Impuls 2, 2016

13
nummer 2 juni 2016 Voor iedereen bij Odion Vrijwilligers aantrekken Joke van Groningen vertelt wat er verandert Ingrid van Melsfort: ‘Het creatieve talent van cliënten blijft me verbazen’ Bemoeizorg Hoe bewust ga jij daarmee om? Deel voor cliënten

Transcript of Impuls 2, 2016

Page 1: Impuls 2, 2016

nummer 2 juni 2016 Voor iedereen bij Odion

Vrijwilligers aantrekken Joke van Groningen vertelt wat er verandert

Ingrid van Melsfort: ‘Het creatieve talent vancliënten blijft me verbazen’

Bemoeizorg Hoe bewust ga jijdaarmee om?

Deel voor cliënten

Page 2: Impuls 2, 2016

3

In deze

2

3

4

6

7

8

10

10

11

12

13

14

15

16

18

20

21

22

24

Technische kantBij het Kennisforum komen nogal wat

technische zaken kijken. Daarbij breekt

het zweet mij wel eens uit. Collega Alex

van Es helpt hier bij het plaatsen van

introductiefilmpjes op het Kennisforum.

Het KlaverlandDeze foto is genomen bij de eerste

themabijeenkomst bij woonlocatie

Het Klaverland in Castricum. Het is een

nieuwe vorm van medezeggenschap

daar. Dit keer bespraken we de huis­

kamerregels. Johan Zoon is de voorzit­

ter en ik zijn assistent en notulist.

Met RinskeVrijwel iedere vrijdag overleg ik met

mijn collega en leidinggevende Rinske

Rill. Ik heb altijd zin in deze gesprek­

ken, ik vind het fijn om te sparren. Het

communicatiewerk en de CB­omgeving

zijn nieuw voor mij, ik heb dan ook veel

vragen aan Rinske.

DigibordHier laat collega Yvette Boonstra het

digibord op dagbestedingslocatie

De Boerderij zien. Ik geef input voor

de nieuwtjes op het bord, daarom is

het fijn te weten hoe het werkt. Ik ben

overigens erg enthousiast over het

inter actieve van het digitale bord.

Thuis werkenIk werk het grootste deel van de week

thuis. Op zolder vul ik de website en

intranet met nieuws. Ook beheer ik

Odion Facebook en OdionTwitter en

geef collega’s tips over sociale media.

Ik voel me daarmee als een vis in

het water.

Sandy doet bij Odion de digitale communicatie. Ook is ze coach medezeggen-schap op twee woonlocaties.

Het fotodagboek van Sandy Nibbering

Sandy maakte de overstap van dagbesteding naar communicatie. Ze houdt zich nu voor 12 uur bezig met sociale media en het nieuws op internet en intranet. Daarnaast is ze tijdelijk projectleider van het Kennisforum en coacht ze de mede zeggenschap bij de woonlocaties Het Klaverland en De Boogaert.

Oplaadmoment

Het fotodagboek van Sandy Nibbering

Bewust omgaan met bemoeizorg

Ingrid van Melsfort over haar drijfveer

Dat kan toch anders ... bij Londenhaven

Gluren bij de buren

Ik & de OR – Sabina Breure

De column van Petra

De overstap van Eric Smit

Dien van Aanholt zwemt met Agnes

Wat verandert er bij het vrijwilligerswerk?

In dienst, uit dienst

Even bellen over de participatiewet

Tien vragen aan Chadissa Klaassen

Miranda leerde lezen en schrijven

De hobbyhoek over muziek maken

Dit is het leven van Jeffrey

Joris is blij met het digibord

Moet je horen! Puzzel

Impuls is een uitgave van de stichting Odion. Odion biedt ondersteuning aan mensen met een handicap. Impuls wordt

verspreid onder medewerkers, cliënten, vrijwilligers en andere belang stellenden en verschijnt drie maal per jaar.

Stichting OdionPostbus 138

1440 AC PurmerendT: 0299 - 412 812

Redactie en coördinatie Vitamedia Hoorn

Irma van der LubbeRedactieadres

Nieuwstraat 231621 EA Hoorn

T: 06 - 53 89 53 16E: [email protected]

VormgevingGrafish, Tom van Hoogstraten

FotografieEvelien Berger, Elly Kroese, Yvon Koster, Rob Bosma,

Bart Tol, Saskia Kerkhoff, Yvette Boonstra

Redactieraad Elly Kroese, Rinske Rill, Rob Marinus, Petra Ruiter, Ingrid van

Melsfort, Karin Watzeels, Thea Verduin, Willemien Verheij, Marjan Ooms, Sandy Nibbering

Cliëntredactie Reinier Tervoort, Els van Vloten,

Martin Schaap, Gudy van den Hogen, Netty van der Heijden-Vermeulen, Anita Kesselaar

DrukKoopmans Drukkerij, Hoorn

Oplage1.300 exemplaren.

Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen zonder schriftelijke

toestemming van Odion, Vitamedia en Grafish.

Colofon

Fotografie: Saskia Kerkhoff

Oplaadmoment

impuls | 2 2016

Besturen is leuk. Maar net als voor elke medewerker, is het ook

voor mij zaak om de energiebalans in de gaten te houden. Alle

veranderingen in de wet­ en regelgeving kosten me heel wat

zweetdruppeltjes. Maar gelukkig zijn er momenten waarop ik

mijn accu weer kan opladen. Een gezamenlijke ontmoeting met

onze eigen ‘belangengroepen’ was er daar een van. Cliënten,

de Centrale Medezeggenschapsraad, de Ondernemingsraad,

de Raad van Toezicht en ikzelf zaten samen om tafel om te

bespreken hoe zij de ambities van Odion kunnen waarmaken.

Logischer wijze werden de invalshoeken gevormd door de woor­

den ‘medezeggenschap’ en ‘toezicht’. Maar gaandeweg de

avond verflauwden die begrippen. En ontstond er een nieuw

thema: hoe kunnen we er gezamenlijk voor zorgen dat mensen

– cliënten en medewerkers – zeggenschap ervaren in hun leven?

Hoe ontsluiten we het talent van mensen met een open oog

voor hun kracht én kwetsbaarheid? Hoe organiseren we (mede)

zeggenschap en toezicht 3.0? Als bestuurder wil ik vooral

ruimte scheppen om deze zoektocht met elkaar aan te gaan.

En daar krijg ik nou energie van!

Henk Steen

Deel voor cliënten

Page 3: Impuls 2, 2016

Aan het woord

Gerdien en Jolene hebben twee boekjes gemaakt over bemoeizorg. Eentje is voor cliënten. De boekjes liggen op alle locaties.

Hoe bewust ga jij om met bemoeizorg?Als betrokken Odionmedewerker wil je graag het beste voor je cliënten. Maar waar ligt de grens tussen goede zorg en bemoeipraat? Gerdien Rebel en Jolene van Duin ontwikkelden, samen met VUmc en Raad op Maat, een stappenplan dat je antwoord geeft op die vraag en gaan dit een plek geven binnen Ons Plan.

Je vindt dat een cliënt gezond moet eten, maar hij wil patat.

Zeg je dan: ‘Nee, je krijgt geen patat?’ Of laat je de regie

bij de cliënt? Of een cliënt wil roken, terwijl jij weet dat

het slecht voor hem is. Wie ben jij dan om hem te zeggen

dat hij dat niet mag? ‘Dat zijn altijd lastige situaties’, weet

Jolene Duin, projectleider van Ons Plan, het nieuwe onder­

steuningsplan dat momenteel ontwikkeld wordt. ‘Vanuit de

beste bedoelingen bepalen wij soms dingen voor de cliënt,

zonder daarbij stil te staan. Cliënten zijn ook vaak gewend

dat de begeleider zegt hoe het moet. Maar we willen steeds

meer dat de cliënt regie heeft over zijn eigen leven. Daarin

moet hij ook fouten kunnen maken en daarvan leren. In dat

plaatje past geen bemoeizorg. Dat wil overigens niet zeggen

dat bemoeizorg altijd slecht is: in sommige gevallen moet

je het echt toepassen. Bijvoorbeeld omdat de cliënt anders

een risico loopt of benadeeld wordt. Een voorwaarde om be­

moeizorg op een goede manier in te zetten is in ieder geval

dat je het bewúst doet.’

