Jaarboek - FWOJaarboek 2010 04Woord van de voorzitter Paul Van Cauwenberge Geachte lezer, Naar goede...

66
Jaarboek Fonds Wetenschappelijk Onderzoek - Vlaanderen 2010

Transcript of Jaarboek - FWOJaarboek 2010 04Woord van de voorzitter Paul Van Cauwenberge Geachte lezer, Naar goede...

Page 1: Jaarboek - FWOJaarboek 2010 04Woord van de voorzitter Paul Van Cauwenberge Geachte lezer, Naar goede gewoonte presenteert het FWO u zijn jaarboek. Een gelegenheid om even terug te

JaarboekF o n d s W e t e n s c h a p p e l i j k O n d e r z o e k - V l a a n d e r e n

2010

Page 2: Jaarboek - FWOJaarboek 2010 04Woord van de voorzitter Paul Van Cauwenberge Geachte lezer, Naar goede gewoonte presenteert het FWO u zijn jaarboek. Een gelegenheid om even terug te
Page 3: Jaarboek - FWOJaarboek 2010 04Woord van de voorzitter Paul Van Cauwenberge Geachte lezer, Naar goede gewoonte presenteert het FWO u zijn jaarboek. Een gelegenheid om even terug te

In 2010 sleepten 13 beloftevolle onderzoekers in Vlaanderen, na een zeer strenge selectie, een Starting Independent Grant van de Europese Onderzoeksraad in de wacht. Met een return van meer dan 15%, behoorde Vlaanderen, net zoals in 2009, daarmee op-nieuw tot de beste leerlingen van de Europese klas. 11 van de laure-aten hadden bovendien een nauwe band met het FWO. De meesten deden voor de financiering van hun onderzoekscarrière immers een beroep op het FWO. Met deze prestigieuze Europese beurs toon-den deze jonge, beloftevolle onderzoekers aan dat een kleine regio als Vlaanderen toch groot kan zijn in wetenschap en innovatie. Het opent de poort naar Europees topniveau. In dit jaarboek 2010 wil het FWO hen extra in de bloemetjes zetten aan de hand van een aantal verhelderende interviews. Boeiende en stimulerende lectuur, naast het jaarlijkse overzicht van de gebeurtenissen, initiatieven, uit-dagingen en maatregelen waarmee het FWO in 2010 geconfronteerd werd om het fundamenteel wetenschappelijk onderzoek in Vlaande-ren in goede banen te leiden.

“Countries and regions that are able to sponsor leading-edge research at the forefront of know-ledge are the best positioned to maintain and advance their economies and, consequentially, the quality of their citizens’ lives.”

European Research Council

Page 4: Jaarboek - FWOJaarboek 2010 04Woord van de voorzitter Paul Van Cauwenberge Geachte lezer, Naar goede gewoonte presenteert het FWO u zijn jaarboek. Een gelegenheid om even terug te
Page 5: Jaarboek - FWOJaarboek 2010 04Woord van de voorzitter Paul Van Cauwenberge Geachte lezer, Naar goede gewoonte presenteert het FWO u zijn jaarboek. Een gelegenheid om even terug te

JaarboekInhoud

01 inleiding 04 woord van de voorzitter 06 woord van de

secretaris-generaal 09 interviews met laureaten Starting

Grant ERC 39 bijlagen: financiering en aanwending

49 bijlagen: fwo-overzicht 63 colofon

Page 6: Jaarboek - FWOJaarboek 2010 04Woord van de voorzitter Paul Van Cauwenberge Geachte lezer, Naar goede gewoonte presenteert het FWO u zijn jaarboek. Een gelegenheid om even terug te

Jaarboek 2010 04

Woord van de voorzitterPaul Van Cauwenberge

Geachte lezer,

Naar goede gewoonte presenteert het FWO u

zijn jaarboek. Een gelegenheid om even terug te

blikken, maar evengoed om vooruit te kijken naar

belangrijke evoluties in het wetenschaps-

en innovatiebeleid.

Met spijt moeten wij vaststellen dat 2010, wat

het FWO betreft, de geschiedenis zal ingaan als

het jaar waarin het groeipad van het Vlaamse

wetenschapsbudget abrupt een halt werd toe-

geroepen. Na een gestage groei van meer dan

15 jaar, niet alleen in de budgetten, maar ook

en vooral in de productiviteit en de kwaliteit van

het Vlaams wetenschappelijk onderzoek, is het

dubbel jammer dat de budgetten de gestegen

onderzoekscapaciteit niet langer lijken te volgen.

Nochtans kunnen onze onderzoekers een uit-

stekend rapport voorleggen. Zoals het Vlaamse

indicatorenboek jaar na jaar aantoont, scoort

Vlaanderen qua impact van de publicaties in

zowat alle wetenschapsgebieden minstens even

goed als de wereldstandaard, en meestal ver

erboven.

Er kan worden opgeworpen dat publicaties in

vaktijdschriften wel een erg magere return zijn

Page 7: Jaarboek - FWOJaarboek 2010 04Woord van de voorzitter Paul Van Cauwenberge Geachte lezer, Naar goede gewoonte presenteert het FWO u zijn jaarboek. Een gelegenheid om even terug te

Jaarboek 2010 05

voor zoveel belastingsgeld. Dit is echter perti-

nent onjuist, zoals verschillende studies hebben

aangetoond. Internationaal is het een verworven

gegeven dat landen en regio’s die opteren om

excellent kennisgrensverleggend onderzoek

voluit te ondersteunen, zich in een goede positie

plaatsen voor economische groei, een niet onbe-

langrijk gegeven in deze economische crisistijd.

Een groeiende welvaart én het welzijn van alle

burgers zijn daar onmiddellijk aan gekoppeld.

Het is dan ook cruciaal dat de overheid blijft

investeren in dit soort onderzoek, dat een rijke

voedingsbodem biedt voor innovatie. Het is zo

dat dit onderzoek inherent risicovoller is dan stra-

tegisch en toegepast onderzoek: het is immers

per definitie onmogelijk om te voorspellen waar

de grote doorbraken liggen, en wat de belof-

tevolle pistes zijn om tot nuttige toepassingen

te komen. Daarvoor hebben we fundamenteel

onderzoek precies zo hard nodig: als het op

voorhand duidelijk zou zijn waar we uitkomen,

dan betekent dit wellicht dat we niet diep

genoeg graven.

Er is al vaak gesteld dat de succesverhalen die

Vlaanderen vandaag kan voorleggen op vlak van

strategisch en gericht onderzoek – zoals o.m.

IMEC en VIB – slechts wortel hebben kunnen

schieten dankzij de financiering van fundamen-

teel onderzoek, gedreven door de nieuwsgierig-

heid van de wetenschappers, van decennia gele-

den. Laten we dus niet al onze eieren in de mand

van gericht onderzoek, speerpunten en clusters

leggen – die zijn er zeker nodig – maar er moet

ruimte blijven om in te spelen op toekomstige

ontwikkelingen die we nu nog niet kunnen voor-

zien. Het komt er dus op aan een stevige basis

te verzekeren.

Die basis kan er enkel zijn door het investe-

ringsniveau in niet-gericht onderzoek op peil te

houden en verder te versterken. We roepen de

overheid dus nogmaals op om dringend werk

te maken van een groeitraject voor de publieke

middelen voor onderzoek en ontwikkeling, om

het Europese streefdoel van 1% van het BBP te

halen. Willen we een Vlaanderen in Actie dat bij

de topregio’s in Europa hoort tegen 2020, dan

mogen we geen dag meer verliezen.

Paul Van Cauwenberge Voorzitter

Page 8: Jaarboek - FWOJaarboek 2010 04Woord van de voorzitter Paul Van Cauwenberge Geachte lezer, Naar goede gewoonte presenteert het FWO u zijn jaarboek. Een gelegenheid om even terug te

Jaarboek 2010 06

Woord van de secretaris-generaal

Elisabeth MonardMet de publicatie van het Jaarboek 2010, sluit

het FWO het eerste decennium van de 21ste

eeuw nu ook officieel af.

De voorbije 10 jaar zijn voor het FWO bewogen

doch zeer boeiende jaren geweest.

Het voorbije decennium groeide in Vlaanderen

meer en meer het besef dat wetenschappelijk

onderzoek in het algemeen en kennis grensver-

leggend onderzoek in het bijzonder een be-

langrijke bijdrage leveren aan de economische,

maatschappelijke en culturele ontwikkeling van

een regio.

De Vlaamse regering zette de afgelopen 10 jaar

dan ook volop in op deze sector. Het budget van

het FWO kende meer dan een verdubbeling en vele

nieuwe initiatieven zoals Odysseus, Big Science

en andere programma’s gericht op internationale

samenwerking zagen het licht.

De Raad van Bestuur van het FWO, hierin

gesteund door de Vlaamse regering, trok ook

resoluut de kaart van de jonge onderzoekers.

Het aspirantenbestand van het FWO groeide van

576 in 2000 naar 844 tien jaar later. Ook het

postdoctorale onderzoekersbestand kende een

fikse toename. Daar waar er in het jaar 2000

400 postdoctorale FWO-mandaathouders in

dienst waren, liep dit aantal in 2010 op tot 778.

De FWO-financiering vormt dus meer dan ooit een

cruciale schakel in het uitbouwen van onder-

zoekscarrières aan de Vlaamse universiteiten.

De stijging van het aantal onderzoekers en de

professionalisering van de Vlaamse onderzoeks-

wereld, die steeds competitiever wordt, hebben

er echter ook voor gezorgd dat ondanks de

Page 9: Jaarboek - FWOJaarboek 2010 04Woord van de voorzitter Paul Van Cauwenberge Geachte lezer, Naar goede gewoonte presenteert het FWO u zijn jaarboek. Een gelegenheid om even terug te

Jaarboek 2010 07

secretaris-generaal Elisabeth Monard

stijgende budgetten, de slaagkansen drastisch

zijn gedaald.

Waar predoctorale onderzoekers in 2000 een

slaagkans hadden van 44% en postdoctorale een

kans van maar liefst 49% lieten optekenen, viel dit

in 2010 terug tot respectievelijk 22 en 25%. Voor

de onderzoeksprojecten zakte het slaagpercen-

tage in 2010 zelfs beneden de 14%.

De toenemende druk op de slaagkansen wordt

één van de grote uitdagingen naar de toekomst

toe. De financiële en economische crisis heeft er

immers voor gezorgd dat in 2009 en 2010, voor

het eerst sinds lang, de budgetten van het FWO

gereduceerd werden. Wil men de investeringen

in wetenschappelijk onderzoek van de voorbije

10 jaar ten volle valoriseren, dan is het belang-

rijk dat er na het overgangsjaar 2011, opnieuw

aangeknoopt wordt met het vooropgestelde

groeitraject. Enkel op die manier kan het FWO er

mede met de andere stakeholders voor zorgen

dat het onderzoek, uitgevoerd aan de Vlaamse

universiteiten en wetenschappelijke instellingen,

blijvend de concurrentie kan aangaan op interna-

tionaal niveau.

Daarvoor is het niet alleen noodzakelijk om over

voldoende budgettaire ruimte te beschikken,

maar moeten ook de adequate structuren voor

handen zijn die verdere groei mogelijk maken

en stimuleren. Het FWO is dan ook trots op de

ingrijpende metamorphose die het FWO intern

heeft ondergaan. Het FWO is vandaag een

moderne organisatie, die nog steeds zijn hoge

reputatie van zeer performante, onderzoeker-

vriendelijke administratie blijft waarmaken.

Er werden belangrijke stappen gezet in de ver-

gaande informatisering van de aanvraagproce-

dures. Het e-loket dat in de loop van 2010 werd

voorgesteld, is de voorlopig laatste etappe van

een lange weg, waarbij vandaag meer dan 95%

van de aanvragen die het FWO voor zijn vele

programma’s ontvangt, online kunnen worden

ingediend. Daarenboven kunnen de aanvragers

de eigen personalia beheren.

Een performante structuur voor dossierbeheer-

ders werd ingevoerd, waarbij de onderzoekers,

op basis van het wetenschapsgebied waartoe ze

behoren, binnen het FWO een vast aanspreek-

punt kregen.

Het uitbouwen van een interne beleidscel, het

volledig digitaal afhandelen van dossiers en

briefwisseling, het uitbouwen van een modern

HR-beleid voor onderzoekers en personeels-

leden, zijn slechts enkele van de vele projecten

die de afgelopen jaren werden uitgewerkt.

Deze lijst van verwezenlijkingen betekent echter

niet dat het FWO nu op zijn lauweren zal gaan

rusten. Op dit ogenblik legt het FWO de laatste

hand aan een nieuw Beleidsplan 2012-2015, dat

in juni 2011 zal worden voorgesteld.

Dit plan bevat naast een 5-tal strategische doel-

stellingen, een aantal zeer concrete projecten

die het FWO de volgende jaren wil realiseren,

met de belangrijkste bedoeling het fundamenteel

wetenschappelijk onderzoek en de onderzoekers

optimaal te ondersteunen.

Het belooft opnieuw een boeiend decennium te

worden.

