Mare 22 (38)

12
Advertentie 12 maart 2015 38ste Jaargang • nr. 22 ‘Het juiste inzicht in de koran bestaat niet’ Klimmen is leuker dan bovenop staan. Waarom houden we van risico’s? Het dierenrechtendebat moet anders, vindt een literatuurwetenschapper De drank, drugs en horrible women van een vergeten bluesheld Pagina 9 Pagina 3 Pagina 7 Pagina 11 To-do list 18 maart Studeren Sporten Stemmen Al gewonnen Net begonnen Amsterdam: college komt bezetters tegemoet, acties gaan door Leiden: actievoerders willen ‘geen wapengekletter, maar dialoog’ Dinsdag ging het college van bestuur van de UvA door de knieën. Maar de bezetters gaan nog niet naar huis. DOOR PETRA MEIJER ‘Het is een overwin- ning voor de protesten’, zegt docent Dan Hassler-Forest, woordvoerder van ReThink UvA. ‘Het bezetten van gebouwen leidt nu eindelijk tot ver- andering, nadat we jarenlang via be- staande inspraakorganen geprobeerd hebben om iets te bereiken.’ Het UvA-bestuur stuurde een brief met een tienpuntenplan naar alle stu- denten en medewerkers, waarin ze blijk gaf open te staan voor een nieuwe koers van besturen. ‘Als leiding van de universiteit zijn we per definitie die- nend aan de universitaire gemeen- schap, maar dit is bij verschillende onderwerpen niet als zodanig ervaren. Dit betekent dat wij enkele traditionele systemen en structuren opnieuw moe- ten doordenken en vormgeven’, schreef collegevoorzitter Louise Gunning. ‘Die reactie leidde bij ons tot een tsunami aan e-mails’, zegt Hassler- Forest. ‘Eerder reageerde het college autoritair: het zette de ME in om ge- bouwen schoon te vegen en ging de dialoog niet aan.’ Een van de belang- rijkste toezeggingen is het ver- sterken van de medezeggenschap. Er komt meer ondersteuning en instemmingsrecht op het verdeel- model. Daarnaast wordt de uni- versiteit democratischer. De gehele academische gemeenschap wordt vroegtijdig bij belangrijke beslui- ten betrokken. Een werkgroep gaat die ‘directe democratie’ onderzoeken. Onderwijs en onderzoek worden ver- der gedecentraliseerd. Wat Hassler-Forest betreft, zit het grootste succes daarom niet in de tien punten, maar in de brief, waarin het college erkent dat verandering nood- zakelijk is. ‘Ze geven toe dat de huidige manier van besturen niet meer breed gedragen wordt en dat er meer inspraak moet komen. De tien punten zijn mooi- klinkende concessies, maar wij willen graag weten hoe en wanneer het col- lege deze gaat realiseren. Het college wil praten-praten-praten. Maar er is al jarenlang gepraat. Het is nu tijd om de vertrouwenscrisis te overwinnen.’ Daarom, én omdat ze een onafhan- kelijk onderzoek naar de UvA-finan- ciën eisen, gaan de actievoerders nog niet naar huis. ‘Het is een stap in de goede richting, maar wel een zeer be- scheiden stap.’ De Nieuwe Universiteit Leiden wil geen deuren intrappen maar juist wel praten met het college. DOOR VINCENT BONGERS Bij de tweede bijeenkomst van de Nieuwe Uni- versiteit, afgelopen dinsdagavond, is meteen duidelijk dat een bezet- ting van het Academiegebouw er absoluut niet in zit. ‘Action is our last resort’, zegt Cissie Fu, universi- tair docent politieke theorie en een van de organisatoren van de Nieuwe Universiteit Leiden. ‘We hopen dat het college van bestuur ons niet in een positie duwt die actie voeren onvermijdelijk maakt. We zijn geen oppositie maar willen in gesprek met heel de universiteit.’ Het succesvolle Amsterdamse voorbeeld wordt dus niet gevolgd. Zo’n 150 studenten en medewerkers in een collegezaal in het Lipsius zijn vooral blij dat de vergadering een stuk gestructureerder verloopt dan die van een week eerder. ‘Hé, er is zelfs een agenda’, zegt een student opgelucht. ‘Die was er vorige week niet. Dat is al een hele verbetering.’ ‘We willen graag om de tafel gaan zitten met het college, zegt Lourens te Beest, masterstudent geschiede- nis en wijsbegeerte en woordvoer- der van de Nieuwe Universiteit Lei- den. ‘Het gaat ons om de dialoog en niet om wapengekletter. Als we nu al met zwaarden gaan zwaaien, dan slaat alles dicht. We staan voor in- clusiviteit en inspraak. Als de rector wil langskomen dan is hij van harte welkom. Dan kan hij zijn punten inbrengen.’ Tijdens de vergadering wordt er eerst lang gesproken over de eerder gepubliceerde voorlopige stellingname. Daarin staat dat de medezeggenschap op alle niveaus onvoldoende zichtbaar en robuust is. En dat het streven naar kennis en Bildung wordt gehinderd door topdown-rendementsdenken. Ook blokkeert de ‘onpersoonlijke motor van de bureaucratie’ de totstandko- ming van een open en duurzame universiteitsgemeenschap. Na enige discussie sneuvelt de onpersoon- lijke motor. ‘De bureaucratie is juist heel persoonlijk’, zegt een medewer- ker van Rechten. ‘Ik weet precies wie er verantwoordelijk voor is.’ Na een half uur schaven is Frits Brouwer, student international studies, de haarkloverij zat. ‘Ik stel vast dat er enige weerzin is tegen het stellen van harde eisen’, zegt hij. ‘Als we te soft zijn, dan gebeurt er niets. Maak het scherper.’ > Verder lezen op pagina 6 Rapper Typhoon trad op voor de Amsterdamse bezetters in Het Maag- denhuis. Ondanks ruime toezeggingen van het college van bestuur blij- ven de betogers hun protest voortzetten. Foto Daniel Rommens

description

Leids universitair weekblad

Transcript of Mare 22 (38)

Page 1: Mare 22 (38)

Advertentie

12 maart 201538ste Jaargang • nr. 22

‘ Het juiste inzicht in de koran bestaat niet’

Klimmen is leuker dan bovenop staan. Waarom houden we van risico’s?

Het dierenrechtendebat moet anders, vindt een literatuurwetenschapper

De drank, drugs en horrible women van een vergeten bluesheld

Pagina 9

Pagina 3 Pagina 7 Pagina 11

To-do list 18 maart

StuderenSportenStemmen

Al gewonnen

Net begonnen

Amsterdam: college komt bezetters tegemoet, acties gaan door

Leiden: actievoerders willen ‘geen wapengekletter, maar dialoog’

Dinsdag ging het college van bestuur van de UvA door de knieën. Maar de bezetters gaan nog niet naar huis.

DOOR PETRA MEIJER ‘Het is een overwin-ning voor de protesten’, zegt docent Dan Hassler-Forest, woordvoerder van ReThink UvA. ‘Het bezetten van gebouwen leidt nu eindelijk tot ver-andering, nadat we jarenlang via be-staande inspraakorganen geprobeerd hebben om iets te bereiken.’

Het UvA-bestuur stuurde een brief met een tienpuntenplan naar alle stu-denten en medewerkers, waarin ze blijk gaf open te staan voor een nieuwe koers van besturen. ‘Als leiding van de universiteit zijn we per definitie die-nend aan de universitaire gemeen-schap, maar dit is bij verschillende onderwerpen niet als zodanig ervaren. Dit betekent dat wij enkele traditionele systemen en structuren opnieuw moe-ten doordenken en vormgeven’, schreef collegevoorzitter Louise Gunning.

‘Die reactie leidde bij ons tot een tsunami aan e-mails’, zegt Hassler-Forest. ‘Eerder reageerde het college autoritair: het zette de ME in om ge-bouwen schoon te vegen en ging de dialoog niet aan.’ Een van de belang-

rijkste toezeggingen is het ver-sterken van de medezeggenschap. Er komt meer ondersteuning en instemmingsrecht op het verdeel-model. Daarnaast wordt de uni-versiteit democratischer. De gehele academische gemeenschap wordt vroegtijdig bij belangrijke beslui-ten betrokken. Een werkgroep gaat die ‘directe democratie’ onderzoeken. Onderwijs en onderzoek worden ver-der gedecentraliseerd.

Wat Hassler-Forest betreft, zit het grootste succes daarom niet in de tien punten, maar in de brief, waarin het college erkent dat verandering nood-zakelijk is. ‘Ze geven toe dat de huidige manier van besturen niet meer breed gedragen wordt en dat er meer inspraak moet komen. De tien punten zijn mooi-klinkende concessies, maar wij willen graag weten hoe en wanneer het col-lege deze gaat realiseren. Het college wil praten-praten-praten. Maar er is al jarenlang gepraat. Het is nu tijd om de vertrouwenscrisis te overwinnen.’

Daarom, én omdat ze een onafhan-kelijk onderzoek naar de UvA-finan-ciën eisen, gaan de actievoerders nog niet naar huis. ‘Het is een stap in de goede richting, maar wel een zeer be-scheiden stap.’

De Nieuwe Universiteit Leiden wil geen deuren intrappen maar juist wel praten met het college.

DOOR VINCENT BONGERS Bij de tweede bijeenkomst van de Nieuwe Uni-versiteit, afgelopen dinsdagavond, is meteen duidelijk dat een bezet-ting van het Academiegebouw er absoluut niet in zit. ‘Action is our last resort’, zegt Cissie Fu, universi-tair docent politieke theorie en een van de organisatoren van de Nieuwe Universiteit Leiden. ‘We hopen dat het college van bestuur ons niet in een positie duwt die actie voeren onvermijdelijk maakt. We zijn geen oppositie maar willen in gesprek met heel de universiteit.’

Het succesvolle Amsterdamse voorbeeld wordt dus niet gevolgd. Zo’n 150 studenten en medewerkers in een collegezaal in het Lipsius zijn vooral blij dat de vergadering een stuk gestructureerder verloopt dan die van een week eerder. ‘Hé, er is zelfs een agenda’, zegt een student opgelucht. ‘Die was er vorige week niet. Dat is al een hele verbetering.’

‘We willen graag om de tafel gaan zitten met het college, zegt Lourens te Beest, masterstudent geschiede-nis en wijsbegeerte en woordvoer-der van de Nieuwe Universiteit Lei-

den. ‘Het gaat ons om de dialoog en niet om wapengekletter. Als we nu al met zwaarden gaan zwaaien, dan slaat alles dicht. We staan voor in-clusiviteit en inspraak. Als de rector wil langskomen dan is hij van harte welkom. Dan kan hij zijn punten inbrengen.’

Tijdens de vergadering wordt er eerst lang gesproken over de eerder gepubliceerde voorlopige stellingname. Daarin staat dat de medezeggenschap op alle niveaus onvoldoende zichtbaar en robuust is. En dat het streven naar kennis en Bildung wordt gehinderd door topdown-rendementsdenken. Ook blokkeert de ‘onpersoonlijke motor van de bureaucratie’ de totstandko-ming van een open en duurzame universiteitsgemeenschap. Na enige discussie sneuvelt de onpersoon-lijke motor. ‘De bureaucratie is juist heel persoonlijk’, zegt een medewer-ker van Rechten. ‘Ik weet precies wie er verantwoordelijk voor is.’ Na een half uur schaven is Frits Brouwer, student international studies, de haarkloverij zat. ‘Ik stel vast dat er enige weerzin is tegen het stellen van harde eisen’, zegt hij. ‘Als we te soft zijn, dan gebeurt er niets. Maak het scherper.’

> Verder lezen op pagina 6

Rapper Typhoon trad op voor de Amsterdamse bezetters in Het Maag-denhuis. Ondanks ruime toezeggingen van het college van bestuur blij-ven de betogers hun protest voortzetten. Foto Daniel Rommens

Page 2: Mare 22 (38)

Redactie-adres Pieterskerkhof 6 2311 SR LeidenTelefoon 071–527 7272

Website mareonline.nl E-mail [email protected] De redactie is op vrijdag gesloten. Oplage circa 15.000

Hoofdredactie

Frank Provoost [email protected]

Redactie

Vincent Bongers [email protected]

Bart Braun [email protected]

Petra Meijer [email protected]

Marleen van Wesel [email protected]

Veerle van der Gracht (stagiaire) [email protected]

Medewerkers

Talitha Dehaene • Tim Meijer • Esha Metiary • Marc van Oostendorp • Benjamin SprecherFotografie Taco van der Eb • Marc de Haan

Illustraties Bas van der Schot • Bandirah • Silas.nlBasisontwerp Roeland Segaar, Zabriski CommunicatieArt direction en vormgeving M-spaceDrukwerk Rodi Rotatiedruk, Broek op LangedijkAdvertenties Bureau van Vliet B.V. Postbus 20 2040 AA Zandvoort Telefoon 023 - 571 47 45

Redactieraad

Prof. dr. J.C. de Jong (voorzitter) • Prof. dr. F. Israel (vice-

voorzitter) • drs. B. Funnekotter • J. Daemen • S. Grootveld • mr. F.E. Jensma • M. Kuipers• dr. S.J. van der Linde • prof. dr. N.J. Schrijver • dr. J.P. Vollaard • F. Vermeeren • C. van der Woude

Jaarabonnementen

Een jaarabonnement op Mare loopt van september t/m juni. Belangstellenden kunnen Mare thuisgestuurd krijgen door €35 over te maken op bankrekening 1032.57.950 ten name van Universiteit Leiden (o.v.v. Mare en SAP-nummer 6200900100) en vervolgens een bevestigingsmail met daarin hun adres te sturen naar [email protected]. Studenten betalen €25. Ter controle graag in de bevestigingsmail ook het studentnummer vermelden.

Adreswijzigingen

Alleen schriftelijk met postwikkel. Klachten en opmerkingen over de toezending van Mare 071-5277272. Mededelingen voor het op donderdag verschijnende nummer moeten uiterlijk de voorafgaande donderdag 16.00 uur in het bezit van de redactie zijn.

ISSN 0166-3690

Over niet al te lange tijd zou ik klaar moeten zijn met mijn PhD. Ik lig netjes op schema – dat wil zeggen, minder dan honderd procent vertraging – en de volgende stap in mijn wetenschappelijke carrière had ik ook al op het oog. Een mooie postdoc-positie bij een groot Europees project over grondstoffen.

Dat was leuk omdat het niet alleen over wetenschap ging maar ook als functie heeft om ondernemerschap te steunen. Bijvoorbeeld met nieuwe innovaties een start-up beginnen. En mijn timing was perfect: na een oeverloze aanbestedingsronde was het project net goedgekeurd.

Ik was helemaal gelukkig. Maar ondertussen werd er in de diepste donkere krochten van de Europese bureaucratie met verve vergaderd over hoe mijn levensgeluk zo effectief mogelijk om zeep te helpen. En het resultaat mag er zijn: ik ben preventief wegbezuinigd. Het budget van mijn project wordt met bijna veertig procent verlaagd. Ten behoeve van het Juncker Fonds, vernoemd naar onze president van de Europese Commissie.

