Medium 2 2008-2009

36
medium Tijdschrift voor Communicatiewetenschap - Nummer2 - 2009 PIEP! Omroep voor de dieren Krijgen de dieren een stem? Chinese censuur met Europese hulp Ongecensureerd! Online afkicken kan niet iedereen Anoniem maar niet gemakkelijk

description

Hét tijdschrift voor Communicatiewetenschap (Universiteit van Amsterdam)

Transcript of Medium 2 2008-2009

mediumTijdschrift voor Communicatiewetenschap - Nummer2 - 2009

PIEP! Omroep voor de dierenKrijgen de dieren een stem?

Chinese censuur met Europese hulpOngecensureerd!

Online afkicken kan niet iedereenAnoniem maar niet gemakkelijk

Medium is het tijdschrift voor Communicatiewetenschap aan de Universiteit van Amsterdam en verschijnt vier keer per jaar. Abonnement: 10 euro per jaar. Overmaken op rekeningnummer 393851818 t.n.v. Mercurius Amsterdam o.v.v. ‘Medium abonnement’. Gratis voor leden van studievereniging Mercurius.

E-mail: [email protected] http://www.mercurius-uva.nl/joomla/index.php/commissies/mediumTelefoon: (020) 525 39 88Adres: Kloveniersburgwal 48, 1012 CX AmsterdamOplage: 1400

SMG Groep, HasseltISSN-Nummer: 1382466X

De meningen in de opgenomen artikelen zijn niet noodzakelijk gelijk aan die van de redactie. Medium behoudt het recht ingezonden brieven in te korten of niet te plaatsen.

Cover: Nanda van Doornik (Fotografie: Rutger de Jong - model: Reinout de Boer)

Informatie

Inhoud

InhoudOnline afkicken kan niet iedereen 8 Nieuwe zelfhulp

En toen heette het oorlog 12 Journalistiek in Gaza

Chinese Censuur met Europes Hulp 22 Enige ongesencureerde televisiestation NTDTV

Karen Soeters, stem van de dieren 28 Interview met Karen Soeters

Beelden vertellen meer dan 32duizend leugens Fotomanipulatie

Rub

riek

enVoorwoord 4 Welkom

Van de redactie 4 Anders dan anders quotes

Column 5 Klaus Schönbach

Kort 6 Korte nieuwsberichten

CW Meningen 11 Vraag aan CW’ers

Medium was erbij! 18 Zilveren Zebra

Portret 16/20 Portret: Bram Vermeulen 16

Portret: Thijs Niemantsverdriet 20

Over de Grens 26 CW studeren in Nederland

Mercurius 35 Mercurius Nieuws

med

ium

4

VoorwoordAnders dan andersDoe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg. Zolang je in de maat blijft lopen, ga je op in de massa. Maar groet je een onbekende of uit je een afwijkende mening, dan ben je ‘anders’ of ‘apart.’ Of juist interessant?

Neem Bram Vermeulen die 22 januari verkozen is tot journalist van het jaar 2008. Hij vecht voor het voortbestaan van buitenlandcorrespondentie. Of Thijs Niemantsverdriet, bekroond met de talentprijs de Tegel, die zich sterk maakt tegen de autorisatie van interviews. Kortom, journalisten die interessant zijn door vasthoudendheid aan hun waarden.

In deze Medium gaan we op zoek naar het andere en het bijzondere, zaken die ook als interessant kunnen worden gezien. Tegenwoordig kun je afkicken via internet en ook het oprichten van een dierenomroep behoort tot de mogelijkheden. Gelukkig wordt censuur in de Westerse wereld inmiddels ook als apart beschouwd. Echter is dit nog niet geheel uit de wereld verdwenen. Een gastredacteur werpt een nadere blik op de totalitaire staat China. Een Israëlische jongen komt aan het woord over de berichtgeving omtrent de situatie in de Gaza-strook, wat nieuwe informatie brengt over de representatie van verschillende partijen.

Kortom, een Medium anders dan anders ligt voor je neus. Natuurlijk vind je ook de vaste rubrieken ‘Over de grens’, ‘CW meningen’ en de kortjespagina. Tevens schrijft Klaus Schönbach vanaf deze Medium voor elke uitgave een column met zijn visie op communicatiewetenschappelijke fenomenen.

Maud Janssen en Mirjam de JongHoofdredactie Medium 2008-2009

Van de Redactie - QuotesHoofdredactie:// Mirjam de Jong :“Ik kijk liever een dag tell sell dan een minuut het weer” {} Maud Janssen: “Ik zoek mijn rol bij voorkeur in de oppositie”. Redactie:// Laurens Krekels: “Mijn hond zit binnenkort vaker voor de buis dan ikzelf” {} Shari Nijman: “Ik ben liever dwars dan recht-toe-recht-aan“ {} Sam de Voogt: “Een dag zonder de Volkskrant is als een broodje shoarma zonder knoflooksaus!” {} Tessa Wilmink: “Heb ik weer: alles anders dan anderen” {} Annika van Berkel: “In de spits lees ik de Metro en in de metro lees ik de Spits”.Beeldredactie:// Nanda van Doornik: “Ik ben abonnee van NRC.Next, alleen voor het middenwoord” {} Wietse Dijkstra: “Als ik ja denk zeg ik nee, als ik nee denk zeg ik ja”. Eindredactie:// Natasja van Est: “In tijdschriften bekijk ik alleen de advertenties”.

Gastredacteuren: Jasper FakkertRedactieraad: Dennis Mijnheer, Jan-Harmen Meijerink en Amy van ZutphenCoördinator vanuit Mercurius: Lokke van der Wal

Afbeelding: VLIZ (Coppieters). BelgiëLicentie: creativecommons.org

Van de Redactie - QuotesHoofdredactie:// Mirjam de Jong :“Ik kijk liever een dag tell sell dan een minuut het weer” {} Maud Janssen: “Ik zoek mijn rol bij voorkeur in de oppositie”. Redactie:// Laurens Krekels: “Mijn hond zit binnenkort vaker voor de buis dan ikzelf” {} Shari Nijman: “Ik ben liever dwars dan recht-toe-recht-aan“ {} Sam de Voogt: “Een dag zonder de Volkskrant is als een broodje shoarma zonder knoflooksaus!” {} Tessa Wilmink: “Heb ik weer: alles anders dan anderen” {} Annika van Berkel: “In de spits lees ik de Metro en in de metro lees ik de Spits”.Beeldredactie:// Nanda van Doornik: “Ik ben abonnee van NRC.Next, alleen voor het middenwoord” {} Wietse Dijkstra: “Als ik ja denk zeg ik nee, als ik nee denk zeg ik ja”. Eindredactie:// Natasja van Est: “In tijdschriften bekijk ik alleen de advertenties”.

Gastredacteuren: Jasper FakkertRedactieraad: Dennis Mijnheer, Jan-Harmen Meijerink en Amy van ZutphenCoördinator vanuit Mercurius: Lokke van der Wal

Vaak horen we klachten dat er niet meer wordt gelezen. Wat was het vroeger toch mooi – in plaats van naar de televisie te kijken, spelletjes op de PC te spelen of op het internet te surfen, hebben mensen gewoon gelezen. En de boeken die ze lazen waren uiteraard die van Multatuli, Thomas Mann en Nescio. Hooguit (en heel soms) eentje uit de bouquetreeks.

Maar ten eerste valt te betwijfelen of mensen vroeger echt zo veel meer lazen; ze hadden uiteindelijk ook een heleboel andere dingen te doen. Ten tweede komt men bij een beetje nadenken al snel op het idee dat juist het gebruik van internet eigenlijk gewoon heel vaak lezen is. Het zijn immers teksten, waaruit het overgrote aanbod op internet bestaat.

Daarnaast leren twee nieuwe studies ons dat mensen wel degelijk nog steeds boeken lezen – en zelfs meer dan een paar jaar geleden. In Duitsland laat de Stichting Lezen weten dat in 2008 negen procent van de bevolking boven de dertien jaar iedere dag in een boek leest. In 2000 was dat nog slechts zes procent. En ook in de VS is lezen toegenomen. De nieuwe studie die het National Endowment of the Arts heeft geïnitieerd, heet niet voor niets Reading on the Rise.

Want in 2008 lazen 50,2 procent van de Amerikanen achttien jaar en ouder minstens één boek per jaar for pleasure. Klinkt niet zoveel? Maar dat waren er 3,5 procent méér dan in 2002 (46,7%). De sterkste stijging is overigens bij de 18-24-jarigen te vinden – bij diegenen over wie men zich veelal de meeste zorgen maakt.

Dus alles prima? Hangt ervan af. Twee andere ontwikkelingen zijn nog te vermelden. Ten eerste, een soort polarisering. Het gemiddelde percentage van lezers is vooral gestegen door de groep personen die nu echt vaker leest dan vroeger. Daarvan zijn scherp afgebakend helaas ook steeds meer mensen die nu helemaal geen boek ter hand nemen. In de VS las in 2008 45,7 procent geen boek (ook niet voor hun werk of studie) – wat iets meer is in vergelijking met 2002 (43,4%). In Duitsland las in 2008 een kwart van de bevolking (25%) boven de 13 jaar helemaal geen boek, terwijl dit in 1992 nog een vijfde (20%) was. Dus alleen doordat de groep lezende mensen iets groter is geworden, hebben we de lichte toename in het lezen kunnen vaststellen.

Ten tweede wordt lezen als het ware steeds meer versnipperd. Ja, meer mensen lezen dagelijks in een boek, maar dat blijkt dan wekenlang om één en hetzelfde boek te gaan. In Duitsland komt 44 procent van de bevolking slechts aan maximaal vijf verschillende gelezen boeken per jaar. In 2000 waren het minder mensen, 38 procent van de bevolking, die niet meer dan vijf boeken lazen. Geen wonder, want duidelijk is dat meer dan een derde van de Duitsers (37%) in 2008 zei: “Ik lees boeken in kleine porties over een langere periode”. In 1992 was dat nog maar 29 procent van de mensen die hun leesgedrag op die manier versnipperden.

Wat voor mij het meest interessante resultaat was, is dat aan de ene kant in het Duitse onderzoek duidelijk wordt dat meer mensen tegenwoordig direct op het internet starten om iets te lezen, zeker heel begrijpelijk. Maar vergeleken met acht jaar geleden zegt in 2008 ook een groter aantal mensen (41%) dat ze internetteksten niet meer printen. In 2000 was dat slechts 25 procent. Daarbij klagen ze wel over de afleiding die de hoeveelheden links op het net veroorzaken. Lezen op het internet is nooit af; daar valt altijd nog op iets anders te klikken. Dat is het probleem uitgerekend van de jongste internetgebruikers. Van de 14-19-jarigen stelt 30 procent hier last van te ondervinden, tegenover slechts 16 procent van de internetgebruikers boven de 60 jaar.

Dus: Meer mensen lezen, maar ook meer mensen lezen niet, en wie leest blijft niet bij de les…

Klaus SchönbachHoogleraar Algemene Communicatiewetenschap

ColumnHet lezen is dood – leve het lezen!

Tekst: Klaus Schönbach

med

ium

5

Kort

med

ium

6

Kort

Love in cyberspaceDat het internet vaak als instrument wordt ingezet bij het zoeken naar een nieuwe liefde is algemeen bekend. Datingsites, MSN, Hyves: allerlei websites kunnen ons helpen bij het zoeken van de ideale partner. In China hebben jongeren nu een creatieve manier gevonden om de ware te vinden, namelijk online gaming. Pieter-Paul Walraven zegt in een interview in De Pers dat vooral de jongens graag een vriendin ontmoeten via het spelen van online games. Spelmakers springen hier handig op in door games toegankelijk te maken voor vrouwen. Ook kan er in de games voor slechts een paar cent een virtueel cadeautje worden gekocht voor de geliefde. Miljoenen jongeren zijn inmiddels verslaafd aan deze vorm van gamen. Ze komen massaal samen in internetcafés om te daten via online games. Zoals veel Chinese gameproducten, bestaat er een kans dat ook deze trend over zal waaien naar Europa. Volgens Walraven kunnen dergelijke games ook hier hoge ogen gaan gooien. Wie weet heb je binnenkort een prachtige virtuele bos rozen in je inbox. (AvB)

Schrijvend geld verdienenDe hoeveelheid aan geschreven weblogs overstijgt het aantal weblogs dat daadwerkelijk gelezen wordt. Wie slim is pakt het dan ook anders aan en onderhoudt geen persoonlijke weblog meer, maar schrijft artikelen voor de website www.infonu.nl en verdient zo een zakcentje bij.

De website InfoNu presenteert zichzelf als een online bibliotheek waar informatie van A tot Z beschikbaar is. Deze informatie is geplaatst door infoteurs, mensen die zich hebben aangesloten bij de website en over allerlei verschillende onderwerpen schrijven en artikelen publiceren. De onderwerpen, onderverdeeld in negentien hoofdrubrieken, lopen sterk uiteen; van recepten en persoonlijke reisverhalen tot wetenschappelijke artikelen en kritische reflecties op gebeurtenissen in het nieuws. Alvorens de artikelen, evenals reacties op deze artikelen, worden gepubliceerd, moeten ze door de webredactie worden goedgekeurd.

De webredactie wil graag doorgroeien tot de grootste gratis online informatiebron. Om die reden hebben ze baat bij veel infoteurs, die ze door het aanbieden van een kleine vergoeding aan zich proberen te binden. Die vergoeding bestaat uit een deel van de advertentieopbrengsten. Elk geplaatst artikel wordt door Google Adsense met advertenties aangevuld, waar je als infoteur ongeveer 50% van ontvangt. Veel heb je als infoteur niet nodig, slechts “een leuke hobby, een passie of bepaalde kennis waar je graag over wilt schrijven”. Geld verdienen wordt zo wel heel erg gemakkelijk. (TW)

Kort

www.depers.nl

Foto: www.instituutschipper.nl

med

ium

7

‘Huiskamerconcert’ via Bol.comHet is sinds kort mogelijk om via Bol.com popconcerten te beluisteren en bekijken. In samen-werking met Fabchannel zendt de webwinkel regelmatig registraties uit van concerten in de Amsterdamse poptempels Paradiso en Melkweg. Fabchannel houdt zich al langere tijd bezig met het uitzenden van popconcerten via internet. Het belangrijkste doel hiervan is om artiesten die nog niet zo bekend zijn, wat meer onder de media-aandacht te brengen. De samenwerking met Bol.com is een goede manier om bezoekers van de webwinkel, waar vooral cd’s en dvd’s worden verkocht, in contact te brengen met deze nieuwe artiesten. Bovendien blijkt uit onderzoek dat ongeveer twintig procent van de bezoekers van Fabchannel na het zien van een concertregistratie zo enthousiast is dat ze een cd of dvd van de betreffende artiest willen aanschaffen. Bij een webwinkel als Bol.com ben je dan meteen aan het juiste adres. Fabchannel bereikt op deze manier tevens een breder publiek. Bovendien is het erg fijn voor Bol, die meer cd’s en dvd’s verkoopt van artiesten waarvan men voorheen nog weinig had gehoord. (AvB)

Kijkcijfers & kijkgedrag 2008Stichting KijkOnderzoek (SKO) heeft de kijkcijfers en het kijkgedrag van 2008 bekend gemaakt. De cijfers tonen aan dat Nederlanders in 2008 minder en op een andere manier naar de televisie gekeken hebben dan in voorgaande jaren.

