LESPAKKET Loopbaan-1

download LESPAKKET Loopbaan-1

of 41

description

school stuf

Transcript of LESPAKKET Loopbaan-1

ROC ID College Gouda LB - LOOPBAAN - 1

Techniek/ ICT product 12-11-12 ip

Loopbaanorintatie en -ontwikkeling draagt maatschappelijk gezien bij aan employability en ondernemerschap.

Daarnaast draagt de loopbaanorintatie en -ontwikkeling bij aan de persoonlijke ontplooiing.

NAAM STUDENT: Brian van der Neut

Klas: GBBI13Y

Datum:

Docent:

SLB-er:

Beoordeling: Onvoldoende / Voldoende / Goed

Programma: Lesmateriaal: Opdrachten: Voldaan:

Les 1. Introductie blz. 2 t/m 5 opdrachten 1 t/m 3

Les 2. Kwaliteitenreflectie blz. 6 t/m 8 opdrachten 4 t/m 8

Les 3. Motievenreflectie blz. 9 en 10 opdrachten 9 t/m 16

Les 4. Werkexploratie blz. 11 en12 opdrachten 17 t/m 20

Les 5. Loopbaansturing blz. 14 opdrachten 21 t/m 24

Les 6. Netwerken blz. 15 opdrachten 25 t/m 28

Les 7. Samenvatting en conclusie blz. 16 t/m 18 opdrachten 29 t/m 31

Niveau 1 en 2

Werken elke opdracht uit onder begeleiding van de docent

Niveau 3 en 4

Werken opdrachten uit na introductie van de docent

De 31 opdrachten leiden tot een Loopbaanplan dat met de SLB-er wordt vastgesteld.

1. Introductie. blz. 2 t/m 5 opdracht 1 t/m 3

Opdracht 1.

Over je werkplek

Maak een verslag van 1 A4, waarin je vertelt over je werkplek.

1.1 Hoe ziet het bedrijf eruit?

1.2 Welke beroepen zijn er ? Ajilon is onderdeel van de Professional Staffing tak binnen Adecco Group Nederland, samen met Badenoch & Clark, Pontoon en Lee Hecht Harrison.Adecco Group Nederland verbindt mensen en bedrijven. Wij toetsen de wensen en mogelijkheden van kandidaten aan specifieke behoeften van internationale en lokale bedrijven en instellingen. Wij doen dit vanuit de overtuiging dat waardevol werk bijdraagt aan de kwaliteit van het leven. Better work, better life.Wij bieden een breed pakket aan diensten: uitzenden, detacheren, payroll services, werving & selectie, testing solutions, training & opleiding, outplacement en international mobility.In Nederland (hoofdkantoor Zaltbommel) heeft Adecco Group Nederland ruim 150 vestigingen met meer dan 1.000 medewerkers.De dagelijkse leiding is in handen van Patrick Bakker (Algemeen Directeur Adecco Group Nederland) Adecco Group Nederland is officieel HR Solutions partner van de KNVB.Adecco Group, de grootste aanbieder van Human Resource Services ter wereld Het hoofdkantoor van Adecco Group is gevestigd in Zwitserland. 31.000 collegas zorgen ervoor dat 650.000 werknemers en 100.000 opdrachtgevers elkaar dagelijks vinden. Dit doen wij vanuit ruim 5.200 vestigingen in meer dan 60 landen.

1.3 Wie is de eigenaar/chef en welke taken heeft hij/zij ?

1.4 Waar vind je de CAO en wat is je wettelijke minimum-loon?

1.5 Heb je contact met klanten? Welke vragen hebben zij?

1.6 Hoe ga jij om met klanten of collega.s? Waar let je op?

1.7 Zijn er ARBO-voorschriften? (gezondheid- veiligheid- milieu)

1.8 Staat jouw bedrijf op een goede plaats in de wijk? Licht je antwoord toe.

1.9. Is het prettig werk? Noem een aantal voorbeelden of redenen.

1.10. Illustraties zijn heel welkom.

1.11. Bespreek je verslag met een klasgenoot.

Opdracht 2. Je persoonlijke ontwikkeling

Maak de Opdrachten 2a, 2b, 2c. Minimaal 1 A-4tje.

. Geef juiste informatie. . Leg uit wat je bedoelt. . Voorbeelden zijn heel welkom.

Bespreek alle opdrachten 2 met je SLB-er.

2A. Je werkervaring

A1. Wat heb je zo al gedaan?

Denk ook aan vakantiebaan? En aan andere baantjes, zoals babysitten, krantenwijk?

