MAX EN STEVEN, WAT EEN TALENTEN! -...

24
Als-ie maar gelukkig is

Transcript of MAX EN STEVEN, WAT EEN TALENTEN! -...

Page 1: MAX EN STEVEN, WAT EEN TALENTEN! - salomoscholen.nlsalomoscholen.nl/assets/uploads/files/Impuls/33_Impuls_2016.pdf · gaat is er niets nieuws. Denk bijvoorbeeld aan de gevolgen van

Als-ie maar gelukkig is

Page 2: MAX EN STEVEN, WAT EEN TALENTEN! - salomoscholen.nlsalomoscholen.nl/assets/uploads/files/Impuls/33_Impuls_2016.pdf · gaat is er niets nieuws. Denk bijvoorbeeld aan de gevolgen van

et zou een mooi sportweekend worden. In de ronde van Italië reden Oranje renners begin juni de meeste dagen in

het Roze. Het moest wel heel gek lopen als Steven Kruijswijk de ronde van Italië niet ging winnen. Hij reed beresterk en wist alle aanvallen op zijn leiderspositie schijnbaar moeiteloos te pareren. Nog twee mooie bergetappes en de eindzege in de Giro was binnen.

En dan de zondag erna: Max Verstappen rijdt de Grand Prix van Monaco. Zou het weer gaan lukken? Na de mooie overwinning in Barcelona, waar hij iedereen verraste met zijn eerste Formule 1 overwinning, was hij voor velen favoriet.

Hoe anders verliep het: Steven maakte een stuurfout tijdens een afdaling, sloeg over de kop, belandde in een sneeuwhoop langs de kant van de weg, klassement verkeken. Max crashte tijdens de training. Gelukkig mocht hij nog wel starten, echter vanuit de pitstraat, helemaal achteraan.

Oeso: Nederlandse onderwijs is goed,niet uitstekendHet Nederlandse onderwijsstelsel behoort tot de wereldtop, maar dat mag geen reden zijn om te-vreden achterover te leunen. Nederland telt te wei-nig écht excellente leerlingen. Dat concludeerde de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (Oeso) na een uitgebreide door-lichting van het schoolsysteem. De club van 34 welvarende industrielanden is vol lof over de wijze waarop Nederland erin slaagt iedereen op de scholen binnenboord te houden. Relatief weinig leerlingen verlaten zonder behoorlijk diploma de schoolbanken en ook programma’s om zwakke leerlingen bij te spijkeren, werken prima.Docenten zijn in Nederland minder dan gemid-deld in staat om talent in de klas te herkennen en aan te moedigen. Het aantal uitblinkers blijft hier dan ook achter.

Hoezo onherkenbaar talent? Tijdens de laatste Winterspelen heeft Nederland een record aan medailles binnen gesleept. Deze zomer gaan er meer deelnemers vanuit Nederland naar de Olympische Spelen dan ooit. De Nederlandse volleybal dames kwalificeerden zich met prachtig spel voor Rio. Naomi heeft net weer een Europe-se zwemtitel binnengehaald.

Daphne bereidt zich voor op haar ultieme race deze zomer in Brazilië en Tom Dumoulin doet een gooi naar goud op de tijdrit. Zo kan ik nog wel even doorgaan. Genoeg herkend talent in Nederland.

“Vallen is niet erg, blijven liggen wel.”Steven en Max lieten dat weekend zien niet alleen over uitzonderlijk veel talent te beschikken, zij hadden ook de juiste instelling. Beiden zijn na hun teleurstelling er weer volop tegenaan ge-gaan. Kruijswijk vocht voor wat hij waard was en wist ondanks meerdere blessures toch nog 4e te worden.

Verstappen startte voortvarend en wist al snel heel wat plaatsen naar voren op te schuiven. He-laas kwam hij weer in een slip terecht met een crash tot gevolg.Max en Steven, twee topsporters met niet alleen veel talent, maar ook personen met de juiste instelling. Ondanks tegenslag toch blijven knok-ken voor het goede resultaat.

Laten we in ons mooie werk de talenten in de kin-deren herkennen en blijven stimuleren ze verder te ontplooien. Hoge verwachtingen uitspreken blijkt nog altijd goed te werken. Al is het resultaat van ons ‘zaaien’ niet altijd direct zichtbaar, toch ben ik overtuigd dat onze betrokken inzet voor de kinderen loont. Niet alleen om hun talent verder te ontwikkelen, maar ook om onze kinderen te leren omgaan met tegenslagen en er sterker uit te komen.

Wij zijn overtuigd, nu de Oeso nog.

Wouter Scholten

VOORWOORD 2

COLUMN ICT 3

CEES WEET RAAD 4

WIST JE DAT 4

DOOR HET OOG VAN EEN OUDER 5

SMELTKROES VAN CULTUREN IN 6INTERNATIONALE TAAL KLAS

ALS JE JE KIND NIET KAN 8ONDERSTEUNEN

IK WIL MENSEN LATEN BLOEIEN 10

VERSCHILLEN IN ONDERWIJSKANSEN 12DOOR ADVISERING?

DESKUNDIGHEID DELEN 14

1 APRIL: WEGENS 16INSPECTIEBEZOEK GESLOTEN

INTERNATIONALE SCHOOL IN 18HAARLEM EEN STAP DICHTERBIJ

KANSEN VOOR KINDEREN 20IN HET VO

HET LIEFST ZOU IK OM EEN 22HOEKJE WILLEN KIJKEN

GEDICHT 23

COLOFON 23

SALOMO STUDIEDAG 24

2

MAX EN STEVEN, WAT EEN TALENTEN!

NUMMER 33 | ZOMER 2016

H

Als-ie maar gelukkig is

Page 3: MAX EN STEVEN, WAT EEN TALENTEN! - salomoscholen.nlsalomoscholen.nl/assets/uploads/files/Impuls/33_Impuls_2016.pdf · gaat is er niets nieuws. Denk bijvoorbeeld aan de gevolgen van

VOORWOORD 2

COLUMN ICT 3

CEES WEET RAAD 4

WIST JE DAT 4

DOOR HET OOG VAN EEN OUDER 5

SMELTKROES VAN CULTUREN IN 6INTERNATIONALE TAAL KLAS

ALS JE JE KIND NIET KAN 8ONDERSTEUNEN

IK WIL MENSEN LATEN BLOEIEN 10

VERSCHILLEN IN ONDERWIJSKANSEN 12DOOR ADVISERING?

DESKUNDIGHEID DELEN 14

1 APRIL: WEGENS 16INSPECTIEBEZOEK GESLOTEN

INTERNATIONALE SCHOOL IN 18HAARLEM EEN STAP DICHTERBIJ

KANSEN VOOR KINDEREN 20IN HET VO

HET LIEFST ZOU IK OM EEN 22HOEKJE WILLEN KIJKEN

GEDICHT 23

COLOFON 23

SALOMO STUDIEDAG 24

33www.salomoscholen.nl

COLUMN ICT

DE TECHNOLOGISCHE REVOLUTIE: KANS OF BEDREIGING?

TRENDS UIT DE TOP 10 VOOR 2016 VOLGENS ONDERZOEKSINSTITUUT GARTNER:

Technologische ontwikkelingen volgen elkaar in rap tempo op: van 3D printen, drones, zelfrijdende auto’s, lerende machines, augmented en virtual reality, Internet of things, cloud based computing en robots tot learning analytics. Hierdoor wordt onze maatschappij beïnvloed. Het volgen van technologische ontwikkelingen is erg interessant. Maar hoe bepaal je nu wat van belang is voor je onderwijs en wat niet?

Tekst en foto’s: Jeroen van Hoek

e kunt in de media lezen dat als gevolg hiervan sommige beroepen in de nabije toekomst niet meer zullen bestaan. De

zelfrijdende auto zou het beroep van taxi- en buschauffeur in gevaar kunnen brengen. Telemarketeers en callcenter medewerkers zouden moeten vrezen voor hun beroep door de verdergaande automatisering. Althans, zo luidt de voorspelling.

Nu heeft innovatie door de eeuwen heen al de nodige banen om zeep geholpen, wat dat aan-gaat is er niets nieuws. Denk bijvoorbeeld aan de gevolgen van de industriële revolutie. Tot nu toe is gebleken dat er door innovatie ook weer nieuwe banen ontstaan waar we nu nog geen weet van hebben.

De technologische ontwikkelingen hebben ook consequenties voor het onderwijs. Maar hoe kunnen wij het onderwijs en onze leerlingen nu het beste voorbereiden op de toekomst als zij na het basis- en voortgezet onderwijs hun droom-baan willen vinden? En wat als die droombaan van nu straks niet meer bestaat? Spelen we wel snel genoeg in op deze ontwikkelingen?

Een technologie schept verwachtingen maar die hoeft niet altijd (direct) uit te komen. Zo is het nogal stil rondom Google glass, het testproject met de computer in de vorm van een bril, is stopgezet door Google. Dit roept wellicht vragen op.

Gaan we nu aan de slag met 3D printen of waait het over zoals de Google bril? Wordt er van mij verwacht dat ik met mijn leerlingen ga programmeren of is het louter de wens van technologiebedrijven vanwege een tekort aan programmeurs? Of blijkt het straks een hype? En ben ik zelf wel mediawijs genoeg om met mijn leerlingen aan de slag te gaan met de benodigde 21e eeuwse vaardig-heden?

Het volgen van technologische ontwikkelin-gen is erg interessant. Maar hoe bepaal je nu wat van belang is voor je onderwijs en wat niet? Het onderzoeksinstituut Gartner komt ieder jaar met een top 10 van technologische trends (zie het kader). Zij hebben ook een ‘tool’ ontwikkeld, de Hype Cycle, waarmee ze kunnen bepalen in welk ontwikkelstadium een technologie zich bevindt.

Als een technologie zich in een prematuur stadium bevindt, kun je je voorstellen dat de impact voor het onderwijs (nog) niet groot is. Kennisnet heeft een trendrapport (2016-2017) gepubliceerd waarin je meer over deze Hype Cycle kunt lezen. In dit rapport staat verder welke technologische ontwikkelingen de komende 5 jaar een belangrijke rol gaan spelen in het onderwijs.

Digitale geletterdheid en de 21e eeuwsevaardighedenKennisnet en SLO hebben een nieuw model van de 21e eeuwse vaardigheden uitgewerkt. Dit model beschrijft elf vaardigheden die leer-lingen zich in het onderwijs eigen moeten maken. In het nieuwe model is ‘digitale gelet-terdheid’ uitgesplitst in vier zelfstandige vaar-digheden:

1. ICT-basisvaardigheden (technische werking apparaten snappen en er adequaat mee kunnen omgaan)2. Mediawijsheid (slim en verantwoord met media omgaan)3. Informatievaardigheden (vragen formuleren, analyseren van bronnen, beoordelen bruikbaarheid)4. Computational thinking (programmeren)

Programmeren moet je in dit kader zien als een generieke vaardigheid. Het staat los van het beroep softwareontwikkelaar en is be-doeld om vaardig te kunnen zijn in de digitale wereld zodat je bijvoorbeeld de mechanismes snapt achter geautomatiseerde systemen.

De vier bovenstaande onderdelen worden ook genoemd in het eindadvies van Platform Onderwijs2032. Leren en werken in de digitale wereld moet in dekern van hetonderwijsaandachtkrijgen.

Het netwerk van devicesWe maken steeds meer gebruik van devices en sensoren. Deze sensoren worden slimmer en gaan steeds meer samenwerken zodat we een beter inzicht krijgen in onze dagelijkse activi-teiten.

Informatie over allesIn 2020 zijn er meer dan 20 miljard devices en deze genereren data over elk denkbaar onder-werp. Deze trend betekent een overkill aan informatie en bedrijven die de kracht en bete-kenis van deze trend in het juiste perspectief zien, hebben de toekomst.

Een andere trend, niet nieuw, is 3D printenIn de (auto) industrie wordt dit nu echt opgepakt. Toepassingen voor het printen van biologisch materiaal gaan snel volgen, voorspelt Gartner.

Geavanceerde learning analytics Dit betekent dat apparaten analyses kunnen uitvoeren en lessen gaan trekken uit verza-melde data. Mensen moeten hierdoor op een hoger niveau schakelen en instappen.

J

Page 4: MAX EN STEVEN, WAT EEN TALENTEN! - salomoscholen.nlsalomoscholen.nl/assets/uploads/files/Impuls/33_Impuls_2016.pdf · gaat is er niets nieuws. Denk bijvoorbeeld aan de gevolgen van

• Charlotte Langenhoff, onze stagiaire inmiddels afscheid heeft genomen van Salomo?

• we heel blij zijn met het onderzoek dat ze voor ons heeft uitgevoerd?

