KanKerdoc.mediaplanet.com/all_projects/4032.pdf · Kanker blijft een moeilijk te vatten ziekte,...

16
EEN KRANT GEPUBLICEERD DOOR MEDIAPLANET Deze bijlage valt niet onder de verantwoordelijkheid van de redactie van De Standaard. BORSTKANKER VOORKOMEN, KAN DAT? p. 3 NAAR EEN VACCIN IN DE BEHANDELING VAN LONGKANKER? p. 9 THALASSEMIE: EEN ERFELIJKE BLOEDZIEKTE p.11 KANKER Kankerfoon. De Stichting tegen Kanker luistert naar u! Kanker blijft een moeilijk te vatten ziekte, misschien wel de moeilijkste van allemaal. Of u nu patiënt, ouder, man, vrouw, jong of niet zo jong meer bent: als u medische informatie of morele steun nodig heeft, of gewoon eens uw hart wil luchten, bel dan de Kankerfoon van de Stichting tegen Kanker op het nummer 0800 15 802. Professionele hulpverleners (artsen, verpleegkundigen) luisteren er aandachtig naar u. De gratis telefonische hulplijn Kankerfoon is er voor u – gratis, discreet en anoniem. [email protected] • www.kanker.be Iedere werkdag van 9u tot 13u, op maandag van 9u tot 19u. De Stichting tegen Kanker luistert naar u. VACCINATIE BIJ BAARMOEDERHALS- KANKER: ZIN OF ONZIN? p. 15 WEG MET DE VOOROORDELEN OKTOBER 2009 © iStockphoto

Transcript of KanKerdoc.mediaplanet.com/all_projects/4032.pdf · Kanker blijft een moeilijk te vatten ziekte,...

Page 1: KanKerdoc.mediaplanet.com/all_projects/4032.pdf · Kanker blijft een moeilijk te vatten ziekte, misschien wel de moeilijkste van allemaal. Of u nu patiënt, ouder, man, vrouw, jong

EEn krant gEpublicEErd door MEdiaplanEt deze bijlage valt niet onder de verantwoordelijkheid van de redactie van de Standaard.

Borstkanker voorkomen, kan dat?

p. 3

naar een vaccin in de Behandeling van longkanker?

p. 9

thalassemie: een erfelijke Bloedziekte

p.11

KanKer

Kankerfoon. De Stichting tegen Kanker luistert naar u!Kanker blijft een moeilijk te vatten ziekte, misschien wel de moeilijkste van allemaal. Of u nu patiënt, ouder, man, vrouw, jong of niet zo jong meer bent: als u medische informatie of morele steun nodig heeft, of gewoon eens uw hart wil luchten, bel dan de Kankerfoon van de Stichting tegen Kanker op het nummer 0800 15 802. Professionele hulpverleners (artsen, verpleegkundigen) luisteren er aandachtig naar u. De gratis telefonische hulplijn Kankerfoon is er voor u – gratis, discreet en anoniem.

[email protected] • www.kanker.be

Iedere werkdag van 9u tot 13u, op maandag van 9u tot 19u.

De Stichting tegen Kanker luistert naar u.

vaccinatie BijBaarmoederhals-kanker: zin of onzin?

p. 15

Weg met de vooroordelen oKtoBer 2009

© iS

tock

phot

o

Page 2: KanKerdoc.mediaplanet.com/all_projects/4032.pdf · Kanker blijft een moeilijk te vatten ziekte, misschien wel de moeilijkste van allemaal. Of u nu patiënt, ouder, man, vrouw, jong

2 | KANKER

Borstkanker voorkomen, kan dat? 3

“Identiteitskaart” helpt onnodig agressieve behandeling vermijden 3

Hormoontherapie is geen wondermiddel 4

Hoe vroeger borstkanker wordt behandeld, hoe groter de kans op genezing 5

Vermijd overbehandeling prostaatkanker 6

Zin en onzin over baarmoederhalskanker vaccinatie 7

Rookstopconsultaties voortaan terugbetaald 8

Nieuwe behandelingen van longkanker? 9

Radiotherapie in volle evolutie 10

Pijn : de controle behouden 10

Betere behandeling garandeert normaal leven 11

Hoofd- en halskanker: stop met roken en drinken! 12

Immunotherapie in ontwikkeling voor melanomen 13

Kanker en seksualiteit: een complexe relatie! 14

Een heterogene ziekte met een complexe behandeling 15

MEDIAPLANET PRODUCEERT, FINANCIERT EN ONTWIKKELT THEMAKRANTEN IN PERS, ONLINE EN VIA BROADCASTING.

www.mediaplanet.com

KANKER - PUBLICATIES MEDIAPLANET PUBLISHING HOUSEProject Manager : Nicolas Bruyns +32 2 421 18 27Business Developer : Christophe Demir +32 2 421 18 22Production Manager : Léonard Daniëls +32 2 421 18 28Graphic Design : Jérôme Huart +32 496 125 105Redactie : Sandra Gyles, Jan H. Verbanck, Marc Steens, Bjorn CocquytPictures : iStock, Johan MaertensPrint : CorelioMediaplanet is de leidinggevende Europese uitgever van themakranten in pers, online en via broadcasting. de Standaard is dus niet zelf verantwoordelijk voor de inhoud van deze uitgave. als u zelf een idee heeft over een onderwerp, of mis-schien wel een heel thema, aarzelt u dan niet om contact met ons op te nemen. Mediaplanet publishing House, aurore preszow, country Manager, tel: +32 2 421 18 20 www.mediaplanet.com gedistribueerd met de Standaard op 29 oktober 2009.

Kanker treft iedereen: mannen en vrouwen, rijk en arm. En dat wereldwijd. Bovendien

heeft kanker een grote impact op het le-ven van de patiënt en zijn naasten. Toch – en dat is de positieve noot – winnen steeds meer patiënten de strijd tegen de ziekte. Vandaag hoeft kanker niet noodzakelijk meer te leiden tot overlij-den. Vandaag is kanker vaak chronisch.

Of zelfs geneesbaar. Deze evolutie dan-ken we niet alleen aan betere behan-delingen en opsporingsprogramma’s, maar ook aan de inspanningen op het vlak van preventie.De Stichting tegen Kanker wil haar steentje bijdragen door zoveel mogelijk vooruitgang te boeken in de strijd tegen de ziekte. In de eerste plaats door hoog-staand wetenschappelijk onderzoek fi-nancieel te steunen. Research is immers onontbeerlijk om de overlevingskansen te vergroten en patiënten wetenschap-pelijk gevalideerde informatie te kun-nen aanreiken. Ook in 2010 zal de Stichting opnieuw ruim tien miljoen euro toekennen aan onderzoekspro-jecten. Hiermee is de Stichting inzake kankeronderzoek één van de belang-rijkste privé-investeerders in ons land. Ten tweede door de levenskwaliteit van mensen te verbeteren tijdens en na kan-ker. Deze doelstelling is van het groot-ste belang omdat kanker een ziekte is met tal van gevolgen. Behalve informa-tie biedt de Stichting ook sociale hulp en ondersteuning voor patiënten en hun naasten, zowel tijdens als na de be-handelingen. Denk aan patiëntenver-voer, psychologische bijstand, schoon-heidsverzorging, financiële hulp, een gratis hulplijn, informatiebrochures, enzovoort.

En ten slotte door te streven naar een vermindering van de risico’s op kanker. Hiervoor richt de Stichting de aandacht via informatie- en preventiecampagnes op het belang van een vroege opsporing en op de gevolgen van een welbepaalde levensstijl. De Stichting zorgt voor een brede verspreiding van wetenschappe-lijk gevalideerde informatie, promoot een gezonde levensstijl en spoort men-sen aan om deel te nemen aan opspo-ringsprogramma’s.Zit onze missie er dan op zodra de kansen op genezing stijgen? Absoluut niet! De bevolkingsgroei, de vergrijzing en tal van risicofactoren die te maken hebben met onze levensstijl zullen de volgende decennia opnieuw leiden tot een stijging van het aantal kankergeval-len. Onze taak blijft dus belangrijk. En die kunnen we enkel tot een goed einde brengen dankzij de steun van onze do-nateurs, die we hierbij nogmaals van harte bedanken.

Dr. Didier Vander Steichel,medisch en wetenschappelijk directeur Stichting tegen Kanker

EEN KRANT GEPUBLICEERD DOOR MEDIAPLANET Deze bijlage valt niet onder de verantwoordelijkheid van de redactie van De Standaard.

BORSTKANKER VOORKOMEN, KAN DAT?

p. 3

NAAR EEN VACCIN IN DE BEHANDELING VAN LONGKANKER?

p. 9

THALASSEMIE: EEN ERFELIJKE BLOEDZIEKTE

p.11

KANKER

Kankerfoon. De Stichting tegen Kanker luistert naar u!Kanker blijft een moeilijk te vatten ziekte, misschien wel de moeilijkste van allemaal. Of u nu patiënt, ouder, man, vrouw, jong of niet zo jong meer bent: als u medische informatie of morele steun nodig heeft, of gewoon eens uw hart wil luchten, bel dan de Kankerfoon van de Stichting tegen Kanker op het nummer 0800 15 802. Professionele hulpverleners (artsen, verpleegkundigen) luisteren er aandachtig naar u. De gratis telefonische hulplijn Kankerfoon is er voor u – gratis, discreet en anoniem.

[email protected] • www.kanker.be

Iedere werkdag van 9u tot 13u, op maandag van 9u tot 19u.

De Stichting tegen Kanker luistert naar u.

VACCINATIE BIJBAARMOEDERHALS-KANKER: ZIN OF ONZIN?

p. 15

WEG MET DE VOOROORDELEN OKTOBER 2009

als er één ziekte is die ons allen bezighoudt, is het kanker wel. geen wonder, want we ken-nen allemaal wel een vriend, vriendin, collega of familielid die met de ziekte te maken krijgt. gelukkig wordt er heel wat vooruitgang ge-boekt. denk aan onderzoeken die de oorzaken achterhalen, doeltreffende preventie- en op-sporingsprogramma’s, steeds betere behande-lingen, een alsmaar hogere levenskwaliteit... onderwerpen te over om in deze bijlage bij stil te staan.

De Stichting tegen Kanker: voor een maximale vooruitgang!

Dr. Didier Vander Steichel,medisch en wetenschappelijk directeur Stichting tegen Kanker

INHOUD

Wenst u meer informatie over kanker?Wie een vraag heeft over kanker, zijn verhaal wil doen of simpelweg wat emotionele steun kan gebruiken, kan terecht op de gratis telefoonlijn van de Stichting tegen Kanker via 0800 15 802.

De artsen en psychologen van de Kankerfoon zijn elke werkdag bereik-baar van 9 tot 13 uur (en maandag tot 19 uur). Ook op de website van de Stichting, www.kanker.be, vindt u heel wat informatie. Zowel op medisch, sociaal als preventief vlak.

