New Jaardocument GGZ Oost Brabant 2011 · 2014. 10. 2. · Jaardocument GGZ Oost Brabant 2011...
Transcript of New Jaardocument GGZ Oost Brabant 2011 · 2014. 10. 2. · Jaardocument GGZ Oost Brabant 2011...
Jaardocument GGZ Oost Brabant
2011
Goedgekeurd in de vergadering van de Raad van Toezicht van 15 mei 2012 en vastgesteld door de
Raad van Bestuur op 15 mei 2012
Jaardocument GGZ Oost Brabant 2011
Colofon: Het jaar 2011 heeft in het teken gestaan van ZOEMen (ZOEM = zorggroepen, ondersteunende
diensten en medezeggenschap). Organisatiebreed is in dertig bijeenkomsten gesproken over
de ontwikkeling van het meerjarenbeleidsplan GGZ Oost Brabant 2012-2015,
met als thema Gezondheid die je je familie gunt.
Dit heeft tot 1.300 ideeën en observaties geleid.
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
3
Jaardocument GGZ Oost Brabant 2011
Inhoudsopgave
Pagina
0. Voorwoord Raad van Bestuur 6
1. Uitgangspunten van de verslaggeving 10
2. Profiel van de organisatie 12
2.1 Algemene identificatiegegevens 13
2.2 Structuur van het concern 13
2.3 Kerngegevens 16
2.3.1 Kernactiviteiten en nadere typering 16
2.3.2 Cliënten, capaciteit, productie, personeel en opbrengsten 20
2.3.3 Werkgebieden 21
2.4 Samenwerkingsrelaties 21
3. Bestuur, toezicht, bedrijfsvoering en medezeggenschap 27
3.1 Normen voor goed bestuur 28
3.1.1 Zorgbrede Governancecode 28
3.2 Raad van Bestuur 28
3.3 Toezichthouders 30
3.3.1 Verslag Raad van Toezicht 32
3.4 Bedrijfsvoering 37
3.5 Cliëntenraad 40
3.5.1 Taken en werkwijze Cliëntenraad 40
3.5.2 Samenstelling Cliëntenraad 41
3.5.3 Adviezen Cliëntenraad 41
3.5.4 Commissie van vertrouwenslieden 43
3.6 Ondernemingsraad 43
3.6.1 Taken en werkwijze Ondernemingsraad 43
3.6.2 Advies- en instemmingaanvragen en initiatiefvoorstellen OR en OC’s 45
3.6.3 Jaarverslag Ondernemingsraad 2010 en communicatie 47
3.7 Familieraad 47
3.8 Medische Staf 49
3.9 Verpleegkundige Adviesraad 50
3.9.1 Taken en werkwijze Verpleegkundige Adviesraad 50
3.9.2 Samenstelling Verpleegkundige Adviesraad 50
3.9.3 Adviezen Verpleegkundige Adviesraad 51
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
4
Jaardocument GGZ Oost Brabant 2011
Vervolg inhoudsopgave
Pagina
4. Beleid, inspanningen en prestaties 52
4.1 Meerjarenbeleid 53
4.2 Algemeen beleid verslagjaar 54
4.2.1 Primair proces (verantwoording Raad van Bestuur) 54
4.2.2 Informatiebeleid 74
4.2.3 Milieubeleid 76
4.2.4 Vastgoedbeleid 78
4.3 Algemeen kwaliteitsbeleid 81
4.4 Kwaliteitsbeleid ten aanzien van patiënten/cliënten 87
4.4.1 Klachten 90
4.4.2 Toegankelijkheid 91
4.4.3 Veiligheid 92
4.4.4 Suïcides 93
4.5 Kwaliteit ten aanzien van medewerkers 94
4.5.1 Personeelsbeleid 94
4.5.2 Kwaliteit van het werk 96
4.5.3 Opleidingen en onderzoek 98
4.6 Samenleving en belanghebbenden 104
4.7 Financieel beleid 107
4.8 Vooruitblik 2012 109
Lijst van afkortingen 111
5. Jaarrekening 113
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
5
Jaardocument GGZ Oost Brabant 2011
Maatschappelijk verslag
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
6
Hoofdstuk 0 Voorwoord Raad van Bestuur
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
7
0. Voorwoord Raad van Bestuur
In het verslagjaar 2011 heeft GGZ Oost Brabant een vervolg gegeven aan de koers om Ziel en
Zakelijkheid te verbinden. In 2011 is verder gebouwd aan de zorgonderneming die we willen
zijn; GGZ Oost Brabant die menslievende zorg verleent aan mensen met complexe
psychiatrische problematiek.
Er zijn in het verslagjaar mooie resultaten geboekt op het gebied van kwaliteit en veiligheid
van de zorgverlening, en op het terrein van de bedrijfsvoering. Deze ontwikkelingen staan
beschreven in dit maatschappelijk verslag. Daarnaast heeft 2011 in het teken gestaan van
het ontwikkelen van het meerjarenbeleid 2012- 2015.
Ook GGZ Oost Brabant werd geconfronteerd met de draconische maatregelen die de
rijksoverheid over de ggz-sector heeft afgeroepen. Vanuit een intensieve samenwerking met
medewerkers, cliënten en hun naasten hebben we vanuit eigen kracht hier een invulling aan
gegeven.
Vanuit onze visie op zorg is er in 2011 gewerkt aan het verder ontwikkelen van instrumenten
waarmee processen worden gemonitord en verbeteringen worden geïnitieerd. In de
kwartaalrapportages wordt integraal gerapporteerd over de kwaliteit en veiligheid van zorg,
personeelszaken en bedrijfsvoering. Deze rapportages zijn niet alleen voor management en
bestuur, maar worden steeds meer van de zorgprofessionals, die met de rapportages inzicht
krijgen in de thema's die spelen in de zorggroepen. Als lerende organisatie worden zo
gezamenlijk verbeteracties opgezet en is input geleverd voor de jaarplannen 2012. Met het
strakker inrichten van onze zorgprocessen en de daaraan verbonden inzet van al onze
medewerkers, zijn we trots op de externe audit van HKZ, waarbij we het certificaat hebben
behouden.
Uitstraling hebben we niet alleen regionaal, maar ook landelijk met de resultaten van het
project Drang naar minder Dwang. Het aantal en de duur van separaties binnen GGZ Oost
Brabant is in verhouding meer gedaald dan in vele andere centra in ons land. Dit geldt ook
voor de fixaties. Het aantal separeerunits is teruggebracht en op meerdere locaties zijn
comfortrooms in gebruik genomen.
Ambulantisering van de zorgverlening, onder andere door de ontwikkeling van FACT-teams
zet zich door in 2011. Binnen GGZ Oost Brabant zijn nu vijf FACT-teams werkzaam. Eind
2012 moeten dat er negen zijn, waarvan een deel in dat jaar ook gecertificeerd worden.
GGZ Oost Brabant neemt deel aan de campagne Van Bed naar Beter in de Buurt, waaraan
een vijftiental ggz-instellingen verbonden zijn, met als doel het aantal bedden in de ggz te
verminderen en daarmee zorgverlening aan cliënten en hun naasten zo veel mogelijk
ambulant in de eigen omgeving aan te bieden. Zo hebben we in 2011 in de langdurende zorg
55 bedden afgebouwd. De Raad van Bestuur heeft daarnaast besloten om de nieuwbouw van
de kliniek in Boxmeer af te blazen en om de bestaande kliniek met 24 Zorgverzekeringswet-
bedden te sluiten. In deze regio is als alternatief een nieuwe koers met een nieuw
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
8
zorgverleningaanbod ontwikkeld. Gericht op goede zorg ambulant en het zoveel mogelijk
voorkomen van klinische opname door het aantal FACT-teams uit te breiden en Intensieve
thuiszorgteams in te richten.
Het aantal actieve ervaringsdeskundigen, deels werkzaam in FACT-teams, groeide in 2011
van zes naar negentien. Het zijn pioniers die vanuit eigen kracht en kunde in de teams,
cliënten en teamleden de meerwaarde van ervaringsdeskundigen laten ervaren. Zij zijn
gestart met een Platform Ervaringsdeskundigheid, dat vergelijkbaar is met de
Verpleegkundige Adviesraad.
In 2011 heeft er een externe veiligheidsvisitatie plaatsgevonden om adviezen te krijgen hoe
wij de veiligheid van cliënten en medewerkers vanuit verschillende perspectieven kunnen
verbeteren. Op basis van onder andere de resultaten uit dit bezoek heeft de Raad van
Bestuur voor 2011 het creëren van een veilige cultuur voor onze cliënten en medewerkers
als speciaal speerpunt vastgesteld. De regiegroep Veiligheid heeft in 2011 een programma
Veiligheid opgesteld met diverse projecten. De komende jaren zal het thema veiligheid
hoog op de agenda staan, onder andere door het benoemen van gangmakers veiligheid in
alle zorggroepen, professionaliseringstrajecten voor medewerkers en de focus voor 2012 te
leggen bij medicatieveiligheid en somatische zorg..
De jaarlijks terugkerende Andersdag 2011, een congres waar 300 medewerkers aan deel
hebben genomen, was volledig ingevuld met het thema veiligheid.
In 2011 is de eerste leerafdeling van GGZ Oost Brabant op de klinische afdeling Ouderen in
Oss gestart. Op deze afdeling met relatief veel leerlingen en stagiaires, staat het leren
centraal en in het teken van cliëntgerichte zorg. Binnen de leerafdeling wordt intensief
samengewerkt met Avans Hogeschool en ROC de Leijgraaf. De eerste evaluaties zijn
positief. Cliënten ervaren meer aandacht en veel leerlingen krijgen door adequate
supervisie, een leeromgeving waar enthousiasme en inspiratie voor zorgverlening voor
kwetsbare ouderen tot stand komt.
Ten aanzien van de ondersteuning van de zorggroepen zijn ook verdere stappen gezet. Zo is
de gehele ICT-infrastructuur, onder de projectnaam Athena, vernieuwd, waardoor de
ontwikkelingen binnen het elektronisch patiëntendossier, de toepassingen van E-health-
modules en het optimaliseren van managementinformatie plaats heeft kunnen vinden.
Er is een vastgoedorganisatie opgezet onder directe aansturing van het lid van de Raad van
Bestuur. De vastgoedorganisatie werkt samen met de zorggroepen voortvarend aan de
taakstelling om in 2014 het aantal m2 met 25% terug te brengen. In 2011 zijn in dat kader al
een aantal panden die niet in gebruik zijn gesloopt en zal in het nieuwe pand in Boxmeer in
2012 gestart worden met Het Nieuwe Werken, waardoor fors op benodigde m2 is bespaard.
Op het gebied van faciliteiten is ook gewerkt aan het optimaliseren van de bedrijfsvoering.
In samenwerking met de Reinier van Arkel groep is een regionaal distributiecentrum voor
beide organisaties geopend. Verder zijn de eerste stappen gezet om te komen tot een
gezamenlijke afdeling inkoop. Uiteindelijk moet de samenwerking leiden tot een Shared
Service Center.
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
9
Er is een onderzoek gestart naar de uitbesteding van de eigen schoonmaak naar een
schoonmaakbedrijf. De resultaten van dit onderzoek worden begin 2012 verwacht.
We hebben het afgelopen jaar vrije ruimte gemaakt om te werken aan het nieuwe
meerjarenbeleid. We hebben er bewust voor gekozen om dat zo breed mogelijk in de
organisatie op te pakken met medewerkers uit de Zorg, de Ondersteunende diensten En de
Medezeggenschaporganen, onder de noemer ZOEM. We voerden daarvoor vele gesprekken,
hielden tientallen ZOEM-bijeenkomsten en kwamen op meer dan 1.000 bijdragen uit. Ook
externe stakeholders leverden hun bijdrage. Door het proces zo in te richten is de
bewustwording bij de medewerkers van de dynamiek waarin we opereren en het daarvoor
benodigde veranderingsproces al op gang gekomen. Het nieuwe meerjarenbeleidplan is in
het tweede kwartaal van 2012 gereed. Bij het opstellen van de begroting Kaderbrief en de
begroting 2012 is reeds geanticipeerd op het meerjarenbeleid in wording.
Het financiële resultaat over 2011 bedraagt € 2.270.798. In dit resultaat is een bedrag aan
incidentele lasten opgenomen van € 2.569.000. Het normatieve bedrijfsresultaat bedraagt
voor 2011 € 4.839.798. In de begroting was een resultaat van € 1.980.000 geraamd. De
solvabiliteit op basis van het geconsolideerde vermogen is hiermee gestegen van 12,29% in
2010 naar 13,03%.
Al de genoemde ontwikkelingen en resultaten zijn alleen waar te maken door de inzet van
onze medewerkers, de vele vrijwilligers en de steun van onze adviesgremia die allen op een
positief kritische wijze het debat voeren, adviseren, uitvoeren en ondersteunen. Dank
daarvoor!
Raad van Bestuur,
W.g. W.g.
dr. J.A.A.M. van Diemen-Steenvoorde, O.O.J. Dekker MHA,
voorzitter Raad van Bestuur Raad van Bestuur
W.g.
J. Kingma,
voorzitter Raad van Toezicht
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
10
Hoofdstuk 1 Uitgangspunten van de verslaggeving
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
11
1. Uitgangspunten van de verslaglegging
Uitgangspunten van de verslaglegging
Op grond van de Wet toelating zorginstellingen (WTZi) en artikel 9 van de Regeling
Verslaglegging zorg rapporteren wij met ingang van het verslagjaar 2007 volgens het format
van het Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording.
De schriftelijke informatie in het jaardocument heeft uitsluitend betrekking op de Stichting
GGZ Oost Brabant, aangezien alleen via deze stichting de geestelijke
gezondheidszorgverlening plaatsvindt. De jaarrekening 2011 is opgesteld conform de
voorschriften van de Regeling Verslaggeving WTZi en bevat informatie over meerdere
rechtspersonen. In de consolidatie zijn alle rechtspersonen betrokken waarover de
bestuurders van de Stichting GGZ Oost Brabant feitelijke, beleidsbepalende zeggenschap
hebben.
Het betreft de volgende rechtspersonen:
- Stichting PsyPlus.
- Stichting Olim.
Om te kunnen vergelijken met collega-instellingen, rapporteren we bij de uiteindelijke
indeling van het jaardocument zoveel mogelijk conform de uitgangspunten van het
landelijke format.
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
12
Hoofdstuk 2 Profiel van de organisatie
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
13
2. Profiel van de organisatie
2.1 Algemene identificatiegegevens
Naam verslagleggende rechtspersoon Stichting GGZ Oost Brabant
Adres Kluisstraat 2
Postcode 5427 EM
Plaats Boekel
Telefoonnummer 0492 – 84 60 00
Identificatienummer(s) NZa 300/1358
Nummer Kamer van Koophandel 41085846
E-mailadres [email protected]
Internetpagina www.ggzoostbrabant.nl
2.2 Structuur van het concern
Juridische structuur
GGZ Oost Brabant is een stichting met een tweehoofdige Raad van Bestuur en een Raad van
Toezicht.
Per 31 december 2011 hebben de bestuurders van de Stichting GGZ Oost Brabant feitelijke,
beleidsbepalende zeggenschap over de volgende gelieerde organisaties:
- Stichting PsyPlus, een eerstelijns voorziening .
- Stichting Olim, een steunstichting van GGZ Oost Brabant.
De bestuurders en toezichthouders van Stichting GGZ Oost Brabant zijn ook bestuurder en
toezichthouder van Stichting PsyPlus.
Stichting GGZ Oost Brabant is bestuurder van Stichting Olim.
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
14
Organisatiestructuur per 31 december 2011
GGZ Oost Brabant levert zorg vanuit zorggroepen en zorgcircuits (zie organogram).
Daarnaast wordt er meer specifieke geestelijke gezondheidszorg (ggz) verleend door de
zorgcircuits NAH (Niet-aangeboren hersenletsels), MPP (Matigbegaafde psychiatrische
patiënten), eetstoornissen en autisme.
Daarnaast bieden onze Centra voor Psychisch Herstel (CPH) in Rosmalen en Wijchen
kortdurende hulp aan mensen bij wie het evenwicht tussen draaglast en draagkracht is
verstoord.
Ondersteunende diensten
De zorg werd in 2011 ondersteund door de navolgende diensten:
- Communicatie.
- Facility Services.
- Financiën en Control.
- Human Resources.
- Informatie- en communicatietechnologie.
- Kwaliteitszorg.
- Opleidingen en Onderzoek.
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
15
De afdelingen Communicatie, Kwaliteitszorg en Opleidingen en Onderzoek worden
aangestuurd door de voorzitter van de Raad van Bestuur en de afdelingen Facility Services,
Financiën en Control, Human Resources, Informatie- en Communicatie Technologie en
Vastgoed door het lid van de Raad van Bestuur.
Besturingsmodel
De Stichting GGZ Oost Brabant wordt bestuurd door de Raad van Bestuur, die bestaat uit
twee leden. De Raad van Toezicht ziet toe op het beleid van het bestuur en de algemene
gang van zaken in de stichting (en met haar verbonden instellingen). Hij stimuleert en
adviseert de Raad van Bestuur. Deze verstrekt op zijn beurt gevraagd of ongevraagd alle
informatie over het bestuur van de stichting aan de Raad van Toezicht.
De Raad van Toezicht bestaat uit zeven leden en werkt volgens de landelijk vastgestelde
principes van de governancecode.
Aan het hoofd van de zorggroepen staan directeuren, die integraal verantwoordelijk zijn
voor de gang van zaken daarbinnen. Binnen de zorggroepen zijn de eerstegeneeskundigen
medeverantwoordelijk voor de kwaliteit van zorg. Voor de ondersteunende diensten zijn de
directeuren en hoofden integraal verantwoordelijk. Zij maken elk jaar een jaarplan voor
hun eigen organisatieonderdeel. Dit jaarplan vormt de basis voor de afspraken tussen de
directeuren en hoofden enerzijds en de Raad van Bestuur anderzijds.
Elk kwartaal rapporteren de directeuren en hoofden aan de Raad van Bestuur over de
voortgang, conform de vastgestelde planning- en controlcyclus.
De jaarlijkse kaderbrief vormt de basis voor de jaarplannen per zorggroep/zorgcircuit. De
Raad van Bestuur stelt de kaderbrief vast, de Raad van Toezicht moet deze goedkeuren. De
kaderbrief komt voort uit het meerjarenbeleidplan.
Toelatingen
GGZ Oost Brabant is toegelaten als instelling voor medisch-specialistische zorg en als
instelling voor verblijf, met een capaciteit van 1.092 plaatsen. De capaciteit van de
plaatsen is als volgt:
- 36 plaatsen herstellingsoord,
- 177 plaatsen beschermende woonvorm,
- 23 plaatsen kinderen en jeugd,
- 48 plaatsen autisme,
- 808 plaatsen psychiatrische aandoening algemeen.
Medezeggenschap
Op concernniveau beschikt de GGZ Oost Brabant over een Ondernemingsraad (Wet op de
ondernemingsraden) en een Cliëntenraad (Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen).
Zowel de Ondernemingsraad als de Cliëntenraad werkt per zorggroep met een
onderdeelcommissie respectievelijk cliëntencommissie.
Naast deze wettelijke adviesorganen is er binnen GGZ Oost Brabant een Familieraad actief,
die ook wordt betrokken bij de beleidsontwikkelingen.
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
16
De professionals binnen GGZ Oost Brabant hebben zich verenigd in de Medische Staf en de
Verpleegkundige Adviesraad (VAR). Zij brengen gevraagd en ongevraagd advies uit over met
name onderwerpen die zorginhoudelijke aspecten bevatten.
2.3 Kerngegevens
2.3.1 Kernactiviteiten en nadere typering
GGZ Oost Brabant is een geïntegreerde instelling voor geestelijke gezondheidszorg. Zij biedt
zorg aan mensen met:
- een (complexe) psychiatrische aandoening en/of
- ernstige psychosociale problemen en/of
- psychogeriatrische aandoeningen of beperkingen.
De GGZ Oost Brabant biedt als tweede- en derdelijnsorganisatie geestelijke gezondheidszorg
aan alle inwoners van oostelijk Noord-Brabant en de kop van Noord-Limburg. Een integraal
zorgaanbod, professionaliteit en afstemming op de behoeften van patiënten/cliënten en
andere belanghebbenden zijn belangrijk in de uitvoering. De kernfuncties van onze
organisatie zijn:
- Preventie.
- Onderzoek en diagnostiek.
- Behandeling en begeleiding.
- Verpleging en verzorging.
- Rehabilitatie.
- Dienstverlening en consultatie.
We bieden onze zorg- en dienstverlening aan in verschillende vormen. Eenvoudig en kort als
het kan, intensief en langdurig als het nodig is. Om goed aan te kunnen sluiten bij de
zorgvragen van cliënten, hebben we onze zorg georganiseerd in zorggroepen. Binnen de
zorggroep Kortdurende GGZ (KGGZ) maken we een onderscheid tussen volwassenenzorg
(23-60 jaar) en ouderenzorg (60 jaar en ouder). Voor kinderen en jeugdigen (0-22 jaar)
hebben we een aparte zorggroep.
Kortdurende GGZ
Behandelingen in het kader van de Zorgverzekeringswet, vinden plaats vanuit onze regionale
ggz-centra (rgc). Hier bieden we vele vormen van zorg aan volwassenen en ouderen. Zij
kunnen er bijvoorbeeld terecht voor gesprekken met een psycholoog, psychiater of spv’er
(ambulante zorg), dagtherapie (deeltijdbehandeling), psychiatrische intensieve thuiszorg of
klinische zorg.
Behandeling kan individueel, in gezinsverband of in groepsverband plaatsvinden.
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
17
Preventie en openbare ggz
Preventie betekent letterlijk ‘voorkómen’ of ‘voorzorg’. Door psychische klachten
vroegtijdig te signaleren, kunnen we verergering voorkomen. Daarom biedt GGZ Oost
Brabant binnen elke regio verschillende cursussen en activiteiten aan, die risicogroepen van
alle leeftijden kunnen helpen om geestelijke gezondheidsproblemen te vermijden.
Preventieactiviteiten kunnen zowel voor, tijdens en na een behandeling of begeleiding
plaatsvinden. Zo is er het weerbaarheidprogramma Klets, om kinderen van de basisscholen
te leren voor zichzelf op te komen. Daarnaast bieden we steun aan familie, vrienden en
andere betrokkenen van mensen met psychische problemen.
Soms zijn mensen extra kwetsbaar en realiseren ze zich niet dat ze hulp nodig hebben. Ook
op dit vlak neemt de GGZ Oost Brabant in samenwerking met Novadic-Kentron haar
verantwoordelijkheid. Voor zorgmijders is er bemoeizorg. In het kader van de OGGZ-taken
maakt GGZ Oost Brabant deel uit van de lokale stuurgroepen Stedelijk Kompas.
Langdurende GGZ
Sommige cliënten zijn aangewezen op langdurige zorg. GGZ Oost Brabant biedt hen begelei-
ding en ondersteuning op het gebied van wonen, arbeid en dagbesteding. We hebben
beschermende en begeleide woonvormen in elke regio, maar ook op de locaties Coudewater
(Rosmalen) en Huize Padua (Boekel). Ook worden cliënten geholpen bij het vinden van een
passende dagbesteding.
Functie Assertive Community Treatment (FACT)
Wij vinden het belangrijk dat iedere cliënt de regie houdt over zijn eigen leven. We willen
mensen de mogelijkheid geven hun leven in te richten volgens de eigen wensen en
behoeften. Mede daarom zijn we in 2009 gestart met FACT. Kern daarvan is dat een vast
team van begeleiders en behandelaars rondom de cliënt georganiseerd wordt. Dit
garandeert snelle en adequate interventies als dat nodig is. Een vaste casemanager, die lid
is van het FACT-team, volgt de cliënt nauwgezet. Essentieel is de beschikbaarheid van
ervaringsdeskundigen in deze teams. Zij helpen de teamleden voortdurend het
cliëntperspectief in het oog te houden.
Er zijn inmiddels vijf FACT-teams aan het werk binnen GGZ Oost Brabant. Uiteindelijk
moeten dat er twaalf worden. Inhoudelijk zijn de ervaringen met FACT positief; het is een
leerproces voor betrokken medewerkers om modelgetrouw te werken. Invoeren van routine
outcome measurement (ROM), opleiding en daadwerkelijk hanteren van shared caseload zijn
op dit moment de grootste uitdagingen.
Zorgcircuits voor specifieke zorgvraag
Als er sprake is van een specifieke zorgvraag, biedt GGZ Oost Brabant behandeling vanuit de
diverse zorgcircuits. We zijn onder andere gespecialiseerd in het behandelen van
eetstoornissen (in Veghel), patiënten met een autismespectrum stoornis (ASS),
matigbegaafde psychiatrische patiënten (MPP) en psychiatrische patiënten met een niet-
aangeboren hersenletsel (NAH). Patiënten uit heel Nederland worden voor deze zorg naar
Coudewater en Huize Padua verwezen.
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
18
Niet-aangeboren hersenletsel (NAH) topklinisch
Het aanbod binnen het zorggebied NAH op Huize Padua onderscheidt zich door innovatie en
wetenschappelijk onderzoek sterk van het aanbod van andere instellingen die op dit gebied
actief zijn. Het werkveld NAH kent veel samenwerking van verschillende gespecialiseerde
zorgaanbieders. Binnen het SINAH-verband (Samenwerkende Instellingen Niet-Aangeboren
Hersenletsel) is GGZ Oost Brabant de enige aanbieder die naast de cognitieve en
psychiatrische component ook complexe somatische revalidatie volwaardig kan behandelen.
Naast het SINAH, wordt ook op andere terreinen samengewerkt met onder andere het
Centrum voor Consultatie en Expertise (CCE) en Axon. NAH Huize Padua participeert in de
landelijke richtlijn NAH, de expertgroep van de Hersenstichting en is lid van
hersenletselteams.
Directie, management, professionals en programmaraad van NAH zijn voornemens om toe te
groeien naar een topklinische voorziening. Momenteel wordt extra geïnvesteerd in
wetenschappelijk onderzoek, internationale profilering, ketenvorming met andere
aanbieders en uitbreiding van de poliklinische functie. Eind 2010 heeft de Raad van Bestuur besloten de focus te leggen op de voorbereiding voor
twee onderzoekslijnen binnen GGZ Oost Brabant. Een daarvan is het wetenschappelijk
onderzoek bij de afdeling NAH. Dit is een belangrijke stap in het realiseren van de
topklinische ambitie van dit zorgcircuit. GGZ Oost Brabant zal NAH in 2012 aanmelden voor
de visitatie voor het keurmerk TOP-GGZ in 2013.
Eetstoornissen en Obesitas; zorgpaden
Buiten Noord-Brabant zijn organisaties als Altrecht Eetstoornissen, Rintveld, Ursula en
GGNet Amarum belangrijke zorgaanbieders waar het gaat om zorg rond eetstoornissen. In
Zuid-Nederland blijkt GGZ Oost Brabant te voorzien in deze behoefte.
Het circuit Eetstoornissen en Obesitas (E&O) participeert onder andere in de Nederlandse
Academie voor Eetstoornissen.
De afdeling E&O behoort binnen GGZ Oost Brabant tot de afdeling waar de zorgpaden met
ROM het verst ontwikkeld zijn. De implementatie van het zorgpad is eind 2011 gestart.
De samenwerking van E&O met de Radboud Universiteit Nijmegen en de Universiteit Tilburg
op het gebied van wetenschappelijk onderzoek heeft verder vorm gekregen. Bij twee
onderzoekslijnen van de universiteiten op het gebied van eetstoornissen is de GGZ Oost
Brabant actief betrokken.
Wat betreft het zorgaanbod voor E&O wordt de haalbaarheid onderzocht voor het
implementeren van een specialistische, klinische voorziening voor de doelgroep anorexia
(16+). Hieraan is grote behoefte in de regio. Indien de klinische bedden beschikbaar komen,
komt een totaalpakket van ambulante, deeltijdklinische en klinische voorzieningen voor de
doelgroep beschikbaar, met een bovenregionale functie. Dit staat op de planning voor 2012.
Autismespectrum stoornissen (ASS) voor volwassenen
Voor het specialisme ASS blijkt dat GGZ Oost Brabant nog onvoldoende volume (productie,
budget, innovatie) weet te genereren om als belangrijke speler in een groeiende markt voor
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
19
de ondersteuning van mensen met ASS een rol van betekenis te spelen. In de woonfuncties
voor ASS heeft woonwerkvoorziening autisten (WWA) De Boerderij in Reek een landelijke
voortrekkersfunctie (20 plaatsen). Daarnaast heeft de ASS ook een woonfunctie voor
jongvolwassenen in gebouw De Beemden op de locatie Rosmalen (14 plaatsen).
Forensische psychiatrie
In 2010 zijn de aanvankelijke ambities ten aanzien van de forensische psychiatrie bijgesteld.
De afspraken met de Reinier van Arkel groep zijn aangepast in het kader van de FPA in
Vught en forensische poli’s in Helmond, ‘s-Hertogenbosch en Oss. Daarnaast is er een
intensief samenwerkingsverband met De Rooyse Wissel.
In het kader van de regionale samenwerking maakt GGZ Oost Brabant deel uit van de
veiligheidshuizen Oss en Helmond.
In samenwerking met de Reinier van Arkel groep wordt er aandacht besteed aan een
sluitende ketenaanpak voor mensen met forensische problematiek, ter verbetering van
kwaliteit en continuïteit van zorg. In 2012 zal een heroriëntatie plaatsvinden met betrekking
tot het integraal specialistisch ggz-aanbod in de regio’s.
Kinder en Jeugd GGZ
De GGZ Oost Brabant biedt geestelijke gezondheidszorg aan kinderen en jeugdigen in de
leeftijd van 0 tot 23 jaar. Kinderen en jongeren zijn vaak extra kwetsbaar. Het is belangrijk
om in een vroeg stadium aandacht te hebben voor de problemen van deze groep.
De zorggroep Kinder en Jeugd GGZ heeft locaties in Helmond, Boxmeer, Oss en Veghel.
De GGZ Oost Brabant streeft ernaar om de juiste psychische hulp te bieden.
Naast de ambulante zorg kent Kinder en Jeugd GGZ de volgende specialisaties:
- Kliniek voor adolescenten Helmond (9 plaatsen).
- Kromland, behandel- en woonvoorziening voor jongeren met orthopsychiatrische
problemen (samenwerking met Oosterpoort; 8 plaatsen).
- Nieuw Perspectief, sociotherapeutische leeromgeving voor jongeren die dakloos zijn
(samenwerking met Verdihuis; 22 plaatsen).
- Claar-Over, beschermde woonvorm voor jongeren met voornamelijk
hechtingsproblematiek en/of ADHD (10 plaatsen).
Herstellen in de Centra voor Psychisch Herstel
De Centra voor Psychisch Herstel (CPH) bieden via een kortdurende opname vanaf twee
locaties, Rosmalen en Wijchen (samen 72 bedden), hulp aan volwassenen die geestelijk en
lichamelijk uitgeput zijn door langdurige overbelasting; de draaglast gaat boven de
draagkracht en ambulante hulp is niet (meer) toereikend. Een kortdurende opname in het
CPH kan de impasse doorbreken.
De CPH bieden behandeling aan in de volgende zorgprogramma’s:
- Depressie.
- Angst.
- Lichamelijke klachten.
Deze programma’s worden in de vorm van kortdurende opname en nazorg aangeboden.
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
20
In 2011 zijn de verdere voorbereidingen getroffen om onder de noemer ReBalance een
voorziening in combinatie met het ressort in de gemeente Groesbeek te kunnen realiseren.
2.3.2 Cliënten, capaciteit, productie, personeel en opbrengsten
Kerngegevens cliënten, capaciteit, productie, personeel en opbrengsten GGZ Oost
Brabant
Kerngegeven Aantal/bedrag
Patiënten/cliënten
Aantal patiënten in zorg op 1 januari 16.334
Aantal nieuw ingeschreven patiënten in verslagjaar 9.784
Totaal aantal patiënten in behandeling in verslagjaar 26.118
Aantal uitgeschreven patiënten in verslagjaar 10.056
Aantal patiënten in zorg op 31 december 16.062
Capaciteit
Aantal feitelijke bedden op 31 december, inclusief kleinschalig wonen,
deeltijdplaatsen en BOPZ-aanmerking 1.092
Waarvan feitelijke bedden kleinschalig wonen 177
Productie
Aantal in verslagjaar geopende dbc’s 21.834
Aantal in verslagjaar gesloten dbc’s 22.679
Aantal verzorgingsdagen inclusief beschermd wonen en BOPZ in verslagjaar 391.607
Waarvan verzorgingsdagen kleinschalig wonen 83.126
Aantal deeltijdbehandelingen in verslagjaar 31.351
Aantal ambulante contacten in verslagjaar 312.021
Aantal dagen dagactiviteiten in verslagjaar 16.784
Personeel
Aantal personeelsleden in loondienst op 31 december* 2.277
Aantal FTE personeelsleden in loondienst op 31 december** 1.545,96
Bedrijfsopbrengsten
Totaal bedrijfsopbrengsten (in euro’s) in verslagjaar*** 135.429.986
Waarvan wettelijk budget voor aanvaardbare kosten 125.292.366
Waarvan overige bedrijfsopbrengsten 4.976.685
* Personeel in loondienst, inclusief de inzet van oproepkrachten, beroepspraktijkvormers
(bpv’ers), exclusief stagiaires, uitzendkrachten en personeel niet in loondienst (PNIL) (conform
definitie van het jaardocument).
** Personeel in loondienst, exclusief de inzet van oproepkrachten, beroepspraktijkvormers,
stagiaires, uitzendkrachten en personeel niet in loondienst.
*** Op basis van geconsolideerde cijfers.
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
21
2.3.3 Werkgebieden
De GGZ Oost Brabant is actief in de regio Oost-Brabant en een deel van Noord-Limburg. Het
betreft een gebied met ruim 600.000 inwoners, dat grofweg is gelegen tussen de steden
Eindhoven, ’s-Hertogenbosch en Nijmegen. Het verzorgingsgebied valt samen met de
zorgkantoorregio’s Noordoost-Brabant, Zuidoost-Brabant en Noord- en Midden-Limburg.
Voor een aantal specialistische functies, zoals eetstoornissen, NAH en MPP werkt de
GGZ Oost Brabant bovenregionaal of landelijk; ook de Centra voor Psychisch Herstel hebben
cliënten vanuit heel Nederland.
2.4 Samenwerkingsrelaties
De toenemende en complexer wordende vraag naar zorg verlangt een flexibele en
samenhangende organisatie op regionaal en subregionaal niveau. GGZ Oost Brabant heeft
daarom veel samenwerkingsovereenkomsten, -contracten en gezamenlijke projecten met
andere organisaties of zorgverleners. Waar dit het belang van de cliënt en goede
(keten)zorg ten goede komt, maken we samenwerkingsafspraken.
Overzicht van samenwerkingsverbanden van de GGZ Oost Brabant in de (sub) regio
Helmond Land van
Cuijk
Oss Uden/Veghel Stichting
Andere GGZ X
(Consultatie) Huisartsen X X X X
Eerstelijns psychologen (ELP) X X X X
Algemeen ziekenhuis X X X X X
Verpleging en Verzorging X X X X X
Bureau Jeugdzorg X X X X
Gemeente X X X X X
Politie en Justitie X X X X X
GGD X X X X X
Verslavingszorg X X X X X
Forensisch circuit X
Maatschappelijke opvang X X X X X
Maatschappelijk werk X X X X X
Lichamelijk gehandicapten X X X
Verstandelijk gehandicapten X X X X
Geriatrisch netwerk/
dementiezorg
X
Sociale Werkvoorziening X
Arbodiensten X X X
Cliëntenorganisaties X X X X X
Nascholing medewerkers X X X X X
Mbo- en hbo-onderwijs X X X X X
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
22
Overzicht van samenwerkingsverbanden van de GGZ Oost Brabant in de (sub) regio
Helmond Land van
Cuijk
Oss Uden/Veghel Stichting
Universiteit X
Samenwerking gespecificeerd naar zorggroepen:
Kortdurende GGZ
In 2011 is veel aandacht besteed aan het versterken en herstellen van de regionale externe
contacten met gemeenten, veiligheidshuizen, zorginstellingen, informele zorg en andere
instanties. Dit heeft ertoe geleid dat KGGZ Noord (regio Oss/Uden/Veghel) en KGGZ Zuid
(regio Helmond) weer meer regionaal zijn gaan opereren. Er heeft een doorontwikkeling
plaatsgevonden in het kader van ondernemerschap.
- In de regio’s Oss, Uden, Veghel en Land van Cuijk is er overleg tussen GGZ Oost
Brabant en huisartsen en andere verwijzers over beleidszaken, zoals crisisdiensten,
doorverwijzingen en calamiteiten.
- Er is overleg tussen KGGZ Noord en het Bernhoven ziekenhuis, de huisartsen en
Brabantzorg met als doel om tot intensievere samenwerkingsafspraken te komen over
geriatrische zorg in de regio.
- KGGZ Noord maakt deel uit van de keten Dementie samen met Brabantzorg en de
huisartsen in de regio, om te komen tot op elkaar afgestemde zorg geleverd door
verschillende instellingen voor mensen met dementie.
- KGGZ Zuid neemt deel aan het Quartz-netwerk. Dit stelt zich ten doel de ketenzorg
op diverse zorginhoudelijke gebieden te intensiveren.
- KGGZ Zuid neemt deel aan samenwerkingsverbanden met diverse belangrijke
regionale en bovenregionale zorgaanbieders op het gebied van jeugd-, volwassenen-
en ouderenzorg, Lichtverstandelijk gehandicapten (LVG), verslaving en V&V-
problematiek om zorg op elkaar af te stemmen.
- In Deurne is een samenwerking op gang gebracht met de gemeente Deurne en een
aantal eerste- en tweedelijnsinstellingen in het kader van de WMO.
- De KGGZ neemt deel aan overleg in het Veiligheidshuis, Stedelijk Kompas en Huiselijk
Geweld; zij levert daar expertise ten aanzien van psychiatrische problematiek.
- Met Novadic-Kentron wordt samengewerkt op gebieden zoals de crisisdienst,
bemoeizorg, FACT en in KGGZ Zuid is een aanzet gemaakt om te komen tot een ACT-
team en het inzetten van elkaars deskundigheid.
- Er zijn overleggen met verschillende partners in de regio's Noord en Zuid zoals
Brabantzorg, Bernhoven ziekenhuis, Elkerliek ziekenhuis, Aanzet (maatschappelijk
werk), LEV-groep (maatschappelijk werk), Vivaan, Rigom, de gemeenten en
huisartsen in de regio's ten aanzien van afstemming en samenwerking.
- GGZ Oost Brabant neemt een proactieve rol met betrekking tot de tweedelijnszorg
binnen de WMO; in 2011 nam zij deel aan het symposium vanuit het regionale
Zelfhulpnetwerk en is het samenwerkingsverband Mantelzorg ondertekend.
- Met Amarant is deelname tot het kennisnetwerk ondertekend.
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
23
- In oktober 2011 zijn de deuren opengesteld voor publiek in het kader van de
Landelijke Dag Geestelijke Gezondheid. Veel mensen hebben gebruik gemaakt van
deze mogelijkheid om een blik te werpen op het brede palet aan diensten van onze
instelling.
GGZ Land van Cuijk en Noord-Limburg
Dementie ketenzorg
Het aantal dementerenden in de regio Land van Cuijk en Noord-Limburg neemt de komende
jaren (tot 2030) door een versnelde vergrijzing fors toe, forser dan het landelijk
gemiddelde. Als antwoord is in de afgelopen vier jaar een regionaal model voor Dementie
ketenzorg (DKZ) ontwikkeld. Vitaliteit (en het behoud ervan) van kwetsbare ouderen staat
in dit model centraal, de invalshoeken zijn zowel zorg, als welzijn en wonen.
De resultaten tot nu toe:
- in vijf van de acht gemeenten is DKZ operationeel;
- de afgelopen vier jaar zijn 790 cliënten in zorg geweest;
- dekkingspercentage aantal thuiswonende cliënten 80%;
- aantal ouderenverpleegkundigen 7,36 fte;
- caseload: 50 cliënten per fte;
- voorlichting en scholing aan 1.875 personen (deelnemers, vrijwilligers, burgers,
professionals).
De huisartsen zijn volgens de voorlopige conclusie van onderzoek onder deze beroepsgroep
zeer tevreden over de samenwerking met de ouderenverpleegkundige en het DKZ-team.
Het zorgkantoor Noordoost Brabant heeft van 2008 tot 2011 op basis van AWBZ-financiering
een contract afgesloten. Het voorstel is om dit in 2012 voort te zetten en in 2013 een keuze
te maken voor structurele financiering. Dit gebeurt onder andere op basis van de
conceptnotitie Dementie Keten Zorg Noordelijke Maasvallei Toekomstproof! Het doel is om
het regionale model toekomstproof te maken als het gaat om de borging van kwaliteit van
zorg en dienstverlening, duurzame (keten)financiering en de inter- of intra-organisationele
inbedding van de (project)organisatie.
Geriatrisch netwerk
Het geriatrisch netwerk Land van Cuijk en Noord-Limburg is het platform voor het
uitwisselen van informatie en initiatieven voor het bevorderen van de vitaliteit van
kwetsbare ouderen. Het geriatrisch netwerk is opgericht in 2008 en is toegankelijk voor
betrokkenen instanties en gezondheidszorginstellingen die werkzaam zijn op het gebied van
welzijn, wonen en zorg voor ouderen. Vier keer per jaar wordt er een bijeenkomst
georganiseerd bij een van de deelnemende instellingen voor het uitwisselen van ideeën en
plannen.
In 2010 is vorm gegeven aan het concreet maken van de ambities van het netwerk, met
name over de vraag wat we gezamenlijk willen realiseren. In 2011 heeft dit geleid tot de
eerste programmalijn Vitaliteit van ouderen, met focus op preventie.
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
24
Langdurende GGZ
In 2011 heeft LGGZ de samenwerking met gemeenten en maatschappelijke
(zorg)organisaties geïntensiveerd. Dit komt vooral voort uit het besef dat de GGZ niet dé,
maar een van de organisaties is die van belang zijn voor de kwaliteit van leven en herstel
van mensen met Ernstige Psychiatrische Aandoeningen (EPA). In 2011 is geanticipeerd op de
WMO en scheiden van wonen en zorg, en zijn vooruitlopend op de wettelijke veranderingen
al de nodige projecten gestart, voortgezet of geïntensiveerd. Een greep daaruit:
- Met twee ROC’s is begonnen met Begeleid Leren. Het project ‘Natural Recovery’ in
samenwerking met Helicon leidde zes cliënten op tot medewerker groen en drie
begeleiders tot begeleider groen. Dit project is tot stand gekomen met de eind 2010
gewonnen Olim innovatieprijs en het hiermee verkregen geldbedrag.
- Met twee WSW-bedrijven (IBN en Atlant) is de samenwerking geïntensiveerd, hetgeen
resulteerde in tientallen betaalde banen voor cliënten.
- Met de regionale en plaatselijke woningbouwcorporaties is doorgegaan met zaken als
omklapwoningen. Daarnaast hebben zij een belangrijke rol gespeeld in de
beddenreductie.
- Met Novadic-Kentron is samenwerking aangegaan om verslavingsdeskundigheid in te
brengen in de FACT-teams.
- Met welzijnsorganisaties is samengewerkt om de participatie van cliënten te
vergroten; een mooi voorbeeld daarvan is de ‘Buurtbinderij’ in Helmond. Tientallen
cliënten hebben daarmee de weg gevonden naar maatschappelijke participatie en
dagbesteding. Ook in Oss kwam een soortgelijk project tot stand.
- Met Pantein is samenwerking gestart voor de zorg voor ouderen met psychiatrische
klachten, c.q. voor bestaande cliënten die ouderdomsklachten krijgen. Het heeft in
2011 geresulteerd in een gezamenlijke visie en de overdracht van acht ggz-bedden
naar een V&V-woonzorgcomplex in Boxmeer. Met Pantein bestaat al langer
samenwerking op het gebied van de extramurale AWBZ (thuiszorg) en de verblijfszorg.
Deze wordt in samenwerking met de WMO geïntensiveerd.
- Met de Stichting Door en Voor is samengewerkt om meer ervaringsdeskundigheid
binnen de organisatie te krijgen. Door en Voor verzorgde onder andere het
voortraject voor de opleiding tot ervaringsdeskundige.
Ketenzorg (samenwerkingsrelaties)
In 2011 is verder gewerkt aan een betere afstemming van de zorg en stimulering van de
kwaliteit van zorg door samenwerking met ketenpartners.
Eetstoornissen en Obesitas
- Diverse instellingen en zorgorganisaties in de regio.
- Nederlandse Academie voor Eetstoornissen (zitting in bestuur).
- Ontwikkeling landelijke richtlijn.
- Voorzitter internisten werkzaam binnen ggz.
- Lid Kerngroep Somatische Screening binnen Psychiatrie.
- Lid Psychiatrie net onbedoelde somatische schade binnen de psychiatrie.
- Participatie opleiding nurse practitioners.
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
25
Niet-aangeboren hersenletsel
NAH Huize Padua participeert in de landelijke richtlijn niet-aangeboren hersenletsel, de
expertgroep van de Hersenstichting en zet haar expertise in de hersenletselteams van Zuid-
en Noordoost Brabant. Zij neemt als derdelijnsinstelling actief deel in de landelijke en
regionale ketenzorg NAH. Het werkveld kent veel samenwerking van verschillende
gespecialiseerde zorgaanbieders.
In 2011 is verder gewerkt aan (nog) betere afstemming van de zorg en stimulering van de
kwaliteit door samenwerking met diverse ketenpartners, zoals samenwerkende instellingen
op NAH-gebied, ggz-instellingen, revalidatiecentra, ziekenhuizen, verpleeghuiscentra,
thuiszorgorganisaties en MEE.
Een apart te noemen succesvol project is de samenwerking met verpleeghuis Mariaoord dat
valt onder zorgorganisatie Vivent. Hier heeft door NAH Huize Padua intensieve
teambegeleiding, coaching en consultatie op casusniveau plaatsgevonden. Doel hiervan was
de deskundigheid op gebied van NAH te bevorderen bij de medewerkers en behandelaars
van Vivent. Deze samenwerking wordt onder andere via beschikbare consultatie door
behandelaars, vanuit de derdelijnsfunctie voortgezet.
Minderbegaafde psychiatrische patiënten
- Samenwerking lvg – ggz.
- Centrum voor consultatie en expertise (CCE) voor mensen met een bijzondere
zorgvraag (twee consulenten).
- Regionale samenwerkingsverbanden.
Autismespectrum stoornissen
- Stichting wonen voor autisten.
- Regionaal Samenwerkingsverband Noordoost Brabant.
- Regionaal Samenwerkingsverband Brabant Zuidoost.
Forensische Zorg
- Reinier van Arkel Groep.
- De Rooyse Wissel.
- Veiligheidshuizen Oss en Helmond.
Kinder en Jeugd GGZ
Ontwikkelingen in interactie met de omgeving
In de zorggroep Kinder en Jeugd GGZ (K&J) is in 2011 veel aandacht besteed aan het
uitwerken van de meerjarenstrategie. Onderdeel hiervan is de oriëntatie op de verbinding
aan een strategische samenwerkingspartner. De landelijke ontwikkelingen, te weten de
voorgenomen transitie van de jeugdzorg inclusief jeugd-ggz naar de gemeenten, zijn van
invloed op het meerjarenbeleid voor K&J. Bij het bepalen van de koers voor de toekomst is
veel aandacht voor participatie van medewerkers. Dit gebeurt door interactieve
bijeenkomsten in elke regio, waarin de medewerkers wordt gevraagd actief mee te denken.
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
26
De landelijke ontwikkelingen zijn natuurlijk van grote invloed op de zorggroep K&J. In het
regeerakkoord is opgenomen dat de gehele jeugdzorg, waaronder de jeugd-ggz, onder
aansturing van de gemeenten gaat komen. We houden deze ontwikkelingen nauwgezet in de
gaten en anticiperen waar mogelijk hierop.
Centra voor Psychisch Herstel
Ontwikkelingen Rebalance
Het project Rebalance omvat de realisatie van een resort in combinatie met een CPH-
vestiging. December 2010 heeft de gemeenteraad van Groesbeek het project
Rebalance/Groesbeek goedgekeurd. De gemeente heeft besloten het zwembad De Lubert te
privatiseren en daar een financiële bijdrage voor te betalen als onderdeel van het totale
plan. Hierdoor is het plan in januari 2011 de ontwikkelfase ingegaan.
Overige samenwerkingspartners op GGZ Oost Brabantniveau
Belangrijke samenwerkingspartners, die GGZ Oost Brabant helpen bij het scheppen van
goede voorwaarden voor de zorg die wij verlenen, zijn:
- Cliëntenraad.
- Familieraad.
- Ondernemingsraad.
- Verpleegkundige Adviesraad.
- Medische Staf.
- Verwijzers.
- Omwonenden.
- Financiers, waaronder de banken, zorgkantoren, zorgverzekeraars en gemeenten.
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
27
Hoofdstuk 3 Bestuur, toezicht, bedrijfsvoering en medezeggenschap
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
28
3. Bestuur, toezicht, bedrijfsvoering en medezeggenschap
3.1 Normen voor goed bestuur
3.1.1 Zorgbrede Governance
GGZ Oost Brabant hanteert de principes van Health Care Governance en de Zorgbrede
Governance Code. Zij houdt zich aan de uitgangspunten van de code óf legt uit waarom niet
(het ‘pas toe of leg uit’-principe). In 2010 zijn de statuten van de stichting en de
reglementen Raad van Toezicht, Raad van Bestuur en de commissies vanuit de Raad van
Toezicht getoetst, en waar nodig aangepast aan de Zorgbrede Governance Code 2010.
De GGZ Oost Brabant voldoet aan de vereisten zoals weergegeven in de code.
Door de Raad van Toezicht is een Auditcommissie, een Werkgeverscommissie, een
commissie Kwaliteit en Veiligheid en (incidenteel) een Selectie- en Benoemingscommissie in
het leven geroepen.
3.2 Raad van Bestuur
Samenstelling Raad van Bestuur
Mevrouw dr. J.A.A.M. van Diemen-Steenvoorde, voorzitter.
De heer O.O.J. Dekker MHA, lid Raad van Bestuur.
Nevenfuncties Raad van Bestuur
J.A.A.M. van Diemen-Steenvoorde:
- Vicevoorzitter Raad van Toezicht Westfriesgasthuis te Hoorn.
- Lid Raad van Advies Zorgkantoor Noordoost Brabant.
- Lid Raad van Toezicht opleiding Ggz verpleegkundig specialist (per 1 maart 2012).
- Lid Sectie Zorgberoepen en opleidingen CvZ (per 1 april 2012).
O.O.J. Dekker:
Geen nevenfuncties.
In 2010 is op grond van artikel 5.4 van de statuten van de stichting het reglement voor de
Raad van Bestuur aangepast. Het reglement is door de Raad van Toezicht goedgekeurd.
