KMO - Mediaplanetdoc.mediaplanet.com/all_projects/2348.pdf · doet die feeststemming snel omslaan:...

20
ADVERTENTIE KMO VEILIG ONDERNEMEN IN WOELIGE TIJDEN JUNI 2008 EEN KRANT GEPRODUCEERD DOOR MEDIAPLANET IMMO De Belgische baksteen wordt almaar virtueler. Een startende ondernemer hoeft niet meteen een kantoor te kopen. Waarom niet meteen een kan- toor in elke grote stad ter wereld? Of waarom niet werken van thuis? Lees blz. 8 LEASING Geen bedrijf zonder auto’s. Maar koop je die, of ga je er een leasen? Het aantal mogelijkheden is enorm. En de bedragen die je voor huren of kopen neertelt, variëren al even sterk. Lees blz. 9 OVERNAME De slimste zet voor de startende ondernemer? Begin geen nieuwe zaak, maar neem een bestaande over. De bank komt vlotter met geld over de brug. Lees blz. 17 DUURZAAM ONDERNEMEN Bezet financieel rendement nog steeds een eenzame plaats in de bottomline van je bedrijf? Winst boeken kan ook mét behoud van milieukwaliteit en sociaal welzijn. MVO als strategische meerwaarde. Lees blz. 18

Transcript of KMO - Mediaplanetdoc.mediaplanet.com/all_projects/2348.pdf · doet die feeststemming snel omslaan:...

Page 1: KMO - Mediaplanetdoc.mediaplanet.com/all_projects/2348.pdf · doet die feeststemming snel omslaan: in Europa is alleen de Oostenrijker minder ondernemend dan de Belg. Drie procent

advertentie

KMOVeiLiG OnderneMen in WOeLiGe tijden juni 2008

een krant GePrOdUCeerd dOOr MediaPlanet

iMMO

de Belgische baksteen wordt almaar

virtueler. een startende ondernemer

hoeft niet meteen een kantoor te

kopen. Waarom niet meteen een kan-

toor in elke grote stad ter wereld? Of

waarom niet werken van thuis?

lees blz. 8

LeAsinG

Geen bedrijf zonder auto’s. Maar koop

je die, of ga je er een leasen? Het

aantal mogelijkheden is enorm. en de

bedragen die je voor huren of kopen

neertelt, variëren al even sterk.

lees blz. 9

OVernAMe

de slimste zet voor de startende

ondernemer? Begin geen nieuwe zaak,

maar neem een bestaande over. de

bank komt vlotter met geld over de

brug.

lees blz. 17

duurZAAM OnderneMen

Bezet fi nancieel rendement nog steeds

een eenzame plaats in de bottomline

van je bedrijf? Winst boeken kan ook

mét behoud van milieukwaliteit en

sociaal welzijn. MvO als strategische

meerwaarde.

lees blz. 18

Page 2: KMO - Mediaplanetdoc.mediaplanet.com/all_projects/2348.pdf · doet die feeststemming snel omslaan: in Europa is alleen de Oostenrijker minder ondernemend dan de Belg. Drie procent

2 | kmo

“ Ik kan me wel inbeelden dat ik over pakweg tien of vijf-tien jaar een eigen bedrijf opricht „

inHOud

MediAPLAnet PrOduCeert, FinAnCiert en OntWiKKeLt tHeMAKrAnten in Pers, OnLine en ViA BrOAdCAstinG.

www.mediaplanet.com

KMO – PuBLiCAties MediAPLAnet PuBLisHinG HOuse

Project Manager: Christophe Demir, Mediaplanet +32 2 425 26 48

Graphic design: elise toussaint

Hoofdredactie : aart de zitter

redactie: Johan dillen, sylvie Walraevens, Gerlinde dhondt, MvO vlaanderen

Pictures: www.istockphoto.com

Print: Corelio

Mediaplanet is de leidinggevende europese uitgever van themakranten in pers, online en via broadcasting. als u zelf een idee heeft over een onderwerp, of misschien wel een heel thema, aarzelt u dan niet om contact met ons op te nemen. Mediaplanet Publishing House, Country director, Christian züllig, Phone: +32 2 426 44 70, www.mediaplanet.com / Gedistribueerd met de standaard op 30 juni 2008

advertentie

Ondernemen in België zou gemakkelijk zijn. en toch onderneemt maar 3 à 4 procent van de Belgen. volgens Hans Crijns, professor aan en partner van de vlerick leuven Gent Management school, lijdt ons land onder de ‘remmende voorsprong’. ”Onze welvaart is onze belangrijkste vijand”, betoogt hij in het inleidende interview in dit speciale kMO-katern.

de remmende voorsprong om te ondernemen

De Wereldbank onderzocht recent hoe makkelijk het in 200 landen is om er te ondernemen. België haalt er een negen-tiende stek. Lang niet kwaad. Maar de Global Entrepeneurship Monitor van de Vlerick Leuven Gent Management School doet die feeststemming snel omslaan: in Europa is alleen de Oostenrijker minder ondernemend dan de Belg. Drie procent van de Belgen onderneemt.Afremmende voorsprongVolgens een recent overzicht van het Rijks-instituut voor Sociale Verzekering van Zelfstandigen (RSVZ) is het aantal zelf-

standigen licht gestegen in 2007: zo’n dikke 900.000 mensen zijn zelfstandig. Niet slecht, en daar zal het stimulerende beleid van de overheid zeker niet vreemd aan zijn, vindt Hans Crijns. Hij is partner van Vlerick en directeur van het Impuls-centrum Groeimanagement voor Mid-delgrote Ondernemingen (iGMO). ‘Die overheid voert een duidelijk flankerend beleid, en probeert het starters makkelijk te maken om te ondernemen. Dat doet het door aan omgevingsfactoren zoals finan-ciering en administratie te sleutelen, en door te sensibiliseren. Maar vergeet niet dat het niet de taak van de overheid is om te ondernemen, dat moeten de starters nog altijd zelf doen.’ Dat het beleid niet meteen tot betere resultaten leidt, is volgens de professor ook een kwestie van tijd. ‘Het politieke beleid moet een culturele verandering te-weeg brengen, en dat vergt tijd. De enige die verandering wil, is een baby met een natte luier’. Een fundamenteel probleem is vol-gens Crijns de zogeheten wet van de afremmende voorsprong en de stimuler-ende achterstand. ‘Neem nu Peru. Daar onderneemt 40 procent van de bevolking; bij gebrek aan alternatieven.’ Socio-econo-mische achterstand zet mensen aan om hun lot in eigen handen te nemen. Wie het goed heeft, voelt zich minder geprikkeld om te ondernemen. Crijns: ‘Onze welvaart is onze belangrijkste vijand geworden.Wie wil er vandaag nog nieuwe bedrijven op-richten? We hebben nieuwe bedrijven no-dig om onze welvaart te bestendigen.’

Hans Crijns, professor aan en partner van

de vlerick leuven Gent Management school

Slimme arbeidDie nieuwe bedrijven moeten volop voor innovatie gaan. Na de Tweede Wereldoor-log haalde ons land zijn meerwaarde uit zijn productiviteit. Crijns: ‘België moet vandaag volop inzetten op slimme arbeid, en dat kan evengoed gebeuren in traditio-nelere sectoren. Innovatie gebeurt echt niet alleen in de hightech of de dienstensector’. Eén van de pijnpunten bij uitstek blijft de papierwinkel die een starter moet door-zwemmen. De top-3 van de problemen die starters telkens opnieuw aanhalen is duidelijk: financiering, administratie en geschikte mensen vinden. Crijns over die administratie: ‘Minister Van Quickenborne zegt wel dat een starter in maximum drie stappen in vier dagen een bedrijf kan op-richten, maar dat klopt volgens mij alleen in theorie. De overheid werkt nog altijd traag en complex, en is niet gewend om om te springen met ondernemende mensen’. Toch wil Crijns ook deze pijnpunten positief interpreteren. ‘Het is goed dat ondernemen niet te gemakkelijk is. Onder-nemen kan niet pijnloos verlopen. Uit pijn leer je. Onze Belgische veldrijders zijn zo goed omdat ze tijdens hun trainingen leren afzien. Het zou niet goed zijn mocht plots iedereen in een eigen bedrijf willen onder-nemen. Uiteindelijk hebben onze bedrijven ook dynamische medewerkers nodig.’

www.vlerick.be

tekst: aart de zitter

jong geleerd is oud gedaan 3

Vind de centen! 4

Van idee naar idoe 5

Wees handig met je belastingtips 6

Moet ik een bedrijf oprichten? 6

een ondernemer is geen bank 7

Ondernemen in Brussel 7

KMO’s huren virtueel kantoor 8

Wees niet bang voor goede raad 9

een auto zonder risico’s 9

Afval recycleren 10

Groene energie 11

Zelfstandige blijft benadeeld 11

VoiP 12

Ken je iCt-noden 13

Marketing tips 13

Open communicatie 14

Kies de juiste kantoorslaaf 15

CrM 16

slimme telefoon 16

Overname 17

de Vlaamse overheid omarmt MVO 18

Csr - expert aan het woord 19

Page 3: KMO - Mediaplanetdoc.mediaplanet.com/all_projects/2348.pdf · doet die feeststemming snel omslaan: in Europa is alleen de Oostenrijker minder ondernemend dan de Belg. Drie procent

kmo | 3

“ Ik kan me wel inbeelden dat ik over pakweg tien of vijf-tien jaar een eigen bedrijf opricht „

advertentie

als de boutade klopt dat kMO’s de ruggengraat van onze economie vormen, dan kan je maar best vroeg genoeg beginnen met de vorming van een gezonde basis. small Business Projects zijn een mooi voorbeeld hoe het onderwijs de ondernemers van de toekomst kweekt. We spreken met een student die de knepen van het ondernemersvak al goed schijnt te kennen, en ondertussen smaken doet exploderen.

jong geleerd is oud gedaan

tekst: aart de zitter

Ward Braeye (22) studeert indus-trieel ingenieur biochemie aan de Hogeschool West-Vlaanderen. Met vijf collega’s startte hij een Small Business Project (SBP) op, een initiatief van Vlajo. Lotos maakt smaakparels: rekbaar aan de buitenkant, maar aan de bin-nenkant een explosie van smaak (mango, banaan, kersen). Tijdens de finale van Small Business Pro-jects in Technopolis kreeg Lotos de prijs voor het beste product, en in Walibi werd Lotos nog eens uitgeroepen tot beste SBP 2008 in het algemeen.

Grote stapVoelt Braeye zich nu plots een ondernemer? ‘Misschien wel, ik weet dat niet zo goed. Het is absoluut juist dat dit SBP me geprikkeld heeft. Ik kan me wel inbeelden dat ik over pakweg tien of vijftien jaar een eigen bedrijf opricht.’ Of hij nu van Lotos een écht bedrijf maakt, los van de be-schermende cocon van zijn hoge-school, is nog niet duidelijk. ‘We hebben ons ingeschreven in een tweede SBP-traject. De bedoeling daar is om te kijken hoe we Lo-tos juridisch en financieel tot een haalbaar bedrijf kunnen uitbou-wen. We proberen de risico’s in te schatten. Stel dat we alle zes in het bedrijf willen stappen: je be-grijpt dat zoiets meteen een hoge loonkost impliceert.’ Investeerders staan ook niet meteen aan de deur te kloppen, weet Braeye. ‘We hebben ons plan wel voorgesteld aan een verga-dering met bankiers en business

angels. Maar hun reactie was duidelijk: te weinig financieel on-derbouwd. De financiële basis van Lotos is nog te labiel. We mogen

de stap van de theorie in een hoge-school naar de realiteit van het zakenleven zeker niet onderschat-ten.’ Zo weten de jonge onder-

advertentie

nemers naar eigen zeggen nog te weinig wat de overheid voor hen kan doen. Braeye: ‘hier ligt zeker een rol voor de hogescholen. Zij

moeten ons de weg wijzen naar mogelijke steunmaatregelen.’

www.lotosflavours.be / www.vlajo.org

Page 4: KMO - Mediaplanetdoc.mediaplanet.com/all_projects/2348.pdf · doet die feeststemming snel omslaan: in Europa is alleen de Oostenrijker minder ondernemend dan de Belg. Drie procent

� | kmo

advertentie

een gouden idee maar geen gouden ei om het plan uit te werken? Financiering is de benzine die je nodig hebt om je nieuwe auto de eerste mijlen te laten rijden. Hieronder alvast een overzicht van belangrijke financieringsbronnen voor startende ondernemingen.