Hoe zit dat bij ons?Als je het goed beschouwt, is bemoeizorg een vorm van

vrijheidsbeperking: een onderwerp dat de laatste tijd vaak

in het nieuws is geweest bij met name GGZ­instellingen. ‘Dat

riep ruim twee jaar geleden bij ons de vraag op hoe het in

we naast de begeleidershandreiking hebben ontwikkeld. Op

iedere Odionlocatie ligt zo’n set. Kom je er samen niet uit,

dan bestaan de volgende stappen onder meer uit het be­

spreken van de kwestie met je team en met de familie of het

netwerk van de cliënt. Als iedereen het ermee eens is dat het

de cliënt zou schaden of benadelen als hij zou doen wat hij

wil, dan kun je jouw idee doorzetten. Op dat moment is dat

geen bemoeizorg meer, maar heb je met z’n allen bepaald

dat het goede zorg is.’

Van beide kantenOm ervoor te zorgen dat bemoeizorg onder de aandacht

blijft, gaan de gedragsdeskundigen thema’s verzorgen in

de teams. Maar ook zal de stapsgewijze aanpak worden

geïntegreerd in Ons Plan, het nieuwe ondersteuningsplan.

Jolene is daar op dit moment druk mee bezig. ‘Bij het onder­

steuningsplan is het de bedoeling dat je met de cliënt samen

afspraken maakt over zijn doelen en de ondersteuning die

wij bieden bij het realiseren daarvan’, stelt ze. ‘Ook in dat

proces is het belangrijk om je te realiseren: ‘Is dit wel een

afspraak, of is het iets wat ík wil?’ Zowel in het boekje voor

de cliënt als in de handreiking benadrukken we dat een

afspraak iets is wat van beide kanten komt – niet iets wat je

oplegt. Toch gebeurt zoiets snel in de praktijk van alledag.

Jij zegt bijvoorbeeld ’s ochtends dat een cliënt zijn kamer

moet opruimen. ’s Middags blijkt dat nog niet gebeurd en jij

herinnert de cliënt eraan: ‘Dat hadden we toch afgesproken?’

Maar een opdracht geven is natuurlijk geen afspraak. Tijdens

het onderzoek merkten we in de gesprekken met begelei­

ders dat zij aanvankelijk dachten dat zij niet aan bemoeizorg

deden. Maar als je er dan verder op doorging, moesten ze

toch toegeven dat ze zich er zelf ook wel eens schuldig aan

maakten. De vraag om een handreiking is dan ook echt van­

uit de begeleiders gekomen.’

4 5

VervolgGerdien en Jolene zijn erg trots op het eindresultaat van

het project waaraan ze ruim twee jaar hebben gewerkt.

‘De mensen van de universiteit die het onderzoek hebben

uitgevoerd, zijn allemaal professionele gepromoveerde

onderzoekers’, vertelt Gerdien. ‘Dat maakt dat het een goed

en degelijk onderzoek is geworden. Het is een mooie combi­

natie van wetenschap en praktijk geworden: zij hebben de

handreiking geschreven, wij hebben er ‘begeleiderstaal’ van

gemaakt. Mede omdat het zo’n actueel onderwerp is, heb­

ben we er ook best veel landelijke publiciteit mee gekregen.

Klik, de VGN­nieuwsbrief en Kennisplein hebben er bijvoor­

beeld aandacht aan gegeven.’ Voor de twee collega’s is het

mooi om te horen dat het project inderdaad heeft bijgedra­

gen aan bewustwording, zoals de bedoeling was. ‘Een col­

lega vertelde me dat een cliënt op vakantie zou gaan en dat

zij dat een mooie gelegenheid vond om zijn huis eens flink

schoon te maken’, vertelt Gerdien. ‘Maar op het laatste mo­

ment heeft ze toch gewacht tot hij terug was om hier samen

met hem overleg over te hebben. Dat soort dingen zijn fijn

om te horen.’ De twee vonden het project dermate inspire­

rend, dat ze wel een vervolgonderzoek zouden willen doen.

‘Bijvoorbeeld om te zien hoe we de materie nog toeganke­

lijker voor meer mensen zouden kunnen maken’, reageert

Gerdien enthousiast. ‘Dit smaakte absoluut naar meer!

Maar eerst gaan we ons best doen het stappen ­

plan een goede plek te geven in Ons Plan.’

impuls

onze branche met de bemoeizorg gesteld was’, vertelt

Gerdien Rebel, manager Vakgroepen. ‘We zijn toen

een samenwerking aangegaan met de VU en VUMC in

Amsterdam, plus de organisatie Raad op Maat. Deze

houdt zich bezig met zeggenschap voor mensen met

een verstandelijke beperking. Met behulp van een sub­

sidie van Zilveren Kruis en NutsOhra is een onderzoek

opgezet naar bemoeizorg in de praktijk, bij vijf Odion­

locaties voor individueel wonen. De resultaten zouden

moeten leiden tot een landelijk bruikbare handreiking

voor begeleiders en een werkboekje voor cliënten.

Beide producten zijn eind vorig jaar gerealiseerd en

op 30 november gepresenteerd in een goedbezochte

bijeenkomst. Daarbij waren mensen van Odion aan­

wezig, maar ook veel mensen van buiten, bijvoorbeeld

uit andere organisaties uit de gehandicaptenzorg, de

inspectie en de gemeente.’

OngevraagdBehalve de gedrukte boekjes heeft het onderzoek nog

iets anders belangrijks voortgebracht, namelijk een

goede definitie van bemoeizorg. ‘We zijn uitgekomen

op de omschrijving dat bemoeizorg bestaat uit het

ongevraagd hulp geven aan een cliënt, terwijl deze

verbaal dan wel non­verbaal aangeeft dat hij het daar

niet mee eens is’, vertelt Gerdien. ‘Dat kan op aller­

lei gebieden gebeuren. Cliënten met een wat hoger

niveau gaan in zo’n geval wel vaak met je in discus­

sie, maar cliënten met een lager niveau komen niet zo

makkelijk voor zichzelf op.’ In een dergelijke situatie

kun je nu de stappen uit het stappenplan volgen dat is

omschreven in de handreiking. ‘Uiteraard ga je eerst in

overleg met de cliënt’, vertelt Jolene. ‘Dat kan onder

meer met het boekje ‘Bemoeipraat’ voor de cliënt, dat

| 2 2016

Gerdien Rebel Jolene van Duin

Deel voor cliënten

Page 4: Impuls 2, 2016

Daarom

6

Ingrid van Melsfort: ‘Het talent van cliënten blijft me verbazen’

‘Van oorsprong ben ik goud­ en zilversmid, schilderen en

beeldhouwen doe ik als hobby. Een buurvrouw van me was

begeleider op de kunstgroep van Odion en kon daar af en

toe wel wat vrijwilligershulp gebruiken. Ik had geen enkele

ervaring met mensen met een verstandelijke beperking en

was nieuwsgierig naar wat zij met kunst zouden kunnen.

Daarom ging ik een paar keer met haar mee.

Ik was meteen geraakt door hoe deze mensen zo puur vanuit

zichzelf werken. Jij en ik gaan eerst nadenken: lucht is blauw,

gras is groen… Zij pakken gewoon een kleur en beginnen.