Stichting tegen Kanker, Leuvensesteenweg 479 - 1030 BrusselTel. 02 733 68 68 - Mail: [email protected]

Nicolas Bruyns

Page 3: KanKerdoc.mediaplanet.com/all_projects/4032.pdf · Kanker blijft een moeilijk te vatten ziekte, misschien wel de moeilijkste van allemaal. Of u nu patiënt, ouder, man, vrouw, jong

KANKER | 3

Borstkanker voorkomen, kan dat? preventie loont, maar is niet zo eenvoudig. toch kun je als vrouw maatregelen nemen om jezelf tegen borstkanker te beschermen en, in geval je met de ziekte te maken krijgt, de kans op herval te verlagen. Vroegtijdige opsporing, gezonde voeding, een beperkte alcoholconsumptie en regelmatige fysieke activiteit staan daarbij bovenaan.

Naargelang het stadium waarin men kanker tracht te voorkomen,

wordt wel eens gesproken van primaire, secundaire en tertiaire preventie. Echte (of primaire) preventie heeft als doel te voor-komen dat een bepaalde ziekte ontstaat. Vrouwen bij wie borst-kanker veel in de familie voor-

komt, kunnen bijvoorbeeld wor-den gescreend om na te gaan of er een genetisch verhoogd risico is. Afhankelijk van het resultaat volgt een intensieve controle en eventueel preventieve borstam-putatie. “Een radicale maatre-gel”, verduidelijkt dr. Ivo Nagels. “Daarom raden we de brede be-volking aan om er gezonde le-vensgewoonten op na te houden,

langdurig borstvoeding te geven en, indien wenselijk, zwanger te worden voor het 25ste levens-jaar.” De daadwerkelijke opspo-ring (of secundaire preventie) bestaat uit het vroegtijdig op-sporen van borstkanker, voordat er klachten zijn. “Bij borstkanker zijn dat met name bevolkingson-derzoeken. Deze stellen vrouwen tussen 50 en 69 jaar voor om de twee jaar een mammografie te la-

ten nemen om hen zo te screenen op de aanwezigheid van borst-kanker.” Door vroege opsporing is de kans op uitzaaiingen kleiner, de behandeling mogelijk minder ingrijpend en de overlevingskans groter.

Sommige elementen zelf in de handWat men tertiaire preventie

noemt tot slot heeft te maken met het voorkomen van de te-rugkeer van borstkanker, door regelmatige controles na de be-handeling, of met complicaties als gevolg van deze kanker. “Hier gelden de algemene principes van preventie: gezonde voeding, een zeer beperkte alcoholconsump-tie en regelmatige fysieke acti-viteit. Fysieke activiteit kan de vermoeidheid verminderen, een veel voorkomend probleem bij

zieken met kanker, en heeft ook op psychisch vlak een gunstig effect. Bovendien nemen de ge-nezingskansen toe.” Zo werd bij mensen met borstkanker vastge-steld dat wekelijks drie uur wan-delen het risico op herval met de helft doet dalen en de overleving op tien jaar met 6% toeneemt. Een belangrijk gegeven, want bij vrouwen die borstkanker hebben gehad, is het risico op een nieuwe borstkanker hoger.

“ Wekelijks drie uur wandelen doet het risico

op herval met de helft dalen en de overleving op tien jaar met 6 procent toenemen ”

tEkSt: Sandra gylES Bewegen om je beter te voelen

Aangepaste fysieke acti-viteit is doeltreffend om vermoeidheid ten gevolge van kanker te bestrijden. Daarom heeft de Stichting tegen Kanker het bewe-gingsprogramma ‘Rekan-to’ gelanceerd voor men-sen met en na kanker. Op het programma: groeps-lessen aquagym, gymnas-tiek, yoga, enzovoort. Alle activiteiten zijn aangepast aan de fysieke conditie van de deelnemers en staan onder begeleiding van professionals. www.rekanto.be

Dr. Ivo Nagels, arts en wetenschappelijk medewerker Stichting tegen Kanker

“Identiteitskaart” helpt onnodig agressieve behandeling vermijdentot voor kort had men alleen gegevens als de grootte van het gezwel, de invasie van de klieren of de aanwezigheid van uitzaaiingen om de therapiekeuze van borstkanker op te baseren. Maar een innovatieve diagnostische test maakt het sinds een jaar mogelijk om de behandeling af te stemmen op de patiënt. naar verwachting moeten de uitkomsten van een studie die start in januari 2010 de terugbetaling van deze test mogelijk maken.

“De door ons ontwikkelde en door Ipsogen gecommercia-liseerde test is gebaseerd op

de DNA-chip of ‘microarray’, een soort identiteitskaart voor tumo-ren. Deze revolutionaire techniek maakt het mogelijk om (borst)gezwellen beter te classificeren en op basis daarvan de behande-ling voor elke patiënt afzonder-lijk te verfijnen”, verklaart dokter Christos Sotiriou. “Bijvoorbeeld door een lichtere behandeling voor te stellen aan vrouwen met een weinig agressieve tumor en een zwaardere behandeling aan vrouwen bij wie het gezwel ge-netische tekenen van agressiviteit vertoont.” Vroeger gebeurde het

namelijk regelmatig dat vrouwen die een laag risico leken te heb-ben toch nog een nieuw gezwel kregen, terwijl anderen met een hoog risico nooit meer met borst-kanker te maken hadden. Boven-dien kregen de meeste patiënten een chemokuur na het verwijde-ren van het gezwel, terwijl ze die zeker niet allemaal nodig had-den! “Klopt, het probleem situ-eerde zich met name bij gezwel-len met een histologische graad 2 (tumoren met een onduidelijke uitkomst). Dankzij de geneti-sche identiteitskaarten kunnen we nu ook voor deze groep met één enkele test bepalen welke be-handeling de beste is. Resultaten tonen nu al aan dat gezwellen van genoomgraad 1 (met een goede

prognose) beter reageren op hormoontherapie en dat die van genoomgraad 3 (een agressieve vorm) gebaat zijn met chemothe-rapie.”De techniek is nog heel duur: een enkele test kost ongeveer 2 000 euro en het RIZIV betaalt dit niet terug. Routinegebruik is er dus nog niet bij. Een farmaecono-misch onderzoek geïnitieerd door het Jules Bordet Instituut moet het belang en de doeltreffendheid van de aanpak aantonen, zodat de terugbetaling van de test mogelijk wordt. De studie start in januari 2010 en omvat 150 patiënten uit zes Belgische ziekenhuizen. In de Verenigde Staten is terugbetaling voor een gelijkaardige test al het geval.

tEkSt: Sandra gylES

Dr. Christos Sotiriou, Jules Bordet Instituut Brussel

INHOUD

© iS

tock

phot

o

Page 4: KanKerdoc.mediaplanet.com/all_projects/4032.pdf · Kanker blijft een moeilijk te vatten ziekte, misschien wel de moeilijkste van allemaal. Of u nu patiënt, ouder, man, vrouw, jong

4 | KANKER

Hormoontherapie is geen wondermiddel

In een gesprek met professor Jacques De Grève, dienst-hoofd Medische Oncologie

van het Oncologisch Centrum UZ Brussel kijken we even naar de huidige stand van zaken in verband met hormoontherapie.

Daarbij houden we rekening met de mogelijke nadelen en nevenwerkingen van deze the-rapievorm. “Recent is er weinig nieuws ontwikkeld in de hor-moontherapie”, zegt profes-sor De Grève. “Voorlopig is de maximale efficiëntie bereikt met de aromataseremmers. De focus ligt momenteel op hoe we door combinatie met doelgerichte ge-neesmiddelen de hormoonthe-rapie efficiënter kunnen maken voor die kankers die vandaag resistentie vertonen tegen hor-monale manipulaties.”

De werking van hormoontherapieOp www.borstkanker.net, legt Nancy Wouters van de vzw Ka-boi de werking van hormoon-therapie ongeveer als volgt uit. Hormonen zijn natuurlijke stof-fen die het lichaam produceert en die lichaamsfuncties regelen, zoals het bloedsuikermetabolis-me, de botgroei of de melkpro-ductie in de borsten. Sommige kankersoorten (vooral borst- en prostaatkanker) hebben die hor-monen nodig om te groeien.Dat betekent dat zich in die cellen plaatsen bevinden, de zogenaamde receptoren, waar-aan oestrogeen of progesteron zich kan vasthechten. Er be-staan chemische substanties die sterk gelijken op oestrogeen of progesteron en die ook in de re-ceptoren passen, maar die geen groeibevorderende werking op de kankercellen uitoefenen.

Als die stoffen aan kankerpati-enten worden toegediend, kan de werking van de natuurlijke hormonen worden geblokkeerd. De stoffen nemen de plaats in van de natuurlijke hormonen (oestrogeen of progesteron), zodat ze de groei van kankercel-len zullen vertragen of stoppen. De toediening van die stoffen noemt men hormoontherapie.

Vaak de enige kankerbehandelingHormonen zijn dus lichaamsei-gen stoffen, maar de geneesmid-delen die bij hormoontherapie worden gebruikt, zijn dat niet. Ze beïnvloeden en veranderen het hormonale klimaat in het lichaam of doen het effect van de lichaamseigen stoffen teniet. “Hormoontherapie kan de aan-maak van hormonen stoppen of blokkeren, of de werking op de receptoren ervan stilleggen door analoge producten”, legt professor De Grève uit. Hor-monaal ingrijpen bij borst- of prostaatkanker kan gebeuren naast andere therapievormen, maar in veel gevallen is de hor-moontherapie de enige beste behandeling. “Het gaat er steeds om de balans op te maken van de schade die een behandeling veroorzaakt, in vergelijking met de voordelen die ze biedt”, al-dus professor De Grève. Daar-bij mag niet uit het oog worden verloren dat hormoontherapie ook nadelen heeft.

Aromataseremmers“Belangrijke bijwerkingen van chemotherapie (haaruitval, ver-moeidheid, misselijkheid...) heeft hormoontherapie niet. Als we de aanmaak van oestrogeen echter blokkeren, krijg je wel menopauze-effecten, soms bij jonge vrouwen, die je moet op-vangen. Ik denk daarbij ook aan gewrichtklachten – veroorzaakt door de aromataseremmers, die de aanmaak van vrouwelijk hor-

moon blokkeren – die zelfs in-validerend kunnen zijn, of ook de afwezigheid van libido en po-

tentieproblemen.” Aromatase-remmers mogen alleen aan post-menopauzale vrouwen worden toegediend. Om de aanmaak van vrouwelijk hormoon bij de premenopauzale vrouwen te blokkeren, moet men overgaan tot medische (de hormoonpro-ductie door de eierstokken stil-leggen met LHRH-angonisten) of heelkundige castratie (de ei-erstokken wegnemen).

Beter dan Tamoxifen?Ook osteoporose (botontkal-king) is een veelvoorkomend fenomeen bij castratie of de toe-diening van aromataseremmers. De patiënt moet daarnaast dan weer specifieke medicatie ne-men om de botafbraak tegen te gaan. Dat kan tot ingewikkelde geneesmiddelencocktails lei-den... “Hormoontherapie is dus

lang niet zo onschuldig als het soms lijkt”, waarschuwt profes-sor De Grève.

