Hoofdstuk 12 april 2008 - augustus 2009

De laatste fase op de werf.

Als alles volgens de planning was verlopen, had ons nieuwe schip in het najaar van 2008 klaar moeten zijn. In ieder geval zover dat we het te

water hadden kunnen laten. Het wordt uiteindelijk 7 augustus 2009. Dus op 7-8-9. En pas in het voorjaar van 2010 kunnen we varen. Zij het alleen

nog op de motor. Maar dat komt ook omdat ik de koude winter van 2009-2010 het schip ruim drie maanden aan zijn nieuwe lot overlaat. Ik ben het

na vier jaar bijna onafgebroken werken aan de boot, een beetje beu.

Ik pak de bouwdraad pas weer op in maart 2010 en besluit onder andere om zelf ook de masten te maken. Dat is weer een heel andere sport:

bouwen met aluminium. Maar tja, als je toch eenmaal bezig bent zelf een boot te bouwen, draai je ook daar je hand niet voor om.

In augustus 2010 ontruimen we ons appartement in Den Haag, de spullen die we willen bewaren worden opgeslagen. Het overgrote deel van de

huisraad wordt verkocht of weggegeven. Ondermeer bijna mijn hele

bibliotheek van zo’n 3000 boeken. Weg ermee. Ik heb bij de te waterlading van mijn vrienden een E-reader gekregen. Wel zo handig.

De rest van de spullen: kleren, pannen, potten, keukengerei, glazen en bestek, laptops enzovoorts gaat aan boord. Vanaf nu is dat ons huis,

afgemeerd in de Heliushaven in Hellevoetsluis bij onze vereniging.

Maar zover was het nog niet in maart 2008. Eerst moeten romp, dek en opbouw geschuurd worden (voor zover nodig). Dan gaat hele de zaak in

de interprotect en de rest van het onderwaterschip in de coppercoat. In april begint Arnoud aan de betimmering binnen. Jan en ik leggen

leidingen voor water en afvoeren. We maken de vuilwatertank en

de beide gasolietanks aan de zijkanten onder de

gangboorden af en zetten ze

onder druk om te testen. Hier en daar is een klein lek,

dat weer met pindakaas en bandjes glaslegsel en epoxy

wordt hersteld. Dan kunnen de aan- en afvoerleidingen worden

aangesloten. Tussen de funderingen van de motor is

de hoofdtank gepland. Arnoud begint aan het interieur.

Ik maak er een deksel voor met aan de voorkant een kant en klare

flensplaat met alle benodigde aansluitingen en achterin een inspectiedeksel. De tank moet ook weer in de speciale coating en daarna

brand en brand schoongemaakt voordat de deksel er op wordt gelijmd. Steunend op mijn zelfgemaakte ingelamineerde hoeklijsten.

Jan heeft het roerblad gemaakt. Daarvoor gebruikte hij het schuim van

het proefstuk dat Wim en ik bijna drie en een half jaar eerder hebben gemaakt. Daarna hebben we dat laten vollopen met polyesterschuim.

De roerkoning met vingerlingen van aluminium, polyester roerkoker en

lagers zijn van Jefa. Ook de rvs hak arriveert, gebouwd volgens een mal die Jan heeft gemaakt. Als we niet binnen bezig kunnen zijn, omdat we

dan Arnoud in de weg lopen, werken we aan het roer, in de kuip of aan dek.

Zo verstrijken het voorjaar en de zomer. Jan ontfermt zich over de bouw van de koekoeken. De luiken en sponningen worden gemaakt van

watervast multiplex die in de epoxy worden gerold. De zijkanten maken we van iroko. Er is inmiddels een flinke lading iroko gearriveerd, want ook

potdeksel en kuipranden worden daar straks van gemaakt.

Onze jachtschilder Willem Boender komt de opbouw plamuren en later

de huid tot 20 cm. onder de waterlijn. Aan ons de schone taak

om te schuren. Met schuurplanken.

Willem Boenders vertelt dat bij de grote jachtschilder bedrijven de

leerlingen eerst een paar jaar alleen maar moeten schuren. Twee

samen met een grote plank. Tot ze daarvoor te slap worden en het aan

de jongere garde moeten overlaten. Geplamuurd, geschuurd en in de Undercoat.

