De Nieuwe Tijd - april 2008

24
de nieuwe tijd maandblad ACV openbare diensten april 2008 Verantwoordelijke uitgever: L. Hamelinck, Helihavenlaan 21, 1000 Brussel Sociale Verkiezingen Mei 2008

description

Het ledenblad van ACV-Openbare Diensten

Transcript of De Nieuwe Tijd - april 2008

Page 1: De Nieuwe Tijd - april 2008

de nieuwetijd

maandbladACV openbare diensten

april 2008

Vera

ntw

oor

del

ijke

uitg

ever

: L. H

amel

inck

, Hel

ihav

enla

an 2

1, 1

000

Brus

sel

Sociale VerkiezingenMei 2008

Page 2: De Nieuwe Tijd - april 2008

2

Inhoud

ACV openbare diensten

Korte Berichten

Colofon

werkten mee aan dit nummer

Blikvanger 4

Sociale Verkiezingen 6

Vlaamse Overheid 10

Lokale & Regionale

Besturen 12

Federale Overheid 15

Bijzondere korpsen 18

Vervoer 21

Pensioenen 23

Marc SaenenLuc HamelinckJan CoolbrandtChris HerremanNico PoortersIlse HeylenAnn VermorgenStijn KwantenAmélie JanssensChristoph Vandenbulcke

Nieuwe medewerker studiedienst

Sinds december 2007 is Barbara Janssens aan de slag binnen onze studiedienst. Barbara studeerde rechten aan de univer-siteit van Gent en deed haar eerste werk-ervaring op bij ELCO Belgium, waar ze zich vooral concentreerde op SAP. Binnen onze studiedienst volgt Barbara de nieuwe evo-luties binnen de openbare sector op de voet, en ondersteunt ze de gewesten en sectoren bij onderzoeks- en studiewerk. We wensen Barbara alvast veel succes in haar job!

Syndicale premie in de openbare sector

We geven hierbij nog eens een overzicht van de bedragen syndicale premie.

Referentiejaar Minimumbijdragen (jaarbasis)

2007 126,76 95,07 63,38 31,69

Geeft recht op: Volledige premie 3/4e premie 1/2e premie 1/4e premie

Bedrag in euro

Volledige premie 80,00

3/4e premie 60,00

1/2e premie 40,00

1/4e premie 20,00

Sociale gids De Lijn

De sector vervoer heeft een nieuwe sociale gids uit-gebracht voor de vervoersmaatschappij De Lijn. In de gids vind je nuttige informatie over je statuut, ar-beidsvoorwaarden, enzovoort. Je kan de gids aanvra-gen via mail (ann-michè[email protected]) of op het nummer 02/208.24.41

Ontvang De Nieuwe Tijd voortaan elektronisch!

Vanaf ons volgende nummer kan je de Nieuwe Tijd als nieuwsbrief in je mailbox ont-vangen. Je moet je hiervoor wel inschrijven via onze website, op het volgende adres: ht tp://openbarediensten.ac v- online.be/Online_ Diensten/Nieuwsbrieven/Nieuwsbrieven.asp. Zorg er wel voor dat je ingelogd bent als lid, dan kan je aanduiden welke nieuwsbrief je wil ontvangen.

Prepress: www.peetersenpeeters.be Druk: www.hetvolkprinting.be

Contacteer ons

www.acv-openbarediensten.be

[email protected]

Page 3: De Nieuwe Tijd - april 2008

3

Stem 2 – Stem ACV

Edito ACV openbare diensten

Om de vier jaar…

Om de vier jaar worden in ondernemin-gen sociale verkiezingen georganiseerd. De komende weken is het opnieuw zover. Ook dit keer zal dit in meer dan 6.300 on-dernemingen het geval zijn.De afgelopen jaren heeft het ACV het bijzonder goed gedaan bij sociale ver-kiezingen. Het ACV haalde in 2004 haast 60% van de mandaten binnen; het ABVV geen 35% en het liberale ACLVB goed 5%. In Vlaanderen haalt het ACV haast 2/3 van de zetels binnen en zelfs in Wallonië, waar vroeger het ABVV sterker stond, kon het ACV in 2004 ook meer dan 50% van de zetels halen.

We hebben er het volle vertrouwen in dat het ACV ook deze keer opnieuw goed zal scoren. Dat is ten andere zeer belangrijk. In de eerste plaats om ervoor te zorgen dat de ACV-militanten de belangen van hun collega’s in de betrokken bedrijven goed kunnen verdedigen. Maar ook om-dat de resultaten bepalend zijn voor de verdeling van de mandaten tussen de vakbonden onderling in de vele overkoe-pelende sociale overlegorganen.

En in de openbare sector?

In overheidsdiensten worden er sinds 1963 geen sociale verkiezingen meer ge-organiseerd. De verhoudingen tussen de vakbonden worden er geregeld op basis van een specifieke wetgeving, waarbij de representativiteit van de vakbonden wettelijk is geregeld. Omdat we nochtans veel belang hech-ten aan de interne democratie, organise-ren en promoten we binnen de centrale nochtans interne verkiezingen, een jaar

voorafgaand aan het statutair congres. De volgende keer zal dat opnieuw ge-beuren in 2009.

Maar ook binnen onze centrale hebben een hele reeks sectoren te maken met sociale verkiezingen (voor zover de vast-gelegde drempels van tewerkstelling be-reikt zijn); dit is het geval voor:• het stads- en streekvervoer;• de autobus, autocarbedrijven en spe-

ciale autobusdiensten;• de luchtvaartbedrijven;• de sociale huisvestingsmaatschap-

pijen;• een reeks specifieke instellingen zoals

de Nationale loterij, het Universitair ziekenhuis te Antwerpen, openbare vzw’s, enz.

Het is dan ook logisch dat we in dit num-mer speciale aandacht besteden aan de sociale verkiezingen in die sectoren.

De militant centraal

De afgelopen jaren hebben onze mili-tanten zich op het terrein voluit ingezet in het belang van de leden. Zij vormen het ‘gezicht’ van de vakbond op de werk-vloer, bij de leden en personeelsleden.

We zijn onze militanten dankbaar voor hun inzet. We weten dat hun engagement niet altijd een gemakkelijke of dankbare opgave is. Maar zonder die inzet zouden we niet dezelfde slagkracht hebben en niet de resultaten kunnen boeken die we in tal van situaties toch hebben bereikt. Vanuit de centrale willen we onze mili-tanten dan ook zo goed mogelijk onder-steunen.

In de bedrijven en instellingen waar so-ciale verkiezingen zullen plaats vinden, roepen we uiteraard iedereen op om te stemmen voor de ACV-kandidaten. Dat is de beste manier om ervoor te zorgen dat we verder goed werk kunnen leveren, in het belang van alle werknemers. En wie in z’n instelling of bedrijf niet rechtstreeks te maken heeft met sociale verkiezingen, heeft wellicht kennissen, vrienden of familieleden die opkomen als ACV-kandidaat bij de sociale verkiezin-gen. Steun ze in hun sociaal engagement. Dat is in het belang van alle werknemers!

Vriendelijke groeten

Luc HamelinckVoorzitter

D e komende weken worden in een hele reeks bedrijven sociale

verkiezingen georganiseerd. Voor het ACV vormen de sociale verkiezingen een belangrijk moment. Bijna 1,4 miljoen werknemers zullen zich dan uitspreken over wie hen de komende jaren in hun onderneming zal verte-genwoordigen.

Page 4: De Nieuwe Tijd - april 2008

Evelyn Deceuninck,

Senior cabin crew member bij Jetairfly

Blikvanger ACV openbare diensten

4

“Toen ik afgestudeerd was in de richting toerisme en onthaal, moest ik natuurlijk op zoek naar een job. Via de website van de VDAB zag ik dat DAT op zoek was naar personeel. Alhoewel het eigenlijk nooit een droom was om stewardess te wor-den, heb ik er toch gesolliciteerd. Ik was op zoek naar werk, en het lag uiteindelijk wel in de lijn van mijn diploma. Ook het buitenland en het contact met andere culturen spraken me aan. Na 4 jaar bij DAT had ik de mogelijkheid om door te vloeien naar Sabena, de moedermaat-schappij. Dit heb ik gedaan, alhoewel ik toen eigenlijk een stap terug zette: bij DAT was ik ondertussen al senior cabin crew, of ‘chef de cabine’, en bij Sabena begon ik opnieuw als cabin crew mem-ber. Bij Sabena heb ik 1 jaar op de grotere Europese luchthavens gevlogen, en twee jaar de langeafstandsvluchten.”

“Toen kwam het faillissement…

en daar sta je dan”“Maar toen kwam in 2001 het faillisse-ment, en daar sta je dan. Het was niet eenvoudig om ander werk te vinden: be-drijven wisten niet wat ze met ons aan-moesten. We hadden wel ervaring, maar die was zo specifiek dat die moeilijk om te zetten was naar bruikbare ervaring in een bedrijfsomgeving. Toch heb ik de moed niet laten zakken. Tijdens mijn periode van werkloosheid heb ik via de VDAB een computerbijscholing gevolgd, om zo toch meer kans te maken op een job. Ik heb dan een zomerseizoen bij Dutch Bird gewerkt, een Nederlandse vliegtuigmaat-

schappij, en ben office manager geweest bij een interimkantoor. Ik kon op een be-paald moment tegelijkertijd aan de slag bij de federale politie en bij Jetairfly. Ik heb gekozen voor de job die ik kende en die ik graag doe.”

“Jetairfly is een maatschappij die voorna-melijk vakantievluchten verzorgt. Dit be-tekent dat ze hoofdzakelijk toeristen naar hun bestemming en terug brengt. Dit in tegenstelling tot lijnvluchten, waar het publiek erg divers is op vlak van nationa-liteit, en er ook meer zakenmensen mee-reizen. We vliegen zowel op Europese bestemmingen als intercontinentaal en als cabin crew member doe je beide. Voor mij persoonlijk is die afwisseling wel goed. Europese vluchten zijn heel inten-sief: het zijn erg lange dagen want we doen de heen- en terugvlucht op dezelf-de dag. Zo kom je al snel aan werkdagen tussen 8 en 14 à 15 uur. De langeafstands-vluchten zijn ook erg intensief, maar daarbij heb je wel even vrijaf voor de terugvlucht. Je hebt dan ook twee soor-ten vermoeidheid: bij Europese vluchten ben je moe van de lange werkdagen, bij de lange afstanden word je moe van de uurverschillen. De afwisseling tussen de twee maakt het draaglijk, al vind ik het wel moeilijk om mijn kindje achter te la-ten als ik voor een langeafstandsvlucht vertrek. Gelukkig heb ik een zeer goede

onthaalmoeder waar ik ook ’s nachts en in het weekend terecht kan. Zonder haar zou ik deze job niet kunnen doen.”

“Omdat het voornamelijk vakantievluch-ten, en dus toeristische vluchten, zijn, hebben we natuurlijk wel drukke en min-der drukke momenten. De zomermaan-den zijn natuurlijk onze piekmomenten, waarbij we erg weinig vrije tijd hebben. Tijdens de wintermaanden en buiten de vakanties is het dan wel iets kalmer. Het is natuurlijk wel zo dat wij werken wan-neer anderen vrijaf hebben of in vakan-tiestemming zijn.”

Nooit saai want iedere vlucht is anders

“Ik doe deze job enorm graag. Ik werk altijd met andere mensen en vind het eigenlijk leuk om vrijaf te hebben tijdens de week. Onze job wordt ook nooit saai: iedere vlucht is anders. Wanneer mensen aan onze job denken, krijgen ze meteen het beeld van glitter en glamour en de verre bestemmingen, maar dit is niet juist. Het is zeker geen eenvoudige job. Je moet heel sociaal zijn maar ook vol-doende assertief en je moet vooral goed kunnen relativeren. Want na een lange en vermoeiende dag moet je de passagiers nog steeds met de glimlach verder hel-

E velyn Deceuninck startte haar carrière in de luchtvaart in 1995

bij DAT (Delta Air Transport), een dochteronderneming van Sabena. Ze stroomde door naar Sabena zelf en maakte daar het faillissement mee. Na enkele omzwervingen kwam ze dan in 2004 terecht bij Jetairfly, de luchtvaartmaatschappij van de Belgi-sche touroperator Jetair.

Page 5: De Nieuwe Tijd - april 2008

Blikvanger ACV openbare diensten

5

pen. Daarnaast moet je verantwoordelijk-heid kunnen nemen, flexibel zijn, sociaal zijn, enzovoort. Het is ook belangrijk dat je naast Nederlands en Frans ook Engels kent want dit is toch de luchtvaarttaal.”

Hoofdprioriteit is veiligheid

“Onze hoofdprioriteit is de veiligheid aan boord van het toestel. Daarvoor worden we dan ook grondig opgeleid. Voor de definitieve aanwerving volgen we heel wat cursussen die te maken hebben met veiligheid. We krijgen een opleiding bij de brandweer, zwemtraining, een EHBO-cursus specifiek voor de luchtvaart, een vorming rond al het veiligheidsmateri-aal aan boord van een vliegtuig, rond gevaarlijke producten, enzovoort. We moeten ook de verschillende types toe-stellen kennen. Voor al deze opleidingen moeten we een examen afleggen, en pas als we daarvoor geslaagd zijn, kunnen we aan het werk. Ook nadien worden deze opleidingen herhaald en moet je telkens slagen met minstens 80%. Ook voor de piloten gelden strenge veiligheidsregels. Ik ben er dan ook helemaal van overtuigd dat we veilig vliegen. In principe zijn we opgeleid om een volledig vliegtuig te kunnen evacueren in 90 seconden, maar dit heb ik nog nooit meegemaakt. Ik

hoop natuurlijk dat dit zo blijft.”

“De meer commerciële kant van de job komt pas op de tweede plaats, na het zorgen voor de veiligheid van de passa-giers. Het gaat hier dan vooral over het rondbrengen van eten en drinken en de taxfree artikelen.”

