Geïntegreerd Jaardocument 2018

158
Geïntegreerd Jaardocument 2018 Bestuursverslag Kwantitatief verslag Jaarrekening 1

Transcript of Geïntegreerd Jaardocument 2018

Geïntegreerd Jaardocument 2018Bestuursverslag

Kwantitatief verslag

Jaarrekening

11

Het Geïntegreerd Jaardocument 2018 bestaat uit:

• Bestuursverslag• Kwantitatief verslag• Jaarrekening

2

Inhoud Bestuursverslag

1. Bestuur en organisatie1.1 Bestuurssamenvatting 41.2 Profiel ROC Friese Poort 6

2. Beleid en uitvoering2.1 Thema van het jaar 102.2 Belangrijke beleidsontwikkelingen 132.3 Resultaten 2018 18

3. Ondersteuning en financiën 3.1 Programmaplan 273.2 Randvoorwaarden 293.3 Financiën en resultaten 31

4. Continuïteitsparagraaf4.1 Continuiteitsparagraaf 364.2 Meerjarenraming 374.3 Ontwikkeling studentenaantallen 374.4 Formatieontwikkeling 384.5 Solvabiliteit en liquiditeit 414.6 Treasurybeleid 424.7 Raad van Toezicht 434.8 Horizontaal Toezicht 434.9 Belangrijkste risico’s 44

en onzekerheden

5. Jaarberichten uit de organisatie5.1 Bericht van de Raad van Toezicht 475.2 Jaarverslag ondernemingsraad 505.3 Jaarverslag studentenraad 515.4 Examenverslag 525.5 Jaarverslag klachtencommissies 54

Bijlagen

Bijlage 1 Samenstelling en nevenfuncties College van Bestuur

Bijlage 2 Samenstelling, functies en relevante nevenfuncties Raad van Toezicht

Bijlage 3 Samenstelling OndernemingsraadBijlage 4 Samenstelling Studentenraad

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

1. Bestuur en organisatie2. Beleid en uitvoering3. Ondersteuning en financiën4. Continuïteitsparagraaf 5. Jaarberichten uit de organisatie

Bijlage 1Bijlage 2Bijlage 3Bijlage 4

Hoofdstukken

Terug naar inhoudsopgave

3

“We zien dat deze beloften leven in de

hele organisatie.”

1. Bestuur en organisatie1.1 Bestuurssamenvatting

Van aanloop naar sprongIn 2017 hebben we een aanloop genomen naar nieuw beleid en nieuwe werkwijzen. Dat jaar stond in het teken van het samen met onze omgeving ontwikkelen van een nieuwe visie op het onderwijs in Friesland en Flevoland. In 2018 hebben we een flinke sprong gemaakt: het naar tevredenheid waarmaken van de beloften die we hebben gedaan aan onze omgeving. Samen optrekken en persoonlijke contacten zijn daarbij voor ons van wezenlijk belang. Bedrijven, studenten en ouders zijn positief over de ontwikkelingen. De inspectie heeft ons een goede beoordeling gegeven en het aantal studenten is fors gegroeid.

BeloftenWe hebben ambitieuze doelen gesteld met het doen van de vier beloften aan onze omgeving. We zien dat deze beloften leven in de hele organisatie. Binnen de wet- en regelgeving en binnen onze eigen (minimale) kaders geven we medewerkers ruimte om daar op eigen wijze invulling aan te geven. En medewerkers hebben die ruimte gepakt! Het bedrijfsleven wordt opgezocht om gezamenlijk het onderwijs vorm te geven. Dit heeft het afgelopen jaar geleid tot prachtige voorbeelden van nieuwe vormen van hybride leren, steeds inspelend op het vakmanschap waar bedrijven behoefte aan hebben. Persoonlijke begeleiding hebben we blijvend hoog in het vaandel staan, waarbij we extra aandacht hebben voor mensen die langs de kant staan.

In alle opleidingen krijgt brede vorming aandacht, zowel in de beroepscontext als daarbuiten. Voor de ondersteuning daarvan is een practoraat Brede Vorming ingericht, dat zowel in- als extern tot mooie resultaten leidt. Onze maatschappelijke en culturele betrokkenheid bij de regio heeft vorm gekregen door nog meer de verbinding te zoeken met andere partijen. Een leven lang ontwikkelen zien we terug in de groei van het aantal volwassen studenten, maar ook in de training en vorming van onze eigen medewerkers. [zie hoofdstuk 2.3 Resultaten] Waarderen en lerenWe hebben een flinke sprong gemaakt en het is goed dat we hier positieve feedback op krijgen. Maar gelukkig krijgen we ook te horen wat beter kan. In gesprekken met onze partners komt dat aan de orde en door middel van onderzoeken krijgen we hier een objectief beeld van. We hebben de verantwoordelijkheid laag in de organisatie gelegd en voeren op een open en eerlijke manier professionele gesprekken over wat mensen bezighoudt, ontwikkeling en innovatie. Tevens hebben we de ‘Master Minds’ ingesteld, een groep van masterdocenten die kritisch de ontwikkelingen in de organisatie volgt en deze op eigen wijze met ons deelt.

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

1. Bestuur en organisatie2. Beleid en uitvoering3. Ondersteuning en financiën4. Continuïteitsparagraaf 5. Jaarberichten uit de organisatie

Bijlage 1Bijlage 2Bijlage 3Bijlage 4

Hoofdstukken Hoofdstukken

Terug naar inhoudsopgave

4

We groeien op deze manier steeds meer naar een transparante, lerende en waarderende cultuur. We stellen ons daarbij aanspreekbaar en toegankelijk op en hechten belang aan persoonlijke contacten. [zie hoofdstuk 2.1 Kwaliteitscultuur]

Onze organisatie We hebben in 2018 verder gewerkt aan een organisatie die past bij de nieuwe besturingsfilosofie. Om meer gebruik te kunnen maken van elkaars expertise, mensen effectiever in te kunnen zetten en daarmee de lijn beter te kunnen ondersteunen, is centralisatie van een aantal stafdiensten verder doorgevoerd. Aanspreekpunten op de vestigingen blijven daarbij bestaan. We zijn van mening dat de onderwijskundige ondersteuning dichtbij de teams op de vestigingen plaats moet blijven vinden. Door vereenvoudiging van processen en van onze ICT- systemen proberen we het werken voor de teams gemakkelijker te maken. De uitstraling van onze organisatie is met een nieuw pay-off ‘Werk maken van je passie’ en nieuwe website sprankelender en eigentijdser geworden.

Wie werk maken van hun passie, zijn zeker onze Stars van 2018: Issam Dahri, student opleiding Verkoop-specialist in Emmeloord, Jonathan Mink student opleiding Mediaredactiemedewerker in Drachten, onze beste docent Anco van Kammen werkzaam bij de opleiding Horeca in Drachten en BC Uitgevers BV met Digna Schoonen als beste stagebedrijf/stagebegeleider.

Ruimte binnen regelsWij geven uitvoering aan de branchecode goed bestuur van de MBO-Raad, houden actief contact met onder-nemingsraad en studentenraad en reflecteren met de Raad van Toezicht op ons eigen functioneren. Binnen regels en afspraken en in dialoog met elkaar hebben we de ruimte gezocht voor invulling van eigentijds on-derwijs, dat aansluit bij het bedrijfsleven, maatschappelijk betrokken is en dat studenten de ruimte geeft om zich breed te ontwikkelen. Daarin hebben we ons open en kwetsbaar opgesteld. We hebben geluisterd naar de mensen om ons heen en we hebben medewerkers ruimte gegeven. We hebben lef getoond om verande-ringen door te voeren. Tegelijkertijd hebben we de kwaliteit bewaakt en gezorgd voor financiële continuïteit.

Blij zijn we dan ook dat de inspectie aan het eind van 2018 op basis van het vierjaarlijks onderzoek de beoordeling ‘goed’ aan ons onderwijs gaf. We zijn trots op onze collega’s die samen met ons de uitdaging zijn aangegaan en hier enthousiast aan hebben gewerkt.

Wij maken werk van onze passie en geven dat door aan onze medewerkers en aan onze studenten! Ook in 2019 zullen we daar onverminderd mee doorgaan.

Remco Meijerink en Alice Muller

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

1. Bestuur en organisatie2. Beleid en uitvoering3. Ondersteuning en financiën4. Continuïteitsparagraaf 5. Jaarberichten uit de organisatie

Bijlage 1Bijlage 2Bijlage 3Bijlage 4

Hoofdstukken

Terug naar inhoudsopgave

5

1.2 Profiel ROC Friese Poort

KernwaardenIn ons onderwijs staat de mens centraal, of het nu gaat om studenten of medewerkers, om ouders of werknemers uit het bedrijfsleven, jongeren of volwassenen. Wij zijn een inclusieve organisatie waar iedereen welkom is en wordt gezien. Bij ons wordt iedereen benaderd als mens in zijn eigen context en in verbinding met de ander. De mens met al zijn talenten, die zich ontwikkelt en tot zijn recht komt in interactie met anderen. Vanuit ons christelijk gedachtegoed stimuleren we een open dialoog en oriëntatie op mens- en levensvisie. De kernwaarden betrokken en betrouwbaar zijn voor ons richtinggevend.

BeloftenIn ons visiedocument: ‘Wendbaar onderwijs, Waardevolle mensen’, worden de volgende vier beloften aan studenten, medewerkers, ouders, decanen, bedrijven, en instellingen in de regio gedaan:• Wij lopen voorop bij de ontwikkelingen in het werkveld;

we sluiten aan bij de ontwikkelingen in het werkveld en geven in nauwe samenwerking met het werkveld en onze studenten toekomstbestendig onderwijs vorm, waarbij leren in de praktijk en in de school nauw verweven zijn.

• Wij garanderen dat studenten bij ons het beste uit zichzelf kunnen halen; elke student volgt een leerroute passend bij zijn/haar talenten en drijfveren. We bieden passende begeleiding en maatwerk en hebben aandacht voor brede (persoons)vorming.

• Wij zijn het opleidingsinstituut waar iedereen zich een leven lang kan ontwikkelen; we stimuleren en faciliteren onze studenten en medewerkers hiertoe en onderhouden bestendig contact met onze alumni en bedrijven (voor opleidingsdoeleinden).

• Wij verbinden ons aan de regio; we hebben een maatschappelijke verantwoordelijkheid in de regio en dragen deze uit door maatschappelijke activiteiten met lokale partijen te ontplooien.

Organisatie De rechtspersoon van ROC Friese Poort is de stichtingsvorm, opgericht in 1993 onder de naam Stichting voor Christelijk Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie Friesland/Flevoland.

ROC Friese Poort kent sinds haar ontstaan een vestigingsstructuur; alle activiteiten worden verzorgd vanuit vestigingen in Drachten, Emmeloord/Urk, Leeuwarden/Dokkum en Sneek en aangestuurd door vestigings-directeuren. Dit zorgt voor een sterke regionale binding.

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

1. Bestuur en organisatie2. Beleid en uitvoering3. Ondersteuning en financiën4. Continuïteitsparagraaf 5. Jaarberichten uit de organisatie

Bijlage 1Bijlage 2Bijlage 3Bijlage 4

Hoofdstukken

Terug naar inhoudsopgave

6

“Wij verzorgen voor circa

14.000 studenten beroepsonderwijs.”

ROC Friese Poort is 100% aandeelhouder van ROC Friese Poort Bedrijfsopleidingen. De aandeelhouder wordt wettelijk vertegenwoordigd door het College van Bestuur van ROC Friese Poort. Binnen de besloten vennootschap is een statutair directeur benoemd, de directeur Bedrijfsopleidingen. 

Wij verzorgen voor circa 14.000 studenten beroepsonderwijs. Ook voor ongeveer 3.000 medewerkers van bedrijven en instellingen verzorgen we (via ROC Friese Poort Bedrijfsopleidingen) een breed scala aan opleidingen en trainingen. Variërend van korte, intensieve trainingen op maat tot meerjarige opleidingen, individueel of groepsgewijs.

Ons aanbod kent een breed scala aan opleidingen, dat in het kader van macrodoelmatigheid is afgestemd met andere aanbieders in de regio.

De zeven vestigingsdirecteuren en de directeur Bedrijfsopleidingen, vormen samen met het College van Bestuur, de Directieraad. De bestuurlijke verantwoordelijkheid ligt bij het (tweehoofdige) College van Bestuur. Zij vormen een collegiaal bestuur en hebben een verdeling van aandachtsgebieden.

Het toezicht wordt uitgeoefend door de Raad van Toezicht. De branchecode Goed Bestuur van het mbo is vertaald in de statuten, het reglement Raad van Toezicht en het bestuursreglement.

Binnen de vestigingen wordt gewerkt in onderwijsteams, die worden aangestuurd door opleidingsmanagers. Ten behoeve van team- en vestigingsoverstijgende samenwerking en aansluiting bij het werkveld, zijn er domeinen ingericht. Opleidingsmanagers binnen hetzelfde domein, maar van verschillende vestigingenkomen hier samen.

De ondersteuning aan de onderwijsteams (door stafdiensten) is deels op instellingsniveau en deels binnen de vestigingen georganiseerd.

BesturingsfilosofieHet werken binnen ROC Friese Poort is gestoeld op onze besturingsfilosofie waarin drie uitgangspunten centraal staan:• Een principe gestuurde organisatie; regels worden tot een minimum beperkt.• Professionele ruimte; teams hebben de ruimte om op eigen wijze uitvoering

te geven aan het beleid binnen gezamenlijk vastgestelde kaders.• Samenwerking tussen lijn en staf; opdrachtgeverschap van teams; integrale

samenwerking gebaseerd op wederzijds vertrouwen.

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

1. Bestuur en organisatie2. Beleid en uitvoering3. Ondersteuning en financiën4. Continuïteitsparagraaf 5. Jaarberichten uit de organisatie

Bijlage 1Bijlage 2Bijlage 3Bijlage 4

Hoofdstukken

Terug naar inhoudsopgave

7

“Wij kennen een cultuur van leren en

ontwikkelen.”

Wij kennen een cultuur van leren en ontwikkelen, van waarderen wat goed gaat en van elkaar verder brengen bij het waarmaken van onze ambities.

Dialoog en verantwoordingVeel mensen – van binnen en buiten ons ROC – hebben met ons meegedacht over de toekomst van het mbo in Friesland en Flevoland. Ook het waarmaken van onze beloften kan alleen met de mensen om ons heen. In gesprekken met bedrijven en instellingen, gemeenten, ouders, (potentiële) studenten, onderwijsinstellingen en eigen medewerkers wordt het onderwijs vormgegeven en continu verbeterd. Deze gesprekken vinden plaats binnen alle niveaus van de organisatie. In deze gesprekken wordt ook verantwoording afgelegd. Formeel vindt verantwoording plaats aan het Ministerie en de Inspectie van het onderwijs en aan samen-werkingspartners en omgeving middels dit geïntegreerd jaardocument.

WaarderingWe zijn voortdurend in gesprek over de kwaliteit van ons onderwijs en voeren onderzoeken uit om de kwaliteit scherp in beeld te brengen. We sluiten hierbij zoveel mogelijk aan bij landelijke onderzoeken onder (oud)studenten, medewerkers en bedrijven. Eigen onderzoek voeren we uit onder ouders en studenten passend onderwijs.

Kengetallen 1 oktober 2018

Aantal studenten: 14.448 73% BOL / 27% BBL

Aantal medewerkers: 1.265 fte 75% onderwijzend / 25% ondersteunend

Aantal diploma’s: 4.202 (01-01 t/m 31-12-2018)

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

1. Bestuur en organisatie2. Beleid en uitvoering3. Ondersteuning en financiën4. Continuïteitsparagraaf 5. Jaarberichten uit de organisatie

Bijlage 1Bijlage 2Bijlage 3Bijlage 4

Hoofdstukken Hoofdstukken

Terug naar inhoudsopgave

8

Beleid en uitvoering

In aansluiting op de uitgangspunten van de besturingsfilosofie is een belangrijk aandachtspunt een verdere versterking van de kwaliteitscultuur. Teams krijgen ruimte voor een eigen invulling van de beloften binnen de beleidskaders, en daarbij werken we aan een cultuur van leren en waarderen om de kwaliteit van ons onderwijs te borgen.

9

2. Beleid en uitvoering2.1 Thema van het jaar – Kwaliteitscultuur

In aansluiting op de uitgangspunten van de besturingsfilosofie is een belangrijk aandachtspunt een verdere versterking van de kwaliteitscultuur. Teams krijgen ruimte voor een eigen invulling van de beloften binnen de beleidskaders, en daarbij werken we aan een cultuur van leren en waarderen om de kwaliteit van ons onder-wijs te borgen. Lag voorheen de nadruk op het behalen van ‘harde’ resultaten, in de nieuwe cultuur gaat het ook om het in gesprek gaan met elkaar over de wijze waarop gewerkt wordt aan de kwaliteit. Dialoog tussen alle lagen van de organisatie en met stakeholders geeft een totaalbeeld over de bereikte onderwijskwaliteit. Deze dialoog leidt tot begrip voor elkaars ideeën, verbinding en vernieuwing, naast het meten van ‘harde’ resultaten. Om de teams te ondersteunen in deze ontwikkeling, is – naast de inhoudelijke ondersteuning door de staf – extra formatie beschikbaar gesteld voor een docent met speerpunt kwaliteitszorg.

Big five Hoe wij met elkaar samenwerken bepaalt in sterke mate wat we met elkaar bereiken. Kwaliteitscultuur gaat over de houding van mensen ten aanzien van kwaliteit en het werken aan kwaliteitsverbetering. We hebben een aantal uitgangspunten benoemd die richting geven aan de dialoog over het versterken van onze kwaliteitscultuur: de zogenoemde ‘Big five’.

1. Wij werken vanuit een duidelijke, gedragen en doorleefde onderwijsvisie. Op basis van eigen drijfveren vult het team deze visie en de beloften verder in en beschrijft ze in haar teamplan.

2. Wij zijn extern georiënteerd en vragen pro-actief om feedback. De open dialoog met interne en externe stakeholders en de feedback leidt tot vernieuwing of verbeteringen in de onderwijspraktijk.

3. Wij weten hoe de kwaliteit van het onderwijs ervoor staat. Er is een transparant en gedeeld beeld van de onderwijskwaliteit, onderbouwd met objectieve gegevens.

4. Wij hebben aandacht voor onze eigen ontwikkeling en professionalisering. Het verbeteren van de kwaliteit is een leerproces.

5. Wij werken vanuit de PDCA (Plan, Do, Check, Act) én de IMWR (Inspireren, Motiveren, Waarderen, Reflecteren) cyclus. Zonder inspiratie en motivatie is er geen kwaliteit.

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

1. Bestuur en organisatie2. Beleid en uitvoering3. Ondersteuning en financiën4. Continuïteitsparagraaf 5. Jaarberichten uit de organisatie

Bijlage 1Bijlage 2Bijlage 3Bijlage 4

Hoofdstukken

Terug naar inhoudsopgave

10

“Aandacht voor wat goed gaat, maar

ook kritisch zijn op wat beter kan.”

Deze ‘Big five’ vormen de leidraad voor de gesprekken binnen de teams en van de vestigingsdirecteuren met de opleidingsmanagers. Door deze gesprekken stimuleren we de teams om kritisch te zijn en eigen verant-woordelijkheid te nemen. Periodiek spreekt het College van Bestuur met vestigingsdirecteuren en opleidings-managers. Hieruit blijkt dat het voeren van de gesprekken over de kwaliteit – naast het meten van de resulta-ten – erg wordt gewaardeerd.

Het meer open en transparant spreken over kwaliteit maakt dat er aandacht is voor wat goed gaat, maar ook dat knelpunten en risico’s eerder worden opgemerkt. De inspectie spreekt zich hier positief over uit. In 2019 werken we verder aan de transitie van een regel- naar een principe-gestuurde organisatie en het versterken van de kwaliteitscultuur.

DialoogDialoog met managementHet beeld van de onderwijskwaliteit komt tot stand in dialoog tussen vestigingsdirecteur en opleidings-manager. Hierbij is er een goede balans tussen het meten van harde resultaten en het gesprek over de ‘Big five’. De conclusies worden samengevat in een kwaliteitskaart op teamniveau. Deze vormen de basis voor de dialoog tussen de vestigingsdirecteuren en het College van Bestuur. Deze gesprekken vinden driemaal per jaar plaats. Naast de kwaliteitskaarten leggen de directeuren verantwoording af over hun eigen vestigingsplan, waarin hun eigen speerpunten en eigen aspecten van kwaliteit zijn benoemd. De vestigings-directeuren zijn verantwoordelijkheid voor de verantwoording van deze punten.

Dialoog met medewerkersHet College van Bestuur spreekt regelmatig met opleidingsmanagers, bezoekt onderwijsteams en houdt lunchbijeenkomsten met medewerkers. Naast deze overleggen zijn er twee initiatieven gestart om kritisch mee te denken en te adviseren, de ‘Bureaucratie Brigade’ en de ‘Master Minds’. De eerste gaat met de teams aan de slag met het vereenvoudigen van het bestaande regels. De ‘Master Minds’ is een groep van master-docenten die de ontwikkelingen ‘spiegelt’ aan innovatiekracht en tips en ideeën geeft hoe deze kan worden vergroot binnen teams. ‘Master Minds’ en ‘Bureaucratie Brigade’ dragen – door het organiseren van tegen-kracht – ook bij aan de kwaliteitscultuur.

Dialoog met stakeholders Het overleg met stakeholders wordt in velerlei vormen gevoerd. Onderwijsadviesraden, bijeenkomsten met ouders/verzorgers, schoolbezoeken, kenniskringen, participatie in provinciale, landelijke en internationale netwerken zijn slechts enkele voorbeelden.

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

1. Bestuur en organisatie2. Beleid en uitvoering3. Ondersteuning en financiën4. Continuïteitsparagraaf 5. Jaarberichten uit de organisatie

Bijlage 1Bijlage 2Bijlage 3Bijlage 4

Hoofdstukken

Terug naar inhoudsopgave

11

“Werken aan de kwaliteitscultuur heeft tot goede

resultaten geleid.”

InspectieWerken aan de kwaliteitscultuur heeft tot goede resultaten geleid. Medewerkers zijn tevreden over de dialoog die tot stand is gekomen. De inspectie heeft in het najaar van 2018 het vierjaarlijks onderzoek uitgevoerd en het gebied ‘Kwaliteitszorg en ambitie’ als goed beoordeeld. Uit het rapport: ‘ROC Friese Poort heeft een heldere kwaliteitszorgsystematiek, waarmee de kwaliteit van het onderwijs wordt gemonitord. Het bestuur heeft hiermee zicht op zowel de kwaliteit van het onderwijs als de examinering. Het bestuur stimuleert innovaties die passen bij de eigen ambities en gaat een intensieve samenwerking aan met partners binnen de regio. De ontwikkeling wordt gericht aangestuurd en bewaakt. Het bestuur is in control en heeft een effectieve cyclus van kwaliteitszorg en verbetering. We zijn positief over de werking van het kwaliteitszorgstelsel, dit zorgt namelijk voor betrouwbare gegevens over de onderwijs-kwaliteit. Binnen de instelling worden open gesprekken over risico’s en knelpunten gevoerd. Het bestuur geeft hierin een voorbeeld.’

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

1. Bestuur en organisatie2. Beleid en uitvoering3. Ondersteuning en financiën4. Continuïteitsparagraaf 5. Jaarberichten uit de organisatie

Bijlage 1Bijlage 2Bijlage 3Bijlage 4

Hoofdstukken Hoofdstukken

Terug naar inhoudsopgave

12

2.2 Belangrijke beleidsontwikkelingen

Op een stevig fundament kun je bouwenIn 2017 is een stevig fundament neergelegd. Er is samen met vele partners een nieuwe visie ontworpen, er zijn beloften gedaan aan onze partners in de regio, er is een keuze gemaakt voor het belang van brede vorming in combinatie met vakmanschap en er is een besturingsfilosofie neergezet, die ruimte laat voorvariaties op een thema.

Er is veel werk verricht en er zijn mooie initiatieven ontstaan. Drie beleidsontwikkelingen liepen als een rode draad door het jaar:• De nieuwe visie op onderwijs, met daarin het belang van hybride leren;• Brede vorming met daarbinnen het ontwikkelen van een practoraat;• Versterken samenwerking in de regio.

Hybride lerenIn 2018 hebben we een nieuwe onderwijsvisie vastgesteld, gestoeld op de pijlers: vakmanschap en brede vorming. Een passende leeromgeving, persoonlijke begeleiding en de mogelijkheid voor de student een eigen route te kiezen zijn enkele van de uitgangspunten in onze onderwijsvisie. [verwijzen naar onderwijsvisie] Samen met student en werkveld kijken we op welke locatie het leren het beste kan plaatsvinden. Dit kan zowel binnen als buiten de school, waarbij de praktijk in de school en de school in de praktijk kan worden gebracht. Hierin zijn diverse varianten mogelijk, afgestemd op de match tussen studenten en werkveld. We houden hierbij rekening met persoonseigen kenmerken, leervoorkeuren, leertempo, capaciteit en belang-stelling van de student. Het onderwijs wordt altijd verzorgd door vakmensen, die studenten kunnen begeleiden in hun vakgerichte én persoonlijke ontwikkeling. Dit kunnen docenten, instructeurs, leermeesters of zelfs oud-studenten zijn, maar allen hebben relevante kennis van de praktijk en de ontwikkelingen die daar spelen. Er is sprake van een continue begeleiding, waarbij gespecialiseerde ondersteuning tot de mogelijkheden behoort [passend onderwijs]. De positieve feedback die we krijgen van studenten en bedrijven, leidt er toe dat we in 2019 het hybride leren nog meer gaan inzetten. Afstandsleren krijgt hier een nadrukkelijke plaats in.

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

1. Bestuur en organisatie2. Beleid en uitvoering3. Ondersteuning en financiën4. Continuïteitsparagraaf 5. Jaarberichten uit de organisatie

Bijlage 1Bijlage 2Bijlage 3Bijlage 4

Hoofdstukken

Terug naar inhoudsopgave

13

“Wendbaar onderwijs, waardevolle mensen.”

Hoogtepunten- Opleidingen Zorg – Leren op locatie

De kern van leren op locatie is dat studenten in de werkelijke beroepspraktijk, met ‘just in time’ begeleiding van betrokken docenten en praktijkbegeleiders uit het werkveld, leren op basis van de ervaringen die zij elke dag opdoen. Belangrijke voorwaarde hierbij is dat studenten gemotiveerd zijn om zelf de regie voor het eigen ontwikkelingsproces te willen voeren. Studenten zijn positief over deze onderwijsvorm. Hoewel studenten de eigen verantwoordelijk eerst wel groot vinden, blijkt bij vrijwel alle studenten dat zij juist groeien van deze verantwoordelijkheid. Docenten bewaken goed dat de student ook echt student is, die mag leren en zich mag ontwikkelen en geen werknemer is. De inspectie in haar rapport over Leren op locatie: ‘Hoewel de context anders is dan bij reguliere opleidingen, het leren vindt immers geheel in de beroepspraktijk plaats, herkenden wij de instellingsvisie op leren die uitgaat van brede vorming. De studenten worden bij ROC Friese Poort uitgedaagd om zich zowel beroepsmatig als persoonlijk te ontwikkelen.’

- Jachtbouwopleidingen – Yacht Builders Academy (YBA) Vanuit een eigen opleidingswerf in Sneek en via bedrijfsgerichte trajecten bieden we jachtbouwopleidin-gen aan bij scheepsbouwers in de regio. De YBA is een samenwerkingsplatform van onderwijsinstellingen, bedrijfsleven en overheden met als hoofddoelstellingen dat uitdagende en innovatieve praktijkopleidingen worden opgezet die aansluiten op de jachtbouwsector en voorzien in de toenemende vraag vaan vakspeci-alisten binnen de jachtbouw. De opleiding ontwikkelt hiervoor eigen lesmateriaal en eigen keuzedelen. De inspectie noemt in haar rapport de YBA ‘een voorbeeld van integratie van betekenisvolle activiteiten in het onderwijs van ROC Friese Poort in samenwerking met partners in het regionale bedrijfsleven’.

Practoraat Brede vormingStudenten, ouders en werkgevers blijken naast vakmanschap, veel belang te hechten aan brede vorming. Brede vorming, in de vorm van persoonsvorming en socialisering, zou een onlosmakelijk onderdeel moeten worden van het middelbaar beroepsonderwijs. Met het Practoraat Brede Vorming willen we hier verder invul-ling aan geven. Onze visie ‘Wendbaar onderwijs, waardevolle mensen’ en het ‘Manifest Christelijk onderwijs’ vormen de basis van het practoraat. In het practoraat werken we samen met studenten, medewerkers en een aantal experts op het gebied van brede vorming. Bundeling en verdieping van inzicht en kennis en het in de praktijk toepassen ervan, staan daarbij voorop. Het practoraat experimenteert, vernieuwt, verkent, en deelt kennis en ervaring, met hulp van het ECBO als wetenschappelijk onderzoeksinstituut. Zowel binnen als buiten het ROC ontstaat er een groeiend netwerk brede vorming. Het practoraat is landelijk veelvuldig in het nieuws

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

1. Bestuur en organisatie2. Beleid en uitvoering3. Ondersteuning en financiën4. Continuïteitsparagraaf 5. Jaarberichten uit de organisatie

Bijlage 1Bijlage 2Bijlage 3Bijlage 4

Hoofdstukken

Terug naar inhoudsopgave

14

“Toekomstbestendig onderwijs kunnen

we alleen samen met anderen vormgeven.”

geweest. Dit heeft het netwerk versterkt en tot gevolg dat we ook een actieve bijdrage leveren aan landelijke bijeenkomsten. [zie website Practoraat Brede Vorming

De inspectie in haar rapport over brede vorming: ‘Wij zien een meerwaarde in een gevarieerd aanbod aan werkvormen gericht op brede vorming, dit in combinatie met de verschillende leerroutes van ‘Leren op locatie’ en een gestructureerde begeleiding. De werkgevers die wij spraken gaven aan dat zij deze brede vorming waarderen’.

Hoogtepunten- Start Practoraat

Op 3 oktober 2018 is Koen Vos als practor Brede vorming geïnstalleerd. Ruim 120 gasten en studenten waren hierbij aanwezig. De eerste drie maanden hebben vertegenwoordigers uit de verschillende vestigingen met een aantal experts op het gebied van brede vorming de focus gelegd op het verkennen en verdiepen van inzicht.

- Workshops Er zijn verschillende workshops en inspiratiesessies georganiseerd, waarbij - samen met een grote diversiteit aan deelnemers - de gezamenlijke zoektocht naar bundeling en verdieping van inzicht en kennis is gestart.

- Samenwerking Nykleaster Vanuit het practoraat werken we met Nykleaster uit Jorwert aan een vorm van ‘retraite’ die aan mede werkers zal worden aangeboden via de Friese Poort academie. Daarnaast wordt er in het kader van de fysieke bouw van het nieuwe klooster, vanuit het concept ‘Community Service Learning’ en in de vorm van BPV, gewerkt aan een intensieve vorm van samenwerking. Men denkt met de bouw van het klooster medio 2019 een start te kunnen maken.

Partner in de regioToekomstbestendig onderwijs kunnen we alleen samen met anderen vormgeven. Dat vraagt van ons een open, nieuwsgierige en betrokken houding. Door nauw samen te werken met vele partners in de regio, halen we de ontwikkelingen de school binnen en spelen we buiten de school een belangrijke rol van betekenis voor onze regio. De samenwerking in de regio is in 2018 versterkt; we zijn meer zichtbaar in de regio. Door dit hele jaarverslag heen is deze samenwerking zichtbaar. Een paar hoogtepunten willen we hier specifiek benoemen.

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

1. Bestuur en organisatie2. Beleid en uitvoering3. Ondersteuning en financiën4. Continuïteitsparagraaf 5. Jaarberichten uit de organisatie

Bijlage 1Bijlage 2Bijlage 3Bijlage 4

Hoofdstukken

Terug naar inhoudsopgave

15

De inspectie in haar rapport over externe contacten: ‘In de externe contacten treedt het bestuur samen op met de locatiedirecteuren, gericht op een intensieve samenwerking tussen opleidingen, bedrijfsleven en instellingen. Er is de afgelopen jaren veel geïnvesteerd om hier een inhaalslag te maken. Dit heeft zijn vruchten afgeworpen, waarbij de instelling nu meer extern gericht is dan vroeger’.

Hoogtepunten- Uitbreiden samenwerkingsverbanden bedrijven en instellingen

Om beter aan te sluiten bij de wensen van het bedrijfsleven, hebben we met diverse bedrijven en instellingen nieuwe samenwerkingsverbanden afgesloten. In de zorg (zoals bij Patyna, Noorderbreedte, Liante, Alliade) gaat het met name om maatwerktrajecten voor Leren op locatie. Ook in ander sectoren zijn samenwerkingsverbanden afgesloten voor het leveren van maatwerk. Zo zijn we bijvoorbeeld met drie grote metaalbedrijven in Hallum, Franeker en Sint Jacobiparochie en Randstad specifieke scholings-trajecten gestart om de tekorten in de metaal het hoofd te bieden.

Op Urk is de samenwerking met het Zeekadetkorps uitgebreid. Het Zeekadetkorps krijgt van onze docenten en studenten ondersteuning bij het onderhoud van de vloot. En wij kunnen het korpsschip inzetten als opleidingsschip voor het praktijkdeel van onze opleiding Scheepvaart en Visserij. Een waardevolle toevoeging die de kwaliteit van onze opleidingen ten goede komt.

- Versterken onderwijs in de regioDe samenwerking met andere onderwijsaanbieders in de regio is goed en heeft veel aandacht. Zowel met het voortgezet onderwijs als met het hoger beroepsonderwijs overleggen we over doorlopende leerlijnen en een adequate aansluiting van ons onderwijs. Met de beide collega scholen in het middelbaar beroeps-onderwijs in Friesland - Nordwin College en Friesland College- vindt frequent overleg plaats. Dit betreft zowel de inhoudelijke samenwerking als vraagstukken over aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt en macro doelmatigheid. Ook in de regio’s Flevoland en Noord-Nederland vindt soortgelijke samenwerking en overleg plaats.

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

1. Bestuur en organisatie2. Beleid en uitvoering3. Ondersteuning en financiën4. Continuïteitsparagraaf 5. Jaarberichten uit de organisatie

Bijlage 1Bijlage 2Bijlage 3Bijlage 4

Hoofdstukken

Terug naar inhoudsopgave

16

- Leeuwarden/Fryslân als Culturele Hoofdstad van Europa 2018 (LF2018)Met het project Midden yn’e Mienskip haakte ROC Friese Poort aan bij de ambitie van LF2018. Op donder-dag 8 februari trapte ROC Friese Poort in Leeuwarden af met haar programmapresentatie voor LF2018: ‘Midden yn ‘e Mienskip’. Herman van Veen onthulde het uit 484 bestaande schilderijtjes bestaande miens-kipschilderij Elts&1. Drie jaar eerder schilderden hij en burgemeester Ferd Crone de eerste schilderijen van het doek. Samen verbonden vormen de 484 schilderijen, gemaakt door studenten en medewerkers, het ‘gezicht’ van de mienskip van ROC Friese Poort. Vervolgens hebben we met betekenisvolle projecten en inspirerende samenwerkingen studenten mooie leerervaringen geboden. Hoogtepunt van het Midden yn’e Mienskip project waren de eventweken op school [aftermovie]. Elke vestiging had een eigen festival met muziek, cultuur, meewerken aan LF2018-projecten tot het uitvoeren van maatschappelijk betekenisvolle projecten (Community Service Learning). Om zo studenten net dat beetje extra mee te geven voor hun persoonlijke ontwikkeling en vakmanschap. En niet alleen in 2018, maar ook daarna.

- ElfwegentochtHet idee voor de Elfwegentocht komt van Friese studenten. Doel van het project was het realiseren van twee fossielvrije mobiliteitsweken. Concreet betekende dit dat van 1 t/m 14 juli 2018 alle mensen in Fryslân zoveel mogelijk zouden reizen met duurzame vervoermiddelen. 50.000 studenten in Fryslân zijn uitgedaagd een concrete bijdrage te leveren aan en mee te denken over het evenement. Onze studenten zijn nauw betrokken geweest bij dit evenement, onder meer door de bouw van een waterstofauto bij het Centrum Duurzaam die deelnam aan de Parade op de laatste dag. De Elfwegentocht was een groot succes, met veel regionale en landelijke aandacht.

- Community Service Learning (CSL)Community Service Learning (CSL) is een onderwijsvorm waarbij onze studenten hun vaardigheden inzet-ten bij het oplossen van actuele, maatschappelijke vragen binnen de regio. Brede vorming wordt met CSL verbonden aan de regio. In alle opleidingen heeft dit een plek gekregen. Enkele voorbeelden: Studenten Horeca gaven smaaklessen op de basisschool. Studenten Economie organiseerden een bingo in een verzorgingshuis en Techniekstudenten lieten buurtbewoners langskomen om hun huishoudelijke apparaten te laten repareren. Zorg & Welzijn bedacht ‘grab a chair’. Ze pimpten 600 stoelen en gaven deze aan zorginstellingen. IT, Media en Games organiseerde een street art-dag, Maritieme Techniek liet een elektrische boot door de stad varen en Sociaal Maatschappelijk Werk organiseerde een jeugdsoos.

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

1. Bestuur en organisatie2. Beleid en uitvoering3. Ondersteuning en financiën4. Continuïteitsparagraaf 5. Jaarberichten uit de organisatie

Bijlage 1Bijlage 2Bijlage 3Bijlage 4

Hoofdstukken

Terug naar inhoudsopgave

17

2.3 Resultaten 2018

Beloften waarmakenGrote ambities waarmaken, de lat hoog leggen, kan alleen als de basis op orde is, alle randvoorwaarden passend zijn en beschikbare middelen ook zo worden ingezet dat deze bijdragen aan het grote doel. Als resultaat over 2018 geldt voor ons vooral in hoeverre de beloften zijn waargemaakt. De basis en de rand-voorwaarden bespreken we daarom kort; uitgebreid gaan we in op de resultaten van de beloften. Voor meer uitgebreide cijfermatige resultaten verwijzen we naar ons kwantitatief verslag.

De basis op ordeWerken aan nieuwe doelstellingen en vanuit een nieuwe besturingsfilosofie kan het alleen als de basis op orde is. We houden hier de vinger aan de pols en zien eind 2018 een sterke basis:

De opbrengsten zijn hoog; in de top 3 van Nederland Diplomaresultaat 92% (voorlopig)

Het aantal vsv’ers is laag; laagste van brede ROC’s 3,7%

Stakeholders zijn tevreden Ouders: 6,7; BPV-bedrijven: 7,2

Er is een professionele kwaliteitscultuur Beoordeling ‘goed’ van de inspectie

De financiële situatie is sterk Solvabiliteit 71%; liquiditeit 1,1

Het studentenaantal is gegroeid Groei van 573 (4%) studenten

De waardering van studenten is gestegen Stijging van 7,0 naar 7,2 (voor de opleiding)

De medewerkerstevredenheid is hoger dan mbo-gemiddeld 7,6 (Benchmark MBO: 7,4)

Het ziekteverzuim daalt, maar kan nog verder omlaag 6,1%

Hoge positie in de keuzegids mbo Stijging naar landelijk 5e plaats

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

1. Bestuur en organisatie2. Beleid en uitvoering3. Ondersteuning en financiën4. Continuïteitsparagraaf 5. Jaarberichten uit de organisatie

Bijlage 1Bijlage 2Bijlage 3Bijlage 4

Hoofdstukken

Terug naar inhoudsopgave

18

“Er is veel geïnvesteerd in

professionalisering.”

Randvoorwaarden passend bij de visieWij willen de best gekwalificeerde medewerkers. In 2018 is een nieuw vereenvoudigd en transparant functie-huis ingevoerd, dat meer mogelijkheden geeft voor doorstroom naar hogere functies. Er is veel geïnvesteerd in professionalisering. Een deel van de middelen Bestuursakkoord is hiervoor ingezet. Binnen de Friese Poort Academie zijn bijna 1800 scholingstrajecten uitgevoerd en er is een leiderschapstraject traject gestart voor alle leidinggevenden binnen ROC Friese Poort.

Wat huisvesting betreft wordt steeds meer gezocht naar een onderwijsomgeving, die past bij de nieuwe visie op prakijkleren. Onderwijs vindt meer plaats in de reële beroepscontext. Belangrijk in 2018 was het definitieve besluit om voor de opleidingen Economie en Handel en voor de Centrale Diensten ruimte te gaan huren in het nieuw te bouwen Cambuurstadion in Leeuwarden.

