Geo samenvatting

13
De Geo vwo Arm en rijk Samenvatting 1 Genoeg voor iedereen? De hoofdvraag van dit hoofdstuk is: wat zijnde kenmerken, oorzaken en gevolgen van het wereldvoedselvraagstuk? Honger: kwantitatieve en kwalitatieve Veelvoorkomend is ondervoeding: iemand krijgt chronisch te weinig voedsel Ondervoeding leidt tot groteproblemen, vaak in vicieuze cirkel Goede cijfers over honger zijn lastig te krrlgen. Voedselbalans geeft beeld van voedselbehoefte. BMR is maatstaf behoefte per persoon. Onderzoeksmethoden FAOhebben enkele nadelen. l lTrek of honger: een wereld van verschil Wat wordt bedoetd metonderuoeding en honger en waar komen ze vooralvoor? wat zijn de oorzaken en gevolgenvan ondervoeding voor een bevolking? Ondervoeding en honger ) FAO:95% van de 850 miljoen ondervoede mensen levenin ontwikkelings- landen. Ondervoeding is er ook in de overgangslanden en zelfsin rijkelanden. ) Belangrijke begrippen zijn: o honger, daarvan is sprake als iemand langere tijd minder dan 1690calorieën per dag binnenkrijgt. Dat heet kwantitatieve honger' Bij acuutgebrek in een landontstaat hongersnood. r De meestberuchte hongersnoden (lndia, china, ussR) hadden vaakpolitieks 6szaksn. o Van kwalitatieve honger is sprake als het dagelijkse menu nietgoed genoeg is, bijv. te eenzijdig. o ondervoeding verwijst naarde gevolgen van te wernig voedsel op lange termijn. o Als iemand voortdurend te weinig krijgt heet dat chronische on{ervoeding. Ditverschijnsel komtveelvoor,maar krijgt minder media- aandacht. r ondervoeding leidt tot gebreksziekten, bijv.kwashiorkor. o Ondervoeding leidt tot ernstige problemen: verlies van levens en van welvaart, vaak in een vicieuze cirkel (bijv. meisjes met ondergewicht krijgen zelf kinderen met ondergewicht). Vooralbaby's en kinderen zijn het slachtoffer. In de Universele verklaring Rechten Mens is het recht op voedselzekerheid vastgelegd' Meten doet weten ) Vooralin Afrika is er op veel plekken een grote voedselnood. ) Het is niet gemakkelijk om aan betrouwbare gegevens over ondervoeding en honger te komen. De FAO maakt gebruik van de voedselbalans, en meetzo de verhouding van voedselvoorraden en het verbruik van voedsel. Dat geeftinzicht in de behoefte. r De voedselbehoefte per persoon verschilt naar: sekse, leeftijd' lichaamsgewicht, soort werk en bijzondere omstandigheden. Er is een maatstaf voor:de BasalMetabolic Rate. Plussenen minnen ) De onderzoeksinstrumenten van de FAO z'rjn goedkoop en sneltoepasbaar. Nadelen V1n: o ze zijn bijna alleen op nationaal niveau O*t.6;95331 o de statistiek{n zijnvaak onvolledig een onbetrouwbaar en o de cijfers zijn moeilijk te herleidenhaar persoonlijke situaties. Juistdaarmee is meergrip mogelijk op ongelijke verdelingen binnen een bevolkingsgroep. r Voorbeelden van deze nadelen zijn er is weinig bekend oversekseen leeftijd, culturele factoren zijnniet meegenomen, de variaties per seizoen zijngroot(tekort is er vaak vlak voorde Docentenhandleiding Geo tweede fase Arm en rijk 1 Genoeg voor iedereen?

Transcript of Geo samenvatting

Page 1: Geo samenvatting

De Geo vwo Arm en rijkSamenvatting

1 Genoeg voor iedereen?

De hoofdvraag van dit hoofdstuk is: wat zijn de kenmerken, oorzaken en gevolgen van het

wereldvoedselvraagstuk?

Honger: kwantitatieveen kwalitatieve

Veelvoorkomend isondervoeding: iemandkrijgt chronisch teweinig voedsel

Ondervoeding leidt totgrote problemen, vaakin vicieuze cirkel

Goede cijfers overhonger zijn lastig tekrrlgen.Voedselbalans geeft

beeld vanvoedselbehoefte.BMR is maatstafbehoefte per persoon.

OnderzoeksmethodenFAO hebben enkelenadelen.

l lTrek of honger: een wereld van verschilWat wordt bedoetd met onderuoeding en honger en waar komen ze vooral voor?

wat zijn de oorzaken en gevolgen van ondervoeding voor een bevolking?

Ondervoeding en honger) FAO: 95% van de 850 miljoen ondervoede mensen leven in ontwikkelings-

landen. Ondervoeding is er ook in de overgangslanden en zelfs in rijke landen.

) Belangrijke begrippen zijn: o honger, daarvan is sprake als iemand langere tijd

minder dan 1690 calorieën per dag binnenkrijgt. Dat heet kwantitatieve honger'

Bij acuut gebrek in een land ontstaat hongersnood. r De meest beruchte

hongersnoden (lndia, china, ussR) hadden vaak politieks 6szaksn. o Van

kwalitatieve honger is sprake als het dagelijkse menu niet goed genoeg is, bijv. te

eenzijdig.o ondervoeding verwijst naar de gevolgen van te wernig voedsel op lange

termijn. o Als iemand voortdurend te weinig krijgt heet dat chronische

on{ervoeding. Dit verschijnsel komt veel voor, maar krijgt minder media-

aandacht. r ondervoeding leidt tot gebreksziekten, bijv. kwashiorkor.

o Ondervoeding leidt tot ernstige problemen: verlies van levens en van welvaart,

vaak in een vicieuze cirkel (bijv. meisjes met ondergewicht krijgen zelf kinderen

met ondergewicht).Vooral baby's en kinderen zijn het slachtoffer. In de Universele verklaring

Rechten Mens is het recht op voedselzekerheid vastgelegd'

Meten doet weten) Vooral in Afrika is er op veel plekken een grote voedselnood. ) Het is niet

gemakkelijk om aan betrouwbare gegevens over ondervoeding en honger te

komen. De FAO maakt gebruik van de voedselbalans, en meet zo de verhouding

van voedselvoorraden en het verbruik van voedsel. Dat geeft inzicht in de

behoefte. r De voedselbehoefte per persoon verschilt naar: sekse, leeftijd'

lichaamsgewicht, soort werk en bijzondere omstandigheden. Er is een maatstaf

voor: de Basal Metabolic Rate.

