Jaardocument 2011

Jaardocument 2011

Stichting Prisma

Jaardocument 2011 Stichting Prisma 2


Inhoudsopgave

1. Uitgangspunten van de verslaglegging 7

2. Profiel van de organisatie 9

2.1. Algemene identificatiegegevens 9

2.2. Structuur van de organisatie 9

2.2.1. Juridische structuur 9

2.2.2. Inrichting van de organisatie 9

2.2.2.1 Managementstructuur 9

2.2.2.2 District- en sectormanagers 10

2.2.2.3 Teamleiders 10

2.2.2.4 Staf, Bedrijfsondersteuning en Zorgexpertise 10

2.2.2.5 Kernactiviteiten van stafmedewerkers Raad van Bestuur 11

2.2.2.6 Kernactiviteiten van Prisma HRM 11

2.2.2.7 Kernactiviteiten van Financiën en Beheer 11

2.2.2.8 Kernactiviteiten van Informatisering en Facilitair 12

2.2.2.9 Kernactiviteiten van Prisma Zorgexpertise 12

Organigram 12

2.3. Kerngegevens 13

2.3.1. Kernactiviteiten en nadere typering 13

2.3.2. Cliënten, capaciteit, productie, personeel en opbrengsten 14

2.3.3. Werkgebieden 15

2.4. Samenwerkingsrelaties 17

3. Bestuur, toezicht, bedrijfsvoering en medezeggenschap 21

3.1. Normen voor goed bestuur 21

3.2. Raad van Bestuur 21

3.3. Raad van Toezicht 22

3.4. Bedrijfsvoering 25

3.5. Cliëntenraad 26

3.6. Ondernemingsraad 28

4. Beleid, inspanningen en prestaties 31

4.1. Meerjarenbeleid 31

4.2. Algemeen beleid verslagjaar 32

4.2.1. PR en Communicatie 34

4.2.2 Vastgoed en huisvesting 34

4.2.3 Informatievoorziening en automatisering 36

4.2.4 Inkoop en contractering 39

4.2.5 Verzekeringen 40

4.2.6 Wmo 40

4.2.7 Fondsenwerving 40

4.3 Algemeen kwaliteitsbeleid 41

4.4 Kwaliteitsbeleid ten aanzien van cliënten 41

4.4.1 Kwaliteit van zorg 42

4.4.1.1 Aanvang van zorg en voorwaarden 42

4.4.1.2 De zorgpraktijk

Zorg en expertise

POP

Medezeggenschap

Netwerken

Deskundigheidsbevordering voor cliënten

Meer Mens


Crisisopvang

Zorg en Ethiek 45

4.4.1.3 Resultaten in zorg 48

4.4.1.4 Reflectie op zorg 52

4.4.2 Zorg en veiligheid 52

4.4.2.1 Medewerkerveiligheid-Incidentmeldingen-Cliëntveiligheid (MIC) 52

4.4.2.2 Medicatie 53

4.4.2.3 Vrijheidsbeperkende maatregelen en ‘Ban de Band’ 54

4.4.2.4 Seksualiteit 54

4.4.2.5 Veiligheid en techniek 55

4.4.2.6 Arbo, bedrijfshulpverlening en brandveiligheid 55

4.4.2.7 Gevaarlijke en schadelijk stoffen 55

4.4.3 Klachten cliënten 56

4.5 Kwaliteit ten aanzien van medewerkers 56

4.5.1 Personeelsbeleid 56

4.5.1.1 Algemene doelstellingen personeelsbeleid 56

4.5.1.2 Imago, instroom en uitstroom 57

4.5.1.3 Loopbaan en ontwikkeling 58

4.5.1.4 Scholing 59

4.5.1.5 Beroepspraktijkvorming 59

4.5.2 Kwaliteit van het werk 60

4.5.2.1 Verzuim 60

4.5.2.2 Arbo-beleid 61

4.5.2.3 Klachtenregeling medewerkers 62

4.5.2.4 Wet- en regelgeving 62

4.5.2.5 Vrijwilligers 62

4.6 Samenleving 63

4.6.1 Commissie Maatschappelijke Verantwoording en Verantwoordelijkheid (MVV)

4.6.2 Duurzaamheid 63

4.7 Financieel beleid 64

5 Jaarrekening 2011 65

5.1 Geconsolideerde jaarrekening 65

5.1.1 Geconsolideerde balans per 31 december 2011 65

5.1.2 Geconsolideerde resultatenrekening over 2011 66

5.1.3 Geconsolideerd kasstroomoverzicht over 2011 67

5.1.4 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling 68

5.1.4.1 Algemeen 68

5.1.4.2 Grondslagen van waardering van activa en passiva 68

5.1.4.3 Grondslagen van resultaatbepaling 69

5.1.5 Toelichting op de geconsolideerde balans 71

5.1.6 Geconsolideerd mutatieoverzicht materiële vaste activa/financiële vaste activa 80

5.1.6.1 WTZi-vergunningsplichtige vaste activa 80

5.1.6.2 WTZi-meldingsplichtige vaste activa 81

5.1.6.3 WMG-gefinancierde vaste activa 82

5.1.6.4 Kleinschalige Woonvoorzieningen 83

5.1.6.5 Niet-WTZi/WMG-gefinancierde materiële vaste activa/financiële vaste activa 84

5.1.7 Specificatie ultimo boekjaar onderhanden projecten (Geconsolideerd) 85

5.1.8 Overzicht langlopende schulden ultimo 2011 85

5.1.9 Toelichting op de geconsolideerde resultatenrekening 86

5.1.10 Balans per 31 december 2011 (na resultaatbestemming) 93

5.1.11 Enkelvoudige resultatenrekening over 2011 94

5.1.12 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling 94

5.1.12.1 Algemeen 94


5.1.13 Toelichting op de enkelvoudige balans 95

5.1.14 Enkelvoudig mutatieoverzicht materiële vaste activa/financiële activa 103

5.1.14.1 WTZi-vergunningsplichtige vaste activa 103

5.1.14.2 WTZi-meldingsplichtige vaste activa 104

5.1.14.3 WMG-gefinancierde vaste activa 105

5.1.14.4 Kleinschalige Woonvoorzieningen 106

5.1.14.5 Niet-WTZi-WMG-gefinancierde materiële vaste activa/financiële vaste activa 107

5.1.15 Specificatie ultimo boekjaar onderhanden projecten en gereedgekomen projecten 108

5.1.16 Overzicht langlopende schulden ultimo 2011 108

5.1.17 Toelichting op de enkelvoudige resultatenrekening 109

5.1.18 Vaststelling en goedkeuring jaarrekening 114

5.2 Overige gegevens 114

5.2.1 Statutaire regeling resultaatbestemming 114

5.2.2 Resultaatbestemming 114

5.2.3 Gebeurtenissen na balansdatum 114

5.2.4 Controleverklaring 115

Lijst met veelgebruikte afkortingen


1. Uitgangspunten van de verslaglegging

Stichting Prisma werkt volgens de Zorgbrede Governancecode 2010. Deze code biedt een richtinggevend

normenkader voor goed bestuur en goed toezicht. Daarnaast biedt de code een helder referentiekader

voor de verdeling van taken en bevoegdheden van de Raad van Toezicht en de Raad van Bestuur. De

code geeft ook richtlijnen voor de werkwijze van beide organen.

De duurzame relatie en dialoog – met onze cliënten en met elkaar – staan hoog in het vaandel van

Prisma. Met de vier kernwaarden geven we dat vorm: aangaan, erbij horen, verantwoord en eigentijds

wijs. We vragen onze cliënten en medewerkers ook periodiek hoe ze onze dienstverlening en onze

contacten ervaren. We investeren continue in de ontwikkeling van onze cliënten en medewerkers. We

leggen actief verantwoording af aan en zijn transparant in ons handelen voor alle stakeholders.

De veranderende vragen van cliënten en van de samenleving zijn onze grootste inspiratiebron. Stichting

Prisma is gevoelig voor deze signalen en spant zich maximaal in om, binnen de kaders van onze

kernwaarden, adequate en efficiënte antwoorden te formuleren. We maken de kernwaarden in ons

dagelijks handelen zichtbaar, voelbaar en toetsbaar. In ons handelen is de toegevoegde waarde voor

cliënten (direct of indirect) het belangrijkste referentiekader.

Prisma kiest ervoor om de tegenstellingen met elkaar te verenigen in haar werkwijze:

• Sturing en ruimte

• Warme zorg en zakelijkheid

• Meer met minder

In 2011 is er veel aandacht geweest aan het ‘Huis op orde brengen’. In 2010 hebben we de organisatie

overzichtelijk ingericht. Iedere teamleider heeft zijn teamjaarplan gemaakt met als leidraad de

kaderbrief. Moderne ICT-middelen zijn ingezet. We zijn gaan werken met een modern digitaal

roostersysteem. De zorglogistiek is uitgewerkt en een aantal zorgprogramma’s zijn beschreven.

In hoofdstuk 2 van dit jaardocument kunt u lezen hoe de structuur van Prisma eruit ziet. De

kerngegevens van Prisma worden vermeld en uit gedetailleerde overzichten wordt duidelijk hoe de

districten en sectoren zijn ingedeeld. In 2.4 wordt verantwoord wie onze belangrijkste externe

samenwerkingsrelaties zijn en wat we met hen hebben bereikt. Hoofdstuk 3 gaat over de taakverdeling

tussen de verschillende organen en onderdelen van de Stichting. In het volgende hoofdstuk wordt verslag

gedaan over het beleid en de prestaties van het verslagjaar 2011. Duidelijk wordt hier dat er hard is

gewerkt door alle betrokkenen. De financiële gegevens vindt u in hoofdstuk 5.

Er is veel om tevreden over te zijn. Daarnaast zijn er vanzelfsprekend ook voldoende uitdagingen om

zaken te verbeteren. Wij willen alle medewerkers en overige betrokkenen die hebben bijgedragen aan het

tot stand komen van ons beleid en de geleverde prestaties in het voorbije jaar bedanken voor zijn of haar

inbreng.

Waalwijk, mei 2012

drs. P.J.G. Nouwens voorzitter Raad van Bestuur

J. de Bruin lid Raad van Bestuur


2. Profiel van de organisatie 2.1 Algemene identificatiegegevens

Naam verslagleggende rechtspersoon Stichting Prisma

Adres Biesbosweg 14

Postcode 5145 PZ

Plaats Waalwijk

Telefoonnummer 0416 – 67 13 00

Identificatienummer Kamer van Koophandel 41100695

E-mailadres [email protected]

Internet www.prismanet.nl

2.2 Structuur van de organisatie 2.2.1 Juridische structuur

Prisma heeft de rechtsvorm van een stichting en is gevestigd in Waalwijk. Alle zorglocaties van Stichting

Prisma liggen in de provincie Noord-Brabant.

2.2.2 Inrichting van de organisatie

De bestuursstructuur van Prisma is statutair bepaald en heeft als uitgangspunt het Raad van

Toezichtmodel. De Raad van Toezicht toetst het beleid van de Raad van Bestuur en staat deze met

reflectie terzijde. Hierbij staat de maatschappelijke legitimiteit van Prisma voorop. De Raad van Toezicht

heeft het bestuur van de stichting opgedragen aan de Raad van Bestuur. De activiteiten van de Raad van

Toezicht in 2011 zijn beschreven onder 3.4.

Medezeggenschap van cliënten is binnen Prisma georganiseerd in een Centrale Cliëntenraad en een

aantal Locatie Cliëntenraden. Voor de medezeggenschap van medewerkers is een Ondernemingsraad

actief. Over de feitelijke medezeggenschap in 2011 leest u meer onder 3.5 en 3.6.

2.2.2.1 Managementstructuur

Binnen Prisma zijn drie besturingsniveaus aanwezig:

• Strategisch. Dit is het speelveld van de Raad van Bestuur, de managers en de staf.

• Tactisch. Op dit speelveld bevinden zich de managers en de teamleiders.

• Operationeel. Het speelveld van de teamleiders, medewerkers en bedrijfsondersteuners.

In 2011 zijn de profielen van de verschillende managementfuncties scherper neergezet. De teamleider is

integraal verantwoordelijk voor het operationele beleid. Dat betekent:

‘Aanspreekbaar zijn op zorgkwaliteit en zorgkwantiteit, op personeelszorg, op het beheer van

budget en andere middelen; een en ander binnen vastgestelde kaders (beleid, teamjaarplan) en

rekening houdend met anderen binnen en buiten de organisatie’. Met andere woorden:

verantwoord bezig zijn en verantwoording afleggen. Situaties niet uit de weg gaan maar

aangaan.

De districten sectormanager is formeel aanspreekbaar op alle zaken die haar/zijn eenheid

betreffen. Dus de manager zorgt dat er goed op elkaar afgestemde jaarplannen komen, zorgt

voor de aansturing van teamoverstijgende projecten, voor de verantwoording en bijsturing van

jaarplannen. De hiërarchische positie van de manager is helder, evenals de coachende wijze

van aansturen. Dat betekent: steeds in dialoog, samen zoeken naar oplossingen, samen het

leerproces benadrukken, verantwoordelijkheden delegeren en op dat proces reflecteren.

De basishouding van de bedrijfsondersteuner is: Hoe kan ik jou concreet helpen? Welk


probleem heb je? Wat voor mogelijkheden zijn er? Samen met de teamleider/manager zoeken

naar de ruimte binnen de kaders, die door de Raad van Bestuur zijn gesteld.

Ondersteuners zorgen ervoor dat de systemen op orde zijn, er kennis aanwezig is en maken

duidelijke afspraken. Onderling vindt binnen de bedrijfsondersteuning goede afstemming

plaats om de ondersteuning zo effectief en efficiënt te organiseren.

Vanuit deze uitgangsposities is er een vruchtbare samenwerking ontstaan die heeft geleid tot een

goed resultaat voor Prisma.

2.2.2.2 District- en sectormanagers

De kern van hun functie is:

• het leiding geven (sturen, coachen, toetsen, inspireren) van teamleiders en met op de achtergrond

als doel de kwaliteit van teams en teamleden;

• het leveren van een bijdrage aan het instellingsbeleid;

• het verbinden van beleid en uitvoering: van bestuur en praktijk;

• de afstemming tussen lijn (teamleiders) en staf (ondersteuning) regelen;

• toezien op de toepassingskwaliteit van het sturingsinstrumentarium;

• het gezamenlijk sturen op dwarsverbindingen tussen teams en districten;

• de processturing en kwaliteitsbewaking van de planning en control cyclus;

• de tactische afstemming met externe ketenpartners;

• fungeren als accountmanager voor belangrijke externe partners (gemeenten);

• evaluatie van de samenwerking met ketenpartners.

Er zijn zes managers voor de verschillende onderdelen van Prisma, namelijk:

• de drie districten voor specifieke zorg

• de sector arbeid en dagbesteding

• de sector specialistische zorg

• de sector reguliere zorg

2.2.2.3 Teamleiders

Elk team heeft een teamleider. Een teamleider kan leiding geven aan meer (twee tot drie) teams en heeft

(in totaal) vijftien tot zestig medewerkers. De teamleider is de operationeel leidinggevende die integraal

verantwoordelijk is en – dus – aanspreekbaar is op alle facetten van het teamfunctioneren en het

teamresultaat. Dit betekent dat de teamleider behalve op de zorginhoud, ook aanspreekbaar is op

personeelszorg en beheeraspecten.

De kern van hun functie:

• is primair gericht op de kwaliteit van het primaire proces en het teamresultaat;

• is present voor het team. Hij/zij kent en is aanspreekbaar voor medewerkers en cliënten/verwanten;

• coacht medewerkers en het team op het nemen van eigen verantwoordelijkheid en het oplossen van

de eigen vraagstukken;

• legt verantwoording af over het functioneren aan de district-/sectormanager;

• is zowel sturend als coachend, toetsend en ondersteunend voor teamleden en het team;

• houdt de functioneringsgesprekken en leidt de teamevaluatie;

• is direct betrokken bij belangrijke besprekingen over de zorg en vult gaten op als dat nodig is;

• staat op een gelijkwaardige manier ook als leidinggevende midden in het team;

• is aanspreekbaar op de (functionele) afstemming met collega teamleiders en met externen.

2.2.2.4 Staf, Bedrijfsondersteuning en Zorgexpertise

De secretaris van de Raad van Bestuur, de stafmedewerker Kwaliteit en certificering en de afdeling PR en

Communicatie vormen de staf die de Raad van Bestuur adviseert over verschillende beleidsterreinen. Er

is een vacature voor een Concerncontroller. Prisma Bedrijfsondersteuning bestaat uit de afdelingen HRM,


Financiën en Beheer en Informatisering en Facilitair. Zorgexpertise bestaat uit de afdelingen Entree,

Behandeling en het Gezondheidscentrum.

2.2.2.5 Kernactiviteiten van stafmedewerkers Raad van Bestuur

• Ontwikkelen van een geïntegreerd meerjarenbeleid.

• Regie van het bestuursproces.

• Procedures, bestuurlijke, juridische en organisatorische vraagstukken en ondersteunen bij

veranderingen en implementatie van beleid.

• Coördinatie van vergaderingen Raad van Bestuur, Raad van Toezicht, Ondernemingsraad en

• Centrale Cliëntenraad.

• Externe waarneming Raad van Bestuur.

• Monitoring, Planning & Control.

• Kwaliteitsbewaking en –bevordering van beeld-, oordeels- en besluitvorming en van de

• uitvoering van besluiten.

• PR en Communicatie, (intern en extern).

• Fondsenwerving en sponsoring.

• Meervoudige publieke verantwoording.

• Internet/Intranet contentbeheer.

• Kwaliteit HKZ.

• Auditing Prismabreed.

2.2.2.6 Kernactiviteiten van Prisma HRM

• Ontwikkelen van een geïntegreerd meerjaren personeelsbeleid.

• Primaire, secundaire en tertiaire arbeidsvoorwaarden.

• Verzuimbeleid.

• Werving en selectie.

• Arbodienstverlening en re-integratie-instrumenten.

• Deskundigheidsbevordering.

• BPV (beroepspraktijkvorming).

• Loopbaanontwikkeling en persoonlijke ontwikkeling.

• Personeelsadministratie.

• Advisering van de Raad van Bestuur bij overleg met de Ondernemingsraad en vakbonden.

2.2.2.7 Kernactiviteiten van Financiën en Beheer

• Ontwikkeling van een geïntegreerd, meerjaren financieel en economisch beleid.

• Onderhandelen met lokale overheidsinstellingen, leveranciers en contractpartners over

• financiering en begroting.

• Adviseren over begrotingsmutaties en accountantscontrole.

• Jaarrekening en jaarverslag.

• Ontwikkelen begrotingsrichtlijnen, opstellen begroting en meerjaren ramingen.

• Adequaat financieel informatiesysteem en functioneel applicatiebeheer.

• Treasury-management.

• Liquiditeitenbeheer.

• Periodiek risicoanalyses.

• Ontwikkelen, beheren en uitvoeren van managementinformatie.

• Financiële administratie.

• Facturering.

• Salarisadministratie.

• Productie administratie.

• AZR verwerking (controle en specialistische ondersteuning).


2.2.2.8 Kernactiviteiten van Informatisering en Facilitair

• Ontwikkelen van een geïntegreerd meerjaren informatievoorziening en automatiseringsbeleid.

• Beheer infrastructuur.

• Ontwikkelen en beheren van managementinformatie.

• Automatiseringsprojecten en contractvoorbereiding en onderhandeling.

• Beheer inkoop en onderhoudswerkzaamheden.

• Systeembeheer.

• Telefonie.

• Technisch applicatiebeheer.

• Domotica toepassingen op ICT gebied.

• Ontwikkelen geïntegreerd meerjaren facilitair beleid (inclusief inkoop en huisvesting).

• Veiligheidscontrole.

• Inkoop (inclusief voeding).

• Technische dienst.

• Coördinatie van nieuwbouw, verbouw en eventuele uitbesteding van activiteiten.

• Raamcontracten en contractonderhandelingen.

• Ontwikkelt procedures, richtlijnen en standaarden inzake beheer van gebouwen, inkoop en

• catering, schoonmaak- en onderhoudswerkzaamheden.

• HACCP.

• Legionella controle en bestrijding.

2.2.2.9 Kernactiviteiten van Prisma Zorgexpertise

• Ontwikkelen geïntegreerd meerjaren medisch, agogisch en gezondheidsbeleid.

• Ontwikkelen behandelmethodes en zorgprogramma’s.

• Het opname-, overplaatsing- en ontslagbeleid.

• Beheren kenniskaart van expertise.

• Realisatie en bewaking van het medisch ethisch beleid.

• Indicatieservice.

Organigram Stichting Prisma


2.3 Kerngegevens 2.3.1 Kernactiviteiten en nadere typering

Stichting Prisma biedt zorg en ondersteuning in de vorm van de volgende AWBZ-functies:

• Persoonlijke verzorging

• Verpleging

• Begeleiding

• Behandeling

• Verblijf

Deze zorg en ondersteuning biedt Prisma aan cliënten met de volgende aandoeningen, beperkingen,

stoornissen of problemen:

• Verstandelijke handicap

• Lichamelijke handicap

• Psychiatrische aandoening

• Zintuiglijke handicap of communicatieve stoornis

• Psychogeriatrische aandoening of beperking

• Psychosociale problemen

• Somatische aandoening of beperking

Stichting Prisma is georganiseerd in districten en sectoren.

• Sector Regulier

In deze sector horen die zorgvragen die binnen een reguliere omgeving (zo normaal als mogelijk, in

de wijk) goed worden ondersteund.

• Sector Specialistisch

Specialistische zorg is zorg voor een cliënt en/of cliëntsysteem waarbij sprake is van ernstige fysieke

beperkingen waarbij (vaak) technische hulpmiddelen noodzakelijk zijn om het leven te behouden

en/of ernstige gedragsproblemen dan wel een psychiatrische stoornis waarbij diagnose en

begeleidingsstijl onduidelijk, tegenstrijdig en/of crisis interveniërend zijn. Specialistische zorg

kenmerkt zich door een gespecialiseerde, integrale en doelgerichte aanpak; een nadrukkelijk

samenhangend beleid in ondersteuning en behandeling. Specialistische zorg gaat uit van effectief

gebleken methodieken, dan wel onderzoekstrajecten. Zij kent een eigen zorgprogrammering,

opgebouwd uit diagnostische benadering, gespecialiseerde begeleiding en behandeling. De zorg is

tijdelijk en zij gaat uit van een helder uitgeschreven zorgpad, met een duidelijk begin en einde.

• Specifieke zorg in districten Zuid, Noord en West

Hieronder vallen alle zorgvragen met de grondslag VG, waarbij er naast de beperking als gevolg van

de verstandelijke handicap, sprake is van bijkomende problematiek (dubbele problematiek). Het gaat

hier om cliënten met gedragsproblematiek met CEP-score 3 en 4, somatische problematiek of

bepaalde ziektebeelden De zorgvragen binnen deze sector vragen specifieke voorwaarden en

deskundigheid. Via zorgprogramma’s en zorgpaden wordt de ondersteuning gereguleerd.

• Sector dagbesteding, arbeid en vrije tijd

Onder deze sector vallen alle dagvoorzieningen, behalve die waar specialistische dagbesteding wordt

geboden.


2.3.2 Cliënten, capaciteit, productie, personeel en opbrengsten

Cliënten, capaciteit, productie, personeel en opbrengsten

Cliënten Aantal

Per einde verslagjaar

Cliënten met zorg en met verblijf 2284

ZZP-cliënten met zorg en verblijf 1106

Cliënten met dagactiviteiten 402

Extramurale cliënten (excl. cliënten dagactiviteiten) 776

Capaciteit

Beschikbare plaatsen met verblijfszorg 1133

Productie

Dagen met zorg en verblijf* 378.092

ZZP-dagen met zorg en verblijf 377.225

Dagdelen dagactiviteiten 100.888

Uren extramurale productie (excl. dagactiviteiten) 188.893

Personeel

Personeelsleden in loondienst 2298

FTE 1318

Bedrijfsopbrengsten Bedrag

Per einde verslagjaar

Totaal € 101.590.640,-

Waarvan Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten € 96.594.954,-

Waarvan Overige bedrijfsopbrengsten € 4.995.686,-

*Inclusief verblijfscomponent en crisisopvang


2.3.3 Werkgebieden

District specifiek Noord

Gemeente Plaats Voorziening

Geertruidenberg Raamsdonksveer

Brejaartstraat 4-6, Theresiastraat 19, Hoge Donk,

Lutteldonk, Molenweer, Theresiastraat 23/Brejaartstraat 2,

Grote Kerkstraat, Vijfhoevenlaan, Zaterdagopvang

Raamsdonk Lange Broekstraat/Logeerboerderij

Geertruidenberg Venestraat, Burg. Meijerstraat, Commandeurstraat

Woudrichem Woudrichem Wethouder de Joodestraat

Aalburg Wijk en Aalburg Fresiastraat

Genderen Kelderstraat

Loon op Zand Kaatsheuvel Magnoliastraat, Brabanthof/Vierspant

Waalwijk Waalwijk Anna van Burenstraat, Grotestraat, Voorweiden

Loon op Zand Loon op Zand van Rijckevorselstraat

Dongen Dongen Tooropstraat, Prinses Amaliastraat, Bergmolenstraat

Heusden Drunen Grotestraat, Joost van den Vondellaan

‘s-Hertogenbosch Rosmalen Spirealaan

Werkendam Sleeuwijk Vlietstraat

Oosterhout Oosterhout Molenstraat

Drimmelen Lage Zwaluwe Nieuwstraat

Ambulant Specifiek Noord

District specifiek West


Oosterhout Oosterhout Rutselboslaan, Buurstede, Huize Limburgstraat

Breda Breda Groot IJpelaardreef, dr. Kuyperstraat

Bavel Vossenlaar

Prinsenbeek Kapelstraat

Teteringen Zuringveld

Drimmelen Made Fazantenlaan, Veestraat, Prinsenpolderstraat

Etten-Leur Etten-Leur Valpoort, Roosendaalseweg

Zundert Rijsbergen Laguitensebaan

Bergen op Zoom Bergen op Zoom Duitslandstraat, Bergse Baan, Spieringstraat

Roosendaal Roosendaal dr. Heijptstraat

Hilvarenbeek Hilvarenbeek Wildeman, Petershemstraat

Alphen-Chaam Chaam Kerkdreef

Ambulant West-West

Ambulant West-Oost

Ambulant West-Zuid


District specifiek Zuid


Haaren Biezenmortel

Mierennest 1b, Nachtegaallaan 2, Kievitsvlucht 2,

Kievitsvlucht 4, Hazepad 3, Kievitsvlucht 1, Paardendraf 2,

Paardendraf 4, Slakkengang 1, Hazepad 6, Mierennest 2,

Kievitsvlucht 6, Nachtegaallaan 1, De Reijt 26, Paardendraf

8, Kievitsvlucht 5, Hindeloop 1, Kievitsvlucht 3, Hindeloop 3,

Tilburg Berkel-Enschot Rosmolen/de Zicht

Oisterwijk Oisterwijk ‘t Schop

Nuenen Nuenen Jo van Dijkhof /WIN

Eindhoven Eindhoven Thomas à Kempislaan

Bladel Hapert Het Kaar /WIH

Sector arbeid en dagbesteding


Drunen/Breda ADAPT

Bergen op Zoom Bergen op Zoom AC Bergsebaan

Breda Breda AC-Groot IJpelaardreef

Etten-Leur Etten-Leur AC-Zundertseweg

Moerdijk Zevenbergen AC-Kristallaan

Oosterhout Oosterhout

AC-Lodewijk Napoleonlaan, AC-Griegstraat, AC-

Wilhelminakanaal Noord, AIC-Wilhelminakanaal Noord,

Trajectontwikkeling arbeid

Geertruidenberg Raamsdonksveer MFC-Theresiastraat, AC Varenstraat

Haaren Biezenmortel

AC-Kangoeroehofje 4 - 6, AC-Kangoeroehofje 3 - 5, AC-

Kangoeroehofje 8 - 10, AC-Nachtegaallaan 14, AC-Berepoot,

AC-Hazepad 4, AC-Nachtegaallaan 5/Keuterboerderij, AC-

Hindeloop, postagentschap, AC-Eendengracht 2/ut Atuljee en

bloemenkas Oase, AC-trajectontwikkeling arbeid, AC-

Hazepad 1/D’n Herd

AC-Kievitsvlucht 14/BSO ‘t Teigetje

Oisterwijk Oisterwijk AC-Kerkplein, AC-Nijverheidsweg

Loon op Zand Kaatsheuvel AC-Pannenhoef/ Paulus Potterplein

Waalwijk Waalwijk

AC-Balade horeca, AC-Zinkerweg, AC-Taxandriaweg, AC-

Wijnruitstraat

Heusden Vlijmen AC-Deken van Baarstraat/ PaspARToe

Alphen/Chaam Chaam AC-Kerkdreef


Sector regulier


Roosendaal Roosendaal Jagersberg

Moerdijk Zevenbergen Stationstraat

Breda Breda Ploegstraat, Bleekstraat

Tilburg Tilburg Valkenswaardstraat

Goirle Goirle Putven

Loon op Zand Loon op Zand Kerkstraat, De Doelen

Kaatsheuvel

Mgr. Volkertstraat, Pannenhoef Gerard de Nijshof,

Multatulihof

Dongen Dongen dr. Mollerstraat, Prins Hendrikstraat

Heusden Drunen

J. v.d. Meijdenstraat/Schoolstraat, Waegenburchtplein,

Torenstraat

Waalwijk Waalwijk Margrietstraat, Noorder Parallelweg, Balade, Koetshuislaan

Waspik Wilhelminastraat

Drimmelen Hooge Zwaluwe Burg. Godwaldstraat

Lith Oss Lutterweg

Geertruidenberg Raamsdonksveer Nachtzorgcluster

Tilburg Udenhout

Stationstraat, De Wouwerd, Kreitenmolenstraat 31, Klaproos,

Kreitenmolenstraat 154, 't Buske

Heusden Vlijmen Ovito

Ambulant regulier

Sector specialistisch


Werkendam Nieuwendijk De Singel

Hank ODC

Haaren Biezenmortel

Mierennest 1, Supportteam/achtervang, Hindeloop 2 crisis,

Vlindersteegje 1, Mierennest 7 ISA, Hindeloop 4, Paardendraf

6, AC-Kangoeroehofje 7 - 9, Hooghoutseweg 1A,

Hooghoutseweg 5, Mierennest 3-5, AC Kievitsvlucht 8, AC-

Hooghoutseweg 1

Waalwijk Waalwijk ODC Balade

Breda Breda Valkenierslaan, Weilustlaan

Geertruidenberg Raamsdonksveer Theresiastraat 16, 24, 26, 28, Beethovenlaan

2.4 Samenwerkingsrelaties Prisma onderhoudt vele relaties met andere organisaties, instellingen en bedrijven. Het zou te ver voeren

in de vermelding ervan volledigheid te betrachten. Hier wordt daarom volstaan met een selectie.

• In het onderzoeksprogramma Tranzo werkt de Universiteit van Tilburg structureel samen met

instellingen uit het veld die willen fungeren als koploper in hun sector op het gebied van innovatie in

combinatie met wetenschappelijk onderzoek. Prisma participeert hierin en neemt deel aan de

academische werkplaatsen. Dit duurzame samenwerkingsverband, dat een brug vormt tussen

wetenschap en praktijk, draagt bij aan kennisontwikkeling en innovatie van het zorgaanbod,


samenhang en integratie in de zorg en samenhangende condities in de woon-, werken

leefomgeving.

• In 2010 heeft Prisma met Novadic-Kentron een convenant gesloten ten behoeve van samenwerking

in multidisciplinair overleg over en behandeling van cliënten met een lichte verstandelijke beperking

in combinatie met verslavingsproblematiek. De samenwerking richt zich op:

• Concrete casussen

• Deskundigheidsbevordering

• Consultatie

• Ontwikkelen van methodieken

In 2011 is het samenwerkingsverband tussen Novadic-Kentron en Prisma verder gecontinueerd. Op

cliënt niveau vindt om de zes weken multidisciplinair overleg plaats. In 2011 zijn dertien cliënten

besproken zowel van Prisma als Novadic-Kentron waar expertise van beide is ingezet. Twee keer per

jaar is er overleg geweest met Novadic-Kentron en de besturen van alle partijen die door middel van

een convenant samenwerken met Novadic-Kentron.

• Eind april 2011 is vanuit de samenwerking met de GGZ-instelling De Viersprong in Halsteren en MST-

Nederland een start gemaakt met het aanbieden van MST-LVB. Een direct resultaat van de

samenwerking in 2010. Een startsymposium met veel belangstellenden en betrokken ketenpartners

bood inzicht in het project en de werkwijze van MST en waarom deze behandelmethode van belang is

voor jongeren tussen 12 en 18 jaar, met een lichte verstandelijke beperking en ernstige

gedragsproblemen of psychiatrische problematiek. Naast het belang van een stevige outreachende

werking, is het voorkomen van (gesloten) plaatsing een sterk motief. Dank zij de inzet en

medewerking van het Zorgkantoor West-Brabant konden de eerste cliënten en gezinnen in

behandeling worden genomen. In 2011 is de behandeling van tien gezinnen afgerond met een

positief resultaat. Een belangrijk onderliggend proces wordt het onderzoek naar de werkzaamheid en

de effectiviteit van multisysteemtherapie voor deze specifieke doelgroep. Daarvoor is een aantal

experts op het gebied van MST en LVB bij elkaar gezet en is een start gemaakt met de opzet van een

onderzoek pilot. Het project wordt uiteraard in 2012 verder uitgebouwd.

• Stichting Prisma werkt samen met de Koraalgroep en Lunetzorg op het gebied van de zorg voor

(jonge) licht verstandelijk gehandicapten met bijkomende problemen. De samenwerking krijgt

gestalte in het project Jong en Lastig. Dit project is een samenwerkingsverband op basis van

zorginhoudelijke motieven en is gericht op versterking van de maatschappelijke positie van jongeren

met een lichte verstandelijke beperking en op de verbetering van de ondersteuning en behandeling.

• De Riethorst-Stromenland is een zorgorganisatie voor verpleging en verzorging in Raamsdonksveer.

