Mediageschiedenis - SamenVatting - Deel B - Lister
Transcript of Mediageschiedenis - SamenVatting - Deel B - Lister
8/3/2019 Mediageschiedenis - SamenVatting - Deel B - Lister
http://slidepdf.com/reader/full/mediageschiedenis-samenvatting-deel-b-lister 1/7
SV tekst – Lister ‘new media’- Deel B –
OnderdeelstudieMedia&CultuuraandeUvA–Mediageschiedenis2011/2012
Copyright©DropboxMedia&[email protected] MadebyIrisVerhulsdonk||EditbyAsefeh
1
Introductie
Dit artikel zal de nadruk leggen op de relatie tussen biologie en technologie. Met de cyborg
lijkt het zo dat het cybernetische tijdperk de eerste zal zijn waarin technologie en biologie
gecombineerd zouden worden. Echter, de combinatie van levende dingen met technologie
heeft een veel grotere geschiedenis. In dit artikel zal het vooral gaan om automata (=self
moving things). Hoewel cyborgs horen bij de cybercultuur zijn hiervoor al veel ideeënopgedaan over deze combinatie (denk aan monster van Frankenstein, Terminator etc.)
daarom mogen we er niet vanuit gaat dat de cybercultuur de eerste was. Wel is het
waarschijnlijk zo dat in dit tijdperk de invloed van technologie op biologie groter is dan in
andere tijdperken.
Automata: De basis
Onderscheid moet gemaakt worden tussen gereedschap en machines en aan de andere
kant simulacra en automata.
& Gereedschap&Machines
Dit verschil gaat in op in hoeverre het object afhankelijk is van zijn gebruiker om te kunnen
functioneren. Handgereedschap heeft een externe bron nodig om te kunnen bewegen
terwijl machines zichzelf kunnen laten bewegen. Volgens deze redenering is dus alleen de
machine automata. Echter: er zijn machines die zelf gereedschappen gebruiker of die alsnog
een gebruiker nodig hebben om hun taak uit te voeren. Ook is het niet altijd het apparaat
dat afhankelijk is. Marx zei dat bij machines uit de industriële revolutie, het de mens is, die
afhankelijk is van de machine en niet andersom. Hierbij wordt de relatie tussen gebruiker en
de gebruikte omgedraaid en heeft de mens maar een lage onafhankelijkheid.
KORTOM; wie kan wat alleen, en hoe afhankelijk is het daarin??
& Simulacra&Automata
Er zijn twee verschillende manieren om automata in te delen volgens Homer en Aristoteles:
Homer: Leeft iets? (= natural automata of natural machines)
Aristoteles: Kan iets zichzelf in beweging houden?
De automatie die iets levends simuleert
& De automatie van het zichzelf bewegende ding
Derek J. De Solla Price maakte dezelfde vergelijking:
Simulacra: Een apparaat dat iets anders simuleert ( bestaand iets, mens, dier, ect.)
Automata: Apparaten die zichzelf bewegen
Vroege automata
Automata zou begonnen zijn bij de constructie van hydraulische (=werkend door waterdruk)
en pneumatische (=werkend door lucht) apparaten. Deze waren er al in het oude
Griekenland, oude Iran etc.) Yeah Iran baby!! Toen het nog een positief woord/land was..
Het meest bekend waren de werken van Hero van Alexandria (1e eeuw na christus) :
Fontein door druk van lucht. 2e was het mechanische theater. Dit maakte een connectie
tussen automata en de poppenshow maar ook naar mechanische schilderijen in de 18e en
19e eeuw (eerste voorbeelden van bewegende beelden)
8/3/2019 Mediageschiedenis - SamenVatting - Deel B - Lister
http://slidepdf.com/reader/full/mediageschiedenis-samenvatting-deel-b-lister 2/7
SV tekst – Lister ‘new media’- Deel B –
OnderdeelstudieMedia&CultuuraandeUvA–Mediageschiedenis2011/2012
Copyright©DropboxMedia&[email protected] MadebyIrisVerhulsdonk||EditbyAsefeh
2
Pneumatische niet-simulerende automata werd aan veel onderzoek onderworpen,
maar pas na de opkomst van de mechanische klok (14e eeuw) werd automata complexer.
