Nota overgangsmaatregelen wijzigingsdecreet · 2015. 6. 11. · De overgangsmaatregelen gelden tot...

14
Definitieve nota 20/10/2014 - Overgangsmaatregelen wijzigingsdecreet 1 Definitieve nota 20/10/2014 Overgangsmaatregelen wijzigingsdecreet 0 Inhoud 0 Inhoud .............................................................................................................................................. 1 1 Inleiding ...........................................................................................................................................2 2 Wat als je nu start met de opmaak van een nieuw beheerplan? ..................................................2 2.1 Optie 1: vorm en inhoud conform huidige regelgeving .........................................................2 2.2 Optie 2: vorm en inhoud conform nieuwe regelgeving ....................................................... 3 2.3 Optie 3: wachten op nieuwe regelgeving ............................................................................. 4 3 Wat met een beheerplan dat nu ter goedkeuring wordt ingediend?.......................................... 4 4 Wat met beheerplan dat in goedkeuringsprocedure zit bij ANB op het ogenblik dat het nieuwe uitvoeringsbesluit in werking treedt? ...................................................................................... 4 5 Wat met bestaande beheerplannen? ............................................................................................ 4 5.1 Algemeen ................................................................................................................................ 4 5.2 Aanpassing bestaande beheerplannen aan IHD................................................................... 5 5.2.1 Moet of kan bestaand beheerplan aangepast worden aan IHD? ................................ 5 5.2.2 Niveau van aanpassen van beheerdoelstellingen ........................................................ 5 5.2.3 Procedure ....................................................................................................................... 6 5.2.4 Intenties .......................................................................................................................... 6 6 Subsidies ......................................................................................................................................... 6 7 Hoe omgaan met erkenning en aanwijzing van reservaten? ....................................................... 7 8 Hoe omgaan met verwerving?....................................................................................................... 7 8.1 Focus van het gebruik van 85% van het ANB-aankoopbudget voor de aankoop van terreinen voor IHD............................................................................................................................. 7 8.2 Focus van het gebruik van 75% van de aankoopsubsidies voor de aankoop van terreinen voor IHD .............................................................................................................................................. 8 8.3 Recht van voorkoop ............................................................................................................... 8 9 Lokale besturen .............................................................................................................................. 9 9.1 Vervreemdingen .................................................................................................................... 10 9.2 Overdracht van beheer ......................................................................................................... 10 9.3 Erkenning van reservaten ..................................................................................................... 10 10 Evaluatie bestaande beheerplannen in kader van omzetting naar natuurbeheerplan......... 10 11 Evaluatie uitbreidingsperimeters in kader van art. 106 van het wijzigingsdecreet ................11

Transcript of Nota overgangsmaatregelen wijzigingsdecreet · 2015. 6. 11. · De overgangsmaatregelen gelden tot...

Page 1: Nota overgangsmaatregelen wijzigingsdecreet · 2015. 6. 11. · De overgangsmaatregelen gelden tot het inwerking treden van de nieuwe regeling. Deel 2 t.e.m. 9 in deze nota gelden

Definitieve nota 20/10/2014 - Overgangsmaatregelen wijzigingsdecreet 1

Definitieve nota 20/10/2014

Overgangsmaatregelen wijzigingsdecreet

0 Inhoud 0 Inhoud .............................................................................................................................................. 1

1 Inleiding ...........................................................................................................................................2

2 Wat als je nu start met de opmaak van een nieuw beheerplan? ..................................................2

2.1 Optie 1: vorm en inhoud conform huidige regelgeving .........................................................2

2.2 Optie 2: vorm en inhoud conform nieuwe regelgeving ....................................................... 3

2.3 Optie 3: wachten op nieuwe regelgeving ............................................................................. 4

3 Wat met een beheerplan dat nu ter goedkeuring wordt ingediend?.......................................... 4

4 Wat met beheerplan dat in goedkeuringsprocedure zit bij ANB op het ogenblik dat het nieuwe uitvoeringsbesluit in werking treedt? ...................................................................................... 4

5 Wat met bestaande beheerplannen? ............................................................................................ 4

5.1 Algemeen ................................................................................................................................ 4

5.2 Aanpassing bestaande beheerplannen aan IHD ................................................................... 5

5.2.1 Moet of kan bestaand beheerplan aangepast worden aan IHD? ................................ 5

5.2.2 Niveau van aanpassen van beheerdoelstellingen ........................................................ 5

5.2.3 Procedure ....................................................................................................................... 6

5.2.4 Intenties .......................................................................................................................... 6

6 Subsidies ......................................................................................................................................... 6

7 Hoe omgaan met erkenning en aanwijzing van reservaten? ....................................................... 7

8 Hoe omgaan met verwerving? ....................................................................................................... 7

8.1 Focus van het gebruik van 85% van het ANB-aankoopbudget voor de aankoop van terreinen voor IHD ............................................................................................................................. 7

8.2 Focus van het gebruik van 75% van de aankoopsubsidies voor de aankoop van terreinen voor IHD .............................................................................................................................................. 8

8.3 Recht van voorkoop ............................................................................................................... 8

9 Lokale besturen .............................................................................................................................. 9

9.1 Vervreemdingen .................................................................................................................... 10

9.2 Overdracht van beheer ......................................................................................................... 10

9.3 Erkenning van reservaten ..................................................................................................... 10

10 Evaluatie bestaande beheerplannen in kader van omzetting naar natuurbeheerplan ......... 10

11 Evaluatie uitbreidingsperimeters in kader van art. 106 van het wijzigingsdecreet ................ 11

Page 2: Nota overgangsmaatregelen wijzigingsdecreet · 2015. 6. 11. · De overgangsmaatregelen gelden tot het inwerking treden van de nieuwe regeling. Deel 2 t.e.m. 9 in deze nota gelden

Definitieve nota 20/10/2014 - Overgangsmaatregelen wijzigingsdecreet 2

1 Inleiding In afwachting van de inwerkingtreding van de nieuwe regelgeving gelden overgangsmaatregelen die duidelijk moeten maken:

• Hoe wordt omgegaan met dossiers die ingediend worden in afwachting van de nieuwe regelgeving.