Deze organisatie biedt, op basis van samenwerkingsovereenkomsten en naar behoefte, nachtzorg,

huisartsenzorg, therapieën en verpleging aan cliënten van Prisma in de nabije omgeving.

• Thebe, zorgorganisatie in Midden- en West-Brabant, levert op basis van afspraken met Prisma,

diensten op het gebied van verpleging en verzorging.

• Prisma neemt deel in de Thesaurusgroep, een strategische alliantie bestaande uit diverse partijen in

het maatschappelijk middenveld, die destijds in het leven is geroepen om gezamenlijk antwoorden te

formuleren op de komst van de Wmo. Bij dit samenwerkingsverband sluiten steeds meer partijen aan

die meerwaarde zoeken en brengen in samenwerking en verbinding in wonen, welzijn en zorg.

Binnen de Thesaurusgroep zijn naast Prisma de volgende partijen actief: Casade Woondiensten,

Schakelring, RIBW Midden-Brabant, Thebe, Juvans en de Twern. De meest concrete projecten zijn:

Pannenhoef in Kaatsheuvel, BaLaDe en het Koetshuis in Waalwijk.

• In het kader van volwaardige dagbesteding en arbeid werkt Prisma samen met een groeiend aantal

bedrijven en organisaties waarbinnen cliënten van Prisma een zinvolle en zichtbare bijdrage leveren.

• Op het gebied van re-integratie en arbeidsdiagnostiek kent Prisma het organisatieonderdeel Adapt,

dat, naast relaties met het bedrijfsleven, onder meer contacten onderhoudt met het UWV.

• De belangrijkste verwijzers naar Prisma zijn de MEE organisaties, de Jeugdzorg en de

behandelinstituten. Zij zijn geïnformeerd over de mogelijkheden die Prisma heeft


(doelgroepenbeleid). Tevens zijn zij op de hoogte van de eisen die Prisma stelt aan de benodigde

informatie voor het intakeproces.

• Prisma werkt samen met verschillende woningcorporaties. In dit kader heeft Prisma beleid vastgelegd

in de vorm van een Programma van eisen voor verschillende doelgroepen. Daarnaast is er beleid

geformuleerd over de huurhoogte, huurtermijn en servicekosten. Dat beleid is gebaseerd op

landelijke richtlijnen.

Stichting Prisma voert op vele wijzen en tijden actief de dialoog met interne en externe stakeholders.

Conform de Governance code 2010 hebben we een beschrijving van:

• onze externe belanghebbenden;

• de wijze waarop vorm wordt gegeven aan het overleg met hen;

• de aard en inhoud van de informatieverschaffing;

• de betrokkenheid van de belanghebbenden bij de beleidsvorming en –uitvoering.


3 Bestuur, toezicht, bedrijfsvoering en medezeggenschap

3.1 Normen voor goed bestuur Stichting Prisma werkt volgens de Governancecode. De Governancecode is gebaseerd op het Raad van

Toezichtmodel en op de zelfregulerende verantwoordelijkheid en het zelfregulerend vermogen van

zorgorganisaties binnen de codekaders. De Governancecode heeft betrekking op de besturing van een

zorgorganisatie.

Voor een goed functionerende zorgorganisatie zijn een professioneel bestuur en toezicht van groot

belang. De Governancecode biedt een richtinggevend normenkader voor goed bestuur en goed toezicht.

Daarnaast biedt de Governancecode een helder referentiekader voor de verdeling van taken,

bevoegdheden en werkwijzen tussen de Raad van Toezicht en de Raad van Bestuur van een

zorgorganisatie.

De code dient ook aan te zetten tot het nadenken over het eigen functioneren en, als gevolg daarvan, tot

professionalisering van bestuur, toezicht en het samenspel tussen beide.

De code is niet vrijblijvend. Naleven van de code betekent het toepassen van de code-bepalingen of

uitleggen waarom een organisatie afwijkt van de regels (‘pas toe of leg uit’). De code is een levend

instrument waarbij het nadenken over goed bestuur en het instrumentarium om dit vorm te geven

permanent van karakter is. Daarom wordt de Governancecode en –praktijk jaarlijks besproken.

In 2010 is een aangepaste code van toepassing geworden. In 2010 is daarom begonnen met een traject

om de statuten van de stichting, reglementen van de Raad van Bestuur en Raad van Toezicht te toetsen.

In 2011 zijn de statuten van Stichting Prisma aangepast en bij de notaris gepasseerd. De

Klokkenluidersregeling is vastgesteld door de Raad van Bestuur en goedgekeurd door de Raad van

Toezicht. Ook de Ondernemingsraad heeft ingestemd met de regeling.

3.2 Raad van Bestuur Prisma kent een tweehoofdige Raad van Bestuur die de stichting, in goed overleg met de Centrale

Cliëntenraad en de Ondernemingsraad, bestuurt. De Raad van Bestuur legt verantwoording af aan de

Raad van Toezicht, waarvan geen van de leden op enigerlei wijze een verbinding met Prisma heeft,

conform de Governancecode.

De samenstelling van de Raad van Bestuur is in 2011 ongewijzigd gebleven.

De heer drs. P.J.G. Nouwens is voorzitter van de Raad van Bestuur en is in die hoedanigheid

verantwoordelijk voor de totstandkoming van besluitvorming.

De heer Nouwens heeft de zorg als verantwoordelijkheidsgebied en de heer De Bruin heeft de

verantwoordelijkheid voor de bedrijfsvoering.


De samenstelling van de Raad van Bestuur op 31 december 2011 is als volgt:

Naam

Bestuursfunctie

Woonplaats

Nevenfunctie

De heer drs. P.J.G.

Nouwens

voorzitter Udenhout • Lid Programmaraad Tranzo,

Universiteit van Tilburg, tot

november 2011

• Lid Raad van Advies

Zorgkantoor Midden-Brabant

• Directeur Landpark Assisië B.V.

• Voorzitter Thesaurusgroep

• Lid Redactieraad Markant

De heer J. de Bruin lid Raamsdonk • Penningmeester Stichting

Hippocrates, Bloemendaal

• Directeur Landpark Assisië B.V.

• Voorzitter stichting Orgels St.

Bavo

• Lid Afea VGN

Deze nevenfuncties zijn in alle gevallen onbezoldigd. De heer De Bruin bezit een eigen bedrijf: Het

Boerenhuis. Op bezoldiging van het eerstgenoemde lid van de Raad van Bestuur is de Wet

Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens (WOPT) van toepassing.

Het betreft hier bezoldiging op basis van afspraken die gemaakt zijn vóór invoering van deze wet en de

daarbij behorende normen. Bij indiensttreding van de heer De Bruin zijn bezoldigingafspraken gemaakt

die de zogenaamde ‘Balkenende-norm’ niet te boven gaan.

3.3 Raad van Toezicht De Raad van Toezicht houdt integraal toezicht op het beleid van de Raad van Bestuur en op de algemene

gang van zaken binnen de Stichting. De Raad van Bestuur bestuurt de Stichting en de Raad van Toezicht

staat de Raad van Bestuur met advies terzijde. De Raad van Toezicht onderschrijft de Zorgbrede

Governancecode en opereert op het snijvlak van de Prismaorganisatie en de samenleving.

De Raad van Toezicht toetst of de Raad van Bestuur bij zijn beleidsvorming en de uitvoering van zijn

bestuurstaken oog houdt op het belang van de organisatie van de Stichting in relatie tot de

maatschappelijke functie van de Stichting en een zorgvuldige en evenwichtige afweging heeft gemaakt

van de belangen van allen die bij de Stichting betrokken zijn.

De Raad van Bestuur verschaft de Raad van Toezicht tijdig de benodigde informatie. In de regel zal dit

geschieden als voorbereiding op dan wel tijdens de vergaderingen van de Raad van Toezicht.

Tweemaandelijks vindt er een regulier overleg plaats en overleg met de commissies. Indien daarvoor

aanleiding is, zal de Raad van Bestuur de Raad van Toezicht tussentijds van relevante informatie

voorzien.

In ieder geval verwacht de Raad van Toezicht dat de Raad van Bestuur hem op de hoogte zal houden ten

aanzien van:

• ontwikkelingen op het gebied van de positionering en de strategie van de Stichting;

• de ontwikkeling van aangelegenheden, voor de formele besluitvorming waarvan hij de goedkeuring

van de Raad van Toezicht behoeft;

• problemen en conflicten van enige betekenis in de organisatie;

• problemen en conflicten van enige betekenis in de relatie met derden zoals overheid,

zorgverzekeraars, samenwerkingspartners;

• calamiteiten, die gemeld zijn bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg, dan wel Justitie (het gaat

hierbij om calamiteiten, die Prisma schade zouden kunnen berokkenen).


De Raad van Toezicht ziet erop toe dat de Raad van Bestuur de Raad van Toezicht regelmatig rapporteert

over:

• de realisering van de maatschappelijke functie, de strategie inclusief de daaraan verbonden risico’s

en mechanismen tot beheersing ervan, de kwaliteit van de zorg en de omgang met ethische

vraagstukken en

• zijn beoordeling van de interne beheersystemen, waaronder de bestuurlijke informatievoorziening, in

relatie tot de doelstelling van de Stichting.

Naast de toezichthoudende taak en adviesrol heeft de Raad van Toezicht de functie van werkgever voor

de leden van de Raad van Bestuur.

De Raad van Toezicht kende in 2011 de volgende samenstelling:

Naam

Bestuursfunctie

Aandachtsgebied

De heer drs. L.J.J. van

Nistelrooij

Voorzitter Algemeen

Remuneratie

Mevrouw drs. P.T.O. van

Laarhoven-Rovers

Vice-voorzitter Zorginhoudelijk

Remuneratie

De heer drs. P. Holtrop Lid Financiën

De heer drs. V.T.M. Braam Lid Zorginhoudelijk

Mevrouw J.A. van Doorn

Lid Zorginhoudelijk

De heer drs. G.J.J. Schinck

Lid Financiën

Landpark Assisië

De heer L.H.C. Vincken Lid Zorginhoudelijk

Landpark Assisië

De Raad van Toezicht kent in 2011 de volgende commissies:

• Zorginhoudelijke commissie

• Financiële commissie

• Remuneratie commissie

• Commissie Landpark Assisië

• Reorganisatiecommissie

De voorzitter van de Raad van Toezicht woont, waar mogelijk, alle commissievergaderingen bij.

In 2009 is besloten dat de vergoedingen toegroeien naar vergoedingen conform de regeling van de

Nederlandse Vereniging van Toezichthouders (NVTZ)

In 2011 bedroegen de vergoedingen:

• Voorzitter € 5.000

• Overige leden € 2.500

De Raad van Toezicht vergadert doorgaans in aanwezigheid van de Raad van Bestuur, tenzij de agenda

of andere omstandigheden dit niet toelaten. De Raad van Bestuur bereidt de vergadering van de Raad

van Toezicht en de commissies voor in overleg met de voorzitter(s).

De Raad van Toezicht komt bijeen conform een in het begin van het jaar vastgesteld vergaderrooster.

In 2011 heeft de Raad van Toezicht vijfmaal vergaderd in aanwezigheid van de Raad van Bestuur. Een

overleg vond plaats met Ondernemingsraad en Centrale Cliëntenraad en eenmaal werden, in

aanwezigheid van de accountant, de jaarstukken besproken.

Tijdens een deel van de vergadering op 9 december 2011 waarbij de Raad van Bestuur niet aanwezig

was, is het functioneren van de Raad van Toezicht en de Raad van Bestuur geëvalueerd. In die

vergadering is ook de relatie en samenwerking tussen beide raden besproken.


Op 18 november 2011 bezocht een aantal leden van de Raad van Toezicht diverse locaties van Stichting

Prisma en werd gesproken met cliënten, hun familieleden en met medewerkers. Deze rondgang stond in

het teken van Zorginnovatie en Arbeid en Dagbesteding. Die dag is ook vergaderd met de Centrale

Cliëntenraad en de Ondernemingsraad.

De leden van de remuneratiecommissie hebben met de afzonderlijke leden van de Raad van Bestuur een

voortgangs- en functioneringsgesprek gevoerd.

De financiële commissie heeft vijfmaal vergaderd in 2011, de zorginhoudelijke commissie viermaal, de

commissie Landpark Assisië viermaal en de reorganisatiecommissie eenmaal. Bij de

commissievergaderingen was de Raad van Bestuur aanwezig. De Raad van Toezicht is door de Raad van

Bestuur periodiek geïnformeerd over de financiële stand van zaken van de stichting en over de

belangrijkste ontwikkelingen en risico’s.

In 2011 is in het overleg van de Raad van Toezicht en in het overleg van de commissies aandacht

besteed aan:

• Statutenwijziging

• Jaarrekening 2010, begroting 2012, financiële kwartaalrapportages

• Strategische beleidsnota 2011 – 2013/Kaderbrief 2012/KPI’s

• Evaluatie Reorganisatie

• Zorgbrede Governancecode

• Klokkenluidersregeling

• Ontwikkelingen Intranet Stichting Prisma

• Project Regelarme Zorg

• Promotieonderzoek voorzitter Raad van Bestuur

• Kanteling AWBZ-Wmo

• Ontwikkelingen Landpark Assisië

• Outsourcing ICT

• Selectie nieuwe accountant

• Kwaliteitsjaarplan

• Zichtbare Zorg

• Dienstroosterpakket

• AVG-artsen

• Samenwerking Lunetzorg/Koraalgroep

• Audits HKZ

• Rapportage Inspectiebezoek

• Honorering project Meer Mens door ZonMW

• Project Gezondheidsbeleid

• Intentieverklaring Evangelische Stiftung Alsterdorf Hamburg

• Klachtenregeling cliënten

• Klachtenregeling medewerkers

• Jaarplannen teamleiders

• Projectplan ‘Welkom bij Prisma’

• Notitie Methodiek LVB De Singel

• NORO-virus

• MultiSysteemTherapie (MST)

• Strategisch Communicatieplan en jaarplan PR en Communicatie

Bij het uitoefenen van de te onderscheiden rollen en taken is er in de dialoog en samenwerking tussen

Raad van Toezicht en Raad van Bestuur steeds sprake van vertrouwen en respect; beide organen hebben

naar behoren en tevredenheid en volgens de Governancecode gefunctioneerd.


De Raad van Toezicht wil graag zijn dank uitspreken aan alle medewerkers, de Ondernemingsraad en de

Centrale Cliëntenraad voor hun dagelijkse grote inzet, inbreng en betrokkenheid bij de realisering van de

noodzakelijke beleidsombuigingen, die door de van toepassing zijnde regelgeving worden vereist;

desondanks zetten zij allen zich in om cliënten te verzekeren van optimale handhaving van de zorg.

drs. L.J.J. van Nistelrooij, voorzitter Raad van Toezicht

3.4 Bedrijfsvoering In 2011 is, zoals in voorgaande jaren, gewerkt volgens een van te voren vastgestelde Planning &

Control-cyclus. Om de begroting samen te stellen, leveren de teamleiders aan de hand van het

teamjaarplan een onderbouwd begrotingsvoorstel aan de Raad van Bestuur.

De toegekende budgetten aan de teamleiders en managers zijn taakstellend, waarbij eventuele

tegenvallers aan de uitgavenkant moeten worden gecompenseerd door middel van extra opbrengsten of

kostenbeheersing elders. Tussen budgetten kan in principe niet worden geschoven.

Voor een goed budgetbeheer ontvangen de teamleiders en managers maandelijks de voor hen

belangrijke managementinformatie. Deze wordt maandelijks besproken met de leidinggevende van de

betrokken teamleider of manager en indien nodig worden aanvullende maatregelen getroffen.

In het overleg tussen het Managementteam en de Raad van Bestuur worden de kwartaalcijfers, de

jaarrekening en de begroting besproken. Naar aanleiding van de kwartaalcijfers worden indien nodig

aanvullende maatregelen afgesproken.

De Regeling AO/IC AWBZ- zorgaanbieders geeft aan hoe de Administratieve Organisatie en de Interne

Controle binnen een zorginstelling moeten zijn ingericht om de rechtmatigheid en betrouwbaarheid van

de gedeclareerde productie te kunnen garanderen. Binnen Prisma hebben in 2011 verschillende

activiteiten plaatsgevonden om ervoor te zorgen dat de organisatie voldoet aan de eisen gesteld vanuit

deze regeling. Er ligt een plan waarin de interne controleactiviteiten zijn benoemd. Gedurende 2011 zijn

deze controleactiviteiten uitgevoerd en is hierover gerapporteerd.

Prisma voldoet aan de wettelijke transparantie-eisen voor de bedrijfsvoering:

• Prisma heeft de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden voor de bedrijfsvoering schriftelijk

vastgelegd in beschrijvingen van de administratieve organisatie en interne controle (AO/IC).

• Bedrijfsbeslissingen voldoen aan interne regels en wettelijke, statutaire en contractuele juridische

verplichtingen.

• Prisma heeft haar samenwerkingsrelaties schriftelijk vastgelegd in samenwerkingsovereenkomsten.

• De zorgactiviteiten van Prisma zijn financieel te onderscheiden van andere activiteiten.

• Prisma beschikt over een deugdelijke en adequate financiële administratie.

Prisma onderkent en beheerst risico’s op de hieronder aangegeven terreinen:

Risico’s met betrekking tot de cliënt

Veiligheid voor de cliënt wordt allereerst bepaald door juiste, duidelijke en betrouwbare ondersteuning

zoals vastgelegd in een Persoonlijk Ondersteuningsplan, zo nodig aangevuld met een signalerings- en

risicomanagementplan. De fysieke omgeving van de klant wordt bepaald door een veilige en vertrouwde

huisvesting en benodigde zorgondersteunende techniek. Waar nodig worden Middelen en Maatregelen

toegepast en vrijheidsbeperkende maatregelen getroffen. Prisma kent een werkwijze waardoor aan de

voordeur de risico’s van nieuwe klanten worden onderkend alvorens te komen tot een zorgen

dienstverleningsovereenkomst. Ook is geprotocolleerd wanneer en hoe we dienen te komen tot

beëindiging van zorg.


Risico’s met betrekking tot de medewerker

Het behouden en werven van personeel staat zowel kwalitatief als kwantitatief onder druk. Prisma hecht,

bij een krapper wordende arbeidsmarkt, aan waarborging van verantwoorde zorg. Daarbij worden geen

concessies gedaan aan de eisen met betrekking tot competenties. Flexibele inzet van medewerkers is,

ingegeven door de arbeidsmarkt en de noodzaak tot efficiëntie, meer dan ooit nodig. Prisma tracht het

verloop te beperken door medewerkers te blijven binden en boeien en zij rust mensen toe teneinde hun

eigen fysieke en psychische veiligheid en weerbaarheid te vergroten.

Risico’s met betrekking tot de organisatie

De inrichting van een goed administratie- en informatiesysteem is onontbeerlijk wil Prisma nu en in de

toekomst kunnen beschikken over bruikbare gegevens voor sturing en bedrijfsvoering.

Daarnaast is het zaak steeds goed op de hoogte te zijn en blijven met betrekking tot weten

regelgeving, zowel zorginhoudelijk als personeelstechnisch en financieel-administratief.

Financiële risico’s

Kleinschaligheid van de voorzieningen van Prisma draagt risico’s in zich waar het gaat om aangegane

huurverplichtingen. De risico’s met betrekking tot de invoering van de normatieve

huisvestingscomponent (NHC) zijn in kaart gebracht. Er wordt een plan gemaakt om de risico’s

dienaangaande te beheersen. De ingevoerde Zorgzwaarte Pakketten vragen om een gecontroleerde inzet

van medewerkers en middelen. Aan de inkomstenkant geldt een voortdurende alertheid voor passende

indicaties en kansen op zorgtoeslagen. In de beheersing van personele kosten is een voortdurende en

onverminderde aandacht voor ziekteverzuim noodzakelijk.

Eerdergenoemd administratie- en informatiesysteem zal bijdragen aan optimalisering van zorgproductie.

Bij onvoldoende zorgproductie loopt Prisma immers het risico op lagere opbrengsten. Overproductie is

eveneens een risico. Deze wordt niet vergoed, daar de gemaakte productieafspraken als plafond

gehanteerd worden.

Externe risico’s

Onderscheidend zijn is geen doel op zichzelf, maar komt voort uit visie en overtuiging. Prisma is daarom

gestart met het maken van een Marketingplan. Om de transitie van verschillende functies van de AWBZ

naar de Wmo goed te begeleiden is een stuurgroep Wmo ingesteld. Daaronder fungeren een aantal

werkgroepen die allen een opdracht hebben ontvangen met een tijdpad voor de realisatie ervan.

Prisma is zich in het algemeen bewust van de risico’s binnen en buiten de organisatie en streeft ernaar

medewerkers bewustzijn van risico’s bij te brengen. Juist in deze tijd, waarin regelruimte én financiële

ruimte krapper lijken te worden, is dit van belang. Tegelijkertijd wakkert Prisma vooral de

ondernemingszin bij haar medewerkers aan, in het geloof dat initiatieven kunnen bijdragen aan innovatie

van zorg en toerusting van de organisatie op de toekomst.

3.5 Cliëntenraad De gemeenschappelijke belangen van cliënten van Stichting Prisma worden

behartigd door de Centrale Cliëntenraad (CCR) en door achttien Locatie

Cliëntenraden (LCR-en). De CCR is het medezeggenschapsorgaan in het

kader van de Wet Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen.

In zestien LCR-en participeren cliëntvertegenwoordigers, één LCR bestaat

volledig uit cliënten en er bestaat een raad waarin zowel

vertegenwoordigers als cliënten zitting hebben. Participatie van cliënten in LCR-en en bewonersraden

wordt bevorderd en ondersteund door Prisma Support. Prisma stelt de CCR secretariële ondersteuning ter

beschikking en vergoedt gemaakte kosten. LCR-en krijgen een budget bestaande uit een vast bedrag per

cliënt per jaar en een onkostenvergoeding (de budgetten worden voor 2012 herzien). Activiteiten, zoals

informatie- en voorlichtingsbijeenkomsten, worden door Prisma gefaciliteerd.


De samenstelling van de Centrale Cliëntenraad was in 2011:

Dagelijks bestuur

De heer T. Brouwers voorzitter

Mevrouw C. Vlemmings vice-voorzitter

De heer J. Ooijens lid

Overige leden

De heer B. Odijk

De heer A. Flipsen

De heer J. Dams

De heer R. van Geenen

De heer W. Landa

De Centrale Cliëntenraad heeft in 2011 tienmaal vergaderd, waarvan:

• driemaal met de Raad van Bestuur en de secretaris van de Raad van Bestuur;

• eenmaal met de LCR-en van de activiteitencentra en woonvoorzieningen;

• eenmaal met de Ondernemingsraad, Raad van Toezicht en Raad van Bestuur.

Ook zijn vertegenwoordigers van Prisma naar aanleiding van specifieke agendapunten aanwezig geweest

om toelichtingen te geven.

Het Dagelijks Bestuur van de Centrale Cliëntenraad heeft tienmaal informeel overleg gevoerd met de

Raad van Bestuur.

Adviezen van de CCR in 2011:

• Advies inzake nieuwe zorgen dienstverleningsovereenkomst

• Advies inzake opdracht werkgroep medezeggenschap

Daarnaast heeft de Centrale Cliëntenraad in samenwerking met het team Meer Mens in 2011 een

subsidieaanvraag gedaan bij ZonMw met de titel ‘Mag ik mezelf zijn’. Deze subsidieaanvraag is

gehonoreerd. Het oordeel van de commissie was dat de subsidieaanvraag zeer relevant was. De

financiële bijdrage van ZonMw voor het project bedraagt maximaal € 100.000,-. Het project kent een

termijn van twaalf maanden.

Doelstelling

Het doel van het project is bestaande kennis, inzichten en vaardigheden in te zetten om zeggenschap en

regie van cliënten met een ernstige verstandelijke beperking en zijn /haar vertegenwoordigers te

versterken in de directe zorg en zorgprocessen.

• Het inzetten van de methode Meer Mens om meer zicht te krijgen op de persoonlijke voorkeuren en

eigenheid, gericht op regie en zichzelf mogen zijn, van de cliënt met een ernstige verstandelijke

beperking.

• Het geven van inzicht aan familie, verwanten en professionals over de eigenheid van de cliënt

waardoor deze meer zeggenschap en regie krijgt.

• Deskundigheidsbevordering van professionals in het vormgeven van de regie door samenwerking met

de cliënt en zijn vertegenwoordigers.

• Het ondersteunen van cliënten, vertegenwoordigers/verwanten en begeleiders bij het opstellen van

een Persoonlijk Ondersteunings Plan (POP).

• Dit project zal over acht teams worden uitgerold.


3.6 Ondernemingsraad Met dit onderdeel binnen het jaardocument informeren wij u graag over

de activiteiten van de ondernemingsraad over 2011. U kunt tevens in het

overzicht lezen welke onderwerpen de ondernemingsraad heeft behandeld

en hoe we daarmee omgegaan zijn.

Terugblik

Eind 2010 heeft de ondernemingsraad zijn visie en missie vastgesteld. In dit kader heeft de

ondernemingsraad bewust gekozen om vanuit zijn eigen positie en verantwoordelijkheid in een aantal

werkgroepen zitting te nemen. In de optiek van de ondernemingsraad zie je niet alleen het eindresultaat

maar ook de weg ernaar toe. Daarnaast kun je met een vroegtijdige betrokkenheid, zonder op de stoel

van de beleidsmakers te zitten, een actieve bijdrage leveren aan de beleidsontwikkeling. De leden van

de ondernemingsraad hebben in deze werkgroepen ervaringen en meningen vanuit de werkvloer kunnen

inbrengen. De ondernemingsraad heeft nadat het beleid opgesteld was een normale instemmings- of

adviesprocedure volgens de WOR gevolgd.

Voor de ondernemingsraad was 2011 een jaar waarin onze aandacht in het bijzonder uitging naar de

implementatie van de reorganisatie. De ondernemingsraad heeft zich ingezet om de belangen van alle

medewerkers te vertegenwoordigen zonder daarbij het organisatiebelang uit het oog te verliezen. We

hebben tienmaal een overlegvergadering gehad met de Raad van Bestuur.

Tijdens de Medewerkersdagen die de Raad van Bestuur in samenspraak met ondernemingsraad

organiseerde heeft de OR een inventarisatie gehouden over het thema aandacht. De ondernemingsraad

heeft door middel van verschillende kaartjes vier vragen gesteld. Er zijn veel medewerkers die gebruik

gemaakt hebben om de kaartjes in te vullen. Het heeft voor ons een goed beeld gegeven waar er op het

gebied van AANDACHT behoefte is. Grofweg gezegd kan men stellen dat AANDACHT voor de medewerker

in kleine dingen zit. Luisteren, interesse, vriendelijkheid en er zijn. Daarnaast is er ook vaak

aangegeven dat de OR het goed doet. Dat stellen we zeer op prijs.

Verkiezingen

In overleg met de Raad van Bestuur zijn er op 25 januari 2011 vervroegde reguliere verkiezingen

gehouden. Voor deze verkiezingen waren er onvoldoende kandidaten in relatie tot het aantal vacante

OR-zetels. Dit betekent dat er geen stemmingsronde heeft plaats gevonden. Vanaf 25 januari waren er

veertien zetels van de vijftien bezet. In juni is een lid van de ondernemingsraad vroegtijdig gestopt. Voor

de open zetels zijn er op 27 september tussentijdse verkiezingen gehouden. De ondernemingsraad

heeft door middel van verschillende PR-activiteiten de verkiezingen onder de aandacht gebracht. We

hebben medewerkers gemotiveerd om zich verkiesbaar te stellen en om te gaan stemmen. Het aantal

teruggestuurde stembiljetten was 29%. Voor de ondernemingsraad was dit teleurstellend. Voor de

verkiezingen van 2013 zijn we de mogelijkheid van digitale verkiezingen aan het onderzoeken. Voor de

op dat moment open zetels hadden zich drie kandidaten aangemeld. Er heeft een stemmingsronde

plaatsgevonden en de ondernemingsraad was weer volledig bezet.


Op 31 december 2011 was de samenstelling van de ondernemingsraad als volgt:

Naam

Functie

Aandachtsgebied

Thea van Gorp voorzitter Commissie HRM

Sybille Sanne vice-voorzitter Financiële commissie

Mariëtte Vermeulen secretaris PR-commissie

Johan Franken lid Financiële commissie

Carin Versmissen lid Financiële commissie

Erik van Dongen lid Financiële commissie

Annalies van Hes lid PR-commissie

Jolanda Huijben lid Commissie HRM

Helma van Breemen lid Commissie HRM

Meta Hendriks lid Commissie HRM

Linda Timmermans lid Commissie HRM

Johan Oomen lid V.G.W. commissie

Loes Stoop lid V.G.W. commissie

Jacques Herveille lid V.G.W. commissie

Edwin Kuipers lid V.G.W. commissie

Nelleke Okkers ambtelijk secretaris

Instemming

• De ondernemingsraad heeft instemming verleend aan de werkkostenregeling. Voorafgaand aan het

instemmingsverzoek heeft een delegatie van de ondernemingsraad deelgenomen aan een werkgroep

over dit onderwerp.

• Met de gewijzigde regeling betreffende gedragsregels Internet en e-mailgebruik heeft de

ondernemingsraad ingestemd. De ondernemingsraad heeft de opgestelde regels kritisch

doorgenomen. Het doel is dat medewerkers op een verantwoorde wijze Internet, Intranet en e-mail

gebruiken volgens de wet bescherming persoonsgegevens. Gezien het gebruik van Internet en e-mail

een gemeengoed is geworden vindt de ondernemingsraad het positief dat er duidelijke gedragsregels

betreffende Internet en e-mail geformuleerd zijn om oneigenlijk gebruik van dit media te voorkomen

en tegen te gaan.

De ondernemingsraad heeft geadviseerd om deze regeling na vaststelling te verspreiden onder de

teamleiders en andere leidinggevende en deze te agenderen op het werkoverleg.

• De ondernemingsraad heeft haar instemming gegeven aan de Klokkenluiders regeling.

• De ondernemingsraad heeft een instemmingsverzoek ontvangen van de regeling kleding, sieraden en

schadevergoeding Prisma. De ondernemingsraad heeft hiervoor geen instemming gegeven. Het

algemene stuk en het doel van de regeling is prima. De ondernemingsraad is natuurlijk ook

voorstander dat Prisma de wettelijke verplichtingen en de benodigde maatregelen neemt met

betrekking tot de veiligheid van zowel cliënt als werknemer in de vorm van kledingvoorschriften of

het dragen van sieraden. Daarnaast is de ondernemingsraad van mening dat bestaande

protocollen/richtlijnen zoals het hygiëne en veiligheidsprotocol en de Prismacode voldoende

helderheid bieden wat voor kleding een medewerker dient te dragen en of sierraden.

• In november 2011 heeft de ondernemingsraad een instemmingsverzoek betreffende het re-

integratieprotocol ontvangen. Nadat de opmerkingen van de ondernemingsraad overgenomen zijn

heeft de ondernemingsraad in januari 2012 instemming aan deze gewijzigde regeling verleent.

• De ondernemingsraad heeft instemming verleent aan de jubileumuitkering voor medewerkers met

een voorovereenkomst (VOK).


Advies

• De OR is bij het begrotingstraject voor 2011 betrokken. De ondernemingsraad is van mening dat de

begroting een solide beeld geeft. De ondernemingsraad ondersteunt de begroting.

• De ondernemingsraad heeft een advies geformuleerd voor de hulpstructuur. Het algemene oordeel

van de ondernemingsraad is dat de uitwerking van de hulpstructuur een goed algemeen beeld

schetst. De beweegredenen, zoals die geformuleerd zijn in de uitgangspunten zijn duidelijk.

Om relevante zaken mee te nemen en het formuleren van een goed advies heeft de

ondernemingsraad een achterbanbijeenkomst gehouden en medewerkers geraadpleegd.

Initiatiefvoorstellen

• In samenwerking tussen ondernemingsraad en Raad van Bestuur is er een Medewerkersdag

georganiseerd. Dit is een dag door en voor medewerkers en vrijwilligers. Deze drukbezochte en

positief ervaren dagen had een even informatief als ontspannen karakter.

Activiteiten

• De ondernemingsraad informeert medewerkers van Prisma over zijn activiteiten via het Intranet. Ten

behoeve van de verkiezingen vonden we het noodzakelijk om de schriftelijke informatie aan de

medewerkers naar hun huisadres toe te versturen.

• De ondernemingsraad levert een bijdrage aan de introductiebijeenkomsten voor nieuwe medewerkers

binnen Prisma.

• Regelmatig worden locaties bezocht. We geven een presentatie en er wordt uitleg gegeven over de

ondernemingsraad en hoe de besluitvormingsprocedure werkt. Daarnaast wordt een appel gedaan op

medewerkers om onderwerpen bij de ondernemingsraad aan te dragen.

• De ondernemingsraad heeft tweemaal per jaar overleg met ondernemingsraden uit Midden-, West-

en Oost-Brabant.

• De ondernemingsraad heeft samen met de heer Platschorre en de ondernemingsraadleden Van Hest,

Van Gorp, Oomen en Okkers een advies geformuleerd over de structuur, samenwerking en

werkwijze van de ondernemingsraad voor de toekomst. Begin 2012 zal de nota afgerond zijn.

• Om het functioneren op peil te houden maakt de ondernemingsraad jaarlijks gebruik van de

scholingsmogelijkheden. Dit jaar was de scholing gericht op het toepassen van verschillende

analysemodellen. Dit levert structuur, een bredere kijk, meer diepgang, een objectieve reactie en een

beter besluit van de ondernemingsraad op. Daarnaast heeft de ondernemingsraad de teamrollen

vanuit de Belbin methode behandeld. Door de opgedane kennis kunnen we als team beter gebruik

maken van een ieders kwaliteiten.


4 Beleid, inspanningen en prestaties Stichting Prisma is een gezonde organisatie en richt zich van hieruit ook heel bewust op de toekomst. De

afgelopen jaren zagen we een groei in het aantal cliënten, een nadere differentiatie van ons aanbod

terwijl de omzet en de financiële resultaten op niveau kwamen.