• Charlotteeenflinkebijdrageheeftgeleverd aan de inhoud van de Salomowijzer voor volgend schooljaar?

• dinsdag 23 augustus (in de laatste week van de zomervakantie dus) van 14.30 tot 17.30 uur de eerste training van het jaar, te weten “Een Goede Start” wordt gegeven in het bezoekerscentrum van de Kennemerduinen? (voor meer info zie Salomowijzer)

• het bestuurskantoor van Salomo onlangs verhuisd is naar een mooi onderkomen op deGarenkokerskade,meteenfijneeigen trainingsruimte?

• veel andere toekomstige trainingen daar zullen gaan plaatsvinden?

• de inspectie ook bij de Bavinckschool op bezoek is geweest en die ook een hele mooie beoordeling heeft gekregen?

• de KWS na visitatie in maart wederom voor 5 jaar een Daltonlicentie heeft gekregen en de Nederlandese Dalton Vereniging vol lof was over de ontwikkelingen en ambities van de school?

• voor de KWS door de gemeente Bloemendaal budget beschikbaar is gesteld voor permanente uitbreiding?

• En deze uitbreiding in de plaats komt van de twee tijdelijke voorzieningen waarvan de school nu gebruik maakt?

• de nieuwbouw van de Bos en Duinschool zijn hoogste punt heeft bereikt en dit onlangs feestelijk gevierd is?

• de verwachting is dat de school na de herfstvakantie zijn intrek kan nemen in het nieuwe gebouw?

• hetnogaltijdfijnzouzijnomjullienieuwtjes te ontvangen, zodat we op de hoogte zijn van wetenswaardigheden? (te sturen aan [email protected]?

WIST JE DAT...

4

CEES WEET RAAD

MEER SALARIS EN VERANDERINGVOOR VERVANGERS

Tekst: Cees Vrooland

Looptijd en salarisverhogingDe cao heeft een looptijd van 1 juli 2016 tot 1 oktober 2017. Vanaf 1 juli worden de salarissen verhoogd met 3,8%. Daarnaast ontvangt ieder-een in juli 2016 een eenmalige uitkering. Die eenmalige uitkering is gelijk aan de loonsverho-ging die het onderwijspersoneel had gekregen als het salaris al vanaf 1 januari 2016 met 3,8% was verhoogd.In april 2017 wordt opnieuw een eenmalige uit-kering verstrekt en wel van € 500,00 bruto bij een volledige benoemingsomvang.

Wet Werk en zekerheidAls gevolg van de wet Werk en zekerheid is het vanaf juni 2016 niet meer mogelijk om veelvul-dig kort-tijdelijke vervangers te benoemen bij afwezigheid van onderwijspersoneel. Die wet schrijft immers voor dat maximaal drie tijdelijke dienstverbanden mogen worden overeengeko-men in een periode van 24 maanden. Omdat het voor de scholen van groot belang is om af-wezig personeel toch te kunnen vervangen, zijn in de cao afspraken gemaakt die vervanging mogelijk maken en ook meer rechtszekerheid geven aan leraren die vervangingswerk doen.

VervangingsbeleidElk schoolbestuur zal vervangingsbeleid moe-ten vaststellen in overleg met de GMR. Salomo heeft daarvoor al belangrijke stappen gezet door de vorming van een regionaal transfer-centrum (RTC). Zie de vorige Impuls. Binnen het vervangingsbeleid zijn de volgende contract-vormen mogelijk:

a. Vaste overeenkomsten op bestuursniveau waarbij de poolvervangers kunnen worden ingezet op alle scholen van de werkgever (of het RTC);

b. Tijdelijke uitbreiding van de benoeming van zittend personeel in vaste dienst; c. Tijdelijke overeenkomsten (maximaal 6 in 36 maanden); d. Tijdelijke uitbreiding van de benoeming van zittend personeel in tijdelijke dienst; e. Min-max-contracten; f. Bindingscontracten.

Van de onder a t/m d genoemde mogelijkhe-den maakt Salomo altijd al gebruik. De onder e en f genoemde mogelijkheden zijn nieuw en zal ik kort toelichten.

Min-max-contractenDeze contractvorm kan uitsluitend voor ver-vanging worden afgesproken. Zoals de naam al doet vermoeden zal de benoemde wekelijks een minimaal aantal uren moeten werken. Bij een hoge vervangingsvraag kan de minimale benoemingsomvang worden uitgebreid tot het maximum. De verhouding tussen het minimale en het maximale aantal uren is 1 : 2½, bijvoor-beeld een minimale omvang van 8 uur en een maximale van 20 uur. Vervangers met een min-max-contract zijn verplicht aan een oproep ge-hoor te geven zolang het maximale aantal uren niet wordt overschreden.

BindingscontractenEen geheel nieuwe vorm is het bindingscon-tract. Vervangers met een dergelijk contract krijgen een benoeming van (minimaal) 1 uur per week. Dat wekelijkse uur dient te worden gebruikt voor professionalisering, duurzame inzetbaarheid of teamactiviteiten. Het contract van een uur kan worden uitgebreid als deze werknemer voor vervanging wordt ingezet. An-ders dan bij een min-max-contract, zijn werkne-mers met een bindingscontract niet verplicht om aan een oproep voor vervangingswerk ge-hoor te geven.

Na meer dan een jaar onderhandelen zijn er eindelijk afspraken gemaakt over een nieuwe cao voor het primair onderwijs. Het onderhandelaarsakkoord is op 27 april 2016 gesloten en de afspraken die daarin staan, zullen in de weken daarna worden uitgewerkt tot een echte cao. Anders dan de vorige keer zijn de gemaakte afspraken voor de meeste lezers van Impuls niet zo erg ingrijpend. Wel verandert er veel voor de mensen die regelmatig, op kort-tijdelijke basis, als vervanger voor ons werken. Hun rechtspositie zal komend schooljaarzeker veranderen.

Page 5: MAX EN STEVEN, WAT EEN TALENTEN! - salomoscholen.nlsalomoscholen.nl/assets/uploads/files/Impuls/33_Impuls_2016.pdf · gaat is er niets nieuws. Denk bijvoorbeeld aan de gevolgen van

• het personeelspanel onlangs weer in een constructief gesprek is geweest met Ben Cüsters?

• de eerste poolvervangers in dienst van Salomo via het RTC al druk aan het invallen zijn bij andere besturen?

• het haalbaarheidsonderzoek naar het opzetten van een internationale school in Haarlem heeft aangetoond dat er voldoende belangstelling en ‘markt’ is om ermee te kunnen starten?

• nu uitgezocht gaat worden of de gemeente Haarlem, de regiogemeenten en de metropoolregio Amsterdam bereid zijn er financieelinteinvesteren?

• groep 7 van de Koningin Emmaschool een interessante workshop heeft gekregen van John v.d. Meer van het Fonds Gehandicaptensport?

• hij workshops geeft aan kinderen over leven en vooral over sporten met een beperking?

• het jongensteam van De Ark kampioen is geworden van het schoolvoetbaltoernooi?

• Petra de Waard, onze nieuwe directeur bedrijfsvoering, per 1 juli 2016 in vaste dienst benoemd is?

• Rita Steijn, onze administratief medewerkster, in verwachting is van haar derde kindje?

• Trudy Kroon (De Ark) eind dit schooljaar 50 jaar in het onderwijs werkzaam is? Eerst als leerkracht en later als intern begeleider?

• maar Trudy nu toch echt binnenkort definitiefafscheidneemtvanDeArk?

• we heel veel mooie kunstwerken ontvangen en zodoende de website steeds kunnen verversenenopfleuren?

• nieuwe kunstwerken nog steeds welkom zijn?

• wij jullie allen weer een zonnige en ontspannen zomervakantie toewensen?

5www.salomoscholen.nl

DOOR HET OOG VAN EEN OUDER

GEEF KINDEREN KANSEN EN GEEN STEMPEL

Tekst: Nanda KlaassenFoto: Privé-archief

aniëlle de Winter heeft samen met Martin Cornelisse twee prachtige doch-ters. Caitlin en Aaralin. Caitlin is nog

even leerling van De Trapeze. (Zij gaat na de zomervakantie naar De Schakel, een school voor Praktijkonderwijs). Aaralin is nog even leerling

van de Bavinckschool. (Na de vakantie gaat zij naar De Trapeze). Dat schept een band. “Wat een bijzondere namen”, begin ik het gesprek. ”Zijn ze vernoemd?”

Daniëlle vertelt dat zij deze namen op internet gevonden heeft. Eerst Caitlin. Een vlotte naam. Toen hun tweede dochter werd geboren was Aaralin een mooie bijzondere naam. Leuke bij-komstigheid is dat de namen van beide ouders en dochters als tweede letter de A in de naam hebben. Daniëlle glimt als ze dit vertelt. Ze is dui-delijk trots op haar meiden. Bijzondere meiden.

“Daniëlle, welk onderwijs verdienen jouw bijzon-dere meiden? Wat hebben zij nodig?”Daniëlle: “Onze kinderen hebben op een basis-school buiten Haarlem gezeten. Wij vonden dat zij daar niet goed omgingen met Caitlin”. Daniël-le had een ander beeld van haar dochter dan de basisschool en voelde zich niet gehoord.“Ik zag een school-Caitlin en een thuis-Caitlin. De school-Caitlin was boos en teruggetrokken, in zichzelf gekeerd. De thuis-Caitlin was vrolijk”.

De zorg werd alleen maar groter, de school her-kende de zorg niet, de afstand tussen school en ouders werd daarmee groter en Caitlin was er zeker niet mee geholpen. Ouders zochten een andere basisschool met een ander onder-wijsconcept. Caitlin ging wennen, kwam er blij

vandaan maar…..omdat de basisschool de keus niet steunde ging die deur KEIHARD dicht….. Een grote teleurstelling.

Daniëlle: “Kinderen verdienen begrip voor wie ze zijn en verdienen het onderwijs te krijgen dat ze nodig hebben”. Ze vervolgt: “Caitlin had het ge-voel dat ze niets kon en waard was. Dat doet je als ouder groot verdriet”. Caitlin kwam op De Trapeze, school voor speci-aal basisonderwijs, en heeft daar haar zelfver-trouwen weer teruggevonden. “Krijgt ze wat ze verdient?”, vraag ik Daniëlle. “Ja, zeker”, antwoordt Daniëlle. “Ze heeft daar nu zo-veel geleerd dat ze met opgeheven hoofd naar De Schakel kan gaan. Ik geloof erin dat ze meer kan en dat deze school de opstap is naar, wie weet, het MBO”. “Als de basisschool haar eer-der had laten gaan had ze”, zo gelooft Daniëlle, “Verder kunnen komen”. Aaralin zit nu in groep 3 op de Bavinck. Moeder ziet hier hetzelfde gebeuren met dat verschil dat Aaralin niet boos reageert. Toch herkent ze ook hier een school- en een thuis-Aaralin. Maar wat een verschil met de basisschool van Caitlin. “Hier wordt naar ons geluisterd, zijn leerkrach-ten direct en ervaren wij als eerlijk. Jullie stellen het belang van Aaralin voorop en niet het belang van de school”. Als Daniëlle nou minister van Onderwijs zou zijn, welk belangrijk advies zou zij dan aan alle leerkrachten willen geven? Daar hoeft ze niet lang over na te denken: “Geef kinderen kansen, en GEEN STEMPEL. Met een stempel gaan veel deuren dicht, nog voordat iemand ze open heeft kunnen doen!” Een belangrijke tip. Hoop dat de minister en veel collega’s dit ter harte nemen!!!

Een hartenkreet van een moeder die op de basisschool van haar oudstedochter weinig tot geen begrip vond voor de zorg die zij nodig had. Hoe anders ging dat op de school waar haar jongste dochter op zit. Er blijkt weer uit datde leerkracht ertoe doet, niet alleen voor het kind maar ook voor hetwelbevinden van de ouders.

Daniëlle en haar meiden.

D

Page 6: MAX EN STEVEN, WAT EEN TALENTEN! - salomoscholen.nlsalomoscholen.nl/assets/uploads/files/Impuls/33_Impuls_2016.pdf · gaat is er niets nieuws. Denk bijvoorbeeld aan de gevolgen van

SMELTKROES VAN CULTUREN IN INTERNATIONALE TAAL KLAS

Tekst en foto’s: Dineke Goebert

e aula van het schoolgebouw langs de Prinses Beatrixdreef in Haarlem kijkt uit op de binnentuin. Het woord ‘welkom’

siert in verschillende talen de ramen. Directrice Marieke Postma geeft een rondleiding door de school, waar op dat moment de bouwvakkers nog druk bezig zijn met een verbouwing.