• Hoe wordt omgegaan met dossiers in behandeling bij het ANB op het ogenblik dat de nieuwe regelgeving in werking treedt.

• Hoe kunnen nu reeds dossiers opgemaakt worden conform de nieuwe regelgeving. Het gaat hier om de goedkeuring van beheerplannen en de erkenning van reservaten. In deze nota wordt eveneens het kader voor verwerving (zowel door het ANB, bij aankoopsubsidies als bij aanvragen tot vervreemding van openbare besturen) tijdens deze periode verduidelijkt. Binnen het project Geïntegreerd beheer van Natuur (GBN) wordt gewerkt aan de integratie van het bos- en natuurdecreet. Binnen afzienbare tijd (2015) wordt o.a. volgende nieuwe regelgeving van kracht:

• BVR zoekzones en managementplan Natura 2000 (juli 2014) • BVR natuurbeheerplannen en reservaten (voorjaar 2015) • BVR criteria geïntegreerd natuurbeheer (voorjaar 2015) • BVR subsidies (voorjaar 2015)

Het BVR natuurbeheerplannen en reservaten is reeds een eerste keer principieel goedgekeurd door de Vlaamse regering. Een definitieve goedkeuring van dat BVR wordt verwacht in het voorjaar van 2015. Goedkeuring van de andere twee besluiten (criteria geïntegreerd natuurbeheer en subsidies) wordt eveneens verwacht in het voorjaar van 2015. Deze nota is bedoeld voor de overgangsperiode tot de inwerkingtreding van die BVR’s. Wanneer deze nieuwe regelgeving van kracht wordt, zal het beheer geregeld worden met 1 soort instrument: het natuurbeheerplan. Verschillende terreintypes (bos, open ecotopen, park, bermen, bomenrijen,…), verschillende eigenaars en eigenaarscategorieën, en verschillende ambities zullen dan in 1 beheerplan kunnen gecombineerd worden. Maar een beheerplan met 1 terreintype, 1 eigenaar en/of 1 ambitie blijft ook kunnen. Het natuurbeheerplan wordt tevens een zeer belangrijk instrument voor de implementatie IHD. De overgangsmaatregelen gelden tot het inwerking treden van de nieuwe regeling. Deel 2 t.e.m. 9 in deze nota gelden in de overgangsperiode. Deel 10 geldt van zodra de nieuwe regelgeving m.b.t. het natuurbeheerplan van kracht is.

2 Wat als je nu start met de opmaak van een nieuw beheerplan?

2.1 Optie 1: vorm en inhoud conform huidige regelgeving Zolang het nieuwe uitvoeringsbesluit betreffende de natuurbeheerplannen niet van kracht is, kan een beheerder kiezen om een beheerplan op te stellen volgens de huidige uitvoeringsbesluiten. Dit geldt voor alle huidige type beheerplannen: beperkte bosbeheerplannen, uitgebreide bosbeheerplannen, beheerplannen voor erkende en Vlaamse reservaten, beheerplannen voor bosreservaten. Wanneer de beheerder IHD-doelen wil realiseren, worden wel volgende elementen uitdrukkelijk gevraagd: • Inventarisatie: Kaart met aanduiding waar welk habitat actueel aanwezig is. Hierbij wordt

onderscheid gemaakt tussen: - goed ontwikkeld habitat (= habitat in een gunstige staat van instandhouding)

Page 3: Nota overgangsmaatregelen wijzigingsdecreet · 2015. 6. 11. · De overgangsmaatregelen gelden tot het inwerking treden van de nieuwe regeling. Deel 2 t.e.m. 9 in deze nota gelden

Definitieve nota 20/10/2014 - Overgangsmaatregelen wijzigingsdecreet 3

- gedegradeerd habitat (= habitat in een ongunstige staat van instandhouding).

• Streefbeelden/doelstellingen: Kaart met aanduiding waar: - welke IHD als doel gesteld worden. - zones met specifiek beheer voor IHD-soorten (Europees beschermde soorten en

habitattypische soorten). • Beheermaatregelen: Op basis van de inventarisatiegegevens en aan de hand van het

document “Gebruik LSVI-tabellen bij beoordelen beheerplannen” bepalen voor welke parameters maatregelen moeten genomen worden om het habitat of het leefgebied van een Europees beschermde soort in een goede lokale staat van instandhouding te houden en/of te brengen.

Opvolging beheerplan • In de bosbeheerplannen oude stijl is er geen luik ‘opvolging beheerplan’ voorzien. Als een

beheerder kiest om een beheerplan op te stellen oude stijl, wordt er ook geen monitoringsplan gevraagd. Er zal wel gestart worden met de 6-jaarlijkse evaluatie door het ANB. Hierbij wordt nagegaan of men op schema zit om de beheerdoelen te halen.

• Beheerplannen voor erkende natuurreservaten: 3 jaar na de eerste erkenning en vervolgens

om de 5 jaar moet de beheerder een uitgebreid monitoringsrapport indienen bij het ANB (cfr. art. 19 van het Reservatenbesluit van 27 juni 2003). Daarnaast dient hij ook jaarlijks een beperkt jaarrapport over de beheerwerken in bij het ANB (cfr. art. 23 van het Reservatenbesluit van 23 juni 2003). Eventueel kan hier reeds gekozen worden voor een monitoring volgens de nieuwe stijl (zie optie 2).

2.2 Optie 2: vorm en inhoud conform nieuwe regelgeving Het ANB stimuleert beheerders steeds om een beheerplan op te stellen conform het nieuwe (ontwerp)uitvoeringsbesluit. De grote voordelen van het toekomstige natuurbeheerplan zijn:

- Alle vormen van natuur kunnen opgenomen worden in het beheerplan.

- Toegankelijk voor iedereen: openbare besturen en privé-eigenaars kunnen ook open habitats beheren. Erkende terreinbeherende natuurverenigingen kunnen ook zones beheren zonder reservaatstatuut.