Stichting Prisma vervult een belangrijke maatschappelijke rol en wordt ook gefinancierd met collectieve

middelen. Stichting Prisma wil met deze opdracht ook zeer bewust en verantwoord omgaan. Het begrip

‘Maatschappelijke legitimiteit” staat wat ons betreft daarbij centraal. Hierbij gaan we verder dan achteraf

verantwoording afleggen over het gevoerde beleid. We volgen nauwgezet de vraagontwikkelingen in de

samenleving en formuleren hier actief een passend antwoord op. Dat willen we doen op een doeltreffende

en doelmatige wijze. We treden daarbij in de voetsporen van onze founding fathers. Met andere

woorden: “Moderne zorg op basis van traditie”.

We werken, samen met andere partijen, hard aan een gedragen gemeenschap waarin plaats is voor

iedereen, er zorg voor elkaar is en mensen adequaat ondersteund worden bij het leven dat ze willen

leiden.

Onze samenleving is complex en zeer ‘snel’ geworden. Jongeren met een lichte verstandelijke beperking

hebben moeite deze ontwikkelingen te volgen. Grote groepen jongeren dreigen af te haken waarbij ze

carrière maken in de hulpverlening zonder echt te slagen of een gemarginaliseerd bestaan leiden.

Ondanks de wijzigingen in de weten regelgeving (overheveling naar de Wmo) vindt Stichting Prisma dat

hier een maatschappelijke opdracht voor haar ligt.

4.1 Meerjarenbeleid In 2011 is het Strategisch meerjarenbeleidsplan ‘Ziel en Zakelijkheid’ vastgesteld. Het plan is tot stand

gekomen na een interactief proces met de interne stakeholders van Prisma. De kern van de strategie

voor de jaren 2011 – 2013 is: Gerichte groei in een krimpscenario.

Door diverse wijzigingen in het financieringssysteem, met name de overgang van delen van de AWBZ

naar de Wmo, loopt Prisma het risico van een verlies aan omzet van tussen de 12% - 15%.

Mede om die reden is het van belang dat we ons ook voorbereiden op een krimpscenario. Dit geldt zowel

voor de totale AWBZ in Nederland als voor de omzet van onze organisatie. Uiteraard zullen we proberen

op specifieke onderdelen wel degelijk te gaan groeien.

Stabiele basis

Prisma zal zwaar inzetten op het behoud en daar waar mogelijk de uitbreiding van haar marktaandeel, in

de toekomstige romp AWBZ ( > ZZP 4 – intramurale zorg). Dat is voor Prisma een relatief stabiele basis.

Prisma wil een vertrouwde en betrouwbare zorgaanbieder zijn en blijven. Daarvoor is het van groot

belang dat we ons huis op orde hebben en dat we systematisch, zorgvuldig en cliëntgericht werken. De

zorgprogramma’s die we gaan ontwikkelen en implementeren zullen de kwaliteit van onze zorg, in al zijn

facetten, maar ook de voorspelbaarheid van ons gedrag verstevigen. De kwaliteit van de relatie en de

dialoog met onze cliënten en hun familieleden zijn onderliggende basiselementen die we zeer belangrijk

vinden. Deze geven we vorm en inhoud op basis van onze visie en kernwaarden. We willen niet alleen

werken langs deze lijn maar ook in gesprekken met ouders en cliënten horen dat ze dat ook als zodanig

ervaren.

Vervolgens zullen wij focussen op die regio’s binnen Brabant waar kansen liggen of komen voor

uitbreiding van ons marktaandeel. Prisma zal zich in de komende jaren nadrukkelijker profileren in de

markt. Dat zal zij doen ten aanzien van de bestaande intramurale zorgvormen, maar vooral met een

aantal producten en diensten waar zij bewezen goed in is. Prisma wil met dit beperkte aantal producten

en diensten ‘leider’ in de markt worden, zijn of blijven. Het gaat dan in het bijzonder om producten en

diensten rondom Begeleiding ouderinitiatieven, wijkgericht werken, de methode Meer Mens (de zorg voor

Complex Gehandicapte Mensen) en het aanbod voor LVG+ jongeren met verlengd verblijf.


De combinatie van ouderinitiatieven en de methode Meer Mens biedt op termijn de mogelijkheid om ook

nieuwe doelgroepen te benaderen. Kleinschalig wonen voor psychogeriatrische mensen is daar een

voorbeeld van.

Ook de combinatie van wijkgericht werken en de ondersteuning van LVG jongeren heeft op termijn

nieuwe mogelijkheden in zich. De jeugdzorg, op de korte termijn ook een functie van de gemeente, komt

zo binnen bereik.

In het kader van wijkgericht werken en de ondersteuning voor LVG jongeren wordt principieel gekozen

voor ketensamenwerking met andere partijen.

In de wijk zijn de woningbouwcorporaties, welzijnsorganisaties, aanbieders uit de ouderenzorg, e.d. de

ketenpartners. Stichting Prisma heeft relatief veel ervaring opgedaan in het wijkgericht werken. De

komende periode gaan we dit uitdiepen maar gaan we deze werkwijze ook verzilveren.

In de zorg voor LVG jongeren zijn de Koraalgroep en Lunet zorg onze vaste, prevalente

samenwerkingspartners.

Daar waar de intramurale capaciteit stevig is verankerd, zal worden bezien welke vormen van ambulante

zorg (de huidige lichtere ZZP’s) kansrijk in de markt gezet en gehouden kunnen worden. Dit altijd op

basis van goede zorg tegen een verantwoorde prijs.

Het bepalen van de strategische doelen van zorgorganisaties verloopt principieel van buiten naar binnen.

Het begrip Maatschappelijke legitimiteit komt hier vol tot uiting. Zorgorganisaties hebben een

maatschappelijke functie te vervullen en ze dienen dit op een transparante, effectieve en efficiënte wijze

te doen.

De uitrol van de strategie van zorgorganisaties verloopt primair van binnen naar buiten. Voor de

Prismastrategie is dat ook van toepassing. Minimaal de volgende elementen hebben hier betrekking op:

Allereerst begint dat met het ‘Huis op orde’ brengen en houden. In dit kader zijn de volgende zaken

relevant: werken binnen de kaders van de ZZP, een goede en werkzame P&C cyclus, methodisch werken

op basis van ondersteuningsplannen, ondersteunende systemen op orde en uitgewerkte

zorgprogramma’s en –paden. In control zijn, degelijk, voorspelbaar en betrouwbaar zijn hangen hier

nauw mee samen. De kernwaarden van Stichting Prisma zullen geïmplementeerd worden waarbij actief

gewerkt wordt aan het ervaren van de meerwaarden door cliënten, familieleden en medewerkers.

Zien maar vooral ook gezien worden is een belangrijk aandachtspunt voor Stichting Prisma. Aan de

zichtbaarheid van Stichting Prisma dient gericht aandacht besteed te worden. Met behulp van ons

strategisch communicatiebeleid gaan we hier consequent en systematisch aan werken. Voor de diensten

en producten die we in nieuwe markten willen wegzetten zal een gerichte marketing gevoerd worden.

Opvallen is een vak apart.

4.2 Algemeen beleid verslagjaar De implementatie van de reorganisatie is in 2011 speerpunt van beleid geweest. Eind 2010 was de

nieuwe structuur ingevoerd: meer verantwoordelijkheid bij teamleiders en teams. Teamleiders zijn

integraal verantwoordelijk en dus aanspreekbaar op het resultaat van hun voorzieningen zowel

zorginhoudelijk als beheersmatig. In het kader van de planning en control cyclus heeft elke teamleider

een jaarplan gemaakt voor zijn of haar voorzieningen. Deze teamjaarplannen zijn in samenspraak met de

districten sectormanagers tot stand gekomen. In november 2011 heeft de Raad van Bestuur deze

plannen getoetst op vier criteria:

• Teamvitaliteit

• Innovatie

• Huis op orde

• Resultaatsturing

Er werd hoog gescoord op teamvitaliteit en huis op orde. Minder werd gescoord op innovatie en

resultaatsturing. De relatie tussen bestuur en uitvoering is hechter en directer. De managers zijn de

verbinders tussen uitvoering en bestuur en bewakers van kwaliteit en samenhang. Prisma


Bedrijfsondersteuning is vooral bedoeld ten behoeve van primair proces. Er wordt gewerkt vanuit de

houding: zoek de dialoog, breng elkaar in positie, ga het aan. De grondhouding heeft als basis de

gemeenschappelijke kernwaarden: aangaan, erbij horen, verantwoord en eigentijds wijs.

Aangaan

De wil om het goede te doen voor de ander zit van oudsher in de genen van Prisma. Kenmerkend daarin

is dat we situaties niet uit de weg, maar juist aangaan. Dit doen we vanuit onze betrokkenheid bij het

wel en wee van de cliënt en onze collega’s. Aangaan beschrijft onze mentaliteit: de relatie aangaan,

present zijn, in dialoog zijn, doen wat gedaan moet worden, naar de ander gericht zijn, de verplichting

aangaan, betrouwbaar zijn, je aangesproken voelen, de wil om goed te doen voor de ander, gedreven

zijn, met je hart werken, zaken afwerken, ondernemend zijn en soms bewust niets doen...

Erbij horen

Je hoort erbij: zo kijken we bij Prisma naar ieder mens. We willen dat onze cliënten ervaren dat zij ertoe

doen. Dat is het resultaat van onze inspanningen. ’Erbij horen’ geeft richting aan ons werk met cliënten.

Dit geldt evenzeer voor onszelf, als medewerkers van Prisma. Samen geven we vorm aan de

organisatie. Iedere medewerker verdient aandacht van zijn leidinggevende en collega’s, kan meedenken

over ontwikkelingen en levert een bijdrage aan zinvolle en zichtbare zorg. Erbij horen beschrijft het

gevoel van: ertoe doen als mens, uniek zijn, als individu benaderd worden, serieus genomen worden,

jezelf mogen zijn, een positieve identiteit ervaren, welkom zijn, respect ervaren, begrepen worden,

erkenning krijgen, mogen meedoen.

Verantwoord

Verantwoorde zorg, dat is waar onze cliënten op rekenen. We hebben de kennis en kunde om dat waar

te maken. En kaders vanuit de organisatie geven richting en ruimte. Wel beseffen we dat we onze

idealen en waarden moeten waarmaken in een omgeving met regels en richtlijnen. We zoeken

voortdurend naar een creatieve balans tussen mogelijkheden en verantwoordelijkheden. Een

verantwoorde manier van werken betekent: efficiënt presteren, doordacht werken, met hart en hoofd,

vakkundig zijn, snel en wendbaar zijn, goed georganiseerd zijn, (financieel) in balans zijn, helder zijn

over wat wel/niet kan, zakelijk zijn, nadenken over de lange termijn, bewust bezig zijn, meetbaar.

Eigentijds wijs

Keer op keer bewijzen we dat we geëffende paden durven te verlaten. We vertrouwen op onze kennis en

ervaring en werken op onze eigen en moderne manier. We blijven altijd zelf nadenken en gaan voorbij

aan de zorgvraag als we zien dat dat nodig is. Altijd in nauw contact met de cliënten en hun omgeving.

Eigentijds wijs beschrijft onze houding: creatief zijn en eigenwijs, dwars doen om oplossingen te

realiseren, via dialoog tot een goede oplossing komen, met kaders en ruimte werken, verbinden, lef en

liefde tonen, voor jezelf opkomen en samenwerken, kritisch en constructief zijn, pionieren, durven.


4.2.1 PR en Communicatie

De afdeling PR en Communicatie heeft dit jaar flinke stappen gezet in een verdere professionalisering. Er

is een stevige basis gelegd onder de activiteiten met het opstellen van een strategisch communicatieplan.

Dit plan loopt gekoppeld aan het strategisch beleid tot 2013. Daarnaast is er een jaarplan gemaakt om

gericht prioriteiten te kunnen stellen.

Er is een aantal nieuwe communicatiemiddelen ingericht: het Intranet en een compleet nieuwe site. Alles

in een nieuwe, warme huisstijl. Deze huisstijl sluit precies aan bij de uitstraling die we als Prisma willen

uitdragen. Voor het gebruik van de huisstijl wordt een huisstijlhandboek gemaakt zodat de huisstijl door

iedereen op eenzelfde manier wordt uitgedragen.

Het afgelopen jaar is ook sociale media omarmt. In combinatie met de nieuwe site weten mensen ons

veel beter te vinden. Dat is belangrijk omdat we ons als organisatie duidelijk willen profileren. We

moeten goed laten zien voor wie we er zijn en wat we voor hen kunnen betekenen.

Om te bezien hoe we ons verder kunnen verbeteren, loopt er onder andere een imago-onderzoek bij de

verwijzers. Komend jaar worden de resultaten van dit onderzoek meegenomen in het opstellen van een

(strategisch) marketingplan.

Er zijn voorbereidingen getroffen voor een nieuwe corporate brochure die in 2012 verschijnt. Ook is er

gestart met het project ‘Welkom bij Prisma’, waarbij we de persoonlijke communicatie tussen

medewerkers en tussen medewerkers en cliënten, ouders en externe partijen willen versterken. Mensen

moeten zich welkom voelen en elkaar durven aan te spreken.

PR en Communicatie ondersteunde bij de profilering van projecten als Meer Mens en MST, alsook interne

projecten als ICT, DRP, ECD en zorglogistiek. Er is onder andere structureel een nieuwsbrief verspreid

onder de medewerkers om ze op de hoogte te houden van de ontwikkelingen (naast de informatie op het

intranet).

Er is beleid voor crisiscommunicatie opgesteld. In 2012 wordt het Intranet een toegangsdeur waar

iedereen voor alle programma’s terecht kan. Daarnaast wordt Intranet interactiever. Er wordt een digitale

nieuwsbrief ontwikkeld voor ouders en het netwerk. Daarnaast zal er gerichte aandacht zijn voor

cliëntcommunicatie.

4.2.2 Vastgoed en huisvesting

Kapitaallasten en integrale tarieven In 2011 zijn de integrale tarieven voor kapitaallasten door de overheid vastgesteld met gebruik van een

Normatieve Huisvestinglasten Component (NHC) . Met ingang van 2012 wordt de bekostiging gekoppeld

aan de feitelijke bezetting van een woning of een activiteitencentrum. De optimale bezetting van het

vastgoed wordt daarmee belangrijk voor een gezonde bedrijfsvoering.

In een periode van zes jaar wordt de oude systematiek afgebouwd en is er de opbouw van de nieuwe

NHC financiering. Het inzicht in de financiële effecten en risico’s van deze omzetting is vormgegeven in

een overzicht van het vastgoed van Prisma met alle relevante informatie. In dit overzicht is op

gebouwniveau terug te zien hoe de inkomsten uit kapitaallasten en de huisvestingslasten zich tot elkaar

verhouden met de oude en nieuwe financiering. Dit overzicht biedt de basisinformatie voor de opstelling

van huisvestingplan.

Strategisch vastgoed beleid van Prisma

Vastgoed wordt meer dan voorheen een strategisch instrument van Prisma en is direct afgeleid van

zorgvisie en beleid van Prisma. Met vastgoed kan Prisma zich profileren en onderscheiden van andere

marktpartijen. Een aanzet voor strategisch vastgoed beleid is in 2011 gegeven en moet leiden tot

vaststelling door de Raad van Bestuur in 2012.


Lange termijn huisvestingplan

De inventarisatie van gebouwgegevens is een eerste aanzet voor de opstelling van een Lange termijn

Huisvesting Plan (LTHP). In dit LTHP worden visie op zorg, doelgroepenbeleid, kwaliteit van huisvesting

en gewenste spreiding van voorzieningen in het werkgebied gerelateerd aan het bestaande vastgoed in

huur en eigendom, met een planningshorizon van tien jaar. De aanzet voor het LTHP moet in 2012 leiden

tot een document waar planmatig de uitvoering van jaarlijkse huisvestingplannen aan ontleend worden.

Maatschappelijk vastgoed

Het beleid van Prisma is gericht op huur van vastgoed bij lokale partners zoals corporaties. De

financiering van corporaties staat onder druk en daarmee vergt de realisatie van projecten meer

creativiteit in oplossingen. In de onderhandelingen over nieuwe projecten en afbouw van minder rendabel

vastgoed is dat direct merkbaar.

Personele invulling

De personele organisatie voor beleid en beheer van vastgoed is binnen de afdeling I&F in het verslagjaar

verder ingevuld met de aanstelling van een teamleider onderhoud en facilitair beheer. De inrichting van

de organisatie voor beleid, beheer en projecten op vastgoed wordt in 2012 afgerond.

Zorglogistiek en huisvesting

Zorglogistiek is het ankerpunt voor de toetsing en planontwikkeling van huisvesting. In het verslagjaar

zijn alle locaties beoordeeld op functionaliteit en globaal op technische staat. Deze informatie is gebruikt

in de gesprekken over Zorglogistiek die met teamleiders gevoerd zijn. Uit deze gesprekken komen

voorstellen die opgenomen worden in jaarplannen en plannen voor de langere termijn.

Landpark Assisië

De herontwikkeling van het Landpark heeft in de afgelopen jaren geleid tot beperkte investeringen in

huisvesting. Om op korte termijn een eerste kwaliteitsslag te maken, heeft de projectgroep Landpark

voorstellen uitgewerkt voor een aantal panden voor wonen, dagbesteding en facilitaire voorzieningen. De

voorbereidingen leiden in 2012 tot oplossing van acute knelpunten met adequate tijdelijke huisvesting

voor 36 cliënten, aangepaste centra voor arbeid en dagbesteding, een functioneel gezondheidscentrum

en een gecentraliseerde voorziening voor horeca- en winkelfuncties in het dorpshart. Binnen de kaders

van het bestaande bestemmingsplan zijn voorbereidingen gestart voor de realisatie van 48 – 60 nieuwe

wooneenheden op het Landpark.

De activiteiten voor herontwikkeling van het totale Landpark zijn opgevoerd. Het onderzoek naar de

beperkingen voor bouw van vigerende wetgeving, voorschriften, regelingen en planvorming is afgerond

en vastgelegd. De economische omstandigheden leiden tot herbezinning op de standpunten die in

voorgaande jaren geformuleerd zijn. Kostendragers als bedrijvigheid, regulier wonen zonder zorg zijn niet

meer vanzelfsprekend de pijlers onder de herontwikkeling. De herontwikkeling zal meer stapsgewijs

plaats gaan vinden op basis van een gekozen richting en zal niet meer uitgaan van de invulling van een

masterplan.

Verkoop onroerend goed

In verband met de kleinschaligheid en negatieve exploitatie is het pand aan de Vincentiusstraat 92 in

Oosterhout op de markt gebracht en verkocht.


Nieuwe Projecten

Gerealiseerd in 2011

In voorbereiding 2011 en verder

Renovatie van WVZ Veestraat in Made: 9

appartementen en 9 zit-/slaapkamers

met gemeenschappelijke voorzieningen

Woonprojecten in Made, Oosterhout, Breda,

Raamsdonksveer, Andel

Betreft nieuwe initiatieven en renovatie van bestaande

voorzieningen

Herhuisvesting van dagbestedinglocaties in Waalwijk

en omgeving

Kerkdreef in Chaam

Gebruik van een activiteitenruimte in

samenwerking met Careyn-zorg.

Particuliere wooninitiatieven in Geertruidenberg,

Breda, Den Bosch,

Singel, Nieuwendijk: een specialistische

voorziening voor 21 cliënten met

appartementen en ruimten voor

dagactiviteiten

Voorzieningen voor specifieke en specialistische zorg

in Raamsdonksveer op de bestaande locatie.

Aanpassing van WVZ Mierennest 2 op het

Landpark Assisië voor verblijf van

jongeren.

Oplossen acute knelpunten voor wonen en

dagbesteding op Landpark Assisië

Aanpassing van een woonlocatie in Waalwijk

Afbouw van locaties die qua schaalgrootte en kwaliteit

voor de doelgroep niet meer exploitabel zijn

Steunpunt Wonen in Nuenen (WIN) , een

ouderinitiatief

Steunpunt WiH in Hapert, een

Ouderinitiatief

Nieuwe centrale kantooromgeving voor management

en bedrijfsondersteunende diensten

4.2.3 Informatievoorziening en automatisering

De informatiearchitectuur valt uiteen in drie onderdelen:

• Functionele architectuur

• Data architectuur

• Technische architectuur

De functionele architectuur wordt vormgegeven op basis van een combinatie van ‘best of breed’

applicaties voor de kernfuncties. Het betreft de volgende functiegebieden:

• Elektronisch Cliënt Dossier (ECD) incl. zorgadministratie

• Financiële administratie

• Dienstroosterplanning, HR en salarisadministratie


Voor de data-architectuur betekent dit dat alle voor Prisma relevante gegevens in de centrale systemen

wordt geregistreerd. Welke gegevensgroepen zijn er, hoe zijn deze gedefinieerd en hoe hangen ze

samen. Eenmalige vastlegging aan de bron, waarbij duidelijk is wat het bronbestand van de data is.

De technische architectuur heeft betrekking op de infrastructuur. Prisma heeft daarbij gekozen voor een

uitbestedingsstrategie bij één partner.

In 2011 is volgens de plateauplanning verder gewerkt aan informatiearchitectuur van Prisma.

Plateau 3 ging over de volgende projecten:

• Outsourcing ICT-infrastructuur

• e-HRM

• Selectie applicaties – invullen functionele architectuur

• Digitaal factureren

• CRM

• Upgraden applicatie: Mavim rules

• Voorbereiden digitaliseren methodisch werken

ICT infrastructuur

Prisma heeft ervoor gekozen om een uitbestedingsstrategie te volgen die uitgaat van het volledig

uitbesteden van de IT, inclusief hosting en technisch beheer, van alle applicaties (incl.

kantoorautomatisering) bij één externe partner. Prisma kiest ervoor om de aandacht van de organisatie

te richten op de zorg en niet op techniek en hanteert een model, waarbij infrastructuur en applicaties als

een dienst worden ingekocht.

Het aanbestedingstraject hiervoor is in december 2010 gestart en was verdeeld in een

leverancierselectiefase (RFI) en een offertefase (RFP). In juli 2011 is dit traject afgerond met de

ondertekening van het contract met KPN/Applicationnet.

Voor het project migratie infrastructuur heeft Prisma een externe projectleider ingehuurd. Het project is

gestart in januari 2011 en omvatte de volgende opdrachten en resultaten:

1 Het omzetten van alle home access verbindingen naar office access

Prisma maakt gebruik van het KPN One netwerk, een virtueel netwerk dat op elke locatie

benaderbaar is. Bestaande Home Access verbindingen waren onvoldoende bedrijfszeker voor het

nieuwe werken met de ICT geoutsourced bij ApplicationNet en zijn in 2011 omgezet naar Office

Acces.


2 Het standaardiseren van de netwerkinfrastructuur op alle buitenlocaties

In 2011 heeft Prisma op elke locatie waar zorg geboden wordt het lokale netwerk (LAN)

gestandaardiseerd, waardoor het beter is beveiligd en ingericht.

3 Het inrichten van een adequaat LAN op het Landpark Assisië te Biezenmortel

Het gehele Landpark Assisië in Biezenmortel is tijdig werkend opgeleverd met de nieuwe

infrastructuur.

4 Standaardiseren van alle computers binnen Prisma en het centraliseren van de data

Prisma heeft als uitgangspunt om geen werkplekbeheer meer uit te voeren. Om dit te bewerkstelligen

is het Thin concept ingevoerd. Hierbij is uitgegaan van twee typen computers:

• Thin cliënt als computer op een vaste werkplek

• Thin laptop als mobiele computer

Alle medewerkers hebben de beschikking over werkplekken om toegang te krijgen tot Werkplek

Online. De gekozen configuratie heeft een aantal beperkingen, deze liggen op het vlak van:

• het uploaden van foto’s en filmpjes

• het gebruik van externe bestanden en documentatie op CD, DVD of USB

Hiervoor zijn tijdelijke oplossingen gecreëerd. In 2012 zullen we keuzes maken voor een

gestandaardiseerde, werkbare en beheerbare oplossing.

Voorafgaand aan de daadwerkelijke migratie is alle data van lokale computers gecentraliseerd.

5 Het migreren van de ICT omgeving naar Werkplek Online van KPN/ApplicationNet vóór 1 januari 2012

In het weekend van 12 december 2011 is Prisma gemigreerd naar Werkplek Online van

KPN/ApplicationNet. Iedere medewerker heeft met een eigen inlogaccount en wachtwoord toegang

tot Werkplek Online, kan printen en heeft de beschikking over de belangrijkste applicaties om te

werken. Voor een aantal applicaties zijn workarounds gemaakt, omdat deze nog niet functioneren

binnen Werkplek Online. Alle oude mail en data is in principe allemaal aanwezig bij ApplicationNet en

kan alsnog beschikbaar gesteld worden als data gemist wordt.

De printers zijn geïmplementeerd in de nieuwe omgeving en functioneren.

De restpunten uit dit project zijn in beeld en worden in een plan van aanpak opgenomen om ze in

2012 op een planmatige wijze weg te werken.

De SAAS-applicaties (Profit, Aysist, Tribal) blijven in 2012 gehost bij de desbetreffende leveranciers.

e-HRM

De afdeling HRM ondersteunt leidinggevenden en zorgt voor een juiste en tijdige afhandeling van HR

processen m.b.v. Profit. Vanaf januari 2011 worden de salarisbetalingen vanuit Profit (vanaf februari op

basis van de output uit het DRP-systeem Aysist) gedaan. In 2011 is gestart met de daadwerkelijke

digitalisering van de HRM processen, te beginnen met het verzuimproces. Daarnaast heeft de nadruk

gelegen op de digitalisering van de backoffice processen om leidinggevenden beter te kunnen voorzien

van informatie betreffende de medewerkers waarvoor zij verantwoordelijk zijn.

Selectie applicaties – invullen functionele architectuur

Bij de selectie van softwareleveranciers zijn, naast de gewenste functionaliteit van het systeem wat is

vastgelegd in het programma van eisen, de visie, innovativiteit, professionaliteit en ‘drive’ van de

leverancier belangrijke criteria voor Prisma. De systemen die aangekocht worden moeten bijdragen aan

c.q. aanzetten tot het verbeteren van processen en het mogelijk te maken de kwaliteit van de

dienstverlening naar een hoger level te tillen.

In 2011 is gekozen voor:

• Synergie/Scansis voor het digitaal factureren en

• is de module CRM van Synergie gekozen als applicatie om het relatiemanagement binnen Prisma te

ondersteunen.

Beide systemen worden in 2012 verder uitgerold binnen de organisatie.


Upgraden applicaties – Mavim Rules

In 2010 is het Intranet van Prisma online gegaan. Dit is de toegang tot informatie voor medewerkers. Het

kwaliteitshandboek dat is vastgelegd in Mavim dient ook via deze Portal beschikbaar gesteld te worden.

De versie Mavim Rules is aangeschaft omdat het Prisma beter in staat stelt te sturen op processen. Zo is

het via Rules mogelijk om te toetsen of we voldoen aan weten regelgeving (compliancemanagement).

Met Mavim Rules kan de procesdatabase verder ontwikkeld worden en wordt de toegang voor

medewerkers tot informatie via het Intranet mogelijk. In 2011 is Mavim Rules geïnstalleerd en de huidige

procesomgeving van Prisma is overgezet naar de nieuwe omgeving. Er is een nieuw format

procesbeschrijving gemaakt, het handboek is gescreend op actualiteit in relatie tot de reorganisatie en er

is een ontwerp gemaakt voor een betere integratie Intranet/Mavim. Het updaten van processen en

onderliggende documenten vindt op projectmatige wijze gestalte in 2012.

Voorbereiden digitaliseren methodisch werken

Voor 2012 staat als sluitstuk van de integrale vernieuwing van de informatievoorziening de modernisering

van de primaire zorgsystemen op de agenda. In de afgelopen jaren heeft Prisma geïnvesteerd in het

structureren van het methodisch werken in het primaire proces. In afwachting van een elektronisch

cliëntdossier wordt er gewerkt met persoonlijke ondersteuningsplannen (POP’s) in een Excel programma.

Cliëntgebonden afspraken en acties die beschreven staan in het POP worden vastgelegd tot een logische

en haalbare routing voor dagelijkse ondersteuning in een ander Excel programma ‘ondersteuning thuis’.

Om te komen tot een goed programma van eisen zijn in het laatste kwartaal 2011 gesprekken gevoerd

met alle disciplines betrokken bij de primaire zorg. Er is gesproken over:

• Kenmerken/eisen disciplines m.b.t. ECD

• Huidige situatie en knelpunten

• Mogelijke verbeteringen

• Mening over voorgestelde kaders Programma van Eisen VGN

Op basis van deze gesprekken is het Programma van Eisen aangescherpt en aangevuld en wordt in 2012

het selectietraject gestart.

4.2.4 Inkoop en contractering

Inkoop is erop gericht om bij verwerving van goederen en diensten de samenwerking met leveranciers te

optimaliseren en door bundeling van afnamevolume de Prismabrede schaalgrootte verder te benutten.

Prisma maakt als lid van Intrakoop gebruik van de expertise en collectieve koopkracht van deze

inkoopvereniging gespecialiseerd in de zorgbranche, hetgeen behoorlijke voordelen oplevert.

Het is van belang om leveranciers te contracteren met toegevoegde waarde op gebied van kwaliteit,

service en dienstverlening. Er wordt in toenemende mate door de voorzieningen gebruik gemaakt van

bestelmethoden via internet (E-buying) onder de raamafspraken van een mantelcontract, zoals inmiddels

mogelijk is met catering, medische producten en kantoorbenodigdheden.

Het contract voor externe wasbehandeling is in 2011 verlengd met verscherpte condities. De levering van

medische producten, alsmede de levering en het onderhoud van verpleeghulpmiddelen met Vitalis, zijn

eveneens met gunstige contractvoorwaarden gecontinueerd.

De levering van aardgas is met het oog op de voordelen van grootschalige inkoop vanaf 1 januari 2012

overgegaan naar het megavolumecontract dat Intrakoop heeft afgesloten. Voor levering van elektra was

al in 2009 commitment verleend aan Intrakoop.

Bij het vervoer van woon- naar dagbestedingslocatie is met beide vervoerders gebruik gemaakt van de

contractuele optie tot verlening van een jaar met ingang van april 2011. Gezien de ontwikkelingen in de

bekostiging van cliëntenvervoer, is met het oog op kostenefficiëncy met medewerking van een externe

adviseur onderzoek gedaan naar de mogelijkheden voor kostenreductie en contractering in 2012 en in

het vervolg.

Eind 2011 is de aanbesteding in gang gezet voor het onderhoud van lucht- en klimaatinstallaties voor

gebouwen in eigen beheer. De contractering hiervoor zal naar verwachting in mei 2012 plaatsvinden.


4.2.5 Verzekeringen

De juridisering van de samenleving wordt ook voor Prisma merkbaar in de toename van het aantal claims

rond aansprakelijkheid. Prisma heeft vanzelfsprekend een lopende aansprakelijkheidsverzekering voor

bedrijven (AVB). Prisma biedt daarnaast een collectieve aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren

(AVP), waaraan cliënten naar keuze kunnen deelnemen. Dit sluit aan bij het beleid als omschreven in de

cliëntbrochure ‘Daar kunt u op rekenen bij Stichting Prisma’. Naast de AVP is er een polis Collectieve

inboedelverzekering afgesloten voor de cliënten. Zij kunnen hieraan deelnemen, naast hun deelname aan

de standaard inboedelverzekering om hun inboedel hoger te verzekeren, indien gewenst.

4.2.6 Wmo

Huishoudelijke verzorging

Ook in 2011 heeft Prisma Huishoudelijke Verzorging (HV) geleverd bij cliënten die daarvoor waren

geïndiceerd. Het uitgangspunt hierbij was steeds continuïteit en kwaliteit van de dienstverlening. Dit

uitgangspunt heeft onder druk gestaan omdat de gemeenten nieuwe eisen en condities hebben gesteld.

De twee belangrijkste wijzigingen waren dat Huishoudelijke Verzorging nog uitsluitend geleverd mocht

worden door een door de gemeente gecontracteerde (zorg)aanbieder en dat Prisma daarvoor niet in

aanmerking kwam en dat daar waar sprake was van een herindicatie in de meeste gevallen weliswaar het

totaal aantal uren HV gelijk bleef maar dat het tarief werd verlaagd. Er is een duidelijk onderscheid

tussen HV1 en HV2. Prisma heeft hierop geanticipeerd door met een bekwame partij afspraken te maken

in een zogeheten onderaannemerschap waardoor het uitgangspunt van Prisma voor de cliënten behouden

kon blijven ondanks dat het tarief niet toereikend was. Uiteraard is dit laatste een tijdelijke situatie en

wordt bezien in het licht van de grote transitie van de AWBZ naar de Wmo. Dit vraagstuk wordt

beleidsmatig en integraal aangepakt. Voor 2011/2012 zijn voorlopige afspraken gemaakt.

Prisma levert in totaal aan 117 cliënten Huishoudelijke Verzorging verspreidt over 16 gemeenten. Het

betreft een omzet van € 484.914.

Transitie AWBZ-Wmo

Tevens heeft 2011 in het teken gestaan van het voorbereiden en tijdig anticiperen op de transitie van de

AWBZ naar de Wmo. Het gaat hierbij om de functie dagbesteding (inclusief vervoer) en extramurale

begeleiding. Naast o.a. de invoering van de zogeheten IQ maatregel, de Wet Werken naar Vermogen en

de overgang van de Jeugdzorg naar de gemeente, betekent dit een enorme verandering waarvan de

effecten niet geheel kunnen worden overzien. Mede daarom heeft Prisma besloten de transitie AWBZ-

Wmo projectmatig aan te pakken. Er is een projectstructuur opgezet met externe ondersteuning. Prisma

wil hiermee bereiken dat ze op een professionele en krachtige manier, samen met de betrokken

stakeholders, op een goede en nieuwe manier invulling geeft aan de inhoudelijke uitganspunten van de

Wmo. In 2011 is vooral sprake geweest van het voorbereiden op de Wmo, vanaf 2012 wordt het project

geoperationaliseerd. De planning van Prisma correspondeert met de landelijke ontwikkelingen en de

gemeentelijke planning. Er is gekozen voor een offensieve en professionele aanpak omdat de Wmo

zonder meer kansen biedt maar ook bedreigingen die op een goede manier moeten worden beantwoord.

Voorkomen moet worden dat er ongewenste effecten optreden voor mensen met een beperking. In dat

opzicht baart de cumulatie van veranderingen zorgen.

