ictportf Web viewHet resultaat is dat de gemiddelde aanwezigheid van de respondenten 77,34% is en...

69
Ongeoorloofd verzuim en motivatie Een onderzoek over ongeoorloofd verzuim en de motivatie om aanwezig te zijn tijdens de lessen van studenten maatschappelijke zorg. NHL, Leeuwarden April 2015 Liesbeth Julianus

Transcript of ictportf Web viewHet resultaat is dat de gemiddelde aanwezigheid van de respondenten 77,34% is en...

Ongeoorloofd verzuim en motivatie

Een onderzoek over ongeoorloofd verzuim en de motivatie om aanwezig te zijn tijdens de lessen van studenten maatschappelijke zorg.

NHL, LeeuwardenApril 2015

Liesbeth Julianus

Door het inleveren van dit product verklaar ik dat het product eigen werk is en dat het

vrij is van plagiaat.

2

Ongeoorloofd verzuim en motivatie

Een onderzoek over ongeoorloofd verzuim en de motivatie om aanwezig te zijn tijdens de lessen van studenten maatschappelijke zorg.

NHL, LeeuwardenApril 2015

Student: Liesbeth JulianusStudentnummer: 406007

NHL e-mailadres: [email protected]

Opleiding(en): Kopopleiding Omgangskunde

Traject: VoltijdCode toetseenheid: -

Deelbeoordeling: GO, onderzoeksopzet

Begeleider: Edith Snijders

Examinator: Chris Brandenburg

Inleverdatum: 10 april 2015

NHL Coach Angela Post

Stagebegeleider Edith Delhaas

Inhoudsopgave

Praktijkonderzoek Kopopleiding

3

Voorwoord.............................................................................................................................................5

Samenvatting..........................................................................................................................................6

Hoofdstuk 1: Inleiding......................................................................................................................7

Aanleiding voor het onderzoek...........................................................................................................7

Context / de onderzoekorganisatie.....................................................................................................8

Praktijkprobleem................................................................................................................................8

Doel en concrete aandachtspunten van het onderzoek.......................................................................8

Hoofdstuk 2: Theoretisch kader........................................................................................................9

Begrippenlijst.....................................................................................................................................9

Literatuurstudie ...............................................................................................................................12

Regels en afspraken binnen het Friesland college 12Verzuim........................................................................................................................................12

Op de stageplek............................................................................................................................14

School als werkplaats...................................................................................................................15

Motivatie......................................................................................................................................15

Doorstroom HBO.........................................................................................................................16

Hoofdstuk 3: Onderzoeksvragen....................................................................................................18

Hoofdvraag......................................................................................................................................18

Hoofdstuk 4: Methode....................................................................................................................20

Onderzoeksactiviteiten.....................................................................................................................20

Gekozen doelgroep...........................................................................................................................20

Opstellen van enquêtes.....................................................................................................................21

Controlevragen.................................................................................................................................21

Methoden..........................................................................................................................................21

Beïnvloeding van factoren................................................................................................................22

Hoofdstuk 5: Resultaten.................................................................................................................24

Vragenlijst studenten deel 1.............................................................................................................27

Vragenlijst studenten deel 2.............................................................................................................29

Controlevragen.................................................................................................................................30

Opmerkingen vragenlijst studenten..................................................................................................33

Vragenlijst docenten.........................................................................................................................34

Praktijkonderzoek Kopopleiding

4

Hoofdstuk 6: Conclusie..................................................................................................................36

Hoofdstuk 7: Discussie...................................................................................................................38

Omvang doelgroep...........................................................................................................................38

Rol van de docent.............................................................................................................................38

Klassikale bespreking.......................................................................................................................39

Job - enquête....................................................................................................................................39

Meerwaarde van dit onderzoek........................................................................................................39

Aanbevelingen..................................................................................................................................40

Literatuur..............................................................................................................................................41

Bijlagen................................................................................................................................................43

Enquête studenten.............................................................................................................................44

Enquête docenten.............................................................................................................................46

Eigen gemaakte presentielijst...........................................................................................................47

Beoordelingsschema onderzoeksplan...............................................................................................48

Praktijkonderzoek Kopopleiding

5

Voorwoord

Mijn naam is Liesbeth Julianus en ik volg de kopopleiding docent omgangskunde aan de NHL in Leeuwarden. Ik loop stage op het Friesland College, locatie Kalmoes bij de opleidingen Sociaal Maatschappelijke Dienstverlening en Maatschappelijke Zorg. Ik heb in 2014 mijn opleiding Toegepaste psychologie afgerond aan het Saxion te Deventer, met als uitstroomprofiel Klinische psychologie.

Voor u ligt mijn praktijkonderzoek die ik heb uitgevoerd in het kader van mijn opleiding. Dit project heb ik uitgevoerd tijdens de derde periode van het schooljaar, waarvan een groot deel plaats heeft gevonden op de stageplek. Ik kan u mededelen dat ik met plezier heb gewerkt aan dit project en trots ben op het eindresultaat.

Mijn dank spreek ik uit naar enkele mensen die mij tijdens dit praktijkonderzoek op verschillende manieren hebben begeleid. Als eerste mijn begeleider Edith Snijders en mijn klasgenoten in het leerteam, zij hebben mij tijdens het hele project begeleid, gemotiveerd en voorzien van feedback tijdens de wekelijkse bijeenkomsten. Daarna natuurlijk de studenten en docenten die hebben meegewerkt aan het onderzoek en hun bereidwilligheid hebben getoond, zonder hen was dit onderzoek niet tot stand gekomen. En tot slot alle andere mensen (collega’s en klasgenoten) die een bijdrage geleverd hebben voor de totstandkoming van dit onderzoek.

Ik wens u veel leesplezier.

Met vriendelijke groet,

Liesbeth Julianus

Praktijkonderzoek Kopopleiding

6

Samenvatting

In het kader van mijn opleiding heb ik dit praktijkonderzoek tot stand gebracht. Gedurende de eerste maanden van mijn stage viel de afwezigheid van cursisten op tijdens de lessen. Op het moment dat deze ongeoorloofde afwezigheid oploopt volgt er een melding ongeoorloofd verzuim. De leidraad van dit onderzoek was om te onderzoeken in hoeverre studenten zijn gemotiveerd om naar de lessen te komen. En wat hiervoor dan de reden is en hoe deze motivatie vergroot kan worden. ik heb mij hiervoor gericht op de doelgroep studenten van de klas Maatschappelijke zorg combi in Leeuwarden. De methoden die hiervoor gebruikt zijn tijdens dit onderzoek zijn de gegevens uit het schoolregistratiesysteem Eduarte, mijn eigen bijgehouden presentielijsten, enquête voor de studenten, individuele gesprekken, vragenlijsten voor de docenten en gesprekken met de betreffende docenten en andere collega’s. Het resultaat is dat de gemiddelde aanwezigheid van de respondenten 77,34% is en het geoorloofde verzuim 13,87% en het ongeoorloofde verzuim 8,80%. We kunnen concluderen dat de studenten op drie na extrinsiek gemotiveerd om op school te komen, ze zijn aanwezig omdat het moet, voor de gezelligheid of omdat ze geen hoog verzuim willen hebben. Een deel gaat wel met plezier naar school, maar geven aan weinig tot niets te leren en niet tevreden te zijn met het lesaanbod. Ze zouden graag zien dat er qua onderwijsaanbod verandering wordt aangebracht, dit is ook een reden voor verzuim. Het afmelden bij de receptie is voor ongeveer de helft van de studenten teveel moeite. Studenten vinden stage belangrijker en zijn daar ook heel weinig tot nooit afwezig. Docenten kunnen weinig ondernemen op het gebied van consequenties, omdat studenten geen voldoende nodig hebben, omdat dit niet nodig is om het diploma te kunnen behalen. Dit is ook een reden voor studenten om niet altijd aanwezig te zijn in de lessen. De onderwerpen die in de discussie naar voren zullen komen zijn omvang doelgroep, klassikale bespreking, rol van de docent, Job-enquête, meerwaarde van dit onderzoek en de aanbevelingen.

Praktijkonderzoek Kopopleiding

7

Hoofdstuk 1: Inleiding

In het kader van mijn opleiding docent omgangskunde zal ik de tweede en derde periode een praktijkonderzoek uitvoeren. Dit onderzoek zal plaats vinden op mijn stageplaats, het Friesland College, locatie Kalmoes. Het onderzoek moet beperkt blijven qua omvang en daarom heb ik gekozen voor één klas om het onderzoek bij uit te voeren. Deze klas zijn laatstejaars studenten van de opleiding Maatschappelijke Zorg niveau vier (hierna afgekort met MZ).

Het onderzoek zal ongeveer anderhalve periode in beslag nemen, voor de start van het onderzoek heb ik eerst een plan van aanpak gemaakt. Deze is beoordeeld, waardoor ik kon starten met het uitvoeren. Het onderzoek vindt plaats binnen de school, grotendeels tijdens de coaching uren van de betreffende klas.

Aanleiding voor het onderzoekDe aanleiding van het onderzoek is dat ik in het kader van mijn opleiding docent omgangskunde een praktijkonderzoek ga uitvoeren binnen de stageplek. Er is mij opgevallen dat enkele studenten veel afwezig zijn tijdens de schooldagen. Ik heb hier bij collega’s over geïnformeerd en er zijn veel regels die gehanteerd worden bij verzuim van studenten. Na de eerste bijeenkomst op de NHL over het praktijkonderzoek, ben ik gaan oriënteren op mijn stage of dit bovenstaande een mogelijk onderwerp zou kunnen zijn om onderzoek. Ik geef vanaf het begin les aan de klas MZ3combi en hou deze ook gedurende mijn stage en het leek mij interessant en leuk om hen hierbij te betrekken. Samen met mijn stagebegeleider ben ik gaan overleggen over dit onderwerp en hoe ik het concreet kan maken voor een praktijkonderzoek in combinatie met deze coachklas. Samen zijn we tot een afgebakend onderwerp gekomen, motivatie tijdens de schooldagen. Dit is al vaker te sprake geweest en word wel gezien als een ‘probleem’. Dit onderwerp heb ik afgebakend, omdat het een vrij omvangrijk begrip is en hier een concrete vraagstelling bij bedacht. In overleg met de praktijkdocent van de NHL en mijn stagebegeleider heb ik besloten om mij te beperken tot één klas, omdat het anders te veel zou worden voor dit tijdsbestek. Vanaf het begin was ik zelf al bezig met de aanwezigheid van de studenten en hield dit zelf bij door een zelf gemaakt schema / presentielijst. Zo houd ik beter overzicht welke studenten er regelmatig of vaker niet zijn en met wat voor reden. Op maandag hebben we drie coaching uren, waarin de studenten zelfstandig werken aan hun opdrachten en proeven. Deze uren kan ik gebruiken om individuele gesprekken te voeren en de enquête af te nemen. Dit is ook een reden die heeft meegespeeld om mijn praktijkonderzoek te richten op deze klas, met dit onderwerp. Voor een groot deel zal het onderzoek worden uitgevoerd tijdens de derde periode.

