n'GO nr 7 januari 2013

34
Blog-notes... A. Vandevelde: Geven en helpen Portret Ontmoeting met François Yarga Instrument Beperkende overtuigingen: verder kijken N r 7 januari 2013 ONTWIKKELINGSSAMENWERKING EN MENSELIJKE RELATIES Een springplank voor verandering Vernieuwend leadership

description

Om het jaar in schoonheid te starten hebben we een n'GO uitgebroed vol goede ideeën en te volgen voorbeelden! Het dossier geeft een synthese van de top Africités, die in december 2012 plaatsvond in Dakar. Vijfduizend burgemeesters hebben er gepraat over ontwikkeling vanuit de leefomgeving... Een concept om te ontdekken! Het portret is gewijd aan François Yarga. Met zijn mikrokredietenproject geeft hij duurzaam ondernemerschap een duw in de rug. Zijn persoonlijkheid staat symbool voor een nieuwe wind. Beperkende overtuigingen, zegt het u iets? De rubriek 'Instrument' gaat er op in en stelt oplossingen op uw maat voor om ze te verzachten. Na het dominante profiel (zie n'GO 6) wordt de onderdanigheid blootgelegd in de rubriek "Hoe pak je het aan?" Een eerste licht op een moeilijk op te sporen persoonlijkheidsprofiel. Tot slot geeft Antoon Vandevelde ons zijn visie op de concepten geven en ontvangen. Hij begeeft zich hierbij op de scheidingslijn tussen economie, filosofie en ethiek.

Transcript of n'GO nr 7 januari 2013

Page 1: n'GO nr 7 januari 2013

Blog-notes...A. Vandevelde :

Geven en helpen

PortretOntmoeting

met François Yarga

InstrumentBeperkende

overtuigingen: verder kijken

Nr7januari

2013

ON T W IK K ELINGSSA MEN W ER K ING EN MENSELIJK E R EL ATIES

Een springplankvoor verandering

Vernieuwend leadership

Page 2: n'GO nr 7 januari 2013

Hoe vaak denken we niet dat alleen onze overste, of onze burgemeester, of onze ministers in staat zijn een probleem op te lossen? En wij, wij nemen plaats in de wachtzaal. Waar de wachttijd trouwens lang kan zijn. En als we onze energie nu eens niet langer zouden besteden aan het bekritiseren van de overheid, maar om inititief te nemen? Want de over-heid heeft niet het alleenrecht op goede ideeën. François Yarga, Moussa Mara en Eva Ravaloriaka tonen ons het voorbeeld. Zij hebben ervoor gekozen om macht anders op te vatten en om vertrouwen te geven aan de mensen die ze dienen of die ze helpen. Zij hebben ervoor gekozen om hun gedrevenheid te mobiliseren in het voordeel van hun leefomgeving, die geografisch afgelijnde wereld waarin de lokale ontwikkeling zich verankert. Maar de draagwijdte van wat zij begrepen en gedurfd hebben overstijgt de territoriale grenzen ruimschoots! Veel leesplezier...

radar P.3

portret P.8 François Yarga

2

Leefomgeving en mentaliteitde nieuwe sleutels tot ontwikkeling? dossier P.14

Respect…hoe pak je het aan… onderdanigheid P.22

Nr7

instrument P.27 Verander

je kijk!

blog-notes P.32 Antoon Vandevelde

Vind Echos Communication op het Internet www.echoscommunication.org

Abonneer u gratis op het magazine. Klik hier!

Miguel De ClerckDirecteur Echos Communication

| vooraf

CO

VER

© IA

KO

V K

ALI

NIN

- F

OTO

LIA

.CO

M

n’GO januari 2013

Page 3: n'GO nr 7 januari 2013

De dandy is van alle tijden, van alle culturen. Zich kunnen on-derscheiden van de grijze massa met een outfit waaraan ande-ren zich vergapen...puur genot! Congo, met zijn uitgesproken hang naar elegantie, steekt met zijn Sapeurs alle culturen naar de kroon. La Sape (La Société des ambianceurs et des person-nes élégantes) is een manier van zich kleden die vandaag het hele Afrikaanse continent heeft be-reikt. Elegantie, bekende merken en de bijhorende gedragscodes maken de Sapeur. Fotograaf Daniele Tamagni maakt een kri-tische reflectie over deze gentle-men, “die elegantie beschouwen als hun voornaamste bestaans-reden en symbolen van exces-sieve consumptie in extreme scènes van stedelijke armoede plaatsen. De Sape is een kunst, tegelijk universeel en uniek.” Het kostuum als het lint rond de doos van pandora... (foto: Daniele Tamagni)

Foto van de maand

een andere kijk 3n’GO januari 2013

Page 4: n'GO nr 7 januari 2013

© H

TTP:

//W

WW

.YO

UTU

BE.

CO

M/W

ATC

H?V

=FX

YNR

SR

TKB

I

Bach op het topje van de afvalbergParaguay. Maar niet de mooiste plek van het land. We staan op de stinkende afvalberg van Cateura, de horizon van een kleine lokale gemeenschap, die er een minimaal inkomen uit haalt. Maar plots klinkt uit een gammel huis een cellosuite van Bach, uit het gemeentezaaltje

Eine kleine Nachtmusik van Mo-zart. Live... Dit is het project van Favio Chavez, die het geniale idee had uit de tonnen afval volwaardige klassieke muziekinstrumenten te recycleren en zo de kinderen van Cateura een nieuw leven te geven. Nice, but seen this, denk je nu vast. Wel nee, klik op het beeld en word meegevoerd door de wondermooie muziek van een olievat-cello. Wat een klank, wat een techniek. “Een

viool past niet in een omgeving als deze”, zegt Chavez. “Een instru-ment is hier meer waard dan een huis.” En toch... “The world sends us garbage, we send back music.” Een jong meisje straalt: “Ik voel vlinders in mijn buik als ik viool hoor”. Hoe-veel slumb-kinderen kennen dat gevoel, al was het maar één keer?

Bekijk de video…

een andere kijk 4n’GO januari 2013

Page 5: n'GO nr 7 januari 2013

© L

AS

SED

ESIG

NEN

- F

OTO

LIA

.CO

M

Volgens een studie van de Harvard Business School be-reiken managers die dezelfde boodschap steeds maar blij-ven herhalen via telkens an-dere kanalen de beste resul-taten en ook veel sneller dan hun collega’s die zich maar één keer de moeite getroos-ten. Op het eerste zicht lijkt een boodschap twee, drie of vier keer herhalen, eerst face

to face, dan per e-mail, ver-volgens per sms, een beetje tijdverlies. Toch blijkt dit een zeer efficiënte strategie te zijn. Het is trouwens niet eens de duidelijkheid van het bericht dan wel de herhaling die telt.De studie toont aan dat ma-nagers zonder direct hiërar-chisch gezag over het team waarmee ze werken deze her-

halingstechniek het vaakst toepassen. “Deze managers betrekken de anderen door aan problemen die ze tegen-komen een gemeenschappelij-ke betekenis te geven en door duidelijk te maken dat de leden van het team deel van de oplossing zijn”, verklaart Tsedal Neeley, een van de onderzoekers. Aan het einde van de rit slagen zij er sneller

in een team te mobiliseren dan managers met een direct gezag.

Was het maar zo simpel! Slechts één keer, één keer iets moeten vra-gen opdat het ook gedaan wordt. De werkelijkheid is toch even anders.

| Bis repetitam

Meer info : It’s Not Nagging: The Power of Persistent, Redundant Communication

een andere kijk 5n’GO januari 2013

Page 6: n'GO nr 7 januari 2013

© 2

00

6 IO

AN

NIS

RA

MFO

S

Mindfulness in de strijd tegen burn-out bij ngo’sHet overkomt de meest toegewij-den het eerst: een fysiek, mentaal, en emotioneel leeglopen. Burn-out heet het, of een ernstig verlies aan zingeving. Hoewel ontwikkelings-werkers net de mogelijkheid heb-

ben om bij te dragen tot een betere wereld en daarin hun vervulling te vinden, blijkt deze groep zeer gevoelig voor burn-outs. Ontwik-kelingswerk legt zwaar beslag op iemands leven. In die mate dat er vaak geen ruimte overblijft voor de eigen noden. Allessandra Pigni, psychologe en voormalig ontwik-kelingswerker voor AZG, maakt een analyse: “Het is niet de work-life-balans in de zin van ’redelijke werkuren, voldoende vrije tijd’ die

hulpverleners kan helpen. De ver-strengeling van leven en werk is im-mers inherent aan ontwikkelings-werk. Van burn-out genezen is de ethiek van perfectionisme en opof-fering inruilen voor een ethiek van zorg, voor zichzelf net zo goed als voor anderen.” Pigni vond in Mind-fulness een bijzonder aangepaste methode om burn-out het hoofd te bieden.