Gemiddeld zaten Nederlanders 184 minuten (drie uur en vier minuten) per dag voor de televisie, dat is ruim twee minuten minder dan in 2007. Jongeren tot 35 jaar zijn minder naar de televisie gaan kijken, 65-plussers schroeven het gemiddelde omhoog met een gemiddelde kijktijd per dag van 257 minuten (vier uur en vijftien minuten). De publieke zender Nederland 1 had in 2008 het grootste marktaandeel (21,1% overdag en 22,4 % ‘s avonds), gevolgd door de commerciële zender RTL 4. De programma’s die het best bekeken werden, zijn weergegeven in de Top100. Van de beste tien programma’s die in die lijst zijn opgenomen, zijn acht programma’s uitzendingen van het EK voetbal. De overige twee programma’s zijn, op de vierde plaats met maar liefst 7,1 miljoen kijkers, de uitzending van Peter R. de Vries met daarin de onthullingen over Joran van der Sloot en, op de negende plaats met 4,4 miljoen kijkers, een van de afleveringen van Boer Zoekt Vrouw.

In 43% van de huishoudens heeft de digitale televisie aan terrein gewonnen waardoor veel programma’s op een ander tijdstip werden bekeken dan de oorspronkelijke uitzendtijd. Tevens werden programma’s gedurende 2008 regelmatiger via internet bekeken. Bas de Vos, de directeur van SKO zegt: “Groei in digitale ontvangst [...] en met name het online bekijken van tv-programma’s laat zien dat er sprake is van een doorzettende evolutie in het televisielandschap.” Om die reden werden niet alleen de kijkcijfers van rechtstreekse uitzendingen gemeten, maar ook het ‘uitgesteld kijken’ en het ‘streaming televisiegebruik’ werden in het kijkonderzoek van 2008 meegerekend. Ondanks deze technologische ontwikkelingen was een derde van alle huishoudens nog altijd in het bezit van de oude vertrouwde video-recorder om programma’s op te nemen en deze op een ander tijdstip te bekijken of zelfs om deze te bewaren. (TW)

Foto: www.teachersparadise.com

8

Online afkicken kan niet iedereenTekst: Shari Nijman

Al heel wat jaren kunnen we via internet onze boodschappen bestellen, vakanties boeken, solliciteren, studeren en een bruid uitzoeken. Alleen als ons iets mankeerde moesten we eigenlijk nog naar buiten, op zoek naar een dokter. Maar sinds de komst van websites zoals dokterdokter.nl enmedischforum.nl hoef je ook daar de deur niet meer voor uit. En nu is daar iets nieuws bijgekomen. Want ook alcohol- en drugsverslaafden kunnen tegenwoordig hulp zoeken zonder daarvoor naar buiten te hoeven.

Fragment: Trainspotting

med

ium

med

ium

9

Online afkicken kan niet iedereenOnline, achter je computert afkicken. Voeten omhoog, biertje erbij...Oh nee, dat juist niet! Is internet dan echt de oplossing voor alles? Een snelle zoekactie op het internet leert ons al snel dat veel mensen sceptisch staan tegenover het idee. Op het internetforum ZDnet.nl reageert een verslaafde onder de naam Junkie XXL : “Ze werken met grafieken en tabellen.... dat is nou precies waarom dit niet werkt. Een alcoholist is niet te vangen in een grafiek of een tabel en de enige die dat beseft is waarschijnlijk de alcoholist en/of drugsverslaafde. Waar eerder een langdurige Detox-opname nog vaak niet voldoende was om af te kicken van een van de meest verslavende middelen kun je nu zomaar online afkicken? “

Alles onlineHet beeld van een dakloze heroïneverslaafde die in een internetcafé zijn verslaving te boven komt, is misschien extreem. Toch zou afkicken via het internet weleens een te grote uitdaging voor verslaafden kunnen vormen. Zoveel

verleiding, zo weinig handvatten! Heeft dat wel zin? Kan de moderne technologie dan echt alle kronkels van de mense-lijke geest overwinnen?

Een aantal instellingen voor verslavingszorg biedt de service van online afkicken. Martin Zinkhaan, teammanager van het zogeheten E-health project van Brijder instellingen voor verslavingszorg maakt snel duidelijk dat de zwaarverslaafde zwerver ook niet de doelgroep is van dit soort programma’s. “De behandeling op internet, of e-health, is bedoeld voor mensen met een zogeheten enkelvoudige problematiek. Dit houdt in dat hun verslaving, bijvoorbeeld alcohol, hun enige probleem is. Behalve hun verslaving hebben ze hun leven nog redelijk op orde. Een inkomen, een partner en onderdak. Deze mensen zitten als het ware in het voorstadium van een echte verslaving. Voor hen kan een behandeling op internet een uitkomst bieden.”

De verslaafde moet dus een huis en een baan hebben. Een partner, kinderen...Is dat alles? Als je dat allemaal nog hebt, kun je dan niet zonder internet afkicken? Zinkhaan: “Het voorstadium van een verslaving is erg riskant. Als men dat nu niet gaat behandelen, is de kans groot dat je deze mensen over een jaar of vijf in een kliniek face-to-face moet gaan behandelen. Wanneer iemand zich aanmeldt voor een behandeling moet men altijd een vragenlijst invullen. Zo krijgen wij een idee over de sociale situatie van de patiënt. Maar ook van andere bestaande problemen, zoals een depressie, medicijngebruik of zelfmoordpogingen.”

Twee soortenWebsites waar je geholpen wordt met je drugs- of alcoholprobleem zijn grofweg in te delen in twee soorten. Websites die verbonden zijn aan verslavingsklinieken zoals Brijder, Jellinek en Tactus. Zij bieden de verslaafde digitale begeleiding. Een medewerker heeft gedurende het gehele programma regelmatig contact met de patiënt.

Een ander soort website is bijvoorbeeld www.minderdrinken.nl. Deelnemers nemen hier het initiatief om minder te gaan drinken, net als bij de andere soort websites. Ze krijgen toegang tot informatie over verslaving en afkicken. Deze kennis moet hen gaan ondersteunen tijdens het afkicken. Op minderdrinken.nl kan de verslaafde een actieplan opstellen en leren omgaan met terugval. Het verschil is dat dit soort websites volledig op zelfhulp gericht zijn. De verslaafden worden hierbij niet begeleid door professionele hulpverleners, maar kicken helemaal zelf af. De minderdrinken-website is ontwikkeld door het Trimbos instituut. Dit is het Nederlandse instituut voor psychische gezondheid en verslaving. Volgens het Trimbos instituut is die website effectief in het terugdringen van drankgebruik. Ook hier is het credo: dit programma is niet geschikt voor iedereen. Op de website wordt gewaarschuwd dat mensen die erg veel drinken en kampen met afkickverschijnselen professionele hulp moeten zoeken

“Het voorstadium van een verslaving is erg riskant”

med

ium

10

LiegenNiet elke verslaafde heeft een zwaar ontregeld huishouden. Volgens het Trimbos instituut is meer dan tien procent van de Nederlandse bevolking tussen de 16 en 69 jaar oud een probleemdrinker. Hieronder vallen natuurlijk ook bankdirecteuren, vuilnismannen, accountants, verplegend personeel en waarschijnlijk een heleboel studenten. Een heel aantal van deze zogeheten probleemdrinkers doet er niets aan en drinkt door. Maar voor iedereen die er wel wat aan wil doen, is er nu dus een mogelijkheid. Anoniem. En dat is belangrijk, want bekend staan als alcoholist wil natuurlijk niemand. Bovendien kan het altijd je toekomstige carrière in de weg staan.

Zelfs al is er nu een plaats waar je anoniem kan afkicken, eerlijk zijn over je problemen blijft moeilijk voor verslaafden. Hoewel het misschien moeilijk lijkt om door de leugens van een verslaafde heen te prikken zonder die persoon ook echt te zien, is dit volgens Zinkhaan niet altijd het geval. “Mensen proberen soms hun problemen wat te bagatelliseren. Ze melden zich aan en vullen de vragenlijst dan naar waarheid in. Als hun problemen naar onze mening te serieus zijn voor een behandeling op internet krijgen ze het advies om zich zo snel mogelijk te melden bij een van onze instellingen. Dat is het moment waarop veel verslaafden denken ‘oh nee, zo erg is het nog niet met me’. Ze vullen de lijst dan nogmaals in, maar strepen hierbij veel belangrijke problemen weg. Ze verzwijgen bijvoorbeeld dat ze depressief zijn of die ene zelfmoordpoging. Soms vullen ze de lijst wel vier keer in net zo lang tot ze uiteindelijk groen licht krijgen om met de behandeling op internet te starten. Tenminste, dat denken ze. Maar onze deskundigen zien alle vier de aanvragen langskomen. Wij zullen dan alsnog contact met hen opnemen en er op aandringen dat ze zich zo snel mogelijk bij ons melden.”

Zelfhulp De vraag naar een manier om af te kicken zonder in te checken in een kliniek is altijd groot geweest. Het internet is slechts een nieuw medium hiervoor. Een groot aantal zelfhulpprogramma’s bestaat vooral uit anonieme face-to-face ontmoetingen tussen verslaafden en vrijwilligers die soms in het verleden hun eigen verslaving hadden overwonnen. De grootste en bekendste zelfhulporganisatie die volgens deze methode werkt is de vereniging van Anonieme Alcoholisten (AA). Humpfreys et al. onderzochten in 2004 onder andere de effectiviteit van zelfhulporganisaties zoals de AA. Zij kwamen tot de conclusie dat mensen die actief deelnemen aan zelfhulpprogramma’s minder snel weer in aanraking komen met alcohol of andere verdovende middelen. Zelfhulpprogramma’s zoals de AA verhogen dus de kans om het afkicken vol te houden. Het is natuurlijk de bedoeling dat de afkickprogramma’s op het internet hetzelfde effect hebben. Volgens Zinkhaan van Brijder verslavingszorg lijkt dat effect er inderdaad te zijn. “We zijn in januari 2008 begonnen met de website van alcoholondercontrole.nl. Sindsdien zijn ongeveer 1600 mensen gestart met een behandeling. Hiervan zijn al driehonderd mensen uitbehandeld. Anderen zijn nog in behandeling, en ja, sommige mensen zijn voortijdig gestopt.” De driehonderd mensen die nu al zijn uitbehandeld, zijn geen van allen teruggezien voor een face-to-face behandeling.

Dat betekent dat er nu driehonderd mensen rondlopen in Nederland die niet in de afgrond van een verslaving zijn gevallen.

TrekHet internet heeft één groot nadeel. Als niemand weet dat je aan het afkicken bent, hoe zorg je dan voor die stok achter de deur? In een kliniek zit je tussen lotgenoten, achter een deur zonder drank of drugs in de buurt. Mocht je toch trek krijgen in een borrel dan zijn er genoeg mensen die je over kunnen halen het niet te doen. Maar thuis achter een computer is dat toch lastiger. In de programma’s op internet is zorgvuldig ruimte ingebouwd om met de zogenaamde ‘trek’ om te gaan. Er wordt zorgvuldig gedocumenteerd hoeveel de patiënt eigenlijk drinkt en op welke momenten. En op welke momenten er helemaal geen trek is. Tevens worden de nadelen van drinken en de voordelen van niet drinken uiteengezet. Zo ontstaat een overzicht van de goede dingen die voortkomen uit het minderen met alcohol. Zinkhaan gelooft dat dit overzicht de verslaafde een stok achter de deur moet geven. “Op den duur moeten de voordelen van het niet drinken natuurlijk gaan overheersen. Omgaan met trek is natuurlijk altijd moeilijk maar wij bieden de verslaafde alternatieve oplossingen voor het afbouwen van het gebruik. Wanneer is de trek het grootst en hoe vermijd je die situaties? Wat moet je nou doen als je toch weer in het café belandt? Wij stellen dan bijvoorbeeld voor om eerst te beginnen met een glaasje fris. Dat werkt natuurlijk niet altijd. Het ligt vooral aan de motivatie van de patiënt.”

Motivatie Motivatie lijkt het toverwoord. Motivatie om te willen afkicken en het initiatief nemen om je aan te melden bij een afkickprogramma. Dagelijks zijn een heleboel mensen bezig om de verslaafden gemotiveerd en op de goede weg te houden. Met behandelaren die ook betrokken zijn bij face-to-face behandelingen worden door het gebruik van internet een stuk meer mensen geholpen. “De mensen die nu al leefstijltraining geven in de kliniek doen deze behandelingen op internet naast hun gewone werk. De omslag naar internet is voor hen vrij eenvoudig te maken. Ze hoeven er niet voor bij te leren, op het gebruik van het programma na. Het programma online is verder geheel gebaseerd op de therapie die de mensen in de face-to-face behandeling krijgen.”

Harddrugs zoals GHB of cocaïne zijn een stuk moeilijker te behandelen dan cannabis en alcohol. De instroom voor deze programma’s is ook veel lager. Er is hier nog weinig resultaat geboekt. Bij Brijder verslavingszorg zijn op dit moment ongeveer 115 mensen uitbehandeld. Veel van de deelnemers aan drugsondercontrole.nl moeten uiteindelijk toch worden doorverwezen naar een face-to-face behandeling. Toch is ook deze behandeling volgens Zinkhaan zeker een succes. “Deze mensen hadden zich anders niet gemeld of pas in een veel later stadium. De website is als het ware een opstapje voor deze mensen tot een face- to-face behandeling. Doordat ze hun gegevens invullen en zo hun gebruik kenbaar maken, wordt de balans van hun gebruik opgemaakt.”

Een dak boven je hoofd, een redelijk gestructureerd leven en vooral een goede motivatie. Afkicken op internet is niet voor iedereen een wondermiddel. Maar niet geschoten is altijd mis. Lukt het afkicken niet op internet dan kan de verslaafde altijd nog doorverwezen worden naar de kliniek. Die stap is nu veel kleiner, want de verslaafde is immers toch al begonnen met afkicken. Wie A zegt moet ook B zeggen. En door de opkomst van afkickprogramma’s op internet zeggen steeds meer verslaafden A!

“Mensen proberen soms hun problemen wat te bagatelliseren”

med

ium

11

CWMeningen

“Ik denk dat er voor dit soort dingen veel persoonlijk contact nodig is. Als begeleider die iemand helpt om af te kicken, heb je dan veel meer grip op een persoon die probeert van een verslaving af te komen. En ik denk ook dat je je als verslaafde, wanneer het meer persoonlijk is, meer verplicht voelt om af te kicken. Ze nemen misschien de eerste stap om af te kicken, maar ik denk niet dat die motivatie alleen genoeg is. Op internet

is alles vrij gemakkelijk om zomaar te doen. Je hebt geen verplichtingen, het is heel vrijblijvend. Als je de stap zet om fysiek naar een kliniek te gaan, beloof je jezelf, volgens mij, heel wat meer. Ik denk dat iInternet een goede eerste stap is om informatie te zoeken over hoe je het afkicken aan moet pakken, maar het werkelijke proces hoort face- to- face.”