Praktijkonderzoek Kopopleiding

8

Context / de onderzoekorganisatieDe onderzoekorganisatie is een Mbo-school met verschillende locaties, ik loop stage in Leeuwarden bij de School voor Zorg, Service en Welzijn bij de opleidingen Maatschappelijke zorg en Sociaal maatschappelijke dienstverlening niveau vier. Het praktijkonderzoek zal ik uitvoeren bij de klas MZ, laatstejaars, niveau vier. De vooropleiding is bij elke student verschillend. De klas bestaat uit 22 studenten en het onderzoek zal binnen de school worden uitgevoerd. De school heeft te maken met absentie van leerlingen, vaak ongeoorloofd. Dat betekent zonder geldige reden niet aanwezig zijn in de lessen. Bij sommige opleidingen is dit verzuim behoorlijk hoog en wil men graag onderzoeken waarom dit is en hoe dat kan. Doordat het project niet te omvangrijk mag zijn, beperk ik mij tot één klas.

De respondenten zullen in eerste instantie de studenten zijn van de klas, verder maak ik gebruik van de collega’s die ook les geven of hebben gegeven aan deze klas. Bij hen zal er ook een vragenlijst worden afgenomen in combinatie met een kort gesprekje. Verder zal ik een gesprek hierover hebben met de onderwijsregisseur van het team en het teamhoofd, om meer informatie te krijgen en dit te kunnen verwerken en te koppelen aan de bevindingen.

Praktijkprobleem Het praktijkprobleem is dat cursisten ongeoorloofd afwezig zijn, waardoor hier het verzuim oploopt en er MOV (melding ongeoorloofd verzuim) worden verstuurd. Wanneer een student vaker een MOV krijgt, kan het zijn dat deze student uitgeschreven gaat worden. Om dit probleem te voorkomen zal worden bekeken wat de reden van ongeoorloofd verzuim is. Komt dit door het onderwijsaanbod of heeft dit te maken met de intrinsieke motivatie? En hoe kan dat dit worden aangepakt?

Doel en concrete aandachtspunten van het onderzoekHet onderzoeksdoel is om de motivatie te onderzoeken bij laatstejaars MZ studenten van de school zorg, service en welzijn locatie Leeuwarden. En dan gaat het om de aanwezigheid tijdens de lessen op de schooldagen maandag en dinsdag. En eventuele aanbevelingen te formuleren voor verbetering of verandering. Studenten zijn ongeoorloofd aanwezig en waarom is dat? Heeft dat te maken met de intrinsieke motivatie of heeft dat te maken met het aangeboden onderwijs? Aandachtspunten tijdens het onderzoek zijn factoren die invloed kunnen hebben op de resultaten, hierbij kun je denken aan het feit dat ik één van de betreffende docenten ben die lessen verzorg voor de onderzoeksgroep. Ander aspect is dat er maar weinig vakdocenten voor deze klas zijn, waardoor deze doelgroep respondenten heel klein is en ik hierdoor beperkt informatie kan krijgen.

Praktijkonderzoek Kopopleiding

9

Hoofdstuk 2: Theoretisch kader

In dit hoofdstuk zal een logische uiteenzetting van voor het onderzoek relevante inzichten uit de literatuur worden weergegeven. Begrippen worden gedefinieerd, zodat duidelijk wordt wat hiermee bedoeld wordt in het onderzoek. Verder zal ik het hoofdstuk afsluiten met een literatuurstudie, waarin de nodige informatie staat die gebruikt is om dit praktijkonderzoek tot stand te brengen. De bronnen die hiervoor gebruikt zijn, kunt u terug vinden in de literatuurlijst.

Begrippenlijst Tabel 2.1MBO Het middelbaar beroepsonderwijs bereidt

mensen voor op de beroepspraktijk of een vervolgopleiding. Om de aansluiting op de arbeidsmarkt te garanderen hebben scholen voor middelbaar beroepsonderwijs uitgebreide contacten met het regionale bedrijfsleven, gemeenten en maatschappelijke organisaties. Bij alle opleidingen in het mbo staat de aansluiting met de praktijk voorop. Het MBO heeft verschillende manieren van onderwijsaanbod en is opgedeeld in verschillende niveaus. Niveau 1,2,3 en 4. Bij de eerste drie kun je doorstromen binnen je eigen school. Met niveau is de doorstroom naar het HBO mogelijk.

Maatschappelijke Zorg, niveau 4 Werken in werken in de maatschappelijke zorg, dan ben je zorg aan het bieden aan kwetsbare mensen. Je helpt en stimuleert cliënten niet alleen bij het uitvoeren van activiteiten, maar biedt ook ondersteuning bij hun persoonlijke en huishoudelijke zorg. Bij verstandelijk gehandicapten of bij volwassenen die om verschillende redenen jouw hulp nodig hebben. Zoals ouderen, die graag zo lang mogelijk thuis willen wonen, daklozen, mensen die te maken hebben gehad met huiselijk geweld, of mensen met psychische problemen. Je kunt kiezen tussen twee uitstroomprofielen: de gehandicaptenzorg of specifieke doelgroepen.

Onderwijsovereenkomst De overeenkomst tussen de student en het bevoegd gezag die de basis vormt voor de inschrijving. Elke student op het Friesland College heeft een onderwijsovereenkomst.

Praktijkonderzoek Kopopleiding

10

Startkwalificatie Het behalen van havo of vwo diploma of niveau 2 op het MBO.

BOT-uren Beroepsonderwijstijd. Hier staat een vast aantal voor gedurende de hele opleiding.

BPV-uren Beroepspraktijk Vorming BPV-overeenkomst: de overeenkomst die wordt gesloten tussen de student, het Friesland College en de praktijk biedende organisatie in het kader van de beroepspraktijkvorming;

Lessen / terugkomdagen: De respondenten hebben les om maandag van half 9 tot half 1 en op dinsdag van half 9 tot half 3. Zij krijgen de vakken coaching, onderzoek, wisselende thema’s, rekenen, Nederlands, ethiek en communicatie. Voor het vak Nederlands moeten zij dit minimaal met een 5,5 afsluiten, rekenen hoeft nog niet voldoende te zijn dit schooljaar. De vakken wisselende thema’s, ethiek en communicatie staat niet op het kwalificatiedossier, wat betekent dat ze hiervoor niet kunnen zakken wanneer er onvoldoende bij dit vak staat.

Registratiesysteem Friesland college werkt met het systeem Eduarte, dit is een systeem waarin alle gegevens van de studenten te vinden zijn. Zoals persoonlijke gegevens, rapportages van gesprekken en andere bijzonderheden. Ook wordt dit gebruikt om de aanwezigheid van de student bij te houden, op zowel school als de stage.

Verzuim (ongeoorloofd / geoorloofd) Geoorloofd verzuim betekent met een geldige reden niet aanwezig zijn op school. Dit kan alleen wanneer studenten zich hebben afgemeld bij de receptie met de geldige reden. Hierbij kun je denken aan ziekte, tandarts, artsenbezoek, familieomstandigheden enz. Ook de coach kan een student op afwezig zetten in het systeem. Ongeoorloofd is niet aanwezig zijn, zonder afmelding of geldige reden.

Verzuim- en exitprocedure De procedure die regelt wat er moet gebeuren als een student afwezig is of heeft aangegeven de opleiding te willen verlaten.

VSV Voortijdig schoolverlaten: Heeft een jongere zijn schoolloopbaan beëindigd zonder startkwalificatie en nog niet de leeftijd van 18 jaar bereikt.

MOV Melding ongeoorloofd verzuim. Dit is van toepassing als er sprake is van 16 lesuren of

Praktijkonderzoek Kopopleiding

11

meer ongeoorloofd afwezig in vier weken tijd.

SAW’er SAW staat voor School Als Werkplaats. Dit is een samenwerking tussen docenten/ coaches en hulpverleners van diverse organisaties op het Friesland College. Als student krijg je dan externe ondersteuning van een saw- begeleider tijdens je schoolloopbaan.

Motivatie Met motivatie bedoel ik in deze setting de wil van de studenten om aanwezig te zijn tijdens de schooldagen. Gekeken gaat worden naar de aanwezigheid van de studenten bij de lessen

Praktijkonderzoek Kopopleiding

12

Literatuurstudie

Regels en afspraken binnen het Friesland collegeWanneer studenten een opleiding gaan volgen binnen het Friesland college, wordt er een onderwijsovereenkomst afgesloten. Elke cursist binnen de school heeft een onderwijsovereenkomst en hierin staan de afspraken die door zowel de school als door de cursist nageleefd moeten worden. Verder wordt de cursist gewezen op het document studentenstatuut. In de document zijn enkele afspraken en verwachtingen opgenomen. Wanneer je als cursist deze regels / verwachtingen niet hanteert staan de consequenties ook genoemd. Dit geldt ook andersom, op het moment dat de school in gebreke is, kun jij je als student beroepen op deze documenten. Hieronder zal ik enkele regels en verwachtingen opsommen met betrekking tot het onderzoek afkomstig uit het studentenstatuut 2014-2015 en de onderwijsovereenkomst van het Friesland college:

- Als student ben je verplicht om onderwijs en andere activiteiten bij te wonen en het examen of onderdelen van het examen, behorende bij jouw opleiding, af te leggen.

- Er wordt verwacht dat je verantwoordelijkheid neemt voor je eigen studieprogramma, je eigen kwaliteiten en mogelijkheden benut, werkt aan je beroepsmatige en persoonlijke ontwikkeling binnen de locaties van het Friesland College en binnen de locaties waar je, in welke vorm dan ook praktijk volgt.

- Er wordt verwacht dat je deelneemt aan een exitgesprek wanneer je besluit de opleiding voortijdig te verlaten. In dit gesprek komen je ervaringen met het leertraject en de school aan de orde en worden afspraken gemaakt over je vervolgtraject buiten het Friesland College.

Wanneer je als cursist de regels overtreedt of de bepalingen uit de onderwijsovereenkomst en de overeenkomst voor de beroepspraktijkvorming niet nakomt, dan kan dat verstrekkende gevolgen hebben. Een schorsing kan worden opgelegd en in het ergste geval kun je verwijderd worden van de school. Enkele regels die hierbij horen en zijn opgenomen in de onderwijsovereenkomst:

- Het niet deelnemen aan het eigen leertraject of opleiding overstijgende activiteiten.- Bovenmatig verzuim of andere vormen van niet toegestane afwezigheid.- Geregeld zonder toestemming van de directeur van de opleiding niet volgen van de

onderwijsactiviteiten volgens het voor de opleiding vastgestelde rooster.

Met 18 jaar ben je meerderjarig. Deze cursisten hebben zich te houden aan dezelfde verplichtingen als minderjarige cursisten, maar er zijn enkele verschillen. Als meerderjarige ben je zelf verantwoordelijk voor het nakomen van deze verplichtingen en regel je zelf de ziek- en absentiemeldingen. Je ontvangt dan ook zelf de rapportages en brieven vanuit de school gestuurd. Tot je 21e worden de ouders / verzorgers geïnformeerd over de studievoortgang of andere relevante zaken die betrekking hebben op jou en je schoolloopbaan.

VerzuimVeelvuldig ongeoorloofd verzuim wordt vaak gezien als het begin van voortijdig schoolverlaten. Daarom is de verzuimregistratie gekoppeld aan de aanpak van vsv binnen het Friesland college en is daarom een essentieel onderdeel in de aanpak van het voortijdig

Praktijkonderzoek Kopopleiding

13

schoolverlaten. De verzuimregistratie is een niet op zichzelf een staand fenomeen, maar één van de zaken die aan de orde komt bij de begeleiding van cursisten. Een cursist is leerplichtig tot 16 jaar, daarna volgt de kwalificatieplicht, hiermee wordt de leerplicht verlengd tot het 18e levensjaar of tot wanneer de leerling een startkwalificatie heeft gehaald. Veel leerlingen verlaten voortijdig het onderwijs en daarom is sinds 2007 de kwalificatieplicht ingevoerd, om als extra hulpmiddel te dienen in de strijd om schooluitval tegen te gaan. Scholen / onderwijsinstellingen zijn verplicht om jongeren zonder startkwalificatie tot 23 jaar te melden bij de gemeente, (via DUO in- en uitschrijvingen) op het moment dat ze de school verlaten of langer dan een maand zonder reden van de school wegblijven (verzuimprotocol, 2011).