Het is inderdaad buitengewoon vermoeiend werk. Ik neem er dan ook de tijd voor en schuur iedere dag maar een paar uur. Helaas kan ik niemand

van mijn vrienden zo gek krijgen me daarbij te helpen. Maar het komt wel af en ik ben behoorlijk trots op mezelf, al heb ik regelmatig geen gevoel

meer in mijn armen.

Als Arnoud klaar is met zijn klus, kunnen we zelf gaan aftimmeren. We

hangen de deuren af, maken laden, timmeren boekenplanken, kastplanken en voorzien de keuken zelfs van een apothekerskast voor de

kruiden. We monteren de boiler en de sanisplit (vermaalt het water uit de gootstenen en pompt het weg) in de grote motorruimte onder de vloer

van de stuurhut. Nu Arnoud de schotten erin heeft gezet, timmeren we achterin ook de accubak, naast de motorruimte en achter de gastenkooi.

De natte ruimte voor WC en douche wordt afgemaakt, de vloer, wanden en buitenkant van de kasten in de epoxy gezet en vervolgens met DD lak

(ivoorwit) afgelakt. Dan kan de elektrische WC gemonteerd, het wasbakje en de kranen.

Banken, kooien, kombuisblad, dashboard en de bovenkant van het plafond van de natte ruimte worden voorzien van mahonie slingerlijsten. En alles

moet geschuurd en geschilderd

Buiten in de kuip moet ik nog schotten maken tussen de zijbanken en

achterbank en losse zittingen. Zo kunnen we staan bij de lieren en het afmeren. In het schot aan stuurboord maak ik een bak voor de

morsehendel. Natuurlijk moet ook daar weer een mal voor worden

gemaakt, maar dat is nu routinewerk.

Aan het einde van de zomer is er nog een grote klus te doen met

schuim, glas en epoxy. We maken voor beide zijkanten een

berglijst, waarop na het aflakken van de boot nog een mahonie

stootrand wordt gemonteerd. Inmiddels is achter de loods van

Willem een tweede nieuwe loods verrezen. Vooral voor

winterberging, maar tijdens het vaarseizoen ook heel erg De berglijsten kunnen worden opgeplakt.

geschikt als schone werkvloer.

De bijna 12 meter lange berglijsten liggen naast elkaar op de vloer. We kunnen er goed bij en zijn binnen een paar weken klaar. Aad komt een

dag helpen om de berglijsten er op te plakken. Ook die worden weer voorzien van fillets. Het ziet er zeer gelikt uit.

Dan kunnen we gaan aflakken. Eerst gaat de romp in de witte Undercoat van International. Die moet weer worden gladgeschuurd. Dan gaan er

achter elkaar twee lagen DD lak op. En weer moet er geschuurd worden. Tenslotte lakt Gerben de romp af. Hij is dé expert. Het is een plaatje.

Winter en voorjaar van 2009 vliegen om. De klussenlijst is oneindig. De ruimte onder de kuipvloer wordt afgetimmerd. De luiken in de banken en

in de kuipvloer worden gemonteerd. Ik zaag een luikgat in het voorschip voor de zeilenberging en in het gangboord voor toegang tot de gasbun,

die tussen twee tanks zit. De uitgezaagde delen worden luiken, in het luikgat lijmen we sponningen.

De ronde ramen in de stuurhut

worden erin gekit en in het achterschot, bij het toilet en de

gastenkooi worden patrijs-poorten geplaatst.

Via scheepstimmerman Arnoud Sterling maak ik al in het

najaar van 2009 kennis met zijn beste vriend Siemon

Verduyn. Een jongen met gouden handen die in de

avonduren ongeveer alles kan maken van roestvaststaal of

aluminium wat ik nodig heb. Siemon en Frans overleggen met een bakkie erbij. Ik help hem zo veel mogelijk en leer een hoop over metaalbewerking.