Inzet extra middelen In 2018 is € 2,2 miljoen beleidsgelden ingezet voor bijzondere ROC brede projecten, aansluitend bij de visie en besturingsfilosofie. Projecten die hier onder meer uit zijn gefinancierd:• Centrum Duurzaam• Cybersecurity• Uitrol brede vorming• Midden yn’e Mienskip• I-coaches• Projecten om de teams te ondersteunen (zie hoofdstuk 3.1)

Ook de extra middelen uit het Bestuursakkoord, zijn – voor zover de regelgeving dat toeliet – ingezet voor de uitvoering van ons beleid. Speerpunten waren hierbij de contacten met het bedrijfsleven en excellentie. In 2018 is een nieuw kwaliteitsplan opgesteld, dat nog meer aansluit bij onze eigen visie en onze eigen regio. Dit plan heeft een looptijd van 2019-2022 en is door de Minister goed gekeurd.

Resultaten op de vier beloftenBelofte 1 – Wij lopen voorop bij de ontwikkelingen in het werkveldIn al onze opleidingen lopen wij voorop bij ontwikkelingen in het beroepenveld. Wij weten wat binnen ons beroepenveld speelt en kennen de ontwikkelingen daarbinnen. De contacten met het bedrijfsleven zijn geïntensiveerd, en we hebben het onderwijs steeds meer samen met het bedrijfsleven vormgegeven. Leren in de praktijk en in school zijn nauw met elkaar zijn verweven. We merken dat het werkveld hier enthousiast over is, maar zien dat ook terug in metingen, die we uitvoeren middels een BPV-monitor.

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

1. Bestuur en organisatie2. Beleid en uitvoering3. Ondersteuning en financiën4. Continuïteitsparagraaf 5. Jaarberichten uit de organisatie

Bijlage 1Bijlage 2Bijlage 3Bijlage 4

Hoofdstukken

Terug naar inhoudsopgave

19

“Wij lopen voorop bij de ontwikkelingen in

het werkveld.”

Doelstellingen:1. Het bedrijfsleven (75%) is tevreden over de kennis van ROC FP van de ontwikkelingen in het werkveld.

De intensivering van onze relaties met het werkveld leiden tot een positief resultaat. Bedrijven en instellingen voelen zich nauw betrokken bij de ontwikkeling van het onderwijs. In toenemende mate is er sprake van co-creatie van onderwijs. Het onderwijs wordt daardoor actueel en sluit aan bij de ontwikkelingen in het werkveld. Van de bedrijven en instellingen is 92% tevreden (of zeer tevreden) over onze kennis van de ontwikkelingen in het werkveld.

2. Het bedrijfsleven (75%) is tevreden over de aansluiting praktijk en theorie. Ook deze indicator laat een bijzonder positief resultaat zien; 83% van de bedrijven en instellingen is tevreden over de verbinding tussen praktijk en theorie. Wij ervaren positieve feedback op onze samenwerking en merken dat het werkveld ook steeds vaker zelf het initiatief neemt om de verbinding van opleiding en praktijk te versterken. Studenten zijn tevreden over het leren in de praktijk, ze ervaren de actualiteit en geven aan dat het hun leerproces stimuleert. Tot slot constateren wij dat de samenwerking van onze opleidingen met de bedrijven en instellingen in de regio ook landelijk is opgemerkt.

Hoogtepunten:- Samen met andere onderwijsinstellingen

Waar we elkaar kunnen versterken werken we samen met andere (mbo)instellingen. Zo ondertekenden wij een unieke samenwerkingsovereenkomst met het Innovatiecluster Drachten, het Friesland College en het Alfa College. Techniekopleidingen beter afstemmen op de behoeften van bedrijven, studenten zélf meer regie laten voeren op wat ze willen leren en docenten regelmatig op stage sturen. Dat zijn de belangrijkste ingrediënten voor de samenwerking met deze high tech bedrijven.

- Samenwerking drie O’sSamenwerking tussen Overheid, Ondernemers en Onderwijs vindt onder meer plaats binnen de regiodeals. Wij zijn partner in de regiodeals in Fryslân en Flevoland. In Flevoland is de regiodeal in 2018 gestart en heeft als bijzondere aandachtspunten: het Maritieme Cluster en Mobiliteit & Infrastructuur. In De regio Zuid West Fryslân is de Operatie Werk opgezet, waarbij het speerpunt ligt op de technische beroepen en de Horeca.

- KeuzedelenIn 2018 zijn er in samenwerking met het werkveld diverse nieuwe keuzedelen ontwikkeld. Hiermee kunnen we steeds beter aansluiten op de actualiteit binnen de diverse sectoren. Enkele voorbeelden van nieuwe keuzedelen: duurzaamheid in het beroep; inspelen op innovatie; eetcultuur en eetwensen en droning toepassen.

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

1. Bestuur en organisatie2. Beleid en uitvoering3. Ondersteuning en financiën4. Continuïteitsparagraaf 5. Jaarberichten uit de organisatie

Bijlage 1Bijlage 2Bijlage 3Bijlage 4

Hoofdstukken

Terug naar inhoudsopgave

20

“Wij garanderen dat studenten bij ons

het beste uit zichzelf kunnen halen.”

Belofte 2 – Wij garanderen dat studenten bij ons het beste uit zichzelf kunnen halenIedere student volgt een leerroute passend bij zijn of haar talenten en drijfveren. We stimuleren en inspireren de student om het beste uit zichzelf te halen en bieden daarbij intensieve begeleiding en maatwerk.Daarbij geven we studenten meer mee dan wat vanuit beroepsvorming vereist is De uitrol van brede vorming is opgepakt door de teams. Zij gaan met studenten in gesprek over waarden en ethiek; niet alleen binnen het kader van hun vakgebied maar ook in het kader van brede vorming. De manier waarop dit vorm krijgt verschilt per team.

Doelstellingen:1. ROC Friese Poort wordt door studenten en ouders (60%) ervaren als een ‘waardengemeenschap’ waar

op een aansprekende wijze het gesprek wordt gevoerd over waarden en (beroeps)ethiek Met een breed palet aan activiteiten krijgt de school als waardengemeenschap vorm. Studenten herkennen inmiddels de bijzondere aandacht voor brede vorming. In de JOB-monitor van 2018 geeft ruim 75% van de studenten aan dit te ervaren. Het onderzoek onder ouders heeft dit jaar niet plaatsgevonden, maar tijdens ouderbuffetten geven ouders aan dat ze de aandacht voor brede vorming herkennen en waarderen.

2. Studenten (75%) zijn tevreden over begeleiding en maatwerk (incl. passend onderwijs) Persoonlijke aandacht voor iedere student staat bij ons hoog in het vaandel. De SLB’er, die de studieloopbaanbegeleiding in de basisbegeleiding van de beroepsopleiding uitvoert, kent de student persoonlijk. Aanvullend kunnen diverse diensten van bijvoorbeeld Bureau TAB ingezet worden om te voldoen aan de vraag van specifieke ondersteuning. Over het geheel van ROC Friese Poort laat de JOB-monitor van 2018 geen verandering zien ten opzichte van 2016. De tevredenheid ligt op ruim 70%. We voldoen daarmee nog niet aan onze norm. Het onderzoek over passend onderwijs heeft dit jaar niet plaatsgevonden. Vorig jaar lag de tevredenheid boven de 80%.

Hoogtepunten:- KOMPAS21

We willen jongeren helpen hun eigen keuzes te maken, zodat zij uit hun sociaaleconomische bubbel kunnen breken. Daarbij helpt het als zij inzicht krijgen in hun eigen vaardigheden. Samen met 11 andere mbo-instellingen en het Expertisecentrum Beroepsonderwijs (ecbo) pakken we de handschoen op en ontwikkelden samen met studenten, docenten en bedrijfsleven het reflectie-instrument KOMPAS21: ‘Kennis Over Mijn Persoonlijke Attitudes en Skills21’. (www.kompas21.nl) Het instrument ondersteunt studenten en medewerkers om inzicht te krijgen in de mate waarin ze 21ste-eeuwse vaardigheden kunnen en vooral willen inzetten. Zoals bij een echt kompas laat KOMPAS21 zien waar je heen wilt (ontwikkeling) en waar je nu bent (niveau).

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

1. Bestuur en organisatie2. Beleid en uitvoering3. Ondersteuning en financiën4. Continuïteitsparagraaf 5. Jaarberichten uit de organisatie

Bijlage 1Bijlage 2Bijlage 3Bijlage 4

Hoofdstukken Hoofdstukken

Terug naar inhoudsopgave

21

“Wij zijn het opleidingsinstituut waar iedereen zich een leven lang kan

ontwikkelen.”

- ExcellentieUitblinken kun je op verschillende manieren. Dat kan een bijzonder talent zijn, maar ook zelfstandigheid, gedrevenheid, passie, doorzettingsvermogen of creativiteit. De STAR Awards-verkiezing is onderdeel van het excellentieprogramma van ROC Friese Poort voor talentontwikkeling. Jaarlijks worden uitblinkende studenten, docenten en stagebedrijven als echte sterren in het zonnetje gezet. De uitreiking trok in 2018 ruim 500 bezoekers. We zijn trots op onze docent Conrad Berghoef, die in 2018 landelijk is verkozen tot docent van het jaar. Tijdens de Skills Heroes streden duizend vmbo- en mbo-finalisten om nationaal kampioen te worden in hun vakgebied. Team ROC Friese Poort bestond dit jaar uit negenentwintig studenten die meededen aan tweeëntwintig (halve) finales in Overijssel. Zeventien studenten haalden uiteindelijk de finales. Zeven studenten vielen in de prijzen.In 2020 zijn wij gastheer en mede-organisator van de landelijke Skills Heroes kampioenschappen.

- Cum Laude afstuderenBij ons volgt elke student een leerroute passend bij zijn of haar talenten en drijfveren. We stimuleren en inspireren ze om het beste uit zichzelf te halen en dit ook te laten zien. Eén van de mogelijkheden is Cum Laude afstuderen. Op 12 maart 2018 werd het eerste cum laude diploma uitgereikt aan Jolanda Bergsma-Bijlsma, (volwassen) student van de opleiding Verzorgende IG. In 2018 zijn 48 Cum Laude diploma’s uitgereikt.

- InternationaliseringInternationalisering heeft een meer prominente plaats gekregen in ons onderwijs, omdat dit aansluit bij de brede vorming van studenten, maar ook omdat vanuit het bedrijfsleven steeds meer vraag is naar werk nemers die kunnen functioneren in een internationale of interculturele context. Binnen elke opleiding worden minimaal twee internationale componenten aangeboden. De internationale mobiliteit is in 2018 toegenomen.

Belofte 3 - Wij zijn het opleidingsinstituut waar iedereen zich een leven lang kan ontwikkelen.Jong en oud, werkend en niet werkend, individuen, bedrijven en organisaties: iedereen die zich wil ontwikke-len kan bij ons terecht voor persoonlijke en vakmatige ondersteuning. Het stimuleren van een leven lang ontwikkelen begint bij onze studenten. We bevorderen een bestendige relatie met onze oud-studenten. Ook na het behalen van hun diploma zijn zij welkom bij ons ROC om kennis en vaardigheden te halen én te brengen. Werkgevers vinden bij ons vanzelfsprekend goed opgeleide stagiaires en werknemers en kunnen terecht voor bijscholing op maat. We stimuleren uiteraard, als aantrekkelijke werkgever, ook onze eigen medewerkers om zich actief te blijven ontwikkelen.

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

1. Bestuur en organisatie2. Beleid en uitvoering3. Ondersteuning en financiën4. Continuïteitsparagraaf 5. Jaarberichten uit de organisatie

Bijlage 1Bijlage 2Bijlage 3Bijlage 4

Hoofdstukken Hoofdstukken

Terug naar inhoudsopgave

22

Doelstellingen:1. Groei aantal volwassenen. (10% per jaar)

Het aantal studenten is met ongeveer 575 studenten gegroeid, waarvan ca. 60% een groei van het volwassenenonderwijs betreft. De BBL groeit met ca. 350 studenten. Enerzijds reguliere jonge BBL-studenten, maar ook volwassen studenten die meer en meer vanuit een apart onderwijsteam worden bediend.

2. Medewerkers zijn tevreden over hun ontwikkelingsmogelijkheden (7,5) De tevredenheid over de ontwikkelingsmogelijkheden is iets gedaald ten opzichte van vorig jaar (6,6). Uit nader onderzoek blijkt dat er verschillende ideeën bestaan over wat onder ontwikkeling wordt verstaan. Hier wordt in de komende periode verder met medewerkers over gesproken. De mogelijkheden voor medewerkers om in de Friese Poort Academie te werken aan de eigen ontwikkeling wordt meer onder de aandacht gebracht.

Hoogtepunten:- Opleiding anderstalige jongvolwassenen

Samen met de gemeente Smallingerland, ISK Singelland proberen we om anderstalige jongvolwassenen tussen de 18 en 25 jaar op het mbo te krijgen. Deze kwetsbare groep kan door de taalbarrière moeilijk onderwijs volgen en dreigt anders tussen wal en schip te vallen. Onder de naam ‘Perspectief’ volgen jongvolwassenen eerst een traject bij de Internationale Schakelklas (ISK) van Singelland. Daarna stromen ze door naar een speciaal schakeltraject bij ROC Friese Poort om vervolgens te kunnen starten met een mbo-opleiding.

- UitkeringsgerechtigdenOm tijdig in te spelen op verwachte tekorten in de installatiebranche en de toenemende innovatie in deze branche, hebben we samen met Gemeente Leeuwarden en ROC Friese Poort Bedrijfsopleidingen een innovatief werken-leren scholingstraject ‘Groen Werkt’ ontwikkeld met als doel uitkeringsgerechtigden (om) te scholen voor de mbo-opleiding Monteur Werktuigkundige Installaties.  Er wordt gedurende de opleiding coaching en ondersteuning bij kinderopvang aangeboden. 

- Topopleidingen volwassenenonderwijs in Keuzegids mboROC Friese Poort staat in de top vijf van de in december verschenen Keuzegids Mbo 2019. De school stijgt 12 plaatsen in de ranglijst. Drie volwassenenopleidingen van ROC Friese Poort krijgen het predicaat ‘Topopleiding 2019’ in de keuzegids. Het gaat om opleidingen in het vakgebied Economie en Ondernemen. Deze opleidingen kregen een beoordeling van 75 punten of hoger.

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

1. Bestuur en organisatie2. Beleid en uitvoering3. Ondersteuning en financiën4. Continuïteitsparagraaf 5. Jaarberichten uit de organisatie

Bijlage 1Bijlage 2Bijlage 3Bijlage 4

Hoofdstukken

Terug naar inhoudsopgave

23

“We verbinden ons aan de regio.”

- Professionalisering eigen medewerkersDe Friese Poort Academie heeft in 2018 ruim 1790 medewerkers geschoold. Scholingen zijn onder meer verzorgd op het gebied van brede vorming, kwaliteitszorg, examinering, Office 365 en teamontwikkeling. Nieuw in het aanbod was de training Fysieke en Mentale balans, in het kader van vitaliteit. Er is er een pilot ‘intervisie voor nieuwe medewerkers’ gestart. [zie scholingsoverzicht] Het leiderschapstraject Wendbaar en Waardevol leiderschap is gestart voor alle leidinggevenden. Dit is een 2 jaar durend traject, waarin binnen verschillende leerlijnen wordt toegewerkt naar een gedeeld beeld over onderwijskundig leiderschap.

Belofte 4 – We verbinden ons aan de regioWij hebben een sterke maatschappelijke verantwoordelijkheid in de regio. Wij geven daar uitvoering aan door talentvolle mensen af te leveren op de arbeidsmarkt, maar ook door te participeren in maatschappelijke activiteiten. We doen bij voorkeur zaken met lokale partijen en staan voor ‘social return’. Alle studenten leren binnen hun opleiding een betekenisvolle bijdrage te leveren aan de maatschappij. Onze medewerkers maken zich, samen met onze samenwerkingspartners, sterk voor het binden van onze studenten aan de regio.

Doelstellingen:1. We zijn herkenbaar betrokken in de regio

De onderwijsinspectie over de verbinding van het onderwijs met het regionale werkveld ‘Studenten, ouders en bedrijfsleven kunnen erop rekenen dat studenten goed voorbereid zijn op een toekomstige plek in de samenleving als beroepskracht en als burger.’ Wij zoeken op verschillende fronten de aansluiting met het regionale werkveld door samen met dat werkveld het onderwijs vorm te geven. Uit het inspectierapport: ‘Er wordt zo ingespeeld op het vakmanschap waar de bedrijven behoefte aan hebben.’

2. We werken mee aan social return; we willen het aantal studenten dat een stage doet bij bedrijven waar we zaken mee doen laten groeien. De mogelijkheden voor opleidingen verschillen. Dit heeft te maken met de aard van het werkveld. Studenten van opleidingen als Uniformberoepen, Horeca of Economie en Administratie kunnen bij veel verschillende bedrijven opleidingen terecht. Studenten van bijvoorbeeld Welzijn of Maritiem zijn afhankelijk van specifieke bedrijven of instellingen. Wij zullen verder onderzoeken welke aspecten van invloed zijn op het resultaat en hoe wij dit kunnen beïnvloeden.

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

1. Bestuur en organisatie2. Beleid en uitvoering3. Ondersteuning en financiën4. Continuïteitsparagraaf 5. Jaarberichten uit de organisatie

Bijlage 1Bijlage 2Bijlage 3Bijlage 4

Hoofdstukken Hoofdstukken

Terug naar inhoudsopgave

24

Hoogtepunten:- Nij Smellinghe Drachten

We tekenden op 6 december een intentieverklaring met Nij Smellinghe om samen in te spelen op de groeiende en veranderende vraag naar gekwalificeerd personeel in de zorg en de combinatie van leren en werken in de praktijk voor het volwassenonderwijs mogelijk maken. Samen met Nij Smellinghe onder-zoeken we hoe we invulling kunnen geven aan ‘leren op locatie’ en onze ambitie om de opleidingen volwassen onderwijs Zorg en Welzijn bij Nij Smellinghe te huisvesten.

- TechniekBij Techniek gebeurt samen met de regio van alles om voorop te kunnen lopen in het werkveld. In Emmeloord is de opleiding Werktuigbouwkunde vernieuwd in samenwerking met de Vrienden van de Maakindustrie Emmeloord. Binnen het Innovatiecluster in Drachten wordt met technologische bedrijven samengewerkt. En in Centrum Duurzaam in Leeuwarden werken studenten samen met bedrijven aan het verbeteren en innoveren van duurzame technische oplossingen.

- Bevrijdingsfestival‘Geef vrijheid door’ is voor onze studenten niet zomaar een loze leus. Wij zijn bijzonder betrokken bij het Befrijdingsfestival Fryslân en vinden het erg belangrijk dat onze studenten stilstaan bij de achterliggende gedachte van Bevrijdingsdag. Een moment waarop we met zijn allen stilstaan bij de vrijheid en ook onvrijheid in deze wereld. Wij zijn sponsor van het hoofdpodium en onze studenten en medewerkers organiseerden en manageden geheel op eigen kracht onze Let’s Share Stage.

- Promotie WaddengebiedStudenten van de opleiding Marketing, Communicatie en Evenementen werkten samen met Duitse studenten aan de promotie van het waddengebied, een project in opdracht van de Provincie Fryslân. Het waddengebied is een uniek natuurgebied en staat sinds 2009 op de Werelderfgoedlijst van Unesco.

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

1. Bestuur en organisatie2. Beleid en uitvoering3. Ondersteuning en financiën4. Continuïteitsparagraaf 5. Jaarberichten uit de organisatie

Bijlage 1Bijlage 2Bijlage 3Bijlage 4

Hoofdstukken

Terug naar inhoudsopgave

25

We maken onze beloften waar vanuit onze nieuwe besturingsfilosofie, waarin ‘van regel- naar principe-gestuurd’ en ‘versterken professionele ruimte van teams’ belangrijke uitgangspunten zijn. Het is met name aan de teams om activiteiten te ontwikkelen die bijdragen aan het realiseren van de beloften. Tegelijkertijd zijn er activiteiten die ROC Friese Poort breed worden opgepakt om de samenhang te bevorderen en/of om ondersteunend te zijn aan wat er in de teams gebeurt.

Onder-steuning en financiën

26

3. Ondersteuning en financiën3.1 Programmaplan

We maken onze beloften waar vanuit onze nieuwe besturingsfilosofie, waarin ‘van regel- naar principe- gestuurd’ en ‘versterken professionele ruimte van teams’ belangrijke uitgangspunten zijn. Het is met name aan de teams om activiteiten te ontwikkelen die bijdragen aan het realiseren van de beloften. Tegelijkertijd zijn er activiteiten die ROC Friese Poort breed worden opgepakt om de samenhang te bevorderen en/of om ondersteunend te zijn aan wat er in de teams gebeurt. In werkbijeenkomsten met medewerkers zijn hiervoor de volgende aandachtsgebieden genoemd: • Deel good-practices• Houd rekening met verschillen in de ontwikkeling van teams • Betrek (externe) stakeholders • Ontwikkel een gezamenlijke visie • Definieer duidelijke kaders

In het Programmaplan 2018 is een aantal concrete initiatieven benoemd. Deze zijn gefinancierd uit het budget ‘uitvoering strategische visie’; het budget professionalisering binnen het bestuursakkoord en uit reguliere budgetten. [zie begroting].

Resultaten1. Kennisuitwisseling en delen van good practices.

Om trots te zijn op jezelf en de ander en te leren van elkaar delen we ervaringen. Gericht op de vier beloften, maar ook op de brede vorming en de kwaliteitscultuur zijn er vele mooie ervaringen die gedeeld kunnen worden. Er zijn podia gecreëerd waar kennis en ervaringen worden uitgewisseld.

2. Experimenteerruimte Teams ervaren regelgeving soms als beperkend voor vernieuwende innovatie werkvormen die bijdragen aan het succes voor de student en/of aansluiten bij ontwikkelingen in het werkveld. Middelen zijn beschikbaar gesteld om ruimte te geven om te experimenteren. In 2018 werd vier maal een beroep gedaan op deze gelden.

3. Professionalisering en ontwikkeling van medewerkers Om wendbaar onderwijs te kunnen geven, is wendbaar goed geschoold personeel een voorwaarde. Het aanbod van de Friese Poort Academie is verder toegesneden op de beleidsitems (zoals brede vorming, kwaliteitscultuur en uitrol Office 365) en meer vraaggericht ingericht. Er is een leiderschapstraject voor het gehele management gestart.

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

1. Bestuur en organisatie2. Beleid en uitvoering3. Ondersteuning en financiën4. Continuïteitsparagraaf 5. Jaarberichten uit de organisatie

Bijlage 1Bijlage 2Bijlage 3Bijlage 4

Hoofdstukken

Terug naar inhoudsopgave

27

4. ‘Bureaucratie Brigade Er zijn de laatste jaren veel regels en procedures gewijzigd en of toegevoegd (door de Minister, door het beleid van ROC Friese Poort en door specifiek beleid van vestigingen en domeinen) zonder aandacht voor de implicaties daarvan. De ‘Bureaucratie Brigade’ is in dialoog met de teams aan de slag gegaan met het vereenvoudigen van regels. Dit heeft onder meer geleid tot fysieke i-punten op de vestigingen, om de toegankelijkheid in geval van (eenvoudige) problemen met ICT te verbeteren. In 2019 wordt verder gewerkt aan het vereenvoudigen van processen, zoals op gebied van examinering, intake, financiën en HRM

5. ‘Master Minds’ Een groep van masterdocenten ‘spiegelt’ de ontwikkelingen aan innovatiekracht, maar kan ook tips en ideeën geven hoe deze kan worden vergroot binnen teams. ‘Master Minds’ dragen – door het organiseren van tegenkracht – ook bij aan de kwaliteitscultuur. De docenten zijn met 2 thema’s aan de slag gegaan: begeleiding/passend onderwijs en onderwijs aan volwassenen. In 2019 zal dit leiden tot concrete verbeteractiviteiten. Toekomst volwassenenonderwijs Om het volwassenenonderwijs te vergroten, zijn de huidige processen en samenwerkingsverbanden tussen de vestigingen en Bedrijfsopleidingen in kaart gebracht. Op basis hiervan worden visie en werkwijze opnieuw beschreven.

In 2018 is een aanzet gemaakt voor de programmaplan-punten: ‘Inzet instrumentarium afstandsleren’ en ‘Visie op alumnibeleid’, deze krijgen in 2019 een vervolg.

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

1. Bestuur en organisatie2. Beleid en uitvoering3. Ondersteuning en financiën4. Continuïteitsparagraaf 5. Jaarberichten uit de organisatie

Bijlage 1Bijlage 2Bijlage 3Bijlage 4

Hoofdstukken

Terug naar inhoudsopgave

28

“Dezelfde systemen en dezelfde functies helpen ons om meer

één ROC Friese Poort te worden.”

3.2 Belangrijke ontwikkelingen in de randvoorwaarden

Om onze beloften waar te maken, was ook een aantal rand voorwaardelijke zaken toe aan vernieuwing en innovatie. Op het gebied van ICT, HRM en huisstijl is meer gestandaardiseerd. Alle vestigingen werken daardoor met dezelfde systemen en hebben dezelfde functies. Dit helpt ons om meer één ROC Friese Poort te worden. Het zorgt voor efficiency en een betere onderlinge samenwerking en uitwisselbaarheid. De stafdiensten werken hierbij intensief samen. Vanuit een integrale benadering is aan deze vernieuwing gewerkt, waarbij altijd de meerwaarde voor de lijn voorop staat.

Hoogtepunten:- Functiebouwwerk

Om beter aan te sluiten bij onze visie ‘Wendbaar onderwijs, waardevolle mensen’ is een nieuw functie-bouwwerk opgesteld, waarin we van 60 naar 30 functies zijn gegaan. Deze nieuwe functies zijn generiek, dus algemeen, beschreven. Er staat wat je doet, maar niet hoe en met welke inhoud. Dit maakt het veel flexibeler. Ook is er nu op alle vestigingen dezelfde waardering voor hetzelfde werk. Dat is duidelijk, objectief en maakt dat medewerkers gemakkelijker kunnen bewegen tussen de vestigingen. We spreken overal één taal.

- Werk maken van je passieMet een nieuwe pay off ‘Werk maken van je passie’ en een nieuwe huisstijl, hebben we ons ROC een sprankelend en eigentijds gezicht gegeven. In de nieuwe huisstijl is gekozen voor een basis van verbonden cirkels, die staan voor individuele studenten, die net als druppels water ieder hun eigen weg kunnen gaan, maar tegelijkertijd verbinding zoeken met waarden, met talent, en met elkaar. Elke verbinding laat studenten groeien.

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

1. Bestuur en organisatie2. Beleid en uitvoering3. Ondersteuning en financiën4. Continuïteitsparagraaf 5. Jaarberichten uit de organisatie

Bijlage 1Bijlage 2Bijlage 3Bijlage 4

Hoofdstukken Hoofdstukken

Terug naar inhoudsopgave

29

“Elke verbinding laat studenten groeien.”

- Eenduidige systemenWe hebben de overstap gemaakt van veel verschillende werkwijzen en systemen naar systemen die zich in het MBO hebben bewezen: studenteninformatiesysteem Eduarte, Office365 en Xedule voor onderwijs-logistiek (roostering en planning). Dat biedt eenheid, efficiency en is toekomstbestendig. De rocfriesepoortal is de overzichtelijke toegangspoort tot alle informatie en systemen van ROC Friese Poort, zowel voor studenten als voor medewerkers. Studenten en medewerkers zijn nauw bij deze ontwikkelingen betrokken. Ouders en BPV-bedrijven bieden we een eigen portaal binnen ons studenteninformatiesysteem Eduarte.

- HuisvestingIn 2018 hebben we het Strategisch Huisvestingsplan vastgesteld, waarin voor de komende jaren de plannen zijn beschreven om de huisvesting aan te passen aan onze onderwijsvisie. Een transitie moet plaatsvinden naar een omgeving voor hybride leren, waarbij het werkveld in de school komt en studenten leren in het werkveld. Eén van deze plannen is het huisvesten van economische opleidingen in het nieuw te bouwen Cambuurstadion. Gezien de omvang van dit plan heeft dit grote impact, zowel voor ROC Friese Poort als voor de bouw van het stadion. Vanwege mogelijke vertragingen in de bouw, ontstond er een kritieke situatie over deelname van ROC Friese Poort in stadion. Gelukkig werd er op tijd overeenstemming bereikt met de gemeente over tijdelijke huisvesting, zodat eind 2018 definitieve afspraken konden worden gemaakt over de huur van een deel van het stadion.

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

1. Bestuur en organisatie2. Beleid en uitvoering3. Ondersteuning en financiën4. Continuïteitsparagraaf 5. Jaarberichten uit de organisatie

Bijlage 1Bijlage 2Bijlage 3Bijlage 4

Hoofdstukken Hoofdstukken

Terug naar inhoudsopgave

30

3.3 Financiën en resultaten

Financieel staan we er goed voor. De liquiditeit en solvabiliteit voldoen ruim aan de OCW-signalerings-grenzen. De inspectie heeft de financiën met een voldoende beoordeeld. De rentabiliteit ligt als gevolg van extra bestedingen op diverse beleidsterreinen een beperkt aantal jaren onder nul. In 2018 is er extra geld be-steed aan projecten met betrekking tot onderwijsinnovatie, het versterken van onze binding met de regio en duurzame inzet van onze medewerkers. [zie paragraaf 2.3] Het practoraat brede vorming is opgezet en we hebben actief deelgenomen aan het programma Culturele Hoofdstad 2018. De extra bestedingen leiden tot een negatief resultaat in 2018. Het negatieve resultaat wordt gefinancierd uit het eigen vermogen, waardoor de solvabiliteit in 2018 is afgenomen van 71,8% naar 71,0%. De solvabiliteit ligt ruim boven het gemiddelde in de sector en boven de gehanteerde signaleringsgrens OCW van 60%

Toezicht inspectie 2015 2016 2017 2018

Solvabiliteit 30-60% 76,3% 73,4% 71,8% 71,0%

Liquiditeit <0,5 1,7 1,5 1,1 1,1

Rentabiliteit <0% 3,3% 2,2% -3,5% -3,1%

.

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

1. Bestuur en organisatie2. Beleid en uitvoering3. Ondersteuning en financiën4. Continuïteitsparagraaf 5. Jaarberichten uit de organisatie

Bijlage 1Bijlage 2Bijlage 3Bijlage 4

Hoofdstukken

Terug naar inhoudsopgave

31

Exploitatie 2018Het resultaat over 2018 ligt € 1,5 mln. lager dan begroot. Het netto resultaat van -/- € 3,9 mln. (begroot -/- € 2,4 mln.) bestaat uit een incidenteel resultaat van € -3,0 mln. en een regulier resultaat van € -0,9 mln. De eenmalige resultaten bestaan uit diverse beleidsprojecten van € 2,2 mln., de besteding van een dividenduitkering van € 0,5 mln. en de verhoging voorziening WGA. Het reguliere resultaat is beïnvloed door een hogere inzet van onderwijzend personeel als gevolg van de groei van het aantal studenten in 2018. De extra bekostiging hiervoor volgt pas in 2020 (T-2 effect).

Toelichting op de exploitatiepostenHogere baten zijn veroorzaakt door:• Stijging rijksbijdrage compensatie gestegen lonen werkgeverslasten en kosteninflatie. • Hoger bedrag aan OCW subsidies. • Meer inkomsten m.b.t. contractonderwijs. Hogere lasten zijn veroorzaakt door:• Stijging van de lonen en de werkgeverslasten. • Hogere inzet van onderwijzend personeel door studentengroei, diverse

projecten, hogere ziektevervanging en de dividend uitkering• Meer uitgaven voor apparatuur en leermiddelen. • Hogere afschrijvingslasten voor vaste activa door volledige opname van

de afschrijvingslasten van het nieuwe gebouw voor uniformberoepen.

Exploitatie (* € 1 miljoen) Realisatie 2018 Begroting 2018 Realisatie 2017

Baten 123,5 119,0 119,9

Rijksbijdragen 112,0 108,5 109,4

Werk voor derden / overig 11,6 10,5 10,5

Lasten 127,4 121,4 124,0

Personeel 99,3 94,2 96,8

Materieel 28,1 27,2 27,2

Financiële baten en lasten 0,1 0,0 0,1

Resultaat gewone bedrijfsvoering -3,8 -2,4 -4,0

Belasting 0,0 0,0 0,2

Netto resultaat -3,9 -2,4 -4,2

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

1. Bestuur en organisatie2. Beleid en uitvoering3. Ondersteuning en financiën4. Continuïteitsparagraaf 5. Jaarberichten uit de organisatie

Bijlage 1Bijlage 2Bijlage 3Bijlage 4

Hoofdstukken

Terug naar inhoudsopgave

32

Kasstromen 2018Ondanks een negatief resultaat is er in 2018 sprake geweest van een toename van de liquide middelen. Deze toename is het gevolg van enerzijds een positieve operationele kasstroom (€ 4,6 mln.) en anderzijds een negatieve kasstroom als gevolg van investeringsactiviteiten (-/- € 3,6 mln.). De kasstroom uit financierings-activiteiten betreft aflossing op bestaande leningen. Het werkkapitaal is toegenomen door een afname van de post crediteuren. Eind 2018 stonden veel minder facturen dan gebruikelijk open als gevolg van de geplande overgang per 1 januari 2018 naar een nieuw factuur verwerkingssysteem.

Ultimo 2018 staat € 28,3 mln. (2017: € 27,4 mln.) op diverse spaarrekeningen. Door de dalende rente is er nauwelijks nog sprake een rentevergoeding op deze spaarrekeningen.

Kasstromen (* € 1 mln.) 2018 2017

Operationele cashflow 4,6 3,1

Resultaat gewone bedrijfsvoering -3,9 -4,1

Afschrijvingen 8,5 7,7

Mutatie voorzieningen 0,5 -0,3

Mutatie werkkapitaal -0,2 -0,2

Saldo interest / belastingen -0,1 0,1

Investeringscashflow -3,6 -15,4

Financieringscashflow -0,1 -0,1

Mutatie liquide middelen 0,9 -12,4

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

1. Bestuur en organisatie2. Beleid en uitvoering3. Ondersteuning en financiën4. Continuïteitsparagraaf 5. Jaarberichten uit de organisatie

Bijlage 1Bijlage 2Bijlage 3Bijlage 4

Hoofdstukken

Terug naar inhoudsopgave

33

Balans 2018De balansverhoudingen laten een samenhang zien tussen de ontwikkeling van de vaste activa, additionele uitgaven in het onderwijs en de toename van de liquide middelen. De vaste activa neemt af doordat er in 2018 geen grote nieuwbouw projecten zijn uitgevoerd. De voorzieningen stijgen door een toename van de voorziening WGA doordat de nieuwe CAO niet langer toestaat een deel van de premie te verhalen op werk-nemers. Het eigen vermogen neemt af door de uitvoering van beleidsprojecten en de dividenduitkering.

FinancieringsstructuurIn de oormerking van het eigen vermogen wordt het vermogen van Bedrijfsopleidingen aangemerkt als privaat vermogen. De contractactiviteiten betreffen private activiteiten en zijn onderhevig aan de vennoot-schapsbelasting. Het overige eigen vermogen wordt als publiek bestempeld. Overige uitgevoerde private activiteiten door de school worden kostendekkend uitgevoerd en bevatten derhalve geen resultaten.

ContinuïteitsparagraafIn de continuïteitsparagraaf kijken we minimaal drie jaar vooruit naar ontwikkelingen op belangrijke punten van beleid en organisatie. Daarbij worden de gevolgen voor de financiële exploitatie en balanspositie beoordeeld. Deze continuïteitsparagraaf is opgenomen in ons financieel jaarverslag.[Ga naar onze Continuïteitsparagraaf]

Balans (* € 1 mln.) 2018 2017

Activa

Vaste activa 88,0 92,7

Vorderingen en voorraden 3,5 3,8

Liquide middelen 28,3 27,4

Totaal activa 119,8 123,9

Passiva

Eigen vermogen (inclusief resultaat) 85,1 89,0

Voorzieningen 5,0 4,5

Langlopende schulden 0,8 0,9

Kortlopende schulden 28,9 29,5

Totaal passiva 119,8 123,9

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

1. Bestuur en organisatie2. Beleid en uitvoering3. Ondersteuning en financiën4. Continuïteitsparagraaf 5. Jaarberichten uit de organisatie

Bijlage 1Bijlage 2Bijlage 3Bijlage 4

Hoofdstukken

Terug naar inhoudsopgave

34

Continuïteits-paragraaf

In het kader van de Regeling jaarverslaggeving onderwijs (RJO) wordt in de continuïteits-paragraaf minimaal drie jaar vooruit gekeken naar ontwikkelingen op belangrijke punten van beleid en organisatie. Daarbij worden de gevolgen voor de financiële exploitatie en balanspositie beoordeeld.

35

4. Continuïteitsparagraaf4.1 ContinuïteitsparagraafIn het kader van de Regeling jaarverslaggeving onderwijs (RJO) wordt in de continuïteitsparagraaf minimaal drie jaar vooruit gekeken naar ontwikkelingen op belangrijke punten van beleid en organisatie. Daarbij worden de gevolgen voor de financiële exploitatie en balanspositie beoordeeld.

ROC Friese Poort staat midden in de maatschappij, waarin vele ontwikkelingen een rol spelen die invloed hebben op het beroepenveld waarvoor wij opleiden. Intensivering met het toekomstig beroepenveld voor onze studenten is een belangrijk speerpunt. Dit komt ook terug in de navolgende belangrijke ontwikkelingen met financiële impact voor de organisatie:

• Vanaf 2017 wordt invulling gegeven aan onze nieuwe strategie. De ambities die daarmee samenhangen vraagt inzet van extra middelen, zodat onderwijsteams en ondersteuning optimaal invulling kunnen geven aan deze extra taken en ambities. We spreken hiervoor onze beleidsreserves aan en keren dividend van Bedrijfsopleidingen uit. De komende jaren worden deze incidentele uitgaven teruggebracht naar nihil waardoor we weer toe bewegen naar een sluitende begroting. In meerjarenperspectief wordt vanaf 2021 uitgegaan van een nulresultaat.

• Onze medewerkers staan aan de basis van ons succes. Het stimuleren en faciliteren van de professionele ontwikkeling (Friese Poort Academie en facilitering zij-instromers) en de duurzame inzetbaarheid zijn belangrijke pijlers om ook in de toekomst te kunnen blijven voorzien in bekwame docenten. Strategische personeelsplanning bevordert de bewustwording en betrokkenheid van leidinggevenden en medewerkers ten aanzien van deze thema’s. Behalve het zijn van een goed werkgever voor de medewerkers die nu in dienst zijn is het in dit kader ook van belang om ons buiten ROC Friese Poort als aantrekkelijk werkgever voor potentiële medewerkers te profileren.

• De demografische ontwikkeling in ons voorzieningsgebied laat een afname van het aantal jongere studenten zien vanaf 2020. Het aantal jongeren in het VMBO en VO is dalende en dit zal een negatief effect hebben op de instroom in het mbo. Mede daarom zet ROC Friese Poort volop in op het volwassenenonderwijs. Vooral bij- en nascholing van werkenden in het kader van ‘Leven lang leren’ vindt al volop plaats. Als gevolg van de groei in volwassenonderwijs zien we een verschuiving van BOL naar BBL ontstaan.

• Naast toenemende samenwerking met organisaties in het werkveld vindt innovatie plaats op het gebied van E-learning, hybride onderwijs, duurzaamheid en Cybersecurity. Deze opsomming is niet uitputtend maar geeft een goed beeld van onze ambitie. In de huidige (meerjaren) begroting zijn de financiële consequenties van onze ambitie opgenomen.

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

1. Bestuur en organisatie2. Beleid en uitvoering3. Ondersteuning en financiën4. Continuïteitsparagraaf 5. Jaarberichten uit de organisatie

Bijlage 1Bijlage 2Bijlage 3Bijlage 4

Hoofdstukken

Terug naar inhoudsopgave

36

4.2 MeerjarenramingDoor de groei in studentenaantallen zien we een stijging van de rijksbijdrage tot 2020. Daarna zet een lichte daling als gevolg van de verwachte lagere instroom. Voor 2019 zien we een hogere rijksbijdrage additioneel als gevolg van de overloop van middelen uit het oude bestuursakkoord. Door de afbouw van onze beleidsgelden zien we een daling van de personeelskosten in 2020 en 2021. Hierdoor zal ons resultaat toenemen en vanaf 2021 op nihil uitkomen. Door de geplande nieuwbouw op onze locatie in Drachten is er een toename van de materiele lasten (afschrijvingen) in 2022.