De definitie van verzuim is volgens de Dikke van Dale: "Het nalaten iets te doen, het niet nakomen van datgene wat is afgesproken". Verzuim kun je onderscheiden in twee soorten: geoorloofd en ongeoorloofd verzuim, het ongeoorloofde verzuim moet altijd gemeld worden. Geoorloofd verzuim is mogelijk in geval van ziekte of bijzondere omstandigheden waarvoor ontheffing van de gemaakte afspraken is gegeven. Er is sprake van ongeoorloofde afwezigheid van in totaal zestien uren les- of praktijktijd gedurende een periode van vier opeenvolgende lesweken (16 uur in 4 weken). Dit geldt voor alle cursisten ongeacht hun leeftijd. De coach beoordeelt of het verzuim ongeoorloofd of geoorloofd is. Deze gevallen van schoolverzuim worden als dusdanig zorgwekkend gezien dat er verder onderzoek en interventie nodig is. De school is zelf verantwoordelijk voor het korter durende verzuim, minder dan 16 lesuren binnen vier weken.

Er zijn verschillende soorten verzuim, hieronder zullen deze worden weergegeven in een tabel.

Tabel 2.2Luxe verzuim als een leerplichtige zonder toestemming buiten de

schoolvakanties om (met ouders) op vakantie gaat. Ouders nemen hun kinderen tijdens schooltijd mee op vakantie om bijvoorbeeld files te vermijden of met goedkopere vliegtickets te kunnen reizen.

Signaal verzuim verzuim dat samenhangt met achterliggende problemen van de leerling. Een leerling wordt bijvoorbeeld gepest en wil niet meer naar school.

Beginnend verzuim Een leerplichtige jongere die minder dan de wettelijke termijn 16 uur in 4 weken verzuimt, maar wel lesuren of dagdelen overslaat, pleegt beginnend verzuim. (drie achtereenvolgende dagen)

Relatief verzuim 18+ Hiervan is sprake wanneer een leerling (ingeschreven bij een school, op wie de leerplichtwet niet meer van toepassing is en die nog geen 23 jaar is en niet in het bezit van een startkwalificatie) 16 uur of meer verzuimt gedurende een aaneengesloten periode van vier opeenvolgende lesweken of een door het bevoegd gezag te bepalen kortere periode. (Maximaal vier opeenvolgende weken zonder geldige reden geen onderwijs meer volgt).

Er zijn twee vormen van geoorloofd verzuim: verzuim op basis van absentiemelding en verzuim op basis van aangevraagd verlof met toestemming (minimaal twee weken van te

Praktijkonderzoek Kopopleiding

14

voren). De vorm van verzuim op basis van ziekte is geoorloofd, maar wanneer de cursist bovengemiddeld ziekteverzuim heeft, zijn er maatregelen die de school kan treffen. Verzuim kan namelijk ook ontstaan door een achterliggende problematiek, te denken aan leerproblemen, gedragsproblemen, gezondheidsproblemen, gezinsproblemen of sociaal-emotionele problemen. De school kan dan externe instanties inschakelen zoals jeugdgezondheidszorg, schoolmaatschappelijk werk of de cursist in contact brengen met de GGD. In het geval van ziekte neemt de coach wekelijks contact op met de cursist.

Als het om verzuim gaat, zijn de procedures voor iedere cursist van het Friesland College hetzelfde. Bij verzuim van de cursisten wordt door de coach een procedure gevolgd, deze gaat als volgt (Servicecentrum cursisten, 2013):

- de coach stelt vast of de cursist zich absent heeft gemeld. - de coach stelt op grond van de opgegeven reden bij een eventuele absentiemelding en

de eerder gemaakte afspraken vast óf de cursist geoorloofd absent is. - de coach legt zijn bevindingen met onderbouwing vast in ‘FC-begeleiding’. In geval

van ongeoorloofd verzuim wordt altijd een verzuimformulier ingevuld. De ‘Verzuim- en Exit-procedure’ treedt in werking.

- De coach bepaalt of het verzuim aangemeld moet worden bij het digitale loket. - De coach meldt dit bij de verzuimcoördinator, de verzuimcoördinator vult het

verzuimformulier in en dit wordt ingeleverd bij de cursistenadministratie. Een medewerker van de cursistenadministratie is geautoriseerd en geschoold in het invoeren in het digitale verzuimloket.

- Indien de cursist weer op school verschijnt, dan hoeft geen afmelding bij het digitale verzuimloket plaats te vinden. Immers , er is door middel van de melding een overtreding vastgelegd.

Bij de melding naar het verzuimloket zijn twee criteria belangrijk: - Leeftijd: 16 tot 18 jaar of 18 tot 23 jaar - En 23 jaar en ouder - wel of niet een startkwalificatie (MBO niveau 2)

Op de stageplekDe studenten krijgen tijdens de schooldagen maandag en dinsdag de vakken coaching, onderzoek, wisselende thema’s, rekenen, Nederlands, ethiek en communicatie aangeboden. Voor het vak Nederlands moeten zij dit minimaal met een 5,0 afsluiten, rekenen hoeft nog niet voldoende te zijn dit schooljaar, maar wel gemaakt. De vakken wisselende thema’s, ethiek en communicatie staan niet op het kwalificatiedossier, wat betekent dat ze hiervoor niet kunnen zakken wanneer er onvoldoende staat bij dit vak (Calibris, 2014).

Bij te veel verzuim (16 lesuren of meer in de maand) krijgt de coach hier een melding van via de mail en moet er een MOV (Melding ongeoorloofd verzuim) verstuurd worden naar de student. De student krijgt hier een officiële brief van en wordt hierin uitgenodigd voor een gesprek met de coach, waarin het verzuim besproken wordt en er een eerste officiële waarschuwing volgt. Bij een tweede keer (weer 16 lesuren of meer ongeoorloofd afwezig) volgt er weer een thuisgestuurde uitnodiging en komt er een gesprek met de coach en

Praktijkonderzoek Kopopleiding

15

leerplichtambtenaar (verzuim coördinator) indien de student jonger is dan 23 jaar. Wanneer de student ouder is dan 23 jaar, wordt er een dossier opgebouwd en gesprekken gevoerd met de student, met zowel de coach als de regisseur leerlingbegeleiding. Wanneer de grens hiervan is bereikt en er geen geldige reden of bijzonderheden aan de hand zijn, volgt er een uitschrijving. Hiervoor gaan vaak al meerdere waarschuwingen en gesprekken vooraf, in sommige gevallen wordt een SAW ‘er ingeschakeld, wanneer problemen in de thuissituatie of persoonlijke problemen zijn die de student verhinderen om op school te komen. Voordat de definitieve uitschrijving wordt doorgevoerd, vindt er een uitschrijvinggesprek plaats met de student, zodat deze hiervan op de hoogte is.

School als werkplaatsSommige studenten ondervinden hinder of obstakels tijdens de studie. Dit kan op zowel persoonlijk gebied zijn als op schoolgebied. De eerste ondersteunende persoon is natuurlijk de coach. Maar het kan zijn dat de problematiek te groot of te omvangrijk is om als coach op te pakken. In dit geval schakelt de coach een SAW’er in. Dit is een persoon van de organisatie de school als werkplaats en biedt extra ondersteuning bij tegenslagen in het leven van de student. Deze extra hulp moet er voor zorgen dat het eraan bijdraagt de schoolloopbaan met succes te doorlopen en het diploma behaald wordt. SAW zorgt voor een betere aansluiting tussen school en hulpverlening en het signaleren en tijdig bieden van ondersteuning. Er wordt goed contact onderhouden met de coach en de SAW’er werkt binnen het Friesland college en is hierdoor snel beschikbaar en kunnen de afspraken ook plaats vinden binnen de school (School als werkplaats).

MotivatieHet begrip motivatie is erg breed en omvangrijk en daarom zal ik dit in mijn onderzoek ook beperken en afbakenen. Wat ik met motivatie bedoel tijdens mijn onderzoek is de wil om aanwezig te zijn van de studenten tijdens de lessen op de schooldagen maansdag en dinsdag.In dit geval zal het dan gaan om de intrinsieke motivatie en extrinsieke motivatie van de studenten om wel of niet aanwezig te willen zijn bij de lessen.

Mensen zijn bijna altijd bezig met leren, dit is ook een natuurlijk proces. Wanneer u dit onderzoek bent gaan lezen uit interesse en / of nieuwsgierigheid dat bent u bezig met informeer leren. Wanneer u dit onderzoek bent gaan lezen, omdat het tot een opdracht behoort, is dat een vorm van formeel leren. Op het moment dat studenten apathisch achter in klas zitten, is dit een abnormale gedraging. Vanuit ons zelf zijn we namelijk als geïnteresseerd in (nieuwe) dingen. Motivatie kun je onderscheiden in twee soorten: intrinsieke en extrinsieke motivatie. Volgens de site van Pop en media spreken we van intrinsieke motivatie als er de wil is om iets te doen of te leren omdat je dat leuk vindt. Het staat los van een beloning, maar het gaat om het plezier in de handeling. Extrinsieke motivatie is echter gericht op een externe beloning die volgt op het gedrag. Je doet iets, omdat je er op een bepaalde manier iets voor terug krijgt, bijvoorbeeld studiepunten, salarisverhoging enz. Studenten die intrinsiek gemotiveerd zijn, zijn nieuwsgieriger, voelen zich prettiger, zijn meer bereid tot samenwerking en uitwisseling van kennis en presteren vaak beter. Er zijn drie factoren die

Praktijkonderzoek Kopopleiding

16

van invloed zijn op de intrinsieke motivatie: controle, competentie en sociale verbondenheid. Wanneer deze drie factoren gehinderd worden op wat voor manier dan ook, heeft dit invloed op de intrinsieke motivatie van de studenten. Docenten worden dagelijks geconfronteerd met het feit dat studenten niet meer intrinsiek gemotiveerd zijn. Deze studenten hebben een grote kans op verzuim en uiteindelijk uitval. Ze studeren enkel om voldoende studiepunten te halen, of omdat ze de opleiding moeten afmaken van hun ouders. Het studeren gebeurd niet spontaan, maar is afhankelijk van het bereiken van een doel buiten het studeren gelegen en wordt dus gekenmerkt door een middel- doelstructuur (Onderwijsinnovatie, 2004).

Doorstroom HBOIn bepaalde sectoren is het erg moeilijk om een baan te vinden na je opleiding, het is dan verstandig om te kiezen voor doorleren, een andere mbo-opleiding of hbo-opleiding (Mbo-wijzer). Ongeveer één derde van de klas denkt erover na om een andere opleiding te gaan volgen na het behalen van deze. Enkelen kiezen ervoor om nog een MBO te doen, voor hen veranderd er weinig tot niets qua manier van leren en de manier waarop de vakken worden aangeboden. De studenten die de doorstroom naar het HBO willen maken, krijgen te maken met een grote overstap. Het is bekend binnen de school voor zorg, service en welzijn dat de doorstroom naar het HBO voor veel studenten te moeilijk of te groot is. Hierdoor krijgen zij met moeilijkheden te maken op de vervolgopleiding en een groot deel besluit zelfs te stoppen. Studenten die willen doorstromen, moeten zich realiseren dat het onderwijsaanbod en de begeleiding heel anders zal gaan verlopen. De zelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheid is velen malen groter en er zijn hele strikte eisen betreft het toetsaanbod, herkansingen en het wel of niet behalen van de tentamens.

