InVorm september 2015

32
INVORM THEMA: NIEUWE BEROEPEN  "Zelfzorg en zelfma nagement enorm belangrijk" Josy van Dael, Fontys Hogeschool  "Ideeën van studen ten zijn verfrissend" Ingrid van der Horst, projectleider Werkatelier Zorg & Welzijn   "De arbeidsmarkt van de toe komst? Ronduit revolutionair!" Doekle Terpstra, aanjager landelijk Zorgpact Magazine over ontwikkelingen in zorg & welzijn in Noord-Brabant | september 2015

description

Magazine over ontwikkelingen in zorg & welzijn in Brabant | september 2015 | thema: nieuwe beroepen | Uitgave van Stichting Transvorm

Transcript of InVorm september 2015

Page 1: InVorm september 2015

INVORMTHEMA: NIEUWEBEROEPEN 

"Zelfzorg en zelfma­nagement enormbelangrijk"Josy van Dael, Fontys Hogeschool 

"Ideeën van studen­ten zijn verfrissend" Ingrid van der Horst, projectleiderWerkatelier Zorg & Welzijn  

"De arbeidsmarkt van de toe­komst? Ronduit revolutionair!"Doekle Terpstra, aanjager landelijk Zorgpact

Magazine over ontwikkelingen in zorg & welzijn in Noord-Brabant | september 2015

Page 2: InVorm september 2015

INHOUD3 COLUMN Wilma de Jong (Transvorm)

4 EXPERT Josy van Dael (Fontys Hoge­

school Mens en Gezondheid)

8 OPINIE Doekle Terpstra (aanjager

Zorgpact)

12 OVER DE GRENS Angela Rouwmaat en

Johan Neijenhuis (ROC Nijmegen)

14 TOEZICHTHOUDER Peter Castenmiller

18 VIJF VRAGEN AAN Jef Pelgrims (voorzit­

ter raad van bestuur tanteLouise-Vivensis)

20 IN BEELD Zora de zorgrobot

22 DOSSIER Ontwikkelingen opleidingen

mbo en hbo

23 COLUMN Martin van Berloo (Transvorm)

24 INTERVIEW Ingrid van der Horst over Het

Werkatelier

28 KORT NIEUWS

29 COLUMN Piet Verrijt (Transvorm)

30 PERSONALIA

14

18

24

2

Page 3: InVorm september 2015

INHOUDVAN DE VOORZITTER

Wilma de Jong

Colofon

Titel InVorm, magazine over ontwikkelingen in zorg & welzijn in

Noord-Brabant

Uitgever Stichting Transvorm

Abonnementsgegevens gratis voor bestuurders, managers en

beleidsmakers van zorg- en welzijnsorganisaties, overheid en

onderwijs in Noord-Brabant. Abonnementen en losse nummers

zijn op te vragen via [email protected] 

Frequentie verschijnt 3 keer per jaar

Omvang 32 pagina's

Oplage 2.000 exemplaren

Teksten Andrea van Geenen, Hans Horsten, Jelka van Eijk, Martin

van Berloo en Simone van Halen

Fotografie Joris Buijs, Jeroen de Jong en John Schouten / Beeld

Werkt

Eindredactie en advertentie-exploitatie Simone van Halen, Anne-

Rieke de Haan en Marloes Daamen, Transvorm

Redactie- en advertentieadres

Postbus 4275

5004 JG Tilburg

T 088 144 40 00

E [email protected]

I www.transvorm.org

Productie en verspreiding Editoo, Arnhem

Beroepen veranderenBeroepen komen en beroepen gaan. Een beroep als kolenboerbestaat niet meer en vijftig jaar geleden hadden we nog nooitvan een ICT-er gehoord. Dat hoort bij ontwikkeling. Er zijn ookberoepen die wel blijven maar toch veranderen. De chirurgijnvan de middeleeuwen met aderlaten als therapie is niet meerte vergelijken met de huidige arts. Ook de beroepen in Zorg en Welzijn veranderen, zoals in ditthemanummer op diverse plaatsen naar voren komt. Meercommunicatieve vaardigheden worden gevraagd om mensente ondersteunen in het zelf regie voeren. Daarnaast zullennieuwe beroepen ontstaan die zorg en technologie met el-kaar verbinden. Wat die technologie allemaal in gaat houdenkunnen we niet voorzien, maar als ontwikkelingen net zo snelgaan als de afgelopen jaren, zal het heel veel zijn. Goed datmen bezig is nieuwe opleidingen te ontwikkelen. Ik denk echter dat de uitdaging om iedereen die nu werkt inZorg en Welzijn mee te nemen in de nieuwe vragen nog veelgroter is. Hoe zorgen we dat huidige medewerkers meer kun-nen netwerken met familie in buurten en wijken? Hoe zorgenwe dat medewerkers technologie gaan zien als waardevolleaanvulling voor cliënten om zo lang mogelijk zelfstandig teblijven? Ik merk keer op keer dat men cliënten onderschat op dat ter-rein. Ze zouden het niet kunnen of niet prettig vinden. Ooklijkt het of men dit ziet als een bedreiging van het eigen werk.Kortom: veel werk aan de winkel om iedereen toe te rusten opde nieuwe dingen die men van ons vraagt. Wilma de Jongvoorzitter raad van toezicht Transvorm

3INVORM | september 2015

Page 4: InVorm september 2015

4

EXPERT

Page 5: InVorm september 2015

ties aan de medische kennis worden ge-koppeld om te kunnen beredeneren welkevolgende stappen genomen moeten wor-den. Die koppeling ontbreekt momenteel,net als het stellen van de juiste vragen aande zorgvrager om tot een goede verpleeg-kundige diagnose te komen." Systematiek CanMEDS geeft doorlopendeleerlijnDe nieuwe bachelor hbo-v maakt gebruikvan de CanMEDS-systematiek en classifi-ceert het verpleegkundig beroep zodoendeop een nieuwe manier. Deze systematiek isafkomstig uit de medische wereld. De rolvan zorgverlener staat centraal en daar-omheen bevinden zich zes andere rollen.Deze liggen op de volgende competentie-gebieden: medisch handelen, communica-tie, samenwerking, kennis & wetenschap,maatschappelijk handelen, organisatie enprofessionaliteit. De CanMEDS-rollen vinden hun oorsprongin Canada. "Voor ons vakgebied vormen deAngelsaksische landen een voorbeeld.

Door volgens dezelfde systematiek te wer-ken, leggen wij verbindingen en dat steltons in staat verder te professionaliseren.Dit sluit aan bij de ambitie van het hbo-on-derwijs om verder te internationaliseren."

Doordat de Master advanced nurse practi-ce (MANP) ook met de CanMEDS-rollenwerkt, ontstaat een mooi doorlopendeleerlijn. Ook de aansluiting met het mbo verbetert.Dit heeft te maken met het NLQF-kader,een hbo-typering volgens het Europesekwalificatiekader. Het NLQF-kader telt achtniveaus en het mbo bevindt zich op niveauvier. Niveau 5 vormt het tweejarige tussen-niveau. De hbo-verpleegkundige met eenBachelor of Nursing heeft NLQF-niveau 6.Daarna komt de master op niveau 7 en totslot de postdoc op niveau 8.De studenten die dit jaar gestart zijn methet huidige leerplan hbo-v behalen overi-gens ook NLQF-niveau 6. T-shape profiel bevat ook dieptekennisEen van de belangrijkste trends die in hetnieuwe opleidingsprofiel wordt omschre-ven, is een generalistische beroepsuitoefe-ning. Doel hiervan is dat toekomstigehbo-verpleegkundigen na diplomering inieder zorgwerkveld aan de slag kunnen.

Josy van Dael: "De verpleegkundige van detoekomst is een zogenaamde T-shape pro-fessional. Dit houdt in dat zij goed ontwik-kelde hbo-vaardigheden heeft, zoals vaar-digheden op het gebied van communicatie

Het nieuwe opleidingsprofiel is in 2015 op-geleverd en is meer generalistisch vanaard, zodat de hbo-verpleegkundigen vande toekomst makkelijker multi-inzetbaarzijn. Josy van Dael is opleidingsmanagerhbo-v bij Fontys Hogeschool Mens en Ge-zondheid en als zodanig lid van het dage-lijks bestuur van LOOV. Zij vertelt dat detrends die in het nieuwe opleidingsprofielstaan heel herkenbaar zijn voor hbo-instel-lingen. "Het profiel sluit goed aan bij deveranderingen in de maatschappij op hetgebied van zorg, zoals meer aandacht voorpreventie." Benodigde veranderingenHet opleidingsprofiel vormt de basis voorhet toekomstige hbo-v onderwijs. Voor deontwikkeling van het nieuwe leerplanhbo-v is een projectteam samengesteldonder de naam Fontyn. Dit leerplan wordtnaar verwachting ingevoerd in het school-jaar 2016-2017. Josy van Dael is opdracht-gever voor het project Fontyn. "Een van demaatschappelijke trends is de verplaatsingvan de focus op ziekte naar de focus opmogelijkheden", vertelt ze. "We kijken hoeiemand met zijn aandoening om kan gaanen welke hulp hij daarbij nodig heeft. Zelf-zorg en zelfmanagement worden enormbelangrijk. Aansluitend daarop zullen ver-pleegkundigen in de toekomst veel meerpersoonsgericht gaan werken om zo dezorg nog beter op de zorgvrager te kunnenafstemmen. Dat vergroot de kwaliteit vanzorg." Ze voorziet een integratie van eenvaardigheid als klinisch redeneren. "Dit be-tekent dat eigen observaties en interpreta-

Veranderingen zorgveld vragenom nieuw hbo-v leerplan

Van een focus op ziekte en zorg verandert het zorgveld steeds meer naar het bevorderen van gezondgedrag. Daarnaast wordt in de participatiemaatschappij interprofessionele samenwerking steeds belang-rijker. Het opleidingsprofiel voor hbo-verpleegkunde sloot hier niet meer goed genoeg op aan. Daaromhebben zeventien opleidingen hbo-verpleegkunde in opdracht van het Landelijk Overleg Opleidingen Ver-pleegkunde (LOOV) een nieuw toekomstgericht opleidingsprofiel ontwikkeld voor verpleegkundigen,verpleegkundig specialisten en verzorgenden. Dit leerjaar wordt het profiel vertaald in een nieuw hbo-vleerplan.

"Leren en werken zullen veel meerhand in hand gaan"

5INVORM | september 2015

EXPERT

Page 6: InVorm september 2015

rend alert moeten zijn op kwaliteitsissuesdie zich in hun zorgsetting voordoen. "Zijmoeten een onderzoekende houding heb-ben. Continu moeten zij de wil hebben omde beste oplossing voor een zorgvraag tevinden, en deze ook kunnen onderbouwen.Het gevolg hiervan is dat zij bijblijven."Het zorgveld verandert in rap tempo. "Dewereld staat niet stil en je loopt hopeloosachter wanneer je je kennis een aantaljaren niet bijspijkert. Bij- en nascholingworden dan ook almaar belangrijker." Ookflexibiliteit binnen de verschillende beroe-penvelden van verpleegkunde is een aan-dachtspunt voor de toekomst. "We willendat verpleegkundigen eenvoudiger inzet-baar worden op een aangrenzend specia-lisme. Zij moeten bijvoorbeeld gemakkelijkvan de eerste hulp naar de IC kunnen over-schakelen. Dit willen we realiseren doordathun vaardigheden zo zijn ontwikkeld, datzij zich heel gemakkelijk nieuwe kenniseigen kunnen maken." Flexibiliteit in beroepenDoordat de verpleegkundigen ook op aan-grenzende domeinen kunnen worden in-gezet, wordt het eenvoudiger om mee tegaan met maatschappelijke ontwikkelin-gen. Josy van Dael noemt een voorbeeld."Momenteel ligt de focus op wijkgerichte

en interprofessionele samenwerking. Dezegenerieke vaardigheden zijn noodzakelijkom met alle verschillende disciplines om tekunnen gaan en bevinden zich in de hori-zontale balk van de letter T. De stam staatvoor de dieptekennis, denk aan specialisti-sche kennis over wijkgerichte zorg, geria-trie of GGZ." Deze ontwikkeling sluit aan bij de maat-schappelijke trend waarin de intra- en ex-tramurale zorg steeds complexer worden."De helpenden en verzorgenden tot enmet niveau 3 zien we steeds minder, enzorg wordt zowel generalistisch als specia-listisch. De eerste twee leerjaren van hetleerplan zullen wat algemener van aardworden en vervolgens brengen we meerdieptekennis aan." Leven lang leren om bij te blijvenEen van de belangrijkste generalistischevaardigheden is dat studenten voortdu-

"Het T-shape-profiel staat voorgeneralisatie én specialisatie"

zorg en horen we tegelijkertijd steedsvaker signalen over verwarde mensen opstraat die dringend hulp nodig hebben. Dekans bestaat dat dit over enkele jaren opwijkniveau meer aandacht krijgt en erwijkverpleegkundigen nodig zijn met eenggz-specialisatie. Wij willen niet meer op-leiden voor alle specialismen, maar ervoorzorgen dat verpleegkundigen flexibel in-zetbaar zijn en aansluiten bij wat nodig isin de maatschappij." Dit kan door de in-houd van het leerplan voortdurend te blij-ven verbeteren. "Het moet mogelijk zijnbepaalde onderdelen continu aan te pas-sen, terwijl het grote raamwerk blijftstaan." Grotere rol praktijkleren samen metwerkveldOmdat ook binnen het hbo-onderwijspraktijkleren een steeds belangrijkere rolkrijgt, vindt Josy van Dael het van groot be-lang om de samenwerking met de regio-

nale zorg- en welzijnsorganisaties verderte ontwikkelen. Het uiteindelijke curricu-lum zal dan ook vorm krijgen in samen-spraak met het werkveld. "Onze studentenlopen stage bij zo’n 60 verschillende zorg-instellingen en uiteraard werken we algoed samen. Voor het nieuwe leerplan wil-len we echter nog een stap verder gaan.Daarbij denken we onder andere aan hetontwikkelen van leergemeenschappenwaarin we samen met enkele andere on-derwijsinstellingen én zorginstellingennieuwe kennis genereren en uitwisselen. Ook proberen we het zorgveld zo veel mo-gelijk bij het nieuwe leerplan te betrekken.In onze stuurgroep zitten vertegenwoordi-gers van diverse zorginstellingen. We or-ganiseren veel werkveldbijeenkomsten enworkshops met mensen uit het werkveld.Daar luisteren we goed naar wat hen be-zighoudt. Vervolgens bespreken we hoewe dat in het nieuwe leerplan kunnenmeenemen. Wij willen van het werkveldweten welke mogelijkheden er zijn en watvoor vragen er bij hen spelen. Wat zoudenzij graag anders willen zien?" Daarnaastdenkt Josy van Dael ook aan meer gastdo-centen die veel inhoudelijke kennis bezit-ten, bijvoorbeeld over psychiatrie. 