Zes jaar geleden startte ze met drie collega’s en twintig leerlingen de Internationale Taal Klas (ITK) en het aantal leerlingen is inmiddels ver-tienvoudigd. De school paste niet langer op de bovenverdieping van De Satelliet en verhuisde in april naar de voormalige Parkwijkschool. Uit-breiding met zes lokalen op de nieuwe locatie is hard nodig vanwege de komst van een nieuw asielzoekerscentrum in de wijk.

Alleskunners“Het is gokken hoeveel leerlingen er worden aangemeld”, legt Marieke uit. “Het kunnen er vijfenveertig zijn, maar ook zestig.” Het team van veertig leerkrachten annex onderwijsassis-tenten kan om deze reden alle taken aanpak-ken. “Van conciërgewerk tot administratie. Je moet hier alles kunnen, omdat het leerlingen-aantal kan wisselen.”

Marieke reisde voor haar aanstelling de hele wereld over en werkte aan onderwijs- en taal-projecten in Bangladesh, Vietnam, Malawi en Laos. Nu komt de hele wereld naar haar toe, in Schalkwijk, en is ze ook adviseur nieuwko-mersbeleid voor het Ministerie van Onderwijs. “Ik kom zelf uit Friesland en had ook een ande-re moedertaal dan het Nederlands. Daardoor snap ik heel goed wat je dan moet overwinnen.”

De school, die zes jaar geleden als landelijk zwak werd bestempeld, is uitgegroeid tot een voorbeeldschool in Nederland. “We kregen de opdracht om binnen een jaar iets goeds neer te zetten. Dat is zeer goed gelukt, want andere scholen kijken nu naar hoe wij het aanpakken.”

Leergierige kinderenWat opvalt tijdens de rondgang door de school, is de rust in de gangen en de lokalen. Deze kin-deren willen graag leren en hebben misschien in hun land van herkomst nooit daarvoor de kans gehad.

“Wat is dat?”, vraagt de 10–jarige Muhamed als ik voorbij kom. Hij wijst op de camera in mijn hand en zit er vervolgens bijna met zijn neus bovenop. Ik leg uit dat het een fotocamera is. Hij heft beide handen met een groots gebaar boven zijn hoofd. “Zó makkelijk, in Syrië óók fo-to-ca-me-ra!”

Aan de deur hangt zijn zelf getekende portret. Hij lacht om de tekening van een klasgenoot die zichzelf een groen gekleurde neus heeft toebedeeld. “Kijk, hij is zombie”, zegt hij. De zombie met de groene neus kijkt met een on-deugende blik op vanaf de instructietafel. Deze blik spreekt universele boekdelen: deze jongen heeft vaker de lachers op zijn hand in de groep.

Alle groepen dragen de namen van planeten. Vanwege de groei ‘raakten de planeten zo’n beetje op’ en zijn hier dwergplaneten bij geko-men. De meeste schakel- of taalklassen werken met jaargroepen, maar de ITK koos voor het groeperen op leeftijd. De capaciteiten van de kinderen lopen sterk uiteen.

“Er zijn kinderen van elf uit Syrië die nog nooit naar school zijn geweest en een ander kind van elf komt uit Australië en gaat zo door de stof heen”, licht Marieke toe. Alle kinderen hebben een eigen ontwikkelingsplan. Uit de standaard rekenmethode Reken Zeker maken de leer-krachten zelf een selectie. “Je hebt ook metho-des speciaal voor nieuwkomers, maar als ze uit-stromen naar een reguliere school moeten

Ze komen uit alle landen van de wereld, waaronder Syrië, Polen, Oekraïne en Australië. De Internationale Taal Klas (ITK) van de Stichting Sint Bavo onder-wijst kinderen die net in Nederland zijn. Deze kinderen stromen uiteindelijk door naar scholen in de regio, waaronder bijvoorbeeld de Willem van Oran-jeschool. Impuls mocht een ochtend meekijken en werd met open armen ontvangen.

6

NUMMER 33 | ZOMER 2016

D

“Je wilt iets voor deze kinderen kunnen betekenen

Marieke Postma maakte van de ITK een voorbeeldschool in Nederland.

Page 7: MAX EN STEVEN, WAT EEN TALENTEN! - salomoscholen.nlsalomoscholen.nl/assets/uploads/files/Impuls/33_Impuls_2016.pdf · gaat is er niets nieuws. Denk bijvoorbeeld aan de gevolgen van

ze ook met die methodes werken. Wat te talig is, schrappen we gewoon.”

Overal labelsOveral waar je kijkt, zijn begrippen en gebruiks-voorwerpen voorzien van een label. Van het lichtknopje tot de kraan en het raamkozijn. Elke middag staat het lesprogramma in het teken van woordenschat. Dit gebeurt aan de hand van de methode Logo 3000, gebaseerd op de Basiswoordenlijst voor Amsterdamse Kleuters (de BAK). De woorden zijn ondergebracht in thema’s en aan alle kunstwerken van het lijf aan de muren is duidelijk te zien dat het thema ‘het lichaam’ is.

De 6-jarige Eddy buigt zich in de maangroep over de lastige splitssommen in zijn reken-werkboek. Hij kijkt wat schichtig om zich heen. Juf Manon Schaafsma bekijkt hem van een af-stand. “Ze hebben allemaal een stille periode in het begin”, vertelt ze. “Pas als ze de taal vol-doende beheersen, komen ze los en kletsen ze ronduit.”

Leerlingen kunnen elke dag starten in de ITK. De uitstroom is meestal vlak voor een vakan-tieperiode. Na de vakantie starten de leerlingen dan op de nieuwe school. Leerlingen stromen uit zodra ze genoeg Nederlands beheersen om succesvol deel te nemen aan de lessen op de vervolgschool.

Maatjesproject“Helaas zijn we qua financiën wel gebonden aan een tijdslimiet”, vertelt Marieke. “Als wij in-schatten dat de leerling nog niet kan uitstromen maar de ‘tijd wel op is’, dan zoeken we contact met de vervolgschool. Eén van de oplossingen is intensieve ondersteuning vanuit de ITK voor de vervolgschool.”

In de toekomst krijgt elke school een ‘ITK-maatje’, een contactpersoon per school. Dit nieuwe project start volgend jaar via het Samen- werkingsverband van de Haarlemse scholen. Het ITK-maatje krijgt scholing aangeboden

gedurende het jaar. De ITK verwacht dat deze maatjes een goed overzicht hebben van leerlin-gen die instromen. “We willen een goede over-dracht hebben, maar we hebben gemerkt dat het het heen en weer bellen niet werkt”, legt Marieke uit.

Stukje eigenheidDe ITK blijkt een gewilde werkplek voor leer-krachten, want reacties op de vacatures zijn doorgaans overweldigend. De 31-jarige Eefje Zoetemelk werkt sinds april op de school en sjouwt met meubilair en dozen door de gan-gen. Omdat het gereed maken van de opvang in Schalkwijk langer duurt, wacht ze nog op de start van haar groep.

Ze kijkt uit naar de komst van ‘haar’ eerste leer-lingen. “Elke school heeft een stukje eigenheid, maar dit is wel heel bijzonder”, verklaart Eefje haar enthousiasme. “Hoe leer je kinderen uit zoveel verschillende culturen een nieuwe taal? Er zitten natuurlijk ook kinderen bij met een heftige voorgeschiedenis. Je hoopt echt iets voor ze te kunnen betekenen.”

7www.salomoscholen.nl

In de ‘kopklas’ van de ITK zitten kinderen die uitstromen vanuit groep 7 of 8. Deze leerlingen hebben baat bij een intensief programma op maat voordat ze naar het voortgezet onderwijs gaan. “Dat zijn ook kinderen van reguliere scholen”, legt Marieke Postma uit.

“Ze hebben vaak een taalachterstand en scoren begrijpend lezen en spelling

laag. Dit terwijl er misschien wel meer inzit. Wij stellen een programma op maat samen en werken aan die scores. Dat werkt heel goed. De kinderen zijn gemotiveerd en helpen elkaar.”Komt een leerling op jouw school in aan-merking voor de kopklas? Mail dan naar [email protected] voor meer infor-matie. De website van de school is:www.haarlemtaal.nl

KOPKLAS

Door extra handen in de klas is meer ruimte voor begeleiding in kleine groepjes.

De Internationale Taalklas verwelkomt kinderen in alle talen.

Page 8: MAX EN STEVEN, WAT EEN TALENTEN! - salomoscholen.nlsalomoscholen.nl/assets/uploads/files/Impuls/33_Impuls_2016.pdf · gaat is er niets nieuws. Denk bijvoorbeeld aan de gevolgen van

8

ALS JE JE KIND NIETKAN ONDERSTEUNEN

et Nederlands onderwijs is top. Tot die conclusie kun je alleen maar komen als je één van de vele artike-

len doorleest, waarin internationaal onderzoek wordt aangehaald waaruit deze conclusie blijkt. Immers, het aanbod is goed, er wordt flink gedifferentieerd en er wordt een hoog aantal hoogopgeleiden afgeleverd. Niets meer aan doen zou je zeggen, ‘never change a winning team’. Toch lijkt deze vlieger niet voor ieder-een op te gaan, zo constateerde onlangs de

(Johan Cruyff, 2013)

onderwijsinspectie. Kinderen uit lagere maat-schappelijke milieus krijgen op school niet de kansen die ze verdienen. Die kansenongelijk-heid vloeit direct voort uit het onderwijsbeleid van de afgelopen jaren.

Kansen krijgen en kansen pakken in het onderwijs, het lijken twee aparte disciplines. Want, hoe doe je dat dan kansen pakken en hoe wordt duidelijk wat een kans is als je hele andere zorgen aan je hoofd hebt. Daarover

Kansenongelijkheid: het bestaat. Je kunt kansen krijgen, maar dan moet je ze ook pakken. Aan kansen pakken zitten voorwaarden en omstandigheden ver-bonden die je als school niet altijd in de hand hebt. Dat laat het ontroerende verhaal van Daisy en haar moeder Anja zien. Daisy die op de basisschool voor alle vakken rond de score IV schommelde, maar die volgend jaar naar 2 VWO gaat.

kan Anja uit Haarlem meepraten. Haar dochter Daisy zat enkele jaren geleden op één van de scholen die ressorteert onder Salomo.

De omstandigheden voor Anja en Daisy waren ronduit beroerd te noemen. Na haar echtschei-ding moest Anja als ongeschoolde moeder proberen om de eindjes aan elkaar te knopen en de ondertussen ontstane schulden zien af te lossen. Maar in plaats dat deze kleiner werden, liepen ze steeds verder op. “Regelmatig stonden er deurwaarders op de stoep en tot overmaat van ramp werd ook van tijd tot tijd gas, water en licht afgesloten. Geld voor nieuwe kleding was er niet. Daisy ging als er geen water was met regelmaat ongewassen naar school. Vriendjes konden niet met Daisy mee naar huis, want iets te drinken en een koekje voor de gasten waren er simpelweg niet en stel je voor dat er geen water was die dag…”, zo vertelt Anja openhartig. Toen Daisy in groep 5 zat, is haar situatie gemeld bij de Kinderbescherming. Tot op de dag van vandaag is de melder onbekend. Maar deze anonieme melder zorgde uitein-delijk wel voor hulp aan het gezin. Anja pakte deze mogelijkheid met beide handen aan om haar gezinssituatie te verbeteren. In dit geval betekende dit hulp bij het in kaart brengen en aflossen van schulden, het huis kreeg een flinke schoonmaakbeurt en het gezin was welkom bij de Voedselbank. De hulpverleners brachten de ontstane situatie van Daisy en Anja eens goed in kaart.

Daisy ging ondertussen met veel plezier naar school, hoewel ze zich gewaar was van de problemen thuis. Deze problemen hadden zeker invloed op de schoolprestaties van Daisy. Anja geeft aan dat zij zonder opleiding niet in staat was om Daisy te ondersteunen bij haar schoolwerk plus het feit dat zij toen heel andere zorgen aan haar hoofd had. Dat leverde bij

“Als ik jou vraag te laten zien wat je kan, zou jelaten zien wat je kan. Maar dan weet ik meteenook wat je niet kan, want dat laat je niet zien.

Tekst en foto’s: Joost Uitermark

NUMMER 33 | ZOMER 2016

H

Page 9: MAX EN STEVEN, WAT EEN TALENTEN! - salomoscholen.nlsalomoscholen.nl/assets/uploads/files/Impuls/33_Impuls_2016.pdf · gaat is er niets nieuws. Denk bijvoorbeeld aan de gevolgen van

Daisy veel frustraties op. Haar Cito LOVS-scores schommelden voor alle vakken rond de IV en Anja zou al zeer tevreden zijn als Daisy na de basisschool naar de mavo zou kunnen. Daar-naast stelde Anja de zorg, de aandacht en de liefde die haar dochter op school ontving enorm op prijs; een plek waar haar dochter even geen zorgen had en waar Daisy door de juffen en meesters flink in de watten werd gelegd. Daarnaast leek school ook tevreden te zijn over het niveau waarop Daisy presteerde gezien de vele problemen thuis.

