les_1_kennismaken_klein
-
Upload
niels-post -
Category
Documents
-
view
215 -
download
0
description
Transcript of les_1_kennismaken_klein
De kern van bijenhouden en de basiscursus
1
Figuur 1: honingbij op margriet (Leucanthemum vulgare)
Morfologie van de honingbij Het fotograferen van insecten roept bij mij dikwijls de vraag op: wat zie ik nu eigenlijk? Als imker heb ik al vele honderden plaatjes van honingbijen gemaakt. Als je daarbij wat close-ups bekijkt, zie je vormen en lichaamdelen, die wel een naam zullen hebben, maar welke dan? Ik zal het uitsluitend hebben over de buitenkant. Een honingbij wijkt qua bouw niet af van veel andere solitaire bijen en hommels. Die vragen heb ik me dus ook al vele malen gesteld bij andere bijen. Ook sommige wespen hebben een vergelijkbare lichaamsbouw. De antwoorden kwamen al zoekend binnen. Daarbij waren mijn opgebouwde contacten met bepaalde experts ook van belang. Daar heb ik veel van geleerd, want van huis uit ben ik geen entomoloog. Bijen en heel veel andere insecten hebben een lichaam dat uit 3 delen bestaat: het middendeel (thorax als verzamelnaam;
Figuur 2: honingbij op heelblaadje (Pulicaria dysenterica)
ook wel: borststuk), waaraan aan de ene kant de kop en aan de andere kant het achterlijf vastzit. Ook de poten en vleugels zitten aan de thorax vast en uiteraard worden die bediend met spieren en zenuwen. Daardoor is het borststuk een eiwitrijk deel en het enige dat predatoren willen hebben. Zo zie je dat wespen die dierlijk voedsel voor hun larven nodig hebben, meestal de kop en het achterlijf voorafgaand aan het vervoer afbijten. Ook spitsmuizen en koolmezen eten alleen de inhoud van de thorax. De thorax bestaat uit enkele onderdelen. De meest zichtbare aan de bovenkant zijn: het halsschild (pronotum) dat een smalle strook aan de voorzijde omvat (op fig. 4 net zichtbaar), het borstschild (mesonotum) en aan de achterzijde het schildje (scutellum). De thorax bevat aan de zijkanten de openingen (stigma’s) van de adembuizen (tracheeën), maar die zijn door de beharing onzichtbaar. Als we de kop van een honingbij bekijken, zijn er veel details te zien. Voor een deel zijn het onderdelen die geen andere functie lijken te hebben dan een stukje van het geheel te zijn als verbindingsstuk of stabiliteits-ondersteuning. De buitenkant van een insect bestaat voor een groot deel uit een chitinepantser. Het is de stabiliteit- gevende constructie van het dier, vergelijkbaar met het skelet van vogels en zoogdieren. Sommige insecten zijn kaal, maar vele hebben een flinke beharing en de honingbij behoort bij die laatste. Op figuur 2 is dat duidelijk te zien. Ook de onderdelen van het lijf zijn enigszins zichtbaar. De kop en het achterlijf zijn beide met de thorax verbonden door slechts een smal verbindingsstukje. Bij het achterlijf is dat zo smal dat het voor een wespentaille niet onderdoet. De beharing op het lijf heeft voor de honingbij duidelijke functies. In de vacht blijft stuifmeel gemakkelijk zitten en het kan dan dienen als bestuivingsmiddel als de bij een volgende bloem van dezelfde soort bezoekt. De dikke beharing, vooral die van darren, heeft ook een isolatie-functie in het broednest. De speciale beharing van de achterpoten van de werksters (korfharen) is een belangrijk instrument om pollen op de schenen en metatarsus op te slaan. Ik kom daar later op terug. De beharing op de ogen is ook bijzonder en dat fenomeen bespreek ik hierna bij de ‘ogen‘.
zondag 23 januari 2011
* Het doorgeven van
kennis en praktische
ervaring op een
eenvoudige manier.
* Aanleren, hoe op een
diervriendelijke manier
en voor de omgeving zo
weinig mogelijk
belastende wijze, bijen
te houden.
Wat houdt de cursus in?
zondag 23 januari 2011
Opleiding tot een beginnend imker
* Een behandelmethode om een bijenvolk zijn jaarlijkse
natuurlijke ontwikkeling te laten doorlopen
* In de praktijk kennismaken met de bij en het proces van
bijenhouden
* De verschillende materialen en gereedschappen leren
gebruiken en onderhouden
* Een methode leren die een beginpunt vormt voor het
omgaan met bijen
Beschrijving basiscursus
zondag 23 januari 2011
De cursist is als beginnend imker in staat:
* zelfstandig bijen te houden en in de bijen te werken
* onderscheid kunnen maken tussen koningin, werkster en dar
* te zien wanneer gevoerd moet worden
* te zien wanneer extra ruimte nodig is
* zwermen te voorkomen
Resultaat van de cursus
zondag 23 januari 2011
De cursist is als beginnend imker in staat:
* afleggers te maken (kunstzwerm maken)
* volken te verenigen
* te werken met biologische bestrijdingsmiddelen tegen varroa
mijten
* enthousiast over bijenhouden te vertellen
* contacten aan te gaan en te onderhouden met anderen in de
vereniging
Resultaat van de cursus
zondag 23 januari 2011
De cursus is een voorbereiding
op het zelfstandig bijenhouden
op een verantwoordelijke
manier (net zoals autorijlessen
voor het zelfstandig deelnemen
in het verkeer op een
maatschappelijk aanvaardbare
wijze)
Wat willen we bereiken met de
basiscursus?
zondag 23 januari 2011
• verwerven van een aantal vaardigheden, zonder
problemen omgaan met een bijenvolk
• kennis verwerven van, en inzicht verkrijgen in het
functioneren van het bijenvolk
• ontwikkelen van een bepaalde instelling, bijen zijn
levende wezens en moeten respectvol behandeld
worden
Doelstelling:
zondag 23 januari 2011
DVD
“De bij en wij”
zondag 23 januari 2011
De honingbij (Apis mellifera)
Groep: insecten
Kenmerk: 6 poten
Sociale insecten => leven in groepen
met eigen functie binnen de groep: bijv.