Maike van Ees, 24 jaar, 1e jaar verkorte bachelorstudente

Tekst: Mirjam de Jong

Vind je internet een juist medium om verslaafden te helpen?

“Ik denk dat door het aanbieden van afkickprogramma’s aan te bieden op iInternet, de drempel voor afkicken heel laag wordt. Dit kan voor mensen met een kleine verslaving, om het zo maar zo te noemen, heel goed zijn. Om echt naar bijvoorbeeld de AA te gaan is een grote stap, vooral door het milieu waar je inzit, je omgeving. Iedereen heeft iInternet en je kunt zo vanuit je huis afkicken, veilig achter je computer. Ik zou niet weten waarom je echt face- to- face begeleiding nodig hebt bij een kleine verslaving. Er zijn tegenwoordig zoveel dingen die gaan via het internet, en het gaat vaak hartstikke goed. Bij grotere verslavingen kan ik me voorstellen dat je inderdaad een begeleider of groepstherapie of zoiets nodig hebt.”

Hannah Stöve, 18 jaar, 1e jaars

Sarah O´Neill, 21 jaar, 3e jaars Ik denk dat internet een juiste manier kan zijn om gesloten verslaafden, of verslaafden aan wie je niet echt iets merkt, te helpen. Vaak is het zo dat deze groep moeite heeft de stap te nemen om naar een hulpverlener te gaan. Internet kan een juiste manier zijn om antwoorden te geven op gerichte vragen van verslaafden. Het nadeel is denk ik, dat internet niet echt als begeleider gezien kan worden in het afkickproces. Daarom denk ik dat internet als medium om verslaafden te laten afkicken gezien kan worden als een opstap naar het daadwerkelijke proces. Zoals gezegd kan internet geen

persoonlijke begeleiding bieden, aangezien de mate van verslaving ingeschat wordt en er geen rekening gehouden kan worden met specifieke problemen. Ik vind daarom dat na de eerste stappen, die het internet kan faciliteren, een hulpverlener wel degelijk nodig is om een verslaafde helemaal te laten afkicken. Echter een initiatief als deze, verslaafden laten afkicken door middel van internet, is denk ik zeer gewenst.

med

ium

12

En toen heette het oorlogOorlog in GazaTekst: Tessa Wilmink

Wat een rustige kerst had moeten zijn, veranderde in een periode van geweld nadat de wapenstilstand tussen Hamas en het Israëlische leger in de Gazastrook niet werd verlengd. Ondanks dat beide partijen het bestand al eerder hadden geschonden, werd in de media nog steeds gesproken over een mogelijke verlenging van de wapenstilstand.

Op het moment dat Hamas hardop uitsprak dat een verlenging van het bestand alleen uitstel van executie van Israël zou zijn, was de maat voor de Israëliërs vol. Vuurraketten werden over en weer afgeschoten en wie precies om welke reden de ander aanviel of zichzelf beschermde, werd door de hoeveelheid

aan informatie steeds onduidelijker. Na een aantal dagen werd het geweld te groot om enkel ‘geweld’ genoemd te kunnen worden en vanaf dat moment werden de wederzijdse beschietingen ‘oorlog’ genoemd. Daarmee werd een einde gebracht aan de hoop dat de onrust in een paar dagen voorbij zou zijn en werd het ook een situatie van

winnaars of verliezers. Een situatie waarin de betrokken partijen de ander als boosdoener probeerden af te schilderen, de media daarvoor als speelbal probeerden te gebruiken en de berichtgeving ten gunste van zichzelf probeerden te manipuleren.

Media discoursDe manier waarop de media in het conflict en de meningsvorming over het conflict verweven en gevangen zitten, is het belangrijkste element geworden van de hele situatie. Volgens een artikel in De Stem wordt nog steeds

in hokjes gedacht wanneer het de situatie in Israël betreft. Ondanks dat de media proberen om een evenwichtig beeld van de situatie te schetsen en het principe van hoor- en wederhoor proberen toe te passen, is het discours dat in de West-Europese media heerst (dat Israëliërs en Palestijnen allebei vechten om hetzelfde land en allebei niet willen toegeven of geen compromis willen sluiten) niet evenwichtig genoeg. Dit discours gaat niet de diepte in en dekt niet de lading van het werkelijke

conflict dat intussen ook burgers treft, die slachtoffer zijn geworden van het politieke geweld dat door beide partijen wordt voorgezet.

Buitenlandse persDe interesse van de buitenlandse pers voor het conflict is zeer groot, zeker nu het geweld is toegenomen. Volgens vele critici heeft het uit veiligheidsoverwegingen sluiten van de Gaza-strook voor internationale journalisten de geloofwaardigheid van Israël aangetast. Als er niets te verbergen valt, waarom mag niemand dan met een eigen cameraploeg het gebied filmen? Als niemand mag weten hoe het er in de Gazastrook aan toe

gaat, hoe moeten dan de beelden geïnterpreteerd worden die wel naar buiten worden gebracht? Door wie zijn die beelden gemaakt, door wie zijn ze gecontroleerd en door wie zijn ze gemanipuleerd? We weten inmiddels, met dank aan het openhartige boek Het

zijn net mensen van Joris Luyendijk, dat het proces van nieuwsproductie erg ingewikkeld in elkaar zit en dat beelden op de televisie en foto’s in de krant zo veel meer impact hebben dan een geschreven artikel. Wanneer we beelden zien van huilende kinderen en wanhopige vrouwen die met de armen in de lucht om hun God roepen, voelen we met hen mee en vergeten de context waarin we bepaalde beelden moeten plaatsen. Elke foto die wordt gepubliceerd, elk stukje video dat wordt uitgezonden, elk woord dat gebruikt wordt in een artikel heeft betekenis. Echter, deze betekenis verandert wanneer de context verandert.

Israëliër in NederlandHet gebrek aan kennis, en daarmee het uitblijven van een context, is volgens Liav Peretz precies de problematiek die door media wordt versterkt. Peretz is een Israëlische jongeman die tijdens de recente gewelduitbarsting in Gaza in Nederland verkeerde. “Ik was tijdens de oorlog eigenlijk een Nederlander; ik gebruikte Westerse nieuwsbronnen om op de hoogte te blijven van de laatste ontwikkelingen. Het frustreert me enorm dat er pas aandacht kwam voor het conflict nadat Israel met de luchtaanvallen begon. Dit is geen oorlog van de laatste weken, het is een oorlog die al jaren aan de gang is.” Peretz gebruikte naast de Westerse nieuwsbronnen ook Israëlische websites om aanvullende informatie te verkrijgen. Hij is van mening dat wij in Nederland niet genoeg weten van de situatie, in ieder geval niet genoeg om een goede mening te kunnen vormen over wat precies gaande is. Hij benadrukt dat het er niet om gaat wie gelijk of ongelijk heeft in deze oorlog, maar dat het geweld dat al jaren heerst voor eens en voor altijd moet op-houden. Net als ieder ander vindt

“Waarom zou de Palestijnse kant de ‘andere kant’ moeten zijn?”

Els Jellema - Foto: PMRS

med

ium

13

in hokjes gedacht wanneer het de situatie in Israël betreft. Ondanks dat de media proberen om een evenwichtig beeld van de situatie te schetsen en het principe van hoor- en wederhoor proberen toe te passen, is het discours dat in de West-Europese media heerst (dat Israëliërs en Palestijnen allebei vechten om hetzelfde land en allebei niet willen toegeven of geen compromis willen sluiten) niet evenwichtig genoeg. Dit discours gaat niet de diepte in en dekt niet de lading van het werkelijke

conflict dat intussen ook burgers treft, die slachtoffer zijn geworden van het politieke geweld dat door beide partijen wordt voorgezet.

Buitenlandse persDe interesse van de buitenlandse pers voor het conflict is zeer groot, zeker nu het geweld is toegenomen. Volgens vele critici heeft het uit veiligheidsoverwegingen sluiten van de Gaza-strook voor internationale journalisten de geloofwaardigheid van Israël aangetast. Als er niets te verbergen valt, waarom mag niemand dan met een eigen cameraploeg het gebied filmen? Als niemand mag weten hoe het er in de Gazastrook aan toe

gaat, hoe moeten dan de beelden geïnterpreteerd worden die wel naar buiten worden gebracht? Door wie zijn die beelden gemaakt, door wie zijn ze gecontroleerd en door wie zijn ze gemanipuleerd? We weten inmiddels, met dank aan het openhartige boek Het

zijn net mensen van Joris Luyendijk, dat het proces van nieuwsproductie erg ingewikkeld in elkaar zit en dat beelden op de televisie en foto’s in de krant zo veel meer impact hebben dan een geschreven artikel. Wanneer we beelden zien van huilende kinderen en wanhopige vrouwen die met de armen in de lucht om hun God roepen, voelen we met hen mee en vergeten de context waarin we bepaalde beelden moeten plaatsen. Elke foto die wordt gepubliceerd, elk stukje video dat wordt uitgezonden, elk woord dat gebruikt wordt in een artikel heeft betekenis. Echter, deze betekenis verandert wanneer de context verandert.

Israëliër in NederlandHet gebrek aan kennis, en daarmee het uitblijven van een context, is volgens Liav Peretz precies de problematiek die door media wordt versterkt. Peretz is een Israëlische jongeman die tijdens de recente gewelduitbarsting in Gaza in Nederland verkeerde. “Ik was tijdens de oorlog eigenlijk een Nederlander; ik gebruikte Westerse nieuwsbronnen om op de hoogte te blijven van de laatste ontwikkelingen. Het frustreert me enorm dat er pas aandacht kwam voor het conflict nadat Israel met de luchtaanvallen begon. Dit is geen oorlog van de laatste weken, het is een oorlog die al jaren aan de gang is.” Peretz gebruikte naast de Westerse nieuwsbronnen ook Israëlische websites om aanvullende informatie te verkrijgen. Hij is van mening dat wij in Nederland niet genoeg weten van de situatie, in ieder geval niet genoeg om een goede mening te kunnen vormen over wat precies gaande is. Hij benadrukt dat het er niet om gaat wie gelijk of ongelijk heeft in deze oorlog, maar dat het geweld dat al jaren heerst voor eens en voor altijd moet op-houden. Net als ieder ander vindt

“Dit is geen oorlog van de laatste weken, het is een oorlog die al jaren

aan de gang is.”

Els Jellema - Foto: PMRS

Foto: www.nos.nl

med

ium

14

hij het verschrikkelijk dat onschuldige kinderen omkomen in deze oorlogstijd. “Lang niet iedereen in Israël is vóór de oorlog in Gaza. Er circuleren genoeg contrasterende meningen, onder andere van linksgeoriënteerde Israëliërs zelf. Nu de verkiezingen eraan komen wordt dat des te duidelijker voor de bevolking, maar niet voor de Westerse wereld. Je hoort of ziet er niks in de media van terug. Die beelden worden niet buiten Israël verspreid.” Volgens Peretz is de informatie die wij horen en zien te eenzijdig. Daarmee bedoelt hij niet dat er een voorkeur voor een van beide partijen wordt uitgesproken in de media, maar dat de berichtgeving niet volledig is. Om die reden probeerde hij zelf om via Facebook video’s rond te sturen waarin andere beelden te zien zijn dan de dominante beelden in de media. Alles wat Peretz las op internet probeerde hij op een juiste en objectieve manier te interpreteren. “Ik heb zelf in dienst gezeten; ik weet hoe het er aan toe gaat en ik weet ook hoe manipulatief media kunnen zijn. Om die reden probeer ik alles wat ik lees kritisch te bekijken. Natuurlijk word ik boos wanneer ik berichten ten nadele van Israël lees, maar ik probeer uiteindelijk ook na te denken over de dingen die ik in dat bericht heb gelezen.”

Nederlandse in IsraëlOok Els Jellema, een Nederlandse jonge vrouw die sinds een jaar in Ramallah woont en werkt voor een Palestijns medische organisatie, ziet dat het conflict met name in stand wordt gehouden door het discours dat wordt gepresenteerd in de media-

berichtgeving en het ontbreken van een keerzijde op het conflict. Zij heeft als Westerling van dichtbij meegemaakt hoe het is om vlakbij een oorlogsgebied te leven. “Het was een zware en verdrietige periode met Gaza. Ik was bijna vierentwintig uur per dag bezig om via mijn werk iets te doen, zoals press releases schrijven, druk uitoefenen op politieke leiders, fondsenwerving en proberen om medicijnen en andere medische hulp in Gaza te krijgen. Ondertussen probeerde ik ook continu het nieuws te volgen. Elke dag zag ik meer doden, meer gewonden, meer ziekmakende beelden. Ondanks het harde werk dat

ik met onze organisatie probeerde te verrichten, kon ik ook slechts toekijken en wachten tot het geweld eindelijk weer zou stoppen.” De Palestijnen die Jellema het afgelopen jaar door haar werk heeft ontmoet, vertelden haar keer op keer dat ze best naast en samen met Israëliërs zouden kunnen wonen, net als hun grootouders altijd gedaan hadden. Dat beeld echter, komt nooit naar buiten, niet naar de gewone mensen in Israël en al helemaal niet naar de rest van de wereld.

De andere kantEen ander aspect van het heersende discours is de kant van waaruit het conflict belicht wordt. Zou er een evenwichtiger beeld van de situatie kunnen ontstaan, wanneer in de media beide kanten worden belicht? Jellema twijfelt daaraan: “Ongeveer vijf dagen nadat het geweld begonnen was, werd ik gebeld door Netwerk. Ze wilden een documentaire maken in Ramallah, om de ‘andere kant’ van het verhaal

te belichten. Hoewel ik blij was dat ik daarbij kon helpen, was ik verbaasd over de uitleg die ze gaven. Waarom zou de Palestijnse kant de ‘andere kant’ moeten zijn?” Dit is natuurlijk precies het hokjes denken waar de media voor zouden moeten waken. Jellema voegt daaraan toe dat ze zich afvraagt waarom het niet mogelijk is om alle politieke voorkeuren opzij te schuiven. Zij hoopt dat het onderscheid tussen Palestijnen, Israëliërs, Amerikanen of Nederlanders zal verdwijnen en dat

het conflict vanuit een puur humanitair oogpunt zal worden benaderd, waarin de mens centraal staat. Mensen die zich in een diepe crisis bevinden, hulp nodig hebben en die niet verwikkeld willen raken in een internationaal mediacircus. In een oorlog zijn er geen winaars, er zijn alleen verliezers.

Ten tijde van het schrijven van dit artikel hadden de verkiezingen in Israël nog niet plaatsgevonden.

“Ik kon slechts toekijken en wachten tot het geweld eindelijk weer zou stoppen.”

Liav Peretz - Foto: Tessa Wilmink

“Lang niet iedereen in Israël is vóór de

oorlog in Gaza.”

