zendt een hoge, snerpende pieptoon uit, één die je eerder ‘achter in je nek’ voelt dan dat je hem werkelijk hoort. De Mosquito is vanwege zijn hoge toon bovendien alleen hoorbaar voor mensen tot 25 jaar; de oudere oren zijn er doof voor.

OpRecht ging naar Kanaleneiland om het fenomeen aan den lijve te ondervinden. Het is een regenachtige druilerige middag in de Bernadottelaan: één van de vijf straten in Utrecht waarlangs Mosquito’s zijn opgehangen. Het duurt niet lang voordat we een van de piepende kastjes tegen een huis aan zien hangen. Een hoog geluid maakt het blijven staan op deze plek vervelend; maar het is lang niet zo erg of indringend als

Een buurtbewoner in Kanaleneiland heeft een muskietennet voor zijn raam gehangen (foto: Sanne Buisman).

Page 9: OpRecht jaargang 4, nr. 2 (voorjaar 2009)

9

“Verschuiving van het probleem lijkt echte ordehandhaving in de weg te staan”

SP in Kanaleneiland, vlak onder een aan een lantaarnpaal bevestigde Mosquioto (foto: Sanne Buisman).

binnen; ze maakten dan herrie. Nu heb ik dat helemaal niet meer.”

Het is gestopt met regenen en het wordt beduidend drukker op straat. Een groepje van vier meisjes betwijfelt of de Mosquito de probleemjongeren echt verjaagt. “Tja, je hebt altijd hangjongeren. Als ze hier niet staan, gaan ze wel daar staan. Ik heb het gevoel dat ze nu meer rondlopen in plaats van dat ze op één plaats rond hangen.” Wanneer een groep jongens merkt dat we nog steeds mensen aanspreken, lopen ze naar ons toe terwijl ze duidelijk maken dat we hier niet gewenst zijn. De meisjes zeggen nog, “niet reageren”, maar als de jongens dichterbij komen, nemen we toch afscheid. Terwijl de jongens langslopen wordt ons ondubbelzinnig verteld dat we weg moeten blijven. Eén jongen maant de anderen tot rust. “Er hangen camera’s, gast!”

Hoog tijd om de Vogelaarwijk te verlaten. De verhalen van de buurtbewoners geven geen eenduidig beeld. Er is ongetwijfeld overlast. De overlast lijkt op de bewuste plekken ook werkelijk verminderd te zijn, maar de buurt is nog verre van rustig. In plaats van één vaste hangplek, lijken de hangjongeren meer door de buurt te bewegen. Verschuiving van het probleem lijkt echte ordehandhaving in de weg te staan.

Eén punt is nog onduidelijk: waarom vond minister Ter Horst (Binnenlandse Zaken) het ongemak dat door het apparaat wordt veroorzaakt belangrijk genoeg voor een onderzoek naar een eventuele schending van het recht op onaantastbaarheid van het lichaam? De overlast die het apparaat teweeg brengt, deed geen recht aan de verwachtingen die door het rapport werden gewekt. Meer dan een een ‘vervelende piep’ komt er niet uit het apparaat. De vragen naar het discriminerende effect van de Mosquito en naar de beperking op de bewegingsvrijheid blijven echter prangen.

In het rapport1 wordt primair gesteld dat als het gebruik van de Mosquito in strijd zou zijn met een grondrecht, art. 172 lid 2 van de Gemeentewet onvoldoende basis voor zijn plaatsing biedt. Dit betekent dat de burgemeester dus niet bevoegd zou zijn de Mosquito in te zetten om overtredingen van wettelijke voorschriften omtrent de openbare orde te voorkomen en te beëindigen. Er wordt geconcludeerd dat de Mosquito niet noodzakelijk een wederrechtelijke beperking van de bewegingsvrijheid in de zin van art. 2 van het Vierde Protocol van het EVRM met zich meebrengt, als het maar in overeenstemming met de uitzonderingen zoals bepaald in lid 3 van dat artikel geschiedt. Vooral de daarin besloten vereisten van proportionaliteit►

1 ‘Verkenning inzet en juridische mogelijkheden Mosquito’, bijlage bij Kamerstukken-II, 2008-2009, 28 684, nr. 188.

Page 10: OpRecht jaargang 4, nr. 2 (voorjaar 2009)

10 OpRecht - voorjaar 2009

De Mosquito’s op de hoek van de Bernadottestraat en de Monnetlaan (foto: Sanne Buisman).

en subsidiariteit leggen bij het plaatsen van een Mosquito de lat op een hoog, maar niet noodzakelijkerwijs onbereikbaar niveau. De Mosquito maakt ook niet per se een inbreuk op de onaantastbaarheid van het lichaam als bedoeld in art. 11 Gw. en art. 8 EVRM; er is immers geen kans op gehoorschade “als men niet langer dan één uur op tenminste 2 meter en nog liever 4 à 8 meter van de Mosquito blijft”.2 Het plaatsen van de Mosquito staat echter wel op gespannen voet met het discriminatieverbod uit art. 1 Gw. en art. 14 EVRM. Het apparaat discrimineert doordat het een verandering in het gedrag van mensen uit een bepaalde leeftijdscategorie veroorzaakt. In het rapport wordt geconcludeerd dat de Mosquito een onvoldoende passend en noodzakelijk middel is, omdat het een te grote groep mensen beïnvloedt.

Ondanks deze verkenning blijft de juridische status van de Mosquito onduidelijk. Het kabinet wil geen wetten maken om de piepmachine duidelijk goed te keuren, maar een verbod blijft eveneens uit. Dit is de reden dat de gemeente

2 ‘Verkenning inzet en juridische mogelijkheden Mosquito’, bijlage bij Kamerstukken-II, 2008-2009, 28 684, nr. 188, p. 7.

Utrecht haar Mosquito’s laat hangen; zonder een doorslaggevende uitspraak wordt zij niet verplicht de apparaten te verwijderen. Minister Ter Horst spreekt nu met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten over een mogelijke oplossing.

ROOD, de jongerenorganisatie van de SP, vindt de Mosquito een ongeoorloofd middel; wellicht heeft het ermee te maken dat hun logo vrijwel onder een van de apparaten op een groot rolluik is geverfd. Nienke Visschers, een lid van ROOD Utrecht, noemt echter een andere reden. Een reden die wel genoemd is, is het discriminatoire effect van het apparaat. Bovendien bestraft het zowel onruststokende jongeren als ‘normale’ jongeren, spelende kinderen en baby’s. “Begrijp me niet verkeerd, de jongeren die overlast veroorzaken, moeten worden aangepakt. Maar de meeste jongeren hangen op straat omdat ze nergens heen kunnen.” ROOD heeft ook een oplossing voor het gebrek aan bestemming van deze jongeren. “Wij vinden dat er jongerencentra opgezet moeten worden. Deze zijn de laatste jaren wegbezuinigd.”

Wanneer de leden van ROOD door de wijken lopen, vertellen de jongeren erg enthousiast te

Page 11: OpRecht jaargang 4, nr. 2 (voorjaar 2009)

11

zijn om hun mening met de leden van ROOD te delen, vertelt NienkeVisschers. “Ze hebben dan het gevoel dat ze bij ons hun woede kwijt kunnen. Maar ze willen niet voor de camera verschijnen.” Het liefst zouden ze zien dat de jongeren zich tegen de Mosquito verzetten, maar volgens Nienke weten veel jongeren niet waar ze met hun klachten heen moeten. ROOD wil voor de jongeren opkomen door een proces tegen het College van B & W aan te spannen. Ze hebben echter moeite om de jongeren te verenigen. Ondertussen heeft ROOD al een klacht over de Mosquito bij de gemeente ingediend; de tijd zal leren waar dat toe gaat leiden.

Een ander kritiekpunt vindt ROOD de ineffectiviteit van de Mosquito. “Kijk, die jongens zitten daaronder, en die Mosquito jaagt ze dan weg. Maar dan kunnen ze nog steeds nergens heen. Dan gaan ze op de straat ernaast zitten. Wat los je op als je jongeren wegjaagt?” Alles, volgens de Gemeente Utrecht. “De verplaatsing is exact wat met gebruik van de Mosquito wordt beoogd: de overlast op een bepaalde plek een halt toeroepen.” Als de jongeren zich verplaatsen naar een plek waar niemand last van ze heeft, is het probleem opgelost.