Het idee kwam op dat klokwerken niet alleen een model was om de natuur te beschrijven,
maar een mechanisme van de natuur zelf.
Klokwerken: Technologie en natuur gecombineerd.
& Mechanisme
Klokwerken zorgde voor een nieuwe filosofie: Mechanische filosofie. Dit hield in dat alles
verklaard moest worden in termen van mechanismes en constructies.
Het won van Aristoteles’ teksten over natuurlijke fenomenen, omdat Aristoteles alleen
sprak over het definitieve einde: Dingen konden wel verklaard worden aan de hand van hoe
ze waren, maar niet hoe ze zo geworden waren.
& Man-machines: de la Mettrie en Descartes .
Filosofen zagen levend mechanische automata als een noodzakelijke uitkomst van hun
filosofie. De la Mettrie verwierp elke mening die niet accepteerde dat natuurlijk leven en
machinaal leven hetzelfde waren. Franse filosofen van de 18e eeuw namen deze kijk over.
Descartes vergeleek het menselijk lichaam met een machine om zo het lichaam te
kunnen begrijpen. Echter, hierbij ging het alleen om machines die uit zichzelf konden
bewegen. Hij haakte hier dus in op Aristoteles’ theorie dat dit een daadwerkelijke
mogelijkheid was.
Vaucanson’s eend
Vaucanson maakte een eend die net zo functioneerde als een levende eend, inclusief de
spijsvertering. Dit zorgde ervoor dat hij erg rijk werd en werd aangenomen op de French
Académie waar hij de leiding had over nieuwe uitvindingen binnen de wereld van
automata.
Automata werd uiteindelijk minder interessant voor de psychologie en de
wetenschap omdat studenten zich niet meer konden vinden in de psychologie van Newton.
Automata bleef wel populair, maar op een andere manier: Vaucanon’s eend leverde vooral
veel geld op in de entertainmentwereld.
De Jaquet-Droz adroïdes.
De aandacht voor apparaten zoals Vauconson’s eend, bleef vooral in de entertainment
wereld. Al rond 1610 waren er al mechanische simulaties van verscheidene diersoorten.
In 1773 maakten Pierre en Henri-Louis Jaquet-Droz een apparaat wat zij ‘androids’ noemden.
Automata die eens mens simuleerde. Ze werden gebruikt voor veel dingen (er waren
schrijvers, muzikanten etc.) met name voor tentoonstelling.
In de 18e eeuw was automata dus vooral bedoeld voor entertainment, maar het
zorgde echter wel voor discussie over automata binnen wetenschappelijke kringen. Hierbij
ging het vaak om: Als automata lijkt de handelen als een levend wezen, in hoeverre zijn zeniet wat ze lijken? Met andere woorden: Wat maakt automata anders van levende wezens?
8/3/2019 Mediageschiedenis - SamenVatting - Deel B - Lister
http://slidepdf.com/reader/full/mediageschiedenis-samenvatting-deel-b-lister 3/7
SV tekst – Lister ‘new media’- Deel B –
OnderdeelstudieMedia&CultuuraandeUvA–Mediageschiedenis2011/2012
Copyright©DropboxMedia&[email protected] MadebyIrisVerhulsdonk||EditbyAsefeh
3
Populaire werktuigen: Het einde van automata
Automata was dus altijd al populair geweest in entertainment, maar in het midden van de
19e eeuw veranderde het publiek. Het ging niet meer om aristocraten die zich interesseerde
in automata, maar om ‘het gewone volk.’ Automata werd een soort vertier voor op de
kermis. Dit zorgde ervoor dat de reputatie van automata nog verder daalde. De status wasnu gezakt tot speelgoed. Wel was het zo dat in deze tijd het onderscheid tussen het simuleren
van intelligentie en het automatiseren van biologische systemen weer terug kwam.
Continuïteiten en breekpunten in de geschiedenis van automata
2 hoofdzaken naar voren gehaald in het kijken naar de geschiedenis van de automata
1) De geschiedenis bestaat uit discontinuïteiten; gemarkeerd door ‘normale’ en ‘crisis’ technologieën
2)Aandacht schenken aan de groter wordende culturele impact van technologie.