Exploitatie (* € 1 miljoen)

Realisatie2017

Realisatie2018

Begroting2019

Prognose2020

Prognose2021

Prognose2022

Prognose2023

Rijksbijdragen lumpsum 91,6 94,6 97,4 98,6 98,2 97,9 97,5

Rijksbijdragen additioneel 17,8 17,4 18,0 17,4 17,3 17,2 17,1

Werk voor derden / overig 10,6 11,5 10,1 10,4 10,3 10,2 10,1

Totaal baten 120,0 123,5 125,5 126,4 125,8 125,3 124,7

Personeel 96,8 99,3 100,7 99,6 98,2 97,3 96,9

Afschrijvingen 7,7 8,5 8,3 8,2 8,3 8,8 8,6

Huisvesting 6,1 5,9 6,0 5,9 5,9 6,0 6,1

Overig 13,4 13,7 13,2 13,6 13,4 13,2 13,1

Totaal lasten 124,0 127,4 128,1 127,3 125,8 125,3 124,7

Financiële baten en lasten 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

Resultaat gewone bedrijfsvoering

-3,9 -3,9 -2,6 -0,9 0,0 0,0 0,0

Belastingen 0,2 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

Netto resultaat -4,1 -3,9 -2,6 -0,9 0,0 0,0 0,0

4.3 Ontwikkeling studentenaantallenHet aantal studenten is in het schooljaar 2018-2019 gegroeid met bijna 550, een stijging van 4%. De grootste stijging betreft BBL leerlingen. Een belangrijk deel daarvan betreft volwassen studenten in speciale trajecten Zorg & Welzijn via Bedrijfsopleidingen. Voor 2019-2020 verwachten een vergelijkbaar aantal studenten als in 2018-2019. Het aandeel BBL t.o.v. BOL zal wederom toenemen. Na 2020 verwachten we een daling van het aantal studenten van tussen de 1%-2% per jaar als gevolg van demografische ontwikkelingen.

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

1. Bestuur en organisatie2. Beleid en uitvoering3. Ondersteuning en financiën4. Continuïteitsparagraaf 5. Jaarberichten uit de organisatie

Bijlage 1Bijlage 2Bijlage 3Bijlage 4

Hoofdstukken

Terug naar inhoudsopgave

37

4.4 FormatieontwikkelingDe komende jaren zal de beschikbare formatie ten opzichte van 2018 dalen. Voor de financiële continuïteit zal het (begrote) negatieve resultaat van de voorbije jaren weer omgebogen worden naar een nulresultaat in 2021. De tijdelijk ingezette middelen vanuit de reserves nemen vanaf 2019 af. De daling onderwijzend personeel is te realiseren door natuurlijk verloop en tijdelijke contracten niet te verlengen. Tevens stimuleren we werknemers deel te nemen aan onze generatie regeling waardoor we de komende jaren een grotere uitstroom van oudere medewerkers verwachten. Met betrekking tot de flexibele schil verwachten we een daling richting de 15% de komende jaren. Enerzijds omdat we te maken hebben met een krimpend personeelbestand, anderzijds omdat we een betere balans willen aanbrengen tussen medewerkers aannemen versus (duur) inhuren. We willen jongere docenten sneller aan ons verbinden door het bieden van een vast contract.

Door middel van ons strategisch personeelsplan is er inzicht in de samenstelling en grootte van onderwijs-teams, het omgaan met veranderende wet- en regelgeving (o.a. WWZ), mobiliteit en het vormgeven van Opleiden in de School om op de lange termijn over voldoende en goed gekwalificeerde docenten te beschikken.

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

1. Bestuur en organisatie2. Beleid en uitvoering3. Ondersteuning en financiën4. Continuïteitsparagraaf 5. Jaarberichten uit de organisatie

Bijlage 1Bijlage 2Bijlage 3Bijlage 4

Hoofdstukken

Terug naar inhoudsopgave

38

Kengetal (stand 31/12) excl. bedrijfsopleidingen

Realisatie 2017

Realisatie 2018

Begroting 2019

Prognose 2020

Prognose 2021

Prognose 2022

Prognose 2023

Personele bezetting in fte

Bestuur & directie 8 9 9 9 9 9 9

Onderwijzend personeel * 937 873 861 855 840 825 810

Ondersteunend personeel 311 370 371 362 353 345 337

Totaal personeel 1.256 1.252 1.241 1.226 1.202 1.179 1.156

Percentage onderwijzend personeel

74,6% 69,7% 69,4% 69,7% 69,9% 70,0% 70,1%

Percentage onderwijzend personeel incl OM

74,6% 74,6% 74,3% 74,6% 74,9% 75,0% 75,2%

Soort dienstverband

Onbepaalde tijd (vast) 1.004 1.027 1.031 1.024 1.010 996 983

Bepaalde tijd (tijdelijk) 193 194 182 177 168 159 150

Declaranten 59 31 28 25 24 24 23

Totaal personeel 1.256 1.252 1.241 1.226 1.202 1.179 1.156

Vast (%) 80% 82% 83% 84% 84% 85% 85%

Tijdelijk (%) 20% 18% 17% 17% 16% 16% 15%

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

1. Bestuur en organisatie2. Beleid en uitvoering3. Ondersteuning en financiën4. Continuïteitsparagraaf 5. Jaarberichten uit de organisatie

Bijlage 1Bijlage 2Bijlage 3Bijlage 4

Hoofdstukken

Terug naar inhoudsopgave

39

Strategische huisvestingsplanningVoor de huisvesting van het onderwijs is het Masterplan 2018-2023 vastgesteld. Flexibilisering speelt hierin de hoofdrol. Tot nog toe heeft ROC Friese Poort het overgrote deel van de huisvesting in eigendom en is daarmee minder flexibel in het inspelen op gebruik van ruimte. In de toekomst vindt meer huur dichterbij het toekomstige werkveld plaats met de mogelijkheid om te anticiperen op ontwikkelingen in studentenaantallen en onderwijsvormen. De belangrijkste voorgenomen investeringen betreffen:

• De bouw van een projectruimte Techniek in Drachten in 2019, investering van € 1,5 mln.• Inrichting en verhuizing Cambuurstadion (Leeuwarden) in 2021, investering geraamd op € 2,7 mln.• Huuroplossing voor zakelijke dienstverlening en uiterlijke verzorging Leeuwarden, en sloop van een

oud gebouw in Leeuwarden in 2021, investering geraamd op € 2 mln.• Geplande vervanging van het schoolgebouw in Drachten in 2022, investering geraamd op € 11 mln.

Voor alle plannen is een financiële doorrekening op lange termijn gemaakt. De effecten hiervan zijn opgenomen in de meerjarenraming.

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

1. Bestuur en organisatie2. Beleid en uitvoering3. Ondersteuning en financiën4. Continuïteitsparagraaf 5. Jaarberichten uit de organisatie

Bijlage 1Bijlage 2Bijlage 3Bijlage 4

Hoofdstukken

Terug naar inhoudsopgave

40

4.5 Solvabiliteit en liquiditeit

Realisatie 2017

Realisatie 2018

Begroting 2019

Prognose 2020

Prognose 2021

Prognose 2022

Prognose 2023

Debet

Vaste activa 92,7 88,0 85,4 83,9 85,6 93,6 90,6

Liquide middelen 27,4 28,3 27,1 27,2 25,3 16,0 23,9

Vorderingen + Voorraden

3,8 3,5 3,9 3,9 3,8 9,4 3,8

Totaal debet 123,9 119,8 116,4 115,0 114,7 119,0 118,3

Credit

Eigen vermogen 89,0 85,1 82,5 81,6 81,6 81,6 81,6

Voorzieningen 4,5 5,0 4,5 4,4 4,4 4,3 4,3

Langlopende schulden 0,9 0,8 0,7 0,6 0,5 5,4 4,8

Kortlopende schulden 29,5 28,9 28,7 28,4 28,2 27,7 27,6

Totaal credit 123,9 119,8 116,4 115,0 114,7 119,0 118,3

Toezicht inspectie

Realisatie 2018

Begroting 2019

Prognose 2020

Prognose 2021

Prognose 2022

Prognose 2023

Solvabiliteit 30-60% 71,2% 70,9% 71,0% 71,2% 68,6% 69,1%

Liquiditeit < 0,5 1,1 1,1 1,1 1,0 0,9 1,0

Rentabiliteit < 0% -3,1% -2,1% -0,7% 0,0% 0,0% 0,0%

De solvabiliteit schommelt de komende jaren rond de 71%. In 2022 zien we een afname van de solvabiliteit van 71% naar 69%. In dat jaar staat de nieuwbouw van gebouw D Drachten gepland (11 mln.) en wordt tevens 50% van de kwaliteitsgelden (5,7 mln.) later betaald door OCW (na de midtem review). Gezien het effect hiervan op onze liquiditeit overwegen we een deel van gebouw D te financieren middels een lening. Door deze lening daalt onze solvabiliteit in 2022.

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

1. Bestuur en organisatie2. Beleid en uitvoering3. Ondersteuning en financiën4. Continuïteitsparagraaf 5. Jaarberichten uit de organisatie

Bijlage 1Bijlage 2Bijlage 3Bijlage 4

Hoofdstukken

Terug naar inhoudsopgave

41

4.6 TreasurybeleidROC Friese Poort heeft een treasury statuut dat voldoet aan de Regeling beleggen, lenen en derivaten OCW 2016 voor onderwijs en onderzoek. Ons beleid is gericht op het waarborgen van de financiële continuïteit, het minimaliseren van de rentekosten en optimaliseren van de rentebaten. In 2018 zijn in het kader van continuïteit de (tijdelijk) overtollige middelen bij twee financiële instellingen gestald. Naast de huidige BNG-le-ningen zijn in 2018 geen nieuwe leningen afgesloten. ROC Friese Poort heeft geen beleggingen en derivaten.

Er wordt jaarlijks een kasstroomprognose opgesteld over een vijfjarige horizon. Gedurende het jaar wordt deze prognose periodiek beoordeeld en geactualiseerd. Op basis van de geplande investeringen wordt tot 2021 geen vreemd vermogen aangetrokken. ROC Friese Poort loopt alleen renterisico over de huidige leningen op de rentevervaldatum. Ons beleid is om – indien de liquiditeitspositie dit toelaat – leningen bij een renteherzieningsmoment volledig af te lossen. De eerstvolgende renteherzieningsdatum is op 1 juni 2020.

Interne beheersingssysteem en complianceVoor realisatie van de organisatiedoelstellingen en bewaking van een gezonde bedrijfsvoering wordt gebruik gemaakt van een planning & controlproces. Extern vindt controle plaats door de Onderwijsinspectie en externe accountant. Intern sturen we aan de hand van de jaarlijkse kaderbrief en de in 2017 ingevoerde prestatiekaart met de belangrijkste prestatie-indicatoren. Intern vindt op velerlei terreinen auditing en controle plaats om te borgen dat er wordt gehandeld in overeen-stemming met de wet- en regelgeving en kwalitatief goed onderwijs wordt verzorgd. De beheersingsmaat-regelen voor de wettelijke onderwijsactiviteiten en het strategisch beleid staan beschreven in het onderdeel Onderwijs. De beheersing van de bedrijfsvoering is geborgd in de 4-maandelijkse monitoringcyclus en daarnaast is maandelijks financiële informatie beschikbaar over belangrijke prestatie-indicatoren. Voor huis vesting projecten wordt gewerkt met scenarioanalyses.

Binnen het kader van strategisch risicomanagement wordt jaarlijks geïnventariseerd welke risico’s het behalen van de doelstellingen en een continue bedrijfsvoering kunnen bedreigen. Op basis van de risico’s wordt beoordeeld welke beheersmaatregelen nodig zijn om de risico’s aan te pakken. De uitvoering en monitoring van de beheersmaatregelen wordt zoveel als mogelijk via de reguliere Planning & Controlcyclus, dan wel projectmatig uitgevoerd.

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

1. Bestuur en organisatie2. Beleid en uitvoering3. Ondersteuning en financiën4. Continuïteitsparagraaf 5. Jaarberichten uit de organisatie

Bijlage 1Bijlage 2Bijlage 3Bijlage 4

Hoofdstukken

Terug naar inhoudsopgave

42

4.7 Raad van ToezichtDe auditcommissie heeft in 2018 de kaderbrief 2019, de meerjarenbegroting 2019 - 2021 en de jaar-rekeningen 2017 van ROC Friese Poort en Bedrijfsopleidingen en de managementletter 2017 besproken ter voorbereiding op de bespreking in de Raad van Toezicht. Naast de reguliere Planning & control documenten is specifiek gesproken over het toezichtskader RvT, de bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering, het nieuwe Cambuurstadion en de onderwijsvisie. Tevens is de uitbreiding van de vestigingsdirectie geëvalueerd.

4.8 Horizontaal ToezichtROC Friese Poort heeft een convenant met de belastingdienst waarbij op basis van begrip, transparantie en vertrouwen wordt samen gewerkt. Door wisselingen in het bestuur en management heeft in 2018 geen regulier overleg plaatsgevonden met de fiscus. Dit heeft begin 2019 plaatsgevonden. Wel zijn er specifieke onderwerpen afgestemd, zoals de uitvoering van de WKR-regeling en de vergoeding voor mobiele telefonie. Bovendien heeft in 2018 scholing van eigen medewerkers plaatsgevonden om het fiscale bewustzijn in de organisatie op peil te houden.

Per 1 januari 2016 is de vennootschapsbelasting van toepassing voor het onderwijs. De stichting ROC Friese Poort voldoet aan de voorwaarden voor vrijstelling. Dit geldt niet voor ROC Friese Poort Bedrijfsopleidingen BV, die als zodanige rechtspersoon vpb-plichtig is.

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

1. Bestuur en organisatie2. Beleid en uitvoering3. Ondersteuning en financiën4. Continuïteitsparagraaf 5. Jaarberichten uit de organisatie

Bijlage 1Bijlage 2Bijlage 3Bijlage 4

Hoofdstukken

Terug naar inhoudsopgave

43

4.9 Belangrijkste risico’s en onzekerhedenTijdens het opstellen van de begroting en het jaarverslag worden de risico’s voor ROC Friese Poort beoordeeld. Immers risico’s zijn niet statisch, maar wijzigen voortdurend. Voor een deel van de operationele en financiële risico’s wordt een financiële buffer (algemene reserve) aangehouden. Deze is beschreven in de jaarrekening en heeft geleid tot een benodigde risicobuffer van € 5,6 mln. ultimo 2018. De uitvoering en monitoring van de beheersmaatregelen wordt zoveel als mogelijk via de reguliere Planning & Controlcyclus, dan wel projectmatig uitgevoerd. Naast voorgaande inventarisatie worden ook scenario analyses op het gebied van huisvesting, de jaarlijkse managementletter meegenomen in het risico management. De belangrijkste risico’s van dit moment met de huidige stand van zaken (beheers maatregelen) zijn in de tabel opgenomen.

Tabel Overzicht risico’sTussen haakjes is de aard van het risico aangegeven. Dit zijn:

S = strategische risico’s (doelen halen);F = financiële risico’s (derven vermogen)O = operationele risico’s (beheersingsprocessen)N = nalevingrisico’s (wetten en regels)R = reputatierisico’’s (imago)

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

1. Bestuur en organisatie2. Beleid en uitvoering3. Ondersteuning en financiën4. Continuïteitsparagraaf 5. Jaarberichten uit de organisatie

Bijlage 1Bijlage 2Bijlage 3Bijlage 4

Hoofdstukken

Terug naar inhoudsopgave

44

Onderwerp Risico Beheersmaatregelen

1. Terugloop aantal studenten na 2020

• Niet snel kunnen anticiperen op de terugval in opbrengsten, waardoor het financiële resultaat en de bedrijfsvoering onder druk komen te staan.

• In de formatieplanning wordt rekening gehouden met natuurlijke uitstroom en tijdelijke contracten.

• In strategisch huisvestingsplan wordt gestuurd op het inbouwen van flexibiliteit door niet langer 100% in eigendom te hebben maar 15% van de ruimte te huren.

2. Vast versus flexibele formatie (F)

• Tijdelijke middelen (Bestuursakkoord en inzet beleidsreserves) leiden tot formatie-groei, terwijl de Wet Werk en Zekerheid tijdelijke contracten van max. twee jaar toestaat.

• Aantrekken voldoende kwalitatief personeel in krappe arbeidsmarkt.

• Strategische personeelsplanning krijgt een meer kwalitatieve invulling, waarbij toekomstige personeelsbehoefte, natuurlijk verloop en nieuwe instroom een plek krijgen.

• Huidige beleid gecontinueerd (bij goed functioneren na één jaar vast dienstverband), tenzij het geen structurele formatie betreft.

• Werving docenten Techniek via excellente studenten.• Aantrekken zij-instromers en faciliteren van het

behalen van hun PDG

3. Kwaliteitszorg (S)

• Behoud niveau kwaliteitsborging binnen de nieuwe besturingsfilosofie

• Versterken van de PDCA-cyclus• Aandacht voor kwaliteitscultuur

4. Uitvoering strategisch beleid (S)

• Niet realiseren van de beloftes door het verzanden in de dagelijkse gang van zaken

• Aanstellen programmamanagers voor de belangrijkste thema’s.

• Borgen van de beloftes in de kwaliteitsagenda• Monitoring middels de prestatiekaart

5. Doelen kwaliteits-agenda behalen (F)

• Niet realiseren van resultaat afhankelijke subsidies

• Belangrijkste prestatie indicatoren opnemen in monitoring via de prestatiekaart.

6. Kwaliteit en veiligheid ICT (O + R)

• ICT-infrastructuur en ICT-systemen steeds meer van strategisch belang. Gevolgen van uitval of veroudering kunnen groot zijn.

• Beleid gericht op standaard applicaties in plaats van zelf ontwikkeld.

• Inrichting van de afdeling informatiemanagement.• Onderzoek uitbesteden ICT aan gespecialiseerde

dienstverleners.

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

1. Bestuur en organisatie2. Beleid en uitvoering3. Ondersteuning en financiën4. Continuïteitsparagraaf 5. Jaarberichten uit de organisatie

Bijlage 1Bijlage 2Bijlage 3Bijlage 4

Hoofdstukken

Terug naar inhoudsopgave

45

Het jaar 2018 stond voor ons - naast het toezichthouden op de uitvoering van het in 2017 vastgestelde visiedocument - in het teken het Inspectieonderzoek en het Cambuurdossier. Daarnaast was de nieuwe samenstelling van het CvB in het verslagjaar een belangrijke onderwerp. Ook onderging de RvT een wijziging in de samenstelling.

Jaar-berichten uit de organisatie

46

“Prachtige resultaten waar we trots op zijn.“

5. Jaarberichten uit de organisatie5.1 Bericht van de Raad van Toezicht

Het jaar 2018 stond voor ons - naast het toezichthouden op de uitvoering van het in 2017 vastgestelde visiedocument - in het teken het Inspectieonderzoek en het Cambuurdossier. Daarnaast was de nieuwe samenstelling van het CvB in het verslagjaar een belangrijke onderwerp. Ook onderging de RvT een wijziging in de samenstelling. Er is vanuit de nieuwe besturingsfilosofie vormgegeven aan de vier beloften uit het visiedocument, waarbij vakmanschap en brede vorming de uitgangspunten zijn. In 2018 is het studenten-aantal fors gestegen, is een vijfde plaats behaald in de Keuzegids MBO en een beoordeling ‘goed’ van de onderwijsinspectie verkregen. Prachtige resultaten waar we trots op zijn.

Vergaderingen en evaluatieWij hebben de taken onderverdeeld in drie commissies, die onderwerpen voorbereiden voor de behandeling in de voltallige raad: de Auditcommissie, de Commissie Onderwijs, Cultuur en Identiteit en de Remuneratie- en Benoemingscommissie.

In het verslagjaar kwamen we vijf keer bijeen in een reguliere vergadering met het CvB. Daarnaast werd in eigen kring een evaluatievergadering gehouden. In 2018 heeft de Raad van Toezicht het toezichtkader herzien. De rol van visie op toezichthouden is opnieuw geformuleerd. Het toezichtkader - incl. het toetsings-kader, waarin de doelstellingen en prestatie indicatoren zijn beschreven – is opgenomen in het Reglement Raad van Toezicht. Op basis van deze vastgestelde indicatoren legt het  CvB drie keer per jaar verantwoor-ding aan de RvT af. Daarnaast hebben we goedkeuring gegeven aan het jaarverslag en de jaarrekening 2017, het jaarplan 2019 en de (meerjaren)begroting 2019 t/m 2021. Verder kwamen in de reguliere vergaderingen met name de volgende zaken aan de orde:• Vaststellen toezichtkader, wijziging Reglement RvT en bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering• Kennismaking nieuwe accountant en bespreken managementletter en verwonderdocument.• Huisvestingszaken, waaronder bouw techniekloods Drachten en huur nieuw Cambuurstadion.• Onderwijsvisie, kwaliteitskaart, kwaliteitsagenda en inspectieonderzoek.• Evaluatie uitbreiding vestigingsdirectie.• Bedrijfsopleidingen.

In de evaluatievergadering is - vanuit de drie rollen van de RvT (toezichthouder, sparring partner en werk-gever) - ons eigen functioneren geëvalueerd. Daarnaast is onder leiding van een extern deskundige een teamanalyse gedaan. Geconcludeerd is dat alle stijlen in de RvT vertegenwoordigd zijn en de RvT - naast de verschillende achtergronden zoals opgenomen in de profielschets - in dit opzicht goed is samengesteld. De

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

1. Bestuur en organisatie2. Beleid en uitvoering3. Ondersteuning en financiën4. Continuïteitsparagraaf 5. Jaarberichten uit de organisatie

Bijlage 1Bijlage 2Bijlage 3Bijlage 4

Hoofdstukken Hoofdstukken

Terug naar inhoudsopgave

47

groep is complementair en als team houden we elkaar goed in evenwicht. In de evaluatievergadering zijn tevens de jaargesprekken met het CvB voorbereid en is op basis van de WNT 2019 de bezoldiging per 1 januari 2019 voor zowel RvT als CvB vastgesteld. We hebben geconstateerd dat er met de benoeming van Alice Muller als lid CvB per 1 maart 2018 tezamen met Remco Meijerink als voorzitter CvB een evenwichtig en daadkrachtig College van Bestuur is ontstaan, dat vol passie uitvoering geeft aan het besturen van de organisatie. De bezoldiging van het CvB is conform de WNT-regeling.

Informatievoorziening en contacten met de organisatieEen goede informatievoorziening is voor ons van wezenlijk belang. Daarbij moet er altijd een balans zijn tussen betrokkenheid en afstand. Regulier ontvangen we schriftelijke informatie: rapportages van tevredenheidsonderzoeken, verslagen van de Ondernemingsraad, de Studentenraad en het overleg met de vakbonden en een knipselkrant met actuele artikelen uit vakbladen en kranten. Ook voeren we tweemaal per jaar overleg met delegaties van de Ondernemingsraad en Studentenraad en hebben we gesproken met de vestigingsdirecteuren. We hebben twee werkbezoeken aan de vestigingen gebracht, waarin met medewerkers en studenten van gedachten werd gewisseld over actuele zaken zoals kwaliteitscultuur en Leren op Locatie. Tijdens een studiedag is gesproken over onderwijskwaliteit, macro-doelmatigheid en samenwerking in de regio. In het kader van het Inspectieonderzoek hebben we overleg gevoerd met de Onderwijsinspectie.

Samenstelling en bezoldigingDe Raad van Toezicht wordt gevormd door zeven leden. Omdat op basis van het rooster van aftreden per 1 januari 2019 drie vacatures tegelijkertijd zouden ontstaan, is in goed overleg met de betreffende leden gekozen voor spreiding en is gedurende het jaar al een tweetal leden vervangen. Daarnaast is de tweede benoemingstermijn van één lid is met één jaar verlengd. Ook is een van de leden voor een tweede termijn van vier jaar herbenoemd. Een compleet overzicht van de samenstelling van de RvT, de relevante neven-functies en de benoemingstermijnen is opgenomen in bijlage 2. In 2018 is de vergoeding voor de leden iets verhoogd en is een indexering voor de komende jaren afgesproken. De vergoeding in 2018 bedraagt voor de voorzitter en leden respectievelijk 9% en 6% van de bezoldiging van de bestuurder. Dit is ruim lager dan de Wet Normering Topinkomens. De ondersteuning van de Raad van Toezicht werd verzorgd door de bestuurs secretaris.

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

1. Bestuur en organisatie2. Beleid en uitvoering3. Ondersteuning en financiën4. Continuïteitsparagraaf 5. Jaarberichten uit de organisatie

Bijlage 1Bijlage 2Bijlage 3Bijlage 4

Hoofdstukken

Terug naar inhoudsopgave

48

“Want kwaliteit is een opdracht en is nooit

een rustig bezit.”

Toetsing aan de branchecodeDe taken en werkwijze voor de RvT zijn vastgelegd in de statuten en het reglement voor de RvT. Het bestuursreglement is een aanvulling op wettelijke en statutaire bepalingen en opgesteld conform de statuten en artikel 9.1.7. van de WEB. Deze reglementen zijn in overeenstemming met de branchecode en staan op de website van ROC Friese Poort. ROC Friese Poort is – met uitzondering van de verlenging van de tweede benoemingstermijn met één jaar van een lid van de RvT – in 2018 niet afgeweken van de branchecode Goed Bestuur.

Tot slotVorig jaar schreven we dat we met ons visiedocument ‘Wendbaar onderwijs, waardevolle mensen’ en de daarin omschreven beloften een stevig fundament voor de komende jaren hebben gelegd, waarop we samen met het CvB, de directie en met alle medewerkers vol vertrouwen verder bouwen aan een school waar naast vakmanschap ook brede vorming centraal staat! Daarin hebben we in 2018 mooie stappen gezet. Het CvB heeft er tezamen met directie, medewerkers, maar ook met extern betrokken stakeholders in 2018 volop de schouders onder gezet met een mooie klassering in de keuzegids MBO en een fantastische beoordeling van de inspectie als resultaat! We sluiten dan ook met trots het jaar af en bouwen ook volgend jaar door aan de kwaliteit van ons onderwijs. Want kwaliteit is een opdracht en is nooit een rustig bezit.

Tot slot willen we opmerken dat we het College van Bestuur hebben gestimuleerd in de wens om de omvang van het bestuursverslag te reduceren en trots zijn op het resultaat. Als u wilt reageren, dan is uw reactie van harte welkom op [email protected] Namens de Raad van Toezicht, Ger Jaarsma, voorzitter

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

1. Bestuur en organisatie2. Beleid en uitvoering3. Ondersteuning en financiën4. Continuïteitsparagraaf 5. Jaarberichten uit de organisatie

Bijlage 1Bijlage 2Bijlage 3Bijlage 4

Hoofdstukken Hoofdstukken

Terug naar inhoudsopgave

49

5.2 Jaarbericht Ondernemingsraad

Samenstelling en werkwijze De ondernemingsraad (OR) bespreekt met het College van Bestuur en de Raad van Toezicht de gang van zaken in de instelling en oefent de bevoegdheden uit die op grond van wet- en regelgeving aan de OR zijn toegekend. De OR bestaat uit 16 leden. Per vestiging maken deze leden ook deel uit van een onderdeel commissie. De OR kent een drietal adviescommissies, te weten HRM, OKIDO (Onderwijs, kwaliteit, identiteit & organisatie) en Financiën die OR-brede zaken voorbereiden. Als Het dagelijks Bestuur van de OR voert aan het begin van een vergadercyclus van 5 à 6 weken overleg met het College van Bestuur. Besluitvorming vindt plaats in of na het formeel overleg met het CvB in de overlegvergadering. Jaarlijks vindt (minimaal) twee keer overleg plaats tussen de OR en de studentenraad. Extern zijn er contacten met de vakbonden en OR-en van andere ROC’s. [bijlage 3]

ScholingDrie leden hebben deelgenomen aan de tweedaagse studieconferentie van het Platform Medezeggenschap MBO. In eigen kring is aandacht besteed aan het vitaliteitsbeleid, de instelling van het practoraat Brede Vorming en de impact van een strategisch personeelsplan op de samenstelling van onderwijsteams.

Besproken onderwerpen.In 2018 is met het CvB overeenstemming bereikt over de invoering van een nieuw functiegebouw. Bij de invoering van de functie senior-instructeur is afgesproken dat in het voorjaar van 2019 een extern onderzoek in de organisa-tie zal plaats vinden. De wettelijke bevoegdheid tot instemming op hoofdlijnen van de begroting heeft dit afgelopen jaar geresulteerd in een meer beleidsinhoudelijke begroting, waarbij op de kaderbrief het instemmingsrecht werd toegepast. Verder kwamen de volgende onderwerpen voor instemming en advies aan de orde: werkkostenregeling 2018, productencatalogus, jaarrooster en vakantie regeling 2019-2020, privacyreglement, aanstellingsbeleid, beloningsbeleid, ouderenbeleid, werving & selectiebeleid, doorstroombeleid, participatiebeleid, jaargesprekken nieuwe stijl, kwaliteitsagenda en vitaliteits beleid. Met de RvT is invulling gegeven aan enkele vacatures in de RvT.

De vier beloften van de ROC Friese PoortDe OR oefende in 2018 haar taak uit met de blik op de beloften die ROC Friese Poort doet. Met name de derde belofte - wij zijn het opleidingsinstituut waar iedereen zich een leven lang kan ontwikkelen- inspireerde de OR om te streven naar de daarbij passende randvoorwaarden voor het werk voor zowel student als medewerker. Namens de OR, Lieuwe van der Pol, voorzitter Gijs Jacobse, secretaris.

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

1. Bestuur en organisatie2. Beleid en uitvoering3. Ondersteuning en financiën4. Continuïteitsparagraaf 5. Jaarberichten uit de organisatie

Bijlage 1Bijlage 2Bijlage 3Bijlage 4

Hoofdstukken

Terug naar inhoudsopgave

50

5.3 Jaarbericht Studentenraad

Op grond van het reglement van de studentenraad en het vastgestelde rooster van aftreden worden jaarlijks in januari verkiezingen georganiseerd. Er waren dit jaar 7 vacatures in de studentenraad. Voor de vacature in de vestiging Emmeloord was geen kandidaat. Op 30 januari 2018 is de nieuwe raad geïnstalleerd. [bijlage 4] Overleg College van BestuurIn het verslagjaar hebben wij vijf keer overleg gevoerd met het CvB. Er was steeds sprake van een open en transparant overleg. Aandachtspunten die vanuit de studentenraad werden aangedragen, zijn door het CvB opgepakt en naar tevredenheid afgehandeld. Een greep uit de onderwerpen die ter besluitvorming zijn voor-gelegd zijn het vergaderrooster, verkiezing voorzitter/vicevoorzitter en secretaris, begroting studentenraad, jaarverslag 2017, Cum Laude afstuderen, onderwijs- en praktijkovereenkomst, bindend studieadvies, kwaliteitsagenda, begroting 2019, schoolkostenbeleid, subsidieaanvraag doorstroom mbo-hbo, keuzedeel Invloed Medezeggenschap in Organisaties en de vakantieregeling 2019-2020. Verder is onder meer gesproken over design website, resultaten JOB-monitor, studentenarena’s, kwaliteitscultuur, brede vorming, ’Leren op locatie’, evaluatie rocfriesepoortal, digitale studenteninformatie en Eduarte.

Overige overleggenNaast het reguliere overleg met het College van Bestuur heeft een delegatie van de Studentenraadtweemaal overleg gevoerd met een delegatie van de Ondernemingsraad over onder meer de betrokkenheid bij onderdeelcommissies, ICT-vaardigheden van docenten, lesevaluaties, de implementatie van de keuzedelen en Eduarte. Op 30 mei 2018 is in een de gezamenlijke vergadering van de Ondernemingsraad en de Studentenraad ingestemd met de hoofdlijnen van de begroting.

Ook is tweemaal gesproken met een delegatie van de Raad van Toezicht, over de relatie met het College van Bestuur, het visiedocument, brede vorming en over diverse aspecten van de kwaliteit van het onderwijs.In het kader van het inspectieonderzoek in oktober is overleg gevoerd met de inspectie over de bijdrage van de studentenraad aan de kwaliteit van het onderwijs. Daarbij konden we vertellen hoe wij meedenken bij de beleidsvoorbereiding en ook hoe we zelf suggesties hebben gedaan om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. Een voorbeeld hiervan is de invoering van de studentenarena. Dit voorstel is door de studenten-raad aangedragen en door het College van Bestuur overgenomen.

Namens de StudentenraadElvis Delsink, voorzitter

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

1. Bestuur en organisatie2. Beleid en uitvoering3. Ondersteuning en financiën4. Continuïteitsparagraaf 5. Jaarberichten uit de organisatie

Bijlage 1Bijlage 2Bijlage 3Bijlage 4

Hoofdstukken

Terug naar inhoudsopgave

51

“Wij hebben een gedegen examen­organisatie en de

processen zijn op orde.”

5.4 Examenverslag

Kwaliteit op ordeWij hebben een gedegen examenorganisatie en de processen zijn op orde. Betrokkenen weten wat er van hen verwacht wordt en de kennis omtrent examinering en de betrokkenheid van de teams bij examinering is de afgelopen tijd sterk toegenomen. Dit beeld blijkt uit de evaluaties die het afgelopen jaar gedaan zijn met verschillende betrokkenen. Ook is dit beeld bevestigd door inspectie van het onderwijs tijdens hun bezoek in oktober 2018: ‘De examencommissie borgt een voldoende deugdelijke examinering en diplomering. Daarbij functioneert zij voldoende deskundig en onafhankelijk’.

Verantwoordelijkheid teamsDe teams zijn verantwoordelijk voor de voorbereiding, afname en beoordeling en stellen de resultaten van de studenten vast in de verificatievergaderingen. Studenten worden vanuit het team voorgedragen voor diplomering. De examenbureaus zijn hierbij ondersteunend. Teams werken nauw samen met het bedrijfs-leven. De examinering sluit aan bij de beroepspraktijk en is passend bij het beroep waar de student voor wordt opgeleid. Het bedrijfsleven geeft aan hier tevreden over te zijn. Door de examencoördinatoren zijn er korte lijnen tussen teams en examencommissies. Hierdoor hebben zij goed zicht op de kwaliteit van examinering in de teams. Zij geven, indien nodig, advies om de processen te optimaliseren.

Examencommissies en examenraadDe examencoördinatoren uit de teams zijn lid van de examencommissie. In iedere examencommissie zit ook een extern lid van buiten de instelling. Er zitten geen leden in de examencommissies die een financieel belang hebben. We voldoen hiermee aan de wettelijke eisen rondom de inricht van examencommissies. De examen-commissies hebben overleg met de vestigingsdirecteuren over de stand van zaken op de vestiging en overleg met het College van Bestuur over de kwaliteit van examinering ROC breed. De examenraad, bestaande uit de voorzitters van de examencommissies, spreekt over convergentie op gebied van procedures en werkwijzen en exameninstrumenten. Ook worden nieuwe ontwikkelingen gezamenlijk opgepakt. Zo is in 2018 vooral gesproken over de examinering in de beroepspraktijk, met name omdat ook het onderwijs steeds meer in de beroepspraktijk plaatsvindt. Daarnaast is in het afgelopen jaar aandacht besteed aan het onderwerp ‘fraude’, om te komen tot duidelijkheid over het begrip en eenduidige handelswijze.

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

1. Bestuur en organisatie2. Beleid en uitvoering3. Ondersteuning en financiën4. Continuïteitsparagraaf 5. Jaarberichten uit de organisatie

Bijlage 1Bijlage 2Bijlage 3Bijlage 4

Hoofdstukken Hoofdstukken

Terug naar inhoudsopgave

52

“Betrokkenen bij examinering

evalueren jaarlijks hun eigen

functioneren.”

EvaluatieBetrokkenen bij examinering evalueren jaarlijks hun eigen functioneren. De jaarverslagen van de examen-commissies geven een goed beeld van de stand van zaken op het gebied van examinering en examen-commissies hebben verbeterpunten goed in beeld. Het gaat hierbij onder meer om: beter zicht op examinering in de beroepspraktijk, evaluaties met bedrijven, visie op examinering van keuzedelen en het optimaliseren van het proces vrijstellingsverzoeken. Verbeterpunten voor de teams worden opgenomen in de teamplannen. In het komende jaar zullen de evaluaties en daaruit voortkomende verbeterpunten meer op elkaar worden afgestemd.

Er is een uitvoerige evaluatie geweest van de examenorganisatie. Nagenoeg alle betrokkenen zijn bevraagd naar tevredenheid omtrent de examenorganisatie, taken en verantwoordelijkheden. Een notitie over de uitkomsten van deze evaluatie is begin 2019 gereed.

Namens de examenraadMirjam Kuipers, voorzitter

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

1. Bestuur en organisatie2. Beleid en uitvoering3. Ondersteuning en financiën4. Continuïteitsparagraaf 5. Jaarberichten uit de organisatie

Bijlage 1Bijlage 2Bijlage 3Bijlage 4

Hoofdstukken Hoofdstukken

Terug naar inhoudsopgave

53

5.5 Jaarverslag Klachtencommissies

ROC Friese Poort kent vier klachtencommissies:1. Klachtencommissie2. Commissie arbeidszaken3. Privacy commissie4. Commissie voor beroep van de examens

Bij de Klachtencommissie en de Privacy commissie zijn in 2018 geen klachten binnengekomen.

Bij de Commissie arbeidszaken zijn in het verslagjaar 2018 acht bezwaarschriften binnengekomen. Alle acht bezwaarschriften hadden te maken met het nieuwe functiehuis van ROC Friese Poort. Uitgangspunt bij het nieuwe generieke functiehuis is dat medewerkers worden toegeleid van ‘stoel naar stoel’. Dat betekent dat ze dezelfde werkzaamheden blijven doen. Alleen de wijze waarop een functie wordt ondergebracht in het generiek functiehuis wijzigt. Alle acht indieners waren het niet eens met de functie in het generieke functiehuis waar ze naar toegeleid waren.

Vier bezwaren zijn ongegrond verklaard. Drie zijn gegrond verklaard en hierbij heeft de commissie arbeids-zaken het advies gegeven om nader onderzoek te doen naar de werkelijke functie inhoud. Eén bezwaarschrift is door de indiener ingetrokken voordat de behandeling van de zaak gestart was.

Bij de Commissie voor beroep van de examens zijn drie beroepsschriften binnengekomen. Twee zijn niet ontvankelijk verklaard. De commissie heeft de indieners gewezen op andere mogelijkheden om hun bezwaar aan de orde te stellen. Het derde beroepsschrift is door de Commissie in een zitting behandeld. De uitspraak waar beroep tegen werd aangetekend, is door de Commissie vernietigd.

mr. Douwe de Bruine,Secretaris klachtencommissies ROC Friese Poort

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

1. Bestuur en organisatie2. Beleid en uitvoering3. Ondersteuning en financiën4. Continuïteitsparagraaf 5. Jaarberichten uit de organisatie

Bijlage 1Bijlage 2Bijlage 3Bijlage 4

Hoofdstukken

Terug naar inhoudsopgave

54

Bijlages Bijlage 1: Samenstelling en nevenfuncties College van BestuurBijlage 2: Samenstelling, functies en relevante nevenfuncties van de Raad van ToezichtBijlage 3: Samenstelling OndernemingsraadBijlage 4: Samenstelling Studentenraad

55

Bijlage 1 Samenstelling en nevenfuncties College van Bestuur

Het CvB is het bevoegd gezag van de stichting en wordt gevormd door Remco Meijerink (44), voorzitter en (per 1 maart 2018) door Alice Muller (44), lid. Er is sprake van een collegiaal bestuur waarbij er een gezamenlijke integrale verantwoordelijk is. De bezoldiging van het College van Bestuur is in overeen-stemming met de Wet Normering Topinkomens.

Nevenfuncties Remco Meijerink:1. Voorzitter RvT Stichting Openbare Bibliotheek Twenterand (tot 31 december 2018)2. Lid Sectorkamer Zakelijke Dienstverlening & Veiligheid3. Lid Commissie van Afgevaardigden Waarborgfonds MBO4. Lid Board Win4all Flevoland5. Voorzitter Stuurgroep CIV Healthy Ageing (tot 1 maart 2018)6. Lid Bestuur Maritieme Academie Holland7. Lid Innovatie Pact Fryslân8. Lid bestuur Stichting Duits in de beroepscontext.

Alle genoemde nevenfuncties zijn onbezoldigd. Met uitzondering van 1. houden alle nevenfuncties verband met de hoofdfunctie.

Nevenfuncties Alice Muller:1. Lid Stuurgroep Zorgeconomie Ooststellingwerf2. Lid Stuurgroep datagedreven werken3. Voorzitter Stuurgroep CIV Healthy Ageing

Alle genoemde nevenfuncties zijn onbezoldigd. Alle nevenfuncties houden verband met de hoofdfunctie.

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

1. Bestuur en organisatie2. Beleid en uitvoering3. Ondersteuning en financiën4. Continuïteitsparagraaf 5. Jaarberichten uit de organisatie

Bijlage 1Bijlage 2Bijlage 3Bijlage 4

Hoofdstukken

Terug naar inhoudsopgave

56

Bijlage 2 Samenstelling, functies en relevante nevenfuncties van de Raad van Toezicht

Naam Benoemingstermijn Functie Nevenfunctie(s)

De heer drs. ing. G. Jaarsma

• 50 jaar• Voorzitter sinds

24 maart 2017• Lid Remuneratie- en

Benoemingscommissie

Benoemd per 24 maart 20171e termijn aflopend per 24 maart 2021

Voorzitter Nederlandse Vereniging van Makelaars en Taxateurs in onroerende goederen NVM

• Lid Raad van Commissarissen Rabobank Leeuwarden-Noordwest Friesland

• Vicevoorzitter Raad van Commissarissen Omrop Fryslân

• Vicevoorzitter Raad van Commissarissen Caparis NV

• Voorzitter toetsingscommissie vangnet Participatiewet (Ministerie Sociale Zaken en Werkgelegenheid)

• Lid hoofdbestuur MKB-Nederland• Lid SER (Sociaal-Economische Raad)• Lid bestuur stichting

mr. H.C. Dresselhuysfonds• Lid Overleg Orgaan Employer Support

Reservisten (Ministerie van Defensie)

• De nevenfuncties 5 en 6 zijn gerelateerd aan de hoofdfunctie

De heer drs. B. Hoekstra

• 61 jaar• Lid Auditcommissie tot

1 september 2018• vz. Remuneratie- en

benoemingscommissie per 1 september 2018

• Contactpersoon OR

Benoemd per 1 januari 2013.Herbenoemd per 1 januari 2017 Aftredend per 1 januari 2021.