Liav Peretz - Foto: Tessa Wilmink

16

med

ium

PortretThijs Niemants verdriet

Tekst: Maud Janssen

Humor en MoslimsJournalisten hebben wel eens conflicten met hun subjecten. Zo ook Thijs Niemantsverdriet, toen hij samen met Pieter-Bas van Wiechen zijn artikel ‘Geen grap meer, cabaretiers over de grenzen van humor’ publiceerde in oktober 2006. Hierbij ging het om wat er nog gezegd kon worden in de huidige samenleving op Nederlandse podia. Hoofdkwestie hierbij waren grappen over moslims. Het artikel leidde tot veel commotie. Volgens de geïnterviewde cabaretiers waren citaten in een andere context geplaatst dan bedoeld was. Raoul Heertje vertelt in De leugen regeert: “Het leek net of er de hele dag Marokkanen aan mijn deur stonden te rammelen, dat ik bang was…ik voel me gebruikt door de makers om hun boodschap over angst over te brengen…(de auteurs) volgen het basisboek voor propaganda heel goed. Eerst zetten ze iets extreems neer en vervolgens gaan ze dat invullen met voorbeelden waaruit, als je het niet goed

leest, blijkt dat we allemaal bang zijn.” Jan-Jaap van der Wal: “In Toomler kunnen we doen wat we willen en

durven alles te zeggen wat we willen.” Ook Theo Maassen maakt zich zorgen over de journalistiek. De conclusie van de discussie was, dat de lead en kop als misleidend werden ervaren door de cabaretiers. Zij hebben deze van te voren niet gezien. Thijs zegt hierop wat de functie van een lead is: “Een lead is een trigger om de lezer te interesseren. In de lead staat geen informatie die niet in het stuk staat.”

AutorisatieVlak voor de kerstreces van 2008 stuurde Niemantsverdriet een politicus de tekst toe van een interview met de politicus. De politicus had zoals gebruikelijk gevraagd of hij het voor publicatie nog even mocht inzien.

Thijs Niemantsverdriet (1978) is sinds 2004 redacteur van Vrij Nederland. Momenteel werkt hij op de politieke redactie. Hij studeerde geschiedenis aan de UvA en de universiteit van Oxford. Niemantsverdriet was betrokken bij de oprichting van de symposiumnacht happyChaos. Hij liep stage op de redactie van Newsweek in New York en Washington DC en heeft hij het onderwerp autorisatie in Nederland op de agenda gezet.

Fragment: De leugen regeert

Niemantsverdriet’s reactie: “Dat kan, maar uitsluitend voor het checken van feitelijke onjuistheden.” Hij was geschokt toen hij het document terug kreeg. Niemantsverdriet: “Het had in de verste verte niets te maken met feitelijke onjuistheden. Met behulp van de Word-functie Track Changes had de politicus mijn stuk vrijwel geheel herschreven. Hij had zinnen geschrapt en hele alinea’s toegevoegd. Hij had tussenkopjes veranderd en hier en daar zelfs stilistische suggesties gedaan (geen ‘je’ maar ‘jij’, ‘Engels spreken’ in plaats van ‘Engels praten’). In totaal waren er 129 wijzigingen aangebracht. In een tekst van drieduizend woorden betekent dat: iedere 23 woorden een correctie.”

Dit heeft Niemantsverdriet ertoe bewogen zich sterk te maken tegen de ongeschreven autorisatieregel die in Nederland als vanzelfsprekend wordt gezien. Maar het kan ook anders. In het najaar van 2007 liep Niemantsverdriet stage bij het Amerikaanse weekblad Newsweek in New York en Washington DC. Daar bestaat het fenomeen autorisatie in het geheel niet. Toen hij een Amerikaanse collega vertelde over de Nederlandse praktijk van copy approval, was hij verbaasd: “tThat’s like Albania!” In Amerika wordt van te voren duidelijk afgesproken of een gesprek on the record is of off the record, oftewel wordt wat gezegd wordt wel of niet gebruikt voor een interview. Verder is het aan de politicus om geen dingen te zeggen waar hij spijt van krijgt en aan de journalist om deze adequaat en in (de juiste) context weer te geven. De journalist

heeft zodoende de verantwoordelijkheid om het interview naar waarheid weer te geven. Het Amerikaanse systeem werkt goed. Journalisten gaan zeer secuur om met feitelijke weergave van gesprekken. Niemantsverdriet: “Op een middag kon ik zomaar de adjunct van Newsweek’s politieke redactie in zak en as aantreffen. De reden? Er zat die week een foutje in zijn stuk – voor het eerst in zijn zestienjarige carrière.”Niemantsverdriet vindt een dergelijk klimaat van wederzijds vertrouwen zeer waardevol, het is alleen niet makkelijk , zo blijkt uit een proef.. In 2000 is in Nederland een proef gehouden waarbij een heel jaar niet geautoriseerd. werd. De betrokken partijen zagen er na een jaar echter vanaf om de proef om te zetten in een bindende afspraak.

Het ‘weg met de autorisatie’-initiatief zal een breed draagvlak moeten hebben om succesvol te kunnen zijn in Nederland. Zoveel mogelijk media zouden dan moeten meewerken. Eenzelfde mate van steun als bij de collectieve opstand tegen de spelling van het nieuwe Groene Boekje (en de navolging van het Witte Boekje) van de NOS en een groot aantal dag- en weekbladen is wenselijk volgens Niemantsverdriet. Hij hoopt dat het ooit zover komt. Tot die tijd houdt hij vol dat het bij autorisatie enkel gaat om het uitfilteren van feitelijke onjuistheden.

med

ium

17

Thijs Niemants verdriet

“Het leek net of er de hele dag Marokkanen aan mijn

deur stonden te rammelen”

Fragment: De leugen regeert

med

ium

18

Mediumwas erbij!Anders wordt normaal

Uitreiking Zilveren Zebra en Zilveren Pluim 2008 Felix Meritis, donderdag 19 februari

De Zilveren Zebra bekroont professionele mediaproducties die kritisch en genuanceerd berichten over de multiculturele samenleving. De prijs staat onder jurering van Aad van den Heuvel, Roy Khemradj, Nazmiye Oral, Piet den Blanken, Hanan Nhass, en Hans Verploeg. Dit jaar was er een record aantal van 106 inzendingen en de jury roemde de hoge kwaliteit. De Zilveren Zebra is een initiatief van Art.1 en wordt gesponsord door de ASN-bank. Art.1 zet zich landelijk in voor het voorkomen en bestrijden van discriminatie. Art.1 draagt er aan bij dat iedereen in Nederland gelijk behandeld wordt. De ASN-bank is in eerste instantie bekend omdat ze spaargeld niet investeren in projecten waar kinderarbeid of dierenleed bij van toepassing is.

Naast de Ziveren Zebra werd ook de Zilveren Pluim uitgereikt. De Zilveren Pluim is een aanmoedigingsprijs voor aanstormend mediatalent of uitzonderlijke media-initiatieven die een positieve invloed hebben op de beeldvorming over de multiculturele samenleving. Zoals een advertentiecampagne zijn een bedrijf; een project waarin jongeren wegwijs worden gemaakt in het maken van een krant of een cabaretier die op een verrassende manier de multiculturele samenleving belicht.

Directrice van Art. 1 Mariette de Heide stelt in haar introductierede dat het in aanraking komen met andere werelden je in staat stelt op verkenning te gaan. Bij beeldvorming over een andere groep dan die van jou, waarbij je anderen probeert te begrijpen, leer je ook over jezelf. De laatste tijd is de aanduiding ‘multicultureel’ uit de mode geraakt. Voor een

Art.1: Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuig-ing, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.

Foto: www.art1.nl

samenleving waar nu eenmaal veel verschillende mensen naast elkaar leven, is het van belang om het ‘andere’ niet als vreemd te zien maar ook als gewoon. Hiervoor is discussie van essentieel belang, bijvoorbeeld rondom cartoons. Hierbij worden grenzen verkend en mogelijk verlegd.

Juryvoorzitter Aad van den Heuvel stelt dat het goed gaat met het niveau van de mediaproducties over multicultureel Nederland. Inmiddels wordt er ook bij de regionale en lokale televisie flink aan gewerkt. Wel valt van den Heuvel op dat er in de prijscategorie audiovisueel veel meer televisieproducties zijn ingezonden dan radio. En in de prijscategorie print zijn weer veel meer artikelen en cartoons ingezonden dan foto’s.

And the winner is...Zilveren ZebraIn de categorie radio, tv en nieuwe media werden Maria Mok en Meral Uslu de winnaars met hun documentaire Kruispost. De jury over Kruispost: “Deze documentaire dwingt respect af

voor het oeverloze geduld waarmee de tachtig voornamelijk gepensioneerde vrijwilligers een onafzienbare stoet niet-verzekerden, zwervers, illegalen en daklozen verzorgt die dag na dag voorbijtrekt aan hun kleine kruispost in Amsterdam. Een schrijnende en relevante film over wat er gebeurt aan de grenzen van het Nederlandse zorgstelsel.”

In de categorie gedrukte media werd Robert van de Griend bekroond voor zijn artikel De Illegalencarrousel. Het oordeel van de jury over De Illegalencarrousel: “De lezer wordt meegezogen in de uitzichtloze zwerftocht van mensen wiens lot als illegalen in Nederland schrikbarend lijkt op dat van kanslozen in de derde wereld. Een uitmuntend journalistiek verhaal dat niets te maken heeft met clichés over allochtonen maar de marges van ónze samenleving verkent.”

med

ium

19

was erbij!

Foto: www.art1.nl

med

ium

20

PortretBram Vermeulen

‘Omdat hij naar Zimbabwe ging, toen iedereen anders het land verliet’

(Bert Koenders)

Tekst: Mirjam de Jong

Bram Vermeulen is door De Journalist verkozen tot journalist van het jaar 2008. Op 22 januari kreeg hij de prijs uitgereikt door minister van ontwikkelingssamenwerking Bert Koenders. Jaren wachtte Vermeulen al op een prijs na meerdere malen genomineerd te zijn geweest. En nu, vooral door zijn correspondentie ten tijde van de verkiezingen in Zimbabwe, is het dan eindelijk zover.

Verkiezingen in Zimbabwe; Mugabe - Foto: www.depers.nl

med

ium

21

Bram Vermeulen

Buitenlandcorrespondenten verdwijnenIn het juryrapport van De Journalist laat hoofdredacteur Dolf Rogmans weten dat de prijs niet alleen voor Bram Vermeulen bestemd is. Door de prijs uit te reiken aan een buitenlandcorrespondent geeft De Journalist een steuntje in de rug aan alle buitenlandcorrespondenten en redacties die nog buitenlandcorrespondenten hebben. Het blijkt namelijk een uitstervend soort.

Door de nieuwe media vervagen grenzen en is de wereld kleiner geworden. Nieuws komt sneller van de ene op de andere plek en tijd speelt in dit proces een belangrijke rol. Door de persbureaus die snel nieuws verspreiden, is het minder belangrijk om een eigen correspondent te hebben. De correspondenten staan al jaren onder financiële druk en verwacht wordt dan ook dat het aantal buitenlandcorrespondenten de komende jaren terug zal lopen.

Eigenwijze reportagesRedacties huren ook steeds meer lokale journalisten in om de kosten te drukken. Zo krijg je bijvoorbeeld een verhaal uit Zuid-Afrika vanuit een Zuid-Afrikaans perspectief. Dit is goed te noemen voor de verscheidenheid aan nieuwsperspectieven. Vermeulen echter, vindt dat het juist goed is om met een Westerse blik de gebeurtenissen in Afrika weer te geven. Hij vindt dat de buitenlandcorrespondentie van groot belang is en maakt zich dan ook hard voor het voortbestaan ervan. “Om dit te bereiken moeten we vertragen,” aldus Vermeulen. Er moet meer tijd zijn voor buitenlandcorrespondenten om mooie en eigenwijze reportages te maken in plaats van alleen maar commentaar te geven op het nieuws dat al vier kranten verspreid hebben. Je moet je willen onderscheiden.

En dat is precies wat Vermeulen gedaan heeft. Zeven jaar heeft hij vanuit Johannesburg verslag gedaan voor onder andere het NRC, de Wereldomroep en de NOS. Vooral ten tijde van de verkiezingen in Zimbabwe en de strijd tussen

Robert Mugabe en oppositieleider Morgan Tsvangirai heeft hij zich weten te profileren als nietsontwijkende journalist. ‘Hij ging naar Zimbabwe toen ieder ander het land verliet,’ aldus Koenders in zijn speech. Met een verborgen camera filmt hij protesten geleid door soldaten, interviewt hij de oppositieleider en doet hij verslag vanuit het land zonder accreditatie.

OnderscheidendBram Vermeulen is huiverig voor het idee dat je de wereld kunt veranderen. Mensen die clichébeelden hebben, zullen deze waarschijnlijk houden, welk verhaal je ook vertelt. Toch heeft hij een wereld geopend voor de Nederlandse pers en is hiervoor geprijsd. Na al die jaren dan toch.

Bram Vermeulen

Verkiezingen in Zimbabwe - Foto: www.nu.nl

med

ium

22

Tekst: Jasper Fakkert

Eliot Spitzer, de gouverneur van Anderhalve maand voor het begin van de Olympische Spelen vonden tientallen miljoenen Chinezen zich plotseling in het donker. New Tang Dynasty Television (NTDTV), het enige ongecensureerde televisiestation dat in China per satelliet te ontvangen was, is onder druk van het Chinese regime door het Franse satellietbedrijf Eutelsat uit de lucht gehaald. York trad in maart 2008 af omdat uitlekte dat hij een liefhebber was van het bezoeken van bordelen. Als client number 9 maakte hij meerdere malen gebruik van de diensten van de dames. De New York Times berichtte als eerste over de bordeelbezoeken van Spitzer en luidde daarmee het einde van diens carrière als gouverneur in. Als de New York Times het artikel niet had gepubliceerd, was Spitzer wellicht nog steeds gouverneur van New York, maar voorgeleid en veroordeeld door de massamedia bleek zijn positie onhoudbaar.

Chinese censuur met Euro pese hulpNTDTV is een onafhankelijk Chineestalig televisiestation gevestigd in New York, dat sinds 2004 via een Europese satelliet rechtstreeks naar China uitzendt. Het is een zender waarvan de content heel anders is dan dat van China’s staatsgecontroleerde media. Zo besteedt de zender bijvoorbeeld veel aandacht aan de mensenrechtenschendingen in China. De Wall Street Journal schrijft dat “NTDTV al verslag deed over het zich verspreidende SARS virus in China, drie weken voor Peking dat deed”.

Toen vorig jaar juni NTDTV plotseling niet meer te ontvangen was, bleek al snel dat het stopzetten van de zender een ‘met voorbedachte rade en politiek gemotiveerde beslissing’ was. In een door Reporters Without Borders uitgevoerd onderzoek komt naar voren dat Eutelsat, onder druk van het Chinese regime, NTDTV heeft stopgezet om zo lucratieve contracten af te kunnen sluiten. Een Eutelsat werknemer zegt in een door de persvrijheid organisatie gepubliceerde conversatie: “De staatsadministratie van Radio en Televisie bleef steeds maar hetzelfde herhalen: Je moet die televisiezender (NTDTV) stoppen voordat we een gesprek aangaan”.