Androids en intelligentie
In de beroemde Encyclopédie werd al onderscheid gemaakt tussen automaten en android.
David Brewster maakte dit onderscheid ook in 1830 in de Edinburgh Encyclopaedia. Prince
ging door met dit onderscheid in de tweede helft van de 20e eeuw, deze keer ging het
onderscheid tussen simulacra en automata.
De aandacht in de wereld van automata was verschoven van psychologie naar
fascinatie voor intelligentie. Het onderscheid van aan de ene kant automata en aan de
andere kant simulacra en androides, zorgt ervoor dat vragen wat betreft intelligentie buiten
het bereik valt van wat uitgelegd kan worden aan de hand van mechanismes.
Hierbij worden wel uitvindingen over het hoofd gezien, zoals (bijvoorbeeld) rekenmachines.
Price hangt de theorie van René Descartes aan, die claimde dat alles mechanisch is
uit te leggen, behalve de menselijke geest. Tussen Blaise Pascal en Charles Babbage is een
lijn op te merken in ontwikkelingen. Het gaat telkens om intelligentie in techniek. Op deze
manier kan er een lijn worden gevonden tussen de eeuw van de klokken en de eeuw van de
computers.
Waarom er geen stoom-aangedreven simulacra zijn
Jean Baudrillard maakte in 1976 wederom het onderscheid tussen machines die ons wel
simuleren en degenen die dat niet doen. Hij maakt het onderscheid tussen robots enautomata. Volgens Baudrillard lijkt een robot op een mens en automata niet (maar werkt wel
als een). Baudrillard laat door middel van de geschiedenis zien dat het zwaartepunt in de
wereld van automata is verschoven. Eerst wilde men machines die leken op de mens, maar
sinds de industriële revolutie is het veranderd naar de mankracht die een machine oplevert.
Deze verandering is precies het verschil tussen het tijdperk van de klokken en het
stoomtijdperk. Hierom bestaat er dus geen stoom simulacra, omdat men niet meer
geïnteresseerd was in de vorm van de machines, enkel in de functie.
Terugdraaien van de natuur
Het maken van androids en simulacra zorgde voor het begrijpen van het menselijk lichaam in
termen van mechanica. Na het midden van de 18e eeuw kwam een nieuwe manier van het
8/3/2019 Mediageschiedenis - SamenVatting - Deel B - Lister
http://slidepdf.com/reader/full/mediageschiedenis-samenvatting-deel-b-lister 4/7
SV tekst – Lister ‘new media’- Deel B –
OnderdeelstudieMedia&CultuuraandeUvA–Mediageschiedenis2011/2012
Copyright©DropboxMedia&[email protected] MadebyIrisVerhulsdonk||EditbyAsefeh
4
leven begrijpen naar voren: biologie. Biologie ging om levende dingen en maakte dus
onderscheid tussen ‘leven’ en ‘klokwerk’. Na de opkomst van de biologie werd het leven niet
enkel meer begrepen in termen van mechanica. De drang om androids en simulcera te
maken was weg in de wetenschap, dus moest er een nieuwe manier komen om het leven en
lichamen te begrijpen. Men ging nu uit dat het menselijk lichaam functioneert als een motor
in een machine. Biologen zagen deze manier alleen toereikend als het ging om analyses,maar vonden dat dit niets kon zeggen over het leven op zich: Hoe ontstaat het? Hoe
onderscheid het zich van niet-levende dingen? Biologie keerde zich af van het begrijpen van
leven in termen van technologie. Hierdoor zag men in dat biologie ook belangrijk was, als
tegenstelling van de techniek.
Het is echter niet zo dat het maken van kunstmatig leven de biologie negeerde. Het is
juist zo dat men niet meer zozeer het leven probeerde na te bootsen, maar het leven
probeerde te herdefiniëren aan de hand van het functioneren van machines.
Door de komst van stoom konden steeds sterkere machines gemaakt worden, hierdoor was
stoomkracht in staat de natuur te herdefiniëren.
Nieuwe Automata: Motors en fabrieken
De eerste uitvinding met stoom was gemaakt om een waterstroom in een mijn te leiden.