Hierin is onder andere vastgelegd dat de leden van de Raad van Bestuur collectief
eindverantwoordelijk zijn voor en belast zijn met het besturen van de zorgorganisatie. Zij
leggen hierover verantwoording af aan de Raad van Toezicht. In bijlage 2 van het reglement
is de werkverdeling tussen de twee leden van de Raad van Bestuur weergegeven. Die
werkverdeling wordt hieronder beschreven.
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
29
Voorzitter Raad van Bestuur
Strategische beleidsontwikkeling, in samenspraak met het lid van de Raad van Bestuur.
- Behandel- en zorgbeleid, inclusief ontwikkelingen met specifieke aandacht voor
kwaliteit en veiligheid.
- Uitoefenen functie geneesheer-directeur.
- Samenhang functioneren leden Raad van Bestuur.
- Besluitvormingsproces van de Raad van Bestuur.
- In-/externe communicatie.
- Eerst aangewezen overlegpartner Raad van Toezicht.
- Eerst aangewezen overlegpartner van de ondernemingsraad, cliëntenraad,
familieraad, medische staf en verpleegkundige adviesraad.
- Toezicht secretariaat van de Raad van Bestuur en Raad van Toezicht.
- Beleid opleidingen professionele beroepsgroepen (psychiater, gezondheidszorg- en
klinisch psycholoog, verpleegkundig specialist, geriater) en wetenschappelijk
onderzoek.
Lid van de Raad van Bestuur
Strategische beleidsontwikkeling, in samenspraak met de voorzitter van de Raad van
Bestuur.
Bedrijfsvoering, waaronder:
- financieel/economisch beleid;
- informatisering- en automatiseringsbeleid;
- facilitair beleid;
- vastgoed- en huisvestingsbeleid;
- HRM/HRD-beleid en social control, inclusief organisatorische ontwikkelingen;
- overlegpartner ondernemingsraad, cliëntenraad, familieraad en medische staf, in
samenspraak met voorzitter.
Beide leden van de Raad van Bestuur kunnen de stichting vertegenwoordigen in landelijke
en regionale samenwerkingsverbanden en overlegstructuren. Een taakverdeling ter zake
wordt in onderling overleg vastgesteld en wordt mede bepaald door de onderwerpen die aan
de orde zijn. Indien en voor zover nodig is de voorzitter van de Raad van Bestuur de eerst
aangewezen woordvoerder voor de Stichting.
Mevrouw R. van Diemen zit in het overleg RvB2. Dit is een overleg op initiatief van een
aantal ggz-instelllingen, die zich ten doel hebben gesteld de ambulantisering vorm te geven
en de klinische capaciteit verder af te bouwen.
De heer O. Dekker is lid van de werkgroep Uitvoering, die zich bezighoudt met de
bezuinigingen binnen de ggz. Deze werkgroep is ingesteld door koepelorganisatie
GGZ Nederland.
Bestuur en toezicht
De taken, verantwoordelijkheden, bevoegdheden en werkzaamheden van de Raad van
Bestuur zijn statutair en in het reglement voor de Raad van Bestuur vastgelegd. Het
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
30
reglement is in 2010 getoetst aan de Zorgbrede Governance Code 2010. In het reglement
heeft de Raad van Bestuur verklaard in beginsel toepassing te geven aan de Gedragscode
voor de goede bestuurder, zoals opgesteld door de NVZD. Het reglement is door de Raad van
Toezicht goedgekeurd. De Raad van Bestuur legt verantwoording af aan de Raad van
Toezicht.
In de statuten en reglementen is de verantwoordelijkheidsverdeling tussen de Raad van
Bestuur en de Raad van Toezicht schriftelijk en inzichtelijk vastgelegd. Naar de mening van
de Raad van Toezicht is er in het verslagjaar geen sprake geweest van
belangenverstrengeling tussen (een lid van) de Raad van Bestuur en de instelling.
Remuneratie
De bezoldiging van de bestuurders is conform de Beloningscode Bestuurders Zorg (BBZ) van
de NVTZ/NVZD. Dit is vastgelegd in de reglementen.
Gezien de tweehoofdige collegiale Raad van Bestuur en de andere differentiërende
factoren, komt de functiezwaarte voor de Raad van Bestuur van de GGZ Oost Brabant uit in
tabel G van de beloningscode Bestuurder zorg. De feitelijke honorering van de Raad van
Bestuur ligt daarmee in lijn.
3.3 Toezichthouders (Raad van Toezicht)
Samenstelling Raad van Toezicht
De Raad van Toezicht heeft zeven leden. Zij zijn onafhankelijk (zie ook de lijst van hoofd-
en nevenfuncties van de leden).
De Raad van Toezicht bestaat per 31 december 2011 uit de volgende personen:
- De heer J. Kingma, voorzitter Raad van Toezicht.
- De heer J.R. Rozendaal, vicevoorzitter.
- De heer J.Th.H.M. Blox, lid.
- Mevrouw C.A.H.A. Doomernik, lid.
- De heer W.M. van Ewijk, lid.
- Mevrouw M.J. Kauffman MCM, lid.
- Mevrouw A.J. van de Ven, lid.
Hoofd- en nevenfuncties leden Raad van Toezicht
J. Kingma:
- Arbiter scheidsgerecht Landelijke Huisartsen Vereniging.
- Bestuurslid/adviseur Stichting Pensioen Gedupeerde Vrijgevestigde Artsen.
J. Rozendaal:
- Directeur Rozendaal Consultancy B.V.
- Voorzitter Raad van Toezicht Zuwe/Hofpoort ziekenhuis.
- Voorzitter Nationaal Referentiecentrum Dyslexie.
- Voorzitter afdeling Leusden D66.
- Secretaris Stichting Vaartse Rijn.
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
31
- Voorzitter Eco-Golfvereniging Leusden.
- Voorzitter Stichting Zorgkinderen.
J. Blox:
- Directeur Blox Consultancy.
- Voorzitter Raad van Toezicht Cello.
- Voorzitter Bestuur Gezondheidscentra Brandevoort te Helmond.
- Lid Antonius Stichting Helmond.
- Lid Stichting Patienten Service Elkerliek ziekenhuis.
C. Doomernik:
- Directeur Kraamzorg & Voeding en dieet, Thebe te Tilburg.
- Lid Raad van Toezicht Kleine Meierij te Rosmalen.
- Voorzitter Adviescommissie Kraamzorg, Actiz te Utrecht.
W. van Ewijk:
- Lid Raad van Bestuur van VU medisch centrum.
- Voorzitter bestuur Dolhuys, museum voor de psychiatrie in Haarlem.
- Voorzitter Raad van Toezicht Raphaëlstichting.
- Voorzitter Vereniging Sigra.
- Voorzitter richtlijncommissie Schizofrenie (MDRS).
R. Kauffman:
- Zelfstandig ondernemer K-Consult, adviesbureau HRD.
- Onderzoeker bij Hogeschool Avans binnen het lectoraat en expertisecentrum
Reclassering en Veiligheid.
- Arbiter Scheidsgerecht Gezondheidszorg
- Lid van de Stichting Leergeld Uden en Oss.
A. van de Ven:
- Voorzitter Raad van Bestuur AlleeWonen.
- Vicevoorzitter Raad van Toezicht Cubiss.
- Raad van Advies Da Vinci College: Vmbo.
- Lid College van Advies OMO Scholengroep Tongerlo.
- Lid Raad van Commissarissen GEM Aviolanda Woensdrecht Beheer B.V.
Rooster van aftreden
De Raad van Toezicht beschikt over een actueel rooster van aftreden. De maximale
zittingsduur voor een lid is tweemaal vier jaar. Het rooster ziet er als volgt uit:
Naam Datum eerste
benoeming
Einde van huidige
termijn
Uiterste datum
van aftreden
J. Kingma 01-02-2005 01-02-2009 01-02-2013
J.R. Rozendaal 01-06-2008 01-06-2012 01-06-2016
J.Th.H.M. Blox 15-12-2008 15-12-2012 15-12-2016
C. Doomernik 01-06-2010 01-06-2014 01-06-2018
W. van Ewijk 01-06-2010 01-06-2014 01-06-2018
M.J. Kauffman 01-06-2006 01-06-2010 01-06-2014
A. van de Ven 01-06-2010 01-06-2014 01-06-2018
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
32
Aanwezigheid bij vergaderingen
De Raad van Toezicht is zeven keer in vergadering bijeen geweest in het verslagjaar. De
vergaderingen vinden regulier plaats te Rosmalen op het terrein Coudewater.
- J. Kingma: 6 bestuursvergaderingen, 4 vergaderingen van de kwaliteitscommissie (2 x
met de Cliëntenraad, 1 x met de Medische Staf en 1 x met de Ondernemingsraad) en 2
vergaderingen van de werkgeverscommissie.
- J. Rozendaal: 5 bestuursvergaderingen, 2 vergaderingen met de auditcommissie en 2
vergaderingen met de werkgeverscommissie.
- J. Blox: 7 bestuursvergaderingen, 4 vergaderingen met de auditcommissie.
- C. Doomernik: 7 bestuursvergaderingen, 5 vergaderingen van de kwaliteitscommissie
(1 x met de Cliëntenraad, 1 x met de Medische Staf, 1 x met de Familieraad en 1 x
met de Ondernemingsraad).
- W. van Ewijk: 7 bestuursvergaderingen en 5 vergaderingen van de kwaliteitscommissie
(2 x met de Cliëntenraad, 1 x met de Medische Staf, 1 x met de Familieraad en 1 x
met de Ondernemingsraad).
- R. Kauffman: 7 bestuursvergaderingen, 4 vergadering van de kwaliteitscommissie (1 x
met de Cliëntenraad, 1 x met de Medische Staf, 1 x met de Familieraad en 1 x met de
Ondernemingsraad) en 2 vergaderingen van de werkgeverscommissie.
- A. van de Ven: 6 bestuursvergaderingen, 1 vergadering van de kwaliteitscommissie
(met de Familieraad) en 3 vergaderingen van de auditcommissie.
Daarnaast hebben de voorzitter (J. Kingma) en vicevoorzitter (J. Rozendaal) van de Raad
van Toezicht in 2011 zesmaal overleg gehad met de Raad van Bestuur, onder andere ter
voorbereiding van de Raad van Toezichtvergaderingen.
Beloningscode
De beloning van de leden, de voorzitter en vicevoorzitter van de Raad van Toezicht is
vastgesteld conform de beloningscode zorg van de NVTZ/NVZD.
Evaluatie functioneren
De taken en bevoegdheden van de Raad van Toezicht zijn in de statuten en in het reglement
Raad van Toezicht vastgelegd. De Raad van Toezicht evalueert periodiek zijn functioneren.
3.3.1 Verslag Raad van Toezicht
Algemeen
De Raad van Toezicht heeft zeven leden.
De leden van de Raad van Toezicht zijn onafhankelijk. Zie in dat kader ook de lijst van
hoofd- en nevenfuncties van de leden.
De taken en bevoegdheden van de Raad van Toezicht zijn in de statuten en in het reglement
Raad van Toezicht vastgelegd. De Raad van Toezicht evalueert periodiek zijn functioneren.
De Raad van Toezicht heeft een zelfevaluatie gehouden, die is besproken in de vergadering
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
33
van 2 februari. Tijdens deze zelfevaluatie is gesproken over de vraag over welke informatie
de Raad van Toezicht moet beschikken om zijn toezichthoudende taak goed uit te kunnen
oefenen en of het toezicht efficiënter kan worden georganiseerd. Conclusie is dat de
commissies en hun vergaderfrequentie opnieuw bekeken moeten worden in het licht van de
huidige ontwikkeling van de organisatie. Daarbij zal het overleg met de adviesgremia
worden betrokken. Dit heeft onder andere geleid tot een voorstel over de invulling van de
taak van de commissie kwaliteit en veiligheid binnen de Raad van Toezicht, en de
informatievoorziening is in de loop van het jaar bijgesteld. Ook is de kwartaalrapportage
verder ontwikkeld en aangepast aan de informatiebehoefte van de Raad van Toezicht. Er is
gesproken over de samenwerking binnen de Raad van Toezicht, bestaande uit vier langer
zittende leden en drie nieuwe leden.
De raad beschikt over een actueel profiel en een rooster van aftreden. De maximale
zittingsduur voor een lid is tweemaal vier jaar.
De werkgeverscommissie heeft gedurende het jaar driemaal met de Raad van Bestuur
gesproken, aan het begin van het jaar een gesprek over de beoogde resultaten en
ontwikkelingen in het lopende jaar, halverwege het jaar een voortgangsgesprek en aan het
eind van het jaar een beoordelingsgesprek. De resultaten van deze gesprekken zijn
teruggekoppeld in de vergadering van de Raad van Toezicht.
De Raad van Toezicht is zevenmaal in vergadering bijeen geweest in het verslagjaar. De
vergaderingen vinden regulier plaats te Rosmalen op het terrein Coudewater.
Drie belangrijke items binnen GGZ Oost Brabant hebben het gehele jaar om intensieve
aandacht gevraagd van de Raad van Toezicht:
1. Kwaliteit en veiligheid van zorg.
2. Bedrijfsvoering en daarmee samenhangende ontwikkelingen op financieel gebied.
3. Nieuw meerjarenbeleid tot 2015.
Ad 1. Kwaliteit en veiligheid van zorg
De aandacht voor de kwaliteit van zorg, staat naast het toezicht op de bedrijfsvoering en de
ontwikkelingen op financieel gebied hoog op de agenda van de Raad van Toezicht. In dat
kader heeft de Raad van Toezicht zich beraden over de taak en werkwijze van de commissie
kwaliteit en veiligheid en is in 2011 voor het eerst een integraal jaarverslag met betrekking
tot de kwaliteit van zorg in de Raad van Toezicht besproken. Daarnaast is in de
kwartaalrapportages gerapporteerd over de kwaliteit van zorg en de daarmee verband
houdende prestatie-indicatoren. De rapportages zijn in dit verslagjaar uitgebreid met een
analyse van de gegevens met daarbij de verbeterpunten en acties die daaruit voortvloeien.
De Raad van Toezicht heeft ook uitgebreid gesproken over de organisatie sturing op
veiligheid. Hij deed dat aan de hand van een presentatie van de directeur en de
eerstegeneeskundige die veiligheid in hun portefeuille hebben.
In februari van het verslagjaar is een afdeling op Huize Padua getroffen door een brand.
Cliënten en medewerkers zijn gelukkig tijdig in veiligheid gebracht. De wijze waarop met
deze calamiteit is omgegaan binnen de organisatie is met de Raad van Toezicht
geëvalueerd.
De brief van de Inspecteur voor de Volksgezondheid met betrekking tot het jaargesprek
2010, een rapport van de inspectie met betrekking tot een casus waar sprake was van een
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
34
andere dan hulpverleningsrelatie en het jaarverslag van de Klachtencommissie voor cliënten
zijn ook aan de orde geweest in de Raad van Toezicht.
Het resultaat is dat de Raad van Toezicht hierdoor een steeds beter zicht heeft gekregen op
de ontwikkelingen die de organisatie doormaakt met betrekking tot de kwaliteit van zorg en
veiligheid, en op deze wijze zijn taak als toezichthouder op die kwaliteit van zorg op de
vereiste wijze kan waarmaken.
Ad 2. Bedrijfsvoering en ontwikkelingen op financieel gebied
Gedurende het verslagjaar is, voortgaand op de ontwikkelingen in 2010, continu gewerkt
aan de verbetering van de planning- en controlcyclus en de informatievoorziening in dat
kader aan de Raad van Toezicht. Zowel de Raad van Toezicht als accountant geven aan dat
de informatievoorziening ook in 2011 daadwerkelijk is verbeterd. Alle items die te maken
hebben met de bedrijfsvoering worden voorafgaand aan de vergadering Raad van Toezicht
besproken in de auditcommissie. Het verslag van de auditcommissie wordt geagendeerd in
de eerstvolgende vergadering Raad van Toezicht. De auditcommissie en de Raad van
Toezicht worden door middel van kwartaalrapportages geïnformeerd over de stand van
zaken met betrekking tot de bedrijfsvoering. In de periode vanaf augustus is dit tijdelijk
geïntensiveerd tot een maandrapportage, in verband met een terugloop in de productie.
Resultaat: Door het voorgaande is de Raad van Toezicht in staat om zijn taak als
toezichthouder op de bedrijfsvoering op een goede wijze waar te maken.
De Raad van Toezicht heeft een aantal malen gesproken over het treasurybeleid binnen de
instelling. Het treasurystatuut is aangepast, en op verzoek van de Raad van Toezicht zal er
in 2012 een jaarplan treasury worden gemaakt dat als sturingsinstrument kan dienen.
Resultaat: actueel treasurystatuut en sturingsinstrument.
In de vergaderingen van de Raad van Toezicht is in het kader van de totstandkoming van de
begroting 2012 ook diverse malen gesproken over de drakonische maatregelen van het
kabinet die voor de ggz-sector, de ggz-cliënten en medewerkers een grote impact krijgen in
de komende jaren. Voor GGZ Oost Brabant betekenen die maatregelen in ieder geval al een
bezuiniging van € 5 miljoen voor 2012 ten opzichte van de begroting 2011. Daarnaast zijn er
maatregelen genomen om de effecten van het invoeren van de eigen bijdrage voor cliënten
en de in verband daarmee te verwachten vraaguitval te kunnen monitoren.
In de vergadering van december heeft de Raad van Toezicht de begroting 2012 voorlopig
goedgekeurd met het verzoek om de begroting nader uit werken en begin 2012 voor te
leggen aan de auditcommissie en Raad van Toezicht. De begroting is in maart 2012 definitief
goedgekeurd door de Raad van Toezicht.
Resultaat: een voorlopig goedgekeurde begroting 2012.
Ad 3. Nieuw meerjarenbeleid tot 2015
De Raad van Bestuur is vanaf het voorjaar 2011 gestart met het formuleren van een nieuw
meerjarenbeleid tot 2015. Er is gekozen voor een proces waarbij participatie van interne en
externe stakeholders een belangrijke plek heeft gekregen. Medewerkers en adviesorganen
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
35
zijn via zogenaamde ZOEM-sessies betrokken en hebben op grote schaal hun inbreng
geleverd. In de vergadering van de Raad van Toezicht van september is de Raad van
Toezicht op de hoogte gebracht van de stand van zaken. De Raad van Toezicht heeft
uitgebreid gesproken over het meerjarenbeleid en heeft erop aangedrongen om keuzes waar
de organisatie voor staat niet langer uit te stellen dan noodzakelijk. Dit mede gezien in het
licht van de noodzakelijke forse bezuinigingen in de komende jaren. Ook wordt gewezen op het belang van de inbreng van de professionals/psychiaters, teneinde een gedegen visie op
zorg te formuleren.
De Raad van Toezicht wijst ook op het belang om medewerkers mee te nemen in de grote
veranderingen die er aan staan te komen en hen te doordringen van de ‘sence of urgency’
hiervan.
In de vergadering van december zijn de grote ontwikkellijnen van het meerjarenbeleid
besproken.
GGZ Oost Brabant is een plattelands-ggz die de ambitie heeft om kwalitatief goede
basisspecialistische zorg te verlenen in de eigen regio. Daarnaast wil GGZ Oost Brabant zich
op het gebied van NAH, MPP en eetstoornissen verder gaan specialiseren en bovenregionaal
werken. GGZ Oost Brabant is er nadrukkelijk voor de complexe psychiatrische zorg. De
eerstelijnszorg is apart georganiseerd met een verbinding met de tweedelijn. In het eerste
en tweede kwartaal van 2012 worden de keuzes nader uitgewerkt en financieel en
kwalitatief nader onderbouwd. Ook zullen de keuzes worden getoetst bij de interne en
externe stakeholders. De medewerkers zijn intensief betrokken bij het proces.
Resultaat: geleverde input voor het meerjarenbeleid.
Voorgenomen samenwerking met de Reinier van Arkelgroep
Vanaf het voorjaar 2008 is er gesproken over een intensieve samenwerking tussen Reinier
van Arkel en GGZ Oost Brabant. Dit heeft uiteindelijk op 11 december 2008 geleid tot een
melding bij de Nederlandse Mededingautoriteit (NMa) van het voornemen om intensief
samen te gaan werken.
In februari 2011 is duidelijk geworden dat de NMa geen toestemming verleent voor de
voorgenomen fusie, omdat de NMa van mening was dat door de fusie
mededingingsproblemen zouden ontstaan en daarmee de keuzemogelijkheden voor cliënten
zouden afnemen.
Dit was voor de beide fusiepartners aanleiding om de vergunningaanvraag in te trekken.
Dit onderwerp is in de vergaderingen van de Raad van Toezicht van februari, maart en mei
uitgebreid aan de orde geweest. Er is in dat kader gesproken over de toekomst van met
name de zorggroep Kinder en Jeugd GGZ, omdat daar de samenwerking met Reinier van
Arkel hoofdzakelijk op was gericht.
Resultaat: duidelijkheid over de samenwerking met de Reinier van Arkel groep en een
eerste verkenning met betrekking tot toekomst zorggroep Kinder en Jeugd GGZ.
Vastgoed
Op het gebied van vastgoed heeft de Raad van Bestuur de Raad van Toezicht en de
auditcommissie geïnformeerd over de lopende projecten. Met betrekking tot de nieuwbouw
van een klinische voorziening op Sterckwijck (Boxmeer) is de Raad van Toezicht
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
36
geïnformeerd over de beslissing van de Raad van Bestuur om de nieuwbouw niet door te
laten gaan. Dit besluit is gebaseerd op een geactualiseerde businesscase, waaruit blijkt dat
met de doorgevoerde generieke kortingen op de ggz en de aanpassing van de tarieven voor
klinisch verblijf, de kliniek niet meer rendabel is te exploiteren. Direct gevolg is dat de
Raad van Bestuur tevens heeft moeten besluiten om de huidige kliniek in 2012 te sluiten,
omdat deze na de verhuizing van het Maasziekenhuis ‘stand alone’ is achtergebleven op het
oude ziekenhuisterrein. Overigens past dit besluit geheel in het voorgenomen
meerjarenbeleid, waarin onder andere de ambitie is opgenomen om het aantal bedden
binnen GGZ Oost Brabant af te bouwen.
De Raad van Toezicht besluit om conform artikel 7.2 van de statuten van Stichting GGZ Oost
Brabant de vervreemding van 16.4 ha grond, gelegen op het terrein Huize Padua te Boekel,
tegen een verkoopbedrag van € 1.141.450,05 goed te keuren.
De opbrengsten van de grond komen, conform een eerder besluit van de Raad van Toezicht,
ten goede aan het project Athena (vernieuwing van de ICT infrastructuur).
De Raad van Toezicht stemt tevens in met het voorstel tot de verkoop van een vrijstaand
woonobject met ondergrond, erf, tuin en verdere aanhorigheden, staande en gelegen te
5404 KM Uden, plaatselijk bekend als De Wieken 29-31-33, tegen een verkoopprijs van
€ 725.000 kosten koper.
Resultaat: Met deze besluiten heeft de Raad van Toezicht bijgedragen aan de afbouw van
het aantal m2 huisvesting binnen GGZ oost Brabant
Binnen de Raad van Toezicht zijn de ontwikkelingen op het gebied van ICT, waaronder het
project Athena dat gaat over de aanpassing van de ICT-infrastructuur, uitgebreid aan de
orde geweest. Uniek resultaat binnen de ICT wereld is dat het project binnen het gestelde
budget en binnen de afgesproken tijd is gerealiseerd.
Als apart onderwerp is de organisatie van de inkoop binnen GGZ Oost Brabant besproken aan
de hand van een presentatie van het hoofd Facility Services.
In het kader van de planning- en controlcyclus is het jaardocument 2010, inclusief de
jaarrekening goedgekeurd en conform de regels tijdig gedeponeerd. De kaderbrief 2012 van
de Raad van Bestuur is besproken in de Raad van Toezicht, en de begroting voor 2012 is
goedgekeurd. Door het jaar heen is de Raad van Toezicht via kwartaalrapportages op de
hoogte gehouden van de productiecijfers en de exploitatiecijfers van de instelling. Aan de
auditcommissie is maandelijks gerapporteerd over diverse onderwerpen die de
bedrijfsvoering aangaan zoals ICT en vastgoedzaken, maar met name over de financiële
stand van zaken.
Door de Raad van Toezicht is conform de statuten van Stichting Olim de jaarrekening van
deze stichting goedgekeurd.
Via de informatievoorziening wordt de Raad van Toezicht in elke vergadering schriftelijk
door de Raad van Bestuur geïnformeerd over de ontwikkelingen op het gebied van kwaliteit
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
37
van de zorg, behandel- en zorgbeleid, sociaal beleid, financieel-economisch beleid,
samenwerking, onroerend goed en diverse andere onderwerpen. In de tweede helft van het
jaar is daar een overzicht van de bestuursbesluiten aan toegevoegd.
Zoals gebruikelijk heeft ook in dit verslagjaar de kwaliteitscommissie van de Raad van
Toezicht overleg gehad met de ondernemingsraad, de cliëntenraad, de familieraad en de
medische staf. Tijdens deze overleggen wordt de algemene gang van zaken binnen de
instelling besproken. In het verslagjaar is onder andere specifiek gesproken over de
ontwikkelingen in de bedrijfsvoering en met betrekking tot de financiën. Met de
cliëntenraad is specifiek gesproken over de kwaliteit van huisvesting van de cliënten en de
bezuinigingen als gevolg van de kabinetsmaatregelen.
3.4 Bedrijfsvoering
Door een steeds verbeterde integrale managementrapportage, opgesteld vanuit de drie
hoofdthema's kwaliteit, financiën en productie, en personeel kon langzaam de draai
gemaakt worden naar sturen in plaats van verantwoorden.
Hierna wordt een toelichting gegeven op de voornaamste risico's en onzekerheden waarmee
GGZ Oost Brabant wordt geconfronteerd. Daarbij is een onderscheid gemaakt in de huidige
risico's en toekomstige risico's.
Risico’s met impact in 2012
1. Invoering eigen bijdrage ZVW en daaraan gekoppeld vraaguitval
Nog niet bekend is hoe groot de vraaguitval zal zijn, in welke productgroepen deze
vooral optreedt en of de uitval incidenteel of structureel is. Om te komen tot
risicoreductie wordt een aantal maatregelen getroffen. De aard hiervan is tweeledig.
Ten eerste wordt gestuurd op voorkoming van de vraaguitval (dus productie op niveau
houden) en wanneer dat niet lukt wordt geanticipeerd, door het kostenniveau aan te
passen aan het productieniveau, zowel via tijdelijke als structurele maatregelen.
Actie:om productie op niveau te houden zijn in de sturing tools ingericht om tijdig te
kunnen monitoren of sprake is van vraaguitval:
- sturing op wachtlijsten, waarbij per organisatieonderdeel en per diagnosegroep
wekelijks wachtlijstinformatie beschikbaar is, met daarbij de trends in beeld;
- sturing op productiviteit. Hiertoe is een tool ontwikkeld waarin zicht is op de
productiviteit van zowel individuele behandelaars als op afdelingsniveau;
- actieve monitoring van het aantal no-shows en dropouts, waarbij beleid
ontwikkeld is en wordt om no-shows te voorkomen/beperken;
- instructie- en themabijeenkomsten om zorgmanagers/programmaleiders en
teamleiders handvatten te geven hoe met deze tools om te gaan.
Actie: om te anticiperen op de vraaguitval is via een aantal zaken geanticipeerd op
negatieve financiële effecten (aanpassing kostenniveau aan productieniveau):
- een inventarisatie is gemaakt in hoeverre op personele kosten gestuurd kan
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
38
worden. Voor vacatures geldt dat alleen cruciale functies worden ingevuld; dit
gebeurt enkel na akkoord door de Raad van Bestuur. Ten tweede wordt bij
nieuw personeel alleen gewerkt met tijdelijke contracten, waarbij gestreefd
wordt naar maximale flexibiliteit met respect voor de medewerker. Ten derde
is een inventarisatie gemaakt op basis van leeftijdsanalyse, waarbij inzichtelijk
is wat de mogelijkheden zijn voor versnelde afvloeiing van personeel dat
richting de pensioengerechtigde leeftijd gaat;
- bij incidentele vraaguitval wordt een beroep op de solidariteit van
medewerkers gedaan om over te gaan tot opname van het stuwmeer aan
verlofuren; hiervoor staat een post op de balans gereserveerd (ruim € 3 miljoen
in jaarrekening 2010). In de roostering en planning wordt dit in 2012 expliciet
onder de aandacht gebracht;
- inzet bestuursbudget frictiekosten voor een bedrag van € 1,77 miljoen;
- eenmalig kan het verantwoord zijn om te sturen op een lager rendement. In het
kader van de bezuinigingen is al eerder geaccordeerd dat een bedrag van
€ 1 miljoen van het rendement ingezet kan worden om bezuinigingen
incidenteel op te vangen. In het uiterste geval kan eenmalig een 0-rendement
acceptabel zijn.
2. Niet realiseren bezuinigingen portfolioanalyse
De portfolioanalyse moet in 2012 leiden tot een behoorlijke bezuiniging. Vanwege de
impact van de keuzes dienen gedegen afwegingen gemaakt te worden, waarbij
kwaliteit van besluitvorming prevaleert boven snelheid. Dit kan betekenen dat de
bezuiniging niet volledig in 2012 wordt gerealiseerd.
Actie: de onder 1 genoemde acties gelden ook voor risico 2.
3. Het niet behalen van het door de zorgverzekeraar vereiste percentage voor het
digitaal meten van de behandelresultaten (Routine Outcome Monitor)
Zowel op het gebied van ICT als op het gebied van sturingsinstrumenten zijn
maatregelen genomen om het vereiste percentage in 2012 te behalen.
Risico’s met impact in de jaren na 2012
4. Invoering prestatiebekostiging
In 2013 zal de DBC de basis vormen voor de bekostiging, de bekostiging zal dan
volledig productiegebonden zijn (zoals nu ook geldt binnen de AWBZ voor de ZZP-
bekostiging). Dit betekent dat de NZa-parameters worden losgelaten. De gevolgen
kunnen zowel zijn dat het budget van de totale organisatie wijzigt (positief dan wel
negatief) als een herverdeling tussen zorggroepen. Een brief over de invoering van
prestatiebekostiging is recent door de minister van VWS aan de Tweede Kamer
toegestuurd; finale besluitvorming heeft nog niet plaats gevonden.
Actie: In 2012 zal een impactanalyse worden gemaakt, waarbij zowel op
organisatieniveau als per zorggroep inzichtelijk wordt gemaakt wat de gap is (positief
danwel negatief) tussen de bekostiging op basis van de huidige parameters en
bekostiging op DBC-parameters.
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
39
5. Druk op tarieven in relatie tot huidige productmix
De klinische DBC-tarieven staan onder druk, terwijl de ambulante tarieven stijgen, in
2012 zijn de klinische tarieven met 11% verlaagd en de ambulante tarieven met 6,25%
verhoogd. Aangezien bekostiging in 2012 nog plaats vindt op NZa-parameters heeft dit
voor 2012 nog geen effect. Wanneer DBC-bekostiging wordt ingevoerd treedt wel een
effect op. Onze productmix heeft landelijk gezien een relatief hoog aandeel klinische
productie, de druk op deze tarieven zal in 2013 waarschijnlijk tot een nadeel voor
onze organisatie leiden.
Acties:
- in beeld is gebracht hoe onze productmix is opgebouwd. Op basis van deze
analyse kan dialoog met zorgverzekeraars gevoerd worden over ‘stip aan de
horizon’: hoe ziet de klinische capaciteit van de GGZ Oost Brabant er duurzaam
uit, welke functies worden geleverd en hoe verhoudt zij zich tot landelijke
cijfers. Dialoog kan op basis van beschikbare analysecijfers vanuit de eigen
kracht en niet vanuit afhankelijkheid gevoerd worden;
- ingezette lijn van ambulantisering continueren en versterkt doorvoeren.
6. Taakoverdracht naar gemeenten
In de rijksbezuinigingen is al aangegeven dat taken per en vanaf 2013 overgeheveld
worden naar gemeente, met name rondom de Kinder en Jeugd GGZ en begeleiding
vanuit de huidige AWBZ. Dit zal leiden tot budgetreductie.
Acties:
- in beeld brengen wat omvang van overheveling is en bezien of kostenstructuur
hier reeds in 2012 op aangepast kan en moet worden;
- Verbinding met gemeenten verstevigen, onder andere door met de gemeente
Oss een pilot te doen naar de gevolgen van de bezuinigingen in de ggz voor de
bewoners in deze gemeente.
7. Toenemende druk op vermogenspositie
Door de bezuinigingen neemt de druk op het rendement toe. Dit terwijl de organisatie
nog in een opbouwfase zit om de solvabiliteitspositie te versterken en toe te groeien
naar een weerstandsvermogen van minimaal 15% (zie hieronder). De organisatie moet
een beleidsmatige keuze maken in wat acceptabel is. Enerzijds moet de draagkracht
van de organisatie niet onnodig belast worden en is een lager rendement tijdelijk
acceptabel, anderzijds legt dit een druk op de solvabiliteit en een mogelijke rem op
financieringsmogelijkheden. In de treasuryparagraaf zal dit thema worden uitgewerkt.
Treasuryparagraaf
In 2011 is het Treasurystatuut opnieuw beoordeeld, aangepast en vastgesteld. Daarbij gaat
het onder meer om wijzigingen met betrekking tot de informatievoorziening en
verantwoording. Zo wordt met ingang van 2012 een treasuryjaarplan opgesteld, waarover
periodiek verantwoording wordt afgelegd. Dit hoofdstuk geeft de hoofdpunten voor 2012 op
treasurygebied weer.
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
40
Voor 2012 heeft GGZ Oost Brabant de volgende ambities binnen de treasuryfunctie:
1. Aansluiting vinden bij het WfZ om makkelijker toegang te hebben tot de
kapitaalmarkt en goedkopere financiering aan te kunnen trekken zowel ten behoeve
van nieuwe financiering als bij het oversluiten van aflopende rentevaste periodes.
2. Voldoen aan solvabiliteitsratio/weerstandsvermogen. De norm van het Waarborgfonds
Zorg (WfZ) is een weerstandsniveau (som van eigen vermogen plus voorzieningen,
gedeeld door de totale bedrijfsopbrengsten) van minimaal 15%. In de jaarrekening
2010 bedroeg de ratio 12,3% (na consolidatie met Stichting Olim). Wanneer het
begrote resultaat 2011 van €1,98 miljoen positief wordt gerealiseerd is het niveau
ultimo 2011 13,8 %. In 2012 streven wij naar een verdere groei richting 15%, waarbij
dit geen dogma is. Wanneer de bedrijfsvoering daartoe dwingt, kan een lager
rendement in 2012 aanvaardbaar zijn.
3. De treasuryfunctie borgen en integreren in de planning- en controlcyclus.
4. Komen tot een meerjarenliquiditeits-/solvabiliteitsbegroting.
5. De treasuryfunctie zodanig inrichting dat deze bijdraagt aan risicobeheersing voor de
organisatie en dat treasury niet als belemmering fungeert in het handelen van de
organisatie.
3.5 Cliëntenraad
3.5.1 Taken en werkwijze cliëntenraad
Binnen GGZ Oost Brabant opereert de Cliëntenraad (CR) als formeel adviesorgaan van de
Raad van Bestuur. De CR behartigt de gemeenschappelijke belangen van de cliënten binnen
GGZ Oost Brabant. Naast de CR functioneren er zes cliëntencommissies, één per zorggroep.
De CR en zijn commissies maken, ieder op hun eigen terrein en in goed overleg, gebruik van
de adviesbevoegdheden van de WMCZ en andere wettelijke regelingen. De verschillende
taken en bevoegdheden van de CR zijn vastgelegd in een huishoudelijk reglement. De CR
vergadert in principe eens per twee weken. Hiervoor wordt per kalenderjaar een
vergaderschema vastgesteld.
Van de leden van de CR en cliëntencommissies wordt verwacht dat zij:
- gezamenlijk het algemene belang van cliënten van GGZ Oost Brabant behartigen;
- de centrale cliëntenraadsvergaderingen bijwonen;
- de belangen van de cliënten uit de eigen achterban (zorggroepen)
vertegenwoordigen;
- zorgvuldig omgaan met de privacy van cliënten en medewerkers van de instelling;
- klachten, vragen of suggesties van (meerdere) cliënten uit de eigen achterban, die
niet kunnen worden opgelost binnen de eigen zorggroep, in de vergadering van de
centrale cliëntenraad (CCR) aan de orde stellen;
- cliënten van de eigen zorggroep informeren over zaken die in de CCR spelen;
- binnen de CCR meedenken en meepraten over algemene zaken waar de CCR zich mee
bezighoudt.
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
41
3.5.2 Samenstelling cliëntenraad
De CR bestaat uit negen leden. Het dagelijks bestuur van de CR bestaat uit de voorzitter, de
vicevoorzitter en de penningmeester. Zij doen veel voorbereidend werk, waaronder ook het
voorbereiden van adviezen.
Verschillende leden zijn daarnaast betrokken geweest bij regiegroepen, klankbordgroepen,
vaste en ad-hoccommissies.
Verder was een aantal leden betrokken bij extern overleg met:
- koepelorganisaties als LOC en LPGGZ;
- regio-overleg;
- WMO-platforms;
- collega-cliëntenraden in regionaal verband.
Daarnaast is de CR ook gesprekspartner in de zorginkooptrajecten met de zorgverzekeraars
en zorgkantoor en het jaarlijks gesprek van de Raad van Bestuur met de Inspectie voor de
Gezondheidszorg.
3.5.3 Adviezen cliëntenraad
De CR is door de Raad van Bestuur in 2011 ruim twintig maal om advies gevraagd.
Aanvragen betroffen cliëntenzaken/belangen als ook organisatorische zaken. De CR heeft in
hoofdlijn positief kunnen reageren op de voorstellen en heeft aanbevelingen gedaan voor
verdere invulling en implementatie.
Speerpunten cliëntenraad in 2011
In 2011 heeft de CR enkele speerpunten gekozen om de nadruk op te leggen.
Allereerst het thema kwaliteit van zorg en cliënttevredenheid.
Er is een verschil te noemen tussen technische kwaliteit en ervaren kwaliteit van zorg door
cliënten. Uit de metingen van cliënttevredenheid komt naar voren dat de door cliënten
ervaren kwaliteit niet altijd even hoog scoorden. Vaak kwam dit door onduidelijkheid over
het behandelplan en wat de cliënt van GGZ Oost Brabant kon verwachten. In samenspraak
met de Raad van Bestuur en directie zijn verbetertrajecten gestart om te komen tot een
goede afstemming van de cliëntvraag en het zorgaanbod van GGZ Oost Brabant. Hoewel er
nog vele stappen te nemen zijn ziet de CR verbetering optreden.
Het onderwerp is ook nadrukkelijk besproken met de Raad van Toezicht.
Het thema Meten is Weten. Om goed te kunnen participeren is het belangrijk om zicht te
hebben in wat in de organisatie speelt en welke resultaten er behaald worden. Met de Raad
van Bestuur is gesproken over welke informatie belangrijk is voor het werk van de CR en hoe
hij die ter beschikking kunnen krijgen. De CR is zeer tevreden over de metingen van dit
moment. Deze geven inzicht in de bedrijfsprocessen en bedrijfsresultaten. De volgende stap
zal zijn het meten van de uitkomsten van de behandeling (ROM). Ook bij dit onderwerp is de
CR nauw betrokken.
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
42
Ervaringsdeskundigheid. Als nieuwe discipline is de inzet van ervaringsdeskundigen een
belangrijke stap om de zorg nog beter af te kunnen stemmen op de cliëntvraag. De CR heeft
positief geadviseerd over de inzet van ervaringsdeskundigen. De ambitie van GGZ Oost
Brabant is dat in vijf jaar 5% van de medewerkers ervaringsdeskundige zal zijn. Als CR is
nadrukkelijk geadviseerd om ervaringsdeskundigen aan te nemen in alle functies van de
organisatie. In het eerste jaar is 1% gerealiseerd. De Cliëntenraad is hier heel tevreden
over.
Bezuinigingen en eigen bijdrage: De Cliëntenraad is nauw betrokken bij de bezuinigingen
zoals deze door de minister zijn aangekondigd. Hij maakt zich nog steeds grote zorgen over
de impact die deze op de cliënten zal hebben. De drempel die door deze bezuinigingen en
door de eigen bijdrage die mensen zullen moeten gaan betalen opgeworpen wordt, is heel
hoog. Zo hoog dat de CR verwacht dat zorg voor sommigen niet langer bereikbaar zal zijn.
De CR is van mening dat mensen hierdoor uitgesloten zullen worden van zorg omdat de
financiële drempel te hoog zal worden. Om hierover naar het kabinet zijn stem te laten
horen heeft de CR het initiatief genomen tot een landelijke actie op het Malieveld in juni
2011. Ondanks de grote opkomst heeft dit helaas nog niet geleid tot aanpassingen van het
kabinetsbeleid. Het gevolg hiervan is dat er intensief overleg is met de Raad van Bestuur
over hoe de bezuinigingen ingevuld moeten worden binnen de organisatie en welke keuzes
er gemaakt moeten worden. De CR is niet gelukkig met deze situatie die impopulaire
besluiten met zich meebrengt. Dit zet spanning op de mogelijkheden die de CR heeft om de
belangen van cliënten zo te kunnen behartigen zoals hij dat graag zou willen zien. Wel is de
CR tevreden over de wijze waarop deze kwestie opgepakt wordt binnen GGZ Oost Brabant,
waar het belang van de cliënt voorop gesteld wordt en waar nu in overleg met de CR
gezocht wordt naar innoverende zorg van hoge kwaliteit.
Vastgoed: De CR heeft zijn speerpunt gericht op de verblijfsvoorzieningen voor de cliënten.
Voor een grote groep cliënten zijn de verblijfsvoorzieningen de plek waar zij wonen. De CR
heeft hierin met name gekeken naar de huiselijkheid, maar daarnaast ook naar de hygiëne
en de omgeving van de woonvoorzieningen.
Zoals ieder mens behoefte heeft aan huiselijkheid en geborgenheid in een prettige
omgeving, zo gaat dat ook op voor mensen die niet zelfstandig hierin kunnen voorzien. Met
de bestuurder is intensief overleg geweest over de kwaliteit van de voorzieningen en wat er
voor nodig was om tot verbeteringen te komen. De CR is zeer tevreden dat hier inmiddels
veel aandacht voor is.
Sluiting voorzieningen: Onder de verblijfsvoorzieningen waren er enkele dusdanig slecht dat
zij niet langer geschikt bevonden konden worden voor het wonen en verblijven van cliënten.
Dit is ook zo met de bestuurder besproken en daarom is het besluit genomen om de
voorzieningen te sluiten. De CR is tevreden over de voortvarendheid waarmee deze
trajecten in gang zijn gezet en afgerond. Het zijn niet de gemakkelijkste besluiten, omdat
de cliënten die daar woonden wel elders een woonplek moesten vinden/krijgen.
Vanzelfsprekend roept dat veel emoties op. De CR neemt hierin zijn verantwoordelijkheid
om in het voorbereidingstraject intensief, samen met de medewerkers en directie, in
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
43
gesprek te gaan met de bewoners over hun toekomst en hun wensen hierin. Terugkijkend
spreekt de CR van goede trajecten, waarbij cliënten aangeven tevreden te zijn over de
eindresultaten.
Personele en financiële ondersteuning
De Cliëntenraad GGZ Oost Brabant wordt bijgestaan door 1,66 fte ondersteuners en 0,66 fte
secretariële ondersteuning, en had in 2011 de beschikking over een eigen budget. Dat is
toegekend op basis van de begroting die de CR heeft opgesteld.
3.5.4 Commissie van vertrouwenslieden
De cliëntenraad en GGZ Oost Brabant zijn aangesloten bij de landelijke commissie van
vertrouwenslieden. In 2011 zijn er geen geschillen voorgelegd aan deze commissie.
3.6 Ondernemingsraad
3.6.1 Taken en werkwijze ondernemingsraad
De ondernemingsraad (OR) bestaat uit een aantal gekozen werknemers, dat namens het
personeeloverleg voert met de werkgever over het bedrijfsbeleid in het algemeen en de
personeelsbelangen in het bijzonder. De spelregels hiervoor zijn vastgelegd in de Wet op de
Ondernemingsraden (WOR).
De OR is een orgaan van overleg, advies, informatie, communicatie en vertegenwoordiging
van werknemers binnen de organisatie, en heeft een aantal rechten vanuit de WOR
waarmee invloed uitgeoefend kan worden op het beleid van de organisatie. Daarnaast
probeert de OR door een goede samenwerking met de Raad van Bestuur de organisatie zo
optimaal mogelijk te laten functioneren. Het welzijn van de medewerkers staat daarin
voorop.
De belangrijkste taken van de OR
- Behartigen van de belangen van alle medewerkers.
- Het belang van het goed functioneren van de onderneming in al haar doelstellingen.
- Adviseren van de werkgever op sociaal, organisatorisch en financieel-economisch
gebied.
- Instemming verlenen op personeelsbeleid en sociaal beleid.
- Voorstellen indienen bij de werkgever.
- Toezien dat cao-afspraken worden nagekomen.
- Toezien dat alle bepalingen en regels van de Arbo-wet worden nageleefd en de
wetten die daarmee verband houden, zoals de Arbeidstijdenwet.
- Werkoverleg bevorderen.
- Luisteren naar en informeren van de achterban.
- Verzamelen van informatie over toekomstige en lopende beleidszaken.
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
44
Verkiezingen ondernemingsraad en onderdeelcommissies
Op 13 december 2011 hebben er verkiezingen plaatsgevonden voor zowel OR als
onderdeelcommissies (OC's) voor de zittingsperiode van 1 januari 2012 tot 1 januari 2015.
Voor de OR hebben zich 22 medewerkers kandidaat gesteld voor 15 zetels. Dit is voor het
eerst in 18 jaar. Op 13 december 2011 heeft de telling plaatsgevonden en op 14 december is
over de samenstelling van de nieuwe OR binnen de organisatie gecommuniceerd. In totaal
heeft ongeveer 40% van alle medewerkers hun stem uitgebracht.
Voor de OC's hebben zich zoveel kandidaten verkiesbaar gesteld als dat er zetels zijn,
waardoor deze kandidaten volgens reglement automatisch zijn benoemd en er geen
verkiezingen voor de OC's hebben plaatsgevonden.
De structuur van de medezeggenschap
Binnen de GGZ Oost Brabant is er een overkoepelende OR met een aantal vaste commissies
(VC) en daarnaast voor elke zorggroep een onderdeelcommissie.
Ondernemingsraad
De OR bestaat uit 15 leden (dit is gerelateerd aan de grootte van de organisatie). Het
dagelijks bestuur van de OR bestaat uit de voorzitter, de vicevoorzitter en de secretaris.
Het dagelijks bestuur doet veel voorbereidend werk, waaronder het bestuderen van
adviezen. De OR wordt ondersteund door een ambtelijk secretaris.
Omdat er veel onderwerpen zijn waarover de OR meepraat, heeft hij een zestal commissies
ingesteld die specifieke taakgebieden behartigen. Dit zijn de OR-commissies.
OR-commissies
Commissie ondersteunende diensten
De commissie behandelt voor de ondernemingsraad alle zaken van de ondersteunende
diensten. Zij fungeert als vraagbaak voor de medezeggenschapsorganen op haar
werkgebied.
Commissie zorgcircuits
De commissie behandelt voor de OR alle zaken van de zorgcircuits, onder andere:
- Autismespectrum stoornissen.
- Eetstoornissen.
- Forensische zorg.
- Matigbegaafde psychiatrische patiënten.
- Niet-aangeboren hersenletsel.
De commissie behandelt voor de OR de relevante vraagstukken van de hierboven benoemde
circuits. De commissie fungeert als vraagbaak voor de medezeggenschapsorganen op haar
werkgebied.
Commissie Sociaal Beleid
Deze commissie richt zich op alle onderwerpen die te maken hebben met het
personeelsbeleid, reorganisaties waarbij personeelsbelangen in het gedrang kunnen komen,
salarissen en dergelijke.
PR- en verkiezingscommissie
Deze commissie richt zich op het contact tussen de OR en de medewerkers,
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
45
informatieverstrekking naar de achterban en het organiseren van de verkiezingen van de
OR-/OC-leden.
Commissie Arbeidsvoorwaarden
Deze commissie richt zich op onderwerpen die te maken hebben met de veiligheid van
werken, de gezondheid en het welzijn van de medewerker en het milieu waarin de
medewerker zijn werk doet.
Financiële commissie
Deze commissie richt zich op het financiële reilen en zeilen van de organisatie.
Onderdeelcommissies
De OR heeft binnen elke zorggroep een OC ingesteld. Een OC behandelt onderwerpen die
betrekking hebben op de eigen zorggroep. Enerzijds verlicht dit de taak van de OR en
anderzijds is een OC meer direct verbonden met de medewerkers uit de teams.
De OC's worden ondersteund door een ambtelijk secretaris.
3.6.2 Advies- en instemmingaanvragen, en initiatiefvoorstellen OR en OC's
Adviesaanvragen
- Samenwerkingsovereenkomst Forensische Psychiatrie.
- Vormgeving en implementatie FACT in GGZ Oost Brabant.
- Kandidaat directeur F&C.
- Kandidaat transitiedirecteur ICT.
- Project 'Rebalance' (tevens OC CPH).
- Reorganisatie organisatie Specialistische GGZ deel 1.
- Inzet bureau Danthe voor ondersteuning bij ontwikkelen visie over meerjarenbeleid.
- Besluit investering project Athena (ICT).
- Beëindiging werkzaamheden beheer ICT.
- Personeelsreductie Kinder en Jeugd 2011 (OC K&J).
- Scholingsplan CPH (OC CPH).
- Online hulpverlening CPH (OC CPH).
- Samenvoeging crisisdienst Oss-Veghel (OC KGGZ).
- Sluiting Carillon (OC LGGZ).
- Arbojaarplan LGGZ (OC LGGZ).
Instemmingaanvragen
- Notitie klokkenluidersregeling GGZ Oost Brabant.
- Gedragscode gebruik informatie en communicatiemiddelen.
- Voorstel overgang Arbodienstverlening naar 'Immediator'.
Initiatiefvoorstellen
- Standpunt initiatiefvoorstel intranet.
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
46
Verdere onderwerpen die door de OR zijn besproken
- Medezeggenschap structuur Staf en Steun.
- Evaluatie sluiting jeugdkliniek Boekel (tevens OC K&J).
- Rookbeleid.
- Financiële maandrapportages.
- Beleid 'No show cliënten' .
- WOR-status adviesaanvragen.
- Evaluatie forensische polikliniek.
- Uitstel verkiezingen OR en OC's.
- Evaluatie herpositionering afdeling Kwaliteit.
- Kaderbrief 2012 GGZ Oost Brabant.
- Voorbereidingscommissie Staf en Steun.
- Probleemanalyse Eikenheuvel 5 en Loef 3.
- Voorbereidingcommissies zorgcircuits.
- Reglement OR en OC's GGZ Oost Brabant.
- Verkiezingen OR en OC's GGZ Oost Brabant.
- Zorgen om 'Zoemen'.
- Afronding project Business Process Redesign (BPR).
- Uitkomst evaluatie FPP's.
