Hoorcollege 5.docx

8
De oudheid: Romeinen Het keizerschap (jaar 0 t/m 1000) Rond het jaar 0 regeerde Augustus over het Romeinse rijk. In het jaar 1000 reageert Keizer Otto de tweede in hetzelfde gebiek. De ottomanen zagen zichzelf als nageslachten van de Romeinen. Paus Silvester de 2 de was de leermeester van Keizer Otto de 3 de (hij zag zichzelf als nageboorte van Constantijn de eerste.) Het Lotharius kruis, de vermoedelijke opdrachtgever en schenker van dit kruis, keizer Otto III, die zichzelf volgens de Romeinse traditie als plaatsvervanger van God op aarde beschouwde. Het kruis is helemaal bedenkt met edelstenen. De stenen zijn een bij elkaar geraapt zooitje. Het zijn halve of hele edelstenen die uit oude sieraden zijn gehaald en erop zijn ‘’geplakt’’. Op de achtergrond zitten geen edelstenen maar een afbeelding van Christus, naar deze kant keken de Priesters en Pauzen. Aan de voorkant zitten de edelstenen, en 2 afbeeldingen. Centraal op het kruis staat een afbeelding van Keizer Augustus, hier keken de keizers en graven naar. Onderin aan de voorkant is Lotarius afgebeeld. Hij was een Germaanse koning net zoals Otto de 3 de . Dit waren geen Italianen of Romeinen. Het keizerschap Karolingen Ottomanen. Er was niet zoveel veranderd er was nog steeds een Keizer die heerste over (een deel van) de wereld. Het Keizerschap: In 44 v. Chr. was Keizer Augustus aan de macht in het Romeinse rijk. In 476 na Chr. werd de laatste West-Romeinse Keizer afgezet door een Germaanse Koning. Van 44 v. Chr. tot 476 na Chr. = De tijd van de Romeinse Keizertijd Van 476 tot 1000 na Chr. = De tijd van de vroege Middeleeuwen De Romeinse Keizertijd: Bloeiperiode (1 ste / 2 de eeuw – Adrianus & Augustus)) - Rijk maximale omvang, de muur van Hadrianus in Groot-Brittannië was de grens van het Romeinse rijk, daarboven was weinig te vinden dus dit was de grens en werd bewaakt. - Infrastructuur en steden, er werden wegen aangelegd. Het hoofddoel van deze wegen was het vervoeren van soldaten. Maar ze waren ook erg handig voor de Handel & Berichters. - Sterk cohesie rijk, er was een sterke samenhang in het Romeinse rijk.

Transcript of Hoorcollege 5.docx

Page 1: Hoorcollege 5.docx

De oudheid: Romeinen Het keizerschap (jaar 0 t/m 1000)

Rond het jaar 0 regeerde Augustus over het Romeinse rijk. In het jaar 1000 reageert Keizer Otto de tweede in hetzelfde gebiek. De ottomanen zagen zichzelf als nageslachten van de Romeinen. Paus Silvester de 2de was de leermeester van Keizer Otto de 3de (hij zag zichzelf als nageboorte van Constantijn de eerste.)

Het Lotharius kruis, de vermoedelijke opdrachtgever en schenker van dit kruis, keizer Otto III, die zichzelf volgens de Romeinse traditie als plaatsvervanger van God op aarde beschouwde. Het kruis is helemaal bedenkt met edelstenen. De stenen zijn een bij elkaar geraapt zooitje. Het zijn halve of hele edelstenen die uit oude sieraden zijn gehaald en erop zijn ‘’geplakt’’. Op de achtergrond zitten geen edelstenen maar een afbeelding van Christus, naar deze kant keken de Priesters en Pauzen. Aan de voorkant zitten de edelstenen, en 2 afbeeldingen. Centraal op het kruis staat een afbeelding van Keizer Augustus, hier keken de keizers en graven naar. Onderin aan de voorkant is Lotarius afgebeeld. Hij was een Germaanse koning net zoals Otto de 3de. Dit waren geen Italianen of Romeinen.

Het keizerschap Karolingen Ottomanen.Er was niet zoveel veranderd er was nog steeds een Keizer die heerste over (een deel van) de wereld.