Vind de centen!

tekst: aart de zitter

Eigen geld eerstHet is altijd beter om een deel van de financiering van je be-drijf uit eigen portemonnee te halen. Het geeft je reserve, maar het toont bovenal je engage-ment tegenover potentiële ex-terne financiers. Een bank, een business angel, een vriend: ze zullen sneller geneigd zijn in je avontuur mee te stappen als ze merken dat je ook privé bereid bent een deel van het financiële risico te dragen.Familie en vrienden‘Family, friends and fools’: ze hoeven niet gek te zijn om je als starter te steunen. Interes-sant is de zogeheten Winwin-lening. Dat is een achtergestelde lening van maximaal 50.000

euro over acht jaar. De starter moet de som in één keer terug-betalen. Als dat niet gebeurt, krijgt de investeerder 30 % van het bedrag terug via een een- malige belastingaftrek: zo beperkt hij alsnog voor een deel zijn risico. Bovendien krijgt de investeerder een jaarlijkse be-lastingkorting van 2,5 % van het geleende bedrag. Informeer je bij je bankier om zo’n win-winlening op te starten.Financiële partnersBanken zijn bijna altijd de duurste investeerders. Zij zijn van nature uit risico-avers, en vragen dus een zeer gede-tailleerd business plan om hun risico’s te kunnen inschatten. De interesten op het kapitaal dat ze lenen zullen altijd erg hoog liggen. Een gouden raad is

dan ook: ga shoppen. Eenmaal je een degelijk financieel plan hebt, klop er dan bij minimaal drie banken mee aan. Vraag hun voorwaarden en speel de banken maximaal tegen elkaar uit. Overweeg ook de mogelijkheid van een business angel. Dat is een ervaren ondernemer die je

met geld én raad wil bijstaan. Hij investeert dus zowel zijn er- varing als een deel van zijn geld in je startend bedrijf. Voorwaarde is natuurlijk een perfecte match te vinden. Daar kan Business Angels Netwerk Vlaanderen je behulpzaam bij zijn.www.banvlaanderen.be

OverheidOverheden op alle niveaus – Vlaams, federaal, Europees – hebben manden vol mogelijke steunmaatregelen voor start-ende ondernemers. Twee nadel-en: ze zijn moeilijk te vinden in de wirwar van wetgevingen, én ze zijn vaak gecompliceerd. Om die nadelen te verhelpen, heeft de Vlaamse overheid een data-bank opgesteld met mogelijke steunmaatregelen. Een handige zoekmachine maakt je wegwijs in deze Subsidiedatabank.www.vlaanderen.be/subsidie-databank Je kan voor een overzicht van mogelijke overheidssteun ook aankloppen bij Vlao, het Vlaams Agentschap Onder-nemen. Vlao helpt je gratis je weg te zoeken – én vinden – in het web van leningen en sub-sidies.www.vlao.be

Meer info vind je op www.ikwilstarten.be

tekst: aart de zitter:

Page 5: KMO - Mediaplanetdoc.mediaplanet.com/all_projects/2348.pdf · doet die feeststemming snel omslaan: in Europa is alleen de Oostenrijker minder ondernemend dan de Belg. Drie procent

kmo | �

advertentie

advertentie

een ondernemingsidee in je hoofd en klaar voor de grote sprong voorwaarts? Ook al blijft ondernemen altijd risico’s inhouden, toch kan je die risico’s perfect inschatten. dat doe je door eerst en vooral onderstaande checklist voor starters te doorlopen.

Van idee naar idoe

tekst: aart de zitter:

1. OndernemingsplanGoed begonnen is half gewon-nen: ondernemen start dan ook bij een steengoed onderneming-splan.Je maakt een zo realistisch mo-gelijke voorstelling van je pro-ject, je onderzoekt de markt en je gaat na hoe je jouw product of dienstverlening wil commer-cialiseren. Start je in hoofdberoep of in bij-beroep? Richt je je onderneming op als eenmanszaak of als ven-nootschap? Want die keuze heeft gevolgen op vlak van beleid, boekhouding, belastingsstelsel, aansprakelijkheid…Het financieel plan geeft een gedetailleerd overzicht van de vereiste investeringen, een prognose van de omzet en een vermoedelijk beeld van de financiële uitgaven en inkom-sten gedurende de eerste twee jaren van de werking van de vennootschap. Voor de oprich-ting van een vennootschap is het opstellen van dit plan een verplichting.2. StartvoorwaardenOm te ondernemen moet je aan enkele voorwaarden voldoen.Je moet meerderjarig zijn en over alle burgerrechten beschik-ken. Wie niet-Belg is, moet een

beroepskaart aanvragen. Onder-danen van de Europese Econo-mische Ruimte zijn daarvan vrij- gesteld.Iedere starter die een activiteit uitoefent die als commerciële onderneming in de KBO (Kruis-puntbank voor Ondernemingen) moet worden ingeschreven, moet een basiskennis bedrijfs-beheer aantonen. Voor bepaalde gereglementeerde beroepen moet je bovendien de vereiste beroep-skennis te bewijzen. De kennis van bedrijfsbeheer en de beroep-skennis kunnen aangetoond worden aan de hand van diplo-ma’s en getuigschriften, praktijk- ervaring, stagegetuigschriften, of een examen voor de Examen-commissie. Wie een universitair diploma heeft, hoeft die kennis niet meer aan te tonen.3. OprichtingElke ondernemer die een com-merciële activiteit wil uitoefenen, moet zich laten inschrijven in de Kruispuntbank van Onder- nemingen via een erkend onder-nemingsloket. Ook elke uit- batingszetel van je onderneming moet hier geregistreerd worden. 4. BTW-nummerMet het verkregen onder- nemingsnummer registreer je je bij het bevoegde btw-kantoor en

geef je op welk btw-stelsel je zal toepassen. Je boekhouder kan je helpen bij het uitzoeken van het stelsel dat het best bij je onder-neming past: normaal, speciaal of forfaitaire btw-stelsels of stelsel van vrijstelling…5. Aansluiten bij sociaal verze-keringsfondsAls zelfstandige ben je onder-worpen aan het sociaal statuut van de zelfstandige en moet je je aansluiten bij een sociaal verzekeringsfonds. Wanneer je je beroepsactiviteit uitoefent onder de vorm van een ven-nootschap, dienen zowel jij, als bedrijfsleider, en je vennoot-schap je aan te sluiten bij een sociaal verzekeringsfonds. Deze aansluiting kan ten vroegste 6 maanden voor het begin van de

Wist u dat? Wist u dat er in Brussel meer dan 100 tegemoetkomingen bestaan voor bedrijven? die vindt u allemaal netjes uitgelegd terug op de web-site www.ecosubsibru.be, het subsidieportaal van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. deze site werd ontwikkeld door het Brussels agentschap voor de Onder-neming (BaO)

activiteit en ten laatste 90 dagen erna.6. Aansluiting bij ziekenfondsZelfstandigen die aangesloten zijn bij een ziekenfonds en hun sociale bijdragen correct be-talen, krijgen van hun zieken-fonds terugbetaling van hun geneeskundige verzorgingen.7. VergunningenVoor bepaalde activiteiten gelden bijkomende verplicht-ingen (opgelegd door diverse federale, gemeentelijke en gewestelijke instanties): integ-raal milieujaarverslag, steden-bouwkundige vergunning, milieuvergunning, eetwaren-vergunning, handelsvestiging met netto-handelsoppervlakte van meer dan 400 m², registra-tie als aannemer…

8. VerzekeringenBest sta je ook even stil bij de mogelijke risico’s verbonden aan je beroepsactiviteit en ga je na welke verzekeringen je best af-sluit: brandverzekering, verze-kering tegen machinebreuk, ver- zekering BA-uitbating, verzeker-ing beroepsaansprakelijkheid, ver-zekering bestuurdersaansprake-lijkheid, verzekering objectieve aansprakelijkheid brand en ont- ploffing, verzekering gewaarborgd inkomen, ongevallenverzekering, rechtsbijstandsverzekering…9. Boekhouding voerenEen boekhouding is niet alleen wettelijk verplicht, ze is ook een perfect middel om een goed zicht te hebben op de financiële toe-stand van je onderneming. De opgelegde verplichtingen ver-schillen echter sterk naargelang het gaat om een kleine, middel-grote of grote onderneming.

Met dank aan het Neutraal Syndicaat voor Zelfstandigen, www.nsz.be

Page 6: KMO - Mediaplanetdoc.mediaplanet.com/all_projects/2348.pdf · doet die feeststemming snel omslaan: in Europa is alleen de Oostenrijker minder ondernemend dan de Belg. Drie procent

6 | kmo

advertentie

niemand betaalt graag belastingen. Ook kMO’s zien de fi scus liever gaan dan komen. Moneytalk, het fi scaal magazine van roularta, geeft enkele gouden tips om je fi scaal regime als bedrijfsleider te optimaliseren.

Wees handig met je belastingen

tekst: aart de zitter

1. De forfaitaire maandelijkse onkostenvergoedingLaat je vennootschap je maan-delijks een forfaitaire onkosten-vergoeding uitbetalen. Die dekt kosten die je als bedrijfsleider sowieso hebt (denk aan afschrij-vingen, huur, verwarming, schoonmaak, verlichting, repre-sentatiekosten, enz). Op die ma-nier kan je je netto een bedrag van 200 euro per maand laten uitkeren.2. MaaltijdchequesLaat je vennootschap maaltijd-cheques aan jezelf uitbetalen. Sinds 1 januari zijn die maaltijd-cheques onder bepaalde voor-waarden vrijgestelde sociale voordelen voor zelfstandige bedrijfsleiders. Daardoor zijn ze niet belastbaar: geen personen-belasting én geen sociale zeker-

heidsbijdragen. Ook je vennoot-schap betaalt er geen sociale bijdragen op. Natuurlijk is de vraag: wat zijn die ‘bepaalde voorwaarden’? Alle onderstaande (erg eenvoudige) voorwaarden moeten gelijktijdig vervuld zijn.vervuld zijn.1 Als je vennootschap bedien-

den of arbeiders heeft, moeten ook zij maaltijdcheques krijgen. krijgen.2 De toekenning moet schrift-

elijk geregeld zijn tussen jezelf en je vennootschap. jezelf en je vennootschap.3 Je mag jezelf niet meer

cheques toekennen dan het effectief aantal gewerkte da- gen. Dus géén cheques tij- dens vakantie- en feestdagen of bij ziekte. of bij ziekte.4 De maaltijdcheques moeten

op jouw naam geschreven zijn. zijn.5 De cheque moet duidelijk

vermelden dat hij maar drie maanden geldig is. maanden geldig is.6 Als bedrijfsleider moet je per

cheque zelf een bedrag van minimum 1,09 per cheque betalen, af te houden van je nettoloon. 7 Maaltijdcheques mogen geen

vervanging van loon of pre- mies zijn.Als aan één van de voorwaarden niet wordt voldaan, dan zijn de maaltijdcheques niet langer vrijgesteld en worden ze als be-lastbaar voordeel van alle aard aangezien.3. Forfaitaire vergoeding voor binnenlandse dienstreizenBen je voor je bedrijf vaak onderweg? Dan is de forfaitaire onkostenvergoeding voor bin-nenlandse dienstreizen een in-teressante fiscale optie. Onder bepaalde voorwaarden zijn die vergoedingen voor jou als be-

drijfsleider belastingvrij. Onder-tussen kan je bedrijf die onkosten volledig fiscaal aftrekken. Wat zijn de voorwaarden? Wat zijn de voorwaarden? 1 De vergoeding moet bepaald

worden op basis van het aan- tal effectieve verplaatsingen. Je moet dus een gedetailleerd overzicht van je verplaats- ingen bijhouden. ingen bijhouden.2 Je moet minimum vijf uur

onderweg zijn. Een gouden tip: de wekker loopt door tijdens de middagpauze. tijdens de middagpauze.3 Het toegekende bedrag mag

niet hoger zijn dan wat de overheid aan haar perso- neelsleden betaalt: 17,06 euro per dag. Omdat het een forfaitair bedrag is, hoeft u het niet te kunnen bewijzen.4. Dagvergoedingen voor bui-tenlandse reizenDezelfde voordelen heb je wan-neer je als bedrijfsleider voor je bedrijf naar het buitenland moet. Ook hier mogen de tarieven niet hoger zijn dan wat ambtenaren betaald krijgen. Het moet gaan om reizen die tussen de tien uur en dertig dagen duren. In de ver-

Het is de typische vraag van een zelfstandige die enkele jaren bezig is. de zaken gaan goed, de omzet groeit, de centen stromen binnen. Blijf ik verder werken als zelfstandige of richt ik een vennootschap op? Wanneer wegen de fi scale baten van een vennootschapsvorm op tegen de kosten die een bedrijfsstructuur onvermijdelijk meebrengen? een kort overzicht.

Moet ik een bedrijf oprichten?

tekst: aart de zitter

Wie als zelfstandige werkt, betaalt per-sonenbelastingen op

zijn omzet. Iedereen weet dat die belastingen in ons land tot 50 procent kunnen oplopen. Vennootschappen genieten een gunstiger regime, en betalen tot maximaal zo’n 36 procent belas-tingen op hun omzet. Het is dan ook logisch dat veel zelfstandi-gen overwegen om een vennoot-schap – typisch een bvba – op te richten. Aan Jan Depoorter, directeur dienstverlening en

consulting van accountant- en advieskantoor SBB, stellen we de meest voorkomende vragen.Hoe groot moet mijn omzet als zelfstandige zijn om de oprich-ting van een bedrijf zinvol te maken?Depoorter: ‘Dat is meteen een nauwelijks te beantwoorden vraag. Want zelfs een zelfstan-dige in bijberoep kan zijn voor-deel doen met de oprichting van een bedrijf, wanneer hij geen inkomsten uit zijn vennootschap moet opnemen.’Hoe zit het met de verhouding tussen de typische kosten die

een vennootschap heeft en de besparingen die zo’n vennoot-schap oplevert?Depoorter: ‘je mag de typische kost voor een vennootschap op 2.500 tot 3.000 euro schatten (boekhouding, fiscale aangiftes, jaarrekening, sociale bijdra-gen enzovoort). De besparingen hangen natuurlijk van de winst af. Qua belastingen doe je een voordeel van 16 procent, als je tenminste de winsten in de ven-nootschap houdt en je geen ink-omsten uit de vennootschap moet betalen.’ Wat is de maximale belasting-

voet die een vennootschap kan hebben?Depoorter: ‘Wel, die is 33,99%. Maar voor bedrijven met een

substantieel eigen vermogen kan die een stuk lager uitvallen, dankzij de invoering van de no-tionele intrestaftrek.’ (nvdr: het

tekst: aart de zitter

Op zich hoeft ondernemen in Brussel niet anders te lopen dan in pakweg

Vlaanderen of Wallonië. De wet-geving en de administratie die een starter moet doorspartelen is namelijk federaal vastgelegd. Toch zijn er enkele zaken die het ondernemerschap in de hoofd-stad extra bemoeilijken. Dat ho-ren we van Katia Brouwers. Zij is adviseur bij BAO, het Brussels Agentschap voor de Onderne-mingen. ‘De huurprijzen in Brussel liggen duidelijk hoger dan elders in het land. Het is niet altijd makkelijk om een ge-schikte locatie voor je bedrijf te vinden. En de fiscaliteit weegt

advertentie

substantieel eigen vermogen

“ Je mag de typische kost voor

een vennootschap op 2.500 tot 3.000 euro

schatten „

gaat daarbij om een verlaging van het belastbaar inkomen door geïnvesteerd risicokapitaal fis-caal aftrekbaar te maken)Hoe moet ik mijzelf als zaak-voerder betalen als ik een be-drijf opricht?Depoorter: ‘Meest logisch is om jezelf als zaakvoerder een perio-dieke – lees: maandelijkse – ver-goeding te laten uitkeren. Maar daarnaast zijn er nog andere mogelijkheden. Denk daarbij aan huurgelden, intresten, dividen-den, maaltijdcheques, forfaitaire onkostenvergoedingen, groeps-verzekeringen, enzovoort.’

goedingen zijn de kosten voor verplaatsing en overnachting niét inbegrepen. Die kunnen dus nog eens extra fiscaal worden ingebracht. Ook hier gaat het om forfaitaire bedragen, die dus niet bewezen hoeven te worden. De maximumbedragen verschil-len van land tot land.

www.moneytalk.be

enkele voorbeelden (per dag):

duitsland: 97 CFrankrijk: 113 C

nederland: 120 Clonden (apart regime): 125 C

Groot-Brittannië (behalve londen): 88 C

(de volledige lijst vind je in het staatsblad van 1 april

2008)

tekst: Gerlinde dHOndt

Page 7: KMO - Mediaplanetdoc.mediaplanet.com/all_projects/2348.pdf · doet die feeststemming snel omslaan: in Europa is alleen de Oostenrijker minder ondernemend dan de Belg. Drie procent

kmo | 7

advertentie

er bestaan enkele vooroordelen over onze hoofdstad: het zou er duur zijn, en alleen grote bedrijven gedijen er. tijd om in te zoomen op het ondernemend potentieel van Brussel.