Praktisch gezien is het zeer de vraag of het wegjagen van jongeren door middel van hoge tonen leidt tot minder overlast. Het gevaar bestaat dat wanneer jongeren niet meer in straat A bij elkaar komen zij dit zullen doen in straat B en daar alsnog overlast veroorzaken. Op die manier zou heel Kanaleneiland en uiteindelijk wellicht heel Utrecht vol komen te hangen met Mosquito’s.

De effectiviteit van de Mosquito valt dus zeker te betwisten. Dit versterkt de twijfels over de rechtmatigheid van de toepassing van de apparaten. Het gebruik van de Mosquito staat immers op zeer gespannen voet met het discriminatieverbod. De Mosquito richt zich tegen onrustveroorzakende, rotzooischoppende hangjongeren. Maar hoeveel rotzooi zij ook schoppen, zolang zij zich daarbij aan de wet houden, zou de overheid hen niet mogen straffen. En het zijn niet alleen deze ‘rotjochies’ die last hebben van de Mosquito, dit geldt ook voor andere jonge mensen die in de buurt wonen, er doorheen fietsen of om een andere onschuldige reden in de betreffende Prachtwijk moeten zijn.■

Foto: Sanne Buisman

Page 12: OpRecht jaargang 4, nr. 2 (voorjaar 2009)

English rules. De zakenwereld is veroverd door de Engelse

taal. Ook het Nederlands recht moet je steeds vaker kunnen

uitleggen in het Engels. De Brauw organiseert een business

course waar je echt iets aan hebt: Legal English. Schrijf je

in op werkenbijdebrauw.nl/legalenglish.

BRAINS IN BUSINESS

SKIP_86810_DB_LE_A4.indd 1 23-09-2008 10:27:30

Page 13: OpRecht jaargang 4, nr. 2 (voorjaar 2009)

13

Ingezonden

Bescherm onze rechtsstaatAl geruime tijd is in Nederland een debat gaande over de toepassing van artikel 1F van het Vluch-telingenverdrag. Dit artikel zegt, verkort weerge-geven, dat de bescherming van het Vluchtelingen-verdrag niet geldt voor degene van wie het ernstige vermoeden bestaat dat hij zeer zware misdrijven heeft gepleegd. In het bijzonder gaat het hier om oorlogsmisdrijven en misdrijven tegen de mense-lijkheid. Dit artikel bespreekt de verschillende knel-punten rond artikel 1F, zoals de twijfel die bestaat aan de het ambtsbericht waarop de toepassing van het artikel is gebaseerd (zie Rb. ’s-Gravenhage 18-02-2009, LJN: BH3701), iets dat ingaat tegen de principes van de rechtsstaat.

Door Yasemin Demirel1

De term ‘1F’ers’ verwijst naar asielzoekers die op grond van artikel 1F van het Vluchtelingen-verdrag (vv) uitgesloten zijn van vluchtelingrechterlijke bescher-ming. Op grond van artikel 1F zijn de bepalingen van het Vluch-telingenverdrag niet van toepas-sing op een persoon voor wie er ernstige redenen zijn om te ver-onderstellen dat:2 a. hij een misdrijf tegen de vrede, een oorlogsmisdrijf of een mis-drijf tegen de menselijkheid heeft begaan, zoals omschreven in de internationale overeenkomsten; b. hij een ernstig, niet-politiek misdrijf heeft begaan buiten het land van toevlucht, voordat hij tot dit land als vluchteling is toege-laten;c. hij zich schuldig heeft gemaakt aan handelingen die in strijd zijn met de doelstelling en beginselen van de Verenigde Naties.

1 Yasemin Demirel is ULC-studente en zet zich in voor Actiegroep Stem voor Rechtvaardigheid.2 2004/83/EG van de Raad van 29 april 2004.

Volgens de Minister en staatsse-cretaris van Justitie verblijven er ongeveer 350 1F´ers in Neder-land.3 Hiervan zijn er nog 100 in procedure. Van de overige 250 mogen er 40 in ieder geval in Ne-derland blijven omdat artikel 3 EVRM een beletsel vormt voor uitzetting. Voor 30 is daarover nog geen besluit genomen. Ten-slotte vormt artikel 3 EVRM voor 180 1F´ers geen beletsel voor uit-zetting. De 250 personen die 1F tegengeworpen hebben gekregen, hebben nog eens 550 gezinsleden. Van hen hebben er ongeveer 260 een verblijfstitel, zitten er 80 in procedure en hebben er ongeveer 210 geen rechtmatig verblijf in ons land. Ongeveer 170 van deze 250 betreffen vreemdelingen met de Afghaanse nationaliteit.

De bovengenoemde groep Af-ghaanse luchtelingen krijgt dit 1F-stempel op basis van het

3 Brief Ministerie van Justitie aan de voorzitter van de Tweede Kamer, ‘De toepassing van artikel 1F van het Vluchtelingenverdrag‘, 9 juni 2008, Kamerstukken-II 30 800 VI nr. 116.

ambtsbericht uit februari 2000, opgesteld door het Ministerie van Buitenlandse Zaken (BuZa) over de situatie in Afghanistan. Dit ambtsbericht bevat de conclu-sie dat iedere werknemer van de Afghaanse veiligheidsdiensten, vanaf de rang van onderofficier (kok, administratief medewer-ker, portier), heeft deelgenomen aan martelingen. Tevens worden mensen die destijds lid waren van een politieke partij van de rege-ring en werkzaam waren in het land beschuldigd van wandaden. Er is hier dus sprake van categori-ale toepassing van het artikel 1F. De Khadimat-e Atal’at-e Dowlati (Afghaanse Staatsinlichtingen-dienst) ofwel kortweg KhAD was de Afghaanse staatsveiligheids-dienst die in januari 1980 (de communistische periode), werd opgericht. In 1986 werd de dienst omgevormd tot het Ministerie van Staatsveiligheid. Dit Ministerie, de WAD (Wazarat-e Amaniat-e Dowlati), bleef tot de val van het bewind van Nadjiboellah in 1992 bestaan. De organisatie speelde naast het Afghaanse leger en ►

Page 14: OpRecht jaargang 4, nr. 2 (voorjaar 2009)

14 OpRecht - voorjaar 2009

het Russische Rode Leger tot 1989 het een belangrijke rol in de strijd tegen de Moedjahedien, en in de bestrijding van de opiumteelt en de drugshandel.De tekst van artikel 1F vv is vrij strikt en sluit in categorische be-woordingen toepassing van de rechten uit het Vluchtingenver-drag uit voor mensen, waarvoor er ernstige redenen zijn om te ver-onderstellen dat zij verantwoor-delijk zijn voor bepaalde ernstige daden. Uitsluiting vindt dus plaats ongeacht of er wel of geen straf-rechtelijke vervolging of zelfs ver-oordeling heeft plaatsgevonden; en ongeacht of een eventuele straf is uitgezeten.Uitsluiting van een persoon die al voor zijn daad is vervolgd is in strijd met de algemene beginselen van het strafrecht. Artikel 68 van het Wetboek van Strafrecht (Sr) omvat het principe van ne bis in idem: het principe dat iemand niet tweemaal voor hetzelfde strafbare feit kan worden veroordeeld. Het is een fundamenteel mensenrecht om personen die reeds veroordeeld zijn niet nogmaals te bestraffen. Ook al is uitsluiting van vluchte-lingrechtelijke bescherming geen bestraffing in de letterlijke zin van het strafrecht, deze maatregel kan wel als bestraffend worden aange-merkt. De stempel van 1F zorgt voor uit-sluiting van vluchtelingenrechte-lijke bescherming en voor een on-gewenst verklaring. De ongewenst verklaring van artikel 67 Vreemde-lingenwet 2000 (Vw 2000) houdt in dat op betrokkene automatisch artikel 197 Sr van toepassing wordt, enkel door de aanwezig-heid in Nederland. Laatstgenoemd artikel stelt het verblijf in Neder-land van een ongewenst verklaar-de strafbaar onder bedreiging van een gevangenisstraf.