A2. Heb je vrijwilligerswerk gedaan?

A3. Heb je stages gelopen? Waar? Welk werk deed je?

A4. Wat heb je van deze werkervaring vooral geleerd?

2B. Je vrije tijd

B1. Wat is je belangrijkste vrije tijdsbesteding?

B2. Welke hobby.s heb je?

B3. Ben je actief in verenigingen of politiek?

B4. Maak je muziek?

B5. Doe je aan sport ? Zo ja, welke?

B6. Wat geeft je het meest plezier in je vrije tijd?

2C. Natuurtalent.?!

Bij talenten kun je denken aan:

. nieuwe dingen bedenken (voor een feest ) . kunstzinnig (dichten, verhalen vertellen, muziek, schilderen) . mensen enthousiast maken (om samen iets te organiseren) . discipline (om iets af te maken waaraan je begon)

C1. Waar ben jij goed in?

C2. Kan je er iets meer over vertellen?

Wat je er fijn van vindt? Wat je met je talenten doet of gaat doen?

Maak de Opdrachten 2d en 2e.

. Beantwoord de vraag, en leg uit wat je bedoelt. . Bespreek deze opdrachten met je SLB-er . Bij 2d moet je 50 woorden schrijven. . Bij 2f moet je 100 woorden schrijven.

2D. Je droom

Wat is je droom, je wens, wat zou je graag

Als alles kon.Als je je hart zou volgen.

2E. Levensverhaal

Deze opdracht vraagt je iets te vertellen over je leven, dat invloed had op je beroepskeuze.

Het gaat er dus niet om, dat je je leven gaat beschrijven; tenslotte hoef je je levensverhaal niet zomaar aan iedereen te vertellen.

Maar soms is er iemand geweest, die belangrijk voor je was, die je genspireerd heeft .

Kun je daar iets over vertellen?

Denk bijvoorbeeld aan:

a. Jouw jeugd en omgeving: Waar ben je opgegroeid? In de stad of op het platteland?

b. Het gezin waaruit je komt: Welke opvattingen waren belangrijk bij je opvoeding.

Is er een motto. waarmee je bent opgegroeid?

c. Kun je je iets uit je jeugd herinneren, waardoor je dacht: dat lijkt me leuk om later te doen!.

d. Zijn er personen in je leven (geweest), die je op het idee brengen: z wil ik ook wel werken!. Werkervaring, vooropleiding,Wensen en verlangens

Opdracht 3 Waar liggen jouw interesses?

3A. Waarom kies je voor deze opleiding?

Ja/nee/ongeveer

1

Om zo snel mogelijk rijk te worden Nee

2

Er was niets anders beschikbaar Nee

3

De inhoud leek me wel interessant Ja

4

Het beroep lijkt me wel wat Ja

5

Het beroep geeft inkomen en baanzekerheid Ja

6

M.n vrienden doen ook deze opleiding Nee

7

Ik was altijd al goed in vakken die ik hier ook heb Ja

8

M.n ouders vinden dit een goede opleiding voor me Nee

Opdracht 3 B.

I Maak een flitsende reclame ..die goed past bij jouw beroepskeuze of stageplaats!

Tekenen, internet gebruiken: alles kan. Graag zelfs!

II Alle reclames komen duidelijk zichtbaar in de klas.

Zoek jouw Top-3 uit.

III Schijf voor de 3 Toppers een korte reactie op een geeltje, en plak dat eronder.

IV Bespreek alle reclames en het commentaar met de klas.

Opdracht 3 C

Doe via internet de anonieme, gratis Interessetest van Randstad

of

Doe via internet de anonieme, gratis Interessetest van CWI

Maak van een printje van de uitslag.

Nota bene: * nooit via een test op internet je naam of e-mail adres geven!

* nooit betalen voor tests op internet

http://www.randstad.nl/content/home/werknemers/test-jezelf/interessetest/

http://public.cwicompetentie.nl/testInstruction.cfm?testid=4

Opdracht 3 D.

1. Wat is de uitslag van de Interessetest?

2. Klopt de uitslag met je beroepskeuze?

3. Wat heb je aan deze uitslag (of: waarom heb je er niets aan).

Leg je antwoord uit.

Schrijf minimaal 50 woorden over deze drie vragen

Opdracht 3 E.

Bespreek je de uitslag van de Interesse-test thuis?

Je moet de opdracht in ieder geval bespreken met je SLB-er.

Vraag om commentaar wat je hebt opgeschreven.

