magazine DE HOOP VAN LEIDEN

22
DE HOOP VAN LEIDEN magazine themajaar 2013-2014 PS|theater

description

PS|theater bouwde een jaar lang aan de Hoop van Leiden en ging op zoek naar de wereldverbeteraars en utopisten, dromers en doeners van de stad.

Transcript of magazine DE HOOP VAN LEIDEN

Page 1: magazine DE HOOP VAN LEIDEN

DE HOOP VAN

LEIDEN magazine

themajaar 2013-2014 !

PS|theater

Page 2: magazine DE HOOP VAN LEIDEN

Er is hoop! PS|theater ging het afgelopen jaar op zoek naar de Hoop van Leiden. En we vonden die in alle hoeken van de stad!

We zagen de Hoop van Leiden in de tachtig jongeren die meespeelden in de schouwburg. We zagen de Hoop van Leiden in de volwassen theaterbezoekers die de jongeren aanmoedigden om te dromen en uit te vliegen. We zagen de Hoop van Leiden in een moeizame poging tot toenadering tussen vader en zoon. We zagen de Hoop van Leiden in de ondernemers die al generaties lang een onmisbaar onderdeel van de binnenstad vormen. We zagen de Hoop van Leiden in de wereldverbeteraars in de Mors die zich met kleine en grote daden inzetten voor een ander. We zagen de Hoop van Leiden in theaterbezoekers die labels aan theekopjes knutselden voor een eigen wereldverbeteraar. De Hoop van Leiden leeft in de stad!

Het was een bewogen, spannend en avontuurlijk theaterjaar voor ons, waarin we veel bijzondere ontmoetingen hebben mogen meemaken. Een van die ontmoetingen was die met journalist en Leidenaar Marcel ten Hooven. Hij volgde ons en onze projecten tijdens dit themajaar en bevroeg ons regelmatig over onze overwegingen omtrent de Hoop van Leiden. Dit resulteerde in een prachtig uitgebreid artikel, dat wij graag in dit magazine met u delen. Daarnaast maakten we kennis met Rob Overmeer, de Leidse stadsfotograaf in 2013-2014. Ook hem vroegen wij ons dit jaar te volgen en ons werk in beeld te

brengen. Dit resulteerde in mooie portretten en scènebeelden die wij u niet willen onthouden… Beleef de voorstellingen dus nog eenmaal met dit magazine! De Hoop van Leiden is het tweede themajaar binnen De Atlas van Leiden. Na het Het Verdriet van Leiden (2012-2013), waarbij we ons vooral op de emotie van de stad hebben gericht, was het tijd om naar ons op de toekomst te richten. Het was geweldig om dit samen met Leiden te doen! PS|theater is trots om samen te werken met een stad die drijft op hoop. Een stad die vooruit kijkt, recht de toekomst in. Wij bouwen graag nog jaren mee!

Veel leesplezier, namens PS|theater,

Pepijn Smit

DE ATLAS VAN LEIDEN

Sinds 2012 bouwt het Leidse stadsgezelschap PS|theater aan De Atlas van Leiden. Aan de hand van vier themajaren (2012-2013: Het Verdriet van Leiden, 2013-2014: De Hoop van Leiden, 2014-2015: Het Geloof van Leiden, 2015-2016: Het Verlangen van Leiden) worden met voorstellingen en projecten de stad in kaart gebracht. Het reilen en zeilen van Leiden vangen de makers van PS|theater op in de verhalen van de stad: die van de rasechte Leidenaar en de nieuwe overbuurvrouw, van de groenteboer en de Minervaan Al deze verhalen maken de stad en horen thuis in De Atlas van Leiden.

Ieder jaar geeft PS|theater een magazine uit waarin wij onze bevindingen van een jaar lang bouwen aan De Atlas van Leiden presenteren. Dit jaar stond in het teken van De Hoop van Leiden.

COLOFON

Teksten Marcel ten Hooven, Erica Smits, Pepijn Smit

Fotografie Rob Overmeer, Johan Kranenburg, Pepijn Smit, Gaby van Ingen, Marc de Haan

Uitgave PS|theater, september 2014 Copyright © 2014

PS|theater Marktsteeg 1 2312 CS Leiden www.pstheater.nl

Page 3: magazine DE HOOP VAN LEIDEN

Ons Bloed december 2013

Acteurs Wil van der Meer en Tijs Huys doken Voor Ons Bloed in het verhaal van vaders en zonen, over hoop en teleurstellingen en over ambacht en opvolging. In de final countdown tussen een slager en zijn zoon passeerden nog éénmaal hoop, geloof en liefde en werd er gehakt gemaakt van immer gekoesterde verwachtingen.

Luisteravond: Lastige Liefde februari 2014

De makers van PS|theater werkten mee aan een luisteravond met liefdevolle pleisters voor amoureuze sores. In opdracht van Grenzeloos Geluid bewerkten wij een verhaal van Adriaan van Aken tot een hoorspel, dat live uitgevoerd werd in de Brakke Grond in Amsterdam.

Stukafest: Radio Utopia februari 2014

Vanuit de kamer van Gaby presenteerde PS|theater Radio Utopia. Een radioprogramma vol wereldverbeteraars en utopisten, dromers en doeners. In interviews, muziek en een hoorspel werd de eeuwige kloof tussen de studenten en de burgers eindelijk gedicht.

Theater na de Dam mei 2014

In samenwerking met de Veenfabriek, Soldaat van Oranje en Bigband Data 7-2-7 presenteerde PS|theater in de Leidse Schouwburg ‘Theater na de Dam’. Ter ere van de Nationale herdenking op 4 mei werd een speciaal programma gepresenteerd, waar het verzet in woord herdacht werd.

Atlas in de Mors en Natland februari t/m april 2014

Rian Evers en Tijs Huys op zoek naar de wereldverbeteraars van De Mors. Door stages te lopen bij instellingen en odes te brengen aan vrijwilligers, verzamelden zij allerlei verhalen die samenkwamen in de muziektheaterroute Natland. Gewapend met koptelefoon liep het publiek dwars door de Mors en kreeg een nieuwe kijk op de wijk.

De staat van Leiden september 2013

Annick Dezitter, rector van het Da Vinci College afdeling Kagerstraat, sprak op 29 september de Staat van Leiden uit. ‘De jeugd heeft de toekomst’, zo pleitte zij, ‘laten we hen daarom vooral gebruiken’. Een prima motto voor een themajaar vol toekomstdromen en utopieën!

De Atlas op de markt oktober 2013 t/m mei 2014

Iedere maand liepen de theatermakers Rian Evers en Pauline ten Böhmer een stage bij een Leids familiebedrijf. De ontmoetingen, verhalen, geuren en kleuren vormden de inspiratie voor theatrale portretten die gepresenteerd werden tijdens het Verrassend Winkelweekend.

De hoop van Leiden juni 2014

Dit themajaar konden we niet mooier afsluiten: in de Leidse Schouwburg lieten 80 jongeren en 20 makers het publiek dwalen door de krochten van het puberbrein. Als de jeugd de toekomst heeft, hoe gaat ‘ie er dan uitzien? En welke keuzes maken zij nu al om die toekomst zo rooskleurig mogelijk te laten zijn?