Elisabeth Monard Secretaris-generaal

Page 10: Jaarboek - FWOJaarboek 2010 04Woord van de voorzitter Paul Van Cauwenberge Geachte lezer, Naar goede gewoonte presenteert het FWO u zijn jaarboek. Een gelegenheid om even terug te
Page 11: Jaarboek - FWOJaarboek 2010 04Woord van de voorzitter Paul Van Cauwenberge Geachte lezer, Naar goede gewoonte presenteert het FWO u zijn jaarboek. Een gelegenheid om even terug te

Starting Grant ERC

Page 12: Jaarboek - FWOJaarboek 2010 04Woord van de voorzitter Paul Van Cauwenberge Geachte lezer, Naar goede gewoonte presenteert het FWO u zijn jaarboek. Een gelegenheid om even terug te

Jaarboek 2010 10

Kevin VerstrepenGeboren op: 26 mei 1975

Diploma’s: Bio-Ingenieur in de Cel- en Gentechnologie

Huidig statuut: professor, KULeuven - groepsleider VIB

Titel van het project: Onstabiele tandemherhaling in het genoom

Gastinstelling: K.U.Leuven, VIB

Departement: K.U.Leuven Laboratorium voor Genetica en

Genomica + VIB Laboratorium voor Systeembiologie

Bedrag van de beurs: 1,753 miljoen euro

Looptijd: 2009-2014

E-mail: [email protected]

Page 13: Jaarboek - FWOJaarboek 2010 04Woord van de voorzitter Paul Van Cauwenberge Geachte lezer, Naar goede gewoonte presenteert het FWO u zijn jaarboek. Een gelegenheid om even terug te

Kevin VerstrepenGeboren op: 26 mei 1975

Diploma’s: Bio-Ingenieur in de Cel- en Gentechnologie

Huidig statuut: professor, KULeuven - groepsleider VIB

Titel van het project: Onstabiele tandemherhaling in het genoom

Gastinstelling: K.U.Leuven, VIB

Departement: K.U.Leuven Laboratorium voor Genetica en

Genomica + VIB Laboratorium voor Systeembiologie

Bedrag van de beurs: 1,753 miljoen euro

Looptijd: 2009-2014

E-mail: [email protected]

Jaarboek 2010 11

“Doorstart van mijn labovanuit de States naar Vlaanderen”

Het onderzoeksterrein van Kevin Verstrepen ligt

in de systeembiologie. Een boomend vakge-

bied dat klassiek biologisch, biochemisch en

genetisch onderzoek koppelt aan wiskundige

analyses en modellen ontleend aan de fysica, de

elektronica en de informatica. Het voorwerp van

onderzoek is de cel. Maar daar waar de cel in de

genetica beschouwd wordt als een drager van

erfelijk materiaal, het DNA, dat je kunt knippen

en modificeren, kijkt men in de systeembiologie

naar de cel als een technisch geheel. Hoe groeit

een cel, hoe reageert ze, hoe gedraagt ze zich?

Uit onderzoek blijkt nu dat bepaalde stukjes DNA

in een gen veel minder stabiel zijn als ze telkens

opnieuw aan elkaar gekoppeld worden.

Kevin Verstrepen: “We willen weten welke me-

chanismen en principes er bij deze tandemherha-

lingen van toepassing zijn. Als modelorganisme

gebruiken we gistcellen. Ze zijn eenvoudiger dan

menselijke cellen, maar hebben dezelfde struc-

tuur en hun werkingsprincipes gelden ook voor

menselijke cellen. Je kunt er ook veel gemakke-

lijker mee experimenteren. Zo hebben we ons tot

nu toe toegelegd op het kleven van gisten aan

bepaalde substraten. Daar onderzoeken we hoe

fijn ze aan die substraten blijven kleven door de

werking van die tandemherhalingen in de betrok-

ken eiwitten”.

Cruciale verhuisVerstrepen had van het nieuwe initiatief van de

ERC om onderzoeksbeurzen toe te kennen aan

startende onderzoekers gehoord toen hij nog in

de V.S. zat. Hij deed een postdoc op M.I.T. en

had daarna een eigen laboratorium opgezet in

Harvard University, waar hij ook docent was.

“Ik was al aan het uitkijken om terug naar Europa

te keren. Maar een van de obstakels was het

gebrek aan een goede financiering om mijn acti-

viteiten verder te kunnen zetten”, vertelt Verstre-

pen. “De budgetten die de ERC aanbood waren

zeer aantrekkelijk. Ik waagde mijn kans bij de

eerste oproep van de ERC in 2007. Ik geraakte

Stukjes DNA die in een gen telkens opnieuw kop aan staart herhaald worden zijn vaak onstabiel. Dat heet tandemherhaling. Zulke onstabiele tandemherhaling zorgt ervoor dat zo’n gen veel sneller kan evolueren, waardoor ook bepaalde eigenschappen van het organisme veel sneller kunnen veranderen. Ontspoort die verandering in de tandemherhaling, dan kunnen ziekten ontstaan. Denk aan neurodegeneratieve aandoeningen zoals Kreutzfeld-Jacob en Huntington. Maar vanuit biolo-gische hoek gezien is het een opportuniteit van het organisme om zich snel te kunnen aanpassen aan een nieuwe omgeving. Voor dat onderzoek sleepte Kevin Verstrepen een ERC Starting Grant in de wacht van maar liefst 1,753 miljoen euro.

Page 14: Jaarboek - FWOJaarboek 2010 04Woord van de voorzitter Paul Van Cauwenberge Geachte lezer, Naar goede gewoonte presenteert het FWO u zijn jaarboek. Een gelegenheid om even terug te

Jaarboek 2010 12

door de eerste ronde en werd ook uitgenodigd voor

het interview. Maar door een banaal administra-

tief probleem werd mijn aanvraag uiteindelijk niet

geselecteerd. Omdat de procedure voor de tweede

oproep gewijzigd was, heb ik mijn project volledig

moeten herschrijven. Dit keer met succes”.

Het grote probleem in Europa is volgens Verstrepen

dat je, om een labo draaiende te houden, verschillen-

de beurzen met heel wat kleinere budgetten en van

beperktere duur moet aanvragen en beheren. “Dat is

een enorme administratieve belasting”, onderstreept

hij. “Met de Starting Grants vangt de ERC dat

probleem op. Je krijgt een substantiële financiering

voor een lange periode”. Een tweede groot voordeel

van de ERC-grants is dat de voorstellen geëvalueerd

worden door een internationale jury van topexperts

die enkel uit zijn op hoge kwaliteit. Verstrepen: ”Lo-

kale politiek speelt hier geen rol. De keerzijde van de

medaille is de frustratie van uitstekende wetenschap-

pers die ernaast grijpen. Maar dat heeft volgens mij

te maken met het feit dat de ERC over te weinig geld

beschikt om alle topwetenschappers goede kansen

te geven. De competitie is dus enorm. Als je zo’n

grant binnenhaalt, is dat echt wel een prestatie die

je heel wat visibiliteit oplevert in wetenschappelijke

kringen.

Voor mij persoonlijk was het de ultieme duw in de

rug om naar Europa terug te keren”.

In 2009 hevelde Verstrepen zijn laboratorium van

Harvard over naar Leuven en in november 2009

startte hij met zijn onderzoeksproject. Drie Ameri-

kaanse onderzoekers kwamen mee over. Het grote

geld van de ERC grant gaat naar de salarissen van

een postdoc en drie doctoraatsstudenten.

De totale bezetting van Verstrepen’s ‘Laboratorium

voor Genetica en Genomica’ omvat nu veertien

onderzoekers. Het saldo is bestemd om zijn

laboratorium uit te rusten met nieuwe apparatuur

en voor de financiering van experimenten.

BureaucratieEen van de grote verbeterpunten die Verstrepen de

ERC wil meegeven is het wegwerken van de zware

bureaucratische hindernissen die met Europese

beurzen gepaard gaan. Gelukkig voor hem hebben

de K.U.Leuven en het VIB als onthaalinstellingen

veel van die bureaucratische last op hun schouders

genomen. Verstrepen: “Ze hebben me gecoacht

tijdens het uitschrijven van mijn aanvraag, vooral

bij de berekening van de kostprijs van het hele

project. Ook voor heel wat praktische taken krijg ik

ondersteuning. Zo moet je tijdstabellen bijhouden

Page 15: Jaarboek - FWOJaarboek 2010 04Woord van de voorzitter Paul Van Cauwenberge Geachte lezer, Naar goede gewoonte presenteert het FWO u zijn jaarboek. Een gelegenheid om even terug te

Jaarboek 2010 13

van het aantal dagen en uren dat onderzoekers op

het project werken. Iedereen weet dat dat in een

onderzoeksomgeving totaal niet relevant is. Die taak,

evenals de boekhouding, neemt het VIB voor zijn

rekening”.

Maar wat na 2014? Verstrepen vreest dat hij na de

afloop van zijn ERC-financiering een serieuze duik

zal nemen in het budget van zijn labo. “In principe en

als je positief geëvalueerd wordt”, zo stelt hij, “kun

je inschrijven voor een ERC Advanced Grant voor

senioronderzoekers. Maar op dit ogenblik halen enkel

absolute toponderzoekers, de echte zwaargewichten

met een uitgebreide citation list en een gevestigde

reputatie, zo’n grant binnen.

Bitterweinig dus. De selectiecriteria zijn veel strenger

dan bij de Starting Grants. Ik vrees dat we tegen

2014 nog niet voldoende resultaten en reputatie zul-

len kunnen voorleggen om voor zo’n Advanced Grant

in aanmerking te kunnen komen. Tenzij de ERC iets

aan de formule wijzigt natuurlijk”.

In schril contrast met de ERC staat het FWO. Voor

Verstrepen is het FWO “een van de zaligste organi-

saties om als wetenschapper mee samen te werken.

Precies omdat het inzake bureaucratie net het te-

genovergestelde is van de ERC. De structuur is licht

en transparant. Dat geeft de mogelijkheid om zaken

en problemen snel en efficiënt aan te pakken”. Het

FWO is ook de vruchtbare bodem geweest waarop

Verstrepen zijn hele wetenschappelijke carrière

heeft kunnen bouwen. Een doctoraatsbeurs in de

beginjaren en een postdoctorale toelage tijdens zijn

verblijf in de V.S. “De ERC-beurs die daar naadloos

op aansloot, betekende voor mij de doorstart van

mijn labo vanuit de States naar Vlaanderen”, aldus

nog Verstrepen.

Page 16: Jaarboek - FWOJaarboek 2010 04Woord van de voorzitter Paul Van Cauwenberge Geachte lezer, Naar goede gewoonte presenteert het FWO u zijn jaarboek. Een gelegenheid om even terug te

Jaarboek 2010 14

Eva BenkovaGeboren op: 15 december 1969

Diploma’s: dr. in de Biofysica (1998, Brno)

Huidig statuut: groepsleider VIB

Titel van het project: “Hormonal cross-talk

in plant organogenesis”

Gastinstelling: VIB

Departement: Plant Systems Biology

Bedrag van de beurs: 1,3 miljoen euro

Looptijd: 2008 - 2013

E-mail: [email protected]

Page 17: Jaarboek - FWOJaarboek 2010 04Woord van de voorzitter Paul Van Cauwenberge Geachte lezer, Naar goede gewoonte presenteert het FWO u zijn jaarboek. Een gelegenheid om even terug te

Eva Benkova

Jaarboek 2010 15

De hormonen die planten doen groeien en zich

aanpassen zijn auxine, cytokinine, ethyleen,

gibberelline en jasmonaat. Elk hormoon heeft zo

zijn eigen rol en functie. Op bepaalde punten in

de plant interageren deze hormonen met elkaar.

Maar de moleculaire mechanismen achter deze

hormonale cross talk zijn nog grotendeels onbe-

kend. Met de zandraket of Arabidopsis thaliana

als modelsysteem wil Benkova deze blinde vlek

verkennen. In haar onderzoek richt ze zich vooral

op de zijwortelvorming. Zijwortelvorming is een

heel merkwaardig groeiproces omdat het gaat

om de aanmaak van een volledig nieuw orgaan,

vertrekkende van al gedifferentieerde cellen. Het

is een groeiproces dat gestuurd wordt door een

complex netwerk van hormonale interacties met

auxine als dominant hormoon. Inzicht in de ma-

nier waarop hormonen met elkaar omgaan, kan

belangrijke informatie opleveren om de ontwik-

keling van bepaalde plantenorganen gericht te

kunnen sturen.

Eva Benkova behaalde haar doctoraat aan het

Institute of Biophysics in Brno, Tsjechië. Haar

wetenschappelijke carrière begon in 1998, toen

ze als postdoc kon beginnen aan het Max-

Planck-Institut für Pflanzenzüchtungsforschung

in Keulen, Duitsland. In 2003 kreeg ze een

EMI-Fellowship en kon ze starten als associate

researcher aan het Zentrum für Molekularbiologie

der Pflanzen (ZMBP) in Tübingen, Duitsland. In

2007 zou haar contract aflopen. Maar ook in de

wetenschappelijke carrière van haar man kwam

verandering. Eva Benkova is namelijk gehuwd

met biotechnoloog Jiri Friml. Dankzij een Volks-

wagen Junior Research Grant was hij actief als

zelfstandig onderzoeker en groepsleider aan het

hetzelfde ZMBP in Tübingen. Toen zijn mandaat

ten einde liep, werd hij in 2007 met een Odys-

seusbeurs naar Vlaanderen gehaald. Sindsdien

werkt hij als onderzoeker in het departement

Plant Systems Biology van het VIB. En Eva? Ook

zij koos voor Gent. Zij diende een onderzoeks-

“Met zo’n grant kun je je eigen onderzoeksgroep starten zonder voortdurend te moeten jagen achter kleinere beurzen op korte termijn”.

Planten groeien continu en passen zich ook continu aan hun omgeving aan. Voor die voort-durende aanpassing beschikken ze over stamcelpopulaties. Die zorgen ervoor dat planten nieuwe organen aanmaken. Soms worden zijwortels gevormd en soms bladeren, naargelang van het nut of de noodzaak. De groei en aanpassing van planten wordt aangestuurd door specifieke hormonen die met elkaar interageren. Eva Benkova onderzoekt welke genetische en andere factoren een rol spelen in de manier waarop plantenhormonen met elkaar omgaan. Op basis van deze inzichten wil ze de hormonaal gestuurde orgaangroei in planten in kaart brengen en daarvoor modellen uitwerken. Goed voor 1,3 miljoen euro, oordeelde de ERC.

Page 18: Jaarboek - FWOJaarboek 2010 04Woord van de voorzitter Paul Van Cauwenberge Geachte lezer, Naar goede gewoonte presenteert het FWO u zijn jaarboek. Een gelegenheid om even terug te

Jaarboek 2010 16

project in bij de ERC voor het bekomen van een

Starting Grant met het VIB als onthaalinstelling.