Onderwerpen die door de OC's zijn besproken, zijn onder andere:
- Jaarplannen en kwartaalrapportages van de diverse zorggroepen.
- Kaderbrief 2012 Raad van Bestuur.
- Communicatie achterban.
- Bezuinigingen en verbeterplannen.
- Veiligheid.
- Ziekteverzuim.
- Herhuisvesting Parkzicht (OC K&J).
- Integratie Oss, Uden, Veghel (OC K&J).
- Zorgpaden in de zorggroep (OC K&J).
- Toekomstproof behandelaanbod CPH (OC CPH).
- Planetree (OC CPH).
- Rebalance, artikel 15-commissie (OC CPH).
- Reorganisatie nachtdienst Oss (OC KGGZ).
- Pilot leerafdeling Oss (OC KGGZ).
- Notitie arbeid en dagbesteding LGGZ (OC LGGZ).
- Evaluatie Baroniehof (OC LGGZ).
- Verbeterproject De Vonder (OC LGGZ).
- Verhuizing Inloop Cuijk (OC LGGZ).
- Bezoeken werkoverleg afdelingen zorggroep (OC LGGZ).
- Evaluatie herinrichting receptie en secretariaat (OC LvC/NLi).
- Aanpassing organisatie en werkwijze crisisdienst (OC LvC/NLi).
- Businesscase Het nieuwe werken (OC LvC/NLi).
- Evaluatie LOK-poli (OC LvC/NLi).
- Evaluatie ontwikkeling Gennep (OC LvC/NLi).
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
47
3.6.3 OR en communicatie De OR legt in een eigen jaarverslag verantwoording af over het afgelopen jaar. In de
afgelopen jaren gebeurde dat op een originele, pakkende en heldere wijze.
In reacties van in- en externen over het jaarverslag 2010 wordt onder meer gesproken over
‘een pakkend geschreven jaarverslag, mooi vormgegeven met als thema verandering als
rode draad’. Ook dit jaar slaagt de OR er in om op een luchtige manier zware onderwerpen
te presenteren en wordt er een inkijkje gegeven in het dagelijks bestuur van de OR. De
leden van het dagelijks bestuur geven hun visie op de meningen van medewerkers over
belangrijke thema's die in de organisatie actueel zijn. Op die manier laat de OR de dialoog
zien die hij wil met de achterban. Daarnaast wordt er ruimte geboden voor feedback en
verbeteringen. De voorzitter citeert 'de dialoog met de medewerkers vormt de input voor
ons handelen'.
Communicatie OR en OC's
De OR en OC's besteden veel aandacht aan de communicatie naar alle medewerkers van
GGZ Oost Brabant. Zo communiceert de OR na iedere OR- of overlegvergadering met de
Raad van Bestuur over de belangrijkste items die zijn besproken door middel vaneen kORt
nieuws (nieuwsbrief OR). Op intranet zijn verder alle activiteiten van de OR en OC’s te
volgen.
3.7 Familieraad
De Familieraad (FR) heeft een adviserende rol met betrekking tot het familiebeleid van
GGZ Oost Brabant. De FR is een kleine overleggroep en bestaat uit familie en
naastbetrokkenen van cliënten. De leden hebben een directe persoonlijke betrokkenheid bij
de zorg van hun naasten en zijn actief bij de ontwikkeling en het bevorderen van het
familiebeleid van de instelling. De raad adviseert over allerlei zaken die direct of indirect te
maken hebben met de zorg.
Vanwege de grote omvang van het werkgebied is gekozen om de aandacht te verdelen over
de verschillende zorggroepen en/of locaties en daarbij wordt gewerkt met duo’s van de FR,
die voor de medewerkers en naastbetrokkenen van de betreffende zorggroep/locatie het
gezicht c.q. aanspreekpunt zijn van de FR. De duo’s volgen in het bijzonder de
ontwikkelingen van het onderdeel waaraan zij verbonden zijn en nemen actief deel aan
diverse interne overleggen en familiebijeenkomsten.
Deze werkwijze heeft geleid tot een redelijke draagkracht-/draaglastverhouding voor de
leden van de FR en wordt positief geëvalueerd.
Inmiddels is de FR goed bekend binnen de zorggroepen en zijn er al de nodige inhoudelijke
vorderingen te melden.
Er is bijvoorbeeld een helder familiebeleid binnen de totale instelling, dat breed wordt
onderschreven op bestuurlijk en managementniveau. Het concrete vorm geven aan
familiebeleid in de zorg verdient nog extra aandacht. Voor een aantal locaties is het
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
48
betrekken van familie en naastbetrokkenen bij de behandeling van cliënten al
vanzelfsprekend. Voor andere locaties is dat nog niet het geval. Daaraan wordt gewerkt.
In 2011 is de Familieraad de aandacht gaan verleggen van beleid naar uitvoering, hetgeen
ook in de overlegsituaties aan de orde komt. De boodschap van de Familieraad is:
informeer, betrek en stem af met familie en naastbetrokkenen en bied waar nodig
ondersteuning aan.
Familiebetrokkenheid ligt voor de hand bij nieuwe ontwikkelingen als FACT, de
Herstelbenadering en het Herstel Ondersteuningsplan.
De GGZ Oost Brabant neemt vanaf 2011 deel aan het landelijke FITproject (=Familie In
Triade) samen met ggz-instellingen Altrecht, Arkin, GGNet en De Gelderse Roos, met het
doel de positie van familieraden te versterken en familieraden te ondersteunen bij het
bevorderen van de ontwikkeling, implementatie en borging van familiebeleid in ggz-
instellingen.
Op 5 april is de speciale startconferentie van het FIT-project gehouden, in samenwerking
met de landelijke koepel van familieraden (SLKF). Daaraan heeft een representatieve groep
van 30 medewerkers van GGZ Oost Brabant deelgenomen. Daar zijn voor de periode van een
jaar afspraken gemaakt over de verdere invoering van het familiebeleid, er is een start
gemaakt met het in beeld brengen van de belemmerende en de bevorderende factoren van
het familiebeleid en er zijn door medewerkers en leidinggevenden concrete toezeggingen
gedaan om het familiebeleid te implementeren en te borgen.
De resultaten van de afspraken worden in het voorjaar van 2012 op een slotconferentie
gepresenteerd.
Een tweede mijlpaal was de presentatie door het Landelijk Platform GGZ van de nieuwe
Criteria Familiebeleid vanuit cliënten- en familieperspectief. Twee belangrijke pijlers
hierbij zijn: Informeren van en omgaan met familie en familiebeleid in de structuur van de
ggz-organisatie. Voor de komende jaren zullen deze nieuwe beleidscriteria leidend zijn.
Enerzijds betreft dit informatieverstrekking over de algemene gang van zaken over de
organisatie, het ziektebeeld en de behandeling. Anderzijds betreft dit bejegening en
betrokkenheid, waaronder wordt verstaan hoe hulpverlener, cliënt en naastbetrokkenen
met elkaar omgaan en hoe wederzijdse verwachtingen en mogelijkheden kunnen worden
ingevuld.
In samenwerking met afdeling Kwaliteitszorg is een aan de hand van de criteria een
checklist samengesteld waarmee sinds het najaar wordt geëxperimenteerd in de praktijk.
Men krijgt daarmee op een eenvoudige en snelle wijze zicht op de actuele situatie met
betrekking tot de familiebetrokkenheid.
De balans opmakend over 2011 kan worden gesteld dat er duidelijk vooruitgang is geboekt,
maar dat er nog volop wensen zijn.
Belangrijke peildatum wordt 12 april 2012, wanneer de slotconferentie FIT gaat
plaatsvinden.
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
49
3.8 Medische Staf
De Medische Staf (MS) wil op strategisch niveau de kwaliteit van de medisch-specialistische
zorg van GGZ Oost Brabant bevorderen en belangen van medisch specialisten behartigen. In
2011 is deze doelstelling nader geconcretiseerd. Voor het eerst is een helder jaarplan
opgesteld, met als speerpunten: betere somatische zorg voor patiënten, betere
samenwerking met de ziekenhuizen, duidelijker visie op ouderenzorg, doorzetten
verbetering k&j-zorg en een aantrekkelijk takenpakket voor medisch specialisten in de
toekomstige ggz. De inbreng van leden is verstevigd door een netwerkstructuur met
taakgroepen die ieder rond een speerpunt ontwikkelingen signaleren en voorstellen
formuleren waarop adviezen gebaseerd kunnen worden aan de Raad van Bestuur. Maar die
tegelijk ook het eigen functioneren van de medici kritisch beschouwen en verbeteren.
In drie algemene ledenvergaderingen voerden de leden pittige discussies over hoe volgens
hen als medisch specialisten, ook in tijden van bezuinigen, aan de vaak kwetsbare
patiëntengroepen verantwoord zorg geboden kan worden en op welke doelgroepen
GGZ Oost Brabant zich zou moeten (gaan) richten. In 2012 zullen deze discussies worden
voortgezet.
In 2011 nam de MS deel aan strategiebijeenkomsten over het meerjarenbeleid en keuzes die
gemaakt moeten worden. Ook was hij betrokken bij de strategiebespreking van de
zorggroep K&J en bij voorbereidende gesprekken over strategische personeelsplanning. Het
stafbestuur heeft deelgenomen aan het overleg met de zorgverzekeraars.
Begin 2011 overlegde het stafbestuur met de Raad van Toezicht over de doelstelling en
voornemens van de MS als actieve bijdragen van de medici aan de kwaliteit van GGZ Oost
Brabant.
In het maandelijks overleg met de Raad van Bestuur waren aandachtspunten onder meer de
samenwerking met de ziekenhuizen in de regio, het annuleren van de voorgenomen fusie
met de Reinier van Arkel Groep, visieontwikkeling in de ouderenzorg, de noodzakelijke
extra acties om nieuwe psychiaters te werven en de onverwachte ontwikkelingen rond de
kliniek in Boxmeer. Kritisch is ook gereflecteerd op haperende communicatie rond
ingrijpende beleidsbeslissingen.
De MS heeft formeel advies uitgebracht aan de Raad van Bestuur over de reorganisatie van
de Specialistische GGZ (SGGZ).
De MS hecht aan onafhankelijkheid om de medisch-specialistische belangen zo goed
mogelijk te kunnen behartigen. Daarom is de voorzitter in 2011 teruggetreden uit het
managementteam. De medisch-specialistische invalshoek op managementniveau zal
voortaan ingevuld worden door de eerstegeneeskundigen in de zorggroepen. De MS zal zich
primair richten op zijn rol als strategisch adviesorgaan, behartiger van de medisch-
specialistische belangen en aanjager van innovatie. Niettemin schuwt hij soms ook de actie
niet: een flink aantal leden gaf gehoor aan de oproep om te protesteren tegen overheid-
bezuinigingen die juist de meest kwetsbare patiënten treffen.
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
50
Met de eerstegeneeskundigen is een verhelderend afstemmingsoverleg gevoerd. Met
verpleegkundig specialisten is gesproken over hun beroepsontwikkelingen en gewenste
aantallen in deze beroepsgroep. Het stafbestuur heeft deelgenomen aan een bijeenkomst
van de Familieraad en heeft op informele wijze contacten onderhouden met de andere
adviesorganen.
De MS telde in 2011 ongeveer 45 leden. Het bestuur bestond per 31 december 2011 uit drie
personen en werd ondersteund door een ambtelijk secretaris en een secretaresse.
Tweemaal is een nieuwsbrief voor leden uitgebracht.
3.9 Verpleegkundige adviesraad
3.9.1 Taken en werkwijze Verpleegkundige Adviesraad
Taken
- De VAR adviseert, volgens een vastgestelde methodiek, aan de Raad van Bestuur over
het zorgbeleid in de organisatie vanuit de beroepsinhoudelijke expertise.
- De VAR houdt zich op de hoogte en signaleert (nieuwe/landelijke) ontwikkelingen met
betrekking tot het verpleegkundig en/of verzorgend beroep en verpleegkundige en/of
verzorgende opleidingen.
Werkwijze
- De VAR stelt jaarlijks een jaarplan vast met de voorgenomen activiteiten en
adviesonderwerpen en begroting voor het komende jaar.
- De VAR doet jaarlijks verslag van de werkzaamheden en resultaten in het
voorafgaande jaar. Dit jaarverslag wordt verspreid in de zorginstelling en opgenomen
in het jaardocument maatschappelijke verantwoording van de GGZ Oost Brabant.
3.9.2 Samenstelling Verpleegkundige Adviesraad
De VAR bestaat uit tien leden. De leden zijn als verpleegkundige, verzorgende, sociaal
pedagogisch hulpverlener, sociaal pedagogisch werkende of verpleegkundig specialist,
werkzaam binnen de GGZ Oost Brabant. De VAR heeft uit zijn leden een voorzitter en
secretaris benoemd.
In de VAR worden commissies gevormd, bestaande uit tenminste twee leden van de VAR.
Deze commissies kunnen worden aangevuld met personen die geen VAR- lid zijn, maar wel
affiniteit hebben met te behandelen onderwerpen.
Elke commissie heeft een ander aandachtspunt waar zij zich mee bezighoudt.
De aandachtspunten zijn:
- Public Relations.
- Organiseren van themabijeenkomsten (wisselend van samenstelling).
- Schrijven van adviezen (wisselend van samenstelling).
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
51
Het is voor de commissies mogelijk om mensen buiten de VAR (binnen de organisatie of
daarbuiten) te consulteren als specifieke kennis/ervaring nodig is om tot een gedegen
advies richting Raad van Bestuur/management te komen.
3.9.3 Adviezen Verpleegkundige Adviesraad
De VAR heeft de Raad van Bestuur afgelopen jaar gevraagd geadviseerd over de volgende
onderwerpen:
- Advies VAR aan de Raad van Bestuur over bij- en nascholing voorbehouden
handelingen. De VAR adviseert bij- en nascholing centraal aan te sturen vanuit O&O
en hierbij ook protocollen en besluiten centraal vast te stellen en te communiceren
met medewerkers.
- Standpunt VAR aan de Raad van Bestuur over Voorbehouden Handelingen door anders
opgeleiden. De VAR stelt zich op het standpunt dat vanuit het oogpunt van kwaliteit
het wenselijk zou zijn voorbehouden handelingen alleen uit te laten voeren door
zelfstandig of functioneel bevoegde medewerkers.
- Advies VAR inzake BIG-herregistratie verpleegkundigen. De VAR adviseert te komen
tot ontwikkeling van centraal beleid omtrent herregistratie. De VAR adviseert in deze
een projectmatige aanpak waarin BIG-herregistratie van alle BIG-beroepsgroepen een
plek krijgt. Centraal beleid vorm laten geven vanuit HR, in nauwe samenwerking met
O&O.
- Advies VAR over functiedifferentiatie. Functiedifferentiatie kan een positief effect
hebben op de verbetering van de kwaliteit van de verpleegkundige zorg binnen de
GGZ Oost Brabant. De VAR staat dan ook positief tegenover de invoering van
functiedifferentiatie mits voldaan is aan de in het advies beschreven redenen en
voorwaarden.
- Advies VAR inzake excellente zorg. De VAR adviseert tot Implementatie van het
programma Excellente Zorg door middel van projectstructuur vanuit HR in
samenwerking met O&O.
- Standpunt VAR inzake convenant Investeringen Langdurige Zorg 2011-2015. De VAR is
van mening dat de uitgangspunten van het convenant uitstekend passen binnen de
ambities van GGZ Oost Brabant. Hierbij valt te denken aan al lopende trajecten
binnen GGZ Oost Brabant. Ook adviseert de VAR de middelen alleen aan te wenden
voor de doelen die aangereikt worden in het convenant.
Daarnaast heeft de VAR ongevraagd een reactie neergelegd bij de Raad van Bestuur over
onderzoekslijnen, naar aanleiding van het besluit van de Raad van Bestuur.
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
52
Hoofdstuk 4 Beleid, inspanningen en prestaties
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
53
4. Beleid, inspanningen en prestaties
4.1 Meerjarenbeleid Het meerjarenbeleid van de GGZ Oost Brabant is in 2009 geactualiseerd en vastgelegd in het
beleidsplan 2010-2011, Samen werken aan een nieuw evenwicht tussen ziel en zakelijkheid.
Op basis hiervan formuleren we elk jaar de hoofdpunten van beleid in een kaderbrief. Deze
vormt vervolgens weer de basis voor de jaarplannen per zorggroep. In 2011 is een begin
gemaakt met het formuleren van een nieuw meerjarenbeleid. Dit meerjarenbeleidplan zal
in het tweede kwartaal van 2012 afgerond zijn. In de kaderbrief 2011 zijn de ontwikkelingen
in- en extern voor zover bekend, meegenomen en er is daarmee zoveel mogelijk
voorgesorteerd op het meerjarenbeleid.
Missie
De GGZ Oost Brabant biedt als tweede- en derdelijns organisatie geestelijke
gezondheidszorg aan alle inwoners van oostelijk Noord-Brabant en de kop van Noord-
Limburg. Een integraal zorgaanbod, professionaliteit en afstemming op de behoeften van
patiënten/cliënten en andere belanghebbenden zijn belangrijk in de uitvoering. De
kernfuncties van onze organisatie zijn:
- Preventie
- Onderzoek en diagnostiek
- Behandeling en begeleiding
- Verpleging en verzorging
- Rehabilitatie
- Dienstverlening en consultatie.
Visie en uitgangspunten
Zorgvraag patiënt is
leidend
Het herstel en/of de kwaliteit van leven van de cliënt wordt
bevorderd door zijn autonomie (en keuzevrijheid) centraal te
stellen.
Vermaatschappe-
lijking van zorg
Het herstel en/of de kwaliteit van leven van de cliënt wordt
bevorderd door zorg te leveren in een zo normaal mogelijke
omgeving. Een scheiding met het thuismilieu voorkomen we zoveel
mogelijk.
Integrale zorg Het herstel en/of de kwaliteit van leven wordt bevorderd door
problemen te bezien vanuit een integraal model.
Betrouwbaar,
betrokken, ambitieus
Een goede relatie tussen hulpverlener en de cliënt bevordert het
herstel en/of de kwaliteit van leven.
Decentralisatie en
transparantie
Voorspelbaarheid, duidelijkheid en veiligheid bevorderen het
herstelproces en/of de kwaliteit van leven van de cliënt.
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
54
4.2 Algemeen beleid verslagjaar
4.2.1 Primair proces (verantwoording Raad van Bestuur)
Het algemene beleid van GGZ Oost Brabant in 2011 is weergegeven in de Kaderbrief 2011
met de titel Veilige menslievende zorg voorop, evenwicht behouden in een dynamisch
krachtenveld. De in de Kaderbrief 2011 genoemde voornemens en speerpunten zijn in het
jaarplan van de Raad van Bestuur vertaald naar concrete activiteiten.
De tekst van de Kaderbrief wordt hieronder verkort weergegeven. Vervolgens zal
verantwoording worden afgelegd over het gevoerde beleid en de behaalde resultaten.
Verkorte tekst Kaderbrief:
1. Inleiding
De kaderbrief is gebaseerd op het meerjaren beleidsplan 2009-2011 en bouwt voort op de
Kaderbrief 2010 Naar een nieuw evenwicht. 2.400 medewerkers hebben in samenspraak met
cliënten en familie in 2009 en het voorjaar van 2010 samengewerkt aan het hervinden van
de balans tussen ziel en zakelijkheid. We hebben met het inslaan van een pittige route laten
zien, dat we in staat zijn om met lef en betrokkenheid anders naar onze zorg te kijken en
daar ook consequenties aan te verbinden. We kunnen trots zijn op de stappen die we gezet
hebben en de resultaten die we bereikt hebben. In deze kaderbrief zijn onze uitgangspunten
voor de vervolgstappen voor 2011 geformuleerd.
Bij het opstellen van de Kaderbrief is gekeken naar de externe ontwikkelingen die van
belang zijn voor het jaar 2011 en hoe deze ontwikkelingen zijn vertaald in het inkoopbeleid
van onze financiers. Het inkoopbeleid van onder meer zorgverzekeraars en zorgkantoor
bepalen het financiële kader waarbinnen wij in 2011 moeten opereren. Binnen dit kader
worden zorggroepen en ondersteunende diensten gevraagd welke herijking noodzakelijk is
op basis van de speerpunten voor 2011. Hierbij zal rekening gehouden en zo nodig
geanticipeerd moeten worden, met de verwachting dat verdere bezuinigingsmaatregelen op
de ggz af komen.
Inherent aan de continue ontwikkeling van onze maatschappij, veranderen de kaders om
zorg voor onze cliënten en patiënten daarin mee. Dit vraagt van ons allen om daar creatief
en ondernemend op in te spelen om in GGZ Oost Brabant onderscheidende zorg te bieden.
Een werkomgeving waarin we leren om initiatieven positief op te pakken, waarin we ons vrij
bewegen, oplossingsgericht werken, “ja maar”-discussies omzetten in “ja en….”. Leren om
deels de regeldruk die wij ons intern hebben opgelegd te verminderen en ons tegelijkertijd
te houden aan de afspraken die we met elkaar maken. Om onze doelstelling echt in de
praktijk waar te maken, is het een voorwaarde dat de hulpverlener vanuit een regierol de
verantwoordelijkheid op zich neemt voor inhoud en kwaliteit van zorg, binnen de financiële
mogelijkheden.
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
55
2. Externe oriëntatie
Er zijn vier belangrijke ontwikkelingen te onderscheiden:
1. Betere kwaliteit leveren met minder mensen en middelen.
2. Extramuralisering en reductie van bedden.
3. Verdere doorvoer van wijzigingen in de financiering van de zorg (onder andere
diagnose behandelcombinatie en zorgzwaartepakketten.
4. De steeds prominentere positie van de cliënt en familie in het zorginkoopproces..
De hierboven geschetste ontwikkelingen vertalen zich in het inkoopbeleid van onze
financiers van de zorg.
3. Strategische kaders 2011
Voor GGZ Oost Brabant staat in 2011 het steeds verder verbeteren van het evenwicht tussen
ziel en zakelijkheid centraal, waarbij iedere medewerker zijn bijdrage levert voor veilige
menslievende zorg. Deze koers vasthouden kan alleen als we nadrukkelijk familieleden van
patiënten en cliënten hierin betrekken.
Als strategische en inhoudelijke kaders voor 2011 zijn de volgende thema’s van belang:
1. Strategische koers. Herijking van de GGZ Oost Brabant-strategie en met name de visie
op zorg, mede op basis van de portfolioanalyse. Onderdeel hiervan zijn de
strategische keuzes voor Kinder en Jeugd GGZ en Specialistische GGZ, mede in het
licht van de uitkomsten van het onderzoek dat verricht wordt door de Nederlandse
Mededingingsautoriteit (NMa).
2. Basale kwaliteit en veiligheid op orde:
a. Basale kwaliteit op orde en meer in controle (zorgprocessen en ondersteunende
diensten).
b. Informatiemanagement en informatie- en communicatietechnologie (ICT).
c. Vastgoed/huisvesting.
d. Leer- en werkklimaat.
3. Gezond maken en houden financiële positie.
4. Continuering lopende projecten GGZ Oost Brabantbreed:
- GGZ Oost Brabant separeert niet, tenzij.
- Zorgprogrammering, Routine Outcome Monitoring.
- Implementatie Functie Assertive Community Treatment.
- Inzet ervaringsdeskundigen.
- Somatiek en psychiatrie.
- Eerstelijns-ggz en PsyPlus.
- Leiderschap, management developmenttrajecten (MD).
- Implementatie elektronisch patiëntendossier (EPD).
- Besturingsmodel GGZ Oost Brabant.
- Conversie DBC.
- Geleverde zorg conform afgegeven ZZP.
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
56
5. Overhead en ondersteuning op maat:
a. De algemene overheadkosten herijken op de maat die past bij een gezonde
bedrijfsvoering volgens het principe “slank en noodzakelijk”.
b. Op het gebied van ICT zijn forse incidentele en structurele investeringen
noodzakelijk om de basisactiviteiten goed uit te kunnen voeren. De ICT-
infrastructuur wordt gemoderniseerd en aangepast aan de hedendaagse eisen
van de gebruikers. Dit is onder andere een voorwaarde voor een verdere
invoering van het EPD.
c. Bedrijfsvoering: In de begroting 2011 wordt een eerste stap gemaakt op het
gebied van productiegerelateerd begroten (relatie productie/inzet van
personeel en middelen). De vervolgstap in 2011 is dat er productiegerelateerd
gerapporteerd en verantwoord wordt.
d. Vastgoed/huisvesting: De nieuwe financiering van de huisvestingskosten in
2012/2013 en volgende jaren maakt het noodzakelijk dat we ons integraal
herbezinnen op het gebruik van vierkante meters en vandaaruit voorsorteren op
de nieuwe wijze van financiering.
De hierboven weergeven ambities zijn in het jaarplan van de Raad van Bestuur, de
zorggroepen en de ondersteunende diensten omzet in concrete acties. De jaarplannen zijn
opgesteld conform het INK-model. Hieronder wordt weergegeven welke inspanningen en
prestaties zijn geleverd in 2011.
Inspanningen en prestaties in 2011
Resultaten en ontwikkelingen op het gebied van zorg, kwaliteit en veiligheid
In 2011 stond het leveren van veilige menslievende zorg aan de inwoners van ons
verzorgingsgebied voorop. Om onze resultaten op dat gebied zichtbaar te maken en
systematisch te kunnen sturen op het borgen en verbeteren van de kwaliteit en veiligheid is
er in 2011 extra inspanning geleverd om een verdere ontwikkeling door te maken op het
gebied van kwaliteit en veiligheid.
We stellen in dit kader vast dat GGZ Oost Brabant op uitvoerend niveau nog een
activiteitengeoriënteerde organisatie is. Dat wil zeggen dat de stijl op onderdelen reactief
is. Op managementniveau is er sprake van een procesgeoriënteerde laag. Dat wil zeggen dat
er aandacht is voor de beheersing en verbetering van processen. Er moet in de komende
jaren doorontwikkeld worden naar een systeem- en ketengeoriënteerde organisatie,
uitmondend in een systeem van total quality management.
In het verslagjaar zijn een aantal instrumenten ontwikkeld waarmee processen worden
gemonitord en verbeteringen worden geïnitieerd.
De rapportages zijn niet alleen een instrument voor directie en bestuur, maar ook voor de
professionals, die steeds meer inzicht hebben gekregen in de genoemde thema's in de
zorggroepen. Als lerende organisatie zijn zo gezamenlijke verbeteracties opgezet en is input
geleverd voor de jaarplannen 2012, het meerjarenbeleidplan en afdelingsbeleid.
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
57
Op dit moment is binnen GGZ Oost Brabant de volgende informatie beschikbaar:
1. Integrale managementrapportage per kwartaal: Bij deze rapportage wordt de rapportage met analyse van de Raad van Bestuur
gevoegd. In het vierde kwartaal is daar een risicomatrix aan toegevoegd, waarin de
risico's voor wat betreft de onderdelen kwaliteit en veiligheid worden gewogen.
2. Stoplichtrapportage Overzicht in- en externe audits: In het overzicht zijn alle in- en externe audits opgenomen die in het lopende jaar plaatsvinden. De stand van
zaken rond de audits en eventuele verbeterplannen die voortkomen uit de audits
worden ook in het overzicht weergegeven. In de bijlage achter het overzicht wordt
verder inhoudelijk ingegaan op de verschillende audits.
Er zijn stappen ondernomen om deze ontwikkeling verder vorm te geven, waaronder het
instellen van integrerende mechanismen zoals een regiegroep Veiligheid. Daarnaast gaat
het om kennisverwerving, gedrags- en cultuurbeïnvloeding. Een krachtig MD-programma is
daarbij essentieel. Een dergelijk programma is in 2012 opgestart.
De eerste geneeskundigen zijn naast de directeuren zorg gepositioneerd in hun rol van
hoeder van de kwaliteit van zorg.
GGZ Oost Brabant is er trots op dat in 2011 het HKZ certificaat is behouden. Om dit te
bereiken is het documentenbeheersysteem volledig geactualiseerd en er is een sluitend
beheer georganiseerd zodat het ook in de toekomst actueel blijft, er is een beleidsnotitie
vastgesteld waarin is geregeld hoe wij omgaan met het beheer van de medische dossiers
van onze cliënten, er zijn stappen gezet om te komen tot een professioneel
projectenmanagement en de kwaliteit van patiëntendossiers is sterk verbeterd.
De regiegroep Veiligheid heeft in 2011 een programma Veiligheid opgesteld met diverse
projecten. De komende jaren zal Veiligheid hoog op de agenda staan, onder andere door het
instellen van gangmakers veiligheid, door het uitvoeren van risicoanalyses en het opstellen
en uitvoeren van verbeterplannen ten aanzien van veiligheid.
Elektronisch voorschrijven van medicijnen door middel van het EVS is in 2011 voorbereid. In
de eerste helft van 2012 zal dit worden geïmplementeerd.
Het project Drang naar minder dwang laat organisatiebreed een dalende lijn zien met
betrekking tot het aantal en de duur van separaties (iemand in afzondering zetten zonder
dat deze persoon uit de ruimte kan). Alle klinische afdelingen laten hier forse verbeteringen
zien. In Helmond (74 bedden) is vanaf 2009 een spectaculaire daling van het aantal
separaties zichtbaar, met als resultaat in 2011 dat er nog slechts zes separaties hebben
plaatsgevonden. Het aantal fixaties (bijvoorbeeld door middel van bedhekken in bed houden
of in een rolstoel met blad te zetten) waren er maximaal 23. In 2011 is afstemming geweest
tussen de klinieken in Helmond en Oss over hoe om te gaan met separaties en fixaties.
De klinieken in Oss laten verbeteringen zien ten opzichte van eerdere jaren; er waren in
totaal 21 separaties (op 65 bedden), waarvan de meeste in de eerste twee kwartalen. Bij
ouderenzorg is er in het derde kwartaal gestart met een beleid om niet meer te fixeren,
waardoor het aantal fixaties in de loop van 2011 van 79 is teruggebracht naar 39.
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
58
Binnen de zorggroep Langdurende GGZ zien we ook een forse daling van het aantal
separaties (>70%) en de sluiting van twee van de vier separeercellen in 2011. Binnen LGGZ is
nu nog één verblijfsafdeling met twee separeercellen. Deze afdeling is – mede naar
aanleiding van inspectiebezoeken – aan de slag gegaan met verbeterplannen, onder andere
op het gebied van dubbeldiagnostiek. Ondanks een brand op de afdeling begin 2011 met een
grote impact op cliënten en medewerkers, is er fors vooruitgang geboekt met onder andere
comfort-rooms en een aanpalende nieuwe besloten en sfeervolle verblijfsafdeling zonder
separeercel. Mede daardoor is het aantal separaties gedaald.
FACT is doorontwikkeld: in Helmond, Uden-Veghel en Boxmeer zijn vanaf 1 april 2011 drie
nieuwe teams gestart. Daarmee is het aantal FACT-teams binnen GGZ Oost Brabant op 5
gekomen. Daarnaast startte LGGZ een op FACT lijkend ‘wijkteam’ op het zorgterrein
Coudewater, waarmee integrale en schaalbare behandeling en begeleiding wordt geleverd.
Eind 2012 zal certificering van de FACT teams plaatsvinden. De planning is dat in 2012 FACT
met vier teams uitgebreid gaat worden.
Het programma Eetstoornissen (Veghel) is verder uitgewerkt op basis van vraag en behoefte.
Dit heeft in 2011 geresulteerd in het besluit om in 2012 het programma verder te gaan
invullen met een klinische voorziening. Hiermee krijgt het programma een bovenregionale
functie.
Er is verbinding gelegd tussen Preventie en PsyPlus ten aanzien van preventieactiviteiten.
Doordat cliënten in de eerstelijn (PsyPlus) met een eigen bijdrage werden geconfronteerd
voor preventieactiviteiten en de aangekondigde bezuinigingen bleef de vraag naar
preventieactiviteiten achter. In 2012 zullen deze activiteiten via een andere afspraak met
PsyPlus en financiering nog behouden worden; PsyPlus zal hierbij gaan werken binnen het
Indigo-concept.
GGZ Oost Brabant neemt met vijftien andere ggz-organisaties deel aan de campagne Van
Bed naar Beter. Doel is – onder andere door ambulante zorg – het aantal bedden in de ggz te
verminderen en daarmee cliënten zorg te bieden waar ze zijn: thuis en in de buurt. LGGZ
heeft in 2011 55 bedden (30 klinisch, 25 semimuraal) afgebouwd. Directe aanleiding was de
onderkomen situatie van de verblijfs- of woonvoorzieningen, maar in plaats van een
‘automatische reflex’ om te renoveren, is ervoor gekozen om te ambulantiseren en deels te
verhuizen. Mede door de aanwezigheid van twee FACT-teams in Oss kon deze afbouw
succesvol worden. Vanaf 2012 is verdergaande ambulantisering de hoofdkoers van LGGZ;
2011 was een jaar waarin er – met smaak! - aan geproefd werd.
Resultaten en ontwikkelingen op het gebied van de bedrijfsvoering
In 2011 is er ook veel aandacht geweest voor de financiële positie van de instelling, het
sturen op de te behalen productie en de benodigde bezuinigingen in verband met de
ingrijpende maatregelen die de landelijke overheid voor de ggz-sector had aangekondigd.
Onder andere door de betere sturing en de enorme inspanning die is geleverd door al onze
medewerkers is 2011 afgesloten met een resultaat van € 2.270.000 en zijn we er, ondanks
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
59
de bezuinigingsmaatregelen in geslaagd om een sluitende begroting voor 2012 te
presenteren.
Een opvallend hoogte-/dieptepunt in 2011 in verband met de verregaande bezuinigingen op
de ggz en forse eigen bijdragen voor cliënten was de actie die door onze cliëntenraad werd
geïnitieerd. In juni 2011 reden er maar liefst acht bussen vanuit GGZ Oost Brabant naar de
grote demonstratie in Den Haag tegen de bezuinigingen. De bussen waren gevuld met
cliënten en medewerkers van GGZ Oost Brabant met een heldere boodschap: we willen
herstel en burgerschap; en niet noodgedwongen wegkwijnen achter de geraniums…
We hebben het afgelopen jaar tijd vrijgemaakt om te werken aan het nieuwe
Meerjarenbeleid voor onze organisatie. We hebben ervoor gekozen om dat breed in de
organisatie op te pakken met medewerkers uit de Zorg, de Ondersteunende diensten En de
Medezeggenschaporganen onder de noemer ZOEM. We voerden daarvoor vele gesprekken,
hielden tientallen ZOEM bijeenkomsten en kwamen op meer dan 1000 bijdragen uit. Ook
externe stakeholders leverden hun bijdrage. Door het proces zo in te richten is de
bewustwording bij de medewerkers van de dynamiek waarin we opereren en het daarvoor
benodigde veranderingsproces al op gang gekomen. Het nieuwe meerjarenbeleidplan is in
het tweede kwartaal van 2012 gereed. Bij het opstellen van de begroting Kaderbrief en de
begroting 2012 is geanticipeerd op het meerjarenbeleid in wording.
Voor de behaalde resultaten en ontwikkelingen op het gebied van informatiebeleid,
milieubeleid, vastgoed, algemeen kwaliteitsbeleid, HR en Opleiding en Onderzoek verwijzen
wij u kortheidshalve naar de respectievelijke hoofdstukken verderop in dit jaardocument.
Behaalde resultaten per zorggroep Langdurende GGZ Het jaar 2011 stond voor de langdurende zorg vooral in het teken van het verder uitbouwen
en verstevigen van herstelondersteunende zorg. Daarmee is in 2009 begonnen en de
zorggroep ziet het als een meerjarige opdracht om steeds beter de persoonlijke
herstelprocessen van cliënten te ondersteunen. Dat vergt een grondige verandering van
houding, cultuur en werkwijze. Belangrijke mijlpalen in 2011:
- De opleiding voor ervaringsdeskundigen (in samenwerking met ROC De Leijgraaf en
Reinier van Arkelgroep) ging van start: 4 mensen zijn gestart in een vierjarig leer-
werktraject. Voor het ontwerpen van deze opleiding gaf ZonMW € 50.000 subsidie én
complimenten.
- Het aantal actieve ervaringsdeskundigen groeide in 2011 van 6 naar 19. Zij zijn
gestart met een Platform Ervaringsdeskundigheid (PED) dat vergelijkbaar is met de
Verpleegkundige Adviesraad. Het PED verbindt de ervaringsdeskundigen en geeft
gevraagd en ongevraagd advies aan de Raad van Bestuur en de zorggroepen.
- In samenwerking met het Trimbosinstituut is gestart met het systematisch meten van
de mate van herstelgerichtheid met behulp van het instrument ROPI (Recovery
Oriented Practices Index). Daarvoor werden vijf professionals en vier
ervaringsdeskundigen opgeleid, zodat we zelf deze metingen kunnen uitvoeren.
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
60
- Het aantal teams dat een verbetertraject herstelondersteunende zorg uitvoert is
gegroeid naar 13. Nog meer teams deden mee aan de herstelondersteunende
teamcoaching (HOT) onder leiding van ervaringsdeskundigen. Zo’n 40% van de LGGZ-
medewerkers volgde de door het HEE-team verzorgde cursus Herstelondersteunende
Zorg (in 2010: 50%, totaal nu 90%).
- Er kwam een integrale programmaraad EPA (Ernstige psychiatrische aandoeningen),
een ‘fusie’ van de programmaraden Langdurende Zorg en Psychotische stoornissen.
Belangrijkste winstpunt hiervan is dat behandeling, rehabilitatie én
herstelondersteuning nu programmatische in een hand liggen. Dit werd nog verder
versterkt doordat de programmaraad structureel deel ging uitmaken van het
management van de zorggroep LGGZ.
- Er is een start gemaakt met de implementatie van het Herstelondersteuningsplan
(HOP). Iedere cliënt maakt met steun van medewerkers een eigen HOP met daarin
zijn of haar wensen en doelen op het gebied van herstel. Bij het HOP snijdt het mes
van twee kanten, omdat ook alle door het CIZ geïndiceerde zorg erin opgenomen is.
Daarmee is het HOP hét richtinggevend zorgplan voor behandeling, begeleiding en
herstelondersteuning. Het HOP dient tot slot ook om te bewaken of afgesproken zorg
(onder andere ZZP’s) ook daadwerkelijk geleverd is
Het kwaliteitsbewustzijn is in 2011 steviger verankerd binnen de zorggroep LGGZ. Door
stelselmatige interne dossiercontrole, de toegenomen meldingsbereidheid bij incidenten en
de kwartaalgewijze analyse van prestatie-indicatoren worden verbeterpunten naar boven
gehaald en omgezet in actie.
Een mooi voorbeeld hiervan is de forse daling van het aantal separaties (>70%) en de sluiting
van twee van de vier separeercellen in 2011. Binnen LGGZ is nu nog één verblijfsafdeling
met twee separeercellen. Deze afdeling is – mede naar aanleiding van inspectiebezoeken –
aan de slag gegaan met verbeterplannen, onder andere op het gebied van
dubbeldiagnostiek. Ondanks een brand op de afdeling begin 2011 met een grote impact op
cliënten en medewerkers, is er fors vooruitgang bezoekt met onder andere comfort-rooms
en een aanpalende nieuwe besloten en sfeervolle verblijfsafdeling zonder separeercel. Mede
daardoor is het aantal separaties gedaald.
Door deze en de vele andere verbetertrajecten (vooral op het gebied van
herstelondersteuning) wordt de PDSA-cyclus steeds meer gemeengoed binnen LGGZ.
Kortdurende GGZ - Met de Cliëntenraad, Familieraad en projectleider Ervaringsdeskundigheid zijn
afspraken gemaakt om betrokkenheid bij het zorginhoudelijke proces te vergroten.
- De inzet van de programmaleiders in KGGZ Zuid is versterkt. De discussie en
uitvoering van het duaal management zal in 2012 zijn vervolg gaan krijgen.
- In het kader van vastgoed is een start gemaakt met de ontruiming van de derde
etage van rgc 't Warant in Helmond. Er wordt gezocht naar potentiële huurders.
- Met ingang van 1 september 2011 neemt KGGZ Zuid deel aan zorgdomein, een
verwijsportaal voor alle zorginstellingen.
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
61
In het jaarplan van 2011 stonden de nodige nieuwe activiteiten en aandacht voor de
kwaliteit van zorg. De belangrijkste zijn:
- De kliniek Ouderen in Oss heeft zich ontwikkeld tot een leerafdeling.
- Er is een verbetertraject gestart op de afdeling Somatiek en Psychiatrie in Helmond
over de thema's Eerstverantwoordelijke verpleegkundige en Therapieaanbod/
programma.
- Vanuit de programmaraden Organisch psychosyndroom en Gerontopsychiatrie is een
conferentie over de toekomst van ouderenzorg georganiseerd. In 2012 zal dit een
belangrijk item zijn om door te ontwikkelen.
- In 2011 is er veel aandacht besteed aan de ontwikkeling van zorgpaden. Dit heeft
geresulteerd in een vastgesteld zorgpad Eetstoornissen en Unipolaire depressie. Ook is
er een uniform voordeurproces afgesproken. In 2012 zullen deze zorgpaden en het
proces geïmplementeerd worden. De ontwikkeling van de overige zorgpaden bevindt
zich in een eindfase.
- Werken volgens de kwaliteitscirkel plan-do-study-act-cyclus (PDSA) is verder
opgepakt; op basis van de integrale analyse zijn verbeteracties beschreven en per
kwartaal uitgevoerd. Ieder volgend kwartaal is gemonitord wat de stand van zaken
was en wat verder moest gebeuren. Zo zijn wachtlijsten opgeschoond, is er meer
inzicht gekregen in de verhoudingen tussen aanmeldingen, aanmeldwachttijden en
behandelwachttijden, zijn er acties ondernomen om de aantallen ‘drop out’ en ‘no
show’ te verlagen en is er aandacht besteed aan het verhogen van de bereidheid om
incidenten binnen de zorg te melden.
- In Helmond is gestart met het in kaart brengen van hoe binnen de verschillende teams
met het familiebeleid wordt omgegaan.
- Intern vindt er structureel overleg plaats op het gebied van WMO en maatschappelijke
steunsystemen tussen LGGZ, KGGZ en Kind en Jeugd GGZ om tot een eenduidige,
efficiënte en effectieve GGZ Oost Brabant te komen.
- In de regio Noord (Oss-Uden-Veghel) is gestart met het periodiek meten van de
behandeleffecten (ROM). Dit houdt in dat er periodiek, in elk geval aan het begin en
na afloop van de behandeling, door middel van meetinstrumenten wordt bepaald wat
het resultaat van de behandeling is. Het meetinstrument bestaat uit één of meerdere
vragenlijsten die door de cliënt worden ingevuld. De respons bij volwassenenzorg
neemt toe; bij ouderenzorg is deze 100%.
- In Helmond is een ADHD-poli voor volwassenen geopend; deze voorziet in de vraag
naar een snelle diagnose (binnen een halve dag).
- De periodiek gemeten cliënttevredenheid laat voor 2011 een rapportcijfer zien dat
varieert tussen 6,0 en 7,2 voor de regio Noord en een 6,4 en 7,2 voor de regio Zuid
(Helmond). Er zijn acties uitgezet om dit cijfer boven de norm van 7,5 te krijgen.
GGZ Land van Cuijk en Noord Limburg Start FACT-team
In april 2011 is binnen deze regio gestart met een FACT-team. Medewerkers met
verschillende achtergronden werken met een gezamenlijke caseload van ongeveer 240
cliënten met ernstige psychiatrische aandoeningen. Er is samenwerking met partners als
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
62
maatschappelijk werk, politie, huisartsen, thuiszorg, woningbouwverenigingen en sociale
dienst. De FACT-medewerkers werken zo veel mogelijk in de wijk, dicht bij de cliënt en zijn
naasten. De overleglijnen zijn kort en de houding pragmatisch. Het doel is om cliënten
zoveel mogelijk thuis te laten wonen. Met de succesvolle ervaringen van dit FACT-team in
het achterhoofd wordt in 2012 gestart met een tweede FACT-team.
Kwaliteit van zorg
In het jaarplan van 2011 stonden de nodige nieuwe activiteiten en aandacht voor de
kwaliteit van zorg. De belangrijkste zijn:
- In 2011 zijn alle documenten in het kwaliteitssysteem 2DO4U geactualiseerd. In 2012
is gestart met het actualiseren van de processen.
- In 2011 is veel aandacht besteed aan de ontwikkeling van zorgpaden. Dit heeft
geresulteerd in een vastgesteld zorgpad Unipolaire depressie. Ook is er een uniform
voordeurproces afgesproken. In 2012 worden deze zorgpaden en het proces
geïmplementeerd. De ontwikkeling van de overige zorgpaden bevindt zich in een
eindfase.
- Binnen het cluster ouderen is een quick scan uitgevoerd om te beoordelen waar
verbetermogelijkheden liggen. De verbeterpunten zijn geïnventariseerd.
- Werken volgens de PDSA-cyclus is verder opgepakt; er zijn verbeteracties beschreven
en per kwartaal uitgevoerd. Ieder volgend kwartaal is gemonitord wat de stand van
zaken was en wat verder moest gebeuren. Zo zijn wachtlijsten opgeschoond, is meer
inzicht gekregen in de verhoudingen tussen aanmeldingen, aanmeldwachttijden en
behandelwachttijden, zijn er acties ondernomen om de aantallen ‘drop out’ en ‘no
show’ te verlagen en is er aandacht besteed van het verhogen van de bereidheid om
incidenten binnen de zorg te melden.
- Op de regionale zender KKN is een tv-serie uitgezonden: Op pad met de
ouderenverpleegkundige. Deze afleveringen dienen in de komende tijd ook als
voorlichtingsmateriaal.
Ontwikkelingen regionale crisisdienst
In 2011 is de interne organisatie van de regionale crisisdienstfunctie doorgelicht en op een
aantal punten aangepast. Hierdoor is de organisatie beter voorbereid op veranderingen zoals
de toename van crisiszorg door de introductie van een eigen bijdrage en een groeiende
behoefte aan ggz-expertise bij diverse calamiteiten, incidenten en crisissituaties.
Sinds 1 juli werkt GGZ Land van Cuijk en Noord-Limburg tijdens kantoortijden met een
bureaudienst. De betreffende medewerkers voeren de crisisinterventies uit. Ook zorgen zij
voor de afsluiting van de interventies van de afgelopen dagen en de opvolging op het eerste
crisiscontact. Doel is om de crisis te normaliseren en af te sluiten of de cliënt over te
dragen naar de reguliere ggz.
De introductie van de bureaudienst is een voorschot op de inzet van het regionaal Acuut
Zorg Team in 2012. Dit team gaat een functie vervullen voor cliënten die niet meer
opgenomen kunnen worden in de regio Land van Cuijk en acute zorg nodig hebben.
Sluiting kliniek: nieuwe koers
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
63
In december is de moeilijke beslissing genomen om de geplande nieuwbouw op de Health
Campus Boxmeer niet te realiseren. Daarnaast is besloten om de klinische voorziening aan
de Loerangelsestraat in de loop van 2012 te sluiten. Bezuinigingsmaatregelen in de ggz en
een visie op zorg, passend in landelijke ontwikkelingen, hebben GGZ Oost Brabant hiertoe
doen besluiten.
De overheidsmaatregelen om met ingang van 2012 de tarieven voor verblijf in de
Zorgverzekeringswet (Zvw) te reduceren met ongeveer 16% maakt de exploitatie van een
klinische afdeling in de regio Boxmeer financieel niet langer haalbaar. Daarnaast is een
belangrijke overweging om binnen het totale werkgebied van GGZ Oost Brabant de klinische
zorg bovenregionaal te concentreren in de bestaande klinieken in Oss en Helmond.
De zorg vanuit de polikliniek, de zorg in de wijk en deeltijdzorg blijven in de regio Boxmeer
voor alle leeftijdsgroepen beschikbaar; de klinische zorg wordt geconcentreerd in de
bestaande klinieken van GGZ Oost Brabant in Helmond en Oss. Continuïteit van zorg wordt
bereikt door enerzijds voor de klinische (crisis)opnames ketenafspraken te maken binnen de
GGZ Oost Brabant in Helmond en Oss en met omliggende ggz-organisaties. Anderzijds door
vanuit de herstelvisie (eigen regie van de cliënt, kwaliteit van leven) met een nieuwe
manier van werken meer zorg in de wijk aan te bieden, en door zorginnovatie zoals een
Acuut Zorg Team.
Bilderbeekstraat
In de loop van 2012 verlaten we de locatie Loerangelsestraat 1a in Boxmeer en nemen we
onze intrek op een andere locatie: Bilderbeekstraat 44 in Boxmeer. In dit pand hanteren we
de uitgangspunten van Het Nieuwe Werken (HNW): tijd- en plaatsonafhankelijk werken,
sturen op resultaten, meer verantwoordelijkheid bij medewerkers, op een moderne manier
ondersteund door ICT. In 2011 zijn de noodzakelijke plannen en planningen ontwikkeld,
waarbij de medewerkers zijn betrokken. Er is een ontwerp gemaakt, en er zijn
voorbereidingen voor HNW getroffen.
Kinder en Jeugd GGZ In 2011 zijn in het kader van de heroriëntatie op de ketensamenwerking
sterkte/zwakteanalyses uitgevoerd voor de intersectorale klinische initiatieven. In het
voorjaar van 2012 wordt samen met de betreffende ketenpartner besloten in welke vorm de
samenwerking voort te zetten.
Om de zorg op inhoud, logistiek en financiën verder te verbeteren is gestart met het werken
door middel van zorgpaden. In 2011 zijn door de professionals onder meer de zorgpaden
ADHD, Psychotrauma en Angststoornissen ontwikkeld, en zijn de teams georganiseerd in de
structuur van zorgpaden. Verder is er aandacht uitgegaan naar het verminderen van
wachttijden en het bieden van een betere service aan verwijzers. Er is een uniform
voordeurproces opgesteld voor alle regio's zodat voor verwijzers duidelijk is wat te
verwachten, en is de informatie over het aanbod verbeterd.
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
64
Zoals andere ggz-jeuginstellingen heeft ook GGZ Oost Brabant last gehad van het landelijke
probleem van de schaarste aan k&j-psychiaters. In 2011 is hierin voor de zorggroep K&J een
positieve ontwikkeling geweest, de vacatures k&j-psychiaters zijn inmiddels grotendeels
ingevuld.
Met de vele bezuinigingen die in 2011 op de ggz af zijn gekomen is er gewerkt aan een
financieel gezonde bedrijfsvoering voor de K&J GGZ, waarbij sterk is gestuurd op de
productiviteit per medewerker.
Centra voor Psychisch Herstel Toekomstperspectief CPH
Meer dan 75 jaar op weg naar psychisch herstel. Mensgerichte zorg die wortelt in het
verleden zet zich duurzaam voort richting de toekomst. De Centra voor Psychisch Herstel
kennen een lange geschiedenis waarin de doelgroep nagenoeg dezelfde is gebleven:
bedoeld voor mensen wiens leven door psychosociale problemen ontwricht is geraakt.