Directeur/ eigenaar BrugMedia

• Lid RvC Hoekstra Krantendruk• Lid Verantwoordingsorgaan Pensioenfonds

PGB• Voorzitter van de Stichting Beheer Tennishal

Noordoostpolder

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

1. Bestuur en organisatie2. Beleid en uitvoering3. Ondersteuning en financiën4. Continuïteitsparagraaf 5. Jaarberichten uit de organisatie

Bijlage 1Bijlage 2Bijlage 3Bijlage 4

Hoofdstukken

Terug naar inhoudsopgave

57

Naam Benoemingstermijn Functie Nevenfunctie(s)

Mevrouw drs. J.M. Imhof

• 48 jaar• Lid/vz. Commissie

Onderwijs, Cultuur en Identiteit

Benoemd per 1 januari 2011Herbenoemd per 1 januari 2015 Herbenoemd voor 1 jaar per 1 januari 2019Aftredend per 1 januari 2020

Voorzitter Raad van Bestuur Vanboeijen

Mevrouw drs. A.H. Mulder

• 45 jaar• Vz. Remuneratie- en

Benoemingscommissie

Benoemd per 1 januari 2011Herbenoemd per 1 januari 2015Afgetreden per 1 juli 2018

Lid CDA-fractie Tweede Kamer

• Lid Board of Ambassadors van het Noord Nederlands Orkest

• Lid redactie van het blad van de CDA Bestuurdersvereniging Bestuursforum

• Lid Bestuur van de CDA Business Club• Lid Klankbordgroep Avebe• Lid Bestuur Stichting Vrienden van Interzorg

te Assen• Ambassadrice van ‘Vrouwen Kiezen’ te

Drenthe• Penningmeester van de Nederlandse Groep

der Interparlementaire Unie• Betrokkene bij de ontwikkeling van het

masterplan MeppelDe heer drs. J. Olivier

• 59 jaar• vz Auditcommissie

Benoemd per 1 december 2013.Herbenoemd per 1 december 2017.Aftredend per 1 december 2021.

Concern-controller Lefier

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

1. Bestuur en organisatie2. Beleid en uitvoering3. Ondersteuning en financiën4. Continuïteitsparagraaf 5. Jaarberichten uit de organisatie

Bijlage 1Bijlage 2Bijlage 3Bijlage 4

Hoofdstukken

Terug naar inhoudsopgave

58

Naam Benoemingstermijn Functie Nevenfunctie(s)

De heer drs. W.J.T. Renkema

• 50 jaar• Vice-voorzitter per

1 januari 2015• Voorzitter Commissie

Onderwijs, Cultuur en Identiteit

Benoemd per 1 januari 2011.Herbenoemd per 1 januari 2015. Afgetreden per 6 juni 2018.

Voorzitter College van Bestuur Ambion

• Lid Raad van Toezicht Eduvier te Lelystad (tot 6-6-2018)

De heer drs. B.J. Pastoor

• 52 jaar• Lid Auditcommissie

Benoemd per 1 september 20181e termijn aflopend per 1 september 2022

Directeur Federatie Particulier Grondbezit

• Lid Raad van Commissarissen Rabobank Heerenveen-Zuidoost Friesland

• Vicevoorzitter Raad van Commissarissen Countus Groep BV

• Bestuurslid VBNE• De nevenfunctie genoemd onder 3 is

gerelateerd aan de hoofdfunctie.Mevrouw drs. T.K. Kwint

• 37 jaar• Lid Commissie

Onderwijs, Cultuur en Identiteit

Benoemd per 1 september 20181e termijn aflopend per 1 september 2022

Programma-manager bij Vilans

• Vice voorzitter Raad van Toezicht Stichting PCBO Meppel

• Lid Raad van Toezicht Hezenberg christelijk centrum GGZ Pastoraat Retraite

De heer drs. P.D. van der Zwan

• 38 jaar• Lid Remuneratie- en

benoemingscommissie

Als aspirant lid benoemd per 1 september 2018

Geregistreerd Psycholoog NIP Eigenaar adviesbureau Zilt

• Onafhankelijk voorzitter en procesbegeleider Hoogspecialistische Jeugdzorg Friesland

• Fractievoorzitter ChristenUnie Smallingerland

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

1. Bestuur en organisatie2. Beleid en uitvoering3. Ondersteuning en financiën4. Continuïteitsparagraaf 5. Jaarberichten uit de organisatie

Bijlage 1Bijlage 2Bijlage 3Bijlage 4

Hoofdstukken

Terug naar inhoudsopgave

59

Naam Benoemingstermijn Functie Nevenfunctie(s)

De heer mr. F. Veenstra

• 56 jaar• Vice-voorzitter

per 1 juli 2018• Lid Remuneratie- en

Benoemingscommissie tot 1 september 2018

• Lid Commissie Onderwijs, Cultuur en Identiteit van 1 september 2018

Benoemd per 1 januari 2015 Herbenoemd per 1 januari 2019Aftredend per 1 januari 2023

Burgemeester De Fryske Marren

• Lid agendacommissie Veiligheid, lid bestuurscommissie Veiligheid en lid Algemeen Bestuur Veiligheidsregio Fryslân (tot 1 januari 2019)

• Lid Bestuursadviescommissie GHOR Veiligheidsberaad

• Lid, plv. voorzitter, Raad van Commissarissen NV Empatec (tot 1-9-2018)

• Voorzitter IJswegencentrale Gaasterlân (tot 1-12-2018)

• Voorzitter KNRM Lemmer• Voorzitter Van der Walfonds

(tot 1 januari 2019)• Voorzitter Studiefonds

Van der Wal-Tromp • Lid Comité van Aanbeveling

van de Mijl van Rijs• Voorzitter Vereniging Friese Gemeenten

(vanaf 4 juni 2018)• Lid VNG-commissie Bestuur en Veiligheid:

vanaf 26 juni 2018)• Lid bestuur St. Frysk Akademy Fûns• 1Lid Commissie van Beroep voor de

Examens PCVO Fryslân• Burgemeesterscontactpersoon Fryslân, CDA• Lid Comité van Aanbeveling Jubileumboek

St. Organum Frisicum 2019• Voorzitter RvT van TryaterDe nevenfuncties 1 t/m 10 zijn gerelateerd aan de hoofdfunctie.

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

1. Bestuur en organisatie2. Beleid en uitvoering3. Ondersteuning en financiën4. Continuïteitsparagraaf 5. Jaarberichten uit de organisatie

Bijlage 1Bijlage 2Bijlage 3Bijlage 4

Hoofdstukken

Terug naar inhoudsopgave

60

Bijlage 3Samenstelling Ondernemingsraad

Drachten Wietse Lap

Thelena Hiemstra

Ineke van Dongera

Cor van Waveren

Emmeloord/Urk Peter Geense

Bert Lemstra

Leeuwarden/Dokkum Dora Bosma

Reinder Bakker

Gijs Jacobse Vicevoorzitter / secretaris

Dick Jager

John Romkes

Sneek Lieuwe van der Pol Voorzitter

Gea Dijkstra

Ada van der Linden

Centrale diensten Mirjam Kuipers

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

1. Bestuur en organisatie2. Beleid en uitvoering3. Ondersteuning en financiën4. Continuïteitsparagraaf 5. Jaarberichten uit de organisatie

Bijlage 1Bijlage 2Bijlage 3Bijlage 4

Hoofdstukken

Terug naar inhoudsopgave

61

Bijlage 4Samenstelling Studentenraad

Drachten Isa Kimsma

Elvis Delsink Voorzitter

Laurens Jove Rodriguez

Pieter de Zwart

Emmeloord/Urk Ewout Wassink

Sarina de Lange Secretaris

Leeuwarden/Dokkum Nigel de Boer

Paul Papa Vicevoorzitter

Gerlof van der Zee

Sanne Keulen

Jip Stek

Sneek Bobby Eladami

Ian Torenvlied

Sanne Menger

Rachelle Kuizenga

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

1. Bestuur en organisatie2. Beleid en uitvoering3. Ondersteuning en financiën4. Continuïteitsparagraaf 5. Jaarberichten uit de organisatie

Bijlage 1Bijlage 2Bijlage 3Bijlage 4

Hoofdstukken

Terug naar inhoudsopgave

62

Ons kwantitatief verslag bestaat uit de MBO-indicatoren van onze instelling, onze studenten -aantallen, onze HRM-cijfers en onze verantwoording op Aanvullende richtlijnen OCW/helderheid in bekostiging.

Kwantitatief verslag

1

Inhoud Kwantitatief verslag

MBO-indicatoren perinstelling ‐ Jaarresultaat en diplomaresultaat 4 ‐ VSV 5 ‐ Financieel 6

Studentenaantallen ‐ Inschrijvingen per 1 oktober 2018 - bekostigd 8

Cijfers HRM ‐ Medewerkers in aantallen 19 ‐ Medewerkers in fte en percentages 21 ‐ In- en uitstroom 22 ‐ WEV Management (Wet Evenredige Vertegenwoordiging Vrouwen) in aantallen 2018 23

‐ Functiemix LB LC LD en instructeur en senior instructeur 25

‐ Aantal fte instructeur / senior instructeur 26 ‐ Seniorenverlof 27 ‐ Ziekteverzuim 28 ‐ Leeftijdsopbouw 29 ‐ Gemiddelde leeftijd 30 ‐ Overzicht Friese Poort Academie (FPA) scholing 2018 30

‐ Lerarenbeurs DUO 32 ‐ Functies in FTE 2018 33

Aanvullendericht lijnen OCW ‐ Helderheid in bekostiging 37 ‐ Yacht Builders Academy 38 ‐ De Kanselarij – Where knowledge meets business 38

‐ Overige samenwerkingsverbanden 39 ‐ Relatief snelle uitschrijving na de teldatum 40 ‐ Dubbele bekostiging van studenten en diploma’s 41

‐ Gecombineerde trajecten 41 ‐ Samenwerkingsverbanden VO/MBO 41

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

MBO-indicatoren per instellingStudentenaantallenCijfers HRMAanvullende richtlijnen OCW

Terug naar inhoudsopgave

Hoofdstukken

2

Volgens de regeling Jaarverslaggeving Onderwijs moeten bekostigde onderwijsinstellingen aan het jaarverslag en de jaarrekening een set met gegevens toevoegen. Dit noemen we de MBO-indicatoren per instelling.

MBO- indicatoren per instelling

3

Jaarresultaat en diplomaresultaat

Brinnr 08PG Naam instelling ROC Friese Poort Soort instelling regionaal opleidings centrum

Vestigingsadres VergelijkingsgroepStraat De Eenhoorn ROCHuisnummer 4 Postcode 8932NX Plaats LEEUWARDEN

Jaarresultaat

2015 - 2016 2016 - 2017 2017 - 2018

Instelling Vergelijkingsgroep Instelling Vergelijkingsgroep Instelling Vergelijkingsgroep

78,7% 72,9% 78,8% 72,7% 76,5% 70,7%

Diplomaresultaat

2015 - 2016 2016 - 2017 2017 - 2018

Instelling Vergelijkingsgroep Instelling Vergelijkingsgroep Instelling Vergelijkingsgroep

79,2% 73,1% 79,3% 73,4% 78,0% 71,5%

bron: DUO

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

Terug naar inhoudsopgave

MBO-indicatoren per instellingStudentenaantallenCijfers HRMAanvullende richtlijnen OCW

Hoofdstukken

4

VSV

Brinnr 08PG Naam instelling ROC Friese Poort Soort instelling regionaal opleidings centrum

Vestigingsadres VergelijkingsgroepStraat De Eenhoorn ROCHuisnummer 4 Postcode 8932NX Plaats LEEUWARDEN

Percentage nieuwe VSV-ers

2014 - 2015 2015 - 2016 2016 - 2017 2017 - 2018

Instelling Vergelijkings-groep

Instelling Vergelijkings-groep

Instelling Vergelijkings-groep

Instelling Vergelijkings-groep

3,6% 5,4% 3,2% 5,0% 3,7% 5,4% 3,7% 5,5%

bron: DUO

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

Terug naar inhoudsopgave

MBO-indicatoren per instellingStudentenaantallenCijfers HRMAanvullende richtlijnen OCW

Hoofdstukken

5

Financieel

Brinnr 08PG Naam instelling ROC Friese Poort Soort instelling regionaal opleidings centrum

Vestigingsadres VergelijkingsgroepStraat De Eenhoorn ROCHuisnummer 4 Postcode 8932NX Plaats LEEUWARDEN

2014

Liquiditeit Rentabilteit Solvabiliteit

Instelling Vergelijkingsgroep Instelling Vergelijkingsgroep Instelling Vergelijkingsgroep

1,72 1,04 1,95 1,58 0,76 0,49

2015

Liquiditeit Rentabilteit Solvabiliteit

Instelling Vergelijkingsgroep Instelling Vergelijkingsgroep Instelling Vergelijkingsgroep

1,67 1,31 3,36 3,94 0,76 0,51

2016

Liquiditeit Rentabilteit Solvabiliteit

Instelling Vergelijkingsgroep Instelling Vergelijkingsgroep Instelling Vergelijkingsgroep

1,50 1,40 -2,17 0,95 0,73 0,52

2017

Liquiditeit Rentabilteit Solvabiliteit

Instelling Vergelijkingsgroep Instelling Vergelijkingsgroep Instelling Vergelijkingsgroep

1,06 1,11 -3,32 0,75 0,72 0,53

bron: DUO

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

Terug naar inhoudsopgave

MBO-indicatoren per instellingStudentenaantallenCijfers HRMAanvullende richtlijnen OCW

Hoofdstukken

6

Onze studentenaantallen (peildatum 1 oktober 2018) presenteren we per leerweg, domein, opleiding, vestiging, niveau, Studenten-

aantallen

7

Inschrijvingen per 1 oktober 2018 - bekostigd

Aantal studenten per leerweg

BOL BBL

Vestiging 2016 2017 2018 Mutatie 2018 - 2017

2016 2017 2018 Mutatie 2018 - 2017

Drachten 2.838 2.743 2.885 142 993 1.183 1.351 168

Emmeloord/Urk 1.387 1.282 1.215 -67 530 677 741 64

Leeuwarden/Dokkum 3.907 4.038 4.173 135 898 1.041 1.019 -22

Sneek 2.243 2.215 2.246 31 643 715 843 128

Totaal 10.375 10.278 10.519 241 3.064 3.616 3.954 338

Totaal

Vestiging 2016 2017 2018 Mutatie 2018 - 2017

Drachten 3.831 3.926 4.236 310

Emmeloord/Urk 1.917 1.959 1.956 -3

Leeuwarden/Dokkum 4.805 5.079 5.192 113

Sneek 2.886 2.930 3.089 159

Totaal 13.439 13.894 14.473 579

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

Terug naar inhoudsopgave

MBO-indicatoren per instellingStudentenaantallenCijfers HRMAanvullende richtlijnen OCW

Hoofdstukken

8

Aantal studenten per domeinBOL

BOL

Vestiging 2016 2017 2018 Mutatie 2018 - 2017

Bouw en infra 382 425 433 8

Handel en Onder nemerschap 840 785 743 -42

Horeca 356 329 344 15

IT, Media en Games 675 783 921 138

Beeld, Kunst en Creatie 615 487 351 -136

Entree 243 280 363 83

Techniek 1.175 1.088 1.031 -57

Maritiem 217 233 211 -22

Uiterlijke verzorging 474 459 451 -8

Veiligheidsberoepen 665 665 771 106

Welzijn 1.784 1.885 1.973 88

Economie en Administratie 1.232 1.210 1.258 48

Zorg en gezondheid 1.717 1.649 1.669 20

Totaal 10.375 10.278 10.519 241

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

Terug naar inhoudsopgave

MBO-indicatoren per instellingStudentenaantallenCijfers HRMAanvullende richtlijnen OCW

Hoofdstukken

9

Aantal studenten per domeinBBL

BBL

Vestiging 2016 2017 2018 Mutatie 2018 - 2017

Bouw en infra 145 195 240 45

Handel en Onder nemerschap 477 490 497 7

Horeca 97 130 134 4

IT, Media en Games 155 165 172 7

Beeld, Kunst en Creatie 10 11 3 -8

Entree 47 33 58 25

Techniek 731 812 815 3

Maritiem 133 169 186 17

Uiterlijke verzorging 36 35 40 5

Veiligheidsberoepen 15 9 0 -9

Welzijn 296 400 535 135

Economie en Administratie 88 127 106 -21

Zorg en gezondheid 834 1.040 1.168 128

Totaal 3.064 3.616 3.954 338

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

Terug naar inhoudsopgave

MBO-indicatoren per instellingStudentenaantallenCijfers HRMAanvullende richtlijnen OCW

Hoofdstukken

10

Aantal studenten per domeinTotaal

Totaal

Vestiging 2016 2017 2018 Mutatie 2018 - 2017

Bouw en infra 527 620 673 53

Handel en Onder nemerschap 1.317 1.275 1.240 -35

Horeca 453 459 478 19

IT, Media en Games 830 948 1.093 145

Beeld, Kunst en Creatie 625 498 354 -144

Entree 290 313 421 108

Techniek 1.906 1.900 1.846 -54

Maritiem 350 402 397 -5

Uiterlijke verzorging 510 494 491 -3

Veiligheidsberoepen 680 674 771 97

Welzijn 2.080 2.285 2.508 223

Economie en Administratie 1.320 1.337 1.364 27

Zorg en gezondheid 2.551 2.689 2.837 148

Totaal 13.439 13.894 14.473 579

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

Terug naar inhoudsopgave

MBO-indicatoren per instellingStudentenaantallenCijfers HRMAanvullende richtlijnen OCW

Hoofdstukken

11

Aantal diploma’s per niveau

Niveau 1 Niveau 2

Vestiging 2016 2017 2018 Mutatie 2018 - 2017

2016 2017 2018 Mutatie 2018 - 2017

Drachten 62 61 73 12 339 280 216 -64

Emmeloord/Urk 26 35 36 1 224 214 187 -27

Leeuwarden/Dokkum 73 72 95 23 408 339 338 -1

Sneek 59 65 45 -20 186 157 165 8

Totaal 220 233 249 16 1.157 990 906 -84

Niveau 3 Niveau 4

Vestiging 2016 2017 2018 Mutatie 2018 - 2017

2016 2017 2018 Mutatie 2018 - 2017

Drachten 455 446 402 -44 529 514 572 58

Emmeloord/Urk 191 178 241 63 217 216 243 27

Leeuwarden/Dokkum 597 639 644 5 624 557 616 59

Sneek 210 271 237 -34 394 456 431 -25

Totaal 1.453 1.534 1.524 -10 1.764 1.743 1.862 119

Totaal

Vestiging 2016 2017 2018 Mutatie 2018 - 2017

Drachten 1.385 1.301 1.263 -38

Emmeloord/Urk 658 643 707 64

Leeuwarden/Dokkum 1.702 1.607 1.693 86

Sneek 849 949 878 -71

Totaal 4.594 4.500 4.541 41

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

Terug naar inhoudsopgave

MBO-indicatoren per instellingStudentenaantallenCijfers HRMAanvullende richtlijnen OCW

Hoofdstukken

12

Aantal diploma’s per domein / niveau

Niveau 1 Niveau 2

2016 2017 2018 Mutatie 2017 - 2016

2016 2017 2018 Mutatie 2017 - 2016

Bouw en infra 0 131 61 51 -10

Handel en Onder nemerschap

0 151 133 152 19

Horeca 0 52 30 51 21

IT, Media en Games 0 20 20 15 -5

Beeld, Kunst en Creatie 0 30 35 2 -33

Entree (TAB) 219 233 249 16 0

Techniek 0 184 186 114 -72

Maritiem 0 63 79 54 -25

Uiterlijke verzorging 0 36 19 25 6

Uniform beroepen 0 163 133 149 16

Welzijn 0 0

Economie en Administratie 0 54 50 45 -5

Zorg en gezondheid 1 0 273 244 248 4

Totaal 220 233 249 16 1.157 990 906 -84

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

Terug naar inhoudsopgave

MBO-indicatoren per instellingStudentenaantallenCijfers HRMAanvullende richtlijnen OCW

Hoofdstukken

13

Niveau 3 Niveau 4

2016 2017 2018 Mutatie 2017 - 2016

2016 2017 2018 Mutatie 2017 - 2016

Bouw en infra 68 33 33 0 43 44 55 11

Handel en Onder nemerschap

182 194 140 -54 144 143 176 33

Horeca 61 52 40 -12 51 57 55 -2

IT, Media en Games 81 74 64 -10 132 128 97 -31

Beeld, Kunst en Creatie 20 18 22 4 122 154 180 26

Entree (TAB) 0 0

Techniek 186 216 199 -17 180 192 233 41

Maritiem 55 45 28 -17 39 46 22 -24

Uiterlijke verzorging 80 112 102 -10 58 44 45 1

Uniform beroepen 54 93 80 -13 15 20 5

Welzijn 165 158 196 38 511 451 435 -16

Economie en Administratie 79 105 86 -19 270 233 269 36

Zorg en gezondheid 422 434 534 100 214 236 275 39

Totaal 1.453 1.534 1.524 -10 1.764 1.743 1.862 119

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

Terug naar inhoudsopgave

MBO-indicatoren per instellingStudentenaantallenCijfers HRMAanvullende richtlijnen OCW

Hoofdstukken

14

Niveau 5

2016 2017 2018 Mutatie 2017 - 2016

Bouw en infra 242 138 139 1

Handel en Onder nemerschap

477 470 468 -2

Horeca 164 139 146 7

IT, Media en Games 233 222 176 -46

Beeld, Kunst en Creatie 172 207 204 -3

Entree (TAB) 219 233 249 16

Techniek 550 594 546 -48

Maritiem 157 170 104 -66

Uiterlijke verzorging 174 175 172 -3

Uniform beroepen 217 241 249 8

Welzijn 676 609 631 22

Economie en Administratie 403 388 400 12

Zorg en gezondheid 910 914 1.057 143

Totaal 4.594 4.500 4.541 41

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

Terug naar inhoudsopgave

MBO-indicatoren per instellingStudentenaantallenCijfers HRMAanvullende richtlijnen OCW

Hoofdstukken

15

Aantal allochtone studenten

Vestiging 2016 2017 2018 Mutatie 2017 - 2016

Drachten 97 109 92 -17

Emmeloord/Urk 55 52 51 -1

Leeuwarden/Dokkum 66 40 31 -9

Sneek 17 18 17 -1

Totaal 235 219 191 -28

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

Terug naar inhoudsopgave

MBO-indicatoren per instellingStudentenaantallenCijfers HRMAanvullende richtlijnen OCW

Hoofdstukken

16

Aantal diploma’s per niveau

1

220

233

249

2

1.157

990

906

3

1.453

1.534

1.524

4

1.764

1.743

1.862

0

200

400

600

800

1000

1200

1400

1600

1800

2000

2016

2017

2018

2016 2017 2018

BOL 10.375 10.278 10.519

BBL 3.064 3.616 3.954

Totaal 13.439 13.894 14.473

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

Terug naar inhoudsopgave

MBO-indicatoren per instellingStudentenaantallenCijfers HRMAanvullende richtlijnen OCW

Hoofdstukken

17

Onderstaande tabellen zijn uitgedraaid op peildatum 31-12-2018. Het betreft medewerkers in eigen loondienst maar ook medewerkers die via een uitzend- of detacheringsbureau werkzaam zijn bij ROC Friese Poort (geen stagiaires, vrijwilligers en RvT).

Cijfers HRM

18

Onderstaande tabellen zijn uitgedraaid op peildatum 31-12-2018. Het betreft medewerkers in eigen loondienst maar ook medewerkers die via een uitzend- of detacheringsbureau werkzaam zijn bij ROC Friese Poort (geen stagiaires, vrijwilligers en RvT). Bij de gegevens in aantallen is er alleen op hoofdaanstelling uitgedraaid, bij de gegevens in (netto) fte zijn alle aanstellingen uitgedraaid. Sinds 2018 nemen we de ingeleende medewerkers mee in de aantallen en het totaal aantal fte. Daarnaast is er sinds dit jaar gekeken naar inzetbaarheids (netto) fte en niet naar bruto fte. Dit betekent dat een directe vergelijking met vorig jaar niet mogelijk is op de onderdelen medewerkers in aantallen en fte en het functiebouwwerk.

Medewerkers in aantallenHet totaal aantal medewerkers bedroeg eind 2018 1683. Bij de Centrale Diensten is het aantal medewerkers gegroeid doordat een aantal functies die eerder bij de vestigingen waren ondergebracht, ICT, HR en Marketing en Communicatie, onder centrale aansturing geplaatst zijn.

Het vrouwelijke medewerkers dat in 2018 werkzaam is bij ROC Friese Poort bedraagt 58% tegenover 42% mannelijke medewerkers.

Vestiging Totaal 2018

Centrale Diensten 104

Drachten 422

Emmeloord/Urk 235

Leeuwarden/Dokkum 572

Sneek 350

Totaal 1683

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

Terug naar inhoudsopgave

MBO-indicatoren per instellingStudentenaantallenCijfers HRMAanvullende richtlijnen OCW

Hoofdstukken

19

Vestiging Mannen Vrouwen Totaal 2018

Centrale Diensten 57 47 104

Drachten 187 235 422

Emmeloord/Urk 94 141 235

Leeuwarden/Dokkum 217 355 572

Sneek 150 200 350

Totaal 705 978 1683

Vestiging OP AOBP BOBP Totaal 2018

Centrale Diensten 0 104 0 104

Drachten 254 105 63 422

Emmeloord/Urk 134 66 35 235

Leeuwarden/Dokkum 355 132 85 572

Sneek 210 82 58 350

Totaal 953 489 241 1683

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

Terug naar inhoudsopgave

MBO-indicatoren per instellingStudentenaantallenCijfers HRMAanvullende richtlijnen OCW

Hoofdstukken

20

Medewerkers in fte en percentagesGemeten in fte’s was de omvang van het personeelsbestand eind 2018 1251,7 fte.

De percentages in- en uitstroom liggen beiden op respectievelijk 17%. Door het vertrek van de tijdelijke medewerkers die in het kader van het Bestuursakkoord waren aangesteld is de uitstroom toegenomen.

Wat de samenstelling van het personeelsbestand betreft is de doelstelling dat minimaal 70% wordt ingezet voor het primaire proces. De verhouding OP/BOBP ten opzichte van het totaal bedraagt 70%. De verhouding AOBP bedraagt 30%. Door de invoering van het generiek functiehuis zijn de Opleidingsmanagers overge-gaan van functiecategorie OP naar AOBP.

De verwachting is dat het aantal medewerkers de komende jaren zal dalen, door een verminderde instroom als gevolg van demografische ontwikkelingen. Dit effect kan gedempt worden door vergroting van het markt-aandeel en/of keuzegedrag van potentiële studenten. Echter door de verhoogde uitstroom en het moelijker kunnen vervullen van vacatures voor exacte-, zorg- en techniek vakken, blijft werving van nieuwe docenten een aandachtspunt.

Categorie Fte tijdelijk Fte vast Totaal 2018

OP 119,6 582,6 702,1

AOBP 57,6 320,7 378,3

BOBP 48,3 122,8 171,2

Totaal 225,5 1026,1 1251,7

Categorie Fte tijdelijk Fte vast Totaal 2018

OP 10% 47% 56%

AOBP 5% 26% 30%

BOBP 4% 10% 14%

Totaal 18% 82% 100%

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

Terug naar inhoudsopgave

MBO-indicatoren per instellingStudentenaantallenCijfers HRMAanvullende richtlijnen OCW

Hoofdstukken

21

Vestiging OP AOBP BOBP Totaal 2018

Centrale Diensten 0,5 87,7 0,4 88,6

Drachten 194,5 78,3 48,2 321,0

Emmeloord/Urk 97,0 49,8 21,3 168,1

Leeuwarden/Dokkum 257,5 103,0 55,4 415,8

Sneek 152,7 59,5 45,8 258,0

Totaal 702,1 378,3 171,2 1251,7

Vestiging OP AOBP BOBP Totaal 2018

Centrale Diensten 0% 7% 0% 7%

Drachten 16% 6% 4% 26%

Emmeloord/Urk 8% 4% 2% 13%

Leeuwarden/Dokkum 21% 8% 4% 33%

Sneek 12% 5% 4% 21%

Totaal 56% 30% 14% 100%

In- en uitstroom

2018

Aantal Percentage

Instroom 278 17%

Uitstroom 278 17%

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

Terug naar inhoudsopgave

MBO-indicatoren per instellingStudentenaantallenCijfers HRMAanvullende richtlijnen OCW

Hoofdstukken

22

WEV Management (Wet Evenredige Vertegenwoordiging Vrouwen) in aantallen 2018Onder het managent vallen: CVB, vestigingsdirecteuren en opleidingsmanager

In totaal waren er 73 medewerkers werkzaam binnen het management bij ROC Friese Poort: 39 mannen en 34 vrouwen (53% om 47%). Binnen de leeftijdscategorie 56-60 zijn de mannen het meest vertegenwoordigd. De meeste vrouwen zijn te vinden binnen de leeftijdscategorie 51-55.

Ultimo 2018 zijn alle leidinggevenden 30 jaar of ouder. Zes leidinggevenden zijn 60 jaar of ouder. In 2017 waren er vier leidinggevenden ouder dan 60 jaar.

Man Vrouw

30-35 0 3

36-40 4 4

41-45 4 1

46-50 5 5

51-55 11 9

56-60 13 8

60+ 2 4

Totaal 39 34

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

Terug naar inhoudsopgave

MBO-indicatoren per instellingStudentenaantallenCijfers HRMAanvullende richtlijnen OCW

Hoofdstukken

23

WEV Management in aantallen 2018

30-35 36-40 41-45 46-50 51-55 56-60 60+0

2

4

6

8

10

12

14

Man Vrouw

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

Terug naar inhoudsopgave

MBO-indicatoren per instellingStudentenaantallenCijfers HRMAanvullende richtlijnen OCW

Hoofdstukken

24

Functiemix LB LC LD en instructeur en senior instructeurIn onderstaande overzichten kun je de verhoudingen zien tussen de docenten LB, LC en LD en de instructeurs en senior instructeurs. We zijn voornemens het doorstroombeleid zodanig aan te passen dat hier de komende jaren een verhouding ontstaat die meer in lijn staat met de benchmark van de MBO-raad.

Functiebouwwerk OP / BOBP

2018

Functieschaal Aantal fte Percentage

Schaal 1-6 155,7 41%

Schaal 7-11 130,3 34%

Schaal 12+ 92,2 24%

Totaal 378,3 100%

Functiebouwwerk AOBP

2018

Functieschaal Aantal fte Percentage

Schaal 1-6 10,3 1%

Schaal 7-11 845,9 97%

Schaal 12+ 17,1 2%

Totaal 873,3 100%

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

Terug naar inhoudsopgave

MBO-indicatoren per instellingStudentenaantallenCijfers HRMAanvullende richtlijnen OCW

Hoofdstukken

25

Functiemix 2018

LB LC LD

Aantal fte instructeur / senior instructeur

Functiemix 2018

instructeur senior instructeur

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

Terug naar inhoudsopgave

MBO-indicatoren per instellingStudentenaantallenCijfers HRMAanvullende richtlijnen OCW

Hoofdstukken

26

SeniorenverlofEr waren 496 seniorenverlof gerechtigden; medewerkers die op 1 januari 2018 55 jaar of ouder waren. 198 medewerkers hebben gebruik gemaakt van het seniorenverlof. Dit staat gelijk aan ruim 39% van het aantal seniorenverlof gerechtigden.

Onderstaand een overzicht van het aantal medewerkers dat BAPO heeft opgenomen en het totaal aantal in fte wat aan BAPO is opgenomen. Onder OP vallen de functiecategorieën OP en BOBP en onder OBP valt de functiecategorie AOBP.

Deelname BAPO

OP seniorenverlof OBP seniorenverlof Totaal seniorenverlof

Aantal FTE Aantal FTE Aantal FTE

Drachten 40 5,6 12 1,3 52 6,9

Emmeloord 12 1,4 3 0,3 15,00 1,7

Leeuwarden/Dokkum 61 6,4 28 3,0 89 9,4

Sneek 29 3,6 7 0,9 36,00 4,5

Centrale Diensten 0 0,0 6 0,7 6 0,7

Totaal 2018 142 17,0 56 6,2 198 23,2

Totaal 2017 145 17,8 50 6,0 195 23,8

OP= OP en BOBP OBP= AOBP

Aantal deelnemers Aantal 55+ Deelnamegraad

Drachten 52 136 38%

Emmeloord 15 62 24%

Leeuwarden/Dokkum 89 188 47%

Sneek 36 91 40%

Centrale Diensten 6 19 32%

Totaal 2018 198 496 40%

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

Terug naar inhoudsopgave

MBO-indicatoren per instellingStudentenaantallenCijfers HRMAanvullende richtlijnen OCW

Hoofdstukken

27

ZiekteverzuimHet verzuimpercentage voor geheel ROC Friese Poort lag in 2018 op 5,4%. In dit percentage is het verzuim tot en met het eerste ziektejaar meegenomen. Vergeleken met 2017 ligt het verzuimpercentage in 2018 0,6% hoger. Het verzuimpercentage wordt sterk beïnvloed door de langdurige ziektegevallen. Wij streven naar een ziekteverzuimpercentage van onder de 5%. De ontwikkeling richting eigen regiemodel en meer focus op het voorkomen van ziekte moeten hier aan bijdragen.

VP 2017 in % Drachten Emmeloord/Urk Leeuwarden/Dokkum Sneek Centrale Diensten Totaal

OP 4,7 4,2 5,3 4,2 0,5 4,7

BOBP 6,6 1,4 4,3 2,2 0,0 4,0

AOBP 5,7 8,1 5,5 5,9 4,2 5,6

Totaal 5,2 4,8 5,1 4,2 4,0 4,8

MF Drachten Emmeloord/Urk Leeuwarden/Dokkum Sneek Centrale Diensten Totaal

MF 2017 0,8 0,6 1,1 0,8 1,1 0,9

MF 2018 0,8 0,6 1,0 0,8 1,1 0,9

VP 2018 in % Drachten Emmeloord/Urk Leeuwarden/Dokkum Sneek Centrale Diensten Totaal

OP 5,4 4,2 5,4 6,1 3,6 5,4

BOBP 11,2 2,7 7,1 6,2 0,3 7,2

AOBP 2,1 7,4 7,0 3,4 4,7 4,7

Totaal 5,0 5,0 6,0 5,5 4,5 5,4

VP2 gebruikt (ziekteverzuimpercentage t/m het eerste jaar)

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

Terug naar inhoudsopgave

MBO-indicatoren per instellingStudentenaantallenCijfers HRMAanvullende richtlijnen OCW

Hoofdstukken

28

LeeftijdsopbouwOnderstaand een grafiek en een overzicht van de leeftijdsopbouw van de medewerkers. De grootste groep medewerkers is vertegenwoordigd in de leeftijdscategorie 45 t/m 54 jaar.

De gemiddelde leeftijd van de medewerkers ligt in 2018 op 46 jaar. Gelet op de verhoogde uitstroom van oudere medewerkers de komende jaren, deels al gevolg van de generatieregeling, zal de gemiddelde leeftijd de komende jaren lager worden.

15 t/m 24 25 t/m 34 55 t/m 44 45 t/m 54 55 t/m 64 >650

100

200

300

400

500

600

2014 2015 2016 2017 2018

Leeftijdsgroepen aantallen / totaal 2018

15 t/m 24 39

25 t/m 34 289

35 t/m 44 373

45 t/m 54 484

55 t/m 64 474

> 65 24

Totaal 1683

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

Terug naar inhoudsopgave

MBO-indicatoren per instellingStudentenaantallenCijfers HRMAanvullende richtlijnen OCW

Hoofdstukken

29

Gemiddelde leeftijd

Drachten Emmeloord/Urk Leeuwarden/Dokkum Sneek Centrale Diensten Totaal

2018 47,44 46,25 46,89 44,51 44,9 46,44

2017 47,27 46,16 46,61 44 45,35 46,12

2016 47,12 46,17 46,14 45,25 46,5 45,84

2015 47,61 46,88 46,62 46,11 46,17 46,8

Drachten Emmeloord/Urk Leeuwarden/Dokkum Sneek Centrale Diensten Totaal

2018 47,1 46,6 46,9 44,6 45,5 46,4

Overzicht Friese Poort Academie (FPA) scholing 2018Het aantal gevolgde trainingen in 2018 is ten opzichte van 2017 nagenoeg gelijk gebleven. Voor 2018 heeft de FPA een aantal brede leerlijnen geformuleerd voor het scholingsaanbod, waarop de komende jaren verder wordt voortgeborduurd. De leerlijn ‘kwaliteit van het onderwijs’ is sterk vertegenwoordigd ten opzichte van de andere leerlijnen. Dit is te verklaren vanuit de kernactiviteiten van de FPA in de periode 2014-2018. Voor het komende kalenderjaar wordt er gewerkt aan het ontwikkelen van een breder aanbod op de overige leerlijnen.

Verder was in 2018 noemenswaardig:• 57 trainingen in het kader van de verdere implementatie van Office 365

(waarmee in 2017 een start werd gemaakt)• 14 tweedaagse trainingen Routeplanner om bij te dragen aan de brede uitrol

van Routeplanner 3.0 (conform besluit Directieraad in 2017) • Nieuw in het aanbod was de training Fysieke en Mentale balans, in het kader van vitaliteit• Als eerste stap naar een betere begeleiding van startende medewerkers is er een

pilot ‘intervisie voor nieuwe medewerkers’ opgestart.

De meeste trainingen werden uitgevoerd in de maanden februari, maart, april en november van 2018. Deze piekperiode(s) herkennen we vanuit eerdere kalenderjaren.

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

Terug naar inhoudsopgave

MBO-indicatoren per instellingStudentenaantallenCijfers HRMAanvullende richtlijnen OCW

Hoofdstukken

30

Overzicht FPA scholing 2018

Leerlijnen & trainingen Trainingen/sessies DeelnemersBrede Vorming

Routeplanner 14 193

21e eeuwse vaardigheden 2 39Kwaliteit van het onderwijs

Examinering: trainingen beoordelaars 19 202

Examinering: workshops passende examinering 4 60

Examinering: trainingen taalassessor NL/MVT/vakdocent 2 19

Examinering: overige trainingen 8 87

Taal 2 54

Kwaliteitscultuur: scholing auditoren 4 25

Kwaliteitscultuur: scholing KZ docenten 1 25

Kwaliteitscultuur: professionalisering DOK 3 58

Studieloopbaanbegeleiding 3 27

Passend Onderwijs: scholing NT2, ONA, loopbaancoaches 3 79

Passend Onderwijs: overige trainingen 5 48

Pedagogisch didactisch handelen 4 22De digitale onderwijs­wereld

Office 365 57 639

Cyber Awareness: privacy & computerveiligheid 4 37

Basisvaardigheden ICT (bijv. Excel) 2 16

Eduarte 2 23Persoon lijke ontwikkeling & professio­nalisering

Secretary Next (presentatie & module persoonlijk leiderschap) 3 41

Ontwikkeltraject senior instructeur 2 18

Timemanagement 1 13

Fysieke & mentale balans 1 5Nieuw binnen ‘de Poort’

Intervisie voor nieuwe medewerkers (pilot) 1 5

Krachtige teams

Effectief en verbindend samenwerken met je team 4 41

Projectmatig werken (als pilot, teamtraining) 1 15

Totaal 152 1791

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

Terug naar inhoudsopgave

MBO-indicatoren per instellingStudentenaantallenCijfers HRMAanvullende richtlijnen OCW

Hoofdstukken

31

Lerarenbeurs DUOIn totaal hebben 25 docenten een lerarenbeurs bij de DUO aangevraagd en gekregen voor schooljaar 2018-2019. In totaal gaat het om 4807 klokuren. In 2017 hadden 30 docenten een lerarenbeurs gekregen bij DUO voor schooljaar 2017-2018 voor in totaal 4824 klokuren.