Ondernemen: waarom niet in Brussel?

tekst: aart de zitter

Op zich hoeft ondernemen in Brussel niet anders te lopen dan in pakweg

Vlaanderen of Wallonië. De wet-geving en de administratie die een starter moet doorspartelen is namelijk federaal vastgelegd. Toch zijn er enkele zaken die het ondernemerschap in de hoofd-stad extra bemoeilijken. Dat ho-ren we van Katia Brouwers. Zij is adviseur bij BAO, het Brussels Agentschap voor de Onderne-mingen. ‘De huurprijzen in Brussel liggen duidelijk hoger dan elders in het land. Het is niet altijd makkelijk om een ge-schikte locatie voor je bedrijf te vinden. En de fiscaliteit weegt

bij ons ook zwaarder door.’ Brussel is een stedelijk gebied, en dus moet je je als onder-nemer schikken naar de beperkingen die worden op-gelegd qua milieuwetgeving. Omdat de overheid snel door-had dat ondernemen in Brussel duurder was dan elders in het land, werd in 2003 het Brussels Agentschap voor de Onderne-mingen opgericht. Dat agent-schap moet ondernemen in de hoofdstad promoten. Het agentschap heeft een aparte dienst om starters te begeleiden. Maar ook het subsidiestelsel wordt hervormd. Midden juli moet de economische expan-siewet hervormd zijn. ‘Bedoe-ling is om openbare steun te

verschaffen in alle stadia van de levenscyclus van een onder-neming’, weet Brouwers. Het gaat daarbij zowel over steun aan natuurlijke personen die van plan zijn een bedrijf op te richten, als over financiële steun bij overnames én over hulp bij het aanwerven van personeel. Brouwers: ‘alleen al voor bedrij-ven in Brussel bestaan er alles samen meer dan honderd steun-maatregelen. En dat op zowel gewestelijk, federaal als Euro-pees niveau.’ Om in dat oerwoud aan mogelijke steunmaatregelen je weg te vinden, is een website opgericht. Brussel heeft nood aan nieuwe starters. Daarom wil de stad haar troeven duidelijker uitspelen: de

meertaligheid van het personeel, de toegankelijkheid, de centrale Europese ligging, drie univer-siteiten. Vaak fungeert Brussel daardoor als eerste testmarkt voor nieuwe producten die hun weg in Europa willen vinden. Ook scholen worden voor-taan actief bewerkt: daar moeten gecoördineerde initiatieven jongeren aanmoedigen en hun ondernemingszin prikkelen. Tot slot moet Brussel er ook

voor zorgen dat bedrijven er blij-ven: aantrekken is één ding, be-houden is een andere zaak. Daar-om wil het BAO de overdracht van bedrijven ondersteunen. Meer dan tienduizend bedrijven risk-eren in de komende tien jaar van eigenaar te veranderen. Opvol-ging moet ervoor zorgen dat de Brusselse bedrijven niet uitdoven.

www.bao.bewww.ecosubsibru.be

Ondernemend Brussel in enkele cijfers

aantal kMO’s (0 tot 49 werknemers) in Brussel: 91.790 (cijfers 2007).aantal grote bedrijven in Brussel: 791 (2007).

tendens = stijgend. in 2007 werden 10.471 nieuwe ondernemin-gen opgericht. Faillissementratio (verhouding tussen aantal starters en aantal faillissementen): 14,5 % (in 2003 was dat nog 21 %).aantal buitenlandse starters in Brussel: 42 (2007)

advertentie

Onbetaalde facturen zijn de grootste oorzaak voor faillissementen. ruim 35 procent van de facturen worden volgens studiebureau Graydon niet tijdig betaald, met liquiditeitsproblemen tot gevolg. “een onderneming is geen bank”, benadrukt Philippe ruelens, juridisch adviseur bij het neutraal syndicaat voor zelfstandigen, “de dalende koopkracht laat zich ook bij de ondernemer voelen. Bedrijven wachten dan ook best niet te lang om actie te ondernemen tegen een slechte betaler.”

een ondernemer is geen bank

tekst: Gerlinde dHOndt “Het is belangrijk dat de onder-nemer de opvolging van zo’n dossier niet nodeloos laat aanslepen, want hoe ouder de vordering hoe geringer de kans dat hij zijn geld nog ziet”, waarschuwt Ruelens. De onder-nemer hoeft niet meteen de grote middelen in te schakelen, hij kan zelf heel wat stappen zetten. Vaak is de telefonische aanmaning een eerste stap. “Dit gebeurt op een correcte en beleefde manier zodat niet me-teen alle relaties worden opge-blazen.” Voor de bewijskracht stuurt de ondernemer best een

bevestiging van het gesprek per post of per fax. De ondernemer kan ook meteen een schrifte-lijke aanmaning sturen. Als de klant niet reageert op de aanmaningen, kan de onder-nemer hem via een aange-tekende brief in gebreke stellen. De toon mag krachtig zijn, maar ook hier geldt beleefdheid als regel. De ondernemer verwijst naar eerdere telefoongesprek-ken, bezoeken of aanmaningen en geeft een korte betalings-termijn op. Het bewijs van de aangetekende zending bewaart hij samen met een kopie van de

brief. “Vaak uit de klant dan pas een klacht. Ook al is de termijn om een klacht te formuleren ver-streken, toch kan de ondernemer best reageren. Zoniet beschouwt een rechtbank dit als een aan-vaarding van de klacht en dus van de niet-betaling.”Als de klant na al deze stappen nog niet betaalt, kan de onder-nemer externe hulp inschakelen. Hij kan beroep doen op een in-cassobureau, een gerechtsdeur-waarder of een advocaat. Zij kunnen helpen bij het versturen van aanmaningen en het in ge-breke stellen van de schulde-

naar. Een gerechtsdeurwaarder en een advocaat kunnen op vraag van de ondernemer ook een gerechtelijke procedure starten. De tarieven van een deurwaarder zijn bij Koninklijk Besluit vastgelegd, die van het incassobureau en de advocaat niet. “Om te vermijden dat de kostprijs voor de opvolging van de openstaande facturen het bedrag van die facturen over-schrijdt, maakt de ondernemer best al tijdens de eerste afspraak duidelijke afspraken over de berekening van de onkosten en de erelonen.”

Philippe ruelens,

juridisch adviseur nsz.

Page 8: KMO - Mediaplanetdoc.mediaplanet.com/all_projects/2348.pdf · doet die feeststemming snel omslaan: in Europa is alleen de Oostenrijker minder ondernemend dan de Belg. Drie procent

8 | kmo

kan je een bedrijf starten zonder kantoorruimte? in een almaar virtueler wordende economie kon ook de immomarkt niet achterwege blijven. van fl exibele huurkantoren tot virtuele postbedrijven: welkom in het kMO-kantoor van de toekomst.

KMO’s huren virtueel kantoor

tekst: aart de zitter

Vroeger was het allemaal eenvoudig. Wie een bed-rijf opstartte, zocht daar

een pand voor, huurde of kocht het, vestigde daar het adres van zijn eenmanszaak of vennoot-schap en klaar was kees. Van-daag willen starters liever de kat uit de boom kijken. Want wie een zaak opstart, heeft niet alle touwtjes zelf in handen: hoe snel zal zijn zaak groeien? Waar zullen de klanten zitten? Het is daarom geen slechte optie om de fysieke locatie van je bedrijf nog even ‘on hold’ te zetten, en je niet meteen aan één kantoor te willen binden. Flexibiliteit is het toverwoord, horen we van Eduard Schaep-man. Als algemeen directeur Benelux van Regus, aanbieder van oplossingen voor kantoor-ruimtes, weet hij waarover hij het heeft. ‘Ondernemers werken alsmaar meer outputgedreven.

Wat ze leveren is belang-rijker dan hoe en waar ze dat doen.’ Zijn punt wordt kracht bijgezet door onderzoekers van de Amerikaanse University of Maryland. Die becijferden de besparing die thuiswerken in de Verenigde Staten kan oplev-eren: als iedereen die een kan-toorjob heeft één dag per week van thuis uit zou werken, dan zou dat een jaarlijkse bespar-ing van 4,5 miljard dollar op-leveren (minder benzine, gas,

tijdwinst). Thuiswerken is één optie. Flexibele kantoorruimtes huren een andere. Bedrijven als Regus bieden startende ondernemers de mogelijkheid om kantoor-ruimtes te huren, van één uur tot een hele carrière. Voordeel daarvan is dat je als onderne-mer niet aan één locatie vastzit: de ene dag huur je een kantoor in Diegem, de andere doe je dat in Amersfoort. Of zoiets niet veel te duur is voor een KMO?

advertentie

enkele hefbomen voor meer werkplezier:

afwisselend werk, variatieCoachend leiderschapstimuleren van onderlinge contacten (bv door collectieve presta-ties collectief te belonen)duidelijke en eenvoudige communicatievoldoende ruimte voor autonomie en inspraakrekening houden met leeftijdsgebonden behoeften (bv werk-spreiding bij opgroeiende kinderen)

Schaepman ontkent natuurlijk met klem: ‘Een kantoorruimte huren kan vanaf 3.000 euro per jaar.’ Pardon? Gemiddeld betal-en Belgische bedrijven 12.000 euro per jaar per werkplek (huur, infrastructuur, maar evenzeer de paperclips en de koffie, de totale kost dus). Een flexibele werkplek lijkt dus minder duur.Kopen of huren?Helemaal virtueel kan ook: je start een bedrijf op, hebt geen werkplek maar wil toch uitstral-ing en een vriendelijke dame die de telefoon opneemt als jij er niet bent? Stel je even voor: je zit fysiek als starter te werken in je keuken in Oostduinkerke, maar je hebt een postadres aan de Louizalaan in Brussel. Je 02-telefoonnummer wordt ef-fectief beantwoord, eventueel zelfs naar je nummer aan de kust doorgeschakeld. Wil je met een klant vergaderen, dan kan dat aan de Louizalaan: de hele ‘look-and-feel’ van de verga-derzaal wordt naar jouw eisen ingekleed. Na de vergadering keert de klant terug naar zijn bedrijf, en jij rijdt terug... naar Oostduinkerke. Virtueel kantoor houden is al lang niet meer zo

“ Virtueel kantoor houden is al lang niet meer zo virtueel als sommige ondernemers

zouden denken „

“ Operationele leasing geeft een stabiele maan-

delijkse kost en is dus makkelijk budget-

teerbaar „

virtueel als sommige onderne-mers zouden denken. En toch komt onvermijdelijk de dag dat de virtuele kantoor-houder een écht kantoor wil hebben. Gedaan met de post-adressen, liever een fysiek tast-bare locatie waar je klanten kan ontvangen én personeel herber-gen? Dan is de volgende keuze: huren, kopen, leasen? Dan is dit alvast een gouden tip: verlies niet te veel tijd in zaken die niet tot je kernactiviteit behoren. Blijf je concentreren op je core-business, en besteed zo veel mo-

gelijk randactiviteiten uit. Een kantoor inrichten en tapijt leg-gen laat je dan ook beter over aan specialisten. Wie een kan-toor huurt, houdt bovendien de kosten van vastgoed uit zijn ba-lans. Huren of leasen bieden alle-bei dat voordeel, kopen zorgt al snel voor een verzwaring van je balans. Groei eerst nog wat verder, en doe zoals privé-per-sonen doen die een huis willen kopen: eerst wat centjes verza-melen, dan pas die baksteen in je maag volgen.Weg van de stressweg!We besteden een groot deel van onze tijd op het werk. Wie een kantoorjob heeft, kan dus maar beter voldoende aandacht best-eden aan dié elementen die de stress buiten houden. Kantoorwerk houdt erg veel repetitief werk in. Hele dagen voor je computer zitten is niet goed voor schouders, rug, ar-men en ogen. Dat kan voor fysieke stress zorgen. Maar er zijn nog stressveroorzakers: werktempo, te krappe deadlines, te veel werk, mentaal belastende taakinhouden, emotionele druk. Maar ook geluidshinder, slechte verlichting, airco, of kortom de arbeidsomstandigheden, kun-nen evenzeer voor te veel span-ning zorgen. Stress loert overal om de kantoorhoek. Eén voor één moeten die stressveroorzakers de wereld

uitgeholpen worden. Leen Claes, coördinatrice ergono-mie bij Arista, externe dienst voor preventie en bescherm-ing: ‘dat begint bij een goede relatie op het werk, zowel met collega’s, ondergeschikten als superieuren.’ Als bedrijfsleider moet je voor goede werkvoor-waarden zorgen. Het gaat dan niet alleen over een faire ver-loning, maar evenzeer over de mogelijkheid om medewerkers zelf hun werk te laten plannen (pauzes, vakantieregeling, glij-dende werktijden), ...

tekst: aart de zitter

We denken bij consultan-cy spontaan aan advies voor grote bedrijven:

die betalen veel geld voor dure consultants die een tijdje komen resideren in de kantoren van de klant, daar dan moeilijke ad-viezen neerpennen en verdwijnen vóór die adviezen in de praktijk gerealiseerd worden. Dat oor-deel gaat wat kort door de bocht.

tekst: aart de zitter

Elke vorm van leas-ing situeert zich op een schaal die twee uitersten

verbindt: pure aankoop met ei-gen middelen en operationele leasing. Eigen aankoop van een wagen is eenvoudig: na aankoop is de wagen je eigendom. Een stapje verder staat de fi-nanciële leasing. Hierbij koopt de leasemaatschappij de auto en verhuurt die dan tegen een vast bedrag aan de klant. Op het einde van de leasingperiode

Page 9: KMO - Mediaplanetdoc.mediaplanet.com/all_projects/2348.pdf · doet die feeststemming snel omslaan: in Europa is alleen de Oostenrijker minder ondernemend dan de Belg. Drie procent

kmo | 9

Hoeveel kost een operationeel geleasde Ford s Max?