In de uitspraak van de Recht-

bank Den Haag in de zaak op 18 februari 20094 is er beslist dat er ‘twijfel bestaat aan de juistheid van het ambtsbericht van febru-ari 2000.’ In deze zaak ging het om het beroep dat een Afghaanse asielzoeker instelde tegen het be-sluit tot ongewenstverklaring, dat volgde op de intrekking van zijn verblijfsvergunning door het Mi-nisterie van Justitie in 2006. De asielzoeker had van 1987 tot 1992 als officier gewerkt voor de Af-ghaanse staatsveiligheidsdienst. In het bestreden besluit verwees Justitie naar het ambtsbericht van Buitenlandse Zaken van 29 febru-ari 2000, met als toelichting dat eiser niet aangetoond had niets te weten van het misdadige karakter van de KhAD/WAD of een signifi-cante uitzondering te zijn en dat er dus ook geen aanleiding was om hem niet individueel verantwoor-delijk te houden voor de begane misdrijven (knowing and personal participation).Volgens het Ministerie van Buiten-landse Zaken betekent het werk-

4 LJN: BH3701.

zaam zijn van vele voormalige KhAD-officieren voor de regimes van de Mujahedin, Taliban en nu weer de Mujahedin dat alle KhAD-officieren zich schuldig hebben gemaakt aan mensenrechtenschen-dingen. Het zou ondenkbaar zijn dat iemand die er werkte (op welk niveau dan ook) niet op de hoogte was van grove de mensenrechten-schendingen waarbij deze organi-saties zouden zijn betrokken. Alle onderofficieren en officieren zou-den bovendien persoonlijk betrok-ken moeten zijn geweest bij het arresteren, ondervragen, martelen en soms executeren van personen die van staatsgevaarlijke activi-teiten werden verdacht. Als eerste plaatsing zouden onderofficieren en officieren tewerk zijn gesteld op afdelingen binnen de KhAD en de WAD die belast waren met de opsporing.Volgens vaste jurisprudentie van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, de hoogste beroepsinstantie in het vreemde-lingenrecht, kan een ambtsbericht van de Minister van BuZa worden

Page 15: OpRecht jaargang 4, nr. 2 (voorjaar 2009)

15

aangemerkt als een deskundigenad-vies aan verweerder voor de uitoefe-ning van zijn bevoegdheden. Daartoe dient het op onpartijdige, objectieve en inzichtelijke wijze informatie te verschaffen, onder aanduiding- voor zover mogelijk en verantwoord- van de bronnen, waaraan het is ontleend. Indien aan deze eisen is voldaan, mag de verweerder bij de besluitvorming van de juistheid van die informatie uitgaan, tenzij concrete aankno-pingspunten bestaan voor twijfel aan de juistheid of volledigheid ervan.5 De rechtbank stelt vast dat de notitie van de UN High Commissioner for Refugees over de KhAD/WAD6 op essentiële onderdelen andere infor-matie bevat dan het ambtsbericht en dat, anders dan Justitie stelt in haar brief van 22 juni 2008, de inhoud van de notitie niet gekwalificeerd kan worden als ‘niet-concreet, niet specifiek en slechts kanttekeningen bevattend.’ De bevindingen van dr. Giustozzi, die een onderzoek heeft gedaan naar de KhAD/WAD7, slui-ten aan bij die van de UNHCR, zegt de rechtbank. Anders dan verweer-der, die zegt dat de rapporten van Giustozzi vermoedens en veronder-stellingen bevatten, zegt de recht-bank dat deze wetenschapper zijn standpunten en zienswijzen juist on-derbouwt met plausibele argumen-ten en feiten waarvan hij, gezien zijn deskundigheid, geacht kan worden kennis te hebben.

5 Rechtbank `s-Gravenhage, 18 februari 2009, LJN: BH3701.6 UN High Commissioner for Refu-gees, Note on the Structure and Ope-ration of the KhAD/WAD in Afghani-stan 1978-1992, mei 2008, beschikbaar op http://www.unhcr.org/refworld/docid/482947db2.html.7 A. Giustozzi, KhAD/WAD: role, orga-nisation and the circumstances surroun-ding its activities, 6 maart 2006 (niet ge-publiceerd, opgesteld voor gebruik voor de rechtbank).

Voorts is het volgens de rechtbank weliswaar van belang dat het ambts-bericht tot stand is gekomen op basis van verklaringen van informanten die door de Minister van BuZa zijn geraadpleegd en die afkomstig zijn uit een netwerk van deskundigen op het gebied van de Afghaanse samen-leving, die op basis van hun eigen kennis en verklaringen van derden tot hun bevindingen zijn gekomen. Belangrijker is echter dat deze bevin-dingen nooit bevestigd zijn door an-dere bronnen. Het beleid van Justitie berust dus louter op informatie van de door de Minister van BuZa ge-raadpleegde bronnen: een smalle ba-sis, waarover het EHRM eerder (on-der andere in de zaak Salah Sheekh8) oordeelde dat zulke informatie dient te worden ondersteund door informa-tie van andere betrouwbare, onafhan-kelijke en objectieve bronnen. Een ander argument dat afbreuk doet aan de betrouwbaarheid en objectivi-teit van het ambtsbericht staat in een brief van 4 augustus 2008 van de Mi-nister van Buitenlandse Zaken zelf. In die brief wordt toegegeven dat (destijds) geraadpleegde bronnen een reden of belang kunnen hebben ge-had bij een bepaalde voorstelling van zaken. Er is dus een gerechtvaardigde twijfel aan de betrouwbaarheid van door die bronnen destijds verstrekte informatie, die ook bevestigd wordt door informatie van Dr. Giustozzi. De vluchteling moet zelf aantonen zich niet schuldig te hebben gemaakt aan mensenrechtenschendingen. Deze omgekeerde bewijslast geldt in het geval dat de vreemdeling moet aantonen dat hij een significante uit-zondering is op de regel van ‘perso-nal en knowing participation’.9 Het beleid gaat in het bijzonder uit van de

8 EHRM, 11 januari 2007, Application no. 1948/04.9 ABRVS, 17 september 2007, nr. 200703681/1, JV 2007/526.

verklaringen van de asielzoeker zelf en van informatie in het land van her-komst die bekend is geworden door ambtsberichten van Buitenlandse za-ken. Dit is echter alleen toelaatbaar als betrokkene de mogelijkheden heeft om de aannames in het ambts-bericht te weerleggen. Aangezien de Nederlandse ambas-sade in Kabul onlangs aan het Minis-terie van Buitenlandse Zaken aangaf dat er momenteel geen onderzoeks-mogelijkheden ter plaatse zijn van-wege de slechte veiligheidssituatie en het gevaar dat onderzoek kan op-leveren voor personen, acht de recht-bank het uitgesloten dat eiser deze informatie wel kan krijgen. Al het bovenstaande heeft de recht-bank tot de conclusie gebracht dat Justitie het ambtsbericht niet zonder nader onderzoek als basis voor het bestreden besluit tot ongewenstver-klaring gebruiken. Bovendien is dit omstreden besluit onvoldoende ge-motiveerd door alleen het ambtsbe-richt als grondslag te nemen voor de tegenwerping van art. 1F: dit artikel is niet op goede gronden aan eiser te-gengeworpen en daarom kon de eiser ook in redelijkheid niet ongewenst verklaard worden. Het is te hopen dat het Ministerie leert van deze uitspraak en zij dit ambtsbericht niet meer au-tomatisch gebruikt als onderbouwing van een ongewenstverklaring. Voor het Ministerie van Buitenlandse Za-ken lijkt deze uitspraak een goede re-den om het omstreden ambtsbericht te herzien. ■

Voor meer informatie over de toepas-sing van artikel 1F van het Vluchte-lingenverdrag, kijk op www.stem-voorrechtvaardigheid.nl.

Page 16: OpRecht jaargang 4, nr. 2 (voorjaar 2009)

Al tijdens je studie ervaring opdoen in de rechtspraktijk?