De Washington Post schrijft dat Eutelsat al ‘jarenlang geprobeerd heeft manieren te vinden om de Chinese markt te penetreren’. Volgens deze krant trachtte Eutelsat in 2005 NTDTV uit de lucht te halen om zo de Chinese markt binnen te kunnen komen en lucratieve deals met het Chinese regime te kunnen sluiten.

Internationale drukEutelsat slaagde daar toen niet in. Na internationale druk vanuit onder andere de Europese Unie, de Amerikaanse

regering en een van Eutelsat’s grootste klanten, het Pentagon, tekende Eutelsat een contract om NTDTV tot 2010 uit te zenden.

“We discussiëren altijd over hoe we kunnen helpen informatie naar de Chinese mensen te laten gaan; nu gebeurt het tegenovergestelde. Er is een Europese entiteit die aan het helpen is om informatie niet naar de Chinese mensen te laten gaan,” zegt Europarlementariër Marco Cappato over het afsluiten van NTDTV.

Marco Cappato is een van de vijf Europarlementariërs die een onlangs aangenomen resolutie geïnitieerd hebben. Hiermee roept het Europese Parlement haar lidstaten op om ‘de nodige actie te ondernemen om te helpen NTDTV’s uitzending te herstellen en om de toegang tot ongecensureerde informatie voor miljoenen Chinezen te ondersteunen.”

Ook de vicepresident van het Europese Parlement, Edward McMillan Scott, heeft de Franse president opgeroepen om Eutelsat te dwingen NTDTV’s uitzendingen te hervatten: “Ik geloof dat vandaag het belangrijkste is dat Eutelsat gedwongen wordt om NTDTV verder te laten gaan met uitzenden.”

Mensenrechten-schendingenIn een artikel van de Epoch Times komt naar voren dat NTDTV’s uitzendingen naar China reeds sinds lange tijd een doorn in het oog waren voor het Chinese regime. Dit omdat NTDTV als een van de weinige onafhankelijke Chineestalige televisiestations, uitgebreid aandacht besteedt aan mensenrechtenschendingen in China

zoals dat van de Tibetanen, Falun Gong beoefenaars en ondergrondse Christenen. De krant brengt naar voren dat in het bijzonder ‘het regime zijn overgevoeligheid naar de spirituele discipline Falun Gong toe het voornaamste motief lijkt te zijn in zijn manoeuvrering om NTDTV’s signaal afgesneden te krijgen’.

Ook McMillan Scott heeft een verband gelegd met de traditionele Chinese meditatieleer Falun Gong, waarvan de geschatte honderd miljoen beoefenaars in China al negen jaar lang onder hevige vervolging en onderdrukking leven. Zo beschreef McMillan Scott dat hij zelf in mei 2006 naar China is geweest om met mensen te praten die vervolgd waren omdat zij Falun Gong beoefenen. “Alle mensen waarmee ik contact had werden vervolgens gearresteerd, gevangengezet en in tenminste drie gevallen gemarteld,” aldus McMillan Scott.

Alleen de datum van de krant is waarDhr. Jia, voormalig secretaris-generaal van de Wetenschap en Technologie Associatie van Shanxi weet zelf hoe het is om te leven onder de strenge censuur in China. In 2006 vluchtte hij China uit en vraagt sindsdien in het buitenland aandacht voor de situatie in China. Over het afsluiten van NTDTV naar China zegt Jia: “Om de dictatuur in stand te houden misleidt de Chinese communistische partij de Chinese mensen door de vrije stroom van informatie te blokkeren. Zelfs de gewone Chinese mensen zeggen dat het enige dat waar is in de kranten van de communistische partij, de datum is waarop de krant is gedrukt”. Over de tijd dat hij nog in China woonde, zegt Jia: “Toen we jong waren moesten wij,

Foto: New Tang Dynasty Television(NTDTV)

med

ium

23

Eliot Spitzer, de gouverneur van Anderhalve maand voor het begin van de Olympische Spelen vonden tientallen miljoenen Chinezen zich plotseling in het donker. New Tang Dynasty Television (NTDTV), het enige ongecensureerde televisiestation dat in China per satelliet te ontvangen was, is onder druk van het Chinese regime door het Franse satellietbedrijf Eutelsat uit de lucht gehaald. York trad in maart 2008 af omdat uitlekte dat hij een liefhebber was van het bezoeken van bordelen. Als client number 9 maakte hij meerdere malen gebruik van de diensten van de dames. De New York Times berichtte als eerste over de bordeelbezoeken van Spitzer en luidde daarmee het einde van diens carrière als gouverneur in. Als de New York Times het artikel niet had gepubliceerd, was Spitzer wellicht nog steeds gouverneur van New York, maar voorgeleid en veroordeeld door de massamedia bleek zijn positie onhoudbaar.

Chinese censuur met Euro pese hulpNTDTV is een onafhankelijk Chineestalig televisiestation gevestigd in New York, dat sinds 2004 via een Europese satelliet rechtstreeks naar China uitzendt. Het is een zender waarvan de content heel anders is dan dat van China’s staatsgecontroleerde media. Zo besteedt de zender bijvoorbeeld veel aandacht aan de mensenrechtenschendingen in China. De Wall Street Journal schrijft dat “NTDTV al verslag deed over het zich verspreidende SARS virus in China, drie weken voor Peking dat deed”.

Toen vorig jaar juni NTDTV plotseling niet meer te ontvangen was, bleek al snel dat het stopzetten van de zender een ‘met voorbedachte rade en politiek gemotiveerde beslissing’ was. In een door Reporters Without Borders uitgevoerd onderzoek komt naar voren dat Eutelsat, onder druk van het Chinese regime, NTDTV heeft stopgezet om zo lucratieve contracten af te kunnen sluiten. Een Eutelsat werknemer zegt in een door de persvrijheid organisatie gepubliceerde conversatie: “De staatsadministratie van Radio en Televisie bleef steeds maar hetzelfde herhalen: Je moet die televisiezender (NTDTV) stoppen voordat we een gesprek aangaan”.

De Washington Post schrijft dat Eutelsat al ‘jarenlang geprobeerd heeft manieren te vinden om de Chinese markt te penetreren’. Volgens deze krant trachtte Eutelsat in 2005 NTDTV uit de lucht te halen om zo de Chinese markt binnen te kunnen komen en lucratieve deals met het Chinese regime te kunnen sluiten.

Internationale drukEutelsat slaagde daar toen niet in. Na internationale druk vanuit onder andere de Europese Unie, de Amerikaanse

regering en een van Eutelsat’s grootste klanten, het Pentagon, tekende Eutelsat een contract om NTDTV tot 2010 uit te zenden.

“We discussiëren altijd over hoe we kunnen helpen informatie naar de Chinese mensen te laten gaan; nu gebeurt het tegenovergestelde. Er is een Europese entiteit die aan het helpen is om informatie niet naar de Chinese mensen te laten gaan,” zegt Europarlementariër Marco Cappato over het afsluiten van NTDTV.

Marco Cappato is een van de vijf Europarlementariërs die een onlangs aangenomen resolutie geïnitieerd hebben. Hiermee roept het Europese Parlement haar lidstaten op om ‘de nodige actie te ondernemen om te helpen NTDTV’s uitzending te herstellen en om de toegang tot ongecensureerde informatie voor miljoenen Chinezen te ondersteunen.”

Ook de vicepresident van het Europese Parlement, Edward McMillan Scott, heeft de Franse president opgeroepen om Eutelsat te dwingen NTDTV’s uitzendingen te hervatten: “Ik geloof dat vandaag het belangrijkste is dat Eutelsat gedwongen wordt om NTDTV verder te laten gaan met uitzenden.”

Mensenrechten-schendingenIn een artikel van de Epoch Times komt naar voren dat NTDTV’s uitzendingen naar China reeds sinds lange tijd een doorn in het oog waren voor het Chinese regime. Dit omdat NTDTV als een van de weinige onafhankelijke Chineestalige televisiestations, uitgebreid aandacht besteedt aan mensenrechtenschendingen in China

zoals dat van de Tibetanen, Falun Gong beoefenaars en ondergrondse Christenen. De krant brengt naar voren dat in het bijzonder ‘het regime zijn overgevoeligheid naar de spirituele discipline Falun Gong toe het voornaamste motief lijkt te zijn in zijn manoeuvrering om NTDTV’s signaal afgesneden te krijgen’.

Ook McMillan Scott heeft een verband gelegd met de traditionele Chinese meditatieleer Falun Gong, waarvan de geschatte honderd miljoen beoefenaars in China al negen jaar lang onder hevige vervolging en onderdrukking leven. Zo beschreef McMillan Scott dat hij zelf in mei 2006 naar China is geweest om met mensen te praten die vervolgd waren omdat zij Falun Gong beoefenen. “Alle mensen waarmee ik contact had werden vervolgens gearresteerd, gevangengezet en in tenminste drie gevallen gemarteld,” aldus McMillan Scott.

Alleen de datum van de krant is waarDhr. Jia, voormalig secretaris-generaal van de Wetenschap en Technologie Associatie van Shanxi weet zelf hoe het is om te leven onder de strenge censuur in China. In 2006 vluchtte hij China uit en vraagt sindsdien in het buitenland aandacht voor de situatie in China. Over het afsluiten van NTDTV naar China zegt Jia: “Om de dictatuur in stand te houden misleidt de Chinese communistische partij de Chinese mensen door de vrije stroom van informatie te blokkeren. Zelfs de gewone Chinese mensen zeggen dat het enige dat waar is in de kranten van de communistische partij, de datum is waarop de krant is gedrukt”. Over de tijd dat hij nog in China woonde, zegt Jia: “Toen we jong waren moesten wij,

Foto: New Tang Dynasty Television(NTDTV) Foto: New Tang Dynasty Television(NTDTV)

24

med

ium

Foto: New Tang Dynasty Television(NTDTV) Foto: Brian Yap

Foto: New Tang Dynasty Television(NTDTV)

Foto: New Tang Dynasty Television(NTDTV)

die gretig waren om echte informatie te horen, onze levens wagen om naar de zogenoemde radio stations van de vijand te luisteren. Ik ben niet de enige. Alle Chinese mensen zijn hongerig naar echt nieuws. Iedereen die ooit in China gewoond heeft weet dat de enige stem die gehoord kan worden de stem van de Chinese Communistische Partij is, ongeacht hoeveel televisiestations er zijn. Dat is waarom NTDTV als het enige ongecensureerde televisiestation zo’n warm welkom door heel China heeft gekregen.”

Belang van onafhankelijke informatie Europarlementariër Helga Trüpel maakt deel uit van de China-delegatie van het Europese Parlement. Zij zegt over de vier keer dat ze China bezocht heeft: “Ik realiseerde me wat het betekent, dat er in een autoritair regime geen vrijheid van pers en geen vrijheid van expressie is en hoe schadelijk dat is voor de mensen. Zij kunnen zichzelf niet naar behoren informeren en kunnen zich dan niet aan de situatie aanpassen.”

Bij de vele sociale en ecologische problemen die op dit moment in China spelen, kan persvrijheid een grote

invloed op de situatie hebben en zelfs levens redden.

Zo zegt Trüpel: ”Wanneer we kijken naar het recente melkpoeder schandaal is het erg duidelijk dat het zo belangrijk is, dat de mensen informatie hebben. In dit geval zelfs om levens van baby’s te redden, zodat zij druk op de Chinese autoriteiten kunnen uitvoeren. Maar dan moeten ze wel weten wat er aan de hand is; dit is hetzelfde als met de aardbeving in Sichuan in mei 2008. Op een gegeven moment begonnen de ouders te protesteren dat de scholen wel in elkaar waren gestort, maar de huizen van de communistische partij leiders niet. Toen stopten ze met het uitzenden van deze reportages en informatie.”

Feedback Chinese KijkersDat een vrije stroom van informatie belangrijk is voor de Chinese mensen blijkt ook uit de reacties die zij naar aanleiding van het afsluiten van NTDTV naar de NTDTV website hebben gestuurd. Een aantal reacties zijn:

“In een met leugens gevuld China is NTDTV een onmisbare bron voor echt nieuws. Ontneem de Chinese mensen alsjeblieft niet hun fundamentele recht

om toegang te hebben tot de waarheid!” (Anita uit de Hunan Provincie) “Het missen van NTDTV is als het niet hebben van verse lucht om te ademen. We stikken als we de onechte nieuwsprogramma’s zien op andere televisiestations”. (Xiaoguan, Yong, uit Guangzhou stad).

“NTDTV shows zijn erg schoon. Als ouders voelen we dat het veilig is om onze kinderen er naar te laten kijken. De zender praat over dingen die mensen in China op geen andere manier te weten kunnen komen. Het is alsof NTDTV ons vleugels gaf om vrij te vliegen, ons in waarheid te laten leven.” (White dove uit Shenzhen stad)

Tot op het moment van dit schrijven verhindert Eutelsat, een Europees bedrijf nog steeds dat de Chinese bevolking toegang heeft tot de vrije informatie waarnaar zij verlangt. Zoals een van de Chinese kijkers schrijft, leidt deze vorm van censuur tot ‘het assisteren in de onderdrukking van alle Chinese mensen’. Deze situatie toont de gevolgen wanneer winst maken belangrijker geacht wordt dan bedrijfsethische principes en tegemoet gekomen wordt aan de wensen van een dictatuur. Hierbij lijkt niet alleen NTDTV, maar vooral ook de Chinese bevolking slachtoffer geworden te zijn.

Journalistiek ook jouw interessegebied?alvast ervaring opdoen voor op je CV?

Ook schrijven voor Medium?

WIL JE ONZE REDACTIEKOMEN VERSTERKEN?Stuur dan een e-mail naar: [email protected]

Of heb je toch meer een creatieve invalshoek? en heb je affiniteit met DTP software?

en zou toekomst in de reclamebranche willen maken?

Wil je ons beeld en opmaak team versterken?

Stuur dan een e-mail naar: [email protected]

Foto: New Tang Dynasty Television(NTDTV)

med

ium

26

Over de Gren sCW studeren in Ned erlandTekst: Shari Nijman

Verhuizen naar Amsterdam om daar een studie te beginnen, is voor Nederlanders al spannend genoeg, vooral als je van ver moet komen. Voor Kolja Sigmund bracht het begin van zijn studie Communicatiewetenschap nog veel meer zenuwen en regelwerk met zich mee. Hij komt uit Duitsland en verhuisde samen met zijn vriendin naar Amsterdam om hier te gaan studeren.

Duitse universiteiten met faculteiten zoals Psychologie en Communicatiewetenschap nemen maar een beperkt aantal studenten per jaar aan. Kolja kon geen geschikte universiteit vinden waar hij CW zou kunnen studeren en dus keek hij buiten de Duitse grenzen om daar een universiteit te vinden die hem beviel en waar zowel hij als zijn vriendin zouden kunnen studeren. “Na twintig jaar in Duitsland te hebben gewoond, was ik er wel aan toe om naar het buitenland te gaan.” Amsterdam leek hen een goede plek om te wonen en studeren en dus pakte Kolja drie jaar geleden zijn spullen en verhuisde naar onze hoofdstad. “We waren al vaker in Amsterdam geweest en vonden het hier altijd leuk, dus de vraag waar we naartoe zouden gaan

was snel beantwoord.” Zijn vrienden woonden allemaal al verspreid over Duitsland en Oostenrijk. “Er zitten alleen nog zo’n drie goede vrienden van me in Bremen. Mijn familie vindt het heel goed dat ik hier nu studeer, maar ik denk wel dat mijn ouders graag zouden zien dat ik wat vaker thuis kom,” aldus Kolja.