Lees de volledige white paper

een andere kijk 6n’GO januari 2013

Page 7: n'GO nr 7 januari 2013

F uta Tooro is een regio die zich uitstrekt over twee republieken: Mauritanië en Senegal. Vroeger werd het land ‘Niamandiru’ ge-noemd, met als veelzeggende be-

tekenis ‘land van overvloed’. De Fuutanke worden vandaag ‘Toucouleur’ genoemd, wat afgeleid is van Takrur, een oud koninkrijk waartoe ze behoorden. Ze noemen zichzelf Haalpulaar. De term zou afkomstig zijn van Koli Tenguella, de Peul-prins die hen be-vrijdde van het juk van koning Djolof. Koli Tenguella stond erop dat ze hun taal in stand hielden als bewijs van hun identiteit, en hij zou tegen zijn landgenoten hebben gezegd: “Haal Pulaar”, wat betekent “spreek Pu-laar”. De Haalpularen zijn verspreid over heel West-Afrika en spreken allemaal de Peul-taal. Ze zijn patriarchaal georganiseerd en hun gemeenschap is zeer hiërarchisch. Twaalf kasten zijn telkens onderverdeeld in adel, boeren en slaven.De Haalpularen zijn erg gehecht aan hun ge-bruiken en gewoontes. Het is een vrij volk, vroeger bekend om zijn geduchte strijders.

Ze laten zich niet onderwerpen en hebben een uitspraak om elk juk af te wijzen: “Je vangt een vogeltje en je wil een nest voor hem maken. Als je niet weet wat het vogel-tje wil of wat het nodig heeft om een nest te bouwen, is het beter om hem weer vrij te laten”. Of niet metaforisch uitgedrukt: als mensen onderworpen worden aan gezag en er niet kan voldaan worden aan hun verlangens en noden, is het beter hen vrij te laten in hun gewoontes.In het concept ’ontwikkeling’ dat door in-ternationale ontwikkelingssamenwerking in Afrika werd geïmporteerd, waren de kie-men van instabiliteit reeds aanwezig. Ont-wikkelingswerkers die hun werkmethodes en concepten willen introduceren, houden weinig rekening met de opvattingen die hun doelgroep heeft over ontwikkeling. De Haal-pularen verwoorden het als volgt: “Een oor kan niet groeien als het elke dag moet horen wat het nog nooit eerder heeft gehoord”. Of anders gezegd: men kan geen ervaring en wijsheid verwerven als er elke dag nieuwe gebruiks- en gedragsregels opduiken.

De Haalpularen : bij twijfel beter niets doen…

Elke maand maakt Odile Tendeng een taalkundige analyse

van de interpretatie van het woord ‘ontwikkeling’ in een

Afrikaanse taal.

“Ontwikkeling”

De haalpulaarenBamtaare is de Haalpulaarse term voor ontwikkeling. Zoals Ubuntu omschrijft Bamtaare verschillende soorten menselijke verzuchtingen tegelijk. Bamtaare combineert be-grippen als: ontplooiing, verbete-ring van sociale omstandigheden, wedergeboorte, vooruitgang, ont-wikkeling. Een andere vertaling is: een gemeenschappelijke beweging, samen vooruitgang boeken. Het is een zoektocht van een ge-meenschap, die geworteld is in so-lidariteit, naar een situatie van so-ciaal harmonieus welzijn, waarin iedereen, rijk of arm, plaats krijgt om zich te ontplooien.

| op de letter

© G

ENTI

L FR

AN

CO

IS -

FO

TOLI

A.C

OM

Ontwikkeling in woorden De Haalpularen 7n’GO januari 2013

Page 8: n'GO nr 7 januari 2013

“We moeten zelf het heft in handen

nemen en niet wachten op hulp”

8portret n’GO januari 2013

Directeur Microfinance & Solidarité Taan Yama

François Yarga

Page 9: n'GO nr 7 januari 2013

| bio

1975Geboren te Koala, Burkina Faso

1995Neemt deel aan het oplei­dingsprogram­ma ZANU over milieustudie, alfabetise­ringstechnie­ken en project­ontwikkeling

1996Wordt ge­meenschaps­werker voor ontwikke­lingswerk in Nagré

1997Sticht de ver­eniging voor herbebossing Base Fandima en opent het eerste alfa­betiserings­centrum voor volwassenen

2000Lanceert acties rond microkrediet

2004Krijgt offici­ele goedkeu­ring voor de vereniging Microfinance & Solidarité Taan Yama

2007Behaalt zijn licentie in lokaal ma­nagement en projectont­wikkeling aan het Institut Africain pour le Manage-ment

2008Lanceert een project rond microsparen

2010Sluit een part­nership af met Entrepreneurs du Monde voor een project rond microkrediet en microspa­ren

François Yarga lanceert een oproep naar heel Afrika: “Onze volkeren moeten opstaan, het lot in eigen handen nemen en in actie komen. Het heeft geen zin om te wachten op externe hulp. We zijn zelf sterk genoeg”. In alle rust vertelt hij ons hoe externe hulp een project kan verpesten als deze te vroeg komt, en dan eerder afhankelijkheid stimuleert dan autonomie.

portret 9n’GO januari 2013

Page 10: n'GO nr 7 januari 2013

E en onwankelbaar geloof in de an-dere, in de kracht van de groep, in een ploeg; dat typeert hele-maal François Yarga. “Als je af-hankelijk bent van hulp om een

project op te starten, wordt er niets gedaan totdat die hulp er is. Dit is zinloos. De no-den zijn gekend: het milieu, economische en sociale problemen. Wachten verergert de situatie alleen maar.” Dit betekent niet dat we bekrompen moeten zijn. Alle hulp is welkom, maar ze heeft alleen zin als de bevolking bewijst dat ze zelf projecten kan leiden door beroep te doen op haar eigen sterktes. Eens de bevolking zover is, kan ze zich volledig inzetten om het project tot een goed einde te brengen.Dit credo ontwikkelde François Yarga door verschillende ervaringen op het terrein. Het begint allemaal met het project ZANU, wanneer hij twintig jaar is. Meer dan 1000 Burkinese jongeren worden uitgenodigd om deel te nemen aan een opleiding over milieustudie, alfabetiseringstechnieken en projectontwikkeling, om daarna als gemeenschapswerker mee te werken aan campagnes. Gebeten door de microbe werpt François Yarga zich in de strijd. Twee jaar later sticht hij de vereniging Base Fandima op die aan herbebossing doet en

“We kunnen niet wachten tot het systeem verandert. De klimaatrisico’s zijn nu al aanwezig!”

Marie Forget, Sociale Microfinan-ciering voor Entre-preneurs du Monde in Burkina Faso« Werken met François en hem ondersteunen in de uitbouw van ABF, is voor mij echt een plezier. Hij heeft sterke profes­sionele kwaliteiten, met name de manier waarop hij zijn team motiveert en begeleidt. Maar daar bovenop heeft hij ook men­selijke kwaliteiten die hem een wijs man maken. François ziet zichzelf vaak als een Afrikaan van de nieuwe generatie; hij wil leren van andere culturen zonder zijn eigen cultuur te verloochenen. Zijn sterke enga­gement voor de basisgemeen­schappen en zijn nederigheid maken vaak indruk op mij. Hij zegt graag dat de echte rijkdom in het leven in de uitwisseling en in het delen met de andere zit."

| getuigenis

portret 10n’GO januari 2013

Page 11: n'GO nr 7 januari 2013

het eerste volwassenencentrum voor alfa-betisering opricht. En dat alles op de jeug-dige leeftijd van 22 jaar.Met zeer beperkte middelen slaagt de or-ganisatie erin om 1000 bomen te planten in 1998, 2000 in 1999 en dankzij de finan-ciële samenwerking met Tree Aid 30 000 per jaar vanaf 2000. Sindsdien zijn er meer dan 300 000 bomen geplant in de regio. Dit ging niet vanzelf, er moesten heel wat ta-boes worden doorprikt: “De legende wilde dat wie een baobab plantte, niet lang erna zou sterven. We hebben eerst het voorbeeld moeten geven vooraleer we konden bewij-zen dat dit maar bijgeloof was”. De sensi-bilisatie gebeurt in samenwerking met de imam van Nagré, El Hadji Guitanga Issa-ka, en met de allerjongsten, die de menta-liteit stap voor stap veranderen. “De nodige mentaliteitsverandering gebeurt zeer gelei-delijk. Je moet de mensen niet kwetsen in hun overtuigingen, maar hen geduldig een andere realiteit laten zien. En herbeginnen, opnieuw en opnieuw…” Hij laat ons het hui-dige landschap bekijken om het te verge-lijken met foto’s van vroeger. De evolutie is verbazingwekkend. Het klassieke beeld van de Sahel heeft plaatsgemaakt voor een dicht bladerdak. Parallel hiermee heeft François al die jaren aan zijn opvolging ge-

Het principe van microsparen laat de bevolking toe om een klein kapitaal aan de kant te zetten om door investering in een project hun inkomsten te verhogen. De zwakte van het systeem is het feit dat de vereniging Microfinance & Solidarité Taan Yama geen enkel bedrag, hoe klein ook, mag afhouden om de werkingskosten te financieren. Inkomsten kunnen alleen van publieke steun of via buitenlandse ngo’s komen. De kracht van het systeem is dat mensen hun toekomst kunnen richten op doelen die ze zelf bepalen.

| Microsparen

“Een goede leider moet zijn organisatie kunnen verlaten zonder bang te zijn dat deze

ineenstuikt zodra hij weg is!”