Praktijkonderzoek Kopopleiding

17

Afbeelding 2.1

(Servicecentrum cursisten, 2013)

Praktijkonderzoek Kopopleiding

18

Hoofdstuk 3: Onderzoeksvragen

In dit hoofdstuk zal een korte herhaling van het praktijkprobleem en het doel van dit onderzoek worden beschreven. Hierop volgend de hoofdvraag met deelvragen, waarbij per deelvraag een korte beschrijving wordt gegeven om het toe te lichten.

Opvallend was dat er veel dezelfde studenten afwezig zijn tijdens de lessen, soms alleen de eerste uren, soms hele dagen. En lang niet altijd stond dit vermeld in het systeem (Eduarte). Hieronder loopt het ongeoorloofd verzuim bij sommige studenten hoog op. Waarom komen deze studenten niet op school? En waarom melden zij zich niet af bij de receptie? Wanneer cursisten vaker afwezig zijn, zonder geldige reden komt er een MOV (melding ongeoorloofd verzuim), dit word naar de student gestuurd en is een eerste waarschuwing. Wanneer dit een tweede / derde keer gebeurd, kan het gebeuren dat de student uitgeschreven wordt. Het onderzoeksdoel wat hieruit volgt is om de motivatie te onderzoeken bij laatstejaars MZ studenten van de school zorg, service en welzijn locatie Leeuwarden. En dan gaat het om de aanwezigheid tijdens de lessen op de schooldagen maandag en dinsdag. Ook is het interessant om te onderzoeken waarom studenten wel aanwezig zijn, wat is de reden? Hierdoor kun je beter onderscheid maken tussen intrinsieke en extrinsieke motivatie. Ook zal er gekeken worden naar het aanbod qua lesinhoud, de begeleiding en de betrokkenheid van de docenten.De betreffende docenten zullen ook betrokken worden in het onderzoek, om alle kanten te kunnen belichten.

HoofdvraagNu het probleem en het doel duidelijk zijn en geconcretiseerd is volgt de hoofdvraag:“In hoeverre zijn studenten gemotiveerd om naar de lessen te komen van de klas MZ3combi van School zorg, service en welzijn in Leeuwarden? Wat zijn de redenen voor deze motivatie en hoe kan deze motivatie worden vergroot?”

Deelvragen1) Wat geven de cijfers en percentages van de aanwezigheid / afwezigheid van de

studenten weer?Door deze cijfers te gebruiken wordt er op een duidelijke manier een beeld weergegeven hoeveel lesuren studenten missen. Hoe vaak dat ongeoorloofd en geoorloofd is en of het gemiddelde echt zo erg is of dat het allemaal meevalt. En zijn er ook studenten die bijna nooit afwezig zijn.

2) Wat is de reden dat studenten niet op school komen?Door deze vraag te belichten wordt er onderzocht of dit intrinsieke motivatie is of extrinsieke. En of dit afhankelijk is van de student of aan de inhoud van het lesaanbod?

3) Wat is de reden dat studenten zich niet afmelden in het systeem?Dit is belangrijk om rekening mee te houden, het kan zijn dat studenten veel verzuim hebben, maar met geldige reden. Daarom wordt er onderscheid gemaakt tussen geoorloofd en ongeoorloofd. En wordt gevraagd aan de studenten waarom ze zich niet afmelden en of daar een geldige reden voor is.

4) Wat is de reden dat studenten op school komen?Ook hier wordt er gekeken naar de vorm van motivatie. Willen studenten graag

Praktijkonderzoek Kopopleiding

19

nog iets leren in dit laatste jaar of komen ze alleen omdat het moet. En gaan ze dan wel met plezier naar school, worden ze gezien en gehoord door de docenten.

5) Hoe kan de motivatie worden bevorderd voor de studenten om toch de lessen te volgen?Belangrijk om te weten of er mogelijke veranderingen / aanpassingen aangebracht kunnen worden om het verzuim van de studenten tegen te gaan.

6) Wat zijn de waarnemingen van de docenten over de afwezigheid van de studenten?In dit onderzoek zijn er twee partijen: de studenten en de docenten. Het is van belang om te weten wat het verhaal van de docent is en wat zijn/haar inbreng is om de student naar de lessen te krijgen en de betrokkenheid te onderzoeken.

7) En wat doen docenten eraan om de afwezigheid van de studenten te verkleinen / beperken?Doordat er twee partijen betrokken zijn, zullen zowel de studenten als de docenten moeten aangeven hoe dit probleem aan te pakken. Van beide is inbreng nodig om eventuele veranderingen door te voeren en het verzuim terug te dringen. Maar ook dat studenten met plezier naar school gaan en het gevoel hebben dat hun ‘aanwezigheid’ ook gezien wordt, maar ook voor hen belangrijk wordt.

Praktijkonderzoek Kopopleiding

20

Hoofdstuk 4: Methode

In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe ik te werk ben gegaan tijdens mijn praktijkonderzoek. Welke methoden heb ik gebruikt en hoe kwam ik aan mijn informatie en hoe heb ik dit verwerkt.

OnderzoeksactiviteitenGebruik gemaakt zal worden van kwantitatief onderzoek, cijfermatige informatie wordt verzameld en verwerkt over de studenten. Deze statistische techniek zal worden gebruikt om een beschrijving te geven van de resultaten en om verwachtingen in de toekomst te toetsen (Verhoeven, 2007).

De methoden die ingezet zullen worden voor het onderzoek zijn:- Absentiegegevens van Eduarte (schoolregistratiesysteem)- Mijn eigen bijgehouden absentielijsten- Enquête- Individuele gesprekken- Enquête docenten- Gesprekken met de betreffende docenten, maar ook met andere collega’s

Gekozen doelgroepDe doelgroep waarbij ik mijn onderzoek ga afnemen zijn 22 studenten uit dezelfde klas met dezelfde opleiding. Er zijn enkele verschillen tussen deze studenten, namelijk één student doet niveau drie. Dit heeft geen enkele invloed op het onderzoek, omdat het geen verschil maakt met het verzuim. Een andere student is eerder bezig gegaan met haar meesterproeve, waardoor zij eind maart klaar is met de opleiding. Zij stond vanaf januari geregistreerd in Eduarte met geoorloofd verzuim. Hiervan is melding gemaakt, omdat zij hierdoor de vakinhoudelijke vakken mag missen om bezig te gaan met haar opdrachten. Dit zal meegenomen worden tijdens de resultaten en conclusie. Er wordt onderscheid gemaakt tussen geoorloofd en ongeoorloofd verzuim, op dit gebied zal het geen verschil maken. De klas doet allemaal de opleiding MZ, deze opleiding heeft twee uitstroomprofielen: Gehandicaptenzorg en Specifieke doelgroepen. Ook dit heeft geen invloed op mijn onderzoek.Ik heb gekozen om de hele klas als doelgroep te nemen, hierdoor heb ik 22 respondenten. Ik heb dit gedaan, omdat ik bij de conclusie een uitspraak wil doen over de hele klas. Wanneer ik enkele studenten eruit had gekozen, had ik dit niet kunnen doen. Er zijn hele grote verschillen tussen de studenten qua verzuim, waardoor de conclusies daardoor te veel afhankelijk waren geweest als ik mij had gericht op een deel van de klas.

De docenten die ik heb benaderd om mee te werken aan mijn onderzoek, hebben deze klas allemaal les gegeven het afgelopen schooljaar. Dit zijn in totaal maar zes docenten inclusief mijzelf. Dit komt doordat de studenten maar twee schooldagen hebben en enkele docenten meerdere vakken geven aan deze klas. Vier docenten werken mee aan mijn onderzoek, één docent is niet meer werkzaam bij ons, waardoor ik mij heb gericht op de anderen. Ook zal ik

Praktijkonderzoek Kopopleiding

21

mijn eigen waarnemingen weergeven, omdat ik vooral afgelopen periode tijdens mijn onderzoek veel te maken heb gehad met deze klas.

Opstellen van enquêtes Tijdens het schrijven van mijn plan van aanpak, ben ik ook direct begonnen met het opstellen van de enquêtes. Ik heb hiervoor de literatuur uit de boeken voor praktijkonderzoek gebruikt en de vragen geformuleerd aan de hand van de deelvragen. Na veel aanpassingen en verandering in formulering heb ik uiteindelijk twee vragenlijsten gemaakt. Eén voor de studenten, een meerkeuze vragenlijsten met twee verschillende delen. De voorkant zal genoemd worden als deel 1, keuze tussen vijf meerkeuze antwoorden en de achterkant, dit zijn de vragen te beantwoorden met helemaal eens tot helemaal niet mee eens zal worden aangeduid met deel 2. Ook met de antwoorden is rekening gehouden, wanneer een vraag niet van toepassing is op een student heeft deze de gelegenheid te antwoorden met N.V.T. Ook is bij elke vraag het antwoord: Anders, namelijk: erbij gevoegd. Dit heb ik gedaan om de studenten de ruim gelegenheid te geven om een ander antwoord in te vullen, mocht het juiste antwoord er voor hen er niet tussen staan.En er is een open vragenlijst gemaakt voor de docenten. Hierin heb ik mij beperkt tot alleen de meest relevante vragen, dit omdat ik rekening moet houden met de verwerking ervan. De vragenlijsten zijn te vinden in bijlage 1 en 2 van dit rapport.Bij beide vragenlijsten is er een kopje ‘tips / opmerkingen’ gemaakt, om zowel de studenten als de docenten de ruimte te geven hier nog een extra aanvulling te schrijven.

Controlevragen De vragenlijst voor de studenten is zo gemaakt, dat er enkele controlevragen inzitten. Dit zijn vragen die op elkaar lijken, maar anders geformuleerd zijn. Deze vragen zijn verspreid en zijn op voorhand niet onder elkaar gezet. In deel 1 hebben de vragen 3 en 4 veel met elkaar te maken. Op het moment dat ze bij vraag 3 het bovenste antwoord aankruisen, zouden ze bij vraag 4 het antwoord N.V.T. moeten aankruisen. Bij het tweede gedeelte van de vragenlijst gaan de vragen 5 en 15 beide over de stage: wat is belangrijker, school of stage en bij de andere moeten ze aangeven of ze wel eens afwezig zijn op de stage. De vragen zijn zo geformuleerd dat er grote kans dat hier redelijk hetzelfde antwoord op gegeven gaat worden.Er zijn een drietal vragen 3,7 en 12 over de lesstof en het onderwijsaanbod, logisch is wanneer hierop dezelfde antwoorden worden gegeven. Vraag 12 zou een klein beetje kunnen afwijken. Vraag 5 van het andere gedeelte sluit hier ook mooi bij aan. De vragen 2,4 en 13 gaan over de begeleiding en de betrokkenheid van de docenten bij afwezigheid van de studenten. De antwoorden op 4 en 13 kunnen uiteenlopen, maar één hiervan zal toch gelijk moeten lopen met vraag 2. Er worden ook twee vragen gesteld over het tijdstip van beginnen tijdens de schooldagen. Er kan hierdoor een verband ontstaan tussen de vragen 8 en 14.Ook bij de vragen 9 en 11 is een verband te ontdekken, het is niet logisch wanneer hier twee hele verschillende antwoorden op worden gegeven. De vragenlijst is afgesloten met de vraag: “Ik heb deze vragenlijst zo eerlijk mogelijk ingevuld, zonder sociaal wenselijk te antwoorden.” Hier heb ik voor gekozen om de student te laten nakijken over het invullen van deze vragenlijst en om te onderzoeken wat ze hier als antwoord op zouden geven.