Lerarenbeurs DUO 2017-2018

Aantal docenten Aantal uren

Drachten 8 1323

Emmeloord/Urk 2 240

Leeuwarden/Dokkum 16 2645

Sneek 4 616

Totaal 30 4824

Lerarenbeurs DUO 2018-2019

Aantal docenten Aantal uren

Drachten 7 1424

Emmeloord/Urk 3 720

Leeuwarden/Dokkum 11 2059

Sneek 4 604

Totaal 25 4807

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

Terug naar inhoudsopgave

MBO-indicatoren per instellingStudentenaantallenCijfers HRMAanvullende richtlijnen OCW

Hoofdstukken

32

Functies in FTE 2018

Bijgaand een overzicht van het functiebouwwerk in fte onderverdeeld per functiecategorie.

Managementfuncties Vz College v Bestuur 1,0

Lid College v Bestuur 1,0

Vestigingsdirecteur 7,0

OP functies Coördinerend docent 509,4

Docent 185,1

Leraar in opleiding 6,5

BOBP functies Senior instructeur 31,4

Instructeur 129,5

Onderwijsassistent 8,4

Beh. Open leercentrum 1,9

Staffuncties decentraal Opleidingsmanager 61,2

Hoofd DOK 3,9

Directieadviseur 3,6

Senior onderwijskundige 6,6

Hoofd examinering 2,4

Onderwijskundige 9,8

Beleidsondersteuner 1,6

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

Terug naar inhoudsopgave

MBO-indicatoren per instellingStudentenaantallenCijfers HRMAanvullende richtlijnen OCW

Hoofdstukken

33

Staffuncties Centrale Diensten Controller 1,0

Manager Facilitair beleid 1,0

Bestuurssecretaris 1,0

Manager Marketing en Communicatie 1,0

Medewerker Mark. Comm. 6,7

Medewerker Comm. Ond. 1,4

Manager Onderw. Kwaliteit 1,0

Manager ICT beleid 1,0

Manager HRM 1,0

Adviseur HRM 7,5

Medewerker HRM 1,6

Beleidsadviseur ICT 0,8

Beleidsondersteuner 1,4

Adviseur onderwijs/kwaliteitszorg 0,6

Fin. Medewerker Planning&control 1,6

Salarisadministrateur 0,8

1e medew. Finan adm/applib.instelbreed 1,9

Medew/PSA/rechtspos 0,6

Beleidsadviseur 6,5

Coördinator ICT 4,0

Specialist ICT 12,6

Medewerker ICT 9,3

Ass. Medewerker ICT 1,5

Beheerder infrastructuur 1,0

Specialist infrastructuur 2,0

Functioneel beheerder 6,4

Informatiemanager 1,0

Inkoper 0,8

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

Terug naar inhoudsopgave

MBO-indicatoren per instellingStudentenaantallenCijfers HRMAanvullende richtlijnen OCW

Hoofdstukken

34

Secretarieel Managementassistent 1,6

Directiesecretaresse 8,4

Afd. secretaresse 37,9

Secretaresse 0,9

Medewerker Mark. Comm. 6,7

Administratief Hoofd Administratie 3,8

1e medewerker. Admin 12,2

Coörd admin. Medewerker 5 38,0

Adm. medewerker 4 15,4

Adviseur HRM 7,5

Facilitaire dienst Hoofd facilitaire dienst 4,0

Medewerker Facilitaire dienst 4 33,9

Medewerker Facilitaire dienst 3 6,5

1e medewerker Facilitaire dienst 4,6

Ass. Facilitaire dienst 2,5

Telefonist / receptionist 12,1

Facilitair beheerder 4,4

Roostermaker / Log. Planner 11,0

Coördinerend ond. Logis. 0,8

Coördinator ICT 4,0

Diversen Projectleider 6,1

Medewerker ICT 9,3

Totaal 1251,7

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

Terug naar inhoudsopgave

MBO-indicatoren per instellingStudentenaantallenCijfers HRMAanvullende richtlijnen OCW

Hoofdstukken

35

Door de Minister van OCW zijn aanvullende richtlijnen verstrekt voor een aantal thema’s waarvan in de jaarrekening en jaarverslag verantwoording dient te worden afgelegd. Voor zover van toepassing op ROC Friese Poort betreft het onderstaande onderwerpen.

Aanvullende richt lijnen OCW

36

Helderheid in bekostiging

Door de Minister van OCW zijn aanvullende richtlijnen verstrekt voor een aantal thema’s waarvan in de jaarrekening en jaarverslag verantwoording dient te worden afgelegd. Voor zover van toepassing op ROC Friese Poort betreft het onderstaande onderwerpen.

Thema 1: Uitbesteding van bekostigd onderwijsHet uitbesteden van bekostigd onderwijs aan een andere al dan niet bekostigde instelling of organisatie tegen betaling van de geleverde prestaties.

In 2018 heeft er geen specifieke uitbesteding van onderwijs plaatsgevonden aan derden. Voor delen van opleidingen vinden er detacheringen vanuit andere (onderwijs)organisaties plaats en worden zelfstandigen ingehuurd. Ook worden een aantal sport- en bewegingslessen in en/of door sportscholen verzorgd.

Thema 2: Investeringen van publieke middelen in private activiteitenBij investeringen in private activiteiten wordt de rijksbijdrage ingezet in een privaatrechtelijke rechtspersoon, of worden publieke middelen geïnvesteerd in private activiteiten die niet behoren tot de kerntaak van de instelling.

ROC Friese Poort wendt alleen publieke middelen aan, indien de investering een bijdrage levert aan het realiseren van de doelstellingen van het beroepsonderwijs en de wettelijke waarborgen (kwaliteit, toegankelijkheid en doelmatigheid) zijn geborgd.

In 2018 is geparticipeerd in het Centrum Fijnmechanica (onderdeel van ROC Friese Poort), een hoogwaardig praktijk- en leercentrum voor fijnmechanica en mechatronica in Drachten. De technische scholingsactiviteiten liggen in het verlengde van de reguliere opleidingen. In 2018 bedroeg de totale omzet € 299.833 (2016: € 356.618) met een positief resultaat van € 4.799 (2016: € 6.985). De omzet contractonderwijs zorgt voor extra dekking van de aanwezige hoogwaardige apparatuur.

Naast voorgaande investeringen in private activiteiten vinden een aantal publiek-private samenwerkings-vormen plaats, waarbij onderwijskundige activiteiten plaatsvinden in een omgeving waarin ook een economische activiteit plaatsvindt. De keus voor deelname in publiek-private activiteiten dienen een onderwijskundige meerwaarde voor de studenten van ROC Friese Poort te hebben. ROC Friese Poort kent de navolgende arrangementen:

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

Terug naar inhoudsopgave

MBO-indicatoren per instellingStudentenaantallenCijfers HRMAanvullende richtlijnen OCW

Hoofdstukken

37

Yacht Builders AcademyIn 2017 is het Centrum voor Innovatief Vakmanschap genaamd Yacht Builders Academy (YBA) opgericht. Het doel van de YBA is om specialistische opleidingen aan te bieden en te ontwikkelen voor de jachtbouw. Daarnaast wordt innovatief vakmanschap gepromoot en de instroom in de beroepskolom gestimuleerd. De begroting over de totale projectperiode 2017 -2021 bedraagt € 2,4 mln., bestaande uit € 2,1 mln. aan inzet van uren (loonkosten) en € 0,3 mln. aan materialen. De financiering vindt plaats vanuit de bedrijven, over heden (provincie en gemeenten) en onderwijsinstellingen. Er is een RIF-subsidie voor € 0,8 mln. aangevraagd voor de gehele projectperiode. ROC Friese Poort is penvoerder van het YBA programma. Er is een programma manager aangesteld voor 3 dagen per week.

De Kanselarij – Where knowledge meets businessOp 15 oktober 2016 is ROC Friese Poort partner geworden in project de Kanselarij als triple-helix verbindings gebouw voor Fryslân. Dit betekent dat er een gezamenlijke omgeving wordt gecreëerd, waarbij grenzen tussen MBO, HBO, WO, ondernemers en overheid vervagen. Het stimuleren en initiëren van gezamenlijke activiteiten is een belangrijk doel. De incidentele bijdrage in de ontwikkel- en inrichtingskosten van de Kanselarij is € 51.000. Daarnaastwordt een jaarlijkse exploitatiebijdrage van € 32.500 tot en met 31 december 2019 betaald voor de facilitaire voorziening tijdens kantooruren.

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

Terug naar inhoudsopgave

MBO-indicatoren per instellingStudentenaantallenCijfers HRMAanvullende richtlijnen OCW

Hoofdstukken

38

Overige samenwerkingsverbandenROC Friese Poort kent nog een aantal samenwerkingsverbanden in het publiek-private domein die onder-wijskundig een minder grote impact of een kleinere financiële omvang hebben. Dit zijn:

• Energy College: Dit is een Noord-Nederlands initiatief om de snelgroeiende energiebranche in de regio te kunnen voorzien van innovatieve vakkrachten op mbo-niveau.

• Topcentrum E-Commerce: Dit samenwerkingsverband (met ROC’s uit Overijssel, Hogeschool Windesheim, provinciale en regionale overheden, Kennispoort regio Zwolle, Talentstad en 18 e-commerce bedrijven) is gericht op het gebruik maken van ICT en internet voor nieuwe mogelijkheden van zaken doen.

• Biosintrum: Voor Friesland liggen op Noord-Nederlandse schaal specifiek kansen op o.a. het gebied van de productie van biomassa en andere grondstoffen.

• Energiecampus: In 2017 is een begin gemaakt met de inrichting van de Energiecampus op de Schenkenschans in Leeuwarden (direct naast ons gebouw aan de Anne Wadmanwei). Naast de inrichting van het terrein voor reguliere bedrijvigheid gerelateerd aan (innovatieve) duurzame energie, is het voornemen om deze locatie door te ontwikkelen tot een hotspot waar het bedrijfsleven en onderwijs samen kennis ontwikkelen en uitwisselen (onderwijs verzorgen) op het gebied van duurzame energie en gerelateerde innovaties.

• Brewery: In het maritieme innovatielab Vripack Brewery werken studenten van de maritiem technische opleidingen van ROC Friese Poort samen met professionals van Vripack. Vripack is een ontwerp- en constructiebureau voor jacht- en scheepsbouw, die wereldwijs opereert. De studenten voeren hun activiteiten uit bovenop hun reguliere studieduur.

Voor elk van deze arrangementen wordt in het kader van risicobeheer een beoordeling gemaakt op onder-wijskundige meerwaarde, specifieke risico’s en lange termijn doelstellingen/verwachtingen. De financiële ver-plichtingen worden in de begroting opgenomen en mogelijke risico’s worden voorzien in de algemene reserve.

Thema 3: Het verlenen van vrijstellingen (Beoordeling werking EVC-procedure)De instelling kan vrijstelling verlenen voor het afleggen van toetsen of examenonderdelen in het beroeps-onderwijs. Dat kan op basis van eerder afgelegde toetsen of examens, of op basis van buiten het onderwijs opgedane kennis en vaardigheden, ofwel Elders Verworven Competenties (EVC).

ROC Friese Poort kent een aantal maatwerkopleidingen, waarin studenten met EVC’s (Erkenning van Verworven Competenties) kunnen instromen. Deze opleidingen zijn als zodanig getoetst op de nieuwe urennorm. Ook voor individuele studenten met EVC’s geldt de toetsing aan de urennorm. De regels hiervoor zijn in het intern kaderdocument ‘in- en uitschrijvingen voor bekostiging’ opgenomen.

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

Terug naar inhoudsopgave

MBO-indicatoren per instellingStudentenaantallenCijfers HRMAanvullende richtlijnen OCW

Hoofdstukken

39

Thema 4: Fonds voor les- en cursusgeldenROC Friese Poort betaalt geen les- of cursusgeld vanuit een fonds dat gevormd is uit rijksmiddelen. In voorkomende gevallen kan het wettelijke cursusgeld ook na het doorlopen van een incassotraject nietworden geïnd. In dat geval komt deze post ten laste van de reguliere exploitatie.

Thema 5: In- en uitschrijving en inschrijving van deelnemers in meer dan één opleiding tegelijk

Relatief snelle uitschrijving na de teldatum Om te voorkomen dat er bekostiging wordt ontvangen voor studenten waarvoor geen onderwijs wordt verzorgd, vindt er interne controle plaats. Voor studenten die vlak na een van beide teldata worden uitgeschreven, wordt de onderwijsprestatie beoordeeld. Bij onvoldoende onderwijsprestatie wordt er voor gekozen om geen inputbekostiging te ontvangen.

In de periode oktober t/m december 2018 zijn 175 studenten uitgeschreven zonder diploma. Dit is een lichte stijging t.o.v. het jaar ervoor wat in lijn is met stijging van de totale studentenpopulatie. De belangrijkste reden voor deze uitstroom is dat de studie niet voldoet aan de loonbaanverwachting (30%). Tevens stoppen veel studenten vanwege psychische belemmeringen (20%). Andere veel genoemde redenen zijn: opleiding is te moeilijk en de student is gaan werken.

88

okt / dec2015-2016

okt / dec2016-2017

okt / dec2017-2018

okt / dec2018-2019

februari 2015-2016

februari 2016-2017

februari 2017-2018

februari 2018-2019

90

127 127

157166

175

108

44 42

62

3643 48 48

74

0

20

40

60

80

100

120

140

160

180

200

Uitstroom met diploma Uitstroom zonder diploma

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

Terug naar inhoudsopgave

MBO-indicatoren per instellingStudentenaantallenCijfers HRMAanvullende richtlijnen OCW

Hoofdstukken

40

Dubbele bekostiging van studenten en diploma’sStudenten komen slechts eenmaal per schooljaar voor inputbekostiging in aanmerking. Diploma’s worden eenmaal per onderwijsniveau bekostigd. Door de invoering van de cascadebekostiging in 2015 en de landelijke controles in het systeem BRON is dubbele bekostiging niet meer mogelijk.

Gecombineerde trajectenOp 1 oktober 2018 zijn geen studenten ingeschreven die tegelijkertijd een beroepsopleiding en een educatietraject volgen.

Samenwerkingsverbanden VO/MBOVoor de bekostiging is het van belang om te bepalen of er leerlingen van een VO-school na 1 oktober zijn overgedragen aan een ROC, waarbij de VO-school de bekostiging ontvangt. Na 1 oktober 2016 zijn er geen leerlingen overgedragen van een VO-school naar ROC Friese Poort. ROC Friese Poort kent met diverse VO-scholen samenwerkingsverbanden over afstemming van onderwijsprogrammering. Daarnaast worden er een aantal praktijklessen verzorgd aan leerlingen van Praktijkscholen en aan leerlingen in het kader van het experiment vmbo – mbo2. In geval er een mbo-diploma wordt behaald, komt deze niet in aanmerking voor bekostiging.

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

Terug naar inhoudsopgave

MBO-indicatoren per instellingStudentenaantallenCijfers HRMAanvullende richtlijnen OCW

Hoofdstukken

41

Thema 6: De deelnemer volgt een andere opleiding dan waarvoor hij is ingeschrevenHet doel is om studenten zo snel mogelijk op de voor hen geschikte opleiding te krijgen. Tussentijds veranderen er echter studenten van opleiding. Hieronder is aangegeven dat er in de periode 1 augustus tot en met 1 oktober 2018 131 eerstejaars studenten zijn geswitcht van opleiding. Dit is exclusief studenten die een keus maken vanuit het kwalificatiedossier naar de kwalificatie en uitstroomdifferentiatie.

Niveau Naar niveau 1 Naar niveau 2 Naar niveau 3 Naar niveau 4 Totaal

Van niveau 1 7 1 8

Van niveau 2 1 19 7 1 28

Van niveau 3 4 17 13 34

Van niveau 4 2 16 43 61

Totaal 8 26 40 57 131

Leerweg Naar BBL Naar BOL Totaal

Van BBL 7 12 19

Van BOL 26 86 112

Totaal 33 98 131

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

Terug naar inhoudsopgave

MBO-indicatoren per instellingStudentenaantallenCijfers HRMAanvullende richtlijnen OCW

Hoofdstukken

42

Thema 7: Maatwerktrajecten voor bedrijven Voor een groot aantal organisaties worden maatwerktrajecten uitgevoerd. ROC Friese Poort Bedrijfs-opleidingen sluit daartoe de overeenkomsten met bedrijven of andere organisaties en stemt het onderwijsprogramma af met de uitvoerende vestigingen van het ROC. In onderstaande tabel zijn de belang-rijkste maatwerktrajecten weergegeven.

Project Klant Crebonummer Aantalstudenten

Maatwerk

MMZ en PBSD Defensie (DF-00140/DF-00120)

Nederlandse Defensie Academie

25476/25478 91 Uitgevoerd in trainingsdagen

Logistiek Defensie (DF-00139/DF-00119)

Nederlandse Defensie Academie

25372 112 Uitgevoerd in ritmiek van lesweken afgestemd op Defensie oefeningen, uitzendingen

ICT Defensie DF-00138/ DF-00118)

Nederlandse Defensie Academie

25191/25189 138 Uitgevoerd in ritmiek van lesweken afgestemd op Defensie oefeningen, uitzendingen

Verzorgende Defensie (DF-00141/DF-00121)

Nederlandse Defensie Academie

25491 51 Uitgevoerd in ritmiek van lesweken afgestemd op Defensie oefeningen, uitzendingen

ICT Ivent Defensie (DF-00168/DF-00168-02)

Nederlandse Defensie Academie

25189 9 Uitgevoerd in ritmiek van Ivent Defensie

Verzorgende IG Het Friese Land (ZW-00766)

Thuiszorg Het Friese Land

25491 24 Visie van Zorgorganisatie geintegreerd, 42 lesdagen in jaar/inzet extra docent voor 42 lesdagen en ontwikkeluren voor het op maat maken

Facilitair medewerker Defensie (DF-00163)

Nederlandse Defensie Academie

25499 6 Kleine groep op verzoek Defensie

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

Terug naar inhoudsopgave

MBO-indicatoren per instellingStudentenaantallenCijfers HRMAanvullende richtlijnen OCW

Hoofdstukken

43

Project Klant Crebonummer Aantalstudenten

Maatwerk

Maatschappelijk verzorgende ZONL (ZW-00717-02)

Zorggroep Oude en Nieuwe Land

95530/92650 15 Visie van de Zorgorganisatie geintegreerd en uitvoering half op locatie

Maatschappelijk verzorgende ZONL (ZW-00774)

Zorggroep Oude en Nieuwe Land

25491/25476 18 Visie van Zorgorganisatie geintegreerd, 50 lesdagen in jaar

Verzorgende IG Kwadrant (ZW-00815)

Stichting Kwadrantgroep

25491 28 Visie van Zorgorganisatiee geintegreerd

Verpleegkunde Kwadrant (ZW-00779)

Stichting Kwadrantgroep

25480 23 Visie van Zorgorganisatie geintegreerd / 45 lesdagen per jaar

Groen werkt (TE-01870) Gemeente Leeuwarden

25350 14 Gedurende de eerste 20 weken van de opleiding hebben de deelnemers wekelijks een dagdeel extra praktijkvaardigheden gevolgd op het gebied van Installatie- en Electrotechniek om hen zo snel mogelijk in de praktijk inzetbaar te maken bij een BPV-bedrijf.

Verzorgende IG Kwadrant (ZW-00777)

Stichting Kwadrantgroep

25491 22 Speciaal traject ontwikkeld 154 klokuren ontwikkelen

Verzorgende IG Hof en Hiem (ZW-00802)

Zorggroep Hof en Hiem

25491 15 Visie van Zorgorganisatie geintegreerd/42 lesdagen

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

Terug naar inhoudsopgave

MBO-indicatoren per instellingStudentenaantallenCijfers HRMAanvullende richtlijnen OCW

Hoofdstukken

44

Thema 8: Buitenlandse studentenAlleen onderwijs dat daadwerkelijk in Nederland wordt verzorgd komt voor bekostiging in aanmerking. Buitenlandse studenten mogen worden ingeschreven als zij hier rechtmatig verblijven.

ROC Friese Poort verzorgt geen bekostigd onderwijs aan studenten die niet rechtmatig in Nederland verblijven. Ook wordt geen onderwijs in het buitenland verzorgd met uitzondering van buitenlandse stages (beroepspraktijkvorming).

Bestuursverslag - Kwantitatief verslag - Jaarrekening

Terug naar inhoudsopgave

MBO-indicatoren per instellingStudentenaantallenCijfers HRMAanvullende richtlijnen OCW

Hoofdstukken

45

De geconsolideerde jaarrekening 2018 van Stichting voor Christelijk BVE Friesland/Flevoland te Leeuwarden (ROC Friese Poort) is dd. 21 juni 2019 goedgekeurd door de Raad van Toezicht.Jaar-

rekening

1

GECONSOLIDEERDE

JAARREKENING

2018

Leeuwarden, 21 juni 2019

Jaarrekening 2018 2

Inhoudsopgave GECONSOLIDEERDE BALANS PER 31 DECEMBER 2018 STICHTING VOOR CHRISTELIJK BVE FRIESLAND/FLEVOLAND ................................................................................................................................. 3 GECONSOLIDEERDE STAAT VAN BATEN EN LASTEN STICHTING VOOR CHRISTELIJK BVE FRIESLAND/FLEVOLAND ................................................................................................................................. 4 GECONSOLIDEERD KASSTROOMOVERZICHT OVER 2018 STICHTING VOOR CHRISTELIJK BVE FRIESLAND/FLEVOLAND ................................................................................................................................. 5 TOELICHTING BIJ DE GECONSOLIDEERDE JAARREKENING 2018 .................................................... 6

ALGEMEEN .......................................................................................................................................................... 6 TOEGEPASTE STANDAARDEN .......................................................................................................................... 6 VERSLAGGEVINGSPERIODE ............................................................................................................................. 6 CONTINUITEIT ..................................................................................................................................................... 6 GRONDSLAGEN VOOR DE WAARDERING VAN ACTIVA EN PASSIVA EN DE RESULTAATBEPALING ........ 6 CONSOLIDATIEGRONDSLAGEN ....................................................................................................................... 7 WAARDERINGSGRONDSLAGEN BALANS ........................................................................................................ 8 GRONDSLAGEN VOOR DE BEPALING VAN BATEN EN LASTEN ................................................................... 13

TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS ............................................................................ 16 VASTE ACTIVA ................................................................................................................................................... 16 VLOTTENDE ACTIVA ......................................................................................................................................... 17 PASSIVA ............................................................................................................................................................. 19 NIET IN DE BALANS OPGENOMEN VERPLICHTINGEN / ACTIVA .................................................................. 24

TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE STAAT VAN BATEN EN LASTEN OVER 2018 ........ 25 BATEN ................................................................................................................................................................ 25 LASTEN .............................................................................................................................................................. 27 FINANCIËLE BATEN EN LASTEN ...................................................................................................................... 30 BELASTINGEN ................................................................................................................................................... 30

VERBONDEN PARTIJEN .................................................................................................................................. 31 GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUM ..................................................................................................... 32 ENKELVOUDIGE BALANS STICHTING VOOR CHRISTELIJK BVE FRIESLAND/FLEVOLAND .... 33 ENKELVOUDIGE STAAT VAN BATEN EN LASTEN STICHTING VOOR CHRISTELIJK BVE FRIESLAND/FLEVOLAND ............................................................................................................................... 34 TOELICHTING BIJ DE ENKELVOUDIGE JAARREKENING 2018 .......................................................... 35

WAARDERINGSGRONDSLAGEN ALGEMEEN ................................................................................................ 35 GRONDSLAGEN VOOR DE WAARDERING VAN ACTIVA EN PASSIVA EN DE RESULTAATBEPALING ...... 35

TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE BALANS .................................................................................... 36 VASTE ACTIVA ................................................................................................................................................... 36 VLOTTENDE ACTIVA ......................................................................................................................................... 37 PASSIVA ............................................................................................................................................................. 39

TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE STAAT VAN BATEN EN LASTEN OVER 2018 ................. 43 BATEN ................................................................................................................................................................ 43 LASTEN .............................................................................................................................................................. 43 FINANCIËLE BATEN EN LASTEN ...................................................................................................................... 45 RESULTAAT DEELNEMINGEN ......................................................................................................................... 45

VASTSTELLING EN GOEDKEURING JAARREKENING ............................................................................ 46 CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT .............................................. 47

GECONSOLIDEERDE BALANS PER 31 DECEMBER 2018 STICHTING VOOR CHRISTELIJK BVE FRIESLAND/FLEVOLAND ...........................................................................................................................3GECONSOLIDEERDE STAAT VAN BATEN EN LASTEN STICHTING VOOR CHRISTELIJK BVE FRIESLAND/FLEVOLAND ...........................................................................................................................4GECONSOLIDEERD KASSTROOMOVERZICHT OVER 2018 STICHTING VOOR CHRISTELIJKBVE FRIESLAND/FLEVOLAND ................................................................................................................... 5TOELICHTING BIJ DE GECONSOLIDEERDE JAARREKENING 2018 ..................................................... 6

ALGEMEEN ...............................................................................................................................................6TOEGEPASTE STANDAARDEN ............................................................................................................... 6VERSLAGGEVINGSPERIODE .................................................................................................................. 6CONTINUITEIT ..........................................................................................................................................6GRONDSLAGEN VOOR DE WAARDERING VAN ACTIVA EN PASSIVA EN DE RESULTAATBEPALING ... 6CONSOLIDATIEGRONDSLAGEN ............................................................................................................. 7WAARDERINGSGRONDSLAGEN BALANS ............................................................................................. 8GRONDSLAGEN VOOR DE BEPALING VAN BATEN EN LASTEN ....................................................... 12

TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS .......................................................................... 16VASTE ACTIVA .........................................................................................................................................16VLOTTENDE ACTIVA ...............................................................................................................................17PASSIVA ...................................................................................................................................................19NIET IN DE BALANS OPGENOMEN VERPLICHTINGEN / ACTIVA ....................................................... 24

TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE STAAT VAN BATEN EN LASTEN OVER 2018 ............... 25BATEN ......................................................................................................................................................25LASTEN ...................................................................................................................................................27FINANCIËLE BATEN EN LASTEN ........................................................................................................... 30BELASTINGEN ........................................................................................................................................30

VERBONDEN PARTIJEN ...........................................................................................................................31GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUM ................................................................................................ 32ENKELVOUDIGE BALANS STICHTING VOOR CHRISTELIJK BVE FRIESLAND/FLEVOLAND .......... 33ENKELVOUDIGE STAAT VAN BATEN EN LASTEN STICHTING VOOR CHRISTELIJK BVE FRIESLAND/FLEVOLAND .........................................................................................................................34TOELICHTING BIJ DE ENKELVOUDIGE JAARREKENING 2018 ........................................................... 35

WAARDERINGSGRONDSLAGEN ALGEMEEN ...................................................................................... 35GRONDSLAGEN VOOR DE WAARDERING VAN ACTIVA EN PASSIVA EN DE RESULTAATBEPALING ....35

TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE BALANS ................................................................................... 36VASTE ACTIVA .........................................................................................................................................36VLOTTENDE ACTIVA ...............................................................................................................................37PASSIVA ...................................................................................................................................................39

TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE STAAT VAN BATEN EN LASTEN OVER 2018 ....................... 43BATEN ......................................................................................................................................................43LASTEN ...................................................................................................................................................43FINANCIËLE BATEN EN LASTEN ........................................................................................................... 45RESULTAAT DEELNEMINGEN ............................................................................................................... 45VASTSTELLING EN GOEDKEURING JAARREKENING ........................................................................ 46

OVERIGE GEGEVENS ...............................................................................................................................47CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT .............................................. 47

Jaarrekening 2018 3

GECONSOLIDEERDE BALANS PER 31 DECEMBER 2018 STICHTING VOOR CHRISTELIJK BVE FRIESLAND/FLEVOLAND

Na resultaatbestemming Bedragen * € 1.000 BALANS 31-12-2018 BALANS 31-12-2017

1 Activa

Vaste activa

1.1 Immateriële vaste activa 103

150

1.2 Materiële vaste activa 87.822

92.517

Totaal vaste activa 87.925

92.667

Vlottende activa

1.5 Vorderingen 3.505

3.866

1.7 Liquide middelen 28.307 27.390

Totaal vlottende activa 31.812

31.256

TOTAAL ACTIVA 119.737

123.923

2 Passiva

2.1 Eigen Vermogen 85.131

89.013

2.2 Voorzieningen 5.002

4.477

2.3 Langlopende schulden 771

884

2.4 Kortlopende schulden 28.833

29.549

TOTAAL PASSIVA 119.737

123.923

Jaarrekening 2018 4

GECONSOLIDEERDE STAAT VAN BATEN EN LASTEN STICHTING VOOR CHRISTELIJK BVE FRIESLAND/FLEVOLAND Bedragen * € 1.000

Baten Exploitatie 2018 Begroting 2018 Exploitatie 2017

3.1 Rijksbijdragen 111.981 108.484

109.389

3.2 Overige overheidsbijdragen en -subsidies 729 512

846

3.3 College-, cursus-, les- en examengelden 1.973 1.865 774

3.4 Baten werk in opdracht van derden 5.878 5.920

6.415

3.5 Overige baten 2.971 2.211

2.531

Totaal Baten 123.532 118.992

119.956

Lasten

4.1 Personeelslasten 99.333 94.209

96.788

4.2 Afschrijvingen 8.525 8.408

7.681

4.3 Huisvestingslasten 5.838 6.080

6.131

4.4 Overige lasten 13.725 12.705

13.443

Totaal Lasten 127.421 121.402

124.041

Saldo baten en lasten 3.889- 2.411-

4.086-

5 Financiële baten en lasten 55 16

93

Resultaat 3.834- 2.395-

3.993-

6 Belastingen 48 43

171

7 Resultaat deelnemingen

0

0

0

Resultaat na belastingen 3.882- 2.438-

4.164-

8 Aandeel derden in resultaat

0

0

0

Nettoresultaat 3.882- 2.438-

4.164-

Jaarrekening 2018 5

GECONSOLIDEERD KASSTROOMOVERZICHT OVER 2018 STICHTING VOOR CHRISTELIJK BVE FRIESLAND/FLEVOLAND

(De cijfers tussen haakjes verwijzen naar de posten in de toelichting op de balans en exploitatie). Bedragen * € 1.000

Kasstroom uit operationele activiteiten 2018 2017

Saldo van baten en lasten -3.889 -4.086

Aanpassingen voor: - afschrijvingen (1.1, 1.2 en 4.2) 8.524 7.681

- boekwinst (2017: boekverlies) op materiële vaste activa -177 50

- toename/afname voorzieningen (2.2) 525 -344

8.872 7.387

Veranderingen in werkkapitaal - toename (2017: afname) vorderingen (1.5) 427 -1.330

- afname (2017: toename) schulden (2.4) -636 1.070

-208 -260

Kasstroom uit bedrijfsoperaties 4.775 3.041

Ontvangen interest 128 331

Betaalde interest -73 -62

Betaalde belastingen -196 -138

-141 131

Totaal kasstroom uit operationele activiteiten: 4.634 3.172

Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in materiële vaste activa (1.2) 3.951 15.436

Desinvesteringen in materiële vaste activa (1.2) 346 0

Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten: -3.605 -15.436

Kasstroom uit financieringsactiviteiten Aflossing langlopende schulden (2.3) 112 112

Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten -112 -112

Mutatie geldmiddelen 917 -12.377

Jaarrekening 2018 6

TOELICHTING BIJ DE GECONSOLIDEERDE JAARREKENING 2018

ALGEMEEN Stichting voor Christelijk BVE Friesland/Flevoland is statutair gevestigd in Leeuwarden en bij de Kamer van Koophandel geregistreerd onder nummer 41003498. De stichting (hierna genoemd: ROC Friese Poort) heeft tot doel de oprichting en instandhouding van één of meer instellingen voor beroepsonderwijs en volwasseneneducatie in Friesland en in Flevoland. Deze jaarrekening bevat de financiële informatie van zowel de stichting als de geconsolideerde maatschappijen van de stichting.

TOEGEPASTE STANDAARDEN De geconsolideerde jaarrekening van de onderneming is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW, de bepalingen van en krachtens de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) en de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, in het bijzonder RJ 660 onderwijsinstellingen. Deze bepalingen zijn van toepassing op grond van de Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs (RJO). De grondslagen die worden toegepast voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling zijn gebaseerd op historische kosten, tenzij anders vermeld in de verdere grondslagen.

VERSLAGGEVINGSPERIODE Deze jaarrekening heeft betrekking op het boekjaar 2018, dat is geëindigd op balansdatum 31 december 2018.

CONTINUITEIT Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling.

GRONDSLAGEN VOOR DE WAARDERING VAN ACTIVA EN PASSIVA EN DE RESULTAATBEPALING Algemeen Activa en passiva zijn opgenomen tegen nominale waarde, tenzij anders staat vermeld in de verdere grondslagen. ROC Friese Poort neemt een actief alleen in de balans op als het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen aan ROC Friese Poort toekomen en de waarde ervan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Verplichtingen worden in de balans opgenomen als het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard gaat met een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Onder verplichtingen worden mede voorzieningen begrepen. Verplichtingen die hier niet aan voldoen worden niet in de balans opgenomen, maar worden verantwoord als niet in de balans opgenomen verplichtingen. Een in de balans opgenomen actief of verplichting blijft op de balans opgenomen als een transactie niet leidt tot een belangrijke verandering in de economische realiteit met betrekking tot het actief of de verplichting. Een actief of verplichting wordt niet langer in de balans opgenomen indien een transactie ertoe leidt dat alle of nagenoeg alle rechten of economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico’s met betrekking tot het actief of de verplichting aan een derde zijn overgedragen. De baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben. Baten worden in de staat van baten en lasten opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. De jaarrekening wordt gepresenteerd in euro’s. Alle financiële informatie in de hoofdoverzichten is afgerond op het dichtstbijzijnde duizendtal in euro’s. De financiële informatie in de toelichting is in hele euro’s weergegeven, tenzij in de toelichting anders vermeld.

Jaarrekening 2018 7

GEBRUIK VAN SCHATTINGEN De opstelling van de jaarrekening vereist dat het management oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft. De waarderingsgrondslag van materiële vaste activa en voorzieningen is naar de mening van het management het meest kritisch voor het weergeven van de financiële positie en vereist schattingen en veronderstellingen. Tot 31 december 2017 werd het gebouw 'Het Kruis' (onderdeel van gebouw 'Wilaarderburen' afgeschreven in 9 jaar. Door de geplande sloop leidt dit tot het hanteren van een versnelde afschrijvingstermijn van 5 jaar voor desbetreffend gebouw. Het effect met betrekking tot de huidige periode (31 december 2018) is verwerkt in de winst-en-verliesrekening. Het effect op toekomstige perioden wordt verwerkt in de winst-en-verlies-rekening van die toekomstige perioden. Het negatieve effect van deze schattingswijzigingen op het resultaat na belastingen over het boekjaar 2018 bedraagt circa € 152.000.

CONSOLIDATIEGRONDSLAGEN Consolidatiekring

De geconsolideerde jaarrekening omvat de financiële gegevens van de stichting en haar dochtermaatschappijen in de groep, andere groepsmaatschappijen en andere rechtspersonen waarover overheersende zeggenschap kan worden uitgeoefend dan wel waarover de centrale leiding bestaat. Dochtermaatschappijen zijn deelnemingen waarin de stichting (en/of een of meer van haar dochtermaatschappijen) meer dan de helft van de stemrechten in de algemene vergadering kan uitoefenen, of meer dan de helft van de bestuurders of van de commissarissen kan benoemen of ontslaan. Groepsmaatschappijen zijn deelnemingen waarin de stichting een meerderheidsbelang heeft, of waarop op een andere wijze een beleidsbepalende invloed kan worden uitgeoefend. Bij de bepaling of beleidsbepalende invloed kan worden uitgeoefend, worden financiële instrumenten betrokken die potentiële stemrechten bevatten en zodanig kunnen worden uitgeoefend dat ze daardoor de stichting meer of minder invloed verschaffen. Belangen die uitsluitend worden aangehouden om ze te vervreemden worden niet geconsolideerd indien bij verwerving al het voornemen bestaat om het belang af te stoten, de verkoop binnen een jaar waarschijnlijk. Deze belangen worden opgenomen onder de vlottende activa, onder effecten ('slechts aangehouden om te vervreemden'). Nieuw verworven deelnemingen worden in de consolidatie betrokken vanaf het tijdstip waarop beleidsbepalende invloed kan worden uitgeoefend. Afgestoten deelnemingen worden in de consolidatie betrokken tot het tijdstip van beëindiging van deze invloed. Voor een overzicht van de geconsolideerde groepsmaatschappijen wordt verwezen naar noot 1.3 ‘Financiële vaste activa’ in de enkelvoudige jaarrekening. Consolidatiemethode

De posten in de geconsolideerde jaarrekening worden opgesteld volgens uniforme grondslagen van waardering en resultaatbepaling van de groep. In de geconsolideerde jaarrekening zijn de onderlinge aandelenverhoudingen, schulden, vorderingen en transacties geëlimineerd. Tevens zijn de resultaten op onderlinge transacties tussen groepsmaatschappijen geëlimineerd voor zover de resultaten niet door transacties met derden buiten de groep zijn gerealiseerd en er geen sprake is van een bijzondere waardevermindering. Bij een transactie waarbij de rechtspersoon een niet-100%-belang heeft in de verkopende groepsmaatschappij, wordt de eliminatie uit het groepsresultaat pro rata toegerekend aan het minderheidsbelang op basis van het aandeel van de minderheid in de verkopende groepsmaatschappij. De groepsmaatschappijen zijn integraal geconsolideerd., waarbij het minderheidsbelang van derden afzonderlijk tot uitdrukking is gebracht binnen het groepsvermogen . Indien de aan het minderheidsbelang van derden toerekenbare verliezen het minderheidsbelang in het eigen vermogen van de geconsolideerde maatschappij overtreffen, dan wordt het verschil, alsmede eventuele verdere verliezen, volledig ten laste van de meerderheidsaandeelhouder gebracht, tenzij en voor zover de minderheidsaandeelhouder de verplichting heeft, en in staat is, om die verliezen voor zijn rekening te nemen. Het aandeel van derden in het resultaat wordt afzonderlijk als laatste post in de geconsolideerde staat van baten en lasten in aftrek op het groepsresultaat gebracht. VERGELIJKENDE CIJFERS In 2018 is geen sprake geweest van herrubricering van vergelijkende cijfers.

Jaarrekening 2018 8

FINANCIELE INSTRUMENTEN ROC Friese Poort kent de volgende financiële instrumenten: handels- en overige vorderingen, geldmiddelen, leningen, handelsschulden en te betalen posten. Zij heeft geen afgeleide financiële instrumenten. Financiële instrumenten worden bij de eerste opname verwerkt tegen reële waarde, waarbij (dis)agio en de direct toerekenbare transactiekosten in de eerste opname worden meegenomen. In contracten besloten financiële instrumenten die niet worden gescheiden van het basiscontract, worden verwerkt in overeenstemming met het basiscontract. Na de eerste opname worden financiële instrumenten op de hierna beschreven manier gewaardeerd. Handels- en overige vorderingen

Vorderingen worden na eerste opname gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs. Dit gebeurt op basis van de effectieve-rentemethode, verminderd met bijzondere waarderingsverliezen. Langlopende en kortlopende schulden en overige financiele verplichtingen

Langlopende en kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen worden na eerste opname gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve-rentemethode. De effectieve rente wordt direct in de winst-en-verliesrekening verwerkt.

De aflossingsverplichtingen voor het komend jaar van de langlopende schulden worden opgenomen onder kortlopende schulden.

SALDERING VAN FINANCIELE INSTRUMENTEN Een financieel actief en een financiële verplichting worden gesaldeerd als de stichting beschikt over een deugdelijk juridisch instrument om het financiële actief en de financiële verplichting gesaldeerd af te wikkelen en de stichting het stellige voornemen heeft om het saldo als zodanig netto of simultaan af te wikkelen. Als sprake is van een overdracht van een financieel actief dat niet voor verwijdering uit de balans in aanmerking komt, wordt het overgedragen actief en de daarmee samenhangende verplichting niet gesaldeerd.

WAARDERINGSGRONDSLAGEN BALANS Immateriële vaste activa

Immateriële vaste activa worden in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige voordelen die dat actief in zich bergt, zullen toekomen aan de stichting en de kosten van dat actief betrouwbaar kunnen worden vastgesteld. De immateriële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of vervaardigingsprijs, verminderd met cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. De uitgaven na eerste verwerking van een gekocht of zelf vervaardigd immaterieel vast actief worden toegevoegd aan de verkrijgings- of vervaardigingsprijs als het waarschijnlijk is dat de uitgaven zullen leiden tot een toename van de verwachte toekomstige economische voordelen en de uitgaven en de toerekening aan het actief op betrouwbare wijze kan worden vastgesteld. Als niet wordt voldaan aan de voorwaarden voor activering worden de uitgaven verantwoord als kosten in de staat van baten en lasten. De grondslagen voor de vaststelling en verwerking van bijzondere waardeverminderingen zijn opgenomen onder het hoofd Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa. Ontwikkelingskosten

Ontwikkelingskosten worden geactiveerd voor zover deze betrekking hebben op commercieel haalbaar geachte projecten. De ontwikkeling van een immaterieel vast actief wordt commercieel haalbaar geacht als het technisch uitvoerbaar is om het actief te voltooien, de stichting de intentie heeft om het actief te voltooien en het vervolgens te gebruiken of te verkopen is (inclusief het beschikbaar zijn van adequate technische, financiële en andere middelen om dit te bewerkstelligen), de stichting het vermogen heeft om het actief te gebruiken of te verkopen, het waarschijnlijk toekomstige economische voordelen zal genereren en de uitgaven gedurende de ontwikkeling betrouwbaar zijn vast te stellen. Ontwikkelingskosten worden gewaardeerd tegen vervaardigingsprijs, verminderd met cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. De vervaardigingsprijs omvat de kosten die gemaakt zijn voor het ontwikkelen van de website van de stichting, dit betreft externe uitgaven. Er zijn geen (loon)kosten van eigen medewerkers geactiveerd. De geactiveerde kosten worden na beëindiging van de ontwikkelingsfase afgeschreven over de verwachte gebruiksduur, die vier jaar bedraagt.