Les 2. Kwaliteitenreflectie blz. 6 t/m 8 opdracht 4 t/m 8

Informatie 1: wat gaan we doen en waarom?

Waarschijnlijk heb je wel een beeld van je eigen beroep.

In deze lessen gaan we ons afvragen:

- wat kan je nu al?

- waar kun je makkelijk beter in worden?

- welke van jouw sterke kanten kun jij straks goed gebruiken in je beroep?

Informatie 2: aan welke kwaliteiten kun je denken?

Welke opleiding heb je tot nu toe gehaald, en heb je een diploma?

Welke werkervaring heb je en was dat een succes?

Heb je goede sociale vaardigheden?

Heb je een netwerk om je heen, d.w.z. mensen die je kunnen steunen en helpen?

Hoe veel zin heb je om te leren en te werken?

Informatie 3: hoe gaan we het aanpakken?

We moeten nu dus gaan zeggen, waarom dit beroep goed bij jou past.

En waar je eventueel nog aan moet werken.

Passen jouw kwaliteiten bij de eisen van dit beroep?

Daarom gaan we nu:

a. meer te weten komen over het beroep dat je hebt gekozen.

b. meer te weten komen over je eigen kwaliteiten..

Opdracht 4.

Over het beroep: wat moet je kunnen?

Je moet op minimaal 2 sites zoeken naar beroepenfilmpjes

1. www.opleidingenberoep.nl/ts/ob/orienteren.php?subs=3

2. www.vdab.be/beroepen/default.shtml

Noteer minimaal 4 (of meer) dingen die je goed moet kunnen in jouw beroep.

Je hebt minstens een havo-diploma, een overgangsbewijs van vwo-5 naar vwo-6 of een mbo-4 diploma en minstens een 6 als eindcijfer voor Nederlands, Engels en wiskunde.

Je bent niet dyslectisch.

Je leeftijd is bij aanvang van de opleiding minstens 16 jaar en 9 maanden en hooguit 26 jaar en 11 maanden.

Je lengte ligt tussen 163 en 193 cm. Ben je tussen 193 en 200 cm dan pas je wellicht toch in een bepaald vliegtuigtype. Maak dan gebruik van onze meten is weten-service (0346-334302).

Je mag een bril of lenzen dragen. Toegestane afwijking: -2 en +2. Heb je een afwijking tussen -2 en -6, dan is er een kleine kans dat je zicht voldoende is. Laat in dat geval een meting doen bij onze meten is weten-service. Als je ogen zijn gelaserd met de methode PRK, Lasek of Lasik (Lasik niet voor F-16-vlieger) maak je kans dat je wordt goedgekeurd.

Opdracht 5.

Over je kwaliteiten: wat kan jij (goed)?

2.1 Welke van die 4 (of meer) dingen die je voor opdracht 1 hebt opgezocht, kun je al ?

2.2. Waar heb je dat geleerd?

Door een vorige opleiding , door werkervaring of ergens anders door?

2.3. Welke van die 4 (of meer)dingen uit opdracht 1 kun je makkelijk nog gaan leren?

2.4. Van wie kun je dat leren? En hoe ga je daarmee beginnen?

2.5. Welke van die 4 (of meer)dingen uit opdracht 1 kun je niet zo goed?

2.6. Is dat lastig? Hoe ga je daar straks mee om?

Maak bij elk punt korte notities.

Opdracht 6.

Laat een klasgenoot lezen wat je hebt opgeschreven. Vraag hem commentaar.

Moet je nog iets aanvullen?

Informatie 4. http://www.123test.nl/kerntypering/voorbeeldrapport/

Vragen aan jezelf

Vragen aan een ander

Sterkte

. Wat kan ik van nature goed? Hulp bieden. Wat vind ik vanzelfsprekend in mezelf? ?

. Wat waardeer jij in mij? . Wat vind jij typerend aan mij in positieve zin?

Zwakte

. Welk gedrag vind ik niet erg in anderen? Sociaal. Wat praat ik voor mezelf goed? ?

. Waarin schiet ik wel eens door? Dingen wat ik leuk vind. Wat verwijt jij mij wel eens? ?. Welk gedrag van mezelf weiger ik volgens jou in te zien? Eigenwijsheid

Kans

. In welke situatie voelde ik me 'als een vis in het water'? Zou ik niet weten.. Wat is de droombaan? En waarom? Piloot bij defensie, weet niet waarom het is gewoon zo.