Plussen en minnen) De onderzoeksinstrumenten van de FAO z'rjn goedkoop en sneltoepasbaar.

Nadelen V1n: o ze zijn bijna alleen op nationaal niveau O*t.6;95331 o de

statistiek{n zijn vaak onvolledig een onbetrouwbaar en o de cijfers zijn moeilijk te

herleidenhaar persoonlijke situaties. Juist daarmee is meer grip mogelijk op

ongelijke verdelingen binnen een bevolkingsgroep. r Voorbeelden van deze

nadelen zijn er is weinig bekend over sekse en leeftijd, culturele factoren zijn niet

meegenomen, de variaties per seizoen zijn groot (tekort is er vaak vlak voor de

Docentenhandleiding Geo tweede fase Arm en rijk 1 Genoeg voor iedereen?

Page 2: Geo samenvatting

) Êr zlnveelfactoren die de voedingstoestand in een gebied en de

kwetsbaarheid van een bevolkingsgroep bepalen. De sociaal- economische en

politieke context heeft invloed op drie niveaus:

1. beschikbaarheid van voedsel

2. stabiliteit in toegang tot voedsel

3. toegang totvoedsel

Oorzaken van honger en onderuoeding)> Het hongerprobleem is deels te verklaren vanuit de aanbodzijde van voedsel'

Bij voldoende productie moet voldoende eten opveren. o Het voedselaanbod kan

afnemen door mtsoogst vanwege een natuurramp' o ook kan de oorzaak een

milieuramp zijn: als overbevolking en slecht bodemgebruik leiden tot

landproblemen (als erosie, verdroging). Zo ontstaat een vicieuze cirkel' o Voor

L een stabiele voedselproductie is ook vrede en rust nodig; inflatie of politieke

I onrust zijn niet goed voor het aanbod.

| > naast de aanbodkant zijn ook andere factoren van belang: fysische,

I ecologische, technologische, politieke, culturele, economische en demografische'

I ze ztnonderling met elkaar verbonden (schema 1 .13 in het boek).

I Honiersituaties hebben veelgevolgen, zoals ontvolking, spanningen, verarming,

I migratie, ziekte en dood'I . Orqanisaties als de VN (FAO, Unicef) en Oxfam-Novib beleggen| -

fie.Ze stetden het MilleniumdoelI topconferenties over de wereldvoedselsitua

I ZOrc op, dat streeft naar halvering van het aantal hongerenden'

Sociaal-economischeen oolitieke contextbeínvloedtvoedseltoestand

Honger is te verklarenvanurt aanbod (die

daalt door natuur- ofmilieuramPen), en uiteen reeks andere,onderling verbondenfactoren

Milleniumdoel:halvering van aantalhongerden in 2015

Tarwe is belangrijkstevoedselgewas, naastrrjst, maïs,soya,aardaPPelen encassave

Hoe rijker een land,hoe meer vlees inmenu. Veevoer komtveelal uit arme landen

10 kilo voer = 1 kilo

1.2 Voedselgewassen in KaartWaar tiggen de gebieden metvoedseloverschotten voedseftekorten in relatie tot

da.bevolkingsdichtheid en de bevolkingsgroeiop de wereld? Hoe ziin de

handelsstromen van de belangriikste graangewassen Íe verklaren?

De graanschuren van de wereld

>' De belangrijkste voedselgewassen zijn granen (maÏs, taMe, rijst) en

aardappelen. Tarwe is belangrijkste voedselgewas in de wereldhandel'

Tarwe:vrijweloveralverbouwd. Er is zomertarwe en wintertarwe, die laatste heeft

een hogere oPbrengstMais: heeft warmte en veel vocht nodig. Geeft minder eiwitten dan tarwe' Het

wordt vooral als veevoer gebruikt.

RisÍ: heeft veel water en warmte nodig, is eiwitrijk en in ongepelde rijst zit

vitamine B, tekortziekte bijgepelde rijst is beriberi'

Sojabonen: groeien in bijna alle klimaatstreken, bevat onvolledige eiwitten wat

bewerken noodzakelijk maakt. Vooral gebruikt als veevoer en grondstoÍ'

Aardappelen groeien in gematigde klimaten, veel zetmeel, hoogwaardige

eiwitten. vitamine B en C, is belangrijk als grondstof

cassaye: groeit in de tropen; ook op arme grond en in droog klimaat, is

zetmeelrijk, maar heeft weinig voedingswaarde, vaak gebruikt als veevoer'

Geen vlees, geen honger?) Hoe rijker een land is, hoe meer dierlijke eiwitten in het menu voorkomen. Veel

van het veevoer voor rijke landen wordt verbouwd in de Derde Wereld' De vraag

is of dit ten koste gaat van de voedselvoorziening in arme landen.

o Hoeveel energie is nodig voor om vlees te produceren? Daarvoor is het begrip

calorisch rendement van belang. Voor de productie van een kilo vlees is tien kilo

qraan nodiq. Veel landen met hoge bevolkingsdruk zÍn vegetabi

Docentenhandleiding Geo tweede fase Arm en rijk 1 Genoeg voor iedereen?

Page 3: Geo samenvatting

vleesGroeiwelvaartbetekent groei van devraag naar vlees:gevaar voorlanddegradatie

Er zijn voedsel- enhandelgewassenProductie graanschommelt: invloed opde prrjzen

Theorie van Ullman:(voedsel) transportontstaat onder drievoorwaarden:complementariteit,transporteerbaarheiden tussenliggendemogelijkheden

Systeem vanvoedselproductie issteeds meer eenwereldwrjd verbondensysteem

beschavingen. Hun eenzrjdige dieet van granen moet aan worden gevuld met

andere eiwitten.I Welvaartsgroei gaat samen met de groei van voedselconsumptie en vraag naar

vlees. Hierdoor neemt de druk op landbouwgronden toe, met gevaar voor

landdegradatie.o De verschillen in vleesconsumptie tussen Noord en Zuid zijn groot.