Lakenhal app: Hoe het laken uit Leiden verdween januari 2014

Samen met De Lakenhal leggen PS|theater en De Vrijer Van Dongen het roemrijke lakenverleden van Leiden bloot in de familie app Hoe het laken uit Leiden verdween. Een leuke ontdekkingstocht in de historische binnenstad van Leiden, waar je de sporen en verhalen van het Leids laken verzamelt.

Page 4: magazine DE HOOP VAN LEIDEN

Artikel

Journalist Marcel ten Hooven volgde een jaar lang PS|theater. Hij zag voorstellingen, woonde repetities bij, lunchte met Pepijn en dronk biertjes met de acteurs. Zijn bevindingen verwerkte hij in het artikel ‘Theater als in een lekker café, aan een goede tafel’. Een verkorte versie hiervan verscheen 28 juli 2014 in Trouw .

Marcel ten Hooven (1957) is journalist en vast medewerker van De Groene Amsterdammer. Hij begon in 1975 bij het liberale Haagse dagblad Het Vaderland. In 1978 stapte hij over naar Trouw, waaraan hij tot 2006 was verbonden. Bij deze krant was hij chef van de politieke redactie. Daarna werkte hij onder meer voor Vrij Nederland.   Sinds 2010 is hij freelancer. Hij is winnaar van de Vondelingprijs voor politieke journalistiek. Zijn laatste boek is 'U bevindt zich hier. Gesprekken over politiek, religie en samenleving'. Met filosoof Theo de Wit initieerde hij het boek 'De lege tolerantie'. 

Page 5: magazine DE HOOP VAN LEIDEN

Theater als in een lekker café, aan een goede tafel

door Marcel ten Hooven

1 Hoe klinkt prei? Best swingend, mits de groente stevig en vers is en mits je er krachtig, ritmisch mee schudt. En ook het geluid van sla die je uiteen scheurt kan muzikaal zijn, met de hulp van enige geluidsversterking. Tijs Huys en Rian Evers, theatermakers bij PS|theater, hebben dat uitgevogeld op de groenteafdeling van de C 1000 in de Leidse wijk De Mors. Voor de voorstelling over deze wijk, Natland, testten zij op een ochtend het geluid van diverse soort groenten, om tot de conclusie te komen dat prei en sla het lekkerst klonken.

Het Leidse gezelschap heeft een grote diversiteit aan theatrale middelen op zijn repertoire, blijkt uit dit voorbeeld. Badeendjes behoren daartoe, windmolentjes, een bewegende speelgoedaap, een rijdende keet met openklapbare zijwand én kacheltje, een wastobbe en een sculptuur van een koeienkarkas. Ook voor de geluidseffecten gebruiken de theatermakers van PS|theater van alles en nog wat, naast prei en sla: dobbelstenen, pannendeksels, een kluts, muntjes, een zakje ongepelde hazelnootjes en samples van water dat uit de fles wordt gegoten.

De rijdende keet van PS|theater fungeert als een verzamelplaats van verhalen uit de stad Leiden. De keet, in vriendelijk pastelblauw geschilderd, is ingericht als podium, huiskamer, kantoor en keuken in één. Gedurende enkele weken staat hij op een centrale plek in een wijk, uitnodigend met de deur open. Wie dat wil, kan binnenlopen om zijn verhaal te doen. Voor Natland stond de keet in De Mors, aan het Granaatplein. Daar is onder anderen het contact met Godert, voormalig keurmeester van het Slachthuis, tot stand gekomen. Op zijn brommer had hij al een paar keer van een afstandje toegekeken, om uiteindelijk aan zijn nieuwsgierigheid toe te geven en met een gebromd: ‘Wat is hier de bedoeling van?’ zijn entree te maken. Wat hij had te vertellen over zijn passie, sportvissen, werd een van de dragende verhalen in Natland, evenals dat van supervrijwilligster Bea, gelukseconoom Koen, buurthuismedewerkster Lenie, mantelzorgster Corrie, jeugdwerker Brahim, maaltijdverzorgers Arnold en Peter.

Page 6: magazine DE HOOP VAN LEIDEN

2 748 jaar nadat Floris V, de Hollandse graaf die Leiden haar stadsrechten gaf, de eerste staat van deze stad schreef (1266), verzamelt PS|theater verhalen uit Leiden, met de bedoeling met de ‘Atlas van Leiden’ iets toe te voegen aan het narratief erfgoed van de stad. Het gaat om een vijfjarig project, met elk jaar een ander thema. In het eerste seizoen (2012-2013) was ‘het verdriet’ van Leiden het thema, in het afgelopen seizoen ‘de hoop’. Na de zomer van 2014 maakt PS|theater een jaar lang voorstellingen over ‘het geloof’ van de stad, gevolgd door een seizoen over ‘het geweten’. In 2016-’17 worden alle verzamelde verhalen bijeengenomen om de Atlas te voltooien. Hoe en in welke vorm is van later zorg.

In navolging van de Engelse stadssocioloog en historicus Donald Olsen, auteur van De stad als kunstwerk, ziet PS|theater de stad als de plek waar de veelkleurigheid van het leven tot haar recht komt, dankzij tal van menselijke ervaringen die niet door nut, functionaliteit en doeltreffendheid worden bepaald maar door toevallige factoren als vriendschap, ontmoetingen, liefde, vertier. De stad is in dat opzicht een kunstwerk, meent Olsen, omdat kunst evenzeer een unieke menselijke schepping is, buiten de uniformerende sfeer van het nut. Voor een theatergezelschap dat leeft van de verhalen uit de stad is deze waarneming van Olsen een inspirerende: ‘Wat kan een stad in haar hoedanigheid van kunstwerk tot stand brengen? Ze kan een verhaal vertellen, of vele verhalen. Ze kan een stemming oproepen. Ze kan bepaalde deugden versterken. Ze kan verrassen en verrukken door de onverwachte combinatie van vormen, structuren, kleuren en bewegingen. Ze kan evenzeer kalmeren en geruststellen door een herhaling van die vertrouwde vormen, structuren, kleuren en bewegingen.’

Theater is het middel waarmee PS|theater de verhalen uit de stad kan losmaken uit die plaatselijke context, om ze een diepere, grensoverschrijdende betekenis te geven. Verhalen over de wijk worden verhalen over de stad. En verhalen over de stad worden verhalen over de samenleving. Op die wijze krijgt het persoonlijke een collectieve betekenis en het incidentele een blijvende.

Zo gaat het idealisme dat in Natland wordt gevierd aan de hand van de verhalen over vrijwilligers, evenzeer over een wijk die dankzij hun inzet sociaal goed functioneert als over het belang van maatschappelijke betrokkenheid. Ook de openingsvoorstelling van het seizoen, Ons Bloed, is zowel een klein verhaal over een plaatselijke slager en zijn weerspannige zoon, als een groot verhaal over liefde en vergeving. De slotvoorstelling, De hoop van Leiden, heeft Nils als hoofdpersoon, een puber die is opgetrokken uit de belevenissen van leeftijdgenoten van het Leidse Da Vinci College, maar zijn relaas krijgt voor meer mensen betekenis als Nils na zijn eindexamen over zijn toekomst moet beslissen. Kiest hij de gebaande wegen van studie, goedbetaalde baan, huis, vrouw, kinderen en de burnout op zijn 35ste, of trekt hij erop uit en neemt hij het leven zoals het komt?