. Wat voor werkomgeving past volgens jou bij mij? Doe omgeving, buiten.. Met wat voor type mensen kan ik het volgens jou goed vinden? Teamworkers

Bedreiging

. Welke situaties vermijd ik actief? Oneerlijke. Is er iets dat ik echt haat? Liegen

. Aan wat voor taken heb ik volgens jou een hekel? Studie/niet actieve taken. Aan wat voor situaties moet ik me volgens jou minder ergeren? Kritiek. Wat haalt volgens jou het slechtste in me naar boven? Valse beschuldigingen

Informatie 5. je hebt een swot-analyse gemaakt.

Als je terugkijkt naar je notities, dan zie je dat je je sterke kanten en je minder sterke kanten hebt ontdekt.

Als je terugdenkt aan het gesprek met je klasgenoot en aan het gesprek met je docent, heb je je kansen ontdekt, en ook de dingen die moeilijk zullen zijn.

Je hebt dus een SWOT-analyse gemaakt.

Als er meer over wilt lezen, zie bijvoorbeeld http://www.carrieretijger.nl/functioneren/commerciele-vaardigheden/swot-analyse

Opdracht 7.

Maak nu je eigen matrix.

Vat je grootste kans in een paar woorden samen. Schrijf die linksboven.

Doe hetzelfde met de andere vakken.

Opdracht 8.

Bespreek wat je hebt opgeschreven met je SLB-er.

Maak een agenda voor dat gesprek: welke punten wil je bespreken?

Vraag hem naar je kansen.

Les 3. Motievenreflectie blz. 9 en 10 opdracht 9 t/m 16

Informatie 1.

Vaardigheden zijn aangeleerd. Kernkwaliteiten zijn aangeboren eigenschappen.

Een kernkwaliteit is iemands bijzondere kwaliteit.

En dan zegt hij er zelf nog over 'Dat kan toch iedereen...

File:Kwadrant van Ofman.gif

Ofman zegt: waar je goed in bent, kan je valkuil worden.

Informatie 2.

Een automonteur vraagt: Wij hebben hier een Mazda. De motor is plots uitgevallen, tijdens het starten ruik je op een gegeven moment benzine, dus brandstof pomp en injectoren worden aangestuurd. Ontsteking vervangen ( 2 maal).

Dus: wel voeding op de ontsteking, maar geen vonk.

Hoe lossen we dat op?

Informatie 3.

Ook als je een heel sterke wil hebt om iets te bereikenkan het je toch wel mislukken.

Hoe komt dat?

Iets lukt niet.omdat je niet genoeg wilde.

Iets lukt niet omdat je niet gekozen hebt om het ook te doen!

Ofman schrijft: Resultaten hebben weinig te maken met proberen. Goede bedoelingen zijn niet genoeg om resultaten te boeken.

Iets willen zorgt voor de vonk om aan de gang te gaan.

Iets kiezen van binnenuit zorgt voor de brandstof om het resultaat te realiseren

Daniel Ofman Bezieling en kwaliteit in organisaties,, blz. 67.

Informatie 4.

* Als je hierover meer wilt weten of als je uitleg wilt hebben, vraag dan je docent.

* Vraag naar het spel Kernkwadranten.

Opdracht 9.

Welke bijzondere eigenschap hoort bij jou?

a. volgens jou zelf. Betrouwbaar

b. volgens je beste vriend.

Informatie 5.

Avontuur, kennis, beleefdheid, leiderschap, bescheidenheid

Status, vriendschap, competitie, macht, dapperheid

Discipline, trouw, eerlijkheid, netheid, verantwoordelijkheid

Vriendelijkheid, ondernemendheid, fantasie, geld

Vrijheid, genot, waarheid, gerechtigheid, werken

Plezier, wijsheid, prestatie, wijsheid

Bron: internet waardenlijst

Opdracht 10.

Welke waarden zijn voor jou persoonlijk belangrijk?

Waarop kies je je vrienden uit?

Betrouwbaarheid en karakter

Opdracht 11.

Welke waarden vind jij belangrijk in je werk?

Wanneer kun je prettig werken?

Rust en structuur

Opdracht 12.

Welke waarden maken jouw opleiding interessant en leuk?

--

Opdracht 13.

Welke waarden zou je bij jezelf willen ontwikkelen?

Opdracht 14.

Welke waarden maken jou tot wie je bent?

Opdracht 15.

Schrijf nu op wat jou voldoening geeft in je werk .

Wat je nodig hebt om prettig te kunnen werken.

Je mag voorbeelden geven.

Schrijf dit op in 100 woorden

Opdracht 16.

Bespreek wat je opschreef met je beste vriend(in).