Voor ons als begeleider (collega Marian Kruijver begeleidt de

kunstgroep op woensdag, red.) is het de uitdaging om ze wél

te sturen en technieken aan te reiken, zonder ze het intuïtieve

werken af te leren. Zodat ze hun eigen stijl behouden.

Toen ik in 1995 als vrijwilliger bij de kunstgroep begon, werd

er alleen geschilderd. Toen ik twee jaar later een contract

kreeg, ben ik dat gaan uitbouwen met andere disciplines zo­

als glaskunst en druktechnieken. Het is mooi om te zien hoe

ze dat oppakken en wat een verborgen talenten zij hebben:

cliënten blijven me verbazen.

Aan hun werk zie ik vaak in wat voor stemming de cliënten

zijn. Als begeleider ga ik daar op in. Dan vraag ik bijvoor­

beeld: ‘Waarom gebruik je deze kleuren, voel je je misschien

somber?’ Vaak wordt hun werk daarna weer fleuriger. Ik

ervaar het alsof ik daarmee in een diepere laag kom van het

gevoel van de cliënt en dat is erg mooi.

Ingrid is begeleider op de kunstgroep. Die zit op de Noordster in Purmerend.

‘De vraag of we wilden meedoen kwam voor ons in een

rustfase na een hectische tijd’, schetst Annette. ‘Onze locatie

bestond nog geen twee jaar en we hadden de eerste reor­

ganisatie al achter de rug. BW en IW (Beschermd Wonen

en Individueel Wonen, red.), eigenlijk twee locaties, waren

samengebracht tot één zorggebied. Daaraan werden ook

ambulante cliënten toegevoegd. Toch besloten we aan de

pilot mee te doen, om te zien of we goed bezig waren.’

SprankelenDe scan leidde bij beide locaties tot mooie resultaten, maar

de weg daarheen verschilde. ‘Bij BW concludeerde Geertjan

dat alles rustig voortkabbelde, maar dat het team wel wat

meer kon sprankelen’, vat Annette samen. ‘Die kritiek lever­

de wat weerstand en boosheid op. Maar toen de emotie eraf

was, kwamen er goede acties uit voort. Onderwerpen die het

team oppakte waren onder meer cliëntgerichter werken in

koppels, het efficiënter inzetten van de uren en een creatie­

vere medezeggenschap.’

Kandidaten op de koffieWat dat laatste punt betreft, geeft Annette graag twee

voorbeelden. ‘We hebben de cliënten gevraagd wie zij zelf

het liefst als begeleiderskoppel wilden door ze een voor­

keurs­top­3 te laten maken’, vertelt ze. ‘Ook hebben we de

cliënten betrokken bij de keuze tussen twee sollicitanten. We

hebben deze kandidaten uitgenodigd voor de koffie en de

cliënten konden vragen stellen en hun voorkeur aangeven.

Het team is zelf met dit soort ideeën gekomen, het is dus

zeker meer gaan sprankelen.’

TeamverhaalBij IW kwam uit de scan dat de cliënten minder directe bege­

leidingstijd kregen dan waar ze vanuit hun indicatie recht op

zouden hebben. ‘Dat heeft tot aardig wat discussie geleid,’

vertelt Annette. ‘Aan de hand van de strategiekaart is het

team hun teamverhaal gaan schrijven. Daarin staat waar ze

voor gaan en voor staan en hoe ze nog beter kunnen aan­

sluiten op de zorg­ en hulpvraag van onze cliënten. Dat zijn

vooral jongeren die net op zichzelf wonen. Wij vinden dat

ze ruimte en veiligheid nodig hebben om zich te ontwikke­

len en fouten te kunnen maken, zodat ze op verantwoorde

wijze kunnen groeien. Bij afwezigheid van IW is de achter­

wacht van BW daartoe heel belangrijk. We zijn gaan denken

in mogelijkheden om die directe zorg anders vorm te geven

en bijvoorbeeld meer verbinding met de buitenwereld te

maken. Dat is weer in het teamplan verwerkt.’

Boeiend procesTerugblikkend vindt Annette dat de scans veel goeds hebben

opgeleverd. ‘Het is een boeiend en leerzaam proces,’ stelt

ze. ‘Ons heeft het handvatten geboden om als team op een

lijn te komen. De medewerkers hebben het goed opgepakt

en hebben verbeteringen doorgevoerd vanuit de kansen die

zich voordeden. Als volgende stap zijn ze enthousiast aan de

slag gegaan met Teamportaal om een goed zelforganiserend

team te worden. Ik ben heel trots op ze.’

Ingrid van Melsfort

Leeftijd

57 jaar

Functie

persoonlijk begeleider kunstgroep &

houtgroep (resp. 2 en 3 dagen per week)

Locatie

Noordster, Purmerend

In dienst sinds

1997

7

impuls | 2 2016

Veel collega’s kennen de kunstgroep niet. Ik zou ze daarom

willen uitnodigen om eens bij ons te komen kijken en zich te

laten verrassen. Bijvoorbeeld via de doorlopende expo met

werk van de cliënten, dat overigens ook te koop is. Zelf heb ik

thuis ook een paar stukken hangen. Ik ken de verhalen erach­

ter, daardoor hebben ze een bijzondere betekenis voor me. Ik

heb het hier enorm naar mijn zin, ik kan me niet voorstellen

dat ik nog ergens anders zal werken. Ik denk dat ik een van

de weinige mensen ben die blij is dat ze tegenwoordig twee

jaar langer moet doorwerken!’

Net als het team van Klaverland, namen ook de collega’s van woonlocatie Londenhaven in Purmerend deel aan de verbeterpilot onder leiding van Geertjan Bosscha van In voor Zorg. Teamleider Annette Aydin vertelt enthousiast over wat dat heeft opgeleverd.

Bij Londenhaven willen ze alles nóg beter doen.

Annette Aydin

Dat moet kunnen?!?!

ANDERS

Londenhaven

Deel voor cliënten

Page 5: Impuls 2, 2016

Gluren bij de buren

Anja is busbegeleider bij Dynamica. Jacqueline werkt daar op de groep.

8 9

Waarom heb je ´ja´gezegd op het verzoek om mee te werken aan de rubriek?Anja: ‘Je leest in Impuls niet vaak iets over busbegeleiding.

Ik doe dit werk al dertien jaar en vind het fijn dat onze kant

van het zorg verlenen nu ook eens wordt belicht! Bovendien

leek het me leuk de wisselwerking te ervaren.’

Jacqueline: ‘Ik werk pas sinds september vorig jaar bij

Odion en via de flexpool doe ik nu een zwangerschapsver­

vanging bij Dynamica, plus ambulante begeleiding. Ik sta

er erg open voor om te zien wat Odion nog meer aanbiedt.

Ook vind ik het interessant om te kijken wat er allemaal

komt kijken in de zorg rond de kinderen met wie ik werk en

hoe de rest van hun dag eruit ziet. Daarom pak ik alle kan­

sen aan om in de keuken te kijken.’

Hadden jullie je van tevoren een voorstelling gemaakt van hoe het zou zijn?Anja: ‘Een beetje wel, want ik kom natuurlijk dagelijks op

de locatie. Als er tijdens de rit iets is gebeurt dat de bege­

leider op de groep moet weten, praat ik haar even bij. Maar

verder heb ik slechts sporadisch met ‘binnen’ te maken.’

Jacqueline: ‘Ja, want heb hiervoor bij aantal ODC’s gewerkt

waar ik soms op de bus werd ingezet. Maar het leek me heel

leuk om te kijken hoe dit bij Odion zou zijn. ‘

Wat heb je gedaan op je ‘meelooplocatie’?Anja: ‘Na mijn rit heb ik meegedraaid op groep Geel. Een

meisje dat ik altijd in de bus heb, zit in die groep. Daarom

heb ik niet meegedraaid op groep Groen van Jacqueline,

maar op die van Inge. Het leuk me mooi om dit meisje een

hele dag mee te maken en haar beter te leren kennen.’