De veranderingen inhbo-v uitgelegd Van een focus op ziekte en zorg ver-andert het zorgveld steeds meer naarhet bevorderen van gezondheid engezond gedrag. Dit betekent dat in-terprofessioneel samenwerken steedsbelangrijker wordt. Veel zorg ver-schuift van intramuraal naar extra-muraal en het beroep wijkverpleeg-kundige is nieuw leven ingeblazen. Erzijn meer patiënten die meerdere aan-doeningen hebben en dat maakt dezorg steeds complexer.Technologische ontwikkelingen zoalse-health en domotica zorgen ook voorde nodige veranderingen, net als hetfeit dat patiënten tegenwoordig mon-diger zijn en beter geïnformeerd wil-len worden. Dit alles betekent datook het beroep van verpleegkundigeer in de toekomst gedeeltelijk andersuitziet. Daarom wordt de opleidinghbo-verpleegkunde vernieuwd. 17 hogescholen met een opleiding ver-pleegkunde hebben gezamenlijk hetnieuwe opleidingsprofiel Bachelor ofNursing 2020 ontwikkeld. Dit nieuweprofiel sluit aan op het in 2012 door deberoepsorganisatie V&VN gepresen-teerde beroepsprofiel Verpleegkundi-ge. Alle bachelor opleidingen ver-pleegkunde starten nu met de ver-nieuwing van hun curricula en gaansamen met de zorgaanbieders hetkeuze-onderwijs en de stages vorm-geven.Vanaf september 2016 worden de eer-ste studenten volgens de nieuwe cur-ricula opgeleid. Een grote verande-ring in het nieuwe opleidingsprofiel isdat het accent op generalistische be-roepsuitoefening ligt. Dit houdt in datde nieuwe hbo-verpleegkundige inalle sectoren van de Zorg aan de slagkan. Een andere belangrijke wijzigingis dat de huidige aanduiding niveau 5vervalt en de hbo-verpleegkundigemet een Bachelor of Nursing niveau 6heeft. Daarbij komt dat het onderzoe-kend vermogen van de verpleegkun-dige wordt versterkt. Opleidingen zul-len structureel samenwerken met re-gionale zorgorganisaties en hun on-derwijsaanbod afstemmen op de regi-onale context. Ook belangrijk is dathet nieuwe opleidingsprofiel snel kan

6

EXPERT

Page 7: InVorm september 2015

Onderwijs en praktijk gaan hand in handUiteraard blijven er ook veel dingen gelijkin het verpleegkundig beroep. "De veran-deringen betreffen net wat andere kadersen we gaan meer richting praktijkleren.Onze visie daarop draait echter niet met180 graden, maar is eerder een logisch ge-volg van wat we al deden. We gaan ervoorzorgen dat we nóg beter aansluiten bij hetzorgveld." Een van de veranderingen zalbijvoorbeeld zijn dat leren en werken watmeer hand in hand gaan. "In plaats vaneen half jaar onderwijs dat gevolgd wordtdoor een half jaar stage, zullen die tweemeer geïntegreerd vorm krijgen. De stage-periode zal naar verwachting wat langerworden en minder dagen per week be-slaan. Een deel van het onderwijs kan in dezorgsetting gevolgd worden met mensenuit de praktijk. Aansluitend volgt de theo-rie." Regionale kennisHet regionale curriculum moet vanaf2016-2017 optimaal aansluiten bij de toe-komstige kennisbehoefte van werkgeversin de regio in 2020. Ook moeten opleidin-gen dan structureel samenwerken met re-gionale zorgorganisaties. Het is dus vangroot belang dat het onderwijsaanbod opde regionale context wordt afgestemd.

Hoe dat precies wordt ingevuld, is nog nietbesloten. "Als je denkt aan de regioZuidoost-Brabant, dan weet je al dat tech-nologie daarin een belangrijke rol gaat

spelen. Technologie is ook een belangrijkhulpmiddel bij zorgverlening. Denk alleenal aan de ontwikkelingen op het gebiedvan domotica en robotica in de thuiszorg.Als je kijkt naar wat deze regio nodig heeft,kom je mogelijk ook uit bij ouderenzorg,want vergrijzing speelt hier een grotere roldan in andere regio’s." Nieuwe beroepen op snijvlak zorg enwelzijnHet nieuwe leerplan is gericht op het jaar2020. Toch wordt er ook al verder gekeken,zelfs tot het jaar 2030. "We monitorenvoortdurend wat er zich in de maatschap-pij afspeelt en hoe we daar als school goedop kunnen inspelen. Zorgverlening zal dannog meer met preventie en het stimulerenvan gezond gedrag te maken hebben. Dithoudt in dat we veel meer met andere stu-

"De wereld staat niet stil; bij- en nascholingworden dan ook steeds belangrijker"

dies gaan samenwerken. Ik voorzie eenzeer belangrijke samenwerking met socialstudies waaronder SPH, omdat op het snij-vlak van zorg en welzijn heel wat bewegin-

gen zullen ontstaan. Daarbij kun je nu aldenken aan de bachelor toegepaste geron-tologie. Eigenlijk is dat al een nieuw be-roep. Daarnaast zie je steeds meer vergrijzing inde verstandelijk gehandicaptenzorg enkrijgen verstandelijk gehandicapten daar-door ook vaker te maken met ouderdoms-ziekten. En kijk je naar jeugdzorg, dan zieje dat er ook veel welzijn bij komt kijken,omdat er veel zorggerichte vragen komendie vaak gerelateerd zijn aan verzekerings-vragen. Al dit soort ontwikkelingen wijzenerop dat onderwijs waarin de verbindingtussen zorg en welzijn wordt gelegd, detoekomst heeft."

7INVORM | september 2015

EXPERT

Page 8: InVorm september 2015

Doekle Terpstra (59) is gepokt engemazeld als bestuurder op diversebeleidsterreinen. Van 1980 tot 2005werkte hij in diverse functies bij CNV.Tijdens de laatste zes jaar was hijvoorzitter van de Vakcentrale en eenbekend gezicht bij het polderoverlegtussen werknemers, werkgevers enoverheid. Daarna was hij van 2005 tot2010 voorzitter van de HBO-raad.Verder was hij bondsvoorzitter van deschaatsbond KNSB en stelde hij ordeop zaken bij Hogeschool Inhollandwaar een bestuurs- en vertrouwens-crisis heerste. Hij heeft daarnaast eenadviesbureau. 

8

OPINIE

Page 9: InVorm september 2015

"Samenwerken is het nieuweconcurreren"

Het kabinet kwam onlangs met het landelijke Zorgpact. Het wil daarmee zorgorganisaties, gemeenten enonderwijs de kans bieden zelf mee vorm te geven aan de transformatie die in deze sector gaande is. Aan-jager Doekle Terpstra gaat op tournee langs deze partijen en wil in het veld op zoek naar elan, best casesen nieuwe ideeën. "Het zal in Nederland zes, zeven jaar zal duren voor we de vruchten van de kantelingkunnen plukken."  

De Zorg anno nu is misschien nog wel hetbest te vergelijken met een slapende vul-kaan: veel gerommel, maar gelukkig komthet niet tot een échte uitbarsting. Er gaatbijna geen week voorbij of incidenten rondde pgb's en de jeugd- en ouderenzorg do-mineren de media. Ook Doekle Terpstra,aanjager van het onlangs gelanceerdeZorgpact, constateert dat Zorg en Welzijnnogal eens in de vuurlinie van de publici-teit liggen. "Laat ik voorop stellen: iedereburger die op dat terrein tussen wal enschip valt, is er één teveel. Als samenlevingmoet je daar scherp op zijn en kritiek heb-ben mag. Als het maar niet uitmondt ingestold wantrouwen. Een handicap is datde debatten over wat er momenteel speeltbinnen de sector zorg en welzijn zó gepoli-tiseerd worden dat ze de beeldvorming ende agenda bepalen. Terwijl we met dezorgtransitie en de overheveling van takenvan rijk naar gemeente en regio kunnenspreken van een van de grootste politiekedilemma’s van de laatste tientallen jaren.Het is dan niet zo vreemd dat zo’n ingrij-pende operatie veel vraagt van de burgersen de Zorg in ons land." Volgens Terpstra is het in dit verband nut-tig even achterom te kijken. "Neem de de-centralisaties die we al achter de rug heb-ben: in de aanloop was de angst dat heteen soort millenniumbug zou worden. Inwerkelijkheid is het reuze meegevallen enbleek na 1 januari de continuïteit van dezorg toch goed geborgd te zijn. Grossomodo kreeg ieder individu de zorg waar hijof zij recht op had. Ik vind dat de sectordaar een groot compliment voor verdient.En natuurlijk waren er links en rechts deonvermijdelijke drama’s omdat het bij be-paalde personen fout ging. Daardoor

schuurt het soms. Maar laten we eerlijkzijn: vroeger, in het oude bestel, deden diedrama’s zich ook voor. Belangrijk is dat wedoor die incidenten heen kijken en degrote beweging niet loslaten. Die houdt indat we de zorg dichter bij de burger willenbrengen. Zo’n transformatie vraagt tijd engeduld, dat zien we ook bij voorbeelden inhet buitenland. Zoals in Scandinavië, waarhet zes, zeven jaar duurde voordat de om-slag goed verteerd was. Ik denk dat het inNederland net zo’n tijd zal duren voor wede vruchten van de kanteling kunnen pluk-ken." Gouden driehoekDe aanjager van het Zorgpact is een erva-ren bestuurder die van vele markten thuisis. De laatste jaren duikt hij ook in de zorg-wereld op. Zo maakt hij onder meer deeluit van de Transitiecommissie Sociaal Do-mein, die de effecten van de grote veran-deringen op dat terrein in kaart brengt enrijk en gemeenten daarover gevraagd enongevraagd van advies dient. "Toen staats-secretaris Van Rijn van VWS mij voor defunctie van aanjager vroeg, ben ik goedom me heen gaan kijken. En wat je danziet is dat elke burger van dit land wel ietsmet zorg heeft. Familie, ouders, kinderen,vrienden, overal in je sociale omgevingduikt die zorgbehoefte op. Wat je ookmerkt, is dat de uitgangspunten van diezorg van de toekomst niet worden bestre-den. Noch door de burger, noch door deprofessional. De roep om meer zelfred-zaamheid, de verschuiving van institutio-neel naar mantelzorg en hulp door socialenetwerken dichtbij, de opkomst van nieu-we beroepen en meer technologie in dezorg; het besef dat dit allemaal te gebeu-ren staat is bij iedereen aanwezig. Maar

besef is iets anders dan urgentie. De ver-anderingen vragen om andere vaardighe-den van de professionals. Om zorgprofessi-onals nu en in de toekomst in staat te stel-len de beste zorg te kunnen bieden, moe-ten zorgopleidingen meebewegen met deveranderingen. Daarom dit Zorgpact. Ik wilhelpen te zorgen dat de beweging die hier-voor nodig is van onderop tot stand komt.Te beginnen bij de spelers in de GoudenDriehoek: gemeenten, zorgorganisaties enhet onderwijs. Zij zijn professioneel gezienhet nauwst bij die transformatie betrok-ken en moeten waar mogelijk zelf hetvoortouw nemen. Laat ze maar komenmet voorstellen, ideeën en best cases. Daarkunnen de anderen weer van leren." Helemaal nieuw is de taak die Terpstrasinds de zomer in de zorg vervult voor hemniet. Hij is sinds voorjaar 2014 ook in deweer als aanjager van het landelijk Tech-niekpact. "Dat pact loopt als een trein, daarkrijgen we zelfs over de grenzen applausvoor. De kracht van dat ‘zwaan-kleef-aan--model’ is dat het een appèl op regionalesamenwerking doet. Op dat niveau makende werkgevers en onderwijsinstellingen deafspraken die nodig zijn om de technischeberoepen en vakken in onze maatschappijopnieuw de prominente plek te geven dienodig is voor onze economische concur-rentiepositie. Het Zorgpact van de minis-ters van VWS en OCW moet eveneens inregionale convenanten worden vertaald.Ook in de Zorg hoort de regierol bij deregio te liggen. Het is een schaal waaroppartijen elkaar goed kennen. Dat voorkomtabstract gepraat; je kunt meteen zien wathet oplevert en boter bij de vis eisen." Bra-bant kent inmiddels al een eigen zorgpact.Terpstra heeft daar bij een bezoek aan de