Het Keizerschap:In 44 v. Chr. was Keizer Augustus aan de macht in het Romeinse rijk.In 476 na Chr. werd de laatste West-Romeinse Keizer afgezet door een Germaanse Koning.Van 44 v. Chr. tot 476 na Chr. = De tijd van de Romeinse KeizertijdVan 476 tot 1000 na Chr. = De tijd van de vroege Middeleeuwen

De Romeinse Keizertijd:Bloeiperiode (1 ste / 2 de eeuw – Adrianus & Augustus)) - Rijk maximale omvang, de muur van Hadrianus in Groot-Brittannië was de grens van het Romeinse rijk, daarboven was weinig te vinden dus dit was de grens en werd bewaakt.- Infrastructuur en steden, er werden wegen aangelegd. Het hoofddoel van deze wegen was het vervoeren van soldaten. Maar ze waren ook erg handig voor de Handel & Berichters.- Sterk cohesie rijk, er was een sterke samenhang in het Romeinse rijk.- Romanisering, veel niet Romeinen wouden graag een Romein worden omdat zij de voordelen van het Romeinse cultuur ook wouden voelen.(In deze periode waren er ook wel opstanden, en opvallende genoeg vaak door de mensen die de Romeinse cultuur het meest hadden overgenomen)- Bloeiperiode, door de grote belasting inkomens had de Keizer heel veel geld en die wou graag zijn/de grootheid van het Romeinse rijk laten zien door grote mooie en gigantische bouwwerken te bouwen, bijv. Muur van Hadrianus.- Germaanse stammen, Germaanse stammen beginnen zich te mengen in het Noorden van het Romeinse rijk

In ons land groeit Nijmegen tot een Romeinse stad met veel culturen

Page 2: Hoorcollege 5.docx

Het land boven de Rijn was niet in de handen van de Romeinen maar de volkeren die daar woonden waren wel bondgenoten met de Romeinen en handelden met de Romeinen.

Crisis (200-284 na Chr.)- Pestepidemie, er stierven veel mensen in het Romeinse rijk.- Slecht klimaat, kouder en vochtiger slecht weer, slechte opbrengst landbouw.

- Dalende bevolking/belasting, door de pestepidemie stierven veel mensen en door de slecht opbrengsten uit de landbouw kwam er minder belasting binnen.- ‘soldatenkeizer’. Keizers hadden meestal veel vrouwen en veel kinderen. Iedere vrouw wou natuurlijk dat haar zoon de volgende Keizer werd. Hierdoor vergiftigden zij elkaars kinderen. Veel generaals adopteerde ook kinderen en hun favorieten werden generaals. Generaals die niet van de ‘Keizerlijke familie’ deden ook een gooi naar het keizerschap. Dit deden zij door met ‘hun’ leger Rome aan te vallen.- Burgeroorlogen, doordat de buiten gebieden vrij kwamen doordat legioenen weg trokken naar Rome om daar de onrust tegen te gaan. De volkeren in de grens gebieden konden in opstand komen.- Ontstedelijking, door de sterfte en de lage landbouw opbrengst (en dus belastingen).

- Germanen in hogere functies, om de vrede te kunnen bewaren en het romeinse rijk bijeen te houden, werd er gebruik gemaakt van (geromaniseerde) Germanen om hogere functies in het bestuur en leger in te vullen.- Franken vestigen zich in het Rijnland, door dat de grenzen slecht bewaakt konden worden kregen de Franken de kans zich in het Rijnland te vestigen.

Hervormingen (284-395 na Chr.)Hervormingen Diocletianus (r. 284-305)- Tetrarchie, hervorming van het Keizerschap: 2 keizers, 1 voor het Oosten en 1 voor het Westen. Onder elke keizer stond weer een onder keizer. Deze werd de opvolger als de eerste keizer wegviel. Dit was van korte duur, want de onder keizers wouden zelf graag de macht en met twijfelachtige praktijken probeerde zij dit voor elkaar te krijgen.- Hoofdsteden Milaan en Nicomedia, in het Oost Romeinse rijk kwam de hoofdstad in Nicomedia. In het West Romeinse rijk werd de hoofdstad van Rome, waar veel onrust heerste dus de keizer geen rust had, verplaatst naar Milaan.- Beroepen erfelijk, was je vader boer dan werd jij ook boer.- Boeren aan de grond gebonden, boeren konden geen andere baan nemen , want als zij er mee zouden stoppen zou het beroep nog kaler worden, er nog minder landbouw opbrengsten zijn en dus nog minder belasting.- Grenslegers en veldlegers, voorheen stonden alle legers altijd aan de grens opgesteld. Maar Diocletianus verplaatste een deel van de grenslegers naar het

Page 3: Hoorcollege 5.docx

binnenland, de veldlegers. Kwam een grensleger ergens in oorlog en konden zij het niet meer aan, dan kwam een veldleger hen helpen.- Nieuw belastingstelsel en munt, deze waren beiden niet echt een succes.

