NL TBS De sociologische structuur van onze taal

24
Nederlands: TBS De sociologische structuur van onze taal - sociolinguïstiek Er is een verband tussen taal en maatschappij en hoe we praten en schrijven wordt bepaald door de situatie waarin we opgegroeid zijn of waarin we ons bevinden. De taalwetenschap die zich met deze verschijnselen (het verband tussen taal, cultuur en maatschappij) bezighoudt is de sociolinguïstiek. - taalvariëteit Algemene term voor de taal van een onderscheiden groep binnen een taalgemeenschap; dus aan sociale en situationele omstandigheden aangepaste gebruikerswijze van een taal, gekenmerkt door varianten - dialect Taal van een streek of plaats voorzover ze verschilt van de algemene taal of landstaal ten opzichte van de standaardtaal (verschilt van uitspraak, woordenschat, zinsbouw). - regiolect In een bepaalde streek, regio of gewest gebruikelijke niet- gestandaardiseerde taal - idiolect Persoonlijk taalgebruik van de individuele spreker binnen de algemene landstaal - sociolect Taalgebruik van een bepaalde sociale groep - standaardtaal Algemene voor iedereen begrijpelijke taal, de taalvorm die als model of norm geldt - jargon Voor oningewijden moeilijk verstaanbare taal, vak- of groepstaal - vaktaal 1

Transcript of NL TBS De sociologische structuur van onze taal

Page 1: NL TBS De sociologische structuur van onze taal

Nederlands: TBS

De sociologische structuur van onze taal

- sociolinguïstiek

Er is een verband tussen taal en maatschappij en hoe we praten en

schrijven wordt bepaald door de situatie waarin we opgegroeid zijn of

waarin we ons bevinden. De taalwetenschap die zich met deze

verschijnselen (het verband tussen taal, cultuur en maatschappij)

bezighoudt is de sociolinguïstiek.

- taalvariëteit

Algemene term voor de taal van een onderscheiden groep binnen een

taalgemeenschap; dus aan sociale en situationele omstandigheden

aangepaste gebruikerswijze van een taal, gekenmerkt door varianten

- dialect

Taal van een streek of plaats voorzover ze verschilt van de algemene taal

of landstaal ten opzichte van de standaardtaal (verschilt van uitspraak,

woordenschat, zinsbouw).

- regiolect

In een bepaalde streek, regio of gewest gebruikelijke niet-

gestandaardiseerde taal

- idiolect

Persoonlijk taalgebruik van de individuele spreker binnen de algemene

landstaal

- sociolect

Taalgebruik van een bepaalde sociale groep

- standaardtaal

Algemene voor iedereen begrijpelijke taal, de taalvorm die als model of

norm geldt

- jargon

Voor oningewijden moeilijk verstaanbare taal, vak- of groepstaal

- vaktaal

De terminologie die eigen is aan een bepaald vak of beroep

- groepstaal

Taalvariëteit die eigen is aan een bepaalde sociale groep binnen een

taalgemeenschap; ze onderscheidt zich van de algemene omgangstaal

vooral op vlak van de woordenschat (bv. Politici, studenten, …)

- trendolect

De nieuwste taalontwikkeling, sterk manipulerend, deregulerend en

ironiserend; maakt onderscheid tussen wat trend is en antitrend

1

Page 2: NL TBS De sociologische structuur van onze taal

Nederlands: TBS 2

Page 3: NL TBS De sociologische structuur van onze taal

Nederlands: TBS

Sociaal bepaalde taalvariatie

De sociaal bepaalde taalvariatie wordt bepaald door leeftijd, sociale

klasse, beroep of vak en sekse.

1. Sociale klasse

- kan de sociale klasse uit het taalgebruik afgeleid worden? Welke

elementen spelen hierbij een rol?

Ja aan de woordkeuze, gebruik van je en jij. Vooral verschillen tussen

dialect en standaardtaal.

- in welke gevallen is er geen of slechts weinig verschil?

Tekst 1 & 3: in 3: lage opgeleiden die zich hogerop gewerkt hebben

- hoe was het verschil in taalgebruik van de verschillende klassen vroeger?

