Horizontaal Toezicht in het microbedrijf tiede boe Tiede Boersma mei...Horizontaal Toezicht in het...

47
Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst? Tiede Boersma Groepscode BAU 10.4 Examennummer BAU10.5.10 Februari 2013 (v4)

Transcript of Horizontaal Toezicht in het microbedrijf tiede boe Tiede Boersma mei...Horizontaal Toezicht in het...

Page 1: Horizontaal Toezicht in het microbedrijf tiede boe Tiede Boersma mei...Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst? Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 2 Voorwoord

Horizontaal Toezicht in het microbedrijf

Is er toekomst?

Tiede Boersma

Groepscode BAU 10.4

Examennummer BAU10.5.10

Februari 2013 (v4)

Page 2: Horizontaal Toezicht in het microbedrijf tiede boe Tiede Boersma mei...Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst? Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 2 Voorwoord

Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst?

Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 2

Voorwoord

In het land der blinden is éénoog koning, zo begon ik enige jaren geleden onze jaarlijkse

nieuwsbrief voor ondernemers1. Door universiteit Nyenrode was ik gevraagd om gastspreker

te zijn op een seminar met als titel “Horizontaal Toezicht en het MKB”. Ik zou met name

ingaan op HT (Horizontaal Toezicht) in het microbedrijf2. Op dat moment, december 2010, is

het aantal fiscaal dienstverleners, wat daadwerkelijk uitvoering had gegeven aan HT in het

MKB, zeer klein. In het kleinbedrijf waren het er nog niet meer dan een 25 of zo. Mijn bedrijf

was er echter wel één van. We hadden al in maart 2009 onder het pilot-convenant met

NOAB3 de eerste vijftig klanten aangemeld voor het experiment en hadden einde 2010 al

bijna 1000 aangiften onder HT ingezonden.

Mijn opleiding CB belastingadviseur is gestart in 2010 en vanaf de start wist ik, dat ik het

onderwerp HT in het microbedrijf als scriptie onderwerp wilde. Ik ben ook vanaf het begin

aan het verzamelen geslagen en alles wat los en vast zat over Horizontaal Toezicht heb ik op

enig moment wel gelezen. Het dient gezegd: Met internet, twitter, RSS etc. is dat wel een

stuk gemakkelijker tegenwoordig. Het verzamelen dan uiteraard, het lezen niet.

Al weer sinds 2007 ben ik lid van, wat ze toen noemden, de klankbordgroep met

Belastingdienst Noord. Het wordt nu het intermediairpanel genoemd. Ik zat daar in namens

NOAB en toen deze in gesprek kwam met de Belastingdienst over HT, kwam er druk op mij

om mee te doen. Belastingdienst Noord zou één van de pilot-vestigingen worden.

Uiteindelijk na enige gesprekken met het managementteam Belastingdienst Noord en

bezoeken bij ons op kantoor, van zowel NOAB als Belastingdienst Noord, hebben we begin

2009 besloten mee te doen. Onze werkwijze bleek heel goed aan te sluiten bij hetgeen

NOAB en Belastingdienst voor ogen stond en binnen een week na aanmelding hadden we

ruim 50 klanten al bereid gevonden het experiment mede te ondergaan.

Met name de Belastingdienst bleek verbaasd over wat en hoe we te werk gingen, voor een

aangifte daadwerkelijk de deur uit ging. Uiteraard waren en zijn we niet de enige kleine FD

(Fiscaal Dienstverlener)4 die zo werkt en dat is de reden geweest dat de Belastingdienst het

ook aandurfde met NOAB. Al vrij snel daarna werd ik gevraagd om als FD een interactie aan

te gaan met medewerkers van de Belastingdienst. Het bleek een eerste voorlichting te zijn

1Nieuwsbrief 2011 Boersma Adviseurs, (zie eventueel www.boersmaadviseurs.nl/ondernem13.html).

2Microbedrijf is een klein kleinbedrijf. De exacte definitie volgt later.

3. U treft achterin een lijst van de meeste toegepaste afkortingen aan.

4De term Fiscaal Dienstverlener is ingevoerd door de Belastingdienst en omvat alle belastingconsulenten ongeacht

hun beroepsnaam. Het heette eerder Fiscaal Intermediair en daarvoor belastingconsulent.

Page 3: Horizontaal Toezicht in het microbedrijf tiede boe Tiede Boersma mei...Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst? Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 2 Voorwoord

Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst?

Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 3

over HT in het MKB voor medewerkers van de Belastingdienst. Deze voorlichtingen zijn

daarna in verschillende vormen nog enige malen herhaald op andere locaties. Daarnaast

werd ik tot vier maal toe in de gelegenheid gesteld op universiteit Nyenrode een presentatie

te geven voor collegae en andere belangstellenden (in vier sessies ca. 400 aanwezigen), waar

ik in de eerste alinea van de inleiding al naar verwees.

Ik ben dan ook in hoge mate dank verschuldigd aan universiteit Nyenrode en dan met name

de heer Mr. Roy Kramer RA (directeur Tax Assurance aldaar). De voorbereidingen voor met

name de seminars, maar ook de presentaties van de anderen, hebben mij grote kennis

gegeven over HT in het algemeen. Ik heb ook dankbaar gebruikt gemaakt van de informatie

die bij universiteit Nyenrode over het onderwerp Horizontaal Toezicht al aanwezig was.

Behalve de universiteit Nyenrode kan niet onvermeld blijven de goede samenwerking met

NOAB en de Belastingdienst. Met name de Belastingdienst laat zich, als initiatiefnemer van

HT, (voorlopig?) echt van zijn beste kant zien. NOAB heeft op zijn beurt een voortrekkersrol

gespeeld om HT in het microbedrijf te introduceren. Zonder NOAB had het nog jaren

geduurd voor het deze omvang in het microbedrijf had gekregen, als het al ooit was

opgestart.

Ik ben ook dank verschuldigd aan Martin Boer, verbonden aan de RUG (Rijks Universiteit

Groningen), afdeling belastingrecht, welke als mijn scriptiebegeleider heeft opgetreden en

mij veel positieve feedback heeft gegeven.

Tot slot moet ik mijn partner Irma Alkema en onze medewerkers bij Boersma Adviseurs en

BoekMeester bedanken, dat ze mijn wisselend enthousiasme over Horizontaal Toezicht en

alle werk, wat ik er vaak ten koste van hun aan heb besteed, hebben moeten verduren.

Mensen die me kennen weten dat ik het vaak niet in een paar zinnen kan zeggen enschrijven. Daar maak ik me ook in deze scriptie schuldig aan. Ik heb de scriptie geschrevenmet steeds de praktijk in het achterhoofd, maar weet hoe belangrijk theorie in de praktijkkan zijn en soms doorslaggevend. Ik wens u veel leesplezier toe.

Page 4: Horizontaal Toezicht in het microbedrijf tiede boe Tiede Boersma mei...Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst? Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 2 Voorwoord

Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst?

Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 4

Inhoudsopgave blad

Hoofdstuk 1 Inleiding 6

1.1 De probleemstelling 71.2 De opbouw 8

Hoofdstuk 2 Het begrip Horizontaal Toezicht (HT) en zijn vormen 9

2.1 Inleiding 92.2 ZGO en HT 92.3 MKB en HT 102.4 Conclusie 12

Hoofdstuk 3 Samenwerken in een complexe omgeving 13

3.1 Inleiding 133.2 Van wij/zij naar vertrouwen 133.3 Samenwerking of toch maar niet 133.4 De complexiteit van aangiften 143.5 Conclusie 15

Hoofdstuk 4 Horizontaal Toezicht in het kleinbedrijf 16

4.1 Inleiding 164.2 Het MKB 164.3 Het microbedrijf en HT 184.4 Omvang HT in het MKB 194.5 Conclusie 20

Hoofdstuk 5 De voordelen van Horizontaal Toezicht (in het MKB) 21

5.1 Inleiding 215.2 De voordelen volgens de Belastingdienst 215.3 Conclusie 23

Hoofdstuk 6 Het rapport commissie Stevens en het microbedrijf 24

6.1 Inleiding 246.2 Vooral aandacht voor ZGO en MGO 246.3 MKB 256.4 Diversiteit van de fiscaal dienstverlener 256.5 Conclusie 27

Hoofdstuk 7 Ervaringen van collegae 28

7.1 Inleiding 287.2 De vragen 287.3 Analyse van de antwoorden 297.4 Conclusie 31

Page 5: Horizontaal Toezicht in het microbedrijf tiede boe Tiede Boersma mei...Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst? Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 2 Voorwoord

Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst?

Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 5

Vervolg inhoudsopgave blad

Hoofdstuk 8 Horizontaal Toezicht formeel bekeken 32

8.1 Inleiding 328.2 Vooroverleg 328.3 Boete 338.4 Een praktijkgeval 348.5 Het convenant formeel 358.6 Conclusie 36

Hoofdstuk 9 De wezenlijke problemen 37

9.1 Inleiding 379.2 Het pleitbare standpunt 379.3 De aanvaardbare aangifte 379.4 Conclusie 38

Hoofdstuk 10 Conclusie 39

10.1 Algemeen 3910.2 Aanbevelingen 4010.3 Tot slot 41

Literatuurlijst 42

Lijst van gebruikte afkortingen 44

Uitslag enquête in grafiekvorm bijlage

Page 6: Horizontaal Toezicht in het microbedrijf tiede boe Tiede Boersma mei...Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst? Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 2 Voorwoord

Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst?

Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 6

Hoofdstuk 1 - Inleiding.

Horizontaal Toezicht (HT) is niet het ei van Columbus en het zal ook nooit de verticale

toezichtsvorm overnemen, al is het zeer slim geweest deze vorm van toezicht in te voeren5.

HT sluit aan bij het goede in de mens. Dat goede is diep van binnen bij ons allen aanwezig, of

het hoort er minstens te zijn. Horizontaal Toezicht is overigens een ongelukkig gekozen

naam. In het rapport van de commissie Stevens werd er ook weer6 bij stil gestaan.

Horizontaal veronderstelt gelijkheid, maar de overheid heeft door de wettelijke taak

belasting te heffen, een zodanige machtspositie, dat er van gelijkheid met burgers geen

sprake is. Opgemerkt moet worden, dat bij HT, wel gelijkwaardigheid wordt nagestreefd,

vooral in handelen en partijen hebben dat gevoel van gelijkwaardigheid ook. Al met al is de

naam ‘horizontaal toezicht’ wellicht niet geheel juist, maar is al teveel ingevoerd en gebruikt,

om het nu nog te wijzigen.

Elke belastingadviseur zal op enig moment met HT te maken krijgen. Het is niet meer te

keren lijkt het. Toch zijn er nog heel duidelijke voor- en tegenstanders. Ondanks dat de

basisgedachte intussen al wel redelijk bekend is binnen de beroepsgroep, is er desondanks,

maar beperkt animo bij collegae, met name in het kleinbedrijf. Bij bedrijven is de

bekendheid aanzienlijk lager en bij het kleinbedrijf is er vrijwel in het geheel geen

bekendheid. Als de kennis er wel is, dan is het alleen een kwestie van wijziging van de

attitude voor toepassing van HT. Van wij/zij naar tezamen. Van wantrouwen naar

vertrouwen. Van controle naar (in) control. Is het gebrek aan animo in het kleinbedrijf

terecht?

HT is een enorm onderwerp en daarom heb ik als beperking het subonderdeel microbedrijf

gekozen, omdat ik daarin met mijn bedrijf ervaring opdoe en heb gedaan. Ik heb er veel

kennis in opgebouwd en het zou me spijten als dat allemaal voor niets is geweest7.

Anderszins twijfel ik nog steeds of HT wel die toekomst is die gedacht. Meerdere malen heb

ik al overwogen om met HT te stoppen. Mijn zakelijk partner heeft een voltooide

theoretische accountantsopleiding afgerond en die accountants kijken wat anders tegen HT

aan, dan belastingadviseurs. Hoe dan ook, een dieper onderzoek is gewenst, maar tijdens de

dagelijkse beslommeringen is daar niet tijd voor. Wat me in de praktijk stoort en wat een

onderzoek nog meer nodig maakt is:

5Peters R, Belastinginspecteur is overlegkampioen, Het Register nr 1, februari 2013 blz 18-21

6Stevens cie, Fiscaal toezicht op maat, juni 2012, pagina 14 en bijlage pagina 25

7Beginjaren negentig hebben we de standaard jaarstukken een tijdje gehad. Ik ben daar vol mee bezig geweest. Het is

niets geworden. Het was op dat moment nog veel te vooruitstrevend.

Page 7: Horizontaal Toezicht in het microbedrijf tiede boe Tiede Boersma mei...Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst? Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 2 Voorwoord

Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst?

Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 7

1. HT is gestart bij de zeer grote ondernemingen en nog steeds richt de aandacht zich op

groot. De grootste markt in aantallen is echter het microbedrijf en daar is ook de grootste

winst voor de Belastingdienst te halen met HT. De grote (accountants-)kantoren laten het

microbedrijf bij HT vaak links liggen8, vanwege ondermeer de kosten en regeldruk. We

moeten als kleiner FD oppassen dat we niet worden bedolven onder regelgeving,

certificering en wat niet al9, wat begrijpelijker is bij grotere ondernemingen maar geen of

zeer beperkt meerwaarde biedt in het microbedrijf. Natuurlijk moet je ook bij het

microbedrijf aan dossiervorming doen, zijn er acceptatieregels en heb je bepaalde

werkwijzen en checklisten, maar ze moeten wel aangepast zijn aan de grootte van de

onderneming. Gelukkig helpt automatisering ons daar, maar de vinger moet steeds weer aan

de pols;

2. HT in het microbedrijf kan naar mijn mening alleen slagen als een belangrijk aantal (een

derde lijkt minimaal) van de ondernemingen in het microbedrijf ook meedoet aan HT en

tegelijkertijd verticaal toezicht wordt geïntensiveerd. Het verstrekken van informatie aan

collegae, beschouw ik dan ook als zeer belangrijk, want tezamen staan we sterk, maar ook

door koudwatervrees (terecht, onterecht?) houden veel FD de boot af. Vanuit het hogere

echelon van het Ministerie van Financiën wordt bijvoorbeeld tegenwoordig al gesproken

over het automatisch voeren van de boekhouding door de Belastingdienst voor alle

ondernemingen in het kleinbedrijf en met geautomatiseerde processen zou dan direct een

VIA kunnen worden gevuld of direct ook maar een overgang naar VOA (voldoening op

aangifte).. Het zou de belastingadviseur belangrijk onnodig moeten maken. Hoewel dit deels

een onmogelijk plan lijkt, wordt het gebracht door heel verstandige mensen10.

1.2 - De probleemstelling.

