Klasse voor Ouders 47

8
Maart 2001 47 IEDEREEN IS SLIM p. 2-3 «IK KAN NIET VOLGEN» p. 4-5 «WE BEGONNEN MET GEBARENTAAL» p. 8 Eén op vier kinderen staat op het einde van het eerste leerjaar achter. Ze schreeuwen om meer tijd en aandacht in de klas. Dat blijkt uit nieuwe tussentijdse resultaten van lopend onderzoek aan de Universiteit van Leuven, dat Klasse voor Ouders kon inkijken. «Eén op vijf kinderen (19˚%) heeft één of meer kleine problemen met lezen, spellen of rekenen», zegt professor Pol Ghesquière, die het onderzoek leidt. «Wat gerichte aandacht in de klas en thuis kan bij hen al veel oplossen. Daarnaast heeft één à twee kinderen in de klas (7,6˚%) een ernstig leerprobleem. Dit vraagt op school een meer systematische aanpak.» Het onderzoek toont ook aan dat kinderen die het moeilijk hebben met lezen, spellen of rekenen meer probleemgedrag vertonen op school. Leerkrachten vinden dat deze kinderen minder aandachtig, vlugger kwaad of integendeel opvallend teruggetrokken zijn. Thuis merken de ouders daar meestal niet veel van. In het basisonderwijs heeft naar schatting één kind op vier leerproblemen. In het secundair onderwijs is het moeilijk om cijfers te noemen. «Leerproblemen gaan niet vanzelf over», zegt professor Ghesquière. «Ouders en leerkrachten kunnen beter geen tijd verliezen. Leerkrachten staan op de eerste lijn en zijn het best geplaatst om in samenspraak met de ouders die problemen aan te pakken. Dat vergt wel wat van de leerkracht: hij moet geschoold zijn om te werken aan leerproblemen én vaardig om met moeilijk gedrag om te gaan.» Hoe kunnen ouders kinderen met leerproblemen helpen? Lees De Eerste Lijn op pagina vier. (Voor het te laat is). Ze kunnen niet mee.

description

Klasse voor Ouders is een een gratis blad uitgegeven door het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming. Scholen die zich inschrijven bezorgen het aan ouders van leerlingen van de basisschool en de eerste graad secundair onderwijs. Andere bladen van Klasse zijn: Klasse voor Leraren, Maks! en Yeti.

Transcript of Klasse voor Ouders 47

Page 1: Klasse voor Ouders 47

Maart2001

47

IEDEREEN IS SLIM p. 2-3

«IK KAN NIET VOLGEN» p. 4-5

«WE BEGONNEN MET GEBARENTAAL» p. 8

Eén op vier kinderen staat op het einde van het eerste leerjaar achter.

Ze schreeuwen om meer tijd en aandacht in de klas. Dat blijkt uit nieuwe tussentijdse resultaten van lopend onderzoek aan de Universiteit van Leuven, dat Klasse voor Ouders kon inkijken. «Eén op vijf kinderen (19 %) heeft één of meer kleine problemen met lezen, spellen of rekenen», zegt professor Pol Ghesquière, die het onderzoek leidt. «Wat gerichte aandacht in de klas en thuis kan bij hen al veel oplossen. Daarnaast heeft één à twee kinderen in de klas (7,6 %) een ernstig leerprobleem. Dit vraagt op school een meer systematische aanpak.»

Het onderzoek toont ook aan dat kinderen die het moeilijk hebben met lezen, spellen of rekenen meer probleemgedrag vertonen op school.

Leerkrachten vinden dat deze kinderen minder aandachtig, vlugger kwaad of integendeel opvallend teruggetrokken zijn. Thuis merken de ouders daar

meestal niet veel van.

In het basisonderwijs heeft naar schatting één kind op vier leerproblemen. In het secundair onderwijs is het moeilijk om cijfers te noemen. «Leerproblemen gaan niet vanzelf over», zegt professor Ghesquière. «Ouders en leerkrachten kunnen beter geen tijd verliezen.

Leerkrachten staan op de eerste lijn en zijn het best geplaatst om

in samenspraak met de ouders die problemen aan te pakken. Dat vergt

wel wat van de leerkracht: hij moet geschoold zijn om te werken aan

leerproblemen én vaardig om met moeilijk gedrag om te gaan.»

Hoe kunnen ouders kinderen met leerproblemen helpen?

Lees De Eerste Lijn op pagina vier. (Voor het te laat is).

Ze kunnen niet mee.

Page 2: Klasse voor Ouders 47

10

8

6

4

2

108

6

4

2

10

8

6

4

2

10

8

6

4

2

10

8

6

4

2

10 8

6

4

2

10

8

6

4

2

10

8

6

4

2

2 Klasse voor Ouders 47

IEDEREEN IEDEREENLaurien (13) kan goed met dieren om. Zerim (7) zegt foutloos de maalta-

fels en Robbe (5) troost zijn kleine zus als de beste. Bert (14) presteert slecht op school, maar doorziet elke mechaniek als geen ander.

Elk kind is slim. Het hangt er maar vanaf hoe u ernaar kijkt.

3 B E E L D - S L I M[1] Vindt zijn/haar weg op een

(stads)plan of een tekening.[2] Houdt van schilderen, tekenen

en boetseren.[3] Aan de hand van een plan kan

hij/zij zich een huis voorstellen.[4] Kan gemakkelijk zaken in el-

kaar steken.[5] Puzzelen is voor haar/hem een

plezier.

1 W O O R D - S L I M[1] Houdt van kruiswoordraadsels, scrabble en andere woordspelletjes.[2] Leest met plezier boeken, tijdschriften.[3] Leert vlot vreemde, nieuwe en moeilijke woorden.[4] Voert graag gesprekken en stelt gemakkelijk vragen.[5] Luidop denken is hem/haar niet vreemd.