Praktijkonderzoek Kopopleiding

22

Methoden De absentiegegevens van de studenten heb ik uitgedraaid van Eduarte, ik heb daar zelf inloggegevens van. Elke student heb ik apart opgezocht en de gegevens naar voren gehaald van de periode 1 augustus 2014 tot en met 31 maart 2015. De gegevens die ik genoteerd heb zijn: de aanwezigheid in lesuren, de geoorloofde afwezigheid in lesuren en de ongeoorloofde afwezigheid in lesuren. ik heb deze gegevens verwerkt in tabellen. Ik heb zelf hiervan de percentages berekend, omdat ik erachter kwam dat het totale aantal uur verschillend was per student. Ik heb het omgezet in percentages, omdat je dan gelijke conclusies kunt trekken. De gemiddelden heb ik berekend in het programma Excel. Hier heb ik ook de grafieken en cirkeldiagrammen gemaakt.Deze bevindingen geven antwoord op deelvraag 1.

De enquête heb ik afgenomen tijdens de coaching uren, degene die er op dat moment niet waren, heb ik de dag erna gevraagd. Vier enquêtes heb ik via de mail verstuurd en terug gekregen via de email. Bij het uitreiken van de vragenlijsten heb ik aangegeven dat het anoniem is en dat per vraag één antwoord moeten geven, bij twijfel het antwoord kiezen wat op hen het meest van toepassing is. Ze kunnen dit doen door het antwoord te omcirkelen bij de eerste vijf vragen en bij het tweede gedeeld een kruisje te zetten in de goede kolom. Dit heb ik ook in de mail gezet, om onduidelijkheden te voorkomen.

Ik heb uiteindelijk van de hele klas de enquêtes en de Eduarte gegevens. Van de vragenlijsten heb ik het eerste deel per vraag verwerkt en aangegeven in een tabel hoeveel studenten welk antwoord hebben gegeven. Het tweede gedeelte heb ik per antwoord het cijfer ingevuld van hoeveel studenten dat antwoord hebben genoteerd. Dit kon in dezelfde tabel en geef een duidelijk overzicht. De opmerkingen die de studenten hebben gemaakt, zal ik letterlijk citeren.Met bovenstaande informatie kunnen de deelvragen 2,3,4 en 5 beantwoord worden.

De individuele gesprekken hebben plaats gevonden tijdens de coachuren en daarbuiten. Meestal volgde deze gesprekken nadat ik in mijn eigen presentielijst had gezien dat de student veel afwezig was geweest. Aan het begin van het jaar heb ik eigen presentielijsten gemaakt, omdat ik toen nog niet inloggegevens had om in Eduarte te komen. Met deze lijsten had ik zelf ook meteen een goed overzicht welke studenten vaker afwezig zijn en of dit met geldige reden was. Dit kon ik dan nachecken op het moment dat een collega Eduarte voor mij ging openen en ik de gegevens kon bekijken per student. Deze absentielijsten heb ik bewaard en hier zal ik ook de nodige informatie uithalen. Dit zal ik verwerken in verhaalvorm, waar ik tevens de antwoorden zal geven op de vragen die ik ook heb gesteld aan de betreffende docenten van deze klas.

De vragenlijsten voor docenten heb ik persoonlijk uitgereikt met de vraag of ze dit willen invullen en daarna even kort met mij willen doorspreken. Dit voor extra informatie of eventuele onduidelijkheden. De uitwerking hiervan zal ik per vraag doen in verhaalvorm.Deze informatie zal de deelvragen 6 en 7 beantwoorden.

Beïnvloeding van factorenTijdens het uitvoeren van een praktijkonderzoek heb je altijd te maken met beïnvloeding van factoren, zo ook bij mijn onderzoek. Als onderzoeker probeer je met deze factoren zoveel

Praktijkonderzoek Kopopleiding

23

mogelijk rekening te houden, maar dit lukt niet altijd. Doordat ik niet iedereen op hetzelfde moment de enquête heb kunnen laten afnemen, omdat enkele studenten niet aanwezig waren op school, was ik genoodzaakt om hen de enquête te sturen via de mail. Zij hebben mij deze vragenlijst ook teruggestuurd via de mail, waardoor voor hen de anonimiteit verdween. Dit zou invloed kunnen hebben gehad om het invullen hiervan. De gemoedstoestand van de studenten speelt ook een grote rol tijdens het invullen, hier heb je als onderzoeker geen invloed heb en kun je ook moeilijk rekening mee houden. Ditzelfde geldt voor het invullen van de vragenlijst van de docenten, alhoewel ik er van uit ga dat dit bijna niet van toepassing is. Een andere beïnvloedingsfactor wat mee zou kunnen spelen is dat ik de degene ben die het praktijkonderzoek uitvoer, maar ook bij meerdere vakken de docent ben. Nemen ze dit mee tijdens het invullen of heeft het geen enkele invloed op het sociaal wenselijk invullen van de studenten. Dit is voor mij zeer moeilijk om achter te komen en neem ik dan ook niet mee in mijn conclusies van de resultaten. Wel zou dit een discussiepunt kunnen worden bij hoofdstuk 7.

Praktijkonderzoek Kopopleiding

24

Hoofdstuk 5: Resultaten

De bevindingen van het mijn onderzoek zullen in dit hoofdstuk weergegeven worden. Ik heb gebruik gemaakt van tabellen en grafieken om te verduidelijken en een beter beeld te geven van de gegevens en bevindingen uit zowel Eduarte als uit de enquêtes.

Eduarte gegevensHet onderzoek is uitgevoerd bij 22 respondenten. Bij al deze studenten zijn de gegevens uit Eduarte gehaald en is een vragenlijst bij afgenomen. De aanwezigheid en afwezigheid van de studenten is uit het schoolsysteem Eduarte gehaald, per student heb ik deze gegevens uitgedraaid. En dit verwerkt in onderstaande tabel. Per student wordt weergegeven de aanwezigheid, geoorloofde afwezigheid en de ongeoorloofde afwezigheid over de periode augustus tot en met maart. De laatste rij van de kolom zal de totale gegevens aangeven, van de hele klas. Per student is ook aangegeven: het geslacht en het totaal aantal lesuur in de periode augustus tot en met maart, omdat dit verschillend is per student.

Tabel 5.1Studenten Aanwezigheid Geoorloofd

afwezigOngeoorloofd afwezig

Geslacht Totaal aantal uren

1 210 21 20 Vrouw 251

2 215 9 44 Vrouw 2683 168 23 71 Man 262

4 163 51 41 Man 255

5 216 20 23 Man 259

6 229 11 28 Vrouw 2687 180 19 56 Vrouw 255

8 241 0 19 Vrouw 260

9 194 28 44 Vrouw 26610 171 50 46 Vrouw 267

11 130 65 78 Vrouw 273

12 205 13 8 Vrouw 22613 206 8 57 Vrouw 271

14 238 3 17 Vrouw 258

15 223 0 27 Man 25016 140 68 64 Vrouw 272

17 237 8 23 Vrouw 268

18 217 31 14 Vrouw 26219 239 4 15 Man 258

Praktijkonderzoek Kopopleiding

25

20 212 18 35 Vrouw 265

21 209 5 48 Man 26222 184 55 26 Vrouw 265

Totaal gemiddelde

201,23 23,18 36,55 N.V.T. N.V.T.

Het totale aantal lesuren verschilt per persoon, dit komt doordat de mensen met het uitstroomprofiel gehandicaptenzorg verplicht technische handelingen moesten volgen. Deze uren staan dan bij hen in Eduarte. Ook is er een verschil tussen de studenten betreft de vakken rekenen, Nederlands en Engels. Sommige hebben dit al afgesloten en hoeven deze lessen niet meer te volgen.

In onderstaande tabel worden de gemiddelde percentages per student weergegeven van de aanwezigheid, geoorloofde afwezigheid, ongeoorloofde afwezigheid en de totale gemiste lesuren in percentages.

Tabel 5.2Studenten Gemiddelde %

hele periode aanwezig

Gemiddelde % geoorloofd afwezig

Gemiddelde % ongeoorloofd afwezig

Gemiddelde gemiste lesuren (totale afwezigheid)

1 83,67 8,37 7,97 16,332 80,22 3,36 16,42 19,783 64,12 8,78 27,10 35,884 63,92 20 16,08 36,085 83,40 7,72 8,88 16,606 85,45 4,1 10,45 14,557 70,59 7,45 21,96 29,418 92,69 0 7,31 7,319 72,93 10,53 16,54 27,0710 64,04 18,73 17,23 33,9611 47,62 23,81 28,57 52,3812 90,71 5,75 3,54 9,2913 76,01 2,95 21,03 23,9914 92,25 1,16 6,59 7,7515 89,2 0 10,8 10,816 51,47 25 23,53 48,5317 88,43 2,99 8,59 11,5718 82,82 11,83 5,34 17,1819 92,63 1,55 5,81 7,3620 80 6,79 13,21 20

Praktijkonderzoek Kopopleiding

26

21 79,77 1,91 18,32 20,2322 69,43 20,75 9,81 30,57Totaal 77,34 8,80 13,87 22,57

Tijdens het verkrijgen van de gegevens heb ik een onderscheid gemaakt tussen mannen en vrouwen. Hieronder de tabel die de resultaten weergeeft per geslacht.

Tabel 5.3Totaal Mannen Vrouwen

Gemiddelde aanwezigheid

77,34% 78,84% 76,77%

Gemiddelde geoorloofde afwezigheid

8,80% 6,66% 9,6%

Gemiddelde ongeoorloofde afwezigheid

13,87% 14,5% 13,63%

Staafdiagram 5.1

Totaal

Mannen

Vrouwen

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Gemiddelde aanwezigheidGemiddelde geoorloofde afwezigheidGemiddelde ongeoor-loofde afwezigheid

Praktijkonderzoek Kopopleiding

27

Vragenlijst studenten deel 1Bij alle respondenten is een enquête afgenomen, hieronder is per vraag (kolom) aangegeven wat voor antwoorden er zijn ingevuld door de studenten. Wanneer de studenten een aanvulling hebben gegeven bij het antwoord: Anders, namelijk. Dan zal dit letterlijk geciteerd worden en in de kolom verwerkt worden.

Tabel 5.41.Wat is de belangrijkste reden dat je aanwezig bent tijdens de lessen?Omdat ik naar school moet. 6Omdat ik graag naar school ga (gezelligheid met klasgenoten)

7

Omdat ik graag nog bij wil leren (intrinsieke motivatie)

3

Omdat ik niet teveel verzuim wil hebben. 5Anders, namelijk: -

Cirkeldiagram 5.1

Omdat ik naar school moet.Omdat ik graag naar school ga (gezelligheid met klasgenoten)Omdat ik graag nog bij wil leren (intrinsieke motivatie)Omdat ik niet teveel verzuim wil hebben.Anders

Tabel 5.52. Wat is de reden dat je afwezig bent tijdens de lessen?