En met succes. In 2007 werd ze groepsleider aan

het departement Plant Systems Biology van het

VIB-UGent. Hoe een dubbeltje rollen kan…

Spannende tijd“Het was een spannende tijd”, vertelt Benkova. “Zo-

wel Jiri als ikzelf waren druk bezig met het uitpluizen

van alle mogelijke mandaten en beurzen. 2007 was

de allereerste keer dat de ERC Starting Grants ter

beschikking stelde met individuele budgetten tot 2

miljoen euro. Ik besloot om ervoor te gaan. Tijdens

mijn mandaat in Tübingen kreeg ik de kans om mijn

eigen projecten te ontwikkelen en uit te werken. Voor

het uitschrijven van mijn project voor de ERC-grant

had ik al heel wat informatie en ideeën en hoefde

dus niet van nul af aan te beginnen. Dat was echt

een pluspunt. Tijdens de voorbereiding heb ik ook

veel kunnen opsteken van collega’s en vrienden. Ze

hebben mijn projectvoorstel gelezen en becommen-

tarieerd alvorens ik het heb ingediend. Ze hebben

me heel goed ondersteund tijdens het hele proces.

Wat de administratieve kant betreft, daar heb ik veel

ondersteuning gekregen van PSD en het VIB”.

Het schrijfproces zelf vond Benkova gemakkelijker

dan voor tal van andere, kleinere grants. Benkova:

“De procedure was zeer duidelijk. Een synthese van

je onderzoeksproject, met je curriculum en cita-

tion list en de instelling waar je het onderzoek wil

uitvoeren. Die werd geëvalueerd door externe peers.

En voorts een volledig uitgewerkt en gedetailleerd

voorstel met planning, methode en budgettering als

basis voor het interview met de experts. Verwach-

tingen en voorwaarden waren helder en nauwkeurig

geformuleerd. Bij kleinere grants is die duidelijkheid

er niet altijd. Vaak moet je gissen naar wat men van

de kandidaat wil. Hier was alles zeer rechtlijnig”.

Comfortabele uitgangspositie“Met zo’n grant kun je je eigen onderzoeksgroep

starten zonder voortdurend te moeten jagen achter

kleinere beurzen op korte termijn”. “Het is een zeer

comfortabele uitgangspositie”, getuigt Benkova. “ik

vind het een schitterende formule. Als je het geluk

hebt zo’n grant binnen te halen, dan ben je echt

onafhankelijk, heb je geen geldzorgen en kun je je

vijf jaar lang volledig op je onderzoek toeleggen”.

Page 19: Jaarboek - FWOJaarboek 2010 04Woord van de voorzitter Paul Van Cauwenberge Geachte lezer, Naar goede gewoonte presenteert het FWO u zijn jaarboek. Een gelegenheid om even terug te

Benkova’s onderzoeksproject startte in september

2008. Haar project is dus ongeveer halfweg. Dankzij

de reputatie van het PSD in Tübingen en de ERC-

Starting Grant kon ze een sterk onderzoeksteam

uitbouwen met, naast haarzelf, een postdoctoraal

onderzoeker en drie PhD-studenten. Benkova vindt

dat een interessant neveneffect van zo’n prestigieuze

beurs als de ERC-Starting Grant. “Onderzoekers

geraken geïnteresseerd in je onderzoek en je kunt

kiezen wie je in je groep wilt hebben”.

Ze is in ieder geval erg opgetogen met de gang van

zaken. “Na tweeënhalf jaar kan ik zeggen dat ik heel

gelukkig ben met de onderzoeksgroep zoals hij nu

draait. In het begin weet je niet hoe zo’n project gaat

evolueren. Je start een groep, je bent gedreven. Je

deelt je kennis, ervaring en enthousiasme met de

mensen die de groep komen vervoegen. Die inte-

gratie is zeer goed gelukt. De manier waarop we nu

met elkaar communiceren, bevalt me sterk. Dat wist

ik in het begin uiteraard nog niet. Maar als ik nu naar

de groep kijk, dan ben ik zeer tevreden. Ik heb er

het volste vertrouwen in. We weten in welke richting

het onderzoek evolueert. We publiceren regelmatig

om ons werk kenbaar te maken en een bijdrage te

leveren aan het vakgebied”.

Toekomstverwachtingen na 2013? Benkova: “Als alles

naar wens verloopt en ik mijn onderzoeksniche voor

de toekomst goed kan afbakenen, dan is het zaak

om het onderzoek in dat gebied verder van nabij te

volgen, daarvoor de nodige fondsen te verzamelen en

mijn onderzoekscarrière verder te zetten op het niveau

van groepsleider of professor”.

Jaarboek 2010 17

Page 20: Jaarboek - FWOJaarboek 2010 04Woord van de voorzitter Paul Van Cauwenberge Geachte lezer, Naar goede gewoonte presenteert het FWO u zijn jaarboek. Een gelegenheid om even terug te

Jaarboek 2010 02Jaarboek 2010 18

Jo Van SteenbergenGeboren op: 7 maart 1975

Diploma’s: dr. Arabistiek en Islamkunde

KULeuven – 2003

Huidig statuut: Hoofddocent (BOF-ZAP) Universiteit Gent

Titel van het project: “The Mamlukisation of the Mamluk

Sultanate (MMS). Political Traditions and State Formation in

15th-century Egypt and Syria”.

Gastinstelling: Universiteit Gent

Departement: Talen en culturen van het

Nabije Oosten en Noord-Afrika

Bedrag van de beurs: 1,2 miljoen euro

Looptijd: oktober 2009 – oktober 2014

E-mail: [email protected]

Page 21: Jaarboek - FWOJaarboek 2010 04Woord van de voorzitter Paul Van Cauwenberge Geachte lezer, Naar goede gewoonte presenteert het FWO u zijn jaarboek. Een gelegenheid om even terug te

Jaarboek 2010 02

Jo Van Steenbergen

Jaarboek 2010 19

“Een droom die plots realiteit wordt”

Dat de wereld van het oostelijke Middellandse Zeegebied in de late middeleeuwen in verval geraakte, is een wijd verspreide idee. Historicus Jo Van Steenbergen meent echter dat het om een diepgaande verandering gaat, een transitieperiode, die doet denken aan de processen van vroegmoderne staatsvorming zoals die ook in het Europa van de 15de eeuw plaatsvinden. Met een ERC Starting Grant van 1,2 miljoen euro wil hij zijn hypothese nu toetsen aan de waarheid.

Deze grant is voor Jo Van Steenbergen de kroon

op zijn onderzoekswerk van de afgelopen jaren.

Met een doctoraartsbeurs van het FWO en,

nadien, een éénjarige FWO-beurs als postdoc,

dompelde hij zich onder in de raadselachtige

domeinen van het middeleeuwse Egypte en

Syrië. Via informatie van de Universiteit Gent en

een collega uit Leiden kwam hij op het spoor

van de ERC Starting Grants. Hij verdiepte zich

in de wereld van de Mamelukse sultanaten en

vijlde en polijstte zijn onderwerp tot een werkstuk

waarmee hij zijn kans waagde. En met succes.

Met zijn “Mamlukisation of the Mamluk Sulta-

nate” is hij de eerste Vlaamse onderzoeker in de

middeleeuwse islamitische geschiedenis die met

zo’n bedrag als zelfstandig onderzoeker aan de

slag kan gaan.

“Om een idee te krijgen van de politieke wereld

uit die tijd is uitgebreid prosopografisch onder-

zoek nodig”, zegt Van Steenbergen. “Het gaat

hoofdzakelijk om onderzoek van narratief bron-

nenmateriaal. Voor de verwerking daarvan zijn

we al gestart met de ontwikkeling van een zeer

complexe relationele database: MP3 (Mamluk

Political Prosopography Project). Op basis daar-

van kunnen we het reilen en zeilen blootleggen

van de sultan en zijn entourage, maar ook van de

vele andere politieke actoren (officieren [amirs],

bureaucraten, notabelen). Wie waren ze? Welke

politieke invloed hadden ze? Welk was hun

status? Tot welke huishoudens of netwerken be-

hoorden ze? Via deze database kunnen we dus

hun biografieën bevragen. En van daaruit kunnen

we meer inzicht verwerven in de sociale, culturele

en politieke processen in die regio”.

Page 22: Jaarboek - FWOJaarboek 2010 04Woord van de voorzitter Paul Van Cauwenberge Geachte lezer, Naar goede gewoonte presenteert het FWO u zijn jaarboek. Een gelegenheid om even terug te

Jaarboek 2010 20

Boeiende ervaringVan Steenbergen houdt aan de hele procedure voor

de ERC Starting Grant goede herinneringen over.

“Als je naar het bedrag kijkt, dan was het de inspan-

ning echt wel waard”, onderstreept hij. “De criteria

voor het uitschrijven van je aanvraag dwingen je echt

om ambitieus te denken en ideeën naar voren te

schuiven die een grote impact kunnen hebben op de

ontwikkelingen in je vakgebied”. Om alles in goede

banen te leiden kon Van Steenbergen rekenen op

de ondersteuning van de EU-cel van de Gentse

universiteit en ook het proefinterview met leden van

de Onderzoeksraad als voorbereiding op het afslui-

tende interview bij de ERC was voor hem bijzonder

waardevol.

“Het interview op de zetel van het ERC in Brussel

zelf vond ik een heel positieve ervaring”, getuigt Van

Steenbergen. “Eerst je onderzoeksvoorstel verdedi-

gen gedurende 15 minuten en dan de discussie met

een panel van zo’n vijftien internationale experts die

je onderzoeksvoorstel grondig hebben doorgenomen

en je op de rooster leggen. Allemaal historici in on-

derzoeksgebieden gaande van de prehistorie tot de

20ste eeuw, van het ene uiteinde van de wereld tot

het andere. Ik denk dat de sterkte van mijn aanvraag

schuilde in het conceptuele karakter ervan en dat er

comparatieve vraagstellingen aan gekoppeld waren

die voor alle culturen en maatschappijen gelden.

Van processen van staatsvorming kan iedereen zich

immers toch wel een idee vormen, zeker in deze

periode waarin dat sterk aan de orde is”.

Eigen laboratoriumMet het geld kan Van Steenbergen de salarissen be-

talen van twee postdocs en een doctoraatsstudent

over een periode van vijf jaar. De Gentse universiteit

deed er nog een schep bovenop waardoor nog twee

bijkomende doctoraatsstudenten op het project

kunnen werken. De rest is gereserveerd voor de

aankoop van bronnenmateriaal, het uitbouwen van

de relationele database, internationale uitwisseling en

onderzoeksreizen.

“Ik ben me er hoe langer hoe meer van bewust dat

ik dankzij de financiële middelen van deze grant iets

kan realiseren in optimale omstandigheden.

Page 23: Jaarboek - FWOJaarboek 2010 04Woord van de voorzitter Paul Van Cauwenberge Geachte lezer, Naar goede gewoonte presenteert het FWO u zijn jaarboek. Een gelegenheid om even terug te

Jaarboek 2010 21

Niet alleen het samenbrengen van een onderzoeksteam

rond een onderwerp dat mij nauw aan het hart ligt,

maar ook de uitbouw van een heus eigen virtueel

laboratorium, met een eigen database en eigen

bronnenmateriaal als basis. Het is een labo dat niet

alleen voor dit project van nut zal zijn, maar dat ook

zijn waarde zal kunnen blijven bewijzen voor de rest

van mijn onderzoekscarrière”.

Van Steenbergen is ambitieus en wil zijn huidige

onderzoek hoe dan ook verder uitbouwen. Zo speelt

hij met de idee om een groot comparatief onderzoek

op te zetten voor de analyse van staatsvormingspro-

cessen. Wat verandert er precies in die 15de eeuw?

Waarom vinden in die periode overal in Europa en in

de wereld veranderingen plaats? Wat is de impact

van dergelijke veranderingen op de organisatie van

een maatschappij, een religie, een cultuur? Hoe ver-

houden die systemen zich tegenover elkaar?

Te vroeg om daar nu al intensief mee bezig te zijn,

maar Van Steenbergen denkt er wel aan.

“Als jonge onderzoeker moet je durven ambitieus te

zijn en groot te denken”, stelt Van Steenbergen met

klem. “Zeker na een doctoraal onderzoek dat altijd

erg specifiek is. Het is heel belangrijk om dat open

te trekken naar ruimere ideeën waarvan de impact

dat specifieke karakter kan overstijgen. Een Starting

Grant biedt daar alle mogelijkheden toe. Als jonge

onderzoeker is dit voor mij een droom die plots

realiteit wordt”.

Page 24: Jaarboek - FWOJaarboek 2010 04Woord van de voorzitter Paul Van Cauwenberge Geachte lezer, Naar goede gewoonte presenteert het FWO u zijn jaarboek. Een gelegenheid om even terug te

Jaarboek 2010 02Jaarboek 2010 22

Helga de ValkGeboren op: 7 juni 1972

Diploma’s: PhD in Sociology

Huidig statuut: ZAP (Vrije Universiteit Brussel) + senior

onderzoeker (NIDI, Nederlands Interdisciplinair Demo-

grafisch Instituut, Den Haag, Nederland)

Titel van het project: Families of migrant origin: a life

course perspective

Gastinstelling: NIDI

Departement: Prognoses, Migration and Health (PMH)

Bedrag van de beurs: 1,0 miljoen euro

Looptijd: 2011-2016

E-mail: [email protected]

mig

rant

sge

nera

tion

mig

ratio

npo

pula

tion

diffe

rentlif

e

orig

in cour

sesettlement

second

nativ

e

cour

se

dyna

mic

s

Page 25: Jaarboek - FWOJaarboek 2010 04Woord van de voorzitter Paul Van Cauwenberge Geachte lezer, Naar goede gewoonte presenteert het FWO u zijn jaarboek. Een gelegenheid om even terug te

Jaarboek 2010 02

Helga de Valk

Jaarboek 2010 23

“Een unieke kans om wetenschappelijke en maatschappe-lijke kennis op een hoger peil te brengen”

Migratie en migranten zijn politiek en maatschappelijk gevoelige thema’s. De discussies laaien vaak hoog op, maar het is tegelijk verbazingwekkend hoe weinig we er echt over weten. Het debat wordt meestal gevoerd op basis van gevoelens en niet op basis van feiten en cijfers. In het vergrijzende en toenemend diverse Europa van vandaag is een heldere, wetenschappelijke kijk op migranten en hun levenslopen dus meer dan welkom. Voor Helga de Valk’s onderzoeks-voorstel naar migratie en aanverwante thema’s zoals familierelaties en levenslopen had de ERC 1,0 miljoen euro veil.