4 L I C H A A M - S L I M[1] Gebruikt de handen terwijl hij/zij iets uitlegt.[2] Houdt van dansen, sporten, wandelen, zwemmen.[3] Is handig en knutselt zelf alles in elkaar.[4] Hij/zij leert een nieuw toestel kennen door ermee te experimenteren.

Een handleiding is niet nodig.[5] Houdt van bewegingsspelletjes.

5 M U Z I E K - S L I M[1] Neuriet, zingt of loopt vaak te fluiten.[2] Houdt het geluid van verschillende muziekinstrumenten uit

elkaar.[3] Een liedje nazingen is voor hem/haar een fluitje van een cent.[4] Kan een muziekinstrument bespelen.[5] Raakt gemakkelijk ontroerd bij het luisteren naar muziek.

6 M E N S E N - S L I M[1] Is steeds te vinden voor een

gezelschapsspel.[2] Houdt ervan om met anderen

samen te werken.[3] Heeft verschillende (h)echte

vrienden en vriendinnen.[4] Gevoelens van anderen kan

zij/hij goed inschatten.[5] Gaat liever naar een feestje dan

alleen voor de buis te zitten.

7 Z E L F - S L I M[1] Heeft een hobby die hij/zij niet met

anderen beoefent.[2] Zelfstandig werken is geen probleem.[3] Kent zijn/haar goede en minder goe-

de kwaliteiten.[4] Heeft een eigen mening.[5] Neemt regelmatig de tijd om na te

denken over belangrijke dingen.

8 N A T U U R - S L I M[1] Geniet van programma’s en boeken over de natuur.[2] Kan vogels en planten juist benoemen.[3] Natuurbescherming vindt hij/zij belangrijk.[4] Werkt uit eigen beweging mee aan recyclage, sorteren enz.[5] Kiest voor een appel als snoep omdat dat gezonder is.

2 G E T A L - S L I M[1] Rekenen, wiskunde en weten-

schappen vindt zij/hij boeiend.[2] Hoofdrekenen is geen probleem.[3] Houdt van schaken en dammen.[4] Kan problemen goed stap voor

stap analyseren.[5] Maakt lijstjes op en stippelt

graag de weg of een werkwijze uit.

[2] Gebruik het klavertje om de score van uw kind uit te tekenen. Tel het aantal streepjes per intelligentie (woord-slim, getal-slim…) en kleur het deel van het klaverblad in. Het klaver-tje heeft een schaal van nul tot tien. U kan niet overal evenveel inkleuren? Normaal.

1Hoe gaat u te werk?[1] Pas de volgende uitspraken toe op uw kind.

Is de uitspraak volledig van toepassing, dan zet u twee stree-pjes achter de uitspraak. Is de uitspraak gedeeltelijk van toepas-sing, zet u één streepje. Gaat de uitspraak niet op, zet u niets.

Page 3: Klasse voor Ouders 47

Klasse voor Ouders 47 3

Stimuleer uw kind.

Zin om de acht intelligenties van uw kind te prikkelen? Enkele tips:✖ Woord-slimme tips: Vraag aan elkaar verhalen te vertellen en anek-

dotes van de voorbije dag. Laat een dagboek bijhouden om ervarin-gen neer te schrijven. Bied een tijdschrift of een boek aan over een onderwerp waar uw kind weinig over weet.

✖ Getal-slimme tips: Spoor het nieuwsgierige, kritische en onderzoe-kende in uw kind aan. Laat het niet te snel naar een rekenmachine grijpen. Daag het uit voor een spel schaken, dammen of mastermind.

✖ Beeld-slimme tips: Geef niet te snel hulp als uw kind een wegen-kaart leest. Laat het schatkaarten ontwerpen. Koop bij voorkeur con-structiespelen. Ga samen naar een museum met beeldende kunst. Laat uw kind prutsen.

✖ Lichaam-slimme tips: Laat het zintuigen gebruiken om iets te ont-dekken: ruiken aan de confituur, betasten van een uit te kiezen kle-dingstuk. Observeer met uw kind de lichaamstaal van anderen. Geef het kansen om te sporten.

✖ Muziek-slimme tips: Zing en musiceer samen. Omring het kind met verschillende soorten muziek en maak het bewust van de keuze van stemmingmuziek. Ga samen naar een concert.

✖ Mensen-slimme tips: Spoor uw kind aan initiatieven te nemen in een groep. Laat het deelnemen aan jeugdbeweging of groepssport. Open de communicatie met uw kind, stel vragen. Geef het voorbeeld: zucht niet als het om hulp of raad vraagt.

✖ Zelf-slimme tips: Leer uw kind zelfstandig werken en denken. Laat het de goede en minder goede kanten bij zichzelf ontdekken. Leer het tevreden zijn met zijn/haar eigen gezelschap. Laat uw kind re-gelmatig doelen stellen over de richting die het wil uitgaan.

✖ Natuur-slimme tips: Maak het lid van verenigingen die voor dieren en natuurbehoud opkomen. Leer uw kind de verschillende vogels in tuinen en parken onderscheiden. Laat het stil staan bij milieuzorg en gezonde voeding.

De test met het klavertje vindt u uitgebreid terug in het boek ‘Leuker leren’ van Bernard Lernout en Inge Provoost - uitgegeven door de Standaard uitgeverij. U vindt het in de boekhandel. Dit boek geeft achtergronden en toepassingen voor breinvriendelijk leren. Twintig lezers kunnen het boek winnen. Briefje met uw mening over dit artikel naar Klasse voor Ouders (Intelligenties) - Koning Albert II-laan 15 - 1210 Brussel. Vind uw IQ op het net: www.lilith.demon.nl/mensa/iqtest. Zie het ruimer op www.claritywell.com

IS SLIM!IS SLIM!