‘Wat kan een stad in haar hoedanigheid van

kunstwerk tot stand brengen? Ze kan een verhaal vertellen.’

Page 7: magazine DE HOOP VAN LEIDEN

Pepijn Smit, naar wiens initialen het gezelschap is genoemd, is regisseur en artistiek leider van PS|theater. Hij zegt: ‘We zijn bezig met hoe het persoonlijke en het collectieve elkaar kunnen raken. Wat kunnen wij, met onze theatrale middelen, doen om het onderdeel te maken van het grotere verhaal? Als stadsgezelschap hebben we ons genesteld in Leiden. Dáár vinden we eerst onze verhalen, vervolgens zoeken we naar een vorm om ze door te vertellen en steeds een verdieping hoger te brengen, van de wijk naar de stad, van de stad naar de samenleving. In Natland zijn we daarin geslaagd. Publiek van buiten de stad was net zo geboeid door Natland als de Morsbewoners doordat we een herkenbaar patroon blootlegden, van een wijk waarin je de participatiesamenleving ziet functioneren.’ De creatie van esthetische ervaringen is een van de theatrale middelen waarmee de theatermakers van PS|theater mensen in de voorstelling trekken. Ook Natland was een geheel van poëtische teksten, mooie muziek, fascinerende geluidseffecten, subtiel geacteerde toneelfragmenten, naast nuchtere feiten. Met een koptelefoon op waarop Tijs Huys en Rian Evers een uitzending van ‘Radio Utopia’ speelden, volgde het publiek Pepijn Smit op een tocht door de wijk, om de verhalen van wijkbewoners en hun activiteiten in allerlei theatervormen opgediend te krijgen. Om het concrete van die verhalen te verstoren, dook her en der in de marge van de voorstelling acteur Vincent Bendervoet zwijgend op, met een vervreemdende, absurdistische performance waarin badeendjes een rol speelden. De eerste keer zag je hem

ergens halverwege een putdeksel lichten, de eendjes een voor een uit het gat halen en in een rijtje op straat opstellen, alsof het de gewoonste zaak van de wereld was. Enkele scènes later, een stuk verder op de route, ontwaarde je hem in het zand van een speeltuin, tot zijn middel ingegraven, strak voor zich uit kijkend, eendjes om zich heen. Aan het einde waadde hij door de waterplas in de wijk, met één enorme badeend onder de arm. Pepijn Smit: ‘De esthetische ervaring moet er zijn, niet alleen om mensen een prettig gevoel te geven, maar ook om het verhaal boven het alledaagse uit te tillen. Tegelijkertijd hecht ik aan de maatschappelijke context van wat wij maken. Ik heb de indruk dat in de theaterwereld een verandering gaande is. Ik hoop dat althans. Vóór de crisis ging het in onze sector vooral over de artistieke waarde van kunst. In de crisis, toen de grote bezuinigingsgolf op de kunstsector afkwam, ging het opeens over wat cultuur aan geld opleverde, over het economisch nut van kunst, de parkeergarages die dankzij het theater volstonden, de restaurants die meer omzet

‘We trekken onze verhalen uit een maatschappelijke context, plaatsen die in een artistieke context, met als doel om iets

over de samenleving te zeggen.’

Page 8: magazine DE HOOP VAN LEIDEN

maakten, de extra wijn die de cafés schonken. Ik vond het echt getuigen van een minderwaardigheidscomplex dat de kunstensector zich zover in dat discours liet meetrekken. Armoedig! Nu gaat het gelukkig meer over de maatschappelijke waarde van kunst. We trekken onze verhalen uit een maatschappelijke context, plaatsen die in een artistieke context, met het doel uiteindelijk iets over die samenleving te zeggen.’ Erica Smits, dramaturg bij PS|theater en theaterjournalist, zegt: ‘Ik heb dezelfde indruk. Er breekt iets open in de theaterwereld. Lange tijd hebben de kunsten zich opgesloten in sjieke galeries en zwarte dozen van gebouwen en een discours met zichzelf gevoerd. Het was l'art pour l'art. Nu moeten we hard werken voor ons draagvlak en achter de mensen aan, hun wrevel overwinnen, vragen wat hun beroert. Dat is vruchtbaar. Het is dan aan ons dat een theatrale vorm te geven en een diepere relevantie.’ Oudgediende in de theaterwereld Wil van der Meer werkte het afgelopen seizoen met PS|theater. Hij zegt: ‘Toneel hoeft geen straattheater te zijn om toch bij mensen het gevoel los te maken: maar dit gaat over ons! Er wordt over ons theater gemaakt! Als theatermakers daarin slagen, hebben ze al een bos aan vooroordelen over het toneel omgehakt: dat kunst elitair is, dat die artiesten gesubsidieerd worden om dingen te maken die alleen zij begrijpen, dat kunstenaars met zichzelf bezig te zijn terwijl andere mensen hun kloten moeten zien te redden. Dat soort ongemak.’ Smit zegt dat theatermakers tegelijkertijd een zekere afstand tot de toeschouwers moeten creëren. Volledige vereenzelviging met het publiek zou hun de vrijheid ontnemen om te experimenteren en, als zij dat nodig achten, tot in het abstracte te spelen met vormen en thema’s, zoals de trektocht die de badeendjes vanuit een straatput ondernemen. PS|theater introduceert volgens Smit daarom personages in zijn voorstellingen die de vereiste afstand mogelijk maken. In Natland zijn dat Mieke, de presentatrice van de gefingeerde radiozender Utopia, en Sjoerd Verbetert, een tikje zweverige politicus en auteur van de gefingeerde ‘bestseller’ De participatiesamenleving: een sterk land van zelfbewuste mensen, die op nogal sarcastische wijze door Mieke wordt ondervraagd. Mieke: ‘Maar wat verwacht u dan precies van dat participeren?’ Sjoerd: ‘Uuuuhm… nou ja, dat mensen meedoen.’ Gedurende de uitzending, waarnaar het publiek van Natland luistert op zijn wandeling door De Mors, verdwijnt het stotterende gestuntel uit het radio-optreden van de politicus, dankzij de verhalen die hij in dezelfde uitzending van de vrijwilligers te horen krijgt. Aan het eind rijgt hij die verhalen op bijna associatieve wijze aan elkaar tot een coherente, gloedvolle rede over de ideale participatiesamenleving. Ook het concrete van dat betoog wordt eerder in de voorstelling op prettige wijze verstoord door de poëtische tafereeltjes die Tijs Huys in kleine eenakters over de wijk schetst. Zoals dat over zijn bezoek aan Rosa Manus, een landelijk opvangcentrum voor vrouwen en hun kinderen, gevestigd in het hart van De Mors.