Jacqueline: ‘Na mijn dienst ben ik meegegaan op de bus en

hebben we de kinderen weggebracht. Het was de dag na de

aanslagen in Brussel en we hadden de pech dat er een ver­

dacht pakketje was gesignaleerd bij McDonalds in Zaandam.

Een van de kinderen woonde daar tegenover en alles was af­

gezet. Gelukkig hadden we al twee kinderen thuisgebracht.

De andere twee hielden zich uitstekend. En het gaf mij meer

tijd om Anja en de chauffeur te leren kennen!’

Wat is volgens jou het grootste verschil tussen het werk van je collega en jouw eigen werk?Anja: ‘Het werk van Jacqueline is veel specialistischer, ik heb

er niet voor geleerd. In de loop der jaren heb ik wat cursus­

sen gevolgd en dat is wel belangrijk geweest. Ik heb ook

altijd gebruik gemaakt van de kennis van de begeleiders. Als

ik een vraag heb, of ik loop tegen iets aan waar ik advies bij

kan gebruiken, krijg altijd een goed antwoord, dat is heel

fijn. Een ander belangrijk verschil is dat ik met de kinderen

in een beperkte ruimte zit. Op de groep zag ik dat een kind

een time out kreeg en even buiten de groep werd gezet.

Zoiets kan ik niet doen in de bus. Als een kind bijvoorbeeld

onrustig wordt in de bus, moet ik ter plekke proberen het

rustig te krijgen om te voorkomen dat de onrust op de an­

dere kinderen overgaat. Dat lukt wel vaak, maar niet altijd.’

Jacqueline: ‘Het grote verschil is dat de kinderen in de bus

niks moeten, terwijl we op de groep ontwikkelingsgericht

met ze bezig zijn.’

Wat viel je op?Anja: ‘Ik vond het mooi om te zien hoe de begeleiders pro­

beren het beste uit een kind te halen. Bij het eten bijvoor­

beeld was ik zelf geneigd een broodje klein te snijden en het

kind te gaan voeren. Maar er werd me gezegd dat ik moest

afwachten: wat een kind kan doen, moet het zelf doen. Dus

geef het een vork in de hand en kijk wat er gebeurt. Dat was

een eye­opener. En je moet er wel geduld voor hebben. Maar

dat heb ik wel, al zou ik een uur met een kind zitten te eten!’

Jacqueline: ‘Hoewel de chauffeur pas twee weken op deze

bus zat, viel me op hoe goed Anja en hij al op elkaar waren

ingespeeld. Ze hebben een heel fijne samenwerking. Ze

kijken niet alleen wat logistiek gezien handig is, maar ook

naar wat ieder kind nodig heeft voor een zo aangenaam

mogelijke busrit. Wat me ook opviel bij het afleveren van de

kinderen is hoe goed contact van Anja met de ouders is. Ze

stemt veel met ze af en ouders vinden dat prettig. Ik zie haar

als een gedreven, betrokken en leergierige busbegeleider. Ze

heeft zich veel dingen eigen gemaakt en heeft veel liefde en

aandacht voor de kinderen. Dat kan ook anders, weet ik uit

ervaring op andere werkplekken.’

Heb je iets gezien waar je iets mee kunt in je eigen werk?Anja: ‘Ja, doordat ik nu langer met deze kinderen ben opge­

trokken, zie ik dat ze toch meer begrijpen dan ik soms denk.

Ik weet nu bijvoorbeeld dat als je kort en duidelijk zegt: ‘Nee,

nu is het klaar’, dat het echt wel aankomt.’

Jaqueline: ‘Het heeft me bewuster gemaakt van hoe

belangrijk het contact met de buschauffeur en ­begeleider

is. Op mijn groep hebben we een kind met wie het momen­

teel iets moeilijker loopt, daarom geeft een stagiaire hem

iets meer aandacht. Maar mede door mijn ‘gluurbeurt’ is ze

inmiddels ook een keer met het kind mee geweest op de bus,

om hem te observeren en de chauffeur en begeleider

van tips te voorzien.’

Hoe kijk je op deze ervaring terug?Anja: ‘Ik vond het heel leuk om te doen. Tussen het bren­

gen en halen heb ik normaal gesproken weinig tijd om met

de begeleiding te praten. Nu heb ik meer over de kinderen

gehoord en begrijp ik ze iets beter. Ook heb ik kleine tips

gekregen waar ik wat mee kan in mijn werk. Ik vond het een

verrijking!’

Jacqueline: ‘Ik zie het als een positieve ervaring, waardoor

ik weer een iets bredere kijk op de organisatie en haar activi­

teiten heb gekregen. Mocht er nog eens zoiets zijn, dan ben

ik daar wel voor te porren!’

Geef je op!

Wil jij voor Impuls ook een keer van

dienst wisselen met een collega van

een andere locatie? Geef je dan op via

[email protected].

De een haalt kinderen op en begeleidt ze in de bus van en naar ODC Dynamica. De ander werkt als begeleider op datzelfde Dynamica. Maar nog nooit draaide Anja Humme daar mee op een groep en reed Jacqueline de Louw mee op de bus. Voor Gluren bij de buren kwam daar verandering in.

impuls | 2 2016

AnjaJacqueline

Deel voor cliënten

Page 6: Impuls 2, 2016

De overstap

Glutenvrij eten op mijn werk… Ik heb al

zes jaar niet meer op mijn werk gege­

ten, laat staan dat ik het eten maak

samen met een cliënt die ik nog maar

net ken. Maar het gaat gebeuren! De

cliënt weet precies waar hij mee bezig

is en vraagt nog even na of ik de boter

mag hebben die hij heeft gehaald. En

jawel, drie kwartier later zitten we de

heerlijke ovenschotel op te peuzelen.

Wat een ervaring, dank je wel!

Sabina BreureAmbtelijk secretaris OR

Op mijn nieuwe werkplek Noorderstraat

ga ik met cliënten koken in hun woning.

Maar tijdens de eerste warme maaltijd

daar kondig ik aan dat ik niet met ze

zal mee­eten: ik heb namelijk coelia­

kie en volg dus een glutenvrij dieet. Ik

houd mijn gebruikelijke praatje. Vertel

dat ik thuis een warme hap eet en op

het werk yoghurt met wat erin, zodat ik

niet ziek kan worden.

Daar nemen de cliënten duidelijk geen

genoegen mee. ‘Wat eet je thuis dan?’,

vragen ze. ‘En als je met je man kan

eten, dan kun je toch ook bij mij eten?

Wat kookt hij dan?’ Mijn eerste

gedachte is: ‘Ja doei, hier ga ik niet aan

beginnen.’ Maar door de oprechtheid

en openheid van de cliënten besef ik

op weg naar huis dat mijn halsstarrig­

heid niks gaat opleveren. En dat juist

door beweging meer ruimte ontstaat.

De cliënten verwachten die beweging

van mij.

Met vertrouwen ga ik het avontuur aan.

Tijdens het koken is duidelijk voelbaar

dat we alletwee enthousiast zijn.