Bent u samen met een Amazone-indiaan in het oerwoud, dan is hij de slimste. Brengt u hem in uw kantoor in contact met uw pc, dan ‘wint’ u. Intelligenties komen tot stand door de wisselwerking tussen mens en omgeving. Het zijn de mensen met wie het kind opgroeit, die voor een groot deel de manier bepalen waarop het kind leert en zich ontwik-

kelt. Intelligenties liggen niet vanaf de geboorte vast. Met oefening en motivatie kan u intelligenties ontwikkelen. Intelligenties zijn voor hui-dige wetenschappers het vermogen om informatie te verwerken, proble-men op te lossen of producten te maken die een waarde hebben binnen een cultuur. Dat meet de klassieke IQ-test niet.

Kent u het IQ van uw kind? Waarschijnlijk niet en dat hoeft ook niet. Wetenschappers zien intelligentie veel ruimer dan enkel het meten van hét IQ. Howard Gardner, pedagoog, plaatst intelligentie in een klavertje acht. Acht intelligenties in één persoon?

WAT IS INTELLIGENTIE?

U hebt nu het intelligent klavertjevan uw kind gemaakt.Natuurlijk is dit niet dé ultieme intelligentietest. Praat ook met de leer-kracht op school. Die heeft ook veel informatie over uw kind. Iedereen heeft in aanleg acht intelligenties, stelt Howard Gardner. Die ontwikkelen anders bij elk kind. Maar dat ook uw kind slim is, merkt u wel. De ver-schillende intelligenties lopen door elkaar. Om een mop goed te vertellen bijvoorbeeld heeft u taalkundige, logische en sociale intelligenties no-dig. Waar is uw kind sterk in?

1 Taalkundig intelligent (woord-slim): uw kind heeft een gevoel voor het gesproken woord en de geschreven taal. Kenmerkend voor: verkopers, communicatoren, advocaten, animatoren, schrij-vers, taalkundigen, journalisten…

2 Logisch/wiskundig intelligent (getal-slim): uw kind kan proble-men logisch analyseren en oplossen. Kenmerkend voor: wiskundi-gen, elektriciens, wetenschappers, filosofen, ingenieurs, boekhou-ders…

3 Visueel/ruimtelijk intelligent (beeld-slim): uw kind heeft inzicht in vorm en ruimte. Kenmerkend voor: metsers, piloten, loodgieters, architecten, kunstenaars, schakers…

4 Lichamelijk intelligent (lichaam-slim): uw kind beheerst zijn ei-gen lichaam. Kenmerkend voor: sportlui, dansers, atleten, chirur-gen…

5 Ritmisch muzikaal intelligent (muziek-slim): uw kind wil musice-ren en componeren, het onderscheidt tonen, ritme en klanken. Kenmerkend voor: musici, muziekleerkrachten, componisten, zan-gers, pianostemmers…

6 Sociaal intelligent (mens-slim): uw kind kan makkelijk motivaties, bedoelingen en wensen van anderen begrijpen en daar gepast op reageren. Kenmerkend voor: leerkrachten, sociaal werkers, thera-peuten, politici, verkopers, baliepersoneel…

7 Intuïtief intelligent (zelf-slim): uw kind kent zichzelf, respecteert anderen en heeft een eigen mening. Kenmerkend voor: filosofen, religieuzen, zelfstandigen…

8 Naturalistisch intelligent (natuur-slim): slaat op de kunst om verschillen bij plant en dier te ontdekken en te herkennen. Ken-merkend voor: bosbeheerders, parkwachters, tuiniers, biologen, zoölogen, milieuwerkers…

2 3

Page 4: Klasse voor Ouders 47

Dit is de vijfde bijdrage van De Eerste Lijn. Onmen, maar eigenlijk zit elk kind wel eens m

schien helpen. Hou ze bij. Op pagina 7 vindtover leerproblemen kan u vinden op de interen in de bibliotheek bij het SISO-nummer 464

«Als leren pijn doet…» van W. Hellinc

Deze tekst kwam tot stand in samenwerking men andere s

«IK KAN NIE«Onze Leendert heeft het niet gem

werken om te kunnen watHij loopt altijd op de tippen va

meestal als laatste klaar. Soms van de leerkracht. Maar veel losniets anders dan samen oefenen

vandaag in de klas maakte‘Ik ben de domste van de klas

Naar schatting één kind op vijf

LEERPROBLEMEN: «Wij zijn niet dom»© Wat? Kinderen met leerproblemen hebben het moeilijk met schoolse vaardigheden: lezen, schrijven, rekenen, een vreemde taal leren…© Waarom? Leerproblemen kunnen het gevolg zijn van:

- omstandigheden: weinig aandacht thuis, onvoldoende uitleg in de klas, gezinspro-blemen…

- een verkeerde werkhouding: kind leert uit het hoofd en heeft geen inzicht, steekt uren in lijntjes en kleuren maar werkt weinig oefeningen af…

- emotionele problemen: faalangst, gebrek aan zelfvertrouwen, demotivatie…- begaafdheid: het niveau en tempo op school ligt te hoog, het kind zit in de ver-

keerde school of studierichting- leerstoornissen zoals dyslexie (hardnekkige lees- en schrijfproblemen) of dyscalculie

(hardnekkige rekenproblemen). Wie leerstoornissen heeft, is niet dom of achterlijk. Hij of zij leert alleen anders.

© Gevolgen? Kinderen die met leren geen succes ervaren, reageren vaak heel verschil-lend: ze gaan zich aanstellen, de clown uithangen, verliezen hun zelfvertrouwen («Ik kan niks»), worden opstandig, agressief of trekken zich terug... Leerkrachten en ouders begrijpen hen vlug verkeerd. «Ze kunnen wel maar willen niet», zeggen ze dan.