9INVORM | september 2015

OPINIE

Page 10: InVorm september 2015

provincie al kennis van genomen. "Het zieter goed uit, maar is een werkgeverspact endaardoor toch iets eenzijdiger van opzet.Maar de regionale gedachte die erachterzit, is ook de ordening die mij bij het Zorg-pact voor ogen staat. Waarbij ik niet be-paal wat de geografische grens is voor die

regio. In Friesland is dat misschien de pro-vincie, in Amsterdam de stad. Het gaat omde samenhang, de context. Die is in Lim-burg heel anders, dan bijvoorbeeld in Rot-terdam. Als ik naar Brabant kijk, ligt eendeling in de regio’s West- en Oost-Brabantop het eerste gezicht voor de hand. Maarhet kunnen er ook meer zijn; het is aan debetrokken partijen om dat uit te maken." Publieke opdrachtVolgens Terpstra is er op regionaal vlak be-hoefte aan bevlogen ambassadeurs diezo’n zorgdeal over de drempel kunnen til-len. "Types met autoriteit en overtuigings-kracht die de mouwen opstropen en de kar

willen trekken. Het is mij om het even wiedat zijn. In Zwolle is het een onderwijsbe-stuurder, in Brabant een directeur van eenzorginstelling, in Haarlem een wethouder.Het kan ook een gedeputeerde zijn. Maarje hebt mensen nodig, met gevoel voor deZorg, die de noodzaak van de veranderin-

gen duidelijk maken aan iedereen die bijdie branche betrokken is. Die laten zien datwe daar als maatschappij en burgers eenbetere zorg voor terug krijgen. Er zijn trou-wens al hele goede voorbeelden van dezetransitie in het land voorhanden. Bijvoor-beeld de vier broedplaatsen waarin diversepartijen samenwerken om de burger opti-male zorg te verlenen. Het belang van hetinstituut is daarbij ondergeschikt. Elke in-stelling moet nu echt goed nadenken watzijn publieke opdracht is. Samenwerken ishet nieuwe concurreren." Het nationale Zorgpact werd kort voor dezomer gelanceerd met een pamflet waarin

de Zorg werd opgeroepen om vanuit debasis ‘coalities van goedwillenden’ te gaansmeden. Terpstra: "Het idee daarachter isdat de vernieuwing van de zorg een zachtelanding krijgt. Dat lukt het best als je deeigen dynamiek van de sector aanspreekt.Het pamflet is activistisch van toon. Dat isbewust zo gedaan; regionale samenwer-king is niet alleen praten, het is vooral ookdoen. De timing zo kort voor de vakantiewas wat ongelukkig. Toch ben ik tevredenover de respons en de reacties tot nu toe.Er ligt inmiddels een concrete doelstellingvan mijn kant: voor eind dit jaar moeten ervijf regionale zorgpacten uitgewerkt zijn.Die kunnen dan weer als voorbeeld dienenvoor de rest." Inmiddels heeft de duvelstoejager metvakbondswortels enkele maanden aan-dachtig rond kunnen kijken in een sectordie grondig op de schop gaat. Zijn impres-sies? "Vier zaken zijn mij bijzonder opge-vallen. Allereerst: veranderingen gaan nogsneller dan we al dachten. Twee: qua aarden structuur zijn er in het zorglandschapwel heel veel organisaties, instellingen eninstituten actief. Drie: goede wil tref ikoveral aan, maar er is nog te weinig daad-kracht bij het oppakken van de transitie.

"Ik voorzie opnieuw personeelstekorten in de zorg"

10

OPINIE

Page 11: InVorm september 2015

Vier: Welzijn is veel relevanter dan ikdacht. Als we van ‘zorgen voor’ naar ‘zor-gen dat’ willen, hoort daar ook een stevigeparagraaf Welzijn bij. Ik heb de indruk datdit aspect in het zorgdebat nog onderbe-licht is." State of the artRonduit revolutionair noemt hij de ontwik-kelingen die op de arbeidsmarkt van detoekomst spelen. Met name de oprukken-de technologie zal een nog grotere impacthebben op het werk in de Zorg dan tot opheden werd aangenomen. Bestaande be-roepen zullen compleet verdwijnen omplaats te maken voor volledig nieuwe pro-fessies. Andere ambachten zullen ingrij-pend van inhoud, karakter of werkterreinveranderen. "Ik was wel wat naïef toen ikme voor het eerst over dit thema boog.Zou het werkelijk zo ingrijpend zijn, als iklinks en rechts om me heen hoorde? Nuben ik ervan overtuigd dat we aan de voor-avond staan van een gezondheidszorg dievoor een groot deel technologiegedrevenzal zijn. Ik zie ze voorbij komen; de contrac-ten van de Siemensen van deze wereldover het leasen van dure, state of the art medische apparaten. Technologie wordtde ruggengraat van de bedrijfstak." De gevolgen voor de werkgelegenheid inde Zorg laten zich volgens Terpstra nietmeteen in ronde getallen vertalen. "Iksprak laatst met een manager van eengroot ziekenhuis. Hij liet me zien dat hetziekenhuis van de toekomst eigenlijk voor-al een technische werkplaats wordt. Daarvinden alleen nog de ingewikkelde medi-sche handelingen plaats, de verzorgingvan de patiënt verplaatst zich naar elders.

Dan heb je die verpleegkundigen die in deeerste lijn werken niet meer in een zieken-huis nodig, maar op een andere plek, inwijkteams bijvoorbeeld. We zullen daarommeer naar de vraagkant moeten kijken.Wat is er werkelijk nodig aan zorg vooronze burgers, en welke beroepen horendaarbij? Ik voorzie over een tijdje opnieuwtekorten aan personeel in de Zorg. De ver-grijzing stelt specifieke eisen aan het werken er zijn meer mensen met kennis van ICTnodig. We kennen de vakken van werktuig-bouwkundig en elektrotechnisch ingeni-eur. Wie weet komt daar straks het beroepbij van zorgingenieur."

"Het zorgonderwijs laat kansen liggen"

ZorgrobotDe aanjager van het Zorgpact weet dat bo-venstaande gang van zaken morele enethische vragen oproept in de samenle-ving. Krijgen we straks massaal eenzorgrobot over de vloer en elektronisch ofdigitaal aangedreven handjes aan het bed?"Voor de één is de opmars van technologiein de Zorg een angstbeeld, voor de andereen visioen. Wanneer het allemaal gaatgebeuren weet ik ook niet exact, maar dathet gaat gebeuren staat buiten kijf. Allemedewerkers in de Zorg zullen meer mettechnologie te maken krijgen. Tegelijker-tijd blijft de zorg in essentie mensenwerk,bij uitstek het domein van personen die in-trinsiek gemotiveerd zijn om anderen tehelpen. Want met technologie los je geenvraagstukken van aandacht, warmte enhet delen van verdriet op. Die horen bijonze aard en natuur en dat zal zo blijven." En dan de positie van het onderwijs, be-oogd sleutelspeler in de transformatie. "Ikwas onlangs in gesprek met een zorgaan-bieder die was uitgenodigd om een nieu-we ‘zorghuiskamer’ van een ROC te komenbezoeken, waar leerlingen konden oefe-nen. De school zelf was er uitermate trotsop, maar de zorgaanbieder vond het alle-maal old fashioned. Misschien dat daar welde schoen wringt; er is te weinig samen-werking tussen onderwijs en zorgsector.Een punt is verder dat men zonder meerkansen laat liggen. Er wordt bijvoorbeeldte weinig gebruik gemaakt van het Regio-nale Investeringsfonds voor het mbo. Enneem de Centers of Expertise en Centravoor Excellent Vakmanschap. Er zijn er inNederland inmiddels rond de honderd vanzulke instellingen in alle denkbare bedrijfs-

takken. Maar binnen de zorgsector kom jeer maar één of twee tegen. Het is belang-rijk dat het Platform Bètatechniek zich in-middels aangesloten heeft bij het Zorg-pact. Dat kent een regionale infrastructuuren weet hoe je zo’n samenwerking in el-kaar zet. Partijen in de Zorg kunnen daarhun voordeel mee doen."

Zorgpact Brabant Op initiatief van een ‘kopgroep’ vanbestuurders van zorgorganisaties enbestuurders vanuit werknemersorga-nisaties (NU’91, CNV Publieke Zaak enFBZ) is sinds begin 2014 het ZorgpactBrabant actief. Het doel van het Zorg-pact Brabant is vergelijkbaar met hetinitiatief van het kabinet: het samen-werken aan concrete acties om depersonele gevolgen van de transitiezo goed mogelijk op te vangen. Van-uit het Zorgpact Brabant is het afgelo-pen anderhalf jaar onder andere het'Sectorplan Zorg en Welzijn Noord--Brabant' ontwikkeld en ingediend.Ook zijn op regionaal niveau bijeen-komsten georganiseerd waar met zor-gorganisaties uit de regio, vertegen-woordigers van gemeenten en onder-wijsorganisaties is overlegd hoe debezuinigingen zo goed mogelijk kun-nen worden opgevangen. Het landelijk zorgpact is een onder-steuning van de aanpak die in Noord--Brabant al is ingezet. Met DoekleTerpstra is de afspraak gemaakt omverder gezamenlijk op te trekken. Zois bijvoorbeeld de afspraak gemaaktdat tenminste één regio in de provin-cie Noord-Brabant als regionaal Zorg-pact mee gaat doen in de landelijkeaanpak en zodoende kan profiterenvan de kennis en contacten die lande-lijk aanwezig zijn. Zie ook www.zorgpactbrabant.nl                    

11INVORM | september 2015

OPINIE

Page 12: InVorm september 2015

Unieke opleiding mboVerpleegkundige-Euregio

Verpleegkunde met internationale allure

Internationalisering is dé trend in veel marktsectoren. Naast de grote multinationals gaan ook kleinerebedrijven de grens over. Ook de sector zorg internationaliseert, zorgconsumenten trekken zich bijvoor-beeld steeds minder aan van landsgrenzen. De arbeidsmarkt binnen de sector betitelen we daarentegenvaak als een regionale of lokale markt. Negeren we daarmee we een trend? Laten we internationale kan-sen liggen? Transvorm ging in gesprek met onderwijsmanager Angela Rouwmaat en coördinator interna-tionalisering Johan Neijenhuis van het ROC Nijmegen.

In februari 2015 is het ROC Nijmegen ge-start met een eerste groep studenten aande opleiding mbo Verpleegkundige-Euregio. Het unieke aan deze opleiding isde internationale oriëntatie. Tijdens dezegrensoverschrijdende opleiding volgenstudenten langdurige stages bij ziekenhui-zen in Duitsland en België; vooralsnog inMünster, Emmerich, Leuven en Mechelen.

Deze stages starten al vanaf het eersteleerjaar, in september beginnen de eerstestageperiodes. Daarnaast is het in hetderde leerjaar mogelijk een stage van tienweken te lopen in een ander land in of bui-ten Europa. In totaal lopen studententachtig weken stage in het buitenland. Hettheoretische deel van de opleiding volgende studenten in Nijmegen.

Stageproblematiek in NederlandDe verpleegkunde-opleidingen in Neder-land kampen met een tekort aan stage-plekken. Daardoor zijn scholen verplicht deinstroom in deze opleidingen te beperkenen worden veel geïnteresseerde jongerenniet toegelaten tot de verpleegkunde-opleiding. Ook ROC Nijmegen kampt metdergelijke problematiek. Angela Rouw-

12

OVER DE GRENS

Page 13: InVorm september 2015

voor extra inspanningen. Angela Rouw-maat daarover: "De Euregio opleidingvraagt meer van studenten dan de regulie-re verpleegkunde opleiding. Denk aan demate van zelfstandigheid en dergelijke. Ditzie je terug in het soort studenten dat deopleiding wil volgen. We richten ons bij-voorbeeld nadrukkelijk op 'afstromers' uitde hbo Verpleegkundige opleiding of stu-denten die al op een andere manier be-paalde competenties ontwikkeld hebben.Ook van de opleiding vraagt het meer: sta-geopdrachten moeten herschreven wor-den in correct Duits, er is extra begeleidingvanuit school op de stageplek en stagebe-geleiders moeten verder reizen. Maar ookvan de stageverlenende samenwerkings-partners vraagt het extra inspanningen. Zijkrijgen te maken met een andere con-structie van leren, begeleiden en beoorde-len. In Duitsland zijn bijvoorbeeld alle stu-denten óók werknemer, vergelijkbaar metde Nederlandse BBL-constructies. Het be-geleiden van de Nederlandse studentenvraagt daarmee om aanpassings- en inle-vingsvermogen." Johan Neijenhuis sluit daarbij aan: "De in-ternationale samenwerking vraagt omveel contact en afstemming en vooral omveel onderling vertrouwen. Dat bouw je al-leen maar op door samenwerking. Wat datbetreft plukt deze opleiding de vruchtenvan jarenlange internationale samenwer-kingsverbanden. Hoewel er nog geen we-derkerigheid is in uitwisseling van studen-ten zien de buitenlandse partners ookvoordelen. Ze zien de Nederlandse ver-pleegkunde opleiding als kwalitatief hoog-waardig en innovatief, daar willen zegraag meer van weten en ervaring meeopdoen. Behalve dat ze studenten