De totale transitie AWBZ-Wmo betreft bij Prisma 900 cliënten verspreidt over het gehele werkgebied van

61 gemeenten en een omzet van circa € 12.000.000.

4.2.7 Fondsenwerving

Niet alle activiteiten die Prisma, vanuit visie en missie, zinvol en waardevol acht kunnen uit zorggelden

gefinancierd worden. Ten behoeve van specifieke programma’s of projecten worden daarom

(vermogens)fondsen aangeschreven en wordt het bedrijfsleven verzocht om sponsoring van activiteiten.

In 2011 zijn zodoende middelen verworven voor:


Fondsenwerving

NL DOET NL DOET zet de vrijwillige inzet in de spotlights en activeert

iedereen om een dag(deel) de handen uit de mouwen te steken

voor een maatschappelijke organisatie

SHAMAJO Fair Midden-Brabant De Fair is voor (meervoudig) gehandicapten die vanwege hun

beperkingen normaal gesproken een dergelijk evenement niet

kunnen bezoeken

Meer Mens - Mag ik mezelf zijn Een traject voor deskundigheidsbevordering door de inzet van

de methode Meer Mens waarbij verwanten van cliënten kunnen

aansluiten. Door de inzet van Meer Mens krijgen mensen met

een ernstige verstandelijke beperking meer regie over eigen

leven.

Medewerkers- en Vrijwilligersdag Jaarlijkse ontmoetingsdag voor medewerkers en vrijwilligers

met inhoud en ontspanning

ALLERZIELEN.NU Een ‘evenement’ waarbij iedereen de mogelijkheid krijgt om op

een eigentijdse manier de doden te herdenken

Heilig Hartbeeld Restauratie van het Heilig Hartbeeld op Landpark Assisië

Onderzoeksproject ‘De kracht van het

alledaagse in professionele zorgrelaties’

Een onderzoeksproject naar de vraag wat goede professionele

zorg aan jongeren met een lichte verstandelijke beperking en

gedragsproblemen behelst

Speeltoestellen en straatmeubilair De aanschaf van diverse speeltoestellen om in de buitenlucht in

beweging te blijven op Landpark Assisië

4.3 Algemeen kwaliteitsbeleid In november 2007 is Prisma volledig HKZ-gecertificeerd. In 2010 is een nieuwe driejaarlijkse cyclus van

certificering gestart, wat erin heeft geresulteerd dat in 2010 het certificaat verlengd is tot 2013. In 2011

hebben de HKZ-auditoren een tussentijdse controle uitgevoerd. Hieruit bleek dat we voldoen aan de

kwaliteitseisen zoals HKZ ze voorschrijft.

Op detailniveau zijn tijdens de audits ten aanzien van de inrichting van het werk op de bezochte

voorzieningen een aantal verbeterpunten geconstateerd en enkele aanwijzingen gegeven. De mate

waarin en de wijze waarop hieraan binnen Prisma in korte tijd gevolg is gegeven, heeft geleid tot behoud

van het kwaliteitscertificaat.

De ontwikkelingen rondom kwaliteitssystemen worden nauwgezet gevolgd. Ook aan Zichtbare Zorg heeft

Prisma in 2011 deelgenomen.

In 2011 heeft het interne auditteam onderzoeken uitgevoerd. Iedere locatie van Prisma wordt eenmaal

per twee jaar bezocht door het interne auditteam en onderworpen aan een ‘audit methodisch werken’. In

deze audit wordt op diverse thema’s onderzocht hoe de teamleden zich houden aan de kwaliteitseisen en

hoe zij omgaan met verbeterpunten. De resultaten van de audit zijn input voor het jaarplan van de

locatie.

Prisma hecht eraan haar kwaliteitssystemen op orde te hebben en te houden. Daarnaast toetst Prisma de

kwaliteit van haar zorg en dienstverlening bij voorkeur in de dialoog. Gesprekken met cliënten en hun

netwerk, met cliëntenraden, met medewerkers en onder meer ook met de Commissie Maatschappelijke

Verantwoording en Verantwoordelijkheid verschaffen Prisma veel informatie over de wijze waarop en de

mate waarin kwaliteit ervaren wordt.

4.4 Kwaliteitsbeleid ten aanzien van cliënten In 2011 heeft Prisma zich via de methodiek van Zichtbare Zorg verantwoord over de geleverde kwaliteit

in het jaar 2010. Zo zijn in 2011 over het jaar 2010 zorginhoudelijke vragenlijsten ingevuld door

begeleiders van de voorzieningen. Ook is een contract gesloten met KIWA Prismant om de

cliëntervaringen te toetsen (de CQI-meting). Deze toetsing is in 2011 uitgevoerd bij de sector Arbeid en


Dagbesteding en zal de komende twee jaar binnen de andere onderdelen van Prisma worden ingezet. De

opzet en de resultaten van dit onderzoek zijn in 2011 besproken met de centrale cliëntenraad, waarna

verbeteracties ingezet zijn.

4.4.1 Kwaliteit van zorg

Kwaliteit van zorg krijgt vorm in de praktijk. De belangrijkste ontwikkelingen en resultaten uit die praktijk

zijn hieronder thematisch weergegeven, waarbij een lijn is aangebracht van de aanvang van zorg, via de

praktijk en de resultaten, naar de reflectie op zorg. Voor zorg en veiligheid is aansluitend een

afzonderlijke paragraaf ingericht.

4.4.1.1 Aanvang van zorg en voorwaarden

Prisma Entree: prestaties aan de voordeur

Alle nieuwe cliëntvragen en vragen van bestaande cliënten met een veranderende zorgbehoefte worden

in behandeling genomen door de klantbegeleiders van Prisma Entree. Samen met de cliënt en zijn

netwerk verzamelt de klantbegeleider alle benodigde informatie die leidt tot formulering van de juiste

zorgen ondersteuningsvraag. De klantbegeleider ziet toe op een passende indicatie als voorwaarde voor

zorg en brengt eventuele risico’s in beeld. Waar nodig wordt hierbij agogische expertise betrokken. De

klantbegeleider volgt de cliënt tot het moment waarop zorg gestart wordt en draagt op dat moment de

klant over met een zogenaamd start-POP. Dit is een gecomprimeerd Persoonlijk Ondersteuningsplan,

waarin afspraken naar aanleiding van de actuele zorgvraag en het toekomstperspectief zijn geformuleerd.

Doorgaans gaat dit vergezeld van een eveneens door de klantbegeleider opgesteld beeldvormingsverslag.

Deze gegevens vormen de opmaat naar het volledige Persoonlijk Ondersteuningsplan dat door de

persoonlijk ondersteuner in het primaire proces na zes weken voltooid wordt. Dat is ook het moment

waarop de klantbegeleider zorgvraag en -realisatie evalueert en definitief overdraagt aan begeleiding en

ondersteuning in de regio of het programma.

Prisma Entree registreert het aantal cliëntvragen, geordend in de categorieën:

• wonen

• dagbesteding

• logeren

• expertise (onderzoek, diagnostiek en behandeling)

• ambulant (thuiszorg, gezinsbegeleiding, ondersteuning in het onderwijs etc.)

Veel cliënten hebben meer dan één zorgvraag en dus is het aantal zorgvragen groter dan het aantal

klanten. Niet alle vragen leiden tot realisatie. Vervallen vragen zijn vragen die elders of anderszins

ingevuld zijn, maar ook vragen die vanuit financiële of zorginhoudelijke risico’s niet geleid hebben tot

zorgrealisatie. Gerealiseerde en vervallen vragen bestaan deels uit vragen die als nieuw zijn

binnengekomen in 2009 of eerder, zoals vragen die nieuw zijn in 2010 deels nog in 2011 of later ingevuld

zullen gaan worden.

Prestaties van Entree in 2011

Nieuwe zorgvragen

Gerealiseerd

Vervallen

Vragen in

behandeling

1.267

687

601

703

De tien klantbegeleiders hebben gemiddeld circa tachtig cliënten met hun zorgvragen in portefeuille en

zijn aan een regio of aan een programma gekoppeld.


Zorg en indicatie

Het organisatieonderdeel Indicatieservice is in 2007 in het leven geroepen. Medewerkers op de

voorzieningen worden met raad en daad bijgestaan om de juiste en op de individuele zorgvraag

toegesneden indicatie te verkrijgen. Alle verzoeken om herindicatie worden door Indicatieservice getoetst

op volledigheid en inhoud, alvorens de aanvragen door te sturen naar het CIZ. Snelheid en eenduidigheid

in de verwerving van passende indicaties dragen bij aan heldere afspraken tussen cliënt en Prisma over

de feitelijke ondersteuning enerzijds en aan ondubbelzinnige productieafspraken tussen Zorgkantoor en

Prisma anderzijds.

In het verslagjaar zijn 482 aanvragen voor een herindicatie door Indicatieservice gedaan.

Indicatieservice heeft zich ontwikkeld tot een intern kenniscentrum en vraagbaak op het gebied van

indicaties en heeft een belangrijke signalerende rol waar het gaat om het verlopen van de

geldigheidstermijnen. Indicatieservice heeft een regisserende rol waar het gaat om bekostiging en

verantwoording van bijzondere zorgsituaties zoals overbruggingszorg, alternatieve zorg en crisiszorg.

Indicatieservice onderhoudt de relaties met het CIZ, Bureau Jeugdzorg en de Zorgkantoren.

In 2011 zijn er diverse informatiemiddagen georganiseerd om begeleiders basiskennis over de AWBZ en

het aanvragen van indicaties te geven. Nieuw aangestelde teamleiders zijn

door Indicatieservice uitgenodigd om hen te informeren over relevante informatie ten aanzien van

indicaties. Er is een informatiebrochure op Intranet aanwezig die tot in detail uitleg geeft hoe een

aanvraag herindicatie gedaan wordt. Deze brochure wordt voortdurend aangepast aan de ontwikkelingen,

zowel intern als extern.

In 2011 is de productencatalogus aangepast aan de beleidsregels 2011 en zijn alle producten die Prisma

biedt, actueel gehouden.

In 2009 is de start gemaakt ter voorbereiding met het deels zelf indiceren via de AF

(aanmeldfunctionaliteit). In 2010 is dit verder uitgebouwd en in 2011 zijn alle indicatieaanvragen (85) die

via HIT (Her Indicatie Taakmandaat) mogelijk waren door Indicatieservice zelf geïndiceerd. De maximale

status van Trusted partner is na toetsing van het CIZ ook in 2011 behouden.

In augustus 2011 is er landelijk gestart met AZR 3.0. Hierdoor is tussen Prisma en de zorgkantoren, c.q.

AZR, het berichtenverkeer digitaal geregeld. Vanaf september 2011 is Indicatieservice gestart met de

behandeling van de inhoudelijke vraagstelling van de AAT’s (Aanvraag Aangepaste Toewijzing). De

zorgadministratie verzorgt de verdere administratieve verwerking en communicatie met de zorgkantoren

via AZR 3.0.

4.4.1.2 De zorgpraktijk

Zorg en expertise

Alle medische, paramedische, verpleegkundige, gedragswetenschappelijke en levensbeschouwelijke

kennis en deskundigheid zijn inmiddels, zoals bekend, vanuit de reorganisatie in 2010 gebundeld in

Zorgexpertise. Deze expertise is organisatorisch opgedeeld in vier onderdelen: (para) medisch,

gedragswetenschappen, programma’s en levensbeschouwelijke zorg. Daarnaast maakt Entree en

Indicatieservice onderdeel uit van Zorgexpertise. Voor drie onderdelen is een inhoudelijke aansturing

ingezet: teamleider Prisma Entree, hoofd behandeling en hoofd gezondheidscentrum.

Bij de vakgroep gedragswetenschappen is in 2011 een belangrijke inzet gedaan op het realiseren van de

ingezette lijn van de capaciteitsplanning (cf ZZP – inzet). In 2011 is de introductie van de tijdtikker

voorbereid, dit zal vanaf 1 januari 2012 worden geëffectueerd. Vraag en aanbod is in 2011 op elkaar

afgestemd en de inzet ervan is breed in de organisatie geïntroduceerd. Het werken met een

capaciteitsplanning is zowel voor de cliënt als de betrokken expertise een winst in duidelijkheid en


transparantie. Duidelijk is ook dat er een toename is van vragen (ophogingen van indicaties Prismabreed,

eerder niet in beeld gebleven vragen worden duidelijk, toename van hogere ZZP’s) waardoor er met

name extra inzet op gedragswetenschappelijke ondersteuning nodig werd.

Dit is ook merkbaar in de nieuwe districtindeling, met name binnen specialistische zorg en reguliere zorg.

Een grotere vraag is ook vanuit Ambulant merkbaar.

Tegelijkertijd is in 2011 een accent komen te liggen op de opbouw van programmateams en het

verbeteren van de kwaliteit van ondersteuning door gedragswetenschappers (zorgpaden). De inrichting

van programmateams is een versterking van het doelgroepenbeleid en de ontwikkeling van

zorgprogramma’s voor de sectoren en specifieke zorgpaden voor de doelgroepen.

Zorgexpertise zet programmaleiders in op bijzondere onderdelen van zorg zoals zeggenschap, sociale

netwerken, seksualiteit en educatie. In 2011 is vooral ingezet op methodisch werken (Het huis op orde)

en de samenhang van deze afzonderlijke kwaliteitsprogramma’s in relatie tot het POP (persoonlijk

ondersteuningsplan). Daarnaast is de bijdrage aan Meer Mens aanzienlijk geweest in de vorm van

permanente projectleiding. Nieuwe programma’s zoals educatie/vorming en cliëntcommunicatie/platform

zijn verder uitgewerkt. In 2012 zal het nieuwe programma leefstijl worden geïntroduceerd.

Ook in 2011 is (na de start in 2009 met zogenaamde kenniskaarten, om kennis te ordenen en expertise

te verbreden en te verdiepen) vanuit deze kennis ook aandacht besteed aan deskundigheidsbevordering

voor alle medewerkers. Er zijn congressen en symposia bezocht en individuele scholingstrajecten ingezet.

Bijzonder is de mogelijkheid om de opleiding tot OG en GZ te volgen, waarvoor Prisma een erkende

opleidingsplaats is geworden. In 2011 volgen drie collega’s een van deze opleidingstrajecten. Daarnaast

zijn er medewerkers opgeleid in systeemgerichte benadering, er zijn scholingen toegekend op het gebied

van paramedisch handelen of vakspecifieke opleidingen zoals EMDR, cognitieve gedragstherapie,

oplossingsgericht werken, sociale vaardigheidstrainingen.

In 2011 is een vervolg gemaakt met de opzet van ten minste twee gezondheidscentra. De basis hiervoor

staat beschreven in de notitie Prisma en gezondheid. Deze worden in 2012 geëffectueerd. Prisma is in

2011 ook overgegaan op een betere adequate medicatieverstrekking door één leverancier (apotheker) en

toezichthouder en een uniforme werkwijze. Naast budgettaire voordelen zal deze maatregel leiden tot

kwaliteitsverhoging en werken we volledig binnen de richtlijnen van de inspectie.

In 2011 is gestart met de oriëntatie op community ’s. Met behulp van internet, intranet en social media

moet het mogelijk worden om expertise onder de aandacht te brengen, in- en extern te laten

communiceren en om expertise in- en extern te delen. Hiertoe is samen met PR en Communicatie een

plan uitgewerkt wat in 2012 zal worden uitgerold.

Persoonlijk Ondersteuningsplan (POP)

In het POP zijn, naast een adequate beschrijving van de cliënt en zijn ondersteuningsvraag, concrete

doelen en afspraken vastgelegd. In feite kan ondersteuning niet plaatsvinden zonder een POP dat richting

geeft aan de dialoog en samenwerking met de cliënt en dus ook aan het handelen van de professionele

medewerker. Prisma hanteert een digitaal beschikbaar sjabloon voor het POP, waarin de acht

levensdomeinen voor kwaliteit van bestaan beschreven worden. Deze indeling sluit aan bij het

kwaliteitskader van de VGN.

• Lichamelijk welbevinden

• Psychisch welbevinden

• Interpersoonlijke relaties

• Deelname aan de samenleving

• Persoonlijke ontwikkeling

• Materieel welzijn

• Zelfbepaling

• Belangen


Bij elk levensdomein wordt de vraag gesteld of en zo ja, welke ondersteuning nodig is. Daarna volgen

doelen en afspraken. Alle cliënten van Prisma hebben een POP. Het hebben van een POP is echter niet

het doel. Het POP moet het methodisch werken in de dagelijkse praktijk versterken. Daarom is er in 2011

gerichte coaching aan teams geweest in het toepassen van de PDCA cyclus (Plan Do Check Act). Het POP

wordt daardoor meer ervaren als ondersteunend aan het werkproces, er wordt doelgerichter en

systematischer gewerkt en bovendien zijn medewerkers veel meer in staat ondersteuning te zien als een

proces van uitproberen, bijstellen en toepassen.

In 2012 zullen we dit proces nog verder verbeteren, mede door het in gebruik gaan nemen van een

elektronisch cliëntendossier.

Medezeggenschap

Medezeggenschap is een kwaliteitsprogramma binnen Prisma Zorgexpertise, wat zich richt op

ondersteuning van cliënten, vertegenwoordigers van cliënten en medewerkers in het waarmaken van

medezeggenschap door en voor cliënten. Enerzijds binnen de kaders van de Wet Medezeggenschap

Cliënten Zorginstellingen (WMCZ) en anderzijds vanuit onze visie die een belangrijke plaats toekent aan

zeggenschap en medezeggenschap, empowerment en regie van de cliënten binnen Prisma en daarbuiten.

In 2011 zijn LCR- en Huiskameroverleggen gecontinueerd. 1 september is het project ‘Mag ik mezelf zijn’

officieel gestart. Dit project is erop gericht cliënten met een ernstige verstandelijke beperking meer regie

over hun eigen leven te geven door de inzet van de methode Meer Mens. Dit project is een initiatief

samen met de CCR. Voor dit project is een subsidie aangevraagd van € 100.000, - bij Zon MW. De

aanvraag is volledig gehonoreerd. Einddatum van het project is 1 september 2012.

Eind 2010 hebben de CCR en de Raad van Bestuur van Stichting Prisma een werkgroep de opdracht

gegeven om de interne en externe ontwikkelingen op het gebied van Medezeggenschap bij de Stichting te

inventariseren en analyseren. De werkgroep werd gevraagd om op basis hiervan een voorstel voor een

CCR te formuleren die in staat is de dialoog aan te gaan met de Raad van Bestuur. De CCR is dan

adviesorgaan voor de Raad van Bestuur vanuit het cliëntenperspectief. Verder werd advies gevraagd over

de vorm waarin de ‘lokale’ medezeggenschap de komende jaren gestalte diende te krijgen. Daarbij moest

rekening worden gehouden met de knelpunten.

Uitgangspunten zijn dat:

• de medezeggenschap zo dicht mogelijk bij cliënten zelf dient te worden georganiseerd;

• de continuïteit van de medezeggenschap zo veel als mogelijk gewaarborgd dient te worden;

• de Centrale Cliëntenraad hèt medezeggenschapsorgaan in het kader van de Wet Medezeggenschap

Cliënten Zorginstellingen is en blijft;

• de dialoog tussen medezeggenschap dichtbij en de centrale medezeggenschap versterkt dient te

worden.

Resultaat: In april heeft de werkgroep een advies uitgebracht aan RvB en CCR. In november is het advies

van de werkgroep overgenomen door RvB en CCR. Uitvoering en uitrol advies vindt plaats in 2012.

Netwerken

In het project ‘Mag ik mezelf zijn’ (zie boven) is er speciale aandacht voor het actief betrekken van het

netwerk/verwanten en belangrijke anderen uit het leven van de cliënt. Voor hen zijn er speciale thema-

avonden georganiseerd en verwanten worden nadrukkelijk uitgenodigd actief deel te nemen aan de

besprekingen die specifiek over hun familielid gaan. Verwanten zijn ook uitgenodigd deel te nemen aan

de scholingsmomenten die de teams krijgen die deel uitmaken van dit project. Hier wordt door enkele

ouders gebruik van gemaakt.

Prisma heeft met het Zorgkantoor West-Brabant afspraken gemaakt om in het kader van netwerken

extra inspanningen te leveren die erop gericht zijn het netwerk van 50% tot 75% van de cliënten in

West-Brabant met externe (buiten de directe familieleden om) personen uit te breiden. Rapportage over

resultaten volgt in augustus 2012 .


Educatie/deskundigheidsbevordering voor cliënten

Educatienetwerk West-Brabant is na ruim tien jaar beëindigt. Prisma heeft al die jaren hierin

geparticipeerd. Het educatienetwerk heeft op verschillende manieren getracht om het aanbod voor

mensen met een beperking uit te breiden en makkelijker toegankelijker te maken. Soms is dat gelukt.

Kijkend naar de gehele achterliggende periode, dan moeten we constateren dat de verhouding tussen

inspanning en opbrengst erg scheef gegroeid is.

Het educatienetwerk heeft geconstateerd dat alleen maar gericht zijn op educatie voor een relatief kleine

doelgroep die ook nog eens zo divers van samenstelling is, geen vruchten afwerpt die kunnen uitgroeien

tot volwaardige planten. Er moet in bredere kaders gedacht en gewerkt worden. Hierbij is te denken aan

ketensamenwerking waarbij educatie een onderdeel in de keten is. Concreet denken we hierbij aan

arbeid en wonen. Het educatienetwerk West-Brabant hecht er dan ook aan dat na beëindiging van het

samenwerkingsverband educatie voor mensen met een verstandelijke beperking op de agenda te zetten

en te houden.

Als antwoord hierop hebben we binnen Prisma ons de volgende centrale vraag gesteld: Hoe kunnen wij

de wens met betrekking tot de persoonlijke ontwikkeling (binnen de drie leefsferen) het beste invullen

binnen Prisma? Als start hebben gekozen voor een pilot binnen drie activiteitencentra. Ervaringen uit de

pilots vormen de basis voor een verdere uitrol binnen de overige activiteitencentra en vervolgens gaan

we kijken hoe we dit kunnen vertalen naar wonen en vrijetijd. Uitgangspunt: Persoonlijke ontwikkeling

wordt binnen dagbesteding vertaald als deskundigheidsbevordering.

Deskundigheidsbevordering wordt vast onderdeel van het aanbod binnen AC’s en werk, richt zich op het

gericht en vakkundig aanbieden van kennis en vaardigheden die een cliënt helpen beter te functioneren

binnen zijn directe dan wel toekomstige AC/werkomgeving en ter bevordering van zijn maatschappelijk

functioneren en participeren.

Meer Mens

Ondersteuning van mensen met een ernstige verstandelijke beperking vanuit de, intern ontwikkelde,

methode Meer Mens. In 2011 hebben we opnieuw bij 80 cliënten de methode Meer Mens ingezet volgens

afspraak met de Nederlandse Zorgautoriteit (NZA).

Het subsidieproject ‘basiscursus Meer Mens’ implementeren binnen het onderwijs, met het Willem I

College ’s-Hertogenbosch is voortgezet en zeer succesvol, met de complimenten van de subsidie

verstrekker Zon MW, afgesloten met een conferentie. Aan deze afsluitende conferentie is door 85

personen uit de onderwijswereld deelgenomen. De basiscursus Meer Mens maakt nu standaard onderdeel

uit van het onderwijsprogramma binnen de opleiding Maatschappelijk Zorg van het Willem I College.

September startte train de trainer Methode Meer Mens binnen St. Severinus in Veldhoven. Het project

‘Mag ik mezelf zijn’ startte (zoals eerder vernoemd). Ook is er in september binnen het Landelijk

Steunpunt Medezeggenschap (LSR) gestart met een training Ervaringsordening en Co-regulatie Meer

Mens aan coaches medezeggenschap en vertrouwenspersonen.

Continuering van de samenwerking met CCE, bestaande uit de inzet van de methode Meer Mens bij

complexe casuïstiek waar de zorgaanbieder van betreffende cliënt even specifieke expertise van buitenaf

kan gebruiken. Continuering samenwerking met dr. Timmers-Huijgens, de bedenker van de theorie van

ervaringsordening.

Workshops en presentaties worden verzorgd tijdens het Begeleiderscongres in Sliedrecht van CCE/ASVZ,

Regio Dag RDO in het Willem I Stadion en MEE-West-Brabant.

In november was er het overleg met de Zorgkantoren. De innovatieperiode wordt afgesloten, het product

Meer Mens staat. Nu moet de aandacht uitgaan naar het beschikbaar maken/houden en het verder

uitrollen op landelijk niveau van de methode Meer Mens. Wat kan en wil Prisma zelf en kunnen de

zorgkantoren hierin nog betekenen. Zorgkantoren willen hun medewerking bij die uitrol verlenen en zijn

bereid om Meer Mens ook onder de aandacht te brengen bij zorgverzekeraars. In april 2012 komen

partijen met uitgewerkte voorstellen bij elkaar.


Crisisopvang

In 2011 heeft Prisma 36 crisisopnames gerealiseerd. Het gaat om één crisisopname van een cliënt met

somatische problematiek en 35 crisisopnames waarbij ontregeld gedrag de aanleiding was. Van de 35

crisisopnames door ontregeld gedrag, waren er 19 externe plaatsingen en 16 interne plaatsingen.

Daarnaast komt het in toenemende mate voor dat cliënten aangemeld worden maar uiteindelijk niet

komen, of na één dag weer vertrekken, het betreft hier voornamelijk cliënten met LVB problematiek.

Gezien het grote percentage interne crisisaanvragen heeft Prisma zich dit jaar gericht op het ontwikkelen

van een methodiek om interne crisissen sterk te kunnen reduceren. Het uitgangspunt hierbij is het

versterken van het multidisciplinaire team in de districten. Hierbij wordt uitgegaan van het eerder en

adequater signaleren van een veranderende situatie die zonder interventies zou kunnen leiden tot een

crisissituatie, met als resultaat dat de cliënt in zijn eigen omgeving kan blijven en het team zich meer

competent voelt de cliënt te blijven ondersteunen. Dit wordt ondersteund door een zogenoemd

‘crisispreventieteam’. Begin 2012 zal dit team operationeel zijn.

Naast de vijf geoormerkte plaatsten op Hindeloop 2, is er één crisisplaats gerealiseerd in De Singel in

Nieuwendijk (West-Brabant) en één crisisplaats specifiek voor somatische spoedaanvragen op het terrein

van Biezenmortel.

Door- en uitstroom van de cliënten na crisisopvang blijft een aandachtpunt, Prisma heeft ervoor gekozen

de crisiscoördinatie meer te centraliseren om zo meer overzicht en snelheid in processen te kunnen

bewerkstelligen.

Zorg en Ethiek

Beleid medisch ethische kwesties laatste levensfase

In 2011 heeft de geestelijk verzorger het beleid medisch ethische kwesties in de laatste levensfase

herzien. De belangrijkste aanpassingen zaten inhoudelijk op het onderwerp NR/NB beleid waar de

beleidsnotities een gedetailleerder protocol beschrijft en het onderwerp palliatieve sedatie. Het beleid

volgt bij deze thema’s de recente standpunten van enerzijds de Nederlandse Reanimatie Raad en

anderzijds de KNMG. In 2011 is samen met de werkgroep palliatieve zorg de voorbereiding getroffen dit

hernieuwde beleid op concrete wijze bij teamleiders en begeleiders onder de aandacht te brengen.

Zorgethisch promotieonderzoek

Sinds september 2011 is geestelijk verzorger Michael Kolen gedurende vijf en een half jaar voor één dag

in de week vrijgesteld voor het werken aan een zorgethisch promotieonderzoek naar de vraag op welke

wijze morele en moreel relevante betekenissen zich in de alledaagse zorg aan LVG jongeren manifesteren

en welke mogelijkheden voor goede zorg hierin schuilgaan. In 2011 lag de nadruk op het verzamelen van

onderzoeksdata door middel van participerende observaties bij verschillende LVG jongeren. In

voorliggende periode was er al intensief gewerkt aan fondsenwerving en het schrijven van het

onderzoeksvoorstel.

Zorgethiek

Het perspectief van zorgethiek, dat het belang van het sociaal-politiek-ethische karakter van zorg

benadrukt is binnen Prisma bij diverse interne studiedagen aan de orde geweest zoals de studiedag

‘Veilig Ambulant werken’, ‘Meer mens’, Intensieve GezinsBegeleiding en op de drie Medewerkersdagen.

Ook binnen de visieontwikkeling rondom LVB-plus cliënten is deze ethische stroming die het belang van

wederkerige zorgrelaties laat zien, heel expliciet ook in notities betrokken.

Academie voor Toegewijde Zorg

In 2011 heeft de Academie voor Toegewijde Zorg geen activiteiten uitgevoerd, maar is er achter de

schermen gewerkt aan een langlopend project in 2012 over de vraag naar ‘wat is de toekomst van de

gehandicaptensector’. Doel van dit project is om met een relatief klein gezelschap van sleutelfiguren in de

sector een drietal filosofisch georiënteerde bijeenkomsten te beleggen waarin nagedacht wordt over de

vraag: Creëert iedere samenleving haar eigen mensen met een verstandelijke beperking? Voor deze

gelegenheid is de programmaraad tijdelijk uitgebreid met enkele mensen van buiten Prisma, is er een

lijst met genodigden vastgesteld en zijn er contacten gelegd met enkele ‘filosofen van dienst’ die de


gezamenlijke reflecties van input voorzien. Met het Tijdschrift ‘Zin in Zorg’ zijn besprekingen gevoerd

over de mogelijkheden van een themanummer over dit onderwerp.

4.4.1.3 Resultaten in zorg

Zorgpaden

In 2011 zijn alle zorgpaden die voor Prisma binnen de zorglogistiek een plaats krijgen op inhoud verder

uitgewerkt, waarbij het zorgpad Verstandelijk beperkte Ouderen met Psychische problemen als laatste is

toegevoegd. Inhoudelijk zijn de zorgpaden afgestemd, waarbij het noodzakelijk is om een en ander per

locatie te concretiseren. Een eerste vorm daarvan is opgezet voor LVB en EVB binnen Specialistische Zorg

op De Singel in Nieuwendijk, alsmede voor Observatie en Diagnostiek op het ODC. Tenslotte is vanuit

ambulante en systeemgerichte aandacht voor kinderen en gezinnen een Zorgpad Kind en Gezin

ontwikkeld. Daarnaast is een werkgroep Somatiek van start gegaan voor cliënten met een nadrukkelijke

ondersteuningsvragen op somatisch gebied.

In 2011 zijn de volgende zorgpaden verder uitgewerkt:

• Zorgpad Ernstig Verstandelijke Beperking en probleemgedrag

• Zorgpad Verstandelijk beperkte Ouderen met Psychische problematiek

• Zorgpad Autisme Spectrum Stoornissen

• Zorgpad Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH)

• Zorgpad Licht Verstandelijke Beperking en Integratiestoornissen

• Zorgpad Licht Verstandelijke Beperking en Sociaal emotionele problematiek

• Zorgpad Observatie en Diagnostiek

• Zorgpad Kind en Gezin Ambulant

Binnen de zorglogistiek worden concrete afspraken gemaakt rondom implementatie binnen het geheel

van de zorgprogrammering.

Tenslotte is er rondom elk zorgpad een begin gemaakt met het organiseren van programmateams die

vanuit verschillende disciplines op inhoud de kwaliteit van de zorgpaden moeten vaststellen en

waarborgen.

Toelichting op de doelgroepen van de zorgpaden

Ernstig Verstandelijke Beperking en Probleemgedrag

Voor Prisma heeft de zorg aan mensen met een ernstig verstandelijke beperking altijd aan de basis

gelegen van belangrijke ontwikkelingen. We spreken hier over cliënten met een ontwikkelingsleeftijd

lager dan vier jaar. Het zijn personen die op alle levensterreinen (denk aan zelfredzaamheid, sociale

contacten, vrijetijdsbesteding) voortdurend een intensieve ondersteuning nodig hebben. Vaak is er

sprake van ernstige zintuigstoornissen, ernstige beperkingen in de mobiliteit en bijkomende lichamelijke

aandoeningen. Daarnaast kan er sprake zijn van ernstige gedragsproblemen en/of internaliserende

problematiek. In de ondersteuning heeft Prisma de methodiek Meer Mens ontwikkeld, aansluitend bij de

ervaringswereld van de cliënt. Naast Meer Mens heeft de aandacht voor de specifieke problematiek van

mensen met een ernstige en vaak meervoudige beperkingen tot een duidelijke verbetering van de

voorwaarden geleid. Zo is met name nadrukkelijk ingegaan op de aard van de beperking, de complexiteit

ervan in samenhang met (forse) somatische problematiek en de typische vormen van probleemgedrag

(werkgroep Somatiek). Er is in 2010 een start gemaakt met het inrichten van de woningen binnen Prisma

met de noodzakelijke aandacht voor het woonklimaat. Dat heeft ertoe geleid dat begeleiding beter het

gedrag kan lezen om er samen met alle betrokkenen een antwoord op te vinden. Dat sluit aan bij de

ingezette investering in een nadrukkelijker multidisciplinaire benadering.

Zorgpad Verstandelijk beperkte Ouderen met Psychische problematiek

De ontwikkelingen, landelijk, in de zorg aan mensen met een verstandelijke beperking is niet alleen dat

zij gemiddeld ouder worden (zoals de gehele bevolking), maar dat er meer en meer aandacht is gekomen

voor de bijkomende ondersteuningsvragen, c.q. meer specifieke vragen rondom aandachtsgebieden als

dementie, ouderdomsdepressie e.d. Daarnaast is ook hier de somatische ontwikkeling van belang,


getuige het onderzoek GOUD (Gezond Ouder Worden, aan de Erasmus Rotterdam). Binnen Prisma komen

we de ondersteuningsvragen rondom de ouder wordende cliënten meer systematisch tegemoet vanuit

een duidelijke visie op kwaliteit van leven. Door een afname van de verstandelijke en fysieke

vaardigheden ten gevolge van het ouder worden nemen de mogelijkheden af om te voldoen aan de

fysieke behoeften en aan de psychische behoeften van autonomie, competentie/veiligheid en

verbondenheid. Vervulling van deze behoeften leidt tot zelfverwerkelijking en bepalen de kwaliteit van

leven. Door het bieden van passende ondersteuning of alternatieven om aan deze behoeften te voldoen,

wordt de kwaliteit van leven gehandhaafd/hersteld. Het zorgpad is in het bijzonder gericht op cliënten bij

wie het verouderingsproces leidt/dreigt te leiden tot psychische en/of psychiatrische problematiek

Zorgpad Autisme Spectrum Stoornissen

Hier ontmoeten we cliënten bij wie er sprake is van een nadrukkelijke en eigen wijze van communiceren.