Les 4. Werkexploratie blz. 11 en 12 opdrachten 17 t/m 20

Informatie 1. Werkexploratie (Waar vind ik werk dat bij me past?)

Werkexploratie gaat over het onderzoeken van werk en op waar de kansen op de arbeidsmarkt zijn.

Bij deze competentie ga je ontdekken wat bepaald werk van je vraagt, welke kennis en vaardigheden je hiervoor nodig hebt.

Maar ook welke waarden in dit werk van belang zijn; komen deze overeen met jouw waarden?

Werkexploratie gaat ook over hoe je geschikt werk kunt zoeken.

Bijvoorbeeld hoe je een sollicitatiebrief schrijft, informatie kunt verzamelen en een gesprek kunt voeren.

BRON: http://download.cps.nl/buitenschools%20leren/downloads/Loopbaancompetenties.pdf

Informatie 2.

Op deze site zie je de toekomstige kansen op werk.

Kans op werk toont de toekomstige kansen voor de afgestudeerde mbo'er in ruim 600 verschillende beroepen op de vier verschillende opleidingsniveaus.

Het gaat om de kans voor een schoolverlater een baan te vinden in het verlengde van de opleiding.

De kans is uitgedrukt als de student nu met de opleiding begint en wat de mogelijkheden zijn als de opleiding in de normale studieduur wordt afgerond.

Dus wat is de kans op werk over twee jaar bij een opleiding met tweejarige opleidingsduur en wat is de kans over drie jaar bij een opleiding met een driejarige opleidingsduur.

De website laat de kansen per beroep zien voor de 30 verschillende arbeidsmarktregio's.

Deze informatie wordt ieder jaar vernieuwd, voor het laatst in maart 2012.

Het is mogelijk om te zoeken op:opleidingen , regio , kansrijkheid , crebo

Op deze site laat de legenda zien

wat de kans op werk is in de gekozen richting. Bij donkergroen is de kans op werk goed, lichtgroen biedt ruim voldoende kansen. Bij geel is er sprake van evenwicht en zijn er voldoende banen voor alle jongeren in deze richting. Bij oranje zijn er matige kansen en bij rood zijn de kansen gering.

BRON: http://www.kansopwerk.nl/introductie-kans-op-werk.html

Opdracht 17

a.Hoeveel kans heb je op een baan in jouw regio? Veel

b. Vertel wat je op de site van Kans op Werk hebt gevonden. ?

Informatie 3.

http://www.idcollege.nl/mbo-opleidingen/techniek/

Hier vind je informatie over alle Techniekopleidingen van het ROC ID College Gouda.

Opdracht 18

a.

Zorgen voor continuteit op het gebied van: LAN/WAN, Firewalls, VPN-verbindingen, Wireless voorzieningen en proxybeheer; Nieuw inrichten van switches, firewalls en het configureren van VPN-verbindingen; Beveiligen en waarborgen van data op niveau van netwerk en toegang; Optimalisatie van de veiligheid en toegang tot data; Inhoudelijk definiren en uitvoeren van eigen interne projecten; Aansturen van leveranciers; Documenteren; Het doen van verbetervoorstellen op het gebied van beheer, kostenbesparing en optimalisatie

b. Ervaring met Security-omgevingen en security systemen in de breedte; Goede kennis van VPN-protocollen; Ervaring met WAN en LAN omgevingen; Kennis van WLAN, Webserver-omgevingen en Endpoint Security; Kennis van Active Directory, Serverinpassing, Security patches applicaties, Citrix en VMware-omgevingen;

c. Ja.

Informatie 4.

http://www.zoekvacatures.nl/vacatures--.php

Op deze site vind je alle actuele vacatures.

http://www.uitzendbureau.nl/uitzendbureaus/gouda

Hier kun je kijken of er vacatures zijn in Gouda en omstreken

Opdracht 19

a.. Zoek naar een geschikte vacature in jouw beroep.

b. Schrijf een sollicitatiebrief naar die vacature

* Vraag je docent Nederlands om tips bij solliciteren

c.. Oefen een sollicitatiegesprek.

* Vraag aan je docent Nederlands om een rollenspel

Opdracht 20

a. Laat de uitgewerkte opdrachten zien aan je SLB-er.

b. Vraag zijn commentaar.

Les 5. Loopbaansturing blz. 14 opdrachten 21 t/m 24

Informatie

In de volgende opdrachten ga je werken aan een POP, een persoonlijk ontwikkelingsplan. Om een POP op te stellen moet je grondig nadenken over jezelf en je toekomst.