maat: "Het toenemende tekort aan stage-plekken vormt de aanleiding voor de opzetvan deze opleiding met internationale sta-ges. In Duitsland en België is geen tekortaan stageplekken en omdat de Nederland-se opleidingen als hoogwaardig bekendstaan, zijn onze studenten van harte wel-kom. Deze opleiding levert daarmee eenbijdrage aan het verlichten van de stage-problematiek in de regio Nijmegen." Aansluiting bij de behoefte aan internatio-nale samenwerkingHoewel de concrete aanleiding voor de op-leiding dus op een heel praktisch vlak ligtsluit de nieuwe opleiding nauw aan bij devisie van het ROC Nijmegen. Johan Neijen-huis: "We voeren al jarenlang een actiefbeleid op het gebied van internationalise-ring. Ook voor de verpleegkunde opleidingkennen we langdurige en stabiele samen-werkingspartners in Duitsland en België.Hoewel dit tot nu toe beperkt bleef tot hetlopen van kortere stageperiodes in het bui-tenland zagen we wel direct kansen in eenEuregio opleiding. Met name in Duitslandwerd het idee heel enthousiast ontvangen.Het blijkt prima aan te sluiten bij de daarlevende behoefte om meer in te zetten opinternationale samenwerking. We zien ditin de regio wel op bijvoorbeeld het culture-le vlak maar nog niet op dit soort gebie-den. Omdat de praktische aanleiding van-uit de opleiding Verpleegkunde in eenbrede behoefte aan internationaliseringpast wordt het initiatief goed ontvangenen is er draagvlak." Extra investeringen maar ook voordelenHoewel het buitenland vanuit de regio Nij-megen niet ver weg is zorgen de grenzenen verschillen tussen de landen nog wel

ontvangen, en daarvan leren, komen zeook in Nederland kijken en proeven. Watdat betreft is het écht samenwerken enécht van elkaar leren." Orange Carpet AwardDe komst van de nieuwe opleiding is lan-delijk niet onopgemerkt gebleven. Zo wistde opleiding door te dringen tot de finale-ronde van de Orange Carpet Award vanEP-Nuffic, een expertise- en dienstencen-trum voor internationalisering in het Ne-derlandse onderwijs. Voordelen voor zowel werknemers alswerkgeversOmdat het diploma erkend wordt in Duits-land en België vergroten de studenten hunkansen op de arbeidsmarkt. Over de grensis de arbeidsmarkt voor verpleegkundigenimmers ruimer. Maar hoeveel van de hui-dige studenten in de toekomst daadwerke-lijk in het buitenland gaan werken is ookvoor Rouwmaat en Neijenhuis nog eenvraag. En dat is voor hen ook minder be-langrijk. Belangrijk is dat studenten zichbreed ontwikkelen en een kansrijke toe-komst hebben. Het is ook maar de vraaghoe de situatie op de Nederlandse arbeids-markt is wanneer de eerste gediplomeer-den zich over vier jaar aandienen. Daarbijverwachten Rouwmaat en Neijenhuis datde toekomstige gediplomeerden gewildeprofessionals zullen zijn in àlle landen. Ookwerkgevers in Nederland zullen medewer-kers met in het buitenland opgedane erva-ringen goed kunnen gebruiken.

13INVORM | september 2015

OVER DE GRENS

Page 14: InVorm september 2015

14

TOEZICHTHOUDER

Page 15: InVorm september 2015

"Een raad van toezicht moetgeen vriendenclub zijn"

Peter Castenmiller (66) werkte veertig jaar in de Zorg. Hij had alle denkbare doelgroepen ooit onder zijnhoede. De laatste twaalf jaar was hij voorzitter van de raad van bestuur van De Wever, een grote organi-satie voor ouderenzorg en thuiszorg in Tilburg. Sinds drie jaar is Castenmiller actief als toezichthouder. Hijis onder meer voorzitter van de raden van toezicht van ORO in Helmond (gehandicaptenzorg) en ZUZZ inEindhoven, dat zich toelegt op specialistische verpleging aan huis. "Het wordt tijd om het begrip zorg afte pellen."

U was als bestuurder actief in de Zorg. Nuzit u op de stoel van toezichthouder. Van-waar die overstap?"Als bestuurder zat ik al in raden van toe-zicht bij zorginstellingen. Ik heb toen ge-leerd dat het belangrijk is om je als toe-zichthouder tot de grote lijnen te beper-ken. Zowel waar het de buitenwereld als jeeigen organisatie betreft. Een raad vantoezicht blijft een beetje een raar con-struct natuurlijk. Want je bent de baas vande baas, maar niet de baas van de organi-satie. Zo’n wat hybride positie kan eenspanningsveld zijn. Ik ben altijd een zorg-mens in hart en nieren geweest. Toen ikstopte als bestuurder wilde ik bij die we-reld betrokken blijven. Zelf heb ik altijd ple-zierige ervaringen gehad met de raden vantoezicht waar ik mee te maken had." Is een raad van toezicht er wel om be-stuurders 'plezierige ervaringen' tebezorgen?"Ho, ho. Ik bedoel plezierig in de zin vankritisch en professioneel. Een raad van toe-zicht moet geen vriendenclub zijn. Het lijktme niet goed als je bij de voorzitter van jebestuur thuis over de vloer komt. Een toe-zichthouder moet zowel nabijheid als dis-tantie kunnen etaleren. De afgelopen jarenhebben raden van toezicht nogal wat overzich heen gekregen. Ik zie dat het meren-deel van de raden goed werk levert en datde excessen, geheel terecht overigens, inde krant staan. Bij advertenties waarin omeen toezichthouder wordt gevraagd zie jesoms staan: zes keer per jaar een vergade-ring. Met zo’n profiel wordt het niks. Jemoet verbonden zijn met zo’n organisatieen daar is meer voor nodig dan zes vaste

vergaderingen met je bestuur. Laat je zienals er feesten, partijen en openingen vannieuwe voorzieningen zijn. Praat periodiekmet OR, cliëntenraad, en management-team, want de organisatie moet je kennen.Ik denk dat ik het afgelopen jaar wel twin-tig keer bij ORO ben geweest." Hoe ziet de perfecte raad van toezichteruit?"Zo’n raad moet in ieder geval een breedmaatschappelijk spectrum vertegenwoor-digen. Met mensen die goed kunnensamenwerken en verstand hebben van on-dernemen, zorg, gastvrijheid en financiëleen juridische zaken. Het moeten personenzijn die hun eigen verhaal durven te hou-den en niet vast zitten aan allerlei achter-bannen in de regio. Bij ORO houden wejaarlijks bijeenkomsten voor stakeholderszoals patiënten- en cliëntenorganisaties,ambtenaren, wethouders, woningcorpora-ties en zorg- en welzijnsorganisaties. Dankrijg je een aardig beeld van hoe er tegenORO wordt aangekeken. Vooral de reactiesvan de cliënten en hun families zijn cruci-aal. Als we een nieuwe toezichthoudernodig hebben, sturen we daarvoor niet eenheadhunter op pad. We adverteren ge-woon in de krant, daar komen genoeggoede mensen op af." Als bestuurder maakte u de tijd mee vangroei en elk jaar stijgende budgetten. Datis nu wel even anders."Nou, er kon ook wel heel veel in het verle-den. Ik vroeg me in die jaren wel eens af:moét dat zo? Nu leven we in een heel an-dere context. Uiteindelijk moet de focus opkwaliteit en continuïteit liggen. Dat bete-

Rubriek ‘Toezichthouder’ Zorg en Welzijn in Brabant staan vooreen ingrijpende transformatie. Datwerpt nieuw licht op het belang vangoed toezicht op organisaties die indeze sectoren actief zijn. Jarenlangkregen bestuurders vrij baan om degrenzen van publiek en privaat op tezoeken. Dat leidde tot een aantal inci-denten en een roep in de maatschap-pij om een scherper toezicht op dehandelwijze van de zorgwereld en zijnbestuurders. Met nieuwe regels encodes probeert de overheid de rol vanraden van toezicht te versterken. Indeze jaargang van InVorm interviewsmet toezichthouders. Hoe vullen zijhun taak in? En welk spanningsveldzien zij?  

kent dat we écht scherpe keuzes moetenmaken. Wat kunnen gezin, familie en om-geving doen? Wat hoort des zorgs te blij-ven? Als ik kijk naar ORO; we hebben hetRijtven, een intramurale voorziening opeen prachtige locatie met een all in prijsvoor wonen, eten, drinken en recreatie. Devraag is hoe lang dit nog kan. Misschien ishet niet onredelijk om cliënten voor demaaltijden te laten betalen. Net zoals zie-kenhuispatiënten in Spanje en Italië datook moeten. Het is onze taak als raad vantoezicht om dat soort vragen op te wer-pen.Sowieso zie ik het als een noodzaak omeen brede maatschappelijke discussie overdeze thema’s op gang te brengen. Dat ge-

15INVORM | september 2015

TOEZICHTHOUDER

Page 16: InVorm september 2015
Page 17: InVorm september 2015

beurt tot nu toe veel te weinig. Zo’n debatmoet zich niet beperken tot de zoveelstestelselwijziging, want die kosten altijd veelgeld en zijn vooral voer voor organisatiead-viseurs." Welke ontwikkelingen binnen Zorg enWelzijn hebben uw bijzondere interesse?"Zorg moet je regionaal organiseren, dicht-bij je cliënten en je medewerkers. Datlevert meer op dan die enorme schaalver-grotingen die tot niets hebben geleid. Alsje de zorg nabij houdt ontstaat er vanzelfbetrokkenheid in je gemeenschap enwordt een voorziening of instelling 'ietsvan ons'. Dan krijg je lokale verankering eneerherstel voor de communityzorg waarBrabant altijd sterk is geweest. Een anderetrend is de emancipatie van de zorgvrager.Die verenigt zich in coöperaties. Er ont-staan netwerken van mensen die samenmeer dingen gaan doen, samen een wo-ning aanpassen, samen verpleegkundigehulp inkopen. Het wordt tijd om dat begripzorg af te pellen. Naar mijn mening defi-niëren we nog teveel als zorg. Gastvrijheiden gezelligheid bijvoorbeeld hebben nietsmet 'de zuster' te maken. Die kant van de24-uurs zorg moet veel dominanter wor-den. In een etmaal wordt misschien twee

uur van de tijd besteed aan echte zorg. Derest van de tijd staat de vraag centraal hoede cliënt zo prettig mogelijk de dag door-komt. Dat betekent wel dat men in het on-derwijs veel meer moet kijken naar het as-pect hospitality dan sec naar medischehandelingen, hoe belangrijk deze ook zijn.Er zullen meer profielen voor generalistenmoeten komen. Tegelijk blijft er een vraagnaar specialisten bestaan, want de zorgdie overblijft wordt steeds complexer. Ikvind dat er bij die categorie meer op dewerkvloer moet worden geïnvesteerd. Erzijn daar te weinig hbo-ers aan het werk." Dat betekent een omslag, een cultuurver-andering, nieuwe beroepen."Er zijn nu nieuwe beroepsprofielen voorde Zorg. Als toezichthouder ligt bij mij dekwestie op het bord hoe we daar binnenORO mee moeten omgaan. Wat betekentdit voor het beroepenveld binnen de orga-nisatie? ORO heeft in ieder geval het Pactvan Brabant ondertekend. Dat betekentdat dit onderwerp bij ons op de agendastaat. Ik voorzie dat we met het onderwijstot verdere afspraken moeten komen. Enwe moeten meer met het bedrijfslevenrond de tafel. Dat gebeurt nu te weinig,waardoor met name de rol van de techniek

in de Zorg van de toekomst te weinig voorhet voetlicht komt. Philips en de TU/e zijnmet interessante projecten rond techniekin de Zorg bezig. Zijn we voldoende bij el-kaar in beeld? Zorginnovatie vraagt omstructurele contacten tussen bedrijfsleven,kenniscentra en zorginstellingen. Daar valtnog veel te winnen. Dat betekent wel datwe iets aan de beeldvorming moetendoen. Het wassen van patiënten is zo’n ge-voelig thema wat bijvoorbeeld regelmatigterug komt. Er bestaat een washandje zon-der water. Het werkt goed en de reactieszijn positief, maar als puntje bij paaltjekomt doen we het toch maar niet." Zit er tussen die nieuwe beroepen in dezorg ook iets voor een Peter Castenmillerdie opnieuw de arbeidsmarkt op moet?"Ik heb mezelf altijd gezien als een genera-list. Ik heb altijd veel bewondering gehadvoor de verpleegkundige die primaire zorgverleent. Zeker bij dementerende mensenen gehandicapten. Meer focus op hospita-lity en innovatie spreekt mij aan. Een fijnesfeer creëren met lekker eten, mooie mu-ziek en een goed glas wijn. Bewoners encliënten een leuke dag bezorgen zou ik eenmooie missie vinden."

17INVORM | september 2015

TOEZICHTHOUDER

Page 18: InVorm september 2015

Jef Pelgrims, voorzitter raad vanbestuur tanteLouise-Vivensis

Bij de West-Brabantse ouderenzorgorganisatie tanteLouise-Vivensis verdwijnen dit jaar 160 voltijdsba-nen, zo werd in januari bekend gemaakt. Een ontslagronde die een direct gevolg is van het landelijke be-leid om mensen langer thuis te laten wonen. Tegelijkertijd wil bestuurder Jef Pelgrims op de kwaliteit vande zorg niet inleveren. Een pittige uitdaging. 

18

VIJF VRAGEN AAN...