Niet zelden is sprake van een bedreigde of vastgelopen ontwikkeling, dan zijn er stoornissen in de

informatie– en prikkelverwerking, in betekenisverlening. Uiteraard zijn cliënten met een autisme

spectrum stoornis bepaald door de specifieke beperkingen van deze allesomvattende problematiek. In de

praktijk komen daarbij ook ondersteuningsvragen voor die voortkomen uit bijkomende problemen

rondom emoties en impulsregulatie, agressie, seksualiteit, angsten en vermijdingsgedrag en acceptatie

van dat wat de cliënt ook zelf beleeft van autisme. Voor de ondersteuning en behandeling bestaat een

diversiteit aan methodieken. Binnen het zorgpad is gekozen voor een duidelijke beschrijving op niveau

van klimaat, situatie en relatie wat nodig is binnen concrete woonplekken. Dat wil zeggen: er is voor elke

woonplek een ondersteuningswijze beschreven. Uiteraard is daarbij rekening gehouden met goed

ontwikkelde zorgvisies (bijv. TEACCH), en de noodzakelijke kennis van de onderliggende theorieën over

theory of mind, centrale coherentie en executieve functies. Voor begeleiders en cliënten geeft dit een

beter houvast, ook omdat op cliëntniveau ruimte is voor een individuele aanpak (socratische methode,

oplossingsgericht werken, vormen van psycho-educatie).

Zorgpad Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH)

Cliënten met Niet Aangeboren Hersenletsel doen in toenemende mate een beroep op Prisma. Een aantal

cliënten met NAH binnen een voorziening in West-Brabant was aanleiding zorg en ondersteuning van

deze doelgroep projectmatig onder de loep te nemen. Dit in 2009 voltooide project heeft geleid tot een

aantal verbeteringen en aanbevelingen waardoor Prismamedewerkers beter toegerust zijn op begeleiding

en ondersteuning van cliënten met NAH. De herkenning van NAH, zowel aan de voordeur van Prisma als

in de dagelijkse begeleiding, is verbeterd dankzij een investering in deskundigheidsbevordering. Op basis

daarvan zijn eisen geformuleerd met betrekking tot de woonomgeving van NAH-cliënten en er is een

heldere begeleidingsstijl ontwikkeld. De ondersteuning krijgt richting en evaluatie dankzij een nieuw

opgezet multidisciplinair overleg, waarbij zo nodig ook betrokkenen van buiten Prisma aanschuiven.

Het project is met bovenstaande stappen de opmaat geweest naar de ontwikkeling van een zorgpad NAH

als nieuwe specialisatie binnen het door Expertise ontwikkelde zorgprogramma.

Zorgpad Licht Verstandelijke Beperking en Integratiestoornissen

Dit zorgpad biedt een basis voor cliënten met een lichte verstandelijke beperking en

integratieproblematiek, vooral vanuit een neurologisch defect of een syndroom. Bij deze cliënten is

sprake van bedreiging en/of vastlopen van de ontwikkeling van zelfverwerkelijking vanuit deze specifieke

problematiek. Daarbij valt concreet te denken aan diagnoses zoals ADHD, NLD, aangeboren

impulsregulatiestoornissen, maar ook aan bepaalde syndromen zoals het Foetaal Alcohol Syndroom (FAS)

en Fragiele X-syndroom. Soms is er ook sprake van comorbiditeit. Veel voorkomende problemen zijn:

motorische en/of sensorische problematiek, agressieproblemen, seksuele problemen,

communicatieproblemen, sociale angsten en vermijdingsgedrag, acceptatieproblemen, over- en

ondervraging. Het accent in de basisbehandeling is een combinatie tussen het bieden van een (stevige)

structurerende ordening en een methodisch gereguleerde aanpak van oplossingsgericht werken. De


aandacht voor deze specifieke problematiek heeft onmiskenbaar geleid tot een verbetering in inzicht,

zowel voor cliënten, cliëntsystemen en begeleiders als in wijze van benaderen en ondersteunen.

Zorgpad Licht Verstandelijk Beperkt en sociaal emotionele problematiek

Mensen met een licht verstandelijke beperking onderscheiden zich van anderen door de spanning die er

ligt op dat wat zij en anderen van zichzelf verwachten en dat wat zij concreet aankunnen. Dat leidt tot

een complexe interactieproblematiek. Dat leidt ook tot een forse uitdaging een aansluitende

ondersteuning en behandeling te realiseren. Er lijkt niet een eenduidige passende oplossing voorhanden.

Er is sprake van een beperkt sociaal aanpassingsvermogen, leerproblemen, maar ook van gedrags- en

psychiatrische stoornissen, medisch-organische problemen en/of problemen in het gezin en sociale

omstandigheden. Er is vaak sprake van ernstige gedragsproblemen en als gevolg daarvan hebben ze

langdurige of chronische behoefte aan ondersteuning (Landelijk Kenniscentrum LVB, 2005). Bij cliënten is

sprake van sociaal emotionele of relatie- en hechtingsproblemen en een licht verstandelijke beperking.

Diagnoses die we hierin nogal eens tegenkomen zijn onder andere borderline persoonlijkheidsstoornis,

reactieve hechtingsstoornis, oppositioneel opstandige gedragsstoornis, geen-bodem-syndroom en

stemmingsstoornissen. In lichtere mate is er niet zelden sprake van een verstoring in de zelfbeleving. De

ontwikkeling van de persoon, de ervaringen van en over zichzelf zijn ontregeld. Het zelfbeeld is aangetast

waarbij vaak een hoge dosis faalangst of hoge dosis zelfoverschatting wordt gezien. De gevolgen hiervan

zorgen voor verstoring op de volgende gebieden: leefklimaat, de dagelijkse routine is verstoord, de

persoonlijke relaties lopen vast en er zijn persoonlijke aspecten als depressie, acting out, agressie,

negatief zelfbeeld, die in directe samenhang staan met de omgeving. Er bestaat inmiddels een

definiëringdiscussie: mensen met een LVB werden voorheen beschreven op een IQ-score tussen 55 – 85.

Inmiddels wordt er steeds meer vanuit beleidswege een onderscheid gemaakt tussen 55 – 70 (LVB) en

70 – 85 (zwakbegaafdheid). Los van het oneigenlijk gebruik van intelligentiescores, maakt de praktijk

duidelijk dat er wel onderscheid is tussen iemand met een IQ van 55 of 60 en iemand van 80 of 85, maar

dat het ontwikkelingsgebied daartussen eenzelfde beeld laat zien in typering van ondersteuningsvragen.

Binnen Prisma is een duidelijk zorgpad ontwikkeld dat ingaat op de voorwaardelijke elementen van

klimaat, situatie en relatie. De orthopedagogische kennis en strategieën worden hier functioneel op

niveau van woonplekken gerealiseerd. Deze worden waar nodig op individueel niveau aangevuld met

behandelmodulen (cognitieve gedragstherapie, psychomotore therapie, oplossingsgerichte therapie,

EMDR).

Zorgpad Observatie en Diagnostiek

Het Zorgpad voor Observatie en Diagnostiek binnen het Orthopedagodisch Dagcentrum van Prisma biedt

een specialistisch aanbod op onderzoeksmogelijkheden voor kinderen tussen de twee en vijf jaar met een

ontwikkelingsachterstand of een verstandelijke beperking en/of opvoedingsproblemen. Een zorgpad

betekent dat bij Observatie en Diagnostiek een aantal stappen, of fases worden doorlopen. Bij elk kind

wordt bekeken welke onderdelen worden ingezet en of het zorgpad volledig wordt gebruikt. Indien er

aanmeldingen zijn van kinderen jonger dan twee jaar, dan zal per kind een afweging gemaakt worden of

deze al dan niet kan aansluiten.

In het zorgpad gaan we uit van een orthopedagogische visie op diagnostiek en volwaardig burgerschap.

Het jonge kind is doorgaans volop in ontwikkeling, kent een eigen dynamiek per leeftijdsfase en vraagt

om een fundamentele levenskans met alle daarbij passende mogelijkheden.

Binnen het ODC treffen we jonge tot zeer jonge kinderen aan die op een of meerdere levensterreinen

vast zijn gelopen, waarbij meer vragen leven dan kansen, meer beperkingen of verstoringen optreden in

de dynamiek dan mogelijkheden. Niet zelden lopen ouders hierin tegen de grenzen van hun opvoeding

aan. Dat speelt nog meer wanneer er een breuk komt in het perspectief van de ontwikkeling van hun

kind. Kind en gezin zijn daarin onlosmakelijk met elkaar verbonden. In veel van die situaties leven

vragen over wat er aan de hand is, wat speelt er, waar gaat het mis, welke kant moeten we op, waar

liggen (nog) mogelijkheden?


Diagnose betekent ‘er door heen kijken’ als door een dia. Kijken naar ‘wat er aan de hand is’. We staan

op het standpunt dat elk kind recht heeft op een goede diagnostiek en we vinden dat dit alleen tot een

goed proces kan leiden wanneer we dit in gezamenlijkheid met ouders en/of opvoeders (dialogisch) ter

hand nemen. We zullen daarin streven naar een ontwikkelingsperspectief voor het kind.

Dit vraagt ook om een duidelijke kwaliteitsverantwoording: we zien daarin de opdracht om dit

professioneel en op onze beste kwaliteiten uit te voeren, met een maximale inzet.

Voor observatie en diagnostiek betekent dit dat we ons richten naar de belangrijkste methoden die

geldend zijn en de beste middelen die ter beschikking staan. Juist op deze punten merken we dat er nog

veel terrein te winnen is. De belangrijkste diagnostische modellen vormen de rode draad in het zorgpad:

het hypothese toetsende model en de handelingsgerichte diagnostiek.

De visie vertalen we in een aantal uitgangspunten voor O&D die aansluiten bij wat door het ODC van

belang is in de uitvoering van de zorg:

• Duidelijke kaders wie wat doet en waar verantwoordelijk voor is.

• Meer fase gerichte, opzet van onze werkwijzen.

• Duidelijke afspraken over de manier waarop multidisciplinaire samenwerking vorm krijgt.

Zorgpad Kind en Gezin Ambulant

Het zorgpad Kind en Gezin Ambulant richt zich op de doelgroep gezinnen met één of meer leden met een

verstandelijke beperking, met een enkelvoudige dan wel complexe hulpvraag. Gezinnen accepteren

(vanuit een vrijwillig of gedwongen kader) hulp bij het aangaan van deze problemen om te komen tot

een andere leefsituatie voor het hele gezin. Prisma formuleert in het zorgpad Kind en Gezin Ambulant een

hulpaanbod in antwoord op de vraag die de gezinnen stellen. Binnen dat hulpaanbod vallen de producten

Ambulante Gezinsbegeleiding (AGB), Intensieve Gezinsbehandeling (IGB), Praktisch Pedagogische

Gezinsbegeleiding (PPG) en Pleegzorg.

Prisma wil graag naast de cliënt staan en een duurzame relatie opbouwen. Daarbij hoort oog voor de

familie, het netwerk en de situatie van de cliënt. Zo nodig schakelen we een andere partij in en kunnen

we de inzet aan zorg coördineren.

Wanneer een gezin tijdelijk begeleiding of behandeling nodig heeft, is het belangrijk aan te sluiten bij de

normen en waarden die het gezin voorstaat met als uitgangspunt dat het gezin een veilige plek biedt

voor de gezinsleden. Binnen het gezin moet voldoende ruimte zijn voor een ieder om zich te ontwikkelen.

Kinderen behoren in eerste instantie bij hun ouders te wonen en soms vraagt het extra inzet om dit na te

kunnen leven. Het is het uitgangspunt van Prisma dat ieder individu op zinvolle wijze kan deelnemen aan

de samenleving. Vanuit zorgpad Kind en Gezin Ambulant wordt deze zinvolle deelname georganiseerd

vanuit het gezin of pleeggezin. De begeleider of behandelaar neemt niet de eigen verantwoordelijkheid

van het gezin of de ouders over. Het gezin blijft zelf verantwoordelijk voor het eigen functioneren.

Het werken in gezinnen betekent een balans zoeken en creëren tussen ouders, kinderen en omgeving.

Ouders, kinderen en omgeving beïnvloeden elkaar steeds weer door de dagelijkse interacties. In het

werken met de gezinnen vormt een aantal theorieën het kader waarbinnen wij werken: te weten

systeemtheorie, het transactioneel model en het balansmodel.

Ondersteuning van particuliere initiatieven

Prisma heeft in 2011 zijn goede positie in deze ‘markt’ geconsolideerd. Op dit moment zijn er achttien

initiatieven operationeel, zes in voorbereiding en twee in acquisitie. Er is een werkgroep gestart die kijkt

naar het gehele concept van particuliere (ouder) initiatieven, zij maakt een analyse van nu, kijkt naar

verbeterpunten en streeft ernaar om dit in 2012 te vertalen in een vernieuwd concept om zo de markt

met nieuwe elan te kunnen betreden.


4.4.1.4 Reflectie op zorg

Geestelijke verzorging

Naast de reguliere taken van de geestelijke verzorging zoals individuele pastorale begeleiding van

bewoners, vieringen in de kapel en het begeleiden van uitvaarten van cliënten, heeft de geestelijke

verzorging in 2011 nadrukkelijk aangesloten bij de nieuwe slogan van Stichting Prisma: moderne zorg op

basis van traditie.

Dit betekent concreet dat geprobeerd is met enkele kleine initiatieven de franciscaanse spiritualiteit

waarmee de Broeders Penitenten ooit aan de wieg stonden van onze huidige organisatie, extra onder de

aandacht te brengen zoals in de viering van de naamdag van Franciscus (4 oktober) op Landpark Assisië,

de kloosterdagen in het Emmausklooster in Velp en de driedaagse cursus Spiritualiteit en Leiderschap.

Met deze activiteiten wordt geprobeerd op alle niveaus van de organisatie en op een eigentijdse manier

kernbegrippen uit deze spiritualiteit onder de aandacht te brengen. De belangrijkste conclusie van

verschillende deelnemers in 2011 was dat het een andere taal en beelden oproept die je helpen op een

andere manier naar het moderne zorgbedrijf te kijken.

Een studente Religiewetenschappen heeft in 2011 een start gemaakt als trainee binnen Stichting Prisma

en voert een onderzoek uit naar het protestants christelijke erfgoed binnen Stichting Prisma. In 2004

(eeuwfeest) en 2008 (Jaar Religieus erfgoed) is dit al uitgebreid gedaan voor het katholieke erfgoed

binnen onze stichting.

Seksueel misbruik in de katholieke kerk was in 2011 maatschappelijk een onderwerp dat de gemoederen

in de samenleving flink bezig heeft gehouden. De geestelijk verzorger heeft zich verdiept in het rapport

van de commissie Deetman. Juist vanuit het bewustzijn dat de slogan moderne zorg op basis van traditie

de morele plicht oproept ook de schaduwzijde van onderdelen uit die traditie onder ogen te zien. In het

rapport wordt niet geschreven over de Broeder Penitenten. Dat wil niet zeggen dat er daarom geen

situaties van misbruik zijn geweest. Prisma heeft een actief beleid waarin staat beschreven hoe met

meldingen van seksueel misbruik in heden en verleden wordt omgegaan.

Aan het thema leefbaarheid op Landpark Assisië heeft de geestelijk verzorger in 2011 wat betreft

tijdsinvestering een forse bijdrage geleverd. Met de veranderingen van de AWBZ en de Wmo moeten

organisaties zoals Prisma voor veel alledaagse activiteiten op zoek naar nieuwe manieren om die vorm te

geven. Op Landpark Assisië hebben deze ontwikkelingen een geheel eigen dimensie omdat daar zorg en

samenleven door de ligging en de vormgeving van het terrein als vanzelfsprekend hand in hand gaan. In

2011 is geëxperimenteerd met nieuwe vormen van vrijwilligerswerk en zijn bewoners actief betrokken bij

het vormgeven van het thema leefbaarheid. Voor de geestelijke verzorging van Prisma is het een

vanzelfsprekende verantwoordelijkheid het cultureel religieus erfgoed waarin zorg en samenleven

(leefbaarheid) hand in hand gaan, onder de aandacht te blijven brengen en te moderniseren.

4.4.2 Zorg en veiligheid

De wijze waarop en de mate waarin de cliënt ondersteund en behandeld wordt, is bepalend voor de

veiligheidsbeleving. Herkenning, bekendheid en voorspelbaarheid van gedrag zijn belangrijke factoren.

Het vertrouwen van de medewerker in eigen kunnen, eigen deskundigheid, bekendheid met de klant en

de eigen weerbaarheid en het bewustzijn van de medeverantwoordelijkheid zijn bepalend voor zijn

veiligheidsbeleving. Ook de collegiale verhoudingen en de samenwerking binnen de teams zijn

medebepalend. De organisatie instrueert, draagt zorg voor voorlichting en schept voorwaarden in

procedurele, bouwkundige en technische zin. Dit zijn factoren die het vertrouwen en de

veiligheidsbeleving van zowel cliënt als medewerker versterken.

4.4.2.1 Medewerkerveiligheid-Incidentmeldingen-Cliëntveiligheid (MIC)

Het MIC-team, het operationele onderdeel van het MIC-platform, ontvangt en registreert

incidentmeldingen en reageert daarop, zowel incidenteel als structureel en geeft dus ook aanpassing

voorstellen voor beleid en procedures. Goede zorg is veilige zorg. Iedere cliënt en medewerker heeft

recht op een veilige woon- en werkplek binnen Prisma. In 2011 is voortdurend aandacht geschonken aan

veiligheid en aan verdere verfijning van het VMS, het Veiligheidsmanagementsysteem.


Met betrekking tot het melden van incidenten wordt voortdurend aan alle medewerkers voorgehouden

dat dit blame free kan en moet. Het is de taak van de teamleider om de incidenten op de locaties te

bespreken en waar nodig verbeteracties in te zetten.

Ter vergelijking het aantal incidenten van 2010 en 2011.

MIC-meldingen In 2011 in 2010

Totaal aantal geregistreerde meldingen 9.604 8.942 *

Risicovolle situaties voor cliënt(en) 1.701 1.567

Behandelingsfouten 190 152

Turflijsten van bekend, onbegrepen gedrag 880 653

Cliëntongevallen 330 336

Medicatie vergeten te verstrekken 875 857

Medicatie onjuist uitgezet 102 214

Medicatie geweigerd 238 265

Medicatie anderszins 741 544

Geweldsincidenten tussen cliënten 721 652

Geweldsincidenten tussen cliënten en medewerkers 2.481 2.630

Fysiek letsel bij een cliënt 460 483

Ongeval medewerker 50 34

Fysiek letsel bij een medewerker 553 529

Verzuimgevallen t.g.v. letsel medewerker 25 15

Prikaccidenten 25 10

Niet goed functionerende apparatuur 220 89

Meldingen anderszins 741 855

* één incident kan meer meldingen tot gevolg hebben

De verhoging van risicovolle situaties voor cliënt of cliënten komt voornamelijk door de toename in

cliënten die zich niet aan gemaakte afspraken houden. Dit is een subthema bij het thema risicovolle

situaties.

De toename van turflijsten is te verklaren door het feit dat binnen teams het gedrag van cliënten steeds

meer bekend is. Van bekend gedrag worden turflijsten gemaakt, zodat eenvoudiger gemeld kan worden.

De toename van niet goed werkende apparatuur komt vooral door de omzetting van het

nachtzorgsysteem, dat een aantal meldingen tot gevolg heeft gehad. Dit signaal was bekend en hierover

is veelvuldig contact met de teamleider nachtzorg.

In 2011 is Prisma gestart met het invoeren van een standaard instrument om calamiteiten te beschrijven

en hieruit verbeterpunten te halen. Hierin volgen we de aanwijzing van de IGZ om het SIRE-instrument

te gebruiken. Dit instrument structureert een onderzoek naar een calamiteit en dwingt de onderzoeker

om tot basisoorzaken en daarmee tot verbeterpunten te komen. We hebben het instrument inmiddels bij

drie calamiteiten ingezet en de ervaringen zijn positief. Zo hebben we naar aanleiding van een calamiteit,

het beleid rondom eet- en drinkproblemen bij cliënten aangescherpt.

4.4.2.2 Medicatie

2011 heeft een verandering van medicatiesysteem gebracht. Er wordt niet langer uitgezet door de

medewerker, maar medicatie komt verpakt in zakjes (Baxter) aan. Dit zie je terug in de afname van de

meldingen ‘niet goed uitgezet’. Medewerkers zijn extra geschoold in het omgaan met dit nieuwe

medicatiesysteem en onderdeel van de scholing is het verplicht melden van (bijna)medicatiefouten.

Medewerkers zijn extra alert en melden ook eerder.


4.4.2.3 Vrijheidsbeperkende maatregelen

Prisma handelt in overeenstemming met de Wet BOPZ, de WGBO en bereidt zich voor op de komst van

de Wet Zorg en Dwang. Ook in 2011 is verder aandacht gegeven aan het terugdringen van

vrijheidsbeperkende maatregelen. De inzet van minder ingrijpende alternatieven en het komen tot

afbouw, zijn ook in 2011 speerpunten geweest. Voorts vinden periodieke controles plaats op de

voorzieningen op veiligheid, hygiëne, gebruik van middelen en protocollen en op degelijkheid van het

gebruikte materiaal.

4.4.2.4 Seksualiteit

Ten aanzien van seksualiteit is binnen Prisma het beleid vastgelegd dat voortdurend wordt bewaakt en,

waar nodig, bijgesteld door de programmaleider seksualiteit. Voorts kent Prisma medewerkers ( in totaal

zo’n 70) die naast hun ondersteunende taak de functie van aandachtsfunctionaris seksualiteit vervullen.

Zij houden het thema seksualiteit op de agenda en zien erop toe dat seksualiteit bij alle cliënten

onderwerp van gesprek en, zo nodig, van ondersteuning is. Het gaat hierbij primair om positieve,

gewenste en veilige seksualiteit waaraan ook in het Persoonlijk Ondersteuningsplan aandacht wordt

besteed. De aandachtsfunctionarissen hebben voorts een signalerende taak, ook waar het gaat om niet-

wenselijk seksueel gedrag en contact.

Kinderwens en zwangerschap

Prisma vindt het belangrijk dat kinderwens en ouderschap een onderwerp van gesprek zijn in de

ondersteuning van cliënten en in de gesprekken met het netwerk van de cliënt. Het is niet zomaar onder

woorden te brengen waarom mensen kinderen willen. Duidelijk is wel, dat er vaak motieven spelen die de

kern van het mens-zijn raken. Mensen met een verstandelijke beperking zijn daarbij geen uitzondering.

Ook bij hen kan een diep verlangen ontstaan om zelf een kind te krijgen. Een cliënt mag van

medewerkers verwachten dat zij hem of haar ondersteunen bij het maken van verantwoorde keuzes op

allerlei terreinen dus ook op het gebied van een kinderwens. Het Adviespunt Kinderwens en

Zwangerschap is er binnen Prisma om medewerkers te ondersteunen bij deze taak. Daar waar sprake is

van een zwangerschap wordt bekeken hoe de zorg die gewenst en noodzakelijk is zo optimaal mogelijk

kan worden ingezet. Samenwerking met ketenpartners als de verloskundige, het consultatiebureau, FIOM

( ondersteuning bij abortusvraagstukken of verwerking kinderloosheid) zijn daarbij van groot belang. In

2011 is er achttien keer een beroep gedaan op het adviespunt, in zes situaties was er sprake van een

zwangerschap.

Seksueel misbruik

Iedere medewerker van Prisma is verplicht (het vermoeden van) seksuele intimidatie te melden bij de

voor Prisma actieve vertrouwenspersonen. Wanneer een dergelijke situatie de belangen van meer

personen raakt en niet in enkele gesprekken tot een verantwoord einde is te brengen, wordt een interne

onafhankelijke zaakcoördinator aangesteld. Deze heeft de opdracht de casus met oog voor alle

betrokkenen en samen met alle verantwoordelijken te sturen totdat sprake is van een verantwoorde en

geaccepteerde afwikkeling. Bij vermoeden van seksueel misbruik wordt de waarheidsvinding te allen tijde

overgelaten aan politie en justitie.

In 2011 zijn er 68 situaties gemeld bij de vertrouwenspersoon, 20 maal betrof het een situatie waarbij

het ging om een adviesvraag en 48 maal ging het om een melding van seksueel misbruik. In 25 gevallen

betrof het een vermoeden en in 20 gevallen een feitelijke waarneming.

2011 2010 2009

Vermoeden 28 30 62

Feitelijke waarneming 20 23 22

Totaal aantal meldingen: 48 53 84


In 12 gevallen is zaakcoördinatie ingezet. 7 situaties zijn daarvan ook gemeld bij de Inspectie voor de

Gezondheidszorg.

4.4.2.5 Veiligheid en techniek

Een belangrijk punt is steeds om goed te kijken naar situaties waar zorg en techniek elkaar raken, zodat

steeds duidelijk is dat techniek toegevoegde waarde dient te leveren vanuit een individuele en

inhoudelijke invalshoek van de cliënt. Het stapelen van techniek dient te worden voorkomen, verder dient

techniek onder andere ‘bewezen’ te zijn en gebruiksvriendelijk.

Zorgondersteunende techniek helpt Prisma om haar doelstellingen waar te maken. Vooral bij de

kleinschalige voorzieningen in de wijk is het een waardevolle en soms noodzakelijke aanvulling. Het is

van groot belang om zorg en techniek op een goede wijze op de gespreksagenda te zetten van en met de

cliënten.

4.4.2.6 Arbo, bedrijfshulpverlening en brandveiligheid

In 2011 hebben tien locaties een RI&E uitgevoerd op basis van ZorgRie-vragenlijsten. Prisma beschikt

over een eigen licentie van ZorgRie waardoor de vragen eenvoudig aangepast kunnen worden. Daarin

wordt nauw samengewerkt met de VGW-commissie/OR en de bedrijfsarts.

Het beleid aangaande agressie is gecontinueerd. Daarbij is niet alleen aandacht voor preventie, scholing

en instructie maar ook voor opvang van een medewerker door het Prisma Opvang team. In 2011 hebben

58 personen een beroep gedaan op opvang. Daarvan is een klein gedeelte doorgestuurd naar

professionele opvang.

Het Opvangteam werd geconfronteerd met vragen over opvangmogelijkheden voor cliënten na een

schokkende gebeurtenis. Het team heeft daarvoor niet de gewenste competenties maar er is contact

gelegd met behandelaars om daar in te gaan voorzien.

De instrumenten vanuit de Arbocatalogus zijn in 2011 ingezet en op sommige onderdelen aangepast en

verbeterd zodat ze meer aansluiten bij het beleid van Prisma. Zo zijn in 2011 in het kader van het beleid

fysieke belasting mobiliteitsprotocollen ingevoerd na aanpassing van het bestaande instrument in

samenwerking met Transfer.

De organisatie van de bedrijfshulpverlening is in 2011 verder uitgerold waarbij steeds meer de nadruk is

komen te liggen op preventie en het verhogen van het veiligheidsbewustzijn van elke medewerker. Elke

medewerker op woon- en AC-locaties is geschoold in het kunnen optreden bij een calamiteit. De nadruk

heeft daarbij gelegen in het ontruimen en scholing op eerste levensreddende taken waarbij de scholing

ook op de locatie werd gegeven.

In 2011 is de samenwerking met het GHOR op het gebied van zorgcontinuïteit verder uitgebreid met als

eerste een training crisiscommunicatie voor het managementteam. Ook is in 2011 de Prisma

calamiteitenwijzer ontwikkeld en verzonden aan alle locaties waarbij het vooruit denken over mogelijke

calamiteiten wordt beschreven. De calamiteitwijzer vormt samen met de nieuwe noodplannen de basis

voor de bewustwording van medewerkers om preventief te handelen.

In april 2011 is een bijeenkomst veilig ambulant werken georganiseerd waarin alle ambulant werkende

medewerkers uitgebreid geïnformeerd werden over veilig werken bij de cliënt thuis. Op die dag zijn door

VGN, de politie, stichting Zet over huiselijk geweld en seksuele intimidatie en misbruik, workshops

verzorgd. De reactie op deze dag waren zowel van deelnemers als van workshopleiders positief. Vanuit

de dag zijn vervolgacties ondernomen zoals trainingen over signaleren van huiselijk geweld.

4.4.2.7 Gevaarlijke en schadelijk stoffen

In het kader van biologische agentia is een inventarisatie gestart van gevaccineerde medewerkers tegen

Hepatitis B. Vanuit die inventarisatie zullen diegenen die nog niet zijn gevaccineerd opnieuw

geïnformeerd worden over de mogelijkheid tot vaccinatie. De samenwerking met de GGD in het kader

van vaccinaties is gecontinueerd.

De samenwerking met het Prikpunt is eveneens gecontinueerd waarbij het protocol prikaccidenten in

naamstelling is veranderd in prik-, bijt-, snij- en bloedspatprotocol. Wellicht op basis van die


naamsverandering zijn er in 2011 meer meldingen bij het Prikpunt geweest: in 2010, 8 meldingen, in

2011, 25 meldingen. Daarvan zijn veel bijtincidenten gemeld.

Met de GGD is intensief samengewerkt in het optreden tegen NORO-virus dat in november op het

Landpark was uitgebroken. Door die snelle aanpak zijn de negatieve effecten in tegenstelling tot eerdere

jaren, beperkt gebleven.

4.4.3 Klachten cliënten

Prisma kent geen interne klachtencommissie. Schriftelijk en mondeling geuite onvrede en klachten van

cliënten worden door het management opgepakt. Er vindt een gesprek met de melder plaats. Eventueel

wordt de naast hogere leidinggevende bij het proces betrokken. Veelal wordt de onvrede in een dergelijk

gesprek, met afspraken en voornemens voor de toekomst, weggenomen. Negen klachten zijn toch bij de

Raad van Bestuur binnengekomen. Acht klachtprocedures zijn afgerond en één klacht loopt nog door in

2012.

Indien nodig wordt altijd gewezen op de mogelijkheid een klacht in te dienen bij de externe Regionale

Klachtencommissie. Deze Regionale Klachtencommissie WKCZ en BOPZ is door een aantal regionale

zorgaanbieders, waaronder Prisma, omwille van onafhankelijkheid, in het leven geroepen.

Van de mogelijkheid om een klacht in te dienen, wordt slechts in een zeer beperkt aantal gevallen

gebruik gemaakt. In enkele gevallen worden de interne klachtenbemiddelaars, die met name ten behoeve

van klachten van medewerkers zijn aangesteld, ook voor klachten van cliënten of hun netwerk

ingeschakeld als intermediair.

In 2011 liepen nog twee klachtprocedures door die ingediend waren in 2010. Daarnaast zijn er in 2011

twee nieuwe klachten ingediend. Drie klachtenprocedures zijn afgerond in 2011 en één loopt nog door in

2012.

In het najaar van 2011 is een klachtenprocedure voor cliënten gemaakt en voorgelegd aan de Centrale

Cliëntenraad. De procedure via teamleiders en managers is daarin vastgelegd. Daarnaast wil Prisma een

aantal vertrouwenspersonen aanstellen die kunnen bemiddelen bij klachten. De CCR zal hier in het eerste

kwartaal van 2012 op reageren.

4.5 Kwaliteit ten aanzien van medewerkers 4.5.1 Human Resourcebeleid

4.5.1.1 Algemene doelstellingen HR-beleid

Prisma stelt zich ten doel te zorgen voor een evenwicht tussen de kwaliteit van de zorg, de kwaliteit van

de arbeid en een efficiënte bedrijfsvoering. Dit is in het belang van zowel de cliënt en de medewerker als

voor de organisatie. Het Prisma HR beleid is erop gericht om voorwaarden te scheppen bovenstaande

doelstellingen te bereiken en proactief te handelen en adviseren.

Met hart en hoofd

Bij Prisma werken medewerkers zelfstandig, zij worden gestimuleerd om verantwoordelijkheden te

nemen, zich te ontplooien en met plezier samen te werken voor de cliënt. Medewerkers vinden dat zij

deel uitmaken van een degelijke en professionele organisatie. Zij voelen zich verbonden met Prisma en

zetten zich er actief voor in. En zij vertellen dat ook graag rond.

Teamleiders zijn de spil bij het realiseren van een goed HR beleid. Zij staan dicht bij hun mensen om hen

te adviseren, te coachen en te helpen als dat nodig is. De teamleider stimuleert de onderlinge

samenwerking en zal daarin bij voorkeur niet sturend optreden, maar de medewerkers de gelegenheid

geven om zaken zelf onderling op te lossen. De teamleider beschikt daarbij over alle relevante informatie

over zijn medewerkers en middelen om medewerkers te ontwikkelen.

Cliënten weten zich in goede handen. Niet alleen door de deskundigheid van de medewerkers, maar door

de goede onderlinge sfeer waarin gewerkt wordt. Dat geldt trouwens voor alle medewerkers, vaste of

tijdelijke, begeleider of huishoudelijke hulp.

Prisma weet dat goede medewerkers schaarser worden. Dat met vrijwel iedere medewerker die vertrekt,

er kostbare ervaring verdwijnt. Dat dit beleid er dus op gericht moet zijn om mensen te binden en een


gezonde werkomgeving te bieden. Maar indien dit nodig is, kan een nieuwe collega snel geworven

worden. HR beleid biedt derhalve beleid dat personeel boeit en bindt en condities verschaft zodat

medewerkers met hart en hoofd de juiste dingen doen.

4.5.1.2 Imago, instroom en uitstroom

Op korte termijn worden geen grote personeelstekorten verwacht voor onze organisatie. Daarentegen

zijn op de lange termijn tekorten te verwachten. Door een afnemend aanbod vanuit de opleidingen en

vergrijzing van het huidige personeelsbestand blijft het van belang Prisma, en de zorg in z’n geheel,

onder de aandacht te brengen van een nieuw potentieel aan arbeidskrachten. Om continuïteit in zorg te

bieden is het van belang dat Prisma efficiënt omgaat met de personele middelen die zij ter beschikking

heeft. Om hier gebalanceerd mee om te gaan heeft Prisma in 2010 een eigen Flexpool opgezet. Hiermee

beoogt Prisma bij een toenemende zorgvraag voldoende kwalitatief personeel aan te bieden, en bij een

afnemende zorgvraag een efficiënte bedrijfsvoering te voeren.