In een discussienota van de Raad van Volksgezondheid en Zorg (april 2010) stelt men dat de
zorgsector een andere weg moet inslaan. Niet meer kiezen voor zorg en ziekte, maar voor
gedrag en gezondheid. Mensen zijn op zoek, soms samen met de zorgprofessional, naar
gezondheid. Dat betekent een andere manier van werken. Sneller en actiever
ingrijpen, meer aandacht voor preventie, een gerichtheid op de samenleving en coaching op
zelfmanagement.
De Centra voor Psychisch Herstel (CPH) lopen vooruit op deze ideeën en zijn al enkele jaren
bezig om hieraan vorm te geven, met als motto ‘van klacht naar kracht’. Ook is de
oorspronkelijke benaming ‘herstellingsoord’ losgelaten.
De CPH met de locaties Rosmalen en Wijchen zijn gespecialiseerd in het kortdurend klinisch
behandelen van de chronische-stressreactie binnen de drie zorgprogramma’s: depressie,
angst en lichamelijke klachten. De behandeling richt zich op verminderen van de klachten,
versterken van het zelfbeeld en de coping en het oplossen van verwerkingsproblematiek
ReBalance
Samen met het Resort De Zeven Heuvelen ontwikkelen de CPH een geheel nieuw concept.
Het gezamenlijk initiatief is bekend onder de naam ReBalance. Het is een combinatie van
ieders specialismen en bestaat uit: recreatie, huisvesting, wellness, zorgverlening en
behandeling. De omgevingsfactoren, de ‘healing environment’ bepalen mede het succes van
de behandeling. Het werkt drempelverlagend, is taboe doorbrekend, biedt verscheidene
synergetische voordelen en besparing van kosten.
Planetree
De CPH zijn aangesloten bij de stichting Planetree, die een vernieuwende manier van zorgen
voorstaat waarbij de cliënt centraal staat. Dit zorgconcept richt zich vooral op de
menselijke kant van de zorg, zoals een vriendelijke bejegening, service en keuzevrijheid.
Kortom: op dat wat de cliënt wil. Daarnaast maakt Planetree zich sterk voor een prettige,
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
65
zorgzame omgeving en gezonde bedrijfsvoering. Een omgeving met veel licht, warme
kleuren en natuurlijke elementen, waar cliënten, hun naasten en medewerkers zich op hun
gemak voelen. Want als mensen zich prettig voelen, is dat goed voor hun herstel. De
stichting ondersteunt de CPH om binnen drie jaar ‘Planetree-proof’ te worden.
Krachtenbundeling Arbeidsre-integratie
CPH en Bounce (Centra voor werk & psyche), zijn gaan samenwerken in de
arbeidshulpverlening. Het thema arbeid en werkhervatting heeft binnen het aanbod van CPH
een vaste plaats gekregen. Naast de reguliere behandeling komt (waar wenselijk) het werk,
de rol van het werk in iemands leven en re-integratie naar werk aan de orde. Bounce heeft
tijdens de opname informatiemomenten verzorgd en gezamenlijk ontwikkelen CPH en
Bounce een Vitaliteitsprogramma. Dit nieuwe programma gaat ondersteuning bieden aan de
verzuimende werknemer om snel weer grip te krijgen op zijn of haar werkrelevante en
werkgerelateerde psychische klachten. Het biedt een geïntegreerd aanbod van enerzijds
behandeling en begeleiding van de werkgerelateerde psychische klachten en anderzijds
interventies gericht op zo spoedig mogelijke werkhervatting op basis van mobiliteit en
vitaliteit. Het doel is het voorkomen van (dreigende) arbeidsongeschiktheid van werknemers
als gevolg van psychosociale problemen. Deelnemers leren en/of verbeteren vaardigheden
om zich beter te beschermen tegen situaties die kunnen leiden tot psychische problemen.
De aanpak onderscheidt zich door de kracht van twee organisaties te bundelen en te
combineren tot één arbeidsre-integratieprogramma die met grote kans van slagen tot
duurzaam herstelleidt.
Highlights beleid
Bereikte resultaten
De expertise van de CPH bestaat uit het reduceren van het klachtenniveau, zodanig dat
weer ambulant kan worden behandeld. Door de eerste- en tweedelijn worden cliënten
aangemeld bij de CPH vanwege stagnatie in de ambulante behandeling door het hoog
klachtenniveau. Dit klachtenniveau is op basis van de metingen over de jaren 2004 - 2010
gemiddeld 235 op de SCL-90 (SD = 53; N= 1695).
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
66
Cijfer cliënttevredenheid CPH
6
6,5
7
7,5
8
8,5
9
9,5
10
2007 2008 2009 2010 2011
Jaar
Cijfe
r Cijfer CPH
Norm CPH
E-Menthal health
De rol van de patiënt en de arts veranderen. De houding van de patiënt verschuift van een
passieve naar een actieve. De rol van de professional verschuift van autoriteit in de richting
van partnership. Technologische en sociologische ontwikkelingen gaan hier hand in hand.
CPH geeft informatie, trainingen, cursussen en behandelingen die voor iedereen
toegankelijk zijn. Naast de bestaande face-to-face behandelingen bieden de CPH aanbod
van spreekuur, behandeling en preventie in nieuwe vormen van dienstverlening aan.
Hiermee worden belangrijke toegangsdrempels weggenomen en de keuze geboden voor
‘blended hulpverlening’, combinaties van face-to-face contact en hulp via internet en de
mobiele telefoon. Dit betekent vaak eerder, effectievere en doelmatiger zorg. Het
opschalen van E-Mental Health (EMH) is door CPH ingezet om substitutie van psychologische
face-to-face interventies door EMH-interventies te bevorderen. Voor veel functies zijn al e-
health-versies beschikbaar, en dat aandeel blijft groeien: psycho-educatie, geïndiceerde en
zorggerelateerde preventie, als ondersteuning van de behandeling en in de nazorg. CPH wil
groeien en meer cliënten bedienen en kan dit via internet ‘relatief eenvoudig’ organiseren.
Kwaliteit en veiligheid
Cliënttevredenheidsonderzoek
Binnen de CPH is het al lange tijd gebruikelijk om de tevredenheid van cliënten te meten
middels de cliëntthermometer.
Binnen de sector is het gebruikelijk om voor dergelijk onderzoek de ontwikkelde
systematiek van het Trimbos instituut te gebruiken (cliëntthermometer). Deze systematiek
wordt voorgeschreven door zorgverzekeraars en zorgkantoren.
Twee belangrijke waardes vanuit de cliënttevredenheidonderzoeken worden hieronder
weergegeven. De hoge respons (>80%) garandeert de betrouwbaarheid van deze cijfers.
De cliënten van CPH hebben voor de geboden dienstverlening het gemiddelde cijfer van
ruim een 8 gegeven over de afgelopen jaren.
Samenleving en belanghebbende
75 jaar Duurzaam Energiek
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
67
Afgelopen jaar vierden de CPH hun 75-jarig jubileum. De CPH, gestart in de ‘Witte Villa’ in
Wijchen, vierden in 2011 hun 75-jarig jubileum. Bij die mijlpaal werd stilgestaan via een
reünie voor cliënten en medewerkers op beide locaties, een medewerkerfeest en
jubileumsymposium gericht op de verwijzers.
Ter gelegenheid van dit jubileum is het boek 75 jaar Duurzaam Energiek op weg naar
psychisch hersteluitgegeven waarin de geschiedenis van de behandeling centraal staat.
Bijzonder aan het boek is dat cliënten en oud-medewerkers het verhaal vertellen. Achter in
het boekje is een aantal lege bladzijden gereserveerd waar de huidige en toekomstige
cliënten hun ervaringen kwijt kunnen, zodat het verhaal van de CPH via hen weer wordt
doorverteld. Het jubileum leverde brede publiciteit op zowel lokaal, regionaal als landelijk.
Digizine voor verwijzers
Afgelopen jaar verscheen het eerste Digizine voor verwijzers. Via deze halfjaarlijkse digitale
nieuwsbrief houden de CPHverwijzers op de hoogte van alle ontwikkelingen.
Dubbel gelauwerd
In haar jubileumjaar zijn de CPH ook tweemaal gelauwerd.
Zo wonnen ze de OLIM innovatieprijs 2011 met Onlinehulpverlening; resultaat van een
unieke krachtenbundeling van ICT-deskundigheden samen met behandelaars, management
en een professionele partner Minddistrict.
Eerder dat jaar mocht locatiemanager Toos van Lieshout samen met collega’s tijdens de
Planetree-conferentie de Spirit of Planetree Nederland 2011 Award in ontvangst nemen.
De centra ontvingen de award voor hun cliëntenparticipatie-initiatief.
Opknappen gebouw Emma
Afgelopen zomer is de huisvesting in Rosmalen opgeknapt. Het monumentale gebouw Emma
is gerenoveerd conform de eisen van cultureel erfgoed (monumentenzorg) en de eisen van
deze tijd. De kosten van de herstelwerkzaamheden, zijn voor een deel hieruit betaald.
Voor de cliënten en medewerkers die in Emma hun intrek hebben, betekende de renovatie
dat zij voor hun dagactiviteiten naar gebouw Parkzicht moesten. Slapen konden de cliënten
wel in hun eigen kamers.
Kerngetallen CPH 2011
Aantal opgenomen cliënten 375
Cliënttevredenheid 8,5
Capaciteit 72 plaatsen, 2 locaties, Wijchen en Rosmalen,
elk 36 plaatsen
FTE 36,6
Aantal medewerkers 60
Regio Bovenregionaal
Omzet NZa € 4,4 miljoen
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
68
Circuit niet-aangeboren hersenletsel (NAH) Onderzoek en innovatie
In 2011 heeft NAH Huize Padua voortvarend gewerkt aan haar ambitie om het predikaat
Topklinische GGZ te verwerven. Om dit keurmerk te krijgen moet een zorgcircuit zich niet
alleen toeleggen op diagnose en behandeling van complexe stoornissen, maar ook op
wetenschappelijk onderzoek, ontwikkeling en innovatie.
Niet-aangeboren hersenletsel is benoemd tot één van de geprioriteerde onderzoekslijnen
binnen GGZ Oost Brabant.
In november 2011 is een formele samenwerkingsovereenkomst ondertekend met de
universiteit van Maastricht - onderzoeksschool Mental Health and Neuroscience (MHeNS) -
voor een academische werkplaats NAH. Vanuit deze werkplaats worden wetenschappelijke
onderzoeksprojecten (onder andere naar de effectiviteit van specialistische behandelingen)
op het gebied van niet-aangeboren hersenletsel gezamenlijk ontwikkeld en
geïmplementeerd vanuit de klinische praktijk van NAH Huize Padua en Universiteit
Maastricht.
Verder zijn er presentaties gehouden op landelijke congressen, zoals het
Hersenletselcongres 2011. Ook heeft ook het jaarlijks symposium plaatsgevonden, waarbij
alle ‘ins’ en ‘outs’ over het doen van wetenschappelijk onderzoek zijn besproken. Voor een
overzicht van wetenschappelijk onderzoek en presentaties zie elders in dit document bij
Opleidingen en Onderzoek.
Diagnose, behandeling en innovatie
Op het gebied van diagnose en behandeling is NAH Huize Padua op de rehabilitatieafdeling
Eikenheuvel 1 gestart met de methode Hooi op je vork, die gebaseerd is op de herstelvisie.
Het model heeft specifiek aandacht voor ‘de breuk in de levenslijn’ die kenmerkend is voor
hersenletselpatiënten. Medewerkers zijn in 2011 geschoold in deze methode. De methodiek
van Hooi op je vork is belangrijk voor de ketenzorg, omdat verschillende partners in het
netwerk hier ook mee werken. Hierdoor zal een overdracht voor patiënt en voor de
betrokken behandelaars beter verlopen.
Ook startte NAH Huize Padua in het kader van zorginnovatie samen met Universiteit
Maastricht een effectiviteitonderzoek naar de ABC-methode voor de doelgroep niet-
aangeboren hersenletsel. De ABC-methode leert verpleegkundigen en begeleiders met
belonen het gewenste gedrag van de patiënt te versterken en uitlokkers voor het ontstaan
en voortduren van probleemgedrag te herkennen en voorkomen.
Opleiding
Het zorgcircuit Niet-aangeboren hersenletsel beschikt sinds afgelopen jaar over een
structurele AIOS-plaats. Daarnaast heeft door het opleidingsinstituut RINO een visitatie
plaatsgevonden voor het starten van de specialistische opleiding tot klinisch
neuropsycholoog per 1 april 2012.
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
69
Zelfstandig zorgcircuit
In 2011 is besloten dat NAH een specialistisch zorgcircuit is met een eigen aansturing, eigen
budget en eigen overlegstructuur. Hierdoor is het mogelijk dit circuit zichtbaarder te
profileren. GGZ Oost Brabant zal NAH in 2012 aanmelden voor de visitatie voor het
keurmerk TOP-GGZ in 2013.
Financiering
NAH Huize Padua heeft het jaar 2011 - dankzij de toegenomen zorgvraag - afgesloten met
een positief productieresultaat. Echter, de huidige bekostiging van deze intensieve zorg op
het snijvlak van somatische en cognitieve revalidatie en psychiatrie, is niet toereikend en
niet toegesneden op de doelgroep.
Daarom hebben we ook in 2011 aandacht gevraagd bij verzekeringsinstellingen en
zorgkantoren voor een passende financiering voor zowel Zorgverzekeringswet als de AWBZ.
Hiervoor zijn de resultaten van het onderzoek naar de zorgmonitor van de doelgroep NAH
van belang. Deze is ontwikkeld door de SINAH-partners en Universiteit Maastricht en heeft
als doel een passende, kostendekkende financiering te krijgen.
Circuit Autismespectrum stoornissen (ASS) In de groeiende markt voor zorg aan mensen met ASS is GGZ Oost Brabant zich aan het
herbezinnen op de strategische koers voor de zorg voor deze doelgroep. In 2011 is
verbinding gezocht met lokale partners in de regio. Ieder vervult voor deze doelgroep zijn
kerntaak en op de snijvlakken wordt de samenwerking gevonden.
In 2011 is gestart met een poli autisme volwassenenzorg in Veghel. Op die poli wordt voor
volwassenen zowel diagnostiek als behandeling aangeboden. De zorg voor mensen met
autisme, zowel klinisch als ambulant en zowel volwassenenzorg als k&j- zorg is in 2011 tot
een betere interne keten geworden.
De interne keten komt ook tot uiting in de programmaraad Autisme die is opgericht. Dit is
een adviesorgaan van inhoudelijke experts op het gebied van autisme uit alle onderdelen
van de interne keten. Om de zorg voor autisme verder te verbeteren zijn zij bezig met de
ontwikkeling van het zorgpad Autisme. Hierin wordt op basis van richtlijnen en
ketenafspraken inhoudelijk de zorg voor deze doelgroep beschreven.
Verder is de capaciteit voor woonwerkvoorziening (WWA) De Beemden opgehoogd van 14
naar 28 plekken.
Circuit Matigbegaafde psychiatrische patiënten De stemming binnen de zorggroep MPP verbetert zienderogen. Er is een steeds beter
resultaat (ook in de productie merkbaar), maar ook in de samenwerking en verbinding
tussen geledingen. Belangrijke projecten als Deeltijdbehandeling en Herstel zijn opgestart;
daarnaast is de samenwerking met OC, Cliëntenraad en Familieraad goed tot uitstekend te
noemen.
Vanuit het jaarplan MPP voor 2011 is daarnaast te benoemen:
- de uitstekende participatie van medewerkers in de ZOEM-bijeenkomsten;
- de programmaraad in wording;
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
70
- de oriëntatie op verwijzers en omringend regionaal netwerk is sterk verbeterd;
- de informatievoorziening voor medewerkers is geïntensiveerd;
- de aanpak Drang en Dwang heeft goede resultaten gegenereerd;
- er is zichtbaar minder separatie noodzakelijk als gevolg van ingezet beleid;
- de jaargesprekken zijn nagenoeg voor 100% gehaald;
- het herstelplan begroting en productie is voortvarend ter hand genomen;
- de dossierrapportages laten een behoorlijk resultaat zien (audit positief);
- het project 2do4u is tijdig afgerond.
Overzicht samenwerkingsrelaties 2011
MPP heeft landelijk en regionaal geparticipeerd in samenwerkingsverbanden met:
- Bestuurlijk netwerk VG-GGZ Zuid-Oost Brabant (structureel).
- Management netwerk VG-GGZ Zuid-Oost Brabant (voorbereidend).
- MEE Netwerk VG Noord-Brabant (regio Den Bosch, informeel).
- Samenwerkingsverband ORO/Diomage (Kraanmeer, diverse projecten,
detacheringen).
- Landelijke instellingen VG-GGZ.
- Netwerk Complexe Casuïstiek Zuid-Oost Brabant (frequent).
- Netwerk Complexe Casuïstiek Noordelijk Brabant (incidenteel).
- Consultaties bij MEE.
Circuit Eetstoornissen en Obesitas Al bijna 20 jaar bestaat er bij de GGZ Oost Brabant, op locatie Veghel een specialistisch
zorgaanbod voor patiënten met een eetstoornis. Dit zorgaanbod, aanvankelijk gericht op
vrouwen met minder ernstige varianten van anorexia nervosa en boulimia nervosa, is in de
loop van de jaren erna geleidelijk uitgegroeid tot een zorgprogramma met een
gedifferentieerd aanbod voor jeugd en volwassenen met meer en minder ernstige
eetstoornissen.
De zorg bestaat met name uit ambulante diagnostiek en behandelingen,
groepsbehandelingen en specialistische deeltijdbehandelingen. Het zorgaanbod E&O heeft
een bovenregionale functie. Patiënten komen uit Oost-Brabant en uit de regio's
's-Hertogenbosch, Eindhoven, Rivierenland en Noord-Limburg.
Zorgpaden E&O en ROM geïmplementeerd
In 2011 zijn de zorgpaden voor het specialistische circuit E&O vastgesteld en
geïmplementeerd. Het gaat hierbij om de zorgpaden Anorexia Nervosa voor Jeugdigen,
Anorexia Nervosa voor Volwassene, Boulimia Nervosa en Binge Eating. De zorgpaden zijn
gebaseerd op de Multidisciplinaire Richtlijn voor de behandeling van eetstoornissen van het
Trimbos Instituut (2006). Bij de ontwikkeling zijn naast inhoudelijke professionals ook
ervaringsdeskundigen betrokken. Het uitgangspunt is stepped-care, licht waar mogelijk,
intensief waar nodig. Conform de richtlijn wordt de behandeling van eetstoornissen
gerealiseerd door specialisten, die naast het gestoorde eetgedrag en/of het te lage gewicht
ook de met de stoornis samenhangende (andere) psychiatrische problemen kunnen
behandelen.
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
71
Binnen de zorgpaden wordt periodiek (voor start van behandeling, tussentijds en einde
behandeling) de effecten van zorg (outcome) gemeten. In 2011 is het circuit E&O hiermee
gestart. Het EDE-Q (Eating Disorder Examination) is gekozen als stoornisspecifiek ROM-
instrument. De EDE-Q is een zelfrapportage vragenlijst, afgeleid van een gestructureerd
interview, die geschikt is om metingen te doen bij anorexia nervosa en boulimia nervosa.
Deeltijdbehandeling jongeren obesitas
Voor jongeren (14 t/m 17 jaar) met ernstige obesitasproblemen is een deeltijdbehandeling
ontwikkeld, waarbij de ouders/het systeem sterk betrokken worden. Hiermee kan voorzien
worden in een grote behoefte aan deze voorziening. In de loop van 2012 wordt een
pretherapiegroep en een deeltijdgroep gestart.
E-health en zelfhulpgroepen
In 2011 is het specialistische circuit E&O gestart met de voorbereidingen voor het kunnen
implementeren van vormen van e-health, als aanvulling op het bestaande specialistische
aanbod. Blended e-health zal ingezet worden als laagdrempelig zorgaanbod, ondersteunend
aan het programma, maar ook als nazorg. Ervaringsdeskundigheid krijgt in toenemende
mate een rol in de ondersteuning van de behandeling, maar ook in de begeleiding van
patiënten met chronische problemen.
Klinisch aanbod E&O
Om het zorgaanbod op het zwaarste niveau te kunnen complementeren is het klinisch
gewichtsherstel nader uitgewerkt. Dit alles vanuit de visie van stepped-care, en de sterk
ontwikkelde, gespecialiseerde ambulante zorgvormen.
De bedden zijn nodig voor patiënten met anorexia nervosa. Zij hebben soms tijdens hun
behandeling even een bed nodig. Een bed kan nodig zijn, omdat de patiënt opgehouden is
met eten, snel afvalt en in een levensgevaarlijke conditie geraakt. Een bed kan ook tijdelijk
nodig zijn, omdat ambulante behandeling te weinig vordert, waardoor de patiënt te lang
een onwenselijk laag gewicht houdt met gezondheidsrisico's voor de toekomst. Soms is een
bed nodig om de patiënt uit een gezinssituatie te halen, die eerder contraproductief is voor
het herstel.
Het specialistisch centrum Eetstoornissen wil het totaalaanbod van zorg achter één voordeur
bij elkaar brengen om de overgangen tussen de verschillende zorgniveaus zo soepel
mogelijk te laten verlopen. Patiënten en hun ouders en/of familieleden hoeven niet telkens
met een andere behandelaar kennis te maken, als hun dochter/partner van het ene
zorgniveau naar het andere overgaat. Patiënten hoeven niet (ver) te reizen of terug te
vallen op een niet-gespecialiseerde voorziening, als ze een bed nodig hebben. Een
integratief zorgaanbod biedt de mogelijkheid vanuit de zorgverlening contact te
onderhouden met school, opleiding of werk. In dit kader wordt een specialistisch
totaalaanbod van ambulante, deeltijdklinisch en klinisch aanbod gerealiseerd, met een
bovenregionale functie voor Zuid-Nederland. Volgens plan wordt het specialistisch centrum
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
72
voor Eetstoornissen in de zomer van 2012 op locatie Helmond aangeboden. Ambulante zorg
voor E&O blijft mogelijk op locaties Veghel, Oss en Boxmeer.
Facility Services Het jaar heeft vooral in teken gestaan van een aantal punten:
- Samenwerking met Reinier van Arkel groep.
- Veiligheid en milieu.
- Implementatie facilitair management informatiesysteem.
- Dommelberaad inkoop.
- Optimaliseren van de bedrijfsvoering.
- HR –beleid.
Samenwerking Reinier van Arkel groep
In 2011 hebben er een groot aantal initiatieven plaatsgevonden tussen de facilitaire
bedrijven van beide organisaties. Dit heeft geleid tot de opening van een regionaal
distributiecentrum (RDC) op het terrein van Coudewater. Het RDC is vanaf 15 juli 2011
operationeel. Dit komt voort uit de notitie Meerwaarde door samenwerking. In deze notitie
is ook aangegeven om naast het RDC ook een verdere samenwerking op inkoopgebied te
onderzoeken. In het najaar van 2011 is er aan de beide Raden van Bestuur een notitie
aangeboden om te komen tot een gezamenlijke inkoopafdeling. In 2012 zal dit verder zijn
beslag krijgen. Naast deze twee initiatieven hebben de beide managers het plan opgepakt
om te komen tot een Shared Service Center. Het verzoek om toestemming om voor de
vakantie 2012 tot een basisdocument te komen, is op 15 december 2011 ingediend bij de
beide Raden van Bestuur. Beiden ondersteunen het initiatief.
Veiligheid en Milieu
Begin 2011 is er een nieuwe adviseur Veiligheid en Milieu aangesteld. Dit heeft geleid tot
een aantal initiatieven op beide gebieden. Zo is een start met het inventariseren en
actualiseren van de calamiteitenplannen, de BHV-organisatie is tegen het licht gehouden en
dit zal leiden tot een voorstel om de BHV-organisatie anders te gaan inrichten. Er komt op
iedere afdeling een calamiteitenmap met daarin alle noodzakelijke informatie met
betrekking tot veiligheid. Er is een belboom opgesteld voor calamiteiten. In samenwerking
met de arboadviseur is er een veiligheidsplan voor de GGZ Oost Brabant opgesteld en is de
regiegroep Veiligheid geïnstalleerd. Facility Services wordt hierin vertegenwoordigd door de
manager FS en adviseur Veiligheid en Milieu.
Op het gebied van milieu zijn alle afvalstromen in kaart gebracht en is actie ondernomen
om tot betere scheiding van afvalstromen te komen. Er is een goedgekeurde
milieuvergunning voor Coudewater ontvangen. Naast de afvalstromen zijn ook alle
energiestromen in kaart gebracht. Dit heeft de organisatie inzicht gegeven in waar de
kosten gemaakt worden en waar nu direct opgestuurd kan gaan worden.
Implementatie facilitair management informatie systeem (FMIS)
In 2010 zijn we gestart met de implementatie van FMIS; in 2011 is het systeem voor heel
GGZ Oost Brabant toegankelijk. Alle medewerkers kunnen via de Self Service Portal op
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
73
intranet vragen, suggesties, opmerkingen en klachten doorgeven en storingen melden.
Geautoriseerde medewerkers kunnen via de portal ook zaalreserveringen maken en
aanvragen doen voor bijvoorbeeld klussen voor Techniek en Onderhoud of vergaderservices.
Ook kunnen alle medewerkers de digitale producten - en dienstencatalogus van Facility
Services raadplegen. Diverse afdelingen van FS werken in de Back-office van het FMIS en
zorgen voor de operationele opvolging van de aanvragen en meldingen.
Het Meldpunt FS bewaakt en controleert de goede routering en opvolging van alle zaken die
in het FMIS geregistreerd worden en is tevens het centrale en bereikbare servicepunt van
FS. Het zorgt bovendien voor de rapportages, waarvan de eerste nu worden aangemaakt en
besproken met de afdelingen.
Dommelberaad inkoop
Het Dommelberaad is een bestuurlijk overleg van GGZ Oost Brabant, Reinier van Arkel
Groep, GGz Eindhoven, GGZ Breburg en Novadic-Kentron.
Voor het eerst is er een inkoopactieplan opgesteld dat door alle Raden van Bestuur die
vertegenwoordigd zijn in het Dommelberaad, is ondertekend. Vanuit dit actieplan worden
de werkzaamheden opgepakt om tot verder besparingen te komen die een bijdrage leveren
aan het financieel resultaat. Alle deelnemende instellingen leveren menskracht in de vorm
van penvoerders. GGZ Oost Brabant levert zowel de projectleider (manager FS) als
werkgroepvoorzitter(senior inkoper).
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
74
Optimaliseren van de bedrijfsvoering
Het verder optimaliseren van de bedrijfsvoering heeft ook in 2011 een hoge prioriteit
gekregen. In de begroting 2011 zijn met de directeuren afspraken gemaakt over de
besteding van het budget. Het is moeilijk gebleken om te kunnen voldoen aan de gemaakte
afspraken. Een deel van de kosten is door FS niet te beïnvloeden, daar deze elders binnen
onze organisatie worden gemaakt terwijl het budget bij FS onder is gebracht. Er is
afgesproken dat in 2012 de budgetten van FS worden overgeheveld naar de zorg. Vanaf
medio juni worden alle inkoopopdrachten via FS goedgekeurd. Dit heeft een positieve
invloed gehad op de kostenbeheersing.
In 2011 is in elk kwartaal gerapporteerd aan de Raad van Bestuur over de financiële
gegevens. Gaandeweg het proces is men overgegaan van analyseren naar sturen op de
cijfers. Deze ontwikkeling zet zich de komende jaren verder voort.
Naast de kostenbeheersing is er ook een onderzoek opgestart naar de uitbesteding van de
eigen schoonmaakdienst naar een commerciële onderneming. De resultaten van dit
onderzoek worden begin 2012 afgerond.
Facility Services levert jaarlijks een grote bijdrage aan het financieel resultaat. Ook dit jaar
zijn er weer vele besparingen gerealiseerd. In 2011 zijn een paar grote inkoopprojecten
gelopen, namelijk schoonmaakaanbesteding, medicijnen, Athena, mobiele telefonie,
voeding en verzekeringen. Extra aandacht wordt nu gegeven aan het leveranciers- en
contractmanagement. Gebleken is dat daar voor GGZ Oost Brabant nog winst te behalen
valt.
HR-beleid
In 2011 heeft er een harmonisatie van de facilitaire functies plaatsgevonden. Deze actie
vloeit voort uit de kanteling van de organisatie in 2009. Alle uitvoerende facilitaire functie
is opnieuw beschreven en ingedeeld. Het aantal functies is terug gebracht van 70 naar 27.
De jaargesprekken met de medewerkers vinden beter plaats. 90% van alle medewerkers
hebben een jaargesprek gehad. 78% van de medewerkers hebben een DDG-training gevolgd.
De inzet van derden heeft alleen plaatsgevonden, als dat strikt noodzakelijk was. Dit heeft
geleid tot een daling van inzet derden.
Conform de afspraak met de Raad van Bestuur is strak gestuurd op het aantal vakantie-uren,
meeruren en openstaande uren. Dit heeft geleid tot een forse vermindering van het aantal
uren. In 2012 zal verdere afbouw van de uren noodzakelijk zijn.
4.2.2 Informatiebeleid
Transitiedirecteur ICT
Omdat er de komende jaren veel ontwikkelingen op ons af komen en om de afdeling ICT
verder te professionaliseren werd eind 2010 in opdracht van de Raad van Bestuur de werving
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
75
voor een transitiedirecteur ICT gestart. Deze werving resulteerde per 16 maart 2011 in de
aanstelling van de heer W.C.B. van Berchum voor een periode van twee jaar.
Portfoliomanagement
In 2011 is de stuurgroep ICT opgericht bestaande uit een zorgdirecteur, de directeur
Financiën en Control en de transitiedirecteur ICT. De stuurgroep ICT voert centraal de regie
over de projecten met een ICT-component. Als resultaat van deze centrale regie zien we
dat we meer grip hebben op onze onderhanden projecten en dat deze vaker binnen tijd en
geld worden afgerond.
Eind 2011 is de projectenkalender voor 2012 vastgesteld, afgestemd op beschikbare
middelen in termen van geld en capaciteit. In 2012 zal verdere professionalisering
plaatsvinden.
Projecten 2011
Elektronisch patiëntendossier (EPD)
De functionaliteit die het EPD aan de zorg biedt, draagt bij aan de verbetering van de
kwaliteit van die zorg. Het vastleggen en ontsluiten van behandelgegevens draagt bij aan
een transparantie en aan de kwaliteit van zorg. Na de locaties Oss en Veghel werd in het
vierde kwartaal van 2011 het EPD ook in Boxmeer en Gennep (Land van Cuijk) in gebruik
genomen.
Athena: nieuwe eisen ICT-infrastructuur
Op 28 november 2011 heeft GGZ Oost Brabant een compleet nieuwe infrastructuur in
gebruik genomen. Dit was een van de grootste projecten van de laatste jaren en werd
binnen tijd en geld opgeleverd. De nieuwe infrastructuur biedt een flexibele, schaalbare en
gecentraliseerde ICT-infrastructuur en is afgestemd op de eisen vanuit de organisatie en de
ontwikkelingen die op GGZ Oost Brabant af komen.
Het beheer van de nieuwe infrastructuur is ge-outsourced naar onze partner Ciber B.V. In
2012 zal verder vorm worden gegeven aan de regieorganisatie, de beheerprocessen en
samenwerking met Ciber.
ZorgDomein
Met behulp van de resultaten uit het project ZorgDomein voor locatie Helmond, biedt
GGZ Oost Brabant haar wachtlijstinformatie aan, aan huisartsen en verwijzers die op
ZorgDomein zijn aangesloten. De resultaten van dit project in Helmond zijn dermate
positief, dat besloten is om in 2012 ZorgDomein in projectvorm beschikbaar te gaan stellen
voor alle verwijzers in de rest van het werkgebied van GGZ Oost Brabant.
Elektronisch Voorschrijfsysteem
Eind 2011 is het selectietraject voor een elektronisch voorschrijfsysteem afgerond en is
samen met Inkoop het onderhandelingstraject afgesloten. Begin 2012 zal, na het opleveren
van de benodigde technische faciliteit, een communicatieserver, een start gemaakt worden
met het implementeren van dit systeem. Na het implementeren van dit systeem voldoet
GGZ Oost Brabant aan de wet- en regelgeving die voor zorginstellingen op dit gebied gelden.
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
76
Herstelondersteuningsplan
In opdracht van zorgdirecteur Langdurende GGZ heeft een zorgmanager/projectleider
samen met behandelaars, een medewerker van afdeling ICT en medewerkers van de firma's
VCD en McKesson het geautomatiseerde herstelondersteuningsplan opgeleverd. De software
biedt informatie voor het behandelplan en het zorgproces. HOP is onderdeel van het EPD.
Voor medewerkers die nog geen EPD tot hun beschikking hebben is een portal naar het HOP
gebouwd. De betrokken medewerkers zijn in het gebruik van het HOP geschoold. Andere
zorginstellingen die herstelondersteunend werken, hebben interesse getoond in dit product
van GGZ Oost Brabant.
Telefooncentrales: Midlife Update Telefonie
Op vijf van de zes hoofdlocaties van GGZ Oost Brabant werden de verouderde
telefooncentrales vervangen. Samen met leverancier Zetacom werd zonder
noemenswaardige verstoringen de bestaande functionaliteit een-op-een vervangen.
Daarnaast leveren de investeringen op termijn een beter rendement op als de integratie van
het spraak- en datanetwerk een feit zal zijn geworden.
Mobiele telefonie
Rond mei werd met het oversluiten van het contract voor mobiele telefonie naar T-Mobile
voor de GGZ Oost Brabant een belangrijke kostenbesparing bereikt voor het onderdeel
mobiele telefonie.
4.2.3 Milieubeleid
Milieudoelstellingen GGZ Oost-Brabant
Stichting GGZ Oost Brabant neemt de verantwoordelijkheid voor de impact die uitgeoefend
wordt op het milieu. GGZ Oost Brabant heeft hiertoe een aantal milieudoelstellingen
geformuleerd:
- Het naleven van wettelijke voorschriften (wetgeving, richtlijnen en convenanten).
- Zoveel als mogelijk beperken van de productie van afval.
- Het zoveel als mogelijk beperken van de energiebehoefte.
- Het zoveel als mogelijk beperken van het waterverbruik.
- Het actief registreren en meten van emissies (afval en energie).
- Opstellen van interne procedures en richtlijnen met betrekking tot milieu.
De zorg voor mensen veroorzaakt milieubelasting. Er komen emissies vrij als gevolg van
energieverbruik, afvalstromen en emissies naar milieucompartimenten.
De GGZ Oost Brabant is duidelijk op weg om over een milieuzorgsysteem te beschikken.
Echter er zijn nog diverse zaken die verbeterd kunnen worden en/of dienen te worden
opgepakt.
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
77
Vergunningen
De GGZ Oost Brabant heeft vergunningen voor de volgende wet- en regelgeving:
- Omgevingsvergunning (Wet milieubeheer, meldingen Activiteitenbesluit).
- Waterwet vergunningen.
- Gebruiksvergunningen
GGZ Oost Brabant heeft voor de verschillende locaties verschillende vergunningsituaties.
Momenteel is er één omgevingsvergunningplichtige locatie. Alle overige locaties vallen
onder het Activiteitenbesluit als type A- of type B-inrichting, en hiervoor zijn meldingen
opgesteld en ingediend bij de betreffende gemeenten.
Voor de locatie Coudewater in Rosmalen is in 2011 een nieuwe vergunning verstrekt. De
locatie Huize Padua in Boekel is reeds eerder in beeld gebracht.
Als interne actie neemt GGZ Oost Brabant zelf in 2012 het initiatief om de vergunde situatie
van de locaties Coudewater en Huize Padua goed in beeld te brengen en zal indien nodig
nieuwe meldingen indienen bij het bevoegde gezag.
Een groot aantal van de overige locaties zijn zogenaamde type A-inrichtingen. Deze locaties
zijn niet vergunning- of meldingsplichtig. Over het algemeen zijn dit zorglocaties waar
cliënten (begeleid) wonen.
Periodieke inspecties
Eind 2011 heeft er in samenwerking met de gemeente ‘s-Hertogenbosch een inventarisatie
plaatsgevonden ten aanzien van de nieuwe milieuvergunning en verplichtingen die hieruit
voortvloeiden. Vanuit dit overleg zijn afspraken gemaakt, hoe de GGZ Oost Brabant dit gaat
oppakken.
Energieverbruik
Sinds 2010 registreert de GGZ Oost Brabant energie in een Excel-spreadsheet. Men is een
nieuw registratiesysteem (Planon) aan het ontwikkelen waarin ook energie gearchiveerd zal
worden. Via deze spreadsheet is het mogelijk gedetailleerde gegevens over het verbruik van
de diverse locaties te registreren. Te denken valt aan: hoeveelheden, tijdstippen,
kostensplitsing (hoog- en laagverbruik, BTW, huur, transport etc.). In 2010 en 2011 is gestart
met een verbeterslag voor de registratie van het energieverbruik en energiekosten.
Verwacht wordt dat deze verbeterslag in 2012 afgerond kan worden zodat een actueel
overzicht gegenereerd kan worden dat voor eenieder eenvoudig te actualiseren is, en
bijsturen op verbruik mogelijk is.
De locaties Veghel en Oss zijn volledig aangesloten op groene stroom.
Jaar Maatregel Gradatie Stand van zaken
31 januari 2012
2011 Nader uitwerken en monitoren
verbruik hulpstoffen als gasolie, lpg
en propaan
Zeker Start eerste kwartaal
2012
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
78
2011 Herziening huidige afvalinzameling
GGZ Oost Brabant-breed
Zeker Reeds opgestart
2012 Milieubeleidsverklaring opstellen Zeker Start medio 2012
2012 Maandelijks verbruikcijfers alle
locaties GGZ Oost Brabantverzamelen
Zeker Reeds gestart
2012 Maandelijks Inzicht geven over
verbruik aan management
Zeker Februari 2012
2012 Tussenmeters in kaart brengen en/of
planning maken over het plaatsen van
tussenmeters op alle panden op de
terreinen Coudewater en Huize Padua
Start medio 2012
2012 Monitoring systeem Planon inrichten Zeker Start medio 2012
2012 Starten met voorlichting medewerkers
en cliënten over afval
Zeker Start derde kwartaal
2012
2012 Starten met voorlichting aan
medewerkers en cliënten over
energieverbruik
Zeker Start derde kwartaal
2012
2012 Binnen het Centraal Magazijn starten
met krimp olie en seal plastic apart
inzamelen en afvoeren
Zeker Start eerste kwartaal
2012
4.2.4 Vastgoedbeleid
Ontwikkelingen zorgvastgoed
Vastgoed is van groot belang voor zorginstellingen.
Tot 2009 was er een bouwregime met een vergunningsprocedure. Zorgaanbieders liepen
geen risico over de kosten van hun vastgoed. Nadat zij hun bouwplannen ter goedkeuring
hadden voorgelegd aan de overheid, kregen zij alle kosten die daarmee samenhingen
vergoed. Ook als niet alle capaciteit werd benut/‘bewoond’.
Met ingang van 2009 is dat bouwregime afgeschaft. In de komende jaren wordt gefaseerd de
Normatieve Huisvestingscomponent (NHC) ingevoerd waarbij de vergoeding voor de
huisvestingskosten integraal onderdeel is voor de vergoedingen die de zorgaanbieders
ontvangen voor de geleverde productie. Voor de NHC is een ingroeitraject van 2012 tot
2018. Het overgangsregime van de introductie van normatieve bekostiging van
kapitaallasten zorgt ervoor(door geleidelijke vervanging van risicoloze nacalculatie door
volledige ZZP-gerelateerde, risicovolle bekostiging van huisvestingslasten) dat instellingen
eigen verantwoordelijkheid gaan dragen voor hun vastgoed. Leegstand van zorggebouwen
wordt met ingang van 2012 gaandeweg steeds minder vergoed.
Daarnaast wordt ook de ggz geconfronteerd met de bezuinigingen van het Rijk op de
beschikbare middelen voor de zorg. Onder meer zal via de weg van de geleidelijkheid het
scheiden van wonen en zorg over de hele linie, ook voor de hogere ZZP’s, worden
doorgevoerd. De middelen voor zorg èn de huisvesting volgen als het ware de cliënt. Als
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
79
onvoldoende tegemoet wordt gekomen aan de wens van de potentiële cliënt, niet alleen als
het gaat om de zorgverlening zelf, maar ook als het gaat om de huisvesting die kan worden
geboden, moet de zorginstelling rekening houden met leegstand.
Vermindering in gebruik zijnde m²
De noodzakelijke vernieuwing en verbetering van het zorgvastgoed gaat haast per definitie
gepaard met hogere huisvestingskosten. Voorspelbaar is daarom dat in de komende jaren de
huisvestingskosten zullen stijgen. Daardoor en door de wijzigingen in de bekostiging gaan
zonder ingrepen de kosten van leegstand, onderbezetting en te duur vastgoed ten koste van
de zorg.
Deze ontwikkelingen dwingen tot scherpe maatregelen om tot besparingen te komen op de
indirecte kosten. Tegen de achtergrond van het voorgaande heeft de Raad van Bestuur
besloten tot een verlaging van de huisvestingskosten via een reductie van het de in gebruik
zijnde m² met 25%. De taakstelling is generiek voor de hele organisatie. De taakstelling
moet uiterlijk 31-12-2014 gerealiseerd zijn.
In 2011 is een nulmeting gedaan naar de verdeling van de m² over de gebruikers. De
afdeling Vastgoed heeft een financiële onderbouwing gemaakt door middel van een analyse
per vastgoedobject, dat inzicht moet geven in onder meer vastgoedgerelateerde
opbrengsten en kosten, bezettingsgraden, bedrijfswaarde en besparingspotentieel. Mede op
basis van deze objectanalyse wordt richting gegeven aan de invulling van de m² reductie.
Tevens kan op basis van deze analyse een onderbouwde schatting worden gemaakt van het
besparingspotentieel voor de komende jaren.
De objectenanalyse kan, in combinatie met de zorgvisie die op dit moment wordt
geformuleerd, ook dienen als technische onderbouwing voor het nieuwe
langetermijnhuisvestingsplan (LTHP).
Vastgoedsturing
In de maanden oktober en november 2010 is door een expertiseteam onze
vastgoedportefeuille doorgelicht. De situatie die het expertiseteam heeft aangetroffen op
het gebied van vastgoed vraagt om een draadkrachtige aanpak.
Om over executiekracht te beschikken is door het expertiseteam geadviseerd vastgoed
centraal te organiseren onder aansturing van de Raad van Bestuur. Daartoe zijn begin 2011
een aantal acties in gang gezet. Omdat de organisatie over onvoldoende kennis en ervaring op
vastgoedgebied beschikt om dit zelf vorm te geven is in januari 2011 voor bepaalde tijd een
kwartiermaker aangetrokken met de opdracht een nieuwe vastgoedorganisatie in te richten.
Ook is in april 2011 de organisatie verstrekt met de expertise van een projectmanager
vastgoed en wordt sinds begin 2011 op afroep de kennis van een bouwadviseur ingehuurd.
Voor de financiële dekking voor het aantrekken van deze expertise is in de begroting 2011
incidenteel geld vrijgemaakt. Het gezegde “de kosten gaan voor de baat uit” is hier zonder
meer van toepassing. Sinds de start begin 2011 heeft de investering zich inmiddels enkele
malen terugverdiend door onder meer gerealiseerde besparingen op investeringen,
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
80
besparingen op exploitatiekosten door de introductie van Het Nieuwe Werken (HNW) en
door actief in te haken op de compensatieregeling voor de invoering van de NHC.
Naar de toekomst moet de inrichting van vastgoed zichzelf rendabel maken.Dit gebeurt
onder meer door een verlaging van de huisvestingskosten. Het voordeel komt ten goede aan
de zorg.
Juridische en fiscale structuur/positionering vastgoedorganisatie
Voor de korte termijn gaat de inrichting van de vastgoedorganisatie uit van de bestaande
juridische structuur. In de verdere toekomst is een herpositionering van het vastgoed en de
vastgoedorganisatie denkbaar in een aparte juridische structuur. Ongeacht welk model
wordt gekozen, eerst zal de basis op orde moeten zijn. Dat traject wordt nu doorlopen.
Regiegroep Vastgoed
De regiegroep Vastgoed is het centrale coördinatiepunt voor alle lopende en nieuwe
projecten en andere ontwikkelingen in en rond de vastgoedportefeuille. De stuurgroepen
van de vastgoedprojecten zijn verplicht hun acties af te stemmen via de regiegroep
Vastgoed. De regiegroep Vastgoed schakelt tussen projecten, stemt ontwikkelingen af en
stuurt vanuit het grotere geheel bij. De regiegroep Vastgoed heeft een vaste, blijvende
positie in de organisatiestructuur rechtstreeks onder de Raad van Bestuur.
De regiegroep Vastgoed is actief sinds maart 2011.
Waarderingsregels
De regels voor waardering van zorgvastgoed zijn met ingang van 2009 aangepast.
Achtergrond van deze aanpassing is de afschaffing van het bouwregime.
Zolang zorgvastgoed onder de nacalculatie valt, gelden de regels van de NZa omtrent
afschrijving en waardering van zorgvastgoed. Zodra deze regels niet meer gelden, wordt
teruggevallen op de algemene bepalingen omtrent waardering zoals deze zijn opgenomen in
het Burgerlijke Wetboek en de Regeling Jaarverslaglegging.
De belangrijkste wijzigingen hebben betrekking op de waardering van activa. Ongeacht of
materiële activa gewaardeerd worden op historische kostprijs of actuele waarde, deze
mogen nooit hoger op de balans staan dan de realiseerbare waarde. De realiseerbare
waarde is de hoogste van de directe opbrengstwaarde en de bedrijfswaarde. Op basis van
deze impairmenttoets wordt een eventueel boekwaardeprobleem zichtbaar. Deze lagere
waarde moet dan in de jaarrekening als verlies worden genomen. De impairmenttoets is
voor de jaarrekening 2011 nog niet aan de orde.
Wel moet met ingang van boekjaar 2011 voor de waardering van de vaste activa worden
aangesloten bijbedrijfseconomische waarderingsgrondslagen. De praktijk heeft aangetoond
dat de afschrijvingstermijn van 50 jaar in de beleidsregel van de NZa,zelfs bij tussentijdse
renovatie, meestal niet realistisch is. Daarom is de vastgoedportefeuille doorgelicht. Waar
nodig zijn de afschrijvingstermijnen aangepast.
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
81
4.3 Algemeen kwaliteitsbeleid
In 2011 is binnen het kwaliteitsbeleid van GGZ Oost Brabant de nadruk gelegd op
onderwerpen uit de directe zorg. Dit heeft zicht vertaald in twee ontwikkelingen:
ontwikkeling van de expertise van de afdeling Kwaliteitszorg en een versterking van de
positie van de eerstegeneeskundige (EG) in de zorggroepen.
De afdeling Kwaliteitszorg heeft haar expertise in 2011 doorontwikkeld en is gekomen tot
twee te onderscheiden specialisaties: kwaliteitsbewaking en kwaliteitsverbetering.
Het veiligheidsbeleid is in 2011 krachtig vormgegeven. Er is een beleidsnotitie vastgesteld
waarvan de jaarplannen in de komende jaren afgeleid zullen worden.
Onderdeel van dit plan is om naast de regiegroep Veiligheid en de sturing van de
programmadirecteur Veiligheid een netwerk van gangmakers veiligheid op afdelingsniveau
op te zetten.
Kwaliteitsbewaking: planning- en controlcyclus (p&c)
Het team Kwaliteitsbewaking houdt zich bezig met het analyseren van de
(prestatie)indicatoren en ondersteunt hiermee de p&c-cyclus van de organisatie. Zij geeft in
haar kwartaalrapportages aan waar de risico's zitten en waar en wat verbeterd dient te
worden.
De adviseurs van het team Kwaliteitsverbetering ondersteunen de zorggroepen bij het
dieper analyseren van ontwikkelingen en bij het verbeteren van de zorgactiviteiten.
Met de andere ondersteunende diensten is de samenwerking in 2011 verder verstevigd. Op
het gebied van de p&c-cyclus vindt er op strategisch, tactisch en operationeel niveau per
kwartaal overleg plaats met de ondersteunende diensten Human Resources en met
Financiën en Control om het p&c-proces te evalueren en bij te stellen.
Kwaliteitsverbetering: verbeteractiviteiten in de zorggroepen
Ook binnen de zorggroepen is de focus op kwaliteitsonderwerpen verder ontwikkeld en zijn
de kwaliteitszorgonderwerpen vast onderdeel geworden van de p&c-cyclus op
zorggroepniveau. De EG hebben zich in 2011 duidelijker gepositioneerd als hoeder van de
kwaliteit van de zorggroepen en hebben de verantwoordelijkheid voor onderwerpen als
dwangtoepassing, veiligheid, cliëntentevredenheid en wachttijden nadrukkelijker op zich
genomen.
De verbeteracties worden ondersteund door de adviseurs van Kwaliteitszorg en richten zich
op lokale kwaliteitsactiviteiten als ook op centrale projecten zoals de invoering van de
zorgpaden, implementatie van het veilig melden van incidenten, dwang en drang,
medicatieveiligheid, en herstelondersteunende zorg.
Projectmatig werken
In het najaar van 2010 hebben Raad van Bestuur en directeuren gekozen voor
professionalisering van projectmanagement. Dit is een traject dat in meerdere jaren
gerealiseerd gaat worden. In 2011 is een eerste stap gezet voor projecten die GGZ Oost
Brabantbreed plaatsvinden. De Raad van Bestuur heeft op advies van directeuren de
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
82
criteria, de procesbeschrijving en een aantal gebruiksvriendelijke documenten voor ggz-
brede projecten vastgesteld, waarna ze beschikbaar zijn gesteld in 2DO4U.
Incidenten in de zorg: commissie Veilig Incidenten Melden
Binnen GGZ Oost Brabant is veel aandacht voor het veilig melden van incidenten.
Het is een van de speerpunten in de kaderbrief, het was het hoofdthema van onze
Andersdag (symposium) in 2011 en er zijn verschillende verbeterprojecten in gang gezet,
zoals het verbeteren van de medicatieveiligheid en implementatie nieuwe werkwijze MIP,
die hieraan veel aandacht besteden. Dit verklaart dat nog steeds een toename is te zien van
het aantal meldingen van incidenten.
In 2011 zijn 2.196 incidenten gemeld. Dat zijn er 347 meer dan in 2010. In de aard van de
incidenten zien we ten opzichte van 2010 een duidelijke stijging bij medicatiefouten en bij
agressie- en valincidenten.
Door middel van een pilot op vier afdelingen worden strategieën ontwikkeld om vallen te
voorkomen. Iedere cliënt wordt op deze afdelingen op valrisico gescreend bij opname en op
ijkmomenten gedurende het verblijf. Met de implementatie van het systeem Veilig Incidenten Melden zullen sleutelfiguren
worden getraind in analyse van incidenten met betrekking tot medicatie, vallen en agressie,
om verbeteringen tot stand te kunnen brengen.
Totaal aantal
incidenten
Medicatie Agressie Overig (*) Val Suïcide
(pogingen)
Incidenten
medewerkers
(prikincident/
bedrijfsongeval)
2011 (1) 2.196 414 803 241 666 51 32
2010 (1) 1.849 277 745 231 539 39 25
(1) Totaal aantal meldingen is lager dan verschillende soorten meldingen opgeteld. Dit omdat bij
meerdere meldingen sprake is van twee of meer soorten incidenten.