“Het is moeilijk om een ‘typische’ werk-dag te omschrijven, want geen enkele werkdag bij ons kan je typisch noemen. Maar wanneer we een Europese vlucht hebben, ziet onze dag er ongeveer zo uit: 1 uur voor de vlucht moeten we inte-kenen in ons gebouw waar de crew aan elkaar wordt voorgesteld, want je vliegt natuurlijk vaak met andere collega’s. Dan volgt de briefing van de senior cabin crew member rond de specifieke gegevens van de vlucht en wordt ieder personeels-lid getest rond veiligheid. Iedereen krijgt 1 vraag en moet die correct oplossen om mee te mogen op de vlucht. Daarna kunnen we naar het vliegtuig gaan, maar eerst passeren we nog de douane en de veiligheidscontrole op de luchthaven, net zoals passagiers. Van zodra we aan boord zijn, beginnen we met onze vei-ligheidstaken waarbij we onder andere al het materiaal testen. 30 Minuten voor het opstijgen beginnen we aan de boarding van de passagiers. Vooraleer de deuren gesloten worden, tellen we de passagiers

om zeker te zijn dat iedereen aan boord is. Tijdens de vlucht doen we de service en de verkoop van de taxfree artikelen. Van zodra we op bestemming zijn, stap-pen de passagiers af en wordt het toe-stel volledig schoongemaakt. Aangezien we aansluitend de terugvlucht hebben, doen we opnieuw de security check, en komen de nieuwe passagiers aan boord. Gemiddeld zijn we 40 tot 60 minuten na het landen opnieuw vertrokken. Na de terugvlucht gaan we naar ons gebouw, waar we nog enkele documenten afwer-ken, bijvoorbeeld de vluchtrapporten. En dan zit onze werkdag erop.”

“Een werkdag met een langeafstands-vlucht ziet er min of meer gelijkaardig uit, behalve dat we niet direct naar België terugkeren. Meestal is de terugvlucht pas een dag later. Jetairfly zorgt dan voor de accommodatie voor het personeel. Ik moet zeggen dat we dan wel goed in de watten gelegd worden.”

Page 6: De Nieuwe Tijd - april 2008

6

Kandidaat - id

Sociale Verkiezingen ACV openbare diensten

Filip Van Baelen

1. Ik ben Filip Van Baelen, 38 jaar. Ik werk nu 8 jaar als buschauffeur bij De Lijn, in de stelplaats Heist-Op-Den-Berg. Ik ben na de vorige verkiezingen militant geworden en doe dit nu dus ongeveer 4 jaar. Dit zijn mijn eerste sociale ver-kiezingen waarbij ik zelf kandidaat ben.

2. Op de stelplaats werken ongeveer 50 chauffeurs, voor zo’n 22 tot 24 bussen. De stelplaats is afhankelijk van de re-gio Mechelen. In de hoofdstelplaats te Mechelen is nu toch al zo’n 54% van alle werknemers aangesloten bij het ACV.

Met de houding van het management ten opzicht van de vakbonden zit het eigenlijk vrij goed. De voorstellen die we indienen bij de directie worden al-tijd onderzocht op haalbaarheid, dus er is wel een vrij positieve ingesteld-heid. Natuurlijk zijn oplossingen niet altijd simpel te vinden.

3. Na de vorige verkiezingen vond ik dat de vakbondsvertegenwoordiging op onze stelplaats te weinig was: er was maar 1 vakbond vertegenwoordigd, het ACOD. Ik vond dat er tenminste nood was aan een tweede vertegen-woordiging want met 2 vakbonden

sta je toch sterker. Ik had toen contact met een ervaren militant van de stel-plaats Mechelen, hij heeft me eigenlijk gemotiveerd om betrokken te gera-ken bij het vakbondswerk. Ik werd uit-genodigd om enkele vergaderingen mee te volgen, en op die manier ben ik zo’n beetje ‘opgeleid’.

Ik stel me nu kandidaat omdat ik nu echt een stem wil hebben binnen de organisatie. Ik ben de laatste jaren wel op de voorgrond gekomen met stand-punten en dergelijke, maar ik vind het nu tijd om effectief iets te bereiken, en dat kan via een plaats in de OR of het CPBW.

4. Ik doe niet mee aan de echte verkie-zingskoorts, het is gewoon een kwes-tie van een heel jaar je werk te doen. Ik probeer er gewoon elke dag te staan voor de mensen, voor iedereen: zowel de eigen leden als die van een andere vakbond. Ik vind dat vakbondswerk iets is op lange termijn: een heel jaar je best doen, en niet twee maand voor de verkiezingen jezelf in de schijnwer-per stellen. Ik sta zoveel mogelijk klaar voor de mensen, ook buiten de werk-uren. Ook als je niet op de werkvloer bent, blijf je militant! Ik hoop dan ook dat dit werk wordt beloond.

Waar we wel mee bezig zijn is een lu-dieke actie om de verkiezingsdatum bekend te maken en de mensen aan te zetten om te gaan stemmen. Er is voor onze regio maar 1 plaats waar ze kun-nen gaan stemmen, binnen de kan-tooruren. Heel wat chauffeurs moeten op die dag natuurlijk niet op die plaats zijn, en zo riskeren we dat maar weinig personeelsleden effectief gaan stem-men. We proberen de datum nu wat bekend te maken en de mensen te overtuigen van het nut van stemmen.

5. ACV heeft hier een zeer toffe groep, het klikt, de vergaderingen zijn aange-naam en de sfeer tussen de militanten zit goed. Dat is belangrijk: zo vorm je een sterkere ploeg. Zo waren er voor deze SV bijvoorbeeld te veel kandida-

ten voor het aantal beschikbare plaat-sen, maar bepaalde kandidaten heb-ben hun plaats afgestaan om anderen een kans te geven. Een goeie groep is belangrijk, want als individu kan je veel minder bereiken.

6. In het najaar van dit jaar start het over-leg voor de CAO, daarin zal vooral de koopkracht een belangrijk thema zijn. Nog een belangrijk punt voor ons is de toestand en de kwaliteit van de bus-sen. En meer algemeen: er moet werk gemaakt worden van het herwaarde-ren en opwaarderen van de job van buschauffeur, zowel naar directie als naar reizigers toe.

Voor mij persoonlijk: algemene verbe-tering van de werkomstandigheden, rij- en rusttijden, problematiek we-genwerken/omleidingen die een gro-te impact heeft op de dienstverlening (voor omleidingen van 10 km, volstaan 2 extra minuten bijvoorbeeld niet!).

7. Ik hoop dat mijn inzet van de afgelo-pen jaren als militant erkend wordt, dat ze in mij een sterke vertegenwoor-diger zien die initiatief durft te nemen, en van wie ze zeker mogen zijn dat ik de standpunten van het personeel zal verdedigen.

Hendrik Van Doren

1. Stel jezelf even voor2. In welke onderneming werk je3. Waarom ben je kandidaat voor de

sociale verkiezingen

4. Wat houdt dit voor jou in

5. Waarom koos je voor het ACV

6. Wat zijn de belangrijkste program-mapunten binnen de onderneming/voor jezelf

7. Welke boodschap wil je de kiezers meegeven

Page 7: De Nieuwe Tijd - april 2008

7

1. Hendrik Van Doren, geboren in Antwerpen, 44 jaar, getrouwd met Heidi, zelfstandige kapster, 2 dochters van 10 en 13 jaar, woonplaats Lier.

2. Ik werk bij Huisvesting Antwerpen sinds 1986 waar ik ben begonnen als arbeider en nu ongeveer 10 jaar werk als bediende Technische dienst. Ik was in 2004 voor de eerste keer kan-didaat voor ACV en werd effectief verkozen als vakbondsafgevaardigde. Huisvesting Antwerpen is gefusio-neerd met Onze woning, De Goede woning en Perisfeer.

Veranderingen van werkplaatsen en functies zijn nog in volle gang en hier-bij speelt de afgevaardigde een grote rol in onderhandelingen, waarvoor ik mij ten volle inzet.

3. Ik stel mij kandidaat voor de nieuwe verkiezingen als vakbondsafgevaar-digde om mee beslissingen en onder-handelingen goed te keuren en even-tueel te bespreken.

4. Niets bijzonders.

5. Mijn keuze gaat naar ACV omdat deze altijd een correcte, snelle en duidelijke uitleg naar het personeel toe geeft.

6. Mijn belangrijkste programmapunten zijn o.a. de fusie van de 4 maatschap-pijen en de onderhandelingen die dit met zich meebrengt, bv. de vele ver-schillen in de cao.

7. Wat ik de kiezers binnen het bedrijf wil meegeven is: Kies met verstand, bij het ACV kun je altijd met je vragen terecht.

Frans De Man, MIVB/STIB

1. Ik ben Frans De Man, 54 jaar en werk al 36 jaar op de dienst arbeidsonge-vallen van de MIVB. Wij zijn de tus-senpersonen tussen de werkgever en de verzekeraar. Ik doe mijn werk erg graag: je hebt veel contact met men-sen en je kan de mensen goed helpen. We ontlasten de werknemers van de

administratieve rompslomp, die vaak erg moeilijk is.

Sinds 1972, en dus vanaf het moment dat ik begon te werken ben ik militant voor ACV. Ik ben direct bij de eerstvol-gende SV opgekomen als jongere.

2. MIVB/STIB: 6500 werknemers, 1300 bedienden, 1100 technische diensten, 4000 chauffeurs, 100 kaderleden en directie. Ongeveer 95% van de werk-nemers is gesyndiceerd. Daarvan is ongeveer 38% aangesloten bij het ACV. Sfeer: zoals op vele bedrijven, is ook hier de impact van het syndi-calisme op het nieuwe management verminderd.

3. Het is eigenlijk een beetje een gewoon-te geworden. Het ligt ook gewoon in mijn aard om de mensen te helpen, om ze wegwijs te maken. Het sociale aspect spreekt me heel erg aan.

4. Omdat ik al heel lang in het bedrijf werk, en al even lang syndicaal actief ben, kennen de mensen me al. Echt campagne voeren hoef ik dus niet te doen. Ik ben wel erg betrokken bij de uitwerking van de campagne: ik help meedenken over de slogan, het pro-gramma, enzovoort.

5. Het is me eigenlijk met de paplepel meegegeven. Van thuis uit waren we altijd al erg katholiek gericht, ook op politiek vlak. Ik ben zelf ook al opge-komen voor de gemeenteraadsverkie-zingen. Het is vooral de ‘C’ die me aan-trekt: ik ben nog altijd een kerkganger, alhoewel ik op zondagochtend veruit de jongste ben in de kerk, we zijn een uitstervend ras.

6. Voor mij draait het vooral om het be-houd van verworven rechten: verlofre-gelingen, de mogelijkheden van tijds-krediet, de uitstapregelingen. Het is erg belangrijk dat deze zaken behou-den blijven. Voor de jongeren draait het nu vooral om koopkracht.

7. Ik zou willen duidelijk maken dat syndi-calisme toch nog heel belangrijk is en dat het zeker zijn nut heeft. Vandaag leeft het niet meer zo, het zit niet meer zo dicht bij de mensen, maar het moet duidelijk zijn dat het toch nog nodig is!

Linsey Beckers

1. Ik ben Linsey Beckers, 24 jaar. Ik werk nu ongeveer 3,5 jaar als trambestuur-ster bij De Lijn. Daarvoor deed ik een jaar interim-werk in allerlei bedrijven, maar ik heb toen meegedaan aan een examen om bij De Lijn te kunnen gaan werken. Het leek me een aantrekke-lijke job, ik kende het werk al via mijn vader, die ook bij De Lijn werkt. Ook het feit dat het ging om een vaste job, maakte het aantrekkelijk.

Ongeveer 1 jaar geleden hebben ze me dan gevraagd of ik ook vakbonds-werk wilde doen. Ik heb hier toch even over moeten nadenken. Je moet er im-mers volledig achterstaan. Nu zijn het dus mijn eerste sociale verkiezingen als kandidaat voor de ondernemings-raad.

Tot nu toe heb ik op vlak van vak-bondswerk vooral veel gekeken en geluisterd. Ik probeer op de hoogte te blijven van allerlei zaken, maar verwijs mensen met problemen meestal nog wel door naar een meer ervaren colle-ga. Ik zal altijd eerst luisteren naar het probleem of de vraag, maar als ik zelf nog niet helemaal zeker ben, maak ik de vraag over aan een collega. Het be-langrijkste is tenslotte dat de mensen goed en correct geholpen worden. Op die manier leer ik ook heel veel: ik zie en hoor hoe de collega’s het doen, en dat kan ik dan gebruiken voor een vol-gende keer.

2. Ik werk bij De Lijn, in de tram-loods Hoboken, binnen de entiteit Antwerpen. In onze loods zijn er on-geveer 250 chauffeurs en nog zo’n 30 personeelsleden van de technische diensten. Ruim de helft van de werk-nemers van onze loods is aangesloten bij het ACV. We hebben er dus een de-gelijke basis.

3. Ik wil via het vakbondswerk mensen helpen met problemen en vragen, maar daar heb ik nu nog niet veel er-varing mee. Ik zie er in ieder geval naar uit om in de toekomst eens echt het gevoel te hebben dat ik iemand goed heb geholpen. Via mijn kandidatuur wil ik ook graag mijn onderneming beter leren kennen. Als vakbonds-afgevaardigde leer je het reilen en zeilen van het bedrijf ook achter de schermen kennen, en daar steek je veel van op.

4. Ik ben niet bezig met een persoonlijke promotiecampagne. Ik ben er eigenlijk niet zo goed in, in mezelf te verkopen.

Page 8: De Nieuwe Tijd - april 2008

8

Ik vind trouwens dat de campagne niet het belangrijkste aspect mag zijn van sociale verkiezingen: het moet eigen-lijk draaien rond het hele project; rond de vier jaar en wat je daarin allemaal realiseert. We zijn nu vooral in groep bezig, met de jongeren kandidaten. We bedenken slogans, denken na over een programma en ontwerpen folders om onszelf toch een beetje aan te prij-zen. We gaan dan op bezoek naar de loodsen waar er veel jongeren wer-ken, en gaan natuurlijk ook langs op onze eigen werkplaats.

5. Ik ben kandidaat voor ACV om een zeer eenvoudige reden: ik kan het het beste vinden met de andere afgevaar-digden van ACV, en zij hebben me ook aangesproken om kandidaat te worden. Ik vind het erg belangrijk dat het team van afgevaardigden sterk is: je hebt immers mensen nodig op wie je kan terugvallen en die je kunt ver-trouwen. Dat vertrouwen moet er zijn, zowel voor jezelf, als naar de leden en alle werknemers toe.