Dat komt me later in het najaar van 2010 zeer van pas als we besluiten

om ook zelf de masten te maken. Ik word bij pa en moe Verduyn kind aan huis en raak bevriend met de vriendenclub van Siemon en Arnoud.

Zoals bij bijna elke zelf klussende Ouddorper is de werkplaats, de zolder

boven de schuur achter het ouderlijk huis, uitgerust met bar en televisie en na tien uur ‘doen’ we een biertje. Of we kijken met z’n allen naar het

voetbal. En ondertussen ontstaat het beslag voor dek en masten, tafelpoten en de geknikte buis voor de ankerketting. En nog veel meer.

Siemon is een wonder en dat is ie! Overdag gaat binnen in het schip het werk door. Bob en zijn zoon Baldwin

komen de zekeringskast bouwen monteren de hoofdscakelaars en sluiten de bekabeling aan. Bob ontwierp het systeem en bouwde het deels zelf.

Er komt een grote mahonie tafel in de kajuit en een kleinere draaibare tafel in de stuurhut. Er moet geschilderd en gelakt. We bestellen

plafondplaten met groef, die moeten op maat gezaagd en wit gelakt. Daarna plakken we ze er in. Op de vloer komt parket van Merbau met

rondom zwarte lijsten van Wengé. Ik koop er zogenaamde ‘tapisdelen’ voor. Die zetten we eerst in de twee componenten vernis. Jan staat ze in

de kuip op maat af te zagen terwijl ik ze leg. Daarna lijmen we ze op de

multiplex ondervloer en worden ze met één componenten slijtlaag afgewerkt. In mei komt zwager Joop een paar dagen om, zoals hij heeft

beloofd, te helpen dek en opbouw te lakken. Ook dat gaat gesmeerd. En zo gaat het werk maar door. Iedereen die ooit zelf een boot heeft

gebouwd weet dat het afwerken altijd veel meer tijd vreet dan je denkt. Lampen, stopcontacten, sloten in de deurtjes, deurtje afhangen, laden

maken, ladegeleiders, olieleidingen, filters, motor erin, schroefas en schroef eraan monteren, enzovoorts, enzovoorts, enzovoorts.

Op de laatste dagen voor de tewaterlating gaat het berghout erop en op

de ochtend zelf komt Wim nog het laatste en lastigste stuk, achterop boven de spiegel,

monteren. Marleen, Maaike en vriendin Els

staan in de kantine

lekker hapjes te maken. We zijn maar

net op tijd klaar voor het uitgenodigde volk

arriveert, en we in optocht achter Maurice

die met geit en botenwagen ons schip

de loods uitrijdt, naar de haven marcheren.

Daar doopt mijn moeder het schip:

Pietje van Kan. En:…………………………………..Maurice laat hem daarna geroutineerd te water.

Het beeldverhaal.

Maarten zet hem in de Interprotect. Dat ziet er dan zo uit.

Arnoud druk aan de slag. Al ligt ie op zijn rug.

Dit wordt de drankkast. En dit de WC.

Dit wordt de vuilwatertank. En zo is hij klaar, met boven een zitbank.

We monteren de boiler. En de drinkwaterpomp.

De sanisplit voor ‘grijs’ afvoerwater. Motorfundatie en de flens voor olieleidingen.

Arnoud timmert de kombuiskasten. Marleen en Jochem ruimen de rommel op.

Lijfhouten in de maak. Een spannend gezicht.

Aad helpt met ophangen. En dan zijn ze klaar.

De motor moet er in. En dan gaat de koekoek erop.

Maar dan is de kuip ook al klaar. En even later het hele schip.

Dus kan hij in het water. En dat ziet er dan zo uit van buiten.

En zo van binnen.

Stuurhut met dashboard. Kombuis.

Kajuittafel met bank en stoelen. Gastenkooi en drankkast.

Toilet en douche. Onze kooi, met danspaal.

En buiten een grote kuip. Om met je vrienden te vertoeven.

En zo heet ons nieuwe schip. En zo ziet hij er uit met de masten er op.

En kunnen Leo en ik weer varen (met Lotte). Of met Aad en Marjan.

Maar bovenal samen, met Marleen.