Jean-Claude Juncker. Een bureaucraat zo grijs en niets-zeggend dat hij het complete Europese onderzoekswe-reldje om zeep moet helpen voordat iemand de moeite neemt zijn Wikipediapagina eens te bekijken. Want ik ben natuurlijk niet de enige die door hem wordt genaaid. Bijna drie miljard euro wordt uit de wetenschap gezogen. Uit het Horizon 2020 Programma, dat door diezelfde Europese Commissie opgestart was om de grote vragen van onze tijd te beantwoorden. Hoe om te gaan met ouderdom, met kli-maatverandering of voedselzekerheid.

Het hele concept achter het Juncker Fonds is overigens redelijk lachwekkend. De Europese Commissie komt met acht miljard echte euro’s en dertien miljard aan virtuele euro’s (in de vorm van leningen en garanties) over de brug, en verwacht dan dat er op magische wijze 315 miljard euro aan economische activiteit verschijnt.

Echt waar. Voor elke euro die de commissie wil investeren verwacht

ze er vijftien te zien ontstaan. Het kan best zijn dat je een keer geluk hebt en een

enorm geslaagde investering doet, maar iedereen met een beetje boerenverstand weet dat er geen dertien miljard aan dit soort fantastische projecten in de EU rondslinge-ren, in smachtende afwachting van Junkers euro’s, terwijl niemand anders ze wil financieren.

En om gewoon nog even na te trappen wordt de verbe-terde Europese wetgeving over recycling en efficiënt ma-teriaalgebruik, die na jaren van ongelooflijk ingewikkelde onderhandelingen eindelijk op het punt stond ingevoerd te worden, ook nog geannuleerd. Want we willen het be-drijfsleven natuurlijk niet met nog meer regels opzadelen. Zo’n circulaire economie, beschermen van burgers, het milieu, en ja, zelfs de toekomstige leveringszekerheid van grondstoffen aan het Europese bedrijfsleven zelf. Leuk en aardig allemaal. Maar ten koste van de winst dit financieel boekjaar? Bah, zegt de corporate lobbyist. Bah!

Waarom bestaat dit Juncker Fonds? Wie o wie heeft er baat bij om geld uit de wetenschap te trekken, met als valse belofte dat er op een of andere manier innovatie en economische groei voor terugkomt? Voor wie zou het goed uitkomen om geld niet direct in interessante start-ups en universitaire spin-offs te investeren, maar via een inge-wikkeld systeem?

De non-profit-organisatie The Bureau of Investigative Journalism geeft het antwoord: “The plan is expected to result in major fee generating opportunities for banks. It is envisaged that the Juncker plan will revive Europe’s flag-ging securitsation [sic] market which has suffered since the financial crisis.”

Natuurlijk. De banken. Ik kan niet anders dan afsluiten met een quote van Joris Luyendijk. Dit kan niet waar zijn.

Benjamin Sprecher is promovendus bij het Centrum voor Milieuwetenschappen Leiden

Spieken

DOOr BarT BraUN De mooiste spieker aller tijden blijft de Rotterdamse student die alle informatie voor zijn vak op een neutraal vormgegeven poster zette. Een dag voor het tentamen hing hij de poster op in de tentamenzaal. Geen surveillant die keek wat er nou eigenlijk op stond.

Wat een werk moet het zijn geweest: bepalen wat er precies op de poster moest en wat niet, en hoe je dat leesbaar vormgeeft. Als hij al die tijd en moeite nou gewoon in het leren van het tentamen had gesto- nee wacht. Hij hééft tijd en moeite in dat vak gestoken. Dikke kans dat hij tijdens het vormgeven van de poster de informatie zo goed bekeek dat hij gedurende het tentamen niet eens meer hoefde te spieken. Geen betere lesopdracht dan

Genaaid door Juncker

het maken van een spiekbrief: een slimme docent stelt het verplicht.

Als er bij Geesteswetenschappen ge-klaagd wordt over spieken (zie pagina 4) dan is dat dus reden tot grote zorg. Een academische instelling zou spieken na-melijk helemaal niet als een probleem moeten zien. Als een tentamen zo in elkaar zit dat een luie, ongeïnformeerde student het alsnog kan halen door het boek stiekem in te zien, is het onvoldoen-de universitair van aard.

Bij een tentamen is er maar één soort informatie die je zinnig kan spieken: kennis

waarvan je docent vindt dat je hem paraat zou moeten hebben. Wie tijdens een biologietentamen alsnog op moet zoeken hoe het ook alweer zat met

die evolutietheorie gaat onherroepelijk de boot in. Spieken is alleen nuttig als je even kwijt was

welke cytokines de T-helpercellen nou uit-scheiden. Dat de docent zelf – net als de

dokter en de advocaat en andere acade-misch opgeleide professionals – ook

wel eens wat kennis op moet zoeken die ze eigenlijk paraat zou moeten hebben, maakt blijkbaar niet uit.

Nou is het hier niet de bedoeling om lekker postmodern te orakelen dat

parate kennis in het Google-tijdperk overbodig is. Het punt is dat als een tentamen puur op die parate kennis staat

of valt, het gewoon niet zo’n goed tentamen is. Kom daarom met vragen waarin de student iets slims met die al-dan-niet-parate kennis moet doen. Ontwerp het desnoods zo dat degene die alles moet opzoeken onherroe-pelijk in tijdnood komt. Bij talenstudies moeten de woordjes er inderdaad gewoon ingestampt, maar daar vallen spiekende luiwammesen alsnog door de mand zodra ze een mondeling moeten doen.

Maar ja, een goed tentamen maken is verschrikkelijk moeilijk. En zo’n tentamen vervolgens nakijken is dat nog meer. De geesteswetenschappers schrokken al terug van de extra kosten die surveillanten met zich mee zou-den brengen, maar dat valt in het niet bij wat het kost als je je tentamens echt goed aanpakt. Wees niet verbaasd als studenten straks in de gaten worden gehouden met wat opgehangen camera’s. Die oplossing is namelijk goedkoop, snel en lui: het docenten-equivalent van spieken.

2 Mare · 12 maart 2015

Column

Colofon

Geen commentaar

Page 3: Mare 22 (38)

‘Hard is hier ook echt hard, en het is hoog voor alle partijen. Maar het is fantastische muziek’ Foto Taco van der Eb

Eenmaal boven denk je: ‘Wat nu?’De verleiding van risico’s en het gevaar van vallende kokosnoten

Waarom nemen we risico’s? Psy-choloog en docent Jop Groeneweg probeert die vraag te beantwoor-den. ‘Maar liefst 1300 mensen zijn vorig jaar door schaatsongevallen bij de eerste hulp beland.’

DOOR VEERLE VAN DER GRACHT ‘We zor-gen ervoor dat niemand in een speeltuin kan struikelen en in het verkeer schrijven we boetes uit om ongelukken te voorkomen’, zegt cog-nitief psycholoog Jop Groeneweg (55). ‘Risico’s stimuleren onze be-loningscentra, maar het liefst heb-ben we deze kick zonder gevaar te lopen. Zo gaan we bijvoorbeeld in de Python in de Efteling, kijken we graag griezelfilms en springen we kilometers hoog vanuit een vliegtuig voor een bijna-doodervaring. Maar eigenlijk zitten we veilig vast in de beugels, zitten we gewoon warm thuis op de bank en hebben we een parachute of begeleider achterop de rug.’

Tijdens het congres van studiever-eniging Labyrint gaf Groeneweg een lezing over de verleidingen van risi-co’s. Waar komt die neiging tot waag-halzerij vandaan? ‘De hoeveelheid hormonen in je lichaam bepaalt je ge-drag. Zo rijden jonge mannen in het verkeer veel gevaarlijker dan oudere mannen of vrouwen, omdat ze een ho-ger hoeveelheid testosteron hebben.’ Bovendien geldt: risico nemen geeft een grotere kick dan het doel beha-len. ‘Het proces van bergbeklimmen is leuker dan op de top staan, want dan sta je daar te denken van: ja wat nu?’

We hebben twee manieren van

beslissingen nemen, legt Groene-weg uit, aan de hand van het boek Ons feilbare denken van de Nobel-prijswinnaar Daniel Kahneman. Groeneweg: ‘De haas in ons hoofd maakt meteen overhaaste oordelen. Hij reageert heel snel op gevaar, maar hij zit er nog wel eens naast. De schildpad daarentegen is meer aarzelend en denkt beter na over of iets wel echt een risico is. In het dagelijks leven passen we vooral on-bewust het intuïtieve denken van de haas toe.’

Argwaan slaat toe zodra we con-trole verliezen of ergens onbekend mee zijn. ‘We vinden een vliegtuig risicovol, omdat we het niet kunnen besturen. We vinden vaccinaties eng omdat we geen idee hebben wat de gevolgen zijn, terwijl het gevaar dat je ermee voorkomt groter is.’

Tegelijkertijd is het vertrouwde niet zo onschuldig als we denken. ‘Maar liefst 1300 mensen zijn in 2013 bij de eerste hulp beland door schaatsongevallen. Er overlijden 250 mensen per jaar door een auto-on-geluk, maar toch rijden we allemaal zorgeloos in een auto. Alcohol is schadelijker dan wat dan ook, maar het is overal verkrijgbaar en ieder-een drinkt het.’

Bij het inschatten van een risico laten we ons misleiden door beeld. ‘Veel mensen vrezen haaien van-wege de film Jaws, maar die doden gemiddeld maar vijf mensen per jaar. Daarentegen vinden we nijl-paarden, die ruim 2900 mensen per jaar vermoorden, vriendelijk en schattig. Ook is er niemand bang voor kokosnoten, dat terwijl er toch echt vijftien mensen per jaar sterven door vallende kokosnoten.’ ‘Het proces van bergbeklimmen is leuker dan op de top staan.’

Keelsnoepjes tijdens een Duitse dodenmisDOOR PETRA MEijER In de Herengrachtkerk strekken honderdvijftig mensen hun ar-men ten hemel. Dan rekken ze zich uit en rollen ze met hun schouders alsof ze net uit bed gekomen zijn. Er klinkt zacht gesis, dat steeds harder wordt. ‘Pfffffff’, verzuchten de mensen.

En dan: ‘tss-kuu-pff-pff, tss-kuu-pff-pff’: alsof ze een locomotief nadoen. Vervolgens kloppen ze zich als gorilla’s op de borst.

‘Zondag treden we op in de Philips-zaal in Den Haag’, zegt Lineke Brink van studentenkoor- en orkestvereni-ging Collegium Musicum (CM), terwijl de stemmen worden opgewarmd. Voor de gelegenheid is ook het koor van Krashna Musika, de Delftse tegen-hanger van CM, van de partij.

‘In 2007 hadden we ook een ge-zamenlijke uitvoering, toen werd het door Delft georganiseerd.’ Dat de Delf-tenaren relatief veel mannen hebben, komt CM niet slecht uit . Vooral de te-noren zijn gewild. Brink: ‘Maar dat is een berucht probleem bij alle koren.’

‘Blijkbaar is het voor mannen min-der hip’, zegt Luuk van Ursem, een van de tenoren uit Delft . Hij is enthousi-ast over de omvang van de gecombi-neerde koren. ‘Er is meer ruimte voor dynamiek: het verschil tussen hard en zacht. Met een klein koor heb je soms het gevoel dat je tegen het orkest op moet zingen. Een tuba maak je nu eenmaal niet zachter.’

Vandaag is de generale repetitie, met op het programma Ein deutsches Requiem van Brahms. Brink: ‘Het stuk

al - naar de wc. ‘Volgens mij ben ik mijn stem nu al kwijt ’, zegt Mariëlle Hiert (psychologie). Binnen gaan de keelsnoepjes rond.’ Orietta Koster (psychologie) is desalniettemin en-thousiast. ‘Ik ben verliefd op het zesde deel. Het gaat over de dag des oor-deels. Normaal gesproken is dat hel en verdoemenis, maar hier wordt de dood uitgedaagd. “Tod, wo ist dein Stachel? Hölle, wo ist dein Sieg?” De neiging is groot om je volledig te laten gaan. Maar dan zit je er doorheen en volgt het zevende deel nog. Gister had ik een kikker in mijn keel. De dirigent riep: “Een van de alten maakt een rare toon!” en ik wist dat ik het was.’

‘Je zou misschien denken dat je je in zo’n groot koor achter anderen kunt verschuilen’, zegt dirigent Gilles Mi-chels. ‘Maar ik hoor het als het ver-keerd gaat. Ik weet niet precies wie er dan naast zit , maar ik laat ze graag in die waan.’

De dirigent legt de boel inderdaad een paar keer stil. ‘Hallo, stop! Stoot je buurman aan als je dit hoort. Dit kun-nen we niet hebben!’ En even later: ‘Alsjeblieft! Niet zingen als je het niet weet. Dit wil ik niet horen!’

‘Tja, dat was niet echt aardig’, ver-ontschuldigt hij zich achteraf. ‘Maar ik had de bassen al een paar keer gecorrigeerd.’ Nu de puntjes op de i zijn gezet zijn de muzikanten er klaar voor. Michels: ‘Dit is een van de groot-ste klassieke stukken ooit. De tekst is prachtig, het is een overwinning op de dood.’

duurt tachtig minuten. We hebben zelf tien minuten pauze ingebouwd, want dit stuk vraagt veel van je stem. Hard is hier ook echt hard, en het is hoog voor alle partijen. Maar het is fantasti-sche muziek.’

Als het koor zich bij het orkest voegt wordt al snel duidelijk waar Brink het over heeft. Soms klinkt de Duitstalige dodenmis ingetogen, dan zwelt het geluid ineens gigantisch hard aan. Af en toe stopt er even iemand met zin-

gen om stiekem zijn telefoon te chec-ken, of een pen uit een haarknotje te vissen en een aantekening te maken in de bladmuziek.

Als de pauze aanbreekt rennen de musici - soms met strijkstok en

12 maart 2015 · Mare 3

Mensen

Frutti di Mare

Page 4: Mare 22 (38)

Noord-Koreaanse gasthoogleraarDe Noord-Koreaanse banneling Jang Jin-sung wordt gasthoogleraar aan de Universiteit Leiden. Het komende half jaar zal hij lezingen en een masterclass geven over het Noord-Koreaanse sys-teem. Aan het begin van dit collegejaar sprak Jang al op de Leidse conferentie A State of Legitimacy: North Korean Voices in Exile, samen met andere dis-sidenten. In vergelijking met de meeste vluchtelingen uit Noord-Korea, be-kleedde hij er een redelijk hoge positie. Hij was namelijk propagandadichter voor de Geliefde Leider Kim Jong Il, de vader van Kim Jong-un. Na zijn vlucht in 2003 bleef hij schrijven en dichten. Een Engelse vertaling van zijn memoi-res, Dear Leader, verscheen afgelopen jaar en hoogleraar Koreastudies Remco Breuker werkt aan een Nederlandse vertaling.

Valorisatiebeleid werktHet kabinet wil graag dat universitair onderzoek uiteindelijk leidt tot dingen die geld opleveren. Om dat aan te moe-digen, bestaat er sinds 2010 een zoge-heten Valorisatieprogramma. Dat is een pot met geld waar wetenschappers sa-men met het bedrijfsleven uit kunnen putten, bijvoorbeeld om een proof of concept te ontwikkelen.