werkt, samen met de imam van het dorp die zelf boomkweker zal worden. Vandaag wordt het werk naarstig voortgezet door een groep jongeren, met de steun van de imam en regelmatig advies van François.In 2000 lanceert François Yarga vanuit de stad Fada acties rond microkredieten en richt hij de vereniging Microfinance & So­lidarité Taan Yama op. Het geheel wordt professioneel aangepakt, al moeten ze het

© A

G V

ISU

ELL

- FO

TOLI

A.C

OM

portret 11n’GO januari 2013

Page 12: n'GO nr 7 januari 2013

met beperkte middelen stellen, er wordt 2 900 000 CFA (ca. 4 420 €) uitgeleend door de BACB Bank. Verrassend genoeg reageert de bevolking positief en de eerste lening kan al na vier maanden worden te-rugbetaald. Hoe? François Yarga kent de valstrikken van het microkrediet en mijdt koste wat het kost opeenstapeling van schulden. “Het was niet de bedoeling om aan klassiek microkrediet te doen, maar eerder om te investeren in duurzame con-sumptiegoederen. Microkrediet moet de economische groei stimuleren. Ons doel was dat mensen in hun toekomst inves-teerden door bijvoorbeeld werktuigen of voorraad aan te kopen of door nieuwe acti-viteiten te ontwikkelen. Ondanks de heer-sende armoede heeft het toch gewerkt.” Plechtig toont hij ons de rekeningen van de vereniging in 2012. Eén kolom trekt onze aandacht, die van de achterstallige terug-betalingen waar een mooie nul prijkt. “De bevolking die met ons werkt heeft de spel-regels begrepen”, zegt hij met een brede glimlach. “Ze neemt zelf het initiatief.”In 2008 start het project rond microspa-ren. Op twee markten in Fada is er een vertegenwoordiger van de vereniging die het spaargeld ophaalt bij de verkopers en verkoopsters. Soms niets... Hoogstens 200 CFA of bijna 30 eurocent. Maar opnieuw speelt de bevolking het spel mee. Ze aan-vaardt het principe van het contract: het spaargeld kan pas weer afgehaald worden als een bepaald bedrag bereikt is. Een be-drag dat op zijn beurt moet dienen om in-komsten te genereren: de aanschaf van een werktafel, werktuigen, belangrijke voorra-

“Waar ik trots op ben is dat de overtuiging wordt verspreid dat elk individu de mogelijkheid in zich heeft om steeds verder te gaan”

portret 12n’GO januari 2013

Page 13: n'GO nr 7 januari 2013

den, nieuwe voedingsmiddelen… De mensen reageren opgetogen: “Als we het geld in onze zak hou-den, slagen we er niet in om te sparen. Het verbrandt onze broekzak”, schertst een van hen. “Door microsparen heb ik mijn werktafel kunnen vergroten en mijn voorraad kunnen uitbrei-den. Mijn dagelijkse inkomsten zijn verdubbeld”, vertelt ze met trots. Iemand anders legt ons uit hoe hij als vleesdistributeur be-gon en hoe hij door de aanschaf van een grotere werktafel en ge-reedschap nu zelf het vlees kan verwerken en zijn marge kan ver-groten. Stap voor stap verspreidt het virus van microsparen zich over de marktjes. En dit dankzij het vertrouwen dat François en zijn medewerkers inboezemen.Een van François’ grote verdien-sten is zijn vermogen om een sterk gevoel van ethiek over te brengen op zijn team. De resul-taten liegen er ook niet om. Ie-dereen neemt de basiswaarden

over: vertrouwen en eerlijkheid – “als je niet eerlijk bent, waar-om zouden handelaars je dan vertrouwen?”; rechtvaardigheid en respect – “als je geen respect hebt voor jezelf, hoe kan je dan iemand anders respecteren?” – en al plagend zegt de chef hoe je “je tijd en energie ten dienste moet stellen van het goede doel”. Hij is gekend om zijn zachtheid, zijn beleefdheid en zijn respect voor anderen, en dan vooral voor de zwaksten. Het bijna westerse begrip ’tijdverlies’ is voor hem ondenkbaar. Er is zoveel nood en zoveel te doen. Het is dus geen verrassing als hij zegt dat het werk hier en nu is en altijd blijft voortduren.

PIERRE BIÉLANDE

Moyenga Abdoulaye, locoburgemeester van de gemeente Fada N’gourma« Mensen zoals François zijn onontbeerlijk voor ontwikkelingshulp. Er zijn veel meer mensen als hij nodig: iemand met een motiverend vermogen, die een organisatie als Microfinance & Solidarité Taan Yama kan leiden. Waar ik bang voor ben? Dat hij naar Ouagadougou vertrekt. Wat hij heeft gesticht moet rijpen door onze samenwerking. Deze manier om met mensen samen te werken moet anderen inspireren. Als Ouagadougou iemand als François nodig heeft, hebben we hier nog veel meer mensen als hij nodig. »

| getuigenis

Tankoano Souampa Christophe Stanislas, coördinator van het ADELE programma« François Yarga gelooft in wat hij onderneemt. Hij zoekt altijd naar het beste en stelt verworvenheden, sterktes en zwaktes in vraag. Hij innoveert ook graag en de geleidelijke evolutie van zijn opvatting over mikrofinanciering getuigt daarvan. Hij is hard maar soms ook teder. Zijn zwak punt is dat hij, om financiële redenen, geen competente medewerkers heeft aangeworven die de interne discussie kunnen voeden. Maar hij laat zich wel adviseren en integreert de kritiek in zijn daden. Hij is vertrokken van de reële noden van de producteurs om samen een project en een visie op te bouwen. Dat is zijn sterkte. "»

“Alles wat jullie voor mij doen zonder mij, doen jullie tegen mij”

— Mahatma Gandhi. Een van de lievelingszinnen van François Yarga

portret 13n’GO januari 2013

Page 14: n'GO nr 7 januari 2013

Leefomgeving en mentaliteitde nieuwe sleutels tot ontwikkeling?

© M

AN

KA

LE -

FO

TOLI

A.C

OM

Ontwikkeling wordt vandaag meer dan ooit

geconfronteerd met de beperkingen van de top-downbenadering.

Ownership blijft de ontbrekende schakel. Het

is tijd voor een nieuwe wind, een aanpak die

gebaseerd is op de brede leefomgeving.

14dossier n’GO januari 2013

Page 15: n'GO nr 7 januari 2013

E va Monique Ravaloriaka is er ook bij: lachend maar druk in de weer. Ze is afgekomen uit Man-jakandriana, een Malagassische gemeente op 45 kilometer van

Antananarivo. “Dit is de gelegenheid om veel te leren, om andere burgemeesters te ontmoeten, om te zien hoe andere lokale overheden het probleem van toegang tot land aanpakken en hoe ze de bevolking sensibiliseren over vrouwenrechten…”, vertelt ze enthousiast. Ze is burgemees-ter van een gemeente met 25 000 inwo-ners, en ze is niet de enige Malagassische hier. Ze wordt vergezeld door Esther Ra-zazarivola, die voorzitter is van een wijkvereniging tegen schending van

dossier

Eva Ravalioraka, mentaliteitsver-andering in het dagelijkse leven“In het begin geloofde niemand in mij!” Dus pakt ze haar megafoon en begint haar redevoering voor een publiek! Stap voor stap slaat haar discours aan. Ze wordt verkozen. Sindsdien is alles veran-derd in Manjakandriana, een Malagas-sische gemeente. Tientallen huizen rijzen uit de grond, trappen verbinden de heu-vels, straten worden aangelegd, scholen, gezondheidscentra, een openbare markt. Alles met een budget van 10 000 € per jaar. Maar haar grootste werk is de strijd voor de armen en, vooral, voor de vrouw. In haar samenleving is alles zeer patriar-chaal geregeld en worden vrouwen vaak geslagen. Het grootste deel van hen wordt niet beschermd door een legaal statuut,

want het traditionele huwelijk is niet erkend door de wet. Daarom helpt ze een handje. Om de akte van burgerlijke stand te verkrijgen organiseert ze collectieve huwelijken. Voor alle conflicten zoekt ze een verzoenende oplossing. Met onver-wachte resultaten: het aantal rechtszaken is gedaald met 90%. Haar leidmotief: het collectief en begeleiding. “Zelfs al was het parcours niet altijd even makkelijk, de ngo Gender linker heeft de moed nooit opgegeven. Verschillende verenigin-gen en verdedigers van mensenrechten hebben zich bij ons aangesloten. Andere burgemeesters en verantwoordelijken hebben hetzelfde gedaan. Het resultaat is dat onze actie zich verspreidt.”

Begin december 2012 werd in Dakar de topconferentie Africités georganiseerd door de CGLUA. Deze zesde editie van de top van burgemeesters draaide rond een goede coör-dinatie tussen de verschillende beleidsniveaus, met de nadruk op veranderingen die nodig zijn aan de basis.