Waar ben je goed in, wat doe je graag? Wil je je nog verder ontwikkelen? Als je er meer over wilt weten, kun je op deze site kijken:

:http://www.carrieretijger.nl/carriere/zelfonderzoek/persoonlijk-ontwikkelingsplan

Opdracht 21 t/m 23

Schrijf een reflectieverslag over onderstaande vragen.

* Vraag je docent Nederlands om informatie over een reflectieverslag

Schrijf in totaal 200 woorden.

Opdracht 21

a. Denk even over je zelf na over dit soort vragen:

Wat voor type mens ben jij?

Een rustige werker, of hou je van verandering?

Buiten werken of juist binnen?

Uitvoeren wat je opgedragen krijgt of zelf iets bedenken?

b. Als je dat hebt bedacht. Denk dan eens na over deze vraag:

Past het werk dat je doet bij jou als mens? Opdracht 22

a. Wat kun je doen om je werk te verbeteren?

b. Welke omstandigheden moeten verbeteren, zodat jij plezieriger werkt?

Opdracht 23

a. Wat wil je over 5 jaar bereikt hebben? Piloot bij de Koninklijke Luchtmacht zijn.

b. Wat moet je daar nog voor leren? Alles wat ik nodig heb voor mijn MBO-4 diploma

Opdracht 24

a. Laat je Reflectieverslag aan de SLB docent lezen.

b. Vraag om zijn commentaar.

c. Stel nu met je SLB-er leerdoelen op.

Les 6. Netwerken blz. 15 opdrachten 25 t/m 28

Informatie.

Netwerken (Wie kan me daarbij helpen?.)

De loopbaancompetentie netwerken. gaat over contacten opbouwen en onderhouden die je helpen in je loopbaan.

Deze contacten gebruik je bijvoorbeeld om op de hoogte te blijven van ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en welke mogelijkheden er allemaal zijn.

Je kunt je contacten uit je netwerk ook gebruiken om daadwerkelijk een nieuwe baan te vinden.

Het blijkt dat je de meeste kans hebt om een nieuwe baan te vinden, wanneer contacten uit je netwerk je hierbij helpen.

BRON: http://download.cps.nl/buitenschools%20leren/downloads/Loopbaancompetenties.pdf

Informatie.

Dit is een voorbeeld van een netwerk; met beroepen erbij.

Opa - Kapitein op de grote vaart

Vader Steenhouwer

Zoon - ICT-bedrijf

Zus Kinderverzorgster

Broer - Leraar

Vriendin Arts

Vriend - Kok

Buurman - Reclametekenaar

Opdracht 25

Moeder - Schoonheidsspecialiste

Zus Kranten meid

Vriendin Kapster

Vriend - Kok

Buurman Vrachtwagenchauffeur

Opdracht 26

. Wie werkt op kantoor? Wie werkt er in de buitendienst? . Wie verdient veel? Hoe komt dat? . Is dat moeilijk werk? . Welke functie vereist veel studeren . Wie heeft er een uniform? . Wat is er leuk aan je werk en waarom? . Hoe lang werk je er al?. Zou je datzelfde beroep weer kiezen of nu toch een ander?

Opdracht 27

Interview degene met een interessant of onbekend beroep

* Vraag je docent Nederlands om een training interviewen

Opdracht 28

Schrijf een verslag van je interview. Minimaal 150 woorden.

Les 7. Samenvatting en conclusie blz. 16 t/m 18 opdracht 29 t/m 31

Je hebt nu al een tijdje aan loopbaanorintatie gewerkt.

Je bent dus veel op het spoor gekomen van de opleiding die je hebt gekozen en het werk dat daar bij hoort. En hoe het beroep bij jouw persoon past.

Het is belangrijk dat je de resultaten ook met je SLB-er hebt besproken.

In deze laatste les gaan we conclusies trekken.

Waar sta ik nu?. is een belangrijke conclusie.

En even interessant is de vraag Wat zijn je wensen en plannen voor de komende tijd?.

Als je deze les hebt afgerond, kun je met je SLB-er je Loopbaanplan bijstellen en afronden.

In de volgende lessen LB gaan we verder met het onderwerp: Burgerschap.

Je LB-docent zal je daar verder bij begeleiden.

Opdracht 29

a. Vul de vragenlijsten in op blz. 17 en 18

b. Bereken je resultaat

Resultaat berekenen

Tel voor iedere loopbaancompetentie het aantal punten op en deel de uitkomst door het aantal vragen per onderdeel. Vergelijk dit met de gemiddelden hieronder.