Het bekende hormonale ge-neesmiddel Tamoxifen heeft een stevige reputatie opgebouwd. Wellicht ondermeer omdat het beschermt tegen osteoporose, terwijl het de borstkankercellen toch stopt. “Toch zijn de aroma-taseremmers qua doeltreffend-heid iets beter dan Tamoxifen, ondanks de nadelige specifieke bijwerkingen ervan, zoals soms ernstige gewrichtsklachten”, voegt professor De Grève er-aan toe. “De aromataseremmers verlengen na een behandeling de periode voor herval, al is een echt positief effect op het over-leven moeilijk aantoonbaar.”

naast de drie klassieke behandelingswijzen van kanker (chirurgie, chemotherapie en radiotherapie) is hormoontherapie een succesrijke therapievorm. Hormoontherapie is echter geen wondermiddel, hoe onredelijk hoog de verwachtingen van sommigen misschien ook mogen zijn.

tEkSt: Jan H. VErbanck

Prof. Jacques De Grève, diensthoofd Medische Oncologie van het Oncologisch Centrum UZ Brussel

Hormoontherapie en vruchtbaarheid

Tijdens de meeste hormoontherapieën is het voor vrouwen onmogelijk om zwanger te worden, al is hormoontherapie ook weer geen 100 % veilig anticonceptivum. “De eerste prioriteit bij kanker lijkt evenwel de overleving, waaraan de vruchtbaarheid ondergeschikt is”, oordeelt professor Jacques De Grève. “De onvruchtbaarheid bij hormoontherapie is niet onomkeerbaar. Na afloop van de the-rapie zijn er geen bezwaren meer om zwanger te worden, zij het altijd in relatie tot het individuele risicoprofiel van de patiënt in kwestie.” Naarmate de patiënte jonger is, is het effect trouwens des te omkeerbaarder.

© iS

tock

phot

o

Page 5: KanKerdoc.mediaplanet.com/all_projects/4032.pdf · Kanker blijft een moeilijk te vatten ziekte, misschien wel de moeilijkste van allemaal. Of u nu patiënt, ouder, man, vrouw, jong

KANKER | 5

Hoe vroeger borstkanker wordt behandeld, hoe groter de kans op genezing

Borstkanker is in Europa nog steeds de voor-naamste doodsoorzaak

door kanker voor vrouwen, maar gelukkig daalt de sterfte door deze kanker. Er tijdig bij zijn, is key. “En daar probeert Think-Pink een steentje aan bij te dra-gen”, aldus Heidi Vansevenant.

“Door een gezonde levensstijl te promoten en sportieve evene-menten te organiseren. En door jaarlijks een vernieuwende frisse campagne op poten te zetten om mensen bewust te maken van het belang van een tijdige con-trole en vrouwen te stimuleren om deel te nemen aan het gratis bevolkingsonderzoek.”

Sinds de oprichting in septem-ber 2007 kan Think-Pink re-kenen op de inzet van zo’n 150 vrijwilligers. Ook gaan steeds meer bedrijven achter de roze campagne staan door (een deel van) de opbrengst van hun pro-ducten te schenken aan de vzw. Denk aan de Samsung Ladyp-hone, de Yoplait-producten, de Veritas-horloges, het geluks-

armbandje van ICI Paris XL, de Boo!-handtas, de kalender van Lien Van de Kelder, enzovoort (actueel en volledig overzicht op www.think-pink.be). “De steun van commerciële partners en uiteraard van de mensen die de Think-Pink-producten kopen, is broodnodig voor het voortbe-staan van onze campagnes”, be-nadrukt Heidi. “Het eerste jaar was dan ook tamelijk moeilijk: we moesten de nodige financiële middelen genereren, visibiliteit en credibiliteit creëren,…

Nu worden het hele jaar door acties op touw gezet, met deze maand nog de start van de post-kaartenactie ‘Vergeet-je-tietje-nietje’. Een ander erg mooi con-cept is de ‘Belgium Race for The Cure®’, die we dit jaar voor het eerst in Antwerpen organiseer-den. Zoveel roze zien wandelen en lopen, daar was ik echt door aangedaan. Dan besef je dat je er niet alleen voor staat!”

think-pink, de permanente sensibiliseringscampagne in de strijd tegen borstkanker, staat al de hele maand oktober in de kijker. Maar borstkanker onder de aandacht brengen en houden is een werk van langere adem.

tEkSt: Sandra gylES

steunt

Meer info: www.yoplait.be en www.runaroundtheworld.be

www.samsungladyphones.be

Geef borstkanker geen kans !Geef borstkanker geen kans !Samsung en zijn retail

partners slaan ookdit jaar opnieuw de

handen in elkaarin de strijd tegen

borstkanker. Want per verkochte GSM in Think-Pink versie

schenken we 10 € aan de vzw Think-Pink.

dit jaar opnieuw de

per verkochte GSM in Think-Pink versie

/gsmwordt geschonken aan

Think-Pink

10€

• Full Touch Screen• Online & Offl ine Widgets• 3MP Camera• Full Internet Browser

L I M I T E D E D I T I O N

Waarom is een borstonderzoek een goed idee?Kleine gezwellen veroorzaken meestal geen klachten en vaak kunt u ze niet eens voelen. Daardoor weet een vrouw meestal niet dat ze een beginnende borstkanker heeft. Op een mammo-grafie zijn kleine tumoren wel te zien. En hoe vroeger borstkan-ker wordt behandeld, hoe groter de kans op genezing.

“ Naar uw borsten laten kijken?

Zeker weten! ”

Heidi Vansevenant (47)Voorzitter Think-Pink“Een enorme vermoeidheid, dat was – achteraf bekeken – het signaal. Maar het enige wat ik deed, was vechten tegen de constante slaap. Tot een vriendin-verpleegster me aanraadde om toch eens bij de dok-ter langs te gaan. Uiteindelijk kreeg ik eind juni 2000 een telefoontje met het verdict: ‘een secundaire kanker waarvan we de primaire haard niet kennen.’ Hoe kan dat nu? Ik wist niet wat zeggen, vroeg alleen nog om me alles uit te leggen in mensentaal voor ik het mijn dochters, toen 11 en 13, kon vertellen. De kinderen bleven zoveel vragen stellen waar ik geen antwoord op wist: “Ga je nu dood? Gaat je haar uitvallen?” Uiteindelijk is de tumor samen met mijn schild-klier succesvol verwijderd, maar de uitzaaiingen ben ik nooit meer kwijtgeraakt. Om de zes maanden moet ik op controle, met laatst nog het bericht dat het volume is toege-nomen. Ik weet dus perfect wat het is om te leven met het woord ‘kan-ker’ in je achterhoofd. En dat is wat me de motivatie gaf en geeft om me in te zetten voor Think-Pink. Want hoe vroeger (borst)kanker behan-deld wordt, hoe groter de kans op genezing.”

De vzw Think-Pink en haar strijd te-gen borstkanker steunen kan door deel te nemen aan één van de activiteiten of door een bijdrage te storten op re-keningnummer 001-5758752-35. Meer info op www.think-pink.be

Hormoontherapie is geen wondermiddel

© Jo

han

Mae

rten

s

Page 6: KanKerdoc.mediaplanet.com/all_projects/4032.pdf · Kanker blijft een moeilijk te vatten ziekte, misschien wel de moeilijkste van allemaal. Of u nu patiënt, ouder, man, vrouw, jong

6 | KANKER

Vermijd overbehandeling prostaatkanker

In maart heeft de New En-gland Journal of Medicine de resultaten gepubliceerd

van de European Randomized Study of Screening for Prostate Cancer (ERSPC). Daaruit blijkt dat systematische screening van mannen van tussen 50 en 69 jaar het aantal overlijdens ten gevolge van prostaatkanker na tien jaar met 20 % doet dalen.

Het nut van vroegtijdige opsporingDe vraag rijst: is preventieve screening dan zinvol? Profes-sor Bertrand Tombal, uroloog van de Cliniques Universitaires Saint-Luc in Brussel, zegt daar-over: “De studie wijst uit dat het absolute voordeel relatief is. Men moet immers 1 410 man-nen testen en vooral ook 48 van hen behandelen, om op tien jaar tijd één sterfgeval ten gevolge van prostaatkanker te voorkomen. Die cijfers zijn veeleer ontnuch-terend.”

Wat is in dat geval de te volgen denkpiste? Professor Tombal: “Gemiddeld moet men bij vier mannen een biopsie nemen om één kanker te vinden. Door pros-taatkanker in een vroeger stadium op te sporen, komen zogenaamde ‘indolente prostaatkankers’, wat betekent dat het onwaarschijn-lijk is dat de kanker zich zal ver-spreiden, aan het licht die geen invloed hebben op de overleving en die perfect op te volgen zijn zonder dat de patiënt meer risico loopt. Tussentijdse rapporten

van de ERSPC wijzen uit dat 30 tot 40 % van de via screening ontdekte kankergevallen in feite geen behandeling behoeven. Het risico op overbehandeling is dus niet denkbeeldig.”

Beloftevolle ultrasone technologieDe opsporing van prostaatkan-ker staat dus voor een dubbele uitdaging: het aantal negatieve biopsieën terugdringen zonder agressieve kankers over het hoofd te zien en overbehandeling ver-mijden. De verbetering van de beeldvormingstechnieken door middel van echografie is in dat licht beloftevol. “Histoscanning”, zegt professor Tombal, “gebruikt de rekenkracht van de heden-daagse computers om een veel beter beeld te krijgen van de pros-taatweefselstructuur dan met het

menselijke oog überhaupt moge-lijk is.” Het grote voordeel van die techniek is de eenvoud waarmee hij toegepast kan worden, naast de mogelijkheid om analyses te doen ‘in real time’. “Naast de echografie maken ook de mag-netic resonance imaging (MRI) en de nieuwste biologische tests trouwens sprongen voorwaarts”, voegt professor Tombal eraan toe. “Zoals de urinaire dosering van het PCA3-gen, wat toelaat de agressiviteit van een tumor beter in te schatten.”

Nevenwerkingen van de behandelingEen aantal prostaatkankerpati-enten moet hoe dan ook een be-handeling ondergaan. De impact van de nevenwerkingen is in dat geval zeker niet te onderschatten. Het gaat dan vooral om proble-men bij het plassen, incontinentie of hoge nood, en veranderingen in de erectiekwaliteit. Met name jongere mannen hebben met dat laatste euvel moeite, omdat het hun gevoel van mannelijkheid aantast. “Alle behandelingsvor-

men (chirurgie, radiotherapie of brachytherapie) leveren in enige mate urinaire of seksuele proble-men op” ,aldus professor Tombal. “Die realiteit negeren is zonder meer een inbreuk op de eed van Hippocrates. De impact van de behandeling moet vooraf goed ingeschat worden. Men mag ze-ker niet alleen de voordelen in de verf zetten! In een correcte ge-neeskunde is er geen plaats voor publiciteit.”