De gegoede burgerij sprak Frans tot vooral voor WO I. In de jaren 60 is

vernederlandsing pas doorgekomen.

- welke invloeden hebben de media nu op ons taalgebruik?

Heel grote invloed: tussentaal + heel veel invloed van het Engels

2. Beroep of vak (vaktaal of jargon)

2.1 woorden uit de vaktaal

- mandeligheid: rechten

- osteoclasie: geneeskunde

- koppel: leger

- noppen: textielindustrie

- exine: plantkunde

- ingevoerde inflatie: economie

- overstag gaan: maritiem

- troffel: metsers

- lossen: wielrenners

3

Page 4: NL TBS De sociologische structuur van onze taal

Nederlands: TBS

- lipping: acteurs (synchroon maken van uitspraken met

vertaling)

2.2 Tekst: Jan Lagast

- waarom maken volgens JL ze veel gebruik van Engelse termen?

Ze doen het mooier lijken dan het werkelijk is en ze spreken de

doelgroep aan

- waarom is het voor een verkoper onverstandig om zich eenvoudig uit

te drukken?

Om snobisme van de doelgroep te beantwoorden

2.3 Spreekwoorden en gezegden

- Achter het net vissen

Je kans net missen (uit de visserij)

- Iets op een andere leest schoeien

Iets op een andere manier doen of aanpakken (schoenmaaksector)

- Aan lagerwal raken

Gedegradeerd worden (zeelui)

- iets op zijn kerfstok hebben

Je hebt iets misdaan, iets op je geweten hebben (winkeliers)

- men noemt geen koe bont of er is een vlekje aan

Als er iets wordt verspreid zal er altijd wel iets van waar zijn (veeteelt)

- het bijltje erbij neerleggen

Het opgeven (houthakkers)

- van de klaver naar de biezen lopen

Van goed naar slecht gaan, verandering zoeken maar er slechter van

worden (landbouw)

- van hetzelfde laken een pak/broek krijgen

Een koekje van eigen deeg krijgen, op dezelfde manier behandeld

worden als jij iemand hebt behandeld. (textiel)

- dat is koren op zijn molen

4

Page 5: NL TBS De sociologische structuur van onze taal

Nederlands: TBS

Net iets wat je nodig hebt, goed uitkomen (molenaars)

- uit het lood geslagen zijn

Van je stuk gebracht, onthutst zijn (bouwsector)

- buiten westen zijn

Het bewustzijn verloren hebben

- iemand met het kluitje in het riet sturen

Iemand die je met een bepaald verzoek lastigvalt met een uitvlucht

wandelen sturen

- wie aan de weg timmert, heeft veel bekijks

Wie in het openbaar werkt, wordt vaak beoordeeld

- het over een andere boeg gooien. Het roer omgooien. Van koers

veranderen

Een wending aan het gesprek geven, iets op een andere manier

aanpakken

- iemand aan de tand voelen

Iemand aan een onderzoek onderwerpen, proberen te achterhalen wat

iemand van iets weet

- iets op het getouw zetten

Een plan opzetten, iets ondernemen

- uit de band springen

Zich te buiten gaan

- bij het scheiden van de markt leert men de kooplui kennen

Iemands ware karakter blijkt eerst, als het tot afrekenen komt/als het

erop aankomt

- iemand de volle laag geven

Iemand met scheldwoorden overstelpen, geducht de waarheid zeggen

Besluit

Vaktalen, dus taalvarianten die kenmerkend zijn voor een specifiek

beroep, wijken op lexicaal vlak van de gewone taal af. Ze bevatten

exacte begrippen die voor de communicatie tussen vakkundigen

5

Page 6: NL TBS De sociologische structuur van onze taal

Nederlands: TBS

noodzakelijk, maar voor buitenstaanders onbegrijpelijk zijn. Daardoor

worden leken of niet-vakkundigen buitengesloten.

De vaktaal en het jargon vormen onderdelen van de sociolecten, het

taalgebruik van bepaalde sociale groepen.