Stoom bood als zijnde een autonome bron van energie, extreem veel mogelijkheden om
werk te verzetten dat ‘tegen de natuur’ inging. Het kwam hierdoor dat de ‘filosofen van de
fabricage’ (Andrew Ure, Charles Babbage en Dr Price) fabrieken ook zagen als automata. In
fabrieken was er geen automata om het leven te simuleren maar om de functie van
menselijke kracht over te nemen. Met het opgeven van simulacra van mensen wordt
automata min of meer autonoom. Marx zei dat de bewegingen van deze automata het
werk van de arbeider vaststelt en bevestigd.
Automata en sociale techniek
Charles Babbage maakte een onderscheid tussen machines: .
1) De machine aangesteld om kracht te produceren .
2) De machine wiens doel is deze kracht over te brengen en werk te verzetten.
gemechaniseerde arbeid had dus centralisatie nodig om goed te kunnen functioneren.
Het feit dat dit nodig was, verbande fabrieken naar afgelegen industrieterreinen. Mensen
bleven wel nodig; de stoommachine die de andere machines aandreef had alleen nut als
het ook daadwerkelijk in staat was de andere machines aan te drijven. Mensen hadden nutmet betrekking tot de machine omdat ze er een onderdeel van werden. Ze dreven de
machine niet aan, maar waren een deel ervan. De stoommachine gebruikt de mens als
vervangende kracht. Op deze manier is de ‘meester’ van de machines niet altijd menselijk.
Het kan ook machinaal zijn, met de enige voorwaarde dat het zichzelf kan bewegen
(automata) en dat het een ‘slaaf’ heeft die beweegt na aandrijving van de meester.
Echte en ingebeelde systemen
De eigenaar van de fabriek is geen onderdeel van de machine. De fabriek is een realisatie
van zijn design. Hierdoor is het mogelijk het idee van ‘een technisch systeem’ af te doen als
een ‘ingebeelde machine.’ (Theorie van Adam Smith). Het lichaam van de arbeider staat tot
8/3/2019 Mediageschiedenis - SamenVatting - Deel B - Lister
http://slidepdf.com/reader/full/mediageschiedenis-samenvatting-deel-b-lister 5/7
SV tekst – Lister ‘new media’- Deel B –
OnderdeelstudieMedia&CultuuraandeUvA–Mediageschiedenis2011/2012
Copyright©DropboxMedia&[email protected] MadebyIrisVerhulsdonk||EditbyAsefeh
5
de machine als intellectuele organen. Hierdoor blijft de machine toch in verband staan met
het menselijk domein.
Adam Smith maakt onderscheid tussen ‘actual machines’ en ‘ingebeelde systemen,’:
[Letterlijke citaat] “A machine is a little system created to perform as well as to connecttogether in reality those different movements and effects of which the artist has occasion
for.” & “A system is an imaginary machine invented to connect together in fancy those
different movements and effects which are already in reality performed”.
Maar in wiens ‘fancy’ gebeurt dit? Simon Shaffer noemt het ‘enlightened mechanic’
die verder gingen op Diderot’s en Smith’s psychologie van het fabriceren. De verlichting
prees de reden boven alles en op dezelfde manier prezen de enlightened mechanics
intellectuele productie over manuele productie.
Kortom: machine bestaat nu eenmaal gewoon (concreet) maar een fabriek (een
technisch systeem) is een vorm van design, iets wat iemand bedacht heeft. Een systeem
bestaat ook uit componenten die niet concreet zijn en kunnen dus af worden gedaan als
'ingebeeld' . Een systeem is een ingebeelde machine dat bedacht is om
effecten+bewegingen samen te voegen die al in de realiteit plaats hebben gevonden (Vrije
vertaling van een citaat); credits: Iris Verhulsdonk FB page
Echte technologieën van governance
Er zijn echter meerdere uitvindingen die het ‘probleem’ dat Adam Smith voorlegt op kunnen
lossen: Wat betreft de status van het systeem als mechanisch of puur ingebeeld. Deze
hebben alle 2 de functie van ‘conscious linkage’ in een systeem van machines.In de late 18e eeuw werd het probleem van het controleren van machines altijd opgelost
door menselijke aanwezigheid. Menselijke intelligentie bleef nodig omdat het systeem niet
zelfcorrigerend was. Men kan ervan uitgaan de cybernetica al in de 17e eeuw in het stadium
van potentiele realisatie was aangekomen. De eerste stappen in deze richting werden gezet
door hitteregelaars (door Cornelius Drebbel) in machines aan te brengen, waarbij de
machine dus min of meer zelf corrigerend werd.