Wereldproductie en handel) Er is een verschil tussen voedselgewassen (gebruikt als voedsel, bijv. tarwe)

en handelsgewassen (bedoeld om als grondstof te verhandelen, bijv' gerst)

) Graan heeft het voordeel dat het goed te bewaren en te vervoeren is. Deproductie kan per jaar flink schommelen. Dat is van invloed op de graanprijzen en

de wereldvoedselvoorzien in g.

Transporttheorie van Ullman) Productiegebieden en consumptiegebieden vallen vaak niet samen. Handel

zorgt voor uitwisseling. Volgens Ullman zijn er drie voonruaarden om vervoer tot

stand te brengen.o Complementariteit tussen regio's. r Er komt echter geen ruil tot stand als ergeen geld is en het voedsel komt niet altijd terecht waar het het meest nodig is.o Transporteerbaarheid. Voorvoorwaarde is een goede infrastructuur en vervoer-en distributiesystemen.o Tussenliggende mogelijkheden en ook tussenliggende hindernissen (vb:

lJzeren Gordijn): verklaren waarom een goed ergens wel of niet terecht komt

) De theorie van Ullman past goed bij de toenemende mondialisering van delandbouw. o Het hele systeem van voedselproductie is steeds meer afhankelijkvan..processen op mondiaalschaalniveau. Internationale handelsafspraken enregelgeving, en wereldwijde dierziekten maken dat er sprake is vangeglobaliseerde landbouw.

ls globaliseringnadelig voor nationalevoedselvoorziening?

Globalisering maaktregionale specialisatiemogelijk

Productie en handelontstaan doorrelatievekostenverschillen.Comparatievekostentheorie,voordeliq voor allen.

1.3 Globalisering en het wereldvoedselvraagstukWat is het verband Íussen economische globaliseing en de beschikbaarheid vanvoedsel op het nationale schaalniveau? Waarom staan in het voedselvraagstukrijke landen vaak lijnrecht tegenover arme landen?

Economische globalisering en beschikbaarheid van voedsel) Globalisering (vrijhandel en exportgerichtheid) staat tegenover protectionisme.

Staat globalisering de nationale voedselvoorziening van landen in de weg?

Doen waar je goed in bent) Dankzíj industriële landbouw en globalisering is regionale specialisatie mogelijkop basis van exportlandbouw voor de wereldmarkt. Met de inkomsten van deexport kan (ander) voedsel worden aangekocht.

De comparatieve kostentheorier Landen drijven handel danl<zy verschillen in productiefactoren en dankzij hetstreven naar schaalvoordelen.) De productie en handel wordt niet door de absolute, maar door de relatievekostenverschillen bepaald. De comparatieve kostentheorie verklaart waarom veellanden profiteren van handel, ook al maakt één er alle spullen voor een lagereprijs. Gekeken wordt naar het verschil in verhouding tussen verschillendeoroductiefactoren en niet naar de kostpriis. Als elk land zich soecialiseert in waar

Docentenhandleiding Geo tweede fase Arm en rijk 1 Genoeg voor iedereen?

Page 4: Geo samenvatting

Vereist wel eerlijkeconcurrentie. Die is erniet:

Westen heeft veellandbouwsubsidies,Afrikaanse landen nietmeer

Soms hogeinvoertarieven

Subsidies wordenlangzaam afgebouwd

Voedselhulp isregelmatig gebaseerdop eigen beland, o.a.het dumping vanlandbouwoverschotten

IMF en Wereldbankstellen eisen aanschuldenlandenalvorens te investeren:heeft voor en nadelen.

Er is ook vooruitgang:

In Azië meer welvaart,meer aandacht voorhonger, kwijtscheld ingschuldenlast armstelanden

Maar veel landen inm.n. Afrika is oositieslecht: kunnen eigenlandbouw nietbeschermen

het een comparatief voordeel in heeft (bijv. vanwege beschikbare technologie of

arbeid), kunnen alle landen winnen bij vrijhandel. o Voonryaarde is dat er gelijke

concunentieverhoudingen zijn. Daarvan is vaak geen sprake.

LandbouwsubsidiesoWesterse agrarische bedrijven hebben een hoge productiviteit per

arbeidskracht. Veel van hen zijn daarvoor wel afhankelijk van landbouwsubsidies.

o Afrikaanse landen moesten eigen landbouwsubsidies afschaffen, maar hebben

last van de westerse die beleven bestaan'

lnvoeÉarieveno Sommige landen hanteren hoge invoertarieven (Japan, met name op rijst).

r Een berucht voorbeeld is het suikerbeleid van de EU dat de rietsuikerteelt in

nietlidstaten belemmert, met grote economische gevolgen voor bijvoorbeeld een

arm land als Mozambique.I Onder druk van de WTO wordt het stelsel van landbouwsubsidies afgebouwd.

Zullen hiervan ook de armste landen profiteren? Er lijkt een nieuwe ongel'tjkheid te

ontstaan, waarbij grote spelers de handel beheersen.

Verborgen agenda's) Politieke belangen sporen niet met mondiale voedselverdeling. o Rijke landen

zeggen vaak noodhulp toe in ruil voor tegenprestatie' Ze gebruiken de

(nood)hulp soms om eigen landbouwoverschotten weg te werken. (Voorbeeld

Ethiopië: veel voedsel uit noodhulp zorgde voor lage prljzen voor de oogst in

eigen land)o Sinds de jaren '80 worden Structurele Aanpassings Programma's (SAP) voor

schuldenlanden opgesteld onder leiding van IMF en Wereldbank. Wfl het IMF

gels investeren dan is de voorwaarde dat overheidsuitgaven omlaag moeten

waardoor subsidies aan boeren verdwijnen, er minder staatsinvloed op de

economie is en een vrijhandelssysteem wordt ingevoerd. Dit heeft naast positieve

gevolgen ook negatieve effecten.o Slecht landelijk beleid kan in zwakke staten het platteland in diepe ellende

storten, waarbij de armsten het hardst getroffen worden. Voor centrumlandengeldt dat ze meer rekening houden met eigen belangen dan met die van periferie.