Horizontaal Toezicht in het kleinbedrijf en meer bijzonder het microbedrijf en wellicht nog

meer bijzonder bij éénmansbedrijven (ZZP) komt in de praktijk nog niet zo van de grond. Zijn

er problemen? Welke problemen? Zijn de problemen wel problemen? Wat is tegen de

problemen te doen? IS HT in het microbedrijf wel een goede keuze?

Kortom: Heeft HT in het microbedrijf wel toekomst?

8Bleek ook uit eigen onderzoek, zie hoofdstuk 7 van deze scriptie.

9WRR, de toekomst van de nationale rechtsstaat, SDU 2002, pagina 111.

10VHMF, Vereniging van Hogere ambtenaren bij het Ministerie van Financiën.

Page 8: Horizontaal Toezicht in het microbedrijf tiede boe Tiede Boersma mei...Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst? Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 2 Voorwoord

Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst?

Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 8

1.3 De opbouw.

Voor de beantwoording van de probleemstelling moet ik kort ingaan op wat HT is en welke

vormen er zoal zijn. U vindt dit terug in hoofdstuk 2.

In hoofdstuk 3 ga ik in op de almaar complexere werkomgeving in de aangiftepraktijk, die

min of meer de Belastingdienst en FD wel tot elkaar moest veroordelen om HT in het MKB

mogelijk te maken, om dan …

… in hoofdstuk 4 de omvang van het kleinbedrijf als onderdeel van het MKB uit te leggen en

nog meer te verbijzonderen naar het microbedrijf.

In hoofdstuk 5 worden de door partijen genoemde voordelen van HT behandeld en …

… in hoofdstuk 6 bespreek ik het rapport van de commissie Stevens, wat juist op het goede

moment is uitgebracht en partijen duidelijke handvaten geeft, om verder te gaan op de

ingeslagen weg.

In hoofdstuk 7 vindt u een inventarisatie van de ervaringen van collegae, toegespitst op

omvang, foutenmarge en materialiteit.

In hoofdstuk 8 ga ik in op de formele kanten van HT en …

… in hoofdstuk 9 kom ik dan op de nu nog wezenlijke problemen van HT in het microbedrijf

en …

… hoofdstuk 10 geeft mijn conclusie en aanbevelingen.

Page 9: Horizontaal Toezicht in het microbedrijf tiede boe Tiede Boersma mei...Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst? Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 2 Voorwoord

Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst?

Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 9

Hoofdstuk 2 – Het begrip Horizontaal Toezicht (HT) en zijn vormen.

2.1 - Inleiding.

Horizontaal Toezicht gaat uit van begrippen als wederzijds transparantie, begrip en

vertrouwen in de relatie tussen de belastingplichtige en de Belastingdienst. Het heeft een

achtergrond gebaseerd op persoonlijke- en sociale normen. Met name compliance

(regelnaleving) is daarbij een belangrijk woord11.

In de praktijk krijgt dit bij HT vorm door alle eventuele knelpunten in de aangifte vooraf te

overleggen met de Belastingdienst en de aangifte snel af te handelen zonder teveel controle.

Waar wel gecontroleerd wordt, wordt bewust gebruik gemaakt van hetgeen al

gecontroleerd is. De FD (Fiscaal Dienstverlener) wordt bij middelgrote- en kleine

ondernemingen tussen Belastingdienst en belastingplichtige geschoven. Bij deze groep

ondernemers kan in generaal geen goedkeurende accountantsverklaring bij de jaarrekening

worden verstrekt omdat vooral de AO/IB (Administratieve Organisatie/Interne

Beheersingsmogelijkheden) onvoldoende of zelfs niet aanwezig is. Daarbij is in merendeel de

fiscale en administratieve kennis te laag en het zijn er ook teveel voor de Belastingdienst om

er een apart contract mee te sluiten. Daarom sluit in het MKB de FD een HT-convenant12 met

de Belastingdienst en kan de klant een deelnameformulier met het HT kantoor sluiten. In dat

deelnameformulier conformeert de HT klant zich wel uitdrukkelijk aan het gedachtegoed van

HT.

2.2 - ZGO en HT.

HT is binnen de Nederlandse Belastingdienst geïntroduceerd in 2005 bij, wat de

Belastingdienst ZGO (zeer grote ondernemingen) noemt. Deze, toen voor Nederland nieuwe

toezichtsvorm13, steunt op de gedachte dat belastingplichtigen meer aangesproken mogen

worden op hun eigen verantwoordelijkheidsgevoel. Enig eigen belang was de Belastingdienst

niet vreemd om deze weg in te slaan. Bij met name de grote ondernemingen werd veel en

langdurig besproken hoe om te gaan met fiscale kwesties. Dit gebeurde uiteraard al deels

vooraf, maar helaas ook veel achteraf. Het was en is bij het ZGO niet ongebruikelijk dat voor

een controle achteraf maanden achterelkaar meerdere belastingmedewerkers bij de

onderneming aanwezig zijn. Dit kost ook de Belastingdienst veel tijd. Correcties achteraf

geven daarbij scheve gezichten en zijn in basis al contraproductief. Correcties achteraf raakt

echter nog een probleem voor met name de beursgenoteerde ondernemingen, wat met HT

was en is op te lossen: Snel zekerheid over de aangifte en snel de aanslag. Dit zorgt aldus

weer voor snel en juist de aandeelhouders informeren.

11Stevens Cie, Fiscaal toezicht op maat, juni 2012, pagina 20

12Een convenant is hier een soort herenakkoord tussen belastingplichtige en Belastingdienst en/of FD.

13In het Verenigd Koninkrijk bestaat al sinds 2001 HT, wat ze daar Enhanced Relationship noemen.

Page 10: Horizontaal Toezicht in het microbedrijf tiede boe Tiede Boersma mei...Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst? Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 2 Voorwoord

Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst?

Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 10

Horizontaal Toezicht staat weliswaar voor wederzijds vertrouwen, begrip en transparantie,

maar kan je eigenlijk elkaar wel zomaar vertrouwen? Er wordt bij HT gesproken over

gerechtvaardigd vertrouwen14. Het gaat in basis wel uit van integer handelen van beide

partijen, maar het vertrouwen is niet blind en dient toch controleerbaar en onderbouwd te

worden. Beide partijen moeten wel weten wat er van hun wordt verwacht. Voordat er een

(handhavings)convenant wordt gesloten, wordt er een nulmeting gedaan bij

belastingplichtige en dient belastingplichtige een zogenaamd TCF (Tax Control Framework)

op te stellen, waarmee de fiscale risico’s specifiek in beeld worden gebracht. De

belastingplichtige toont hiermee aan dat hij fiscaal “in control” is binnen de eigen

onderneming(en). Als er een fiscaal probleem dreigt, dient de belastingplichtige in overleg te

gaan met de Belastingdienst (het vooroverleg), zodat direct de goede weg wordt gekozen. In

de praktijk betekent het bij ZGO dat er veel en intensief overleg is met de Belastingdienst op

basis van begrip voor elkaar. Problemen worden nu vooraf opgelost en nog maar beperkt

achteraf. Intussen wordt deze vorm van HT ook toegepast bij MGO (middelgrote

ondernemingen), op dezelfde condities. MGO valt in de praktijk ook deels onder de definitie

van het MKB.

2.3 - MKB en HT.

In het MKB is rechtstreekse benadering van de belastingplichtige voor HT, niet mogelijk. Er

kan door deze bedrijven om meerdere redenen ook geen TCF (Tax Control Framework)

worden gemaakt. Met de belastingadviseur kan echter wel een afspraak worden gemaakt,

als vervanger voor dat TCF. Een alternatieve kwaliteitsborging derhalve.

Als gedachte is het al vermeld in een brief aan de Tweede Kamer geschreven op 8 april

200515, tegelijk met het opstarten van HT in het ZGO, maar eerst in 2007 en 2008, toen bleek

dat HT wel eens een succes zou kunnen worden, zijn er wat eerste verkennende gesprekken

geweest om het MKB via de FD en de branche-organisaties, ook een vorm van HT aan te

bieden. Tegenwoordig voert de Belastingdienst ook nog een apart ‘softwarespoor’16, wat

met name onderzoekt of er mogelijkheden zijn om de kwaliteit van de keten zodanig te

maken dat uit de vastlegging van brondocumenten direct een aangifte kan worden gemaakt,

onder het motto ‘automatisch goed’. In deze scriptie laat ik dit onderdeel verder voor wat

het is: een eerste begin. Het lijkt mij op dit moment nog te mooi om waar te zijn.

De handhavingsconvenanten met branche-organisaties richtten zich veelal op specifieke

fiscale problemen in een bepaalde sector. Die convenanten behandel ik hier ook niet.

14Stevens Cie, Fiscaal Toezicht op maat, juni 2012, pagina 5

15Kamerstukken II 2004/05 29800, nr 2. Ook Stevens Cie, Fiscaal toezicht op maat, juni 2012, pagina 28

16Belastingdienst, Horizontaal Toezicht + Software = Automatisch Goed, 2011

Page 11: Horizontaal Toezicht in het microbedrijf tiede boe Tiede Boersma mei...Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst? Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 2 Voorwoord

Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst?

Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 11

Daarnaast zijn er de meeromvattende handhavingsconvenanten met fiscaal dienstverleners

opgestart, speciaal voor de doelgroep MKB. Dat was in de beginfase aftasten en iedereen

moest zijn weg nog wat vinden. Er was en is geen wettelijke regeling voor HT.

Einde 2008 is een convenant gesloten met Ten Kate Huizinga te Enschede en in dezelfde

periode is er ook met Nexia Nederland een convenant gesloten. NEXIA Nederland was het

eerste samenwerkingsverband waarmee een convenant werd gesloten en begin 2009

volgden NOAB en SRA17 voor de belastingmiddelen Inkomstenbelasting (IB),

Vennootschapsbelasting (VpB), Omzetbelasting (OB) en Loonbelasting (LB). Intussen zijn er

meer koepelorganisaties die hun leden/deelnemers de mogelijkheid voor een HT convenant

aanbieden, waaronder RB (Register Belastingadviseurs). De FD, aangesloten bij deze koepels,

sluiten zelf een convenant met de Belastingdienst, waar het convenant met de koepel dan

onderdeel van is. De koepel onderzoekt van tevoren of de desbetreffende FD voldoende

kwaliteit in huis heeft om aanvaardbare aangiften te kunnen inleveren. De koepel blijft

overigens de FD ook daarna volgen en controleren. Vervolgens kunnen klanten van de FD

een deelnameformulier bij hun FD tekenen waarin ze ondermeer verklaren dat ze tijdig, juist

en volledig hun administratie ter beschikking zullen stellen en dat de verhouding met de

Belastingdienst gebaseerd zal zijn op wederzijds vertrouwen, transparantie en begrip.18

Dat de belastingdienst de weg heeft gekozen via de koepelorganisaties en niet rechtstreeks

met de diverse fiscaal dienstverleners, heeft alles te maken met de geconstateerde minimale

kwaliteits- en/of opleidingseisen bij de diverse koepels ten aanzien van hun

leden/deelnemers. Het is dan veel praktischer convenanten te sluiten met de koepels en de

kwaliteitscontrole over te laten aan deze koepels. Zo is elke koepel min of meer verplicht

regels en voorschriften op papier te zetten waaraan hun (HT-)leden zich dienen te houden

bij aanname van (HT)klanten, bij dossiervorming, regels voor samenstellen van

jaarrekeningen en de gehele aangiftepraktijk, kortom werkwijzen, workflows, handboeken

en checklisten. In de praktijk is dit per koepel overigens sterk verschillend, maar duidelijk is

wel dat er een aanvaardbare aangifte moet worden afgegeven die voldoet aan wet- en

regelgeving en dat betekent in basis foutloos (met andere woorden juist en volledig)19.

Een belangrijk extra voordeel voor met name de Belastingdienst bij dit type HT convenant is

dat de FD tussen Belastingdienst en belastingplichtige is geschoven: Er wordt zo zonder

kosten voor de Belastingdienst een extra controle ingebouwd. Dit onderdeel wordt weinig

naar voren geschoven, maar het is van groot belang. Dankzij het

verantwoordelijkheidsgevoel, de deskundigheid en de veelal ruim aanwezige integriteit van

de FD ontstaat er een voor ieder aanvaardbare aangifte. Voor veel FD betekent het

overigens helemaal niet dat extra werk, wat wellicht wordt gedacht. De meeste FD hadden

17SRA had in 2008 al een convenant gesloten, maar voor alleen loonheffing.

18Belastingdienst, “Horizontaal Toezicht biedt ondernemers meer zekerheid”, juli 2010

19Belastingdienst, leidraad Horizontaal Toezicht MKB, FD, Bijlage VIII, februari 2011.

Page 12: Horizontaal Toezicht in het microbedrijf tiede boe Tiede Boersma mei...Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst? Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 2 Voorwoord

Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst?

Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 12

hun zaken al goed voor elkaar, maar het zal ook duidelijk zijn dat waar in het verleden een

(twijfelachtig) pleitbaar standpunt er nog eens doorging, dit met HT niet meer kan.

Daarnaast is er natuurlijk nog een groep FD, welke hun zaken iets minder hadden geregeld,

bijvoorbeeld het onderdeel dossiervorming. Voor deze FD is HT een kwaliteitsverbetering in

de eigen organisatie. Het zal ook duidelijk zijn dat er een groep is die niet en nooit aan de

kwaliteitsnormen zal en wil voldoen.

De FD is verder een externe adviseur en alleen al daarom heeft de aangifte meer waarde ten

opzichte van een door de belastingplichtige zelf ingeleverde aangifte. Anders is het toch

zoiets als de slager die zijn eigen vlees keurt. Dit gebeurt dan weer wel bij ZGO/MGO, maar

daar zijn extra waarborgen op grond van externe controles en het eerder aangehaald TCF.

2.4 – Conclusie.

HT is een ruim begrip, wat ook nog eens niet beperkt blijft tot belastingen. Ook bij andere

overheidstaken zie je HT in toezichtsvorm komen, maar gekeken naar alleen belastingen is

HT al zeer divers. Zoals u heeft kunnen lezen zitten er essentiële verschillen in de benadering

naar het MKB door de driehoeksverhouding met de FD. In het volgende hoofdstuk ga ik in op

de samenwerking tussen Belastingdienst en FD, waar HT een logisch vervolg op is, maar ook

dat samenwerking wel moet want ondanks alle vereenvoudigingen, raakt de gewone burger

steeds verder vervreemd van de overheid.

Page 13: Horizontaal Toezicht in het microbedrijf tiede boe Tiede Boersma mei...Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst? Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 2 Voorwoord

Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst?

Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 13

Hoofdstuk 3 – Samenwerken in een complexere omgeving.

3.1 – Inleiding.

HT lijkt er plotseling te zijn, maar de invoer is eigenlijk zeer geleidelijk gegaan en een logisch

gevolg op de maatschappelijke ontwikkeling van almaar complexere wetgeving en

bijbehorende, ook steeds complexere, uitvoering van deze wetten, wat op den duur niet

meer volledig te handhaven valt vanuit de hij/zij gedachte.