Maak kennis met de duale master en

onderzoeksmaster Onderneming & Recht

Hier doe je werkervaring op bij: AKD Prinsen Van

Wijmen, Clifford Chance, De Brauw Blackstone

Westbroek, Nauta Dutilh, Onderzoekscentrum

Onderneming & Recht, Pels Rijcken & Droogleever

Fortuijn, Philips International, Simmons & Simmons,

Stibbe, Van Doorne. Vraag de brochure aan.

Kijk op www.ru.nl/topmomenten of bel (024) 361 20 79.

Bereid je voor op topniveau

Mijn stukken naar de cliënt

TOPMOMENT #8

nls0013_advA4_fc_11.indd 3 01-12-2008 17:26:53

Page 17: OpRecht jaargang 4, nr. 2 (voorjaar 2009)

17

Tower Bridge (foto: Michiel van Rede).

Londen 2009 Reportage

Na jaren vol dromen over deze metropool was het zo-ver. Ik ging naar de stad van Sherlock Holmes, Oliver Twist en Dorian Gray. De stad vanwaar Phileas Fogg zijn reis om de wereld begon, waar Jonathan Harker en consorten op Dracula jaagden en waar Winston Smith de toorn van Big Brother voelde. De enige demper op mijn enthousiasme was de vertrektijd. Om zeven uur ’s ochtends werd de slaap uit de ogen van het eerste jaar van het ULC geregend terwijl we wachtten op degenen die zich (heel menselijk) hadden verslapen. En op de bus, natuurlijk. Nochtans was iedereen ’s avonds weer wakker. Fris als hoentjes nuttigden we in Tiger Tiger ons avondmaal – en dit was pas het begin.

Door Marieke Palstra

Dinsdagochtend stond een Legal Walk op het pro-gramma; een gids leidde ons langs de Inns of Court en andere juridische hotspots. ‘s Middags splitste de groep zich om verschillende musea te bewonderen; het Tate Modern, het Natural History Museum of het British Museum. Het is echter de avond die in mijn geheugen gegrift blijft: velen zouden een musical be-zoeken. Sommigen gingen naar de Lion King, ande-ren naar Chicago, maar voor mij werd die avond een tragischer verhaal uitgespeeld –dat van Jean Valjean in Les Misérables. De sterren werden van de hemel gezongen terwijl de spelers achtereenvolgens stierven. Ik had mijn laatste traan nog niet weggepinkt toen het doek weer opging en iedereen uit het graf rees voor een laatste buiging.

Woensdag was wederom een vroege dag. Met de lied-jes van de musicals nog in de oren (ook omdat som-migen dezen ook vocaliseerden), begaven wij ons naar het advocatenkantoor Wragge & Co. De helft van de groep werd toen naar de Royal Courts of Justice geleid, terwijl de andere helft naar diverse verhalen van de advocaten luisterde en een workshop onder-handelen kreeg. Na de lunch wisselden de groepen. ’s Avonds was ik met een aantal werkgroepgenoten in Shakespeare’s Globe Theatre te vinden. We bewon-derden Romeo en Julia zoals de schrijver het bedoeld had (met pijnlijke voeten, zoals de rest van de staande toeschouwers). Maar de nacht was nog niet ten einde: in de bar van het hostel vierden wij met alle ULC’ers tot in de vroege uurtjes Koninginnenacht – vanzelf-sprekend in oranje gehuld. Donderdag reden wij naar Cambridge. Wij kregen een rondleiding langs enkele Colleges, en door de kerk van het befaamde King’s College. Na een uurtje punten op de rivier reden wij door naar het restaurant; het lekkere weer werd met een barbecue gevierd. De ochtendraad verlichtte onze laatste dag in Londen. Iedereen mocht afzonderlijk de stad gaan verkennen. Voor velen betekende dit winkeltijd, hoewel meesten zich niet meteen van het culturele pad lieten afslaan. Teruggekomen in het hostel kregen wij een oer-En-gelse maaltijd voorgeschoteld: Fish and Chips. Kort daarop reden wij met volle magen en overvolle tas-sen terug naar Utrecht. Rond vier uur ’s ochtends was het avontuur afgelopen, we waren weer terug bij start maar vele prachtige ervaringen rijker. ■

Page 18: OpRecht jaargang 4, nr. 2 (voorjaar 2009)

Verder is het monetaire beleid, met als mijlpaal de invoering van een gemeenschappelijke Europese munt, gaandeweg toegevoegd aan de ogenschijnlijk oneindige lijst van EU-bevoegdheden. Zo kan het dat het Europees Parlement in één week vergadert over zwangerschapsverlof, visserijquota, betrekkingen met Rusland, patiëntenrechten, onderwijs voor mi-grantenkinderen, elektromagnetische straling van te-lefoonmasten, energie-efficiënte gebouwen en dieren-welzijn.6 Met andere woorden: de samenwerking in de EU strekt zich uit tot vrijwel alle beleidsterreinen.

Impact op Nederlandse overheid en burgersHoeveel invloed heeft al dit Brusselse beleid op de Nederlandse besluitvorming? Dat is moeilijk precies aan te geven. Je moet niet alleen kijken naar de om-zetting van Europese richtlijnen naar Nederlandse wet- en regelgeving maar ook naar doorwerking van andere instrumenten zoals besluiten, verordeningen, kaderbesluiten en gemeenschappelijke standpunten. Bovendien mag ook de invloed van de rechtspraak van het Hof van Justitie niet worden vergeten. In de literatuur is wel eens beargumenteerd dat 80% van nationale wetgeving door de Europese wetgeving en rechtspraak is beïnvloed.7 Dit hoge percentage lijkt

chal, S., Widdershoven, R.J.G.M., Europeanisation of Public Law, Groningen: Europa Law Publishing, 2007, pp. 275-280.6 Persdienst EP, Deze week in het Europees Parlement (30 maart – 5 april), referentienummer 20090326STO52715.7 Zie bijvoorbeeld: Hix, S., The Political System of the European Union, New York: Palgrave, 1999, p. 211.

18 OpRecht - voorjaar 2009

Euroscepticus of eurofiel: het Europees Parlement is té be-langrijk om te negeren

Waarom elke ULC’er op 4 juni aanstaande staat te trappelen voor het stem-hokje

Ingezonden

‘Ik erger me al jaren over wat er uit Brussel op ons af-komt. Er komt meer ellende vandaan dan dat er goede dingen uit komen.’1 Aldus Barry Madlener, lijsttrekker van de PVV voor de verkiezingen voor het Europees Parlement (EP). Er komt inderdaad van alles op ons af vanuit Brussel. Blijkbaar is bij de gemiddelde stemge-rechtigde Nederlander dit besef nog niet doorgedron-gen aangezien de opkomst voor de EP-verkiezingen traditioneel laag is. Dit artikel zal geen stemadvies geven.2 Ook zal ik de EU niet de grond in boren of de hemel in prijzen. Ik wil in dit artikel veeleer laten zien dat het EP in de groeiende EU een steeds sterkere rol heeft gekregen, of je dat nu leuk vindt of niet. Juist daarom zou elke ULC’er partij moeten kiezen in de verkiezingen van 4 juni aanstaande, euroscepticus of eurofiel.