De Valk kreeg haar ERC Starting Grant in de

zomer van 2010 toegekend. Met het binnenhalen

van de Grant maakte ze tevens een transfer van

de VUB naar het NIDI, het Nederlands Interdis-

ciplinair Demografisch Instituut in Den Haag. Het

onderzoek waarvoor ze de grant gekregen heeft,

verhuist dus mee naar Nederland, al komt De

Valk een dag per week naar de VUB in het kader

van haar onderwijs- en onderzoeksopdracht

aldaar. 1,0 miljoen euro voor sociologisch onder-

zoek is een smak geld. “Zeker als je het integraal

mag besteden aan onderzoek en dan nog op de

manier die je zelf bepaalt binnen het onderzoeks-

voorstel”, aldus De Valk. Je kunt er echt iets

substantieels mee opbouwen wat met andere

financiering veel moeilijker is omdat de bedragen

veel kleiner zijn en de projecten vaak van kortere

duur. Hier krijg je meteen de kans om een echte

onderzoeksgroep uit te bouwen”.

De Valk’s projectaanvraag werd beoordeeld door

zeven internationale referenten en het interview in

de tweede ronde moest ze doen voor een panel

van tien experten. “Ik kreeg tien minuten de tijd

om mijn onderzoek voor te stellen. In de discus-

sie nadien werd ik behoorlijk aan de tand ge-

voeld”, vertelt ze. “Toen ik met de auto terug naar

de VUB reed, dacht ik: neen, dit haal ik nooit.

Ik ben dit punt vergeten en daar had ik meer

moeten over uitwijden en dat verband heb ik

niet gelegd, enzovoort, enzovoort... Twijfel alom.

Plots besef je dat je weinig kans maakt, dat je

slechts een van de vele kandidaten bent die een

aanvraag hebben ingediend en voor het interview

uitgenodigd zijn... Ik hoef u niet te vertellen hoe

blij ik was toen ik het positieve bericht in mijn

brievenbus kreeg!”.

Page 26: Jaarboek - FWOJaarboek 2010 04Woord van de voorzitter Paul Van Cauwenberge Geachte lezer, Naar goede gewoonte presenteert het FWO u zijn jaarboek. Een gelegenheid om even terug te

Jaarboek 2010 24

Drie componentenLevensloop, familie en migratie zijn de drie kernbe-

grippen van De Valk’s onderzoeksproject. Hoe zien

de levenslopen van jongvolwassen migranten in Euro-

pa eruit, en dan vooral ook migranten van de tweede

generatie? Hoe verhouden zich hun levenslopen met

die van de autochtone bevolking? Dat is de eerste

component. De tweede component kijkt meer speci-

fiek naar familierelaties. Welke invloed heeft migratie

op familierelaties, zowel in de jongvolwassenheid

als bij het ouder worden? En de derde component

betreft een specifieke vergelijking met de landen van

herkomst. Wat gebeurt er met de jongvolwassenen

en de andere familieleden die achtergebleven zijn in

het land van herkomst? In hoeverre bepaalt migratie

hun levensloop? Hoe zien de zorgarrangementen, de

levenspatronen er uit binnen migrantenfamilies? “De

veranderingen waaraan die families onderhevig zijn,

worden vaak toegeschreven aan migratie, maar het

kan net zo goed een proces zijn dat zich ook in de

landen van herkomst afspeelt”, aldus De Valk.

Op het complexe fenomeen van migratie wil De Valk

met haar onderzoek een beter, maar ook een breder

zicht krijgen. “We willen niet alleen kijken naar de

traditionele arbeidsmigranten uit Turkije en Marokko

van de jaren ’60, maar ook uit landen zoals Polen

en andere Oost-Europese landen. We willen kijken

hoe verschillende types van migranten en verschil-

lende redenen voor migratie invloed hebben op de

levenslopen van die personen en hun families. Het is

dus echt comparatief onderzoek waarbij we ener-

zijds verschillende herkomstgroepen vergelijken in

verschillende bestemmingslanden en liefst ook nog

in vergelijking met de landen van herkomst”.

Met de 1,0 miljoen euro van haar ERC grant wil De

Valk in de eerste plaats investeren in training van

jonge onderzoekers: twee PhD-studenten en een

postdoc over vijf jaar, plus een deel van haar eigen

onderzoekssalaris. Veel geld om eigen databanken

op te zetten schiet er dan niet meer over. Dus werkt

De Valk met bestaande data om deze ten volle te be-

nutten. De Valk: “Met een aantal landen zitten we in

dezelfde demografische databanken. Maar we gaan

ook naar andere landen kijken. Spanje, bijvoorbeeld,

heeft onlangs een migratie-enquète gehouden. Dat

kan een interessante bron zijn. Maar we kunnen ook

een beroep doen op gegevensmateriaal uit registers.

De Skandinavische landen bijvoorbeeld houden

registers bij van hun hele bevolking. Ook in Neder-

land is dat zo. Daarmee kun je de hele bevolking

onderzoeken. Ze hebben echter het nadeel van een

Page 27: Jaarboek - FWOJaarboek 2010 04Woord van de voorzitter Paul Van Cauwenberge Geachte lezer, Naar goede gewoonte presenteert het FWO u zijn jaarboek. Een gelegenheid om even terug te

Jaarboek 2010 25

gebrek aan achtergronddetails over bijvoorbeeld fa-

milierelaties. Enquêtes hebben dan weer het nadeel

dat de steekproeven niet altijd voldoende migranten

omvatten. Door een combinatie van verschillende

databronnen in verschillende landen proberen we

dus een zo compleet mogelijk beeld te krijgen van de

situatie en de evolutie”.

Dubbel doelDe Valk wil met haar wetenschappelijke bevindingen

niet wachten tot het einde van het project om een

lijvig rapport te publiceren. Neen, ze wil vooral kort

op de bal spelen en artikels publiceren in vakbladen

en andere tijdschriften. Waarom? “Enerzijds om

de theorievorming rond deze thematiek verder te

ontwikkelen, maar anderzijds ook om nuttige en inte-

ressante informatie te bezorgen aan beleidsmakers”,

stelt De Valk. “Want migratie is een gebied met heel

wat beleidsrelevantie en dat mag je als socioloog niet

uit de weg gaan. In dat verband is Population Europe

een heel interessant kanaal. Het is een samenwer-

kingsverband tussen alle demografische instituten in

Europa dat gericht is op het vertalen van demogra-

fisch onderzoek naar beleidsmakers”.

Deze ERC Starting Grant vindt De Valk een unieke

kans om de wetenschappelijke en maatschappelijke

kennis in het gebied van de migratie en migranten-

populaties op een hoger peil te brengen. “Deze grant

geeft me de gelegenheid om vijf jaar lang uitsluitend

bezig te zijn met onderzoek dat zowel wetenschap-

pelijk als maatschappelijk zeer relevant is. Het is

bovendien de bedoeling van zo’n Starting Grant

om een onderzoeksinitiatief op te starten en verder

te kunnen uitbouwen, ook nadat het project op z’n

einde loopt. Dankzij deze grant kan ik jonge onder-

zoekers de kans geven om door te groeien en suc-

ces te boeken en tegelijk een bijdrage leveren aan de

ontwikkeling van de discipline. Het is een grote stap

in mijn carrière”, aldus nog De Valk.

mig

rant

sge

nera

tion

mig

ratio

npo

pula

tion

diffe

rentlife

orig

in cour

se

settlement

second

nativ

e

cour

se

dyna

mic

s

Page 28: Jaarboek - FWOJaarboek 2010 04Woord van de voorzitter Paul Van Cauwenberge Geachte lezer, Naar goede gewoonte presenteert het FWO u zijn jaarboek. Een gelegenheid om even terug te

Jaarboek 2010 02Jaarboek 2010 26

Philippe LemeyGeboren op: 10 augustus 1977

Diploma’s: dr. in de Medische Wetenschappen

(KULeuven, 2005)

Huidig statuut: Docent K.U.Leuven

Titel van het project: “Evolutionaire reconstructie van

virale verspreiding in tijd en ruimte”

Gastinstelling: K.U.Leuven

Groep: Biomedische wetenschappen

Departement: Microbiologie en Immunologie

Bedrag van de beurs: 1,5 miljoen euro

Looptijd: Oktober 2010 – Oktober 2015

E-mail: [email protected]

Page 29: Jaarboek - FWOJaarboek 2010 04Woord van de voorzitter Paul Van Cauwenberge Geachte lezer, Naar goede gewoonte presenteert het FWO u zijn jaarboek. Een gelegenheid om even terug te

Jaarboek 2010 02

Philippe Lemey

Jaarboek 2010 27

Veel virussen evolueren zo snel, dat hun versprei-

dingsgeschiedenis – zelfs al omvat die maar en-

kele jaren – toch een genetisch spoor van muta-

ties nalaat in hun genoom. Dat spoor valt echter

niet altijd zo eenvoudig af te lezen. Meestal is het

gefragmenteerd of verborgen. Om die evolutie-

geschiedenis te reconstrueren zijn wiskundige

modellen onontbeerlijk. Philippe Lemey vergelijkt

zijn onderzoek graag met het opmaken van een

stamboom. Met een stamboom kun je immers

zien hoe virussen zich doorheen de geschiedenis

van plaats tot plaats verspreid hebben.

“Het doel”, zo zegt Lemey, “is statistische

technieken ontwikkelen en toepassen op ver-

schillende virussen om te achterhalen hoe ze

epidemische dimensies kunnen aannemen. We

willen testen welke epidemische barrières gelden

voor virussen en welke predictoren van toepas-

sing zijn voor hun ruimtelijke verspreiding. En de

ideale informatie om dergelijke predictoren uit te

testen is terug te vinden in het genoom van virus-

sen. De rol van het internationaal luchtverkeer

bij de verspreiding van griep bijvoorbeeld is een

voor de handliggende predictor, maar hij is nog

nooit formeel uitgetest. Zo willen we nog andere

predictoren achterhalen en de virale transmis-

siedynamiek in kaart brengen. Op basis daarvan

kan er dan aan interventie en preventie gedaan

worden. Denk aan het sluiten van luchthavens

om de internationale trafiek van pandemische

griepvirussen te doorbreken”.

“Van postdoctoraal medewerker naar onafhankelijk onderzoeker is de ultieme stap voor wie wetenschappelijk gedreven is”

Om de mechanismen te identificeren die leiden tot de opkomst, de instandhouding en de epidemische verspreiding van infectieuze ziekten, zouden epidemiologen bijzonder gebaat zijn bij een volledige karakterisering van de verspreiding van ziektekiemen of virussen in tijd en in ruimte. Het wetenschappelijk onderzoek naar de supersnelle en wereldwijde verspreiding van het griepvirus, bijvoorbeeld, bewees dat analyses van virale genetische gegevens uiterst nuttige infor-matiebronnen zijn voor epidemiologen. Want, ze kunnen de basis vormen voor efficiënte interven-tie- en preventiestrategieën. Dat soort van strategieën wil Philippe Lemey mee vorm geven door het ontwikkelen van statistische methoden om de tijds- en ruimtedynamica van virale genomen in kaart te brengen. Lemey kreeg er van de ERC 1,5 miljoen voor.

Page 30: Jaarboek - FWOJaarboek 2010 04Woord van de voorzitter Paul Van Cauwenberge Geachte lezer, Naar goede gewoonte presenteert het FWO u zijn jaarboek. Een gelegenheid om even terug te

Jaarboek 2010 28

Belangrijkste stapHet binnenhalen van deze ERC Starting Grant is

voor Lemey tot nu toe de belangrijkste stap in zijn

onderzoekscarrière. “De stap van postdoctoraal

medewerker naar onafhankelijk onderzoeker is de ul-

tieme stap voor wie wetenschappelijk gedreven is en

wetenschappelijke expertise nastreeft”, aldus Lemey.

“De start van mijn ERC-project viel ook samen met

mijn aanstelling als ZAP-lid aan de K.U.Leuven. Op

zich biedt zo’n aanstelling de kans om onafhankelijk

onderzoek te doen, maar ik vind dat je pas echt

onafhankelijk wordt, als je ook de nodige financiering

zoekt en vindt om je ideeën uit te werken”.

Toch verliep zijn zoektocht niet rimpelloos. Met een

FWO-mandaat als postdoctoraal onderzoeker voor

drie jaar, maakte hij in 2007 de overstap van Oxford

naar zijn Leuvense alma mater. Daarmee kon hij zich

opnieuw in zijn vorige vakgroep integreren en zich

volledig gooien op het project dat hij bij de ERC wilde

indienen. Helaas waren de scores bij een eerste

aanvraag niet voldoende. Hij geraakte niet voorbij de

eerste ronde en zijn project werd niet geselecteerd.

Maar van de nood maakte hij een deugd. Lemey:

“Intussen was het project zeer sterk geëvolueerd.

Op basis van mijn ervaring met de eerste editie, had

ik ook al een beter idee hoe ik mijn tweede aanvraag

kon uitwerken. In 2010 ben ik er dan opnieuw aan

begonnen. Het werd een heel ander project. Veel

vernieuwender en veel steviger onderbouwd. Hoewel

ik de procedure kende, was het toch hard werken.

Alleen het interview in de tweede ronde was nieuw

voor mij.

Je project voorstellen in tien minuten en daarna een

diepgaande vragenronde door Europese experts. Je

moet echt wel heel goed voorbereid zijn. Bij heel die

lange voorbereiding heb ik ook veel steun gekregen

van mijn universiteit, niet alleen bij het uitschrijven

van het project, maar ook dankzij een testinterview

dat intern georganiseerd werd. Het resultaat mag

er zijn!”.

Expertise opbouwen Met zijn ERC Starting Grant kan Lemey de nodige

expertise opbouwen om een echt referentiecentrum

uit de grond te stampen. Het is per definitie interdis-

ciplinair onderzoek, want het ligt op de grens tussen

bio-informatica, evolutionaire biologie en virologie.

