EEN UITGAVE VAN DE VERKEERSMETHODE VAN VEILIG VERKEER NEDERLAND | SCHOOLJAAR 2019 - 2020

Jeugd Verkeerskrant – Groep 7/8

Olé, olé voor het OVles

11 & 12

Les 11 – Start

Bekijk samen het filmpje op het digibord. Geef daarna antwoord op de vragen.

a. Wat vond je van de bekeuring?

b. Leg je antwoord uit.

Dit ontdek je:

Ik kan de gedragsafspraken

die gelden voor het reizen met het openbaar vervoer

benoemen.

Ik kan een route plannen met het

openbaar vervoer met behulp van een

routeplanner.

Ik besef dat ik zelf kan kiezen wat voor gedrag ik laat zien als passagier in het openbaar vervoer.

Ik laat zien dat ik de informatie bij een

halte of station kan interpreteren.

2 Olé, olé voor het OV

Zo zit dat… met afspraken voor reizen met het openbaar vervoer• Laat passagiers die uitstappen voorgaan. Als iedereen is uitgestapt, mag jij instappen.• Bij het in- en uitstappen van een bus of tram moet je soms oversteken. Let dan goed op het andere verkeer.• Steek nooit vlak voor en achter een bus of tram over.• Ga zitten als er plaats is.• Sta op voor mensen die oud zijn of slecht ter been.• Moet je blijven staan? Houd je dan goed vast. Zet je bagage zo neer dat anderen er geen last van hebben. Dus niet op een

zitplaats of midden in het gangpad.• Bel je met je smartphone? Praat niet al te hard en houd het gesprek kort.

Bekijk de animaties! • Zo zit dat… met het openbaar vervoer• Zo zit dat… met reizen met de bus• Zo zit dat… met reizen met de trein

• Zo zit dat… met reizen met de metro• Zo zit dat… met reizen met de tram

1 – Met de trein

1

a. Kijk naar tekening 1. Aan welke afspraken houden de kinderen zich wel?

b. Aan welke afspraak houden de kinderen zich niet?

c. Wat vind je daarvan?

d. Kijk naar tekening 2. Aan welke afspraken houdt Lisa zich niet?

e. Wat zou jij doen als je de meneer was?

f. Leg je antwoord uit.

Ik bel je straks wel

even terug!

‘En kilometers

spoor schieten onder mij door...’

2

Olé, olé voor het OV 3

2 – Met de bus

a. Wie houdt of houden zich niet aan de gedragsafspraken? Zet hier een cirkel om.

b. Leg je antwoord uit.

c. Wat kan er gebeuren?

3 – Goed plannen

Ga naar de reisplanner van de NS: ns.nl/reisplanner of gebruik de NS-app. Geef daarna antwoord op de vragen.

a. Je moet op 13 januari 2020 om 15:30 uur op Utrecht Centraal zijn. Je vertrekt van station Groningen.

Welke trein neem je?

Ik neem de trein richting:

Die trein vertrekt om:

Van spoor:

b. Je moet op 28 januari 2020 om 13:00 uur in Apeldoorn zijn. Je vertrekt van station Schagen. Hoe reis je hiernaar-toe met de trein?

Je neemt de trein van uur richting .

Om uur stap je uit in .

Daar neem je om uur de trein richting .

Om uur kom je aan in .

c. Hoeveel kost de reis uit vraag b? Je reist in je eentje. Je hebt geen kortingskaart en je zit in de 2e klas.

De reis van Schagen naar Apeldoorn kost € .

d. Is de ritprijs uit vraag c goedkoper dan een dagkaart?

Ja / Nee, de reis is goedkoper / duurder dan € 50,60.

4 Olé, olé voor het OV

1 1

4 – Goede informatie

Klaar?

Kies een leuke Kiezen maar!

opdracht uit op het werkblad.

Wat kies jij?

Je mag nooit meer

met de trein reizen.

Je mag nooit meer met de bus reizen.

OfOpdrachten nagekeken?Doe samen de Kijk terug quiz van deze les op het digibord.

Bekijk de foto van het informatiebord.

a. Wat is het eindstation van deze trein?

b. Hoe laat vertrekt deze trein?

c. Wat betekent 18b?

d. Kun je met deze hele trein naar Weert?

e. Hoe laat vertrekt de volgende trein op dit perron?

f. Hoe laat vertrekt de volgende trein naar Heerlen?

Dilemma

Olé, olé voor het OV 5

Bekijk eerst samen het filmpje op het digibord. Geef daarna antwoord op de vragen.

Les 12 – Start

Dit ontdek je:

Ik kan uitleggen waar ik rekening

mee moet houden bij elektrische

voertuigen.

Ik kan uitleggen waar je veilig kunt

spelen.

Ik besef dat ik ander verkeer niet altijd zie of hoor.

Ik wil mezelf en andere

weggebruikers niet in gevaar brengen als ik loop of speel.

a. Zou jij een elektrische fiets willen hebben?

Ja Nee

b. Leg je antwoord uit.

6 Olé, olé voor het OV

Bekijk de animatie!• Zo zit dat… met speelvoertuigen

Zo zit dat… met elektrische voertuigen• Elektrische auto’s hebben een stille motor, die hoor

je niet. • Een elektrische fiets kan sneller dan een gewone fiets.

Zo zit dat… met een 30 km-gebied• Een 30 km-gebied herken je aan dit bord.

• Een 30 km-gebied is een gedeelte van een plaats of wijk, waar bestuurders niet sneller mogen rijden dan 30 km per uur.

• Verder gelden alle normale verkeersafspraken.

Zo zit dat… met een erf• Een erf herken je aan dit bord.

• In een erf mag niemand sneller rijden dan 15 km per uur. • In een erf mag je overal lopen, fietsen en spelen.

Je mag anderen daarbij niet hinderen.• Auto’s mogen in een erf alleen parkeren op aangegeven

plaatsen.

1 – Elektrische voertuigen

1 2

a. Kijk naar foto 1. Bram fietst op een elektrische fiets. Wie heeft voorrang?

Bram Wieke

b. Waar moet Bram rekening mee houden?

c. Kijk naar foto 2. De auto is een elektrische auto. Waar moet Britt rekening mee houden?

d. Leg je antwoord uit.

G5

Bram

Wieke Britt

Olé, olé voor het OV 7

2 – Veilig spelen

3 – Goed of fout?

1 2

a. Kijk naar de foto’s. Wie houden zich aan de afspraken? Zet hier een bij.

b. Wat doen de anderen fout?

a. Kijk naar de foto’s. Waar kun je veilig spelen? Zet hier een bij.

b. Waarom kun je niet veilig spelen op de andere plekken?

1

4

2

5

3

6

4 – Buiten spelen

Kijk naar de tekening. Lees daarna wat de kinderen zeggen. Wie heeft gelijk? Geef hem of haar een . Er zijn twee antwoorden goed.

Klaar?

Kies een leuke Kiezen maar!

opdracht uit op het werkblad.

Opdrachten nagekeken?Doe samen de Kijk terug quiz van deze les op het digibord.

De kinderen houden zich niet aan de afspraken, want je mag hier niet racen met

je fiets.

Je mag hier overal spelen.

Je mag dus ook racen met je

fiets.

Je mag hier racen met je

fiets, zolang je anderen niet

hindert.De kinderen fietsen in een 30 km-gebied.

De kinderen fietsen in een erf.