Nu, bijna drie jaar later blijkt Amsterdam nog steeds prima te bevallen. “Ik had wat tijd nodig om mij hier thuis te voelen, maar intussen ben ik ronduit blij om hier te zijn. We werden hier heel

goed opgenomen en ik heb bijna nooit negatieve attitudes tegenover Duitsers ervaren.” De meeste stereotypen over Duitsers kloppen volgens Kolja wel. “Ik probeer al een tijd om de opvatting ‘dat Duitsers altijd op tijd zijn’ te weer-leggen.”

Persoonlijke benaderingHet studeren in een vreemde taal brengt natuurlijk aardig wat moeilijkheden met zich mee. Kolja moest zijn lessen van het begin af aan gewoon in het Nederlands volgen. In het begin ging dit nog moeizaam, maar intussen spreekt hij de Nederlandse taal al vlot mee. Mensen die Kolja geen Nederlands meer hebben horen spreken sinds hij net uit Duitsland kwam, zijn verbaasd

als ze hem nu weer horen praten, maar zelf is hij er minder enthousiast over. “Als ik er zelf al helemaal tevreden over zou zijn, zou mijn taalvaardigheid niet meer verbeteren; ik merk nog steeds dat mijn vocabulaire beperkt is.” Zaken die in het alledaagse leven of de studie vaak aan bod komen zijn geen echte taalobstakels meer voor hem. Alleen wanneer een compleet nieuw onderwerp wordt aangesproken, moet hij toch het woordenboek erbij houden. “Ik ben niet meer drie uur bezig met een A4 aan tekst. In het begin kostte

het studeren nog erg veel tijd, maar tegenwoordig versta ik het Nederlands bijna net zo goed als het Duits.”

De persoonlijke manier van lesgeven aan de UvA is een van de dingen die Kolja goed bevalt in Nederland. “Ik heb het gevoel dat de UvA er op-recht in geïnteresseerd is om je een goede studie te bieden. Ook is er veel interesse voor de persoon achter de student. Je bent niet alleen een object dat geld betaalt en dus het recht heeft om een les bij te wonen, maar een mens die meer waard is dan alleen zijn collegegeld. Deze persoonlijke benadering waardeer ik echt aan de UvA.” Vergeleken met de strenge hiërarchie in de Duitse maatschappij,

Kolja Sigmund

“Ik probeer al een tijd de opvatting ‘Duitsers zijn altijd op tijd’ te

weerleggen”

med

ium

27

Over de Gren sCW studeren in Ned erland

waar docenten ver boven de studenten staan, is de UvA een universiteit waar veel interesse in de student wordt getoond.

Van vrienden die wel naar Duitse universiteiten gaan, hoort Kolja regelmatig verhalen over studeren in Duitsland. Volgens hem zijn Nederlandse universiteiten beter georganiseerd en is het contact tussen studenten en docenten beter geregeld. “Ik heb de indruk dat maar een klein aantal Duitse universiteiten gebruikmaken van programma’s zoals Blackboard, Studieweb of de Digitale Bibliotheek. Je moet er dus voor alles naar de universiteit. Er wordt voortdurend bespaard op het Duitse onderwijs-systeem. De kwaliteit van het onderwijs en de aanwezigheid van bepaalde faciliteiten hebben hieronder te lijden. Niet alleen op de universiteiten, maar ook op scholen en pedagogische inrichtingen is dit een probleem.”

Kolja: “Het leukste aan Nederland is voor mij de vlakke hiërarchische opbouw van de maatschappij. Je voelt dat iedereen dezelfde waarde toegekend krijgt; dat is in Duitsland vaak anders. Wat ik wel echt mis, is een bepaalde mate van consequentie. Ik heb vaak het gevoel dat in Nederland pogingen worden gedaan om een alternatieve en creatieve oplossing voor problemen te vinden, wat ik erg goed vind, maar dat deze pogingen zichzelf verzwakken

doordat er teveel uitzonderingen worden gemaakt of een oplossing niet ruim genoeg wordt toegepast.”

Breed“Ik heb weleens het gevoel dat ik me in de studie kan verliezen.” Het Nederlandse onderwijssysteem bevalt Kolja wel, maar net zoals een aantal Nederlandse studenten twijfelt hij weleens over zijn studiekeuze. De studie CW bleek wel erg breed en de eerste twee jaren van zijn studie twijfelde hij weleens aan de wetenschappelijke relevantie van de vakken en of ze wel geschikt voor hem waren. Hij heeft al veel ideeën over wat hij na zijn studie wil doen, maar lijkt hier tegen hetzelfde probleem aan te lopen als voor zijn komst naar Amsterdam. Kolja zegt hierover: “Ik denk er al een tijdje over om naar een Duitse school voor Journalistiek te gaan om daar een programma te volgen, maar het is echt moeilijk om een plaats op een goede school te krijgen.” Doordat zijn interesse steeds meer uitgaat naar politicologie denkt hij niet dat hij ooit terecht zal komen in een ‘klassieke CW baan’. Bovendien is er altijd nog de moge-lijkheid dat hij nog iets heel anders zal gaan doen, namelijk zijn passie voor tekenen verder uitwerken. “Ik zou graag in Amsterdam blijven, maar als ik de journalistiek in ga, heb ik hier maar weinig kans om een baan te vinden.” Of hij na zijn studie dan toch maar terug wil naar Bremen, valt echter nog te betwijfelen. “Misschien wil ik toch nog een heel ander land leren kennen. Nu heb ik daar de kans nog toe en wie weet over tien jaar niet meer.”

VlaggetjesOndanks dat Duitsland ons buurland is, zijn er toch cultuurverschillen. Een bezoekje aan een voetbalstadion voor

de UEFA-cup wedstrijd Ajax-Werder Bremen begon meteen goed. “Kort voor de wedstrijd begon er een soort vreemde muziek te spelen, en de

toeschouwers begonnen met kleine rood-witte vlaggetjes te zwaaien op de maat van de muziek; dat vond ik echt heel vreemd.” Ook het eten zorgt soms voor een opgetrokken wenkbrauw. Kolja: “Het ouderwetse Nederlandse eten lijkt wel een beetje op wat je in Noordwest-Duitsland op je bord krijgt. In Duitsland hield ik ook al niet van dat zware, hartige en vooral vette eten. Modern Nederlands eten bevalt me een stuk beter en is lekker te combineren met internationale gerechten.”

Kolja geniet na enkele jaren nog steeds van Amsterdam. “Ik hou ervan om in de zomer gezellig in het Vondelpark of een van de andere parken te zijn, of door de grachtengordel naar de universiteit toe te lopen en rustig wakker te worden. Ik geniet gewoon van de sfeer in Amsterdam.”

Hoewel het niet altijd even makkelijk was om in het buitenland te wonen, zou Kolja het achteraf zo opnieuw doen. Hij zegt hierover: “Mijn leven had in Duitsland een stuk gemakkelijker kunnen zijn, maar ik zou de ervaring niet willen missen. Je leert in zo’n tijd zo veel over jezelf en uiteindelijke wordt je een stuk zelfbewuster en rijper.”

Kolja Sigmund

“Ik ben niet meer drie uur bezig met een A4 aan tekst”

“Ik geniet gewoon van de

sfeer in Amsterdam”

med

ium

28

Karen Soeters is docent aan de Hogeschool van Amsterdam (Instituut Media en Informatie Management), directeur van het wetenschappelijk bureau van de Partij voor de Dieren (PvdD), was projectleider van de veelbesproken film Meat the Truth en is de initiatiefneemster en voorzitter

van de dierenomroep Piep!. Soeters timmert op dit moment hard aan de weg om de benodigde 50.000 leden binnen te halen. Ze was onder andere al te zien bij De Wereld Draait Door, Netwerk en Editie NL. Wat haar voor Medium zo interessant maakt? Ze is afgestudeerd communicatiewetenschapper aan de Universiteit van Amsterdam.

Ambitieuze studente“Ik wilde kiezen tussen psychologie en communicatie, maar ik zag dat je binnen communicatie een specifieke psychologietak kon doen, dus toen heb ik de keuze voor Communicatiewetenschap gemaakt.” Binnen haar studie heeft ze zich ook verdiept in andere vakken. “Eigenlijk heb ik tijdens mijn studie altijd alles gedaan waarvan ik dacht, dat is belangrijk en dat vind ik interessant, dus veel keuzevakken van rechten en economie.” Ervaring naast haar

studie heeft ze ook zeker opgedaan. “Ik ben onderzoeksassistent bij de VU geweest, productieassistent bij John de Mol en ik werkte in het Emma Kinderziekenhuis bij de televisie,” aldus Soeters Voor haar afstuderen is ze lang bezig geweest met kinderen en internet. De doelgroep kinderen vond

Soeters altijd al erg interessant en ze ging zich steeds meer verdiepen in het gebruik van internet. “Toen kwam ik op het idee om onderzoek te gaan doen naar de ervaringen die kinderen met het internet hebben en heb ik aangeklopt bij Patti Valkenburg, want zij is natuurlijk de autoriteit op het gebied van kind en media. Zij wilde mij graag begeleiden.”

Er bleek al veel geschreven te zijn over kinderen en internet en over de mogelijke gevaren voor kinderen. Maar Soeters geeft aan dat toen niemand ooit zelf naar kinderen is gegaan en naar hun ervaringen heeft gevraagd. “Ik ben gewoon naar klassen gegaan, ben in de klas gaan zitten en heb allemaal

kinderen geïnterviewd. En daarmee was mijn onderzoek heel nieuw en heeft vervolgens ook in de Volkskrant gestaan. Ik was natuurlijk super trots op mijn afstudeerproject.”

Partij voor de DierenTijdens haar afstuderen werkte Soeters bij een internetbedrijf. Daar deed ze onderzoek naar internetstrategieën. Eerst als onderzoeker en later coördineerde ze de onderzoeksafdeling als researchmanager. Als gevolg van RSI is ze gaan lesgeven aan de HvA als docente Mediapsychologie en Media en Cultuur. Soeters vertelt dat ze altijd heel bewust is geweest van de politiek en dat ze ook altijd met dierenwelzijn bezig is geweest. “Het feit dat ik mag stemmen, heb ik altijd heel belangrijk gevonden. Zo legde ik alle partijprogramma’s naast elkaar en keek ik naar wat voor mij een heel belangrijk punt was: hoe gaan partijen met dierenwelzijn om?

Dus bijvoorbeeld: waar staat dat een koe weidegang nodig heeft en wie is tegen de bio-industrie? Ik ben dan ook iemand die niet alleen naar de programma’s kijkt, maar kijk ook naar wat er gedurende een jaar gebeurt, hoe wordt met de punten omgegaan die ik belangrijk vind door de partij waar ik op

Copyright @www.tzemoi.com

Karen Soeters, stem van de dieren

29

Tekst: Laurens Krekels

Omroep PIEP!

Karen Soeters is docent aan de Hogeschool van Amsterdam (Instituut Media en Informatie Management), directeur van het wetenschappelijk bureau van de Partij voor de Dieren (PvdD), was projectleider van de veelbesproken film Meat the Truth en is de initiatiefneemster en voorzitter

van de dierenomroep Piep!. Soeters timmert op dit moment hard aan de weg om de benodigde 50.000 leden binnen te halen. Ze was onder andere al te zien bij De Wereld Draait Door, Netwerk en Editie NL. Wat haar voor Medium zo interessant maakt? Ze is afgestudeerd communicatiewetenschapper aan de Universiteit van Amsterdam.

Ambitieuze studente“Ik wilde kiezen tussen psychologie en communicatie, maar ik zag dat je binnen communicatie een specifieke psychologietak kon doen, dus toen heb ik de keuze voor Communicatiewetenschap gemaakt.” Binnen haar studie heeft ze zich ook verdiept in andere vakken. “Eigenlijk heb ik tijdens mijn studie altijd alles gedaan waarvan ik dacht, dat is belangrijk en dat vind ik interessant, dus veel keuzevakken van rechten en economie.” Ervaring naast haar

studie heeft ze ook zeker opgedaan. “Ik ben onderzoeksassistent bij de VU geweest, productieassistent bij John de Mol en ik werkte in het Emma Kinderziekenhuis bij de televisie,” aldus Soeters Voor haar afstuderen is ze lang bezig geweest met kinderen en internet. De doelgroep kinderen vond

Soeters altijd al erg interessant en ze ging zich steeds meer verdiepen in het gebruik van internet. “Toen kwam ik op het idee om onderzoek te gaan doen naar de ervaringen die kinderen met het internet hebben en heb ik aangeklopt bij Patti Valkenburg, want zij is natuurlijk de autoriteit op het gebied van kind en media. Zij wilde mij graag begeleiden.”

Er bleek al veel geschreven te zijn over kinderen en internet en over de mogelijke gevaren voor kinderen. Maar Soeters geeft aan dat toen niemand ooit zelf naar kinderen is gegaan en naar hun ervaringen heeft gevraagd. “Ik ben gewoon naar klassen gegaan, ben in de klas gaan zitten en heb allemaal

kinderen geïnterviewd. En daarmee was mijn onderzoek heel nieuw en heeft vervolgens ook in de Volkskrant gestaan. Ik was natuurlijk super trots op mijn afstudeerproject.”

Partij voor de DierenTijdens haar afstuderen werkte Soeters bij een internetbedrijf. Daar deed ze onderzoek naar internetstrategieën. Eerst als onderzoeker en later coördineerde ze de onderzoeksafdeling als researchmanager. Als gevolg van RSI is ze gaan lesgeven aan de HvA als docente Mediapsychologie en Media en Cultuur. Soeters vertelt dat ze altijd heel bewust is geweest van de politiek en dat ze ook altijd met dierenwelzijn bezig is geweest. “Het feit dat ik mag stemmen, heb ik altijd heel belangrijk gevonden. Zo legde ik alle partijprogramma’s naast elkaar en keek ik naar wat voor mij een heel belangrijk punt was: hoe gaan partijen met dierenwelzijn om?

Dus bijvoorbeeld: waar staat dat een koe weidegang nodig heeft en wie is tegen de bio-industrie? Ik ben dan ook iemand die niet alleen naar de programma’s kijkt, maar kijk ook naar wat er gedurende een jaar gebeurt, hoe wordt met de punten omgegaan die ik belangrijk vind door de partij waar ik op

1 april is de dag des oordeels voor de nieuwe omroepen om toe te mogen treden tot het publieke bestel. Zij krijgen dan de status aspirant-omroep. Er moeten onder andere 50.000 leden binnengehaald worden om voor deze status in aanmerking te komen. Zo hoopt Karen Soeters op een plaats binnen de publieke omroep met haar dierenomroep Piep!