U VERMOEDT EEN PROBLEEM? Niemand is schuldig© Wat denkt, voelt, doet uw kind?

- Huiswerk maken en lessen leren worden een hel. Uw kind probeert aan elke taak te ontsnappen en gaat niet graag meer naar school.

- Het kind voelt zich schuldig omdat het niet meer voldoet aan de verwachtingen van zijn leerkrachten, ouders, grootouders.

- Het verliest het geloof in zichzelf: «Ik kan niks».- Het wordt agressief, gaat zichzelf afsluiten, klaagt van buikpijn, weent voor het

minste…© Wat denkt, voelt, doet u?

- U probeert te helpen en gaat overbeklemtonen: bent streng, moedigt extra aan, oefent samen, geeft tips.

- U bent ongerust en angstig voor de toekomst: «Hoe moet dat aflopen?»- Misschien raakt u geïrriteerd en boos: op uzelf, uw partner, de andere kinderen, de

leerkracht, de hele wereld.- U voelt zich schuldig: «Wat heb ik verkeerd gedaan?», «Ik ben niet geduldig genoeg»…- U vergelijkt met andere kinderen van het gezin of van de klas en geraakt ontgoocheld.- Er komen spanningen in het gezin: elke ouder reageert soms anders op het probleem.

4 Klasse voor Ouders 47

HOE BEKIJKT DE SCHOOL HET PROBLEEM? Al gezien?1 Stap naar de school. Soms aarzelen leerkrachten om ouders te contacteren of scha-

men ouders zich («Het komt wel goed») en gaat kostbare tijd verloren. Soms schat-ten de school en de ouders het kind heel verschillend in.

2 Bespreek het probleem:- Het probleem is niet ernstig. Wat extra aandacht en hulp op school en een betere aanpak thuis lost al veel op.- Het probleem is ernstig en sleept aan. Ga samen met de leerkracht op zoek naar mo-gelijke oorzaken. Scheelt er wat met de werkhouding van het kind? Zijn er emotione-le problemen? Is het niveau van de school of studierichting te hoog? Misschien heeft het kind één of andere leerstoornis (5 à 10% van de schoolbevolking heeft dyslexie, 2 tot 6% heeft hardnekkige rekenproblemen of dyscalculie)?Beschuldig niemand: niet de leerkracht, niet het kind, niet uzelf…

Page 5: Klasse voor Ouders 47

ngeveer één op vier kinderen heeft leerproble-met een probleem. Deze bijdrage kan u mis-t u een lijstje met interessante lectuur. Meer rnetsite van Klasse: www.klasse.be/archieven 4 (Leerstoornissen). Zin in een boek? Een tip: ckx en P. Ghesquière - Garant - 795 fr.

met leerlingen, ouders, leerkrachten, het CLB specialisten.

ET VOLGEN»makkelijk. Hij moet hard en lang t zijn klasgenoten kunnen.an zijn tenen. In de klas is hij mag hij wat langer doorwerken t dat niet op. ‘s Avonds doen we

n. Als ik dan zie welke fouten hij e, begrijp ik het niet meer.s’, zuchtte hij.» (Kurt, vader)

f heeft leerproblemen op school.

U ZOEKT HULP: Niemand kan toveren1 Leerkrachten zijn het best geplaatst om over leerproblemen van kinderen te praten.

Op school hebben de verschillende leerkrachten van uw kind, de taakleerkracht in de basisschool, de CLB-medewerker, directeur, klasleraar ieder hun eigen deskundig-heid, hun eigen inbreng. Ook ouders zijn deskundig. U kent uw kind. Probeer sa-men te overleggen. Heel wat scholen volgen leerlingen op een systematische wijze op met een leerlingvolgsysteem. Dat betekent dat ze kinderen met leer- of andere problemen vlug signaleren. Wat loopt er fout? En waarom? Ze stellen een diagnose vast en komen in overleg met de ouders en het kind tot een handelingsplan.

2 Stel samen een handelingsplan op:© Wat kan de school doen, wie doet het en wanneer? (Extra oefeningen, hulpmid-

deltjes in de klas, hulp van de taakleerkracht, bijles…)© Wat kunnen de ouders thuis doen? (Wat kan het gezin nog aan?)© Welke extra hulp zoeken we buiten de school? (Het Centrum voor Leerlingenbege-

leiding (CLB), logopedist, kinderarts, Centrum voor Geestelijke Gezondheids-zorg…) Overleg en samenwerking met ouders en school is ook hier nodig.

© Wanneer zien we elkaar terug? (Hoe loopt het plan, moeten we niet bijsturen?)3 Zorg dat het actieplan ook duidelijk is voor uw kind. Laat hem of haar regelmatig

mee beslissen. Geef uw kind het gevoel dat de situatie onder controle is.4 Hou de communicatie met de school open: blijf praten en blijf luisteren (wat zijn

de vorderingen, hoe reageert het kind op de aanpak, hoe voelt het zich erbij, groeit zijn zelfvertrouwen?).

5 Verwacht geen wonderen van welke behandeling dan ook. Als leerproblemen het gevolg zijn van ernstige leerstoornissen (dyslexie of dyscalculie bijvoorbeeld) kan je dat niet zomaar oplossen. Je kan het kind wel een aantal middelen aanbieden waarmee het zichzelf kan behelpen.

6 Hou alle verslagen en attesten bij, vraag de school of het CLB een verslag te ma-ken over de eindsituatie. Leg die ook voor als het kind naar een ander jaar of ande-re school gaat.