- Vereenvoudigde inventarisaties afgestemd op het gebied, de beheerdoelstellingen en het ambitieniveau van de beheerder.

- Meer resultaatgericht: zolang resultaat gehaald wordt, moet niet voor elke maatregel die wijzigt een machtiging gevraagd worden.

- De monitoring gebeurt ter ondersteuning van het beheer: de informatie uit de monitoring wordt gebruikt om de beheermaatregelen of de beheerdoelstellingen bij te sturen waar nodig.

- Een hogere ambitie wordt (na goedkeuring van het nieuwe subsidiebesluit) ondersteund door meer en gerichtere subsidiemogelijkheden.

Ervaring leert dat het opstellen van een uitgebreid bosbeheerplan, een beheerplan van een bos- of natuurreservaat (te vergelijken met een natuurbeheerplan type 2, 3, 4) gemiddeld 2 jaar duurt volgens de huidige regeling. Dus wanneer nu gestart wordt met de opmaak van een nieuw beheerplan, is de kans groot dat wanneer het beheerplan ter goedkeuring wordt ingediend bij het ANB, de nieuwe regelgeving van kracht is. Indien dit nog niet het geval is, kan het beheerplan goedgekeurd worden volgens de huidige procedures. Ook de huidige subsidieregeling blijft dan van kracht. Van zodra de nieuwe regelgeving van kracht is, zal de beheerder dan snel kunnen overstappen op het nieuwe systeem van natuurbeheerplan en subsidies. Een beheerplan nieuwe stijl maken, betekent concreet dat alle gegevens moeten opgenomen worden zoals vermeld in bijlage 1 bij deze nota.

Page 4: Nota overgangsmaatregelen wijzigingsdecreet · 2015. 6. 11. · De overgangsmaatregelen gelden tot het inwerking treden van de nieuwe regeling. Deel 2 t.e.m. 9 in deze nota gelden

Definitieve nota 20/10/2014 - Overgangsmaatregelen wijzigingsdecreet 4

2.3 Optie 3: wachten op nieuwe regelgeving Wanneer een beheerder enerzijds wil vermijden dat hij zijn beheerplan na goedkeuring van de nieuwe regeling moet aanpassen, maar anderzijds eerst wil weten hoe de nieuwe subsidieregeling er zal uitzien, kan hij beslissen om nog niet te starten met de opmaak van een nieuw beheerplan en kan hij wachten tot de nieuwe regelgeving van kracht is. Het ANB zal beheerders echter stimuleren om voor optie 2 te kiezen.

3 Wat met een beheerplan dat nu ter goedkeuring wordt ingediend? Zolang de nieuwe regelgeving niet van kracht is, wordt een beheerplan dat bij het ANB wordt ingediend voor goedkeuring, beoordeeld conform de huidige regelgeving en afspraken:

- Uitgebreide en beperkte bosbeheerplannen

- Beheerplannen van erkende natuurreservaten

- Beheerplannen van Vlaamse natuurreservaten

- Beheerplannen van bosreservaten

4 Wat met beheerplan dat in goedkeuringsprocedure zit bij ANB op het ogenblik dat het nieuwe uitvoeringsbesluit in werking treedt?

Het beheerplan kan door het ANB beoordeeld worden conform de huidige regelgeving en afspraken:

- Uitgebreide en beperkte bosbeheerplannen

- Beheerplannen van erkende natuurreservaten

- Beheerplannen van Vlaamse natuurreservaten

- Beheerplannen van bosreservaten De indiener van het beheerplan heeft wel de mogelijkheid om het beheerplan dat hij al heeft ingediend, te herroepen en opnieuw in te dienen als een natuurbeheerplan. Dit zal door het ANB ook zoveel mogelijk gestimuleerd worden. Vorm en inhoud dienen dan conform het nieuwe uitvoeringsbesluit te zijn.

5 Wat met bestaande beheerplannen?

5.1 Algemeen In de overgangsperiode tussen nu en het van kracht zijn van de nieuwe regelgeving verandert er niets. Na de inwerkingtreding van de regelgeving (in casu artikel 107 van het wijzigingsdecreet) worden de goedgekeurde beheerplannen van natuurreservaten, bosreservaten en bossen binnen een periode van 6 jaar geëvalueerd en zo nodig aangepast. Indien de terreinen een bijdrage kunnen leveren aan de realisatie van het instandhoudingsbeleid gebeurt de evaluatie binnen de 4 jaar. Uit de evaluatie kan blijken:

a) Er zijn geen wijzigingen nodig: het bestaande beheerplan geldt als natuurbeheerplan vanaf de datum vermeld in het evaluatieverslag, dat geldt als de beslissing dat het bestaande plan kan doorgaan als natuurbeheerplan. Deze beslissing door het ANB gaat gepaard met aanpassingen van termen (zoals bepaling van de natuurstreefbeelden) zodat vanaf dan de nieuwe subsidies kunnen ingezet worden.

Page 5: Nota overgangsmaatregelen wijzigingsdecreet · 2015. 6. 11. · De overgangsmaatregelen gelden tot het inwerking treden van de nieuwe regeling. Deel 2 t.e.m. 9 in deze nota gelden

Definitieve nota 20/10/2014 - Overgangsmaatregelen wijzigingsdecreet 5

b) Er zijn wel wijzigingen of aanvullingen nodig: het aangepast beheerplan wordt ter goedkeuring voorgelegd aan het Agentschap. Na goedkeuring geldt het als natuurbeheerplan (en wordt de nieuwe subsidieregeling van kracht).

Hoe deze evaluatie zal gebeuren, wordt verder toegelicht in hoofdstuk 10 van deze nota. In afwachting van de evaluatie door het ANB kunnen de beheermaatregelen voorzien in het beheerplan worden uitgevoerd en blijft de huidige subsidieregeling van toepassing.