Omdat ik geen zin heb 2Omdat ik niks leer tijdens de lessen 3Omdat ik andere dingen te doen heb 3Omdat ik thuis bezig ben met school 4Anders, namelijk: 9Student 1: Wanneer ik afwezig ben is daar een gegronde

reden voor.Student 2: Verslapen.Student 3: Als er iets met me dochter is, of als ik ziek

ben.Student 4: We doen vaak niks tijdens sommige lessen dus

Praktijkonderzoek Kopopleiding

28

verveel ik mij.Student 5: Ziek.Student 6: Vaak ziek thuis.Student 7: Vaak wegens privé redenen.Student 8: Ziek, verslapen of tandarts / huisarts. Kan

niet op andere dagen i.v.m. stage uren en mijn werk.

Student 9: Ik verslaap me altijd.

Tabel 5.63. Als je niet aanwezig bent op school, wat doe je dan?

Ik meld mij af bij de receptie 9Ik meld mij alleen af bij de coach 3De ene keer meld ik mij af, andere keer niet 7Ik meld mij zelden af 0Anders, namelijk: 2Student 1: Ik meld mij af bij receptie, docent en coach.Student 2: Ik meld me alleen ziek, als ik ziek ben.

Tabel 5.74. Wat is de reden dat je je niet afmeld in het systeem / bij de receptie?

Geen zin in ( te veel moeite) 3Ik vergeet het vaak 5Ik vind het onzin 1NVT 9Anders, namelijk: 3Student 1: Je moet je tussen 8 en half 9 ziekmelden, als

je echt ziek bent lig je dan op bed te slapen.. en later op de ochtend mag je je niet meer ziekmelden.

Student 2: Dit doe ik wel.Student 3: Als ik ziek ben heb ik hier geen zin in.

Tabel 5.85.Wat kan er volgens jou gedaan worden om de (intrinsieke) motivatie te bevorderen?

Betere lessen qua inhoud 16Minder lessenBetere begeleidingKan niet vanuit school bevorderd worden 3Anders, namelijk: 2Student 1: Ik ben wel tevreden.Student 2: Minder lessen die geen inhoud hebben.

Praktijkonderzoek Kopopleiding

29

Vragenlijst studenten deel 2In onderstaande tabel zal aangegeven worden met cijfers hoeveel studenten dit antwoord hebben gegeven.

Tabel 5.9Helemaal mee eens

Mee eens

Neutraal Oneens Helemaal niet mee eens

1.Ik ga met plezier naar school. 12 8 1

2.Ik vind dat er meer aandacht besteed kan worden aan mijn afwezigheid tijdens de lessen.

5 6 9 1

3.Ik vind dat ik voldoende leer op school.

3 8 9 1

4.Mijn coach is erg betrokken wanneer ik afwezig ben geweest.

3 6 9 3

5.Ik vind stage belangrijker dan school.

13 6 1 1

6.Als andere studenten veel afwezig zijn, is het voor mij makkelijker om ook een keer weg te blijven.

3 4 1 10 3

7.Ik ben tevreden over het lesaanbod.

3 9 8 1

8.Half 9 vind ik een te vroeg tijdstip om de les te beginnen.

6 4 4 6 1

9.Wanneer ik niet aanwezig ben, ligt dat geheel aan mijn eigen houding.

3 4 6 6 2

10.Ik meld mij wel eens ziek, terwijl ik dat niet echt ben.

7 1 4 9

11.Als ik afwezig ben, heb ik daar een geldige reden voor.

9 3 6 2 1

12.Ik vind enkele vakken interessant.

6 9 4 1 1

13.De vakdocenten zijn betrokken wanneer ik een keer afwezig ben geweest.

2 3 9 4 3

14.Door het vroege tijdstip mis ik vaak het eerste uur / de eerste uren.

3 4 2 6 6

15.Op stage ben ik zelden afwezig.

19 1 1

16.Ik heb deze vragenlijst zo eerlijk mogelijk ingevuld, zonder sociaal wenselijk te antwoorden.

20 1

Praktijkonderzoek Kopopleiding

30

Staafdiagram 5.2

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 110

5

10

15

20

25

Helemaal mee eensMee eensNeutraal Oneens Helemaal niet mee eens

ControlevragenVoor de controlevragen zijn er een staafdiagrammen gemaakt, zodat er een overzicht weergegeven wordt met betrekking tot de antwoorden op de verschillende vragen.

Staafdiagram 5.3

3.Ik vind dat ik voldoende leer op school.

7.Ik ben tevreden over het lesaanbod.

12.Ik vind enkele vakken interessant.

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9

Helemaal niet mee eensOneens Neutraal Mee eensHelemaal mee eens

Praktijkonderzoek Kopopleiding

31

Cirkeldiagram 5.2 (vraag 5 deel 1 enquête)

Betere lessen qua inhoudMinder lessenBetere begeleidingKan niet vanuit school bevorderd wordenAnders, namelijk:

Staafdiagram 5.4

2.Ik vind dat er meer aandacht besteed kan worden aan mijn afwezigheid tij-

dens de lessen.

4.Mijn coach is erg betrokken wanneer ik afwezig ben geweest.

13.De vakdocenten zijn betrokken wanneer ik een keer afwezig ben

geweest.

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9

Helemaal niet mee eensOneens Neutraal Mee eensHelemaal mee eens

Staafdiagram 5.5

5.Ik vind stage belangrijker dan school.

15.Op stage ben ik zelden afwezig.

0 4 8 12 16 20

Helemaal niet mee eensOneens Neutraal Mee eensHelemaal mee eens

Praktijkonderzoek Kopopleiding

32

Staafdiagram 5.6

9.Wanneer ik niet aanwezig ben, ligt dat geheel aan mijn eigen houding.

11.Als ik afwezig ben, heb ik daar een geldige reden voor.

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9

Helemaal niet mee eensOneens Neutraal Mee eensHelemaal mee eens

Staafdiagram 5.7

8.Half 9 vind ik een te vroeg tijdstip om de les te beginnen.

14.Door het vroege tijdstip mis ik vaak het eerste uur / de eerste uren.

0 1 2 3 4 5 6

Helemaal niet mee eensOneens Neutraal Mee eensHelemaal mee eens

Praktijkonderzoek Kopopleiding

33

Opmerkingen vragenlijst studentenElke student had de gelegenheid om tips / opmerkingen te maken op zijn/haar vragenlijst. Hieronder zal ik letterlijk citeren wat deze opmerkingen zijn verwerkt in tabelvorm.

Tabel 5.10Student Opmerking

1. Sommige vragen van deze vragenlijst waren niet echt van toepassing. Jou lessen zijn qua inhoud super.

2. Over bepaalde vakken ben ik wel zeer tevreden met betrekking tot het lesaanbod. Ook hangt het van de leraar af of zij/hij interesse toont wanneer ik afwezig ben.

3. De opleiding is leuk. Maar zou fijner zijn als de leraren op 1 lijn zitten. Meer structuur en gerichtere lessen!

4. Vraag 7: De laatste tijd wel.

5. Sommige lessen zie ik niet het nut in. Met leerpunten van mijn opleiding. Mag na mijn idee wel meer verschillende lessen met betrekking tot je uitstroomprofiel.

6. Het laatste semester krijgen we pas een beetje relevante lessen. (lessen van liesbeth)

7. Vraag 1: Ik vond voornamelijk de lessen dinsdagochtend wisselende thema’s interessant. Helaas waren de andere lessen niet echt interessant en was de reden vooral dat ik naar school moet.Vraag 2: Ook hierbij geld dat ik soms beter thuis aan de gang kon gaan dan naar bepaalde lessen toe gaan. In sommige lessen leerde je helemaal niets. Vaak op maandag en dinsdag (lesdagen) was ik ook super moe, gewoon puur door het niks doen op school.

Praktijkonderzoek Kopopleiding

34

Vragenlijst docentenEr is bij drie docenten een vragenlijst afgenomen, met daaropvolgend een interview ter verduidelijking. Hieronder worden de resultaten per vraag in verhaalvorm weergegeven.Daarna zal ik weergeven wat mijn antwoorden op de vragen zijn, wat de uitkomsten zijn van de individuele gesprekken met de studenten en de presentielijsten die ik heb bijgehouden. Een voorbeeld van zo’n presentielijst is terug te vinden in bijlage 3.

Wat valt op aan de afwezigheid van de studenten?De docent gaven aan dat het vaak dezelfde studenten zijn die weg blijven uit de lessen. Je hebt een groepje die zijn er altijd, een groep daarin wisselt het per les en per schooldag en een groepje studenten wat structureel veel lessen mist. De noodzaak om te komen, lijkt verdwenen.

Wat zou de reden kunnen zijn?De redenen die genoemd worden voor mogelijke afwezig zijn: ziek, weekend moeheid, slaaptekort, desinteresse, andere prioriteiten. Sommige studenten denken dat bepaalde vakken niet meer tellen voor de cijferlijst, waardoor ze het niet nodig vinden aanwezig te zijn. Ook is er geen directe feedback op de afwezigheid bij elke les. Kreten van studenten zijn: “Je mist toch niks.”

Wat doe je eraan dat studenten in jou les niet aanwezig zijn?Stappen die ondernomen worden door de docenten (inclusief coach) wanneer studenten afwezig zijn opbellen, aanspreken, MOV, studentbesprekingen, doorgeven aan de coach.Ook worden de studenten regelmatig gewezen op de vervolgstappen van afwezig zijn door ongeoorloofd verzuim. Verder wordt aangegeven dat ze aan medecursisten moeten vragen wat gemist hebben tijdens de lessen. Een antwoord wat veelal gegeven wordt: “We hebben niets gedaan in de les, niks bijzonders enz.” Bij het missen van een toets is er de gelegenheid om gebruik te maken van een inhaalmoment. Als er die dag iets ingeleverd moet worden, wordt het als ‘te laat’

Geef je de afwezigheid van de studenten door aan de coach?Afhankelijk van de docent of de afwezigheid wordt doorgegeven aan de coach. Bij veelvuldig verzuim wel en besprekingen worden gedaan tijdens de cursistenbesprekingen en als er toevallig in de ‘wandelgangen’ een student te sprake komt. Sowieso word altijd Eduarte ingevuld.

Wat is de consequentie als studenten jou les(sen) missen?Een optie zou kunnen zijn om de student een inhaalopdracht te geven, verder moeten ze zelf informeren wat ze gemist hebben en zorgen voor de juiste informatie. Een andere consequentie is een MOV bij veelvuldig verzuim. Verder missen de studenten lesstof, wat

Praktijkonderzoek Kopopleiding

35

veelal terug te zien is in de toets resultaten.