3.2 – Van wij/zij naar vertrouwen.

Gedurende de laatste tien jaar zijn grotere groepen van de Belastingdienst op de hoogte

gebracht van de werkwijze van het belastingconsulentengilde in het kleinbedrijf, wat

overigens door de jaren heen ook sterk is geprofessionaliseerd. Controleurs waren uiteraard

al op de hoogte, maar dat is maar een beperkt deel van de organisatie en wordt wel eens

gezien als een apart onderdeel20 bij de Belastingdienst. Ze maakten normaal geen gebruik

van datgene wat er al gedaan was aan controle door de FD en wij boden dat ook niet aan. De

bekendheid neemt nu algemeen toe door de almaar toenemende contactmomenten tussen

Belastingdienst en FD, waar bijvoorbeeld de landelijke en regionale intermediairdagen een

goed voorbeeld van zijn. Met name de laatste jaren zoekt de Belastingdienst steeds meer

contact en dit leidt tot wederzijds begrip. Dit staat overigens los van HT, al zijn er

raakvlakken uiteraard. Inherent aan het sluiten van een HT convenant is bijvoorbeeld de

verplichting tot regelmatig overleg. In mijn voorwoord sprak ik al over de verbazing, die ook

uitgesproken werd door de Belastingdienst, over de omvang en vorm van onze werkwijzen,

die zoals al geschreven uiteraard niet beter of slechter zijn, dan die van vele collegae. Het

kleinere FD heeft natuurlijk in zijn algemeenheid ook geen idee hoe een grote organisatie als

de Belastingdienst werkt en verbaasd zich soms over de onwetendheid van bepaalde

ambtenaren over bepaalde onderwerpen, al wordt andersom de dieptekennis wel

opgemerkt. Door toenemende kennis over en weer is het vertrouwen in elkaars kunnen ook

toegenomen. Vertrouwen is een basisbeginsel voor HT.

3.3 – Samenwerking of toch maar niet?

Ik schreef op de vorige pagina dat de FD in generaal zeer integer handelt en onafhankelijk is

en handelt ten opzichte van zijn klant. Dit gedrag wordt daarbij ook nog vaak

voorgeschreven door gedragscodes, waar men zich zelf toe heeft verplicht door lid te

worden van een bepaalde koepel. Toch is deze werkelijkheid niet overgekomen bij met

name de VHMF. Deze toch echt niet onbelangrijke vereniging roert zich nogal de laatste tijd

en heeft juist grote twijfels over de tussenschakel FD. De FD wordt vanwege “de persoonlijk

relatie en de wederzijdse financiële afhankelijkheid” zelfs als DE belemmering gezien om HT

op grote schaal op basis van vertrouwen in te zetten. Ook denken ze dat de FD de eventuele

20In 1972/3 heb ik stage gelopen bij Belastingdienst Sneek. De controleurs waren een ‘apart slag’.

Page 14: Horizontaal Toezicht in het microbedrijf tiede boe Tiede Boersma mei...Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst? Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 2 Voorwoord

Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst?

Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 14

extra kosten niet zal uitvoeren omdat ze niet doorberekend kunnen worden21. Blijkbaar

heeft de VHMF geen hoge pet op van onze beroepsgroep. De vereniging schrijft overigens

verder wel dat bij iets grotere ondernemingen (niet nader gespecificeerd) een wettelijke

uitbesteding van bepaalde verticale fiscale controles aan een FD, die dan mogelijk

gecertificeerd zou moeten zijn, wel een oplossing zou kunnen zijn.

3.4 - De complexiteit van aangiften.

De praktijk is dat belastingplichtigen, ondanks alle goede bedoelingen van de overheid, het

gehele gebeuren rondom belastingheffing en –betaling zeer complex en ingewikkeld vinden.

Al jaren lopen heel veel belastingplichtigen te worstelen met bijvoorbeeld Toeslagen, terwijl

dit als zeer gebruikersvriendelijk is gepresenteerd. Hoewel ook de aangifte

inkomstenbelasting voor particulieren in basis simpel zou zijn, zien we steeds meer

particulieren de weg vinden om hun aangifte door professionele (en overigens ook niet

professionele) belastingadviseurs te laten verzorgen. De Belastingdienst heeft er voor een

belangrijk deel geen weet van, omdat zelfs professionele belastingadviseurs nog wel eens

gebruik maken van de DigiD van de klant en het gratis programma van de Belastingdienst.

De op internet veel aanwezige fora kunnen in deze soms heel verhelderend zijn…

Ook kleine ondernemers met een zeer bescheiden winst lopen regelmatig vast in hun

aangifte. De VHMF schrijft letterlijk in het eerder aangehaald artikel “Wellicht kunnen deze

ondernemers via internet, in een eigen persoonlijk domein, rechtstreeks bij de

Belastingdienst zelf boekhouden. Na enkele systeemcontroles kunnen na aanvulling met

hypotheek- en loongegevens prachtige vooringevulde aangiften omzetbelasting en

inkomensheffing voor hen worden klaargezet”. Als het nu met de ‘simpele’ aangiften al niet

lukt zonder externe hulp, vrees ik voor het slagen van deze uitbreiding.

In de praktijk zal de oplossing van de VHMF mogelijk nog werken ook. Het grote voordeel is

dan immers, dat zowel de belastingplichtige als de Belastingdienst niet zal zien dat er iets

fout gaat. De belastingplichtige mist ondanks alle naslagmogelijkheden, de kennis om elk

onderdeel van de belastingwetten te kennen en de Belastingdienst zal zich door de

automatisering en de automatische systeemcontroles ook zand in de ogen laten strooien.

We zien dat nu al: niet alle gegevens blijken via de VIA teruggemeld te worden. We kennen

allemaal wel het spelletje Monopoly en daar is een kaart die heet: “Door een vergissing van

de bank in uw voordeel, krijgt u ..”. Analoog daaraan wordt door de belastingplichtige

identiek gedacht bij weglating door de Belastingdienst van iets.

21Artikel Het Register augustus 2012 Evaluatie HT onderdeel “Naar een voldoening op aangifte”, blad 20

Page 15: Horizontaal Toezicht in het microbedrijf tiede boe Tiede Boersma mei...Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst? Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 2 Voorwoord

Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst?

Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 15

3.5 – Conclusie.

Het lijkt dat door het steeds complexer worden van wetgeving het FD in vooral het

microbedrijf een grote toekomst tegemoet gaat. Dit staat lijnrecht tegenover het denken

van de overheid, zowel geuit via VHMF, maar ook bijvoorbeeld blijkt uit het rapport

Dijkhuizen van oktober vorig jaar22. De VIA wordt daar prominent in genoemd. In het hele

rapport komt HT niet terug. De VIA is naar mijn mening te vroeg geïntroduceerd en het

spoor via software (zie ook pagina 9) is te mooi om waar te kunnen zijn of in ieder geval veel

te snel voorzien van het stempeltje, uitvoerbaar. De Belastingdienst en overheid hebben

toch al jaren de neiging om veel te veel te willen vertrouwen op automatisering. Behalve de

automatisering moet ook niet vergeten worden dat niet elke burger groot vertrouwen zal

ten toon spreiden in een Belastingdienst die alles wel voor je regelt. Het overigens ook door

VHMF geopperde invoeren van de VOA, geef ik echter wel een kans en sluit eigenlijk prima

aan bij HT. Overigens is de vooruitstrevendheid van onze overheid ten aanzien van

automatisering en nog meer onze Belastingdienst prima. Automatisering lost echter alleen

massaproblemen op. Vooral bij steeds wijzigende omstandigheden en niche markten is het

daarmee niet de 100% oplossing die blijkbaar wel wordt gedacht.

22Dijkhuizen C. van, commissie IB/toeslagen, Rapport Naar een activerender belastingstelsel, oktober 2012

Page 16: Horizontaal Toezicht in het microbedrijf tiede boe Tiede Boersma mei...Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst? Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 2 Voorwoord

Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst?

Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 16

Hoofdstuk 4 – Horizontaal Toezicht in het Kleinbedrijf.

4.1 – Inleiding.

Het MKB wordt de groep ondernemingen genoemd, die niet tot het grootbedrijf behoren en

bij HT alleen kunnen kiezen voor een convenant via een FD. Het MKB is echter nog al

veelomvattend. Tot het MKB behoren heel veel ondernemingen van één persoon, maar ook

miljoenenondernemingen met soms wel 200 werknemers. U treft allereerst een definiëring

aan van het MKB en vervolgens ga ik in op HT in het microbedrijf en geef de ontwikkeling

aan.

4.2 – Het MKB.

Voor het bepalen tot welke groep een onderneming behoort wordt over het algemeen

gekeken naar drie maatstaven, waar er dan twee moeten voldoen en dat dan weer minimaal

twee jaar achter elkaar. Die maatstaven zijn: Aantal medewerkers, netto omzet en

balanstotaal. Het MKB omvat al jaren (ruim) meer dan 99% van alle ondernemingen, maar

die minder dan één procent is wel van heel groot belang voor onze gehele economie, wat

duidelijk uit onderstaande opstelling van september 2012 blijkt23:

MKB is in aantallen

derhalve enorm groot

en al die

ondernemingen doen

aangifte. Het is dan

ook niet verwonderlijk

dat de Belastingdienst

een aparte groep

MGO kent en

tegenwoordig ook

ZZP’ers anders

behandelt. MGO

behoort tegenwoordig

bij de Belastingdienst

bij ZGO en ook voor

HT valt MGO in basis

vaak niet onder het HT convenant MKB.

Die ondernemers die wel onder het HT dienstverleners convenant MKB vallen, zijn echter

nog steeds heel verschillend. De ZZP’er is voor het merendeel totaal onkundig van

23Internet kennissite MKB en Ondernemerschap: prognose kerngegevens MKB, 2012.

Page 17: Horizontaal Toezicht in het microbedrijf tiede boe Tiede Boersma mei...Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst? Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 2 Voorwoord

Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst?

Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 17

belastingzaken, vooral als er de combinatie is met starter24, terwijl de grotere MKB

ondernemer met 49 man personeel wel een eigen boekhouder in dienst heeft en soms zelfs

al een aparte controller. Voor de Belastingdienst gelden overigens weer andere aantallen

want deze komen op 1,4 miljoen MKB ondernemingen, wat ze dan verder onderverdelen in

200.000 starters, 600.000 ZZP’er en de overige eveneens 600.000 ondernemers delen ze in

in wat ze noemen MKB+25.

De grootte en omvang maakt wel significant uit

voor de benadering van de klant bij HT. Waar er

bijvoorbeeld een AO/IB26 is, kan daar aansluiting

bij gezocht worden en dat verandert direct de

werkwijze van de FD.

De ZZP’ers, om naar het andere uiterste te kijken,

zijn veruit de grootste groep onder het MKB.

Hoewel op zich de aangifte en boekhouding vaak

niet veel voorstelt, is het wellicht daarom toch

weer een heel bewerkelijke groep. Ook

de ZZP’er zelf doet er vaak niet veel aan

en heeft er doorgaans ook niet veel

verstand van, als hij dat al zou willen en

dat is vaak niet het geval. Toch zie je die

groep boekhouden met een online

pakket, al dan niet met automatische

herkenning of automatische invulling.

Het blijven in verhouding bewerkelijke

klanten, want twee uurtjes uitleg is ook

weer 200 euro en dat is dan zomaar 20%

van de jaarkosten. Daarbij is de winst

van de ZZP’er gemiddeld niet groot.

Bijgaande grafiek spreekt boekdelen: 74% van de ZZP’ers heeft een winst van minder dan €

10.000,- en 62% maakt zelfs helemaal geen winst.

24Belastingdienst, presentatie ZZP tijdens intermediairdagen zie www.intermediairdagen.nl/presentaties-bekijken-

2012-zzp, november 2012.

25 Belastingdienst: presentatie ZZP op intermediairdagen, november 2012

26 vroeger AO/IC genoemd (C voor Controle)

Page 18: Horizontaal Toezicht in het microbedrijf tiede boe Tiede Boersma mei...Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst? Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 2 Voorwoord

Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst?

Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 18

4.3 Het microbedrijf en HT.

Zoals al geschreven is de omschrijving microbedrijf iets van Europa en omvat het voor de

bepaling, ook twee van de drie maatstaven. De maatstaven zijn hier tien medewerkers, twee

miljoen balanstotaal en twee miljoen netto-omzet. Het microbedrijf is in aantallen dan weer

bijna het hele Kleinbedrijf (meer dan 80%). Een kleinbedrijf is overigens nog klein als er

sprake is van maximaal 50 medewerkers, een netto-omzet van 8,8 miljoen en/of 4,4 miljoen

balanstotaal.

Het microbedrijf, waar ook de ZZP’er weer onder valt, kenmerkt zich doordat de

ondernemer eigenlijk een vakman is die ook een onderneming leidt. Deze ondernemer

beslist alles zelf. Scheiding van taken in de organisatie komt vrijwel niet voor of we moeten

de levenspartner van de ondernemer meetellen. Vastlegging van gegevens is al weer

vanwege het ontbreken van die scheiding van zaken niet nodig (“zit in mijn hoofd”) en

gebeurt marginaal. Ook is een kenmerk dat veelal de boekhouding een opgave is. Er behoeft

niet veel tijd aan besteed te worden vanwege de omvang, maar daardoor wordt het

boekhouden ook nooit goed geleerd. Uitbesteden komt derhalve veel voor ondanks de

kosten en waar het niet uitbesteed wordt, zien we toch ongeveer dezelfde kosten

terugkomen (eigen kosten en kosten van correcties). Desondanks willen vrijwel alle

ondernemers het goed doen en is het over het algemeen geen groot probleem om een heel

redelijk beeld te krijgen van de onderneming. De meeste ondernemingen zijn nu eenmaal

klein en alleen al daarom zeer overzichtelijk.

Het grootste probleem is overigens dat het aantal deelnemers aan HT nog steeds klein is,

waardoor opgedane ervaringen nog steeds minimaal zijn. Empirisch onderzoek naar deze

ervaringen is dan ook vanwege de aantallen niet mogelijk. Naar mededeling van de

Belastingdienst zijn er nu (februari 2013) ongeveer 100.000 nummers (BSN en RSIN) die als

HT deelnemer te boek staan. Omdat vrijwel elke entiteit27 normaal uit minimaal twee BSN en

een enkele keer wel uit 15 BSN en RSIN tezamen kan bestaan, is het aantal entiteiten nog

steeds niet hoog. Naar inschatting zullen dit minimaal ongeveer 35.000 en maximaal niet

meer dan 60.000 entiteiten zijn. We praten hier over alles wat onder de MKB convenanten is

aangemeld aan deelnemers. Op dit moment (februari 2013) is er wel een groot aantal fiscaal

dienstverleners die HT aan hun klanten kunnen aanbieden. Op www.belastingdienst.nl

worden ze vermeld, naast de convenanten met brancheorganisaties, gemeenten etc. Ze

hebben nog niet allemaal uitvoering gegeven aan het convenant door ook klanten aan te

melden. Het blijkt ook maar weer eens uit eigen onderzoek (zie hoofdstuk 7).