(*) Automutilatie, brand, ongeluk, seksuele intimidatie, anders, etc.
In de rapportages van de zorggroepen is terug te zien welke verbeteracties op het gebied van
incidenten ingezet zijn.
Dossiercontrole
In 2011 heeft de interne dossiercontrole zich toegespitst op vier verbeterpunten van het
cliëntendossier.
- Informed consent: Hierbij is een lichte stijging voor het concern, maar de score zit nog
steeds fors onder de norm met 60%. De risico's zitten met name in de KGGZ, LvC en
NAH, die over 2011 onder het gemiddelde scoren.
- Oordeel van de cliënt: Hierbij scoort alleen CPH volgens de norm. Ook hier scoren de
overige zorggroepen fors onder de norm.
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
83
- Actuele medicatielijst: Hierbij zien we een sterke verbetering optreden voor de
aanwezigheid van een actuele medicatielijst. Er is een opwaartse lijn te zien vanaf
kwartaal 2.
- Somatisch onderzoek: Op dit onderdeel is een gevarieerd beeld met LvC en FACT die
erg laag scoren. Voor andere zorggroepen en functies is er verbetering zichtbaar.
Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ)
De inspectie heeft dit jaar drie thematische toezichtbezoeken afgelegd. In verband met
beleidswijzigingen en personele wisselingen bij de Inspectie, heeft er dit jaar geen
jaargesprek plaats gevonden.
In maart 2011 vond er een thematisch toezichtbezoek dwang en drang plaats in de
adolescentenkliniek in Helmond, onderdeel van de zorggroep Kinder en Jeugd GGZ. De
handelswijze en behaalde resultaten gaven de inspecteur voldoende vertrouwen, zodat er
geen vervolgmaatregelen nodig zijn. De bevinding was dat er "geen tot laag risico" aanwezig
was op te lang of te vaak separeren.
In mei 2011 vond er eveneens een thematisch toezichtbezoek plaats naar dwang en drang op
de afdeling Princepeel 1 en 2 in Boekel, onderdeel van de zorggroep Langdurende GGZ. De
bevindingen waren hier dat er sprake was van "een gering tot matig risico" op te lang of te
vaak separeren. Hierna is er een verbeterplan geschreven en uitgevoerd. De voortgang van
dit plan werd enigszins gefrustreerd door de ontstane brand, in het voorjaar van 2011.
In december jl. heeft de inspectie een toezichtbezoek gebracht aan deze afdeling in het
kader van de BOPZ dwangbehandeling. Hierbij is ook de voortgang van het genoemde
verbeterplan aan de orde geweest. De aanwezige inspecteur kon zich vinden in de
geformuleerde doelen en de ondernomen activiteiten.
Tot slot vond er een thematisch toezichtbezoek plaats met als thema medicatieveiligheid.
In fase 1 in juli 2011 heeft GGZ Oost Brabant meegedaan met het digitale onderzoek
(zogenaamde webbased survey) van de inspectie. De scope van dit onderzoek was de beide
terreingebonden voorzieningen, Huize Padua in Boekel en Coudewater in Rosmalen.
Op basis van de resultaten van dit onderzoek heeft er een bezoek plaatsgevonden
(november 2011) aan twee afdelingen op de locatie Coudewater, te weten de afdelingen
De Vonder en Sonnevanck. In verband met het nog af te leggen bezoek aan de centrale
apotheek ZALV in Venray, is er nog geen definitieve rapportage van dit bezoek beschikbaar.
De inspecteur gaf in de mondelinge toelichting aan dat er sprake is van een verhoogd risico.
Hier worden passende maatregelen opgezet.
HKZ-toetsing
Dit jaar zijn er drie toetsende bezoeken geweest in het kader van de HKZ-certificering.
In maart 2011 vond een zogenaamde special surveillance plaats met een beoordeling van de
voortgang van de verbeteringen van de minors (verbeterpunten). Ook werd ook de ‘kritische
leveranciersbeoordeling’ besproken en de ‘vormgeving van het leerhuis’. Deze laatste twee
kwesties waren tijdens het bezoek eind 2010 nog niet volledig afgesloten. Na deze special
surveillance zijn de onderwerpen leveranciersbeoordeling en leerhuis goed bevonden en
gesloten.
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
84
In mei 2011 vond er een reguliere surveillance plaats waarbij de nadruk lag op de voortgang
van de minors en het primaire proces in de Kortdurende GGZ. De belangrijkste bevinding
was dat voor de minor het documentbeheersysteem (2DO4U) onvoldoende vooruitgang was
geboekt. Dit heeft geleid tot een intensief verbeterproject met als resultaat dat deze minor
bij de surveillance van december jl. is gesloten. Hierbij hebben de auditoren vastgesteld
dat het documentbeheer in de GGZ Oost Brabant in voldoende mate is gewaarborgd en
onderdeel uitmaakt van de PDSA-cyclus. Zie ook verderop onder Herimplementatie 2DO4U.
Ook de minors “het vastleggen van 'informed consent' in het cliëntendossier" en de minor
"procedure voor bewaren van cliëntendossier" zijn positief beoordeeld door de auditoren van
Lloyds Certification (LRQA) en daarmee gesloten.
De vierde minor "het sturen van projecten door middel van een projectorganisatie" blijft
door zijn langere doorlooptijd nog open staan.
De focus van de surveillance in december was de voortgang van de minors en het primaire
proces in de zorggroepen Kinder en Jeugd GGZ, Langdurende GGZ en Kortdurende GGZ op
de locatie in Helmond. Hierbij zijn de normen gehanteerd uit het HKZ-certificeringschema
GGZ 2009.
Naast de eerdergenoemde nog openstaande minor (projectorganisatie) zijn er tijdens het
surveillancebezoek twee nieuwe minors/verbeterpunten bij gekomen. Het betreft de
bedrijfshulpverlening (BHV) en het ontbreken van een methode voor prospectieve risico-
inventarisatie op procesniveau.
Bij de gesprekken met de HKZ-auditoren zijn, naast een brede vertegenwoordiging van de
medewerkers uit de betrokken zorggroepen, ook leden van de Cliëntenraad en Familieraad
betrokken.
Interne audits
In januari 2011 werd er een veiligheidsvisitatiebezoek (VVB) uitgevoerd door het Centrum
voor Kwaliteit en Management in de Zorgsector (CKMZ). De resultaten van deze audit geven
weer, dat de GGZ Oost Brabant veiligheid op alle niveaus serieus neemt. Hierbij hanteert
het CKMZ de zes basiselementen van het Veiligheid Management Systeem.
Met het formeren van de stuurgroep en het aanstellen van een programmadirecteur is er
meer samenhang in de veiligheidsthema’s ontstaan. Het besef is aanwezig dat werken aan
veiligheid verbreed moet worden, zowel voor de patiënten als ook voor de medewerkers. Op
basis van de bevindingen uit deze audit is Het Veiligheidsplan 2012 ontwikkeld en
vastgesteld. De hieruit voortvloeiende actiepunten worden geïntegreerd in de jaarplannen
van de zorggroepen, de zorgcircuits en de ondersteunende diensten.
Eind 2011 heeft er een specifieke audit bij het FACT-team in de regio’s Uden/Veghel en
Helmond plaatsgevonden. Het algemene doel van de genoemde audit is te beoordelen of
FACT modelgetrouw wordt uitgevoerd. Beide regio's scoorden een ruime voldoende, met
enkele verbeterpunten. Voor de regio Helmond was de score dermate hoog, dat zij
voorgedragen zouden kunnen worden voor proefcertificaat FACT.
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
85
Eveneens eind 2011 zijn de resultaten bekend geworden van het cliënttevredenheid-
onderzoek inzake de maaltijden. Dit onderzoek wordt tweejaarlijkse uitgevoerd door
Facility Services in Huize Padua te Boekel en Coudewater te Rosmalen.
In vergelijking met twee jaar geleden is een duidelijk verbetering waarneembaar. Alle
maaltijdcomponenten worden beter beoordeeld. Daarnaast zijn de respondenten tevreden
over de maaltijdbeleving. De gemiddelde rapportcijfers voor de broodmaaltijden en de
warme maaltijden zijn gestegen. Twee jaar geleden werd hier respectievelijk een 7,0 en
een 6,5 voor gegeven. De gemiddelde rapportcijfers voor dit jaar zijn voor broodmaaltijden
een 7,2 en voor de warme maaltijden een 7,0.
In 2012 zullen de verschillende audits geïntegreerd worden in een zogenaamde ‘week van de
audit’. Hierin worden de volgende interne audits meegenomen: reguliere interne audits,
veiligheidsvisitatiebezoeken, de audits van de FACT en de ROPI.
Herimplementatie 2DO4U
In augustus 2011 is door de Raad van Bestuur besloten tot herimplementatie van het
documentbeheersysteem, genaamd 2DO4U. Aanleiding hiervoor was de mogelijke
opwaardering naar een Major NonConformity (HKZ-term voor rode kaart) en mogelijk verlies
van het HKZ-certificaat voor het onderdeel documentbeheer.
Doelstelling
De doelstelling van het project Herimplementatie 2DO4U is dat alle medewerkers van de
GGZ Oost Brabant werken met uniforme protocollen, documenten en processen, waardoor
fouten worden voorkomen en gehandeld wordt volgens binnen GGZ Oost Brabant geldende
afspraken.
Het efficiënter inzetten van 2DO4U moet leiden tot permanente HKZ-certificering, een
kwaliteitseis op dit vlak van de Raad van Bestuur. Gegevens met betrekking tot het
zorgproces worden toegankelijker voor de zorgmedewerkers. Hierdoor wordt het zorgproces
transparanter en veiliger voor zowel patiënt als zorgverlener, waardoor de kwaliteit van
zorg verhoogd wordt.
Het resultaat van het project herimplementatie is dat alle documenten zijn gevalideerd op
actualiteit en in een adequate verbetercyclus zijn geplaatst. De gebruikers van 2DO4U zijn
getraind.
In 2012 worden in projectverband de processen gevalideerd en in een verbetercyclus gezet.
Ontwikkeling en implementatie van zorgpaden
Begin 2010 is gestart met het opstellen van zorgpaden en in 2011 heeft dit conform het
projectplan GGZ Oost Brabant een vervolg gekregen. In een zorgpad beschrijven
professionals voor een bepaalde doelgroep van cliënten de opeenvolgende stappen in het
zorgproces voor een cliënt (en zijn familie). In een zorgpad komen de inhoud van zorg,
kwaliteit, logistiek en financiën samen. Het beschrijven van een zorgpad is geen doel op
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
86
zich, maar een instrument om verbeteringen te realiseren op gebied van
behandelresultaten, logistiek en financiën.
Zorgpaden worden opgesteld door de programmaraden: een groep professionals met
expertise op hun vakgebied, vanuit verschillende locaties en disciplines. Bij het opstellen
van de zorgpaden ligt de focus bij ‘state-of-the-art’ zorgverlenen volgens de landelijke
multidisciplinaire richtlijnen. Voorwaarde hierbij is dat de zorg financieel gezond moet zijn.
In 2011 werd het instrument opgeleverd waarmee meerdere varianten van een zorgpad
kunnen worden doorgerekend.
Om het cliëntenperspectief in de zorgpaden te borgen is er een panel van
ervaringsdeskundigen die adviseren bij het opstellen van de zorgpaden.
Eind 2011 zijn het zorgpad Unipolaire depressie en eetstoornissen formeel vastgesteld.
Begin 2012 worden nog eens vijf zorgpaden vastgesteld.
Na het vaststellen van een zorgpad volgt de fase van implementatie van een zorgpad. Dit
betekent dat in de praktijk gewerkt gaat worden zoals beschreven in het zorgpad. Hoe meer
de situatie van het zorgpad afwijkt van de huidige situatie, hoe groter de impact in de
praktijk.
In 2011 is de implementatiestrategie vastgesteld. Per team en per regio komt er een
implementatieteam dat een implementatieplan maakt met concrete doelen en acties die
geheel op maat zijn voor de situatie van dat team in die regio. Eind 2011 was er één
implementatieplan gereed en aan twee andere zorgpaden hadden al een aantal
vervolgstappen gezet. Begin 2012 volgen na het vaststellen van de volgende vijf zorgpaden
de implementatieplannen per regio.
In 2011 is de start gemaakt met de ontwikkeling van een ICT-instrument om via het EPD het
werken door middel van zorgpaden te ondersteunen en monitoren. Het betreft onder meer
een hulpmiddel voor de triage en daarnaast een middel om achteraf te bezien of in de
praktijk wordt geboden wat conform zorgpaden zou moeten. De resultaten van de monitor
(onder meer de afwijkingen van het zorgpad) worden gebruikt als onderwerp van gesprek in
betreffende team.
Routine Outcome Monitoring
GGZ Oost Brabant heeft in 2011 het digitaal meten van de behandelresultaten
geïmplementeerd. Hiertoe is de software ROQUA in gebruik genomen en zijn de
secretariaten en een groot aantal teams geïnstrueerd.
In eerste instantie zijn de generieke instrumenten geïmplementeerd. Voor Volwassenen
Kortdurend is dit de OQ-45, voor Kinderen en Jeugd de SPsy, voor Ouderen de HoNOS 65+,
en voor de FACT-cliënten is de HoNOS het ROM-instrument.
In 2011 was de doelstelling om bij 20% van de nieuwe cliënten een voor- en nameting met
de ROM te doen. Van de 9.518 aanmeldingen was gepland om bij 1.900 de ROM-meting te
doen.
Het resultaat was dat er bij 2.230 cliënten een voormeting is gedaan (23%), maar dat bij de
tweede meting slechts 450 cliënten betrokken waren (5%). Bij de metingen zijn zowel de
papieren als de digitale metingen meegenomen.
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
87
Cliëntenraadpleging
In 2011 hebben we drie verschillende cliënttevredenheidonderzoeken uitgevoerd. De
Consumer Quality (CQ)-index, een verplichte meting voor de prestatie-indicatoren (PI's) van
zichtbare zorg, is eenmalig uitgevoerd, de GGZ-cliëntthermometer wordt structureel
ingezet en een zelf ontwikkeld onderzoek dat eenmaal per twee jaar wordt uitgevoerd.
De CQ-index 2011 is een aandoeningspecifieke meting onder bijna 900 cliënten in de
kortdurende ambulante GGZ. Met een respons van 36% wordt net boven het gewenst niveau
van 35% gescoord. Op een aantal thema's wordt goed gescoord, bijvoorbeeld bejegening en
bereikbaarheid van de behandelaar. Een aantal thema's kan verbeterd worden, zoals
informatie over cliëntenrechten en informatie-uitwisseling tussen behandelaars.
Onderzoek met de cliëntthermometer wordt bij zowel ambulante als klinische patiënten
gedaan. De respons en resultaten variëren per zorggroep. De respons ligt tussen 14% en 74%
en het rapportcijfer tussen 5,6 en 8,1.
Het verbeteren van de respons blijft ook in 2012 een aandachtspunt.
Voor onze klinische NAH- en MPP-patiënten heeft GGZ Oost Brabant een vragenlijst
ontwikkeld die in 2011 voor het eerst is gebruikt. De vragenlijst wordt in een interview
afgenomen bij een deel van de doelgroep (steekproef).
Het gemiddelde rapportcijfer dat voor de afdeling is gegeven is 7,1 bij MPP en 7,2 bij NAH.
Voor het dagprogramma wordt met scores van 6,9 (MPP) en 6,9 (NAH) iets lager gescoord.
4.4 Kwaliteitsbeleid ten aanzien van patiënten/cliënten
Afbouw separaties
In 2009 heeft GGZ Oost Brabant zichzelf tot doel gesteld om in 2012 65% van de
conventionele separeercellen gesloten te hebben en alleen in uiterste gevallen nog te
werken met eenzame opsluiting in de zogenoemde high care units. GGZ Oost Brabant
realiseert zich dat separeren geen therapeutisch effect heeft en dat het een maatregel is die
met name wordt ingezet om veiligheid te creëren voor cliënten en/of personeel. Zij is ervan
overtuigd dat dwang en drang effectief verminderd worden door samenhangende,
geïntegreerde en herstelgeoriënteerde ‘community based’-zorg te bieden.
Inmiddels hebben 21 afdelingen deelgenomen aan het project Drang naar minder dwang. Het
aantal separaties is in 2011 ten opzichte van 2008 (nulmeting) met 70% gedaald, de totale
separeerduur daalde met 64%.
Met dit resultaat sluiten wij de afdelingsgebonden verbetertrajecten af per 1 april 2012.
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
88
GGZ Oost Brabant neemt deel aan het zuidelijk netwerk, een samenwerkingsverband van vijf
ggz-instellingen en het VU-MC. Binnen dit netwerk wordt kennis gedeeld en verspreid om
gezamenlijk tot richtlijnen te komen voor high care zorg.
De ontwikkeling van high care zorg heeft in 2011 geleid tot globale beeldvorming.
Binnen de GGZ Oost Brabant beginnen zich langzaamaan de contouren te ontwikkelen ten
aanzien van high care zorg. Dit begrip verengt zich niet tot enkel de vormgeving van high
care units, maar zal zich breder vertalen in een zorgconcept waarbij de opschaling van zorg
en reflectieniveau de belangrijkste uitgangspunten zijn. Bij opschaling van zorg denken we
aan het inzetten van extra personeel, inzetten van alternatieven en in uiterste nood het
overplaatsen van een cliënt naar een high care unit. Bij opschaling van reflectieniveau
denken we aan het inzetten van consultatieve interventies. High care zorg zal zowel in
klinische- als ambulante vorm aangeboden worden.
De invoering van high care zorg hangt nauw samen met de sluiting van separeercellen binnen
de GGZ Oost Brabant. In 2010 is een notitie geschreven waarin staat op welke plekken high
care units ingericht zullen worden.
In 2011 is het masterplan verbouw en sluiting separeercellen tot stand gekomen. Dit plan
beoogt om eind 2012 het aantal afdelingen met separatiemogelijkheden binnen GGZ Oost
Brabant tot drie te beperken. Op deze plaatsen voldoen de voorzieningen aan de huidige
wensen ten aanzien van humane dwang.
In 2011 heeft dit geresulteerd in concrete verbouwplannen en de vergunningen daarvoor. In
2012 zal de daadwerkelijke verbouwing plaatsvinden en zal tot sluiting van de overige
separeercellen worden overgegaan.
Vanaf 2008 worden de toegepaste separaties geregistreerd in Argus:
Aantal 2008 2009 2010 2011
Aantal beschikbare separeerruimtes 18 15 15 13
Totaal aantal separaties 618 1.296 635 183
Aantal separaties op eigen verzoek 108 1.003 373 36
Aantal cliënten 111 91 51 40
Totaal aantal uren separatie 12.334,9 9.858,1 6.729,7 4.385,7
Gemiddeld aantal uren per separatie 20 7,6 10,6 24
In 2009 en 2010 werd één cliënt veelvuldig voor korte momenten op eigen verzoek
gesepareerd. Eind 2010 werd deze cliënt overgeplaatst naar een afdeling met
appartementen, waarin cliënten met zeer complexe problematiek (kleine groep cliënten
binnen langdurig verblijf) prikkelarm verpleegd worden in een (zo nodig) gesloten
appartement. Sindsdien is deze cliënt niet meer gesepareerd geweest.
De projectleiding en de afdelingen die participeren in het project laten zien dat wat
onmogelijk leek, mogelijk blijkt te zijn als professionals en management echt anders naar de
zorgverlening en ieders rol hierbinnen kijkt. Er zijn goede resultaten bereikt, niet alleen in
het terugdringen van het aantal en de duur van de separaties, maar vooral in
cultuurverandering rond het item ‘dwang en drang’. Dat is gelukt dankzij gerichte scholing,
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
89
het aanleren van andere methodieken, het inschakelen van ervaringsdeskundigen, gerichte
interne campagnes en studiedagen.
De eerstegeneeskundige
De eerstegeneeskundige (EG) vervult gemandateerde taken van de geneesheer-directeur in
het kader van de Wet BOPZ. Daarnaast verricht hij taken op het gebied van de kwaliteit van
de zorg, vastgelegd in de taakstelling EG. Eens per maandis er een overleg tussen alle EG
met de geneesheer-directeur (de voorzitter van de Raad van Bestuur).
In 2010 is de EG nadrukkelijk gepositioneerd als verantwoordelijke op het gebied van
kwaliteit van zorg. Hierin vervult hij/zij taken van kwaliteitsbewaking aan de hand van
indicatoren, zoals registratie van dwanghandelingen, incidenten in de zorg (bijvoorbeeld
medicatiefouten, val- en agressie-incidenten) en cliënttevredenheid. Ondersteund door de
adviseur van Kwaliteitszorg worden de registraties geanalyseerd en worden verbeteringen
voorgesteld.
Er zijn vijf psychiaters die de positie van EG uitoefenen voor de volgende regio’s:
- Helmond.
- Oss.
- Uden/Veghel.
- Land van Cuijk en Noord Limburg.
- Centra voor Psychisch Herstel in Rosmalen en Wijchen.
- De terreinen Coudewater en Huize Padua.
Sinds 2010 adviseren deze vijf EG ook ieder een zorggroep over kwaliteit en zorginhoud:
- Kinder en Jeugd GGZ.
- Kortdurende GGZ.
- Langdurende GGZ.
- Centra voor Psychisch Herstel.
- GGZ Land van Cuijk- en Noord-Limburg.
De EG werken dus primair decentraal, gebonden aan een regio en een zorggroep, maar
oefenen daarnaast collectief centrale taken uit door gezamenlijk te adviseren aan de Raad
van Bestuur en deel te nemen aan commissies en projecten op het gebied van kwaliteit en
zorginhoud.
Vanuit het overleg EG vervult een van de EG de functie van ‘linking pin’ voor
kwaliteitscommissies als de commissie Meldingen Incidenten Patiënten, de
Geneesmiddelencommissie en de commissie Middelen en Maatregelen. Ook nemen de EG
deel aan GGZ Oost Brabantbrede projecten.
De volgende onderwerpen zijn in 2011 door de EG besproken:
- de rapportages van suïcides,
- andere calamiteiten waarover melding is gedaan bij de Inspectie voor de
Gezondheidszorg (IGZ) of de arbeidsinspectie,
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
90
- bezoeken van de IGZ,
- rapportages en meldingen naar de IGZ op het gebied van de Wet BOPZ,
- rapportages van de IGZ om tot vastgelegde actieplannen te komen en tot borging van
behaalde resultaten,
- prestatie-indicatoren in de ggz, voor wat betreft de behandeling,
- somatische zorg in de psychiatrie,
- klachten die ggz-breed van belang zijn,
- voortgang van commissies en projecten;
- middelenmisbruik en schizofrenie;
- de notitie Rol en positie van de EG, waarin de EG sterker in positie worden gebracht.
De EG vervullen ook de functie van suïcidecommissie en calamiteitencommissie.
De suïcide-/calamiteitencommissie bespreekt alle meldingen van suïcides en calamiteiten
die aan de Inspectie voor de Gezondheidszorg worden gedaan. In de suïcide-/calamiteiten-
commissie wordt getoetst of de rapportage voldoende is en of de conclusies en
aanbevelingen en leerpunten naar aanleiding van deze aanbevelingen, op elkaar aansluiten
en voldoende helder zijn.
4.4.1 Klachten
Het beleid van GGZ Oost Brabant is erop gericht klachten waar mogelijk bij de bron te
bespreken en in de lijn af te handelen, waarbij de cliënt of diens vertegenwoordiger zich
altijd nog kan wenden tot de klachtencommissie. Deze commissie bestaat uit twaalf leden
en twee plaatsvervangende leden. Er is gestreefd naar maximale onafhankelijkheid.
Conform de wet is een extern persoon als voorzitter aangesteld. De psychiater en de
secretaris van de commissie zijn werkzaam bij de Reinier van Arkel Groep. De
vertegenwoordiging vanuit de cliëntenraad en de verpleegkundige zijn verbonden aan GGZ
Oost Brabant. Voor de werkzaamheden van de commissie is een reglement vastgesteld.
Overzicht behandelde klachten in 2011 en voorgaande jaren
Aantal 2011 2010 2009 2008 2007 2006
Klaagschriften ingediend * 22 25 24 12 13 28
Klaagschriften intern opgelost of ingetrokken 6 10 4 3 2 7
Klaagschriften niet ontvankelijk verklaard 3 1 3 2 5 4
Klaagschriften behandeld 13 15 15 6 7 14
Klaagschriften aangehouden 0 1 2 1 0 3
Aantal klachten ingediend 39 40 26 14 12 26
In behandeling genomen klachten 29 28 15 6 6 12
Klachten gegrond verklaard 7 8 8 5 9 7
Klachten ongegrond verklaard 22 20 19 8 7 5
Aanbevelingen aan de Raad van Bestuur 0 3 3 2 2 1
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
91
* Een klaagschrift kan meerdere klachten bevatten. Het aantal klachten is dus groter dan het
aantal klaagschriften dat door de klachtencommissie werd behandeld.
Twee klaagschriften uit 2010 zijn in 2011 behandeld dan wel afgehandeld.
Evaluatie klachten klachtencommissie 2011
Het aantal klaagschriften in 2011 bedroeg 22; dit is een lichte daling ten opzichte van 2010
waar 25 klachten ontvangen werden. Van de 22 klaagschriften zijn er acht ingediend door de
partner of familie van de cliënt.
Kijkend naar de zorggroepen en circuits van GGZ Oost Brabant dan zijn de 22 klaagschriften als
volgt te verdelen:
- Langdurende GGZ 4 klaagschriften;
- Kortdurende GGZ Oss-Uden-Veghel 4 klaagschriften;
- Kortdurende GGZ Helmond 7 klaagschriften;
- Centra voor Psychisch Herstel 1 klaagschrift;
- GGZ Land van Cuijk en Noord-Limburg 3 klaagschriften;
- Kinder en Jeugd GGZ 2 klaagschriften;
- Circuit Niet-aangeboren hersenletsel 1 klaagschrift.
Opvallend is dat daar waar de klachtencommissie de afgelopen drie jaren geen BOPZ-klachten
behandeld heeft, maar alleen klachten conform de Wet Klachtrecht, in 2011 sprake was van
vier BOPZ-klaagschriften (met zes klachten, waarvan de klachtencommissie er één gegrond en
vijf ongegrond geoordeeld heeft).
Waar in de jaren 2009 en 2010 voornamelijk geklaagd werd over het behandelbeleid dat door
de medewerkers uitgevoerd werd, werd in 2011 behalve over het behandelbeleid ook vaker
geklaagd over de bejegening van cliënten door medewerkers.
Evaluatie klachten in de lijn
Ook inde zorggroepen en circuits van GGZ Oost Brabant zijn klachten behandeld. Het gaat in
totaal om 48 klaagschriften als volgt te verdelen:
- Langdurende GGZ 18 klaagschriften (van één cliënt);
- Kortdurende GGZ Oss-Uden-Veghel 10 klaagschriften;
- Kortdurende GGZ Helmond 13 klaagschriften;
- Centra voor Psychisch Herstel 1 klaagschrift;
- GGZ Land van Cuijk en Noord-Limburg 1 klaagschrift;
- Kinder en Jeugd GGZ 4 klaagschriften;
- Circuit Autismespectrum stoornissen 1 klaagschrift;
Daarnaast hebben 25 cliënten geklaagd over de eigen bijdrage.
4.4.2 Toegankelijkheid
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
92
In enkele zorggroepen of zorgcircuits nemen de wachttijden en het aantal wachtenden op de
peilmomenten af. Dit is voor de cliënt een goede zaak, omdat hij/zij snel in behandeling kan.
Maar er is ook een trend van afname van het aantal aanmeldingen te zien.
In het vierde kwartaal (Q4) van 2011 waren de wachtlijsten geschoond op basis van landelijke
definities. Dit kan een verklaring zijn waarom de aantallen wachtenden afnemen.
De wachtlijsten worden sinds medio december 2012 wekelijks gemonitord.
In 2009 waren er 11.107 aanmeldingen voor GGZ Oost Brabant. In 2010 10.705, in 2011 9.673,
waarbij de tendens binnen 2011 dalend is van Q1 naar Q3. Q4 laat weer een lichte stijging zien
ten opzichte vanQ3. De periode van Q3 laat jaarlijks een daling zien door de
zomervakantieperiode.
De afname van het aantal aanmeldingen in combinatie met de afname van het aantal
wachtenden betekent een risico op overcapaciteit. Overigens voldoet de GGZ Oost Brabant nog
niet aan de Treek-normen rondom wachttijden.
4.4.3 Veiligheid
In 2011 is het onderwerp veiligheid hoog op de agenda geplaatst van GGZ Oost Brabant.
Het veiligheidsbeleid GGZ Oost Brabant Veilige zorg, een zorg voor jou en mij is in april
vastgesteld voor de komende drie jaar. Ook is er begin 2011 een veiligheidsvisitatiebezoek
(VVB) uitgevoerd om adviezen te krijgen hoe de veiligheid van cliënt en medewerkers op alle
gebieden verder te verbeteren.
Het algemene beeld is dat GGZ Oost Brabant veiligheid op alle niveaus serieus neemt. Een
begin is gemaakt met belangrijke elementen van veiligheid, bijvoorbeeld de cultuur om
incidenten te melden en daarvan te leren, het vastleggen van het veiligheidsbeleid, continu
verbeteren en betrekken van patiënten bij veiligheid. Met het instellen van de regiegroep
Veiligheid en een programmadirecteur wordt gewerkt aan samenhang in de veiligheidsthema’s.
Op basis van onder meer de resultaten uit het VVB heeft de Raad van bestuur voor 2011 en
2012 een speerpunt vastgesteld: Creëren van een veilige cultuur voor onze cliënten en
medewerkers. We streven naar een cultuur waarin medewerkers en cliënten in alle openheid
over veiligheid en risico’s kunnen praten, waarin we leren van incidenten en continu
verbeteren.
De 'Andersdag 2011', een intern congres voor medewerkers met lezingen en workshops, had als
thema Veiligheid.
Op basis van het veiligheidsbeleid GGZ Oost Brabant, de adviezen uit het VVB en de externe
eisen die worden gesteld is er een veiligheidsplan 2012 opgesteld met alle doelen en concrete
acties op het brede gebied van veiligheid.
Technische infrastructuur
In 2011 is fase 1 van het project Vervanging van de technische infrastructuur uitgevoerd,
volgens de eisen vanuit de NEN7510 (code voor informatiebeveiliging in de Gezondheidszorg).
Dit komt onder andere de beschikbaarheid, betrouwbaarheid, veiligheid en controleerbaarheid
van de ICT-dienstverlening ten goede.
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
93
Datacenter
Het technisch design voorziet in twee datacenters waar alle technische ICT-apparatuur wordt
geplaatst. Er is gekozen om de ‘housing’ van het datacenter bij een gespecialiseerde
organisatie onder te brengen. De keuze van co-loceren is genomen uit oogpunt om de
continuïteit (uitwijk) van de ICT-dienstverlening en veiligheid te verhogen.
Datacenter 1 is sinds de oplevering van fase1 op 28 november 2011 operationeel. Fase 2 is
lopende en zal begin tweede kwartaal 2012 gereed zijn.
Audit
In opdracht van de Information Security Officer heeft in 2011 een audit plaatsgevonden op de
ICT-beveiliging van de externe technische infrastructuur door de firma Madison & Gurkha.
Gedragscode
De Gedragscode gebruik ICT-middelen is in 2011 uitgebreid met een paragraaf richtlijnen voor
het gebruik van social media. Uitgebreide communicatie heeft plaatsgevonden naar alle
medewerkers van GGZ Oost Brabant.
Informatiebeveiligingsbeleid en -plan
In 2011 is hard gewerkt aan een informatiebeveiligingsbeleid en implementatieplan op basis
van de NEN7510 met maatregelen. Deze zullen in 2012 verder geconcretiseerd worden.
4.4.4 Suïcides
Jaarlijks maken in Nederland gemiddeld 1.500 mensen (1.000 mannen en 500 vrouwen) een eind
aan hun leven. In 2007 was dit cijfer lager, namelijk 1.353. Dat zijn 9,3 zelfdodingen per
100.000 inwoners. Omgerekend naar de regio Oost-Brabant met ruim 600.000 inwoners betekent
dat op basis van de inwoneraantallen er jaarlijks ongeveer 56 zelfdodingen in het
verzorgingsgebied van GGZ Oost Brabant plaatsvinden.
Cijfers over suïcide zijn alleen relevant wanneer ze worden afgezet tegen het totaal aantal
suïcides in de regio. Deze cijfers zijn moeizaam te verkrijgen.
Ondanks het feit dat ons suïcidepreventiebeleid de alertheid verhoogt en maatregelen rond
overgangssituaties extra benadrukt en ook daadwerkelijk worden toegepast, zien we toch
geregeld een suïcide in een overgang van setting, hulpverlener of eigen leefsituatie.
Voor 2012 zijn in-companytrainingen vastgelegd met professor Kerkhof, deskundige op dit
terrein.
In 2011 hebben de eerstegeneeskundigen (EG) van de GGZ Oost Brabant 19 suïcides gemeld bij
de Raad van Bestuur en de Inspectie voor de Gezondheidszorg, waarvan:
- GGZ Land van Cuijk en Noord-Limburg 3
- Langdurende GGZ 1
- Kortdurende GGZ locatie Helmond 9
- Kortdurende GGZ locatie Oss 3
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
94
- Kortdurende GGZ, locatie Veghel 2
- Centra voor Psychisch Herstel 1
Van deze 19 suïcides ging het zeven keer om een klinisch opgenomen cliënt; de overige twaalf
keer betrof het ambulante cliënten.
In vergelijking met 2010 is het aantal suïcides in 2011 afgenomen met drie.
Maandelijks is er een overleg van de suïcidecommissie, bestaande uit de geneesheer-directeur
en de EG. In dat overleg worden alle suïcide(rapportages) besproken en geëvalueerd. Eventuele
verbeterpunten worden doorgevoerd in de organisatie. Tot aan de nieuwe meldingprocedure
zijn alle suïciderapportages aan de inspectie aangeboden. Vanaf 1 mei 2011 is een nieuwe
meldingprocedure van kracht. Vanaf die datum zijn alleen rapportages aangeboden van
suïcides of ernstige suïcidepogingen door cliënten die gedwongen opgenomen zijn en/of bij
vrijheidsbeperkende maatregelen toegepast zijn. Ook bij cliënten waarbij de zorg ernstig
tekortkomingen kent.
Bij de meldingen aan de inspectie is in geen van de gevallen aanleiding geweest tot nader
onderzoek door de inspectie.
Op het gebied van suïcide(preventie) zijn de volgende documenten via 2DO4U voor de
medewerkers van de GGZ Oost Brabant beschikbaar:
- Suïcidepreventieplan.
- Poging tentamen suïcide.
- Suïcide cliënten buiten de instelling.
- Suïcide.
4.5 Kwaliteit ten aanzien van medewerkers
4.5.1 Personeelsbeleid
Personeelsbeleid is het beleid dat betrekking heeft op het personeel, zoals het functioneren,
de inzetbaarheid, de loopbaan, werving en selectie etc. Medewerkers zijn het menselijk
kapitaal van onze organisatie. De wijze waarop dat kapitaal wordt aangesproken, gemotiveerd
en ingezet, en hoe de medewerkers uiteindelijk presteren, bepaalt het succes van een
organisatie. Personeelsbeleid behelst de afstemming van de competenties van de medewerkers
met de strategische organisatiedoelen uit het strategisch ondernemingsplan. De afdeling HR
ondersteunt en adviseert het management op het gebied van instroom, doorstroom en
uitstroom en sociaal beleid en voert de daarmee samenhangende (administratieve) processen
uit. Ook ontwikkelt de afdeling beleid en regelingen, en adviseert en ondersteunt hij bij het
implementeren en uitvoeren van dit personeelsbeleid.
In het afgelopen jaar is voortgebouwd op de gemaakte start in 2010 met het formuleren van
het strategisch HR-beleid voor de komende jaren. Er is een start gemaakt met het vormgeven
van de strategische personeelsplanning voor de komende 5, 10 tot 15 jaar. In combinatie met
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
95
de uitwerking van het meerjarenbeleidplan voor de organisatie als geheel, moet dit leiden tot
definitieve invulling van het strategisch HR-beleid.
Verloop personeel* Aantal
personeelsleden Aantal fte
Instroom personeel in loondienst (totaal) 2011 198 87,08
Uitstroom personeel in loondienst (totaal) 2011 201 134,99
* Personeel in loondienst exclusief de inzet van oproepkrachten, bpv’ers, exclusief stagiaires,
uitzendkrachten en pnil’ers. De daadwerkelijke inzet van oproepkrachten is niet terug te zien in
deze gegevens.
** Gehanteerde criteria: van een bepaaldetijdcontract naar een onbepaaldetijdcontract is geen
instroom, van een afroepcontract naar een (on)bepaaldetijdcontract is wel instroom, van een
bepaaldetijdcontract naar een afroepcontract is geen instroom, 1e contract afroepcontract wel
instroom, urenuitbreiding is geen instroom.
Vacaturebeleid
Eind 2010 is een strenger beleid voor het stellen van vacatures van kracht geworden. Dit
strenger beleid was ingesteld om het formatiebeheer te verbeteren en budgettair te beheersen
vanwege ervaringen met tekorten op de exploitatiebegroting in voorgaande jaren. In het najaar
van 2011 is dit strengere beleid uitgebreid naar urenuitbreidingen en het verlengen van
tijdelijke dienstverbanden. Ook is bepaald dat vacatures voor bepaalde tijd ingevuld worden,
tenzij de Raad van Bestuur anders beslist. Hiermee is ondermeer vooruitgelopen op de
bezuinigingen in de ggz die de organisatie in 2012 gaan raken.
Vacatures* Totaal aantal vacatures
per 31-12-2011
Aantal moeilijk vervulbare
vacatures per 31-12-2011
Totaal personeel 9 5
Personeel met patiënt-cq
cliëntgebonden functies 7 5**
* Inclusief oproepkrachten, exclusief uitzendkrachten en stagiaires.
** Betrof de functies: psychiater, AIOS, programmaleider/gz-psycholoog.
Mobiliteitsbeleid
In 2011 zijn in totaal 26 medewerkers mobiliteitskandidaat geweest, waarvan 11 leerlingen die
diplomeerden. Uiteindelijk zijn 13 medewerkers intern herplaatst en wordt voor 13
medewerkers nog gezocht naar een structurele herplaatsing. Met de situatie dat er weinig
interne vacatures beschikbaar zijn, staat structurele herplaatsing onder druk. De
mobiliteitskandidaten kwamen uit de volgende functies voort:
- verpleegkundigen/medewerkers groepsbegeleiding/sociotherapeut;
- gz-psycholoog/psychotherapeut/psychiater;
- manager/leidinggevenden;
- secretaresse.
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
96
Naast de zogenaamde verplichte herplaatsingen/mobiliteit hebben zich in 2011 in totaal 20
medewerkers aangemeld voor vrijwillige mobiliteit. Samen met de mobiliteitsadviseur is
gekeken naar hoe invulling aan deze vorm van mobiliteit gegeven kon worden. Bij het bekijken
van de interne mogelijkheden, werd ook hier tegen de situatie aangelopen dat er weinig
interne vacatures zijn en daarmee de interne doorstroming beperkt is.
Jaargesprekken
In 2011 is hard gewerkt aan het verbeteren van het voeren van het aantal jaargesprekken en de
kwaliteit van de jaargesprekken. Dit heeft ertoe geleid dat het aantal gevoerde jaargesprekken
in 2011 is verdubbeld ten opzichte van 2010 en 84% van de medewerkers in 2011 een
jaargesprek heeft gehad. Eind 2011 is gestart met het evalueren van de jaargesprekken waarbij
dit tot een inhoudelijke verbetering van de jaargesprekken moet leiden.
Klachtencommissie medewerkers
Werkwijze
De commissie heeft met betrekking tot ingediende klachten een onderzoekende, bemiddelende
en adviserende taak. De commissie past hoor en wederhoor toe zoals is vastgelegd in het
reglement. Per klacht wordt door de ambtelijke secretaris uit de leden een kleine afvaardiging
samengesteld van vier personen, waarin in ieder geval de voorzitter en de ambtelijk secretaris
zitting hebben. De commissie komt in ieder geval minimaal eenmaal per jaar bijeen.
Overzicht behandelde klachten
In het verslagjaar zijn drie klachten bij de commissie ingediend. Een klacht werd niet
ontvankelijk verklaard, omdat de klacht betrekking had op een collectieve regeling.
De twee andere klachten hebben geleid tot een advies aan de Raad van Bestuur, dat door de
Raad van Bestuur in beide gevallen werd overgenomen.
Adviescommissie sociale begeleiding
Werkwijze
De taak van de commissie is uitsluitend op verzoek van werkgever dan wel werknemer te
adviseren over de toepassing van de in het Doorlopend Sociaal Plan Organisatieontwikkeling
neergelegde bepalingen. De commissie brengt eenmaal per jaar over de verrichte
werkzaamheden verslag uit aan de werkgever en geanonimiseerd aan de Ondernemingsraad. De
commissie past hoor en wederhoor toe zoals is vastgelegd in het reglement.
Overzicht behandelde klachten
In het verslagjaar zijn zeven verzoeken tot toetsing bij de commissie ingediend. Drie verzoeken
hebben geleid tot een hoorzitting. De overige verzoeken zijn lopende het traject door de
indieners ingetrokken. De hoorzittingen hebben geresulteerd in een advies van de
adviescommissie aan de Raad van Bestuur. Hierop heeft de Raad van Bestuur in het verslagjaar
besluiten genomen.
4.5.2 Kwaliteit van het werk
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
97
Arbeidsomstandigheden
Naleving Arbo-wet
In het kader van het naleven van de voorschriften van de Arbo-wet is in 2011 verder gegaan
met de implementatie van het meerjarig arbobeleidsplan. Er is een commissie, ingesteld door
de Ondernemingsraad, die overlegt met de Raad van Bestuur. In het verslagjaar vond er drie
keer een overlegvergadering van de VGWM-commissie plaats waarin het arbobeleid besproken
werd.
Medewerkeroordeel
Door middel van een werkbelevingsonderzoek wordt de medewerkers van GGZ Oost Brabant
regelmatig gevraagd naar hun oordeel over de arbeidsomstandigheden en de kwaliteit van de
arbeid in onze instelling. Bij het onderzoek dat heeft plaatsgevonden in 2009 scoorde GGZ Oost
Brabant het rapportcijfer 7. In het najaar van 2011 is gestart met de voorbereidingen om in
2012 een nieuw werkbelevingsonderzoek te houden onder alle medewerkers van GGZ Oost
Brabant.
Gezondheid van medewerkers
Verzuimbeleid
Door het jaar heen zijn door een extern bureau in relatie tot het verzuimbeleid meerdere
herhalingscursussen gehouden voor leidinggevenden in de begeleiding van zieke medewerkers.
In het verzuimbeleid is vastgelegd op welke wijze de terugkeer van arbeidsongeschikte
medewerkers van GGZ Oost Brabant in het arbeidproces begeleid wordt. In het najaar van 2011
heeft een aanbestedingsronde plaatsgevonden voor een nieuwe arbodienstverlener. Dit heeft
erin geresulteerd dat met ingang van 1 februari 2012 de overstap plaatsvindt naar Immediator.
Ziekteverzuimpercentage
% exclusief zwangerschap/jaar 2011 2010 2009 2008 2007
4,96 4,89 4,81 5,23 4,40
De verzuimpercentages zijn gebaseerd op de Vernet-rapportage.
Werkdruk, fysieke belasting
Bij het voorkomen van te grote fysieke belasting ligt de nadruk vooral op til- en transferbeleid
(het tillen en verplaatsen van patiënten of zware voorwerpen). Er is echter ook aandacht voor
ergonomisch verantwoorde inrichting van werkruimtes en ergonomisch verantwoord meubilair
(onder andere ter voorkoming van RSI-klachten). Ook het verstrekken van beeldschermbrillen
heeft hiermee te maken.
Hygiëne en preventie
Ter bevordering van de hygiëne is een hygiënecommissie ingesteld. Conform het jaarplan
2010 - 2012 van deze commissie zijn alle hygiëneprotocollen tegen het licht gehouden,
aangepast en op intranet geplaatst, zodat alle medewerkers de protocollen kunnen raadplegen.
Medewerkers van afdelingen waar ouderen worden verzorgd zijn in 2011 wederom in de
gelegenheid gesteld een seizoengriepprik te ontvangen.
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
98
Veiligheid van medewerkers
Beleid
Veiligheid speelt een steeds belangrijkere rol in de arbeidsomstandigheden. De
maatschappelijke trend is dat veiligheid steeds meer aandacht heeft gekregen. In het
verslagjaar werd een nieuw veiligheidsbeleidsplan aangenomen waarvan de implementatie
momenteel loopt.
Agressie
In 2011 hebben ruim 450 medewerkers een verplichte training in het omgaan met dreigend
destructief gedrag gevolgd. Bovendien zijn drie trainers opgeleid en toegevoegd aan een pool
van vijftien gekwalificeerde trainers. De Raad van Bestuur bespreekt veiligheid als vast thema
in het overleg met de directeuren, waarbij ook materiële veiligheid (zoals lijfalarm).
Meldingen incidenten medewerkers (MIM)
Deze door de Raad van Bestuur ingestelde commissie, die de meldingen bespreekt en eventuele
acties hierop onderneemt, kwam in het verslagjaar zevenmaal bijeen. Er deden zich 510
incidenten voor, waarvan 22 gewone bedrijfsongevallen zonder agressie, en 10 prikincidenten.
Voor de snelle afhandeling van prikincidenten is GGZ Oost Brabant aangesloten bij een
landelijke organisatie die 7 dagen per week en 24 uur per dag paraat is om adequate
voorlichting te geven over de in te zetten acties bij een prikincident. Hier hoort ook het
krabben, bijten en spuwen toe.
GHOR Veiligheid tussen de ketenpartners
GGZ Oost Brabant heeft zich in 2011 ook verder verdiept in de externe veiligheid. Dit betreft
onder meer de deelname, conform de WVR (Wet Veiligheids Regio's), aan de ketenafspraken
van de GHOR (Geneeskundige gezondheidsorganisaties in de regio). In het verslagjaar werd de
database van de GHOR, GHOR4All, gevuld met basisgegevens van de grote locaties van
GGZ Oost Brabant. Daarnaast wordt gewerkt aan het opstellen van het zogenoemde
zorgcontinuïteitsplan, dat de continuïteit van zorg regelt in geval van zeven mogelijke
calamiteiten, te weten:
- sluiting van (delen van) een locatie;
- groot aanbod van cliënten;
- verplaatsen van cliënten;
- tekort aan personeel;
- uitval nutsvoorzieningen, apparatuur en ICT-middelen;
- logistieke stagnatie;
- uitbraak van infectieziekten.
Voorts neemt GGZ Oost Brabant deel aan het ketenoverleg van de GHOR om zaken op elkaar af
te stemmen binnen de zorgketen.
4.5.3 Opleidingen en Onderzoek
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
99
GGZ Oost Brabant streeft ernaar om te groeien naar een steeds zichtbaarder innovatieve,
lerende organisatie waar onderzoek en opleiding van medewerkers het fundament vormen om
continu de prikkel te ervaren om de kwaliteit van zorg te verbeteren.
Voor Opleidingen en Onderzoek (O&O), die per 1 januari 2011 samengevoegd werd, was het
een jaar van leggen van verbindingen: onderling, met andere afdelingen en collega's in de
organisatie, met synergie als doel. Ook is er veel tijd en aandacht besteed aan het ontwikkelen
van een helder beleid, transparant financieel inzicht en het verbeteren van de
organisatiestructuur.
Beroepspraktijkvorming
GGZ Oost Brabant is actief in het opleiden van nieuwe medewerkers voor een
basisberoepskwalificatie in de Verpleegkundige en Verzorgende en Sociaal Agogische beroepen.
In samenwerking met ROC's en hbo's worden leerlingen zowel in beroepbegeleidende als
beroepsopleidende leerwegen opgeleid.
In aantallen:
Leerlingen met leerarbeidsovereenkomsten:
- 1 helpende niveau 2;
- 2 verzorgende niveau 3;
- 38 verpleegkunde niveau 4;
- 5 begeleiders Specifieke Doelgroepen;
- 4 verpleegkunde niveau 5.
Studenten met stageovereenkomsten (stageduur variërend van 1 maand tot 1 jaar):
- 2 helpende niveau 2;
- 4 verzorgende niveau 3;
- 71 verpleegkundige niveau 4;
- 27 verpleegkundige niveau 5;
- 15 sociaal pedagogisch hulpverlener;
- 2 hbo toegepaste psychologie;
- 24 psychologie masterstage;
- 30 overig (vaktherapeuten, secretarieel, technisch, financieel).
Tevredenheidonderzoek
Om de student-, werkbegeleider- en cliënttevredenheid op stageplaatsen in beeld te krijgen is
een meetinstrument in gebruik genomen dat structureel de tevredenheid meet. Een
gemiddelde score van 7,7 geeft weer dat de verschillende belanghebbenden tevreden zijn. Op
kleinere onderdelen zijn er verbeterpunten zichtbaar, die opgepakt zullen worden in
samenspraak met alle belanghebbenden.
Leerafdeling
In 2011 is de eerste leerafdeling van GGZ Oost Brabant opgestart. Op deze afdeling met
relatief veel leerlingen en stagiaires staat het leren centraal en in het teken van cliëntgerichte
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
100
zorg. De opening van de leerafdeling ging gepaard met ondertekening van een convenant met
Avans Hogeschool en ROC de Leijgraaf.
Ervaringsdeskundigen
In september 2011 zijn de eerste ervaringsdeskundigen in opleiding gestart. Met veel aandacht
voor beeldvorming, voorbereidingstrajecten en een begeleidingsmodel voor en door
ervaringsdeskundigen werkt het beroepspraktijkvorming aan instroom van professionele
ervaringsdeskundigen.
Go for Africa
Het team Beroepspraktijkvorming ondersteunt stagiaires die vanuit het project Go for Afrika
vrijwillig drie maanden gaan leren en werken in Gambia. De GGZ Oost Brabant wil een
structureel vervolg op dit initiatief.
Postinitiële/postacademische beroepsopleidingen
De GGZ Oost Brabant is in 2011 (praktijk)opleidingsinstelling voor de postinitiële
beroepsopleidingen tot gezondheidszorgpsycholoog en psychotherapeut en de specialistische
opleidingen tot psychiater, klinisch geriater, klinisch psycholoog en verpleegkundig
specialist/nurse practitioner.
In aantallen in 2011:
- 12 artsen in opleiding tot psychiater,1 sloot de opleiding af;
- 15 gz-psychologen in opleiding,2 sloten de opleiding af;
- 2 psychotherapeuten in opleiding, 1 sloot de opleiding af;
- 1 klinisch psycholoog in opleiding;
- 1 klinisch geriater in opleiding;
- 3 verpleegkundig specialisten/nurse practitioners in opleiding, 1 sloot de opleiding af.