2.4 Geneeskunde

- lethargie: Ziekelijke slaapzucht

- cariës: tandbederf

- tonsilitis: amandelontsteking

- dysartrie: spraakstoornis

- varicella: waterpokken

- faryngitis: keelontsteking

- laryngitis: ontsteking van het strottenhoofd

- hepatitis: leverontsteking

- fractuur: breuk

- anemie: bloedarmoede

- tendinitis: peesontsteking

- rinitis: ontsteking van de neusslijmvliezen

- obesitas: vetzucht

- oedeem: waterzucht

- hemofilie: bloederziekte

- flebitis: aderontsteking

- pneumonie: longontsteking

- influenza: griep

- osteoporose: botontkalking

- rubella: rodehond

- somnambulisme: slaapwandelen

- somndentie: slaperigheid

- meningitis: hersenvliesontsteking

6

Page 7: NL TBS De sociologische structuur van onze taal

Nederlands: TBS

- migraine: schele hoofdpijn

- myopie: bijziendheid

- hemeralopie: nachtblindheid

- nausea: misselijkheid

2. 5 Voetbal

- iemand buiten spel zetten

Iemand buitenspelen

- een gele kaart geven / krijgen

Een waarschuwing krijgen

- aan de zijlijn staan

Niet deelnemen aan het spel

- de kritieklijn trekken

De regels opstellen, zaken nader bepalen bij een discussie

- natrappen

Als iemand in de put zit er nog een schepje bovenop doen

2.6 extra oefeningen

1) economie (zie papieren)

2) informatica

3) Theater

4) Film

3. Sekse

Een vrij recent onderzoeksveld binnen de sociolinguïstiek onderzoekt in

hoeverre het geslacht invloed heeft op het taalgebruik.

3.1 Vervrouwelijken van beroepsnamen

Feministen over taal: tekst ‘Het totale taalboek’ van Inez van Eijk:

7

Page 8: NL TBS De sociologische structuur van onze taal

Nederlands: TBS

1) welke argumenten worden gebruikt voor het vervrouwelijken van

beroepsnamen?

2) Welke argumenten worden gebruikt tegen het vervrouwelijken van

beroepsnamen?

- secretaris is een man op een belangrijke plaats. Een secretaresse

daarentegen is van veel lagere status.

- een gevolg van invoering van een neutrale aanduiding zou kunnen

zijn dat het hele beroep in status daalt. Of dat alleen de functie met die

neutrale naam vermindert.

- anderen vinden dat er beter wordt afgesproken dat we onder

‘loodgieter’ altijd zowel een man als een vrouw verstaan

Vrouwelijke equivalenten:

Mannelijk vrouwelijk

Adviseur adviseuse

Arrestant arrestante

Belg Belgische

Cabaretier cabaretière

Chauffeur chauffeuse

Colporteur colportrice

Controleur controleuse

Curator curatrice

Dief dievigge

Doctorandus doctoranda

Enquêteur enquêtrice

Evacué evacuee

Fietser fietster

Gids gidse

Gijzelaar gijzelaarster

Historicus historica

Instructeur instructrice

8

Page 9: NL TBS De sociologische structuur van onze taal

Nederlands: TBS

Invité invitee

Japanner Japanse

Jubilaris jubilarisse

Juwelier juwelierster

Kassier kassierster

Kiezer kiezeres

Klerk klerke

Kok kokkin

Koster kosteres

Masseur masseuse

Padvinder padvindster

Passagier passagierster

Portugees Portugese

Programmeur programmeuse

Protegé protegee

Schilder schilderes

Schuldeiser schuldeiseres

Skiër skiester

Student studente

Typist typiste

Voogd voogdes

Werkman werkvrouw, werkster

Ziekenoppasser ziekenoppasster

3.2 Taalgebruik van mannen en vrouwen

Mannen en vrouwen praten op een verschillende manier. Enkele

verschillen:

MAN:

- praten ononderbroken

9

Page 10: NL TBS De sociologische structuur van onze taal

Nederlands: TBS

- zeggen direct waar het om gaat

- beïnvloeden het gespreksonderwerp

- worden weinig in de reden gevallen

- luisteren minder naar hun gesprekspartner

VROUW:

- luisteren naar hun gesprekspartner

- praten met pauzes

- zeggen omfloerst waar het om gaat

- worden veel in de reden gevallen

- beïnvloeden het gespreksonderwerp in mindere mate

Verklaringen:

- vrouwen praten op hogere toonhoogte, omdat ze zo onafhankelijker,

zwak, klein en bescheiden overkomen

- mannen spreken onverzorgder, omdat zij zich minder met de

opvoeding van de kinderen (moeten) bezighouden en dus ook niet het

goede voorbeeld moeten geven

- vrouwen werken vaak binnenshuis en zoeken zo hun status te

verhogen: door een net huis, een nette taal en nette manieren

- mannen vinden dialect stoer en mannelijk

4. Leeftijd

4.1 Kindertaal

- veel voorkomende fouten van peuters en kleuters:

Ontzettend veel fantasie en geheel eigen logica. Bepaalde klanken

worden vervormd en/of weggelaten, vb olifant ofant; dikke teen

duimteen

Ze maken een analogie met bestaande woorden, nieuwe woorden, vb

eend zwemvlieskip

Moeilijke woorden vervangen ze door woorden die ze wel kennen.

10

Page 11: NL TBS De sociologische structuur van onze taal

Nederlands: TBS

4.2 Jongerentaal

Afgeript opgelicht

Alore tricolore allez bon

Dwiep dwaas

Framboos een mooi meisje

’t is frisco ’t is kou

Plakker zittenblijver

Toeker ‘ne kerel’

Vettige mop schuine mop

Iemand uitvijzen flirten

Twingo dik

Neurtjer eten

- waarom is jongerentaal per persoon verschillend?

Streekgebonden

Tijdsgebonden: jongerentaal is heel vluchtig.

TEKST: de jongerentaal is zeer vluchtig; termen ontstaan in groeps- of

klasverband en dienen het groepsgevoel te verhogen en het verschil

met buitenstaanders te beklemtonen. Wanneer een term algemeen

gebruikt wordt, zal die heel snel terug vervangen worden door een

andere.

- waardoor wordt jongerentaal beïnvloed?

Door tv, andere talen (vooral Engels), dialect

- (TEKST) Welke invloeden zien de auteurs Wittebolle en Cochez op de

jongerentaal? Waarom is jongerentaal zo vluchtig?

‘Het alfabet leert ons dat het Engels, of een verbasterde vorm ervan,

steeds meer de voertaal van de jongeren wordt.’ Vooral het Engels

heeft een invloed, andere tendensen zijn: de technoscene, merknamen

en populaire tv-programma’s blijven een inspiratiebron.

Jongerentaal is zeer vluchtig omdat de termen in groeps- of

klasverband ontstaan en maar één doel hebben: het groepsgevoel

verhogen en het verschil met de anderen beklemtonen. Als een term

11

Page 12: NL TBS De sociologische structuur van onze taal

Nederlands: TBS

algemeen wordt gebruikt, zal hij in de originele groep snel vervangen

worden door een andere.

- kenmerken van jongerentaal:

Platvloers, seksueel getinte woordenschat. Vb.: darmtoerist,

befkonijnen, snokbavianen, mierentieten, reetvreters (string).

12

Page 13: NL TBS De sociologische structuur van onze taal

Nederlands: TBS

Regionaal bepaalde taalvariatie

1. Inleiding

Het dialect verschilt van het AN op lexicaal vlak (woordenschat). Op

welke andere manieren kan het dialect nog verschillen van het AN?