In een tussentijdse evaluatie laat het ministerie van Economische Zaken – beheerder van de pot – de Tweede Ka-mer weten dat het prima gaat met het Valorisatieprogramma. Maar liefst 650 startup-bedrijfjes zouden mede dankzij het programma zijn ontstaan. Kantte-kening is wel dat het met de octrooien nog niet zo opschiet.

Tenminste: Wageningen en de tech-nische universiteiten doen het goed, maar de andere universiteiten lopen achter.

Leidse film op CannesEen film van de Leidse onderzoeker Itandehui Jansen is te zien op het Film-festival van Cannes. Haar korte docu-mentaire Yaavi, over een ouder koppel op het Mexicaanse platteland, is voor de Short Film Corner geselecteerd. Jan-sen maakte de film samen met haar partner Armando Bautista García, met wie ze het filmbedrijf Lista Calista Films leidt.

De documentaire is een onderdeel van het onderzoeksproject Time in In-tercultural Context, waar verschillende Leidse archeologen bij betrokken zijn. Eerder wonnen Jansen en Bautista Gar-cía al verschillende prijzen voor hun korte film El Último Consejo.

Nieuw Ancient Arabia-centrumMet de Aramcolezing door Michael Macdonald wordt aanstaande dins-dag het nieuwe Leiden Center of the Study of Ancient Arabia gelanceerd. Het centrum is gericht op onderzoek naar archeologische vondsten uit de pre-islamitische Arabische wereld. Mac-donald is verbonden aan de Oxford University en de titel van zijn lezing is Ancient Arabia: Forgotten Civilizations at the Heart of the Ancient Near East. Het evenement begint om 20.00 uur in de Tempelzaal van het Rijksmuseum van Oudheden.

Lugduno-orchideeOmdat de Leidse Hortus Botanicus dit jaar 425 jaar bestaat, is er een orchi-deeënsoort naar vernoemd. In Blumea, het huisblad van het Nationaal Herba-rium, beschrijven de Leidse biologen Adam Karremans en Barbara Graven-deel samen met een Costa Ricaanse collega de soort Specklinia lugduno-batavae. Het plantje groeit op andere planten, heeft rechtopstaande blade-ren en egaal witte bloemen. S. lugdu-no-batavae komt voor in Costa Rica, net als drie nauw verwante Speclinia-soorten.

Spieken gemakkelijk gemaakt‘In grote collegezalen schijnt het gebruikelijk te zijn om tijdens tentamens boeken onder de tafels door te schuiven’, zei raadslid en studiecoördinator Nicole van Os bij de vergadering van de faculteit Geesteswetenschappen.

door MArLeeN VAN WeseL Ze hoorde dit voor het eerst van een oud-student. ‘Maar het beeld werd door een deel van de studentengeleding van de fa-

culteitsraad bevestigd.’ ‘Niet álle stu-denten maken zich hier schuldig aan’, aldus Bert van Laar, studentraadslid namens BeP. ‘Maar het raakt wél alle studenten’, reageert raadsvoorzitter Jan Sleutels. ‘Spieken creëert een si-tuatie van ongelijkheid.’

Spieken is volgens de zogenoemde Regels en Richtlijnen van de ver-schillende faculteiten een vorm van plagiaat. In het document van gees-teswetenschappen staat bijvoorbeeld vermeld dat een examinator een spie-kende student onmiddellijk mag ‘uit-

sluiten van verdere deelneming aan het tentamen’. En het spiekbriefje of het boek in kwestie mag daarbij in-genomen worden. Bij ernstige fraude kan een student definitief van de op-leiding gegooid worden. Voor onre-gelmatigheden lopen de sancties op tot het uitsluiten van deelname aan onderwijs, tentamen en examen voor maximaal een jaar.

De naam van de student komt bo-vendien in het ‘plagiaat- en fraudere-gister’, waardoor examencommissies bij nieuwe kwesties kunnen checken

of er al eerder iets is voorgevallen. Geesteswetenschappendecaan

Wim van den Doel beloofde de kwes-tie dan ook ‘mee te nemen’. Sleutels droeg een mogelijke oplossing én ook alvast een bezwaar tegen die oplossing aan: een professioneel sur-veillantenteam, zoals bijvoorbeeld bij tentamens van geneeskunde. Bij geesteswetenschappen zijn er, naast de docent die het tentamen geeft, namelijk vaak maar weinig surveil-lanten. ‘Maar dat kost geld’, besluit Sleutels.

Boeken schuiven onder de tafels door

‘Ik wil stoute dingen kunnen zeggen’ De faculteit Rechten wil inspelen op technologische vooruitgang. Maar de opkomst van sociale me-dia en het opnemen van colleges brengen de nodige problemen met zich mee.

Dat bleek vorige week toen de facul-teitsraad de notitie ICT- en onder-wijsstrategie besprak.

Personeelsraadslid en universitair docent Pieter De Tavernier maakte zich zorgen over opnamen van colle-ges. Hij bedoelde dan vooral studen-ten die foto’s nemen en geluid- en filmopnames maken. ‘In mijn colle-ges aansprakelijkheidsrecht doe ik nog wel eens boute uitspraken. Dan denk ik: “Ik hoop dat er geen opna-me van die uitspraak plus foto van mij op Facebook verschijnt. Ik vind het van belang dat ik “gevaarlijke” uitspraken kan doen. Dat ik het vrije woord kan hanteren en stoute din-gen kan zeggen. Die academische vrijheid moeten we wel bewaren. En die staat wel onder druk.’

Pauline Schuyt van het rechten-bestuur: ‘Dat is heel belangrijk. Wat betreft de opnamen die we zelf ma-ken van het college, is dat een punt. We moeten ons echter wel beseffen dat anderen ons ook opnemen. En dan bedoel ik niet de NSA of de CIA, maar onze studenten. Dat is van deze tijd. Het is niet anders, we moeten ons daarvan bewust zijn.’

Het opnemen en aanbieden van colleges is handig maar het heeft ook nadelen.

‘Lange leve de vooruitgang’, aldus personeelsraadslid en universitair docent René Orij. ‘Maar innovatie kan ook storende effecten hebben. College-opnamen wekken verwach-tingen bij studenten. Als er een keer iets misgaat met de techniek dan krijg je de wind van voren van boze studenten. Maar het is hún verant-woordelijkheid om naar college te gaan. Een bevriend hoogleraar vertelde mij dat hij bij een eerste-jaarstentamen was en dat een van de studenten naar hem toe kwam en zei: “Hé. Ik ken u van de video.” Dat is dus eigenlijk de omgekeerde

wereld. ‘Misschien moeten we hier maar aan wennen. Maar we moeten wel nadenken over wat we ermee moeten. We worden deels overbo-dig, want straks wordt het van: “Zet het videootje van vorig jaar maar aan.’

Lawson: ‘De trend is wel dat in de loop van een semester er meer studenten kiezen voor een opname. Maar je boekt wel de grote zaal in het Gorlaeus. Dus hoe ga je daarmee om?’

‘Je kunt er bijvoorbeeld ook voor kiezen om de opgenomen colleges de laatste week voor het tentamen vrij te geven’, zei Koen Hamelink van studentenpartij LVS. ‘Dan ge-bruiken studenten de opnamen niet in plaats van het college. Er zit nu al

een piek in de kijkcijfers vlak voor tentamens.’

De Tavernier hoopte dat docenten in de toekomst niet steeds meer on-line in contact met studenten moe-ten staan. ‘Ik ben er niet blij mee als docenten eindelijk stilte om hun hoofd hebben om aan onderzoek te doen, ze toch weer actief moeten zijn op sociale media. De onderzoekstijd staat al zo geweldig onder druk.’

‘Dat is ook zeker niet de bedoeling’, zei rechtendecaan Rick Lawson.

Personeelsraadslid en promo-venda Judit Altena miste in de no-titie aandacht voor kwesties rond privacy.

‘Ik denk dat het belangrijk is op welke platforms we communiceren met studenten. De privacy moet

wel gewaarborgd zijn’, aldus Altena. ‘Dus betaalde diensten zijn waar-schijnlijk wel nodig.’

Lawson: ‘Dat is inderdaad relevant als het gaat om bijvoorbeeld studie-resultaten. Maar zaalwijzigingen kunnen bijvoorbeeld op Facebook.’

Altena: ‘Maar dat dwingt studen-ten om op Facebook te gaan. En sommigen willen dat niet.’

Lawson: ‘We moeten dus studen-ten via verschillende kanalen op de hoogte houden. Privacy is een be-langrijk punt waar in vervolgstuk-ken meer aandacht voor komt. Som-mige docenten willen bijvoorbeeld niet dat er een foto van hen op in-ternet verschijnt. Dat zijn allemaal zaken waar je rekening mee moet houden.’ VB

Niveau Engels onbekendDe stand van het Engels van Leidse docenten is onbekend, volgens de makers van de International Stu-dent Barometer.

Vice-rector magnificus Simone Bui-tendijk beweerde vorige maand nog in Mare dat het juist ‘helemaal top’ was, volgens diezelfde Barometer.

Maar de Universiteit Leiden doet

dit jaar namelijk helemaal niet mee met de International Student Ba-rometer, laat Nannette Ripmeester weten.

De International Student Barome-ter is een groot jaarlijks studenten-onderzoek door onderzoeksbureau i-Graduate, waarvan Ripmeester director of client services Europe is.

Vice-rector magnificus Simone

Buitendijk meldde op 12 februari in het interview met het college van bestuur: ‘Volgens de internationale Student Barometer is het Engels van onze docenten helemaal top.’

Geesteswetenschappenfaculteits-raadslid Bert van Laar verwees vori-ge week nog eens naar die uitspraak in een opiniestuk in Mare.

In 2013 had Leiden indertijd keu-

rige scores, ook wat betreft het En-gels van academische medewerkers.

Toch noemt Ripmeester het nu ‘op z’n minst bijzonder om naar de resultaten te verwijzen, want de andere hoger onderwijsinstel-lingen hebben zich op dit punt ver-der verbeterd terwijl er van Leiden geen nieuwe gegevens bekend zijn.’ MVW

4 Mare · 12 maart 2015

Nieuws

Page 5: Mare 22 (38)

We zeggen vaak het ene terwijl we het andere bedoelen, schrijft docent taalkunde en taalbeheer-sing Ronny Boogaart in zijn nieu-we boek Een sprinter is een stop-trein zonder wc. De sturende kracht van taal.

Wat is er sturend aan het verschil tussen een stoptrein en een sprin-ter? ‘Het is één ding in de werkelijk-heid. De naam “stoptrein” legt de nadruk op de plekken waar de trein stopt. “Sprinter” benadrukt juist de stukken waar de trein wél rijdt. Dat woord roept een heel ander beeld op: van snelheid en dynamiek. “Ex-tra reistijd” is ook zoiets. Daarmee bedoelt de NS gewoon vertraging, maar “extra” klinkt positief en “rei-zen” op zich ook.’

Kunnen betekenissen daardoor veranderen?‘Ja, je ziet bijvoorbeeld dat neutrale woorden op een negatieve manier gebruikt worden. Wanneer je ie-mand uitscheldt voor pannenkoek of homo, bijvoorbeeld. Zo’n woord kan de oorspronkelijke betekenis verliezen. Een grappig voorbeeld vond ik Ferry Doedens, die in Ex-peditie Robinson moest huilen, en toen zei: “Maar ik ben geen homo.” Juist omdat hij zo uitgesproken ho-moseksueel is: hij bedoelt hier al-leen nog de betekenis “watje”. Net als “tering”: wie dat roept, denkt meestal niet meer aan de ziekte, al is een ziekte op zich natuurlijk ook iets negatiefs. En het pijnlijke van de zaak is dat homo oorspronkelijk ook al als iets negatiefs gezien werd.’

U beschrijft ook de rechtszaak tegen een man die een agent uit-schold voor homo. ‘Die zaak was in 2007, toen er alleen Grote brand in

de Pelikaanhof‘Ik dacht: dit kan heel naar aflopen’Zondagnacht brak er brand uit op de eerste verdieping in blok D van het studentencomplex de Pelikaan-hof. Alle studenten stonden op tijd buiten. Eén kat overleefde het niet.

Door Veerle Van Der Gracht Om kwart over vijf ’s morgens was de brand-weer de brand meester. De oorzaak is nog onbekend. Wel heeft de politie een 29-jarige man aangehouden op verdenking van brandstichting.

‘Het brandalarm slaat wel vaker aan, dus ik bleef eerst liggen, maar toen het alarm maar bleef afgaan en iemand op de deur begon te klop-pen wisten we dat het serieus was’, vertelt rechtenstudente Carolyn da Cruz Freitas die in de B-vleugel van de Peli woont.

‘Ik pakte mijn huissleutels, mijn portemonnee en mijn telefoon en binnen vijf minuten stond ik bui-ten in mijn badjas’, zegt Nidia van Strien. Zij woont twee verdiepingen boven de branduitbraak.

Pelikaanhofbeheerder Bastiaan Brozius: ‘We drukten op alle bellen, begeleidden iedereen naar buiten en sloten gas en elektriciteit af.’

‘De politie stond al buiten toen we

aankwamen. Er stonden zes brand-weerwagens en drie ambulances’, vertelt Da Cruz Freitas. Ambulan-cepersoneel keek zeven studenten na op symptomen van rookinhala-tie, maar niemand hoefde naar het ziekenhuis.

Van Strien: ‘Ik zag uit twee grote ramen gigantische rookwolken ko-men en de ramen waren gespron-gen door de hitte.’ ‘Ik dacht: dit kan heel naar aflopen als er nog iemand in zit, maar de brandweer was met man en macht bezig’, zegt Brozius. In café Bad Habits, tegenover de Pelikaanhof, konden de studenten wachten tot ze hun kamer weer in mochten. ‘Het enige wat je kunt doen hopen dat je kamer niet de sjaak is’, vertelt Van Strien.

Om half zeven konden de eerste studenten uit de blokken A, B en C alweer naar binnen. Rond elf uur konden de bewoners van vleugel D onder begeleiding waardevolle spul-len uit hun kamers pakken, en tegen het einde van de middag konden ze weer in hun kamer terecht.

In de loop van de dag deden de elektriciteit, water en verwarming het ook weer.

Van Strien: ‘Het studentbeheer en DUWO hebben supergoed hun best

gedaan. We werden via een Face-bookgroep op de hoogte gehouden, en konden de hele dag voor advies bij de Pelibar langs.’

DUWO adviseerde de bewoners van de verdiepingen dicht bij de brand om de eerste nacht ergens anders te slapen.

Brozius: ‘We wilden niet dat men-sen ‘s nachts mogelijk roetresten inademden.’ Inmiddels kan ieder-een zijn kamer weer in. Slechts één woning is erg beschadigd. ‘Het ap-partement is inmiddels door de po-litie vrijgegeven, en we zijn met de herstelwerkzaamheden begonnen’, vertelt Michiel Ensink, directeur van DUWO Leiden. ‘DUWO regelt het met de verzekering. Alleen de inboedel is het pakkie-an van de eigenaars.’