Met ingang van september is GGZ Oost Brabant ook erkend als praktijkinstelling voor de
opleiding Klinisch Neuropsycholoog. In 2012 zal de eerste opleidingsdeelnemer starten.
Psychiatrieopleiding
Per 1 januari is Plan Herziening Opleiding en Onderwijspsychiatrie (Plan HOOP) formeel van
kracht geworden. Kern is het competentiegericht opleiden, en trefwoorden zijn daarbij:
transparantie, toetsbare leerdoelen, toetsbaar beleid, korte lijnen en verantwoordelijkheid
voor het eigen leren. De implementatie strekt zich uit over meerdere jaren. Met de nodige
overgangsafspraken worden de opleidingsroutes voor de AIOS steeds verder conform HOOP
ingevuld. In 2011 is ook het eerste lokale opleidingsplan opgesteld met daarin het
opleidingsbeleid, de nieuwe beschrijvingen van alle stages van de basisopleiding en alle
organisatorische spelregels. In meerdere informatie- en trainingsbijeenkomsten zijn
supervisoren, mentoren en AIOS verder vertrouwd geraakt met het competentiegericht
opleiden.
Psychologenopleidingen
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
101
De coördinerend praktijkopleider (P-opleider) bereikte per 1 april de pensioengerechtigde
leeftijd. Een nieuwe P-opleider en twee praktijkopleiders zijn aangesteld.
Veel energie is gestoken in het verder verbeteren van de opleidingen na de visitatie door RINO
Zuid. Ten behoeve van meer continuïteit en kwaliteit van de begeleiding is onder meer gestart
met een supervisorenpoule, eenduidigheid in de contractenstructuur en in de
sollicitatieprocedure. De implementatie van het in 2010 ingezette beleid van vaste
opleidingsplaatsen is voortgezet.
Opleidingsadvies
Vanuit de zorggroepen die integraal verantwoordelijk zijn voor de bedrijfsvoering, is in 2011
verder gewerkt aan beleid rondom leren en ontwikkelen. Uitgangspunten zijn enerzijds het
strategische beleid van GGZ Oost Brabant en anderzijds de persoonlijke drijfveren en talenten
van medewerkers; dus de leer- en ontwikkelactiviteiten ondersteunen de organisatiedoelen.
Medewerkers van Opleidingen en Onderzoek hebben hierin ondersteuning geboden op het
gebied van (opleidings)advies, begeleiding en uitvoering.
Ook zijn leer- en ontwikkelactiviteiten zoveel als mogelijk gebundeld en georganiseerd op
zorggroep- en concernniveau. Denk hierbij een herstelgerichte zorg, werken met het digitale
herstel ondersteuningsplan, inzet ervaringsdeskundigheid, dienend leiderschap en dreigend
destructief gedrag (DDG).
Enkele concrete cijfers:
Opleiding Aantal geschoolde
medewerkers
Evaluatie
Herstelondersteunende zorg 100 goed
Werken met het herstelondersteunende plan
(HOP)
90 6,8
Familie als bondgenoot 45
Snellezen (als pilot) 10 8,4
Supervisie, intervisie, coaching
In 2011 is er vanuit het team van supervisoren en coaches begeleiding en ondersteuning
geboden op zowel team- als individueel niveau aan activiteiten die gerelateerd zijn aan de
pijlers genoemd in de diverse jaarplannen. Intervisies zijn gekoppeld aan concrete doelen
geformuleerd door betreffende teams en leidinggevende en staan altijd in verbinding met
doelen op zorggroep- en concernniveau. Supervisie- en coachingstrajecten zijn ingezet om
talenten verder mee te ontwikkelen en om de verbinding met bovengenoemde doelen te
maken; persoonlijk leiderschap, herstelgerichte zorg en dienend leiderschap zijn hierbij
belangrijke thema's.
Dit jaar zijn 70 teams onder begeleiding van intervisoren aan de slag geweest, hebben zes
teams teamcoaching ontvangen en zijn iets meer dan 50 medewerkers met behulp
vanindividuele coaching of supervisietrajecten begeleid. Ook zijn er negen interne teamdagen
mede vorm gegeven.
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
102
Wetenschappelijk onderzoek
In het streven om te groeien naar een steeds zichtbaarder innovatieve, lerende organisatie
waar onderzoek en opleiding van medewerkers het fundament vormen om continu de prikkel te
ervaren om de kwaliteit van zorg te verbeteren, heeft het wetenschappelijk onderzoek haar
beleid gemaakt. Om deze groei te bereiken zullen we de komende jaren het belang van
wetenschappelijk onderzoek op de kaart moeten zetten en onze onderzoeksactiviteiten richten
op het uitbouwen van de gekozen onderzoekslijnen.
Onderzoekslijnen
De GGZ Oost Brabant kiest voor toegepast wetenschappelijk onderzoek. Dit betekent dat het
onderzoek nauw verband houdt met vragen uit de dagelijkse praktijk. Daarnaast wil GGZ Oost
Brabant de aandacht richten op een beperkt aantal inhoudelijke onderzoekslijnen. In 2011 zijn
twee onderzoekslijnen van start gegaan:
- internaliserende problematiek bij kinderen en adolescenten;
- niet-aangeboren hersenletsel;
Organisatie van wetenschappelijk onderzoek
Met ingang van 1 januari 2011 vallen de (staf)medewerkers wetenschappelijk onderzoek onder
O&O. Medewerkers met geoormerkte uren voor onderzoek zijn ondergebracht bij afdeling O&O
en ontvangen leiding van de manager O&O.
Commissie wetenschappelijk onderzoek
Wetenschappelijk onderzoek dat wordt uitgevoerd binnen GGZ Oost Brabant moet worden
getoetst door de commissie wetenschappelijk onderzoek (CWO) voordat het onderzoek van
start gaat. Deze commissie beoordeelt de onderzoeksprotocollen op relevantie,
uitvoeringsaspecten en wetenschappelijke kwaliteit. De CWO brengt een advies uit over de
beoordeelde onderzoeksprotocollen. Op basis van dit advies komt de Raad van Bestuur tot een
besluit over uitvoering van het onderzoek.
Onderzoeken door GGZ Oost Brabant
- Preventie van depressie en angst bij adolescenten met hoog familiair risico.
- Implicit self-esteem and psychopathologie.
- Zorgbehoeften van ADHD-kinderen: kwalitatief onderzoek naar de zorgbehoeften van
ouders van kinderen met ADHD in de basisschoolleeftijd.
- De Nederlandse vertaling van de Personal Style Inventory: validatie van een autonomie en
sociotropieschaal.
- Prevalentie, indicatie en determinanten van gedwongen opnamen van ouderen in de
geestelijke gezondheidszorg.
- Chronisch psychiatrische kwetsbare ouderen naar het verzorgingshuis.
- Padua in beweging: metaboolsyndroom en beweging.
- Emotionele intelligentie en behandelresultaat bij cliënten van de Centra voor Psychisch
Herstel (CPH).
- Trauma en psychose, een verkenning van trauma behandelmogelijkheden.
- The effect of treatment of posttraumatic stress disorder in people with a lifetime
psychotic disorder: a Multi-site randomized controlled trial.
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
103
- NEO-PI-R profielen van medewerkers van de crisisdienst in relatie tot agressieve
incidenten.
- Agressieve incidenten tijdens een psychose.
- Evaluatieonderzoek naar het effect van de behandeling van gedrag en emoties binnen het
circuit niet-aangeboren hersenletsel.
Onderzoeken waarin GGZ Oost Brabant participeert
- Coping, awareness and motivation in patients with psychiatric and behavioural problems
due to acquired brain injury.
- Gedragsproblemen na hersenletsel: effectiviteit van de ABC-methode.
- Group Schema Therapy for Borderline Personality Disorder.
- Seksualiteit bij normaalbegaafde jongens met autisme.
- Effectiveness and efficiency of stepped care for patients with medically unexplained
physical symptoms.
- Effectiviteit van bemoeizorg voor mensen met complexe verslavingsproblematiek:
bijdrage van specifieke programmacomponenten.
- Vraaggerichte zorg voor mensen met dementie. Toetsing op een methodiek.
Afgeronde onderzoeken in 2011
- Matched Treatment of Obesity in overweight Patients: A Randomised Controlled Trail.
- NEO-PI-R profielen van medewerkers van de crisisdienst in vergelijking met de
Nederlandse populatie.
Wetenschappelijke output in 2011
Publicaties
- Davies, M.M., Roosen, M.A. & Bekker, M.H.J. (2011). Predicting reduction of eating
disorder symptomatology: the role of coping and general psychopathology. Eating
disorders: The journal of treatment and prevention, 19, 246-258.
- Penterman, B. & Nijman, H. (2011). Assessing Aggression Risks in Patients of the
Ambulatory Mental Health Crisis Team. Community Mental Health Journal, 47, 463-471.
- Penterman, E.J.M, Smeets, J.M.L., Van der Staak, C.P.F., Özer, H. & Nijman, H.L.I.
(2011). Persoonlijkheidskenmerken van crisisdienstmedewerkers in de ggz. Tijdschrift
voor Psychiatrie, 53, 145-151.
- Creemers, D.H.M., Scholte, R.H.J., Engels, R.C.M.E., Prinstein, M.J., Wiers, R.W. (2011).
Implicit and explicit self-esteem as concurrent predictors of suicidal ideation, depressive
symptoms and loneliness. Journal of Behavior Therapy and Experimental Psychiatry
(online beschikbaar).
Presentaties
- Ter Mors, B. (2011). Single Case Experimental Design bij patiënten met niet-aangeboren
hersenletsel in de psychiatrie. Lezing gehouden op het voorjaarscongres van de
Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie, 30 maart – 1 april 2011, Amsterdam, Nederland.
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
104
- Bont, P. de (2011). Efficacy and safety of Prolonged Exposure or EMDR-treatment for
PTSD with patients with a vulnerability for psychosis. A multiple baserate N=10 single
case design. Abstract presented at the 41st Annual EABCT Congress, 31 August – 3
September 2011, Reykjavík, Iceland.
- Eilander, H. (2011). Met Pep meer Rust? Het effect van Ritaline op ontremd gedrag.
Lezing gehouden op het HersenletselCongres, 14 november 2011, Ede, Nederland.
4.6 Samenleving en belanghebbenden
GGZ Oost Brabant ziet een veranderende maatschappij waarin solidariteit niet meer
vanzelfsprekend is. Nederland staat voor een opgave de groei van de zorgkosten te beperken
en daarmee voor de toekomstige generaties betaalbaar en toegankelijk te houden.
Zorgverzekeraars werken vanuit prestatiebekostiging, waarbij aantoonbare kwaliteit van zorg
steeds meer bepalend zal zijn wie de zorg mag gaan leveren. De zorg voor de cliënten van
GGZ Oost Brabant vindt ambulant en outreachend plaats. Klinische opnames vormen een
interventie vanuit een ambulante behandeling. GGZ Oost Brabant staat voor de meest
kwetsbare burgers en ziet dat voor hen in een goed sluitende zorgketen georganiseerd moet
worden. Van de medewerkers vraagt dat wendbaarheid en investering van kennis en
expertiseontwikkeling. Voor de organisatie betekent dat een zichtbare marktpositie, het
versterken van de financiële positie, betaalbaar en kwalitatief goed vastgoed, een modern HR-
beleid en regievoering op facilitaire dienstverlening en ICT.
De behoeften en wensen van de cliënten zijn uitgangspunt voor het zorgaanbod (vraagsturing).
GGZ Oost Brabant weet dat daarbij niet alleen de psychiatrische aandoening zelf, maar ook de
daarmee samenhangende gevolgen voor activiteiten en (sociaal-maatschappelijke) participatie
van belang zijn. Het gaat uiteindelijk om kwaliteit van leven en daarmee dus om herstel van
gezondheid, rollen, (dagelijks) functioneren en identiteit/persoon/zelfervaring.
Psychische aandoeningen komen veel voor; ‘een op de vier’ is een veelgehoorde leus als het
over volwassenen gaat. Dat is gebaseerd op het Nemesisonderzoek, waaruit naar voren kwam
dat ruim vier op de tien volwassenen eens of vaker in zijn leven te kampen hebben met een
psychische aandoeningen (life-time prevalentie) en een op de vier het afgelopen jaar
(jaarprevalentie). Affectieve stoornissen (angst en depressie) vormen het leeuwendeel van
deze cijfers. Veel mensen lossen zelf hun problemen op in eigen kring, een ander deel maakt
gebruik van de eerstelijnszorg en ongeveer 5% van de volwassen bevolking komt uiteindelijk bij
de ggz terecht. Voor kinderen, jeugd en ouderen gelden vergelijkbare cijfers.
De laatste jaren is, onder andere door het motto ‘een op de vier’ de drempel naar de
tweedelijns-ggz lager geworden, hetgeen een deel van de groei verklaart. Die groei zat vooral
in de meer enkelvoudige of ‘lichtere’ problematiek, soms ten koste van mensen met
meervoudige of ernstige problematiek. GGZ Oost Brabant staat nu op het punt om een
wezenlijke keuze te maken om haar aandacht vooral te verleggen naar mensen met complexe
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
105
en/of ernstige problematiek, in haar ogen het bestaansrecht van de gespecialiseerde
tweedelijns-ggz.
Daarmee wil de GGZ Oost Brabant anderen zeker niet in de kou laten staan. Zowel de eerste
als de nulde lijn zijn gebaat met tweedelijns expertise en deze wil de GGZ Oost Brabant daar
zeker inzetten. Dat kan door samenwerking en/of in de vorm van consultatie. In beide gevallen
zullen mensen met (minder) complexe of intensieve problematiek beter geholpen worden.
GGZ Oost Brabant neemt haar verantwoordelijkheid door actief deel te nemen aan de basis-
ggz.
GGZ Oost Brabant levert met haar 7 x 24-uursdienst een belangrijke bijdrage aan de zorg in de
regio voor mensen in crisis en aan de veiligheid van de samenleving.
In de regio's wordt actief geparticipeerd in overleggen, zoals het Veiligheidshuis, Stedelijk
Kompas en Huiselijk Geweld. De bemoeizorg teams leveren een belangrijke bijdrage aan de
leefbaarheid van de maatschappij.
GGZ Oost Brabant levert ook haar bijdrage aan de GHOR en heeft met name een rol bij de
Psychosociale Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (PSHOR). Het gaat dan om de verlening
van psychosociale hulp aan slachtoffers en betrokkenen direct na de ramp.
Binnen GGZ Oost Brabant hebben er in het verslagjaar diverse activiteiten plaatsgevonden in
het kader van de verwenzorg voor onze cliënten. Onze ambassadrice van de verwenzorg is
onder andere voor deze activiteiten koninklijk onderscheiden.
GGZ Oost Brabant en de medewerkers zijn maatschappelijk betrokken bij projecten in andere
landen, zoals Roemenië, Vietnam en Ghana. Bij deze projecten, waar het initiatief veelal ligt
bij betrokken medewerkers, wordt steeds bekeken in hoeverre GGZ Oost Brabant kan
ondersteunen.
Door het jaar heen worden op de locaties van GGZ Oost Brabant regelmatig open dagen en
activiteiten georganiseerd, die ook toegankelijk zijn voor omwonenden en andere
belangstellenden. Zo worden er jaarlijks op de terreinen van Huize Padua te Boekel en
Coudewater te Rosmalen zomermarkten en een kerstmarkt (Huize Padua) gehouden. Het
terrein Huize Padua kent een klankbordgroep van omwonenden waarin de ontwikkelingen op en
rond het terrein worden besproken.
GGZ Oost Brabant voert een actief beleid om de instelling en de onderscheiden onderdelen
daarvan zichtbaar te maken voor de samenleving onder andere doormiddel van publicaties in
de pers, het eigen blad Link+ en de website.
Belanghebbenden
Cliëntenraad
GGZ Oost Brabant beschikt conform de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen over
een cliëntenraad op concernniveau. Op het niveau van de zorggroepen/bedrijfs-
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
106
eenheden en de zorgcircuits functioneren cliëntencommissies. Zij leveren de leden voor de
cliëntenraad.
De Raad van Bestuur voert maandelijks overleg met de cliëntenraad. De directeuren doen dat
met de cliëntencommissies. Nadere informatie over de cliëntenraad staat in hoofdstuk 3.5 van
dit maatschappelijk verslag.
Ondernemingsraad
De GGZ Oost Brabant beschikt conform de Wet op de ondernemingsraden over een
ondernemingsraad op concernniveau. Op het niveau van de zorggroepen functioneren
onderdeelcommissies of aandachtsfunctionarissen.
De ondernemingsraad en de onderdeelcommissies komen door verkiezingen tot stand.
De Raad van Bestuur voert maandelijks overleg met de ondernemingsraad. De directeuren doen
dat met de onderdeelcommissies of aandachtsfunctionarissen. Nadere informatie over de
ondernemingsraad staat in hoofdstuk 3.6 van dit maatschappelijk verslag.
Familieraad
Eind 2007 heeft de Raad van Bestuur een beleid vastgesteld over de betrokkenheid van familie
en naasten bij de behandeling van onze cliënten. Dit leidde tot de benoeming van een
familievertrouwenspersoon in 2008 en de installatie van een familieraad in november 2008. In
een samenwerkingsovereenkomst zijn de werkafspraken tussen familieraad en Raad van
Bestuur vastgelegd. Nadere informatie over de familieraad staat in hoofdstuk 3.7 van dit
maatschappelijk verslag.
Verwijzers
Waar voor de Kortdurende GGZ meestal de huisarts cliënten naar haar doorverwijst, is dat voor
de Langdurende GGZ (LGGZ) bijna altijd een collega-behandelaar. Deze beoordeelt in eerste
instantie samen met de cliënt de zorgvraag en de aangewezen behandeling. Mocht er na
ongeveer één jaar toch nog sprake zijn van ernstige beperkingen in het functioneren, dan kan
hij/zij doorverwijzen naar FACT (ambulant) of de LGGZ (klinisch). Deze laatste zorggroep richt
zich met haar aanbod vooral op ondersteuning op de levensterreinen van wonen, werken,
dagbesteding en maatschappelijk functioneren.
Financiers
Door de marktontwikkeling en de (hierdoor) toenemende bedrijfsrisico’s blijven onze financiers
belangrijke partners.
Huisbankier
In 2010 is mede ingegeven door de herfinanciering van investeringen, ambitie en een
betrouwbare partner die kennis heeft van de zorgbranche, een nieuwe huisbankier
aangetrokken. Dit heeft erin geresulteerd dat GGZ Oost Brabant vanaf 1 januari 2011 de
Rabobank als huisbankier heeft.
Waarborgfonds voor de Zorg (WfZ)
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
107
GGZ Oost Brabant is sinds 17 januari 2003 aangesloten bij het Waarborgfonds, waarvoor een
keer per jaar een herbeoordeling plaatsvindt. Vanaf 2008 was de herbeoordeling door het WfZ
uitgesteld. In 2011 is een herbeoordeling aangevraagd, die door het WfZ in basis positief is
beoordeeld. Dit betekent dat GGZ Oost Brabant in 2012 in principe weer voor borging in
aanmerking komt.
Zorgverzekeraars
GGZ Oost Brabant heeft, naast het overleg met de inkopers van het zorgkantoor, ook overleg
met inkopers van de zorgverzekeraars. De penvoerder voor GGZ Oost Brabant is VGZ. Samen
met CZ koopt zij zorg in bij GGZ Oost Brabant.
Met het zorgkantoor en zorgverzekeraar vindt door het jaar heen frequent technisch en
inhoudelijk overleg plaats. De Raad van Bestuur overlegt daarnaast tweemaal per jaar met
deze partijen. Bij dit overleg zijn ook vertegenwoordigers van de Cliëntenraad en de Medische
Staf aanwezig. Op basis van de productengids WMO hebben ook gemeenten in het
verzorgingsgebied van de GGZ Oost Brabant zorg ingekocht.
4.7 Financieel beleid
Algemeen
Het financiële beleid van GGZ Oost Brabant is gericht op een jaarlijks positief sluitende
exploitatie en een gezonde vermogenspositie. In beide gevallen zijn de door het Waarborgfonds
voor de Zorgsector (WfZ) gehanteerde criteria leidraad. In 2010 is de solvabiliteitspositie
verbeterd. Deze ontwikkeling is in 2011 voortgezet. Voor 2011 is in de begroting rekening
gehouden met een positief resultaat van € 1.980.000. Het enkelvoudig resultaat (alleen
GGZ Oost Brabant) voor 2011 is uitgekomen op € 2.270.000 (geconsolideerd op € 2.233.000,
inclusief Stichting Olim en Stichting Psyplus). Het resultaat is mede te danken aan een aantal
incidentele meevallers (€ 2.569.000). Het genormaliseerde resultaat over 2011 is positief
€ 4.800.000 (enkelvoudig).
Het verslagjaar
Het enkelvoudige resultaat 2011 bedraagt € 2.270.000 positief. Dit is een verbetering ten
opzichte van 2010 (2010: € 1.494.347 positief). Het geconsolideerde resultaat over 2011
bedraagt € 2.233.000.
De totale enkelvoudige omzet in 2011 bedraagt € 135.429.986 (2010: € 127.953.000 ).
De geconsolideerde omzet bedraagt € 135.583.000 (2010: € 128.124.000).
De financiële ontwikkeling van de geconsolideerde opbrengsten, kosten en resultaten over de
afgelopen jaren (x € 1.000):
Financiële ontwikkeling (bedragen in duizenden €) 2011 2010
Wettelijk budget 125.292 118.226
Overige opbrengsten 10.291 9.898
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
108
Totale opbrengsten 135.583 128.124
Kosten 131.793 125.320
Resultaat 2.233 1.552
Solvabiliteit
De solvabiliteit geeft aan in hoeverre een instelling in staat is om op lange termijn aan haar
verplichtingen te voldoen. Hierna de solvabiliteitsontwikkling op basis van geconsolideerde
cijfers.
Solvabiliteitontwikkeling (bedragen in duizenden €) 2011 2010
Eigen vermogen (EV) 17.661 15.428
Risicobudget (RB) 135.583 128.124
Solvabiliteit (EV/RB) 13,03% 12,04%
De solvabiliteit wordt ook wel gezien als de ratio die de buffer aangeeft voor het opvangen van
financiële risico’s. Naarmate die risico’s toenemen, zal ook de buffer moeten groeien.
Het WfZ acht, gelet op de ontwikkelingen in de zorgsector op dit moment, een
vermogenspositie van 15% van de totale inkomsten wenselijk voor een zorginstelling.
Toename van risico’s voor GGZ Oost Brabant door externe ontwikkelingen, zoals:
- taakoverheveling naar gemeenten bij zowel AWBZ naar WMO als in de toekomst de
kinder- en jeugd-ggz;
- wijziging bouwregelgeving (Wtzi),;
- integrale invoering van de dbc’s (bekostiging en prijsvorming);
- druk op de klinische capaciteit;
- impact op zowel korte als lange termijn van de rijksbezuinigingen.
In de veronderstelling dat voornoemde risico’s de komende jaren toenemen, zou het
weerstandsvermogen in diezelfde verhouding moeten groeien.
Deelname aan het Waarborgfonds voor de Zorg
Al geruime tijd is GGZ Oost Brabant deelnemer in het WfZ. Dit houdt in dat GGZ Oost Brabant
jaarlijks wordt getoetst aan de deelnemerscriteria op het punt van solvabiliteit en het
toetsings- en beheersinstrumentarium. Het deelnemerschap maakt het mogelijk om leningen
bij het WfZ te borgen en daardoor een gunstiger rentetarief te bedingen. Naar aanleiding van
het negatieve resultaat van 2008 is het oordeel over de GGZ Oost Brabant opgeschort; daarmee
is het tijdelijk niet mogelijk om leningen onder borging te brengen. De herbeoordeling 2011 is
positief ontvangen door het WfZ. Het gaat daarbij om het brede zicht op weer ‘in control’ zijn,
stabiele positieve resultaten en daaraan gekoppeld een groei van het weerstandsvermogen
richting de norm.
Liquiditeit
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
109
De liquiditeitsratio wordt berekend door de vlottende activa (inclusief de liquide middelen) te
delen door de kortlopende schulden, oftewel de quick ratio. De liquiditeit geeft aan in
hoeverre wij in staat zijn om aan onze betalingsverplichtingen op korte termijn te voldoen. De
gehanteerde norm is een ratio groter dan één. Hierna wordt de liquiditeitsratio toegelicht op
basis van geconsolideerde cijfers.
Liquiditeitratio (bedragen in duizenden €) 2011 2010
Vlottende activa (inclusief liquide middelen) 34.957 44.856
Totaal kortlopende schulden 43.789 57.400
Liquiditeitsratio (VLA/KLS) 0,79 0,78
De norm is een ratio groter dan één. Voor het jaar 2011 bedraagt de ratio op basis van
geconsolideerde cijfers 0,78%. De GGZ Oost Brabant zal deze ratio bekijken in samenhang met
de materiële vaste activa en langlopende leningen om deze beter in balans te krijgen.
Personeelsbezetting
De opbouw van het personeel binnen de GGZ Oost Brabant is als volgt:
Specificatie gemiddeld aantal personeelsleden (in fte’s) 2011 2010
Algemene en administratieve functies 256 247
Hotelfuncties 143 171
Patiënt- c.q. bewonersgebonden functies 1.086 1.063
Leerling-personeel 39 40
Terrein- en gebouwgebonden functies 23 23
Gemiddeld aantal personeelsleden 1.547 1.544
4.8 Vooruitblik 2012
Een richtinggevend kader voor de ambitie om veilige menslievende zorg te leveren in tijden van
veranderende beeldvorming over financiën, kwaliteit van zorg en partners waarmee GGZ Oost
Brabant mag samenwerken, vraagt creativiteit en lef van alle medewerkers. Immers op basis
van wat de GGZ Oost Brabant nu weet (geen fusie met Reinier van Arkel groep, grootscheepse
bezuinigingen in de ggz en sturing op transparantie van kwaliteit en veiligheid van zorg) maakt
dat vanuit het denken in mogelijke (toekomst)scenario’s over gezondheid van mensen in het
Brabantse land, zij keuzes wil en moet maken over haar koers de komende jaren. GGZ Oost
Brabant staat op een kruispunt van wegen, waarin zij haar beelden over zorgverlening heel
concreet vertaalt in een meerjarenbeleidplan 2012-2015.
De grote ombuigingen zoals het invoeren van een eigen bijdrage voor cliënten, de overheveling
van extramurale begeleiding naar gemeenten, het reduceren van bedden, het invoeren van de
DBC-bekostiging en prestatiebekostiging, ander beleid op contracteren van lage ZZP’s, het
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
110
scheiden van wonen en zorg (waarbij cliënten zelf huur moeten gaan betalen) en het invoeren
van de normatieve huisvestingscomponent, zullen grote impact hebben op de ggz-sector en
GGZ Oost Brabant in het bijzonder.
Grote risico’s zijn de vermindering van de instroom van cliënten, het niet in staat zijn om met
minder mensen meer zorg te verlenen (productiviteitverhoging), afname van het rendement en
daarmee het weerstandsvermogen (solvabiliteit), de toegang tot de kapitaalsmarkt voor
investeringen in verband met toenemende risicodragendheid, en de algemene tarief- en
budgetkortingen.
Dit zijn dan ook belangrijke thema's voor het jaar 2012.
In 2012:
- blijft het uitgangspunt dat GGZ Oost Brabant veilige menslievende zorg wil verlenen
vanuit de herstelgerichte oriëntatie, waarbij de zelfredzaamheid van de cliënt in zijn
omgeving centraal staat;
- worden minder zware vormen van zorg ingezet door in een vroeg stadium problemen te
signaleren en oplossingen te bieden die zo intensief zijn als nodig en tegelijkertijd zo
licht als mogelijk;
- wordt klinische behandeling zoveel mogelijk voorkomen dan wel verkort, en waar
mogelijk vervangen door ambulante behandeling;
- wordt verder gewerkt aan de inzet van E-health binnen de zorgprogramma’s;
- zal de integrale benadering van somatiek en psychiatrie verder vorm gegeven worden
met ziekenhuizen in de regio;
- zijn de kernwaarden Betrokken, Betrouwbaar en Ambitieus;
- stuurt GGZ Oost Brabant op sterke reductie van financiën, toenemende concurrentie op
kwaliteit, kosten en personeel, continu op de balans tussen ziel en zakelijkheid.
- worden keuzes gemaakt voor welke zorg GGZ Oost Brabant aanbiedt en op welke plekken
in haar regio;
- worden programmaraden verankerd.
In de begroting 2012 zijn de belangrijkste thema's de rijksbezuinigingen op de curatieve ggz, de
extra middelen voor de AWBZ-gefinancierde ggz en de verbinding van deze ontwikkelingen met
het meerjarenbeleid. Dit om vanuit de eigen kracht te komen tot een sluitende begroting. In de
begroting 2012 is een rendementseis van 2% opgenomen om het weerstandsvermogen te
versterken richting het vereiste niveau van 15%.
In de begroting is via een driesporenbeleid invulling gegeven aan de rijksbezuinigingen,
namelijk door een efficiencykorting, door verruiming van opbrengsten en door keuzes te maken
in het portfolio van te leveren producten. Vanwege het tempo en de omvang van de
bezuinigingen is een bedrag geoormerkt om frictiekosten van deze bezuinigingen op te kunnen
vangen, het gaat om een bedrag van € 1,8 miljoen.
Binnen de AWBZ is het ZZP-tarief verhoogd. Dit geeft ruimte voor extra personeel om te komen
tot een kwalitatieve en kwantitatieve impuls in het niveau van zorgverlening.
Aan de kostenzijde is ten opzichte van 2011 nieuw dat een bedrag is geoormerkt voor innovatie
voor een bedrag van € 0,4 miljoen.
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
111
Lijst van afkortingen jaardocument
AIO Arts in opleiding
ASS Autismespectrum stoornissen
BPR Business Process Redesign
CCR Centrale cliëntenraad
CPH Centra voor Psychisch Herstel
CQ Consumer Quality
CWO Commissie wetenschappelijk onderzoek
DDG Dreigend destructief gedrag
DKZ Dementie ketenzorg
E&O Eetstoornissen en Obesitas
EPD Elektronisch patiëntendossier
EG Eerstegeneeskundige
EPA Ernstige psychiatrische aandoeningen
EMA E-mental health
EVS Elektronisch voorschrijfsysteem
FACT Functie Assertive Community Treatment
FIT Familie in Triade
FMIS Facilitair management informatie systeem
FS Facility Services
GGZ Geestelijke gezondheidszorg
GHOR Geneeskundige gezondheidsorganisaties in de regio
GP Gerontopsychiatrie
HEE Herstel, Empowerment en Ervaringsdeskundigheid
HNW Het Nieuwe Werken
HOOP Herziening Opleiding en Onderwijspsychiatrie
HOP Herstelondersteuningsplan
HOT Herstelondersteunende teamcoaching
HOZ Herstelondersteunende zorg
HR Human Resources
KGGZ Kortdurende GGZ
K&J Kinder en Jeugd GGZ
LGGZ Langdurende GGZ
LHTP Langetermijnhuisvestingsplan
LvC/NLi GGZ Land van Cuijk en Noord-Limburg
LVG Lichtverstandelijk gehandicapten
NAH Niet-aangeboren hersenletsel
NHC Normatieve Huisvestingscomponent
MD Management development
MPP Matigbegaafde psychiatrische patiënten
OC Onderdeelcommissie
ODAC Openbaar dag- en activiteitencentrum
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
112
O&O Opleidingen en Onderzoek
OPS Organisch psychosyndroom
OR Ondernemingsraad
PDSA Plan-Do-Study-Act
PED Platform Ervaringsdeskundigheid
RDC Regionaal dienstencentrum
Rgc Regionaal centrum voor geestelijke gezondheidszorg
ROM Routine outcome measurement
ROPI Recovery Oriented Practices Index
VC Vaste commissie (ondernemingsraad)
VVB Veiligheidsvisitatiebezoek
VAR Verpleegkundige Adviesraad
V&V Verzorging en Verpleging
WMCZ Wet Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen
WMO Wet Maatschappelijke Ondersteuning
WOR Wet op de Ondernemingsraden
WTZi Wet Toelating zorginstellingen
WVR Wet Veiligheidsrisico’s
WWA Woonwerkvoorziening autisten
ZZP Zorgzwaartepakketten
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
113
Hoofdstuk 5 Jaarrekening 2011
01.203/476-rc/iv
Vastgesteld door RvB en RvT op 15 mei 2012
114
Jaarrekening 2011
GGZ Oost Brabant
Jaarrekening 2011
Stichting GGZ Oost Brabant
Stichting GGZ Oost Brabant
INHOUDSOPGAVE Pagina
5.1 Jaarrekening 2011
5.1.1 Geconsolideerde balans per 31 december 2011 4
5.1.2 Geconsolideerde resultatenrekening over 2011 5
5.1.3 Geconsolideerd kasstroomoverzicht over 2011 6
5.1.4 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling 7
5.1.5 Toelichting op de geconsolideerde balans per 31 december 2011 12
5.1.6 Mutatieoverzicht materiële vaste activa(/financiële vaste activa) 22
5.1.7 Specificatie ultimo boekjaar onderhanden projecten en gereedgekomen projecten 26
5.1.8 Overzicht langlopende schulden ultimo 2011 28
5.1.9 Toelichting op de geconsolideerde resultatenrekening over 2011 29
5.1.10 Balans per 31 december 2011 36
5.1.11 Resultatenrekening over 2011 37
5.1.12 Toelichting op de balans per 31 december 2011 38
5.1.13 Mutatieoverzicht materiële vaste activa(/financiële vaste activa) 48
5.1.14 Specificatie ultimo boekjaar onderhanden projecten en gereedgekomen projecten 52
5.1.15 Overzicht langlopende schulden ultimo 2011 54
5.1.16 Toelichting op de resultatenrekening over 2011 55
5.2 Overige gegevens 60
5.2.1 Vaststelling en goedkeuring jaarrekening 61
5.2.2 Statutaire regeling resultaatbestemming 61
5.2.3 Resultaatbestemming 61
5.2.4 Gebeurtenissen na balansdatum 61
5.2.5 Ondertekening door bestuurders en toezichthouders 61
5.2.6 Controleverklaring 62
Stichting GGZ Oost Brabant
5.1 GECONSOLIDEERDE
JAARREKENING
Stichting GGZ Oost Brabant
5.1 GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
5.1.1 GECONSOLIDEERDE BALANS PER 31 DECEMBER 2011
(na resultaatbestemming)
Ref. 31-dec-11 31-dec-10
€ €
ACTIVA
Vaste activa
Materiële vaste activa 1 57.646.628 63.436.370
Financiële vaste activa 2 3.366.750 598.418
Totaal vaste activa 61.013.378 64.034.788
Vlottende activa
Voorraden 3 248.252 252.591
Onderhanden werk uit hoofde van DBC's 4 8.849.415 15.789.966
Vorderingen en overlopende activa 5 23.700.820 27.230.392
Effecten 6 420.785 458.914
Liquide middelen 8 1.738.455 1.124.321
Totaal vlottende activa 34.957.727 44.856.184
Totaal activa 95.971.105 108.890.972
Ref. 31-dec-11 31-dec-10
PASSIVA € €
Eigen vermogen 9
Kapitaal 45 45
Collectief gefinancierd gebonden vermogen 12.652.964 10.490.394
Niet-collectief gefinancierd vrij vermogen 5.008.692 4.937.971
Totaal eigen vermogen 17.661.701 15.428.410
Voorzieningen 10 5.931.981 4.341.490
Langlopende schulden 11 28.588.890 31.720.834
Kortlopende schulden
Schulden uit hoofde van financieringsoverschot 7 10.293.931 16.577.295
Kortlopende schulden en overlopende passiva 12 33.494.602 40.822.943
Totaal passiva 95.971.105 108.890.972
Stichting GGZ Oost Brabant
5.1.2 GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING OVER 2011
Ref. 2011 2010
€ €
BEDRIJFSOPBRENGSTEN:
Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten 14 125.292.366 118.226.880
(uit AWBZ/Zvw-zorg, exclusief subsidies)
Niet-gebudgetteerde zorgprestaties 15 5.450.476 5.409.773
Subsidies (inclusief overige Wmo-prestaties) 16 2.170.226 2.574.048
Overige bedrijfsopbrengsten 17 2.670.241 1.914.234
Som der bedrijfsopbrengsten 135.583.309 128.124.935
BEDRIJFSLASTEN:
Personeelskosten 18 94.733.311 93.082.841
Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa 19 9.442.464 6.789.788
Overige bedrijfskosten 20 27.617.289 25.447.625
Som der bedrijfslasten 131.793.065 125.320.254
BEDRIJFSRESULTAAT 3.790.244 2.804.681
Financiële baten en lasten 21 -1.556.953 -1.255.787
RESULTAAT BOEKJAAR 2.233.291 1.548.894
RESULTAATBESTEMMING
Het resultaat is als volgt verdeeld: 2011 2010
€ €
Toevoeging/(onttrekking):
Reserve aanvaardbare kosten 2.162.570 1.486.914
Algemene reserve niet collectief gefinancierd vrij vermogen 70.721 61.980
2.233.291 1.548.894
Stichting GGZ Oost Brabant
5.1.3 GECONSOLIDEERD KASSTROOMOVERZICHT
Ref. 2011 2010
€ € € €
Kasstroom uit operationele activiteiten
Bedrijfsresultaat 3.790.244 2.804.681
Aanpassingen voor:
- afschrijvingen 19 9.442.464 6.687.719
- mutaties voorzieningen 10 1.590.491 -612.837
11.032.955 6.074.882
Veranderingen in vlottende middelen:
- voorraden 3 4.339 24.450
- mutatie onderhanden projecten DBC's 4 6.940.551 -2.170.180
- vorderingen 5 3.529.572 -169.603
- effecten 6 38.129 -29.875
- vorderingen/schulden uit hoofde van
financieringstekort respectievelijk -overschot 7 -6.283.364 9.776.548
- kortlopende schulden (excl. schulden aan
kredietinstellingen en afl.verplichtingen) 12 2.235.319 -692.417
6.464.546 6.738.924
Kasstroom uit bedrijfsoperaties 21.287.746 15.618.487
Ontvangen interest 21 62.081 75.731
Betaalde interest 21 -1.619.034 -1.380.853-1.556.953 -1.305.122
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten 19.730.793 14.313.365
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
Investeringen materiële vaste activa 1 -16.282.946 -8.929.689
Desinvesteringen materiële vaste activa 1 10.584.554 3.017.579
Investeringen financiële vaste activa -731.619 0
Desinvesteringen financiële vaste activa 0 190.000
Mutatie deelneming 8.958 0
Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten -6.421.053 -5.722.110
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
Nieuw opgenomen leningen 11 0 9.500.000
Aflossing langlopende schulden 11 -2.894.444 -2.405.850
Schulden aan kredietinstellingen 12 -9.801.161 -15.329.764
Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten -12.695.605 -8.235.614
Mutatie geldmiddelen 614.134 355.641
Er is gebruik gemaakt van de indirecte methode.
Stichting GGZ Oost Brabant
5.1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING
5.1.4.1 Algemeen
Groepsverhoudingen
Grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening
Vergelijking met voorgaand jaar
Consolidatie
Financiële instrumenten
Het ineffectieve deel van de hedgerelatie wordt direct in de winst-en-verliesrekening verwerkt.
Stichting GGZ Oost Brabant loopt renterisico over de rentedragende langlopende schulden met een variabele
rente. Met betrekking tot bepaalde variabel rentende schulden heeft Stichting GGZ Oost Brabant een renteswap
gecontracteerd, zodat zij een vaste rente betaalt. Hierdoor wordt het termijnrisico afgedekt.
Stichting GGZ Oost Brabant past hedge accounting toe. Op het moment van aangaan van een hedge relatie, is
dit door de vennootschap gedocumenteerd. De vennootschap stelt middels een test periodiek de effectiviteit van
de hedge relatie vast. Dit kan gebeuren door het vergelijken van de kritische kenmerken van het hedge
instrument met die van de afgedekte positie, of door het vergelijken van de verandering in reële waarde van het
hedge-instrument en de afgedekte positie.
Afgeleide financiële instrumenten die worden gewaardeerd tegen kostprijs en waarop kostprijshedge-accounting
wordt toegepast
Bij het toepassen van kostprijshedge-accounting is de eerste waardering en de grondslag van verwerking in de
balans en de resultaatbepaling van het hedge-instrument afhankelijk van de afgedekte post. Dit betekent het
volgende.
In de geconsolideerde jaarrekening zijn tevens opgenomen de stichtingen en vennootschappen die tot de groep
behoren. Dit betreft de volgende stichtingen:
• Stichting Olim
• Stichting Psyplus
De grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van voorgaand jaar, met
uitzondering van het volgende:
Zorginstelling Stichting GGZ Oost Brabant behoort tot het Stichting GGZ Oost Brabant-concern. Aan het hoofd
van deze groep staat Stichting GGZ Oost Brabant te Boekel. De jaarrekening van zorginstelling Stichting GGZ
Oost Brabant is opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening van Stichting GGZ Oost Brabant-concern te
Boekel.
De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de Regeling verslaggeving WTZi en de relevante stellige
uitspraken van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, uitgegeven door de Raad voor de Jaarverslaggeving.
Er is voor gekozen om voor 2010 ook de geconsolideerde cijfers te presenteren met Stichting Psyplus in het
kader van de vergelijkbaarheid.
* Indien de afgedekte post tegen kostprijs in de balans wordt verwerkt, wordt ook het derivaat tegen kostprijs
gewaardeerd.
* Zolang de afgedekte post in de kostprijshedge nog niet in de balans verwerkt wordt, wordt het hedge-
instrument niet geherwaardeerd.
Stichting GGZ Oost Brabant past kostprijshedge-accounting toe voor de renteswaps die ervoor zorgen dat
bepaalde variabel rentende leningen worden omgezet in vastrentende schulden. Het ineffectieve deel van de
waardeverandering van de renteswaps wordt verantwoord in de winst-en-verliesrekening onder de financiële
baten en lasten.
Stichting GGZ Oost Brabant
5.1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING
5.1.4.2 Grondslagen van waardering van activa en passiva
Activa en passiva
Gebruik van schattingen
Immateriële en materiële vaste activa
Activa en passiva worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs of de
actuele waarde. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld, vindt waardering plaats tegen de
verkrijgingsprijs. Toelichtingen op posten in de balans, resultatenrekening en kasstroomoverzicht zijn in de
jaarrekening genummerd.
De opstelling van de jaarrekening vereist dat het management oordelen vormt en schattingen en
veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde
van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze
schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen
van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden
waarvoor de herziening gevolgen heeft.
De immateriële en materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs onder
aftrek van cummulatieve afschrijvingen en cumulatieve bijzondere waardeverminderingen.
De afschrijvingstermijnen van immateriële en materiële vaste activa zijn gebaseerd op de verwachte
gebruiksduur van het vast actief.
De afschrijvingen worden berekend als een percentage over de aanschafprijs volgens de lineaire methode op
basis van economische levensduur. Op bedrijfsterreinen en op onderhanden projecten en vooruitbetalingen op
materiële vaste activa wordt niet afgeschreven.
Stichting GGZ Oost Brabant beschikt over vastgoed waar zorg wordt verleend waarop aanspraak bestaat
ingevolge artikel 6 van de AWBZ. Voor dit vastgoed zijn in 2011 de bekostigingsregels aangepast. Volledige
nacatculatie van kapitaallasten van goedgekeurde investeringen is vervangen door prestatiebekostiging. Hierbij
geldt een overgangstermijn van 6 jaar (tot en met 2017) waarin deze overgang gefaseerd wordt
doorgevoerd. Als gevolg van deze wijziging in de bekostiging, in samenhang met de beleidsvoornemens van het
kabinet inzake de hervorming van de Iangdurige zorg is in de NBA wijzer 2, d.d. 24 oktober 2011,
geconcludeerd dat sprake is van indicaties die kunnen duiden op een mogelijke duurzame waardevermindering.
Als gevoig hiervan dient Stichting GGZ Oost Brabant overeenkomstig RJ 121 te toetsen of de boekwaarde nog
kan worden gerealiseerd uit de toekomstige opbrengsten.
Meer concreet worden de volgende afschrijvingstermijnen met ingang van 2011 aangehouden:
Sinds 2009 is sprake van een transitiefase voor de bekostiging van de materiële vaste activa die tot op heden in
aanmerking komen voor integrale nacalculatie. Het huidige, in beginsel risicoloze bekostigingssysteem wordt
vervangen door een systeem van prestatiebekostiging. Kapitaallasten moeten voortaan gedekt worden via een
component in de integrale tarieven. Hierdoor ontstaan nieuwe risico's voor het vastgoed, zoals exploitatierisico's
(leegstand, onderbezetting), boekwaarderisico's (marktontwikkeling) en het risico van afwaardering bij
exploitatieverliezen (impairment). Afschrijvingstermijnen worden op de bedrijfseconomische levensduur
gebaseerd en niet meer op de oude bekostigingssystematiek. Voor nu nog nacalculeerbare huurcontracten van
vastgoed treedt ook een bezettingsrisico op.
Als gevolg van de wijzigende bekostiging heeft GGZ Oost Brabant een nieuwe inschatting gemaakt van de
verwachte economische levensduur en de eventuele restwaarde van de panden. Dit heeft er toe geleid dat de
afschrijvingstermijn van gebouwen is aangepast van 50 jaar naar 40 jaar. Overeenkomstig de richtlijnen voor de
Jaarverslaggeving (Rj 145) worden de hieruit voortvloeiende effecten voor de afschrijvingen verwerkt in de
verwachte resterende gebruiksperiode vn de betreffende panden.
- Bedrijfsgebouwen: 40 jaar en bestaand vastgoed met ingang van 2011 versneld afschrijven;
- Vervoermiddelen en automatisering: 5 jaar
- Grote installaties, vaste inrichting en terreinen: 20 jaar.
- Kleine verbouwingen en aanpassingen, kleine installaties: 10 jaar
- Grond: niet afschrijven
- Inventaris: 10 jaar
Stichting GGZ Oost Brabant
Financiële vaste activa
Voorraden
Voorraden zijn gewaardeerd tegen historische inkoopprijzen onder aftrek van een voorziening voor
incourantheid, voor zover daartoe aanleiding bestaat.
Voor zover subsidies of daaraan gelijk te stellen vergoedingen zijn ontvangen als eenmalige bijdrage in de
afschrijvingskosten, zijn deze in mindering gebracht op de investeringen.
Stichting GGZ Oost Brabant heeft de contante waarde van de toekomstige kasstromen van dit zorgvastgoed
benaderd op het niveau van de instelling, en vergeleken met de boekwaarde van dit vastgoed en de overige met
de bedrijfsvoering samenhangende activa per 31 december 2011. Belangrijke veronderstellingen die zijn
gehanteerd bij de benadering van de contante waarde van de kasstromen zijn:
- Disconteringsvoet: 4,1%;
- Oneindige levensduur;
- Inflatie/indexering huurprijzen: 2,0 %;
- Leegstandspercentage intramuraal: Bezettings-% blijft gelijk aan huidige percentage
- NHC vergoedingen: Moet dekkend zijn voor de kapitaallasten in de verschillende financieringskaders.
Op basis van deze berekening is geconstateerd dat Stichting GGZ Oost Brabant van mening dat er geen
bijzondere waarderingsvraagstukken spelen.
Deelnemingen in groepsmaatschappijen en overige deelnemingen waarin invloed van betekenis kan worden
uitgeoefend, worden gewaardeerd volgens de nettovermogenswaardemethode. Invloed van betekenis wordt in
ieder geval verondersteld aanwezig te zijn bij het kunnen uitbrengen van 20% of meer van de stemrechten. De
nettovermogenswaarde wordt berekend volgens de grondslagen die gelden voor deze jaarrekening; voor
deelnemingen waarvan onvoldoende gegevens beschikbaar zijn voor aanpassing aan deze grondslagen, wordt
uitgegaan van de waarderingsgrondslagen van de desbetreffende deelneming. Indien de waardering van een
deelneming volgens de nettovermogenswaarde negatief is, wordt deze op nihil gewaardeerd. Deelnemingen
waarop geen invloed van betekenis kan worden uitgeoefend, worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs. Indien
sprake is van een duurzame waardevermindering vindt waardering plaats tegen deze lagere waarde;
afwaardering vindt plaats ten laste van de resultatenrekening.
Stichting GGZ Oost Brabant
5.1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING
Onderhanden werk uit hoofde van DBC's
Vorderingen
Effecten
Liquide middelen
Voorzieningen (algemeen)
Voorziening groot onderhoud
Voorziening persoonlijk budget levensfase (toerekening aan jaren)
Het onderhanden werk uit hoofde van DBC's wordt gewaardeerd volgens de waardebepaling die is
voorgeschreven in het 'Protocol gefactureerde DBC's GGZ omzet 2011 en Onderhanden werk per 31 december
2011'. Hierbij wordt uitgegaan van een gemiddeld uurtarief van € 101 voor geregistreerde activiteiten en
verrichtingen ten aanzien van de behandeltabel. Voor onderhanden verblijfsdagen wordt de gemiddelde prijs per
dag van de reeds gefactureerde verblijfsdagen in 2011 gehanteerd. Tevens wordt rekening gehouden met de
van toepassing zijnde verrekenpercentages. Op het onderhanden werk worden de voorschotten die ontvangen
zijn van verzekeraars in mindering gebracht.
Vorderingen worden opgenomen voor de nominale waarde. Er is een voorziening dubieuze debiteuren getroffen
op grond van verwachte oninbaarheid.
Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en deposito’s met een looptijd korter dan twaalf maanden.
Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende
schulden.
De voorziening groot onderhoud wordt gevormd voor verwachte kosten inzake periodiek onderhoud van panden,
installaties, e.d., gebaseerd op een meerjaren onderhoudsplan.
De voorziening persoonlijk budget levensfase (PBL) betreft een voorziening uit hoofde van een CAO verplichting
in het kader van de overgangsregeling 45+. Het persoonlijk budget levensfase kwalificeert als een beloning met
opbouw van rechten. De voorziening betreft de contante waarde van de in de toekomst eenmalig uit te keren
PBL-uren. De berekening is gebaseerd op de CAO-bepalingen, blijfkans, leeftijd en resterende dienstjaren tot
het bereiken van de 55-jarige leeftijd.
Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum
bestaan waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op
betrouwbare wijze is te schatten.De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de
bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De voorzieningen worden
gewaardeerd tegen de contante waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de
verplichtingen af te wikkelen.
Wanneer verplichtingen naar verwachting door een derde zullen worden vergoed, wordt deze vergoeding als
een actief in de balans opgenomen indien het waarschijnlijk is dat deze vergoeding zal worden ontvangen bij de
afwikkeling van de verplichting.
Per indiduele voorziening dient een toelichting van de grondslagen voor waardering te worden opgenomen,
bijvoorbeeld:
Effecten opgenomen onder vlottende activa worden gewaardeerd tegen marktwaarde. Deze effecten worden
aangemerkt als zijnde aangehouden voor handelsdoeleinden. Waardeveranderingen van deze effecten worden
verwerkt in de resultatenrekening.
Indien de marktwaarde van effecten niet betrouwbaar kan worden vastgesteld, vindt waardering plaats tegen de
verkrijgingsprijs. De niet-beursgenoteerde effecten worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of lagere
marktwaarde.