* voedselvoorziening
* voederen van de larven
* verdedigen van het nest
* temperatuur huishouding
zondag 23 januari 2011
De honingbij (Apis mellifera)
Sociale insecten - leven in staten of
kolonies
Bij bijen spreekt men van een “volk”
Er zijn mannelijke en vrouwelijke bijen:
Dar
Werkster en koningin
zondag 23 januari 2011
De honingbij (Apis mellifera)
* koningin kan zich voortplanten
* legt wel tot 2000 eitjes per dag
* zowel bevruchte als onbevruchte eitjes
* darren hebben geen vader, dit noemt men parthenogenese
* alle bijen in een volk zijn nakomelingen van de moer
* produceert meerdere geurstoffen, feromonen genaamd
* functie - onderdrukken ontwikkeling eierstokken werksters
- remt bouw koninginnencellen
- aantrekken werksters voor hofstaat (verzorging moer)
- zorgt voor instandhouding van volk
Koningin en werksters
zondag 23 januari 2011
De honingbij (Apis mellifera)
* worden ongeveer 6 weken oud
* winterbijen 6 - 8 maanden
* verschillende taken afhankelijk van leeftijd
* Taken - voedsterbij, voeden van de larven
* - bouwbij, was zweten en hiermee raten bouwen
* - wachtbij, nest beschermen tegen indringers
* - haalbij, nectar, stuifmeel, propolis of water
* kunnen steken
* kunnen “communiceren”
* bezitten verschillende klieren
Koningin en werksters
zondag 23 januari 2011
De honingbij (Apis mellifera)
* bezitten geen angel
* aanwezigheid => voortplanting
* niet hele jaar aanwezig
* in najaar worden geen darren in volk geduld => darreslacht
* alleen zeer sterke volken houden `s winters darren aan
* belangrijk voor warmte huishouding, schil om volk
* worden in elk volk toegelaten (imkersterm = vervliegen)
* ca. 5% van de totale bevolking
Darren
zondag 23 januari 2011
De honingbij (Apis mellifera)
* bezitten een aantal waarnemingsorganen, receptoren genaamd
* die prikkels uit buitenwereld opvangen
* mechanische, chemische, thermische en licht prikkels,
Algemeen
zondag 23 januari 2011
De honingbij (Apis mellifera)
* bezitten een aantal waarnemingsorganen, receptoren genaamd
* die prikkels uit buitenwereld opvangen
* mechanische, chemische, thermische en licht prikkels,
* deze begrijpen is belangrijk in leren omgaan met bijen
* bijvoorbeeld:
bijen kunnen uitstekend ruiken, na één steek blijft alarm feromoon
achter dat andere bijen uitnodigt om ook hun leven te offeren....
Algemeen
zondag 23 januari 2011
Het bijenjaar in vogelvlucht
Leven van een bijenvolk = milieuomstandigheden
* voldoende voedsel, imkersterm is dracht
* klimaat (temperatuur, regen)
* daglengte
zondag 23 januari 2011
Het bijenjaar in vogelvlucht
* als laatste broed is uitgelopen...
* vormt wintertros zich in najaar
* bijen klitten in bolvormige tros
* winterrust = winterzit
* 1 koningin + 15 à 20.000 bijen
* voedsel wordt doorgegeven van bij tot bij
* nauwelijks merkbare beweging van de bijen in de tros
* temperatuur rond 15º C in de tros
* reinigingsvlucht bij T > 8ºC - bijen legen hun endeldarm
zondag 23 januari 2011
Het bijenjaar in vogelvlucht
* medio-eind januari eerste eitjes
* nesttemperatuur naar 35ºC
* voedselopname stijgt
* als T > 8ºC vliegen bijen uit
* halen vooral water en stuifmeel
* winterbijen verdwijnen....
* april en mei, enorme toename volksgrootte
zondag 23 januari 2011
Het bijenjaar in vogelvlucht
* zwermperiode eind april - mei - juni
* volksgrootte maximaal in mei- juni
* zwermdrift na langste dag meestal
voorbij...
* volken groeien uit tot wintersterkte
* tegelijkertijd wintervoorraad aanleggen
* voedselaanbod zeer belangrijk!!
* weersomstandigheden van grote invloed
op vitaliteit volk
zondag 23 januari 2011
Kleding en gereedschap
* bijenkap of sluier
* imkerjack
* beroker
* brandstof voor beroker (tabak, vermolmd hout, fluweelboom)
* raampjesbijtel
* bijenveger
* laarzen
NB: Het dragen van een rok of een pluizige trui is beslist af te
raden
zondag 23 januari 2011
Doel van deze les
Kennismaken met het
imkeren
zondag 23 januari 2011
Huiswerk:
voor volgende week
• Hoofdstuk: De biologie van de honingbij
(blz 7 t/m 18) bestuderen
zondag 23 januari 2011