Schoonmaakbedrijf De Blinker en Calamiteitenschoonmaakbedrijf Dolmans konden al snel aan de slag om het gebouw schoon te maken. ‘Het zag zwart: van de muren tot aan de trapleuningen zat alles onder het roet’, vertelt Blinker-directeur Paul Vermond.

‘Het duurt even voordat het ge-bouw weer helemaal opgeknapt is. Nu het meeste roet weg is, is het ge-bouw in elk geval weer toegankelijk.’

‘Je piemel komt in beeld!’

De vereniging voor medische stu-denten IFMSA-NL presenteerde zondag, op Internationale Vrou-wendag, een naaktkalender. Ook studenten van de Leidse afdeling trokken daarvoor hun kleren uit.

‘Vorig jaar lieten we rond Vrouwen-dag ballonnen met teksten op. Dit jaar stelde iemand een naaktkalen-der voor’, vertelt Menno de Haas, psychologiestudent aan de Univer-siteit Leiden.

‘Tachtig procent van ons studeert geneeskunde, de rest bijvoorbeeld biomedische wetenschappen, psy-chologie of zelfs rechten’, verduide-lijkt hij.

De Haas (op de foto met hoedje) was niet direct enthousiast om mee te doen. ‘Maar eigenlijk wilde ik zo-iets wel een keer doen. Veel vrienden deden ook mee en uiteindelijk dacht ik: wat maakt het eigenlijk uit?’

Uiteindelijk staat hij op twee foto’s. ‘Op eentje houden we met drie mannen een high tea. De foto-shoot begon onwennig. Je staat daar en moet je kleren uittrekken, wat best raar is. Maar er waren slechts een fotograaf, een assistent en twee stylisten bij.’ Het resultaat is ‘bedekt naakt’. ‘Geen zichtbare geslachtsde-len dus. Soms moest ik net even an-ders gaan staan en dan riepen ze: je piemel komt in beeld!’

De tweede foto vond hij wat ver-velender. ‘Daarop zitten we met drie mannen en drie vrouwen in en rond een badkuip. Er waren dus ook vrouwen bij, en er stonden veel meer mensen omheen. Dat was niet chill. Ik ga het nooit meer doen, maar nu kan ik dit in elk geval wel afstrepen.’

De kalender is voor €9,95 te koop op http://winkel.ifmsa.nl/iwdkalen-der. De opbrengst gaat naar de Panzi Foundation. ‘Dat is een goed doel dat Congolese vrouwen helpt die slachtoffer zijn van verkrachting.’ De Haas heeft zelf vast drie kalen-ders gekocht. Eentje komt op zijn kamer te hangen. ‘En op mijn werk willen ze er ook een.’ MVW

Foto Inge Smulders

leeuwen met gpsEen Keniaanse leeuw krijgt een gps-halsband om, terwijl biologe Laura Bertola (rechts) bloedmonsters afneemt. Bertola onderzocht voor haar promotie het DNA van bijna tweehonderd leeuwen uit het wild, dieren-tuinen en de collectie van Naturalis. Afrikaanse leeuwen blijken diver-ser dan gedacht: op grond van hun erfelijk materiaal zijn ze te onder-scheiden in een Noordelijke en een Zuidelijke variant, en die twee zijn weer op te splitsen in zes subtypes. Dat is belangrijke informatie voor het beschermen van leeuwen: grotere genetische diversiteit voorkomt inteelt en vergroot de veerkracht van de soort. Het is ook belangrijk bij het besluiten wat je precies gaat beschermen: willen we straks al-leen Zuid-Afrikaanse leeuwen, of moet zoveel mogelijk diversiteit be-schermd worden? Europese dierentuinen overwegen nu om Bertola’s kennis over leeuwen-DNA toe te gaan passen in een een fok- en stam-boomprogramma voor hun leeuwen. Foto Rémon Visser

Als je begrijpt wat ik bedoel

nog maar een neutrale betekenis in het woordenboek stond. Maar het was wel duidelijk dat de bedoeling van de man was om te schelden. Daarvoor hoef je het woord niet op te zoeken in het woordenboek, wat de rechter wel deed. Hij sprak hem vrij, terwijl de letterlijke betekenis er gezien de bedoeling eigenlijk niet toe deed.’

Moeten rechters die de Van Dale erbij pakken, voortaan ook uw boek lezen?‘Dat kan geen kwaad, maar mijn boek gaat over misverstanden waar heel veel mensen gevoelig voor zijn. Als iemand zegt dat hij iets niet lét-terlijk zo zei, ervaren veel mensen dat als een logisch argument. Bij-voorbeeld toen Wilders vroeg of we meer of minder Marokkanen wilden. Letterlijk was dat slechts een vraag, maar dat is een zwak ar-gument. Het gaat om wat iemand bedoelt.’

Ziet u die sturende kracht van taal ook bij het bonnetje van Fred Teeven en Ivo Opstelten?‘Dat is een interessant geval. Als zij de waarheid bewust verborgen hielden, houdt de communicatie op. Taal werkt namelijk, omdat we ervan uitgaan dat de ander begrepen wil worden: coöperatief taalgebruik. Het idee van mijn boek is dat we vaak het ene zeggen en het andere bedoelen, maar meestal niet met boze opzet. In de taalkunde is het eigenlijk ongebruikelijk om norma-tief naar taalgebruik te kijken, maar in mijn boek noem ik wel wat geval-len van leugens en misleiding.’ MVW

Ronny Boogaart: Een sprinter is een stoptrein zonder wc. De sturende kracht van taal. Amsterdam Univer-sity Press, 139 pgs. €9,95

12 maart 2015 · Mare 5

Nieuws

Page 6: Mare 22 (38)

Foto Daniel Rommens

‘Welk gebouw bezetten we als eerste?’De Nieuwe Universiteit Leiden vergadert over veertien eisen

> Vervolg van de voorpagina

‘We stellen echt eisen op’, antwoordt Nynke van der Wal, student Duits en deelnemer van de Nieuwe Uni-versiteit. De organisatie heeft rond de vijftig mails binnengekregen met grieven van medewerkers en stu-denten. Hieruit is een werklijst met veertien eisen gedestilleerd. Die lopen uiteen van het tegenhouden van het bursalensysteem en duide-lijkheid scheppen over de kosten van het instellingscollegegeld tot het financieren op basis van kwaliteit in plaats van kwantiteit. Ook zijn ten-tamenboetes uit den boze.

De macht van de medezeggen-schap moet groeien. Voordat er

belangrijke besluiten worden ge-nomen dient de universitaire ge-meenschap invloed te kunnen uitoefenen. Verder staat de ont-wikkeling van de student voorop en niet het halen van de bul. Stu-denten en wetenschappers moeten weer meer vrijheid krijgen. Niet bestuurders bepalen waar onder-zoek naar wordt gedaan, dat doen wetenschappers zelf.

De eisen liggen nog niet vast. Concretiseren gebeurt in werk-groepen. ‘Wie wil daarin?’ vraagt Fu. Na enige aarzeling gaan er ne-gen vingers de lucht in. Brouwer wil wel in een werkgroep. ‘Als dat allemaal niets oplevert, weet ik nog wel een aardige actie: de hele dag

muziek van Barry Badpak blasten bij Rap 70.’

‘We hebben nog niet gesproken over eventuele sancties als het col-lege onze eisen niet inwilligt’, roept promovendus Emile van Brakel, die daarmee applaus oogst. ‘Welk ge-bouw gaan we als eerste bezetten? Ik wil wel slapen in een gebouw van de universiteit aan het Rapenburg. Straks staat er weer in Mare dat we allemaal van die lieve aardige hip-pies zijn.’

Inmiddels is het tien over acht en de zaal is voor twee uur gereserveerd. Tijd om de bijeenkomst te sluiten. ‘Deze collegezaal is nu eigenlijk of-ficieel bezet’, grapt een van de organi-satoren. ‘Occupy Lecture Hall.’

Te Beest legt uit waarom hij niet met de capitulatiebrief van het UvA-bestuur in de hand naar het Leidse college stapt en eisen stelt. ‘We bestaan nog maar een week en willen eerst vaststellen wat we nu eigenlijk precies van het college willen. Daarnaast zijn de proble-men in Amsterdam veel nijpender. Het gaat het in Leiden eigenlijk best goed. Natuurlijk zijn er de nodige problemen en die gaan we nu aankaarten. We hebben hier gelukkig een college dat openstaat voor discussie. Blijkbaar hadden de Amsterdamse activisten het gevoel dat er niet naar hen geluisterd werd. Dat hebben wij niet. Er zijn natuur-lijk raakvlakken met de UvA. Een

deel van de toegegeven zaken in de Amsterdamse brief willen wij ook, maar sommige daarvan zijn hier al geregeld. We geven er een Leidse draai aan.’

Hij is niet bang dat de Nieuwe Universiteit Leiden het momen-tum verliest. ‘Juist het tegenoverge-stelde is het geval. Er waren meer mensen bij deze bijeenkomst dan die van vorige week. We krijgen steeds meer steunbetuigingen. Het borrelt in Leiden. Waar rook is, is vuur. Zie de Nieuwe Universiteit Leiden maar als de brandwacht. Wij vinden de brand en helpen die mee blussen. Maar dat is een col-lectieve bezigheid. Het is en blijft Leiden.’ VB

Wat valt er hier te halen?Raadsleden zien aanknopings­punten in de Amsterdamse capitulatiebrief. ‘Het is aan de beweging om te laten zien dat de problemen breder gedragen zijn.’ Het Leidse college van bestuur wil niet reageren.

Door Petra Meijer ‘Ik ben onder de indruk van de Amsterdamse toe-zeggingen’, zegt universiteitsraadslid Joost Augusteijn (Abvokabo). ‘Veel punten zijn in Leiden al beter gere-geld dan in Amsterdam, maar vooral op het gebied van democratie en me-dezeggenschap valt er nog wel wat te halen. Echte medezeggenschap is ook in Leiden beperkt. Nieuw beleid wordt eerst intern geformuleerd. Ze bedenken iets, babbelen daarover, leggen het vast, en dan komt het pas bij ons. Wij kunnen dan hooguit de scherpe randjes eraf halen. Als het om beleidsbepaling gaat, zitten wij aan het eind van het proces.’

Ook universiteitsraadslid Maha-med Xasan zou graag zien dat de medezeggenschap eerder geïnfor-meerd wordt. Maar verder is hij ei-genlijk wel tevreden met de Leidse gang van zaken. ‘We hebben veel gremia waarin studenten zijn ver-tegenwoordigd. Zo zijn er de facul-

teitsraden met een assessor in het bestuur, de universiteitsraad, het Leids Universitair Studentenplat-form (LUS), de Plaatselijke Kamer van Verenigingen (PKvV), het Stu-dieverenigingen Overleg Platform (StOP), opleidingscommissies: hoe-veel invloed wil je hebben?’

Dat leden van het college van be-stuur en het faculteitsbestuur op ba-sis van democratie gekozen moeten worden, vindt hij onzin. ‘We moe-ten blij zijn met wat we hebben en onze winsten tellen.’ Augusteijn ziet er echter wel wat in. ‘Het bestuur staat hier op een zekere afstand. Veel mensen hebben het gevoel dat ze er geen echte invloed op kunnen uitoefenen. Zonder iets te willen zeggen over de mensen die daar nu zitten, zouden we het wel een keer moeten hebben over hoe de mensen in die besturen daar komen. Dat kan democratischer.’

Volgens Xasan is ook meer fi-nanciële openheid niet nodig. ‘Wat is nou volledige financiële open-heid? In principe worden al onze vragen over bepaalde uitgaveposten gewoon goed beantwoord. Je moet als medezeggenschap niet naast je schoenen lopen. We hebben me-dezeggenschap, geen zeggenschap.’ Augusteijn: ‘Natuurlijk zijn som-mige posten onduidelijk. Dan staat

er “extra inhuur personeel” in een financieel overzicht, zonder dat wij zien dat dit personeel aan uSis werkt.’

Het Leidse college van bestuur liet dinsdag desgevraagd weten het ‘niet opportuun’ te vinden om op het tienpuntenplan te reageren, omdat het een ‘Amsterdamse aangelegen-heid’ zou zijn.

Augusteijn: ‘Het is nu aan de Leid-se beweging om te laten zien dat dat niet zo is, en dat de problemen bre-der gedragen zijn. Daarvoor hoeven we echt niet meteen de oude UB te bezetten. Het bestuur is best bereid om in gesprek te gaan, maar is er vol-gens mij nog niet echt van overtuigd dat er een probleem is.’

Xasan vindt het logisch dat de perikelen in Amsterdam gebruikt worden om de pijnpunten in Leiden bespreekbaar te maken. ‘Ook bij ons valt een en ander te verbeteren, de opleidingen zijn bijvoorbeeld veel te schools, met verplichte werkgroe-pen in de master. We krijgen van het bestuur steeds te horen dat ze vroeger bij rechten veertig procent uitval hadden. De maatregelen kun-nen dan misschien wel werken voor die veertig procent, maar daar heb je weinig aan als ze niet werken voor de overige zestig procent. Enerzijds hoor ik van het bestuur dat Leiden

het Oxford aan de Rijn wil worden, anderzijds willen ze slechte studen-ten aan boord houden. Een jaar ex-tra begeleiding is prima, maar laat ze daarna maar uitvallen.’

Augusteijn noemt met name de toenemende werkdruk en bureau-cratie als frustratiebron. ‘Er is hier

wel een reservoir van onvrede, maar die wordt niet emotioneel gevoeld. De frustraties zijn zeer divers. We hebben niet te maken met grote on-tevredenheid door een voorgestelde fusie of bezuinigingen. We willen wel dat het beter gaat, maar hebber er ook weer niet echt last van.’

De prijs voor een Maretje bedraagt €9,– per 30 woorden, opgegeven via [email protected] uiterlijk t/m maandag 16.00 uur. Maretjes aan­geboden voor commerciële doeleinden worden niet geplaatst, evenmin als Maretjes waarin zaken worden aange­boden die de waarde van 4.500 euro te boven gaan.

Doe meer met je kennis! Vrijwilligers gezocht voor één uur per week bijles en huiswerkbegeleiding op verschillende locaties of bij de leerling thuis. Leiden-Noord, 31 leerlingen, basisonderwijs, groep 4 t/m 8, waarvan 8 met vergoeding van €5­7,­ per les. Voortgezet onderwijs, 11 leerlingen Nederlands, economie, En­gels, wiskunde, natuurkunde, waarvan 2 met vergoeding van €5,­ per les. Marok­kaans meisje, Engelstalige grammatica, tweedejaars mbo­4­opleiding. Ook hulp gezocht bij: *Twee jongens, Nederlands, burgklas. *Biologie, geschiedenis, 2ma­vo. *Economie, 4vmbo. *Natuurkunde,

scheikunde, 2vmbo. *Wiskunde A, 4vwo. *Engels, Nederlands, 4havo. Engels, biologie, 4vmbo­t. *Engels, 5vwo. *Wis­kunde, rekenen, brugklas vmbo. *NASK, geschiedenis, Engels, 2havo. *Engels, 3vmbo­TL, tot €10,­ per les. * Natuur­, scheikunde, 4havo, €5,0 per les. *Stu­dente Biomedische Wetenschappen zoekt hulp bij schrijven stageverslag in Engels (voor eind maart). Leiden-Zuid, 10 leerlingen basisonderwijs groep 4 t/m 8. Voortgezet onderwijs, wiskunde, 2vmbo. Economie, 5vwo.