Klasse voor Ouders 47 5

5

LEERPROBLEMEN

LEERPROBLEMEN BEHEERSEN UW GEZIN: 5 tips1 Zorg dat uw extra-hulp niet tot spanningen leidt. Word geen leerkracht, maar blijf

op de eerste plaats ouder. Maak het rustig en veilig thuis. Dat komt ten goede aan alle kinderen (met of zonder leerproblemen). Zorg thuis voor evenwicht tussen ontspanning en inspanning.

2 Leerproblemen mogen het gezin niet overheersen. Maak tijd voor het probleem, maar stel tegelijkertijd grenzen aan je beschikbaarheid.

3 Praat met de andere gezinsleden over de leerproblemen en de gevolgen. Praat niet altijd óver het kind, maar ook mét uw kind. Geef het vertrouwen. Maak het niet wijs dat een leerprobleem zonder inspanning verdwijnt.

4 Zoek steun bij andere ouders van kinderen met leermoeilijkheden.5 Stimuleer uw kind in wat het goed kan: turnen, muziek maken, voetballen… Leven

is meer dan schoolleren alleen.

Page 6: Klasse voor Ouders 47

6 Klasse voor Ouders 47

Leerkracht in de bloemen Juf Arlette De Smedt (53):

«Warm van binnen»De kinderen van het tweede leerjaar leven zich uit in hun rol. Alleen Juf Arlette De Smedt speelt zichzelf. Hoe zou het voelen als pestkop of als slachtoffer? «Ze geeft les met tomeloze inzet en luistert altijd», schrijft ouder Anneken Herreman. «Alle kinderen be-schouwen haar een beetje als een tweede moeder. Ook ouders kunnen bij haar terecht. Na

een gesprekje heb je vaak het ge-voel dat je gans de wereld aan-kan. Ze verdient dus bloemen. Kan dat, Klasse?»Met de tranen veegt Arlette ook de oogschaduw over de wangen weg als Anneken haar samen met Klasse overvalt met de bloemen. «Ik krijg elke dag erkenning voor

mijn werk: van kinderen, van ouders, collega’s. Maar nu wordt het toch wel erg warm vanbinnen.» In de klas hangt haar wereld aan de muur: de Universele Verklaring van de Rechten van het Kind, de poli-tieke wereldkaart en een kattebel: «Vele groetjes van Katrijn, Amber en Kimberly». Jaren had ze met de kinderen een adoptiekind Federmia in Indonesië. Nu wil ze dromen waarmaken voor terminaal zieke kind-jes: Make a wish. «Ik wil de wereld opentrekken», zegt Arlette. Ze geeft zedenleer in een basisschool. In de school is er ook een islam-leerkracht en een leerkracht godsdienst. «Tijdens mijn les moeten kin-deren geen prestaties leveren. Ze mogen zichzelf zijn. Wat kinderen zeggen, lijkt voor volwassenen vaak onbelangrijk, maar is voor kinde-ren soms van levensbelang. Daar probeer ik naar te luisteren, respect voor op te brengen. Ik geef al 32 jaar les. Elke ochtend staat mijn echtgenoot verwonderd naar mij te kijken: waar blijf je die energie toch vandaan halen? Toch gewoon: ik doe mijn job graag.»Elke week zet een lezer van Klasse voor Ouders een leerkracht in de bloe-men. U heeft een kandidaat? Schrijf hoe de leerkracht het verschil maakt en in welke school hij of zij dat doet. Misschien staan we met de volgen-de bloemen wel aan zijn of haar klasdeur. Klasse voor Ouders (BLOE-MEN) - Koning Albert II-laan 15 - 1210 Brussel - tel 02-553 96 90 - fax 02-553 96 85 - e-mail [email protected]

Eén kind op ze-ven zit vermoeid op de schoolbanken. Dat is maar één van de vast-stellingen van een onderzoek van de Vrije Universiteit Brussel bij 1300 kinderen van 6 tot 12 jaar. In het eerste en tweede leerjaar liggen acht op tien kinderen ’s avonds om halfnegen of vroeger on-der de wol. Eén kind per klas loopt nog rond tot negen uur of later. In het derde en vierde leerjaar gaat 53 % om halfnegen slapen, 13 % blijft wakker tot halfelf. Vijfde en zesdejaars gaan om negen uur slapen, één op drie pas om halfelf. Toch hebben de meeste kin-deren voldoende slaap: zo’n tien uur gemiddeld per nacht. Niet alle kinderen slapen thuis even goed. Vier kinderen op tien slapen niet donker genoeg en ongeveer twee kinderen op tien moeten in een lawaaierige omgeving slapen. Eén op zeven kinderen is drie tot meer dagen per week slaperig. Te weinig slapen kan invloed hebben op de schoolprestaties, het concentratievermogen en het geheugen van kinderen. Zeker voor hen is een gezond slaapritueel van groot belang. Hoe kan u het Zandmannetje helpen? Zorg ervoor dat het bed geen straf- of speelkamp wordt. Las voor het slapengaan rustige activiteiten in of vertel een verhaal.

De uitgebreide tekst van het onder-zoek kan u downloaden via

www.vub.ac.be/COPS/Spruyt.html. Op 21 maart houdt de Belgische Ver-eniging voor de Studie van de Slaap

(BASS) in hun slaapcentra open-deur. Surf naar www.belsleep.org en neem contact op met het slaapcen-

trum in uw buurt.