Mijn taak als ambtelijk secretaris is

veelzijdig: notuleren, archiveren en

alles organiseren rondom de vergade­

ringen en scholing van de OR. Verdere

taken zijn het coachen/begeleiden en

het adviseren van OR­leden. In het kort

zeg ik altijd dat ik de leden op allerlei

gebied ondersteun. Dit werk doe ik al

ruim 25 jaar en inmiddels weet ik veel

van de materie. Bij Odion begon ik 14

jaar geleden met een groep van nog

maar van drie personen. Ik ben gestart

met het formaliseren van de OR en zijn

taken. In de tijd is de OR uitgegroeid tot

een volledige en goed georganiseerde

ploeg. Momenteel is er meer behoefte

aan minder formaliteit. En net als de or­

ganisatie, die de verantwoordelijkheden

meer aan de medewerkers wil toever­

trouwen, wil de OR dat medewerkers

zelf meer zeggenschap krijgen. Voor de

volgende zittingsperiode hebben we

vier zetels ingeleverd. De vrijgekomen

uren zijn voor de zeggenschap van me­

dewerkers en de OR gaat de medewer­

kers hier bij begeleiden. Medewerkers

maken zelf een advies en dat wordt dan

het advies van de OR. Voor mij betekent

dit meebewegen, het formele loslaten

en steeds weer afstemmen wat de OR

van mij nodig heeft. Deze ontwikkelin­

gen, plus de steeds wisselende bezet­

ting van de OR, maken dat mijn werk

nooit saai wordt!

Culinair avontuurPetra Ruiter werkt als persoonlijk begeleidster Noorderstraat en basis begeleidster Brederodestraat /Hene-gouwen. Via deze column maakt ze je deelgenoot van de grote en kleine dingen die ze bij haar werkzaamheden tegenkomt.

Op de werkvloer

Eric Smit: van succesvol restaurant-eigenaar naar kok bij De Andere Oever

Hij bezat populaire restaurants in Alkmaar en werkte met professionals. Nu runt hij eetcafé De Andere Oever in Purmerend en leert hij het vak aan cliënten. ‘Het verbaast me dat ik dit zo leuk vind.’

Vanaf zijn zeventiende werkt Eric al

in de horeca. In 1990 begon hij voor

zichzelf. Hij bouwde twee bekende en

goedlopende restaurants op: eerst ’t

Stokpaardje en daarna Rue de la Plume,

beide in Alkmaar. In de zomer van 2015

wilde een collega van Rue de la Plume

het restaurant graag overnemen.

‘Ik heb daar een week over nagedacht

en besloten dat ik het ging doen’,

vertelt Eric. ‘Maar ik vond mezelf nog

wat te jong om achter de geraniums te

zitten. Via mijn goede vriendin Jan­

nie Vermeeren kwam ik in contact met

eetcafé en leerwerkbedrijf De Andere

Oever. Jannie is nu met pensioen, maar

werkte voorheen bij Odion. Ze gaf haar

afscheidsetentje bij mij in het restau­

rant, toen ik al wist dat ik het zou ver­

kopen. Manager Ineke Annen was daar

ook bij en bij wijze van grapje vroeg ik

aan het eind van de avond of ze niet

een baantje voor me had. Toen bleek

dat er een vacature voor een kok bij het

eetcafé was.’

Niet zieligVoor het eerst in zijn leven ging Eric

solliciteren en per 1 januari kwam hij

fulltime in dienst. Zoals verwacht moest

hij de eerste maanden erg wennen.

‘Ik was in mijn restaurants gewend om

met mijn vingertje te zwaaien en dan

deden mensen wat ik zei’, schetst hij.

‘Maar hier waren zoveel mensen die van

alles aan me vroegen… Ik had de hele

tijd hoofdpijn! Bovendien vond ik som­

mige cliënten zo zielig. Toen ik bijvoor­

beeld hoorde dat er een paar niets had­

den met kerst, was ik geneigd om ze bij

mij thuis uit te nodigen. Er werd me snel

uitgelegd dat ik daar niet aan moest

beginnen. Nu ik dagelijks met ze werk,

merk ik dat ze eigenlijk heel blij zijn – ze

hebben hier altijd plezier. Dat sneue is

er dus wel af voor mij. Bovendien is er

een enorme saamhorigheid in het team.

Waar ze in de reguliere horeca elkaar

nog wel eens onderuit willen halen om

er zelf beter van te worden, helpen ze

elkaar hier. Dat raakt me.’ Inmiddels

heeft Eric helemaal zijn draai gevonden.

‘Ik had niet gedacht dat ik het zó leuk

zou vinden’, vertelt hij enthousiast.

‘Het voelt ook helemaal niet alsof ik in

dienst ben, ik ben in mijn beleving nog

steeds eigen baas. Sterker nog, ik voel me

eigenlijk verantwoordelijker dan toen.’

Sabina helpt de ondernemingsraad.

Petra heeft een speciaal dieet. Toch kookt en eet ze samen met cliënten.

Eric had een eigen restaurant. Nu is hij kok bij eetcafé De Andere Oever.

11

Ik en de OR

impuls | 2 2016

Ontdek De Andere Oever!Een restyling van het interieur, een nieuwe en meer ver­

fijnde kaart: er zijn genoeg redenen om binnenkort eens

te gaan lunchen of dineren in eetcafé De Andere Oever

in Purmerend! Kijk op www.deandereoever.nl voor de

kaart en het maken van een reservering.

Deel voor cliënten

Page 7: Impuls 2, 2016

Geheel vrijwillig

Dien is vrijwilliger. Ze zwemt met Agnes.

Al twaalf, dertien jaar is Dien van Aanholt (78) vrijwil-liger van cliënt Agnes, die op de locatie Boelenspark in Volendam woont. Om de week gaan ze samen zwem-men in het bad van orthopedagogisch dagcentrum De Boomgaard in Purmerend. ‘Die smile op dat gezicht, daar doe ik het voor.’

‘Agnes fleurt helemaal op als ik er ben’

13

Ze noemt het een geluk dat ze ‘op de ouderwetse manier’ getrouwd is.

‘Mijn man werkte en ik zorgde voor het gezin’, schetst Dien. ‘Dat gaf me

ruimte om vrijwilligerswerk te gaan doen, helemaal toen de kinderen wat

ouder werden. Ik heb dat van geen vreemde: mijn moeder was ook heel

actief op dat gebied, ik heb het met de paplepel ingegoten gekregen. In

Edam heb ik een afdeling van De Zonnebloem opgericht, ik heb vluchtelin­

genwerk gedaan, ik ben 20 jaar over de vloer geweest bij Prinsenstichting,

noem maar op. Zo breidt je netwerk zich vanzelf uit. Ik denk dat ik destijds

op die manier een telefoontje van Boelenspark heb gekregen, of ik vrijwil­

liger voor Agnes wilde worden.’

Leuke dingenAgnes is een cliënt met schizofrenie en

behoefte aan contact. ‘Bij Boelenspark

proberen ze haar echt te bieden wat

ze nodig heeft, dat doen ze heel goed’,

vindt Dien. ‘Met Agnes doe ik leuke din­

gen, zoals samen een bloemetje halen

of nagels lakken. Op een bepaald mo­

ment is zwemmen ter sprake gekomen.

Iedere twee weken komt Marjolein, de

fysiotherapeut, ons ophalen met de bus.

Er gaan ook twee andere cliënten van

Boelenspark mee. Bij het zwembad help

ik Agnes met aan­ en uitkleden. Soms

heeft ze een ongelukje, dan ga ik met

haar mee naar de wc. Maar als iets me

echt te ver gaat, roep ik Marjolein erbij.

Ik het is tenslotte niet mijn vak, er zitten

grenzen aan wat ik kan opbrengen.’

In bewegingDoel van het zwemmen is om de

cliënten zoveel mogelijk in beweging te

houden. ‘Dat valt soms niet mee’, vindt

Dien. ‘Ik probeer ze soms uit te dagen

om me weg te duwen met hun benen

of om met ze te dansen door een liedje

te zingen. De instructies van Marjolein

zijn leidend, maar ik probeer daar op

mijn manier een draai aan te geven. Dat

maakt het iedere keer weer anders.’

Doordat Agnes ouder wordt en wat

kwaaltjes heeft, gaat ze tegenwoordig

minder vaak zwemmen. Dan gaat Dien

evengoed mee met de andere cliënten.