Mijn eigen waarnemingenKijkend naar de presentielijsten die ik heb bijgehouden voor zowel het vak ethiek, wisselende thema’s als bij de coach uren kan ik concluderen dat het grotendeels dezelfde groep studenten is die afwezig zijn. Enkele hiervan zijn zichtbaar alleen de eerste uren te laat, maar ook enkelen die zonder zich af te melden hele dagen niet op school aanwezig zijn. Wanneer ik met hen hierover het gesprek aanga zijn de redenen die ik voornamelijk hoor: ik voelde mij niet lekker, vergeten af te melden, niet aangedacht mij af te melden, ik wist niet dat het nog kon na 09:00 uur, ik had problemen in de thuissituatie of andere privéredenen. Gesprekken die ik hierover ben aangegaan, waarschuwingen met betrekking tot de MOV die er aan zitten te komen enzovoort hebben weinig baat, wanneer ik kijk naar het verloop van het verzuim. Bij de meeste studenten is het er niet minder op geworden. Misschien één of twee studenten die daadwerkelijk meer op school aanwezig zijn en/of vaker het eerste uur komen. Wanneer studenten niet aanwezig zijn in mijn lessen, geef ik dit altijd door aan de coach. Een paar keer heb ik ze gebeld, dit was wanneer ik ze de hele dag had gemist en ze niet afgemeld stonden in het systeem. Wanneer iemand ziek is geweest, vraag ik in de volgende les hoe het met diegene gaat. Dit lukt niet bij iedereen, maar ik probeer er om te denken. Belangrijk vind ik dat mijn studenten zich gezien en gehoord voelen, daarom doe ik klassikaal de presentielijst en vraag of een andere student weet wat er met iemand die afwezig is aan de hand is. Een enkele keer geef ik een vervangende opdracht bij het missen van mijn lessen, maar niet altijd. Het is een eigen verantwoording en moeten zorgen dat ze het gemiste vragen aan medeklasgenoten. De reden waarvan ik denk dat studenten mijn lessen missen is dat ze het te vroeg vinden, ik heb beide dagen om half 9 en groot deel van de studenten die ik mis, ligt dan nog in bed. Omdat ik bij het andere vak, later op de dag de groep meestal compleet heb. Voor de studenten die er de hele dag niet zijn, kunnen redenen zijn: andere prioriteiten, geen zin hebben, andere dingen te doen hebben of thuis bezig met school of het niet nuttig genoeg vinden om naar school te komen.

Praktijkonderzoek Kopopleiding

36

Hoofdstuk 6: Conclusie

In dit hoofdstuk worden de uitkomst van de resultaten beschreven. Naar voren zal komen wat de bevindingen zijn en wordt er antwoord gegeven op zowel de hoofdvraag als de deelvragen. Ik zal beginnen om per deelvraag een antwoord te geven en tenslotte te eindigen met de beantwoording van de hoofdvraag.

Dit onderzoek geeft verschillende cijfers weer over de studenten betreft de aanwezigheid en afwezigheid tijdens de schooldagen. In percentages is de gemiddelde aanwezigheid 77,34%. Het ongeoorloofde verzuim is 8,80% en het geoorloofde verzuim is 13,87%. Er is weinig verschil tussen mannen en vrouwen. Er is duidelijk te zien dat de groep studenten die altijd aanwezig zijn het gemiddelde compenseren van de studenten die een hoog verzuim hebben.

In dit onderzoek is gevraagd aan de studenten wat de redenen zijn waarom zij wel of niet op school komen.Op deze vraag is heel verschillend geantwoord, zes studenten komen op school omdat het moet, zeven studenten omdat ze graag naar school gaan en het gezellig vinden met klasgenoten. Vijf studenten omdat ze niet een te hoog verzuim willen hebben en drie omdat ze nog graag bij willen leren. Hieruit kun je concluderen dat er van de 21 studenten, maar drie studenten naar school gaan vanuit de intrinsieke motivatie. De redenen die studenten opgaven waarom ze niet aanwezig zijn in de lessen, liep ook sterk uiteen. Twee studenten omdat ze geen zin hebben, drie omdat ze vinden niks te leren tijdens de lessen, drie studenten hebben andere dingen te doen en vier studenten geven aan thuis bezig te zijn met school. De overige negen geven andere redenen op, variërend van ziek, goede reden, verslapen, privé redenen, tandarts / doktersbezoek.

In de praktijk was zichtbaar dat studenten zich niet altijd afmelden bij de receptie, in het onderzoek is aan de studenten gevraagd wat hier de reden van is.Bijna de helft van de studenten geeft aan zich af te melden bij de receptie, zeven studenten meldt zich de ene keer af, andere keer niet, drie alleen bij de coach en één student geeft aan zich af te melden bij de receptie, coach en vakdocent.Kijkend naar de reden van het niet afmelden zijn dat enkelen het onzin vinden om zich af te melden of hebben er geen zin in. Vijf studenten geven aan het vaak te vergeten.

Hoe kan de motivatie worden bevorderd voor de studenten om toch de lessen te volgen?Volgens 16 studenten kan de motivatie bevorderd worden door het onderwijsaanbod te verbeteren. Drie studenten geven aan dat dit vanuit school bevorderd kan worden.

Praktijkonderzoek Kopopleiding

37

De docenten van de betreffende klas zijn ook betrokken in het onderzoek. Aan hen is gevraagd wat de waarnemingen zijn over de afwezigheid van de studenten en of de docenten ook stappen ondernemen om de afwezigheid te verkleinen / beperken.Bij alle gevraagde docenten kwam naar voren dat er een groepje studenten altijd aanwezig is, een groepje wat een beetje wisselt, ene keer wel, andere keer niet. En een groepje studenten die structureel afwezig is, met name bij de eerste en laatste uren. Er is niet heel duidelijk naar voren gekomen wat de docenten ondernemen om de afwezigheid te verkleinen / beperken. Er zijn wel consequenties voor het missen van de lessen en een deel van de docenten geeft het ook door aan de coach.

Naar aanleiding van deelvragen kan de hoofdvraag beantwoord worden. De leidraad van dit onderzoek was om te onderzoeken in hoeverre studenten zijn gemotiveerd om naar de lessen te komen. En wat hiervoor dan de reden is en hoe deze motivatie vergroot kan worden. Het onderzoek is hiervoor gericht op de doelgroep studenten van de klas Maatschappelijke zorg combi in Leeuwarden.De studenten zijn op drie studenten na extrinsiek gemotiveerd om op school te komen, ze zijn aanwezig omdat het moet, voor de gezelligheid of omdat ze geen hoog verzuim willen hebben. Een deel gaat wel met plezier naar school, maar geven aan weinig tot niets te leren en niet tevreden te zijn met het lesaanbod. Ze zouden graag zien dat er qua onderwijsaanbod verandering wordt aangebracht, dit is ook een reden voor verzuim. Het afmelden bij de receptie is voor ongeveer de helft van de studenten teveel moeite. Studenten vinden stage belangrijker en zijn daar ook heel weinig tot nooit afwezig.

Praktijkonderzoek Kopopleiding

38

Hoofdstuk 7: Discussie

In dit hoofdstuk zal een aantal aandachtspunten naar voren worden gebracht, waaronder de reikwijdte van het onderzoek en van de conclusie, aanbevelingen naar de praktijk, maar ook aanbevelingen voor verder onderzoek. Vervolgens wordt er een terugkoppeling gemaakt naar het theoretisch kader en tenslotte zal er worden beschreven wat opvallende bevindingen waren in het onderzoek.

Omvang doelgroepEen discussiepunt is natuurlijk de omvang van het onderzoek. De onderzoeksvraag is gericht op één klas, met 22 studenten. De resultaten zijn dan ook alleen terug te koppelen aan deze groep. Kun je dan ook een vergelijking maken met de andere klas laatstejaars? Nee dat kan niet, deze zijn niet in het onderzoek betrokken en weet je dus absoluut niet of dit wel hetzelfde is. De vraag is daarom wel kun je dit breed trekken over de hele school of over alle laatstejaars studenten binnen deze school? Dit is niet mogelijk doordat dit een gemengde klas, met verschillende vooropleidingen. Wel kan ik aanbevelen om het onderzoek qua omvang uit te breiden en de koppeling met Job-enquête sterker te maken.

Rol van de docentIn het onderzoek zijn de docenten ook betrokken en gevraagd om een vragenlijst in te vullen. Deze vragen waren beperkt en alleen bij onduidelijkheden is er door mij om meer informatie gevraagd. Dit mede doordat het onderzoek beperkt moest blijven qua omvang, wat dus invloed heeft gehad om de uitwerking. Hiermee moet rekening gehouden worden bij het lezen van de resultaten en dat de kant van de docenten wellicht niet voldoende belicht is. Hierbij komt naar voren dat voorbij is gegaan aan de eigen rol van de docent, hiermee bedoel ik dat de docent kijkt naar zijn eigen rol in het verhaal betreft het onderwijs wat gegeven wordt en zijn rol / houding naar de studenten toe. Het is te makkelijk om te zeggen: De student is afwezig en dat is zijn eigen schuld en ligt aan de intrinsieke motivatie. Waarom is dat te makkelijk? Omdat uit de resultaten blijkt dat een heel groot deel van de klas het onderwijsaanbod beneden de maat vindt, ook de studenten die weinig tot bijna geen verzuim hebben.

Door dit onderzoek ben ik ook gaan kijken naar mijn eigen lessen, qua onderwijsaanbod, maar ook de lesdoelen, de begeleiding enz. Het is belangrijk om je als docent altijd bewust te zijn wat je levert aan onderwijs bij de studenten en hierop regelmatig te evalueren. Kijkend naar de resultaten is er een grote groep die aangeeft het onderwijs beneden de maat te vinden. Dit zijn zowel de studenten die hoog verzuim hebben, maar ook studenten die er altijd zijn. Hierin is belangrijk om te kijken naar de opleiding in het geheel en wat hebben de studenten dan nog nodig in het laatste leerjaar om het werkveld in te kunnen gaan. En wat willen zijzelf. In de literatuur kwam ook naar voren dat studenten die een rol krijgen in het meebeslissen en grotere intrinsieke motivatie hebben. Dit is waarschijnlijk ook teruggekomen in het vak wisselende thema’s, de studenten hebben bij dit vak zelf grotendeels bepaald waar de lessen over gingen en er is geïnventariseerd waar ze behoefte aan hadden. Als docent moet je

Praktijkonderzoek Kopopleiding

39

rekening houden met de factoren die de intrinsieke motivatie beïnvloeden, controle, competentie en sociale gebondenheid. Hierop kunnen we gaan inspelen en koppelen aan het onderwijs. Een interessant fenomeen wat hieraan gekoppeld kan worden is Stichting Leerkracht, hiermee streef je als team elke dag een klein beetje beter te worden. belangrijk hierin is de samenwerking en de lessen die gegeven worden aan de studenten.

Klassikale besprekingDe resultaten van dit onderzoek zal ik gaan bespreken in de klas. De studenten zijn alleen op de hoogte gebracht van het onderzoek, het onderwerp en dat zij de respondenten zijn. Ik vind het netjes naar hen toe om mijn bevindingen met hen te bespreken. Wat vinden ze van het onderzoek en hadden ze de resultaten verwacht. Maar ook om hen te vertellen wat er met het onderzoek gaat gebeuren en of er wellicht iets mee gedaan gaat worden door het Friesland college.

Job - enquête Begin april is de Job-enquête afgenomen binnen het Friesland college, ook mijn respondenten hebben hier aan deelgenomen. Het is moeilijk te zeggen in hoeverre hier een koppeling gemaakt kan worden naar dit onderzoek. Maar er kan misschien geselecteerd worden per klas en deze gegevens te vergelijken met de resultaten die in dit onderzoek naar voren komen.

Meerwaarde van dit onderzoekWat voor rol speelt dit onderzoek binnen de school en binnen het team?Kan er iets mee gedaan worden en zullen er stappen worden ondernomen naar aanleiding van de uitkomst van de resultaten. Gezien de uitkomsten van het onderzoek, kan er gekeken worden naar het onderwijsaanbod. Niet alleen binnen de laatstejaars, maar over de hele opleiding. Er worden op dit moment al veranderingen doorgevoerd, met de vijfweekse leereenheden, maar ook door het onderwijs allemaal uit te schrijven, om overlap te voorkomen. Dit kan een mooie bijdrage leveren aan de kwaliteit van het onderwijs.