Een kleine dame, maar boordevol energie. Alleen al haar campagne toont de vastbe-radenheid van Eva Ravalioraka. Tegen wil en dank, een vrouw!

dossier 15n’GO januari 2013

Page 16: n'GO nr 7 januari 2013

grondrechten in Madagaskar. Bij het krieken van de dag stippelen ze hun

dagplanning nauwkeurig uit. Elke seconde zullen ze benutten om kennis op te doen, mensen te ontmoeten, maar ook om hun boodschap over te brengen. Door haar ter-reinkennis wordt Eva al snel een doelwit voor de westerse journalisten in Dakar. Onder haar leiding is het leven van de be-volking van haar gemeente erg veranderd. De journalisten zijn dol op dit soort suc-cess stories. Interviews, radiogesprekken en tv-shows wisselen elkaar af, en ze is niet de enige die zoveel aandacht trekt.Africités vond plaats van 4 tot 8 december 2012 in Dakar. Het is een immense beurs waar 5 000 lokaal verkozen Afrikaanse burgemeesters samenkomen, een onwaar-schijnlijke melting pot. Er wordt gediscus-sieerd over afval, water, de oorlog in Mali, de toekomst van Afrika, het bestuur en genderkwesties. En over de manier waar-op de centrale overheden de lokale bestu-ren kunnen helpen bij hun missie. Men klaagt over de afwezigheid van middelen die beloofd werden als deel van de decen-tralisatie. Tips en namen van leveranciers van diensten worden uitgewisseld; in de gangen gonst het van de honderden conversaties. Burgemeesters van ge-

“Als je jeuk hebt en je hebt nagels, krab je dan!”

Be your own boss Neem je lot in eigen handen

Mijn vader zei me altijd: ‘Als je jeuk hebt en je hebt nagels,

krab je dan!’ Een zinvolle allegorie. Als je niet wacht om te krabben, waarom zou je dan wachten tot het werk naar je toekomt? In Kameroen zijn er nog te veel jongeren die een afwachtende houding aannemen. Ze wachten maar op één ding: de rekruteringscampagne van de overheid. Er is geen enkel systeem dat gebouwd kan worden op

dergelijke fundamenten.” Vandaar de idee om te werken aan een mentaliteits-verandering via muziek. De groep heeft een degelijk nummer opgenomen dat gespeeld werd op Africités in Dakar: Be your own boss. Ondertussen is er uit de idee een uitgebreid project ontstaan om Business shops en Business coaches te organiseren om jongeren bij te staan in het creëren van hun eigen job.

Ze is Kameroense, Engelstalig en bekend bij het grote publiek omdat ze haar eigen programma presenteert op de televisie. Met haar ploeg staat Rose Mbole Epie aan de basis van het project Be your own boss, dat de Kameroense jeugd oproept om haar lot in eigen handen te nemen.

dossier 16n’GO januari 2013

Page 17: n'GO nr 7 januari 2013

meentes zonder betekenis praten met Nicéphore Soglo, oud-president van

Benin en oud-bestuurslid van de Wereld-bank, die zich vandaag fier burgemeester van Cotonou mag noemen: “In onze ste-den wordt de verandering van Afrika in-gezet.” We kruisen Thabo Mbeki, die een bliksembezoek brengt, Bertrand Delanoe, burgemeester van Parijs, Khalifa Sall, burgemeester van Dakar en Pedro Pires, oud-president van Kaapverdië. Verspreid over drie dagen worden er een honderdtal ateliers georganiseerd. Als we ons afvragen waar het hier behalve de ontmoeting van burgemeesters verder nog om gaat, komt het antwoord uit de mond van Gustavo Massiah: “De leefomgeving.”

Ontwikkeling via leefomgevingenGustavo Massiah is het brein achter de Cités et Gouvernements Locaux Unis d’Afrique, de vereniging die de top organiseert. Hij was voorzitter van het CRID (Centre de Recherche et d’Information pour le Développement) en is lid van de Internationale Raad van het Wereld Sociaal Forum (WSF). “Op welk niveau je je ook bevindt, alles gebeurt

binnen een territorium, de leefruimte van de bevolking”, vertelt hij. “Je vindt er humane, culturele, historische en sociale dimensies.(1) De verankering is er heel direct, zoals ook het contact met de autoriteiten en de burgemeester. Als je vertrekt vanuit de leefomgeving, zorgt dit voor meer nabijheid en inspraak. Het is zeker geen garantie, want voor een lokale ontwikkeling is er democratie nodig. Maar die democratie vindt zijn basis eerder op lokaal dan op centraal niveau. Het is moeilijker voor een burgemeester om geen rekening te houden met zijn verkozenen dan voor een president om geen voeling te hebben met wat er op het terrein leeft.” Het is ook op dit niveau dat Massiah de concreetste impact op de levensomstandigheden van de bevolking ziet. Hier is ook minder externe invloed: “Een president zal je altijd kunnen doden of omkopen, maar hoe ga je 15 000 Afrikaanse gemeentes omkopen?” Het risico van deze benadering is dat het lokale niveau zich isoleert van andere beleidsniveaus. “We mogen de interactie tussen de verschillende beleidsniveaus niet verwaarlozen. Er is onderlinge afhankelijkheid. We kunnen vier

“Als je om president te worden eerst burgemeester moet geweest zijn en niet kolonel, hebben we al

een grote stap gezet!” — Gustavo Massiah

Gustavo Massiah

© L

ECTU

RA

AC

OM

PAN

AD

A.B

LOG

SP

OT.

BE

(1) Développement humain et dynamiques territoriales. T. Daghri et H. Zaoual, (onder leiding), Horizon Pluriel/L’Harmattan, 2008.

dossier 17n’GO januari 2013

Page 18: n'GO nr 7 januari 2013

andere niveaus onderscheiden waar mee het lokale niveau

samenhangt. Eerst en vooral het regionale niveau, dat problemen kan aanpakken die niet op gemeentelijk vlak kunnen worden opgelost: werkgelegenheid en milieu, met bosbeheer als voorbeeld. Het nationale niveau, dat absoluut gestructureerd moet worden en z ich meer moet toespitsten op beleid voeren, en verder vooral plunderingen moet tegengaan en invloeden van buitenaf. En tot slot de twee resterende niveaus: de vijf subregio’s van Afrika en tot slot het continent zelf. Op deze niveaus is de impact van de lokale macht eerder beperkt. Idealiter zouden deze niveaus moeten samenwerken rond gemeenschappelijke doelen”, concludeert hij.

Het falen van een top-downbenaderingKunnen we stellen dat men door te ver-trekken vanuit de leefomgeving erkent dat het een vergissing was om verande-ring van bovenaf in te voeren, vanuit de centrale staat? “Dat klopt”, stelt José To-nato, architect, bouwkundige, maar ook wetenschappelijk coördinator van sessies op Africités. De conclusie is hard: “De top-downbenadering werkt niet. We hebben een probleem met het systeem zelf, maar ook met ons beeld van wat een bevolking eigenlijk is. De heersende elite in Afrika ziet de bevolking als uitvoerders van hun beslissing, als mensen die niet in staat zijn om na te denken over hun eigen toe-komst. Ze zien het lokale niveau als

“Te veel verkozenen zien de bevolking als

uitvoerders. Geen wonder dat er geen

ownership is”

Inhuldiging van een academie voor burgemeestersOp de vijfde top van Africités in Marrakesh in 2009 besloten de lokale verkozenen om de Acade-mie africaine des collecti-vités locales op te richten. Het was een antwoord op de nood aan professiona-lisering en administratie bij de lokale besturen. Een haalbaarheidsstudie heeft de voorzieningen in kaart gebracht die nodig zijn om een gemeenschap te be-

sturen in Afrika en daar-buiten. Deze aanbeveling heeft uiteindelijk geleid tot de inhuldiging van de Academie africaine des collectivités locales door de Marokkaanse autori-teiten en door Jean-Pierre Elong Mbassi, secretaris-generaal van de CGLU Afrika in november 2012.De academie wil niet opnieuw het wiel uitvin-den of nieuwe opleidingen

creëren, maar wel instel-lingen die opleidingen geven accrediteren en een garantielabel bezorgen. Ze zorgt voor strategisch overzicht en werkt aan pedagogische innovatie. De academie zou van start gaan vanaf 2013.

dossier 18n’GO januari 2013

José Tonato

Page 19: n'GO nr 7 januari 2013

een apparaat dat klakkeloos de beslissingen van bovenaf uit-

voert. De elite klaagt over de passivi-teit van de bevolking, maar ze orga-niseert die zelf en het komt haar goed uit. Ze moet dan ook niet verbaasd zijn als er geen ownership is. Hoe kan het ook als de bevolking en het lokale niveau niet betrokken worden bij de uitwerking, de ontwikkeling en de uitvoer van projecten?” Er is nog een lange weg te gaan, aangezien heel wat verkozenen ex-ambtenaren, ex-onderwijzers, notabelen en gepen-sioneerden zijn, die gemeenschappe-lijk hebben dat ze niet opgeleid zijn om een gemeente te leiden en niet vertrouwd zijn met inspraak van de bevolking. “Deze vorm van leiding bestaat nog niet in Franstalig Afrika, in het Engelstalig deel vind je het wel al vaker”, voegt hij er nog aan toe.