Een recent artikel in JAMA bij-voorbeeld vergelijkt klassieke chirurgie bij een groot aantal patiënten met robotgestuurde en laparoscopische ‘minimally in-vasive’ chirurgie. De bevinding is dat er – anders dan men vaak beweert – minder urinaire en seksuele complicaties zijn bij de klassieke chirurgie. De informa-tie moet te allen tijde ‘fair’ zijn om geen valse hoop te wekken.

De toekomst van hormoontherapie“Ondanks het risico op overbe-handeling mogen we toch niet uit het oog verliezen”, zo waar-schuwt professor Tombal, “dat 60 tot 70 % van de gediagnosticeerde kankers een doortastende behan-deling vergt, en dat 10 tot 30 % ervan agressieve vormen zijn die een multidisciplinaire benadering vergen, met inbegrip van hor-moontherapie.” Vooral in com-binatie met radiotherapie geeft hormoontherapie bij agressieve kankers de beste resultaten en be-tere overlevingskansen.

Opnieuw zijn de nevenwerkingen evenwel niet te verwaarlozen. “Er is een hernieuwde interesse voor de geneesmiddelen die de andro-geenreceptor in de cel blokkeren. Men kan ze alleen gebruiken om bepaalde nevenwerkingen van hormoontherapie te vermijden, of in combinatie met castratie om meer doeltreffendheid te be-komen. Vooral de vooruitzichten voor Abiraterone en MDV3100 (nog in klinische testfase) zijn goed”, besluit professor Tombal.

tEkSt: Jan H. VErbanck

Leven met prostaatkankerDe ideale benadering, vanaf de diagnose tot en met de behan-deling, is voor artsen niet altijd vanzelfsprekend, laat staan voor de patiënt! Wie zich met de diagnose ‘kanker’ geconfronteerd ziet, bevindt zich in een uiterst kwetsbare positie. De klacht bij uitstek bij de patiënten is dat ze zich in de steek gelaten voelen.

“Ze missen bevredigende en begrijpelijke informatie, en begrip voor hun toestand, hun ziekte en hun verwachtingen”, beseft professor Tombal. “Zorgverbetering is mogelijk door stil te staan bij vragen als: hoe breng je de diagnose op een serene manier over en hoe kies je de behandeling die voor de individu-ele patiënt in kwestie de meest gepaste is? Vervolgens verdient de patiënt alle mogelijke begeleiding tijdens het behandelings-traject.”

inzake prostaatkanker heerst nogal wat discussie over hoe zinvol vroegtijdige opsporing eigenlijk wel is. Veel mannen zijn ook bang van de gevolgen waarmee een behandeling gepaard kan gaan. We proberen klaarheid te scheppen in deze complexe materie.

Prof. Bertrand Tombal, uroloog, Cliniques Universitaires Saint-Luc, Brussel

“ De impact van

nevenwerkingen bij de behandeling is niet te

onderschatten ”

© iS

tock

phot

o

Page 7: KanKerdoc.mediaplanet.com/all_projects/4032.pdf · Kanker blijft een moeilijk te vatten ziekte, misschien wel de moeilijkste van allemaal. Of u nu patiënt, ouder, man, vrouw, jong

KANKER | 7

Onze kennis over het HPV-virus als veroor-zaker van onder andere

baarmoederhalskanker mag dan zijn toegenomen, daarmee zijn de misverstanden rond screening en vaccinatie de wereld nog niet uit. Prof. dr. Wiebren Tjalma ij-vert voor een wijdverbreide vac-cinatie. Omdat de vaccins wel degelijk veilig en effectief zijn, en in combinatie met kwalitatieve screening het HPV-virus een halt kunnen toeroepen.

Baarmoederhalskanker is een van de weinige kankers die quasi altijd veroorzaakt worden door een virus. In dit geval het HPV-virus, dat wordt overgedragen via seksuele betrekkingen of intiem contact van huid op huid. De kans dat je een HPV-infectie op-loopt tijdens je leven ligt tussen de 80 en 90%. De meeste infec-ties verdwijnen spontaan binnen twee jaar. Ongeveer 20% kan ons lichaam niet opruimen en uitein-delijk groeit 1% uit tot baarmoe-derhalskanker.” Dat lijkt weinig, maar vergis je niet: jaarlijks wor-den in België circa 650 nieuwe gevallen vastgesteld en overlijden 270 vrouwen ten gevolge van de ziekte. Wereldwijd sterft er elke twee minuten iemand aan. “Bo-

vendien ligt het HPV-virus aan de basis van 10% van alle kan-kers.”

Vaccinatie: ja, maar…Het nut van de vaccinatie is vol-gens Prof. dr. Tjalma een feit. Ook voor personen die al (jaren) seksueel actief zijn. “Ongeveer de helft van de mensen maakt anti-

lichamen aan nadat ze de infec-tie hebben opgelopen, de andere helft niet! Bovendien neemt de kwaliteit van antilichamen op termijn af en is er een kans dat je later een ander type HPV-in-fectie krijgt.” Er bestaan name-lijk verschillende ‘families’. De twee beschikbare vaccins bieden bescherming tegen de schade-

lijke – en in ons land frequente – types 16 en 18. Het ene vaccin beschermt daarbovenop tegen 6 en 11, verantwoordelijk voor ge-nitale wratten. In het andere zit dan weer een hulpstof die voor meer antilichamen zorgt. Door vaccinatie kan men 4 van de 5 baarmoederhalskankers voorko-men. Het is dus belangrijk dat alle vrouwen zich laten vaccine-ren, ook al zijn ze reeds seksueel actief. De terugbetalingsregeling geldt voor meisjes tussen 12 en 18 jaar.

… Screening blijft belangrijk“Regelmatig een uitstrijkje laten nemen, blijft noodzakelijk, maar heeft twee kanten: de infectie wegsnijden is heel eenvoudig en daardoor leidt ‘overscreening’ al snel tot ‘overbehandeling’ van meisjes bij wie de infectie anders mogelijk spontaan zou verdwij-nen. Met alle gevolgen van dien.” Los van de stress en het ongemak is er het risico op een verzwakte baarmoederhals en dus vroeg-geboorte. “Ik pleit dus voor goed georganiseerde vaccinatie rond 12 jaar (nog voor er infectie kan

optreden), een afwachtende hou-ding bij jonge meisjes en vrouwen (met alleen behandeling van in-fecties die niet vanzelf weggaan) en een kwalitatieve, driejaarlijkse screening vanaf 25 jaar. Overi-gens moet niet alleen de kwaliteit van de screening, maar ook de screeningsparticipatie omhoog. In België ligt die maar op 59%!”

Misverstanden van de baanDe beschermingsduur van de vaccins is nog niet met zekerheid vastgesteld doordat de eerste per-sonen het vaccin nog maar enkele jaren geleden kregen toegediend. Huidige studies spreken van 7 tot 10 jaar. “Ik benadruk nog-maals dat het vaccin veilig is. Het wordt toegediend in drie stap-pen en de enige nevenwerkingen zijn koorts en pijn of roodheid en zwelling op de plaats van de inenting.” Deze reacties verdwij-nen binnen enkele dagen. Een zeldzame uitzondering is een al-lergische reactie, maar dat geldt voor alle vaccins. “In combinatie met screening zijn we dankzij het vaccin nu in staat de ziekte bijna helemaal uit te roeien.”

Zin en onzin over baarmoederhalskankervaccinatieonze kennis over het HpV-virus als veroorzaker van onder andere baarmoederhalskanker mag dan zijn toegenomen, daarmee zijn de misverstanden rond screening en vaccinatie de wereld nog niet uit. prof. dr. Wiebren tjalma ijvert voor een wijdverbreide vaccinatie. omdat de vaccins wel degelijk veilig en effectief zijn, en in combinatie met kwalitatieve screening het HpV-virus een halt kunnen toeroepen.

tEkSt: Sandra gylES

Prof. dr. Wiebren Tjalma,UZ Antwerpen

“ Het HPV-virus ligt aan de basis van 10%

van alle kankers ”GSK:

een bedrijf dat zich engageert in het onderzoek naar innovatieve therapeutische behandelingen tegen kanker

2009-xxx-Asci-AdStandaard202x142-NL-BAT.indd 1 23/10/09 11:28:14

© iS

tock

phot

o

Page 8: KanKerdoc.mediaplanet.com/all_projects/4032.pdf · Kanker blijft een moeilijk te vatten ziekte, misschien wel de moeilijkste van allemaal. Of u nu patiënt, ouder, man, vrouw, jong

8 | KANKER

Individuele rookstopbege-leiding verloopt meestal gespreid over een drietal

maanden. De patiënten melden zich bij de rookstopconsulent op eigen initiatief, of na doorver-wijzing door hun arts. Het in-takegesprek (eerste sessie) met de

rookstopconsulent neemt meest-al drie kwartier in beslag. In het individuele rookstopprogramma van het UZ Leuven gaan de ro-kers nadien bij de longspecialist langs. Die controleert de medi-sche toestand en overlegt wat er mogelijk is qua medicamenteuze hulp tijdens de rookstop. Voor de volgende sessies komen de rokers

terug bij de rookstopconsulent, die hen verder begeleidt door het proces.

“Een doorsnee rookstopbegelei-ding bestaat meestal uit zes tot acht contacten”, schetst profes-sor Nackaerts, longspecialist aan het UZ Leuven. “Voor de eerste consultatie die wat langer duurt, is een terugbetaling van 30 euro voorzien. De tweede tot de acht-ste consultaties worden terugbe-taald aan 20 euro. Die maatregel kan zeker een boost geven om individuele rookstopbegeleiding voor velen nog aantrekkelijker en beter bereikbaar te maken.”

De keuze ligt bij de rokers zelfIndividuele rookstopbegeleiding is echter niet voor elke roker de beste oplossing. Sommige men-sen hebben moeite met de indi-viduele aanpak en doen liever een beroep op groepstherapie, terwijl anderen dan weer zweren bij per-soonlijke begeleiding. Als roker kies je dus liefst voor de therapie die jou het meest aanspreekt. De slaagcijfers bij individuele rook-stopbegeleiding ogen vrij mooi. “We hebben een slaagcijfer van 35 % op het einde van de bege-leiding”, onthult professor Nac-kaerts. “Als je het profiel van de rokers bekijkt die wij begeleiden,

dan mag je daar tevreden mee zijn omdat je weet dat geen enkele methode 100% slaagkans biedt. Twee op de drie rokers houden dus niet vol of hervallen. Vaak volgt er dan later een nieuwe po-ging of doen ze een beroep op an-dere hulp. Nieuwe medicamen-teuze hulpmiddelen kunnen in de toekomst de slaagkansen hopelijk verder mee helpen verhogen..”

Coaching is het sleutelwoordMensen die liever geen beroep doen op een arts, een psycholoog of een boek, kunnen tegenwoor-dig via online rookstopprogram-ma’s een rookstopplan volgen. “Ik kan dat alleen maar aanmoe-digen”, klinkt het bij professor

Nackaerts. “De drempel voor zo’n begeleiding is laag en vele rokers hebben toegang tot een computer. Door de dagdagelijkse coaching bij die programma’s kun je op elk moment perfect inspelen op wat de roker voelt of ervaart, misschien nog intensie-ver dan bij individuele begelei-ding. Coaching is het woord en hoe je dat doet, moet je vooral laten afhangen van de roker zelf.”