Door Leonhard den HertogGroei van de EUDe EU heeft in hoog tempo vele beleidsterreinen on-der haar invloedssfeer gebracht. De EU-bevoegdhe-den ter handhaving van mededingingsregels op acties van lidstaten gaan zelfs verder dan die van de federale overheid in de VS.3 De ene Europese interne markt heeft op vele gebieden maximumharmonisatie vanuit de EU gebracht. Bovendien zijn veel beleidsterrei-nen die aangrenzend zijn aan de interne markt door de EU gereguleerd. Ook verregaande regulering op beleidsterreinen als landbouw, visserij en milieu is af-komstig van de EU. Hiernaast heeft het Verdrag van Maastricht de Europese samenwerking een zeer grote impuls gegeven op beleidsterreinen die buiten louter economische samenwerking liggen. Deze beleidster-reinen zijn nauw verbonden met de soevereiniteit van de lidstaten: visa, asiel, immigratie, politie, justitie en buitenlandsbeleid.4 Naast de verdragswijzigingen heeft het Hof van Justitie ook voor de nodige europea-nisering van nationale beleidsterreinen heeft gezorgd.5

1 ‘Wilders wil met CDA en VVD’, De Telegraaf, 5 april 2009.2 Mocht je toch een stemadvies nodig hebben, surf dan naar euprofiler.eu.3 Monti, M. (Eurocommissaris Mededinging 1999-2004), Interve-ning Against Government restraints on Competition: Reflections from the EU expertise, Lewis Bernstein Memorial Lecture bij het Amerikaanse Ministerie van Justitie, Washington D.C., 27 oktober 2003, kenmerk: SPEECH/03/493, p. 3, 5.4 Titel IV EG-Verdrag en Titel VI EU-Verdrag.5 Zie bijvoorbeeld over rechtspraak van het Hof van Justitie aan-gaande de voorlopige voorziening: Jans, J.H., De Lange, R., Pre-

Page 19: OpRecht jaargang 4, nr. 2 (voorjaar 2009)

19

Het Europees Parlement in Brussel.

moeilijk te onderbouwen; een veel diffuser beeld komt naar voren uit ‘empirische’ studies. Al naar gelang het beleid-sterrein varieert de Europese invloed enorm. Zo blijkt uit een recente studie dat op het gebied van onderwijs, traditi-oneel een nationale aangelegenheid, ten minste 6% van de in Nederland geldende wet- en regelgeving door Europese wetgeving en rechtspraak is beïnvloed. Echter, voor milieu bleek dit ten minste 66%.8 Uit een andere studie blijkt ook dat het Nederlandse landbouwbeleid een grote Europese in-vloed kent.9 Wat zeggen ons deze cijfers nu eigenlijk? Het geeft wel aan dat er op bepaalde beleidsterreinen een zeer grote invloed vanuit de EU is ontstaan op de Nederlandse wet- en regelgeving. Echter, de werkelijke invloed van Eu-ropese regelgeving komt voor overheid en burger vooral op andere manieren constant naar voren. Er zijn tal van recente voorbeelden te noemen: aanbestedingsregels rondom gratis schoolboeken, staatssteunregels rondom de ‘redding’ van banken of luchtkwaliteitseisen die de aanleg van woonwij-ken vertragen.Een sterker EPNu we hebben gezien dat de invloed van de EU zich uitstrekt tot een steeds groter aantal beleidsterreinen en een grote im-pact heeft op de Nederlandse overheid en burger, dient zich de vraag aan of dit Brusselse ‘moloch’ nog is bij te sturen door de burgers. Met andere woorden: hoe staat het met de democratische legitimiteit van de EU? Het ‘democratische tekort’ van de EU is een veelbesproken thema in de litera-tuur.10 Echter, door de jaren heen is de invloed van het EP zeer toegenomen. De opeenvolgende verdragen hebben het EP op steeds meer beleidsterreinen toegang gegeven tot de codecisieprocedure. Dit is dé wetgevingsprocedure waar het EP zijn tanden kan laten zien aangezien het EP hier op gelij-ke voet staat met de Raad.11 Ter illustratie: sinds het Verdrag van Maastricht (1992) is het aantal rechtsbases waarvoor codecisie is voorgeschreven gestegen van 15 naar 37. Onder het Verdrag van Lissabon stijgt dit aantal zelfs door naar

8 Douma, W. Th., Pieters, K., Feenstra, K., Koch-Hartmanová, R., Pilot-monitor EU invloed, Den Haag: T.M.C. Asser instituut, 2007, p. 4.9 Bovens, M.A.P., Yesilkagit, K., ‘De invloed van Europese richtlijnen op de Nederlandse wetgever’, NJB 2005-10, pp. 520-529 op p. 526.10 Zie bijvoorbeeld: Shackleton, M., ‘The European Parliament’, in: Peter-son, J., Shackleton (red.), The Institutions of the European Union, tweede editie, Oxford: University Press, 2006, pp. 104-124 op pp. 118-122.11 Art. 251 EG-Verdrag.

90 rechtsbases en wordt codecisie de hoofdprocedure.12 Een voorbeeld van de invloed van het EP wordt gezien bij de wetgevingsprocedure rondom de ‘Bolkestein-richt-lijn’: het EP heeft hier de werking van de richtlijn op be-paalde economische sectoren uitgesloten.13 Een machtig wapen van het EP is haar zeggenschap over de begroting van de EU. Via deze weg trekt het EP beleidsgebieden naar zich toe waarover zij formeel geen zeggenschap heeft en versterkt zo haar macht.14 Een voorbeeld is het buitenlandsbeleid. Hierover heeft het EP vrijwel niets te zeggen maar door haar ‘begrotingswapen’ heeft het EP hier toch aan invloed gewonnen.15 Verder hebben de vele inter-institutionele overeenkomsten tussen het EP, de Raad en de Commissie de rol van het EP versterkt.16 Zo is via deze weg bijvoorbeeld een Europese vorm van de ‘motie van wantrouwen’ voor Eurocommissarissen toe-gevoegd aan de machtsmiddelen van het EP.17 Alles wijst er dus op dat de institutionele ontwikkeling van de EU vooral de positie van het EP heeft versterkt.

Meedoen Het EP is dus allang geen ‘praatclub’ meer die er niet toe doet. Integendeel, zij is in groeiende mate in staat om haar invloed en macht te doen laten gelden in de Euro-pese besluitvorming die steeds belangrijker wordt voor Nederland. Juist daarom zijn de aanstaande verkiezingen voor het EP dé kans voor de Nederlandse burger om iets te doen aan het ‘democratisch tekort’ van de EU. En om dan ook maar af te sluiten met Barry Madlener en zijn PVV: ze hebben in ieder geval begrepen dat je mee moet doen met de verkiezingen voor het EP als je een mening voor het voetlicht wilt brengen. ■

12 Shackleton 2006, nt. 10, p. 106.13 ‘Europees Parlement akkoord met de Bolkestein-richtlijn’, De Volks-krant, 16 februari 2006.14 Craig, P., De Búrca, G., EU Law, vierde editie, Oxford: University Press, 2008, p. 64.15 Thym, D., ‘Parliamentary Involvement in European International Relations’, in: Cremona, M., De Witte, B. (red.), EU foreign relations law, Oxford: Hart Publishing, 2008, pp. 201-232 op pp. 223-225.16 Maurer, A., ‘Interinstitutional agreements in the CFSP: Parliamen-tarization through the back door?’, European Law Journal, 2005, pp. 175-195 op p. 194.17 EP/Commissie Kaderovereenkomst, 5 juli 2000, PB 2001, C 121/122, artikel 10.

Page 20: OpRecht jaargang 4, nr. 2 (voorjaar 2009)

Voor Na

LOY 4001-14 Adv Starters 210x297 BS.indd 1 06-02-2008 13:31:15

Page 21: OpRecht jaargang 4, nr. 2 (voorjaar 2009)

21

Dubai. Enkele tientallen jaren gele-den was er nog vrijwel niets, slechts een paar gebouwtjes in de woestijn. Anno 2009, liggen de zaken anders. Wanneer je aankomt op het enorme nieuwe vliegveld, wordt al gelijk dui-delijk dat dit op een aantal gebieden een van de meest moderne steden ter wereld is. Het begin van de Sirius studiereis voor ouderejaars 2009.