Verkozen? Ja! Burgemeester? Heel wat minder!Zoals vele anderen betreurt José Tonato dat er nog zoveel verkoze-nen alleen naar macht en geld stre-ven zodat hun vrienden, familie en getrouwen ervan kunnen profite-ren. “Die lokale verkozenen zijn de vruchten van het verleden, ze zijn de kinderen van een sterk centraal bewind, waaruit ze gewoontes en

praktijken kopiëren.” Na drie jaar gewerkt te hebben als coach van het gemeentebestuur in Benin, kan hij een heleboel onregelmatigheden op-sommen: “Het privilegiëren van fa-milie of vrienden als er een gemeen-telijk gebouw wordt neergezet, te hoog factureren, grondbelastingen gebruiken voor eigen doeleinden,…” Aminata Traoré, voormalig minister van cultuur en toerisme in Mali deelt die ervaringen en gaat tekeer tegen deze misbruiken: “Dit soort verkoze-nen koopt zijn stemmen. Ze maken zelfs schulden om hun campagne te financieren en hun electoraat om te kopen. Als ze eenmaal aan de macht zijn, gebruiken en misbruiken ze grondinkomsten door dezelfde gron-den meermaals te verkopen, door woningen te bouwen en voor eigen rekening te verhuren.

Esther Vololona Razazarivola : de strijd tegen de schending van de grondrechten

“Stel je voor dat een boer die al 30 jaar zijn land bewerkt, van de ene dag op de andere zijn terrein verliest omdat hij niet de titel van grondbezitter heeft!” In maart 2010 startte Esther en haar vereniging een project Lutte contre la vio-lence foncière dans les zones enclavées, ofwel: de strijd tegen de schending van de grondrechten op ingesloten terrein. De groep geleid door Esther bestaat uit juristen die zich in dienst stellen van de bevolking, een plaatselijke technicus en Eloi de patriarch. Hun doel: de obstakels bestrij-den die het grondrecht bedrei-gen. Volgens de Malagassische

wet kan iedereen die een stuk land exploiteert er eigenaar van worden. De vereniging helpt de bevolking om bewij-zen te verzamelen voor deze exploitatie. De groep juristen zorgt dan voor de gerechtelijke stappen. Dat was gisteren nog ondenkbaar voor de boeren die anders alleen moesten op-boksen tegen justitie, die vaak banden had met de plaatse-lijke machthebbers. Maar het effect is er. Tegenover het gerecht kan het gemeentebe-stuur soms niet anders dan een stap terug te nemen en gerechtigheid te bezorgen aan de boeren…

Esther Vololona Razazarivola is vijftig jaar, getrouwd en moeder van twee kinderen. Op een dag had ze er genoeg van. Door de schrijnende schending van de grondrechten, de dubieuze praktijken van de lokale overheden en de complexiteit van de rechtsregels, besloot ze om het heft in eigen handen te nemen.

dossier 19n’GO januari 2013

Esther Vololona Razazarivola

Page 20: n'GO nr 7 januari 2013

Dit creëert niet alleen onrecht, maar ook onzekerheid die de

ontwikkeling in de weg staat.” De architect en de oud-minister maken dezelfde analyse: “Je moet dit soort verkozenen vergeten. We kunnen ze niet veranderen, ze zijn te nauw verbonden met het systeem. Ze doen vooral een beroep op de macht van de centrale politiek, op hun partij en op externe partners. Die laatste, met hun zeer verschillend referentieka-der, met name geld verdienen, eva-lueren de verkozenen. De verkozenen voelen zich niet verschuldigd tegen-over de bevolking die hen aan de macht heeft gebracht. Er is een ster-ke vertrouwenscrisis tussen hen en de bevolking. Het is tijd voor nieuw bloed. Voor een jonge generatie met een andere kijk, die beseft dat het mo-gelijk is om burgemeester te zijn en te

blijven door zich echt in te zetten voor de bevolking.”

Nieuw bloed en volwassenheidVoor al onze gesprekspartners loopt de weg naar ontwikkeling langs de opkomst van nieuwe verkozenen en langs een volwassen politiek die meer en meer leeft bij de bevolking. In de regimes waar er verkiezingen worden gehouden, heeft de bevolking een ge-ducht wapen: haar stemrecht. In Be-nin werd 80% van de lokale verkoze-nen niet herverkozen in maart 2008. Men wordt dus bestraft als er niets verandert. In mijn gemeente hebben de vrouwen zich weer verenigd. Met duizend zeggen ze: ‘Zo kan het niet verder!’ en wegen zo op het politieke debat", vertelt Aminata Traoré, fier op het engagement van haar

Moussa Mara : beleid en transparantie in dienst van de verkozenen

Deze boekhoudkundig expert is in de politiek gegaan en heeft van beleid en transpa-rantie zijn stokpaardje ge-maakt. Sinds zijn benoeming tot burgemeester publiceert hij zijn eigen vermogensaan-gifte, hoewel dit wettelijk niet verplicht is. Een rare symboli-sche daad, maar hij houdt vol: “We hebben net een document opgesteld genaamd ’charter van de gebruiker’, een gids die alle diensten van de gemeente bundelt (burgerlijke stand, sanering, hygiëne, onderwijs, veiligheid,…) en ook aangeeft hoelang het duurt en hoeveel het de burger kost om een beroep te doen op een van de diensten. Dit document is on-dertekend door heel de perso-neelsstaf die ermee instemde

om alles door te voeren. Het werd ook goedgekeurd door de burgermaatschappij die haar volledige steun belooft. Een goede communicatie heeft ervoor gezorgd dat de bevolking weet wat ze kan verwachten van de gemeente. Alle inwoners van de ge-meente beginnen zo ook hun rechten te kennen en aarzelen niet om op hun strepen te staan als er vertragingen zijn. Men kan hen niet langer meer vragen dan in het charter staat. Regelmatig kwamen er burgers met een aanvechting naar mijn bureau, waarin ze een medewerker ervan be-schuldigden tegen de regels te handelen, wat ook waar was. Ze hebben dan ook zonder probleem hun recht gekregen.”

Moussa Mara

In Mali is hij gekend als een merkwaardig figuur. “Ik zou in mijn gemeente wel een burgemeester zoals hij willen”, laat oud-minister en andersglobalist Aminata Traoré vallen. Moussa Mara, burgemeester van Bamako IV, lijkt wel een ufo.

dossier 20n’GO januari 2013

Page 21: n'GO nr 7 januari 2013

zusters. José Tonato benadrukt toch dat er nog een lange weg af te leggen

is eer de bevolking zich bewust is van haar rechten. “Velen weten bijvoorbeeld niet dat ze aanwezig mogen zijn bij de gemeente-raad. En als ze het al weten, zien ze het nut niet van deelname aan het politieke debat. Werken op het veld lijkt hen veel nuttiger. Deze opvoeding tot burger zou moeten voortvloeien uit de politiek, maar op vele plaatsen heeft die er geen belang bij om de bevolking op te voeden.” Hebben ngo’s, verenigingen en de grote UNO-pro-gramma’s dan wel zin? “Zeker”, antwoordt hij. “Ik ken een ngo in Benin die langs de gemeentes trekt en de mensen inlicht over hun rechten en de werking van het sys-teem. De impact laat zich voelen.” Tegelij-kertijd moeten nieuwe burgemeesters als Moussa Mara, Eva Ravaloriaka, Christop-he Mejbedji, die zich echt inzetten voor de bevolking, gesteund worden. Gustavo, José en de anderen antwoorden in koor: “Als we nu eens wisten hoe we dit leadership naar voor konden schuiven!” De oproep is ge-lanceerd! ERIC FRIPIAT

“Een nieuwe generatie durft het

veeleisende pad van de transparantie te

bewandelen”

Economie solidaire et développement local. Vers une démocratie de proximité.T. Daghri et H. Zaoual, Horizon Pluriel/L’Harmattan (2007), 220 pagina’s.

Critique de la rai-son économique. Introduction à la théorie des sites.S. Latouche, F. Nohra, H.Zaoual, Préface de Angèle Kremer-Marietti, Collection Epistémo-logie et philosophie des sciences. L’Har-mattan (1999).

| meer info

© F

RÉD

ÉRIC

PR

OC

HA

SS

ON

- F

OTO

LIA

.CO

M

dossier 21n’GO januari 2013

Page 22: n'GO nr 7 januari 2013

Respecten nog eens respect

Net zoals zijn tegenbeeld, dominantie (zie n’GO nr. 6), leidt ook onderdanigheid tot tekenende ervaringen. Angst, schuldgevoel,

perfectionisme of ook bijgeloof maken het moeilijk om de heilige graal van de assertiviteit te vinden. Voor een onderdanig iemand is er niets

moeilijker dan zijn plaats op te eisen.

© N

OVI

C /

123

RF

hoe pak je het aan… onderdanigheid 22n’GO januari 2013

Page 23: n'GO nr 7 januari 2013

T egengesteld aan dominante personen hebben onderdani-gen de sociale functie om zich in dienst te stellen van de eer-ste. Ze doen dit niet om goed te

doen. Ze kunnen een dominante persoon-lijkheid gewoon niet de baas en hopen dat er tegenover hun trouw of loyaliteit een beloning of toch ten minste bescher-ming staat.