6. Ik durf het nu nog niet te groot zien: ik ga niet luid roepen dat ik dit of dat zal realiseren. Maar er zijn natuurlijk wel enkele punten of problemen: zo zal ook bij ons de vraag komen tot meer koopkracht, en zijn er wat problemen met de lonen en loopbanen van de technische diensten. Ik ben er ook van overtuigd dat er wel steeds nieuwe problemen zullen opduiken. Van zo-dra ik in de ondernemingsraad zit, zal ik die dan wel gaandeweg ontdekken.

7. Ik zou de mensen vooral de boodschap willen meegeven: heb opnieuw ver-trouwen in vakbondswerk. De vak-bond probeert altijd goed te doen, en doet zijn uiterste best om problemen op te lossen, maar dat wordt niet altijd begrepen. Dat vind ik jammer.

Hugo Cuylen

1. Ik ben Hugo Cuylen 52 jaar,woon samen met mijn vriendin en twee dochters.

Ik werkte eerder al 9 jaar in de bouw,15 jaar in de papiernijverheid en nu reeds 12 jaar als chauffeur in het openbaar vervoer.

Ik ben 8 jaar afgevaardigde bij Autobus Kruger te Lier voor het ACV-Openbare Diensten, waarvan 4 jaar als hoofdaf-gevaardigde.

Sinds 2005 ben ik ook afgevaardigde voor Mattheesen te St.Job.

Na 35 jaar voetballen ben ik beginnen fietsen en reizen.

2. Ik ben tewerkgesteld bij Autobus Kruger te Lier als chauffeur.

Deze firma is een onderdeel van de groep Waaslandia waar het perso-neelsbestand de laatste jaren sterk is gestegen.

Dit komt vooral door het minder-hin-der-plan voor Antwerpen enerzijds en het stadsnet van Lier anderzijds. De syndicale sfeer in ons bedrijf is optimaal dankzij de goed onderhou-den relatie met de werknemers en de aandacht voor goede, duidelijke communicatie. Sinds de intrede van het internet wordt dit voor ons alleen gemakkelijker.

De uitdaging is nu de syndicale wer-king uit te bereiden naar Mattheesen en Waaslandia om in groepsverband te werken. Na de verkiezingen van 15 mei zal er een OR komen voor de drie ves-tigingsplaatsen en twee CPBW’s, een voor de provincie Antwerpen en een voor de provincie Oost-Vlaanderen.

3. Na acht jaar vakbondswerk met succes, kan ik niet anders dan opkomen voor deze werknemers. De voldoening en de waardering die ik krijg, geeft mij de motivatie om verder te doen.

4. Ik zie het als mijn taak om er voor te zorgen dat de sociale

wetgeving door de werkgever wordt toegepast.

Dat er voor de problemen van de werknemers samen met de werkge-ver een oplossing wordt gevonden. Dit zijn o.a. het plaatsen van sanitaire voorzieningen aan de eindhaltes van het stadsnet te Lier. Ook wordt er ge-tracht om de definitieve contracten betreffende het minder-hinder-plan binnen te halen. De chauffeurs (25-tal) die momenteel deze diensten uitvoe-ren hebben hierdoor werkzekerheid naar de toekomst toe.

Nu we naar de verkiezingen gaan als groep is het voor mij als hoofdafge-vaardigde weer een uitdaging om mee te zoeken naar goede en sterke kandidaten om samen als een hecht team naar de verkiezingen te gaan.

5. Sinds mijn jeugd ben ik al bij het ACV

aangesloten net als mijn ouders. Toen ik mezelf in 2000 verkiesbaar stelde en verkozen werd, heb ik de werking van het ACV beter leren kennen. Ik heb ervaren dat het ACV vlot informatie doorgeeft en ook een sterke commu-nicatie beheert.

Binnen deze vakbond wordt er hard gewerkt aan de relatie

tussen de vakbondsecretarissen en de afgevaardigden die in de bedrijven werken.

6. Kwaliteit en Arbeid: Meer aandacht voor de kwaliteit van de arbeid door de werknemers te voorzien van goed materiaal en betere werkomstandig-heden wat hun gezondheid en presta-ties ten goede komt.

Loon en inkomen: Herwaardering van de koopkracht, een vereenvoudigd loonsysteem en een transparante, overzichtelijke loonbrief die leesbaar is voor iedereen.

Werk, gezin en vrije tijd: Iedereen heeft naast zijn werk recht op een fa-miliaal en sociaal leven.

Eindeloopbaan: Na een actieve werk-loopbaan moet men ook nog kunnen genieten van het leven.

7. Als ik de kiezers een goede raad mag geven: We staan voor een grote uit-daging omdat we naar de verkiezin-gen gaan voor de verenigde groep Waaslandia. Het is heel belangrijk dat we kunnen starten met een hecht team dat bestaat uit sterke en gemo-tiveerde kandidaten zodat we een vol-waardige tegenpartij vormen tegen-over de werkgever.

Marc Haubrechts

1. Ik word in mei 52 jaar, ben gehuwd en vader van 3 kinderen (1 dochter en 2 zonen) en opa van een kleindochter van bijna 1 jaar.

Interesses: het zo goed als mogelijk

Page 9: De Nieuwe Tijd - april 2008

9

begeleiden van de kinderen in hun opvoeding en hen steunen in de weg die ze willen volgen.

Ik ben sinds 1 maart 1976 aangesloten bij het ACV, steeds actief in het dage-lijks bestuur en sinds 2 jaar voorzitter van het ACV op de Nationale Loterij.

2. Ik werk sinds 1 januari 1979 op de Nationale Loterij. In de ondernemings-raad worden de mensen momenteel vertegenwoordigd door 3 vakbonden: de liberale vakbond VSOA, het ACOD en wijzelf.

De Nationale Loterij heeft nood aan een beleid voor het versterken van haar positie in een steeds evoluerende globale markt binnen een veeleisende maatschappij.

3. Ik ben kandidaat in de ondernemings-raad voor de sociale verkiezingen om-dat ik wil opkomen voor de situatie van collega’s, opkomen voor hun rechten, vechten tegen onrechtvaardigheden en bestaande discriminaties en mee zoeken naar een oplossing van de be-staande problemen en dit samen met een sterk team.

4. Ik moet me steeds goed informeren over de veranderende situaties in de onderneming, meer bepaald de wij-ziging van het oude naar het nieuwe statuut voor de ondernemer, het nieuwe arbeidsreglement dat dient onderhandeld te worden, de nieuwe verloningspolitiek, de functieclassifi-catie enz…

Het zal zaak zijn om steeds zeer alert te blijven in het overleg met de werk-gever om een zo rechtvaardig moge-lijke regeling voor al onze collega’s te realiseren.

5. omdat:

1) het ACV actiegericht is en strijdbaar door overleg, zoveel als het kan en ac-tie, zoveel als het moet

2) het ACV verschilt door zijn visie op mens en samenleving, zijn interne so-lidariteit, zijn inzet voor de zwaksten en gelijke kansen

3) het ACV is een vakbond van waarden. Niet de structuren maar de mens staat eerst en de waardigheid van elke per-soon.

6. De belangrijkste programmapunten zijn:

voor de ondernemingsraad: voltooi-ing van de functieclassificatie en het arbeidsreglement, uitwerking van een rechtvaardig, transparant en positief evaluatie- en bonussysteem, uitwer-king van een zinvol loopbaanplan met de aangepaste verloning, het afsluiten van interprofessionele akkoorden in het kader van het Paritair Comité van de openbare loterijen, in het bijzonder

met het oog op loonsverhoging bij het verdwijnen van de automatische biënnales.

7. De kiezers ervan trachten te overtui-gen dat, als ze voor ons stemmen en ons hun vertrouwen geven, wij steeds voor iedereen een rechtvaardige re-geling zullen eisen i.v.m het arbeids-reglement, het nieuwe loonbeleid, de nieuwe bonusregeling voor degenen die een nieuw contract hebben ge-tekend en voor degenen die nog een oud contract hebben dat zij niet als “een uitdovend kader” worden aan-zien.

Wij zullen steeds opkomen voor alle personeelsleden, voor openheid in het beleid, nastreven van respect voor de werknemers, zowel op de hoofdze-tel als in de regionale kantoren als in het distributiecentrum te Jette.

Nastreven van welzijn op het werk en zoveel mogelijk vooruitgang om de combinatie arbeid – gezin werkbaar te maken.

Marc Van den Broeck

1. Ik ben Marc Van den broeck, 40 jaar en werk als HR-consultant bij Ascento, een onderdeel van de t-groep. Ik werkte hiervoor bij de VDAB en heb dus de overgang meegemaakt van de openbare sector naar de privé. Dit jaar is het de tweede keer dat ik kandidaat ben voor de sociale verkiezingen voor de ondernemingsraad en het Comité.

2. De t-groep is sinds 2002 geprivatiseerd uit de VDAB. Ik werk binnen Ascento, wat zich meer concentreert op re-krutering, selectie, outplacement en doorstroming. In deze wereld met veel concurrentie heeft de t-groep toch een plekje weten te veroveren. We werken er met ongeveer 400 per-soneelsleden. De syndicale sfeer bin-nen de onderneming is relatief goed. We worden wel gehoord, maar om echt iets gedaan te krijgen, is er heel wat meer moeite nodig.

3. De eerste keer dat ze mij vroegen om me kandidaat te stellen heb ik toch even getwijfeld. Ik had niet echt een vakbondsverleden en werkte toen nog op de personeelsdienst. Toch zag ik de nood in aan mensen op het veld om de zaken wat in de gaten te hou-den en de werkgever niet zomaar vrij spel te geven. Ook na de privatisering vond ik dat enkele zaken veel mense-lijker hadden kunnen gebeuren. Dit engagement wil ik nu gewoon verder zetten.

4. De campagne verloopt eigenlijk vrij rustig. We proberen om zoveel moge-lijk in de verschillende kantoren per-soonlijk langs te gaan om foldertjes uit te delen. We hebben er zelfs een klein wedstrijdje aan verbonden, om de mensen meer betrokken te krijgen bij onze campagne. Wanneer ze enke-le eenvoudige vragen goed oplossen, maken ze kans op filmtickets.

5. De onderhandelingen rond de privati-sering van de t-groep heb ik destijds nog gevolgd aan werkgeverszijde (aangezien ik op de personeelsdienst werkte). Ik merkte toen toch op dat het ACV echt constructief heeft mee-gewerkt, telkens met goede argumen-ten, goed onderbouwd, met respect voor de verschillende standpunten, sereen en ernstig. En dit vind ik alle-maal heel belangrijke waarden.

6. Wij vrezen dat wij als bedrijf opnieuw zullen verkocht worden. We willen dan ook, als het zo ver is, alles goed opvol-gen en de belangen van de werkne-mers verdedigen. Hierbij is het vooral belangrijk dat alles op een menswaar-dige manier gebeurt, ook als er pijn-lijke beslissingen moeten genomen worden. Daarnaast is het vooral be-langrijk dat we de wensen en vragen van de personeelsleden consulteren en opvolgen, want er zijn vaak grote verschillen tussen de verschillende locaties. Input van het personeel is daarom cruciaal.

Een persoonlijk doel is om nog meer een aanspreekpunt te zijn voor alle personeelsleden.

7. Ik wil onze kiezers vooral vragen om waakzaam te zijn: zorg ervoor dat je geïnformeerd bent over wat er ge-beurt in de OR en binnen het CPBW. Er staat te veel op stapel om de zaken gewoon op hun beloop te laten. Een stem voor het ACV is geen wegge-gooide stem!

Page 10: De Nieuwe Tijd - april 2008

10

Acties dwingen Overheid tot echte onderhandelingen

Voorakkoord over luik koopkracht Sectoraal Akkoord 2008-2009

Vlaamse Overheid ACV openbare diensten

De eisen

Het prioritaire punt in de eisenbundels van de vakbonden was de vraag naar een ernstige verhoging van de koopkracht. Toen de Overheid deze vraag afdeed als een lachertje en meende te moeten counteren met een “onderhandelingsdocument” dat zowat de ontmanteling betekende van het Statuut, m.i.v. een regelrechte ontslagregeling voor ambtenaren, was duidelijk dat verder praten geen zin meer had.

Actie

Voor het eerst in haar geschiedenis werd de Vlaamse Gemeenschap geconfronteerd met een week van staking en syndicale acties. Om strategische redenen werden de acties per provincie georganiseerd. Iedere dag van de week werd er tel-kens in een andere provincie gestaakt en werden er één of meer “prikacties” gevoerd. West-Vlaanderen mocht de spits afbijten. De Vandammesluis werd voor een 2-tal uurtjes bezet. Dinsdag was het de beurt aan Oost-Vlaanderen. De sluizencom-plexen van Evergem en Merelbeke werden aangedaan door een groep actievoerders. De brug van Zelzate op de ring rond Gent werd voor anderhalf uur bezet. In Antwerpen werd het VAC afgesloten. De sluizen van Wijnegem en Zandvliet werden platgelegd. Verschillende kunstwerken op het Zeekanaal werden tijdelijk afgesloten.In Limburg ging –na het VAC- de sluis van Genk voor een paar uur dicht.Als slot werden op vrijdag alle grote administratieve gebou-wen in Brussel bezet en werd er gemanifesteerd aan het Martelarenplein.

Spijtig dat de overheid en sommige patroonsorganisaties het nodig vonden om de in tijd en omvang beperkte acties in de media af te branden. Deze georkestreerde beschadigingsope-ratie is door de actievoerders zeer slecht onthaald en was de directe aanleiding voor het voortzetten en uitbreiden van de acties op de waterwegen.

Een kale reis

Ondanks de succesvolle acties en de massale opkomst voor de optocht en manifestatie naar het Martelarenplein, leek de over-heid maar niet te willen zwichten. Blijkbaar vindt de overheid

het normaal dat ze schaamteloos het geld van de belastingbe-taler kan uitgeven. Cadeau’s uitdelen aan de gemeenten, de topambtenaren –toch geen knelpuntberoep- een riante opslag geven en niets over hebben voor de hardwerkende, gewone personeelsleden… Schande!De schuchtere pogingen van de minister van Bestuurszaken om tot een onderhandelde oplossing te komen, werden door de minister-president vakkundig de nek om gewrongen. De ontgoocheling over het debacle op het Martelarenplein had tot gevolg dat de sluizencomplexen op de Leie en Bovenschelde onmiddellijk en voor onbepaalde tijd plat gingen…

De nacht brengt raad?