Een gedeelte gaat naar onderzoeksinfrastructuur,

maar de grootste hap is bestemd voor de financie-

ring van twee doctoraatsstudenten en een postdoc-

toraal onderzoeker.

Page 31: Jaarboek - FWOJaarboek 2010 04Woord van de voorzitter Paul Van Cauwenberge Geachte lezer, Naar goede gewoonte presenteert het FWO u zijn jaarboek. Een gelegenheid om even terug te

“Anderhalf miljoen euro geeft je de mogelijkheid om

een echte onafhankelijke onderzoekslijn uit te wer-

ken”, onderstreept Lemey. “En de onthaaluniversiteit

verbindt er zich toe je van alle faciliteiten te voorzien

om dat dan ook effectief te kunnen realiseren. Bo-

vendien bezorgt zo’n grant je ook een zeker aanzien.

Dan merk je dat deuren gemakkelijker opengaan. Zo

ben ik onlangs betrokken geraakt bij een oproep, in

het kader van het Zevende Kaderprogramma van de

EU, voor een onderzoek in het gebied van de volks-

gezondheid naar interspecies-transmissie van virus-

sen en pandemische voorbereidingen. Daarbij is een

heel consortium van verschillende Europese partners

betrokken. Ik ben er zeker van dat mijn ERC-grant

echt een effect gehad heeft, zodat ik me daarin heb

kunnen profileren”.

Op lange termijn heeft Lemey nog geen concrete

plannen. “Ik wil me de komende vijf jaar volledig inzet-

ten om de objectieven van mijn project ook effectief

tot stand te brengen. Als dat lukt, en we kunnen dat

werk ook valoriseren, dan hebben we een onder-

zoeksgroep met een specifieke expertise uit de grond

gestampt waarvoor er echt een niche is.

Ik hoop dat die droom over vijf jaar werkelijkheid

wordt. Ik hoop ook dat de onderzoeksgroep uitein-

delijk verder structureel ondersteund kan worden.

Want nieuwe onderzoeksideeën ontstaan tenslotte

veelal altijd uit lopend onderzoek. Daarom vind ik het

nu erg voorbarig om vijf jaar vooruit te denken. De

toekomst zal wel uitwijzen waar we terecht komen”.

Jaarboek 2010 29

Page 32: Jaarboek - FWOJaarboek 2010 04Woord van de voorzitter Paul Van Cauwenberge Geachte lezer, Naar goede gewoonte presenteert het FWO u zijn jaarboek. Een gelegenheid om even terug te

Jaarboek 2010 02Jaarboek 2010 30

Wendy LowenGeboren op: 10 juni 1979

Diploma’s: Dr. in de Wetenschappen, Wiskunde (VUB, 2005)

Huidig statuut: postdoc (FWO) en deeltijds docent (UA)

Titel van het project: Hochschild cohomologie,

niet-commutatieve deformaties en spiegelsymmetrie

Gastinstelling: UA

Departement: Wiskunde en informatica

Looptijd van de grant: 01/10/2010 tot 30/09/2015

Bedrag: 700.000 euro

E-mail: [email protected]

Page 33: Jaarboek - FWOJaarboek 2010 04Woord van de voorzitter Paul Van Cauwenberge Geachte lezer, Naar goede gewoonte presenteert het FWO u zijn jaarboek. Een gelegenheid om even terug te

Jaarboek 2010 02

Wendy Lowen

Jaarboek 2010 31

“Een wetenschappelijke springplank waar ik voordien nooit had van kunnen dromen”

Spiegelsymmetrie vindt haar oorsprong in de fysica, meer precies in de snaartheorie. Ze beschrijft een merkwaardig fenomeen waarbij verschillende “meetkundige realiteiten” aanleiding geven tot “equivalente fysica”. Ook binnen de wiskunde, en dan in het bijzonder de meetkunde, heeft dit reeds geleid tot belangrijke nieuwe ontwikkelingen en resultaten. Maar een fundamenteel begrip van spiegelsymmetrie ontbreekt nog steeds, het blijft vooralsnog een van de grote onopgeloste raadsels in de wiskunde. Wendy Lowen wil spiegelsymmetrie ruimer benaderen en daarbij gebruik maken van technieken die ze gedeeltelijk zelf ontwikkeld heeft. Hoe ze dat wil doen, schreef ze neer in een projectaanvraag voor een ERC Starting Grant.

Veel afleidingen in de wiskunde gaan ervan

uit dat als je een bewerking toepast op twee

elementen, de volgorde van die elementen mag

gewijzigd worden zonder dat dit gevolgen heeft

voor het eindresultaat. Het is stof voor de lessen

algebra in de humaniora. Drie gelijke afstanden

van vijf meter zijn gelijk aan vijf gelijke afstanden

van drie meter. In algebraïsche termen geeft dat:

xy = yx. Dat heet commutativiteit.

De algebra die klassieke meetkundige ruimten

beschrijft, bijvoorbeeld als oplossingen van veel-

termvergelijkingen, is commutatief. En de ruimten

die klassiek een rol spelen in spiegelsymmetrie

zijn van dit type.

“Maar er zijn aanwijzingen”, zo zegt Lowen,

“dat spiegelsymmetrie een fenomeen is dat zich

afspeelt in een niet-commutatieve wereld. Dat wil

zeggen tussen meetkundige structuren, waar-

voor de onderliggende algebra niet commutatief

is, waar xy dus niet noodzakelijk gelijk is aan yx.

Ik begon mijn onderzoek in deze fascinerende

meetkundige wereld dankzij mijn promotor,

professor M. Van den Bergh, die een van de

grondleggers is in dit gebied. Zowel tijdens als

na mijn doctoraat werkte ik rond het thema van

deformatie, een mechanisme dat toelaat commu-

tatieve structuren om te vormen in niet-commu-

tatieve structuren. In mijn ERC-onderzoeksproject

stel ik onder andere de ontwikkeling van concrete

technieken voor om het fenomeen van de spie-

gelsymmetrie vanuit die hoek te onderzoeken”.

Niet alleen leken fronsen de wenkbrauwen wan-

neer ze over spiegelsymmetrie horen. Ook voor

wiskundigen is het gebied waarin dit fenomeen

zich afspeelt moeilijk en, vooral, raadselachtig.

Het onderzoek dat Lowen op het getouw wil

zetten is dus high risk/high gain, zoals het in de

ERC-handleiding staat. “Aan het einde van de

rit zal ik met mijn onderzoeksgroep ongetwijfeld

enkele interessante pistes verkend hebben en ik

ben er zeker van dat er mooie zaken aan het licht

zullen komen, maar of er serieuze doorbraken

Page 34: Jaarboek - FWOJaarboek 2010 04Woord van de voorzitter Paul Van Cauwenberge Geachte lezer, Naar goede gewoonte presenteert het FWO u zijn jaarboek. Een gelegenheid om even terug te

Jaarboek 2010 32

komen, valt echt niet te voorspellen. Het ERC laat

juist toe om diepe problemen aan te pakken en

is niet alleen geïnteresseerd in de output op korte

termijn”, aldus Lowen.

Verrijkende ervaringLowen schat haar kansen in ieder geval positief in.

Toen ze haar aanvraag indiende was ze er rotsvast

van overtuigd dat het voorgestelde project perfect

het onderzoek beschreef waar ze de komende

vijf jaar aan wilde werken. Die overtuiging is niet

meteen gekomen. De aanvraagprocedure vond

ze veeleisend. “Het ganse schrijfproces liep bij mij

over verschillende maanden”, getuigt ze. “Zowel de

aangebrachte thematiek als de methodologie moest

nauwkeurig beschreven worden. Mijn ideeën hadden

tijd nodig om te rijpen. Temeer omdat ik wist dat

topexperts mijn aanvraag grondig zouden evalue-

ren. Maar ik was zeer gemotiveerd. Zelfs al had ik

de grant niet gekregen, dan nog zou ik het geen

verloren investering gevonden hebben. Integendeel.

Het loonde echt de moeite om voldoende tijd vrij te

maken om mijn horizon te verruimen, links met an-

dere subdisciplines in de wiskunde te onderzoeken

en nieuwe denkpistes af te tasten. Dat op zich was

wetenschappelijk gezien al een verrijkende ervaring”.

Een grant van zo’n omvang voor een vakgebied als

de fundamentele wiskunde is uitzonderlijk. Het nor-

male kanaal voor de financiering van dat soort van

onderzoek is het FWO. “Natuurlijk kun je het opzet

van ERC en dat van het FWO niet zomaar vergelij-

ken. Maar ik kan gerust stellen dat het FWO de basis

gelegd heeft voor het behalen van mijn ERC-grant”,

onderstreept Lowen. “Zonder het FWO had ik nooit

kunnen realiseren wat ik tot nu toe gedaan heb,

en dat heeft bij de ERC-selectie ook een grote rol

gespeeld. Ik ben nu tien jaar FWO-onderzoeker,

eerst als aspirant aan de VUB, en nu als postdoc

aan de Universiteit Antwerpen. Het FWO liet me ook

toe twee jaar als onderzoeker te werken in Parijs,

eerst aan de Université Paris 7 (Jussieu) en daarna

ook aan het Institut des Hautes Etudes Scientifi-

ques (IHES). Ook dat is een onuitwisbare ervaring.

Het FWO is echt onontbeerlijk om internationaal

competitieve wetenschappers te vormen die zich

vrijwel volledig aan onderzoek kunnen wijden. Hoe

ze hun carrière nadien uitbouwen is natuurlijk een

persoonlijke keuze. De meeste postdocs staan op

een bepaald moment voor de keuze om onderwijser-

varing op te doen met het oog op een ZAP-positie.

Met deze ERC Starting Grant heb ik een duidelijk

toekomstperspectief. Mijn keuze staat nu vast:

ik ga voluit voor onderzoek”.

Page 35: Jaarboek - FWOJaarboek 2010 04Woord van de voorzitter Paul Van Cauwenberge Geachte lezer, Naar goede gewoonte presenteert het FWO u zijn jaarboek. Een gelegenheid om even terug te

Jaarboek 2010 33

SpringplankLowen beschouwt deze ERC Starting Grant als een

vertrekpunt, een wetenschappelijke springplank

waar ze voordien nooit had van kunnen dromen.

Twee pistes wil ze bewandelen. In de eerste plaats

een kleine onderzoeksgroep uitbouwen waarvoor ze

momenteel geschikte kandidaten zoekt. Daarbij is

ook de samenwerking met andere onderzoeksgroe-

pen een belangrijk punt. Lowen: “De voornaamste

invalshoek voor mijn onderzoek tot nu toe was de

algebraïsche meetkunde. Het is met dit ERC-project

de bedoeling om mijn onderzoek open te trekken

naar andere deelgebieden van de wiskunde, bijvoor-

beeld de symplectische meetkunde en de algebra-

ische topologie. Daarvoor wil ik enerzijds postdocs

aantrekken die een complementaire expertise in mijn

team brengen, en anderzijds wil ik ook experten uit

aanverwante gebieden voor kortere periodes uitno-

digen om een zo optimaal mogelijke interactie tot

stand te brengen”.

De ERC-grant biedt hiertoe een prachtige kans,

maar natuurlijk gaan de wetenschappelijke aspiraties

verder dan de looptijd van Lowens ERC-project:

“Als ik nieuwe paden kan inslaan en zij-projecten kan

doen ontstaan, zal ik die mogelijkheid zeker benutten.

Het onderzoek zelf zal uitwijzen waar zich interessan-

te vertakkingen voordoen. Het belangrijkste voor mij

is uiteindelijk de kans blijven krijgen me toe te leggen

op de wiskundige problemen zelf, en deze steeds

dieper te kunnen doorgronden”.

Page 36: Jaarboek - FWOJaarboek 2010 04Woord van de voorzitter Paul Van Cauwenberge Geachte lezer, Naar goede gewoonte presenteert het FWO u zijn jaarboek. Een gelegenheid om even terug te

Jaarboek 2010 02Jaarboek 2010 34

Christophe DetavernierGeboren op: 1 februari 1975

Diploma’s: dr. Wetenschappen – Natuurkunde (UGent, 2001)

Huidig statuut: Docent Universiteit Gent

Titel van het project: COCOON – conformal coating

of nanoporous materials

Gastinstelling: Universiteit Gent

Departement: Vastestoffysica

Bedrag van de beurs: 1,4 miljoen euro

Looptijd: 1 januari 2010 – 31 december 2014

E-mail: [email protected]

Page 37: Jaarboek - FWOJaarboek 2010 04Woord van de voorzitter Paul Van Cauwenberge Geachte lezer, Naar goede gewoonte presenteert het FWO u zijn jaarboek. Een gelegenheid om even terug te

Jaarboek 2010 02Jaarboek 2010 35

“Een vliegende start om mijn onderzoek meteen op de kaart te kunnen zetten”

Atomaire laagdepositie (ALD) wordt in de micro-elektronica gebruikt als een techniek om heel dunne films atoomlaag per atoomlaag af te zetten, onder meer in geheugenchips en in transistoren voor microprocessoren. Maar ook buiten de micro-elektronica heeft de techniek potentiële toe-passingen. Bijvoorbeeld in het brede gebied van de nanoporeuze materialen, waar ALD gebruikt zou kunnen worden om het oppervlak van filtermaterialen of katalysatoren te functionaliseren. Op basis van eigen onderzoek en literatuurstudie slaagde Detavernier erin om aan te tonen dat ALD voor nanoporeuze substraten een startend onderzoeksdomein is met heel wat nieuwe mogelijkheden in de chemische sector. De ERC verzilverde zijn onderzoeksaanvraag met een bedrag van 1,4 miljoen euro.

Detavernier is al een tijdje bezig met ALD. In

2001 doctoreerde hij met een FWO-beurs en

ging daarna voor twee jaar als FWO-postdoc

naar IBM Research. Daar geraakt hij geboeid

door het concept van ALD, waarbij een dunne

film op een extreem gecontroleerde manier

atoomlaag per atoomlaag gedeponeerd wordt.