Zoals we in ons voorgaande nummer beschreven, garanderen dominantie en onderwerpingsgedrag een zekere sociale stabiliteit, zowel in de menselijke samenleving als in de dierenwereld. Ze zorgen ervoor dat beslissingen snel kunnen genomen worden zonder dat de hiërarchie telkens in vraag moet worden gesteld.

1. Veroordeel nietVaak komt het gedrag van een onder-

danige, vooral dan in fase 3, irrationeel over: “maar waarom voelt hij zich nu schuldig? Hij heeft er toch niets mee te maken.” Vervolgens is de kans reëel dat we zeggen “maar nee, je hebt er helemaal niets mee te maken” en hem zo kleineren of de toestand dedramatiseren. Dit biedt geen hulp. Het gaat niet om het probleem, maar het achterblijvende gevoel. In de-zelfde lijn kan iets wat voor jou makke-lijk lijkt, voor de onderworpene een hele opdracht zijn. Het helpt niet om te zeg-gen: “maar je kan het wel…” Het gaat niet om de competentie maar om het gevoel. Ook domineren of dramatiseren moet je vermijden. Het maakt de situatie alleen maar erger.

2. Het gevoel erkennenZoals we net zagen is er niets mis met

het probleem of de uitdaging. De persoon heeft vaak alle bekwaamheden om de si-tuatie op te lossen. Het echte probleem is een innerlijk schuldgevoel, perfectio-nisme, de vrees voor een sanctie. De eer-

ste opdracht is het gevoel erkennen en interesse tonen voor het gebeuren en de bijhorende emoties. Dit is niet makkelijk omdat het gedrag zo vaak irrationeel of onlogisch lijkt.

3. Vragen stellen om van mood te veranderen

Veelal stelt het een onderdanig persoon gerust als je zijn toestand bespreekt en uitklaart. Je blijft feitelijk en vriendelijk, maar je laat hem over zijn gevoelens pra-ten. Je zegt zaken als: “Ik begrijp dat je denkt dat er een echt probleem is.”; “Ik ken de situatie niet helemaal, kan je het me eens uitleggen?”; “Waarom zeg je dit of dat?”; “Wat is er mis?”. De delen in de hersenen die actief zijn bij onderdanig-heid gaan dan stilaan de leiding overla-ten aan andere gebieden, die progressief het gevoel gaan verzachten. Vooral als je feitelijk blijft en als je, nadat je hem zijn gevoel hebt laten beschrijven, erin slaagt hem zelf de zaken te laten relativeren. Bijvoorbeeld met vragen als “Wat zou je beste vriend of vriendin hierover zeg-gen?” zolang die zich ook niet in dezelfde onderworpen positie bevindt, uiteraard.

De grote regels: Hoe pak je de relatie met een onderdanige aan?

© B

ALO

NC

ICI /

123

RF

hoe pak je het aan… onderdanigheid 23n’GO januari 2013

Page 24: n'GO nr 7 januari 2013

Onderwerpingsgedrag is zoals dominantie zeer moeilijk op te

sporen omdat de symptomen maar zwak zichtbaar zijn. Het gevoel van onderwerping wordt gevoed door de angst om fout te doen. Altijd en overal. Een onderdanige persoon is gewoon-weg niet in staat om zich te verzet-ten tegen een dominante en heeft de voortdurende drang om hem te beha-gen. Hij vermijdt elke mogelijke fout die schade zou kunnen berokkenen. Zijn alle perfectionisten dan onder-worpen types? Verre van. Een perfec-tionist kan wel onderworpen zijn, om-dat hij nooit in de fout wil gaan – een dominante persoon trekt zich daar niets van aan –, of omdat hij ervan houdt dat de dingen goed gebeuren, of doordat hij altijd volledig wil zijn en genuanceerd tot in het extreme. En verlegen mensen? Ook niet altijd. Verlegenheid kan ook voortvloeien uit gereserveerdheid of een reactie zijn op mensen die veel praatjes hebben zonder iets zinnigs te zeggen. Hier is

van onderwerping geen sprake. Hét kenmerkende criterium is de irratio-nele angst om fouten te maken.

Over angst en bijgeloofHoe meer onderwerping er is, hoe meer angst ook. De grote angst van de onderdanige is het idee dat hij door nalatigheid of passiviteit erger-nis zou uitlokken of de groep lastig zou vallen. Hij zal er alles aan doen om dat te vermijden. Hij probeert zo perfectionistisch mogelijk te zijn en gaat vervolgens alles onophoudelijk verifiëren. Het gaat hier over volstrekt onwaarschijnlijke fouten die hij zou kunnen maken: “De maatschappij zal instorten omdat ik gisteren die mail niet heb verstuurd…” Het is een chro-nische angst, ongedefinieerd, die ont-staat bij de kleinste futiele aanleiding en altijd gepaard gaat met een slaafse onderwerping aan de dominante. De onderdanige is zelfs bereid zijn ei-gen comfort en dingen waar hij recht op heeft op te offeren voor

Wat zegt Van Dale hieroverOnderwerping• Toestand waarin iemand zich in een afhankelijke positie plaatst, onder het gezag, de dominantie van een andere.

Ongerustheid• Emotionele storing die zich uit in een ondefinieerbaar gevoel van onveiligheid.

| uitgeklaard

“Onderdanigheid is gekenmerkt door een overdreven vrees om in de fout te gaan”

© F

RA

NC

K D

IAP

O -

FO

TOLI

A.C

OM

hoe pak je het aan… onderdanigheid 24n’GO januari 2013

Page 25: n'GO nr 7 januari 2013

de hogere in de hiërarchie. In de derde fase gaat dit ongemak nog

een stap verder. De reële wereld kan geen zekerheid meer bieden. Zelfs al gaat alles goed, dan is er nog een prijs te betalen voor het kwetsbare geluk dat er is. Een sanctie hangt altijd in de lucht, zelfs voor een kleinigheid. Hij is de fout van alles, ook van de vergissingen van anderen. Bijgeloof is hier alomtegenwoordig…

Paniek in geval van promotieEen voorbeeld. Iemand is zeer geor-ganiseerd, bekwaam, perfectionist, boekt uitstekende resultaten… Niets doet een onderdanig profiel vermoe-den. Bij de volgende promotie loopt het uit de hand. Hij leeft voortdu-rend in stress, werkt minder effici-ent, controleert alles vijf keer, neemt angstremmers. Hij voelt zich niet in staat om te beantwoorden aan de ei-sen die aan hem gesteld worden. De promotie die hem de macht geeft om orders te geven plaatst hem van een ondergeschikte positie in een domi-nante. Maar het brein doelt op sociale stabiliteit. Het activeert daarom een compensatiemechanisme

“Onderdanigheid is een inwendig gevoel dat vaak onafhankelijk is van het bestaande probleem”

BoekenPersonnalités et PsychophysiopathologieJ. & F. Fradin. Éditions Publibook Université (2003-2006).

ArtikelsHow interpersonal motives clarify the meaning of interpersonal behavior: A revised circumplex model. Personality and Social Psychology Review.(10, 67-86), Horowitz, L.M., Wilson, K.R., Turan, B. Zolotsev, P., Constantino, M.J. & Henderson, L. (2006). Personality and Social Psychology Review.

The 1982 Interpersonal circle: A tax-onomy for complementarity in human transactions. (90, 185-214), Kiesler, D.J. (1983). Psychological Review.

Dominant-submissive behavior as models of mania and depression. (29, 715-737), Malatynska, E. & Knapp, R.J. (2005). Neuroscience & Behavioral Reviews.

| meer lezen

© M

OPI

C -

FO

TOLI

A.C

OM

hoe pak je het aan… onderdanigheid 25n’GO januari 2013

Page 26: n'GO nr 7 januari 2013

dat als een elastiek de persoon in een onderworpen houding katapulteert,

die onmiddellijk de meerwaarde van de gepromoveerde functie compenseert. Hij is nu nog meer onderworpen dan ervoor, met een paniekgevoel erbovenop. Doel van dit mechanisme? Hem de plaats laten terugvinden die hij voor zichzelf juist acht.

In een wereld van presteren en concur-rentie is het eenvoudig om die snaren te ra-ken waardoor een onderdanige zich slecht voelt. Hij gaat immers alle mogelijke of in-gebeelde fouten proberen anticiperen. Het gevaar is reëel dat hij steeds verder in de afgrond glijdt, wat hem op lange termijn improductief maakt. De belangrijkste op-dracht in de omgang met een onderdanig persoon is respect.

PIERRE BIÉLANDE

Ontstaan✔✔ Onvoorspelbaar en wisselvallig✔✔ Bij eender welk onderwerp (in tegen-stelling met anderen die altijd op een bepaald onderwerp reageren)

✔✔ Als je hem een schuldgevoel geeft✔✔ Als je hem op zijn fouten of tekorten wijst

✔✔ Als hij zich niet betrokken voelt

Inwendig gevoel van de persoon

✔✔ Zwak zelfvertrouwen✔✔ Minderwaardigheidsgevoel tegenover een dominante persoon

✔✔ Perfectionisme om niet in fout gesteld te worden

✔✔ Niet in staat om nee te zeggen tegen een dominante persoon

✔✔ Schuldgevoel✔✔ Fascinatie voor macht

De symptomen zijn cumuleerbaar.