De voortgezette acties op de waterwegen en de dreiging van de loodsen om na het Paasweekend het werk neer te leggen, hebben uiteindelijk de overheid tot andere gedachten ge-dwongen. Nog voor de onderhandelaars vrijdagavond Brussel verlaten hadden, kwam er van uit het kabinet van de minister-president de bede om toch nog een poging te ondernemen om de onderhandelingen vlot te trekken. Paaszaterdag om 12 uur werden –eerst nog in het grootste geheim- de gesprekken her-vat. De sfeer was stukken beter, de wil om te kunnen landen was duidelijk aanwezig. Uiteindelijk werd na een 4-tal uurtjes praten een verdedigbaar voorakkoord bereikt over het luik koopkracht van het Sectoraal Akkoord 2008-2009.

Een voorakkoord

Uiteindelijk is er een voorakkoord uit de bus kunnen komen na een forse verhoging van de financiële middelen. Het initiële budget van 3,93 miljoen euro was door het uitstellen van een aantal maatregelen en wat hogere wiskunde al opgetrokken tot 7,05 miljoen. Waar de onderhandelaars vrijdag nog gestrand waren op een kleine 19 miljoen was zaterdag toch plots nog 5,5 miljoen extra gevonden. Net genoeg om een verdedigbaar voorakkoord te bereiken.

Door de onwrikbare houding van de overheid waren de onderhandelingen over het Sectoraal Akkoord

2008-2009 quasi onmiddellijk afgesprongen. Onwil om voldoende budgettaire middelen vrij te maken en een pro-vocatief onderhandelingsdocument maakten alle verdere besprekingen zinloos. Op de voldongen-feiten-strategie van de overheid bleef er maar één antwoord mogelijk: staking.

Page 11: De Nieuwe Tijd - april 2008

Vlaamse Overheid ACV openbare diensten

11

Verdedigbaar resultaat?

De resultaten mogen gezien worden. Voor alle personeelsle-den is een belangrijke koopkrachtstijging gerealiseerd. Voor alle personeelsleden komt er een lineaire baremieke verhoging van 2%, weliswaar afgetopt op € 50/per maand aan de huidige index. Daarbovenop wordt het werknemersaandeel in de maal-tijdcheques teruggebracht tot het strikte minimum van € 1,09. Voor personeelsleden die nu reeds op het wettelijke minimum zitten, worden compenserende maatregelen uitgewerkt.De combinatie van deze maatregelen zorgen voor de volgende koopkrachtstijging:

Niveauverhoging

koopkracht% personeel subtotaal

D1 > 5 % 24,0 % 24 %

C1 4,5 - 5 % 21,4 % 45,4 %

A1, D2, D3 3,5 - 4 % 31,3 % 76,6 %

C2, C3, B1, B2, B3 2,5 - 3 % 19,6 % 96,2 %

A2 2 - 2,5 % 3,4 %

A3, A4 1 - 1,5 % 0,4 %

100,1 % 100 %

Belangrijk is ook het inslikken van een aantal elementen uit het “onderhandelingsdocument” van de overheid. Zo is de ontslagregeling met outplacement voor personeelsleden die niet actief meewerken aan hun herplaatsing, het invoe-ren van disponibiliteit na uitputting van het ziektekrediet en het evenredig verminderen van het aantal vakantiedagen in geval van ziekte definitief geschrapt. Over alle andere ele-menten uit de verschillende eisenbundels, moet verder on-derhandeld worden.

De hoofdmilitanten hebben dit voorakkoord unaniem goed-gekeurd in de bijeenkomst van de Subsector van de Vlaamse Gemeenschap van 2 april ’08.

Echt onderhandelen

Nu het voorakkoord aanvaard is, kunnen de onderhandelin-gen over het Sectoraal Akkoord 2008-2009 opnieuw opge-start worden. Wel is het duidelijk dat de budgettaire enve-loppe zo goed als opgebruik is aan de maatregelen voor de stijging van de koopkracht.Toch beloven het –gezien de ver uit elkaar liggende stand-punten in de verschillende eisenbundels- nog moeilijke on-derhandelingen te worden.

Dank aan allen die de – jammer genoeg noodzakelijke – ac-ties tot een succes gemaakt hebben.

Page 12: De Nieuwe Tijd - april 2008

Studiedag (on)betaalbaarheid van de pensioenen in de lokale sector?!

Recent werden een aantal onderzoeksrapporten gepubliceerd over de pensioenproblematiek bij de lokale besturen. Deze leggen de vinger op de wonde. Er is een probleem en de situatie is acuut, maar het is niet eenvoudig om de juiste antwoorden en oplossingen te vinden. De problematiek is immers complex en er spelen verschillende factoren mee. De lokale besturen vergrijzen, het aantal statutaire personeelsleden kent een neerwaartse trend, de privatisering van openbare ziekenhuizen heeft een negatieve impact. Het is maar een greep uit elementen waardoor de financieringsbasis voor de pensioenen krimpt. Hoe werken we aan een betaalbaar pensioenbeleid naar de toekomst? Aanleidingen genoeg dus voor ACV-Openbare Diensten om hierover een studiedag te organiseren op 18 maart.

Situering pensioenpools van de (provinciale en) plaatselijke besturen

Jan Gysen, administrateur-generaal van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de Provinciale en Plaatselijke Overheidsdiensten (RSZPPO) schetste de historiek van de pensioenregeling voor de lokale en provinciale sector en het systeem van de verschillende pools.

- Pool 1: het gemeenschappelijk pensioenstelsel van de lokale overheden (sinds 1987) wordt afzonderlijk beheerd door de RSZPPO;

- Pool 2: het pensioenstelsel van de nieuw bij de RSZPPO aangesloten besturen (vanaf 1994) en wordt afzonderlijk beheerd door de RSZPPO;

- Pool 3: bij een voorzorgsinstelling aangesloten besturen, dit is een instelling die is opgericht voor het voeren van het beheer over collectieve rust- en overlevingspensioenfondsen;

- Pool 4: de besturen met een eigen pensioenfonds; - Pool 5: Fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie (is in

handen van de Pensioendienst voor de Overheidssector).

8

% werkgevers actieven gepensioneerden verhouding Pool 1 60.272 30.544 26,81%Pool 2 11.818 4.927 36,81%Pool 3 41.725 onbekend 57,18 %(*) Pool 4 8.314 onbekend 36,29 %(*)

85%

15%

12

(on)betaalbaarheid van de pensioenen

in de lokale sector

Lokale & Regionale Besturen ACV openbare diensten

Situering pensioenpools van de (provinciale en) plaatselijke besturen

Jan Gysen, administrateur-generaal van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de Provinciale en Plaatselijke Overheidsdiensten (RSZPPO) schetste de historiek van de pensi-oenregeling voor de lokale en provinciale sector en het systeem van de verschillende pools.

• Pool 1: het gemeenschappelijk pensioenstelsel van de lokale overheden (sinds 1987) wordt afzonderlijk beheerd door de RSZPPO;

• Pool 2: het pensioenstelsel van de nieuw bij de RSZPPO aan-gesloten besturen (vanaf 1994) en wordt afzonderlijk beheerd door de RSZPPO;

• Pool 3: bij een voorzorgsinstelling aangesloten besturen, dit is een instelling die is opgericht voor het voeren van het be-heer over collectieve rust- en overlevingspensioenfondsen;

• Pool 4: de besturen met een eigen pensioenfonds;

• Pool 5: Fonds voor de pensioenen van de geïntegreer-de politie (is in handen van de Pensioendienst voor de Overheidssector).

Bijdragepercentage pool 1 en pool 2Voor pool 1 bedraagt het bijdragepercentage, dat een afgeleide is van de pensioenuitgaven en de statutaire loonmassa, sinds 1997 onveranderd 27,50%. Voor pool 2 was er lange tijd hetzelf-de percentage. In 2005 ontstond er een ontkoppeling waarbij het bijdragepercentage voor pool 1 met 2% werd verhoogd tot 29,50%. Voor pool 2 kwam er een verhoging tot 32,50% in 2006 en 34,50% in 2007 alsook voor 2008.

Reserves als instrumenten van beheer in kader pensioenfinan-ciering

Bij de RSZPPO is een egalisatiefonds ingesteld. Dit fonds wordt gespijsd door de inhouding van 13,07% op het volledige bedrag van het vakantiegeld van de publieke sector, betaald aan de per-soneelsleden van de plaatselijke besturen in de ruime zin (tijde-lijken en vastbenoemden).Het is de bedoeling dat de opbrengst van het egalisatiefonds uitsluitend naar de gesolidariseerde pensioenstelsels zou gaan (pool 1 en 2), daar waar de anderen hebben gekozen voor auto-noom beheer van hun pensioenfonds.

De boni van de kinderbijslag vormt een tweede beheersinstru-ment. Het bestaat uit het overschot en de intresten van de kin-derbijslag. De gerealiseerde boni komen hier niet enkel tege-moet aan diegenen die in het solidair systeem zitten, maar gaat ook naar de aangeslotenen in pool 3. Het deel van de boni dat toekomt aan de besturen met een eigen pensioenfonds blijft ingeschreven op het reservefonds van de pensioenen van de rijksdienst.

Vier elementen voor de probleemstelling vandaag

De volgende vier elementen liggen aan de grondslag van de fi-nancieringsproblematiek van de pensioenen lokale sector:

1. Gevolgen fusie gemeenten sinds 1976 komen nu pas tot ui-ting inzake de financiering van de pensioenen, waarbij kern-gemeenten die niet waren aangesloten bij het gemeenschap-pelijk pensioenstelsel van de RSZPPO soms ‘randgemeenten’ overnamen die wel waren aangesloten. Vastbenoemde per-soneelsleden uit de gefusioneerde omliggende gemeenten bleven aangesloten bij het gemeenschappelijk pensioenstel-sel, terwijl de nieuwe statutaire personeelsleden van de fusie-gemeenten niet toetraden tot dat solidair stelsel. Daardoor werd een uitdovend personeelskader van ambtenaren ge-creëerd waarvan de pensioenen voor rekening zijn van het gemeenschappelijk stelsel, zonder dat daar op termijn nog inkomsten tegenover staan. De wetgeving voorziet in geen enkele vorm van compensatie!

2. Gevolgen fusiepolitiek ziekenhuizen (lees verder).

3. Wanverhouding statutair/contractueel personeel: De tabel met de evolutie 1987-2007 van de procentuele verhouding aantal statutairen/contractuelen spreekt voor zich.

R ecent werden een aantal onderzoeksrapporten gepubli-ceerd over de pensioenproblematiek bij de lokale bestu-

ren. Deze leggen de vinger op de wonde. Er is een probleem en de situatie is acuut, maar het is niet eenvoudig om de juiste antwoorden en oplossingen te vinden. De problematiek is im-mers complex en er spelen verschillende factoren mee.De lokale besturen vergrijzen, het aantal statutaire perso-neelsleden kent een neerwaartse trend, de privatisering van openbare ziekenhuizen heeft een negatieve impact. Het is maar een greep uit elementen waardoor de financieringsba-sis voor de pensioenen krimpt.Hoe werken we aan een betaalbaar pensioenbeleid naar de toekomst?Aanleidingen genoeg dus voor ACV-Openbare Diensten om hierover een studiedag te organiseren op 18 maart.

Page 13: De Nieuwe Tijd - april 2008

5

EV O LU TIE 19 87-2007

5941349.55530.7728.17026.41526 .34251.10559 .543147.2082007

5743329.57430.31015 .94723.00123 .95450.01557 .139129.2082005

5545318.21929.04015 .92837.8079.68250.32253 .345122.0952003

5149271.86523 .89644.9526.37658.97349 .98587 .6831997

4951247.52959 .92011.52310455.46345 .16575 .3541994

3763220.36482 .04555.90635 .73646 .6771987

%C O N TR

%STATTO TA ALPO O L 5PO O L 4PO O L 3PO O L 2PO O L 1G EC OC O N TRJA A R

Het aantal statutaire personeelsleden daalt, en dat in het voordeel van een toenemende contractuele tewerkstelling. Dergelijke evolutie is nefast voor de pensioenfinanciering die vertrekt van een repartitiesysteem onder de groep van gerechtigden op een ambtenarenpensioen. Tevens zou het stelsel van de geco’s (gesubsidieerde contractuelen) moeten geëvalueerd worden. Waar het aanvankelijk een sociaal tewerkstellingsprogramma was, stellen we de uitholling van het systeem vast. Geco’s zijn terug te vinden in gekwalificeerde jobs, waardoor we een oneigenlijke subsidiëring krijgen van tewerkstellingsplaatsen. De besturen die er een sport van maken om contractuelen aan te werven, wentelen de financiering van de stijgende pensioenlasten af op de anderen, en zetten hiermee de gesolidariseerde pensioenstelsels onder druk. Het stopzetten van de afbouwpolitiek van de statutaire tewerkstelling zou al een oplossing kunnen zijn.

4. Effecten politiehervorming: De politiekorpsen kennen een hoge statutaire tewerkstellingsgraad. Als gevolg van de politiehervorming werd een groot aantal statutaire personeelsleden onttrokken aan de andere pools door de oprichting van een eigen fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie (pool 5).

De vier elementen versterken elkaar waardoor de situatie onhoudbaar wordt. Op basis van een gedegen analyse en beschrijving van de naakte feiten, kan men de juiste beleidskeuzes maken en kunnen de pensioenen betaalbaar zijn. Hoe dan ook zal er een bredere solidarisering moeten komen.

De lokale openbare ziekenhuis- en rusthuissector

Prof. Dr. Jozef Pacolet van het Hoger Instituut voor de Arbeid (HIVA) gaf een overzicht van de evolutie, huidige situatie in de lokale openbare ziekenhuis- en rusthuissector en de implicaties voor de pensioenen.

13

Lokale & Regionale Besturen ACV openbare diensten

Het aantal statutaire personeelsleden daalt, en dat in het voordeel van een toenemende contractuele tewerkstelling. Dergelijke evolutie is nefast voor de pensioenfinanciering die vertrekt van een repartitiesysteem onder de groep van ge-rechtigden op een ambtenarenpensioen.Tevens zou het stelsel van de geco’s (gesubsidieerde contrac-tuelen) moeten geëvalueerd worden. Waar het aanvankelijk een sociaal tewerkstellingsprogramma was, stellen we de uitholling van het systeem vast. Geco’s zijn terug te vinden in gekwalificeerde jobs, waardoor we een oneigenlijke subsi-diëring krijgen van tewerkstellingsplaatsen.De besturen die er een sport van maken om contractuelen aan te werven, wentelen de financiering van de stijgende pensioenlasten af op de anderen, en zetten hiermee de geso-lidariseerde pensioenstelsels onder druk.Het stopzetten van de afbouwpolitiek van de statutaire te-werkstelling zou al een oplossing kunnen zijn.