‘Je ziet dat het ze goed doet, dat is heel

motiverend’, vindt ze. ‘Hoewel het ook

heel inspannend voor ze is: soms vallen

ze terug in de bus al in slaap. Maar ik

vind het sowieso fijn om iets met men­

sen te doen, of ze nu bruin, groen of

geel zijn of een handicap hebben.’

‘Decentralisatie is geen slechte ontwikkeling’

Door de bezuinigingen is het aantal werkuren van de Vrijwil­

ligersschakel bijna gehalveerd. ‘Dat betekent dat Tonia nog

één dag per week werkt en ik twee’, legt Joke uit. ‘Dat heeft

natuurlijk consequenties voor wat wij kunnen doen. In 2014

waren we al begonnen met het verminderen van de uitstap­

jes voor cliënten in het weekend. Daar zijn we nu helemaal

mee gestopt. En van actief werven en selecteren zijn we naar

een meer ondersteunende functie gegaan: de locaties moe­

ten dit nu zelf oppakken. Net als vroeger eigenlijk, voordat

de Vrijwilligersschakel er was.’

GestandaardiseerdJoke heeft het dan over de periode van vóór 2004. ‘Odion

had toen geen specifiek beleid ten aanzien van vrijwilligers’,

schetst ze. ‘Iedere locatie deed zijn eigen ding. Dat ging niet

per definitie verkeerd, maar P&O had daardoor bijvoorbeeld

geen zicht op welke vrijwilligers binnen de organisatie actief

waren. Door de Vrijwilligersschakel is de intakeprocedure

gestandaardiseerd voor de hele organisatie. Er zijn goede

inschrijfformulieren gekomen en iedere vrijwilliger krijgt nu

een contract waarin de taken, verantwoordelijkheden en

wederzijdse verwachtingen zijn vastgelegd.’

Nalopen en nabellenHet werk van Joke en Tonia is tegenwoordig opgeknipt in

twee stukken. ‘De werving en selectie ligt bij de locaties, de

administratieve rompslomp bij P&O’, legt Joke uit. ‘Dat is voor

iedereen nog even wennen. We merken dat procedures niet

altijd even goed meer worden aangehouden en formulie­

ren soms niet compleet zijn ingevuld. Onze meeste tijd gaat

momenteel dan ook zitten in het nalopen en nabellen – daar

hebben ze bij P&O geen tijd voor. Ik snap het wel, op de

In de organisatie rond het aantrekken van vrijwilligers voor cliënten is de laatste tijd veel veranderd. Waar voorheen het meeste centraal werd geregeld door Joke en haar collega Tonia Vervoort, ligt het initiatief nu (weer) bij de locaties. ‘Zij kennen de cliënt het beste, dat vergroot de kans op een goede match.’

12

impuls

Joke zoekt geen vrijwilligers meer. Dat moeten de locaties nu zelf doen.

locaties heeft iedereen het druk en dit werk komt er extra bij.

Maar de regels en procedures zijn er natuurlijk niet voor niets.

Met ons als achterwacht komt het vooralsnog steeds goed.’

Niet van invloedOok al lopen dingen nog niet vlekkeloos, toch heeft Joke

geen negatief gevoel over de decentralisatie. ‘Ik denk niet dat

het invloed gaat hebben op het aantal vrijwilligers dat zich

voor Odion wil inzetten’, verwacht ze. ‘Mensen die interesse

hebben, blijven zich evengoed wel aanmelden: of dat nu

centraal of decentraal gebeurt. En er vond altijd al een kennis­

makingsgesprek plaats op de locatie, omdat ze de cliënt daar

tenslotte beter kennen dan wij. Dat vergroot de kans op een

goede match. Alles bij elkaar vind ik het dus niet zo’n slechte

ontwikkeling.’ Nu Jokes uren zo’n beetje gehalveerd zijn,

heeft ze ineens meer vrije tijd. ‘Best wel eens lekker’, vindt ze.

‘Ik pas twee dagen per week op mijn kleinkinderen, ben graag

op de camping en met Tonia samen zet ik me in op de Noord­

ster voor Crea voor Afrika. Ik vermaak me wel!’

JOKE VAN GRONINGEN VAN DE VRIJWILLIGERSSCHAKEL

| 2 2016

Deel voor cliënten

Page 8: Impuls 2, 2016

Uit dienstIn dienst

Vanaf 1 januari 2016 is de participatiewet van kracht. Deze verplicht werkgevers (dus ook Odion) kansen te bieden aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Ook heeft Odion te maken met social return on investment, waarbij we een soort-gelijke ‘wederdienst’ moeten verrichten in ruil voor zorgcontracten met de gemeenten. Wat merk jij van deze ontwikkelingen?

Eric van der Eerden, directeur bij Odibaan:‘Bij Odibaan bemiddelen we mensen met een afstand tot de

arbeidsmarkt, dus we hebben in ons werk dagelijks met de

Participatiewet te maken. Deze wet is bedoeld om alles mak­

kelijker te maken, maar omdat oude regelingen voorlopig

ook blijven bestaan, is het geheel ingewikkelder geworden.

Als werkgever heeft Odibaan twee werkervaringsplekken bij

de administratie gecreëerd. Dat vraagt van ons extra coördi­

natie en begeleiding, maar het levert ook wat op: deze me­

dewerkers helpen ons met ons werk en daarom zijn we blij

met ze. Het zou mooi zijn als zij straks kunnen doorstromen

naar betaald werk ergens. We hebben wel eens meegemaakt

dat een werkervaringsplek niet goed ingevuld werd. Dan

heeft iemand eerst iets anders nodig, zoals bijvoorbeeld een

training. Maar ook daar is een werkervaringsplek voor, zodat

iemand dat kan ontdekken.’

Sophie Schellekens, persoonlijk begeleider Jachtenlaan:‘Ik begeleidde tot voor kort iemand die bij ons werkerva­

ring opdeed vanuit samenwerkingsverband SIGRA. Ze had

schoonmaakwerk gedaan in de ouderenzorg en een beetje

ervaring met dagbestedingswerkzaamheden. Het was leuk

om iemand mee te nemen in je werk die er niets vanaf weet.

Daardoor moet je zelf soms ook terug naar de basis: waarom

doen wij dit eigenlijk zo? Bovendien waren een paar extra

handen ook welkom in drukke tijden. Zij kon soms dingen

doen waar wij als begeleiders niet aan toe kwamen. Wil je

op een locatie echt iets aan zo’n werkervaringsplek hebben,

dan moet je er wel energie in steken, merk ik. Maar ze zou

een half jaar blijven, dus dat zou de moeite lonen. Helaas

voor ons én voor de cliënten is ze alweer vertrokken, omdat

ze een baan heeft gevonden.’

Even bellen met . . .