Praktijkonderzoek Kopopleiding

40

Aanbevelingen Naar aanleiding van dit onderzoek zal ik enkele aanbevelingen doen. Een mogelijkheid zou kunnen zijn om dit onderzoek bij de volgende laatstejaars opnieuw uit te voeren om te kijken of er verschillende resultaten uitkomen. Er kan gekeken worden naar het lesaanbod en wellicht veranderingen daarin aan te brengen. Een andere optie is om meer onderscheid te maken tussen de uitstroomprofielen en daar gerichter op in te spelen. Verder met betrekking tot dit onderzoek kun je de koppeling met theorie veel verder uitbreiden, er is heel veel onderzoek gedaan in het onderwijs en naar het begrip motivatie. Ook met betrekking tot deze resultaten kunnen er vele andere conclusies getrokken worden en uitgebreider onderzoek naar gedaan kan worden. Verder komt er uit het literatuuronderzoek naar voren, hoe meer invloed de studenten hebben op het onderwijsaanbod en wanneer zij mogen meebeslissen dit de intrinsieke motivatie bevorderd. Als school, team, maar ook als docent kun je hier rekening mee houden en toepassen in de lessenreeks die je gaat geven. Dit kan meegenomen worden in een vervolgonderzoek of er kan onderzoek gedaan worden naar lessenreeksen waarin studenten zelf een grote rol hebben gespeeld in het programma.

Praktijkonderzoek Kopopleiding

41

Literatuur

Friesland college. (z.d). Eduarte. Geraadpleegd op 16-03-2015, 26-03-2015, 30-03-2015, 01-04-2015, 04-04-2015, 07-04-2015, vanhttps://fc.educus.nl/app/groep/Groepkaart/425C%20DEED?4

Friesland college. (z.d). Mbo formele documenten. Geraadpleegd op 30-03-2015, vanhttp://www.frieslandcollege.nl/mbo/formele-documenten-3.html

Friesland college. (z.d). Onderwijsovereenkomst. Gedownload op 30-03-2015, vanhttp://www.frieslandcollege.nl/upload/3ee957d3-eb80-44ba-a7fa-a40287b85e36.pdf

Friesland college. (z.d). Overeenkomst voor de beroepspraktijkvorming. Gedownload op 30-03-2015, vanhttp://www.frieslandcollege.nl/upload/80790e29-ac0c-4730-b506-ef04bcd90722.pdf

Friesland college. (z.d). School als werkplaats. Geraadpleegd op 30-03-2015, vanhttp://www.frieslandcollege.nl/mbo/school-als-werkplaats.html

Friesland college. (z.d). Studentenstatuut 2014-2015. Gedownload op 30-03-2015, vanhttp://www.frieslandcollege.nl/upload/49c6a2a0-a2a6-4e37-ad2c-0aebc6f985de.pdf

Friesland college. (z.d). Zorg-welzijn, maatschappelijk zorg 4. Geraadpleegd op 30-03-2015, vanhttp://www.frieslandcollege.nl/zorg-welzijn/maatschappelijke-zorg-4

Het verzuimprotocol (2011). Werkproces en een praktische handreiking. Vo- en mbo-scholen in samenwerking met RMC de Friese Wouden/RMC Friesland Noord

Calibris (2014). Landelijke Kwalificaties MBO. Friesland College

Mboraad. (z.d). Soorten onderwijs. Geraadpleegd op 31-03-2015, vanhttp://www.mboraad.nl/?category/36152/Soorten+onderwijs.aspx

Mbowijzer. (z.d). Na het mbo je diploma en nu doorleren werken. Geraadpleegd op 31-03-2015, vanhttp://mbowijzer.nl/pagina/na-het-mb0-je-diploma-en-nu-doorleren-werken

Onderwijsinnovatie. (2004). Wat maakt leren leuk. Gedownload op 31-03-2015 vanhttp://www.ou.nl/documents/1133859/1568219/Wat-maakt-leren-leuk.pdf

Pop en media. (z.d.) Verzuim: een zaak van belang. Gedownload op 31-03-2015 vanhttp://www.popenmedia.nl/INFORMATIE_DDRIVE/INFORMATIE/AAN-EN%20AFWEZIGHEID/120719%20Ongeoorloofd%20Verzuim.pdf

Servicecentrum Cursisten (2013). Verzuim- en exit procedure. Friesland College

Praktijkonderzoek Kopopleiding

42

Van der Donk, C. en Van Lanen, B. (2012). Praktijkonderzoek in de school, Bussum: Couthino

Vansteenkiste, M., Sierens E., Soenens B., Lens W. (2007, 16 februari). Willen, moeten en structuur in de klas: over het stimuleren van een optimaal leerproces. [Katholieke Universiteit Leuven].Gedownload op 31-03-2015, van http://users.ugent.be/~wbeyers/scripties2011/artikels/Vansteenkiste%20et%20al_2007.pdf

Verhoeven, N. (2007). Wat is onderzoek?, Amsterdam: Boom onderwijs

Praktijkonderzoek Kopopleiding

43

Bijlagen

- Enquête studenten- Vragenlijst docenten- Eigen gemaakte presentielijst- Beoordelingsschema onderzoeksopzet

Praktijkonderzoek Kopopleiding

44

Enquête studenten

Enquête ongeoorloofd verzuim en motivatie

1. Wat is de belangrijkste reden dat je aanwezig bent tijdens de lessen?

Omdat ik naar school moet. Omdat ik graag naar school ga (gezelligheid met klasgenoten) Omdat ik graag nog bij wil leren (intrinsieke motivatie). Omdat ik niet teveel verzuim wil hebben. Anders, namelijk:

2. Wat is de reden dat je afwezig bent tijdens de lessen?

Omdat ik geen zin heb. Omdat ik niks leer tijdens de lessen. Omdat ik andere dingen te doen heb. Omdat ik thuis bezig ben school. Anders, namelijk:

3. Als je niet aanwezig bent op school, wat doe je dan?

Ik meld mij af bij de receptie. Ik meld mij alleen af bij de coach. De ene keer meld ik mij af, andere keer niet. Ik meld mij zelden af. Anders, namelijk:

4. Wat is de reden dat je je niet afmeld in het systeem / bij de receptie?

Geen zin in (te veel moeite). Ik vergeet het vaak. Ik vind het onzin. NVT. Anders, namelijk:

5. Wat kan er volgens jou gedaan worden om de (intrinsieke) motivatie te bevorderen?

Betere lessen qua inhoud. Minder lessen. Betere begeleiding. Kan niet vanuit school bevorderd worden. Anders, namelijk:

Praktijkonderzoek Kopopleiding

45

Helemaal mee eens

Mee eens Neutraal Oneens Helemaal niet mee eens

1.Ik ga met plezier naar school.

2.Ik vind dat er meer aandacht besteed kan worden aan mijn afwezigheid tijdens de lessen.3.Ik vind dat ik voldoende leer op school.

4.Mijn coach is erg betrokken wanneer ik afwezig ben geweest.5.Ik vind stage belangrijker dan school.6.Als andere studenten veel afwezig zijn, is het voor mij makkelijker om ook een keer weg te blijven.

7.Ik ben tevreden over het lesaanbod.

8.Half 9 vind ik een te vroeg tijdstip om de les te beginnen.

9.Wanneer ik niet aanwezig ben, ligt dat geheel aan mijn eigen houding.

10.Ik meld mij wel eens ziek, terwijl ik dat niet echt ben.

11.Als ik afwezig ben, heb ik daar een geldige reden voor.

12.Ik vind enkele vakken interessant.

13.De vakdocenten zijn betrokken wanneer ik een keer afwezig ben geweest.14.Door het vroege tijdstip mis ik vaak het eerste uur / de eerste uren.

15.Op stage ben ik zelden afwezig.

16.Ik heb deze vragenlijst zo eerlijk mogelijk ingevuld, zonder sociaal wenselijk te antwoorden.

Tips of opmerkingen:

Bedankt voor het invullen!!

Praktijkonderzoek Kopopleiding

46

Enquête docenten

Enquête voor de docenten van MZ3combi

Onderwerp: ongeoorloofd verzuim en motivatie van studenten

1. Wat valt op aan de afwezigheid van de studenten?

2. Wat zou de reden kunnen zijn?

3. Wat doe je eraan dat studenten in jou les niet aanwezig zijn?

4. Geef je de afwezigheid van de studenten door aan de coach?

5. Wat is de consequentie als studenten jou les(sen) missen?

Tip / opmerkingen:

Praktijkonderzoek Kopopleiding

47

Namen 10-03 16-03 17-03 23-03 24-03 30-03 31-03 13-04 20-04

Lisck-Marije

Bianca S

Sietze

Martijn

Joyce

Berber

Rixt

Bianca

Johan

Bonno

Baudien

Robin

Sander

Tim

Lim

Saskia

Durkje

Thirza

Anneke

Elske

Agnes

Valarie

Eigen gemaakte presentielijst

Presentielijst coachgroep MZ Niveau 4 2015

Praktijkonderzoek Kopopleiding

48

Beoordelingsschema onderzoeksplan Praktijkonderzoek 2014-2015

Naam student:Liesbeth Julianus

Naam examinator:Chris Brandenburg

Studentnummer: 406007

Handtekening examinator:

Opleiding: KOP opleiding Omgangskunde

Datum: 26 maart 2015

Beoordelingsschema onderzoeksplan

Minimale criteria Opmerkingen examinator

Oriënteren

- De aanleiding is beschreven;- Bij de verkenning van het

praktijkprobleem is gebruik gemaakt van praktijkdeskundigen (bv. collega’s, leerlingen);

- Bij de verkenning is gebruik gemaakt van betrouwbare literatuur over het probleem;

- In de beschrijving zijn de 5w-h delen herkenbaar (geen kopjes!).

De literatuur is geselecteerd

Hanteer deze literatuur zowel in de verkenningsfase als bij de analyse van resultaten en onderbouwing van conclusies.

Richten - Het onderzoeksdoel en de onderzoeksvraag zijn passend bij het type onderzoek.

- De onderzoeksvraag voldoet aan de criteria (blz 123, 124).

Duidelijke onderzoeksvraag.

Blijf onderscheid maken tussen motivatie als een intentie en gedrag dat je waarneemt.

Plannen

- Het onderzoeksplan is een heldere en beargumenteerde beschrijving van het praktijkprobleem, onderzoeksdoel, -vraag en – aanpak.

- Iedere deelvraag heeft een aanpak;- Bij de aanpak wordt onderscheid gemaakt

in selecteren, verzamelen en analyseren;- Daarnaast is beschreven wat er nodig is

en wanneer het wordt uitgevoerd;- Belangrijke randvoorwaarden zijn

beschreven.

-

Goede uitwerking van methode en planning

Praktijkonderzoek Kopopleiding

49

Beoordeling:De student kan op grond van het onderzoeksrapport wel / niet starten met het onderzoek (doorhalen wat niet van toepassing is).

Opmerkingen:Het is een mooi afgebakend onderzoek over een praktische probleemsituatie. Het onderzoeksdoel heeft maatschappelijke aandacht en politieke actualiteit.

Praktijkonderzoek Kopopleiding