4. Effecten politiehervorming: De politiekorpsen kennen een hoge statutaire tewerkstellingsgraad. Als gevolg van de poli-tiehervorming werd een groot aantal statutaire personeelsle-den onttrokken aan de andere pools door de oprichting van een eigen fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie (pool 5).

De vier elementen versterken elkaar waardoor de situatie on-houdbaar wordt. Op basis van een gedegen analyse en beschrij-ving van de naakte feiten, kan men de juiste beleidskeuzes ma-ken en kunnen de pensioenen betaalbaar zijn. Hoe dan ook zal er een bredere solidarisering moeten komen.

De lokale openbare ziekenhuis- en rusthuissector

Prof. Dr. Jozef Pacolet van het Hoger Instituut voor de Arbeid (HIVA) gaf een overzicht van de evolutie, de huidige situatie in de lokale openbare ziekenhuis- en rusthuissector en de implicaties voor de pensioenen.

De werkgelegenheid in de lokale openbare ziekenhuissector verliest terrein. Er is een afbouw ten gunste van de privé. Ook daar krijgen we een neerwaartse trend van de statutaire tewerk-stelling.

Gevolgen fusiepolitiek ziekenhuizen

De fusiepolitiek van de ziekenhuizen heeft ook gevolgen voor de financiering van de pensioenen, waarbij de vastbenoemde personeelsleden zijn overgeheveld naar het private ziekenhuis, en daar een uitdovend personeelskader zijn. Ook hier resulteert dergelijke evolutie in een afwenteling van de pensioenlast van het gefusioneerde ziekenhuis op de andere besturen binnen pool 2, zonder enige compensatie.Vraag is welk beleid men gaat voeren in de toekomst. Gaat men opnieuw vast benoemen of niet? Gaat men gedetacheerde en gepensioneerde statutaire personeelsleden vervangen door statutairen?

En de openbare rusthuizen?De openbare rusthuissector heeft totnogtoe stand gehouden. Op de 755 rusthuizen in Vlaanderen zijn er 242 openbaar. Doch de private sector zit te lonken naar de openbare rusthuizen. Het aandeel vastbenoemden is ook lager in de lokale openbare rust-huizen. In 2004 was slechts 35,9% nog vastbenoemd (tegenover 53,5% vastbenoemden in de ziekenhuissector).Het grootste deel (80,5% in 2004) maakt deel uit van pool 1, en 19% van pool 3 en 4.Door de grote verschuiving naar de contractuele tewerkstelling kennen we een afkalving van het ambtenarenpensioen en de grotere vraag naar een aanvullend pensioen of tweede pensi-oenpijler.

In het volgende nummer van de Nieuwe Tijd bekijken we de uit-eenzetting van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten en geven we het standpunt van ACV-Openbare Diensten weer.

Page 14: De Nieuwe Tijd - april 2008

14

OCMW-decreet: Protocol van niet-akkoord

Lokale & Regionale Besturen ACV openbare diensten

Weinig respect voor het sociaal overlegDoor deze timing werd een ruime raad-pleging van de achterban onmogelijk. Dergelijke werkwijze getuigt van weinig respect voor het sectoraal overleg in de lokale sector. Op onze vraag kregen we voor de standpuntbepaling nog respijt tot 27 maart. We hebben dus op korte ter-mijn een terugkoppeling moeten doen. Resultaat: een protocol van niet-akkoord met een aantal principiële bedenkingen en knelpunten.

Geen fundamenteel debat over verzelfstandiging van dienstenHet voorontwerp van OCMW-decreet gaat het fundamenteel debat over de verzelfstandiging van diensten uit de weg waardoor er geen sprake is van een coherente aanpak, en een discussie ten gronde wordt uitgesteld. De verzelfstan-diging in het kader van het OCMW is nu actuele besprekingsmaterie in de plaat-selijke besturen, en zal later besproken worden bij de evaluatie van het decreet van 6 juli 2001 houdende de interge-meentelijke samenwerking. Ook het vastleggen van een modern kader voor publiek-private samenwerking komt later eens aan bod.Ernstig overleg met de vakbonden over de discussies in het kader van verzelf-standiging moet gegarandeerd worden.

Verdere uitholling van de statutaire tewerkstellingHet uitgangspunt blijft dat het OCMW bestaat uit personeelsleden in statutair dienstverband. Maar het decreet voorziet een aantal bijkomende afwijkingsmo-gelijkheden inzake contractuele tewerk-stelling. Dit is een verdere uitholling en afbouw van de statutaire tewerkstelling. Momenteel zijn er maar liefst negen af-

wijkingsmogelijkheden, bijvoorbeeld de maatschappelijk werkers van het OCMW en hulppersoneel. Vraag is voor welke functies men nog statutair moet werven? Het ACV-Openbare Diensten vindt dat de Vlaamse Regering kleur moet bekennen in wat ze wil. Men voert nu een twee-ge-zichten-politiek. Wij zien het als een poli-tieke keuze voor verder gaande contrac-tualisering. Contractuele tewerkstelling maakt tevens de stap naar het afstoten en privatiseren van diensten gemakke-lijker, met als gevolg een afbouw van de openbare dienstverlening. Wij pleiten voor het behoud van de tewerkstelling binnen een openbaar kader.Ook voor de pensioenen in de lokale zorgt de verruiming van de contractuele tewerkstelling voor een steeds kleinere financieringsbasis.

Lappendeken aan statutenIn de praktijk is het mogelijk dat voor di-verse personeelsgroepen aparte rechts-positieregelingen worden onderhandeld. Binnen eenzelfde gemeente gaan er dus verschillende rechtspositieregelingen be- staan. Wat met de coherentie en samen-hang van de personeelsstatuten?Het noodzakelijke minimale kader dat hiervoor nodig is, wordt bepaald in een artikel van het voorontwerp van OCMW-decreet. Maar de discussie hierover wordt nu ontweken, en zal pas later gevoerd worden.Voor ons is het nu niet duidelijk welke richting het beleid uit wil. Gaat men mi-nimale voorwaarden voor bepaalde per-soneelsgroepen uitwerken? Gaat men daarin ook de afwijkingen uitwerken?Het ACV-Openbare Diensten vraagt be-hoorlijk overleg over het minimale kader.

Respect voor de eigenheid van het OCMW?Het OCMW-decreet maakt het mogelijk dat een gemeentesecretaris ook secreta-ris van het OCMW kan zijn. Tevens kan een in de gemeente tewerkgestelde maat-schappelijk werker de functie uitoefenen bij het OCMW. ACV-Openbare Diensten is geen voorstander van deze mogelijkheid tot het delen van functies. Wij kunnen ons niet van de indruk ontdoen dat men de eigenheid van het OCMW niet naar waarde schat en respecteert.

Politisering van de administratieHet is onaanvaardbaar dat de OCMW-voorzitter met raadgevende stem deel uitmaakt van het managementteam. Dit kan leiden tot een politisering van de ad-ministratie. Wat met het principe van de responsabilisering van het topmanage-ment? Blijkbaar wenst men via een aan-passing van het Gemeentedecreet het-zelfde principe ook daar in te voeren. De door het OCMW bezoldigde personeels-leden en de gezondheidsberoepen kun-nen geen deel uitmaken van de OCMW-raad. Wij vinden dat ook het personeel van de gemeente die door het OCMW wordt bediend geen deel kan uitmaken van de raad voor het maatschappelijk welzijn.

Delegatie van bevoegdhedenDe delegatie van bevoegdheden op vlak van aanstelling, ontslag en tucht aan de secretaris is een probleem, vooral dan voor het aspect tucht, waarbij de ver-antwoordelijkheid wordt gelegd bij één persoon.

Combinatie OCMW-secretaris en vakbondHet OCMW-decreet stelt dat de secretaris van het OCMW geen vakbondsafgevaar-digde kan zijn in de lokale besturen van de gemeente waar hij is tewerkgesteld.Wij gaan akkoord met het principe dat een secretaris om deontologische re-denen niet als vakbondsafgevaardigde kan zetelen in de overlegcomités van de gemeente die door het OCMW wordt bediend, noch de prerogatieven als afge-vaardigde kan uitoefenen. Maar de se-cretaris moet wel lid kunnen zijn van een vakorganisatie en militeren (vrijheid van vereniging).

Geen draagvlakAlle representatieve vakorganisaties en zelfs de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) hebben het pro-tocol over het voorontwerp van OCMW-decreet voor niet-akkoord getekend. Er is dus geen draagvlak voor het OCMW-decreet bij de sociale partners in de lo-kale sector. Zou dat bij de politici een bel-letje doen rinkelen?

Op 15 februari 2008 keurde de Vlaamse Regering het vooront-

werp van OCMW-decreet principieel goed. De onderhandelingen in het Comité C1 volgden al op 5 maart 2008 met de mededeling dat er niet meer tijd zou aan besteed worden. Snel af-haspelen was de boodschap.

Page 15: De Nieuwe Tijd - april 2008

15

Voor een goede werking: best in 1 gebouw

Er werd beslist zonder deftige onderhan-delingen, een deel van het personeel on-der te brengen in de WTCII, in de buurt van het Brusselse Noordstation. Vanuit onze kern van ACV-Openbare Diensten hebben we ons toen reeds gekant tegen deze verhuis, aangezien men voor een deftige werking van de diensten best in één gebouw gehuisvest is.

Eind 1999 begin 2000 was het zover, een groot deel van de collega’s werd verhuisd naar de WTCII, op dat ogenblik was er nog geen vuiltje aan de lucht.De eerstvolgende jaren hadden we een jaarlijks rondgang, met de verhuurder, de Post (die toen nog hoofdhuurder was) en de Regie der gebouwen.Telkens werden méér en méér manke-menten vastgesteld, maar werd er nooit iets ondernomen om deze te verhelpen.Uiteindelijk kwam ook uit waarom, er moesten nieuwe zonneweringen gehan-gen worden, maar dit mocht niet van de Post, want er zat asbest in het gebouw.Voor ons was dit een grote klap in het gezicht, aangezien men ons voor de ver-huis een attest had afgeleverd dat WTCII asbestvrij was.

De Post had ondertussen een rechtszaak lopen tegen de eigenaars, en kon hier-door hun contract opzeggen om te ver-huizen naar een ander gebouw.Wij hebben toen ook actie ondernomen, toenmalig minister Van den Brempt erbij gehaald, die met mooie beloftes aan-kwam over veiligheid en veel van dat soort fraais, maar concreet gebeurde er niks voor ons personeel!

Verouderd gebouw

Als ACV hebben wij altijd geprobeerd om ons personeel uit dat gebouw te krijgen en naar een ander te verhuizen, er waren opties en gebouwen genoeg.

Maar we bleven steeds in het ongewis-se, zeker omdat de voorzitster van het Directiecomité, Mej. De Knop bleef her-halen, dat zijzelf er tegen was, dat DVZ naar de WTC zou verhuizen en er alles zou aan doen om ons in een gezond ge-bouw te krijgen.Een kleine 2 jaar terug hadden wij ech-ter informeel vernomen dat er politiek al geregeld was dat wij inderdaad allemaal naar de WTCII gingen verhuizen.Toen dit werd aangehaald, werd de Voorzitster van het Directiecomité bijna razend en stelde dat het ongehoord was, dat we zelfs zoiets durfden insinueren, en ze bleef er op hameren dat ze alles ging doen om dit te voorkomen.

Deze mooie woorden waren jammer genoeg van zéér korte duur. Een drietal weken nadien kregen we een officiële nota met de bevestiging van onze ver-moedens, dat op de ministerraad werd beslist dat de ganse ploeg van DVZ naar de WTCII zou verhuizen.Sindsdien hebben we niet stilgezeten, maar geraken we moeilijk vooruit.Er werd ons een mooie renovatie van het gebouw voorgesteld, we kregen zelfs een paar prachtig gerenoveerde verdie-pingen te zien van de Post,De enige opmerking voor ons was op dit moment, dat we geen vasttapijt maar vi-nyl als vloerbedekking wilden.De manier waarop het asbest zou verwij-derd en ingekapseld worden, leek ons in orde en ook volgens de regelgeving be-treffende asbestverwijdering.Toen men echter aan de werken begon, bleek al gauw dat de Preventiedienst van Binnenlandse Zaken, zelfs niet eens over een recente asbestinventaris beschikte, en dat is zo tot op heden. De Regie der Gebouwen weigert deze door te geven, hoewel we wettelijk recht op inzage heb-ben.We begrijpen nu waarom de vakbonden werden geweerd uit de werkgroep ver-huis van DVZ!

Enkele weken geleden echter werden we uitgenodigd om twee gerenoveerde verdiepingen te gaan bekijken, een echte ramp was dit!De lokalen zijn immens groot en totaal ongezellig, ze staan vol palen voor de bekabelingen, de vinyl die we gevraagd hebben ligt er, dat is dan waarschijnlijk ook het enige dat positief is.Er is één mini keuken voorzien voor een gans verdiep, véél te klein uiteraard.Bovendien zijn verschillende plafonds in de gangen totaal beschadigd, zo ach-tergelaten door de Post, waaraan niets wordt gedaan wegens geen budget.De liften worden voor een minimum ver-nieuwd, de mini draaideuren worden ook niet vervangen door deftige draaideu-ren.Maar de grootste ramp is eigenlijk dat er aan de sanitaire blokken totaal niets vernieuwd wordt, hoewel men op Binnenlandse Zaken de mond vol heeft van hygiëne, is er voor nieuwe toiletten vreemd genoeg geen budget.Deze toiletten dateren uit de bouwperi-ode van de WTCII-toren in de jaren 70, die sindsdien niet meer vernieuwd werd. Ze zijn dan ook erg verouderd.Voor de toegangsdeuren op de verdie-pingen werden zelfs tweedehandsdeu-ren gebruikt waar nog geboorde gaten inzitten van oude sloten.Ondertussen zijn ze volop aan het verhui-zen, maar wie doet een verhuis zonder budget?Dat men hierbij totaal respectloos om-gaat met het personeel is voor ons dus onaanvaardbaar.