Dit wordt ook wel een ‘feedback mechanisme’ genoemd.
Het probleem van zelf-correctie was natuurlijk ook aanwezig bij de stoommachines. James
Watt introduceerde een zogenoemde ‘govenor’ in motors om zo de snelheid binnen
proporties te houden. Zulk soort machines – die iets binnen bepaalde lijn willen houden –
benoemd de cybernetica ‘negatieve feedback’ op een systeem geven- zijn nodig om een
machine te laten functioneren maar geven nog steeds geen antwoord op de vraag wat
betreft de ingebeelde of technische status van systemen. Ze geven wel aan dat bepaalde
functies die eerst alleen bestemd waren voor de mens (monitoren) nu ook mogelijk was te
automatiseren. Babbage gaat hierop in: Mensen zijn de aanstuurders van een systeem van
machines in zoverre in intelligentie op zich niet-mechanisch blijft. Ada Lovelace bracht de
geschiedenis van geautomatiseerde intelligentie en het systeem van de fabrieken samen.
Het gaat hierbij niet om simulacra; het automatiseren van een levend wezen, maar om de
automatisering van intelligentie. Ada wordt gezien als de ontwerpster van het eerste
computerprogramma. Ze schreef ‘programmas’ om symbolen volgens vaste regels temanipuleren met de analytical engine die Babbage nog moest maken. Ze zag ook in dat
8/3/2019 Mediageschiedenis - SamenVatting - Deel B - Lister
http://slidepdf.com/reader/full/mediageschiedenis-samenvatting-deel-b-lister 6/7
SV tekst – Lister ‘new media’- Deel B –
OnderdeelstudieMedia&CultuuraandeUvA–Mediageschiedenis2011/2012
Copyright©DropboxMedia&[email protected] MadebyIrisVerhulsdonk||EditbyAsefeh
6
computers in staat waren meer dan alleen zware berekeningen te doen, terwijl anderen, zelfs
Babbage alleen geïnteresseerd waren in het rekenwerk van computers.
Kunstmatige intelligentie
De geschiedenis van de kunstmatige intelligentie begint bij de mechanische rekenmachines.
Het verschil is dat rekenmachines maar 1 functie van menselijke intelligentie kunnen
nabootsen. Kunstmatige intelligentie komt dichter bij zodra ‘programmeren’ in plaats van
‘berekenen’ in beeld komt. Ada Lovelace speelt hierin een belangrijke rol om een
programmeertaal te maken. Ze analyseerde de 2 uitvindingen van haar mentor Babbage:
The Difference Engine en de Analytical Engine. Deze uitvindingen vormen een belangrijke
brug tussen rekenen en programmeren. De eerste pogingen tot het automatiseren van
intelligentie zijn namelijk door berekenende uitvindingen.
De ‘Pascaline’ en Leibniz’s ‘mechanical reasoner.’
De eerste mechanische rekenmachines waren enkel bedoeld om tijd uit te sparen.
Blaise Pascal bracht rekenmachines – bekend als Pascalines - uit in 1642. Het was hierbij niet
zijn bedoeling intelligentie te automatiseren maar om simpelweg rekenen makkelijker te
maken, tijdbesparen. Sommigen hebben de Pascaline de eerste echte digitale computer
genoemd. Dit is min of meer waar, maar de rekenmachine werd nog wel manueel
aangedreven. Wat de Pascalini onderscheidde van eerdere rekenmachines was dat het
getallen kon ‘overdragen’ van enkele cijfers naar tientallen. Dit deed het onafhankelijk van
de gebruiker en dit maakte deze rekenmachine echt tot ‘machine’
(het verschil tussen een ‘tool’ en een ‘machine’ gaat erom dat een machine tot op zekere
hoogte onafhankelijk van zijn gebruiker kan functioneren).