Jaarrekening 2018 9

De afschrijving vindt plaats volgens de lineaire methode. De kosten voor onderzoek en de overige kosten voor ontwikkeling worden ten laste van het resultaat gebracht in de periode waarin deze zijn gemaakt. Voor het nog niet afgeschreven deel van de geactiveerde ontwikkelingskosten wordt een wettelijke reserve gevormd. Goodwill

Goodwill wordt bepaald als het positieve verschil tussen de verkrijgingsprijs van de deelnemingen (inclusief direct aan de overname gerelateerde transactiekosten) en het belang van de groep in de netto reële waarde van de overgenomen identificeerbare activa en verplichtingen van de overgenomen deelneming, verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. Intern gegenereerde goodwill wordt niet geactiveerd. De geactiveerde positieve goodwill wordt lineair afgeschreven over de geschatte economische levensduur, die is bepaald op tien jaar. Bij gehele of gedeeltelijke verkoop van een deelneming wordt de aan het verkochte deel toegerekende positieve goodwill proportioneel afgeboekt (in geval van geactiveerde goodwill) respectievelijk teruggenomen (in geval van rechtstreeks ten laste van het eigen vermogen gebrachte positieve goodwill) en ten laste van het boekresultaat gebracht. In het laatste geval wordt uitgegaan van een levensduur van tien jaar voor de bepaling van het terug te nemen bedrag. Materiële vaste activa

Materiële vaste activa worden in de balans verwerkt indien het waarschijnlijk is dat de toekomstige prestatie-eenheden met betrekking tot dat actief zullen toekomen aan de stichting en de kosten van het actief betrouwbaar kunnen worden vastgesteld. De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen hun kostprijs, verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. De kostprijs van de genoemde activa bestaat uit de verkrijgings- of vervaardigingsprijs en overige kosten om de activa op hun plaats en in de staat te krijgen noodzakelijk voor het beoogde gebruik. De kostprijs van de activa die door de stichting in eigen beheer zijn vervaardigd, bestaat uit de aanschaffingskosten van de gebruikte grond- en hulpstoffen en de overige kosten die rechtstreeks kunnen worden toegerekend aan de vervaardiging. Verder omvat de vervaardigingsprijs een redelijk deel van de indirecte kosten en de rente op schulden over het tijdvak dat kan worden toegerekend aan de vervaardiging van de activa. De afschrijvingen worden berekend als een percentage over de aanschafprijs volgens de lineaire methode op basis van de economische levensduur. Op bedrijfsterreinen en op materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering, alsmede vooruitbetalingen op materiële vaste activa wordt niet afgeschreven. Afschrijving start op het moment dat een actief beschikbaar is voor het beoogde gebruik en wordt beëindigd bij buitengebruikstelling of bij afstoting. De volgende afschrijvingstermijnen worden hierbij gehanteerd : Bedrijfsgebouwen: 10-35 jaar Inventaris en apparatuur: 3-15 jaar De stichting bepaalt het af te schrijven bedrag zonder rekening te houden met een restwaarde. Onderhoudsuitgaven worden slechts geactiveerd als zij de gebruiksduur van het object verlengen en/of leiden tot toekomstige prestatie-eenheden met betrekking tot het object. Ter zake van verwachte kosten van periodiek groot onderhoud aan gebouwen, installaties e.d. wordt een voorziening gevormd. Zie hiervoor de grondslag onder het hoofd Voorzieningen. Buiten gebruik gestelde activa worden gewaardeerd tegen boekwaarde of lagere opbrengstwaarde.

Bijzondere waardeverminderingen

Voor materiële en immateriële vaste activa wordt op iedere balansdatum beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat deze activa onderhevig zijn aan bijzondere waardeverminderingen. Als dergelijke indicaties aanwezig zijn, wordt de realiseerbare waarde van het actief geschat. De realiseerbare waarde is de hoogste van de bedrijfswaarde en de opbrengstwaarde. Als het niet mogelijk is de realiseerbare waarde te schatten voor een individueel actief, wordt de realiseerbare waarde bepaald van de kasstroomgenererende eenheid waartoe het actief behoort. Voor ROC Friese Poort geldt dat er in 2018 geen aanwijzingen zijn dat activa onderhevig zijn aan bijzondere waardeverminderingen. ROC Friese Poort wordt op niveau van de Stichting als kasstroomgenererende eenheid beschouwd. Wanneer de boekwaarde van een actief (of een kasstroomgenererende eenheid) hoger is dan de realiseerbare waarde,

Jaarrekening 2018 10

wordt een bijzonder waardeverminderingsverlies verantwoord voor het verschil tussen de boekwaarde en de realiseerbare waarde. Indien sprake is van een bijzonder waardeverminderingsverlies van een kasstroomgenererende eenheid, wordt het verlies allereerst toegerekend aan goodwill die is toegerekend aan de kasstroomgenererende eenheid. Een eventueel restant verlies wordt toegerekend aan de andere activa van de eenheid naar rato van hun boekwaarden. Verder wordt op iedere balansdatum beoordeeld of er enige indicatie is dat een in eerdere jaren verantwoord bijzonder waardeverminderingsverlies is verminderd. Als een dergelijke indicatie aanwezig is, wordt de realiseerbare waarde van het betreffende actief (of kasstroomgenererende eenheid) geschat. Terugneming van een eerder verantwoord bijzonder waardeverminderingsverlies vindt alleen plaats als sprake is van een wijziging van de gehanteerde schattingen bij het bepalen van de realiseerbare waarde sinds de verantwoording van het laatste bijzonder waardeverminderingsverlies. In dat geval wordt de boekwaarde van het actief (of kasstroomgenererende eenheid) opgehoogd tot de geschatte realiseerbare waarde, maar niet hoger dan de boekwaarde die bepaald zou zijn (na afschrijvingen) als in voorgaande jaren geen bijzonder waardeverminderingsverlies voor het actief (of kasstroomgenererende eenheid) zou zijn verantwoord. Een bijzonder waardeverminderingsverlies voor goodwill wordt niet teruggenomen in een volgende periode. Vervreemding van vaste activa

Voor verkoop beschikbare vaste activa worden gewaardeerd tegen boekwaarde of lagere opbrengstwaarde.

Financiële vaste activa

Deelnemingen waarin invloed van betekenis op het zakelijke en financiële beleid kan worden uitgeoefend, worden gewaardeerd volgens de vermogensmutatiemethode op basis van de nettovermogenswaarde. Indien waardering tegen nettovermogenswaarde niet kan plaatsvinden doordat de hiervoor benodigde informatie niet kan worden verkregen, wordt de deelneming gewaardeerd volgens het zichtbaar eigen vermogen. Bij de vaststelling of er sprake is van een deelneming waarin de stichting invloed van betekenis uitoefent op het zakelijke en financiële beleid, wordt het geheel van feitelijke omstandigheden en contractuele relaties (waaronder eventuele potentiële stemrechten) in aanmerking genomen .

Bij de bepaling van de nettovermogenswaarde worden de waarderingsgrondslagen van de stichting gehanteerd.

Deelnemingen met een negatieve nettovermogenswaarde worden op nihil gewaardeerd. Bij deze waardering worden ook langlopende vorderingen op de deelnemingen meegenomen die feitelijk moeten worden gezien als onderdeel van de netto-investering. Dit betreft met name leningen waarvan de afwikkeling in de nabije toekomst niet is gepland en niet waarschijnlijk is. Een aandeel in de winst van de deelneming in latere jaren wordt pas verwerkt als en voor zover het cumulatieve niet verwerkte aandeel in het verlies is ingelopen. Wanneer de stichting echter geheel of ten dele garant staat voor de schulden van een deelneming, dan wel de feitelijke verplichting heeft de deelneming (voor haar aandeel) in staat te stellen tot betaling van haar schulden, wordt een voorziening gevormd ter grootte van de verwachte betalingen door de stichting ten behoeve van de deelneming.

Onderhanden projecten

De post onderhanden projecten bestaat uit het saldo van gerealiseerde projectkosten, toegerekende winst, verwerkte verliezen en reeds gedeclareerde termijnen.

In de waardering van onderhanden projecten worden de kosten die direct betrekking hebben op het project (zoals personeelskosten voor werknemers direct werkzaam aan het project). de kosten die toerekenbaar zijn aan projectactiviteiten in het algemeen en toewijsbaar zijn aan het project (onder meer verzekeringskosten en overheadkosten van projectactiviteiten en rente op schulden over het tijdvak dat aan het project kan worden toegerekend) en andere kosten die contractueel aan de opdrachtgever kunnen worden toegerekend, begrepen.

De toerekening van opbrengsten, kosten en winstneming op onderhanden projecten geschiedt naar rato van de verrichte prestaties bij de uitvoering van het werk (‘percentage of completion’-methode ). De mate waarin prestaties van een onderhanden project zijn verricht wordt bepaald aan de hand van de tot de balansdatum gemaakte projectkosten in verhouding tot de geschatte totale projectkosten. Verwerking vindt plaats zodra een betrouwbare schatting kan worden gemaakt van het resultaat van een onderhanden project.

Jaarrekening 2018 11

Het resultaat van een aanneemcontract kan betrouwbaar worden ingeschat als de totale projectopbrengsten, de vereiste projectkosten om het project af te maken en de mate waarin het onderhanden project is voltooid betrouwbaar kunnen worden vastgesteld, het waarschijnlijk is dat de economische voordelen naar de vennootschap zullen toevloeien en de aan het onderhanden project toe te rekenen projectkosten duidelijk te onderscheiden zijn en op betrouwbare wijze te bepalen zijn.

Het resultaat van een regiecontract kan betrouwbaar worden ingeschat als het waarschijnlijk is dat de economische voordelen naar de vennootschap zullen toevloeien en de aan het onderhanden project toe te rekenen projectkosten duidelijk te onderscheiden zijn en op betrouwbare wijze te bepalen zijn.

Indien het resultaat van een onderhanden project niet betrouwbaar kan worden ingeschat, worden de projectopbrengsten slechts verwerkt in de winst-en-verliesrekening tot het bedrag van de gemaakte projectkosten dat waarschijnlijk kan worden verhaald. De projectkosten worden verwerkt in de winst- en verliesrekening in de periode waarin ze zijn gemaakt.

Onder projectopbrengsten wordt verstaan de in het contract overeengekomen opbrengsten vermeerderd met eventuele opbrengsten op grond van meer- of minderwerk, claims en vergoedingen, indien en voor zover het waarschijnlijk is dat de opbrengsten zullen worden gerealiseerd en betrouwbaar kunnen worden bepaald. De projectopbrengsten worden bepaald op de reële waarde van de tegenprestaties die is of zal worden ontvangen.

Uitgaven die verband houden met projectkosten die na de balansdatum tot te verrichten prestaties leiden, worden als onderdeel van de voorraden (onderhanden projecten of vooruitbetalingen)/ overlopende activa verwerkt indien het waarschijnlijk is dat ze in een volgende periode zullen leiden tot opbrengsten. Verwerking van de projectkosten in de winst-en-verliesrekening vindt plaats als de prestaties in het project worden geleverd en zijn gerealiseerd. Verwachte verliezen op onderhanden projecten worden onmiddellijk in de winst-en-verliesrekening verwerkt. Het bedrag van het verlies wordt bepaald ongeacht of het project reeds is aangevangen, het stadium van realisatie van het project of het bedrag aan winst dat wordt verwacht op andere, niet gerelateerde projecten.

Vlottende activa

Vorderingen De grondslag voor de waardering van vorderingen zijn beschreven onder het hoofd Financiële instrumenten. Liquide middelen

De liquide middelen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. Deze staan ter vrije beschikking, tenzij anders is vermeld. Indien liquide middelen niet ter vrije beschikking staan, wordt hiermee rekening gehouden bij de waardering. Eigen vermogen

Onder het eigen vermogen worden de algemene reserves, de publieke en private bestemmingsreserves en wettelijke reserves gepresenteerd. De algemene reserve bestraat uit de reserves die ter vrije beschikking staan van het bestuur. Reserves die aantoonbaar zijn opgebouwd uit private middelen worden niet onder de algemene reserve opgenomen, maar als bestemmingsreserve dan wel bestemmingsfonds gerubriceerd. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen reserves die zijn opgebouwd uit publieke middelen enerzijds dan wel uit niet-publieke (private) middelen anderzijds. De bestemmingsreserves zijn reserves met een beperkte bestedingsmogelijkheid, die door het bestuur is aangebracht. Er bestaat echter geen betalingsverplichting. De wettelijke reserve is gevormd voor geactiveerde ontwikkelingskosten. Voorzieningen

Een voorziening wordt in de balans opgenomen wanneer er sprake is van: - een in rechte afdwingbare of feitelijke verplichting die het gevolg is van een gebeurtenis in het verleden; - waarvan een betrouwbare schatting kan worden gemaakt; en - het waarschijnlijk is dat voor afwikkeling van die verplichting een uitstroom van middelen nodig is. Rechten en verplichtingen voortvloeiend uit eenzelfde overeenkomst worden niet in de balans opgenomen indien en voor zover noch de stichting noch de tegenpartij heeft gepresteerd. Opname in de balans geschiedt wanneer de nog te ontvangen respectievelijk te leveren prestatie en tegenprestatie niet (meer) met elkaar in evenwicht zijn en dit voor de stichting nadelige gevolgen heeft. Voorzieningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde (behalve de jubileumvoorziening, welke wordt verdisconteerd) van de beste schatting van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen en

Jaarrekening 2018 12

verliezen af te wikkelen, tenzij anders toegelicht bij de onderstaande (personele) voorzieningen. Voorziening wachtgeld en WGA/ziektewet-voorziening Dit betreft de nominale waarde van de toekomstige te betalen uitkeringen aan medewerkers inzake wachtgeld en WGA/Ziektewet in het kader van het eigen risico dragerschap van ROC Friese Poort. Bij de voorziening voor wachtgeld worden voorziene verplichtingen langer dan één jaar voorzien en korter dan één jaar als periodelast verantwoord. De WGA/Ziektewet-voorziening wordt gebaseerd op basis van een individuele inschatting van de verwachte arbeidsongeschiktheid en de verwachte looptijd van de WGA-uitkering, met een maximale looptijd van tien jaar. De kosten zijn gebaseerd op de bekende WGA’ers en zieken op balansdatum en op de verwachte instroom in de WGA en de Ziektewet. Voorziening spaarverlof ADV De voorziening spaarverlof ADV betreft een voorziening op basis van de spaarverlof ADV regeling. De voorziening betreft het geschatte bedrag van de in de toekomst af te wikkelen spaarverloven. De berekening is gebaseerd op de gedane toezeggingen en blijfkansen van medewerkers. Voorziening duurzame inzetbaarheid De voorziening duurzame inzetbaarheid is gebaseerd op de cao-afspraken inzake de regeling duurzame inzetbaarheid. De voorziening is berekend op basis van de aanspraken van medewerkers die hebben aangegeven gebruik te willen maken van de regeling duurzame inzetbaarheid. Reorganisatievoorziening Een reorganisatievoorziening wordt getroffen indien op balansdatum een gedetailleerd reorganisatieplan is geformaliseerd en uiterlijk op opmaakdatum van de jaarrekening de gerechtvaardigde verwachting van uitvoering van het plan heeft gewekt bij hen voor wie de reorganisatie gevolgen zal hebben. Van een gerechtvaardigde verwachting is sprake als is gestart met de uitvoering van de reorganisatie, of als de hoofdlijnen bekend zijn gemaakt aan hen voor wie de reorganisatie gevolgen zal hebben. In de reorganisatievoorziening worden de als gevolg van de reorganisatie noodzakelijk kosten opgenomen die niet in verband staan met de doorlopende activiteiten van de stichting. Jubileumvoorziening De jubileumvoorziening heeft betrekking op (toekomstige) jubileumuitkeringen aan medewerkers op basis van de duur van het dienstverband, en is grotendeels langlopend. De voorziening betreft het geschatte bedrag van de in de toekomst uit te keren jubileumuitkeringen. De berekening is gebaseerd op gedane toezeggingen, blijfkans en leeftijden. Bij de bepaling van de voorziening zijn de volgende belangrijkste actuariële grondslagen gehanteerd: - Disconteringsvoeten: 0,35%, gebaseerd op schatkistbankieren. Voorziening groot onderhoud Een voorziening wordt gevormd voor verwachte kosten van periodiek groot onderhoud aan panden, installaties e.d. op basis van het geschatte bedrag van het groot onderhoud en de periode tussen de werkzaamheden voor groot onderhoud. De jaarlijkse dotatie aan de voorziening groot onderhoud wordt bepaald door de totale kosten over het gehele onderhoudsplan te delen door de looptijd van het onderhoudsplan. De looptijd bedraagt minimaal 20 jaar. De uitgaven van groot onderhoud worden verwerkt ten laste van de onderhoudsvoorziening voor zover deze is gevormd voor de beoogde kosten. Indien de kosten van groot onderhoud uitgaan boven de boekwaarde van de voor het desbetreffende actief aangehouden voorziening, worden de (meer)kosten verwerkt ten laste van de staat van baten en lasten.

Langlopende schulden

De waardering van langlopende schulden is toegelicht onder het hoofd Financiële instrumenten. Kortlopende schulden

De waardering van langlopende schulden is toegelicht onder het hoofd Financiële instrumenten.

Jaarrekening 2018 13

GRONDSLAGEN VOOR DE BEPALING VAN BATEN EN LASTEN Rijksbijdragen, overige overheidsbijdragen en -subsidies

Rijksbijdragen, overige overheidsbijdragen en -subsidies uit hoofde van de basisbekostiging worden in het jaar waarop de toekenning betrekking heeft, volledig verwerkt als baten in de staat van baten en lasten. Indien deze opbrengsten betrekking hebben op een specifiek doel en er sprake is van bestedingsverplichtingen, dan worden deze naar rato van de verrichte werkzaamheden als baten verantwoord. Indien toegekende gelden betrekking hebben op een specifiek doel, maar geen sprake is van bestedingsverplichtingen, worden de ontvangen gelden als bate verantwoord in het jaar waarop de gelden betrekking hebben, tenzij toerekening naar schooljaar plaats vindt (i.p.v. kalenderjaar) of sprake is van een concreet bestedingsplan voor de periode na balansdatum. Overige overheidsbijdragen en -subsidies worden aanvankelijk in de balans opgenomen als vooruitontvangen baten. De baten worden verantwoord in de staat van baten en lasten op het moment dat er redelijke zekerheid bestaat dat voldaan zal worden aan de daaraan verbonden voorwaarden. Subsidies ter compensatie van gemaakte kosten worden systematisch als opbrengsten in de staat van baten en lasten opgenomen in dezelfde periode als die waarin de kosten worden gemaakt. Subsidies ter compensatie van kosten van een actief worden systematisch in de staat van baten en lasten opgenomen gedurende de gebruiksduur van het actief. College-, cursus-, les- en examengelden

De college-, cursus-, les- en examengelden worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben, waarbij ervan uitgegaan is dat reguliere onderwijs- en onderzoekstaken gelijkmatig over het schooljaar zijn gespreid. Baten werk in opdracht van derden

Opbrengsten van werk in opdracht van derden (contractonderwijs) worden in de staat van baten en lasten als baten opgenomen voor een bedrag gelijk aan de kosten als vast staat dat deze kosten declarabel zijn. Een eventueel positief resultaat wordt genomen naar rato van het stadium van voltooiing van de transactie op verslagdatum (de zogeheten percentage of completion methode). Het stadium van voltooiing wordt bepaald aan de hand van beoordelingen van de verrichte werkzaamheden. Voor een eventueel verwacht negatief resultaat wordt een voorziening getroffen. Zodra een betrouwbare schatting kan worden gemaakt van het resultaat van een onderhanden project, worden de projectopbrengsten en -kosten als opbrengsten en kosten in de staat van baten en lasten verwerkt naar rato van de verrichte prestaties per balansdatum. De mate waarin prestaties van een onderhanden project zijn verricht wordt bepaald aan de hand van de tot de balansdatum gemaakte projectkosten in verhouding tot de geschatte totale projectkosten. Indien het resultaat van een onderhanden project niet betrouwbaar kan worden bepaald, worden de project opbrengsten slechts verwerkt tot het bedrag van de gemaakte projectkosten dat waarschijnlijk kan worden verhaald. Verwachte verliezen op projecten worden onmiddellijk in de staat van baten en lasten opgenomen. Overige bedrijfsopbrengsten

Overige bedrijfsopbrengsten bestaan uit baten uit verhuur, detachering en overige baten. Opbrengsten uit hoofde van verleende diensten worden in de staat van baten en lasten als baten opgenomen naar rato van het stadium van voltooiing van de transactie op verslagdatum. Het stadium van voltooiing wordt bepaald aan de hand van de tot dat moment gemaakte kosten in verhouding tot de geschatte kosten van de totaal te verrichten dienstverlening Personeelsbeloningen

De beloningen van het personeel worden als last in de staat van baten en lasten verantwoord in de periode waarin de arbeidsprestatie wordt verricht en, voor zover nog niet uitbetaald, als verplichting op de balans opgenomen. Als de reeds betaalde bedragen de verschuldigde beloningen overtreffen, wordt het meerdere opgenomen als een overlopend actief voor zover er sprake zal zijn van terugbetaling door het personeel of van verrekening met toekomstige betalingen door de vennootschap. Indien een beloning wordt betaald, waarbij geen rechten worden opgebouwd (bijvoorbeeld doorbetaling in geval van ziekte of arbeidsongeschiktheid) worden de verwachte lasten verantwoord in de periode waarover deze beloning is verschuldigd. Voor op balansdatum bestaande verplichtingen tot het in de toekomst doorbetalen van beloningen (inclusief ontslagvergoedingen) aan personeelsleden die op balansdatum naar verwachting blijvend geheel of gedeeltelijk niet in staat zijn om werkzaamheden te verrichten door ziekte of arbeidsongeschiktheid wordt een voorziening opgenomen. De verantwoorde verplichting betreft de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de desbetreffende verplichting op balansdatum af te wikkelen. De beste schatting is gebaseerd op contractuele afspraken met

Jaarrekening 2018 14

personeelsleden (CAO en individuele arbeidsovereenkomsten). Toevoegingen aan en vrijval van verplichtingen worden ten laste respectievelijk ten gunste van de staat van baten en lasten gebracht. Voor arbeidsongeschiktheidsrisico's die zijn verzekerd wordt een voorziening getroffen voor het in de toekomst te betalen deel van de verzekeringspremie dat rechtstreeks toe te rekenen is aan het individuele schadeverleden van de vennootschap. Als geen betrouwbare schatting kan worden gemaakt van de omvang van het in de toekomst te betalen deel van de verzekeringspremies dat rechtstreeks is toe te rekenen aan het individuele schadeverleden van de rechtspersoon, wordt geen voorziening opgenomen. Nederlandse pensioenregelingen Uitgangspunt is dat de in de verslagperiode te verwerken pensioenlast gelijk is aan de over die periode aan de pensioenuitvoerder verschuldigde pensioenpremies. Voor zover de verschuldigde premies op balansdatum nog niet zijn voldaan, wordt hiervoor een verplichting opgenomen. Als de op balansdatum reeds betaalde premies de verschuldigde premies overtreffen, wordt een overlopende actiefpost opgenomen voor zover sprake zal zijn van terugbetaling door het fonds of van verrekening met in de toekomst verschuldigde premies. Indien op basis van de uitvoeringsovereenkomst met betrekking tot een stichtingspensioen- / bedrijfstakpensioen-regeling per balansdatum een verplichting bestaat, wordt een voorziening gevormd als het waarschijnlijk is dat de aanwending van een maatregelenpakket, dat nodig is voor het herstel van de per balansdatum bestaande dekkingsgraad, zal leiden tot een uitstroom van middelen en de omvang daarvan betrouwbaar kan worden geschat. Indien sprake is van aanpassingen van de per balansdatum opgebouwde aanspraken die voortvloeien uit toekomstige salarisverhogingen die per balansdatum reeds zijn toegezegd en die voor rekening van de vennootschap komen wordt hiervoor een voorziening gevormd. Verder wordt op balansdatum een voorziening opgenomen voor bestaande additionele verplichtingen ten opzichte van het fonds en de werknemers, indien het waarschijnlijk is dat voor de afwikkeling van die verplichtingen een uitstroom van middelen zal plaatsvinden en de omvang van de verplichtingen betrouwbaar kan worden geschat. Het al dan niet bestaan van additionele verplichtingen wordt beoordeeld aan de hand van de uitvoeringsovereenkomst met het fonds, de pensioenovereenkomst met de werknemers en andere (expliciete of impliciete) toezeggingen aan de werknemers. De voorziening wordt gewaardeerd tegen de beste schatting van de contante waarde van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen op balansdatum af te wikkelen. De disconteringsvoet vóór belasting geeft de actuele marktrente per balansdatum van hoogwaardige stichtingsobligaties / rendement op staatleningen weer, de risico's waarmee bij het schatten van de toekomstige uitgaven reeds rekening is gehouden worden hierin niet betrokken. Voor een op balansdatum bestaand overschot bij de pensioenuitvoerder wordt een vordering opgenomen als de stichting de beschikkingsmacht heeft over dit overschot, het waarschijnlijk is dat het overschot naar de stichting zal toevloeien en de vordering betrouwbaar kan worden vastgesteld. Voor de medewerkers van ROC Friese Poort geldt een middelloon pensioenregeling. Deze pensioenregeling is ondergebracht bij een bedrijfstakpensioenfonds (ABP) en wordt, overeenkomstig de Richtlijn Jaarverslaggeving, in de jaarrekening verwerkt als toegezegde bijdrageregeling. Dit betekent dat het over het boekjaar verschuldigde premies als kosten worden verantwoord. Ultimo 2018 was de dekkingsgraad* van het ABP 97,0% en zijn de pensioenen niet geïndexeerd. De risico’s van loonontwikkeling, prijsindexatie en beleggingsrendement op het fondsvermogen zullen mogelijk leiden tot toekomstige aanpassingen in de jaarlijkse bijdragen aan het pensioenfonds. Deze risico's komen niet tot uitdrukking in een in de balans opgenomen voorziening.

*De dekkingsgraad is de verhouding tussen het vermogen en de verplichtingen van het pensioenfonds. Deze

verhouding wordt uitgedrukt in een percentage dat aangeeft hoe groot het vermogen is ten opzichte van de waarde van

de pensioenverplichtingen.

Uit berichtgeving van het ABP volgt dat op basis van de laatste stand van de beleidsdekkingsgraad, het ABP inschat dat de pensioenen de komende vijf jaar niet of nauwelijks verhoogd zullen worden. In 2018 zijn de pensioenen niet verlaagd, maar de kans blijft aanwezig dat dit in 2019 wel aan de orde komt. Ontslagvergoedingen Ontslagvergoedingen zijn vergoedingen die worden toegekend in ruil voor de beëindiging van het dienstverband. Een uitkering als gevolg van ontslag wordt als verplichting en als last verwerkt als de stichting zich aantoonbaar onvoorwaardelijk heeft verbonden tot betaling van een ontslagvergoeding. Als het ontslag onderdeel is van een reorganisatie, worden de kosten van de ontslagvergoeding opgenomen in een reorganisatievergoeding. Zie hiervoor de grondslag onder het hoofd Voorzieningen. Ontslagvergoedingen worden gewaardeerd met inachtneming van de aard van de vergoeding. Als de

Jaarrekening 2018 15

ontslagvergoeding een verbetering is van de beloningen na afloop van het dienstverband, vindt waardering plaats volgens dezelfde grondslagen die worden toegepast voor pensioenregelingen. Andere ontslagvergoedingen worden gewaardeerd op basis van de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichting af te wikkelen.

Rentebaten en soortgelijke baten en rentelasten en soortgelijke kosten

Rentebaten worden verantwoord in de periode waartoe zij behoren, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de desbetreffende actiefpost. Rentelasten en soortgelijke lasten worden verantwoord in de periode waartoe zij behoren.

Belastingen

Hierbij gaat het om de over de verslagperiode verschuldigde en verrekenbare winstbelastingen en latente belastingen. Deze belastingen worden in de staat van baten en lasten opgenomen, behalve als deze betrekking hebben op posten die rechtstreeks in het eigen vermogen worden opgenomen. In het laatste geval wordt de belasting in het eigen vermogen verwerkt. De over het boekjaar verschuldigde en verrekenbare belasting is de naar verwachting te betalen belasting over de belastbare winst over het boekjaar. Deze is berekend aan de hand van de geldende belastingtarieven en eventuele correcties op de over voorgaande jaren verschuldigde belasting, waarbij een groot deel van de activiteiten niet onder de vennootschapsbelastingplicht valt op basis van de activiteitentoets als de bekostigingseis van de subjectvrijstelling ex artikel 6b lid 1 onderdeel b Wet VPB 1969. Leasecontracten

ROC Friese Poort kan financiële en operationele leasecontracten afsluiten. Een leaseovereenkomst waarbij de voor- en nadelen verbonden aan het eigendom van het leaseobject geheel of nagenoeg geheel door de lessee worden gedragen, wordt aangemerkt als financiële lease. Alle ander leaseovereenkomsten classificeren als operationele leases. Bij de leaseclassificatie is de economische realiteit van de transactie bepalend en niet zozeer de juridische vorm. Classificatie van de lease vindt plaats op het tijdstip van het aangaan van de betreffende leaseovereenkomst. ROC Friese Poort heeft geen financiële leasecontracten afgesloten. Als ROC Friese Poort optreedt als lessee in een operationele lease, wordt het leaseobject niet geactiveerd. Leasebetalingen inzake de operationele lease worden lineair over de leaseperiode ten laste van het resultaat gebracht. Gebeurtenissen na balansdatum

Gebeurtenissen die nadere informatie geven over de feitelijke situatie per balansdatum en die blijken tot aan de datum van het opmaken van de jaarrekening worden verwerkt in de jaarrekening. Gebeurtenissen die geen nadere informatie geven over de feitelijke situatie per balansdatum worden niet in de jaarrekening verwerkt. Als dergelijke gebeurtenissen van belang zijn voor de oordeelsvorming van de gebruikers van de jaarrekening, worden de aard en de geschatte financiële gevolgen ervan toegelicht in de jaarrekening Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit de liquide middelen en beleggingen die zonder beperkingen en zonder materieel risico van waardeverminderingen als gevolg van de transactie kunnen worden omgezet in geldmiddelen. Ontvangsten en uitgaven uit hoofde van interest, ontvangen dividenden en winstbelastingen zijn opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten. Betaalde dividenden zijn opgenomen onder de kasstroom uit financierings-activiteiten.

Jaarrekening 2018 16

TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS

VASTE ACTIVA

1.1 Immateriële vaste activa

1.1 Immateriële vaste activa

1.1.1 Ontwikkelings-kosten 1.1.3 Goodwill

Totaal immateriële vaste activa

Aanschafwaarde primo boekjaar 125.284 158.381 283.665

Cumulatieve afschrijvingen primo boekjaar -93.963 -39.595 -133.558

Boekwaarde primo boekjaar 31.321 118.786 150.107

Investeringen boekjaar 0 0 0

Desinvesteringen aanschafwaarde (*) 0 0 0

Cumulatieve afschrijvingen desinvesteringen (*) 0 0 0

Afschrijvingen lopend jaar -31.321 -15.838 -.47.159

Aanschafwaarde ultimo boekjaar 125.284 158.381 283.665

Cumulatieve afschrijvingen -125.284 -55.434 -180.718

Boekwaarde ultimo boekjaar 0 102.947 102.947 Onder de ontwikkelingskosten is opgenomen het deel van de website, dat is geactiveerd. De investeringen in goodwill in 2015 betreft door ROC Friese Poort Bedrijfsopleidingen betaalde goodwill voor overname van activiteiten en klantenbestanden van Maritieme Opleidingen Urk en Kennis Instituut Veiligheid. De goodwill wordt in 10 jaar afgeschreven.

1.2. Materiële vaste activa

*) Toelichting op de desinvesteringen aanschafwaarde en cumulatieve afschrijvingen desinvesteringen: voor inventaris en apparatuur betreft dit voor € 167.000 posten van een boekhoudkundige aard, waarbij activa die geen boekwaarde meer hebben en niet meer dienstbaar zijn aan de bedrijfsvoering uit de activastaat zijn verwijderd. Deze opschoningsactie heeft per saldo geen invloed op de hoogte van de boekwaarde, maar de posten cumulatieve aanschafwaarde en de cumulatieve afschrijvingen nemen hierdoor wel af.

1.2.1 Terreinen

1.2.1 Gebouwen

1.2.2 Inventaris en apparatuur

1.2.4 In uitvoering en vooruitbetaling

Totaal materiële vaste activa

9.928.209 112.360.804 38.326.710 0 160.615.722

0 -46.197.857 -21.900.422 0 -68.098.279

9.928.209 66.162.946 16.426.288 0 92.517.444

0 99.053 3.695.599 155.764 3.950.416

Desinvesteringen aanschafwaarde (*) -165.000 0 -170.246 0 -335.246

0 0 166.795 0 166.795

Afschrijvingen lopend jaar 0 -4.091.068 -4.386.062 0 -8.477.130

Aanschafwaarde ultimo boekjaar 9.763.209 112.459.857 41.852.063 155.764 164.230.893

Cumulatieve afschrijvingen 0 -50.288.925 -26.119.689 0 -76.408.613

9.763.209 62.170.931 15.732.375 155.764 87.822.279Boekwaarde ultimo boekjaar

1.2 Materiële vaste activaAanschafwaarde primo boekjaarCumulatieve afschrijvingen primo boekjaar

Boekwaarde primo boekjaar

Investeringen boekjaar

Cumulatieve afschrijvingen desinvesteringen (*)

Jaarrekening 2018 17

1.2.1. Terreinen en gebouwen

In 2018 is grond aan de Ouddeelstraat te Leeuwarden verkocht met een boekwaarde van € 165.000. In de afschrijvingen is € 152.126 opgenomen als versnelde afschrijving van het pand Wilaarderburen vanwege de geplande sloop van het pand eind 2022. 1.2.2. Inventaris en apparatuur

In 2018 is € 3,7 mln. (2017: € 6,5 mln.) in inventaris en apparatuur geïnvesteerd. Hiervan is € 2,0 mln. uitgegeven aan hardware: nieuwe laptops en een beperkt aantal desktops die zijn vervangen. Investeringen in machines en apparatuur bedraagt € 1,3 mln. hoofdzakelijk ten behoeve van het onderwijs, waaronder gespecialiseerde hulpmiddelen zoals lassimulatoren en watersnijmachines. Het overige bedrag aan investeringen betreft meubilair ten behoeve van kantoor en studenten. 1.2.4. In uitvoering en vooruitbetalingen

De post van € 0,2 mln. bestaat voornamelijk uit voorbereidende activiteiten voor de bouw van een techniekloods in Drachten en (de inrichting van) het nieuwe Cambuurstadion in Leeuwarden. WOZ-waarde

Waarde ultimo (bedragen x 1.000) 2018 2017 2016 2015 2014

WOZ-waarde gebouwen en terreinen € 79.601 € 70.888 € 81.832 € 77.800 € 76.801 De WOZ-waarde van alle gebouwen en terreinen is gebaseerd op peildatum 1 januari 2017. Deze peildatum is financieel bepalend voor het kalenderjaar 2018. De WOZ waarde lag 8,8 mln. hoger dan het jaar ervoor a.g.v. het nieuwe gebouw voor Uniformberoepen. Verzekerde waarde

Waarde ultimo (bedragen x 1.000) 2018 2017 2016 2015 2014

Verzekerde waarde gebouwen € 156.873 € 154.353 € 145.138 € 143.184 € 129.213 De verzekerde waarde is per 1 januari 2019 (ultimo 2018). De stijging van de waarde ten opzichte van het voorgaande jaar is het gevolg van indexatie. De nieuwbouw van Uniformberoepen was utimo 2017 al meegenomen in de verzekerde waarde.

VLOTTENDE ACTIVA

1.5. Vorderingen

1.5 Vorderingen Huidig jaar Vorig jaar

1.5.1 Debiteuren algemeen 1.519.093 2.399.511 1.5.5 Vorderingen op studenten/deelnemers/cursisten 394.764 414.592 1.5.6 Belastingen en sociale premies 0 151.652 1.5.7 Overige vorderingen 548.530 112.503 1.5.8 Overlopende activa 1.262.818 1.022.483 1.5.9 Voorzieningen wegens oninbaarheid -219.575 -234.947 1.5 Totaal 3.505.630 3.865.794

De boekwaarde van de opgenomen vorderingen benadert de reële waarde, gegeven het kortlopende karakter van de vorderingen en het feit dat waar nodig voorzieningen voor oninbaarheid zijn gevormd. De vorderingen hebben een looptijd korter dan één jaar.

Jaarrekening 2018 18

1.5.1. Debiteuren

Ultimo 2018 is het saldo debiteuren € 0,9 mln. gedaald ten opzichte van 2017. In december 2017 stond een vordering van 0,8 mln, van ROC Friese Poort Bedrijfsopleidingen op Defensie open, deze is in 2018 afgewikkeld..

1.5.8. Overlopende activa

Onder de overlopende activa zijn begrepen de nog te ontvangen en vooruitbetaalde bedragen. De vooruitbetaalde bedragen betreffen facturen welke in 2018 zijn ontvangen maar, al dan niet gedeeltelijk, betrekking hebben op 2019. De stijging t.o.v. 2017 is gerelateerd aan eerder ontvangen facturen m.b.t. software licenties en verzekeringen. 1.5.9. Voorziening wegens oninbaarheid

Het verloop van de voorziening wegens oninbaarheid is als volgt:

Huidig jaar Vorig jaar

Stand per 1 januari -234.947 -154.402 Onttrekking 149.803 77.123 Dotatie -134.431 -157.668

Stand per 31 december -219.575 -234.947 De voorziening wegens oninbaarheid heeft betrekking op de post debiteuren. Ultimo 2018 is de voorziening voor € 139.286 gevormd door ROC Friese Poort Bedrijfsopleidingen (2017 € 153.556), de rest van de voorziening heeft betrekking op de vestingen van ROC Friese Poort.

1.7. Liquide middelen

1.7 Liquide middelen Huidig jaar Vorig jaar 1.7.1 Kasmiddelen 2.520 5.229 1.7.2 Banken 28.304.134 27.385.048 1.7.3 Deposito's 0 0 1.7.4 Overige 0 0

1.7 Totaal liquide middelen 28.306.654 27.390.277 Ultimo 2018 bestaan de liquide middelen uit kasgelden, het saldo van de lopende rekeningen en uitstaande spaargelden bij banken. Afhankelijk van de markt worden deze middelen conform het treasury statuut van ROC Friese Poort weggezet op spaar- dan wel depositorekeningen. De liquide middelen staan ter vrije beschikking van ROC Friese Poort en zijn niet weggezet voor een periode langer dan één jaar.

Jaarrekening 2018 19

PASSIVA

2.1. Eigen vermogen Ultimo 2018 bedraagt het groepsvermogen € 85.131.177. Voor een toelichting op het aandeel van de stichting in het groepsvermogen, wordt verwezen naar de toelichting op het eigen vermogen in de enkelvoudige jaarrekening.