Er staan op DVZ nog warme lentedagen voor de deur, onze strijd is nog niet ge-streden.

Verhuis Dienst vreemdelingenzaken naar WTCII

Federale Overheid ACV openbare diensten

E ind 1998 stelde men vast dat de gebouwen van de Dienst Vreem-

delingenzaken te klein werden, zeker door de enorme toeloop van asielzoe-kers door de oorlog in Kosovo, waar-door men een groot aantal extra per-soneelsleden diende aan te werven.

Page 16: De Nieuwe Tijd - april 2008

Contractueel bij de federale overheid. De zwarte schapen in de kudde? In het najaar van 2007 hielden de federale militanten van het ACV-Openbare diensten een enquête bij hun contractuele leden over hun werksituatie en arbeidsvoorwaarden. Uiteindelijk werden de meningen van 2.400 contractuelen uit het federaal openbaar ambt gebundeld en verwerkt. Hierna volgt een overzicht van de belangrijkste resultaten. Wie nam deel aan de enquête? In totaal hebben 2400 personen meegewerkt aan onze enquête. 71% Van de deelnemers is vrouw, 29 % man. De overgrote meerderheid heeft een leeftijd tussen 25 en 54 jaar en ongeveer de helft heeft een administratieve functie. Uit de antwoorden blijkt dat ruim 40 % van de totale groep al langer dan 10 jaar als contractueel werkt binnen de overheid. We geven hierna de antwoorden weer op enkele van onze vragen. Een vaste benoeming is voor u

Is een loopbaanontwikkeling zoals bij statutaire personeelsleden belangrijk?

0

200

400

600

800

1000

1200

1400

1600

zeer

belangrijk

belangrijk minder

belangrijk

niet

belangrijk

0

200

400

600

800

1000

1200

1400

zeer belangrijk belangrijk minder

belangrijk

niet belangrijk

Een vereenvoudigde wervingsmethode om statutair te worden vindt u…

Soms moeten contractuelen van standplaats veranderen om statutair te worden. Vindt u uw standplaats…

0

200

400

600

800

1000

1200

zeer

belangrijk

belangrijk minder

belangrijk

niet

belangrijk

0

200

400

600

800

1000

1200

zeer belangrijk belangrijk minder

belangrijk

niet belangrijk

Contractueel bij de federale overheid. De zwarte schapen in de kudde? In het najaar van 2007 hielden de federale militanten van het ACV-Openbare diensten een enquête bij hun contractuele leden over hun werksituatie en arbeidsvoorwaarden. Uiteindelijk werden de meningen van 2.400 contractuelen uit het federaal openbaar ambt gebundeld en verwerkt. Hierna volgt een overzicht van de belangrijkste resultaten. Wie nam deel aan de enquête? In totaal hebben 2400 personen meegewerkt aan onze enquête. 71% Van de deelnemers is vrouw, 29 % man. De overgrote meerderheid heeft een leeftijd tussen 25 en 54 jaar en ongeveer de helft heeft een administratieve functie. Uit de antwoorden blijkt dat ruim 40 % van de totale groep al langer dan 10 jaar als contractueel werkt binnen de overheid. We geven hierna de antwoorden weer op enkele van onze vragen. Een vaste benoeming is voor u

Is een loopbaanontwikkeling zoals bij statutaire personeelsleden belangrijk?

0

200

400

600

800

1000

1200

1400

1600

zeer

belangrijk

belangrijk minder

belangrijk

niet

belangrijk

0

200

400

600

800

1000

1200

1400

zeer belangrijk belangrijk minder

belangrijk

niet belangrijk

Vindt u een normaal voltijds uurrooster…

Vindt u een identieke verlofregeling zoals voor de statutairen belangrijk?

0

100200300400500

6007008009001000

zeer

belangrijk

belangrijk minder

belangrijk

niet

belangrijk

0

200

400

600

800

1000

1200

1400

zeer

belangrijk

belangrijk minder

belangrijk

niet

belangrijk

Een vereenvoudigde wervingsmethode om statutair te worden vindt u…

Soms moeten contractuelen van standplaats veranderen om statutair te worden. Vindt u uw standplaats…

0

200

400

600

800

1000

1200

zeer

belangrijk

belangrijk minder

belangrijk

niet

belangrijk

0

200

400

600

800

1000

1200

zeer belangrijk belangrijk minder

belangrijk

niet belangrijk

Vindt u een normaal voltijds uurrooster…

Vindt u een identieke verlofregeling zoals voor de statutairen belangrijk?

0

100200300400500

6007008009001000

zeer

belangrijk

belangrijk minder

belangrijk

niet

belangrijk

0

200

400

600

800

1000

1200

1400

zeer

belangrijk

belangrijk minder

belangrijk

niet

belangrijk

16

Contractueel bij de federale overheid

De zwarte schapen in de kudde?

Federale Overheid ACV openbare diensten

Wie nam deel aan de enquête?In totaal hebben 2400 personen meegewerkt aan onze enquê-te. 71% Van de deelnemers is vrouw, 29 % man. De overgrote meerderheid heeft een leeftijd tussen 25 en 54 jaar en ongeveer de helft heeft een administratieve functie. Uit de antwoorden blijkt dat ruim 40 % van de totale groep al langer dan 10 jaar als contractueel werkt binnen de overheid. We geven hierna de antwoorden weer op enkele van onze vragen.

In het najaar van 2007 hielden de federale militanten van het ACV-Openbare diensten een enquête bij hun contrac-

tuele leden over hun werksituatie en arbeidsvoorwaarden. Uiteindelijk werden de meningen van 2.400 contractuelen uit het federaal openbaar ambt gebundeld en verwerkt. Hierna volgt een overzicht van de belangrijkste resultaten.

De Nieuwe Tijd had een interview met Mark Saenen, coördinator van deze actie.

Een vaste benoeming is voor u

Is een loopbaanontwikkeling zoals bij statutaire personeels-leden belangrijk?

Een vereenvoudigde wervingsmethode om statutair te wor-den vindt u…

Een vereenvoudigde wervingsmethode om statutair te wor-den vindt u…

Vindt u een identieke verlofregeling zoals voor de statutairen belangrijk?

Vindt u een normaal voltijds uurrooster…

Page 17: De Nieuwe Tijd - april 2008

17

NT: De statistische gegevens van de enquête zijn nu verwerkt, ver-rast van de resultaten?MS: Uiteindelijk niet, een aantal resultaten liggen in de lijn der ver-wachtingen, wat op zich ook positief is: dit is een bevestiging van wat we eigenlijk al dachten, betekent alvast dat we nog voldoende voeling hebben met onze basis. Natuurlijk streeft een contractueel ernaar om een vaste betrekking te bekomen, om zijn pensioen veilig te stellen, om voldoende koopkracht te hebben. Ook de kleine, soms subtiele verschillen tussen het verlofbesluit wekken wrevel op. Ook het feit dat inzake ontwikkelcirkels de statutairen twee kansen krijgen en de con-tractuelen slechts één stuit tegen de borst.

NT: En wat was de concrete aanleiding om deze enquête te houden?MS: In de eerste plaats is deze actie een jaarthema van de sector, dus de bezorgdheid rond contractuele arbeid bij de overheid speelt niet alleen bij de federale ambtenaren, maar ook bij het Waals gewest, de Franse gemeenschap en de andere deelregeringen van dit land. Voor wat het federale betreft speelt ook mee dat er door de FOD P&O reeds twee-maal een zogenaamd kadaster opgesteld werd, zeg maar een inventaris van de contractuele tewerkstelling, en daaruit blijkt dat ongeveer een kwart van de personeelsleden per arbeidsovereenkomst tewerkgesteld wordt. Bovendien daalt dit aantal niet! Komt er nog bij dat het stand-punt van onze centrale inzake contractuelen vastgelegd werd op het congres van 1995, reeds een tijdje geleden dus. En zoals je weet, in onze instanties en dus ook op het congres zijn de statutairen oververtegen-woordigd. Wat wij met deze enquête wilden bereiken, is dat we de me-ning van onze contractuele leden ook wel eens wilden horen.

NT: Leterme I heeft in de regeerverklaring nochtans bevestigd dat de statutaire tewerkstelling de norm is, wat is dan uiteindelijk het probleem?MS: Da’s inderdaad de norm, maar de regelgeving voorziet ook dat er contractuelen kunnen geworven worden als expert, als uitzonderlijke en tijdelijke behoefte, als bijzondere en specifieke opdracht en als ver-vangingscontractueel. Mogelijkheden zat dus, wat er dus toe leidt dat 25 procent van de ambtenaren als contractueel tewerk gesteld is. Zo is bijvoorbeeld bepaald dat al het keuken- en schoonmaakpersoneel contractueel moet zijn omdat dit, volgens de overheid althans niet tot haar core-business behoort en omdat ze de verloning ‘marktcon-form’ wil houden. En we kennen nog andere diensten die compleet op contractuelen draaien, terwijl ze toch duidelijk bewezen hebben dat ze aan een permanente opdracht voldoen. Denken we maar aan de museumbewakers van de Wetenschappelijke Instellingen of aan de opvang van asielzoekers in open instellingen (Fedasil). Het is duidelijk dat deze instellingen hun permanent karakter al bewezen hebben. Deze mensen smeken erom om te kunnen deelnemen aan statutaire wervingsexamens!

NT: Iedereen statutair dus, en het probleem is opgelost?De contractuelen willen dit wel uiteraard, op een zo eenvoudig moge-lijke manier statutair worden; hetzij automatisch, mits voldoende an-ciënniteit, na een gunstige beoordeling, via een vereenvoudigde wer-vingsprocedure of dergelijke. Vanuit hun standpunt is dit te begrijpen, tenslotte doen ze dezelfde functie als hun statutaire collega’s en doen ze hun werk goed vermits ze een positieve ontwikkelcirkel afgesloten hebben. Gelijke rechten voor gelijke plichten, weet je wel. Maar zo een-

voudig liggen de zaken natuurlijk niet. Grondwettelijk is bepaald dat de toegang tot het openbaar ambt voor iedereen gelijk moet zijn, en dus is een statutair vergelijkend wervingsexamen via Selor nog steeds noodzakelijk. Gelukkig maar, als we vriendjespolitiek willen uitsluiten. Bovendien zijn bitter weinig van onze contractuelen geslaagd voor een statutair wervingsexamen, en daardoor is een oplossing op korte termijn voor de meeste contractuelen uitgesloten. Bovendien is de situatie zodanig versnipperd dat grote regularisereringen onmogelijk zijn. Geen confectie dus, maar maatwerk zal het moeten worden.

NT: Toch een gokje op prioriteiten?MS: Permanente opdrachten, zoals het hoger vermelde Fedasil zou-den moeten worden uitgevoerd door statutairen. Wij nodigen alvast de regering uit hier werk van te maken. En als we zien dat een tiental jaar geleden de gesloten centra voor illegalen over gegaan zijn van contractuele naar statutaire tewerkstelling en dit met respect voor de contractuelen die in dienst waren, dan moet dat in de vergelijkbare sector van de open centra ook kunnen. Een andere behartenswaardige groep is het keuken- en schoonmaak-personeel. De lonen liggen er wel bijzonder laag – er is zelfs een aparte weddenschaal voor hen die lager ligt dan voor een gewone starter in het niveau D – en de werkzekerheid is er niet bijster groot. De denk-piste om een aparte dienst met autonoom bestuur op te richten om het keuken- en schoonmaakpersoneel voor het geheel van de federale overheid in onder te brengen en alzo wat meer werkzekerheid te bie-den dient zeker te worden onderzocht. Zeker in tijden dat vele FOD’s binnenkort zullen verhuizen naar andere gebouwen en dat bedrijfsres-taurants komen en gaan zou dit geen overbodige luxe zijn. Dergelijke dienst met een specifiek statuut zou ook een zekere vorm van loop-baan voor deze mensen kunnen ontwikkelen.

NT: Het pensioen, een heikel punt in deze discussie. Wat denken onze contractuelen erover?MS: De contractuelen zijn er zich zeker van bewust dat hun koop-kracht na pensionering er sterk op achteruit zal gaan en smeken om een oplossing. Op dit vlak zijn vergelijkingen met de privé-sector uit den boze. Tenslotte bouwen werknemers uit de privé-sector een loop-baan op, stijgen ze in weddenschaal en kunnen ze promotie maken. Onze contractuelen bij de federale overheid beginnen en eindigen hun loopbaan in de beginweddenschaal en hebben niet het recht om aan bevorderingsexamens deel te nemen. Dit maakt hun situatie alvast precair wanneer ze na een lange periode van contractuele tewerkstel-ling met pensioen gaan. Het dossier van de zogenaamde ‘tweede pen-sioenpijler voor contractuele ambtenaren’ dat niet tijdig klaar raakte onder vorige regering dient dan ook met de hoogste prioriteit op-nieuw hernomen te worden.

NT: De enquête is rond, is het werk nu klaar?MS: Helemaal niet, het begint pas. Na de enquête zullen de besprekin-gen hierover plaats vinden in onze verschillende comités, en hieruit zullen we strategieën, principes, richtingen waar we uit willen moeten distilleren. En dan gaan we die bepleiten bij de verschillende overhe-den. U hoort nog van ons!

NT: Bedankt alvast, wij komen bij je terug als het dossier gevorderd is.■

Federale Overheid ACV openbare diensten

Page 18: De Nieuwe Tijd - april 2008

18

Politie

Bijzondere Korpsen ACV openbare diensten

De burgerlijke aansprakelijkheid van de personeelsleden binnen de geïntegreerde politie

De wet op het politieambt regelt wie verantwoordelijk is voor de schade aan derden, veroorzaakt door de personeels-leden in de uitoefening van hun ambt. De wetgever is hierin duidelijk: de werk-gever. Dit principe is zowel van toepassing op de personeelsleden van het operationeel kader als van het administratief en logis-tiek kader.

Dit betekent absoluut niet dat het per-soneelslid nooit persoonlijk de gevolgen zal dragen van de veroorzaakte schade.De wet op het politieambt bepaalt im-mers dat de persoonlijke burgerlijke aansprakelijkheid van het personeelslid van toepassing is in het geval van een opzettelijke fout, een zware fout of een gewoonlijk voorkomende lichte fout.