Hun hulpbeleid is vaak tegenstrijdig

Positieve ontwikkelingen) Er zrln ook voorbeelden van vooruitgang. Zo is door globalisering en vrijhandel

in Azië de welvaart en voedselsituatie sterk verbeterd.o Positief is ook dat de FAO, WHO en andere NGO's de problematiek steeds

weer onder de aandacht brengen. Ook kerken, actiegroepen en hulporganisaties

hebben een belangrijke rol.o In 2005 is een deel van de schuldenlast van groot aantal landen

kwijtgescholden. o Ook richt het beleid zich steeds meer op Pro Poor Growth-

beleid (economische groei met meer profrjt voor de armen).o In de 'tijgerlanden' is er dankzij landbouwsteun nu een gezonde landbouw.o Ook in India verdween de structurele honger grotendeels'

Andere uitgangspositie) Tegenwoordig is het voor een land door vrijhandel niet meer mogelijk de eigen

boerenstand te beschermen. En talvan landen zijn te arm om voedselop de

wereldmarkt te kunnen kopen. Landbouwprotectie zou hier misschien (?) helpen.

Docentenhandleiding Geo tweede Íase Arm en rijk 1 Genoeg voor iedereen?

Page 5: Geo samenvatting

Voedselcrisis isverdelingsprobleemOplossing aan vraag-of aanbodzijde

IntensiveringlandbouwmethodenVerschiltussenfarmers en paesants

Door GroeneRevolutie meerproductie, vraagt welmeer kunstmest,irrigatie ed

Nadelen:milieuproblemen enmeer socialeongelijkheid

Ook successen

Groeiende bevolkingvraagt om meervoedsel.

ïZEen ForA vol wetenschap en techniekWetke betangrijke vemieuwingen in de landbouw hebben in de loop van de

geschiedenis b'tjgedragen tot het verhogen van de voedselproductie? Welke

invloed hebben technotogische vemieuwingen op het wereldvoedselvraagstuk?

Oplossing van de voedselcrisis?) De voedselcrisis is in feite een verdelingsprobleem op meerdere

schaalniveaus. De oplossing kan via twee lijnen. Door aan de vraagzijde de

verdeling te verbeteren door koopkracht, spreiding welvaart, distributie en

infrastructuur. Of door aan de aanbodzijde de voedselproductie te verhogen.

De zoektocht naar voedsel>' De voedselproductie kan worden vergroot door intensivering van

landbouwmethoden. In dat kader is onderscheid te maken tussen twee soorten

boeren: de 'farme/ die gericht is op winstoptimalisatie, innovatie en productie voor

de (wereld)markt. Daarnaast de'peasanf die sterk gebonden is aan grond en

traditie, en gericht op zelfuoorziening.

De Groene Revolutie) Door de Groene Revolutie, het telen van nieuwe graanvariëteiten (rijst, tarwe,

maïs) steeg de voedselproductie sterk. Voorbeelden zijn I rijstvariëteiten met

korte stengels wat meer korrels opleverde. De teelt vraagt meer kunstmest,

irrigatie en gewasbeschermingsmiddelen. I Het scheelde het uitbreken van een

ernstige voedselcrises in Aziê. r Kenmerkend voor de Groene Revolutie is dat

het een totaalpakket is, alle onderdelen moeten wel aanwezig zijn.

Nare bijsmaak> hlet succes van de Groene Revolutie heefi ook een nare bijsmaak: o Er is een

toenemende maatschappelijk ongelijkheid en ecologische problemen:

I Het grondwaterpeil daalt soms te sterk, meststoffen spoelen uit en het milieu

wordt vergiftigd door bestrijdingsmiddelen.r Grote boeren hebben meer geld, relaties en toegang tot hulpbronnen, terwijl

kleine boeren kwetsbaar zijn bij het afsluiten van leningen t Ze zijn vaak

afhankelijk van grote boeren voor land en een lening. r Door de Groene

Revolutie verdwenen ook traditionele landbouwtechnieken en I de

exportlandbouw kan paradoxaal genoeg leiden tot lokale voedseltekorten.

Successen) Naast bezwaren zijn er ook successen te melden van de Groene Revolutie. o

Veel landen (China en India bijvoorbeeld) werden zelfuoorzienend voor graan' o

Door diffusieprocessen, met name de spreiding van technologie, zijn kleinereboeren ook steeds meer gaan profiteren. o De toename van voedselproductie ende dalende prijzen komen aan veelmensen ten goede.

Een nieuwe revolutie noodzakeliik?Er komen steeds meer mensen bij, en ook de welvaart wordt hoger. Dat betekentdat meer en ander voedsel nodig is per persoon (meer suikers en dierlijkeeiwitten). ls er een nieuwe revolutie nodig bijvoorbeeld in de vorm vangentechnologie?

De genenrevolutie: knippen en plakken) Het kruisen van rassen kost veel geld en tijd. Het veranderen erfelijk materiaalvan olanten biedt veel meer heden.

Docentenhandleiding Geo tweede Íase Arm en rijk 1 Genoegvooriedereen?

Page 6: Geo samenvatting

Gebruikgentechnologie heefi

voordelen maar ook

nadelen: nogonbekende risico's en

het zou de kloof arm-rijk vergroten

Wat is GM?)> Genetische Modificatie is een bio-technologie die met behulp van de

zogeheten recombinant-DNAtechniek een vreemd gen inbouwt. r De voordelen

daárvan zijn dat het een hulpmiddel biedt tegen ziekten; gewassen worden

ongevoelig voor schimmels, ongedierte, onkruid; er zijn minder

bestrijdingsmiddelen nodig en Je droogte- en zoutresistentie van gewassen wordt

verhoogd.. Er zijn ook nadelen, zoals risico's omdat de mens (natuurlijke) soortgrenzen

doorbreekt. r sceptici zeggen dat GM de kloof rijk - arm in de wereld vergroot,

omdat alleen grote "n

|.nu"ntig" bedrijven toegang hebben tot de techniek' ook is

erdezorgdatoorspronke|ijkesoortenver|orengaandoorbesmefting.l (Mi| ieu)organisat ieszi jnbangdatGM-voedse|degezondheidzoukunnenschaden, datzehet resistentiesysteem aantasten, of dat veranderde gewassen

giftige stoffen aanmaken.. nno"r"n zeggen dat GM een échte oplossing van ondervoeding (als resultaat

van armoede en ongelijkheid) in de weg staat'

Docentenhandleiding Geo tweede hse Arm en rijk 'l Genoeg voor iedereen?