Is een minderjarige niet meer straf-baar als hij cannabis gebruikt? Na-tuurlijk wel. Het nieuwe drugsbeleid van de regering zorgt nochtans voor veel onrust bij ouders. Wat verandert en wat verandert er niet?Preventie blijft. Voorkomen is beter dan genezen, genezen is beter dan bestraffen. De federale regering maakt 500 miljoen fr. per jaar extra vrij voor preventie en hulpverlening. Men wil vermijden dat jongeren op steeds jongere leeftijd in contact komen met legale (alcohol, tabak, som-mige geneesmiddelen) en illegale drugs. Bovendien wil de overheid jonge-ren helpen op een verantwoorde manier om te gaan met legale drugs. Drugpreventie voor jongeren begint thuis en moet starten van in de lage-re school en doorlopen tot in het hoger onderwijs.Wat verandert er weldra?✖Voor minderjarigen verandert er niks. Elke minderjarige die cannabis ge-

bruikt, blijft strafbaar.✖Meerderjarigen die andere illegale drugs dan cannabis gebruiken, blijven

strafbaar.✖Meerderjarigen die cannabis gebruiken terwijl er een minderjarige bij is,

zijn strafbaar. Het hoort bij maatschappelijke overlast.✖Een meerderjarige die zijn cannabisgebruik niet onder controle heeft of

omwille van zijn cannabisgebruik crimineel gedrag stelt, is strafbaar. Dat heet problematisch gebruik.

✖Wie cannabis invoert, produceert, vervoert of bezit dat niet voor eigen gebruik is, is strafbaar.U wil meer info over drugs en preventie? Bel of schrijf VAD - E. Tollenaere-

straat 15 - 1020 Laken - tel 02-423 03 33 of de Druglijn 078-15 10 20. De complete beleidsnota kan u downloaden op MINSOC.FGOV.BE (bij actualiteit). In de volgende Klasse voor Ouders gaat De Eerste Lijn over drugpreventie bij jonge kinderen.

10 / 10

Alleen domme scholen slagen er niet in ook les te geven voor domme leerlingen. Lees De Eerste Lijn over leerproblemen op pagina 4.

Vlaamse scholen doen het goed. Dat zegt de onderwijsinspectie die vorig schooljaar meer dan driehonderd scholen doorlichtte. U weet

dat de individuele inspectie van vroeger al enkele jaren heeft plaats ge-ruimd voor een echte doorlichting van de héle school. In het basison-derwijs kregen zeven op tien scholen een goed rapport. In het secun-dair was dat iets meer dan de helft. De andere scholen kregen een voorbehoud. Dat betekent dat ze aan één of meer aspecten van het schoolleven niet voldoen. Geen enkele school kreeg een negatief oor-deel. Scholen kregen vaak een voorbehoud omwille van hun infrastruc-tuur: onveilige schoolgebouwen. De inspectie basisonderwijs hechtte vooral veel belang aan het op maat behandelen van elk kind (differentia-tie). Dat gebeurt in kleuterscholen beter dan in de eerste leerjaren, zegt ze. Daar gebeurt het dan weer beter dan in het vijfde en zesde leerjaar. Het se-cundair onderwijs legt nog altijd veel nadruk op weten en kennen en te weinig op kunnen. Bovendien blijken secundaire scholen de leerlingen te veel naar het algemeen secundair te oriënteren en te weinig naar technisch en beroepsonderwijs. Dat is niet altijd in het belang van het kind.Elke school ontving een exemplaar van het volledige jaarrapport. U kan het daar misschien inkijken. Elke leerkracht ontving bovendien via zijn Klasse een samenvatting van het algemeen inspectieverslag. Zo kunnen we samen werken aan steeds betere scholen.

Zeven op tien2

3 Kinderen slapen minder

Cannabis op school? 8

1

Page 7: Klasse voor Ouders 47

[ D o m , d o m m e r , d o m s t ]

Klasse voor Ouders 47 7

Misschien wil u weten waar (en hoe?) een minister werkt of hoe het Vlaams Parlement er écht uitziet. Wel, u wordt er uitgenodigd. U wil gaan kijken naar een tonnenwegende kusttram van De Lijn die voor onderhoud in de lucht hangt? Het kan. Of een reis door het heelal bij een Vlaamse Sterrenwacht? No problem. U wil meer actie: muurklimmen of speleoboxen met Bloso? Doen! Op zondag 22 april zet de Vlaamse Overheid haar deuren wijd open tijdens de Vlaanderendag. Op meer dan 121 plaatsen in 53 steden en ge-meenten staat wat te gebeuren. De Vlaamse overheid is meer dan een handvol ministeries. Dat kan u zelf ontdekken. Van een mili-eulaboratorium tot de VDAB, van een natuureducatief centrum tot de coulissen van een Vlaamse Opera: u bent er welkom. En natuur-lijk ook in Brussel in één van de administratieve centra of in de gebouwen waar de ministers werken. Alles is gezinsvriendelijk ge-houden en op vele plaatsen hebben kinderen een streepje voor.Stel zelf uw programma van die dag samen. Meer informatie over de Vlaanderendag kan u vinden in de programmabrochure. Die liggen in de bibliotheek of het gemeentehuis. U kan zo ook aanvragen via de Vlaamse Infolijn op het gratis nummer 0800-302 01. U kan ook al-tijd terecht op de website www.vlaanderendag.be.

Meer dan één op drie kinderen krijgt thuis nooit eens een boek voorgelezen. Voor één op vijf kleuters gebeurt dat slechts één keer in de week. Nochtans is bewezen dat kinderen betere schoolresul-taten halen als hun ouders veel voorlezen. Kinderen leren er woor-den, structuren, gedachten én de hele wereld mee. De meeste ou-ders stoppen met voorlezen als de kinderen zelf kunnen lezen. Toch blijft voorlezen ook dan belangrijk. Kinderen kunnen met hun oren verhalen aan die voor hun ogen nog te moeilijk zijn. Nog tot 25 maart loopt de Jeugdboekenweek. Op zijn minst een feestelij-ke aansporing om de leescultuur thuis te vergroten. Het thema is ‘Dromen’. De bibliotheken plannen een heleboel activiteiten gedu-rende deze periode. Springt u daar eens binnen?