2.2. Voorzieningen

2.2.1. Personeelsvoorzieningen

De personele voorzieningen ultimo 2018 bestaan uit de voorziening wachtgeld, spaarverlof ADV, WGA, duurzame inzetbaarheid senioren, jubileum en overige personele voorzieningen. De wachtgeldvoorziening is opgenomen ten behoeve van de langlopende wachtgeld verplichtingen welke voor rekening van de werkgever komen. Ultimo 2018 is deze verplichting opgenomen voor negentien wachtgelders, waarvan de verplichting naar verwachting tot 2020 doorloopt. De kortlopende wachtgeldverplichtingen worden direct als periodelast verantwoord. Voor de voorziening spaarverlof ADV geldt dat deze regeling is komen te vervallen of vervangen. Dit houdt in dat er geen nieuwe instroom is in deze regelingen. De onttrekkingen en dotaties binnen deze voorzieningen gelden voor bestaande gevallen en mensen die onder de overgangsregelingen vallen, zoals deze zijn opgenomen in de CAO. De WGA voorziening is gevormd vanwege het eigen risicodragerschap voor de WGA en Ziektewet. De onttrekking betreft de kosten voor WGA- en Ziektewetuitkeringen. De WGA voorziening kan als gevolg van de nieuwe CAO niet langer (gedeeltelijk) worden ingehouden op de personeelssalarissen. Hierdoor is er sprake van een hogere dotatie dan gebruikelijk en is de voorziening gestegen ondanks een afname van het aantal WGA’ers. De kosten van de WGA’ers worden voorzien op basis van een individuele inschatting van de verwachte arbeidsongeschiktheid en de verwachte looptijd van de WGA-uitkering, met een maximale looptijd van tien jaar. De kosten zijn gebaseerd op de bekende WGA’ers en zieke op balansdatum en op de verwachte instroom in de WGA en de Ziektewet. Duurzame inzetbaarheid Vanaf de cao middelbaar beroepsonderwijs 2014-2015 geldt de regeling Duurzame inzetbaarheid voor oudere werknemers. Binnen deze regeling vallen zowel de overgangsregeling BAPO als de nieuwe regeling seniorenverlof. Deze regelingen brengen voor ROC Friese Poort verplichtingen met zich mee, doordat werknemers aanspraak kunnen maken op werktijdvermindering. De nieuwe regeling Seniorenverlof kent dezelfde strekking als de BAPO-regeling, maar volgens de huidige verslaggevingsregels (RJO) geldt voor deze nieuwe regeling Seniorenverlof dat er wel een verplichting (voorziening) in de balans opgenomen zou moeten worden. Op dit moment zijn er negen medewerkers (2017 zeven) die gebruik maken van de regeling duurzame inzetbaarheid. Hiermee is in de voorziening rekening gehouden. Voor de groep medewerkers die wel rechten opbouwen, maar nog niet hebben aangegeven of zij al dan niet gebruik willen maken van de regeling, is geen voorziening getroffen. Op dit moment is er nog onvoldoende informatie beschikbaar om een betrouwbare schatting te kunnen maken van de kans dat deze medewerkers daadwerkelijk van de regeling gebruik zullen gaan maken. Dit geldt ook voor de groep medewerkers die binnen nu en vijf jaar het recht

Saldo vorig jaar

Dotaties Onttrekkingen Vrijval Stand ultimo boekjaar

Kortlopend deel (<1 jaar)

Langlopend deel (>1 jaar < 5 jaar)

Langlopend deel (>5 jaar)

2.2.1 PersoneelsvoorzieningenVoorziening wachtgeld 252.000 83.264 61.264 0 274.000 217.000 57.000 0Voorziening spaarverlof ADV 76.080 3.457 9.809 0 69.729 9.223 25.320 35.186Voorziening WGA 717.000 598.511 332.511 0 983.000 249.000 500.000 234.000Voorziening Duurzame inzetbaarheid 150.000 0 0 0 150.000 20.000 80.000 50.000Voorziening Jubileum 857.509 126.848 82.000 -574 901.783 50.230 334.826 516.728Overige personele voorzieningen 65.716 40.000 0 0 105.716 9.195 96.521 0Totaal 2.118.305 852.080 485.584 -574 2.484.227 554.648 1.093.666 835.914

2.2.2 Voorziening verlieslatende contracten 0 0 0 0 0 0 0 02.2.3 Voorziening groot onderhoud 2.359.028 273.000 114.041 0 2.517.987 107.895 1.085.549 1.324.5422.2 Totaal voorzieningen 4.477.333 1.125.080 599.626 -574 5.002.214 662.543 2.179.215 2.160.456

Jaarrekening 2018 20

opbouwt om gebruik te mogen maken van de regeling. Omwille hiervan zijn deze mogelijke toekomstige verplichtingen nog niet als voorziening verantwoord in de jaarrekening. De jubileumvoorziening heeft betrekking op uitkering aan medewerkers op basis van de duur van het dienstverband. De voorziening voor jubileumuitkeringen is bepaald via een berekeningsmodel, waarin rekening gehouden is met de blijfkans van medewerkers en een gemiddelde indexatie van het brutosalaris van 1,5% en een disconteringsrente van 0,35%.

De overige personele voorzieningen bestaan grotendeels uit een voorziening voor het lustrumfeest. De dotatie heeft betrekking op de kosten voor het lustrum in 2019. Voor het lustrumfeest in 2019 zal een totale voorziening van € 0,1 mln. worden opgebouwd in de periode van vijf jaar. Uitgezonderd de jubileumvoorziening zijn de personele voorzieningen niet contant gemaakt. Hierbij wordt als uitgangspunt genomen dat de potentiële invloed van de indexering van de lonen het niet contant maken van de voorzieningen compenseert.

2.2.3. Voorziening groot onderhoud

De voorziening groot onderhoud is bestemd voor egalisatie van uitgaven inzake onderhoud aan gebouwen en terreinen die een onregelmatig verloop kennen over een aantal jaren. De voorziening groot onderhoud is gebaseerd op het meerjarenonderhoudsplan (gedateerd op 2015, lopende van 2015 t/m 2045), waarbij vanuit het meerjaren-onderhoudsplan jaarlijks een statische toets wordt uitgevoerd op de te verrichten groot onderhoudsuitgaven (op activiteitenniveau) voor de komende tien jaar, rekening houdend met ontwikkelingen in het huisvestingsplan. De dotatie aan de voorziening groot onderhoud bedroeg in 2018 € 0,3 mln. De onttrekking bedroeg € 0,1 mln.

2.3. Langlopende schulden

Hoofdsom primo boekjaar > 1 jaar

Aflossing 2018

Hoofdsom ultimo boekjaar > 1 jaar

Looptijd > 1 jaar en < 5 jaar

Looptijd > 5 jaar

Rentevoet

2.3.3 Kredietinstellingen 883.874 112.447 771.427 290.419 481.007 5,6%

Totaal langlopende schulden

883.874 112.447 771.427 290.419 481.007

Onder kredietinstellingen zijn vier afgesloten leningen van de BNG Bank opgenomen voor de financiering van gebouwen en terreinen. De jaarlijkse rente en aflossing worden betaald uit de jaarlijkse huisvestingvergoeding. Ultimo boekjaar bedraagt de totale schuld aan BNG Bank € 883.974 (primo boekjaar: € 996.421). Hiervan is het bedrag waarvoor de looptijd korter dan één jaar is (€ 112.447), opgenomen onder de kortlopende schulden aan kredietinstellingen (2.4.1). De rente van de leningen is vast gedurende de looptijd. De rentevoet betreft de gemiddelde rente die over de leningen verschuldigd is. Deze bedraagt gemiddeld 5,6%. De renteherzieningsdatum van de grootste van de vier leningen is 1 juni 2020. De reële waarde benadert de boekwaarde. Als zekerheid voor de afgesloten leningen geldt een onvoorwaardelijke garantie door de Stichting Waarborgfonds BVE.

2.4. Kortlopende schulden

2.4 Kortlopende schulden Huidig jaar Vorig jaar 2.4.1 Kredietinstellingen 112.447 112.447 2.4.2 Vooruitgefactureerde en -ontvangen termijnen OHW 2.331.819 2.711.895 2.4.3 Crediteuren 2.112.051 4.044.690

Jaarrekening 2018 21

2.4.7 Belastingen en premies sociale verzekeringen

Loonheffing 4.048.639 3.832.614

Premies sociale verzekeringen 0 81.105 Omzetbelasting 57.004 0

Totaal 4.105.643 3.913.719 2.4.8 Schulden terzake van pensioenen 1.130.582 1.046.016 2.4.9 Overige kortlopende schulden 229.093 199.539

2.4.10 Overlopende passiva

Vooruitontvangen college-, cursus- en lesgelden 1.097.046 1.021.016

Vooruitontvangen subsidies OCW geoormerkt 3.324.755 2.905.795

Vooruitontvangen investeringssubsidies 3.345.832 3.783.292

Vakantiegeld en -dagen 3.950.411 3.688.972

Overig 7.093.018 6.121.935

Totaal 18.811.062 17.521.010

2.4 Totaal kortlopende schulden 28.832.697 29.549.317 2.4.1. Kredietinstellingen Het saldo onder kredietinstellingen betreft de aflossingsverplichtingen van de langlopende leningen in het jaar na balansdatum. 2.4.2. Vooruitgefactureerde en –ontvangen termijnen onderhanden projecten

Het per ultimo 2018 openstaand saldo onderhanden projecten van ROC Friese Poort Bedrijfsopleidingen bestaat uit gerealiseerde projectkosten, gedeclareerde termijnen en toegerekende winst:

Huidig jaar Vorig jaar Gerealiseerde projectkosten -2.175.838 -2.099.449 Gedeclareerde termijnen 5.562.400 3.291.035 Toegerekende winst -1.054.743 -1.078.255 Totaal Onderhanden projecten 2.331.819 2.711.895

In de waardering van de onderhanden projecten is rekening gehouden met voorzienbare verliezen. 2.4.10. Overlopende passiva

In 2018 is de rubriek vooruitontvangen college-, cursus- en lesgelden opgenomen voor € 1.097.046. Dit betreft de cursusgelden welke in 2018 zijn ontvangen voor het collegejaar 2018-2019. Het deel wat betrekking heeft op 2019 is in de balans opgenomen. De geoormerkte vooruitontvangen subsidies van OCW betreffen de geoormerkte subsidies die ontvangen zijn van OCW, maar in een volgend jaar worden ingezet. In model G op de volgende pagina is een overzicht van de betreffende subsidies opgenomen. De vooruitontvangen investeringssubsidies betreffen subsidies voor materiële activa, zoals gebouwen. De jaarlijkse vrijval ten gunste van het resultaat verloopt evenredig met de afschrijvingen van de betreffende activa en wordt gepresenteerd onder 3.1.2 toerekening investeringssubsidies OCW en 3.2.2 overige overheidsbijdragen. Van deze post heeft € 0,4 mln. een looptijd korter dan een jaar, € 1,1 mln. een looptijd langer dan één jaar maar korter dan vijf jaar en € 1,8 mln. een looptijd langer dan vijf jaar.

Jaarrekening 2018 22

Onder de overige overlopende passiva zijn onder andere opgenomen de vooruitontvangen niet-geoormerkte OCW-subsidies. Deze subsidies zijn reeds ontvangen op balansdatum, maar worden in een volgend jaar ingezet. Ultimo 2018 bedraagt dit € 4,7 mln. totaal (ultimo 2017 € 5,3 mln.). Financiële instrumenten:

ROC Friese Poort maakt gebruik van uiteenlopende financiële instrumenten die de organisatie blootstelt aan markt-, rente-, kasstroom-, krediet- en liquiditeitsrisico. Om deze risico’s te beheersen heeft de organisatie een beleid inclusief een stelsel van limieten en procedures opgesteld om de risico’s van onvoorspelbare ongunstige ontwikkelingen op de financiële markten en daarmee de financiële prestatie van de organisatie te beperken.

De organisatie zet geen afgeleide financiële instrumenten in om risico’s te beheersen en maakt geen gebruik van derivaten. Kredietrisico: De vorderingen uit hoofde van debiteuren zijn getoetst op inbaarheid en voor zover nodig geacht voorzien. Voor de kredietrisico’s inzake de overige vorderingen wordt verwezen naar financiële vaste activa en vorderingen. Renterisico: Het renterisico is beperkt tot eventuele veranderingen in de marktwaarde van opgenomen en uitgegeven leningen. Bij deze leningen is sprake van een vast rentepercentage over de gehele looptijd. De leningen worden aangehouden tot einde van de looptijd. De organisatie heeft derhalve als beleid om geen afgeleide financiële instrumenten te gebruiken om (tussentijdse) rentefluctuaties te beheersen.

Liquiditeitsrisico: De organisatie loopt geen significante liquiditeitsrisico’s. Er geldt een treasurystatuut voor het mitigeren van de liquiditeitsrisico’s. ROC Friese Poort heeft een goede financiële positie met voldoende eigen vermogen en liquide middelen.

Model G Verantwoording subsidies

G1 Verantwoording van subsidies zonder verrekeningsclausuleOmschrijving Prestatie

afgerond

Kenmerk Datum ja/neeSubsidie zij-instroom 683376-1 20-3-2015 jaSubsidie zij-instroom 683376-1/700759-1 15-4-2015 jaSubsidie zij-instroom DL/B/110284 20-11-2013 jaSubsidie zij-instroom 2016 781841-1 22-11-2016 jaSubsidie zij-instroom 2017 842586-1 19-5-2017 neeSubsidie zij-instroom 2017 865464-1 19-12-2017 neeSubsidie studieverlof BVE 2016 775562-1 20-9-2016 jaSubsidie studieverlof BVE 2017 852133-1 20-9-2017 neeSubsidie studieverlof BVE 2017 855213-1 20-10-2017 jaSubsidie studieverlof BVE 2017 856762-1 21-11-2017 jaVoorziening Leermiddelen minimagezinnen 2017 849432-1 22-8-2017 neeAspirant-opleidingsschool NHL-ROC Friese Poort OS-2017-C-005 1-12-2017 neeSubsidie studieverlof BVE 2018 928220-1 28-8-2018 neeSubsidie studieverlof BVE 2018 933737-1 17-10-2018 jaSubsidie studieverlof BVE 2018 940978-1 19-11-2018 neeSubsidie zij-instroom 2018 883837-1 22-12-2017 neeSubsidie zij-instroom 2018 888800-1 20-2-2018 neeSubsidie zij-instroom 2019 962614-1 22-1-2019 neeVoorziening Leermiddelen minimagezinnen 2018 926380-2 9-8-2018 neeToekenning subsidie doorstroomprogramma MBO-HBO DHB018020 15-3-2019 neeToekenning subsidie doorstroomprogramma MBO-HBO DHBO019011 30-10-2018 neeTotaal

G2 G2 Verantwoording van subsidies met verrekeningsclausule

G2-A Aflopend per ultimo verslagjaarOmschrijving Bedrag

toewijzing Ontvangen t/m

vorig verslagjaar Lasten t/m vorig

verslagjaar Stand begin

verslagjaar Ontvangst in

verslagjaar Lasten in

verslagjaar Te verrekenen

ultimo verslagjaar

Kenmerk Datum € €Voorziening leermiddelen minimagezinnen 2016 786410-1 20-12-2016 137.728 137.728 63.586 74.142 - - 74.142 Subsidieregeling schoolmaatschappelijk werk in het mbo 2017 804581-1 20-1-2017 427.644 427.644 304.910 122.734 - 122.734 - Totaal 565.372 565.372 368.496 196.876 - 122.734 74.142

G2-B Doorlopend tot in volgend verslagjaarOmschrijving Bedrag

toewijzing Ontvangen t/m

vorig verslagjaar Lasten t/m vorig

verslagjaar Stand begin

verslagjaar Ontvangst in

verslagjaar Lasten in

verslagjaarStand ultimo verslagjaar

Saldo nog te besteden ultimo

verslagjaarKenmerk Datum € € € € €

Subsidieregeling schoolmaatschappelijk werk in het mbo 2018 874302-2 18-1-2018 406.539 - - - 406.539 289.862 116.677 116.677 Regionaal investeringsfonds MBO RIF: Centrum voor Innovatief Vakmanschap Healthy Ageing Friesland

940754 23-5-2016 1.449.221 797.071 164.381 632.690 72.461 - 705.151 1.284.840

Regionaal Investeringsfonds MBO RIF17018, Yacht Builders Academy

1190377 23-5-2017 789.324 276.263 104.793 171.470 157.865 230.654 98.681 453.877

Regionaal Programma 2017-2020 Voortijdig Schoolverlaten RMC-regio Friesland-Oost

OND/ODB-2016/17737 U 14-11-2016 1.097.360 548.680 10.427 538.253 274.340 25.132 787.462 1.061.802

Regionaal Programma 2017-2020 Voortijdig Schoolverlaten RMC-regio Zuidwest-Friesland

OND/ODB-2016/17738 U 14-11-2016 487.170 243.586 116.999 126.587 121.793 96.216 152.164 273.955

Regionaal Programma 2017-2020 Voortijdig Schoolverlaten RMC-regio Friesland-Noord

OND/ODB-2016/17739 U 14-11-2016 1.446.040 723.020 273.437 449.583 361.510 341.121 469.972 831.482

Regionaal Programma 2017-2020 Voortijdig Schoolverlaten RMC-regio Flevoland

OND/ODB-2016/17725 U 14-11-2016 88.261 79.435 - 79.435 97.087 132.391 44.131 -44.130

Totaal 5.763.915 2.668.055 670.037 1.998.018 1.491.594 1.115.376 2.374.237 3.978.502

TOTAAL G2 1.491.594 1.238.109 2.448.379

Toewijzing

Toewijzing

Toewijzing

NIET IN DE BALANS OPGENOMEN VERPLICHTINGEN / ACTIVA

Waarborgfonds BVE ROC Friese Poort is aangesloten bij de stichting Waarborgfonds BVE. Het waarborgfonds stelt zich borg ten gunste van geldgevers van geldleningen die voor huisvesting worden verstrekt aan bve-instellingen. Het borgen heeft veelal een rentevoordeel tot gevolg. Zo heeft ROC Friese Poort ultimo 2018 vier leningen bij het fonds geborgd. Elke aangesloten instelling kan jaarlijks aangesproken worden tot maximaal 2% van de rijksbijdrage. Dit kan geschieden indien individuele instellingen hun financiële verplichtingen voor geborgde leningen niet meer kunnen voldoen. De maximaal latente claim bedraagt voor ROC Friese Poort jaarlijks circa € 2,2 mln. (prijsniveau 2018). Huurverplichtingen De huurverplichtingen die ROC Friese Poort op balansdatum heeft en die een meerjarige looptijd hebben, kunnen als volgt ingedeeld worden: € 501.000 huurverplichting in 2019 € 620.000 huurverplichting met een looptijd langer dan een jaar en korter dan vijf jaar Er zijn geen huurverplichtingen met een looptijd langer dan vijf jaar. Als toelichting op de grootste posten: In de huurverplichting 2019 is voor de Centrale Diensten de huur van de Eenhoorn, Leeuwarden opgenomen voor € 152.000. Ten behoeve van de opleidingen van de vestiging Sneek wordt tijdelijk gehuurd bij de Rabobank, deze huurverplichting bedraagt € 100.000 per jaar. Operational leaseverplichtingen Voor drie personenauto’s is een operational leasecontract afgesloten. De aangegane operational leasever-plichtingen bedragen € 36.000 in 2019 en € 59.000 voor de jaren 2020 t/m 2022.

Jaarrekening 2018 25

TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE STAAT VAN BATEN EN LASTEN

OVER 2018

BATEN

3.1 Rijksbijdrage sector BVE Huidig jaar Begroting Vorig jaar

3.1.1 Rijksbijdrage OCW

Vergoeding studenten 69.678.347 67.285.949 66.689.458

Vergoeding diploma's 15.370.106 15.370.020 15.543.005

Vergoeding Passend Onderwijs 1.563.755 1.591.933 1.573.440

Huisvestingsvergoeding 6.269.731 6.271.692 6.222.216

Vergoeding Entree 3.241.553 3.212.662 2.987.519

Overgangsbekostiging (extern) -62.542 -40.018 -125.084

Inhouding cursusgelden -1.434.714 -1.549.375 -1.290.894

Totaal Rijksbijdrage OCW 94.626.237 92.142.863 91.599.660

3.1.2 Overige subsidies OCW

Geoormerkte OCW subsidies 2.244.222 1.418.833 1.711.342 Niet-geoormerkte OCW subsidies 14.923.780 14.727.455 15.864.509 Toerekening investeringssubsidies OCW 187.224 195.114 213.878 Totaal overige subsidies OCW 17.355.226 16.341.402 17.789.729

3.1.3 Af: inkomensoverdrachten 0 0 0

3.1 Totaal Rijksbijdrage 111.981.462 108.484.265 109.389.389 3.1.1. Rijksbijdrage OCW De rijksbijdrage bestaat uit de vergoeding voor deelnemers, diploma’s, Passend Onderwijs, huisvesting, Entree en overgangsbekostiging. De inhouding cursusgelden betreffen de aan het ministerie af te dragen cursusgelden. De rijksbijdrage valt hoger uit dan begroot, door prijscompensatie voor gestegen loonkosten. 3.1.2. Overige subsidies OCW De geoormerkte OCW subsidies betreffen de bestedingen in het kader van onder andere Schoolmaatschappelijk werk, Subsidie zij-instroom en Studieverlof BVE. Een volledig overzicht van de besteding van geoormerkte subsidies is terug te vinden onder 2.4.10. overlopende passiva. Onder de niet geoormerkte OCW vergoeding zijn naast de gelden uit de kwaliteitsafspraken mbo onder andere ook de wachtgeldvergoeding en subsidies Voortijdig Schoolverlaten opgenomen.

3.2 Overige overheidsbijdragen en –subsidies

3.2 Overige overheidsbijdragen Huidig jaar Begroting Vorig jaar

3.2.1 Gemeentelijke bijdragen en subsidies

3.2.1a Gemeentelijke bijdrage Educatie 114.252 0 39.254 Totaal gemeentelijke bijdragen en subsidies 114.252 0 39.254

3.2.2 Overige overheidsbijdragen 615.041 511.686 806.668

3.2 Totaal overige overheidsbijdragen 729.293 511.686 845.922

Jaarrekening 2018 26

3.2.2. Overige overheidsbijdragen Hieronder zijn de niet van OCW afkomstige investeringssubsidies opgenomen (€ 208.778). Hieronder valt de bijdrage aan Centrum Duurzaam, de gebouwen voor CVO en de parkeerplaatsen in Leeuwarden en Emmeloord. Daarnaast vallen hieronder de programmagelden VSV en de subsidie vaccinatie stageplaatsen zorg van VWS.

3.3 College-, cursus, les en examengelden

3.3 College- cursus- les- en examengelden Huidig jaar Begroting Vorig jaar

3.3.2 Cursusgelden sector BE 1.973.328 1.864.618 774.280

3.3 Totaal College- cursus- les en examengelden 1.973.328 1.864.618 774.280 3.3.2 College-, cursus-, les- en examengelden De cursusgelden vallen hoger uit dan vorig jaar doordat met ingang van 2017 de opbrengst cursusgelden gecorrigeerd worden met het deel wat betrekking heeft op het volgende boekjaar. De ontvangsten in 2018 hebben betrekking op het collegejaar 2018-2019.

3.4 Baten werk in opdracht van derden

3.4 Baten werk in opdracht van derden Huidig jaar Begroting Vorig jaar

3.4.1 Contractonderwijs

Bedrijven 4.963.187 5.245.643 5.076.831

Totaal contractonderwijs 4.963.187 5.245.643 5.076.831

3.4.2 Contractonderzoek 0 0 0 3.4.3 Overige baten werk in opdracht van derden

Overige baten in opdracht van derden 914.712 674.890 1.338.210

Totaal contractonderwijs 914.712 674.890 1.338.210 3.4 Totaal baten werk in opdracht van derden 5.877.898 5.920.533 6.415.041

3.4.Baten werk in opdracht van derden De omzet contractonderwijs (Friese Poort Bedrijfsopleidingen) ligt iets lager dan vorig jaar. Tegenover een stijging in het Domein Zorg & Welzijn en bij Techniek staat een daling bij Arbeidsmobiliteit (minder inburgering) en Veiligheid (teruggang bij Defensie).

3.5 Overige baten

3.5 Overige baten Huidig jaar Begroting Vorig jaar

3.5.1 Verhuur 69.390 42.230 88.323

3.5.2 Detacheringen personeel 1.183.802 906.250 1.098.565

3.5.4 Sponsoring 10.992 11.000 10.800

3.5.6 Overige

Verkopen kantine 295.397 188.300 259.616

Studentenbijdragen 950.502 916.750 901.244

Boekwinst activa 177.349 157.500 32.196

Overige 283.138 -11.494 139.800

totaal Overige 1.706.387 1.251.056 1.332.855

3.5 Totaal overige baten 2.970.572 2.210.536 2.530.543

Jaarrekening 2018 27

De overige baten vallen in 2018 hoger uit dan begroot. Dit komt door een toename van het aantal detacheringen die bij de start van het boekjaar nog niet voorzien waren.

LASTEN

4.1 Personele lasten

4.1 Personeelslasten Huidig jaar Begroting Vorig jaar

4.1.1 Lonen en salarissen

Bruto lonen en salarissen 70.912.510 68.495.474 66.266.031

Sociale lasten 8.229.145 7.102.124 8.196.712

Pensioenpremies 9.301.464 8.102.076 9.266.836

Totaal Lonen en salarissen 88.443.119 83.699.674 83.729.579

4.1.2 Overige personele lasten

4.1.2a Dotaties personele voorzieningen 406.540 140.000 -76.709

4.1.2b Personeel niet in loondienst 3.677.531 3.186.414 6.454.200

4.1.2c Overig 7.289.408 7.469.353 7.442.859

4.1.2d Vrijval uit personele voorzieningen 6.274 38.873 -190.901

Totaal Overige personele lasten 11.379.753 10.834.640 13.629.449

4.1.3 Af: Uitkeringen 489.763 325.000 571.022

4.1 Totaal personeelslasten 99.333.110 94.209.314 96.788.005 4.1.1 Lonen en salarissen Als gevolg van de nieuwe CAO zijn de personeelslasten in 2018 met € 2,0 mln gestegen. De overige stijging is gerelateerd aan een hogere inzet van medewerkers. Gemiddeld zijn er over 2018 bruto 1.293 fte in dienst (2017: 1.255 fte). Netto zijn er in 2018 gemiddeld 1.251 fte (2017: 1.210 fte) in dienst. De bruto fte kunnen als volgt worden verdeeld:

Huidig jaar Begroting Vorig jaar

Management/directie (*) 10 10 8

Onderwijzend personeel 926 930 925

Ondersteunend personeel 357 318 322

Totaal fte in dienst 1.293 1.258 1.255 *) Management/directie betreft College van Bestuur en de vestigingsdirecteuren. Vanaf 2018 maken onderwijsmanagers deel uit van de categorie ondersteunend personeel. Tot 2018 maakten onderwijsmanagers deel uit van onderwijzend personeel. De vergelijkende cijfers (2017) zijn hierop niet aangepast, waarbij de onderwijsmanagers een omvang hebben van 61 fte onder categorie ondersteunend personeel in 2018 en in 2017 een omvang hebben van 61 fte onder de categorie onderwijzend personeel. 4.1.2 Overige personele lasten Onder de overige personele lasten vallen de dotaties aan personele voorzieningen, kosten voor uitzendkrachten en overige werknemer gerelateerde kosten zoals scholing en vestigingsactiviteiten.

Jaarrekening 2018 28

Wet normering bezoldiging topfunctionarissen Publieke en Semipublieke sector (WNT) Op 1 januari 2013 is de Wet normering topinkomens (WNT) in werking getreden. De WNT is van toepassing op Stichting voor Christelijk BVE Friesland/Flevoland (ROC Friese Poort). Het voor ROC Friese Poort toepasselijke bezoldigingsmaximum bedraagt in 2018 € 171.000 op basis van de indeling in klasse F. De beloning van het College van Bestuur en de Raad van Toezicht past binnen het bezoldigingsmaximum voor topfunctionarissen van onderwijsinstellingen. De beloning van de huidige bestuurders is passend binnen deze regeling. Aan de leden van Raad van Toezicht is in 2018 in totaal € 73.330 (2017 € 68.370) excl. BTW uitbetaald als vaste vergoeding. Voor alle leden van de Raad van Toezicht geldt dat zij onafhankelijk zijn in de zin van de branchecode governance. De leden van de Raad van Toezicht ontvangen een vaste vergoeding, passend binnen de kaders van de branchecode voor goed bestuur. In het kader van de WNT wordt gemeld dat er in 2018 (en 2017) geen bezoldigingen boven de vastgestelde WNT-norm zijn uitgekeerd aan niet-topfunctionarissen met een dienstverband.

WNT overzicht bezoldiging topfunctionarissen

Bedragen x € 1 Dhr. drs. H.W. Meijerink

Mw. drs. A. Muller

Dhr. drs. M.M. van Akkeren

Functiegegevens College van

Bestuur

College van

Bestuur

College van

Bestuur

Aanvang en einde functievervulling in 2018 01-01 tm 31-1201-03 tm 31-

12

Per 31-12-

2017 uit dienst

Deeltijdfactor in fte 1,0 1,0 getreden

(Fictieve) dienstbetrekking? ja ja

BezoldigingBeloning plus belastbare

onkostenvergoedingen 152.027 113.077

Beloningen betaalbaar op termijn 18.936 15.579

Subtotaal 170.964 128.656

Overeengekomen uitkeringen wegens 48.707

beeindiging dienstverband

Individueel toepasselijke

bezoldigingsmaximum 171.000 143.359 75.000

-/- Onverschuldigd betaald bedrag 0 0 0

Totale bezoldiging 170.964 128.656 48.707

Reden waarom de overschrijding al dan

niet is toegestaanN.v.t. N.v.t. N.v.t.

Gegevens 2017

Aanvang en einde functievervulling in 2017 01-01 tm 31-12 -01-01 tm 31-

12

Deeltijdfactor 2017 in fte 1,0 - 1,0

Beloning plus belastbare

onkostenvergoedingen 143.220 - 147.000

Beloningen betaalbaar op termijn 17.457 - 17.903

Totale bezoldiging 2017 160.677 - 164.903

Jaarrekening 2018 29

WNT overzicht toezichthoudende topfunctionarissen

4.2. Afschrijvingen

Huidig jaar Begroting Vorig jaar

4.2.1 Immateriële vaste activa 47.160 47.838 47.159

4.2.2 Materiele vaste activa 8.477.130 8.360.651 7.633.876

4.2 Totaal afschrijvingen 8.524.290 8.408.489 7.681.036

4.3. Huisvestingslasten

4.3 Huisvestingslasten Huidig jaar Begroting Vorig jaar

4.3.1 Huur 744.337 712.839 792.070

4.3.2 Verzekeringen 158.029 149.178 143.306

4.3.3 Onderhoud 1.811.709 2.032.424 2.238.309

4.3.4 Energie en water 892.670 882.300 841.985

4.3.5 Schoonmaakkosten 1.633.909 1.587.950 1.519.315

4.3.6 Heffingen 597.707 714.809 596.000

4.3.7 Overige 0 0 0

4.3 Totaal huisvestingslasten 5.838.363 6.079.500 6.130.985

Bedragen x € 1 Dhr. drs. ing. G. Jaarsma

Mevr. drs. J.M. Imhof

Mevr. drs. A.H. Mulder

Dhr. drs. B. Hoekstra

Dhr. drs. J. Olivier

Dhr. mr. F. Veenstra

Dhr. drs. W.J.T.

Renkema

Mevr. ds. T.K. Kwint

Dhr. drs. B.J.

Pastoor

Dhr. drs. P.D. van

der Zwan

Functiegegevens Voorzitter Lid Lid Lid Lid Lid Lid Lid Lid Aspirantlid

Aanvang en einde functievervulling in 2018 01-01 tm 31-1201-01 tm 31-

1201-01 tm 30-

0601-01 tm

31-1201-01 tm

31-1201-01 tm

31-1201-01 tm

31-0501-09 tm

31-1201-09 tm

31-1201-09 tm

31-12

Bezoldiging 2018Bezoldiging 15.537 10.260 5.130 10.260 10.369 10.260 4.275 3.420 3.470 228 Individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum

25.650 17.100 8.480 17.100 17.100 17.100 7.308 5.716 5.716 5.716

-/- Onverschuldigd betaald bedrag N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t.Totale bezoldiging 2018 15.537 10.260 5.130 10.260 10.369 10.260 4.275 3.420 3.470 228

Reden waarom de overschrijding al dan niet is toegestaan

N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t.

Gegevens 2017

Aanvang en einde functievervulling in 2017 24-03 tm 31-1201-01 tm 31-

1201-01 tm 31-

1201-01 tm

31-1201-01 tm

31-1201-01 tm

31-1201-01 tm

31-12N.v.t. N.v.t. N.v.t.

Beloning plus belastbare onkostenvergoedingen

10.396 8.832 8.832 8.832 8.850 8.832 9.312

Beloningen betaalbaar op termijn 0 0 0 0 0 0 0Totale bezoldiging 2017 10.396 8.832 8.832 8.832 8.850 8.832 9.312

Jaarrekening 2018 30

4.4. Overige lasten

4.4 Overige lasten Huidig jaar Begroting Vorig jaar

4.4.1 Administratie- en beheerslasten 6.129.371 5.896.027 6.048.861 4.4.2 Inventaris, apparatuur en leermiddelen 6.565.754 6.007.257 6.633.956 4.4.3 Dotatie overige voorzieningen 134.431 5.500 -2.387 4.4.4 Overige 895.963 796.687 760.669

4.4 Totaal overige lasten 13.725.519 12.705.471 13.441.098 4.4 Overige lasten De uitgaven voor inventaris, apparatuur en leermiddelen vallen hoger uit dan begroot door de besteding van de niet- begrote dividenduikering van bedrijfsopleidingen. In 2018 heeft ROC Friese Poort Bedrijfsopleidingen een dividenduitkering gedaan (winst van 2017) aan de vestigingen van ROC Friese Poort. De vestigingen hebben deze dividenduitkering besteed in 2018, de dividenduitkering is niet begroot in 2018. Accountantskosten Conform Titel 9 van boek 2 BW artikel 382a dient een opgave van de in het boekjaar ten laste van de rechtspersoon gebrachte honoraria met betrekking tot controle- en overige advieswerkzaamheden, uitgevoerd door de externe accountant en de accountantsorganisatie, te worden opgenomen. Dit overzicht is in tabel 8 weergegeven.

Specificatie accountantskosten Huidig jaar vorig jaar Honorarium onderzoek jaarrekening 116.825 87.822 Honorarium andere controleopdrachten 42.119 16.496 Honorarium fiscale adviezen 3.049 4.719 Honorarium andere niet-controlediensten 0 0 Totaal accountantskosten 161.993 109.037

Specificatie van de accountantskosten De in de tabel vermelde honoraria voor het onderzoek van de jaarrekening hebben betrekking op de uitgevoerde werkzaamheden over boekjaar 2018 (2017). Voor het honorarium onderzoek jaarrekening gelden vaste prijsafspraken.

FINANCIËLE BATEN EN LASTEN

5.1 Rentebaten Huidig jaar Begroting Vorig jaar

Rekening-courant 746 5.000 1.270

Deposito's 127.142 67.000 153.762

5.1 Totaal rentebaten 127.888 72.000 155.032

5.4 Rentelasten Huidig jaar Begroting Vorig jaar

Langlopende leningen 73.143 56.116 62.347

Financieringskosten 0 0 0

5.4 Totaal rentelasten 73.143 56.116 62.347

BELASTINGEN

Belastingen Huidig jaar Begroting Vorig jaar 6 Totaal belastingen 47.940 42.683 171.105

Jaarrekening 2018 31

De belastingen betreft de vennootschapsbelasting voor ROC Friese Poort Bedrijfsopleidingen. Deze liggen lager dan vorig jaar als gevolg van een lager resultaat. Het effectieve belastingpercentage bedraagt 20,6% (2017: 23,7%).

VERBONDEN PARTIJEN

Transacties met verbonden partijen Van transacties met verbonden partijen is sprake wanneer een relatie bestaat tussen de stichting en een natuurlijk persoon of entiteit die verbonden is met de stichting. Dit betreffen onder meer de relaties tussen de stichting en haar deelnemingen, de bestuurders en de functionarissen op sleutelposities. Onder transacties wordt verstaan een overdracht van middelen, diensten of verplichtingen, ongeacht of er een bedrag in rekening is gebracht. Er hebben zich geen transacties met verbonden partijen voorgedaan op niet-zakelijke grondslag. Friese Poort Opleiding & Training B.V. De Stichting voor Christelijk Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie Friesland/Flevoland, handelend onder de naam ROC Friese Poort, is 100% aandeelhouder van Friese Poort Opleiding & Training B.V. De aandeelhouder wordt wettelijk vertegenwoordigd door het College van Bestuur van ROC Friese Poort. Binnen de besloten vennootschap is een statutair directeur benoemd. Friese Poort Opleiding & Training B.V. verzorgt contractonderwijs voor bedrijven en particulieren, dat voor een groot deel wordt uitgevoerd door de vestigingen van het ROC. Hierna wordt in de jaarrekening voor Friese Poort Opleiding & Training B.V. de naam ROC Friese Poort Bedrijfsopleidingen gebruikt.

Meerderheidsdeelneming

Naam ROC Friese Poort Bedrijfsopleidingen

Juridische vorm Besloten vennootschap

Statutaire zetel Leeuwarden Code Activiteit 1. contractonderwijs Eigen vermogen 31 december 2018 € 3.880.544

Exploitatiesaldo 2018 € 184.514

Omzet 2018 € 6.601.787

Verklaring art 2:403 BW Nee Consolidatie Ja Percentage deelneming 100%

ROC Friese Poort Opleiding & Training B.V. Playing for Success Leeuwarden Ten behoeve van het vergroten van eigenwaarde en zelfvertrouwen en het verbeteren van (leer-) vaardigheden bij kinderen en jongeren is in 2013 de stichting Playing for Success opgericht.

Verbonden partij ROC Friese Poort Overige verbonden partij Naam Playing for Success Leeuwarden Juridische vorm Stichting

Statutaire zetel Leeuwarden

Code Activiteit 4. overige Verklaring art 2:403 BW N.v.t. Consolidatie N.v.t. Percentage deelneming N.v.t.

Playing for Success Leeuwarden. Paars Partnerschap Coöperatief U.A . Op 30 januari 2009 is Stichting voor Christelijk Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie Friesland/Flevoland (ROC Friese Poort) toegetreden als lid van Paars Partnerschap Coöperatief U.A. Deze coöperatie heeft als doel het inschrijven op de openbare aanbesteding door Defensie voor loopbaanlint en het zelfstandig of in groepsverband ontwikkelen, aanbieden en verzorgen van opleidingen, opleidingstrajecten en onderwijsprogramma’s.

Jaarrekening 2018 32

De coöperatie bestaat uit zeven leden die elk niet aansprakelijk zijn voor schulden van de coöperatie en niet verplicht zijn tot bijdrage in tekorten, ook niet bij ontbinding van de rechtspersoon. ROC Friese Poort verzorgt het penningmeesterschap. In onderstaande tabel zijn tevens de vorderingen en schulden per 31 december 2018 van ROC Friese Poort ten opzichte van Paars Partnerschap toegelicht.

Overige verbonden partij Paars Partnerschap. Coöperatie Maritieme Academie Holland U.A.. In 2013 is ROC Friese Poort toegetreden als lid van de Coöperatie Maritieme Academie Holland U.A. Deze coöperatie heeft als doel het bevorderen en leveren van een bijdrage aan de kwaliteit en kwantiteit van het onderwijs in de maritieme sector in brede zin. De coöperatie bestaat uit zes leden die elk niet aansprakelijk zijn voor schulden van de coöperatie en niet verplicht zijn tot bijdrage in tekorten, ook niet bij ontbinding van de rechtspersoon.

Verbonden partij ROC Friese Poort Overige verbonden partij

Naam Maritieme Academie Holland

Juridische vorm Coöperatie met uitgesloten

Statutaire zetel

Aansprakelijkheid Amsterdam

Code Activiteit 4. overige

Verklaring art 2:403 BW N.v.t.

Consolidatie N.v.t.

Percentage deelneming N.v.t.

De coöperatie telt zes leden. Overige verbonden partij Maritieme Academie Holland.

GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUM

Er hebben zich geen gebeurtenissen na balansdatum voorgedaan die van materiële invloed zijn op de cijfers opgenomen in de jaarrekening 2018.

Verbonden partij ROC Friese Poort Overige verbonden partij Naam Paars Partnerschap Juridische vorm Coöperatie met uitgesloten

aansprakelijkheid

Statutaire zetel Leeuwarden

Code Activiteit 1. contractonderwijs

Per 31 december 2018: Vorderingen op Paars Partnerschap € 78.866 Schulden aan Paars Partnerschap 0

Verklaring art 2:403 BW N.v.t. Consolidatie N.v.t. Percentage deelneming N.v.t.