Odion helpt mensen om werkervaring op te doen.

impuls

In dienst

JanuariDoris BoonBasismedewerker, Flexpool

Jolanda NieuwendijkCoach, Centraal Bureau

FebruariAnouk de VosBasismedewerker, Flexpool

Rosita HijlkemaPersoonlijk begeleider, Flexpool

Pauola de Jong BoersBasismedewerker, Flexpool

Ryanne BrouwerBusbegeleider, De Boomgaard

AprilPetra NicolaijBasismedewerker, Flexpool

Sylvia HuitemaBasismedewerker, Flexpool

MeiMascha KordesPersoonlijk begeleider, Boelenspark

Maureen BalmBasismedewerker, Flexpool

Charlotte van der KrolBasismedewerker, Flexpool

Marjolein ten CateBasismedewerker, Flexpool

Maartje RamaekersBestuursondersteuner, Centraal Bureau

Uit dienst:

JanuariCharlene GallBasismedewerker, Flexpool

Karin van LeuverenPersoonlijk begeleider, Noorderstraat

Julia KetelBasismedewerker, Flexpool

Laura JansenBasismedewerker, Flexpool

Tessa OostromAmbulant medewerker, SWT Wormerveer

FebruariJoyce van OudheusdenHuishoudelijk medewerker, Tuinstee

Emily RaaijmakersBasismedewerker, Flexpool

Joyce HendriksHelpende, Klaverland

Feroz MalgoezarBasismedewerker, Flexpool

MaartMartin WijkerBasismedewerker, ODC Dynamica

Lisette WilkersBasismedewerker, Veldvliegerweg

Celine WildenburgPersoonlijk begeleider, Zaterdagopvang De Boomgaard

AprilLinda van Oosten-GrootjenPersoonlijk begeleider, Lijnbaan

Marieke HoevePersoonlijk begeleider, Helena Smitsstraat

Wil van Dijk-KunstReceptioniste/telefoniste, Centraal Bureau

Amanda Meijer-PersijnPersoonlijk begeleider, Logeerhuis

Chantal Hofstra-van OostendePersoonlijk begeleider, Helena Smitsstraat

Ada de VriesReceptioniste/telefoniste, Centraal Bureau

Ingrid Meijns-WilbrinkBasismedewerker, Zonnehoek

Enny Smit-de WolfBasismedewerker, De Graslanden

MeiAnouk de VosBasismedewerker, Flexpool

Lianda FaberPersoonlijk begeleider, Boelenspark

Chantal van den BergBasismedewerker, Lisdoddestraat

Rinke WijleBasismedewerker, P&O VSOV

Daniëlle RozemeijerPersoonlijk begeleider, De Boomgaard

Jubilea

12,5 jaar

15 december 2015Eline VelthorstHelena Smitsstraat

14 januari 2016Corrie van Es-HoogendoornDe Boomgaard

15 februari 2016Suzanne VeldmanDe Wieken

1 maart 2016Nienke StuiverFlexpool

Thessa Pronk-WilshausKlaverland

Bianca de GrootPersoneelszaken

1 mei 2016Connie BrandwijkReceptie/Kantine

18 mei 2016Afra Kiefer-HooghiemstraDe Boomgaard

25 jaar

1 januari 2016Astrid Bouich-WeelDe Boomgaard

Afra Moolenaar-ZoonKlaverland

14 januari 2016Ingrid de Buyzer-BeentjesKaaikhof

Overleden

Janneke MantelBasismedewerker, ODC Dynamica

| 2 2016

Deel voor cliënten

Page 9: Impuls 2, 2016

Joris is blij met het digibord

Jeffrey doet graag klusjes

?Miranda leerde lezen en schrijven

Ons leven bij Odion

Wat was je eerste (bij)baantje? Mijn eerste bijbaantje was bij een kledingzaak in

Zaandam.

Wat houdt je huidige functie in? Ik ben momenteel flex­medewerker binnen Odion,

vanaf heden ben ik vaste invalmedewerker bij de

Wieken. Daar bevalt het mij erg goed. Ik heb daarvoor

als vaste inval op Darwinpark gewerkt en een aantal

cliënten van het Darwinpark wonen in de Wieken, dat

maakt het extra leuk.

Wat is je grootste blunder geweest in je werk? Eigenlijk kan ik niet echt een blunder bedenken, maar

ik zal ze vast hebben gemaakt.

Wat vind je het leukst aan je werk? Ik vind het fantastisch dat Odion elke dag weer wat

anders te bieden heeft en je daar op een creatieve

manier mee om mag gaan. Zodat je scherp blijft en de

individuele behoefte van de cliënt kan blijven inzien.

Wat zou je doen als je dit werk niet deed? Ik denk dat ik kok zou worden of voor entertainment

zou willen zorgen op een cruiseschip, het lijkt me

heerlijk om mensen steeds weer te verrassen en blij

te maken.

Wat denk je dat collega’s van je vinden? Ik voel me altijd gewaardeerd door de collega's waarmee

ik werk, daardoor kunnen we ook van gedachten wisse­

len. Ik denk dat ik bij mijn collega's rustig overkom, maar

wel mijn betrokkenheid toon.

Vertel eens iets verrassends over jezelf. Ik mag graag voor mensen koken en probeer daar altijd

een feestje van te maken. Verder hou ik van creatief

bezig zijn en lekker sporten.

In de vorige Impuls gaf teamleider Sandra Horsman de pen door aan jou. Ze was van je onder de indruk toen je bij haar solliciteerde en wilde weten hoe het met je gaat. Dus?Het gaat heel goed! Ik heb verschillende locaties en

bijbehorende doelgroepen binnen Odion gezien. Hier­

door raak ik steeds enthousiaster. Wel ben ik nog steeds

opzoek naar een vaste locatie, zodat ik nog meer kan be­

tekenen voor de cliënten en mezelf meer kan ontplooien

binnen het werkveld.

Met wie binnen Odion zou je wel eens een dagje wil-len ruilen en waarom? Ik zou wel een dagje willen ruilen met een ambulante

begeleider, dit lijkt mij erg interessant en ik ben be­

nieuwd hoe zo'n werkdag er uit ziet.

Aan wie binnen Odion zou je deze vragen ook eens willen stellen en waarom? Suzanne Kruiver. Ik vond het bewonderenswaardig hoe

zij afgelopen zomer met mij op Darwinpark de werk­

zaamheden zo snel oppakte.

Leeftijd

22 jaar

Functie

Basismedewerker van de flexpool

In dienst bij Odion sinds

1 juli 2015

Chadissa Klaassen

Tien vragen aan

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

16

impuls | 2 2016

Deel voor cliëntenDeel voor cliënten

Page 10: Impuls 2, 2016

Zó doe ik dat

Miranda leerde lezen

en schrijven

Wie is Miranda?Leeftijd

38 jaar

Woonplaats

Zaandam, woonlocatie Karveel-

straat (via Odion)

Hobby’s

koken, haar hond Dusty

Miranda wilde kunnen lezen en schrijven.

Dat leert ze nu op school.

19

Miranda kon niet lezen en schrijven. Dat had

veel invloed op haar leven. ‘Het is heel onhan­

dig’, vertelt Miranda. ‘Met de post moest ik bij­

voorbeeld altijd naar mijn moeder. Die las het

dan voor. En boodschappen deed ik altijd uit

mijn hoofd.’ Als Miranda zei dat ze analfabeet

was, werd ze soms uitgelachen. ‘Dat maakte

het extra erg’, vindt ze. Daarom vertelde ze het

aan niemand. Ook niet aan haar beste vrienden.

‘Eigenlijk speelde ik een toneelstukje.’

Totdat Miranda prinses Laurentien zag op tv.

Die helpt mensen die niet kunnen lezen en

schrijven. Toen wilde Miranda het ook leren.

‘Ik zei dat tegen Sietske, mijn begeleider’,

vertelt Miranda. ‘Samen zijn we op internet

gaan zoeken naar een school. Toen ben ik naar

het Regio College gegaan. De eerste keer was

ik heel zenuwachtig. Ik had klotsende oksels!

Gelukkig was Sietske mee. Ik was de enige

Nederlandse tussen allemaal buitenlandse

mensen. Maar dat wende snel.’

Miranda heeft nu ruim een jaar les. Thuis

oefent ze elke dag met lezen. Het gaat heel

goed. Haar juf is enorm trots op haar. Daarom

gaf ze haar op voor de verkiezing van Taalheld.

Miranda won de tweede prijs. Die kreeg ze

van… prinses Laurentien! ‘Ineens was ik op tv’,

vertelt Miranda. ‘En ik kwam ook in de krant.’