27De Belastingdienst noemt een het samenstel van bedrijven en natuurlijke personen die bij elkaar horen een entiteit.

Page 19: Horizontaal Toezicht in het microbedrijf tiede boe Tiede Boersma mei...Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst? Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 2 Voorwoord

Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst?

Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 19

4.4 – Omvang HT in het MKB.

Het is voor een bedrijf overigens nog niet zo gemakkelijk om een fiscaal dienstverlener die

HT zou kunnen aanbieden, te vinden, althans op de site van de Belastingdienst. De meeste

adviseurs melden het uiteraard wel op hun website, maar voor controle of dat wel allemaal

zo is, is natuurlijk de belastingdienstsite ook handig. In de praktijk werkt de zoekfunctie

perfect en kom je met de naam van de FD direct op de goede plek, maar via de

menustructuur is het ingewikkeld en zie je ook doublures, wat verwarring in de hand werkt.

Begin december 2012 besteedde Accountancynieuws aandacht aan HT met als titel “Nog

weinig animo voor HT”28, waaruit bleek dat er op dat moment 264 convenanten zouden zijn

gesloten, waarvan de meeste via SRA, zowel absoluut (120) als relatief (32% van de leden).

(NEXIA is relatief hoger, maar NEXIA bestaat uit niet meer dan drie fiscaal dienstverleners).

Ik heb nu ook even geturfd (februari 2013) en dan kom ik op de volgende aantallen:

152

83

57

12 3 31

SRA

NOAB

direct

KAN

NEXIA

Extendum

RB

Opmerking bij deze aantallen: direct is geschat op hetzelfde. Uit het opvragen van de

enquête is mij gebleken dat er FD zijn die rechtstreeks een FD convenant hebben (dus

direct), maar nog onder SRA verantwoord staan. Het neemt niet weg dat er nog steeds een

vrij snelle groei in Fiscaal Dienstverleners is. Als we de direct aangeslotenen even voor

hetzelfde aantal (volgens de Belastingdienst 57 in december) meetellen zijn er nu 312 FD

waar dit ruim twee maanden geleden nog maar 264 waren. Een groei van 48 of ruim 18%.

Als het afgezet wordt naar het aantal entiteiten dan hebben de fiscaal dienstverleners

gemiddeld ongeveer 150 tot 200 entiteiten aangemeld.

Het gaat wellicht in het MKB wel snel, maar bij de grote bedrijven is over 2012 ten opzichte

van 2011 een daling gesignaleerd29 (groot van 787 naar 724, middelgroot van 2345 naar

2537). Volgens de Belastingdienst zou het komen van het strakker hanteren van de normen

28Accountancynieuws, redactie, Nog weinig animo voor HT, nr 22, 7 december 2012, pagina 1/2

29Taxlive, redactie (www.taxlive.nl), Aantal grote bedrijven onder horizontaal toezicht gedaald, 30-01-2013

Page 20: Horizontaal Toezicht in het microbedrijf tiede boe Tiede Boersma mei...Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst? Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 2 Voorwoord

Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst?

Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 20

bij Horizontaal Toezicht. Eelco van der Enden30 noemt dit in hetzelfde artikel veel te kort

door de bocht. Naar zijn mening is juist het niet duidelijk zijn van normen in wel de helft van

de gevallen de reden voor grotere bedrijven om af te haken. Hij neemt aan dat bedrijven zelf

die beslissing hebben genomen om te stoppen en noemt dat ook begrijpelijk, want

“Horizontaal Toezicht lijkt op dit moment niet meer te zijn dan een niet-gereguleerde vorm

van vrijwillige informatieverstrekking, zonder dat duidelijk is wat daar voor zekerheden

tegenover staan”. Hij eindigt zijn betoog met “Ik vind wel dat de Belastingdienst zich moet

herbronnen op dit onderwerp, maar wat betreft de richting die we opgaan met z’n allen is er

geen andere weg. Horizontaal Toezicht is zonder meer de toekomst. Maar de uitvoering

moet veel concreter worden”. Uit deze scriptie zal blijken dat dit wellicht nog heftiger in het

microbedrijf zal moeten plaats vinden.

4.5 Conclusie.

Binnen het totaal van ondernemingen is het microbedrijf verreweg de grootste groep. Als

gekeken wordt naar de gesloten HT convenanten, dan valt op dat dat vooral is gesloten met

SRA kantoren. Van alle FD convenanten is bijna de helft gesloten met SRA kantoren. Als dan

ook nog in ogenschouw wordt genomen dat er een vrij groot aantal FD rechtstreeks heeft

afgesloten en deze kantoren, naar grootte gekeken, zeker niet onder zullen doen voor het

gemiddelde SRA kantoor, is de conclusie legitiem dat een wel heel ruime meerderheid aan

ondernemingen via deze kantoren aan HT meedoet. SRA kantoren werken zoals ook uit de

enquête zal blijken wel in het microbedrijf uiteraard, maar zien het microbedrijf in

merendeel niet als doelgroep. Het aantal FD wat HT kan aanbieden neemt nog steeds toe.

Uit gegevens van de Belastingdienst blijkt dat ook het aantal aanmeldingen onder HT van

ondernemingen toeneemt. Bij beide geldt een proportionele stijging. Toch zie je duidelijk dat

het NOAB in percentage van zijn leden (ca. 1000 leden, ca. 8%) achterblijft bij bijvoorbeeld

SRA (nu al 40%). Die conclusie geldt nog meer bij RB, maar daar moet bij aangetekend

worden dat RB leden maar zelden zelfstandig een onderneming drijven en veelal ook al via

een andere organisatie toegang hebben tot HT dienstverlening.

30Partner bij PWC en wereldwijd verantwoordelijk voor Tax Function Effectiveness en Tax Assurance, tevens

verbonden aan universiteit Nyenrode.

Page 21: Horizontaal Toezicht in het microbedrijf tiede boe Tiede Boersma mei...Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst? Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 2 Voorwoord

Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst?

Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 21

Hoofdstuk 5. De voordelen van Horizontaal Toezicht (in het MKB).

5.1 – Inleiding.

Om over te stappen op HT wil elke deelnemer weten wat de consequenties zijn en vooral de

voordelen. De vermelding van voordelen door de Belastingdienst leidt vanaf het prille begin

tot discussie. De gegeven voordelen zijn geen harde voordelen. Elke discussie op dit punt is

dan ook gedoemd te mislukken. Er zijn echter ook zachte voordelen en die willen

deelnemers en meer nog de FD wel eens over de streep trekken.

5.2 – De voordelen volgens de Belastingdienst.

Theo Poolen, lid van met Managementteam Belastingdienst en daarbinnen landelijk

verantwoordelijk voor HT zegt in de folders “Horizontaal toezicht biedt ondernemers meer

zekerheid”31 : ‘Hoe zorgen we er met elkaar voor dat het meteen goed is, in plaats van

achteraf te kijken of het niet fout is gegaan. Dat is de essentie van horizontaal toezicht’.

En dat is inderdaad de bottomline vanuit de Belastingdienst gekeken.

De voordelen in deze folder zijn:

1. U krijgt snel duidelijkheid en hoeft niet lang te wachten op uw aanslag.

2. U krijgt minder controles, omdat convenantsaangiften alleen nog beperkt

steekproefsgewijs worden gecontroleerd.

3. Uw vragen en opmerkingen worden snel beantwoord. Uw fiscaal adviseur krijgt namelijk

een vast aanspreekpunt bij de Belastingdienst. En mocht uw adviseur bij het opstellen van

uw aangifte voor twijfelpunten komen te staan, dan bespreekt hij die met ons voordat hij uw

aangifte indient. Dat vergroot uw zekerheid, en zorgt dat wij uw aangiften sneller kunnen

afhandelen.

Als gekeken wordt naar de voordelen dan moet je concluderen:

Ad. 1. De definitieve aanslag komt inderdaad tegenwoordig in de regel sneller dan bij niet

HT klanten, maar er is geen enkel verschil als naar de eerste aanslag na aangifte

wordt gekeken. Er komt binnen een week of zes een aanslag al dan niet voorlopig en

van enig verschil in behandeling tussen HT en niet HT is geen sprake. Ook ten aanzien

van eventueel Metatoezicht (de controle, achteraf bij HT, zie volgende pagina) wordt

alleen gezegd dat dit spoedig na aangifte kenbaar wordt gemaakt, maar spoedig is

een rekbaar begrip.

Ad. 2. Het aantal controles is gemiddeld berekend op één maal in de 43 jaar32. Nu is dit

natuurlijk per ondernemer heel verschillend en heeft de Belastingdienst een grote

voorkeur voor een controle bij bedrijven waar veel kashandelingen zijn, maar ook

31Belastingdienst, Er zijn twee versies welke op wat foto’s na identiek zijn, juli 2010

32Kramer R.R., presentatie Nyenrode, seminar Horizontaal Toezicht en het MKB, laatstelijk 28-11-2011

Page 22: Horizontaal Toezicht in het microbedrijf tiede boe Tiede Boersma mei...Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst? Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 2 Voorwoord

Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst?

Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 22

bij die bedrijven wordt in generaal de vijf jaar niet gehaald. In de praktijk zullen goed

willende ondernemers eerder willen overstappen naar HT en juist deze bedrijven

hebben vaak al tien jaar niemand meer gezien van de Belastingdienst. De controle bij

HT (metatoezicht33) is ambtelijk vastgesteld op maximaal 1% van de entiteiten

betrokken bij HT34 en volledig willekeurig gekozen. Het verschil tussen 1 x in de 43

jaar en 1 x in de 100 jaar wordt niet echt gevoeld.

Ad. 3. De ondernemer kreeg altijd al snel antwoord op zijn vragen. Die antwoorden

werden en worden snel gegeven door de FD, eventueel na overleg met een ter zake

deskundige. Waar desondanks een discussie zou kunnen ontstaan en de klant wil

toch absolute zekerheid, ging de FD, ook zonder HT al in vooroverleg. De

Belastingdienst is de groep van niet HT’ers de laatste jaren nog meer ter wille en

heeft intussen account teams in het leven geroepen, die met name het niet

georganiseerde deel van de FD, alsmede de FD die niet meedoen aan HT

begeleiden. Het directe aanspreekpunt is er dus nu gewoon voor elke FD.

Naast deze niet bestaande voordelen zijn er ook de zachte voordelen, maar dat zijn niet

altijd voordelen:

a. samenwerken op basis van vertrouwen werkt veel prettiger. Hoewel er feitelijk en

formeel niet gelijkheid is tussen partijen, kan met overleg en begrip een

vertrouwenwekkende situatie ontstaan, waar de inbreng van de belastingplichtige

mee telt, althans zo wordt het ervaren. Daar komt bij dat de Belastingdienst wel

degelijk nog steeds enige vrijheid ten toon mag stellen. Het freies ermessen35 komt

de laatste jaren weer wat meer in de belangstelling maar of het weer helemaal

terugkomt is de vraag. Ook in het rapport van de commissie Stevens “Fiscaal toezicht

op maat” wordt het vermeld.36 Toch leert de praktijk dat als het maar enigszins

algemeen is of lijkt te gaan worden, er niet direct antwoord komt op vragen, maar er

toch een vraag richting landelijke kennisgroep gaat. Uit eigen ervaring weet ik dat het

dan nog wel enige maanden kan duren voor er een antwoord komt. Hoewel

begrijpelijk is dit strijdig met de beginselen van HT.

b. Bij de grotere ondernemingen kan het stempeltje maatschappelijk verantwoord

ondernemen meespelen. Daarnaast hangt aan HT het stempeltje kwaliteit. Dat men

een HT klant is, wil vooral de kleinere ondernemer echter lang niet altijd ook naar

buiten uitdragen. Immers HT betekent praktisch aan de leiband van de

33Algemene Rekenkamer, Systemen van checks en balances bij rechtspersonen met een wettelijke taak. Deel 3, 2002,

pagina 5: definitie: het uitoefenen van toezicht op toezichtresultaten van anderen.

34 Belastingdienst, Leidraad Horizontaal Toezicht MKB FD, februari 2011, pagina 44

35 Enige beleidsruimte te bepalen aan de inspecteur.

36 Stevens Cie, Fiscaal toezicht op maat, juni 2012, Ondermeer pagina 87.

Page 23: Horizontaal Toezicht in het microbedrijf tiede boe Tiede Boersma mei...Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst? Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 2 Voorwoord

Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst?

Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 23

Belastingdienst en dat strookt niet met het vrije karakter, wat een ondernemer

uitstraalt en wil uitstralen. Iets soortgelijks doet zich voor bij de FD, die niet een

verlengstuk wil zijn van de Belastingdienst en bij deelname aan HT zelfs klanten kan

verliezen. Het keurige jongetje in de klas is in Nederland niet geliefd.

c. De angst voor de controle en vooral ook voor de kosten van de controle spelen met

name bij de kleine ondernemer belangrijk mee. Een eenpersoonsbedrijf kan zijn

aangifte inclusief jaarcijfers ongeveer verwezenlijken voor zo tussen de 800 en 1.500

euro, maar een controle van een dag zal ook zonder correctie geld gaan kosten,

vooral als wij als FD er ook bij om stappen, wat voor de gemoedsrust van die kleine

ondernemer vaak gebeurd. 500 tot 1.000 euro per controledag is niet

ondenkbeeldig. Verder weet die ondernemer niet echt of de FD het wel goed heeft

gedaan, ook al is hij zich zelf van geen kwaad bewust. Het geeft onzekerheid en die

heeft een ondernemer in het algemeen al wel genoeg, maar deze wil hij graag

vermijden, vooral vanwege de machtigheid van de Belastingdienst.

5.3 – Conclusie.

Het is jammer als er voordelen worden genoemd die zo gemakkelijk onderuit te halen zijn.

Het geeft mensen die overgehaald moeten worden het gevoel dat ze niet serieus genomen

worden. De eerste mensen in het MKB die overgehaald moeten worden zijn de FD en die

weten echt wel dat de voordelen geen voordelen zijn. Het enige wat overblijft is dat er

vooraf zekerheid komt over de aangifte (als er vooroverleg is geweest, zie vooral even

hoofdstuk 7) en de wat gemakkelijker ingang. Daar staan nadelen tegenover. Ook de

commissie Stevens constateerde geen harde voordelen tussen wel of niet deelnemen en zag

ook de nadelen37, zoals al genoemd en bovendien extra controle bij de start van HT en

inperking van Tax planning. Dit laatste punt laat ik verder hierboven onbesproken. Het speelt

bij de kleinere onderneming aanzienlijk minder en binnen HT is uiteraard nog wel iets

mogelijk. Het staat echter wel buiten kijf dat bij een pleitbaar standpunt op voorhand niet de

meest gunstige weg te volgen is door de belastingplichtige en dat is wel zijn recht volgens de

belastingrechter38 (letterlijk wordt geschreven: ‘De rechtmatigheid van zijn handelen vindt

zijn grenzen waar dit in strijd komt met doel en strekking van de wet (fraus legis).’) en ook

nog eens in het genoemde rapport van de commissie Stevens wordt aangehaald om dezelfde

reden. Over dit onderdeel zou nog een aparte scriptie kunnen worden geschreven.