De coöperatie telt zeven leden

Jaarrekening 2018 33

Enkelvoudige Balans Stichting voor Christelijk BVE Friesland/Flevoland

Na resultaatbestemming Bedragen * € 1.000 BALANS 31-12-2018 BALANS 31-12-2017 1 Activa

Vaste activa 1.1 Immateriële vaste activa 0 31 1.2 Materiële vaste activa 87.751 92.452 1.3 Financiële vaste activa 3.880 4.246

Totaal vaste activa 91.631 96.729

Vlottende activa 1.5 Vorderingen 2.612 2.103 1.7 Liquide middelen 28.139 27.291

Totaal vlottende activa 30.751 29.395

TOTAAL ACTIVA 122.382 126.124

2 Passiva 2.1 Eigen Vermogen 85.131 89.013 2.2 Voorzieningen 4.956 4.438 2.3 Langlopende schulden 772 884 2.4 Kortlopende schulden 31.523 31.790

TOTAAL PASSIVA 122.382 126.124

Jaarrekening 2018 34

Enkelvoudige Staat van Baten en Lasten Stichting voor Christelijk BVE

Friesland/Flevoland

Bedragen * € 1.000

Baten Exploitatie 2018 Begroting 2018 Exploitatie 2017

3.1 Rijksbijdragen 111.981 108.501

109.389

3.2 Overige overheidsbijdragen en -subsidies 615 512

846

3.3 College-, cursus-, les- en examengelden 1.973 1.865 774

3.4 Baten werk in opdracht van derden 3.392 3.184

3.488

3.5 Overige baten 2.971 2.146

2.558

Totaal Baten 120.932 116.208

117.055

Lasten 4.1 Personeelslasten 97.444 92.423 95.174

4.2 Afschrijvingen 8.492 8.375 7.648

4.3 Huisvestingslasten 5.838 6.077 6.130

4.4 Overige lasten 13.245 11.941

12.876

Totaal Lasten 125.019 118.816

121.829

Saldo baten en lasten 4.087- 2.608-

4.774-

5 Financiële baten en lasten 20 1-

57

Resultaat 4.067- -2.609

4.716-

6 Belastingen

0

0

0

7 Resultaat deelnemingen 185 171

552

Resultaat na belastingen 3.882-

2.438-

4.164-

8 Aandeel derden in resultaat

0

0

0

Nettoresultaat 3.882- 2.438-

4.164-

Jaarrekening 2018 35

TOELICHTING BIJ DE ENKELVOUDIGE JAARREKENING 2018

WAARDERINGSGRONDSLAGEN ALGEMEEN

De enkelvoudige jaarrekening maakt deel uit van de statutaire jaarrekening 2018 van de stichting. De financiële gegevens van de stichting zijn in de geconsolideerde jaarrekening van de stichting verwerkt. Voor zover posten uit de enkelvoudige balans en de enkelvoudige staat van baten en lasten hierna niet nader zijn toegelicht, wordt verwezen naar de toelichting op de geconsolideerde balans en staat van baten en lasten.

GRONDSLAGEN VOOR DE WAARDERING VAN ACTIVA EN PASSIVA EN DE RESULTAATBEPALING

De grondslagen voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling zijn gelijk aan die voor de geconsolideerde staat van baten en lasten, met uitzondering van de hierna genoemde grondslagen. Financiële instrumenten In de enkelvoudige jaarrekening worden financiële instrumenten gepresenteerd op basis van hun juridische vorm. Deelnemingen in groepsmaatschappijen In de enkelvoudige balans worden deelnemingen in groepsmaatschappijen gewaardeerd volgens de vermogensmutatiemethode op basis van de nettovermogenswaarde. Zie voor een uitwerking hiervan de grondslagen voor financiële vaste activa in de geconsolideerde jaarrekening. Resultaat deelnemingen Het aandeel in het resultaat van stichtingen waarin wordt deelgenomen omvat het aandeel van de stichting in de resultaten van deze deelnemingen. Resultaten op transacties waarbij overdracht van activa en passiva tussen de stichting en haar deelnemingen en tussen deelnemingen onderling heeft plaatsgevonden, zijn geëlimineerd voor zover deze als niet gerealiseerd kunnen worden beschouwd.

Jaarrekening 2018 36

TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE BALANS

VASTE ACTIVA

1.1. Immateriële vaste activa

1.1 Immateriële vaste activa

1.1.1 Ontwikkelings-kosten

Totaal immateriële vaste activa

Aanschafwaarde primo boekjaar 125.286 125.286

Cumulatieve afschrijvingen primo boekjaar -93.963 -96.963

Boekwaarde primo boekjaar 31.323 31.323

Investeringen boekjaar 0 0

Desinvesteringen aanschafwaarde (*) 0 0

Cumulatieve afschrijvingen desinvesteringen (*) 0 0

Afschrijvingen lopend jaar -31.323 -31.323

Aanschafwaarde ultimo boekjaar 125.286 125.286

Cumulatieve afschrijvingen -125.286 -125.286

Boekwaarde ultimo boekjaar 0 0 Onder de ontwikkelingskosten is opgenomen het deel van de website, wat in de balans is geactiveerd.

1.2. Materiële vaste activa

*) Toelichting op de desinvesteringen aanschafwaarde en cumulatieve afschrijvingen desinvesteringen: voor inventaris en apparatuur betreft dit voor € 152.000 posten van een boekhoudkundige aard, waarbij activa die geen boekwaarde meer hebben en niet meer dienstbaar zijn aan de bedrijfsvoering uit de activastaat zijn verwijderd. Deze opschoningsactie heeft per saldo geen invloed op de hoogte van de boekwaarde, maar de posten cumulatieve aanschafwaarde en de cumulatieve afschrijvingen nemen hierdoor wel af. 1.2.1. Terreinen en gebouwen

In 2018 is grond aan de Ouddeelstraat te Leeuwarden verkocht met een boekwaarde van € 165.000. In de afschrijvingen is € 152.126 opgenomen als versnelde afschrijving van het pand Wilaarderburen vanwege de geplande sloop van het pand eind 2022.

1.2 Materiële vaste activa 1.2.1 Terreinen 1.2.1 Gebouwen1.2.2 Inventaris en apparatuur

1.2.4 In uitvoering en vooruitbetaling

Totaal materiële vaste activa

Aanschafwaarde primo boekjaar 9.928.209 112.360.803 38.035.073 0 160.324.085

Cumulatieve afschrijvingen primo boekjaar 0 -46.197.856 -21.674.501 0 -67.872.357Boekwaarde primo boekjaar 9.928.209 66.162.947 16.360.572 0 92.451.728

Investeringen boekjaar 0 99.053 3.673.207 155.764 3.928.024

Reclassificatie 0 0

Desinvesteringen aanschafwaarde (*) -165.000 -154.977 -319.977

Cumulatieve afschrijvingen desinvesteringen (*) 0 151.977 151.977

Afschrijvingen lopend jaar 0 -4.091.068 -4.370.001 -8.461.069

Aanschafwaarde ultimo boekjaar 9.763.209 112.459.856 41.553.303 155.764 163.932.132

Cumulatieve afschrijvingen 0 -50.288.924 -25.892.525 0 -76.181.449

Boekwaarde ultimo boekjaar 9.763.209 62.170.932 15.660.778 155.764 87.750.683

Jaarrekening 2018 37

1.2.2. Inventaris en apparatuur

In 2018 is € 3,7 mln. (2017: € 6,5 mln.) in inventaris en apparatuur geïnvesteerd. Hiervan is € 2,0 mln. uitgegeven aan hardware: nieuwe laptops en een beperkt aantal desktops die zijn vervangen. Investeringen in machines en apparatuur bedraagt € 1,3 mln. hoofdzakelijk ten behoeve van. het onderwijs waaronder gespecialiseerde hulpmiddelen zoals lassimulatoren en watersnijmachines. Het overige bedrag aan investeringen betreft meubilair ten behoeve van kantoor en studenten. 1.2.4. In uitvoering en vooruitbetalingen

De post van € 0,2 mln. bestaat voornamelijk uit voorbereidende activiteiten voor de bouw van een techniekloods in Drachten en (de inrichting van) het nieuwe Cambuurstadion in Leeuwarden. 1.3 Financiële vaste activa

Financiële vaste activa

Boekwaarde primo huidig

jaar

Investeringen en verstrekte

leningen

Dividend Resultaat deelnemingen

Boekwaarde ultimo

boekjaar

Deelneming in groepsmaatschappijen 4.246.030 0 550.000 184.514 3.880.544

Totaal financiële vaste activa 4.246.030 0 550.000 184.514 3.880.544 Toelichting: In deze balans is in de financiële activa opgenomen de 100%-deelneming in Friese Poort Opleiding & Training B.V. te Leeuwarden, met een netto vermogenswaarde van € 3.880.544 per 31 december 2018.

VLOTTENDE ACTIVA

1.5. Vorderingen

1.5

Vorderingen Huidig jaar Vorig jaar

1.5.1 Debiteuren algemeen 586.537 571.300

1.5.5 Vorderingen op studenten/deelnemers/cursisten 394.764 414.592

1.5.6 Belastingen en sociale premies 0 196.212

1.5.7 Overige vorderingen 476.441 95.558

1.5.8 Overlopende activa 1.234.536 907.558

1.5.9 Voorzieningen wegens oninbaarheid -80.287 -81.391

1.5 Totaal 2.611.991 2.103.829

De boekwaarde van de opgenomen vorderingen benadert de reële waarde, gegeven het kortlopende karakter van de vorderingen en het feit dat waar nodig voorzieningen voor oninbaarheid zijn gevormd. De vorderingen hebben een looptijd korter dan één jaar. 1.5.8. Overlopende activa

Onder de overlopende activa zijn begrepen de nog te ontvangen en vooruitbetaalde bedragen. De vooruitbetaalde bedragen betreffen facturen welke in 2018 zijn ontvangen maar, al dan niet gedeeltelijk, betrekking hebben op 2019. De stijging t.o.v. 2017 is gerelateerd aan eerder ontvangen facturen m.b.t. software licenties en verzekeringen.

Jaarrekening 2018 38

1.5.9. Voorziening wegens oninbaarheid

Het verloop van de voorziening wegens oninbaarheid is als volgt:

Huidig jaar Vorig jaar

Stand per 1 januari -81.391 -85.231 Onttrekking 10.108 -4.902

Dotatie -9.004 -1.062

Stand per 31 december -80.287 -81.391

De voorziening wegens oninbaarheid heeft betrekking op de post debiteuren. Dit betreft studenten en BPV bedrijven die de opleiding voor de student betalen.

1.7. Liquide middelen

1.7 Liquide middelen Huidig jaar Vorig jaar

1.7.1 Kasmiddelen 1.632 4.838 1.7.2 Banken 28.137.633 27.286.634

1.7.3 Deposito's 0 0

1.7.4 Overige 0 0

1.7 Totaal liquide middelen 28.139.265 27.291.472

Ultimo 2018 bestaan de liquide middelen bestaan uit kasgelden, het saldo van de lopende rekeningen en uitstaande spaargelden bij banken. Afhankelijk van de markt worden deze middelen conform het treasury statuut van ROC Friese Poort weggezet op spaar- dan wel depositorekeningen. De liquide middelen staan ter vrije beschikking van ROC Friese Poort en zijn niet weggezet voor een periode langer dan één jaar.

Jaarrekening 2018 39

PASSIVA

2.1 Eigen vermogen

Eigen vermogen

Het eigen vermogen bestaat uit de algemene reserve, bestemmingsreserve publiek, de bestemmingsreserve privaat, welke het eigen vermogen van Friese Poort Opleiding & Training B.V. betreft en andere wettelijke reserves. De resultaatbestemming van het exploitatiesaldo 2018 is opgenomen in de kolom resultaat. Een uitgebreide toelichting is te vinden in onderdeel 3 van Overige gegevens. 2.1 Resultaatbestemming 2018

Bij de bestemming van het exploitatiesaldo 2018 wordt rekening gehouden met de uitgangspunten in de notitie ‘Omvang eigen vermogen ROC Friese Poort 2005’, de uitkomsten van de calculatie ten aanzien van de risico’s ultimo 2018, maximering van bestemmingsreserves op vestigingen en interne beleidsafspraken.

Bij de bestemming van het resultaat 2018 van - € 3.881.923 wordt rekening gehouden met:

• Een buffer voor risico’s, die op basis van de gehouden risico-inventarisatie € 5,6 mln. dient te bedragen. De buffer is ongewijzigd ten opzicht van 2017.

• Het resultaat deelneming Friese Poort Opleiding & Training B.V. van € 184.513 wordt toegevoegd aan de bestemmingsreserve privaat.

• Van het resultaat op huisvesting ad. € 822.245 wordt € 200.000 voor prijsindexering toegevoegd aan de reserve inventaris en € 622.245 aan de huisvestingsreserve;

• Aan de reserve beleidsontwikkeling en -projecten wordt € 2.282.091 onttrokken. Deze onttrekking bestaat uit het resultaat op de uitvoering van beleidsthema’s, het resultaat van Centrale Diensten en het resultaat op wachtgeld.

• De vestigingsresultaten over 2018 bedragen totaal € -2.575.267. Dit verlies gaat ten laste van de vestigingsreserve.

• De overige mutaties betreft de verhoging van de publieke reserves vanuit de private reserves door middel van dividend dat is uitgekeerd door Friese Poort Opleiding & Training BV.

Saldo primo huidig jaar Resultaat Onttrekking

Overige mutaties

Saldo ultimo huidig jaar

2.1.1 Algemene reserve 5.600.000 0 0 0 5.600.0002.1.2 Bestemmingsreserve publiek

Huisvesting 54.265.320 622.245 0 0 54.887.565Inventaris 15.284.445 200.000 0 0 15.484.445Beleidsontwikkeling / projecten 6.226.186 -2.282.091 71.200 4.015.295Focus op Vakmanschap 0 0 0 0 0Vestigingen 3.377.795 -2.575.267 0 478.800 1.281.328Educatie 0 0 0 0 0Totaal 79.153.746 -4.035.113 0 550.000 75.668.633

2.1.3 Bestemmingsreserve privaat 4.228.031 184.513 -550.000 0 3.862.5442.1.4 Bestemmingsfonds publiek 0 0 0 0 02.1.5 Bestemmingsfonds privaat 0 0 0 0 02.1.6 Herwaarderingsreserve 0 0 0 0 02.1.7 Andere wettelijke reserves 31.323 -31.323 0 0 02.1.8 Statutaire reserves 0 0 0 0 02.1.9 Minderheidsbelang derden 0 0 0 0 0

RESULTAAT SBL 0 0 0 0 0

2.1 Totaal eigen vermogen 89.013.100 -3.881.923 -550.000 550.000 85.131.177

Jaarrekening 2018 40

2.1.1. Algemene reserve

De algemene reserve is bedoeld als risicobuffer voor onvoorziene tekorten in de exploitatie. Op basis van de gemaakte risicoanalyse 2018, dient de risicobuffer € 5,6 mln. te bedragen. 2.1.2. Bestemmingsreserve publiek

Voor de financiering van het masterplan Huisvesting wordt het jaarlijkse resultaat huisvesting toegevoegd aan de huisvestingsreserve en de reserve inventaris. Het resultaat op huisvesting bedraagt dit jaar € 822.245. Hiervan wordt € 200.000 toegevoegd aan de reserve inventaris en het overige aan de huisvestingsreserve. De reserve van de vestigingen wordt verlaagd met het individuele vestigingsresultaat, totaal € 2.575.267 in 2018 en verhoogd met een dividenduitkering van ROC Friese Poort Opleiding & Training BV van € 478.800. Het resterende deel, dat betreft het resultaat op wachtgeld, centrale diensten en uitgaven beleidsprojecten, wordt per saldo onttrokken aan de reserve beleidsontwikkeling/projecten. Aan de reserve beleidsontwikkeling/projecten wordt toegevoegd een deel van de dividenduitkering van ROC Friese Poort Opleiding & Training BV ( € 71.200). Ultimo 2018 bedraagt de reserve beleidsontwikkeling/projecten € 4.015.295. 2.1.3. Bestemmingsreserve privaat

De private bestemmingsreserve bestaat uit het eigen vermogen van de private partij Friese Poort Opleiding & Training B.V. (BO) waaraan het resultaat 2018 van € 184.513 mln. is toegevoegd. Uit het resultaat over 2017 is in 2018 een dividenduitkering van € 550.000 gedaan ten gunste van de vestigingen (€ 478.800) en reserve beleidsontwikkeling/projecten (€ 71.200). 2.1.7. Andere wettelijke reserves Onder deze post was opgenomen een wettelijke reserve immateriële vaste activa. Conform art. 2: 365 lid2 BW was voor de geactiveerde ontwikkelingskosten van de website een wettelijke reserve gevormd. Ultimo 2018 is deze reserve nihil.

2.2 Voorzieningen

2.2.1. Personeelsvoorzieningen

De personele voorzieningen ultimo 2018 bestaan uit de voorziening wachtgeld, spaarverlof ADV, WGA, duurzame inzetbaarheid senioren, jubileum en overige personele voorzieningen. De wachtgeldvoorziening is opgenomen ten behoeve van de langlopende wachtgeld verplichtingen welke voor rekening van de werkgever komen. Ultimo 2018 is deze verplichting opgenomen voor negentien wachtgelders, waarvan de verplichting naar verwachting tot 2020 doorloopt. De kortlopende wachtgeldverplichtingen worden direct als periodelast verantwoord. Voor de voorziening spaarverlof ADV geldt dat deze regeling is komen te vervallen of vervangen. Dit houdt in dat er geen nieuwe instroom is in deze regelingen. De onttrekkingen en dotaties binnen deze voorzieningen gelden

2.2 Voorzieningen

Saldo vorig jaar

Dotaties Onttrekkingen Vrijval Stand ultimo boekjaar

Kortlopend deel (<1 jaar)

Langlopend deel (>1 jaar < 5 jaar)

Langlopend deel (>5 jaar)

2.2.1 PersoneelsvoorzieningenVoorziening wachtgeld 252.000 83.264 61.264 0 274.000 217.000 57.000 0Voorziening spaarverlof ADV 76.080 3.457 9.809 0 69.729 9.223 25.320 35.186Voorziening WGA 717.000 598.511 332.511 983.000 249.000 500.000 234.000Voorziening Duurzame inzetbaarheid 150.000 0 0 0 150.000 20.000 80.000 50.000Voorziening Jubileum 818.000 120.000 82.000 856.000 50.230 311.844 493.927Overige personele voorzieningen 65.716 40.000 0 0 105.716 9.195 96.521 0Totaal 2.078.796 845.232 485.584 0 2.438.444 554.648 1.070.684 813.113

2.2.2 Voorziening verlieslatende contracten 0 0 0 0 0 0 0 02.2.3 Voorziening groot onderhoud 2.359.028 273.000 114.041 0 2.517.987 107.895 1.085.549 1.324.5422.2 Totaal voorzieningen 4.437.824 1.118.232 599.626 0 4.956.431 662.543 2.156.233 2.137.655

Jaarrekening 2018 41

voor bestaande gevallen en mensen die onder de overgangsregelingen vallen, zoals deze zijn opgenomen in de CAO. Duurzame inzetbaarheid Vanaf de cao middelbaar beroepsonderwijs 2014-2015 geldt de regeling Duurzame inzetbaarheid voor oudere werknemers. Binnen deze regeling vallen zowel de overgangsregeling BAPO als de nieuwe regeling seniorenverlof. Deze regelingen brengen voor ROC Friese Poort verplichtingen met zich mee, doordat werknemers aanspraak kunnen maken op werktijdvermindering. Onder verwijzing naar de brief van het Ministerie van OCW dd. 31 mei 2010 worden de BAPO-lasten als periodelasten verwerkt in de staat van baten en lasten, er wordt voor de verplichtingen die voortvloeien vanuit de BAPO-regeling geen voorziening in de balans opgenomen. De nieuwe regeling Seniorenverlof kent dezelfde strekking als de BAPO-regeling, maar volgens de huidige verslaggevingsregels (RJO) geldt voor deze nieuwe regeling Seniorenverlof dat er wel een verplichting (voorziening) in de balans opgenomen zou moeten worden. In 2018 zijn er negen medewerkers (2017 zeven medewerkers) die reeds gebruik maken van de regeling duurzame inzetbaarheid. Hiermee is in de voorziening rekening gehouden. Voor de groep medewerkers die wel rechten opbouwen, maar nog niet hebben aangegeven of zij al dan niet gebruik willen maken van de regeling, is geen voorziening getroffen. Op dit moment is er nog onvoldoende informatie beschikbaar om een betrouwbare schatting te kunnen maken van de kans dat deze medewerkers daadwerkelijk van de regeling gebruik zullen gaan maken. Dit geldt ook voor de groep medewerkers die binnen nu en vijf jaar het recht opbouwt om gebruik te mogen maken van de regeling. Omwille hiervan zijn deze mogelijke toekomstige verplichtingen nog niet als voorziening verantwoord in de jaarrekening. De WGA voorziening is gevormd in 2009 vanwege het eigen risicodragerschap voor de WGA en Ziektewet. De onttrekking betreft de kosten voor WGA- en Ziektewetuitkeringen. De WGA voorziening kan als gevolg van de nieuwe CAO niet langer worden ingehouden op de personeelssalarissen en komen volledig ten laste voor de werkgever. Hierdoor is er sprake van een toename van de voorziening WGA ondanks de afname van het aantal WGA’ers t.o.v. 2017. De kosten van de WGA’ers worden voorzien op basis van een individuele inschatting van de verwachte arbeidsongeschiktheid en de verwachte looptijd van de WGA-uitkering, met een maximale looptijd van tien jaar. De kosten zijn gebaseerd op de bekende WGA’ers (elf) en zieke (twee) op balansdatum en op de verwachte instroom in de WGA 2017 en de Ziektewet. De jubileumvoorziening heeft betrekking op uitkering aan medewerkers op basis van de duur van het dienstverband. De voorziening voor jubileumuitkeringen is bepaald via een berekeningsmodel, waarin rekening gehouden is met de blijfkans van medewerkers en een gemiddelde indexatie van het brutosalaris van 1,5% en een disconteringsrente van 0,50%.

De overige personele voorzieningen bestaan grotendeels uit een voorziening voor het lustrumfeest. De dotatie heeft betrekking op de kosten voor het lustrum in 2019. Voor het lustrumfeest in 2019 zal een totale voorziening van € 0,1 mln. worden opgebouwd in de periode van vijf jaar. Uitgezonderd de jubileumvoorziening zijn de personele voorzieningen niet contant gemaakt. Hierbij wordt als uitgangspunt genomen dat de potentiële invloed van de indexering van de lonen het niet contant maken van de voorzieningen compenseert.

2.2.3. Voorziening groot onderhoud

De voorziening groot onderhoud is bestemd voor egalisatie van uitgaven inzake onderhoud aan gebouwen en terreinen die een onregelmatig verloop kennen over een aantal jaren. De voorziening groot onderhoud is gebaseerd op het meerjarenonderhoudsplan (gedateerd op 2015, lopende van 2015 t/m 2045), waarbij vanuit het meerjarenonderhoudsplan jaarlijks een statische toets wordt uitgevoerd op de te verrichten groot onderhoudsuitgaven (op activiteitenniveau) voor de komende tien jaar, rekening houdend met ontwikkelingen in het huisvestingsplan. De dotatie aan de voorziening groot onderhoud bedroeg in 2018 € 0,3 mln. De onttrekking bedroeg € 0,1 mln.

Jaarrekening 2018 42

2.4 Kortlopende schulden

2.4 Kortlopende schulden Huidig jaar Vorig jaar

2.4.1 Kredietinstellingen 112.447 112.447 2.4.3 Crediteuren 2.105.565 4.022.621

2.4.5 Schulden aan groepsmaatschappijen 5.493.611 5.344.627

2.4.7 Belastingen en premies sociale verzekeringen

Loonheffing 4.048.639 3.832.614

Omzetbelasting 26.488 0

Totaal 4.075.127 3.832.614

2.4.8 Schulden terzake van pensioenen 1.130.582 1.046.016

2.4.9 Overige kortlopende schulden 228.567 191.921

2.4.10 Overlopende passiva

Vooruitontvangen college-, cursus- en lesgelden 1.097.046 1.021.016

Vooruitontvangen subsidies OCW geoormerkt 3.324.755 2.865.795

Vooruitontvangen investeringssubsidies 3.345.832 3.783.292

Vakantiegeld en -dagen 3.817.277 3.562.264

Overig 6.792.447 6.006.971

Totaal 18.377.357 17.239.338

2.4 Totaal kortlopende schulden 31.523.256 31.789.585

Ultimo 2018 heeft Stichting voor Christelijk BVE Friesland/Flevoland onder de kortlopende schulden € 5.493.611 (2017: € 5.344.627) verantwoord als rekening-courant groepsmaatschappijen. Dit betreft de rekening-courantverhouding met ROC Friese Poort Opleiding en Training B.V. te Leeuwarden. Over deze post wordt rente berekend op basis van de werkelijk ontvangen rente op de spaarrekeningen van ROC Friese Poort. In 2018 is € 34.428 rente verrekend. Er zijn geen zekerheden gesteld. Financiële instrumenten:

ROC Friese Poort maakt gebruik van uiteenlopende financiële instrumenten die de organisatie blootstelt aan markt- , rente-, kasstroom-, krediet- en liquiditeitsrisico. Om deze risico’s te beheersen heeft de organisatie een beleid inclusief een stelsel van limieten en procedures opgesteld om de risico’s van onvoorspelbare ongunstige ontwikkelingen op de financiële markten en daarmee de financiële prestatie van de organisatie te beperken. De organisatie zet geen afgeleide financiële instrumenten in om risico’s te beheersen en maakt geen gebruik van derivaten. Kredietrisico: De vorderingen uit hoofde van debiteuren zijn getoetst op inbaarheid en voor zover nodig geacht voorzien. Voor de kredietrisico’s inzake de overige vorderingen wordt verwezen naar financiële vaste activa en vorderingen. Renterisico: Het renterisico is beperkt tot eventuele veranderingen in de marktwaarde van opgenomen en uitgegeven leningen. Bij deze leningen is sprake van een vast rentepercentage over de gehele looptijd. De leningen worden aangehouden tot einde van de looptijd. De organisatie heeft derhalve als beleid om geen afgeleide financiële instrumenten te gebruiken om (tussentijdse) rentefluctuaties te beheersen.

Liquiditeitsrisico: De organisatie loopt geen significante liquiditeitsrisico’s. Er geldt een treasurystatuut voor het mitigeren van de liquiditeitsrisico’s. ROC Friese Poort heeft een goede financiële positie met voldoende eigen vermogen en liquide middelen.

Jaarrekening 2018 43

TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE STAAT VAN BATEN EN LASTEN OVER

2018

BATEN

3.4 Baten werk in opdracht van derden Huidig jaar Begroting Vorig jaar 3.4.3 Overige baten werk in opdracht van derden

Overige baten in opdracht van derden 3.392.151 3.184.679 3.487.536 3.4 Totaal baten werk in opdracht van derden 3.392.151 3.184.679 3.487.536

3.4.3 Overige De overige baten zijn in lijn met 2017. De afwijking t.o.v. begroting is het gevolg van meer detacheringen vanuit Friese Poort dan begroot.

LASTEN

4.1 Personele lasten

Huidig jaar Begroting Vorig jaar

4.1.1 Lonen en salarissen

Bruto lonen en salarissen 68.610.159 64.929.983 65.064.375

Sociale lasten 8.403.012 7.952.283 7.994.638

Pensioenpremies 9.615.818 9.100.035 9.090.537

Totaal Lonen en salarissen 86.628.989 81.982.301 82.149.550

4.1.2 Overige personele lasten

4.1.2a Dotaties personele voorzieningen 406.540 140.000 -76.709

4.1.2b Personeel niet in loondienst 3.677.531 3.186.414 6.454.200

4.1.2c Overig 7.220.602 7.439.479 7.413.855

4.1.2d Vrijval uit personele voorzieningen 0 0 -196.026

Totaal Overige personele lasten 11.304.673 10.765.893 13.595.320

4.1.3 Af: Uitkeringen 489.764 325.000 571.022

4.1 Totaal personeelslasten 97.443.899 92.423.194 95.173.848 4.1.1 Lonen en salarissen Gemiddeld zijn er over 2018 1.268 fte in dienst (2017: 1.232 fte). Netto zijn er in 2018 gemiddeld 1.226 fte (2017: 1.185 fte) in dienst. De bruto fte kunnen als volgt worden verdeeld:

Huidig jaar Begroting Vorig jaar

Management/directie (*) 9 9 7

Onderwijzend personeel 926 930 925

Ondersteunend personeel 333 293 300

Totaal fte in dienst 1.268 1.232 1.232 *) Management/directie betreft College van Bestuur en de vestigingsdirecteuren.

Jaarrekening 2018 44

Vanaf 2018 maken onderwijsmanagers deel uit van de categorie ondersteunend personeel. Tot 2018 maakten onderwijsmanagers deel uit van onderwijzend personeel. De vergelijkende cijfers (2017) zijn hierop niet aangepast, waarbij de onderwijsmanagers een omvang hebben van 61 fte onder categorie ondersteunend personeel in 2018 en in 2017 een omvang hebben van 61 fte onder de categorie onderwijzend personeel.

4.2 Afschrijvingen

4.2 Afschrijvingen Huidig jaar Begroting Vorig jaar

4.2.1 Immateriële vaste activa 31.321 32.000 31.321

4.2.2 Materiële vaste activa 8.461.069 8.342.757 7.616.936

4.2 Totaal afschrijvingen 8.492.390 8.374.757 7.648.257

4.3 Huisvestingslasten

4.3 Huisvestingslasten Huidig jaar Begroting Vorig jaar

4.3.1 Huur 744.337 712.839 792.070

4.3.2 Verzekeringen 158.029 149.178 143.306

4.3.3 Onderhoud 1.811.168 2.030.500 2.237.768

4.3.4 Energie en water 892.670 882.300 841.985

4.3.5 Schoonmaakkosten 1.633.909 1.587.950 1.519.315

4.3.6 Heffingen 597.707 714.809 596.000

4.3.7 Overige 0 0

4.3 Totaal huisvestingslasten 5.837.822 6.077.576 6.130.444

4.4 Overige lasten

4.4 Overige lasten Huidig jaar Begroting Vorig jaar

4.4.1 Administratie- en beheerslasten 6.004.131 5.548.013 5.710.010 4.4.2 Inventaris, apparatuur en leermiddelen 6.562.209 6.000.348 6.629.715

4.4.3 Dotatie overige voorzieningen 9.004 5.000 -2.387

4.4.4 Overige 669.851 375.630 538.777

4.4 Totaal overige lasten 13.245.196 11.928.991 12.876.114

Jaarrekening 2018 45

FINANCIËLE BATEN EN LASTEN

5.1 Rentebaten Huidig jaar Begroting Vorig jaar

Rekening-courant 746 5000 1.270

Deposito's 92.714 50.000 118.519

5.1 Totaal rentebaten 93.460 55.000 119.789

5.4 Rentelasten Huidig jaar Begroting Vorig jaar

Langlopende leningen 73.143 56.166 62.347

Financieringskosten 0 0 0

5.4 Totaal rentelasten 73.143 56.166 62.347

RESULTAAT DEELNEMINGEN

7.1 Resultaat deelnemingen Huidig jaar Begroting Vorig jaar

Resultaat deelnemingen ROC Friese Poort Bedrijfsopleidingen B.V. 184.512 170.730 551.859

7.1 Resultaat deelnemingen 184.512 170.730 551.859

Jaarrekening 2018 46

VASTSTELLING EN GOEDKEURING JAARREKENING

Datum vaststelling jaarrekening Leeuwarden, 17 juni 2019 Voorzitter College van Bestuur De heer drs. H.W. Meijerink RA Lid College van Bestuur Mevrouw drs. A.C. Muller Datum goedkeuring jaarrekening Leeuwarden, 21 juni 2019 Voorzitter Raad van Toezicht De heer G. Jaarsma Lid Raad van Toezicht Mevrouw J.M. Imhof Lid Raad van Toezicht De heer B. Hoekstra Lid Raad van Toezicht De heer J. Olivier Lid Raad van Toezicht De heer F. Veenstra Lid Raad van Toezicht Mevrouw T.K. Kwint Lid Raad van Toezicht De heer B.J.Pastoor

KPMG Accountants N.V., ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263683, is lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (‘KPMG International’), een Zwitserse entiteit.

OVERIGE GEGEVENS

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: de Raad van Toezicht en het College van Bestuur van Stichting voor Christelijk Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie Friesland / Flevoland

Verklaring over de in het geïntegreerd jaardocument opgenomen jaarrekening Ons oordeel Wij hebben de jaarrekening 2018 van Stichting voor Christelijk Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie Friesland / Flevoland (hierna ‘de stichting’) te Leeuwarden (hierna ‘de jaarrekening') gecontroleerd. Naar ons oordeel:

— geeft de in dit geïntegreerd jaardocument opgenomen jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van het vermogen van Stichting voor Christelijk Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie Friesland / Flevoland per 31 december 2018 en van het resultaat over 2018 in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs;

— zijn de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede balansmutaties over 2018 in alle van materieel belang zijnde aspecten rechtmatig tot stand gekomen in overeenstemming met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals vermeld in paragraaf 2.3.1. Referentiekader van het Onderwijsaccountantsprotocol OCW 2018.

De jaarrekening bestaat uit: 1 de geconsolideerde en enkelvoudige balans per 31 december 2018; 2 de geconsolideerde en enkelvoudige staat van baten en lasten over 2018; en 3 de toelichting met een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële

verslaggeving en andere toelichtingen.

De basis voor ons oordeel Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens het Nederlands recht, waaronder ook de Nederlandse controlestandaarden en het Onderwijsaccountantsprotocol OCW 2018 vallen. Onze verantwoordelijkheden op grond hiervan zijn beschreven in de sectie ‘Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening’. Wij zijn onafhankelijk van Stichting voor Christelijk Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie Friesland / Flevoland zoals vereist in de Wet toezicht accountantsorganisaties (Wta), de Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij assurance-opdrachten (ViO) en andere voor de opdracht relevante onafhankelijkheidsregels in Nederland. Verder hebben wij voldaan aan de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA). Wij vinden dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.

Geen controlewerkzaamheden verricht ten aanzien van de anticumulatiebepaling van artikel 1.6a WNT en artikel 5 lid 1(j) Uitvoeringsregeling WNT In overeenstemming met het Controleprotocol WNT 2018 hebben wij geen controlewerkzaamheden verricht op gegevens in de WNT-verantwoording, of het ontbreken daarvan, op grond van de anticumulatiebepaling van artikel 1.6a WNT en artikel 5, lid 1

2

onderdeel j Uitvoeringsregeling WNT. Dit betekent dat wij niet hebben gecontroleerd of er wel of niet sprake is van een normoverschrijding door een leidinggevende topfunctionaris vanwege eventuele dienstbetrekkingen als leidinggevende topfunctionaris bij andere WNT-plichtige instellingen, alsmede of de in dit kader vereiste toelichting juist en volledig is.

Verklaring over de in het geïntegreerd jaardocument opgenomen andere informatie Naast de jaarrekening en onze controleverklaring daarbij, omvat het geïntegreerd jaardocument andere informatie, die bestaat uit:

— het bestuursverslag;

— het kwantitatief verslag;

— de overige gegevens Op grond van onderstaande werkzaamheden zijn wij van mening dat de andere informatie:

— met de jaarrekening verenigbaar is en geen materiële afwijkingen bevat;

— alle informatie bevat die op grond van de Regeling jaarverslaggeving onderwijs en paragraaf 2.2.2. Bestuursverslag van het onderwijsaccountantsprotocol OCW 2018 is vereist.

Wij hebben de andere informatie gelezen en hebben op basis van onze kennis en ons begrip, verkregen vanuit de controle van de jaarrekening of anderszins, overwogen of de andere informatie materiële afwijkingen bevat. Met onze werkzaamheden hebben wij voldaan aan de vereisten in de Regeling jaarverslaggeving onderwijs paragraaf 2.2.2 Bestuursverslag van het Onderwijsaccountantsprotocol OCW 2018 en de Nederlandse Standaard 720. Deze werkzaamheden hebben niet dezelfde diepgang als onze controlewerkzaamheden bij de jaarrekening. Het College van Bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen van de andere informatie, waaronder het bestuursverslag en de overige gegevens in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs en de overige OCW wet- en regelgeving.

Beschrijving van verantwoordelijkheden met betrekking tot de jaarrekening Verantwoordelijkheden van het College van Bestuur en de Raad van Toezicht voor de jaarrekening Het College van Bestuur is verantwoordelijk voor het opmaken en getrouw weergeven van de jaarrekening in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. Het College van Bestuur is ook verantwoordelijk voor het rechtmatig tot stand komen van de in de jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede balansmutaties, in overeenstemming met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen. In dit kader is het College van Bestuur tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het College van Bestuur noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de naleving van die relevante wet- en regelgeving mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fouten of fraude. Bij het opmaken van de jaarrekening moet het College van Bestuur afwegen of de onderwijsinstelling in staat is om haar activiteiten in continuïteit voort te zetten. Op grond van genoemd verslaggevingsstelsel moet het College van Bestuur de jaarrekening opmaken op basis van de continuïteitsveronderstelling, tenzij het College van Bestuur het voornemen heeft om de stichting te liquideren of de activiteiten te beëindigen of als beëindiging het enige realistische alternatief is. Het College van Bestuur moet gebeurtenissen en omstandigheden waardoor

Jaarrekening 2018 48

3

gerede twijfel zou kunnen bestaan of de onderwijsinstelling haar activiteiten in continuïteit kan voortzetten, toelichten in de jaarrekening. De Raad van Toezicht is verantwoordelijk voor het uitoefenen van toezicht op het proces van financiële verslaggeving van de stichting.

Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening Onze verantwoordelijkheid is het zodanig plannen en uitvoeren van een controleopdracht dat wij daarmee voldoende en geschikte controle-informatie verkrijgen voor het door ons af te geven oordeel. Onze controle is uitgevoerd met een hoge mate maar geen absolute mate van zekerheid, waardoor het mogelijk is dat wij tijdens onze controle niet alle materiële fouten en fraude ontdekken. Afwijkingen kunnen ontstaan als gevolg van fraude of fouten en zijn materieel indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat deze, afzonderlijk of gezamenlijk, van invloed kunnen zijn op de economische beslissingen die gebruikers op basis van de jaarrekening nemen. De materialiteit beïnvloedt de aard, timing en omvang van onze controlewerkzaamheden en de evaluatie van het effect van onderkende afwijkingen op ons oordeel. Wij hebben deze accountantscontrole professioneel kritisch uitgevoerd en hebben waar relevant professionele oordeelsvorming toegepast in overeenstemming met de Nederlandse controlestandaarden, het Onderwijsaccountantsprotocol OCW 2018, ethische voorschriften en de onafhankelijkheidseisen. Onze controle bestond onder andere uit:

— het identificeren en inschatten van de risico’s - dat de jaarrekening afwijkingen van materieel belang bevatten als gevolg van fouten of

fraude, - van het niet rechtmatig tot stand komen van baten en lasten alsmede de balansmutaties,

die van materieel belang zijn - het in reactie op deze risico’s bepalen en uitvoeren van controlewerkzaamheden en het

verkrijgen van controle-informatie die voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Bij fraude is het risico dat een afwijking van materieel belang niet ontdekt wordt groter dan bij fouten. Bij fraude kan sprake zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk nalaten transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken of het doorbreken van de interne beheersing;

— het verkrijgen van inzicht in de interne beheersing die relevant is voor de controle met als doel controlewerkzaamheden te selecteren die passend zijn in de omstandigheden. Deze werkzaamheden hebben niet als doel om een oordeel uit te spreken over de effectiviteit van de interne beheersing van de onderwijsinstelling;

— het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving, de gebruikte financiële rechtmatigheidscriteria en het evalueren van de redelijkheid van schattingen door het College van Bestuur en de toelichtingen die daarover in de jaarrekening staan;

— het vaststellen dat de door het College van Bestuur gehanteerde continuïteitsveronderstelling aanvaardbaar is. Tevens het op basis van de verkregen controle-informatie vaststellen of er gebeurtenissen en omstandigheden zijn waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of de onderwijsinstelling haar bedrijfsactiviteiten in continuïteit kan voortzetten. Als wij concluderen dat er een onzekerheid van materieel belang bestaat, zijn wij verplicht om in

Jaarrekening 2018 49

4

onze controleverklaring de aandacht te vestigen op de relevante gerelateerde toelichtingen in de jaarrekening. Als de toelichtingen inadequaat zijn, moeten wij onze verklaring aanpassen. Onze conclusies zijn gebaseerd op de controle-informatie die verkregen is tot de datum van onze controleverklaring. Toekomstige gebeurtenissen of omstandigheden kunnen er echter toe leiden dat de onderwijsinstelling haar continuïteit niet langer kan handhaven;

— het evalueren van de presentatie, structuur en inhoud van de jaarrekening en de daarin opgenomen toelichtingen; en

— het evalueren of de jaarrekening een getrouw beeld geeft/geven van de onderliggende transacties en gebeurtenissen en of de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede balansmutaties in alle van materieel belang zijnde aspecten rechtmatig tot stand zijn gekomen.

Gegeven onze eindverantwoordelijkheid voor het oordeel zijn wij verantwoordelijk voor de aansturing van, het toezicht op en de uitvoering van de groepscontrole. In dit kader hebben wij de aard en omvang bepaald van de uit te voeren werkzaamheden voor de groepsonderdelen. Bepalend hierbij zijn de omvang en/of het risicoprofiel van de groepsonderdelen of de activiteiten. Op grond hiervan hebben wij de groepsonderdelen geselecteerd waarbij een controle of beoordeling van de volledige financiële informatie of specifieke posten noodzakelijk was. Wij communiceren met de Raad van Toezicht onder andere over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante bevindingen die uit onze controle naar voren zijn gekomen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing. Groningen, 21 juni 2019 KPMG Accountants N.V. W. Feenstra RA

Jaarrekening 2018 50