Hieronder een uitgewerkt voorbeeld van een operationele leasing. We gaan uit van de vandaag erg populaire Ford s Max.

auto: Ford s Max, 1.8tdCi 125 Pk (diesel)Catalogusprijs: 22.426 euroOperationele leasing inclusief rente en afschrijving, banden, vervangwagen, verkeersbelasting, Ba, bestuurdersverzekering, pechbijstand. niét inbegrepen: radiotax en administratieve kosten tankkaart en brandstof.looptijd contract: 48 maand, 25.000 km/jaarMaandbedrag excl BtW: 546,10 euro.

Mede door het groeiende belang dat bedrijven – en dus ook kMO’s – aan outsourcing gaan besteden, wordt autoleasing steeds belangrijker. Operationele leasing vormt daarbij de formule met de minste risico’s.

een auto zonder risico’s

krijgt de klant (de onderneming die het contract tekende) een aankoopoptie: hij kan de auto aankopen tegen de restwaarde. Net als bij een eigen aankoop komt ook de financiële leasing op de balans terecht. Het voor-deel is echter dat de BTW niet hoeft afgeschreven te worden omdat de leasemaatschappij de auto koopt en maandelijks fac-tureert (mét BTW). Nog een stap verder van de ei-gen aankoop staat de financiële renting. Deze formule komt niét op de balans (off-balance in het leasingjargon), en wordt als een zuivere kost gezien. De auto wordt niet gekocht maar ge-

advertentie

advertentie

“ Virtueel kantoor houden is al lang niet meer zo virtueel als sommige ondernemers

zouden denken „

huurd. Er is geen aankoopoptie meer en de restwaarde bedraagt minimum 16 %. Een operationele leasing li-jkt op een financiële renting, maar bevat naast de huur van de auto ook nog alle bijko-mende diensten, zoals onder-houd, BIV, verzekeringen, repa-raties, eventueel brandstof, etc. Ook hier wordt de auto door de onderneming niet gekocht maar voor een vaste periode tegen een vaste kost gehuurd. En ook hier gaat het om een off-bal-ance kost. Je betaalt alleen BTW op de investering min de rest-waarde, dus uitsluitend op het effectieve gebruik. Operationele leasing biedt voor een KMO duidelijk een aantal voordelen. Dat horen we van Bart Van Rossen, business manager bij Masterlease. ‘Je neemt geen risico wat de rest-waarde betreft: het is aan de leasemaatschappij om de auto nadien voordelig verkocht te krijgen. En vooral: je hebt een volledig en duidelijk zicht op de totale kostprijs.’ Operationele leasing voorkomt dus onaange-name verrassingen. Verrassingen voorkomen is zeker voor kleinere onderne-mingen een heilig goed. Cash-flow onder controle houden is essentieel voor wie zijn bedrijf financieel goed wil runnen. Van Rossen: ‘operationele leasing geeft een stabiele maandelijkse kost en is dus makkelijk budg-etteerbaar.’ Laat je bij je besliss-ing alvast goed adviseren door experts in de fleetmarkt.

krijgt de klant (de onderneming

“ Operationele leasing geeft een stabiele maan-

delijkse kost en is dus makkelijk budget-

teerbaar „

naarmate de ondernemer meer manager wordt, zal hij meer nood hebben aan hulp van externen. toch blijven erg veel groeiende kMO’s bang van extern advies. Onterecht, want wie je bedrijf van buitenaf bekijkt, kan er soms een verrassende én constructieve blik op werpen.

Wees niet bang voor goede raad

tekst: aart de zitter

We denken bij consultan-cy spontaan aan advies voor grote bedrijven:

die betalen veel geld voor dure consultants die een tijdje komen resideren in de kantoren van de klant, daar dan moeilijke ad-viezen neerpennen en verdwijnen vóór die adviezen in de praktijk gerealiseerd worden. Dat oor-deel gaat wat kort door de bocht.

Grote bedrijven doen wel degelijk hun voordeel bij extern advies. Niet zelden zorgen adviesbureaus voor een totale ommezwaai bij bedrijven in moeilijkheden. Maar hoe zit het dan bij kleine en middelgrote spelers? Hebben ze nood aan advies? En kunnen ze het wel betalen? Jo Sanders is partner bij Ernst & Young Busi-ness Advisory: ‘de grootste toe-gevoegde waarde van een consul-tant bij een start-up bestaat erin

de starter te helpen bij het struc-tureren van de strategie. Want vaak is de strategie van een starter erg intuïtief. Hij is sterk bezig met creativiteit, productontwikkeling, marktverkenning. Maar daarom is hij nog geen goede manager die convergerend kan denken.’ En dat is nu juist waar die consultants een reële toegevoegde waarde kunnen bieden. PrijsVoor wie met een goede termijn-

visie naar zijn bedrijf kijkt, is advies zeker een goede invester-ing. Je betaalt er meteen voor, en de resultaten zijn misschien pas na een zekere tijd merkbaar. Dat houdt nogal wat kleinere bedrijven tegen om een con-sultant onder de arm te nemen. En dat net op een cruciaal mo-ment, want kleine bedrijven zijn kwetsbaarder dan grote, en heb-ben dus meer dan wie ook nood aan hulp.

Sanders: ‘Een ondernemer die het meent en die professionele ondersteuning nodig heeft, zal van bij de opstart van zijn be-drijf een budget moeten voorz-ien voor externe ondersteuning.’ De return op die investering is niet altijd concreet meetbaar. Sanders: ‘Dat klopt, maar pro-fessioneel advies verhoogt ab-soluut de overlevingskansen van een start-up.’ En dat mag natu-urlijk wel al eens wat kosten.

tekst: aart de zitter

Elke vorm van leas-ing situeert zich op een schaal die twee uitersten

verbindt: pure aankoop met ei-gen middelen en operationele leasing. Eigen aankoop van een wagen is eenvoudig: na aankoop is de wagen je eigendom. Een stapje verder staat de fi-nanciële leasing. Hierbij koopt de leasemaatschappij de auto en verhuurt die dan tegen een vast bedrag aan de klant. Op het einde van de leasingperiode

Page 10: KMO - Mediaplanetdoc.mediaplanet.com/all_projects/2348.pdf · doet die feeststemming snel omslaan: in Europa is alleen de Oostenrijker minder ondernemend dan de Belg. Drie procent

10 | kmo

tekst: aart de zitter

advertentie

tekst: aart de zitter

Veel KMO’s springen te kwistig om met energie. Energie kost eigenlijk

te weinig om er bewust op te gaan besparen. En een doorsnee zaakvoerder heeft andere, meer dringende zaken aan zijn hoofd. Groene stroom? Voor velen de ver-van-mijn-bed show. En toch is groene stroom makkelijk

overheid meedelen. Om die wet een beetje

verteerbaar te maken, in-troduceerde de overheid me-

teen premies: zonder lokaas krijg je bedrijven nooit zo ver om al die milieumoeite te doen. Bedrijven die een container plaatsen, krijgen daar geld voor. Beetje te krap bemeten voor een container? Per zak om plastic te verzamelen krijg je als bedrijf 0,5 euro. En nog eens zoveel per zak om piepschuim te verzamelen. Wetten: ze maken het

leven van een KMO er niet makkelij-

ker op.

En dus werd Valipac opgericht. Dat is een VZW die zowel aan de kant van de inzameling bij de bedrijven als aan de kant van de recyclage faciliteert, stuurt en meet. In 2007 over-schreed Valipac voor het eerst de magische kaap van de 80 procent recyclage. 82 procent van het bedrijfsafval wordt in-gezameld, en dat zijn verras-send sterke cijfers. 28.000 ton afval wordt op die manier keu-

advertentie

Het is ‘bon ton’ om groen te zijn. Maar als kMO-er heb je duizenden dringender zaken aan je hoofd. valipac wil bedrijven – groot en klein – helpen bij het recycleren van bedrijfsafval. daar bestaan wetten over, maar evenzeer premies

Groene ondernemers recycleren afval

tekst: aart de zitter

rig ingezameld en gerecycleerd. Toch moeten die cijfers ge-nuanceerd worden. Dat horen we van Yvette Mortier, com-municatieverantwoordelijke bij Valipac: ‘die percentages komen alleen van onze leden. Valipac telt zo’n 8.300 leden. Dat zijn bedrijven die een lid-maatschapsbijdrage betalen aan Valipac.’ Voor zowat de helft van de leden bedraagt die jaar-

Sinds 1998 verplicht een wet bedrijven om afval te

r e cyc l e r en . Samengevat verplicht de over-heid bedrijven die meer dan tien ton afval produceren om een afvalpreventieplan op te stellen. Maar – en dat is re-levanter voor de meeste KMO’s – ook verplicht de wet bedrijven die verpakkingen op de markt brengen om een minimaal per-centage (50 procent) van die verpakkingen terug te nemen. Bovendien moet elk bedrijf het percentage van dat terug-g e n o m e n a f v a l aan de

lijkse bijdrage minder dan 125 euro. Het blijft natuurlijk een extra ballast voor KMO’s. Ze worden al geteisterd door een niet af-latende stroom aan reglementen en wetten, nu moeten ze nog eens extra moeite doen om afval in te zamelen. Van het goede teveel? Mortier: ‘er is nu een-maal een wet, en die geldt voor alle bedrijven. Vandaar dat wij campagnes voeren en de media aanspreken. Een kleine onder-neming heeft quasi zeker nog nooit milieuadvies ingewonnen. Logisch, ze zijn daar te klein voor. En als ze de wetgeving niet kennen, dan kunnen ze die wet

ook niet toepassen. Wij vertel-len ze wat de wet hen oplegt, maar evenzeer welke premies ze daarvoor kunnen krijgen.’ Mortier stelt vast dat de pre-mies hun nut bewijzen: het aantal bedrijven dat plastic zak-ken gebruikt om afval in te za-melen, neemt de jongste jaren toe. In 2001 ging het om zo’n 170.000 zakken, in 2007 wa-ren dat er al 630.000. Nog een opvallende vaststelling: 17 pro-cent van de premies gaat naar nieuwkomers.

Alle informatie over wetgeving en mogelijke premies vind je op de web-site www.valipac.be

rig ingezameld en gerecycleerd.

“ Per zak om plastic te verzamelen

krijg je als bedrijf 0,5 euro „

advertentie

BedrijVen VOOr een Betere tOeKOMst

Page 11: KMO - Mediaplanetdoc.mediaplanet.com/all_projects/2348.pdf · doet die feeststemming snel omslaan: in Europa is alleen de Oostenrijker minder ondernemend dan de Belg. Drie procent

kmo | 11

de discussie over het sociaal statuut van de zelfstandige duurt al jaren. toch ziet Christine Mattheeuws, voorzitter van het neutraal syndicaat voor zelfstandigen nsz, lichtpuntjes. de politiek doet haar best. Maar er is nog veel werk aan de winkel vooraleer zelfstandigen evenwaardig behandeld worden.