- de uitspraak of op fonologisch vlak:

vb. schup / schop, gedaan / gedoan

- grammaticaal vlak of syntaxis of zinsbouw:

vb. ik zal gaan / ik ga gaan

- in sommige woorden worden er delen veranderd = morfologisch

vlak:

vb. mop / moptje

Verschillende dialecten:

Roeselaars kermesse Onchance Pieper

West-Vlaams,

Kortrijks

kermesse Sje sjanse Pieper

Gents, Oost-Vl De fure malsjanse Toes

Aalters, Oost-Vl De pèèremeilen Tegenslag Bèès

Brussel De kermes Malchance beis

Leuvens De foor Malsjans Bees

Antwerps De foer Brutte pech Vastpakke

Mechels De foer Teigeslag Kus

Limburg, Hasselt Kèrremes Malchance Poeën

Limburg,

Tongers

De kermes Pech Ne poon

13

Page 14: NL TBS De sociologische structuur van onze taal

Nederlands: TBS 14

Page 15: NL TBS De sociologische structuur van onze taal

Nederlands: TBS

2. Dialecten

6 groepen van de Nederlandse dialecten:

- de noordelijk-centrale dialecten: Utrecht, Noord- en Zuid-Holland

- de noordwestelijke dialecten: deel van Noord-Holland, Zuid-Hollandse

eilanden

- de zuidelijke-centrale dialecten: Brabant, Antwerpen, Oost-Vlaanderen,

Noord-Brabant, zuiden van Gelderland

- de zuidwestelijke dialecten: West-Vlaanderen, Frans-Vlaanderen, Zeeland

- de noordoostelijke dialecten: Groningen, noordelijk stuk Friesland,

Overijsel, oosten van Gelderland

- de zuidoostelijke dialecten: Belgisch en Nederlands Luxemburg

Dialectologen brengen dialecten en dialectgroepen in kaart. Hun

dialectatlassen geven een idee van de verspreiding van dialectklanken –

en woorden. Ze registreren hoe woorden of woordgroepen in dialecten die

behoren tot een bepaalde dialectgroep worden uitgesproken.

Dialectismen zijn dialectwoorden die zich in de standaardtaal hebben

verbreid. Vb.: eindmeet = eindstreep, stekske = lucifer

Ik heb besloten van haar niet uit te nodigen

= ik heb besloten om haar niet uit te nodigen.

Jan heeft hem een i-pod gekocht (hem als Jan zelf)

= Jan heeft zich een i-pod gekocht.

Ze zal nooit niet toegeven.

= ze zal nooit toegeven

Is hier dan nergens geen plaats?

= is hier dan nergens plaats?

’t School

= de school

Los jij dat maar op, moest hij niet komen opdagen.

15

Page 16: NL TBS De sociologische structuur van onze taal

Nederlands: TBS

= Los jij dat maar op, mocht hij niet komen opdagen.

Tekst: ‘het dialect, de ware moedertaal’

- Verklaar: de verpakking is de boodschap?

De variatie kan afhankelijk zijn van de toehoorder (aanspreking met

je of u).

De situatie kan ook van invloed zijn, de variatie beweegt zich tussen

2 polen: formeel en informeel (vb. Vrienden zullen tijdens een

vergadering elkaar heel anders aanspreken dan in een café), dit is

een kwestie van woorden en klanken; hoe officiëler de ontmoeting

hoe verzorgder de uitspraak.

Variatie is ook afhankelijk van de groep waar iemand bij hoort of wil

bij horen (vakbondbestuurder met universitaire graad spreekt als

stakingsleider zijn jaargenoten op een reünie anders toespreken dan

zijn stakers waar hij zijn platte accent zal aandikken). De keuze van

de taal hangt af van de indruk die men wil maken.

- Omschrijf horizontale en verticale taalvariatie

Horizontale variëteiten zijn geografisch bepaald en alleen te vinden

in een bepaald dorp, stad of in streekdialecten (of regiolecten als ze

in een groter gebied worden gesproken). Dialecten hebben eigen

regels en onderscheiden zich van de standaardtaal en andere

dialecten op het vlak van woordenschat, grammatica en klanken.

Verticale variëteiten zijn maatschappelijk bepaald en niet aan een

gebied gebonden; ze weerspiegelen maatschappelijke

verscheidenheid. De meeste verschillen door hun woordenschat, bv.

Jongeren schelden elkaar uit met woorden uit hun kring en

havenarbeiders of circusartiesten gebruiken vaktermen die voor

buitenstaanders onbegrijpelijk zijn.