5.2 Aanpassing bestaande beheerplannen aan IHD

5.2.1 Moet of kan bestaand beheerplan aangepast worden aan IHD? Ter voorbereiding van het managementplan 1.1 worden de goedgekeurde beheerplannen van de terreinbeherende verenigingen, het ANB en de overige openbare eigenaars gescreend waarbij de geschiktheid van de terreinen in kaart wordt gebracht voor realisatie van habitats en leefgebieden van Europees beschermde soorten . Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen evidenties (reeds doel in beheerplan) en intenties (bereidheid tot aanpassing beheerplan of opname in een nieuw beheerplan). In overleg met de doelgroepen zal actief gezocht worden naar beheerders die vrijwillig willen bijdragen aan de realisatie van de Europese natuurdoelen. Eens het managementplan 1.1 is goedgekeurd worden de bestaande beheerplannen hieraan getoetst. Hierbij kunnen zich volgende situaties voordoen:

a) het bestaande beheerplan moet niet aangepast worden aan IHD omdat:

- het managementplan geen oppervlaktes uit het beheerplan meeneemt, of

- het managementplan enkel oppervlaktes meeneemt die reeds in het beheerplan voorzien zijn.

b) het bestaande beheerplan moet aangepast worden aan IHD binnen een periode zoals overeengekomen met de beheerder (standaard 3 jaar) omdat in het managementplan 1.1 de beheerder zich engageert (zie ook 5.2.4 intenties) om in het betreffende terrein habitat of leefgebied van een Europees beschermde soort te realiseren en dit is nog niet opgenomen in het beheerplan.

c) het bestaande beheerplan is niet meegenomen in de screening-oefening (bv. een beheerplan van een privé-eigenaar of terreinbeherende vereniging/ANB neemt extra engagementen na MP 1.1): de eigenaar kan op vrijwillige basis zijn beheerplan aanpassen aan IHD. Via de overlegplatforms die per SBZ volgen en samen met bosgroepen en regionale landschappen zal actief gezocht worden naar beheerders die hieraan willen meewerken.

5.2.2 Niveau van aanpassen van beheerdoelstellingen

Voor het aanpassen van de bestaande beheerplannen in functie van IHD is binnen het huidig juridisch kader gezocht naar een pragmatische aanpak.

In kader van implementatie IHD zullen de beheerdoelstellingen in een beheerplan bijgesteld worden op 2 niveaus:

a) Behoud van het huidige terreintype (bv. bos blijft bos, heide blijft heide, …):

- Het beheerdoel blijft het zelfde, maar krijgt enkel een nieuwe benaming: het huidig beheerdoel wordt omgezet naar het overeenkomstige habitattype. De beheermaatregelen veranderen niet.

- Een hoger kwaliteitsniveau wordt voorgesteld, bv. “20% omvormen naar inheems gemengde bestanden” wordt “20% omvormen naar boshabitat 9190/9120”. Het wijzigen van het kwaliteitsniveau heeft tot gevolg dat in bepaalde gevallen de

Page 6: Nota overgangsmaatregelen wijzigingsdecreet · 2015. 6. 11. · De overgangsmaatregelen gelden tot het inwerking treden van de nieuwe regeling. Deel 2 t.e.m. 9 in deze nota gelden

Definitieve nota 20/10/2014 - Overgangsmaatregelen wijzigingsdecreet 6

beheermaatregelen zullen moeten worden aangepast. Daarom wordt dit beschouwd als een wijziging van het beheerplan.

b) Het huidige terreintype wijzigt: bv. bos wordt omgevormd tot heide, grasland moet evolueren tot elzenbroekbos, … . In dergelijk geval wijzigt de beheervisie en dient een nieuw beheerplan worden opgesteld dat de volledige goedkeuringsprocedure moet doorlopen.

5.2.3 Procedure De procedure voor aanpassen bestaande beheerplannen aan IHD is afhankelijk van het niveau waarop de beheerdoelstellingen moeten bijgesteld worden:

a) Wijziging beheerplan: Dit wil zeggen behoud van het huidige terreintype. IHD-doelen opnemen in het beheerplan kan binnen de huidige regelgeving voor alle type beheerplannen via een simpele procedure waarbij enkel de gewijzigde gegevens worden ingediend bij het ANB. Er dient geen nieuwe publieke participatie te gebeuren. Het beheerplan behoudt de oorspronkelijke geldigheidstermijn. De wijziging wordt goedgekeurd door:

- AG (beheerplan voor een erkend natuurreservaat, beheerplannen met ANB-domein + openbaar of privé-bos),

- prodi (beheerplannen voor openbaar en/of privé-bos),

- afdelingshoofd beheer (beheerplannen voor ANB-domein).

b) Nieuw beheerplan: dit wil zeggen dat het huidige terreintype wijzigt. In dat geval wijzigt de beheervisie en dient een nieuw beheerplan opgesteld te worden dat de volledige goedkeuringsprocedure moet doorlopen. Een nieuw beheerplan betekent niet dat steeds een volledig nieuw document moet worden opgesteld. Samen met het ANB moet dossier per dossier bekeken worden welke onderdelen moeten geactualiseerd worden. Indien het domein gelegen is in beschermd landschap moet ook advies gevraagd worden aan Onroerend Erfgoed.

Het aanpassen van het beheerplan zal afhankelijk van het moment nog dienen te gebeuren volgens de huidige procedures (optie 2) of volgens de nieuwe procedures (zie hogerop in deze nota).

5.2.4 Intenties In afwachting van een goedgekeurd natuurbeheerplan kunnen intenties van derden tot het realiseren van specifieke natuurdoelen worden meegenomen in het managementplan 1.1 op basis van een ondertekende overeenkomst tussen het Agentschap voor Natuur en Bos en een grondeigenaar/beheerder. Via deze overeenkomst engageert de eigenaar zich om binnen een periode van 3 jaar een natuurbeheerplan op te maken.

6 Subsidies In het nieuwe subsidiebesluit zal de toekenning van subsidies maximaal gekoppeld worden aan het natuurbeheerplan en de opvolging daarvan. Dus ook de overgang van het oude naar het nieuwe systeem zal hieraan gekoppeld worden. Concreet betekent dit:

Huidige regeling: Zolang het nieuwe BVR natuurbeheerplannen en het nieuwe BVR subsidies niet van kracht zijn, blijven de huidige subsidieregelingen gelden.