Het is slechts voor die gevallen die als een van de 3 voormelde fouten worden gekwalificeerd dat het personeelslid gel-delijk verantwoordelijk zal zijn voor de schade die de werkgever of een derde heeft geleden. De personeelsleden zul-len dus nooit geldelijk verantwoordelijk worden gehouden voor de lichtste fout of de lichte fout die niet gewoonlijk voor-komt.

Definitie van de 3 gekwalificeerde fou-ten:• De opzettelijke fout is een bewuste,

gewilde miskenning van een wettelij-ke of reglementaire norm die een wel-omschreven gebod of verbod oplegt, of van de algemene zorgvuldigheids-norm.(Bvb. diefstal of verduistering van za-ken die eigendom zijn van de werkge-ver).

• De zware fout is elke onopzettelijke fout die zodanig grof en buitenspo-rig is, dat ze onbegrijpelijk voorkomt vanwege een redelijk persoon; het niet treffen van de elementaire voor-zorgsmaatregelen die elk zinnig mens neemt. Er is een zware fout wanneer de dader zich ervan bewust was of

behoorde zich ervan bewust te zijn dat zijn handeling schade zou berok-kenen. (Voorbeelden hiervan zijn in principe enerzijds het verlies van vei-ligheidsmateriaal (wapens…) en van communicatiemiddelen gelet op de bijzondere aard van dit materiaal en het feit dat derden hiervan gemak-kelijk misbruik kunnen maken en anderzijds het zichtbaar achterlaten van waardevol materiaal in een gepar-keerd dienstvoertuig.)

• De gewoonlijk voorkomende lichte fout is de lichte fout die zich bij herha-ling voordoet binnen een relatief korte tijdsspanne, zonder dat iedere fout op zichzelf beschouwd de aansprakelijk-heid van het personeelslid zou kun-nen meebrengen en zonder dat die

lichte fouten noodzakelijkerwijze van dezelfde aard zijn. (Bvb. een opeenvol-ging of afwisseling van verkeersonge-vallen met dienstvoertuigen gevolgd door verlies van materiaal of andere lichte fouten, voor zover deze feiten zich afspelen binnen een bepaalde re-ferentieperiode - in principe 3 jaar)

Indien de overheid je één van de drie bovenvermelde fouten aanrekent is het vooreerst belangrijk te zien of je hiermee akkoord kunt gaan.Indien niet dien je dit ook kenbaar te ma-ken.

In ieder geval moet de overheid een voorstel tot vergoeding van de schade voorleggen (dading: schriftelijke over-eenkomst waarbij partijen d.m.v. een ver-

Page 19: De Nieuwe Tijd - april 2008

19

gelijk een rechtszaak ten einde brengen of voorkomen).Indien je met het voorstel akkoord gaat, dien je de voorgestelde schade te ver-goeden. Indien niet zal de overheid een procedure moeten opstarten (vrederech-ter of rechtbank van eerste aanleg) ten-einde de schade te verhalen.

Hoe worden de gecertificeerde opleidingen aangerekend als arbeidstijd?

Heel wat van onze leden waren tot de vaststelling gekomen dat ze niet gelijk behandeld werden m.b.t. de aanrekening als arbeidstijd voor de gecertificeerde opleiding. Sommige ‘bazen’ stelden dat de arbeidstijd maximum 7 uur 36 minu-ten kon bedragen. Om deze verkeerde stellingname te counteren heeft ACV-Openbare Diensten de minister gevraagd hierin verduidelijking te brengen naar de personeelsdiensten. Dit is gebeurd door middel van een FAQ uitgaande van de ju-ridische dienst van de Federale Politie.

De gecertificeerde opleiding is een oplei-ding die erop gericht is de competenties van het personeelslid van het calog te ac-tualiseren en te ontwikkelen en die wordt afgesloten met de validering van de ver-worven kennis van die opleiding.

De gecertificeerde opleidingen worden als arbeidstijd aangerekend voor de wer-kelijke duur, met name:• de werkelijke opleidingstijd, met af-

trek van de pauzes;• de verplaatsingen heen en terug naar

de opleidingsinstelling;• de tijd besteed aan de validatietest

van de kennisoverdracht.

Voor de aanrekening van de verplaat-singsduur moeten volgende regels in acht worden genomen:• een dienstverplaatsing geschiedt in

principe steeds vanuit de gewone plaats van het werk. In dat geval wordt de duur van het traject tussen de ge-wone plaats van het werk en de oplei-dingsinstelling aangerekend;

• indien het personeelslid van zijn func-tionele meerdere de toestemming krijgt om voor de dienstverplaatsing

vanuit zijn woonplaats te vertrekken, dan is de aangerekende verplaatsings-tijd gelijk aan de tijd die deze voor de normale verplaatsing tussen woon-plaats en gewone werkplaats over-schrijdt.

In het geval dat de validatie niet meteen na het einde van de opleiding plaats-vindt, wordt aan het betrokken perso-neelslid een dienstvrijstelling van 4 uren toegekend voor de voorbereiding van deze validatie.

Federale Politie: Omniumverzekering voor privé-voertuigen

Ingevolge een syndicale eis heeft de fe-derale overheid een overeenkomst afge-sloten met een privé-verzekeraar met als doel de materiële schade te dekken aan de privé-voertuigen van personeelsleden van de federale politie indien ze hiervan met voorafgaande goedkeuring van het diensthoofd gebruik maken om dienst-redenen, het woon-werkverkeer uitge-sloten. Het mammoetbesluit zal dan ook kortelings in die zin worden aangepast.

Wat de lokale politiezones betreft, dient vermeld dat de meeste politiezones hier-voor reeds verzekerd zijn.

Met betrekking tot het toepassingsveld, dekking en waarborgen van de overeen-komst en de te volgen procedure bij scha-de aan het persoonlijk voertuig van het personeelslid verwijzen we naar de nota DGS/DSJ-D 101/07 van 27 maart 2008 (consulteerbaar op de site van Hrpol).

Goed om weten

Het personeelslid dat werkt volgens het stelsel van de vrijwillige vierdagenweek heeft geen recht op een compensatiedag voor de feestdag die met zijn vrije dag sa-menvalt (zie FAQ van 18/01/2005 – site Poldoc) Uitzonderlijk vallen 01 mei ’08 en Hemelvaartsdag samen. Het KB van 03 juni 2007 bepaalt dat de feestdag die in de plaats van Hemelvaartsdag treedt, 02 mei is. Personeelsleden die ingevolge dit stelsel gekozen hebben voor de vrij-dag als vrije dag hebben bijgevolg op 02 mei 2008 geen recht op een compensa-tiedag.

Politie ACV openbare diensten

Page 20: De Nieuwe Tijd - april 2008

20

Defensie in hoofdstuk 10

Om iets over defensie te vinden moeten we naar de laatste bladzijden van het re-geerakkoord doorbladeren: “de regering onderschrijft ten volle de ambitie om een volwaardig en coherent Europees bui-tenlands beleid uit te bouwen, inclusief een veiligheids- en ontwikkelingsbeleid. De Unie moet prioritair aandacht geven aan de toestand in de Balkan, een hoofd-rolspeler worden in het Midden-Oosten, een evenwichtige verhouding met de VS nastreven alsook de versterking van het multilateralisme. De regering zal bijdra-gen tot de uitbouw van de Europese de-fensiecapaciteit, die inzetbaar moet zijn, zowel in het kader van de EU als in dat van de NAVO, o.m. door een ruimere rol aan het Eurokorps toe te kennen. Zij zal onze NAVO – engagementen eerbiedigen.

Ook op het terrein zelf wil de regering haar verantwoordelijkheid nemen. Als één van de oprichters van de Verenigde Naties, hecht België het grootste belang aan het strikt respecteren van het Charter en zal zij haar actie inzake vrede en inter-nationale veiligheid verder inschrijven in het kader van de mechanismen voor de gemeenschappelijke veiligheid”

Om dan beknopt samen te vatten dat het strategisch plan en daarna het stuurplan klaarblijkelijk goed zijn voor een vervolg-verhaal: “In het kader van het herziene Strategisch Plan zal de regering de her-vorming voor een nog efficiënter, beter uitgerust en operationeler leger voort-zetten. Zo zullen er meer middelen voor de operaties aangewend worden. Zij pakt de personeelsstructuur en – kosten aan, voert de gemengde loopbaan uit en investeert bijkomend in uitrusting en training van militairen. Ons leger moet in staat zij om volgens beurtrol de leidende

rol op te nemen in een EU Battle Group.”De ingeslagen weg wordt volgens dit do-cument dus verder gezet. Dat het hier om een reële uitdaging gaat dat weten we al, en willens nillens heeft het personeel van defensie al veel kunnen proeven van ‘ra-tionaliserende maatregelen’… . Want defensie moet niet enkel grondig worden hervormd tot een efficiënter, be-ter uitgerust en operationeler leger, de organisatie moet dit ook nog eens klaren binnen het welbekende geplafonneerde budget!

Lang verwachte beleidsnota

Onze militairen leven nog elke dag met onzekerheid, daar het nog steeds niet klaar is welke weg minister De Crem nu uit wil gaan met het personeelsbeleid en het gemengde loopbaanconcept in het bijzonder. We weten ondertussen dat hij niet echt warm liep voor het gemengde loopbaanconcept dat gestemd werd be-gin vorig jaar, maar welke wijzigingen hij noodzakelijk ziet, is ons nog niet duide-lijk. Eerst dachten we half februari een beleidsnota te zien. Dan was er de begro-ting die uitstel van executie gaf. Daarna was het nog even wachten op de rege-ringsvorming.

Eigen verwachtingen

We hebben dan ook niet gewacht om onze verwachtingen duidelijk te maken aan de minister. In een zestal thema’s vraagt ACV-Openbare Diensten – groep militairen • een duidelijk, realistisch sectoraal ak-

koord met een verantwoordelijke ver-bintenis

• een loopbaan met- in het kader van de gemengde

loopbaan duidelijke overgangsbe-palingen, recht op vorming en er-kenning van vorming met recht op educatief verlof

- duidelijke en correcte informatie omtrent de loopbaan en de orga-nieke betrekkingen en duidelijke beroepsmogelijkheden bij evalu-atie

- in het kader van externe mobiliteit blijven we pleiten om deze te rich-ten naar enkel statutaire betrekkin-gen

• een welzijnsbeleid met aandacht voor bewustmaking, correcte verant-woordelijkheden in het domein van arbeidsgeneeskunde, werk makend van arbeidsongevallen, werkelijke onafhankelijkheid voor de dienstver-lening in het kader van ongewenst grensoverschrijdend gedrag en een preventiestructuur met de nodige af-hankelijkheid

• een geldelijk statuut te herzien in het kader van het nieuwe loopbaancon-cept en een verhoging van de einde-jaarpremie

• recht op manifestatie tijdens de dien-sturen

• enkele verbeteringen in het sociale kader (benifitplatform)

• enige opwaardering voor de gepen-sioneerde militairen door concrete maatregelen

Het is nu vooral afwachten wat de be-leidsnota zal inhouden.

Militairen

Defensie teruggevonden in het regeerakkoord

Bijzondere Korpsen ACV openbare diensten

N et voor de paasvakantie was het dan eindelijk zo ver. Een effectie-

ve regeringsvorming vond plaats en we kregen uiteindelijk de bevestiging dat Minister De Crem zou aanblijven als Minister van Defensie.

Page 21: De Nieuwe Tijd - april 2008

21

Agressie in het Openbaar Vervoer

Vervoer ACV openbare diensten

Feit is dat de gevolgen van agressie zeer ernstig zijn voor de slachtoffers, zowel reizigers als chauffeurs. Agressie tast hoe dan ook de persoonlijke integriteit aan van het slachtoffer. Zelfs indien de chauf-feur of reiziger niet direct betrokken is, blijkt de agressie zwaar te wegen op de gemoedstoestand en fysieke toestand van de persoon. Het gevoel van veilig-heid wordt ondermijnd en dit beïnvloedt ons gedrag. Daarom alleen is agressie onaanvaard-baar, ontoelaatbaar! Als samenleving moeten wij reageren en kunnen wij geen enkele vorm van agressie aanvaarden!

Investeren in opvang en begelei-ding van slachtoffers

Bijgevolg moet de overheid én de ver-voermaatschappij alles doen wat in haar macht ligt om agressie te voorkomen, te repareren. Op basis van een goede analyse van het maatschappelijk fenomeen moeten we de nodige financiële middelen investeren in technische middelen (de installatie van technische apparatuur zoals camera’s, afgesloten stuurpost,…) en in de inzet van meer personeel (controlepersoneel, tweede man, …). Het is tevens evident dat in de opvang en de begeleiding van de slachtoffers (zowel reizigers als chauf-feurs) moet worden geïnvesteerd.Om dit alles op een professionele manier aan te pakken, ook op lange termijn, moe-ten alle actoren een visie ontwikkelen en een traject met acties uitwerken. Wij heb-ben dus veiligheidsplannen nodig!

De vervoermaatschappijen hebben plannen!

De vervoersmaatschappijen doen wel heel wat inspanningen om hun chauf-feurs en hun klanten zo goed als mogelijk te beschermen. De inzet van personeel (controle en begeleiding op het voertuig) is drastisch verhoogd. De investeringen en installatie van technische hulpmidde-len ( cameragebruik, bescherming van de chauffeurscabine, radioverbinding, e.d.) idem dito.Ook op het vlak van de opvang en de be-geleiding van de slachtoffers, in ons ge-val de chauffeur, is er sprake van een ade-quate, professionele aanpak. Hier stellen onze collega’s van de MIVB terecht de vraag over de erkenning als beroepsziek-te van trauma’s opgelopen tengevolge van zware agressie. En dit is maar een kleine greep uit de maatregelen die de vervoermaatschappijen treffen.

Bovendien worden deze veiligheidsplan-nen meestal goed doorgesproken en ge-evalueerd met de sociale partners.

Uiteraard leeft nog vaak bij het personeel dat dit alles niet altijd efficiënt wordt in-gezet en dat het soms lang duurt voor de maatregelen ook effectief worden uitge-voerd.Hoe moeten we aan onze chauffeurs uit-leggen dat het ongeveer 18 maanden duurt vooraleer de camera’s op de bus-sen en trams ook zullen werken? Hoe moeten wij aan onze chauffeurs uitleg-gen dat de controle of de begeleiding vaak ontoereikend is? Hoe moeten wij aan onze mensen uitleggen dat wat wij ook zullen doen, we de agressie niet zul-len kunnen uitroeien?