Page 7: Geo samenvatting

De Geo vwo Arm en rijkSamenvatting

2Zeker weten genoeg te eten

De hoofdvraag van dit hoofdstuk is: wat is de invloed die natuurlijke en maatschappelijke omstandigheden

op het voedselvraagstuk hebben?

2l Voedselzekerheid = voedseltoegankelijkheidI Wat ziln de kenmerken van voldoende voedselzekerheid? ln welke zin is het

I voedsetvraagstuk een maatschappetiik verdelingsprobteem?

IVoedselzekerheid gaat | > Aij het begrip voedselzekerheid horen vier treÍwoorden.

over: I o Voedsetbeschikbaarheid: dal is de eigen productie en het saldo van de in-- voedselbeschikbaarheid I en uitvoer. Vooral in ontwikkelingslanden neemt de bevolking snel toe, wat het

I tempo waarin ondervoeding afneemt beperkt'- toegang tot voedsel I o Toegang tot voedsel: die is afhankelijk van de combinatie van productie,

I inkomen, koopkracht, distributie en sociale contacten. Er is in- voedselstabiliteit I ontwikkelingslanden een groot verschil tussen stad en platteland (daar ziin

I mensen vaak zelfuoorzienend)-voedselkwaliteit I o Voedse/stabititeit: hoe lang voldoende voedsel verzekerd is, heeft te maken

I Sociaat-economische gelaagdheid

Sociaal-economische | > O" plek van mensen in de sociaal-economische stratificatie heet de sociaal-

met het goed functioneren van de markt, opslag en transport.o Voedsell<watiteit:heeftniet alleen te maken met voedingswaarde maar ook

met verschuivende voorkeuren in het soort voedsel'

Scholing moet positie van I L Intemationale organisaties als de FAO richten zich op het verbeteren van

kwetsbare groepen I de positie van kwetsbare groepen, vooral door scholing (human resource

verbeteren I develoPment)

status van een groep of I economische status. o lemands SES valt samen met zijn maatschappelijke

individu kan veranderen I klasse. Die kan veranderen, er is sprake sociale mobiliteit. Een sociale klasse

(i.i.t. een kaste) | onderscheidt zich van een maatschappelijke kaste, die geen sociale mobiliteit

I kent.Landen met aryakke I o Kenmerken van landen met een zwakke sociale structuur zijn: een kleinesociale structuur: vaak I elite naast een arme massa, het ontbreken van een grote middenklasse enelite naast grote arme I een scheve verdeling van het grondbezit'

massa I o Een lage SES in ontwikkelingsland staat gelijk aan armoede. ) Een lage

SES gaat meestal ook samen met een mindere gezondheidstoestand en

Lage SES is daar gelijk I voedselvoorziening. In Afrika leven de meeste armen op platteland en onder

aan armoede I de voedsel-armoedegrens. o ln hoofdlijnen bestaat de arme bevolking in de

Derde Wereld uit:Meest kwetsbare (land- | - plattelandshuishoudens met vrouw aan het hoofden werklozen, ouderen, | - landloze plattelandbewoners, keuterboeren, boeren met slechte grond

kleine boeren e.d.) zijn I - stedelijke werklozen en vluchtelingen

meestal slachtoffer van | - etnische minderheden, zieken, ouderen e.d.

honger en ondervoeding I r Meestal worden de meest kwetsbare getroffen door hongersnood.

Docentenhandleiding De Geo tweede fase Arm en rijk 2 ZekeÍ weten genoeg te eten

Page 8: Geo samenvatting

Z: NatuuG mensen en voedselzekerheid in Malawi, AfrikaWat bepaaft de voedselzekerheid in Malawi en Bangladesh? Wat kun iezeggen over de toekomstige voedselzekerheid in deze twee landen?

Een verloren paradijs

Malawi verworden tot een | > fUalawiwas na 1994 even een 'voorbeeldland'. o Daar is nu weinig meer

van de armste landen I van over: er is grote armoede, een lagere levensvenruachting, veel aids-

I slachtoffers, Veel plattelandbewoners trekken naar de stad o Honger is een

Oorzaken van honger I terugkerend verschijnsel, de helft van de kinderen is ondervoed.zijn: | > Wat zijn de achterliggende oozaken van deze honger?

I Natuur, vriend en vijand- Natuurtijke | > Allereerst zijn de natuurlijke mogel'rjkheden en beperkingen van belang:(on)mogelijkheden: I r De kwaliteit van de bodem en grondsoort (vruchtbaarheid en

Bodemsoort I erosiegevoeligheid)Klimaat: temperatuur en I o Het klimaat met de temperatuur en neerslag, waarbij het gaat om de nuttige(nuttíge) neerslag. Ook I neerslag: de hoeveelheid watêr die beschikbaar is voor plantengroei. r Voor

intensiteit en variatie van I de landbouw speelt ook de onvoorspelbaarheid van neerslag een grote rol

neerslag spelen grote rol I Neerslag verschilt in intensiteit, en in variabiliteit in zoweltijd als ruimte'

Reliêf I o Ook het reliêf heeft een relatie met temperatuur en neerslag, en het is van

I invloed op de afuoer van water, de gevoeligheid van een bodem voor erosie

| (onder andere in combinatie met ontbossing) en voor mogelijkheden voor

I vervoer.- Maatschappetijke I t fr zijn ook veel maatschappelijke belemmeringen die de voedselzekerheid

I Rijk en arm

Lo Economisch belemmeringen hebben te maken met koopkracht, deI'verdeling van welvaart, het belastingsysteem. Ook de (vrije) marktwerking,

I corruptie en het ontbreken van goede infrastructuur en een distributiesysteem

I spelen een rol.I

- Politieke belemmeringen I Conuptie, macht en wapens

belemmeringen I beïnvloeden. Dat zijn de volgende:

soelen vaak rond I structuurverdeling schaarse I r Territoriale conflicten ontstaan vaak uit de achterstelling van etnische

hulpbronnen I minderheden in de strijd om schaarse hulpbronnen. Oorlogen zijn dikwijls hetgevolg van voedselonzekerheid, instabiliteit en vluchtelingenstromen

Vaak sprake van 'bad' in I r Er is sprake van fatsoenlijk bestuur, ofwel 'good governance' als de wettenplaats van 'good'

I en regels gelden voor alle burgers, er onafhankelijke rechtspraak is en degovernance I Oeze voorwaarden kan afdwingen en opleggen. Corruptie staat daar haaks

I eolitiet<e belemmeringen zijn onder meer het ontbreken van vrije verkiezingenOorlog en conflicten I en politieke stabiliteit, oorlog, de machtsverdeling, een zwakke sociale

I op.I r In veel landen is echter sprake van 'bad governance'. Er ís vaak veel te

I weinig aandacht voor landbouw en platteland, omdat het nut niet wordt

I gezien. Steden worden voorgetrokken. Dat heet'urban bias'.