In 2005 werd hij professor met een BOF-ZAP

mandaat. Hij droomde ervan om een eigen on-

derzoeksgroep rond ALD uit te bouwen. In 2007

werd een eerste stuk van die droom gereali-

seerd toen hij van het IWT een SBO-financiering

kreeg voor de bouw van een eerste reactor om

atomaire laagdepositie te onderzoeken. Ook het

FWO steunde in deze opstartfase, onder meer

door het sponsoren van een aspirantenmandaat

rond ALD. Om het ALD-onderzoek verder uit te

bouwen en het hele ALD-proces in detail te kun-

nen volgen, was echter bijkomende speciale en

dure meetapparatuur nodig. Het zag ernaar uit

dat het een project van lange duur zou worden.

Maar in oktober 2008 diende hij bij de ERC een

stevig gedocumenteerd dossier in voor een

Starting Grant. In 2009 werd zijn onderzoeks-

voorstel beloond met een eenmalige dotatie van

1,4 miljoen euro.

Wat is de uitdaging? In de micro-elektronica

wordt ALD momenteel gebruikt om dunne

lagen te deponeren op het binnenoppervlak van

3D-structuren in geheugenchips die typisch 10

tot 100 keer dieper zijn dan ze breed zijn. Het

basisidee van het COCOON-project bestaat erin

om ALD te gebruiken om het binnenoppervlak

van nanoporiën te coaten. Bij nanoporeuze

materialen wordt men echter geconfronteerd met

poriegrootten van amper enkele nanometer en

aspectratio’s die tot 100 keer groter zijn dan bij

de micro-elektronicatoepassingen.

Page 38: Jaarboek - FWOJaarboek 2010 04Woord van de voorzitter Paul Van Cauwenberge Geachte lezer, Naar goede gewoonte presenteert het FWO u zijn jaarboek. Een gelegenheid om even terug te

Jaarboek 2010 36

Detavernier: “De grote uitdaging is dus om de ALD-

techniek te ontwikkelen als een nieuwe tool om het

binnenoppervlak van die nanoporeuze materialen op

een zeer gecontroleerde manier te bedekken. Het is

zeer experimenteel onderzoek waarbij we het hele

groeiproces van atomaire laagdepositie in onze ALD-

reactoren in situ kunnen opvolgen via gesofistikeerde

meetapparatuur”.

Vliegende start“Een vliegende start om mijn onderzoek meteen

op de kaart te kunnen zetten”, zo omschrijft

Detavernier het. “Met die Starting Grant kan ik dure

maar noodzakelijke meetapparatuur aanschaffen en

meteen starten met experimenteel onderzoek. Als

startend onderzoeker is het immers verre van evident

om daarvoor het nodige budget bijeen te krijgen. In

één klap kan ik nu een geweldige sprong voorwaarts

maken. Ook het personeelsaspect is uiteraard

belangrijk. De Starting Grant stelt mij in staat om

samen met een postdoctorale onderzoeker en een

groep van doctoraatsstudenten de komende vier jaar

het onderzoek rond ALD verder uit te bouwen. Maar

wellicht nog belangrijker is dat ik dankzij deze grant

ook in staat zal zijn om voor dit nieuwe onderzoeks-

domein expertise en infrastructuur uit te bouwen die

ook nog na de loopdtijd van dit project zijn waarde

en nut zal kunnen bewijzen”.

Startende onderzoekers op weg helpen naar zelf-

standigheid is volgens Detavernier de belangrijkste

doelstelling van de ERC Starting Grants. “De ERC

juryleden willen in de eerste plaats te weten komen

of je met je voorstel een nieuwe richting inslaat. Een

van de criteria waar specifiek naar gevraagd werd

tijdens het interview in de tweede ronde was het

aantal publicaties dat ik op mijn naam had zonder

mijn doctoraatspromotor als co-auteur. Men wilde

dus echt toetsen hoe onafhankelijk ik al was. Men

wil je echt stimuleren op weg naar een carrière als

zelfstandig onderzoeker. Daarom zijn deze grants

ook gericht aan individuele onderzoekers. In tegen-

stelling tot de meeste andere vormen van Europese

projectfinanciering, is het bij ERC niet nodig om een

Page 39: Jaarboek - FWOJaarboek 2010 04Woord van de voorzitter Paul Van Cauwenberge Geachte lezer, Naar goede gewoonte presenteert het FWO u zijn jaarboek. Een gelegenheid om even terug te

Jaarboek 2010 37

internationaal consortium bij het projectvoorstel te

betrekken. Belangrijk ook is dat men een duidelijk

zicht wil krijgen op het traject dat je verder zal inslaan

eens het project is afgelopen. Ook dat is opvallend

aan deze grants”.

SamenwerkingDat betekent natuurlijk niet dat je als zelfstandig

onderzoeker geen samenwerking mag nastreven.

Detavernier is er trouwens zeker van dat deze ERC

Starting Grant deuren zal openen voor samenwer-

king met andere binnen- en buitenlandse onder-

zoeksgroepen. Dit is wenselijk en noodzakelijk. “Wij

benaderen ALD voornamelijk vanuit het standpunt

van de vastestoffysica, maar het onderzoek naar

toepassingen rond nanoporeuze materialen en kata-

lyse maakt uiteraard een link met andere disciplines

noodzakelijk”, stelt Detavernier. “Wetenschappelijke

kruisbestuiving met andere, geïnteresseerde groepen

is daarom zeer belangrijk. We werken nu al nauw sa-

men met groepen aan andere Vlaamse universiteiten.

Maar ook buitenlandse groepen zijn welkom”.

“Een grote meerwaarde van een ERC Starting Grant

is dat je binnen het kader van de aanvraag de vrijheid

krijgt om je budget volledig zelfstandig te bepalen

en te beheren” vindt Detavernier. “De bedragen

schommelen tussen minimum 300.000 en maximum

2 miljoen euro. Met het geld dat ik gekregen heb kan

ik echt een nieuw onderzoekspad uitstippelen en in

één keer de nodige investeringen doen om dat ook

praktisch mogelijk te maken. Voor een beginnende

onderzoeker is dat echt een droomstart”.

Page 40: Jaarboek - FWOJaarboek 2010 04Woord van de voorzitter Paul Van Cauwenberge Geachte lezer, Naar goede gewoonte presenteert het FWO u zijn jaarboek. Een gelegenheid om even terug te
Page 41: Jaarboek - FWOJaarboek 2010 04Woord van de voorzitter Paul Van Cauwenberge Geachte lezer, Naar goede gewoonte presenteert het FWO u zijn jaarboek. Een gelegenheid om even terug te

BIJLAGENFinanciering en aanwending 2010

Page 42: Jaarboek - FWOJaarboek 2010 04Woord van de voorzitter Paul Van Cauwenberge Geachte lezer, Naar goede gewoonte presenteert het FWO u zijn jaarboek. Een gelegenheid om even terug te

Jaarboek 2010 40

Financieringen aanwending 2010

Mandaten: 42%

Projecten: 51%

Administratief beheer: 3%

Reisbeurzen, internat. samenwerking: 3%

Kredieten aan navorsers: 1%

FinancieringHet FWO heeft verschillende financieringsbronnen

om onderzoekers te steunen. De betoelaging voor

20010 bedraagt 190,8 miljoen euro en is als volgt

onderverdeeld:

• Vlaamse Gemeenschap

Toelage, inclusief Odysseusprogramma, internatio-

nale samenwerking,grote onderzoeksfaciliteiten en

humanitaire acties 136.9 miljoen euro (72%)

Toelage van de Nationale Loterij 11,5 miljoen euro (6%)

• Federale Overheid

Wetenschapsbeleid 7.5 miljoen euro (4%)

Sociale Zaken, Volksgezondheid 2.1 miljoen euro (1%)

Economische Zaken en Energie 1.9 miljoen euro (1%)

• Mecenaat

Nationale Loterij: zie Vlaamse Gemeenschap

Schenkingen van bedrijven en particulieren

• Fiscale en parafiscale maatregelen:

Voor zijn mandatenbestand van postdoctoralen

wordt het FWO voor 75% vrijgesteld van de be

drijfsvoorheffing, wat het FWO 9.2 miljoen euro

(5%) extra oplevert. Bovendien is het FWO vrij

gesteld van de werkgeversbijdragen voor sociale

zekerheid voor Postdoctorale Onderzoekers, die

extra zijn bijgekomen t.o.v. het referentiebestand

op 31 december 1995. Dit laat een extra besteding

toe door het FWO van 4.7 miljoen euro (2%).

Ten slotte is er het tewerkstellingsplan in het

fundamenteel onderzoek van 16,9 miljoen euro (9%).

Page 43: Jaarboek - FWOJaarboek 2010 04Woord van de voorzitter Paul Van Cauwenberge Geachte lezer, Naar goede gewoonte presenteert het FWO u zijn jaarboek. Een gelegenheid om even terug te

Jaarboek 2010 41

Evolutieen aanwending 2010 van de Vlaamse en Federale toelagen (in kEUR)

1995 (in kEUR)

%2000

(in kEUR)%

2008 (in kEUR)

%2009

(in kEUR)%

2010 (in kEUR)

%

Toelagen van de Vlaamse Gemeenschap 58.104 78 91.175 78 134.602 74 139.554 73 136.872 72

Nationale Loterij 11.411 15 10.470 9 11.712 6 11.501 6 11.463 6

Federale toelagen 5.087 7 12.088 10 11.489 6 11.769 6 11.586 6

Federale gunst-maatregelen - - 2.504 2 25.794,492 14 29.306 15 30.835 16

Totaal Toelagen 74.602 100 116.237 100 183.597,492 101 192.130 100 190.756 100

6%

6%

16%

72%

Page 44: Jaarboek - FWOJaarboek 2010 04Woord van de voorzitter Paul Van Cauwenberge Geachte lezer, Naar goede gewoonte presenteert het FWO u zijn jaarboek. Een gelegenheid om even terug te

Jaarboek 2010 42

Evolutievan de toelagespreiding over de actiemiddelen van het FWO (in kEUR)

42%

52%

3%3%

1995 (in %)

2000 (in %)

2008 (in %)

2009 (in %)

2010 (in %)

Mandaten 47% 48% 42% 43% 42%

Projecten en kredieten (1) 46% 46% 52% 51% 52%

Internationalisering en mobiliteit (2) 2% 2% 4% 3% 3%

Diversen 5% 4% 3% 3% 3%

MandatenProjecten en kredieten (1)

Internationalisering en mobiliteit (2)

Diversen

(1) vanaf 2007: Odysseustoelage inbegrepen (2) vanaf 2008: internationale coordinatie-actie, ESF, mobiliteitstoelage, reiskredieten, etc.

Page 45: Jaarboek - FWOJaarboek 2010 04Woord van de voorzitter Paul Van Cauwenberge Geachte lezer, Naar goede gewoonte presenteert het FWO u zijn jaarboek. Een gelegenheid om even terug te

Jaarboek 2010 43

Aan

tal

Aspiranten Postdoctorale onderzoekers

856

850

0

100

200

300

400

500

600

700

800

900

2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010

Aspiranten Postdoctorale onderzoekers

%

25

22

0

5

10

15

20

25

30

35

40

45

50

2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010

Evolutie

MANDATENBESTAND 2002-2010

mandatenbestand en slaagpercentage 2002-2010

SLAAGKANSEN MANDATEN (%)

Page 46: Jaarboek - FWOJaarboek 2010 04Woord van de voorzitter Paul Van Cauwenberge Geachte lezer, Naar goede gewoonte presenteert het FWO u zijn jaarboek. Een gelegenheid om even terug te

Jaarboek 2010 44

OnderzoekersIn functie op 1 oktober 2010

n %

Biologische wetenschappen 116 14

Cultuurwetenschappen 153 18

Gedrags- en maatschappijwetenschappen 165 19

Medische wetenschappen 211 25

Wetenschap en Technologie 204 24

Interdisciplinair 7 1

ASPIRANTEN IN FUNCTIE

POSTDOCTORALE ONDERZOEKERS IN FUNCTIE

1%

14%

18%

19%24%

25%

n %

Biologische wetenschappen 131 15

Cultuurwetenschappen 118 14

Gedrags- en maatschappijwetenschappen 106 12

Medische wetenschappen 257 30

Wetenschap en Technologie 231 27

Interdisciplinair 7 1

1%

15%

14%

12%

30%

27%

Page 47: Jaarboek - FWOJaarboek 2010 04Woord van de voorzitter Paul Van Cauwenberge Geachte lezer, Naar goede gewoonte presenteert het FWO u zijn jaarboek. Een gelegenheid om even terug te

Jaarboek 2010 45

AANTAL ONDERZOEKERS PER TYPE EN GESLACHT

man

0

100

200

300

400

600

500

Aspiranten Postdoctoraleonderzoekersvrouw

Page 48: Jaarboek - FWOJaarboek 2010 04Woord van de voorzitter Paul Van Cauwenberge Geachte lezer, Naar goede gewoonte presenteert het FWO u zijn jaarboek. Een gelegenheid om even terug te

Jaarboek 2010 46

Projecten & kredietenop 1 januari 2010

Totaal (in kEUR)

%

Biologische wetenschappen 10.614 13

Cultuur- en taalwetenschappen 8.191 10

Exacte wetenschappen 15.109 19

Gedrags- en maatschappijwetenschap-pen

12.301 15

Medische wetenschappen 24.771 30

Toegepaste wetenschappen 10.497 13

Totaal 81.483 100

Totaal (in kEUR)

%

Biologische wetenschappen 315 22

Cultuur- en taalwetenschappen 46 3

Exacte wetenschappen 276 19

Gedrags- en maatschappijwetenschap-pen

53 4

Medische wetenschappen 646 45

Toegepaste wetenschappen 95 7

Totaal 1.430 100

BESTEDING AAN PROJECTEN PER GEBIED (1)

BESTEDING AAN KREDIETEN PER GEBIED

7%

22%

3%

19%

4%

45%

13% 13%

10%

19%

15%

30%

(1) Hierbij zijn inbegrepen: IIKW, FGWO, VNC, allerlei Vlaams, Levenslijn, Projectonderzoek, en ERC (maar dus niet Odysseus en Big Science).