Zelfstandige blijft benadeeld: ‘en dat is niet eerlijk’

tekst: aart de zitter Wat loopt er fout met het stat-uut van de zelfstandige?Mattheeuws: ‘Dat is een brede vraag. Eerst en vooral is de ma-nier waarop de sociale bijdragen berekend worden, oneerlijk. Die berekening gebeurt op basis van je inkomen drie jaar geleden. Het zou toch mogelijk moeten zijn om die berekening met de huidige realiteit rekening te doen houden? Ook de pensioe-nen blijven een discriminerende factor. Ik vind het merkwaardig dat jonge zelfstandigen nu al over hun pensioen bezig zijn. De minimumpensioenen moeten naar boven. Neem nu een al-leenstaande zelfstandige. Die krijgt een minimumpensioen van 846,88 euro. Als werk- nemer zou hij 956,48 euro krij-gen. Zelfstandigen werken hun

hele carrière hard en betalen so-ciale bijdragen: is het dan niet eerlijk dat ze een gelijkaardig pensioen krijgen? En neem nu de BTW. We weten dat daar een deel van naar de sociale zekerheid gaat. Terwijl 17 % van de actieve beroeps-bevolking zelfstandige is, krij-gen zij maar 4,23 % van wat wordt overgedragen. Dat moet herverdeeld worden.’Het is de schuld van de zelf-standigen zelf. Ze klagen de hele tijd, en verdienen onder-tussen pakken geld.Mattheeuws: ‘dat is een boutade die niet klopt. 80 % van de zelf-standigen verdient 40 % van de inkomsten. Eén op vier zelf-standigen leeft onder de armo-edegrens. Vergeet het idee dat elke zelfstandige met een dikke

Mercedes rondrijdt.’Doet de politiek haar best om de ongelijkheden weg te werken?Mattheeuws: ‘Ja, daar moeten we eerlijk in zijn. Vooral minis-ter Laruelle heeft flink haar best gedaan om de ongelijkheden stap voor stap weg te werken. Ik vind het bijvoorbeeld een goede zaak dat de kleine risico’s nu automatisch verzekerd zijn, en niet langer alleen de grote.’Wat zijn de belangrijkste za-ken die de politiek moet ver-wezenlijken?Mattheeuws: ‘Ik zie vier belang- rijke taken. Vooreerst moet de overheid voor een degelijke eerste peiler in het pensioen zorgen. Ten tweede moet de kinderbijslag voor zelfstandigen gelijk worden gemaakt met die

advertentie

voor werknemers. Een kind is een kind, het kan er toch niet aan doen dat zijn ouders toeval-lig zelfstandigen zijn? Ook de bijdragen moeten her-berekend worden, dichter bij de realiteit aansluitend.En ten vierde willen wij dat de overheid werk maakt van de uit-keringen bij arbeidsongeschikt-heid.’Een werk van lange adem?Mattheeuws: ‘Dat zou eigenlijk allemaal in de loop van één leg-islatuur te regelen moeten zijn. Want de regering heeft zich er-toe verbonden om de minimum-uitkeringen van de zefsltandigen gelijk te schakelen en de dis-criminaties verder op te heffen. Afwachten.’

www.nsz.be

Beginnende ondernemingen moeten zich focussen op hun kernactiviteit. voor veel starters is ecologisch bewustzijn dan ook geen prioriteit. zuinig met energie omspringen is dat alleen als ze er centen mee kunnen besparen. en toch is groene energie een goede optie.

Groene energie ook voor KMO’s haalbare kaart

tekst: aart de zitter

Veel KMO’s springen te kwistig om met energie. Energie kost eigenlijk

te weinig om er bewust op te gaan besparen. En een doorsnee zaakvoerder heeft andere, meer dringende zaken aan zijn hoofd. Groene stroom? Voor velen de ver-van-mijn-bed show. En toch is groene stroom makkelijk

te vinden, zuinig voor het be- drijf én ecologisch verantwoord. Groene stroom is energie die komt van CO2-vrije, hernieuw-bare bronnen (zoals wind en zon) of CO2-neutrale hernieuw-bare bronnen (zoals olijfpitten). Wie voor groene energie kiest, kiest bewust voor een milieu- vriendelijke toekomst. Qua ima-go kan zoiets al meteen tellen: een KMO die groene energie

koopt, toont dat hij iets con-creets wil doen voor de klimaat-problematiek. Allemaal mooi en wel: is die groene stroom dan niet duur-der? Paul Van Goethem, woord-voerder van groene energiepro-ducent Nuon: ‘hoe strenger de criteria zijn die men aan groene stroom stelt – denk aan de vraag of de energie regionaal van oor-sprong is – hoe duurder die

stroom zal zijn. Je kan als be- drijf natuurlijk zelf een invester-ing doen om in je energienoden te voorzien.’ Specialisten in zonne-energie of windenergie kun-nen perfect berekenen hoeveel stroom je nodig hebt, hoeveel het je zal kosten en hoe lang het duurt voor je je ‘eigen centrale’ hebt terugverdiend. Minstens even belangrijk is dat je als KMO probeert om je

bestaande verbruik te ratio-naliseren. Er zijn nogal wat initiatieven die je daarbij kun-nen helpen. Zo kan de overheid zelf advies geven over de mo-gelijkheden om energie te be- sparen én over de premies die ze daarvoor aanbiedt. Ze doet dat via een handige website. Je kan natuurlijk ook gaan aankloppen bij de vele studiebureaus die je van A tot Z kunnen bijstaan bij het uittekenen en implementeren van een beter energiebeleid. En natuurlijk helpen ook de lever-anciers je graag.

www.energiesparen.be

Christine Mattheeuws, voorzitter van

het nsz

advertentie

ook niet toepassen. Wij vertel-len ze wat de wet hen oplegt, maar evenzeer welke premies ze daarvoor kunnen krijgen.’ Mortier stelt vast dat de pre-mies hun nut bewijzen: het aantal bedrijven dat plastic zak- ken gebruikt om afval in te za-melen, neemt de jongste jaren toe. In 2001 ging het om zo’n 170.000 zakken, in 2007 wa-ren dat er al 630.000. Nog een opvallende vaststelling: 17 pro-cent van de premies gaat naar nieuwkomers.

Alle informatie over wetgeving en mogelijke premies vind je op de web-site www.valipac.be

advertentie

BedrijVen VOOr een Betere tOeKOMst

Page 12: KMO - Mediaplanetdoc.mediaplanet.com/all_projects/2348.pdf · doet die feeststemming snel omslaan: in Europa is alleen de Oostenrijker minder ondernemend dan de Belg. Drie procent

12 | kmo

skype: de hype? zeker startende ondernemers zweren ondertussen bij skype, het gratis te downloaden programma waarmee ze via het internet andere skypegebruikers kunnen telefoneren, of tegen een kleine ver-goeding naar vaste telefoonnummers kunnen bellen. daar is volgens de Coninck toch een zekere voorzichtigheid geboden: ‘akkoord, skype is goedkoop. Maar het is absoluut niet beveiligd.’ Je gesprekken worden niet geëncrypteerd en kunnen afgetapt worden. en als er iets fout loopt, kan je niet terugvallen op een helpdesk of een service team. skype kan wel handig zijn als je op zakenreis bent en je laptop op je hotelkamer op het internet kan aansluiten. zelfs naar vaste nummers bel je dan met skype nog een stuk beterkoop dan met je GsM of met de telefoon van het hotel. Maar nog eens: voorzichtigheid blijft bij skype geboden.

advertentie

traditioneel hebben bedrijven een netwerk voor data én een voor telefonie. Maar net als andere data kan ook spraak over het computernetwerk gezonden worden. voice-over-iP – kortweg voiP – is het ideale digitale huwelijk: transparant en flexibel. Ook voor kleinere ondernemingen haalbaar.

VoiP: het huwelijk tussen spraak en data

tekst: aart de zitter

Het is zo langzamerhand een ‘buzzword’ gewor-den in de ICT-wereld: al

meer dan tien jaar rept men in de sector over de integratie van spraak en data. Rond de term VoIP bestaat dan ook nogal wat verwarring. Het gaat bij VoIP wel degelijk over het transporteren van spraakdata via het data-netwerk dat het Internet protocol volgt. Het voordeel van bedrijfstele-fonie via het computernetwerk is evident: VoIP biedt je een ver-regaande flexibiliteit. Te veel lawaai in je kantoor? Plug je telefoon uit de Internetkabel, ga in een rustigere vergaderzaal zit-ten, plug je telefoon terug in en je bent meteen weer online met je telefoon. De telefoon gedraagt zich dus als je laptop: overal inzetbaar, en zonder problemen op het Internet aansluitbaar. Ook ICT-verantwoordelijken zweren trouwens bij voice-over-IP: zij moeten maar één netwerk meer beheren. En toch is voice-over-IP van-daag nog altijd niet sterk doorge-broken. Steven De Coninck van Aastra, leverancier van commu-

nicatieoplossingen: ‘het blijft nog altijd een erg dure zaak. Je moet de bekabeling volledig herwerken in je bedrijf. Een groot deel van de bedrijven blijft gewone digi-tale telefonie hanteren: die werkt goed, en doet dat via de besta-ande telefoniebekabeling. En toch geloof ik dat VoIP volledig zal doorbreken. Het is een tendens die niet meer tegen te houden is.’ Jan Cuypers, business manager bij expert Cisco: ‘tot voor kort leefden de werelden van telefonie en die van data naast elkaar. Het vergt tijd om die samen te bren-gen.’ Een tendens die meteen enkele nieuwe trends in zijn slipstream herbergt. ‘Hosted solutions’ is zo’n trend: de gebruiker betaalt alleen per toestel dat hij fysiek op zijn kantoor staan heeft. De server staat bij de service provid-er, die dus ‘host’ speelt voor de Internettelefonie van de klant. Die klant kan wel degelijk een KMO zijn. De voordelen van VoIP voor een kleine en middel-grote speler zijn duidelijk, vindt Cuypers: ‘Het zorgt voor een kostenbesparing. Vergeet ook niet dat dit de toekomst is. In oude

advertentie

tekst: aart de zitter

Wat zijn je primaire technolo-gische noden?Qua basisinfrastructuur moet je als kleine onderneming vooral betrouwbare apparatuur hebben: degelijke computers, een stevig netwerk, veilige backup-mo-gelij-kheden, een goede firewall, snel Internet, en kwaliteits- printers. Die infrastructuur vormt de basis.Maar daarnaast is er meestal ook nood aan bedrijfsspecifieke toepassingen. Denk daarbij aan software voor boekhouding, voorraadbeheer, … Ook aanwezigheid op het Inter-net is voor een startende onder-neming noodzakelijk. ‘Het net

tekst: aart de zitter

telefoniecentrales wordt niet langer geïnvesteerd. VoIP geeft betere communicatie, en betere communicatie leidt tot betere business.’ Er valt niet aan te twijfelen dat VoIP de komende jaren nog meer nieuwigheden zal creëren. Toch moeten we nuchter blijven: het Internet protocol blijft een tech-nologie, niet minder maar zeker ook niet meer. De Coninck: ‘en KMO heeft in de eerste plaats nood aan toepassingen, waar-mee hij zijn klantenrelaties kan verbeteren en zich onderscheiden van zijn concurrenten. Welke technologie hij daarvoor gebruikt, is op dat moment absoluut van ondergeschikt belang.’

Page 13: KMO - Mediaplanetdoc.mediaplanet.com/all_projects/2348.pdf · doet die feeststemming snel omslaan: in Europa is alleen de Oostenrijker minder ondernemend dan de Belg. Drie procent

kmo | 13

nabij: in je netwerk. Maak daar-om een lijstje van ondernemers uit je netwerk, regio of vakgebied die dezelfde doelgroep hebben of producten en diensten aanbieden die de jouwe aanvullen. Enkele ideetjes van wat je samen met hen kan doen: een krantje of tijdschrift uitgeven; een grotere stand op een beurs huren; een evenement organiseren; meer en/of goedkopere reclameruimte kopen; kortingbonnen doorgeven; verkopers delen; kantoorruimte delen; voetballoges afwisselend ge- bruiken; enz.

advertentie

advertentie

een bedrijf kan niet overleven zonder een geïntegreerd pakket aan oplossingen voor informatie- en communicatietechnologie. vooral kMO’s durven al eens slordig omspringen met hun eigen iCt-noden. aan de hand van enkele handige vragen zetten we de kMO’er op weg naar de juiste iCt.

Ken je iCt-noden

tekst: aart de zitter

Wat zijn je primaire technolo-gische noden?Qua basisinfrastructuur moet je als kleine onderneming vooral betrouwbare apparatuur hebben: degelijke computers, een stevig netwerk, veilige backup-mo-gelij-kheden, een goede firewall, snel Internet, en kwaliteits-printers. Die infrastructuur vormt de basis.Maar daarnaast is er meestal ook nood aan bedrijfsspecifieke toepassingen. Denk daarbij aan software voor boekhouding, voorraadbeheer, … Ook aanwezigheid op het Inter-net is voor een startende onder-neming noodzakelijk. ‘Het net

wordt een must’, weet Jan Kem-penaers van KMO-IT, het door de overheid ondersteunde start-punt voor ICT-ondersteuning bij KMO’s. ‘Een goede, aantrek-kelijke website is een ideaal uithangbord voor een startende KMO.’ Denk eerst en vooral na over hoe je je website interessant gaat maken voor je (toekom-stige klanten). Pas als je zélf die vraag beantwoord hebt, kan je een webdesigner gaan zoeken. Je kan die vinden via hun federa-tie: www.feweb.be.Aan welke eisen moet goede beheerssoftware voldoen?Beheerssoftware moet je als ondernemer vooral ondersteun-ing bieden. Denk daarbij aan het automatiseren van repeti-

tieve handelingen, vermijden van fouten, correct bijhouden van facturen. Een eerste belan-grijke eis is dan ook efficiëntie en tijdswinst. Maar beheerssoft-ware moet je onderneming evenzeer performanter maken. Goede beheerssoftware biedt je bijvoorbeeld tools om allerlei analyses te maken: rendabil-iteit van je klanten, producten of verkopers. Ze levert meestal ook nieuwe toepassingen. Want zonder een degelijk informatica-platform moet je er niet aan denken om bijvoorbeeld via het Internet je producten of diensten te verkopen.Hoe vind je als KMO de beste oplossing?Eerst en vooral: vraag raad aan

ondernemers die het allemaal al meegemaakt hebben. KMO-IT kan je natuurlijk ook op weg zetten. Maak vooraf een inven-taris van de IT-noden en even-tuele problemen, zodat je sneller geholpen kan worden. Na je ‘consultancy’ ronde kan je verschillende mogelijke leveran-ciers contacteren. Stel een short-list op en vraag gedetailleerde offertes. En ten slotte: maak je keuze.en voorzie voldoende tijd om de implementatie van kortbij op te volgen...En koop je een standaardpak-ket of maatwerk?Een gouden tip: kies hier als startende onderneming zoveel mogelijk voor bestaande stan-daardpakketten. Maatwerk is

voor een starter vaak te duur, en het garandeert je niet dat het kan meegroeien met je bedrijf. Alleen als je bedrijf een businessmodel uitbouwt rond een functionali-teit die niet in een standaard-pakket zit, kan je vanaf het be-gin maatwerk kopen.In Vlaanderen hebben we een bijzonder uitgebreid aantal leveranciers van standaardpak-ketten. Om maar enkele ronk-ende namen te vermelden: SAP, Microsoft, Oracle, Sybase, Exact Globe.