Welkom in het huis van Rosa Manus. Het huis is groot. Warmte, genegenheid, een diepe ademhaal. Hier is het veilig, de muren zijn een luisterend oor. Een doolhof van gangen, trappen, kamers, gangen, deuren, gangen en deuren. Eén deur biedt toegang tot de kindertuin. Een kind plakt aan de deur. Met een zwiep rolt het mee naar buiten. Het huilt niet, net een popje. Er zijn er nog meer, popjes. Een tiental, met verwonderde gezichtjes. Ranja, wafeltjes en ’ik zag twee beren...’

Eén ventje kijkt me priemend aan.

‘Wie ben jij?’

‘Uhm... Ik ben Tijs. En jij?’ vraag ik.

‘Dat mag je niet weten’, antwoordt hij snel.

‘Oké, dat is goed. Dan blijft het geheim.’

‘O... o... en hij wijst met zijn vinger, je mag ook niets zeggen.’

‘Oké. Ik zeg niets.’ Dat lukt me wel.

‘Wie ben je?’ Ik zwijg. ‘Goed zo. Je mag niet bewegen.’

Ook al niet, denk ik. Ik zit stil. Anderhalve minuut, als een standbeeld. Geen geluid, geen beweging. Ineens beginnen ze allemaal weer te zingen: ’Ik zag twee bijen, auto rijden, oh dat was een wonder, het was een wonder boven wonder dat die bijen rijden konden, hihihi, hahaha, ik stond er bij en ik keek er naar.’

Het ventje houdt me in de gaten. Ik voel me betrapt en bekeken. En ineens lacht hij, onophoudelijk. Ik lach met hem mee. Het standbeeld komt weer tot leven.

‘En nu jij?; vraag ik ongeremd. Even staat hij stil, een ministandbeeld, een popje. Een minimens in het grote huis van Rosa Manus. Kijk nou toch... Nog geen seconde later lachen we met zijn twee.

Page 9: magazine DE HOOP VAN LEIDEN

III

Bij de voorbereiding van ‘De Hoop van Leiden’, de slotvoorstelling in het Leidse Schouwburg, werkte De methode-PS aanvankelijk niet. Om de verhalen te verzamelen die puber Nils tot leven moesten wekken, had Pepijn Smit aan de tachtig medewerkende scholieren van het Da Vinci College gevraagd een brief aan zichzelf te schrijven, maar dan aan degene die zij over tien jaar zijn. Dat leverde weinig op. Smit: ‘Het resultaat was: heel brave stukjes. ’’Ik woon op kamers, doe een studie, ga over twee jaar trouwen en een huis kopen.’’ Alsof er in die tien jaar verder niets meer gebeurt. Iedereen ook leeft nog, de ouders zijn allemaal nog bij elkaar. Kortom: materiaal waarmee we niets konden. Jongens en meisjes van 15, 16 kunnen zichzelf nog niet relativeren. Ze kunnen zich niet als een personage zien, van een afstand. Ze zijn het middelpunt van hun eigen universum en daarin bestaat nog geen vijfentwintigjarige. Ik verwachtte van te voren dat Nils voor het avontuur zou kiezen, natuurlijk, want wie

zou dat niet doen? Maar toen we de brieven van onze pubers verzamelden bleek dat niet zo te zijn, eerder het tegendeel. Ik begrijp dat ook wel. Waarom zou je alle schepen achter je verbranden?’

Volgens Smit zei de persoon Nils die zich in de brieven aftekende niettemin al iets over het collectief van de samenleving. ‘Kiezen we als samenleving voor wat we al kennen en herhalen we de geschiedenis, of kiezen we voor het avontuur? Veel van de reacties in de samenleving zijn afwerend. Nee, liever geen keuze voor het onbekende, geen avontuur. We zijn conservatief bezig.’

De blokkade kon worden doorbroken door de voorstelling te concentreren op dat ene moment waarin Nils na zijn examen de keuze voor zijn toekomst moet maken. Blijft ie, binnen het veilige bestaan met vrienden die hij altijd had, op de universiteit in de

stad die hij al kent, of trekt hij erop uit met het idee dat hij misschien niet meer terug zal komen? Met de keuze voor dat moment kreeg Nils contouren. De pubers van Da Vinci moesten zich nu een concrete voorstelling van die keuze maken.

Voor De Hoop van Leiden liet het team van PS zich door jonge hersenspecialisten van de universiteit eerst uitvoerig onderwijzen over de werking van het puberbrein. Dat brein kreeg in de Leidse Schouwburg vorm in de verschillende ruimtes van het theater, van de grote zaal tot de kleedkamers, die een denkbeeldige metamorfose ondergingen tot prefrontale cortex, basale ganglia, bulbus olfactorius, hypothalamus of een ander deel van het brein voorstelden. Het dragende verhaal, opgevoerd door de leerlingen van het Da Vinci, speelde zich af in het centrale deel van het brein, de grote zaal. Negen professionele theatermakers die aan PS zijn verbonden kregen een ander hersendeel tot hun beschikking, om in een korte scène te laten zien wat er in Nils’ hoofd omging. Een van de kleedkamers was de bulbus olfactorius, het deel van het brein waar zich het

reukvermogen bevindt. Geurmagiër Huys met zijn speelgoedaap liet het publiek daar ruiken wat Nils allemaal opsnuift tijdens de wereldreis waarvoor hij uiteindelijk koos. De orkestbak was het cerebellum, de regulator van de motoriek. In een scène vol vervreemdende, ontregelende soundscapes verbeeldden Marijke Hessels en Joeri van Heijningen wat alcohol met de motoriek doet. Rian Evers en zangeres/actrice Pauline ten Böhmer maakten een even desoriënterend geluidskunstwerk met viool, gitaar en samples, waarin zij de eigen wereld van de slaap opriepen.

Cum regione euripidis ex, et quo quaeque molestie dissentias!

Atlas in de Mors en Natland februari tot en met april 2014 De Hoge Mors, Leiden

Met De Atlas in De Mors trokken Rian Evers en Tijs Huys 2 maanden lang door De Mors op zoek naar de wereldverbeteraars van de wijk. Door stages te lopen bij instellingen, vrijwilligers een ode te brengen en koffie te drinken met de buren, verzamelden zij verhalen en maakten theatrale portretten. Deze kwamen samen in de muziektheaterroute Natland, waar het publiek, gewapend met koptelefoon, door huizen en portieken, langs tuinen en over gallerijen trok.