De karakteristieken van onderdanigheid © F

ON

S L

AU

RE

- FO

TOLI

A.C

OM

“Om te reageren op een dergelijke persoonlijkheid: veroordeel niet, blijf vriendelijk en feitelijk, probeer hem te laten vertellen wat er schort”

hoe pak je het aan… onderdanigheid 26n’GO januari 2013

Page 27: n'GO nr 7 januari 2013

We willen verandering! Ngo’s en vereni-gingen van allerlei pluimage doen hun best om positieve veranderingen teweeg te brengen. Maar wie verandering zegt, zegt weerstand. We kunnen zoveel discussiëren, luisteren, analyseren en sensibiliseren als we willen, er is altijd wel een moment waar het vastloopt. Wie is hier de schuldige? In veel gevallen onze eigen overtuigingen.

Verander je kijk!Verder kijken dan je beperkende overtuigingen

© K

AF

NU

N -

ALI

OU

NE

ND

IAYE

;27instrument beperkende overtuigingen n’GO januari 2013

Page 28: n'GO nr 7 januari 2013

V erandering begint vandaag. Of misschien morgen. In ie-der geval werken we eraan… Maar zo eenvoudig is het niet. Vooral omdat we niet altijd

merken waar het fout loopt. Het team van de Université de Paix legt de vinger op een van de problemen in het veranderingspro-ces: beperkende overtuigingen. Alexandre Castanheira, trainer in positieve conflict-beheersing, definieert het concept: “Een overtuiging is een soort waarheid die ik mezelf voorhoud en die mijn gedrag en mijn kijk op de wereld bepaalt. Het is een filter die we op onze omgeving toepassen

Overtuigingen identificerenDoor een reeks zintuiglijke, visuele en mondelinge oefeningen worden de deelne-mers zich bewust van hun overtuigingen. Door deze bewustwording worden de be-langrijkste overtuigingen zichtbaar.

De mechanismen begrijpenHet is belangrijk om in te zien welke im-pact onze overtuigingen hebben op onze manier van denken en doen. De mechanis-men kennen hoe overtuigingen ontstaan en sterker worden, is de tweede stap.

Het beperkende karakter herkennen

Door een reeks oefeningen uit te voeren en ervaringen uit te wisselen wordt duidelijk hoe beperkend overtuigingen kunnen zijn.

Elke persoon identificeert vervolgens zijn eigen beperkende overtuigingen.

De beperkende overtuigingen versoepelen

We kunnen onze overtuigingen laten evo-lueren en er zelfs nieuwe creëren. Door afstand te nemen van je identiteit en je omgeving, door je gedrag aan te passen en bepaalde capaciteiten te verdiepen, worden je overtuigingen soepeler. Dit kan alleen be-reikt worden door er voortdurend aandacht aan te geven en op lange termijn te plannen.

Overgaan tot actieParallel met het cognitieve werk kunnen we door concrete acties nieuwe ervaringen opdoen die onze overtuigingen kunnen la-ten evolueren.

| hoe werkt het?

© К

ИРИ

ЛЛ

РЫ

ЖО

В -

FO

TOLI

A.C

OM

“Een overtuiging is niet al-leen een gedachte die door de geest wordt bestuurd, het is ook een idee die de geest bestuurt”— Elly Roselle

instrument beperkende overtuigingen 28n’GO januari 2013

Page 29: n'GO nr 7 januari 2013

en die onze gedragingen en capaciteiten conditioneert. Zulke overtuigingen kun-nen onze visie beperken omdat ze een oordeel met zich meebrengen. Ze remmen ons af als we met nieuwigheden te maken krijgen, zelfs als we al op punt staan om voor verandering te kiezen.”

Een natuurlijk mechanismeDe vorming van onze overtuiging is een aangeboren proces. Tijdens onze kinder-tijd en adolescentie bouwen we stap voor stap onze eigen realiteit op. “Naargelang onze levenservaring veralgemeent en categoriseert ons brein voortdurend alle gebeurtenissen om de overvloed aan in-formatie die op ons afkomt te beheren. Hierdoor kunnen we leven, ons bescher-men en ons aanpassen. We stellen als het ware interpretatieregels op van de wereld die ons omringt.” Deze regels nestelen zich in onze manier van denken en hebben de neiging sterker te worden. “We willen aan alles altijd een betekenis geven, maar we zijn daarbij zeer selectief. We gaan op zoek naar elementen in de werkelijkheid die onze overtuigingen bevestigen. Deze elementen hechten zich steeds dieper vast. Het probleem is dat wij evolueren, en dat ook de context zich aanpast. Op een be-

– De identificatie van onze diepste overtuigingen zet de interne samenhang

op de voorgrond, de manier waarop je aan de dingen zin geeft vanuit je persoonlijk

standpunt.

– De tijd nemen om de huidige situatie te analyseren (de omgeving, de

persoonlijkheid enzovoort) zorgt voor een gevoel van vrijheid en openheid. Bewust

worden van je denkpatronen en het verschil tussen de realiteit en wat jij waarneemt.

– De gedachten worden flexibeler. Het brein is getraind om anders te denken, om niet de

autostrades te gebruiken, maar zijn eigen weg te banen. De bekwaamheid om zich aan

te passen wordt versterkt.

– Door onze overtuigingsmechanismen te begrijpen, kunnen we ze laten evolueren en

zo ook onszelf verbeteren.

| de sterktes

– Het werk zit vooral in de introspectie. Dat vergt tijd en veel energie, zowel fysiek als mentaal.

– Je kan dit bijna niet alleen. Wederzijdse verrijking en de reflectie van de ander zijn onmisbaar.

– Het kan moeilijk zijn om over te gaan tot actie. Je kan in ongemakkelijke of beangstigende situaties terechtkomen.

| de beperkingen

“95% van de mensen vat het op als iets negatiefs”

instrument beperkende overtuigingen 29n’GO januari 2013

© K

OYA

79 -

FO

TOLI

A.C

OM

Page 30: n'GO nr 7 januari 2013

paald moment zijn sommige van onze overtuigingen niet meer aangepast.”Eenzelfde overtuiging kan afhankelijk van de situatie nuttig of beperkend zijn. “Neem iemand die de buitenwereld wantrouwt. In sommige gevallen kan deze overtuiging je leven redden en in andere weerhoudt het je iets te doen. Elke overtuiging kan op een bepaald moment heilzaam zijn, en op een ander verlammend werken.”

Vanuit een ander oogpunt bekekenAls je je bewust wordt van je beperkende overtuigingen, is dat al een eerste stap naar een versoepeling ervan. Daarna volgt een werk van lange adem om ruimte te creëren voor vrijheid en nieuwe mo-gelijkheden. “Aan de Université de Paix

werken we vooral met veranderingen die conflictbeheersing bevorderen. Een eerste verandering moet gebeuren in ons begrip van het concept conflict zelf. On-geveer 95% van de mensen vat het op als iets negatiefs. Vanuit ons standpunt is een meningsverschil of een tegenstelling iets neutraals. Het is de manier hoe we ermee omgaan die aangename of onaangename gevolgen kan hebben. Als we erover na-denken, beseffen we dat we dagelijks een hoop conflicten tegenkomen. Bijvoorbeeld als we in de trein stappen op het spitsuur, of het avondeten klaarmaken en de kinde-ren in bed moeten stoppen. Als we de tijd nemen om het concept conflict te analyse-ren, komen we vaak tot de vaststelling dat we al heel wat middelen hebben om ermee om te gaan, maar ook verhogen we ons

Ana Matten, verantwoordelijke van Comptines in Lambersart«We hadden het geluk de vorming met ons team te kunnen volgen en dat was bijzonder verrijkend. We zijn er respectvoller, begripvoller en meer samenhangend als groep uitgekomen. We bekijken de andere nu anders. Niemand wil de andere nog veranderen maar zoekt eerder naar oplossingen om samen vooruit te geraken. Je beperkende overtuigingen kennen maakt dat je niet blijft stilstaan bij een eerste indruk. De opleiding opent de geest. De lesgevers zijn uitzonderlijk goed en één en al oor. Met diverse middelen, geschreven, video of spel, brengen ze een heel arsenaal aan boodschappen. De enige voorwaarde om voluit van deze vorming te kunnen genieten is bereid zijn om van bril te veranderen!"»

| getuigenis

instrument beperkende overtuigingen 30n’GO januari 2013

Alexandre Castanheira en het team van de ‘Université de Paix’

Page 31: n'GO nr 7 januari 2013

begripsvermogen. Dit toont aan hoe som-mige overtuigingen onze blik beperken.”

Ieder zijn eigen overtuigingDoor in relaties met anderen rekening te houden met beperkende overtuigingen kan samenwerking veel vlotter verlopen. “Als twee personen een tegengestelde overtuiging hebben, is het belangrijk dat ze dezelfde perceptie van de werkelijkheid hebben. Daar heb je een goed luisterend oor en een flinke portie flexibiliteit voor nodig. Het is niet de bedoeling dat je de ander overtuigt om anders te handelen. Je moet een gemeenschappelijk terrein vinden waar beide partijen hun overtui-gingen kunnen uiten en in vraag stellen. De dynamiek in een team en de relatie tussen partners of collega’s komen er ster-ker uit.”