Overgangsregeling: Bestaande beheerplannen die nog niet geëvalueerd werden in kader van de nieuwe regelgeving (zie punt 101), vallen nog onder de huidige subsidieregelingen.

Page 7: Nota overgangsmaatregelen wijzigingsdecreet · 2015. 6. 11. · De overgangsmaatregelen gelden tot het inwerking treden van de nieuwe regeling. Deel 2 t.e.m. 9 in deze nota gelden

Definitieve nota 20/10/2014 - Overgangsmaatregelen wijzigingsdecreet 7

Nieuwe regeling: Van zodra een natuurbeheerplan wordt goedgekeurd of een bestaand beheerplan geldt als een natuurbeheerplan volgens de nieuwe regelgeving, zullen ook de nieuwe subsidies gelden.

Opmerking: Zolang de nieuwe subsidieregeling niet van kracht is, kunnen openbare besturen en privé-eigenaars geen subsidies krijgen voor opmaak beheerplannen voor open habitats. Indien nu gestart wordt met de opmaak van een beheerplan is de kans groot dat de nieuwe regelgeving van kracht is op het moment dat het beheerplan dient goedgekeurd te worden. Op dat moment kan voor het volledige natuurbeheerplan subsidie voor opmaak beheerplan worden aangevraagd. Dit moet duidelijk gecommuniceerd worden naar het openbaar bestuur/privé-eigenaar.

7 Hoe omgaan met erkenning en aanwijzing van reservaten? Een inhaalbeweging is gaande om de erkenning van reservaten op het gewenste peil te brengen. Voor de erkenning en aanwijzing van reservaten geldt hetzelfde principe als bij de goedkeuring van beheerplannen:

- Al de bestaande erkenningen blijven in principe behouden, ook bij de nieuwe regelgeving.

- Dossiers die nu worden ingediend, zullen nog de procedure doorlopen volgens de huidige regelgeving. Qua inhoud en vorm kan gewerkt worden volgens dezelfde opties als bepaald in hoofdstuk 2 in deze nota, nl.

- Vorm en inhoud conform huidige regelgeving

- Vorm en inhoud conform nieuwe regelgeving

- Wachten op nieuwe regelgeving. Tijdens de overgangsperiode zullen geen nieuwe uitbreidingszones of uitbreidingen aan bestaande uitbreidingszones meer worden goedgekeurd, ook niet bij dossiers die voor de inwerkingtreding van de nieuwe regelgeving werden ingediend. Een erkenning van natuurreservaten op basis van de nieuwe regelgeving is actueel nog niet aan de orde. Wel kan er reeds rekening gehouden worden met volgende elementen die achteraf de erkenning vereenvoudigen:

- Het beheerplan kan reeds opgemaakt worden cfr. de nieuwe regelgeving (dit wordt reeds in hoofdstuk 2 hiervoor besproken).

- Voor wat betreft de percelen in huur of beheer (ook voor de reeds erkende percelen) kan reeds bij de eigenaars nagegaan worden of ze akkoord gaan dat er een erfdienstbaarheid van algemeen nut op hun perceel wordt ingesteld.

8 Hoe omgaan met verwerving en overdracht van beheer?

8.1 Focus van het gebruik van 85% van het ANB-aankoopbudget voor de aankoop van terreinen voor IHD

85% van het jaarlijks budget voor aankopen dient gespendeerd te worden ter realisering van natuurdoelen. Om af te wegen of een regulier aankoopdossier kadert binnen de realisatie van de vooropgestelde natuurdoelen wordt het nieuw afwegingskader gebruikt. Dit afwegingskader bestaat uit vier stappen:

Stap 1: Check op basis van beschikbaar kaartmateriaal in GIS

Stap 2: Check op basis van terreinkennis

Stap 3: Check in functie van taakstelling ANB

Page 8: Nota overgangsmaatregelen wijzigingsdecreet · 2015. 6. 11. · De overgangsmaatregelen gelden tot het inwerking treden van de nieuwe regeling. Deel 2 t.e.m. 9 in deze nota gelden

Definitieve nota 20/10/2014 - Overgangsmaatregelen wijzigingsdecreet 8

Stap 4: Check volgens beschikbare richtinggevende info (timing doelen, realiseerbaarheid van natuurdoelen, zonevreemde bossen,…)

8.2 Focus van het gebruik van 75% van de aankoopsubsidies voor de aankoop van terreinen voor IHD

Het opvolgen van de inzet van aankoopsubsidies zou best op basis van hetzelfde afwegingskader als voor de verwerving van ANB-domeinen gebeuren. Hiertoe wordt aan het bestaande sjabloon voor rapportering over aankoopdossiers een kolom toegevoegd waarin de motivering in kader van IHD kan vermeld worden.

8.3 Recht van voorkoop Via het wijzigingsdecreet werd ook het voorkooprecht van het Vlaamse Gewest en van de erkende terreinbeherende natuurverenigingen aangepast. De voornaamste wijzigingen aan het voorkooprecht van het Vlaams Gewest zijn dat het voorkooprecht dat vroeger gekoppeld was aan de uitbreidingszone van erkende natuurreservaten in beginsel wordt opgeheven en vervangen door een voorkooprecht binnen de groen- en bosgebieden en de bosuitbreidingsgebieden en de met al deze gebieden vergelijkbare bestemmingsgebieden aangewezen op de plannen van aanleg of de ruimtelijke uitvoeringsplannen van kracht in de ruimtelijke ordening gelegen binnen de speciale beschermingszones. Van zodra een zoekzone is afgebakend (dit gebeurt via de vaststelling van de managementplannen Natura 2000 (per SBZ) wordt het voorkooprecht binnen het betreffende SBZ beperkt tot deze zoekzone, ongeacht de ruimtelijke bestemming. Uitbreidingszones van reservaten blijven bestaan voor zover gelegen buiten SBZ. De uitbreidingszones zullen worden geëvalueerd binnen drie jaar na de inwerkingtreding van art. 88 van het decreet van 9 mei 2014 (is 17 juli 2014). Hoe dit dient te gebeuren, wordt uitgelegd in hoofdstuk 11 van deze nota. Het voorkooprecht geldt vanaf 17 juli 2014 als volgt: 1) Door de Vlaamse Grondenbank:

a) In het VEN b) In SBZ, binnen de groen- en bosgebieden en de bosuitbreidingsgebieden en de met al

deze gebieden vergelijkbare bestemmingsgebieden, aangewezen op de plannen van aanleg of de ruimtelijke uitvoeringsplannen van kracht in de ruimtelijke ordening

c) In het IVON, in een door de Vlaamse Regering afgebakende perimeter binnen de groen- en bosgebieden en de bosuitbreidingsgebieden en de met al deze gebieden vergelijkbare bestemmingsgebieden aangewezen op de plannen van aanleg of de ruimtelijke uitvoeringsplannen van kracht in de ruimtelijke ordening

d) in de afbakening van een natuurinrichtingsproject e) de terreinen waar het ANB het beheer heeft overgenomen met toepassing van artikel

16decies, §1 en §2 decreet natuurbehoud f) in een afgebakende zoekzone (in managementplan Natura 2000: van zodra die

afbakening een feit is vervalt het voorkooprecht in SBZ (punt b hierboven) g) In natuurreservaten en hun uitbreidingszone die volledig gelegen zijn buiten SBZ, voor

zover gelegen binnen de groen- en bosgebieden, de bosuitbreidingsgebieden en de met al deze gebieden vergelijkbare bestemmingsgebieden aangewezen op de plannen van aanleg of de ruimtelijke uitvoeringsplannen van kracht in de ruimtelijke ordening.

2) Door erkende terreinbeherende verenigingen (voor door hen gehuurde of gepachte terreinen):

Page 9: Nota overgangsmaatregelen wijzigingsdecreet · 2015. 6. 11. · De overgangsmaatregelen gelden tot het inwerking treden van de nieuwe regeling. Deel 2 t.e.m. 9 in deze nota gelden

Definitieve nota 20/10/2014 - Overgangsmaatregelen wijzigingsdecreet 9

a) In het VEN b) In het IVON, in een door de Vlaamse Regering afgebakende perimeter binnen de groen-

en bosgebieden c) in de afbakening van een natuurinrichtingsproject d) In natuurreservaten en hun uitbreidingszone die volledig gelegen zijn buiten SBZ, voor

zover gelegen binnen de groen- en bosgebieden, de bosuitbreidingsgebieden en de met al deze gebieden vergelijkbare bestemmingsgebieden aangewezen op de plannen van aanleg of de ruimtelijke uitvoeringsplannen van kracht in de ruimtelijke ordening.

Dit recht van voorkoop is ondergeschikt aan het recht van voorkoop van het Vlaamse Gewest dat steeds voorrang heeft.

De afweging bij toepassing van het recht van voorkoop zal gebeuren zoals bepaald in hoofdstuk 8.1 en 8.2 in deze nota.

8.4 Overdracht van beheer Indien het aangewezen is om gronden over te dragen aan een andere beheerder (bijvoorbeeld in functie van een efficiënter beheer, o.a. na het uitoefenen van RVV) verandert er tijdens de overgangsperiode niets: er zal per dossier bekeken worden wie de meest aangewezen beheerder is. Dit wil zeggen dat het perceel moet aansluiten bij een bestaand beheerplan. Van zodra een nieuwe subsidieregeling uitgewerkt is, zal deze werkwijze hierop afgestemd worden.

Reservaten en uitbreidingszones die deels binnen SBZ liggen:

Reservaten en uitbreidingszones die volledig buiten SBZ liggen:

Reservaten en uitbreidingszones die binnen SBZ liggen:

Page 10: Nota overgangsmaatregelen wijzigingsdecreet · 2015. 6. 11. · De overgangsmaatregelen gelden tot het inwerking treden van de nieuwe regeling. Deel 2 t.e.m. 9 in deze nota gelden

Definitieve nota 20/10/2014 - Overgangsmaatregelen wijzigingsdecreet 10

9 Lokale besturen

9.1 Vervreemdingen In afwachting van het nieuwe subsidiesysteem worden vervreemdingen van openbaar bos niet goedgekeurd. In het geval de vervreemding aangevraagd wordt met het oog op realisatie van een andere bestemming dan natuur, zal deze wel nog beoordeeld worden.

9.2 Overdracht van beheer Openbare besturen hebben de opdracht om Europese natuurdoelen te realiseren. Deze verplichting blijft gelden, ook als het beheer wordt overgedragen aan derden. In afwachting van het nieuwe subsidiesysteem zal het agentschap geen beheer van lokale besturen overnemen.

9.3 Erkenning van reservaten Aansluitend op bovenstaande zullen in afwachting van het nieuwe subsidiesysteem geen reservaten erkend worden die in eigendom zijn van lokale besturen of andere administraties.

10 Evaluatie bestaande beheerplannen in kader van omzetting naar natuurbeheerplan

Alle voorgaande hoofdstukken gaan over te nemen acties in afwachting van het nieuwe natuurbeheerplan. Eens de regelgeving m.b.t. het natuurbeheerplan van kracht is, dienen alle bestaande beheerplannen binnen een periode van 6 jaar geëvalueerd te worden. Deze termijn bedraagt 4 jaar in het geval het terreinen betreft die een bijdrage kunnen leveren aan de realisatie van het instandhoudingsbeleid. Bij de evaluatie van de bestaande beheerplannen wordt het volgende nagegaan:

• Kaart met de ecologische beheerdoelstellingen. • Beschrijving van de ecologische beheerdoelstellingen aan de hand van de

natuurstreefbeelden conform bijlage 3 en bijlage 4 van het BVR natuurbeheerplannen en reservaten. Dit om te kunnen bepalen of het gaat om een terrein type 1, 2, 3, 4, of combinaties hiervan.