Prisma heeft ook in 2011 deelgenomen aan een aantal netwerkbijeenkomsten met partners in de zorg en

met regionale partners buiten de branche. Tijdens die bijeenkomsten zijn afspraken gemaakt over

activiteiten die zullen bijdragen aan een positieve beeldvorming van werken in de zorg. Daarnaast wordt

hier kennis uitgewisseld over het werven en selecteren van geschikte kandidaten. Prisma is aanwezig

geweest op een twintigtal banenmarkten, beurzen en bijeenkomsten om werken en leren in de zorg en in

het bijzonder bij Prisma te promoten. Zo’n zeventig VMBO-leerlingen hebben in dat kader deelgenomen

aan de VMBO-carrousel. De VMBO-carrousel is een vorm van beroepsoriëntatie (niet te verwarren met

stages): leerlingen maken een ronde langs verschillende leerbedrijven uit allerlei branches en sectoren.

Verspreid over het schooljaar proeven ze op verschillende plaatsen aan de arbeidsmarkt. Ze oriënteren

zich op alle mogelijke beroepen en opleidingen.

In 2011 zijn 262 medewerkers in dienst getreden. Van deze medewerkers is 95% ten behoeve van de

primaire zorg aangenomen. De helft van de nieuwe medewerkers zijn in dienst getreden in de Flexpool

als flexibele arbeidskracht.

De uitstroom bedroeg 283 medewerkers. Hiervan is 90% uitstroom uit de primaire zorg.

Onderstaande tabel laat de instroom over 2011 (aantal personen) per district/sector zien.

Instroom Uitstroom

Specifiek Noord 28 37

Specifiek West 18 32

Specifiek Zuid 32 30

Dagbesteding en Arbeid 3 56

Specialistisch 22 17

Regulier (waarvan flexpool) 146 (133) 69 (51)

Overig 13 42

Binnen de afdeling HRM is in juli 2011 een pilot gestart in het kader van Het Nieuwe Werken. De afdeling

is van gedeelde werkkamers met een vaste werkplek, verhuisd naar een kantoortuin met flexibele

werkplekken. In december is deze pilot geëvalueerd onder het desbetreffende personeel. Hieruit is naar

voren gekomen dat er meer samenwerking, meer betrokkenheid en meer eenheid is gekomen na deze

verandering. Dit heeft een positieve invloed op de sfeer in het team. Ook is opgemerkt dat er kortere

lijntjes zijn en meer zicht op elkaars werkzaamheden. Wel wordt hierbij opgemerkt dat, in sommige

gevallen en bij sommige gesprekken, een gebrek aan privacy en concentratie is. Dit is ondervangen door

de inrichting van een aparte ruimte voor vertrouwelijke gesprekken en een aparte ruimte als


concentratiewerkplek. De ervaringen en leerpunten die we met deze pilot hebben opgedaan, zullen

worden ingezet bij volgende stappen in het kader van het Nieuwe Werken.

4.5.1.3 Loopbaan en ontwikkeling

Loopbaanoriëntatie

In de reorganisatie is ervoor gekozen om loopbaantrajecten onder te brengen in het reguliere contact

tussen de medewerker en zijn/haar leidinggevende. Om dit te ondersteunen is inzicht en richtlijnen nodig

in de mogelijkheden die er vanuit Prisma worden geboden. Te denken valt aan:

• Het gesprek met elkaar aangaan over je wensen en de (on)mogelijkheden die je leidinggevende ziet

• Alle vacatures eerst intern publiceren

• Voorkeurpositie bij plaatsing volgens een vast patroon

• Maatwerk door bijvoorbeeld stageplaatsen

• Creëren van loopbaanpaden

• Ondersteunen met technische oplossingen zodat een medewerker er zelfstandig mee aan de gang

kan gaan (peddle your own canoe)

Met name de laatste twee punten zijn nog in ontwikkeling maar zullen de medewerker nog verder in

positie zetten als regisseur van zijn/haar loopbaan.

Leiderschapstraject

Het management development programma 2011 is intensief bezocht door leidinggevenden. Elke maand

was er een thema benoemd vanuit de kwadranten Huis op orde, teamvitaliteit, resultaatsturing en

innovatie. De thema’s die aan de orde zijn geweest, zijn:

• P&C cyclus, de kaderbrief en het jaarplan

• POP-systematiek en methodisch werken

• Integraal management en besturingsmodel (rol en verantwoordelijkheden van de lijnmanagers)

• Ziekteverzuim

• Gezondheidsmanagement en oefenen in gespreksvaardigheden gerelateerd aan het onderwerp

• TCO in het kader van teamvitaliteit

• Hoe krijg je mensen gemotiveerd

• Capaciteitsplanning

• Time management

• Hoe kan een personeelsinformatiesysteem ondersteunend zijn aan het sturen van je team

Afronding reorganisatie

In 2009 is een start gemaakt met de reorganisatie van het primaire proces, gevolgd door de laag van

leidinggevenden en sleutelfunctionarissen in 2010. Een laatste fase in de reorganisatie is in 2011 gevolgd

en betreft de groep medewerkers in ondersteunende functies (secretaressen, receptionistes,

managementassistenten), de zogenaamde hulpstructuur. Aan de betrokken medewerkers (46 personen)

is de mogelijkheid geboden voor een test en een loopbaanbelangstellingsgesprek. 27 medewerkers

hebben hiervan gebruik gemaakt.

Bij de inrichting van de hulpstructuur is vooral van belang het ondersteunend zijn aan ‘doelgroepen’ zoals

management en de inhoudelijke werkprocessen die leidend zijn. Daarnaast moet de inrichting sober,

efficiënt en doelmatig zijn, rekening houdend met;

• Organisatiestructuur (conform reorganisatie in 2010)

• Gebouwen

• ICT (techniek en applicaties)

• Andere hulpmiddelen

Eind 2011 is het inrichtingsplan klaar. In 2012 zal het inrichtingsplan uitgevoerd worden conform de

procedures van de reorganisatie 2010.


4.5.1.4 Scholing

Het scholingsaanbod is tot stand gekomen op basis van een inventarisatie van vragen en behoeften in de

districten en sectoren. Daarnaast is rekening gehouden met noodzakelijk te ontwikkelen kennis en

vaardigheden van medewerkers. Onder andere het professioneel werken, het werken met POP’s en

omgaan met agressie, het steeds vaker solistisch moeten werken en wettelijke verplichtingen om

kwalitatief verantwoorde zorg te verlenen staan centraal.

Wij hebben zowel vraaggericht als aanbodgerichte (verplichte) opleidingen aangeboden, zoals:

• Wet- en regelgeving en Prismabeleid

• Arbo en veiligheidsbeleid

• Beleid seksualiteit

• Methodisch werken

• Functiegerichte scholing

• Verzorging en verpleegtechnische handelingen

• Ondersteuningsvraag van de cliënt

• Basisscholing

• Verdiepende scholing

• Loopbaanontwikkeling

• Opleidingstrajecten

• Individuele studietrajecten

De actualiteit van het scholingsaanbod wordt steeds afgestemd op behoeften en relevantie. Waar nodig

worden daarbij externe trainers ingezet.

De doeltreffendheid van de deskundigheidsbevorderende maatregelen optimaliseerden wij dit jaar door

o.a. het aanbod aan te laten sluiten bij de resultaten van de MIC. Hoog scoorde o.a. omgaan met

agressie en toedienen van medicatie waardoor dit extra aandacht heeft gekregen in het aanbod. In alle

trainingen wordt de les- en oefenstof zo praktisch mogelijk opgezet aangeboden waardoor deze aansluit

bij de eisen van de dagelijkse praktijk. Hierdoor wordt de effectiviteit van de trainingen versterkt.

Ook heeft Prisma in 2011 een aantal functionarissen ingezet die concreet met het project ‘POP en

methodisch werken’ op de werkvloer aan de slag zijn gegaan en daar de basis hebben gelegd voor het

versterken van deze onderwerpen. Medewerkers hebben in de dagelijkse praktijk die ondersteuning

gekregen die nodig was om methodisch te gaan werken.

Scholingsaanbod 2011 Aantal

trainingen

Ondersteuningsvraag cliënt 38

Verzorging en verpleegtechnische handelingen 924

Wet- en regelgeving en Prismabeleid 1.780

Overig 169

4.5.1.5 Beroepspraktijkvorming

De samenwerking met het onderwijs in de sectoren en districten is in 2010 en 2011 vooral gericht op

vergroting van de samenhang tussen de theorie op school en werken in de praktijk. Daartoe zijn onder

andere afspraken gemaakt over de ontwikkeling van de opleiding Medewerker Maatschappelijke Zorg en

over ruimte voor scholingsvragen vanuit de gehandicaptenzorg in het hoger beroepsonderwijs.

Zoals ook in de afgelopen jaren heeft Prisma in 2011 veel meer stagiaires (Beroepsopleidende Leerweg,

BOL) geplaatst dan leerlingen (Beroepsbegeleidende Leerweg). In 2011 heeft Prisma 229

stagiaires/trainees een stageplek geboden, en hebben bijna 40 BBL-leerlingen een leer-

/werkovereenkomst voor de duur van de opleiding met Prisma gesloten.


Managers en teamleiders zijn erg enthousiast en bereidwillig om stagiaires een goede kans te geven om

enerzijds het werk te leren kennen en ervaring op te doen. Ook voor Prisma is dit een meerwaarde, want

er ontstaat een wisselwerking van mensen met diverse achtergronden.

Prisma heeft het afgelopen jaar scholieren en studenten verwelkomd vanuit middelbaar onderwijs tot

universitair onderwijs, de diversiteit van kennis is breed vertegenwoordigd. Zo kennen we

maatschappelijke stages, MBO-stages (bijv. Helpende Welzijn en Zorg, Medewerker Maatschappelijke

Zorg), HBO-stages (bijv. Verpleegkunde, SPH, HBO-master gedragskunde) en universitaire stages (bijv.

Bedrijfskunde en Organisatiewetenschappen).

4.5.2 Kwaliteit van het werk

4.5.2.1 Verzuim

Het kortdurend verzuim binnen Prisma is lager dan het branchegemiddelde. Ook de verzuimfrequentie is

laag, namelijk 0,08%. Uit analyse blijkt dat het verzuimpercentage voor het grootste gedeelte is

opgebouwd uit langdurig verzuim. In 2011 is hard gewerkt om het verzuim binnen Prisma terug te

dringen. Ondanks extra inzet is het verzuimcijfer van gemiddeld 7% niet gedaald ten opzichte van eind

2010. De lange termijn-oplossing die al ingezet is, zal op termijn zeker vruchten afwerpen.

In 2011 zijn er 10 medewerkers ingestroomd in de WIA (Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen):

5 medewerkers in de IVA (Regeling Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten), en 5

medewerkers in de WGA (Regeling Werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten). Dit is een percentage

van 0,46 %.

Prisma heeft zich vanaf 2010 ten doel gesteld het verzuim te reduceren naar 4%. In 2011 is deze norm

bijgesteld naar 5,5%, het landelijk branchegemiddelde. Om dit doel te bereiken is de stuurgroep Vitaliteit

samengesteld. De stuurgroep is onder andere belast met het scheppen van voorwaarden met betrekking

tot de uitvoering van het verzuimbeleid en het versterken van de rol van de leidinggevenden. Deze

stuurgroep bestaat uit een lid Raad van Bestuur, de bedrijfsarts, twee leden van de ondernemingsraad,

twee sectormanagers, de manager HRM en een adviseur HRM.

Een aantal activiteiten die HRM heeft ingezet, gericht op het verlagen van het verzuim, zijn:

• Extra inzet bedrijfsarts.

• Inzet van verzuimconsulent van Metaplanning, die rechtstreeks benaderd kan worden door de

teamleiders voor ondersteuning in de aanpak van verzuim.

• Inzet van Dexis Arbeid met als doel de bewustwording bij medewerkers te vergroten met betrekking

tot het verzuim. In samenwerking met Dexis Arbeid zijn vitaliteitsbijeenkomsten voor teams in de

regio’s georganiseerd.

• In Profit (management informatie systeem) zijn de te nemen stappen volgens de Wet Verbetering

Poortwachter gedigitaliseerd en geautomatiseerd. Dit digitale proces helpt leidinggevenden naar een

effectievere uitvoering van het verzuimbeleid. Wat voorheen via mail, telefoontjes, kopietjes en op

verschillende manieren werd toegepast, wordt nu op een eenduidige wijze ondersteund door het

systeem. Iedere betrokkene heeft toegang tot dezelfde informatie. In 2012 worden werkprocessen

verder gedigitaliseerd en hebben medewerkers ook digitaal toegang tot hun eigen gegevens.

• Het verzuimprotocol is geactualiseerd, waarin de nadruk onder andere is gelegd op de eigen

verantwoordelijkheid van de medewerker. Dit protocol zal begin 2012 worden geïmplementeerd in de

vorm van het re-integratieprotocol. Vooruitlopend op de implementatie worden al wel in een vroeg

stadium interventies ingezet om eerder in het verzuimproces in gesprek te komen met de

medewerker.

• Maandelijkse bijeenkomsten van het Sociaal Medisch Overleg dienen ertoe de teamleiders te

ondersteunen.


Andere interventies zoals de inzet van HSK psychologen, Topcare, GIMD bedrijfsmaatschappelijk werk

zijn voortgezet in 2011. Daarnaast zijn, zoals in voorgaande jaren, outplacement- en re-

integratiebureaus ingezet om medewerkers te begeleiden naar passend werk buiten Prisma. Op dit

moment wordt een providerboog samengesteld van deze aanbieders, om hierin een zo goed mogelijke

prijs-/kwaliteitsverhouding te waarborgen.

De verwachting is dat we met inzet van de genoemde interventies en met de aanstelling van een re-

integratieregisseur het verzuim in 2012 kunnen reduceren. De re-integratieregisseur gaat in eerste

instantie de teamleiders ondersteunen in de langlopende verzuimcasuïstiek en zal hierdoor de

teamleiders ook gaan ‘ontzorgen’.

4.5.2.2 Arbo-beleid

Gezonde en veilige werkomgeving

In 2011 is het Arbo- en Veiligheidsbeleid verder ontwikkeld met als uitgangspunt veilig wonen en werken

voor cliënten en medewerkers. Er is een start gegeven voor een integraal veiligheidsbeleid waarin met

verschillende disciplines binnen Prisma wordt samengewerkt.

Het Arbo- en Veiligheidsbeleid wordt op iedere locatie uitgedragen door de aandachtsfunctionarissen Arbo

en veiligheid. Deze stellen de medewerkers in staat kennis te nemen van alle zaken die te maken hebben

met Arbo en veiligheid. Deze AAV-ers worden in een jaarlijkse bijeenkomst op de hoogte gesteld van

nieuwe richtlijnen en er worden best-practices uitgewisseld. Daarbij wordt de eigen en

medeverantwoordelijkheid van elke medewerker benadrukt.

In april 2011 is de bijeenkomst ‘veilig ambulant werken’ georganiseerd voor alle ambulant werkende

medewerkers over veilig werken bij de cliënt thuis. Op die dag zijn workshops verzorgd door de VGN, de

politie en stichting Zet over huiselijk geweld en seksuele intimidatie en misbruik. Naar aanleiding hiervan

zijn vervolgacties ondernomen, zoals trainingen over signaleren van huiselijk geweld.

De instrumenten vanuit de Arbocatalogus zijn in 2011 ingezet en op sommige onderdelen aangepast en

verbeterd zodat ze meer aansluiten bij het beleid van Prisma. Zo zijn mobiliteitsprotocollen ingevoerd in

het kader van het beleid fysieke belasting in samenwerking met Transfer.

In het kader van biologische agentia is een inventarisatie gestart van gevaccineerde medewerkers tegen

Hepatitis B. Vanuit die inventarisatie zullen diegenen die nog niet zijn gevaccineerd opnieuw

geïnformeerd worden over de mogelijkheid tot vaccinatie. De samenwerking met GGD in het kader van

vaccinaties is gecontinueerd.

De samenwerking met het Prikpunt is eveneens gecontinueerd waarbij het protocol prikaccidenten in

naamstelling is veranderd in prik-, bijt-, snij- en bloedspatprotocol. Wellicht op basis van die

naamsverandering zijn er in 2011 meer meldingen bij het Prikpunt geweest: in 2010 8 meldingen, in

2011 18 meldingen. Daarvan zijn veel bijtincidenten gemeld. Met de GGD is intensief samengewerkt in

het optreden tegen NORO-virus dat in november op het Landpark was uitgebroken. Door die snelle

aanpak zijn de negatieve effecten beperkt gebleven.

In 2011 is de samenwerking met het GHOR op het gebied van zorgcontinuïteit verder uitgebreid met als

eerste een training crisiscommunicatie voor het managementteam. Ook is in 2011 de Prisma

calamiteitenwijzer ontwikkeld en verzonden aan alle locaties waarbij het vooruit denken over mogelijke

calamiteiten wordt beschreven. De calamiteitwijzer vormt samen met de nieuwe noodplannen de basis

voor de bewustwording van medewerkers om preventief te handelen. Daarnaast ontvangt elke

medewerker van een woon- of AC-locatie een basishulpverlening.

Het beleid aangaande agressie is gecontinueerd. Daarbij is niet alleen aandacht voor preventie, scholing

en instructie, maar wordt ook gezorgd voor opvang van een medewerker door het Prisma Opvang team.


In 2011 hebben 58 personen een beroep gedaan op opvang. Daarvan is een klein gedeelte doorgestuurd

naar professionele opvang.

In 2011 hebben 10 locaties een RI&E uitgevoerd op basis van ZorgRie-vragenlijsten. Prisma beschikt

over een eigen licentie van ZorgRie, waardoor de vragen eenvoudig aangepast kunnen worden. Daarin

wordt nauw samengewerkt met de VGW-commissie/OR en de bedrijfsarts.

4.5.2.3 Klachtenregeling medewerkers

Voor de behandeling van klachten van medewerkers kent Prisma twee klachtenbemiddelaars. Dat zijn

beiden medewerkers van Prisma waardoor deze op de hoogte zijn van de cultuur en de regelgeving die

binnen Prisma gangbaar is. Met de inzet van een klachtenbemiddelaar wordt beoogd een melding van

een (mogelijke) klacht direct via interventie en mogelijke bemiddeling tot een goed einde te brengen.

Deze proactieve en preventieve aanpak leidt ertoe dat medewerkers geen drempel ervaren om een

klacht, onvrede of ongenoegen kenbaar te maken. Veelal mondt het gesprek met de klachtenbemiddelaar

uit in een coachgesprek of een advies hoe met de situatie omgegaan kan worden. Alle gesprekken zijn

vertrouwelijk, de Raad van Bestuur krijgt alleen een geanonimiseerde rapportage met betrekking tot de

aard van de klachten van medewerkers. In 2011 zijn de klachtenbemiddelaars 59 maal benaderd door

medewerkers. In geen van de gevallen is een melding uitgegroeid tot een formele klacht. In enkele

gevallen bleek wel daadwerkelijke bemiddeling tussen partijen nodig te zijn maar dat is voor alle partijen

tot een positieve of acceptabele afronding gekomen. De klachtenbemiddelaars bemiddelen niet alleen,

maar geven nazorg aan de medewerkers indien dat nodig is. Uit evaluaties blijkt dat medewerkers

tevreden en positief zijn over de manier waarop met klachten wordt omgegaan.

4.5.2.4 Wet- en regelgeving

Per 1 maart 2011 kent de sector Gehandicaptenzorg een nieuwe cao met een looptijd van 36 maanden,

die loopt tot 1 maart 2014. In 2011 waren de belangrijkste veranderingen:

• Structurele loonsverhoging per 1 oktober van 1,25%

• Incidentele uitkering in oktober van 0,5% (over het in september geldende salaris)

• Eindejaarsuitkering per december 2011 verhoogd met 0,5% naar 6,25%

• Stagevergoeding per maand in september verhoogd van € 275,- naar €300,-

• Flexibiliteit leerling-werknemers; verlenging mogelijk van tijdelijk contract voor de duur van de

opleiding.

De veranderingen in de nieuwe cao zijn aan teamleiders toegelicht door adviseurs HRM. Op deze wijze

zijn teamleiders geïnformeerd, zodat medewerkers in eerste instantie voor vragen bij hun leidinggevende

terecht kunnen. Ook via Intranet worden medewerkers geïnformeerd over de belangrijkste veranderingen

van de komende jaren.

De overheid heeft de werkkostenregeling (WKR) ingevoerd met als doel de huidige regels van

vergoedingen en verstrekkingen aan medewerkers te vereenvoudigen. Ook al is deze regeling pas vanaf

1 januari 2014 verplicht, Prisma heeft ervoor gekozen al in 2011 onderzoek te doen naar de

toepasbaarheid en invoering ervan op kortere termijn. Uit dit onderzoek is gebleken dat, onder

continuering van het huidige arbeidsvoorwaardenbeleid, dit voordelen voor Prisma biedt. Vanaf januari

2012 zal Prisma dan ook gaan werken volgens de werkkostenregeling.

4.5.2.5 Vrijwilligers

Vrijwilligers zijn met hun inzet, aandacht en enthousiasme een waardevolle en onmisbare schakel in de

vrije tijd en het sociale netwerk van mensen met een handicap. Zij zijn bij Prisma niet meer weg te

denken. In 2011 hebben we ons vooral gericht op het binnenhalen van nieuwe vrijwilligers o.a.:


• door mogelijkheden te bieden aan leerlingen vanuit het voortgezet onderwijs die een

maatschappelijke stage moeten lopen met als doelstelling kennismaking met vrijwilligerswerk om zo

een (onbetaalde) bijdrage te leveren aan de maatschappij;

• door inzet van werklozen als overbrugging naar een betaalde baan;

• door maatschappelijke betrokkenheid van bedrijven en vrijwillige inzet door o.a. NL DOET,

Prokkelstage, Burendag.

Het aantal vrijwilligers met een overeenkomst is in 2011 licht gestegen. Op 1 januari 2011 waren er 683

vrijwilligers waarvan 85 naast een stage- of arbeidscontract. Prisma kon op 31 december 2011 rekenen

op 715 vaste vrijwilligers waarvan 89 naast een stage- of arbeidscontract die verbonden zijn aan een

locatie, bij vrijetijdsclubs of aan Prisma Vakantiereizen. In 2011 hebben we opnieuw een toename gezien

van mensen die door kortdurende verbintenissen hun bijdrage leveren aan het welzijn/welbevinden van

cliënten. Veelal gebeurde dit in groepsverband doordat bedrijven met een groep medewerkers activiteiten

hebben ontplooid ten gunste van cliënten van Prisma. Wij hopen en verwachten dan ook door nieuwe

contacten aan te gaan in 2012 het aantal mensen dat een vrijwillige bijdrage levert zich verder zal

uitbreiden.

4.6 Samenleving Prisma is een maatschappelijke zorgonderneming. Onze activiteiten worden grotendeels gefinancierd door

gemeenschapsgelden. In dit verband is het van belang voor Prisma om maatschappelijke legitimiteit te

verwerven voor haar activiteiten. Daarbij verantwoorden we niet alleen ons handelen (retrospectief) maar

hebben we ook oog en oor voor de ontwikkelingen van de zorgvragen in de samenleving (prospectief).

4.6.1 Commissie Maatschappelijke Verantwoording en Verantwoordelijkheid (Commissie MVV)

De Raad van Bestuur legt verantwoording af van het gevoerde beleid bij de Raad van Toezicht als

vertegenwoordiging van de samenleving. Daarnaast heeft Prisma in 2008 de Commissie MVV in het leven

geroepen. Een commissie met vertegenwoordigers van allerlei geledingen uit de maatschappij:

• Openbaar ministerie

• Universiteit

• Vakbond

• Collega Zorgaanbieders uit jeugdzorg en psychiatrie

Door middel van deze commissie wil Prisma:

• de cliënten met ernstige gedragsproblematiek maatschappelijk een gezicht geven;

• inzicht geven in het gevoerde beleid;

• feedback vragen op dit beleid;

• dilemma’s bespreken en zoeken naar oplossingsrichtingen.

De commissie is in 2011 eenmaal bij elkaar geweest. Aanleiding was de ophef rond een LVG cliënt van

’s Heeren Loo. Gesproken werd onder andere over de manier waarop vanuit een positieve insteek de

publiciteit gezocht kon worden over de problematiek van licht verstandelijk gehandicapte jongeren met

bijkomende (psychiatrische) problematiek.

4.6.2 Duurzaamheid

Duurzaamheid is een belangrijk speerpunt voor Prisma. Niet alleen de duurzaamheid van de relatie met

de cliënt maar ook duurzaam in het kader van het milieu is een belangrijk aandachtspunt. Dat vertaalt

zich op allerlei terreinen:

• Afvalverwerking

• Bouwbeleid

In de contracten die Prisma heeft gesloten met verschillende afvalverwerkers wordt gelet op

afvalscheiding. Afval wordt daar waar mogelijk aan de bron gescheiden. Ook het bouwbeleid is erop


gericht om in elk geval te voldoen aan de weten regelgeving. Investeringen in installaties zijn gericht

op energiebesparing. In 2012 zal een beleidsplan Duurzaamheid worden gemaakt.

4.7 Financieel beleid Het financieel beleid is -zoals ieder jaar- gericht op een positief sluitende exploitatiebegroting en een

gezonde vermogenspositie. Dit om toekomstbestendig te zijn in een sterk veranderde omgeving.

Afgelopen jaren heeft Prisma haar financieel beleid aangescherpt om de voor Prisma nadelige effecten

van de modernisering van de Algemene Wet bijzondere Ziektekosten tijdig en adequaat op te vangen.

Prisma heeft afgelopen jaar wederom bewezen dat zij financieel gezien positief en stabiel is.

Veranderingen

Een belangrijke verandering die in 2011 heeft plaatsgevonden is de Planning & Control cyclus. Deze is in

2011 met goed gevolg geïntroduceerd. Daarnaast is in 2011 de eerste begroting gemaakt die geheel

volgens de planning & Control cyclus tot stand is gekomen. Deze begroting is een product van de gehele

organisatie en is bottom-up en bottom-down samengesteld. Bovendien is Prisma in 2011 gestart met een

driemaandelijkse prognose. Zo kreeg Prisma eventuele afwijkingen t.o.v. de begroting snel zichtbaar en

kon de organisatie met behulp van de PDCA-cyclus (Plan Do Check Act) snel anticiperen op de eventuele

afwijkingen.

Een andere grote verandering was de zorginkoop. De zorginkoop is in 2011 opgesplitst in drie

verschillende afspraken met drie zorgkantoren. Hierdoor ontstond een verhoogd risico op het niet kunnen

voortzetten van de geleverde zorg en daardoor een verhoogd risico op het ontbreken van de financiering

van de geleverde zorg. Het financieel beleid in 2011 heeft ook hier bewezen om substitutierisico’s bijna

geheel uit te sluiten.


5 Jaarrekening 2011 5.1 Geconsolideerde jaarrekening 5.1.1 Geconsolideerde balans per 31 december 2011

Ref. 31-dec-11 31-dec-10

€ €

ACTIVA

Vaste activa

Materiële vaste activa 1 39.914.562 39.825.125

Financiële vaste activa 2 88.951 95.401

Totaal vaste activa 40.003.513 39.920.526

Vlottende activa

Voorraden 3 1 1

Vorderingen en overlopende activa 4 1.623.803 1.459.767

Vorderingen uit hoofde van financieringstekort 5 6.197.715 8.044.865

Liquide middelen 6 6.459.496 2.775.726

Totaal vlottende activa 14.281.015 12.280.359

Totaal activa 54.284.528 52.200.885

Ref. 31-dec-11 31-dec-10

PASSIVA € €

Eigen vermogen 7

Kapitaal 45 45

Collectief gefinancierd gebonden vermogen 12.298.639 10.791.386

Niet-collectief gefinancierd vrij vermogen 5.526.865 5.496.123

Totaal eigen vermogen 17.825.549 16.287.554

Voorzieningen 8 8.371.606 8.117.368

Langlopende schulden 9 9.113.723 9.962.986

Kortlopende schulden

Kortlopende schulden en overlopende passiva 10 18.973.650 17.832.977

Totaal passiva 54.284.528 52.200.885


5.1.2 Geconsolideerde resultatenrekening over 2011

Ref. 2011 2010

€ €

BEDRIJFSOPBRENGSTEN

Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten 11 96.594.954 94.863.738

(uit AWBZ/Zvw-zorg, exclusief subsidies)

Niet-gebudgetteerde zorgprestaties 12 3.364.884 2.844.544

Subsidies 13 247.680 357.458

Overige bedrijfsopbrengsten 14 1.383.122 1.284.481

Som der bedrijfsopbrengsten 101.590.640 99.350.221

BEDRIJFSLASTEN

Personeelskosten 15 66.378.517 64.916.705

Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa 16 4.441.547 3.959.904

Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa 17 0 82.843

Overige bedrijfskosten 18 28.644.298 27.456.243

Som der bedrijfslasten 99.464.362 96.415.695

BEDRIJFSRESULTAAT 2.126.278 2.934.526

Financiële baten en lasten 19 -588.283 -645.803

RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSVOERING 1.537.995 2.288.723

Buitengewone baten 20 0 0

RESULTAAT BOEKJAAR 1.537.995 2.288.723

RESULTAATBESTEMMING

Het resultaat is als volgt verdeeld: 2011 2010

€ €

Toevoeging/(onttrekking):

Reserve aanvaardbare kosten 1.227.802 1.043.098

Bestemmingsreserves 279.451 1.222.584

Algemene reserve 30.742 23.041

1.537.995 2.288.723


5.1.3 Geconsolideerd kasstroomoverzicht over 2011

Ref. 2011 2010

€ € € €

Kasstroom uit operationele activiteiten

Bedrijfsresultaat

2.126.278

2.934.526

Aanpassingen voor:

- afschrijvingen 4.441.547 3.959.904

- mutaties voorzieningen 254.238 2.712.661

4.695.785 6.672.565

Veranderingen in vlottende middelen:

- vorderingen -164.037 22.216

- vorderingen/schulden uit hoofde van financieringstekort respectievelijk -overschot 1.847.151 -6.288.439

- kortlopende schulden (excl. schulden aan kredietinstellingen) 1.291.933 3.233.050

2.975.047 -3.033.173

Kasstroom uit bedrijfsoperaties 9.797.110 6.573.918

Ontvangen interest 101.775 66.239

Betaalde interest -690.058 -712.042

Vennootschapsbelasting 0 0

-588.283 -645.803

Totaal kasstroom uit operationele activiteiten 9.208.827 5.928.115

Kasstroom uit investeringsactiviteiten

Investeringen materiële vaste activa -4.650.818 -4.394.084

Desinvesteringen materiële vaste activa 126.284 164.265

Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten -4.524.534 -4.229.819

Kasstroom uit financieringsactiviteiten

Nieuw opgenomen leningen

Aflossing langlopende schulden -1.000.523 -1.140.304

Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten -1.000.523 -1.140.304

Mutatie geldmiddelen 3.683.770 557.992

Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroom-

overzicht bestaan uit kasmiddelen en tegoeden op de direct opeisbare bankrekening. Schulden aan

kredietinstellingen zijn in de balans opgenomen onder kortlopende schulden.


5.1.4 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling

5.1.4.1 Algemeen

Grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening

De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de Regeling verslaggeving WTZi en de stellige

uitspraken van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, uitgegeven door de Raad voor de

Jaarverslaggeving.

Consolidatie

In de geconsolideerde jaarrekening is tevens opgenomen de vennootschap die tot de groep behoort. Dit

betreft de vennootschap: Landpark Assisië B.V. te Waalwijk, 100% deelneming.

Verbonden rechtspersonen

Alle groepsmaatschappijen, zoals opgenomen in de paragraaf consolidatie worden aangemerkt als

verbonden partij. Transacties tussen groepsmaatschappijen worden in de consolidatie geëlimineerd.

Vergelijking met voorgaand jaar

De grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van voorgaand

jaar.

5.1.4.2 Grondslagen van waardering van activa en passiva

Activa en passiva

Activa en passiva worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs of

de actuele waarde. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld, vindt waardering plaats

tegen de verkrijgingsprijs. Toelichtingen op posten in de balans, resultatenrekening en

kasstroomoverzicht zijn in de jaarrekening genummerd.

Materiële vaste activa

De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs onder aftrek

van cumulatieve afschrijvingen en cumulatieve bijzondere waardeverminderingen. Grond waar naar

verwachting herontwikkeling wordt toegepast is op actuele waarde gewaardeerd.

De afschrijvingstermijnen van materiële vaste activa zijn gebaseerd op de verwachte gebruiksduur van

het vast actief.

Voor zover subsidies of daaraan gelijk te stellen vergoedingen zijn ontvangen als eenmalige bijdrage in

de afschrijvingskosten, zijn deze in mindering gebracht op de investeringen.

Prisma heeft gebruik gemaakt van de mogelijkheid die in de Regeling Verslaggeving WTZi wordt geboden

om de waardering van het vastgoed niet te baseren op RJ 121, maar op de specifiek door VWS in de

Regeling Verslaggeving WTZi aangegeven grondslagen. Dit houdt in dat niet wordt uitgegaan van

toekomstige kasstromen maar van het gemiddelde rendement van de zorginstelling, gebaseerd op

prognoses, historische rendementen en het gemiddelde rendement van de sector.

Financiële vaste activa

Deelnemingen in groepsmaatschappijen en overige deelnemingen waarin invloed van betekenis kan

worden uitgeoefend, worden gewaardeerd volgens de nettovermogenswaardemethode. Invloed van

betekenis wordt in ieder geval verondersteld aanwezig te zijn bij het kunnen uitbrengen van 20% of meer

van de stemrechten. De nettovermogenswaarde wordt berekend volgens de grondslagen die gelden voor

deze jaarrekening; voor deelnemingen waarvan onvoldoende gegevens beschikbaar zijn voor aanpassing

aan deze grondslagen, wordt uitgegaan van de waarderingsgrondslagen van de desbetreffende

deelneming. Indien de waardering van een deelneming volgens de nettovermogenswaarde negatief is,

wordt deze op nihil gewaardeerd. Deelnemingen waarop geen invloed van betekenis kan worden

uitgeoefend, worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs. Indien sprake is van een duurzame

waardevermindering vindt waardering plaats tegen deze lagere waarde; afwaardering vindt plaats ten

laste van de resultatenrekening.