In het hele rookstopproces blijft sensibilisatie natuurlijk ont-zettend belangrijk. Daar ligt nog steeds een belangrijke taak weggelegd voor de overheid. Om de impact van de terugbe-taling van rookstopconsultaties degelijk in te schatten, zullen we wellicht nog enkele jaren moeten wachten.

Rookstopconsultaties voortaan terugbetaaldtegenwoordig bestaan er verschillende manieren om te stoppen met roken: groepstherapie, individuele coaching, online rookstopprogramma’s, telefonische hulp, boeken, en zelfs een rookstopprogramma voor draagbare spelcomputers. Het nationaal kankerplan, dat minister van volksgezondheid onkelinx ontwikkelde in samenspraak met de sector, voorziet vanaf 1 oktober 2009 in de gedeeltelijke terugbetaling van rookstopconsultaties, als deze worden uitgevoerd door een arts of een erkend tabakoloog.

tEkSt: Marc StEEnS

Prof. Dr. Kristiaan Nackaerts, longspecialist, K.U.Leuven

Stoppen met roken. Het kan!

Voor bijkomende informa-tie, gratis advies en bege-leiding kunt u terecht bij de Tabak Stop Lijn op het nummer 0800 111 00.

Stoppen met roken…Het kan!

Wilt u stoppen met roken? De Tabak Stop Lijn is er voor u. U kunt er terecht met al uw vragen rond stop-pen met roken. Artsen en psychologen met een speciale vorming in rookstopbegeleiding geven u persoonlijk advies. Met hun hulp is stoppen met roken mogelijk!

U kunt gratis bij de Tabak Stop Lijn terecht:

• Via de telefoon: elke werkdag van 15 tot 19 uur voor persoonlijk advies

• De RookStopCoach: 24 uur op 24 voor online advies

Vanaf 1 oktober 2009 worden rookstopconsultaties bij artsen en erkende tabakologen gedeeltelijk terugbetaald.

[email protected] • www.kanker.be

© iS

tock

phot

o

© iS

tock

phot

o

Page 9: KanKerdoc.mediaplanet.com/all_projects/4032.pdf · Kanker blijft een moeilijk te vatten ziekte, misschien wel de moeilijkste van allemaal. Of u nu patiënt, ouder, man, vrouw, jong

KANKER | 9

Rookstopconsultaties voortaan terugbetaald Grosso modo bestaan er

twee soorten van long-kanker: kleincellige en

niet-kleincellige longkanker. In 85 % van de gevallen gaat het om longkanker van niet-kleincellige vorm. “De meest aangewezen be-handeling voor niet-kleincellige longkanker in een vroeg stadium is nog altijd chirurgie”, aldus profes-sor Vansteenkiste, longspecialist van de K.U.Leuven. “We kunnen een onderscheid maken tussen drie grote groepen. De eerste is

die waar een vroege diagnose mo-gelijk is en patiënten geopereerd kunnen worden. De genezings-kansen daar schommelen tussen 40 à 50 %. De tweede groep is die waarbij de lokale tumor al wat groter is. Een chirurgische ingreep gebeurt daar vaak in combinatie met andere behandelingen, vooral chemotherapie. 20 à 25 % van de patiënten geneest. Ten slotte zijn er de patiënten met uitzaaiingen. Zij genezen niet. Door recente ontwikkelingen, onder andere betere chemotherapie en nieuwe biologische geneesmiddelen (“tar-geted agents”), kunnen we ze wel beter en langer laten leven.”

Vroege diagnose voor betere genezingskansenEén van de redenen waarom de genezingskansen bij longkan-ker lager liggen dan bij pakweg borstkanker, is dat de longen een zogenaamd stil orgaan zijn. “Ie-mand die een gezwel in de borst krijgt, voelt dat”, schetst professor Vansteenkiste. “Een man met een prostaatgezwel heeft problemen bij het plassen en voelt dat er iets aan de hand is. Bij longen ligt dat

anders omdat ze geen pijnbeze-nuwing hebben. Pas wanneer het gezwel groter wordt en gaat druk-ken, ontstaan er klachten van pijn en kortademigheid. Dan zit je echter al vaak in een gevorderd stadium. Met een vroege diagnose zouden de geneescijfers veel beter zijn.” Momenteel schommelen de genezingskansen voor longkan-kerpatiënten uit groep 1 tussen de 40 à 50 %. Uitzaaiingen zijn daar verantwoordelijk voor het meren-deel van de overlijdens. Dat bete-kent dus dat er na de chirurgische behandeling ergens kankercellen zijn overgebleven. Dat residu pro-beert men uit te roeien. “De stan-daard aanvullende behandeling na chirurgie is chemotherapie”, vertelt professor Vansteenkiste. “Daardoor is de genezingskans met 5 à 10 % verbeterd. Een in-greep aan de longen is echter behoorlijk zwaar. Het is dan ook soms moeilijk om na de operatie de volle dosis chemo toe te die-nen. Longkankerpatiënten zijn meestal oudere patiënten bij wie de levenskwaliteit in het gedrang zou komen met chemotherapie op volle kracht.”

Nieuwe behandelingenvan longkankerEr lopen onderzoeken naar alter-natieve behandelingen. Eén van de veelbelovende pistes is die van de immunotherapie, waarbij men doelgericht te werk gaat tegen kankercellen die na chirurgie in het lichaam blijven. “Omdat deze therapie doelgericht te werk gaat tegen de kankercellen, krijg je ook weinig nevenwerkingen bij een behandeling. Enkel de kankercel-len worden getroffen, belangrijk voor de levenskwaliteit tijdens de behandeling.” Andere pistes voor nieuwe therapieën in een vroeg stadium van de ziekte, zijn de zo-genoemde “targeted therapies”, door toediening van geneesmid-delen, die gericht zijn tegen wel-bepaalde receptoren aan de op-pervlakte van de tumorcel. Deze nieuwe behandelingen wor-den nu getest in wereldwijde on-derzoekingen bij duizenden test-personen.

Nieuwe behandelingen van longkanker?Jaarlijks tellen we in belgië rond de 7 000 nieuwe gevallen van longkanker. bij mannen is het de tweede meest voorkomende kanker, bij vrouwen de derde. longkanker is in ons land wel de belangrijkste doodsoorzaak ten gevolge van kanker. amper 20% van de patiënten met longkanker geneest daadwerkelijk. Het is immers een moeilijk te behandelen vorm van kanker. Momenteel lopen er echter onderzoeken naar nieuwe behandelingen, die op termijn de genezingskansen moeten doen stijgen.

Prof. Dr. Johan Vansteenkiste, longspecialist, K.U.Leuven

“ Deze tekst kwam tot stand met de

f inanciële steun van GlaxoSmithKline ”

tEkSt: Marc StEEnS

© iS

tock

phot

o

Page 10: KanKerdoc.mediaplanet.com/all_projects/4032.pdf · Kanker blijft een moeilijk te vatten ziekte, misschien wel de moeilijkste van allemaal. Of u nu patiënt, ouder, man, vrouw, jong

10 | KANKER

Waar ook bewijzen voor bestaan, is dat de genezingscijfers

stijgen wanneer de radiotherapie over een kortere periode loopt en sneller na de operatie aanvat. “Alle radiotherapie op pakweg enkele dagen tijd geven, lukt ook niet, want dat zou te veel bij-werkingen meebrengen”, schetst professor Mareel (dienst radio-therapie, UZ Gent). “Je zou wel kunnen overwegen om meer dan vijf sessies per week te voorzien, met bijvoorbeeld twee keer per dag bestralingen.”

Om het genezingscijfer te verbe-teren, zijn er echter ook nog an-dere mogelijkheden. “Als we erin slagen te achterhalen waarom sommige patiënten niet genezen en andere wel, kunnen we daaraan werken”, aldus professor Mareel.

“Daarom pleit ik om ook tijdens de behandeling met bio imaging te werken. Nu kijken we naar de toestand van de patiënt voor de behandeling en na afloop ervan, maar tussenin gebeurt er niets op het vlak van beeldvorming. Als je na twee of drie sessies kunt na-gaan hoe de tumor reageert op de behandeling kun je bijsturen waar nodig. Ook financieel is dat een haalbare kaart.”

Blijvende vooruitgangHoewel de relatieve bijdrage van radiotherapie moeilijk te bereke-nen valt, blijkt duidelijk dat radio-therapie nog steeds in de lift zit. Dat uit zich niet alleen in meer toepassingsmogelijkheden, maar ook in de vooruitgang die nog altijd wordt geboekt. Zo draait IMRT (intensiteitsgemoduleerde radiotherapie) al een tijdje mee. Daar wordt het te bestralen vo-

lume met verschillende bundels uit verschillende richtingen be-straald. Tijdens het bestralen worden de bundels gemoduleerd. “Een verdere verbetering van de situatie is dat we geval per geval kunnen bekijken om de beste be-handeling te bepalen, maar daar zijn we nog niet”, vertelt profes-sor Mareel. “Je moet niet alleen bekijken of de resultaten opwegen tegen de bijwerkingen, maar ook of het financieel wel haalbaar is.”

Resultaten doortrekken Voor moeilijk te bereiken locaties is radiotherapie nog altijd de bes-te keuze. Uit cijfers blijkt echter dat hoe beter lokale behandeling werkt, hoe meer uitzaaiingen een probleem worden. “Borstkanker-patiënten overlijden bijna nooit meer aan de lokale problemen, wel aan metastasen. Bij mela-nomen zien we hetzelfde feno-meen”, aldus professor Mareel. In de toekomst lijkt er ook een rol

weggelegd voor hadrontherapie. Er zijn proeven die aantonen dat het effect van hadron op uitzaai-ingen beter is dan dat van foto-nenbundels. Hadron zou daaren-boven een daling van het aantal secundaire tumoren, die door de behandeling veroorzaakt wor-den, met zich mee moeten bren-gen. Het kostenplaatje van deze nieuwe vorm van radiotherapie ligt echter vooralsnog behoorlijk hoog.

Radiotherapie in volle evolutiebij de behandeling van het merendeel van de kankers speelt radiotherapie een rol, meestal in combinatie met een chirurgische ingreep en chemotherapie. klinische studies wijzen immers uit dat de slaagkansen groter zijn bij een combinatie van behandelingen en dat vaak ook de levenskwaliteit stijgt. radiotherapie zorgt er bijvoorbeeld voor dat tumoren, die vroeger niet opereerbaar waren, nu wel geopereerd kunnen worden.

tEkSt: Marc StEEnS

Pijn: de controle behoudenpijn is voor kankerpatiënten zonder meer één van de meest belastende factoren inzake de levenskwaliteit. reden genoeg dus om ze tot een voor de patiënt aanvaardbaar niveau terug te brengen. alleen is het pijnniveau quasi onmogelijk objectief vast te stellen...