Copyright @www.tzemoi.com

Karen Soeters, stem van de dieren

med

ium

“Als communicatiewetenschapper weet je hoe het werkt”

“Ik was natuurlijk super trots op mijn afstudeerproject”

gestemd heb? En daar ben ik eigenlijk heel teleurgesteld door geraakt.” Toen de Partij voor de Dieren werd opgericht wilde Soeters gelijk haar steentje bijdragen en is begonnen met een campagne in Noord-Holland. En van het één kwam het ander. “Ik kwam op de lijst voor de eerste kamer terecht en uiteindelijk werd ik gevraagd om voor de Nicolaas G. Pierson Foundation (wetenschappelijk bureau van de PvdD) te werken.”

Meat the TruthDe combinatie van haar wetenschappelijke achtergrond en haar liefde voor dieren komt helemaal terug in haar werk. Soeters geeft aan dat ze haar studie veel beter kan toepassen, dan je zou verwachten. “We hebben namelijk een film gemaakt over de invloed van de veehouderij op het milieu: Meat the Truth. Zo hebben we bij het maken van de film gekeken naar agendasetting. En wat bleek:, het publiek hecht enorme waarde aan het thema broeikaseffect. “Je zag bijvoorbeeld in de overheidsmonitor die ieder jaar gehouden wordt, dat drie jaar geleden nog nationale veiligheid op één stond in verband met 9/11 en nu zag je dat het broeikasgaseffect en milieu helemaal bovenaan stonden.” Dit is onder andere te wijten aan de film van Al Gore, maar Soeters legt uit dat zij door onderzoeken van de Food and Agriculture Organization of the United Nations erachter kwamen dat hij het belangrijkst in zijn film is vergeten, en dat is de invloed van de veehouderij. “De veehouderij stoot 40% meer broeikasgassen uit dan al het verkeer en vervoer samen. En dat is natuurlijk heel vreemd als je nagaat hoe mensen denken over het broeikasgaseffect en dat vleesconsumptie, wat een hele belangrijke factor is, nooit ter sprake

komt. Wat wij heel graag wilden is dat mensen dit te weten zouden komen en daarover zouden gaan nadenken en dat is volgens mij gelukt.”

“Wij hebben in Nederland helemaal niks”Volgens Soeters is er veel te weinig aandacht voor dierenwelzijn op de Nederlandse televisie. “Als communicatiewetenschapper weet je hoe het werkt”, legt ze uit. “Als er weinig aandacht is voor dierenwelzijn op televisie dan denken mensen daar natuurlijk ook minder over na. Ik lees zelf ook vaak genoeg dingen waar ik nooit eerder van gehoord had en die

andere mensen ook moeten weten. En eens in de vijf jaar mag je proberen toe te treden tot het publieke bestel. Toen dacht ik, dit moeten we gewoon nu gaan doen, dit wordt waarschijnlijk de laatste keer dat het op deze manier kan en als we ervoor kunnen zorgen dat er zendtijd komt waarin we dierenonderwerpen onder de aandacht kunnen brengen, lijkt me dat fantastisch.” Als voorbeeld geeft Soeters de nertsenfokkerij in Nederland. “Je ziet dat voortdurend wordt gesproken over de financiële

gevolgen van het afbouwen van de nertsenhouderijen, maar er wordt nooit gekeken naar de omstandigheden waarin die dieren leven. Ik vind dat mensen dit horen te weten, zodat ze een afweging kunnen maken of ze vinden dat het wel of niet gecontinueerd moet worden. Ook als het gaat om de economische crisis zie je de financiële gevolgen voor iedereen; ik las laatst in de krant dat de magazijnen van de voedselbank helemaal leeg zijn, dat is natuurlijk vreselijk, maar vreselijk is ook het feit dat de asielen overvol zitten,

omdat mensen hun huisdier niet meer kunnen betalen of dat dierenartsen van Minimax (dierenartsen die tegen minimale kosten behandelen) enorme wachtlijsten hebben omdat mensen gewoon niet meer weten hoe ze alles moeten betalen.” Dit zijn onderwerpen die de dierenomroep wil belichten. Volgens Soeters horen mensen dit te weten zodat ze daarop kunnen reageren en daarover een mening kunnen vormen. “In Engeland heeft de BBC een afdeling waar honderdvijftig mensen zich bezig houden met dier, natuur en milieu en wij hebben in Nederland helemaal niks.”

Weg naar succesBinnen het team dat omroep Piep! groot moet maken is ook Maarten Reesink terug te vinden. Hij is verbonden aan de vakgroep Media en cultuur en is vooral bekend van zijn onderzoek naar Big Brother en populaire televisie. Soeters geeft aan dat hij zich op dit moment aan het specialiseren in binnen de Animal Studies, waarbij hij kijkt naar hoe dieren in de media voorkomen. In het team bevinden zich ook twee vertegenwoordigers van twee grote reclamebureaus namelijk: Erik Kruize van Roorda en Matthijs de Jong van KesselsKramer. Matthijs de Jong heeft bijvoorbeeld de naam Piep! bedacht. “Het blijft makkelijk hangen en het staat voor heel klein en kwetsbaar, maar we willen ons wel laten horen”, legt Soeters uit. Om zich te laten horen moet de nieuwe omroep creatief te werk gaan. Ze moeten dus met iets opzienbarends komen en dat is gelukt. “We hebben gezegd dat we drie minuten per maand televisie voor dieren gaan maken. Eigenlijk stelt het niet veel voor en

we hebben het ook niet zelf bedacht, maar we hebben er wel veel pers mee gehaald.” Daarnaast moet het kleine Piep! opboksen tegen de grote en financieel sterke omroepen. “Wij hebben in Nederland bestaande omroepen die leden werven, die krijgen korting bij de STER, die hebben zendtijd om te laten zien wat ze doen en die hebben ook nog eens vijf ton bankgarantie gekregen om specifiek aan ledenwerving te doen en dat hebben wij allemaal niet. Reclame op tv kunnen wij niet betalen. En wij willen het ook eigenlijk niet betalen, want wij krijgen 5,73 euro per lid.” Wat Piep! nu

med

ium

heeft bedacht is dat dierenorganisaties hun achterban aanschrijven om lid te worden van de omroep. En als je als lid van bijvoorbeeld Proefdiervrij lid wordt van Piep! gaat er vier euro naar Proefdiervrij. Soeters legt uit dat zij zelf geen goed doel zijn. “Het publieke bestel zit zo in elkaar dat wij geld moeten vragen, maar op deze manier kunnen wij ook iets voor de dierenorganisaties doen. Voor de rest zijn we helemaal afhankelijk van free publicity.”

Publieke bestel volHenk Hagoort, de voorzitter van de Nederlandse Publieke Omroep, beweerde op 30 januari in De Wereld Draait Door dat het publieke bestel vol zit en dat er geen plaats is voor nieuwe omroepen. Dit kwam als een enorme tegenslag voor de nieuwe omroepen die hard bezig zijn met de ledenwerving. Volgens Soeters mag hij dat soort uitspraken überhaupt niet doen. “We hebben een klacht ingediend bij het Commissariaat voor de Media: als jij voorzitter bent van de Publieke Omroep

dan hoor je geen waardeoordeel te geven. Het is zo demotiverend voor iedereen die aan het werk is. En in feite is het ook niet waar wat hij zegt; hij kan daar op dit moment niks over zeggen. Hij moet eerst het beleidsplan lezen en wij moeten 50.000 leden werven. Daarbij schept hij de illusie dat er inderdaad tien omroepen gaan toetreden, Dat is natuurlijk onzin, want lang niet iedereen gaat het halen. Sterker nog, ik denk dat het heel mooi is als twee of drie omroepen het gaan halen. Ik vind het belangrijkste dat het stemmingmakerij is; hij mag daar geen oordeel over geven en het demotiveert mijn vrijwilligers. Dat vind ik onvoorstelbaar. Hagoort beweert dat wij een one-issue-partij zijn, maar is de EO dan ook geen one-issue-partij? Er zijn viereneenhalf miljoen mensen lid van dier-, natuur-, en milieuorganisaties in Nederland. Als je een inhoudsanalyse uitvoert op de programmering van de afgelopen vijf jaar van de Publieke Omroep, dan blijkt dat er niets op het gebied van dierenwelzijn te zien is geweest. En blijkbaar leeft het wel, anders zouden al die mensen niet lid

worden en anders hadden we geen Partij voor de Dieren in Nederland gehad.”

VersplinteringSoeters heeft nooit begrepen waarom er zo moeilijk wordt gedaan over de versplintering van het publieke bestel. “Ik denk dat als je een kleine club mensen hebt die voor een bepaalde maatschappelijke stroming programma’s maakt, er alles voor zal doen om iets moois neer te zetten en ja, hoe erg is dat? Ik vraag me ook af, als ik wat programma’s op straat noem die mensen kennen en vraag welke omroep dat produceert, dan denk ik dat mensen daar geen idee van hebben. Dus dat is een wassen neus. Wij doen mee, omdat het een mooie manier is om dierenwelzijn onder de aandacht te brengen en ik vind televisie daarin heel belangrijk, maar ik heb nooit gedroomd: laat ik eens een publieke omroep beginnen. Ik droomde er wel van om met dierenwelzijn bezig te zijn en een omroep is een prachtig middel voor ons. En handig dat ik daar net iets meer verstand van heb dan iemand die bijvoorbeeld biologie heeft gestudeerd.”

Hoe eer de vogel zingt, hoe eer de kat hem wringt?1 april is het zover en is de strijd om een plaats binnen de publieke omroep gestreden. Maar bij Piep! wordt zeker niet te vroeg gejuicht. Volgens Soeters gaat het goed met de ledenwerving, maar: “Als je denkt, ik zet de deur open en de leden waaien wel binnen is dat niet zo. Ik denk dat mensen ook een soort urgentie moeten voelen om ergens lid te worden en we zijn natuurlijk al vanaf 2 oktober bezig. In het begin leefde het nog niet zo, maar nu de media veel meer aandacht besteden aan de verschillende nieuwe omroepen, zoals Powned en Wakker Nederland, gaan mensen het belangrijker vinden. En nu Llink in zware financiële problemen zit, kan ik me voorstellen dat men de indruk krijgt, indien Llink weggaat en Piep! komt er ook niet, dat er niets meer overblijft van het idealisme binnen de Publieke Omroep.” Maar Soeters blijft absoluut optimistisch. “Ik heb de hulp van dierenorganisaties, een enorm vrijwilligersnetwerk, andere organisaties die zich nu aanmelden en ons willen helpen en de BN’ers die ons steunen. En dat is de reden waarom ik er dag en nacht voor in touw kan zijn, zonder daar bij wijze van spreken moe van te worden.”

30

“Hagoort beweert dat wij een one-issue-partij zijn, maar is de EO dan ook

geen one-issue-partij?”

“Ik heb nooit gedroomd: laat ik eens een publieke omroep beginnen”

med

ium

heeft bedacht is dat dierenorganisaties hun achterban aanschrijven om lid te worden van de omroep. En als je als lid van bijvoorbeeld Proefdiervrij lid wordt van Piep! gaat er vier euro naar Proefdiervrij. Soeters legt uit dat zij zelf geen goed doel zijn. “Het publieke bestel zit zo in elkaar dat wij geld moeten vragen, maar op deze manier kunnen wij ook iets voor de dierenorganisaties doen. Voor de rest zijn we helemaal afhankelijk van free publicity.”

Publieke bestel volHenk Hagoort, de voorzitter van de Nederlandse Publieke Omroep, beweerde op 30 januari in De Wereld Draait Door dat het publieke bestel vol zit en dat er geen plaats is voor nieuwe omroepen. Dit kwam als een enorme tegenslag voor de nieuwe omroepen die hard bezig zijn met de ledenwerving. Volgens Soeters mag hij dat soort uitspraken überhaupt niet doen. “We hebben een klacht ingediend bij het Commissariaat voor de Media: als jij voorzitter bent van de Publieke Omroep

dan hoor je geen waardeoordeel te geven. Het is zo demotiverend voor iedereen die aan het werk is. En in feite is het ook niet waar wat hij zegt; hij kan daar op dit moment niks over zeggen. Hij moet eerst het beleidsplan lezen en wij moeten 50.000 leden werven. Daarbij schept hij de illusie dat er inderdaad tien omroepen gaan toetreden, Dat is natuurlijk onzin, want lang niet iedereen gaat het halen. Sterker nog, ik denk dat het heel mooi is als twee of drie omroepen het gaan halen. Ik vind het belangrijkste dat het stemmingmakerij is; hij mag daar geen oordeel over geven en het demotiveert mijn vrijwilligers. Dat vind ik onvoorstelbaar. Hagoort beweert dat wij een one-issue-partij zijn, maar is de EO dan ook geen one-issue-partij? Er zijn viereneenhalf miljoen mensen lid van dier-, natuur-, en milieuorganisaties in Nederland. Als je een inhoudsanalyse uitvoert op de programmering van de afgelopen vijf jaar van de Publieke Omroep, dan blijkt dat er niets op het gebied van dierenwelzijn te zien is geweest. En blijkbaar leeft het wel, anders zouden al die mensen niet lid

worden en anders hadden we geen Partij voor de Dieren in Nederland gehad.”

VersplinteringSoeters heeft nooit begrepen waarom er zo moeilijk wordt gedaan over de versplintering van het publieke bestel. “Ik denk dat als je een kleine club mensen hebt die voor een bepaalde maatschappelijke stroming programma’s maakt, er alles voor zal doen om iets moois neer te zetten en ja, hoe erg is dat? Ik vraag me ook af, als ik wat programma’s op straat noem die mensen kennen en vraag welke omroep dat produceert, dan denk ik dat mensen daar geen idee van hebben. Dus dat is een wassen neus. Wij doen mee, omdat het een mooie manier is om dierenwelzijn onder de aandacht te brengen en ik vind televisie daarin heel belangrijk, maar ik heb nooit gedroomd: laat ik eens een publieke omroep beginnen. Ik droomde er wel van om met dierenwelzijn bezig te zijn en een omroep is een prachtig middel voor ons. En handig dat ik daar net iets meer verstand van heb dan iemand die bijvoorbeeld biologie heeft gestudeerd.”

Hoe eer de vogel zingt, hoe eer de kat hem wringt?1 april is het zover en is de strijd om een plaats binnen de publieke omroep gestreden. Maar bij Piep! wordt zeker niet te vroeg gejuicht. Volgens Soeters gaat het goed met de ledenwerving, maar: “Als je denkt, ik zet de deur open en de leden waaien wel binnen is dat niet zo. Ik denk dat mensen ook een soort urgentie moeten voelen om ergens lid te worden en we zijn natuurlijk al vanaf 2 oktober bezig. In het begin leefde het nog niet zo, maar nu de media veel meer aandacht besteden aan de verschillende nieuwe omroepen, zoals Powned en Wakker Nederland, gaan mensen het belangrijker vinden. En nu Llink in zware financiële problemen zit, kan ik me voorstellen dat men de indruk krijgt, indien Llink weggaat en Piep! komt er ook niet, dat er niets meer overblijft van het idealisme binnen de Publieke Omroep.” Maar Soeters blijft absoluut optimistisch. “Ik heb de hulp van dierenorganisaties, een enorm vrijwilligersnetwerk, andere organisaties die zich nu aanmelden en ons willen helpen en de BN’ers die ons steunen. En dat is de reden waarom ik er dag en nacht voor in touw kan zijn, zonder daar bij wijze van spreken moe van te worden.”