Page 19: InVorm september 2015

Wat is uw huidige gemoedstoestand?"Zorgelijk. We moeten elke dag zwaar-wegende beslissingen nemen, terwijl wete maken hebben met veel onduidelijkhe-den en onzekerheden. Neem als voorbeeldde keuze van Den Haag te extramuralise-ren. Steeds meer verzorgingshuizen slui-ten hun deuren en ook wij bereiden onsdaarop voor. De laatste maanden zien weechter dat steeds meer mensen die eigen-lijk een ZZP 6 of 7 nodig hebben, een ZZP 4geïndiceerd krijgen. Gevolg: onze verzor-gingshuizen lopen weer vol, maar de zorg-vraag is feitelijk hoger dan geboden kanworden. Deze scheefgroei kun je niet meeruitleggen. Ik ben niet bang om keuzes of maatrege-len te nemen. Maar als een duidelijk beleidvan de overheid ontbreekt, is het haast on-mogelijk koers te bepalen en te houden."  Hebt u bewust gekozen voor een baan inde zorg- en welzijnssector?"Ja, absoluut. Ik kom uit een milieu vanzelfstandigen en heb in een internaat bijde Jezuïeten gezeten, waar 'er zit meer in udan u denkt' het motto was. Deze factorenmaakten dat ik iets wilde betekenen voorkwetsbare mensen. Ik ben gestart als ver-

pleegkundige in de psychiatrie en heb inde jaren ’80 het eerste psychogeriatrischeverpleeghuis van België opgezet. Latervolgden functies bij ziekenhuizen, in de ge-handicaptenzorg en 12 jaar geleden bijtanteLouise-Vivensis. Mijn drijfveer isnooit veranderd en ik zou ook niets andersmeer willen." Wat vindt u de aantrekkelijkste aspectenin uw huidige baan?"Als bestuurder zit je in de positie dat jeecht iets kunt betekenen voor een ander. Ikkan medewerkers kansen geven, zoals hetvolgen van een opleiding. Ik zie mezelf alsiemand die het lontje aansteekt, die din-gen in gang kan zetten. Om dit te kunnendoen wil ik wel feeling houden met wat erleeft bij cliënten en medewerkers. Ik leesdan ook elke maand de rapportages van deafdelingen en mijn deur staat altijd open." Welke eigenschappen waardeert u hetmeest bij uw medewerkers en aan welkeeigenschappen ergert u zich?"Ik heb enorm veel respect en bewonde-ring voor het doorzettingsvermogen vanonze medewerkers. Soms vraag ik me afwaar ze de energie en liefde vandaanhalen. Ga er maar aan staan om elke dag

te werken met mensen die dement, incon-tinent of terminaal zijn. Dat moet je in jehebben. Ik waardeer het ook als medewer-kers zich willen ontwikkelen en bied hengraag die kans. Tegelijkertijd verwacht ikdat onze medewerkers de cliënten centraalstellen. Ik word een onplezierig iemand alsik merk dat de zwakkeren binnen een rela-tie tekort worden gedaan." Wat zou u veranderen in de zorg- en wel-zijnssector als u de vrije hand zou hebben?"Voor mij draait deze sector om tweezaken: mensen de zorg bieden die ze nodighebben en medewerkers de kans gevenhun werk te kunnen doen. Daar zou ik defocus weer op terug zetten. Daarnaast zou ik middelen vrij maken omsterke initiatieven te ondersteunen. In eenvan onze complexen voor dementerendeouderen zijn de woningen voorzien van delaatste nieuwe technologische toepassin-gen. Daarmee willen we de kwaliteit vanwonen en leven verbeteren en actief ouderworden en bewegen ondersteunen. Deoverheid is er nog niet happig op. Terwijljuist de technologische ontwikkelingenzorgen voor rust, een effectievere perso-neelsinzet én warmere zorg."

"Haast onmogelijk koers om te bepalen en te houden zonder duidelijk overheidsbeleid"

19INVORM | september 2015

VIJF VRAGEN AAN...

Page 20: InVorm september 2015
Page 21: InVorm september 2015

"Goedemorgen, welkom, ik ben Zora de zorgrobot." Naast nieuwe beroepen ontstaan er ook steeds vakerinnovatieve hulpmiddelen in de zorg. Zora de zorgrobot is daar een goed voorbeeld van. Zora is een hu-manoïde robot: ze heeft armen en benen en kan zelfstandig bewegen. De robot werd ontwikkeld door hetFranse bedrijf Aldebaran. Ze kan lopen, dansen, zingen en spreekt meerdere talen. Ze is altijd in voor eenpraatje over het weer en biedt graag beweging of afleiding aan bijvoorbeeld ouderen of zieke kinderen.In Huize Elizabeth van Stichting Vughterstede in Vught maakten de bewoners al kennis met Zora. Ze isbedoeld om het verzorgend personeel te assisteren bij bijvoorbeeld bewegingsprogramma's. Zora geeftde instructies: "Luister goed. Volg mijn voorbeeld, omhoog, midden, omlaag..." De medewerker heeft dande handen vrij om individueel de bewoner te helpen met de oefeningen. Ze vervangt het personeel niet,maar is aanvullend. Een innovatieve samenwerking tussen mensen en techniek.

Mijn collega de robot

21INVORM | september 2015

IN BEELD

Page 22: InVorm september 2015

Ontwikkelingen opleidingenmbo en hbo Zorg en Welzijn

'Traag' en 'log'. Een paar voorbeelden van kwalificaties die het onderwijs nog wel eens om de orenvliegen. Maar ondanks deze kwalificaties zien we het onderwijslandschap voortdurend én in hoog tempoveranderen, óók de wereld van het onderwijs in Zorg en Welzijn. Dat kan ook niet anders in de huidigeturbulente samenleving waar maatschappelijke en technologische ontwikkelingen zich in hoog tempoopvolgen. Daarbij valt het niet mee om overzicht te houden over alle ontwikkelingen en de resultatendaarvan. In deze InVorm komen in de artikelen een aantal initiatieven aan bod. Maar niet allemaal. Daar-om in dit dossier een overzicht en duiding van de belangrijkste ontwikkelingen.

Commissie Innovatie Zorgberoepen en -opleidingenDe beroepen- en daarmee samenhangen-de opleidingsstructuur voor Zorg en Wel-zijn is al lang onderwerp van veel discus-sies. De Commissie Innovatie Zorgberoe-pen en -opleidingen (ook bekend als decommissie Kaljouw) deed in het voorjaarvan 2012 een uitgebreide inventarisatiewaaruit bleek dat er in de Zorg 1.700 oplei-dingen en 2.400 beroepen zijn. Ook blekener veel curricula voor eenzelfde functie enwas spraken van een enorme discrepantietussen de opleidingen en het beroepsper-spectief. Kortom: een warboel en een alar-merende mismatch tussen beroepsoplei-dingen en beroepspraktijk. Afgelopen jaren werkte de commissie aaneen advies over de ontwikkeling van 'eennieuw continuüm van bekwaamheden eneen daarop afgestemd opleidingsconti-nuüm voor de hele zorg'. Uitgangspuntdaarbij is de toekomstige vraag naar zorg -richtpunt 2030 - en de maatschappelijkeen technologische ontwikkelingen. Decommissie bood op 10 april 2015 het eerstedeel van haar advies, 'Naar nieuwe zorg enzorgberoepen: de contouren', aan de mi-nister aan. Het tweede deel, 'Een nieuweopleidingsstructuur', wordt eind 2015 ver-wacht.  

Bachelor Nursing 2020In opdracht van het Landelijk Overleg Op-leidingen Verpleegkunde ontwikkelden 17 opleidingen hbo-Verpleegkunde eennieuw opleidingsprofiel. Dit vervangt hetopleidingsprofiel uit 2001. De hogescholenwerken nu aan de nieuwe opleidingscurri-cula, vanaf schooljaar 2016-2017 wordende studenten volgens het nieuwe profielopgeleid. Als antwoord op de actuele ontwikkelin-gen legt het nieuwe profiel het accent opeen generalistische beroepsuitoefening.Hbo-verpleegkundigen kunnen hiermee inalle sectoren van de Zorg aan de slag. Er ismeer aandacht voor het onderzoekendvermogen van verpleegkundigen met hetoog op ontwikkelingen als verschuivingvan de zorg van intramuraal naar thuis,technologische ontwikkelingen alse-health en patiënten en mantelzorgersdie mondiger zijn en beter geïnformeerdwillen worden. Ook is de afstemming vanhet beroepsonderwijs op de beroepsprak-tijk in de regio belangrijk. Opvallend is dat de huidige aanduiding deverpleegkundige op kwalificatieniveau 5vervalt. De hbo-verpleegkundige met eenBachelor of Nursing zal op NLQF-niveau 6zijn. Hiermee sluit men aan bij het kwalifi-catieraamwerk NLQF dat bestaat uit achtniveaus en één instroomniveau. Verdervalt op dat gebruik is gemaakt van de or-dening in zeven rollen en competentiege-bieden, gebaseerd op de systematiek vande CANMEDS. 

Herziening Kwalificatiestructuur mboDe herziening van de kwalificatiestructuuris een belangrijk middel op weg naar ver-betering van de doelmatigheid van oplei-dingen en de aansluiting van beroepson-derwijs op de beroepspraktijk. Het projectloopt al een aantal jaren en zal naar ver-wachting begin 2016 afgerond zijn. Deherziene kwalificatiedossiers zijn opge-bouwd uit drie delen:• een basisdeel, een gemeenschappelijkedeel van de kwalificaties binnen een kwali-ficatiedossier;• een profieldeel, het beroepspecifiekedeel van een kwalificatie;• keuzedelen, ter verrijking (verbreding ofverdieping) van een kwalificatie. Het doel van dit model is enerzijds aan-dacht te schenken aan vakmanschap enanderzijds het vermogen om mee te bewe-gen met veranderingen op de arbeids-markt. De keuzedelen maken het mogelijkom aan te sluiten bij innovaties en regio-nale ontwikkelingen. Dit moet de regiona-le samenwerking tussen scholen en bedrij-ven verbeteren. In augustus 2016 zijn alle mbo-scholenverplicht om opleidingen aan te bieden inde herziene kwalificatiestructuur. Een aan-tal scholen heeft gebruik gemaakt van demogelijkheid om, op vrijwillige basis, al peraugustus 2015 te starten met opleidenmiddels de nieuwe structuur.  

22

DOSSIER

Page 23: InVorm september 2015

In april bezocht ik het congres 'Naar Nieu-we Zorgberoepen'. Behalve dat de inhoudinteressant was, neem ik u graag mee inmijn persoonlijke beleving van de dag. Ik nam een kijkje...Ik begon de dag met een missie: kijken, kij-ken en nog eens kijken. Niet op zoek naarbekenden of netwerkmogelijkheden. Nee,gewoon kijken. Dat ging best goed. Ik hebniet alle 1.500 gasten gezien, maar vanafde balustrade had ik een mooi overzicht opeen paar honderd mensen. Ik werd nietvrolijk van wat ik zag. Sterker nog, ikschrok ervan. Waarvan dan? Nou, van onsallemaal: de bij Zorg en Welzijn betrokkenprofessionals, zorgaanbieders, zorgverze-keraars, onderzoekers, opleiders en be-leidsmakers. Wie wijkt er af van de norm? Wie durft hetanders te doen?Want zoals we daar als groep stonden,waren we bepaald geen afspiegeling vande maatschappij. Trouwens ook geen af-spiegeling van de zorg- en welzijnsmede-werkers. En al helemaal niet van de stu-denten en toekomstige medewerkers. Nee,we waren een grijze, kleurloze massa! Ikben gewoon eens gaan tellen. Begonnenmet de mannen, na 30 ben ik gestopt. Aldie mannen hadden grijs haar. Ze haddenook allemaal (ja, echt allemaal!) een col-bert aan. In donkere, onopvallende kleu-ren, grijs, blauw en zwart. Slechts tweemannen weken een beetje af: eentje met'n licht linnen en eentje met 'n roze col-bert. Vervolgens ben ik de vrouwen eens goedgaan bekijken. Qua leeftijd kwamen zeovereen met de mannen, voornamelijk vanmiddelbare leeftijd. Gelukkig waren zijminder uniform dan de mannen, maar hetwas verre van spannend. Een overdaad aansjaals, leesbrillen aan koordjes en onopval-lende kapsels. En vooral kleurloos. Het duurde even tot ik in de gaten kreegdat de groep niet alleen maar grijs en saaiwas. De groep was ook wit, heel erg au-tochtoon wit. Hoe kan dat? Waarom wij-ken de zorgprofessionals, -aanbieders, -verzekeraars, onderzoekers, opleiders enbeleidsmakers zo ontzettend af van hetmaatschappelijke beeld en het beeld vanZorg en Welzijn? 