37Stevens L.G.M., Commissie HT, rapport “Fiscaal toezicht op maat”, juni 2012, pagina 86

38Niessen R.E.C.M., De fiscaal voordeligste weg, 1994.

Page 24: Horizontaal Toezicht in het microbedrijf tiede boe Tiede Boersma mei...Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst? Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 2 Voorwoord

Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst?

Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 24

Hoofdstuk 6 – Het rapport Commissie Stevens en het microbedrijf.

6.1 – Inleiding.

In juni 2012 kwam het rapport van de Commissie Horizontaal Toezicht Belastingdienst onder

leiding van Prof. dr. L(eo)G.M. Stevens uit, welke gezien kan worden als eerste evaluatie van

de gang van zaken in Nederland met betrekking tot Horizontaal Toezicht, onder de titel

“Fiscaal toezicht op maat” en ondertitel “Soepel waar het kan, streng waar het moet”.

De commissieleden hadden er meer tijd voor genomen, dan eerder was ingeschat. Geen

wonder, want Horizontaal Toezicht is sinds de introductie bij de Belastingdienst in 2005 op

diverse afdelingen en middelen, zeer breed geïntroduceerd, maar is (woorden van de

commissie) “vooral op intuïtie” opgestart en zeker nog niet volgroeid. Daarbij bleek dat de

Belastingdienst als initiërende partij heeft nagelaten direct alle gevolgen in eigen organisatie

te registreren, waardoor feiten en cijfers voor een belangrijk deel ontbraken en ontbreken.

Er heeft nooit een nulmeting plaats gevonden in de eigen organisatie, terwijl die nu juist wel

bij ZGO en MGO plaatsvonden voor men aan HT mocht en mag deelnemen. Inzet van

mensen en middelen is niet c.q. onvoldoende geregistreerd.

Kortom, het rapport is voor een deel gebaseerd op meningen en maar beperkt gerealiseerde

ervaringen en de effecten van Horizontaal Toezicht zijn niet in beeld te brengen, althans

medio 2012 nog niet. Één van de aanbevelingen is uiteraard om dit wel in beeld te krijgen.

6.2 - Vooral aandacht voor ZGO en MGO.

De meeste aandacht in het rapport gaat naar ZGO en MGO. Niet zo verwonderlijk natuurlijk,

want op dat moment was daar ook de meeste ervaring mee en de mensen die gesproken

zijn begaven zich in merendeel ook op dat terrein of waren er annex mee.

Een belangrijke aanbeveling is geweest om per segment een businesscase te maken. Die

segmenten zijn MGO, ZGO en MKB. Het MKB segment onderscheidt zich van de andere

doordat er in dit segment sprake is van een driehoeksrelatie, zoals al eerder besproken.

Nu zit er een overlapping tussen MGO en MKB, wat minder in het rapport tot uitdrukking

komt, maar wat in de praktijk problemen geeft en een betere en duidelijkere scheiding

verdient. Naar de mening van de Commissie zijn echter ook MGO en ZGO duidelijk

verschillende segmenten, die nu ook door de Belastingdienst nog teveel als één worden

gezien in hun benadering.

Bij MGO concludeert de commissie terecht dat lang niet altijd de interne administratieve

organisatie en interne beheersingsmaatregelen (AO/IB) voldoende zijn om een rechtstreekse

afhandeling (1 op 1) te rechtvaardigen (pagina 49). De rol van de fiscaal dienstverlener bij

dit type onderneming is in eerste instantie in het geheel niet meegenomen door de

Belastingdienst en ten tijde van het rapport was dat nog steeds zo. Bij MKB daarentegen is

de rol van de fiscaal dienstverlener prominent en is toetreding tot het Horizontaal Toezicht

regime voor een belastingplichtige alleen mogelijk via een FD.

Page 25: Horizontaal Toezicht in het microbedrijf tiede boe Tiede Boersma mei...Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst? Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 2 Voorwoord

Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst?

Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 25

6.3 – MKB.

De commissie heeft ondermeer op pagina 50 van het rapport al geconcludeerd dat de

oplossing zoals de Belastingdienst nu voorstaat met betrekking tot Horizontaal Toezicht in

het MKB onvoldoende zal blijken te zijn, althans men heeft sterke twijfels over de wijze van

invoeren van HT in het MKB en de driehoeksverhouding is onvoldoende geadresseerd, ook in

relatie tot hetgeen al geschreven is over MGO.

Bij Horizontaal Toezicht en het MKB wordt de vaktechnische borging anders aangepakt dan

in ZGO. Waar bij ZGO een TCF bij de onderneming de grondslag is waarop de aangiften

worden gebaseerd, wordt bij HT met een fiscaal dienstverlenerconvenant de aangiften

gebaseerd op de deskundigheid van de dienstverlener, welke dan weer wordt gecontroleerd

en/of voorgeschreven door een koepelorganisatie, als RB, NOAB, SRA etc. Bij deze

vaktechnische borging is derhalve de Belastingdienst geen partij en heeft in de praktijk ook

geen directe kennis van de kwaliteitsborgingsystemen die de fiscaal dienstverlener gebruikt

en heeft ze ook niet beoordeeld, al schrijven ze dat weer wel in de standaardconvenanten39.

Deze andere manier van aanpak heeft voordelen die naar mijn mening niet allemaal in het

rapport zijn weergegeven. Natuurlijk had de Belastingdienst hier geen andere keuze als men

in dit segment Horizontaal Toezicht ook als handhavingsinstrument wil toepassen. De

administratieve en fiscale kennis van de doorsnee MKB ondernemer is niet groot en zeker

niet in het kleinbedrijf, zoals al eerder omschreven. Vrijwel alle kleinere ondernemers

besteden een deel of alle aangiftewerk uit, al dan niet tezamen met de boekhouding, aan

een fiscaal dienstverlener. De gemiddelde kennis van de fiscaal dienstverlener verhoudt zich

tot de kennis van de gemiddelde belastingambtenaar, al zijn de laatste vooral

gespecialiseerd en de eerste meer generaal bezig (Uit mijn interacties met de

Belastingdienst is me vooral bijgebleven, dat het respect voor elkaars vakkennis eigenlijk

heel groot is. Let wel, ik heb het hier over de werkvloer bij de Belastingdienst). De gang via

de fiscale dienstverlener is derhalve logisch en begrijpelijk, ook al omdat deze extern naar de

administratieve organisatie kijkt en zich zelfstandig een oordeel kan vormen over de

onderneming met betrekking tot het “in control” zijn.

6.4 Diversiteit van de fiscaal dienstverlener.

De commissie uit op pagina 115 van hun rapport zorg over de diversiteit aan FD en verwacht

“specifieke eisen per te onderscheiden groep fiscale dienstverleners” en blijkbaar analoog

daaraan “intensiteit van het metatoezicht per groep”.

Tot op heden maakt de Belastingdienst geen verschil en is eigenlijk de enige eis aan een

fiscaal dienstverlener dat deze is aangesloten bij een goedgekeurde koepelorganisatie en

39Onderdeel 2.5 van convenant met NOAB: De Belastingdienst heeft kennis genomen van dit stelsel van

kwaliteitsbeheersing dat door het deelnemende kantoor wordt gehanteerd en van de binnen het deelnemende

kantoor te gebruiken procedures met betrekking tot het beoordelen van de kantoorprocessen.

Page 26: Horizontaal Toezicht in het microbedrijf tiede boe Tiede Boersma mei...Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst? Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 2 Voorwoord

Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst?

Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 26

zich conformeert aan de daar gestelde eisen en voorwaarden. Hoewel dit zeker van belang

is, wordt de situatie bij de belastingplichtige hier in het geheel niet meegenomen maar die is

wel essentieel, vooral in samenhang met de kwaliteit van de fiscale dienstverlener.

De vergelijking van de vlieg en de olifant werpt zich hier op. De gemiddelde kleine

onderneming zal niet een accountantsorganisatie onder toezicht van AFM vragen als fiscaal

dienstverlener en waar dat wel zo is zal deze accountantsorganisatie die gemiddelde kleine

onderneming niet gelijk behandelen aan een OOB of andere onderneming welke een

goedkeurende accountantsverklaring vraagt. Terecht weegt de grootte van de onderneming

en de in te schatten risico’s mee in de afhandeling van aangiften.

Des te opvallender, en vandaar de vergelijking, is dat deze diversificatie per ondernemer,

anders dan MKB, MGO, ZGO niet terug te vinden is in het rapport van de commissie.

Ook vind ik op pagina 115 de opmerking: ”Het is evident dat de Belastingdienst meer

vertrouwen kan hechten aan accountantsorganisaties die onder een vergunning en AFM-

toezicht werken, dan aan andere groepen”.

Het zal zeker zo kunnen zijn dat deze organisaties in basis een hoge kwaliteit hebben en

vanwege de extra onafhankelijke controles zal dit ook een hoge graad van zekerheid geven.

In zoverre deel ik de opmerking, maar of dat een verhoogd vertrouwen rechtvaardigt, in alle

situaties bij elk type onderneming in elke omvang, weiger ik te geloven.

Nu denk ik niet dat de commissie dit ook niet heeft onderkend overigens. Ze vragen in ieder

geval de Belastingdienst specifieke eisen per te onderscheiden groep FD te stellen en ook de

intensiteit van metatoezicht per groep vast te stellen, in relatie tot de kwaliteit van de

aangiften.

Naar mijn mening zou er aan toegevoegd moeten worden dat de omvang van de

belastingplichtige in relatie moet staan tot de werkwijzen van de FD. De markt keert hier

natuurlijk heel veel, want de kleinere ondernemer is –veelal ook noodgedwongen- zeer

kostenbewust. Als nu bijvoorbeeld de eis wordt gesteld dat elke FD over de kwalificatie van

eerder aangehaalde accountantsorganisaties moet beschikken om die HT aangifte van die

kleine ondernemer met een omzet van € 40.000,- te mogen doen zal er geen kleine

onderneming meer onder HT ingeleverd worden.

Ik geef toe dat het niet gemakkelijk is en zal zijn om die diversificatie aan te brengen, maar

zonder is het niet mogelijk HT in het microbedrijf te blijven toepassen.

In het rapport van de commissie komt verder duidelijk naar voren dat het kostenaspect in

het microbedrijf een zorg is en dat ze zich realiseren dat HT wel eens iets duurder zou

kunnen zijn voor de klant omdat bepaalde controle taken inderdaad verschuiven naar de FD.

Ook komt de zorg naar voren over de omgang met de materialiteit en controletolerantie. Er

zit verschil in benadering tussen de algemeen aanvaarde normen in de accountancy en de

materialiteit en controletolerantie zoals vermeld in de CAB. Al in 2005 is een geheel

themanummer gewijd aan de CAB40, waarin overigens toen ook al HT wordt vermeld.

40Belastingdienst, kennisgroep vaktechniek van de controle, Nieuwsbrief Controle Special 2 CAB, 19 november 2005

Page 27: Horizontaal Toezicht in het microbedrijf tiede boe Tiede Boersma mei...Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst? Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 2 Voorwoord

Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst?

Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 27

De commissie gebruikt als benaming voor de FD overigens Financiële dienstverlener. Dit is

verwarrend omdat er bij AFM een register financieel dienstverlener wordt bijgehouden voor

bepaalde verzekeringsadviseurs.

6.5 – Conclusie.

Het is een buitengewoon doorwrocht rapport geworden, welke vooral de overheid

opdrachten geeft. Wij zijn nu bijna een jaar verder en hier en daar begin je er nu iets van te

merken. In het microbedrijf is de diversificatie van belang en de invulling in vooral het MKB

moet aanzienlijk beter.

Page 28: Horizontaal Toezicht in het microbedrijf tiede boe Tiede Boersma mei...Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst? Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 2 Voorwoord

Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst?

Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 28

Hoofdstuk 7 - Ervaringen van collegae.

7.1 – Inleiding.

Ik heb mijn eigen ervaringen, maar hoe zit het met de ervaringen van anderen? Intussen zijn

er al veel FD met een HT convenant. Zien ze verschillen tussen klein en groot?

Ik heb alle FD met een HT convenant MKB onder een koepel een mail gezonden met een

verzoek om deel te nemen aan de enquête. Zoals te verwachten was, heb ik de meeste

reacties gekregen van NOAB kantoren. Binnen de NOAB kantoren ben ik redelijk bekend en

mensen reageren nu eenmaal sneller als ze de persoon kennen. Toch hebben er vooral van

de koepel KAN veel FD gereageerd en was opvallend dat er twee FD aangeschreven onder de

koepel SRA rechtstreeks een convenant met de Belastingdienst schijnen te hebben.

7.2 – De vragen.

Uit eigen ervaring weet ik dat de vragen niet te moeilijk, snel te beantwoorden en vooral

niet te veel moeten zijn. Daarom heb ik me sterk beperkt in de vragen om niemand te

frustreren. Ik heb de volgende vragen gesteld:

1. Welk convenant is van toepassing

2. Het aantal aangemelde klanten in vier groepen, geen, <10, >10 <50, >50

3. Het aantal aangemelde klanten in microbedrijf, <5, >5 <25, > 25

4. Als er geen microklanten zijn aangemeld waarom niet, vier mogelijkheden

5. Bij wel microklanten, wat is het percentage ZZP, buiten 0 en 100%, vier stappen

6. Vanaf wanneer werden er al jaaraangiften gedaan voor microklanten

7. Ja nee vraag of men verschillen ziet tussen de klanten vanwege de grootte

8. Ook bij Nee, komt toch de vraag welke problemen men ziet, 8 keuzes en vrije.

9. Is er vooroverleg geweest over een microklant. Vier keuzen en vrije.

10. Wordt bij elk pleitbaar standpunt overlegd met de belastingdienst, 5 keuzes en vrije

11. Wordt er bij het samenstellen een marge toegepast om zonder vooroverleg toch de

aangifte in te sturen vier keuzen en vrije.