RENAUD DEWORST

Caroline Gavroy, lesgever en begelei-der in persoonlijke ontwikkeling« De beperkende overtuigingen hebben een grote impact op het relationele, de communicatie en het begrip van de andere. Deze vorming heeft mij instrumenten aangereikt om overtuigingen te identificeren, maar ze heeft mij ook een bewustzijn bijgebracht. Ik heb zeven jaar in Congo gewerkt in contact met andere culturen en denkschema’s. De verschillen die ik ervaarde noemde ik ‘standpunten’. Maar het concept van beperkende overtuigingen lijkt mij nu veel pertinenter. Die overtuigingen zijn een manier om zich een plaats te geven in het leven. Ze zijn sterke ankerpunten die niet zomaar veranderd kunnen worden in een debat, ze maken deel uit van de individuele identiteit... Weten dat ze er zijn maakt je toleranter.»

| getuigenis| meer weten

OpleidingDe Université de Paix in Namen biedt een tweedaagse opleiding aan. Die kan plaatsvinden in hun eigen ruimtes, of overal in België en Frankrijk. Voor meer info kan je terecht op hun website.http://www.universitedepaix.org/changeons-de-lunettes

LectuurDu désir au plaisir de changerF. Kourilsky, Dunod, 4e édition (2008).

50 exercices pour penser positifP. Auriol & M.-O. Vervisch, Eyrolles (2011).

Changer les systèmes de croyances avec la PNLR. Dilts, Interéditions (2010).

U kent een interessant werk- instrument dat waardevol

is in een context van ontwikkelingssamenwerking?

Laat het ons weten!

instrument beperkende overtuigingen 31n’GO januari 2013

Page 32: n'GO nr 7 januari 2013

blog-notes

Antoon Vandevelde

Antoon Vandevelde is gewoon hoogleraar en decaan van het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte aan de KU Leuven. Als onderzoeker aan het Centrum voor Economie en Ethiek van de Leuvense universiteit begeeft hij zich op het kruispunt van filosofie en economie.

Geven en helpen

O ntwikkelingshulp is ontwikkelingssamenwer-king geworden. De reden is ongetwijfeld dat iedereen aanvoelt dat geven en

helpen uiterst delicate zaken zijn. Reci-prociteit is immers de basisnorm van het sociale leven. Giften die niet kunnen wor-den teruggegeven worden als vernede-rend ervaren. We zien dat in eigen land. De financiële transfers van het noorden naar het zuiden van het land wekken geen dankbaarheid bij de begunstigden, maar integendeel rancune. Dezelfde ran-cune speelt op wereldvlak. In de zestiende eeuw bevonden de Arabische landen zich op ongeveer hetzelfde ontwikkelingsni-veau als West-Europa. Nu moeten landen als Egypte, Tunesië en Marokko hengelen

| stem van de expert

blog-notes 32n’GO januari 2013

Page 33: n'GO nr 7 januari 2013

naar Westerse technologie, investerin-gen en managementtechnieken. Tegelijk zetten radicale Islamieten zich af tegen het Westen en proberen ze door referentie aan een roemrijk verleden een gevoel van eigenwaarde op te bouwen.

Een ander voorbeeld. In de koloniale tijd werd een land als Congo uitgebuit. In de plantages en mijnen werkten mensen voor een heel laag loon. De producten werden uitgevoerd naar België en circuleerden daarna in de wereldeconomie. Vandaag is Congo grotendeels gemarginaliseerd op die wereldmarkt. De plantages en mijnen zijn teloorgegaan. Er is alleen nog artisanale ontginning van natuurlijke rijkdommen. Als Congo – en een goed deel van Zwart Afrika – morgen van de aardbol verdween, dan zou de rest van de wereld dat nauwelijks merken. Het ontwikkelingsprobleem is er minder één van uitbuiting dan van uitsluiting. De dag dat Indische industriëlen onze staalindustrie begonnen over te nemen, of dat Chinese exportproducten onze eigen producten uit de markt concurreerden,

de dag met andere woorden dat geld- en handelsstromen wederzijds werden, die dag werden India en China niet langer als ontwikkelingslanden aanzien. Zij willen dat overigens zelf ook niet langer zijn, al zijn er in het binnenland nog grote delen van hun bevolking die niet of slechts marginaal geïntegreerd zijn in de cirkels van reciprociteit van de ontwikkelde economie.

Dezelfde logica speelt nu ook op micro-niveau. Men helpt armen niet echt door hun consumptie te subsidiëren, bijvoorbeeld door gratis brood of rijst uit te delen. Microkredietorganisaties hebben dit begrepen. Als je armen een krediet geeft dat op termijn moet worden terugbetaald, dan zeg je: “Ik vertrouw je. Je kunt het.” En wie krediet vraagt, kan het hoofd rechtop houden, terwijl een bedelaar het hoofd buigt.

Het probleem is echter dat wederkerig-heid in sommige situaties onmogelijk, of alleszins niet evident is. Het makkelijkste voorbeeld is dat van noodsituaties. Bij een catastrofe, een grote aardbeving of

“Wie krediet vraagt, kan het hoofd recht houden, terwijl een bedelaar het hoofd buigt”

© H

AID

ER A

ZIM

- F

OTO

LIA

.CO

M

een tsunami, komt de hulp toegestroomd. Als er hier al van enige wederkerigheid sprake is, dan is die wel heel abstract: we weten dat wij ook ooit wel eens in nood zouden kunnen geraken, en dat we dan graag zouden hebben dat anderen ons te hulp komen. We helpen anderen, zoals we zelf zouden willen geholpen worden. Dit is echter een voorbijgaande situatie. Hier probeert men de ergste nood te lenigen. Ontwikkeling kan echter niet volgens het model van noodhulp tot stand gebracht worden.

Problematischer zijn landen en volkeren die permanent hulpbehoevend zijn. Landen als Niger of Mali in de Sahel zijn overbevolkt en hebben geen natuurlijke rijkdommen. Ze liggen ver

blog-notes 33n’GO januari 2013

Page 34: n'GO nr 7 januari 2013

van zee, en dus van de markten van rijke landen. Er zijn wat mogelijkheden voor toerisme, maar dat is het dan. Die Sahellanden zouden mensen kunnen uitsturen naar vergrijzende landen met een onevenwichtige arbeidsmarkt, maar daar willen die rijke landen vaak niet van weten. Het is moeilijk denkbaar hoe deze landen ooit zonder hulp – giften, eerder dan leningen – zullen kunnen overleven, althans niet binnen een overzienbare tijd. Zij zijn zowat het equivalent op wereldvlak van zwaar gehandicapten of chronisch zieken. Elke fatsoenlijke maatschappij heeft voorzieningen die het mogelijk maken om deze mensen permanent bij te staan. De rechtvaardiging is dat zij het niet kunnen verhelpen dat zij in deze situatie geboren of terechtgekomen zijn. Of opnieuw: wij hadden zelf ook in zo’n situatie verzeild kunnen zijn. Of, als we ongeluk hebben, kan het ons nog overkomen. Mensen die permanent ‘aan een infuus liggen’ voelen zich vaak overbodig. Denk maar aan die totaal hulpbehoevende bejaarden

in onze bejaardentehuizen. Zij kunnen wel zeggen: “Wij hebben een leven lang gegeven”, maar toch heeft de helft van hen existentiële problemen.

Economen gaan ervan uit dat mensen hun eigenbelang steeds willen maximaliseren. In sommige contexten zal dat wel zo zijn, maar in het algemeen hebben mensen minstens evenzeer de behoefte om iets te betekenen voor anderen, om te ontsnappen aan de irrelevantie, om zich te kunnen geven. Dat is de ratio waarom een fatsoenlijke maatschappij een beleid voert tegen jongerenwerkloosheid en een sociale economiesector in stand houdt. Om dezelfde reden kan een fatsoenlijke wereldorde het niet maken om hele hordes mensen te laten verkommeren in verkapte vluchtelingenkampen, waaruit geen ontsnappen mogelijk is. Mogelijkheden voor migratie organiseren is in deze omstandigheden wellicht een ethische verplichting.

“Mensen hebben de behoefte om iets te betekenen voor anderen, om zich te kunnen geven, om te ontsnappen aan de irrelevantie”

Maandelijks e-zine uitgegeven door Ec hos CommunicationRue Coleau, 301410 WaterlooBelgië +32(0)2 387 53 55

Verantwoordelijke uitgever Miguel de Clerck miguel.declerck(at)echoscommunication.org

HoofdredacteurPierre Biélande pierre.bielande(at)echoscommunication.org

RedactieRenaud Deworst renaud.deworst(at)echoscommunication.org

Sylvie Walraevens sylvie.walraevens(at)echoscommunication.org

VormgevingBertrand Grousset

Lay-outThierry Fafchamps

Vind Echos Communication op het Internet www.echoscommunication.org

Abonneer u gratis op het magazine. Klik hier!

n’GO januari 2013blog-notes 34