Vrijwilliger uit Stevenshof gezocht voor basisschoolleerlinge, huiswerkbege­leiding, basisonderwijs middenbouw. Onderwijswinkel, Driftstraat 77, ma, wo en do 15­17u. Tel: 071­5214256. E­mail: [email protected].

Je leven lang plezier, hersentrai-ning en psychologisch inzicht sti-muleren? Doe mee aan de kickstart cursus bridge en maak in het afslui­

tende toernooi kans op een mooie prijs (500 euro prijzengeld). inschrijven: www.studentenbridgeleiden.nl

iSraeLiSCHe aPartHeiD eN iN-terNatioNaaL reCHt, DiSCUSSie-BijeeNKoMSt. 16 maart 19.30, LUMC Collegezaal 5. Sprekers: Michael Deas, coördinator van de campagne voor Boy­cot, Desinvesteren en Sancties (BDS) in Europa. Dina Zbidat, Palestijnse uit Is­rael, afgestudeerd sociale wetenschap­pen aan de Hebreeuwse Universiteit. or-ganisatie: www.palestina­komitee.nl; www.docp.nl .

Studentenbridge Leiden biedt aan: gra-tis kickstartcursus met als afsluiting het derde Leids Studenten bridgekampioen­schap op 17 april, met 500 euro prijzen­geld voor deelnemers aan de kickstart cursus. Schrijf je in op www.studenten-brigdeleiden.nl of stuur een mail naar [email protected].

Maretjes-extra zijn bedoeld voor semi­commerciële instanties. De prijs voor een Maretje­extra is €23,– incl. BTW voor elke vijfendertig woorden. U kunt deze adver­tenties uiterlijk op de vrijdag vóór het ver­schijnen van Mare opgeven bij Bureau van Vliet B.V., postbus 20, 2040 AA Zand­voort, telefoon 023­571 47 45. E­mail: [email protected]

room to let, 30 square meter, €530pm, Witte Singel 69 Leiden, for female tenant (age preferably between 18y and 40y). there is a garden for common use. [email protected], 071 5142099.

Prof. dr.ir. H.W. Verspaget zal op vrij­dag 13 maart een oratie houden bij benoeming tot hoogleraar bij de facul­teit der Geneeskunde met als leerop­dracht Biobanking. Dhr. a.j. Vugts hoopt op woensdag 18 maart om 11.15 uur te promoveren tot doctor in de Geesteswetenschap­pen. De titel van het proefschrift is ‘The Case Against Animal Rights: A Literary Intervention’. Promotor is Prof.dr. F.W. Korsten.Mw. L.D. Bertola hoopt op woensdag 18 maart om 13.45 uur te promoveren tot doctor in de Wiskunde en Na­tuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Genetic diversity in the lion’. Promotor is Prof.dr. G.R. de Snoo.Mw. F.C. Valk hoopt op woensdag 18 maart om 15.00 uur te promoveren tot doctor in de Geesteswetenschap­

pen. De titel van het proefschrift is ‘Exclusion and renewal: Identity and Jewishness in Franz Kafka’s “The Me­tamorphosis” and David Vogel’s Mar­ried Life’. Promotoren zijn Prof.dr. E.J. van Alphen en Prof.dr. I.M. van der Poel (Univ. v. A’dam).Mw. C.G. Krol hoopt op donderdag 19 maart om 15.00 uur te promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Pitfalls in the di­agnosis and management of skeletal complications of liver transplantation’. Promotor is Prof.dr. B. van Hoek.Dhr. C.a. Meijer hoopt op donderdag 19 maart om 16.15 uur te promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De ti­tel van het proefschrift is ‘Targeting growth rate of abdominal aortic aneu­rysms’. Promotor is Prof.dr. J.H. van Bockel.

academische agendaMaretjes extra

Maretjes

Achtergrond

6 Mare · 12 maart 2015

Page 7: Mare 22 (38)

De grens tussen mens en dier is lastig te trekken, betoogt literatuur-wetenschapper Berrie Vugts. Misschien is het slimmer om een stap terug te zetten, en daarna pas te gaan denken over het toekennen van rechten aan dieren, denkt hij.

DOOR BART BRAUN Mensen hebben het maar goed voor elkaar, met zijn al-len. Wij hebben rechten, en de die-ren niet of nauwelijks. Als dieren al rechten hebben, dan is dat bo-vendien maar al te vaak omdat wij mensen iets van elkaar vinden, en het beest daar een lijdend voorwerp in is. U mag geen seks hebben met dieren, bijvoorbeeld. Niet omdat het dièr een seksuele integriteit heeft die u niet mag schenden – dan zou de fokker met zijn spermaspuit het moeilijk krijgen – maar omdat wij, de mensen, bestialiteiten maar viesbah vinden.

Koks die op televisie een levende kreeft verwerken krijgen boze brie-ven: je moet kreeften diervriende-lijk doodmaken. Als de kreeft echt rechten mocht hebben, zou hij waarschijnlijk het recht om hele-maal niet doodgemaakt te worden verkiezen boven het recht op een verdoofde dood. Maar de kreeft heeft niks te zeggen.

Bij dieren die meer op mensen lijken, gaat het jeuken. Wat is er zo bijzonder aan mensen dat zij alle rechten krijgen? Wat hebben menselijke kasplantjes, baby’s, en seriemoordenaars met elkaar ge-meen? Wat is dat bijzondere dat hen rechten geeft die zelfs voor de allerslimste en aardigste beluga-walvissen, chimpansees en grijze roodstaartpapegaaien afgesloten blijven? En als je een ander crite-

rium neemt dan het toevallig be-horen tot de soort Homo sapiens, wat moet dat criterium dan zijn, en waarom?

Onze omgang met dieren is een van de heetste filosofische hangij-zers van dit moment. Over honderd jaar kijken we terug op het dieren-rechtendebat of als het begin van het einde van de dieren-Holocaust, òf als het modernere equivalent van discussies over hoeveel engelen er op een speldenknop kunnen dan-sen. Komende woensdag mengt promovendus Berrie Vugts zich in de intellectuele arena, als hij zijn proefschrift verdedigt. De titel? The Case Against Animal Rights.

Het boekje is, zoals de ondertitel al aangeeft, ‘een literaire interven-tie’. Vugts gebruikt literaire teksten om filosofisch-juridische vragen over dierenrechten te onderzoeken. Van juridische essays tot Heideg-gers filosofie tot de poëzie van Ar-gentijn Jorge Luis Borges tot George Orwells Animal Farm: overal weet hij handvatten te vinden.

‘In het recht is objectiviteit een heel belangrijke waarde’, zegt Vugts. ‘Maar die pretentie van objectiviteit gaat voorbij aan de rol van taal. Als je gaat nadenken over dieren en waarom ze rechten zouden moeten hebben, dan ontdek je al snel dat er niet zo gek veel verschil zit tussen varkens en honden. Ze zijn onge-veer even slim en sociaal. Er gebeurt echter iets in de taal, ook juridisch, waardoor ze wel heel verschillend kunnen worden behandeld. De VS kennen bijvoorbeeld best veel die-renrechten, maar landbouwdieren zijn daarvan uitgesloten. Dat soort vragen probeer ik met behulp van literatuur te onderzoeken.’

Eén zo’n vraag: wat is precies een persoon? Er gaan vanuit filo-sofische hoek met enige regelmaat stemmen op om mensapen of dol-

fijnen de status van ‘niet-menselij-ke-personen’ te verlenen. Kan een dier een rechtspersoon zijn? Vugts denkt van niet. ‘Je brengt dieren dan binnen ons juridische model. Dat is echter gebaseerd op een ster-ke scheiding tussen mens en dier, waarin menselijkheid juist geba-seerd is op het afzetten van de mens tegen het dier.’ Bovendien moet je dan ook legitimeren welke dieren je geen persoon laat zijn, en waarom. De dieren op de Animal Farm wor-stelen daar ook mee: eerst stellen ze een regel in dat twee poten slecht zijn. Vervolgens klagen de vogels: zij hebben immers ook twee po-ten. Het leidende varken legt ver-volgens uit dat vleugels technisch gesproken ook poten zijn. Vugts: ‘In plaats van de oude grens – die tussen mens en dier – trek je nu een nieuwe. Het hele feestje begint ge-woon opnieuw.’

Het debat moet een andere kant op, vindt Vugts. ‘Het blijft steeds maar gaan over de vraag waar je je grens trekt. Je wil niet weten hoe-veel er geschreven wordt: er zijn talloze theoretici mee bezig, maar er gebeurt vrijwel niets. We moeten juist ophouden met het juridiseren van het dier, en eerst een stap te-rug doen. De relatie tussen mens en dier herformuleren, en dat dus anders dan alleen maar in oppositie tot elkaar. Pas als we daarin slagen, zou je eens kunnen gaan denken aan het toekennen van rechten.’

Dierenvrienden zullen Vugts die opstelling niet in dank afnemen. Vrijwel alle verbeteringen die de mensheid heeft gemaakt in het die-renwelzijn, kwamen er juist door de juridische weg. De Europese bio-industrie is nog steeds geen pretje, maar de dieren hebben meer ruimte dan vroeger. Wie een dierproef wil doen, moet zich aan uitgebreide en strenge wetgeving houden. In

Zwitserland is het verboden om één lama te houden – hij heeft vol-gens de wet recht op een vriendje of vriendinnetje.

Vugts: ‘Veel verder dan dat gaan we volgens mij niet komen; ik ben niet zo positief over die kleine suc-cesjes. Of je nou één of twee kippen houdt per A4tje, maakt weinig uit. Ons economisch systeem laat ook niet zoveel ruimte voor verbetering.’

Ons paradigma – de manier waarop we over mens en dier den-ken – is aan het veranderen, ver-volgt hij. ‘Je bespeurt een zekere status anxiety over de mens en zijn plaats in de orde der dingen. Je ziet het in de kunsten, en je ziet het in de vragen die over dieren en dieren-rechten gesteld worden.’ Dat bete-kent echter niet dat Vugts rekent op een nieuwe orde met meer harmo-nie. ‘Ik verwacht dat het eerst erger wordt, en dan nog erger. Ik denk niet dat de mensheid vegetariër wordt. Als je onze huidige omgang met dieren een probleem vindt, dan zal dat probleem voortduren. Met het moraliteitsprobleem – de vraag of die omgang goed of slecht is – heb ik me overigens niet bezig gehouden. Mijn proefschrift gaat over het filosofische probleem, en de problemen van het recht zoals dat door taal wordt gevormd en verbogen. Het probleem van een rechtssysteem dat nog steeds ge-fundeerd is op de traditionele op-positie tussen mens en dier, is dat het al snel excessief arbitrair wordt. Zodra je de schijn van objectiviteit of rechtvaardigheid erbij neemt, ontspoort het. Je kan beter erken-nen dat volmaakt objectief zijn niet kan, en proberen om het redelijkst of het beste te handelen.’

Berrie Vugts, The Case Against Animal Rights – A literary interven-tion, Promotie is op 18 maart

Is dit een persoon?Het dierenrechtendebat moet de andere kant op

ProtosterJonge sterren vormen zich uit ruimtestof en -gas. Dat klontert langzaam samen, en als de klont eenmaal groot genoeg is, gaat de ster ‘aan’. Dat samenklonte-ren werkt echter niet zoals je zou den-ken. Om in honderdduizend jaar een ster ter grootte van de zon samen te klitten, moet er elk jaar één honderdduizendste van de massa van de zon bij komen. Als het op die manier ging, zou er echter tien keer zoveel meer licht bij vrijkomen dan sterrenkundigen in werkelijkheid zien.

Wellicht groeit een babyster net als een babymens niet geleidelijk, maar met spurten. Dan zou je door je sterren-kijker een ster moeten zien die meestal normaal licht geeft, en dan ineens veel helderder wordt. Dat is precies wat een internationale groep sterrenkundigen, met Leidenaar John Tobin erin, heeft ge-zien bij HOPS 383, een protoster in het sterrenbeeld Orion. Ze beschrijven hun waarnemingen in de Astrophysical Jour-nal Letters.

HOPS 383 begon in 2004 steeds hel-derder te worden, en in 2008 was de helderheid in sommige golflengten met een factor 35 toegenomen. Daarna nam de helderheid weer af, maar in 2012 was de protoster helderder dan ooit. Astro-nomen hadden wel eerder zulke helder-heidstoenames gezien bij jonge sterren, maar nog nooit bij de soort waar HOPS 383 toe behoort, de zogeheten klasse 0-objecten.

Grote broerPeuters met een oudere broer of zus zijn socialer en gehoorzamer dan de oud-ste kinderen dat waren op hun leeftijd. Promovenda Sheila van Berkel onder-zocht 390 gezinnen met twee kinderen, en vergeleek hoe de oudste presteerde op driejarige leeftijd met de prestaties van de jongste, een paar jaar later. Ze kwam bij de gezinnen langs om film-pjes te maken, en liet de ouders een vragenlijst invullen. Het is niet helemaal duidelijk waar het verschil tussen oud-ste en jongste kinderen vandaan komt. Vermoedelijk is het een combinatie van twee verklaringen: de kindjes leren van hun oudere broer of zus, en de ouders hebben inmiddels meer ervaring met opvoeden. Op latere leeftijd worden de verschillen tussen de kinderen kleiner. Van Berkel promoveerde dinsdag op haar onderzoek.

Bruin vetVetweefsel komt, in het kort, voor in twee varianten. Het witte dat je dik maakt, en het bruine, dat je warm stookt. Baby’s en kleine knaagdieren hebben veel van dat laatste, maar ook volwassen mensen hebben het. Dat is interessant, want als je ervoor kan zor-gen dat het bruine vet harder werkt of dat er meer van komt, kan je mensen laten afvallen of beter bestand maken tegen kou.

Dan zit er echter wel een addertje on-der het gras. Bruin vet verbrandt vetzu-ren uit het bloed, maar het zou kunnen dat daardoor het cholesterolgehalte in het bloed juist stijgt. Cholesterol is het transportmiddel voor vetzuren in het bloed, en zou zich bij een verhoogde vetvraag kunnen opstapelen.

Dat lijkt echter niet het geval te zijn. In Nature Communications laat een inter-nationaal team van onderzoekers zien dat de lever de overgebleven cholesterol snel opneemt, zodat het niet in de ade-ren achterblijft als verkalking. LUMC’ers Jimmy Berbée en Patrick Rensen zijn eerste en laatste auteur. Goed nieuws? Wel als je de speciale cholesterolmuis bent die voor dit onderzoek gebruikt werd. Of het aanslingeren van bruin vet voor mensen ook zo werkt, is nog steeds de vraag.

12 maart 2015 · Mare 7

Wetenschap

Page 8: Mare 22 (38)

De overheid vertoont kenmerken van een angststoornis en probeert steeds meer veiligheidsmaatregelen in te bouwen, betoogt Willem van der Does. Ook het hoger onderwijs lijdt onder die regelzucht. ‘Het wordt tijd dat we stoppen met de stupide focus op snelstuderen.’