Meer info in de bibliotheek in uw buurt en op www.bib.vlaanderen.be, het algemeen telefoonnummer is 016-30 08 52

Eén kind op vier in het basisonderwijs heeft leerproblemen. In het se-cundair onderwijs is het moeilijk om een precies getal te geven. Op pagina vier van dit blad krijgt u een eerste houvast als uw kind leer-problemen heeft. U kan meer hulp en info vinden:IN DE BOEKEN✖ «Als leren pijn doet…» - Walter Hellinckx en Pol Ghesquière - Uit-

geverij Acco✖ «Geef me de tijd» - Erik Verliefde en Ria Hermans - Uitgeverij Acco✖ «Leerproblemen aanpakken, hoe begin ik eraan?» - Ivo Engelen -

Uitgeverij Garant✖ «Wij zijn niet dom» - Pamela Maniet-Bellermann - Uitgeverij GarantBIJ SPRANKEL, de vereniging van ouders van normaal begaafde kin-deren met leermoeilijkheden. U kan hier de volgende boekjes bestel-len: «Rekenproblemen», «Mijn kind gaat naar type 8, en dan?» en «Leerproblemen bij je kind? Zoek een oplossing tot je er één vindt».Sprankel - Kerkhofstraat 60 - 3500 Hasselt - tel 011-28 45 91 - fax 011 28 45 92

Zin in een tandem, een cityped, mountainbike of (meer dan één) gewone fiets? Sophie Goethals uit Bissegem wint de prijsvraag in het januarinummer (VORST) en krijgt 20.000 fr. om op te doen in de fietshandel in de buurt. Ook deze keer kan u een fietsbon van 20.000 fr. winnen. (Voeten op het droge?).1 Voornaam van populaire beer, familie naam is de Poeh2 Andere benaming voor Zuidpool3 Aan deze rivier ligt Rome4 Familienaam van schilder James, afgebeeld op een briefje van 100 fr.5 Voornaam van de pedagoog die het in deze Klasse over intelligenties heeft.Stuur het gezochte woord vóór 15 april naar Klasse voor Ouders (FIETS) - Koning Albert II-laan 15 - 1210 Brussel

De volgende Klasse voor Ouders verschijnt op 24 april.De volgende Klasse voor Ouders verschijnt op 24 april.

A C T I E M E T K L A S S E

Welkom op de Vlaanderendag

Help, leerproblemen

1

2

3

4

5

Gehoord: Ç Ouders gaan leer-krachten pas echt waarderen na een regenweekend

Win een fiets van 20.000 fr. 7

10

[De

bes

te s

tim

ulan

s]

Het laatste nieuws over opvoeding en on-derwijs vindt u elke dag op www.klasse.be.

Maar daar vindt u ook véél meer. Zoals het antwoord op deze vragen:«Hoe kies ik de juiste school voor mijn kind?»

«Wat stond er in Klasse voor Ouders over de zware boekentassen?»«Actief luisteren is een nieuw modewoord? Maar hoe doe ik dat?»

«Mijn kind wordt gepest. Wat kan ik doen?»«Wat staat er in Klasse voor Leerkrachten of MAKS!»

«Ik zoek een goed jeugdboek om het agressief gedrag van mijn kind bespreek-baar te maken»

«Ik zoek andere ouders die ook een kind hebben dat stottert»«Wat heeft de website van Klasse mij te bieden?»

9

4

5 Niets is te gek

«Onlangs hadden ze in de klas van onze zoon leren vergelijken. Sterk, sterker, sterkst; groot, groter, grootst. Dat waren de eigenschappen die ze aan onze zoon toe-dichtten. Maar hij vertelde nog wel iets: ‘Ik ben ook de domste van de klas, mama’. Ik schrok wel even. Ik heb toen uitgelegd dat hij misschien niet de slimste is in reke-nen, taal, vraagstukken, maar dat hij ande-re dingen w�l goed kan. Hij is heel handig. Op de tweede schooldag nam hij een schroe-vendraaier mee want de banken stonden wankel. En hij is heel sociaal: vriend van ie-dereen. Hij is helemaal niet dom. Hij heeft het alleen moeilijk om zich te concentreren. Op school weten ze niet goed wat ze met hem moeten aanvangen. Hij moet niet blijven zitten want eigenlijk kan hij als hij wil».

(C.M., moeder)Stuur uw brief naar Klasse voor Ouders - Koning Albert II-laan 15 - 1210 Brussel -

fax 02-553 96 85 - e-mail [email protected]

6

Page 8: Klasse voor Ouders 47

KLASSEVOOR OUDERS

Hoofdredacteur Leo BormansEindredacteur Michel Van LaereRedactie Bavo WoutersRedactiesecretaris Marc ImpensProductcoördinator Diana De Caluwé

Vormgeving Artefact Foto’s Luc Daele-mans, Peter Van Hoof, Ivo Hendrikx, Sven Schoukens, Object Gear, PhotoDisc Cartoons Camp Verantwoordelijk uitgever G. Monard

Deze nieuwsbrief verschijnt maandelijks en wordt uitgegeven door het departe-ment Onderwijs van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. Hij wordt via de scholen die zich inschrijven gratis bezorgd aan ouders van leerlingen tot en met de eerste graad secundair onderwijs. Er is ook een KLASSE voor leerkrachten en een jongerenkrant voor leerlingen vanaf de tweede graad secundair onderwijs.

KLASSE VOOR OUDERSHendrik Consciencegebouw - Toren A, vijfde ver-dieping - Koning Albert II-laan 15 - 1210 Brusseltel 02-553 96 90 - fax 02-553 96 85URL: www.klasse.be e-mail: [email protected]

Het gonst van verre landen in de klas van Siegrid Bollens (28). «Het Welsh is veel moeilijker dan het Nederlands», zegt Rebecca Mc Namara (13) uit Wales. Zij zit samen met vijftien andere kinderen in de onthaalklas voor anderstalige nieuwkomers. Anthony Donkoh (13) uit Ghana is haar buurman. «Met mijn ouders spreek ik Ghanees maar met mijn zus oefen ik Nederlands», zegt hij. De onthaalklas is een poort naar het gewone onderwijs. Duikt u even mee in het taalbad?