Absoluut:

Bij alle loopbaancompetenties:

< 2,5: weinig tot niet bezig met deze loopbaancompetentie

2,5 - 3,5: matig bezig met deze loopbaancompetentie

> 3,5: goed bezig met deze loopbaancompetentie

Relatief (andere onderzoeken m.b.t. loopbaancompetenties)

Gemiddelde:

Kwaliteitenreflectie tussen 3,2 en 3,4

Motievenreflectie tussen 3,4 en 3,9

Werkexploratie tussen 3,2 en 3,5

Loopbaansturing tussen 3,2 en 3,8

Netwerken tussen 3,0 en 3,2

Opdracht 30

Maak je loopbaanplan; stel je leerdoelen op.

Opdracht 31

Lever alle opdrachten in bij je SLB-er.

Dit is je portfolio voor het Examen.

VUL DEZE LIJST IN, EN REKEN JE RESULTAAT UIT

Vragenlijst loopbaancompetenties Bron:http. Kuijpers, Kenniscentrum GOC, 2006

http://www.uitgeverijbedrijf.nl/Document/Vragenlijst%20Loopbaancompetenties%20Uitgeverij%20080603.pdf

Kloppen onderstaande uitspraken voor jou?

1= Klopt helemaal niet

2= Klopt niet

3= Klopt ongeveer

4= Klopt

5= Klopt helemaal

1. Kwaliteiten Noteer een cijfer: 1 2 3 4 5

1 Ik denk na over de dingen waar ik mijn hele leven al goed in ben geweest. 52 Ik vraag uit mezelf aan anderen wat zij mijn sterke en minder sterke kanten vinden. 43 Ik ga steeds na wat mijn talenten of kwaliteiten zijn. 34 Als ik iets heel goed heb gedaan, denk ik na wat mijn sterke kanten hierin zijn. 55 Als iets niet lukt, ga ik na wat mijn zwakke kanten hierin zijn. 36 Als ik iets nieuws moet doen, ga ik eerst na of ik dit wel kan. 27 Ik leer mijn kwaliteiten kennen door mijn activiteiten buiten het werk. 38 Als ik iets leer over mijn sterke en zwakke kanten, denk ik na over wat dit voor mijn toekomst betekent. 5