Makers, spel en muziek Rian Evers en Tijs Huys Regie Pepijn Smit Dramaturgie Erica Smits Theatrale beelden Pauline ten Böhmer en Vincent Bendervoet Sound design, recording, editing Raoul Matheron Muzikale soundscape Herjo Scholten Productie Merel Eijkelhof Zakelijke leiding Irene Timmer en Jan Gaasenbeek Publiciteit Eline Levering Grafische vormgeving Ankie Stoutjesdijk Partners Wijken voor Kunst, Popma en ter Steege Financiering Wijken voor Kunst, Fonds 1818, WOZ fonds Met dank aan Erica Haffmans, Josse Popma, lunchcafé Deksels, buurtcentrum Morschwijk, Rosa Manus, Radius, José van Beek, Mario Mantel, Bea Hoogheid, Koen Vredebregt, Godert Volbeda, inwoners en instellingen De Mors

Page 10: magazine DE HOOP VAN LEIDEN

3 Bij de voorbereiding van De hoop van Leiden, de slotvoorstelling in het Leidse Schouwburg, vonden de theatermakers van PS|theater in eerste instantie bij de deelnemende jongeren van onder andere het Da Vinci College niet de ambitieuze toekomstdromen die ze verwacht hadden. Pepijn had ze gevraagd een brief aan zichzelf te schrijven, maar dan aan degene die zij over tien jaar zijn. Dat leverde weinig op. Smit: ‘Het resultaat was: heel brave stukjes. ’’Ik woon op kamers, doe een studie, ga over twee jaar trouwen en een huis kopen.’’ Alsof er in die tien jaar verder niets meer gebeurt. Iedereen ook leeft nog, de ouders zijn allemaal nog bij elkaar. Jongens en meisjes van 15, 16 kunnen zichzelf nog niet relativeren. Ze kunnen zich niet als een personage zien, van een afstand. Ze zijn het middelpunt van hun eigen universum en daarin bestaat nog geen vijfentwintigjarige. Ik verwachtte van te voren dat Nils voor het avontuur zou kiezen, natuurlijk, want wie zou dat niet doen? Maar toen we de brieven van onze pubers verzamelden bleek dat niet zo te zijn, eerder het tegendeel. Ik begrijp dat ook wel. Waarom zou je alle schepen achter je verbranden?’

Volgens Smit zei de persoon Nils die zich in de brieven aftekende niettemin al iets over het collectief van de samenleving. ‘Kiezen we als samenleving voor wat we al kennen en herhalen we de geschiedenis, of kiezen we voor het avontuur? Veel van de reacties in de samenleving zijn afwerend. Nee, liever geen keuze voor het onbekende, geen avontuur. We zijn conservatief bezig.’

De blokkade kon worden doorbroken door de voorstelling te concentreren op dat ene moment waarin Nils na zijn examen de keuze voor zijn toekomst moet maken. Blijft hij binnen het veilige bestaan met vrienden die hij altijd had, op de universiteit in de stad die hij al kent, of trekt hij erop uit met het idee dat hij misschien niet meer terug zal komen? Met de keuze voor dat moment kreeg Nils contouren. De jongeren van het Da Vinci moesten zich nu een concrete voorstelling van die keuze maken.

Voor De hoop van Leiden liet het team van PS|theater zich door jonge hersenspecialisten van de universiteit eerst uitvoerig onderwijzen over de werking van het puberbrein. Dat brein kreeg in de Leidse Schouwburg vorm in de verschillende ruimtes van het theater, van de grote zaal tot de kleedkamers, die een denkbeeldige metamorfose ondergingen tot prefrontale cortex, basale ganglia, bulbus olfactorius, hypothalamus of een ander deel van het brein. Het dragende verhaal, opgevoerd door de leerlingen van het Da Vinci, speelde zich af in het centrale deel van het brein, de zaal. Negen professionele theatermakers die aan PS|theater zijn verbonden kregen een ander hersendeel tot hun beschikking, om in een korte scène te laten zien wat er in Nils’ hoofd omging.

‘Kiezen we als samenleving voor wat we

al kennen en herhalen we de geschiedenis, of

kiezen we voor het avontuur?’

Page 11: magazine DE HOOP VAN LEIDEN

Eén van de kleedkamers was de bulbus olfactorius, het deel van het brein waar zich het reukvermogen bevindt. Geurmagiër Tijs Huys met zijn speelgoedaap liet het publiek daar ruiken wat Nils allemaal opsnuift tijdens de wereldreis waarvoor hij uiteindelijk koos. De orkestbak was het cerebellum, de regulator van de motoriek. In een scène vol vervreemdende, ontregelende soundscapes verbeeldden Marijke Hessels en Joeri van Heijningen wat alcohol met de motoriek doet. Rian Evers en zangeres/actrice Pauline ten Böhmer maakten een even desoriënterend geluidskunstwerk met viool, gitaar en samples, waarin zij de wereld van de slaap opriepen. In een van de teksten in de scène van Evers en Ten Böhmer hoor je dan opeens een zin die de sleutel tot de hele voorstelling is: ‘One day, I know, I’ll be old. Then I think of all the stories that I could have told.’ Dat is de tragiek die Nils boven het hoofd hangt als hij kiest voor het zekere bestaan en de man wordt die men van hem verwacht. Eerder in de voorstelling droomt Nils van hem:

Hij is 35 jaar en ziet eruit alsof hij 53 is. En iedereen is heel trots op hem: hij is precies geworden zoals ze verwacht hadden. Hij zit op een grijze bank in een leeg huis langs een snelweg. Beweegt niet, lééft niet, doet wat er van hem verlangd wordt. Hij is lui, lui gemaakt. Emotieloos, ideeënloos. Hij wil niets meer, heeft geen dromen, geen ambities. Hij gaat naar de supermarkt voor zijn dagelijkse portie biefstuk met groenten en droog gekookte aardappelen. Hij leest de handleiding van zijn nieuwe koffiezetapparaat. Hij checkt zijn mail, whatsappt en belandt in een droge poel van meningen die zelfs hem niet interesseren. Soms gaat hij naar de dokter, krijgt een medicijn voorgeschreven, gaat weer naar huis en leeft weer verder. Hij werkt. Waarom? Dat wordt nu eenmaal van me verwacht, zegt hij, meer heb ik niet te kiezen. Hij reist niet, hooguit heen en terug naar zijn familieleden in het midden van Nederland. Zijn lievelingskleur? Grijs. Het type waarop hij valt? Normáál en ongecompliceerd. En iedere nacht heeft hij dezelfde droom, waarin hij op de bank zit. En het enige waar hij zich dan bewust van is, is het tikken van de klok in de keuken. En hij telt. Ik ben hem. Ik ben die man op de bank, Hij, die precies geworden is zoals iedereen van hem verwacht had.

Page 12: magazine DE HOOP VAN LEIDEN

Dit zegt hij over zijn reis, die bovenal opgevat moet worden als een metaforisch pleidooi voor non-conformisme, autonomie en eigenzinnigheid:

Nils maakt, aangemoedigd door de tips die het publiek hem tijdens de route heeft gegeven, de andere keuze, voor een wereld die voor hem open ligt en hem nieuwe ervaringen moet brengen. Misschien, laat hij vóór zijn reis in een afscheidsbrief aan zijn ouders weten, belandt hij dan uiteindelijk ook op zo’n grijze bank, maar dan heeft hij er wel zèlf voor gekozen.

Het zou de stomste beslissing van mijn leven kunnen zijn. Het zou een weg naar de hemel kunnen zijn. Het zou een weg naar de hel kunnen zijn. Of Nirvana, of Walhalla, of helemaal niets. Het zou niets kunnen zijn. Het zou ook het centrum kunnen zijn, waar ik al zo lang naar zocht. Het zou iets kunnen zijn wat ik al lang wist. Het zou een teleurstelling kunnen zijn. Het zou een onverwoestbare trein kunnen zijn die cirkels rijdt over het Russische steppegebied. Van Moskou tot Vladivostok en terug. Het zou die eeuwige herhaling kunnen zijn. Herhaling die je in slaap sust. Het zou een nieuw leven kunnen zijn. Het zou een nieuwe wereld kunnen zijn. Het zou magere Hein kunnen zijn. Het zouden de vogels kunnen zijn, wiens thuis het luchtruim is. Er zou een eeuwige weg kunnen zijn, waarop terugkeren geen optie is.