G.W Leibzig liet in 1673 zijn prototype van de ‘calculus rationator’ zien. Deze kon
automatisch vermenigvuldigen en delen. Leibniz’s rekenmachine was zoals de Pascalini, niet
enkel bedoeld om tijd te besparen maar vormde het begin van een groter geheel. Het ging
erom te laten zien dat redeneren gemechaniseerd kon worden. Leibzig redeneerde dat elke
vorm van redenatie met elkaar in verband stonden. Dus rekenen is principe hetzelfde was als
filosoferen. Hierdoor begon hij te zoeken naar een code: logica opbreken in componenten
om het zo te mechaniseren. Hij probeerde zo ‘the language of thoughts’ te maken.
Hij probeerde een taal te creëren om dit te verwezenlijken en zo kwam hij tot de binaire
code. Hij heeft veel plannen gemaakt voor machines die met deze taal werkten maar er
nooit echt een geproduceerd. Hij zag zijn uitvinding (het prototype er dus van) als een
voorbode van kunstmatige intelligentie.
Ada en Babbage: Programmeerbare motoren
Leibzig’s ideeën werden dus nooit werkelijkheid. Dit geldt ook ongeveer voor de
Difference&Analytical Engines van Babbage. Hoewel hier wel een demonstratie model van is
gemaakt. Het probleem waardoor ze niet echt zijn gemaakt, was niet omdat het theoretisch
niet haalbaar was, maar omdat de mechanica uit die tijd nog niet zo goed was.
8/3/2019 Mediageschiedenis - SamenVatting - Deel B - Lister
http://slidepdf.com/reader/full/mediageschiedenis-samenvatting-deel-b-lister 7/7
SV tekst – Lister ‘new media’- Deel B –
OnderdeelstudieMedia&CultuuraandeUvA–Mediageschiedenis2011/2012
Copyright©DropboxMedia&[email protected] MadebyIrisVerhulsdonk||EditbyAsefeh
7
Ana Lovelace heeft diepgaande analyses gemaakt over deze engines en concludeerde dat
– als de machines gerealiseerd zouden zijn- het de potentie zouden hebben gehad (met
name de Analytical Enginge) om de Industriële Revolutie in de eerste computer eeuw te
veranderen. Hoewel de twee gehuldigd worden als de voorlopers van de eerste computers,
is het belangrijk in te zien dat daar niet hun enige nut lag. Hierbij is het nodig een functioneelonderscheid te maken tussen de twee machines:
The Difference Engine: Werd zo genoemd omdat het werkte aan de methode om te
kunnen differentieëren. Met andere woorden, het was in staat te rekenen aan de hand van
een formule die opgeslagen zat in de machine zelf.
The Analytical Engine: Opvolger van Difference Engine. Was in staat te analyseren:
kon ‘beslissen’ welke formule er gebruikt moest worden.
Babbage haalde Luigi Menabrea (engineer) over Babbage’s werk te publiceren
(1842) Ada Lovelace vertaalde het naar het Engels en maakte zoveel kanttekeningen dat
deze belangrijker bleken dan het essay op zich. Ada’s analyse van de Analytical Engine
kwam neer op het feit dat de Analytical Engine geen duidelijk bepaalde functie heeft, het
kan geprogrammeerd worden tot meerdere gewenste functies. Op deze manier komt de
Analytical Engine dus het meest dichtbij onze huidige computer. Ada maakte onderscheid
tussen het ‘opslaghuis’ en de ’molen’ dat wat wij nu ‘memory’ en ‘processor noemen.
Volgens Ana Lovelace was de Analytical engine veel meer dan een tijdbesparende
rekenmachine maar net zo uitvoerbaar en onwaarschijnlijk als een denkende/redenerende
machine.
De geschiedenis van kunstmatige intelligentie is nog lang niet afgelopen en er is geen
eindpunt in zicht. Dit sluit ook aan bij de manier hoe de uitvinders omgaan met hun – nogniet gerealiseerde – uitvindingen. Ze weigeren een duidelijke functie toe te kennen aan de
ideeën.