Op een webforum van de ANWB zag ik ooit het volgende verzoek om een route-advies: ‘Hoe rijd ik van Utrecht naar Rome zonder een tunnel te hoeven nemen?’ De heer in kwestie maakte zich bekend als een trouw Frankrijk-vakantieganger, maar hij wilde nu eindelijk eens naar de eeuwige stad. Al-leen, die vermaledijde tunnels door de Al-pen. “Geen therapeutische adviezen graag”, besloot hij zijn oproep, “want mijn angst is toch irrationeel”.

Fobieën zijn niet grappig, maar deze laat-ste toevoeging wel. Het zijn namelijk juist de rationele angsten waarbij therapeutische adviezen weinig uithalen, althans voor de-gene die in nood is.

In The New Yorker stond ooit een cartoon waarin een drenkeling naar zijn hond op de kant gilt: ‘Lassie, get help!’ In het volgende plaatje zien we Lassie op de sofa bij een psychoanalyticus.

Lassie is wellicht goed geholpen, maar zijn baas is helaas verdronken. Hoe anders is dit bij de zogenoemde irrationele angsten, zoals angst voor tunnels. Hier kan een therapeut bereiken dat u kalmer en geconcentreerder achter het stuur zit, waardoor de kans op overlijden wordt gereduceerd van bijna nul tot vrijwel nul. Maar niet nul. Hoe goed u ook oplet, er is een kans, groter dan nul, dat een andere weggebruiker in slaap sukkelt of roekeloos rijdt en u in een ongeluk mee-sleurt. Zoals in 1999 in de Mont Blanctunnel, toen 38 mensen in een vuurzee om het leven kwamen. Wie dit leest ziet de journaalbeel-den of krantenfoto’s wellicht weer voor zich. Iemand met tunnelangst heeft deze remin-der niet nodig.

De vraag is dus niet: hoe krijg je de kans op een catastrofe op nul, maar hoe ver ga je daarin? Hoe leef je met het feit dat die kans niet nul is, en wat is het alternatief je waard? Het is ongetwijfeld mogelijk om van Utrecht naar Rome te rijden zonder tunnels te passe-ren. Maar dan moet u op allerlei punten de snelweg verlaten, B-wegen en bergpas-sen kiezen, en dus veel meer kilome-ters maken op relatief gevaarlijker wegen. De kans dat u het niet

overleeft stijgt. Het lastige is, dit kunnen we onze Frankrijkganger uitleggen maar het zal hem niet overtuigen – misschien weet hij het allang. Hij herinnert zich nog levendig de brand in de Mont Blanc-tunnel en besluit om Rome links te laten liggen of de bergpassen te nemen. We overschatten het gevaar van sommige zaken juist omdat ze zo zeldzaam zijn. Een ongeluk in tunnel haalt het journaal zelfs als er alleen materiële schade is, niet de ‘gewone’ verkeersdoden op dezelfde dag.

Angststoornissen laten ons zien wat er gebeurt als we onzekerheid onvoldoende verdragen. Boven een bepaald niveau heeft het inbouwen van steeds meer veiligheid een paradoxaal effect. De onzekerheid neemt toe tot chronisch piekeren, we worden ach-terdochtig of we worden somber van alle ge-miste kansen. Het wordt er zelden veiliger van. Wie zeker wil zijn dat hij een dodelijke ziekte te snel af is, neemt elk pijntje serieus en laat continu een vals alarm afgaan waar-door er steeds meer pijntjes opduiken. Wie voortdurend bang is om mensen tegen het hoofd te stoten, maakt nooit contact. Wie geen fout wil maken, brengt niets belang-rijks tot stand.

De overheid begint nu kenmerken van een angststoornis te vertonen. De hoeveel-heid veiligheidsmaatregelen neemt namelijk contraproductieve vormen aan. Ook in het hoger onderwijs slaat de regelzucht toe. Toen ik in 1998/99 een sabattical doorbracht aan Harvard, was één van de eerste dingen die mij opvielen dat de eerstejaars werden aan-geduid als “Class of 2002” – met het jaar van afstuderen dus. In Leiden was zo’n systeem onbruikbaar, we wisten niet meer van deze lichting dan dat de bulk ergens tussen 2001 en 2006 zou uitstromen, met uitschieters richting 2010. Een substantieel deel zou nooit afstuderen. Oorzaak van dit verschil? Selectie en een heel andere student/staf-ratio. We za-gen – en zien – op tegen instellingen als Har-vard, maar toch heb ik er geregeld studenten naar toe zien gaan voor stages en nooit zien tegenvallen. Integendeel, ik heb geregeld be-dankmailtjes ontvangen voor het sturen van zulke goede studenten. Toegegeven, je stuurt niet iedereen naar zo’n stage.

Studenten in Nederland hebben lang kun-nen profiteren van excelleren in vrijheid blijheid. De massaliteit bij veel studies werd gecompenseerd door een hoge mate van vrij-heid. Dat had voor- en nadelen. Een nadeel was dat de vrijheid menig student wat veel van het goede was. Na enkele jaren onpro-ductief en enigszins beneveld rondgedwaald te hebben verlieten zij de universiteit, niet veel wijzer of vaardiger. Veel anderen echter profiteerden van de vrijheid door nuttige ervaringen op te doen zoals het besturen van verenigingen, het organiseren van eve-nementen, het onderhouden van een sport-carrière of het starten van een onderneming. Maar ook eenvoudiger dingen zoals het be-talen van je eigen studie via uitzendbaantjes kwam de kwaliteit van onze toekomstige elite ten goede. De vrijheid staat steeds meer onder druk, maar dat is niet gecompenseerd door minder massaliteit.

Een van onze meest veelbelovende jonge alumni is bioloog Wouter Bruins. Hij is be-denker van een methode om het geslacht van kuikens al in het ei te bepalen, waardoor het mogelijk is geworden om de abjecte ver-nietiging van miljarden eendagshaantjes te voorkomen. Nauwelijks dertig jaar oud leidt hij een bedrijf waarin hij partijen die vaak tegenover elkaar staan heeft weten te vereni-gen, zoals de pluimveesector en de dieren-bescherming. Hij haalt de ene subsidie na de andere prijs binnen. Ook de universiteit ondersteunt zijn bedrijf en heeft hem de K.J. Cath-prijs toegekend.

Maar hij heeft acht jaar gedaan over een studie waar vijf jaar voor staat. “En dan tel ik die twee jaar roeien, toen ik ingeschre-ven stond bij psychologie, maar niet mee”, zei hij me onlangs. Zonder die extra jaren waarin hij van studie kon wisselen, bestuur-lijke ervaring kon opdoen, zijn netwerk kon opbouwen en zijn idee kon ontwik-kelen was Nederland misschien niet zo’n fantastisch start-up bedrijf rijker geweest. Een andere succesvolle alumnus, Wouters vakgenoot Freek Vonk deed zeven jaar over zijn studie. Terwijl zij toch de inspirerende voorbeelden zijn die studenten naar Lei-den moeten lokken, zal het steeds moeilij-

ker worden om een dergelijk traject te volgen.

Een van de tekenen

van

deze tijd is de epidemie van ranglijsten. Ze buitelen over elkaar heen en hebben als perverterend neveneffect dat het beleid mede wordt gericht op het bespelen van de indicatoren. Afstudeerrendementen dragen daartoe ook bij, dat heeft de minister ook ontdekt. Dus zitten we nu met bestuursaf-spraken waarin tegenstrijdige dingen staan zoals groei van het aantal studenten en toe-name van het percentage dat nominaal af-studeert, bij onveranderd budget. Ook het percentage honoursstudenten moet om-hoog. Studenten die tijd over hebben – dat zijn er nog genoeg – moeten verleid worden om voor nul studiepunten hun kennis en vaardigheden te verbreden en verdiepen.

Ik ben bij verscheidene van deze cursus-sen betrokken geweest en het is hartstikke leuk en nuttig. De studenten zijn slim en gemotiveerd, de docenten trekken alles uit de kast. Maar het is wel weer een cursus. Een jaar je studentenvereniging besturen of het lidmaatschap van de faculteitsraad levert geen honourspunten op. Net zo min als het opstarten van een onderneming.

Het risico is dat de universiteit onbedoeld dit soort extreem nuttige activiteiten gaat ontmoedigen, want het helpt niet om aan de bestuursafspraken te voldoen – integendeel, deze studenten lopen uit. Het wordt dus tijd dat we stoppen met de stupide focus op snel-studeren en de kwaliteit en veelzijdigheid van onze alumni centraal blijven stellen. En van onze drop-outs – van wie sommigen vrij suc-cesvol, zoals Mike Boddé of Gerrit Komrij.

Vele wegen leiden naar Rome, maar het resultaat van de verschillende routes is niet altijd hetzelfde. Het goede nieuws voor onze tunnelangstige Frankrijkganger is dat hij een makkelijk te behandelen aandoening heeft. Als hij leert onzekerheid te verdra-gen en veiligheidszoekende maatregelen nalaat kan hij veel sneller genezen dan hij voor mogelijk houdt. Behandeling wordt iets gecompliceerder bij angst voor ernstige ziektes of sociale angst, maar het recept is hetzelfde en het resultaat meestal goed: het nalaten van veiligheidsmaatregelen kan al wonderen doen. De overheid is, vrees ik, grotendeels resistent tegen behandeling. De gezondheidszorg en het onderwijs hebben dus nog het een en ander te vrezen. Toch kan ook de overheid beter leren beseffen dat ‘steeds meer zekerheid’ niet alleen een limiet heeft, maar ook een prijs.

WILLEM VAN DER DOES is hoogleraar psychologie

Een sterk verkorte versie van dit artikel verscheen eerder in NRC Handelsblad

Excelleren in wat?!Universiteit ontmoedigt onbedoeld extreem nuttige activiteiten

8 Mare · 12 maart 2015

Opinie

Page 9: Mare 22 (38)

Om dichter tot God te komen, geven soefi’s zich over aan medita-tie, drank en dans. Asghar Seyed-Gohrab schreef een boek over de mystieke stroming binnen de islam, die zelfs invloed had op fundamentalisten als ayatollah Khomeini.

Door Vincent Bongers ‘Ik woonde in Teheran. De stad werd gebom-bardeerd en met raketten bescho-ten’, zegt universitair hoofddocent Perzische literatuur Asghar Seyed-Gohrab (1968). ‘Dat was verschrik-kelijk. ’s Nachts was er dan vaak code rood. Elk moment kon je een inslag verwachten. Dus dan dacht ik weer: dit is misschien mijn laatste nacht. Je zocht je familie op. Dan stierf je tenminste samen.’

In 1979 kwam na een revolutie de Islamitische Republiek Iran tot stand. De sjah (koning) werd afge-zet en de macht kwam in de handen van fundamentalistische sjiitische geestelijken met als leider ayatollah Ruhollah  Khomeini.  ‘Mijn vader was politiek actief en tegenstander van het regime. Hij vluchtte in 1980 naar Nederland. Ik ben zelf in 1986 gevlucht, vanwege de oorlog met Irak (1980-1988). Ik was achttien en wilde niet vechten. Mensensmok-kelaars leidden ons via Koerdistan naar de Turkse grens. We hebben elf dagen gelopen. Ze zeiden steeds: “Morgen zijn we over de bergen en dan zijn we er.” Maar die bergen ble-ven maar komen.’

Inmiddels is Seyed-Gohrab do-cent en onderzoeker aan de univer-siteit waar hij in 1990 ging studeren: Leiden. Vorige maand publiceerde hij het boek Soefisme, een levende traditie. ‘Ik ben atheïst maar ik er-ger me eraan dat er geen aandacht is voor de verschillende stromingen en groeperingen in de islam. Er zijn zoveel misverstanden. Het wijdver-breide idee dat Mohammed niet mag worden afgebeeld, bijvoorbeeld. In-derdaad: volgens bepaalde groepen mag dat niet. Maar er staat geen verbod in de koran. In Iran zijn er op straat muurschilderingen te zien van de hemelvaart van Mohammed op de rug van Buraq, een mythisch wezen dat het gezicht heeft van een engel, benen van een gazelle en het lichaam van een paard. Ik wil laten zien hoe binnen één stroming in de islam alweer veel richtingen en interpretaties zijn. Er zijn veel ma-nieren om een goede moslim te zijn.

Als Nederlandse jongeren zich dat realiseren, zou het ze ervan kunnen weerhouden om te radicaliseren.’

Maar wat is soefisme? ‘Ze zeggen wel eens: als de islam een schelp is, dan is soefisme de parel. Je komt niet dichter bij God met alleen de koran en sharia. Vanaf de twaalfde eeuw is er geen islamitische maatschappij zonder vele verschillende soefi-be-wegingen. Voor alle concepten van de islam hebben soefi’s alternatie-ven. De koran is heel erg cryptisch. Het enige juiste inzicht bestaat niet. In de analogie van de schelp: het in-tellect is een middel om bij de zee te komen. Als je de parel wilt vinden, dan moet je het intellect afzweren en doorgaan op intuïtie.’

Het intellect loslaten kan door in extase te raken, door bijvoorbeeld meditatie, drank of dans. Ook kun je dichter bij God komen door heilige huisjes omver te schoppen. Het ver-haal over San’ân, de meest gerespec-teerde en geleerde sjeik van zijn tijd, is daar een voorbeeld van. ‘Hij mist een alomvattende liefde en wordt verliefd op een christelijk meisje die hem vier voorwaarden stelt in ruil voor haar liefde. Hij moet wijn drin-ken, knielen voor een afgod, de ko-ran verbranden en afstand doen van de islam. Als hij dat allemaal doet, tergt de vrouw hem nog meer. San’ân moet van haar het voor een moslim meest verachtelijke werk verrichten: varkens houden.

‘Pas als hij valse vroomheid aflegt, kan hij verder komen in zijn religio-siteit. Soefi’s willen hiermee zeggen dat de mystieke liefde niet kan wor-den opgesloten in dogma’s en vaste rituelen. Het overstijgt de termen die de mens bedenkt.’

Er is een enorm corpus aan mys-tieke poëzie. Daarin zie je veel beeldspraak en metaforen terug-komen die uit de nog veel oudere profane literatuur komen, zoals de homo-erotiek en het drinken van wijn. ‘Een bekend voorbeeld is een gedicht van Hâtef waarin hij andere religies dan de islam verheerlijkt en schrijft over een ontmoeting in een kerk met zijn geliefde; een jonge christelijke man. Er staan strofen in als: “Hij opende zijn verrukkelijke mond terwijl een lach als honing op zijn lippen lag”.’

Deze teksten hebben een zuiver mystieke lading en moeten niet letterlijk worden genomen. Maar sommige stromingen in de islam zien het soefisme als ketterij. ‘Voor fundamentalisten werkt het soefis-me als een rode lap op een stier. De soefi zegt zelf: wij zijn meer moslim dan de orthodoxe theologen. De partijen strijden al vanaf het begin met elkaar. Een soefi kan beter niet in handen van IS vallen. Die zien soefi’s als afvallige moslims. Dat is nog erger dan christenen en joden: dat zijn tenminste nog gelovigen met een boek.’