Hervormingen Constantijn de Grote (r. 307-337)- Edict van Milaan 313, Christenen mochten niet meer vervolgd worden, oftewel godsdienstvrijheid. Christen mochten kerken bouwen en hij schonk de Christen giften.- Constantinopel, in het oosten was het Romeinse rijk nog volop in de bloei. In het westen was het rumoerig dus verhuisde hij de hoofdstad van Milaan naar Constantinopel.

Veranderingen Theodosius (r. 375-395)- Christendom staatsgodsdienst, hij was de Keizer die het Christendom tot staatgodsdienst uitriep.- Goten vestigen zich als ‘Foederati’ in het rijk, (Foederati = bondgenoten) eerst leefde veel volkeren aan de rand buiten het Romeinse rijk. Nu kwamen zij binnen zonder toestemming van de Keizer, de Romeinen bevochten deze volkeren maar vaak zat verloren zij en konden zij de volkeren niet verdrijven. Foederati volkeren waren formeel onder het bewind van de Romeinen maar ze hoefden geen belasting te betalen, geen leger te leveren en hadden geen Romeinse bestuurders.

Veranderingen- Legioenen bestaan voor een groot deel uit Germanen, dus vaak zat werden de Germaanse volkeren bevochten door Germanen.

Verval (5 de eeuw): - Om dit plaatje zijn de ‘volksverhuizing’ te zien. Het lijkt erop alsof of het West Romeinse rijk word overspoelt door volkeren. Alleen moet je beseffen dat dit plaatste een proces van vele jaren laat zien dit gebeurde niet allemaal op hetzelfde moment.

Het word volksverhuizing klopt ook niet wat het waren geen hele volkeren die verhuisden, het was vaak de bovenste laag van het volk, het bestuur, dat bestond uit zo’n 10 a 20% van het volk. Wanneer een nieuw Germaanse volk het rijk binnentrok stuurde de Romeinen deze naar een plek waar een ander Germaans volk woonden. Zo vochten zij tegen elkaar en losten het probleem ‘zichzelf’ op. Vooral de Oost-Romeinse keizers waren hier erg goed in.

in de 5de eeuw begonnen de Visigoten op te trekken en werd de Germaan Stilicho

Page 4: Hoorcollege 5.docx

(359-408) benoemd om de Visigoten buiten de deur te houden. Dit is niet gelukt want in 410 plunderen de Visigoten Rome.

In 476 na Chr. word de laatste West-Romeinse keizer afgezet en heeft Theoderik (471 – 526) Italië in zijn macht , hij heeft geprobeerd over Italië te heersen zoals de West-Romeinse keizers dit deden. (Germaanse leiders namen graag het voorbeeld aan de Romeinse keizers als bestuurder)

De vroege middelleeuwen:De Merovingische periode (6 de /7 de eeuw): De keizer van het Oost-Romeinse rijk, Justinianus (r.527-565) heeft geprobeerd zijn best gedaan om het Romeinse rijk weer terug te veroveren, het lukte hem niet zoals voorheen maar hij had wel een stuk terug.- Bevolking blijft dalen, er heerste nog steeds pestepidemieën, hierdoor kwam er ontstedelijking en raakte soms hele steden leeg. - Nauwelijks handel, door de slechte vorsten en lage landbouw opbrengsten.- Belastingsysteem functioneert slecht, eerst werd het Romeinse belastingsysteem gebruikt. Maar omdat er zo weinig handel en oogst was was er geen geld meer. Op een gegeven moment was geld alleen nog maar voor de hele rijken en vaak als een cadeau. Het normale volk ging weer terug naar zelfvoorzienig en het ruilensysteem. - Minder geletterde, de Germanen waren vaak niet zo goed geschoold als de Romeinen.- Romaanse elite richt zich op kerkelijke functies, (vaak Germanen die geromaniseerd waren) en wel geletterd waren namen de kerkelijk functies over.- Germaanse elite richt zich op de militaire functies.

Clovis (r. 481-511) was de eerste Koning der Franken, hij doopte zichzelf tot Christen en kon als een soort bevrijder tegen de Visigoten vechten.Justinianus (r.527-565), de hofmeiers gingen oorlog voeren voor hun koning.

De Karolingische periode (8 e /9 e eeuw) Karel Martel (718-741) , hij nam een ruiterij aan in het leger, de stijgbeugel was een essentiële uitvinding, zij volgelingen wouden voor hem vechten. Want Karel beloofden hen een stukje land. (hiervoor moest de kerk wel stukken land afgeven en hier waren zij natuurlijk niet blij mee.)- Verzallen krijgen een leengoed (leenstelsel), grootgrondbezitters lieten boeren op hun land werken en daarvoor kregen zij van de boeren hun verdedigen terug.