31

med

ium

32

Een beeld zegt meer dan duizend woorden. Sinds jaar en dag is dit een gewaardeerd gezegde binnen de journalistiek en zijn nieuwsfoto’s dan ook een belangrijk onderdeel van de alledaagse nieuwsvoorzieningen. Maar met de opkomst van computerprogramma’s zoals Photoshop is vandaag de dag digitale manipulatie van beeldmateriaal gemakkelijker dan ooit. Dit jaar was digitale beeldmanipulatie dan ook een belangrijk onderwerp van gesprek tijdens de uitreiking van de Zilveren Camera 2009, de prijs voor de beste nieuwsfoto van het afgelopen jaar.

Beeldmanipulatie is echter niet alleen van deze tijd. Zo is gebleken dat Stalin op een foto uit 1920 zijn politieke vijand Leon Trotski heeft laten verwijderen om hem te laten verdwijnen uit het publieke geheugen. Het communistische regime deed dit geregeld met dissidenten van de oppositie. Maar ook de Amerikanen deden eraan mee; de beroemde foto van Amerikaanse soldaten die op Iwo Jima de Amerikaanse vlag hijsen is in scène gezet. Een ander bekend voorbeeld is de World Press Photo van 2003 die een man met zijn zoontje achter prikkeldraad toont waardoor het lijkt alsof ze gevangen zitten, terwijl zij zich helemaal niet in een opgesloten gebied bevinden. Zo zijn er nog tientallen voorbeelden te noemen van beeldmanipulatie sinds het ontstaan van de fotojournalistiek.

Vormen van beeldmanipulatieEr zijn twee vormen van beeldmanipulatie. Voorafgaand aan het nemen van een foto kan het shot in scène gezet worden. Het onderwerp van de foto wordt dan opzettelijk in een pose gezet, een positie in het shot gegeven of juist erbuiten gelaten. Hierbij maken fotografen gebruik van het suggestieve vermogen van een foto, dat iets anders kan suggereren dan er eigenlijk aan de hand was, met als duidelijk voorbeeld de foto van Iwo Jima en de World Press Photo van 2003.

De meest onschuldige vorm van het achteraf manipuleren van een foto is het aanpassen van kleurcontrasten, zodat de foto duidelijker wordt. Erger is het aanpassen van achtergronden, maar er kunnen ook objecten of personen uit de foto verwijderd of toegevoegd worden. Hierbij creëren fotografen een andere compositie die afbreuk doet aan de realiteit, zoals het geval is bij Trotski of de serie foto’s van Hilckmann. Toch zijn ook voorbeelden te noemen van beeldmateriaal dat om gegronde redenen is aangepast. Na

De invloed van de media op seksschandalenTekst: Sam de Voogt

Vlak voor de uitreiking van de Zilveren Camera van 2008 raakte een belangrijke fotoserie in opspraak. Een foto in de serie waarmee oorlogsjournalist Sjoerd Hilckmann een prijs won bij de Zilveren Camera in 2008 bleek gemanipuleerd te zijn, waardoor een gevechtsvoertuig met pech er opeens heroïsch uitzag.

de terroristische aanslagen op het openbaar vervoer in Madrid was de wereld in rep en roer. De volgende dag stond op voorpagina’s van kranten over de hele wereld één foto: de complete chaos op het spoor na het afgaan van de bom. Op de voorgrond ligt een afgerukt lichaamsdeel, dat het onderwerp van discussie werd. Sommige kranten wilden dit verschrikkelijke detail niet met hun lezers delen en besloten daarom het gewraakte object te verwijderen, uit de foto te knippen of de foto in zwart-wit af te drukken. Alleen De Volkskrant en de Belgische krant De Standaard drukten de foto in kleur af.

Een redactie en haar fotojournalisten moeten bijzonder oppassen met het plaatsen van gemanipuleerd beeldmateriaal. Als later blijkt dat er met nieuwsfoto’s geknoeid is, verliest de krant namelijk haar geloofwaardigheid bij de lezers wat tot teruglopende oplagen en minder advertentie-inkomsten kan leiden.

Toch manipulerenWaarom doen fotojournalisten dit dan toch? Allereerst is er de druk om te presteren. Met de komst van het internet verschijnt nieuws sneller dan ooit en daar hoort ook beeldmateriaal bij. In deze hectiek kan die ene foto het verschil maken. Daarom gaan fotografen verder dan ooit om dat ene speciale shot te creëren. Daarnaast

is een trend ingezet door krantenredacties om fotojournalisten wurgcontracten aan te bieden. Hierbij worden zij onderbetaald en verliezen ze alle rechten van de foto aan de krant. Overleven als fotojournalist is hierdoor vele malen moeilijker geworden dan vroeger, wat fotografen gemakkelijker kan verleiden tot het manipuleren van hun materiaal.

Eigenlijk is het probleem met beeldmateriaal in het nieuws hetzelfde als met nieuwsberichten zelf. Er zit een medium tussen het nieuws en de lezer, namelijk gatekeeper; hij of zij selecteert wat belangrijk genoeg is voor plaatsing in de krant en wat dat niet is. Als burger is het op deze manier onmogelijk om te weten hoe objectief of eerlijk het nieuws is en dit geldt ook voor nieuwsfoto’s. Toch kunnen gemanipuleerde foto’s tot meer commotie leiden. Het verschil zit hem in de impact van een foto, die zoals het gezegde al zo mooi verwoordt, veel groter kan zijn dan een nieuwsbericht. Daarom is vanuit de journalistiek voorgesteld om beeldmanipulatie niet te verbieden, maar te markeren zodat de lezer weet wat hij of zij ziet. In combinatie met het internet, waarop de originele foto dan zou staan, kan dit een succesvolle methode worden.

Maar eigenlijk moet de verantwoordelijkheid van het materiaal niet bij de lezers komen te liggen, maar bij de redacties. Als zij gewoon met ruw en origineel materiaal zouden werken, zijn dit soort maatregelen helemaal niet nodig. En omdat er een toename waar te nemen is in de burgerjournalistiek en het gemakkelijker dan ooit is om foto’s te maken, kan het niet zo zijn dat dit leidt tot een afname in de kwaliteit van nieuwsfoto’s. Voorlopig blijft het echter opletten, een foto kan meer dan duizend ware woorden, maar ook meer dan duizend leugens bevatten.

“Een foto kan meer dan duizend ware woorden, maar ook meer dan duizend

leugens bevatten”

Foto: Sjoerd Hilckmann; Zilveren Camers 2008

Lenin Trotski on Sverdlov Square

Beelden vertellen meer da n duizend leugens

Raising the flag on Iwo Jima - by Joe Rosenthal / The Associated Press.

med

ium

33

de terroristische aanslagen op het openbaar vervoer in Madrid was de wereld in rep en roer. De volgende dag stond op voorpagina’s van kranten over de hele wereld één foto: de complete chaos op het spoor na het afgaan van de bom. Op de voorgrond ligt een afgerukt lichaamsdeel, dat het onderwerp van discussie werd. Sommige kranten wilden dit verschrikkelijke detail niet met hun lezers delen en besloten daarom het gewraakte object te verwijderen, uit de foto te knippen of de foto in zwart-wit af te drukken. Alleen De Volkskrant en de Belgische krant De Standaard drukten de foto in kleur af.

Een redactie en haar fotojournalisten moeten bijzonder oppassen met het plaatsen van gemanipuleerd beeldmateriaal. Als later blijkt dat er met nieuwsfoto’s geknoeid is, verliest de krant namelijk haar geloofwaardigheid bij de lezers wat tot teruglopende oplagen en minder advertentie-inkomsten kan leiden.

Toch manipulerenWaarom doen fotojournalisten dit dan toch? Allereerst is er de druk om te presteren. Met de komst van het internet verschijnt nieuws sneller dan ooit en daar hoort ook beeldmateriaal bij. In deze hectiek kan die ene foto het verschil maken. Daarom gaan fotografen verder dan ooit om dat ene speciale shot te creëren. Daarnaast

is een trend ingezet door krantenredacties om fotojournalisten wurgcontracten aan te bieden. Hierbij worden zij onderbetaald en verliezen ze alle rechten van de foto aan de krant. Overleven als fotojournalist is hierdoor vele malen moeilijker geworden dan vroeger, wat fotografen gemakkelijker kan verleiden tot het manipuleren van hun materiaal.

Eigenlijk is het probleem met beeldmateriaal in het nieuws hetzelfde als met nieuwsberichten zelf. Er zit een medium tussen het nieuws en de lezer, namelijk gatekeeper; hij of zij selecteert wat belangrijk genoeg is voor plaatsing in de krant en wat dat niet is. Als burger is het op deze manier onmogelijk om te weten hoe objectief of eerlijk het nieuws is en dit geldt ook voor nieuwsfoto’s. Toch kunnen gemanipuleerde foto’s tot meer commotie leiden. Het verschil zit hem in de impact van een foto, die zoals het gezegde al zo mooi verwoordt, veel groter kan zijn dan een nieuwsbericht. Daarom is vanuit de journalistiek voorgesteld om beeldmanipulatie niet te verbieden, maar te markeren zodat de lezer weet wat hij of zij ziet. In combinatie met het internet, waarop de originele foto dan zou staan, kan dit een succesvolle methode worden.

Maar eigenlijk moet de verantwoordelijkheid van het materiaal niet bij de lezers komen te liggen, maar bij de redacties. Als zij gewoon met ruw en origineel materiaal zouden werken, zijn dit soort maatregelen helemaal niet nodig. En omdat er een toename waar te nemen is in de burgerjournalistiek en het gemakkelijker dan ooit is om foto’s te maken, kan het niet zo zijn dat dit leidt tot een afname in de kwaliteit van nieuwsfoto’s. Voorlopig blijft het echter opletten, een foto kan meer dan duizend ware woorden, maar ook meer dan duizend leugens bevatten.

“Beeldmanipulatie is echter van alle tijden”

Beelden vertellen meer da n duizend leugens

World Press Photo of the Year: 2003 Jean-Marc Bouju

Hier uw advertentie?

Informatie via [email protected]

MERCURIUS – Voorjaar in je bol!

35

Met al die kou buiten, rommel binnen en het voorjaar dat alweer bijna – okee, misschien iets langer – hier voor de deur, betekent dat: de grote balie-schoonmaak komt er weer aan! De volgende keer dat je bij onze balie langskomt, is de kans groot dat we een geheel nieuwe, schone, glanzende vloer hebben liggen, alles er spik en span uitziet en het voltallige bestuur uitgeput op de banken ligt om uit te rusten van de schoonmaak. We willen daarom iedereen van harte uitnodigen om bij ons wat te komen drinken en even gezellig te blijven hangen. Koffie genoeg voor iedereen!

Mocht je het overdag te druk hebben met je studie en ben je meer in voor de nachtelijke avonturen kom dan eens langs op de borrels. Velen zijn je voorgegaan en zijn eigenlijk nooit meer weggegaan. Het dagje carnavallen is met de bekende Mercurius bananenpakken een groot succes te noemen geweest.

Uitjes naar NOS, Postbus 51, of Volkskrant of en een symposium!?Voor mensen die buiten de stad wonen, het druk hebben met hun studie en of overdag liever iets overdag zouden willen ondernemen dat studieverantwoord is, biedt de studiegerelateerde activiteiten commissie (StuCco) uitkomst. De mensen die op 11 februari de cursus spindoctoring hebben gevolgd bij Simons & Van de Wiel zijn met zo’n babbel teruggekomen, dat ze iedereen onder tafel kunnen praten. Het bestuur heeft dan ook inmiddels voorzichtig het verzoek gedaan om deze cursussen maar niet meer te geven, want na drie keer met de mond vol tanden te hebben gestaan tegenover een Mercurius-lid is de lol er ook wel vanaf. Om een korte preview te geven van de komende maand(en): er zijn gesprekken met de NOS, Postbus 51 campagnes, reclamebureaus en ga zo maar door. Aankondigen van deze uitjes volgen altijd via de website en via de Weekly’s dus houdt deze in de gaten!

16 april komt is het ook weer tijd voor het symposium, georganiseerd door Mercurius. Dit jaar is het thema gecentreerd rondom; crowdsourcing. Crowdsourcing is een relatief nieuw fenomeen, waarbij bedrijven een probleem in hun vakgebied aanbieden aan het ‘gewone’ publiek, om zo tot nieuwe oplossingen te kunnen komen. De ‘Battle of Concepts’ is hier bijvoorbeeld hierop op gebaseerd. Ook hierover zual je de komende tijd meer informatie over zien verschijnen.

Bijna-alumnus, opgelet!Voor alle bijna-alumni onder ons, help is on its way! Binnenkort zullen allerlei communicatie-stages op onze website verschijnen, waardoor het zoeken naar een (afstudeer)stage toch al snel een stuk eenvoudiger wordt gemaakt. Daarnaast zijn we bezig met andere zaken waar alumni, of bijna-afgestudeerden ook profijt van zullen hebben, maar hierover kunnen we helaas nog weinig kwijt. Sowieso… wordt vervolgd! Daarnaast biedt Mercurius ook nog het MarCco C-carrière -Eevent aan dat, dit jaar op 23 april wordt gehouden. Samen met de Marketing Associate Amsterdam en EOS (Faculteitsvereniging van de VU) organiseert Mercurius ieder jaar dit carrière evenement. Dit Het evenement staat in het teken van workshops van bedrijven die allemaal met communicatie te maken hebben. Goed moment om eens je netwerk te updaten?

Weekend BerlijnMercurius mag dan wel niet overheersen in het leven van alle Mercurianen, maar er is altijd nog hét weekend waar iedereen bij wil zijn: het weekendje weg naar het buitenland! Dit jaar wordt het weekend gehouden van 8 mei tot en met 10 mei en we zullen vertrekken naar de sprankelstad Berlijn! Dus hHoudt deze data dus vrij in je agenda!. Informatie over dit weekend zal snel naar je toe komen.

Al met al, voor alle vormen en maten Mercurianen, we hebben voor ieder wat wils. Welkom voor wat koffie/bier/thee/wijn op de balie ben je als lid altijd en we zien je graag verschijnen de komende tijd op onze borrels en activiteiten. Tot snel!

MercuriusPagina MERCURIUS – Voorjaar in je bol!Tekst: Lokke van der Wal

De stand van zaken op dit moment op de balie van Mercurius: veel volgeklad pa-pier met ideeën voor de volgende flyer, veel stof (zoveel dat het niet verantwoord is je tas zomaar op de grond kan te zetten) en overal ruisende computers. Maar gelukkig overheerst enthousiasme, gezelligheid en het gelach op de balie.

Medium - Tijdschrift voor Communicatiewetenschap Nummer 2 - 2009

Voor opmerkingen, suggesties en informatie: [email protected]

ww

w.tr

ansl

ink.

co.u

k