• Kaart met actueel habitat, want actueel habitat moet in stand gehouden worden. • Opvolging beheerplan:

- Met de beheerder wordt afgesproken hoe de monitoring van de beheerdoelen zal verlopen conform de “handleiding beheerevaluatie”. Bestaande monitoringsinitiatieven worden hierin ingepast. Realisatie van Europese natuurdoelen zal hier prioritair in opgevolgd worden. Voor bestaande erkende reservaten zal de huidige monitoring zoveel mogelijk overgenomen worden.

- Er wordt gestart met de 6-jaarlijkse evaluatie van beheerplannen door het ANB. Hierbij wordt nagegaan of men op schema zit om de beheerdoelen te halen. Op basis van de resultaten wordt dan beslist om het beheerplan al dan niet bij te stellen.

Uit de evaluatie kan blijken:

a) Er zijn geen wijzigingen nodig: het bestaande beheerplan geldt als natuurbeheerplan vanaf de datum vermeld in het evaluatieverslag, dat geldt als de beslissing dat het bestaande plan kan doorgaan als natuurbeheerplan. Deze beslissing door het ANB gaat gepaard met aanpassingen van termen (zoals bepaling van de natuurstreefbeelden) zodat vanaf dan de nieuwe subsidies kunnen ingezet worden.

b) Er zijn wel wijzigingen of aanvullingen nodig: het aangepast beheerplan wordt ter goedkeuring voorgelegd aan het Agentschap. Na goedkeuring geldt het als

Page 11: Nota overgangsmaatregelen wijzigingsdecreet · 2015. 6. 11. · De overgangsmaatregelen gelden tot het inwerking treden van de nieuwe regeling. Deel 2 t.e.m. 9 in deze nota gelden

Definitieve nota 20/10/2014 - Overgangsmaatregelen wijzigingsdecreet 11

natuurbeheerplan (en wordt de nieuwe subsidieregeling van kracht).

Voor ANB-domeinen wordt deze beslissing 25genomen door de minister. Voor andere terreinen door ANB, maar met de mogelijkheid tot beroep bij de minister.

11 Evaluatie uitbreidingszones in kader van art. 106 van het wijzigingsdecreet

De uitbreidingszones voor natuurreservaten, die vóór 17 juli 2014 (inwerkingtreding van het wijzigingsdecreet), werden vastgesteld, overeenkomstig artikel 33, derde lid, van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, en die volledig gelegen zijn buiten de speciale beschermingszones, blijven van kracht. Deze uitbreidingszones worden uiterlijk drie jaar na de inwerkingtreding van artikel 88 van dit decreet (dus voor 17 juli 2017):

a) geëvalueerd op het vlak van de bijdrage aan de realisatie van de instandhoudingsdoelstellingen en de soortenbeschermingsprogramma's; b) geëvalueerd op basis van het toetsingskader voor de Vlaamse natuurreservaten c) herafgebakend op basis van het principe van zuinig ruimtegebruik ter realisatie van de natuurstreefbeelden

Page 12: Nota overgangsmaatregelen wijzigingsdecreet · 2015. 6. 11. · De overgangsmaatregelen gelden tot het inwerking treden van de nieuwe regeling. Deel 2 t.e.m. 9 in deze nota gelden

Definitieve nota 20/10/2014 - Overgangsmaatregelen wijzigingsdecreet 12

Bijlage 1 Inhoud beheerplan nieuwe stijl 1. Opstellen verkenningsnota De verkenningsnota dient voor het verkennend overleg. In deze fase wordt alle bekende, beschikbare informatie verzameld die nodig is om de grote krijtlijnen voor het beheer uit te zetten. De verkenningsnota omvat minimum volgende onderdelen: a) Algemene beschrijving

- Eigenaar/beheerder: zakelijke en persoonlijke rechten, kadastrale gegevens

- Oppervlakte, eventueel ifv (grove) terreineenheden (bos, park, open ecotopen, …)

- Situering domein: topokaart, geldend plan van aanleg of ruimtelijk uitvoeringsplan, nationaal of internationale bescherming, BWK

b) Bespreking van de 3 functies

Voor de 3 functies (ecologische, economische, sociale functie) worden de gekende sterkten, zwakten, opportuniteiten en bedreigingen besproken. Dit gebeurt vanuit 4 invalshoeken:

- huidige toestand

- beschermingsstatuten

- potentie van het terrein

- visie eigenaar/beheerder c) Globaal kader

Het globaal kader beschrijft de grote opties op vlak van functievervulling en met de doelstellingen op hoofdlijnen. Hierbij wordt aangegeven:

- Welke natuurstreefbeelden en/of doelen voor soorten de beheerder wenst te realiseren. Indien het IHD-doelen betreft, worden deze doelen getoetst aan het S-IHD rapport, het managementplan en het soortbeschermingsprogramma.

- Het ambitieniveau (type 1, 2, 3 of 4) dat nagestreefd wordt. Het globaal kader kan al dan niet opgesteld worden voor een ruimer gebied dan de eigendom(men) in kwestie.

d) Werkplan inventarisatie

In het werkplan inventarisatie wordt vastgelegd wat en tot op welk detailniveau moet geïnventariseerd worden. Hierbij is het minimum steeds:

- indeling in beheereenheden

- standaardfiche per beheereenheid.

Afhankelijk van een specifiek natuurtype en/of afhankelijk van een specifieke doelstelling kan nog een specifieke inventarisatie gevraagd worden. Opmerking: Momenteel worden door CD standaardfiches uitgewerkt. In verband met de specifieke inventarisaties zijn er nog geen documenten beschikbaar. Bij twijfel contact opnemen met CD, cel beheerplanning & monitoring.