Mijn hele leven hebben jullie mij alles gegeven wat ik nodig heb en ik was jullie perfecte keuzekind. Onbewust heb ik met jullie keuzes mijn hele toekomst al uitgestippeld. Die toekomst ziet er best oké uit, maar maakt mij ook een beetje bang. Als ik alles al weet, wat valt er dan nog te ontdekken?

Vannacht droomde ik over een persoon van 35 jaar, die eruit zag alsof hij 53 is. Hij zat op een grijze bank, in een huis langs een snelweg en was geworden zoals iedereen van hem verwacht had. Ik schrok wakker. Als ik nu niet mijn eigen keuzes ga maken, word ik als die man in de droom. Dan zit ik straks, met een wiskunde-diploma, mijn twee kinderen, een aquarium en een burn-out op de bank, zonder dat ik zelf ooit iets ontdekt heb.

Daarom ga ik nu op pad, de wereld in, richting de toekomst. Ik weet niet hoe die toekomst eruit gaat zien, echt geen idee. Misschien zit ik uiteindelijk ook op zo’n grijze bank, maar dan heb ik er dan wel zelf voor gekozen.

Vertrouw me maar. Laat het mij voorlopig nog niet weten. Dan komt het echt wel goed!

Page 13: magazine DE HOOP VAN LEIDEN

De hoop van Leiden juni 2014 De Leidse Schouwburg

In de slotvoorstelling van dit themajaar, De hoop van Leiden, maakte het publiek kennis met Nils. Een Leidse jongen die op de drempel staat van de rest van zijn leven: kiest hij voor het grote avontuur van het niet-weten of de veilige weg waarin alles al bepaald lijkt. Het publiek dwaalde door de krochten van het puberbrein: van het podium tot de kleedkamers, van de directiekamer tot de coulissen…in de Leidse Schouwburg klonk hoop!

Regie Pepijn Smit in samenwerking met Marijke Hessels en Joeri van Heijningen Spel en muziek: Pauline ten Böhmer, Rian Evers, Marijke Hessels, Joeri van Heijningen, Tijs Huys, Nicoline Raatgever, Michiel van Poelgeest/Villeneuf, Annefleur Schep, Alexander de Vree en 80 jongeren Dramaturgie: Erica Smits Zakelijke leiding: Irene Timmer en Jan Gaasenbeek Publiciteit: Eline Levering Productie Fa-bricage, Anne-lyke van den Elshout Vormgeving en lichtontwerp José Warmerdam Kostuums Roos Smith Projectie Het Blauwe Uur Grafisch ontwerp Ankie Stoutjesdijk Fotografie Rob Overmeer Partners Da Vinci College Leiden, Stadspodia Leiden, Jeugd Symfonieorkest Rijnstreek Financiering Gemeente Leiden, Cultuurfonds Leiden, Fonds 1818, Ondernemersfonds, Prins Bernard Cultuurfonds Met dank aan Stadspodia Leiden, medewerkers Da Vinci College Leiden, medewerkers Jeugd Symfonieorkest Rijnstreek ,de Veenfabriek, Smit-Wonen in Sfeer, Evelements, Wieland Textiel, De Theatermachine, Het Blauwe Uur, het Brain Development Centre, de vrijwilligers en alle Vrienden van PS|theater

‘We eindigen op het podium en kijken in de zaal in de hoop dat Nils een goede keuze zal maken. Wie deze

voorstelling gaat bekijken, doet dat in ieder geval.’

Leidsch Dagblad

Page 14: magazine DE HOOP VAN LEIDEN

4 In Ons Bloed, het openingsstuk van seizoen 2013-2014, zit de hoop dieper verborgen, achter de tragedie. Het oogt in de eerste scènes vooral als een verdrietige confrontatie vol treiterijen en machtsspelletjes over en weer, tussen een zieke, oude slager in zijn laatste dagen en zijn zoon, die in de ogen van zijn vader van het rechte pad is afgeraakt door de stad en het vak van muzikant te verkiezen boven het dorp en het ambacht van slager. Sindsdien praat hij maar raar, vindt de vader.

Als de zoon de oude man komt opzoeken vlak voor diens overlijden, lijkt de breuk tussen hen aanvankelijk onheelbaar door de gescheiden werelden waarin zij leven. De zoon (Tijs Huys) herinnert zich hoe hij die ene keer dat ie mee mocht naar de veemarkt ontdekte dat zijn vader (Wil van der Meer) eigenlijk meer van koeien hield:

Tijdens het bezoek laat de zoon aan de vader een oude foto van dat moment zien. Hijzelf staat er ook op, als jongetje in een slagerspakje, wit jasje, wit petje, witte klompjes. De vader raakt geëmotioneerd bij het zien van de foto. Als hij het woord neemt lijkt de kloof dan toch overbrugd, eindelijk. Dat is een pijnlijke vergissing:

In de slotscène, als de zoon de vader wast nadat hij in zijn stervensuur bloed heeft geplast, komt dan toch de toenadering en valt het woord ‘liefde’, nadat ten langen leste is gezegd wat nog gezegd moet worden. Ook vaders verwijt dat de zoon ‘raar praat’ verliest zijn scherpte door de subtiele verandering van de betekenis van die uitdrukking.

Zijn handen gaan sensueel over het hele lijf van het dier. Vliegensvlug. Hij bevoelt haar, en daar waar de staart begint knijpt hij. Boven op de rug. Niet lang. Heel even maar. En dan weet hij het. Je ziet het aan zijn blik. Overtuigd. Geen twijfel mogelijk. Hij weet hoe zwaar het dier zal zijn. 920 pond. Schoon aan de haak.

Dit is mooi. Wat is dit machtig mooi. Machtig. Prachtig. Moet je nou toch eens zien... Dat zie je niet vaak hoor. 920 pond. En ’t is allemaal vlees, hè!

Page 15: magazine DE HOOP VAN LEIDEN

Op de vraag waar de hoop schuilt in Ons Bloed, zegt Van der Meer, terugkijkend op de voorstelling: ‘Op momenten in het leven dat je tegenover elkaar staat, hoop je dat het anders wordt, beter, harmonieuzer, maar dan moet je echt eerst de afgrond in. Als niet eerst het waarom van de verwijdering duidelijk wordt, is het onmogelijk te laten zien dat deze twee mensen, bewust of onbewust, de hoop hebben dat ze toch nog bij elkaar komen.’

Vader: Ik hield van je moeder. Maar toen jij geboren werd ging ze raar doen. Jij deed rare dingen met haar. Rare dingen. Ik bestond niet meer. Ik zag het toch. Ze hoorde niet meer bij me. Ze was mijn vrouw niet meer. Ze ging raar praten. En dat kwam door jou.