Miranda hoopt dat haar verhaal ook andere

cliënten over de drempel trekt. ‘Je moet het

gewoon gaan doen’, vindt ze. ‘Het is niet mak­

kelijk, maar het levert je veel op. Ik ben trots op

mezelf en heb meer zelfvertrouwen gekregen.

Lezen heeft mijn leven veranderd!’

Met Sietske, mijn begeleider

impuls | 2 2016

Page 11: Impuls 2, 2016

Wat leer je er?

Je maakt kennis met verschillende instrumenten

en ontwikkelt je stem. Daarna kies je je eigen

instrument en ga je met elkaar een echte band

vormen. Aan het eind van de cursus mag je optre­

den met publiek!

Wanneer is de cursus?

Maandagavond van 18.30 – 20.00 uur.

Hoe is de begeleiding geregeld?

Leraar Jan Koppes is ortho­agogisch muziekbege­

leider en heeft dus ervaring met mensen met een

beperking.

Waar is Muziekschool Waterland?

En hoe kom je daar?

Het adres is Geulenstraat 62, 1441 RZ Purmerend.

Je moet zelf zorgen dat je daar komt. Bijvoorbeeld

op de fiets, met de taxi, of iemand die je brengt.

Hoe groot is de groep?

Minimaal 5 mensen. Je moet 18 jaar of ouder zijn.

Hoeveel kost het?

Als je jonger bent dan 21 jaar, kost het € 269,92.

Ben je ouder, dan kost het € 326,60.

Moet je je van tevoren opgeven?

Ja, via een mailtje aan leraar Jan Koppes:

[email protected]. Daarna hebben jullie

samen een kennismakingsgesprekje.

Ik ben gek op muziek, vooral van Nederlandstalig.

Daarom luister ik op mijn kamer vaak naar 100%

NL. Soms ga ik naar een concert, bijvoorbeeld

van Jan Smit.

Dit is mijn levenHallo, ik ben Jeffrey. Ik ben 24 jaar en woon met mijn zusje Kelly bij mijn moeder thuis. Zij zijn vaak weg, daarom wil ik graag begeleid wonen via Odion. Dat lijkt me gezellig, samen met andere mensen.

Ik heb dagbesteding op Zonnehoek van Odion.

Dat is in Krommenie. Hier ben ik aan het boren op

de houtgroep. Ik maak een vogelhuisje.

Met de dienstengroep doen we soms klusjes voor

mensen in de wijk. Bijvoorbeeld boodschappen als

iemand ziek is. Klusjes vind ik leuk.

Op woensdagavond ga ik naar atletiek.

Met onze club Lycurgus gaan we meedoen aan

de Special Olympics in Nijmegen. Spannend!

21

Jeffrey woont bij zijn moeder thuis.

Hij heeft dagbesteding op Zonnehoek.

Hier kun je leren muziek maken

Van muziek word je vrolijk. Zelf muziek maken is ook leuk. Bij Muziekschool Waterland kun je leren spelen in een band, met andere mensen met een beperking. De cursus heet Bandfabriek Speciaal!

20

impuls

De Hobbyhoek: MUZIEK MAKEN

Dit kan ook!Bij Muziekschool Waterland kun je ook de

cursus Musical Speciaal doen. Dan zing je

liedjes uit een musical, bijvoorbeeld Belle en

het Beest. De cursus duurt 10 lessen. Die zijn

op zaterdag van 11.00 tot 12.00 uur.

Meer info: www.muziekschoolwaterland.nl of

0299 - 427812.

Wil je een instrument leren bespelen?

Dat kan bij de docenten van Muziekles

Waterland. Sommige docenten hebben erva-

ring met mensen met een beperking.

Zie www.muziekleswaterland.nl.

FluXus Muziekschool Zaandam heeft een mu-

ziekgroep met mensen met een verstandelijk

beperking. Zij spelen keyboard en zingen veel

bekende liedjes. Zij oefenen iedere dinsdag-

avond van 18.45 - 19.30 uur.

FluXus Muziekschool, Westzijde 148, 1506 EK

Zaandam. Zie www.fluxus.nl of 075 - 635 61 11.

Drumband/muziekgroep Van Slag oefent ie-

dere dinsdag op DAC Zonnehoek van Odion.

Ze treden drie keer per jaar op.

Aanmelden kan via Patricia van Dam

075 - 640 4274 of 06 42 030 174.

| 2 2016

Page 12: Impuls 2, 2016

Ik en Odion

Een paar locaties van Odion hebben tegenwoordig een digibord: ook De Boerderij. Joris werkt daar. Hij is doof. Hij vindt het bord hartstikke handig.

Vroeger had De Boerderij alleen een gewoon planbord.

Nu is er ook een digibord. Joris is er helemaal aan gewend.

‘Je kunt er met je vinger op klikken’, laat hij zien. ‘Dan komt

er meer informatie op het scherm. Als ik ’s ochtends binnen

kom, klik ik op het schema. Dan zie ik precies wat ik vandaag

moet gaan doen. Maar ook met wie ik samenwerk en wie de

begeleider is.’

Joris laat zien wat je nog meer met het digibord kunt doen.

‘Er staat een kalender op’, wijst hij. ‘Dan kun je zien wat er

vandaag gebeurt op De Boerderij. Bijvoorbeeld of we bezoek

krijgen.’ Op het bord kun je ook het weerbericht bekijken.

Maar ook nieuwtjes van De Boerderij. En een filmpje met

het dovengebaar van de week. Ook kun je op het digibord

horen wat er in de Impuls staat.

Agathe is de begeleider van Joris op De Boerderij. Zij heeft

met Joris geoefend op het digibord. ‘Het is best makkelijk’,

vindt Joris. ‘Zelfs als je niet handig bent met computers.’

Straks zijn alle cliënten aan het digibord gewend. Dan gaat

het oude bord weg. Joris woont in de Ismailiastraat. Hij

hoopt dat daar ook een digibord komt. ‘Ik ben blij met het

bord’, zegt Joris. ‘Ik kan nu zelf dingen opzoeken. Die hoef ik

niet meer te vragen. Nu ben ik volwassen!’

Wie is Joris? Leeftijd

29 jaar

Woonlocatie

Ismailiastraat,

Purmerend (voor dove bewoners)

Dagbesteding

De Boerderij, Middenbeemster

23

impuls

Joris werkt op De Boerderij. Hij is blij met het digibord.

| 2 2016

Page 13: Impuls 2, 2016

Moet je horen!Informatie van Odion voor jou

én deze keer een puzzel :)

Kun je niet (goed) lezen?

En wil je toch weten wat er in Impuls staat?

Ga dan naar YouTube en type in het

zoekveld de woorden: Impuls en Odion.

Dan kom je op het YouTube­kanaal van

Impuls. De Impuls wordt daar voorgelezen in

filmpjes. Je kunt dan luisteren wat er staat.

Kun jij alle verborgen woorden vinden in deze woordzoeker?

• BIKINI• FIETSEN• TERRAS• WANDELEN• ZONNEBRAND• BUITEN• IJS• VAKANTIE

• ZEE• ZWEMBROEK• BUITENLAND• STRAND• VISSEN• ZON• ZWEMMEN

+

Altijd toegang tot je eigen ondersteuningsplan

Dat kan straks met Carenzorgt.

Carenzorgt is een cliëntenportaal waar jij je

ondersteuningsplan en rapportages kunt lezen.

Je kunt ook zelf mensen uitnodigen die op jouw

pagina kunnen kijken.

Carenzorgt is onderdeel van het nieuwe

Elektronisch Cliënten Dossier Ons Plan.

Ons Plan wordt nu getest op een aantal locaties.

Dit jaar of volgend jaar komt Ons Plan ook op jouw

locatie. Dan kun jij ook Carenzorgt

gebruiken.

Nieuwsgierig?

Ga naar www.carenzorgt.nl.