2. Inventaris In het deel Inventaris worden de uitgevoerde inventarisaties besproken.

Page 13: Nota overgangsmaatregelen wijzigingsdecreet · 2015. 6. 11. · De overgangsmaatregelen gelden tot het inwerking treden van de nieuwe regeling. Deel 2 t.e.m. 9 in deze nota gelden

Definitieve nota 20/10/2014 - Overgangsmaatregelen wijzigingsdecreet 13

Wanneer actueel habitat voorkomt, wordt dit aangeduid op kaart omdat actueel habitat steeds moet behouden blijven. Bij het intekenen wordt een onderscheid gemaakt tussen gunstig of gedegradeerd. Dit onderscheid gebeurt op basis van de standaardfiche en/of specifieke inventarisatie. 3. Beheerdoelstellingen a) Beheervisie

De beheervisie beschrijft het lange-termijnstreefbeeld voor het domein: Welke waarden wil men in grote lijnen behouden of ontwikkelen binnen het ganse domein? Deze visie blijft in principe behouden gedurende verschillende beheerplannen. De beheervisie wordt opgesteld voor een gebied al dan niet groter dan de eigendom(men) in kwestie. Als beheervisie wordt ofwel het globaal kader uit de verkenningsnota overgenomen ofwel wordt dit globaal kader verfijnd op basis van de resultaten van de inventarisatie en verder overleg.

b) Beheerdoelstellingen In een volgende stap wordt voor de eigendom(men) in kwestie de beheervisie vertaald in (meetbare) doelstellingen die men binnen de planperiode van het beheerplan wil realiseren. De beheerdoelstellingen gelden voor 1 of meerdere beheereenheden of voor het volledige domein. Deze kunnen eventueel aangeduid worden op kaart. De beheerdoelstellingen worden beschreven per functie (ecologie, economie, sociale functie):

- de ecologische functie: o een kaart met aanduiding van de zones waar een natuurstreefbeeld tot doel

gesteld wordt en oppervlaktegegevens per natuurstreefbeeld; o een bosbalans: waar en over welke oppervlakte worden er ontbossingen of

bebossingen gepland en, voor zover dat van toepassing is, een vermelding dat er ontbost of bebost zal worden in functie van de realisatie van de instandhoudingsdoelstellingen en een motivering voor deze stelling.

- de economische functie: o productie en verkoop van natuurlijke producten (o.a. hout, biomassa, …) o overige inkomsten .

- de sociale functie: o doelstelling ivm openstelling: vermelding van aard van toegankelijkheid o doelstelling ivm onroerend erfgoed: als het terrein een beschermd statuut heeft

overeenkomstig het Onroerenderfgoeddecreet, wordt vermeld welke specifieke doelen daarover worden opgenomen;

o specifieke wetenschappelijke doelen 4. Beheermaatregelen De beheermaatregelen worden niet beschreven volgens de 3 functies, maar volgens beheertechniek. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen eenmalige maatregelen en terugkerende maatregelen. De beheermaatregelen worden uitgevoerd in één of meerdere beheereenheden of in het ganse domein.

Page 14: Nota overgangsmaatregelen wijzigingsdecreet · 2015. 6. 11. · De overgangsmaatregelen gelden tot het inwerking treden van de nieuwe regeling. Deel 2 t.e.m. 9 in deze nota gelden

Definitieve nota 20/10/2014 - Overgangsmaatregelen wijzigingsdecreet 14

a) Eenmalige maatregelen

Een omschrijving van de maatregelen per beheereenheid, vegetatietype of per type maatregel, met vermelding van plaats en tijdstip, en indien van toepassing of maatregel in het kader van de realisatie van instandhoudingsdoelen genomen wordt en/of specifiek voor het herstel van cultuurhistorische elementen.

b) Terugkerende maatregelen Een omschrijving van de maatregelen per beheereenheid, per vegetatietype of per type maatregel, met vermelding van plaats en tijdstip en/of frequentie.

5. Opvolging beheerplan Algemeen principe De opvolging van het beheerplan gebeurt zowel door de beheerder als door ANB. De opvolging door de beheerder wordt vastgelegd in het beheerplan. Het algemeen principe hierbij is: • Indien er voldoende zekerheid is dat de doelen gehaald worden als de voorziene maatregelen

worden uitgevoerd, wordt enkel om de 6 jaar een veldformulier ingevuld mbt de behaalde resultaten.

• Indien er onvoldoende garantie is dat doelen gehaald worden als de voorziene maatregelen worden uitgevoerd, worden specifieke indicatoren opgevolgd.

Het veldformulier en de specifieke indicatoren zijn gebaseerd op de LSVI-tabellen. Momenteel worden door CD veldformulieren uitgewerkt. Op termijn is het de bedoeling dat alle info ivm beheermonitoring te raadplegen is op Ecopedia. Bij twijfel contact opnemen met CD, cel beheerplanning & monitoring. Meer info in verband met beheerevaluatie is terug te vinden op: • M:\BEH_Planning_en_Monitoring\BEH 6

Monitoring\Beheermonitoring\Handleiding_Beheerevaluatie_blauwdruk_v1.docx • M:\BEH_Planning_en_Monitoring\BEH 6

Monitoring\Beheermonitoring\INBO.R.2013.963409_blauwdrukBeheerevaluatie.pdf

Naast de opvolging van het beheerplan door de beheerder, gebeurt ook een 6-jaarlijkse evaluatie door ANB waarbij wordt nagegaan of de beheerder op schema zit om de beheerdoelen te halen. Hiervoor wordt gekeken naar de veldformulieren en de specifieke indicatoren. Wanneer de beheerdoelen niet gehaald worden, wordt ook gekeken of de voorziene werken al dan niet zijn uitgevoerd. Op basis van de resultaten van deze 6-jaarlijkse evaluatie kan beslist worden om het beheerplan bij te stellen. Wat staat in het beheerplan? a) Opvolging beheerdoelstellingen

Een opsomming van de doelstellingen die zullen opgevolgd worden door de beheerder en aan de hand van welke indicatoren dit zal gebeuren, met vermelding van de methodiek en de frequentie. Minstens de doelstellingen ivm realiseren natuurstreefbeelden worden opgevolgd. Voor deze doelstellingen wordt minstens om de 6 jaar een veldformulier ingevuld waarbij een kwalitatieve inschatting gebeurt van een aantal indicatoren uit de LSVI-tabellen.

b) Opvolging beheermaatregelen Een opsomming van de beheermaatregelen die jaarlijks geregistreerd zullen worden. In principe zijn dat minstens de beheermaatregelen die voor subsidiëring in aanmerking komen.