Voorraden

Gezien het karakter van de voorraden zijn deze sinds 2003 gewaardeerd tegen € 1.

Vorderingen

Vorderingen worden opgenomen voor de nominale waarde. Een voorziening wordt getroffen op de

vorderingen op grond van verwachte oninbaarheid.

Liquide middelen

Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en deposito’s met een looptijd korter dan twaalf

maanden. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen

onder kortlopende schulden.

Voorzieningen

Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de

balansdatum bestaan waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en

waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de

beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te

wikkelen. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de waarde van de uitgaven die naar verwachting

noodzakelijk zijn om de verplichtingen af te wikkelen. Wanneer verplichtingen naar verwachting door een

derde zullen worden vergoed, wordt deze vergoeding als een actief in de balans opgenomen indien het

waarschijnlijk is dat deze vergoeding zal worden ontvangen bij de afwikkeling van de verplichting.

De voorziening wegens arbeidsongeschiktheid is in 2003 gevormd en betreft het risico op blijvende

arbeidsongeschiktheid gedurende twee jaar en wordt jaarlijkse herzien.

De voorziening jubilea is gevormd voor de verplichting tot het in de toekomst betalen uitkeringen in het

kader van het 12½-jarig, 25-jarig en 40-jarig jubileum.

De voorziening persoonlijk budget levensfase (PBL) betreft een voorziening uit hoofde van een CAO

verplichting in het kader van de overgangsregeling 45+ en de jaarlijkse opbouw. Het persoonlijk budget

levensfase kwalificeert als een beloning met opbouw van rechten. De voorziening betreft de contante

waarde van de in de toekomst eenmalig uit te keren PBL-uren. De berekening is gebaseerd op de CAO-

bepalingen, blijfkans, leeftijd en resterende dienstjaren tot het bereiken van de 55-jarige leeftijd.

De voorziening huisvesting is gevormd om de onderhoudskosten gelijkmatig te verdelen over een aantal

boekjaren.

De voorziening verlieslatende contracten is gevormd voor huurovereenkomsten die verliesgevend zijn en

niet vroegtijdig kunnen worden beëindigd.

De voorziening personeel is gebaseerd op de verwachte kosten die voortvloeien uit de reorganisatie

binnen Stichting Prisma.

5.1.4.3 Grondslagen van resultaatbepaling

Algemeen

Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de baten en de lasten over het verslagjaar, met

inachtneming van de hiervoor reeds vermelde waarderingsgrondslagen.

De baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop deze betrekking hebben, uitgaande van

historische kosten. Verliezen worden verantwoord als deze voorzienbaar zijn; baten worden verantwoord

als deze gerealiseerd zijn.

Baten (waaronder nagekomen budgetaanpassingen) en lasten uit voorgaande jaren die in dit boekjaar

zijn geconstateerd, worden aan dit boekjaar toegerekend.


Pensioenen

Stichting Prisma heeft voor haar werknemers een toegezegd-pensioenregeling. Hiervoor in aanmerking

komende werknemers hebben op de pensioengerechtigde leeftijd recht op een pensioen welke afhankelijk

is van leeftijd, salaris en dienstjaren.

De verplichtingen, welke voortvloeien uit deze rechten van haar personeel, zijn ondergebracht bij het

Pensioenfonds Zorg en Welzijn. Stichting Prisma betaalt hiervoor premies waarvan de helft door de

werkgever wordt betaald en de helft door de werknemer.

De pensioenrechten worden jaarlijks geïndexeerd, indien en voor zover de dekkingsgraad van het

pensioenfonds (het vermogen van het pensioenfonds gedeeld door haar financiële verplichtingen) dit

toelaat.

Naar de stand van ultimo maart 2012 is de dekkingsgraad van het pensioenfonds 96% (bron:

www.pfzw.nl d.d. 7 mei 2012). In 2014 dient het pensioenfonds een dekkingsgraad van tenminste 105%

te hebben.

Stichting Prisma heeft geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen in geval van een

tekort bij het pensioenfonds, anders dan het effect van hogere toekomstige premies. Stichting Prisma

heeft daarom alleen de verschuldigde premies tot en met het einde van het boekjaar in de jaarrekening

verantwoord.


5.1.5 Toelichting op de geconsolideerde balans

ACTIVA

1. Materiële vaste activa

De specificatie is als volgt: 31-dec-11 31-dec-10

€ €

Bedrijfsgebouwen en terreinen 27.831.418 28.755.628

Machines en installaties 1.351.447 1.542.780

Andere vaste bedrijfsmiddelen, technische en

administratieve uitrusting 10.403.105 9.377.166

Materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en

vooruitbetalingen op materiële vaste activa 328.592 149.551

Totaal materiële vaste activa 39.914.562 39.825.125

Het verloop van de materiële activa in het verslagjaar is als volgt weer te geven: 31-dec-11 31-dec-10

€ €

Boekwaarde per 1 januari 39.825.125 39.548.760

Bij: investeringen 4.650.818 4.394.084

Af: afschrijvingen 4.435.097 3.953.454

Af: desinvesteringen 126.284 164.265

Boekwaarde per 31 december 39.914.562 39.825.125

Aanschafwaarde 72.033.398 69.120.021

Cumulatieve herwaarderingen

Cumulatieve afschrijvingen 32.118.836 29.294.896

Voor een nadere specificatie van het verloop van de WTZi-vergunningplichtige vaste activa, de WTZi-

meldingsplichtige vaste activa, de WMG-gefinancierde vaste activa en de Kleinschalige

Woonvoorzieningen per activagroep wordt verwezen naar het mutatieoverzicht onder 5.1.6.

In toelichting 5.1.7 zijn overzichten opgenomen voor de onderhanden en gereedgekomen projecten.

De in het mutatieoverzicht onder 5.1.6 opgenomen immateriële vaste activa (IVA) ad. € 88.951 zijn

toegelicht onder de financiële vaste activa.


2. Financiële vaste activa


€ €

Overige vorderingen vakantietoeslag intramuraal 623.040 623.040

Voorziening vakantietoeslag intramuraal -623.040 -623.040

Aanloopkosten 88.951 95.401

Totaal financiële vaste activa 88.951 95.401

Het verloop van de financiële vaste activa is als volgt:

€

Boekwaarde per 1 januari 2011 95.401

Af: waardeverminderingen -6.450

Boekwaarde per 31 december 2011 88.951

Onder de financiële vaste activa is de vakantietoeslag intramuraal sinds 1 januari 1996 opgenomen. 3. Voorraden


€ €

Overige voorraden 1 1

Totaal voorraden 1 1

Gezien het karakter van de voorraden zijn deze vanaf 2003 gewaardeerd op € 1.


4. Vorderingen en overlopende activa


€ €

Vorderingen op debiteuren 653.217 472.377

Overige vorderingen: 203.187 229.678

Vooruitbetaalde bedragen: 729.012 584.261

Nog te ontvangen bedragen: 38.387 173.451

Totaal vorderingen en overlopende activa 1.623.803 1.459.767

Het debiteurensaldo bestaat uit openstaande vorderingen van € 788.217. Hierop is een bedrag van

€ 135.000 in mindering gebracht als voorziening dubieuze debiteuren.

5. Vorderingen uit hoofde van financieringstekort en/of schulden uit hoofde van financieringsoverschot

t/m 2008 2009 2010 2011 totaal

€ € € € €

Saldo per 1 januari 0 582.951 7.461.914 8.044.865

Financieringsverschil boekjaar 6.197.715 6.197.715

Correcties voorgaande jaren 427.007 1.288.833 36.420 1.752.260

Betalingen/ontvangsten -427.007 -1.871.784 -7.498.334 -9.797.125

Subtotaal mutatie boekjaar 0 -582.951 -7.461.914 6.197.715 -1.847.150

Saldo per 31 december 0 0 0 6.197.715 6.197.715

Stadium van vaststelling (per erkenning):

Stichting Prisma c c c a

a= interne berekening

b= overeenstemming met zorgverzekeraars

c= definitieve vaststelling NZa

Specificatie financieringsverschil in het

boekjaar 2011 2010

€ €

Wettelijk budget aanvaardbare kosten 94.842.694 95.667.722

Af: ontvangen voorschotten 88.644.979 88.205.808

Totaal financieringsverschil 6.197.715 7.461.914


6. Liquide middelen


€ €

Bankrekeningen 6.416.079 2.602.706

Kassen 43.417 75.705

Deposito 0 97.315

Totaal liquide middelen 6.459.496 2.775.726

De rekening-courantfaciliteit ten behoeve van investeringen bedraagt ultimo 2011 € 8.000.000.

De rekening-courantfaciliteit ten behoeve van de exploitatie bedraagt ultimo 2011 € 8.500.000.


PASSIVA

7. Eigen vermogen

Het eigen vermogen bestaat uit de volgende componenten: 31-dec-11 31-dec-10

€ €

Kapitaal 45 45


Niet collectief gefinancierd vrij vermogen 5.526.865 5.496.123


Kapitaal

Saldo per Resultaat- Overige Saldo per

Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-11 bestemming mutaties 31-dec-11

€ € € €

Kapitaal 45 45

45 0 0 45

Collectief gefinancierd gebonden vermogen



€ € € €

Reserve aanvaardbare kosten 9.059.564 1.227.802 10.287.366

Bestemmingsreserves:

Egalisatie huisvesting 731.822 279.451 1.011.273

Innovatie 1.000.000 0 1.000.000

Totaal collectief gefinancierd gebonden vermogen 10.791.386 1.507.253 0 12.298.639

De bestemmingsreserve egalisatie

huisvesting betreft intern geoormerkte

gelden t.b.v. huisvesting. Naar aanleiding

van strategische beleidsplannen is de

bestemmingsreserve innovatie gecreëerd.

Niet collectief gefinancierd vrij vermogen



€ € € €

Algemene reserves:

Stichting Prisma 1.299.731 30.742 1.330.473

Herwaarderingsreserve 4.196.392 0 4.196.392

Totaal niet-collectief gefinancierd vrij vermogen 5.496.123 30.742 0 5.526.685


De algemene reserve Stichting Prisma heeft zijn oorsprong in Stichting Accent. Met de fusie met Stichting

Assisië is hierdoor de algemene reserve bij Stichting Prisma ontstaan.

De herwaarderingsreserve is in 2009 ontstaan door de herwaardering van de grond van Landpark Assisië.

Overzicht van het totaalresultaat van de instelling 31-dec-11 31-dec-10

€ €

Geconsolideerd netto-resultaat (na belastingen) toekomend aan de instelling 1.537.995 2.288.723

Totaal van de rechtstreekse mutaties in het eigen vermogen van de instelling als onderdeel van het groepsvermogen 0 0

Totaalresultaat van de instelling 1.537.995 2.288.723

8. Voorzieningen

Saldo per Dotatie Onttrekking Saldo per

Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-2011 31-dec-11

€ € € €

Voorziening arbeidsongeschiktheid 234.418 603.103 315.485 522.036

Voorziening jubilea 395.615 167.167 56.592 506.190

Voorziening PBL 855.620 653.647 0 1.509.267

Voorziening huisvesting 2.389.715 1.397.830 1.656.001 2.131.544

Voorziening verlieslatende contracten 0 701.045 0 701.045

Voorziening personeel 4.242.000 0 1.240.476 3.001.524

0

Totaal voorzieningen 8.117.368 3.522.792 3.268.554 8.371.606

Toelichting in welke mate (het totaal van) de voorzieningen als langlopend moeten worden beschouwd:

31-dec-11

Kortlopend deel van de voorzieningen (< 1 jr.) 1.665.807

Langlopend deel van de voorzieningen (> 1 jr.) 6.705.799

Hiervan langlopend (> 5 jaar) 293.886

De voorziening PBL is gevormd voor de specifieke overgangsregeling en niet voor de algemene

overgangsregeling. De algemene overgangsregeling houdt globaal in dat aan huidige oudere werknemers

jaarlijks meer verlofuren worden toegekend dan aan jongere werknemers. De omvang van dit deel

bedraagt € 4.588.000.


9. Langlopende schulden


€ €

Schulden aan kredietinstellingen 9.113.723 9.962.986

Totaal langlopende schulden 9.113.723 9.962.986

Het verloop is als volgt weer te geven: 2011 2010

€ €

Stand per 1 januari 10.963.509 12.103.813

Bij: nieuwe leningen 0

Af: aflossingen 1.000.523 1.140.304

Stand per 31 december 9.962.986 10.963.509

Af: aflossingsverplichting komend boekjaar 849.263 1.000.523

Stand langlopende schulden per 31 december 9.113.723 9.962.986

Toelichting in welke mate (het totaal van) de

langlopende schulden als langlopend moeten

worden beschouwd:

Kortlopend deel van de langlopende schulden

(<1 jr.). aflossingsverplichtingen

Langlopend deel van de langlopende schulden

(<1 jr.) (balanspost)

Hiervan langlopend (>5 jaar)

849.263

9.113.723

6.442.719

1.000.523

9.962.986

7.110.471

Voor een nadere toelichting op de langlopende schulden en de verstrekte zekerheden wordt verwezen

naar de bijlage overzicht langlopende schulden.

De aflossingsverplichtingen zijn verantwoord onder de kortlopende schulden.


10. Kortlopende schulden en overlopende passiva


€ €


Crediteuren 2.789.274 2.323.269

Aflossingsverplichtingen langlopende leningen 849.263 1.000.523

Belastingen en sociale premies 2.202.550 2.131.467

Schulden terzake pensioenen 1.091.755 1.056.510

Nog te betalen salarissen 684.038 523.233

Vakantiegeld 2.107.916 2.182.142

Vakantiedagen 2.420.422 2.069.106

Overige schulden 385.650 374.793

Nog te betalen kosten 265.762

192.542

Vooruitontvangen opbrengsten 219.850 22.222

Totaal kortlopende schulden en overlopende passiva 18.973.650 17.832.977

De kredietfaciliteit in rekening-courant bij ABN-AMRO bedraagt per 31 december 2011 € 8.500.000 (2010

idem) en de rente eenmaands EURIBOR plus kredietopslag 0,50% en liquiditeitsopslag 0,50%.

11. Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen

Verloopoverzicht investeringsruimte trekkingsrechten


€ €

Nog niet bestede investeringsruimte per 1 januari 16.918.727 16.953.667

Bij: indexering niet-bestede investeringsruimte 314.745 286.556

Bij: investeringsruimte verslagjaar 60.213 59.126

Af: investeringen verslagjaar 380.622

Beschikbare investeringsruimte 31 december 17.293.685 16.918.727


Huurovereenkomsten

Door de stichting zijn meerderjarige huurovereenkomsten aangegaan met verschillende looptijden en met

verschillende verhuurders ten bedrage van € 7.322.829.

2011 2010

€ €

Verblijf met behandeling 882.779 952.118

Kleinschalig wonen met behandeling 3.626.603 3.491.318

Kantoorruimte 361.735 356.055

Verblijf zonder behandeling 299.212 282.276

Kleinschalig wonen zonder behandeling 1.773.067 1.744.619

Zorginfrastructuur 65.191 64.233

Huren algemeen 314.242 266.087

Totaal 7.322.829 7.156.706


5.1.6 Geconsolideerd mutatieoverzicht materiële vaste activa/financiële vaste activa op grond van

art. 5a Regeling Verslaggeving WTZi

5.1.6.1 WTZi-vergunningsplichtige vaste activa

NZa-IVA Grond Terrein- Gebouwen Bouwrente Ver- Installaties Onderhanden Subtotaal Totaal

voorzieningen bouwingen Projecten vergunning

€ € € € € € € € € €

Stand per 1 januari 2011

- aanschafwaarde 189.639 2.263.938 560.054 18.756.857 1.239.277 2.861.797 3.269.255 29.140.817 69.378.025

- cumulatieve herwaarderingen

- cumulatieve afschrijvingen 121.865 427.644 8.750.960 670.261 1.723.609 2.514.138 14.208.477 29.457.499

Boekwaarde per 1 januari 2011 67.774 2.263.938 132.410 10.005.897 569.016 1.138.188 755.117 0 14.932.340 39.920.526

Mutaties in het boekjaar

- investeringen 658.854 658.854 4.650.818

- herwaarderingen

- afschrijvingen 4.741 28.003 375.137 29.039 176.033 163.384 776.337 4.441.547

- terugname geheel afgeschreven activa

.aanschafwaarde 77.716 1.567 79.283 1.566.295

.cumulatieve herwaarderingen

.cumulatieve afschrijvingen 77.716 1.567 79.283 1.566.295

- desinvesteringen

aanschafwaarde 181.146

cumulatieve herwaarderingen

cumulatieve afschrijvingen 54.862

per saldo 0 0 0 0 0 0 0 0 0 13.524

Mutaties in boekwaarde (per saldo) -4.741 0 -28.003 -375.137 -29.039 482.821 -163.384 0 -117.483 82.987

Stand per 31 december 2011

- aanschafwaarde 189.639 2.263.938 560.054 18.756.857 1.161.561 3.520.651 3.267.688 0 29.720.388 72.291.402


- cumulatieve afschrijvingen 126.606 0 455.647 9.126.097 621.584 1.899.642 2.675.955 0 14.905.531 32.287.889

Boekwaarde per 31 december 2011 63.033 2.263.938 104.407 9.630.760 539.977 1.621.009 591.733 0 14.814.857 40.003.513

Afschrijvingspercentage 2,5% 0,0% 5,0% 2,0% 2,5% 5,0% 5,0% 0,0%


5.1.6.2 WTZi-meldingsplichtige vaste activa

Trekkings Onderhanden Subtotaal Instand- Onderhanden Subtotaal Subtotaal

rechten Projecten houding Projecten meldings-

plichtige activa

€ € € € € € €


- aanschafwaarde 7.593.097 7.593.097 5.520.537 96.422 5.616.959 13.210.056


- cumulatieve afschrijvingen 1.816.173 1.816.173 3.465.329 0 3.465.329 5.281.502

Boekwaarde per 1 januari

2011 5.776.924 0 5.776.924 2.055.208 96.422 2.151.630 7.928.554


- investeringen 232.170 232.170 232.170

- herwaarderingen

- afschrijvingen 379.655 379.655 488.167 488.167 867.822


.aanschafwaarde 366.511 366.511 366.511


.cumulatieve afschrijvingen 366.511 366.511 366.511

- desinvesteringen

aanschafwaarde


cumulatieve afschrijvingen

per saldo 0 0 0 0 0 0 0

Mutaties in boekwaarde (per

saldo) -379.655 0 -379.655 -488.167 232.170 -255.997 -635.652


- aanschafwaarde 7.593.097 0 7.593.097 5.154.026 328.592 5.482.618 13.075.715


- cumulatieve afschrijvingen 2.195.828 0 2.195.828 3.586.985 0 3.586.985 5.782.813

Boekwaarde per 31 december

2011 5.397.269 0 5.397.269 1.567.041 328.592 1.895.633 7.292.902

Afschrijvingspercentage 5% 0% 10% 0%


5.1.6.3 WMG-gefinancierde vaste activa

Inventaris Vervoer- Automati- Subtotaal

middelen sering WMG

€ € € €


- aanschafwaarde 6.383.871 84.068 7.239.811 13.707.750

- cumulatieve herwaarderingen 0

- cumulatieve afschrijvingen 3.814.264 40.277 3.025.314 6.879.855

Boekwaarde per 1 januari 2011 2.569.607 43.791 4.214.497 6.827.895


- investeringen 256.053 2.815.810 3.071.863

- herwaarderingen

- afschrijvingen 575.521 16.813 1.567.017 2.159.351


.aanschafwaarde 426.953 636.168 1.063.121


.cumulatieve afschrijvingen 426.953 636.168 1.063.121

- desinvesteringen

aanschafwaarde



per saldo 0 0 0 0

Mutaties in boekwaarde (per saldo) -319.468 -16.813 1.248.793 912.512


- aanschafwaarde 6.212.971 84.068 9.419.453 15.716.492

- cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0


Boekwaarde per 31 december 2011 2.250.139 26.978 5.463.290 7.740.407

Afschrijvingspercentage 10,0% 20,0% 20,0%


5.1.6.4 Kleinschalige Woonvoorzieningen

Subtotaal

Kleinschalige

Terrein- Semi perm. Ver- Onderhanden woonvoor-

Grond voorzieningen Gebouwen gebouwen bouwingen Installaties Projecten Inventaris zieningen

€ € € € € € € € €


- aanschafwaarde 84.227 201.452 323.019 1.828.727 954.331 53.129 4.175.396 7.620.281


- cumulatieve afschrijvingen 38.857 76.665 495.282 198.226 0 1.684.054 2.493.084

Boekwaarde per 1 januari 2011 84.227 162.595 246.354 0 1.333.445 756.105 53.129 2.491.342 5.127.197


- investeringen 35.970 26.763 43.999 580.040 686.772

- herwaarderingen

- afschrijvingen 11.051 6.460 92.225 48.271 436.056 594.063


.aanschafwaarde 46.114 46.114


.cumulatieve afschrijvingen 46.114 46.114

- desinvesteringen

aanschafwaarde 27.227 1.432 55.158 1.442 16.554 53.129 26.204 181.146


cumulatieve afschrijvingen 179 37.591 396 4.016 0 12.680 54.862

per saldo 27.227 1.253 17.567 0 1.046 12.538 53.129 13.524 126.284

Mutaties in boekwaarde (per saldo) -27.227 23.666 -24.027 0 -66.508 -16.810 -53.129 130.460 -33.575


- aanschafwaarde 57.000 235.990 267.861 1.854.048 981.776 4.683.118 8.079.793


- cumulatieve afschrijvingen 49.729 45.534 587.111 242.481 2.061.316 2.986.171


2011 57.000 186.261 222.327 0 1.266.937 739.295 0 2.621.802 5.093.622



5.1.6.5 Niet-WTZi/WMG-gefinancierde materiële vaste activa

Subtotaal

Terrein- Ver-

niet-

WTZi/WMG

IVA Grond voorzieningen Gebouwen bouwingen Installaties Inventaris activa

€ € € € € € € €


- aanschafwaarde 68.365 4.573.733 3.768 637.303 222.776 193.176 5.699.121


- cumulatieve afschrijvingen 40.738 3.044 224.334 191.218 135.247 594.581

Boekwaarde per 1 januari 2011 27.627 4.573.733 724 412.969 0 31.558 57.929 5.104.540


- investeringen 1.159 1.159

- herwaarderingen

- afschrijvingen 1.709 188 12.746 11.139 18.192 43.974





- desinvesteringen

aanschafwaarde



per saldo 0 0 0 0 0 0 0 0


saldo) -1.709 0 -188 -12.746 0 -11.139 -17.033 -42.815


- aanschafwaarde 68.365 4.573.733 3.768 637.303 222.776 193.069 5.699.014


- cumulatieve afschrijvingen 42.447 3.232 237.080 202.357 152.173 637.289


2011 25.918 4.573.733 536 400.223 0 20.419 40.896 5.061.725

Afschrijvingspercentage 2,50% 0,00% 5,00% 2,00% 5,00% 5,00% 10,00%


5.1.7 Specificatie ultimo boekjaar onderhanden projecten (Geconsolideerd)

Projectgegevens Investeringen Goedkeuringen

t/m 2011

Nominaal bedrag

WTZi

Jaar van ople-

vering

Num-mer

Brief-nummer Datum Omschrijving

WTZi-type t/m 2010 2011 gereed

onder-handen

Index-ering WTZi

Aangepaste goed-

keuring

€ € € € € € €

Landpark Assisië 96.422 232.169 328.591

Singel Nieuwendijk 53.129 53.129

Totaal 149.551 232.169 53.129 328.591 0 0 0

BIJLAGE

5.1.8 Overzicht langlopende schulden ultimo 2011

Leninggever Datum Hoofdsom

Totale

loop-

tijd Soort

lening

Werke-

lijke-

rente

Restschuld

31-12 2010

Nieuwe

leningen in 2011

Aflossing

in 2011

Restschuld

31-12 2011

Restschuld

over 5 jaar

Resterende looptijd in

jaren eind

2011

Aflos-

sings-wijze

Aflos-

sing 2012

Gestelde

zekerheden

€ % € € € € € €

ABNAMRO 1-aug-88 3.403.352 30 onderhands 5,60% 907.561 113.445 794.116 226.888 7 lineair 113.445

ABNAMRO 1-okt-92 3.630.242 20 onderhands 4,95% 363.024 181.512 181.512 0 1 lineair 181.512

Aegon 18-apr-93 313.108 40 onderhands 4,30% 180.036 7.828 172.208 133.070 22 lineair 7.828 rijksgarantie

NWB 1-dec-93 822.250 40 onderhands 4,30% 472.794 20.556 452.238 349.458 22 lineair 20.556 rijksgarantie

ABNAMRO 19-feb-04 378.150 10 onderhands 3,60% 151.260 151.260 0 0 0 lineair 0 neg.hyp.+pari passu

ABNAMRO 1-okt-04 544.367 21 onderhands 2,46% 388.834 25.922 362.912 233.303 14 lineair 25.922 rijksgarantie

ABNAMRO 17-dec-07 10.000.000 20 onderhands 5,15% 8.500.000 500.000 8.000.000 5.500.000 16 lineair 500.000 neg.hyp.+pari passu

Totaal

10.963.509 0 1.000.523 9.962.986 6.442.719 849.263


5.1.9 Toelichting op de geconsolideerde resultatenrekening

12. Wettelijk budget aanvaardbare kosten (uit AWBZ-Zvw-zorg, exclusief subsidies)

2011 2010

€ € € €

Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten voorgaand jaar 95.667.722 93.099.884

Productieafspraken verslagjaar -2.332.480 1.683.692

Overheidsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling

Prijsindexatie materiële kosten

Groei normatieve kapitaalslasten 37.056 21.178

37.056 21.178

Uitbreiding erkenning en toelating:

- loonkosten

- materiële kosten

- normatieve kapitaalslasten 724.765 1.126.132

724.765 1.126.132

Beleidsmaatregelen overheid:

- generieke budgetkortingen

- zorg op maat 28.048

- zorginfrastructuur -108.002 243.886

-108.002 271.934

Nacalculeerbare kapitaalslasten:

- rente -169.036 842.219

- afschrijvingen 28.838 -113.078

- overige 633.409 -1.264.239

493.211 -535.098

Overige mutaties 90.443

269.979

360.422 0

Subtotaal wettelijk budget boekjaar 94.842.694 95.667.722

Correcties voorgaande jaren 1.752.260 -803.984



BATEN

13. Toelichting niet-gebudgetteerde zorgprestaties

De specificatie is als volgt: 2011 2010

€ €

Zorgprestaties tussen instellingen 303.692 195.291

Persoonsgebonden en -volgende budgetten 1.869.683 1.327.674

Opbrengsten uit Wmo-prestaties op het

gebied van huishoudelijke hulp

(inclusief onderaanneming) 484.914 515.868

Overige niet-gebudgetteerde zorgprestaties 706.595 805.711

Totaal 3.364.884 2.844.544

14. Subsidies


€ €

Rijkssubsidies vanwege het Ministerie van VWS

(waaronder opleidingsfonds, academische

component voor UMC’s) 0 48.683

Overige subsidies, waaronder loonkostensubsidies

en EU-subsidies 247.680 308.775

Totaal 247.680 357.458

15. Toelichting overige bedrijfsopbrengsten


€ €

Overige dienstverlening 1.055.994 1.109.438

Overige opbrengsten 154.586 175.043

Boekwinst verkoop activa 172.542 0

Totaal 1.383.122 1.284.481

De overige opbrengsten betreft met name verhuur onroerend goed.


LASTEN

16. Personeelskosten


€ €

Lonen en salarissen 50.198.611 49.759.364

Sociale lasten 7.095.705 6.377.312

Pensioenpremies 4.069.635 3.949.616

Andere personeelskosten 2.149.073 1.928.109

Subtotaal 63.513.024 62.014.401

Personeel niet in loondienst 2.865.493 2.902.304

Totaal personeelskosten 66.378.517 64.916.705

Specificatie gemiddeld aantal personeelsleden (in FTE's) per segment 1.319 1.354

Gemiddeld aantal personeelsleden op basis van full-time eenheden 1.319 1.354

17. Afschrijvingen vaste activa


€ €

Nacalculeerbare afschrijvingen

- immateriële vaste activa 4.741 4.741

- materiële vaste activa 1.151.251 1.117.626

Overige afschrijvingen



Totaal afschrijvingen 4.441.547 3.959.904


Aansluiting afschrijvingen resultatenrekening – vergoeding nacalculeerbare afschrijvingslasten 2011

€

Totaal afschrijvingslasten resultatenrekening 4.441.547

waarvan nacalculeerbare afschrijvingen 1.155.992

In het externe budget verwerkte vergoeding voor nacalculeerbare afschrijvingslasten

- WTZi-vergunningplichtige vaste activa 776.337

- WTZi-meldingsplichtige vaste activa 867.822

- WMG-gefinancierde vaste activa 2.159.351

- Kleinschalige Woonvoorzieningen 594.063

- Niet WTZi/WMG gefinancierde activa 43.974

Totaal vergoeding nacalculeerbare afschrijvingslasten 4.441.547

Aanschafwaarde desbetreffende vaste activa 72.291.402

Cumulatieve afschrijvingslasten desbetreffende vaste activa 32.287.889

Cumulatieve vergoedingen voor nacalculeerbare afschrijvingslasten

desbetreffende vaste activa 14.905.531

18. Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa


€ €

Bijzondere waardeverminderingen van:

- materiële vaste activa 0 82.843

Totaal 0 82.843


19. Overige bedrijfskosten


€ €

Voedingsmiddelen en hotelmatige kosten 8.512.288 8.253.462

Algemene kosten 5.136.357 5.599.824

Patiënt- en bewonersgebonden kosten 2.932.744 2.619.152

Onderhoud en energiekosten:

- Onderhoud 488.044 457.279

- Energie gas 1.104.893 1.212.324

- Energie stroom 938.622 829.805

- Energie transport en overig 122.968 108.705

Subtotaal 2.654.527 2.608.113

Huur en leasing 7.309.507 6.839.026

Dotaties en vrijval voorzieningen 2.098.875 1.536.666

Totaal overige bedrijfskosten 28.644.298 27.456.243

De stijging van voedingsmiddelen en hotelmatige kosten wordt enerzijds veroorzaakt door de toename

van het aantal verblijfsdagen. Met name de vervoerskosten veroorzaken het grootste deel van de

toename.

De stijging van de algemene kosten wordt grotendeels veroorzaakt door kosten telefoon, netwerken en

automatisering.

Verder is in 2010 de dotatie en onttrekking aan de voorziening personeel t.b.v. de reorganisatie en de

afboeking extreme zorg per saldo ten gunste van de algemene kosten gekomen net als de onttrekking

aan de voorziening personeel in 2011.

‘Dotatie en vrijval voorzieningen' bestaat uit de dotatie huisvesting en onderhoud ad. € 2.098.875.

LASTEN

20. Financiële baten en lasten


€ €

Rentebaten 101.775 66.239

Subtotaal financiële baten 101.775 66.239

Rentelasten -690.058 -712.042

Subtotaal financiële lasten -690.058 -712.042

Totaal financiële baten en lasten -588.283 -645.803


21. Bezoldiging bestuurders en toezichthouders

Welk bestuursmodel is van toepassing op uw organisatie?

• Eindverantwoordelijke Raad van Bestuur met Raad van Toezicht.

Wat is de samenstelling van het bestuur of de directie?

• Tweehoofdig met voorzitter.

De bezoldiging van de bestuurders en gewezen bestuurders van de zorginstelling over het jaar 2011 is

als volgt:

Naam

drs. P.J.G.

Nouwens J. de Bruin

1 Vanaf welke datum is de persoon als bestuurder werkzaam in uw

organisatie? 1-2-1996 1-10-2009

2 Maakt de persoon op dit moment nog steeds deel uit van het bestuur? ja ja

3 Tot welke datum was de persoon als bestuurder werkzaam in uw

organisatie?

4 Is de persoon in het verslagjaar voorzitter van het bestuur geweest? ja nee

5 Zo ja: hoeveel maanden is de persoon voorzitter geweest in het

verslagjaar? 12

6 Wat is de aard van de (arbeids)overeenkomst? 1 1

7 Welke salarisregeling is toegepast? 3 2

8 Wat is de deeltijdfactor? (percentage) 100% 111%

9 Bruto-inkomen, incl. vakantiegeld, eindejaarsuitkering, salaris en andere vaste toelagen

170.137 142.596

a. Waarvan: verkoop verlofuren

b. Waarvan: nabetalingen voorgaande jaren

10 Bruto-onkostenvergoeding 3.279 4.800

11 Werkgeversbijdrage sociale lasten 7.456 7.128

12 Werkgeversbijdrage pensioen, VUT, FPU 18.711 15.222

13 Ontslagvergoeding

14 Bonussen

15 Totaal (9 t/m 14, excl. 9a en b) 199.583 169.746

16 Cataloguswaarde auto van de zaak

17 Eigen bijdrage auto van de zaak

Arbeidsovereenkomst 1: Arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.

Salarisregeling 2: Huidige NVZD- of VDZ-regeling

Salarisregeling 3: Oude NVDZ-regeling


De bezoldiging van de leden van de Raad van Toezicht van de zorginstelling over het jaar 2011 is als

volgt:

Naam Functie Bezoldiging

€

De heer drs. L.J.J. van Nistelrooij Voorzitter 5.000

Mevrouw drs. P.T.O. van Laarhoven-Rovers Vice-voorzitter 2.500

De heer drs. P. Holtrop Lid Raad van Toezicht 2.500

De heer drs. V.T.M. Braam Lid Raad van Toezicht 2.500

Mevrouw J.A. van Doorn Lid Raad van Toezicht 2.500

De heer drs. G.J.J. Schinck Lid Raad van Toezicht 2.500

De heer L.H.C. Vincken Lid Raad van Toezicht 2.500

20.000

22. Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (WOPT)

In 2011 blijft de bezoldiging van funcionarissen beneden het vastgestelde maximum in het kader van de

WOPT van € 193.000.