Zoon: Raar praten. Ik wil alleen nog maar raar praten. Je dunne ouwe haren wassen. Mijn handen op je hoofd, druppels water wegvegend uit je rimpelige nek. Je aanraken. Zachtjes. Zonder iets te zeggen. In stilte. Wat zijn we raar aan het praten, hè?! ‘Luisteren!’ Ik moest altijd naar je luisteren. Maar je zei niets. Raar praten. Koude liefde. Warme liefde. Ik wil de warme liefde. De zwetende, verzengende liefde. Maar jij bent van de koude liefde. De harde, ongevoelige liefde. Dichter bij elkaar zullen we wel nooit meer komen. Raar praten. Ik wil alleen nog maar raar praten. Ik houd van je, net zoals jij van de koeien houdt. Dat ik nou niet wist hoe ik je dat moest zeggen. Raar praten? Wat zitten we raar te praten hè?

Page 16: magazine DE HOOP VAN LEIDEN

Huys vult aan: ‘Op het moment dat ik als zoon tegen de vader zeg: ’’Ik houd van jou, net zoals jij van je koeien houdt’’, valt die hel tussen hen weg. Dan beseft de zoon dat ze al die tijd een andere taal hebben gesproken, maar wel van elkaar hebben gehouden. De blokkade is eindelijk opgeheven, net op tijd, want de zoon ziet dat zijn vader wegdrijft naar een andere wereld.’

Pepijn Smit regisseerde Ons Bloed. Hij zegt: ‘Het jaarthema van PS|theater mag geen dictaat van de vorm en aard van de voorstellingen zijn. ’Hoop’ houdt niet in dat we louter hoopvolle voorstellingen maken, net zo min als ’verdriet’ ons verplichtte tot verdrietige voorstellingen. Ons Bloed gaat over de onmacht in de relatie tussen een ouder en een zoon of dochter, tot dat ene moment, onontkoombare moment dat de een tegenover de ander staat en zich moet uitspreken. Van dat moment hebben we het publiek getuige laten zijn.’

Ook in Ons Bloed vloeit het persoonlijke verhaal over in een collectief, over de moeizaamheid in de verhoudingen tussen mensen. Aanvankelijk was het de bedoeling van PS|theater om het stuk voor een deel op te bouwen uit klassieke theaterteksten van Tsjechov (Platonov), Shakespeare (Hamlet), O’Neill (Een lange dagreis naar de nacht) en Noren (De moed om te doden), maar naarmate Ons Bloed dichter bij hem persoonlijk kwam, nam Van der Meer de tekst in haar geheel voor zijn rekening. Als slagerszoon uit Roelofarendsveen kon hij niet voldoen aan de verwachtingen van zijn vader en ontvluchtte hij diens juk, de familie, het dorp en de slagerij, maar niet zonder oog voor het verdriet van de vader. Van der Meer: ‘Daar zag je wat er gebeurt als je de confrontatie met een ander niet onderzoekend aangaat maar afwijzend, overtuigd van het eigen gelijk, zonder twijfel aan jezelf. In Ons Bloed naderen vader en zoon elkaar eindelijk, ook al worden ze het niet eens, doordat ze erkennen dat hun onderlinge verschillen niet hoeven te worden opgelost. Dan kom je dichter bij elkaar dan wanneer je per se wilt dat de ander zoals jij wordt. Ons Bloed gaat over de complexiteit van relaties, over de eenzaamheid in de stad evenzeer als over de benauwenis van een kleine dorps- of wijkgemeenschap die de eigen mensen bescherming biedt en het vreemde verstoot.’

Zoals zijn vader in de introductie van Filet Américain de ondergang van zijn vak zag. Voor die nieuwigheid werd goed, herkenbaar vlees geplet en vermalen, in een oude mayonaise-emmer gedumpt en met allerhande kruiden vermengd tot een rauw, onbestemd smeersel.

Ook in Ons Bloed vloeit het persoonlijke verhaal over in een collectief, over de moeizaamheid in de

verhoudingen tussen mensen.

Page 17: magazine DE HOOP VAN LEIDEN

Ons Bloed december 2013 theater Ins Blau, Leiden

In Ons Bloed hebben wij de sloophamer in de hoeksteen van de samenleving gezet. Wij doken in het verhaal van vaders en zonen, over hoop en teleurstellingen, over ambacht en opvolging, over verschillen en overeenkomsten, over discipline en zorgen. In de final countdown tussen een slager en zijn zoon passeerden nog éénmaal hoop, geloof en liefde en werd er gehakt gemaakt van immer gekoesterde verwachtingen.

Regie Pepijn Smit Tekst Wil van der Meer Spel Tijs Huys en Wil van der Meer Dramaturgie Erica Smits Lichtontwerp en decorbeeld José van Beek Kostuumadvies Roos Smith Karkas Conrad van der Ven Productie Merel Eijkelhof Zakelijke leiding Irene Timmer Publiciteit Eline Levering Grafisch ontwerp Ankie Stoutjesdijk Fotografie Rob Overmeer Partner Theater Ins Blau Financiering Gemeente Leiden, Cultuurfonds Leiden Met dank aan Theater Ins Blau, de Veenfabriek, Krisztina de Châtel/De Châtel sur Place, Stadspodia Leiden, Smit wonen in Sfeer, Keurslagerij van der Meer, Jan Stap Film, Mijke Smit, Tot Zover, T.I.M.E., Slagerij van der Zon de lunchgasten en alle Vrienden van PS|theater

‘Het benadrukt hun ijzersterke bloedband, maar ook de idee dat elke

vader ooit een veelbelovende zoon was en elke zoon een teleurgestelde

vader in spe.’

Theaterkrant

Page 18: magazine DE HOOP VAN LEIDEN

5

Dinsdag 8 april, 19.30 uur, de eerste voorstelling van Natland. Pas die ochtend om 11 uur, na een nacht doorhalen, is de audiotape gereedgekomen die het publiek ’s avonds op de koptelefoon zal horen. In die nachtelijke uren zijn in de badkamer van de ouders van Pepijn Smit bloeb-bloebgeluiden opgenomen, om in Huys’ sprookje over de Morspad de associatie met een zuigend moeras te kunnen wekken. Een uur vóór aanvang hebben regisseur en dramaturg voor het eerst de route met koptelefoon afgelopen. Ze zijn opgelucht. Alles klopt. Natland kan in première.

De acteurs zijn ook voorbereid op verrassingen die zich op straat zullen voordoen, van minder aangename gebeurtenissen als de knetterende echtelijke ruzie op driehoog die woordelijk te volgen is of de man die schreeuwend voorbij komt, tot het aangename toeval van de was op een balkon die wappert op het ritme van een soundscape.

Van professioneel opgeleide theatermakers mag worden verwacht dat zij een voorstelling tot het laatste moment perfectioneren, zonder het risico te lopen dat het een rommeltje wordt. PS|theater kan zich dat volgens Smit ook permitteren dankzij een gedeeld idee onder de medewerkers van wat goed theater is. In de eerste plaats moet het esthetisch genoegen bieden, zij het bij voorkeur als middel om mensen het verhaal in te trekken. De stelregel van PS|theater is dat het zijn publiek serieus neemt door het vak van theatermaken serieus te nemen. Goed theater laat een vonk overslaan naar het publiek. Zo komt interactie tot stand. Smit: ‘Je moet je als toeschouwer bij ons thuisvoelen. Als in een lekker café, aan een goede tafel waar je zit met vrienden. Dat is de sfeer die we willen creëren en hopen over te dragen aan de mensen voor wie wij werken.’