Vele gebieden gingen weer leven zoals vroeger. Mensen leefden in hun dorp. Mensen gingen weer alleen boeren en konden er soms een bijbaantje zoals pottenbakker bijhebben.

Karel de grote (r. 768-814), - Grote uitbreiding Frankische rijk- Beschermheer van de Paus en Rome- 800, werd hij gekroond tot keizer, tijdens de kerst mis werd hij als keizer gekroond door de paus.- Reageerde van uit Aken en hij reageerde met het leenstelsel, niet alleen zijn

Page 5: Hoorcollege 5.docx

ruiterij maar ook zijn graven moesten een eed afleggen waarbij de zworen trouw te zijn aan de Koning en voor hem moesten vechten in de oorlog.- Karolingische renaissance.- Karel de grote liet in zijn manier van besturen en leiden zien dat hij zichzelf als collega van Oost Romeinse Keizer zag.- De teksten van voor Karel waren slecht leesbaar en zaten veel fouten in dus hij ontwierp een nieuwe soort schrift, Karolingifche minufkel.

Karel de Grote had redelijk grip op zijn gebied/volk. Dit kwam niet omdat hij zo’n verschrikkelijke goed bestuur had maar door zijn goede en vele oorlogvoeringen. Hij had veel bondgenoten die hem hielpen.

Feodale anarchie (850-950):De Karolingen verloren de grip op hun volk, dit kwam doordat:1. Karel de Grote zijn Keizerschap ging naar Lodewijk de Frome. De zonen van Lodewijk de Frome wouden allemaal macht. De adviseurs van Lodewijk zeiden: Nee 1 keizer, 1 beschermheer Kerk en Paus.Maar Lodewijk de Frome verdeelde het rijk over zijn 3 zonen. De oudste zoon kreeg wel de titel keizer. Maar zijn 2 broers wouden hun land uitbreiden ten nadelen van hun oudere broer , de keizer. 2. Vikingen en gevreesde ruiterij volkeren vallen het gebied binnen.3. Leengoederen en ambt van graaf worden erfelijk. 4. Lokale heren (achterleenmannen) zijn eigen baas.

Page 6: Hoorcollege 5.docx

Hierdoor konden de Frankische volkeren zichzelf niet goed meer verdedigen. Eerst moesten de graven een eed afleggen aan de koning dat zij hem trouw blijven en verdedigen in geval van oorlog. Maar doordat de landerijen erfelijk waren geworden hadden latere generaties niet meer het gevoel dat ze trouw aan de koning moesten zijn, het was namelijk hun land (dachten zij) zij zorgden al generaties lang voor.

5. decentralisatie, er was geen centrale besturing meer. Er heerste oorlogen tussen de leiders.

De Ottoonse periode (936-1024)Otto (1) de grote (r. 936-97)Hij werd koning in het Oost Francische rijk in een periode waanneer het koningschap niet echt sterk stond. Maar hij kreeg het weer voor elkaar een sterk koningschap te creëren.- Hij was een bewonderaar van Karel de Grote, door de grote en sterke overwinningen van Karel kreeg Otto veel respect voor hem.- Benoemde familieleden/vertrouwelingen op belangrijke posities. - Verdeel en heers techniek, hij gaf personen die misschien lastig voor hem konden worden een gebied waar zij hun handen vol aan hadden zodat zij hem het leven niet zuur konden maken.- Slag bij Lechveld, jaren lang hadden Hongaarse bereden boogschutters West-Europa het leven zuur gemaakt. Maar in 955 maakte Otto I een eind aan deze boogschutters. Hij hakte ze zo in de pan dat bijna geen 1 boogschutter levend van het veld afkwamen. Vanaf dat moment gingen de boogschutters zich aanpassen. - Verovert Italië, en zo werd Otto I de beschermheer van de Paus en was de Paus weer in ere hersteld.- 962: Keizerskroning in Rome. En riep zichzelf uit tot beschermheer van alle Christenen.- ‘Rijkskerkenstelsel’, ipv adelen werden bisschoppen bestuursleden gekozen. Deze bisschoppen werden door de keizer gekozen en omdat het bisschopdom niet erfelijk was kon je deze bisschop zo vervangen. De bisschop moest overlijden (en met een beetje hulp gebeurden dat soms vrij snel) en kon er een nieuwe bisschop gekozen worden.

Maar:- Economie was nog volledige lokaal georiënteerd.- Rijk ken weinig cohesie. - Veel opstanden- Bestuurders streven naar autonomie.