Prof. Marc Mareel, dienst radiotherapie, UZ Gent

“Ik wil pijnvrij zijn, al betekent het zelfs dat ik compleet versuft en verdoofd ben.” Het is niet ongewoon voor mensen die door pijn verteerd worden, om op die quasi wanhopige manier te rea-geren. Ook in minder extreme gevallen moet de zorgverlener met de patiënt overleggen over wat de pijn voor de persoon in kwestie betekent en hoe die be-handeld moet worden. Van bui-tenaf blijft dat ontzettend moei-lijk te beoordelen.

Geen paternalisme“Mijn uitgangspunt is: de pati-ent heeft altijd gelijk, als het zijn eigen pijn betreft”, zegt Wim Distelmans, professor pallia-tieve geneeskunde aan de VUB. “Een betuttelende houding – in de zin van: ik heb hem toch dit of dat product gegeven, dus hij

kán geen pijn hebben – is uit den boze. In de praktijk is dat even-wel niet altijd even evident.”De pijn kan immers een schreeuw om aandacht zijn en die verdient alle aandacht. “Pijn is lang niet alleen een lichamelijke gewaar-wording”, zegt Wim Distelmans daarover. “De pijn als sensatie in de hersenen is een ontzettend complex gegeven. We mogen de emotionele impact alleszins niet onderschatten.”Pijn na een heelkundige ingreep kan voorbijgaand zijn, maar ern-stige kankerpijn is veelal chro-nisch en continu. Ze gaat niet weg. Ze is integendeel structu-reel en progressief, waardoor ze psychologisch zeer slopend kan zijn. De medicatiedosis verho-gen is de enige uitweg. “De ne-gatieve mythe rond morfine, als zou de toediening daarvan sa-menhangen met ‘het begin van het einde’, is in dit verband zeer betreurenswaardig”, aldus Wim Distelmans.

Tot wanhoop gedrevenDe impact van pijn op de hele levenskwaliteit kan dermate groot zijn, dat mensen vanwege de pijn neiging vertonen tot su-icidaal gedrag of tot een eutha-nasievraag. Als zorgverlener mag je daar niet zomaar op ingaan, vindt Wim Distelmans: “In 80 % van de gevallen is de pijn binnen vierentwintig of achtenveertig uur reduceerbaar tot een voor de patiënt aanvaardbaar niveau, zo-

dat hij weer aan iets anders kan denken.”Daarvoor zijn geen ingewikkeld lijkende technieken, met pijn-pompen of infusen nodig. Het kan met eenvoudige pilletjes die we langs de mond innemen. Het grote voordeel van werken met orale toediening is dat die de patiënt het gevoel geeft zelf con-trole te behouden. Je kunt altijd, in overleg met de behandelende arts, een pilletje meer of minder nemen, en ook als de arts niet beschikbaar is, behoud je je zelf-redzaamheid.

Supportieve zorgNaast de mythe van morfine is nog een andere associatie met doodgaan betreurenswaardig, namelijk dat palliatieve zorg pas in de terminale fase aan de orde is. “Ik gebruik de term ‘palliatief ’ eigenlijk niet graag”, zegt Wim Distelmans, “omdat die al te vaak verengd wordt tot ‘termi-naal’. We kunnen iemand niet meer genezen, en dus gaat die dood.”Dat klopt niet, vindt Distelmans. “Iemand die niet te genezen is, kan nog zéér lang met zijn ziek-te leven – denk maar aan traag vorderende prostaatkankers bij-voorbeeld – maar door een goede supportieve zorg in teamverband heeft de geneeskunde dergelijke patiënten op het vlak van levens-kwaliteit nog heel veel te bieden. Palliatieve zorg omvat dus zowel supportieve als terminale zorg.”

Prof. Wim Distelmans,palliatieve geneeskunden, VUB

tEkSt: Jan H. VErbanck

© iS

tock

phot

o

Page 11: KanKerdoc.mediaplanet.com/all_projects/4032.pdf · Kanker blijft een moeilijk te vatten ziekte, misschien wel de moeilijkste van allemaal. Of u nu patiënt, ouder, man, vrouw, jong

KANKER | 11

Thalassemie bestaat in twee varianten. Een mi-norvariant bij mensen

die drager zijn, maar zelf nau-welijks ziek zijn, en een major-variant. Mensen die drager zijn, weten dat vaak niet omdat de klachten heel algemeen zijn: ver-moeidheid, weinig energie, kort-ademigheid. “Huisartsen denken dan snel aan ijzertekort”, weet prof. dr. Vermylen van het UCL Sint-Lucas. “Het is pas bij een grondig bloedonderzoek dat men ziet dat de rode bloedcellen klei-ner zijn dan normaal en er dus sprake is van thalassemie.”

Maandelijkse bloedtransfusieThalassemie major stelt men echter heel snel vast, gemiddeld in de zesde maand na de geboor-te. “Baby’s zijn heel erg vermoeid, ze hebben nauwelijks nog ener-gie om te eten of te drinken. Ze stoppen met groeien en hebben een abnormaal dikke buik omdat hun lever en milt opgezwollen zijn door een opstapeling van ij-zer”, somt dr. Vermylen de symp-tomen op. “Vroeger kon je aan het uiterlijk van een kind zien dat het thalassemie had. Het lichaam produceerde meer beenmerg om het tekort aan hemoglobine te compenseren. Patiëntjes hadden daardoor een uitzonderlijk groot hoofd, terwijl ze voor de rest heel klein waren. Ook de gezwollen buik was heel typerend. Sinds bloedtransfusies mogelijk zijn, zien de patiëntjes eruit zoals elk ander kind.”

Thalassemiepatiënten moeten maandelijks een bloedtransfusie ondergaan, vanaf de leeftijd van zes maanden. “Zonder bloed-transfusies lag de levensverwach-

ting op vier à vijf jaar”, zegt dr. Vermylen. “Maar zelfs met bloed-transfusies lag die niet hoger dan vijftien, twintig jaar.” Door het toedienen van bloed stapelde het lichaam immers een overschot op aan ijzer, dat terechtkwam in de organen. “Thalassemiepatiënten hadden ernstige problemen met de lever, de schildklier, de pan-creas, de testikels en de eierstok-ken. Uiteindelijk begaf het hart het als eerste, door het teveel aan ijzer.”

Een normaal leven Sinds de jaren zeventig bestaan er geneesmiddelen die het teveel aan ijzer afbreken. Aanvankelijk bracht de patiënt die zelf toe met een pompje. Thalassemie was niet langer levensbedreigend. Maar de behandeling met het pompje duurde twaalf uur per et-maal en belette een normaal soci-aal leven. “De doorbraak kwam er een vijftal jaar geleden”, zegt dr. Vermylen, “toen orale medicatie op de markt kwam. Het volstaat nu ’s ochtends voor het ontbijt één pil in te nemen. De twaalf uur durende behandeling met het pompje is overbodig geworden en de levenskwaliteit van de patiën-ten is drastisch verbeterd. Alleen de maandelijkse bloedtransfusies blijven een noodzakelijk kwaad.”Niet alleen de levenskwaliteit

is erop vooruitgegaan. Met de ontwikkeling van nieuwe genees-middelen stijgt ook de levens-verwachting. “De oudste tha-

lassemiepatiënten zijn rond de vijfenveertig. Het is de eerste ge-neratie die de vruchten plukt van de betere behandelingsmethodes

sinds de jaren zeventig. Niets wijst er op dat ze niet heel oud zouden kunnen worden”, zegt dr. Vermylen.

Betere behandeling garandeert normaal leventhalassemie is een genmutatie die de productie van hemoglobine verhindert. Hemoglobine zorgt in het bloed voor het transport van zuurstof naar de verschillende organen. de aandoening, die vooral voorkomt bij mensen uit het Middellandse Zeegebied, is erfelijk en wordt al op zes maanden na de geboorte vastgesteld. Veertig jaar geleden was de levensverwachting voor patiëntjes hooguit vijf jaar. Vandaag maken nieuwe behandelingsmethodes en betere geneesmiddelen een lang en normaal leven mogelijk.

tEkSt: bJorn cocquyt

Pijn: de controle behouden

Prof. Dr. Vermylen, UCL Sint-Lucas

Een grote overwinningGraziella Soggia is voorzitter van de Belgisch-Mediterrane vereniging voor de strijd tegen thalas-semie en heeft zelf een kind verloren aan de ziekte. Sinds 1981 brengt ze thalassemie en de strijd ertegen onder de aandacht van het grote publiek en de medische wereld. “De continue behandeling is bijzonder zwaar. Patiëntjes kunnen zich geen leven zonder het zie-kenhuis voorstellen. De maandelijkse bloedtransfusie bepaalt het levensritme van het hele gezin”, weet Graziella. “Om zeven uur ’s avonds moest je de behandeling met het pompje starten, anders was je de dag erop niet klaar voor schooltijd. Vakanties werden ingepland tussen twee transfusies door. De ontwikkeling van orale geneesmiddelen is een echte bevrijding. Een grote overwinning die het leven van de patiënten helemaal heeft veranderd”,zegt ze enthousiast. “Een sociaal leven is niet langer uitgesloten.” Dat het geen evidentie is om je kind een normaal sociaal leven te geven, weet ze maar al te goed. “Ik heb een vrouw gekend die drie kinderen aan thalassemie had verloren. Toen het vierde zieke kind wilde leren auto rijden, bleek dat ze niet kon lezen. De moeder had haar kind nooit naar school gestuurd, uit schrik dat ze daar allerlei ziektes en infecties zou oplopen.”

Uw partner in hematologie

www.novartis.com

ON

CO

- O

G -

10/0

8 -

5153

© iS

tock

phot

o

Page 12: KanKerdoc.mediaplanet.com/all_projects/4032.pdf · Kanker blijft een moeilijk te vatten ziekte, misschien wel de moeilijkste van allemaal. Of u nu patiënt, ouder, man, vrouw, jong

12 | KANKER

Neus-, keel- en oorkanker (NKO) en bij uitbrei-ding hoofd- en hals-

kanker, waar mondkanker even-eens onder valt, komt misschien minder frequent voor, maar de hele verzameling samen is toch goed voor een zesde plaats op de ranglijst van meest frequente kan-kersoorten. Het gaat in Vlaande-ren om 1 100 nieuwe gevallen per jaar (1 200 als we schildklierkan-ker meetellen). De meeste van die kankers (90 %) treffen de slijm-vliezen van de bovenste lucht- en spijswegen: mond, keel, neus en sinussen, slokdarm, strotten-hoofd, stembanden.

De grote oorzaak“Er is geen enkele discussie over”, zegt professor Vincent Vander

Poorten van de KU Leuven: “Zo-als bij longkanker het geval is – kanker van de luchtwegen onder de stembanden – zo is het ook voor de slijmvliezen van de stem-banden en daarboven; ze worden door tabaks- en alcoholgebruik aangetast. In campagnes bij het grote publiek rond die risico-factoren verdienen de mond- en keelkankers zeker ook de nodige aandacht.”