Schrikken dusToch was dat niet hetgene waar ik hetmeeste van schrok. Ik schrok meer van hetinzicht dat ik kreeg. Want het ging die dagom de toekomst: het jaar 2030. Maar waarwaren de mensen die in 2030 de zorg ver-lenen? Waar was die medewerker van detoekomst? Het overgrote deel van de aan-wezigen is in 2030 niet meer aan het werk,of op zijn minst in de nadagen van hetwerkzame leven. Wat is dat toch? Waarompraten we vooral óver, in plaats van mét? Innoveren? Veranderen? Wie dan?En het zou gaan over innoveren en dingenanders doen. Maar wie was dan het rolmo-del? Wie was de inspirerende professionaldie mensen meeneemt in veranderingen?Wie durft er op te boksen tegen de massa?Natuurlijk weet ik dat dit soort dingen nietalleen gebonden is aan leeftijd, uiterlijk ofkleding. Maar ik kon me toch niet aan deindruk onttrekken dat het merendeel vande aanwezigen eerder geneigd is tot aan-passen dan tot wezenlijk veranderen. Zo begon ik aan het programma met veelvragen in mijn hoofd. En gedurende dedag werden die vragen alleen maar be-klemmender. Want de constatering datcliënten, opleiders, toekomstige en huidigezorgverleners anders moeten gaan werkenen denken is een heel terechte. Maar nog-maals: wie van ons gaat het écht andersdoen? Niet zéggen, maar doen. Niet mor-gen, maar vandaag. Wie? Even terecht is de constatering dat de zit-tende cultuur een belemmering is voornieuwkomers die het anders willen doen.Dat sluit prima aan bij de vraag die we bijTransvorm vaak horen: "Hoe krijg ik mijnmedewerkers in beweging?" Maar koppeldat eens aan observaties van de start. Diezittende cultuur…. die houden we toch zelfin stand? Ook confronterend was de constateringdat de zorgwereld een ontzettend hiërar-chische wereld is. De zittende cultuur isdus niet alleen belemmerend, maar ooknog eens hiërarchisch. Wie is sterk genoegom tegen deze stroom in te zwemmen? Gelukkig wel een soort van happy end!Pas op het laatst van het congres ver-scheen de medewerker van de toekomst

op het podium. Beter laat dan nooit. En bijde vraag waarom initieel opleiden en bij-en nascholing twee aparte werelden zijn,viel bij mij het kwartje. Ja natuurlijk, datkan ook samen en dan kan de student rol-model zijn. We hoeven de rolmodellen niette zoeken, want we leiden ze zelf op. Demedewerker van de toekomst ís hetrolmodel! Voor het écht zover is, moet er nog veelwater door de Rijn. Maar ik weet zeker datdeze gedachtenrichting een deel van deoplossing in zich draagt. En ik weet het, ikchargeer. Er waren niet alleen maar oude,grijze mensen. Ik heb ze heus wel gezien:die groepjes jongeren, de enkeling met eenkleurtje, een hoofddoek of een hipster-baard. Natuurlijk zitten er onder de huidi-ge medewerkers ook bevlogen verande-raars en inspirerende mensen die het ver-schil maken. Maar je hoeft mij niet (meer)wijs te maken dat dat de meerderheid is. En ik weet ook: in de praktijk zijn tal vanmooie innovaties, tal van projecten waarhet al écht anders gedaan wordt. Of in elkgeval een begin gemaakt wordt. We zijnnotabene zelf een pilot begonnen waarinwe rolmodellen vormen. En er zijn ook alplekken waar de student al een centrale rolspeelt en anderen meetrekt in veranderin-gen. Maar het is allemaal nog geen ge-meengoed. Dus…voel u niet aangevallen. Maar kijk welin de spiegel. Vraag uzelf af of u degenebent die het morgen anders doet. Wilt udat echt? Kunt u dat echt? Ik hoop het! Martin van Berloo,BeleidsmedewerkerStrategische AnalyseTransvorm

Sex, drugs & rock-'n-roll op het congres 'Naar Nieuwe Zorgberoepen' 

Martin blogt regelmatig opwww.transvorm.org/actueel/blog

23INVORM | september 2015

COLUMN: MARTIN VAN BERLOO

Page 24: InVorm september 2015

24

INTERVIEW

Page 25: InVorm september 2015

van de zelfredzaamheid is het belangrijkom onder andere ondernemend, creatiefen kostenbewust te zijn", zegt Ingrid vander Horst. "Binnen de opleidingen ligt denadruk nu vooral op het aanleren van be-roepskennis en -vaardigheden en het wer-ken volgens bepaalde methodieken, en bij-voorbeeld niet op zaken als ondernemer-schap en efficiënte bedrijfsvoering." Wisselwerking beroepsonderwijs enpraktijkWat er ook binnen het beroepenveld ver-andert, een ding is zeker: het zorgonder-wijs kan niet zonder de praktijk. Uiteraardbestaan er al diverse intensieve samen-werkingen tussen scholen en zorginstellin-gen. Ziekenhuizen leveren gastdocenten,docenten worden jaarlijks op de werkvloerbijgeschoold in nieuwe technieken en stu-denten volgen er intensieve stageperiodes."Zorgorganisaties geven aan dat zij zoflexibel mogelijk willen opleiden en maat-werk willen leveren. Wij proberen daaropin te spelen, rekening houdend met de re-

gelgeving zoals de urennormen waaraanwij ons moeten houden." Doordat de ont-wikkelingen steeds sneller gaan, is hetvoor het beroepsonderwijs echter wel eenuitdaging om bij de praktijkvraag aan teblijven sluiten. Gelukkig zijn de verschillen-

Dat het transitieproces verregaande gevol-gen voor de gezondheidszorg heeft, be-hoeft geen twijfel. Zo wordt een afnamevan helpenden op niveau 2 zichtbaar.Daartegenover staat onder andere de op-komst van de wijkzorg in combinatie metwelzijnstaken. Curatieve zorg maakt plaatsvoor preventieve hulp en zelfredzaamheidstaat hoog op de agenda. Over tien jaarziet ons zorgstelsel er compleet anders uit.Een ziekenhuispatiënt bijvoorbeeld, ver-blijft zo kort mogelijk in het ziekenhuis enwordt vervolgens thuis gemonitord doormiddel van sensoren. Zorgprofessionalsvoorzien hem via een beeldverbinding vanadviezen, terwijl mantelzorgers, vrijwilli-gers en buurtgenoten zorg verlenen. Even-tueel ondersteunen robots bij de dagelijk-se taken. Coaching en preventieve takenIngrid van der Horst schetst wat deze ver-anderingen voor de zorgberoepen beteke-nen. "De toekomst is gericht op het stimu-leren van zelfredzaamheid en de rol van dezorgprofessional gaat meer richting coa-ching. Waar hij voorheen vooral uitvoe-rend bezig was, moet hij er nu voor zorgendat de cliënt zelf vooruit kan. Daarvoormoet de professional goed op de hoogtezijn van de sociale kaart." Tevens zorgen technologische ontwikke-lingen in sneltreinvaart voor een enormeefficiëntieslag en ligt de nadruk op kosten-bewustzijn. Dit soort ontwikkelingen vra-gen gedeeltelijk om andere competentiesdan de huidige studenten binnen het be-roepsonderwijs leren. "Voor het stimuleren

vijf werkbijeenkomsten hebben de deelne-mers hun bevindingen met elkaar gedeelden verbindingen gelegd. Het resultaathiervan is de beschrijving van drie nieuweberoepen. Ingrid van der Horst legt uit hoewe dit moeten interpreteren.

de partijen positief gestemd. Zo valt hetIngrid van der Horst op dat de zorgorgani-saties zelf graag willen meewerken aan deverbeterslag binnen het onderwijs. "Netals wij kijken ook zij naar de toekomst ende competenties die zorgmedewerkersdaarvoor nodig hebben." Informatie delen en verbindingen leggenOm de veranderingen ook in het onderwijsvorm te kunnen geven, is het belangrijkdat onderwijsinstellingen nauw samen-werken met zorgorganisaties, het bedrijfs-leven en de overheid. En dat is precies watbinnen het Werkatelier Zorg & Welzijn ge-beurt. De afgelopen maanden hebben af-gevaardigden van een grote diversiteit aanNoord-Brabantse organisaties de maat-schappelijke ontwikkelingen in Zorg enWelzijn in kaart gebracht en de bijbeho-rende trends geanalyseerd. Een van de vragen die meermaals aan deorde kwam, is: wat betekenen deze veran-deringen voor onze organisatie? Tijdens

"Integrale samenwerking isessentieel voor toekomstgerichtberoepsonderwijs"

In de sterk veranderende zorg- en welzijnssector vindt een verschuiving binnen het beroepenveld plaats.Oude beroepen verdwijnen geleidelijk om plaats te maken voor nieuwe richtingen. Ingrid van der Horst isprojectleider van het Werkatelier Zorg & Welzijn. Zij vertelt hoe zorginstellingen binnen deze kleinschali-ge, vernieuwende samenwerkingsvorm bijdragen aan de noodzakelijke onderwijsvernieuwing.

"De nieuwe beroepen zijn denkrichtingen,thema’s voor de zorg van de toekomst"

25INVORM | september 2015

INTERVIEW

Page 26: InVorm september 2015

"De nieuwe beroepen zijn denkrichtingenen de beschrijvingen bevatten thema’swaarop zorgverleners zich in de toekomstgaan richten. Het kunnen nieuwe beroe-pen worden, maar het is ook mogelijk dataspecten eruit nieuwe verantwoordelijk-heden worden van huidige zorgmedewer-kers." Persoonlijk zorgmakelaar, lifestyle coachen zorgtechnicusHet eerste nieuwe beroep dat het Werka-telier Zorg & Welzijn heeft beschreven isde persoonlijk zorgmakelaar. Hij regelt dezorg rondom een cliënt zo efficiënt moge-lijk en bemiddelt als generalist tussenvraag en aanbod. "Hiervoor zijn goedecommunicatievaardigheden noodzakelijk.De zorgmakelaar moet bijvoorbeeld metzorgverzekeraars onderhandelen over deinkoop van zorg."

Ten tweede zal er in de toekomst steedsmeer behoefte zijn aan de lifestylecoach.Deze werkt vanuit de preventieve hoek enprobeert met voorlichting te voorkomendat mensen ziek worden. Een kenmerk isonder meer sturen op gezondheid en decliënt tegelijkertijd de regie daarover latenbehouden. Deze richting heeft raakvlakkenmet voeding, sport en welzijn. Tot slot krijgt de zorgtechnicus een be-langrijke rol in het beroepenveld van detoekomst. Hij vormt de schakel tussen zorg

deze beroepen ten eerste een plek tegeven binnen het huidige onderwijs en dehuidige kwalificaties. Je kunt dan denkenaan gastlessen over de nieuwe ontwikke-lingen.'' Uiteraard is het belangrijk om niette vergeten dat de manier waarop studen-ten stof tot zich nemen, sterk verandert.Daarom denken binnen het WerkatelierZorg & Welzijn ook studenten mee. "Hetwerkt verfrissend om hun ideeën tehoren," vindt Ingrid van der Horst. "Zijleren bijvoorbeeld het liefst in de praktijk.Naar school komen ze graag, maar vooral

om hun medestudenten te spreken. Ze vin-den het fijn om in groepen te werken. De hedendaagse student is opgegroeid inde digitale wereld en gewend informatieop te zoeken. Dit neemt niet weg dat wijals school vinden dat we een bepaalde ba-siskennis moeten doceren. De vraag is al-leen of je die leerstof nog wel klassikaalmoet aanbieden."

en techniek. Zo zorgt hij ervoor dat zorg-verleners goed kunnen omgaan met nieu-we en bestaande technieken, zoals zorg opafstand en het EPD. Ook student verandertNu de beeldvorming rondom de nieuweberoepen vorm heeft gekregen, is het tijdvoor de volgende stap: deze vertalen naarhet onderwijsprogramma. "We proberen

"Structurele veranderingen in het onderwijsmogelijk dankzij Brabantbrede samenwerking"

Even voorstellen:Ingrid van der Horst  Al ruim 25 jaar werkt Ingrid van derHorst binnen het vakgebied HRM. Bijverschillende commerciële opleidershield zij zich bezig met trainen en coa-chen. De afgelopen jaren heeft ze in-vulling gegeven aan diverse oplei-dings- en ontwikkelprojecten, zoalshet organiseren van mbo-deelcertifi-caten en BBL-diplomeringstrajectenop maat. Momenteel werkt zij als accountma-nager Presta Bedrijfsopleidingen bijROC Ter AA. Als zodanig is ze verant-woordelijk voor opleidingsvraagstuk-ken binnen de zorg- en welzijnssector. Ook houdt zij zich bezig met de gevol-gen van de transitie in de Zorg voorde kostenstructuur van instellingenen de taken en verantwoordelijkhe-den van medewerkers in Zorg en Wel-zijn. Sinds oktober 2013 is Ingrid van derHorst tevens projectleider Nieuwe Be-roepen bij het Werkatelier Zorg &Welzijn van MBO Brabant. Daarbijkomt naast de opgedane kennis enhaar jarenlange ervaring ook haar uit-gebreide netwerk binnen zowel hetNoord-Brabantse zorgveld als hetmbo-onderwijs goed van pas. 

26

INTERVIEW

Page 27: InVorm september 2015

Beroepsonderwijs van de toekomstHoe het beroepsonderwijs er uiteindelijkgaat uitzien, is nog niet bepaald. Een vande ontwikkelingen die wel al geleidelijkzichtbaar wordt, is die van crossovers. "Wezien steeds meer verbanden tussen ver-schillende opleidingen. Zorg en Welzijnkan goed gecombineerd worden metonder andere sport en beweging, voedingen techniek. Momenteel zijn we aan hetonderzoeken welke onderdelen hiervoorals basis kunnen dienen. Ook denken weaan een keuzedeel ondernemerschap enprojecten waarin verschillende opleidin-gen gecombineerd worden. We weten nogniet hoe dit uiteindelijk vorm krijgt." Zeker is dat praktijkleren steeds belangrij-ker wordt. "Het nieuwe kwalificatiedossierbevat alweer meer keuzedelen waarin depraktijk een rol speelt. Ook zien we hierinsteeds meer thema’s terug die vanuit depraktijk belangrijk worden gevonden. Ikvoorzie zelfs dat opleidingen in de toe-komst gedeeltelijk verzorgd worden op lo-catie. Zo kan in een ziekenhuis gemakkelij-ker een werkomgeving worden nagebootstdan op een school." Uiteindelijk bestaat demogelijkheid dat het mbo-onderwijs an-ders wordt ingericht om flexibel op depraktijkvraag te kunnen inspelen. 

UITGELICHT: Drie nieuwe beroepen in de Zorg

Draagvlak op provinciaal niveauIngrid van der Horst is enthousiast over desamenwerkingsvorm binnen het Werkate-lier an sich. "De afstand tussen bedrijven,instellingen en scholen verkleint en ook deonderlinge samenwerking tussen de ROC’sis intensiever. Er ontstaan nieuwe ideeënover hoe we bestaande problemen samenkunnen oplossen." Verrassend vindt ze de integrale, creatieveoplossingen die naar voren komen. Voor-beelden van bestaande initiatieven zijnstudenten die in samenwerking met degemeente worden ingezet om computerste installeren bij senioren, een zorgboule-vard met naast zorginstellingen ook ruim-te voor winkels en andere bedrijven en eenzorghotel waar zowel studenten van zorg-opleidingen als sportopleidingen onder-steuning bieden. "Ik denk dat kleinschaligesamenwerking onmisbaar is voor het ont-staan van dit soort oplossingen. We moe-ten onze ideeën met elkaar blijven delen.En doordat ze Brabantbreed gedragenworden, worden uiteindelijk structureleveranderingen mogelijk."