Stichting GGZ Oost Brabant
5.1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING
Voorziening jubileumverplichtingen
Voorziening reorganisatie
Schulden
5.1.4.3 Grondslagen van resultaatbepaling
Algemeen
Pensioenen
5.1.4.4 Grondslagen van segmentering
5.1.4.5 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling enkelvoudige jaarrekening
GGZ Oost Brabant heeft voor haar werknemers een toegezegde pensioenregeling. Hiervoor in aanmerking
komende werknemers hebben op de pensioengerechtigde leeftijd recht op een pensioen dat is gebaseerd op
het gemiddeld verdiende loon berekend over de jaren dat de werknemer pensioen heeft opgebouwd bij GGZ
Oost Brabant. De verplichtingen, welke voortvloeien uit deze rechten van haar personeel, zijn ondergebracht bij
het bedrijfstakpensioenfonds Zorg en Welzijn. GGZ Oost Brabant betaalt hiervoor premies waarvan de helft door
de werkgever wordt betaald en de helft door de werknemer. De pensioenrechten worden jaarlijks geïndexeerd,
indien en voor zover de dekkingsgraad van het pensioenfonds (het vermogen van het pensioenfonds gedeeld
door haar financiële verplichtingen) dit toelaat. Naar de stand per ultimo januari 2012 is de dekkingsgraad van
het pensioenfonds 98%. In 2014 dient het pensioenfonds een dekkingsgraad van ten minste 105% te hebben. Het pensioenfonds verwacht hieraan te kunnen voldoen en voorziet geen noodzaak voor de aangesloten
instellingen om extra stortingen te verrichten of om bijzondere premieverhogingen door te voeren. GGZ Oost
Brabant heeft geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen in geval van een tekort bij het
pensioenfonds, anders dan het effect van hogere toekomstige premies. GGZ Oost Brabant heeft daarom alleen
de verschuldigde premies tot en met het einde van het boekjaar in de jaarrekening verantwoord.
De reorganisatievoorziening is gebaseerd op toekomstige uitgaven in verband met de reorganisatie in 2009 en
2012 als gevolg van rijksbezuinigingen.
Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de baten en de lasten over het verslagjaar, met inachtneming
van de hiervoor reeds vermelde waarderingsgrondslagen.
De baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop deze betrekking hebben, uitgaande van
historische kosten. Verliezen worden verantwoord als deze voorzienbaar zijn; baten worden verantwoord als
deze gerealiseerd zijn.
Baten (waaronder nagekomen budgetaanpassingen) en lasten uit voorgaande jaren die in dit boekjaar zijn
geconstateerd, worden aan dit boekjaar toegerekend.
Schulden worden opgenomen voor de nominale waarde.
De jubileumvoorziening betreft een voorziening voor toekomstige jubileumuitkeringen. De voorziening betreft de
contante waarde van de in de toekomst uit te keren jubileumuitkeringen. De berekening is gebaseerd op gedane
toezeggingen, blijfkans en leeftijd.
In de jaarrekening wordt geen segmentatie van de resultatenrekening gemaakt, omdat GGZ Oost Brabant een
geïntegreerde instelling is die haar interne managementinformatie niet gesegmenteerd heeft opgesteld. De
verschillende bedrijfssegmenten leveren dezelfde dienstverlening voor verschillende financiële kaders. Een
zuivere splitsing naar bedrijfssegment is tot op heden niet mogelijk.
De grondslagen van de enkelvoudige jaarrekening zijn gelijk aan de grondslagen voor de geconsolideerde
jaarrekening.
Stichting GGZ Oost Brabant
5.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS
ACTIVA
1. Materiële vaste activa
De specificatie is als volgt: 31-dec-11 31-dec-10
€ €
Bedrijfsgebouwen en terreinen 43.478.602 43.100.251
Machines en installaties 6.935.202 8.237.099
Andere vaste bedrijfsmiddelen, technische en administratieve uitrusting 9.195.652 9.022.851
Materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa 423.801 3.076.169
Totaal materiële vaste activa / financiële vaste activa 60.033.257 63.436.370
Af: Overheveling naar financieel vaste activa inzake spookgebouwen 1.286.087 0
Af: Overheveling naar financieel vaste activa inzake leegstaande gebouwen 1.100.542 0
Totaal materiële vaste activa 57.646.628 63.436.370
Het verloop van de materiële activa in het verslagjaar is als volgt weer te geven: 2011 2010
€ €
Boekwaarde per 1 januari 63.436.370 64.123.984
Bij: investeringen 16.282.946 8.929.689
Af: Herrubricering financiële vaste activa inzake spookgebouwen 1.286.087 0
Af: Herrubricering financiële vaste activa inzake leegstaande gebouwen 1.100.542 0
Bij: mutatie financiële vaste activa 2010 340.959 0
Af: afschrijvingen 9.442.464 6.599.724
Af: desinvesteringen 10.584.554 3.017.579
Boekwaarde per 31 december 57.646.628 63.436.370
Aanschafwaarde 113.699.322 116.727.013
Cumulatieve afschrijvingen 53.666.065 53.296.026
Toelichting:
Voor een nadere specificatie van het verloop van de WTZi-vergunningplichtige vaste activa, de WTZi-meldingsplichtige vaste
activa en de WMG-gefinancierde vaste activa per activagroep wordt verwezen naar het mutatieoverzicht onder 5.1.6. In toelichting
5.1.7 zijn overzichten opgenomen voor de onderhanden en gereedgekomen projecten.
De relatief grote mutatie in de materiële vaste activa is het gevolg van de volgende posten: afname onderhanden project RGC
Boxmeer, Klooster Oss en bedrijfseconomisch waarderen van vastgoed en automatisering.
Stichting GGZ Oost Brabant
5.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS
ACTIVA
2. Financiële vaste activa
De specificatie is als volgt: 31-dec-11 31-dec-10
€ €
Deelnemingen 248.501 257.459
Terug te vorderen NzA cf. beleidsregels 3.118.249 340.959
Totaal financiële vaste activa 3.366.750 598.418
Het verloop van de financiële vaste activa is als volgt:
€
Boekwaarde per 1 januari 2011 598.418
Bij: Herrubricering materiële vaste activa inzake spookgebouwen 1.286.087
Bij: Geactiveerde sloopkosten inzake spookgebouwen 731.619
Bij: Herrubricering materiële vaste activa inzake leegstaande gebouwen 1.100.543
Af: waardeverminderingen -8.958
Af: vrijval -340.959
Boekwaarde per 31 december 2011 3.366.750
Toelichting:
Toelichting op belangen in andere rechtspersonen of vennootschappen:
Naam en rechtsvorm en
woonplaats rechtspersoon
Verschaft
kapitaal
Kapitaalbe-
lang (in %)
Eigen
vermogen Resultaat
Het Koude Water B.V. 20.000 100,00% 208.975 12.293
Deelneming Bounce B.V. 122.100 20,00%
Exploiteren
registergoederen
Conform huidige bekostigingssystematiek en toepassing beleidsregels te vorderen van Nederlandse Zorgautoriteit (NzA).
Kernactiviteit
Stichting GGZ Oost Brabant
5.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS
ACTIVA
3. Voorraden
De specificatie is als volgt: 31-dec-11 31-dec-10
€ €
Hotelfunctie 24.322 24.418
Kantoorbenodigdheden en drukwerk 83.147 94.984
Onderzoek, behandeling, verpleging en verzorging 34.201 32.017
Onderhoud terreinen, gebouwen en installaties 39.643 37.708
Hulpbedrijven 39.000 35.400
Overige voorraden 27.939 28.064
Totaal voorraden 248.252 252.591
4. Onderhanden werk uit hoofde van DBC's
De specificatie is als volgt: 31-dec-11 31-dec-10
€ €
Onderhanden werk DBC's 31.987.319 34.723.240
Af: ontvangen voorschotten 23.166.678 18.933.274
Onderhanden werk DBC's overige financiers 28.774 0
Totaal onderhanden werk 8.849.415 15.789.966
De specificatie per onderhanden werk
is als volgt weer te geven: Gerealiseer-
de werk-
Stroom DBC's en zorgverzekeraar kosten en Af: Af: Saldo per
toegereken- verwerkte ontvangen 31-dec-2011
de winst verliezen voorschotten
€ € € €
Zorgverzekeraars 31.987.319 0 23.166.678 8.820.641
Totaal (onderhanden projecten) 31.987.319 0 23.166.678 8.820.641
Toelichting:
De toename van de ontvangen voorschotten is het gevolg van de ontvangen voorschotten in 2011 van UVIT en Achmea.
Het onderhanden werk uit hoofde van DBC's wordt gewaardeerd volgens de waardebepaling die is voorgeschreven in het 'Protocol
gefactureerde DBC's GGZ omzet 2011 en Onderhanden werk per 31 december 2011'. Hierbij wordt uitgegaan van een gemiddeld
uurtarief van € 101 voor geregistreerde activiteiten en verrichtingen ten aanzien van de behandeltabel. Voor onderhanden
verblijfsdagen wordt de gemiddelde prijs per dag van de reeds gefactureerde verblijfsdagen in 2011 gehanteerd. Tevens wordt
rekening gehouden met de van toepassing zijnde verrekenpercentages. Op het onderhanden werk worden de voorschotten die
ontvangen zijn van verzekeraars in mindering gebracht.
Stichting GGZ Oost Brabant
5.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS
ACTIVA
5. Vorderingen en overlopende activa
De specificatie is als volgt: 31-dec-11 31-dec-10
€ €
Vorderingen op debiteuren 7.552.974 8.122.972
Nog te factureren omzet DBC's 12.589.155 15.030.995
Vordering op groepsmaatschappij 0 12.097
Overige vorderingen: 23.528
Disagio lening 84.000 89.250
Personeelsleningen 70.112 89.389
Project- en andere subsidies 878 37.343
Nog te ontvangen bedragen:
Nog te ontvangen inkoopbonussen 114.492 521.356
Nog te ontvangen bedragen 1.428.212 861.995
Overige overlopende activa:
Overige vorderingen en overlopende activa 1.499.127 2.107.992
Te ontvangen ziekengelden 55.739 76.875
Te ontvangen dividendbelasting 0 1.125
Te ontvangen belastingen en sociale premies 282.603 279.003
Totaal vorderingen en overlopende activa 23.700.820 27.230.392
Toelichting:
6. Effecten
De specificatie is als volgt: 31-dec-11 31-dec-10
€ €
Aandelen 330.028 368.157
Obligaties 90.757 90.757
Totaal effecten 420.785 458.914
Toelichting:
De gehele effectenportefeuille is per balansdatum in het bezit van Stichting Olim.
Nog te factureren DBC's zijn de per 31 december 2011 afgesloten DBC's die in de maanden januari en februari 2012 reeds
gefactureerd zijn.
De vorderingen op debiteuren bevat tevens een post voor voorziening dubieuze debiteren voor een bedrag van € 177.861.
Het aan de Bank Nederlandse Gemeenten betaalde disagio is geactiveerd en valt vrij gedurende de looptijd van de lening.
De personeelsleningen betreffen leningen aan medewerkers wegens het fietsproject en studiekosten.
De vorderingen op debiteuren zijn afgenomen door de DBC-facturering a.g.v. een lagere verrekenpercentage.
Stichting GGZ Oost Brabant
5.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS
7. Vorderingen uit hoofde van financieringstekort en/of schulden uit hoofde van financieringsoverschot
Specificatie financieringsverschil AWBZ
t/m 2008 2009 2010 2011 totaal
€ € € € €
Saldo per 1 januari 82.500 241.555 1.895.131 0 2.219.186
Financieringsverschil boekjaar 2.558.748 2.558.748
Correcties voorgaande jaren 0 0 -515.997 0 -515.997
Betalingen/ontvangsten -82.500 -241.555 -2.483.198 0 -2.807.253
Subtotaal mutatie boekjaar -82.500 -241.555 -2.999.195 2.558.748 -764.502
Saldo per 31 december 0 0 -1.104.064 2.558.748 1.454.684
Stadium van vaststelling (per erkenning): c c b a
a= interne berekening
b= overeenstemming met zorgverzekeraars
c= definitieve vaststelling NZa
Toelichting:
Specificatie financieringsverschil in het boekjaar 2011 2010
€ €
Wettelijk budget aanvaardbare kosten 56.518.705 52.926.715
Af: ontvangen voorschotten 53.959.957 51.031.584
Totaal financieringsverschil 2.558.748 1.895.131
Specificatie financieringsverschil DBC-financiering
t/m 2008 2009 2010 2011 totaal
€ € € € €
Saldo per 1 januari -217.749 -8.110.600 -10.468.132 0 -18.796.481
Financieringsverschil boekjaar -2.838.292 -2.838.292
Correcties voorgaande jaren 28.539 0 506.631 535.170
Betalingen/ontvangsten 187.614 8.109.092 1.054.282 0 9.350.988
Subtotaal mutatie boekjaar 216.153 8.109.092 1.560.913 -2.838.292 7.047.866
Saldo per 31 december -1.596 -1.508 -8.907.219 -2.838.292 -11.748.615
Stadium van vaststelling (per erkenning): c c c a
a= interne berekening
b= overeenstemming met zorgverzekeraars
c= definitieve vaststelling NZa
Specificatie financieringsverschil in het boekjaar 2011 2010
€ €
Wettelijk budget aanvaardbare kosten 68.754.488 65.332.578
Bij: Te behouden opbrengst ECT 1.023 279
Af: ontvangen voorschotten 0 0
Af: gefactureerde DBC's 74.329.723 75.644.309
Af: Onderhanden werk DBC's -2.735.920 156.680
Totaal financieringsverschil -2.838.292 -10.468.132
Nza heeft 2010 nog niet definitief vastgesteld, omdat er nog een discussie loopt over de mutaties in de capaciteit, die hun weerslag
heeft op de normatieve vierkante meters. De correctie voorgaande jaren over 2010 betstaat voor een bedrag van € 506.631 uit een
overheveling van kapitaal naar ZVW. Zie ook de specificatie financieringsverschil DBC-financiering.
Stichting GGZ Oost Brabant
5.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS
7. Vorderingen uit hoofde van financieringstekort en/of schulden uit hoofde van financieringsoverschot
Specificatie financieringsverschil per financieringsvorm 2011 2010
€ €
Financieringsverschil AWBZ 1.454.684 2.219.186
Financieringsverschil DBC-financiering -11.748.615 -18.796.481
Totaal financieringsverschil -10.293.931 -16.577.295
FOUT
Het budget Zorgverzekeringswet 2011 bedraagt 68.754.488
Het budget AWBZ 2011 bedraagt 56.518.705
Totaal budget 2011 125.273.193
Toelichting:
8. Liquide middelen
De specificatie is als volgt: 31-dec-11 31-dec-10
€ €
Bankrekeningen 1.682.476 1.073.732
Kassen 55.979 50.589
Totaal liquide middelen 1.738.455 1.124.321
In januari 2012 is € 8.528.566 betaald aan zorgverzekeraars als gevolg van het financieringsverschil DBC-financiering 2010.
Stichting GGZ Oost Brabant
5.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS
PASSIVA
9. Eigen vermogen
Het eigen vermogen bestaat uit de volgende componenten: 31-dec-11 31-dec-10
€ €
Kapitaal 45 45
Collectief gefinancierd gebonden vermogen 12.652.964 10.490.394
Niet collectief gefinancierd vrij vermogen 5.008.692 4.937.971
Totaal eigen vermogen 17.661.701 15.428.410
Kapitaal
Saldo per Resultaat- Overige Saldo per
Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-2011 bestemming mutaties 31-dec-2011
€ € € €
Kapitaal 45 0 0 45
45 0 0 45
Collectief gefinancierd gebonden vermogen
Saldo per Resultaat- Overige Saldo per
Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-2011 bestemming mutaties 31-dec-2011
€ € € €
Reserve aanvaardbare kosten: 10.085.180 2.162.570 0 12.247.750
Bestemmingsreserves:
Instandhoudingsinvesteringen 405.214 0 0 405.214Totaal collectief gefinancierd gebonden vermogen 10.490.394 2.162.570 0 12.652.964
Niet collectief gefinancierd vrij vermogen
Saldo per Resultaat- Overige Saldo per
Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-2011 bestemming mutaties 31-dec-2011
€ € € €
Algemene reserves: 4.937.971 70.721 0 5.008.692
Totaal niet-collectief gefinancierd vrij vermogen 4.937.971 70.721 0 5.008.692
Toelichting:
Bestemmingsreserve instandhoudingsinvesteringen
Het saldo van de op grond van de bekostigingssystematiek in de subsidie toegekende bedragen voor afschrijvingen en de
werkelijke afschrijvingen op instandhoudingsinvesteringen wordt jaarlijks toegevoegd of onttrokken aan de bestemmingsreserve
instandhoudingsinvesteringen.
De algemene reserve bestaat grotendeels uit de som van de voor- en nadelige exploitatiesaldi uit de periode van vóór 1968 (voor
het in werking treden van de AWBZ) en uit bijzondere baten in verband met het niet direct in het AWBZ-dienstverleningsproces
begrepen zaken. Deze vermogenscomponent is uit de winstbestemming verhoogd met een interne rentevergoeding van 4,5%.
Stichting GGZ Oost Brabant
5.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS
PASSIVA
10. Voorzieningen
Saldo per Dotatie Onttrekking Saldo per
Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-2011 31-dec-2011
€ € € €
Voorziening achterstallig onderhoud 3.036.903 0 0 3.036.903
Voorziening jubilea 405.505 156.853 138.444 423.914
Voorziening reorganisatie 196.331 1.706.492 101.031 1.801.792
Voorziening levensfasebudget 701.051 0 33.379 667.672
Voorziening garantstellingen 1.700 0 0 1.700
Totaal voorzieningen 4.341.490 1.863.345 272.854 5.931.981
Toelichting in welke mate (het totaal van) de voorzieningen als langlopend moeten worden beschouwd:
31-dec-2011
Kortlopend deel van de voorzieningen (< 1 jr.) 1.803.492
Langlopend deel van de voorzieningen (> 1 jr.) 4.128.489
11. Langlopende schulden
De specificatie is als volgt: 31-dec-11 31-dec-10
€ €
Schulden aan kredietinstellingen 28.488.890 31.620.834
Overige langlopende schulden 100.000 100.000
Totaal langlopende schulden 28.588.890 31.720.834
Het verloop is als volgt weer te geven: 2011 2010
€ €
Stand per 1 januari 34.277.778 27.183.628
Bij: nieuwe leningen 0 9.500.000
Af: aflossingen 2.894.444 2.405.850
Stand per 31 december 31.383.334 34.277.778
Af: aflossingsverplichting komend boekjaar 2.894.444 2.656.944
Stand langlopende schulden per 31 december 28.488.890 31.620.834
Toelichting in welke mate (het totaal van) de langlopende schulden als langlopend moeten worden beschouwd:
Kortlopend deel van de langlopende schulden (< 1 jr.), aflossingsverplichtingen 2.894.444 2.656.944
Langlopend deel van de langlopende schulden (> 1 jr.) (balanspost) 28.488.890 31.620.834
Hiervan langlopend (> 5 jaar) 16.911.111 0
Voor een nadere toelichting op de langlopende schulden wordt verwezen naar de bijlage overzicht langlopende schulden.
De aflossingsverplichtingen zijn verantwoord onder de kortlopende schulden.
Stichting GGZ Oost Brabant
5.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS
PASSIVA
12. Kortlopende schulden en overlopende passiva
De specificatie is als volgt: 31-dec-11 31-dec-10
€ €
Schulden aan kredietinstellingen 4.966.238 14.767.399
Crediteuren 6.117.361 3.676.170
Aflossingsverplichtingen langlopende leningen 2.894.444 2.656.944
Belastingen en sociale premies 4.144.734 3.903.042
Salarissen, vakantietoeslag en -dagenverplichting 6.636.845 6.073.737
Schulden terzake pensioenen 845.855 845.616
Patiëntencrediteuren 994.028 1.064.344
Overige schulden 5.632.085 6.492.507
Nog te betalen kosten:
Te betalen rente leningen o/g 419.308 524.116
Te betalen saneringskosten 398.815 377.602
Te betalen jubileumkosten 129.198 123.536
Vooruitontvangen opbrengsten:
Project- en andere subsidies 315.691 317.930
Totaal kortlopende schulden en overlopende passiva 33.494.602 40.822.943
Toelichting:
De schulden aan kredietinstellingen is een momentopname. In de eerste week van januari is een betaling gedaan van € 8.528.566
waardoor de schuldpositie weer fors hoger was.
De stijging in de crediteuren is het gevolg een betalingsachterstand aan het Maasziekenhuis, sloopkosten die gemaakt zijn eind
december 2011 en meer aankoopfacturen registreren onder crediteuren in plaats van overige schulden.
Stichting GGZ Oost Brabant
13. Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen
Leaseverplichtingen
2011 2010
€ €
Operationele leaseverplichtingen personenauto's 843.756 593.985
Operationele leaseverplichtingen multifunctionals 28.530 45.648
872.286 639.633
De totale leaseverplichting is € 1.679.594
Verloopoverzicht investeringsruimte trekkingsrechten
Het verloop is als volgt weer te geven: 2011 2010
€ €
Nog niet bestede investeringsruimte per 1 januari 42.169.343 40.470.276
Bij: indexering niet-bestede investeringsruimte 708.445 683.948
Bij: investeringsruimte verslagjaar 1.475.885 1.448.969
Af: investeringen verslagjaar 1.375.840 433.850
Beschikbare investeringsruimte 31 december 42.977.833 42.169.343
Lopende investeringsprojecten leggen het volgende beslag op de beschikbare investeringsruimte: 107.808
Toelichting:
Huren
De gemiddelde opzegtermijn van deze huurcontracten bedraagt gemiddeld één kwartaal.
Kredietfaciliteiten
Obligo Stichting Waarborgfonds Zorgsector (WfZ)
De GGZ Oost-Brabant is met ingang van 17 januari 2003 onder deelnemernummer D0204 ingeschreven bij het WfZ.
Subsidies en garantstellingen
Voor subsidies en garantstellingen zijn tot en met 2011 toezeggingen gedaan voor een bedrag van € 143.716.
Afgeleide financiële instrumenten
Lopende financiële instrumenten
In onderstaand overzicht zijn de lopende financiële instrumenten van Stichting GGZ Oost Brabant opgenomen:
Derivaat Startdatum Hoofdsom Rente% Boekwaarde Marktwaarde
SWAP (Rabobank) 16-12-2010 € 9.500.000 2,88% € 0 € 477.192 neg
GGZ Oost Brabant maakt gebruik van één renteproduct om zich in te dekken tegen renterisico's.
De renteswap heeft betrekking op de lening ten bedrage van € 9.500.000. De variabele rentevergoeding op deze lening is met deze
renteswap omgezet in een vaste rente op basis van 2,88%.
Over het restant van de schulden van de bij Stichting Wfz geborgde leningen, ad. € 22.833.334 per 31 december 2011, is GGZ
Oost-Brabant een obligo verschuldigd van 3%, ofwel € 743.000 in de vorm van een achtergestelde lening. Door deze obligo zijn de
waarborgsomdeelnemers mede-risicodragend en worden hierop aangesproken indien Stichting Wfz op haar garantieverplichtingen
wordt aangesproken en het Wfz vermogen onvoldoende kapitaalkrachtig is om hieraan te kunnen voldoen.
Door GGZ Oost-Brabant zijn huurcontracten met indexering aangegaan. De totale jaarlast voor 2011 bedraagt € 3.430.628.
Voor GGZ Oost-Brabant is een krediet afgesloten met de Rabobank. De kredietovereenkomst bestaat uit twee componenten: DBC
Werkkapitaalfinanciering (€ 25.000.000), kredietfaciliteit (€ 7.500.000) t.b.v. reguliere instandhouding- en vervangsinvesteringen.
Per balansdatum heeft Stichting Olim de beschikking over een kredietfaciliteit in rekeningcourant bij de ING bank, tot een bedrag
van € 410.000.
Stichting GGZ Oost Brabant
5.1.6 GECONSOLIDEERD MUTATIEOVERZICHT MATERIELE VASTE ACTIVA/FINANCIELE VASTE ACTIVA op grond van art. 5a Regeling verslaggeving WTZi
5.1.6.1 WTZi-vergunningplichtige vaste activa
Grond Terrein- Gebouwen Semi perm. Ver- Installaties Bouwrente Onderhanden Subtotaal Totaal
voorzieningen gebouwen bouwingen projecten vergunning
€ € € € € € € € €
0 340.513
Stand per 1 januari 2011 29.201.809 3.376.009
- aanschafwaarde 2.075.972 1.279.127 29.201.809 1.334.014 7.148.872 8.871.792 657.912 2.482.605 53.052.103 116.727.975
- cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 0 0 0
- cumulatieve afschrijvingen 0 889.531 14.284.030 804.126 4.113.376 4.404.034 184.830 0 24.679.927 53.291.605
Boekwaarde per 1 januari 2011 2.075.972 389.596 14.917.779 529.888 3.035.496 4.467.758 473.082 2.482.605 28.372.176 63.436.370
Mutaties in het boekjaar
- investeringen 627.263 0 3.062.294 2.417.435 6.716 947.625 354.205 7.415.538 16.282.946
- terugboeking fin. vaste activa 2010 0 0 0 0 340.959 0 0 340.959 340.959
- afschrijvingen 0 24.449 764.509 1.273.350 345.544 799.371 37.393 0 3.244.616 9.442.464
- extra afschrijvingen NZa-goedgekeurd 0 0 0 0 0 0 0 0 0
- terugname geheel afgeschreven activa
.aanschafwaarde 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
.cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
.cumulatieve afschrijvingen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
- desinvesteringen
aanschafwaarde 10.471 184.773 5.395.988 0 1.023.690 667.897 0 2.581.000 9.863.819 19.652.558
cumulatieve afschrijvingen 0 69.932 2.951.606 0 963.031 -73.457 0 0 3.911.112 9.068.004
per saldo 10.471 114.841 2.444.382 0 60.659 741.354 0 2.581.000 5.952.707 10.584.554
Mutaties in boekwaarde (per saldo) 616.792 -139.290 -146.597 1.144.085 -58.528 -593.100 -37.393 -2.226.795 -1.440.826 -3.403.113
Stand per 31 december 2011
- aanschafwaarde 2.692.764 1.094.354 26.868.115 3.751.449 6.472.857 9.151.520 657.912 255.810 50.944.781 113.699.322
- cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
- cumulatieve afschrijvingen 0 844.048 12.096.933 2.077.476 3.495.889 5.276.862 222.223 0 24.013.431 53.666.065
Boekwaarde per 31 december 2011 2.692.764 250.306 14.771.182 1.673.973 2.976.968 3.874.658 435.689 255.810 26.931.350 60.033.257
Afschrijvingspercentage 0,0% 5,0% 2,0 - 5,0% 5,0 - 50,0% 5,0% 2,5% 5,0% 0,0%
Stichting GGZ Oost Brabant
5.1.6 GECONSOLIDEERD MUTATIEOVERZICHT MATERIELE VASTE ACTIVA/FINANCIELE VASTE ACTIVA op grond van art. 5a Regeling verslaggeving WTZi
5.1.6.2 WTZi-meldingsplichtige vaste activa
Trekkings Onderhanden Subtotaal Instand- Onderhanden Subtotaal Subtotaal
rechten Projecten houding Projecten meldings-
plichtige activa
€ € € € € € €
Stand per 1 januari 2011 4.281.547
- aanschafwaarde 14.432.432 0 14.432.432 14.239.156 391.573 14.630.729 29.063.161
- cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 0
- cumulatieve afschrijvingen 3.964.774 0 3.964.774 9.957.606 0 9.957.606 13.922.380
Boekwaarde per 1 januari 2011 10.467.658 0 10.467.658 4.281.550 391.573 4.673.123 15.140.781
Mutaties in het boekjaar
- investeringen 1.375.840 0 1.375.840 863.295 2.787.318 3.650.613 5.026.453
- herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 0
- afschrijvingen 735.377 0 735.377 1.238.924 0 1.238.924 1.974.301
- terugname geheel afgeschreven activa
.aanschafwaarde 0 0 0 0 0 0 0
.cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 0
.cumulatieve afschrijvingen 0 0 0 0 0 0 0
- desinvesteringen
aanschafwaarde 1.100.740 0 1.100.740 2.680.811 3.071.082 5.751.893 6.852.633
cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 0
cumulatieve afschrijvingen 176.000 0 176.000 2.444.857 0 2.444.857 2.620.857
per saldo 924.740 0 924.740 235.954 3.071.082 3.307.036 4.231.776
Mutaties in boekwaarde (per saldo) -284.277 0 -284.277 -611.583 -283.764 -895.347 -1.179.624
Stand per 31 december 2011
- aanschafwaarde 14.707.532 0 14.707.532 12.421.640 107.809 12.529.449 27.236.981
- cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 0
- cumulatieve afschrijvingen 4.524.151 0 4.524.151 8.751.673 0 8.751.673 13.275.824
Boekwaarde per 31 december 2011 10.183.381 0 10.183.381 3.669.967 107.809 3.777.776 13.961.157
Afschrijvingspercentage 5,0% 0,0% 10,0% 0,0%
Stichting GGZ Oost Brabant
5.1.6 GECONSOLIDEERD MUTATIEOVERZICHT MATERIELE VASTE ACTIVA/FINANCIELE VASTE ACTIVA op grond van art. 5a Regeling verslaggeving WTZi
5.1.6.3 WMG-gefinancierde vaste activa
Verbouwingen Inventaris Vervoer- Automati- Subtotaal
middelen sering WMG
€ € € €
Stand per 1 januari 2011 7.546.617
- aanschafwaarde 67.636 10.830.476 141.765 7.546.617 18.586.494
- cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0
- cumulatieve afschrijvingen 14.720 6.345.427 104.380 3.426.697 9.891.224
Boekwaarde per 1 januari 2011 52.916 4.485.049 37.385 4.119.920 8.695.270
Mutaties in het boekjaar
- investeringen 0 247.102 0 3.107.083 3.354.185
- herwaarderingen 0 0 0 0 0
- afschrijvingen 3.382 913.264 17.635 2.161.025 3.095.306
- terugname geheel afgeschreven activa
.aanschafwaarde 0 0 0 0 0
.cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0
.cumulatieve afschrijvingen 0 0 0 0 0
- desinvesteringen
aanschafwaarde 0 1.243.162 0 1.297.987 2.541.149
cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0
cumulatieve afschrijvingen 0 1.243.162 0 1.297.987 2.541.149
per saldo 0 0 0 0 0
Mutaties in boekwaarde (per saldo) -3.382 -666.162 -17.635 946.058 258.879
Stand per 31 december 2011
- aanschafwaarde 67.636 9.834.416 141.765 9.355.713 19.399.530
- cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0
- cumulatieve afschrijvingen 18.102 6.015.529 122.015 4.289.735 10.445.381
Boekwaarde per 31 december 2011 49.534 3.818.887 19.750 5.065.978 8.954.149
Afschrijvingspercentage 5,0% 10,0% 20,0% 20,0%
Stichting GGZ Oost Brabant
5.1.6 GECONSOLIDEERD MUTATIEOVERZICHT MATERIELE VASTE ACTIVA/FINANCIELE VASTE ACTIVA op grond van art. 5a Regeling verslaggeving WTZi
5.1.6.4 Niet WTZi/WMG gefinancierde vaste activa
Grond Terrein- Gebouwen Semi perm. Ver- Installaties Inventaris Bouwrente Onderhanden Subtotaal
voorzieningen gebouwen bouwingen projecten vergunning
€ € € € € € € €
Stand per 1 januari 2011 5.557.872
- aanschafwaarde 1.545.497 227.685 7.054.960 908.659 2.479.799 2.159.526 1.234.639 213.461 201.991 16.026.217
- cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 0 0
- cumulatieve afschrijvingen 0 151.132 1.690.864 477.046 454.449 1.100.978 854.165 69.440 0 4.798.074
0
Boekwaarde per 1 januari 2011 1.545.497 76.553 5.364.096 431.613 2.025.350 1.058.548 380.474 144.021 201.991 11.228.143
Mutaties in het boekjaar
- investeringen 94.679 0 316.406 0 64.932 87.629 0 0 -76.876 486.770
- herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
- afschrijvingen 0 7.371 203.808 350.685 163.259 129.884 89.437 5.337 0 949.781
- extra afschrijvingen bedrijfseconomisch 0 0 178.460 0 0 0 0 178.460
- terugname geheel afgeschreven activa
.aanschafwaarde 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
.cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
.cumulatieve afschrijvingen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
- desinvesteringen
aanschafwaarde 0 16.055 0 0 0 0 313.969 0 64.933 394.957
cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
cumulatieve afschrijvingen 0 0 -207.404 0 0 -111.679 313.969 0 0 -5.114
per saldo 0 16.055 207.404 0 0 111.679 0 0 64.933 400.071
Mutaties in boekwaarde (per saldo) 94.679 -23.426 -273.266 -350.685 -98.327 -153.934 -89.437 -5.337 -141.809 -1.041.542
Stand per 31 december 2011
- aanschafwaarde 1.640.176 211.630 7.371.366 908.659 2.544.731 2.247.155 920.670 213.461 60.182 16.118.030
- cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
- cumulatieve afschrijvingen 0 158.503 2.280.536 827.731 617.708 1.342.541 629.633 74.777 0 5.931.429
Boekwaarde per 31 december 2011 1.640.176 53.127 5.090.830 80.928 1.927.023 904.614 291.037 138.684 60.182 10.186.601
Afschrijvingspercentage 0,0% 5,0% 2,0 - 5,0% 5,0 - 50,0% 5,0% 5,0% 10,0% 3,0% 0,0%
Stichting GGZ Oost Brabant
5.1.7.1 SPECIFICATIE ULTIMO BOEKJAAR ONDERHANDEN PROJECTEN (GECONSOLIDEERD)
Num-
mer
Brief-
nummer Datum Omschrijving WTZi-type t/m 2010 2011 gereed
onder-
handen
Indexering
WTZi
Aangepaste
goedkeuring
€ € € € € € €
1 C08017 10-09-2008 Nieuwbouw RGC Boxmeer vergunning 1.024.950 77.005 1.101.955 0 500.000 2010
2 CZ/GGZ-2716688/7196406-10-2006 Elsendonk Boxmeer vergunning 6.716 6.716 0 652.000 2010
3 MPU ziekenhuis Bernhoven vergunning 123 -123 0
4 *) Klooster Oss vergunning 1.230.850 1.230.850 0 2.760.007 2010
5 Widdonck 16 plaatsen vergunning 701 -701 0
6 Eeuwsels uitbreiding 16 plaatsen vergunning 317 -317 0
7 Pandlaar renovatie vergunning 12.566 27.258 39.824
8 *) Munnikenpeel 22 bedden vergunning 24.759 24.759 1.900.000 2010
9 Aanpassingen Princepeel 1-2 instandhouding 613 613
10 C07090 Nieuwbouw 30 app. E3/4/5/6/ vergunning 7.330 7.330 0 2010
11 Coudewater nieuwbouw 125bedden vergunning 159.101 159.101
12 Aanpassen De Berken Helmond niet-WZV 3.457 3.457 0 0
13 HP renovatie buitenriolering instandhouding 173.870 173.870 0 35.000 2009
14 CW Milla instandhouding 5.950 594.745 600.695 0
15 Wetering instandhouding 198.534 198.534 0 188.161 2009
16 Grafmonumenten CW instandhouding 339 -33.527 -33.187 0 7.081 2010
17 CW Emma-kapel instandhouding 5.950 440.337 446.287 0
18 Project Groesbeek vergunning 15.196 422 15.618
19 Aanpassingen Baroniehof instandhouding 61.808 7.799 69.607 0
20 HP aanpassingen bunthorst 1 instandhouding 78.519 10.278 88.796 0
21 CW lijfalarmering instandhouding 64.523 136.733 201.256 0
22 CW algemeen vooronderzoek instandhouding 0 14.280 14.280
23 Machines TD-HP en TD-CW instandhouding 0 44.030 44.030 0
24 CW drinkwaterinstall instandhouding 0 12.769 12.769 0
25 CW opknappen CV-inst. Kliniek instandhouding 0 43.594 43.594 0
26 Keukens nieuw perspectief instandhouding 0 16.160 16.160 0
27 Principeel 1 en 2 instandhouding 0 69.668 69.668
28 Totaalmelding 2011 instandhouding 0 560.388 560.388 0
29 Oss diepvries koeling vaatwas instandhouding 0 18.379 18.379 0
30 CW verv. Stoomketel centrale keu. instandhouding 0 80.920 80.920 0
31 CW noodstroom de Vonder instandhouding 0 60.642 60.642 0
32 Verbouwing ambulant Boxmeer instandhouding 0 19.814 19.814
33 HP aanpassing brandveiligheid instandhouding 0 2.683 2.683
34 CW aanpassing Beemden 2e fase instandhouding 0 92.329 92.329 0
35 CW 4 airco's Vonder instandhouding 0 28.878 28.878 0
36 CW HP sloop 4 panden instandhouding 0 561.074 561.074 0
37 Pastorie Reek instandhouding 0 4.595 4.595 0
38 sluiting rotonde instandhouding 0 750 750
39 CW Loofert niet-WZV 0 -96.662 -96.662 0
40 CW oude hoofdgebouw niet-WZV 0 -31.233 -31.233 0
41 aanpassing kliniek RGC Veghel niet-WZV 0 -9.163 -9.163 0
42 CW terreinontwikkeling niet-WZV 0 58.830 58.830
43 HP terreinontwikkeling niet-WZV 0 1.350 1.350
44 rgc sterc.overbrugging/verhuiz. vergunning 0 241.480 241.480 0
45 verbouwing ambulant boxmeer vergunning 0 9.180 9.180
0
Totaal 3.076.171 3.064.646 5.717.015 423.801 6.042.249 0 0
Projectgegevens Investeringen Goedkeuringen
t/m 2011 Jaar van
ople-
vering
Nominaal
bedrag
WTZi
Stichting GGZ Oost Brabant
5.1.7.2 SPECIFICATIE IN HET BOEKJAAR GEREEDGEKOMEN PROJECTEN (GECONSOLIDEERD)
Project
gegeve
ns
Num-
mer
Brief-
nummer Datum Omschrijving WTZi-type Activapost WTZi WMG Overige Totaal
Afschrij-
ving WTZi Rentekosten
€ € € € € €
Nieuwbouw RGC Boxmeer vergunning 1.101.955 1.101.955 24.243
Elsendonk Boxmeer vergunning 6.716 6.716 336
Klooster Oss vergunning 1.230.850 1.230.850
Aanpassen De Berken Helmond niet-WZV 3.457 3.457 173
HP renovatie buitenriolering instandhouding 173.870 173.870 8.694
CW Milla instandhouding 600.695 600.695 30.035
Wetering instandhouding 198.534 198.534 9.927
Grafmonumenten CW instandhouding -33.187 -33.187 -1.659
CW Emma-kapel instandhouding 446.287 446.287 22.314
Aanpassingen Baroniehof instandhouding 69.607 69.607 3.480
HP aanpassingen bunthorst 1 instandhouding 88.796 88.796 4.440
CW lijfalarmering instandhouding 201.256 201.256 20.126
Machines TD-HP en TD-CW instandhouding 44.030 44.030 4.403
CW drinkwaterinstall instandhouding 12.769 12.769 1.277
CW opknappen CV-inst. Kliniek instandhouding 43.594 43.594 21.797
Keukens nieuw perspectief instandhouding 16.160 16.160 8.080
Totaalmelding 2011 instandhouding 560.388 560.388 56.039
Oss diepvries koeling vaatwas instandhouding 18.379 18.379 1.838
CW verv. Stoomketel centrale keu. instandhouding 80.920 80.920 4.332
CW noodstroom de Vonder instandhouding 60.642 60.642 30.321
CW aanpassing Beemden 2e fase instandhouding 92.329 92.329 23.082
CW 4 airco's Vonder instandhouding 28.878 28.878 14.439
CW HP sloop 4 panden instandhouding 561.074 561.074
Pastorie Reek instandhouding 4.595 4.595 460
CW Loofert niet-WZV -96.662 -96.662 -4.833
CW oude hoofdgebouw niet-WZV -31.233 -31.233 -1.562
aanpassing kliniek RGC Veghel niet-WZV -9.163 -9.163 -458
rgc sterc.overbrugging/verhuiz. vergunning 241.480 241.480 181.110
Subtotaal (zie overzicht projecten) 5.850.616 -133.601 5.717.015
Diverse Inventaris WMG 247.101 247.101 13.744
Automatisering WMG 1.586.691 1.586.691 134.697
Software WMG 2.435.396 2.435.396 174.317
Totaal 0 4.269.188 0 4.269.188 322.758 0
Investeringen Toekomstige lasten
Stichting GGZ Oost Brabant
BIJLAGE
5.1.8 Overzicht langlopende schulden ultimo 2011
Leninggever Datum Hoofdsom
Totale
loop-
tijd
Soort lening
Werke-
lijke-
rente
Restschuld
31 december
2010
Nieuwe
leningen in
2011
Aflossing in
2011
Restschuld
31 december
2011
Restschuld
over 5 jaar
Resterende
looptijd in
jaren eind
2011
Aflos-
sings-
wijze
Aflos-sing
2012Gestelde zekerheden
€ % € € € € € €
BNG-2005/2032 27-dec-05 12.000.000 27 lineair 3,67% 9.777.778 0 444.444 9.333.334 7.111.111 21 lineair 444.444 Waarborgfonds Zorgsector
ASN-2006/2016 31-mrt-06 10.000.000 10 lineair 3,55% 6.000.000 0 1.000.000 5.000.000 0 4 lineair 1.000.000 Waarborgfonds Zorgsector
BNG-2008/2028 15-mei-08 10.000.000 20 lineair 4,68% 9.000.000 0 500.000 8.500.000 6.000.000 16 lineair 500.000 Waarborgfonds Zorgsector
RABO-2010/2020 28-dec-10 9.500.000 10 lineair 3,98% 9.500.000 0 950.000 8.550.000 3.800.000 9 lineair 950.000
Totaal 34.277.778 0 2.894.444 31.383.334 16.911.111 2.894.444
Stichting GGZ Oost Brabant
5.1.9 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING
14. Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten 2011 2010
(uit AWBZ/Zvw-zorg, exclusief subsidies) € € € €
Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten voorgaand jaar 118.259.293 114.122.292
Productieafspraken verslagjaar 2.740.290 4.310.992
Subsidies en innovaties -249.867 0
Overdracht wettelijk budget PAAZ Maasziekenhuis 0 2.514.796
Vergoeding scores ZZP 0 -271.704
Groei normatieve kapitaalslasten 30.097 -320.108
2.520.520 6.233.976
Overheidsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling 1.097.179 604.407
Prijsindexatie materiële kosten 56.772 275.468
Overheidsbijdrage extramurale zorgprestaties 1.399.031 -875.568
2.552.982 4.307
Beleidsmaatregelen overheid:
- generieke budgetkortingen -66.655 -2.314.347
-66.655 -2.314.347
Nacalculeerbare kapitaalslasten:
- rente 340.380 -186.012
- afschrijvingen 1.514.906 193.772
- huur en erfpacht 100.266 242.779
- overige 8.340 98.770
1.963.892 349.309
Overige mutaties:
Doorberekende kapitaalslasten 28.974 -56.505
Overige 14.187 -79.739
43.161 -136.244
Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten 125.273.193 118.259.293
Correcties voorgaande jaren 19.173 -32.413
125.292.366 118.226.880
Stichting GGZ Oost Brabant
5.1.9 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING
BATEN
15. Toelichting niet-gebudgetteerde zorgprestaties
De specificatie is als volgt: 2011 2010
€ €
Zorgprestaties tussen instellingen 4.499.106 4.489.831
Persoonsgebonden en -volgende budgetten 106.728 95.741
Overige niet-gebudgetteerde zorgprestaties 844.642 824.201
Totaal 5.450.476 5.409.773
Toelichting:
16. Subsidies (inclusief overige Wmo-prestaties)
De specificatie is als volgt: 2011 2010
€ €
Rijkssubsidies vanwege het Ministerie van VWS (waaronder opleidingsfonds, 809.918 1.020.437
academische component voor UMC's)
Subsidies vanwege Provincies en gemeenten (exclusief Wmo-huishoudelijke hulp; inclusief 1.050.446 1.010.903
overige Wmo-prestaties zoals maatschappelijke en vrouwenopvang, verslavingszorg, OGGZ)
Overige subsidies 309.862 542.708
Totaal 2.170.226 2.574.048
Toelichting:
17. Toelichting overige bedrijfsopbrengsten
De specificatie is als volgt: 2011 2010
€ €
Doorberekende salariskosten 409.807 532.129
Overige opbrengsten, huur en doorberekende kosten 2.260.434 1.382.105
Totaal 2.670.241 1.914.234
Toelichting:
De overige opbrengsten bevat de boekwinst naar aanleiding van de verkoop van agrarische grond ad. € 1.134.386.
Zorgprestaties tussen instellingen betreffen de opbrengsten inzake het Elkerliek Ziekenhuis.
Binnen de overige zorgprestaties zijn de opbrengsten inzake de ZRA-productie en productie Justitie verantwoord.
Door opgave van minder FTE voor de subsidie van het opleidingsfonds is de subside over 2011 lager dan 2010.
Stichting GGZ Oost Brabant
5.1.9 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING
LASTEN
18. Personeelskosten
De specificatie is als volgt: 2011 2010
€ €
Lonen en salarissen 72.607.558 70.172.203
Sociale lasten 8.964.529 8.627.584
Pensioenpremies 6.293.912 5.885.609
Andere personeelskosten:
Diverse overige personeelskosten 3.592.549 3.323.645
Subtotaal 91.458.548 88.009.041
Personeel niet in loondienst 3.274.763 5.073.800
Totaal personeelskosten 94.733.311 93.082.841
Specificatie gemiddeld aantal personeelsleden (in FTE's) per segment:
Algemene en administratieve functies 256 247
Hotelfuncties 143 171
Patiënt- cq. Bewonersgebonden kosten 1.086 1.062
Leerling personeel 39 40
Terrein- en gebouwgebonden functies 23 23
Gemiddeld aantal personeelsleden op basis van full-time eenheden 1.547 1.544
Toelichting:
19. Afschrijvingen vaste activa
De specificatie is als volgt: 2011 2010
€ €
Nacalculeerbare afschrijvingen:
- materiële vaste activa 5.218.917 3.944.218
Overige afschrijvingen:
- materiële vaste activa 4.223.547 2.749.375
Totaal afschrijvingen 9.442.464 6.693.593
Afrekening FPK / FPA Reinier van Arkel 0 96.195
9.442.464 6.789.788
Toelichting:
Door bedrijfseconomsich waarderen van vastgoed en automatisering laat 2011 een stijging zien in 'Overige afschrijvingen'.
Voor bepaalde activa is het afschrijvingsregime aangepast conform de mogelijkheden van de beleidsregels van Nza, hierdoor laat 2011
een stijging zien van 'Nacalculeerbare afschrijvingen'.
De dotatie reorganisatievoorzing in 2011 ad. € 1.706.492 is verwerkt 'Lonen en salarissen'.
Stichting GGZ Oost Brabant
5.1.9 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING
Aansluiting afschrijvingen resultatenrekening - vergoeding nacalculeerbare afschrijvingslasten 2011
€
Totaal afschrijvingslasten resultatenrekening 9.442.464
waarvan nacalculeerbare afschrijvingen 5.218.917
In het externe budget verwerkte vergoeding voor nacalculeerbare afschrijvingslasten:
- WTZi-vergunningplichtige vaste activa 3.244.616
- WTZi-meldingsplichtige vaste activa 1.974.301
Totaal vergoeding nacalculeerbare afschrijvingslasten 5.218.917
Aanschafwaarde desbetreffende vaste activa 78.181.762
Cumulatieve afschrijvingslasten desbetreffende vaste activa 37.289.255
Cumulatieve vergoedingen voor nacalculeerbare afschrijvingslasten desbetreffende vaste activa 37.289.255
Stichting GGZ Oost Brabant
5.1.9 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING
20. Overige bedrijfskosten
De specificatie is als volgt: 2011 2010
€ €
Voedingsmiddelen en hotelmatige kosten 7.650.140 7.781.627
Algemene kosten 8.909.629 6.701.798
Patiënt- en bewonersgebonden kosten 3.535.373 3.012.339
Onderhoud en energiekosten:
- Onderhoud 2.319.626 2.143.546
- Energie gas 877.493 1.050.977
- Energie stroom 761.642 1.020.601
- Energie transport en overig 363.548 439.328
Subtotaal 4.322.309 4.654.452
Huur en leasing 3.283.119 3.368.937
Baten en lasten hulpbedrijven -83.281 -53.549
Garantstellingen 0 -17.979
Totaal overige bedrijfskosten 27.617.289 25.447.625
Toelichting:
21. Financiële baten en lasten
De specificatie is als volgt: 2011 2010
€ €
Rentebaten 18.436 13.821
Rentebaten zorgverzekeraars DBC's 21.171 34.310
Resultaat deelnemingen 12.292 48.483
Waardeveranderingen financiële vaste activa en effecten 0 22.305
Dividend effecten 10.182 9.521
Subtotaal financiële baten 62.081 128.440
Rentelasten -1.571.590 -1.384.227
Waardeveranderingen financiële vaste activa en effecten -47.444 0
Subtotaal financiële lasten -1.619.034 -1.384.227
Totaal financiële baten en lasten -1.556.953 -1.255.787
De stijging in de algemene kosten worden met name veroorzaakt door ICT-werkzaamheden.
Stichting GGZ Oost Brabant
5.1.9 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING
25. Bezoldiging bestuurders en toezichthouders
De bezoldiging van de bestuurders en gewezen bestuurders van de zorginstelling over het jaar 2011 is als volgt:
J.A.A.M. van
Diemen-
Steenvoorde O.O.J. Dekker
1 01-10-2008 01-02-2010
2 ja ja
3 n.v.t. n.v.t.
4 ja nee
5 12 n.v.t.
6 arbeidsoverk. arbeidsoverk.
vr. onbep. tijd voor bep. tijd
7 Welke salarisregeling is toegepast? NVZD NVZD
8 100% 100%
9 € 183.343 € 166.800
€ 0 € 0
€ 0 € 0
10 € 454 € 454
11 Werkgeversbijdrage sociale lasten € 7.433 € 7.433
12 Werkgeversbijdrage pensioen, VUT, FPU € 20.465 € 18.564
13 Ontslagvergoeding € 0 € 0
14 Bonussen € 0 € 0
15 Totaal inkomen (9 t/m 14, excl. 9a en b) € 211.695 € 193.251
16 Cataloguswaarde auto van de zaak € 40.767 € 42.990
17 Eigen bijdrage auto van de zaak € 0 € 0
Toelichting:
De bezoldiging van de leden van de raad van toezicht van de zorginstelling over het jaar 2011 is als volgt:
Naam Functie Bezoldiging
€
J. Kingma Voorzitter € 12.000
J.R. Rozendaal Vice-voorzitter € 10.247
J.T.H.M. Blox lid € 8.000
M.J. Kauffman MCM lid € 8.108
C.A.H.A. Doomernik lid € 8.128
T. van de Ven-de Jong lid € 8.430
W.M. van Ewijk lid € 8.308
Vanaf welke datum is de persoon als bestuurder
werkzaam in uw organisatie?