2. Motieven Noteer een cijfer: 1 2 3 4 5

1 Ik ga na waarom iets mij interesseert. 2

2 Als mijn ideen botsen met anderen, denk ik erover na waarom dit zo is. 1

3 Ik denk na over hoe ik vind dat mensen zich moeten gedragen. 3

4 Ik ontdek wat ik echt belangrijk vind in het leven door na te denken over dingen waar ik me rot over voel. 2

5 Ik ontdek wat ik echt belangrijk vind in het leven door na te denken over dingen waar ik gelukkig van word. 5

6 Als ik iets nieuws moet doen, denk ik eerst na of ik dit wel bij mijn ideen en principes past. 5

7 Ik praat met anderen over welke taken goed passen bij mijn persoonlijkheid. 5

8 Ik denk na over wat mij motiveert in mijn werk. 5

3. Werkexploratie Noteer een cijfer: 1 2 3 4 5

1 Als ik ander werk ga doen, ga ik eerst na wat je daarvoor precies moet kunnen. 5

2 Ik zoek uit waar er werk te vinden is dat echt bij mij past. 5

3 Ik zoek uit tegen welke problemen je aan kunt lopen in het werk dat ik graag wil gaan doen. 3

4 Ik houd zelf bij welke vacatures voor mij interessant zijn. 4

5 Ik houd de ontwikkelingen bij in het werk dat ik graag doe. 5

6 Als ik ander werk ga doen, onderzoek ik eerst welke normen en waarden daar gelden. 3

7 Ik ga na waar ik het beste informatie kan vinden over ander werk. 2

4. Loopbaansturing Noteer een cijfer: 1 2 3 4 5

1 Ik plan wat ik moet leren, zodat ik steeds leuker werk kan gaan doen. 1

2 Ik bespreek met mijn leidinggevende hoe ik ervoor kan zorgen dat mijn werk goed aansluit bij mijn sterke kanten. 5

3 Ik vertel mijn leidinggevende wat ik nog wil leren. 3

4 Ik zorg zelf dat ik de begeleiding krijg die ik nodig heb om stappen te kunnen zetten in mijn loopbaan. 2

5 Ik doe extra dingen in mijn werk, om meer kansen te hebben in de toekomst. 5

6 Ik doe dingen buiten mijn werk, om meer kansen te hebben in de toekomst. 5

7 Ik onderhandel met mijn leidinggevende om in mijn werk dingen te gaan doen die ik graag wil doen. 5

8 Als ik een keuze maak weeg ik de voor- en nadelen af. 3

9 Als ik een keuze maak, ga ik na wat ik hierin kan leren. 5

10 Ik zorg ervoor dat de dingen die ik doe, bijdragen aan wat ik wil bereiken.

11 Ik grijp kansen aan om de dingen te leren die belangrijk zijn voor mijn toekomst. 5

12 Het lukt me om mijn werk zo aan te passen dat ik mijn sterke punten kan inzetten . 4

13 Ik heb initiatieven genomen om mijn werkzaamheden te veranderen toen er nieuwe ontwikkelingen waren in de organisatie. Ik heb mijn werk aangepast toen er nieuwe ontwikkelingen waren in de organisatie. 3

5. Netwerken Noteer een cijfer: 1 2 3 4 5

1 Ik weet wie in mijn netwerk mij kunnen helpen in mijn loopbaan. 5

2 Ik zorg dat ik de mensen in mijn netwerk goed op de hoogte houd van waar ik mee bezig ben. 4

3 Ik doe dingen voor de mensen in mijn netwerk. 5

4 Ik gebruik mijn netwerk om zicht te krijgen op leuk werk. 3

5 Ik vraag mensen die ik ken wat de ontwikkelingen zijn in mijn vakgebied. 4

6 Ik zorg dat ik buiten mijn werk mensen leer kennen, die mij kunnen helpen in mijn loopbaan. 5

7 Voor ik iemand uit mijn netwerk benader, ga ik eerst na hoe en wanneer ik dit het beste kan doen. 3

8 Als ik met iemand praat over mijn loopbaan, doe ik dat op zo.n manier dat diegene mij zou willen helpen. 2

Vragenlijst loopbaancompetenties M. Kuijpers 080603 3

Uitleg van de vijf loopbaancompetenties

1. Kwaliteiten (Wat kan ik?.)

Deze competentie gaat over het onderzoeken waar je goed in bent en minder goed in bent.

Als je weet waar je goed in bent en wat je kwaliteiten zijn, ga je nadenken over hoe je deze kwaliteiten kunt inzetten om je doelen in het werk te behalen.

2. Motieven (Wat wil ik en waarom wil ik dat?)

Motievenreflectie gaat over de wensen en de waarden die van belang zijn voor je loopbaan. Bij motievenreflectie onderzoek je wat werkelijk belangrijk is voor je in het leven.

Je denkt na over wat je voldoening geeft en wat je nodig hebt om prettig te kunnen werken.

3. Werkexploratie (Waar vind ik werk dat bij me past?)

Werkexploratie gaat over het onderzoeken van werk en op waar de kansen op de arbeidsmarkt zijn. Bij deze competentie ga je ontdekken wat bepaald werk van je vraagt, welke kennis en vaardigheden je hiervoor nodig hebt. Maar ook welke waarden in dit werk van belang zijn; komen deze overeen met jouw waarden?

Werkexploratie gaat ook over hoe je geschikt werk kunt zoeken.

Bijvoorbeeld hoe je een sollicitatiebrief schrijft, informatie kunt verzamelen en een gesprek kunt voeren.

4. Loopbaansturing (Hoe bereik ik dat?)

Loopbaansturing heeft te maken met keuzes maken en het onderzoeken van de gevolgen van die keuzes. Bij loopbaansturing ga je acties ondernemen om je eigen loopbaan te sturen. Bijvoorbeeld een bepaalde opleiding volgen waardoor je een beroep kunt uitoefenen dat bij je past. Of door met anderen te gaan praten over wat je wilt en kunt. Je plant de activiteiten die je wilt ondernemen. En je organiseert de hulp die je hierbij nodig hebt. Loopbaansturing heeft te maken met het heft in eigen hand te nemen en initiatief te tonen.

5. Netwerken (Wie kan me daarbij helpen?)

De loopbaancompetentie netwerken. gaat over contacten opbouwen en onderhouden die je helpen in je loopbaan.

Deze contacten gebruik je bijvoorbeeld om op de hoogte te blijven van ontwikkelingen op de

arbeidsmarkt en welke mogelijkheden er allemaal zijn. Je kunt je contacten uit je netwerk ook gebruiken om daadwerkelijk een nieuwe baan te vinden. Het blijkt dat je de meeste kans hebt om een nieuwe baan te vinden, wanneer contacten uit je netwerk je hierbij helpen.

Vragenlijst loopbaancompetenties M. Kuijpers 080603