Toch is de relatie tussen ortho-doxen en soefi’s complex. ‘Het is heel schizofreen. Er zijn heel veel soefi-ordes in Iran. Officieel zijn ze verboden en ze worden lastiggeval-len. Desalniettemin verschijnen er heel veel boeken over mystiek.’

Ayatollah Khomeini, die toch als fundamentalist geldt, was als jonge-man in de jaren twintig al geïnteres-seerd in mystieke ideeën. ‘Hij heeft jarenlang privéles over soefisme ge-kregen en later gegeven. Het is terug te zien in zijn politieke denkbeel-den. De absolute macht van de gees-telijke komt voort uit het soefi-idee van de volmaakte mens die constant in contact staat met het goddelijke. Khomeini mat zichzelf die mystieke status aan.’

De ayatollah schreef er flink op los. Zo produceerde hij alleen al 149 liefdesgedichten.

‘Zijn werk past in de Middel-eeuwse traditie van de zogeheten qalandar: rondzwervende vagebon-den. Zij vonden moslims die alleen voor hun eigen aanzien naar de moskee gingen hypocriet en zagen maatschappelijke status als gevaar-lijkste valkuil op het mystieke pad. Als reactie hierop leefden ze zondig en waren ze uit op provocatie. Ze waren halfnaakt, schreven homo-erotische gedichten, dronken wijn en hadden piercings in oren, neus en genitaliën. Het was een schil om hun vroomheid te beschermen.

‘Khomeini haalde ze aan in zijn poëzie. Zo schreef hij: “Wijnschen-ker! Schenk rooskleurige wijn in mijn beker: dit volle wijnvat is de reden voor onze eer.” Hij gebruikte de qalandar natuurlijk als metafoor en hing echt niet laveloos boven de

koran. Maar hij stelt zich wel boven al het andere, dus ook boven goed en kwaad. Dan mag je alles doen.’

Het verzameld werk verscheen

in 1989, net na de dood van de lei-der. ‘De receptie van het werk was interessant. Zijn tegenstanders wa-ren heel verbaasd en er verschenen heel wat parodieën op de gedichten waarin de ayatollah met wijn in de hand de koran zit te lezen. Natuur-lijk legden conservatieve funda-mentalisten de nadruk op de hui-chelachtigheid van de leider: zie je

wel, hij was niet vertrouwen!’Vergelijkbare beeldspraak en

mystieke poëzie werd gebruikt om soldaten te motiveren in de oorlog tegen het Irak van Saddam Hoes-sein. ‘Het is tegelijkertijd afschu-welijk en fascinerend. Jongeman-nen die ten strijde trokken, werden omschreven als minnaars van God. De soldaat offerde zich op om één te worden met Hem. In slogans en propaganda zijn het bijvoorbeeld “nachtvlinders die aangetrokken worden door de kaars en zich in de vlam werpen”. Dat licht was de ex-plosie van een Irakese bom.

‘Er vertrokken zelfs jongens van dertien, veertien jaar naar het front. De maatschappelijke druk om te gaan was groot. Daarom ben ik uit-eindelijk gevlucht.’

Asghar Seyed-Gohrab, Soefisme, een levende traditie. Prometheus Bert Bakker, 224 pag. € 19,95

Heilige huisjes omver schoppenDe opstandige islam van het soefisme

‘Ayatollah Khomeini schreef liefdesgedichten. Maar hij hing echt niet laveloos boven de koran’

‘Het is een misverstand dat Mohammed niet mag worden afgebeeld. Er zijn muurschilderingen van zijn hemel-vaart op de rug van Buraq: een mythisch wezen met een paardenlichaam, gazellebenen en een engelengezicht.

Zogeheten ‘qalandar’ leefden zondig, schreven homo-erotische gedichten en hadden piercings in oren, neus en genitaliën.

Achtergrond

12 maart 2015 · Mare 9

Page 10: Mare 22 (38)

Eating fish had a major impact on human evolution. Archaeologist and biologist José Joordens is investigating that premise by stu-dying fossil fish remains from the Kenyan desert and shells from Java – and visiting fishmongers on Leiden market.

By Bart Braun Elephants have large noses, ducks have enormous willies … and humans? Human have gigan-tic heads in proportion to their bo-dies. We use them for thinking with and that’s something we do better than any other animal. Such large heads make giving birth a bit of a challenge and humans are helpless infants for years until their brains are truly up and running. But it’s worth the wait: we have plays by Shakespeare, the Sistine Chapel and processed cheese in tubes.

We still haven’t come close to un-ravelling the exact origins of man but when you arrange the skulls next to each, you can see that they grew lar-ger and larger, posing two questions: why did they develop that way and what caused it? Both archaeologists and biologists think these questions belong to their fields. Not surprisin-gly, José Joordens, the Leiden scien-tist studying this matter, is a biologist at the Faculty of Archaeology.

She made global headlines late last year after discovering a zigzag marking, almost certainly drawn by Homo erectus, an extinct species of human, on a fossilised shell from Java. It is the oldest picture ever found, four to five times the age

fats – more specifically, unsaturated fats with long-chain fatty acids. And your diet must contain enough iodi-ne – until 2009, Dutch bakers were legally obliged to add iodine to their bread for this reason. Aquatic food – fish, seaweed, shellfish and crus-taceans – is a good source of those substances.

There is growing evidence that primitive man appreciated that source too. In 2010, a South African archaeologist revealed that catfish and crocodiles were eaten by pro-to-humans in Kenya’s Turkana Ba-sin, the cradle of humankind, two million years ago. Joordens’ shells caught the public’s interest because of the zigzag, but her Nature paper revealed that Homo erectus also used them as tools and as food. “The scratches were just a bonus”, as she herself says.

The Journal of Human Evolution recently published a special issue on the role of water in the evolution of the brain, behaviour and human diet. Joordens and a number of her colleagues wrote their contribution on the fatty acid composition of va-rious species of fish. One colleague took samples of local freshwater fish and marine fish in Africa and, looking for material for compari-son, the researchers bought fish from Dutch inland waters and from the North Sea on the market here. Together, they determined the un-saturated fat content of 59 species. There are considerable differences between the species: sardines are as oily as a politician’s smile while the elephant-snout fish, Mormyrus kan-nume, from Tanzania isn’t fatty at all. But if your diet includes a varied

range of fish, your intake of unsa-turated fat will be the same overall, whether it comes from rivers and lakes or the sea, from tropical or temperate waters.

That explains the “how” question: primitive man, spreading out across the globe from Africa, discovered the building blocks for larger brains in water.

The “why” question poses more difficulties. Human brains did not expand just because fish was avai-lable – if your brains grew from eating fish, fish themselves would have larger brains. “We should dis-tinguish between facilitating factors and steering factors”, Joordens con-tinues. “I think the availability of fatty acids was a facilitator.” There are books full of theories on the steering factor: impressing the other sex, increasingly complicated social behaviour, cooking with fire, colla-boration with other animals and so on. “With this topic, everyone tends to focus on a single issue but it’s li-kely that very many factors all had a small part in it.”

She is convinced that if she can reach further back in time, she will find proof of fish consumption there too. That means she should return to the Turkana Basin where she did her PhD research. “What was the role of the East African coast five to two-and-a-half million years ago, before Homo erectus? I think there are fos-sils that could tell us more; we just haven’t found them yet. My larger research project focuses on finding those fossils. I keep stressing the importance of water, because we are discovering more and more about the importance of eating fish.”

Fish made us humanHow its consumption helped our primal brains evolve

Bombs affect everyone equallyAnthropologist Annika Schme-ding spent some time with the Ko-chis, an Afghan tribe of nomads protected by that country’s con-stitution. “Other nomadic groups are not even socially accepted as Afghans.”

By Marleen van Wesel “I regularly came across nomads in Kabul”, recalls Annika Schmeding (28). “Between doing my Bachelor’s and my Master’s courses, I spent a year working in Afghanistan on a project for the government. I grew curious: what was their life normally like? And in wartime?”

Schmeding did her Bachelor’s de-gree in Anthropology in Berlin and came to Leiden for a Research Mas-ter’s in Middle Eastern Area Studies. She didn’t have any difficulty choos-ing a subject for her dissertation: the Kochis, a nomadic tribe for whom a special section has been included in the Afghan constitution to improve their vulnerable position. The LUF (Leiden University Fund) awarded her work with the Leiden University Dissertation Prize.

Following her literature research, she went to Kabul with her boy-friend, a Canadian journalist. “You usually live in large compounds with guards and thick walls, but we lived in an apartment, among Afghans and a couple of American teachers.” Even though she was close to the po-pulation, her position was different. “I had to live as invisibly as possible

and stay away from large military sites and other potential targets for attacks. Obviously, bombs affect everyone equally, but for foreigners, there is always the added danger of kidnapping. I had to make other adjustments too: being German, it took some getting used to meetings that went on and on, or were cancel-led. Sometimes I had to reschedule all the interviews I had planned for one day.”

Former colleagues helped her contact members of parliament. “And they in turn introduced me to Kochis. I spent three months in a refugee camp for a children’s aid or-ganisation too, where many former nomads had ended up. When I tra-velled, I talked to people I thought might be nomads because of their sheep and tents. That was more dif-ficult because nobody could intro-duce me.”

Initially, she wanted to work with a think tank. “I could learn a lot from their methods and they thought my research was interesting.” Extremely interesting, in fact: she was asked to send her CV and her research so far. “After two months, they suddenly published a report with all my re-search results …”

That forced her to take a new angle: she concentrated on other nomadic groups, often hawkers or beggars, as well as the Kochis, who move around with their sheep. “The difference between the groups isn’t simply a matter of rich and poor.

Among themselves, the nomads are not all alike either. While many Kochis still face poverty issues, they have more chances and have parlia-mentary representation. The other nomadic groups are not even soci-ally accepted as Afghans.”

That view is influenced by the position of their women: “The wo-men trade at the bazaars, which are regarded by most other Afghans as

male-dominated places, so they are branded as loose women. Besides, there are tales of peddler-nomads stealing children and forcing them to work for them.” Can’t anything be done about that? “That would mean changing not only the rules, but also the attitudes of the Afghans and I, as an anthropologist, am disinclined to dabble in the murky water of politics.”

Schmeding won the IIAS Master’s Thesis Prize as well as the LUF Prize, introduced by Minerva alumni from 1957 and 1961. She will be leaving for Afghanistan again in the spring for her PhD research at the University of Boston. “I still have to decide on the exact subject of my research, but it will certainly be about Afgha-nistan, preferably something to do with nomads again.”

Artist impression of H. erectus with a carved shell. Foto Minke van Voorthui-zen/Leiden University

‘There are tales of peddler-nomads stealing children.’

of the oldest pictures produced by Homo sapiens a hundred thousand years ago.

Why would someone researching large brains examine a collection of fossilised freshwater mussels? It has

to do with the composition of brains: remember the scene from Breaking Bad, when Jesse tries to dissolve a corpse in a bathtub of acid? He can’t get rid of the brains due to their fat content. To build brains, you need

10 Mare · 12 maart 2015

English page

Page 11: Mare 22 (38)

‘Als ik speel zou ik het liefst de hals van mijn gitaar kapot knijpen.’

‘Jongeren hebben geen raad van een oude man nodig.’ Foto Martijn Beekman

FILMTRIANONSelmadagelijks 18.30Still Alicedagelijks 19.00 + 21.30KIJKHUIS Loin Des Hommesdagelijks 16.00 + 18.30A Pigeon Sat on a Branch Reflecting on Existencedagelijks 19.00LIDOChappiedo. vrij. za. zo. ma. + wo. 1845Kingsman: The Secret Servicedagelijks 21.30

MUZIEKDE TWEE SPIEGHELSGijs Idema triovrij. 13 maart 21.00 gratisBernard Berkhout and friendsza. 14 maart 21.00 gratisGEBR. DE NOBELAlexander Robotnick, Aril Brikha en Bjonson & Klap: Doorgedraaidvrij. 13 maart 23.00 €17Kris Kross, Mikeynice & Sleebos: Fuifza. 14 maart 23.00 €10DR. ANTON PHILIPSZAALCollegium Musicum & Krashna Mu-sika: Brahms: Ein deutsches Requiemzo. 15 maart 20.15 vanaf €15VRIJPLAATSMichael de Jong: benefiet concertzo. 15 maart 15.30 vanaf €2.50QBUS7e Leiden Boonekamp Jazz Awardwo. 11 en do. 12 maart 20.15 gratisKai Strauss Electric Blues All Stars ft. Mike Wheeler: Southern Bluesnightvrij. 20 maart 21.00 €12.50STADSGEHOORZAALBen Thompson & Band: Elvis – The 80th Anniversary Concertza. 14 maart 20.15 vanaf €20.50Calefax & Holland Baroque Society: What if Bach…zo. 15 maart 14.30 vanaf €22.50

THEATERTHEATER HET IMPERIUMMoeders Mooistevrij. 13 maart 20.30 €8LEIDSE SCHOUWBURGDe Veenfabriek en Adelheid: Hoogwater voorheen Laagwater met Wim T Schippersza. 14 maart 20.15 vanaf €15.50Vrijdag & Sandifort: Löylydo. 19 maart 20.15 vanaf €14.50THEATER INS BLAUHet Volksoperahuis: Hete Pepervrij. 13 maart 20.30 vanaf €15Blue Monday: Tilt: Intergalacticma. 16 maart 20.30 €10Mugmetdegoudentand: Kunsthartdo. 19 maart 20.30 vanaf €15.50

DIVERSENVOLKENKUNDETentoonstelling: Geisha10 oktober 2014 t/m 6 april 2015MUSEUM DE LAKENHALTentoonstelling: Een Deftige Parade. De Selectie van Rudi Fuchs11 oktober 2014 t/m 31 mei 2015RIJKSMUSEUM VAN OUDHEDENTentoonstelling: Carthago27 november 2014 t/m 10 mei 2015UNIVERSITEITS BIBLIOTHEEKTentoonstelling: Humbert de Super-ville: tekenaar, geleerde, visionair29 januari 2015 t/m 2 juni 2015MUSEUM BOERHAAVETentoonstelling: Foodtopia6 februari 2015 t/m 1 november 2015VRIJPLAATS LEIDENVrijplaats Festivalzaterdag 14 maart 20.30 gratisVRIJ PLAATS LEIDENBenefiet concert: Michael de Jong zondag 15 maart 2015 15.00 vanaf €2.50ACADEMIEGEBOUWLezing Michael Shermer: The Moral Arcdonderdag 19 maart 19.30 gratis

I won’t fuck up againBlueslegende Michael de Jong in de VrijplaatsNa een uitputtende carrière vol drank, drugs en horrible women rijdt Michael de Jong vanaf zijn great little woning in Dordrecht het hele land door. ‘If the gezondheid is okay, benzinegeld is enough.’

DOOR MARLEEN VAN WESEL ‘Blues is een one sided story. Negentig procent gaat over a guy die zingt: baby, you did this, baby, you did that. Oké, maar wat deed jíj?’ Michael de Jong (70), die dus geen blues maar Mi-chael-de-Jong-songs maakt, spaart zichzelf niet.