Tot welke datum was de persoon als bestuurder
werkzaam in uw organisatie?
Tweehoofdig met voorzitter
Naam
Is de persoon in het verslagjaar voorzitter van het
bestuur geweest?
Maakt de persoon op dit moment nog steeds deel uit
van het bestuur?
Wat is de samenstelling van het bestuur of de directie?
a. Waarvan: verkoop verlofuren
b. Waarvan: nabetalingen voorgaande jaren
Welk bestuursmodel is van toepassing op uw organisatie? Eindverantwoordelijke Raad van Bestuur met Raad van Toezicht
Zo ja: hoeveel maanden is de persoon voorzitter
geweest in het verslagjaar?
De voorzitter mevr. J. van Diemen-Steenvoorde laat de vergoeding ad € 12.000 voor haar nevenfunctie als toezichthouder bij het
Westfriesgasthuis te Hoorn ten gunste van de opbrengsten van GGZ Oost Brabant komen.
Bruto-inkomen, incl. vakantiegeld, eindejaarsuitkering,
salaris en andere vaste toelagen
Wat is de aard van de (arbeids)overeenkomst?
Wat is de deeltijdfactor? (percentage)
Bruto-onkostenvergoeding
Stichting GGZ Oost Brabant
5.1.9 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING
26. Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (Wopt)
De bezoldiging van de functionarissen die over 2011 in het kader van de Wopt verantwoord worden, is als volgt:
1 Voorzitter RvB Lid RvB
2 1-okt-08 1-feb-10
3 n.v.t. 31-jan-15
4 Belastbaar loon (in €) € 174.063 € 162.027
5
€ 40.273 € 36.535
6
€ 0 € 0
Totaal beloning in kader van de Wopt (4, 5 en 6) € 214.335 € 198.562
7 Beloning 2010 € 212.903 € 168.892
Motivatie overschrijdingen van het gemiddelde belastbare loon per jaar van ministers:
Toelichting:
27. Honoraria accountant 2011 2010
€ €
De honoraria van de accountant over 2011 zijn als volgt:
1 Controle van de jaarrekening 77.350 68.040
2 Overige controlewerkzaamheden (w.o. Regeling AO/IC en Nacalculatie) 32.338 51.854
3 Fiscale advisering 19.269 5.285
4 Niet-controlediensten 22.896 0
Totaal honoraria accountant 151.853 125.179
28. Transacties met verbonden partijen
Er hebben zich geen transacties met verbonden partijen voorgedaan met zakelijke grondslag.
De bezoldiging van de bestuurders en toezichthouders is opgenomen onder punt 25.
Van transacties met verbonden partijen is sprake wanneer een relatie bestaat tussen de instelling, haar deelnemingen en hun
bestuurders en leidinggevende functionarissen.
Bovenstaande gegevens worden gemeld aan het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Functionaris (functienaam)
In dienst vanaf (datum)
In dienst tot (datum)
Uitkeringen in verband met beëindiging van het
dienstverband (in €)
Voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar
op termijn (in €)
Stichting GGZ Oost Brabant
5.1.10 ENKELVOUDIGE BALANS PER 31 DECEMBER 2011
(na resultaatbestemming)
Ref. 31-dec-11 31-dec-10
€ €
ACTIVA
Vaste activa
Materiële vaste activa 1 56.230.650 61.973.537
Financiële vaste activa 2 3.118.249 340.959
Totaal vaste activa 59.348.899 62.314.496
Vlottende activa
Voorraden 3 246.752 251.091
Onderhanden werk uit hoofde van DBC's 4 8.849.415 15.789.966
Vorderingen en overlopende activa 6 23.839.667 27.219.873
Liquide middelen 7 1.002.061 523.866
Totaal vlottende activa 33.937.895 43.784.796
Totaal activa 93.286.794 106.099.292
Ref. 31-dec-11 31-dec-10
PASSIVA € €
Eigen vermogen 8
Kapitaal 45 45
Collectief gefinancierd gebonden vermogen 12.645.531 10.482.961
Niet-collectief gefinancierd vrij vermogen 2.513.290 2.405.062
Totaal eigen vermogen 15.158.866 12.888.068
Voorzieningen 9 5.930.281 4.339.790
Langlopende schulden 10 28.488.890 31.620.834
Kortlopende schulden
Schulden uit hoofde van financieringsoverschot 5 10.293.931 16.577.295
Kortlopende schulden en overlopende passiva 11 33.414.826 40.673.305
Totaal passiva 93.286.794 106.099.292
Stichting GGZ Oost Brabant
5.1.11 ENKELVOUDIGE RESULTATENREKENING OVER 2011
Ref. 2011 2010
€ €
BEDRIJFSOPBRENGSTEN:
Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten 13 125.292.366 118.226.880
(uit AWBZ/Zvw-zorg, exclusief subsidies)
Niet-gebudgetteerde zorgprestaties 14 5.160.935 5.116.808
Subsidies (inclusief overige Wmo-prestaties) 15 2.185.986 2.695.144
Overige bedrijfsopbrengsten 16 2.790.699 1.914.233
Som der bedrijfsopbrengsten 135.429.986 127.953.065
BEDRIJFSLASTEN:
Personeelskosten 17 94.550.202 92.823.449
Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa 18 9.395.609 6.744.277
Overige bedrijfskosten 19 27.668.490 25.544.789
Som der bedrijfslasten 131.614.301 125.112.515
BEDRIJFSRESULTAAT 3.815.685 2.840.550
Financiële baten en lasten 20 -1.544.887 -1.346.203
RESULTAAT BOEKJAAR 2.270.798 1.494.347
RESULTAATBESTEMMING
Het resultaat is als volgt verdeeld: 2011 2010
€ €
Toevoeging/(onttrekking):
Reserve aanvaardbare kosten 2.162.570 1.486.914
Algemene reserve niet collectief gefinancierd vrij vermogen 108.228 7.433
2.270.798 1.494.347
Pagina 37
Stichting GGZ Oost Brabant
5.1.12 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE BALANS
ACTIVA
1. Materiële vaste activa
De specificatie is als volgt: 31-dec-11 31-dec-10
€ €
Bedrijfsgebouwen en terreinen 42.064.006 41.642.823
Machines en installaties 6.935.202 8.237.099
Andere vaste bedrijfsmiddelen, technische en administratieve uitrusting 9.194.271 9.017.446
Materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa 423.801 3.076.169
Totaal materiële vaste activa / financiële vaste activa 58.617.280 61.973.537
Af: Overheveling naar financieel vaste activa inzake spookgebouwen 1.286.087 0
Af: Overheveling naar financieel vaste activa inzake leegstaande gebouwen 1.100.542 0
Totaal materiële vaste activa 56.230.650 61.973.537
Toelichting:
Het verloop van de materiële activa in het verslagjaar is als volgt weer te geven: 2011 2010
€ €
Boekwaarde per 1 januari 61.973.537 62.621.514
Bij: investeringen 16.282.946 8.929.689
Af: Herrubricering financiële vaste activa inzake spookgebouwen 1.286.087 0
Af: Herrubricering financiële vaste activa inzake leegstaande gebouwen 1.100.542 0
Bij: mutatie financiële vaste activa 2010 340.959 0
Af: afschrijvingen 9.395.609 6.560.087
Af: desinvesteringen 10.584.554 3.017.579
Boekwaarde per 31 december 56.230.650 61.973.537
Aanschafwaarde 109.810.223 115.225.505
Cumulatieve herwaarderingen 0 0
Cumulatieve afschrijvingen 53.579.573 53.251.968
Toelichting:
Voor een nadere specificatie van het verloop van de WTZi-vergunningplichtige vaste activa, de WTZi-meldingsplichtige vaste activa
en de WMG-gefinancierde vaste activa per activagroep wordt verwezen naar het mutatieoverzicht onder 5.1.14. In toelichting 5.1.15
zijn overzichten opgenomen voor de onderhanden en gereedgekomen projecten.
De relatief grote mutatie in de materiële vaste activa is het gevolg van de volgende posten: afname onderhanden project RGC
Boxmeer, Klooster Oss en bedrijfseconomisch waarderen van vastgoed en automatisering.
Stichting GGZ Oost Brabant
5.1.12 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE BALANS
2. Financiële vaste activa
De specificatie is als volgt: 31-dec-11 31-dec-10
€ €
Terug te vorderen NzA cf. beleidsregels 3.118.249 340.959
Totaal financiële vaste activa 3.118.249 340.959
Het verloop van de financiële vaste activa is als volgt:
€
Boekwaarde per 1 januari 2011 340.959
Bij: Herrubricering materiële vaste activa inzake spookgebouwen 1.286.087
Bij: Geactiveerde sloopkosten inzake spookgebouwen 731.619
Bij: Herrubricering materiële vaste activa inzake leegstaande gebouwen 1.100.543
Af: vrijval -340.959
Boekwaarde per 31 december 2011 3.118.249
Toelichting:
Conform huidige bekostigingssystematiek en toepassing beleidsregels te vorderen van Nederlandse Zorgautoriteit (NzA).
Stichting GGZ Oost Brabant
5.1.12 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE BALANS
ACTIVA
3. Voorraden
De specificatie is als volgt: 31-dec-11 31-dec-10
€ €
Hotelfunctie 24.322 24.418
Kantoorbenodigdheden en drukwerk 83.147 94.984
Onderzoek, behandeling, verpleging en verzorging 34.201 32.017
Onderhoud terreinen, gebouwen en installaties 39.643 37.708
Hulpbedrijven 39.000 35.400
Overige voorraden 26.439 26.564
Totaal voorraden 246.752 251.091
Toelichting:
4. Onderhanden werk uit hoofde van DBC's
De specificatie is als volgt: 31-dec-11 31-dec-10
€ €
Onderhanden werk DBC's 31.987.319 34.723.240
Af: ontvangen voorschotten 23.166.678 18.933.274
Onderhanden werk DBC's overige financiers 28.774 0
Totaal onderhanden projecten 8.849.415 15.789.966
De specificatie per onderhanden project
is als volgt weer te geven: Gerealiseer-
de werk-
Stroom DBC's en zorgverzekeraar kosten en Af: Af: Saldo per
toegereken- verwerkte ontvangen 31-dec-2011
de winst verliezen voorschotten
€ € € €
Zorgverzekeraars 31.987.319 0 23.166.678 8.820.641
Totaal (onderhanden werk) 31.987.319 0 23.166.678 8.820.641
Toelichting:
Het onderhanden werk uit hoofde van DBC's wordt gewaardeerd volgens de waardebepaling die is voorgeschreven in het 'Protocol
gefactureerde DBC's GGZ omzet 2011 en Onderhanden werk per 31 december 2011'. Hierbij wordt uitgegaan van een gemiddeld
uurtarief van € 101 voor geregistreerde activiteiten en verrichtingen ten aanzien van de behandeltabel. Voor onderhanden
verblijfsdagen wordt de gemiddelde prijs per dag van de reeds gefactureerde verblijfsdagen in 2011 gehanteerd. Tevens wordt
rekening gehouden met de van toepassing zijnde verrekenpercentages. Op het onderhanden werk worden de voorschotten die
ontvangen zijn van verzekeraars in mindering gebracht.
Er is geen voorziening in aftrek op de voorraden gebracht.
De toename van de ontvangen voorschotten is het gevolg van de ontvangen voorschotten in 2011 van UVIT en Achmea.
Stichting GGZ Oost Brabant
5.1.12 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE BALANS
ACTIVA
5. Vorderingen en overlopende activa
De specificatie is als volgt: 31-dec-11 31-dec-10
€ €
Vorderingen op debiteuren 7.686.686 8.131.323
Nog te factureren omzet DBC's 12.589.155 15.030.995
Overige vorderingen:
Disagio lening 84.000 89.250
Personeelsleningen 70.112 89.389
Project- en andere subsidies -40.674 37.343
Nog te ontvangen bedragen:
Nog te ontvangen inkoopbonussen 114.492 521.356
Nog te ontvangen bedragen 1.428.212 880.195
Overige overlopende activa:
Overige vorderingen en overlopende activa 1.569.342 2.084.144
Te ontvangen ziekengelden 55.739 76.875
Te ontvangen belastingen en sociale premies 282.603 279.003
Totaal vorderingen en overlopende activa 23.839.667 27.219.873
Toelichting:
6. Liquide middelen
De specificatie is als volgt: 2011 2010
€ €
Bankrekeningen 946.082 473.277
Kassen 55.979 50.589
Totaal liquide middelen 1.002.061 523.866
Het aan de Bank Nederlandse Gemeenten betaalde disagio is geactiveerd en valt vrij gedurende de looptijd van de lening.
De vorderingen op debiteuren zijn afgenomen door de DBC-facturering a.g.v. een lagere verrekenpercentage.
De vorderingen op debiteuren bevat tevens een post voor voorziening dubieuze debiteren voor een bedrag van € 177.861.
Nog te factureren DBC's zijn de per 31 december 2011 afgesloten DBC's die in de maand januari en februari 2012 nog gefactureerd
zijn.
De personeelsleningen betreffen leningen aan medewerkers wegens het fietsproject en studiekosten.
De vordering op debiteuren en de overige vorderingen bevatten een vordering op Stichting Psyplus voor in totaal een bedrag van €
230.880. Deze vordering is als dubieus aan te merken, vandaar dat deze dubieuze vordering voorzien is bij de kortlopende
schulden.
Stichting GGZ Oost Brabant
5.1.12 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE BALANS
7. Vorderingen uit hoofde van financieringstekort en/of schulden uit hoofde van financieringsoverschot
Specificatie financieringsverschil AWBZ
t/m 2008 2009 2010 2011 totaal
€ € € € €
Saldo per 1 januari 82.500 241.555 1.895.131 0 2.219.186
Financieringsverschil boekjaar 2.558.748 2.558.748
Correcties voorgaande jaren 0 0 -515.997 -515.997
Betalingen/ontvangsten -82.500 -241.555 -2.483.198 -2.807.253
Subtotaal mutatie boekjaar -82.500 -241.555 -2.999.195 2.558.748 -764.502
Saldo per 31 december 0 0 -1.104.064 2.558.748 1.454.684
Stadium van vaststelling (per erkenning): c c b a
a= interne berekening
b= overeenstemming met zorgverzekeraars
c= definitieve vaststelling NZa
Toelichting:
Specificatie financieringsverschil in het boekjaar 2011 2010
€ €
Wettelijk budget aanvaardbare kosten 56.518.705 52.926.715
Af: ontvangen voorschotten 53.959.957 51.031.584
Totaal financieringsverschil 2.558.748 1.895.131
Specificatie financieringsverschil DBC-financiering
2008 2009 2010 2011 totaal
€ € € € €
Saldo per 1 januari -217.749 -8.110.600 -10.468.132 -18.796.481
0
Financieringsverschil boekjaar 0 0 -2.838.292 -2.838.292
Correcties voorgaande jaren 28.539 0 506.631 535.170
Betalingen/ontvangsten 187.614 8.109.092 1.054.282 9.350.988
Subtotaal mutatie boekjaar 216.153 8.109.092 1.560.913 -2.838.292 7.047.866
Saldo per 31 december -1.596 -1.508 -8.907.219 -2.838.292 -11.748.615
Stadium van vaststelling (per erkenning) c c c a
a= interne berekening
b= overeenstemming met zorgverzekeraars
c= definitieve vaststelling Nza
Specificatie aanvaardbaar budget 2011 2010
€ €
Wettelijk budget aanvaardbare kosten 68.754.488 65.332.578
Bij: Te behouden opbrengst ECT 1.023 279
Af: Gefactureerde DBC's 74.329.723 75.644.309
Af: Onderhanden DBC's -2.735.920 156.680
-2.838.292 -10.468.132
Nza heeft 2010 nog niet definitief vastgesteld, omdat er nog een discussie loopt over de mutaties in de capaciteit, die hun weerslag
heeft op de normatieve vierkante meters. De correctie voorgaande jaren over 2010 betstaat voor een bedrag van € 506.631 uit een
overheveling van kapitaal naar ZVW. Zie ook de specificatie financieringsverschil DBC-financiering.
Stichting GGZ Oost Brabant
Specificatie financieringsverschil per financieringsvorm 2011 2010
€ €
Financieringsverschil AWBZ 1.454.684 2.219.186
Financieringsverschil DBC-financiering -11.748.615 -18.796.481
Totaal financieringsverschil -10.293.931 -16.577.295
Het budget Zorgverzekeringswet 2011 bedraagt 68.754.488
Het budget AWBZ 2011 bedraagt 56.518.705
Totaal budget 2011 125.273.193
Toelichting:
In januari 2012 is € 8.528.566 betaald aan zorgverzekeraars als gevolg van het financieringsverschil DBC-financiering 2010.
Stichting GGZ Oost Brabant
5.1.12 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE BALANS
PASSIVA
8. Eigen vermogen
Het eigen vermogen bestaat uit de volgende componenten: 31-dec-11 31-dec-10
€ €
Kapitaal 45 45
Collectief gefinancierd gebonden vermogen 12.645.531 10.482.961
Niet collectief gefinancierd vrij vermogen 2.513.290 2.405.062
Totaal eigen vermogen 15.158.866 12.888.068
Kapitaal
Saldo per Resultaat- Overige Saldo per
Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-2011 bestemming mutaties 31-dec-2011
€ € € €
Kapitaal 45 0 0 45
45 0 0 45
Collectief gefinancierd gebonden vermogen
Saldo per Resultaat- Overige Saldo per
Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-2011 bestemming mutaties 31-dec-2011
€ € € €
Reserve aanvaardbare kosten: 10.077.747 2.162.570 0 12.240.317
Bestemmingsreserves:
Instandhoudingsinvesteringen 405.214 0 0 405.214Totaal collectief gefinancierd gebonden vermogen 10.482.961 2.162.570 0 12.645.531
Niet collectief gefinancierd vrij vermogen
Saldo per Resultaat- Overige Saldo per
Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-2011 bestemming mutaties 31-dec-2011
€ € € €
Algemene reserves: 2.405.062 108.228 0 2.513.290
Totaal niet-collectief gefinancierd vrij vermogen 2.405.062 108.228 0 2.513.290
Toelichting:
Bestemmingsreserve instandhoudingsinvesteringen
De algemene reserve bestaat grotendeels uit de som van de voor- en nadelige exploitatiesaldi uit de periode van vóór 1968 (voor
het in werking treden van de AWBZ) en uit bijzondere baten in verband met het niet direct in het AWBZ-dienstverleningsproces
begrepen zaken. Deze vermogenscomponent is uit de winstbestemming verhoogd met een interne rentevergoeding van 4,5%.
Het saldo van de op grond van de bekostigingssystematiek in de subsidie toegekende bedragen voor afschrijvingen en de
werkelijke afschrijvingen op instandhoudingsinvesteringen wordt jaarlijks toegevoegd of onttrokken aan de bestemmingsreserve
instandhoudingsinvesteringen.
Stichting GGZ Oost Brabant
5.1.12 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE BALANS
PASSIVA
Specificatie aansluiting geconsolideerd - enkelvoudig vermogen 31 december 2011
en resultaat over 2011
De specificatie is als volgt :
Eigen
vermogen Resultaat
€ €
Enkelvoudig eigen vermogen en resultaat: 15.008.110 2.120.041
Stichting Olim 2.730.347 -89.383
Stichting Psyplus -371.228 -91.838
Totaal geconsolideerd eigen vermogen en resultaat 17.367.229 1.938.820
9. Voorzieningen
Saldo per Dotatie Onttrekking Saldo per
Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-2011 31-dec-2011
€ € € €
Voorziening achterstallig onderhoud 3.036.903 0 0 3.036.903
Voorziening jubilea 405.505 156.853 138.444 423.914
Voorziening reorganisatie 196.331 1.706.492 101.031 1.801.792
Voorziening levensfasebudget 701.051 0 33.379 667.672
Totaal voorzieningen 4.339.790 1.863.345 272.854 5.930.281
Toelichting in welke mate (het totaal van) de voorzieningen als langlopend moeten worden beschouwd:
31-dec-2011
Kortlopend deel van de voorzieningen (< 1 jr.) 1.865.185
Langlopend deel van de voorzieningen (> 1 jr.) 4.065.096
Toelichting:
Voor een nadere toelichting op de waardering van de voorzieningen wordt verwezen naar paragraaf 5.1.4.
Stichting GGZ Oost Brabant
5.1.12 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE BALANS
10. Langlopende schulden
De specificatie is als volgt: 31-dec-11 31-dec-10
€ €
Schulden aan kredietinstellingen 28.488.890 31.620.834
Totaal langlopende schulden 28.488.890 31.620.834
Het verloop is als volgt weer te geven: 2011 2010
€ €
Stand per 1 januari 34.277.778 27.183.628
Bij: nieuwe leningen 0 9.500.000
Af: aflossingen 2.894.444 2.405.850
Stand per 31 december 31.383.334 34.277.778
Af: aflossingsverplichting komend boekjaar 2.894.444 2.656.944
Stand langlopende schulden per 31 december 28.488.890 31.620.834
Toelichting in welke mate (het totaal van) de langlopende schulden als langlopend moeten worden beschouwd:
Kortlopend deel van de langlopende schulden (< 1 jr.), aflossingsverplichtingen 2.894.444 2.656.944
Langlopend deel van de langlopende schulden (> 1 jr.) (balanspost) 28.488.890 31.620.834
Hiervan langlopend (> 5 jaar) 16.911.111 24.555.556
Voor een nadere toelichting op de langlopende schulden wordt verwezen naar de bijlage overzicht langlopende schulden.
De aflossingsverplichtingen zijn verantwoord onder de kortlopende schulden.
11. Kortlopende schulden en overlopende passiva
De specificatie is als volgt: 31-dec-11 31-dec-10
€ €
Schulden aan kredietinstellingen 4.966.238 14.767.399
Crediteuren 6.106.143 3.668.969
Aflossingsverplichtingen langlopende leningen 2.894.444 2.656.944
Belastingen en sociale premies 4.120.723 3.873.540
Salarissen, vakantietoeslag en -dagenverplichting 6.628.494 6.066.273
Schulden terzake pensioenen 845.855 845.616
Patiëntencrediteuren 994.028 1.064.344
Overige schulden: 5.595.889 6.387.036
Nog te betalen kosten:
Te betalen rente leningen o/g 419.308 524.116
Nog te betalen saneringskosten 398.815 377.602
Te betalen jubileumkosten 129.198 123.536
Vooruitontvangen opbrengsten:
Project- en andere subsidies 315.691 317.930
Totaal kortlopende schulden en overlopende passiva 33.414.826 40.673.305
Toelichting:
De stijging in de crediteuren is het gevolg van betalingsachterstand bij het Maasziekenhuis, sloopkosten die gemaakt zijn eind van
december en meer aankoopfacturen presenteren onder crediteuren in plaats van overige schulden.
De schulden aan kredietinstellingen is een momentopname. In de eerste week van januari is een betaling gedaan van € 8.528.566
waardoor de schuldpositie weer fors hoger was.
Stichting GGZ Oost Brabant
5.1.12 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE BALANS
12. Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen
Leaseverplichtingen
2011 2010
€ €
Operationele leaseverplichtingen personenauto's 843.756 593.985
Operationele leaseverplichtingen multifunctionals 28.530 45.648
872.286 639.633
De totale leaseverplichting is € 1.679.594
Verloopoverzicht investeringsruimte trekkingsrechten
Het verloop is als volgt weer te geven: 2011 2010
€ €
Nog niet bestede investeringsruimte per 1 januari 42.169.343 40.470.276
Bij: indexering niet-bestede investeringsruimte 708.445 683.948
Bij: investeringsruimte verslagjaar 1.475.885 1.448.969
Af: investeringen verslagjaar 1.375.840 433.850
Beschikbare investeringsruimte 31 december 42.977.833 42.169.343
Lopende investeringsprojecten leggen het volgende beslag op de beschikbare investeringsruimte: 107.808
Stichting GGZ Oost Brabant
5.1.13 ENKELVOUDIG MUTATIEOVERZICHT MATERIELE VASTE ACTIVA/FINANCIELE VASTE ACTIVA op grond van art. 5a Regeling verslaggeving WTZi
5.1.13.1 WTZi-vergunningplichtige vaste activa
Grond Terrein- Gebouwen Semi perm. Ver- Installaties Bouwrente Onderhanden Subtotaal Totaal
voorzieningen gebouwen bouwingen projecten vergunning
€ € € € € € € € €
0 340.513
Stand per 1 januari 2011 29.201.809 3.376.009
- aanschafwaarde 2.075.972 1.279.127 29.201.809 1.334.014 7.148.872 8.871.792 657.912 2.482.605 53.052.103 115.225.506
- cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 0 0 0
- cumulatieve afschrijvingen 0 889.531 14.284.030 804.126 4.113.376 4.404.034 184.830 0 24.679.927 53.251.968
Boekwaarde per 1 januari 2011 2.075.972 389.596 14.917.779 529.888 3.035.496 4.467.758 473.082 2.482.605 28.372.176 61.973.538
Mutaties in het boekjaar
- investeringen 627.263 0 3.062.294 2.417.435 6.716 947.625 354.205 7.415.538 16.282.946
- terugboeking fin. vaste activa 2010 0 0 0 0 340.959 0 0 340.959 340.959
- afschrijvingen 0 24.449 764.509 1.273.350 345.544 799.371 37.393 0 3.244.616 9.395.609
- extra afschrijvingen NZa-goedgekeurd 0 0 0 0 0 0 0 0 0
- terugname geheel afgeschreven activa
.aanschafwaarde 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
.cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
.cumulatieve afschrijvingen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
- desinvesteringen
aanschafwaarde 10.471 184.773 5.395.988 0 1.023.690 667.897 0 2.581.000 9.863.819 19.652.558
cumulatieve afschrijvingen 0 69.932 2.951.606 0 963.031 -73.457 0 0 3.911.112 9.068.004
per saldo 10.471 114.841 2.444.382 0 60.659 741.354 0 2.581.000 5.952.707 10.584.554
Mutaties in boekwaarde (per saldo) 616.792 -139.290 -146.597 1.144.085 -58.528 -593.100 -37.393 -2.226.795 -1.440.826 -3.356.258
Stand per 31 december 2011
- aanschafwaarde 2.692.764 1.094.354 26.868.115 3.751.449 6.472.857 9.151.520 657.912 255.810 50.944.781 112.196.853
- cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
- cumulatieve afschrijvingen 0 844.048 12.096.933 2.077.476 3.495.889 5.276.862 222.223 0 24.013.431 53.579.573
Boekwaarde per 31 december 2011 2.692.764 250.306 14.771.182 1.673.973 2.976.968 3.874.658 435.689 255.810 26.931.350 58.617.280
Afschrijvingspercentage 0,0% 5,0% 2,0 - 5,0% 5,0 - 50,0% 5,0% 2,5% 5,0% 0,0%
Stichting GGZ Oost Brabant
5.1.13 ENKELVOUDIG MUTATIEOVERZICHT MATERIELE VASTE ACTIVA/FINANCIELE VASTE ACTIVA op grond van art. 5a Regeling verslaggeving WTZi
5.1.13.2 WTZi-meldingsplichtige vaste activa
Trekkings Onderhanden Subtotaal Instand- Onderhanden Subtotaal Subtotaal
rechten Projecten houding Projecten meldings-
plichtige activa
€ € € € € € €
Stand per 1 januari 2011 4.281.547
- aanschafwaarde 14.432.432 0 14.432.432 14.239.156 391.573 14.630.729 29.063.161
- cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 0
- cumulatieve afschrijvingen 3.964.774 0 3.964.774 9.957.606 0 9.957.606 13.922.380
Boekwaarde per 1 januari 2011 10.467.658 0 10.467.658 4.281.550 391.573 4.673.123 15.140.781
Mutaties in het boekjaar
- investeringen 1.375.840 0 1.375.840 863.295 2.787.318 3.650.613 5.026.453
- herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 0
- afschrijvingen 735.377 0 735.377 1.238.924 0 1.238.924 1.974.301
- terugname geheel afgeschreven activa
.aanschafwaarde 0 0 0 0 0 0 0
.cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 0
.cumulatieve afschrijvingen 0 0 0 0 0 0 0
- desinvesteringen
aanschafwaarde 1.100.740 0 1.100.740 2.680.811 3.071.082 5.751.893 6.852.633
cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 0
cumulatieve afschrijvingen 176.000 0 176.000 2.444.857 0 2.444.857 2.620.857
per saldo 924.740 0 924.740 235.954 3.071.082 3.307.036 4.231.776
Mutaties in boekwaarde (per saldo) -284.277 0 -284.277 -611.583 -283.764 -895.347 -1.179.624
Stand per 31 december 2011
- aanschafwaarde 14.707.532 0 14.707.532 12.421.640 107.809 12.529.449 27.236.981
- cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 0
- cumulatieve afschrijvingen 4.524.151 0 4.524.151 8.751.673 0 8.751.673 13.275.824
Boekwaarde per 31 december 2011 10.183.381 0 10.183.381 3.669.967 107.809 3.777.776 13.961.157
Afschrijvingspercentage 5,0% 0,0% 10,0% 0,0%
Stichting GGZ Oost Brabant
5.1.13 ENKELVOUDIG MUTATIEOVERZICHT MATERIELE VASTE ACTIVA/FINANCIELE VASTE ACTIVA op grond van art. 5a Regeling verslaggeving WTZi
5.1.13.3 WMG-gefinancierde vaste activa
Verbouwingen Inventaris Vervoer- Automati- Subtotaal
middelen sering WMG
€ € € €
Stand per 1 januari 2011 7.546.617
- aanschafwaarde 67.636 10.830.476 141.765 7.546.617 18.586.494
- cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0
- cumulatieve afschrijvingen 14.720 6.345.427 104.380 3.426.697 9.891.224
Boekwaarde per 1 januari 2011 52.916 4.485.049 37.385 4.119.920 8.695.270
Mutaties in het boekjaar
- investeringen 0 247.102 0 3.107.083 3.354.185
- herwaarderingen 0 0 0 0 0
- afschrijvingen 3.382 913.264 17.635 2.161.025 3.095.306
- terugname geheel afgeschreven activa
.aanschafwaarde 0 0 0 0 0
.cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0
.cumulatieve afschrijvingen 0 0 0 0 0
- desinvesteringen
aanschafwaarde 0 1.243.162 0 1.297.987 2.541.149
cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0
cumulatieve afschrijvingen 0 1.243.162 0 1.297.987 2.541.149
per saldo 0 0 0 0 0
Mutaties in boekwaarde (per saldo) -3.382 -666.162 -17.635 946.058 258.879
Stand per 31 december 2011
- aanschafwaarde 67.636 9.834.416 141.765 9.355.713 19.399.530
- cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0
- cumulatieve afschrijvingen 18.102 6.015.529 122.015 4.289.735 10.445.381
Boekwaarde per 31 december 2011 49.534 3.818.887 19.750 5.065.978 8.954.149
Afschrijvingspercentage 5,0% 10,0% 20,0% 20,0%
Stichting GGZ Oost Brabant
5.1.13 ENKELVOUDIG MUTATIEOVERZICHT MATERIELE VASTE ACTIVA/FINANCIELE VASTE ACTIVA op grond van art. 5a Regeling verslaggeving WTZi
5.1.13.4 Niet WTZi/WMG gefinancierde vaste activa
Grond Terrein- Gebouwen Semi perm. Ver- Installaties Inventaris Bouwrente Onderhanden Subtotaal
voorzieningen gebouwen bouwingen projecten vergunning
€ € € € € € € €
Stand per 1 januari 2011 5.557.872
- aanschafwaarde 1.545.497 227.685 5.557.873 908.659 2.479.799 2.159.526 1.229.257 213.461 201.991 14.523.748
- cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 0 0
- cumulatieve afschrijvingen 0 151.132 1.651.227 477.046 454.449 1.100.978 854.165 69.440 0 4.758.437
0
Boekwaarde per 1 januari 2011 1.545.497 76.553 3.906.646 431.613 2.025.350 1.058.548 375.092 144.021 201.991 9.765.311
Mutaties in het boekjaar
- investeringen 94.679 0 316.406 0 64.932 87.629 0 0 -76.876 486.770
- herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
- afschrijvingen 0 7.371 160.954 350.685 163.259 129.884 85.436 5.337 0 902.926
- extra afschrijvingen bedrijfseconomisch 0 0 178.460 0 0 0 0 178.460
- terugname geheel afgeschreven activa
.aanschafwaarde 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
.cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
.cumulatieve afschrijvingen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
- desinvesteringen
aanschafwaarde 0 16.055 0 0 0 0 313.969 0 64.933 394.957
cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
cumulatieve afschrijvingen 0 0 -207.404 0 0 -111.679 313.969 0 0 -5.114
per saldo 0 16.055 207.404 0 0 111.679 0 0 64.933 400.071
Mutaties in boekwaarde (per saldo) 94.679 -23.426 -230.412 -350.685 -98.327 -153.934 -85.436 -5.337 -141.809 -994.687
Stand per 31 december 2011
- aanschafwaarde 1.640.176 211.630 5.874.279 908.659 2.544.731 2.247.155 915.288 213.461 60.182 14.615.561
- cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
- cumulatieve afschrijvingen 0 158.503 2.198.045 827.731 617.708 1.342.541 625.632 74.777 0 5.844.937
Boekwaarde per 31 december 2011 1.640.176 53.127 3.676.234 80.928 1.927.023 904.614 289.656 138.684 60.182 8.770.624
Afschrijvingspercentage 0,0% 5,0% 2,0 - 5,0% 5,0 - 50,0% 5,0% 5,0% 10,0% 3,0% 0,0%
Stichting GGZ Oost Brabant
5.1.14.1 SPECIFICATIE ULTIMO BOEKJAAR ONDERHANDEN PROJECTEN (ENKELVOUDIG)
Num-
mer
Brief-
nummer Datum Omschrijving WTZi-type t/m 2010 2011 gereed
onder-
handen
Indexering
WTZi
Aangepaste
goedkeuring
€ € € € € € €
1 C08017 10-09-2008 Nieuwbouw RGC Boxmeer vergunning 1.024.950 77.005 1.101.955 0 500.000 2010
2 CZ/GGZ-2716688/7196406-10-2006 Elsendonk Boxmeer vergunning 6.716 6.716 0 652.000 2010
3 MPU ziekenhuis Bernhoven vergunning 123 -123 0
4 *) Klooster Oss vergunning 1.230.850 1.230.850 0 2.760.007 2010
5 Widdonck 16 plaatsen vergunning 701 -701 0
6 Eeuwsels uitbreiding 16 plaatsen vergunning 317 -317 0
7 Pandlaar renovatie vergunning 12.566 27.258 39.824
8 *) Munnikenpeel 22 bedden vergunning 24.759 24.759 1.900.000 2010
9 Aanpassingen Princepeel 1-2 instandhouding 613 613
10 C07090 Nieuwbouw 30 app. E3/4/5/6/ vergunning 7.330 7.330 0 2010
11 Coudewater nieuwbouw 125bedden vergunning 159.101 159.101
12 Aanpassen De Berken Helmond niet-WZV 3.457 3.457 0 0
13 HP renovatie buitenriolering instandhouding 173.870 173.870 0 35.000 2009
14 CW Milla instandhouding 5.950 594.745 600.695 0
15 Wetering instandhouding 198.534 198.534 0 188.161 2009
16 Grafmonumenten CW instandhouding 339 -33.527 -33.187 0 7.081 2010
17 CW Emma-kapel instandhouding 5.950 440.337 446.287 0
18 Project Groesbeek vergunning 15.196 422 15.618
19 Aanpassingen Baroniehof instandhouding 61.808 7.799 69.607 0
20 HP aanpassingen bunthorst 1 instandhouding 78.519 10.278 88.796 0
21 CW lijfalarmering instandhouding 64.523 136.733 201.256 0
22 CW algemeen vooronderzoek instandhouding 0 14.280 14.280
23 Machines TD-HP en TD-CW instandhouding 0 44.030 44.030 0
24 CW drinkwaterinstall instandhouding 0 12.769 12.769 0
25 CW opknappen CV-inst. Kliniek instandhouding 0 43.594 43.594 0
26 Keukens nieuw perspectief instandhouding 0 16.160 16.160 0
27 Principeel 1 en 2 instandhouding 0 69.668 69.668
28 Totaalmelding 2011 instandhouding 0 560.388 560.388 0
29 Oss diepvries koeling vaatwas instandhouding 0 18.379 18.379 0
30 CW verv. Stoomketel centrale keu. instandhouding 0 80.920 80.920 0
31 CW noodstroom de Vonder instandhouding 0 60.642 60.642 0
32 Verbouwing ambulant Boxmeer instandhouding 0 19.814 19.814
33 HP aanpassing brandveiligheid instandhouding 0 2.683 2.683
34 CW aanpassing Beemden 2e fase instandhouding 0 92.329 92.329 0
35 CW 4 airco's Vonder instandhouding 0 28.878 28.878 0
36 CW HP sloop 4 panden instandhouding 0 561.074 561.074 0
37 Pastorie Reek instandhouding 0 4.595 4.595 0
38 sluiting rotonde instandhouding 0 750 750
39 CW Loofert niet-WZV 0 -96.662 -96.662 0
40 CW oude hoofdgebouw niet-WZV 0 -31.233 -31.233 0
41 aanpassing kliniek RGC Veghel niet-WZV 0 -9.163 -9.163 0
42 CW terreinontwikkeling niet-WZV 0 58.830 58.830
43 HP terreinontwikkeling niet-WZV 0 1.350 1.350
44 rgc sterc.overbrugging/verhuiz. vergunning 0 241.480 241.480 0
45 verbouwing ambulant boxmeer vergunning 0 9.180 9.180
0
Totaal 3.076.171 3.064.646 5.717.015 423.801 6.042.249 0 0
Projectgegevens Investeringen Goedkeuringen
t/m 2011 Jaar van
ople-
vering
Nominaal
bedrag
WTZi
Stichting GGZ Oost Brabant
5.1.14.2 SPECIFICATIE IN HET BOEKJAAR GEREEDGEKOMEN PROJECTEN (ENKELVOUDIG)
Project
gegeve
ns
Num-
mer
Brief-
nummer Datum Omschrijving WTZi-type Activapost WTZi WMG Overige Totaal
Afschrij-
ving WTZi Rentekosten
€ € € € € €
Nieuwbouw RGC Boxmeer vergunning 1.101.955 1.101.955 24.243
Elsendonk Boxmeer vergunning 6.716 6.716 336
Klooster Oss vergunning 1.230.850 1.230.850
Aanpassen De Berken Helmond niet-WZV 3.457 3.457 173
HP renovatie buitenriolering instandhouding 173.870 173.870 8.694
CW Milla instandhouding 600.695 600.695 30.035
Wetering instandhouding 198.534 198.534 9.927
Grafmonumenten CW instandhouding -33.187 -33.187 -1.659
CW Emma-kapel instandhouding 446.287 446.287 22.314
Aanpassingen Baroniehof instandhouding 69.607 69.607 3.480
HP aanpassingen bunthorst 1 instandhouding 88.796 88.796 4.440
CW lijfalarmering instandhouding 201.256 201.256 20.126
Machines TD-HP en TD-CW instandhouding 44.030 44.030 4.403
CW drinkwaterinstall instandhouding 12.769 12.769 1.277
CW opknappen CV-inst. Kliniek instandhouding 43.594 43.594 21.797
Keukens nieuw perspectief instandhouding 16.160 16.160 8.080
Totaalmelding 2011 instandhouding 560.388 560.388 56.039
Oss diepvries koeling vaatwas instandhouding 18.379 18.379 1.838
CW verv. Stoomketel centrale keu. instandhouding 80.920 80.920 4.332
CW noodstroom de Vonder instandhouding 60.642 60.642 30.321
CW aanpassing Beemden 2e fase instandhouding 92.329 92.329 23.082
CW 4 airco's Vonder instandhouding 28.878 28.878 14.439
CW HP sloop 4 panden instandhouding 561.074 561.074
Pastorie Reek instandhouding 4.595 4.595 460
CW Loofert niet-WZV -96.662 -96.662 -4.833
CW oude hoofdgebouw niet-WZV -31.233 -31.233 -1.562
aanpassing kliniek RGC Veghel niet-WZV -9.163 -9.163 -458
rgc sterc.overbrugging/verhuiz. vergunning 241.480 241.480 181.110
Subtotaal (zie overzicht projecten) 5.850.616 -133.601 5.717.015
Diverse Inventaris WMG 247.101 247.101 13.744
Automatisering WMG 1.586.691 1.586.691 134.697
Software WMG 2.435.396 2.435.396 174.317
Totaal 0 4.269.188 0 4.269.188 322.758 0
Investeringen Toekomstige lasten
Stichting GGZ Oost Brabant
BIJLAGE
5.1.15 Overzicht langlopende schulden ultimo 2011 (enkelvoudig)
Leninggever Datum Hoofdsom
Totale
loop-
tijd
Soort lening
Werke-
lijke-
rente
Restschuld
31 december
2010
Nieuwe
leningen in
2011
Aflossing in
2011
Restschuld
31 december
2011
Restschuld
over 5 jaar
Resterende
looptijd in
jaren eind
2011
Aflos-
sings-
wijze
Aflos-sing
2012Gestelde zekerheden
€ % € € € € € €
BNG-2005/2032 27-dec-05 12.000.000 27 lineair 3,67% 9.777.778 0 444.444 9.333.334 7.111.111 21 lineair 444.444 Waarborgfonds Zorgsector
ASN-2006/2016 31-mrt-06 10.000.000 10 lineair 3,55% 6.000.000 0 1.000.000 5.000.000 0 4 lineair 1.000.000 Waarborgfonds Zorgsector
BNG-2008/2028 15-mei-08 10.000.000 20 lineair 4,68% 9.000.000 0 500.000 8.500.000 6.000.000 16 lineair 500.000 Waarborgfonds Zorgsector
RABO-2010/2020 28-dec-10 9.500.000 10 lineair 3,98% 9.500.000 0 950.000 8.550.000 3.800.000 9 lineair 950.000
Totaal 34.277.778 0 2.894.444 31.383.334 16.911.111 2.894.444
Stichting GGZ Oost Brabant
5.1.16 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE RESULTATENREKENING
13. Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten 2011 2010
(uit AWBZ/Zvw-zorg, exclusief subsidies) € € € €
Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten voorgaand jaar 118.259.293 114.122.292
Productieafspraken verslagjaar 2.740.290 4.310.992
Subsidies en innovaties -249.867 0
Overdracht wettelijk budget PAAZ Maasziekenhuis 0 2.514.796
Vergoeding scores ZZP 0 -271.704
Groei normatieve kapitaalslasten 30.097 -320.108
2.520.520 6.233.976
Overheidsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling 1.097.179 604.407
Prijsindexatie materiële kosten 56.772 275.468
Overheidsbijdrage extramurale zorgprestaties 1.399.031 -875.568
2.552.982 4.307
Beleidsmaatregelen overheid:
- generieke budgetkortingen -66.655 -2.314.347
-66.655 -2.314.347
Nacalculeerbare kapitaalslasten:
- rente 340.380 -186.012
- afschrijvingen 1.514.906 193.772
- huur en erfpacht 100.266 242.779
- overige 8.340 98.770
1.963.892 349.309
Overige mutaties:
Doorberekende kapitaalslasten 28.974 -56.505
Overige 14.187 -79.739
43.161 -136.244
Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten jaar 125.273.193 118.259.293
Correcties voorgaande jaren 19.173 -32.413
125.292.366 118.226.880
Stichting GGZ Oost Brabant
5.1.16 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE RESULTATENREKENING
BATEN
14. Toelichting niet-gebudgetteerde zorgprestaties
De specificatie is als volgt: 2011 2010
€ €
Zorgprestaties tussen instellingen (WDS) 4.499.106 4.489.831
Persoonsgebonden en -volgende budgetten 106.728 95.741
Overige niet-gebudgetteerde zorgprestaties 555.101 531.236
Totaal 5.160.935 5.116.808
Toelichting:
15. Subsidies (inclusief overige Wmo-prestaties)
De specificatie is als volgt: 2011 2010
€ €
Rijkssubsidies vanwege het Ministerie van VWS (waaronder opleidingsfonds, 809.918 1.020.437
academische component voor UMC's)
Subsidies vanwege Provincies en gemeenten (exclusief Wmo-huishoudelijke hulp; inclusief 1.050.446 1.010.903
overige Wmo-prestaties zoals maatschappelijke en vrouwenopvang, verslavingszorg, OGGZ)
Overige subsidies 325.622 663.804
Totaal 2.185.986 2.695.144
Toelichting:
16. Toelichting overige bedrijfsopbrengsten
De specificatie is als volgt: 2011 2010
€ €
Overige dienstverlening:
Doorberekende salariskosten 543.939 532.129
Overige opbrengsten, huur en doorberekende kosten 2.246.760 1.382.105
Totaal 2.790.699 1.914.234
Toelichting:
Zorgprestaties tussen instellingen betreffen de opbrengsten inzake het Elkerliek Ziekenhuis.
Binnen de overige zorgprestaties zijn de opbrengsten inzake de ZRA-productie en productie Justitie verantwoord.
De overige opbrengsten bevat de boekwinst naar aanleiding van de verkoop van agrarische grond ad. € 1.134.386.
Door opgave van minder FTE voor de subsidie van het opleidingsfonds is de subside over 2011 lager dan 2010.
Stichting GGZ Oost Brabant
5.1.16 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE RESULTATENREKENING
LASTEN
17. Personeelskosten
De specificatie is als volgt: 2011 2010
€ €
Lonen en salarissen 72.485.633 70.021.961
Sociale lasten 8.952.491 8.610.877
Pensioenpremies 6.286.710 5.874.007
Andere personeelskosten:
Diverse overige personeelskosten 3.588.505 3.299.350
Subtotaal 91.313.340 87.806.195
Personeel niet in loondienst 3.236.862 5.017.254
Totaal personeelskosten 94.550.202 92.823.449
Specificatie gemiddeld aantal personeelsleden (in FTE's) per segment:
Algemene en administratieve functies 256 247
Hotelfuncties 143 171
Patiënt- c.q. bewonergebonden functies 1.086 1.062
Leerling personeel 39 40
Terrein- en gebouwgebonden functies 23 23
Gemiddeld aantal personeelsleden op basis van full-time eenheden 1.547 1.544
Toelichting:
18. Afschrijvingen vaste activa
De specificatie is als volgt: 2011 2010
€ €
Nacalculeerbare afschrijvingen:
- materiële vaste activa / financiële vaste activa 5.218.917 3.944.218
Overige afschrijvingen:
- materiële vaste activa 4.176.692 2.703.864
Subtotaal afschrijvingen 9.395.609 6.648.082
Afrekening FPK/FPA Reinier van Arkel 0 96.195
Totaal afschrijvingen 9.395.609 6.744.277
Toelichting:
Door bedrijfseconomsich waarderen van vastgoed en automatisering laat 2011 een stijging zien in 'Overige afschrijvingen'.
Voor bepaalde activa is het afschrijvingsregime aangepast conform de mogelijkheden van de beleidsregels van Nza, hierdoor laat 2011
een stijging zien van 'Nacalculeerbare afschrijvingen'.
De dotatie reorganisatievoorzing in 2011 ad. € 1.706.492 is verwerkt 'Lonen en salarissen'.
Stichting GGZ Oost Brabant
5.1.16 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE RESULTATENREKENING
Aansluiting afschrijvingen resultatenrekening - vergoeding nacalculeerbare afschrijvingslasten 2011
€
Totaal afschrijvingslasten resultatenrekening 9.395.609
waarvan nacalculeerbare afschrijvingen 5.218.917
In het externe budget verwerkte vergoeding voor nacalculeerbare afschrijvingslasten:
- WTZi-vergunningplichtige vaste activa 3.244.616
- WTZi-meldingsplichtige vaste activa 1.974.301
Totaal vergoeding nacalculeerbare afschrijvingslasten 5.218.917
Aanschafwaarde desbetreffende vaste activa 78.181.762
Cumulatieve afschrijvingslasten desbetreffende vaste activa 37.289.255
Cumulatieve vergoedingen voor nacalculeerbare afschrijvingslasten desbetreffende vaste activa 37.289.255
Stichting GGZ Oost Brabant
5.1.16 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE RESULTATENREKENING
19. Overige bedrijfskosten
De specificatie is als volgt: 2011 2010
€ €
Voedingsmiddelen en hotelmatige kosten 7.648.514 7.781.627
Algemene kosten 8.871.355 6.669.482
Patiënt- en bewonersgebonden kosten 3.535.373 3.012.339
Onderhoud en energiekosten:
- Onderhoud 2.319.626 2.143.546
- Energie gas 877.493 1.050.977
- Energie stroom 761.642 1.020.601
- Energie transport en overig 363.548 439.328
Subtotaal 4.322.309 4.654.452
Huur en leasing 3.374.220 3.480.438
Baten en lasten hulpbedrijven -83.281 -53.549
Totaal overige bedrijfskosten 27.668.490 25.544.789
Toelichting:
20. Financiële baten en lasten
De specificatie is als volgt: 2011 2010
€ €
Rentebaten zorgverzekeraars DBC's 21.171 34.310
Subtotaal financiële baten 21.171 34.310
Rentelasten -1.566.058 -1.380.513
Subtotaal financiële lasten -1.566.058 -1.380.513
Totaal financiële baten en lasten -1.544.887 -1.346.203
De stijging in de algemene kosten worden met name veroorzaakt door ICT-werkzaamheden.
Stichting GGZ Oost Brabant
5.2 OVERIGE GEGEVENS
Stichting GGZ Oost Brabant
5.2 OVERIGE GEGEVENS
5.2.1 Vaststelling en goedkeuring jaarrekening
De raad van bestuur van Stichting <naam> heeft de jaarrekening 2011 vastgesteld in de vergadering
van xx xxxx 2012.
De raad van toezicht van de Stichting <naam> heeft de jaarrekening 2011 goedgekeurd in de vergadering
van xx xxxx 2012.
5.2.2 Statutaire regeling resultaatbestemming
5.2.3 Resultaatbestemming
Het resultaat wordt verdeeld volgens de resultaatverdeling in paragraaf 5.1.2.
5.2.4 Gebeurtenissen na balansdatum
5.2.5 Ondertekening door bestuurders en toezichthouders
Raad van Bestuur
W.g. W.g.
J.A.A.M. van Diemen-Steenvoorde O.O.J. Dekker
Raad van Toezicht
W.g. W.g.
J. Kingma J.R. Rozendaal
W.g. W.g.
J.T.H.M. Blox W. van Ewijk
W.g. W.g.
A. van de Ven M.J. Kauffman
W.g.
C. Doomernik
5.2.6 Controleverklaring
De controleverklaring is opgenomen op de volgende pagina.
[xxx].
In de statuten is bepaald, conform artikel [x], dat het behaalde resultaat ter vrije beschikking staat van
Controleverklaring van de
onafhankelijke accountant
Scan nummer 1 van 2 - Scanpagina 1 van 2
Post RvB en dir. 2012 - 476
Scan nummer 1 van 2 - Scanpagina 2 van 2
Post RvB en dir. 2012 - 476