Door Imre Yousef Yengej

InhoudelijkHet programma was rijkelijk gevuld met inhoudelijke activiteiten. De groep is langs geweest bij de vesti-ging van Loyens & Loeff in Dubai. Na een toespraak over de activiteiten van L&L en de manier waarop con-tacten met de cliënten onderhouden werden (veel minder zakelijk), kre-gen wij een rondleiding door het fi-nancial district. Deze wijk, waar nog op diverse plaatsen gebouwd wordt is werkelijk prachtig. Niet alleen qua gebouwen maar ook fiscaal; er is een zogenaamde ‘free zone’ inge-steld wat betekend dat buitenlandse bedrijven zich er makkelijk kunnen vestigen en geen belasting betalen. Vervolgens bracht het programma ons langs de Zayed University. Deze universiteit is slechts een paar jaar oud en alleen voor vrouwen bedoeld. Ik was onder de indruk van de hoe-veelheid tijd, moeite en geld die ge-investeerd wordt in het onderwijs, en ik wil minister Plasterk dan ook van harte aanraden de gasbaten te ge-bruiken voor ons onderwijs in plaats van windmolentjes en begrotings-tekorten. Maandag zijn we naar de Dubai Courts geweest, waar wij een rondleiding kregen, en in discussie konden gaan met een beleidsmede-werker en één van de hoogste rech-ters van Dubai. De presentatie was erop gericht om ons te overtuigen hoe goed en efficiënt recht(spraak) in Dubai was, de meer kritische vragen werden niet begrepen. Later op deze

Sirius goes Dubai

De studiereiscommissie: van links: Remon van Saane, Lisette de Zeeuw, Annechien Daalderop, Anneloes van Uhm, Juliette Pfa-eltzer, Ariette Sluijk en Imre You-sef Yengej (foto Carrie van der Kroon).

Reportage

dag werd Shell bezocht, dat ons vertelde over hun werkzaamheden en ons een on-derhandelingsspel lieten spelen. Naast de voorgaande bezoeken werd ook de Abu Dhabi Universiteit bezocht. Deze uni-versiteit ontving ons in de VIP hall, waar wij koffie en dadels kregen en in discus-sie gingen met een aantal aanwezige professoren over onder andere de huwe-lijksregelingen in Dubai, euthanasie en ons drugsbeleid. Daarna namen wij deel aan een buffet waarbij wij de studenten goed hebben kunnen leren kennen. Ook hebben we een lokaal advocatenkantoor bezocht, waar wij uitleg kregen over de werking van het islamitische financie-ringsrecht. De dag werd beëindigd met een bezoek aan een Nederlandse vrouw die als makelaar werkte, en ons vertelde over de vastgoedmarkt en het dagelijkse leven in Dubai. Wij waren echt onder de indruk van de moeite die iedereen voor ons nam en we hebben veel geleerd over het recht en de cultuur door al het con-tact.

OverigNatuurlijk hebben we ook op een minder inhoudelijke manier genoten van deze reis. Zo zijn we direct na onze landing naar het strand gegaan, waar we hebben

kunnen ‘genieten’ van de verhouding tussen het aantal mannen en vrou-wen (90-10) en van de moskee die een aantal keer per dag verzen uit de koran over het strand schalde. Velen hebben een drankje gedaan en geno-ten van het prachtige uitzicht in de skyview bar van het Burj Al-Arab ho-tel, een van de meest luxe hotels ter wereld. Er is behoorlijk wat afgewin-keld in de enorme ‘malls’ die Dubai kent. We zijn met Landcruisers de woestijn ingegaan, hebben kameel gereden en de avond doorgebracht in een bedoeïenkamp versierd met kerstverlichting. Ook hebben we een boottocht gemaakt en de gold souq bezocht. Met plezier denk ik terug aan de opbloeiende romance tussen Juliette en Humad, de buikdanskun-sten van Ariette en Lisette, Gert-jan die onder de deur door lag te kijken of de politie niet kwam, Laura’s mo-dieuze zwemkleding, Louis’ dans met de verschrikkelijk zingende Chinese dame op de boot en de vele andere leuke dingen die we meegemaakt hebben. De combinatie tussen een inhoudelijk goed programma en ont-zettend veel lol hebben het echt tot een onvergetelijke reis gemaakt. ■

Page 22: OpRecht jaargang 4, nr. 2 (voorjaar 2009)

22 OpRecht - voorjaar 2009

Straks een vijfde hiv-arrest bij de Hoge Raad?

“Later zal dit in leerboeken straf-recht staan als het hiv-5 arrest in Groningen.”1 Aldus persofficier van justitie Oebele Brouwer toen de rech-ter afgelopen november uitspraak deed in de Groninger hiv-zaak. Hij meldde meteen dat het OM in hoger beroep zou gaan en voegde daaraan toe: “We zullen waarschijnlijk door-gaan tot bij de Hoge Raad, want dit is een principiële kwestie.” De drie verdachten kregen een veel lagere straf opgelegd dan het OM had ge-eist. De advocaten van de verdach-ten tekenden kort daarop ook hoger beroep aan, en vrijdag 17 april 2009 werd een regiezitting gehouden. Op 8 juni gaat de inhoudelijke behan-deling van de zaak in hoger beroep van start. Wat is er allemaal in eerste aanleg besproken en waar worden de drie mannen van verdacht? In oktober vorig jaar werd een week uitgetrokken om de zaak te behan-delen. Peter M., Hans J. en Wim D. werden ervan verdacht veertien man-nen opzettelijk besmet te hebben met hiv, hetzij met onveilige seks, dan wel door de slachtoffers te injecteren met hiv-besmet bloed. De verdach-ten was onder andere zware mishan-deling met voorbedachten rade door toediening van een voor het leven of de gezondheid gevaarlijke stof (NB: met hiv-besmet bloed), subsidiair

1 M. van Dongen, ‘9 jaar cel voor hoofd-verdachte hiv-zaak’, De Volkskrant, 12 november 2008.

poging tot dit misdrijf tenlastegelegd.2 Ook waren zij verdacht van het verko-pen, verstrekken en vervoeren van XTC en de rape-drug GHB.Het eerste slachtoffer is eind 2005 ge-vallen, aldus Hans J. De drie seroposi-tieve mannen hebben sindsdien vaker seksfeesten gehouden, waarbij het vi-rus werd overgebracht door middel van onveilige seks en injecties van met hiv-besmet bloed. Op die feesten werden mannen soms ook met GHB en andere partydrugs gedrogeerd, waarna er door de verdachten seksueel misbruik van de feestgangers werd gemaakt. Pas in de zomer van 2006 meldden en-kele mannen zich bij de politie met het vermoeden dat zij tijdens een dergelijk seksfeest, mogelijk terwijl ze onder de invloed van drugs waren, met het virus zijn besmet. Hierbij hebben zij geen aangifte gedaan. De politie heeft vervol-gens verborgen camera’s geplaatst en de telefoons van de mannen getapt. Tevens waarschuwde de GGD de homogemeen-schap voor seksfeesten bij mensen thuis, waarna een zestal mannen zich meldde om van vergelijkbare ervaringen te ver-halen. Omdat er weinig resultaat werd geboekt, werd het onderzoek stilgelegd tot febru-ari 2007; toen deed de eerste man aan-gifte en brak daarmee het ijs voor de andere dertien slachtoffers. In mei 2007 werden Peter M., Hans J. en Wim D. ge-

2 Rb. Groningen 12 november 2008, LJN BG4169 (verdachte M.), LJN BG4170 (ver-dachte J.) en LJN BG4172 (verdachte D.).

arresteerd. In oktober 2008 werd de zaak einde-lijk inhoudelijk behandeld. Er wordt een week aan de zaak besteed. In november deed de rechter uitspraak. Voorop werd gesteld dat de verdach-ten geen zware mishandeling kun-nen hebben gepleegd met het hebben van onveilig seksueel contact, omdat de benodigde (voorwaardelijk) op-zet ontbrak.3 Er was namelijk geen sprake van een aanmerkelijke kans op besmetting zoals uitgelegd in het hiv III-arrest.4 Hoewel er risicover-hogende omstandigheden waren die volgens dat arrest vereist zijn om van een aanmerkelijke kans op een hiv-besmetting te kunnen spreken, wa-ren er ook omstandigheden die het risico op besmetting verminderden. Alles samengenomen kon, volgens de rechtbank, niet enkel door het hebben van onveilig seksueel con-tact worden gesproken van een risico dat naar algemene ervaringsregelen als aanmerkelijk kan worden be-schouwd. De verdachten zijn daarom vrijgesproken van het tenlastegeleg-de betreffende zware mishandeling in alle gevallen waar er geen sprake was van het injecteren van de slacht-offers met besmet bloed.In de gevallen waar de slachtof-

3 Rb. Groningen 12 november 2008, LJN BG4169 (Groninger hiv-zaak, verdachte M.).4 HR 18 januari 2005, NJ 2005, 154 (hiv III).