Ondertussen was de situatie van Daisy ook neergelegd bij het Spalier. Vanuit deze organi-satie werd Femke naar het gezin gestuurd en al snel was pleegzorg voor Daisy een feit. Daisy, het eerste pleegkind van Femke, bleek vlakbij te wonen.

“Haar situatie was behoorlijk confronterend”, zo vertelt Femke. “Zo’n totaal andere wereld op nog geen 400 meter van je eigen huis.”

Daisy en Femke hadden al snel een hechte band, maar ook voor Anja was Femke een belangrijke stok achter de deur om gemaakte afspraken met de diverse instanties na te ko-men, dit alles op basis van een groot wederzijds vertrouwen en respect.

Femke is begonnen met goed te luisteren naar Daisy. Die bleek namelijk uitstekend in staat om haar behoeften te verwoorden. Deze behoeften konden nieuwe schoenen zijn, het halen van een zwemdiploma, maar zeer zeker ook hulp bij haar schoolwerk. En al snel kwam er ook een bril voor Daisy. Met sterkte -8 kun je stellen

dat er toen letterlijk een nieuwe wereld voor haar open ging! In deze nieuwe wereld hebben Femke en Daisy regelmaat aangebracht en samen met school is er gekeken naar de schoolprestaties, de hiaten en de kansen. Daisy heeft door haar situatie geleerd om te knokken en door te zetten. Aanvankelijk wilde ze voor-namelijk goed haar best doen om Femke en Anja te laten zien wat ze kon, totdat langzaam voor haar duidelijk werd wat haar mogelijkhe-den waren. Ook niet onbelangrijk was het feit dat Daisy nu iemand had, die haar kon helpen

bij haar huiswerk! In groep 8 volgde de verwij-zing naar het voortgezet onderwijs. Ondanks haar NIO op havoniveau, durfde de basisschool een havoadvies nog niet aan. Het uitstroom-profiel (een soort van gemiddelde van de Cito LOVS-toetsen vanaf groep 6 van de vakken begrijpend lezen en rekenen) toonde geen havoniveau aan. Ze liet weliswaar groei zien, maar het was voor school nog niet voldoende. De Cito-Eindtoets maakte Daisy op vwo-niveau en hierdoor kon Daisy starten in een brugklas havo. Die brugklas is nu bijna ten einde en Daisy start het volgend schooljaar in 2 VWO.

Het verhaal van Daisy gaat dus over kansen pakken, kansen geven en kansen grijpen. Het gaat ook over verwachtingen en over de conclusie van het rapport van de onderwijs- inspectie over kansenongelijkheid. Een conclu-sie die een schok teweegbracht en waar iedereen iets van vond. En dat moet ook. Over het verhaal van Daisy en de rol van de basisschool mag en kun je ook van alles denken en vinden. In ieder geval maakt het duidelijk dat kansen pakken niet zo eenvoudig is als het lijkt. De stelling van Johan Cruyff gaat dus niet altijd op. Aan kansen pakken zitten voorwaarden en omstandighe-den verbonden die je als school niet altijd in de hand hebt, hetgeen niet wegneemt dat het je ambitie als school moet zijn om het maximale uit je leerlingen te halen, waarbij liefde, zorg en aandacht misschien wel de allerbelangrijkste voorwaarden zijn.

9www.salomoscholen.nl

Page 10: MAX EN STEVEN, WAT EEN TALENTEN! - salomoscholen.nlsalomoscholen.nl/assets/uploads/files/Impuls/33_Impuls_2016.pdf · gaat is er niets nieuws. Denk bijvoorbeeld aan de gevolgen van

NUMMER 33 | ZOMER 2016

IK WIL MENSEN LATEN BLOEIEN

Tekst en foto’s: Dineke Goebert

e pensioengerechtigde leeftijd komt in zicht, maar voorlopig richt Wouter Scholten zich op een nieuwe uitda-

ging. Hij maakte dit jaar de overstap van De Wadden in Schalkwijk naar De Trapeze in Haar-lem-Noord en noemt de aanstelling op deze SBO Salomoschool zijn ‘laatste uitdaging’ bin-nen het onderwijs. “Dit is meteen het diepe in zwemmen”, zegt de 59-jarige onderwijsman. “Dan is het wel lekker dat je al vijfentwintig jaar ervaring als directeur hebt.”

Als 20-jarige leerkracht begon Wouter op de Molenwiek in Schalkwijk. Na 14 jaar op de Mo-lenwiek te hebben gewerkt als leerkracht en ad-junct-directeur, ging hij aan de slag als directeur op de Koningin Emmaschool. De school groeide onder zijn leiding uit van een bescheiden leer-lingenaantal van 180 naar meer dan 400 leer-lingen. In januari 2005 startte hij als directeur op De Wadden met twee locaties in Schalkwijk: Boerhaavewijk en Molenwijk.

MulticultureelDe overgang van een ‘witte’ school in Haar-lem-Noord naar het multiculturele Schalkwijk bracht nieuwe vraagstukken met zich mee. “Dat was een leerzame tijd”, vertelt Wouter. “Met

een populatie van veel verschillende culturen moesten we de christelijke identiteit van de school vormgeven op een manier die voor alle betrokkenen acceptabel was. Dat lukte vooral door het accent te leggen op de overeenkom-sten tussen de godsdiensten in plaats van de verschillen te benadrukken.”

De Wadden Boerhaavewijk noemt de directeur een mooi voorbeeld van een ‘gemengde school’. “Dat biedt pas echt kansen voor kinderen en ouders om samen op te trekken ondanks ver-schillende achtergronden en overtuigingen. Er zouden veel meer gemengde scholen in Neder-land moeten komen. Ik zie dat als een investe-ring voor de toekomst.”

Een directeur die begaan is met het wel en wee van elke leerling, maar die ook oog heeft voor de kwaliteiten binnen een team. “Tenminste, dat is de feedback die ik heb gekregen”, licht hij deze omschrijving toe. “Ik kijk graag naar de kwaliteiten van mensen. Mijn doel is om ze in hun kracht te zetten. Je probeert iemand toch verder tot bloei te krijgen. Het zit ook in mij om mensen om me heen te verzamelen die aanvul-lend zijn en me regelmatig tegengas geven.”

RespectOp De Trapeze, een school die 150 leerlingen telt, is de band met kinderen misschien nog wel van groter belang dan op een reguliere basisschool. “Daar heb ik tot nu toe hard aan gewerkt. Met vrijwel alle kinderen heb ik een lijntje. Mijn rol in het geheel is ook van invloed op hun gedrag. Ik wil een directeur zijn die de kinderen ziet staan.”

“Soms doen ze zelfs te veel een beroep op me en komen te pas en te onpas langs. Je moet een goede balans tussen relatie en autoriteit zien te vinden. Er moet evenwicht in de aandacht zijn. Als je respect vraagt, moet je ook respect geven. Dat geldt ook voor de omgang met ouders.”

Wouter Scholten is de nieuwe directeur op De Trapeze, de SBO-school van Salomo. Gelukkig heeft hij al een lange diensttijd achter de rug met ervaring op verschillende scholen, want in het SBO kunnen de dagen heel anders verlopen dan gedacht. Hij kijkt graag naar de kwaliteiten binnen zijn team en zoekt in de omgang met kinderen naar een balans tussen relatie en autoriteit.

DDe kaders moeten duidelijk zijn.

De meester heeft er net zo veel lol in..

10

Page 11: MAX EN STEVEN, WAT EEN TALENTEN! - salomoscholen.nlsalomoscholen.nl/assets/uploads/files/Impuls/33_Impuls_2016.pdf · gaat is er niets nieuws. Denk bijvoorbeeld aan de gevolgen van

www.salomoscholen.nl 11

doelstellingen die meer gericht zijn op het in-dividuele kind. “Het gaat simpel gezegd minder om alleen de scores. De druk op puur resultaat is minder. Je maakt meer individuele plannen voor de kinderen en moet meerdere hobbels wegnemen om ze tot ontwikkeling te laten ko-men.”

Wouter ziet dat basisscholen steeds beter in staat zijn om hulp te bieden in het kader van passend onderwijs. Maar hij plaatst hier ook een kanttekening bij. “Langer op school hou-den, heeft soms tot gevolg dat het écht niet meer gaat. Er is dan al frustratie en faalangst

ontstaan. Logisch, want je kunt in een klas van 25 of meer kinderen niet dezelfde zorg bieden als wij in een klas van 10 tot 15 kinderen.”

Erkend en herkend“Als ze bij ons komen, kunnen ze landen, aar-den en tot rust komen. Veel kinderen voelen zich dan erkend en herkend. Daarna volgt er dus een individueel plan voor ontwikkeling. Dat is het grote verschil met de basisschool waar door grotere groepen de mogelijkheid tot een adaptieve aanpak veel kleiner is. Hier heeft ie-der kind een rugzakje. Je kijkt naar elk kind en gaat van daaruit bouwen. Zo geef je ze op een meer relaxte manier wat nodig is.”De verwijzing naar het voortgezet onderwijs verloopt uiteindelijk ook op een persoonlijke manier. Er is bij ieder kind een warme over-dracht, het uitstroomniveau varieert van prak-tijkonderwijs tot havo. “Je moet erop gericht zijn om elk kind optimale kansen te geven. Ook een kind van minder hoogopgeleide ouders kan veel capaciteiten hebben. Aan de andere kant vind ik wel dat je goed moet bekijken of ze thuis worden geholpen. En is er genoeg voedsel, sla-pen ze genoeg? Allemaal factoren die het stu-dieresultaat bevorderen.”

UitlaatklepBehalve onderwijsmens, is Wouter Scholten ook een sportmens in hart en nieren en vindt hierin een uitlaatklep. Zoals hij zich vastbijt in een onderwijsmissie, kan hij zich ook storten op de sport. “Het gaat om doorzetten in plaats van opgeven. Dat geldt wanneer je tegen een steile berg op fietst of het schaatsen van een Elfstedentocht waarvan ik er drie heb mogen uitrijden. Weet je wat ik nou echt ontzettend jammer vind? Dat ik straks met pensioen ga en nog nooit kampioen ben geworden met school-voetbal.”

Duidelijke regelsDrie pleinwachten in herkenbare hesjes hou-den altijd pleinwacht. De kaders moeten duide-lijk zijn, heeft de kersverse directeur inmiddels gemerkt. Door minder ‘zelfoplossend’ vermo-gen van de kinderen kunnen de vrije situaties problemen opleveren. “Kinderen in het regulie-re basisonderwijs weten meestal wel wat er van ze wordt gevraagd. Op het plein kun je tegen een kind zeggen: ‘Daar mag je niet komen’. Hier moet ik zeggen: ‘Tot die lijn en daar ga je niet overheen’. Die kaders geven juist veiligheid.”“Wij zoeken voortdurend naar de grens tussen autoriteit en eigen verantwoordelijkheid. Je weet niet altijd of je het goed hebt gedaan. Er zijn kinderen die uit hun dak kunnen gaan. In het gewone onderwijs accepteer je dat niet. Belangrijk is om nooit in boosheid te handelen en altijd het belang van het kind in de gaten te houden. En als de veiligheid van andere kinde-ren in het geding is, grijp je natuurlijk meteen in.”

“Je moet heel flexibel zijn en een groot incasse-ringsvermogen hebben. De dagen kunnen heel anders lopen dan gepland. Gelukkig hebben we op De Trapeze een team met enorm veel ken-nis en kunde. We hebben een orthopedagoog en een gedragsspecialist in huis. Ik geloof in de kracht van het team, de leerkracht en het kind en neem dat als uitgangspunt.”

Passend onderwijsDe Wadden Molenwijk kreeg van de inspectie de maximale score en de Wadden Boerhaave-wijk was volgens de inspecteur rijp voor het predicaat ‘excellente school’. De Trapeze heeft

Een directeur die de kinderen ziet staan.

Je weet niet altijd of je het goed hebt gedaan.

11www.salomoscholen.nl

Page 12: MAX EN STEVEN, WAT EEN TALENTEN! - salomoscholen.nlsalomoscholen.nl/assets/uploads/files/Impuls/33_Impuls_2016.pdf · gaat is er niets nieuws. Denk bijvoorbeeld aan de gevolgen van

12

VERSCHILLEN IN ONDERWIJSKANSEN DOOR ADVISERING?

Tekst: Margret Mes

et kan bijna niemand ontgaan zijn. Wat is daar een media-aandacht aan besteed door radio, kranten, televisie

en internet! Zo was het onderwerp op de dag van publicatie een fors aantal uren trending topic op Twitter.