I een groeiende bevolking- demografische I o Er zijn ook demografische obstakels.obstakels I r ln derde wereldlanden is het geboortecijfer hoog, maar ook dalend. De

oorzaken ztln dat veel vrouwen jong trouwen, er veel buitenechtelijke relatiesHet geboortecijfer is hoog I zijn en weinig gebruik gemaakt wordt van voorbehoedsmiddelen. Veeldoor diverse redenen herstellen kindersterfte (die hooq is) met een nieuw kind. Kinderen

Docentenhandleiding De Geo tweede fase Arm en ryk2Zeker weten genoeg te eten

Page 9: Geo samenvatting

Sterftecijfer is hoog,dalende lijn stokt doorziekten, oorlog, honger

Migratiesaldo wordt sterkbernvloedt doorvluchtelingenstromen

- culturele asoecten(landbouw niet alleencommerciële activiteit)

Beschikbaarheid vanvoedsel hangt o.a. afvanhet ontwikkelen vanvoedsellandbouw

Vier kenmerken landbouwin Sub-Sahara Aírika- lage productiviteit- klein en zelfuoorzienend- platteland is geografischgeïsoleerd- Groene Revolutie gaatraag

Positief is: teelt van meervariëteiten en meerexportgerichte tuinbouw

zijn ook belangrijk als oudedagsverzekering en arbeidskracht. Ook geeft eengrote bevolking een etnische groep meer status en meer macht.r Het sterftecijfer in Afrika is hoog. Op de Human Poverty Index scoort zelaag, maar er is enige verbetering. Opvallend is het hoge aandeel kinder- enzuigelingensterfte. r Er is een dalende trend te zien, maar die stokt doorconflicten, epidemieën (gele koorts, tbc, aids), honger.r Het migratiesaldo wordt sterk beïnvloed door vluchtelingenstromen,stromen van arbeidsmigranten / economische vluchtelingen en ecologischevluchtelingen. Velen trekken naar de stad.

Een andere cultuuro In Afrika wordt landbouw minder gezien als een commerciële activiteit. Veelnadruk ligt op traditie en respect voor (voor)ouders en hun methoden vanlandbewerking.

'Morgen zal er meer eten zijn') Het structureel verbeteren van de voedselsituatie kost vaak veel tiid. Debeschikbaarheid van voedsel hangt af van: de bevolkingsgroei; deontwikkeling van de voedsellandbouw; de invloed van globalísering enveranderingen in het (natuurlijk) milieu.o Hier wordt stilgestaan bij de ontwikkeling van de voedsellandbouw, metname in Afrika ten zuiden van de Sahara. Die landbouw wordt oekenmerktdoor vier omstandigheden:r 1. Een lage productiviteit op een geïsoleerd, onveilig platteland. Veelvoedsel gaat verloren (verspilling)r 2. Het zijn vooral kleine en zelívoorzienende bedrijven. Meestal wordengeleid worden door vrouwen, die weinig onderwijs hebben gehad.

r 3. Het platteland verkeert in een geografisch isolement. Dat heeft grotegevolgen. Scholing en training die kan leiden tot flinke productieverhogingverloopt moeilijk door de slechte bereikbaarheid. Ook is de a2etmarkt slechtbereikbaar en wordt door gebrek aan opslag en vervoer veel oogst verloren.r 4. De Groene Revolutie in Afrika verloopt traag. De natuurlijkeomstandigheden zijn ongeschikt voor tarwe, er is weinig irrigatie, eengebrekkige infrastructuur, weinig interesse van overheden en het dunbevolktplatteland is geen aantrekkelijke markt. Ook bestaat er angst afhankelijkheidte worden van westerse landen met betrekking tot GM-gewassen.

Hoopvolle signalen) In landen in Sub-Sahara Afrika zijn positieve ontwikkelingen. Op groteschaalworden nieuwe ma'rsvariëteiten en o.a. cassave geteeld. Veelgebieden produceren voor de export (commerciêle landbouw) als gevolg vande globalisering. Vooral de tuinbouw voor export groeit. Voorwaarden voordeze groei is dat handelsbelemmeringen / tariefmuren wegvallen en er snelleren goedkoper veryoer voorhanden !s. Punt van zorg is de vraag wie hetmeeste van deze ontwikkeling profiteren.

Vruchtbaarheid bodem:

2.3 Boeren in een kwetsbare natuurHoe kwetsbaar is het natuurlijke systeem in Malawi en Bangladesh? Wat is indeze twee landen de draagkracht van het natuurlijke sysÍeem voor deIandbouw ?

De bodem) De bodem is van belanq voor de plantenqroei en het bodemleven.

Docentenhandleiding De Geo tweede fase Arm en njk2Zeker weten genoeg te eten

Page 10: Geo samenvatting

fysische en chemische(gehalte voedingsstoffen)

Arme landen hebbenminder mogelijkheden ombodems geschikt temaken

Tropische bodem nietvruchtbaar. In drogestreken verzilt de bodemen is te weinig neerslag

Er is vaak sprake vanbodemdegradatie,ooaaken zijn o.a.verdroging,overbeweiding,ontbossing, irrigatie

Er zijn meerdere vormenvan bodemdegradatie; demens is vaak de oorzaak.

Afrika verliest zo veelcultuurgrond

Groot probleem in(half)droge gebieden:verwoestijning

Vaak rooÍbouw opoverblijvende grond:neergaande spiraal

Grondsoorten worden onderscheiden naar textuur (= korrelgrootte). o Hoefrjnere korrel, hoe vruchtbaarder de grond. Er is fysische en chemischevruchtbaarheid. Fysische vruchtbaarheid gaat over waterdoorlaatbaarheid, debewerkbaarheid en de bodemstructuur. r De chemische vruchtbaarheidbetreft het gehalte aan voedingsstoffen (N,P,K). ln zure en humusarmebodems spoelen de mineralen makkelijk weg.