Page 49: Jaarboek - FWOJaarboek 2010 04Woord van de voorzitter Paul Van Cauwenberge Geachte lezer, Naar goede gewoonte presenteert het FWO u zijn jaarboek. Een gelegenheid om even terug te

Jaarboek 2010 47

Totaal (in kEUR)

%

Personeel 59.095 72,52440054

Uitrusting 1.678 2,059461025

Werking 20.710 25,41613843

Totaal 81.483 100

BESTEDING AAN PROJECTEN TOTAAL

72,52%

2,05%

25,41%

BESTEDING AAN MANDATEN, PROJECTEN EN KREDIETEN PER GEBIED

14%

28%

28%

13%

16%

%

Biologische wetenschappen 14

Cultuurwetenschappen 13

Gedrags- en maatschappijwetenschappen 16

Medische wetenschappen 28

Wetenschappen en technologie 28

Page 50: Jaarboek - FWOJaarboek 2010 04Woord van de voorzitter Paul Van Cauwenberge Geachte lezer, Naar goede gewoonte presenteert het FWO u zijn jaarboek. Een gelegenheid om even terug te
Page 51: Jaarboek - FWOJaarboek 2010 04Woord van de voorzitter Paul Van Cauwenberge Geachte lezer, Naar goede gewoonte presenteert het FWO u zijn jaarboek. Een gelegenheid om even terug te

BijlagenFWO - overzicht 2010

Page 52: Jaarboek - FWOJaarboek 2010 04Woord van de voorzitter Paul Van Cauwenberge Geachte lezer, Naar goede gewoonte presenteert het FWO u zijn jaarboek. Een gelegenheid om even terug te

Het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek – Vlaan-

deren (FWO) heeft als opdracht het stimuleren en

ondersteunen van het kennisgrensverleggende

fundamenteel wetenschappelijk onderzoek in alle

wetenschapsgebieden aan de universiteiten van de

Vlaamse Gemeenschap, met inbegrip van samen-

werkingsverbanden tussen de Vlaamse universi-

teiten en andere onderzoeksinstellingen. Het FWO

financiert excellente en beloftevolle onderzoekers

alsook onderzoeksprojecten na een interuniversi-

taire competitie en een evaluatie door binnen- en

buitenlandse experten. Het enige criterium is de uit-

muntende kwaliteit van onderzoeker en onderzoeks-

voorstel, ongeacht de wetenschappelijke discipline,

de onthaalinstelling, gender, politieke of religieuze

overtuiging.

Maatschappelijk draagvlakHet fundamenteel wetenschappelijk onderzoek, dat

zich richt op het uitdiepen van de kennis over de

mens en zijn omgeving, draagt bij tot het verhogen

van het maatschappelijk en cultureel niveau van

onze samenleving. Het handhaven van een hoog

kennisniveau door wetenschappelijk onderzoek is

een garantie voor hoogstaande opleidingen van

talentvolle jonge mensen in een brede waaier van

disciplines. Op langere termijn vormt deze kennis en

het gevormde menselijke kapitaal de basis van het

gericht, toegepast, technologisch, strategisch, be-

leidsondersteunend en voorbereidend onderzoek en

vormt ze een essentieel onderdeel in het scheppen

van welvaart en welzijn. Het kennisgrensverleggend

onderzoek ligt tevens aan de basis van de kennisver-

ruiming o.a. nodig voor de grote maatschappelijke

uitdagingen (milieu, mobiliteit, gezondheid,…).

Keuzes van economisch of maatschappelijk strate-

gisch domeinen zullen worden aangestuurd, niet al-

leen vanuit maatschappelijke en socio-economische

behoeften, maar ook vanuit excellente onderzoeks-

groepen.

Het fundamenteel wetenschappelijk onderzoek is

de eerste cruciale schakel in de innovatieketen en

voedingsbodem voor nieuwe technologieën en

economische en maatschappelijke ontwikkelingen.

Het fundamenteel onderzoek is, in tegenstelling tot

andere onderzoekstypes, voornamelijk aangewezen

op de financiële inbreng van de overheid, daar het

zelden op korte termijn tot economische of maat-

schappelijke valorisatie zal leiden. Een evenwichtige

verdeling van de middelen tussen gericht en niet-

gericht onderzoek is dan ook absoluut noodzakelijk.

Niet-gouvernementele “research councils” zijn in Eu-

ropa een traditie. Dit blijkt uit het feit dat de European

Science Foundation (ESF) 80 dergelijke instellingen

uit 30 landen omvat. Ook het FWO is lid van ESF en

betrokken bij verschillende Europese onderzoeksini-

tiatieven. ESF telt zeer gevarieerde instellingen, maar

de constante is de ondersteuning van het fundamen-

teel onderzoek met overheidsgeld via wetenschap-

pelijk onafhankelijke instellingen. De inbreng van de

wetenschappelijke gemeenschap als initiatiefnemer

en evaluatieorgaan is daarbij een onmisbare factor.

Opdracht

Jaarboek 2010 50

Page 53: Jaarboek - FWOJaarboek 2010 04Woord van de voorzitter Paul Van Cauwenberge Geachte lezer, Naar goede gewoonte presenteert het FWO u zijn jaarboek. Een gelegenheid om even terug te

Onderzoeksinitiatieven van het FWO

1. Het FWO geeft financiële steun aan

individuele onderzoekers onder de vorm van:

• Beurzen voor jonge onderzoekers (Aspiranten)

voor 2x2 jaar*

• Bijzondere Doctoraatsbeurzen 1 jaar*

• Klinische doctoraatsbeurzen 2 jaar halftijds*

• Mandaten voor Postdoctorale Onderzoekers

voor 3x3 jaar*

• Fundamenteel klinische mandaten 2x5 jaar

halftijds*

• Werkingstoelage voor elke Aspirant en

Postdoctoraal onderzoeker

• Kredieten aan Navorsers 1 jaar

• Reisbeurzen

- Bijwonen van congressen in en buiten Europa

- Korte en langere studieverblijven in en buiten

Europa

• Mobiliteit van onderzoekers

- Verblijf Postdoctorale Onderzoekers FWO in

buitenland (mobiliteitstoelagen)

- Visiting Postdoctoral Fellowships

- Bilaterale uitwisselingsprojecten

* Lijst begunstigden: zie website

(De omschrijving van al deze initiatieven kan

gevonden worden op de website: http://www.fwo.be)

2. Het FWO betoelaagt onderzoeksploegen via:

• Onderzoeksprojecten tot 4 jaar, verlengbaar (met:

personeel, werking en uitrusting)

• De ondersteuning van projecten aan grote

internationale onderzoeksfaciliteiten o.a. CERN,

ESRF-Grenoble met DUBBLE, Mercator tele-

scoop-La Palma, DESY-Hamburg, …

• Odysseus

3. Het FWO stimuleert nationale en internationale

samenwerking door steun toe te kennen voor:

• Wetenschappelijke onderzoeksgemeenschappen

• Organisatie van congressen in België

• Sabbatical leaves voor Vlaamse professoren

• Deelname aan onderzoeksinitiatieven en samen-

werking in het raam van de European Science

Foundation (ESF)

- European collaborative Research Projects

(EUROCORES)

- Exploratory workshops en Forward Looks

- European Research Conferences

- Scientific Networking Programmes

- Related expert groups

• Coördinatietoelagen voor grote internationale

samenwerkingsverbanden

• Bilaterale onderzoekssamenwerking

Onderzoek

Jaarboek 2010 51

Page 54: Jaarboek - FWOJaarboek 2010 04Woord van de voorzitter Paul Van Cauwenberge Geachte lezer, Naar goede gewoonte presenteert het FWO u zijn jaarboek. Een gelegenheid om even terug te

Jaarboek 2010 52

Dankzij schenkingen en legaten reikt het FWO om de

vijf jaar de FWO Excellentieprijzen uit.

• 2 prijzen Dr. A. De Leeuw-Damry-Bourlart, één

voor de exacte wetenschappen en één voor de

toegepaste wetenschappen;

• 2 prijzen Dr. Joseph Maisin, één voor de funda-

menteel biomedische wetenschappen en één

voor de klinisch biomedische wetenschappen;

• de prijs Ernest John Solvay voor de taal-, cultuur-,

en maatschappij- en gedragswetenschappen.

Elke prijs bedraagt €100.000 en qua belangrijk-

heid kunnen ze beschouwd worden als “Vlaamse

Nobelprijzen”. De Raad van Bestuur van het FWO

doet voor de wetenschappelijke evaluatie een beroep

op jury’s die uitsluitend samengesteld zijn uit buiten-

landse experts van hoog wetenschappelijk niveau. In

2010 werden de Excellentieprijzen tijdens een officiële

plechtigheid in de Concert Noble, in aanwezigheid

van Z.K.M. Albert II, uitgereikt aan:

• Prof. Peter Carmeliet: laureaat voor de Prijs

Joseph Maisin 2010 in de Fundamentele

Biomedische Wetenschappen.

• Prof. Paul Rutgeerts: laureaat voor de Prijs

Joseph Maisin 2010 in de Klinische Biomedische

Wetenschappen.

• Prof. Sonja Snacken: laureaat voor de Prijs

Ernest John Solvay 2010 in de Taal-, Cultuur- en

Maatschappijwetenschappen.

• Prof. Dirk Inzé: laureaat voor de Prijs dr. De

Leeuw-Damry-Bourlart 2010 in de Exacte

Wetenschappen.

• Prof. Bart De Moor: laureaat voor de Prijs dr.

De Leeuw-Damry-Bourlart 2010 in de toegepaste

wetenschappen.

Wetenschappelijke prijzen en beurzen via mecenaatHet privé-mecenaat biedt voor bedrijven en instel-

lingen een kans om een relatie op te bouwen met

het fundamenteel onderzoek binnen het FWO. Het

is tevens een erkenning van het maatschappelijk

belang van wetenschappelijk onderzoek. Voor jonge

onderzoekers kan dit een springplank betekenen

naar de bedrijven toe en alzo hun toekomstbeeld

verruimen. Dankzij dit mecenaat worden mandaten

en beurzen geschonken of wetenschappelijke ver-

diensten bekroond. De kandidaturen voor de prijzen

worden geëvalueerd door een wetenschappelijke

jury van het FWO.

ExcellentieprijzenFWO

Page 55: Jaarboek - FWOJaarboek 2010 04Woord van de voorzitter Paul Van Cauwenberge Geachte lezer, Naar goede gewoonte presenteert het FWO u zijn jaarboek. Een gelegenheid om even terug te

Jaarboek 2010 53

Volgende wetenschappelijke prijzen werden in

2010 uitgereikt:

• Wetenschappelijke Prijs AIC - € 10.000

• Iwan Åkerman Award - € 25.000

• Wetenschappelijke Prijs Alcatel-Lucent Bell -

€ 8.000

• Wetenschappelijke Prijs Foundation AstraZeneca

Astma & COPD - € 25.000

• Barco Prijzen voor Afstudeerwerken – 3 x € 2.500

• Wetenschappelijke Prijs Barco - € 5.000

• InBev-Baillet Latour Health Prize - € 200.000

• InBev-Baillet Latour Prijs voor Klinisch

Onderzoek - € 75.000

• Wetenschappelijke Prijs McKinsey & Company -

€ 5.000

• Umicore Scientific Award - € 10.000

• Umicore Prijzen voor Afstudeerwerken -

2 x € 2.500

• Wetenschappelijke Prijs SCK.CEN – Roger Van

Geen - € 12.500

De lijst van de laureaten kan worden geraadpleegd

via de FWO-website.

Volgende mandaten werden toegekend in 2010:

• L’Oréal-UNESCO Aspirantenmandaat

(1 beurs van 2 jaar)

• VITO Aspirantenmandaat (2 beurzen van 2 jaar)

• SCK-CEN Aspirantenmandaat

(2 beurzen van 2 jaar)

Speciale Kredieten aan Navorsers toegekend in

2010:

• Fernand De Waele - € 6.200 Schenking (ter

aanmoediging van onderzoek op het gebied van

burgerlijke bouwkunde, of bij gebrek op het

gebied van cancerologie)

• Rimaux-Bartier Schenking - € 12.400 (voor on-

derzoek in het kader van de genezing van een

tot nu toe ongeneeslijke ziekte)

Page 56: Jaarboek - FWOJaarboek 2010 04Woord van de voorzitter Paul Van Cauwenberge Geachte lezer, Naar goede gewoonte presenteert het FWO u zijn jaarboek. Een gelegenheid om even terug te

• Het FWO geniet krachtens art. 59 van het

Wetboek der Successierechten als Stichting van

Openbaar Nut vermindering van successierechten.

• Giften in geld zijn fiscaal aftrekbaar krachtens art.

104, 3° b van het Wetboek van de Inkomstenbe-

lastingen 1992, zo het bedrag ten minste 30 euro

bedraagt (art. 107) en lager dan een te indexeren

bedrag van 250.000 EUR en niet méér dan 10 %

van het netto belastbaar inkomen bedraagt (art.

109) of in het geval van vennootschappen,

500.000 EUR en niet méér dan 5 % van het netto

belastbaar inkomen (art. 200).

Meer informatie kan u bekomen bij de

administratie van het FWO.

Schenkingen en erfenissen

Jaarboek 2010 54

Een deel van zijn opdracht vervult het Fonds dankzij

financiële giften van schenkers en erflaters. Betrok-

kenen kunnen het doel en de aard van het weten-

schappelijk onderzoek vastleggen in de bepalingen

van de schenkingsakte of het testament voor zover

het onderzoeksonderwerp voldoende algemeen

gehouden wordt. De overheid heeft er voor gezorgd

dat deze gelden zeer weinig worden belast en dus

quasi integraal aan wetenschappelijk onderzoek kun-

nen worden besteed door volgende faciliteiten:

Page 57: Jaarboek - FWOJaarboek 2010 04Woord van de voorzitter Paul Van Cauwenberge Geachte lezer, Naar goede gewoonte presenteert het FWO u zijn jaarboek. Een gelegenheid om even terug te

Jaarboek 2010 55

BestuurFWO als privaatrechtelijke stichting van openbaar nut.Het volgende organigram geeft een overzicht van de verschillende structuren binnen het FWO.