Met dank aan Jan Kempenaers van KMO-IT, Startpunt voor Informatiser-ing. KMO-IT is een initatief van Sirris, Imec en Unizo.www.kmo-it.be

een gouden ondernemingsplan:het baat tot niets als niemand het weet. kMO’s zijn nog te vaak geneigd om marketing onder de mat te vegen: het zou veel geld kosten en de effectiviteit is bewezen. Marketing-expert Peter desmyttere geeft je twee marketingtips op maat van je kMO.

twee tips om door te breken

tekst: aart de zitter

Blink uit in één segmentRicht je op een welbepaald seg-ment van de markt en probeer hierin uit te blinken. Word een specialist en creëer zo toegevoegde

waarde voor je doelgroep. Die zal je ongetwijfeld hoger aanslaan en je bestempelen als ‘beter dan de anderen’. Iets wat zelfs een meer-prijs kan rechtvaardigen. Focussen is dus de opdracht. Zet al je marketinginspanningen in op het verwerven van een sterke positie in ‘jouw’ marktsegment. Specialiseer dus en verwerf zo veel mogelijk onderscheidende voordelen tegenover je concur-renten. Want hoe breder en al-gemener zij blijven, hoe sneller jouw omzet zal stijgen. Het is fout te veronderstellen dat je inkomsten laat liggen door te specialiseren. De klant die bij jou ‘als specialist’ terechtkomt en tevreden is over jouw dien-sten, koopt heus ook wel uit je

“ Richt je op een welbepaald seg-

ment van de markt en probeer hierin uit te

blinken „

bredere gamma. Een fietsen-winkel die zich specialiseert in het verkopen van mountainbikes kan nog steeds een kleiner aanbod van gewone fietsen voeren. Maar hij zal zijn marketinginspan-ningen wel volledig aanwenden voor het promoten van de wink-el als speciaalzaak in… mountain-bikes. Bovendien hoeft speciali-satie niet van vandaag op mor-gen te gebeuren. Het kan een geleidelijk proces zijn. Hierbij vernauw je langzaam maar zeker je marketingblik.Doe dingen samen met andere ondernemersWie niet sterk is, moet slim zijn. Mist je onderneming slagkracht om een product of dienst op de markt te zetten? Dan is de hulp

Heb je geen netwerk? Dan biedt de franchisingformule een al-ternatief, omdat je zo de facto een onderdeel van een netwerk wordt. Afhankelijk van de af-spraken geef je meer of minder ’bewegingsvrijheid’ op in ruil

Peter desmyttere

voor extra diensten. Zoals marketingacties die centraal worden beheerd en betaald. Jij kiest: zelf tijd investeren in een eigen netwerk of je deelname aan een formeel netwerk ‘ko-pen’.

Uit ‘101 marketingtips voor onder-nemers’, van Peter Desmyttere. www.101marketingtips.be

Page 14: KMO - Mediaplanetdoc.mediaplanet.com/all_projects/2348.pdf · doet die feeststemming snel omslaan: in Europa is alleen de Oostenrijker minder ondernemend dan de Belg. Drie procent

1� | kmo

Communicatie: het is essentieel om je onderneming gesmeerd te laten lopen. We praten, mailen, bellen, verzenden ons een weg door het economische landschap. Maar we verliezen er ook enorm veel tijd mee. Open communicatiesystemen moeten die communistratiestromen optimaliseren. en op die manier niet alleen tijd maar ook en vooral veel geld besparen.

Communicatie moet gestroomlijnd lopen

tekst: aart de zitter

Iedereen kent het fenomeen: communicatie kan altijd gesmeerder lopen. Het mar-

keting research bureau Insigna becijferde onlangs hoeveel die

advertentie

tekst: aart de zitter

‘Het leed gemeten’: hoeveel kost gefragmenteerde commu-nicatie? Het Canadese onderzoeksburea insigna onderzocht in 2007 hoeveel gefragmenteerde communicatie aan bedrijven kost. Hier enkele opvallende vaststellingen.

94% van de 517 respondenten rapporteert wekelijks 5,3 uur op informatie van anderen te moeten wachten. Op jaarbasis impli-ceert dit een productiviteitsverlies van omgerekend 6 miljoen euro.

Maandelijks verliezen werknemers 7,8 uur productiviteit op ver-plaatsing, omdat ze er niet beschikken over de vereiste commu-nicatiemiddelen. dat is ongeveer een volle werkdag per maand die verloren gaat.

Jaarlijks verspillen bedrijven gemiddeld 2.300 euro aan kosten voor zakenreizen die vermeden konden worden mochten com-municatiemiddelen beter op elkaar afgestemd zijn.

advertentie

‘gefragmenteerde’ communicatie kost. De cijfers zijn nogal ont-nuchterend (zie kadertje). De vooruithollende technolo-gische mogelijkheden zorgen ervoor dat mensen in een be-drijfscontext meer en meer com-

municeren: dat zorgt voor een ‘overdosis’ aan informatie en een gebrek aan controle over die informatiestroom: welkom in de wereld van de gefragmenteerde communicatie. Het zou fout zijn te denken dat deze vierkant lopende com-municatiestromen alleen in grote ondernemingen bestaan. Ook KMO’s verliezen handen vol geld door deze gebrekkige informatiecontrole: volgens de Insigna enquête verliezen be-drijven hierdoor jaarlijks zo’n 9.000 euro per personeelslid. Jim Burton van het marktonder-

zoeksbureau UCStrategies: ‘be- drijven verliezen pakken geld door inefficiënte communicatie. Dat is bijzonder frustrerend.’AanwezigheidDus doen ook KMO’s er goed aan om een geïntegreerd com-municatieplatform te installeren. Philippe Bauwens van Siemens doet boter bij de vis: ‘geïnte-greerde platformen zijn schaal-baar en dus aanpasbaar aan de noden en de grootte van de onder-neming. Ze integreren de bedrijfs- communicatie intern en extern. Zo kan je bijvoorbeeld makkeli-jk omschakelen tussen vaste en

mobiele telefonienetwerken.’ Precies op het vlak van om-schakeling tussen mobiele en vaste netwerken kan een KMO tijd en geld besparen. ‘Aan-wezigheid’ is daarbij het sleutel-begrip: de persoon die je belt hoeft in feite niet te weten of je nu op kantoor bent, thuis zit of onderweg bent. Hoofdzaak is dat je bereikbaar bent. Een goed communicatieplatform is dan ook erg slim: het vermijdt duur-dere mobiele verbindingen als die niet nodig zijn, maar scha-kelt automatisch door als het niet anders kan.

Page 15: KMO - Mediaplanetdoc.mediaplanet.com/all_projects/2348.pdf · doet die feeststemming snel omslaan: in Europa is alleen de Oostenrijker minder ondernemend dan de Belg. Drie procent

kmo | 1�

advertentie

Multifunctionals zijn hot: het zijn de moderne kantoorslaven die in één oogwenk switchen van printer naar scanner naar kopieerder naar fax. Wie de juiste multifunctional kiest, maakt zijn kantoorleven er een stuk makkelijker op. alleen denken en koffie zetten moet je zelf nog doen.

Kies de juiste kantoorslaaf

tekst: aart de zitter

Krijg of stuur jij ook mailtjes met onderaan de groene boodschap ‘before

printing, think about the envi-ronment?’ Papier bevat chloor, en de toner van onze printers is al evenmin milieuvriendelijk. Het moeten dus harde tijden zijn voor printers. Terwijl we vroeger zowat alle documenten die we toegemaild kregen uit gemak-zucht naar de printer jaagden, werken we vandaag almaar meer in een papierloze omgeving. Minder printen, dus moe-sten de fabrikanten van printers nieuwe jachtgebieden opzoeken. Scannen was een van de mo-gelijke oplossingen. Doe het omgekeerde: scan papieren in en integreer op die manier meer en meer documenten in je com-puter. Een tiental jaar geleden al kwamen op die manier ver-schillende functionaliteiten sa-men in één toestel: de printer, het kopieertoestel en de scanner gingen een ménage à trois aan

en vormen sindsdien samen de multifunctional. Kwam er nog een fax bij, dan werd het zowaar een vierpaar. Ann-Catherine Everard weet er alles over. Ze is product ma-nager multifunctionals bij HP België. ‘Je moet een onderscheid maken tussen twee verschillende werelden. Je hebt de multifunc-tionals die uit de kopieerder onstaan zijn én de multifunc-tionals die uit de printer voort-spruiten. Het fundamentele verschil is dat de kopieerders géén netwerkachtergrond heb-ben en de printers per defini-tie wel.’ Daardoor wordt de term ‘multifunctional’ meestal als generische term gebruikt voor print-multifunctionals. Everard: ‘Multifunctionals kun-nen naast printen ook scannen en kopiëren. Doordat ze uit een netwerktechnologie voortko-men, laten ze bedrijven meteen toe om hun printactiviteiten slim te beheren. Mensen kunnen

vanop hun werkplek beslissen waar ze een document printen of kopiëren.’ Dat ‘slim’ gedrag kan erg ver gaan: zo kan de baas beslissen wie wél en wie niét in kleur mag afdrukken. Everard: ‘of je kan bepaalde functional-iteiten alleen voor bepaalde ac-tiviteiten toelaten. Denk daarbij aan kleurafdrukken dat alleen mag als je in een desktop pub-lishing programma bezig bent.’ FingerprintsDe Belgische KMO is traditioneel nog altijd aan zijn fax gehecht. Ook al heeft het pruttelende toes-tel veel van zijn pluimen verlo-ren, toch merken de fabrikanten van multifunctionele kantoorap-paraten dat de Belgische KMO-markt steevast voor een mul-tifunctional mét fax opteert. Andere landen zouden volgens Everard quasi steeds voor een toestel zonder fax kiezen. Moet zo’n multifunctional trouwens veel centen kosten? Dat blijkt nogal mee te vallen. Everard: ‘Neem nu een toestel dat in kleur

afdrukt, kan scannen, kopiëren én faxen. Dan spreek je typisch over een investering van zo’n 550 euro.’ De toner blijkt daarbij vaak de dure vogel te zijn. Maar met een toestel van 550 euro kan je typisch ongeveer vijfdui-zend pagina’s afdrukken. Daar kom je als KMO al een heel eind mee verder natuurlijk. In de toekomst gaan multi-functionele kantoorapparaten meer aandacht besteden aan veiligheid. Want het is niet altijd logisch dat confidentiële docu-menten via een – meestal wel beveiligd – netwerk naar een printer worden gestuurd die een eind verderop staat. Die docu-menten liggen daar dan soms moederziel alleen te wachten tot ze worden opgehaald: hopelijk door de rechtmatige eigenaar. Daarom werken fabrikanten mo-menteel aan een systeem waar-bij je documenten in twee fasen print: eerst geef je het com-mando aan je computer, daarna loop je naar de printer waar je

advertentie

met een pincode het document fysiek print. Als alternatieven voor die pincode zullen ook vingerafdrukken en badges ge-bruikt kunnen worden. Is een multifunctionele kan-toorslaaf ook voor een KMO zinvol? Zeker en vast. De prij-zen zijn de laatste jaren se-rieus gedaald. Het kost vandaag minder om een ‘all-in-one’ te kopen dan afzonderlijk een printer, een kopieermachine, een scanner en een fax aan te schaffen. Bovendien hebben ook KMO’s nood aan professioneel uitziende documenten. Het is vandaag niet langer algemeen aanvaard om folders in zwart-wit rond te delen. De klant eist mooie documenten, en die maak je tegenwoordig met multifunc-tionals. Het komt er als KMO’er bij de aankoop vooral op aan om vooraf duidelijk uit te zoek-en welke functionaliteiten je precies nodig hebt: koop wat je nodig hebt, niet meer, maar ook niet minder.

Page 16: KMO - Mediaplanetdoc.mediaplanet.com/all_projects/2348.pdf · doet die feeststemming snel omslaan: in Europa is alleen de Oostenrijker minder ondernemend dan de Belg. Drie procent

16 | kmo

klanten leveren niet alleen inkomsten, ze moeten op de juiste manier benaderd worden. een gepersonaliseerde aanpak, een perfecte opvolging van hun betalingen, een correcte communicatie: het zijn elementen die je business goed doen draaien. Om die klanten goed te beheren vind je op de markt verschillende soorten van ‘client relationship management’-toepassingen. een beetje uitleg over CrM is op zijn plaats.