Bodems en landbouw) Het reliëf, klimaat, vegetatie en bodem bepalen samen de draagkrachtvoor de landbouw. o Het oppervlakte aan bruikbare bodems op aarde isgering als er geen aanpassingen worden gedaan. In rijke landen makentechniek en geld die aanpassing mogelijk, in arme landen lukt dit veel minder.

Bodems in de tropen en in droge gebieden. Tropische bodems zijn niet erg vruchtbaar. Ze hebben een steenachtigelaag, daarom heten ze latosolen, er is weinig humus, en voedingsstofíenspoelen makkelijk uit. o In droge streken is de verzilting van de bodem eenprobleem, die wordt veroorzaakt door de capillaire opstijging. Ook is er eengroot tekort aan water: de verdamping overtreft de neerslag.

Bodemdegradatie) De vermindering van de kwaliteit van de bodem heet bodemdegradatie. Dedirecte oorzaken kunnen liggen in verdroging, overbeweiding, ontbossing,inigatie en/of overbevolking. Een paar worden toegelicht:o Bij te veel begrazing of houtkap is de kans groot op water- of winderosie vande bodem.o Door de sterke bevolkingsgroei (door een geboorteoverschot of migratie)neemt de druk op de grond toe.

no Het toedienen van overmatige hoeveelheid inigatiewater leidt tot verzilting:de capillaire werking brengt zouten naar het oppervlak. Planten sterven en dediversiteit neemt af.

De geselvan AfrikaEr z$n verschillende vormen van bodemdegradatie: het verdwijnen van debovenlaag door winderosie; geulvorming/ondoorlatende lagen doorwatererosie; verzilting, vezuring en uitputting; en toename van dewaterafstotendheid van de bodem bij langdurige droogte.Meestal is de mens de achterliggende oorzaak van deze problemen. Deversnelde bodemerosie is vooral in Afrika een groot probleem. Het betekenteen enorm verlies van cultuurgrond.

De woestijn slaat toe) Bodemdegradatie in (half)droge gebieden heet venrvoestijníng ofdesertificatie. Het is een wereldwijd probleem, waardoor vooral kansarmegroepen worden getrofÍen.

De neerwaartse spiraalo Overblijvende grond valt, ook door de sterke bevolkingsgroei, steedssneller ten prooi aan roofbouw. Zo ontstaat er een neergaande spiraal vanverdere verwoestijning, waardoor samenlevingen uiteenvallen en confl ictenontstaan. o Eenzelfde neergaande ontwikkeling is er als werkgelegenheid eninkomens dalen: dan probeert men op alle manieren te overleven. Eenafnemende welvaart dus vaak de natuurliike s

Docentenhandleiding De Geo tweede fase Arm en njk 2 Zeker weten genoeg te eten

Page 11: Geo samenvatting

Door klimaatveranderinglijkt Afrika vooral drogeren warmer

Lokale effecten onzekerGebruik GIS kan inzichtgeven

Brjdroogte:Of meer irrigatie(intensiever methode),of dry-farmin g (extensief)

Dryfarming: bodem omhet jaar braak leggen,tegengaan erosle

Mogelijk maakt GMgewassen beter bestandtegen droogte

Bij aanpak verwoestijninghelot onderzoek m.b.v.nieuwe technieken

r Veranderende milieuomstandigheden beïnvloeden de voedselsituatie. Watzijn de gevolgen van klimaatverandering? De prognose voor een groot deelvan Afrika is ongunstig: droger (langere droge seizoenen), warmer en opsommige plekken natter.r Het is onzeker hoe de klimaatveranderingen op regionaal en lokaalschaalniveau uitwerken. Het gebruik van GIS is een belangrijk hulpmiddel deeffecten te meten en op te vangen.

Meer voedsel met minder water) De landbouw zal meer droogteresistent moeten worden. o In streken metonregelmatig neerslagregiem is het belangrijk bevloeiingstechnieken toe tepassen, dat is de intensieve methode. o Anders moet boeren technieken vandroogtelandbouw of dry farming toe passen, de extensieve methode. Het iseen duurzame vorm van landbouw:

Elke druppel teltr Bij dry farming wordt de bodem gebruikt als waterspaarpot. De kunst is deverdamping te beperken en verzilting tegen te gaan. Het land wordt om hetjaar braak gelegd om te herstellen. Om in die tijd winderosie tegen te gaangebruikt men strip cropping: een strook beplante akker beschermt de legeakker. Ook worden stoppels laten staan. Tegen watererosie in heuvelachtiggebied helpt contour ploughing.

Met een korreltje zouto De landbouw moet meer droogte- en zoutresistent worden: daarvoor zouGenetic Engineering / GM helpen. r Het is een omstreden techniek. Scepticizijn bang voor verwildering van nieuwe rassen. r Voorlopig lijken doelmatigerbevloeiingstechnieken effectiever.) De aanpak van verwoestijning vergt meer ondezoek (met behulp vansatellietbeelden, SPOT, Landsat, Meteosat, GPS). Gegeven wordenverzameld in G|S-systemen. Met name de FAO ondersteunt het gebruik vandeze methoden.

Sociaal zwakke groepenhet meest kwetsbaar voorondervoeding

Z'rj hebben weinig invloedop toegang tot voedsel

Voor hulp is inzicht insociale gelaagdheidnodig, wel lastig in beeldte brengen

Belangnjk is wie de grondheeft en welke

2.4Wie is het eerst aan de beuÉ?Welke groepen zijn het meest kwetsbaar wanneer er regelmatigvoedseltekoften zijn? Waarom zijn deze groepen zo kwetsbaar?

Het meest kwetsbaarst voor ondervoeding zijn ruimtelijk gezien de bewonersvan het platteland. Economisch gezien zijn het de lage inkomensgroepen, enkijkend vanuit de sociale stratificatie zijn het de onderste lagen van demaatschappij.) Sociaalzwakke groepen zijn kwetsbaar omdat ze geen grond bezitten,ongeschoold zijn, geisoleerd leven en niet beschikken over politieke eneconomische macht. Daarom is hun invloed op de toegang tot voedsel gering.r Het is lastig iets te zeggen over de verdeling in sociale gelaagdheid want erzijn geen betrouwbare statistieken. Ook verschillen de normen met betrekkingtot status en inkomen soms sterk van die van westerse landen.r Voor hulpprogramma's is toch inzicht nodig in de sociale gelaagdheid. Demethodiek die de VN hanteert is de Rapid Rural AppraisalWealth Ranking.