‘Ken je Searching for Sugarman?’ vraagt hij. Dat is de Oscarwinnende documentaire over de muzikant Ro-driguez uit Detroit, in de vergetel-heid geraakt, maar buiten zijn weten groot in Zuid-Afrika. De Jongs ou-ders emigreerden op z’n vijfde naar Michigan. ‘Die gevaarlijke buurt bij de rivier, dat was waar ik in de jaren zestig ook woonde. En optrad. Ik was getrouwd met een vrouw, but that didn’t last long.’ Daarna trok hij met zijn gitaar door de Verenigde Staten, langs bluesfestivals en stripclubs. Voor tien jaar streek hij neer in San Francisco, soms op straat, soms in de bak, soms op podia met gevestigde namen als Jimmy Reed. In de jaren tachtig keerde hij terug naar Euro-pa. ‘Ik was helemaal gestopt met de drank en de drugs, na vier jaar bij de AA.’ In Frankrijk, het land van zijn moeder, ging het mis. ‘Mijn tante bleef maar aandringen met een glas wijn. And then I lost eight years. Ik trouwde met een vrouw in Denemar-ken, that didn’t work out, en belandde in een kamer in Alkmaar, tegenover het huis waar ik opgegroeid was. And there the drugs really got bad.’

‘I wanted the glory, but I got sick in ’92.’ HIV-infectie, luidde de diagno-se. ‘Een tijd wist ik niet of ik de vol-gende dag zou halen. Maar de hogere machten hadden andere plannen.’

Hij bezocht Amerika nog enkele keren. ‘Om albums op te nemen en te spelen op het South by Southwest Festival, en om mijn vader te begra-ven in 1994.’ Dat was een keerpunt. ‘Ik zag an old guy in a box. Ik kuste zijn voorhoofd en beloofde: I won’t fuck up again.’

Via een vriend kon hij aan de slag in de voorprogramma’s van Van Morrison, Marianne Faithfull en Clannad. Eigen optredens volgden en vanaf de jaren negentig kwam een stroom albums op gang. ‘Het geheim? I quit drinking. In Amerika lukte het niet, maar de Nederlandse regering is net de familie Van Gogh. Ik ben Vincent, zij diens broer Theo.’ Wachtpunten voor een woning had hij niet. ‘Ik zei: I don’t know any of this shit man. Ik ben ziek, gestopt met drinken en ik zou graag een plek willen voor mezelf en mijn gitaren. Ik kreeg this really great little woning in Dordrecht. Erachter is niks, al-leen bomen en een voetbalveld.’ Hij woont er nog steeds. Onlangs viel er een handgeschreven brief op de deurmat, vier kantjes, van de Leidse Vrijplaats, die eigenlijk te weinig budget had. ‘Om half acht ’s och-tends belde ik terug, dat ik gratis zou komen.’ Onder enkele voorwaarden, zoals een studententarief. ‘Jullie dénken alleen maar dat er hier iets te doen is voor jongeren. Ik raakte op het strand al in de grootste proble-men, omdat ik een vuurtje stookte. Je mag ook niet gewoon in de bos-sen slapen, zoals vroeger bij de boy scouts, in de sneeuw.’ Met zijn op-treden hoopt hij iets te ontketenen.

‘Zo’n Amerikaanse college tour. Mis-schien volgt na Leiden Maastricht. If the gezondheid is okay, benzinegeld is enough.’

Geen grote concerten, alleen nog seated shows. ‘Omdat de teksten er dan echt toe doen. Daarna moet ik twee dagen bijkomen.’ Z’n songtek-sten, welteverstaan, niet die rock ’n roll-verhalen. ‘I don’t want to scare them. En jongeren hebben geen raad van een oude man nodig. Ik heb ook alles zelf ontdekt. Op mijn achtste werd ik voor het eerst gearresteerd.’ Hij had de school in brand gestoken, nadat de pater hem voor de klas als voorbeeld van een slechte katholiek aanwees.

Een Searching for Sugarman-achti-ge film hoeft er niet te komen. ‘Ie-

mand zou wel een boek schrijven, maar die dronk het voorschot op en daarna kwam er niets meer van. Het hoeft ook niet. Vooral vanwege the women. Hoe precious of horrible ze waren, en ik waarschijnlijk ook: dat is my business.’

Ook z’n albums hoeven niet veel op te leveren. ‘Op eBay zag ik Who’s Fooling Who (1996) voor 75 dollar voorbijkomen. Ik was woedend. Maar ik bezit alle rechten, dus ik besloot alles gratis aan te bieden. Behalve de laatste vier. Ik hoef maar genoeg te verdienen om weer een nieuwe te kunnen maken.’

Michael de JongVrijplaats, 15 ma, 15:00, €10 (studenten €2,50)

Brullen als een pruttelend rioolHerder in Gebr. de NobelHERDER IS HARDER, zo claimt de Friese metalband zelf. ‘Het is gewoon mooi om je als een stel neanderthalers te gedragen.’

DOOR FRANK PROVOOST ‘De Westreen sil bloeie en nea vergean, salang er skerpe messen bestean.’

Was getekend: Herder. Ook wel: de hardste band van

Nederland. De spreuk stond ooit achter op het

eerste Herder-shirt dat meteen dien-de als naamverklaring. Het vijftal is namelijk niet vernoemd naar het hondenras, maar het messenmerk, legt drummer Tom Nickolson uit. ‘Gitarist JB van der Wal en ik komen ongeveer uit dezelfde regio: de Friese Wouden (Wâlden) en Zwaagwest-einde (De Westereen). Dat is echt een streek van rouwdouwers, bekend om een agressieve afkeer van buiten-staanders. Zeker vroeger gold dan het motto: niet lullen, maar steken. En al die steekgrage boeren hadden allemaal een mes van Herder.’

‘JB weet die naargeestigheid per-fect in riffs te vangen’, zegt gitarist Jeroen Vrielink. ‘Die keiharde, lom-pe shit maakt echt krachten in je los. Als ik speel, boor ik iets aan wat ik normaal gesproken ongemoeid laat. Dan zou ik het liefst de hals van mijn gitaar kapot knijpen.’

Vandaar de band haar zware en

trage sludgemetal steevast om-schrijft met dezelfde slogan, het liefst in hoofdletters: ‘HERDER IS HARDER.’ Of zoals weer een ander bandshirt het omschrijft, vrij naar Motörhead: ‘Herder Fryslân. In stuk hurder as it oare spul’.

Die boodschap is inmiddels ver tot over de landsgrenzen bekend. De band toerde een paar keer door Eu-ropa en speelde onder meer op het Franse decibellenwalhalla Hellfest.

Nickolson - ‘Ik luister nooit naar

metal’ – snapt eigenlijk ook niet hoe het kan dat hij nu stomtoevallig meemaakt waar anderen jarenlang van dromen. Want het begon ooit als geintje. Van der Wal had wat lompe riffs verzameld voor wat hij ‘het stonerproject’ noemde. Nickol-son had erbij gedrumd, en dat was het dan. Totdat Van der Wal, in de wereldwijde metalscene vooral be-kend vanwege zijn grindcoreband Aborted, de nummers online zette. ‘Iedereen ging daar heel erg goed

op’, zegt Nickolson. Dus werd er een gelegenheidsband opgetrommeld, voor één plaat en één optreden. Maar bij die ene show barstte de kel-der van het Groningse Vera bijna uit zijn voegen. En dus kwam weer een plaat, en een toer, etc.

Herder werd alsnog een echte band, ‘maar wel een pretentieloze’, zegt Vrielink. ‘Het is gewoon mooi om met vrienden op pad te gaan en ons als een stel neanderthalers te ge-dragen.’ Nickolson: ‘Er is geen groter doel: we doen wat we vet vinden en hebben mazzel dat het wordt opge-pikt.’ De gekoesterd lompheid van de muziek moet op alle mogelijke manieren worden doorgevoerd. Vandaar dat het nummer Come Now Fire volledig is opgebouwd uit cita-ten van Dennis Bergkamp en Adolf Hitler. Zanger Ché Snelting: ‘Ik kan niet zingen, maar wel schreeuwen.’ ‘Hij heeft echt een prachtig fel ge-luid’, zegt Vrielink. ‘Mijn zang is meer een soort pruttelend riool.’

Ook op hoezen en merchandise zijn subtiliteiten verboden, legt Snelting uit. ‘Jezus die langs ach-teren door een herdershond wordt genomen, dat is echt ons lompste T-shirt ooit.’ Bassist Marc van Duiven-voorde: ‘Maar hij verkoopt het best.’

Herder & TeethgrinderGebr. De Nobel Do 12 ma, 20:00 u. €12,50

12 maart 2015 · Mare 11

Cultuur Agenda

Page 12: Mare 22 (38)

‘We filmen fruit dat zelfmoord pleegt’Filmgezelschap Garde du Nord

Foto Marc de Haan

Flora Woudstra (20, film- en literatuur-wetenschap): ‘Garde du Nord is een collectief van jonge, enthousiaste film-makers.’Woudstra: ‘De meesten van ons stu-deren film- en literatuurwetenschap, maar die studie is heel theoretisch. We wilden ook graag praktisch met film be-zig zijn. Een aantal van ons is eerder afgewezen bij de filmacademie. Daar zijn elk jaar ongeveer tien plaatsen beschikbaar, voor tweehonderd aan-meldingen.’Sven Peetoom (21, film- en literatuur-wetenschap): ‘We organiseren pitch-sessies en collectieve uitdagingen. De opdracht is bijvoorbeeld om een film van twee minuten te maken, waarin niet wordt gesproken. Of een film waarin de hoofdpersoon geen mens is.’ Bob de Brabandere (23, filmweten-

schap): ‘We maakten een film over fruit dat zelfmoord pleegde. Een tomaat sprong van vijf verdiepingen hoog, ba-nanen hingen zichzelf op in een boom, en dan was er natuurlijk nog de blen-der…’Bas Postmus (22, film- en literatuurwe-tenschap): ‘Of de camera was de hoofd-persoon en achtervolgde mij. En we hadden een film waarin een bos rode rozen de hoofdrol speelde. Ze vielen uit en werden langzaam wit. Uiteindelijk werden ze bij een graf neergelegd.’Wouter Klinkenberg (19, film- en litera-tuurwetenschap): ‘We geven workshops en hebben ook een korte film gemaakt: Fenne. Met vijftien mensen schoten we drie dagen op een boerderij in Noord-Drenthe.’De Brabandere: ‘Wouter komt uit die omgeving en kende die mensen. Hij is

naar de boer gegaan om te vragen of we zijn boerderij mochten gebruiken. Dat mocht wel, maar hij wilde “niet te veel gekkigheid”. Het was natuurlijk een hele ervaring, want we kwamen met de hele crew, waaronder een internationale stu-dent die enkel Engels sprak, de boerderij binnenvallen. Soms moesten we hem vragen of hij even van de trekker wilde komen, vanwege het geluid.’Klinkenberg: ‘Iedereen heeft zijn eigen rol: een regisseur, een assistent-regis-seur, een cameraman, opnameleiding en mensen voor het licht.’ Jeroen Zeegers (22, psychologie): ‘Ik hield me bezig met de continuïteit. Als een acteur in het eerste shot een hoed op heeft, dan moet deze niet zomaar in het tweede shot verdwenen zijn. Daarom maakte ik van elke scène foto’s, om deze met elkaar te vergelijken. Zo

ontdekten we dat de hoofdpersoon, die haar haar in een staart droeg, later ineens haar haar los had. Je moet zelfs opletten hoe het bestek ligt.’Klinkenberg: ‘Na het filmen hebben we met een crowdfundingsactie geld opge-haald voor de postproductie.’Zeegers: ‘Niet alle projecten verlopen zo georganiseerd. Voor een scenario zijn we een keer met camera en acteurs spontaan de trein in gesprongen om in de stiltecoupé te filmen, zonder dat aan de NS te vragen. We hebben daar ter plekke aan de mensen gevraagd om zich te verplaatsen. Toen kwam de con-ducteur, die vond het toch niet zo’n goed idee. Uiteindelijk zijn we uit de trein ge-zet. Maar bij een volgende trein zijn we gewoon weer ingestapt.’

Door Petra MeiJer

House of Virgins

Vier jaar van mijn leven heb ik in het Bungehuis doorgebracht, maar geen haar op mijn hoofd dacht er aan het pand mee te bezetten. inderdaad, hier zit het prototype luie student. ik ben niet het rebelse soort dat op de barrica-des staat voor een betere universiteit, daarvoor vind ik douches en centrale verwarming veel te fijn. Bovendien staat het nieuwe seizoen van House of Cards net online.

Maar goed, ik snap het wel. Mijn laatste bezoek aan het Bungehuis da-teert van twee jaar geleden, maar zelfs toen was de ontevredenheid al bijna tastbaar. Van het 8-8-4-semestersys-teem dat elke faculteit beurtelings door de strot is geramd tot het genadeloos wegbezuinigen van docenten met flex-contracten, zodat je halverwege je scriptie nog een nieuwe begeleider mocht zoeken: been there, done that.

ik steunde het initiatief voor meer democratie dus ook. oké, voornamelijk in mijn hoofd en met virtuele luiheden zoals een retweetje op zijn tijd en een dikke like voor de Facebookpagina, maar ik was het er wel mee eens.

Mijn sympathie voor de bezetting is echter tanend. iedereen kan met een biertje in de hand staan schreeuwen dat het systeem klote is en alles an-ders moet en kapitalisme des duivels is, zwaaiend met een protestspandoek zo boordevol spelfouten dat het eigen-lijk alleen maar benadrukt hoeveel beter je die tijd in collegebanken zou spenderen: lekker makkelijk. Con-structief meedenken is een stuk lasti-ger. ik steun de eis voor meer inspraak, maar weet dan alsjeblieft ook wat je daarmee van plan bent.

Het bezetterskamp draagt namelijk geen oplossingen aan. De meningen in het Maagdenhuis gaan overal en ner-gens over, van genderneutrale wc’s, tot de bombardementen in oekraïne tot vastgoedprojecten. Maar er lijkt geen concreet plan voor de universiteit te zijn. Niemand weet hoe het moet, al-leen hoe het niét moet.

Neem bijvoorbeeld het protest te-gen de hervorming van de geestes-wetenschappen, waarbij vele kleine studies weg moeten. Hoewel het hele idee in eerste instantie walgelijk kosteneffectief lijkt, is er meteen na de bekendmaking zo hard moord en brand geschreeuwd dat elk aangedra-gen alternatief gelijk ook finaal werd uitgekotst. terwijl het best wel prima kan werken. in Leiden is bijvoorbeeld al eerder soortgelijk hervormd, en toch kan je hier via een brede propedeuse nog steeds kleine taalstudies als Man-darijn en Swahili doen. Soms moet je kunnen evolueren.

Daar moet je echter voor openstaan. Van een groep revolutionairen die zichzelf zo duidelijk als out-of-the-box-denkend profileert mag dat ook ver-wacht worden: iets méér dan alleen maar vage eisen en stampvoetend ‘nee!’ roepen. ik wacht nog steeds op hun concrete plan van aanpak: hoé moet deze democratische universiteit met ruimte voor kleine studies er pre-cies uitzien?

tot die tijd vindt u mij ver weg van het Maagdenhuis. Frank Underwood is calling.

taLitHa DeHaeNe

12 Mare · 12 maart 2015

Inburgeren

Bandirah

Het Clubje