Rebbeca (13):

REBECCA (13) :

«Iedereen behielp zich met gebarentaal»«Bijna tien nationaliteiten in de klas en toch slaag je erin samenNederlands te leren?»Rebecca: «De eerste vier maanden zat ik samen met 15 jongeren uit alle hoeken van de wereld in één klas. Niemand kende Nederlands en we kre-gen de hele dag taal. In het begin behielp iedereen zich met gebarentaal. Best grappig. En al die verschillende talen door elkaar. Een mooie rijkdom eigenlijk. Het lesprogramma is dus anders dan bij mijn leeftijdsgenoten. Thuis spreek ik Engels. In Wales oefende ik soms Welsh, maar dat is eigen-lijk een onmogelijke taal. Die moet ergens diep vanuit je keel vertrekken.»Anthony: «We lopen school zoals alle jongeren. Eigenlijk niets bijzonder. Nu volgen we de hoofdvakken al in de gewone klas. Voor wiskunde, Frans en aardrijkskunde krijgen we dezelfde taken. Nederlands verstaan gaat snel. Spreken valt ook best mee. Met de werkwoorden en de zinsbouw zit ik wel eens fout. Uitdrukkingen en zegswijzen begrijp ik niet altijd. Op mijn bank ligt steeds een woordenboek. De leerkrachten houden rekening met onze taalachterstand. Een woord verklaren is nooit te veel.»«Waar moeten jullie het meest aan wennen: de taal of de school?»Rebecca: «In de school in Wales gebruiken we meer computers. De leer-krachten hier zijn vriendelijker. Niet dat ze niet streng zijn, hoor. Sie-grid heeft veel geduld. Ze leerde me de eerste woorden Nederlands, maar ook de regels voor de verbuiging van werkwoorden. De leerkracht die je een taal leert vergeet je nooit. Ik krijg hier uitleg over mijn re-sultaten. Ik vraag daar ook naar. België is een vriendelijk land.»Anthony: «In Ghana begint de schooldag samen met alle kinderen en leerkrachten. We zingen dan een gebed en het nationale lied. Hier is het 's morgens een gezellige boel. Tijdens de lessen Nederlands laat Siegrid ons veel vertellen over ons leven buiten de school. Zo leren we veel over andere landen en culturen. Ik heb hier vlug vrienden gemaakt. De Belgische frietjes vind ik heel lekker.» ■

SIEGRID (28) :

«Ze zijn zo gedreven!»«Elk kind heeft een rugzak vol verhalen, maakt dat het niet moeilijk?»Siegrid: «Veel van deze leerlingen zijn kinderen van vluchtelingen, zoals Anthony. Rebecca is hier beland door het werk van haar vader. Sommige jongeren hebben nare ervaringen achter de rug. Ze hebben fa-milie zien vermoorden of kregen zelf een wapen tegen het voorhoofd. Hier proberen ze een nieuw leven op te bouwen. Op emotionele mo-menten moeten wij hen opvangen. Deze jongeren zijn extra moedig. Ik geniet van hun gedrevenheid om onze taal te kennen. Het woord ont-haalklas klinkt vriendelijk, er straalt een warmte uit, een welkom. En dat verdienen ze.»«Zitten de leerlingen samen per leeftijd?»Siegrid: «Nee. In september starten er verschillende onthaalklassen. We verdelen de leerlingen volgens hun kennis van het Nederlands. Leeftij-den spelen dan geen rol. Het zijn niveauklassen. Ze krijgen allen een taalbad: de hele dag gedurende vier maanden les Nederlands. De andere vakken zoals wiskunde, aardrijkskunde of biologie komen ook aan bod, maar zelfs een les lichamelijke opvoeding is taalaanbod. Tegen decem-ber stellen we een programma op per leerling. Dat moet hen voorberei-den op de klas waarin ze volgend schooljaar kunnen starten. «Hoe verloopt die overgang?»Vanaf het tweede of derde trimester volgen ze al eens les in een gewone klas. Rebecca en Anthony zijn daar echt klaar voor. Hun Nederlands gaat vlot, zij volgen de meeste lessen in een gewone klasgroep. Alle collega's op deze school dragen de onthaalklas. Dat is fantastisch want zo kunnen we de jongeren spreiden over de verschillende klassen. Tijdens het

schooljaar vangen we nieuwe anderstalige nieuwkomers op in een speciale onthaalklas. Het is een beetje hun reddingsboei om zich in het normale leven in België te kunnen integreren. De ouders van deze jongeren begrijpen dat heel goed. Ze volgen de vorderingen van hun kinderen en zijn blij met het eerste huiswerk dat hun kind krijgt. Voor hen is het een teken dat hun kind terug ge-

vonden heeft waar het recht op heeft: een plaats om te leren.» ■

WAAROM EEN ONTHAALKLAS?Een onthaalklas vangt Nederlandsonkun-

dige leerlingen op die in België aanko-men. Om snel te integreren in de onder-

wijsvorm en studierichting die bij hen per-soonlijk past, moeten deze kinderen

eerst Nederlands leren. De onthaal-klas maakt er werk van om de an-

derstalige nieuwkomer in het schoolleven maar ook daarbuiten aan te passen. De regering maakt middelen vrij om deze klassen ver-spreid over Vlaanderen te organi-

seren. Elk kind heeft tenslotte recht op onderwijs.

Rebecca

Siegrid

Anthony