Daarnaast speelt het Humaan Papilloma Virus (HPV), dat sterk met baarmoederhalskanker geas-socieerd wordt, ook een rol bij amandel- en keelkanker. De asso-ciatie met roken, alcohol en HPV geldt dus niet voor alle kanker-soorten in deze verzameling van hoofd- en halskankers. In het ge-val van schildklier- en speeksel-klierkanker geldt ze bijvoorbeeld niet. Oorkanker komt bijna niet voor. Kanker van de oorschelp (eigenlijk een type huidkanker) is nog het meest frequent.

Goede overlevingskansenGlobaal, voor alle kankersoorten in deze categorie samen, geneest één op de twee patiënten die in behandeling zijn, maar de on-derlinge verschillen tussen de subtypes zijn groot. “Bij de slijm-vliestumoren, die 90 % uitmaken van de hoofd- en halskankers, hangt de prognose erg af van waar precies in het hoofd-halsgebied de kanker voorkomt”, legt profes-sor Vander Poorten uit. Zoals bij

veel kankers is vroegtijdige op-sporing doorslaggevend.“Kanker aan de stembanden geeft onmiddellijk symptomen, zoals heesheid”, aldus professor Van-der Poorten. “Als we er vroeg bij zijn, is genezing in 95 % van de gevallen mogelijk. Is de kanker twee centimeter hoger gesitueerd, aan het strotklepje bijvoorbeeld, dan kan de tumor groot worden, vooraleer er symptomen opdui-ken. De patiënt voelt niets en heeft geen sliklast. Een grotere tumor met eventueel uitzaaiingen naar de halsklieren geeft een veel slechtere kans op overleving.”

Impact van de behandelingOok qua behandeling zijn er voor deze categorie geen algemeen geldende regels. Wat de beste op-lossing is, hangt sterk af van om welk type kanker het gaat en in welk gebied precies. “De slijm-vliezen in de mond behandelt men meestal met chirurgie, in-dien nodig aangevuld met radio-therapie en/of chemotherapie”, weet professor Vander Poorten.“Voor kanker aan het strotklepje evenwel is initieel radio- of che-motherapie aangewezen. Chirur-gie houdt men in dat geval achter de hand, voor wanneer de behan-deling met radio- of chemothe-rapie niet de gewenste resultaten oplevert. Chirurgie op die plaats is immers veel mutilerender. State of the art is dat dit multidiscipli-nair besproken wordt.”In veel gevallen van hoofd- en

halskanker is de impact van de behandeling helaas groot. “Bij een klein stembandgezwel kan de impact beperkt blijven tot voor-bijgaand stemverlies, maar bij een partiële tongresectie of een aman-delcarcinoom kunnen er lange-termijngevolgen zijn, zoals moei-lijk praten en vooral een droge mond, wat uitermate belastend kan zijn voor de levenskwaliteit”, vertelt professor Vincent Vander Poorten.

Een gezonde levenswijzeAangezien de risicofactoren bij uitstek bekend zijn, namelijk al-coholgebruik en roken, is meteen ook duidelijk waarop de focus van de preventie moet liggen bij deze kankersoorten. “Doorslaggevend

is zondermeer de matiging van het roken en het drankgebruik”, benadrukt professor Vander Poorten. Er wordt aan gewerkt, met extra opleidingen voor artsen die actief zijn in het domein en met een rookstopraadpleging.

“De gedragsverandering is niet alleen belangrijk voor de primai-re tumoren, maar er komen ook meer secundaire tumoren voor in het hoofd- en halsgebied bij mensen die hun risicogedrag niet hebben aangepast. Gezond leven in het algemeen, waarin ook een gezonde voeding en lichaamsbe-weging kaderen, is ter preventie van alle kankersoorten trouwens belangrijk, dus ook voor die van het hoofd- en halsgebied.”

Hoofd- en halskanker: stop met roken en drinken!Van longkanker weten we allemaal dat het verband met roken dominant is. Van hoofd- en halskanker is dat wellicht minder bekend. nochtans zijn roken en alcohol drinken dé risicofactoren voor de onder die noemer verzamelde, eerder zeldzame kankersoorten.

tEkSt: Jan H. VErbanck

Prof. Vincent Vander Poorten,K.U.Leuven

Kankerbehandeling:meer en meerorgaansparend en minder invasief

De laatste jaren is in de behandeling van kanker in het alge-meen, maar zeker ook voor de hoofd- en halstumoren, een enorme shift merkbaar in de richting van minder invasieve vormen van chirurgie en minder chirurgische behandelingen tout court. Orgaansparende ingrepen zijn bijvoorbeeld moge-lijk dankzij transorale en endoscopische laserchirurgie. Sneden in het aangezicht of schedelopening komen veel minder voor, omdat men tegenwoordig door de neus kan opereren. Ook de gevreesde laryngectomie (wegsnijden van het strottenhoofd) is in veel gevallen vermijdbaar door performantere en gerichtere chemo- en radiotherapie en strottenhoofdsparende of -her-stellende chirurgie.

© iS

tock

phot

o

Page 13: KanKerdoc.mediaplanet.com/all_projects/4032.pdf · Kanker blijft een moeilijk te vatten ziekte, misschien wel de moeilijkste van allemaal. Of u nu patiënt, ouder, man, vrouw, jong

KANKER | 13

Hoofd- en halskanker: stop met roken en drinken!

Risicogedrag als boosdoenerVerschillende factoren spelen een rol in die stijgende incidentie. Om te beginnen heeft dat te maken met onze leefgewoontes. We zoe-ken maar al te graag de zon op en trekken op vakantie naar warme, zuidelijke streken. Dat was vijftig jaar terug helemaal anders. Mede daardoor wordt onze huid meer blootgesteld aan de zon dan vroe-ger. Daarnaast zitten we met het fenomeen van een dunner wor-dende ozonlaag, waardoor de UV-straling krachtiger is. Ten slotte blijkt uit onderzoeken van het IARC dat zonnebanken een ne-faste invloed hebben op het aantal gevallen van huidkanker. Ver-wacht wordt dat dit incidentiecij-fer in de toekomst nog zal stijgen, want ook nu nog worden heel wat kinderen blootgesteld aan de zon zonder passende bescher-ming. “Eigenlijk zijn melanomen niet agressiever dan andere vor-men van kanker”, stelt oncoloog professor Baurain, UCL. “Vaak

valt de diagnose echter laattijdig, waardoor het sterftecijfer relatief hoog ligt. Het beeld van mela-noom als agressieve kanker heeft ook te maken met het feit dat er nog maar weinig doeltreffende behandelingen voor bestaan.” De meest aangewezen behandeling tegen huidkanker is chirurgie. Als de ziekte in een vroeg sta-dium wordt ontdekt, liggen de genezingscijfers behoorlijk hoog. Voor een melanoom van fase III

ligt dat enigszins anders: ongeveer 60 % van de patiënten overlijden aan uitzaaiingen. Momenteel be-staat er geen behandeling om een recidief of metastasen te voorko-men en dus de overlevingskansen voor melanoompatiënten van fase III te doen stijgen. De meest ac-tieve adjuvanstherapie gebruikt een hoge dosis interferon, maar dat slaat enkel aan in een vroeg stadium van fase III en brengt aanzienlijke neveneffecten met

zich mee. Er is dus duidelijk nood aan een behandeling, die herval na chirurgie voorkomt bij deze patiënten.

Immunotherapie in ontwikkelingMomenteel loopt er onderzoek naar nieuwe behandelingsconcep-ten. “Ik verwacht veel van het on-derzoek naar immunotherapie”, bekent professor Baurain. “Daar wordt het afweersysteem gestimu-leerd om moleculen te herkennen aan de oppervlakte van kankercel-len, antigenen genaamd, en deze kankercellen te vernietigen. Uit onderzoek is immers gebleken dat drie vierde van alle melanoom-patiënten een welbepaald tumor-specifiek antigen hebben. Omdat de antigenen zich uitsluitend aan de oppervlakte van kankercellen bevinden, veroorzaakt de immu-notherapie weinig neveneffecten. Dat moet dus toelaten om me-

lanoompatiënten doeltreffend én gericht te behandelen.”

Ruime toepassing, geen neveneffectenDe resultaten van de eerste klini-sche onderzoeken oogden alvast veelbelovend: melanoompatiën-ten met metastasen die het vac-cin kregen toegediend, zagen de uitgezaaide gezwellen afnemen of zelfs helemaal verdwijnen. In ver-dere klinische studies moet men nu nagaan hoe goed de immuno-therapie werkt en in welke mate patiënten, bij wie het melanoom uitgezaaid is naar de lymfeklie-ren, het verdragen als adjuvans-therapie. Binnen drie à vier jaar verwachten we de resultaten van deze onderzoeken.

Immunotherapie in ontwikkeling voor melanomende laatste jaren is huidkanker aan een stevige opmars bezig in de Westerse wereld. dat geldt ook voor melanomen, de meest agressieve vorm van huidkanker. Hoewel maar 4 procent van alle kankers een melanoom is, neemt de incidentie toe aan een tempo dat ver boven dat van alle kankers uitstijgt. in de Verenigde Staten is het percentage mensen met een melanoom de voorbije 30 jaar meer dan verdubbeld. Wereldwijd krijgen jaarlijks 132 000 mensen te horen dat ze een melanoom hebben en sterven 37 000 patiënten aan de gevolgen van de ziekte.

tEkSt: Marc StEEnS

“ Deze tekst kwam tot stand met de

f inanciële steun van GlaxoSmithKline ”

Prof. Jean-Francois Baurain,K.U.Leuven

© iS

tock

phot

o

Page 14: KanKerdoc.mediaplanet.com/all_projects/4032.pdf · Kanker blijft een moeilijk te vatten ziekte, misschien wel de moeilijkste van allemaal. Of u nu patiënt, ouder, man, vrouw, jong

14 | KANKER

“Seksualiteit is een complex fenomeen waarin zowel biologische, psychologische

als socio-culturele factoren een rol spelen”, opent prof. dr. Paul Enzlin. “Ook bij een chronische ziekte als kanker spelen deze elementen mee. Bovendien kán kanker de seksualiteit verstoren. Omdat het gezwel opduikt in een regio of op een plek die van be-lang is voor seksualiteit. Omdat de behandeling fysieke en psy-chologische gevolgen heeft. Of omdat vermoeidheid en pijn het fysiek en/of psychologisch ‘goed voelen’ verstoren. En uiteraard beleeft ieder individu – en zijn of haar partner – seksualiteit en de impact van de ziekte erop anders! Omgekeerd kan de kwaliteit van de (seksuele) relatie ook een im-pact hebben op het ziekteverloop en de therapietrouw.”De laatste jaren wint het thema ‘kwaliteit van leven’ in de onco-

logie meer en meer aan belang. Seksualiteit kan daaraan uiter-aard een positieve bijdrage le-veren en dat is meteen de reden waarom seksuele problemen en disfuncties alle aandacht verdie-nen in de consultatiekamer. In

de praktijk blijft het onderwerp echter te vaak onbesproken. Wat haaks staat op de huidige trend tot ‘medicalisering’ van de seksu-ele hulpverlening. Denk bijvoor-beeld aan de opkomst van orale medicatie voor erectiestoornissen

en de groeiende aandacht voor seksuele nevenwerkingen van medicijnen. “Vaak kampen art-sen met een ‘onbehaaglijk gevoel’ of ‘handelingsverlegenheid’ wan-neer ze het thema seksualiteit met hun patiënten (moeten) be-spreken, zeker wanneer patiënten er niet naar vragen. Onderzoek bij patiënten toont dan weer aan dat zij deze vragen niet (durven) voorleggen ‘omdat de artsen daar zelf geen vragen over stellen’ of ‘omdat zij niet het gevoel heb-ben dat daar tijd en ruimte voor is’. Toch zijn er oplossingen.” In eerste instantie zijn dat een goede emotionele ondersteu-ning, gesprekstherapie of medi-camenteuze behandeling, en het in stand houden van een positief zelfbeeld. “Het belangrijkste is dat de invloed van de ziekte op seksualiteit duidelijk wordt be-sproken en dat er samen met de mensen wordt bekeken of een behandeling nodig is en hoe deze er dan kan uitzien.”