12. Wordt er achteraf een marge toegepast om zonder vooroverleg toch de aangifte in te

sturen vijf keuzen en vrije

13. Vrije tussenvraag om een eventueel bedrag of percentage wat men als marge

gebruikt te vermelden

14. Vraag waarom een foutentolerantie wordt toegepast drie keuzen en vrije

15. Vrije opmerkingen

16. Slotpagina met dank

De uitslag heb ik in grafiek vorm als bijlage bijgesloten. Op deze uitslag treft u 48 reacties

aan. Twee zijn echter door mij niet in de analyse meegenomen. Ze maken geen

significant verschil overigens op de grafisch weergegeven uitslag.

Page 29: Horizontaal Toezicht in het microbedrijf tiede boe Tiede Boersma mei...Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst? Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 2 Voorwoord

Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst?

Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 29

Aantallen: blijft terug in %

SRA gezonden mail: 152, maar 11 niet afgeleverd en 2 afmelding 139 10 7,2

NOAB gezonden mail 83, maar 2 niet afgeleverd en 2 afmelding 79 30 38,0

NEXIA gezonden mail 3, 1 niet afgeleverd 2 0

RB gezonden mail 1 1 0

Extendum gezonden mail 3 3 0

KAN gezonden mail 12 12 4 33,3

NOVAK gezonden mail 0 0 0

Rechtstreekse convenanten, gezonden mail 0 0 2 -

Totaal 236 46 19,5

7.3 – Analyse van de antwoorden.

Allereerst constateer ik dat het aantal niet voldoende is om een statistisch verantwoorde

uitspraak te doen op basis van de cijfers. Desondanks bespreek ik de uitslag wel.

Allereerst is het opvallend dat een groot aantal kantoren weliswaar het convenant heeft

getekend, maar nog geen klanten heeft aangemeld. Dit is in 13% van de gevallen zo.

Bij één kantoor zijn er in het geheel geen klanten behorende tot het microbedrijf aangemeld.

Dit (SRA)kantoor denkt dat het te duur is.

Het percentage van de kantoren wat nog geen 50 klanten (MKB) heeft aangemeld is ook

hoog. Slechts een derde heeft 50 of meer klanten afgeleverd. Bij KAN zijn het er twee, bij

SRA en NOAB zes en bij de rechtstreekse beide.

Zoals te verwachten was, is het aantal in het microbedrijf dan in verhouding wel weer groot.

Het aantal ZZP’ers onder de HT ondernemingen in het microbedrijf is lager dan je op grond

van het normale aantal zou verwachten. Één kantoor heeft alleen maar ZZP’ers in HT en

negen zitten boven de 50%, maar ook drie kantoren laten de ZZP’ers niet in HT toe (1x

NOAB, 2x SRA). Als er naar het 80% criterium (ZZP in MKB) wordt gekeken, dan wordt hier

maar door ruim 10% van de kantoren aan voldaan (vier, alle van NOAB). Als het criterium

van de Belastingdienst wordt toegepast (50% is ZZP), dan wordt daar door ruim 25% van de

kantoren aan voldaan. Ook dan nog worden ZZP’ers duidelijk minder opgenomen in HT.

De kantoren welke al gestart zijn over boekjaar 2008 zijn op één SRA kantoor na allemaal

van NOAB (zeven). Het hoogste aantal zit in de groep “vanaf 2011” en twee hebben nog

geen jaaraangiften gedaan. Met uitzondering van 2008 zie je een duidelijke proportioneel

stijgende lijn.

Een van de belangrijkste vragen voor mijn onderzoek was of men verschil ziet bij HT,

gekeken naar de omvang van de onderneming. Het blijkt bij bijna 65% niet zo te worden

ervaren. Bij de overige dertien kantoren echter wel (negen NOAB, drie SRA en één KAN).

Page 30: Horizontaal Toezicht in het microbedrijf tiede boe Tiede Boersma mei...Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst? Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 2 Voorwoord

Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst?

Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 30

Ik had de vraag voor wat er aan problemen, zo extra, werd verwacht bij ZZP’ers bewust open

gelaten, ook voor de nee stemmers. Invullen was niet verplicht maar toch blijken ook een

aantal nee stemmers dat gedaan te hebben. Dat lijkt inconsistent, maar het zijn wel de

kantoren die geen of weinig ZZP’ers aanmelden. Het lijkt dan logisch toch te denken dat ze

eigenlijk ja hadden moeten zetten bij de vraag ervoor (Ze kijken blijkbaar wel anders naar

ZZP’ers). De klant weet niet wat van belang is, uitleg en uitzoeken kost teveel tijd, wordt met

negen maal het meest genoemd. In de vrije keuze komt dat ook terug met: “Administratie is

bijzaak voor ZZP’ers”. En een hele mooie is natuurlijk ook: “Als HT kantoor wil je “in control”

zijn, want daar teken je feitelijk voor, maar die controle kost geld en daar willen klanten niet

voor betalen”.

Over het onderwerp pleitbaar standpunt en vooroverleg stelde ik twee vrijwel identieke

vragen, waar bij verkeerde beantwoording weer inconsistentie volgde. Een pleitbaar

standpunt betekent altijd vooroverleg, maar dat wordt zeker niet door iedereen zo gezien.

Bij de vraag heeft u al eens vooroverleg gehad, werd slechts door één kantoor het antwoord

“nee, maar ik heb wel contact met derden (vaktechnisch bureau, HT collega etc.) gehad”

aangevinkt. Dit is apart omdat in de volgende vraag over het pleitbare standpunt blijkt dat

dan wel al tien kantoren overleg hebben gehad met externe adviseurs. Overigens hebben

negen kantoren nee gezegd, waarvan drie een SRA kantoor en de rest NOAB. Het vreemde

is dat bij deze nee zeggers ook grotere kantoren lijken te zitten die al vanaf 2008 deelnemen

en blijkbaar geen enkel pleitbaar standpunt hebben willen voorleggen.

De rest van de vragen ging over materialiteit, controletolerantie en foutenmarges.

Het blijkt een zeer divers geheel van handelen te zijn, waarbij ongeveer 47% van de kantoren

(het totaal wat nu aan de vraagstelling nog meedoet is overigens 36 kantoren) zegt niet te

werken in de voorfase met enige marge (vijf SRA, tien NOAB, één KAN, één rechtstreeks). In

merendeel doen ze ook in de eindfase geen concessie en leveren foutloos in. Althans,

terecht wordt een aantal keren de opmerking gemaakt dat foutloos niet mogelijk zal zijn,

maar dat beweren ze wel te doen.

Opvallend is hier verder dat een paar kantoren zeggen het materieel belang van pagina 48 te

hanteren. Ik had speciaal bij de ondertitel van de vraag nog vermeld:

“Er wordt in de leidraad HT MKB fiscaal dienstverleners op pagina 48 een kwantitatief

materieel belang genoemd van 5 – 3% van de netto omzet voor microbedrijven”.

Het blijkt dat het begrip materialiteit nog wel eens als grens wordt aangemerkt gezien de

antwoorden, zowel bij het vooroverleg, maar blijkbaar ook voor de aangifte als

foutenmarge.

Het toepassen van het materiële belang bij vooroverleg of aangifte gebeurt bij drie SRA,

twee KAN, één rechtstreekse en vijf NOAB kantoren.

Een selectie van de extra opmerkingen:

Page 31: Horizontaal Toezicht in het microbedrijf tiede boe Tiede Boersma mei...Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst? Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 2 Voorwoord

Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst?

Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 31

- HT kost ons in ieder geval extra tijd, maar geeft een goeie ingang bij de inspectie;

- Ik hou niet van sjoemelaars, de klanten in HT sta ik 100% achter;

- Zorgt voor bewustwording bij cliënten en werkt zeer positief op kwaliteit van de

administratie;

- HT gaat over processen. De FD stuurt aangifte in die voldoet aan wet- en regelgeving.

Alle zaken die geleid hebben tot de aangifte zijn systematisch en middels

gestructureerde werkprocessen gecontroleerd;

- De risico’s van onjuiste administraties en aangiften zijn tot een minimum beperkt;

- HT gaat over integriteit van dienstverlening door de FD;

- Respect voor wetgeving wat weer tot uitdrukking komt in gedrag van zowel FD als

belastingplichtige;

- Wij behandelen in principe HT en niet HT klanten gelijk, althans in de aangiftepraktijk;

- Met HT verplicht ik mijn klanten transparant te zijn. Nog maar een klein deel van mijn

klanten heb ik niet onder HT. Die moeten er ook onder en anders maar afscheid.

- Het contact met de Belastingdienst loopt goed en snel (meerdere malen).

7.4 - Conclusie.

Het lijkt vreemd dat theorie en praktijk zover uit elkaar liggen maar het wordt uit de enquête

wel heel duidelijk bewezen. Grotere aantallen zullen enige procentuele wijzigingen naar

voren brengen, maar de essentie zal blijven staan en is ook weer niet heel

verbazingwekkend. Het is in de praktijk natuurlijk volledig ondoenlijk om elk pleitbaar

standpunt, of eigenlijk alles waar de Belastingdienst wel eens een andere gedachte over zou

kunnen hebben, voor te leggen. Ook uit de contacten met de Belastingdienst blijkt dat men

graag ziet dat we die weg volgen, dus niet elk gevalletje voorleggen. Professioneel inschatten

dus en enige foutentolerantie, maar kan dit formeel eigenlijk wel. Daar ga ik op het volgende

hoofdstuk op in. In ieder geval blijkt ook dat er wel degelijk verschil is tussen groot en klein

in de benadering. Hoewel vaak het “politiek gewenste” antwoord, nee geen verschil wordt

gegeven, blijkt dan in de praktijk dat er door die “nee-zeggers” wel aanzienlijk minder

microbedrijf en ZZP’ers worden aangemeld dan er statistisch zijn.

Page 32: Horizontaal Toezicht in het microbedrijf tiede boe Tiede Boersma mei...Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst? Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 2 Voorwoord

Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst?

Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 32

Hoofdstuk 8 - Horizontaal Toezicht formeel bekeken.

8.1 – Inleiding.

HT heeft geen verandering in wet- en regelgeving tot gevolg gehad. Dat was een bewuste

keuze, maar komen we niet in de problemen strikt formeel bekeken?

8.2 – Vooroverleg.

Bij HT is er een verplichting tot vooroverleg. De omschrijving in vrijwel elk convenant is zo

breed geformuleerd dat er bij iets wat lijkt op een pleitbaar standpunt al een melding moet

worden gedaan. De tekst die in de koepelconvenanten voorkomt luidt: “Het gaat daarbij om

zaken waarover verschil van inzicht met de Belastingdienst kan ontstaan, door bijvoorbeeld

een verschil in duiding van feiten of door wetsinterpretatie”.

Dit zou dan gaan om alle denkbare fiscale discussiepunten en niet alleen over verschillende

duiding van feiten of door een andere wetsinterpretatie, want er staat immers bijvoorbeeld.

Resteert de omschrijving zaken waarover verschil van inzicht met de Belastingdienst kan

ontstaan. Dat is in basis wel heel veel.

In de praktijk denken we aan een pleitbaar standpunt en naar de tekst gekeken dient deze

dan altijd voorgelegd te worden. Bij elke klant ook nog eens opnieuw, tenzij de situatie

volledig identiek zou zijn aan de eerder voorgelegde zaak en dat is maar heel zelden zo zijn.

Uit mijn enquête blijkt al dat het aantal meldingen van vooroverleg zeer beperkt is. Toch

wordt er ook gemeld dat ongeveer een derde van de FD pleitbare standpunten in

vooroverleg doet, maar ook dat bijna de helft rekening houdt met een zekere mate van

materialiteit en daarom geen melding doet.

Het is overigens wel waarschijnlijk, dat de Belastingdienst een capaciteitsprobleem zou

krijgen, als alles zou worden voorgelegd. Voor de FD betekent het plegen van vooroverleg

een extra kostenpost, die doorberekend zou moeten worden.

Met name bij aangiftebelastingen (omzetbelasting, loonheffingen) kan vooroverleg wel eens

naoverleg zijn. Er zit over het algemeen een korte tijdspanne tussen het verzamelen van de

gegevens en het doen van aangifte/betaling. Het is dan verstandig goed de normale regels

ten aanzien van bezwaar etc. in de gaten te houden.

Bij vooral de aangiftebelastingen is er het risico van te late bekendmaking van nieuwe regels.

Omdat bij de aangiftebelastingen er niet jaarlijks aangifte wordt gedaan, is de kans

denkbeeldig dat er aangiften worden verzonden, waar –achteraf- anders mee om had

moeten worden gegaan. De aangifte is dus fout geweest, maar omdat regels later

veranderd zijn. Een regelwijziging is niet iets waar vooroverleg voor nodig is.

Voor alle fouten geconstateerd na aangifte is er eigenlijk een bijzonderheid. Deze behoeven

niet gemeld te worden op grond van het vooroverleg. Het is immers geen standpunt wat tot

enige discussie zou leiden. Wel zou er mogelijk nog een actieve inlichtingenverplichting

kunnen zijn op grond van het nieuwe art. 10a AWR, maar deze is voorlopig voor vier heel

specifieke regelingen, waar er dan ook nog eentje buiten HT valt (Successiewet). Het is

Page 33: Horizontaal Toezicht in het microbedrijf tiede boe Tiede Boersma mei...Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst? Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 2 Voorwoord

Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst?

Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 33

zonder meer duidelijk dat een niet melding wel in strijd is met verwachte transparantie op

grond van het convenant en vrijwillige verbetering is in verband met boetebeleid ook beter

dan een eventuele correctie achteraf.

8.3 Boete.

Naast het vooroverleg is er nog een belangrijk probleem in formele zin en dat is de

boeteoplegging bij HT. De leidraad HT MKB besteedt er aandacht aan op de bladzijden 20 en

21 en ook in het koepelconvenant wordt er iets over opgemerkt. De heren Heidekamp en

Van der Sar stellen in het Tijdschrift voor Fiscaal Ondernemingsrecht41 dat er op grond van

het wezen van HT (gelijkwaardige samenwerking op basis van wederzijds vertrouwen,

wederkerigheid en transparantie) er geen sprake zou mogen zijn van enige boete. Boete

getuigt immers van wantrouwen. Die gedachtegang lijkt de Belastingdienst ook te volgen

gezien de tekst in de leidraad HT MKB. De leidraad schrijft dat weliswaar de BBBB van

toepassing is, maar dat een geconstateerde fout alleen een boete tot gevolg zou kunnen

hebben als er sprake is van verwijtbaar gedrag. Verwijtbaar is grove schuld of opzet. Als daar

sprake van is, dan zal dit toch ook gevolgen moeten hebben voor de relatie en dat lijkt dan

afstand doen van deze HT klant.

Er is intussen een uitspraak van een Rechtbank42. Belastingplichtige had een aangifte te laat

ingezonden en een verzuimboete opgelegd gekregen. Door de FD werd betoogd dat door HT

deelname er geen verzuimboete zou mogen worden opgelegd. De Rechtbank maakte hier

korte metten mee: normale wet- en regelgeving is gewoon van toepassing, zoals al in de

leidraad Horizontaal Toezicht vermeld. Een duidelijke uitspraak in een duidelijke zaak. Ik kan

me voorstellen dat het niet altijd zo duidelijk zal liggen.