De kern van het onderzoek is dat het steeds bepalender wordt welke opleiding je ouders hebben gedaan. Hoe hoger opgeleid, hoe meer kans op een goede start om in een betere schoolloopbaan terecht te komen.

Monique Vogelzang, inspecteur-generaal van het onderwijs zegt hier het volgende over: “In het primair onderwijs krijgen leerlingen met hoogopgeleide ouders een hoger schooladvies. We zien dat nu nog sterker omdat het advies van de leerkracht bepalend is geworden en niet de uitslag van de Citotoets. In het geval van een dubbeladvies, voor twee schooltypen, zien we dat leerlingen met hoog- opgeleide ouders het hogere proberen en leer-lingen met laagopgeleide ouders het lagere niveau kiezen. Ouders zijn zich nadrukkelijker met het onderwijs gaan bemoeien. Vooral hoog-opgeleiden volgen de schoolloopbaan van hun kinderen nauwgezet en bemoeien zich met de advisering. Als een schoolloopbaan vertraging oploopt, zoeken ze sneller medische verklarin-gen. Je ziet nadrukkelijk meer investeringen in huiswerkbegeleiding, examentraining, het zoge-noemde schaduwonderwijs.Op grond van de vraag van ouders en leerlingen zie je dat het onderwijs zich steeds verder splitst in aparte schooltypes: mavo, havo of vwo. Dat maakt het systeem minder flexibel. Je ziet het aantal brede brugklassen afnemen. Dat geeft minder doorstroommogelijkheden”.

Als ik over dit onderwerp spreek met collega’s van de Salomoscholen valt me op dat scholen dit verhaal maar gedeeltelijk herkennen. In de media is veel aandacht voor de advisering van-uit het primair onderwijs en het beeld wordt gegegeven dat wij in de advisering sterk beïn-vloed worden door de hoogopgeleide ouders. Scholen herkennen dit niet. De ervaring van Sjoerd van der Berg, al acht jaar leerkracht groep 8 op De Ark, is dat al vanaf groep 6 gesproken wordt met ouders over het mogelijke advies: “In de meeste gevallen zitten we op een lijn en kijken we gezamenlijk welk advies het beste pas-send is bij de mogelijkheden van het kind. Na-

tuurlijk komt het voor dat in groep 6 blijkt dat ouders aan een VWO- advies denken en wij aan VMBO-kader. Dan is het een kwestie van bijtijds met elkaar spreken, beargumenteren van het advies, en naar het verhaal van de ouders luis-

wensen overlaat, zodanig dat ze daar last van zullen hebben in het VO. We gebruiken de Eind-toets nadrukkelijk om de leerling aan te geven dat zij een hoger advies kunnen krijgen als ze hun huiswerkgedrag en inzet verbeteren.

teren. En als we van mening zijn en blijven dat het een vmbo-k advies moet zijn, dan wordt dat het ook. Lastiger is het als de ideeën dichter bij elkaar liggen, zoals een vmbo-t advies en de ouders denken aan havo”.

Ook het lager adviseren van kansarme leer-lingen wordt niet herkend. Yvonne Kooren, al dertien jaar intern begeleider op De Wadden Molenwijk, een multiculturele school, zegt hier-over: ”Dit herken ik helemaal niet. Bij ons gaat dit niet zo. Naast het advies van de groep 8 leerkracht leggen we veel toetsuitslagen, de Entreetoets, de NIO, het Drempelonderzoek en de Citotoetsen vanaf groep 6 naast elkaar. We bespreken deze met de leerling en zijn of haar ouders. We vullen dit aan met gegevens over bij-voorbeeld de huiswerkhouding en de inzet van de leerling. We geven duidelijk aan wat er ver-wacht wordt van het niveau en van het gedrag van de leerling in het VO. Het gebeurt bij onze leerlingen best vaak dat hun inzet of gedrag te

De inspectie presenteerde in april het verslag ‘De Staat van het Onderwijs 2014/2015’ met als belangrijkste onderwerp de toenemende verschillen in onderwijskansen. Alle scholen worden eens per vier jaar bezocht en naast de beoordeling van de scholen kijkt de inspectie verder en benoemt trends en ontwikkelingen in het Onderwijs. Sjoerd van der Berg van De Ark en Yvonne Kooren van De Wadden Molenwijk reageren.

“De kern van het onderzoek is dat het steedsbepalender wordt welke opleiding je oudershebben gedaan.

NUMMER 33 | ZOMER 2016

H

Page 13: MAX EN STEVEN, WAT EEN TALENTEN! - salomoscholen.nlsalomoscholen.nl/assets/uploads/files/Impuls/33_Impuls_2016.pdf · gaat is er niets nieuws. Denk bijvoorbeeld aan de gevolgen van

Ze moeten wel laten zien dat ze het aankunnen. En heel vaak lukt dit ook! Een ander verhaal is het bij leerlingen met een sterke discrepantie tussen het reken- en het begrijpend lezenni-veau, veroorzaakt door een achterstand in taalontwikkeling. Bij deze leerlingen zorgen we voor extra begeleiding op taalgebied, in de eigen klas en middels de verlengde schooldag”.

De enkelvoudige adviezen worden als een belemmering ervaren. Al enkele jaren is in onze regio afgesproken om enkelvoudige adviezen af te geven (sinds dit schooljaar is overigens een dubbeladvies ook weer mogelijk!). Het onderzoek van de inspectie geeft aan dat de enkele adviezen geen goede ontwikkeling zijn. In ons onderwijssysteem selecteren we op een vroeg moment, op de leeftijd van 12 jaar. Hoog-leraar Sociologie Herman van de Werfhorst zegt hierover (Didactief, september 2015): ‘De ongelijkheid blijkt het grootst in systemen die vroeg selecteren. Veel landen zoals Frankrijk, Zweden en Polen hebben inmiddels hun se-lectiemoment uitgesteld. In al die landen zien we dat daardoor de ongelijkheid tussen socia-le milieus is afgenomen en dat er meer gelijke kansen ontstaan. In Nederland zien we een tegenovergestelde beweging. We selecteren steeds vroeger en stapelen wordt steeds inge-wikkelder. Terwijl het voor gelijke kansen juist

belangrijk is dat een onderwijssysteem flexibel is. Leerlingen moeten voldoende mogelijkhe-den hebben om tijdens of na hun opleiding over te stappen op een ander schooltype om het beste uit zichzelf te kunnen halen’. Ook Sjoerd van der Berg is van mening dat de kansengelijkheid zou toenemen als het op- en afstromen veel gemakkelijker zou zijn dan nu

13www.salomoscholen.nl

“De ongelijkheid blijkt het grootst in systemen die vroeg selecteren.

het geval is. Yvonne Kooren geeft aan dat De Wadden regelmatig het advies geeft leerlingen te plaatsen in een gemengde brugklas. Dat is voor de groep 8 leerlingen al gedurende groep 8 stimulerend. Hun advies kan hoger worden door een hoge score op de Eindtoets en leerlin-gen gaan daar ook voor. Er wordt heel hard en serieus gewerkt in die laatste periode.Het ‘schaduwonderwijs’ wordt in sterke mate herkend. Ook Sjoerd van der Berg herkent dit: “Er wordt veel van bijles gebruik gemaakt. Huis-werkklassen en oefenen voor testen zien we ook. We promoten dit niet. In een enkel geval kan het helpen, bijvoorbeeld bij een leerling met een VWO-profiel, die achterloopt bij reke-nen en wel goed leerbaar is. Maar de kern is dat het leren op school moet gebeuren! Je kunt leerlingen immers niet hun hele schoolloop-baan bij de hand nemen”. De vraag is wat er nu gaat gebeuren. Welke maatregelen zullen er komen? Een greep uit de

heftig gaan puberen. Soms zien we ook dat ze een jaar blijven zitten, daar flink van schrikken en het daarna wel redden”. Volgens Yvonne zijn de achterstandsleerlingen geholpen met sterk vakgericht onderwijs op de basisschool, dus veel taal en rekenen. En met meer tijd, niet via bijles van andere instanties, maar via bijles en een verlengde schooldag in de eigen school. “Het werkt het beste als leerlingen een extra impuls krijgen uit de eigen bekende methodes, van de eigen leerkracht. Via bijles van externen krijgen leerlingen de stof op teveel verschillen-de manieren aangeboden. Dit verwart soms meer dan dat het helpt”. Sjoerd ziet de oplossing in het niet te vroeg plaatsen op een niveau in het VO: “Voor de meeste leerlingen is het gunstig als ze gemak-kelijk kunnen op- en afstromen in de verschil-lende jaren. Ook zou meer differentiatie in het VO kunnen helpen. De grootste winst is in het VO te halen”.

al voorgestelde ideeën die in de media voorbij zijn gekomen: de Eindtoets heroverweging naar boven verplichten, de Eindtoets vervroegen en weer bepalender laten zijn, verplichte brede brugklassen, meer schoolgemeenschappen, de middenschool, bijles regelen op scholen zelf.Yvonne Kooren ziet dat hun leerlingen het in het VO vaak wel redden: “Als ze maar niet te

Page 14: MAX EN STEVEN, WAT EEN TALENTEN! - salomoscholen.nlsalomoscholen.nl/assets/uploads/files/Impuls/33_Impuls_2016.pdf · gaat is er niets nieuws. Denk bijvoorbeeld aan de gevolgen van

14

DESKUNDIGHEID DELEN

Tekst: Joëlla Blok, Joriek Claus en José PoelFoto’s: uit privé archief

Naam: Joëlla BlokFunctie: Leerkracht groep 7; Leerkracht ’t Spectrum (plusklas) groep 7&8; ondersteuning beleid Hoogbegaafdheid Salomoscholen.School: Dr.H.Bavinckschool Expertise: (Hoog)begaafdheid; Rekenen/Wiskunde

Waar ben ik tevreden over: de Bavinckschool biedt ruimte voor de persoonlijke ontwikke-ling van leerkrachten. Daarnaast zie ik hoe het onderwijs voor (hoog)begaafden zich ontwik-kelt op deze school, bijvoorbeeld de doorgaan-de lijn van de plusgroepen van groep 3 t/m 8.De behoefte van sommige kinderen voor uitda-gend onderwijs wordt steeds meer erkend. We durven samen hogere doelen te stellen en heb-ben meer inzicht in de ontwikkeling van deze kinderen.

Waar loop ik tegenaan: er is nooit ‘voldoende’ tijd voor onderzoek of ontwikkeling van lesma-

teriaal. Ik geef naast de plusgroep ook les aan groep 7, dus dat is soms lastig te combineren. Daarnaast merk ik dat de noodzaak voor goed verrijkend onderwijs voor (hoog)begaafde leer-lingen nog niet altijd genoeg wordt ingezien in de maatschappij, terwijl nog steeds te veel van deze kinderen in de GGZ lopen of ‘onderuit gaan’ op het voortgezet onderwijs.

Welk doel heb ik voor komend schooljaar: het beleidsplan (Hoog)begaafdheid van de Bavinck gaat weer herzien worden. Verder zou het leuk zijn als de doorgaande lijn, die we nu op de Bavinck hebben, zich ook uitstrekt richting de kleutergroepen. Het risico op onderpresteren is juist bij jonge kinderen nog goed aan te pakken.

Wat heb ik het afgelopen jaar kunnen doen: het onderwijs van de huidige plusgroepen heb ik mee vormgegeven. Er is nu een doorgaande lijn ontwikkeld voor groep 3 t/m 8. We werken met specifieke en leerlinggerichte doelen. Daar-naast worden de resultaten met betrekking tot proces en product vastgelegd in het rapport.

Welke wens heb ik op dit gebied: ik zou graag zien dat er meer ruimte in het onderwijs komt voor onderzoek. Zelf zou ik graag meer tijd be-steden aan het begeleiden van leerlingen, colle-ga’s en (andere) scholen.

Hoe deel ik informatie met collega’s: de laatste jaren heb ik samen met collega’s presentaties en workshops verzorgd over (hoog)begaafd-heid en onderwijs.

Dit kan ik voor jou betekenen: je kunt mij vragen om op jouw school te helpen met kennisover-dracht, zodat je met visie keuzes kunt maken voor jullie leerlingen. Daarbij kan ik je helpen met het tot stand komen van een beleidsplan. Contact: [email protected]

Gedrag en hoogbegaafdheid is hun expertise. Die houden ze niet voor zichzelf of beperken ze tot hun eigen school. Inte-gendeel, als je wilt kun je een beroep op ze doen. Joëlla Blok, Joriek Claus en José Poel vertellen hoe ze hier invulling aan geven en wat hun wensen verder nog zijn.