Maar of iemand dialect of standaardtaal spreekt hangt af van zijn of

haar maatschappelijke status en van de gelegenheid. Dialecten zijn

dus evenzeer horizontaal op de landkaart verspreid als verticaal op

de maatschappelijke ladder.

- Dialecten sterven langzaam. Wat zijn de oorzaken en hoe verloopt

het proces?

1: het klassenbewustzijn. De leden van de hogere standen zijn de

eersten die hun dialect verruilen voor de standaardtaal, stedelingen

doen eerder afstand van hun dialect dan plattelandsbewoners. Als

de standaardtaal vast wordt gebruikt in een bepaald gebied, dan zal

16

Page 17: NL TBS De sociologische structuur van onze taal

Nederlands: TBS

het dialect het langst standhouden in de familie en vriendenkring.

Hoe officiëler de gelegenheid dan, hoe eerder iemand de

standaardtaal zak gebruiken. Eerst verdwijnt het dialect dus bij de

hogere kringen, als zij het niet meer spreken dan wordt het ook niet

meer geassocieerd met het gedrag van de hogere standen waardoor

het dialect lager wordt aangeslagen. En vooral degenen die hun

gedrag navolgenswaardig vinden gaan de standaardtaal ook meer

gebruiken. De standaardtaal is een statussymbool geworden.

2: verstedelijking. Dialecten verdwijnen het eerst uit de stad, op het

platteland is het nog volop aanwezig waardoor het geassocieerd

wordt met ‘boers’ (waardering). Stedelingen die verhuizen naar het

platteland gaan hun kind ook niet het dialect aanleren en kinderen

zullen van hun vriendjes steeds minder dialect overnemen. De

verschrompeling van het dialect begint vooral bij jongeren.

3: onderwijs in de standaardtaal. Maar jongeren zijn ook gevoeliger

voor nieuwe modes en naarmate oudere generaties verdwijnen,

krijgen de sprekers van de standaardtaal meer invloed en bepalen

zij op hun beurt het taalgedrag van nieuwe trendgevoelige groepen

jongeren.

- Waarom worden dialecten steeds minder geapprecieerd?

Het dialect blijft voor velen de band met het enige dierbare: de

afkomst, de geboortestreek en hun tradities. Het is een symbool van

eigen culturele identiteit. Uit de combinatie van de twee tendensen,

status en solidariteit met de eigen groep, ontstaan dikwijls

onbewuste opvattingen die de houding tegenover de taal en dialect

bepalen. Ook wordt dialect als boers gewaardeerd en als verbasterd

Nederlands.

Het dialect wordt ook eerst ongeschikt geacht voor formele

gesprekken.

Mensen denken dat dialect ook minder kan uitdrukken dan de

standaardtaal, wat eigenlijk fout is want mensen verleren eigenlijk

het dialect waarin ze zich dus minder kunnen uitdrukken. Ze

noemen dit een gebrek aan beschaving.

Zo komt het dialect in een vicieuze cirkel terecht waardoor steeds

minder mensen het bij kleine ontmoetingen zullen spreken. Ze

verleren het en kunnen zich minder uitdrukken.

- Waarom gebruikte men vroeger de termen dialect en ABN i.p.v.

streektaal en AN?

17

Page 18: NL TBS De sociologische structuur van onze taal

Nederlands: TBS

ABN: mag je niet impliceren of iemand beschaafd is (Algemeen

Beschaafd Nederlands)

18

Page 19: NL TBS De sociologische structuur van onze taal

Nederlands: TBS

3. wat zijn dialecten?

Definities

Dialecten of streektalen = de omgangstalen die in kleinere of grotere

gebieden worden gebruikt. De gebieden liggen binnen de grenzen van de

staat.

Sociolecten = de omgangstalen van grote steden, vb. Amsterdam.

Omgangstalen = dialecten of sociolecten, worden dus vooral gesproken en

veel minder geschreven.