Het had zelfs nog wel anders uit kunnen pakken. Was de FD hier niet verwijtbaar bezig?

Onder HT zou wel eens veel meer verwijtbaar kunnen zijn dan gedacht. Stel de FD heeft

zonder vooroverleg een pleitbaar standpunt ingenomen. De Belastingdienst is het achteraf

niet met hem eens. Er is hier willens en wetens in strijd gehandeld met het convenant. Dit is

derhalve een opzettelijke actie. Een boete lijkt op zijn plaats en nog wel een vergrijpboete.

En niet alleen voor de ondernemer ligt hier een boete in het verschiet. Dit lijkt ook een prima

voorbeeld voor toepassing van 4e tranche AWB, immers de keuze is door de FD wel heel

bewust gemaakt. Het is niet eens ondenkbeeldig dat de klant niet eens weet heeft van het

standpunt wat de FD heeft ingenomen. Het is daarmee minimaal samenspanning.

41Heidekamp A, Formele haken en ogen aan Horizontaal Toezicht, TFO 2012/123.1

42Rechtbank Den Haag, nr 12/4838, FED 2013/5, LJN:BY9485, 24 oktober 2012, niet gepubliceerd.

Page 34: Horizontaal Toezicht in het microbedrijf tiede boe Tiede Boersma mei...Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst? Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 2 Voorwoord

Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst?

Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 34

8.4 - Een praktijkgeval.

De belastingdienst propageert onder de FD om deelnameverklaringen door hun klanten te

laten tekenen voor alle middelen (IB, VpB, OB en LB) voor zover die klanten uiteraard

belastingplichtig zijn voor dat middel.

Bij met name omzetbelasting en in mindere mate ook loonbelasting kan het gebeuren dat de

belastingplichtige de aangiften voor die middelen, periodiek zelf verzorgt. De FD ziet ze vaak

maar één maal per jaar bij het samenstellen van de jaarrekening en de jaarlijkse fiscale

aangifte voor de vennootschapsbelasting en/of inkomstenbelasting. Er is dan bij de

periodieke inleveringen geen controle van de FD, terwijl juist ook die FD moet instaan voor

een aanvaardbare aangifte. Hij is er immers medeverantwoordelijk voor op grond van het

convenant. Het zelf aangeven van omzetbelasting gebeurt al bij een ZZP’er en komt in de

praktijk heel veel voor.

Bij bijna elke ondernemer (in ons geval meer dan 99%) wordt bij het samenstellen van de

jaarcijfers ook een suppletie aangifte gedaan voor de omzetbelasting over het hele

verslagjaar. Eveneens bij de jaarcijfers wordt gekeken of loonheffingen juist en naar juiste

grondslag zijn aangegeven. Formeel bestaat met name de suppletie aangifte omzetbelasting

nog maar sinds 2012 (art 15 UBOB). In de praktijk geven we dan een suppletie aangifte over

een geheel jaar, waar de aangifte vaak periodiek is geweest en strikt formeel er ook

periodiek had moeten worden gesuppleerd. Het wordt al naar gelang de situatie behandeld

als een bezwaar of een vrijwillige verbetering. Het bezwaar is nogal eens buiten de

bezwaarperiode, maar daar voorziet de wet in (art. 65 AWR).

Deze wettelijke oplossing voor suppletie bij omzetbelasting, zoals omschreven in het

uitvoeringsbesluit is een praktische oplossing, die een al jaren geleden ontstaan probleem

iets oplost, maar wat toch niet geheel is opgelost. Immers de suppletie wordt bij

jaaraangifte, waar er een periodieke verplichting tot aangifte was, zeker voor een deel te

laat gecorrigeerd. Na de suppletie is er weliswaar normaal geen mogelijkheid meer voor het

opleggen van een boete door de Belastingdienst, maar ervoor wel (art. 15 lid 2 UBOB).

Bij HT behoort elke aangifte aanvaardbaar te zijn. Bij twijfel gaan we in vooroverleg. Zoals al

geconstateerd komt een suppletie aangifte nogal eens voor, dus is de aangifte niet juist

geweest en daarmee achteraf ook niet aanvaardbaar. Omdat ook nog vaak de aangifte door

de belastingplichtige wordt gedaan zonder verder overleg met de FD kan de situatie

ontstaan dat de belastingplichtige een aangifte doet die volstrekt fout is, al dan niet met

opzet, waar de FD op grond van HT mede verantwoordelijk aan is en 4e Tranche AWB wel

heel dichtbij komt. NOAB had en heeft in zijn richtlijnen daar een oplossing voor: de FD moet

bij alle aangiften in ieder geval de vinger aan de pols houden en de aangiften gedaan door de

belastingplichtige controleren. Dit is in de praktijk niet altijd zo gemakkelijk te

verwezenlijken en leidt in ieder geval weer tot extra kosten.

Al met al was dit voor mij reden om in januari 2013 tijdens een reguliere vergadering tussen

HT kantoren en Belastingdienst Noord aan te kondigen dat we ten aanzien van het middel

Omzetbelasting alle entiteiten waar dit speelde (in ons geval bijna 70% van de relaties)

Page 35: Horizontaal Toezicht in het microbedrijf tiede boe Tiede Boersma mei...Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst? Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 2 Voorwoord

Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst?

Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 35

gingen afmelden. Ik wil niet aansprakelijk zijn voor deze aangiften. Er ontstond grote

consternatie bij de Belastingdienst en er werd direct op hoger niveau ook overleg over

gevoerd. De Belastingdienst wil niet dat een ondernemer voor het ene middel wel en voor

het andere middel niet compliant is in het kader van HT, wat een begrijpelijk standpunt is.

Met zoveel woorden is mij nog tijdens de vergadering kenbaar gemaakt dat als we de

suppletie aangifte bij de jaarcijfers correct verwerken er geen aansprakelijkheid komt op

grond van 4e Tranche AWB. In normale situaties zal dat ook niet gebeuren als de klant niet

opzettelijk een foute aangifte heeft gedaan. Als opzet bewezen kan worden zal het wel wat

anders gaan overigens. Via e-mail kreeg ik later het volgende antwoord:

Dank voor uw reactie. Ik zal uw mail doorzenden aan de heer () en hem vragen dit

thema nog eens te bespreken met NOAB. Volgens de Belastingdienst zijn door de

klant zelf verzorgde OB-aangiften aanvaardbaar als er sprake is van

voldoende toegevoegde waarde door de fiscaal dienstverlener (FD). Dit kan

ook blijken bij het samenstellen van de jaarrekening of beter de laatste jaaraangifte.

Het is aan het “professional judgement” van de FD om hier al dan niet het

gevoel te hebben dat deze er grip op heeft.

Bovenstaande betekent naar mijn mening dat geaccepteerd wordt dat er zo nodig

achteraf corrigerend wordt opgetreden. Natuurlijk wel binnen proporties en onder de

aanname dat herhaling zo veel mogelijk wordt voorkomen (lerend effect).

Het is bij dit soort zaken altijd lastig aan te geven waar precies de grens ligt. Voor

mij des te meer reden om dit door te spelen naar de heer (). Zoals gezegd zou ik het

betreuren als u aanleiding ziet om klanten om deze reden (deels) af te melden voor

HT.

Op grond van deze mail en omdat bij de vergadering ondermeer twee directieleden van

Belastingdienst Noord aanwezig waren, heb ik besloten en ook zo meegedeeld om door te

blijven gaan met omzetbelasting onder HT voor deze klanten. Ik beschouw deze mail als

morisprudentie43.

8.5 - Het convenant formeel.

Het HT convenant is juridisch maar heel beperkt afdwingbaar44. Dit heeft te maken met de

wijze van formuleren, waardoor elementen van verbinden en verplichten ontbreken. Het is

een herenakkoord, zoals ik al eerder beschreef of zo u wilt een intentieverklaring. Kamer &

Kamerling45 zeiden daar in 2009 al over: Een convenant heeft de status van een

43Sinds 2010 toegepast nieuw woord naar de mores (gewoonte), wat zoveel betekent als: de interpretatie van regels

zoals die blijken uit beslissingen van andere gezaghebbende stemmen, zoals tuchtraden e.d., vergelijkbaar metjurisprudentie, wat staat voor de interpretatie van de wet zoals die blijkt uit eerdere rechterlijke uitspraken. Overigenswordt het ook moresprudentie genoemd, maar herleidend bekeken is morisprudentie beter.

44BANS-werkgroep convenanten, handreiking voor het opstellen van convenanten in bestuurlijke

samenwerkingsrelaties, 2001, pagina 17.

45Beiden heren zijn verbonden aan universiteit Nyenrode.

Page 36: Horizontaal Toezicht in het microbedrijf tiede boe Tiede Boersma mei...Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst? Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 2 Voorwoord

Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst?

Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 36

intentieverklaring, omdat beide partijen het convenant met onmiddellijke ingang kunnen

beëindigen. Arjan Benard komt in zijn scriptie aan de Erasmus universiteit46 echter tot de

conclusie dat het convenant een privaatrechterlijke overeenkomst is die partijen toch iets

meer bindt. Naar zijn mening kan de Belastingdienst niet zomaar eenzijdig een convenant

opzeggen. De Belastingdienst zal dat dan wel aannemelijk moeten maken. Dit is uiteraard

niet direct in het nadeel van belastingplichtige en FD.

8.6 – Conclusie.

In wetgeving wordt de minst machtige partij over het algemeen het meest beschermd. We

zien dit in consumentenzaken en ook in de verhouding werknemer, werkgever. In het

bestuurlijke recht heeft de burger aanzienlijk minder rechten overigens en in het

Belastingrecht vooral plichten. Bij HT is in de driehoek Belastingdienst, FD en

belastingplichtige de Belastingdienst uitmuntend beschermd door de wet. Formeel zal er

toch wat aangepast moeten worden. HT betekent een hand uitsteken. Die moet niet formeel

afgekapt kunnen worden.

46Benard A., Van wantrouwen naar vertrouwen, januari 2012, pagina 65 en 66

Page 37: Horizontaal Toezicht in het microbedrijf tiede boe Tiede Boersma mei...Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst? Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 2 Voorwoord

Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst?

Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 37

Hoofdstuk 9 - De wezenlijke problemen.

9.1 – Inleiding.

De Belastingdienst is in de driehoeksverhouding met de FD en de HT klant veruit de

machtigste, gewoon omdat de wet nog normaal van toepassing is en het convenant zachte

verplichtingen neer legt bij de Belastingdienst. Bij de convenantpartners worden echter

harde verplichtingen neergelegd. Weliswaar wordt het in de praktijk allemaal verzacht, maar

de convenantpartners kunnen zich niet beroepen op enig artikel in de wet. Integendeel, ze

hebben zelf getekend voor die harde verplichtingen. Het ene probleem weegt uiteraard wel

wat zwaarder dan het andere. Ik noem de wezenlijken.

9.2 - Het pleitbare standpunt.

De omschrijving in het convenant is te eenzijdig geschreven. Er moet meer ruimte komen

voor toepassing van een pleitbaar standpunt zonder vooroverleg en daarnaast moet het

boetegevaar worden aangepakt.

In de leidraad wordt in een hele bijlage47 uitgelegd hoe we moeten komen tot de

aanvaardbare aangifte in relatie tot het begrip materialiteit. Duidelijk wordt er vermeld “De

materialiteit is nadrukkelijk geen correctiegrens. Geconstateerde fouten moeten worden

gecorrigeerd, ongeacht hun financiële belang”.

Hier behoort enige nuance die er praktisch wel is, maar in de regels niet. Er zijn fouten die

vanwege kosten niet worden gecorrigeerd of omdat het als onbelangrijk wordt afgedaan. In

de enquête kwam de vraag terug of € 0,51 ook als fout moest worden betiteld. Nu ronden

we alles op volledige euro’s af en bij 0,51 is dat dan 1 euro en letterlijk naar bovengenoemde

tekst gekeken is dat dan een financieel belang, dus ja, fout!

9.3 - De aanvaardbare aangifte.

De Belastingdienst heeft letterlijk in de koepelconvenanten laten opnemen: “Een

aanvaardbare aangifte is een aangifte die voldoet aan wet- en regelgeving en waarin geen

materiële fouten zitten”.

Ik heb daar al eerder over gezegd en geschreven: ‘Is dit nu een antifrase of een paradox48?’

Het is in ieder geval een spagaat. Immers, aangeven naar wet- en regelgeving betekent

feitelijk een foutloze aangifte (juist en volledig). Er is dan geen enkele vorm van

controletolerantie. Bij materialiteit is er echter wel een controletolerantie. In de praktijk en

de enquête bevestigt dit, wordt er door velen wel iets van een marge gehanteerd met een

enkele zelfs tot op de van toepassing verklaarde materialiteit van 5% van de omzet

(maximale netto omzet dan € 300.000,-)49.

47Belastingdienst, Bijlage VIII van de Leidraad HT MKB FD over materialiteit versie 23 dec. 2010

48Tegenstelling of schijnbare tegenstelling

49Belastingdienst, Leidraad Horizontaal Toezicht MKB FD, februari 2011, pagina 48

Page 38: Horizontaal Toezicht in het microbedrijf tiede boe Tiede Boersma mei...Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst? Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 2 Voorwoord

Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst?

Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 38

Er dient gewoon een foutenmarge te worden ingesteld, waarbij er geen correctie achteraf

wordt opgelegd. Het zou niet onverstandig zijn bij die bepaling van de marge mee te wegen

of de geconstateerde fout eventueel belast wordt (of is) in een andere periode. Een

dergelijke “fout” behoort uiteraard veel minder zwaar aangerekend te worden.

9.4 – Conclusie.

De praktijk sluit niet met de theorie. Dat is natuurlijk niet zo vreemd en komt veel meer

voor, maar wil HT een succes worden, dan zal er wat aan moeten gebeuren op een aantal

belangrijke gronden en wezenlijk is de omgang met pleitbare standpunten, boeten en een

zekere mate van foutentolerantie.

Page 39: Horizontaal Toezicht in het microbedrijf tiede boe Tiede Boersma mei...Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst? Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 2 Voorwoord

Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst?

Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 39

Hoofdstuk 10 – Conclusie.

10.1 – Algemeen.

Het blijft bijzonder in de huidige tijd van wantrouwen, dat een initiatief als horizontaal

toezicht in redelijk korte termijn toch zo is omarmd.

Natuurlijk zijn er nog problemen en wantrouwen is niet zomaar weggehaald, maar het is

achteraf toch nog verbazingwekkend snel gegaan.