NUMMER 33 | ZOMER 2016

Page 15: MAX EN STEVEN, WAT EEN TALENTEN! - salomoscholen.nlsalomoscholen.nl/assets/uploads/files/Impuls/33_Impuls_2016.pdf · gaat is er niets nieuws. Denk bijvoorbeeld aan de gevolgen van

15www.salomoscholen.nl

Naam: Joriek ClausFunctie: Leerkracht / leerlingbegeleiderSchool: Bavinckschool

Expertise: Gedrag

Waar ben ik tevreden over: De samenwerking met leerkracht, ib’er en ouders. Met elkaar ben je op zoek naar een situatie die voor het kind tot een beter welbevinden leidt.

Waar loop ik tegenaan: De beperkte tijd die beschikbaar is om het kind en de omgeving te ondersteunen.

Welk doel heb ik voor komend schooljaar: Mijn aanbod afstemmen op de hulpbehoeften van leerling en leerkracht.

Wat heb ik hiervan het afgelopen jaar kunnen doen: Een aantal individuele- en groepstrajec-ten waarbij tegemoet werd gekomen aan ver-

Naam: José PoelFunctie: SoVatrainer en individueel leerlingbegeleiderSchool: De Trapeze en de K.E.S.

Expertise: Gedrag

Waar ben ik tevreden over: Ik ben blij met de initiatieven die genomen worden op het ge-bied van de ondersteuning voor wat betreft de

schillende hulpvragen (scheidingsproblematiek (KIES), sociale en cognitieve faalangst, verbete-ring van executieve functies, rouwverwerking).

Welke wens heb ik op dit gebied: Gedragson-dersteuning meer implementeren in het basis- onderwijs. De begeleiding niet beperken tot een traject waarin o.a. vaardigheden worden aangeleerd, maar het kind gedurende zijn schoolloopbaan kunnen blijven volgen en waar nodig ondersteunen.

Hoe deel ik dit met collega’s: Door over de kinderen te praten en kwaliteiten binnen de onderwijssituatie te bundelen.

Dit kan ik voor jou betekenen: Meedenken over de wijze waarop de leerling tot een beter welbe-vinden komt zodat cognitieve en sociale groei optimaal kan plaatsvinden. Contact: [email protected]

Welke wens heb ik op dit gebied: Ik zou graag een aantal enthousiaste mensen binnen Salo-mo bij elkaar willen brengen die allemaal veel kennis hebben op het gebied van gedrag én een hart hebben voor kinderen maar ook voor de collega’s in het onderwijs. Zodat het mogelijk is om de kinderen en de collega’s die het no-dig hebben zo snel mogelijk ondersteuning te bieden.

Hoe deel ik dit met collega’s: Collega’s van de beide scholen lopen vaak bij mij langs of mai-len mij met uiteenlopende hulpvragen en soms kan ik ze met een eenvoudig advies al helpen. Ook deel ik graag informatie op teamvergade-ringen of studiedagen.

Dit kan ik voor jou betekenen: Als je tegen be-paald gedrag in je klas aanloopt wat jouw ma-nier van lesgeven hindert of waar je van denkt dat het kind veel problemen ondervindt, dan mag je mij altijd mailen en wie weet kan ik iets voor je betekenen :-) Contact: [email protected]

verschillende gedragsproblemen in de klas. Sinds de invoering van Passend Onderwijs heb-ben veel collega’s die voor de klas staan, vaker te maken met ingewikkeld gedrag waarbij zij soms niet de tijd of de middelen hebben om dit gedrag te doen keren.

Waar loop ik tegenaan: Ik vind het lastig om te zien dat een kind met gedragsproblemen soms lang op hulp moet wachten.

Welk doel heb ik voor komend schooljaar: Aan-komend jaar ga ik mij ervoor inzetten dat er meer kinderen (en dus ook de collega’s voor de klas) sneller geholpen worden bij beginnende gedragsproblematiek. Voor mijzelf heb ik als doel om mij te blijven ontwikkelen als gedrags-deskundige.

Wat heb ik hiervan het afgelopen jaar kunnen doen: Voor de ib’ers van Salomo heb ik samen met Joriek een presentatie mogen verzorgen over de ondersteuningsmogelijkheden waar onze Salomo-collega’s gebruik van kunnen maken. Het afgelopen jaar heb ik een aantal gedragsymposia bijgewoond en ook de cursus rouwverwerking gevolgd.

“Als je tegen bepaald gedrag in je klas aanloopt wat jouw manier vanlesgeven hindert of waar je van denkt dat het kind veel problemen ondervindt,dan mag je mij altijd mailen en wie weet kan ik iets voor je betekenen :-)

Page 16: MAX EN STEVEN, WAT EEN TALENTEN! - salomoscholen.nlsalomoscholen.nl/assets/uploads/files/Impuls/33_Impuls_2016.pdf · gaat is er niets nieuws. Denk bijvoorbeeld aan de gevolgen van

1 APRIL: WEGENS INSPECTIEBEZOEK GESLOTEN

Tekst: Betty van der VlistFoto’s: Joost Uitermark

Wat is er veranderd in het nieuweinspectiebezoek?Nanda: “De opbrengsten zijn niet meer het al-lerbelangrijkste. Het gaat over de ontwikkeling van je school.”

Judith: “Er is veel meer ruimte voor eigen in-breng. Je levert in wat je belangrijk vindt voor je school.”

Paulien: “Je kunt nu ook een onvoldoende heb-ben als je opbrengsten voldoende zijn en an-dersom. Je geeft een presentatie van je school. Daar begint het al mee en je hoeft niet de hele dag lijdzaam door te brengen. Bij mij ging die

over de sociale veiligheid en doelgericht wer-ken. We, de inspecteur en ik, zijn samen de groepen ingegaan.”

Op de twee andere scholen liepen deib’ ers mee met de inspecteur.Nanda: “Naderhand stelde mevrouw Pauw een vraag over het leerkrachtengedrag dat ze ge-zien had en zij vroeg dit terug aan de ib’ ers. Wat die ervan vonden. Ze observeert heel goed en kijkt of de volgende stap genomen wordt. Dat was de doorgaande lijn van de dag.”

Judith: “Jolanda Pauw had een les gezien bij een leerkracht en de leerkracht was er zelf ontevre-den over. Het was niet gegaan zoals zij wilde. Mevrouw Pauw reageerde met: “Ik zie dat je aan het experimenteren was, dat je daar ruim-

te voor krijgt en die ruimte neemt. Dat vind ik goed dat je dat doet.”” Judith heeft er nog schik over dat dit zo ging. “Het is belangrijk dat ieder in school zijn eigen rol neemt.”

Paulien: “Ze was heel blij dat ze dezelfde woor-den in de gesprekken terug zag komen. Ik vond het ook spannend. Er is toch ook wel frictie, want ze komt niet alleen kijken maar ook be-oordelen. Het eerste wat ze om acht uur bij de koffie tegen de leerkrachten zei, was dat groepsplannen niet hoeven van de inspectie. Maar het gaat er wel de hele dag over. In die periode was juist in het nieuws dat Sander Dek-ker, de staatssecretaris, overal liet vallen dat groepsplannen van hem niet hoeven en de in-specteurs worden daarover aangesproken. Ze zei dat groepsplannen niet hoeven, maar gedu-rende de dag blijkt toch hoe je je steeds ook op papier moet kunnen verantwoorden. Het hoeft misschien geen groepsplan te heten, maar het moet wel ergens op papier staan. Ze vroeg wel steeds: “Mag ik je groepsplan zien?” En haar vervolgvraag was: “Wat heb je nou werkelijk nodig om een goed groepsplan te maken?” In de meeste gevallen vindt ze de groepsplannen te uitgebreid. Het moet ertoe doen wat je op-schrijft.”

Nanda: “Ik vond het ook spannend. Je wist niet waar het naartoe ging. Ze is de hele dag aan het prikken en ballonnetjes oplaten.”

Paulien: “Ze is bizar goed voorbereid.”

Judith: “Waar ze op gespitst is, is: hoor ik over-al hetzelfde? Ze haalt de grote lijn eruit en kijkt heel breed. Vooral naar didactisch handelen. Daar moeten scholen goed zicht op hebben. Alle Zelfevaluaties wilde ze zien. Wij hebben zelf nog een Zelfevaluatie over het didactisch han-delen gemaakt. Ook de gesprekken vanuit het bestuurstoezicht zijn belangrijk. Presenteer de school aan de hand van waar je als school trots op bent. Je eigen beeld moet wel kloppen met het beeld dat zij van de school heeft of krijgt op basis van alle gegevens en beschikbare docu-menten. Waar ben je trots op?”

Een geanimeerd gesprek over het nieuwe toezichtskader van de inspectie.Hoe ging dat? Wat is er veranderd? Waar let ‘ze’ (Jolanda Pauw, de inspecteur)op? Wanneer is het goed? Drie directeuren vertellen: Nanda Klaassen van de Bavinck, Judith Amels van de Koningin Emma en Paulien Dubelaar vande Willink.

16

NUMMER 33 | ZOMER 2016

“Je wist niet waar het naartoe ging. Ze is de hele dag aan het prikken en ballonnetjes oplaten.”

De Bavinck in afwachting van de inspecteur.

Page 17: MAX EN STEVEN, WAT EEN TALENTEN! - salomoscholen.nlsalomoscholen.nl/assets/uploads/files/Impuls/33_Impuls_2016.pdf · gaat is er niets nieuws. Denk bijvoorbeeld aan de gevolgen van

Nanda: “Dat moet kloppen met de rest van het verhaal. Tot mijn verbazing had ze zelfs al mijn weekbrieven van het afgelopen jaar gelezen. Je bent je constant bewust van wat je aanlevert.”

Paulien: “Ze wist ook wat ik hiervoor aan werk heb gedaan.”

Nanda: “Gevoel voor humor heeft ze. Ik had bezoek op 1 april en op mijn deur had ik een bordje gedaan met de tekst ‘1 april: wegens inspectiebezoek gesloten’. Ze pakte gelijk haar telefoon en zette de foto op de groepsapp van de inspecteurs. Dat helpt voor een ontspannen sfeer. Ze geeft gedurende de dag niets terug. “Paulien: “Ik voelde daardoor behoorlijke stress en die liep op gedurende de dag.”

Judith: “Bij ons gaf ze tijdens de dag wel een re-actie terug. Ik zei tegen haar: “We werken niet voor de inspectie, maar voor onszelf, voor de kinderen dus.” Maar heb je het niet op orde, dan heb je het moeilijk. Ze doet haar werk.”

Paulien: “Bij mij sprak ze ouders aan die erop tegen waren dat Veilig Leren Lezen met zon-, maan- en sterkinderen werkt. Dat kapte ze gelijk af. Ze zei dat ouders dat vervelender vin-den dan de kinderen. Ze kijkt heel erg naar de betrokkenheid van de kinderen. Daar is ze heel scherp in. Een kind wordt eruit gehaald en daar vraagt ze aan: “Doen jullie dit altijd zo?””

Nanda: “Aan het eind van de dag krijg je geen eindoordeel maar een gesprek. Razendsnel had ze een powerpoint presentatie gemaakt. Haar beoordeling van de standaarden en hoe wij de standaarden beoordeeld hadden, had ze naast elkaar gezet. Met het team ging ze in gesprek over het ontwikkelpunt. Zinnige dingen

werden er door haar gezegd, waarmee we ver-der kunnen.”

Judith: “Op de site van de inspectie zijn de stan-daarden te vinden bij Schoolportretten.”

Paulien: “Ik vind het jammer dat in het eind-oordeel ‘goed’ nog niet bestaat. In de conclusie staat alleen dat je basisarrangement hebt.”

Nanda: “Als je zeven standaarden goed hebt en didactisch handelen voldoende, dan krijg je als eindoordeel voldoende. Didactisch handelen telt zwaar.”

Judith: “Je geeft een reactie op het rapport en dat komt er integraal in.”

Hoe kun je je het beste voorbereiden?Judith: “Gewoon je werk doen. Niet op die ene dag laten aankomen. Weten wat jouw school nodig heeft. Nuchter blijven.”

17www.salomoscholen.nl

“Een kind wordt eruit gehaald en daarvraagt ze aan: “Doen jullie dit altijd zo?”

Page 18: MAX EN STEVEN, WAT EEN TALENTEN! - salomoscholen.nlsalomoscholen.nl/assets/uploads/files/Impuls/33_Impuls_2016.pdf · gaat is er niets nieuws. Denk bijvoorbeeld aan de gevolgen van

INTERNATIONALE SCHOOL IN HAARLEM EEN STAP DICHTERBIJ

Tekst: Ben CüstersAfbeeldingen: Internationale school Haarlem

r moesten medestanders worden ge-vonden, omdat voor een dergelijk pro-ject samenwerkingspartners nodig zijn.