Persoonlijk zorgmakelaar:Voor het versterken van zelfredzaamheidKenmerken:• generalist;• bemiddelt tussen klantvraag en zorg- enwelzijnsaanbod;• richt zich naast de verkoop van zorg-verlening ook op welbevinden, welzijn,wellness en comfort;• werkt zowel op commerciële basis als opbasis van klantvraag;• werkzaam binnen wijk- of buurtcen-trum, gezondheidscentrum, huisartsen-praktijk, zorgorganisatie of winkelcen-trum;• laagdrempelig en makkelijk toegankelijk;• stelt zelf geen diagnose of indicatie envoert zelf niet uit;• ontzorgt de klant en het klantsysteemdoor verbinding te leggen tussen vraag enproduct;• heeft uitgebreide kennis van het zorg-netwerk en de regionale sociale kaart. 

Lifestylecoach:Preventiewerk ter voorkoming vangezondheidsproblemenKenmerken:• regie over gezondheid komt vanuit deburger;• ook de actie komt vanuit de burger ofparticipatiesamenleving;• begeleiding op processen, kennis entechnologieën;• veel kennis is voorhanden, maar niet bijelke burger aanwezig;• minder sturing op ziekte en meer opgezondheid;• verdere toename van digitalisering. Zorgtechnicus:Schakel tussen zorg en techniekKenmerken:• vertaler van zorg naar de behoefte intechniek;• omgekeerd de vertaler van techniek naarde gebruiker van zorg;• mensen beter maken via techniek.

Provinciale samenwerking pertopsector in de Werkateliers  Pact Brabant is een samenwerkings-verband op het gebied van arbeids-markt tussen werkgevers, werkne-mers, onderwijs en overheid met alsdoel te zorgen voor voldoende ge-kwalificeerde medewerkers in de top-sectoren van de provincie Noord-Brabant. Daarbij sluit Pact Brabantaan op het landelijke overheidsbeleiddat inzet op meer vakkrachten en hetverbeteren van het imago van hetmbo-onderwijs. Om te komen tot duurzame interactietussen Brabantse ROC’s, bedrijven enzorg- en welzijnsinstellingen, heeftPact Brabant vijf Werkateliers opge-richt. Zij volgen uit de mbo-uitvoe-ringsagenda Noord-Brabant 2013-2015van het Brabants Arbeidsmarkt-akkoord en zijn verbonden met de vijfspeerpunten van het Noord-Brabantsarbeidsmarktbeleid. De Werkatelierszijn: Food & Feed, Maintenance &Biobased Industry, High Tech Sys-tems, Logistics en Zorg & Welzijn. ROC ter AA is projectleider van hetWerkatelier Zorg & Welzijn. Daar-naast zijn het Summa College, ROCKoning Willem 1 College, ROC de Leij-graaf, ROC Tilburg en ROC West-Bra-bant in het werkatelier vertegen-woordigd. Nevendoel is het verstevi-gen van de onderlinge samenwerking.Binnen het Werkatelier hebben do-centen, ontwikkelaars en studentensamen met vertegenwoordigers vanvijftien zorginstellingen en diversebedrijven gewerkt aan het beschrij-ven van nieuwe beroepen in de zorg-en welzijnssector en de bijbehorendebouwstenen voor de curricula. De projectleiders van de zes Werkate-liers komen eenmaal per zes wekensamen om de aanbevelingen en con-clusies per topsector te bespreken. Inhet najaar organiseren zij een confe-rentie over hun bevindingen. Ook opnationaal niveau worden de resulta-ten op het gebied van onderwijsver-nieuwing gedeeld. Dit verloopt viahet ministerie van Onderwijs.  

27INVORM | september 2015

INTERVIEW

Page 28: InVorm september 2015

Wijkverpleegkundigegoed toegerust voornieuwe rol Door de Participatiewet is de rol vanwijkverpleegkundige veranderd in dievan regisseur en coach. Om ervoor tezorgen dat ze goed zijn voorbereid ophun nieuwe rol - die van regisseur,coach en 'regelaar' van de zorg - volg-den de wijkverpleegkundigen vanVitalis WoonZorg Groep hiervoor eenaanvullende opleiding. Ze zijn bijge-schoold over de nieuwe Participatie-wet, waarin onder andere is vastge-legd dat het indiceren van zorg eenbelangrijke nieuwe taak van de wijk-verpleegkundige is. Als regisseurbrengt deze in kaart welke zorg nodigis, wie die kan leveren en hoe dit kanworden georganiseerd. Dat vraagt omnieuwe vaardigheden, zoals netwer-ken en intervisie. In loondienstAl deze aspecten zijn aan bod geko-men in de aanvullende opleiding vande dertien hbo-v-wijkverpleegkundi-gen van Vitalis. Tweederde van henwas afkomstig van GrowWork, de or-ganisatie die hen op detacheringsba-sis uitleende aan Vitalis. "Wij bieden althuiszorg", zegt manager Kitty Hilde-rink van Vitalis Kronehoef, "maar nude wijkverpleegkundige wettelijkmoet beoordelen welke zorg iemandnodig heeft, hebben wij de wijkver-pleegkundigen in dienst genomen."  Methodisch werkenVoor sommige wijkverpleegkundigenis de veranderde taak lastig, erkentHilderink. Ze zijn immers geneigd omzelf hulp te bieden, in plaats van hette organiseren. "Toch vinden veel me-dewerkers dat ze nu worden ingezetwaarvoor ze zijn geschoold, namelijkmethodisch werken. Hun kwaliteitenen competentie worden nu meerbenut. Vaak vinden ze dat hun werkleuker is geworden door cliënten enfamilie meer bij de zorg in te schake-len. Ze zijn daardoor doelgerichterbezig met de klant en zijn behoef-ten."    

Digitale therapie even goed als face-to-face?Digitale preventie en behandeling van psy-chische problemen, ook wel eMental-health genoemd, lijkt algemeen goed ge-worden. Het belooft psychologische hulp-verlening beter, slimmer, goedkoper entoegankelijker te maken. Maar heeft hetdie voorspelling al waargemaakt? Dezevraag beantwoordt Heleen Riper in haaroratie. Riper promoveerde aan de VU. Riper en haar collega’s toonden met hun(internationale) onderzoek overtuigendaan dat preventie en behandelen op af-stand, bijvoorbeeld via cognitieve gedrags-therapie, mogelijk en effectief is voor bij-voorbeeld depressie en problematisch al-coholgebruik. Zelfs digitale zelfhulp zon-der tussenkomst van een hulpverlener kansymptomen en klachten verbeteren en di-gitale therapie lijkt even goed te werkenals reguliere face-to-face therapie. Tochblijkt ook uit hun onderzoek dat eMental-health nog niet tot de verwachte ‘killer ap-p’ of ‘disruptieve innovatie’ in de GGZheeft geleid. Digitale hulp werkt niet vooriedereen. Het is nog onduidelijk voor wiewel en voor wie niet, en ook blijkt het kli-nisch niet beter dan face-to-face thera-pieën.  

Verder is de inbedding in de dagelijkseGGZ praktijk nog verre van optimaal envragen patiënten niet massaal om digitaletherapieën. Is het slechts een kwestie vantijd of moeten we rigoureus andere wegeninslaan met het onderzoek naar eMental-health? Riper denkt het laatste. Zij verteltover onderzoek dat nodig is om het eMen-tal-health potentieel te benutten. Drie on-derzoekslijnen kunnen een bijdrage leve-ren aan het vergroten van de werkzaam-heid, toegankelijkheid en patiënttevreden-heid van digitale therapieën. Het onderzoek naar personaliseren gaat ervanuit dat individuele patiëntkenmerkenmeegewogen moeten worden in het voor-spellen van het succes van digitale inter-venties voor de individuele patiënt. Detweede onderzoekslijn van Riper en haarteam richt zich op het vergroten van hetengageren van patiënten zowel bij de ont-wikkeling van als de uitvoering van digita-le therapieën én het onderzoek hiernaar,bijvoorbeeld via ‘gamification’ en ‘geauto-matiseerde coaches’. Ten derde richt zijzich op het versterken van de verbindingtussen de GGZ-praktijk en het eMental-he-alth onderzoek. 

Verzorgenden-IG afgestudeerd bij Archipel CollegeArchipel is trots op de eerst afgestudeerdeleerlingen van het Archipel College. Deleerlingen startten in augustus 2013 enblijven nu allemaal werkzaam binnenArchipel, organisatie voor ouderenzorg inEindhoven. Deze opleiding tot Verzorgen-de-IG ontstond uit een innovatieve ennauwe samenwerking tussen Archipel enROC de Leijgraaf. Archipel vult een belang-rijk gedeelte van deze opleiding zelf in metvakdocenten die ook bij Archipel werken.Naast deze vakdocenten hebben cliëntenook een aandeel in het onderwijs, welkenauw aansluit bij de visie en de praktijkvan Archipel. Tegelijkertijd voldoet de op-leiding natuurlijk aan de brede kwalifica-tie-eisen die ten grondslag liggen aan hetdiploma Verzorgende-IG. Op ROC de Leijgraaf volgen circa 9.000leerlingen een opleiding. Circa 2.100 leer-lingen (BOL en BBL) daarvan volgen eenopleiding in de Zorg, op de afdeling Mens

& Maatschappij. Een aantal van deze leer-lingen is volwassen. ROC de Leijgraafwerkt nauw samen met instellingen enbedrijven in de regio waarvoor ook trainin-gen en innovatietrajecten worden ver-zorgd. Het onderwijs binnen het ArchipelCollege wordt zowel ontwikkeld en ver-zorgd door docenten vanuit Archipel alsdocenten van ROC de Leijgraaf. De opleiding tot Verzorgende-IG sluit aanbij de visie en praktijk van Archipel. Dankzijonderwijs in kleine groepen met uitslui-tend Archipel leerlingen is er veel aan-dacht voor leerlingen. Daarnaast zijn snel-le aanpassingen van inhoud en vorm vande opleiding mogelijk met het maatwerken de flexibiliteit die Archipel wenst. Vanafschooljaar 2015-2016 kunnen leerlingen, naintake, gedurende het hele schooljaar star-ten in het Archipel College met een indivi-duele leerroute binnen de exameneisen.

28

KORT NIEUWS

Page 29: InVorm september 2015

Kom maar op met die transitie!Al jaren wordt er gesproken over de 'paradigmashift' en 'transitie' die in de Zorg nodig is. Inmiddels rom-melt en bruist er van alles en 'bloeien er honderd bloemen'. Maar wat gaat het allemaal opleveren?

In mijn vakantiebagage zat dit jaar hetboek 'Breakthrough: From Innovation toImpact'. Het boek beschrijft op toegankelij-ke wijze negentien belangrijke doorbrakenen innovaties die grote impact hebbengehad op onze samenleving. Van de maat-schappelijke discussie over het milieu totde eenwording van Duitsland. In een af-sluitend hoofdstuk worden de gemeen-schappelijke kenmerken van deze verande-ringen geanalyseerd. Een belangrijke lesdaaruit is dat grote veranderingen altijdéén of twee grote 'triggers' (bijvoorbeeldeen persoon of een incident) kennen dievoor deze verandering van doorslaggevendbelang zijn. Meestal zijn ze pas na jarenook als zodanig te herkennen. Het zijn de'gamechangers' die het verschil hebbengemaakt. Voor de discussie over het milieuin de zeventiger jaren was dat bijvoorbeeldhet rapport van de club van Rome en voorde eenwording van Duitsland was dat detoenmalige bondskanselier Helmut Kohl. Het is een interessant gedachtenexperi-ment om zo ook eens naar de transitie inde Zorg te kijken. Hoe kijken we over twin-tig jaar terug op de veranderingen? En watwaren de factoren die daarin een doorslag-gevende rol hebben gespeeld? Want tot nutoe heeft de transitie in de Zorg bepaaldnog niet het karakter van een grote om-wenteling, laat staan een revolutie. Zeker,er gebeurt van alles. In vele zorgorganisa-ties worden zelfsturende teams geïntrodu-ceerd, in gemeenten zijn overal wijkteamsaan de slag en er zijn broedplaatsen waargeëxperimenteerd wordt met technologi-sche hulpmiddelen. Maar al met al lijkt hetmeer op de culturele revolutie in Chinawaar Mao Tse Tung 'honderd bloemen lietbloeien' om het revolutionaire elan te sti-muleren. Wat ontbreekt is een verbindend verhaaldat alle neuzen dezelfde kant op zet. Eenverhaal ook dat enthousiasmeert en instaat is alle betrokkenen (burgers, zorgpro-

fessionals, opleiders en lokaal bestuur)mee te nemen in de verandering. In begin-sel is dat verhaal wel aanwezig. Het rap-port 'Naar nieuwe zorg en zorgberoepen'van de commissie Kaljouw bevat een sa-menhangende en dynamische visie hoe deZorg er in de toekomst uit kan zien. Het zo-genaamde ABCD-model met Voorzorg (A),Gemeenschapszorg (B), Laagcomplexezorg (C) en Hoogcomplexe zorg (D) zoueen krachtig model kunnen zijn waaraande transitie kan worden opgehangen.Maar de communicatie erover stokt. Mis-schien wordt staatssecretaris Martin vanRijn wel teveel in beslag genomen door deenergievretende pgb-discussie. Daarmee blijft de transitie iets hebben vaneen rommelende vulkaan die op uitbar-sten staat, maar voorlopig alleen een dunsliertje rook produceert. Waar blijft dietechnologische innovatie (de iWatch?) diein één klap zorgt voor een doorbraak ine-health? En waar is die persoon die inwoord en daad staat voor de verande-ringen in de Zorg? Het kan toch niet zo zijndat het geheel beperkt blijft tot eenordinaire bezuinigingsoperatie vandit kabinet? Ik zou zeggen: kom maar op met dietransitie! Piet Verrijt,directeur/bestuurder Transvorm  