De Belastingdienst gedraagt zich bij Horizontaal Toezicht voorbeeldig. In de praktijk gaat het

eigenlijk heel goed. Er zijn echter kleine lettertjes. Heel veel zelfs. Nergens komt de

Belastingdienst feitelijk in lettertjes de FD of de klant tegemoet. De genoemde voordelen zijn

er niet echt. Integendeel de FD en zijn klant lopen een extra risico op aansprakelijkheid. Het

is zoals altijd: Zolang de verstandhouding prima is, zijn we allemaal vrienden, maar komt er

ruzie, dan wordt gegrepen naar de lettertjes en dan ziet het er in basis heel somber uit voor

de FD en zijn klant. En dat is dan als partijen gelijkwaardig zijn. Dat is hier gewoon niet zo.

In de inleiding heb ik de probleemstelling omschreven als:

Horizontaal Toezicht in het kleinbedrijf en meer bijzonder het microbedrijf en wellicht nog

meer bijzonder bij éénmansbedrijven (ZZP) komt in de praktijk nog niet zo van de grond. Zijn

er problemen? Welke problemen? Zijn de problemen wel problemen? Wat is tegen de

problemen te doen? IS HT in het microbedrijf wel een goede keuze?

Kortom: Heeft HT in het microbedrijf wel toekomst?

Ik kan geen echt antwoord geven op de vraag of er toekomst is voor Horizontaal Toezicht in

het microbedrijf. Daarvoor zijn er gewoon nog teveel onzekerheden. Als de voor- en nadelen

nu afgewogen worden en er zou niet zo iets zijn als opgewekt vertrouwen50, dan zou mijn

advies luiden: direct stoppen met Horizontaal Toezicht. Het is er echter wel en daar kan een

beroep op worden gedaan bij de rechter, maar daar moeten we niet terecht komen, want de

kans dat de rechter in alles mee zal gaan, is nog veel te veel omgeven met onzekerheden.

In de praktijk lopen we niet echt tegen problemen aan. Het gaat zijn gangetje wel. Waar er

wat speelt merk je in overleg met de Belastingdienst dat de wil om er uit te komen groot is.

De regel “vertrouwen komt te voet, maar gaat te paard” lijkt de ondertitel bij de

Belastingdienst als het gaat over HT. Wel zien we soms een wat te harde opstelling bij

pleitbare standpunten, waardoor we feitelijk onze klanten wel eens tekort kunnen doen,

vooral omdat er vrijwel geen controle meer is en zonder HT het standpunt niet zou zijn

opgemerkt. Het komt in de praktijk echter ook weer niet vaak voor.

50Stevens L.G.M., commissie rapport Fiscaal Toezicht op maat, bladzijde 89 onderkent dit ook.

Page 40: Horizontaal Toezicht in het microbedrijf tiede boe Tiede Boersma mei...Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst? Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 2 Voorwoord

Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst?

Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 40

Wel moet er theoretisch wat gebeuren, wat ook hier en daar praktische gevolgen zal hebben

en hier en daar het praktische gebruik zal legitimeren. Zonder lopen we over een brug, die

ondersteunt wordt door allemaal palen, die echter niet zijn geankerd.

Metatoezicht, hoewel niet verder besproken blijft ook een onzeker geheel. Het zou alleen

het controleren op het toepassen van correcte werkwijzen en procedures moeten zijn. Met

name bij het onderdeel controle na aangifte loopt het nog niet lekker. Natuurlijk mag er dan

een reguliere controle bij, maar je zal het maar treffen als belastingplichtige dat jij daar

uitgekozen wordt (kans van 1 op 100) EN dat er toch een foutje in zit van een paar duizend

euro. Wat een rechtsongelijkheid naar die andere belastingplichtigen die niet gecontroleerd

worden. Je ziet wel dat het woord “leercirkel” steeds meer naar voren komt.

Ook niet behandeld maar wel van belang is de omgang met nieuwe regels. Deze willen nog

wel eens voor meerdere uitleg vatbaar zijn. Als HT kantoor loop je er direct tegenaan.

Meestal is het niet materieel, maar formeel betekent het dan in het nadeel van de

belastingplichtige aangeven. Het kan niet zo zijn dat elke keer een HT kantoor naar de

rechter mag stappen, al zal de bezwaarprocedure in theorie kunnen worden overgeslagen.

10.2 – Aanbevelingen.

Ik kan me voorstellen dat bepaalde aanpassingen een eerste voorlopige positieve uitwerking

zullen hebben. Ik doe daarom de volgende aanbevelingen:

1. De formele regels ten aanzien van het vooroverleg dienen te worden aangepast. Hier

moet de FD enige vrijheid in krijgen, zowel in de gradatie van het pleitbare standpunt, als

een bepaalde materialiteit.

2. Het boetebeleid zou beter omschreven moeten worden. Nu kan het goede gedrag juist als

verwijtbaar worden aangemerkt. Dat zou zo niet mogen.

3. Breng diversificatie aan in de soort ondernemingen en welke minimale kwalificatie er bij

hoort. Dit betekent praktisch lagere (maar soms ook andere) eisen stellen bij kleinere

ondernemingen en wellicht ook bij de belastingadviseur.

4. Breng een duidelijke fouttolerantie in, die ook bij constatering niet wordt gecorrigeerd.

Een combinatie van bedrag en percentage lijkt het meest logisch. Het kan ook als beloning

uitgelegd worden voor het vrijwillig ondergaan van HT.

5. Zorg voor duidelijke controles bij ondernemers die niet deelnemen aan HT.

6. Maak de kosten van de rechtbank gratis voor ons. HT kantoren zullen altijd als eerste

tegen problemen aanlopen. Het is niet redelijk de belastingplichtige/FD te straffen voor

deelname aan HT met of een hogere aanslag of kosten van een gerechtelijke procedure.

7. Laat Metatoezicht zijn wat het zegt: controle op procedures en werkwijzen van de FD.

Page 41: Horizontaal Toezicht in het microbedrijf tiede boe Tiede Boersma mei...Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst? Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 2 Voorwoord

Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst?

Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 41

10.3 - Tot slot.

Zonder substantiële aanpassingen zal HT in het kleinbedrijf geen blijvertje zijn. De

Belastingdienst/Overheid kan zich dat vermoedelijk niet permitteren. Aanpassingen lijken

dan ook zeker. Met deze aanpassingen zal de toename van HT onder belastingplichtigen

vermoedelijk wel doorzetten. Maar, zoveel is al wel duidelijk: er is nog een weg te gaan.

Er lijkt een grote weerstand, zo niet angst, bij de Belastingdienst/Overheid om de praktijk

formeel enigszins gestalte te geven. Daar spelen politieke motieven overigens ook een rol,

naast de meer gebruikelijke gedachte dat voor de wet alle burgers gelijk dienen te zijn. Ik

heb het al vaak gezegd: Vertrouwen moet natuurlijk bewezen worden, maar dat geldt niet

alleen voor vastlegging van gegevens door het FD/belastingplichtige, maar ook dat de

Overheid formele regels aanpast en zich hier en daar ook echt vast legt.

Niet alle zeven aanbevelingen zijn even belangrijk en niet alles behoeft te worden

verwezenlijkt, maar als dat nu deels wel gebeurt, dan zou ik zeggen:

daar doe je aan mee.

Page 42: Horizontaal Toezicht in het microbedrijf tiede boe Tiede Boersma mei...Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst? Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 2 Voorwoord

Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst?

Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 42

Literatuurlijst.

- Benard A., scriptie Erasmus universiteit Economics, Van wantrouwen naar vertrouwen, januari 2012;

- Berg J. van den, scriptie Hogeschool Rotterdam, Horizontaal toezicht in het MKB, najaar 2011;

- Belastingdienst, kennisgroep Vaktechniek van de controle, Controle Special 2 – Controleaanpak Belastingdienst,

november 2005;

- Belastingdienst, brochure, Horizontaal Toezicht, Samenwerken vanuit vertrouwen, 2008;

- Belastingdienst, brochure, Horizontaal Toezicht biedt ondernemers meer zekerheid (2x), juli 2010;

- Belastingdienst, Leidraad Horizontaal Toezicht binnen de Individuele Klantbehandeling (MGO/OCK en ZGO),

november 2010;

- Belastingdienst, LTO/Team HTO, Leidraad Horizontaal Toezicht MKB FD, februari 2011;

- Belastingdienst, presentaties intermediairdagen, november 2012;

- Belastingdienst, Programma Horizontaal Toezicht MKB, jaarverslag 2011, februari 2012;

- Caelers L.A.M., scriptie Universiteit Utrecht Fiscale Economie, Horizontaal Toezicht binnen het Nederlandse MKB-

segment, juli 2012;

- Dijkhuizen C. van, commissie IB/toeslagen, Rapport Naar een activerender belastingstelsel, oktober 2012

(bijzonder: HT komt er niet in voor).

- Enden E.M.E. van den, PWC, artikel Horizontale mythes, WFR 2009/1107;

- Heidekamp A., Sar B.M. van der, Deloitte, artikel Formele haken en ogen aan Horizontaal Toezicht, TFO

2012/123.1 ;

- Hel L. van der, Pheijffer M, commissie HT, artikel evaluatie horizontaal toezicht, MAB 2012/463

- Herrijgers S.A.A. scriptie Nyenrode Accountancy, De belastingverklaring het assuranceproduct van de toekomst,

juli 2010;

- Kool, K.J.N., Belastingdienst, presentaties seminar Nyenrode, vertrouwen als basis voor toezicht, 2010/2011;

- Kramer R.A., Nyenrode Tax, presentaties seminar Nyenrode,

- Lint A.J. van, Nexia, presentaties seminar Nyenrode, HT in het MKB, 2010/2011;

- Lint A.J. van, Nexia, artikel Fiscale grensverkenning en horizontaal toezicht, NTFR 2011/160;

- Nyenrode Tax Academy Press studieverslagen 2010/1:

o Elsakker M. van, Lienen E. van, Verdegaal J, PWC, Het loonheffingen Control Framework;

o Kuiten E., Mijnen R., Bogaart J. van den, Philips Int. BV, Wel of geen horizontaal toezicht: is er nog

keuze?;

o Kastein J., Koper B, PWC, De rol van de intermediair in horizontaal toezicht voor middelgrote

ondernemingen;

o Moret J, Nuijten E., KPMG, Nulmeting als vertrekpunt voor een TCF;

o Verbakel R. Kemp K. van der, BDO, Knelpunten van horizontaal toezicht bij middelgrote ondernemingen

Er is ook een samenvatting gepubliceerd in WFR 2010/124;

o Jansma J., Schoenmakers M., Stork en Tax managers, Tax Control Framework en ICT;

o Struik H, KPMG, Yes we can, over veranderingen in de aangiftepraktijk vennootschapsbelasting door de

groeiende invloed van ‘tax control’ en ‘tax accounting’

- Peters R, artikel Belastinginspecteur is overlegkampioen, Het Register, nr 1 febr. 2013, blz. 18-21;

- Poolen Th.W.M., Belastingdienst, artikel Horizontaal Toezicht vanuit het perspectief van de Belastingdienst, TFO

2009/16;

- Smit G, scriptie Nyenrode Accountancy, Metatoezicht, een verkenning van het toezicht op de fiscaal intermediair,

2 november 2010;

- Stevens L.G.M., commissie HT, rapport Fiscaal op maat, juni 2012;

- Stevens L.G.M., commissie HT, bijlagen bij rapport Fiscaal op maat, juni 2012;

- Weekers F.H.H., staatssecretaris, brief aan de tweede kamer, 10 december 2012;

- WRR, de toekomst van de nationale rechtsstaat, SDU 2002.

Page 43: Horizontaal Toezicht in het microbedrijf tiede boe Tiede Boersma mei...Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst? Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 2 Voorwoord

Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst?

Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 43

Verdere literatuur en informatie:

. De vakbladen Activa (NOAB) en Het Register (RB) zijn uiteraard uitgebreid gelezen aangaande het onderdeel

Horizontaal Toezicht. Het meest belangwekkend is de uitgave van Het Register van augustus 2012 (nummer 4).

. Verder is alle informatie op www.accountancynieuws.nl en www.pleinplus.nl over HT gelezen. Bij met name

pleinplus is een apart deel speciaal gewijd aan Horizontaal Toezicht (inclusief een paar bijdragen van mij).

. De presentaties van het seminar Horizontaal Toezicht in het MKB zijn nog beschikbaar via internet. Via

www.slideshare.net/gdevelde/ vindt u ze.

. Via www.accountant.nl heb ik het onderdeel vaktechniek en met name de Statistical Auditing gevolgd. Artikel

nummer 19, Wat is horizontaal toezicht (15 januari 2013) had mijn aandacht, maar ook de serie over “ons feilbare

denken” van Daniel Kahneman heb ik gevolgd.

. Het proefnummer van einde 2011 van het Tijdschrift voor Fiscale beheersing en compliance, hoofdredacteur Eelco

van der Enden is door mij in het geheel doorgenomen.

. Bruggen slaan, regeerakkoord VVD en PvdA van 29 oktober 2012.

. Diverse convenanten HT, waaronder uiteraard van RB en NOAB.

. Dagelijkse twitters volgen via www.boekmeester.nl/bmnieuws.html

Page 44: Horizontaal Toezicht in het microbedrijf tiede boe Tiede Boersma mei...Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst? Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 2 Voorwoord

Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst?

Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 44

Lijst van toegepaste afkortingen.

AFM - Autoriteit Financiële Markten

AO/IB - Administratieve Organisatie/Interne Beheersingsmogelijkheden

BSN - Burger Service Nummer

CAB - Controle Aanpak Belastingdienst

CB - College Belastingadviseurs (opgegaan in RB)

FD - Fiscaal Dienstverlener

HT - Horizontaal Toezicht

KAN - Kwaliteitscentrum Accountancy Nederland

MGO - Middel Grote Ondernemingen

MKB - Midden en Klein Bedrijf

NOAB - Nederlandse Orde van Administratie- en Belastingdeskundigen

OOB - Organisatie van Openbaar Belang

RB - Register Belastingadviseurs

RSIN - Rechtspersonen Samenwerkingsverbanden Informatie Nummer

SRA - Samenwerkende Registeraccountants en Administratieconsulenten

TCF - Tax Control Framework

VOA - Voldoening Op Aangifte

VIA - Voor Ingevulde Aangifte

VHMF - Vereniging van Hogere ambtenaren bij het Ministerie van Financiën

ZGO - Zeer Grote Ondernemingen

ZZP - Zelfstandige Zonder Personeel = eenpersoonsbedrijf

Page 45: Horizontaal Toezicht in het microbedrijf tiede boe Tiede Boersma mei...Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst? Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 2 Voorwoord
Page 46: Horizontaal Toezicht in het microbedrijf tiede boe Tiede Boersma mei...Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst? Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 2 Voorwoord
Page 47: Horizontaal Toezicht in het microbedrijf tiede boe Tiede Boersma mei...Horizontaal Toezicht in het microbedrijf Is er toekomst? Afstudeerscriptie Tiede Boersma Mei 2013 blad 2 Voorwoord