Reportage

Op 12 november 2008 deed de rechtbank Groningen uitspraak in de Groninger hiv-zaak. De rechtbank veroordeelde hoofd-verdachte Peter M. (50) tot een celstraf van negen jaar, Hans J. (35) tot een straf van vijf jaar, en Wim D. (50) tot achttien maanden. Op 8 juni gaat de zaak in hoger beroep.

Door Marieke Palstra

Page 23: OpRecht jaargang 4, nr. 2 (voorjaar 2009)

23

fers zijn geïnjecteerd met bloed dat met hiv was besmet, oordeelde de rechtbank dat er enkel kon worden gesproken van een poging tot zware mishandeling met voorbedachten rade door toediening van een voor het leven of de gezondheid gevaar-lijke stof. Er kon immers niet wor-den vastgesteld dat de verdachten de slachtoffers ook werkelijk met de injectie besmet hadden; het causale verband was onvoldoende bewezen. De rechtbank overwoog dat “het bij de aangevers geconstateerde zwaar lichamelijk letsel - de hiv-besmetting - heel wel mogelijk kan zijn veroor-zaakt door anderen dan verdachte en of zijn medeverdachten en op andere wijze dan door de in de tenlasteleg-ging uitgewerkte feitelijkheden.”5 Het benodigde voornemen op zware mishandeling, waarvan de verdedi-ging het bestaan betwiste, werd wel aanwezig geacht in die gevallen waar uit verklaringen van de verdachten, slachtoffers of andere getuigen bleek dat het slachtoffer daadwerkelijk was geïnjecteerd met besmet bloed.6 Uiteindelijk is Peter M. veroordeeld voor het vijfmaal pogen met voorbe-dachten rade zware mishandeling te plegen door toediening van een voor het leven of de gezondheid gevaarlij-ke stof, het seksueel binnendringen

5 Rb. Groningen 12 november 2008, LJN BG4169 (Groninger hiv-zaak, ver-dachte M.).6 Idem.

van drie van de slachtoffers terwijl deze in een staat van verminderd be-wustzijn waren, het verduisteren van –onder andere– de injectiespuiten en vier Opiumwetdelicten gerelateerd aan zijn bezit en wijze van gebruik van de GHB en XTC.7 Bij de over-wegingen inzake de straftoemeting betrok de rechtbank ook de voor-trekkersrol die Peter M. zou hebben gespeeld. De rechtbank legde hem negen jaar gevangenisstraf op, van de vijftien jaar die door het OM ge-eist werd. Hans J. is ook veroordeeld voor de vijf pogingen tot zware mishandeling onder de bovengenoemde strafver-zwarende omstandigheden en twee Opiumwetdelicten.8 De rechtbank heeft ook vastgesteld dat hij licht ver-minderd toerekeningsvatbaar voor de delicten is, vanwege onder ander een neurotische persoonlijkheid die zich mede uit in een laag zelfbeeld en een zwakke identiteit. Dit heeft ertoe geleid dat hij “zichzelf en medever-dachte [Medeverdachte M] binnen deze ongelijkwaardige relatie niet goed een halt heeft kunnen toeroe-pen.” In combinatie gezien met het feit dat Hans J. een kleiner aandeel had in de mishandelingen dan Peter M., vindt de rechtbank dat Hans J. een lagere straf moet krijgen. Hij is

7 Idem. 8 Rb. Groningen 12 november 2008, LJN BG4170 (Groninger hiv-zaak, ver-dachte J.).

veroordeeld tot vijf jaar gevangenis-straf; het OM eiste ook voor hem vijftien jaar.Ten aanzien van Wim D. hebben vi-rologen vastgesteld dat hij als enige niet de slachtoffers kan hebben be-smet, omdat hij een andersoortige hiv-besmetting heeft.9 Bij hem is dan ook het minst bewezenverklaard: hij is bij één van de slachtoffers seksu-eel binnengedrongen terwijl deze in een staat van verminderd bewustzijn was, en heeft zich schuldig gemaakt aan een viertal Opiumdelicten.10 Omdat hij reeds de achttien maanden detentie waartoe de rechtbank hem had veroordeeld had doorgebracht in voorlopige hechtenis, mocht hij met-een vrijuit.De dag van de uitspraak maakte het OM bekend dat zij in hoger beroep zouden gaan; de strafoplegging ver-schilde erg veel van het geëiste. Ook de drie verdachten lieten dat al snel weten. Advocaat Wim Anker , verte-genwoordiger van Peter M., was het oneens met de strafoplegging. De raadsmannen van Hans J. en Wim D. willen meerdere punten opnieuw la-ten beoordelen. Nu maar wachten op de uitspraak van het hof. ■

9 Rb. Groningen 12 november 2008, LJN BG4169 (Groninger hiv-zaak, ver-dachte M.).10 Rb. Groningen 12 november 2008, LJN BG4172 (Groninger -zaak, ver-dachte D.).

Foto: Sanne Buisman.

Page 24: OpRecht jaargang 4, nr. 2 (voorjaar 2009)

Je bent in de eindfase van je studie Neder-lands, Notarieel of Fiscaal recht en je weet nog niet wat je wilt na je studie. Advocatuur of bedrijfsleven? Ondernemingsrecht of Arbeids-recht? Een studentstage bij CMS Derks Star Busmann kan je bij deze keuze helpen!

Tijdens een studentstage leer je de dage-lijkse praktijk van onze advocaten, notarissen of fiscalisten kennen. Je neemt deel aan de lopende zaken en gaat mee naar zittingen en vergaderingen. Ook reageer je inhoudelijk op dagvaardingen en schrijf je onder begeleiding adviezen voor de cliënt.

Je kunt stage lopen op onze vestingen in Amsterdam, Arnhem en Utrecht. Onze studentstages duren 4 tot 6 weken. Voor

deze stage ontvang je een vergoeding van € 1050,- (bij 6 weken).

Wil jij kennis maken met de praktijk? En zit je in de laatste fase van je studie? Meld je dan aan voor een student stage. Wees er tijdig bij, want vol is vol!

Aanmelden kan door je motivatie, cv en cijferlijst te sturen naar de Afdeling Oplei-dingen:

Mevrouw mr. Jolie HofmanT 030 2121 133E [email protected]

Ga voor meer informatie naar www.cms-dsb.com

Stage: de eerste stap naar je carrière

Page 25: OpRecht jaargang 4, nr. 2 (voorjaar 2009)

25

In beeld

Wat is er deze maand bij jou in beeld? Stuur je foto naar [email protected]

Van het bestuur

Overal ligt papier. Het tapijt in mijn kamer is bezaaid met witte vellen, post-its, mappen en flyers. Kleine stapeltjes, ieder met een eigen verhaal doch allemaal met het zelfde verzoek: “ruim mij op!” Vandaag is het weer zover: een keer per week werk ik alle administratie bij. Vol goede moed ga ik aan de slag. De ULC café flyers aan de muur, module handleiding in de kast, de notulen in de la en geleegde enveloppen in de prullenbak. Na een uur haal ik opgelucht adem, de vloer is leeg de kast vol en als aller belangrijkste het overzicht is teruggekeerd.

Dat je in een bestuursjaar veel leert staat buiten kijf. Je leert echt intensief samenwerken met vijf mensen. Of het communicatie of knopen en brie (voor toelichting: vraag Menno) betreft, elke dag leer ik iets nieuws van mijn medebestuurders.

Ook leer je hoe je samen een lange termijn visie voor ‘de helderste ster aan de hemel’ moet uitzetten. En hoe je deze vervolgens uitvoert. Je leert omgaan met bekende en nog vaker onbekende problemen, zoals een enigszins onsympathieke Londonreis buschauffeur of een boek dat

je moet kopiëren maar natuurlijk net de dag daarvoor aan iemand anders is uitgeleend en nergens dan in Amsterdam te krijgen is. Ook heb ik het genoegen om ontzettend veel nieuwe mensen te leren kennen, is het niet tijdens de uitgebreide vergadersessies op het Molengraaf dan wel op

de borrels van het ULC-café.