Ontstaan van de standaardtaal / Nederlands

Het Nederlands is ontstaan uit dialecten. Het ontstond in de 17e tot 18e

eeuw doordat men de behoefte kreeg aan een meer algemene taal

(regering voor wetten en verordeningen, bijbelvertaling, …). Het Hollands

werd de basis voor de algemene taal, maar er werden ook woorden uit het

dialect gebruikt (vb. de bijbelvertaling, de Statenvertaling is een vb van

opzettelijkheid van taalbouw). De nieuwe algemene taal werd geschreven,

gedrukt en in het onderwijs gebruikt. Het verspreidde zich door druk en de

taal kreeg aanzien omdat alle voorschriften die je leven regelden erin

vervat waren. = Standaardnederlands nu.

Dialecten en standaardtaal zijn evenwaardig als taal maar verschillen in

functie: d.w.z. wie ze gebruikt, waar je ze gebruikt, wanneer je ze gebruikt,

tegen wie en waarover.

Appreciatie van dialecten

Dialecten worden vaak veroordeeld als onbeschaafd omdat ze meer op het

platteland worden gesproken. De standaard werd algemaan beschaafd

Nederlands genoemd, omdat het de taal was van de hogere standen. Die

veroordeling was dus gebaseerd op sociale en economische factoren.

Verdwijnen van dialecten

We zijn niet meer sedentair, kinderen gaan meer naar school, de media

brengt de standaardtaal in onze huiskamers alsook fabrieken en ateliers.

Veel meer mensen kennen de algemene taal dan vroeger en moeten die

gebruiken opdat de ontvanger hun goed kan begrijpen.

Ook doordat alle dialectgebruikers de standaardtaal kennen en gebruiken,

wordt hun dialect beïnvloed en het dialect wordt uitgehold (woorden en

klanken worden vervangen door de standaard).

19

Page 20: NL TBS De sociologische structuur van onze taal

Nederlands: TBS

Hetzelfde dialect spreken geeft een gevoel van samenhorigheid. De

mensen grijpen terug naar een zekere kleinschaligheid doordat de

globalisering en onvatbare wereld opdringt en de intimiteit van het eigen

milieu wordt bedreigd.

Als echter niet de gemeenschappelijke regio, maar gemeenschappelijke

belangstelling de mensen bindt, is het woord groepstaal toepasselijker dan

dialect.

Jeugdgroepen hebben soms een eigen woordenschat, die groepstalen zijn

te vergelijken met vaktaal.

4. het Vlaams, een regiolect?

VLAAMS NEDERLANDS

Lawaai Bombarie

Fusioneren Fuseren

Vorsers Onderzoeker, wetenschapper

Ajuin Ui

Aprilvis Aprilgrap

Bedenking Opmerking

Bekomen Verwerven, krijgen

Betoelagen Subsidiëren

Bolwassing Uitbrander

Buizen Zakken (voor een examen)

Fruitsap Vruchtensap

Gelijkvloers Benedenverdieping

Gepalaver Eindeloos gepraat

Gunstprijs Spotprijs

20

Page 21: NL TBS De sociologische structuur van onze taal

Nederlands: TBS

Hesp Ham

Iemand bijtreden Het met iemand eens zijn

In veefe In werking

Kwatong Kwaadspreker

Kwijtspelen Kwijtraken

Wik Onderdeel

Op een boogscheut Op een steenworp

Vuilbak Prullenmand

Zonneslag Zonnesteek

Onaangename tik, kleinigheid Akkefietje

Watje Doetje

Schenker Donateur

Ergens niet op reageren Geen sjoege geven

Vergadering heel snel afronden Kortsluiten

Plaatsvervangend burgemeester Vota burgemeester

Peperkoek Ontbijtkoek

Op kot wonen Op kamers gaan

Ergens niet goed van worden Over de nek gaan

Limonade Prik

Politiemensen Rechercheurs

Sjoemelen Ritselen

Kotsbeu Spuugzat

Uitgeteld zijn Voor pampus liggen

21

Page 22: NL TBS De sociologische structuur van onze taal

Nederlands: TBS

Alsnog Voorshands

Brugpensioen Voortijdige uittreding

Schepenen wethouder

22