Kanker en seksualiteit: een complexe relatie!Hoewel de behandelingen tegen kanker aanzienlijk zijn geëvolueerd, zijn de bijwerkingen niet allemaal verdwenen. Vooral niet op het vlak van seksualiteit en vruchtbaarheid, twee aspecten die maar zelden aan bod komen in een gesprek tussen arts en patiënt. is dit nog een taboeonderwerp? Misschien wel. daarom organiseerde de Stichting op 16 oktober jl. een symposium rond dit onderwerp. prof. dr. paul Enzlin beet de spits af met ‘kanker en seksualiteit: een complexe relatie’.

tEkSt: Sandra gylES

Prof. dr. Paul Enzlin, Instituut voor Familiale en Seksuologische Wetenschappen (K.U.Leuven)

Pilootproject patiëntenvervoer in Vlaanderen nu al een succesMensen met kanker moeten zich veelvuldig verplaatsen voor radio- of chemotherapie en dat is voor velen een probleem. Daarom heeft de Stichting tegen Kanker hier-voor een netwerk van vrijwilligers in het leven geroepen. Tot voor kort enkel in Brussel en Wallonië, maar in september ging in Leuven het pilootproject voor Vlaanderen van start. Dankzij de hulp van reeds 15 vrijwilligers konden op een kleine maand tijd al 40 opdrachten worden uitgevoerd. De aanvragen blijven ondertussen binnen-stromen en daarvoor zijn meer vrijwilligers nodig! Info en aanmeldingen op: 0800 15 804.

Aandacht voor jezelf!

Jezelf eens verwennen, helpt om je beter te voelen. Maar jammer genoeg wordt hier vaak niet voldoende aandacht aan besteed en hebben zieken-huizen daar de middelen ook niet altijd voor. Om die lacune vooralsnog op te vangen, or-ganiseert de Stichting tegen Kanker gespecialiseerde, indi-viduele schoonheidsverzorging voor mensen met kanker. De schoonheidsconsulentes zijn speciaal opgeleid en bieden hun diensten gratis aan op ver-schillende oncologische afde-lingen. Daarnaast zijn er ook wellnessdagen in samenwer-king met verschillende thalas-socentra. Info op www.kanker.be

© iS

tock

phot

iSto

ckph

oto

Page 15: KanKerdoc.mediaplanet.com/all_projects/4032.pdf · Kanker blijft een moeilijk te vatten ziekte, misschien wel de moeilijkste van allemaal. Of u nu patiënt, ouder, man, vrouw, jong

KANKER | 15

Kanker en seksualiteit: een complexe relatie!

Een heterogene ziekte met een complexe behandeling

Beenmerg produceert zowel rode als witte bloedcellen en bloed-plaatjes. “Omdat MDS een im-pact kan hebben op de productie van elk van de drie cellijnen, is het een heel heterogene ziekte met uiteenlopende symptomen,” aldus dr. Delforge. De sympto-men van MDS zijn vaak dezelfde als die van chronische bloed-armoede (zie kadertekst). “De

diagnose is moeilijk omdat de klachten van patiënten tamelijk vaag en algemeen zijn. Pas na-dat we de courante oorzaken van bloedarmoede zoals ijzertekort hebben kunnen uitsluiten, wordt een ziekte als MDS meer aanne-melijk”, zegt dr. Delforge.

OuderdomsziekteBij milde MDS zijn die klachten vaak draaglijk en kan de ziekte zich verder ontwikkelen zonder dat de patiënt iets merkt. Bij een ernstige vorm van MDS belet-ten ze het normale functioneren van de patiënt. Ongeveer 30 tot 40 procent van de patiënten lijdt aan die ernstige vorm van MDS en loopt een verhoogd risico dat er kwaadaardige beenmergcellen worden aangemaakt, wat kan lei-den tot acute leukemie. MDS komt heel zelden voor bij twintigers en dertigers en het is dus een typische ouderdoms-ziekte. De precieze oorzaak is niet gekend, maar meestal gaat

het om contact met bepaalde chemische stoffen, blootstelling aan benzeen, chemo- en radio-therapie. Het gebeurt dat MDS de kop opsteekt na een eerdere behandeling tegen kanker.

Complexe behandeling“Er bestaat niet één mirakelbe-handeling tegen MDS, maar de meest efficiënte is een beenmerg-transplantatie. In de vergelijking met de moestuin komt dat erop neer dat we de aarde wegschep-pen en nieuwe aanvoeren”, ver-klaart dr. Delforge. “Bij jonge mensen gaan we onmiddellijk op zoek naar een beenmergdonor, bij oudere patiënten is een trans-plantatie eerder uitzonderlijk.”“Andere behandelingen zijn complex omdat ieder type, zelfs iedere fase van MDS een speci-fieke aanpak vereist”, verklaart dr. Delforge. Toch onderscheidt hij drie behandelingscategorieën. Een eerste bestaat uit het onder-steunen van het zwakke been-merg om de evolutie naar acute leukemie af te remmen. De aan-maak van de getroffen bloedcel-len wordt daarbij gestimuleerd. EPO is bijvoorbeeld een effici-ent middel om de aanmaak van

rode bloedcellen te bevorderen. “Als we de vergelijking met een moestuin doortrekken, komt een dergelijke behandeling neer op het bemesten van de bodem. Het heeft een tijdelijk effect, maar we kunnen de nood aan een transfusie verminderen en de levenskwaliteit van de pati-enten ermee verbeteren”, zegt dr. Delforge. De tweede behande-ling is een radicale aanpak met chemotherapie. Deze kan tijde-lijk succesvol zijn bij patiënten in evolutie naar acute leukemie, maar zal de ziekte maar heel zel-den genezen. Bovendien moet de patiënt vaak wekenlang in het ziekenhuis blijven en is die therapie vaak te zwaar voor de oudere MDS-patiënt. De derde strategie houdt het midden tus-sen de ondersteunende behan-deling en chemotherapie. “Met medicatie beïnvloeden of modu-leren we het afweersysteem om de bloedwaarden te verbeteren”, legt dr. Delforge uit. “Een be-langrijke vooruitgang is ook het beïnvloeden van de zogenaamde DNA-methylatie. Medicatie zorgt daarbij voor een chemische inwerking op het DNA van de patiënt. Beenmergcellen kunnen

daardoor beter uitrijpen en de evolutie naar leukemie wordt ge-remd.” Deze laatste behandeling is nog nieuw en zal binnenkort terugbetaald worden aan MDS-patiënten met een hoog risico op ontwikkeling van leukemie. “Om de levenskwaliteit van de patiën-ten optimaal te houden, doen we de behandeling met medicatie via een daghospitalisatie”, zegt Del-forge. De patiënten moeten wel intensief worden opgevolgd om-dat genezen patiënten hervallen of omdat de behandeling niet het gewenste effect heeft en soms he-lemaal niet aanslaat. In dat laat-ste geval grijpen we terug naar ondersteunende maatregelen: infecties trachten te vermijden en regelmatige bloedtransfusies. Zelfs met die ondersteunende maatregelen slagen we erin de le-vens van onze patiënten vaak met een aantal jaren te verlengen.”

OntijzeringstherapieDe veelvuldige bloedtransfusies zorgen er wel voor dat het li-chaam overmatig veel ijzer op-slaat. Zonder behandeling kan dit zware gevolgen hebben voor de lever en het hart. De patiënt moet ontijzeringstherapie onder-gaan om de ijzerreserves in het lichaam terug te brengen tot het punt waarop ijzerintoxicatie geen bedreiging meer is. De patiënt neemt de zogenaamde ijzerche-latoren, die de uitscheiding van ijzer uit het lichaam stimuleren, zelf in. “Tot voor enkele jaren stonden langdurige infusies met Desferal - tot 12 uur per etmaal - een normaal sociaal leven in de weg. De komst van orale ijzer-chelatoren zoals Exjade is voor de patiënten een echte bevrijding”, klinkt het bij de specialisten.

Myeolodysplasie (MdS) is een ziekte van het beenmerg, waarbij de productie van bloedcellen ernstig verstoord is. Het beenmerg maakt bij een gezond mens enkele miljoenen bloedcellen per seconde aan. bij iemand die aan MdS lijdt, ligt het aantal gezonde cellen veel lager. “Je kunt die verminderde productie best vergelijken met een moestuin waarvan de oogst tegenvalt omdat de grond verschraald is”, zegt prof. dr. delforge (k.u.leuven).

tEkSt: bJorn cocquyt

Symptomen MDSAfhankelijk van de getroffen bloedcellen:Rode bloedcellen: Vermoeidheid Kortademigheid Hartkloppingen Concentratiestoornissen Emotionele klachtenWitte bloedcellen: Gemakkelijk infecties oplopen Infecties genezen slechtBloedplaatjes: Het bloed stolt moeilijk: het tandvlees blijft lang bloeden na het poetsen Blauwe plekken Spontane bloedneuzen

Consulteer uw arts indien u zou lijden aan één van de volgende symptomen

Prof. Dr. Michel Delforge K.U.Leuven

Uw partner in hematologie

www.novartis.com

ON

CO

- O

G -

10/0

8 -

5153

© iS

tock

phot

o

Page 16: KanKerdoc.mediaplanet.com/all_projects/4032.pdf · Kanker blijft een moeilijk te vatten ziekte, misschien wel de moeilijkste van allemaal. Of u nu patiënt, ouder, man, vrouw, jong

lifeinspiringideas

Als wereldleider van de farmaceutische industrie is het onze

roeping om medicijnen te ontwikkelen die zieken genezen en de

levenskwaliteit van patiënten verbeteren op 7 therapeutische

gebieden met, onder meer recente ontwikkelingen inzake borst-,

prostaat- en longkanker.

Elke dag opnieuw zet ons devies ‘life inspiring ideas’ ons aan

om nieuwe wegen in te slaan, met als doel hechte en duurzame

relaties uit te bouwen en bij te dragen aan eenieders ontplooiing.

3052

/10-09