Breng intelligentie in je klantenbeheer

tekst: aart de zitter

CRM – ook wel ‘klanten-relatiebeheer’ genoemd – is een softwarepakket waarmee je als ondernemer optimaal je klanten kan beheren. Dat kan je best erg ruim interpreteren: een uni-forme manier om alle mogelijke data over je klanten op te slaan én procedures om met hen om te springen op allerlei niveaus. Als startend ondernemer ben je misschien geneigd om niet meteen software te kopen waarmee je je klanten kan be-heren. Maar het adagium ‘wat we zelf doen, doen we beter’ houdt alleen maar steek als je héél weinig klanten hebt. Zo-dra je klantenbestand begint te groeien, is de investering in een CRM-pakket quasi onver-mijdelijk. De voordelen zijn dan

ook duidelijk. Je verhoogt de klantentevredenheid, je helpt je omzet stijgen én je doet er de commerciële kosten mee dalen. Een typisch CRM-systeem be-vat drie modules: eentje voor de verkoop (typisch bruikbaar door je verkopers en je fac-turatiemensen), eentje voor de klantenservice en eentje voor de mensen van de marketing (bijvoorbeeld om gerichte mail-ings te organiseren). Op die ma-nier wordt CRM een bijzonder krachtig werkinstrument.PersonaliserenMaar is CRM überhaupt zin-vol voor een kleinere onderne-ming? Volgens Maarten Wille-quet CRM account manager bij Sage, ontwikkelaar van CRM-toepassingen, staat dat buiten kijf: ‘KMO’s werken nog te vaak met verschillende databestan-

tekst: JOHan dillen

Het is vandaag ondenkbaar geworden om zakelijk actief te zijn zonder een mobilofoon. Ondertussen worden die dingen alsmaar slimmer. van een telefoon zijn ze in géén tijd geëvolueerd naar agenda, fotoapparaat, emaillezer en internetbrowser. Het enige wat je met een Pda nog zelf moet doen, is koffie zetten.

de onstuitbare opmars van de slimme telefoon

tekst: aart de zitter

De PDA of Smartphone doet wat hij zegt: hij is een slimme telefoon die

naast telefoon ook ‘persoonlijke

digitale assistent’ is. We ken-nen de merken en modellen al-lemaal: Blackberry, Palm Treo, Apple iPhone, Nokia Commu-nicator zijn veruit de meest be-kende smartphones die vandaag luchthavenlounges, hotellobby’s en congrescenters bevolken. Ie-dere ondernemer die een beetje met zijn tijd mee wil zijn, heeft tegenwoordig zo’n slimme tele-foon op zak. De meest gebruikte eigen-schappen van een personal digi-tal? Zowat iedere gebruiker leest via zijn telefoon emails, en ver-stuurt er. Dat kan dankzij de zo-geheten ‘push email’ technolo-gie. Zodra iemand je een mailtje stuurt, wordt die mail naar je PDA ‘doorgeduwd’. Je kan daar-bij kiezen: ofwel piept je telefoon zodra er een email binnenkomt, ofwel laat je je telefoon op ge-

zette tijdstippen – bijvoorbeeld om het uur – controleren of er berichtjes zijn gearriveerd. Ko-pies van de berichtjes vind je al-tijd terug op de mailserver. Doordat het Internet Protocol voor email wordt gebruikt, is ook surfen op het Internet een gewone zaak geworden. Snel iets op het net zoeken? Met de PDA is het vandaag een akkefietje. En wie er wat ervaring mee heeft, zal toegeven dat de snelheid én de kwaliteit beter zijn dan je door-gaans zou verwachten. Een an-der voordeel van de PDA is dat je makkelijk digitaal je agenda kan synchroniseren met je telefoon. Zo heb je ook ‘on the road’ je agenda bij je. Makkelijk dus om je papieren versie eindelijk af te zweren.EtiquetteIs een PDA ook voor een KMO

zinvol? Volgens Gregory Jans-sens van Nokia spaart ook de kleinere ondernemer veel tijd uit met een PDA. ‘Gemiddeld werkt iemand die een smartphone heeft 22 dagen per jaar méér. Be- schikbaarheid is een gouden zaak, ook voor kleinere bed-rijven.’ Terwijl je in een grote onderneming makkelijker kan terugvallen op een secretariaat of directe collega’s die je tele-foons en emails beantwoorden, is dat voor een KMO lang niet zo evident. Met een PDA kan je dat euvel dus makkelijk vermijden. Zo’n zakelijk voordeel heeft natuurlijk zijn prijs. Terwijl bedrijven vroeger veel geld be-taalden voor een Blackberry abonnement, bieden zowat alle mobiele telecomoperatoren van-daag haalbare tarieven aan. Die laten je dan per maand toe een

vaste hoeveelheid aan data te ontvangen of versturen (zowel voor email als via Internet). Budgetcontrole is dus perfect mogelijk. En de volgende stap? Dat wor-den ongetwijfeld de etiquette- regels die zich opdringen. Want steeds vaker hoor je gebruikers van PDA’s klagen: het is bijzonder stresserend om continu bereik-baar te zijn. Mensen – collega’s, medewerkers, klanten – gaan er te makkelijk van uit dat iemand met een PDA altijd en overal on-middellijk op verzonden emails reageert. De gebruikers zijn dus vragende partij voor een nieuwe wellevendheidsregels. De simpel-ste regel is alvast duidelijk: als je onbereikbaar wil zijn, dan zit er aan elke PDA een handige knop: die waarmee je je toestel uit kan zetten.

natuurlijk meer: reken op on-geveer 500 euro per gebruiker. Maar op langere termijn verdien je die investering natuurlijk snel terug.’ KMO’s moeten groeien. Om groeipijnen te beletten, moeten alle hulpmiddelen die de onder-neming gebruikt, kunnen meegroeien. Met een klanten-beheersysteem is dat niet an-ders. Op dat vlak kan de KMO’er op beide oren slapen. Het is een essentiële eigenschap dat CRM-systemen flexibel kunnen meegroeien. Ze zijn allemaal gebaseerd op één centrale da-tabase. Elke nieuwe werknemer kan daar eenvoudig toegang toe krijgen. Ook de workflow en de bedrijfsprocessen zijn perfect definieerbaar en aanpasbaar aan de veranderende noden van een groeibedrijf.

den door elkaar. Daardoor heb je nooit een up-to-date klanten-bestand.’ Een goed CRM-pakket is bijzonder gebruiksvriendelijk – ook voor niet ICT-wizards bruikbaar – en het geeft je de mogelijkheid om sterk te personaliseren. Maar er is nog een belangri-jke reden waarom een KMO best een gecentral i seerd pakket installeert om klanten be-heren. Willequet: ‘stel dat een van je commerciële krachten het bedrijf verlaat. Dankzij een CRM-systeem kun-nen al zijn contacten zonder moeite door een andere col-lega overgenomen worden.’ Iets wat minder evident is als elke medewerker op zijn eigen (en dus vaak weinig doorzichtige)

manier aan de slag is. CRM-pakketten zijn er in alle maten en gewichten. Geld kosten ze allemaal. De return

op de investering zal dus goed moeten zijn om de aanschaf te verantwoorden. Wim Geukens, managing director van Traviata, een aanbieder van Microsoft CRM-pakketten: ‘Een CRM-pak-ket kan gehuurd worden, en dan beginnen we bij zo’n 50 euro per dag. Kopen kost op korte termijn

Page 17: KMO - Mediaplanetdoc.mediaplanet.com/all_projects/2348.pdf · doet die feeststemming snel omslaan: in Europa is alleen de Oostenrijker minder ondernemend dan de Belg. Drie procent

kmo | 17

advertentie

elk jaar overwegen 20.000 ondernemers hun zaak te verkopen, zo blijkt uit cijfers van de Unie van zelfstandige Ondernemers (Unizo). 13.500 onder hen hangen effectief het bordje ‘handelszaak over te laten’ aan de ruit.

interessanter om zaak over te nemen dan van nul te beginnen

tekst: JOHan dillen

Elk jaar ziet Unizo dat zo’n 2.000 bedrijven te koop worden gezet via hun

dienst ‘Overnamemarkt’. Bij de Kamer voor het Handelsfonds (KVHF) – die zich toespitst op KMO’s - zijn er dat zo’n 5 à 10 per maand. Luk Van Oosterwijk van KVHF ziet drie verschil-lende werkwijzes. “De voor de hand liggende is het bedrijf dat zelf naar een bureau stapt voor een overname. Daarnaast komen bedrijven langs die via overname willen groeien. Tot slot kun-nen we zelf op zoek gaan naar een kandidaat-overnemer, voor wie een bepaald bedrijf via een synergie een meerwaarde zou betekenen.” Van Oosterwijk haalt daarbij het spanningsveld aan dat bestaat bij de eigenaars. “Wie jaar en dag voor zijn be-drijf gewerkt heeft, verwacht dat het goud waard is. Die is dan ook vaak ontgoocheld als de prijs maar brons blijkt te zijn.”“De belangrijkste motivatie om een bedrijf over te laten, heeft te maken met de leeftijd van

de ondernemer”, zegt Luc Van Laere van Unizo. “Men vindt het stilletjesaan tijd om met pen-sioen te gaan en opvolging binnen de familie ontbreekt. De tweede belangrijkste reden, al verzwi-jgt men die liever, is de toene-mende concurrentiedruk, waarbij kleine zelfstandigen almaar moeilijker kunnen opboksen te-gen de verschillende distributie-ketens. Daarnaast noteren we nog vaak medische redenen en persoonlijke redenen (echtschei-ding,...) om de eigen zaak uit handen te geven.”Voor startende ondernemers kan een bestaande zaak een in-teressante springplank bieden.

Luc Van Laere: “Overname is zeker en vast een interessant al-ternatief om te starten, want de slaagkans ligt een pak hoger dan wanneer men start van nul. Na vijf jaar hebben Europese stu-dies uitgewezen dat 97% van de overnemers nog steeds actief zijn, terwijl de starters op zich 70 procent halen. Wanneer men een zaak overneemt, neemt men bij wijze van spreken een vlieg-ende start omdat men klanten,

leveranciers, personeel, merk-naam enzovoort mee overneemt. Hiertegenover staat dan meestal een steviger prijskaartje, maar anderzijds zal men vlugger extra financiële middelen op de kop kunnen tikken.”FinancieringDe financiering van een over-name is één van de moeilijkste te nemen hordes in een overname. Er zijn twee verschillende vor-men van overname: overname van het handelsfonds en over-name via de aankoop van aan-delen. Bij die laatste vorm is het onmogelijk de activa van de over te nemen zaak als waarborg aan te wenden voor de financiering.

Onderzoek van het Kenniscen-trum voor de Financiering van KMO’s (KeFiK) toont aan dat de banken minder gunstige krediet-voorwaarden verstrekken voor de overname van horecazaken of aanverwante bedrijven en onder-nemingen die diensten aan per-sonen aanbieden. Driekwart van het bedrag dat gepaard gaat met de overname, wordt gefinancierd via bankkrediet, zo blijkt nog uit de cijfers van KeFiK.

“ Wie jaar en dag voor zijn be-drijf gewerkt heeft, verwacht dat het goud

waard is. Die is dan ook vaak ontgoocheld als de prijs maar brons blijkt te zijn „

Page 18: KMO - Mediaplanetdoc.mediaplanet.com/all_projects/2348.pdf · doet die feeststemming snel omslaan: in Europa is alleen de Oostenrijker minder ondernemend dan de Belg. Drie procent

18 | kmo

advertentie

tekst: sylvie Walraevens

tekst: sylvie Walraevens

Peter Malaise, Conceptma-nager bij Ecover, erkent dat hygiëneproducten een

milieu-impact hebben. Toch no-emt hij Ecover een duurzaam bedrijf. “Omdat onze producten zich inpassen in de logica van de ecosystemen en niet verder gaan dan het milieu aankan. Ecover startte zijn activiteiten in 1980 als een ware pionier, die fosfaatvrije producten op de markt bracht nog voor fosfaten een kwalijke naam hadden. Ook vandaag investeert ons bedrijf intensief in onderzoek naar nieu-we grondstoffen en technieken om steeds vooruit te blijven op

de vlaamse overheid is ervan overtuigd dat MvO hét kader is voor organisaties om de uitdagingen van vandaag en morgen het hoofd te bieden. MvO is dan ook nadrukkelijk opgenomen in vlaanderen in actie en de vlaamse strategie duurzame Ontwikkeling.

de Vlaamse overheid omarmt MVO

tekst: MvO vlanderen

De Vlaamse overheid heeft sinds 2000 al heel wat inspanningen ge-

leverd om zoveel mogelijk or-ganisaties warm te maken voor MVO. De huidige minister van Sociale Economie stelt dat MVO een gedeelde verant-woordelijk-heid is van het bed-rijfsleven, de overheid en het onderwijs. Rond deze pijlers zijn dankzij het goede werk van meerdere organisaties de afgelopen jaren heel wat

managementmodellen, instru-menten en technieken ontwikkeld (Zie www.mvovlaanderen.be). Het toekomstige ondernemen tot op het niveau van de actie brengen is de volgende stap. Daarom is in samenwerking met het Europees Sociaal Fonds (ESF) een oproep uitgeschreven met als doel MVO binnen te loodsen in kmo’s. Zes promo-tors sensibiliseren en rekruteren kmo’s om voor MVO te kiezen of dit dieper te verankeren in de bedrijfsvoering. Bij geïnteres-seerden voert de promotor een

gratis MVO-scan uit en stelt in samenspraak met de kmo een MVO-actiefiche op. Kmo’s kunnen voor de uitvoering van actiefiches voor 50% gesubsi-dieerd worden met een maxi-mum van 7500 euro per actie. De eigen financiële inbreng van de kmo geeft blijk van hun MVO-engagement. Acties kunnen onmiddellijk van start gaan en lopen maximum tot 31 december 2009.

Geïnteresseerde ondernemingen kun-nen voor meer informatie terecht bij de 6 promotors: De Punt, EROV, POM West-Vlaanderen, Randstad Bel-gium, Unizo, Voka Oost-Vlaanderen. Contactgegevens zijn terug te vinden op www.mvovlaanderen.be of via [email protected]

naast industrie en transport zijn gebouwen de grootste boosdoeners inzake klimaatopwarming. Weinig economische activiteiten beschikken over zo veel gebouwen, vooral in de vorm van kantoren, als een internationale bank. Het is dan ook geen kleinigheid als een financiële reus als Fortis, met instellingen in meer dan 50 landen, een ambitieus CO2-beleid uitstippelt.