29INVORM | september 2015

COLUMN: PIET VERRIJT

Page 30: InVorm september 2015

Koraal Groep benoemt Ingrid Widdersho-ven als bestuurder

Ingrid Widdershoven (49) wordt met in-gang van 1 oktober bestuurder bij KoraalGroep. Samen met Radboud Quik als voor-zitter, vormt zij vanaf die datum de raadvan bestuur. Koraal Groep is actief op deterreinen jeugdzorg, gehandicaptenzorg,speciaal onderwijs en arbeidstoeleiding.Op dit moment is Ingrid Widdershoven lidvan de directieraad van de gemeente Eind-hoven. Zij is daar inhoudelijk en organisa-torisch verantwoordelijk voor de TransitieJeugdzorg en voor de veranderingen aanhet Passend Onderwijs en op het gebiedvan werk en inkomen. Over haar overstap zegt Ingrid Widdersho-ven: "Koraal Groep is op meerdere terrei-nen actief waardoor er mooie verbindin-gen ontstaan. Wat mij zeer aanspreekt zijnde combinaties speciaal onderwijs enjeugdzorg, en zorg met onderwijs en werk.Koraal Groep richt zich heel nadrukkelijkop de groei en de ontwikkeling van men-sen met als doel dat zij een volwaardigeplek in de samenleving krijgen. Ik zie eensterke organisatie met een duidelijke visie.Ondanks veranderingen en bezuinigingenis bij Koraal Groep de toekomst van demeest kwetsbaren in onze samenleving ingoede handen." 

Jeanny van den Berg nieuwe bestuur-der Stichting WIJeindhoven

Jeanny van den Berg (55 jaar) is eensgezindgekozen als de nieuwe algemeen bestuur-der en bestuursvoorzitter van de StichtingWIJeindhoven. Jeanny van den Berg zal inde komende periode uitgebreid kennisma-ken met alle WIJmedewerkers. Op 1 sep-tember trad Jeanny van den Berg officieelin dienst.Lenie Scholten, wethouder van zorg, wel-zijn en armoedebeleid Eindhoven: "Ik hebhet volste vertrouwen dat Jeanny van denBerg samen met alle WIJmedewerkers ver-

der invulling kan geven aan een solide so-ciale basis voor alle Eindhovenaren! Ik benblij dat we na de oprichting van de Stich-ting nu ook deze volgende stap hebben ge-nomen waardoor we nog meer invullinggeven aan de uitdaging waar WIJeindho-ven voor staat."Jeanny van den Berg werkte als directeurvan Bijzonder Jeugdwerk. Ze heeft erg veelzin om aan de slag te gaan. "Ik ben ervanovertuigd dat de integrale aanpak waarWIJeindhoven voor staat tot positieve re-sultaten zal leiden. Mijn ambitie is om WIJ-eindhoven echt samen vorm te geven,waardoor er meer sociale samenhangkomt en we gebruik kunnen maken vanonze eigen kracht en de kracht van elkaar.Zodat bewoners op tijd de juiste hulp ofondersteuning krijgen." 

Piet-Hein Buiting benoemd tot nieuwevoorzitter raad van bestuur JBZ

Met ingang van 1 september is Piet-HeinBuiting (53) benoemd tot nieuwe voorzit-ter van de raad van bestuur van het Jeroen

Bosch Ziekenhuis in ’s-Hertogenbosch.Hiermee volgt hij Willy Spaan op die per 1mei voorzitter van de raad van bestuur vanhet Leids Universitair Medisch Centrum is.De functie van voorzitter van de raad vanbestuur werd tijdelijk waargenomen doorPeter Langenbach."Een hele eer om te gaan werken voor ditprachtige nieuwe ziekenhuis", zegt Piet-Hein Buiting. "Het Jeroen Bosch Ziekenhuisheeft de afgelopen jaren een uitstekendepositie opgebouwd, met name op het ge-bied van kwaliteit en veiligheid van zorg.Een goede uitgangspositie voor de komen-de periode, waar er snelle ontwikkelingenzullen zijn in de zorg. Technologische inno-vaties, zoals e-health en gen-technologiezullen nieuwe mogelijkheden voor patiën-ten bieden. Zij zullen meer op hun per-soonlijke situatie toegesneden behande-lingen kunnen krijgen en veel meer regieover hun eigen zorg kunnen nemen. Zaakom als ziekenhuis samen met patiënten enandere zorgverleners, zoals de huisartsen,hier vorm aan te geven."Piet-Hein Buiting studeerde geneeskunde,geschiedenis en bedrijfskunde en heeftruime ervaring in de ziekenhuiswereld enzorgsector. De afgelopen twintig jaar washij bestuurder van verschillende ziekenhui-zen. 

Geranne Engwirda nieuwe bestuurderCatharina Ziekenhuis

Geranne Engwirda treedt op 1 oktober toetot het bestuur van het Catharina Zieken-huis in Eindhoven en wordt collega van be-stuursvoorzitter Piet Batenburg.Ze volgt Paul Boomkamp op die vanaf 1september een bestuursfunctie bekleedtbij pensioenfonds PGGM.Engwirda is nu lid van de raad van bestuurvan 's Heeren Loo Zorggroep. Deze landelij-ke organisatie biedt ondersteuning aankinderen, jongeren en volwassenen meteen verstandelijke beperking.Van 2005 tot 2010 was Engwirda managerbedrijfsvoering van één van de divisies vanhet UMC in Utrecht. Daarvoor werkte ze bijde Federatie van Universitair MedischeCentra. Ze begon haar loopbaan in hetErasmus MC, eerst als manager heelkundeen later binnen de Financieel EconomischeDienst van het ziekenhuis. 

30

PERSONALIA

Page 31: InVorm september 2015

Nieuwe leden raad van toezicht InstituutVerbeeten

Carla Ottenhoff in raad van toezichtZuidZorg

Carla Ottenhoff is per 1 juli toegetreden totde raad van toezicht van ZuidZorg. In hetvoorjaar is een vacature geplaatst voor eenlid raad van toezicht met een achtergrondop het gebied van 'zakelijke dienstverle-ning'. Uit de selectiegesprekken is CarlaOttenhoff gekozen.Mevrouw Ottenhof is jarenlang directeurgeweest van GPR Communicatiemanage-ment dat gespecialiseerd is in het organi-seren van communicatiestromen vangrote, (inter)nationale organisaties metveel lokale vestigingen. In deze functie waszij eindverantwoordelijk voor klantrelaties,new business, medewerkers, innovatiedienstverlening en financiën. Daarvoorheeft Carla Ottenhof lange tijd gewerkt bijPublicis Eindhoven.Door deze brede functies heeft zij zich ont-wikkeld tot een generalist die op veel ge-bieden waarde kan toevoegen aan een or-ganisatie. Daarnaast heeft zij ruime erva-ring als toezichthouder, omdat zij 12 jaarlid en vice-voorzitter is geweest van deraad van commissarissen van RabobankEindhoven - Veldhoven. 

De raad van toezicht van Instituut Verbee-ten is recent versterkt met twee nieuweleden. De nieuwe leden volgen de heerGimbrère en de heer Van Loon op. De raadvan toezicht is hiermee weer op volle

Carla Lasonder voorzitter raad van be-stuur RIBW Brabant

Sinds 1 mei heeft RIBW Brabant een een-hoofdige raad van bestuur in de persoonvan Carla Lasonder (46). Een bestuurderdie bewust kiest voor een RIBW 'nieuwestijl'. Welke plannen horen bij deze nieuwerichting? Natuurlijk: de transitie naar denieuwe Wmo zorgt voor veel turbulentie inzorgland. Toch is RIBW Brabant klaar voorde nieuwe situatie: "Het geeft onrust,maar nu de kaders niet meer zo vast lig-gen, kan er van alles in een organisatie alsde onze." Er zijn volop kansen waar de or-ganisatie op in gaat zetten. Zo wil RIBWBrabant afgerekend gaan worden op debijdrage die de medewerkers hebben gele-verd aan de levenskwaliteit van haar cliën-

ten. Het gaat namelijk om de persoonlijkedoelen: "Hoe het daarmee staat, is heelconcreet te meten via de methodiek vanresultaatgerichte sturing." Zo wordt ookmeteen duidelijk dat kleine stappen óókeen groot verschil kunnen maken voor ie-mand, benadrukt Carla. "Zelfstandigwonen en werken zijn gewoon niet vooriedereen haalbaar en dat hoeft ook hele-maal niet."Al jong weet Carla dat ze de zorg in wil. Zestudeert HBO-V in Utrecht, later gevolgddoor Gezondheidswetenschappen en eenMBA-opleiding. Ze ontwikkelt grote inte-resse in het fenomeen leiderschap. "Omme heen zag ik vaak dat leidinggevendenniet de talenten benutten van ‘hun’ men-sen. De invloed van een leider wordt nogsteeds erg onderschat, ook in zorginstellin-gen. Ik wil mensen echt de ruimte geven,zeg niet snel nee op nieuwe ideeën." Zewerkt zo'n 15 jaar bij diverse ggz-instellin-gen en maakt een uitstap naar de jeugd-hulpverlening. In 2009 vormt ze samenmet Artie van Tuijn het tweehoofdige be-stuur van RIBW Brabant. 

sterkte. De nieuwe leden van de raad vantoezicht zijn Gerard van Loon (portefeuilleFinanciën) en Lilly-Ann van der Velden(portefeuille Zorgzaken).De heer Van Loon werkt op dit moment alsdirecteur Financiën bij het Leids Universi-tair Medisch Centrum (LUMC). De afgelo-pen 15 jaar was hij verantwoordelijk voorfinanciële, economische en bedrijfsmatigeportefeuilles binnen ziekenhuizen. Naastzijn huidige functie bij het LUMC is hij ac-tief als bestuurder van het ZelfstandigeBehandel Centrum Stichting Augustines-sen, directeur van LUMC Participaties BVen Inleider/Docent bij de Academie voorMedisch Specialisten.Mevrouw Van der Velden heeft eveneenservaring in de zorg en werkt sinds 1996 alsoncologisch hoofd-hals chirurg. Zij is op ditmoment werkzaam als senior staflid KNO-arts / hoofd-hals chirurg bij het LUMC.Naast haar huidige baan vervult zij ver-schillende nevenfuncties. Als toezichthou-der bij de GGZ Centraal in Amersfoorthoudt zij zich naast de algemene takenbezig met kwaliteit en veiligheid.   

Peter Langenbach vertrekt bij JeroenBosch Ziekenhuis

Peter Langenbach, lid van de raad van be-stuur en op dit moment waarnemendvoorzitter van het Jeroen Bosch Zieken-huis, heeft aangekondigd deze organisatiete gaan verlaten. Hij geeft aan na 7,5 jaartoe te zijn aan een nieuwe uitdaging.Daarom heeft hij besloten toe te tredentot de raad van bestuur van het MaasstadZiekenhuis in Rotterdam. Naar verwach-ting vertrekt hij 1 december. Peter Langenbach startte op 1 juni 2008 alsDirecteur Financiën & Control van het Je-roen Bosch Ziekenhuis, met als bijzonderaandachtsgebied de financiële zaken rond-om de nieuwbouw. Per 1 september 2011maakte hij vervolgens de stap naar de raadvan bestuur.  

31INVORM | september 2015

PERSONALIA

Page 32: InVorm september 2015

BrabantZorg.Net BrabantZorg.Net is dé site voor werken en leren in zorg en welzijn in Noord-Brabant. Met gemiddeld 75.000 bezoekers per maand kan niemand om het succes van BrabantZorg.Net heen. De kracht van de site is de gecombineerde presentatie van de sector én individuele organisaties. Op de site zijn vacatures te vinden die open staan bij de ruim 160 bij Transvorm aangesloten zorg- en welzijnsorganisaties.

Op maat voor organisatiesUw organisatie presenteert zich op BrabantZorg.Net in eigen stijl, passend bij de arbeidsmarkt-communicatie en het werkgeversimago. In uw presentatie kunt u gebruik maken van visuele elementen zoals fotopresentaties en video. Bezoekers krijgen meteen het ‘juiste’ gevoel bij uw organisatie te pakken.

...en bezoekersMet BrabantZorg.Net wordt een baan of stage zoeken gemakkelijker. Ingeschreven bezoekers solliciteren via BrabantZorg.Net met één klik op een vacature.

BrabantZorg.Net: kostenefficiënt en een groot bereik

Werken en leren in zorg en welzi jn

Feiten en cijfersBezoekers• 82% van de gebruikers bezoekt de site

wekelijks of vaker• Van de bezoekers zoekt 40% werk

en is 50% geïnteresseerd• 85% geeft een 7 of hoger voor helderheid

en vindbaarheid van vacatures.

Gebruikers-enquête BrabantZorg.Net december 2014

Organisaties• 100% van de respondenten kent

en gebruikt BrabantZorg.Net• Voor 89% is BrabantZorg.Net (zeer) belangrijk

bij het vervullen van vacatures• 86% ontvangt meer sollicitanten op vacatures

Ledenraadpleging juni 2014 door Bureau Bartels

Heeft u een vraag, opmerking of idee? Mail de redactie via [email protected]