Bijvoorbeeld omdat het niet beperkt mag blij-ven tot basisonderwijs maar ook een vervolg in het VO moet krijgen, omdat gemeenten bereid en in staat moeten zijn er een gebouw voor be-schikbaar te stellen, en ook omdat de aanloop-kosten nooit door een schoolbestuur alleen ge-dragen kunnen worden. Toen in juni 2015 in de Haarlemse gemeenteraad een motie werd aan-genomen die het college van B&W opdroeg een haalbaarheidsonderzoek te laten uitvoeren, kwam het proces in een stroomversnelling. Samen met vier geïnteresseerde VO-schoolbe-sturen en de gemeente Haarlem heeft Salomo aan bureau B&T Organisatieadvies opdracht gegeven een haalbaarheidsverkenning uit te

voeren. Die verkenning is inmiddels afgerond en heeft een rapportage opgeleverd die laat zien dat een internationale school kansrijk is en in principe haalbaar, mits de betrokken partij-en hun schouders eronder zetten, de vereiste fondsen vinden en huisvesting mogelijk weten te maken. Daarmee is de eerste belangrijke stap gezet en kunnen vervolgstappen worden gepland.

Internationale school, wat is het eigenlijk?Er zijn verschillende soorten internationale scholen, zowel private/particuliere scholen (zo-als de International School of Amsterdam en de British School of Amsterdam) als door de rijks-overheid mede bekostigde scholen (zoals de El-ckerlyc International School in Leiderdorp of de Amsterdam International Community School). Salomo denkt aan internationaal onderwijs dat door de rijksoverheid erkend en mede bekos-tigd wordt. Dat wordt ook wel aangeduid als

IGBO (internationaal georiënteerd basisonder-wijs) en IGVO (voortgezet onderwijs). Kenmer-ken van dit type onderwijs zijn met name het Engels als voertaal en een internationaal geo-riënteerd curriculum. Toelaatbaar zijn alleen kinderen van expats. Dat zijn kinderen met een buitenlandse nationaliteit van wie tenminste een van de ouders voor bepaalde tijd in Neder-land werkt, maar ook kinderen met Nederland-se nationaliteit die langer dan twee jaar in het buitenland onderwijs hebben gevolgd, omdat een van de ouders daar tijdelijk werkte of kin-deren waarvan vaststaat dat de ouders zullen worden uitgezonden naar het buitenland. Door de afgebakende doelgroepdefinitie zijn kinde-ren niet zonder meer toelaatbaar. Een gewoon Nederlands gezin, hier wonend en werkend, waarvan de ouders een internationale school in-teressant vinden, vangt dus bot als ze hun kind aanmelden. Daarmee wordt concurrentie met het reguliere basisonderwijs voorkomen

In de loop van 2014 vatte Salomo het plan op om te gaan onderzoeken hoe kansrijk het opzetten van een internationale school in Zuid-Kennemerland is. Dat plan ontstond in gesprekken tussen Marian Schreppers, die eerder als schooldirec-teur leiding gaf aan de internationale school Letterland in Almere, en Ben Cüsters, bestuurder van Salomo. Daar komt nog heel wat bij kijken, voordat de eerste leerling de school binnen kan lopen.

18

NUMMER 33 | ZOMER 2016

E

Page 19: MAX EN STEVEN, WAT EEN TALENTEN! - salomoscholen.nlsalomoscholen.nl/assets/uploads/files/Impuls/33_Impuls_2016.pdf · gaat is er niets nieuws. Denk bijvoorbeeld aan de gevolgen van

of tot een minimum beperkt. De ouderbijdra-gen (‘fees’) voor een IGBO-school zijn relatief laag ten opzichte van private scholen (al zijn ze nog steeds aanzienlijk).

Waarom wil Salomo graag zo’n schoolrealiseren?Handen en voeten geven aan internationaal onderwijs past in het strategisch beleid van Sa-lomo. Kinderen groeien op in een leefomgeving die steeds internationaler wordt. Dat vraagt om een internationalere oriëntatie van het onder-wijs. Daarbij gaat het niet alleen om versterking van Engels in het curriculum, maar ook om aandacht voor etnische en culturele diversiteit, internationale contacten, communicatie en sa-menwerking tussen leerlingen, en het beter be-dienen van kinderen met een anderstalige ach-tergrond. Hoewel ‘internationale school’ een specifieke vorm van onderwijs biedt kan het in een coalitie met reguliere scholen een krachtige stimulans geven aan de beoogde ontwikkeling. De Haarlemse regio is een ‘witte vlek’ als het om internationale scholen gaat. De al bestaan-de scholen liggen allemaal erbuiten en hebben grote wachtlijsten. De Metropool Regio Amster-dam werkt aan een Deltaplan Internationaal Onderwijs om in de sterk groeiende behoefte te voorzien. Voor Haarlem en de regiogemeen-ten kan zo’n school het internationale imago van stad en regio versterken en het vestigings-klimaat voor expats aantrekkelijker maken om daarmee meer internationaal georiënteerde bedrijven te trekken.

Wat heeft de haalbaarheidsverkenningopgeleverd?Er is onder andere onderzocht hoeveel ‘poten-tieel’ er is (dus hoeveel leerlingen) voor een in-ternationale school. Dat is niet makkelijk exact te bepalen, want de ervaring elders in het land heeft geleerd dat ‘aanbod schept vraag’ een be-langrijke factor is. Daarom zijn er verschillende onderzoeksscenario’s gehanteerd en is Haar-lem e.o. gelegd naast vergelijkbare regio’s waar al internationaal onderwijs is.

Op basis van het meest minimale scenario is er in onze regio ‘markt’ voor 100 tot 115 leer-lingen op een IGBO(basis)-school. De andere scenario’s wijzen hoger uit. Vanuit OCW is ver-eist dat op termijn tenminste 80 leerlingen de school bezoeken. Ook voor het vervolg in het VO is voldoende potentieel aangetoond. Een in-ternationale school is dus in principe haalbaar. Of het ook echt lukt hangt sterk af van de mate waarin alle betrokken partijen de schouders eronder blijven zetten, er voldoende financi-ele middelen beschikbaar zijn en er passende huisvesting wordt gevonden. Daarbij kan in een geleidelijk ontwikkelplan worden gewerkt, met een bescheiden start. Dit o.a. om de risico’s te beperken.

Hoe gaat het nu verder?De betrokken schoolbesturen en de gemeente Haarlem (in overleg met de buurgemeenten) zullen zich nu allereerst met de uitkomsten van het onderzoek op zak moeten beraden op de

eigen positie. Simpel gezegd: gaan we hiermee aan de slag en gaan we er energie, tijd en geld in steken? Dat vereist bijvoorbeeld overleg tus-sen de wethouder onderwijs en de gemeen-teraad, overleg tussen de geïnteresseerde VO-besturen wie van hen dit gaat oppakken, en overleg binnen Salomo (in het bestuur en tus-sen bestuur en Raad van Toezicht).

Er zal een zogenaamde ‘business case’ moeten worden uitgewerkt, waarin alle financiële im-plicaties zijn verwerkt en waarvan een investe-rings- en exploitatiebegroting deel uitmaken. Daarna volgen er nog allerlei andere stappen zoals huisvesting, de bestuurlijke samenwer-king tussen Salomo en een VO-bestuur, wer-ving personeel en ga zo maar door. Maar zover is het nog lang niet.

Alle inspanningen zijn er overigens wel op ge-richt om nog vóór de formele datum van 1 ok-tober a.s. een toestemmingsaanvraag te doen bij OC&W, waarna er op zijn vroegst in school-jaar 2017/2018 een echte start kan worden ge-maakt.

19www.salomoscholen.nl

Page 20: MAX EN STEVEN, WAT EEN TALENTEN! - salomoscholen.nlsalomoscholen.nl/assets/uploads/files/Impuls/33_Impuls_2016.pdf · gaat is er niets nieuws. Denk bijvoorbeeld aan de gevolgen van

NUMMER 33 | ZOMER 2016

KANSEN VOOR KINDEREN IN HET VO

Tekst: Dineke GoebertFoto Schoter: Joost UitermarkFoto Sterren College: Eigen foto

Het Schoter: blij metopstroomklassenOverdracht “Er is altijd en in alle gevallen sprake van een warme overdracht”, laat Mardike de Goede van Het Schoter weten. “Voor de warme overdracht werken we met een vast format met onderwer-pen, zodat alle collega’s die op bezoek gaan bij een basisschool dezelfde informatie ophalen. De informatie uit de warme overdracht wordt vastgelegd in het digitale logboek van de leer-ling en gaat gedurende de gehele schoolcarriè-re met de leerling mee.”

Kansen voor kinderen “Op Het Schoter komt het regelmatig voor dat kinderen de eerste in een gezin of familie zijn die een mavo, havo of vwo diploma behalen. Eigenlijk geldt voor alle leerlingen dat informa-tie die we bij de warme overdracht van de ba-sisschool krijgen, van cruciaal belang is. Soms

wordt duidelijk dat ouders bijvoorbeeld weinig financiële middelen hebben. Op Het Schoter kennen we veel activiteiten (les gebonden en niet les gebonden) waaraan alle leerlingen kos-teloos of tegen en gering bedrag kunnen deel-nemen en een enkele keer komt het voor dat we een betalingsregeling treffen met ouders die niet kunnen voldoen aan hun betalingsver-plichtingen. Door het treffen van een regeling kan hun kind dan toch deelnemen aan alle ac-tiviteiten.”

Extra middelen en expertise“De mentor heeft een belangrijke begeleiden-de, stimulerende, signalerende en verwijzende rol. Bij het signaleren van problemen kan een mentor in overleg met de zorgcoördinator van de school via het Samenwerkingsverband bij-voorbeeld een training regelen voor een leer-ling. Denk hierbij aan trainingen als Rots en Water of Sova-trainingen. Ook hebben we een regeling getroffen met een huiswerkbureau waardoor leerlingen in bijzondere gevallen gra-tis bijles kunnen krijgen.”

Hoge verwachtingen“We merken wel eens dat ouders hogere ver-wachtingen koesteren. We vinden het onze taak om ouders goed op de hoogte te houden van de vorderingen van hun kind. Tijdig signa-leren en het bespreken van eventuele proble-men is heel belangrijk. Het is van belang dat je als school goed kunt onderbouwen waarom een kind een bepaald niveau wel of niet aan-kan. Hiervoor hebben we de beschikking over objectieve criteria zoals cijfers en toetsen. Ook minder objectieve criteria spelen overigens een rol: beoordelingen voor werkhouding op het rapport, notities in het logboek, meldingen in Magister, observaties van collega’s en scores op rubrics. Goed communiceren blijft hierbij van groot belang.”

Opstromen“Wij kennen een tweejarige brugperiode. Dit betekent dat wij de eerste twee schooljaren de-termineren. De meeste leerlingen zitten in klas 2 op het juiste niveau maar het gebeurt ook dat leerlingen na klas 2 nog opstromen (of afstro-men). We streven er naar dat alle leerlingen in klas 3 op het niveau zitten waarop ze uiteinde-lijk ook examen zullen doen. Onder bepaalde voorwaarden kunnen leerlingen van 4 mavo instromen in 4 havo. Ook instromen van 5 havo in 5 vwo is mogelijk.Sinds twee jaar hebben we in de brugklas zoge-noemde opstroomklassen, waar we echt heel blij mee zijn. Soms is het ook voor collega’s van de basisscholen nog niet helemaal duidelijk, wat de beste vervolgstudie is voor een leerling. Graag geef je zo’n leerling dan nog de kans om te laten zien wat hij of zij in huis heeft. Het is dan wel van belang dat je deze leerlingen in dat jaar echt uitdaagt om te laten zien wat ze kunnen. Dat kan bij ons in de mavo of havo opstroomklas.

De leerlingen die geplaatst worden in de op- stroomklassen, moeten hiervoor wel uitdruk-kelijk ‘genomineerd’ worden door de basis-schoolleerkracht, omdat ze een jaar lang echt les krijgen op het hogere niveau met de daarbij behorende boeken en toetsen. Dit ‘nomineren’ kan door het geven van een mavo/havo advies of een havo/vwo advies en/of door het maken van een opmerking op het aanmeldformulier.

Als een leerling binnenkomt met een havo ad-vies en na één jaar in de opstroomklas blijkt dat hij of zij het hogere vwo-niveau niet aan kan, is er niets aan de hand. Je hebt dan een jaar lang de kans gehad om op vwo-niveau te preste-ren. Als dat dan niet lukt, stroom je ‘gewoon’ door naar 2 havo. Onze ervaringen met de opstroomklassen zijn erg positief.”