Misschien is het meest leerzame, maar ook het lastigste, het leren goed overzicht te houden. Met meer commissies dan de VN, meer papierwerk dan er bomen in het Wilhelminapark staan, meer ideeën dan leden en meer dagelijkse e-mails dan gevatte opmerkingen van Marije (en dat zijn er heel erg veel) kan dat wel eens lastig zijn. Toch bind ik vol goede moed en plezier elke dag de

strijd aan met de bossen papier, bergen e-mails en zeeën van ideeën.

Want als er een ding is dat ik van Sirius leer dan is het dat er nog veel te leren valt.

Cath - Vice praeses

In Canada zorgt Sirius niet voor ver-dieping naast je rechtenbachelor, maar voor goede muziek tijdens je road trip in de auto. Niels Pannevis stuurde ons deze foto van een autosticker van Si-rius Satellite Radio, hét radiostation van Canada.

Page 26: OpRecht jaargang 4, nr. 2 (voorjaar 2009)

26 OpRecht - voorjaar 2009

Column

ColofonOpRecht is het maandblad van het Utrecht Law College en de studiever-eniging Sirius. Wil je iets kwijt aan de redactie of heb je een idee voor een artikel? Mail dan naar: [email protected]. Oplage: 500, jaargang 4, nummer 2, april 2009. Een online versie van OpRecht is beschikbaar op www.ulcsirius.nl

Drukwerk: Grafisch Centrum Vanderheym Herculesplein 275 3584 AA Utrecht 030 252 03 94

Verspreiding: Jongbloed juridische uitgevers Noordeinde 39 2514 GC Den Haag 070 356 02 02

Voor vragen of opmerkingen over be-zorging kunt u contact opnemen met de redactie.

REDACTIEHoofdredactieWouter de Zanger

OpRechtLiselotte van den Anker, Suzanne Buck, Charlotte Duijf, Yarden Nie-boer, Marieke Palstra, Niels Pannevis, Michiel van Rede, Marian Tjaden.

FotoredacteurSanne Buisman

Aan dit nummer hebben meegewerkt:Judith Pijnacker (afdeling Openbare Orde en Veiligheid van de gemeente Utrecht), Nienke Visschers (ROOD), Leonhard den Hertog, Kees Cath, Carrie van der Kroon, Imre Yousef Yengej, Yasemin Demirel.

Niels Pannevis

Klimaatcrisis, Koninginnedagcrisis, Energiecrisis, Kredietcrisis, Griepcrisis, JSF-crisis, we crisissen wat af met zijn allen. Misschien is crisis een modewoord, misschien gaat het echt ontzettend slecht met de wereld, en misschien kunnen we dat helemaal niet beoordelen. Ik weet het niet. Ik merk alleen dat ik in de gemiddelde nieuwsuitzending het woord crisis toch een keer of vijf voorbij hoor komen, het liefst samen met een K. Dat allitereert lekker. Maar aan een jeukterm als de griepcrisis ontsnap je niet. Om dat nou een kankercrisis te noemen gaat wat ver. Dekt de lading ook niet helemaal.

Ik lijd in ieder geval aan een zware vorm van crisisdevaluatie. Of moet ik dat crisisinflatie noemen? Het doet me allemaal niet zo veel meer. Sterker nog, bij elke volgende crisis wordt de vorige minder waard, en de volgende ook. “Nóg een crisis? Prima, trek maar een nummertje.” Want wat maakt het ook allemaal nog uit? Die andere crisissen merkte ik ook weinig van hoor. Het zal mijn tijd wel duren, en laat ze het maar oplossen. De politiek, de bankiers, die andere. Hunnie. Ik hoor het wel als de bakker geen brood meer bakt, de Eneco geen stroom meer maakt, of de dokter geen pillen meer heeft. Tot die tijd crississen jullie maar lekker door.

Toegegeven, crises hebben ook voordelen. Het levert bijvoorbeeld grappige televisie op: crisistelevisie. Dat zijn geïmproviseerde urenlange uitzendingen, terwijl men eigenlijk maar één zinnetje informatie heeft.

Er is een vliegtuig in het WTC gevlogen, het kabinet valt bijna, een malloot in Apeldoorn heeft een stopbord gemist.

Gelukkig zijn er dan altijd deskundigen. Waar die mensen vandaan getrokken worden weet ik niet, maar er zijn altijd overal deskundigen over. Die komen dan uitleggen dat ze het ook niet weten, heel fijn is dat. Zo’n interview waarin de interviewer niet weet wat hij moet vragen, en de geïnterviewde niet weet wat hij moet antwoorden. Prachtige televisie!

“Maar ehm, meneer de veiligheidsdeskundige, waarom heeft die man in Apeldoorn geen grotere auto gebruikt?” “Nou, meneer de verslaggever, geen idee.” Met dank aan de deskundige.

Een crisis is voor leiders natuurlijk eigenlijk een fijne tijd. Er kan zowaar wat veranderen, je hebt snel mensen achter je. Zoals de adviseurs van Obama zeggen: “Never let a good crisis go to waste.” Banken nationaliseren, AOW-leeftijd omhoog, staatssteun aan faillerende autofabrieken, allemaal mede mogelijk gemaakt door de crisis. De vreemdste dingen kunnen opeens, en dat is ook wel weer leuk.

“Ik lijd aan een zware vorm van crisisdevaluatie”

Page 27: OpRecht jaargang 4, nr. 2 (voorjaar 2009)

27

Wat een maand

“Ik dacht dat er alleen maar nerds bij het ULC zou-den zitten. Toen kwam ik erachter dat ik zelf ook gewoon een nerd ben.” - Een anonieme ULC’er met zelfkennis.

Sharon Robinson: “Er is geen andere maat; het is een one-size-fits-all.”Marieke Palstra: “Het is eerder een one-size-fits-no one.”

Tzivya Belinfante: “Het gebouw van de Tate Mo-dern lijkt net een reusachtige middelvinger die naar je wordt opgestoken.”

Michiel van Rede, Stéphanie Groothedde en Ewout Lubberdink bij een lezing in het kader van de politieke module (foto: fotocommis-sie).

ULC’ers Louis van Roessel, Remon van Saane, Arnout Koeman, Imre Yousef Yengej, Martijn Nijholt en Gert-Jan Klapijk met enkele studenten van de Al Eihn Universiteit in Adu Dhabi (foto: Carrie van der Kroon).

Een lezing in het kader van de politieke module (foto: fotocommissie).

ULC’ers, met onder andere Menno Lukkes, aan het werk bij een chocolademaker in Brussel (foto: fotocommissie).

Madeleine Majenburg: “Ik ben zo gaar als een klontje.”

“Vive el commandante” - Lionel van den Berg aan het slot van zijn pleidooi tijdens de oefenrechtbank Kern-vak IER.

“If I don’t want to sell you my left leg and you sneak into my room in the middle of the night and chop it off, that doesn’t mean that I have suffered no loss.” - Engels recht voor gevorderden.

Page 28: OpRecht jaargang 4, nr. 2 (voorjaar 2009)

De kunst van winnen is het

behouden van de voorsprong

Topprestaties, teamwork en doorzettingsvermogen zijn ook in ons vak onontbeerlijk voor succes. Daarom dragen we de roeisport een warm hart toe en helpen we aanstormend juridisch talent graag op weg. Als je op het hoogste niveau wilt werken, zorgen wij voor de juiste faciliteiten en de beste coaches. Klaar om in te stappen? Kijk voor meer informatie op www.boekeldeneree.nl

Boekel De Nerée, advocaten en notarissen; hoofdsponsor van de Koninklijke Nederlandsche Roeibond

Gustav Mahlerplein 2 1082 MA Amsterdam (020) 795 39 53

Boekel De Nerée zoekt fanatieke advocaat-stagiaires en kandidaat-notarissen

Winnen_Voorspr_A4 FC.indd 1 14-04-2008 13:07:54