Van wie is de grond?) Grondbezit is de sleutel tot voedsel en welvaart, mits het oppervlakvoldoende groot is, een gunstiqe ligginq heeft, de qrond qoed is e.d. Ook is

Docentenhandleiding De Geo tweede fase Arm en nlk2Zekerweten genoeg te eten

Page 12: Geo samenvatting

pachtvoorwaarden gelden

Grond vaak van ouder opkind. Maar steeds vakerschaalvergroting enmechanisatie:werkloosheid

Grond vaak in handenvan elitesLandhervorming is nietaltijd een goede oplossing

Werkt in elk geval niet infout politiek systeem

Lorenz-curve geeftscheefheidgrondverdeling weer.

Landbouw steeds meerde taak van vrouwen

Hebben lagearbeidsoroductiviteit doorzware taken naast ditwerk. Ze krijgen weinigscholing en vallen terugop 'oude' methoden

Belangrijk dat vrouwen enmeisjes onderwijs krijgenHun weerbaarheid lijkt toete nemen

Aids is groot probleem;eerst vooral in de stad, nuvooral op het platteland

Ziekte blijkt lastig tebestrijden

van belang welke pachtvoorwaarden er gelden.o In ontwikkelingslanden is er veel gemeenschappelijk grondbezit, die vanouder op kind wordt doorgegeven. Tegenwoordig neemt het privé-eigendomtoe. Ook treden meer processen van schaalvergroting op en passen boerensteeds meer mechanisatie toe. Dit heeft tot gevolg dat landloze arbeidersalleen seizoenswerk doen of naar de stad trekken.

r De Derde Wereld heeft een hoge agrarische bevolkingsdichtheid. Hetgrondbezit zeer is ongelijk verdeeld, en de pachtvoonrvaarden zíjn vaakongunstig. o Het grootgrondbezit is vaak in handen van elites. De armemassa streeft naar landhervormingen.o Dat leidt overigens niet altijd tot een betere voedselsituatie want armenkrijgen vaak marginale gronden, en keuterboeren vervallen inzelfuoorzienende landbouw. Daardoor daalt de opbrengst voor desamenleving. Veel hangt af of boeren toegang hebben tot de markt encoóperaties kunnen vormen. Dat is allebei gunstig voor voedselsituatie.I Landhervorming werkt niet in een fout politiek systeem (een voorbeeld is desituatie in Ethiopië).r De scheefheid van de verdeling kan worden weergegeven met de Lorenz-curve. Hoe groter de curve aflruijkt van de diagonaal, hoe schever deverdeling. De afwijking wordt uitgedrukt in de Gini-coëfficient.

De vrouw als spilvan de landbouw) De traditionele taakverdeling op platteland vervaagt. Het aandeel datmannen hebben neemt af (werken elders, of zijn gestorven aan aids ofdeelname aan oorlog). De voedselproductie is vooral in handen gekomen vanvrouwen: de zogenaamde feminisering van de landbouw. r 'Gendef is in ditverband een belangrijk begrip: het venruijst naar seksegebonden rolpatronen.o Vrouwen hebben in ontwikkelingslanden een relatieve lagearbeidsproductiviteit omdat ze ook veel energie moeten besteden aan vaakzware huishoudelijke taken. o Het beleid en voorlichting is vaak nog sterkingesteld op mannen en niet op vrouwen. Die vallen, ook door tijd engeldgebrek, terug op traditionele landbouwvormen.o In noodsituaties (zoals gewapende conflicten) is de positie van vrouwen enmeisjes erg kwetsbaar.) Voor de ontwikkeling van het platteland in derde wereldlanden is het vangroot belang dat vrouwen onderwijs en voorlichting krijgen. r Deweerbaarheid van vrouwen lijkt al meer toe te nemen. Vaak hebben zezeggenschap in dorpssamenleving, meer grondeigendom, minikredieten enworden zij autonomer met betrekking tot geboorteregeling.

Een goede Afrikaan heeft geen aids) Meer dan 90% van de mensen die besmet is met HIV/aids, leeft rnontwikkelingslanden, met name in de Afrikaanse Sub Sahara enZuid-Azië.o ln het begin was het vooral een grotestadsprobleem. Tegenwoordig komtde ziekte relatief meer voor op het platteland. Het treft de meest kwetsbaregroepen. In SSAfrika zijn meer vrouwen dan mannen besmet. In de rest vande wereld is de verhouding gelijk of andersom. o Het gebrek aan kennis overhoe aids te voorkomen is, maakt de ziekte moeilijk te bestrijden.condoomgebruik is ook vaak niet algemeen geaccepteerd en dat iemand aidsheeft, wordt in veelgevallen doodgezwegen.

Docentenhandleiding De Geo tweede fase Arm en ijk2Zeker weten genoeg te eten

Page 13: Geo samenvatting

Opvang door familiesteeds moeilíjker dooraids en urbanisatie

Sociaal-economischegevolgen van aids zijnzeer groot

GrootfamilieBijtegenslag vinden mensen in een traditionele omgeving opvang bij eengrootfamilie. Dat lukt steeds minder door aids en urbanisatie. Die tasten zo desociale zekerheíd en onderlinge solidariteit sterk aan. r Het is zeker zorgelijkdat de opvang van vrouwen en weeskinderen niet goed meer lukt. Allegezinstaken komen vaak neer op de grootmoeder.

De venroestende gevolgen) Door aids stagneert de economische vooruitgang of die loopt flink terug.Families hebben minder geld voor de toenemende lasten (van ziekenzorg enbegrafenissen).zezijn zo gevangen in een vicieuze cirkel. Gemeenschappenvallen uiteen en de afname van agrarische beroepsbevolking heeft enkeleernstige gevolgen. Wie gaat de voedselvoorziening, bodemkwaliteit,terrasakkers, en irrigatiesystemen onderhouden?

Docentenhandleiding De Geo tweede fase Arm en rijk 2 Zeker weten genoeg te eten