‘Je moet je als toeschouwer bij ons

thuisvoelen. Als in een lekker café, aan een

goede tafel waar je zit met vrienden.’

Page 19: magazine DE HOOP VAN LEIDEN

De Atlas op de Markt oktober 2013 - mei 2014 binnenstad Leiden

Iedere maand liep PS|theater een dag stage bij een Leids familiebedrijf. Wij vingen verhalen op, gingen in gesprek met winkeliers en klanten en aten mee. Aan de hand hiervan werden theatrale portretten van deze bedrijven gemaakt, die tijdens de Verrassend Winkelweekenden te zien waren in de winkel en in de keet.

Makers, spel, muziek Rian Evers en Pauline ten Böhmer Regie Pepijn Smit Dramaturgie Erica Smits Muziek Cyrelle Failé, Diederik ten Böhmer Spel Tijs Huys Productie Merel Eijkelhof Publiciteit Eline Levering Zakelijke leiding Irene Timmer en Jan Gaasenbeek Financiering Centrummanagement Leiden, Cultuurfonds Leiden Met dank aan Gwen Perroti, de ondernemers, Rollend Leiden

PS|theater op stage:

fourniturenzaak Mol en de Groot, drogisterij Boerhaave,

Voetlicht, Smit - Wonen in Sfeer, kaasspeciaalzaak van Boheemen, Chin. Ind. Rest.

Woo Ping

Page 20: magazine DE HOOP VAN LEIDEN

werkte dit seizoen samen

met:

Architectenbureau Popma en ter Steege Bigband Date 7-2-7 Brain Development Centre / Universiteit Leiden Buurtcentrum Morschwijck / Libertas Leiden Centrummanagement Leiden Cultuurfonds Leiden De Lakenhal De Theatermachine De Veenfabriek De Vrijer Van Dongen Drogisterij Boerhaave Erfgoed Leiden Evelements Fonds 1818 Gemeente Leiden Grenzeloos Geluid Het Blauwe Uur Jan Stap Film Jeugd Symfonieorkest Rijnstreek Kaasspeciaalzaak van Boheemen Kees TM Keurslagerij van der Meer Leidse Schouwburg Lunchcafé Deksels! Maaltijd aan huis / Radius Mol en de Groot Nacht van Kunst en Kennis Ondernemersfonds Portaal Prins Bernard Cultuurfonds Rabobank Leiden e.o. Rrrollend Leiden Slagerij van der Zon Smit wonen in Sfeer Stadslab Stadspodia Stevensbloem festival Stukafest Theater Ins Blau Theater na de Dam T.I.M.E. Tot Zover Vrienden van PS|theater Voetlicht Vrouwenopvang Rosa Manus Wijken voor Kunst Woo Ping WOZ fonds

Page 21: magazine DE HOOP VAN LEIDEN

bestond dit seizoen uit:

Artistieke leiding en regie Pepijn Smit Dramaturgie Erica Smits Zakelijke leiding Irene Timmer, Jan Gaasenbeek  Theatermakers Pauline ten Böhmer, Rian Evers, Tijs Huys, Michiel van Poelgeest, Nicoline Raatgever, Annefleur Schep, Pepijn Smit Acteurs Vincent Bendervoet, Pauline ten Böhmer, Rian Evers, Joeri van Heijningen, Marijke Hessels, Tijs Huys, Bas Maassen, Sijtze van der Meer, Wil van der Meer, Nicoline Raatgever, Annefleur Schep Muzikanten Kim José Bode, Pauline ten Böhmer, Diederik ten Böhmer, Rian Evers, Cyrelle Failé, Michiel van Poelgeest/Villeneuf, Herjo Scholten Teksten Wil van der Meer, Julia Schoonbrood, Nicoline Raatgever, Pepijn Smit Decor- en lichtontwerp José van Beek Kostuumontwerp Roos Smith Dirigent De hoop van Leiden Mark Tempelaars Regie-assistentie De Hoop van Leiden Marijke Hessels, Joeri van Heijningen Ontwerp installatie De hoop van Leiden Alexander de Vree Projectie De hoop van Leiden Het Blauwe Uur Sound design, recording, editing Raoul Matheron Ontwerp karkas Ons Bloed Conrad van der Ven Productie Merel Eijkelhof, Anne-lyke van den Elshout/Fa-bricage Publiciteit Eline Levering Grafisch ontwerp publiciteit Ankie Stoutjesdijk Essayist Marcel ten Hooven Fotografie Rob Overmeer Jongeren spel De Hoop van Leiden Mirte van Boheemen, Iris Brouwer, Lisanne Brouwer, Joost van Dooren, Britt Dordregter, Joy Dordregter, Mikki de Gier, Marijke Grundeken, Laurens ter Haar, Yaï van Hamme, Remco Hogerhorst, Jelle Hoogenboom, Michael Hoogenboom, Jochem van Iterson, Puck van Kampen, Tamar Lagas, Sanne Lievers, Sacha van Leeuwen, Robin Meijer, Delphine Mekel, Laura Middelkoop, Max Neuvel, Eva van der Poel, Isa Radder, Sieb Scherpbier, Julia Schoonbrood, Tinke Spijker, Jim van der Spree, Meike van Rixtel, Francis Ropes, Alisha Teerink, Karin van Tongeren, Joram Turk, Puck van der Velden, Eva Verbeek, Isabella Verheijen, Olaf Vermeulen,  Tessa Vermeulen, Layla de Vriend, Mia Weerdesteijn, Zia van der Werf Jongeren orkest De hoop van Leiden Anne Bakermans, Marlene van Bemmelen, Anke Benning, Remi Blokker, Douwe Borg, Helena Danton, Marco Hoogerwerf, Justus Iterson, Ellen Jansen, Lisette Jansen, Marlide Jukema, Meike Kortleve, Marjolein Labuschagne, Boukje Meester, Lotte Meijer, Lonneke Oortwijn, Bas Otten, Cynthia Peelen, Tessel de Rijk, Charlotte Schoonhoven, Eline Schoonhoven, Olav Slootbeek, Marcella Smeets, Sophie-Anne Smith, Laura Terpoorten, Saskia Treurniet, Fay van Tussenbroek, Puck van Tussenbroek, Nerine Usman, Roos Marijn van der Veen, Ismene Usman, Charlotte Visser, Lars Zender Raad van Toezicht PS|theater Lisa Johnson, Ruben Maes, Stef Oosterloo, Kris Schiermeier, Marianne Verhoork Met dank aan de lunchgasten, Annick Dezitter, Josephine Gheeraert, Erica Haffmans, Bea Hoogheid, Jo Jacobs, Krisztina de Châtel/De Châtel sur Place, Yael Laroes, Mario Mantel, Josse Popma, Mijke Smit, Saskia Terpoorten, Godert Volbeda, Koen Vredebregt, Floor Zegers, Jori Zijlmans en alle vrienden van PS|theater

Page 22: magazine DE HOOP VAN LEIDEN

PS|theater

DANK! aan iedereen die

heeft meegebouwd aan De Hoop van Leiden!