Best PrACtiCeBank wordt Climate saver

tekst: sylvie Walraevens

Sinds januari 2007 is de bank wereldwijd CO2-neutraal en om dat te

ondersteunen heeft Fortis beslo-ten zijn energieconsumptie in de Benelux en Turkije met 10% per voltijdse medewerker terug te dringen. De bestaande gebou-wen ondergaan energiebespa-rende ingrepen en alle renova-ties of nieuwe gebouwen worden op duurzame wijze gerealiseerd met energiezuinige technieken en concepten. De herstructure-

ring van het Kanselarijcomplex van Fortis in Brussel bijvoor-beeld maakt optimaal gebruik van zonne-energie en daglicht, gezuiverd regenwater, warm-tekrachtenergie, geothermie en de koeling en terugwinning van ventilatiewarmte, waarvoor het overigens reeds in de prijzen viel. Ook de medewerkers wor-den aangezet tot duurzame ge-dragsveranderingen. En met au-dits en assessments ondergaan alle bedrijfsprocessen een minu-

tieuze CO2-scan. Reeds in 2007 hebben de kan-toren in de Benelux de overgang naar groene stroom afgerond, maar de bank wil verder gaan: vanaf 1 januari 2008 zal meer dan 60% van hun wereldwijde elektriciteit afkomstig zijn uit duurzame energiebronnen. Alle overige CO2-uitstoot compens-eert Fortis door het kopen van CO2-credits van onder andere windmolenparken, zonne-ener-gieprojecten of biomassacentra-

les, bij voorkeur in opkomende markten. De credits leveren zo een dubbele winst: een signifi-cante CO2-reductie en econo-mische vooruitgang in minder ontwikkelde landen. Fortis koopt niet alleen cre-dits aan, zij zijn als trader ook marktleider in de Europese emis-siehandel. Daarmee faciliteren zij het systeem dat door Europa in navolging van het Kyotopro-tocol ingevoerd werd om de uit-stoot van schadelijke broeikas-gassen te beperken. Binnen hun kernactiviteit als bank wil Fortis eveneens een bijdrage leveren aan de klimaatkwestie. Dat doen

ze onder andere door duurzame energieprojecten te financieren. Windenergie neemt daarbij het leeuwendeel op. Duurzame ener-gie-initiatieven die niet in aan-merking komen voor reguliere financiering kunnen bij Fortis aankloppen en op steun van het Start Green Sustainable Innova-tion fonds rekenen. Het gamma duurzame consumentenproduc-ten wil Fortis de komende jaren ernstig uitbreiden. De overname van ABN Amro, dat een stevige duurzaamheidreputatie opbouw-de, zal Fortis verder helpen op de weg naar meer maatschappelijk welzijn.

advertentie

Page 19: KMO - Mediaplanetdoc.mediaplanet.com/all_projects/2348.pdf · doet die feeststemming snel omslaan: in Europa is alleen de Oostenrijker minder ondernemend dan de Belg. Drie procent

kmo | 19

advertentie

de vlaamse overheid is ervan overtuigd dat MvO hét kader is voor organisaties om de uitdagingen van vandaag en morgen het hoofd te bieden. MvO is dan ook nadrukkelijk opgenomen in vlaanderen in actie en de vlaamse strategie duurzame Ontwikkeling.

expert aan het woord

tekst: sylvie Walraevens 1) Wat betekent CSR voor u?Corporate Social Responsibility bestaat in mijn ogen uit twee dimensies. De eerste dimen-sie is duurzame ontwikkeling: op een verantwoordelijke ma-nier zakendoen, bijdragen aan duurzame economische groei zonder daarbij de legitieme belangen van onze stakehold-ers uit het oog te verliezen. De tweede dimensie is maatschap-pelijke betrokkenheid: actief meewerken aan de verwezen-lijking van de doelstellingen van lokale gemeenschappen en daarvoor verantwoordelijkheid nemen. Wij doen dit door een

combinatie van vrijwilligers-werk en donaties aan goede doelen. Als een bedrijf in staat is om beide dimensies in de

kernactiviteiten en organisatie van de onderneming in te bed-den, is het naar mijn mening echt duurzaam.2) Wat beschouwt u als de grootste maatschappelijke uitdaging?

Catherine kinet

senior Manager Csr

een merknaam die bijna de waarde van een label krijgt; een product dat door de consument met trots en bijna als een statement in het gezichtsveld van argeloze bezoekers wordt geplaatst. een sterkere promotie kan men zich niet dromen. Het unieke concept van ecover, ecologische fabrikant van hygiëneproducten, heeft het groene nichehoekje verlaten om een duidelijke plaats in de supermarktrekken te bezetten. Met ontegensprekelijk succes.

toekomstige generaties krijgen recht van spreken

tekst: sylvie Walraevens

Peter Malaise, Conceptma-nager bij Ecover, erkent dat hygiëneproducten een

milieu-impact hebben. Toch no-emt hij Ecover een duurzaam bedrijf. “Omdat onze producten zich inpassen in de logica van de ecosystemen en niet verder gaan dan het milieu aankan. Ecover startte zijn activiteiten in 1980 als een ware pionier, die fosfaatvrije producten op de markt bracht nog voor fosfaten een kwalijke naam hadden. Ook vandaag investeert ons bedrijf intensief in onderzoek naar nieu-we grondstoffen en technieken om steeds vooruit te blijven op

de problemen van morgen.” Het unieke concept van Ecover biedt daarvoor de garantie. Elk pro-duct beantwoordt aan 3 ecolo-gische principes: biologische afbreekbaarheid, minimale gif-tigheid en grondstofgebruik uit

hernieuwbare bronnen. “Om die keuze diepe wortels te geven hebben we ze verankerd in ons managementsysteem”, verklaart Malaise. “Dit systeem laat ons toe al onze bedrijfsactiviteiten te scannen en op een duurzame

leest te schoeien. In het mana-gementsysteem hebben we negen van onze belangrijkste stake-holders geïdentificeerd en dit is de top drie: eerst de toekomstige

generaties, vervolgens de natuur en als derde de klant. Dat heeft verregaande gevolgen. Hoezeer de klant ook een bepaald pro-duct in ons gamma zou willen zien, toch kunnen wij dit niet aanbieden als we onze drie ba-sisprincipes niet simultaan kun-

Als een onderneming groeit, groeit ook haar verantwoorde-lijkheid ten opzichte van de samenleving. Ik vind dat je

kernactiviteiten en organisatie

“ Als een onderneming groeit, groeit ook haar verantwoordelijkheid ten opzichte van de

samenleving „

generaties, vervolgens de natuur

“ Elk product beantwoordt aan 3 ecolo-gische principes: biologische afbreekbaarheid, minimale giftigheid en grondstofgebruik uit

hernieuwbare bronnen „

nen garanderen.” Vallen Ecover producten dan niet uit de boot? Toch niet. Hun concept steunt immers op twee pijlers: ecolo-gische verantwoordelijkheid én

deze verantwoordelijkheid zeer serieus moet nemen en wij blij-ven ons dan ook steeds sterker inzetten voor duurzame ontwik-keling. Mondiale kwesties zoals klimaatverandering, armoede en mensenrechten hebben in

het afgelopen jaar alleen maar aan belang gewonnen. Daarmee is het noodzakelijker dan ooit dat bedrijven deel uitmaken van een oplossing voor deze kwesties. 3) Wat zijn voor u de voor-naamste hinderpalen / moei-lijkheden bij het uitbouwen van een CSR-beleid?CSR of duurzaam ondernemen veronderstelt een andere blik op zaken; een ruimere invalshoek die naast financiële aspecten ook milieu en sociale element-en meeneemt. Desalniettemin ervaren mensen duurzaam ondernemen soms nog als een beperking; uitsluiten van busi-nesses of sectoren. Het presen-teren van CSR als een business case en het benadrukken van de kansen van CSR vind ik een geweldige uitdaging.

hoge performantie. “De klant verwacht van Ecover een ecolo-gisch product dat goed werkt”, verduidelijkt Malaise. “Met een groeiende concurrentie en een veeleisend cliënteel kan Ecover niet anders dan de lat bijzonder hoog leggen.”

advertentie

Page 20: KMO - Mediaplanetdoc.mediaplanet.com/all_projects/2348.pdf · doet die feeststemming snel omslaan: in Europa is alleen de Oostenrijker minder ondernemend dan de Belg. Drie procent

Geïnteresseerd?

Meer info over de

werking van PMV

en de voorwaarden

vind je op

www.pmv.eu

debuterende vlaamse ondernemers uit de startblokken helpen schieten en bestaande ondernemingen in staat stellen om te groeien. dat zijn de twee voornaamste doelen van de kmo-tak van ParticipatieMaatschappij vlaanderen (PMv). “Daarvoor hebben we diverse financieringsvormen”, legt business unit manager van PMv-kmo Bart de smet uit.

PMV helpt ondernemen

Wat kan Participatie-Maatschappij Vlaanderen doen voor een startende ondernemer? Bart De Smet: “Wie een zaak wil beginnen, heeft geld nodig. Daarvoor klopt de starter vaak aan bij wat men de de drie F’s noemt: friends, family en fools. Twee op drie beginnende onderne- mingen kunnen met minder dan 60.000 euro van start gaan. Met de Winwinlen-ing hebben we een mecha-nisme gecreëerd om bekenden van de starter over de streep te trekken en in zijn zaak te investeren. De Winwin- lening stelt zich daarbij ga-

PMV ParticipatieMaatschappij vlaanderen (PMv) is een naamloze vennootschap die is gegroeid uit de leemte die de GiMv (Gewestelijke investeringsmaatschappij vlaanderen) achterliet toen ze werd geprivatiseerd. Men was tevreden over de realisaties van de GiMv en daarom kwam men in 1999 op de proppen met een nieuwe investeringsmaatschappij, ParticipatieMaatschappij vlaanderen. die is in 2002 gestart met twee doelen. enerzijds werkt PMv aan project- financiering, waarin publiek private samenwerking een belangrijk aandachtspunt is. anderzijds wil PMv activiteiten van bedrijven financieren. de nadruk ligt op risicokapitaal.“Het gaat niet om een verdoken vorm van subsidies. Het geïnvesteerde kapitaal willen we na verloop van tijd terug.”, legt Bart de smet uit. “Wij willen niet marktverstorend werken, maar faciliteren. PMV wil ondernemingen makkelijker financieren, of privé- investeerders overtuigen om risicokapitaal vrij te maken. PMV zoekt niet naar een meerderheidsparticipatie in een bedrijf, daarom willen we andere privé-investeerders mee aan boord trekken van een project.”

rant om 30 procent van het geïnvesteerde bedrag (maxi-maal 50.000 euro) via een belastingvermindering terug te betalen aan de lener indien het zou mislopen met de zaak. En elk jaar krijgt de lener een belastingkorting van 2,5 pro-cent van het geleende bedrag, tijdens de acht jaar waarin de lening loopt. Gemiddeld re-gistreren we één Winwin- lening per dag.”“Daarnaast hebben we het Vlaams Innovatiefonds, Vin-nof, dat vernieuwende starters kan steunen. Met innovatief bedoelen we niet zozeer een hoogtechnologisch product maar willen we een vernieu-wende aanpak stimuleren. Hier zien we twee mecha-nismen aan het werk. Ten eerste bieden we de incubatie- financiering aan. Hiermee kunnen ondernemers wiens businessplan nog in ontwik-keling is, een achtergestelde lening tot maximaal 100.000 euro krijgen om de haalbaar-heid van hun businessplan te laten onderzoeken. Dat moet samengaan met een subsi-dieaanvraag bij het Instituut voor de aanmoediging van In-novatie door wetenschap en Technologie (IWT). De lening kan nooit hoger zijn dan de subsidie die het IWT toekent. Ten tweede is er zaaikapitaal. Als de onderneming potentieel heeft, kan Vinnof beslissen om tot 500.000 euro kapitaal te verschaffen – rechtstreeks

of via een partnerfonds - en mede-aandeelhouder te wor-den. Bij voorkeur stappen nog andere privé-investeerders mee in het project.”“Tot slot hebben we de Waarborgregeling, waarbij wij tot 75 procent van het risico dat verbonden is aan een bank-krediet kunnen overnemen. Banken die zelf het risico niet willen lopen en die aarzelen om een krediet toe te ken-nen, kunnen deze Waarborg- regeling inroepen.” Waarvoor kunnen besta-ande ondernemingen bij PMV terecht? “Vlaamse ondernemingen met groeiambities of kmo’s die een innovatief product aan de man willen brengen, kunnen we helpen via de ac-tivering van risicokapitaal (ARK). Via één van de twaalf ARKIV’s – erkende risico- kapitaalverschaffers – en het ARKimedes-Fonds, die voor de helft zijn opgebouwd uit privékapitaal, kunnen we tot 1,5 miljoen euro per jaar in een onderneming investeren. Uitgangspunt daarbij is dat we geen meerderheidspartici-patie willen in het bedrijf.” PMV blijft niet aan boord bij het bedrijf? “Nee, onze bedoeling is vooral om succesvol onder-nemen te stimuleren en bij te dragen tot de groei van een bedrijf. Na vijf tot zeven jaar stappen we uit de onder-neming, liefst met een mooie

Bart de smet, business unit manager van PMv-kmo

meerwaarde. Met het gerecu-pereerde kapitaal kunnen we weer een ander bedrijf hel-pen.” Welke specialisaties heeft PMV-kmo verder? “Voor Vlaamse onderne- mingen die in het buiten-land willen groeien, is er het Fonds Vlaanderen-Inter- nationaal. Vaak zijn banken en privé-investeerders terug- houdend om geld vrij te maken voor buitenlandse in-vesteringen. De afstand is te groot, de controle te klein. Er is 25 miljoen euro uitge- trokken om Vlaamse onder- nemingen te helpen een buitenlandse tak op te star-ten. Het gaat dan om invester-ingen veraf, onder andere in Zuidoost-Azië, Oost-Europa of Zuid-Amerika.”

de PrOduCten VAn PMV

ArKimedes

Cultuurinvest

Fonds Vlaanderen-internationaal

nrC-Fonds

Vinnof

Waarborgregeling

Winwinlening

“Daarnaast hebben we met CultuurInvest een fonds dat kan investeren in culturele onder- nemingen. Daarmee kunnen we steun verlenen om een cultureel product te maken of helpen om een culturele infrastructuur uit te bou-wen. Of we kunnen een pro- ject op korte termijn financie-ren of meestappen in het kapi- taal. In beide gevallen gaat het om een investering die we ooit willen recupereren. Het gaat niet om subsidies.” Wat is de belangrijkste verwezenlijking van PMV-kmo? “Misschien wel dat we een eind hebben kunnen maken aan het gebrek aan finan-ciering om te ondernemen. Wie wil, kan het!”