Samenwerking

De samenwerking met de andere over-heden maakt integraal deel uit van onze veiligheidsplannen. Die loopt al veel vlot-ter dan in het verleden. Vandaag zijn de politiediensten voor onze problematiek gesensibiliseerd en worden er vaak goeie werkafspraken gemaakt. Toch pleiten wij nog steeds voor meer blauw op straat, op de tram en op de bus.

Wat betreft het vervolgingsbeleid willen wij gaan voor een verbod op het gebruik van bus en tram voor diegenen die zich ‘asociaal’ gedragen. Nu stellen wij nog te vaak vast dat daders van agressie er vaak echt goedkoop van afkomen. Voor wat ons betreft kan de aanpak dus wat strenger.

Kortom er is de laatste jaren en maanden heel wat ten goede gebeurd. Wij mogen niet de fout begaan om de bestaande plannen weg te gooien om-dat ze ‘zogezegd’ niet zouden werken! Sommige dingen moeten echter nog be-ter en sneller.

Tot slot, blijft het belangrijk dat wij het toenemende geweld in onze samen-leving grondig blijven bestuderen en analyseren. Alleen een geïntegreerde consensusaanpak waarbij de problemen/fenomenen worden benoemd en waar elkeen op zijn niveau verantwoordelijk-heid neemt kan leiden tot een verdraag-zame, minder gewelddadige samenle-ving.En daar zal ook het openbaar vervoer van profiteren!

In het najaar zullen wij alvast in onze sec-tor het debat hierover aanzwengelen. We starten in september met een militan-tenbijeenkomst van onze chauffeurs van de verschillende openbare vervoermaat-schappijen en de pachters.U hoort er dus nog van!

A ls je er de kranten op naslaat, kan je er niet onderuit. De onveilig-

heid in en rond het openbaar vervoer staat opnieuw volop in de spots.Uiteraard kunnen we dagenlang dis-cussiëren over de ernst van deze agres-siegevallen en of deze ‘golf’ van agres-sie betekent dat de veiligheidsplannen niet werken. We kunnen praten over de objectieve en subjectieve veiligheid van de reiziger en de chauffeur. En we kunnen nadenken over de verdomde plicht van de samenleving om haar burgers/reizigers te beschermen.

Page 22: De Nieuwe Tijd - april 2008

Autocar

Naar nieuw loonstelsel of een herwaardering van het statuut van autocarchauffeur

Vervoer ACV openbare diensten

22

Militantenbijeenkomst

Tijdens onze militantenvergadering van 18 maart werd gesteld dat een herziening van het loonstelsel ‘autocar’ noodzakelijk is. In dat verband verwijzen we trouwens naar onze eisenbundels waarin keer op keer voorstellen werden gedaan om het werknemersstatuut aantrekkelijker te maken. Heel concreet gaat het over het verbeteren van de loonsvoorwaarden (meer loon, toeslagen ingeval van nacht-werk, zondagwerk, anciënniteittoeslag, overurenregeling, enz,…), het verbete-ren van de arbeidsomstandigheden en tot slot een betere controle op de toepas-sing van de sociale wetgeving.Alhoewel het voorstel van de werkgevers niet negatief werd onthaald, is het ACV toch van oordeel dat er meer nodig is om de job van autocarchauffeur aantrek-kelijker te maken en te houden. Het ACV meent dat er dringend een retentiebe-leid nodig is om de bekwame chauffeurs in deze sector te houden.Dit vergt dus een stappenplan, een meer-jarenplan. Het voorstel van de werkgevers kan een eerste stap in de goede richting zijn, maar er is meer nodig!

Gesprek met de werkgevers

Tijdens het gesprek met de werkgevers op 19 maart heeft het ACV de verzuchtin-gen van haar militanten kenbaar gemaakt en op tafel gelegd.Het ACV kan zich akkoord verklaren met het behoud van het amplitudesysteem op voorwaarde dat het uiteindelijke re-sultaat, oftewel de hoogte van het be-drag per amplitude, gebaseerd is op het uurloon van de speciale diensten, zonder

inbegrip van de ARAB-premie (per uur). De werkgevers gaan een nieuw voorstel formuleren.

Het ACV heeft de werkgevers ook ge-vraagd na te gaan op welke manier een toeslag voor nachtwerk én een anciënni-teittoeslag kan worden toegekend. Tot slot vraagt het ACV ook maatregelen om de controle op de toepassing van de reglementering te verbeteren. Wij den-ken aan het invoeren van een prestatie-blad, een eenvoudige maar duidelijke reglementering, de oprichting van een controleorganisme.

Opmerking: de vraag van de werkgevers om één keer per maand een inactiviteit-dag in het buitenland in aanmerking te nemen voor de inhaalrust van het zon-dagwerk ( = onbetaald) werd door het ACV afgewezen.De werkgevers hebben hierop gerea-geerd. Voor wat hen betreft moet deze maatregel deel uitmaken van een ak-koord!

Op 8 mei is een nieuwe bijeenkomst met de werkgevers gepland!

Conclusie

Het is nu voor iedereen duidelijk dat deze ‘herwaardering’ deel uitmaakt van de CAO 2007-2008 en op geen enkele ma-nier de onderhandelingen over een CAO 2009-2010 hypothekeert.Beide partijen hebben de bereidheid om het statuut van de autocarchauffeur te verbeteren ook al is daar een stappen-plan/meerjarenplan voor nodig. De werk-gevers begrijpen dat de controle van de loon- en arbeidsvoorwaarden integraal deel zal moeten uitmaken van dergelijk ‘plan’.De werknemers van hun kant zijn bereid om de werkgevers te steunen in hun vraag tot herinvoering van de 12-dagen-regeling (zie Europese verordening 561).

In de sociale programmatie 2007- 2008 werd afgesproken dat de so-

ciale partners in een werkgroep de haalbaarheid van een nieuw loonstel-sel zouden onderzoeken. Ingeval over-eenstemming zou worden bereikt, zou het stelsel worden ingevoerd vanaf 1 januari 2008.Op 12 februari 2008 formuleerden de werkgevers een concreet voorstel.

Page 23: De Nieuwe Tijd - april 2008

23

Vakantiegeld voor gepensioneerden van de openbare sector

Hoeveel en voor wie?

Pensioenen ACV openbare diensten

Rustpensioen

De belangrijkste voorwaarden zijn: • de leeftijd van 60 jaar bereikt hebben

op 1 mei 2008;• voor de maand mei 2008 een pensioen

genieten waarvan het bruto maand-bedrag lager is dan 1.856,66 euro en dat niet verminderd wordt wegens de uitoefening van een beroepsactiviteit;

• indien de gerechtigde meerdere pen-sioenen geniet (werknemers, zelf-standigen, …) mag het totaal bruto maandbedrag niet boven de voormel-de grens uitstijgen.

Overlevingspensioen

Het recht op vakantiegeld is gebonden aan volgende voorwaarden:• niet hertrouwd zijn;• de leeftijd van 45 jaar bereikt heb-

ben of indien men jonger is, minstens 66pct. invaliditeit bewijzen of min-stens een kind ten laste hebben waar-voor kinderbijslag wordt uitbetaald;

• Voor de maand mei 2008 een pen-sioen genieten waarvan het bruto maandbedrag lager is dan 1.485,33 euro en dat niet verminderd wordt omwille van het uitoefenen van een beroepsactiviteit;

• Het gezamenlijke bruto maandbedrag van meerdere pensioenen die de be-gunstigde eventueel zou genieten, mag eveneens niet deze laatste grens overschrijden.

Vakantiegeld

Het basisbedrag van het bruto vakantie-geld is vastgesteld op 222,20 euro.

Voor de gehuwde gepensioneerden wordt het bruto bedrag opgetrokken tot 296,27 euro op voorwaarde dat hun echtgeno(o)t(e) geen inkomen heeft uit de uitoefening van een beroepsactiviteit of ook geen inkomen heeft uit de ziekte- of invaliditeitsverzekering, uit de werk-loosheidsverzekering, van een loopbaan-onderbreking of geen pensioeninkomen geniet, tenzij dit lager is dan 74,06 euro per maand.Van het vakantiegeld openbare sector worden de bedragen afgetrokken die de gepensioneerde reeds bekomt als vakan-tiegeld van een andere pensioenrege-ling. Het vakantiegeld kan niet hoger zijn dan het normale pensioen van de maand mei.

Aanvullende toeslag

Gepensioneerden die een minimum rust- of overlevingspensioen genieten door middel van een supplement dat bij het nominale pensioen wordt gevoegd, hebben mits een aantal beperkingen, recht op een aanvullende toeslag bij het vakantiegeld. Het bruto bedrag van deze toeslag is:

• 402,80 euro voor de gehuwde gepen-sioneerde;

• 335,21 euro voor de andere gerechtig-den

Deze aanvullende toeslag wordt vermin-derd met de aanvullende toeslag die de gepensioneerde zelf of zijn echtgeno(o)t(e) in de werknemersregeling geniet.

Niet alle gepensioneerden met een mini-mumpensioen genieten van het vakan-tiegeld, zelfs al is hun pensioen merkelijk lager dan de hier vermelde grenzen. Alle ambtenaren die wegens ongeschiktheid op pensioen gezet zijn vóór de leeftijd van 60 jaar kunnen geen vakantiegeld, noch een aanvullende toeslag bekomen zolang zij niet de leeftijd van 60 bereikt hebben.

Vanaf het ogenblik dat zij 60 jaar bereikt hebben op 1 mei, kunnen sommige ge-pensioneerden die een minimumpen-sioen genieten wegens ongeschiktheid recht hebben op vakantiegeld en een aanvullende toeslag. De bijkomende voorwaarde om daarop recht te hebben, is dat het pensioen moet berekend zijn op een gemiddelde wedde van de laatste vijf jaar, die maxi-mum gelijk is aan 18.456 euro per jaar aan spilindex 138,01. Indien de normale gemiddelde wedde lager was dan dat grensbedrag en zij ingevolge de toepas-sing van de minimumwet opgetrokken is tot dat bedrag, ontstaat eveneens recht op de twee vernoemde voordelen.

De gehuwde gepensioneerde die aan-spraak maakt op het basisminimum van 40% van de gewaarborgde bezoldiging hebben eveneens geen recht op de toe-slag. Deze situatie doet zich voor als de echtgenoot of echtgenote van de begun-stigde inkomsten heeft die afgetrokken moeten worden van het supplement zo-danig dat de gepensioneerde zich moet beroepen op het recht van het basismini-mum. De reden is volgens de overheid te zoeken in het feit dat er nog inkomsten in het gezin zijn die, samengevoegd, boven het minimum wegens anciënniteit uitstij-gen.

De aanvullende toeslag en het vakantie-geld samen kunnen nooit meer bedra-gen dan het bruto maandbedrag van het normale pensioen voor de maand mei.

Geen aanvraag nodig

Het recht op beide toelagen wordt ambtshalve onderzocht en er moet daar-voor geen aanvraag worden ingediend.De uitbetaling van het vakantiegeld ge-beurt in de maand mei door de instelling die de pensioenen uitkeert. Het opvragen van gegevens bij andere pensioendien-sten over vakantiegeld of aanvullende toeslag kan een vertraging opleveren bij de uitbetaling.

D e gerechtigden op een pensioen van de openbare sector kun-

nen een vakantiegeld voor dit jaar genieten wanneer zij aan bepaalde voorwaarden voldoen. Het recht op het vakantiegeld en/of de aanvul-lende toeslag wordt vastgesteld op de situatie van 1 mei 2008. Er wordt een onderscheid gemaakt naargelang de begunstigde een rustpensioen of een overlevingspensioen geniet en of de gepensioneerde al of niet gehuwd is. Het recht op vakantiegeld is eveneens beperkt ingevolge de hoogte van het pensioeninkomen.

Page 24: De Nieuwe Tijd - april 2008

Programmapunten voor de sociale verkiezingen 2008 voor de ondernemingen binnen ACV-Openbare Diensten

De uitgebreide programma’s per onderneming kan je terugvinden op onze website: www.acv-openbarediensten.be

OverlegHet ACV is de vakbond bij uitstek van het overleg. Onderhandelen is onze boodschap. Hiervoor hebben wij een sterke ploeg van vertegenwoordigers. Indien onderhandelen niets oplevert dan zijn we niet vies om acties te voeren. Nog te vaak vindt men het overleg een noodzakelijk kwaad.

Solidariteit

Het ACV wil mensen samen brengen. Alle personeels-categorieën en alle medewerkers krijgen bij ons een stem! Arbeiders, bedienden, technisch personeel, vliegend personeel moeten in de respectievelijke bedrijven één blok vormen.

Meer jobs en werkzekerheid Hiervoor moet de toekomst van onze bedrijven wor-den veilig gesteld. Het is in het belang van alle medewerkers dat het ACV de gezondheid en de groei van ons bedrijf nauw op-volgt en dat het ACV eist om gehoord te worden..

KoopkrachtDe grote inzet, de hoge productiviteit, de grote des-kundigheid, de grote beschikbaarheid…van onze medewerkers moet worden gehonoreerd. ‘Loon naar werk’! De stijgende inflatie zet de koopkracht van onze mensen onder druk. Het accent moet worden gelegd op de stijging van de lonen en wedden.

Combinatie gezin en werk Nog meer dan in het verleden zullen we zoeken naar formules die het mogelijk moeten maken om gezin/vrije tijd/studie/verlof/… te combineren met het werk. De flexibele en onregelmatige werktijdregelingen zet-ten druk op het gezinsleven. Bedrijven zullen dus heel wat soepelheid aan de dag moeten kunnen leggen.

WerkomstandighedenIedereen moet in veilige omstandigheden kunnen werken en moet kunnen beschikken over aangepast, modern en ergonomisch materiaal. Ook hier dient de werkgever te zorgen voor een aangename werkom-geving en -klimaat.

Opleiding en vormingHet is in het belang van het bedrijf maar zeker van onze medewerkers dat voldoende middelen worden vrijge-maakt voor individuele en collectieve opleidings- en begeleidingsprogramma’s. Het is dus de opdracht van het bedrijf om te investeren in onze medewerkers.

Deze en zoveel andere thema’s benadert het ACV van-uit de gedachte en overtuiging dat alle medewerkers, ook al zijn ze verschillend, in alle opzichten gelijk en voor gelijkwaardig zijn. We steunen dus voluit het di-versiteits, - en gelijke kansenbeleid.