23. Honoraria accountant

2011 2010

€ €

De honoraria van de accountant over 2011 zijn als volgt:

1. Controle van de jaarrekening 17.910 46.462

2. Overige controlewerkzaamheden (w.o. Regeling AO/IC

en Nacalculatie) 15.202 10.095

3. Fiscale advisering 0 23.133

4. Niet-controlediensten 19.349 32.490

Totaal honoraria accountant 52.461 112.180

24. Transacties met verbonden partijen

Van transacties met verbonden partijen is sprake wanneer een relatie bestaat tussen de instelling, haar

deelnemingen en hun bestuurders en leidinggevende functionarissen.

Er hebben zich geen transacties met verbonden partijen voorgedaan met zakelijke grondslag.

De bezoldiging van de bestuurders en toezichthouders is opgenomen onder punt 21.


5.1.10 Enkelvoudige balans per 31 december 2011 (na resultaatbestemming)

Ref. 31-dec-11 31-dec-10

€ €

ACTIVA

Vaste activa

Materiële vaste activa 1 35.372.593 35.283.156

Financiële vaste activa 2 4.653.732 4.655.175

Totaal vaste activa 40.026.325 39.938.331

Vlottende activa

Voorraden 3 1 1

Vorderingen en overlopende activa 4 1.623.803 1.459.767

Vorderingen uit hoofde van financieringstekort 5 6.197.715 8.044.865

Liquide middelen 6 6.440.025 2.756.726

Totaal vlottende activa 14.261.544 12.261.359

Totaal activa 54.287.869 52.199.690

Ref. 31-dec-11 31-dec-10

PASSIVA € €

Eigen vermogen 7

Kapitaal 45 45


Niet-collectief gefinancierd vrij vermogen 5.526.865 5.496.123


Voorzieningen 8 8.371.606 8.117.368

Langlopende schulden 9 9.113.723 9.962.986

Kortlopende schulden

Kortlopende schulden en overlopende passiva 10 18.976.991 17.831.782

Totaal passiva 54.287.869 52.199.690


5.1.11 Enkelvoudige resultatenrekening over 2011

Ref. 2011 2010

€ €

Bedrijfsopbrengsten


(uit AWBZ/Zvw-zorg, exclusief subsidies)

Niet-gebudgetteerde zorgprestaties 13 3.364.884 2.844.544

Subsidies 14 247.680 357.458

Overige bedrijfsopbrengsten 15 1.383.122 1.284.481

Som der bedrijfsopbrengsten 101.590.640 99.350.221

Bedrijfslasten

Personeelskosten 16 66.378.517 64.916.705

Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa 17 4.441.547 3.959.904

Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa 18 0 82.843

Overige bedrijfskosten 19 28.830.984 27.637.727

Som der bedrijfslasten 99.651.048 96.597.179

Bedrijfsresultaat 1.939.592 2.753.042

Financiële baten en lasten 20 -401.597 -464.319

Resultaat uit gewone bedrijfsvoering 1.537.995 2.288.723

Buitengewone baten en lasten 21 0 0

Resultaat boekjaar 1.537.995 2.288.723

Resultaatbestemming

Het resultaat is als volgt verdeeld: 2011 2010

€ €

Toevoeging/(onttrekking):

Reserve aanvaardbare kosten 1.227.802 1.043.098

Bestemmingsreserves 279.451 1.222.584

Algemene reserve 30.742 23.041

1.537.995 2.288.723

5.1.12 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling

Enkelvoudige jaarrekening

5.1.12.1 Algemeen

De grondslagen voor waardering en resultaatbepaling van de enkelvoudige jaarrekening komen overeen

met de grondslagen voor de geconsolideerde jaarrekening, waarnaar wordt verwezen.


5.1.13 Toelichting op de enkelvoudige balans

ACTIVA

1. Materiële vaste activa


€ €

Bedrijfsgebouwen en terreinen 23.289.449 24.213.659

Machines en installaties 1.351.447 1.542.780

Andere vaste bedrijfsmiddelen, technische en

administratieve uitrusting 10.403.105 9.377.166

Materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en

vooruitbetalingen op materiële vaste activa 328.592 149.551

Totaal materiële vaste activa 35.372.593 35.283.156

Het verloop van de materiële activa in het

verslagjaar is als volgt weer te geven: 31-dec-11 31-dec-10

€ €

Boekwaarde per 1 januari 35.283.156 35.006.791

Bij: investeringen 4.650.818 4.394.084

Af: afschrijvingen 4.435.097 3.953.454

Af: desinvesteringen 126.284 164.265

Boekwaarde per 31 december 35.372.593 35.283.156

Aanschafwaarde 67.491.429 64.578.052

Cumulatieve afschrijvingen 32.118.836 29.294.896

Voor een nadere specificatie van het verloop van de WTZi-vergunningplichtige vaste activa, de WTZi-

meldingsplichtige vaste activa, de WMG-gefinancierde vaste activa en de Kleinschalige

Woonvoorzieningen per activagroep wordt verwezen naar het mutatieoverzicht onder 5.1.14.

In toelichting 5.1.15 zijn overzichten opgenomen voor de onderhanden en gereedgekomen projecten.

De in het mutatieoverzicht onder 5.1.14 opgenomen immateriële vaste activa (IVA) ad. € 88.951 zijn

toegelicht onder de financiële vaste activa.


2. Financiële vaste activa


€ €

Deelnemingen 22.812 17.805

Vorderingen op deelnemingen 4.541.969 4.541.969

Overige vorderingen vakantietoeslag intramuraal 623.040 623.040

Voorziening vakantietoeslag intramuraal -623.040 -623.040

Aanloopkosten 88.951 95.401

Totaal financiële vaste activa 4.653.732 4.655.175

Het verloop van de financiële vaste activa is als volgt:

€

Boekwaarde per 1 januari 2011 4.655.175

Af: resultaat deelneming 5.007

Af: waardeverminderingen -6.450

Boekwaarde per 31 december 2011 4.653.732

Onder de financiële vaste activa is de vakantietoeslag intramuraal sinds 1 januari 1996 opgenomen.

Toelichting op belangen in andere rechtspersonen of vennootschappen

Naam en rechtsvorm en

woonplaats rechtspersoon Kernactiviteit Verschaft

kapitaal

Kapitaalbe-

lang (in %)

Eigen

vermogen Resultaat

€ €

Landpark Assisië B.V. Beheer onroerend goed 18.000 100% 22.812 5.007

3. Voorraden


€ €

Overige voorraden: 1 1

Totaal voorraden 1 1

Gezien het karakter van de voorraden zijn deze vanaf 2003 gewaardeerd op € 1.


4. Vorderingen en overlopende activa


€ €

Vorderingen op debiteuren 653.217 472.377

Overige vorderingen 203.187 119.806

Vooruitbetaalde bedragen 729.012 694.133

Nog te ontvangen bedragen 38.387 173.451

Totaal vorderingen en overlopende activa 1.623.803 1.459.767

Het debiteurensaldo bestaat uit openstaande vorderingen van € 788.217. Hierop is een bedrag van

€ 135.000 in mindering gebracht als voorziening voor dubieuze debiteuren.

5. Vorderingen uit hoofde van financieringstekort en/of schulden uit hoofde van financieringsoverschot

t/m 2008 2009 2010 2011 totaal

€ € € € €

Saldo per 1 januari

0 582.951 7.461.914 8.044.865

Financieringsverschil boekjaar

6.197.715 6.197.715

Correcties voorgaande jaren

427.007 1.288.833 36.420 1.752.260

Betalingen/ontvangsten

-427.007 -1.871.784 -7.498.334 -9.797.125

Subtotaal mutatie boekjaar 0 -582.951 -7.461.914 6.197.715 -1.847.150

Saldo per 31 december 0 0 0 6.197.715 6.197.715

Stadium van vaststelling (per erkenning):

Stichting Prisma c c c a

a= interne berekening

b= overeenstemming met zorgverzekeraars

c= definitieve vaststelling NZa

Specificatie financieringsverschil in het boekjaar 2011 2010

€ €

Wettelijk budget aanvaardbare kosten 94.842.694 95.667.722

Af: ontvangen voorschotten 88.644.979 88.205.808

Totaal financieringsverschil 6.197.715 7.461.914


6. Liquide middelen


€ €

Bankrekeningen 6.396.608 2.583.706

Kassen 43.417 75.705

Deposito 0 97.315

Totaal liquide middelen 6.440.025 2.756.726

De rekening-courantfaciliteit ten behoeve van investeringen bedraagt ultimo 2011 € 8.000.000

De rekening-courantfaciliteit ten behoeven van de exploitatie bedraagt € 8.500.000

PASSIVA

7. Eigen vermogen

Het eigen vermogen bestaat uit de volgende componenten: 31-dec-11 31-dec-10

€ €

Kapitaal 45 45


Niet collectief gefinancierd vrij vermogen 5.526.865 5.496.123



Kapitaal



€ € € €

Kapitaal 45 45

45 0 0 45

Collectief gefinancierd gebonden vermogen



€ € € €

Reserve aanvaardbare kosten 9.059.564 1.227.802 10.287.366

Bestemmingsreserves:

Egalisatie huisvesting 731.822 279.451 1.011.273

Innovatie 1.000.000 0 1.000.000

Totaal collectief gefinancierd gebonden vermogen 10.791.386 1.507.253 0 12.298.639

De bestemmingsreserve egalisatie huisvesting

betreft intern geoormerkte gelden t.b.v.

huisvesting. Naar aanleiding van strategische

beleidsplannen is de bestemmingsreserve

innovatie gecreëerd.

Niet collectief gefinancierd vrij vermogen



€ € € €

Algemene reserves

Stichting Prisma 1.299.731 30.742 1.330.473

Herwaarderingsreserve 4.196.392 0 4.196.392

Totaal niet-collectief gefinancierd vrij vermogen 5.496.123 30.742 0 5.526.865

De algemene reserve Stichting Prisma heeft zijn oorsprong in Stichting Accent. Met de fusie met Stichting

Assisië is hierdoor de algemene reserve bij Stichting Prisma ontstaan.

De herwaarderingsreserve is in 2009 ontstaan door de herwaardering van de grond van Landpark Assisië.


PASSIVA

8. Voorzieningen

Saldo per Dotatie Onttrekking Saldo per

Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-11 31-dec-11

€ € € €

Voorziening arbeidsongeschiktheid 234.418 603.103 315.485 522.036

Voorziening jubilea 395.615 167.167 56.592 506.190

Voorziening PBL 855.620 653.647 0 1.509.267

Voorziening huisvesting 2.389.715 1.397.830 1.656.001 2.131.544

Voorziening verlieslatende contracten 0 701.045 0 701.045

Voorziening personeel 4.242.000 0 1.240.476 3.001.524

Totaal voorzieningen 8.117.368 3.522.792 3.268.554 8.371.606

Toelichting in welke mate (het totaal van) de voorzieningen als langlopend moeten worden beschouwd:

31-dec-11

Kortlopend deel van de voorzieningen (< 1 jr.) 1.665.807

Langlopend deel van de voorzieningen (> 1 jr.) 6.705.799

Hiervan langlopend (> 5 jaar) 293.886

9. Langlopende schulden


€ €


Totaal langlopende schulden 9.113.723 9.962.986


€ €

Stand per 1 januari 10.963.509 12.103.813

Af: aflossingen 1.000.523 1.140.304

Stand per 31 december 9.962.986 10.963.509

Af: aflossingsverplichting komend boekjaar 849.263 1.000.523

Stand langlopende schulden per 31 december 9.113.723 9.962.986


Toelichting in welke mate (het totaal van) de langlopende schulden als langlopend moeten worden

beschouwd:

Kortlopend deel van de langlopende schulden

(< 1 jr.), aflossingsverplichtingen 849.263 1.000.523

Langlopend deel van de langlopende schulden

(> 1 jr.) (balanspost) 9.113.723 9.962.986

Hiervan langlopend (> 5 jaar) 6.442.719 7.110.471

Voor een nadere toelichting op de langlopende schulden en de verstrekte zekerheden wordt verwezen

naar de bijlage overzicht langlopende schulden.

De aflossingsverplichtingen zijn verantwoord onder de kortlopende schulden.

10. Kortlopende schulden en overlopende passiva


€ €


Crediteuren 2.789.274 2.323.269

Aflossingsverplichtingen langlopende leningen 849.263 1.000.523

Belastingen en sociale premies 2.202.550 2.131.467

Schulden terzake pensioenen 1.091.755 1.056.510

Nog te betalen salarissen 684.038 523.233

Vakantiegeld 2.107.916 2.182.142

Vakantiedagen 2.420.422 2.069.106

Overige schulden 389.466 374.793

Nog te betalen kosten 265.287 191.347

Vooruit ontvangen opbrengsten 219.850 22.222

Totaal kortlopende schulden en overlopende passiva 18.976.991 17.831.782

De kredietfaciliteit in rekening-courant bij ABN-AMRO bedraagt per 31 december 2011 € 8.500.00 (2010

idem) en de rente eenmaands EURIBOR plus kredietopslag 0,50% en liquiditeitsopslag 0,50%.


11. Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen

Verloopoverzicht investeringsruimte trekkingsrechten


€ €

Nog niet bestede investeringsruimte per 1 januari 16.918.727 16.953.667

Bij: indexering niet-bestede investeringsruimte 314.745 286.556

Bij: investeringsruimte verslagjaar 60.213 59.126

Af: investeringen verslagjaar 380.622

Beschikbare investeringsruimte 31 december 17.293.685 16.918.727

Huurovereenkomsten

Door de stichting zijn meerderjarige huurovereenkomsten aangegaan met verschillende looptijden en met

verschillende verhuurders ten bedrage van € 7.322.829.

2011 2010

€ €

Verblijf met behandeling 882.779 952.118

Kleinschalig wonen met behandeling 3.626.603 3.491.318

Kantoorruimte 361.735 356.055

Verblijf zonder behandeling 299.212 282.276

Kleinschalig wonen zonder behandeling 1.773.067 1.744.619

Zorginfrastructuur 65.191 64.233

Huren algemeen 314.242 266.087

Totaal 7.322.829 7.156.706


5.1.14 Enkelvoudig mutatieoverzicht materiële vaste activa/financiële vaste activa op grond van art. 5a

Regelgeving Verslaggeving WTZi

5.1.14.1 WTZi-vergunningsplichtige vaste activa

NZa-IVA Grond Terrein- Gebouwen Bouwrente Ver- Installaties Onderhanden Subtotaal Totaal

voorzieningen bouwingen Projecten vergunning

€ € € € € € € € € €


- aanschafwaarde 189.639 2.263.938 560.054 18.756.857 1.239.277 2.861.797 3.269.255 0 29.140.817 64.836.056



Boekwaarde per 1 januari 2011 67.774 2.263.938 132.410 10.005.897 569.016 1.138.188 755.117 0 14.932.340 35.378.557


- investeringen 658.854 658.854 4.650.818

- herwaarderingen

- afschrijvingen 4.741 28.003 375.137 29.039 176.033 163.384 776.337 4.441.547


.aanschafwaarde 77.716 1.567 79.283 1.556.295


.cumulatieve afschrijvingen 77.716 1.567 79.283 1.556.295

- desinvesteringen

aanschafwaarde 252.473

cumulatieve herwaarderingen 0

cumulatieve afschrijvingen 88.208

per saldo 0 0 0 0 0 0 0 0 0 126.284

Mutaties in boekwaarde (per saldo) -4.741 0 -28.003 -375.137 -29.039 482.821 -163.384 0 -117.483 82.987


- aanschafwaarde 189.639 2.263.938 560.054 18.756.857 1.161.561 3.520.651 3.267.688 0 29.720.388 67.749.433



Boekwaarde per 31 december 2011 63.033 2.263.938 104.407 9.630.760 539.977 1.621.009 591.733 0 14.814.857 35.461.544



5.1.14.2 WTZi-meldingsplichtige vaste activa

Trekkings Onderhanden Subtotaal Instand- Onderhanden Subtotaal Subtotaal

rechten Projecten houding Projecten meldings-

plichtige activa

€ € € € € € €


- aanschafwaarde 7.593.097 7.593.097 5.520.537 96.422 5.616.959 13.210.056


- cumulatieve afschrijvingen 1.816.173 1.816.173 3.465.329 3.465.329 5.281.502

Boekwaarde per 1 januari

2011 5.776.924 0 5.776.924 2.055.208 96.422 2.151.630 7.928.554


- investeringen 232.170 232.170 232.170

- herwaarderingen

- afschrijvingen 379.655 379.655 488.167 488.167 867.822


.aanschafwaarde 366.511 366.511 366.511


.cumulatieve afschrijvingen 366.511 366.511 366.511

- desinvesteringen

aanschafwaarde



per saldo 0 0 0 0 0 0 0

Mutaties in boekwaarde (per saldo) -379.655 0 -379.655 -488.167 232.170 -255.997 -635.652


- aanschafwaarde 7.593.097 7.593.097 5.154.026 328.592 5.482.618 13.075.715


- cumulatieve afschrijvingen 2.195.828 2.195.828 3.586.985 3.586.985 5.782.813

Boekwaarde per 31 december 2011 5.397.269 0 5.397.269 1.567.041 328.592 1.895.633 7.292.902

Afschrijvingspercentage 5,0% 0,0% 10,0% 0,0%


5.1.14.3 WMG-gefinancierde vaste activa

Inventaris Vervoer- Automati- Subtotaal

middelen sering WMG

€ € € €


- aanschafwaarde 6.383.871 84.068 7.239.811 13.707.750



Boekwaarde per 1 januari 2011 2.569.607 43.791 4.214.497 6.827.895


- investeringen 256.053 2.815.810 3.071.863

- herwaarderingen

- afschrijvingen 575.521 16.813 1.567.017 2.159.351


.aanschafwaarde 426.953 636.168 1.063.121


.cumulatieve afschrijvingen 426.953 636.168 1.063.121

- desinvesteringen

aanschafwaarde



per saldo 0 0 0 0

Mutaties in boekwaarde (per saldo) -319.468 -16.813 1.248.793 912.512


- aanschafwaarde 6.212.971 84.068 9.419.453 15.716.492



Boekwaarde per 31 december 2011 2.250.139 26.978 5.463.290 7.740.407

Afschrijvingspercentage 10,0% 20,0% 20,0%


5.1.14.4 Kleinschalige Woonvoorzieningen

Subtotaal

Kleinschalige

Terrein- Semi perm. Ver- Onderhanden woonvoor-

Grond voorzieningen Gebouwen gebouwen bouwingen Installaties Projecten Inventaris zieningen

€ € € € € € € € €


- aanschafwaarde 84.227 201.452 323.019 1.828.727 954.331 53.129 4.175.396 7.620.281



Boekwaarde per 1 januari 2011 84.227 162.595 246.354 0 1.333.445 756.105 53.129 2.491.342 5.127.197


- investeringen 35.970 26.763 43.999 580.040 686.772

- herwaarderingen

- afschrijvingen 11.051 6.460 92.225 48.271 436.056 594.063





- desinvesteringen

aanschafwaarde 27.227 1.432 55.158 1.442 16.554 53.129 26.204 181.146


cumulatieve afschrijvingen 179 37.591 396 4.016 12.680 54.862

per saldo 27.227 1.253 17.567 0 1.046 12.538 53.129 13.524 126.284

Mutaties in boekwaarde (per saldo) -27.227 23.666 -24.027 0 -66.508 -16.810 -53.129 130.460 -33.575


- aanschafwaarde 57.000 235.990 267.861 1.854.048 981.776 4.683.118 8.079.793




2011 57.000 186.261 222.327 0 1.266.937 739.295 0 2.621.802 5.093.622

Afschrijvingspercentage 0,0% 5,0% 2,0% 5,0% 5,0%


5.1.14.5 Niet-WTZi/WMG-gefinancierde materiële vaste activa/financiële vaste activa

Subtotaal

Terrein- Ver-

niet-

WTZi/WMG

IVA Grond voorzieningen Gebouwen bouwingen Installaties Inventaris activa

€ € € € € € € €


- aanschafwaarde 68.365 31.764 3.768 637.303 0 222.776 193.176 1.157.152


- cumulatieve afschrijvingen 40.738 0 3.044 224.334 0 191.218 135.247 594.581

Boekwaarde per 1 januari 2011 27.627 31.764 724 412.969 0 31.558 57.929 562.571


- investeringen 0 0 0 0 0 0 1.159 1.159

- herwaarderingen 0

- afschrijvingen 1.709 0 188 12.746 0 11.139 18.192 43.974


.aanschafwaarde 0 0 0 0 0 0 1.266 1.266

.cumulatieve herwaarderingen 0

.cumulatieve afschrijvingen 0 0 0 0 0 0 1.266 1.266

- desinvesteringen

aanschafwaarde



per saldo 0 0 0 0


saldo) -1.709 0 -188 -12.746 0 -11.139 -17.033 -42.815


- aanschafwaarde 68.365 31.764 3.768 637.303 0 222.776 193.069 1.157.045


- cumulatieve afschrijvingen 42.447 0 3.232 237.080 0 202.357 152.173 637.289


2011 25.918 31.764 536 400.223 0 20.419 40.896 519.756

Afschrijvingspercentage 2,5% 0,0% 5,0% 2,0% 5,0% 5,0% 10,0%


5.1.15 Specificatie ultimo boekjaar onderhanden projecten en gereedgekomen projecten

Projectgegevens Investeringen Goedkeuringen

t/m 2011

Nominaal bedrag

WTZi

Jaar van ople-

vering

Num-mer

Brief-nummer Datum Omschrijving

WTZi-type t/m 2010 2011 gereed

onder-handen

Indexering WTZi

Aangepaste goed-

keuring

€ € € € € € €

Landpark Assisië 96.422 232.169 328.591

Singel Nieuwendijk 53.129 53.129

Totaal 149.551 232.169 53.129 328.591 0 0 0

5.1.16 Overzicht langlopende schulden ultimo 2011

Leninggever Datum Hoofdsom

Totale

loop-tijd

Soort lening

Werke-

lijke-rente

Restschuld 31-12

2010

Nieuwe leningen

in 2011

Aflossing

in 2011

Restschuld 31-12

2011

Restschuld

over 5 jaar

Resterende

looptijd in

jaren eind 2011

Aflos-sings-

wijze

Aflos-

sing 2012

Gestelde

zekerheden

€ % € € € € € €

ABNAMRO 1-aug-88 3.403.352 30 onderhands 5,60% 907.561 113.445 794.116 226.888 7 lineair 113.445

ABNAMRO 1-okt-92 3.630.242 20 onderhands 4,95% 363.024 181.512 181.512 0 1 lineair 181.512

Aegon 18-apr-93 313.108 40 onderhands 4,30% 180.036 7.828 172.208 133.070 22 lineair 7.828 rijksgarantie

NWB 1-dec-93 822.250 40 onderhands 4,30% 472.794 20.556 452.238 349.458 22 lineair 20.556 rijksgarantie

ABNAMRO 19-feb-04 378.150 10 onderhands 3,60% 151.260 151.260 0 0 0 lineair 0 neg.hyp.+pari passu

ABNAMRO 1-okt-04 544.367 21 onderhands 2,46% 388.834 25.922 362.912 233.303 14 lineair 25.922 rijksgarantie

ABNAMRO 17-dec-07 10.000.000 20 onderhands 5,15% 8.500.000 500.000 8.000.000 5.500.000 16 lineair 500.000 neg.hyp.+pari passu

Totaal

10.963.509 0 1.000.523 9.962.986 6.442.719 849.263


5.1.17 Toelichting op de enkelvoudige resultatenrekening

12. Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten voorgaand jaar (uit AWBZ/Zvw-zorg, exclusief

subsidies)

2011 2010

€ € € €

Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten voorgaand jaar 95.667.722 93.099.884

Productieafspraken verslagjaar -2.332.480 1.683.692

Overheidsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling

Prijsindexatie materiële kosten

Groei normatieve kapitaalslasten 37.056 21.178

37.056 21.178

Uitbreiding erkenning en toelating:

- loonkosten

- materiële kosten

- normatieve kapitaalslasten 724.765 1.126.132

724.765 1.126.132

Beleidsmaatregelen overheid:

- generieke budgetkortingen

- zorg op maat 28.048

- zorginfrastructuur -108.002 243.886

-108.002 271.934

Nacalculeerbare kapitaalslasten:

- rente -169.036 842.219

- afschrijvingen 28.838 -113.078

- overige 633.409 -1.264.239

493.211 -535.098

Overige mutaties

Bijzondere zorgplannen 90.443

Wachtlijsten lvg 269.979

360.422 0

Subtotaal wettelijk budget boekjaar 94.842.694 95.667.722

Correcties voorgaande jaren 1.752.260 -803.984



BATEN

13. Toelichting niet-gebudgetteerde zorgprestaties


€ €

Zorgprestaties tussen instellingen 303.692 195.291

Persoonsgebonden en -volgende budgetten 1.869.683 1.327.674

Opbrengsten uit Wmo-prestaties op het

gebied van huishoudelijke hulp

(inclusief onderaanneming) 484.914 515.868

Overige niet-gebudgetteerde zorgprestaties 706.595 805.711

Totaal 3.364.884 2.844.544

14. Subsidies


€ €

Rijkssubsidies vanwege het Ministerie van VWS

(waaronder opleidingsfonds) 0 48.683

Overige subsidies, waaronder loonkostensubsidies

en EU-subsidies 247.680 308.775

Totaal 247.680 357.458

15. Toelichting overige bedrijfsopbrengsten


€ €

Overige dienstverlening 1.055.994 1.109.438

Overige opbrengsten 154.586 175.043

Boekwinst verkoop activa 172.542 0

Totaal 1.383.122 1.284.481

De overige opbrengsten betreft met name verhuur onroerend goed.


LASTEN

16. Personeelskosten


€ €

Lonen en salarissen 50.198.611 49.759.364

Sociale lasten 7.095.705 6.377.312

Pensioenpremies 4.069.635 3.949.616

Andere personeelskosten 2.149.073 1.928.109

Subtotaal 63.513.024 62.014.401

Personeel niet in loondienst 2.865.493 2.902.304

Totaal personeelskosten 66.378.517 64.916.705

Specificatie gemiddeld aantal personeelsleden (in FTE's) 1.319 1.354

Gemiddeld aantal personeelsleden op basis van full-time eenheden 1.319 1.354

17. Afschrijvingen vaste activa


€ €

Nacalculeerbare afschrijvingen



Overige afschrijvingen



Totaal afschrijvingen 4.441.547 3.959.904


Aansluiting afschrijvingen resultatenrekening – vergoeding nacalculeerbare afschrijvingslasten 2011

€

Totaal afschrijvingslasten resultatenrekening 4.441.547

waarvan nacalculeerbare afschrijvingen 1.155.992

In het externe budget verwerkte vergoeding voor nacalculeerbare afschrijvingslasten

- WTZi-vergunningplichtige vaste activa 776.337

- WTZi-meldingsplichtige vaste activa 867.822

- WMG-gefinancierde vaste activa 2.159.351

- Kleinschalige Woonvoorzieningen 594.063

- Niet WTZi/WMG gefinancierde activa 43.974

Totaal vergoeding nacalculeerbare afschrijvingslasten 4.441.547

Aanschafwaarde desbetreffende vaste activa 67.749.433

Cumulatieve afschrijvingslasten desbetreffende vaste activa 32.287.889

Cumulatieve vergoedingen voor nacalculeerbare afschrijvingslasten

desbetreffende vaste activa 14.905.531

18. Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa


€ €

Bijzondere waardeverminderingen van:

- materiële vaste activa 0 82.843

Totaal 0 82.843


19. Overige bedrijfskosten


€ €

Voedingsmiddelen en hotelmatige kosten 8.512.288 8.253.462

Algemene kosten 5.133.043 5.591.308

Patiënt- en bewonersgebonden kosten 2.932.744 2.619.152

Onderhoud en energiekosten:

- Onderhoud 488.044 457.279

- Energie gas 1.104.893 1.212.324

- Energie stroom 938.622 829.805

- Energie transport en overig 122.968 108.705

Subtotaal 2.654.527 2.608.113

Huur en leasing 7.499.507 7.029.026

Dotaties en vrijval voorzieningen 2.098.875 1.536.666

Totaal overige bedrijfskosten 28.830.984 27.637.727

De stijging van voedingsmiddelen en hotelmatige kosten wordt enerzijds veroorzaakt door de toename

van het aantal verblijfsdagen. Met name de vervoerskosten veroorzaken het grootste deel van de

toename.

De stijging van de algemene kosten wordt grotendeels veroorzaakt door kosten telefoon, netwerken en

automatisering. Verder is in 2010 de dotatie en onttrekking aan de voorziening personeel t.b.v. de

reorganisatie en de afboeking extreme zorg per saldo ten gunste van de algemene kosten gekomen net

als de onttrekking aan de voorziening personeel in 2011.

‘Dotaties en vrijval voorzieningen’ bestaat uit de dotatie huisvesting en onderhoud ad. € 2.098.875.

LASTEN

20. Financiële baten en lasten


€ €

Rentebaten 283.454 247.918

Resultaat deelnemingen 5.007 0

Subtotaal financiële baten 288.461 247.918

Rentelasten -690.058 -712.042

Resultaat deelneming 0 -195

Subtotaal financiële lasten -690.058 -712.237

Totaal financiële baten en lasten -401.597 -464.319


5.1.18 Vaststelling en goedkeuring jaarrekening

De Raad van Bestuur van Stichting Prisma heeft de jaarrekening 2011 vastgesteld in de vergadering van

9 mei 2012.

De Raad van Toezicht van Stichting Prisma heeft de jaarrekening 2011 vastgesteld in de vergadering van

25 mei 2012.

5.2 Overige gegevens

5.2.1 Statutaire regeling resultaatbestemming

In de statuten is geen regeling resultaatbestemming opgenomen.

5.2.2 Resultaatbestemming

Het resultaat wordt verdeeld volgens de resultaatverdeling in resultatenrekening paragraaf 5.1.2.

5.2.3 Gebeurtenissen na balansdatum

Na balansdatum hebben zich geen belangrijke gebeurtenissen voorgedaan met (mogelijke) grote

financiële gevolgen voor de rechtspersoon.

5.2.4 Controleverklaring

De controleverklaring is opgenomen op de volgende pagina.


Lijst met afkortingen AAV Aandachtsfunctionaris Arbeidsomstandigheden en Veiligheid

AC Activiteitencentrum

AO/IC Administratieve Organisatie/Interne Controle

ARBO Arbeidsomstandigheden

AVB Aansprakelijkheidsverzekering voor Bedrijven

AVG Arts Verstandelijk Gehandicapten

AVP Aansprakelijkheidsverzekering voor Particulieren

AWBZ Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten

AZR AWBZ-brede Zorgregistratie

BBL Beroeps Begeleidende Leerweg

BHV Bedrijfshulpverlening

BIG-wet Beroep in de Individuele Gezondheidszorgwet

BOPZ Wet Bijzondere Opnemingen Psychiatrische Ziekenhuizen

BPV Beroepspraktijkvorming

BV Besloten Vennootschap

CAO Collectieve Arbeidsovereenkomst

CB Centraal Bureau (Prisma)

CCE Centrum voor Consultatie en Expertise

CCR Centrale Cliëntenraad

CIZ Centra Indicatiestelling Zorg

Commissie MVV Commissie Maatschappelijke Verantwoording en Verantwoordelijkheid

COOP Coaching van Ondersteuners in het Omgaan met Probleemgedrag

ESF Europees Sociaal Fonds

EVB Ernstige Verstandelijke Beperking

FWG Functiewaardering Gezondheidszorg

FTE Fulltime Equivalent

GIMD Dienstverlener in maatschappelijk werk

GVT Gezinsvervangend Tehuis

GGZ Geestelijke Gezondheidszorg

HACCP Hazard Analysis Critical Control Points (voedselveiligheid)

HBO Hoger Beroepsonderwijs

HKZ Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector

HRM Human Resource Management

HSK Hulpverlener bij psychische klachten

ICT Informatie- en Communicatietechnologie

IGB Intensieve Gezinsbegeleiding

IGZ Inspectie voor de Gezondheidszorg

ISA Informatie Scholing Artsenintermediair

IGZ Inspectie Gezondheidszorg

LCR Locatie Cliëntenraad

LVG Licht Verstandelijk Gehandicapt

M&M Middelen en Maatregelen

MBO Middelbaar Beroeps Onderwijs

MDT Management Development Traject


MIC Medewerkerveiligheid Incidentenmeldingen Cliëntveiligheid

MT Management Team

NAH Niet Aangeboren Hersenletsel

Nedap Elektronisch registratiesysteem van de zorgverlening

NVZD Nederlandse Vereniging van Zorg Directeuren

NZa Nederlandse Zorgautoriteit

OR Ondernemingsraad

PBL Persoonlijk Budget Levensfase

PDCA Plan Do Check & Act

PDL Passiviteit in het Dagelijkse Leven

PGB Persoonsgebonden Budget

PKS Prisma Kwaliteitssysteem

PMO Preventief Medisch Onderzoek (vh. PAGO)

PNIL Personeel Niet In Loondienst

POP Persoonlijk Ondersteuningsplan

PPG Praktisch Pedagogische Gezinsbegeleiding

PSH Psychosociale Hulpverlening

RI&E Risico-Inventarisatie en Evaluatie

RvB Raad van Bestuur

RvT Raad van Toezicht

SGLVG Sterk Gedragsgestoord Licht Verstandelijk Gehandicapt

SPH Sociaal Pedagogische Hulpverlening (HBO opleiding)

TCO Team Competentie Ontwikkeling

VGN Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (koepel)

VGW Veiligheid, Gezondheid, Welzijn

VMBO Voortgezet Middelbaar Beroepsonderwijs

VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

WEZP Werkgroep Extreme Zorg Prisma

WGA Regeling Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten

WIA Wet werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen

WKCZ Wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector

WMG Wet Marktordening Gezondheidszorg

WMO Wet Maatschappelijke Ondersteuning

WOPT Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens

WTZi Wet Toelating Zorginstellingen

ZonMW Nederlandse organisatie voor gezondheidsonderzoek en zorginnovatie

ZOT Zorgondersteunende Techniek

ZZP Zorgzwaartepakket

Jaardocument 2011

Documents

Transcript of Jaardocument 2011