Een ‘warme’ overdracht vanuit groep 8 is voor middelbare scholen de basis voor de schoolloopbaan van nieuwe leerlingen. Mardike de Goede, teamleider op het Schoter en Jeroen Rozema en teamleider onderbouw Norbert de Vries van het Sterren College, vertellen over kansen en verwachtingen van ouders, docenten én leerlingen op ‘hun’ scholen.

20

Mardike de Goede en collega Joost van het Kaar tussen leerlingen.

Page 21: MAX EN STEVEN, WAT EEN TALENTEN! - salomoscholen.nlsalomoscholen.nl/assets/uploads/files/Impuls/33_Impuls_2016.pdf · gaat is er niets nieuws. Denk bijvoorbeeld aan de gevolgen van

www.salomoscholen.nl 11

“Voorheen waren dit alleen rugzakleerlingen, nu komen alle leerlingen die extra ondersteu-ning nodig hebben in aanmerking. Docenten breng ik op de hoogte: wie is deze leerling en wat heeft hij nodig? Ik ga in gesprek met de leerlingen, spiegel hun gedrag en maak con-crete afspraken met als einddoel dat ze zichzelf steeds beter kunnen redden. Er zijn leerlingen die ik elke dag spreek. Ook de korte lijnen met ouders vind ik erg belangrijk, die heb je keihard nodig. Ik houd ze goed op de hoogte en ze we-ten mij uitstekend te vinden.”

Hoge verwachtingenNorbert de Vries merkt zeker dat ouders hoge verwachtingen van de voortgezet onderwijs school hebben en daarbij graag zien dat hun kind naar een hoger niveau kan. “Iedere vraag wordt serieus in behandeling genomen en we bekijken per individu wat de mogelijkheden zijn. We nemen daar alle gegevens bij die we hebben. We kijken naar het advies van de basis-school, Cito toetsen, eventuele andere testen, cijfers, maar ook naar werkhouding en inzet.

van steeds meer leerlingen de ‘Mijn Eigen Wij-zer’. Dit is de ‘warme overdracht’ door de leer-ling zelf.”

Extra middelen en expertiseIn het interne ZorgAdviesTeam zijn de zorgco-ordinator, schoolmaatschappelijk werk, school-psycholoog, schoolarts en de trajectbegeleider verenigd. De mentoren kunnen leerlingen in-brengen middels een aanmeldprocedure als ze denken dat hun leerling extra ondersteuning nodig heeft. Trajectbegeleiding is de vervanger van de ambulante begeleiding. Dit wordt be-kostigd vanuit het Samenwerkingsverband. “Ik wil de leerlingen overal bij helpen maar bena-druk altijd wel dat zij de hoofdpersoon blijven en zelf ook een belangrijke rol hebben; positief gedrag en een actieve werkhouding horen daar bijvoorbeeld bij”, zegt trajectbegeleider Jeroen Rozema, die meer dan dertig leerlingen onder zijn hoede heeft.

Kansen voor kinderen“Wij geven iedereen kansen”, zegt Jeroen. “Ook kinderen van andere scholen. We wer-ken graag samen met andere middelbare de scholen, waaronder de Gunningschool en de Daaf Geluk. Wil een leerling van een andere school naar het Sterren College? Dan kijken wij of we kunnen bieden wat de leer-ling nodig heeft, maken we goede afspraken en stellen we bijvoorbeeld een proefperiode in zodat de leerling de kans krijgt om het te laten zien.”

“Dit jaar deden negen kinderen uit mijn tra-jectgroep examen. Een aantal leerlingen heb ik vier jaar lang, vanaf de brugklas, begeleid. Ze hebben uiteindelijk alle negen hun diploma behaald en dat maakt me trots! Ik vraag van de docenten soms iets meer begrip en geduld voor sommige leerlingen. Docenten beseffen ook hoe essentieel hun rol is.”

Dat komt overeen met onze passie: zit het in de leerling, dan komt het er bij ons op school ook zeker uit!”

Opstromen“Opstromen vindt plaats in de eerste twee leerjaren”, vervolgt de teamleider. “We bekij-ken iedere rapportbespreking welke leerlin-gen meer aan kunnen en of er eventueel een niveau hoger in zit. Het beleid is dat iedere leerling minimaal met het diploma van school gaat van de afdeling waarvoor hij of zij is inge-stroomd.

We merken dat we veel zij-instroomleerlingen in klas 2 en 3 ontvangen. Dit betekent veelal dat de leerlingen afstromen vanuit het VMBO-T en/of Havo naar gemengde- of kaderberoepsge-richte leerweg. Dit zou kunnen inhouden dat ze een te hoog advies hadden van de basisschool. Maar dit is nog niet onderzocht.”

Het Sterren College:trajectgroep geeft steunOverdracht“Ten aanzien van de plaatsing van leerlingen mogen en willen wij niet afwijken van het advies van de basisschool”, licht teamleider Norbert de Vries van het Sterrecollege toe. “Wij houden ons daar graag aan houden. Alle scholen voor VO moeten dat. We kunnen ouders wel een advies geven, maar ze hoeven dat niet op te volgen. Wanneer de eindcito beter gemaakt is, moet de bassischool het advies heroverwegen; dat wil zeggen dat ze het advies kunnen aan-passen. Dan geeft de basisschool dit aan ons door en gaan we opnieuw in gesprek met ou-ders en leerling.

Bij leerlingen die via een MDO binnenkomen, komt er af en toe een ander advies, omdat de ondersteuningsbehoefte en advies op elkaar afgestemd worden. Dit gebeurt dan altijd in overleg met de onderwijsadviesdienst, basis-school en ouders. Dit is overigens niet heel vaak aan de orde.

Wij gaan altijd naar de basisscholen toe of bel-len voor de ‘warme overdracht’. Dit jaar heeft de toelatingscommissie dit gedaan. We horen heel graag van de basisschool hoe de leerling daar functioneerde en of ze tips voor ons heb-ben hoe we met de leerling om moeten gaan. Verder kunnen er zaken besproken worden die je niet zo snel noteert maar wel kwijt wil, zodat wij de juiste begeleiding aan de leerling kunnen geven vanaf de eerste dag. Ook ontvangen we

21www.salomoscholen.nl

Jeroen Rozema begeleidde dit jaar dertig leerlingen in de trajectgroep.

“Wij geven iedereen kansen

Page 22: MAX EN STEVEN, WAT EEN TALENTEN! - salomoscholen.nlsalomoscholen.nl/assets/uploads/files/Impuls/33_Impuls_2016.pdf · gaat is er niets nieuws. Denk bijvoorbeeld aan de gevolgen van

HET LIEFST ZOU IK OM EENHOEKJE WILLEN KIJKEN

Tekst: Betty van der VlistFoto’s: Joost Uitermark

Vol geestdrift vertelt Corine van der Grinten, leerkracht van groep 1 van de Willem van Oranjeschool en VVE-coördinator (Voor- en Vroegschoolse Educatie), over het project VVE-Thuis. Vorig jaar gestart in samenwerking met de Hogeschool van Rotterdam en de Erasmus Universiteit, nu zelfstandig daarvan.

Alle ouders van de kinderen van groep 2 doen eraan mee. Ook de hoogopgeleiden. Aan het begin van het schooljaar hebben ze een knutselpakket gekregen. Bij elk thema zit een voorleesboekje, een praatplaat, een kwartet of bordspel, een knutselopdracht, een knipplaat, een gedicht, een buiten-de-deur opdracht en taalspelletjes. Ook hoort er een dagboekje bij waarop het kind samen met de ouder met een sticker kan aangeven hoe leuk het was of het moeilijk was en hoe lang de opdracht duurde.

Deze keer gaat het over ‘Au’ op school (van de methode ‘Ik & Ko’) en thuis heet het ‘Ziek en gezond’. De buitenopdracht gaat over een bezoek aan de apotheek en een EHBO-kist

VVE-Thuis: ouders intensief betrekken bij de ontwikkeling van hun kind. Eén keer in de maand is er een bijeenkomst voor de ouders op de woensdag of donderdag om 8:30. Ze horen dan wat het nieuwe thema is en gaan thuis met acht activiteiten aan de slag. Ook op school wordt het thema behandeld, dus dit sluit helemaal aan bij een doorgaande lijn van school naar thuis en terug.

22

“Wat ging er goed?Wat ging er nietgoed? Heb je nogtips nodig? Iedereendurft dat te zeggen. Je bent er samen voor de ontwikkeling vanhet kind.

NUMMER 33 | ZOMER 2016

Zoals altijd neemt Dilay het voortouw om de planken eraf te halen.

Spannend leest juf Sylvia voor.

Page 23: MAX EN STEVEN, WAT EEN TALENTEN! - salomoscholen.nlsalomoscholen.nl/assets/uploads/files/Impuls/33_Impuls_2016.pdf · gaat is er niets nieuws. Denk bijvoorbeeld aan de gevolgen van

REDACTIETEAMSalomo: Ben Cüsters Betty van der Vlist Nanda Klaassen Joost Uitermark Dineke GoebertGastredacteur: Wouter ScholtenFast Company: Marco Antheunisse

Ontwerp/opmaak: Fast Company

Niets uit deze uitgave mag worden gebruiktzonder schriftelijke toestemming van deredactie.

Deze Salomo Impuls is een uitgave van:

SalomoStichting voor Christelijk Primair Onderwijs Zuid-Kennemerland

Kantoor:Garenkokerskade 19, 2013 AJ Haarlem

Post:Postbus 2018, 2002 CA Haarlem

Tel.: 023-7078380 Fax: 023-5459076

E-mail: [email protected]: www.salomoscholen.nl

23www.salomoscholen.nl

GEDICHT

STRANDDe zon schijnt alle grote mensen plat-

ze liggen slap als plantjes.

Ik sta hier,

ik heb een emmertje met zee

en ik ben nat.

Wat doe ik? Water geven.

O jee,

zes moeders overeind gespat.

Edward van de Vendel

COLOFONSALOMO IMPULS ZOMER 2016

bekijken. Er is een praatplaat over het zieken-huis, een gedicht over Smeerkees en Flodder-mien, een werkblad ‘Dit ben ik’ waarop inge-vuld wordt hoe lang en zwaar het kind is. De taalspelletjes gaan vaak over klanken, woor-den die met een bepaalde letter beginnen of woorden klappen.

Hoogopgeleide ouders reageren met: “Goh, wat fijn dat wij er nu ook aan mee mogen doen!” Ze zeggen ook vaak: “Dat doen we al. Maar het is toch prettig vanwege de door-gaande lijn naar school.”

Durven de laagopgeleide ouders nog wel hun mond open te doen tijdens de bijeenkomst?Corine knikt overtuigend: “Ja zeker!” Ze doet altijd een rondje: “Wat ging er goed? Wat ging er niet goed? Heb je nog tips nodig? Iedereen durft dat te zeggen. Je bent er samen voor de ontwikkeling van het kind.”

Corine hoort hoe de kinderen thuis zijn. Soms wordt ze daardoor verrast en zou ze om een hoekje willen kijken hoe het thuis gaat. Door de activiteiten wordt de relatie tussen kind en ouder steviger en de sociaal emotionele ontwikkeling wordt gestimuleerd. De activi-teiten kun je toepassen in andere situaties. Dit hoort Corine terug van de ouders.

Gemiddeld komt zestig procent van de ou-ders naar de bijeenkomsten. Ze merkt dat hoogopgeleide ouders meer met hun kind doen dan laagopgeleide ouders. Achterstand inhalen is een hele klus. Het maakt wel dege-lijk uit waar je wiegje staat. Corine wil graag dat het voor elke ouder te doen is. Met de ouders gaat ze bespreken of het beter is om voor schooltijd te beginnen, om 8:10. Ouders zijn eerlijk. Met mooi weer is het lastiger om ermee aan de slag te gaan. En ouders heb-ben het gewoon druk.

“Achterstand inhalen is een hele klus. Het maakt wel degelijk uit waar je wiegje staat.

Best een beetje eng wat er gebeurt in het filmpje.

Denisa uit Roemenie

Page 24: MAX EN STEVEN, WAT EEN TALENTEN! - salomoscholen.nlsalomoscholen.nl/assets/uploads/files/Impuls/33_Impuls_2016.pdf · gaat is er niets nieuws. Denk bijvoorbeeld aan de gevolgen van

Salomo StudiedagMaandag 24 oktober 2016

Schrijf je na de zomervakantie in opstudie.salomoscholen.nl

THEMA:BREDE ONTWIKKELINGVAN KINDEREN‘S OCHTENDS KEUZE UIT 20 WORKSHOPS

‘S MIDDAGS EEN LEZING VAN ANDRÉKUIPERS OVER RUIMTEVAART ENTECHNIEKONDERWIJS