RAAD VAN BESTUUR

BUREAU

VOORZITTER

FWO-EXPERTPANELS

ADMINISTRATIE

FWO IN ZIJN NATIONALE

CONTEXT – HET FFWO VOORZITTER

De Raad van Bestuur van het FWO is verantwoor-

delijk voor het aanwenden van de middelen hoofd-

zakelijk afkomstig van de Vlaamse Gemeenschap

en in mindere mate van de Federale Overheid. In

de Franse Gemeenschap bestaat symmetrisch

het “Fonds de la Recherche Scientifique F.R.S.-

FNRS”. De Raden van Bestuur van beide instellingen

besturen het Federaal Fonds voor Wetenschap-

pelijk Onderzoek (FFWO). Het FFWO bestuurt de

niet- verdeelbare middelen en enkele welomlijnde

restbevoegdheden, zoals o.m. de gemeenschap-

pelijke ruimtes van de gebouwen, sommige prijzen,

schenkingen en erfenissen.

Jaarlijks wordt op 1 oktober een nieuwe FWO-

voorzitter aangesteld. Volgens de statuten is dit om

beurt één van de rectoren van de vier grote Vlaamse

universiteiten.

Prof. Paul Van Cauwenberge is de huidige voorzitter

(oktober 2010 - september 2011).

Page 58: Jaarboek - FWOJaarboek 2010 04Woord van de voorzitter Paul Van Cauwenberge Geachte lezer, Naar goede gewoonte presenteert het FWO u zijn jaarboek. Een gelegenheid om even terug te

Jaarboek 2010 56

BUREAU

Het Bureau onderzoekt alle zaken waarover de Raad

van Bestuur moet beraadslagen, en legt die voor aan

de Raad. Ze omvatten onder meer de begroting, de

rekeningen, toekenningen van de aanvragen van de

verschillende onderzoekstoelagen en de samenstel-

ling van de Expertpanels.

Op 1 oktober 2010 bestaat het Bureau uit de

volgende leden:

• de rectoren van de vier grote universiteiten

- prof. Paul De Knop VUB

- prof. Paul Van Cauwenberge UGent

- prof. Alain Verschoren UA

- prof. Mark Waer K.U.Leuven

• de Vast Secretaris van de Koninklijke Vlaamse

Academie van België voor Wetenschappen en

Kunsten

- prof. Géry van Outryve d’Ydewalle

• twee leden van de Raad van Bestuur

- de h. Dirk Van Melkebeke , Secretaris-generaal

Dept Economie, Wetenschap en Innovatie

- N

• waarnemer

- prof. Luc De Schepper

Rector universiteit Hasselt

Sinds 2006 wordt het bureau bijgestaan door een

informele werkgroep, samengesteld uit de onder-

zoeksverantwoordelijken van alle universiteiten. De

werkgroep is vooral een denktank en een klankbord.

RAAD VAN BESTUUR

De Raad van Bestuur beslist over de voorstellen

van het Bureau i.v.m. adviezen van de Expertpanels

en wetenschappelijke commissies, werking FWO,

begroting, rekeningen ...

De Raad van Bestuur is samengesteld uit volgende

leden (op 1 oktober 2010).

• de rectoren van de Vlaamse universiteiten

- prof. Paul De Knop VUB

- prof. Luc De Schepper Universiteit Hasselt

- prof. Paul Van Cauwenberge UGent

- prof. Alain Verschoren UA

- prof. Mark Waer K.U.Leuven

• en tweede vertegenwoordiger van elk van deze

instellingen, gewoonlijk de vice-rector onderzoek

of onderzoekscoördinator

- prof. Peter Marynen K.U.Leuven

- prof. Luc J. Moens UGent

- prof. Jean-Pierre Timmermans UA

- prof. Lode Wyns VUB

Page 59: Jaarboek - FWOJaarboek 2010 04Woord van de voorzitter Paul Van Cauwenberge Geachte lezer, Naar goede gewoonte presenteert het FWO u zijn jaarboek. Een gelegenheid om even terug te

Jaarboek 2010 57

• de Vast Secretaris van de Koninklijke Vlaamse

Academie van België voor Wetenschappen en

Kunsten

- prof. Géry van Outryve d’Ydewalle

• de voorzitter van de Koninklijke Academie voor

Geneeskunde van België

- prof. Bernard Himpens

• negen gecoöpteerde leden:

- de heer André Bergen

- mevrouw Patricia Ceysens

voorzitter Commissie Economie, Economisch

Overheidsinstrumentarium, Innovatie,

Wetenschapsbeleid, Werk en Sociale

Economie van het Vlaams Parlement

- de heer André Denys

gouverneur provincie Oost-Vlaanderen

- de heer Guido Gryseels

algemeen directeur Koninklijk Museum

voor Midden-Afrika

- de heer Luc Jansegers

Administrateur-generaal Agentschap

voor Hoger Onderwijs,Volwassenenonderwijs

en Studietoelagen

- prof. Erik Van Bockstaele

Administrateur-generaal Instituut voor

Landbouw- en Visserijonderzoek

- de heer Urbain Vandeurzen

voorzitter en gedelegeerd bestuurder

LMS International

- de heer Dirk Van Melkebeke

secretaris-generaal departement Economie,

Wetenschap en Innovatie

- prof. Karel Velle

directeur-generaal Algemeen Rijksarchief

• de rector van de Koninklijke Militaire School,

als lid met raadgevende stem

- Harry Vindevogel

Generaal-majoor

• waarnemers

- prof. Martine De Clercq

rector Katholieke Universiteit Brussel

(afwisselend met de rector van Universiteit Hasselt)

- de heer Georges Stienlet

adjunct-kabinetschef minister Muyters en

inspecteur-generaal van Financiën

- mevr. Marie-Claire

directeur-Interdisciplinair Instituut voor

BreedBand Van de Velde Technologie - Gent

- de heer Noël Vercruysse

afdelingshoofd Hoger Onderwijs, departement

Onderwijs en Vorming

Page 60: Jaarboek - FWOJaarboek 2010 04Woord van de voorzitter Paul Van Cauwenberge Geachte lezer, Naar goede gewoonte presenteert het FWO u zijn jaarboek. Een gelegenheid om even terug te

Jaarboek 2010 58

WetenschappelijkAdvies

Het FWO doet voor de beoordeling van de aanvra-

gen voor mandaten en onderzoeksprojecten een

beroep op het advies van 29 vakspecifieke Expert-

panels en 1 interdisciplinair panel, die elk uit 16

experten [1] zijn samengesteld. Een meerderheid van

deze experten is verbonden aan een niet-Vlaamse

universiteit.

De 29 Expertpanels worden ondergebracht in vijf

wetenschapsgebieden:

• Gebied Biologische wetenschappen

• Gebied Cultuurwetenschappen

• Gebied Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

• Gebied Medische wetenschappen

• Gebied Wetenschap en Technologie

Deze panels vergaderen tweemaal per jaar en

brengen wetenschappelijke adviezen uit, die worden

voorgelegd aan het Bureau en de Raad van Bestuur.

Daarnaast is er een commissie “Internationale

Wetenschappelijke Contacten” die bestaat uit 14

Vlaamse leden, of gewezen leden, van Expertpanels

uit de verschillende wetenschapsgebieden. Deze

commissie geeft advies over aanvragen over het

bijwonen van congressen, verblijven in het buiten-

land, visiting postdoctoral fellowships, bilaterale

samenwerkingsovereenkomsten, wetenschappelijke

onderzoeksgemeenschappen, Europese projecten

(netwerken, EUROCORES,…) en aanvragen voor

organisatie van congressen in België. Deze commis-

sie vergadert maandelijks.

Bovendien zijn er nog een aantal adviesgroepen die

een welbepaalde opdracht hebben en advies geven

voor een specifieke onderzoekslijn (Jury Klinische

Mandaten, Levenslijn, Odysseus Jury, Big Science

Jury,…) of binnen een bepaalde samenwerking.

Deze groepen vergaderen één- of tweemaal per jaar

naargelang de noodzaak.

Voor ethische adviezen inzake experimenten op

mens en dier of het gebruik van genetische manipu-

latie, wordt een beroep gedaan op de lokale ethische

commissies van de universiteiten. Het medisch

ethisch comité van het FWO kan instaan als reflectie-

commissie.

In het raam van het dienstbetoon aan de overheid

werd de commissie Onderwijskundig Beleids- en

Praktijkgericht Onderzoek ingesteld die het depar-

tement Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap

wetenschappelijk advies verleent voor het verdelen

van de betrokken kredieten.

[1] Uitzonderingen zijn de Expertpanels Cult 4: Theologie, filosofie en

godsdienstwetenschappen en Med8: Gezondheidswetenschappen.

Deze panels tellen 18 leden, waarvan er 8 tot een instelling van de

Vlaamse Gemeenschap behoren of tot de Nederlandse taalrol van

een federale instelling.

Page 61: Jaarboek - FWOJaarboek 2010 04Woord van de voorzitter Paul Van Cauwenberge Geachte lezer, Naar goede gewoonte presenteert het FWO u zijn jaarboek. Een gelegenheid om even terug te

Jaarboek 2010 59

Gebied Biologische Wetenschappen

Bio1: Moleculaire en Cellulaire Biologie

Bio2: Functionele Biologie

Bio3: Biodiversiteit en Ecologie

Bio4: Toegepaste biologische Wetenschappen

Gebied Cultuurwetenschappen

Cult1: Taal

Cult2: Kunsten en Literatuur

Cult3: Geschiedenis, Kunstgeschiedenis en

Archeologie

Cult4: Theologie, Filosofie en

Godsdienstwetenschappen

Gebied Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

G&M1: Rechtswetenschappen en Criminologie

G&M2: Economie, Bedrijfseconomie en Management

G&M3: Psychologie, Pedagogiek, Onderwijskunde

en Sociaal Werk

G&M4: Sociale- , Politieke- en Communicatie-

wetenschappen

Gebied Medische Wetenschappen

Med1: Farmaceutische Wetenschappen en

Eiwitchemie

Med2: Genetica, Functioneel Genoomonderzoek,

Bio-informatica, Ontwikkelingsbiologie

Med3: Microbiologie en Immunologie

Med4: Kankeronderzoek

Med5: Celbiologie, Fysiologie en Fysiopathologie en

Medisch Klinisch Onderzoek van

Orgaansystemen I

Med6: Celbiologie, Fysiologie en Fysiopathologie

en Medisch Klinisch Onderzoek van

Orgaansystemen II

Med7: Celbiologie, Fysiologie en Fysiopathologie

en Medisch Klinisch Onderzoek van

Orgaansystemen III

Med8: Gezondheidswetenschappen

Gebied Wetenschap en Technologie

W&T1: Wiskundige Wetenschappen

W&T2: Fysica

W&T3: Gecondenseerde Materie en

Fysische Chemie

W&T4: Chemie

W&T5: Informatica en Kennistechnologie

W&T6: Chemische Ingenieurstechnieken,

Materiaalkunde

W&T7: Energie, Elektrotechniek, Elektronica

en Werktuigkunde

W&T8: Wetenschappen van de Aarde en

de Ruimte

W&T9: Wetenschap en Technologie van

Constructies en de Gebouwde Omgeving

Interdisciplinair Expertpanel

Page 62: Jaarboek - FWOJaarboek 2010 04Woord van de voorzitter Paul Van Cauwenberge Geachte lezer, Naar goede gewoonte presenteert het FWO u zijn jaarboek. Een gelegenheid om even terug te

Administratie

SECRETARIS-GENERAAL

dr.ir. Elisabeth Monard

INTERN BEHEER

Danny Huysmans

RAPPORTERING &

CONTROLE,FINANCIERING

& BEGROTING

Anne-Aymon Gunst

DOCUMENTENBEHEER

Danique MoorsOPERATIONELE PLANNING

Christiane Linthout

STEUN AAN

ONDERZOEKERS

dr. Hans Willems

DIENST

PERSONEELS-

ZAKEN &

BOEKHOUDING

Stephan Duray

Alain De

Dobbeleer

DIENST

AANVRAGEN EN

LOPENDE

DOSSIERS

Tanja Rubbrecht

DIENST

PLANNEN VAN

ONDERZOEKSBE-

LEID

dr. Stijn Verleyen

dr. Olivier Boehme

dr. Isabelle

Verbaeys

Kim Barbé

DIENST ICT

Geert De Pauw

DIENST

LOGISTIEK

Rob

Schouteden

Jaarboek 2010 60

Page 63: Jaarboek - FWOJaarboek 2010 04Woord van de voorzitter Paul Van Cauwenberge Geachte lezer, Naar goede gewoonte presenteert het FWO u zijn jaarboek. Een gelegenheid om even terug te
Page 64: Jaarboek - FWOJaarboek 2010 04Woord van de voorzitter Paul Van Cauwenberge Geachte lezer, Naar goede gewoonte presenteert het FWO u zijn jaarboek. Een gelegenheid om even terug te
Page 65: Jaarboek - FWOJaarboek 2010 04Woord van de voorzitter Paul Van Cauwenberge Geachte lezer, Naar goede gewoonte presenteert het FWO u zijn jaarboek. Een gelegenheid om even terug te

ColofonFonds Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen

Egmontstraat 5

1000 Brussel

Tel.:02/512 91 10

Fax: 02/512 58 90

e-mail: [email protected]

website: http://www.fwo.be

Verantwoordelijke uitgever:

dr.ir. Elisabeth Monard

secretaris-generaal FWO

Copyright

Fonds Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen

Teksten interviews:

Jan Van Pelt

Creatie en vormgeving:

Valérie Maes Consulting

Uitgegeven in april 2011

Page 66: Jaarboek - FWOJaarboek 2010 04Woord van de voorzitter Paul Van Cauwenberge Geachte lezer, Naar goede gewoonte presenteert het FWO u zijn jaarboek. Een gelegenheid om even terug te